TOTUS TUUS MARIA !

DE GOUDEN WEG NAAR DE HEILIGHEID

Myriam van Nazareth

 

deel 1

Uittreksels uit
KRUISTOCHT NAAR DE ZIEL

Myriam van Nazareth

PLAN TOT ZUIVERING VAN DE ZIEL
DOOR OVERWINNING VAN HAAR GROOTSTE DAGELIJKSE VIJANDEN

  1. gebrek aan boetvaardigheid
  2. spirituele lauwheid en onechte spirituele beleving
  3. het wereldse tot middelpunt van het leven maken
  4. verdeeldheid zaaien of bevorderen
  5. gebrek aan vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid
  6. zich tegenover de medemens tekort gedaan voelen
  7. de medemens kwaad berokkenen met woorden
  8. de medemens een kwaad hart toedragen
  9. bitterheid in het hart
  10. de medemens van zijn Vrede van hart beroven
  11. gebrek aan eerbied voor het lichaam als tempel van de ziel
  12. gebrek aan innerlijk leven
  13. onvermogen tot onthechting
  14. verleiding tot bedrog
  15. gebrek aan licht in het hart
  16. gebrek aan warmte in het hart
  17. zichzelf tot middelpunt van zijn omgeving maken
  18. onvermogen om zich in de plaats van de medemens te stellen
  19. gebrek aan inzet voor Gods Plannen en Werken
  20. het lichaam tot middelpunt maken
  21. gevoelloosheid
  22. onwijsheid
  23. de medemens wegleiden van de Waarheid
  24. zelfverheffing
  25. eigenliefde
  26. onstandvastigheid
  27. onoprechtheid
  28. regelloosheid
  29. de medemens beschouwen als hinderpaal
  30. geestelijke oorlogvoering tegen de medemens
  31. zichzelf tot rechter over zijn medemens aanstellen
  32. verleidbaarheid in de kleine dingen
  33. onreinheid in hart, geest en lichaam
  34. gebrek aan eerbied voor het heilige
  35. de medemens wegleiden van de dienst aan Gods Plannen
  36. gebrek aan eerbied voor de medemens
  37. gebrek aan offerbereidheid
  38. onvermogen om de zonde te herkennen
  39. ondankbaarheid en opstandigheid jegens de Goddelijke Voorzienigheid
  40. zwartgalligheid

 

deel 2

Uittreksels uit
WEDERGEBOORTE VAN HET AARDS PARADIJS

Myriam van Nazareth

RICHTLIJNEN EN BESCHOUWINGEN OM DE EEUWIGE LENTE VAN MARIA’S ZIEL
IN ONZE EIGEN ZIEL TOT BLOEI TE BRENGEN

  1. Zuiverheid
  2. Nederigheid
  3. Stilte
  4. Zachtheid
  5. Blijmoedigheid
  6. Gehoorzaamheid
  7. Zelfverloochening en offerbereidheid
  8. Totale overgave en toewijding
  9. Boetvaardigheid
  10. Geestdrift
  11. Dankbaarheid
  12. Vurigheid
  13. Vergeestelijking
  14. Liefde
  15. Innerlijke Vrede en gelijkmoedigheid
  16. Vertrouwen en geloof
  17. Onthechting
  18. Eenvoud
  19. Geduld
  20. Godsvrucht
  21. Hoop
  22. Positiviteit
  23. Wijsheid
  24. Zorgzaamheid
  25. Hulpvaardigheid en voorkomendheid
  26. Trouw
  27. Tevredenheid en aanvaarding
  28. Vergevingsgezindheid
  29. Vredelievendheid en solidariteit
  30. Sterkte
  31. Volmaakte heiligheid

______________________________________________________________

Deel 1:
PLAN TOT ZUIVERING VAN DE ZIEL
DOOR OVERWINNING VAN HAAR GROOTSTE DAGELIJKSE VIJANDEN

Uittreksels uit
KRUISTOCHT NAAR DE ZIEL

In Kruistocht naar de ziel inspireert de Allerheiligste Maagd Maria 40 sleutels tot bevrijding van hart, geest en ziel uit de greep van de grootste vijanden van het Ware Geluk op de aardse levensweg en van de eeuwige gelukzaligheid na dit leven. Op aansporing van Maria worden deze 40 sleutels hier samengebracht in een overzicht voor regelmatig gebruik. De ziel die zich inspant om deze sleutels samen te gebruiken, zal ervaren dat zij als geheel leiden naar de gesteldheid die de ziel volkomen kan zuiveren. De bedoeling van dit plan is: door veelvuldige herhaling en overweging deze sleutels zodanig diep in U op te nemen dat U hen vanuit de kern van Uw hele wezen begint te beleven in alle omstandigheden van Uw dagelijkse levensweg. Beschouw dit overzicht daarom als richtlijn voor de ervaring van het Goddelijk Leven in de ziel.

  1. Ik neem mij voor, voortaan elke dag een pijn, een ongemak, een vermoeidheid of een inspanning niet uit de weg te gaan, als mijn dagelijkse bijdrage tot de uitboeting van de zonden, fouten, tekortkomingen en nalatigheden van mijn hele leven en van alle zonden, fouten, tekortkomingen en nalatigheden die de hele mensheid doorheen de eeuwen heeft bedreven. Ik wil deze dagelijkse inspanning leveren uit Liefde tot de lijdende Jezus en de smartvolle Maria.

  2. Voortaan wil ik mij elke dag voorstellen dat ik bij het begin van elk gebed dat ik verricht en van elke Heilige Mis die ik bijwoon, een zaadje in de bodem van mijn ziel strooi, dat ik gedurende het gebed of de Mis mijn grond bewerk, begiet en laat bestralen door de zon van de Ware Liefde, opdat ik op het einde ervan een prachtige en geurige bloem aan Maria kan geven. Ik wil het tot een ware sport maken, op deze wijze dag na dag vele bloemen te verzamelen tot goedmaking voor de zonden der mensheid en als grondstoffen voor een ware bloemenregen van bekeringen in alle zielen. Deze gedachte aan de mogelijkheid om zeer actief bij te dragen tot het Heil van de zielen, zal ook mijn eigen hart en ziel bevrijden.

  3. Ik wil mij voortaan elke dag voorstellen dat, telkens ik denk aan dingen die betrekking hebben op de wereld, het duister wordt en het begint te regenen en de natuur kleurloos wordt, en telkens ik denk aan dingen die betrekking hebben op God, op Jezus, op Maria, op de heiligen en engelen, of op de belangen van mijn ziel, een pracht van een lentezon begint te schijnen en verrukkelijke bloesems bloeien. Ik wil mij daarbij inprenten dat dit alles op dat ogenblik gebeurt in mijn ziel.

  4. Telkens ik persoonlijk met een medemens een onenigheid heb, wil ik mij voortaan voorstellen dat, zolang deze duurt, Jezus (de Vredevorst) en Maria (de Koningin van de Vrede) in een cel opgesloten zitten, en dat zodra ik een concrete stap zet naar verzoening en nieuwe eenheid, ik Jezus en Maria uit deze cel bevrijd. Ik zal mij er rekenschap van geven dat ik door deze stap tegelijkertijd mijn eigen ziel uit een kerker bevrijd.

  5. Ik wil mij voortaan voorstellen dat mijn ziel, en mijn hele leefwereld, een landschap is dat bloeit omdat God het volgens Zijn volmaakte Wijsheid op de gepaste tijdstippen van zonnestralen en van regen voorziet. Telkens ik daar zelf op ingrijp, veroorzaak ik een 'verschuiving in de seizoenen', waardoor dit landschap ontwricht wordt. Zo wordt Gods Lusttuin tot een woestenij.

    Telkens ik kennis over mijn toekomst tracht te achterhalen die nog in het verborgene ligt, verlies ik de verdiensten van het blind geloof, en stel ik mijn ziel bloot aan het risico op 'indigestie': God schenkt mij alles op Zijn tijd, want Hij weet wanneer mijn ziel het volle nut uit iets haalt. Telkens ik ongeduldig of voortvarend word, en op gebeurtenissen vooruit wil lopen, is het alsof ik wil eten vóór ik het kan verteren. Hierdoor wordt mijn ziel zwaar, traag en vervuld van onverteerbare ervaringen. Ik stel voortaan mijn hele leven onder Maria’s heerschappij, en zal hierdoor gereinigd en verlicht worden, en nuttig worden voor Gods Heilsplan.

  6. Voortaan wil ik leven met de zekerheid dat de ware schatten voor de eeuwigheid niet op deze wereld worden geschonken. Telkens ik voel dat mijn medemens op één of andere wijze meer waardering ontvangt dan ik, zal ik God prijzen voor de kus en de bloem die mijn ziel op dat ogenblik ontvangt. Naarmate de situaties waarin ik mij tegenover een medemens wat achteruit geschoven voel, toenemen, zal ik mij in het verborgene verheugen over de groei en bloei van mijn Hemelse bloementuin. Terwijl ik Maria vraag dat Zij voor mijn tuin wil zorgen tot ik zelf in de Hemel kom, zal ik Haar eveneens vragen dat zij de betreffende medemens het Ware Licht zou schenken opdat hij met de hem geschonken wereldse gunst op de juiste wijze zou omgaan. Zo zal ik tegelijkertijd werken aan zijn bevrijding, en aan mijn eigen bevrijding.

  7. Vanaf vandaag wil ik mij voorstellen dat deelnemen aan roddel, laster, achterklap of verdachtmakingen, of mijn medemens het leven zuur maken, is zoals gaan wandelen met een wolf aan de lijn: Ik geef hem de vrijheid om mijn medemens te bijten en langzaam te verscheuren, doch bij elke beet wordt het dier bij het zien en ruiken van 'het bloed in hart of ziel' van mijn medemens zo woest dat hij mij zelf begint te bijten. Hoe langer ik dit dier zijn gang laat gaan, hoe méér ik zelf verscheurd word (in mijn eigen ziel).

  8. God heeft alle zielen samen bedoeld als stenen in eenzelfde bouwwerk. Voortaan wil ik het zo zien, dat telkens in mijn hart een gevoel van wrok, wrevel, rancune, haat, wraakzucht of leedvermaak opwelt, of ik een medemens moeilijk kan vergeven, ik hierdoor een steen uit het gezamenlijk bouwwerk loswrik, zodat het gebouw waarvan ook mijn eigen ziel deel uitmaakt, wankel wordt en regen en wind binnendringen. Telkens ik een stap zet naar oprechte vergeving en verzoening, of een gevoel van Liefde voor mijn medemens koester, verstevig ik de muren van dit gebouw. Ik wil mij er bovendien rekenschap van geven dat telkens ik een steen uit het bouwwerk lostrek, mijn ziel deze steen gebruikt om voor zichzelf een gevangenis te bouwen.

  9. Voortaan wil ik elk ogenblik van bitterheid of verbittering, en elke neiging tot het spreken van sarcastische woorden, beschouwen als druppels van een bijtend gif dat gaten brandt in mijn ziel, en dat ik moet wegspoelen met het water van een bloeiende hoop op de toekomst, zowel in dit leven als in het Eeuwig Leven. Ik leg mijn hele verleden onder Maria’s voeten, opdat het onder Haar macht al zijn greep op mijn gevoelsleven zou verliezen. Van nu af aan beschouw ik al mijn teleurstellingen uit het verleden als geschenken die mij de Eeuwige Gelukzaligheid zullen brengen op voorwaarde dat ik Maria de enige ware Heerseres over mijn herinneringen laat worden.

  10. Ik neem mij voor om voortaan zo sterk te geloven in Gods werking in mij en in elk detail van mijn leven, en in de totale en onfeilbare leiding door Maria, dat ik hierdoor inwendig volkomen tot rust en Vrede kan komen, in de zekerheid dat de stormen van het leven mij niet zullen beletten om de haven van bestemming (de Eeuwige Gelukzaligheid) te bereiken. Ik zal elk woord van bemoediging tot een medemens, elke gedraging waardoor ik mijn eigen Vrede van hart in hem kan laten overvloeien, beschouwen als een bevel dat Jezus in mij geeft aan de stormen in de harten van mijn medemens: "Zwijg stil!", zodat elke ziel in mijn tegenwoordigheid de innerlijke rust en Vrede vindt. Door deze gesteldheid zal ik mijn eigen hart en dat van vele anderen bevrijden.

  11. Voortaan wil ik mij constant voor ogen houden dat God (Maria) mij op elk ogenblik van de dag kan roepen om met Hem (Haar) op reis te gaan om een heel belangrijke opdracht te vervullen die voor mij en voor vele anderen geluk zal brengen. Telkens ik mijn lichaam blootstel aan een onnodig risico (door te veel te eten, schadelijke producten, voedingsmiddelen of dranken te gebruiken, of door onvoorzichtig of roekeloos gedrag), is het mogelijk dat God (Maria) mij roept op een ogenblik waarop ik niet in de gewenste conditie verkeer om mee op reis te gaan. Ik stel mij voor dat God (Maria) op mij rekent, dat Zij op dat ogenblik bij niemand anders terecht kunnen, en dat het vreselijk zou zijn indien ik niet klaar zou zijn, want een reis met God (Maria) is steeds een tocht naar de ware bevrijding van de eigen ziel en vele andere zielen.

  12. Voortaan wil ik mij ervan bewust worden en blijven dat het wereldse leven met al zijn omstandigheden in wezen totaal onbelangrijk is, niets anders dan een aaneenschakeling en onderlinge vervlechting van ontelbare gebeurtenissen en situaties die niets méér zijn dan een leerschool om mijn ziel te vormen voor de ware heiligheid. Ik zal het zo leren beschouwen, dat ik om mij heen slechts vergankelijke dingen zie die mij nooit het eeuwig geluk kunnen geven. Ik wil er daarom naar verlangen om zo veelvuldig mogelijk diep in mijn hart weg te zinken om daar het Hemels landschap te vinden: de schoonheden van God die niet vergankelijk zijn en die mij een diepe Vrede en een gevoel van ware vrijheid zullen geven.

  13. Voortaan wil ik er een sport van maken, dagelijks zoveel mogelijk tijd te besteden aan gedachten, gevoelens, handelingen en woorden die mij verbinden met het Goddelijk Leven en mij boven mijzelf, mijn gewoonten, mijn gehechtheden en mijn gebruikelijke verlangens laten uitstijgen. Alle gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, enzovoort, die mij vasthouden in de gesteldheden van de wereldse geest, wil ik leren beschouwen als waardeloos, van geen enkel belang voor mijn eeuwige gelukzaligheid noch voor het Heil van de zielen. Alleen de ogenblikken waarop ik in gedachten en gevoelens met God (Maria) verbonden heb doorgebracht, zal ik beschouwen als echte bijdragen tot het doel waartoe ik in de wereld ben gezonden. Zo zal ik mijn leven bewuster in de sfeer van het Hemelse ervaren, en mij bevrijden uit de wurggreep van wereldse activiteiten en beslommeringen.

  14. Voortaan wil ik mij voorstellen dat elke handeling of voornemen tot bedrog, zelfs in kleine dingen, is als het eten van een giftige vrucht: Tegenover het financieel gewin staat het feit dat ik mijn ziel een wonde toebreng en daardoor mijn geweten in onrust breng, zodat ik als het ware de gevangene word van mijn eigen onbewuste onvrede.

  15. Voortaan wil ik mij elke dag levendig voor de geest houden dat in mijn hart de troon van Maria staat, en dat ik Haar macht, Haar Licht en Haar Vrede altijd en overal met mij meedraag. Alle struikelblokken op mijn levenspad worden voortaan verbrijzeld door het Licht van de innerlijke blijheid die uit mij straalt als een macht die alle duisternis verdrijft. Voor Maria vlucht alles weg wat duisternis is. Wanneer ik Haar als mijn Koningin en Meesteres in mij ronddraag, word ook ikzelf een stormram tegen alle duisternis. Ik word vrijer van dag tot dag.

  16. Voortaan zal ik elke dag een zo innige eenheid betrachten met Maria, het Vuur van de schone Liefde, dat ik altijd en overal zal stralen als een kleine zon, en warmte zal brengen in vele harten. Zo zal ik in staat zijn om zowel in mijzelf als in mijn medemens vele onreinheden te laten wegsmelten, om aldus harten te bevrijden uit hun kilte en dorheid. Ik word een klein paradijs voor de zielen die in woestijnen veranderd zijn.

  17. Voortaan wil ik de bedrieglijke dwaallichten van wereldse waardering schuwen en zoeken naar het ware Paradijs: de Liefde van mijn Hemelse Moeder en Meesteres. Mijn toegangskaartje tot dit Paradijs is de betrachting om als kleine, eenvoudige en onopvallende ziel mijn leven te geven aan de dienst aan Haar en aan God. Ik zal ervaren dat geen werelds loon mij de warmte kan geven die ik zal krijgen wanneer Maria mij in Haar armen sluit, want in Haar ligt het Aards Paradijs dat door de erfzonde verloren is gegaan.

  18. Voortaan wil ik de genade afsmeken om tijdens elk contact met een medemens mijzelf helemaal te kunnen vergeten en te trachten, het leven te bekijken vanuit het hart van deze ziel, teneinde haar beter te kunnen begrijpen en haar noden op een doeltreffender wijze te kunnen helpen lenigen. Ik zal elk contact met een noodlijdende of hulpbehoevende medemens beschouwen als een voorloper op de Hemelse Bruiloft met God die in de Hemel aan mij voltrokken zal worden, want in de versmelting met het hart van mijn medemens kan ik nu reeds, bij elke mogelijkheid die ik krijg om de naastenliefde te beoefenen in woord en daad, een vereniging ervaren met Christus in deze medemens. Zo zal ik deze ziel en mijzelf dichter bij de ware vrijheid brengen.

  19. Voortaan wil ik mij voor ogen houden dat ik, ondanks mijn nietigheid, een wandelende schatkamer van God ben. De gaven en talenten die ik in mij draag, zijn als een zak Hemels zaad. Elke dag stuurt de Schepper mij verder op mijn levensweg, om overal om mij heen het Hemels zaad uit te strooien om de Schepping klaar te maken voor de bloei van een nieuw Aards Paradijs. Ik wil mijzelf elke dag weer vooruit branden door naar mijn leven te leren kijken alsof het reeds voorbij was, en mij voor te stellen dat ik dan verzucht: "Had ik toch nog méér kunnen doen!". Ik wil het beste maken van elke minuut van mijn leven, opdat ik elke avond kan zeggen: Deze dag is geslaagd, want ik heb Gods zaad uitgestrooid. Ik heb vandaag mogen meewerken aan de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Zo bouw ik mee aan mijn eigen bevrijding, en deze van alle zielen op aarde.

  20. Voortaan wil ik mijn lichamelijkheid beschouwen als een verborgen tuin, een geheime ontmoetingsplaats tussen mijzelf en Maria, aan Wie ik mijn lichaam heb toegewijd. Telkens ik in het wilde weg over mijn lichamelijke toestand of mijn ziektegeschiedenis zou beginnen te spreken, zal het voor mij zijn alsof ik het toegangspoortje tot die tuin openstel voor indringers. Telkens ik de neiging voel opkomen om in gedachten over lichamelijke zaken te verzinken, zal het voor mij zijn alsof ik Maria uit onze ontmoetingsplaats buitensluit om daar helemaal alleen te blijven wandelen. Zodra ik mijn lichamelijkheid leer te gebruiken als een middel tot uitboeting, een sleutel tot het Heil en een geheime tuin waartoe slechts Maria toegang heeft, zal ik niet langer het gevoel hebben dat mijn ziel de gevangene is van mijn eigen denk- en gevoelswereld. Wat met mijn lichaam gebeurt, zal gebeuren omdat Maria het wil. Deze gedachte maakt mijn hart vrij.

  21. Voortaan wil ik mijn leven beschouwen alsof ik een tuinier was in Gods Paradijs. Ik word elke dag uitgezonden tussen de bloemen (de zielen) met een arsenaal van fijne instrumenten om hen te verzorgen: tederheid, mildheid, tact, zachtmoedigheid, blijmoedigheid, soepelheid, inlevingsvermogen, medelijden, mededogen, begrip, barmhartigheid, vergevingsgezindheid, maar ook Liefde voor de enige Waarheid van God. Ik snoei (zuiver) zachtjes en geduldig, vol zorg om niet méér af te snijden dan strikt noodzakelijk voor een dag. Ik richt op en ondersteun de stengels (hulpvaardigheid), ik begiet (troost), ik bemest (onderricht hen in Gods Waarheid). In navolging van Jezus word ik slechts door één streefdoel gedreven: het Rijk Gods voorbereiden. Ik wil dit niet alleen doen door te zuiveren, door ook door te voeden met diepe Liefde en medevoelen.

  22. Ik wil mij er voortdurend van bewust zijn dat mijn leven een reis naar de Hemel is. De neiging om alles in mijn leven tot in de bijzonderheden zelf uit te stippelen, is als een reisroute in kaart brengen zonder vaste kennis over alle wegen en wegjes die samen deze route zullen vormen. Geen mens kan de toestand van elke meter weg bij voorbaat kennen. Alles zelf regelen, kan betekenen dat ik onderweg vele onaangename verrassingen krijg. Voortaan wil ik de reis van mijn leven verderzetten zonder uitgedachte reisroute doch met een flinke dosis blind vertrouwen op Maria, Die mij voortdurend de te volgen weg in het hart zal leggen. Ik zal ook vaak verrast worden, maar de verrassingen zullen spoedig zinvol blijken, en ik zal zeker zijn dat ik de bestemming, en dus mijn totale bevrijding, zal bereiken in de beste omstandigheden.

  23. Ik wil doorheen het leven gaan als een wandelend licht voor mijn medemens, een ark van toevlucht in al zijn twijfels of onzekerheden, een voor hem betrouwbare bron van oprechte, eerlijke informatie, zodat mijn 'ja' steeds ja is, en mijn 'neen' steeds neen. Zo zal ik elke ziel die door Gods Voorzienigheid op mijn weg wordt gestuurd, helpen bevrijden uit haar onrust en haar begeleiden op de weg naar de ware vrijheid, die slechts in Gods Waarheid leeft.

  24. Voortaan wil ik mij elke dag levendig voorstellen dat elk spoor van hoogmoed, trots of eigendunk mijn ziel zwaarlijvig maakt, en dat de Liefde voor de eenvoud, de nederigheid en de kleinheid haar ontledigt van heel wat ballast, zodat zij steeds slanker, lichter en werkzamer wordt. Elke trek van hoogmoed, trots of eigendunk, of van 'mij-beter-voelen-dan-de-anderen', maakt de werking van mijn hogere zielsfuncties log, zwaar en traag, en remt de vlucht van mijn ziel naar de hogere sferen van heiligheid.

  25. Voortaan wil ik bij elke goede daad die ik belangeloos stel, diep in mijn hart zeggen 'Hoe meer ik geef, des te rijker ik word'. Ik wil mijn ziel laden met het goud van de zelfverloochenende naastenliefde, en zelfs dát goud wil ik weggeven door telkens weer tot Maria te zeggen "U zij alle eer en dank, want zonder U had ik dit niet gekund".

  26. Voortaan wil ik door het leven gaan als een berekenbaar en betrouwbaar instrument in de handen van Maria. Ik wil zozeer één worden met deze heiligste der handen dat ik vergeet dat ik zelf leef. Ik weet dat Zij mij slechts kan gebruiken terwijl Zij mij in Haar handen houdt, en het is mijn diepste vreugde, zo betrouwbaar te zijn dat Zij geen ogenblik hoeft te aarzelen om mij te gebruiken telkens Zij dat wil. Alles wat Zij met mij doet, zal mij vrij maken, en door mijn inzet zullen ook anderen vrij worden, want zij zullen mij zien als een rots, stevig en standvastig: ik word bewogen door de onfeilbaar rustige en vaste handen van de Koningin des Hemels, één met de Wil van God Zelf.

  27. Voortaan wil ik elke onoprechtheid die in mij zou opkomen, beschouwen als een donkere nevel die tussen mijn hart en mijn medemens neerdaalt, zodat ik door hem niet waargenomen word zoals ik werkelijk ben. Ik geef mij er rekenschap van dat deze nevel ook het Leven brengend Licht van God verhindert om onbelemmerd in mijn hart door te dringen.

  28. Voortaan wil ik elke regel die ik op mijn levensweg vind, beschouwen als een muurtje dat mij even belemmert om voluit door te gaan. Ik geef mij er rekenschap van dat deze hindernis, zoals elke beproeving, op mijn weg is gebracht door de Goddelijke Voorzienigheid. Ik kan er niet omheen, want dit zou betekenen dat ik mij tegen Gods beschikking verzet. Dus zal ik het beklimmen, en het zo beschouwen dat zodra ik de regel aanvaard, ik bovenop het muurtje aankom, waar ik hoger en dus dichter bij de Hemel sta.

  29. Voortaan wil ik mij steeds voor ogen houden dat ik een onderdeel vorm in het grote geheel van Gods Schepping, en dat elke medemens een ander onderdeel vormt. Telkens ik op één of andere wijze in competitie treed met mijn medemens of hem als een concurrent beschouw, word ik oorzaak van storingen in de werking van het geheel, en werk ik Gods Plannen tegen.

  30. Voortaan wil ik mij er steeds van bewust blijven dat elke medemens een kiem van heiligheid, een kern van het Goddelijke, in zich draagt. Elke negatieve gedachte, elk negatief gevoel, elk kwetsend woord of kwetsende handeling die ik tegen mijn medemens richt, richt ik in wezen tegen Jezus Zelf. Elke vorm van negatief of kwetsend gedrag jegens mijn medemens maakt mij dus gelijk aan de beulen tijdens de Passie van Jezus.

  31. Voortaan wil ik mij steeds voor ogen houden dat, telkens ik het achterwege laat om in gedachten of met woorden een oordeel te vellen over een medemens, God één van mijn eigen fouten, tekortkomingen of nalatigheden uit het boek van mijn leven schrapt en er bij mijn levensoordeel geen rekening meer zal mee houden. Telkens ik wél een oordeel vel over een medemens, verwelkt één van de bloemen van mijn verdiensten.

  32. Voortaan wil ik mij er voortdurend rekenschap van geven dat mijn ziel gemaakt is als een prachtige edelsteen, die ik door mijn dagelijks leven voortdurend moet oppoetsen opdat het onophoudelijk werk van de Heilige Geest in mij volkomen tot zijn recht zou komen. Telkens ik mij bezighoud met werken, woorden of gedachten die niet vruchtbaar zijn voor het Eeuwig Leven, noch van mijzelf noch van andere zielen, wordt mijn edelsteen bedekt met het slijk en stof van de wereld, zodat ik in de ziel vuil, traag, zwaar en ziek word. Ik kan de ware vrijheid, schoonheid en lichtheid van mijn ziel slechts bewaren door haar te wassen in daden en woorden die leven geven.

  33. Voortaan wil ik mij voor ogen houden dat mijn ziel een spiegel is. Telkens ik mijn denk- en gevoelswereld op het Hemelse richt of woorden spreek die Gods Licht verspreiden, wordt deze spiegel gepoetst. Telkens ik gedachten of gevoelens koester of woorden spreek die op het laag-wereldse gericht zijn, komen er modderspatten of strepen op, zodat ik minder licht om mij heen verspreid. Het Licht van de zon dringt dan niet meer volkomen in mij door, zodat ook mijn inwendig wezen verduistert en verkilt. Niets anders dan het Goddelijk Licht kan mij de ware en volmaakte vrijheid geven. Wanneer dit Licht op de spiegel van mijn ziel valt, ervaart zij dit als een kus. Hoe reiner mijn spiegel is, des te méér zal God de vreugde smaken dat ik Zijn kus beantwoord, want dan zal Hij de stralen van Zijn Licht in mij weerkaatst zien.

  34. Voortaan wil ik alles wat heilig is of naar heiligheid verwijst, met blijheid begroeten als een teken uit het Land van mijn bestemming (het Eeuwig Leven in de Hemel). Ik wil leven in het bewustzijn dat ik gedurende mijn aardse leven gastheer/vrouw ben voor God en voor alles wat uit Zijn hand op mijn levensweg komt, en dat ik in het Eeuwig Leven bij Hem te gast zal zijn. In de mate waarin ik al het heilige oprecht in mijn hart sluit, zal God mij na dit leven in Zijn Hart sluiten. Dit besef zal reeds op aarde voor mij de weg naar de vrijheid openen.

  35. Ik wil mij er voortaan dagelijks rekenschap van geven dat ik als toegewijde van Maria ingeschakeld ben in een onophoudelijke totale oorlog tussen mijn Hemelse Meesteres en de krachten der duisternis. Telkens wanneer ik een medemens die oprechte inspanningen levert om Gods Werken te bevorderen, moed inspreek, is het alsof ik deze ziel omhul met Licht en Liefde, zodat zij een steeds sterker soldaat kan worden en mijn Meesteres een stapje dichter bij de totale overwinning kan komen: de grondvesting van Gods Rijk op aarde, en de totale bevrijding van alle zielen.

  36. Voortaan wil ik het leven beschouwen als een wandeling doorheen een onoverzienbare tuin op heilige grond. Ik wil elke stap zetten met Liefde en omzichtigheid, want elk plantje, elke bloem, elk zaadje, is een schepsel waarmee God mij in aanraking brengt als middelen tot voeding en genezing voor mijn ziel. Elk plantje, elke bloem en elk zaadje zijn zielen. Elke ziel komt op mijn levensweg om een reden, want Gods Voorzienigheid heeft een bedoeling met elk contact. Al deze Goddelijke voorzieningen verdienen mijn dankbaarheid en mijn eerbied.

  37. Voortaan wil ik mij voor ogen houden dat de satan de zielen geselt met de zweep van de genotzucht. Toegeven aan de genotzucht, betekent toelaten dat mijn ziel aan flarden gescheurd wordt. Elk offer dat ik kan brengen zonder enig protest en in liefdevolle toewijding aan Maria, wil ik beschouwen als wat het werkelijk is: een balsem die is gemaakt op basis van Hemelse bloemen, die ik kan uitsmeren over wonden die zielen zich door genotzucht hebben toegebracht.

  38. Voortaan wil ik bewuster leven, opdat ik de bekoring sneller moge herkennen. Ik wil ernaar verlangen, in al mijn gedragingen de volle maan boven de Hof van Gethsemani te zijn, opdat Jezus in mij een licht van hoop en vreugde moge vinden tijdens de nacht die voor Hem zal duren tot de mensheid zich van de zonde afkeert.

  39. Voortaan wil ik mij voor de geest houden dat telkens ik een beproeving of een eerder onaangename ervaring in mijn dagelijks leven ontmoet en hierop niet protesteer (noch tegen een betrokken mens noch tegen God), en telkens ik God dank voor gebeurtenissen en situaties in mijn leven, ik hierdoor een mogelijke ondeugd met Jezus aan het Kruis sla, zodat mijn ziel en andere zielen een stap dichter bij hun bevrijding komen.

  40. Voortaan wil ik elk uur van droefheid of hartenpijn beleven met de Moeder van Smarten in mijn hart, om Haar licht en de warmte te ervaren, opdat nooit meer de regenwolken mijn gemoed zouden beheersen, doch de verwachting van de regenboog. Zo zal ik de schoonheid en de Tegenwoordigheid van God ook ervaren in de uren van duisternis en kilte, en krijgt de bekoorder geen macht meer over mij, want mijn Meesteres is de Koningin van de Hoop, het Geloof en de Liefde.

 

Deel 2:
RICHTLIJNEN EN BESCHOUWINGEN
OM DE EEUWIGE LENTE VAN MARIA’S ZIEL
IN ONZE EIGEN ZIEL TOT BLOEI TE BRENGEN

Uittreksels uit
WEDERGEBOORTE VAN HET AARDS PARADIJS

In Wedergeboorte van het Aards Paradijs inspireert de Allerheiligste Maagd bij elk van de 31 'Wandelingen doorheen de Onbevlekte Tuin van Maria' geconcentreerde richtlijnen en beschouwingen via dewelke de ziel het zaad van de grote eigenschappen van Maria in zich tot bloei kan brengen voor een ware navolging van Maria, de heiligste Ziel ooit geschapen. In dit document worden deze bij elkaar gebracht als een handleiding voor heiliging.

1. Zuiverheid

Maria geeft ons, erfgenamen van het Eeuwig Rijk, de volgende onderrichting om Haar eigen lente in onszelf te helpen voorbereiden:

  1. Stel Maria als de Meesteres van alle zielen aan tot de Tuinierster van Uw ziel, met andere woorden: Wijd U totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig toe aan Maria;

  2. Stel Uw grond beschikbaar om omgeploegd te worden, met andere woorden: Aanvaard met Liefde en vertrouwen, en zonder enig verzet, alle lijden en beproevingen die Uw levenspad kruisen;

  3. Wees bereid om Uw plantengroei volgens Haar Wil en welbehagen en op Haar tijd te laten snoeien, met andere woorden: Bid om volledig gereinigd te worden in woorden, handelingen, gedachten, gevoelens en verlangens;

  4. Laat de inrichting van Uw tuin volkomen aan Haar over, met andere woorden: Wees bereid om alle gewoonten, inzichten, herinneringen, relaties, banden en gehechtheden die Uw groei kunnen hinderen, prijs te geven om louter en alleen op Haar te gelijken;

  5. Laat Haar heersen over alle weersomstandigheden die Uw tuin elk ogenblik nodig heeft, met andere woorden: Vertrouw blind op Haar Liefde en macht om U volgens Haar inzichten te voorzien van de zon en de regen van het leven, en geloof vast in het eindresultaat zolang U bereid bent om onder Haar voeten te liggen.

2. Nederigheid

Hoe kan de ziel het zaad van de volkomen nederigheid in zich tot volle bloei brengen?

  1. Door zichzelf te leren relativeren. Bekijk Uzelf eens 'vanuit de Hemel': Wat U ziet, is een onvoorstelbaar nietig stipje op een grote wereldbol, tussen vele miljarden andere schepselen (mensen, dieren, planten).

  2. Door zich bewust te maken van de beperkingen van de mens. Bestaat er een mens die nieuw leven kan scheppen? (een kind verwekken, valt hier niet onder, want een kind is het resultaat van de versmelting van een zaadcel van een man met een eicel van een vrouw, doch het levensprincipe (de ziel) wordt uitsluitend gemaakt en geleverd door God). Bestaat er een mens die ALLES kan en weet, of die de VOLHEID van de Wijsheid bezit? En bestaat er een mens die de lichamelijke dood voor altijd kan tegenhouden?

  3. Door zich bewust te maken van haar persoonlijke beperkingen. Bekijk even Uzelf: een samenstelling van talenten, gaven, vermogens, en... zwakheden en behoeften. Deze beide laatste eigenschappen maken U onvolkomen, en afhankelijk van een hogere macht. Bestaat er een ziel die de absolute volmaaktheid in alle deugden kan bereiken, die volkomen op haar eigen krachten en vermogens kan leven, of die zelf alles kan scheppen dat haar in staat stelt om in leven te blijven?

  4. Door zich even te bezinnen over alles wat zij om zich heen ziet. Maak een wandeling in de wijde natuur. Bekijk een boom, een bloem of een dier, en ga in op zo veel mogelijk details (uitwendig en inwendig): vormen, kleuren, aantal onderdelen, het geniale systeem volgens hetwelk deze onderdelen samenwerken, de vele stoffen die elke plant inwendig maakt tijdens haar stofwisseling (en die voor elke plantensoort verschillend zijn, zodat de natuur in haar geheel in staat is om miljarden verschillende stoffen te produceren). Bedenk nu even: Wie of wat heeft dit alles bedacht, ontworpen, gemaakt, en kan het feilloos besturen? God alleen. Kunt U Hem dit nadoen, zelfs voor één enkele bloem, plant, boom of dier?

  5. Door uit dit alles de algemene conclusie te trekken door deze ene vraag te beantwoorden: Hoeveel miljarden handelingen zijn eigenlijk mogelijk, die God kan stellen (en dagelijks stelt), maar ik NOOIT zou kunnen stellen? Hoe ziet dus mijn waarde eruit wanneer ik mijzelf vergelijk met God?

3. Stilte

Hoe kan de ziel de rijping van het zaad van de stilte in zich bespoedigen? Ziehier de aanbevelingen van haar Meesteres:

  1. Beschouw Uw ziel als een bloem. Een bloem heeft nood aan tedere invloeden. Zij schuwt schokkende ervaringen, sluit zich bij storm en harde regen, en stopt doorgaans haar bloei bij koude. Zelf schept zij ook geen 'stormen': zij groeit en bloeit geruisloos, en opent zich gretig onder de stralen van een zachte zon. Evenzo wordt Uw ziel in haar groei en bloei gehinderd door lawaai en allerlei onstuimige invloeden uit Uw omgeving. Zodra U zich zo veel mogelijk begint af te sluiten voor deze indrukken, zult U ervaren dat U gemakkelijker het contact vindt met Uw diepere 'ik', de plaats waar God en Maria in U leven, werken, zaaien en oogsten. Hetzelfde zal gebeuren naarmate U ook zelf stiller van aard wordt: God zal de stilte beginnen te vullen met indrukken en gewaarwordingen van een veel hoger niveau dan deze welke Uw zintuigen U kunnen bieden.

  2. Maak Uw hart klaar om op elk ogenblik God te ontvangen. Houd U voor ogen dat Uw medemens met U geen zinnig gesprek kan voeren wanneer U in een luidruchtige omgeving verkeert. Bedenk op gelijke wijze dat God U elk ogenblik van de dag en de nacht wil verheffen naar steeds hogere trappen van spirituele beleving, doch dat Hij daarvoor de kans moet krijgen om in U te 'spreken'. Het gesprek van God (of Maria) tot het hart voltrekt zich gewoonlijk niet in woorden die hoorbaar zijn voor Uw lichamelijke oren, wel in woorden die in Uw hart weerklinken 'in de taal van de ziel'. Dit kan veelvuldig gebeuren in een mystieke roeping, doch komt ook daarbuiten wel voor: 'bovennatuurlijke kennis' of ingevingen worden in Uw inwendig wezen 'gedrukt' als wegwijzers voor de volgende meters van Uw levensweg. Tenzij in een ziel die 'geoefend is in het mystiek contact', kunnen deze Hemelse richtlijnen niet ontvangen worden. Zo komt het dat een ziel die hoofdzakelijk leeft in een rumoerige omgeving en niet regelmatig de stilte zoekt, gemakkelijk het gevoel krijgt dat God Zich in haar nooit bemerkbaar maakt. Leer de stilte te waarderen en te koesteren als een schat, want zij trekt God en Maria naar U toe. Zodra Zij merken dat U de stilte waarlijk bemint, zullen Zij Hun troon in Uw hart vestigen en het vervullen met Zichzelf.

4. Zachtheid

Hoe kan de bodem van een ziel voorbereid worden op de zaaitijd voor zachtmoedigheid? Laat de Meesteres van alle deugden en van alle zaad uit Gods Hart U onderrichten:

  1. Zorg ervoor, met Uzelf in het reine te komen. Zolang een ziel haar verleden met zich meedraagt, er geregeld naar terugkijkt en zich laat beïnvloeden door herinneringen, kan zij gehinderd worden om in het heden haar levenstaken uit te voeren met een vrij hart. Zij verspilt een groot gedeelte van haar energie, haar levenskracht, aan gepieker, bitterheid, gevoelens van wrok, wrevel of teleurstelling, negatieve gevoelens over andere zielen en vaak ook over zichzelf: "Waarom is dat ooit gebeurd? Waarom heeft die dat gedaan? Hoe anders zou alles geweest zijn indien dit of dat niet of anders was gebeurd! Kon ik dat maar opnieuw doen!". Vele zielen blokkeren zichzelf grotendeels door denken, piekeren, overwegen, twistgesprekken in gedachten, zelfverwijten... Zij worden bitter en ontevreden, en emotioneel oververmoeid. De eerste deugd die hieraan opgeofferd wordt, is de zachtmoedigheid: Deze zielen worden gemakkelijk opvliegend, lichtgeraakt, onvriendelijk, nors, kortaf, zelfs de aanblik van hun gelaat wordt harder, alsof zij helemaal onder spanning staan en niet meer loskomen. Zij moeten het ventiel openstellen en de inwendige spanning loslaten, niet in de eerste plaats tegenover een medemens, maar tegenover Maria, in een akt van totale toewijding, en in een sacramentele Biecht bij een begripvolle en fijngevoelige priester. Naarmate de ziel van al deze ballast geledigd raakt, zal zij inwendig ontspannen, rust en Vrede vinden in zichzelf, en zachter worden naar buiten toe.

  2. Zorg voor voldoende rust in geest en lichaam. Niet elke ziel kan even goed overweg met overbelasting en oververmoeidheid. Maria bewaarde ook in de talloze lasten van Haar aardse leven Haar zelfbeheersing en Haar vermogen om Haar eigen noden en Haar eigen gevoelens zo totaal terzijde te schuiven voor Haar medemens, dat Zij Haar zachtheid volmaakt bewaarde. De ziel die volop gevormd wordt in haar spirituele ontwikkeling, kan moeilijkheden ondervinden in deze constante strijd met zichzelf en haar inwendige druk. Daarom is het belangrijk dat de ziel in haar eigen leven een gulden middenweg zoekt om haar roeping optimaal na te volgen doch eveneens tijdig inwendig tot rust te komen. Het evenwicht tussen het werk in dienst van God enerzijds, en de rust anderzijds, zal bij ieder op een verschillend punt liggen, en kan verschuiven naargelang de ziel ontwikkelt in het loskomen van het wereldse element van haar innerlijk leven. Bid veelvuldig tot Maria: "Hemelse Meesteres, schenk mij het vermogen om Uw rust in mij te bewaren. Laat mijn hart Uw Vrede ervaren. Schenk mij kracht in lichaam en ziel".

  3. Leef in het volle besef van het komend Eeuwig Leven. De ziel die zich gedurende al haar levensuren volkomen bewust is van het feit dat zij niet voor de wereldse dingen leeft doch voor de gelukzaligheid die erna kan komen indien zij haar leven volkomen leidt volgens Gods Wetten, laat zich voeden uit een Hemelse krachtbron: zij kan hierdoor een geleidelijk groeiende bovenwereldse hoop ervaren die haar inwendig steeds dieper zal vervullen met gevoelens van Ware Vrede, rust, geborgenheid, moed en vreugde, en een diepe bevrijding doordat de ziel zich steeds minder de gevangene van haar wereldse invloeden en gedachten voelt. Zij begint steeds méér te leven alsof zij niet echt meer in de wereld hoort, en niet echt meer door het wereldse geraakt kan worden. Deze ervaring brengt een groeiende zachtheid in de ziel: zij laat zich zachtjes 'in het Hart van God wegglijden' en leeft nog slechts om het goede te doen zolang zij dit nog kan, met andere woorden: zolang haar aardse leven nog duurt (dit kan nog jaren zijn, doch ook nog slechts één dag).

5. Blijmoedigheid

Laat de Meesteres van alle zielen U onderrichten over de wijze waarop U het zaad van de blijmoedigheid in Uw eigen ziel tot vrucht kunt brengen:

  1. Leer anders te kijken naar de beproevingen en lasten op Uw levensweg. Blijf Uzelf ervan overtuigen dat elke beproeving en last een bloem plant in de tuin van Uw ziel, en dat U telkens U een beproeving of last niet aanvaardt, ertegen protesteert of God kwalijk neemt dat U deze ervaring moet doorstaan, onkruid laat opschieten in de tuin van Uw ziel.

  2. Oefen U erin, niet lang stil te staan bij negatieve ervaringen. Zo leert U alle gebeurtenissen van Uw aardse leven relativeren, begrijpen dat zij vergankelijk zijn en geen belang hebben voor de eeuwigheid die na dit leven komt. U zult uit deze ingesteldheid een gevoel van bevrijding halen, dat U in staat zal stellen om blijmoediger te worden: Waarom Uw leven laten vergallen door gebeurtenissen die niet eens belangrijk zijn voor de nooit eindigende eeuwigheid die komt na de korte tijd die U op aarde doorbrengt?

  3. Leer het zo te zien dat niet Uw leven U beheerst, maar dat U Uw leven beheerst. Talloze zielen zien zichzelf als slachtoffer of speelbal van alles wat in hun leven gebeurt. Dit geeft hen een gevoel van gevangenschap, en maakt hen star en gespannen, ontevreden en zelfs angstig of wantrouwend. Zodra de ziel zich TOTAAL weggeeft aan Maria, HAAR laat beslissen welke wending het leven elke dag neemt, en met die volmaakte Hemelse beslissing akkoord gaat, kan zij zich vrij beginnen voelen. Een VRIJE ziel is een BLIJE ziel.

  4. Bedenk steeds: blijmoedigheid is een ononderbroken verheerlijking aan God. Elke dag die volledig in blijmoedigheid wordt doorgebracht, is als een rozentuin waaruit voortdurend lofzangen ten hemel opstijgen, want blijmoedigheid is slechts mogelijk wanneer de ziel Gods beschikkingen in haar leven aanvaardt. Deze aanvaarding is een akt van Liefde tot God en van vertrouwen in Zijn Wijsheid. Daarom is in Gods ogen geen gebed groter dan een dag van blijmoedigheid. Wanneer blijmoedigheid een heersende ingesteldheid van hart wordt, verandert de ziel in een bron van rozen die omgezet worden in stortvloeden van Genaden voor de hele mensheid. Elke christen is geroepen om een dergelijke bron te worden. Door blijmoedigheid helpt U Uw medemens, zijn dagelijks kruis te dragen. Dát is de eerste levenstaak van elke ziel, want in Uw lijdende medemens helpt U het Kruis van Jezus Zelf dragen.

6. Gehoorzaamheid

  1. Bedenk: Elk gebrek aan gehoorzaamheid, aan aanvaarding van Gods beschikkingen, staat Uw eigen geluk in de weg, want protest tegen Gods Werken en Plannen, of nalatigheid in de uitvoering ervan op Uw levensweg, brengt chaos in Uw leven: door elk protest maakt U het God moeilijk om Uw leven in goede banen te leiden. Bedenk daarom dat Uw geluk op aarde in belangrijke mate afhangt van Uw aanvaarding van alles wat op Uw levensweg komt, ook het schijnbaar minder aangename. Nog veel belangrijker echter, is de overweging dat elk protest tegen de gebeurtenissen en omstandigheden die Gods Voorzienigheid op Uw levensweg brengt, Uw eeuwige gelukzaligheid uitstelt of, in het ergste geval, onmogelijk maakt. Ongehoorzaamheid stelt de poort open naar vele ondeugden en zonden.

  2. Smeek Uw Hemelse Meesteres dat Zij Uw hart moge veranderen indien en in zoverre dit nodig is, opdat U niet meer zo gemakkelijk in opstand of protest zou komen tegen vele dingen in Uw leven. Niet de gebeurtenissen en omstandigheden zelf maken Uw leven moeilijk, doch hoofdzakelijk Uw eigen reactie ertegen. Elke gebeurtenis en omstandigheid van Uw leven is een kans om tot Verlossing en heiliging te komen. Uw geluk, Uw Vrede van hart en de Verlossing van vele zielen, liggen grotendeels in Uw eigen handen.

  3. Bid veelvuldig om standvastigheid opdat de beproevingen van het leven U niet kunnen bekoren tot innerlijke wrevel, en van daaruit tot onvrede en opstandigheid tegen Uw levenslot en de wendingen van Uw levensweg.

  4. Laat U motiveren door de bedenking dat niets U méér op de engelen laat lijken dan een volkomen gehoorzaamheid. De engelen beschouwen de dienst aan God en aan Maria als de enige zin van hun bestaan. Hoeveel groter dan de verdienste der engelen is Uw verdienste als mens wanneer U, die lichamelijke behoeften hebt en onder de lasten van een leven op aarde gebukt kunt gaan, Uw hele leven opoffert aan de verlangens van Uw Schepper en van Uw Meesteres. Volkomen gehoorzaamheid is een praktische uitdrukking van Ware Liefde. Onthoud dat de Liefde de gouden sleutel tot de poort des Hemels is.

  5. Tracht Uzelf te bevrijden van de dwang en de schijnverplichtingen van het werelds leven. Wie zich gevangen voelt in de noodzaak om het in het werelds leven steeds volledig naar zijn eigen zin te hebben, zal geneigd zijn tot opstandigheid en ongehoorzaamheid telkens het gehoorzamen hem kan beletten om datgene te doen wat hijzelf zou willen doen. De mens kan zichzelf ongewild regels opleggen door zich dingen voor te nemen en dan geen rust meer te kennen vooraleer deze dingen gedaan zijn. Wie dit alles weet los te laten, wordt vrijer, leeft meer volgens de loop der omstandigheden dan volgens de zichzelf opgelegde regels, en zal de gehoorzaamheid aan een macht buiten hem niet meer zo strikt beschouwen als strijdig met zijn eigen verlangens. Om deze gesteldheid te ontwikkelen, is een hoge mate van overgave en van nederigheid nodig.

7. Zelfverloochening en offerbereidheid

  1. Betracht een ware liefdesrelatie tot Maria en Jezus. Ieder die ooit verliefd is geweest, weet dat men bereid is om voor de geliefde ALLES te doen. Wanneer het Vuur van de Liefde het hart werkelijk heeft veroverd, bezielt het alle doen en laten, alle gedachten en emoties, alle woorden en verlangens. Kijk uit hoe Uw leven zou veranderen zodra Uw Liefde tot Maria (Jezus) zo diep wordt dat U Uzelf tot alles kunt motiveren door U zelfs nog maar voor te stellen dat Zij/Hij dit of dat van U verlangt, of dat het Haar/Hem veel vreugde zou bereiden indien U dit of dat zou doen of juist NIET zou doen.

  2. Breng deze liefdesrelatie over op Uw medemens. Houd U voor ogen dat elke ziel iets van God in zich draagt. Zo kunt U Jezus en Maria in elke medemens leren vinden. U zult hieruit een groter vermogen halen om Uzelf te verloochenen voor Uw medemens. Deze gesteldheid heeft nog een andere positieve bijwerking: U leert hierdoor, steeds gemakkelijker 'op een bovenwerelds niveau' te leven, want U wordt dan niet meer afgeleid naar het menselijke in de dagelijkse handelingen, doch leert in alles met Maria en Jezus verbonden te leven.

  3. Onthoud dat Uw aardse behoeften vergankelijk zijn, doch dat de bevrediging van de behoeften van de ZIEL haar staat van leven in de eeuwigheid bepaalt. Stel U geregeld de vraag, of de bevrediging van een stoffelijke behoefte werkelijk opweegt tegen de onschatbare waarde van een offer voor de staat van genade van Uw ziel bij haar oordeel voor God. Deze overwegingen zullen U in staat stellen om Uzelf en Uw behoeften in steeds hogere mate te verloochenen en deze van Uw medemens voorrang te geven, VOORAL wanneer de verloochening van Uzelf ten opzichte van Uw medemens U echt een offer kost.

  4. Beschouw elke daad van zelfverloochening of elk offer als een bloeiende roos die U aan Maria (Jezus) geeft, en streef ernaar dat de rozentuil zo spoedig mogelijk zo groot mogelijk zou worden. Dit beeld zal U leren, een steeds diepere vreugde te ervaren in een leven van offers.

8. Totale overgave en toewijding

  1. Leer Maria te beschouwen als Uw enige toevlucht in alle situaties van Uw leven: Zij kan ALLES voor U zijn, zodra U bereid bent om alles voor Haar te zijn en te doen. Zij heeft de macht om U het Ware Geluk te laten vinden, en daarna de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel. Zij kan de tuin van Uw ziel herscheppen tot een paradijs, met Uw vrijwillige en volle medewerking.

  2. Begraaf Uw verleden met al zijn herinneringen in Maria’s Hart. Laat U niet langer afleiden door gedachten over een tijd die definitief voorbij is. De Verlossing van Uw ziel en het daaruit voortvloeiende Ware Geluk wordt bereid in het HEDEN, niet in het verleden.

  3. Verminder zo veel mogelijk alle wereldse invloeden in Uw dagelijks leven. Weliswaar kunt U niet vermijden om in de wereld te leven, maar U kunt zich wel oefenen in het afschermen van Uw waarneming van alles om U heen. Ga in Uw geest en hart zo weinig mogelijk in op de onvermijdbare zintuiglijke prikkels (beelden, geluiden, geuren). Gebruik Uw vrije wil op de juiste wijze, door Uzelf voor te houden dat U zoveel mogelijk in Uzelf gekeerd moet blijven en Uw aandacht zo weinig mogelijk naar Uw omgeving mag laten gaan. Vermijd bijvoorbeeld de massamedia (televisie, radio, kranten, weekbladen, inhoudsloze teksten, reclamebeelden, niet-stichtende sites op het Internet...). Laat U ook niet afleiden door allerlei gebeurtenissen op straat enz.

  4. Onthecht U geleidelijk van stoffelijke behoeften. Uw lichamelijk leven, en ook Uw gevoels- en intellectueel leven, hebben behoeften. Om Maria en Jezus daadwerkelijk te kunnen volgen in alle bijzonderheden van Uw leven, is het noodzakelijk om Uw gewoonten en levenspatronen geleidelijk te veranderen. Het moderne leven schept voortdurend nieuwe (schijn)behoeften. Tracht deze zoveel mogelijk uit Uw leven te bannen. Streef ernaar, Uw behoeften niet ver meer boven het levensnoodzakelijke te laten uitstijgen. Dit is bij uitstek de weg naar algehele bevrijding van ziel, hart en geest, en leidt U naar de juiste basis, een sterke fundering, voor totale toewijding. U kunt niet tegelijk Uw behoeften en Maria dienen. Maak de eersten tot Uw dienaren, de tweede tot Uw Meesteres.

  5. Verdiep U in alle deugden en in de wegen naar de heiliging, teneinde Uw zwakheden te overwinnen. Ik verwijs U naar de omvangrijke richtlijnen die Maria in de loop der jaren reeds via Haar Myriam heeft gegeven, in het bijzonder in de volgende boeken en teksten:
    * De Hemelse Bruiloft
    * Lentebloesems aan de Levensboom
    * De Tempel van Maria
    * Kruistocht naar de Ziel
    * De Sleutels tot Ontsluiting van de Heiligheid in de Ziel (korte onderrichting)

  6. Verdiep U in de betekenis en het belang van Gods Heilsplan. De kennis hiervan zal U motiveren in de dagelijks beleving van de totale overgave en toewijding, want de ziel die de zin van Gods Heilsplan begrijpt, weet waarvoor zij strijdt. Ook in dit verband verwijs ik U naar de omvangrijke onderrichtingen die Maria in de loop der jaren reeds via Haar Myriam heeft gegeven, in het bijzonder in de volgende boeken en teksten:
    * Testament van het Verbond
    * Stormschriften
    * Openbaringen van Maria, Meesteres van alle Zielen
    * Het Heilig Verbond van Liefde (korte onderrichting)
  7. Oefen U in de navolging van Maria. Maria is het Tabernakel van de volmaakte heiligheid. Haar navolgen, betekent automatisch een leven van totale toewijding leiden. De Hemelse Koningin heeft Zichzelf reeds in vele openbaringen kenbaar gemaakt. De grootste diepgang van deze openbaringen wordt bereikt in het boek  Wedergeboorte van het Aards Paradijs. Maria laat Zichzelf in deze bladzijden helemaal tot leven komen voor elke ziel die Haar werkelijk wil kennen zoals Zij reeds als mens op aarde was.

9. Boetvaardigheid

  1. Beschouw de wereld met al zijn ellende, verwarring, verblinding, wantoestanden, oorlogen en ondeugden, en laat diep in U doordringen dat dit alles gevolgen zijn van de verschrikkelijk zware zondeschuld die de hele mensheid doorheen alle eeuwen op zich heeft geladen en waardoor de Schepping heel zwaar verstoord is geraakt en de satan het toppunt van zijn macht heeft bereikt.

  2. Beschouw daarna de ellende in de ziel: laat diep tot U doordringen hoezeer alle zonden, fouten, tekortkomingen, nalatigheden, zwakheden, ondeugden, dwalingen, misleidingen en verblindingen elke ziel in de loop van haar leven tot onvrede en vage gevoelens van ontevredenheid brengen, en in het hart bitterheid, teleurstelling, wrok en negatieve gevoelens over zichzelf, over medemensen, over de wereld, over het leven en over God kunnen opwekken, zodat de ziel uiteindelijk komt tot gevoelens van een grote leegte, een gemis, mislukking, falen en ongelukkig-zijn. 

  3. Bedenk vervolgens dat dit alles (de situaties uit punten 1 en 2) veroorzaakt wordt doordat de mensheid meer invloed en macht verleent aan de duisternis dan aan het Licht, zowel in de wereld als in het individueel leven.

  4. Als volgende overweging bedenkt U welke Vrede en gelukzaligheid in de wereld, in Uw eigen leven en in de diepste kern van Uw hart zou kunnen komen zodra de zwaar gewonde Goddelijke Gerechtigheid bevredigd zou zijn door een intense vergoeding van de zonden door veelvuldige akten van deugdzaamheid, doorleefde toewijding en opgeofferd lijden.

  5. Laat de overwegingen 1 tot en met 4 U inspireren en motiveren tot de gelofte jegens Maria om voortaan een leven te leiden van verstervingen, offers en boetedoening, en vorm samen met gelijkgezinde zielen een ketting van licht om meer Licht en Liefde over de mensheid af te smeken.

10. Geestdrift

  1. Bezin U over de zin van het leven. Telkens U de neiging hebt om U vragen te stellen naar de zin of het nut van schijnbaar banale of zinloze gebeurtenissen of toestanden, moet U Uzelf voor ogen houden dat ALLES wat op Uw levenspad komt, geen DOEL op zich is, doch een ononderbroken aaneenschakeling van MIDDELEN om het enige, hogere doel te verwezenlijken: de volbrenging van datgene wat God van U verwacht om Zijn Plannen en Werken te voltooien. Elke ziel is een onderdeeltje in het geheel van de Schepping. Bedenk even hoe totaal onzinnig het zou zijn indien Uw leven niets anders, niets méér, niets hogers te bieden had dan eten – werken – ontspannen – slapen, enzovoort, soms vele jaren na elkaar. Zou God in Zijn oneindige Wijsheid OM DEZE REDENEN en MET DIT DOEL een ziel scheppen, laat staan miljarden zielen? Bedenk steeds dat de enige bestaansreden voor de hele Schepping deze is: Gods Plan van totale Verlossing en heiliging van de mensheid te voltooien. Kan dit gebeuren door miljarden zielen te scheppen met als enige levensdoel een jarenlange ketting van eten – werken – ontspannen – slapen, enzovoort?

  2. Bezin U over Uw ware levensroeping. Elke ziel heeft in dit leven een welbepaalde roeping, een levensopdracht die zij moet vervullen om haar aandeel in het volbrengen van Gods Plan te verwezenlijken. Deze levensroeping heeft niets te maken met het beroep dat de ziel hier op aarde uitoefent voor haar financieel onderhoud. De roeping is de specifieke taak waartoe de ziel (door God) geroepen wordt, de opdracht die God haar meegeeft om binnen de haar op aarde toegemeten levensduur te volbrengen. De ziel vindt deze roeping pas in de mate waarin zij haar hart helemaal opent voor het bovennatuurlijke, het Goddelijke, de dingen die niet met het vergankelijke (materiële, stoffelijke) te maken hebben, doch met de behoeften van de ZIEL voor het Eeuwig Leven en voor het Eeuwig Heil van alle zielen als geheel. Het zijn de inspiraties van de Heilige Geest die de ziel via de gebeurtenissen en ontwikkelingen op haar levensweg en via het geweten informeren over wat God werkelijk van haar verwacht. Uw ware levensroeping met zekerheid ontdekken, kunt U slechts door:
    * Uw aandacht niet strak op de stoffelijke kant van Uw leven te richten, doch voortdurend oog te hebben voor de diepere dingen van het leven, de achtergronden die dieper liggen dan het oppervlakkige van al Uw gevoelens, handelingen, gebeurtenissen, enzovoort;
    * Uw eigen reacties en gevoelens ten aanzien van de gebeurtenissen en omstandigheden in Uw leven te observeren: Waarom heb ik een grote voorkeur of afkeur voor dit of dat, welke dingen laten mij een grote vreugde ervaren, of stoten mij eerder af? Bedenk wel dat 'vreugde ervaren' in iets, niet mag worden verward met de opwinding die opgewekt kan worden door een zwakheid in de deugd, bijvoorbeeld: Bepaalde zielen ervaren het toppunt van opwinding telkens zij een medemens kunnen verleiden via erotische handelingen of signalen. Deze opwinding is geen teken van God voor het ontdekken van een ware roeping, doch de kortstondige bevrediging van een vergankelijke (lichamelijke en/of emotionele) behoefte die is ontaard tot een zwakheid. De vreugde die kan wijzen op het ontdekken van de ware levensroeping, is een vreugde van de ZIEL, die blijvend is en die een diepe Vrede in het hart brengt; opwinding is daarentegen een 'vreugde' in het lichaam, die vergankelijk is en innerlijke onrust en gevoelens van gevangenschap brengt;
    * het communicatiekanaal tussen Uw hart en God open te houden. Uw roeping kan een leven lang voor U verborgen blijven wanneer U slechts vanuit de GEEST leeft (denken, analyseren, piekeren, redeneren, plannen, vergelijken, trachten alles met het verstand te begrijpen...). Wanneer U God en de dingen der eeuwigheid uit Uw leven bant, zult U evenmin Uw werkelijke roeping vinden, want dan gunt U Uw ziel niet het Ware Leven. Een stervende of kwijnende ziel kan geen ware geestdrift ervaren, want zij snijdt zich af van de Bron van alle bezieling: God.

  3. Leef in de rotsvaste overtuiging dat het ware Leven pas na dit aardse leven begint. Dit bewustzijn kan de ziel zodanig buiten zichzelf helpen groeien dat zij vooruitgebrand wordt op elke meter van haar levensweg. Zij leert dan alles relativeren (niets dat van de wereld is, opblazen; het wereldse geen belang of betekenis toemeten die het helemaal niet heeft). Zij leert als het ware naar zichzelf en haar levensweg kijken 'vanuit de Hemel', zo ongeveer 'zoals God ernaar zou kijken'. Hierin schuilt de extra motivatie dat de ziel zichzelf leert te doordringen van de waarheid dat aan alles een einde komt, en dat zij later, na haar heengaan uit deze wereld, zeer vele dingen die zij nu buitengewoon belangrijk acht, als totaal onbenullig zal beschouwen. Deze ingesteldheid maakt vele dingen tijdens dit leven veel lichter om te dragen. Het kijken naar het eigen leven 'van bovenaf' geeft de ziel een zeker gevoel van vrijheid of bevrijding: zij voelt zich op één of andere vreemde wijze niet langer de gevangene van haar eigen leven.

  4. Houd U steeds voor ogen dat AL Uw doen en laten, ELK woord en ELK gevoel in de loop van Uw aardse leven, van groot belang kan zijn voor het Eeuwig Heil van Uw ziel en van vele andere zielen, en Gods Plan dichter bij zijn verwezenlijking kan brengen. Deze zingeving aan elke schijnbare banaliteit in Uw leven kan de geestdrift in al Uw handelingen aanwakkeren. Onderschat niet de waarde (in Gods ogen) van een eenvoudige oprechte glimlach, een toegestoken hand, een bemoedigend woord, enzovoort.

  5. Wapen U tegen alle ontmoediging door U steeds voor ogen te houden wat in het leven werkelijk van belang is om de Eeuwige Gelukzaligheid te verwerven en bij te dragen tot de volbrenging van Gods Werken. U zult merken dat onverwacht vele dingen die de wereld en werelds gezinde mensen U willen voorspiegelen als essentieel, in werkelijkheid van geen enkel belang zijn, bijvoorbeeld: leven volgens een strak schema dat men zichzelf oplegt, een lichamelijk ongemak (weet dat God met alles een bedoeling heeft, met het oog op Uw eeuwig welzijn) enzovoort.

11. Dankbaarheid

  1. Volg Maria na, Die bij elke minder aangename situatie in Haar leven tot God zei: "Dank, Mijn God, want Ik weet dat dit Mij en andere zielen een stap dichter bij onze Eeuwige Bestemming brengt". U zult merken dat U het minder aangename spoedig anders zult bekijken. Dat komt doordat Uw geest en hart door deze dankzegging 'geherprogrammeerd worden' om volkomen over te vloeien in Gods Wil en in Zijn Werken en Plannen, en ook doordat dankzegging God aanspoort om U op een bijzondere wijze te begeleiden en te beschermen.

  2. Prent Uzelf voortdurend in het hart dat U slechts op de wereld bent gekomen als een onderdeeltje van het systeem dat 'Schepping' heet, en dat de enige zin en bedoeling van Uw leven ligt in de volbrenging van Uw persoonlijk aandeel in Gods Heilsplan. Zo zult U leren beseffen dat ALLES zin heeft, en dat ALLES in Uw leven Gods aandeel vormt in het uitbouwen van een afgerond geheel: de vervulling van Uw levensopdracht, die U de verdiensten moet brengen waarmee U de Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel betaalt. U zult dan begrijpen dat alle leed, beproevingen en lasten in Uw leven slechts enkele stenen in dit bouwwerk vormen, maar dat God vrijwel alle muren plus het dak voor Zijn eigen rekening neemt. Een dagelijks "Dank U, mijn Schepper, Verlosser en Heiligmaker" is een heel kleine prijs voor dit eeuwig geschenk.

  3. Vergeet geen ogenblik dat God met Uw leven slechts één ding beoogt: Hij verlangt, U na dit leven in Zijn eeuwig Paradijs te kunnen huisvesten. Hij vraagt daartoe de inspanning van een levenslang offer op vele wijzen, maar Hij geeft U twee onbetaalbare dingen in de plaats:

  • gaven, talenten, vermogens, genaden en tussenkomsten van Zijn Voorzienigheid, vanaf Uw geboorte tot in het uur van Uw lichamelijke dood;

  • het vooruitzicht van een eeuwigdurend, nooit eindigend geluk en ongekende heerlijkheden die alle verbeelding en voorstelling oneindig overtreffen.

12. Vurigheid

  1. Stel U voor dat U alle ellende van Uw aardse leven in verleden en heden, alle negatieve en onaangename herinneringen, alle hartenpijn en al Uw zwakheden samen op een hoop gooit, en zeg dan met alle krachten van Uw hele wezen: "Maria, Meesteres van mijn hele wezen en van mijn levensweg, Koningin van de vurigheid, wil nu in mijn hart het Vuur van Uw eigen Hart aansteken, opdat daarin alles verbrand moge worden dat mij hindert om te zijn wie ik echt wil zijn". Stel U voor hoe dit alles verteert in het Vuur, en hoe rondom Uw ziel een ketting van vlammen ontstaat, die alle bekoring tot lauwheid, onverschilligheid, gebrek aan belangstelling voor de behoeften van de ZIEL en gebrek aan Liefde, verhindert om nog langer Uw ziel aan te tasten. Stel U levendig voor, hoe dit Vuur al Uw handelingen en woorden bezielt, en hoe een baan van Vuur ontstaat tussen Uw hart en het Hart van Maria, en hoe dit Vuur en zijn schitterend Licht alle duistere invloeden uit Uw leven verbant. Bid intussen tot Maria dat Zij dit alles werkelijk in U laat gebeuren.

  2. Houd U voor ogen dat elk gebrek aan Vuur in Uw handelingen, woorden en verlangens naar het Goddelijke, Uw ziel laat bevriezen zoals een grond in de winter. Verlang intens naar de lentezon, en roep tot de Heilige Geest: "O Geest van God, allerheiligste Vuur dat harten en zielen doet ontvlammen, stort in mij de bezieling van het ware Goddelijk Leven, opdat in mij alles moge verteren wat niet bij U past, en mijn hart moge branden voor de vervulling van Gods Plannen en Werken. Wil mij begenadigen met de vurigheid die de winter van de zonde, van de onverschilligheid en van de verloren tijd uit het land van mijn ziel zal verdrijven".

  3. Houd U voor ogen dat de absolute bekroning van het aardse leven van een ziel hieruit bestaat, dat zij wordt tot beeld en gelijkenis van God. Beeld en gelijkenis van God kan slechts een ziel zijn, die Haar levenstaken met Vuur verricht, want de vurigheid is een uiting van ware bezieling door de Heilige Geest met het Vuur van de ware Goddelijke Liefde, een Vuur dat Verlossing en heiliging brengt over zielen, en dat in de ziel de vatbaarheid voor alle bekoring geleidelijk uitroeit en verbrandt. Het is op de as van deze brand dat de ziel wedergeboren wordt.

13. Vergeestelijking

  1. Overtuig Uzelf van de vergankelijkheid en onbelangrijkheid van de wereldse dingen: de materie, geld, bezit, eigendom, stoffelijke goederen, koopwaar, de vele schijnbehoeften die door reclame en dergelijke worden geschapen, maar ook de woorden van mensen die aan het materiële gehecht zijn en slechts voor de dingen der wereld leven.

  2. Leer inzien hoe kortstondig de bevrediging of het 'geluk' is die wereldse dingen U schenken. Heel spoedig laten zij een leegte achter, die de ziel opnieuw in dezelfde onrust stort, het koortsachtig en vaak doelloos zoeken naar 'iets' zonder te weten wat.

  3. Leer herkennen hoe groot en veelzijdig de invloed is die de krachten der duisternis uitoefenen op de dingen der wereld, met andere woorden: in welke hoge mate het stoffelijke 'bespeeld wordt' door deze krachten, en welk gevaar voor het Heil van de ziel hierdoor schuilt in een leven dat sterk op het wereldse geconcentreerd is.

  4. Tracht af en toe te vasten. Vasten is niet alleen zoals een kernbom op de vestingen van de satan, het verschaft U ook een gevoel van vrijheid, dat U zelfs in het lichaam zult leren voelen. Hoe meer het lichaam eet, des te moeilijker wordt het voor de ziel om zich haarfijn op de signalen van het Goddelijk Leven in te stellen. Een intens innerlijk leven met Maria (Jezus, God) kan zelfs gehinderd worden wanneer men 'normaal' eet, en zeker indien men zich geen strenge matiging zou opleggen. Hoe meer levensenergie Uw lichaam voor zich opeist (spijsvertering en lichamelijk genot!), des te moeilijker wordt het om helemaal op te gaan in de vereniging met Maria (Jezus, God) in de kern van Uw ziel, want deze vereniging leeft op een uitermate fijngevoelig evenwicht.

  5. Werk aan de bevrijding van Uw innerlijk wezen. De dikste en moeilijkst te verbreken kettingen die de ziel in het wereldse leven en beleven vasthouden, zijn de herinneringen (verleden), de overbelasting aan zintuiglijke indrukken (heden: alle beelden, geluiden, de massamedia, enz.), en het gepieker (toekomst). Tracht zo weinig mogelijk te leven in het verleden, laat zintuiglijke indrukken zo weinig mogelijk bewust in Uw binnenste doordringen, en vertrouw rotsvast op Gods Voorzienigheid naar de dag van morgen toe.

  6. Richt al Uw handelingen, verlangens en bestrevingen op het uiteindelijk levensdoel van Uw ziel. Werk aan Uw groei in alle deugden op een zodanige wijze dat U vandaag deugdzamer wordt dan gisteren, en morgen weer deugdzamer dan vandaag, en zo steeds verder. Zo zult U Uzelf blijven motiveren om alles wat de heiliging van Uw ziel kan belemmeren of vertragen, uit Uw leven, Uw gedachten en gevoelens te verwijderen.

  7. Beschouw elke nieuwe dag als een complete wedergeboorte. Dit schept bevrijding van Uw verleden, waardoor U niet langer het gevoel hebt dat U zware ballast meesleurt op Uw levensweg. U kunt deze wedergeboorte optimaal bekrachtigen door een sacramentele Biecht en de formele vernieuwing van Uw toewijding aan Maria.

  8. Oefen U erin om elk ogenblik van de dag te leven met Uw innerlijke blik op God (Maria, Jezus) gericht, ook terwijl U de dingen om U heen ziet en hoort, of met dagelijkse werken bezig bent. Wat U daarbij ervaart, is een verschuiving van de klemtoon van Uw beleving: U leeft als het ware op twee niveaus tegelijk (het zintuiglijke, en het inwendige), doch in plaats van (zoals meestal het geval is bij de gemiddelde mens) U hoofdzakelijk te laten opslorpen door de dingen om U heen, zult U er geleidelijk in slagen om de dingen om U heen meer en meer 'buiten te sluiten' en Uw gevoelens en beleving veel meer in de kern van Uw ziel te concentreren (waar U het leven met God/Maria vindt).

14. Liefde

  1. Werk mee aan de opwekking van de Liefde tot God in Uw hart. Kijk vooral in de lente en de zomer in de wijde natuur eens om U heen. Aanschouw de plantengroei, en neem zo veel mogelijk details ervan in U op. Overweeg dan even hoeveel duizenden soorten bloemen, planten en bomen God geschapen heeft. Laat diep tot U doordringen welke Liefde achter een dergelijke gedetailleerde pracht schuilgaat. Al die vormen, al die kleuren, al die geuren en de onnavolgbare intelligentie die in die ontelbare levende bouwwerken aanwezig zijn. Wees U er vervolgens van bewust wat zich binnen in al die verschillende planten, bloemen en bomen afspeelt: ieder van die duizenden soorten bezit haar eigen stofwisseling, waardoor zij ook haar eigen producten aanmaakt, waarvan zeer vele welbepaalde geneeskrachtige eigenschappen bezitten (en de meeste daarvan zijn nog niet eens ontdekt). Een overweldigende reeks getuigenissen van Gods Liefde voor hem die bedoeld was als kroon op de Schepping: de mens. Kunt U Hem voor dit alles ooit bij benadering met Uw eigen Liefde terugbetalen? Tracht U vervolgens even in te leven in het Hart van God, brandend van Liefde, Die dit alles heeft gemaakt voor de mens, dus ook voor U, en Zich zozeer verheugde over de blijheid en verrukking die de mens over al deze liefdevolle pracht zou voelen... doch Die deze Liefde sedert de zondeval van Adam en Eva brutaal in Zijn Gelaat teruggeworpen krijgt, elke dag opnieuw vele miljoenen malen (bij elke zonde over de hele wereld). Laat alle gevoelens die in U opwellen terwijl U dit alles beschouwt, diep in U doorwerken, en laat ze een aanzet vormen tot de opening van kamers in Uw hart die door het stof der wereldse gebeurtenissen, belevingen en herinneringen dichtgeslibd zijn geraakt.

  2. Oefen U in het verleggen van Uw eigen vermogen om Liefde te geven. Ontzeg Uzelf iets, of strijd bewust tegen een zwakheid uit Liefde voor Maria/God. Tracht steeds vaker wanneer U Uzelf met iets wil verwennen, Uzelf daarvan te weerhouden met de woorden "Neen, mijn Hemelse Moeder en Geliefde van mijn ziel, uit Liefde voor U doe ik dit nu NIET". Telkens U dit doet, en met succes, behaalt U een zelfoverwinning die U méér één maakt met het Hart van Maria. Zo krijgt Zij de vrijheid om in U de veranderingen te beginnen die Uw hart en ziel zullen bevrijden van alles wat U vasthoudt aan bepaalde behoeften, gewoonten en gehechtheden die Uw ziel belemmeren in haar pogingen om naar hogere niveaus van leven te klimmen. Bedenk dat, indien Uw aardse geliefde een offer van U zou vragen, U dat offer met vreugde zou brengen, en het zelfs een bijzonder gevoel zou geven. Waarom zou het met Uw Hemelse Geliefde anders, en zelfs niet nog mooier zijn? Weet dat Uw vooruitzicht op de Eeuwige Gelukzaligheid groter wordt naarmate Uw vermogen tot liefhebben groeit, want de ziel wordt na dit leven geoordeeld en gewogen met de weegschaal van de Liefde.

  3. Strijd tegen Uw zwakheden en ondeugden. Ga bij Uzelf te rade op welke punten U een zwakke weerstand hebt tegen bekoringen, waar Uw zwakheden liggen, tegen welke deugden U het gemakkelijkst zondigt. Neem U voor, deze stap voor stap te bestrijden. Wees hierbij jegens Uzelf mild en geduldig, maar ook rechtvaardig en oprecht. Stel U levendig voor dat U bij elke overwinning op een ogenblik van zwakheid een roos van Liefde geeft aan Maria/Jezus, en dat U omgekeerd bij elke bekoring waaraan U toegeeft slechts de stengel met de doornen aan Haar/Hem geeft. Laat dit tot een spel van intense vreugde worden door niet ontmoedigd te raken bij een overtreding, doch Uw inspanningen tot een akt van Liefde te maken, waarbij U tracht om zoveel mogelijk rozen te verzamelen. Ook hier geldt: Hoe meer rozen, hoe meer Liefde en dus hoe meer Goddelijk Leven voor Uw ziel. Tracht Uzelf in dit 'liefdesspel' te stimuleren door U ervan te overtuigen dat Maria/Jezus U bij elke zelfoverwinning een vurige omhelzing geven. Weet dat dit op het niveau van Uw ZIEL ook werkelijk gebeurt.

  4. Druk Uzelf in het hart dat elke goede daad die U jegens een andere ziel stelt, een goede daad is die U God Zelf geeft. Bedenk hierbij dat elke goede daad, gesteld in oprechte Liefde en waarlijk van harte, rozen plant in Uw eigen zielentuin en bovendien een straal van Liefde verspreidt over de hele mensheid. Nu mag U dit nog niet zien, later wel.

  5. Dompel al Uw denken en voelen onder in het besef van Gods alomtegenwoordigheid in Uw leven. Zie in ALLES Gods hand, en weet vooral dat de beproevingen, tegenslagen en alle minder aangename ervaringen op Uw dagelijkse levensweg door God toegelaten worden omdat Hij weet dat zij, op grond van de Wet van Zijn Gerechtigheid, Uw ziel dichter bij het eeuwig geluk kunnen brengen. Laat daarom vooral in de moeilijke uren Uw Liefde tot God/Maria nog groter worden, want in die uren kunt U de grootste geschenken voor het Eeuwig Leven krijgen, op voorwaarde dat U ze aanvaardt met overgave en zonder protest. Ook hier geldt: Nu mag U dit nog niet zien, later wel, en U zult er dan oneindig dankbaar voor zijn (of, indien U tegen de beproevingen geprotesteerd hebt, oneindig diep wensen dat U er anders tegenover zou hebben gestaan).

15. Innerlijke Vrede en gelijkmoedigheid

  1. Tracht regelmatig tot diepe ontspanning te komen, trek U daarbij terug in het diepste van Uw hart, en schep daar een bron van voeding voor Uw ziel
     Ziehier drie voorbeelden:
    - 1 -
    Maak Uw geest leeg: Denk nergens aan. Stel U levendig voor dat U op een warme zomeravond in de wijde natuur bent, helemaal alleen, met in de verre omtrek geen huis te bespeuren. Voel de zachte streling van de avondzon, die U als een prachtige oranje schijf laag boven de horizon kunt zien. Laat de geuren van vele bloemen op U inwerken, terwijl deze in de avondwarmte hun betoverend parfum afgeven. De enige geluiden zijn deze van zingende vogels. Tracht dit gevoel in Uw hart tot leven te wekken telkens U het moeilijk hebt om de rust, Vrede en stilte te vinden. Terwijl dit gevoel in Uw hart terugkeert, zegt U inwendig meermaals langzaam en diep tot Maria: "Hemelse Moeder, zo heeft God Uw Hart gemaakt. Mag ik dit geschenk mijn leven lang met U delen".
    - 2 -
    Wanneer U overspoeld wordt door allerlei indrukken van buitenaf, tracht U tot bezinning te komen en stelt U zich levendig voor dat al die indrukken zijn als zwiepende golven op zee en huilende winden die op het schip van Uw ziel beuken. Uw rondtollende gedachten zijn als zeeziekte in Uw ziel, waarbij het lijkt alsof heel Uw wezen tegen de storm op schreeuwt. Stel U nu levendig voor dat Maria in al Haar schoonheid en vredige uitstraling Uw schip betreedt, Haar ene hand uitstrekt naar de bulderende zee en Haar andere hand op U legt, en met een betoverend zachte stem zegt: "Zwijg stil, hier zij rust, Vrede en stilte, want Ik heers hier". Hoor en zie hoe de onstuimige zee en ook Uw eigen lichaam, geest en hart Haar gehoorzamen en stil worden, hoe de winden gaan liggen, de zee rimpelloos wordt, de lucht blauw. Voel aan hoe diep U Gods nabijheid ervaart in deze volmaakte Vrede, en hoe de gesteldheid van Uw hart verandert.
    - 3 -
    Stel U levendig voor dat U een wandeling maakt in de wijde natuur. Naarmate U verder van alle huizen verwijderd raakt, verdwijnen alle geluiden om U heen, met uitzondering van het gefluit van vogels en af en toe het lichte gezoem van een bij. Rondom U niets dan bosjes bomen, veldbloemen van allerlei soorten, en vlinders. Alles wat U ziet, dringt diep in Uw hart als symbolen van de Vrede die God bij de schepping in alle schepselen heeft gelegd. Laat Uw hart zuiveren door deze uitingen van Gods Liefde, en laat Uw geest verlichten door de stralen van een zachte zon. U wordt doorstroomd door het gevoel dat alles in U tot nieuw leven wordt gewekt. Alles herinnert U aan Gods Tegenwoordigheid. Laat alle beslommeringen van het dagelijks leven uit U wegvloeien, want deze ervaringen verheffen U boven dit alles uit, zodat alles plots onbelangrijk wordt. Adem nu rustig in en uit, en zeg vanuit de diepste kamer van Uw ziel: "O Maria, Koningin van de Schepping en van het Verbond tussen God en de zielen, maak mijn hart voor altijd één met U".

  2. Leer alles sterk relativeren: Houd U goed voor ogen dat alles wat U zorgen baart, niets méér is dan een wereldse beslommering, met andere woorden iets dat vergankelijk is en dat deel uitmaakt van Uw kort, stoffelijk leven, dat totaal niets voorstelt in vergelijking met het eeuwig leven dat op het aardse leven volgt.

  3. Leid een leven van innerlijke verbondenheid met Maria en Jezus in ALLE details van Uw leven. Laat Uw zielsleven geen apart vakje zijn binnen Uw dagelijks leven, doch een ononderbroken ervaring die ALLES doordringt: Niet alleen tijdens gebed en H. Eucharistie moeten Uw gevoelens en gedachten op de dingen des Hemels gericht zijn, doch ook tijdens Uw werk, Uw ontspanning, Uw maaltijden, enzovoort.

  4. Zorg ervoor, in het reine te komen met Uw verleden: wanneer herinneringen uit Uw verleden, en alle gevoelens en onrust die ermee gepaard kunnen gaan, steeds weer in U nawerken, doet U er goed aan, Uw ziel eens grondig uit te zuiveren in het Sacrament van de Biecht, door oprechte vergeving naar al Uw medemensen toe (deze vergeving hoeft U niet noodzakelijk rechtstreeks jegens hen uit te spreken, het kan ook in Uw hart gebeuren). Tracht innerlijk tot Vrede te komen, ook in verband met alle eventuele verwachtingen die U ooit hebt gehad maar die niet verwezenlijkt zijn: Overtuig Uzelf van de ene Waarheid, namelijk dat zij niet ingelost zijn omdat God andere plannen met U had, die beter waren voor Uw ziel.

  5. Betracht een steeds groter wordende onthechting. Het leven op deze wereld is vol negativiteit, onzekerheden, gebrek aan Liefde en verontrustende invloeden. Ook de eindeloze behoeften van Uw lichaam en Uw gedragingen in verband met (en in reactie op) Uw leefwereld, maken Uw ziel steeds weer onrustig. Smeek daarom Maria, de Meesteres van Uw ziel, dat Zij Haar macht in U moge laten gelden door U te helpen ontsnappen uit de gevangenis die het werelds, stoffelijk leven rond Uw ziel heeft gebouwd. Hiertoe moet U Uzelf TOTAAL aan Haar geven ("Maria, Meesteres van mijn hele wezen, ik ben van U, als Uw bezit en eigendom"), en dan vurig verlangen dat U bevrijd mag raken van alle schijnbehoeften (dingen waarvan U denkt dat U ze nodig hebt, terwijl dat helemaal niet zo is: snoepen, bepaalde gewoonten of handelingen, enzovoort), en niet langer de gevangene zou zijn van vaste levenspatronen (geregelde contacten met medemensen, enzovoort). Hoe méér U van dit alles bevrijd raakt, des te vrijer zullen Uw hart en ziel worden, en des te gelukkiger en vrediger zult U zich voelen. U zult Uw leven met heel andere ogen beginnen te bekijken.

  6. Oefen U in tevredenheid over alles in Uw leven. Telkens U in Uw dagelijks leven iets verwacht, dat plots anders uitdraait (in kleine details zowel als in grotere dingen), leer dan tot Uw Hemelse Meesteres te zeggen: "Ik aanvaard ook dit voor U, want blijkbaar hebt U iets beters voor mij gevonden". Wanneer U deze houding systematisch in Uw leven toepast, zal het U spoedig verbazen welke Vrede U zult ervaren over alles wat in Uw leven gebeurt, en hoeveel onrust en ontevredenheid uit U zullen wegvloeien. Betreft het werkelijk materiële tegenslagen (die te maken hebben met financieel verlies of verlies in goederen, bezit enzovoort), offer dit dan met NOG MEER ijver aan Maria op, want dit zijn de offers die het meest Heil brengen in Uw ziel. Mij is geopenbaard dat wanneer een ziel die een leven leidt waarin een eerder grote klemtoon ligt op het materiële, een financiële tegenslag of een bepaald verlies aan goederen of bezit incasseert, en zij erin slaagt om deze gebeurtenis of situatie met een oprecht hart op te offeren aan Maria door de volgende aanroeping ten minste drie maal langzaam te herhalen: "O Maria, Meesteres van mijn hele leven en van mijn lot, ik geef U dit verlies aan wereldse goederen, opdat ik het Ware Leven van mijn ziel moge winnen", deze ziel hierdoor een merkelijke aflossing van haar noodzakelijke louteringstijd in het vagevuur verkrijgt. Een volkomen genezing in het hart zal deze ziel eveneens mogen verwachten indien zij zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toewijdt en Haar uitdrukkelijk smeekt om de ware Vrede van de bevrijding uit de greep van het werelds denken en streven.

16. Vertrouwen en geloof

  1. Overwegingen tot sterking van het geloof. Indien God NIET zou bestaan, en niet werkzaam zou zijn, hoe zou men dan kunnen verklaren:
    * de Schepping, en het bestaan van elk afzonderlijk dier, bloem, plant, planeet, ster, enzovoort...
    * de buitengewone intelligentie en Wijsheid die binnen de Schepping duidelijk alles regelt en stuurt, bijvoorbeeld de ontelbare sterren en planetenstelsels: Alles is in beweging, en toch komt in normale omstandigheden niets in botsing met iets anders, en heersen in dit alles welbepaalde wetten, waarvan een aantal zelfs wiskundig en natuurkundig aangetoond en berekend kunnen worden;
    * het geniale systeem van het menselijk lichaam: alle weefsels, organen, en hun afzonderlijke werkingen evenals hun onderlinge samenwerking en wisselwerkingen, en binnen het geheel de stofwisseling met zijn vele duizenden soorten reacties. Bedenk hierbij dat het menselijk lichaam slechts één voorbeeld vormt onder vele miljoenen verschillende soorten organismen;
    * de ontelbare voorbeelden, in een mensenleven, voor het feit dat niets 'zo maar' gebeurt: Van talloze gebeurtenissen in elk mensenleven blijkt achteraf dat zij niet toevallig hebben plaatsgevonden, en dat ook het ogenblik waarop zij hebben plaatsgevonden, geen toeval was. Alles 'klikt in elkaar' als miljarden radertjes in een reusachtige machine, bestuurd door de Goddelijke Voorzienigheid, met als enige stoorfactor: de vrije wil van de mens met zijn verleidbaarheden, zijn twijfels, zijn angsten en zijn nastreven van eigen kortstondig genot en voordeel;
    * het feit dat zovele planten geneeskracht bezitten. Geen mens kan die genezende kracht in die betreffende planten stoppen, zij bezitten deze uit zichzelf, en vaak achterhaalt de mens dit feit pas zovele eeuwen na de schepping van deze planten;
    * de instinctieve gedragspatronen van elke afzonderlijke diersoort, en de wijze waarop deze dieren deze gedragingen reeds spoedig na hun geboorte vertonen: Wie heeft hen dit alles (dat zo abstract is) geleerd, tenzij een Wijsheid en Intelligentie die niet van deze wereld zijn?

  2. Schep in Uzelf de noodzakelijke basis voor oprecht vertrouwen door elke hindernis of beproeving op Uw dagelijkse weg te benaderen op een POSITIEVE wijze. Verwacht bij voorbaat een gunstige afloop. Besef dat alle gepieker niets anders is dan tijd die U van God rooft, want gedurende Uw gepieker kan Hij U voor niets anders gebruiken (piekeren sluit het hart af voor ware bezieling door de Heilige Geest; precies om deze reden is een negatief ingestelde of een piekerende ziel zo gauw geneigd tot ontmoediging, lusteloosheid, allerlei twijfel en zelfs doemdenken, en loopt zij het risico om de armen te laten hangen in de overtuiging dat alles zinloos is want 'dat God haar verlaten heeft'). Zeg tot Maria: "Meesteres van mijn levensweg, ik leg mijn beproevingen in Uw handen. Ik vertrouw op Uw vlekkeloze Liefde voor mij. Wat er ook moge gebeuren, ik vertrouw dat het voor mijn Eeuwig Heil het beste zal zijn". U zult merken dat U op termijn steeds rustiger zult worden onder alle beproevingen, want U zult niet langer gespannen zijn over het verloop en de uiteindelijke afloop ervan. Laat hierbij diep in U doordringen dat de macht van God en van Maria oneindig is, evenals Hun Liefde voor U, en dat datgene wat uiteindelijk zal gebeuren, door Hen zo beschikt zal zijn omdat het voor Uw eeuwig zielenheil het beste is. Dit is Gods (en Maria’s) ENIGE betrachting: dat de ziel tot maximale ontplooiing komt, voor het Eeuwig Leven. Soms moeten hiervoor elementen van het aardse leven opgeofferd worden of bepaalde verlangens hier op aarde onverhoord blijven, doch de overgave en aanvaarding hiervan bevat het zaad voor Uw Eeuwige Gelukzaligheid daarna. Stel Uzelf deze vraag: Waarom zou God Uw ziel scheppen om haar daarna in de steek te laten?

17. Onthechting

Overtuig Uzelf van de leegheid van al het wereldse. De ziel wordt in de wereld gezonden om zich te heiligen door een leven dat haar op grond van de Wet der Goddelijke Gerechtigheid in staat stelt om na dat leven de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel binnen te gaan. Dit is de ENIGE bedoeling van het leven op aarde. De mensheid heeft in de loop der eeuwen de aarde ingericht om zoveel mogelijk te voldoen aan de noden van de stoffelijke lichamen waarin de zielen zich over de aarde moeten bewegen. Omdat de noden en het ware innerlijk leven van de ziel en haar samenleving met God niet met de zintuigen waarneembaar zijn, en de noden en de stoffelijke omgeving van het lichaam wél waarneembaar zijn, is op deze laatste de volle klemtoon gelegd. Alles wat aan het Goddelijke herinnert, evenals het diepe inwendige leven van de ziel, is steeds radicaler uit de samenleving verbannen als 'onwerkelijk, niet bewijsbaar, dus beter te negeren'. De ziel wordt dus in een kerker geplaatst als gevangene van stoffelijke behoeften en gewoonten, en van massale invloeden vanuit haar omgeving, en zij zit in die kerker onder verregaand gebrek aan bewegingsvrijheid, zonder voedsel, en in het donker (het Licht van de bezieling en ingevingen van Gods Geest wordt gedoofd). Om deze reden verloochenen ontelbare miljoenen zielen totaal hun ware roeping, om een leven te leiden in de ketenen van allerlei banden die haar vlucht naar de hogere sferen waartoe zij geroepen is, belemmeren. Er is slechts één sleutel, een loper die past op alle sloten tegelijk: de sloten van de vele ketenen en de sloten van de donkere kerker zelf. Deze sleutel is de bewustmaking van de leegheid van al het wereldse, gevolgd door de belijdenis van het oprecht verlangen om volledig toe te behoren aan Maria, Die de macht bezit om de ziel los te maken van alles wat bijzaak is. Wat de wereld ook te bieden heeft (geld, eigendom, bezit, goederen, vele soorten genot en opwinding, prestige, aanzien, beroep, wereldse prestaties, enzovoort): dit alles heeft geen enkele waarde om de ziel te helpen, haar Eeuwige Bestemming te bereiken. Bij Uw oordeel voor Gods Troon is dit alles VAN GEEN ENKEL BELANG. In Gods ogen is het dan ook ongunstig wanneer de ziel zich in haar doen en laten, in haar bestrevingen, in haar gedachten, gevoelens en herinneringen laat leiden door de dingen die haar werelds, stoffelijk leven uitmaken, en daarbij de behoeften van het hogere zielenleven verwaarloost. De weg naar de ware Vrede en rust in het hart en het Ware Geluk reeds hier op aarde is daarom deze: Maak U stap voor stap zo totaal mogelijk los van:

  • stoffelijke behoeften,
  • de bronnen waaruit steeds nieuwe stoffelijke behoeften geboren worden, en de andere versterkt worden: televisie, reclame in alle mogelijke vormen, de pers, allerlei commerciële publicaties (verkoopsblaadjes enzovoort),
  • menselijk opzicht: Wees niet langer de slaaf van de commentaren van mensen op allerlei dingen en gebeurtenissen; laat U niet langer verleiden om Uw gedrag, de inrichting van Uw huis of tuin, en zovele andere zaken, aan te passen bij de holle woorden en opvattingen van Uw medemens,
  • vaste gedragspatronen en gewoonten: Wees zo soepel mogelijk, en maak Uzelf niet tot slaaf van Uw eigen gewoonten en regels in heel Uw dagelijks leven,
  • Uw eigen zwakheden: Tracht U ervan bewust te worden, en bestrijd ze met Maria’s hulp,
  • menselijke relaties: Zoek niet met mensen om te gaan op een vaste basis, doch louter bij noodzaak,
  • Uw eigen verleden: Leer elke dag te beschouwen als een nieuw leven, een nieuwe kans, een wedergeboorte, en blijf niet langer elke dag opnieuw de zware ballast van vele jaren van herinneringen, hartenpijnen en teleurstellingen met U meesleuren.

Houd in Uw leven slechts één vaste waarde over: het nastreven, in AL Uw doen en laten, denken, voelen, spreken en verlangen, van een innig innerlijk leven met God/Maria. Onthoud dat al het overige bijzaak is, niets méér dan de opvulling van een kort en vergankelijk leven op aarde.

18. Eenvoud

Zie de onderrichtingen van Maria, Die U aan twee evangeliepassages herinnert om Uw zielentuin klaar te maken voor de ware Liefde tot de eenvoud:

  1. 'Hoe nauw toch is de poort, en hoe smal de weg die leidt naar het leven'. Bedenk hierbij dat 'het leven' verwijst naar het Eeuwig Leven in de Hemel. Uw ziel moet zich van alle ballast ontdoen om zalig te kunnen worden. Zij kan deze ballast slechts kwijtraken door in alles een ongecompliceerd leven in eenvoud te betrachten. Stel U de hemelpoort voor als een smal deurtje, dat juist gepast is gemaakt op het formaat van een ziel (stel U de ziel desnoods voor als een klein lichtje of een kleine vlam) en alle wereldse invloeden, gehechtheden, herinneringen enzovoort, als een zware rugzak die U over Uw levensweg met U meesleurt. U komt bij het poortje aan, en merkt daar dat U de Hemel niet kunt betreden omdat Uw dikke rugzak niet doorheen de smalle opening kan. Er zit dus niets anders op, dan alle wereldse ballast af te gooien, en niets anders over te houden dan een volledig vrije ziel. Dit is eenvoud: totaal vrij-zijn van al het wereldse, en niets anders overhouden dan het diepe zielenleven met zijn rechtlijnige communicatie in beide richtingen tussen de ziel en God. Het weinige dat de ziel tijdelijk nodig heeft aan wereldse dingen opdat ook het lichaam in leven zou kunnen blijven, wordt door de ziel in staat van eenvoud totaal aan God (Maria) toegewijd, opdat het volkomen gezuiverd zou worden en nooit de ware behoeften van de ziel zou overwoekeren.
  2. 'Als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der Hemelen zeker niet binnengaan'. De meeste zielen verliezen in een bepaalde fase van hun aardse leven geleidelijk (soms plots) de geaardheid van het kind: het ongecompliceerde, eenvoudige, rechtlijnige in alle denken, voelen en verlangen, en de stille verwondering voor het eenvoudige. Uit zichzelf zoekt het kind niet naar opzichtige dingen die de zintuigen overprikkelen. Het LEERT dit te doen, doordat de hele mentaliteit van zijn leefwereld hem dit voordoet. Zo wordt het onschuldige kinderhart meer gevuld met televisie, computerspelletjes, muziek die de fijngevoeligheid van de ziel bedreigt, opzichtige reclameboodschappen en andere overdonderende zintuiglijke indrukken, dan met de zachte harmonie van Gods ongerepte natuur. Uw ziel moet opnieuw waardering leren krijgen voor de oorspronkelijke staat der dingen zoals God ze aanvankelijk heeft bedoeld, niet bezoedeld door de intriges en misleidingen der wereld, en moet zich bevrijden van alle zorgen, gepieker, de koortsachtige jacht op steeds méér en steeds nieuwe dingen, en van de valstrikken van het menselijk opzicht. Leef niet langer Uw leven volgens wat MENSEN van U verwachten, doch volgens wat GOD van U verwacht. Niet de mensen kunnen de smalle poort voor U openen, God wél.

19. Geduld

  1. Overtuig Uzelf van de eeuwig geldende Waarheid dat slechts wat gebeurt op Gods tijd, waarlijk gezegend is. Bedenk dat telkens U popelt om op een situatie in te grijpen, dit niet noodzakelijk Gods Plannen dient, doch integendeel veel schade kan aanrichten.

  2. Wat het onaangename betreft: maak Uzelf vrij van elk gevoel dat het Uw persoonlijke plicht of verantwoordelijkheid zou zijn om op te treden als 'wereldgeweten' of 'politieagent voor de zielen', ten aanzien van de gedragingen van Uw medemens of ten aanzien van ontspoorde situaties. Wanneer U getuige bent van toestanden die Gods Werken niet bevorderen, kan het nuttiger zijn om deze toestanden aan Maria op te dragen in gebed, offers en innige toewijding, dan onmiddellijk toe te geven aan Uw impuls om deze situaties een einde te bereiden. Geef Haar Uw gebeden, offers en verstervingen als onderpand voor een spoedige verandering, maar laat God alleen Rechter zijn en het meest geschikte tijdstip bepalen, zelfs al zou dit pas jaren later zijn (wat vaak het geval is). Bedenk dat de Wet der Goddelijke Gerechtigheid voor ALLES een tijd heeft, en dat niets zonder vergelding of compensatie blijft.

  3. Bedenk dat het niet aan U is om toestanden op een welbepaald ogenblik te willen veranderen. God heeft U in de wereld gezonden om bij te dragen tot de verwezenlijking van Zijn groot Plan van Heil voor alle zielen van alle tijden. Op welk ogenblik bepaalde dingen zich voltrekken, is niet Uw zaak, maar de Zijne. Stel U daarom niet tot doel om welbepaalde dingen te veranderen op een welbepaald ogenblik. Stel U slechts tot doel, mee te werken aan de verwezenlijking ervan op Gods Tijd. Méér wordt van U niet gevraagd. De ongeduldige of voortvarende ziel is overijverig, en veroorzaakt hierdoor niet zelden chaos in haar eigen hart, waardoor zij zichzelf uitschakelt voor Gods Werken. Hierdoor schept zij op haar beurt chaos in haar onmiddellijke omgeving (levenspartner, kinderen, ouders...)

  4. Wijd al Uw handelingen toe aan Maria, vooral wanneer U onder tijdsdruk staat en U het gevoel hebt dat U daardoor gespannen wordt. Inwendige spanning brengt doorgaans onvrede en onrust in het hart. Wanneer U Uzelf voor een opgave geplaatst ziet, die U binnen een korte tijd moet zien te volbrengen, en U wijdt deze opgave uitdrukkelijk toe aan Maria, zult U merken dat U deze taak verrassend vlot afwerkt. Door het tot een gewoonte te maken, ALLES met Maria te delen, kunt U Uzelf genezen van veel ongeduld en innerlijke onrust.

  5. Maak er een gewoonte van om U bij zoveel mogelijk handelingen de vraag te stellen: "Bevorder ik hiermee Gods Plannen en Werken?". U zult merken dat vele handelingen die U geneigd bent te stellen, overbodig of zelfs schadelijk zijn voor de gezondheid en ontwikkeling van Uw ziel, en soms voor vele andere zielen. Naarmate U bepaalde gewoonten uit Uw leven afvoert, zal Uw neiging tot ongeduld verminderen, want Uw levensorganisatie zal gezonder en overzichtelijker worden.

20. Godsvrucht

  1. Bedenk even hoe U zich voelt (of zou voelen) wanneer Uw kind, dat door U als mens in de wereld is gebracht, U de rug toekeert en jegens U onverschillig wordt. Bedenk vervolgens dat diezelfde gevoelens leven in God, Uw Schepper, wanneer Uw godsvrucht verzwakt. Alleen is Gods lijden onnoemelijk veel zwaarder dan het Uwe, omdat Hij de volle omvang van alle dingen ziet, met inbegrip van het feit dat U door gebrek aan godsvrucht Uw eeuwig samenzijn met Hem (waar Hij zo intens naar verlangt!) in het gedrang brengt. Elk gebrek aan godsvrucht laat Gods Hart bloeden. Indien U reeds nu, terwijl U nog op de aarde leeft, mocht voelen met welke intense Liefde God en Maria de zielen beminnen, zou U zich schamen over elk gebrek aan godsvrucht, lauwheid of onverschilligheid.

  2. Houd U steeds voor ogen dat U ALLES te danken hebt aan God en Maria. God heeft U geschapen, en heeft de hele wereld geschapen. Alles wat in de wereld verkeerd loopt, doet geen enkele afbreuk aan de volmaaktheid van de Liefde waarmee God hem voor U heeft gemaakt. Bovendien blijft Hij U door de dagelijkse tussenkomsten van Zijn Voorzienigheid ontelbare nieuwe kansen geven om de weg van het Ware Geluk terug te vinden. Alles wat in Uw leven verkeerd loopt, heeft twee oorzaken: de onophoudelijke bekoringen en misleidingen vanwege de satan en zijn gevolg, en Uw eigen toegevingen hieraan door een verkeerd gebruik van Uw vrije wil. Geen van deze oorzaken heeft ook maar het geringste met God te maken. Daarom kan met absolute zekerheid en klem worden gezegd: God is Liefde, en niets anders dan Liefde, Hem treft geen enkele schuld voor wat dan ook. Aan Maria hebt U alle uitvoeringen van Gods Werken in Uw leven te danken zodra U zich totaal aan Haar hebt toegewijd. Zij heeft alle macht om Gods beschikkingen te verwezenlijken, en vertegenwoordigt Hem in alles in Uw leven als toegewijde. Om de in dit punt aangehaalde redenen zou het volkomen tegennatuurlijk zijn indien U God en Maria niet de voornaamste plaats in Uw leven zou geven, boven alle zielen en boven alle dingen. Leef en sterf uitsluitend voor Uw Schepper en Uw Meesteres.

21. Hoop

Tracht U voortdurend voor te stellen dat Uw ziel op Uw levensweg vóór Uw stoffelijk leven (met al zijn voelbare lasten) uit loopt: zij kijkt als het ware vanuit de toekomst terug op elke ervaring die U in het stoffelijk leven doormaakt, zodat U het gevoel krijgt dat, op het ogenblik waarop U een beproeving beleeft, deze voor Uw ziel reeds achter de rug ligt en zij er dus reeds van bevrijd is. Zo zult U zich het gevoel aanwennen dat Uw ziel helemaal vrij is (en blijft) van alle lasten van het leven op aarde, en dat alle lasten overwonnen zijn. Dit is bijvoorbeeld de gesteldheid van Jezus, Die tijdens Zijn Lijden reeds de gesteldheid van de Verrijzenis, de verheerlijking, beleefde, waarbij Hij de ervaring doormaakte van de aanschouwing van miljoenen zielen in alle eeuwen die verlost werden door het Lijden dat Hij bezig was, te doorstaan. Zonder deze gesteldheid zou Zijn Lijden menselijkerwijs niet te dragen zijn geweest. Zo zult U ook leren, veel blijmoediger doorheen al Uw dagen te gaan, want U leert er dan naar te kijken met de blijheid van de ziel die als het ware reeds de gelukzaligheid van het Leven na dit aardse leven smaakt, en zich verheugt over de verdiensten van het lijden dat Uw lichaam en hart nu nog doormaken.

22. Positiviteit

  1. Wapen U tegen alle negativiteit in woorden van mensen en in de media. Zie alle negatief geladen uitlatingen als wat zij in werkelijkheid zijn: het gesis van de helse slang. De werelds ingestelde ziel (dit geldt dus voor de grote meerderheid van de mensen in de hedendaagse wereld) ziet in alles eerst het negatieve, omdat zij de enige kracht die Leven en Licht geeft (God) uit haar leefwereld verbannen heeft. Zij houdt dus niets anders over dan bronnen van duisternis om al haar inspiraties en verwachtingen uit te putten.

  2. Kijk niet achterom naar tegenslagen en ongunstig afgelopen gebeurtenissen uit Uw verleden. Het Licht schijnt U op Uw levensweg steeds van vóór U tegemoet, zoals een zon die vóór U laag boven de weg staat: God wacht op U op de plaats van Uw bestemming, die steeds verder op Uw weg ligt dan de plaats waar U zich nu bevindt. Dit betekent dat, als het Licht U in het aangezicht schijnt, U achter zich een schaduw werpt. Wanneer U achterom kijkt, ziet U dus Uw eigen schaduw, die vanwege de laagstaande zon heel lang kan zijn (symbool voor een donkere vlek tot in een ver verleden). In heel het veld van die schaduw ziet U de dingen niet zoals zij werkelijk zijn (het verleden wordt nooit 'herbeleefd' zoals het tot in alle details werkelijk was). Bovendien heeft de mens vaak de neiging om te vergeten (of zich geen rekenschap te geven) dat God ook in de donkerste uren van zijn verleden steeds aan zijn zijde heeft gestaan, ja dat die donkerste uren geschenken van de Goddelijke Voorzienigheid waren, die de ziel hierdoor haar noodzakelijke vorming in de heiliging heeft willen geven en haar kansen heeft geschonken om verdiensten en genaden te verwerven. U mag het verleden niet vergelijken met het heden: zodra de ziel zich totaal aan Maria toewijdt, is niets meer zoals het voordien was. De tegenslagen van vroeger en deze van nu kunnen niet met elkaar vergeleken worden, omdat de ziel zich daarbij op twee verschillende punten van rijping bevindt. Een ziel die verder gerijpt is in het spirituele leven, geniet de voordelen van een andere benadering van het leven, en daardoor een andere opvang in de beproevingen. Daarom is de kans groot, dat Uw toekomstige tegenslagen U niet meer zo ver uit het veld zullen slaan als deze van jaren geleden. Neem daarom de woorden van Jezus ter harte: 'Vrees niet'.

  3. Maak het tot een gewoonte, niet bij elke beproeving het gevoel te koesteren alsof Uw leven ten einde is, met andere woorden: til nergens overmatig zwaar aan, want zelfs een 'zware' slag is zeer relatief en onbenullig in vergelijking met de eeuwigheid die na dit leven vóór U ligt. Bedenk eens, hoeveel U al hebt meegemaakt, en overweeg dan in welke mate U daar vandaag werkelijk nog last van hebt? Het zal U wellicht verbazen, vast te stellen hoe zwaar U bij een onaangename gebeurtenis aan die zaak hebt getild, en hoe klein de invloed ervan op Uw leven vandaag nog is. Talloze tegenslagen, pijnen, lasten en onaangename ervaringen uit Uw verleden herinnert U zich op dit ogenblik zelfs niet eens meer, terwijl zij U hoogstwaarschijnlijk toen het gevoel gaven dat Uw wereld verging. Deze bedenking moge U leren dat ALLES wat U aan beproevingen meemaakt, sterk gerelativeerd moet worden.

  4. Blijf U er ten volle bewust van, hoe onbelangrijk elke beproeving is wanneer U bedenkt hoe lang de ZORGELOZE Eeuwigheid na dit leven duurt. Waarom zou U negatief gestemd worden over lijden, lasten en tegenslagen die nog oneindig veel minder dan één miljardste deel van de totale levensduur van Uw ziel duren?

  5. Bedenk dat alle tegenslagen op Uw levensweg voortvloeien uit de volgende twee bronnen:
    * de krachten der duisternis pogen U via allerlei tegenwerking van de weg van de deugd te verdrijven, en zoeken U in de valstrikken van allerlei bekoringen te lokken, Uw zwakheden steeds weer nieuw leven in te blazen, en U in Uw inspanningen te ontmoedigen. Geef deze krachten niet zelf nieuw voer door een negatieve ingesteldheid aan te nemen;
    * God laat deze ontwikkelingen toe als beproevingen waardoor U de louteringsperiode die U na dit leven eventueel in het vagevuur zou moeten doormaken, reeds geheel of gedeeltelijk op aarde kunt afkopen. Met andere woorden: Een protestloze aanvaarding van Uw beproevingen kan U kwijtschelding van al Uw eventuele zondeschulden bekomen.
  6. Laat U nooit ontmoedigen wanneer U er niet van de ene dag op de andere in slaagt om al Uw zwakheden te overwinnen. Bedenk dat God weet dat Uw vermogens niet onbegrensd zijn, en dat Hij van U eerst oprechte INSPANNINGEN verwacht, en de oprechte BETRACHTING om tot resultaten te komen. Hij verwacht van U dat U het maximum zoekt te halen uit de vermogens, talenten en gaven die U hebt gekregen. Dit maximum ligt bij geen twee zielen op identiek dezelfde hoogte. Onthoud dat Uw eigen inspanningen de poort van alle genaden openen.
  7. Leer Uw leven in navolging van Maria en Jezus beschouwen als wat het werkelijk is: het grootste geschenk dat God U kan geven. Elke levensdag moet U zien als een wedergeboorte, een nieuwe kans om dichter tot God/Maria te naderen en Uw eerste levensopdracht te verwezenlijken: te worden tot beeld en gelijkenis van God, in de mate waarin U daar op grond van Uw persoonlijke mogelijkheden in slaagt. Bedenk dat U daartoe de weg van Christus moet volgen, en dat daarom Uw levensweg een soort reproductie van Zijn Kruisweg is. Ware navolging van de weg van Christus, betekent ook dat U in Uw leven te maken zult hebben met de drie categorieën van zielen waarmee Jezus zo vaak geconfronteerd werd:
  • de farizeeën: In Uw leven zijn dit de zielen die kritiek uitoefenen op alles wat U voor Gods Werken tracht te doen, die U genadeloos bestrijden en tegenwerken, en desondanks het gevoel hebben dat zij niets verkeerds doen. Hieronder vallen ook alle aanhangers van modernisme in de Kerk, die de diepe zin van de ware, oorspronkelijke Leer van Christus niet begrijpen en deze daarom zonder aarzelen bij de noden der wereld 'aanpassen';
  • de melaatsen: In Uw leven zijn dit zij die werkelijk ziek zijn in de ziel, en in wie de zonden, zwakheden, tekortkomingen en nalatigheden in de navolging van alle deugden hun ziel zodanig hebben aangevreten dat de ware levenskracht van de ziel tot een heel laag peil begint te zinken. Zij zijn 'melaats in de ziel' omdat hun ziel als het ware bezig is, weg te teren;
  • de bezetenen: In Uw leven zijn dit de zielen die zich in al hun handelingen, woorden, gevoelens, gedachten en verlangens laten inspireren door de krachten der duisternis, en die daardoor Gods Werken en Plannen volop tegenwerken. Hieronder vallen ook zij die in de misdaad verstrikt zitten, maar eveneens zij die diep vastgeworteld zitten in materialisme en genotzucht, en zelfs zij die zichzelf zonder verzet uitleveren aan invloeden waarvan hen bekend is dat deze hun ziel afsnijden van het Ware Licht: vooral zielen die verslaafd zijn aan drugs, alcohol en bepaalde medicijnen die het oordeels- en onderscheidingsvermogen in verband met goed en kwaad verlammen (antidepressiva en aanverwante middelen). Het betreft hier zielen die niet krachtdadig tegen hun zwakheden strijden.

23. Wijsheid

  1. Bid om de gave van Wijsheid in alle situaties in Uw leven, opdat U hen zou kunnen oplossen, of hun ontwikkeling kunt helpen bevorderen, in volkomen overeenstemming met Gods Plannen. Denk hierbij aan Salomo, hoe hij bad om Wijsheid als het enige doel van zijn leven, en hoe hij met welbehagen door God werd verhoord.

  2. Oefen U erin om voor AL Uw denken de Eeuwige Wijsheid Zelf tot middelpunt te nemen. Baseer Uw hele denk- en gevoelsleven op de onderrichtingen van Jezus (Evangelie) en van Maria (Openbaringen van de Meesteres van alle zielen en andere onderrichtingen die de Koningin van Hemel en aarde geeft...). Naarmate U dieper in die denk- en gevoelssfeer geworteld raakt, zult U zelf ook beginnen te denken en voelen zoals Jezus en Maria Zelf denken en voelen, en zult U hierdoor beginnen delen in de Goddelijke Wijsheid die al Hun Werken bezielt. Pas deze regel ook toe bij raadgevingen aan Uw medemens: Vermijd adviezen die al te menselijk zijn. Betracht uitsluitend adviezen die Gods Werken kunnen bevorderen, onder andere door Uw medemens te stimuleren in de beoefening van alle deugden, ongeacht welk probleem U voorgelegd wordt. Houd U steeds voor ogen dat U slechts met één doel op de wereld bent: om Gods Plan van Heil voor alle zielen in vervulling te helpen gaan. Om deze reden is het God bijzonder welgevallig indien U er vurig naar verlangt om slechts vanuit Zijn Wijsheid te handelen en te spreken. Daartoe moet U eerst Uw hele denk- en gevoelswereld veranderen. Dat brengt ons bij het volgende advies:

  3. Wijd Uw hart (gevoelens), geest (denken) en mond (woorden) totaal toe aan Maria. Smeek Haar dat Zij volkomen bezit neemt van Uw hele innerlijk leven, opdat Zij de Geest van Wijsheid in U brengt als Uw centrale drijvende kracht, als een Licht dat nooit meer dooft.

24. Zorgzaamheid

  1. Zoek in elke ziel op Uw levensweg bewust naar goede punten. Bedenk dat U zielen pas echt tot rijping kunt brengen door Uw inspanningen te richten op de bevordering van hun GOEDE punten.

  2. Houd U voor ogen dat ALLES (zielen en voorwerpen) in Uw leven Gods eigendom is. Leer Uzelf te beschouwen als gebruiker, ontlener of huurder van alles op Uw levensweg, nooit als eigenaar. Uw kinderen, Uw huisdieren, Uw huis, Uw tuin, Uw persoonlijke voorwerpen: Alles wordt door Gods Voorzienigheid onder Uw hoede gesteld om U te vervolmaken in welbepaalde deugden. Kinderen (en huisdieren) kunnen U helpen, Uzelf te oefenen in geduld, verdraagzaamheid, offerbereidheid, Liefde, zachtmoedigheid enz. Voorwerpen in Uw leven dienen vaak als beproevingen op Uw weerstand tegen genotzucht, materialisme, en voor de ontwikkeling van Uw zin voor eenvoud en onthechting, en verder als geschenken om U beter in staat te stellen om Uw leven in dienst van God/Maria een optimaal rendement te geven (huisvesting, voeding enzovoort: Indien U de Goddelijke Voorzienigheid waarlijk vrije uitwerking in Uw leven verleent, bepaalt Zij zelfs in verregaande mate het huis waarin U zult wonen en het voedsel dat U eet). Maria heeft dit in Haar aardse leven in de diepte ervaren, en laat dit ook Haar trouwste volgelingen ervaren. Door Uzelf nooit als eigenaar van de dingen in Uw leven te beschouwen, kunt U Uzelf motiveren om er met hart en ziel voor te zorgen. Beschouw Uw kinderen en huisdieren als Gods eigendom, en U zult het als een plicht van Liefde zien om tot het uiterste voor hen te zorgen. Beschouw Uw lichaam EN Uw ziel als Maria’s eigendom zodra U zich totaal aan Haar hebt toegewijd, en U zult Uw hele wezen nog beter in acht nemen. Inderdaad: wanneer iets Uw eigendom is, bent U slechts jegens Uzelf verantwoording schuldig voor elke tekortkoming, maar wanneer het Gods of Maria’s eigendom is, zult U een extra stimulans ervaren om de zorg ervoor te beschouwen als een echt onderdeel van Uw levenstaak.

25. Hulpvaardigheid en voorkomendheid

  1. Ga er automatisch van uit dat zeer vele zielen er in vele opzichten slechter aan toe zijn dan U. Vanuit deze gesteldheid zult U leren, U met hart en ziel in te zetten voor Uw naaste.

  2. Leer U volkomen in Uw noodlijdende naaste in te leven. Stel U zijn situatie voor alsof het de Uwe was, en reageer dan zoals U zou willen dat anderen zouden reageren wanneer U in een gelijkaardige situatie zou verkeren.

  3. Tracht U erin te oefenen om, waar mogelijk, 'vooruit te lopen' op de komende behoefte van Uw medemens. Er zijn soms gelegenheden te over om, zonder nieuwsgierig te zijn, te achterhalen of vast te stellen waar de regelmatig terugkerende behoeften van Uw medemens liggen.

  4. Stel U levendig voor dat elke medemens Jezus of Maria is, Die op één of andere wijze nood lijden. Maria zag ook God in Haar medemens, en trachtte Hem in alle zielen te dienen. Niet zonder reden zegt Jezus dat alles wat een ziel voor een andere ziel doet, zij in feite voor HEM heeft gedaan, en dat alles wat zij voor een andere ziel NIET doet, zij eveneens voor Hem niet heeft gedaan.

26. Trouw

  1. Tracht U voor te stellen wat U zou voelen indien een ziel die jegens U een gelofte heeft afgelegd met God als Getuige, U ontrouw zou worden. Neem U voor, dit zelf nooit Uw naaste, noch God, noch Maria, aan te doen. Ontrouw is altijd eveneens ontrouw jegens GOD. Heilig daarom elke door God in Uw leven bezegelde band (zoals het Huwelijk, het Doopsel, het Vormsel, het Priesterschap, maar ook elke Biecht en Heilige Communie) door een heldhaftige trouw aan de inhoud ervan: Elk Sacrament is een contract tussen de ziel en God waardoor de ziel op één of andere wijze meewerkt aan de volbrenging van Zijn Werken en Plannen).

  2. Wellicht verlangt Uw ziel diep vanbinnen naar een grote taak in dienst van God/Maria. Bedenk dat Zij U slechts grotere dingen zullen toevertrouwen wanneer Zij overtuigd zijn van Uw trouw jegens Hen in moeilijke tijden. Houd U het beeld voor ogen, dat God U geen volgende lepel pap aanreikt eer U de vorige hebt doorgeslikt en verteerd, want wat Hij niet kan gebruiken, is een ziel die zwaar en onwerkzaam is geworden door 'spirituele indigestie'.

  3. Bedenk dat trouw gelijkstaat met volharding in de zelfverloochenende Liefde, en overweeg daarbij dat de zelfverloochenende Liefde de grootste maatstaf is waarmee God in het uur van Uw oordeel de waarde van Uw voorbije leven zal afmeten.

  4. Betracht, Uw wereldse gehechtheden zo klein mogelijk te maken. Een ziel die sterk gehecht is aan stoffelijke behoeften, zal moeilijk tot ware en volhardende trouw komen, want zij is vroeg of laat méér op zichzelf en de eigen noden gericht dan op deze van de anderen of van God/Maria.

27. Tevredenheid en aanvaarding

  1. Leer afstand te doen van menselijk denken en voelen. Stel, bijvoorbeeld, dat U kinderloos bent. Leer dit te aanvaarden, door het zo te zien dat God in Uw leven welbepaalde situaties beschikt omdat deze voor Uw ziel en Uw specifieke levensopdracht noodzakelijk of nuttig zijn. Het is mogelijk dat God voorziet dat een gezin met kinderen de vruchtbaarheid van Uw levensroeping zou kunnen hinderen.

  2. Verwacht geen heil uit wereldse dingen: geld, festiviteiten, het uitgaansleven, eigendom, bezittingen, wereldse spelen en vrijetijdsbestedingen, televisie, kranten en tijdschriften, regelmatige bezoeken aan en van mensen in een niet-religieuze omkadering, enzovoort. Betracht boven alles de onthechting en de eenvoud. De oude kloostergelofte in verband met de armoede is op deze regel gebaseerd.

  3. Wapen Uzelf tegen negatieve commentaren van mensen in verband met Uw levensorganisatie. Het is kenmerkend voor het leven in onze overvloedmaatschappij dat mensen gemakkelijk anderen beoordelen en veroordelen aan de hand van elke betrachting van eenvoud. Zodra U bewust kiest voor een leven in eenvoud en onthechting van vele materiële dingen en van genotzucht, zult U veel negatieve opmerkingen over Uzelf en Uw levensstijl te horen krijgen. Negeer deze, en bid voor hen die deze commentaren maken, want zij zijn verblind en misleid door de geest van de wereld. Blijf leven in de zekerheid dat alleen de Liefde voor (en volkomen aanvaarding van) de eenvoud en onthechting U gelijkvormig maakt met Jezus en Maria, en U het Eeuwig Heil kan bereiden. Geloof niet dat het toegeven aan de commentaren van mensen U vruchten zal opleveren die eeuwigdurend zijn.

  4. Leer zo soepel mogelijk te zijn in alles wat de organisatie van Uw leven betreft. Leg Uzelf geen nodeloze regels en tijdschema’s op en maak geen strakke plannen. Leer U vlot en zonder verzet of opstandigheid aanpassen bij elke plotse en onverwachte verandering van situaties die van U een plotse ommezwaai in Uw plannen vergt. Houd U steeds voor ogen dat, nadat U Uzelf totaal aan Maria hebt toegewijd, alles in Uw leven, alsmede elke plotse noodzaak tot veranderingen, door Haar zo voor U beschikt is omdat het voor Uw ziel gunstig is. Ik herinner aan de strikte gehoorzaamheidsoefeningen met zeer radicale en onverwachte veranderingen van bevelen en instructies die Maria Haar Myriam vaak oplegt, zoals soms aangehaald in de Openbaringen van de Meesteres van alle Zielen. Met het oog op de deugdzaamheid van Uw leven moet opgemerkt worden dat, indien U zelf door eigen gedrag veranderingen veroorzaakt in de dagorganisatie van Uw medemens, Gods Voorzienigheid dit weliswaar zal benutten ten gunste van Uw medemens, doch U zelf moet zorgen dat U die verandering niet veroorzaakt door niet-nakomen van een afspraak met Uw medemens. Wanneer U iets hebt afgesproken, verstoor dan niet de dagorganisatie van Uw medemens door nalatigheid, want hierdoor maakt U zich schuldig aan de ondeugd van onberekenbaarheid.

  5. Geef alles in Uw leven een speciale zin. Leer elk element, elk ogenblik, elke gebeurtenis, elke situatie op Uw dagelijkse levensweg beschouwen als een nieuwe bijdrage tot het bouwwerk van Uw leven, of als een nieuwe bloembol die U in de bodem van Uw zielentuin stopt. Bedenk daarbij dat U met ALLES bezig bent, een grote zielentempel te bouwen of een grote bloementuin aan te leggen. Zo zult U Uw hele leven leren zien als werken aan een project dat U de Eeuwige Gelukzaligheid moet opleveren, op voorwaarde dat U elke stap zet zonder verzet, protest, opstandigheid of ontevredenheid. Met elk verzet, protest, opstandigheid of ontevredenheid breekt U een stukje van het bouwwerk af, of graaft U een bloembol opnieuw uit de grond van Uw ziel op.

  6. Beschouw elke niet-aanvaarding van een gebeurtenis of toestand in Uw leven als een tekortkoming in dankbaarheid en Liefde jegens God en Maria, en besef dat de waarde van Uw leven door God afgemeten wordt volgens de maat van Uw Liefde. Weet dat tevredenheid met Uw lot, in alle details, U waarlijk groot maakt in Gods ogen, want dat deze houding betekent dat U werkelijk gelooft in Zijn Liefde voor U, die U vaak dingen zal onthouden omdat het voor U niet goed zou zijn indien U deze dingen wél had. Het enige wat in het leven telt, is NIET bezit en genot, WEL een gezonde ziel.

28. Vergevingsgezindheid

  1. Geef U er rekenschap van dat gebrek aan vergevingsgezindheid een verwoestende invloed heeft op Uw eigen ziel. Dit komt doordat een blijvende wrok jegens Uw medemens in U een aanhoudende spanning veroorzaakt. Evenals haat heeft gebrek aan vergevingsgezindheid op termijn het effect van zelfmoord in de ziel.

  2. Bedenk dat gebrek aan vergeving Gods Werken verstoort, want hierdoor bestaat reeds een onderbreking in de stroming van Liefde en Vrede tussen Uzelf en de ziel(en) aan wie U geen vergeving hebt geschonken.

  3. Bedenk dat het leven op aarde kort is, en dat U een zware schuld jegens God op Uw ziel laadt wanneer de ziel aan wie U niet hebt vergeven, zonder Uw vergeving sterft. Wanneer U geen vergeving schenkt aan Uw medemens voor iets (of soms vele dingen) dat hij tegen U misdaan heeft, kan God U geen vergeving schenken voor de dingen die U tegen Hem misdoet door elke zonde, ondeugd of toegeving aan zwakheid. Begrijp wel dat dit zou betekenen dat U dan in alle eeuwigheid niet volkomen met God in het reine zou komen, en dus nooit de eeuwige Gelukzaligheid van de Hemel zou erven.

  4. Houd U voor ogen dat gebrek aan vergeving U tot gevangene maakt. U berooft Uzelf van vrije communicatie met de ziel aan wie U niet vergeven hebt, en ook van de groei naar ware heiligheid, want de ware vrijheid vindt de ziel slechts in de Vrede van hart en de heiligheid.

  5. Houd U voor ogen dat een ziel die tegen U heeft misdaan, dit heeft gedaan omdat zij door de krachten der duisternis misleid is, en ga ervan uit dat elke ziel, ook U zelf, ooit om één of andere reden misleid kan worden. Om die reden koesterde Maria nooit negatieve gevoelens jegens een medemens, maar wees Zij niemand anders dan de satan als de schuldige aan. Wel beklemtoonde Zij tegenover een mens in zonde of ondeugd, dat deze zich tot het uiterste moest inspannen om zich van zijn zwakheden te bevrijden, inzicht te verwerven in zijn ondeugden, en niet meer in zijn zonde of ondeugd te vervallen.

  6. Houd U voor ogen welke bevrijdende kracht in Uw ziel losgemaakt zal worden wanneer U zich verzoent met de ziel(en) aan wie U totnogtoe niet vergeven hebt. U zult het gevoel hebben alsof een golf zuurstof in Uw ziel binnenstroomt. U verzoenen met een medemens, kan U de ervaring geven alsof U plots van een grote innerlijke spanning bevrijd wordt. Dat komt doordat dan een zware ketting van Uw hart weggenomen wordt.

29. Vredelievendheid en solidariteit

  1. Geef U er rekenschap van dat elke onenigheid of toestand van onvrede tussen zielen een weerslag heeft op de atmosfeer die tussen vele zielen heerst. Elke ziel die met (een) andere ziel(en) in onenigheid of verdeeldheid leeft, draagt die remming of dat gebrek in de communicatie en in de stroming van de Liefde en Vrede over op haar omgeving, waardoor een veelvoud van zielen in aanraking komt met negativiteit. Wanneer U in de hele wereld alle zielen die met andere zielen in onenigheid leven, beschouwt, betekent dit dat ontelbare zielen hierdoor negatief beïnvloed worden. Het belang van bevordering van onderlinge Vrede en eenheid is daarom onschatbaar groot.

  2. Bedenk dat U zelf steeds het eerste slachtoffer bent van alle onenigheid waaraan U zelf deel hebt. Uw ziel wordt ter verantwoording geroepen voor elke onenigheid of negatieve beïnvloeding van de eenheid, waarin zij een rol speelt. Bovendien legt U hierdoor Uw eigen ziel aan banden, want elke onenigheid belemmert de vrijheid en de bloei van de ziel.

  3. Bedenk dat elke onenigheid tussen mensen, hoe gering ook, de grondvesting van het Rijk Gods op aarde vertraagt, en dus de verwezenlijking van de Ware Vrede, de Ware Liefde en het Ware Geluk op aarde uitstelt. Laat deze overweging U ervan weerhouden om een ruzie of onenigheid in stand te houden of eraan deel te nemen. Jezus zei reeds dat alleen de ziel die de eenheid bevordert, Gods Werken doet. Een ziel die onvrede bevordert, doet de werken der duisternis. Dit is het geval met elke ziel die mensen tegen elkaar opzet, verdachtmakingen uit, roddelt, lastert, zielen in diskrediet of in opspraak brengt, of woorden spreekt of handelingen stelt waardoor een negatieve sfeer tussen andere zielen bevorderd wordt.

  4. Bestrijd in Uzelf elke bron van mogelijke ontevredenheid. U kunt slechts de Ware Vrede tussen andere zielen bevorderen wanneer U zelf Vrede uitstraalt. Kies radicaal voor God en Zijn Werken in Uw leven. Wijd U totaal aan Maria toe, en draag Haar al Uw handelingen, woorden en lijden op. Wees een levend teken van Vrede voor Uw medemens.

30. Sterkte

  1. Tracht Uzelf te overtuigen van de waarheid dat al het wereldse vergankelijk is, slechts kortstondig genot kan verschaffen, doch voor het Eeuwig Leven Uw ziel naar de ondergang kan voeren. Elk uur dat U aan louter wereldse bezigheden besteedt, is een uur dat U steelt van Gods tijd. Wanneer de wereld U opslorpt, bid dan opdat Uw hart op de belangen van Gods Rijk gericht moge blijven. Bid, met andere woorden, opdat in U het vermogen moge rijpen om tegelijkertijd Uw wereldse verplichtingen te vervullen EN Uw hart op God/Maria gericht te houden. Het kan behulpzaam zijn, al Uw wereldse verplichtingen en noodzakelijke activiteiten intens aan Maria toe te wijden en Haar te smeken dat Zij deze IN U en samen met U zou verrichten, opdat zij vrucht mogen dragen voor de zielen en voor de verwezenlijking van Gods Werken en Plannen.

  2. Tracht zoveel mogelijk los te komen uit de banden die U aan het wereldse vastbinden (geld, stoffelijke bezittingen en allerlei vormen van kortstondige opwinding), en tracht Uw interesse voor deze dingen stap voor stap, dag na dag, te verminderen. U zult daardoor de kanalen doorsnijden via dewelke U verleid wordt tot ondeugd en die dus de standvastigheid van Uw zielenleven verminderen.

  3. Blijf Uzelf elke dag opnieuw overtuigen van het ware doel van Uw leven, de ware bestemming van Uw ziel: het werk voor Gods Plan van Heil voor alle zielen en de definitieve grondvesting van Gods Rijk op aarde. Bedenk daarbij steeds opnieuw hoe weinig de beproevingen en lasten van het dagelijks leven betekenen in vergelijking met een Eeuwige Gelukzaligheid (tracht de betekenis van de eeuwigheid enigszins te beginnen vatten door U deze voor te stellen als 'miljarden maal miljarden jaren lang, zonder einde')

31. Volmaakte heiligheid

Ziehier de diepe bedoeling van de kennismaking met de Onbevlekte Tuin:

De 12 GOUDEN REGELS voor de volmaakte navolging van Maria

  1. Onthecht U steeds méér van al het wereldse en Uw schijnbehoeften, van seksuele behoeften, van de zucht naar lof en eer, van de zucht naar genot, geld en materiële bezittingen, en van ijdel werelds tijdverdrijf.

  2. Word U bewust van Uw persoonlijke zwakheden, en bestrijd deze met kracht. Het uiteindelijk doel is dit, dat U steeds intenser op Maria zou lijken.

  3. Leef met de innerlijke blik constant op de eeuwigheid gericht; maak het Hemelse tot middelpunt van ALLES in Uw leven. Sta niet stil bij de gebeurtenissen en ervaringen van Uw dagelijks leven. Leef totaal voor de grondvesting van het Rijk Gods op aarde. Herinner Uzelf ook aan Maria’s verzoek (Openbaringen van de Meesteres van alle zielen) om dagelijks 3 Weesgegroeten te bidden, telkens gevolgd door de smeking "Laat het Rijk Gods nu op aarde komen"

  4. Bid veelvuldig om Vuur in Uw hart, opdat Uw Ware Liefde (voor God/Maria en voor Uw medeschepselen) mag vergroten.

  5. Verloochen Uzelf, en richt al Uw werken, gedachten, woorden en bestrevingen op de dienst aan Maria, zoals Zijzelf dit deed jegens God, en doe letterlijk ALLES met EN VOOR Maria. Leef in de diepten van Uw hart met en voor Maria, kijk niet naar reacties van mensen, en vrees ook hun reacties niet.

  6. Wees altijd en overal een bron van steun, bemoediging en vredelievendheid. Bevorder zo de eenheid tussen de zielen.

  7. Wees altijd en overal een warme en tedere bron van zachtmoedigheid. Weet dat oprechte zachtheid Vrede en vreugde in de harten brengt, en ook Uw eigen innerlijke rust en Vrede vergroot.

  8. Betracht de opperste zuiverheid van gevoelens, gedachten, handelingen en woorden. Elke onreinheid ontkracht de Werken die God door U wil doen, en vertraagt daardoor de komst van Zijn Rijk van Liefde en Vrede.

  9. Aanvaard alle kruisen en beproevingen van Uw dagelijks leven, leer oprecht tevreden te zijn met alle wendingen van Uw lot.

  10. Word heldhaftig in de vergevingsgezindheid. Elk gebrek aan vergeving houdt ellende vast in de wereld en in Uw eigen leven.

  11. Betracht een positieve gesteldheid van hart en een positieve uitstraling. Elke negativiteit en onvrede in Uw zielsgesteldheid brengt duisternis, onrust en somberheid in Uw eigen gemoed en dat van Uw medemens. Wees een bron van Licht en Vrede. Wees blijmoedig, in het bewustzijn dat Uw levensweg gemaakt wordt zoals hij is omdat hij in die vorm het beste is voor Uw Eeuwige Gelukzaligheid en het Heil van anderen. Innerlijke onrust wijst op een relatief verlies aan vertrouwen op God/Maria.

  12. Betracht de eenvoud in alles: kleding, voorkomen, gedrag... Zo zult U, zoals Maria, ertoe bijdragen dat Uw medemens zich bij U goed voelt in de mate waarin hij werkelijk Gods nabijheid zoekt.

Myriam