TOTUS TUUS, MARIA !

STERREN VAN HOOP

bloemlezing van meditatiebloempjes, verzuchtingen en oproepen
geïnspireerd door de Koningin des Hemels

aan Myriam van Nazareth

Inleiding

Vooral in de beginjaren van Myriam’s roeping onderrichtte Maria veelvuldig via de inspiratie van korte onderrichtingen en elementen voor beschouwing. Deze tekstpassages werden toen, samen met verzuchtingen die in Myriam’s hart opwelden, tussen gebedsteksten in opgetekend, aanvankelijk in het kader van Myriam’s vorming in de totale dienst aan Maria. Teneinde ook deze sprankels van Hemelse aansporingen niet verloren te laten gaan, heeft de Meesteres van alle zielen Myriam de opdracht gegeven, een aantal van deze aantekeningen te verzamelen in de nu volgende bloemlezing.
Deze bloemlezing bestaat uit vijfhonderd korte tekstpassages, die door de jaren heen hoofdzakelijk in de volgende drie soorten omstandigheden werden opgetekend:

  • tijdens meditatieve wandelingen in de vrije natuur
  • tijdens meditatief gebed thuis, doorgaans onmiddellijk vóór of na diepe contactervaringen met de Koningin des Hemels
  • in kerken

De hier verzamelde aansporingen tot beschouwing en korte uitnodigingen vanwege de Hemelse Meesteres en verzuchtingen vanwege Myriam, werden bewust niet per soort noch strikt chronologisch gerangschikt, doch volkomen volgens de aanwijzingen van de Moeder Gods, en werden genummerd ter wille van een snelle identificatie.
Al deze woorden zijn geladen met een buitengewoon Liefdesvuur, doordat zij zijn opgeweld uit de Bron van het Hart dat God heeft uitgerust met de opperste volkomenheden die de geschapen natuur kan verwezenlijken en waardoor dit Hart de absolute tegenpool van de zonde is. De ziel die deze woorden diep in zich weet in te bouwen, kan hierdoor de Hemel boven haar levensweg helpen verlichten, want de Meesteres van alle zielen heeft hen bedoeld als lichtpunten, sterren van Hoop in een door de zonde verduisterde wereld.
Myriam, februari 2015

♥ ♥ ♥

1. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, uit mij is alle leven verdwenen. Ik leef nu slechts door Uw Hart, dat mij naar God toe stuwt". (Myriam, 28 april 1998)

2. Ter beschouwing: Het kwaad is oorzaak van alle ellende, neerslachtigheid, onenigheid, enzovoort. Geef Maria het kostbaarste geschenk dat Haar Hart begeert: Uzelf. WIJD U TOE AAN MARIA, geef Uzelf volkomen aan Haar en wees een apostel van het Licht, dat alle duisternis beschaamt. Wie Maria dient, dient God en het Eeuwig Geluk van alle zielen, want Maria kondigt het Rijk Gods aan: Zij is de Morgenster, de Dageraad van de Nieuwe Wereld.

3. Verzuchting: "O Maria, hoe zouden menselijke woorden ooit de volheid van Uw Heerlijkheid kunnen uitdrukken. Heilige Geest, plant in mijn hart de kiem van de Verlichting, die door Maria’s Aanwezigheid kan ontkiemen en de bloem voortbrengen, die door de geur van Haar heiligheid de ware Godsliefde laat bloeien, het product van Uw heiliging waarin Gods en Maria’s Glorie beter wordt geprezen dan ooit door een mensenmond is geschied". (Myriam, 6 november 1997)

4. Verzuchting: "Lieve Moeder, als de dauw op het veld wil ik aan Uw Hart rusten, klaar om onder de stralen van de Eeuwige Zon ten Hemel op te stijgen". (Myriam, 10 november 1998)

5. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, mijn hart lijdt om het onvermogen, zelfs maar een deeltje te vergoeden van alles wat U voor mij doet. Het lijdt om de kwelling van een ongelijke Liefde: Uw onbegrensde vrijgevigheid tegenover mijn armoede. Het lijdt om de schaamte vanwege mijn verzuim om elk moment van mijn leven even totaal te Uwer beschikking te staan als U voor mij beschikbaar bent". (Myriam, 15 december 1997)

6. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, wil voor mij Jezus ontvangen in dat kleine huisje dat mij ooit door God is gegeven, maar dat ik U heb geschonken, waar U heerst, en dat sedertdien door Uw Aanwezigheid tot een paleis is geworden: de tempel van mijn hart". (Myriam, 17 oktober 1997)

7. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, U klopt aan alle huisjes, maar velen laten U niet binnen. Mijn deur zal altijd voor U open staan, en de tuin vóór mijn huisje zal steeds vol staan met rozen van Liefde, opdat U het van verre zou herkennen. Ga toch nooit mijn huisje voorbij..." (Myriam, 17 november 1997)

8. Verzuchting: "Mijn Jezus, mag ik U opnemen in mijn hart, het oord dat door Uw en mijn allerliefste Moeder Maria is omgevormd tot een klein paleis van warme Liefde en waar sedertdien rozen bloeien, dag in dag uit, tot in de eeuwigheid. Laat U er verwennen in die Hemelse atmosfeer, en wil samen met Maria die heerlijkheid in mijn eigen wezenskern voor mij ontsluiten". (Myriam, eind oktober 1997)

9. Verzuchting: "O Jezus, zoals destijds vanop het Kruis, geef mij vandaag nogmaals Maria tot Moeder, opdat ik Haar in mijn huis kan opnemen". (Myriam, 31 augustus 2000)

10. Ter beschouwing: Elk mens wordt geschapen met één enkel doel: hier op de wereld Gods Heilsplan te helpen verwezenlijken. Dát is de enige ware zin van dit leven. Alles wat niet tot dat doel bijdraagt, is uit den boze. Pas zodra men dit beseft, kan het Ware Geluk in het hart beginnen stromen, want het echte Geluk ontspringt aan de Bron van de Verenigde Harten van Jezus en Maria, en wie voor zover mogelijk alleen nog aan die Bron drinkt, voelt hoe het heiligste water zijn hele wezen herschept. Het blijkt dan, hoe weinig de wereldse dingen nog van tel zijn.

11. Ter beschouwing:
Waarom is lijden noodzakelijk voor de redding der wereld?

Jezus heeft ons door Zijn Kruisdood verlost. Hoe moeten wij dat verstaan?
Er bestaat in de Schepping een soort evenwicht dat in stand moet worden gehouden: God verlangt een zuivere Schepping. Telkens van die zuiverheid wordt afgeweken door allerlei zonden, onzuiverheden en bekoringen (en die zijn ontelbaar, elke dag opnieuw, over de hele wereld), moet daar een vorm van goedmaking tegenover staan. Die compensatie gebeurt door gebed en opgeofferd lijden. Talloze mensen bidden niet, en offeren niets op (integendeel, zij vervloeken God omdat zij geloven dat Hij dat lijden veroorzaakt). Daardoor gaat de 'spirituele kwaliteit' van de Schepping sterk achteruit. Daarom is de totale inzet van de aan Maria toegewijde zielen zo belangrijk.

12. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, bezaai het pad van mijn mond naar mijn hart met Uw Hemelse bloemen, opdat Jezus daarop Zijn triomftocht naar de kern van mijn wezen moge aanvatten". (Myriam, 2 maart 1998, na H. Communie)

13. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, door Uw bemiddeling voltrekt zich elke dag tijdens de Heilige Communie het huwelijk tussen mijn ziel en God. Laat mij U het nieuw verworven Licht van mijn ziel aanbieden ter verheerlijking van Uw Onbevlekt Hart". (Myriam, 11 februari 1998)

14. Verzuchting: "O Moeder, nu de avond is gevallen, ban de nacht uit mijn ziel, opdat bij de nieuwe dageraad slechts Uw Licht uit mij zou stralen". (Myriam, 18 oktober 2000)

15. Ter beschouwing: Wanneer Maria de ziel, geest en hart van Haar toegewijde volkomen inpalmt en in Zich trekt, is het mogelijk dat deze een plotse omschakeling ervaart en daar onmiddellijk volmaakte Vrede bij voelt. Het is meer dan een zalf op het hart, het is een wedergeboorte.

16. Verzuchting: "Lieve Moeder, mijn gevoelens voor U zijn onuitspreekbare verzuchtingen. Tot U zeggen "ik hou van U" is in het licht van mijn brandend hart zodanig banaal dat het geen liefdesverklaring maar eerder een belediging lijkt". (Myriam, 9 december 1997)

17. Verzuchting: "O lieve Moeder Maria, wanneer ik U aanschouw, gaat zo veel in mij om. Ik heb U zoveel te zeggen, maar de weg van mijn hart naar mijn mond is zo lang en moeilijk". (Myriam, 31 juli 1998)

18. Ter beschouwing: Door U totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig toe te wijden aan MARIA, wordt U evenzeer Haar kind als Jezus Zelf op aarde Haar Kind was. God heeft Maria uitverkoren om Zijn Zoon op aarde als mens groot te brengen en aan Hem terug te geven. Laat ook Uzelf door Maria 'opvoeden', U vormen tot een heilige om U in Uw stervensuur aan God te geven voor het Eeuwig Geluk in de Hemel. Vraag het Haar elke dag, Uw Hemelse Moeder wacht op U!

19. Ter beschouwing: Er is wel degelijk een weg om de wereld te verbeteren, met Gods hulp: Wijd Uw hart en Uw hele wezen aan Maria toe en beloof Haar dagelijks dat U voor en met Haar wil strijden tegen het kwaad, door zelf een voorbeeld van zuiverheid te worden, en door gebed. Uw gebed moet dan wel met het hart gebeuren, dit wil zeggen, U moet Maria met Liefde vurig om Haar hulp smeken. Gebed geeft Maria 'groen licht' om in te grijpen. Dus, hoe meer gebed, en hoe meer mensen met overgave, vertrouwen en Vuur bidden, des te meer kan Maria Haar onmetelijke macht echt laten gelden. Ontmoediging is des duivels. Wie zich oprecht aan Maria toewijdt, weet dat de uiteindelijke overwinning van het Licht verzekerd is. Er is geen veiliger plaats dan aan Maria’s voeten, de voeten die de satan voor de eeuwigheid tot het uiterste zullen vernederen, want zo heeft God het beschikt.

20. Verzuchting: "O Moeder, kan mijn hart rust vinden terwijl Uw Hart doorboord wordt om mijn zonden? Kunnen mijn ogen de stervende Jezus onbewogen aanschouwen, terwijl Uw ogen branden in de kwellingen van Zijn aanblik? Kan mijn geest leven zonder het voortdurend bewustzijn van het Kruis, terwijl het Uwe dreigt te sterven onder de wurgende duisternis van Golgotha? O Smartvolle Moeder, neem mij nu op in de liefdevolle weeën van Uw Hart in dit uur waarin de tijd openscheurt, opdat ik U voor eeuwig in mijn hart kan opnemen" (Myriam, in avondmeditatie, 3 september 2003)

21. Ter beschouwing: Het christelijk Heilsmysterie is een Mysterie van VERLOSSING DOOR LIJDEN. Het lijden van de toegewijde is de zuiverste vorm van LIEFDE. God heeft elke ziel geschapen, en verlangt haar na dit aardse leven bij Zich in de Hemel te hebben. De prijs van een ziel is voor God oneindig. Mocht dit niet zo zijn, dan zou Jezus niet het onmetelijk Lijden van Gethsemani tot Calvarie hebben aanvaard. Door zijn lijden brengt de aan Maria toegewijde, zielen die anders verloren zouden gaan, naar God terug. Dit is zuivere Liefde tegenover de naaste én tegenover God, mits de toegewijde zijn lijden uitdrukkelijk daarvoor aan Maria opdraagt, in Liefde en zonder protest. De toegewijde wordt dan tot medeverlosser. Bedenk telkens wanneer U ziekte, pijn, verdriet of ongemak ervaart, dat U daarvan een uitboeting van zonden (van Uzelf en anderen) kunt maken, op voorwaarde dat U dat lijden aan God (of aan Jezus of Maria) opdraagt.

22. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, mei is de bloemenmaand. De zieltjes van alle kinderen in de moederschoot zijn voor God ook als bloempjes. Mogen onze gebeden U helpen om Gods landschap intact te bewaren". (Myriam, 1 mei 1999, na Rozenkrans tegen abortus)

23. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, in mij zitten zo veel Liefde en dank die ik U wil betuigen, maar mijn mond is zo klein. Daarom leg ik gewoon mijn hart voor U open". (Myriam, 1 mei 1999)

24. Ter beschouwing:
Maria is de grote Overwinnares van de duivel, Die de satan onder Haar voeten legt en warme Moederliefde in de mensenharten stort.
Wie Maria vurig vereert, Haar aanroept, Haar verheerlijkt, Haar grote eigenschappen verkondigt en deze met de grootste eerbied in gebeden uitspreekt, zet werkelijk onvoorstelbaar grote krachten in beweging om deze wereld van alle kwaad en onheil te zuiveren.
Wie door verering en gebeden meehelpt om het kwaad in de wereld te bestrijden, brengt daardoor Liefde en Waar Geluk onder de mensen, en bekomt Goddelijke Genaden voor zijn eigen ziel en deze van zijn medemensen.
Vurige verering en brandende Liefde voor Maria vormen tevens de grootste verheerlijking aan God Zelf, want Maria is Zijn uitverkoren, boven alles verheven Dochter, de Parel van Zijn Schepping, Zijn grote trots. Hij heeft Haar zo zeer liefgehad dat Hij Haar heeft bekleed met een absolute macht over alles wat aan Hem onderworpen is. Nooit kan een mensenmond Maria te veel eer bewijzen. Het is een gevaarlijke dwaling, te menen dat het God zou mishagen wanneer een mensenziel zich in verrukking aan Maria’s voeten neerwerpt, wel integendeel. Prijs Haar schoonheid, Haar Liefde, Haar deugden, en lever Uzelf totaal aan Haar uit, want Zij heeft een onbegrensde macht over U. In Haar prijst U de volmaaktheid van God Zelf. (Myriam, mei 2002)

25. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, elke avond leg ik alles wat ik in de loop van de dag heb gedaan, gedacht, gezegd en gevoeld als bloempjes voor Uw voeten neer. Sommige zijn geurig, andere verwelkt. Maar U wekt ze allemaal tot leven en biedt ze als een veredelde tuil aan de Eeuwige Vader aan, want U hebt ze van Uw kind gekregen, en niets wat U in Liefde wordt opgedragen zal ooit voor God verloren gaan". (Myriam, 10 juni 1998)

26. Verzuchting: "Blaas de rook weg, o Jezus, opdat ik het Vuur moge zien". (Myriam, 24 juli 1998)

27. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, ik leg mijzelf aan Uw voeten met de totale overgave van een bloem die zich door U laat oprapen, aan Uw Hart laat drukken en laat begieten met het zuiver en leven gevend water van Uw heiligheid". (Myriam, zomer 1998)

28. Ter beschouwing: Een instrument van Maria tracht mensen te benaderen zoals Maria Zelf ze zou benaderen: in vurige Liefde, opperste zuiverheid, en met één doel voor ogen: hun ziel naar het Vuur van de Hemelse Liefde en het Licht te trekken. Het instrument van Maria plaatst alle contacten met mensen in een totaal spiritueel licht, tegen de achtergrond van zijn of haar levensroeping. Alles wat daarmee niet verenigbaar is, schuift hij of zij zo snel mogelijk opzij.

29. Oproep: Willen delen in de erfenis van Maria’s ja-woord: Ziehier de kern van Uw roeping als christen. Maria’s aanvaarding van het Moederschap over Jezus was het begin van het Nieuw Verbond. Ook van U wordt een constant vernieuwd ja-woord verwacht, waarmee U zich door totale toewijding ten dienste stelt van Gods Heilsplan.

30. Verzuchting: "O Moeder, ik druk deze roos aan mijn hart, laat er al mijn Liefde in stromen, en leg ze dan aan Uw voeten neer als een teken, niet van wat ik ben of heb, want dat is te armzalig, maar van alles wat ik voor U zou willen zijn". (Myriam, 28 oktober 1998)

31. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, hoe meer het Vuur van Uw Liefde mijn hart verteert, des te groter lijkt het te worden. Hoe meer de gloed van Uw Liefde mijn hart in vervoering dreigt te verstikken, des te vrijer ademt mijn ziel. O Onbevlekte Vlam van Hemels Vuur, stort U ongenadig over Uw dienares uit, ik wil sterven om in U eeuwig te leven. O onoverwinnelijke Koningin, Uw Rijk in mij groeit van dag tot dag. Met elke vervoering sloopt U delen van mijn hart die mij nog toebehoorden. De totale vernietiging van mijn hart zal Uw grote triomf zijn, en daardoor ook de mijne, want pas onder Uw zoete slavernij kan ik in vrijheid leven". (Myriam, 28 december 1998)

32. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, hoezeer hou ik toch van deze ogenblikken waarin ik mijn hart voor U kan komen openen, Uw Liefde in mij kan voelen stromen en U zonder enige remming mijn Liefde kan geven. Uit die wisselwerking worden in mij kinderen geboren die God toebehoren. Ook de grond waarop zij groeien, hoort God toe, die zaait en oogst". (Myriam, tijdens een bloemenoffer aan Maria, 30 juli 1998)

33. Verzuchting: "O mijn Moeder, wat verlang ik ernaar, op zekere dag voor U te kunnen verschijnen in heiligheid, opdat ik mijn aanwezigheid bij U niet langer zou ervaren als een belediging aan U en ik U mijzelf zou kunnen aanbieden als een zuiver geschenk. Ja, ik voel dat U mij innig bemint zoals ik ben, maar dat is precies wat mij soms bedroeft, want ik ben U niet waardig". (Myriam, 4 november 1998)

34. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, ik ben niet eens waardig om in Uw schaduw te treden, en toch neemt U mij onder Uw Mantel. Uw onvoorwaardelijke Liefde maakt mij sprakeloos. Laat mijn hart duizend liederen voor U zingen, want mijn mond blijft stom". (Myriam, 3 juli 1998)

35. Verzuchting: "Lieve Jezus, zoals Uw en mijn Moeder Maria U in Haar Schoot heeft mogen dragen, zo mag ook ik U nu dragen. Zoals U Haar met Uw Goddelijke Aanwezigheid hebt doorstraald, doorstraal nu alstublieft ook mij met Uw Goddelijke Aanwezigheid, opdat ook ik door en door heilig moge worden". (Myriam, 29 juli 1998)

36. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, uit Uw handen heb ik het Lichaam van Jezus ontvangen. In mijn kleinheid en onwetendheid weet ik niet eens wat ermee aan te vangen. Maar ik zal het omhullen met mijn Liefde en het in mijn hart bewaren, om het daar door de Goddelijke Voorzienigheid de bestemming te laten geven die voor mij is weggelegd". (Myriam, 28 juli 1998)

37. Ter beschouwing: Hoe genadevol is het, Maria’s Smarten te mogen delen. Het is een onschatbare zegen voor Uw eigen ziel en deze van vele anderen. U kunt op meer dan één wijze geroepen worden tot eenwording met de Moeder van Smarten. Maria kan U uitnodigen om Uw dagelijks lijden aan Haar op te dragen. Zij kan U roepen tot bepaalde vormen van mystiek lijden. Zij kan U ook laten voelen dat U Haar lijden om de wereld kunt helpen dragen door het lijden van Uw medemens te helpen verzachten. Ook dat kan op vele wijzen gebeuren. Jezus en Maria lijden mee in de lijdende mens. Elke inspanning om het lijden van Uw naaste te verlichten, kan daarom worden beschouwd als verzachting van het Lijden van Jezus en Maria.

38. Ter beschouwing: God heeft een Heilsplan beschikt voor de Verlossing van zielen. Elke vorm van lijden van mensen kan bijdragen tot de verwezenlijking van dit Plan, indien de gekwelde zijn lijden met Liefde aanvaardt. God weet welk lijden op elk ogenblik precies nodig is. Ware toewijding betekent: U op elk ogenblik ter beschikking stellen om precies dit op dat ogenblik noodzakelijk lijden aan te bieden. Daarom is de echte toegewijde steeds tevreden met zijn lot.

39. Verzuchting: "Heb dank, o Jezus, voor het geestelijk voedsel van de Heilige Communie, dat in mij een rode loper naar het Eeuwig Geluk zal ontrollen". (Myriam, vóór H. Communie, 29 juli 2003)

40. Ter beschouwing: Het feit dat in het Evangelie zo weinig over Maria wordt verteld, ligt mede aan de basis van de beperkte kennis die mensen doorgaans over Maria bezitten. Zij vergeten daardoor vaak dat Maria alle menselijk leed Zelf ook heeft ervaren, en wel in een extreme mate. In combinatie met Haar onvergelijkbare heiligheid en Haar absolute macht over het kwaad maakt dit Haar tot de uitgelezen Toevlucht in al Uw beproevingen.

41. Oproep: Help door Uw vurige gebeden en offers de wereld zuiveren. Elk gebed is een bloem van Hemelse Liefde en bespoedigt de overwinning van het KRUIS VAN JEZUS CHRISTUS, het symbool van Vrede, Liefde en Eeuwig Geluk. Een biddende ziel is een Licht dat schijnt in de duisternis. Waar het Licht van Christus straalt, wijkt de duisternis en verdwijnen haat en ellende. Laat Jezus in U geboren worden, WIJD U TOE AAN MARIA. Laat U door Haar leiden en heiligen, en word Haar instrument van Liefde tot beschaming van alle kwaad, opdat Zij weldra voorgoed "de kop van de slang moge verpletteren".

42. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, diepe Liefde voor U en voor God is een onuitspreekbaar Goddelijk Mysterie. Alles wat echt waardevol is op deze wereld, is ontoegankelijk voor de menselijke mond. Misschien is dat maar goed ook, want de grootste bezoedelingen en ontheiligingen zijn reeds geschied via mensenmonden". (Myriam, 10 augustus 1998)

43. Verzuchting: "Mijn lieve Moeder, dit aardse leven is een reis langs een onbekende route vol gevaren en pijnen. Niettemin zal het de mooiste reis zijn die ik ooit heb gemaakt, omdat ik elke etappe samen met U heb mogen afleggen. De aardse wegen hebben mijn voeten verwond, doch sedert U mij in de ogen kijkt, loop ik op wolken". (Myriam, 24 december 1998)

44. Ter beschouwing: In tegenstelling tot de Liefde van de mens die bevlekt is door de erfzonde, was Maria’s Liefde volmaakt vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis. Daarom is elk eerbetoon aan Haar Liefde een verheerlijking van God, die Haar als enige ziel dit uniek voorrecht heeft geschonken. De grootste hulde die U aan Maria’s Liefde kunt brengen, bestaat hieruit dat U zelf de ontwikkeling van een vurige Liefde betracht, en bidt om die gave te verkrijgen. Het is in de eerste plaats op Uw vermogen tot liefhebben dat U na dit leven beoordeeld zult worden.

45. Verzuchting: "Mijn lieve engelbewaarder, wil Jezus begeleiden naar mijn hart, en geef Hem in de armen van Zijn en mijn allerliefste Moeder Maria, opdat ik Hem daar moge terugvinden telkens ik de Hemelse Koningin in mijn hart ontmoet". (Myriam, 18 oktober 1998)

46. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, dit is voor mij een wet van Liefde: dat ik mij rijker voel naarmate ik U meer kan geven, want aangezien U en ik verenigd zijn, krijg ik zelf alles wat ik U geef terug, verrijkt doordat het door Uw handen is gegaan, en zijn de vreugde van het geven en de vreugde van het krijgen steeds in mij verenigd". (Myriam, 23 april 1999)

47. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, U bent een glimlach door de tranen heen, een tedere omarming wanneer ik troost behoef, een warme kus op mijn wonden, een zoete streling wanneer mijn hart wordt geslagen". (Myriam, 16 april 1999)

48. Oproep: Wij beleven duistere tijden. Het heeft er de schijn van dat het kwaad in alles overwint. Toch is dit inderdaad slechts schijn. God heeft de mens een vrije wil gegeven, en grijpt niet ongevraagd in wanneer dingen verkeerd lopen. Wij moeten daar om vragen door gebed. Mensen hebben de neiging, ontmoedigd te raken door de boosheid van de wereld, in de mening dat God niet naar hun hart luistert.
Bedenk echter dat de boosheid van de wereld zodanige afmetingen heeft aangenomen dat zéér veel gebed nodig is om alles ten goede te keren. Bedenk bovendien dat de toestand van deze wereld geen bewijs levert voor onvermogen van God! Talloze zielen gaan verloren. Draag er door Uw gebed, offers en een heilig leven toe bij dat er nog gered worden. Elke ziel die wij uit de greep van het kwaad kunnen redden, is een schat voor God. Jezus zegt: "Een ziel die bidt, is sterker dan een heel leger van duivels".
Laten wij samen een ketting van vurig gebed vormen om het kwaad uit de wereld te bannen en de spoedige Wederkomst van Jezus af te smeken. Bereid Gods Rijk van de Liefde en het Ware Geluk met de Tweede Komst van Jezus en Maria voor, door een heilig leven van gebed, zuiverheid in geest, hart en lichaam, totale toewijding aan Maria, en onthechting (vasten, boete, U zo vaak mogelijk dingen ontzeggen die U in feite heel graag hebt of doet). Uw heiligheid, vurige Liefde en offers zullen de Glorierijke Wederkomst bespoedigen.

49. Oproep: Het is niet zo vanzelfsprekend dat Jezus in U verblijf houdt. Niet elke Heilige Communie is even vruchtbaar. Voor de mens die de Communie met weinig Liefde en weinig gevoel doch met een eerder onverschillig hart ontvangt, is zij weinig méér dan een rituele handeling, die niet de volle uitwerking van het Sacrament in de ziel met zich meebrengt. Voorbereiding van de Communie in samenspraak met Maria kan U helpen om de juiste ingesteldheid aan te nemen.

50. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, ik wijd U alle zielen toe voor wie ik bid, doch die onvoldoende geopend zijn voor het Licht. Moge de Heilige Geest op Uw Voorspraak in hen de vonk ontsteken die hun hart laat ontvlammen, opdat het Vuur van hun eigen ziel hen de weg naar het Licht moge openbaren". (Myriam, 1 mei 1999)

51. Ter beschouwing: De Gaven van de Heilige Geest zijn voor de ziel wat voedsel is voor het lichaam: levensnoodzakelijk. Wij mogen stellen dat de ingesteldheid, de levensvisie, de houding en de deugdzaamheid van een mens grotendeels wordt bepaald door de mate waarin hij door de Heilige Geest wordt bezield. Het is diezelfde bezieling die in verregaande mate de graad van Liefde en zuiverheid van de mens bepaalt. Liefde tot God, Maria en het medeschepsel, en zuiverheid in daden, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens zijn de grootste graadmeters voor heiligheid. Dit alles laat begrijpen waarom de Heilige Geest de Heiligmaker wordt genoemd.

52. Oproep: Indien de meerderheid van de zielen op deze wereld zich totaal aan Maria zou toewijden, zou de wereld in een minimum van tijd gezuiverd worden van alle kwaad, ellende, honger, misdaad, haat en alle uitingen van de werken van de satan. Begin bij Uzelf, wijd U volledig aan Maria toe, leef ernaar in volle overgave, en bid en offer opdat zo veel mogelijk mensen Uw voorbeeld zouden volgen. Vorm een ketting van Licht met vrienden en kennissen, bemoedig elkaar onderling, bid met en voor elkaar, en wees zelf een Licht voor Uw medemensen door een aanstekelijke naastenliefde. Uw voorbeeld spreekt méér dan duizend woorden. Wees van Maria, behoor Haar toe en streef ernaar dat Uw gedrag, Uw woorden en verlangens Haar waardig zijn en Haar over Uw medemensen uitstralen. U zult harten raken, zelfs al zult U het niet steeds met Uw ogen zien.

53. Verzuchting: (bij het ontsteken van een kaars): "Lieve Jezus, met dit licht willen wij ons verenigen met het Eeuwig Licht, dat zo voor ons heeft geleden. Moge het in ons hart een Licht ontsteken, zodat wij kunnen zien wat wij aan onszelf kunnen veranderen en verbeteren opdat het Lijden van het Eeuwig Licht verzacht moge worden". (Myriam, 30 juli 1999)

54. Verzuchting: "O Lam Gods, U bent voor mij gestorven, wil nu ook waarlijk in mij leven". (Myriam, 28 maart 2000)

55. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, wat is het heerlijk, Uw Hart in het mijne te voelen kloppen, in plaats van mijn eigen verdriet en vreugde alleen nog de Uwe te voelen, mij helemaal één met U te weten, en door Uw Aanwezigheid de bries van de Geest in mij te horen fluisteren". (Myriam, 3 mei 1999)

56. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, in alle deemoed en diepe Liefde lever ik mijn hart aan U uit als een gevangene". (Myriam, 11 november 1998)

57. Verzuchting: "Dank U voor alles wat het U behaagt, mij te geven, o Moeder, ook het pijnlijke en bedroevende. Ik zal het voor U in mijn hart koesteren als een diamant". (Myriam, 28 oktober 1999)

58. Ter beschouwing: Geen grotere Liefde kunt U hebben voor Uw medemens, dan dat U Uzelf toewijdt aan Maria, en heel Uw leven aan Haar geeft voor bekeringen.

59. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, voor verduisterde harten is mijn diepe Liefde tot U een ziekte. Ik bid dat ze ongeneeslijk is. Voor die zielen is ze naïef. Ik bid dat ik van dag tot dag naïever mag worden". (Myriam, 24 april 1999)

60. Ter beschouwing: Dezer dagen zucht de wereld onder de stank van het kwaad. Maria heeft van God de macht gekregen om de duivels uit de wereld te verjagen. Zij zal de slang (de satan) onder Haar voeten verstikken. Waarom Maria? Omdat God heeft gewild dat een Ziel die zelf mens is geweest, de duivel tot het uiterste zou vernederen. Dit is een daad van opperste Liefde waarmee God in feite eerherstel biedt aan ons, onwaardige mensen: De duivel die de mens (Gods lieveling) wil treffen, wordt door een mensenziel vertrapt. Maar God heeft één voorwaarde gesteld: De mensen moeten daar zelf om vragen door gebed. Vraag daarom Maria om Uw ziel te redden en de wereld uit de greep van de duivels te bevrijden, en lever Uzelf aan Haar uit, opdat Zij Uw hele wezen en Uw hele leven moge kunnen gebruiken voor de verwezenlijking van die intentie. (Myriam, juni 1998)

61. Verzuchting: "Lieve Jezus, bent U niet voor mij gestorven om mij te zuiveren en te heiligen? Wil nu in mij de belofte van deze Erfenis vervullen". (Myriam, 30 april 1999)

62. Oproep: Mensen hebben de neiging, elke pijn, ziekte, moeilijkheid of onaangename ervaring te vervloeken, erover te klagen, zich erover te ergeren, ze te ontvluchten. Nochtans vormen deze 'kruisen' precies de wapens waarmee wij de macht van de duivel over ons hele wezen kunnen breken. Door Zijn Lijden en Kruisdood heeft Jezus ons de mogelijkheid teruggegeven om na dit leven de Hemel te verdienen, mits wij een leven leiden in overeenstemming met Gods Geboden.
Maria, als Moeder van Smarten, was de Medeverlosseres die heeft geholpen om dit mogelijk te maken. Ieder van ons kan op zijn beurt een 'medeverlosser' zijn: Wanneer wij al onze pijnen en lasten aan Maria (Middelares van alle Genaden) opdragen als offers, worden deze gebruikt om vele genaden over de wereld af te roepen. Elke opoffering van Uw eigen pijn, ziekte, last, beproevingen enzovoort, is daarom een machtig wapen tegen het kwaad. Toewijding geeft ook het schijnbaar negatieve in Uw leven zin: Toewijding van Uw lijden kan voor velen de poort naar het Eeuwig Leven openen.

63. Oproep: Wij behoren veel vaker een beroep te doen op Gods engelen dan wij dit normaal plegen te doen. Vooral in het kader van Uw toewijding aan Maria kan hun werking in Uw leven van groot belang blijken. Zij kunnen veel voor U betekenen, en U kunt op Uw beurt hen helpen bij hun werk tot zuivering van de wereld. God laat de Hem toegewijde zielen niet in de steek. De engelen zijn vaak de 'tussenpersonen' via dewelke Hij Zich in Uw leven manifesteert.

64. Oproep: Graan of koren staat in spiritueel opzicht symbool voor Jezus, het Lam Gods, de Verlosser van zielen, het Levend Brood neergedaald uit de Hemel. De prachtige zomerse korenbloem, bloeiend tussen het graan, kunnen wij zien als symbool voor Maria, de Medeverlosseres van zielen. Zij is het Die ons de gebeden uit Maria’s Bloementuin aanreikt voor het Heil van de zielen. Zij is het ook Die ze in ontvangst neemt wanneer zij gebeden worden. Wij kunnen deze gebeden dan ook zelf korenbloemen noemen, want zij hebben een verlossende waarde voor de zielen, vooral wanneer zij door de handen van Maria aan God worden aangeboden. Maria’s Voorspraak en bemiddeling voor de Verlossing en bekering van zielen is oppermachtig. Zij is de Medeverlosseres aan de voet van het Kruis, de Moeder van Smarten, de Onbevlekte Ontvangenis vrij van alle zonde, de heiligste en zuiverste mensenziel die ooit onze aarde heeft betreden. Richt Uw gebeden tot Haar voor het welzijn van mensen die grote nood hebben aan bekering, voor de zuivering van onze zondige wereld, of voor Uw eigen zuivering naar ziel en hart. Geloof in Maria, de Hemelse Korenbloem, en leg alle zielen in Haar handen, opdat het Rijk der Hemelen hun erfdeel moge worden. (Myriam, december 2001)

65. Oproep: Wij leven in duistere tijden. De duisternis in de zielen is nooit zo erg geweest. De eindstrijd tussen de Hemelse machten en de machten van het kwaad voltrekt zich om ons heen. Aan Maria is de macht gegeven om de duivel aan de ketting te leggen. Zij is de Uitverkorene die Jezus, het Licht der wereld, aan de mensen moest geven om de wortels te leggen van het Rijk van Christus op aarde. Maria is door God uitverkoren om de werken van de satan teniet te doen (zoals de Bijbel zegt: Zij is de Vrouw die "de kop van de slang onder Haar voeten zal verpletteren"). Het ligt daarom voor de hand dat alle mensen zich in Maria’s dienst zouden stellen om dat Rijk van Christus vaste vorm te helpen geven en door Haar aan God te worden gegeven. U kunt dit doen door U aan Maria toe te wijden.
Toewijding aan Maria betekent, Uzelf aan Haar geven opdat Zij U naar de Eeuwige Zaligheid zou kunnen leiden. U moet de bereidheid daartoe uitspreken, want God heeft de mens een vrije wil gegeven en grijpt daarin niet in, tenzij op onze uitdrukkelijke vraag en gebed.

66. Verzuchting: "Mijn geliefde Jezus, kom in mijn hart, dat vandaag Maria’s hemelbed wil zijn". (Myriam, 15 augustus 2000)

67. Verzuchting: "Lieve, verheerlijkte Moeder Maria, mag ik Uw Hart in het mijne bergen, want in die Schatkamer zijn alle woorden van Christus bewaard". (Myriam, 15 augustus 2000)

68. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, mag ik met U een overeenkomst sluiten: Geeft U mij elke dag een doorn uit de kroon die Uw Smartvol Hart omgeeft, ik geef U in ruil ervoor een zonnestraal van vreugde". (Myriam, 20 februari 1999)

69. Ter beschouwing: Het lijkt de mens aangeboren om het lijden te schuwen. Nochtans heeft God het zo beschikt dat de mens aan zijn eigen Verlossing moet meewerken door het lijden dat hij met overgave en aanvaarding in eigen lichaam, hart en geest draagt. Niets is genadevoller dan lijden met Liefde te aanvaarden voor de Verlossing en het Heil van de medemens, want hierin schuilt de hoogste vorm van naastenliefde.

70. Ter beschouwing: De houding van totale toewijding aan Maria is deze waarbij het hart spontaan verzucht: "wees alles voor mij" en "doe met mij alles wat U behaagt". Waarom? Omdat Maria de koninklijke weg naar Jezus is, en Zij over de volmaaktheid, de Wijsheid, de Liefde en de macht beschikt om U onherkenbaar te veranderen: van een werelds gezind en werelds denkend en voelend mens tot een heilige. Zij doet dit op voorwaarde dat U Haar dienares/dienaar wordt, zonder beperkingen en in volkomen vertrouwen. Dat geschenk is oneindig klein in vergelijking met de Eeuwige Gelukzaligheid die Zij dan voor U zal bekomen.

71. Verzuchting: "O Moeder, de weg naar de volmaaktheid is bezaaid met de bloemen van de deugden. Slechts de mens die ze plukt, komt vooruit. En wanneer hij naar het Licht toe blijft gaan, zal hij zijn schaduw steeds achter zich laten". (Myriam, 14 januari 2000)

72. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, ontferm U over mijn wonden van gisteren, opdat het bloed vandaag niet langer mijn hart zou verstikken". (Myriam, 25 oktober 1999)

73. Verzuchting: "Mijn Hemelse Geliefde, U hebt mij de weg van de Ware Liefde getoond. Onophoudelijk beuken de zoete golven van Uw roep op mijn hart. Zij brengen mij tranen van vervoering en van liefdespijn. Telkens weer belijden mijn tranen mijn onvermogen, want mijn mond kan geen uitdrukking geven aan de stille dood die mijn van Liefde gekweld hart sterft. Neem toch volkomen bezit van mij, opdat ik mij restloos kan prijsgeven en mijn hart kan opbranden in het gouden Vuur dat aan de Bron der Eeuwige Liefde is ontstoken, want niets in mij zal ooit nog rust vinden tot mijn hele wezen volmaakt één met U zal zijn in de Tuin der Eeuwige Vervoering". (Myriam, 17 december 2001)

74. Ter beschouwing: Zodra U zich aan Maria toewijdt, behoort U Haar volkomen toe. Vanaf dat ogenblik is Zij Uw Meesteres. Alles wat U bent, hebt, doet, denkt en voelt, is dan Maria’s bezit. Alleen dan kan Zij Haar macht volkomen laten gelden en met U alles doen wat nodig is voor Uw eigen Heil en de redding van andere zielen.
Totale toewijding is te vergelijken met een huwelijk. Voor de Hemel is de band tussen Maria en Haar toegewijde heilig. De toegewijde is Maria volmaakte gehoorzaamheid, volgzaamheid en dienstbaarheid verschuldigd. Dit betekent een gelofte om zonder uitzondering al Uw gebeden, werken, handelingen, woorden, gedachten, gevoelens enzovoort, aan Maria op te dragen opdat deze kunnen dienen voor de zuivering van de wereld.

75. Verzuchting: "Mijn Jezus, U hebt Uw leven gegeven als losprijs voor velen. In vergelijking met U ben ik slechts wat schamele pasmunt, doch moge God mijn zelfgave beschouwen als de penning van de arme weduwe". (Myriam, 22 maart 2000)

76. Oproep: Spreek zo vaak mogelijk de namen 'Jezus' of 'Jezus Christus' en 'Maria' uit. God Zelf heeft deze namen gekozen en ze een enorme kracht gegeven. De krachten van het kwaad sidderen voor deze namen. Deze namen een aantal malen met Liefde en Vuur uitspreken, vormt op zichzelf reeds een machtig gebed.

77. Ter beschouwing: Mensen kunnen door het leven flink teleurgesteld worden. Zij raken daardoor soms zo verbitterd dat zij het niet langer kunnen opbrengen om God te beminnen. "Een God die de mens liefheeft, kan niet toelaten dat diezelfde mens lijdt", zo luidt dan de redenering. Dat is een dwaling. In het lijden schuilt een onmetelijk verborgen geschenk, want in het lijden groeien voor de ziel de bloemen die zij na dit aardse leven in de Tuin des Hemels zal vinden, op de plaats die God voor haar heeft bereid. Doordat de wereldse realiteit de enige is die de mens dagelijks aan den lijve ervaart, heeft hij in zijn beproevingen en lasten meestal geen boodschap aan een vertroosting voor het Eeuwig Leven, dat hij nu nog niet kan zien en dat daarom voor hem onzeker lijkt. Daarom is alle lijden een geloofstest.

78. Verzuchting: "O Moeder, bij elke pijn en elk ongemak die ik voor en om U lijd, regent het in mijn hart bloemen". (Myriam, 21 mei 1999)

79. Oproep: Een eerste vereiste om Maria waarlijk volkomen te kunnen dienen, is de betrachting van een grote zuiverheid en heiligheid. Wees rein in het hart (zuivere, christelijke gevoelens), in de geest (deugdzame gedachten, geen onreine verbeelding), en in het lichaam (kuisheid, soberheid in eten en drinken...). Uw toewijding maakt U tot tempel van Maria, de Allerzuiverste en Allerheiligste. Maak dat Uw geest, hart en lichaam elk ogenblik van elke dag klaar zijn voor een heilig huwelijk met Haar. Geen mens kan afbreuk doen, noch iets toevoegen, aan de Glorie van God of van Maria, maar de grootste verheerlijking van God en Maria ligt wel in de gave van Uw hele wezen aan Maria. De Meester(es) wordt het meest verheerlijkt in Zijn (Haar) dienares/dienaar. Wanneer de aan Maria toegewijde ziel een heilige uitstraling bezit, strekt dit tot Maria’s Glorie, want Zij heeft deze ziel zo gemaakt, gekneed, gevormd, en in haar/zijn heiligheid werkt de dienares/dienaar mee aan de verwezenlijking van het Goddelijk Plan.

80. Ter beschouwing: Het ideaal van de Eeuwige Gelukzaligheid lijkt soms zo veraf. De ziel die zich in Maria geborgen weet, put uit die wetenschap de Hoop dat haar zwakheden in Gods ogen overschaduwd zullen worden door Maria’s schoonheid, wanneer Zij voorgoed in de ziel Haar intrek mag nemen.

81. Ter beschouwing: Het is voor vele mensen geen natuurlijke reflex om God (Jezus, Maria) bij elk facet van hun leven te betrekken. Nochtans is dat de eerste voorwaarde om Uw leven te zuiveren. God grijpt niet in Uw leven (beproevingen, moeilijkheden, pijnen, zorgen) in, indien U daar niet uitdrukkelijk om vraagt. Wees niet te hoogmoedig noch te bevreesd om te vragen, want indien Gods Gerechtigheid U na Uw leven op aarde veroordeelt om bepaalde zonden, kunt U geen enkele verontschuldiging inroepen indien U Hem te zelden bij Uw leven hebt betrokken. Wanneer U God deel laat hebben aan Uw dagelijks leven, kan Hij ingrijpen waar nodig, en wordt van U louter verwacht dat U gehoor geeft aan de leiding die U duidelijk zal worden, en dat U Gods Tegenwoordigheid bij U waardig blijft.

82. Verzuchting: "Mijn Jezus, ik ben niets, slechts een steentje waarover U struikelt op Uw weg naar Calvarie". (Myriam, 31 oktober 1999)

83. Verzuchting: "O Jezus, wees mijn Bron van kracht. Laat Uw Goddelijk Licht in mij stralen. Maak mij tot een kaars van eeuwige lofprijzing". (Myriam, 18 juli 2000)

84. Oproep: Wees steeds op Uw hoede, want het leven in deze moderne wereld zit vol verleidingen. De duivel tracht U op zeer listige wijze van Jezus en Maria weg te leiden. Wees bijvoorbeeld uiterst voorzichtig met televisie, lectuur enzovoort...
Wat geeft Maria U hiervoor terug? Onmetelijk rijke genaden in de Hemel.
Het aardse leven van een ernstig toegewijde kan zwaar zijn, omdat hij of zij de lasten draagt van de talrijke mensen die niet bidden, niet offeren en hun lasten niet in blijmoedigheid en aanvaarding aan de Hemel opdragen. Doch daar gaat het precies om: Het christelijk Heilsmysterie is een Mysterie van VERLOSSING DOOR LIJDEN. Door Uw leed, pijnen, lasten, ziekten, verdriet, offers, boete, vasten enzovoort, worden zielen gered, want in Maria’s handen worden dit alles bloemen van genaden tot Verlossing van zielen uit de duisternis van het kwaad en de zonde. Bedenk echter: Wegen de lasten van een kort leven op tegen de schatten die U daarvoor zult krijgen in de Eeuwigheid? Heeft Uw hart rust bij de gedachte dat Jezus en Maria alle lijden voor de wereld zonder U moeten dragen?

85. Verzuchting: "O Goddelijke Parel, doorstraal mijn ziel, geest, hart en lichaam, opdat ik Maria’s Kroon moge sieren". (Myriam, 16 augustus 2000, na H. Communie)

86. Ter beschouwing: In feite is Mariatoewijding, wat de vorm betreft, heel eenvoudig: U belooft Maria elke dag dat U bereid bent, voor Haar te werken met inzet van heel Uw hebben en zijn. Maar oprechte toewijding blijft niet bij woorden: De toegewijde ziel is pas echt toegewijd wanneer zij haar toewijdingswoorden beleeft in elke vezel van haar wezen.
MARIATOEWIJDING IS EEN LEVENSHOUDING.
Ware toewijding betekent, alle vruchten en genaden van handelingen en gebeden aan Maria afstaan. Toewijding veronderstelt dus een levenshouding van onbaatzuchtigheid. De toegewijde vraagt niet "Maria, geef mij...", hij zegt "Maria, ik geef U...". Hij stelt zich zelfs geen vragen over wat Zij met dat geschenk doet, want hij vertrouwt totaal op Haar Liefde, goedheid, Wijsheid en macht. De toegewijde stelt als het ware Maria zijn handen ter beschikking, en laat Haar deze gebruiken zoals het Haar goeddunkt, zonder enig protest.

87. Ter beschouwing: Lofprijzing voor de grote eigenschappen van Jezus en Maria en voor Hun verdiensten in het kader van de Verlossing, is een heel machtig middel om gunsten af te smeken, omdat zij de grootste eer brengt aan God.

88. Ter beschouwing: Toewijding van een toekomstige gebeurtenis is God zeer welgevallig: Zij geeft Hem te kennen dat men reeds bij voorbaat verlangt dat Hij ten volle bij deze gebeurtenis betrokken zou zijn en dat zij te Zijnen dienste wordt opgedragen.

89. Ter beschouwing: Het is slechts aan weinig mensen bekend dat Maria Haar Naam heeft ontvangen op inspiratie van God Zelf. De Naam 'Maria' heeft buitengewone krachten. Spreek hem zo vaak mogelijk uit, hij vormt op zichzelf reeds een gebed tegen het kwaad.

90. Verzuchting: "Goede Vrijdag is eeuwigdurend. Er is geen groter feest voor Gods Heilsplan dan Goede Vrijdag, dat zich herhaalt in elke ziel. O Moeder, wij zijn geroepen tot het Kruis, en daardoor ook tot de Verrijzenis. Het eeuwigdurend huwelijk tussen pijn of smart enerzijds, en anderzijds de verheerlijking, blijft duren. Het heeft eeuwigdurende geldigheid, en bij de Verrijzenis verrijst Jezus in ons, en neemt ons mee naar de plaats van bestemming: de eeuwige Tuinen van het Paradijs". (Myriam, 13 maart 2008)

91. Verzuchting: "O liefste Moeder Maria, laat mij in Uw Tranen verdrinken, opdat zij vruchtbaar zouden zijn. Herleid mij tot niets, opdat ik U geen pijn meer kan doen". (Myriam, 13 oktober 1999)

92. Verzuchting: "O Moeder, ik ben een klein en zwak kind. Tenzij U mij in een daad van overweldigende Liefde van de grond optilt en aan Uw Hart drukt, zal ik steeds een kind van de aarde blijven". (Myriam, 3 mei 2000)

93. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, maak mij in alles gelijk aan U, opdat Jezus, wanneer Hij naar mij kijkt, slechts Zijn Moeder zou zien, die Hij zo zeer liefheeft". (Myriam, 4 november 1999)

94. Oproep: Jezus zegt in het Evangelie: "Niet gij hebt Mij uitverkozen, maar Ik u". Hetzelfde geldt voor Mariatoewijding: Wanneer U op zekere dag de drang voelt, U aan Maria toe te wijden, komt dat doordat Zij U voor die weg heeft uitgekozen. Stel Haar nooit teleur. Als toegewijde van Maria leeft U voor de Hemel. Houd daar rekening mee bij alles wat U doet, denkt en zegt. Bedenk steeds: De behoeften van ons aardse leven mogen nooit een doel op zichzelf worden. Alleen de behoeften van de ZIEL zijn van tel. Uw leven op aarde is niets méér dan een passage naar de Eeuwigheid. Laat Uw wereldse noden daarom nooit tot hoofddoel van Uw handelen worden.

95. Ter beschouwing: De jeugd van vandaag vormt het fundament voor de wereld van morgen. Het is opmerkelijk in welke hoge mate de chaos en ontsporingen in de wereld tot uiting komen via de jeugd. Daarom is het hard nodig dat de jeugd opgevoed wordt volgens de aloude christelijke waarden, en dat ouders bidden om kracht en leiding om alle moeilijkheden met hun kinderen te overwinnen. Indien de nieuwe generatie ontspoort, zal de daaropvolgende generatie nog slechter worden, want haar fundamenten zullen dan nog verder van Gods ideaal afwijken dan vandaag reeds het geval is. Ouders moeten daarom nu hun verantwoordelijkheid opnemen en in alles naar God terugkeren.

96. Ter beschouwing: Een mens die bezield is met Hemelse deugden, is als een balsem voor zijn medemens. Hij straalt datgene uit wat hem drijft, wat hem werkelijk doet leven. Er wordt gezegd dat de mens steeds méér gaat lijken op diegene naar wie hij het meest opkijkt, omdat hij deze al dan niet bewust imiteert. Zo kan de vurige toegewijde van Maria daadwerkelijk een uitstraling verkrijgen die op zijn medemensen een uitwerking heeft alsof zij de Aanwezigheid van Maria Zelf voelen. Dat komt doordat Zij in het hart van Haar trouwste dienaren de stempel van Haar eigen Wezen drukt.

97. Verzuchting: "Verenigde Harten van Jezus en Maria, dank U voor de Goddelijke gave van het Allerheiligst Bloed waarmee U mijn ziel hebt besprenkeld". (Myriam, 2 augustus 2000)

98. Verzuchting: "O Moeder Maria, wil met Uw Hart en Uw Mond de heilige lof en dank tot God zingen, die vanuit mijn arm hart naar Hem toe wil gaan". (Myriam, 5 augustus 2000)

99. Verzuchting: "O Jezus, kom mij voeden met Uw Lichaam. Maak mij sterk voor Uw Rijk, sterk naar ziel, geest, hart en lichaam. (Myriam, tijdens elke Consecratie, bij de verheffing van de H. Hostie) – O Jezus, kom mijn ziel wassen in Uw Bloed. Maak mij heilig, zuiver en rein zoals Maria". (Myriam, tijdens elke Consecratie, bij de verheffing van de Kelk; ingegeven op 20 september 1998)

100. Verzuchting: "Mijn Jezus, laat toch de Zon van de Geest zo krachtig in mijn hart stralen dat de vlammen van Liefde mijn hele omgeving mogen verlichten". (Myriam, 23 augustus 2000)

101. Verzuchting: "O Moeder, U hebt mijn hart gemaakt tot een haard van Uw Liefdesvlam. Toon mij toch zielen die zich door de adem van de Heilige Geest laten drogen van de regen der wereld, opdat ik hen voor U kan doen ontbranden". (Myriam, 15 december 2001)

102. Verzuchting: "Mijn Hemelse Moeder, met hoeveel Vuur ontvangt mijn hart de bloem van een ziel die U mij toevertrouwt.
Ik wil haar verwarmen in Uw heilige Vlam die nooit meer dooft, opdat zij zich in mij geborgen weet.
Ik wil haar strelen met de tederheid van Uw handen, opdat zij ook bij storm en wind niet zou breken.
Ik wil haar beademen met de zalvende bries van Uw bekoorlijke stem, opdat zij zich waarlijk geliefd moge weten.
Ik wil haar begieten met Uw Tranen van Liefde, opdat zij steeds sterker moge worden.
Ik wil haar als de kostbaarste parel in mijn hart koesteren tot de Eeuwige Zon haar plukt, opdat zij ook in het Rijk van het Eeuwig Licht één moge zijn met de bloem van mijn eigen ziel"
. (Myriam, 24 december 2001)

103. Verzuchting: "O Moeder, hoezeer verlangt mijn hart naar de totale gave van mijzelf voor mijn medemens. O Vuur van mijn hart, breng toch het zaad van mijn beproevingen tot rijping, en zalf mijn wonden met Uw tedere handen, want zij begeren de zielen te zuiveren van de koorts van hun zonden.
Zie mijn pijnen, die de zielen willen voeden als de korenhalmen op het veld.
Zie mijn bloed, dat de zielen wil laven als het sap van de wijnstok.
Zie mijn tranen, die de zielen willen strelen als de bergstroom op de rotsen.
Zie de verborgen kwellingen van mijn wezen dat door Uw Smarten gekruisigd wordt, want zij willen de spijkers verteren waarmee de wereld de zielen aan zich heeft vastgeklonken"
. (Myriam, 26 april 2003, feestdag van Maria, Moeder van Goede Raad)

104. Verzuchting: "O Moeder, voer mij met U mee naar de allerheiligste nacht van Gethsemani, waarin het stralend Licht de diepste duisternis heeft gekust, de grootste heiligheid de zware zondeschuld heeft omsloten met een mantel van Goddelijke Liefde, en de schaduw van het Kruis nog de gloed van het Vuur der Verlossing onttrok aan de zegedronken ogen van het kwaad.
Dompel mijn hart onder in de Kelk, opdat mijn smart en mijn vervoering er het verbond sluiten dat mijn bloed zal bezielen met de ware heiligheid, want zij zullen er worden geraakt door de kus van Hem die morgen het Kruis tot Bruid zal nemen"
. (Myriam, in vervoering tijdens avondmeditatie op Witte Donderdag 17 april 2003)

105. Verzuchting: "O Moeder van Smarten, zie mijn brandend hart, een dorstige bloem die zich opent om het grootste Goddelijk Mysterie te drinken, van de hosanna’s van Jeruzalem tot de hamerslagen van Golgotha. Laaf ze met Uw Tranen en met het Bloed van Jezus, opdat zij moge bloeien in de stralen van de Zon der Verrijzenis". (Myriam, avondgebed, 11 april 2003)

106. Verzuchting: "Liefde van Christus, alles doordringend Vuur, verbrand mijn vrije wil, opdat ik in alles één moge zijn met Gods Beschikkingen". (Myriam, tijdens de H. Communie, 19 november 2007)

107. Verzuchting: "Dank U, mijn Moeder Maria, voor het voorrecht, ondanks mijn lasten, vermoeidheden en beproevingen mijzelf opzij te mogen zetten voor de lasten, vermoeidheden en beproevingen van mijn medemens, want hoeveel offers heeft mijn ziel nodig om met al haar zwakheden, onvolkomenheden en gebreken de zaligheid te verdienen". (Myriam, in avondgebed op 28 augustus 2002)

108. Ter beschouwing: Wie een woestijn in zijn hart heeft, moet de bloemen buiten zichzelf zoeken. Wie echter een tuin in zijn hart draagt, vindt het volle Leven in zichzelf terug. (Myriam, tijdens meditatie, zomer 1998)

109. Verzuchting: "O Moeder, stort deze nacht het Vuur van Uw Liefde in mijn hart, opdat het Licht van dat Vuur mijn gids moge zijn naar de dageraad, die ik met U wil beleven". (Myriam, 7 februari 2002, in avondgebed)

110. Ter beschouwing: Hoe pijnlijk is toch de vaststelling dat zoveel mensen zich alleen, door God verlaten en niet bemind voelen, terwijl zij toch omgeven zijn door Gods Liefde. Dit alles is te wijten aan het feit dat de bovenaardse realiteit aan onze ogen onttrokken is, omdat wij moeten leren, te leven op kracht van het Geloof: Geloven, is Gods werking aannemen terwijl wij deze (nog) niet kunnen zien. Daarom ook heeft God het in Zijn Liefde zo beschikt dat sommigen onder ons mystiek begaafd zijn, en iets over die 'andere' werkelijkheid aan hun medemensen kunnen mededelen.

111. Verzuchting: "O Maria, open nu met de sleutel der Genade de poorten van het Vagevuur, opdat lijdende zielen opgenomen worden in de Heerlijkheid van het Hemels Hof". (Myriam, Aswoensdag 13 februari 2002)

112. Verzuchting:
"O Heilig Kruis, wie temt mijn hart wanneer mijn ogen U strelen.
Wie doorgrondt mijn ziel wanneer mijn geest U omarmt.
Wie dooft het innerlijk Vuur wanneer mijn handen U voelen.
Wie vervult mijn verlangen om op U te rusten tot de stem der Eeuwige Liefde mij tot Zich roept"
. (Myriam, 15 februari 2002)

113. Verzuchting: "O Moeder, wanneer het Licht van Uw Liefde mij omhult, zal de bloem van mijn ziel zich ook niet sluiten wanneer de avond valt, want de duisternis zal haar niet deren". (Myriam, 1 maart 2002)

114. Verzuchting: "O Moeder, trek mij in Uw Hart, de haard van rust en Liefde waarin ik kan genezen van mijn troosteloosheid". (Myriam, eind februari 2002)

115. Verzuchting: "Nooit is het Licht gedoofd, maar U hebt het opnieuw zichtbaar gemaakt voor de wereld, o verheven Moeder van God". (Myriam, 1 januari 2002, feestdag van Maria, Moeder van God)

116. Verzuchting: "O Moeder, geen zandkorrels aan de zee, geen sterren aan de hemel kunnen afmeten hoe groot mijn schuld jegens U is. Hoe meer ik U wil vergoeden, des te meer geeft U mij". (Myriam, 15 september 2001, feestdag van Maria, Moeder van Smarten)

117. Verzuchting: "O Maria, heerlijke Bloem waarop mijn hart kan rusten, wie blust het Vuur dat mij verteert wanneer ik U nabij voel, wie brengt mijn hart tot zwijgen wanneer U het kust, welke boeien houden mijn ziel gevangen wanneer U mij aan Uw voeten roept? In U wil ik verdwijnen om de zoete geur van Uw heiligheid te verspreiden over tuinen waarin onkruid bloeit". (Myriam, 6 maart 2002)

118. Verzuchting: "O Geliefde van mijn ziel, hoe leeg zou mijn leven zijn zonder U. Wanneer ik U verlies, wekken zelfs bloemen droefheid in mijn hart. Hoe ondraaglijk is de pijn wanneer ik mij van U gescheiden meen. Wanneer ik Uw Hart niet in het mijne voel kloppen, leef ik niet echt. O Mysterie van eenheid, tot welke grote dingen roept gij mij, dat mijn ziel getooid mag worden met de ring van een Hemelse Bruiloft nog vóór zij haar vergankelijke tempel heeft afgelegd?" (Myriam, 12 maart 2002)

119. Ter beschouwing: Het is opmerkelijk hoezeer Maria Haar toegewijde tot een betere zelfkennis kan leiden. Vooral tijdens het mystiek contact blijkt langs welke uiteenlopende wegen dit proces zich voltrekt. De kern van deze verandering ligt in een sterk verhoogd vermogen tot liefhebben. Hieruit blijkt hoezeer God inderdaad de Liefde heeft voorzien als drijvende kracht van de ziel. In het kader van de intense uitwisselingen tussen het Hart van Maria en dat van Haar instrument groeien intense verlangens naar heiliging: Het instrument wordt ertoe gedreven om elk middel waarvan hij of zij verwacht dat het hem/haar dieper met het Hart van zijn/haar Meesteres kan verenigen, aan te grijpen. Zo drijft Liefde naar vervolmaking.

120. Ter beschouwing: De ziel die de Heilige Geest niet bij haar leven betrekt, is als een wagen zonder brandstof. Weerstand tegen het kwaad en alle bekoring, wapening tegen alle verblinding en misleiding, inzicht in de waarde van lijden en beproevingen, het vermogen om God en de naaste oprecht lief te hebben, de moed om staande te blijven in het Geloof wanneer dit menselijkerwijs moeilijk lijkt, dit alles is het werk van de Heilige Geest.

121. Verzuchting: "O mijn zo beminde Moeder Maria, hoe kan ik volmaakt één met U zijn zonder de uitstortingen van de Heilige Geest, die U totaal vervulde.
O Heilige Geest, neem mij toch volkomen in U op. Zie toch hoezeer mijn ziel vervuld is van Maria, die U tot Uw Bruid hebt uitverkoren"
. (Myriam, Pinksteren, 19 mei 2002)

122. Verzuchting: "Lieve Moeder, ik geef U alles wat mijn hart en geest bezwaart, al mijn zwakheden, al mijn gebreken, al mijn zorgen, kwellingen en droefheden. Wil ze nu toevertrouwen aan het Pinkstervuur van de Heilige Geest, opdat zij daarin verbrand worden tot heiliging van zielen". (Myriam, 18 mei 2002)

123. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, verrukkelijke Hemelse Lelie,
Bekom mijn hart de zachtheid en het Vuur van het Uwe.
Bekom mijn geest de Wijsheid en de schouwende vervoering van de Uwe.
Bekom mijn ziel de schoonheid en de heiligheid van de Uwe, en ik zal rust vinden in de vervulling van de volmaakte eenwording met U"
. (Myriam, 19 juni 2002)

124. Ter beschouwing: Elke Heilige Eucharistie die een mens in Ware Liefde en diepe devotie bijwoont, is een goudstuk in zijn schatkist voor het Eeuwig Leven, een bloembol in de grond van de tuin die hij in dat Eeuwig Leven zal bezitten. (Myriam, 20 juni 2002)

125. Verzuchting: "O Moeder, leid mij altijd en overal. Leef voelbaar en zichtbaar in en door mij. Verleen mijn gedrag de waardigheid om U nooit te schande te maken". (Myriam, 19 juli 2002)

126. Ter beschouwing: De voornaamste en onontbeerlijke eigenschappen die de Heilige Maagd Maria van Haar apostelen verwacht, zijn Liefde, mildheid, zachtheid, verdraagzaamheid en geduld. (Myriam, begin augustus 2002)

127. Oproep: Het is hoogst bedroevend dat zeer veel mensen niet weten of niet geloven dat zij Maria hard nodig hebben om de Ware Vrede en de heiliging van hun ziel te bereiken. Onbekend maakt onbemind. Wie Maria werkelijk begint te kennen, weet dat behalve God alles aan Haar onderworpen is, en dat Haar macht over ieder mens grenzeloos is. Maria werkelijk leren kennen, gebeurt niet in de eerste plaats met de geest, doch met het hart. Men zal Haar Wezen nooit beginnen te doorgronden indien men geen echte inspanning levert om vertrouwd te worden met de taal van de Liefde.

128. Verzuchting: "Hoe zuur is de wijn der wereld, maar hoe zoet wordt hij wanneer het hart de kus toelaat van Hem Die in Gethsemani de Kelk heeft geheiligd, en van Haar Die met Haar Tranen de voet van het Kruis van Golgotha heeft gewassen". (Myriam, op ingeving tijdens visioen vóór Ochtendmis, 4 maart 2003)

129. Verzuchting: "O Moeder Maria, welke heilige mantel hebt U over mij uitgespreid. Hoezeer is mijn hart ontvlamd. Moge mijn liefdesoffer, dat slechts U bekend is, deze avond in één mensenziel het ware licht van de ster van Bethlehem laten stralen, opdat zij moge begrijpen.
O Moeder, geen ziel die niet het Vuur van Uw Aanwezigheid heeft gevoeld, zal ooit begrijpen hoe onmetelijk voor mij het geschenk is, deze ervaring met U te mogen delen, brandend in het Vuur van Uw Liefde in mijn hart, kijkend met Uw gezegende ogen, met het voorrecht, te mogen voelen wat Uw Hart werkelijk begeert, en U mijzelf te mogen geven als vuur voor de koude grot van deze wereld waarin U deze nacht de kleine Jezus zult baren"
. (Myriam, onderweg naar Ochtendmis, 24 december 2002)

130. Verzuchting: "O Moeder, wanneer ik U aanschouw, sterft mijn mond. In de beschouwing van Uw glorierijke schoonheid spreekt nog slechts het Vuur van de ziel, zoals het ook zal zijn wanneer ik in het Rijk der Eeuwigheid aan Uw voeten neergeknield zal liggen". (Myriam, vóór de H. Mis, 27 november 2002)

131. Verzuchting: "Mijn liefste Moeder Maria, mijn hart is door U ontvlamd, maar het zal geen rust kennen tot de vlammen U in het hoogste der Hemelen hebben bereikt". (Myriam, 3 november 2002)

132. Verzuchting: "Mijn liefste Moeder Maria, ik wil vandaag helemaal afstand doen van de wereld en mij TOTAAL aan U weggeven, want ik weet dat U Zichzelf dan TOTAAL aan mij zult geven, en dat is alles wat mijn hele wezen echt begeert. Neem mij toch, o Moeder, ik smeek er U om met alle krachten van mijn ziel". (Myriam, in avondgebed op 14 oktober 2002)

133. Ter beschouwing: De mens geeft er zich veel te weinig rekenschap van, maar het enige doel van zijn leven is dit: het onevenwicht herstellen, dat de mensheid als geheel door de grote zondeschuld tegenover Gods Gerechtigheid heeft veroorzaakt. Daarom is de toewijding van alle beproevingen, lijden en lasten van Uw leven tot redding en bekering van medemensen het grootste wat U in Gods ogen kunt doen.

134. Verzuchting: "Mijn liefste Moeder Maria, U die Licht bent tot in de diepste kern van Uw verheerlijkt Wezen, wil mij deze nacht opnemen in Uw Onbevlekt Hart, opdat mijn duisternis verdreven wordt, zoals de nacht moet buigen voor de dageraad, opdat ik uit U herboren mag worden als een kind van het Licht, want welke macht zal mij nog raken nadat ik in U ben overgegaan?" (Myriam, in avondgebed op 1 november 2002)

135. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, moge de brandende Liefde uit mijn hart de schuld van mijn medemensen jegens God afbetalen, opdat zij genezen kunnen worden". (Myriam, in avondgebed op 17 november 2002)

136. Verzuchting: "O Moeder, vul mijn hart met bloesems, want het wil als een eeuwige lente voor U zijn. Ontsteek zijn Vuur aan de stralen uit Uw ogen, want nooit kan de Liefde sterven die door Uw verzuchtingen tot leven is gewekt. Sluit mijn hart in Uw handen waaruit de Hemelse genade stroomt, en er zal een bron van heiliging ontspringen die de weiden der wereld zal vullen met bloemen voor het Eeuwig Rijk". (Myriam, avondgebed, 9 december 2002)

137. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, maak mij voor U tot een parel van Licht, opdat de schoonheid van mijn ziel U zou verheerlijken". (Myriam, vóór ochtendmis, 2 maart 2003)

138. Verzuchting: "Lieve Jezus, breng tijdens deze Vastentijd in mij de deugden tot rijping als druiven, die op Goede Vrijdag geperst kunnen worden tot wijn van het volmaakte Offer". (Myriam, ingeving na de Communie, 18 maart 2003)

139. Verzuchting: "O mijn zo beminde Moeder, laat nu Uw Hart in mij ontluiken als een bloem, opdat het Uw allerheiligste geuren over mijn hele wezen moge verspreiden". (Myriam, Goede Vrijdag 18 april 2003)

140. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, dank dat ik dit mag herkennen als het Ware Leven: het lichaam werkelijk mogen ervaren als een instrument van uitboeting, en mij daardoor opgenomen voelen in de verwezenlijking van Gods Heilsplan, en in mijn wezen het voorrecht mogen voelen van de deelname aan het Verlossingsmysterie. Hoe zoet is de ervaring van het een-zijn met U in het ja-woord, het zich steeds vernieuwend verbond met de lijdende medemens. Zalig deze doornen die mij doen kreunen, want zij geuren reeds naar de rozen die menige eeuwige tuin zullen bevolken. Reeds daagt het Licht van Gods oneindige Liefde aan de einder van mijn hart, want welke gaven verbergen zich achter dit lijden dat Leven brengt". (Myriam, tijdens een uitboetingsoffer, 1 mei 2003)

141. Verzuchting: "O mijn Hemelse Moeder, voel toch de brand die mijn hart verteert. O toon mij de oogst waarover ik mijn Liefde kan uitstorten als regen die Leven brengt. Zielen wil ik oogsten, vóór de zon ondergaat, want het graan wacht op het Vuur van de Geest, dat niet wijkt voor de nacht en dat de nieuwe dag wil begroeten in het Rijk waar Uw rozen bloeien". (Myriam, tijdens namiddaggebed, 10 mei 2003)

142. Verzuchting: "Kom toch, o geliefde Moeder, en kus Uw eigen Vuur dat in mij brandt, opdat het nu de laatste rest moge verteren die niet Uw naam heeft bezongen van de dageraad tot het avondrood, want mijn hart kreunt onder de genadeloze golven van Uw Liefde, en smacht naar zijn totale overgave aan Uw voeten, in de heilige Brand die het tot Uw eeuwige gevangene heeft gemaakt". (Myriam, tijdens namiddaggebed, 10 mei 2003)

143. Verzuchting: "O Goddelijk Vuur dat de akker van mijn ziel bevrucht, verbrand alle onkruid dat de bloemen van mijn deugdzaamheid van hun voedsel berooft. Kom, Heilige Geest, stort het Ware Leven in mijn grond, maak mij tot een tuin van Hemelse Heerlijkheid". (Myriam, tijdens meditatie vóór H. Mis, 25 mei 2003)

144. Verzuchting: "O mijn zo geliefde Hemelse Meesteres. Reeds omhult het Licht uit Uw ogen de armzaligheid van mijn wezen. Reeds ademt mijn hart de lucht uit Uw allerzuiverste mond. Reeds strelen Uw gedachten mijn geest. Reeds rusten Uw handen als Hemelse dauw op mijn ziel. Reeds hebben de ogen van mijn ziel deze afgrond van schijn verlaten voor de aanschouwing van Uw verheerlijkte schoonheid. Reeds leeft mijn hele wezen werkelijk in het Rijk van de Eeuwige Liefde om er aan mijzelf te sterven in Uw heiligheid, elk uur van elke dag en bij elke hartenklop. O Hemels Vuur, verrukkelijke schoonheid die mijn ziel laat ontbranden, wanneer zullen Uw voeten alles verpletteren wat mijn volmaakte eenheid met U wil beletten". (Myriam, tijdens meditatie vóór H. Mis, 28 mei 2003)

145. Openbaring: "Het vuur van de doornen loutert, want de tranen die het brengt, ontspringen aan de Bron der Genade. Naarmate de tranen erin verdampen, nadert de ziel tot Mij". (Myriam, inspraak in antwoord op aanroeping tot de Heilige Geest, 24 mei 2003)

146. Verzuchting: "Goddelijke Mysteries zijn als bloemenvelden, waarvan het heilig parfum zich rond de ziel vlijt, doch die door de ziel slechts geschouwd worden in de mate waarin het Licht van de Geest de ziel doorstraalt". (Myriam, tijdens meditatie, 22 mei 2003)

147. Verzuchting: "Ontsluit u dan, mijn hart, onder de genadige stralen van het Vuur van de Heilige Geest, waaraan geen hart weerstaat". (Myriam, aanroeping tijdens stil gebed tot de Heilige Geest, juni 2003)

148. Verzuchting: "O Maria, Siertuin van Gods Rijk, als Moeder, als Meesteres en als Bruid hebt U Zich aan de ogen van mijn ziel vertoond. O drievoudig Vuur, hoe ongenadig hebben Uw heilige Vlammen mijn hart verteerd. Ongemerkt en zoet als een lentebries in de nacht poogt Gods Geest het Boek van Uw Mysteries in mijn ziel te ontsluiten: versluierd voor mijn ogen van vlees, doch hoe vervullen Zijn verzuchtingen mijn ziel met het zalig parfum uit Uw Hart. O vervoering brengende Bries uit Gods Tuin, bedwelm toch de zinnen van mijn tempel tot mijn ziel nog slechts leeft van het Boek waaruit het parfum der Genade haar toestroomt sedert God het zaad van de uitverkoren Bloem aan haar bodem heeft toevertrouwd". (Myriam, in gebed na visioen, 8 juli 2003)

149. Verzuchting: "Kom, o Jezus, met Uw Heilige Geest en met de vrucht van Uw Kruisoffer, en bloei in mijn ziel als zaad van Eeuwig Leven". (Myriam, na H. Communie, 11 juli 2003)

150. Verzuchting: "O Moeder, maak mij los van de wereld, want hij verstikt mij. Maak mij sterk tegen elke behoefte die mij niet naar het Hemels Leven kan brengen doordat haar bevrediging geen zaad van deugdzaamheid noch voedsel voor mijn ziel in zich draagt. Heilig mijn tempel, o Moeder, in de vloed van Uw Tranen, opdat zijn bodem niet langer Uw voeten bevuilt, die hem zo genadig hebben betreden om in het tabernakel van mijn ziel de Bruiloft der volmaakte Liefde aan mij te voltrekken". (Myriam, in avondmeditatie, 20 juli 2003)

151. Verzuchting: "O Moeder, wie heeft ooit de regenboog van Uw deugdzame schoonheid doorgrond? Welke ziel heeft ooit begrepen hoe zij is gevormd uit de versmelting van Gods Heerlijkheid met de Tranen uit Uw vurige ogen? O mysterievolle pracht tussen Hemel en aarde, breng mij in verrukking telkens mijn tranen door Uw heilige glimlach worden omsloten als door een ring van ons eeuwig verbond, want mijn ogen zijn de Uwe, mijn hart is het Uwe, en ik zal Uw Tranen en Uw Liefdesvuur aan de zielen geven tot in het uur van mijn dood". (Myriam, in meditatie vóór de H. Mis, 22 juli 2003)

152. Verzuchting: "O Jezus, van mijn kleinheid verwacht U geen rozen, doch viooltjes zal ik voor U verzamelen tot ik de Tuinen der Hemelen mag betreden. Wil mij daartoe verkwikken met de dauw van Uw Geest". (Myriam, vóór de H. Communie, 24 juli 2003)

153. Ter beschouwing: De ware apostel is een held in het lijden. Hij lijdt in blijmoedigheid en Liefde, omdat in hem het ware Geloof tot rijping is gebracht. Het ware Geloof bestaat hierin, dat het hart doordrongen is van het bestaan van die andere, in normale omstandigheden onzichtbare, werkelijkheid, de werkelijkheid van Gods Eeuwig Rijk van vergoedende Gerechtigheid, waarin elke beproeving, elke last, elke pijn bloeit als een roos die pas zichtbaar wordt na dit leven, doch die haar geur reeds op deze wereld verspreidt in de vorm van genaden en Heil voor zielen. (Myriam, vóór de H. Mis, 17 augustus 2003)

154. Verzuchting: "O Koningin Die mij tot Uw eeuwige dienst hebt geroepen, zie toch hoe mijn tempel brandt in de Vlammen van Uw Liefde. Als was zullen zijn stenen verteren onder de omhelzing van Uw Vuur van vervoering in de Hemelse Bruiloft die U aan mij voltrekt in de schaduw van het Kruis. O heilige verzuchtingen, door U onbedwingbaar uitgestort in mijn hart dat kwijnt onder verlangens naar het Rijk dat geen oog aanschouwt, wanneer wordt de kwelling tot onverdeelde gelukzaligheid onder Uw kus die in mij de Eeuwigheid zal baren?". (Myriam, tijdens vervoering met Maria in avondgebed op 13 september 2003, vooravond van Kruisverheffing)

155. Verzuchting: "O geliefde Moeder van Smarten, zegen mijn tranen met de Uwe, opdat zij Licht mogen brengen in vele harten". (Myriam, vóór H. Mis ter ere van de Moeder van Smarten, 15 september 2003)

156. Verzuchting: "O Jezus, oneindig is de prijs van deze ontmoeting van ziel tot ziel. Kan een mensenziel hem ooit betalen, zolang haar vlucht wordt geremd door de netten en strikken van het tijdelijke? (Myriam, na H. Communie, 18 september 2003)

157. Verzuchting: "O Maria, was mij rein van alle sporen van zonde en maak mij los van alle ballast van wereldse invloeden, opdat ik licht als een engel moge zijn terwijl U mij draagt naar de hoogste treden van de trap der volmaaktheid en heiligheid, want mijn diepste verlangen is één geworden met het Uwe: de Bruiloft met U op de treden waar de Hemel reeds volkomen in mijn hart leeft". (Myriam, beschouwing tijdens gebed, 20 september 2003)

158. Verzuchting: "O Moeder, reeds bloeit in mij de Gelukzaligheid als de bloem die ontwaakt na het nachtelijk duister, omdat het U heeft behaagd, mijn ziel haar ware roeping te openbaren, haar te laten proeven van het sap der genade dat haar voedsel zal blijven zolang de zon haar reis voltrekt, en haar de belofte te onthullen van haar bestemming wanneer bij het vallen van de avond haar zaad zal zijn ontkiemd in de akkers die U haar volgens het Eeuwig Plan van God hebt toevertrouwd". (Myriam, beschouwing tijdens avondgebed, 20 september 2003)

159. Verzuchting: "O Moeder, reeds ademt mijn geest de zoete wind uit het Rijk van de Eeuwige Lente. Reeds wordt mijn hart meegevoerd op de warme bries uit het Land dat geen sterfelijk oog heeft gezien. Wat anders kan mij nog aan het tijdelijke binden dan mijn Liefde tot het Kruis? Hoe zalig is mij het bewustzijn dat U Zelf mij deze weg hebt voorgeleefd. U die in de verborgen kamers van mijn hart Uw Rijk hebt gevestigd, voel hoe de mystieke stormwinden de muren van mijn tempel steen na steen verteren, tot U in mij zichtbaar zult worden in de volkomen voltrekking van onze Hemelse Bruiloft". (Myriam, tijdens avondgebed, 22 september 2003)

160. Verzuchting: "O Maria, omdat U in mijn hart weent, zal ik op elk door God beschikt ogenblik een bron zijn waaruit water van Leven naar de zielen stroomt, want op Uw gebed zal Gods Geest de adem heiligen die mijn woorden omhult, Hij zal mijn bloed heiligen dat mijn wonden ontvloeit, en Hij zal mijn tranen heiligen waarmee mijn hart de macht der zonden zal verdrinken in Gods Genade". (Myriam, avondmeditatie, 23 september 2003)

161. Verzuchting: "O Maria, vervul deze nacht mijn geest met Uw Tegenwoordigheid, opdat hij waarlijk gevormd moge worden volgens Gods Wet van het Licht". (Myriam, in avondgebed, 13 oktober 2003)

162. Verzuchting: "O Maria, Middelares van al mijn genaden, begunstig mij met het kruis van mijn lijdende medemens, want is de uiterste naastenliefde niet de sleutel tot de onuitputtelijke Schatkamer der Genaden? Is het kruis niet de enige boom die heiligen voortbrengt, en zal mijn medemens niet des te méér Hemelse bloemen in zijn tuin vinden naarmate mijn ziel de geur der heiligheid om zich heen mag verspreiden? Mijn Hemelse Meesteres, van U alleen zal ik zijn, zoals U het hebt gewild, want mijn nietigheid kan slechts zaad in Gods aarde storten wanneer het heilig verbond tussen U en mij wordt bezegeld doordat U mij restloos in Uw Hart zult opnemen". (Myriam, tijdens avondmeditatie, 11 oktober 2003)

163. Oproep: Maria heeft Zichzelf in de tempel aan God opgedragen. Dit was totale toewijding. In Haar navolging kunt U Uw hele wezen aan Haar opdragen (toewijden), om via Haar met heel Uw leven geheel aan God toe te behoren. Toewijding is een heilig verbond dat U niet lichtvaardig mag sluiten. Het is als het ware een overeenkomst waarbij U Uzelf aan Maria weggeeft als levenslange dienaar/dienares, om door Uw offers, gebeden, en onvermoeibare en ongeremde naastenliefde het Rijk van Christus op aarde te helpen bespoedigen, want dat is de kern van Maria’s taak. In ruil daarvoor bekomt Zij voor U het Eeuwig Leven, mits U Uw dienst in staat van genade blijft vervullen.

164. Verzuchting: "Heilige Wonden van Jezus, leef in mij. Heilig Bloed van Jezus, vloei uit mij. Heilige Tranen van Maria, wees de bron van mijn heiligheid". (Myriam, tijdens de H. Mis, 10 oktober 2003)

165. Ter beschouwing: Een mens die protesteert tegen de beproevingen, het lijden, de ziekten en alle wederwaardigheden die zijn pad kruisen, heeft de ware zin van het leven op aarde niet begrepen: Hij heeft niet begrepen dat dit leven geen doel op zich is, doch slechts een overgangsfase, een middel om de heiliging van de ziel te verwezenlijken, teneinde de Eeuwige Gelukzaligheid waardig te worden. Alle lijden vormt de prijs om dit loon in ontvangst te kunnen nemen, want ieder mens moet door alle beproevingen van zijn leven op aarde zijn bijdrage leveren tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor de mensheid: de totale Verlossing van alle zielen, en de vestiging van Gods Rijk op aarde. Hetzelfde geldt voor de mens die vasthoudt aan wereldse dingen en aan alle bijzonderheden die zijn verleden gestalte hebben gegeven: Uw leven tot op dit ogenblik is geen doel op zich, het is slechts een leerschool, een weg naar vervolmaking. Hecht geen belang aan de details, zij hebben slechts betrekking op dit aardse leven, dat vergankelijk is. Trek er Uw lessen uit, laat ze daarna volledig los, en wees slechts bezield om vanaf vandaag heiliger te zijn dan gisteren. Blijf daarom Uw verleden niet oprakelen.

166. Ter beschouwing: Vele mensen verdoemen zichzelf door een verkeerde beslissing: Wanneer zij met moeilijkheden geconfronteerd worden, passen zij niet hun gedrag zo nauw mogelijk aan bij de geloofsprincipes van de christelijke Leer (die de enige Bron van Heil vormt) om zodoende de staat van hun ziel te verbeteren, doch zij zweren juist die geloofsprincipes af omdat deze niet passen bij datgene wat zij uit het leven willen halen. De christelijke geloofsnormen kunnen een voortdurende toetssteen vormen voor de juistheid van Uw gedrag, doch wanneer U deze normen afzweert omdat zij de bevrediging van Uw wereldse belangen in de weg staan, zet U de deur naar Uw eigen ondergang wijd open. Dat is een keuze waarin God U vrij laat, maar die U het Eeuwig Geluk in de Hemel kan kosten. Steeds méér mensen kiezen voor het kortstondig aantrekkelijke in hun leven, en staan onverschillig tegenover het feit dat dit leven oneindig kort is in vergelijking met de Eeuwigheid die erop volgt. De grootste en betrouwbaarste levensverzekering (voor het Eeuwig Leven) bestaat in de bereidheid tot het opgeven van vele schijnbaar aantrekkelijke dingen die in werkelijkheid van het Eeuwig Geluk verwijderen. Onthechting van vele wereldse genoegens, en met Liefde Uw eigen kruis aanvaarden, vormen de eerste grote stappen. De ware bekroning van Uw leven bereikt U wanneer U bovendien zonder aarzeling ook de kruisen van Uw medemensen wil helpen dragen.

167. Verzuchting: "O Moeder, dat is de zalige dood die ik begeer: te sterven op de brandstapel van mijn eigen hart, verteerd in de Vlammen van het heilig Vuur dat U in mij hebt ontstoken, met de geest geworteld in het Hemels Licht dat U mijn ogen hebt vergund te aanschouwen, en met een ziel waarin alle zaad dat U erin hebt gestrooid, is opgeschoten tot bloemen die Uw Naam dragen. Want het Lam zal al mijn honger hebben verzadigd, het Bloed van de Christus zal al mijn dorst hebben gelest, het Kruis zal door mijn ononderbroken omhelzing één met mij geworden zijn. Dan zal ik met U de Bruiloftsbeker drinken waarvan mijn hart reeds heeft geproefd in de kussen waarmee U in de heilige ogenblikken van vervoering het Vuur in mij hebt aangewakkerd. O Heilige Geest, kom toch, opdat het Vuur van dit verlangen elke smet uit mijn ziel moge wegbranden, want heilig wil ik zijn voor Haar die mij heeft geroepen tot Haar uitsluitend bezit en eigendom". (Myriam, tijdens vurig beschouwend avondgebed, 2 november 2003)

168. Ter beschouwing: De diepgang van Uw gebeden is van het grootste belang, want gebed is spreken met God. Het is door het gebed dat U God bij Uw leven betrekt, en het is eveneens door Uw gebed dat U bijdraagt tot zuivering van de wereld: Hoe vuriger Uw gebed, des te meer draagt U bij tot de spoedige vestiging van het Rijk van Christus op aarde.

169. Ter beschouwing: Alles heeft een betekenis, ook ziekte. Men moet daar dus iets mee doen. Zolang iemand ziekte ervaart als een last, zal ze hem irriteren of deprimeren. Zodra hij er echter zin in kan vinden, is zij niet langer zijn vijand, doch een instrument, een soort vermogen dat hij God ter beschikking kan stellen.
Ziekte kan de ziel heiligen, en lichamelijk lijden kan karakter, persoonlijkheid en levensvisie veranderen. Zodra de mens er zin in vindt, laat het hem groeien. Hij leert inzien dat alle lichamelijk leed slechts tijdelijk is. Wat lang duurt naar wereldse maatstaven, is nietig in vergelijking met het leven van Eeuwige Gelukzaligheid dat de mens wacht wanneer hij zijn leven leidt zoals God dat van hem verwacht. Aan God offers brengen in Liefde, moet men hier en nu doen, slechts hier op aarde krijgt men die kans. De eerste vreugde vindt de mens in het besef dat zijn leed, gedragen met Liefde en geduld, in gelijkmoedigheid en blijmoedigheid, zijn naasten genade kan geven. Daar zorgt Maria voor, als Schatbewaarster van alle genaden. Ook Maria zelf kan men er aldus mee verheugen, want Zij kan er Haar andere kinderen mee helpen. Indien de zieke echter knorrig loopt om zijn ziekte, prikt hij een nieuwe doorn in Haar Smartvol Hart. Zij heeft reeds zoveel geleden om de zondige wereld. Wanneer de mens Maria zijn leed aanbiedt als een geschenk, zal Zij ongetwijfeld aan zijn zijde blijven, zoals Zij dat bij Jezus langsheen Zijn Kruisweg heeft gedaan, en Haar Tegenwoordigheid zal hem de kracht geven om zijn kruis te dragen.

170. Beschouwing op basis van een private ingeving van Maria, na de H. Mis, 22 november 2003, over gedragsproblemen bij kinderen:
Een kinderziel staat dicht bij God, zolang zij niet door de wereld aangetast is. Zij is hierdoor heel gevoelig: Bij de conceptie wordt een ziel in het beginsel van het nieuwe kinderlichaampje gestort. Die ziel komt op dat ogenblik pas uit Gods handen. Wij moeten het dus zo bekijken, dat het jonge zieltje nog helemaal ondergedompeld is in die 'Hemelse atmosfeer'. Vanaf haar verblijf in de moederschoot wordt zij echter reeds bewerkt door de jachtige invloeden van het moderne leven, op grond van alle indrukken die de geest van de moeder en ook de omgeving haar doorgeeft. Vooral vanaf de geboorte staat het kind bloot aan ontelbare invloeden die het nog reine zieltje in verwarring brengen. Het schril contrast tussen enerzijds de Hemelse Vrede uit Gods handen waaruit het pas zo recent is voortgekomen, en anderzijds de sfeer van het leven in deze moderne wereld die in zo vreselijk hoge mate afwijkt van Gods bedoelingen, betekent voor het kinderzieltje een regelrechte aanslag, die heel gemakkelijk tot ware kortsluitingen kan leiden. Hierin schuilt de sleutel voor de verklaring van vele gedragsstoornissen waardoor de moderne jeugd gekenmerkt wordt. Doordat deze ontsporing haar oorsprong vindt op het louter spiritueel niveau, ontsnapt zij grotendeels aan het begrip en inzicht van de wereld van geneeskunde en psychologie. De oplossing ligt in toewijding van onze kinderen aan Maria, de Moeder bij uitstek, en in de betrachting van een sfeer van gebed, Vrede, Liefde en diep beleefde spiritualiteit binnen de gezinnen.

171. Ter beschouwing: Vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood staat elke mens bloot aan een spervuur van bekoringen en aanvallen van het kwaad. Hij moet hier met zo weinig mogelijk kleerscheuren doorheen zien te komen. Zijn enige schild is dat van de hoofddeugden: Geloof, Hoop en Liefde.

172. Ter beschouwing: Tijd is in deze moderne wereld met zijn gejaagd leven een schaars artikel geworden. Er wordt echter veel tijd verloren met nutteloze handelingen en gedragingen. Wat is nutteloos? Voor de materialistisch, werelds ingestelde mens is 'nutteloos' alles wat geen winst oplevert of geen geld opbrengt. Maar in de werkelijke, dus spirituele zin is een 'nutteloze' handeling iets heel anders. Daarom deze gouden richtlijn: Overweeg bij elke handeling die U stelt of wilt stellen, of deze in zich het vermogen draagt om de vestiging van Gods Rijk op aarde te vestigen. Is het antwoord 'ja', dan is het een nuttige handeling die Uw ziel en de ziel van medemensen verrijkt. Is het antwoord 'neen', dan betreft het een nutteloze handeling die de verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor de zielen niet helpt bevorderen. Zo is bijvoorbeeld elke daad van naastenliefde een nuttige handeling, want zij bevordert het Geloof van Uw medemens in God en in de Liefde en maakt hem zo tot een sterkere pion in het netwerk van zielen die Gods Plan ten uitvoer helpen brengen.

173. Verzuchting: "O Moeder, ik geef U al mijn Liefde in ruil voor de verzachting van het leed van mijn medemens. Het is een schamele offerande, doch het is tegelijkertijd de penning van de arme weduwe, want mijn Liefde is alles wat ik heb: Mijn ziel is van alles ontbloot, want ik heb mijzelf totaal aan U weggegeven". (Myriam, tijdens avondgebed, 25 november 2003)

174. Ter beschouwing: Hoe vaak toch kan de uitspraak worden gehoord: "Waar moet ik de tijd halen om zoveel te bidden?". Vele mensen verdelen hun dagelijks leven in vakjes. Eén van die vakjes is dan hun gebedsleven. Het uiteindelijke doel van de ware christen bestaat echter hierin, dat hij Gods Geest zou laten ademen over zijn hele dag, zodat zijn beleving van eenheid met God (en/of Maria) elk aspect van zijn leven doordringt. Dan wordt gebed tot vreugde en tot behoefte. Zolang de mens het gebed als een plicht beschouwt, leeft hij niet op één lijn met de diepe verlangens die God in zijn ziel heeft gelegd. Dat is wel het geval zodra hij vreugde in het gebed begint te vinden en een leegte ervaart wanneer hij niet of te weinig kan bidden.

175. Ter beschouwing: Schuldgevoelens hangen over het algemeen samen met berouw over een zonde, een tekortkoming of een uiting van ondeugd (bijvoorbeeld: een plotse uitbarsting van ongeduld, onverdraagzaamheid, opvliegendheid, enzovoort). Dit is echter niet altijd het geval. Schuldgevoelens zijn in vele gevallen ook een roep van de ziel die verlangt naar contact met, en beleving van, het Hogere, het Goddelijke. Vele mensen hebben weinig of geen Vrede in het hart omdat hun ziel een gemis voelt: zij raken afgesneden van God, zij hebben te weinig 'voeling' met Hem, door gebrek aan gebed of doordat zij te gemakkelijk afgesneden worden van de innerlijke beleving van de Aanwezigheid van God of Maria in hun hart. Dat is vaak het geval wanneer de mens in aanraking komt met onzuivere, wereldse invloeden, die hij moeilijk kan verwerken of die hem boven het hoofd groeien. Het grote geneesmiddel voor dergelijke gesteldheden bestaat in een innig beleefde toewijding aan Maria, die een heel diepe vreugde, Vrede en Liefde in het hart kan brengen, en het afsmeken van de Genade van de Heilige Geest, de grote Trooster die U inzicht in de zin van alle dingen en van alle lijden kan brengen.

176. Verzuchting: "O Moeder, door Uw handen heeft God het zaad in mij gelegd. Ik zal niet rusten tot het in mijn hart tot een bloeiende boomgaard is geworden en ik God overvloedig rijpe vruchten kan aanbieden. Elke lijdende mens die U mij toezendt, is een geschenk van God. Het lijden dat ik voor die ziel mag dragen, is het grootste voorrecht uit de Schatkamers der Hemelen. Het is de ring van de Bruiloft die U telkens weer aan mij voltrekt". (Myriam, onmiddellijk vóór vervoering, avondgebed, 10 december 2003)

177. Verzuchting: "O Moeder, ik wil Uw heilige tempel zijn, doch ik voel mij als een tempel vol rook. Open toch de ramen van mijn hart, opdat de zoete bries van Gods Geest mij kan zuiveren". (Myriam, in ochtendgebed, 19 december 2003)

178. Verzuchting: "O Moeder, in U zijn het Vuur van de vreugde en het Vuur van de Smart. Hoe kan ik dan anders dan branden, ik die door U aangestoken ben als een offerkaars. Laat mij branden voor U, want ik heb U zo lief. Laat mij branden, want in mij wil Uw Liefde volkomen zijn. Laat mij branden, want U hebt mij geroepen om U te dienen door de offerande van mijn hele wezen aan Uw voeten. Verteer mij, o Vuur van mijn Meesteres, opdat ik volmaakt in U opgenomen kan worden, want daartoe ben ik bestemd, en daartoe hebt U de Hemelse Bruiloft aan mij voltrokken. Slechts wanneer Uw Vuur mij verteert, gloeit in mij de gelukzaligheid, volkomen van U te zijn". (Myriam, vóór H. Mis, 18 december 2003)

179. Verzuchting: "Maria, mijn Hemelse Meesteres, schenk mijn lichaam en mijn hart de kracht om mijn medemens te helpen en te dienen tot het uiterste toe, langs de wegen waarop God mij heeft gestuurd en waartoe U mij hebt uitgerust". (Myriam, na H. Communie, 23 december 2003)

180. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, ik geef U mijn hart als een zaadje. Wil het in de vruchtbare bodem van Uw Hart tot rijping brengen. Wil het koesteren in de warmte van Uw onvergelijkbare Liefde, opdat het zou worden tot een bloem die U toelacht, elk ogenblik van dit nieuwe jaar. Begiet haar, o machtige Moeder van God, met het mysterievolle Licht van de Heilige Geest, opdat zij in eeuwigheid niet meer zou verwelken". (Myriam, vóór de H. Mis, 1 januari 2004)

181. Verzuchting: "O Moeder, hoe verrukkelijk bloeien de bloemen in de ziel wanneer het Vuur van de Liefde in mijn hart ze verwarmt. Hoe verrukkelijk geuren zij wanneer de stralen van Uw Aanwezigheid hen beschijnen. Doordat U in mij liefhebt, kan de tuin van mijn ziel God behagen". (Myriam, vóór de H. Mis, 3 januari 2004)

182. Ter beschouwing: Het Ware Geluk zit verscholen in de meest geheime kamer van de ziel. De mens vindt en ervaart het pas echt wanneer zijn hart wordt verlicht door de Heilige Geest, want in de ervaring van het Ware Geluk komt de ontmoeting tussen de ziel en haar Schepper tot uitdrukking. De enige weg naar het Geluk is de weg van de deugden. De betrachting van een leven in deugdzaamheid voert naar de ware Vrede van hart. Toen Jezus zei: "Mijn Vrede geef Ik u..." bedoelde Hij daarmee de ware Vrede van hart, de Vrede van het hart dat in harmonie leeft met God, in een ziel die in staat van genade verkeert. Elke onvrede in het hart is een uiting van strijd in de ziel. Bepaalde Myriam-gebeden, o.a. gebed nr. 630, zijn heel geschikt als fundament voor een regelmatig gewetensonderzoek. Ga bij Uzelf na op welke punten U aan zelfverbetering moet werken, en de Vrede van hart zal U gegeven worden doordat Uw ziel de staat van genade steeds dichter zal benaderen.

183. Verzuchting: "O Moeder, die mijn hart vervoering brengt in Vlammen die geen ogen zien, hoe kan eenzelfde Vuur het hart verteren van Liefde én van Smart, tenzij de Vlammen bezield zijn door de kracht van God Zelf? Hoe kunnen vervoering en pijn groeien aan eenzelfde boom, tenzij zijn sappen bevrucht zijn door Uw Tranen van Golgotha, die mijn hart hebben gedoopt? Verteer mij, o Hemels Vuur, tot alles in mij 'Maria' is". (Myriam, vóór de H. Mis, 20 januari 2004)

184. Verzuchting: "O Smartvolle Moeder, schittert het Licht der verheerlijking niet het meest na de duisternis van Calvarie? Maak mij tot Uw gevangene bij het Kruis, o Maria, en mijn ziel zal de vervoering van de ware vrijheid ervaren". (Myriam, vóór de H. Mis, 17 januari 2004)

185. Verzuchting: "O Maria, Licht van mijn geest en Vuur van mijn hart, heilig mij tot Uw offeraltaar voor Jezus Christus. Vermeerder in mij de Liefde, tot de gloed van haar Vlammen de Hemelpoort verlicht, en de duisternis zal mijn ziel schuwen". (Myriam, na de H. Mis, 29 januari 2004)

186. Ter beschouwing: God had onze aarde bestemd om een paradijs te zijn. Door de erfzonde en de schuld door alle verdere zonden van de mensheid van alle tijden is onze wereld nu een offeraltaar geworden. Hoe meer Liefde op dat altaar geofferd wordt, des te meer genaden worden over de mensheid uitgestort. Dit is de sleutel tot het geheim: de Liefde. Daarom ook kunnen sommige zielen zo veel verkrijgen, omdat zij in hun hart de sleutel tot Gods Hart hebben gevonden: de Liefde, die de schatkamers der Genaden opent doordat zij veel schuld jegens Gods Gerechtigheid afbetaalt.

187. Verzuchting: "O Moeder, ontastbaar als de ochtendnevel rond een bloem omhult U de ziel om haar voor te bereiden op het Licht van de Zon. Onzichtbare Verrukking, wie U ziet, ziet niet langer de wereld die door Uw Aanwezigheid versluierd wordt. Zalig de eenzaamheid van de bloem die niets ziet dan de Hemelse nevel die haar omringt, want het Licht van de Zon zal nog dezelfde dag haar deel zijn". (Myriam, vóór de H. Mis, 31 januari 2004)
(Bovenstaande aanroeping is geschreven op ingeving tijdens een kort visioen dat slechts uit één beeld bestond: een alleenstaande paaslelie in een dichte nevel. Dit is een symbolisch beeld van totale toewijding aan Maria: De bloem is de ziel, de Hemelse nevel is Maria die de bloem totaal omsluit (in Haar Hart bergt) omdat de ziel Haar wil toebehoren. Zodra de ziel zich totaal door Maria laat 'inpalmen', zichzelf tot Haar bezit verklaart, zorgt Maria ervoor dat de ziel minder en minder naar de wereld kijkt. Het is alsof Maria Haar eigendom voor de invloed van de wereld afschermt en als het ware een Hemels gordijn om de ziel heen legt. De nevel brengt water van leven in de bloem, zodat deze volkomen voorbereid wordt op het Licht van de Zon (Jezus Christus). Opmerkelijk is bovendien, dat de bloem mij wordt getoond als een paaslelie, symbool voor Verrijzenis, dus Eeuwig Leven. De ziel die zich totaal aan Maria geeft, wordt door Haar uit de wereld weggetrokken, voorbereid om de volle invloed van Jezus, het Licht der wereld, in zich op te nemen, en zo tot het Eeuwig Leven gebracht).

188. Verzuchting: "O Jezus, ik heb mij volkomen aan Maria gegeven, opdat Zij mij aan Uw Godheid zou opdragen in de Tempel van Haar Onbevlekt Hart. Tot Maria’s offeraltaar ben ik geroepen. Nu word ik in de Kelk van Haar Smartvol Hart opgeheven tot aan Uw Kruis, om er gedrenkt te worden in Uw Bloed en omarmd te worden met Uw Lichaam. Want Uw weg staat in het boek van mijn leven opgetekend sedert de schepping van mijn ziel". (Myriam, na de H. Communie, 2 februari 2004)

189. Ter beschouwing: Brood voedt en verandert elke cel van Uw lichaam, op voorwaarde dat de cel klaar is om het brood in zich op te nemen. Indien dit niet het geval is, gaat het brood in de cellen over tot gisting, en voedt het niet, doch vergiftigt. Hetzelfde geldt voor de Heilige Communie: Jezus Christus, het Levend Brood neergedaald uit de Hemel, voedt en verandert elke cel van Uw ziel (elk aspect van Uw wezen, ook het vele dat voor Uzelf verborgen is), op voorwaarde dat Uw ziel klaar is om het Hemels Brood in zich op te nemen. Indien dit niet zo is, gaat het in Uw ziel over tot 'gisting': een Heilige Communie die ontvangen wordt in een gesteldheid die niet in overeenstemming is met Gods Wil, brengt geen heiliging, doch kan veroordeling brengen. Het betreft hier een Heilige Communie die ontvangen wordt op heiligschennende wijze en/of door een ziel in staat van doodzonde en/of in een ongepaste gesteldheid van geest of hart (onverschillig, onzuiver, oneerbiedig...).

190. Ter beschouwing: De genade als kind van de zuiverheid en de Liefde.
Uw ziel is als een uiterst fijngevoelig instrument. Zij heeft van God het vermogen ontvangen om volmaakt aan te voelen wanneer Uw gedrag afwijkt van Gods bedoelingen. Die fijngevoeligheid blijft des te beter intact naarmate U de zuiverheid betracht. Wanneer U volkomen zuiverheid nastreeft (in lichaam, gedachten, gevoelens, woorden en verlangens) kunt U heel gevoelig worden gemaakt voor Gods bedoelingen, en Zijn Liefde heel intens voelen. Hierdoor zal in U een onweerstaanbaar verlangen groeien om ook zelf tot het uiterste lief te hebben. Zodra deze toestand in Uw ziel gevestigd wordt als een vaste waarde, staat er geen grens meer op de genadestromen die over U worden uitgestort. Op dat ogenblik staat U in volkomen harmonie met Gods Geest, en de gebeden die U in die toestand verricht, zullen Heil en Genade over Uw medemens afroepen.

191. Ter beschouwing:
Een uiting van de strijd tussen Licht en duisternis: over vervolging.

De vervolging der christenen is een verschijnsel van alle tijden. In de beginperiode van de jonge Kerk van Christus gebeurde zij heel open en op de meest ongeremde en gruwelijke wijze. Wij hoeven slechts te denken aan de vervolgingen onder leiding van Paulus vóór diens bekering, en aan de martelaren die onder het bewind van de Romeinse keizers geslachtofferd werden om hun Geloof. De vervolging is een uiting van de strijd tussen goed en kwaad, tussen Licht en duisternis, tussen Liefde en haat: Wie zijn leven wijdt aan de verdediging van de Waarheid van Christus, valt ten prooi aan de onwetendheid en het onbegrip van hen die zich hierdoor bedreigd voelen omdat zij in de Leer van Jezus Christus een gevaar zien voor hun levensbeeld dat niets wil weten van offerbereidheid, zelfgave en toewijding uit Liefde tot God en de medemens ten koste van de schijnrijkdommen van het werelds leven en het bedrieglijk genot dat deze lijken te bieden. De vervolgingen vinden ook in onze dagen nog plaats, en wel in een veel minder opvallende vorm en daardoor zo mogelijk nog gevaarlijker: Vurige voorvechters van de Waarheid worden niet zelden door mensen uit de eigen kring bestreden. In verband met deze vervolgingen sprak Maria als volgt (7 februari 2004 in avondgebed):
"Vervolging in Jezus’ naam zaait schatten in de ziel. Dat zaad wordt tot bloesems, en de bloesems tot vruchten. De zaadjes worden bloesems zodra de Heilige Geest de ziel laat begrijpen dat de vervolging haar heiligt. De bloesems worden vruchten zodra de geheiligde ziel door haar gezegende staat van zijn en de zuiverheid van haar voorspraak de poorten der genade voor andere zielen opent".
Vervolging van christenen door christenen verschilt in die zin van de vervolging door niet-christenen, dat zij nog méér een onvervalst duivels stempel draagt, want zij is een uiting van het feit dat de christenen elkaar onderling vernietigen in de kiem van heiligheid die in de kern van hun ziel verborgen zit: de Waarheid die zij geacht worden, met hun leven te verdedigen. Indien U wil dat de wereld gezuiverd wordt en het Rijk van Christus spoedig komt, wees dan op Uw hoede en wees geen roofdier voor Uw medechristen. Oordeel en veroordeel niet, opdat U niet door God geoordeeld en veroordeeld zou worden voor de eeuwigheid.

192. Verzuchting: "O Moeder, welk groter verlangen kan mijn ziel koesteren, dan zich volkomen van U te weten en daardoor restloos op te gaan in het Kruis? Welk groter genot kan mijn hart laten ontbranden, dan het onmiskenbaar teken van de Hemelse Bruiloft die Uw Liefdesvuur aan mij voltrekt terwijl ik de geest van de Passie omhels met alle krachten van mijn ziel? Zalig de kus der Smarten die mij tot Leven wekt met de verrukkingen van Gods Geest, want heilig zal de ziel zijn die is geroepen om Uw Tranen over de wereld uit te storten". (Myriam, vóór de H. Mis, 3 maart 2004)

193. Ter beschouwing: Een ziel is als kristal. Zij is teer en broos, en zij moet dagelijks opgepoetst worden om haar volle ingeboren schittering te bewaren en niet aan waarde te verliezen. Hoe reiner zij is, des te meer bezit zij het vermogen om andere zielen te betoveren door haar schoonheid, want een zuivere ziel weerspiegelt op fascinerende en mysterievolle wijze de stralen van het Goddelijk Licht, in de oneindige kleurschakeringen van alle deugden.

194. Oproep: De Liefde tot God kan op verschillende wijzen gedefinieerd worden, maar één uiting ervan is zeker de mate waarin U de gaven en genaden die U van Hem hebt gekregen en nog dagelijks krijgt, laat renderen. Wie het nalaat, zich met al zijn krachten en genadegaven in te zetten voor Gods Rijk op aarde, geeft daarmee te kennen dat hij deze genaden niet voldoende waardeert. Genaden zijn als betaalmiddelen voor Uw Eeuwige Gelukzaligheid en het Heil van andere zielen. Het zijn dus geschenken waarvan U de waarde onmogelijk kunt overschatten. Laat ze niet tot Uw eigen veroordeling worden door ze niet, of niet goed, te gebruiken.

195. Ter beschouwing: Alleen de mens die in elk detail van het dagelijks leven, zelfs in het schijnbaar meest banale, leeft met zijn hart volkomen op het bovennatuurlijk leven gericht, kan en zal in alles zin vinden. De mens met die levensingesteldheid leeft niet meer echt in de wereld, want zijn hart klopt op het ritme van het Hemels leven, en zijn geest wordt vervuld met de gedachten van God Zelf. Het is dan alsof hij elke situatie reeds ervaart en beoordeelt volgens de ware, spirituele betekenis ervan, die normaal pas na dit leven aan de ziel geopenbaard wordt. Het vermogen om zo te leven, kan worden beschouwd als de genade om de eigen ervaring van de dingen reeds tijdens de ervaring zelf als het ware meteen te toetsen aan Gods oordeel. Deze genade is een voorrecht dat Maria soms voorbehoudt aan een ziel die zich totaal en onvoorwaardelijk aan Haar heeft weggegeven (totale toewijding), zich door Haar uit de wereld laat wegrukken, en tot een steeds hogere graad van versmelting met Haar is geroepen: mystieke vereniging of 'Hemelse Bruiloft'. Het is ook tegen deze achtergrond dat U Maria’s belofte moet zien, dat wie zich volledig aan Haar geeft en Haar de totale beschikking over zijn leven geeft, reeds tijdens dit aardse leven een kiem van de Hemelse Gelukzaligheid in het hart zal ervaren: de toestand van Vrede van hart die kenmerkend is voor de ziel die zich in haar zelfgave aan Maria reeds 'thuisgekomen voelt' en steeds minder verontrust wordt door de talloze invloeden van de wereld en het leven in de wereld.

196. Ter beschouwing: Bij de Consecratie in de Heilige Mis herhaalt zich het Liefdesoffer van Golgotha. Zoals toen uit de gekruisigde Christus, stijgt nu uit elke Hostie het Vuur van de Liefde op, en dit Vuur gaat tijdens de Communie op zoek naar harten die in zich het geschikte hout dragen: hout dat zich laat ontvlammen. Alleen het hart dat in verbinding staat met de Boom des Levens, kan ontbranden in het Goddelijk Vuur, en zijn rook stijgt ten Hemel als wierook in een offerande van de ziel.

197. Verzuchting: "Mijn God, ik ben geboren omdat U er was. Ik leef omdat U er bent. Ik zal sterven omdat U er zult zijn. Eeuwige God, Bron van het Licht van tijd en eeuwigheid, in U leeft mijn onvergankelijke ziel, omdat de zon nooit zal ondergaan zolang Uw Wil in mij leeft". (Myriam, na de H. Mis, 29 maart 2004)

198. Verzuchting: "O Maria, mijn teergeliefde Moeder, wie temt mijn smachtend verlangen naar de Bruiloft met U en Jezus op Golgotha? Wie blust het Vuur dat mijn hart verschroeit, en niet zal doven tot Uw Liefde mijn hart restloos heeft verbrand? Wild klopt mijn hart, onstuimig jaagt mijn bloed, want Uw Liefde heeft mij geroepen op de plaats die de wereld niet kent en die door haar wordt verafschuwd. O heilige grond van Golgotha, bevrucht door het Goddelijk Bloed van Jezus, gedrenkt in de allerheiligste Tranen van Maria, op u zoek ik mijn Geliefden. In u zoekt mijn geest het Paradijs. O Eeuwige Vader, ontvang nu mijn hart, zozeer vervuld van de smartvolle verrukkingen van een Liefde die ik niet langer in mijzelf kan sluiten, en breek de Hemel open, die de Bloedbruiloft met mijn Moeder en met Uw Christus nu reeds aan mij heeft geopenbaard". (Myriam, vóór de H. Mis, Goede Vrijdag 9 april 2004)

199. Verzuchting: "O Jezus, verlaat toch nooit meer het huis van mijn hart. Help mij, de juiste maaltijd te bereiden, opdat mijn tafel voor U gastvrij moge zijn". (Myriam, na de H. Communie, 16 april 2004)

200. Verzuchting: "Ik ben een bloem van en voor Maria. Als bloem van Maria kan ik niet anders dan mooi en geurig zijn; als bloem voor Maria mag ik niet anders dan mooi en geurig zijn". (Myriam, meditatie vóór de H. Mis, 17 april 2004)

201. Verzuchting: "O Maria, tot de vurigste eenheid met U hebt U mij geroepen. Als een offerkaars hebt U mij gewild. U bent de allerheiligste Vlam die mij restloos verteert. Als smeltende was zal ik in U overgaan, dag na dag, uur na uur. Hoe groter Uw macht en overwinning over mij, des te kleiner zal ik worden. Ik zal de warmte van Uw Liefde en het Licht van Uw heiligheid om mij heen verspreiden tot Uw Glorie, en het offer van mijn totale zelfvernietiging zal Heil brengen over zielen in duisternis, tot in de volmaakte vervoering van de Hemelse Bruiloft met U alles in mij naar de Allerhoogste zal zijn opgestegen". (Myriam, avondbeschouwing, 20 april 2004)

202. Ter beschouwing: De mate waarin de mens in staat is, als negatief aangevoelde dingen (zorgen, lasten, beproevingen...) los te laten, geeft een aanwijzing voor de mate waarin hij zich heeft onthecht (losgemaakt) van wereldse invloeden, en dus voor de mate waarin hij leeft met de blik op de eeuwige, Hemelse waarden. Het vermogen tot loslaten geeft namelijk ook een aanduiding voor het vermogen tot ware toewijding en tot liefdevolle aanvaarding en overgave aan de Goddelijke Wil.

203. Verzuchting: "Hart van Maria, Tuin van duizend vervoeringen, wie kan U betreden zonder aan zijn wereldse verlangens te sterven? Wie kan Uw bloemen aanschouwen zonder te begeren, hun zaad in zijn eigen grond te koesteren tot ook daar de bloemen bloeien die Uw naam dragen? O mystiek Geschenk, mij gegeven door de eeuwige Almacht, versluierd Geheim dat aan mijn nietigheid is geopenbaard boven de wolken van mijn wereldse begrenzing, in het Land dat slechts zichtbaar wordt voor de ogen van de ziel die zich opent onder de stralen van Uw Liefdesvuur, waarom sterft slechts mijn bewustzijn onder de blik uit Uw ogen? Welke kwelling is toch de terugkeer uit Uw Tuin, hoe smartvol het verlangen naar de geur van de rozen en lelies van Uw bruidsboeket dat U in mijn hart hebt gebrand, doch zich slechts ontvouwt bij elke roep van Uw liefhebbende stem. O schoonheid die mijn mond verzegelt en mijn hart doet beven, Uw aanblik heeft mijn ziel geopend als een bloem voor de dauw van de dageraad. Geen wolk bedekt mijn Hemel wanneer Uw Wonder zich aan mij voltrekt in verzuchtingen van onverzadigbare en volmaakte Liefde. Welke schat kan mij nog bekoren nadat Uw kus de wereld in mijn ziel heeft verteerd?" (Myriam, mystieke avondbeschouwing, 27 april 2004)

204. Verzuchting: "O Maria, wanneer ik Gods Liefde en Uw schoonheid herken in de bloemen in het veld, verlangt alles in mij, voor U te zijn zoals zij: geurig van ziel, zonder zonde, mooi als de Hemelen, een bron van verrukking voor elk hart dat mij ontmoet. Zo zal ik God en U verheerlijken louter door mijn aanwezigheid, en zielen in mijn hart trekken, die in mij Uw honing vermoeden en daarna hun wegen zullen gaan, dronken van Uw Liefde". (Myriam, tijdens aanbidding van het Heilig Sacrament, 30 april 2004)

205. Ter beschouwing: Geen enkel mens heeft het recht om zich minderwaardig te voelen. Er bestaan geen minderwaardige mensen, er bestaan alleen dwalende mensen. Wie zich minderwaardig voelt, is als een wagen die tracht te rijden met de handrem op: hij gaat niet meer vooruit op de weg van de Waarheid en de deugd. Zijn inspanningen brengen hem niet meer vooruit, doch keren zich zelfs eerder tegen hem, en ook al is hij wellicht met een flinke dosis goede wil bezield, toch brandt hij op zonder schijnbaar iets concreets te bereiken. Wie een gevoel van minderwaardigheid koestert, doet afbreuk aan de levenskern die God in hem heeft gelegd, en beledigt in zekere zin God, die hem met welbepaalde eigenschappen heeft gemaakt.

206. Ter beschouwing: Zolang de mens de dingen van God meer in de geest kent dan dat hij ze in zijn hart voelt, slaat zijn ziel slechts heel ondiep wortel in Gods genadegrond. De geringste wind van beproeving is dan reeds in staat om hem weg te blazen, de geringste regen van tegenslag of tegenkanting volstaat om hem weg te spoelen, en de geringste hitte van lijden en lasten is voldoende om zijn goede voornemens te verdorren.

207. Verzuchting: "O Maria, Middernachtzon van mijn ziel, hoe tastbaar heeft Uw Aanwezigheid het Rijk van het Licht in de verborgen diepten van mijn wezen gemaakt. Uit Uw Hart schitteren de stralen van Gods Geest en laaien de Vlammen van het Vuur van de allerheiligste Liefde in mijn duisternis tot verrukking van mijn armzaligheid, die zich aan U heeft gegeven in de Hemelse Bruiloft waartoe Uw betoverende stem mij heeft geroepen. O Schoonheid die geen hart kan aanschouwen zonder zich tot het Uwe te maken, hoe lang nog kan mijn nietigheid de golven der vervoering dragen zonder te verdrinken in de oceaan van Uw volmaakte Heerlijkheid?" (Myriam, mystieke avondbeschouwing, 6 mei 2004)

208. Verzuchting: "O Maria, zoals een bloem door de ochtenddauw voel ik mij omhuld door Uw Hemelse Tegenwoordigheid. Uw voelbare Aanwezigheid is mijn verkwikking na de duisternis van de nacht. De ontelbare druppels van de genaden uit Uw handen vleien zich om mijn ziel als kleurrijke diamanten in de stralen van Gods Geest, die mijn ziel begroeten doorheen Uw kleed van verrukkelijke zaligheden. O Bruid van mijn hart, onuitputtelijke Bron van vervoeringen, hoe kan ik anders dan openbloeien zolang Uw Liefde mij kust, mij laaft en mij verwarmt onder de zon van Gods allerheiligste Gaven". (Myriam, vóór de H. Mis, 3 mei 2004)

209. Verzuchting: "O Maria, zie, als een Tuin van eindeloze verrukkingen ontsluit zich thans Uw Hart voor de ogen van mijn ziel. Uw schoonheden en allerzuiverste geuren overweldigen mij. Als een engel leidt U mijn onwaardigheid langs paden van ongeziene pracht, Mysteries uit Gods hand, bekleed met bloemen van Licht die alle zonden der wereld in zich lijken op te nemen. Onbestaande is de tijd in dit land van vervoering waar het kloppen van Uw Hart de afgronden van mijn ziel streelt als de bries van Gods heiligheid. Dronken van Liefde maakt mij Uw onaantastbare schoonheid, o mijn Hemelse Meesteres, want zo hebt U het gewild toen U mij hebt geroepen met Uw zachte verzuchtingen, opdat Uw dienares U zou volgen tot in de tuinen der Eeuwige Gelukzaligheid". (Myriam, avondmeditatie, 9 mei 2004)

210. Verzuchting: "O Jezus, hoezeer verlang ik dat U voelbaar in mij zou leven, elk ogenblik van de dag en de nacht, want hoe sterker Uw Licht in mij straalt, des te minder zullen mijn ogen de wereld zien". (Myriam, na H. Communie, 10 mei 2004)

211. Verzuchting: "Leef in mij, o Jezus, opdat ik het Goddelijk Leven in zijn volheid moge ervaren". (Myriam, na H. Communie, 15 mei 2004)

212. Verzuchting: "O Maria, Beek van paradijsvreugden, voel toch hoezeer mijn ziel dorst naar Uw Hemelse wateren, die haar laven uit de Bron der Genaden en haar reinigen van alles wat haar belemmert om tot spiegel van Uw heiligheid te worden". (Myriam, na H. Mis, 10 mei 2004)

213. Verzuchting: "O Maria, Bron van Hemelse Bloemen, Spiegel van het leven in God, voor U ontledig ik mijn ziel in de golven van Hemels Vuur die aan Uw Hart zijn ontvloeid om mij te verrukken met Uw zachte roep van onwereldse stilte. O zoete gelukzaligheid van de ketenen waarmee U mijn hart hebt gebonden in de extase der Hemelse Bruiloft. Want zie, mijn hart heeft zich in U laten verteren tot een wedergeboorte voor het Eeuwig Licht. Want U hebt mijn niets tot Leven gewekt door de kus van Uw Liefdesvuur, en mijn tranen hebben de heilige voeten gewassen die de tempel van mijn zelfofferande hadden betreden. Leef en heers nu in mij, o verheerlijkte Koningin, opdat ik volkomen en geheiligd in U moge sterven". (Myriam, na vervoering in avondgebed, 19 mei 2004, vooravond van Hemelvaart)

214. Oproep: Verlies geen tijd. Elke dag is kostbaar. Elke dag moet U dichter bij God brengen, want daartoe is Uw ziel in de wereld gezonden. De dagen die U geen winst opleveren in de verwezenlijking van de U door God gegeven opdracht in dit leven op aarde, zullen in het vagevuur Uw grootste kwelling zijn. Die 'winst' wordt niet afgemeten aan één of ander concreet resultaat, want dit ligt louter in Gods handen, doch aan Uw volhardende inspanningen om Heil over de zielen en de bespoediging van Gods Rijk op aarde te bekomen, en aan de Liefde waarmee U deze inspanningen gestalte weet te geven. (Myriam, beschouwing in avondgebed, 26 mei 2004)

215. Verzuchting: "O Jezus, moge de verlossende kracht van Uw Lichaam en Bloed mijn ziel openen voor de heiliging door Uw Geest". (Myriam, na H. Communie, Pinksteren, 30 mei 2004)

216. Verzuchting: "O Jezus, leg nu Uw hele Leven in mijn ziel, opdat ik U volkomen moge navolgen en mijn leven een herbeleving van het Uwe moge zijn". (Myriam, na H. Communie, Tweede Pinksterdag, 31 mei 2004)

217. Verzuchting: "O Maria, neem mij, hoelang reeds heb ik de wereld in mij gekruisigd. Laat mijn hart in het Uwe wegsmelten, hoelang reeds brandt het Vuur van Uw Liefde met ongekende hevigheid in mij. Bedaar nu de laatste bries in mijn geest, hoelang reeds is het koren op de akker van mijn ziel uitgeleverd aan de heiligende winden uit Uw geest. Doof nu de laatste vonk van mijn wil, hoelang reeds schrijft het Vuur van Uw Wil de wet op de muren van mijn tempel. Wanneer toch zal mijn ziel het Land van de onvergankelijke lelies erven, hoelang reeds voert U mij met U mee naar de Tuin der eeuwige bloemen. O Maria, beheers elke klop van mijn hart, want sedert de dageraad van Uw eerste kus verteert het zichzelf in de verzuchting naar het avondrood waaronder het voorgoed in U zal overgaan onder de ogen der engelen". (Myriam, in beschouwend avondgebed, 17 juni 2004)

218. Verzuchting: "O Hemelse Vader, laat toch nu de Hemel opengaan, en zend toch de stralen van Uw Heilige Geest in de zielen". (Myriam, na H. Communie, 7 juni 2004)

219. Ter beschouwing: De diepste vervoeringen zijn deze waarin het diepste lijden zich verenigt met de meest brandende Liefde. Deze ervaring lijkt aan te tonen dat de ziel geprogrammeerd is om in vereniging met Christus de ware ervaring van de Hemel niet zozeer te beleven in de loutere vreugde, doch in de smart die haar oorsprong vindt in de diepe beleving van het opgenomen-zijn in het Verlossingsmysterie: de verrukking van het deelhebben aan dit Mysterie waarop God het Heil van alle zielen heeft gebaseerd.

220. Ter beschouwing: De reis naar de volmaaktheid is zwaar, want de weg is steil en vaak onguur, de omgeving soms onherbergzaam en steeds méér verlaten naarmate de weg vordert, en de reiziger wordt geteisterd door de winden der beproevingen, de stortregens van de smarten, de hitte der bekoringen en de koude van het onbegrip. Rust wordt hem weinig vergund, want inwendig wordt zijn hart gedreven door het Goddelijk Vuur dat hem verteert, en buiten hem loeren de wolven die wachten op elk teken van verzwakking om hem te verscheuren. De reiziger die deze weg levend wil beëindigen, moet zich wapenen met de volharding van de totale toewijding, zich onderweg voeden met het Lichaam van Christus, en volop drinken uit de verborgen bronnen der Genade die Maria hem zal aanwijzen en zal ontsluiten indien hij bereid is om zich door Haar te laten leiden, elke meter, dag en nacht, tot aan de Poort van het Eeuwig Rijk.

221. Ter beschouwing: Vele van de problemen die mensen hebben in hun betrekkingen tot hun medemensen vloeien voort uit het feit dat zij niet hun eigen hart doch die medemensen tot referentiepunt van hun belevingswereld maken: In plaats van vanuit hun eigen hart te leven, kijken zij voortdurend naar de medemens, met als gevolg dat zij er niet in slagen om in alle rust en Vrede in hun eigen innerlijk Jezus en Maria te vinden en louter in vereniging met Hen te leven, doch in de neiging vervallen om zonder ophouden hun medemens te oordelen en allerlei negatieve gevoelens over hun omgeving tot drijfveer van al hun voelen, denken en handelen te laten worden. Vroeg of laat leidt dit tot problemen in de omgang met de buitenwereld, en wel nadat eerst de eigen ziel ondermijnd is door een negatieve ingesteldheid. Het is op grond van deze toestand dat deze mensen voortdurend splinters zien in andere ogen terwijl zij zelf verblind zijn door de balk die de ogen van hun eigen ziel afsluit voor het Licht van Gods Geest.

222. Ter beschouwing: Alles wat behoeften schept, leidt weg van de heiligheid, want heiligheid = vrijheid. Behoeften maken echter onvrij, want de mens die naar iets verlangt, is steeds met dat verlangen bezig: het krijgt macht over hem en begint zijn gedrag te beïnvloeden. Slechts één soort behoeften maakt NIET onvrij: deze aan de Hemelse dingen. Hoe meer deze de ziel aan zich binden, dus hoe meer zij 'verslavend' werken, des te meer groeit de ziel in heiligheid. God (en Maria) kunnen die ziel 'dronken' maken van verlangen naar Hen en naar de dingen der Eeuwigheid. De ziel wordt dan totaal opgeslorpt in dat verlangen, maar in antwoord daarop stort God (Maria) Zichzelf steeds méér uit in die ziel, zodat in haar alle banden met de dingen der wereld één na één ontbonden worden. Het uiteindelijk resultaat hiervan is niet onvrijheid, doch integendeel onthechting van het wereldse, en voortschrijdende groei in de heiligheid. Om die reden schreef ik vroeger reeds "Verlangt U de ware vrijheid, word dan slaaf van Maria". Wanneer Maria een ziel uitverkiest tot Haar totale dienst, verwacht Zij weliswaar dat deze zich totaal en onvoorwaardelijk aan Haar geeft, maar Zij schept in deze ziel ook een atmosfeer van brandende Liefde, Licht en Hemelse vrijheid.

223. Oproep: God heeft Maria een sleutelrol in Zijn Plan van Heil voor de wereld toebedeeld. Toen Jezus als de Messias op aarde gezonden werd om door de vestiging van de enige Leer van Gods Waarheid (het Evangelie) en door Zijn Lijden, Dood en Verrijzenis de Hemel te openen die bij de erfzonde voor de mensheid gesloten was, werd Maria uitverkoren om Zijn Moeder te zijn. Zij was daartoe onbevlekt ontvangen, wat betekent dat Zij geschapen werd zonder de erfzonde. Zij werd één gemaakt van hart, geest en ziel met Jezus, waardoor Zij de rol van Medeverlosseres van de mensheid kreeg. Zij is volkomen vrij gebleven van alle zonde en heeft dus een totale macht gehad over de duivel en het kwaad. God heeft het zo beschikt dat Maria, in oorsprong een mensenziel, de kop van de duivel zou verpletteren, zodat de duivel vernederd en overwonnen zou worden door de mens, het wezen waartegen van in den beginne zijn grootste woede was gericht. Voor de Wederkomst van Jezus en de vestiging van Gods Rijk op aarde heeft God zielen nodig die zich totaal aan Maria weggeven. Dit is wat verstaan wordt onder TOEWIJDING AAN MARIA.

224. Verzuchting: "Heil en Gelukzaligheid, bevrijding en Verlossing kome over alle zielen". (Myriam, bij H. Communie, 12 juli 2004)

225. Verzuchting: "O Maria, mijn Licht tussen de wolken, voel hoe de bloem van mijn ziel verlangt naar Uw stralen van Vuur uit Gods oneindige Liefdehaard. Voel hoe zij smacht naar de heiligende dauw die U om haar heen zult vleien wanneer de ochtend haar bodem begroet. Want telkens weer werpt mijn nacht zich voor Uw voeten neer wanneer de Allerhoogste de dageraad schept die getuigt hoe Uw ogen mijn stervend hart kussen met heilige blikken van Liefde en Leven. O kom toch, mijn Middernachtzon, hoezeer wil ik mij door Uw Vuur laten verteren, want in U zal mijn offer de kwijnende zielen verzegelen voor het Heil dat uit het Kruis van Golgotha in Uw Smartvol Hart is gevloeid. In de vervoering van Uw heiligende kussen zal mijn hart het Vuur baren dat vele bekoringen voor de zielen zal verblinden. Kom nu, mijn eeuwige Vreugde, opdat aan mij voorgoed het geheim van Uw Hemelse bezieling voltrokken worde, waarvan U de sluier zo vaak hebt opgelicht wanneer Uw zachte, verrukking brengende verzuchtingen de eenzaamheid van mijn nacht hebben verdreven". (Myriam, in mystiek avondgebed, 14 juli 2004)

226. Ingeving over mystieke vermogens (16 juli 2004)
Mystieke vermogens, zoals deze van de extase, worden slechts om één enkele reden geschonken: voor de bevordering van Gods Rijk op aarde. De extase is een toestand waarbij zoveel bovennatuurlijke Liefde wordt opgewekt dat deze bij Gods Gerechtigheid een buitengewone verlossende waarde voor de zielen als geheel kan bekomen. Elke mens die in deze vermogens een menselijke oorsprong of een menselijke doelstelling ziet, verkeert in dwaling.

227. Verzuchting: "O Maria, Vuur van mijn hart, hoor mijn verzuchtingen. Laat Uw Hart vertederen. Koningin van mijn dromen bent U toch. Wie anders dan U heeft mijn hart zo getemd en toch zozeer doen ontvlammen. Wie anders dan U heeft het zo gedwee en toch zo rusteloos gemaakt. U hebt geleefd voor de vervulling van Gods verlangens en de verwezenlijking van Zijn Plan voor het Rijk van Christus op aarde. Hoe zou mijn hart, dat door U tot een afdruk van het Uwe is gemaakt, dan rust vinden vóór het Rijk van de Eeuwige Liefde de wereld heeft veroverd? Zie mijn ziel, die aan Uw hoede is toevertrouwd. Zie mijn hart, dat U ten huwelijk is gegeven. Zie mijn geest, die door U ononderbroken wordt gevoed met Hemelse woorden. Zie mijn lichaam, dat zelfs door U bewogen wordt. Alles heb ik aan Uw voeten neergelegd, alles is van U. Ik heb het U gegeven als de bruidsschat van het verbond dat U met mij hebt gesloten in de schaduw van het Kruis. Neem mijn kleinheid, het niets dat ik in Uw handen ben, het willoos instrument dat slechts leeft, spreekt en werkt tot Uw verheerlijking, want U zult niet rusten tot U aan mij hebt voltrokken wat God behaagt. Zoals U tot mij bent gekomen in de nacht, zo zal ik in U verdwijnen onder de stralen der Eeuwige Liefde, want U hebt mij geroepen voor het tijdloze waarin geen nacht meer bestaat". (Myriam, avondgebed, 18 juli 2004)

228. Verzuchting: "O Maria, ik wil U mijn Liefde bewijzen door voor U te lijden. Eén ding slechts vrees ik: de genade van het lijden niet waardig te zijn. Want hoezeer voel ik Uw Hart in het mijne overvloeien, hoezeer wordt mijn tempel vervuld van Uw Licht, hoe onblusbaar brandt mijn altaar na de uitstorting van Uw Liefde. Zalig het lijden dat wordt bekleed met de mantel van Uw eenwording met mij". (Myriam, avondgebed, 21 juli 2004)

229. Verzuchting: "O Moeder, maak van mij een dienares, bezield met het verlangen en het vermogen om de schulden van vroegere generaties aan God af te betalen". (Myriam, avondgebed, begin juli 2004)

230. Verzuchting: "O Moeder, hoe kan een parel schitteren indien hij niet door de zon bestraald wordt. Daarom smeek ik U, maak niet alleen mijn ziel tot Uw parel, doch laat haar onophoudelijk baden in Uw Licht, dat uit God Zelf straalt, opdat de zielen die U als bloemen langs mijn weg zaait, uit mij het Licht kunnen putten dat hun zaad tot rijping brengt. Nooit zal de zomer mijn hart verlaten zolang de geuren van Uw Hart in mij de verrukking baren die de bloemen der Liefde laten bloeien in de velden van mijn ziel. Nooit verlaten mij de klanken van Uw heilig gefluister, zoet als de zomerbries, want op Uw woord is in mijn hart het Verbond met het Kruis geschreven, dat de Bruiloft met Uw Hart heeft bezegeld voor de eeuwen der eeuwen". (Myriam, middaggebed 6 augustus 2004)

231. Verzuchting: "Oneindige Oceaan van de Goddelijke Wil, ontsluit toch Uw golven voor mij, opdat ik ondergedompeld moge worden in de Eeuwige Mysteries. O God van Licht, leid mij toch naar de zielen, opdat ik op Uw genade in hen Uw scheppende, verlossende en heiligende kracht tot ontplooiing moge brengen. Laat mij zien, want in Uw golven liggen de onuitputtelijke bronnen van de Eeuwige Wijsheid". (Myriam, namiddaggebed tijdens verenigingservaring met Maria, 14 augustus 2004)

232. Verzuchting: "O Maria, wondermooie Roos, gedenk mijn arme ziel in Uw gebeden, want alleen U en Jezus wil ik toebehoren". (Myriam, avondgebed, 26 augustus 2004)

233. Verzuchting: "O Zon van Goddelijk Licht waaruit de Waarheid straalt, verjaag de nevel van alle verblinding die mijn ziel bedreigt en Uw schoonheid voor mij zoekt te verbergen. Wie heeft U ooit gezien en is in de duisternis gebleven? Wie heeft U ooit gevoeld en heeft niet de verrukking der gelukzaligheid ervaren? Hebben Uw stralen mij niet voor eeuwig gekruisigd op het Bed van het Nieuw Verbond?" (Myriam, vóór H. Mis, 26 augustus 2004)

234. Verzuchting: "O Jezus, mag ik U opnemen in mijn hart. Ik wil Uw Wonden balsemen. Ik wil Uw Bloed kussen. Ik wil mijn hart in U laten verder kloppen, want het Uwe is door de wereld stukgeslagen, en mijn hart zal blijven slaan zolang het de Eeuwige Vader behaagt. Zo zal mijn leven naar zijn Bron terugkeren, want mijn hart, dat gevoed wordt uit de oceaan van de Goddelijke Wil, zal in U verder leven tot het einde der tijden". (Myriam, na H. Communie, avondmis 10 september 2004)

235. Verzuchting: "O mijn God, welke heerlijkheden hebt U in Uw Schepping voorzien. Welke Hoop straalt mij tegemoet uit Uw Eeuwigheid. O Bron van alle heiligheid, van alle vreugde en van de Hemelse Vrede, hoor hoe elke hartenklop U verheerlijkt. Zie de aanbidding die U toestroomt uit de glorievolle pracht van de ziel die zich onderdompelt in de oceaan van Uw heiligheid. Voel de streling van de eeuwigdurende zomer in het hart dat in Maria’s Hart is overgegaan zoals de kaars in de vlam. Ik heb U lief, mijn God, want al mijn tranen worden regenbogen, al mijn pijnen worden rozen, al mijn verzuchtingen worden lelies, want Zij wier voeten ik in de vurigste Liefde heb gekust, heeft mij bereid voor Uw Aanschijn". (Myriam, tijdens aanbidding, 24 september 2004)

236. Ter beschouwing: De relatie tussen Maria en Haar instrument is zoals een brandende kaars: het instrument is de kaars, Maria is het vuur. Het instrument draagt pas vrucht zodra het met Maria verenigd wordt: Het vuur steekt de kaars aan (de Liefde die Maria in het hart doet oplaaien tot dit letterlijk gaat branden), en in dit vuur verteert deze zichzelf verder en verder (de totale overgave van het hele leven aan Maria). Tijdens deze versmelting worden Licht en warmte aan de omgeving afgegeven. Wanneer de kaars verteerd is, gaat ook het vuur weg (althans binnen de zichtbare wereld), en het laatste wat zichtbaar is, is een rookpluim die ten Hemel opstijgt. Men zou kunnen zeggen dat de rookpluim de ziel is, die na de offerande van het stoffelijke, als laatste offergave aan God aangeboden wordt.

237. Verzuchting: "O Jezus, de wereld heeft U niet gewild. Daarom smeek ik U: Wil Uw intrek nemen in het huis van mijn hart en mijn ziel, er voor altijd leven en er Uw Werken voltooien. U zult er de warmte van de Liefde van mijn Hemelse Meesteres, Uw en mijn Moeder, vinden, en het Licht dat Zij er heeft aangestoken". (Myriam, na H. Communie, 28 oktober 2004)

238. Ter beschouwing: Naastenliefde betonen aan mensen wier gedrag U geen enkele aanleiding geeft tot enig negatief gevoel, is niet zo moeilijk, en geeft dan ook relatief weinig verdienste aan Uw ziel. Daarentegen is totale inzet voor een mens die U vaak of in hoge mate heeft teleurgesteld, niet vanzelfsprekend, en daarom zeer verdienstelijk. U zult dit niet zonder slag of stoot kunnen, dit vergt totale aanvaarding van de genade om die medemens te beschouwen als een arme misleide ziel die ongelukkig is omdat hij/zij zelf niet of onvoldoende de Ware Liefde in zich draagt. Het is dus in de diepste zin van het woord een hulpbehoevende ziel. Wanneer U waarlijk van dit besef doordrongen raakt, zal de naastenliefde in U naar de volmaaktheid neigen.

239. Verzuchting: "O Maria, mooi als de volle maan hebt U mijn hart betreden. Verloren als de donkere nacht in het maanlicht heb ik mij aan Uw voeten gevoeld, want de stralen van Uw heiligheid hebben mij ontvlamd en mijn tempel tot leven gewekt voor het offer van mijn Liefde aan Uw Hart, verzegeld Altaar van de Eeuwige Hogepriester. Zie, het Licht uit Uw ogen heeft mij God getoond. De klank van Uw stem heeft mij de Hemel ontsloten. Neem mij, want ik behoor U toe voor tijd en eeuwigheid". (Myriam, tijdens avondgebed, 16 november 2004)

240. Verzuchting: "O Jezus, zoals de broodvermenigvuldiging eindeloos kon doorgaan, zo smeek ik U dat nu de heiliging van alle zielen der wereld zich op Uw woord tot in het oneindige moge voltrekken. Ik geef U mijn nietigheid als het enige wat ik heb, in het brandend verlangen dat zij U moge dienen tot vergoeding voor alle Liefde die de mensheid U in alle tijden heeft ontzegd. Moge deze alomvattende akt van Liefde voor U zijn als het bloemtapijt van een nieuwe wereld die voor U een tweede Hemel zou zijn. Wil nu dit bloemtapijt betreden, o Jezus, en stort Uw Gelukzaligheid in alle harten". (Myriam, na H. Communie, 6 december 2004)

241. Ter beschouwing: De Onbevlekte Ontvangenis van Maria was de grote voorloper van de Verlossing: Maria ontving dit uniek voorrecht als een 'voorschot' op de grote Verlossing door het Kruisoffer van Jezus. In Maria’s ziel schitterde reeds de volheid van de stralen van Licht van het Kruis. Door de Onbevlekte Ontvangenis werd de Goddelijke Gerechtigheid reeds ten dele verzoend met de zondelast die de mensheid van God had losgescheurd. Het tweede luik van die verzoening kwam tot stand op het Kruis van Golgotha. Het derde luik moet de mensheid zelf in vervulling brengen door de versmelting van Gods Genade met de onophoudelijke zelfoverwinning van iedere ziel. Door de Onbevlekte Ontvangenis van Maria en het Kruisoffer van Jezus is de erfzonde niet langer een banvloek voor de zielen. (beschouwing tijdens gebed op 8 december 2004, vóór de H. Mis ter ere van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria)

242. Verzuchting: "Moge de ware Vrede van Christus alle harten veroveren en ze voor eeuwig gevangen houden". (Myriam, na Communie, 22 december 2004)

243. Verzuchting: "O Maria, Draagster van het Eeuwig Heil, leg het Licht van Christus in mij, opdat mijn weg ook in de nacht verlicht moge blijven". (Myriam, ochtendgebed, 24 december 2004)

244. Openbaring van Maria: "Wanneer je het slijk van wereldse invloeden op de bloem van je hart laat liggen, kleeft het eraan vast en kun je de stralen van de Heilige Geest niet meer ontvangen. Geef daarom alles onmiddellijk aan Mij". (Myriam, inspraak vóór zendingswoord H. Mis, 18 december 2004)

245. Verzuchting: "Eén ding slechts begeer ik, mijn Hemelse Moeder: zo zuiver te zijn als kristal opdat ik het waardiger zou zijn dat U in mij werkt, en zo heilig dat het U een genot is, in mij te leven". (Myriam, in avondgebed, 11 januari 2005)

246. Verzuchting: "O Moeder, door U wordt het kruis tot de grootste schat, want U kust mijn tranen tot ze parels van goud voor de zielen worden. Uw Tranen zijn mij tot bron van Leven geworden, want door de Bruiloft van onze harten zijn zij in mijn hart overgevloeid om er datgene wat stervende was, tot Hemelse vruchtbaarheid te wekken". (Myriam, in avondgebed, 2 februari 2005)

247. Verzuchting: "O Moeder, vervul mijn hart met Uzelf, opdat alle leegte uit mij verdreven worde. Vervul mij met Uw zuiverheid, opdat geen wereldse band nog invloed krijgt op mijn ziel". (Myriam, tijdens gebed in de wijde natuur, 18 februari 2005)

248. Verzuchting: "Kom, o eeuwige Zaaier, zaai in mij een bloem van onvergankelijke heiligheid, opdat ik God voor de eeuwigheid moge verheerlijken door de schoonheid van mijn ziel en de geur van al mijn daden en woorden". (Myriam, na H. Communie, 13 maart 2005)

249. Verzuchting: "O Maria, kneed mij met Uw allerheiligste handen naar Uw beeld, opdat in mij de Eeuwige Lente moge heersen. Mogen de bloemen van Uw vlekkeloze heiligheid hun zaad overvloedig in mijn hart strooien, opdat de tuinen van mijn ziel Gods verlangen mogen wekken om in mij te leven tot in de Eeuwigheid, omdat hun aanblik Hem herinnert aan de Hof der Hemelse Vreugden. Reeds hebben de stralen van Uw Heerlijkheid mijn akker in verrukking gebracht. Reeds is hij gedrenkt in de uitstortingen der genaden die Uw roep over hem heeft gebracht. Hoe onverzadigbaar is toch zijn honger naar het zaad dat Eeuwig Leven geeft". (Myriam, vóór H. Mis, 9 april 2005)

250. Verzuchting: "O Moeder Maria, hoe kan ik U totaler bezitten dan door mijzelf volmaakt te openen om U in mij op te nemen. Tussen onze harten stroomt niets dan heilige Liefde, die de krachtbron is van de hele Schepping en het diepe wezen van de Goddelijke Wil. In deze heilige stroom die de ware geneeskracht van God Zelf in zich draagt, dompel ik nu alle mensen die U mij toevertrouwt, opdat zij genezen en bevrijd worden van alle wonden uit hun verleden en van alle doornen in hun ziel. Kom nu, mijn Hemelse Geliefde, stort Uzelf in mij uit, ontledig Uw allerheiligste Wezen in mij, Uw dienares, en verteer mij". (Myriam, vóór H. Mis, 25 mei 2005)

251. Ter beschouwing: Het is opmerkelijk hoezeer de volmaakte Liefde van Maria het hart verteert zodra dit hart Haar totaal in bezit is gegeven. Wat Maria in Haar dienaren zoekt te bereiken, is de totale overgave aan Haar, zodat Zij hen kan kneden naar Haar eigen inzichten en volgens het model van Haarzelf. Hoe zoet is die totale overgave, die aanvoelt alsof het hart opgezogen wordt in een wervelwind van Hemels parfum, die het hele wezen uitzuivert en niets achterlaat dan een alles verterend verlangen naar volmaakte en eeuwigdurende eenheid met Maria.

252. Ter beschouwing: Wie zich totaal en zonder enige terughoudendheid overgeeft aan Maria, ervaart de Liefde in een oneindig ruimere dimensie dan vóór zijn totale toewijding. Dat komt omdat Maria slechts ongeremd in een hart kan werken dat zich helemaal aan Haar heeft weggegeven, en Zij dan als eerste handeling het zaad van de Ware Liefde in dat hart zaait om het klaar te maken voor zijn ware roeping binnen Gods Plan. Maria kan slechts werken doorheen een hart dat in staat is om de Ware Liefde te laten stromen.

253. Verzuchting: "O Maria, Wonder van Hemelse schoonheid, zaai toch het Licht van Uw heiligheid als sterren in mijn nacht, opdat ik de weg uit mijn duisternis moge vinden. Welke zegen is toch mijn kleinheid, die mij machteloos overlevert aan Uw Hart om daar te worden ontvlamd tot een Vuur dat zelfs de engelen verrukt, want zonder de tekenen van Uw Liefde gaat voor mij geen zon meer op, zonder het zaad van Uw deugden kent mijn ziel geen lente meer, zonder Uw hartenklop in mij is er voor mij geen Leven meer. O verrukkelijke Schoonheid uit het Rijk der Eeuwige Gelukzaligheid, welke andere Liefde dan de Ware Liefde van God spoort U aan om één te worden met mijn ziel, die niet waardig is om een tapijt voor Uw voeten te zijn?" (Myriam, vóór H. Mis, 2 juli 2005)

254. Verzuchting: "O Maria, zelfs na een leven van genade is elke nieuwe dageraad een wonder, wanneer zijn stralen zich vermengen met het innerlijk Licht van de ziel wanneer het Vuur van Gods Geest de ogen bezielt van hem die de dageraad aanschouwt. Gelukzalig de ziel die dit Goddelijk Mysterie begrijpt als het wonder van de zichzelf eindeloos vermenigvuldigende Schepping. Waar het Licht het Licht omhelst, is God waarlijk voelbaar als oorsprong en bestemming van alles". (Myriam, in avondgebed, 9 juli 2005)

255. Verzuchting: "O Maria, neem mij mee op de golven van Uw heiligheid naar de kern van Uw Hart, want daar zal ik God vinden". (Myriam, tijdens avondgebed, 5 juli 2005)

256. Verzuchting: "Jezus, ik kom tot U als zaad dat verlangt, door U veranderd te worden in een bloem. Bestraal mij daarom met de zon van Uw Heerlijkheid". (Myriam, onmiddellijk vóór de H. Communie, 5 augustus 2005)

257. Oproep: Het komt erop aan, tijdens Uw ene leven op aarde te betrachten, zoveel mogelijk lijden, lasten en vermoeidheden te mogen dragen, en voortdurend te bidden om deze in de diepste nederigheid, de grootste aanvaarding en de vurigste Liefde te kunnen dragen, want wanneer Uw ziel bij haar oordeel, na de dood van het lichaam, de volheid van Gods Waarheid zal aanschouwen, zal zij verteerd worden in het Vuur van de smart over elke tekortkoming in de bereidheid en het verlangen dat zij tijdens het leven op aarde ten aanzien van het lijden heeft gekoesterd (uit een private spirituele onderrichting, opgetekend tijdens beschouwend avondgebed, 12 augustus 2005).

258. Verzuchting: "O Jezus, wil het Boek van Uzelf ontsluiten in mijn hart, opdat ik moge zien en begrijpen welke geschenken U mij geeft". (Myriam, bij de H. Communie, 7 augustus 2005)

259. Verzuchting: "O Maria, lijden met en voor de medemens is een liefdesverklaring aan het Kruis van de Eeuwige Liefde". (Myriam, 22 september 2005)

260. Verzuchting: "O Maria, mijn Hemelse Geliefde, schenk mij toch de genade van de volmaakte Liefde, opdat al mijn handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, bestrevingen en verlangens elke dag van mijn leven uitsluitend op U gericht zouden zijn, want ik behoor U totaal en onverdeeld toe. Moge het heilig Vuur dat door Uw Hemelse schoonheid, Uw zachte stem en de oneindige macht van Uw Liefde in mij is ontstoken, mijn hart zuiveren tot het laatste spoor van de wereld in mij is verteerd. Welke ziel kan ooit deze koorts begrijpen dan deze welke onder de betovering van Uw Hart de kruik van haar werelds bestaan aan Uw voeten heeft gebroken?" (Myriam, tijdens stil gebed, 1 november 2005)

261. Verzuchting: "Lieve Jezus, ik smeek U, aanvaard de adem van mijn Liefde, opdat U niet zou stikken onder de zondelast van de wereld". (Myriam, tijdens gebed, 2 december 2005)

262. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, sta niet toe dat ik vandaag woorden zou spreken die niet uit Uw Hart afkomstig zijn, of daden zou stellen die niet door Uw handen gezegend zijn". (Myriam, tijdens ochtendgebed, 2 januari 2006)

263. Verzuchting: "O Jezus, laat Uw liefdeszang in mijn hart weerklinken, opdat de geluiden der wereld in mij verstommen". (Myriam, bij H. Communie, 15 januari 2006)

264. Verzuchting: "Kom binnen, o Jezus, uit de regen en de stormen der wereld, in de schuilplaats van de armzalige grot van mijn hart, opdat ik wedergeboren moge worden". (Myriam, bij H. Communie, 11 maart 2006)

265. Verzuchting: "De Ware Vrede stroomt uit de Bron van Gods Hart. Zij is de vrucht van de totale overvloeiing in de Wil van God, de kracht die alles geschapen heeft en die alles in de volmaaktheid regelt. Ware Vrede van hart is slechts mogelijk voor de ziel die leeft in totale overgave, en die haar eigen hartstochten begraaft in de macht die in staat is om haar hele leven te sturen op de weg die uitmondt in de Eeuwige Gelukzaligheid". (openbaring van Maria, na H. Communie, 1 april 2006)

266. Verzuchting: "Maria, mijn hoogverheven Meesteres, wil nu de weg vrijmaken voor de intrede van de Godheid in mijn hart". (Myriam, na H. Communie, 6 april 2006)

267. Verzuchting: "Mijn Meesteres, geen andere behoefte of verlangen heb ik dan deze, Uw welbehagen te bevredigen. Aanvaard het Vuur van mijn Liefde tot U als teken voor Mijn overgave. Ik smeek U om de kracht en het verlangen om U steeds te gehoorzamen".

268. Verzuchting: "Dank U, mijn Meesteres, voor alle beproevingen, want de kruisen die ik draag, zijn gezegend en gewassen in Uw eigen Tranen". (Myriam, bij het begin van de ochtendtoewijding aan Maria, 5 mei 2006)

269. Verzuchting: "Hart van Jezus, stort Uzelf uit over de mensheid, opdat zij klaar moge zijn voor de vernieuwende werking van de Heilige Geest". (Myriam, na H. Communie, 1 juni 2006)

270. Verzuchting: "O Jezus, Licht der wereld, Licht dat in de duisternis schijnt, bevrijd mijn hart van alle duisternis van de wereld". (Myriam, bij H. Communie, 2 juni 2006)

271. Verzuchting: "O Jezus, moge deze kracht mij waarlijk boven de wereld verheffen, en moge zij de ogen van mijn ziel openen voor het Goddelijke in al het geschapene, opdat ik in alles slechts Gods schoonheid moge vinden". (Myriam, bij H. Communie, 4 juli 2006)

272. Verzuchting: "O Jezus, moge het zaad van de Boom des Levens mijn hart en ziel herscheppen in een Hemelse bloementuin". (Myriam, bij H. Communie, 7 juli 2006)

273. Verzuchting: "Mijn lieve Moeder en allermachtigste Meesteres, wil mij kneden tot Uw spiegelbeeld, opdat mijn grootste akt van Liefde tot U deze moge zijn, dat ik door mijn heiligheid Uw macht over mij moge verheerlijken voor Gods Aanschijn". (Myriam, tijdens stille beschouwing, 29 oktober 2006)

274. Verzuchting: "O Jezus, Licht der wereld, laat toch Uw Licht stralen in de donkerste kelders van de zielen. Sommige kelders zijn onbereikbaar voor het zonlicht, maar de zon is een geschapen lichtbron, U bent God Zelf, Uw Licht kan elke kelder bereiken zonder enige beperking vanwege de wetten der natuur. Ik smeek U hierom in naam van hen die deze gunst niet voor zichzelf afsmeken. Zijn de zielen niet aan elkaar gegeven opdat ook de één zou kunnen afsmeken voor de ander wat deze laatste voor zichzelf verzuimt te vragen? Is niet de naastenliefde de grendel die gesloten kelders kan openbreken? Straal in hen, o Goddelijk Licht, opdat ook zij de schoonheid der Genade leren kennen". (Myriam, spontaan gebed na de H. Communie, 30 oktober 2006)

275. Verzuchting: "Mijn hoogverheven Meesteres, in mij prijst, verheerlijkt en dankt de hele mensheid U. In U schittert de volmaaktheid van de Schepping, en wordt de Verlossing bekroond door de hoogste heiligheid. In U heeft God Zijn grootste Mysterie belichaamd: het Mysterie van de diepe bedoeling en de eindbestemming van Zijn Werken, want de ziel die U aanschouwt, ziet de absolute volmaaktheid zoals de Allerhoogste deze heeft bedoeld. Geen schoonheid heeft God gemaakt, of zij zit in U vervat en heeft in U haar absolute voltooiing bereikt. O verrukkelijke Schoonheid, aan welke heilige bron kan ik mijn hele wezen onderdompelen alvorens het aan Uw voeten neer te werpen zonder U te beledigen? Welk water kan mij reinigen, indien niet het water uit Uw ogen die wenen over de zonde en haar gevolgen? Hoe kan de slavin haar Meesteres waarlijk voldoening schenken indien deze niet eerst de genade heeft ontvangen, door Haar volmaakte handen te zijn aangeraakt en door Haar mond te worden beademd over de diepste vezels van haar ziel? Waar heb ik het verdiend, te leven aan voeten van een dergelijke schoonheid en macht, tenzij als onderpand voor de vervolmaking van mijn Liefde voor Gods Heerlijkheid, die in U een voor mijn ziel zichtbare gestalte heeft aangenomen?" (Myriam, tijdens beschouwend ochtendgebed, 18 november 2006)

276. Oproep: Totale toewijding aan Maria, is alles voor Maria doen. Wanneer zich een situatie aandient waarin U een medemens een dienst kunt bewijzen, stel U dan voor dat U het voor Maria persoonlijk doet, en U zult gestimuleerd worden om het te doen in zelfverloochening en met Vuur, zelfs al zou U gehinderd worden door vermoeidheid of door enige andere oorzaak.
Stel U voor dat Maria Zelf het U vraagt. Zo leidt Maria Haar trouwe dienaren naar de deugd in alle omstandigheden, en van daar uit naar de ware heiligheid. Zij legt in hen de onvoorwaardelijke Liefde tot Haar en tot Jezus, zodat zij in alle omstandigheden zeggen "ik doe dit voor U, o Maria/Jezus, uit Liefde".
Het is dus de Liefde, de grootste der deugden en essentie van het Goddelijk Leven, die de brug wordt waarover de ziel over de kolkende rivier der ondeugden naar de oever van de heiligheid reist. Via dezelfde weg kan de ziel letterlijk al haar zwakheden overwinnen, alles wat een ziel doorgaans moeilijk valt: zij leert zichzelf en haar eigen behoeften te verloochenen, zij leert mensen vergeven, kortom zij groeit boven zichzelf uit, telkens door één 'toverspreuk': "Ik doe dit voor U, o Maria/Jezus, uit Liefde".
Telkens de ziel zich geneigd voelt om iets niet te doen omdat het haar moeite kost, spreekt zij met Vuur deze toverspreuk uit, en omdat zij nu het gevoel krijgt dat het nu Maria Zelf is die het haar diep in het hart vraagt, en zij dus aan die innerlijke stem wil gehoorzamen uit Liefde voor Maria persoonlijk, doet zij het toch: zij heeft de brug van de Liefde gevonden om boven zichzelf uit te stijgen. De ziel wordt 'betoverd' en 'op magische wijze' in zeer korte tijd omgevormd tot grondstof voor de ware heiliging.

277. Verzuchting: "O Jezus, moge Uw intrede in mij geen kortstondig bezoek zijn, doch het begin van een eeuwigdurende eenheid met U in hart en ziel". (Myriam, tijdens de H. Communie, 3 januari 2007)

278. Verzuchting: "O Hemelse Meesteres, wil de grond van mijn ziel met Uw eigen handen bewerken, opdat hij Uw geur in zich zou dragen en niets dan heilige vruchten zou voortbrengen". (Myriam, tijdens ochtendtoewijding aan Maria, 22 januari 2007)

279. Verzuchting: "O tedere Moeder, zie de nevel die mijn ware 'ik' voor mij versluiert. Deze nevel is ontstaan uit de omhelzing tussen het Vuur in mijn hart en mijn ongeweende tranen. Daarom smeek ik U, moge de zon van Uw brandende Liefde de nevelen in mijn hart verteren". (Myriam, tijdens de H. Communie, 9 februari 2007)

280. Verzuchting: "Kom nu, o Licht der wereld, en wil in mij de Bruiloft sluiten met Uw en mijn Moeder, mijn Meesteres, opdat mijn hart gereinigd moge worden en vruchten van heiligheid moge baren". (Myriam, tijdens de H. Communie, 20 februari 2007)

281. Verzuchting: "Kom, o Jezus, houd nu Uw blijde intocht in het Jeruzalem van mijn ziel, en breng in mijn hart de palmen van de Ware Vrede en van de overwinning op mijzelf tot leven". (Myriam, tijdens de H. Communie, Palmzondag 1 april 2007)

282. Verzuchting: "O Jezus, mag ik Uw gekruisigd Lichaam in mij opnemen, want het draagt in zich de volle uitstorting van Gods Barmhartigheid". (Myriam, na de H. Communie, Pasen, 8 april 2007)

283. TOEWIJDING door MARIA, in Haar Hart tot God gericht in Haar laatste levensuur (zoals geopenbaard aan Myriam in mei 2007)
"Eeuwige God – Mijn Vader, Mijn welbeminde Jezus, en Heilige Geest die Mijn ja-woord hebt bekroond, in Uw handen beveel Ik Mijn hele leven, alles wat Ik op aarde heb mogen doen en lijden, en het vele dat Ik in Mijn nietigheid nooit heb kunnen doen maar steeds zo vurig heb verlangd te doen. Ik dank U voor Uw onmetelijke goedheid en Liefde, die Mij heeft vergund om doornen te omhelzen die de wereld rozen zullen bereiden van deze welke Jezus aan het Kruis heeft afgekocht. Ik dank U voor de voorrechten die Ik heb genoten om Uw onmetelijke grootheid te dienen met de beproevingen van Mijn leven. Moge Mijn geest verder leven in hen aan wie Ik Mijn leven heb gewijd. Nu Ik op het punt sta om terug te keren naar de Hemelse Rozentuinen, vraag Ik U om één laatste voorrecht: dat Ik voor altijd verder moge leven in zielen in wie Ik de kiem zal mogen leggen van een Verbond zoals Ik er met U één heb mogen voltooien. Moge het Werk van Onze Zoon op aarde nooit verloren gaan...".

284. Verzuchting: "O mijn Hemelse Meesteres, maak mij tot een bruikbare steen in de fundering van de tempel van Gods Rijk op aarde". (Myriam, tijdens H. Communie, 26 juni 2007)

285. Verzuchting: "Mijn geliefde, hoogverheven Meesteres, machtige Meesteres van alle zielen, aan Uw voeten belijd ik dat ik Uw slavin wil zijn en blijven, totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig, om U en U alleen te dienen, in alle omstandigheden, elk ogenblik van de dag en de nacht, en elke oproep van U in mijn hart te gehoorzamen, tot verheerlijking van U, tot meerdere eer en glorie van de Drie-Ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, en tot Heil van de zielen. In dit verlangen en in deze hoedanigheid wil ik leven en sterven". (Myriam, tijdens de nacht van 7 mei 2006, geknield aan de voeten van Maria)

286. Verzuchting: "O Maria, laat in mij de dubbele bron ontspringen die al mijn handelingen en al mijn woorden zal bevloeien met de wezenskenmerken van mijn Schepper: de rechtvaardigheid en de Barmhartigheid, opdat ik waarlijk moge worden tot Zijn beeld en gelijkenis". (Myriam, bij de H. Communie, 20 juli 2007)

287. Verzuchting: "O Maria, enige Liefde van mijn hart, tot niets anders dient deze tempel dan tot Uw verheerlijking, tot hij steen na steen aan Uw voeten uit elkaar zal zijn gevallen". (Myriam, tijdens boetedoening voor Maria, Meesteres van alle zielen, als verwijzing naar zelfverloochening van het lichaam dat lijdt, op 25 juli 2007)

288. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, wil Uzelf totaal in mijn hart uitstorten en het daarna verzegelen, opdat nooit meer iets anders in mij zou leven dan U". (Myriam, tijdens stil avondgebed, 4 augustus 2007)

289. Verzuchting: "O Jezus, wil mij reinigen van de bedroevende nalatenschap van de erfzonde, opdat de totale gave van Uzelf aan mijn ziel mij moge maken tot een stralend Licht". (Myriam, bij de H. Communie, 4 september 2007)

290. Verzuchting: "O Maria, volle Maan boven mijn tempel, Licht van mijn Hoop in de nacht van mijn gemoed. Geruisloos als de zomerbries hebt U mijn ziel betreden om haar het Leven te brengen dat ontspringt in de eeuwig stromende bronnen van Gods Liefde. Hoe zou ik U niet liefhebben met een Liefde als uit duizend harten, U die mijn onrust hebt verlamd met de kussen van Gods Geest. Leef voor altijd in mij, want ik wil mijn hart en geest, mijn lichaam en mijn wil in U begraven, opdat Uw ziel mijn enige bezit moge zijn wanneer ik verschijn bij Gods Troon". (Myriam, in diepe contemplatie van Maria’s Wezen, avond van 20 september 2007)

291. Verzuchting: "Avondzon uit Gods Hart, verwarm mijn hart met de stralen van de Ware Liefde, die volmaakte rust en Vrede schenkt. Moge Maria, de Koningin van de nacht, mijn ziel toedekken met de sluier van de totale overgave. Moge de bloem van mijn geest zich nu sluiten onder de zachte streling van Haar geborgenheid". (Myriam, tijdens avondmeditatie, 11 oktober 2007)

292. Verzuchting: "Maria, machtige Meesteres van mijn levensweg, ik smeek U dat elke regendruppel die valt, door de toevoeging van Uw oneindige Liefde omgevormd moge worden tot een kogel van Hemels Liefdesvuur, die alle zielen ontvlamt en die de hel verschroeit tot in haar grondvesten". (Myriam, tijdens ochtendtoewijding, 29 oktober 2007, als spontane toewijding van regenweer – voorbeeld voor toewijding van details uit het dagelijks leven)

293. Verzuchting: "O Maria, mijn machtige Meesteres, wil vandaag de volheid van Uw herscheppende macht in mij ontplooien om in mij alles te veranderen volgens Uw Wil en Uw inzichten, opdat elk spoor van duisternis uit mij verwijderd moge worden en ik een spiegel van Uw eigen Wezen moge zijn. Moge aldus Uw leven in mij voortzetting vinden, opdat het nooit moge eindigen, zelfs niet in mensenvlees". (Myriam, tijdens ochtendtoewijding, 4 november 2007)

294. Verzuchting: "O Maria, machtige Meesteres van mijn hele wezen, ik geef U het offer van mijzelf en van al mijn lasten. Ik geef U alle invloeden die op mij afkomen, opdat U deze zou heiligen voor zover zij in overeenstemming zijn met Uw Wil, en hen zou ontkrachten voor zover zij niet in overeenstemming zijn met Uw Wil". (Myriam, tijdens ochtendtoewijding, 6 november 2007)

295. Verzuchting: "Liefde van Christus, alles doordringend Vuur, verbrand mijn vrije wil, opdat ik in alles één moge zijn met Gods beschikkingen". (Myriam, tijdens H. Communie, 19 november 2007)

296. Verzuchting: "O Jezus, wil Uw Goddelijke Vrede in mijn ziel planten als een onverwelkbare bloem, opdat mijn ziel de Hemel in zich moge dragen, alle verdere dagen van mijn leven". (Myriam, tijdens H. Communie, 29 november 2007)

297. Verzuchting: "O Jezus Christus, laat toch Uw Goddelijke Naam weerklinken over de wateren van mijn ziel, opdat de stormwinden van mijn geest mogen luwen en de golven van mijn gemoed mogen rusten". (Myriam, tijdens H. Communie, 3 januari 2008)

298. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, de offerande van mijzelf aan U is niets méér dan de penning van de arme weduwe: niets, in vergelijking met de rijkdommen die de Offerkist van Uw Hart bevat. Zij is echter ook alles waarvan ik moet leven: mijn hele wezen, mijn hele levensweg, en alle Liefde die Uzelf in mij hebt gezaaid. Zodra ik mijzelf in het Tabernakel van Uw Hart heb ontledigd, ligt mijn leven totaal in Uw handen. O zalige verwachting, te weten dat mijn lot uitsluitend in Uw macht is". (Myriam, tijdens avondbeschouwing, 22 november 2007)

299. Verzuchting: "O Maria, mijn Hemelse Moeder en Meesteres, ik smeek U: wil de grot van mijn ziel niet voorbijgaan in de kerstnacht, doch het Licht der wereld in mij baren, opdat mijn duisternis voorgoed moge wijken". (Myriam, bij H. Communie, 24 december 2007)

300. Verzuchting: "O Moeder, wil in ons de Jordaan van de wedergeboorte in God laten ontspringen als een bron van Goddelijk Vuur, opdat wij volkomen geopend mogen worden voor het ware Leven in Christus. Mogen wij herboren worden tot getuigen van het Vuur van de Heilige Geest in de diepten van ons wezen". (Myriam, in ochtendtoewijding, 13 januari 2008 – feestdag Doopsel van Jezus in de Jordaan)

301. Verzuchting: "O Hemelse Moeder en Meesteres, moge mijn Liefde zo volkomen worden dat de Liefde die stroomt tussen U en mij, een volmaakte kringloop vormt. Wil mij daartoe het vermogen schenken om het Vuur van Uw Liefde te benaderen in de brand die mijn eigen hart verteert". (Myriam, in avondgebed, 20 januari 2008)

302. Verzuchting: "O mijn Hemelse Meesteres, wil mij de kracht schenken om al mijn zwakheden te overwinnen. Wil mij volkomen één laten blijven met de gesteldheden van Uw eigen Hart, opdat het boek van mijn menselijke verleidbaarheden voorgoed gesloten moge worden en ik het kan verbranden in het Vuur van Uw volmaakte Liefde". (Myriam, spontane aanroeping tijdens toewijding, 2 februari 2008)

303. Verzuchting: "O Maria, mijn zo machtige Hemelse Meesteres en Koningin, ik kom mijn hele wezen vóór U uitspreiden als een tapijt voor Uw voeten, tot verheerlijking van Uw Glorie, Uw verhevenheid, Uw macht, Uw grootheid en Uw heiligheid. Wil mijn ziel maken tot een tapijt van bloemen aan Uw voeten, tot vergoeding en dankbaarheid voor het zaad dat U elke dag toevertrouwt aan de voedingsbodem van mijn hele wezen. O machtige Meesteres, wil mij toch laten delen in de gesteldheid der engelen, die zijn als ontelbare bloemen in de weide van Gods Eeuwig Paradijs". (Myriam, spontane aanroeping tijdens beschouwend ochtendgebed, 13 februari 2008)

304. Verzuchting: "O mijn God, ik heb U zo lief, en ik bemin U in Uw hele Schepping. Moge Uw Voorzienigheid mij de gelegenheid schenken, voor vele mensenzielen en voor vele dieren een positief verschil te maken, opdat zij door mij Uw Liefde mogen ervaren". (Myriam, tijdens beschouwend avondgebed, 9 februari 2008)

305. Verzuchting: "Mijn Jezus, wil nu waarlijk plaats nemen in de boot van mijn hart, nu ik moet uitvaren op het meer van de beproeving, opdat U elke storm zou bedaren en mijn boot veilig naar de overkant zou leiden, waar ik het vruchtbaar land van de verdiensten der beproevingen zal betreden. Open mij de ogen, opdat ik moge zien dat het water van het meer zijn oorsprong vindt in de oceaan van Maria’s Hart, die mij steeds heeft gedragen, want de ware vijand is niet het meer, doch de rukwinden van mijn eigen gemoed". (Myriam, tijdens beschouwing na de H. Communie, 21 februari 2008)

306. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, alle zielen die Uw roepstem hebben gevolgd, vormen stenen in de fundering van het paleis dat Gods Rijk op aarde zal zijn. Ik smeek U om kracht en bezieling voor al deze stenen, opdat het paleis gebouwd moge worden op een zo stevige fundering dat het onverwoestbaar is voor alle stormen der duisternis". (Myriam, tijdens beschouwing in ochtendtoewijding, 27 februari 2008)

307. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, moge Gods Barmhartigheid verhoeden dat ik ooit méér mijzelf zou toebehoren dan ik U toebehoor. Moge Zijn Wijsheid verhoeden dat ik ook slechts één uur de landschappen van mijn eigen ziel zou verkennen zonder U in mijn hart, want zonder Uw ogen ben ik blind, zonder Uw Liefde kan ik niet zien wat werkelijk is, zonder Uw hartenklop in mij kan ik niet leven. In mijn zielenbodem wacht het zaad op de zon van Uw omarmingen. Heilig en rein is het, want God heeft het in mij uitgestrooid. Kan het echter zijn bloesems tonen vóór de lente van Uw Liefde mijn akker totaal beheerst? Vruchten en honing zullen uit de bloesems geboren worden, zodra Uw Hart het mijne restloos heeft verteerd". (Myriam, tijdens beschouwend ochtendgebed, 4 maart 2008)

308. Ter beschouwing: Het is belangrijk, zich steeds voor ogen te houden dat de levensweg van elke ziel op aarde een weg is van strijd tegen de duisternis die op talloze wijzen in de ziel tracht wortel te schieten. Maria is het groot voorbeeld van totale overwinning op al deze invloeden. Een nauwgezet beleefde totale toewijding aan Haar, kan in de ziel de overwinning op de duisternis helpen herhalen die Maria Zelf heeft behaald.

309. Verzuchting: "Lieve Moeder van Smarten, wil mij en alle zielen heiligen en in U opnemen, opdat Jezus, wanneer Hij U morgen ontmoet op Zijn weg naar Calvarie, in U alle lichtjes moge zien die Hem zullen bemoedigen tot de ontsluiting van de Schatkamer der volmaakte Liefde". (Myriam, tijdens beschouwend ochtendgebed, Witte Donderdag 20 maart 2008)

310. Verzuchting: "O Maria, laat toch in mijn hart het Licht van Uw ziel stralen, opdat ik Jezus niet in duisternis moge ontvangen". (Myriam, tijdens H. Communie, 26 maart 2008)

311. Verzuchting: "O mijn Jezus, breng toch in mij het zaad van Uw volkomen Vrede tot bloei, opdat ik de volmaakte heiligheid als mijn enige streefdoel in mijn ziel tot voltooiing moge brengen". (Myriam, tijdens H. Communie, 27 maart 2008)

312. Verzuchting: "O mijn Jezus, dompel mij onder in de oceaan van de Waarheid, opdat elk spoor van duisternis in mij moge verdrinken". (Myriam, tijdens H. Communie, 7 april 2008)

313. Verzuchting: "O Jezus, open de kerker van mijn ziel, opdat zij het ware Licht moge zien. Laat de stralen van de Heilige Geest alle uithoeken van mijn hart beschijnen. Laat mij herleven in de hoop op mijn geboorte voor het ware Goddelijk Leven". (Myriam, bij de H. Communie, 8 april 2008)

314. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, verleen mij de gunst dat Uw Hart het Wetboek van mijn leven zou zijn, opdat ik moge leven vanuit Uw Liefde, Uw zuiverheid, Uw Geloof en Uw volmaakte heiligheid, want slechts als spiegel van U kan ik het Licht weerkaatsen dat de satan op mijn wegen zal verblinden". (Myriam, tijdens beschouwend ochtendgebed, 9 april 2008)

315. Verzuchting: "Mijn Jezus, wanneer U in mijn bootje stapt, luwt de storm op het meer van mijn hart en kan ik opnieuw voor U vissen in rustige wateren. Geef mij daarom het Brood dat uit de Hemel is neergedaald, opdat mijn bootje bestand moge zijn tegen alle stormen". (Myriam, bij de H. Communie, 9 april 2008)

316. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, moge mijn verlangen naar U de bron van voedsel zijn voor de werken van mijn ziel. Moge mijn betrachting om de reis naar de kern van Uw Hart te voltooien, mij steeds verder boven mijzelf laten uitstijgen". (Myriam, tijdens beschouwend avondgebed, 11 april 2008)

317. Verzuchting: "O Maria, allermachtigste Bruid van de Heilige Geest, moge Gods Geest de talloze elementen van het ware Goddelijk Leven in de zielen storten, opdat zij voortaan mogen leven vanuit de gesteldheden waarvan Uw Hart zo totaal is vervuld. Mogen zij hierdoor genezen worden van alle werelds denken en voelen, en de totale bevrijding ervaren van de ziel die heeft begrepen dat Gods werkelijkheid oneindig omvattender is dan datgene wat de zintuigen om zich heen waarnemen en dan de schijnwerkelijkheid die de menselijke geest voor zichzelf bouwt als gevangenis voor zijn hart". (Myriam, in beschouwend ochtendgebed, Pinksteren 11 mei 2008)

318. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, glorierijke Bloem uit Gods Hart, zaai Uzelf uit in de bodem van mijn ziel, opdat mijn hele wezen moge bloeien als het kind van Uw vruchtbaarheid". (Myriam, in ochtendgebed, 27 april 2008)

319. Verzuchting: "O Maria, machtige Hemelse Meesteres, mag ik alle mensenzielen van alle tijden in mijn hart trekken, opdat zij allen zonder uitzondering vóór Uw voeten geknield mogen liggen tot goedmaking van alle verzuim aan diepe verering voor U, Meesterwerk van God. Moge deze alomvattende akt van onderwerping jegens U, die ik U breng in naam van alle zielen, Gods Barmhartigheid opwekken tot de uitstorting van de genade voor vele zielen om zich van alle zonde en duisternis af te wenden". (Myriam, spontane smeking tot Maria, diep geknield tijdens ochtendgebed, 14 mei 2008)

320. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, bekom mij Hemelse ogen, opdat ik langsheen mijn levensweg de akkers moge herkennen, die Hemelse Schatten in zich dragen, en ik deze met vastberadenheid moge kopen met de opbrengst van mijn totale verloochening van mijzelf en van de wereld in mij". (Myriam, na de H. Eucharistie, 27 juli 2008)

321. Verzuchting: "O Maria, ik geef U mijn wil. Eén ding slechts verlang ik zelf nog: een leven te leiden in volmaakte heiligheid en volhardende, vurige Liefde tot U en tot de hele Schepping". (Myriam, augustus 2008)

322. Verzuchting: "O Maria, Medeverlosseres van de mensheid, moge de onovertroffen macht van Uw Voorspraak voor mij de oneindige verdiensten van het Lijden van Christus ontsluiten, opdat het H. Sacrament van Zijn Lichaam en Bloed mijn ziel moge brengen tot de volheid van de Verlossing en de heiligheid". (Myriam, bij de H. Communie, augustus 2008)

323. Verzuchting: "O Moeder, wat vermag de duisternis tegen het Licht? Heeft ooit een winter verhinderd dat de nieuwe lente kwam? Is ooit een nacht niet overwonnen door het licht van de dageraad? Heeft ooit een bloem niet gebloeid wanneer Gods Tijd daartoe was aangebroken? U bent mijn Lente, mijn Dageraad en mijn Bloem. Warmte, Licht en Leven hebt U in mij gewekt. Moge ik, dankzij U, warmte, Licht en Leven voor vele harten zijn". (Myriam, 8 augustus 2008)

324. Verzuchting: "Kom, o Jezus, kom voltooien wat de Eeuwige Vader in elke ziel begonnen is. Bij onze schepping heeft Hij ons de fundering van een heilige ziel gegeven. Door elke toegeving aan de invloeden der wereld in ons, hebben wij deze fundering steen na steen afgebroken. Wil ons heilige stenen schenken, opdat wij onder het toezicht van Maria de Heilige Geest in staat mogen stellen, onze zielentempels opnieuw op te bouwen tot de Bouwwerken die de Vader had voorzien". (Myriam, bij de H. Communie, 20 november 2008)

325. Verzuchting: "Mijn Jezus, ik smeek U om Uw Goddelijke zegen over mijn ziekte, opdat zij zielen gezond moge maken voor de grondvesting van Gods Rijk in hen". (Myriam, bij H. Communie tijdens ziekte, 29 januari 2009)

326. Ter beschouwing: Ons lichaam wordt niet verzadigd doordat wij een afbeelding van voedsel bekijken. Iets gelijkaardigs geldt voor de ziel: De ziel leeft van de beleving van de Ware Liefde. Zij kan niet verzadigd worden door zich slechts de kennis van de vele onderrichtingen van onze Hemelse Koningin eigen te maken, doch louter en alleen door elke inspanning om de Liefde daadwerkelijk te beleven, zodat zij in het hart alles kan wegbranden wat daar aan ballast aanwezig is: oude opvattingen en herinneringen die verlammen en onwerkzaam maken. Telkens de ziel een wereldse benadering van een situatie voorrang geeft op de toepassing van de Ware Liefde, begint zij te verhongeren en verhindert zij zichzelf om gelukkig te worden. Wacht niet om de oude spoken van wereldse opvattingen te verjagen tot zij Uw hele ziel ongeneeslijk hebben verziekt. Beroof hen van hun voedsel, door de Liefde te beleven in elk detail van het dagelijks leven. Slechts de beleving van de Ware Liefde maakt gelukkig, bevrijdt, schenkt de Ware Vrede, en grondvest de Hemel in Uw hart nog tijdens Uw leven op aarde. Wees niet langer Uw eigen grootste vijand. De uiterste beleving van de Ware Liefde is het zaad van de wedergeboorte voor een totaal nieuwe levenservaring.

327. Verzuchting: "O mijn Jezus, wil het Goddelijk zaad uitstrooien in de delen van mijn zielenakker die te weinig vruchten opleveren voor Gods Rijk, want elke ziel is geroepen om andere zielen te voeden, en de Schepper te verheerlijken door haar bloei". (Myriam, bij H. Communie, 13 januari 2009)

328. Ter beschouwing: De diepere beleving van de Ware Liefde schenkt het vermogen om te relativeren, om niet zo zwaar aan alles te tillen. Zolang de ziel zich grotendeels laat leiden door wereldse, menselijke overwegingen, verkeert zij geregeld in een staat van onrust in de geest en onvrede in het hart. De heerschappij van de Ware Liefde in de benadering van alle details van het dagelijks leven brengt de ware innerlijke rust en Vrede. Alles wat onrustig maakt, verliest dan meer en meer aan belang. Hieruit blijkt hoezeer de krachten der duisternis de ziel bespelen: Zolang zij erin slagen, het menselijk denken en voelen in de ziel te laten overheersen, slagen zij er tevens in, de stroming van de Ware Liefde in de ziel te belemmeren, zodat de ziel minder vruchtbaar wordt voor Gods Werken. Dit is het voelbare resultaat van deze gesteldheid. Het niet voelbare resultaat ervan is het onvermogen om zich waarlijk gelukkig te voelen. De kinderen Gods zijn geroepen tot het Ware Geluk. De sleutel om deze schat te ontdekken, ligt in Uw hart verborgen, en kan daar gevonden worden door de Liefde tot heerseres over Uw leven te maken.

329. Ter beschouwing: Op zich is de ziel hulpeloos. Naarmate de ziel zich méér met Maria verenigt, vloeien de oneindige krachten van de Koningin van Hemel en aarde in haar over. Het is een gezonde houding, zich zwak en onvolkomen te weten. Dit neemt niet weg dat de ziel die zich totaal aan Maria heeft toegewijd, en deze toewijding in haar dagelijks leven werkelijk beleeft, mag – en zelfs moet – geloven in het feit dat zij daardoor op een kracht kan terugvallen, die haar eigen kracht oneindig overstijgt, zodat zij dan – mits behoud van alle oprechte bescheidenheid en nederigheid – mag geloven dat zij alles kan. De ziel die al haar inspanningen met een oprecht en liefdevol hart richt op de verwezenlijking van Gods Werken, en dit doet in eenheid met Maria’s Hart, kan inderdaad werken volbrengen en situaties het hoofd bieden, die zij anders niet zou aankunnen of die zij anders niet op de juiste wijze (namelijk veel te werelds) zou benaderen.

330. Verzuchting: "O allerzuiverste Hart van Maria, beziel mij met Uzelf, opdat ik deze zonde die jegens mij is begaan, restloos moge kunnen vergeven, en ik U in volle reinheid van hart in staat moge kunnen stellen om alle sporen ervan uit mij weg te wassen". (Myriam, na een handeling waardoor een ziel heeft gepoogd, zware schade te berokkenen, 18 maart 2009)

331. Verzuchting: "O Maria, Meesteres van mijn hele wezen, wil al het stof van wereldse indrukken uit mijn zielentempel verwijderen, opdat Jezus er niet Zijn voeten aan bevuilt wanneer ik Hem nu in mij uitnodig". (Myriam, vóór H. Communie, 18 maart 2009)

332. Korte belijdenis jegens Maria
(tot stimulering van het vertrouwen in zichzelf)
"Ik ben een kind van de Allerheiligste Moeder van Jezus. Zij leeft en heerst in mij. Ik word totaal veranderd in Hemels Licht. Uit Liefde tot Maria wil ik dit Licht vruchtbaar maken, zowel in mij als om mij heen.
Ik ben een uniek zaadje in een unieke grond. Ik geloof in mijn innerlijke bloeikracht, want ik wil voor God een zo mooi mogelijke bloem worden"
.

333. Ter beschouwing: De grote verdienste van de christen ligt hierin, dat hij gelooft wat hij nog niet kan weten. Dat is zo, omdat het Geloof steeds tezelfdertijd een akt van Geloof in de volmaakte Liefde van God is. De Schepper, Verlosser en Heiligmaker is voor deze belijdenis bijzonder gevoelig. Dit is één van de dingen die Maria U tracht te leren: de wegen naar Gods Hart en de omgang met de Liefde, opdat deze Gods Hart volkomen zou ontsluiten en ons de genadestromen zou bekomen die ons zullen opnemen in het Goddelijk Leven.

334. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, Meesteres van mijn ziel, hoe kan een zielenbloem verwelken wanneer zij in de grond van Uw Hart geworteld zit? Bestaat haar sap niet uit het water van het Goddelijk Leven en de voedingsstoffen van de grootste heiligheid? Draagt het niet het zonlicht van de Heilige Geest in zich? Bloeit deze bloem niet onder de warmte van Uw volmaakte Liefde? Heers dan onverdeeld in mij, Meesteres van mijn zielentuin, en in mij zal geen onkruid meer gedijen, en boven mijn tuin zal de zon nooit meer ondergaan". (Myriam, tijdens ochtendmeditatie, 11 mei 2009)

335. Verzuchting: "O Koningin van het Paradijs, de nevelen van de geest der wereld versluieren de ogen der zielen. Hoe kunnen zij Uw Hemelse schoonheid herkennen? Hoe kunnen zij in verrukking komen door het grootste Geschenk dat God de zielen heeft bereid na de Menswording van Jezus?" (Myriam, tijdens ochtendgebed, 13 mei 2009)

336. Oproep: Beschouw Maria en prijs in Haar Gods Gouden Weg naar de heiliging van de ziel die zich aan de navolging van Jezus Christus heeft gegeven. Laat U in verrukking brengen door de rijke symboliek van Maria’s verschijning:
Maria’s Lichaam als symbool voor de Onbevlekte Ontvangenis, de volmaakte zondeloosheid, die al het volgende mogelijk heeft gemaakt:
Haar mond: gouden stem als Voorspreekster, sleutel tot Gods Barmhartigheid;
Haar Hart: Poort van Gods Liefde, ook symbool voor alle functies die Zij uitoefent als Moeder van God en van alle mensenzielen;
Haar handen: symbool voor de Middelares van alle Genaden, die talloze bruggen bouwt tussen God en de zielen;
Haar voeten: symbool voor Haar macht over duisternis, zonde, bekoring en al het wereldse, Haar onbeperkte macht over al het geschapene in Hemel, aarde en hel, en symbool voor de Medeverlosseres en voor de Meesteres van alle zielen.

337. Verzuchting: "O Maria, onuitputtelijke stroom van heerlijkheden, laat mijn hart de golven van Uw heiligheid drinken tot verzadiging". (Myriam, 2 juni 2009)

338. Verzuchting: "Open u, o Hemelpoort, en laat het Licht der Eeuwige Waarheid over de zielen stralen, opdat alle duisternis en alle nevelen der verwarring verbannen worden uit de tempels, die God alleen toebehoren". (Myriam, na H. Communie, 2 juni 2009)

339. Verzuchting: "O Maria, Hemelse Bloem, bekleed mijn zielenroos met de dauw van het Goddelijk Leven, voed haar met het sap van de heiligheid, en open haar voor de zon van Gods Wijsheid, opdat zij zielen moge verrukken met het parfum van de Ware Liefde". (Myriam, in ochtendgebed, 27 juni 2009)

340. Verzuchting: "O mijn Jezus, betreed nu mijn grot in de vallei der doden, want mijn ziel is zo melaats. Zie, ik geef U de niet geweende tranen uit mijn hart als water om U de voeten te wassen wanneer U mijn armzalig verblijf betreedt. Kom, reinig mij, en wek mij op, opdat ik in een tempel van Goddelijk Leven herschapen moge worden". (Myriam, in gebed na H. Communie, 1 juli 2009)

341. Verzuchting: "O mijn Jezus, wil mijn zielengrot in de vallei der doden betreden, kom mij genezen van de melaatsheid waarmee de wereld mijn ziel heeft besmet. Bestrijk mijn ogen met Uw speeksel, opdat ik de volheid van Gods Waarheid moge zien. Raak mijn oren aan, opdat zij zich openen voor het allerheiligste gefluister van de Heilige Geest. Wil mijn zielengrot verzegelen met het Goddelijk Zegel, opdat zij vrij moge blijven van het dodelijk gif van de zonde, en de ijzige winden der wereld mijn hart niet meer kunnen bevriezen". (Myriam, in gebed na H. Communie, 11 juli 2009)

342. Aantekening onmiddellijk na mystieke ervaring in avondgebed
(20 juli 2009)
De beleving van het Ware Geluk is een ervaring van gelukzaligheid die volledig losgemaakt is van de stoffelijkheid.
Het is de ervaring van de ziel die zich wijd opent onder het aanvoelen van de golven van Ware Liefde tot God en tot Zijn Werken.
Het is de ervaring van de ziel die zich volledig afstemt op de belangen van het Eeuwig Rijk.
Het is de ervaring van druppels van onbevlekte gelukzaligheid die uit het tijdloze en volledig onstoffelijke van Gods Eeuwig Rijk de ziel binnensijpelen en haar opnemen in een intense beleving van de Eeuwige Waarheid.
Het is de alomvattende ervaring van de Tegenwoordigheid van het Goddelijke. Het is de ervaring van de volmaakte bevrijding van de ziel, die gedurende deze allerheiligste aanraking geen enkele binding meer ervaart met het wereldse, de materie, die zich volkomen opgenomen weet in de oneindige en volmaakte beleving van de Liefde.
Deze ervaring laat de ziel plots begrijpen waarom de Hemelse Gelukzaligheid eeuwigdurend, absoluut volkomen, en aan geen enkele remming noch beperking onderhevig is, waarom zij met andere woorden de alomvattende ervaring is, de absolute voltooiing van de beleving van de ziel.

343. Ter beschouwing: Het leven in de wereld wordt gekenmerkt door invloeden die geen zaad van Goddelijk Leven doch zaad van vernietiging in zich dragen. God heeft Maria willen inrichten als een Schatkamer van de grootste heiligheid. Haar hele leven lang was Zij als een onverwoestbare Burcht waarop de satan zich te pletter liep. Haar macht over de duivel en zijn gevolg was, is en blijft totaal en onvoorwaardelijk. Precies daardoor is Haar macht via drie wegen een schild voor de ziel die resoluut kiest voor een leven in Haar dienst:

  • Haar woorden, gebeden en Tegenwoordigheid doen de duivelen beven en kunnen al hun werken onvruchtbaar maken;
  • Haar werking in de kern van een mensenziel vormt deze laatste stap voor stap tot Haar eigen model, waardoor de ziel steeds minder vruchtbaar wordt voor het zaad der duisternis;
  • Haar duidelijke Aanwezigheid op de levensweg van de ziel vormt een machtige bescherming, want Maria werkt als een dreiging voor alles wat de ziel tracht te schaden.

344. Verzuchting: "Lieve Moeder Maria, versterk de tempel van mijn ziel, want hij biedt niet steeds bescherming tegen de stormwinden der wereld. Heb ik niet zelf de muren laten afbrokkelen door mijn wankelmoedigheid? Heers in mij, o Meesteres van mijn tempel, want in U is het zaad van de wederopstanding". (Myriam, 24 september 2009)

345. Verzuchting: "O mijn Hemelse Meesteres, moge elke regendruppel de aarde drenken met de genade van Licht en inzicht". (Myriam, tijdens ochtendtoewijding op een regenachtige dag, 2 mei 2010)

346. Ter beschouwing: Wij beleven de meest duistere tijden uit de heilsgeschiedenis. In de openbaring van Maria in Haar hoogste hoedanigheid als Meesteres van alle zielen bewijst God de zielen wellicht de grootste Barmhartigheid sedert de Kruisdood en de Verrijzenis van Zijn Zoon Jezus Christus. In deze hoedanigheid ontplooit de Koningin des Hemels in Haar volheid de onbegrensde macht die God Haar heeft geschonken. Zij is voorbestemd om de Aanvoerster te zijn in de strijd tussen het Licht en de duisternis, waarin de eindoverwinning van God via 'de Vrouw' ons is beloofd. Aan de Vrouw, de Meesteres van alle zielen, is onbegrensde macht gegeven over alle zielen: engelen, heiligen, mensenzielen, maar dus ook alle duivels.
De duisternis heeft in de loop der eeuwen via ontelbare strategieën en werken alles in het werk gesteld om de zielen van God weg te trekken, opdat zij verloren zouden gaan. Zielen worden bij miljoenen in dwaling, ondeugd en zonde geleid, en verblind voor de ene echte Waarheid van God. Door dit alles lijkt de duisternis nu de wereld totaal te beheersen. Daarom roept God de zielen meer dan ooit op tot volkomen en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria, de Meesteres van alle zielen, Die alle aan Haar toegewijde levens, handelingen, woorden, gebeden, offers, boete, gedachten, gevoelens en verlangens heiligt, hen met Haar absoluut volmaakte Liefde bekleedt, en hen in deze verveelvoudigde waarde aan God opdraagt om hen aan Gods Werken toe te voegen. Hierin schuilt in deze Laatste Tijden het grootste wapen tegen de krachten der duisternis. Elke ziel die zich aan Maria toewijdt en deze toewijding in de praktijk van het dagelijks leven intens beleeft, bouwt mee aan de fundering van Gods Rijk op aarde.

347. Oproep: Mariatoewijding is de koninklijke weg naar God. Maria is de Poort van de Hemel, de Spiegel van God, de Sleutel tot de schatkamer der Goddelijke Genaden, de Onbevlekte Ontvangenis die de kop van de satan zal verpletteren. Haar macht is onbegrensd, want God heeft elementen van Zijn macht in Haar handen gelegd. Wat Zij verlangt, gebeurt: Als Meesteres van de engelen is Haar Wil Wet, en God weigert Haar niets. Geloof in Haar, geef Haar Uw hele wezen en Uw hele leven, teneinde geheel en al God toe te behoren. (Myriam, 22 december 2001)

348. Oproep: In Maria’s macht over de duivel wil God aantonen hoe sterk een heilige ziel is. Maar omdat God de vrije wil van de mensen eerbiedigt, vraagt Maria om Uw toewijding aan Haar, opdat Zij vrij over Uw gebeden, Uw offers, Uw boetedoening, enzovoort, kan beschikken tot redding van de wereld. Van de grootste waarde is het offer aan MARIA van Uw pijnen, smarten, ziekten en alle lijden in lichaam, geest en gemoed. Zo wordt U tot medeverlosser(es) naast de Moeder van Smarten. (Myriam, december 2001)

349. Ter beschouwing: Slechts wanneer een toegewijde van Maria als instrument de offers brengt om zijn leven totaal op Gods Heilsplan af te stemmen en zoveel mogelijk aan de wereld te verzaken (zoals Jezus het heeft uitgedrukt: "laat de doden hun doden begraven", met andere woorden: Laat de wereldse zaken over aan hen die zich met de wereld bezighouden), neemt Maria voorgoed Haar intrek in zijn hart, en gebeuren onvervalste wonderen. Het grootste wonder is dat van de vereniging, de eenwording met het Hart van Maria, waarbij Zij in steeds méér opzichten en met steeds opvallender diepgang Haar eigen eigenschappen in het hart van Haar uitverkorene begint te drukken.

350. Oproep: Onze tijd heeft een enorm grote nood aan de uitstorting van de Gaven van Gods Geest in de zielen. Ondanks de snel toenemende graad van materiële ontwikkeling is deze wereld in een ongeëvenaard diepe duisternis gehuld. Aanroeping en gebed tot de Heilige Geest is één van de belangrijkste sleutels tot de vestiging van het Rijk van Christus op aarde. Het is dan ook geen toeval dat de Allerheiligste Maagd Maria zo vurig aanspoort om ons tot de Heilige Geest te wenden. Doe dit steeds in vereniging met Maria, want Haar macht voor het bekomen van de uitstortingen van de Heilige Geest is waarlijk onbegrensd. Dien Haar in volmaakte gehoorzaamheid, en Zij zal U de oneindige schatten van de Heilige Geest schenken, die Uw hele wezen en leven reeds hier op aarde in een ongekende mate zullen veranderen.

351. Oproep: Vreugde is een vitale gesteldheid van het hart. Wie zijn toewijding aan Maria tot het uiterste toe beleeft en Maria ten volle in zijn hart laat leven en werken, oogst vanzelf de vreugde en blijmoedigheid. Zij vormt een groot eerbetoon aan Haar Die de ziel alles geeft om reeds hier op aarde een voorsmaak van het eeuwig Geluk te beleven.

352. Uit de korte beschouwing en oproep
Uw Moeder roept U – Open Uw hart voor Haar (17 juni 1998)
Het is hartverscheurend wanneer een moederhart weent. Maria heeft veel geweend tijdens Haar leven op aarde. Toen Zij op het punt stond, Jezus aan de mensen te geven, wilden de mensen Hem niet: Te Bethlehem bleven alle deuren gesloten. Maria, in Haar Onbevlekte zuiverheid en heiligheid, moest Gods Zoon ter wereld brengen in de eenzaamheid van een koude stal, tussen dieren.
Drieëndertig jaar later wilden de mensen Jezus nog steeds niet: Hij moest sterven, omdat Hij te volmaakt was. Het verraad door Judas, elke striem van de gesel, elke doorn van de kroon, elke bespotting, elke druppel Bloed op de weg naar Calvarie, elke slag van de hamer op de spijkers doorheen Jezus’ handen en voeten dreven het zwaard dieper in Maria’s Onbevlekt Hart.
Terwijl Jezus op het Kruis hing te sterven om onze zonden uit te boeten, vertrouwde Hij ieder van ons aan Maria toe, en beloofde Zij God, tot in de eeuwigheid voor ons te zullen zorgen als Haar kinderen.
Zoals Zij Jezus’ Lijden beweende en bij Hem bleef tot Zijn laatste levensadem, zo wijkt Zij nu ook niet van onze zijde, ook al zien onze mensenogen Haar niet, om ons te troosten in onze pijnen en tegenslagen.
Maar... Maria beweent ook onze zonden, onze liefdeloosheid en koude onverschilligheid jegens God en onze medemens, die het Zwaard van Calvarie steeds dieper in Maria’s liefhebbend Moederhart blijven stoten en Haar Smartvol Hart met doornen kronen.
Maria is Haar belofte van Calvarie trouw gebleven: Met een onvoorstelbare Liefde zorgt Zij voor ieder van ons, tijdens ons leven én daarna.
Laten wij Haar op onze beurt tijdens ons zo korte aardse leven al onze Liefde geven.
Wie écht liefheeft, verlangt ernaar, het lijden en verdriet van de geliefde te delen, en schept meer vreugde in geven dan in krijgen.

353. Ter beschouwing: Wanneer een ziel haar lijden bewust aan God/Maria wil offeren, tracht de satan soms dit offer te bemoeilijken door de lichamelijke krachten te ondermijnen. Hij heeft dit ook met Jezus in de Hof van Olijven betracht. God staat dit in zoverre toe, dat de ziel hierdoor een nog zwaarder offer kan brengen. Maria waarschuwt echter wel voor de listen van de satan, die hierdoor beoogt, de ziel uit te schakelen voor eventuele verdere offers.

354. Ter beschouwing: Maria is het enige schepsel dat ooit een leven heeft geleid dat volkomen vrij was van zonde. Zoals ieder mens was ook Zij onderhevig aan de bekoring, doch Zij heeft er op waarlijk heldhaftige wijze weerstand tegen geboden. Haar macht over de inspiraties van de duivel was totaal. Daarom ligt het voor de hand dat Maria de meest aangewezene is aan Wie U Uw eigen onmacht in de strijd tegen de bekoring kunt opdragen en van Wie U kracht kunt afsmeken.

355. Ter beschouwing: Alles wat verband houdt met het aardse, draagt elementen van duisternis in zich. Alles wat Hemels is, is Licht. Onze beproevingen, pijnen en smarten kunnen slechts vrucht dragen, en onze onwetendheid, verblinding, dwalingen en misleidingen kunnen slechts doorbroken worden mits wij ons volkomen openstellen voor het Licht. U openstellen voor het Licht, betekent U in verbinding stellen met de Heilige Geest, U door Hem laten 'inpalmen'. Hij kan U van alle duisternis bevrijden.

356. Oproep: Een 'ja' van eeuwigdurende overgave, dat is wat Jezus en Maria hebben uitgesproken en volbracht, en zo moet ook Uw eigen leven zijn, in woord en daad.

357. Oproep: Maria is een groot symbool van Hoop: door Haar werd Jezus Mens, en door Zijn Menswording kon de mensheid opnieuw toegang krijgen tot de Hemel. Ook in Uw eigen leven kan Zij symbool van nieuwe Hoop worden. Laat Haar in U werken.

358. Ter beschouwing: Zwakheid is de mens eigen. Zij is geen zonde, zij is ook geen schande, maar zij moet ons er wel toe drijven om sterker te worden tegen alle bekoring en neiging tot zondigen. In onze zwakheid ligt onze kracht, want zwakheid brengt vaak lijden, en lijden is de munt waarmee wij de Verlossing van zielen kunnen betalen.

359. Ter beschouwing: De Morgenster moet U zien als een symbool voor de aankondiging van het Licht. Maria heeft Jezus, het Licht der wereld, gebaard, en kondigt ook in elke individuele ziel het Licht, de nieuwe dageraad, aan, wanneer deze ziel zich helemaal aan Maria overgeeft om haar duisternis door Haar te laten overwinnen.

360. Ter beschouwing: Waarom is het genadevol, Uzelf onder Maria’s leiding te plaatsen? Omdat Zij de volmaakte Ziel is, in rang van heiligheid slechts door God overtroffen. Maria is bestemd om Leidster, Gids en Meesteres van de mensheid van alle eeuwen te zijn. De engelen hebben Haar als hun Meesteres aanvaard omdat zij in Haar hun Meerdere erkenden. De Hemel heeft mensenzielen in visioenen laten schouwen hoe de engelen zich bij de Kroning van Maria in de Hemel vóór Haar voeten neerwierpen in eindeloze lofprijzing, verering en zelfvernedering. Engelen zijn wezens die volkomen vrij zijn van zonde. Wie is dan de mens, dat hij Maria niet als zijn Meesteres zou erkennen? Maria is de onfeilbare Weg naar volmaaktheid en heiligheid, een weg waartoe elke mens geroepen is. U toewijden aan Maria, betekent U onder Haar leiding stellen, zonder enige voorwaarde of beperking. Het loon voor de zelfvernedering aan Maria’s voeten is de Eeuwige Gelukzaligheid, waarvan Zij U reeds in dit leven voorsmaakjes kan vergunnen. Zij bezit daartoe de macht en de Liefde.

361. Ter beschouwing: Zodra men zich totaal aan Maria heeft toegewijd, mag men niet te zwaar meer tillen aan de opinies van mensen, want de duivel gebruikt mensen om verwarring en onvrede te stichten, en hij doet dat met des te listiger methoden naarmate de roeping van diegene die hij wil vernietigen, voor hem gevaarlijker is. Als een opinie écht door de Hemel geïnspireerd is, zal Maria Zelf dit aan Haar toegewijde laten voelen, want Zij zal hem/haar het vermogen van onderscheiding verlenen.

362. Ter beschouwing: De ziel vindt God slechts in de stilte. Stilte staat voor inkeer, rustige beschouwing in de beslotenheid van het eigen hart. Maria spreekt in de stilte, want slechts in de stilte kan Vrede in Uw hart heersen. Een vredige ziel is zachtmoedig.

363. Oproep: De ochtend is het begin van een nieuwe dag, dus een nieuwe kans die God U schenkt om Uw roeping te vervullen en datgene te volbrengen waartoe God U in de wereld heeft gezonden. U moet elke nieuwe dag beschouwen als een nieuw begin, en betrachten dat U bij het afsluiten van de dag in een grotere staat van genade zou leven dan bij het besluit van de vorige dag. De koninklijke weg om dat doel te bereiken, is de toewijding aan Maria. Door totale, onvoorwaardelijke toewijding aan Maria stelt U zich onder Maria’s leiding. Indien U zich daarbij volkomen aan Haar spiegelt, zult U daadwerkelijk steeds meer op Haar gaan lijken. Dat is wat Maria van U verlangt: dat U Haar spiegelbeeld wordt, want dat betekent de grootst mogelijke heiligheid en deugdzaamheid.

364. Oproep: Maria is de Moeder van het Heil, doordat Zij de Moeder van de Christus is, en Zij is ook de Moeder van het Heil van elke individuele ziel, mits deze zich door Haar naar de Eeuwige Gelukzaligheid laat voeren. Zij was volmaakt heilig, was volkomen in alle deugden, geen enkele duisternis vond een plaatsje in Haar ziel, en onder het Kruis van Jezus was Zij de onvolprezen Medeverlosseres van de mensheid van alle tijden. Zij heeft het Leven gebaard voor de wereld, laat Haar ook Uw Eeuwig Leven baren voor de Hemel, want in Haar is absolute Wijsheid, absolute Liefde, en het vermogen tot een almachtige Voorspraak waaraan niets wordt geweigerd.

365. Ter beschouwing: De Heerlijkheid van Maria kan door geen mensenziel worden bevat. Wat sommigen van ons te zien krijgen in Hemelse visioenen, licht een tipje op van het groot Mysterie dat Maria is. Wie Haar ooit in visioenen heeft aanschouwd, ligt onvoorwaardelijk aan Haar voeten. Zij is een volmaakte Spiegel van Gods Glorie, zoals ook Jezus Zelf Haar ooit heeft genoemd. Zij is indrukwekkend in Haar schoonheid, zachtheid, Liefde, en Haar uitstraling brandt zich zo diep en onuitwisbaar in de ziel dat de sporen ervan als een onophoudelijke stimulans blijven nawerken.

366. Ter beschouwing: Maria’s Onbevlekte Ontvangenis is bij uitstek het symbool voor absolute heiligheid en zuiverheid. Zij was volkomen vrij van de erfzonde, wat in Haar ziel een fundament van heiligheid legde dat uniek is en Haar onaantastbaar maakte voor alle zonde.

367. Ter beschouwing: Wat Maria voor U kan betekenen, ervaart U pas goed wanneer U Uw hele leven volkomen in Haar handen legt. Geen mensenmond kan ooit zoveel dankwoorden uitspreken dat deze Maria’s werking enigszins zouden kunnen vergoeden.

368. Oproep: Hoe kunt U Maria 'steunen' in Haar Smarten? Door Uw eigen lijden aan Haar op te offeren, en door Uw lijdende medemens te helpen: Maria en Jezus lijden in de lijdende mens. Daarom is de mens die zijn lijdende medemens bijstaat, in de werkelijke zin van het woord een 'medeverlosser', want hij helpt daadwerkelijk Jezus en Maria bij het dragen van het Kruis en de Smarten der wereld.

369. Ter beschouwing: Maria is verheerlijkt om al Haar deugden en verdiensten. Haar Hoop is waarlijk heldhaftig geweest. Zij hoopte met onvergelijkbare vurigheid op de komst van de Messias, en toen Hij uiteindelijk gekruisigd was, bleek Zij de enige die vast geloofde dat Hij werkelijk zou verrijzen. Geloof, Hoop en Liefde hebben in Maria absolute toppen bereikt. Zij wist dat God de mens nooit in de steek laat en al Zijn Beloften nakomt.

370. Oproep: Vele heiligschennissen worden goedgemaakt door met Liefde en vurigheid de Communie te ontvangen op de tong in plaats van op de hand, en de eerste zaterdag van elke maand te biechten ter ere van het Onbevlekt Hart van Maria. Deze handelingen wekken Gods Barmhartigheid op en ontkrachten veel kwaad. Het is heel gunstig, na de Biecht met Maria een verbond te sluiten opdat Zij Uw gewassen ziel zou begeleiden en U waakzaam zou houden om niet meer in dezelfde zonden te vervallen.

371. Ter beschouwing: Eenwording met Maria is in hoge mate een mystieke gave. Naarmate de ziel méér met Maria versmelt, krijgt het hele wezen het gevoel dat Maria de motor is, en de Heilige Geest de brandstof. Volkomen zelfstandig handelen, denken, voelen, spreken en verlangen lijkt zo goed als onmogelijk, het is alsof alles gebeurt vanuit 'dat andere Hart' waarin het eigen wezen overgevloeid is. Dit uit zich in talrijke aspecten van het gedrag: niets is nog zoals het voorheen was, en het eigen hart wordt oneindig veel gevoeliger voor allerlei indrukken.

372. Ter beschouwing: Er wordt wel eens gezegd "De nacht maakt vertrouwelijk". Dat geldt in zekere zin ook in het kader van Uw gebedsleven. Het relatief ontbreken van afleidingen kan er voor zorgen dat het U later op de avond of s nachts gemakkelijker valt om, als het ware, Uw hart uit te storten tegenover God. Het is zelfs mogelijk dat Uw hart in de donkere uren meer openheid vertoont voor Hemelse inspiraties, en gemakkelijker geraakt wordt door de overvloeiing van gevoelens uit Maria’s Hart, waarmee Uw Moeder U naar de Ware Liefde wil voeren.

373. Ter beschouwing: De avond is een moment van rust, een uitgelezen gelegenheid om tot inkeer te komen, om de balans van de voorbije dag op te maken en U even te bezinnen over de toestand van Uw ziel. Het is zeer waardevol om die bezinning te doen in samenspraak met Maria: Vertel Haar alles wat Uw hart bezwaart, Zij zal U niet alleen verlichting en troost laten voelen, maar U ook inspireren wat U kunt doen om met Uzelf in het reine te komen. Wanneer U van het avondgesprek tot Maria een gewoonte maakt, zal de dag komen dat U die momenten begint te ervaren als de zaligste van de dag, omdat U Uw zorgen niet meer in Uw hart opsluit doch het gevoel krijgt dat 'iemand' ze met U mee draagt en ze 'op een hoger niveau' brengt, waardoor zij voelbaar nut krijgen. Dan zult U de waarde van Uw lijden begrijpen.

374. Oproep: De moderne mens gelooft vaak niet meer in engelen, hun aanwezigheid of hun werkzaamheden in dienst van de mens. Dat ongeloof is een belediging voor God, want Hij heeft de engelen onder meer voorzien als helpers voor de mens, die bestemd is om de kroon op Zijn Schepping te zijn. Wanneer U Uw leven op een hoger spiritueel niveau wil brengen, is het aan te bevelen dat U Uw engelbewaarder nauw bij al Uw activiteiten en Uw zielenroerselen betrekt. U zult daar spoedig de vruchten van plukken op wijzen die U voordien niet voor mogelijk hield.

375. Ter beschouwing: Jezus is de Levensboom. Van Hem moet onze ziel haar sap krijgen om vrucht te dragen. De ziel die zich van deze Bron afscheurt, is als een geknakte tak die verdort, geen vrucht draagt, en uiteindelijk weggezuiverd zal worden.

376. Oproep: De meest genadevolle ingesteldheid om Jezus in de Heilige Communie te ontvangen, is deze van het brandend verlangen en de vurige Liefde waarmee Maria Hem in Haar Schoot verwelkomde en koesterde. Zij zag toen reeds lange tijd met groot verlangen uit naar de komst van de Messias, en toen Zij Zijn Moeder werd, werd de Liefde tot versmelting. Dat is wat ook wij in spiritueel opzicht moeten nastreven. Elke Eucharistie is een groot gebeuren voor de ziel. Houd dit voor ogen, ooit zal U duidelijk worden hoeveel U hebt verzuimd indien U dit niet voldoende beseft.

377. Oproep: Vele mensen geven er zich te weinig rekenschap van dat zij in de Communie God ontvangen. De Communie is een onschatbaar Goddelijk geschenk, waarmee de Hemelse Vader de christenen in staat stelt om Jezus werkelijk in zich te dragen. Indien de mens daadwerkelijk mocht beseffen wat dit in zijn volheid betekent, dan zou hij wellicht met een andere gesteldheid van hart dit geschenk aannemen. Vraag Maria dat Zij U op dit Goddelijk bezoek wil voorbereiden. Ooit zal U de immense waarde van dit gebeuren duidelijk worden.

378. Ter beschouwing: Het Heilig Hart van Jezus geeft uitdrukking aan de onbegrensde goedheid en vrijgevigheid van God, zoals op symbolische wijze is getoond in de volledige uitstorting van Bloed en water uit het Hart toen het na de Kruisdood door de lans werd doorboord. Jezus’ Hart is ook een toevluchtsoord tegen alle kwaad.

379. Ter beschouwing: De roos wordt wel eens de koningin van de bloemen genoemd. De roos is een symbool voor Liefde. Zo is Maria ook de Hemelse Roos, de belichaming van Gods oneindige, volmaakte, vurige Liefde. Het is Uw roeping als christen om voor Uw medemens een roos te zijn: Lichamelijke schoonheid is een gave waar U al dan niet mee geboren bent, doch de schoonheid van Uw hart en ziel is de eigenschap die bepaalt of U in de ogen van Uw medemens en in deze van God Zelf waarlijk mooi bent. Elke avond waarop U kunt zeggen dat U die dag hebt geleefd als een roos van echte Liefde voor God en Uw medeschepselen, kunt U Uzelf aan Maria geven als de offerande van een bloem. Hoe vaker U Uzelf aan Haar kunt geven als een bloem, des te dichter zal Uw ziel naderen tot de heiligheid die God voor U heeft bestemd.

380. Ter beschouwing: De macht van het Kruis tegen het kwaad kan onmogelijk worden overschat. De enige beperking schuilt in Uw eigen twijfel, in het feit dat U vaak onvoldoende vertrouwt. Wonderen gebeuren wanneer het Geloof van hem die ze kan ontvangen, voldoende groot is. God geeft Zichzelf niet ten volle aan de mens die zichzelf niet ten volle aan Hem geeft. Wie het Kruis vereert alsof het werkelijk zijn enige houvast is, trekt daarmee een ware muur van Licht om zijn ziel. Het Licht verblindt de duisternis en verjaagt haar. Dat geldt ook voor het Licht in de ziel.

381. Oproep: Wie door Maria wordt geroepen voor een speciale opdracht, is Haar apostel. Een apostel van Maria moet een leven leiden dat de aard en de deugden van zijn Hemelse Meesteres uitstraalt in heel zijn gedrag, in al zijn woorden, in al zijn verlangens en bestrevingen, zelfs in zijn gevoelens en gedachten. De eerste voorwaarde om dat te verwezenlijken, bestaat hierin, dat hij de brandende Liefde van Maria in zich zoekt op te nemen en deze tot zijn eigen brandstof maakt. Naarmate hij daar met Haar hulp in slaagt, zal hij ook sterker worden in alle andere deugden. Het is belangrijk dat hij zichzelf dagelijks blijft motiveren door intensief gebed, want het oprecht en volgehouden apostolaat in dienst van Maria is een hard leven, en de stem van de wereld houdt niet op in haar pogingen om de apostel te ontmoedigen. Geloof in Maria, bemin Haar meer dan Uw eigen leven, vereer Haar tot het uiterste toe, en geef Haar Uzelf totaal, onvoorwaardelijk en eeuwig.

382. Oproep: De Liefde zoals wij deze als mens kennen, is onvolmaakt. Zij is noodgedwongen bezoedeld door wereldse invloeden, verontreinigd door gedachten, gevoelens en verlangens die soms niet volkomen overeenstemmen met wat God van ons verwacht, en zij is tevens in vele gevallen meer op onze eigen noden gericht dan op deze van onze medemens. Maria’s Liefde is vrij van elke onzuiverheid. Aangezien de Liefde de grootste onder de deugden is, is het daarom verstandig, Haar te vragen om de genade dat Uw Liefde vuriger moge worden.

383. Ter beschouwing: U toewijden aan Maria als Medeverlosseres, is voluit 'ja' zeggen tegen alles wat op Uw levenspad komt, ook het schijnbaar minst aangename. Bedenk dat alles in dit leven vergankelijk is, en van heel korte duur in vergelijking met het Eeuwig Geluk van de Hemel.

384. Ter beschouwing: Als Middelares van alle Genaden stort Maria oneindig grote schatten in de zielen uit. Deze schatten worden betaald door Haar onophoudelijk gebed, en de offers en gebeden van alle christenen. In de eerste plaats van Haar toegewijden verwacht Maria offers en gebed. Het grootste offer dat U Haar kunt brengen voor de 'betaling' van genaden voor Uw medemensen, is de toewijding van Uw hele wezen en Uw hele leven, met alle beproevingen en lasten.

385. Oproep: De zuiverheid van Maria is uniek in de geschiedenis van de mensenzielen. Het groot symbool voor Maria’s zuiverheid is Haar Onbevlekte Ontvangenis. Door dit Goddelijk Voorrecht werd de ziel van Maria volkomen gevrijwaard van de erfzonde. De erfzonde is als een put waaruit voortdurend de neiging tot zondigen blijft opwellen. Niettemin is het de mens nog steeds mogelijk om een hoge graad van heiligheid te bereiken. Totale toewijding aan Maria en een leven dat totaal in Haar navolging wordt gesteld, vormt de grote trap naar die hoogte die slechts weinigen bereiken. Bid Haar hierom, Zij wacht erop om U die genade te bekomen.

386. Ter beschouwing: Het tart elk gevoel van Liefde wanneer wij bedenken dat zelfs de gemiddelde christen er van uitgaat dat het Lijden en de Kruisdood van Jezus alles moet vergelden. Gods Zoon is Mens geworden om datgene te doen waartoe de overweldigende meerderheid van de mensheid niet in staat zou zijn: totale en onvoorwaardelijke zelfgave in het lijden tot Verlossing van zielen. 'Ja' zeggen tot Jezus, is in Gods ogen een heldhaftige akt van Liefde, die echter moet worden ingevuld door concrete daden in het leven van elke dag: daadwerkelijk opdragen van lijden en beproevingen, in Liefde en zonder protest. De waarde daarvan zal U na dit leven duidelijk worden.

387. Ter beschouwing: De nacht mag nog zo duister zijn geweest, de ochtend brengt nieuw licht. Daarom is het ook voor de zwaarste zondaar nooit te laat om zich te bekeren, want hij kan altijd trachten, de toekomst (de nieuw aanbrekende dag) een betere vorm te geven dan zijn verleden heeft gehad. In de duisternis (de zonde) kan een kind van het Licht niet leven. Hierin schuilt één van de diepe betekenissen van een toewijding voor de nacht. De duisternis in het gemoed kan Uw ziel verstikken, zodat zij niet langer in staat blijkt, God te vinden noch vrucht te dragen voor het Rijk van het Licht. Uzelf aan Maria geven voor de nacht, is aldus in meer dan één opzicht een zinvolle handeling tot Heil van Uw ziel en dat van andere zielen.

388. Ter beschouwing: "Geen grotere Liefde kan een mens hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden": Befaamde woorden van Jezus, die in het leven van de mens vaak weinig echte navolging vinden. In het licht van de beproevingen en het lijden verliezen velen gemakkelijk de moed, de Hoop, de Liefde, en wordt een angst geboren die hen ervoor laat terugdeinzen om zich voluit te geven. Hoeveel te meer is dit het geval wanneer het lijden vrijwillig zou moeten worden volbracht ten bate van de medemens. Totale toewijding aan Maria is in feite een totale gave van zichzelf en het hele leven met al zijn beproevingen en lijden, en moet worden beschouwd als een akt van zelfgave tot redding van zielen.

389. Ter beschouwing: Toewijding aan Maria’s Leven, is in feite een betrachting om Uw eigen leven volkomen met het Hare te laten verstrengelen, in een poging om te komen tot een zo volkomen mogelijke navolging. Het verheugt Maria bijzonder wanneer U voldoende belangstelling betoont voor Haar verwezenlijkingen en deze van Jezus, door Uw eigen leven zo veel mogelijk aan Hun allerheiligste Levens te spiegelen. Daardoor leert U van Hen, en op Uw beurt geeft U al het Uwe aan Hen in ruil.

390. Ter beschouwing: De moderne wereld lijkt op een stuurloos schip op een woelige zee. Dat komt in hoge mate doordat de mens de aloude christelijke waarden onvoldoende in stand houdt en niet langer luistert naar de stem van de Heilige Geest. De mens is omringd door het gewoel en de chaos van de beschaving, en trekt zich niet meer in de stilte van zijn eigen hart terug, waar Gods Geest spreekt. De Heilige Geest spreekt met vele tekenen, die de mens niet meer ziet omdat zijn ogen zich hebben gewend aan opdringerige prikkels en ongevoelig zijn geworden voor de zachte ingevingen waarmee God zich tot hem wendt.

391. Oproep: Het eenzaam lijden van Jezus tussen de Hof van Olijven en het Kruis op Golgotha is zonder twijfel de grootste tragedie uit de geschiedenis van de mensheid. Het is daarom ook een grote daad van eerherstel wanneer U bidt tot de eenzame Gekruisigde, en nog méér wanneer U Hem boetedoening en verstervingen opdraagt als een akt van Liefde en troost. Zo wordt U in de geest één met Hem tijdens die eenzame uren waarin Hij ook voor U heeft geleden. Wanneer U daartoe de behoefte voelt, bijvoorbeeld op Goede Vrijdag, moet U daar ten volle aan toegeven, want deze roeping is buitengewoon genadevol.

392. Ter beschouwing: Apostel Johannes is een bijzondere gids naar de heiligheid. Hij was een toonbeeld van zuiverheid en Liefde, en was samen met Maria en Maria Magdalena kroongetuige van het Verlossend Lijden van Jezus op Golgotha. Wat hem bijzonder sierde, was zijn kinderlijke ingesteldheid: Hij was intelligent, doch eenvoudig en zeer bescheiden, zoals God verwacht van elke christen, en vooral van iedere ziel die geroepen is tot een bijzondere navolging van Jezus en Maria.

393. Ter beschouwing: De beproevingen, lasten en teleurstellingen van dit leven maken de mens wel eens blind voor de vele geschenken die hij elke dag van God ontvangt. Niets is zo vanzelfsprekend als het wel lijkt. Gods geschenken zitten verborgen in talloze kleine zaken, zelfs in een bemoedigend woordje of een oprechte glimlach vanwege een medemens, maar ook in de vele genaden die op onzichtbare wijze in de ziel worden gelegd en die pas na dit leven openbaar zullen worden gemaakt.

394. Ter beschouwing: De Heilige Geest inspireert elke mens. Vele mensen staan weinig of niet open voor die inspiraties. Verlangen naar de openbaringen van Gods Geest is Uw plicht, omdat het Uw plicht is om spiritueel te groeien. Het niet verlangen naar groei van de ziel is in Gods ogen een tekortkoming. Wat echter niet wenselijk is, is het verlangen naar openbaringen in de zin van 'mystieke ingevingen'. De weg van de mystiek is een weg waarop U al dan niet wordt geroepen, en indien dit wel het geval is, zullen de nodige openbaringen en gaven U geschonken worden. Het gaat daarbij dan om openbaringen en mystieke gaven die U nodig zult hebben om de speciale taak te vervullen die God U oplegt. Het ontvangen van openbaringen is geen spel, doch een zeer ernstig gebeuren dat uiteindelijk slechts één bedoeling heeft: Indien U ze ontvangt, is dat opdat U ze zou aanwenden voor de bevordering van Gods Rijk op aarde en de Verlossing van zielen.

395. Oproep: Het Offer van Jezus is op volmaakte wijze aangevuld (vervolledigd) door de Smarten van Zijn Moeder Maria. Maria heeft alle Lijden van Jezus intens meebeleefd in Haar geest en Haar Hart, en Zij wordt daarom Medeverlosseres genoemd. God verwacht ook van ieder mens dat hij zijn eigen smarten en pijnen zou aanvaarden (zijn dagelijks kruis zou opnemen) opdat dit toegevoegd zou kunnen worden aan het verlossend Offer van Jezus en Maria: De mensheid blijft zondigen, en de onzuiverheid van de wereld neemt razendsnel toe. Daarom is een nooit ophoudende uitboeting noodzakelijk om de stroom van Goddelijke Genaden over de zielen in stand te houden (zonder uitboeting zou de mensheid opnieuw in ongenade vallen bij God).
Omdat al het leed van Jezus en Maria is doorstaan om Gods Plan van Verlossing te volbrengen, heeft elke gedachtenis hieraan (in de vorm van gebeden of beschouwingen in verband met het Lijden) een zeer grote kracht. Een gebed waardoor een biddende zich met het Verlossend Lijden verenigt, maakt ook die biddende een beetje tot medeverlosser, en helpt daardoor God met de mensheid verzoenen. Een gebed tot gedachtenis aan het Verlossend Lijden is als een akt van Liefde aan Jezus en Maria. Om deze reden worden aan dergelijke gebeden veel genaden verbonden. Zij wekken Gods Barmhartigheid en vergiffenis op.
Zelfs onder de christenen zijn slechts weinigen zich bewust van de immense kracht van lijden dat in Liefde en zonder protest wordt aanvaard en aan Maria wordt opgedragen. Ten eerste wordt het eigen leed hierdoor verzacht, en ten tweede maakt U hierdoor vele genaden vrij die andere mensen in hun beproevingen kunnen bijstaan, en die vele zielen kunnen helpen bekeren doordat ook zij de zin van hun lijden gaan begrijpen en misschien ook zichzelf gaan toewijden. Zo kunt U meewerken aan de uitbouw van een ketting van Liefde die bestaat uit lijdende mensen die door toewijding van hun leed de wereld helpen bevrijden van het kwaad.

396. Ter beschouwing: De Goddelijke Liefde is een kracht waarvan de gemiddelde mens zich nauwelijks een voorstelling kan maken. De ziel die op de weg van de mystiek wordt geroepen, ervaart iets van deze onvergelijkbare kracht tijdens haar functie als 'kanaal', wanneer zij bijvoorbeeld zielen in aanraking brengt met Maria’s tussenkomst. Zonder de Goddelijke Liefde kan de ziel niet leven. God heeft de Liefde in de ziel ingebouwd als drijvende kracht. Elke zonde is een afwijking van de Liefde. Daarom vermoordt de ziel zichzelf door de zonde: Het is alsof zij door de zonde haar eigen energiebron drooglegt.

397. Oproep: Wedergeboorte uit Maria is een machtig spiritueel beeld: Jezus is uit Maria geboren als Mens. Wij kunnen niet letterlijk uit Maria’s Lichaam geboren worden, maar onze ziel kan wel door Haar omgevormd worden zodat wij een nieuw mens worden. Door Uzelf volkomen aan Maria weg te geven (totale toewijding), wordt Zij in de diepste zin van het woord Uw geestelijke Moeder, en dat moederschap gaat nog veel verder dan het moederschap naar het vlees. Leg Uzelf in de geest voor Maria neer, alsof U louter en alleen van Haar afhankelijk zou zijn, en smeek Haar dat Zij U totaal in Zich zou opnemen en in U alles zou veranderen wat niet bij Haar past. Zij zal U kneden en vormen. Het echte wonder gebeurt echter pas zodra U Haar in de mogelijkheid stelt om volmaakt over U te heersen.

398. Oproep: Het Lijden van Jezus werd in verregaande mate verzwaard door de toekomstvisioenen die Hij in de Hof van Gethsemani kreeg in verband met de onverschilligheid van de mens in latere eeuwen. Doordat het Verlossingsmysterie tijdloos is, kunt U dat nu nog helpen vergoeden door oprecht medeleven met elke fase van Zijn Lijden.

399. Ter beschouwing: "Maak mij tot een levend teken van het Nieuw Verbond". Deze uitspraak verwijst naar een plicht die elke christen draagt: De niet-christen moet aan U merken dat de vrucht van Jezus’ Heilswerk in U tot rijping komt.

400. Ter beschouwing: Wie God de gelegenheid geeft om in zijn leven, zijn handelen, denken en spreken werkzaam te zijn, kan de grote schatten ontdekken die Gods Liefde voor hem bereidt. Reeds tijdens het leven hier op aarde kunnen deze op vele, doorgaans versluierde wijzen tot uiting komen. God ligt aan de basis van vele dingen die ons denken en onze waarneming beïnvloeden: Het plots besef dat dingen anders zijn dan ze lijken, onverwachte gebeurtenissen, tussenkomsten van Gods Voorzienigheid. Wanneer een mensenleven plots een keerpunt bereikt, is dat omdat een (soms onzichtbare) ingreep van Gods wege zijn leven daarop heeft voorbereid.

401. Ter beschouwing: De regenboog is een opmerkelijk natuurverschijnsel. Hij wordt gevormd wanneer het zonlicht doorheen regendruppels straalt en in bepaalde golflengten gebroken wordt. Een mystieke betekenis is deze van de versmelting van het Licht van de Liefde en de druppels van smartelijke tranen.

402. Ter beschouwing: Wie zich totaal aan Maria toewijdt en die toewijding beleeft tot in de kleinste details van zijn leven, krijgt het gevoel dat hij op zichzelf 'niet meer volledig is', alsof Maria een deel van hemzelf is geworden. Zonder Haar is hij verloren. In elke omstandigheid van zijn dagelijks leven vraagt hij om Haar leiding, hulp, bijstand, bescherming. Wie geroepen is tot de uiterste vorm van totale Mariatoewijding, als instrument van Maria, verlangt ernaar, voelbaar door Haar bestuurd en beheerst te worden. Hij houdt er niet meer van om zelf beslissingen te nemen zonder eerst in zijn hart om Maria’s toelating te hebben gevraagd. Dit betekent niet dat hij geen eigen persoonlijkheid meer bezit, maar wel dat het hart van zijn persoonlijkheid het Hart van Maria is. In vele omstandigheden laat Zij hem voelen dat zijn geest Haar gedachten denkt, en zelfs zijn handen de Hare zijn.

403. Ter beschouwing: Vele mensen hebben ooit ervaren hoezeer Maria 'Troosteres van de bedroefden' is. Doorgaans voelen mensen dit op grond van de nieuwe kracht die zij in hun hart voelen stromen wanneer zij hun wereldse droefheden en problemen aan Maria hebben toevertrouwd. Deze ervaring kan echter ook tot een vrijwel ononderbroken beleving worden, wanneer Maria de ziel heeft geroepen tot vereniging met Haar Hart. De geroepene ervaart dan de permanente Aanwezigheid van Maria in haar/zijn leven, en deze kan zich onder andere openbaren in de vorm van een ontroerend besef van de immense rijkdom die deze voor de ziel betekent. Zo wordt de ziel er zich ook ten volle van bewust hoe genadevol het aanvoelen van Maria’s Smarten in het eigen hart en lichaam in het kader van Gods Heilsplan is: De geroepene wordt daadwerkelijk medeverlosser(es)-met-de-Medeverlosseres.

404. Oproep: Elk eerbetoon aan Jezus of Maria als Kind draagt een verlangen in zich om de zuiverheid, de onschuld en het kindschap met al zijn lieftallige eigenschappen ook in Uzelf nieuw leven in te blazen. Gebed tot het Kind Jezus of het Kind Maria is zeer krachtig om de bezoedelingen der wereld uit U of uit een medemens te laten verwijderen. Het voert U terug tot de wortels van Uw mens-zijn zoals God het ooit heeft bedoeld: eenvoud, nederigheid, heiligheid, zuiverheid.

405. Oproep: Een gebedsverbond dat zich steeds verder vertakt doordat ieder het op zijn beurt met een ander mens sluit, kan uitgroeien tot een heel machtig wapen in de strijd tegen het kwaad. Het is een onderlinge overeenkomst om voor elkaar te bidden, zodat steeds méér gebeden wordt naarmate de ketting langer wordt, en bovendien vormt het een uiting van naastenliefde. Wanneer U zich opgenomen voelt in een ware gebedsketting, kan dit voor U een stimulans worden om steeds méér te bidden, en steeds méér vreugde te scheppen in gebed. Het kan U ook bemoedigen in perioden van zware beproevingen, door de wetenschap dat Uw intenties en moeilijkheden voortdurend mede opgenomen zijn in de gebeden van Uw 'gebedspartner(s)'. Een waardevol en krachtig voorbeeld voor een gebedsverbond biedt de Koningin des Hemels U in gebed 291.

406. Ter beschouwing: Maria genoot het uniek voorrecht, de Hemel op aarde te brengen door Jezus voor de wereld te baren. Zij bezit ook de macht, de Hemel te openen voor de mens, en de Hemelse stralen nogmaals over de wereld af te roepen voor de vestiging van Gods Rijk op aarde.

407. Ter beschouwing: Vele mensen zijn ongelukkig omdat zij zich geen rekenschap geven van de ware behoeften van hun ziel: God heeft in elke ziel een alles beheersend verlangen naar het geven van Ware Liefde en naar een leven in heiligheid gelegd. Het leven in deze wereld heeft dit basisverlangen voor de mens verborgen.

408. Ter beschouwing: In meer dan één visioen werd mij getoond hoe de ziel die zich totaal aan Maria toewijdt, te vergelijken is met een tempel waarin Maria heilige offeranden wil voltrekken. Het beeld van de tempel is een machtig symbool: Het vertegenwoordigt Gods bedoeling dat de mens heilig zou zijn. Maria’s Aanwezigheid in de tempel (zoals een priester) verwijst in dit beeld naar Haar onmisbaarheid voor de toegewijde: Zij is het Ware Leven van de tempel, die zonder Haar leeg is. De diepste kern van de toegewijde is als de kelk die Zij als offerande ten Hemel heft.

409. Ter beschouwing: Tijdens mystiek contact wordt een onuitwisbaar Vuur van Liefde en verlangen in het hart gebrand. Het verlangen naar voortdurende eenheid met Maria wordt met des te meer hevigheid in de geroepene gelegd naargelang de mystiek voor hem of haar is bedoeld als de weg langs dewelke hij/zij zijn/haar specifieke opdracht tot vervulling moet brengen.

410. Ter beschouwing: Leven in vereniging met Maria, veronderstelt in de eerste plaats bereidheid om te delen in Haar Smarten. De vreugden schenkt Zij U dan vanzelf. Wanneer U met totale toewijding in de eerste plaats de tastbare voordelen binnen dit leven beoogt, benadert U het leven in dienst van Maria vanuit een verkeerde ingesteldheid, want dan wordt U niet gedreven door de Ware Liefde.

411. Ter beschouwing: De mensheid is als Gods Wijngaard. Elk lijden, alle beproevingen die door mensen met Liefde worden gedragen, zijn de vruchten ervan, die samen de 'wijn der Verlossing' opleveren. Maria was de Moeder van de Wijnstok (Jezus), maar kan ook worden beschouwd als de Moeder van de vruchten van Gods Wijngaard, de Moeder van de Verlossing, omdat Zij bij uitstek aangewezen is om alle lijden aan God op te dragen als betaalmiddel voor genaden. Zij maakt de akkers waaruit de Wijngaard bestaat (namelijk de zielen) vruchtbaar door Haar eigen inwerking in de harten, en laat het Eeuwig Woord (Jezus) ingang vinden opdat de vruchten blijvend mogen zijn.

412. Ter beschouwing: Maria wordt in deze geschriften wel eens voorgesteld als de Maan, die het Licht van de Zon (God) doorgeeft naar de mensen toe, en er een volmaakte weerspiegeling van vormt. Het symbool is des te machtiger omdat wij het ook zo kunnen zien, dat Maria het lichtpunt is in de nacht, waarbij wij de nacht moeten beschouwen als elke fase van beproeving, droefheid, pijn, lijden. Zij is het richtpunt voor de ziel die ontmoedigd is of anderszins in duisternis verkeert. In dat geval neigt de ziel tot het gevoel dat God er niet meer is: Zij ziet de 'Zon' niet meer, maar de Aanwezigheid van de 'Maan' herinnert de gelovige ziel aan het bestaan van de Zon, tijdelijk verborgen maar steeds aanwezig.

413. Oproep: Zovele mensen gaan gebukt onder het kruis dat hen door dwalende zielen al dan niet bewust of gewild wordt opgelegd. In dat geval kan de beproefde ofwel de armen laten hangen, ofwel zich verzetten tegen het kwaad. Dat verzet mag niet gebeuren door een vergelding met nieuw kwaad, doch moet berusten op een tegenreactie van Licht: gebed, boetedoening, offers, en veel Geloof, vertrouwen, Hoop, Liefde en geduld. Bidden zou eenvoudig moeten zijn, doch vele mensen voelen zich onmachtig om de juiste woorden te vinden om tot God te spreken. Een dwalende ziel tot bekering brengen, kunt U zelden door tegen haar in te gaan. Redeneren kan iemand tot inzicht brengen, doch om blijvend resultaat te boeken, moet de les in het hart van de dwalende zinken en daar echt opgenomen worden. Dat kan alleen door Liefde: Het kwaad is machteloos tegenover Ware Liefde. Door gebed moet U de genade afsmeken om die Liefde te kunnen opbrengen en de juiste omgang met de dwalende te vinden.

414. Ter beschouwing: De bloesem is de uiting van leven waaruit de latere vrucht voortkomt. Het kan zo worden beschouwd alsof Maria in de ziel van Haar toegewijde de kiem van het Ware Leven en de vruchtbaarheid legt, die reeds tot uitdrukking komt door schoonheid, lieflijkheid, aantrekkelijkheid, manifestaties van de lente als het volle Leven.

415. Oproep: Wie zich door oprechte toewijding in Maria’s dienst stelt, wordt zich spoedig bewust van zijn eigen zwakheden, tekortkomingen en fouten. Hij voelt niet in de eerste plaats afkeuring van Maria uit, doch het is eerder een snelle ontwikkeling van het gevoel van schaamte of droefheid over de eigen onvolkomenheden die de aan Maria toegewijde ziel ertoe aanzet om zichzelf onder handen te nemen. Tevens begrijpt deze ziel spoedig dat niet zijzelf haar verdere evolutie in de hand heeft, maar wel Maria, die haar stap voor stap naar de volmaaktheid tracht te leiden. Het is belangrijk, Haar wonderbaarlijke tussenkomst niet in de weg te staan door onverdraagzaamheid tegenover of ongeduld over Uzelf, doch er rustig naartoe te werken dat U steeds méér op Maria gaat lijken. De genadewerking zal bepalen hoe snel Uw heiliging verloopt. Van U wordt slechts oprechte inzet en zelfverloochening verwacht.

416. Oproep: Het is zeer betreurenswaardig hoe weinig eerbied vele mensen betonen wanneer zij zich in een kerk bevinden. Het feit dat zij God niet met hun ogen zien, laat hen vergeten dat Hij er aanwezig is. Dat is niet alleen een belediging aan God, het geeft ook in wezen uitdrukking aan een gebrek aan Waar Geloof, want wie echt gelooft in Gods Tegenwoordigheid, gedraagt zich in een kerk niet alsof het slechts een toevallige ontmoetingsplaats van mensen betrof. Wees eerbiedig, stil, ingetogen, zuiver van hart en mond, en laat Gods Tegenwoordigheid tot Uw ziel doordringen.

417. Ter beschouwing: De Hoop is één van de grootste deugden. Zij drukt uit dat men verwacht dat voor problemen nog een oplossing kan komen, en dat men deze ook van God (bijvoorbeeld via Maria) verwacht. Hoop veronderstelt steeds een basis van Geloof. Wie op Maria hoopt, komt niet bedrogen uit, want Zij stelt alles in het werk om diegenen te helpen die Haar innig en vertrouwvol toegewijd zijn. Die hulp kan vele vormen aannemen, en ook het tijdstip waarop zij tot uiting komt, is onvoorspelbaar. De grootste hulp is deze welke het Eeuwig Leven van de ziel betreft, alsook deze waardoor de ziel de juiste ingesteldheid kan bereiken om te groeien in heiligheid.

418. Ter beschouwing: Het vermogen tot overgave is een schat voor wie het bezit. Het is de gesteldheid van hart en geest waardoor U in staat bent om Uzelf in Maria’s handen te leggen met het volste vertrouwen dat Zij ALLES voor U kan en zal doen. Wanneer U daar in slaagt, voelt U niet langer de behoefte om zelf dingen te regelen. Dit vermogen schept een uitgelezen basis om los te komen uit de verlammende greep die de wereld op U tracht uit te oefenen en totaal op de Hemel te vertrouwen.

419. Oproep: Omvorming tot Maria, betekent 'worden zoals Maria', als het ware Maria Zelf worden. Het zou elke christen tot streefdoel moeten zijn, te worden zoals Maria was, althans bij benadering: Haar smetteloze heiligheid is voor ons slechts ten dele bereikbaar, omdat wij niet onbevlekt ontvangen zijn (wij zijn niet vrij van de erfzonde). Niettemin moeten wij Haar smeken om hulp om de hoogst mogelijke graad van deugdzaamheid te verwerven.

420. Ter beschouwing: De ziel van een kind dat niet de kans heeft gekregen om het levenslicht te aanschouwen, wordt zonder meer bij God opgenomen, omdat de ongeborene geen enkele zonde heeft kunnen bedrijven. Een dergelijke ziel is een instrument van voorspraak bij God.

421. Ter beschouwing: Alle onvrede, alle oorlog, alle onenigheid op grote zowel als op kleinere schaal geeft uiting aan de werkzaamheden van het kwaad. God is Vrede en Liefde. Alles wat daarvan afwijkt, moet met en door Liefde bestreden worden. Het is van het grootste belang dat elk mensenhart zich opent voor de Ware Vrede. Elke mens die onvrede of haat in het hart draagt en vasthoudt aan waarden die hem aan het wereldse vastkluisteren, hindert en vertraagt de vestiging van Gods Rijk op aarde.

422. Ter beschouwing: De mens geeft er zich te weinig rekenschap van, maar de toestand van de wereld wordt in hoge mate bepaald door de staat van genade van de mensheid als geheel. Constant gebed voor de heiliging van alle zielen is een absolute voorwaarde om de wereld te zuiveren van alle kwaad, dat verantwoordelijk is voor alle ellende (honger, oorlog, misdaad, onenigheid, onvrede, enzovoort). Hoe meer zielen in staat van ongenade verkeren, des te verder drijft de wereld af van Gods bedoelingen. Een wereld die niet meer in harmonie is met Gods Wet van Liefde, is een broedhaard van kwaad en ellende voor alle mensen, want de mensheid snijdt zichzelf af van alle genadegaven die God over de wereld wil uitstorten.

423. Ter beschouwing: De mens die zich in zijn beproevingen aan Maria overgeeft, staat niet meer alleen met zijn lijden en verdriet. Vaak beklaagt de mens zich erover dat hij "alleen staat, zelfs door God verlaten". Doch hij moet beseffen dat God slechts ingrijpt wanneer hij Hem daar uitdrukkelijk om vraagt, en vertrouwt dat ook daadwerkelijk zal gebeuren wat voor zijn ziel het beste is. Alleen God weet dit, en wat de mens als het beste beschouwt, is vaak op lange termijn niet goed voor zijn leven hier op aarde of voor zijn ziel.

424. Ter beschouwing: Wie het ware Licht van God leert kennen, bijvoorbeeld door de uitingen der genade die in zijn ziel worden uitgestort wanneer hij zich met Vuur aan Maria toewijdt, vindt daardoor de weg van de Ware Liefde, die zijn ziel heiligt en zijn hele denk- en gevoelswereld van duisternis bevrijdt.

425. Ter beschouwing: Eenwording van ziel, geest en hart met Maria, is een mystieke gave. Het is alsof de geroepene gaat leven vanuit Maria’s kracht. Deze genade kan geschonken worden aan een ziel die een bepaalde taak te vervullen heeft. Ook buiten de mystiek is een grote toenadering tot Maria mogelijk voor de ziel die zich in hoge mate opent voor Haar inwerking en die bezield is met een vurig verlangen naar rijping en groei in alle deugden. Elke ziel kan de genaden krijgen die voor haar groei nodig of wenselijk zijn. Bid om volledige bezieling door Maria, en vertrouw erop dat Zij voor U bekomt wat voor U echt nodig is.

426. Oproep: De waarde van de Heilige Geest voor het Heil van de ziel wordt zelfs door vele christenen onderschat. Gods Geest is voor de ziel wat brandstof is voor een wagen: Zonder Zijn Gaven en werkingen 'functioneert de ziel niet', draagt zij geen Leven en komt zij niet vooruit. Wie de Heilige Geest verwaarloost, blijft steken. In Gods ogen is dit een tekortkoming, want elke mens heeft de verplichting om te trachten naar ontwikkeling van zijn ziel. Zodra U de gewoonte aanneemt om regelmatig de Heilige Geest te aanroepen, zult U zelfs in Uw dagelijkse moeilijkheden hulp ervaren, alsof alles U plots beter afgaat. Vooral echter op het vlak van de ziel zullen zich veranderingen voltrekken waarvan U de immense waarde nu nog niet ziet.

427. Ter beschouwing: Toen de Heilige Geest over Maria kwam om de levenskiem van Jezus als Mens in Haar te leggen, werd Zij Zijn mystieke Bruid. Door dit Goddelijk Mysterie is aan Maria het unieke voorrecht geschonken dat Zij als het ware deel kreeg aan Gods Wezen: Haar Hart werd verrijkt met Goddelijke eigenschappen, Zij werd één met Jezus naar het Vlees, en Gods Wijsheid nam volkomen bezit van Haar geest. In meer dan één opzicht werd aan Haar een Hemelse Bruiloft voltrokken. Wij kunnen daarom stellen dat de mens door betrachting van eenwording met Maria via Haar in zekere zin eveneens deel krijgt aan Gods Wezen.

428. Ter beschouwing: Zoals een mens zichzelf aan Maria kan toewijden en daardoor geheiligd kan worden, mits hij zich binnen dit heilig verbond aan zijn plichten houdt (navolging van Maria, betrachting van grote zuiverheid en Liefde), zo kan ook een organisatie aan Maria worden toegewijd om daardoor onder Haar hoede te worden gesteld en zo een grotere bescherming tegen alle kwaad en elke negatieve invloed te verkrijgen. Zoals het kwaad in elke ziel tracht binnen te sluipen, zo wordt ook een organisatie vaak ondermijnd door negatieve gevoelens die worden opgewekt bij sommige van haar leden. Vooral organisaties met een religieuze doelstelling staan bloot aan dit risico. Zo poogt het kwaad, alle intenties te onderdrukken waarvan de verwezenlijking nuttig is voor de vestiging van Gods Rijk op aarde.

429. Ter beschouwing: Jezus gedenken in al Zijn eigenschappen die rechtstreeks met onze Verlossing te maken hebben, is bijzonder genadevol voor de redding van de wereld. Deze eigenschappen herinneren U er bovendien aan dat ook U zelf als christen geroepen bent om een rol te spelen in Gods Plan van Verlossing voor de hele mensheid. In Gods ogen is een christen die zijn rol in dit Goddelijk Heilsplan niet aanvaardt, geen christen. Deze rol houdt in dat U al Uw beproevingen aanvaardt in Liefde en overgave, zonder protest, in het volle bewustzijn dat alle lijden nut heeft voor Uw eigen ziel en de zielen van medemensen. Wanneer U Uw leven op deze ingesteldheid bouwt, bezit Uw ziel het ware fundament voor de naastenliefde, en deze is het voornaamste punt waarop U bij Uw dood beoordeeld zult worden.

430. Ter beschouwing: Wanneer U God om iets vraagt, zal Hij U dat geven, mits het in overeenstemming is met Zijn Plannen, die berusten op de Eeuwige Wijsheid. Het is zeer genadevol, Maria bij het slapengaan te vragen dat Zij U tijdens de nacht zou zuiveren van alle duisternis in Uw ziel. Zo geeft U Haar te kennen dat U morgen beter zou willen zijn dan U vandaag was. Deze vraag geeft uitdrukking aan een verlangen naar groei. U toewijden aan Maria’s Moederschoot, betekent in spirituele zin verlangen dat Zij U tijdens de nacht in Zich zou dragen om U morgen geboren te laten worden als Haar kind, dus bevrucht met Haar heilige eigenschappen. In feite zou U een avondtoewijding ook zo kunnen beschouwen, dat U bij het slapengaan de hele voorbije dag in Maria’s Moederschoot bergt opdat alle lief en leed dat U te beurt is gevallen, door Haar veredeld en als een soort pand in bewaring genomen zou worden.

431. Ter beschouwing: In de ogen van sommigen moet het wel heiligschennis lijken om Maria 'Bruid van mijn ziel' te noemen, zoals in bepaalde Myriam-gebeden het geval is. Wat echter in dergelijke gebeden wordt bedoeld, is dat de ziel die zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toewijdt, zodanig door Haar in bezit wordt genomen dat in de mystieke zin sprake is van een versmelting die zo innig is als deze van een bruid met haar bruidegom. Maria leert Haar trouwste toegewijden bovendien de meer verborgen aspecten van hun eigen wezen kennen.

432. Ter beschouwing: Een aanroeping tot Maria als de Onbevlekte Ontvangenis is onder andere zeer krachtig in alle gevallen waarin zuivering en bevrijding van zondige neigingen noodzakelijk is.

433. Oproep: Het grootste gedeelte van de tijd zijn onze kerken leeg. Jezus is echter voortdurend in het Tabernakel aanwezig, samen met Maria. Houd dit steeds voor ogen wanneer U een kerk betreedt: Ook al zijn er buiten U geen mensen, U bent er nooit alleen. Weet dan dat Jezus op Uw komst heeft gewacht. Hoe pijnlijk is het voor een God van Liefde wanneer de mensen voor wie Hij Zijn Leven op aarde heeft gegeven, achteloos aan Hem voorbijgaan. Groet daarom met eerbied en Liefde het Tabernakel, en spreek tot Jezus met een warm hart.

434. Ter beschouwing: Gods Nalatenschap aan de mensheid is niet met woorden te beschrijven, omdat de Gelukzaligheid van het Eeuwig Leven in de Hemel niet met woorden te beschrijven is. Maria was de eerste Erfgename van al deze Heerlijkheden, in die zin dat aan Haar reeds de volle versmelting met Gods eigenschappen en hoedanigheden werd voltrokken. God verlangt niets vuriger dan ook U deze heerlijkheden te bereiden, doch in het kader van Zijn Eeuwige Wet moet U daar een heilig leven tegenover stellen.

435. Ter beschouwing: Volkomen heiligheid is eenwording met God. Die eenwording kan gestalte krijgen in een zodanige overvloeiing tussen de Harten van Jezus en Maria en het hart van de aan Hen toegewijde ziel, dat reeds tijdens het aardse leven van de ziel sprake is van een grote gelijkenis met, en toenadering tot, het ideaal dat God voor de mens heeft beoogd. Het grote streefdoel is de nadering tot de ideale eenwording: deze tussen Jezus en Maria.

436. Ter beschouwing: Wanneer U lijdt, kunnen mensen U niet de volkomen troost bieden die Uw hart werkelijk verlangt. Mensen hebben geen kijk op alle factoren die Uw lijden veroorzaken, noch op ideale oplossingen die op één lijn liggen met Gods bedoelingen. Maria kan dat wel, en zal U door inspiratie en verzachting van de kwellingen van Uw hart nieuwe wegen wijzen, die vaak hierin bestaan dat U leert, de dingen totaal anders te bekijken.

437. Oproep: De zielen uit het vagevuur zijn voor vele mensen geen zorg. Nochtans is het God (en Maria) zeer welgevallig wanneer mensen op aarde bidden voor de bevrijding van deze zielen. Ten eerste is dit een uiting van onbaatzuchtige naastenliefde, want U verricht dan gebeden voor zielen die U in de meeste gevallen zelfs nooit hebt gekend. Ten tweede zijn zielen die U aldus uit het vagevuur helpt bevrijden, vurige voorsprekers voor U, wier gebed U kan helpen in Uw wereldse beproevingen. Door Uw gebed helpt U de schuldenlast betalen, die zij tijdens hun leven op aarde op zich hebben geladen en niet hebben uitgeboet.

438. Ter beschouwing: Gebed tot de Heilige Geest is een machtige hulp, die echter op grote schaal wordt verwaarloosd wordt. De Heilige Geest kan de geest en het gemoed ingrijpend veranderen. Om die reden wordt Hij 'de grote Trooster' genoemd: Hij laat de mens begrijpen waarom dingen zijn zoals ze zijn, en dat alles nut heeft met het oog op het Eeuwig Leven. Hij neemt een deel van de sluier weg, die de diepere Waarheid voor de ogen van de mens verborgen houdt. Hierdoor wordt het lijden draaglijker, en in bepaalde gevallen zelfs tot een vreugde.

439. Ter beschouwing: De 'aanraking' door de Heilige Geest laat mensen boven zichzelf uitstijgen. Gods Geest maakt de zwakke mens tot een heilige: Hij bezielt de geest zodat deze de dingen ziet met oneindig meer diepgang, Hij bezielt het hart zodat dit in staat is tot brandende Liefde, Hij bezielt het lichaam zodat dit een heilige tempel wordt, en Hij hult als het ware de ziel in een dauw van heiligheid, die meer weerstand biedt aan bekoring en zonde, zodat de mens steeds méér beantwoordt aan het beeld dat God oorspronkelijk voor de mens had bestemd.

440. Ter beschouwing: Maria is in ontelbare opzichten Gods antwoord op de werken en plannen van de satan geweest. Haar Heerlijkheid is met geen pen te beschrijven, en gaat alle menselijk bevattingsvermogen te boven. Maria dienen, is de grootste verheerlijking die een mens God kan geven. Indien de mens Maria kon aanschouwen in Haar volle Glorie, zou hij van verrukking vanzelf voor Haar door de knieën gaan. Het is slechts te betreuren dat de meeste mensen dit tijdens hun leven niet zien.

441. Ter beschouwing: Maria is het groot symbool van de zachtmoedigheid. Alles aan Haar is zachtheid: Haar voorkomen, Haar uitstraling, de richtlijnen die Zij in het hart van Haar begenadigden legt, zelfs Haar bevelen aan de engelen, die onder Haar heerschappij zijn gesteld. Zachtheid is een onoverwinnelijk wapen tegen het kwaad. Hoe meer de wereld wegzinkt in het moeras van kwaad en zonde, des te luidruchtiger wordt hij. Ware Liefde gaat echter gepaard met zachtheid, tederheid, stilte. Een mens bekeren, gebeurt duizend maal eerder door zachte Liefde dan door ruzie. Wie zijn hart waarlijk, oprecht en totaal aan Maria weggeeft, begrijpt heel spoedig dat Zij niets dan zachtheid is en verlangt, en Zij dwingt bij Haar instrumenten oneindige Liefde, eerbied en gehoorzaamheid af in volmaakte, Hemelse zachtheid.

442. Ter beschouwing: Wie Maria in zijn hart heeft toegelaten, ervaart reeds spoedig hoe relatief alle wereldse genietingen zijn. De aarde kent geen genot dat groter is dan het genot dat Maria Haar nederigste dienaren schenkt. Vergeleken bij Maria’s schoonheid verbleekt alles wat Haar dienaren voordien als mooi beschouwden. Alles verliest zijn aantrekkingskracht wanneer de dienaar er Maria niet in terugvindt. Maria is als een onvergelijkbare Bloem, en alles wat Zij geeft, zijn Hemelse bloemen: oneindig mooi en geurig, zelfs indien zij vaak met groot lijden gepaard gaan. Als Moeder van het Ware Leven, is Maria niets dan Leven, Zij wil in Haar dienaren slechts één ding vernietigen: de dood, de dood van de ziel, de dood die als slijk aan alle wereldse genoegens en gehechtheden kleeft. Wie bereid is om zijn aardse gehechtheden te begraven, wordt uit Maria opnieuw geboren.

443. Ter beschouwing: Het eerste wat Maria in het hart van Haar toegewijde dienaar legt, is een onvergelijkbare Vrede, een zachte, berustende overgave die de wereld niet in het hart kan opwekken, en die vele inwendige stormen bedaart.

444. Ter beschouwing: De zuiverheid is naast de Liefde de deugd die Maria het meest behaagt. Alles wat afwijkt van de zuiverheid, staat Gods Aanwezigheid in de weg. Zuiverheid is vrijheid van smet in gedrag, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens en bestrevingen, door bewust verzet tegen alle bekoring, en een bewust nastreven van gelijkenis met God (of met Maria).

445. Ter beschouwing: Hierin schuilt het grote verschil tussen oppervlakkige devotie voor Maria, en ware toewijding: Van toewijding is pas sprake wanneer men Maria echt bij zijn leven betrekt, in alle mogelijke omstandigheden, en zichzelf en alles wat men doet, werkelijk aan Haar geeft. Dit betekent dat U Uw vreugden met Haar deelt, maar vooral ook dat U bij elke tegenslag, beproeving, last of pijn automatisch tot Maria zegt dat U deze onaangename toestand draagt en aanvaardt uit Liefde tot Haar. Wanneer U iemand oprecht en heel diep bemint, bent U bereid om alles voor hem of haar te doen. Zo ook moet U Uzelf regelmatig de vraag stellen of U een onaangename toestand zou aanvaarden indien Maria Zelf U deze toestand mocht opleggen (als het ware zoals een bevel). Indien U dan protest voelt opkomen, gaat Uw Liefde niet diep genoeg. Indien U dan nog in staat bent om voor Haar te buigen en 'ja' te zeggen, is Uw Liefde vurig. In dat geval zal Zij aan U onvervalste wonderen voltrekken.

446. Ter beschouwing: Het tegendeel van Liefde is niet alleen haat, doch ook angst. Angst is een gesteldheid van het gemoed die niet verenigbaar is met Gods Aanwezigheid. God is Liefde, ook Maria is Liefde. Waar volmaakte Liefde is, kan geen angst zijn, en wanneer in een relatie angst bestaat, kan geen ongeremde Liefde heersen. Angst staat de innerlijke Vrede in de weg. Daarom is het van belang dat U in ogenblikken van angst om Gods tussenkomst vraagt. Het is bijvoorbeeld God heel welgevallig wanneer U de doodsangst van Jezus in de Hof van Gethsemani gedenkt. Jezus werd zwaar terneer gedrukt onder de angst, niet zozeer omdat Hij bang was om te sterven (want daartoe alleen was Hij in de wereld gekomen), doch omdat Hij de onbeschrijflijke last van de zonden der mensheid op zich voelde drukken. Het was de zonde die Zijn Hart wurgde.

447. Ter beschouwing: Verlangen naar de Verlossing van zielen en van de mensheid als geheel, is een genade, die vaak deel uitmaakt van een bepaalde roeping. Het is opmerkelijk dat vele mensen hun leven op aarde leiden zonder enige gedachte in dit verband, terwijl anderen daadwerkelijk verlangen naar de zuivering van zielen en van de wereld, en sommige geroepenen deze betrachting zelfs tot het werkelijk doel van hun leven maken. Zalig zij die begrepen hebben dat zij slechts in de wereld gekomen zijn om hun bijdrage te leveren tot de vestiging van Gods Rijk op aarde, want zo heeft God de wereld bedoeld: als een plaats waar de mens als heilige bekroning van de Schepping zou leven. Door de zondeval draagt elke mens de verplichting om de gemeenschappelijke zondeschuld te helpen uitboeten tot heiliging van de mensheid als geheel. Dát is het enige doel van het leven, en dat zal zo blijven tot alle schuld is vereffend en het Rijk van Christus op aarde gevestigd zal zijn. Dan zal er geen lijden meer zijn, doch slechts heiligheid en Vrede.

448. Ter beschouwing: Zolang U protesteert over Uw beproevingen, kunt U de ware Vrede van hart niet vinden. Niets ter wereld kan U die Vrede geven. Ook indien U 'berust in Uw lot', staat dat niet noodzakelijk gelijk met ware Vrede van hart. Berusten in Uw lot betekent vaak weinig méér dan dat U gelaten Uw kruis draagt omdat U nu eenmaal niet anders kunt. De ware Vrede van hart groeit pas zodra U Uw kruis met Liefde aanvaardt en zelfs leert, er enige vreugde in te scheppen. Dat kunt U niet uit Uzelf, U hebt daarvoor Hemelse bijstand en openheid voor de Hemelse Aanwezigheid nodig. De totale toewijding aan Maria is een beproefd middel om de waarde van lijden te leren zien en daadwerkelijk te leren aanvoelen. Door het lijden heen zult U gelouterd worden doordat het lijden zich steeds méér zal voltrekken op een fundament van Liefde. Liefde is de drijfveer van alle werkelijk Leven in de ziel, en elke toestand die niet op de Liefde kan terugvallen, blijft zonder vrucht. Daarom is heiligheid de vrucht van de Liefde. Wie heilig wil worden, moet één en al Liefde worden. Al het andere in hem moet sterven.

449. Ter beschouwing: Zelfs vele christenen hebben het niet begrepen: De Heilige Eucharistie is in de eerste plaats een vereniging met het Kruisoffer van Jezus. U kunt er ook Uw zonden en tekortkomingen 'kruisigen' tot Heil van Uw eigen ziel en van de ziel van Uw medemensen.

450. Ter beschouwing: Zeer vele geesten en harten leven constant in verwarring. Zij horen of lezen over de bovennatuurlijke werkelijkheid, doch zij zien die niet met hun eigen ogen, en weten niet meer welke houding zij moeten aannemen. Vaak wint de wereld het, omdat de mens eerder datgene gelooft wat hij voor zekerheid aanneemt dan datgene wat hem onzeker lijkt. Deze houding vormt een grote hindernis op de weg naar de heiliging van de ziel, want indien de beproevingen van een moeilijk leven elkaar snel opvolgen, gaat de mens in deze gesteldheid geloven dat er geen God kan bestaan.

451. Oproep: Mensen durven over het algemeen niet meer toegeven dat zij in engelen geloven. Daarmee doen zij God onrecht, want Hij heeft ons de engelen ter beschikking gesteld als onzichtbare helpers op de wankele bruggetjes over de kolkende stromen van het leven. Maria roept U op om de engelen een grotere plaats te geven in Uw leven. Zij zullen helpen om de weg te effenen voor de werken die hun Meesteres in Uw leven wil volbrengen.

452. Ter beschouwing: Het is waardevol, Uw huis aan Maria toe te wijden. Een leidende gedachte daarbij kan zijn: Uw huis te laten maken tot een heiligdom van Maria. U vraagt Haar dan dat Haar zegen permanent op Uw huis moge rusten, en dat er een atmosfeer van Ware Vrede moge heersen. Gebouwen hebben hun eigen sfeer. In sommige huizen voelt men zich onbehaaglijk, in andere ademt men een diepe Vrede. Dat hangt van diverse factoren af, maar de gesteldheid van de bewoners draagt hier in hoge mate toe bij. Onbewust worden mensen beïnvloed tot goede gesteldheden wanneer zij een gebouw betreden waarin de Ware Liefde heerst doordat de bewoners er een vurige devotie bedrijven. Zo ook kan Maria’s Aanwezigheid aangevoeld worden, zowel bij een mens als in een huis.

453. Ter beschouwing: Maria’s macht is door de duivel zeer geducht. Het aanroepen van Haar Naam kan hem reeds op de vlucht jagen. Zij is het groot symbool voor de opperste zuiverheid, heiligheid, en alle eigenschappen die lijnrecht tegenover alle kwaad staan. Daarom zou de mens bij de bestrijding van het kwaad in al zijn vormen nooit aan Maria voorbij mogen gaan.

454. Ter beschouwing: Er wordt wel eens gezegd dat de laatste gedachte, het laatste gevoel, het laatste woord van Uw leven een groot verschil kan maken bij Uw oordeel voor Gods troon. Zonder twijfel bepaalt dit mede de grote waarde van een avondtoewijding als laatste verrichting van Uw dag. Uzelf als afsluiting van de dag formeel aan Maria geven, betekent met Haar de nacht ingaan. U mag ervan verzekerd zijn dat Zij dan zeker aan Uw zijde staat indien God U tijdens de nacht tot Zich zou roepen.

455. Oproep: Niet ieder mens is in gelijke mate in staat tot naastenliefde. Ware, diepe naastenliefde is een genadegave, die U de Eeuwige Gelukzaligheid kan bereiden. Jezus heeft de Liefde tot God en de naastenliefde tot het grootste gebod verklaard. Ook de Heilige Paulus schrijft "Als ik de Liefde niet heb, ben ik niets". Het is daarom van groot nut, te bidden om het vermogen tot liefhebben. Vergevingsgezindheid, dienstbaarheid, hulpvaardigheid, vrijgevigheid, oprecht medelijden en elke andere uiting van naastenliefde zonder eigenbelang, moeten vooral de aan Maria toegewijde ziel tekenen. Wie in deze vermogens niet sterk wordt, doet Maria oneer aan.

456. Ter beschouwing: Maria’s Aanwezigheid kan zich op vele uiteenlopende wijzen in Uw leven openbaren. Smeken om Maria’s roepstem, is in feite smeken om de grootste innerlijke Vrede die een hart kan ervaren. Maria kan U daadwerkelijk op mystieke wijze roepen, maar Haar 'roepstem' kan zich ook op figuurlijke wijze laten horen, door U voelbare leiding te schenken bij alles wat U doet. Wanneer U oprecht en totaal aan Maria toegewijd bent, zal Haar werking in Uw leven niet ontbreken.

457. Ter beschouwing: Maria is het enige heiligdom dat ooit Gods inwoning volkomen waardig is geweest. Zij is de weerspiegeling van alle Goddelijke volmaaktheden. Alleen hierdoor kon God in Zijn drievoudig Wezen totaal bezit van Haar nemen en Zichzelf volkomen in Haar tot uitdrukking brengen. Zij werd het waardig bevonden, Gods macht, Liefde en Wijsheid te delen. Daarom is totale toewijding aan Maria zo waardevol, zo zinvol en zo genadevol. Zij overbrugt de grote kloof die tussen God en de mensheid gaapt, want door een Goddelijk Mysterie staat Zij tegelijkertijd zeer dicht bij God en zeer dicht bij de sterfelijke mens.

458. Oproep: Bestrijding van het kwaad begint bij Uzelf. Het komt erop aan, in de gesteldheid van Uw eigen hart een basis te leggen die geschikt is om Uw ziel zuiver te maken en te houden. Wijd U totaal aan Maria toe, en laat Haar onbegrensd in U werken.

459. Ter beschouwing: Toewijding, zodra zij oprecht en met volharding en vertrouwen doorleefd wordt, heeft alles te maken met de betrachting van een wedergeboorte uit Maria. Uw 'oude' hart, dat zo zeer verkleefd is met de wereld en zijn talloze misleidingen, dwalingen en verblinding, en met het nastreven van dingen die vergankelijk en dus op zich waardeloos zijn, moet vervangen worden door een 'nieuw' hart, dat uitsluitend op de onvergankelijke waarden van het Eeuwig Leven is gericht. Uw hart wordt gekweld doordat het onder voortdurende invloed van de wereld staat en daaraan ook vaak ten prooi is, met andere woorden erdoor gevangen wordt gehouden. De ware vrijheid kan slechts heersen in een hart dat zich van het wereldse losmaakt en zich door de Hemel laat leiden en besturen.

460. Ter beschouwing: God houdt er bijzonder veel van wanneer een mens het Verlossend Lijden gedenkt. Hij verwacht van U dat U bewust deel wil hebben aan dat Lijden, in Uw eigen dagelijkse beproevingen en in een regelmatige gedachtenis aan het Lijden van Jezus en de Smarten van Maria. Een leven in staat van genade kan voor U de Eeuwige Gelukzaligheid van de Hemel verwerven. Het lijkt dan ook slechts redelijk dat U zichzelf inspanningen getroost om het Verlossend Lijden in Uw eigen leven aan te vullen teneinde de onuitsprekelijke vruchten ervan waardig te worden.

461. Oproep: Een goede Biecht is een genade, want zij kan een bespoediging van Uw intrede in de Eeuwige Gelukzaligheid met zich meebrengen. Daarom moet dit Sacrament zorgvuldig voorbereid worden. Betrek Maria ook bij deze voorbereiding, opdat U in de gesteldheid van oprechte rouwmoedigheid en met voldoende open zelfkennis en inzicht in eigen fouten tot God kunt naderen.

462. Ter beschouwing: 'Genezing" is veel breder dan wat de mens hieronder gewoonlijk verstaat. Uw lichaam is slechts het voertuig waarmee Uw ziel doorheen dit aardse leven gaat. Ware genezing is gezondmaking van de ziel. Het is voor God oneindig veel belangrijker dat U om genezing van de ziel vraagt dan om genezing van lichamelijk lijden, want dit laatste is vergankelijk en vormt bovendien het losgeld waarmee U Uw ziel vrijkoopt voor het Hemels Leven.

463. Ter beschouwing: Deugdzaamheid, het leven in overeenstemming met Gods bedoelingen, is het wezen van de ware heiligheid, en vormt het uiteindelijk streefdoel van het leven zoals God het heeft bedoeld. Alle wereldse beslommeringen dienen slechts vergankelijke doelstellingen en verwerven U niet het Eeuwig Leven. Mensen verontschuldigen gemakkelijk alle tekortkomingen en fouten door de stelling "een mens is geen engel". Dat is ook zo, doch God verwacht van U wel een oprechte, doorgedreven inspanning om het ideaal van het engelachtig leven zo dicht mogelijk te benaderen. Een leven in heiligheid is een leven in een gesteldheid alsof U geen lichaam en geen aardse gehechtheden had. Niet het resultaat van Uw inspanningen is de basis waarop U geoordeeld zult worden, wel de inspanningen zelf.

464. Ter beschouwing: U kunt veel genaden bekomen door een gedachtenis aan elementen uit het Lijden van Jezus en de Smarten van Maria. U kunt dit doen door deze elementen als het ware aan God te offeren, als een ware offerande. Zo is het tussen Witte Donderdag en Goede Vrijdag ook gebeurd: Jezus en Maria offerden alles aan God de Vader op tot Verlossing van de zielen.

465. Ter beschouwing: Er wordt veel gebeden, doch zo vaak voor intenties die niet echt Gods belangen dienen. Heel weinig mensen bidden om de genade van heiliging, en nochtans is dat de intentie bij uitstek die God welgevallig is. God verlangt sterk naar heiliging van alle zielen, opdat Hij Zijn Rijk ook op deze wereld kan vestigen. Een vurig verlangen naar heiligheid is één van de grootste vruchten die Maria Haar oprechte toegewijden toewenst en waarvoor Zij in hen werkt.

466. Oproep: Liefde geven en Liefde aanvaarden, zijn vermogens die door allerlei tegenslagen in dit leven geblokkeerd kunnen raken. Dergelijke blokkades staan de groei en heiliging van Uw ziel in de weg. Het is van het grootste belang dat U ervoor zorgt dat de liefdesstroom onbelemmerd kan vloeien, in beide richtingen.

467. Oproep: Het leven op aarde is een constante strijd tussen Licht en duisternis. De wisseling van dag en nacht voltrekt zich ook onophoudelijk in de ziel, onder invloed van de vele elementen die voortdurend op U inwerken. Maria is in talloze opzichten een symbool voor het Licht, en in de diverse Myriam-gebeden voor avondtoewijding blijkt duidelijk hoezeer Maria Haar toegewijden aan de macht en waarde van dit symbool wil herinneren. Zij verlangt dat U een beroep doet op Haar telkens de duisternis zich van U meester tracht te maken. Zij kan Uw hart verlichten en Uw ziel naar steeds hogere trappen van volmaaktheid voeren. Geen nacht kan heersen in de ziel die zich zonder enige remming aan Haar voeten neerlegt om door Haar beheerst, geleid, bestuurd en geïnspireerd te worden. Het enige wat Maria van U vraagt, is Liefde, geloof in Haar macht, en totale overgave. Laat Maria Uw Gids zijn, zoals een volle maan die U ook de weg wijst in een duistere nacht.

468. Oproep: De tempel van Uw ziel is Uw lichaam. Toewijding van Uw lichaam aan Maria is in meer dan één opzicht nuttig. Het lichaam is bij uitstek Uw instrument tot uitboeting van zonden, zowel de Uwe als deze van medemensen. Wanneer U Uw lichaam en alles wat daarin gebeurt, aan Maria geeft, beschikt Zij over alles dat U Haar kunt geven als losprijs voor de Verlossing van zielen. Uw lichaam aan Maria toewijden, betekent bovendien, Haar over Uw lichaam laten heersen, zodat Zij het zuiver kan houden. Toewijding is een heilig verbond. Het lichaam vormt een raakpunt met het wereldse en wordt dan ook gemakkelijk door de wereld bezoedeld. Wanneer het niet zuiver is, lijkt het alsof U de heiligste Bloem der Hemelen ontvangt in een onrein huis. Vraag Maria dat Zij U rein en zuiver zou maken zoals Zij zelf is geweest.

469. Oproep: Wees voorbereid, want U kent dag noch uur waarop de Bruidegom komt. Toewijding van Uw hele leven is onder andere een vorm van voorbereiding op Uw laatste levensuur. Wanneer U Uw hele leven in Maria’s handen geeft, vanaf Uw geboorte tot aan het uur van Uw heengaan, kan Zij alles te gelde maken wat U hebt meegemaakt, de vreugden zowel als de smarten, pijnen, ziekten, droefheden, lasten, teleurstellingen. De dood boezemt de mens soms vrees of onzekerheid in. Wie zich in Maria’s handen weet, kan van die gevoelens bevrijd worden, want hij weet dat Zij hem niet in de steek zal laten. Kan een ziel die de volmaakte Liefde heeft doorleefd, en door Jezus tot Moeder van alle mensen is gemaakt, één mensenkind verloren laten gaan zonder ernstige inspanningen te leveren om het te redden? Leg Uw levenseinde vertrouwvol in Maria’s handen. Het enige wat van U wordt verwacht, is dat U door een deugdzaam leven Haar Voorspraak in het laatste uur waardig wordt, opdat Zij het tegenover Gods Gerechtigheid kan verantwoorden dat Zij U de genade van de Eeuwige Gelukzaligheid wil bereiden.

470. Oproep: Ooit heb ik Maria gevraagd dat Zij mij krachtdadig zou bijstaan telkens ik zelfs maar Haar Naam zou fluisteren in ogenblikken van nood. De Naam Maria is als een oneindig machtige toverspreuk. Spreek hem met Liefde en verlangen uit, of fluister hem zachtjes, en Zij verschijnt in de kern van Uw wezen in al Haar majesteitelijke schoonheid en macht. Kan een liefhebbende moeder het roepen van haar kind negeren? Hoe zou Maria dan wegblijven wanneer U Haar roept? De Naam 'Maria' is zo sterk geladen met Hemelse kracht dat hij de lust tot zondigen verdrijft, het kwaad op de vlucht jaagt, en zich als een balsem over U heen vleit wanneer U lijdt. Hij brengt Liefde in het hart, bezieling in de geest en heiligheid over de ziel. Hij breekt ziekmakende banden met de wereld en zijn negatieve, verwarring scheppende invloeden. Ieder mens weet uit ervaring hoe zalig en zoet het uitspreken van de naam van een geliefde kan zijn. Oneindig groter is de zaligheid en zoetheid die het hart ervaart bij het uitspreken van de Naam van deze Geliefde, wanneer Zij Zich Uw Koningin en Meesteres weet.

471. Oproep: Wat is de ware vrijheid van hart en ziel? Het is een loskomen van alles wat U aan de wereld bindt en U gevangen houdt in gevoelens die nooit echte bevrediging kunnen vinden. Deze vrijheid is de zuster van de heiligheid. De ware vrijheid is een gevolg van verregaande bezieling door de Heilige Geest en door Haar die bij totale toewijding Uw Hemelse Meesteres is geworden. Wanneer U leeft met de blik op de Hemel, en U stelt Maria in de mogelijkheid om waarlijk in U te leven, zult U voelen hoe relatief het werkelijk belang van wereldse invloeden is. De mens laat er zich vaak volkomen door inpalmen, doch in feite zijn zij van geen tel. Wereldse invloeden zijn beladen met elementen die niet in overeenstemming zijn met Gods Eeuwige Waarheid, en die de mens wegleiden van de belangen en ware behoeften van zijn ziel. De wereld is bron van onvrede, spanningen, misleiding, verblinding, bekoring, onzuiverheid, en de ervaringen van gisteren kunnen de spontaneïteit van Uw gedrag van vandaag totaal ontwrichten. Relativeer alles, en houd slechts vast aan het Ware Leven: Uw gebed, toewijding en devotie.

472. Oproep: Jezus in de Heilige Communie ontvangen, mag nooit een automatische handeling zonder inhoud worden. De Communie is een Goddelijk bezoek, maar dit gebeuren moet in zijn volheid worden beleefd: U moet zodanig leven dat Uw Goddelijke Bezoeker het in U naar Zijn zin heeft en Zichzelf volkomen in U tot ontplooiing wil brengen. Bedenk dat de Eucharistie een zeer genadevolle gebeurtenis is, die U deel geeft aan het grote Verlossingsoffer van Golgotha en die de Vrucht van dat Offer in U tot volle rijping kan helpen brengen. Ooit zag ik in een visioen dat telkens de Heilige Communie met Liefde en verlangen wordt ontvangen, als het ware een roos in de tuin van Uw ziel wordt geplant.

473. Ter beschouwing: De Heilige Maria Magdalena is een sterke hulp voor elke ziel die in dwaling verkeert, die gebukt gaat onder de last van een zondig leven of ten prooi is aan slechte gewoonten waarmee zij moeilijk kan breken. Maria Magdalena is bovendien een machtige voorspreekster om U dichter bij de gekruisigde Jezus en de Moeder van Smarten te brengen. Zij kan U helpen om, zoals zij zelf, de genade van een wedergeboorte te verdienen.

474. Ter beschouwing: De mens staat elke dag bloot aan tal van negatieve gevoelens, die hem (vaak onbewust) negatief beïnvloeden. Dit feit ligt mede aan de basis van bepaalde onverklaarbare gesteldheden in het hart. Het is nodig, U daartegen te wapenen, opdat U niet ontwricht zou worden zonder zelfs te weten waar die negatieve ingesteldheid vandaan komt, want zij belemmert een leven in deugdzaamheid.

475. Oproep: Van ons, christenen, wordt verwacht dat wij in deze troebele tijden meer dan ooit voorvechters voor het Kruis zouden zijn. Het Kruis heeft door Jezus de wereld gered, en de mensheid moet deze onvoorstelbare Erfenis volledig te gelde maken in deze tijden waarin de krachten van het kwaad en de antichrist steeds méér greep op de wereld lijken te krijgen. Blijf strijden voor de zuivering van de wereld, want Gods Rijk van Eeuwig Geluk, Vrede en Liefde wordt betaald met Uw lijden.

476. Ter beschouwing: Streven naar heiligheid kan een grote daad van naastenliefde worden: Een leven in heiligheid betekent een leven dat in zeer hoge mate in overeenstemming is met Gods Wet. Aan een ziel die in deze toestand verkeert, weigert God vrijwel niets. Daarom kan een heilige ziel heel veel genaden bekomen voor haar medemens. Dat is wat men in de ware zin van het woord noemt: een 'verdienstelijk leven'. Dit is precies wat Maria van Haar toegewijden verwacht.

477. Oproep: Het is de hoogste tijd dat de christenen de hand reiken aan de engelen om de wereld te bevrijden uit de greep van het kwaad. De moderne mens kent de engelen niet meer of, wat erger is, gelooft niet meer in hen. Nochtans zou de wereld aanzienlijk kunnen veranderen indien de mens in nauwer contact met de engelen zou leven. God wacht op onze gebeden om in te grijpen. Aan ons de keuze of wij vrede nemen met een wereld van onheil, haat en ellende, of via de versterking van de engelen het Rijk van Liefde en Licht bespoedigen.

478. Oproep: Maria is volmaaktheid in alle deugden. Wanneer Zij Haar Rijk in Uw hart vestigt, heerst daar de ware heiligheid. In een hart waarin Maria leeft en regeert, kan geen innerlijke onvrede heersen. Elke uiting van negativiteit geeft uitdrukking aan innerlijke onvrede en is een manifestatie van de inwerking van de duivel: opvliegendheid, onverdraagzaamheid, kritiekzucht, onvriendelijkheid, onvrede van het gemoed, bitterheid, wrok, haat, ontevredenheid, jaloersheid, negatieve benadering van alles en iedereen. Dit alles valt in wezen onder de noemer 'gebrekkige Liefde'. Maria is Liefde en volkomen Vrede van hart, rust in de ziel, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid, mildheid, beminnelijke vriendelijkheid, welwillendheid, blijmoedige overgave, vertrouwen, Geloof, stille berusting in het bewustzijn dat alles in goede handen ligt. Maak daarom Uzelf attent op elke uiting van onvrede in Uw hart, en herken deze als een bekoring, een aanval van de vorst der duisternis.

479. Ter beschouwing: De Smarten van Maria gaan oneindig veel dieper dan het menselijk leed dat Zij als Moeder heeft doorstaan op grond van het feit dat Haar Zoon moest lijden en sterven. Wat Maria’s Smarten onpeilbaar diep heeft gemaakt, was het spiritueel aspect ervan: Zij begreep beter dan welke mens ook, dat Jezus leed voor de Verlossing van zielen. De Passie was het hoogtepunt van de eeuwigdurende strijd tussen Licht en duisternis. Het feit dat zovele mensen niet klaar waren voor hun eigen Verlossing, en niet begrepen dat Jezus de Verlosser was, vormde de ware kern van Maria’s Smarten.

480. Ter beschouwing: Ieder mens is ertoe geroepen, naar God toe te gaan. God is Licht. Maria is Licht omdat Zij de Goddelijke Drie-Eenheid volkomen in Zich draagt. God heeft Zijn stempel zo volkomen in Haar gedrukt dat Zij vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis steeds volmaakter tot Zijn spiegelbeeld is geworden. De beste en meest onfeilbare wijze om als mens drager van het Licht te worden, bestaat derhalve in een totale toewijding aan Maria. In de innerlijke beelden waarop verscheidene van de Myriam-gebeden zijn gebaseerd, komt tot uiting hoezeer Maria op het spiritueel vlak vergelijkbaar is met de maan in de nacht: Zij geeft op volkomen wijze het Licht van de Zon (God) door, terwijl die Zon zelf onzichtbaar is. In de natuur doet de maan dit terwijl de zon zich aan het oog onttrekt, namelijk ’s nachts. Wanneer U Uzelf totaal aan Maria weggeeft, in een onvoorwaardelijke toewijding, krijgt de duisternis niet meer diezelfde greep op Uw ziel. In feite is dit de bedoeling van een avondtoewijding: De ziel vraagt bescherming tijdens de nacht, maar vooral tegen de duisternis die de ziel bedreigt. Toewijding aan Maria wordt aldus in de diepe zin een toewijding aan het Licht, een huwelijk met het Licht, een verloving van de ziel met de opperste zuiverheid en heiligheid. Maria zal de duivelse slang onder Haar voeten verpletteren. Geef Haar de kans om nu reeds Uw eigen duisternis onder Haar voeten gevangen te zetten. Leg Uw hele wezen aan Haar voeten neer en laat Haar aan U werken, in Liefde en vertrouwen.

481. Verzuchting: "Lichaam en Bloed van Christus Koning, red mij, laat mij toch deelhebben aan Uw Rijk". (Myriam, na Communie, H. Mis 23 november 2003, feest van Christus Koning)

482. Oproep: Jezus Christus is de Koning van het heelal. Daartoe is Hij geroepen, daartoe is Hij in de wereld gezonden, en zo wordt Hij ook erkend door de ziel die op zoek is naar het Ware Licht. De Christus, de enige Messias, is de Koning van Gods Rijk. Dat Rijk is ertoe bestemd, niet alleen in de Hemel te bestaan, doch ook in de wereld gevestigd te worden. De fundamenten van dat Rijk zijn de offers die iedere christen aan God aanbiedt, want op die verdiensten zal het Rijk Gods gebouwd worden. De bodem die dit Rijk zal dragen, is Maria, de heiligste, de meest deugdzame. In Haar moet U Uw lijden, beproevingen, offers, gebeden en goede bedoelingen zaaien als zaad dat onder de stralen van de Heilige Geest zal rijpen tot vruchten die blijvend zullen zijn. Zo wordt wie zich oprecht aan Maria toewijdt, opgenomen in de ketting van Licht, waarin de Drievuldige God, Maria en de toegewijde christenen in elkaar overvloeien in de kracht van één van de wonderbaarlijkste Goddelijke Mysteries: de eenheid van zielen. Geef Uw hele leven aan Maria, laat Haar ongeremd in U werken, en het Licht zal nu reeds uit U stralen.

483. Oproep: Totale vergeving van zonden, fouten en nalatigheden is de absolute voorwaarde om het Rijk der Hemelen binnen te treden. Een totale vergeving kan slechts langs sacramentele weg bekomen worden: door de individuele Biecht. Ook het Sacrament van de stervenden (de Ziekenzalving of Heilig Oliesel) heeft verlossende kracht. De ziel moet de verzoening met God nastreven en op gang brengen, doch moet deze uiting van goede wil bekronen door een regelmatige Biecht, gepaard met berouw en boetedoening, want zij kent dag noch uur waarop haar levensweg ten einde loopt, en er is slechts één weg om de ziel met God in het reine te brengen: leven en sterven in staat van genade. De ziel moet dus bevrijd worden van zondeschuld. Vergeet nooit Maria, onze Voorspreekster wier macht door weinigen op haar juiste waarde wordt geschat. Eén enkel woord van Haar kan U het Eeuwig Leven bereiden. Eer Haar en dien Haar, en vergeet nooit dat Uw leven oneindig veel te kort is om Haar alles terug te geven dat Zij tijdens Uw leven voor U doet, en tijdens Uw stervensuur nog voor U zal doen. Onthoud deze woorden, zij kunnen U het (Eeuwig) Leven redden.

484. Oproep: Negatieve gedachten vinden nooit hun oorsprong in God noch in Maria, zij worden U geïnspireerd door de grote ontmoediger, de vorst van de duisternis. God heeft in Uw ziel een heilig Vuur aangestoken, dat gevoed wordt door de Heilige Geest en Zijn vele inwerkingen. De grote vijand van het Licht bestookt echter zonder ophouden Uw hart en geest met zwarte gedachten, ontmoedigingen, twijfels, ongeloof, en tracht allerlei negatieve neigingen in U te zaaien: kritiekzucht, onverdraagzaamheid, opvliegendheid, de neiging om te oordelen en veroordelen, en uit dit zaad bloeit al spoedig het onkruid van de algemene onvrede. Wie deze gesteldheid in zich wortel laat schieten, laat zijn hart en geest verzieken en kan niet meer functioneren als spiegel van de Hemelse deugden van blijmoedigheid, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid, mildheid, vriendelijkheid, geduld. Het resultaat kunt U elke dag zien in de talloze mensen die nors, onvriendelijk, twistziek, verbitterd, ongeduldig, opvliegend en lusteloos met hun medemensen omgaan. Deze mensen hebben geen zalvende uitstraling meer, terwijl nochtans ook zij de Goddelijke vonk in zich dragen. Bij hen is het Vuur onzuiver geworden: Het verspreidt meer rook dan Licht en warmte. Laat Maria in U heersen tot het uiterste toe, en U zult door Haar 'bezeten' worden en aan anderen via U Haar hartslag laten voelen. Maria’s schoonheid zal over U liggen als een Hemelse sluier.

485. Ter beschouwing: Vrede in het hart wordt beschouwd als een groot kenmerk van spirituele groei. Het hart kan slechts de Ware Vrede ervaren wanneer de Heilige Geest er volop werkt, want een hart dat vredig is, is een hart dat heeft afgerekend met de verwoestende macht van de negatieve en verontrustende invloeden die de mens vanuit de wereld bedreigen. Vrede van hart komt dan ook tot uiting in een gesteldheid van blijmoedigheid, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, verdraagzaamheid, mildheid, geduld, vreugde ondanks de beproevingen, vertrouwen, moed, overgave, stil geluk. Onvrede in het hart wijst op gebrek aan weerstand tegen de bekoringen.

486. Ter beschouwing: Een negatief ingesteld mens kan een spoor van vernieling achter zich trekken. Negatieve ingesteldheden zijn deze welke afwijken van de deugden, in de eerste plaats alles wat afwijkt van de blijmoedigheid, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid, mildheid, geduld, vriendelijkheid. Deze deugden vormen de voornaamste bouwstenen van de Ware Liefde. Een mens die niet in de Liefde is, herkent men aan zijn neiging of gewoonte om te roddelen, kwaad te spreken, te lasteren, neiging tot norsheid, opvliegendheid, onvriendelijkheid, ongeduld, kritiekzucht, neiging om te oordelen en te veroordelen. U kent het gezegde "Aan de vruchten kent men de boom". Mooie vruchten kunnen niet opgeleverd worden door een zieke boom. Zo ook komen negatieve uitspraken over een medemens niet van de boom van de Ware Liefde. Er zijn mensen die beweren, een roeping te hebben om te fungeren als kanaal of instrument van Maria of Jezus, maar tezelfdertijd kwaad spreken over mensen of op een andere wijze uiting geven aan een negatieve ingesteldheid van hart. Wees voorzichtig met hun uitspraken, want het is zeer twijfelachtig of mensen die dergelijke vruchten afwerpen, wel geworteld zitten in de grond waarin de Boom van de Eeuwige Liefde bloeit.

487. Ter beschouwing: Uw leven is een onophoudelijke strijd tussen de materiële behoeften van Uw lichaam en de wijsheid van Uw ziel. Het lichaam bestaat zelf uit materie, stof, en is daardoor onderworpen aan de wetten van het materiële, dus van de wereldse behoeften (eten, drinken, kleding, rust, huisvesting, enzovoort). Deze behoeften worden constant beïnvloed door de krachten van de duisternis, die hen tot doelstellingen op zich willen maken opdat U eraan verslaafd zou worden en Uw hele doen en laten, denken, voelen, spreken en verlangen rond die behoeften gecentreerd zou worden, teneinde U van het zielenleven met God weg te leiden. In de greep die deze behoeften op U hebben, of althans in de mate waarin U die greep aanvoelt, schuilt de macht van de grote verleider (de satan), en dus van de bekoring en de zonde. Uw ziel echter, heeft van God een ingeboren Wijsheid ontvangen, die U voortdurend influistert dat de materiële dingen slechts middelen zijn om Uw lichaam in staat te stellen om te overleven, doch nooit doelstellingen op zich mogen worden. De ware doelstelling van het leven is de vervolmaking van de ziel, en deze veronderstelt dat U Uzelf losmaakt uit de macht van het materiële, en steeds meer tijd en inspanningen gaat besteden aan de noden van de ziel: het nastreven van een groei in de Wijsheid, het inzicht in de Goddelijke Mysteries, een diepe beleving van alle deugden, een ononderbroken communicatie met God en met Maria.

488. Oproep: Een heilig leven is een leven in navolging van alle deugden. Het is belangrijk dat U in alle deugden tegelijkertijd tracht te groeien. Ik zou het volgende beeld willen gebruiken: Bekijk de deugden als een hele reeks lampjes die samen aan één snoer hangen. Zodra aan één lampje naar beneden toe wordt getrokken, worden vele andere lampjes mee naar beneden getrokken. Zodra aan één lampje naar boven toe wordt getrokken, komen ook vele andere lampjes in een hogere positie te liggen. Met andere woorden: Elke groei in één van de deugden verhoogt de uitstraling van Uw ziel, maar elke achteruitgang in één van de deugden vermindert haar. U mag Uzelf niet in slaap wiegen door de redenering dat een duidelijke zwakheid in één van de deugden wordt gecompenseerd door Uw goede kwaliteiten. Integendeel bestaat de neiging, juist door één duidelijke zwakheid waaraan men toegeeft, ook op andere punten te beginnen verzwakken. Daarom is het zo belangrijk, niet te vlug tevreden te zijn over Uzelf, en heel alert te zijn op Uw eigen zwakheden, zelfs indien ze niet talrijk lijken.

489. Ter beschouwing: De diepste vervoeringen zijn deze waarin het diepste lijden zich verenigt met de meest brandende Liefde. Deze ervaring lijkt aan te tonen dat de ziel geprogrammeerd is om in vereniging met Christus de ware ervaring van de Hemel niet zozeer te beleven in de loutere vreugde, doch in de smart die haar oorsprong vindt in de diepe beleving van het opgenomen-zijn-in het Verlossingsmysterie: de verrukking van het deelhebben aan dit Mysterie waarop God het Heil van alle zielen heeft gebaseerd.

490. Ter beschouwing: Het onvergelijkbaar Offer dat Jezus van Zijn aardse Leven voor ons heeft gemaakt, is als Hemels zaad dat in de akker van de zielen wordt gezaaid, maar dat moet worden besproeid met de regen der genade en beschenen door de zon van de Liefde om open te bloeien. Dit betekent dat de Verlossing in U 'werkzaam' moet worden gemaakt door Uw eigen inspanningen om de genaden die God U dagelijks geeft, tot vrucht te brengen, en door Uw Liefde. De grootste uiting van Liefde is wel deze waarbij U de eenheid van Uzelf met Jezus en Maria betracht bij het dragen van Uw dagelijks kruis.

491. Ter beschouwing: Reinheid is het parfum van de bloem van Uw ziel. Dit parfum is als een weldadige balsem voor het Hart van God Zelf en voor de harten van Uw medemensen, want het wordt slechts gevormd in een gezonde ziel die groeit op de bodem van Gods Rijk, het voedsel uit deze bodem omzet in sap van eeuwig Leven, en uit dit sap bloemblaadjes vormt van een heiligheid en schoonheid die haar maken tot spiegel van Maria.

492. Verzuchting: "O Jezus, Licht der wereld, wees het Licht van mijn ziel". (Myriam, bij H. Communie, 1 augustus 2006)

493. Verzuchting: "Mijn Jezus, ik belijd dat ik zwak ben, en dat ik Uw hulp nodig heb in de strijd tegen alle duisternis in mij en om mij heen. Daarom smeek ik U door de allermachtigste Voorspraak van mijn Hemelse Meesteres, Uw en mijn Moeder Maria, dat U in mij de woorden van genezing zou uitspreken: 'Ik wil, word rein'.". (Myriam, spontane smeking tijdens de H. Communie, 15 februari 2008)
Na deze spontane smeking zegt MARIA: "Ik nodig alle zielen uit om deze smeking tot Jezus te richten bij de H. Communie en in omstandigheden waarin zij zich verdrukt voelen onder de slagen der wereld". (MARIA – 15 februari 2008)

494. Ter beschouwing: De 'Nieuwe Lente' is symbool voor een nieuwe vruchtbaarheid, schoonheid en verrukkingen in een natuur die voordien dood werd gewaand. Ook in een ziel kan het in bepaalde perioden lijken of alle leven is weggevloeid, en geen rijpe vruchten meer worden voortgebracht omdat de bodem van het gevoelsleven hard en koud lijkt te zijn geworden. De ziel mag nooit vergeten dat onder de oppervlakte het leven verder gaat, wachtend op een toename van de kracht van de zon in het eigen hart om opnieuw kleur, geur en warmte in het leven te vinden. Maria wordt de 'Oorzaak van onze blijheid' genoemd, de 'Belofte van een nieuwe lente', omdat Zij in Zich alles verenigt wat God de zielen wil laten toekomen opdat hun verkilde en stervende ondergrond opnieuw tot leven moge worden gewekt. Maria’s voorbeeld toont ons ook waarom Zij al deze beloften in Zich draagt: Zij is de Draagster van de volmaakte, vlekkeloze Liefde, het onwankelbaar vertrouwen in Gods Voorzienigheid, en de heiligste Hoop. Zij weet dat Gods Licht het laatste woord heeft, en wil elke ziel van deze kennis doordringen, opdat deze de Ware Vrede en innerlijke rust moge vinden, die haar tot ware bloei en Geluk zal brengen.

495. Ter beschouwing: De ziel kan vergeleken worden met een tempel: Zij is door God gemaakt als een heiligdom op zich, dat een kiem van heiligheid bevat. Deze kiem van heiligheid bevat als het ware het stuurmechanisme voor de ziel: de code voor een heilig gedrag in overeenstemming met Gods Wet. In de mate waarin deze code wordt gevolgd, verricht de ziel heilige werken en gelijkt zij méér op God. De zielentempel kan worden gezien als het geheel van alle vermogens die de ziel ontwikkelt in haar intiem leven met God en Zijn Schepping, en als de verzameling van alle innerlijke gesteldheden die in de ziel leven, en de effecten van al haar handelingen en woorden. Elke ziel lijdt onder het litteken van de erfzonde, en heeft daarom een Hemelse wegwijzer nodig. Daartoe heeft God Maria aan de zielen gegeven als Meesteres, die de ziel op volmaakte wijze kan leiden in haar groei naar God toe. Zodra de ziel jegens Maria belijdt dat zij bereid is om zich van zichzelf en haar eigen verlangens te ontledigen, laat zij als het ware Maria de troon bestijgen, en wordt zij tot 'Rijk van Maria'. Vanaf die troon zal de Hemelse Koningin Gods Wet in het leven van de ziel afkondigen, die het Ware Geluk in haar zal grondvesten in de mate van haar volgzaamheid en bewuste medewerking.

496. Ter beschouwing: Een gekwelde ziel is een ziel die nog het meest nood heeft aan duidelijke tekenen van Gods Licht, doch op grond van haar innerlijke gesteldheid juist weinig ontvankelijk is voor deze tekenen. Zij moet in zich een soms onoverbrugbaar lijkende kloof overwinnen. Om de bevrijdende sprong met succes te maken, is het belangrijk dat zij zich werkelijk de inspanning getroost om haar hart totaal te richten op iets wat haar bemoedigt, wat in haar een aangename herinnering wakker roept. God heeft in de harten een wonderbaar systeem voorzien, dat de ziel in staat stelt om – diep in zich – onvermoede reserves te vinden, die haar de kracht kunnen schenken om de duistere wolken te verdrijven en opnieuw het Licht te zien. Elke ziel draagt in zich hier of daar een dergelijke krachtbron. Dit is een wonder van Gods Voorzienigheid, die reeds het geneesmiddel inbouwt vóór de ziekte komt.

497. Ter beschouwing: De Goddelijke Voorzienigheid is een wonderbare uiting van Gods Wil om Zijn schepselen te begeleiden om op een optimale wijze hun levensweg te voltooien en aldus een leven te leiden dat de grootst mogelijke vruchtbaarheid binnen Gods Plannen en Werken waarborgt. De titel van Maria als 'Meesteres van de Voorzienigheid' kan voor verwarring zorgen. Een meesteres is een vrouwelijke ziel die macht heeft, die heerst, die gediend en gehoorzaamd moet worden. De Goddelijke Voorzienigheid is door God onder Maria’s macht gesteld wat de concrete uitwerkingen ervan naar de schepselen toe betreft, door Haar vast verworven positie als Middelares der Genaden en als Meesteres van alle zielen. Maria heeft van God de vrijheid gekregen, de genaden vrij over de zielen te verdelen en aldus de levensweg van zielen mede richting te geven. Door Maria’s werking in de verdeling der genaden en in de innerlijke omvorming van zielen, kan Zij de werken van Gods Voorzienigheid beslissend beïnvloeden. De mate waarin dit gebeurt, wordt mede bepaald door de graad van toewijding van een ziel aan Maria.

498. Ter beschouwing: Elke ziel heeft haar eigen, specifieke opdrachten binnen het groot Goddelijk Heilsplan. Het geheel van deze opdrachten heet 'roeping van de ziel'. Opdat de ziel in de loop van haar leven op aarde dag na dag alles zou kunnen volbrengen wat God van haar verwacht, krijgt zij specifieke gaven, eigenschappen, gesteldheden en talenten. De ziel moet deze zo gebruiken, dat zij haar helpen, op optimale wijze aan de wenken van Gods Voorzienigheid te beantwoorden. God schept de zielen met een onfeilbare Intelligentie, die hen specifieke gaven enzovoort bereidt, die de zielen als geheel in staat zouden moeten stellen om de mensheid terug te voeren naar haar oorspronkelijke heiligheid. Dat dit niet gebeurt, is toe te schrijven aan het feit dat vele zielen Gods Wet niet volgen. Vaak herkent een ziel haar roeping en haar ware talenten voor het Goddelijk Leven niet. Maria is de zielen gegeven als Meesteres en Gids. Zij kan U Uw roeping en talenten helpen herkennen.

499. Ter beschouwing: De offerande van de eigen vrije wil aan Maria is een vorm van toewijding die, wanneer deze in het leven van elke dag ernstig wordt beleefd, de ziel een grote vruchtbaarheid kan brengen. Van alles wat de ziel bereid is, aan Maria af te staan, is de vrije wil meestal het laatste. De mens heeft de neiging, zijn eigen leven zoveel mogelijk zelf in de hand te willen houden. Hierin schuilt een grote reden voor de hardnekkige verleidbaarheid van de ziel. Zolang de ziel haar eigen leven zelf volkomen wil blijven regelen, valt zij gemakkelijk ten prooi aan de talloze valstrikken der wereld. Een volhardende overgave van de vrije wil aan Maria betekent dat de ziel ertoe bereid is, haar hele levensweg onder de heerschappij te stellen van Haar, die volmaakt was omdat Zij Haar vrije Wil één had gemaakt met Gods Wil.

500. Ter beschouwing: Vele zielen denken er nooit aan, dat elk ogenblik van de dag, in al zijn schijnbare banaliteiten, gelegenheden biedt om offers aan God op te dragen, en daardoor de ziel een stapje hoger te brengen op de trap van haar ontwikkeling. De mens neigt er gemakkelijk toe, een dag waarin heel weinig gebeurt, als een 'verloren dag' te beschouwen, een 'maat voor niets'. Nochtans is ook een dergelijke dag opgebouwd uit precies evenveel ogenblikken, die eveneens gevuld zijn met innerlijke gesteldheden (blijheid, verveling, droefheid, ergernis, enzovoort...) die allemaal aan Maria opgedragen kunnen worden en daardoor zinvol worden.