TOTUS TUUS, MARIA !

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
151-225

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 151
Over de omgang met een weerspannig kind – over de zegen die vaak met beproevingen gepaard gaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het gebeurt in deze tijd van ongeloof, van tirannie, van wereldse dwalingen en van lofprijzing van de afgod van het materialisme niet vaak meer dat een gezin de handen in elkaar slaat met het verlangen om een gebedsstorm naar de Hemel te sturen met de smeekbede, een jonge ziel te bevrijden. Opstandige kinderen worden zo vaak als bronnen van onheil beschouwd, terwijl zij in principe eigenlijk zelf de eerste slachtoffers van hun gedrag zijn. Het verheugt mij, te mogen merken dat U dit helemaal hebt begrepen.

Uw vraag "Hoe kan een kind reeds zo gestoord zijn" betreft eigenlijk een Goddelijk Geheim. Nochtans staat Maria ons toe, betreffende Uw zoon de volgende inzichten te verwerven.

Gods Heilsplan is gebaseerd op een syteem dat door de stromingen van de Liefde in stand wordt gehouden en dat zichzelf steeds opnieuw bevestigt. Zo kan, bijvoorbeeld, een ziel die zich een bepaald zinnelijk genot ontzegt, eerherstel brengen voor de geseling van Jezus, enzovoort. In deze wereld wordt ongebreideld gezondigd, veel méér dan eerherstel wordt gebracht. Om deze reden wordt zo vaak net van de zielen van goede wil zo veel verlangd. Bepaalde beproevingen komen op onze weg als een soort 'gecamoufleerde zegen'. Bij U is dit het geval met Uw zoon. Hij is verstandig. Het ontbreekt hem niet aan verstand of begripsvermogen. Zijn gesteldheid is ook absoluut niet Uw schuld.

Eerst en vooral kan ik U verzekeren dat in het geval van Uw zoon geen sprake is van een 'geestelijke stoornis', maar van een 'spirituele functiestoornis'. God laat deze stoornis (voorlopig nog) toe opdat U tijdens Uw inspanningen rekening zou houden met de vele kinderen die onder gelijkaardige gesteldheden gebukt gaan, maar die niet het geluk hebben, deel uit te maken van een gezin in hetwelk het christen-zijn geen hol woord is. Regelmatig laat God beproevingen toe bij zielen die de juiste gesteldheid hebben om deze beproevingen te dragen als akten van eerherstel voor bepaalde dwalingen, zonden of vormen van spirituele blindheid in de wereld. In Uw geval schetst de Moeder Gods het volgende beeld, dat U mischien tot springplank naar een groter inzicht kan dienen:

De ziel van Uw zoon vindt geen rust. Het is alsof hij inwendig opbrandt, als in een ononderbroken koorts van de ziel. Deze gesteldheid vindt haar oorsprong in een fantasie die schijnbaar niet tot rust lijkt te kunnen komen. Het kind wordt als het ware gedreven door een wervelstorm van zeer vlug op elkaar volgende gedachten en voorstellingen in de geest. Deze opeenvolging voltrekt zich zo snel, dat hij deze gedachten en voorstellingen helemaal niet verwerkt. Ten gevolge daarvan wordt hij, om zo te zeggen, in alle richtingen tegelijkertijd geduwd. Het is alsof hierbij elke rem wordt uitgeschakeld, ook deze van het geweten. Dit laatste schijnt helemaal niet aan bod te komen. Ten gevolge daarvan leert het kind niet uit zijn fouten, noch uit advies, noch uit eventuele terechtwijzingen. Dit is dus niet te wijten aan het feit dat hij deze geestelijk niet in zich kan opnemen, maar aan het feit dat zijn gesteldheid verhindert dat deze tot hem zouden doordringen. Daardoor herhaalt hij keer op keer dezelfde fout, dezelfde (soms stoute) handelingen. Geen enkele terechtwijzing van mama of papa of zussen of broers, enzovoort, schijnt hem ook maar in het geringste te raken, omdat hij nog tijdens de terechtwijzing inwendig reeds een nieuwe indruk volgt, die hem weer totaal opslorpt... voor zeer korte tijd, tot de volgende indruk komt, enzovoort.

Het lijkt alsof elke indruk in zijn geest een zeepbel is die onder invloed van de wervelstorm in luttele ogenblikken uit elkaar spat en spoorloos verdwijnt. Elke indruk is van korte duur, maar zolang deze 'leeft', beheerst hij volledig de geest van Uw zoon en leidt deze indruk een leven op zich, waardoor elke bijkomende indruk volledig wordt verdrongen en uitgesloten. Om deze reden reageert Uw zoon nauwelijks wanneer men hem iets verbiedt, of wanneer men hem bij iets tracht te betrekken dat niet bij zijn voorstellingen past. U kunt daardoor ook vaak de indruk krijgen dat U als gezin op de trein stapt, Uw zoon inbegrepen, maar dat hij al snel van het ene moment op het andere op een ander spoor in een andere trein in een ander richting vertrekt, zonder voorafgaande verwittiging. Het is alsof U hem constant 'verliest'.

Hoe is het tot deze toestand gekomen? Deze vraag kan in dit geval slechts moeilijk worden beantwoord. Er zijn veel dingen in het leven die 'zijn zoals ze zijn', omdat het in het kader van Gods Heilsplan in die vorm een bedoeling en een zin heeft. Dit houdt allemaal verband met de verscheidenheid van de levenswegen van alle hoofdbetrokken, in de eerste plaats met deze van de ouders en broers en zussen. Elke gesteldheid van een ziel heeft op elk tijdstip een betekenis die zich niet wetenschappelijk (dit betekent eigenlijk: niet door het menselijk verstand) laat verklaren. Doorgaans spelen bij het tot stand komen van een gesteldheid vaak elementen een rol die voortkomen uit bepaalde gebeurtenissen, toestanden en omstandigheden, bijvoorbeeld invloeden op grond van de voeding, erfelijke factoren, (traumatische en andere) ervaringen in het leven enzovoort. Maar de mens mag nooit uit het oog verliezen dat zelfs een veelvoud aan risico’s niet het te verwachten resultaat zal opleveren wanneer dit niet in Gods Plan past.

Om diezelfde reden gebeurt het dat een geneesmiddel niet helpt, terwijl het eigenlijk zou moeten helpen, of dat een ziekte nooit optreedt terwijl toch vele van de zogenaamde risicofactoren aanwezig waren. Deze beproeving werd U allen op de weg gezet opdat U zich allen in diverse deugden zou kunnen vervolmaken (geduld en volharding in de Liefde ondanks allles wat in dit geval op bepaalde dagen op U overkomt als iets dat echt veel van U vraagt). Uw zoon moet deze weg eveneens gaan, opdat zijn ziel daaruit lessen zou trekken.

Een les uit iets trekken, betekent dat de situatie niet uitzichtloos is. Inderdaad, het feit dat deze situatie nu reeds verscheidene jaren lang duurt, betekent niet dat er geen einde aan kan komen, noch dat God geen tussenkomst zou toelaten. De Goddelijke Voorzienigheid geeft vaak tekenen en kijkt toe hoe de zielen met deze tekenen omgaan. De Koningin des Hemels nodigt U allen nu uit tot een offensief van naastenliefde. Vervuld van vreugde geef ik U nu de onderdelen van Haar uitnodiging door. U moet zich voor ogen houden dat een kind met gedragsstoornissen een ziel is, die bevrijd moet worden. Uw zoon is een arme gevangene. U kunt zijn boeien verbreken, U allen samen en met Maria als Leidster en Bron van Hemelse Kracht:

  1. Het zou zeer hulpzaam zijn, dat U allen alle leed dat U in de afgelopen jaren omwille van deze beproeving hebt moeten doostaan, aan Maria toewijdt. Slechts wanneer dit leed wordt toegewijd, wordt het zinvol en kunt U Maria een aanzienlijke hoeveelheid opgeofferd leed schenken, waaruit Zij de bevrijding kan bereiden. Alle leed is drager van verlossende waarde, en is daardoor als het ware Gods handtekening op de grijze bladzijden van ons levensboek, het Teken van Zijn altijddurende liefdevolle Tegenwoordigheid. Zeer veel elementen van leed ontbreekt het aan verlossende waarde omdat het hoofdzakelijk als bron van beklemming wordt ervaren en niet aan Maria wordt toegewijd.
    U moet dit systeem als volgt beschouwen: De ziel treft op haar levensweg een beproeving aan. God verbindt met dit lijden Zijn verlossende Liefde, maar deze komt pas 'te voorschijn' zodra zij door toewijding wordt ontsloten. Ja, wij zouden het zo kunnen stellen dat de macht van de Liefde berust op een boemerangwerking: God schenkt Liefde (vaak in verborgen vorm, bijvoorbeeld in een beproeving, die ofwel direct van Hem uitgaat of die van de duisternis uitgaat, doch door God met een Bron van Liefde wordt uitgerust) en de ziel kan deze ofwel 'ongeopend laten liggen' of zij kan haar ontsluiten en haar, vermengd met haar eigen Liefde, naar Hem laten terugstromen. God + ziel = volmaakt verbond van Verlossing! Alles ontvangt de volheid van zijn werking zodra de kring zich sluit.
  2. Aangezien de gesteldheid van Uw zoon in de hoogste mate door de duisternis wordt beïnvloed met de bedoeling, U als biddend gezin onwerkzaam te maken of uit elkaar te laten vallen, zijn bevrijdingsgebeden ten gunste van zijn ziel en zijn geest noodzakelijk. Zeer belangrijk zijn desbetreffend de gebeden nr. 1006 en 1047. Ook de nummers 417, 612, 683 en zelfs 1019 verdienen aanbeveling. Het spreekt vanzelf dat het niet nodig is, al deze gebeden dagelijks aan te bieden. U kunt er rustig elke dag een paar uitkiezen. U zult deze gebeden zo aan Maria moeten aanbieden alsof Uw zoon hen zelf zou uitspreken (omdat zij in de eerste persoon zijn opgesteld).
  3. Spreekt U Maria ook aan als de Moeder van rust die de zielen inwendige rust brengt. Gebed nr. 381 is aan de Moeder van rust gewijd.
  4. Bidt U, indien mogelijk, dagelijks gebeden tot de Heilige Geest. U hebt momenteel een rijke keuze uit dergelijke gebeden op de site van de Meesteres van alle zielen. Uw zoon moet door de Heilige Geest worden ontsloten. Aangezien dit proces op grond van de tussenkomst van de Meesteres van alle zielen zeer doeltreffend verloopt, is ook een voortdurende toewijding aan Maria onontbeerlijk. Onder 'voortdurende toewijding' aan Maria is het proces te verstaan via hetwelk een ziel om zo te zeggen ononderbroken met Maria wordt verbonden. Maakt U het zich tot gewoonte, voortdurend tot Maria te spreken en smeekt U Haar om de ontsluiting van Uw zoon. Door dit te doen, bouwt U als het ware een brug tussen zijn 'kerker' en het Hart van Maria. Daarbij wordt de macht van de secundaire genade werkzaam, over dewelke in verscheidene van de Myriam-geschriften wordt gesproken.
  5. Zorgt U ervoor dat in Uw huis meer dan ooit voorheen een atmosfeer van Liefde, offerbereidheid en onwankelbare Hoop heerst. Een dergelijke atmosfeer kan als een lichttoren worden beschouwd, via dewelke U de Heilige Geest 'de plaats aanduidt waar Hij moet landen', met andere woorden: Via dewelke U Hem volledig en ondubbelzinnig in de zielentempel van U zoon uitnodigt.

Aangezien het bij Uw zoon, zoals tegenwoordig bij veel kinderen, om een spiritueel onevenwicht gaat, zal zijn gesteldheid zich slechts door een tegengewicht van Liefde en vurig opofferen laten omkeren. Zoals de Moeder Gods mij ooit toevertrouwde, lijdt onze wereld onder de stuiptrekkingen die door de verschrikkelijke zondenlast worden teweeggebracht. Deze stuiptrekkingen zijn zoals een spirituele aardbeving. Gods Wet heeft de beproevingen voorzien als middel om de Schepping steeds opnieuw in evenwicht te brengen. Om deze reden bestaat tegen de zondvloed van ziekten en spirituele stoornissen slechts één enkel geneesmiddel: de Liefde. Deze moet aan God worden aangeboden (rechtstreeks én onrechtstreeks (via de medeschepselen): gebeden, opofferingen, Heilige Missen, boete-akten, daden van naastenliefde en van Liefde tot de dieren, protestloos aanbieden en toewijden van beproevingen, dankzegging, verheerlijking, lofprijzingen.

Dat is nu net wat wordt beoogd met de bovenvermelde punten 1 tot en met 5. Niemand kan U zeggen wanneer de gesteldheid van Uw zoon zal omkeren. De genadewerking heeft toch reeds een begin genomen en ik wil U allen met klem bemoedigen. Op de opoffering van mijn eigen liefde voor U allen aan Maria, de Meesteres van alle zielen, kunt U rekenen. Het zou mij ten zeerste verheugen indien ik op zekere dag over de overwinning van het Licht in deze kleine ziel op de hoogte zou mogen worden gebracht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 152
Over het rooms-katholiek Doopsel in vergelijking met het doopsel van de evangelische geloofsgemeenschap

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw lieve woorden. Het verheugt mij, te mogen vernemen dat Uw man bereid zou zijn, zich opnieuw te laten dopen.

Inderdaad, een rooms-katholiek Doopsel zou zowel voor hem als voor Uw zoon zeer gunstig zijn, omdat een evangelisch doopsel in Gods ogen niet de kracht van het echte Sacrament bezit, waardoor de ziel niet op dezelfde wijze ontsloten wordt, en waardoor het niet dezelfde waarde ontplooit voor de bijdrage van de ziel voor Gods Heilsplan. Voor Uw zoon zou dit Doopsel een bijkomende Brug voor de instorting van de Heilige Geest zijn, wat in zijn geval zeer gunstig zou zijn. Het Doopsel maakt de ziel beter toegankelijk voor de effecten van de toewijding aan Maria. Draagt U Uw zoon, indien mogelijk, dagelijks op aan de Moeder Gods opdat Zij hem werkelijk van binnen uit moge kunnen sturen en begeleiden en voor hem de echte innerlijke Vrede moge kunnen bereiden.

U mag vooral niet vergeten dat Maria U allen zeer lief heeft. Deze Liefde is met niets te vergelijken. Ik voel haar in elke brief, in elk gebed en in elke tekst, die ik ten dienste van de Meesteres van alle zielen mag schrijven. Het was voor mij in de vorige brief aan U evenals in deze een oprechte vreugde, een kleine brug van deze Liefde en echte Hoop te mogen zijn.

Moge Maria U voelbaar helpen, dit kruis met vrucht te dragen door Haar eigen Vrede in Uw harten te leggen, deze volmaakte Vrede, die in de ziel werkt als de geur van duizend bloemen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 153
Verschil tussen het Sacrament van het Vormsel en de toewijding aan Maria – Voorbereiding op het Vormsel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen in Jezus en Maria,

Ons christelijk Geloof is de gouden weg naar het Rijk der Eeuwige Gelukzaligheid. Door Zijn Leven en Lijden als Gods Messias heeft Jezus deze weg voor ons ontsloten. Door de Heilige Geest laat God deze prachtige weg oplichten, opdat de zielen van goede wil hem zouden kunnen onderscheiden van de dwaalwegen der duisternis en hem mogen herkennen als de enige weg naar het Rijk van de onvergankelijke Liefde. Het geschenk wordt vervolledigd doordat de Allerheiligste Drievuldigheid in deze Laatste Tijden Maria, het vlekkeloze Geschenk van Golgotha ("Zoon, ziedaar Uw Moeder") als de Meesteres van alle zielen naar de zielen stuurt.

De Meesteres van alle zielen is Diegene, Die voor de zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven ontvouwt. Deze Wetenschap kunnen wij als het Wetboek van het Ware Leven en van de enige, eeuwige en onvergankelijke Waarheid bestempelen. Maria verklaart aan de zielen thans de Wetten die richting geven aan Gods Mysteries en die werkzaam zijn in al het levende. Zalig de zielen die deze Wetten niet louter in zich opnemen als kennis die hen iets kan opleveren, doch als middelen om God door een heilig leven te dienen. Om deze reden verheugt de Koningin des Hemels Zich over de ziel die Haar ook vragen stelt met betrekking tot de Wetten die weinig bekend zijn.

Aangezien U zich blijkbaar helemaal aan de Meesteres van alle zielen hebt gegeven, is het mij een vreugde, U ten dienste van onze Meesteres te mogen verder helpen door de vragen, die U in Uw brief hebt opgeworpen, aan Haar voeten neer te leggen. Ik tracht deze één voor één te beantwoorden op grond van de inspiraties vanwege onze Meesteres, opdat de antwoorden heel precies zouden overeenstemmen met datgene, wat Zij mij in verband met elke vraag in het hart heeft gelegd.

Bij het Vormsel stort de Heilige Geest Zich in de ziel uit. Bij de toewijding aan Maria geeft de ziel zich toch eveneens aan de Heilige Geest via Maria? Kan de ziel de volheid van het Vormsel krijgen zonder zich aan Maria weg te geven?

Wij moeten op dit punt een duidelijk verschil maken tussen het effect van het Sacrament en de ontwikkelingen in de ziel na ontvangst van het Sacrament. Elk Sacrament bekomt de ziel een aanraking vanwege God. Zoals alles wat Goddelijk is, is deze aanraking één, onverdeeld en volledig. Dit betekent dat God Zich in het Sacrament van het Vormsel in Zijn volheid aan de ziel tracht te geven, zonder uitzondering. Of de ziel aan Maria is toegewijd of niet, de Heilige Geest stort Zich ten volle en onvoorwaardelijk in de ziel uit, omdat de Heilige Kerk bij het schenken van deze Goddelijke Genade geldt als Brug in vertegenwoordiging van Christus. Tot zover het effect van het Sacrament op zich.

Er komt evenwel na ontvangst van het Sacrament een verschil aan het licht. De ziel die zich totaal aan Maria heeft weggegeven en die deze overgave in haar alledaags leven ten volle beleeft, wordt door de Koningin des Hemels in een zodanige mate ontsloten voor de intrede van de Heilige Geest en de benutting van Zijn inwerking in de ziel, dat zij om zo te zeggen precies op de passende golflengte wordt ingesteld om het Sacrament, deze Goddelijke aanraking, in staat te stellen om de ziel tot in de diepte te zuiveren en te voeden.

Een ziel in dewelke Maria de heerschappij kan uitoefenen, wordt in een steeds toenemende mate veranderd in een tempel, in dewelke het Goddelijk Wetboek alle leven regeert. Vanzelfsprekend kan een ziel, in dewelke de Meesteres van alle zielen daadwerkelijk leeft en heerst, via een Sacrament sneller en grondiger naar steeds hogere niveaus van het Goddelijk Leven worden verheven, omdat deze ziel van binnen uit de volmaakte leiding geniet. Maria is de Bruid van de Heilige Geest. Waar Zij heerst, kan de Geest van God de ziel op meer doeltreffende wijze in de gesteldheid brengen, die zij nodig heeft om het uiteindelijke doel te bereiken.

Wat is het verschil tussen de uitstorting en de Genaden van de Heilige Geest bij het Vormsel en dezen bij de toewijding aan Maria?

De zin en doelstelling van het Sacrament van het Vormsel ligt hierin, dat het Vormsel – eenvoud uitgedrukt – het proces via hetwelk de ziel christen wordt, moet bekronen. Dit proces begint bij het Doopsel en wordt bij het Vormsel als het ware bekrachtigd. Men zou het zo kunnen uitdrukken, dat de ziel door het Vormsel 'een volwassen christen wordt'. God belooft in het Sacrament van het Vormsel een uitstorting van de Heilige Geest, via dewelke de ziel in staat wordt gesteld om een vruchtbaar leven in navolging van Christus te leiden. Wij moete ons voor ogen houden wat God van elke ziel verlangt. De Meesteres onderricht steeds weer dat elke ziel twee hoofddoelen moet nastreven:

  • zij moet naar haar eigen heiliging streven;
  • zij moet de van haar verwachte bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan leveren en zich daartoe trachten te vervolmaken in alle deugden.

Precies deze beide doelstellingen worden ook via de toewijding aan Maria nagestreefd. Waar ligt dan het verschil? Volgens de Meesteres liggen de verschillen in twee categorieën:

a) in de natuur van de genaden

  • Het Vormsel is een Sacrament, en bekomt voor de ziel derhalve van nature een uitstorting van Goddelijke Genaden.
  • De toewijding aan Maria is geen Sacrament, en bekomt voor de ziel derhalve niet van nature, doch in de orde der Genade een uitstorting van Goddelijke Genaden.

b) in de effecten van de genaden

  • Het Vormsel kan, net zoals elk Sacrament, zijn uitwerkingen op termijn missen doordat het in sommige (vele?) gevallen niet helemaal vrijwillig wordt ontvangen, dit wil zeggen: niet op eigen initiatief vanwege de vormeling;
  • De toewijding aan Maria wordt normaal gesproken steeds aangegaan uit vrije wil. De vrije wil is precies de sleutel tot de uitstorting der Genaden, want God wacht op tekenen van een vrijwillige deelname van de ziel aan Zijn Werken. In de maat waarin de toewijding aan Maria werkelijk in het dagelijks leven wordt beleefd, wordt zij tot bron van onophoudelijk stromende Genaden, of net niet. Het is de vrije wil, die bepaalt of de ziel zich daadwerkelijk aan Maria en Haar inwerkingen weggeeft of niet.

Een doorgedreven vergelijking tussen de effecten van een Sacrament en een niet-sacramentele bron van Genade kan trouwens moeilijk worden gemaakt, omdat het gaat om bronnen van Genaden van een totaal verschillende aard. De Meesteres benadrukt in elk geval het volgende:

Het niet ontvangen van een Sacrament, in het bijzonder van een Sacrament dat slechts één maal aan de ziel kan worden toegediend (zoals bijvoorbeeld het Vormsel), vormt voor de ziel een leemte die niet kan worden opgevuld. Wanneer de ziel het Sacrament van het Vormsel niet ontvangt, is haar opname in de Kerk van Christus niet volkomen. Zodra de ziel het Sacrament van het Vormsel ontvangen heeft, is er geen machtigere wind om haar naar Gods Hart toe te drijven dan de wind van de totale toewijding aan Maria.

De toewijding aan Maria vormt een genadebron die de ziel kan omvormen naar Gods beeld en gelijkenis volgens de mate waarin zij zich vrijwillig aan de voeten van de Meesteres neerwerpt en zich in alles aan Haar weggeeft. Maria wenst dat elke ziel zich aan Haar zou weggeven, doch beschouwt Haar werking in de ziel als vervollediging en vervolmaking van de uitwerkingen der Sacramenten, niet als vervanging ervan. Concreet betekent dit: Het Sacrament van het Vormsel is onontbeerlijk, de toewijding aan Maria vervolmaakt en verdiept de effecten ervan, respectievelijk ontsluit de ziel voor de volheid van de effecten van de Sacramenten. Op voorwaarde dat de ziel het Sacrament heeft ontvangen, is het vrijwillig gesloten en ten volle beleefde verbond van totale toewijding aan Maria zoals een gouden reiskaartje voor de reis naar het Paradijs.

Wanneer de voorbereiding op het Vormsel modernistisch is, mag men dan als aan Maria toegewijde ziel aan de priester voorstellen dat men de voorbereiding zelf in handen neemt? Indien ja, wat verlangt Maria dan als voorbereiding, of wil Zij dat wij alles aanvaarden, opdat wij het aan Haar zouden kunnen toewijden?

De Meesteres van alle zielen stelt Zich tot doel, de zielen de kennis te verstrekken die hen in staat kan stellen om hun leven precies in overeenstemming te brengen met de Wil van God, omdat de gelijkvormigheid tussen de menselijke wil en de Wil van God de ziel naar de volmaakte heiligheid voert. Het is U bekend dat Maria precies bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen aan de kaak stelt omdat deze de gelijkvormigheid tussen de menselijke wil en de Wil van God onmogelijk maakt. Elke uiting van modernisme behoort tot de ontwikkelingen die het menselijk gedrag wegvoeren van de volheid der Genade.

In het geval van een door het modernisme verwrongen voorbereiding op het Vormsel kan men een voorbereiding moeilijk zelf in de hand nemen, omdat men de jonge ziel die op het Vormsel wordt voorbereid, hierdoor wegrukt uit een maatschappelijk georganiseerd systeem (Kerk, school, door de staat voorgeschreven leerprogramma enz...). Dit plan kan het de vormeling derhalve in bepaalde omstandigheden moeilijk maken. Wellicht zal de priester, respectievelijk de leraar, ook helemaal niet toestaan dat U Uw plan uitvoert. Wat U echter in elk geval wél kunt doen, en dit zou helemaal in de lijn van Gods verwachtingen liggen, is het volgende:

U laat Uw kind de voorbereiding in het kader van het georganiseerde systeem doorlopen, doch prent hem/haar in, dat bepaalde elementen van die voorbereiding in Gods ogen een nog mooiere vorm zouden kunnen krijgen, respectievelijk dat er wegen zijn, op dewelke men God méér vreugde kan bereiden. U brengt Uw kind het grootst mogelijke respect voor het Sacrament, voor God enzovoort bij, en prent hem/haar steeds weer de Ware Liefde tot God in, alsook de wegen via dewelke deze Ware Liefde tot uiting kan worden gebracht. U bent daardoor bezig, het kind ten volle volgens de opvattingen van Maria op te voeden en het in de diepst mogelijke zin voor te bereiden op het Vormsel (bekroning van de intrede in de Kerk). Zo beschermt U het kind ook tegen eventuele schadelijke inwerkingen op de jonge ziel, want de ziel die de Ware Liefde heeft geproefd, geeft zich niet gemakkelijk prijs aan verdere bronnen van verminking.

De aanvaarding van elementen van voorbereiding van dewelke U weet dat de Meesteres van alle zielen deze nadrukkelijk afraadt, respectievelijk die niet in overeenstemming zijn met de traditionele ritus van de Kerk, kan door Maria worden omgezet in Licht, en wel naarmate U zich niet tegen deze elementen verzet. De genadewerking wordt zelfs door riten die afwijken van de kerkelijke traditie niet aangetast, zolang de ziel zelf in haar hart weet dat God nog beter kan worden gediend en zijzelf in haar hart door Liefde en door toewijding van haar zelf ervaren hartenpijn die afwijkingen opoffert. De liefdevolle opoffering van datgene dat wij in feite liever anders zouden zien, is navolging van Christus: Hij stond met gebonden handen en onderwierp Zich vrijwillig aan alles wat voor de zielen de Verlossing zou opleveren. Deze Verlossing IS gekomen, omdat Jezus alles met Liefde aan de Vader heeft aangeboden. Zo kunt U alles met Liefde aan Maria aanbieden.

Uw verdere vragen zullen het voorwerp uitmaken van een latere antwoordbrief.

Intussen van harte in Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 154
Het verlangen om het Sacrament van het Vormsel met toelating van de Kerk te ontvangen in het kader van een Tridentijnse Mis – Welke gesteldheid behoort een vormeling te hebben tijdens het ontvangen van het Vormsel? – over primaire en secundaire genade

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen in Jezus en Maria,

Ziehier het tweede gedeelte van de antwoorden op Uw vragen.

Onze kinderen zouden graag het heilig Vormsel in het kader van een Tridentijnse H. Mis ontvangen. Mag men als aan Maria toegewijde ziel dit verlangen voorleggen aan de bisschop of de priester, of loopt men daardoor op de ontwikkelingen vooruit?

Dat mag men in ieder geval doen. Zodra de vraag is voorgelegd, verwacht God van U dat U het antwoord, hoe dit ook moge luiden, zou aanvaarden als een beschikking van Zijn Voorzienigheid. Is het antwoord negatief, dan schenkt God U en Uw kind in elk geval de volheid van de met de Tridentijnse H. Mis verbonden genaden, omdat U het verlangen daartoe in Uw hart droeg en omdat U zich onvoorwaardelijk hebt neergelegd bij de beslissing van de Kerk. Deze volheid van Genaden ontvangt U dan omdat de driehoek van de spirituele vruchtbaarheid (Liefde + gehoorzaamheid + lijden) volkomen is:

  • de Liefde: Uw verlangen om God optimaal te dienen (door een H. Mis volgens de Tridentijnse ritus);
  • de gehoorzaamheid: de aanvaarding van de beslissing vanwege een persoon die de Kerk, respectievelijk Christus, vertegenwoordigt;
  • het lijden: Uw pijn vanwege de afwijzing.

Het heilig Vormsel vindt plaats op een zaterdag (dus niet op een zondag of een kerkelijke feestdag, op dewelke het ontvangen van de heilige Communie 'verplicht zou zijn'). Wat moeten wij als ouders antwoorden wanneer ons kind uit Liefde tot God bij zijn Vormsel niet de Handcommunie in het kader van een modernistische Mis wil ontvangen omdat het weet dat Maria daar niet van houdt en dat de ouders om deze reden liever niet de Communie ontvangen?

U als volwassen christenen die het Sacrament van het Vormsel hebben ontvangen staat het vrij, wanneer slechts Handcommunie wordt uitgereikt, deze laatste te vervangen door geestelijke Communie. Inderdaad, de Meesteres van alle zielen houdt niet van de Handcommunie, omdat God Zelf de voorkeur geeft aan geknielde Tongcommunie. De Meesteres benadrukt dit steeds weer, en verklaart ook de redenen ervoor. Deze redenen hebben te maken met eerbied jegens God en met een belasting ten aanzien van de Wet der Goddelijke Gerechtigheid. Welnu:

  • Indien het op een zondag of kerkelijke feestdag zou gebeuren, zou Maria U adviseren om, met het oog op de eenmalige gelegenheid van het Vormsel, niettemin de Communie te ontvangen en Uw pijn over het feit dat er Handcommunie wordt uitgereikt, aan Haar (de Moeder van de Eucharistie) aan te bieden als een akte van goedmaking. Op die dag niet de Communie te ontvangen, zou in de ogen van Maria slechts verdedigbaar zijn indien U Uw kind Uw opvatting kunt toelichten en het kind dit ten volle blijkt te begrijpen. God zal U de afwijzing van ontvangst van de heilige Communie op een zondag of kerkelijke feestdag in principe niet kwalijk nemen wanneer deze afwijzing voortvloeit uit een zuivere Liefde en een zuiver respect jegens Hem.
  • Daar de gebeurtenis zich op een zaterdag voltrekt, kunt U zonder meer Uw toevlucht nemen tot de geestelijke Communie.

De vormeling zelf moet in elk geval de heilige Communie ontvangen. Maria vraagt dat U het kind zou inprenten dat, zelfs indien U als ouders niet de Communie ontvangt, hij of zij zelf in elk geval de Communie moet ontvangen, omdat:

  • dit eenmalig feest anders in Gods ogen niet volledig is;
  • de genadewerking die van Gods wege over de Kerk neerdaalt, elk tekort voor de individuele ziel aanvult in de mate waarin de ziel vervuld is van Liefde en de Communie ontvangt in een gesteldheid van oprecht verlangen naar Jezus. God evalueert het gebeuren volgens de hartsgesteldheid van de jonge ziel. Deze gesteldheid kunt U als ouders in een hoge mate beïnvloeden. Voor U geldt daarbij dat Uw inspanning om Uw kind de Ware Liefde bij te brengen en deze ook zelf zichtbaar voor te leven, dit wil zeggen: zo te leven dat U als voorbeeld voor Ware Liefde kunt gelden, doorslaggevend is. Luistert het kind niet naar Uw adviezen, respectievelijk houdt het zich blind en doof voor datgene wat U hem/haar tracht in te prenten, dan maakt U zich jegens God in geen geval schuldig.

Wat kan de vormeling, respectievelijk de ontvanger van de Eerste Communie, tijdens het ontvangen van het Sacrament of tijdens de handoplegging zelf doen om de volheid van de genade te bekomen?

Doorslaggevend voor de uitwerking van een Sacrament is steeds de gesteldheid van hart. Belangrijk is, het kind in te prenten dat het zich in het hart volkomen op de Heilige Geest, op Jezus en op Maria behoort te richten en naar Hun intrede in zijn/haar hart behoort te verlangen zoals naar de intrede van datgene wat hij of zij het liefste zou hebben. Precies daarom is het zo belangrijk om het kind een vurige Liefde voor God, Jezus en Maria bij te brengen. Het kind moet in staat zijn om zich onder 'Jezus', 'de Heilige Geest' en 'Maria' Iemand voor te stellen zonder Wie het helemaal niet zou willen leven. Wanneer het kind zich dan bij het Vormsel stevig voor ogen houdt dat deze in zijn/haar ziel binnenkomt, zal het door deze gewaarwording zozeer met vreugde worden vervuld, dat de ziel als vanzelf helemaal opengaat. Zo wordt de ontvangst van het Sacrament in de diepste zin van het woord als een nieuw begin ervaren.

De Moeder heeft dit mooie gebed gegeven, dat wij als dooppeter of doopmeter of als ouders tijdens het Vormsel van het kind kunnen bidden. (bedoeld is het gebed uit brief nr. 138, zie hieronder bij *)
Kan dit gebed ook in het tijdloze worden aangeboden ten gunste van onze echtgenoten en onze kinderen die reeds gevormd zijn? Kan men het ook bidden als tante wanneer men weet dat noch de ouders noch de dooppeter of doopmeter gelovig zijn of hun Geloof niet beleven?

* Maria, Heilige Moeder van Christus en Bruid van de Heilige Geest, ik smeek U om een levenslange leiding en begeleiding van deze ziel door de Heilige Geest op de weg in navolging van Christus. Voor mijzelf smeek ik om de verlichting om voor deze ziel een waardige spiegel van Goddelijke deugd te zijn en te blijven.

Dit gebed kan vanzelfsprekend worden aangeboden in het tijdloze, zoals men eveneens bijvoorbeeld een gebed voor een stervende nog na diens dood kan aanbieden. De Meesteres beklemtoont dit steeds opnieuw. De uitwerking van het gebed wordt echter, wanneer men het in de plaats van een medemens aanbiedt, in een hoge mate bepaald door de mate waarin deze medemens klaar is om de eventueel daardoor vrijgemaakte genaden in zich op te nemen. Men kan voor een ziel de secundaire genade helpen bereiden door voor haar gebeden en opofferingen aan te bieden. De primaire genade echter, wordt pas ontsloten wanneer de begunstigde ziel uit eigen vrije wil God en Zijn Werken in haar leven toelaat.

Niettemin is zelfs in dat geval het gebed niet zinloos, omdat de secundaire genade haar krachtigste uitwerking ontplooit op het tijdstip van het oordeel over het voorbije leven van de ziel. Ooit toonde de Meesteres van alle zielen mij in een visioen hoe een ongelovige ziel zich tijdens het oordeel over haar voorbije leven (dus onmiddellijk na haar aardse dood) voor de troon van God, toen zij de dreiging van de eeuwige verdoeming onder ogen kreeg, aan de voeten van Maria neerwierp en Haar vurig begon te smeken om Haar tussenkomst. De Meesteres toonde mij daarop Zichzelf als een brandende zuil, waarvan de hitte een gedeelte van de zonden van de bijna verdoemde ziel wegbrandde, zodat deze ziel, aangestoken door de immense macht van de volmaakte Liefde van Maria, het berouw en de Liefde wist op te brengen die zij nodig had om te worden gered.

De Meesteres zei mij daarop, dat Zij mij hier een geregeld voorkomend gebeuren had getoond, waarbij Haar macht en Haar Liefde de redding hadden bewerkt van een ziel, die anders zou zijn verdoemd. Zij voegde hieraan toe, dat deze ziel dit te danken had aan secundaire genadewerking. Dit betekent: De gebeden en opofferingen vanwege zielen ten gunste van haar ongelovige geliefden kunnen het voor de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid rechtvaardigen dat Maria Haar onbegrensde macht en Liefde zo volkomen laat gelden, dat zielen die anders verloren zouden zijn, alsnog gered worden.

Uw laatste vraag heeft de Moeder Gods voorlopig niet beantwoord. Mocht nog een antwoord hierop komen, dan zult U dit vanzelfsprekend onmiddellijk vernemen.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 155
Over gebed en het systeem van eventuele verhoring – over huwelijksproblemen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Met betrekking tot het gebed voor een vrome echtgenoot voor Uw dochter, dat niet verhoord schijnt te zijn, wil ik U op het hart drukken, desondanks omwille daarvan niet aan de macht van het gebed te twijfelen. Ik zeg dit met nadruk, om de volgende reden:

Beschouwt U eens de aard, het doel en de zin van het gebed als spiritueel verschijnsel. Zoals ik in verscheidene geschriften heb mogen verkondigen, is gebed communicatie met God, in beide richtingen. Telkens wanneer een ziel iets tot God zegt, hetzij met woorden, hetzij in gedachten, zelfs in een eenvoudig gevoel (bijvoorbeeld: Men beschouwt een bloem, en in weinige seconden tijds gaat het hart open en stoot een onhoorbare verzuchting uit: "Mijn God, hoe mooi is zij toch, en dat hebt U voor ons gemaakt!") is sprake van 'gebed'. Telkens wanneer een ziel wat rust neemt, haar geest tracht leeg te maken, en op één of andere wijze 'contact zoekt met haar oorspronkelijke Bron', is zij eigenlijk aan het bidden. Zij opent zich dan voor de Bron der Eeuwige Vrede, voor de (doorgaans 'onhoorbare') stem van de Eeuwige Wijsheid, en tracht op deze wijze de inwendige rust terug te vinden, door te hopen op een injectie met nieuwe levenskracht. Dit alles is gebed, omdat de ziel zich openstelt voor de mogelijkheid om Gods leiding te ontvangen.

Welnu, één vorm van gebed is deze waarbij de ziel iets verlangt, omdat zij van oordeel is dat de vervulling van dit verlangen alleen maar iets goeds kan brengen op haar levensweg, respectievelijk voor de spirituele ontwikkeling van de eigen ziel of van andere zielen. Tot deze categorie van gebed behoort datgene, wat U ten gunste van Uw dochter naar God hebt toegestuurd. Wat gebeurt nu? God hoort Uw gebed, respectievelijk Hij leest het in Uw hart, en maakt hiervoor Genaden vrij, en wel in de mate waarin het gebed vol vertrouwen, liefdevol en met de juiste intenties aan Hem is voorgelegd.

Daarna volgt de tweede 'evaluatie': God plaatst als het ware Uw gebed tegen de achtergrond van Zijn Eeuwig Heilsplan. Uit deze aaneenschakeling vloeit voor de Eeuwige Wijsheid de volgende stap van Zijn Voorzienigheid voort: Wat kan voor de ziel worden gedaan? Aangezien God louter volmaakte Liefde is, werkt Hij nu uitsluitend in de richting van tussenkomsten die U in de ziel de hoogst mogelijke groei kunnen garanderen. Concreet betekent dit echter, dat de door U aangeboden intentie onder bepaalde omstandigheden door Hem niet kan worden beschouwd als de intentie waarvan de verhoring U 'de hoogst mogelijke groei kan garanderen'. Wat is in Uw geval gebeurd? (Ik verduidelijk U het proces zoals dit mij door de Meesteres van alle zielen wordt getoond):

God heeft het in Zijn onfeilbare Wijsheid zo beschikt, dat het voor de betreffende zielen het beste zal zijn wanneer Uw dochter mijnheer X huwt. Waarom? Om uiteenlopende redenen, waarvan de details in Gods Mysterie besloten liggen, met als kern:

Uw dochter en mijnheer X zijn door de Goddelijke Wijsheid voor elkaar bestemd omdat zij in het kader van een Sacramenteel Huwelijk een gezamenlijke opdracht moeten vervullen. Het huwelijk wordt, in de gevallen waarin het om een Hemels verbond gaat, door het Zegel van een Sacrament verzegeld. Door het huwelijk, en in het huwelijksleven, brengt God zielen samen door wier gezamenlijk optreden Hij bepaalde doelstellingen beoogt, en wel op grond van de respectieve gaven, talenten en levensroepingen van de beide partners. De huwelijkspartners worden door God voor elkaar bestemd omdat zij van elkaar één en ander te leren hebben. Zelfs in de gevallen waarbij één van de beide huwelijkspartners schijnbaar een nietsnut is, heeft deze niettemin de andere in het verbond iets te leren, want de laatstgenoemde ontvangt op grond van de (misschien afwijkende) gedragspatronen van de eerste, voortdurend prikkels om boven zichzelf uit te groeien, zichzelf te overtreffen, aan eigen zwakheden en onvermogens te werken, enzovoort.

Precies daarin ligt de reden waarom in zoveel huwelijken niets lijkt te lukken: De huwelijkspartners zijn door de Voorzienigheid samengebracht om van elkaar iets te leren, maar op grond van bepaalde doorslaggevende verschillen ontwikkelen zij zich tot elkaars tegenpolen, en groeien meer uit elkaar dan dat zij hechter worden. Wanneer deze kloven niet door een steeds heiliger Liefde worden overbrugd, ontstaan vroeg of laat ernstige vertakkingen in het gedeelte van de levensweg, dat zij beiden samen en in eenheid moeten gaan. Een heel belangrijke factor is hier eveneens de ononderbroken tussenkomst van de duivel, die alles op alles zet om de kloof verder te verdiepen en elk onderling verschil tot wederzijdse vijandigheid te laten uitgroeien.

Is het gebed dan zinloos geweest? Neen. In wereldse ogen is dit wel zo, maar op het niveau van de Eeuwige Wijsheid is het alleszins nuttig geweest, al heeft God de gebedsbloemen 'een enigszins andere bestemming gegeven': Hij heeft uit deze bloemen 'een onverwacht parfum' bereid. Hij heeft daaruit Genaden vrijgemaakt, die U en Uw echtgenote nu de kracht geven om deze spirituele geseling te doorstaan, en wel op een zodanige wijze, dat deze er voor U beiden tenslotte zal toe dienen, Uw zielen volledig te helpen ontwikkelen. De aanzet tot deze ontwikkeling beleeft U dezer dagen onder de vorm van een hevige inwendige strijd. Een inwendige strijd komt steeds voort uit de inspanningen, die een ziel levert om externe omstandigheden, die zij ervaart als 'afwijkend van Gods Wet', te verwerken, en deze te boven te komen. Uit dergelijke processen volgt spirituele groei. God weet dit. Hij weet ook dat U deze groei niet had kunnen beleven indien U deze aansporing niet op Uw levensweg had gevonden.

Hierin ligt het enorme verschil tussen datgene wat wij graag zouden verkrijgen, en datgene wat God voor ons beschikt omdat dit het niveau van onze Eeuwige Gelukzaligheid verhoogt: Wij zouden, door wereldse ogen bekeken, een rustig leven kunnen leiden, waarin de dochter en de schoonzoon daadwerkelijk een droompaar zijn, terwijl alle betrokkenen nochtans (of juist daardoor!) spiritueel nauwelijks vooruitgang maken. Anderzijds kan God precies het samenspel van gelegenheden op ons af laten komen, dat wij nodig hebben om een echte spirituele klim door te maken, op voorwaarde dat wij erin slagen, de Genade volledig in onze ziel op te nemen. Door wereldse ogen bekeken, leiden wij dan een leven dat tijdelijk door inwendige strijd en hartenpijn is getekend.

De reden waarom zielen soms het vertrouwen verliezen, is deze: dat zij jammer genoeg niet de ontelbare wonderbare werkingen van de Goddelijke Voorzienigheid 'achter de schermen' zien, werkingen die uitsluitend een grotere Gelukzaligheid in het Eeuwig Leven beogen.

Voor Uw dochter en Uw schoonzoon zijn deze ontwikkelingen door God eveneens als springplanken naar een hoger niveau van spirituele beleving bedoeld. Doorslaggevend voor hen is de mate waarin zij ofwel de situatie gebruiken als aanzet tot een nieuwe spirituele groei, ofwel zich door de valstrikken van de duivel volledig op dwaalwegen laten leiden.

Ik draag U allen verder in een vurig hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 156
het belang van spirituele groei in het christen-zijn en van de opvoeding in de Liefde tot God – de macht van de driehoek 'inzicht + vrije wil in dienst van God + toewijding aan Maria'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer de ziel op haar levensweg achterom kijkt, ziet zij onvermijdelijk bepaalde schaduwen. Wellicht bestaat er geen ziel die zou kunnen zeggen dat al haar beslissingen een schot in de roos zijn geweest. Hoe zou dit ook kunnen, daar elk mensenleven toch ergens een proces van een zich ontwikkelende Wijsheid is. Ook de spiritualiteit is noodgedwongen een proces van bewustwording. Weliswaar komt elke ziel uit Gods hand, en is zij voorzien van de kiem van de heiligheid, doch er zijn eveneens die grote hoeveelheden aan wereldse invloeden, die de ziel op duizend verschillende wijzen wegleiden van het denken en voelen dat Gods bedoelingen zou kunnen verwezenlijken. Ach, en zo doet de ziel dit en dat, in de overtuiging dat zij bezig is, 'het leven in de greep te krijgen'. In werkelijkheid betreft het doorgaans beslissingen die bedoeld zijn om haar op de weg doorheen de wereld vooruit te helpen. Wat wordt vergeten, is de Bestemming in het Land van het Licht. Zo werpt de ziel haar eigen schaduwen, die zij pas later herkent.

Lieve zus, belangrijk is niet zozeer dat U ooit God links hebt laten liggen, belangrijk is, dat Gods Voorzienigheid daarover tot Uw hart heeft gesproken, U nieuwe wegen heeft getoond, en U heeft gewezen op het Ware Licht. Belangrijk is eveneens dat het gefluister van de Eeuwige Wijsheid bij U weerklank heeft gevonden, want deze weerklank is zoals de wekroep in het geweten.

Maakt U zichzelf geen verwijten vanwege de gemiste kans om van meet af aan 'een goede christen' te zijn. Er zijn christenen die hun christelijke opvoeding weliswaar in stand houden, doch daartegenover slechts een zeer oppervlakkig christen-zijn beleven. Er zijn tevens christenen – en U behoort tot deze tweede categorie –, die hun leven beginnen als christenen, niet zo goed weten waarom het eigenlijk gaat, daarom op zeker ogenblik 'van de trein springen', doch jaren later het spoor terugvinden en pas dan begrijpen welke Bestemming de trein in werkelijkheid heeft. Zij beleven dan in die tweede fase een niet oppervlakkig, doch een zeer diep christen-zijn. In het algemeen komen deze christenen met een veel rijkere bagage aan de eindstreep dan dezen uit de eerste categorie.

God is er weinig mee gediend wanneer een ziel weliswaar haar hele leven lang christen is, zelfs naar de kerk gaat, biecht, enzovoort, doch anderzijds geen spirituele groei vertoont. Dat bestaat, en wel op zeer grote schaal, omdat het zeer vele christenen ontbreekt aan Ware Liefde en vurigheid. Zij beleven een eerder oppervlakkige vorm van christen-zijn uit 'gewoonte', om welke reden dan ook. De veruit grootste verdiensten verwerft de ziel voor zichzelf en voor Gods Heilsplan wanneer zij op zekere dag werkelijk naar Gods Licht begint te verlangen. In haar wordt daardoor de vrije wil ontsloten voor de dienst aan God. Wat moet dan worden begonnen met de 'verloren tijd'?

De Meesteres van alle zielen onderricht dat niets ooit verloren is voor Gods Heilsplan, tenzij de zielen het zelf laten verloren gaan door het niet aan Maria toe te wijden. Laten wij daarom Uw eigen situatie bekijken:

In Uw jeugd ging U regelmatig naar de kerk. Niemand lichtte U echter toe wat daar eigenlijk gebeurt. Derhalve gaf U er zich geen rekenschap van, welke zin bezoek aan de kerk dan wel heeft. U werd echter gedwongen om de H. Mis bij te wonen. U trok zich uit dat alles terug: Niet de vrije wil besloot om God te dienen, doch de dwang en derhalve de vrees voor onaangename maatregelen. God werd in Uw jong hart in verbinding gebracht met dwang, niet met Liefde. U liet na om de kerk te bezoeken, en later voedde U ook Uw dochter niet echt op in de zin van de Liefde tot God. U hebt echter de beleving van Uw christen-zijn niet opgegeven omdat U God niet wilde liefhebben, doch omdat Uw kennis en Uw aanvoelen van Gods activiteit niet toereikend waren. Wat men niet zelf heeft ervaren, kan men ook niet met Vuur en overtuiging doorgeven en zichtbaar zelf beleven. Dan kwam de volgende stap:

U werd door Gods Geest uit de slaap van de ziel gewekt en vond bij de Meesteres van alle zielen bevestiging voor de realiteit van die wekroep en voor de bron uit dewelke deze was voortgekomen. Wat doet de ziel na een plotse bewustwording, tijdens dewelke zij volkomen nieuwe inzichten en een onvermoede diepte van Gods werkelijkheid verwerft? Zij kijkt om zich heen, en zij wordt herinnerd aan de nevelige gedeelten van haar levensweg, waar de bloemen kleurloos waren en hun geuren niet hun Hemelse oorsprong konden verraden, omdat zij werden verdrukt door de wolken van de spirituele blindheid. Wat is nu de rol van de Meesteres van alle zielen?

Zij is de betoverende regenboog van de Ware Hoop. Zij plaatst Zich tussen de Zon (Gods Licht) en de tranen (van de ontgoochelingen en kwetsuren) en de donkere wolken (de blindheid) van het verleden van de ziel, en het resultaat hiervan is de regenboog van de Hoop. Maria straalt naar de ziel toe de woorden van Haar hartenklop die onophoudelijk herhalen "Ik ben bij jou, vrees niet, Ik leid je naar God, zodra jij 'ja' tot Mij zegt". Precies in dat betoverend mooie Hart van Maria kunnen al Uw pijnen vanwege Uw 'tekortkomingen' worden begraven. Het Hart van Maria kan worden vergeleken met een Paradijs in wiens bodem alle toegewijde pijnen en beproevingen van zielen door het volmaakte Goddelijk Leven worden verwerkt en worden omgezet in materiaal uit hetwelk genaden worden bereid. Daarom kunt U Uw dochter, Uw schoonzoon en Uw kleinkinderen het beste helpen door al hun leed toe te wijden aan Maria en Haar te smeken dat Zij U allen daaruit genaden van Licht en Liefde zou bekomen.

Lieve zus, aan wolken boven onze levensweg is er geen gebrek. Een wolk heeft het in zich om te bemoeilijken dat het licht van de zon de aardbodem zou kunnen bestralen. Wanneer de wolk echter oplost, regent zij uit, maakt zij de bodem vruchtbaar en maakt zij plaats voor nieuwe zonneschijn vanuit een heldere hemel. Ziet U de parallel?

  1. Aanvankelijk waren er voor U wolken van spirituele verblinding.
  2. Op zeker ogenblik bent U tot het inzicht gekomen dat het leven U veel méér te bieden heeft: Het begon te regenen (Uw pijn wegens de verloren tijd).
  3. De bodem is bevrucht met het water der genade. Alles krijgt een nieuwe zin, en de zon kan opnieuw Uw levensweg bereiken.

Dit zou kunnen worden bestempeld als de figuurlijke voorstelling van de macht van de driehoek 'inzicht + vrije wil in dienst van God + toewijding aan Maria'. Een waar wonder van Goddelijke Liefde. Zo ver gaat Gods Liefde, dat uitgerekend Uw pijn om de verloren tijd tot basis wordt voor de bevrijdende genade ten bate van Uw nakomelingen.

Lieve zus, op Uw overige vraag met betrekking tot de arme dame die in de Biecht zo zwaar werd teleurgesteld door de priester, mag ik jammer genoeg niet ingaan, omdat mij door de Moeder Gods niet is toegestaan om uitspraken te doen over beslissingen vanwege zielenherders. Laten wij samen bidden voor deze ziel en haar van harte verzekeren dat God haar zeer liefheeft. Slechts de Liefde en haar eigen geloof in de werkingen van Gods Liefde en Barmhartigheid kan haar innerlijk bevrijden. God Zelf heeft haar hart gepeild en weet hoe groot haar Liefde is. Ook haar tranen zullen op zekere dag door de regenboog van Maria de zon van Gods Liefde zien stralen. Spreekt U tot haar over de wonderen die Maria in deze tijd bekomt.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 157
Over de juiste omgang met een autistisch kind – Waarom worden smeekbeden om wereldse dingen niet gemakkelijk, of helemaal niet, verhoord? – Hoe kunnen wij de arme zielen in het vagevuur helpen? – Hoe kan men zich aan Maria toewijden zonder het gevoel te hebben, overweldigd te worden? – Waarom wordt een ziel die Maria dient en Haar bekend wil maken, vervolgd en vernederd?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. In principe kunt U het antwoord op de meeste van Uw vragen in de Myriam van Nazareth-geschriften vinden. Desondanks geeft de Moeder Gods mij toestemming, op enkele van Uw vragen in te pikken om hen vanuit het Hemelse perspectief nader toe te lichten:

Uw zoon lijdt aan autisme. Met betrekking tot Uw vraag "hoe U hem beter zou kunnen begrijpen" mag ik U tot mijn vreugde het volgende beeld schetsen, dat Maria mij over het wezen van de autistische ziel heeft geschonken:

Uw zoon is de kleine gevangene van een eigen wereld, in dewelke hij zichzelf voor de buitenwereld afsluit. Er is daarbij sprake van een spirituele blokkade. Uw desbetreffend leed en de vele inspanningen die de omgang met Uw zoon U zonder twijfel kosten, kunt U met veel verdienste aan Maria toewijden om daardoor eerherstel te brengen voor de vele zielen die zich in een eigen wereld terugtrekken, in die zin dat zij slechts datgene nastreven wat hen persoonlijk bevalt, in plaats van datgene na te streven wat God van hen verlangt.

Bemerkt U de parallel met Uw zoon, maar weest U ervan overtuigd dat Maria hiermee niet bedoelt dat Uw zoon zo ingesteld zou zijn, noch dat hij uit vrije wil slechts met zijn eigen belangen bezig zou zijn. Maria bedoelt slechts dat vanwege de parallel, de symbolische overeenstemming, van U deze beproeving in deze vorm wordt verlangd. Beschouwt U nu het beeld:

Deze ziel heeft zich als het ware in een hut verstopt, en zij beschouwt de grenzen van die hut als de grenzen van haar wereld. Zij is nauwelijks geïnteresseerd in wat om haar heen gebeurt. Zij doet alsof het landschap om haar heen haar niets zou aangaan. Hoe moet men dan haar aandacht trekken? Door alle mogelijke moeite te doen om 'buiten' de zon te laten opgaan en te laten stralen en door, indien mogelijk, zoveel mogelijk bloemen om de hut heen te laten bloeien. Wanneer het weer buiten werkelijk aantrekkelijk is en de bloemen hun mantels van schoonheid en hun geuren uitspreiden, kan het gebeuren dat in het hart van de hutbewoner geleidelijk aan een vonk oplaait, die hem ertoe brengt, al eens een venstertje te openen, en wanneer hij voldoende door de geuren en de bloemenpracht daar buiten wordt geraakt, al eens een stapje naar buiten te wagen.

Begrijpt U dit beeld? Hoe meer om Uw zoon heen de Ware Liefde straalt (de zon) en er een atmosfeer van geduld, begrip en betrokkenheid (de bloemen) heerst, des te groter wordt de kans dat zijn ziel ernaar begint te verlangen, geleidelijk aan 'die wereld daar buiten' (vooral aan U als moeder) deel te hebben, niet overhaast (want de bloemengeuren zouden dan een 'allergie' kunnen doen ontstaan), maar stap voor stap.

De aanwezigheid van de mooie bloemen is echter niet voldoende, de geuren moeten ook zachtjes naar zijn hut toe waaien. De zachte bries die dit moet doen, heet 'opoffering en toewijding'. Bidt U iedere morgen opdat Maria U de kracht zou schenken, vanuit Maria’s Hart naar deze ziel toe te gaan met de zon van de Liefde en de bloemen van alle deugden in het hart. Maria Zelf zal al Uw opofferingen, Uw pijn, Uw moeilijkheden, Uw moeite, Uw frustraties enzovoort, omvormen tot de bries die de hut van deze ziel langzaam zal verrukken met Haar geuren, die dus eigenlijk uit het Hart van Maria komen aanwaaien, maar die via U (als moeder) naar de kleine ziel moeten worden gebracht.

De ontsluiting van deze ziel kan slechts worden verwezenlijkt in de mate waarin U een harmonieuze, liefdevolle atmosfeer weet te scheppen, uit dewelke elk teken van spanning zoveel mogelijk moet worden verbannen. Zelfs eenvoudige gebaren of gelaatsuitdrukkingen kunnen de ontsluiting vertragen wanneer zij niet uitsluitend met Liefde zijn geladen.

Het komt erop aan, de ziel van Uw zoon zoveel mogelijk elementen voor te houden, die deze ziel nodig heeft om geneigd te zijn, uit zichzelf naar buiten te treden. Waaraan heeft elke ziel nood? Aan Liefde, in al haar vormen. De Liefde is de benzine van elke ziel.

Het kan behulpzaam blijken, naar gemeenschappelijke belangstellingspunten te zoeken, omdat gemeenschappelijke belangstellingspunten bruggen kunnen slaan via dewelke de communicatie tussen zielen in gang wordt gezet. Wanneer U met de jongen praat, let U dan op zijn reacties. Wat lijkt hem tegen de borst te stuiten? Wat leeft in zijn fantasie? Om dit te weten te komen, zou U kunnen trachten, hem afbeeldingen te tonen, vooral afbeeldingen die normaal gesproken de ziel aanspreken: mooie landschappen, dieren, religieuze beelden. Misschien, indien dit dan al enigszins mogelijk is, of naar de jongen zelf toe niets dit in de weg staat, tracht U hem de omgang met een dier toe te laten? (Dit echter enkel en alleen indien blijkt dat hij ertoe in staat is, dieren als levende wezens te beschouwen, die Liefde en tederheid nodig hebben).

Of Uw zoon volledig kan worden genezen, kan niet worden gezegd, omdat God dergelijke geheimen niet gemakkelijk prijsgeeft: De kennis daarover zou U van vele verdiensten beroven, die U door de dagelijkse verzorging van Uw zoon kunt verwerven. Beschouwt U het zo: Uw zoon is in zekere zin als een hulpeloos kind. In elk kind leeft echter het Kind Jezus. Elke door U gestelde handeling, elk gesproken woord, elke glimlach schenkt U in werkelijkheid aan het Kind Jezus in Uw zoon. De grootste verdiensten kunt U verwerven door de Ware Hoop. De vraag waar Uw zoon zal blijven wanneer U zou sterven, is absoluut normaal, maar U kunt zichzelf er gerust mee troosten dat God ook weet dat Hij U op zekere dag tot Zich zal roepen terwijl Uw zoon er dan misschien nog is. God tracht onophoudelijk voor elke ziel het allerbeste te bereiden. Daarom zou ik U graag op het hart drukken: Wijdt U Uw zoon vol vertrouwen toe aan Maria, en smeekt U de Moeder Gods dat Zij helemaal zijn Moeder zou zijn, vooral zodra zijn aardse moeder tot God wordt teruggeroepen. Zij zal ervoor zorgen dat het Uw zoon aan niets ontbreekt. God laat de Zijnen niet in de steek. Op grond van Uw dagelijkse liefdevolle inspanningen voor Uw zoon zal Maria later de hoede over deze ziel volledig op Zich nemen. Bij Maria is hij in de beste handen.

U vraagt of het een zonde is dat Uw zoon de Heilige Communie uit Uw hand ontvangt omdat de priesters het niet wagen, hem deze toe te dienen, en Uw zoon haar om redenen van zijn handicap niet zelf kan ontvangen? Hierover zegt Maria het volgende: De zielen kennen het standpunt dat Maria vanwege God met betrekking tot het ontvangen van de Heilige Communie inneemt, maar in dit geval is de beste manier deze, dat U telkens wanneer een U onbekende priester de Heilige Communie toedient:

  • eerst en vooral de situatie aan Maria toewijdt, opdat Zij bij het gesprek dat U met de priester zult hebben, werkelijk aanwezig zou zijn;
  • naar de zielenherder toe gaat, hem de situatie van Uw zoon uitlegt, en dat U verder volgens de beslissing van de priester handelt. U moet er daarbij van uitgaan, dat U in gehoorzaamheid aan de Kerk handelt. Het is echter belangrijk dat U aanvaardt wat komt, en dat U zich daarbij voortdurend in het hart met Jezus en Maria verenigt.

Wat Uw leed betreft: Het spreekt vanzelf dat U op bepaalde dagen niet meer weet hoe U dit nog langer moet kunnen volhouden. Nochtans zullen Uw krachten U niet gemakkelijk in de steek laten wanneer U bij alles wat U doet, Uw hart en Uw lichaam aan Maria schenkt opdat Zij U nieuwe kracht zou laten toestromen. Vergeet U niet dat het voor Maria in principe is alsof U Haar kleine Zoon zou hoeden. De lichamelijke stoornissen waaraan U lijdt, houden als het ware op symbolische wijze verband met krachtverlies. Hieraan kunt U eveneens een nieuwe zin geven, wanneer U deze bloedingen, telkens zij zich voordoen, aan Maria toewijdt in deze zin: "Lieve Hemelse Moeder Maria, moge dit bloed door U in kracht van spirituele bevrijding voor ... (naam van de zoon) omgevormd worden en hem als water van Goddelijk Leven toestromen".

U vraagt waarom de meeste smeekbeden niet worden verhoord

U mag nooit vergeten dat het leven op aarde is als een ketting waarvan elke schakel in het Hart van God wordt gesmeed, zodat de hele ketting een Hemels Bouwwerk is. Hoe de schakels van deze ketting in relatie tot elkaar staan, en hoe sterk de punten zijn op dewelke deze onderdelen in elkaar klikken, wordt echter in hoge mate bepaald door de wijze waarop de ziel met deze schakels (= alle situaties en gebeurtenissen in het leven) omgaat. Dit is zo omdat God niets alleen wil doen. Het berokkent Hem steeds duizend maal méér vreugde wanneer de ziel actief aan Zijn Werken deelneemt. Wanneer wij smeken om wereldse dingen, maken wij de inschakeling van wereldse (niet Hemelse) schakels in onze ketting mogelijk. Deze wereldse schakels zijn echter niet roestvrij. Hoe meer dergelijke schakels God in onze ketting zou laten inbouwen, des te zwakker zou de hele ketting worden. Om die reden zal God niet gemakkelijk verhoring schenken aan smeekbeden om wereldse dingen, en wel terwille van ons eigen Geluk.

De arme zielen in het vagevuur kan men slechts door gebed, opofferingen en Heilige Missen helpen. Of U door deze zielen wordt bezocht, kan ik U niet bevestigen. Het is een vaststaand feit dat één van de grootste intenties van de Moeder Gods is, de zielen in het vagevuur zo snel mogelijk naar de top van hun loutering te kunnen leiden, opdat deze in het Eeuwig Rijk zouden kunnen binnentreden. Het hangt vooral van onze inspanningen en van de verbinding ervan met de volmaakte Liefde van Maria af, in hoeverre wij dit proces kunnen helpen bespoedigen.

Hoe kan men zich aan Maria toewijden zonder daarbij overbelast te worden?

De volmaakte toewijding aan Maria is een heilig verbond dat de ziel met Maria, en door Haar met God, aangaat. De ziel geeft zichzelf slechts uit onbeperkte Liefde en in blind vertrouwen aan de Koningin des Hemels en aan God. Om deze reden kan dit verbond de ziel geen verdiensten opleveren wanneer zij bang is, overbelast te worden. Het overbelast-zijn krijgt volledig nieuwe dimensies voor de ziel die zich werkelijk volledig en onvoorwaardelijk aan Maria heeft overgegeven. Dit betekent: Aangezien de aan Maria toegewijde ziel volledig voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan en voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde wordt ingezet, zal zij onvermijdelijk zwaar worden beproefd. Echter, hoe groter haar Liefde tot God, tot Maria en tot haar medeschepselen wordt, des te meer zal zij renderen, en des te meer zal zij zich over elke beproeving verheugen. Er bestaat geen grotere verrukking dan deze: Zichzelf omwille van Maria volledig te verloochenen, terwijl men weet dat de Koningin des Hemels Zich daarover verheugt, want Haar glimlach wordt in het hart vertaald in een voordien onvermoede Vrede en een diepe inwendige rust.

Waarom worden wij voortdurend vervolgd en vernederd?

Omdat wij in onze armzaligheid Maria trachten te dienen. Maria (de 'Vrouw') is de tegenpool van de grote vijand van het Goddelijk Licht (de helse slang). De ziel die tracht, Maria te dienen en bekend te maken in Haar werkelijke hoedanigheid, wordt onvermijdelijk vervolgd, want deze ziel wekt de woede op van diegene die op zekere dag volledig door de Koningin des Hemels vernederd en onwerkzaam zal worden gemaakt (de slang onder de voet van Maria). Wie Maria volgt en dient, is een aanstoot voor de duisternis.

Of Uw verlangen zich zal verwezenlijken, kan niemand U zeggen, omdat het ons niet is toegestaan, de toekomst te voorspellen.

Aan het evangelisatiewerk deelnemen, kunt U het beste door in alle situaties van het dagelijks leven en in elke relatie tot mensen een lichtend voorbeeld van christelijke deugd en van ware toewijding aan Maria te zijn. Smeekt U Maria vurig dat Zij U van binnen uit zou leiden en versterken, want zonder Haar kan geen enkele ziel het Licht van Christus verspreiden.

Mogen Gods warmte en Licht voortdurend Uw hart omhullen en Uw kinderen leiden in de bewustwording van Gods Liefde. Vanzelfsprekend draag ik U in mijn hart verder.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 158
Wat bepaalt of een ziel in de Hemel komt? – Broek of rok voor de vrouw: geen reden voor verdoeming, doch louter een kwestie van Liefde

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw vraag. Ik heb er alle begrip voor. Wanneer het gaat om het Zielenheil, is niets onbelangrijk. Ik kan U echter geruststellen. Weliswaar geeft de Moeder Gods er de voorkeur aan, dat de vrouw geen broek draagt, maar ik verzeker U dat God geen ziel veroordeelt op grond van de kleding waarin haar stoffelijk lichaam wordt gehuld.

Of een ziel in de Hemel komt of niet, hangt in de eerste plaats af van haar vermogen en haar wil om de Ware Liefde te laten stromen en alle deugden in haar leven in de praktijk om te zetten, in al haar handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens, elk ogenblik van elke dag.

Laat U zich derhalve niet van de Vrede beroven. Elke ziel die God daadwerkelijk liefheeft, zowel rechtstreeks alsook in al haar medeschepselen, en die zich moeite getroost om Gods Wetten te gehoorzamen, haar beproevingen in het dagelijks leven met Liefde te aanvaarden en voor haar medeschepselen in alle omstandigheden en situaties een kleine bron van Licht en warmte, Liefde, Vrede en vreugde te zijn, is een kind van God en wordt door Hem onvoorwaardelijk geliefd, beschermd en geleid.

Ieder die beweert dat God de Hemel zou sluiten voor een ziel om welke reden dan ook die niet in verband staat met de spirituele gesteldheid en met de wijze waarop deze ziel haar leven vorm geeft alsook met haar inzet om Gods Liefde in haar leefwereld te laten stromen, wordt niet geïnspireerd uit Hemelse Bronnen.

U zult God niet verliezen zolang U naar Zijn Tegenwoordigheid in Uw hart verlangt, Maria’s instructies volgt en niet toestaat dat duistere gesteldheden wortel zouden schieten in Uw hart en geest. De wijze waarop U zich kleedt, bepaalt voor God niet de 'waarde' van Uw ziel binnen Zijn Heilsplan noch de maat van haar vervolmaking, maar kan wel jegens God een teken stellen voor het feit dat U acht slaat op datgene waarvoor Hij een voorkeur heeft.

Mij is bekend dat Maria, en derhalve God – want de voorkeuren van Maria en deze van God zijn volkomen identiek – het minder graag ziet dat de vrouw broeken draagt en dat de man op sacrale plaatsen (kerk, kapel...) een korte broek draagt. Dit betekent niet dat zielen zich verdoemen wanneer zij dit niettemin doen, het is louter een kwestie van Liefde. De reden heeft Maria mij totnogtoe niet verklaard. Zij heeft slechts ooit eens vermeld dat de mens graag datgene draagt waarvan hij weet dat dit zijn geliefde(n) het meest bevalt, en zo zou hij eigenlijk ook acht moeten slaan op datgene waarvoor Diegene (God, respectievelijk Maria) een voorkeur heeft, Die hem méér liefheeft dan een mens ooit zou kunnen. Een ontroerende Waarheid...

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 159
Over belasting van de ziel – het verstand en alle ermee verbonden vermogens als proefterrein bij uitstek voor de duivel – over de behoefte om te oordelen – financiële zorgen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus, lieve broeder in Jezus en Maria,

Vervuld van sympathie schrijf ik U vanuit het Hart van onze liefhebbende Hemelse Moeder. Maria verwijst er vaak naar dat onze levensweg slechts zelden rechtlijnig verloopt, maar gewoonlijk kronkelend. Zij bedoelt daarmee dat wij de dingen bijna nooit voor langere tijd kunnen vooruitzien. Nauwelijks heeft de ziel zich aan iets gewend of daar is reeds een nieuwe bocht in zicht, en het landschap verandert. De onvoorspelbaarheid van onze toekomst is, samen met de wijze waarop wij onze vrije wil gebruiken, de grootste bron van verdiensten als zielen van God. Zij is echter eveneens de grootste bron van spirituele vermoeidheid. Elke dag komt zeer veel op de zielen af, en de voortdurende noodzaak om zich aan te passen, put vaak geest en ziel uit. Door deze uitputting kwijnt ook de Hoop weg. De ziel bevindt zich dan aan een front waar een strijd tussen werelds en bovennatuurlijk denken woedt. Deze duurproef kunt U doorstaan wanneer U ondanks alles de zon in Uw hart laat opgaan.

Alles wat in het leven van een ziel gebeurt, heeft een betekenis. God wil elke ziel doorheen een vruchtbaar leven leiden, opdat haar intrede in het Eeuwig Paradijs volkomen terecht zou zijn. Maria, de Meesteres van alle zielen, onderricht dat de levensweg een weg is, op dewelke de ziel vooral hoort te streven naar de vervolmaking in de Ware Liefde. Naarmate de ziel groeit in de Ware Liefde, ontvouwt zich in haar het Licht van God, dat de Ware Hoop wekt: De ziel ziet wat werkelijk IS, en groeit in de overtuiging dat niets haar nog kan verhinderen om waarlijk gelukkig te worden. Het Ware Geluk bestaat in zijn volheid slechts in de Hemel, doch ook op aarde kan de ziel een hoge mate aan Geluk bereiken, een toestand die wij kennen als innerlijke Vrede: In de staat van innerlijke Vrede ervaart de ziel Gods nabijheid in een zodanig overheersende mate dat zij er in de beslotenheid van haar hart van overtuigd is dat alles in orde komt. De beproevingen maken de ziel in deze toestand niet langer angstig, want elk gevoel van onrust kan spoedig opnieuw tot bedaren worden gebracht. In de innerlijke Vrede beleeft de ziel reeds het effect van de overwinning over de duisternis in haar leven.

Lieve zus, lieve broeder, onze levensweg is zelden voorzien van wegwijzers en alvast zeker niet van verbodstekens. God heeft zo Zijn manier om zielen naar Zich toe te trekken. Hij probeert voortdurend, de zielen te genezen van de neiging om Hem buiten zichzelf te zoeken. Men zou het bijna zo kunnen uitdrukken: Voor God bestaat het Ware Geluk eruit, zielen in de innigste eenheid met Hem verbonden te weten, en wel uit vrije wil. Daarom spoort Hij elke ziel ertoe aan, hem in het eigen hart te zoeken. Vaak geeft Hij daarvoor tekens. Een gebeurtenis kan voor vele zielen zonder wezenlijke betekenis zijn, voor bepaalde zielen echter bevat zij een boodschap van Boven. Bij U is dit het geval geweest toen de omleidingsweg werd aangelegd, die U van klanten heeft beroofd. Ik verduidelijk U graag het inzicht dat Maria mij hierover heeft geschonken:

De aanleg van deze omleidingsweg staat voor U persoonlijk symbool voor de uitnodiging om in Uw leven één en ander te veranderen. U kunt het zo beschouwen, dat de tijd is gekomen om het drukke verkeer en het lawaai van Uw zielen weg te leiden. De mens moet zijn dagelijks brood verdienen, maar hij heeft – vooral in de periode die normaal gezien als de tweede levenshelft kan gelden – in toenemende mate nood aan momenten van bezinning, van inwendige stilte, van 'schaarste aan menselijke indrukken', opdat hij de ware weg naar Gods Hart terug zou vinden. Pas zodra de inwendige druk, de 'turbulentie' van het hart en de koorts van het denken en analyseren gaan liggen, zullen Uw harten klaar zijn om de juiste weg te vinden. U zult dan als het ware de 'omleidingsweg' vinden die Uw levensweg momenteel nodig heeft opdat Uw zielen zich volledig zouden kunnen ontplooien. Nu kunt U dit misschien nog niet zonder meer toegeven omdat de nevel van het menselijke denken nog niet voldoende is opgetrokken, maar Uw gezichtsveld zal zich weldra verbreden.

Wat betekent: 'de nieuwe juiste weg'? Dit betekent: De weg die God voor U heeft voorzien. Het kan hier zeer zeker gaan om een weg waarmee U nog geen rekening hebt gehouden, maar het zal de weg zijn op dewelke U de ware innerlijke Vrede zult vinden zodra U zich hebt aangewend om na al die jaren van wereldse turbulentie 'anders te gaan denken'. De innerlijke Vrede zal zijn als een onverwacht landschap achter een deur die nu nog gesloten is. De sleutel tot deze deur vindt U in de verandering van manier om alle elementen van Uw leven, van de dagelijkse sleur en van Uw verleden te bekijken.

Momenteel is het om U heen hoofdzakelijk donker, inwendig ziet U hoofdzakelijk schaduwen. Dit komt doordat Uw eigen denken zich tussen Gods Licht en Uw eigen ziel heeft geplaatst. Deze schaduwen komen tot uiting in verwarring, neerslachtigheid en gebrek aan levenskracht en geestdrift. Zodra U van binnen uit het Licht van de Ware Hoop zult hebben gevonden, zult U ook om U heen een nieuw Licht vinden.

Vaak nadenken, analyseren van situaties, piekeren over datgene wat is geweest of wat had kunnen zijn, is een rijke bron van verduistering voor het landschap naast onze levensweg. De mensenziel is er niet voor geschapen om vanuit de geest of vanuit het denken te leven, maar vanuit het hart (het voelen en ervaren). De geest zal nooit het Ware Licht vinden: God straalt dit steeds in het hart, waar toch elke verwerking van de Goddelijke Liefde (draagster van alle levenskracht) plaats heeft. De moeilijkheid voor de ziel is dat het hart zeer vaak wordt overschaduwd door de geestelijke vermogens die voortdurend worden gevoed door de vele duizenden zintuiglijke indrukken, die gedurende de dag in de geest binnenstromen. Dit gaat zo dag na dag verder, een leven lang. Slechts een hart dat zoveel mogelijk is geopend, kan dit 'spirituele afval' verwerken, en wel door het te laten verteren in het Vuur van de Ware Liefde, dat door de zuurstof van de Heilige Geest wordt aangewakkerd, waardoor het opnieuw het Licht van de Ware Hoop voortbrengt. In Maria als de Meesteres van alle zielen schenkt God de zielen in dit moeilijke tijdperk van de geschiedenis een bron van weergaloze reiniging.

De ziel die zich door de schaduwen van het leven beklemd voelt, tracht zich vaak van deze beklemming te bevrijden door te beginnen oordelen en veroordelen, ofwel van andere zielen, ofwel van omstandigheden. Van zodra de geest zijn inwendige rust vindt, verdwijnt deze noodzaak om te oordelen en gaat een nieuwe zon op. Het verbannen van deze noodzaak om te oordelen, brengt de ware bevrijding. De noodzaak van de ziel om te oordelen, is niet steeds gebaseerd op een boosaardige gesteldheid: Vaak is het de logische vrucht van het nadenken. Zolang de ziel via de rationele weg vat tracht te krijgen op haar leven, zal zij elk element van haar levensgeschiedenis een waarde toekennen met de bedoeling, elke gebeurtenis op deze levensweg (in het verleden en in de toekomst) op de juiste wijze in te bouwen. In zekere zin is deze wijze van doen niet volledig zuiver omdat de ziel er eigenlijk mee bezig is, een Werk van de Goddelijke Voorzienigheid (haar eigen levensweg) te veroordelen.

Hoe moet U nu verder? De Koningin des Hemels zal U Zelf de weg tonen, maar Zij zal dit pas doen zodra Uw harten zo zeer voor Haar inspiraties zijn opengesteld, die zozeer vervuld zijn van Licht, dat de processen in Uw geest zich vanzelf kunnen louteren. In de boomgaard van een leven in het Licht van de Ware Hoop komt men slechts lichtvoetig binnen.

Maakt U zich geen zorgen over de financiële toestand. Ik kan U met de grootste nadruk verzekeren dat de mens vaak zijn eigen grootste vijand is, precies op grond van zijn neiging tot piekeren, nadenken, analyseren. De geest en alle daarmee in verbinding staande vermogens vormen het geliefkoosde proefterrein voor de duivel, die aan onze gedachten en herinneringen graag zwarte bijmengsels toevoegt, zodat wij gemakkelijk aan doemscenario’s ten prooi vallen zodra wij op een beklemmend stuk van onze levensweg vooruit kijken: Wij wegen dan, om het zo te zeggen, onze toekomst met dezelfde weegschaal waarop reeds ons verleden drukt. Hoe moeilijk wordt het dan om ons toekomstbeeld er positief te laten uitzien! Gelooft U vast in de belofte van Jezus dat aan de ziel die zich volledig geeft voor Gods Rijk, "al het andere erbij wordt geschonken" omdat de Goddelijke Voorzienigheid zich toch nog veel intenser bekommert om de mensenzielen dan om de lelies op het veld.

Ik wens U van harte toe dat U zichzelf in de toekomst als bloemen zou kunnen beschouwen, die in Gods ogen nog mooier zijn dan de lelies. Wanneer U bereid bent, de moeilijkheden van Uw voorbije levensweg nu van harte zo aan te nemen zoals ze U werden geschonken en hen aan Maria toewijdt met de smeekbede dat Zij deze op grond van Uw liefdevolle aanvaarding moge omvormen, zal Zij op grond van deze opoffering voor U Genaden bekomen die U in staat zullen stellen, een ommekeer te ontwikkelen in Uw wijze van kijken. U zult ervaren dat een oprechte toewijding aan de Koningin van de harten Uw levensweg in een bloemenveld kan veranderen. Wanneer U op Uw leven zult terugkijken, zal geleidelijk blijken hoe U ook de waarde van deze weg kunt herkennen. De uit deze kennis ontstane innerlijke Vrede zal U dermate bevrijden dat door het wegwerken van de verkramping de volgende bocht op Uw weg U niet meer bang zal maken. Vol vertrouwen zult U deze bocht nemen en U zult merken dat de Beloften van God geen lege woorden zijn.

Het spreekt vanzelf dat ik ervoor zal bidden dat U het Licht van inzicht naar de toekomst toe volledig in U moge kunnen opnemen, opdat ook U de wonderbare ervaring van de voortdurende Aanwezigheid van Gods Liefde moge kunnen beleven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 160
Over het onderricht in seksuele voorlichting

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Moeder Gods heeft het Maria Domina Animarum Werk als een bron van Hoop, bemoediging, Liefde en van verspreiding van de ene en volledige Hemelse Waarheid in het leven geroepen. Daarom verheugt het Maria ook, naar aanleiding van Uw vraag de ondubbelzinnige stellingname van de Hemel te kunnen verkondigen.

Het is Uw opdracht, jongeren seksuele voorlichting te onderrichten en hen met voorbehoedsmiddelen vertrouwd te maken. Ik begrijp Uw probleem, aangezien voorbehoedsmiddelen op zich reeds niet in overeenstemming zijn met de Goddelijke Wet. De zielen die U hebben aangeraden, Uw opdracht getrouw te volbrengen, maar desondanks Uw eigen mening te uiten, hebben U goede raad gegeven. Ik schets U graag de reden daarvoor, en de concrete mogelijkheid om Uw opdracht volgens Gods wensen gestalte te geven.

De Goddelijke Wijsheid gaat ervan uit dat elke ziel, welk beroep of welke maatschappelijke opdracht zij in de wereld ook moge vervullen, als eerst taak heeft, Gods Licht te verspreiden, omdat slechts op grond van de bijdrage van elke mensenziel die zich door Gods Licht laat leiden, Gods Rijk op aarde definitief kan worden gevestigd. Concreet betekent dit dat de ziel, vooral wanneer zij is geïnformeerd over de ene Waarheid van God, deze Waarheid met andere zielen moet delen, hetzij in woorden, hetzij in daden, of in allebei. De kennis van Gods Waarheid met betrekking tot steeds méér domeinen van het Goddelijk Leven wordt in deze dagen vanwege God door Maria als de Meesteres van alle zielen verspreid in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Daarom is deze opdracht van God in elk geval van toepassing op alle zielen die door de Goddelijke Voorzienigheid met ons Apostolaat in contact worden gebracht.

Uw opmerking is juist, de uiteindelijke verantwoordelijkheid over het al dan niet gebruiken van deze middelen ligt bij de jongeren zelf, aangezien zij de hen doorgegeven informatie de juiste plaats in hun leven moeten geven. Juist daarom bestaat Uw rol echter hoofdzakelijk hierin, naast de (vooral biologische maar ook maatschappelijke) vakkennis, eveneens het Ware Licht in deze zielen binnen te leiden. Het gesproken woord lijkt daartoe de best geschikte weg te zijn, doch deze is slechts één van de U ter beschikking staande mogelijkheden. Bedenkt U eens het volgende:

Het feit dat U deze opdracht moet uitvoeren, berust op een Goddelijke beslissing. Hij heeft U op deze plaats gebracht, omdat Hij het voor passend en nuttig houdt (alles met het oog op de vervulling van Zijn grote Heilsplan) dat uitgerekend U deze opdracht vervult, en niet één of andere collega. Dit betekent dat God U nu bekijkt om vast te stellen wat in Uw hart omgaat terwijl U Uw opdracht vervult. Hoe Uw inwerking op de zielen is, ligt gedeeltelijk buiten Uw macht, maar wat in U omgaat, is doorslaggevend voor de ware vruchtbaarheid van deze opdracht voor Uw eigen ziel, en wordt tot bron van ware verspreiding van de eigenlijke 'boodschap' die U tijdens deze werkzaamheid overbrengt. Opdat U werkelijk zeker zou zijn dat U zich in Gods ogen vruchtbaar maakt, geeft de Moeder Gods U het volgende advies:

De feitelijke verantwoordelijkheid voor het gebruik van voorbehoedsmiddelen ligt bij de jongeren zelf. Op U rust echter een gedeelte van de morele verantwoordelijkheid. Dit betekent dat het belangrijk is wat tijdens de uitvoering van Uw opdracht ook via de niet verbale weg van U uitgaat, want de jongeren luisteren niet slechts naar U met hun oren, doch grotendeels ook met hun ziel. Daar, 'in het verborgene', zullen zij in U Uw eigen ingesteldheid ten aanzien van dit thema voelen. Zelfs wanneer Uw woorden 'wit' zeggen, is het mogelijk dat van Uw hart veeleer 'grijs' of zelfs 'zwart' uitgaat, indien U begrijpt wat ik bedoel. Het verschil tussen deze beide communicatiekanalen (wijzen van overdracht) is het volgende:

  • De stem brengt woorden over, die een bepaalde inhoud dragen en daarbij ook door toonhoogte, klemtoon, aarzelingen, ritme enzovoort, reeds iets van de ingesteldheid van hart van de spreker kunnen prijsgeven. Daarenboven spreekt ook de rest van Uw lichaam mee (de handen, de lichaamshouding, gelaatstrekken, enzovoort);

  • Tijdens het spreken vloeit echter een massa 'onzichtbare en niet hoorbare' informatie over in de zielen van de toehoorders, die in hen onvermoed veel tot stand kan brengen. Het gaat hier om spirituele overdracht. Hierop kan de spreker slechts tot op zekere hoogte invloed uitoefenen. Dit betekent dat hoe meer hij deze tracht te beïnvloeden, des te minder spontaan zijn houding op de toehoorders zal overkomen. Daarom het volgende advies van Maria:

Een ziel zal slechts Licht (de ene Waarheid van God!) kunnen verspreiden in de mate waarin haar hart door Maria wordt beheerst. Smeekt U de Meesteres van alle zielen vóór elke samenkomst met jongeren dat Zij volledig en onbeperkt bezit neemt van Uw hart. U zult geleidelijk voelen, hoe in U een Vuur zal beginnen oplaaien, waarvan de vlammen op Uw toehoorders zullen overgaan. Hoe minder U zich hiervan bewust zult zijn en hoe spontaner U Maria in U en door U heen laat spreken, handelen en beminnen, des te intenser zal het gesprokene op de toehoorders inwerken, zodat de ware boodschap van Uw mededeling uiteindelijk deze zal zijn: "Ik toon jullie deze mogelijkheden, maar in werkelijkheid wek ik jullie inzicht in Gods verlangens in dat verband op. Voel toch zelf hoeveel duisternis in deze middelen aanwezig is en welke duisternis zij in jullie leven kunnen brengen".

Wanneer de zielen aan het wereldse de voorrang geven, zullen zij gemakkelijk voor het gebruik van voorbehoedsmiddelen kiezen. Wanneer echter in hen de Ware Liefde wordt gewekt, dan zullen zij ook de leden van het andere geslacht gemakkelijker als zielen, als 'vergeestelijkte Werken van God' leren zien. U kunt hen erbij helpen, deze ware, vergeestelijkte Liefde te ontdekken, die in de kiem van elke ziel sluimert omdat God hen zo heeft gemaakt. De ziel die de Ware Liefde leert ervaren, is een ziel in wie de ware vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan wordt gewekt. De spirituele verdienste die U als 'adviesverleenster' kunt verwerven door dit proces in de jeugdige zielen te helpen bevorderen, is in Gods ogen onmetelijk. Wijdt U zich daarom volledig toe aan Maria, en smeekt U de Moeder Gods dat Zij door U zou spreken en handelen, en U zult een sterke schakel zijn in Maria’s Ketting van Licht. Op deze wijze heeft God U de gelegenheid bereid om een concrete bijdrage tot de vorming van een nieuwe christelijke jeugd te leveren. De ware christen is een ziel die bij alles wat hij of zij doet, de moeite doet om het Ware Leven om zich heen te verspreiden. Dit Ware Leven is hoofdzakelijk samengesteld uit Ware Liefde. De Ware Liefde zult U in de zielen kunnen laten vloeien in de mate waarin U werkelijk Maria toebehoort.

Ik zal de Meesteres van alle zielen graag smeken, Uw hart op deze mooie opdracht voor te bereiden en U zo om te vormen tot een echte tempel van Licht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 161
Over de roeping van Myriam – over de verbinding tussen twee zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het hoeft U helemaal niet te spijten dat U mij misschien leed hebt berokkend doordat ik de gesteldheden van elke ziel, die een brief schrijft, moet voelen. Zo wil de Meesteres van alle zielen het nu eenmaal, omdat ik anders niet Haar Werken zou kunnen doen. Het hoort er nu eenmaal bij. In elke vorm van dergelijk lijden ligt ook veel zegen voor de betrokken ziel verborgen, want alle duisternis wordt onmiddellijk aan Maria overgedragen. Slechts wanneer ik in die ziel kan kijken, wordt het voor mij mogelijk, heel concreet en doelgericht om hulp te vragen.

In verband met Uw opmerking dat U weet dat er zielen zijn die jaloers zijn omdat Maria Myriam heeft uitgekozen, laat de Meesteres van alle zielen het volgende schrijven:

Deze zielen hoeven hierover niet jaloers te zijn. Deze 'uitverkiezing' heeft alles te maken met een roeping, dit betekent dus: met de specifieke levensweg die ik moet gaan, en de specifieke levensopdracht die ik moet vervullen. Deze roeping heeft haar wondermooie kanten, maar brengt ook leed in een omvang en verscheidenheid van dewelke de meeste zielen geen vermoeden kunnen hebben. Dat hoort er allemaal bij. Zo heeft God het in Zijn onfeilbare Wijsheid beschikt, en dus is het zo ook goed. Dit maakt deze roeping precies tot een gouden weg. Vergeet U niet dat ik de mooie uren met een grote verantwoordelijkheid moet betalen. Hoe zou het ook anders kunnen, aangezien de strijd om de vruchtbaarheid van de Eeuwige Waarheid in de zielen geen spel is, doch een ernstig proces in Gods Werkelijkheid.

Voor God is de roeping van elke ziel belangrijk. Geen enkele ziel speelt voor Hem een onbelangrijke rol, want allen samen vormen wij het geheel van Zijn Schepping, een volledig systeem in hetwelk elke mens, elk dier, elke plant zijn of haar rol moet vervullen, doorheen een reusachtig complex van dagelijkse wisselwerkingen in miljarden richtingen. Uw rol hierin is voor God precies zo belangrijk als die van mij. Het is slechts van belang, hoe wij onze rol vervullen, en met welke hartsgesteldheid.

Wat Uw relatie met X. betreft, zou U er zich in de eerste plaats van bewust moeten zijn dat alles wat zich reeds heeft voorgedaan, geen tijdverlies is geweest. God heeft met alles een plan, ook met elke relatie die reeds langere tijd lijkt 'te blijven hangen'. Denkt U eens terug aan het beeld over de wisselwerkingen tussen de verschillende elementen van het scheppingssysteem. Hij heeft veel van U geleerd, en U ook van hem. De belangrijkste lessen leren de zielen elkaar op het spirituele niveau: Elke relatie tussen mensen, en ook tussen een mens en een dier, is steeds een onderrichting in vele deugden, in gedragspatronen, en een ontdekkingsreis doorheen de eigen zwakheden en gaven. Alle, zelfs de onuitgesproken, elementen van communicatie tussen zielen, vormen onderrichtingen, mogelijkheden tot spirituele ontplooiing en vorming. In deze zin hebt U eigenlijk wel alle redenen om dankbaar te zijn voor de samen doorgebrachte tijd.

Nu rijst de vraag: Wat verwacht U persoonlijk van de toekomst van Uw relatie met X., er wat verwacht hij ervan? Aangezien het niet om een relatie onder het zegel van het Sacrament van het huwelijk gaat, rust op U beiden geen spirituele verplichting, behalve de regel van de deugdzaamheid die, volgens de Goddelijke Wet, elke relatie tussen zielen, en tussen zielen en dieren, moet beheersen. In het licht van de huidige wrijvingen: Hoe kan het verdergaan? Wat precies brengt X. ertoe, zo te reageren? Eén ding kan ik U met zekerheid zeggen, omdat onze Hemelse Meesteres mij gebiedt, het U te zeggen: X. heeft U nodig, op de meest uiteenlopende niveaus en in de meest uiteenlopende opzichten, en precies omdat U voor hem zo belangrijk bent, gedraagt hij zich tegenover U momenteel zo merkwaardig. Op één of andere wijze is hij met heel zijn wezen van U afhankelijk, en het is alsof hij het zich niet kan veroorloven, respectievelijk het niet wil, U te laten merken dat U 'sterker bent' dan hij. Mocht U hem dit zeggen, dan zou hij het ook heftig betwisten, want hij wil deze afhankelijkheid tegenover zichzelf niet toegeven.

Nochtans zou dit gedrag in het verdere verloop van Uw relatie een hindernis kunnen worden indien hij er niet in slaagt, er beter mee om te gaan. Precies daarom zou het passend zijn, X. op zekere dag eens in alle rust te vragen wat hij precies van U verlangt, hoe hij zich een toekomst met U voorstelt, en wat hij, bijvoorbeeld, van een huwelijk verwacht. Zijn enigszins ontspoorde relatie met Uw ouders is heel jammer, maar dit mag nooit een hoofdrol spelen, want God brengt twee bepaalde zielen bij elkaar, die daarna samen een leven moeten opbouwen, ongeacht de relaties die er nog bijkomen. Laat ik U het volgende beeld schetsen:

De verbinding tussen twee zielen is als een gedeeltelijke versmelting van twee levenswegen. Elke ziel moet de eigen levensweg gaan, en zij zal steeds, elke seconde, haar strikt individuele opdrachten moeten vervullen. Elke ziel reageert bijvoorbeeld steeds strikt individueel op haar leefwereld, en moet haar individuele lessen uit alle elementen van haar dagelijks leven trekken. Maar de verbinding tussen twee zielen, vooral deze in het kader van het Sacrament van het huwelijk, brengt tezelfdertijd de verplichting van het strikt individuele spirituele leven én deze van het gezamenlijke spirituele leven. De beide levenswegen lopen derhalve individueel verder, versmelten echter tezelfdertijd op een ander niveau. De contacten met ouders en schoonouders zijn hierbij als zijwegen te beschouwen, die nu en dan de gezamenlijke en de strikt individuele levensweg raken, doch deze in geen geval ooit mogen beheersen of van richting mogen doen veranderen. X. mag zich om deze reden ook niet door de ietwat mislukte relatie tot Uw ouders laten weerhouden om U persoonlijk op handen te dragen, zich volkomen aan U te geven.

De Koningin des Hemels grijpt nooit op grove wijze in een relatie in, maar wanneer U Maria vurig het hart van X. aanbiedt, zoals in een toewijding, met de smeekbede dat Zij hem zo volkomen zou beheersen dat zich in hem nog slechts heilige gevoelens en gewaarwordingen kunnen ontwikkelen, en dat Zij hem ertoe zou brengen, zich volledig te openen voor het Licht van de Ware Hoop en een duidelijk inzicht in zijn eigen hart en zijn verwachtingen tegenover U, dan zal Zij dit doen. Dit is nu het offer dat de Meesteres van alle zielen van U verlangt. X. zelf is momenteel te verward om zich voor deze boodschap met het verstand te openen. Daarom doet U het beter van hart tot hart, in het verborgene, met Maria als 'satelliet': U bidt en offert vurig aan Maria, wijdt Haar alles toe wat met X. en Uw relatie met M. in verband staat, en Maria zal deze liefdesstralen – met het verblindende Licht van Haar eigen Hemelse Liefde versterkt – in het hart van X. uitstorten. Volhardt U in deze 'oefening', die zich als een beproeving van de fundamenten van Uw relatie met X. zal laten aanvoelen, en de tijd zal U op zekere dag zelf het antwoord geven, op basis van het gedrag van X.

Voorlopig geeft de Meesteres van alle zielen geen concretere adviezen dan de bovenvermelde. Ik kan ook begrijpen waarom: God beoogt steeds, alle betrokken zielen uit een situatie het grootste nut te laten trekken. 'Het grootste nut' kunt U beiden pas uit deze verwarrende situatie trekken nadat U – na een lange periode van gedeeltelijk ontspoorde gesprekken – elkaar ook op het verborgen, zuiver spirituele niveau, zult hebben gevonden. Van X. kan in dit opzicht nu niet veel verwacht worden, U echter, lieve zus, kunt nu in Gods ogen een heldin van de zuivere Liefde worden. Ik help U zielsgraag, de brug via Maria naar X. te bouwen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 162
Over de eenzaamheid – over het vagevuur, de arme zielen en het levensoordeel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hartelijk dank voor Uw brief. Ik zou U graag in Uw eenzaamheid troosten met de woorden van Jezus wanneer Hij zegt: "Wat baat het de mens dat hij de hele wereld bezit wanneer hij zijn leven erdoor verliest?" Jezus bedoelde daarmee dat het de mens niets oplevert, succes te hebben bij zijn medemensen, of door mensen op handen te worden gedragen, of zelfs vele vrienden te hebben, wanneer dit de ziel schade toebrengt. Zo is het vaak: Hoe meer bindingen de ziel heeft met de medemens, des te groter is het risico om door ondeugden en duistere invloeden te worden geïnfecteerd. Gaat U vol vertrouwen naar de Moeder Gods. U zult diep in het hart voelen dat Zij alles in één kan zijn: Meesteres, Moeder en Vriendin tegelijkertijd. Geeft U zichzelf rustig de tijd om in gedachten en gevoelens bij Jezus en Maria te verwijlen en U zult de Ware Vrede vinden.

U vraagt of het waar is dat de arme zielen (in het vagevuur) om gebed vragen. Dat is juist. Wanneer God het leven van een ziel op aarde beëindigt, wordt het aardse leven van deze ziel, evenals de gesteldheid in dewelke zij zich op het tijdstip van haar dood bevond, door Hem beoordeeld. Men zou kunnen zeggen dat God in de ziel het gehalte aan Liefde opmeet. Dit gehalte bepaalt waar de ziel voor het eeuwig leven heen gaat. Vele zielen moeten gedurende een bepaalde tijd een zuivering (= loutering) ondergaan. Deze louteringsperiode noemen wij 'het verblijf in het vagevuur'. Het 'vuur' dat de loutering voltrekt, is eigenlijk

  • een Vuur van Liefde
  • een Vuur van berouw
  • een Vuur van verlangen

1. Een Vuur van Liefde: Het ware Leven van de ziel bestaat uit Liefde. De Liefde is de eigenlijke kracht die ervoor zorgt dat een mensenziel leeft. Zij is de brandstof van de ziel. Zonder de Liefde is de ziel als een auto zonder benzine: Niets beweegt, hij geraakt niet vooruit. Wanneer een ziel in de loop van haar aardse leven te weinig Liefde geeft (in daden, in woorden, zelfs in gedachten over haar medemens!) vindt God in haar 'te weinig levenskracht'. De ziel moet een bepaald gehalte aan Liefde en Levenskracht bezitten om in het Eeuwig Paradijs te mogen binnengaan. Dat komt voort uit het feit dat de ziel, in wie te weinig zuivere Liefde werkzaam is, het leven in de Hemel helemaal niet zou kunnen verdragen, omdat zij in dergelijke omstandigheden de volheid van de machtige, onbevlekte Liefde die van God, van Maria, van de volledig gelouterde Hemelbewoners uitgaat, niet in zich kan opnemen. Het contrast met haar 'onzuiverheid' is dan te groot en de stromen van de zuiverste Liefde zouden op haar het effect hebben van een vuur, niet een Vuur dat haar aan de verrukkingen van de Gelukzaligheid deel laat hebben, maar een vuur (bemerk de kleine letter!) dat haar zou 'verbranden'. Daarom is het als een vorm van 'beschermingsmaatregel' vanwege de Goddelijke Voorzienigheid te beschouwen dat een ziel, die om redenen van gebrek aan Liefde relatief 'onzuiver' is, eerst en vooral een loutering in het vagevuur van de Ware Liefde nodig heeft alvorens zij in de Hemel mag binnentreden.

2. Een Vuur van berouw: In het uur van de dood verschijnt de ziel vóór God om door Hem geoordeeld te worden. De Koningin des Hemels is eveneens bij dit gebeuren aanwezig. God ontvouwt daar voor de ziel een geweldige daad van Barmhartigheid. Hij toont haar in enkele ogenblikken elk detail van haar pas beëindigd leven zoals Hij deze details heeft gezien en ervaren. De ziel krijgt daardoor de gelegenheid, zichzelf zo te zien zoals zij werkelijk is geweest, welke misstappen, zonden, nalatigheden en ondeugden zij op aarde heeft bedreven, en waarom God deze als misstappen, zonden, nalatigheden of ondeugden beschouwt. Dit betekent: De ziel krijgt een geweldige les in inzicht in Gods Wetten. Zo leert zij de volheid van Gods Waarheid kennen en op grond van deze nieuwe kennis begrijpt zij volkomen hoe het met haar is gesteld en wat haar nu staat te wachten.

Wanneer de ziel het louteringsproces in het vagevuur moet doormaken, ervaart zij dit proces de hele tijd lang in het bewustzijn van de 'film' die zij over haar eigen leven heeft gezien en het eventuele leed dat zij God door haar misstappen, zonden, nalatigheden en ondeugden heeft aangedaan. Omdat zij de hele tijd precies weet welk leed God om haar heeft geleden, en zij in de onmiddellijke Tegenwoordigheid van God en Maria de overweldigende Hemelse Liefde heeft mogen ervaren, voelt zij nu pijn over haar onvolkomenheid. Deze pijn noemen wij 'berouw'. De ziel heeft berouw over al datgene waardoor zij God smart heeft berokkend omdat dit alles niets anders was dan een gebrek aan Liefde, en zij nu heeft begrepen dat het de Liefde is die de ziel maakt tot beeld en gelijkenis van God. In het vagevuur brandt dit berouw in de ziel als een zuiverend vuur.

3. Een Vuur van verlangen: Omdat de ziel na haar aardse leven precies weet hoe de ware Hemelse Liefde aanvoelt, en zij zich er ook van bewust is dat zij, zodra zij voldoende is gelouterd om deze ware Hemelse Liefde in haar volheid in zich op te nemen (omdat zij dan een heel stuk dichter bij God genaderd zal zijn) in de Hemel zal mogen binnengaan, verlangt ononderbroken naar de eeuwige nabijheid van God en Maria. Dit verlangen verteert de ziel als het ware omdat de voortdurende herinnering aan de ware, vlekkeloze en verrukkelijke Liefde van God en Maria die zij heeft mogen ervaren in het uur van haar dood, een allesoverheersende macht over haar uitoefent.

Lieve zus, U kunt het zich zo voorstellen, dat God dit drieledig Vuur ertoe heeft voorzien om in de ziel in het vagevuur de sporen van de door haar tijdens haar leven op aarde begane misstappen, zonden, nalatigheden en ondeugden geleidelijk te verwijderen. Het is belangrijk dat de ziel in het vagevuur in zichzelf de Ware Liefde zo sterk mogelijk kan ontwikkelen, want de mate waarin zij op grond van dit Vuur naar de uitboeting van haar misstappen, zonden, nalatigheden en ondeugden, en naar de ware volmaaktheid van haar Liefde verlangt, bepaalt in hoge mate hoe vlug zij voor de intrede in de Hemel 'rijp' zal zijn. God bewijst door dit systeem hoe belangrijk, hoe centraal, voor Hem de Liefde is. Slechts de Liefde bepaalt de waarde van een leven, slechts de Liefde bepaalt de intrede in de Eeuwige Gelukzaligheid en het tijdstip ervan.

Om haar loutering in het vagevuur te voltooien, kan de ziel alle hulp vanwege de zielen op aarde gebruiken. De zielen op aarde kunnen de loutering van een ziel in het vagevuur ten zeerste verkorten door gebeden, Heilige Missen, opofferingen, boete en totale toewijding aan Maria aan te bieden. Gebeden, Heilige Missen, opofferingen, boete en totale toewijding aan Maria zijn vijf kanalen van Liefde. Deze Liefde kan aan de loutering van een ziel in het vagevuur worden toegevoegd.

De Meesteres van alle zielen leert in deze tijden de zielen op aarde de Goddelijke Wet kennen, opdat zij zouden weten hoe zij hun leven het meest vruchtbaar kunnen maken. Op grond van deze kennis kunnen de zielen eveneens leren hoe zij de zielen in het vagevuur kunnen helpen. Dit is een voorbeeld voor de Liefde die de grenzen van de dood overstijgt. Soms wordt het de zielen in het vagevuur toegestaan, zich op aarde te manifesteren om Heilige Missen en gebeden te komen vragen. Dergelijke begunstigingen worden doorgaans door de Heilige Maagd bewerkt, die tenslotte de Koningin van het vagevuur en de Meesteres van alle zielen is. Maria heeft ook reeds geopenbaard dat God Haar de macht heeft geschonken om zielen voortijdig uit het vagevuur te bevrijden wanneer zich zielen op aarde volkomen aan Maria toewijden, en deze toewijding dagelijks nauwgezet en consequent in de praktijk omzetten. In dat geval wordt de louteringstijd van de ziel in het vagevuur door twee geschenken van Liefde verkort:

  • door de Liefde die wordt opgewekt door de (strikte beleving van de) Mariatoewijding op aarde;
  • door de onvoorstelbare macht die van de Wil van Maria uitgaat: Wanneer Maria de bevrijding van zielen uit het vagevuur wenst, ontwikkelt Zij daarbij een zodanig geweldig Liefdesvuur dat de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid daardoor een heel stuk eerder wordt bevredigd.

De Moeder Gods doet geen uitspraken over de mogelijkheid dat zielen in het vagevuur tekenen achterlaten door toestellen aan- of uit te schakelen. Indien U dergelijke manifestaties meemaakt, wijdt U het beste Uw huis en de toestellen waarover sprake toe aan Maria met de smeekbede dat Zij hierover zou heersen en niet zou toestaan dat zij kunnen worden gebruikt door krachten die niet met God verenigbaar zijn en die Zijn Werken niet kunnen volbrengen. Alles wat onder de heerschappij van de Meesteres van alle zielen wordt gesteld, hoort toe aan God en aan de Werken van de Eeuwige Liefde.

Lieve zus, ik wens U met heel mijn hart vredige dagen in de voelbare Aanwezigheid van de Moeder Gods die U de zaligheden van de onbevlekte Liefde in het hart zal uitstorten. Ik draag U graag in het Onbevlekt Hart van Maria binnen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 163
Door het Geloof greep krijgen op een moeilijke, onzekere levensweg

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Soms lijkt het Geloof voor de ziel als een wandeling, de nacht in. Waar mag de weg dan wel heen leiden? Zal zij de wegrand scherp genoeg kunnen zien om niet te verdwalen? Wat zal onderweg op haar afkomen? Zal zij eigenlijk wel haar doel bereiken? Wat zal zij daar aantreffen? Al deze vragen komen wel eens in de ziel op wanneer zij tracht, met het Geloof in het reine te komen. Het verloop van het leven is toch al als een blik in de leegte van de nacht: Men ziet nooit ver vóór zich uit. Precies vanwege van de vele onzekerheden komt het zowel bij de wandeling de nacht in, als in het leven in het algemeen, aan op de moed en het vertrouwen. De ziel die niet met iets durft te beginnen omdat het voor haar te onzeker is, begint zelfs niet eens aan de reis.

Het leven is als een reis die de ziel vanuit het Hart van God over de wereld heen terug naar het Hart van God moet leiden. De levensweg wordt weliswaar als ontwerp in de ziel getekend, maar moet door de handelingen en beslissingen van de ziel concreet vorm krijgen. De ziel ontvangt haar bagage voor onderweg (talenten, gaven, vermogens), maar zij moet dagelijks worden gevoed opdat de bagage haar werkelijk het volle nut zou opleveren. Het dagelijkse voedsel ontvangt zij vanwege de Goddelijke Voorzienigheid, die haar dag na dag de genaden schenkt om te kunnen leven volgens Gods Wil. Gods genadegaven zullen des te rijker zijn naarmate de vormgeving van de levensweg méér overeenkomt met het door God getekende ontwerp van deze weg.

De ziel is zich nooit bij voorbaat van het verloop van haar levensweg bewust. God heeft niet gewild dat de ziel zich haar levensweg bij voorbaat klaar voor ogen zou kunnen stellen, want dan zou zij Zijn Plan voor haar Heil telkens weer kunnen tegenwerken. Indien de ziel precies zou weten wat achter elke bocht in haar levensweg op haar toekomt, dan zou zij op alles voorbereid zijn, zou zij geen spontane beslissingen meer hoeven te nemen, en zou zij waarschijnlijk vaker trachten, haar lot te ontlopen. Dit alles zou erop uitdraaien dat de ziel nauwelijks nog verdiensten zou kunnen verwerven. De ziel kan veel verdiensten verwerven door haar Geloof.

Werkelijk en waarachtig geloven, betekent:
  1. overtuigd zijn van Gods bestaan;
  2. onverschrokken handelen volgens de overtuiging, dat God slechts de voltooiing van het Geluk voor de ziel gereed houdt;
  3. met overtuiging aannemen dat God tracht, de ziel op elke meter van haar levensweg naar deze bestemming te richten, en
  4. er nooit aan twijfelen dat God de ziel op deze weg met niets anders dan volmaakte Liefde omringt, en dat Hij al Zijn Werken ten gunste van het Eeuwig Heil van de ziel ontwerpt en vorm geeft, ongeacht elke beproeving die als regen of storm de levensweg kan verzwaren;
  5. er onverschrokken van uitgaan, dat de menselijke ogen zich in de waarneming van het eigen lot kunnen vergissen, maar dat God ook in alle schijnbaar onaangename toestanden van het leven onvermoed waardevolle geschenken verbergt, en dat de ziel dit alles na dit aardse leven ten volle zal inzien.

Zelfs wanneer de ziel een groot Geloof heeft, is het mogelijk dat het haar moeilijk valt, achter de gebeurtenissen en ontwikkelingen op haar levensweg Gods hand te herkennen. Nochtans werkt God zeer veel uit in het verborgene en – hoe prachtig heeft Hij alles voorzien! – bedient Hij zich zelfs vaak van krachten die op zich niet met Hem verenigbaar zijn. Dit is een prachtig geheim, dat voor de zielen de Hoop oneindig vergroot. Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken: Dit is de volle maan, die geheel onverwacht het effect van de duisternis van de nacht kan wegnemen. In deze zin pik ik graag in op Uw uitspraak: "Al zou ik weinig hebben, maar dat weinige zou uit Gods hand komen, dan zou ik helemaal met mijn situatie tevreden zijn". U zou kunnen trachten, met dit onaangename gevoel als volgt om te gaan:

De staat, die, zoals U het uitdrukt "Steeds met meer onwil omgaat met de verplichting, mensen te onderhouden" wordt in onze moderne maatschappij steeds dieper doordrongen van het liberale denken: Ieder zijn eigen vrijheid, en wel in de hoogste mate. De enige, aan wie geen vrijheid meer mag worden toegekend, is God. God wordt het recht ontnomen, Zijn schepselen naar Zijn (nochtans onfeilbaar) inzicht te leiden en te richten: De mens moet zijn eigen god zijn. Wat doet God nu? In Zijn Wet die eeuwig geldende kracht heeft, beschikt Hij het zo dat de ziel, die alles wat haar door een liberale, verregaand goddeloze instantie toekomt, aan God toewijdt, het zo mag beschouwen als ware het in principe van God Zelf afkomstig, die alles zo heeft geleid omdat de ziel er voor de eeuwigheid baat bij heeft. Welke gesteldheid is derhalve de meest vruchtbare, wanneer U er maar moeilijk kunt mee omgaan dat U door de staat wordt onderhouden?

  • Wat het 'goede' betreft: U kunt het gerust zo beschouwen dat dit naar U toekomt uit Gods Hand, omdat de Goddelijke Voorzienigheid het heeft toegelaten.
  • Wat het 'minder verheugende' betreft: Wijdt U dit toe aan Maria en vraagt U de Koningin des Hemels, dat Zij het met het Licht van de genade zou vervullen, opdat de daarin verborgen duisternis haar negatieve inwerkingen op Gods Heilsplan zou verliezen.

Zo kunt U er zich aan wennen, in alles Gods Werken gewaar te worden, alsof Hij U het goede laat toekomen, en ook de beproevingen toelaat omdat deze in de ziel genadenrijk worden zodra de ziel hen heeft toegewijd en vervolgens protestloos heeft aanvaard.

De Meesteres van alle zielen heeft mij geleerd, in alles Vrede te ervaren doordat ik alles aan Haar heb toegewijd en het derhalve zo moet beschouwen dat Zij, de Meesteres, over elk detail van mijn leven heerst. Het schenkt de ziel werkelijk een diepe Vrede wanneer men bij alles oprecht tot Maria kan zeggen: "Alles is goed, mijn Meesteres, omdat U het zo voor mij hebt gewild." Zelfs het minder verheugende levert immers genaden op, op voorwaarde dat de ziel zich niet in beroering laat brengen.

De wereldse componenten van ons leven zouden wij als een schaduw, als een soms ietwat dreigende wolk boven onze levensweg kunnen beschouwen. Wij moeten er echter in elk geval van overtuigd zijn, dat een wolk nooit een leven lang boven onze weg blijft hangen, en dat het haar eigen is, vroeg of laat op te lossen. God is echter de zon, en die is altijd aanwezig, ook wanneer zij zich nu en dan verbergt.

Daar ligt het wezenlijke van ons Geloof: Altijd zo te kunnen handelen, denken en verwachten alsof de zon schijnt, en ook wanneer men haar net niet ziet, naar de donkere wolk te kunnen wijzen en met een blijmoedig hart te kunnen zeggen; "Daar is de zon". Inderdaad, daar straalt zij, slechts tijdelijk van de ziel gescheiden door een wolk, die tenslotte niets anders is dan nevel, die bovendien nog vruchtbaarheid verschaft wanneer deze uitregent.

De schijn bedriegt: Ook elke wolk brengt uiteindelijk zegen. Men moet alleen leren, niet met de ogen, maar met het hart naar boven te kijken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 164
In elke beproeving is eveneens een kiem van nieuw Leven aanwezig

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het leven laat zich wel eens met een trektocht door een zeer winderig landschap vergelijken. Uitgerekend wanneer wij een recht stuk weg vóór ons hebben en denken, nu eens flink vooruit te zullen komen, waait een krachtige wind op kop, zodat wij eerder wankelen en niet meer goed uit de ogen kunnen kijken, dan dat wij heel vlug naar de volgende bocht kunnen gaan. Wanneer deze bocht dan uiteindelijk komt, weten wij niet, wat daarachter op ons wacht. Eén ding is echter zeker: Wanneer wij op de moeilijkste stukken niet al onze krachten inzetten om vooruit te komen, zullen wij het ook niet kunnen beleven dat wij misschien na de bocht door bomen beschermd zullen zijn. De Goddelijke Voorzienigheid waakt over ons. Daarom mogen de stormen van het leven ons ook niet laten vrezen dat er voor ons geen Hoop meer is en dat niemand ons nog zou helpen. Zelfs wanneer alles ons vijandig lijkt, is er toch Iemand Die Zich ononderbroken met ons bezighoudt.

Daarom zou ik U willen helpen, lieve zus, er werkelijk vast in te geloven dat niets werelds iets tegen U vermag wanneer U zich onwankelbaar aan Maria overgeeft. Onze beproevingen zijn noodzakelijk, maar uitzichtloos is een situatie alleen wanneer de ziel de Hoop opgeeft. De Ware Hoop is de gesteldheid waarin de ziel geneigd is, met zekerheid aan te nemen dat altijd het Licht het laatste woord heeft. Het is de ingesteldheid van de ziel die zich tijdens een onweer reeds op de regenboog verheugt, die zeker spoedig te zien zal zijn. Het is de gesteldheid van de ziel die schijnbaar een saai leven leidt, doch diep in het hart de vogels hoort fluiten en de zon ziet schijnen, omdat zij weet dat de levensavond van de ziel die God en Maria trouw blijft, steeds onder een zalige avondzon zijn vorm krijgt. U weet dat precies op die verrukkelijke zomeravonden, op dewelke avondzon ons zo mooi en strelend toelacht, vele bloemen het heerlijkst geuren... U begrijpt ongetwijfeld waar ik met deze beelden heen wil.

Het rotsvast Geloof in de werkingen van de Moeder Gods in het eigen leven is de sleutel tot vele wonderen, door dewelke de Goddelijke Voorzienigheid vele wereldse beklemmingen als onbelangrijk en vergankelijk aan de kaak stelt. Maria is tenslotte Zelf Gods Regenboog van de Ware Hoop. De effecten van Haar Werken kennen geen grenzen, behalve deze van de menselijke bereidwilligheid om zich in rotsvast Geloof aan Maria over te geven.

Legt U Uw leven eenvoudig in de handen van Maria. Zij zal U totaal onvermoede wegen en Uw werkelijke opdrachten tonen, en Zij zal U een diepe Vrede instorten, die U in staat zal stellen, vele dingen in Uw levenswereld totaal anders te bekijken. De gebeden met nummers 373 en 893 zouden voor U heel nuttig zijn.

Ik verzeker U brandend van Liefde dat ik de Meesteres van alle zielen erom zal smeken, in U te bewerken dat U de winden op Uw levensweg voortaan zo zou mogen benutten dat zij niet langer tegen U doch voor U werken. De wind van elke beproeving is tenslotte in principe ook drager van de adem van de Heilige Geest. Dit betekent: In elke beproeving is tevens een kiem van nieuw Leven aanwezig. Men kan van de wind van een beproeving door de totale toewijding van de levensweg aan Maria een wind van nieuw Leven maken. Daarbij is te bedenken dat deze omvorming begint door een eenvoudige verandering van onze kijk op de dingen: Doordat de ziel zichzelf ervan overtuigt dat de schijn om haar heen nooit het laatste woord heeft, maar wel de krachten die zich achter de schijn verbergen en die door Gods Wil in beweging worden gebracht en geleid. Het is Maria, die in het leven van een aan Haar toegewijde ziel deze krachten beheert. Dat is Haar roeping. De Uwe, lieve zus, is het, Maria na te volgen, in het rotsvast Geloof in Haar Liefde en in het feit dat God wel sommige dingen toelaat, maar nooit dat de ziel die sterk in Hem gelooft, door de winden van het leven wordt verlamd.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 165
Waaruit bestaat de opdracht van elke ziel? De Meesteres motiveert de valsheid van dreigboodschappen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is U waarschijnlijk bekend dat ik vanwege de Moeder Gods geen toestemming krijg om mij openlijk te uiten over om het even welke uitspraken van zielen die – hetzij daadwerkelijk hetzij naar zij zeggen – Gods stem verkondigen. Ik kan Uw vraag om advies echter absoluut begrijpen. Ik heb Maria derhalve om hulp gesmeekt en heb toestemmig gekregen om U het volgende te schrijven:

Er zijn in de loop van de laatste decennia zeer veel 'voorspellingen' verkondigd. Men zou kunnen zeggen dat het gaat om een echt oerwoud, niet alleen omdat de lezer zich gemakkelijk kan vergissen door het feit dat de 'bronnen' elkaar tegenspreken, maar ook omdat deze zogenaamde boodschappen, respectievelijk voorspellingen, opvallend vaak de stem van een allesbehalve liefhebbende God vertegenwoordigen. Toen mijn roeping vanwege de Koningin des Hemels nog in de beginfase was – ongeveer 13 jaar geleden [deze brief is geschreven in 2010] – werd ik hiermee vaak geconfronteerd. Al zeer snel stond Maria mij niet meer toe, nog om het even welke (daadwerkelijke of schijnbare) 'Hemelse' woorden 'tot mij toe te laten' behalve deze die Zij persoonlijk in mij zou spreken, omdat Zij mij 'van alles zuiver' wilde houden. Sindsdien weet ik zelfs niet meer wat allemaal wordt verkondigd. Wat ik echter zelf sedert dertien jaar mag ervaren, zou ik nu graag met klem naar voor brengen:

Ik heb Maria en Jezus leren kennen als Wezens vervuld van een Liefde die de zielen zich eenvoudigweg absoluut niet kunnen voorstelllen. Ik heb wel:

  • uit deze hoogheilige monden veel woorden gehoord die een diep verdriet over de zondige en immorele gedragingen van ontelbare mensenzielen verraden (uitdrukking van de zogenoemde 'eeuwigdurende smarten'),
  • in deze Harten een grote teleurstelling over de bijna grenzenloze verleidbaarheid van de zielen 'gelezen',

maar...

Ik heb noch van Maria, noch van Jezus ooit dreigende woorden ten nadele van de mensheid ervaren. In meer dan negentig procent van de 'contacten' komen woorden, visioenen en andere mystieke overdrachten vanwege de Moeder Gods tot mij, in de andere gevallen is, niet uitsluitend maar wel overwegend, Jezus de Bron. Welnu, in alle contacten zijn tijdens deze overdrachten de volgende elementen en kenmerken aanwezig:

  • een onvoorstelbaar brandende Liefde,
  • bij gesproken woorden: een onovertrefbaar zachte, gelijkmatige wijze van spreken, die ek gevoel van onzekerheid of angst wegveegt en vervangt door een zeer diepe volmaakte Vrede, die geen mensenziel ooit zou kunnen overbrengen,
  • qua inhoud: overdracht van een werkelijk bovenaardse Hoop, bemoediging en een rotsvast vertrouwen met het oog op de toekomst, de eindoverwinning van het Licht over de duisternis, de waarde van elke opoffering en de volmaakte, grenzeloze Liefde van God, van Jezus, van Maria.

Beschouwt U toch eens de onderrichtingen, Openbaringen, teksten, antwoordbrieven, richtlijnen enzovoort, die Maria in Haar hoogste, pas sinds weinige jaren geopenbaarde hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, via Haar Apostolaat schenkt, en oordeelt U zelf: Nergens in de tot nu toe reeds duizenden pagina’s aan geopenbaarde teksten zult U een dreiging naar de mensheid toe vinden. Zoals voorheen reeds aangeduid, betekent dit in geen geval dat de Hemel niet bitter betreurt wat op deze wereld gebeurt. Mijn eigen ervaringen in contact met Maria en Jezus en de door Hen doorgegeven onderrichtingen heeft mij echter geleerd, dat de Hemel niet dreigt omwille van de zonde en ondeugd, maar dat de Hemel ons tot een deugdzaam en heilig leven bemoedigt. Dit is een enorm groot verschil! Bedreigingen verspreiden geen Hoop (= Licht), maar angst en onzekerheid (= duisternis). God en Maria verspreiden uitsluitend Licht. Zij kunnen absoluut geen duisternis verspreiden omdat hun Liefde volmaakt is en Zij volmaakt één zijn met Gods Waarheid.

Ik schrijf dit niet uit eigen inspiratie, maar – zoals steeds in elke tekst en brief – in opdracht van de Koningin des Hemels. Ik heb het reeds vaker moeten schrijven: God wil de zielen niet bang maken. Hij wil hen opvoeden, in hen de Wetenschap van het Goddelijk Leven laten rijpen opdat zij Zijn Liefde en de Wonderen van Zijn Werken leren kennen. Hij verlangt slechts dat de zielen het Goddelijk Leven in zich verwezenlijken, en in onze dagen wordt Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, naar de zielen gestuurd met de bedoeling de Wetenschap van het Goddelijk Leven te onderrichten, waardoor de zielen de weg naar de heiliging kunnen vinden. In de door dit Werk verspreide teksten klopt het Hart van Maria dat als het ware ononderbroken Water van Goddelijk Leven naar de zielen toe laat stromen. Het Hart van Maria moet men zich daarbij voorstellen als een Hemelse Burcht van Liefde en Hoop. Slechts door de opwekking van de volmaakte Hoop in de zielen kan in hen het zaad van de heiliging werkelijk tot bloeien worden gebracht. Dàt is het wat God in deze Laatste Tijden beoogt: Hij wil in de zielen het overgebleven gedeelte van het deugdelijk zaad van heiliging tot bloei brengen opdat de Eeuwige Lente van Zijn Rijk op aarde kan komen. Dat kan Hij absoluut door in de zielen het Geloof op te wekken dat zij zelf nog een volledige ommekeer kunnen maken en de Schepping nog volledig kunnen helpen omvormen. Hij kan dit niet door in de zielen de Hoop volledig te verlammen door dreigingen of door in hen via ontmoediging de lust te verdrijven om tot spirituele zelfontplooiing te komen.

Lieve zus, ik oordeel niemand, en de Moeder Gods evenmin. In antwoord op Uw vraag om advies heb ik slechts mijn eigen ervaringen uit de jaren van mystieke ervaring met de Koningin des Hemels en met Jezus geschetst. Deze Bronnen en Bruggen van volmaakte Liefde en Hoop zijn geen overdragers van angst of gevoelens van onzekerheid of ontmoediging, en evenmin van spanningen die in de zielen elke ontplooiing tot vervolmaking in de kiem smoren. Ik weet en getuig met absolute zekerheid dat Jezus en Maria in alle zielen slechts datgene proberen naar boven te brengen, dat nog kan worden geheiligd en dat Zij met dit doel voor ogen alles in het werk zullen stellen om in elke ziel een zo diep mogelijke inwendige Vrede tot stand te brengen.

Dàt is de weg die God voor de verwezenlijking van Zijn Plan wil bouwen: Een weg die wordt gevormd door de verzamelde Hoop van zielen die met zekerheid erkennen dat God het goede met hen voorheeft.

De opdracht van ieder van ons bestaat er nu in, de in elke ziel aanwezige kiem van heiligheid volledig tot bloei te brengen door de ons geschonken onderrichtingen in ons leven in de praktijk om te zetten. Hoe meer zielen dit doen in plaats van hun tijd met het verspreiden en lezen van dreigboodschappen te verspillen, des te sneller, vollediger en grondiger zal het Goddelijk Plan van de volmaakte Liefde op aarde kunnen worden verwezenlijkt. Misschien laat zich in deze woorden de volledige zin en bedoeling van de Openbaringen van de Meesteres van alle zielen samenvatten.

Ik hoop van harte dat deze woorden, die de Koningin des Hemels U in het hart laat leggen, U van elke onrust mogen bevrijden en Uw vragen mogen beantwoorden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 166
Maria zaait het zaad van Haar eigen volmaaktheid, heiligheid en schoonheid in elke zielenbodem die ertoe bereid is, Haar in zich op te nemen en wortel te laten schieten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met bijzondere vreugde verneem ik hoe het zaad dat onze Hemelse Moeder en Meesteres Zich gewaardigt, door mijn hart in de zielen te zaaien, in de boomgaard van Uw ziel reeds vruchten heeft beloofd. Ja, God doet ook (ja, vooral) in deze tijd nog wonderen. Hij heeft Zich tot doel gesteld, dat Zijn Schepping opnieuw de schoonheid van het begin zou laten zien. In Maria heeft Hij het verloren Paradijs opnieuw opgebouwd, en Hij heeft Haar gemaakt tot Brug tussen Hem en de zielen, opdat Zij deze Goddelijke bedoeling in ons allen zou kunnen verwezenlijken: Maria zaait het zaad van Haar eigen volmaaktheid, heiligheid en schoonheid in elke zielenbodem die ertoe bereid is, Haar in zich op te nemen en wortel te laten schieten.

Hoe mooi is toch de belofte van de dageraad vόόr de middagzon van een zomerdag. Hoe bemoedigend de Hoop wanneer de betoverende geur van de Onbevlekte Moeder Gods de ziel aan haar oorsprong en haar bestemming in het Paradijs herinnert. Ieder van ons draagt het zaad van Maria in zich zodra hij/zij heeft geleerd, Maria echt lief te hebben zoals Zij werkelijk is, in de volheid van Haar heiligheid en Haar tederste Liefde.

Lieve zus in Jezus en Maria, ik ben er door Maria toe geroepen, de zielen voor te bereiden op de verrukkelijke gedachte, dat ook zij mogen drinken uit de vijver van deze verrukkingen, die in Maria verzameld zijn. Druppel voor druppel moet ik de hoopvolle woorden van Maria in de harten laten binnendruppelen, en terwijl ik dat doe, beleef ik ook zelf opnieuw de verrukkingen van de onuitsprekelijke aanraking met deze Zuiverste van alle zielen. Hoe zeer lijdt mijn hart onder het ongeloof van bepaalde verblinde zielen, maar hoe verheugd is het wanneer de drank wordt opgenomen en bovenmatig verkwikt. De openbaringen die Maria mij in woorden en beelden geeft, bevatten niets minder dan de sleutel tot het Rijk Gods, dat in de harten het Ware Geluk kan ontsluiten, niet zoals de wereld dit geeft, maar zoals God het geeft, in alle volmaaktheid. Elke ziel die de sleutel in het eigen hart heeft gevonden, moet hem ook gebruiken, want Gods geschenken dienen slechts ter vervolmaking van de ziel voor Zijn Rijk, dat ons nu door en met Maria wordt verkondigd.

Mogen Maria en Jezus U, en allen die door U het zaad van Maria in zich opnemen, met een rijke oogst aan Hemelse vruchten zegenen. Ik wens U allen, dat U aan de Hemelse woorden, die ik aan de zielen mag verkondigen, dezelfde vreugde beleeft die ik zelf reeds jaren ervaar, en dat deze U vooral tot nieuw Leven mogen wekken wanneer de wolken van de dagelijkse sleur bedreigend overkomen. Wij mogen nooit vergeten: Wij zijn er allen voor elkaar, en zolang wij onze ogen op de volle Maan richten, die Maria is, kan de nacht ons niet inwendig verduisteren, en is de ene ziel slechts een gebed en een glimlach van de andere verwijderd.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 167
Over de Myriam-gebeden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag zal ik met toelating en op inspiratie van onze Meesteres Uw vragen chronologisch beantwoorden.

Bij het grote aanbod van de zeer mooie gebeden voel ik mij een beetje overweldigd om ze allemaal te bidden aangezien dit ook tijd vraagt. Moet men hen allemaal een keer hebben gebeden?

Gebeden mag men nooit als een opgave beschouwen, doch als Hemelse geschenken. Het geheel van de Myriam-van-Nazareth-gebeden zou men als een uitgebreide bloementuin kunnen beschouwen. Elke bloem heeft haar specifieke eigenschappen, die God in haar heeft gelegd en waarmee Hij ook specifieke bedoelingen heeft. Hoewel elke bloem een schepsel van God en derhalve eveneens draagster van Zijn Liefde is, zal in elk geval niet elke mensenziel zich tot dezelfde bloem het meest aangetrokken voelen. Precies dit zou U met de gebedsbloemen ook zelf moeten uittesten: "Welke gebeden trekken mij op dit moment het meest aan?" U zult voelen dat Uw voorkeur van dag tot dag kan veranderen. U kunt deze verandering gerust als leiding van de Goddelijke Voorzienigheid beschouwen, want deze laat Zich door één enkele leidraad leiden: Waaraan heeft de ziel op dit moment nood? Via welke kanalen kan zij het verwerven en op welke hulpmiddelen kan zij terugvallen? Dergelijke hulpmiddelen voor de verwezenlijking van Uw specifieke levensopdracht zijn de gebeden. Maria inspireert deze als zaad dat in het hart van Haar Myriam wordt gestrooid en in zielen verder wordt gezaaid. Tracht U in de diepe kern van Uw binnenste te voelen wat de Heilige Geest U bij elk gebed te zeggen heeft...

Naar welke gebeden gaat de voorkeur van de Moeder Gods of welke sluiten de meeste beloften in zich?

Maria houdt evenveel van elk gebed afzonderlijk, omdat zij alle zonder uitzondering zaad uit Haar Hart zijn. De beloften zijn afhankelijk van de reden waarom zij worden gebeden. Bijvoorbeeld: Wanneer U op een bepaald moment bijzondere bescherming nodig hebt, zal Maria U deze zonder de geringste twijfel verlenen wanneer U vol vertrouwen een gebed uitkiest, dat bescherming belooft. Wanneer U zich 'leeg van hart' voelt, zou een gebed nuttig kunnen zijn waarin Maria in bloemrijke woorden gericht tot Uw hart spreekt, enzovoort. De beloften aan een gebed verbonden, laten zich nauwelijks in algemeen geldende woorden of getallen omvatten, omdat de 'waarde' van een gebed door God niet afzonderlijk wordt bepaald, maar voor tien zielen tien maal verschillend kan zijn, elk afzonderlijk volgens de noden en de levensopdracht van om het even welke ziel.

Zijn beschouwing en contemplatie over het algemeen waardevoller dan te veel mondgebeden?

Absoluut. Dit moet ik als tot de mystiek geroepen ziel met heel mijn hart beamen. De Myriam-van-Nazareth-gebeden zijn echter in de eerste plaats bedoeld als bruggen naar het Hart van Maria. Elk Myriam-van-Nazareth-gebed bevat sleutels naar het Hart van de Moeder Gods EN naar het eigen hart. Men zou zelfs moeten zeggen: bevat sleutels tot vereniging met de Moeder Gods op grond van het feit dat Zij Haar Hemelse Liefde in elk gebed laat stromen. Elk gebed op zich vormt eveneens een brug naar de ware contemplatie doordat de ware contemplatie des te rijker en vruchtbaarder wordt wanneer zij uit een rijkere (vruchtbaardere) bodem ontstaat. De vruchten van het land zijn weelderiger wanneer zij uit goed doorvoede bodem voortkomen. Iets gelijkaardigs geldt voor de ziel en de vruchten die nog in haar zijn verborgen. Veel van de Myriam-van-Nazareth-gebeden zijn in een toestand van intens mystiek contact ontstaan. Dit maakt hen vaak meer geschikt als 'springplank' tot beschouwing. Deze gebeden zijn tenslotte onder andere als voedsel voor de ziel bedoeld omdat zij passen binnen het kader van de 'onderwijsopdracht' van de Meesteres van alle zielen naar de zielen toe.

Ik vermoed dat men de gebeden voor een bepaalde gelegenheid moet bidden (bijvoorbeeld wanneer een feestdag van Maria nadert of in het persoonlijk leven...) Kunt U mij desbetreffend iets precies zeggen?

Het vruchtbaar gebruiken van bepaalde gebeden voor bepaalde gelegenheden is een vaststaand feit. Nochtans zult U inwendig kunnen voelen dat Maria ook U persoonlijk ertoe kan oproepen, bepaalde gebeden op een totaal ander tijdstip voor Haar neer te leggen, bijvoorbeeld een gebed tot de Onbevlekte Ontvangenis kan absoluut ook zeer vruchtbaar blijken op een andere dag dan 8 december. Dit komt doordat de Goddelijke Voorzienigheid vaak zielen inspiraties laat toekomen op tijdstippen waarop het voor deze zielen en hun oontwikkeling gunstig is, of tot louter verheerlijking van Gods Liefde.

Gods Heilsplan met de zielen is eigenlijk tijdeloos. God probeert de zielen op liturgische feestdagen te wijzen, met de intentie dat zij daardoor inwendig zouden leren voelen wat de gebeurtenissen achter de feesten in de diepte betekenen. Hij wenst in elk geval ten zeerste dat ook buiten bepaalde feesten alle gebeurtenisen uit de allerheiligste levens van Jezus en Maria werkelijk in de harten zouden leven. Om deze reden is het bidden of zelfs eenvoudig de stille en diepe beschouwing van een gebed op om het even welke dag van het jaar, als voedsel voor de ziel.

Zeer graag tot Uw dienst,

In Liefde en voor de Meesteres van alle zielen, de Belichaming van de zuiverste Liefde tussen God en de Schepping

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 168
Lijden als bijdrage tot de Verlossingswerken van Christus. Lijden kan de ziel een stukje Hemel laten ervaren – de betekenis van alle lichamelijk lijden – de spirituele waarde van de gezondheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag laat ik U via Uw lieve vriendin deze kleine omhelzing van de Hemel toekomen. Wees U ervan bewust dat de Hemelse Moeder van alle mensen in Haar hoedanigheid van Troosteres van de bedroefden en Heil van de zieken, geen ziel zo nabij is als diegene die lichamelijk lijdt. Hoe zou Zij de lijdende mens niet op een zeer bijzondere wijze liefhebben terwijl Haar Goddelijke Zoon Zijn Llichaam voor de Gelukzaligheid van zo vele zielen heeft laten vernietigen. Maria weet hoe hoog de prijs voor de zielen ligt, en daardoor welke waarde de ziel heeft die zich in zwaar chronisch lijden met de lijdende Christus tracht te verenigen.

Lieve zus, Uw lieve vriendin aan wie U hebt gevraagd om mij (in werkelijkheid: aan de Hemelse Meesteres!) deze brief te schrijven, zal zich er ongetwijfeld over verheugen dat ik mij tot U zelf richt, want de Moeder Gods heeft U in dit uur van hoge nood iets te zeggen dat U zonder meer als een liefdesverklaring van de Hemel aan U mag verstaan:

Elke ziekte is geen toestand, ze is een opdracht, die God de zieke geeft, omdat deze ziel daarmee zeer veel kan doen, zowel voor zichzelf als voor God. Door de erfzonde heeft de mensheid haar heiligheid verloren. God heeft daarom Zijn Heilsplan ontworpen, dat eruit bestaat dat de ziel zichzelf door spiritueel en lichamelijk lijden kan helpen verlossen uit de toestand van 'spirituele ballingschap'. Opdat dit hele systeem geheiligd zou worden, heeft Hij Jezus Christus als mensgeworden Messias en Verlosser naar de wereld gestuurd opdat de Christus Zich in het lichaam restloos zou opofferen en door dit lijden alle ziekten en lichamelijk lijden zou heiligen én door dit verschrikkelijk lijden voor de zielen de toegang tot de Hemel zou vrijkopen. Het Goddelijk Heilsplan heeft het voorzien dat elke ziel haar bijdrage tot de Verlossingswerken van Christus moet leveren, opdat de staat van genade van de mensheid als geheel verheven zou kunnen worden. Op deze wijze krijgt elke ziel in haar eigen leven vele kansen om Christus na te volgen en het eigen lijden met het Zijne te verenigen.

Lieve zus, hoe ellendig U zich in Uw huidige toestand ook voelt, het is de uitdrukking van een bruiloft met de lijdende Jezus tot dewelke God U heeft uitgenodigd. Maria verlangt ernaar, U de hele weg lang te mogen dragen en voor U een Bron van Licht en bemoediging te kunnen zijn, omdat de onbetaalbare waarde van dit lijden Haar bekend is. Elk uur dat U in deze gesteldheid doormaakt, levert God veel meer op dan een uur in goede gezondheid doorgebracht. De ongeneeslijk zieke mens is voor de Schepping en voor Gods Werken bovenmatig waardevol. Met elke ademtocht die hij God met Liefde aanbiedt, voegt hij een druppel toe aan de vijver van Genaden uit dewelke Gods Gaven in de zielen worden gestort. De Meesteres van alle zielen zou het ononderbroken opofferen van Uw lijden graag met de onbeperkte macht van de Hemelse Liefde aanvullen, opdat elke minuut die U in deze strijdt volhardt, veel zielen moge bestormen die de strijd om hun spiritueel welzijn reeds lang hebben opgegeven. Op deze wijze worden Uw dagen tot dagen van een voltrokken bruiloft met de Goddelijke Verlosser.

Hoe kunt U Maria helpen om uit deze zware chronische ziekte spiritueel goud voor velen te bereiden?

1. Het schijnt eigen te zijn aan de menselijke natuur, dat de zieke zich tegen zijn ziekte verzet, of ertegen protesteert, of er zelfs God verwijten over maakt. Het is zelfs mogelijk dat hij op één of andere wijze de ziekte als de grootste vijand beschouwt met wie hij niets te maken wil hebben en die hij er de schuld van geeft dat "niets nog is zoals vroeger, vóór het onheil hem trof". Maria smeekt U daarentegen dat U vanaf vandaag elke minuut van Uw ziekte zo bewust mogelijk zou beleven. Dat betekent niet dat U van Uw lichamelijke toestand bezeten zou zijn, in tegendeel. Het betekent ook absoluut niet dat U voortdurend aan Uw ziekte of aan de symptomen ervan moet denken. Een ziekte in spirituele zin bewust beleven, betekent: Zich in het hart ervan bewust zijn dat elke gewaarwording die bij de ziekte hoort, op een niet-waarneembaar niveau van Gods Werkelijkheid krachten in gang zet, die de ontsluiting van Gods Heilsplan zeer sterk kunnen bevorderen.

De mens kan leren, ziekte zo innig samen met Maria en met Jezus te dragen dat zij een ongewone vorm van vreugde in het hart opwekt. Het gaat hier om een vorm van bewustwording van het feit dat men op het punt staat, voor God 'eindelijk eens echt iets te doen'. De ziel in deze gesteldheid kan een zodanig krachtige ondersteuning vanwege de Smartvolle Moeder van God en de lijdende Jezus gewaarworden, dat zij ondanks alle ellende een reanimatie van het hart ervaart, zoals een mens die wel geen grote lichamelijke kracht meer heeft, maar toch in alle rust naar de zacht strelende avondzon kijkt en zich eenvoudigweg in haar Vrede laat opnemen.

2. Houdt U zich elk ogenblik zo levendig mogelijk voor ogen dat U in een levensfase aanbeland bent tijdens dewelke zich op het onderste niveau van Uw wezen (het lichaam) de doornen schijnen op te hopen, terwijl de hogere niveaus van Uw ziel een stukje van de Hemel ervaren, uit dewelke de geuren de ziel genezen en verheffen, en die zich, wanneer U Maria, de Koningin van de Hemelse Tuinen erom vraagt, geleidelijk naar de andere belevingsniveaus van Uw wezen (gevoelens, denken...) kunnen uitbreiden. Wanneer men een lijdende mens iets toont dat hij niet kent maar dat wel zeer mooi is, zal deze mens gedurende enige tijd zijn lijden 'vergeten'. Hij zal zich verwonderen over deze schoonheid en over het feit dat hij deze tot nu toe niet heeft gekend. Wat gebeurt daar?

In deze lijdende mens worden gevoelens en gedachten uitgewisseld. Zij worden voortdurend tegen de achtergrond van zijn ervaringen, herinneringen en verlangens 'geïnterpreteerd', en terwijl alle niveaus van zijn wezen zich met deze verschijnselen bezig houden, worden zijn bewustzijnsprocessen van zijn lijden weggeleid. Dit proces zou men kunnen vergelijken met een gelijkaardige situatie wanneer in een bepaald lichaamsdeel bloedstuwingen optreden. Wanneer men erin slaagt, andere lichaamsdelen te prikkelen waardoor deze een deel van het bloed naar zich toe trekken, zal in het 'zieke' lichaamsdeel een voelbare verbetering optreden. Men zou bijna kunnen zeggen "Deze plaats trekt niet langer alle aandacht naar zich toe". Op gelijkaardige wijze kan in zieke mensen een verlichting optreden door op een andere wijze het lijden te beschouwen, in het bewustzijn dat dit in de ziel bloemen laat bloeien, waardoor geleidelijk een deel van de druk in het zieke lichaamsdeel wegtrekt. Naar gelang dit 'ventiel' beter begint te functioneren, kan de zieke opgelucht adem halen, en vindt hij in deze drukvermindering een bron van nieuwe Vrede, een 'nieuw evenwicht'.

3. Wijdt U Uw ziekte en elke minuut die U in deze lichamelijke gesteldheid doorbrengt (moet doorbrengen) toe aan Maria en smeekt U Haar, deze Hemelse Toevlucht der zieken, dat Zij elk detail van Uw lijden in de heiligste bodem van Haar Hart zou begraven, waar dit alles volledig in het Goddelijk Heilsplan ingeschakeld kan worden. Verheugt U zich daarbij over de effecten van de Goddelijke Wet van de Liefde, die het zo beschikt heeft dat elke doorn in het vlees, die door een ziel in het Hart van Maria wordt begraven, omwille van deze opoffering, omwille van het vertrouwen in de Hemelse Middelares en omwille van het verlangen van de ziel, God dit geschenk te bereiden, door God in spiritueel rozenparfum kan worden opgevormd. Dit betekent concreet: Al het lichamelijk lijden dat in Liefde en overgave aan Maria wordt toegewijd, bespoedigt de Verlossing en de heiliging van de ziel en opent de deur naar de Verlossing van andere zielen.

Precies dit systeem maakt het begrijpelijk hoe een ziel die Jezus in het Lijden wil volgen, door bewuste en liefdevolle aanbieding van haar lijden aan Gods Heilsplan in de volste zin van het woord 'het Lijden van Jezus aanvult' (zoals de Heilige Apostel Paulus het zo mysterieus heeft uitgedrukt). Men kan God en Maria eenvoudigweg geen mooier geschenk bereiden dan dat van de zelfovergave, want "geen grotere Liefde kan de mens hebben, dan dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden". In het toegewijde lijden geeft de mens zich volledig over, en verzaakt aan alles wat hem nog werelds geluk zou kunnen beloven. Zegt de mens niet dat er niets waardevoller is dan een goede gezondheid? Dat is zo, maar niet helemaal zoals de mens het gewoonlijk begrijpt: Het werkelijk waardevolle van de gezondheid ligt daarin dat men erover kan beschikken als geschenk aan God ten bate van het Heil van medemensen die spiritueel niet meer gezond zijn. Wanneer men zijn gezondheid verliest, hoeft men dit verlies niet als het invallen van de duisternis te beschouwen, want God laat dit verlies aan gezondheid in zeer veel gevallen toe opdat net de zon in de ziel zou kunnen opgaan. Ik zou het zelfs zo kunnen schilderen: Wanneer het lichaam lijdt, pakken de wolken op de levensweg zich samen en gelooft de mens dat de zon voor hem nooit meer zal schijnen. Nu kan hij twee dingen doen: Ofwel gelooft hij dat zijn bewustzijn zich zo op de onderste niveaus samenbalt dat het voor altijd onder dit wolkendek zal leven, of hij trekt zijn bewuste ervaringen samen naar de hogere niveaus van zijn wezen, die boven dit wolkendek uitsteken. Op deze niveaus straalt de zon aan een volmaakt maagdelijke hemel. Zelfs in het diepste lichamelijk lijden kan de ziel de nieuwe zomer van Gods Aanwezigheid beleven.

Een zware chronische ziekte is vaak te begrijpen als een uitnodiging van God tot vervolmaking. Elke ziel is tot de heiligheid geroepen. De ziel kan zich nooit heiligen wanneer zij niet de tuin van de vergeestelijking binnentreedt, die geldt als voortuin tot het Paradijs. Deze voortuin is als een stuk op de weg naar de heiliging die men in geen geval kan omzeilen. Vergeestelijking is niets anders dan de verschuiving van het zwaartepunt van de ervaringen en de interessen 'naar Boven'. Dit betekent dat de ziel zich steeds minder naar het wereldse en steeds meer naar het eeuwige, onvergankelijke deel van haar ervaringen en doelstellingen richt.

Dit proces moet een stevig fundament krijgen. Het enige stevige fundament is dat van de opoffering van steeds meer elementen van de lichamelijkheid. Ziekte en gezondheid worden daarbij als steeds minder belangrijk ervaren, of misschien nog preciezer uitgedrukt: Zij verliezen hun macht over het denken, voelen en verlangen van de ziel, omdat deze zich andere, veel waardevollere doelen stelt, en weet dat het echte leven, die ware verdiensten en het Ware Heil op een totaal ander niveau van de ervaring groeien. Steeds meer ziet zij haar 'lichamelijk kapitaal' slechts als werktuig in Gods handen en niet meer als doel op zich. Dit proces heet 'zich losmaken'. Slechts wanneer de ziel de ballast van haar wereldse bagage afwerpt, kan zij naar de hogere niveaus opstijgen. Zolang de ziel vasthoudt aan de belangen van het lichaam, kan zij God niet werkelijk de hand reiken.

Lieve zus, U bevindt zich nu in de belangrijkste fase van Uw leven, in de fase tijdens dewelke datgene zich moet vervullen waartoe U bent geroepen. De vele doornen van het dagelijks leven kunnen samen een machtig Vuur opwekken. Door de voortdurende toewijding aan Maria van elke dag van lijden, en het liefdevolle beleven van dit lijden, vertrouwt U deze doornen toe aan het brandend Hart van Maria. In dit Vuur zullen alle doornen van toegewijd lijden van de hele mensheid worden verbrand om liefdeswarmte op te wekken die bevroren harten geneest. Op elke doorn die uit Uw aanvaard en aan Maria opgeofferd lijden wordt bereid, staat Uw naam geschreven. U zult de vrucht van deze doornen ook zelf diep in Uw ziel ontvangen. U zult vaststellen dat elke doorn U een omarming van God oplevert. Zo wordt de toestand die uit werelds oogpunt als de moeilijkste en meest weerzinwekkende geldt, tot een rondleiding door een tuin die op de ziel inwerkt als een aanraking van de Poort tot het Paradijs (Maria).

Ik zou U graag bijzonder liefdevol in de armen nemen en U in naam van de hele mensheid danken voor Uw aanvaarding van deze moeilijke ervaringen die ieder van ons Heil kunnen brengen. Weest U zich steeds bewust van de liefdevolle Aanwezigheid van Maria, die voor U steeds de Hemelse Roos temidden van de doornen zal blijven. Ik wens U in het hart een zon toe, die nooit meer ondergaat, en die de geur van deze Roos in Uw ziel voelbaar zal maken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 169
Over de intrede van het modernisme in de kloosters en de gehoorzaamheid tegenover de overste die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt – wanneer krijgt het beschouwen van voorwerpen (afbeeldingen, landschappen, dieren enzovoort) een spirituele waarde?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Koningin des Hemels vergelijkt het leven van een ziel graag met een trektocht langs een weg door de meest diverse landschappen. Het is reeds een genade, de (eind)bestemming te kennen (namelijk het Eeuwig Leven bij God). Velen kennen haar niet en slenteren dus doelloos doorheen het landschap. Het is eveneens een genade, er zeker van te kunnen zijn dat de loop van de weg een bijzondere betekenis heeft en dat men hem moet volgen om veilig het doel te bereiken. De (eind)bestemming te kennen en te weten dat de weg moet worden gevolgd, garandeert in de verste verte niet dat de reis zonder moeilijkheden verloopt. De landschappen naast de weg kan men namelijk niet zelf kiezen, en vele bloemen aan de rand van de weg zijn geen genezende kruiden, maar integendeel vergif. Zo ongeveer vergaat het de ziel die door Gods Geest gedreven, gehoor geeft aan de roep tot het hogere, en die af te rekenen krijgt met ontwikkelingen die zij niet aan haar wegrand had verwacht en die zij als gif ervaart.

Aangezien Uw vriendin zich niet kan verenigen met de idee, na het afleggen van de eeuwige geloften gebonden te blijven aan het betreffende klooster, waar het modernisme zijn intrede heeft gedaan, lijkt de raad van Zijne Excellentie de bisschop hier ondubbelzinnig de stem van de Goddelijke Voorzienigheid te vertegenwoordigen. Wanneer de ziel de genade van inzicht over wat God bevalt en datgene wat Hem minder bevalt, in zich laat bloeien, zal zij zich telkens weer beklemd voelen wanneer zij iets meemaakt, respectievelijk wanneer zij ertoe wordt gedwongen, aan iets deel te nemen wat volgens haar inzicht een inbreuk is op Gods Liefde. Op termijn zal de ziel dit niet volhouden, omdat zij haar inzichten niet voortdurend zal kunnen verloochenen en zij gebukt zal gaan onder het gevoel, verplicht te zijn om God minder te geven dan datgene wat zij Hem graag zou geven. Zij zou ertoe genoodzaakt zijn om God vreugde te ontnemen.

In deze zin zou voor de ziel de eerstvolgende noodzakelijke stap reeds deze zijn: Diep in het hart te onderzoeken of zij het spiritueel aankan, ondubbelzinnige afwijkingen van de Wet van de Liefde steeds opnieuw te moeten aanvaarden, want:

Tenslotte is elke uiting van modernisme een afwijking van de Wet van de Liefde tot God (en bijgevolg eveneens van de Liefde tot de hele Schepping), omdat in elke uiting van modernisme ten gunste van wereldse ontwikkelingen en opvattingen wordt besloten om in plaats van rechtlijnig en zonder compromissen op God gericht te blijven. Gods Voorschriften passen zich niet aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen omdat Gods Wijsheid volmaakt is en derhalve doorheen alle eeuwen precies dezelfde blijft. God heeft alle zielen geschapen en Zich daarbij steeds van dezelfde principes bediend. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben met menselijk denken te maken, niet met Goddelijk denken. Mocht dit het geval zijn, dan zou men moeten aannemen dat Gods Wijheid ook steeds nood heeft aan ontwikkeling. Een dergelijke opvatting zou overeenkomen met een belediging aan Gods onfeilbaarheid, temeer daar de maatschappelijke ontwikkelingen en de mentaliteitsveranderingen bij de zielen doorheen de eeuwen in vele opzichten eveneens zijn getekend door duistere invloeden, die slechts Gods Werken van hun werking, hun effecten, willen beroven.

Hoe onze zus ook zou beslissen, het moet haar in ieder geval duidelijk zijn: Indien – en voor zover – zij in gehoorzaamheid heeft gehandeld, respectievelijk handelt, ligt elke eventuele morele verantwoordelijkheid niet bij haar, maar bij de ziel van wie het handelen, het voorbeeld, respectievelijk de voorschriften, geboden en verboden uitgaan. In deze zin maakt een monnik of een kloosterzuster zich niet schuldig wanneer hij of zij onder het zegel van de gehoorzaamheid, modernistische handelingen stelt, terwijl het eigen hart lijdt onder de kennis dat deze handelingen niet de hoogste mate aan genaden opleveren en God niet de grootst mogelijke Liefde schenken. Elke desbetreffende hartenpijn kan aan de Moeder van Smarten worden aangeboden als zoenoffer en daardoor iets goedmaken van datgene, wat door de handelingen verloren gaat.

Ik bid vurig tot de Moeder van de Kerk, dat onze zus een oplossing vindt die haar in de mogelijkheid stelt om het kloosterleven niet te moeten opgeven, want ik ben ervan overtuigd dat zij werkelijk een echte roeping heeft ontvangen.

In verband met Uw andere vraag: Of het beschouwen van landschapsafbeeldingen die de ziel op een of andere wijze 'verheffen' en haar 'voor Gods wereld lijken te openen', een wereldse bezigheid is omdat het meestal wereldse afbeeldingen zijn en geen louter door God geschonken stuk natuur? Kan men dit aan Maria toewijden en het daardoor verheffen?

Zoals de Moeder Gods met betrekking tot muziek reeds heeft laten aanduiden (zie antwoordbrief 107), gaan van alle elementen van de Schepping, om het even of deze via klanken of via andere kanalen worden ervaren, verschillende signalen uit. De menselijke geest kan deze signalen eveneens beïnvloeden of deze zo door elkaar vermengen dat 'boodschappen' ontstaan die in zeer veel verschillende 'tonen' de ziel kunnen beïnvloeden. Scheppingselementen die in ongeschonden ('maagdelijke') toestand op de ziel kunnen inwerken, zullen in een ziel die zoveel mogelijk louter op God georiënteerd leeft, verheffende invloeden uitoefenen. Als voorbeeld zou ik er kunnen op wijzen dat de ziel in een gesteldheid van mystieke aanraking door Maria of Jezus enzovoort, bij het eenvoudig beschouwen van een dier, zelfs van een dier dat normaal gesproken' niet steeds als positief wordt ervaren, bijvoorbeeld een insect, tot tranen toe geroerd kan zijn. Dat komt omdat de ziel in een gesteldheid in dewelke zij zeer innig voor Gods Liefde ontsloten is, in dit diertje eeen element van de Liefde ervaart met dewelke God het heeft geschapen.

Wij mogen nooit vergeten dat God door elk schepsel Zijn Liefde laat stromen. Precies om deze reden komt het slecht behandelen van dieren overeen met een gebrek aan Liefde tot God.

Het beschouwen van landschapsafbeeldingen, ook onder de vorm van een schilderij, kan een wereldse bezigheid zijn. Het kan echter eveneens tot een spirituele ervaring worden verheven wanneer de ziel in staat is om in de afbeelding 'in de diepte' de schoonheid van Gods Schepping te herkennen of deze er als het ware 'in te denken'. Men kan tenslotte een afbeelding ofwel met de ogen beschouwen, ofwel met het hart, of (wat nog dieper gaat) met de ziel. In het laatste geval worden spirituele ervaringen opgewekt, die de ziel soms zelfs voor de mystieke componenten van de werkelijkheid kunnen ontsluiten. Dit betekent dat de ziel al het wereldse, al het stoffelijke 'automatisch naar het niveau van de ervaring van Gods Liefde en Heerlijkheid verheft'. Hierbij kijkt de ziel als het ware door het oppervlak om in het hart van de dingen door te dringen. Dit betekent: in het diepe wezen, zoals God het heeft laten worden. Precies in dit 'hart' van de dingen ontdekt de ziel de Liefdesstroom waarmee God het heeft voorzien. Dit is het wat een mystieke waarneming tot een ervaring van Licht maakt: De ziel erkent in alles de werking van God, de Wet van de volmaakte Liefde en haar Beschikkingen op het domein van de Wijsheid, de Voorzienigheid, enzovoort.

Een landschap beschouwen (zelfs op een foto, een schilderij enzovoort) kan tot een echt gebed uitgroeien wanneer de ziel erin slaagt om dit beschouwen tot een spirituele oefening te maken die haar met Gods Liefde in aanraking kan brengen. Wanneer de ziel in deze beschouwing God verheerlijkt en prijst omwille van de Liefde met dewelke (en vanuit dewelke) Hij alle elementen van het beschouwde landschap heeft geschapen, men Hem ervoor dankt en Hem de beleefde vreugde en de gevoelde verbazing als geschenk aanbiedt (bijvoorbeeld door toewijding van dit alles aan Maria!), dan sluit de kring zich en wordt de ervaring tot een volwaardig gebed. God schenkt, de ziel ontvangt, voegt iets van zichzelf eraan toe (verbazing, vreugde, Liefde, dankbaarheid, verlangen tot toewijding) en schenk dit op haar beurt terug aan God en Zijn Schepping. Alles waarin God en Zijn schepsel elkaar in beide richtingen aanraken, wekt verheffing van de staat van genade van de gehele Schepping op. Elke ziel zou zich hiervan ononderbroken bewust moeten zijn.

Voor het beschouwen van een landschap op een tekening, foto of schilderij kan hetzelfde gelden, op voorwaarde dat de ziel ertoe in staat is, 'achter de menselijke inbreng' die het geschapene door verf, krijt, potlood enzovoort tot uitdrukking brengt, het diepere wezen van het voorgestelde te ervaren alsof het niet door mensenhanden tot uitdrukking zou zijn gebracht, maar recht uit de hand van de Schepper zou komen. Zij beschouwt dan bijvoorbeeld niet de bruine en groene penseelstreken die een boom voorstellen, maar 'het wezen van een door God geschapen boom', met Gods Liefde, met Zijn groeiplan enzovoort, dat erin vervat zit. Slechts in dat geval zal de ziel de zuivere Liefde kunnen voelen die de Schapper ook door de mensenhand tot uitdrukking heeft laten brengen. De kunstenaar kan tenslotte Gods Liefde uitdrukken, op voorwaarde dat hij de inspiraties van Gods Geest volgt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 170
Over de zuivering van hart

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve dochter van de Moeder Gods,

Moge deze brief voor U de zonsopgang van de Hoop zijn. Doordat U in Uw brief om hulp hebt geroepen, heeft God Uw verlangen om te strijden voor de wedergeboorte van het goede in Uw leven gevoeld. Precies dit verlangen zet Hem er nu toe aan, U te hulp te komen via Zijn volmaakte Vertegenwoordigster, Maria, die ook Uw Moeder is.

De belangrijkste eerste stap om een gebedsverhoring te verkrijgen, is de zuivering van het hart. Een zuiver hart ontwikkelt een veel grotere kracht op Gods Hart dat alle genaden verleent. Een zuiver hart is een hart dat als een spiegel van de Ware Liefde is, omdat het zich van spanningen heeft bevrijd en werkelijk vertrouwt op God en Zijn Barmhartigheid. U moet dus bidden om de zuivering van Uw hart, en wel tot Maria, de Koningin van de zuivere Liefde en Troosteres van de Bedroefden. God heeft Maria de macht verleend om elke ziel om te vormen, al heeft deze nog zo veel geleden en al is deze nog zo gekwetst. De ziel bezorgt zichzelf vaak wonden wanneer zij ten prooi valt aan de overtuiging dat zij alles verkeerd heeft gedaan en dat er geen weg terug meer is. Daardoor functioneert zij al spoedig helemaal niet meer, en haar krachteloosheid schijnt haar te sterken in de overtuiging dat in haar leven niets meer goed gaat en dat zij een mislukkeling is.

Net op dit moment is Uw hart er klaar voor om Gods Barmhartigheid te oogsten wanneer U ZICH WENDT TOT DE ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA.

God heeft de zielen een wonderbaarlijk betaalmiddel ter beschikking gesteld om een volledige zuivering te bewerken: Toewijding aan Maria. Wijdt U alle leed dat U gedurende die hele tijd reeds hebt doorstaan, toe aan Maria, en smeekt U de Allerheiligste Maagd dat Zij U op grond daarvan een volledige bevrijding van hart moge schenken. Gelooft U rotsvast dat het werkt! Jezus heeft de zielen getoond hoe zij zich moeten gedragen om in Gods Liefde en in staat van genade te leven. Eén van Zijn grootste voorbeelden was dit van Zijn Lijden. Zijn onmetelijk Lijden (ook in het Hart, denkt U aan de Hof van Gethsemani) heeft voor de zielen de bevrijding van de zonden bewerkt. Welnu, op gelijkaardige wijze kan de ziel zichzelf uit de droefgeestigheid helpen bevrijden door haar lijden aan Maria toe te wijden, opdat Zij het de Barmhartige God als offer tot bevrijding mag aanbieden. God kan Maria de vruchten van een dergelijke opoffering niet weigeren. Zegt U eenvoudig met alle kracht die U in Uzelf kunt verzamelen:

"Maria, mijn tedere Moeder en Meesteres van mijn ziel, ik schenk U mijn hele leven, met alle leed dat ik heb geleden en dat mijn hart dreigt te verslinden. Ik smeek U, U die de Zon Christus ter wereld hebt gebracht, laat toch in mijn hart de zon opnieuw opgaan. Aan Uw voeten leg ik mijn hele vertrouwen. Beziel al mijn relaties met Uw volmaakte Liefde en zuiver mij van alle duisternis in gedachten en gevoelens. Gewaardig U, mij totale vergevig, reiniging en wedergeboorte te bekomen."

Herhaalt U dit kort gebed, indien nodig zelfs enkele malen, zeer langzaam en voelt U hoe Maria U omhelst. Zij kent de hartenpijn als geen ander. Zij zal Uw hart in Zich opnemen en het samen met Haar maagdelijk Smartvol Hart voor Gods Troon brengen. Dat zal U persoonlijk aan de drempel van een nieuw Leven brengen. De toewijding zal de zuivering van Uw hart inleiden, en U zult ondervinden dat een zich zuiverend hart is als een poort die zich voor de nieuwe zonsopgang opent, want door toewijding aan Maria sluit U een verbond op grond waarvan Maria er zal mee beginnen, Uw leven 'om te vormen'. Zij zal U Licht, Liefde, warmte, Hoop en vertrouwen instorten, en Zij zal in U het vertrouwen opwekken, dat vanaf dan het Licht de teugels opnieuw in de hand zal nemen.

De volgende stap, zoals Maria mij deze inspireert, is deze: Smeekt U Maria vurig dat Zij in U moge leven en handelen, en neemt U in aansluiting daarop contact op met X. Hij lijdt op dezelfde wijze als U en verlangt even sterk als U dat de verbinding tussen U beiden tot in de diepte hersteld mag worden. Hij durft niet en U durft niet. MAAR... Wanneer U Maria en Haar oneindige Hemelse Liefde ingestort zult krijgen, bent U de bevoorrechte partij en verwacht God van U dat U probeert, de draad van de relatie opnieuw op te nemen. Streeft U naar een open gesprek met X. en smeekt U Maria dat Zij in U de gesteldheid van een begripvolle mildheid, een gezond berouw (dit is zonder overmatige zelfverwijten, want deze verlammen het vermogen om lief te hebben), een vurig verlangen naar goedmaking en een nieuw begin laat openbloeien, en U, die nu het gevoel hebt dat het winter is, U zult de bloemen van een lente in het hart voelen openbloeien. U zult de moed hebben, deze voor God uiterst belangrijke stap te zetten. Het komt erop aan, X. te laten voelen dat U als een nieuw mens bent, een mens die zich van veel heeft gelouterd en die nu klaar en in staat is om een rijpe, evenwichtige relatie met een medemens te beginnen. Hij zal voelen dat U iets ongewoons meedraagt, dat er voorheen niet was (namelijk de onvoorstelbare, zuivere Liefdeskracht van de Moeder Gods).

Dat is wat God nu van U verwacht. Waarom? Omdat God met elke ontmoeting, met elk contact, met elke relatie tussen zielen iets zeer bijzonders nastreeft. Hij wil Zijn eigen Goddelijke Liefde door alle zielen laten stromen en Hij kijkt vol verwachting toe hoe zielen met elkaar omgaan. Tot nu toe heeft er iets in Uw relatie ontbroken dat voor God van wezenlijk belang is: de zuivere Liefde, die stroomt en stroomt en geen belemmeringen ondervindt, noch grenzen of eisen stelt. U hebt Uw gevoelens niet altijd in de hand gehad omdat de inwendige bewegingen van Uw hart niet voldoende door het Ware Licht waren bezield. Vanaf nu echter, na oprechte, verlangende toewijding aan Maria, zal dit alles grondig veranderen. De genade zal U en X. worden ingestort in de mate waarin U op dit vlak alles opnieuw goed maakt: Toont U God dat U:

  1. van Zijn grootste geschenk aan de zielen gebruik maakt, namelijk van de toewijding aan Maria, Zijn Vertegenwoordigster tegenover de zielen;
  2. Zijn grootste behoefte – de bestreving om de Ware Liefde te laten stromen – met inzet van al Uw krachten wil bevredigen.

God test nu Uw geloof in het feit dat ALLES weer kan worden goedgemaakt zolang de ziel erop vertrouwt dat God elk verlangen naar Zijn tussenkomst met massa’s nieuwe kracht en Liefde beantwoordt. Waagt U het gerust, deze gesteldheid van Maria af te smeken, en Zij zal U naar een wedergeboorte leiden: zowel in Uzelf als in de relatie met X. Bidt U ook voor hem, opdat hij de oprechte Liefde zo moge opnemen als zij bedoeld is, en opdat hij van zijn angst moge worden bevrijd en zich volledig voor U moge kunnen ontsluiten, en het wonder zal geschieden. Maria laat Haar vertrouwvolle kinderen nooit in de steek.

U zult eveneens van al Uw angsten worden bevrijd, want waar de Ware Liefde wordt geboren, heerst de Moeder Gods en voor Haar vlucht elke duistere gesteldheid, zoals – onder andere – de angst.

Ik zal heel graag voor U bidden opdat het Hemels zaad U deze nieuwe lente van het hart mag brengen.

Maria houdt veel van U beiden. Neemt U Haar hand en betreedt U vol vertrouwen de weg naar de bevrijding!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 171
Over boete-offers

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wil ik U vragen, mij te willen verontschuldigen omdat een antwoord op de door U gestelde vraag over de retraites overbodig is gebleken omdat de Moeder Gods mij pas nu opdraagt, U te schrijven. De beantwoording van elke brief volgt nu eenmaal op Maria’s Tijd, en aangezien Zij de macht heeft ontvangen om de Beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid op ons leven van toepassing te brengen en hen in de gewenste richting te sturen, moeten wij ook dit aannemen als iets waarmee de Hemel een bepaalde bedoeling nastreeft.

Het is nooit gemakkelijk, een gouden regel te vinden wanneer het erop aankomt, zich bij ziekte al dan niet te laten behandelen. Maria heeft mij persoonlijk hiervoor regels opgelegd, aan dewelke ik mij moet houden. Deze gelden echter voor mij persoonlijk en ik mag deze niet aan andere zielen voorhouden, omdat niet alle zielen in het leven dezelfde opdrachten te vervullen krijgen. Voor U komt het er op aan dat U, zoals U zelf reeds hebt mogen erkennen, ertoe geroepen bent Uw chronisch lijden als boete-offer aan de Hemel aan te bieden. Over het algemeen gesproken komt het erop aan dat dit lijden verdienstelijker zal zijn naarmate U dit volledig aanneemt zoals het komt. Het komt er echter ook op aan dat de ziel die boete-offers brengt, haar 'lichamelijk kapitaal' in zoverre moet beschemen, dat haar zelf geen schuld treft wanneer zij reeds spoedig niets meer te bieden heeft. U begrijpt wel wat ik bedoel. Maria laat mij U de volgende regel op het hart drukken:

Om door Uw boete-offers de hoogste mate aan verlossende kracht te bewerken, is het raadzaam dat U onder Maria’s leiding – om deze tot uitwerking te brengen, moet U Haar alles toewijden: Uw lijden, de schommelingen hierin, het onvermogen om te eten en de daarmee gepaard gaande reacties in lichaam en ziel, enzovoort) de volgende elementen zo efficiënt mogelijk tracht te combineren:

  • Uw lijden zo bewust mogelijk te beleven. Daardoor verkrijgen deze een nog veel diepere betekenis en brengen zij ten gevolge daarvan niet zelden echte vreugde en een diepe Vrede in het hart. Ik kan U dit uit ervaring bevestigen, aangezien de Meesteres van alle zielen mij desbetreffend vaak oefeningen oplegt;
  • Op ogenblikken waarop het lijden U zwaarder valt dan gewoonlijk, iets ter ondersteuning in te nemen, of het U te laten toedienen. Hierover moet het volgende worden verduidelijkt. Het is mij niet toegestaan, U te zeggen wat U moet doen, welke geneesmiddelen U mag gebruiken en welke niet. Slechts ter informatie kan ik U mededelen dat voor mij persoonlijk, indien nodig, Maria slechts het gebruik van zuiver natuurlijke geneesmiddelen toestaat. Zij geeft daarvoor redenen die niet verkeerd kunnen worden begrepen. De keren dat Maria mij het gebruik van een natuurlijk hulpmiddel toestaat, zegt Zij steeds dat Zij daarvan een oefening in volkomen gehoorzaamheid maakt omdat Zij de macht heeft om te beslissen of, wanneer, en voor hoe lang dit middel mij verlichting zal brengen of niet. Hiermee beantwoord ik eveneens Uw vraag of U volledig op Maria moet vertrouwen. In mijn geval geldt dit absoluut, omdat mijn relatie tot Maria door Haar Zelf is geplaatst onder de Wet van de mystieke bruiloft, tot dewelke Zij mij heeft geroepen. Voor U geldt in elk geval dat Maria U in het hart zal leiden, en wel in de mate waarin U zichzelf daadwerkelijk tot in de details aan Haar wilt overgeven. De overgave is op zich toch al een voorwaarde voor een vruchtbaar doorleefde toewijding.

Eigenlijk zou men het zo kunnen zien, dat ook de ziel van wie de Hemel boete-offers verlangt, zich ondanks deze opofferingen niet mag verwaarlozen, want in Gods ogen zou dit gevaarlijk dicht in de buurt van euthanasie komen, en zoals U waarschijnlijk weet, wordt euthanasie door God gezien als een ernstige zonde (voor de ziel die dit wenst of lichtzinnig toelaat) omwille van het feit dat euthanasie ingrijpt in het Plan dat God ten aanzien van een ziel koestert, en dat zij derhalve in overtreding is met de overgave aan Gods Beschikkingen.

Bij boete-offers die een snel verlies aan lichaamskrachten met zich mee kunnen brengen, moet men steeds rekening houden met het feit dat de ziel ervoor moet zorgen dat zij niet door de wil om haar boete-offers te strikt te vervullen, aan andere zielen schade toebrengt wanneer dit vermeden zou kunnen worden. Bijvoorbeeld: Wanneer een ziel zichzelf een zo strenge vasten oplegt dat zij daardoor niet meer voor haar hulpbehoevende kinderen kan zorgen, is dit niet langer een verdienstelijke deugd, enzovoort. Ik kan U deze vertroosting in het hart leggen: Wanneer de ziel bij haar boete-offers met overleg te werk gaat en oprechte Liefde betracht, zal zij zeker diep in het hart Hemelse Leiding krijgen opdat zij naar waarheid door de Wijsheid moge worden geregeerd.

Wat het visioen van de goede ziel betreft, die U heeft willen helpen, moet ik vanwege onze Hemelse Meesteres naar waarheid zeggen: Deze ziel is inderdaad misleid geweest. Nochtans beklemtoont de Koningin van de Hemel dat deze ziel zich niet schuldig hoeft te voelen, omdat zij volledig te goeder trouw heeft gehandeld wanneer zij meende, U Hemelse raad te hebben gegeven. Zij is een daad van zuivere naastenliefde rijker geworden, en heeft zich niet met enige schuld belast. Een ziel die door de duivel wordt misleid, zondigt niet wanneer zij niet heeft willen zondigen en aldus niets verkeerds van plan was. Deze ziel kan dus gerust zijn. Het is zeker juist dat er tussen U en God een verbond is, maar de voormelde ziel mag haar 'wanprestatie' niet als vergiftiging van een heilige bodem beschouwen, temeer omdat het middel dat zij U had aanbevolen, normaal gesproken volkomen onschadelijk is. U heeft het echter niet geholpen, of U hebt het niet kunnen verdragen omdat Uw lichaam vanwege de slijmvliesproblemen vele middelen helemaal niet kan verwerken.

Ik sluit U beiden graag in mijn hart, en smeek om de wonderbare voelbare Aanwezigheid van de Meesteres van alle zielen. Moge de Liefde van onze Meesteres Uw verdere levensweg verlichten met de regenboog van de Ware Hoop, die zoals bekend, wordt geboren uit de overwinning van de zon over de regen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 172
Over primaire en secundaire genaden – over de zegen van een gehandicapt kind voor het gezin – over de Hoop – over gebedsgroepen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U reeds lang geleden de stap hebt gezet, Uw gezin aan Maria toe te wijden. Ik begrijp dat U ietwat ontgoocheld – misschien is de juiste uitdrukking eerder 'emotioneel overweldigd' – bent, omdat U tot nu toe geen teken van verhoring hebt kunnen vaststellen. Opdat U één en ander in het juiste perspectief zou kunnen zien, moet ik het volgende met U delen, dat U 'van boven' wordt geschonken als straal van Hoop:

Wanneer een ziel een andere ziel een geschenk van naastenliefde wil geven, bijvoorbeeld door deze ziel aan Maria toe te wijden opdat deze op een bijzondere wijze door de Koningin des Hemels moge worden behoed, kan voor die andere ziel deze Genade worden bekomen. Het gaat hier echter wel om een Genade die door Maria wordt aangeduid als 'secundaire' Genade. Een 'primaire' Genade is een Genade, die aan een ziel wordt geschonken, die zelf om deze Genade heeft gevraagd. Een 'secundaire' Genade is deze, welke aan een ziel wordt geschonken omdat een andere ziel hierom heeft gevraagd. Bij de toewijding van een ander persoon gaat het dus om het afsmeken van een secundaire Genade.

Wat het effect van de Genade betreft, is er tussen een primaire en een secundaire Genade geen verschil. Het verschil ligt in het 'al dan niet rijp zijn' voor de opname van de Genade. Een primaire Genade wordt gewoonlijk beter opgenomen dan een secundaire, omdat de ziel tenslotte de primaire Genade voor zichzelf vraagt, en zij derhalve normaal gesproken geopend is voor de ontvangst ervan. De secundaire Genade daarentegen, botst vaak tegen de muur van de vrije wil van de ziel die haar moet opnemen. Concreet betekent dit, dat wanneer Uw man en Uw kinderen, tegen de achtergrond van hun levenswijze en hun verwachtingen ten aanzien van het leven, eigenlijk niet bijzonder geïnteresseerd zijn in de Genade die U voor hen hebt gevraagd, hun vrije wil niet heel bereid zal zijn om deze Genade op te nemen. Gods Geest klopt aan de deur van hun zielen, maar de vrije wil, die in een andere richting is georiënteerd, luistert niet naar dit kloppen.

Kan hieraan dan niets worden veranderd? Toch wel. De kracht van de naastenliefde wordt in hoge mate bepaald door het geduld, de volharding. Een kortstondige, hevige inspanning kan, om zo te zeggen, elke ziel opbrengen. Een langdurige inspanning daarentegen, wordt slechts in stand gehouden 'wanneer voldoende brandstof in de tank is'. Deze brandstof is, precies zoals voor alle Leven, de Liefde. Dat U geen veranderingen kunt vaststellen, ligt niet aan enige onverschilligheid vanwege God of Maria, doch aan een gebrekkige wil van de betreffende zielen om zichzelf actief aan Maria over te geven. Maria neemt namelijk niets. Zij laat Zich alles uit vrije wil schenken, omdat Zij slechts op deze voorwaarde Haar herscheppende macht in de ziel kan aanwenden. Zo wil het de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid.

Ik zou het figuurlijk zo kunnen uitdrukken, dat de spirituele Wet van het effect van de toewijding is gebaseerd op een wiskundige formule, die zegt:

de mate van wedergeboorte = de mate van vrijwillige overgave

Dit betekent dat de effecten van de wedergeboorte van een ziel op grond van een toewijding aan Maria, volledig worden bepaald door de mate waarin de ziel zich vrijwillig aan Maria overgeeft. Wanneer de overgave een waardecijfer '10' zou krijgen, zou kunnen worden verwacht en vastgesteld dat de wedergeboorte vijf maal zo sterk zal zijn als wanneer de overgave een waardecijfer '2' zou hebben gekregen. Dat deze vergelijking juist is, komt doordat de andere factor die meespeelt, steeds onveranderd blijft en derhalve geen invloed heeft op de maat in de vergelijking: De steeds constante factor is de Liefde van Maria respectievelijk van God. In om het even welke aanraking tussen Goddelijke en menselijke elementen is het menselijke element het enige dat veranderlijk is. Op God kan men steeds ten volle vertrouwen, de zwakke schakel in de ketting is steeds de menselijke inbreng.

Het komt er dus op aan, te trachten, de mate van de vrijwillige zelfgave van de andere zielen te beïnvloeden. U kunt dit door volgehouden gebeds- en opofferingsinspanningen, evenals door om U heen een voelbare Liefde te verspreiden, in een poging om het relatief gebrek aan spirituele openheid bij Uw gezinsleden te compenseren.

Jezus heeft niets anders gedaan dan precies dit: Hij heeft getracht, de onverschilligheid, het gebrek aan openheid van vele zielen, door de uitstraling van Zijn Liefde om te keren. Het feit dat Hij Gods Zoon was, betekent niet dat dit Hem geen inspanning heeft gekost, wel integendeel: Jezus bezat een zo volmaakt inzicht in de zondigheid en de tekorten van elke ziel, dat Hij ononderbroken tegen een verscheurende hartenpijn moest strijden. Nog erger: Hij wist hoe ongelooflijk veel zielen niet naar Zijn woorden zouden luisteren en geen oren zouden hebben naar Zijn Liefde, en ondanks deze onvoorstelbaar beklemmende ervaring ging Hij in Zijn overgave voor de zielen tot het uiterste. Zo heeft ook Maria het gedaan, zij het dan volledig in het verborgene: Haar Smarten omwille van de zielen speelden zich af op het volledig besloten toneel van Haar eigen Hart, tot dit in Haar laatste levensjaren op aarde bijna letterlijk scheurde.

Elke ziel die veel lijdt om de ingesteldheid van de haar omringende zielen, moge zich voor ogen houden dat Maria Smarten heeft geleden die duizenden malen erger waren, omdat Zij de ingesteldheid doorgrondde van alle zielen met dewelke Zij in aanraking kwam: een onbeschrijflijk lijden voor een Hart aan hetwelk de volheid van Gods Waarheid was geopenbaard, en in hetwelk God de volheid van Zijn Liefde bewaarde als in een tabernakel.

Maria heeft de door U aangeboden toewijding in elk geval aangenomen. Een leven als toegewijde ziel is echter meer dan om het even welk ander leven een leven van beproevingen. U kunt dit onder andere lezen in het manifest De Tempel van Maria, bijvoorbeeld in hoofdstuk 1, punt 12, eerste alinea.

Uw gehandicapte dochter is een zegen van God, ook al is het voor U momenteel, met het oog op Uw moeilijk leven, niet duidelijk. God doet alles met een bedoeling. Om welke reden uitgerekend deze of die ziel de hoede over een gehandicapt kind krijgt toebedeeld, kan op aarde niemand zeggen, omdat dit een geheim is dat in Gods Hart is geborgen. Later, na dit leven, wanneer God U het voor U voorziene levensplan zal onthullen en toelichten, zult U de onfeilbare logica van deze Goddelijke Beschikking kunnen zien. Slechts één ding kan met absolute zekerheid worden gezegd: Elke Beschikking, die God voor een bepaalde levensweg uitvaardigt, is gericht op een zo groot mogelijke Eeuwige Gelukzaligheid voor de ziel in kwestie. Om deze reden heb ik geschreven dat het hier een zegen van God betreft.

U bent bang omwille van Uw kinderen. Ik kan U heel goed begrijpen, omdat Maria mij heeft getoond waarom. Nochtans mag ik U vanwege de Moeder Gods slechts het volgende op het hart drukken:

Weest U niet bang, ook wanneer de objectief vaststelbare situatie om U heen U zorgen baart. In het voor Uw ogen niet-zichtbare gedeelte van de werkelijkheid gaat heel wat om. De duisternis mag nog zo zeer razen, ook Gods Licht is werkzaam, en in Uw vertrouwen in Maria ligt de sleutel tot de 'generator van het Goddelijk Licht' (het Hart van God). De Hoop is precies een hoofddeugd omdat haar macht op het Hart van God zo onvermoed groot is. De Liefde is de brandstof van alle elementen van de Schepping, het Geloof is de sleutel tot de Verlossing, de Hoop kan als sleutel tot de beleving van het Ware Geluk op aarde worden beschouwd.

De Hoop laat de ziel elke toestand, ook al lijkt deze nog zo penibel, zo beschouwen als ware deze reeds door God op de best mogelijke wijze opgelost. Precies zo moet U nu de toestand met Uw kinderen leren beschouwen: alsof Maria Zich nu reeds onbeperkt over hen ontfermt. Van U wordt nu slechts één ding verwacht: Vertrouwensvolle overgave in het bewustzijn dat Uw lijden in het hart (en Uw lichamelijk lijden) de spirituele bevrijding van Uw kinderen vrijkoopt, roos na roos, maar U moet daartoe dit lijden in Liefde aan Maria toewijden, en dit dag na dag aan Haar voeten neerleggen. Zegt U rustig tot Maria: "Hemelse Moeder, ik bied U mijn tranen om mijn kinderen aan. Gewaardig U, hiermee de zielen van mijn kinderen te wassen". Indien er één ziel is, die deze woorden in hun volle diepgang zal begrijpen, is het wel Maria.

In de gebedsgroep vindt U geen bevrediging. Ook dat kan ik goed begrijpen. Ik zou U graag het volgende beeld schetsen, dat Maria mij in dit verband toont:

Overal waar zielen worden samengebracht, wil God een tempel oprichten. Een tempel staat symbool voor gebed, lofprijzing en aanraking van Gods Hart. God heeft daarvoor stenen en cement nodig.

De stenen worden door de Goddelijke Voorzienigheid geleverd: Het zijn de kernen van de zielen zelf. Elke ziel is rond een kiem van heiligheid gevormd. Wanneer zielen iets samen doen, raken deze kiemen elkaar om samen heilige vruchten op te leveren. Heilige vruchten zijn alle werkingen die Heil over de Schepping brengen. De stenen worden dus samengevoegd.

Het cement wordt gevormd uit datgene, wat van de zielen uitgaat. Wanneer nu deze invloed onvoldoende vergeestelijkt is, dus té 'werelds', is het cement in zijn geheel niet stabiel, en het bouwwerk (de tempel) wordt onbetrouwbaar. Zo is het met vele gemeenschappen van zielen, en zo is het jammer genoeg eveneens met vele gebedsgroepen: Zij worden door God samengeroepen, maar zij ondergraven zichzelf, hun eigen sterkte, hun uiteindelijke werking, doordat vele leden een al te wereldse ballast in de groep brengen, en de gebedsbijeenkomsten reeds spoedig wereldse bijeenkomsten worden.

Een gebedsgroep is door de Goddelijke Voorzienigheid steeds als een tempel bedoeld, wordt echter door de mensen jammer genoeg vaak tot een gemeenschap voor hoofdzakelijk wereldse sociale contacten ontwaardigd. Hoe meer de harten in een gebedsgroep op een zuiver contact met de Hemel zijn gericht, en de gebedsintenties niet de eigen intenties zijn, doch die van de Hemel, van het Goddelijk Plan, des te krachtiger zullen de gebeden zijn. Ik heb het reeds vaker moeten schrijven: Er wordt heel veel gebed verspild wegens al te menselijke, wereldse gebedsintenties en hartsgesteldheden. Wanneer de juiste voorwaarden ontbreken, is het absoluut mogelijk dat een ziel, die tracht los te komen van wereldse instellingen en invloeden, en die graag nog slechts zou leven voor de dingen die met het wereldse niets meer te maken hebben, zich in een gebedsgroep niet al te goed voelt.

Wij mogen nooit vergeten: Elke ziel is niet voor de wereldse dingen op aarde, doch slechts om zich te heiligen (om steeds dichter naar het ideaal toe te groeien dat de ziel beeld en gelijkenis van God zou worden), en om Gods Heilsplan te helpen verwezenlijken. Al het andere is opvulling die slechts voor de spirituele ontwikkeling moet dienen, doch nooit een doel op zich mag vormen.

Ik neem U met al Uw intenties in mijn hart op, en smeek voor U om kracht opdat U inwendig een lichtbrug zou kunnen bouwen, op dewelke Uw zorgen tot rust komen, en U zichzelf onbeperkt in Maria kunt laten overvloeien. Zoals bekend, werpt het Hemelse Licht geen schaduwen, omdat het elk element van het leven van alle kanten tegelijkertijd belicht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 173
Hoe kan een toegewijde zijn naaste, zijn gezin te hulp komen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Eén van de belangrijkste lessen die Jezus de zielen heeft geleerd, is deze: "Uw Geloof heeft U gered". Met deze woorden wil ik U graag troosten, want ik ben ervan overtuigd dat Uw gezin wordt beschermd zolang U Uw Geloof trouw blijft zoals U nu duidelijk merkbaar doet. Inderdaad, U vat zelf reeds de wezenskern van het christen-zijn samen, wanneer U schrijft dat elk mens zijn kruisen moet dragen. Het hele Heilsmysterie is op deze waarheid gebaseerd. Dit betekent echter in geen geval dat U niet om ondersteuning mag vragen. Het verheugt mij dat U het hebt gedaan, want Jezus heeft niets vuriger gewenst dan dit: Dat wij allen één worden. Eén-zijn betekent een ketting vormen. Dit kan een ijzeren ketting zijn, maar dan is de eenheid een leeg woord, niets méér dan een uiterlijkheid die men ervaart als een morele verplichting. Het kan echter een ketting van Vuur zijn en in dat geval gaat het om een solidariteit uit louter Liefde die niet op de zielen 'drukt' doch hen tot leven wekt.

Wanneer een ziel een andere ziel om ondersteuning vraagt, drukt zij daarmee de wil uit met deze andere ziel iets te willen delen. Het is de wil die aan de dingen leven geeft, die de dingen in beweging zet, naastenliefde opwekt en Gods Aanwezigheid over de zielen afsmeekt. Het spreekt vanzelf dat ik U allen in mijn hart sluit en ik druk U op het hart dat Maria U niet in de steek zal laten. Uw toewijding aan Maria maakt U tot actief lid in de gemeenschappelijke strijd tegen alle duisternis. Daardoor worden de lasten meer voelbaar, maar zij worden ook vaak nuttiger.

Wijdt U Uw vrouw toe aan Maria en smeekt U de Moeder Gods dat Zij de goede eigenschappen van Uw vrouw tot hun recht moge laten komen en haar voor het overige uit haar duisternis zou bevrijden. Het is zeer belangrijk dat U elkaar wederzijds vergeeft. Een misstap mag nooit de kans krijgen, in het hart een eigen leven te lijden. Wanneer men dit toelaat, wordt de waarneming van de ander gemakkelijk verwrongen: Men ziet hem of haar al snel door een donkere bril. Door een dergelijke bril ziet men echter niet langer de zon omheen de ander of uit hem of haar schijnen, men ziet slechts een donkere gestalte die door een onwerkelijke wereld is omgeven.

Tracht U zich Uw vrouw zo te herinneren zoals zij in de mooiste ogenblikken was, toen U nog niets anders dan zon in haar en Uw hart voelde. Deze zon is er nog steeds. Datgene wat de pijn heeft gebracht, moet U als een laag slijk beschouwen, niet als Uw geliefde vrouw zelf. Wanneer een geliefd persoon in een gracht is gevallen, zal men trachten, deze uit de gracht te helpen en hem/haar te wassen. Vaak is dit precies wat zielen zouden moeten doen wanneer tussen hen iets betreurenswaardig is gebeurd. Zij zouden elkaar opnieuw op de weg moeten trekken en elkaar wassen: Dit betekent: naar het mooie in de ander zoeken en dit in het hart opnieuw laten stralen.

Bidt U tot Maria, de Koningin van de gezinnen en Koningin van de Vrede, en smeekt U de Hemelse Koningin dat Zij de weg tussen het hart van Uw vrouw en Uw eigen hart, lieve broeder, volledig zou zuiveren en hem nieuw leven zou inblazen. Na het gebed neemt U, met niets anders dan positieve gevoelens in Uw hart, contact op met Uw vrouw en U vergeeft haar, en U vraagt haar om vergiffenis voor Uzelf. Wanneer men elkaar wederzijds de zwakheden vergeeft, voelt men beter de verbondenheid en de wil om elkaar wederzijds te sterken en gezamenlijk te groeien opdat de duisternis er niet meer zou in slagen, de relatie door vijandigheid en wantrouwen te verstoren.

Vanzelfsprekend draag ik U en Uw gezin in het hart verder en beveel ik U allen aan de Meesteres van alle zielen aan, Die elke nevel en alle ellende door Haar Liefde kan oplossen. Ik geloof in een gunstige afloop omdat ik weet dat U niet opgeeft en dat U Uw geloof in God en Maria niet hebt verloren. Dat is zeer belangrijk, want dit fundament zult U nodig hebben wanneer U met de wederopbouw begint. U beschikt over een fundament waarvan het cement uit Liefde bestaat.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 174
Over het verschil tussen het katholicisme en het protestantisme qua Heil voor de ziel – over tekenen (onder andere geuren) die een ziel ten deel vallen – over het bidden in gebedsgroepen – Myriam mag zich als mystiek instrument van de Koningin des Hemels niet over een heilig-, of zaligverklaarde ziel uitspreken

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U kunt zich waarschijnlijk nauwelijks voorstellen hoe groot de vreugde in mijn hart is wanneer ik mag vaststellen dat zielen van de evangelische geloofsovertuiging de weg naar het rooms-katholiek Geloof vinden. Misschien zou dit niet het geval zijn indien ik niet op het mystiek niveau van de waarneming had mogen zien welk verschil er voor het zielenheil is tussen de beide overtuigingen. Onze broeders en zussen van de evangelische geloofsgemeenschap missen zo onbeschrijflijk veel. Ik zou het verschil nauwelijks beter kunnen uitdrukken dan door het volgende beeld dat de Moeder Gods mij heeft geschonken:

  • De ziel die het éne Geloof, dat de volheid van Gods Waarheid hoedt, beleidt, is een ziel die de ene wandelweg na de andere doorheen de voortuin van het Paradijs verkent en die tracht, zich met de oneindig rijke verscheidenheid aan bloesemsoorten vertrouwd te maken;
  • De ziel die het éne Geloof, dat de volheid van Gods Waarheid hoedt, niet beleidt, is een ziel die zelfs niet eens de voortuin tot het Paradijs betreedt, maar op de omringende wegen rondloopt, en van daaruit nu en dan wel eens een vluchtige indruk van een bloesem te zien krijgt, maar die deze bloesemsoorten niet echt leert kennen.

Wanneer ik Maria om verduidelijking over dit beeld vroeg, zei Zij ondubbelzinnig: Tot de eerste categorie horen uitsluitend de zielen, die:

  1. het rooms-katholiek Christendom beleiden, en
  2. dit Geloof in het dagelijks leven op de juiste manier beleven.

Ooit vroeg ik Maria of dit dan ook betekent dat slechts een belijdende rooms-katholieke christen in de Hemel kan binnentreden. De Koningin des Hemels antwoordde daarop dat dit een kwestie van volledige evaluatie is, voor dewelke slechts de onfeilbare God bevoegd en waartoe Hij alleen in staat is. Alles is eveneens gedeeltelijk een kwestie van deugdzaamheid. Het rooms-katholiek Geloof, indien daadwerkelijk in de praktijk gebracht in het dagelijks leven, is echter de enige rechtstreekse weg naar de heiliging. Het woord 'rechtstreeks' is daarbij ook in geen enkel geval te begrijpen als 'automatisch'.

Mijn vreugde baseert zich echter op het feit dat het mij vergund is geweest, niet slechts te geloven, maar ondubbelzinnig te weten, dat het rooms-katholiek Geloof de gouden sleutel in zich draagt, en er derhalve een veilige reden tot 'vieren' aanwezig is wanneer een ziel de roep van Gods Geest heeft gevolgd.

Dit brengt mij bij Uw vraag of het passend zou zijn, over Uw bekering te schrijven of er met Uw bekenden over te praten? Lieve zus, soms raadt de Moeder Gods ervan af, met zielen van een andere geloofsrichting (bijvoorbeeld uit de evangelische geloofsovertuiging) werkelijk diepgaand over geloofskwesties te spreken, tenzij men een openheid voelt die een vruchtbaar, vredig, begripvol gesprek mogelijk maakt. Ik weet maar al te goed hoe hoog het vuur kan oplaaien om zielen in de eigen verrukking, de eigen vreugde te laten delen. Iemand die net uit de woestijn in een oase is aanbeland, zal ook maar al te graag de lijdenden in de woestijn toeroepen dat deze of gene weg de juiste is.

Inderdaad, veel kan verkeerd worden begrepen. Daarom is het gesproken woord ook niet altijd de juiste weg: Men kan wel aan het woord komen, maar men krijgt niet steeds de gelegenheid om zich volledig te kunnen uitdrukken zonder op een doodlopend spoor te worden afgeschoven. Vóór vele jaren las ik dat een Chinees filosoof ooit heeft geschreven: "Heb je iets belangrijks te zeggen maar kun je het niet in een paar zinnen samenvatten? Ga dan heen en schrijf er een boek over!". Ik geloof dat het precies dat is, wat U wil doen, en ik zou U graag bemoedigen om het te doen, omdat U de juiste 'bagage' hebt om het tot een volwaardig getuigenis te laten worden. Van één ding kan ik U verzekeren: Wanneer U over Uw bekering schriftelijk wil getuigen, wijdt U dan dit werk toe aan Maria, en Zij zal op elke pagina Haar handtekening zetten.

Iets totaal anders: U ruikt soms korte tijd wierook of leliegeur, en U vraagt zich af wat dit te betekenen heeft? Over het waarnemen van geuren en de spirituele betekenis daarvan wordt veel gepraat, en jammer genoeg ook zeer veel gespeculeerd. Zeker is, dat de Hemel in bepaalde gevallen zintuiglijk waarneembare tekenen stelt. In principe gebeurt dit echter slechts met een bepaalde bedoeling. Zeer veel zielen houden geen rekening met het feit dat mystieke fenomenen nooit voor het genoegen worden geschonken, doch uitsluitend om de zielen die dit mogen waarnemen, spiritueel te verheffen, of hen iets te leren. De ziel moet er steeds iets mee doen. Een teken, op voorwaarde dat dit een authentieke mystieke oorsprong heeft, is niets minder dan een uitnodiging aan de ziel om ook harerzijds een teken te stellen, en wel een teken van groei, van bereidheid om een bepaalde inspanning te volbrengen op de weg naar God toe.

Er wordt al te gemakkelijk aangenomen dat er een vaststaande en onveranderlijke relatie is tussen een teken en zijn bedoeling of zijn betekenis. Dat is niet steeds het geval. Een teken heeft steeds de betekenis die God het wil geven (wat al zeer ver kan afwijken van wat die ziel erin wil zien), en deze betekenis hangt af van de spirituele ontwikkelingstoestand en de levensopdracht van de ontvangende ziel, evenals van de omstandigheden onder dewelke het teken werd geschonken. Vaak wijst wierookgeur naar de noodzaak om te offeren, terwijl leliegeur vaak als teken voor de Aanwezigheid van Maria geldt. In bepaalde gevallen is dat zo, maar het is geen Goddelijke Wet dat "wanneer A, dan volgt alleen B" of "wanneer B, dan moet dit noodzakelijkerwijs uit A voortkomen".

Daarom ben ik uiterst voorzichtig om aan zielen een betekenis voor dergelijke tekenen over te brengen, en zelfs om Maria naar hun betekenis te vragen, omdat de waarneming van een teken tenslotte een zaak tussen God en de betreffende ziel is. Indien deze tekenen werkelijk belangrijk zijn voor Uw ziel of een bepaalde betekenis hebben met betrekking tot het punt van Uw levensweg waarop U zich nu bevindt, zullen deze tekenen vroeg of laat voor U in concrete inspiraties worden omgezet.

Met betrekking tot Uw vraag of het leiden van de 'Elternrozenkranz' (in gebedsgroepen komen daarbij ouders samen om het Rozenkransgebed te verrichten ten gunste van de jeugd) Gods Wil is: Dit initiatief is zeker lovenswaardig. Men kan zich echter de vraag stellen, of U voor Uw eigen ziel iets verhevens doet wanneer de atmosfeer in de gebedsgroep geen weerspiegeling is van de atmosfeer die aan een gebed zijn waarde verleent: ingetogenheid, Vrede, rust, blijmoedigheid, een positieve en van Licht vervulde gesteldheid van hart, een gericht-zijn naar de Hemel in plaats van wereldse gedachten. Zodra werelds denken, wereldse gevoelens, wereldse gespreksthema’s en gesteldheden die van de deugdzaamheid afwijken, in een gebedsgroep hun intrede doen, verliest het initiatief het grootste gedeelte van zijn effect. Zeer veel gebedsgroepen schieten aan hun doel voorbij door het onvermogen van hun leden om het kleed van werelds denken en verlangen af te leggen en zich volledig te richten naar God en Zijn noden. Ik vermoed dat Uw ziel heeft gevoeld dat op dit vlak één en ander niet juist is, en zij verzet zich hiertegen. Wanneer U het vaste gevoel krijgt dat U in de gebedsgroep eerder beklemd raakt dan dat U gemotiveerd zou worden, bidt U dan liever alleen of samen met een paar zielen die het zien zoals U. Uw gebed zal dan waardevoller zijn dan in een groep van tientallen zielen die aan de strikken van de wereld ten prooi zijn gevallen.

Is het de Wil van God dat men in deze tijd goud zou kopen? Klaar en duidelijk: Neen, in geen geval. God verlangt nooit dat zielen zich bezig houden met speculaties op het financiële of materiële gebied.

De christelijke ziel bouwt haar spiritueel fundament uitsluitend op het niet-materiële Geloof in de Goddelijke Voorzienigheid. Wanneer zij dit cement vermengt met het troebel water uit materiële bronnen, stort haar zieletempel op zekere dag in elkaar.

Met betrekking tot Uw vraag over de heilige wier naam U vermeldt, en Uw bedenkingen over de juistheid van de geschriften van deze heilige, moet ik het volgende zeggen: Ik begrijp Uw vraag absoluut, en het verheugt mij zelfs dat U zo ver denkt. Het is mij echter vanwege de Moeder Gods niet toegestaan, Uw vraag te beantwoorden. De reden is de volgende: Wanneer de Heilige Kerk een ziel heilig verklaart, is dit doorgaans het gevolg van een onderzoek over het leven van deze ziel en wat over haar dagelijks beoefende deugdzaamheid bekend is, en bovendien na het uitpluizen van eventuele geschriften die door deze ziel zijn nagelaten. U vraagt zch af of dit werk is gebaseerd op inspiraties van Gods Geest. Wanneer de Kerk tot het besluit komt dat deze ziel op grond van de gebruikelijke regels voor de zalig- of heiligspreking in aanmerking komt, dan wordt dit geval als het ware 'verzegeld met het Zegel van de Heilige Geest'. Vanaf dat ogenblik mag ik, als mystiek instrument van de Koningin des Hemels, daarover geen uitspraak meer doen, want door elk oordeel mijnerzijds zou ik de twee spelregels, aan dewelke ik ben gebonden, met voeten treden:

  1. Het is mij in geen enkel geval toegestaan, zielen te oordelen;
  2. Door om het even welke uitspraak over een heilig verklaarde ziel zou ik als het ware het Zegel van de Heilige Geest, dat God door bemiddeling van de Heilige Rooms-Katholieke Kerk heeft aangebracht, verbreken. Als rechtstreeks instrument van de Koningin des Hemels zou dit mij als heiligschennis worden aangerekend.

Ik ben ervan overtuigd dat U begrip zult hebben voor mijn zwijzaamheid, omdat de regel van de gehoorzaamheid tegenover Maria mij heilig is.

Ik dank U in elk geval van harte voor de gelegenheid om via deze brief Hemels Zaad tot rijping te helpen brengen, want daartoe zijn wij allen geroepen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 175
Over eenzaamheid – een ontmoedigend zelfbeeld en inwendige crisis
als vrucht van de bekoring

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het is opmerkelijk hoe zielen die zich tot de belangen van de Hemel en het Eeuwig Leven aangetrokken voelen en die trachten, de spirituele waarden een centrale plaats in hun leven te geven, volgens wereldse ogen vaak in een 'eenzaam' leven belanden. Dat is geen toeval. Doorgaans is het de Goddelijke Voorzienigheid die de ziel laat 'vereenzamen', omdat Zij deze tracht te beschermen tegen de verontreinigingen vanuit de wereld, en haar ertoe wil aanzetten, diep in zichzelf de veel omvangrijkere werkelijkheid te vinden waarmee de meeste zielen slechts voor een heel klein gedeelte rekening houden. Er lijkt zich in deze moderne wereld een soort ongeschreven wet te hebben ontwikkeld, volgens dewelke het in stand houden van de christelijke waarden de ziel tot een 'grensgeval' maakt.

Ik kan Uw pijn, samen met de inwendige strijd over de voorbije jaren in 'eenzaamheid' begrijpen. Eerst en vooral echter nog deze tip, opdat een essentiële laag van Uw zielenbodem moge worden gereinigd:

Wijdt U deze vereenzaming en de verwijten die U zichzelf vaak maakt, toe aan Maria, opdat Zij deze met Haar Liefde moge omhullen en hen nu nog ten volle vruchtbaar moge maken, want slechts in de stilte leert de ziel zichzelf kennen. Wanneer de ziel een groot gedeelte van haar tijd doorbrengt met andere zielen, ontwikkelt zich weliswaar haar 'sociale persoonlijkheid', dit wil zeggen: Er ontwikkelen zich gedrags- en reactiepatronen, via dewelke de ziel op haar omgeving reageert, maar de 'spirituele persoonlijkheid', de eigenlijke wezenskern, neigt ertoe, onderontwikkeld te blijven, omdat deze zich gewoonlijk achter de 'sociale persoonlijkheid' verbergt. De ziel gedraagt zich dan in alle situaties 'zoals de anderen van haar verwachten'.

Deze toestand is voor de ziel niet gunstig, want ook het geweten wordt reeds spoedig tot een soort 'collectief lichaam' of 'sociale groep': Een geheel van zielen die veel met elkaar omgaan, ontwikkelt een vorm van gedragscode die de individuele zielen gemakkelijk het gevoel bezorgt, dat elke ondeugd of zonde 'door de gehele groep wordt gedragen', en dat derhalve 'de schuld wordt gedeeld'. Dit kan nefast werken: Het geweten is de alarminstallatie van de ziel. Wanneer deze tot gemeengoed wordt gemaakt, maakt de duivel zichzelf heel gemakkelijk tot diegene die 'aan de touwtjes trekt', omdat de individuele ziel zich al te gemakkelijk aan haar verantwoordelijkheid onttrekt.

Bovendien leeft de ziel die vele contacten heeft, volledig op de vijf zintuigen gericht. Slechts de stilte en de armoede aan contacten nodigt ertoe uit, het eigen innerlijke leven te ontdekken en daar het contact met het 'hogere' te leren koesteren.

Wanneer, bijvoorbeeld, Maria een ziel voor Zich alleen wil hebben, zal Zij de ontwikkelingen in het leven van deze ziel zodanig richting geven, dat deze zich geleidelijk van alle menselijk contact, het ene na het andere, losgemaakt ziet worden. Een ziel die vele contacten koestert die buiten het spirituele worden gevormd, is eenvoudigweg niet geschikt voor een weg in innig contact met Maria. Er worden te veel zintuiglijke indrukken in de geest en in het hart verzameld, en bovendien is de aandacht niet volledig op de eigen wezenskern gericht, waar Maria 'spreekt, voelt en denkt' (in de meest uiteenlopende vormen), want dat is precies wat Zij in de aan Haar toegewijde ziel tracht te doen: Zij wil door deze ziel kunnen werken en spreken, in de meest innige eenheid met Haar.

De inwendige strijd van de ziel in de wereldse vereenzaming heeft doorgaans te maken met het feit dat de ziel zich steeds opnieuw afvraagt, welke fout zij toch kan hebben gemaakt, die haar van alles heeft afgesneden, alsof zij een uitgestotene zou zijn. Ik druk U daarom op het hart: Spreekt U zoveel mogelijk met Maria, en weest U er zich steeds van bewust dat het hart des te méér zegt naarmate de mond zwijgt of moet zwijgen. De diepe inhoud van datgene wat het hart wil zeggen, gaat vaak verloren in onze woorden. Ooit heeft Maria dit vergeleken met een vloeistof die doorheen een pijpleiding naar een bekken vloeit, en waarvan langsheen dit hele traject overal deeltjes achterblijven, waardoor nog slechts een gedeelte van de vloeistof het bekken bereikt. Daarom kijkt God, respectievelijk Maria, bij voorkeur naar het inwendige van het hart dan louter en alleen naar onze woorden te luisteren. Zij hebben wel graag dat wij met Hen spreken, maar Zij weten ook dat het hart veel meer te zeggen heeft dan onze armzalige woorden kunnen uitdrukken.

Inderdaad, zoals U opmerkt, brengt de stilte en de eenzaamheid de ziel vaak tot mijmeringen over het verleden. In de stilte protesteert de geest vaak zolang het hart en de hogere lagen van het spirituele leven niet de heersers van onze ziel zijn. Vaak wordt in de geest informatie bewust gemaakt waarop wij weinig invloed kunnen uitoefenen. Heel vaak gaat het precies om de pijnlijkste, de smartelijkste herinneringen van ons leven. Wanneer de ziel deze niet zo volledig mogelijk met de Moeder Gods tracht te delen, gedragen deze herinneringen zich reeds snel als een ware vloedgolf. Zij worden gemakkelijk door de duivel 'opgeblazen', die hen daarenboven zodanig tracht te vervormen, dat zij ons beginnen te ontmoedigen doordat het lijkt alsof ons een spiegel wordt voorgehouden, die ons onszelf toont in zeer verwrongen beelden.

Niet zelden is dit het begin van een persoonlijkheidscrisis. Zoals de Meesteres van alle zielen het mij toont, is dit bij U in een zekere mate het geval geweest: In Uw onbewuste is U een beeld van Uzelf getoond, dat U ertoe heeft gebracht, in bepaalde opzichten aan Uzelf te twijfelen, en dat U er ook vaak toe aanzet, te overreageren. De duivel beoogt daarmee dat het beeld dat U van Uzelf hebt, in U walging opwekt. Er bestaat voor hem geen kortere weg om de ziel te verlammen dan deze. Vergeet U niet dat de ziel in deze gesteldheid kan worden verhinderd om de aanwijzingen 'van Boven' in een niet-vertekende vorm te ontvangen. Om deze reden zult U op sommige dagen de indruk krijgen dat Uw 'telefoonverbinding' met Maria of God gestoord is. Dat hebt U eigenlijk ook zelf uitgedrukt door te schrijven dat U zich steeds verder van Uzelf hebt verwijderd.

Het resultaat daarvan zijn de zogeheten verwrongen ontwikkelingen in Uw sociale leefwereld, die eigenlijk vooral gebaseerd zijn op een constant onzekerheidsgevoel over Uw eigen natuur. Wanneer een ziel zich zelden door een andere ziel bevestigd voelt, kan zij uiteindelijk ten prooi vallen aan het gevoel dat elk van haar handelingen een mislukking is, en dat niemand ook maar in het minst van haar zou kunnen houden. Deze ervaring kan het hart zo diep kwetsen dat het onophoudelijk stilletjes gaat bloeden. Zo kan gemakkelijk worden begrepen dat de ziel soms het gevoel krijgt, geleidelijk aan alle Leven te verliezen. Inderdaad, God voedt de zielen via het hart, het centrum waarin de stromen van de Goddelijke Liefde moeten worden ontvangen en doorgegeven.

Hoe heviger de innerlijke strijd, des te meer zal het hart ernaar verlangen, de Liefde te laten stromen – zolang de ziel zich ervan bewust is dat God er inderdaad is, dat Hij absoluut met haar bezig is en dat Hij er alles aan doet om haar zijnsniveau te verheffen. Om de Liefde te kunnen laten stromen, is één of andere vorm van innig contact noodzakelijk. De ziel hoeft niet noodzakelijk de stilte en teruggetrokkenheid de rug toe te keren, zij kan ook leren, de Liefde op het niveau van de hoogste spirituele ontwikkelingen te laten stromen: In de communicatie met de hogere Wezens (God, Maria), maar zelfs in de communicatie tegenover dieren (die in de eerste plaats luisteren naar het hart van de mens en naar de stromen die rechtstreeks uit zijn ziel vloeien en die ver boven het gesproken woord uitstijgen). Een andere mogelijkheid is, dat men met een andere ziel contact maakt – op voorwaarde dat dit contact volkomen in de hogere vlucht van de ziel naar God toe wordt opgenomen.

Wanneer de mogelijkheid om met de betreffende vrouw een verbinding aan te gaan, U niet loslaat, is het mogelijk dat de Goddelijke Voorzienigheid U de kans wil bieden, Uw levensweg met deze ziel te delen. De Hemelse oorsprong van deze levensommekeer kan echter slechts worden aangetoond wanneer zou blijken dat deze vrouw Uw spirituele opvattingen zonder meer kan delen. U hebt het voorrecht genoten, met de Wetenschap van het Goddelijk Leven in contact te komen. Slechts de Goddelijke Voorzienigheid ligt aan de basis van deze mijlpaal in Uw leven. U ziet zich derhalve nu voor de beproeving geplaatst, na te gaan of U bereid bent, deze gouden weg naar de heiliging in Uzelf te koesteren. Indien een contact met deze ziel zou uitdraaien op het opgeven van Uw verworven spirituele ontwikkeling, zou het hier ongetwijfeld een bekoring zijn geweest.

Er zal een wonder van verlichting nodig zijn om bij de betreffende zielen begrip voor Uw spirituele opvattingen te vinden, aangezien het bij deze mensen duidelijk gaat om een levensbeschouwing die de verhevenheid van Maria en de heiligingsweg door en met Maria met klem afwijst, en deze zelfs in vele gevallen verkettert. Soms brengt Ware Liefde ook religieuze levensbeschouwingen naar elkaar toe. Wanneer de betreffende vrouw ertoe bereid is, de door God voor deze Tijden meer dan ooit gekozen weg, deze van een leven in totale toewijding aan Maria, met U te delen, is er geen probleem. Is zij hiertoe niet bereid, dan zal Uw ziel zich uiteindelijk door zichzelf verraden voelen. De zielen die juist kunnen inschatten hoe groot het probleem is, dat gepaard gaat met een relatie tussen zielen die niet hetzelfde Geloof belijden, zijn zeldzaam.

Het rooms-katholiek Geloof is de enige hoeder van de volheid van de Goddelijke Waarheid. Het is buitengewoon belangrijk, dit niet op te geven wanneer men krachtens de Goddelijke Voorzienigheid reeds binnen dit Geloof is geboren. Zalig zijn wij, die deze voorsprong op de weg naar het Grote Doel ten geschenke hebben gekregen. Deze voorsprong wordt nog groter voor de zielen die bereid zijn, de Wetenschap van het Goddelijk Leven in zich in te bouwen. Laat U deze geschenken nooit verloren gaan. Elke aanleiding om dit toch te doen, is ondubbelzinnig als een wereldse bekoring te beschouwen – Woorden van de Meesteres van alle zielen.

Het uitboeten van de misverstanden in Uw leven kan slechts met een ingesteldheid van openhartigheid tegenover Uzelf en God beginnen. Wijdt U deze toe aan Maria, belijdt U voor Haar de momenten van zwakheid die er zijn geweest, en smeekt U de Moeder Gods op grond van Uw openhartigheid om de ontsluiting van nieuwe wegen, dit betekent om een diepe en oprechte verzoening in het verborgene van Uw hart met elke ziel met wie U ooit misverstanden hebt gehad. Deze verzoening in de kern van Uw hart, met uitbanning van elke wrok, zal in U een toestand van volkomen nieuwe Vrede scheppen. Deze zal tot uitdrukking komen in een opmerkelijke rust, wat U in staat zal stellen om eventuele nieuwe relaties met een veel sterker evenwicht te beginnen.

U hebt het fundament voor dit alles reeds gebouwd door de verbinding met de Koningin des Hemels in U te versterken. De kracht van een tempel wordt tenslotte door de sterkte van zijn fundamenten bepaald. Bouwt U Uzelf dus rustig op, met Maria. Vergeet U nooit dat de ziel met Maria nooit alleen is. Hoe vuriger men naar Haar heersende Tegenwoordigheid verlangt, hoe duidelijker Zij Haar Tegenwoordigheid voelbaar zal maken. Zij zal U wegen tonen om met alles dat U nu nog kwelt en dat U uit Uw evenwicht tracht te brengen, in het reine te komen.

Op vruchtbare wijze het rad omdraaien, kan de ziel nooit alleen. Zij kan dit slechts in de mate waarin zij vanuit de hartenklop van Maria leeft. De Koningin des Hemels zal Haar eigen volmaakte gedrags- en denkpatronen in de aan Haar overgegeven ziel laten overvloeien. Precies om deze reden kan men zeggen dat Maria voor de ziel het Ware Geluk en de diepe Vrede van hart bewerkt.

Ik zal Uw levensweg tot de dag van vandaag, en elke doorn in Uw hart, nu nog aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerleggen, opdat Haar zozeer verheven Liefde de levensweg in een bloemenveld van nieuw Leven moge omvormen en de doornen moge verbranden. In het Licht van deze verbranding en door de geur van deze bloemen, zal U het inzicht worden geschonken, dat alles een zin heeft gehad, waarvan U geen vermoeden kon hebben.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 176
Over de zwakheden en tegenslagen – over de zuivering van de ziel – over de toewijding aan Maria en de niet-waarneembare vruchten ervan – omgang met het verleden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er is op aarde geen enkele ziel die niet tegen specifieke zwakheden moet strijden. Dat de ziel daarbij in haar oude euvel kan hervallen, hoeft ons niet te verwonderen. Tenslotte zou het fenomeen, aan een terugslag ten prooi te vallen, als volgt in een beeld kunnen worden voorgesteld:

Een zwakheid zou men kunnen vergelijken met een 'greppel' die in een ziel wordt uitgegraven. De ziel is langsheen de volledige lengte van deze greppel 'gewond'. Doorheen deze greppel vloeit water van Goddelijk Leven weg, het loopt eenvoudigweg verloren. De greppel wordt bij elke moeilijkheid die de ziel met betrekking tot deze zwakheid beproeft, iets dieper. Bij elke poging van de ziel om deze zwakheid te boven te komen, haar geleidelijk 'de baas te worden', wordt een genezingsproces in gang gezet. Zo wordt de ziel voortdurend heen en weer geslingerd, en op bepaalde dagen neigt de wonde ertoe, alle aandacht van de ziel naar zich toe te trekken. Dat komt doordat een wonde die begint te genezen doch opnieuw wordt opengescheurd, dan opnieuw begint te genezen, opnieuw wordt opengescheurd, enzovoort, kan beginnen ontsteken.

Net zoals een wonde in ons fysiek lichaam bij ontsteking pijn doet, begint te zwellen, rood wordt en koorts opwekt, kan worden gezegd dat een wonde in de ziel, die 'begint te ontsteken', eveneens pijn doet (de ziel lijdt onder het bewustzijn van het feit dat zij een terugval ervaart), begint te zwellen (in het bewustzijn wordt het probleem steeds groter), rood wordt (de ziel tracht de wonde met het 'bloed van de ware levenskracht' te omhullen opdat zij zou kunnen genezen), en koorts opwekt (de ziel beleeft de hevige strijd tussen de constante bekoring en het geweten, dat daarbij werkzaam is als 'immuunsysteem').

Weet U, dat precies het fenomeen dat mensenzielen in hun zwakheden kunnen terugvallen, op het hoogste mystieke niveau werd uitgeboet door Jezus, die tijdens de Kruisweg herhaaldelijk onder het Kruis viel. God symboliseert daardoor onder andere het feit dat de mensenziel gewoonlijk herhaaldelijk onder gelijkaardige beproevingen bezwijkt. Jezus heeft deze verleidbaarheid, het gebrek aan weerstand tegen de persoonlijke zwakheden van de ziel, door het verschrikkelijke lijden van het herhaaldelijk vallen op de Kruisweg uitgeboet. Dit beeld is veelzeggend: Het herhaaldelijk vallen onder het Kruis (de beproevingen) symboliseren dat de beproeving voor de ziel te sterk wordt, en het op de grond vallen symboliseert dat de ziel tijdens de terugval nogal hard met het aardse (de grond) in aanraking komt, waarbij zij zich bevuilt en kan bloeden (een beeld dat uitdrukt hoe het Goddelijk Leven uit de ziel wegvloeit, wat haar verder verzwakt, en hoe dit Goddelijk Leven zich met de aarde vermengt en aldus wordt verontreinigd). Precies het feit dat dit fenomeen uitdrukkelijk in het Lijden van Jezus werd opgenomen, wijst erop dat de Goddelijke Barmhartigheid Zich eveneens over Uw terugvallen heeft ontfermd. Smeekt U derhalve de Kruis dragende Jezus dat Hij U de kracht zou schenken, die Hem ertoe in staat heeft gesteld om na elke val opnieuw op te staan. Maria zal U hierbij heel graag helpen. U moet er slechts vast in geloven. Ik beloof U mijn nietige, maar liefdevolle ondersteuning.

U schrijft zeer treffend dat U zich inwendig zo vuil en onzuiver voelt. Dat hoeft U niet te verwonderen, want het is Uw ziel die in dit gevoel spreekt. Uw ziel draagt in zich een grote hoeveelheid 'onverteerbare' herinneringen, die U als 'verontreinigend' ervaart. Deze inwendige verontreiniging is het, die U op het lichamelijke vlak tot de neiging aanzet om elementen uit de wereld (zoals het voedsel) als het ware onder dwang 'aan de wereld terug te geven' (het braken). Hoe komt het dat de ziel ertoe neigt, desondanks het lichaam steeds opnieuw voedsel toe te voeren? Omdat zij enerzijds bevrediging zoekt, en anderzijds het wereldse op één of andere wijze wil vernietigen (zij slikt het door, maar geeft het 'in een niet meer te gebruiken vorm' terug).

Het gevoel dat U zou vervloekt zijn, is een bekoring vanwege de duivel, die U zo ver wil krijgen dat Uw zelfbeeld volledig wordt vernietigd. Blijft U in Uw bijzondere innerlijke schoonheid geloven, want die is niet dood, zij is slechts ingeslapen, en de schoonheid is aan Uw ogen onttrokken doordat de inwendige strijd er als het ware een massa stof overheen heeft gelegd. Hoe meer U bidt, des te sterker zal het verzet van de duivel zijn. Dat kan schijnbaar het effect van een vloek hebben, maar het is in werkelijkheid een verborgen zegen, want dit wijst er precies op, dat Maria U absoluut in de diepte wil reinigen. Wanneer U erin slaagt (ik schrijf heel bewust niet 'indien', maar 'wanneer' – want dit is slechts een kwestie van tijd en vertrouwen) volhardend het Licht in Uzelf te zoeken in plaats van zeker te zijn van de aanwezigheid van de duisternis, zult U de kracht vinden om deze barrière te overwinnen.

Maria houdt er van, bij de zuivering van een ziel als volgt tewerk te gaan. Zij geeft ook U nu deze richtlijnen:

  • Kijkt U niet langer naar datgene, wat op U als 'zwakheden' en 'negatieve eigenschappen' overkomt. Telkens wanneer Uw gedachten en gevoelens zich aan dit negatieve zelfbeeld hechten, wordt dit opnieuw gevoed en wordt het sterker. Het gedraagt zich al gauw als een tiran, die gelooft dat hij het recht heeft, Uw ziel te beheersen. Leidt U daarentegen Uw aandacht steeds meer naar elke eigenschap die U aan Uzelf bevalt. Deze zijn er in elk geval, op om het even welk niveau van Uw wezen, ook al is Uw waarneming daarvan nog tijdelijk versluierd. Het is niet de bedoeling, dat deze eigenschappen een leven op zich zouden leiden, doch dat zij U erbij helpen, de Liefde van Uw Schepper in Uzelf terug te vinden. Hij heeft in U heel veel verborgen dat de moeite van het ontdekken waard is.
  • Tracht U zich gebeurtenissen of ogenblikken te herinneren, die U toen vreugde hebben bereid. Maria raadt er telkens weer van af, in de geest bij het verleden te verwijlen. Nochtans kan het voor U heilvol zijn, dit gedurende de moeilijkste ogenblikken tijdelijk te doen, als overbrugging naar de andere oever, waar de volmaakte Vrede met Uzelf op U wacht. Ook uit mooie herinneringen glimlacht God de ziel toe. Denkt U gerust eens terug aan die tijd, toen U nog meer tevreden was over Uzelf. U zult kunnen vaststellen dat Uw herinneringen U naar een tijd terugbrengen, toen U nog niet over alles nadacht.
    Het gepieker, evenals de neiging om Uzelf te analyseren, zijn grote vijanden van de ziel. De reden daarvoor ligt in het feit dat de duivel de mensen er graag toe brengt, al het negatieve uit onze chaotische wereld, en alles wat in het eigen leven onopgelost lijkt, in de eigen waarneming zo te beklemtonen, dat de ziel erdoor wordt ontmoedigd en dat zij haar waardigheid verliest. De duivel wil elke ziel haar waardigheid ontnemen, opdat zij niet meer in haar afkomst uit Gods hand zou kunnen geloven. Bidt U vooral om beheersing van Uw gedachten en alle negatieve herinneringen, en om de ontsluiting van Uw hart, en gelooft U in Uw waardigheid, Uw schoonheid, en Uw vermogen om lief te hebben. Gelooft U rotsvast: Deze drie eigenschappen zijn er, alleen zijn zij momenteel nog 'bijna tastbaar', doch nog van U gescheiden door een kolkend water. Gelooft U vast dat:
    • dit water slechts een ondiepe beek is. Zolang U in Uzelf kunt geloven, zult U er niet in verdrinken;
    • Maria de macht heeft, op Uw vurig verlangen het water rustig te maken. De enige voorwaarde is Uw vertrouwvolle toewijding aan Maria;
    • Maria zich precies van dit water (= de tegenwerkingen, Uw onstuimig gemoed) wil bedienen om U spiritueel te zuiveren. Zij tracht dit te doen door U het inzicht in Uw eigen inwendige toestand én in Uw verborgen kwaliteiten te verlenen.
  • Trekt U zo vaak mogelijk de vrije natuur in. U zult merken dat U daar veel gemakkelijker opnieuw aansluiting met Gods Liefde zult vinden, want Hij zal tot Uw hart spreken doorheen elke bloem, elke boom, elke vogel, enzovoort. Indien U het Wonder van de Goddelijke Liefde werkelijk wilt leren kennen, kunt U er Maria op heel vruchtbare wijze om smeken, dat Zij in U het vermogen zou opwekken om U in de vrije natuur één te mogen voelen met Gods Schepping, en werkelijk te mogen aanvoelen dat U daarin een rol speelt, dat God U nodig wil hebben omdat Hij U oneindig liefheeft, en dat U een diamant bent, die Hij niet graag zou moeten missen. Bezorgt U zichzelf de vreugde, tijdens een wandeling in de natuur de bloem te vinden die voor U de mooiste is, en prent U zich vervolgens in het hart dat Uzelf voor God een nog veel mooiere bloem bent.

De gouden regel bij dit alles is: Dwingt U niets af, en stelt U tegenover Uzelf geen al te hoge eisen ineens. Streeft U in alles naar de geboorte van een nieuwe inwendige Vrede, en schenkt U minder aandacht aan Uw tegenslagen en méér aan Uw vooruitgang in de zelfoverwinning en in het ontdekken van datgene, wat in U nog het vermogen bezit om tot bloei te worden gebracht. De Moeder Gods zei mij ooit tijdens een private openbaring: "Geef Mij een zielentuin in dewelke Ik nog één procent aan bloeikracht kan vinden, en Ik zal dat ene procent zodanig koesteren en verzorgen, dat daaruit weldra een weelderige tuin bloeit. De tuin moet het slechts zelf willen". Maria schenkt trouwens geen aandacht aan negatieve eigenschappen, Zij zoekt slechts de positieve, en bevordert hun groei. Probeert U dit eens bij Uzelf. Voor de Hemel betekent wederopbouw niet 'bestrijden van het negatieve', maar 'verzorgen van het positieve'. Hoe sterker het positieve wordt beklemtoond en verder wordt gezuiverd, des te zwakker wordt het negatieve, tot het helemaal afsterft.

Dit alles is precies Uw opdracht voor de komende tijd. Iets zinvollers kunt U niet doen. Weest U er zich van bewust dat het in Gods ogen een heldendaad is wanneer een ziel die zichzelf onzuiver, lelijk en walgelijk vindt, in zich het Ware Leven ontdekt en dit tot bloei weet te brengen.

U voelt zich te onwaardig om tot Jezus en Maria te naderen, omdat U zich vuil voelt en de indruk hebt, door de duivel te worden vervolgd. Zo vergaat het velen, indien al niet ieder van ons, op bepaalde dagen. Zalig de ziel die zichzelf te vuil vindt om Jezus en Maria te benaderen, want zij heeft zin voor de waarheid, dat de mens vanwege zijn zondige aard nooit volkomen zuiver is. Wij moeten ons echter ook van de werkelijkheid bewust zijn, dat Gods Liefde oneindig is, en wij Hem en Maria ook mogen benaderen wanneer wij ons 'spiritueel ziek' voelen. Jezus ging toch ook naar de melaatsen om hen te genezen. Zijn wij eigenlijk niet allen melaats in de ziel? Waarom zou Hij dan niet tot U komen, terwijl Hem er toch alles aan gelegen is dat U zich goed zou voelen. Schept God bloemen opdat zij nooit echt zouden openbloeien? In deze Laatste Tijden komt Hij bij voorkeur tot de zielen door Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, Die de volmaakte Goddelijke Liefde vertegenwoordigt en Zijn genezend Licht in de passende dosis over de zielentuinen laat stralen.

De toewijding aan Maria lijkt voor bepaalde zielen onvruchtbaar. Deze indrukt berust op het perspectief vanuit hetwelk de ziel gewoonlijk alles leert te beschouwen en naar waarde te schatten. Ik heb het reeds in diverse geschriften moeten beklemtonen: De werkelijkheid die wij met onze zintuigen kunnen waarnemen, omvat slechts weinige procenten van Gods volledige Werkelijkheid. Het feit dat de vruchtbaarheid van de toewijding ons ontgaat, betekent derhalve slechts dat deze vruchtbaarheid zich niet (hoofdzakelijk) uitwerkt op het vlak dat wij wél kunnen waarnemen. De ziel zou zich echter twee gerechtvaardigde vragen kunnen stellen:

  • Waarom zou God meer dan negentig procent van de werkelijkheid (namelijk het gedeelte dat de mens gewoonlijk niet kan waarnemen) dan eigenlijk hebben geschapen, indien dit gedeelte zonder betekenis zou zijn?
  • Wanneer wij het bestaan van deze meer dan negentig procent niet waarneembare werkelijkheid aannemen: Betekent het feit dat wij slechts enkele procenten van de werkelijkheid kunnen waarnemen dan, dat al datgene wat zich in dit grootste gedeelte van meer dan negentig procent afspeelt, helemaal niet bestaat? Dat is precies wat de goddeloze stromingen van de wetenschap en de filosofie ons graag willen laten geloven. Precies deze stromingen hebben tenslotte de bronnen van alle ellende geopend, die God door de Meesteres en door de verkondiging van de Wetenschap van het Goddelijk Leven opnieuw wil laten droogleggen.

De door U uitgesproken toewijding heeft wel degelijk effect, maar voorlopig slechts in het niet waarneembare, en dat verheugt mij: De snel zichtbare vruchten zijn vaak diegene, die ook het snelst vergaan. In zeer veel domeinen van de natuur kan worden vastgesteld, hoe veel werk God in het verborgene verricht. Bedenkt U bijvoorbeeld eens, hoe lang het zaad of de bloembol vóór het begin van de lente reeds bezig is, tot een bloem uit te groeien, vooraleer men het eerste frisse groen aan de bodemoppervlakte kan zien verschijnen. De hele tijd zou men zich kunnen afvragen 'of daar wel iets gebeurt?' Zo is het nu bij U, en eveneens bij diegenen die aan dezelfde aandoening als U lijden: U hebt allen te maken met het slijk en de aarde, maar in U allen werkt reeds de belofte van de lente. Deelt U deze opvattingen met die zielen, opdat zij zouden weten hoezeer zij worden bemind. Beschouwt U zich allen zoals de krokus, de voorjaarsbloeier die zich vaak uit de nog harde winterse bodem omhoog werkt om ons onder de voorjaarszon te verheugen. De krokus is voor Maria echter het symbool voor het boeteoffer.

Lieve zus, geen ziel die door de Hemelse Liefde is aangeraakt, zal U ooit omwille van Uw huidige toestand veroordelen, want God en Maria doorschouwen Uw hart, en weten hoe U lijdt. Dit lijden zonder meer wegnemen, kunnen zij niet, precies doordat Zij U zozeer liefhebben, en de moeilijke inwendige strijd die U levert, voor U bijzonder verdienstelijk zal zijn wanneer U dit zwaar gedeelte van Uw levensweg in volhardend Geloof en Hoop aflegt. Houdt U nooit op, te geloven in de effecten van Uw toewijding aan Maria, want dit is goud dat U nu nog niet kunt of mag zien. De schatkist is er, maar zij is nog tijdelijk gesloten, en er wordt slechts gewacht op Uw gezamenlijk werk met Maria om de sleutel om te draaien. Er zijn geweldige duistere invloeden geweest. Deze zijn nu gebroken, maar nu komt het erop aan, U inwendig weer op te bouwen, opdat U de kracht zou hebben om de schatkist open te breken.

Lieve zus, ik strijd in hart en ziel met U allen mee. Indien Maria niet meer in U allen had geloofd, had Zij mij deze brief niet laten schrijven. Samen zullen wij slagen, omdat wij elkaar liefhebben en elkaar nooit in de steek zullen laten. De lente komt weldra, ook voor U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 177
Over de beleving van de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoezeer verheugt het mij, te mogen vernemen hoezeer de Meesteres van alle zielen Uw leven heeft veranderd door U een bijzondere inwendige Vrede te schenken. Zo werkt Zij het liefst: Omvorming van binnenuit, zodanig dat de ziel niet noodzakelijk vrij wordt van beproevingen – want dat zou haar van elke verdienste beroven – maar dat zij haar levensweg in een volledig nieuw licht begint te beschouwen. Uw leven zou een voorbeeld kunnen zijn voor elke ziel die zich aan Maria wil overgeven. Het bevestigt het feit dat de ziel die zich totaal aan Maria toewijdt, en daarbij in haar dagelijks leven ook daadwerkelijk grenzeloos in de macht van Maria gelooft, waarlijk een gevoel van inwendige vrijheid krijgt. Het wonder van de totale toewijding aan Maria!

U vraagt zich af hoe U – in overeenstemming met Gods Plan voor U – kunt handelen zonder dit Plan te kennen. Eigenlijk zal het leven U deze weg vanzelf tonen, omdat U zich tenslotte totaal aan Maria hebt overgegeven. Maria heeft reeds een paar echte wonderen in Uw 'nieuwe' leven verricht. Zij streeft daarmee een bepaald doel na. God laat nooit een trein vertrekken om deze ergens in het open veld te laten stoppen: Hij leidt hem tot het eindstation. U hebt nu het heilig verbond van de totale toewijding ondertekend, en bent daardoor op de trein gestapt. Doordat U deze toewijding in het dagelijks leven ook daadwerkelijk tracht te beleven, is de trein ook kunnen vertrekken. Wanneer U volhardt in het beleven van deze toewijding, zult U in het eindstation aankomen. De trein zal net zo lang verder rijden als U de reis betaalt door het toewijden van Uw beproevingen. De Goddelijke Voorzienigheid zal U geregeld via Maria een landkaart tonen, opdat U de reisrichting zelf zou kunnen bepalen, maar wanneer U een volledig open hart bewaart, zult U bij het nemen van Uw beslissingen advies ontvangen, diep in Uw hart.

Er bestaat geen encyclopedie, waarin alle mogelijke levenssituaties en de daarbijhorende te nemen beslissingen zijn opgetekend. Precies daarom 'draagt' de gedoopte christen in zich een klein 'gastenkamertje' voor de Heilige Geest. In U draagt U daarbij ook nog de volmaakte Raadgeefster, Die U leidt op basis van het boek van Gods Wijsheid, en Die U datgene zal influisteren, wat precies bij Uw persoonlijk levensboek past.

Een leven in totale toewijding aan Maria is een leven van blind vertrouwen, waarbij de ziel zich zonder meer laat blinddoeken en op weg gaat, in de zekerheid dat Maria haar inwendig Licht is, en dat de ziel de door haar af te leggen weg van de hoogste vruchtbaarheid met haar inwendige ogen zal zien. Slechts zelden zal Maria de ziel meer dan één bladzijde tegelijk uit dit boek tonen. Daarom is het hoognodig, zeer flexibel te zijn: De ziel moet zich volledig op de eerstvolgende bocht richten, opdat zij elke meter heel bewust zou beleven, en pas na deze bocht moet zij zich om het traject naar de daaropvolgende bocht toe bekommeren, enzovoort.

Maria beklemtoont de waarde van een dergelijke procedure voor elke ziel, omdat met het oog op de vruchtbaarheid van de hele weg, de bewuste beleving van elke meter van de levensweg uiterst belangrijk is.

De verdiensten in ons leven worden door ons Geloof bepaald, en Geloof houdt ten volle verband met vertrouwen en overgave. Precies daarom zou de ziel zich beter niet bekommeren om wat morgen op haar wacht, doch in de eerste plaats het beste van de huidige dag trachten te maken. Zich heiligen, doet de ziel niet gisteren, niet morgen, maar vandaag.

Morgen zal Maria er wel voor zorgen dat ik niet verdwaal, wanneer ik Haar vandaag mijn vertrouwen heb getoond... Wanneer ik dat niet doe, zou Zij het recht hebben, ervan uit te gaan dat ik mijzelf beter vind als gids, en ik bijgevolg 'Haar diensten best kan missen'.

In verband met Uw vraag wat U volgens Maria voor de maand mei het beste zou doen, moet ik U vanwege de Meesteres van alle zielen de uitnodiging overbrengen, de voorkeur te geven aan hulpverlening in het gezin van Uw zoon. Zij vraagt dit niet alleen om redenen van naastenliefde, maar met een tweeledige bedoeling:

  1. Rekening houdend met Uw huidige hartsgesteldheid bent U ertoe in staat, in andere zielen de Vrede van hart te bevorderen en deze zielen met het Licht van Maria’s leiding te omringen, zodat ook in hen onbewust de vraag kan rijzen, waar U toch die opmerkelijke kracht vandaan haalt. Deze vraag zou reeds een eerste venstertje naar de 'andere werkelijkheid' toe zijn.
  2. Uw aanbod om in het gezin te helpen, zal banden van verhoogde solidariteit smeden. Wanneer U bijvoorbeeld voor een bedevaart zou kiezen, zou dit eerder het effect krijgen van een daad van op-zichzelf-betrokken-zijn, terwijl de beslissing om Uw zoon en zijn gezin te helpen, neerkomt op een soort zelfverloochening. Dit zal U onder deze omstandigheden meer verdiensten opleveren, en voor diverse zielen van groter nut zijn. Vergeet U bovendien nooit dat naastenliefde harten in staat kan stellen om zich gemakkelijker te openen. U zou het als volgt kunnen zien, dat een deur die vanwege stofophopingen in haar spleten geklemd zit, zich weer laat openen doordat men het stof wegneemt. Precies dat kan men in een ziel bewerken door naastenliefde: De ziel wordt vrijer, voelt zich alsof een last van haar is weggenomen, en ontsluit zich gemakkelijker. De stofophopingen zijn te begrijpen als wereldse ballast. De Liefde is daar het geschikte tegengif.

Wanneer U Uw hart geopend houdt, volledig gericht op Maria, zult U daardoor eveneens een open 'communicatieweg' tot Haar hebben. De ervaringen in Uw eigen hart zullen U tot wegwijzer dienen om te weten of U juist handelt, want Maria scherpt het geweten van elke ziel die zich totaal aan Haar weggeeft. Het geweten is het 'verkeersreglement' voor de reis op Uw levensweg. Het draagt in zich een kopie van de Goddelijke Wetten. Wanneer U niet volgens de verlangens van Uw Hemelse Meesteres handelt, is het heel goed mogelijk dat U al heel gauw gevoelens van een ondefinieerbare onvrede ervaart. Dit zal het verkeerslicht van Uw geweten zijn, dat een oranje flikkerlicht heeft aangestoken. Uw verstand kan dit gevoel wel trachten te negeren, maar Uw geweten, voor hetwelk de gehoorzaamheid tegenover zijn God en zijn Meesteres heilig is, laat zich nooit om de tuin leiden.

Lieve zus, elke trektocht doorheen het landschap van het Goddelijk Leven is een verrukking voor de ziel, want deze vertoont de ziel steeds nieuwe bloemen uit de onuitputtelijke Bron van het Goddelijk Hart. Nochtans is het heilzaam, steeds slechts de geur van enkele bloemen ineens in de ziel op te nemen, omdat dit Hemels parfum zo krachtig is dat de ziel er langzaam moet aan wennen. Slechts dan kan het haar werkelijk verheffen. In deze zin biedt ik U graag mijn hart aan – dat tenslotte volledig toebehoort aan de Hemelse Meesteres – voor elk ogenblik waarin de ziel naar de golven van de Hemelse Liefde verlangt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 178
Over de toewijding aan Maria – één en ander uit het aardse leven van Maria – over de buitengewone genezing van lichamelijk lijden door Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met bijzondere vreugde mag ik vandaag, op de dag van het mooie feest van de Menswording van Jezus, beginnen met het beantwoorden van Uw vragen die U een poosje geleden via mijn nietigheid aan de Koningin des Hemels hebt voorgelegd. Soms moet een ziel jammer genoeg iets langer wachten alvorens de Hemel zich opent om haar vragen aan te nemen, maar wanneer het gebeurt, is GodsTijd daarvoor gekomen. Een systeem vervuld van Liefde, met het menselijk verstand niet steeds te vatten, maar toch zo vol Heil.

Wat de toewijding van een medemens aan Maria betreft, doet U er inderdaad goed aan, de woorden "Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik wijd U het hart van X toe" uit te spreken, zoals U het doet. U vraagt of deze formule volstaat. Beschouwen wij toch eens het diepe wezen van de toewijding, opdat het antwoord op Uw vraag zichtbaar zou worden:

Een toewijding is hoofdzakelijk uit drie elementen samengesteld:
  1. Uit datgene wat wij met de toewijding beogen. Het gaat er steeds om, Maria de kans te geven om in een zo hoge mate over een ziel te heersen, dat deze door Haar in een zo hoog mogelijke mate kan worden geheiligd. Bovendien schenken wij deze ziel eigenlijk aan Maria opdat zij haar volledig in het Goddelijk Heilsplan moge kunnen inschakelen. Het effect daarvan zal zich slechts kunnen onplooien wanneer de betreffende ziel deze toewijding op zekere dag uit vrije wil aanvaardt en zij haar in de praktijk van het dagelijks leven begint te beleven.
  2. Uit de wijze waarop wij de toewijding aan Maria verrichten. Het gaat hiet om:
  • de woorden die wij gebruiken (bepaalde formuleringen en woorden zijn dragers van buitengewone krachten, die stromen van genaden kunnen vrijmaken – vandaar overigens ook het enorme belang van het gebruik van de juiste, traditionele Consecratiewoorden in de Heilige Mis, zoals hieruit moge blijken), maar ook
  • datgene dat in ons hart leeft. Identiek dezelfde woorden uitgesproken met een hart brandend van Liefde, of omgekeerd in onverschilligheid, ontplooien een totaal verschillende werking op Gods Hart. In elk gebed, dus ook bij een toewijding, bidt eigenlijk niet de mond, maar het hart. God luistert niet met oren, maar met het Hart. Derhalve luistert Hij niet in de eerste plaats naar de klanken, maar naar de hartsgesteldheden. Dit hoeft ons absoluut niet te verwonderen, aangezien zelfs de engelen in de Hemel met elkaar van hart tot hart communiceren, en niet met gesproken woorden.
  1. Uit de opoffering door dewelke wij bereid zijn de toewijding te beleven. Dit element is tamelijk weinig bekend. Een totale toewijding aan Maria is een heilig verbond. Wanneer dit op de juiste wijze wordt beleefd, worden voortdurend genaden vrijgemaakt. Deze genaden moeten worden 'gedragen', dit wil zeggen dat zij een fundament nodig hebben op hetwelk hun vrijmaking in stand moet worden gehouden. Om deze reden is het absoluut normaal dat de ziel die zich totaal aan Maria toewijdt, doorgaans veel beproevingen zal hebben te dragen. Deze beproevingen dienen volledig het doel van de toewijding, want zij dragen bij tot de spirituele ontwikkeling van de toegewijde ziel en helpen derhalve, deze ziel te heiligen. Wanneer U nu ziel X aan Maria toewijdt, dan hoeft het U niet te verwonderen dat Uzelf bepaalde bijkomende beproevingen krijgt te dragen.

Zo werkt dit systeem. Wanneer Maria mij ertoe uitnodigt, zielen aan Haar toe te wijden, vraagt Zij steeds onmiddellijk of ik ertoe bereid ben, de lasten van deze zielen te helpen dragen. Pas wanneer ik met heel mijn hart en in het volle bewustzijn van datgene wat dit voor Haar, voor het Goddelijk Heilsplan, voor de betrokken zielen én voor mij zal betekenen, Haar vraag met 'ja' heb beantwoord, geeft Zij mij de definitieve opdracht om de toewijding te verrichten. U zult zich misschien herinneren dat de Meesteres van alle zielen mij ooit heeft laten schrijven dat één van de opdrachten van mijn roeping eruit bestaat, "een brug te zijn, over dewelke Zij naar de zielen toe gaat, en de zielen tot Haar zullen kunnen gaan". Precies dat is het wat Maria daarmee bedoelt: De toewijding van andere zielen aan Maria wordt pas dan werkzaam wanneer de ziel die deze toewijding verricht, ertoe bereid is, deze zielen in haar eigen ziel, in haar eigen hart en in haar eigen lichaam 'te helpen dragen'. Wat dit precies betekent voor de ziel die deze toewijding uitspreekt, hangt in elk geval gedeeltelijk af van haar precieze roeping binnen Gods Heilsplan.

Het is geenszins de bedoeling, U door deze toelichting af te schrikken om zielen, of een ziel, aan Maria toe te wijden, wel integendeel. Ik wil er aan de hand hiervan slechts op wijzen hoe belangrijk een toewijding wel is. Het is zeer belangrijk dat de zielen zich daarvan bewust zijn.

U vraagt hoe oud Maria was wanneer Zij met Jozef huwde en Jezus kreeg, en of Zij goudblonde haren had.

Enkele maanden nadat Maria Jezus in Haar schoot ontving, zou Zij vijftien jaar oud worden. Haar haarkleur was van een dergelijk blond dat er, in het bijzonder wanneer de zonnestralen erop of er doorheen schenen, goudkleurig uitzag. Ik heb dit meermaals keren in visioenen kunnen vaststellen. Ooit heb ik Haar zelfs één maal zonder hoofdbedekking gezien omdat Zij op dat ogenblik alleen in Haar huisje was. Jezus was wellicht ongeveer drie of vier jaar oud, dus moet Zij op dat ogenblik ongeveer achttien zijn geweest. Zij droeg Haar haren in een lange vlecht die er werkelijk uitzag als goud. Ook wanneer Zij een sluier droeg, gebeurde het soms dat een paar goudkleurige lokken zichtbaar werden. Zoals U opmerkt, is een lichte haarkleur niet gebruikelijk voor vrouwen uit de zuidelijke landen. Nochtans was dit Maria’s haarkleur. Er was niet veel verschil tussen de haarkleur van Jezus en deze van Zijn Moeder. Een onbeschrijflijk wondermooie combinatie met de haarkleur van Maria vormden Haar ogen, die een schakering van blauw waren, die ik op aarde nog bij niemand heb gezien. Wanneer men deze ogen ziet, wordt men als het ware onmiddellijk betoverd.

Met betrekking tot Uw vraag of Maria U zal genezen wanneer U Haar hierom smeekt, en of Uw lijden een uitboeting of een straf is.

Hoewel zeer veel zielen Maria in de eerste plaats gaan opzoeken (bijvoorbeeld in een bedevaartplaats), of tot Maria bidden om van Haar lichamelijke genezing te ontvangen, hoort de lichamelijke genezing tot de genaden die Maria het minst graag bewerkt. Weliswaar verleent Zij aan velen de genade van lichamelijke genezing, maar Zij bewerkt deze genade nooit als doel op zich: Wanneer Maria een mens de genade van lichamelijke genezing verleent, doet Zij dit in de eerste plaats opdat deze in de toekomst zijn of haar hele leven volledig op God zou richten. De lichamelijke genezing is een middel waarvan de Hemel Zich graag bedient omdat de meeste zielen nu eenmaal voortdurend met de materiële en lichamelijke dingen van het leven bezig zijn. Zij worden door deze genezing als het ware in het bewustzijn van de hogere werkelijkheid getrokken: De eeuwige belangen van de ziel (het spirituele niveau van het leven), omdat deze belangen tenslotte de enige zijn naar dewelke de ziel haar hele handelen en willen zou moeten richten. De kans dat Maria Uw lichamelijk lijden zal genezen, bestaat. Zij zal echter, omdat U intussen vooruitgang hebt geboekt op de weg van de toewijding, van U tegenprestaties op het spirituele niveau verlangen.

Het is weinig bekend omdat de Evangelieteksten een dergelijke conclusie niet mogelijk maken, maar mij is het uit mijn vorming door Maria bekend, dat Jezus niet alle zieken, die tot Hem kwamen, lichamelijk heeft genezen. Hij deed dit niet uit gebrek aan Liefde en nog minder uit gebrek aan bekwaamheid om de betreffende ziekten te genezen, maar omdat Hij daarmee een les in hogere spiritualiteit wilde of moest geven. Er zijn gevallen geweest in dewelke Jezus Zijn apostelen heeft toevertrouwd, dat Hij deze zieken niet kon, eigenlijk niet 'mocht' genezen "omdat zij hun nieuw gewonnen gezondheid spiritueel zouden misbruiken" of "omdat de betreffende zieke op grond van het Plan dat God ten aanzien van zijn leven had, zijn beproeving nog enige tijd moest doorstaan". Of een ziekte op grond van gebed, bedevaart, opofferingen, boete-offers enzovoort wordt genezen, hangt er in verregaande mate van af, of een genezing op dat tijdstip binnen Gods Heilsplan past, of de ziel zich door een nog langer aanhoudende ziekteperiode moet vervolmaken in bepaalde deugden, en of de genezing van deze ziel wel past binnen de door God voor deze ziel voorziene levensloop en haar roeping.

Zoals ik reeds schreef, zijn er zielen die ertoe geroepen zijn om ofwel eenmalig, ofwel nu en dan als onderdeel van hun levensopdracht, zielen aan Maria toe te wijden. Het is eerder regel dan uitzondering dat dergelijke zielen zeer vaak ziek zijn, pijn en lijden onder de meest uiteenlopende vormen moeten doorstaan en absoluut geen genezing voor zichzelf mogen vragen. Deze zielen begrijpen dan op grond van de bezieling en leiding door Maria of door Jezus dat er hogere waarden zijn dan deze van een onberispelijke lichamelijke gezondheid, en zij ontplooien ten volle de macht van Maria door dit vrijwillig opgeofferd lijden in genaden om te zetten, die andere zielen spiritueel kunnen laten groeien of, in elk geval, lichamelijk kunnen laten genezen.

Wat staat U nu persoonlijk te doen? Maria zegt mij slechts het volgende: Wijdt U het lijden dat U tot nu toe hebt doorstaan, in Liefde toe aan Haar. Smeekt U Haar dat dit lijden zielen met het Goddelijk Licht moge vervullen, en biedt U zich verder aan om voor de intenties en belangen van Maria te lijden. Zo verleent U Haar de volledige vrijheid om van Uw lijden het allerbeste voor Gods Heilsplan te maken. Het is niet uitgesloten dat U ofwel zelf geneest, ofwel zoveel Liefde en ondersteuning mag ondervinden dat U Uw lijden niet langer als een last ondervindt. Zo werkt dit op het niveau van de uitwisseling van Ware Liefde: De ziel geeft zich volledig over en wordt om zo te zeggen 'als tegenprestatie' op een hoger niveau van gewaarwordingen getrokken, op hetwelk zij haar hele leven in een volledig nieuw licht leert zien.

Lieve zus, op verdere vragen zou Maria graag in een volgende brief antwoorden. Natuurlijk sta ik zoals steeds ter beschikking en leg Uw intenties aan de voeten van Maria neer, opdat Zij U de verrukking van Haar aanwezigheid diep in Uw hart moge schenken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 179
Bemoediging tot een leven in vertrouwen op Maria in de kern van zichzelf

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw huidige spirituele ontwikkeling verheugt mij zeer, vooral omdat deze een mooi voorbeeld vormt voor de werkwijze van Maria: Door bewustwording van hun eigen sterkste inwendige vijanden brengt Zij zielen tot ontsluiting voor het ware Licht in zich.

Lieve zus, ik kan het nooit te sterk beklemtonen: Dit Licht draagt elke ziel in zich, ook al heeft deze een nog zo grote hekel aan zichzelf. Tenslotte moet U er zich steeds van bewust blijven dat U de zware tijd, die momenteel uit U wordt weggewassen, niet zelf hebt gezocht. Tenslotte spant de duivel voor ieder van ons voortdurend de meest uiteenlopende valstrikken, en één onoplettendheid, één moment van spirituele of zelfs lichamelijke zwakheid, of eenvoudig een combinatie van ongelukkige omstandigheden kan in de ziel een 'lek' veroorzaken, door hetwelk U geleidelijk zichzelf verliest, met andere woorden: door hetwelke U van Uw ware levenskracht wordt beroofd.

Het is niet belangrijk dat U ooit bent gevallen, maar wel dat U nu opstaat. God vergeeft elke ziel die het Geloof en de Liefde opbrengt om uit de as van haar ellende op te staan, en wanneer zij dit samen met Maria doet, is het alsof zij haar levensboek door Maria opnieuw laat schrijven: Haar levensweg wordt met nieuwe bloemen bezaaid, en de sporen van elke inwendige verontreiniging worden grondig weggewassen. Het is van essentieel belang dat U in Uzelf gelooft. Dat is geen hoogmoed, want U kunt het zo zien: De ziel die zich met haar hele levensweg en al haar Hoop aan Maria toewijdt, en deze toewijding dagelijks in volle Liefde tracht te beleven, gelooft in Maria in zichzelf. Indien U een negatief zelfbeeld in stand zou houden, zou U eigenlijk Maria in Uzelf beledigen.

Elke brief die de Meesteres van alle zielen aan een lijdende ziel laat schrijven, is letterlijk een omarming vervuld van Hemelse Liefde. Het verheugt mij ten zeerste, deze stralen van de lentezon, die door Maria wordt belichaamd, aan de zich vernieuwende bloem van Uw ziel te mogen overbrengen, want in het Licht van de Ware hoop geven wij elkaar in werkelijkheid de Ware Vrede en het Ware Geluk, en waar zielen elkaar dit geschenk geven, wordt het fundament van een betere wereld gebouwd.

Het spreekt vanzelf dat ik U graag ter beschikking blijf staan als de kleine brug van Liefde, Hoop en ondersteuning, tot dewelke Maria mij heeft gemaakt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 180
Hoe kan men een dwalende ziel helpen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw bijkomende vragen. Graag zal ik één en ander toelichten, opdat er geen misverstanden zouden kunnen optreden.

Wanneer ik schrijf dat God met de dwaling van Uw dochter een teken wil stellen, bedoel ik daarmee allerminst dat voor deze ziel niet moet worden gebeden. De betekenis van deze formulering is dat God wel vaker toelaat dat zielen zich vergissen, opdat:

  1. deze zielen daaruit zelf de lessen zouden trekken dat dwaalwegen nooit de Ware Vrede kunnen brengen, en zij op grond van deze vaststelling – die niet slechts via verstandelijke weg moet worden gemaakt, maar vooral in de kern van het hart, waar de ziel zich met de Goddelijke Wet verbindt, uit louter Liefde – voor de noodzakelijke koerswijziging kiest. Precies dit wordt bedoeld wanneer wordt gezegd dat God 'een teken stelt'.
  2. andere zielen die door de Goddelijke Voorzienigheid met de levensweg van de dwalende ziel in aanraking zijn gebracht, bijvoorbeeld vader en moeder met betrekking tot het kind, deze dwaling als dusdanig zouden herkennen en op grond van de vaststelling van het bestaan van deze specifieke dwaling, er in hun eigen leefwereld mogen voor kiezen, hun gebeden en offers voor een groot gedeelte op het compenseren van deze specifieke dwaling te richten. Het teken van God moet worden begrepen als signaal via hetwelk God als het ware tot de zielen zegt: "Hier is iets niet juist, en dat gebeurt vaker dan je wel denkt. Ik roep jou er toe op, Mij iets ter compensatie aan te bieden".

Zo ongeveer zouden de zielen zich de wijze kunnen voorstellen waarop God tracht, dwalingen en zonden van zielen te laten compenseren. Hij is almachtig, maar zal nooit de vrije wil van de ziel in het gedrang brengen, en Hij nodigt zielen ertoe uit, de vele vormen van misstappen te helpen compenseren, opdat de effecten van de werken der duisternis zouden worden verlamd. Men mag het gerust ook zo zien – woorden van de Meesteres van alle zielen – dat God, wanneer Hij dwalingen toelaat, tegelijkertijd tracht, jegens de duivel een teken te stellen door in de harten van zielen die met een dwalende ziel zijn verbonden, de oproep te laten klinken, ervoor te kiezen, hun beproevingen, die tenslotte gedeeltelijk met de dwalende ziel in verband staan, aan te bieden als grondstof voor de bereiding van genaden, en derhalve de werken van de duivel onwerkzaam te maken.

Welk resultaat deze ontwikkeling zal hebben, kan geen ziel zeggen, omdat dit ergens in Gods Plan verborgen ligt. Wanneer daadwerkelijk duistere invloeden werkzaam zijn, wat hier duidelijk het geval is, zijn vaak vele, langdurige en toegewijde beproevingen nodig om dit effect om te keren. De reden hiervoor ligt onder andere hierin, dat de dwalende ziel voortdurend haar vrije wil gebruikt om de dwaalweg verder te volgen. Het is belangrijk – naast Uw vele inspanningen en al Uw hartenpijnen:

  1. dat U de vrije wil van Uw dochter aan Maria toewijdt, dag na dag opnieuw. U kunt daartoe de gebeden 910, 985 en 1160 gebruiken, waarbij U eenvoudig moet herformuleren naar de derde persoon toe (zij, haar,... of de naam van Uw dochter). Maria zegt altijd dat de vrije wil het laatste is, wat de zielen willen afgeven. God trapt echter geen gesloten deuren in. Hij klopt zachtjes, klopt nogmaals, enzovoort. Het is de vrije wil die uiteindelijk de deur moet openen, opdat God met de genade van bekering de tempel van de ziel moge kunnen betreden;
  2. dat U het hart van Uw dochter constant met Liefde omhult. Het spreekt vanzelf dat U dit als vader en moeder reeds doet, maar hier gaat het om een ervaring op een hoger spiritueel niveau dan gewoonlijk, namelijk om de omhulling van dit hart met louter liefdevolle gedachten, zonder de geringste bijmenging van wrok of om het even welke andere negatieve gewaarwording. Dat is veel moeilijker dan men zou vermoeden. Volgens de onderrichting van Maria schept de omhulling van een hart met louter positieve gedachten en gevoelens in de ziel op wie deze gedachten en gevoelens zijn gericht, een atmosfeer die zo met Licht vervuld is (Licht is als de adem van God!) dat de duivel geleidelijk zijn hele invloed op deze ziel verliest. Dat is geen gemakkelijke opgave, want hoewel het hier om Uw eigen dochter gaat, is het moeilijk om in de dwalende ziel niet de handtekening van de duivel te zien, wat het op zich al minder gemakkelijk maakt om geen verdeelde gevoelens te koesteren. Precies omdat het niet gemakkelijk is, kan het rijpe vruchten opleveren. Probeert U het, U staat er in deze strijd niet alleen voor.

Dat wildvreemde mensen door Uw inspanningen tot bekering komen, terwijl in Uw onmiddellijke omgeving echter zielen 'door de leeuwen worden verscheurd' zoals U het treffend uitdrukt, heeft een spirituele verklaring. De duivel weet precies dat hij een ziel die zich totaal aan Gods Werken tracht weg te geven, het hardst kan treffen wanneer hij een bom in de onmiddelijke omgeving laat ontploffen, opdat de levensweg van de hem bestrijdende ziel duchtig door elkaar zou worden geschud. Slechts wanneer de eigen fundamenten wankelen (houdt U zich het beeld van de explosie in de onmiddelijke omgeving voor ogen), zou de ziel zich ertoe kunnen laten overhalen, door ontmoediging, uitputting, angst, gebrek aan Hoop enzovoort, de strijd op te geven. Ja, de duivel is een enorme vijand, maar voor de ziel die Maria manifest in haar hart laat heersen, wordt uiteindelijk duidelijk dat het gaat om een reus op lemen voeten.

Ik wens U een goede afloop, vervuld van Licht. Wij laten elkaar wederzijds niet in de steek. Weest U er zich van bewust dat de strijd er doorgaans anders uitziet dan het menselijk oog meent, hem te moeten waarnemen, want in het Hart van God is de overwinning over de dwaling van Uw dochter reeds beschikt. Maakt U elke dag van afwachten tot een concreet resultaat zichtbaar wordt, tot een roos voor Gods Rijk. De aanblik van deze rozentuin op het tijdstip dat God voor deze overwinning heeft vastgelegd, zal U verrukken. Tijdens de wachttijd blijft ons de vertroosting voor dat ogenblik, dat met zekerheid komt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 181
Betekenis van lichamelijk, geestelijk en emotioneel lijden, vermoeidheden en ongemakken voor de loutering van de ziel en haar ontwikkeling naar de heiligheid – de 'waarom-vraag' in verband met het lijden – zondagen in de Vastentijd

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het leven van een ziel op aarde is in zekere zin een kruisweg. God had voor de zielen een leven voorzien, dat zich zou afspelen in een soort voortuin van het Hemels Paradijs. De erfzonde heeft de zielen van dit voorrecht beroofd. Sedertdien moet de mensheid deze paradijselijke Gelukzaligheid verwerven door eigen inspanningen: Deze Gelukzaligheid is niet langer een automatisch verkregen recht. Het lichamelijk, geestelijk en emotioneel leed, alle vermoeidheden en ongemakken van ons hele leven en tijdens al onze werken vormen precies deze inspanningen. Dit systeem is door God bekleed met verlossende kracht. Dit betekent dat precies al deze elementen van lichamelijk, geestelijk en emotioneel leed en alle vermoeidheden en ongemakken de ziel louteren, met andere woorden: dat deze de ziel zo in haar ontwikkeling naar de heiligheid stimuleren dat zij de ziel zoals een bloem helpen ontvouwen. Een bloem moet immers volledig geopend zijn om de volheid van Gods Liefde in zich te kunnen opnemen. De opname van de volheid van Gods Liefde is de toestand die wij aanduiden als 'het Eeuwig Leven in de Eeuwige Gelukzaligheid'.

Jezus heeft door Zijn vreselijk Lijden en Zijn Dood aan het Kruis dit systeem voor ons ontsloten. Maria, de Moeder van Christus, heeft Zichzelf en Haar eigen levensweg op mystieke wijze volkomen met dit verlossend Lijden van Jezus verenigd via de nog zo weinig bekende elementen van lichamelijk leed en zielenleed die Zij op aarde heeft doorstaan. Elke ziel op aarde krijgt van God de gelegenheid om deel te hebben aan dit systeem van het zeer heilige verlossende Lijden en zo Jezus volkomen na te volgen. Op aarde bestaat niets groters, niets dat méér Heil zou brengen.

De ziel zal deze gelegenheid automatisch krijgen omdat deze uitgaat van Gods oneindige Liefde. Zij kan met dit geschenk twee dingen doen: Zij kan het aannemen en daardoor de genade van hun ontsluiting verwerven, of zij kan zich ertegen verzetten. Deze laatstgenoemde mogelijkheid betekent niet dat zij van haar lijden zal worden bevrijd, doch dat deze haar geen genaden zal opleveren. Deze ziel zal zich tegen haar lot verzetten indien het haar ontbreekt aan Liefde tot God, tot Zijn Heilsplan en tot haar medeschepselen. Haar medeschepselen kan zij immers helpen verlossen via haar eigen lijden, of wanneer het een dier betreft, kan zij door haar eigen lijden de leefwereld van dit dier in evenwicht helpen houden.

Gods Wijsheid bepaalt, welke soorten lijden op elke ziel zullen toekomen. Dit houdt verband met de volgende factoren:

  • de ontwikkelingen van Gods Heilsplan;
  • de specifieke levensroeping van de diverse zielen;
  • de gesteldheid van het stoffelijk lichaam in hetwelk elk van deze zielen haar leven moet leiden.

Elke ziel moet haar levensweg in een specifiek stoffelijk lichaam voltooien. Dit lichaam is drager van bepaalde kenmerken, zwakheden, enzovoort. Daardoor is de ene ziel vatbaarder voor ziekte A, een andere méér vatbaar voor ziekte B, enzovoort. God heeft daarmee een bedoeling. Bovendien verbindt Hij met de vrijwel oneindige lichamelijke ziektebeelden en handicaps op het spirituele niveau de mogelijkheid van uitboeting van bepaalde ontsporingen in de spirituele werkelijkheid. Dit betekent niet noodzakelijk dat een ziel een bepaalde ziekte ten prooi valt omdat God haar een specifieke ontsporing, een specifieke soort zonden, enzovoort, wil laten uitboeten, doch dat een ziel de kans krijgt om haar ziekte zo toe te wijden (bij voorkeur aan de Moeder Gods), dat dit offer kan worden gebruikt om genaden te bekomen om de welbepaalde ontsporingen op de hogere niveaus van de werkelijkheid (dus op de niveaus van de spirituele ontwikkelingen, bijvoorbeeld specifieke zonden) te compenseren.

Het kan de vruchtbaarheid van een ziel op aarde ten zeerste bevorderen indien zij haar lichamelijke stoornissen met aanvaarding en Liefde aan Maria toewijdt en daarbij van Haar afsmeekt dat de mensheid moge worden vrijgekocht uit de effecten van bepaalde zonden (of van de zondigheid in het algemeen).

Ik kan erin komen waarom U in verband met Uw lijden de bekende 'waarom-vraag' stelt. Maria beantwoordt deze vraag in sommige gevallen, wanneer het voor de ziel noodzakelijk is dat zij dit zou weten. Slechts Gods Wijsheid kan bepalen wanneer dit het geval is. In de meeste gevallen beantwoordt Maria deze vraag slechts door de ziel te wijzen op de onvermoede vruchten van haar lijden. Zij doet dit op grond van Haar zuivere, volmaakte Liefde, omdat het de ziel doorgaans veel méér verdiensten oplevert wanneer zij niet weet wat achter haar lijden verborgen zit. Het 'waarom' van ons lot ligt steeds in Gods Mysterie verborgen, en zo behoort het ook te zijn: Hoe minder wij hier en nu mogen zien van de rozentuin van onze verdiensten voor de Hemel, des te méér zullen wij in de eeuwigheid ervan te zien krijgen. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Staat U er niet op dat U het 'waarom' van Uw lot hier en nu zou kennen, want dit 'waarom' is zoals een bloem die, wanneer men haar bekijkt met wereldse ogen, verwelkt, en slechts onverwelkbaar blijft wanneer men haar beschouwt met de verheerlijkte ogen van de Hemelbewoner.

De mens gelooft soms dat hij het 'verdient' om antwoorden te krijgen op de vragen die in verband staan met zijn welbevinden. Gods Waarheid luidt echter, dat de mensenziel helemaal niets meer verdient sedert zij het heilig verbond met Gods Liefde heeft verbroken. Troost U zichzelf derhalve met de zekerheid dat U dit alles later, na dit leven, in zijn volheid te weten zult komen. Pas dan zal Uw ziel in staat zijn om deze informatie correct naar waarde te schatten en haar de passende eer te betonen. De Meesteres van alle zielen vertrouwde mij ooit toe dat de meerderheid van de zielen in het uur van hun levensoordeel bij de Troon van God vurig wensen dat zij tijdens hun leven op aarde veel minder met het 'waarom' van hun lot bezig zouden zijn geweest en dat zij hun leven gewoon veel bewuster in eenheid van hart met Jezus en Maria zouden hebben beleefd.

Over de door U vermelde zielen kan ik, respectievelijk mag ik geen informatie verstrekken. Maria verschaft dergelijke informatie uiterst zelden, omdat Zij absoluut wil vermijden dat zielen elkaar zouden beoordelen en omdat de gesteldheid van een ziel een zaak is die zich strikt tussen deze ziel en God afspeelt.

Ook de vraag hoeveel H. Missen een bepaalde ziel nodig heeft, kan nooit worden beantwoord. De reden hiervoor ligt in het feit dat de bevrijding uit het vagevuur verband houdt met een zo veelzijdig complex van factoren, dat de tijd van de loutering van een ziel niet kan worden uitgedrukt in getallen. Alles hangt uiteindelijk af van de mate waarin de betreffende ziel de Ware Liefde in zich opneemt, want het zijn de processen van Ware Liefde in een ziel, die het tijdstip van haar bevrijding uit het vagevuur bepalen.

Moet men op zondag in de Vastentijd ook vasten? Neen. Maria drukt echter wel de zielen op het hart dat zij ook op de zondagen in de Vastentijd matigheid zouden betrachten. Vasten is trouwens niet slechts een kwestie van matiging in de voedselopname, zonder nog méér een kwestie van zuivering in het hart. Het hart (het gevoelsleven) moet van elementen van ballast worden bevrijd, en gewoonten die niet bevorderlijk zijn voor de groei van de ziel, moeten bewust worden bestreden. De Vastentijd is door God bedoeld als een tijd van dieptereiniging. Vanzelfsprekend kan dit proces niet worden onderbroken omdat het zondag is. Precies de zondagen moeten uitnodigingen tot verheerlijking van de Allerheiligste Drievuldigheid zijn. Verheerlijking van God is onmogelijk wanneer zij niet uitgaat van een ziel die in alles naar de ware zuiverheid (ook deze van het hart) streeft. Laten wij noot vergeten: Vasten is geen activiteit, het is een een gesteldheid, en moet in vele opzichten worden tot een levenshouding.

In Naam van Maria dank ik U graag voor het lijden dat U in aanvaarding op zich neemt, en U ertoe uitnodigen om dit lijden nog vuriger aan Maria toe te wijden, in het bewustzijn dat het geschenken betreft, waarvan U de ware aard nu nog niet mag zien, later wel. De tijd komt, in dewelke U zult zien dat de doornen van de rozen in werkelijkheid uit echt goud bestaan. Het goud is, zoals bekend, de kleur van de volmaakte heiligheid, die niet van deze wereld is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 182
De groei van de ziel is geen rechtlijnige ontwikkeling – over de bezieling door de Heilige Geest – gehoorzaamheid jegens een meerdere is gehoorzaamheid jegens God

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Zoals elke groei, is ook de groei van de ziel geen rechtlijnige ontwikkeling. De spirituele ontwikkeling kan heel gemakkelijk worden vergeleken met de ervaring van een bergbeklimmer, die hier en daar een sprong moet wagen. Elke sprong kan hem, wanneer hij slaagt, op een hoger punt brengen, doch indien hij mislukt, kan hij de bergbeklimmer naar beneden laten storten. Het enorme verschil met de situatie van de bergbeklimmer bestaat er echter in, dat de ziel die zich volledig aan Maria heeft toegewijd, onberispelijk en onfeilbaar door Haar wordt opgevangen, mits deze enige voorwaarde wordt vervuld: De ziel moet de sprong wagen.

Lieve zus, het verheugt mij dat het blootleggen van bepaalde zwakheden pijnlijk is, omdat U slechts dan op een hoger niveau belandt: De pijn is deze van de loutering. Geen kogel kan verwijderd worden zonder hem ergens uit te halen. Dit proces veroorzaakt eerst een nog grotere, bloedende en pijnlijke wonde, doch door het bloeden, spoelen ook vele onzuiverheden weg, en begint door de werking van de Goddelijke Intelligentie in het lichaam onmiddellijk het genezingsproces. Zo is het ook in de ziel: Op die ogenblikken, tijdens dewelke wij ondanks inspanningen om in de deugd te blijven, de grootste hekel hebben aan onszelf, zijn de inwerkingen van Gods genaden het diepst. Onze ziel lijkt soms op een bouwwerf: steenslag, puinhopen, vuil, balken, plassen, greppels..., onherbergzaam, vochtig, winderig en koud, en desondanks het begin van een totaal nieuw huis, dat eens de plaats zal zijn, waar wij bij regenweer onze toevlucht nemen om er geborgenheid, warmte en de innerlijke rust terug te vinden. Uw ziel is momenteel een bouwwerf van de Moeder Gods. Laat U toch Maria al Haar macht over U uitoefenen, en U zult wonderen beleven, want Haar macht heet 'volmaakte Liefde'.

De huidige knoop in Uw ziel komt voort uit een tijdelijk onvermogen om los te laten. U hebt een mooie ziel. Haar schoonheid is opgebouwd op Uw vurig verlangen om Gods Ware Liefde ononderbroken te laten stromen. Reeds als kind heeft elk gebrek aan liefde U heel diep pijn gedaan. U wilde elk schepsel de warmste Liefde schenken, en U verlangde ook zelf zozeer naar oprechte Liefde. Deze stroming is in Uw leven tot nu toe vaak verhinderd geweest. De jongste tijd hebt U in Uw leven eigenllijk slechts op twee plaatsen een echt houvast, waarmee U werkelijk Liefde kunt uitwisselen. Ik hoef U deze beide punten niet te verklappen, U kent deze immers zelf wel. De haard van geborgenheid die voor U momenteel de meeste tastbare is, ligt op school. Daarom is het juist, dat iets U er onbewust van weerhoudt om bij de opgelegde schooltaken tot het uiterste te gaan. Wat dat betreft, moet ik U het volgende mededelen:

U bent bijzonder intelligent. Dat is een gave van God. Uw Hemelse Moeder en Meesteres wil met U samen een vruchtbare levensweg gaan, en Zij verwacht daar veel van, want Zij weet hoe groot Uw vermogen tot liefhebben is. U durft het de jongste tijd niet meer aan Uzelf toe te geven, omdat U precies het gevoel hebt, niet in staat te zijn, oprecht lief te hebben. Dat is een dwaalgedachte, geeft U daaraan niet toe. Er blijft veel verborgen voor de ziel, soms door de Hemel, vaak door de duivel. In het eerste geval gaat het om de verborgen geschenken die wij zelf uit onze eigen vrije wil en door ons volhardend verlangen moeten ontdekken, opdat zij ten volle vruchtbaar zouden kunnen worden. In het tweede geval gaat het om de verblindingswerken van de duivel, die ons wil laten geloven dat wij nergens voor deugen, omdat hij ons tot elke prijs wil verhinderen om God en Maria te dienen door datgene wat wij doen met de Hemelse geschenken, die wij zo tegen de duivel kunnen gebruiken.

Bekijkt U het eens als volgt: U weet met zekerheid dat U een hart en een lever hebt, hoewel U deze nooit hebt gezien, gehoord, geroken, betast of gesmaakt. U weet met zekerheid dat U een televisieprogramma kunt bekijken, omdat er televisiegolven bestaan die worden overgebracht door de lucht, hoewel U deze golven nooit in de lucht hebt gezien, gehoord of geroken, enzovoort. Op gelijkaardige wijze is Uw vermogen om lief te hebben, ongeschonden in U aanwezig, het is zelfs veelvuldig versterkt sinds U de Allerheiligste Maagd Maria beter kent, maar de omstandigheden hebben Uw blik verduisterd. Vandaar komt ook het gevoel dat U volledig geblokkeerd bent: Een blokkade in het functioneren van een mens is vaak niets anders dan de vrucht van een blokkade in de spirituele waarneming wanneer de ziel de onderbrekingen in de stroming van de Goddelijke Liefde in haar omgeving niet kan verwerken. Voor de kern van de ziel lijkt het dan alsof het grootste geschenk van God verspild zou worden, en de schepselen elkaar in het verborgene ziek maken. Dat is een knooppunt waarmee vele zielen in de loop van hun spirituele ontwikkeling niet in het reine komen. Dit symptoom verbergt geen 'ziekte', doch integendeel een grondige gezondmaking van de ziel.

U zijn de wonderen geschonken van een vurige Liefde, een scherpe intellligentie en een diep verlangen om een zuiver leven te leiden, dat U God dagelijks als verse bloemen wil aanbieden. Uw Hemelse Moeder en Meesteres wil U meenemen op een reis doorheen de wonderen van de ziel, doch Zij vraagt van U één ding: Schenkt U Haar, en via Haar aan God, de zuiverste Liefde door Uw jaarwerk op school tot een goed einde te brengen, en wel met de inzet van deze mooie, dubbele gave van God: Uw intelligentie én Uw Liefde. Misschien is het U al opgevallen, hoe diep men in een schoolwerk kan gaan wanneer men deze met echte Liefde ter hand neemt. Wanneer men niet slechts het verstand, doch ook de Liefde in een schoolwerk tot ontplooiing brengt, lijkt het al gauw of men dit werk eigenlijk nog slechts ten dele zelf schrijft: het overige gedeelte schrijft een kracht van buiten Uzelf. Deze kracht is de bezieling van de Heilige Geest. Bezieling is veel méér dan het ontsluiten van het verstand, het is ontbranden met een Vuur dat ontstaat doordat de ziel zich vrijwillig heeft geopend voor het Goddelijk Leven. Wanneer het Goddelijke de heilige kern van de ziel aanraakt, ontvouwt zich de scheppende kracht van God. De ziel zelf wordt omgevormd en schept op haar beurt grote dingen, omdat deze dingen Gods adem in zich dragen.

Dit is de akt van Liefde waarop de Moeder Gods nu wacht. Nog deze avond zal ik de Meesteres van Uw en mijn ziel met alle kracht smeken dat Zij U de kracht, de bezieling, de volharding en het vertrouwen moge schenken om deze taak tot een goed einde te brengen. Ik twijfel er geen ogenblik aan dat het resultaat goed zal zijn, want de Heilige Geest zal U volledig ontsluiten, en Maria zal Uw hand bewegen en Uw hart voeden. Doordat U de volheid van Uw gaven ervoor gebruikt om dit werk vruchtbaar te beëindigen, zult U precies datgene doen waarnaar U nu verlangt – zoals U het zelf uitdrukt: Uzelf in Gods armen laten vallen.

Het beëindigen van deze opgave is niet enkel een akt van Liefde jegens God en Maria. Het is tevens een akt van gehoorzaamheid jegens een Goddelijke Beschikking. Inderdaad: Elke taak op onze levensweg, ook een schoolopdracht die wij opgelegd krijgen, moeten wij beschouwen als een opdracht die God Zelf ons geeft, en die deel uitmaakt van het geheel van onze levensopdracht. De Goddelijke Voorzienigheid benut dit alles. Zelfs een schoolopgave wordt door God ten volle gebruikt om de ziel van de leerling op vele vlakken te vormen, niet slechts geestelijk, ook spiritueel, op het gebied van de deugden en de vorming van onze ingesteldheid ten aanzien van het leven, onszelf en vele andere dingen. Wanneer men zich voor een schoolopdracht niet volledig inzet, komt dat in Gods ogen neer op een gebrekkige gehoorzaamheid tegenover Zijn Beschikkingen. De meeste zielen leren nooit, dit zo te zien, doch zo is het: Een gezagspersoon op aarde vervult steeds de rol van diegene die (vanzelfsprekend onbewust) Gods Beschikkingen op aarde vertegenwoordigt. Om deze reden zal God U rijkelijker zegenen wanneer U uit respect voor de lerares of voor de schooldirecteur enzovoort, tracht, elke taak tijdig af te leveren, nadat U al Uw bekwaamheden hebt ingezet.

Na dit werk zult U de leiding van Maria voelen met betrekking tot datgene, wat na dit schooljaar op U wacht. Maria verlangt van U slechts één ding vurig: vertrouwen op Haar Hemelse Liefde. Beschouwt U Uzelf als een bergbeklimster. U zult op het einde van deze maand de edelweiss plukken, en in de maand mei zult U de top van de berg onder Uw voeten leggen. Een mensenziel is niet geschapen om zich door de deprimerende werken van de duivel te laten ontmoedigen. Verheerlijkt U de onoverwinnelijke macht van de Meesteres van alle zielen, door het geschenk van Uw wondermooie begaafdheid totaal te ontplooien en de inhoud ervan ten volle in U op te nemen.

U beklimt de berg niet alleen. U zult een onfeilbare Gids hebben, en Myriam zal er altijd zijn om te dienen. Ik kijk uit naar een verheugend bericht van Uwentwege.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 183
Waarom blijven de Goddelijke Mysteries voor ons verborgen? Over miskramen: Verblijf van de zielen van deze kinderen, toewijding van deze kinderen aan Maria, het doopsel achteraf

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Vele dingen hier op aarde gebeuren zonder dat wij, mensen, hun diepe betekenis mogen doorzien. Wij kunnen dit betreuren, maar het is toch Gods Wijsheid, die deze sluier over ons inzicht laat vallen. De zielen mogen de volheid van Gods Plannen en bedoelingen niet doorzien, omdat het hier in de eerste plaats gaat om Goddelijke Mysteries, en elke ziel bovendien aan duistere invloeden is blootgesteld. God laat Zijn Geheimen met betrekking tot de voltooiing van Zijn Plannen niet doorgronden door ogen die niet vlekkeloos kunnen waarnemen. Om deze reden heeft onder de geschapen zielen slechts Maria, de Onbevlekte Ontvangenis, tot in de kern van vele Goddelijke Mysteries mogen schouwen en een buitengewone macht over de vormgeving van hun vervulling ontvangen, in die zin dat Zij onbeperkte macht over de zielen heeft gekregen. Door deze macht bezit Zij het vermogen, de denk- en gevoelspatronen van de zielen zodanig te richten, dat de zielen gewillig worden om hun vrije wil met Gods Wil gelijkvormig te maken. Dit hangt echter af van de mate waarin de zielen zich aan Maria overgeven.

Het versluierde karakter van onze waarneming schept voor ons bepaalde onzekerheden. Precies deze horen tot onze meest waardevolle schatten, want indien wij alles zouden weten, zouden wij niet meer de verdiensten van een blind Geloof hebben.

Uw zo interessante vraag mag ik echter zonder meer beantwoorden:

U hebt twee kinderen verloren door een miskraam, en U vraagt zich af of deze kinderen reeds in de eeuwigdurende, onbeperkte aanschouwing van God zijn, of indien niet, of er iets ontbreekt, dat U als gezin kunt aanvullen.

Zoals de Meesteres van alle zielen het vroeger reeds heeft opgemerkt, wordt de ziel van een kind, dat slachtoffer wordt van een miskraam, zonder meer in de Hemel opgenomen. De reden hiervoor is eenvoudig deze, dat deze ziel op geen enkele wijze heeft kunnen zondigen. U kunt als gezin desondanks toch iets doen, niet iets dat deze beide zielen ten goede moet komen, doch iets dat als goedmaking ten aanzien van het Goddelijk Heilsplan moet worden begrepen:

De Meesteres van alle zielen vraagt U:

  1. dat U de zielen van deze beide kinderen, die U door een miskraam hebt verloren, evenals de tijd, gedurende dewelke U hen als moeder van deze beide zielen in Uw schoot hebt mogen dragen, formeel aan Maria zou toewijden, dit betekent: hen voor de eeuwigheid aan Maria toevertrouwen. Dat is belangrijk, omdat een dergelijke akt van toewijding deze zielen en de tijd gedurende dewelke zij in de moederschoot zijn gedragen, uit vrije menselijke wil met Gods Wil verbindt. God heeft ook met miskramen een welbepaalde bedoeling. De toewijding van het gebeurde zelf, en alle ermee gepaard gaande gevoelens, pijn, enzovoort, geldt in Gods ogen als een daad van overgave, wat alles volledig vruchtbaar maakt. Toewijding aan Maria, ongeacht wat men aan Haar toewijdt, verbindt het toegewijde met het Hart van God, waardoor het volledig in het Goddelijk Heilsplan wordt opgenomen.
  2. dat U deze toewijding zou verbinden met een daad van goedmaking voor de vele abortussen die dagelijks opzettelijk plaatsvinden. Terwijl bij abortus sprake is van vrijwillige beëindiging van de zwangerschap, is een spontane miskraam een ongewilde beëindiging. Door Uw twee pijnlijke ervaringen in overgave aan het Goddelijk Heilsplan te aanvaarden, en tegenover Maria Uw Geloof te belijden dat God deze beide offers nodig heeft gehad, en U Hem deze daarom van harte wilt schenken, biedt U goedmaking voor de vele handelingen door dewelke zielen Gods bedoelingen niet respecteren. U zult diep in Uw hart merken dat bepaalde donkere wolken zullen oplossen in de zon van een nieuwe Hoop, en dat U vrijer zult ademen (de ziel zal een weg vinden om opnieuw in het Licht van Gods Tegenwoordigheid te baden).

Uw vraag over het geslacht van de beide kinderen die U niet hebt mogen baren, wordt door de Moeder Gods niet beantwoord. Doorgaans betekent het uitblijven van een antwoord dat het gaat om kennis die de ziel voor haar heilsweg niet nodig heeft. Voor de verheerlijkte ziel (en dat zijn Uw beide ongeboren kinderen eveneens) geldt dat haar geslacht in dat 'andere' gedeelte van Gods Werkelijkheid onbelangrijk is. Ook de namen van deze beide kinderen zou ik U om een gelijkaardige reden niet kunnen zeggen. Inderdaad, in de Heerlijkheid krijgt ook de ongeboren ziel een naam. In sommige gevallen heeft een ziel in de Hemel zelfs een andere naam dan op aarde. Verdere details mag ik U daaromtrent momenteel niet geven.

Het doopsel dat U achteraf hebt uitgevoerd, is in Gods ogen in elk geval iets moois. Het toont respect tegenover Gods Beschikking om deze zielen tot Zich te nemen, en het getuigt eigenlijk van het feit dat U aan deze Goddelijke tussenkomst een sacrale betekenis hebt gehecht, en dat U hoopt op Zijn Barmhartigheid om deze beide zielen te beschouwen als gedoopt, dus als leden van de christelijke gemeenschap. Dat heeft Hij inderdaad gedaan.

Verheugt U zich over deze beide voorsprekers in de Hemel. Zij zullen U en Uw hele gezin met het Licht van hun onophoudelijke gebeden begeleiden. Ooit zult U zelf deze beide leden van Uw gezin in het Paradijs voor het eerst daadwerkelijk ontmoeten. Het zal een ontmoeting zijn, waarvan U zich de schoonheid nauwelijks kunt voorstellen, want zij zal in geheel andere omstandigheden plaatsvinden als om het even welke ontmoeting hier op aarde. Deze vreugde kunt U nu reeds verdienen door toewijding, aanvaarding en Ware Hoop. Eén gegeven wil Ik U in elk geval niet onthouden: De beide zielen zij U dankbaar voor de Liefde, de warmte en de voeding die zij via de moederschoot hebben ontvangen, alvorens zij aan God werden 'afgestaan'. Door de toewijding wordt dit tot een daad van onzelfzuchtige naastenliefde, die in Uw aller levensboek staat geschreven. Verheugt U zich daarover, net zoals ik dit met U en voor U doe.

Weest U overtuigd van mijn liefdevolle gebeden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 184
De diepe betekenis van het lijden – lijden en de waarlijk beleefde toewijding aan Maria – lijden als eeuwige levensverzekering

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is opvallend dat elk gezin waarin het Ware Licht zich een weg in de harten heeft mogen banen, moet lijden. God weet hoe graag ik U moed zou willen inspreken met de woorden: "het zal wel vlug beter gaan”. Jammer genoeg kan ik dat niet. Het lijden zou eigenlijk, een beetje op de spits gedreven, met een virus kunnen worden vergeleken: Tegen een virus bestaat geen geneesmiddel, men kan slechts de weerstand versterken, opdat het lichaam het zelf kan overwinnen. Iets dergelijks is het met het lijden: Er bestaat geen geneesmiddel tegen, men kan slechts de weerstand van de ziel versterken, opdat het lijden op de juiste wijze moge kunnen worden 'overwonnen', dit betekent: dat de ziel het op een zodanige wijze in zich weet in te bouwen, dat zij erdoor wordt gevoed, dat zij heiliger wordt. Ja, het lijden is slechts in zijn uitwerking vergelijkbaar met een virus, wanneer de ziel toelaat dat deze vorm van uitwerking wordt voortgebracht. In werkelijkheid heeft God het lijden bedoeld als een schatkist voor de ziel. De ziel kan uit het contact met het lijden twee tegenstrijdige dingen overhouden: Ofwel wordt zij erdoor verzwakt, ondermijnd, onzeker, zelfs godslasterlijk of tot geloofsverlies gebracht, of integendeel weet zij er op een dergelijke wijze mee om te gaan, dat zij het omvormt tot geschenken van God en zich stap voor stap heiligt door het te gebruiken als sleutel tot de Poort van Genaden.

U schrijft het zelf, en ik moet het steeds opnieuw beklemtonen: Elk lijden heeft een zeer diepe betekenis. Binnenkort zult U deze stelling verder bevestigd en gefundeerd terugvinden in het geschrift De Oogst van de Eeuwige Liefde. In wereldse ogen is lijden steeds 'beladen'. Wij ervaren het gemakkelijk als iets bezwarends, omdat het een duistere component in zich bergt, in die zin, dat de instelling van de mens ertegenover zeer gemakkelijk door de duivel wordt beïnvloed. Het lijden overvalt de ziel (lichamelijk, spiritueel, geestelijk, emotioneel...), en onmiddellijk moet zij tegen bepaalde opkomende gewaarwordingen opboksen: Wat indien dit nog verder gaat? Wat wanneer het verslecht? Zal ik nog 'normaal' kunnen functioneren? Wat met diegenen, die mij dierbaar zijn? Zal ik niemand tot last zijn? Zal ik van anderen afhankelijk worden? Waar is God nu gebleven? enzovoort...

De duivel valt de ziel aan en werkt ernaar toe, dat zij haar hart sluit (uit angst om door haar emoties overweldigd te worden) en haar geest actief wordt. Zodra de ziel aan deze verandering toegeeft, wordt zij ongewapend uitgeleverd aan de duivel en zijn influisteringen, want het denken en analyseren wordt al spoedig omgevormd tot gepieker en twijfel, en daar betreedt de ziel het uitverkoren domein van de bekoring tot ontmoediging. Dit alles brengt duisternis in de ervaring van het lijden: De ziel treedt het lijden niet gemakkelijk onbevangen tegemoet. Zij kan dit echter zeker leren door een in de praktijk concreet beleefde toewijding aan Maria.

Zodra de ziel zich aan Maria toewijdt, wordt zij letterlijk soldaat in de strijd tegen de duisternis. De mensheid heeft verlossing nodig. Jezus heeft voor ons door Zijn Lijden de Verlossing 'gekocht', maar wij moeten de effecten van Zijn Lijden in ons eigen leven ontsluiten. Dit alles zou niet nodig zijn geweest indien de erfzonde en alle later geslaagde pogingen vanwege de duisternis er niet waren geweest. Aangezien God het lijden als 'tegengif' tegen de effecten van de zonde of als 'munten' voor het vrijkopen van zielen uit de effecten van de zonde heeft beschikt, gebeurt het vanzelf dat de ziel die zich totaal aan Maria (de door God aangestelde Gids in de strijd tegen de duisternis en in de heiliging van de ziel in navolging van Christus) overgeeft, tot schietschijf van de duivel wordt. De ziel wordt dan beproefd, en wordt omwille van deze beproevingen bovendien nog door de duivel aangevallen. Zij wordt bij voorkeur in haar onmiddellijke leefwereld tegengewerkt (anders zou het effect niet zo groot zijn) en reeds spoedig krijgt zij de indruk dat haar leven sedert de toewijding aan Maria van de regen in de drup is gekomen.

In principe is deze ervaring echter als een oester waarin de parel zich verbergt, of als een harde schaal binnen dewelke het vruchtvlees zich bevindt: Men vindt de schat pas nadat men met de grootste moeite de kist heeft kunnen en willen openen (men moet in de eerste plaats de vaste overtuiging hebben dat deze volharding resultaat zal opleveren en dat deze inspanning werkelijk de moeite waard is). Dit laatste is eigenlijk niets anders dan het Ware Geloof.

God heeft met elke ziel een plan. Hij weet wat nodig is opdat Zijn Heilsplan zich moge kunnen verwezenlijken en zoveel mogelijk zielen de vruchten van de Verlossingswerken kunnen oogsten, en Hij weet ook wat Hij van elke ziel kan verwachten: In hoeverre is zij bereid om te strijden, hoe ver gaat haar Liefde, enzovoort.

In Uw gezin heeft Hij het zaad van rijpe vruchten gevoeld, een sterke wil om vooruit te komen. Precies daarom groeit in Uw gezin reeds het koren waaruit God het brood van Eeuwig Leven bereidt. U ziet de korenaren niet gemakkelijk omdat de bodem voortdurend door wind en regen wordt omgewoeld. Daarom bent U zich van de nakende oogst niet steeds bewust. Zou het U tot hulp zijn indien ik U zou troosten met de verzekering dat net onder het aardoppervlak één en ander aan het werk is? Als lid van een landbouwersgezin zegt dit beeld U ongetwijfeld één en ander. Wat kunt U hier nu mee aanvangen?

Ik weet dat het niet gemakkelijk is, een chronische zieke een therapie af te raden, vooral niet wanneer hij onder doktersbehandeling is. In alle eerlijkheid kan ik slechts zeggen dat de Moeder Gods te allen tijde de voorkeur geeft aan natuurlijke geneesmiddelen. Wanneer een zieke zich echter onder doktersbehandeling heeft laten plaatsen, keurt de Hemel niet af, vanuit het standpunt van de patiënt, dat deze de klassiek medische aanbevelingen volgt, uit 'gehoorzaamheid'. Kan men dit met natuurlijke geneesmiddelen combineren, des te beter, omdat deze preciezer met de door God ingestelde Natuurwet en met de Goddelijke Intelligentie in overeenstemming zijn.

Waarom moet Uw vader zo lijden? Dat weet God alleen. U kunt er in elk geval van overtuigd zijn, dat ook hevig lijden geen 'eenzijdig geven' is: Dit is louter de 'menselijke premie' van een levensverzekering die recht geeft op de Eeuwigdurende Heerlijkheid. Elke Euro die wij in het kader van deze levensverzekering voor Gods Heilsplan betalen, levert een uitbetaling van vele duizenden Euro in het Paradijs op. De precieze reden voor elk lijden mogen wij hier op aarde zelden vernemen, in het Uur van het oordeel echter wel, en gelooft U mij, deze reden heeft steeds een zeer diepe betekenis, want zij is een vrucht van de Goddelijke Liefde en Wijsheid. Voor wie of wat moet in Uw gezin boete worden gedaan? Letterlijk voor de zonden van de gehele mensheid vanaf het aards paradijs tot het einde der tijden, want tot die vorm van boetedoening zijn wij allemaal geroepen.

Het is mijn grootste hoop dat ik door deze door Maria geïnspireerde woorden een kleine straal van de nooit ondergaande zon uit het Paradijs van de Eeuwige Vrede heb kunnen laten doorstralen. Mijn bijzondere vreugde is, te weten dat woorden van bemoediging altijd op een basis van Goddelijke Waarheid berusten, want wat na dit leven komt, wordt mooier in de mate waarin wij hier het lijden, de beproevingen, in Liefde, toewijding en Hoop hebben aanvaard. Elke dag van lijden wordt met een Eeuwigheid van rozen vergolden. Zo beschikt het de Wet van de Goddelijke Liefde.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 185
Omgang met een ziel met wie men schijnbaar niet of slechts zeer moeilijk overeenkomt – het globale systeem van de Schepping

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

God brengt zielen samen, en Hij doet dit steeds met Zijn Hart gericht op het spirituele welzijn van elke ziel en de verwezenlijking van Zijn Heilsplan voor alle zielen. Uit menselijk oogpunt blijkt vaak dat er zielen zijn met wie wij niet 'verenigbaar' zijn. Deze onverenigbaarheid kan twee oorzaken hebben:

  1. Ofwel wijkt de andere ziel in méér dan één inzicht zo ver af van onze eigen gesteldheden dat wij (soms tijdelijk, soms ook op bepaalde tijdstippen of in een bepaalde context) tamelijk moeilijk met haar kunnen opschieten.
  2. Of wij voelen in deze ziel ondubbelzinnige tekenen van ondeugd, duisternis, en ons geweten komt in protest tegen elke omgang met haar.

Hoewel wij in beide gevallen niet bepaald een goed gevoel hebben, geldt in elk geval dat de Goddelijke Wijsheid en Zijn Liefde steeds meespelen. God brengt deze ziel niet op onze weg opdat zij ons zou 'kwellen' of opdat wij ons aan haar zouden ergeren, maar omdat deze ziel ons één en ander te leren heeft, en wij zelf deze ziel één en ander te leren hebben.

Bekijkt U eens het systeem van de Schepping als geheel. Op aarde leven miljarden levende wezens, met dit ene doel (beschouwd vanuit Gods ogen): Gods Schepping, die door de zondigheid van mensenzielen zwaar in onevenwicht is gebracht, naar een nieuw evenwicht op een hoger niveau van genade te brengen. Te dien einde brengt Zijn onfeilbare Voorzienigheid schepselen (mensen en dieren) bij elkaar, opdat zij elkaar zouden 'onderrichten' via hun wijze van zijn.

Een dier kan niet zondigen, het heeft geen ziel in de enge zin van het woord (Maria betitelt de wezenskern van een dier als 'het levensprincipe') en het levert geen rechtstreekse bijdragen tot het Goddelijk Heilsplan, maar levert niettemin met zekerheid ontelbare onrechtstreekse bijdragen tot dit Plan, en wel door zijn relaties tot de mensen en via de invloeden die het op diverse wijzen op het gedrag van mensenzielen kan hebben.

Hoe gaat God te werk?

Hij kent de gesteldheden, zwakheden, talenten, neigingen, gewoonten, soortgebonden eigenschappen, enzovoort, van elk schepsel, en op grond van de mogelijkheden (die onder andere afhankelijk zijn van de geografische vestigingsplaats), tracht Hij situaties op gang te brengen door dewelke bepaalde schepselen met elkaar in aanraking komen. Soms groeit daaruit een langdurige relatie, soms slechts een tijdelijke aanraking of relatie die wordt gekenmerkt door wisselende contactfrequenties. Elke mensenziel heeft familieleden, vrienden, mogelijkerwijs zelfs huisdieren, mensen en dieren die zij op bepaalde tijdsafstanden ontmoet en schepselen met wie zij minder goed opschiet. Om het even welk waardecijfer wij een medeschepsel op een schaal van 0 tot 10 zouden willen geven, elk medeschepsel heeft in het kader van onze spirituele ontwikkeling een rol te vervullen. Soms bestaat die rol slechts hierin, dat het medeschepsel ons kan leren om zeer veel geduld en verdraagzaamheid aan de dag te leggen. Sommige zielen bezorgen ons hoofdpijn of hebben op ons een afschuwelijk effect, en toch heeft God dit contact tussen deze zielen en onszelf voorzien, of laat Hij het althans enige tijd lang toe.

Het gebeurt dat de duivel een onmiskenbare rol speelt in onze instelling jegens bepaalde zielen. Er zijn zielen die het in Gods ogen goed doen, en desondanks geen aantrekkende werking op ons uitoefenen. Het lijkt ons dan alsof wij met deze zielen niets bereiken, alsof deze ons ergens 'in de weg staan'. De deugdzame instelling is in elk geval deze, waarbij wij in de eerste plaats in ons eigen hart kijken, of daar geen gebrek is aan tolerantie of hoogmoed, of van welke ondeugd ook.

God verlangt van ons niet dat wij absoluut met iedereen een langdurige relatie beginnen. Wat Hij in elk geval van ons verwacht, is dat wij elke ziel vanuit een deugdzaam, liefdevol hart benaderen, en wanneer deze ziel ons werkelijk 'niet ligt', dat wij haar dan in gebed aan Maria toewijden, opdat Zij deze ziel met Licht en Liefde zou vervullen. Het is ons niet toegestaan, over deze ziel een oordeel uit te spreken of haar een welbepaald waardecijfer toe te kennen, doch slechts dat wij Maria vragen, deze ziel te willen zuiveren en haar, indien enigszins mogelijk, met ons verenigbaar te maken. Is bij deze ziel werkelijk één of andere ondeugd werkzaam, of is zij met een of andere spirituele 'fout' belast, die zich negatief op ons zou kunnen uitwerken, dan zal Maria het Zelf zo beschikken dat onze gemeenschappelijke wegen het ooit mogelijk maken om voortaan in Liefde gescheiden wegen te gaan. Ik spreek hier vanzelfsprekend niet over relaties onder het zegel van het Sacrament van het Huwelijk, omdat binnen de Goddelijke Wet voor dergelijke relaties speciale bepalingen geldig zijn. De Goddelijke Voorzienigheid zal het beste voor U bereiden, en Maria zal U richten en leiden, ook in de ziel, opdat U met deze situatie zo goed en zo deugdzaam mogelijk zou kunnen omgaan.

Het gebeurt vaak dat de duivel situaties laat ontstaan, die onze blik op onze medemens versluieren en die ervoor zorgen dat het de schijn heeft dat deze medemens 'zus of zo is' terwijl dit niet in werkelijkheid neit het geval is. Precies om deze reden moeten wij er ons steeds voor hoeden, ons over onze medemens een bepaald beeld te vormen. Dergelijke beelden kunnen bedriegen. U kunt er gerust van uitgaan dat zolang U van Uw medemensen eigenlijk slechts het beste verwacht, Uw relatie tot deze medemens werkelijk van Gods Licht vervuld zal zijn. U zult Uw hele gedragspatroon tegenover deze medemens vanuit een van Licht vervuld hart vorm geven, en U zult daardoor het Licht aantrekken. Het Goddelijk Licht vermenigvuldigt zich net zo vlug als de duisternis het doet. Daarom bepaalt onze hartsgesteldheid in hoge mate de wijze waarop onze relaties tot onze medemensen verlopen.

Om deze redenen zou ik U graag op inspiratie van de Meesteres van alle zielen voorstellen, dat U de vermelde persoon uit Uw brief vurig aan Maria toewijdt, dat U Haar er heel in het bijzonder om vraagt, Uw relatie en alle contacten samen met Uw eigen hart en het hart van deze persoon onder Haar heerschappij te nemen. Dan zou wel eens het wonder kunnen geschieden dat deze persoon zich daarna jegens U geleidelijk totaal anders begint te gedragen, en dat blijkt dat eigenlijk veel misverstanden een domper op Uw relatie hebben gezet. Geeft U elkaar een nieuwe kans. Deze persoon weet wel niets van Uw voornemen af, maar onderschat U nooit de macht van Maria als Koningin van de harten: Het hoort tot de grootste opdrachten van de Meesteres van alle zielen, harten volledig om te vormen, opdat zij een deugdzamer leven zouden beginnen te leiden en beter in staat zouden mogen zijn om de Liefde te laten stromen.

Het spreekt vanzelf dat ik bid om ondersteuning voor deze verhoopte omvorming van deze relatie, want God heeft U bij elkaar gebracht opdat U samen vruchten zou opleveren en U elkaar in beide richtingen spiritueel zou bevruchten. De duivel zou deze 'bevruchting' maar al te graag verhinderen, omdat het hier gaat om een Werk van God. Smeekt U Maria dat Zij Haar macht zou gebruiken om hem in zijn duistere werken te verlammen. Hoopt U op, en gelooft U in, de werking van het Licht in deze ziel, die tenslotte Christus in zich draagt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 186
Het beeld van de levensweg als het plukken van vruchten – over het correct uitoefenen van het ambt van lekenrechter samen met de Meesteres van alle zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Moeder Gods toont ons de levensweg van een ziel al naar gelang datgene wat Zij ons duidelijk wil maken. Zo laat Maria U nu Uw levenweg beschouwen als het plukken van vruchten bij de fruitoogst. Stelt U zich voor dat U doorheen een dreef met fruitbomen moet gaan. Uw levensweg zou dan deze dreef in zijn geheel zijn, die U tot het einde moet gaan. Bij elke fruitboom echter moet U een bepaalde opdracht volbrengen: U moet daar een bepaalde hoeveelheid vruchten plukken, en U dient zich door een inwendige stem te laten leiden opdat U zou weten welke vruchten U precies behoort te plukken, in welke gesteldheid deze moeten zijn, enzovoort. Zo kunt U zich de taak die U volgende woensdag wacht, beschouwen als een boom van dewelke U bepaalde vruchten moet plukken.

Het vreemde van onze levensopdracht is, dat wij louter en alleen weten dat wij hem moeten gaan, én dat wij dit binnen de ons toegemeten tijd moeten doen. Wat wij echter niet vooraf weten, is welke lading vruchten wij aan elke volgende boom zullen aantreffen, wat daar precies op ons wacht, welke vruchten wij daar moeten verzamelen en hoeveel. Dit beeld schenkt Maria U nu om U op de juiste gesteldheid te wijzen:

De opdracht van woensdag is er één van velen die samen Uw levensopdracht uitmaken. Ogenschijnlijk heeft deze opdracht nauwelijks iets met de rest van Uw leven te maken. Zo gedragen zich echter eigenlijk ook twee bomen jegens elkaar: Zelfs wanneer twee bomen recht tegenover elkaar staan, hoeven hun vruchten toch niet helemaal dezelfde te zijn, zij kunnen zelfs van een volledig verschillende soort zijn. Nochtans gaat het voor U om een opdracht die voor Uw spiritueel welzijn iets te betekenen heeft. De Goddelijke Voorzienigheid brengt U in deze situatie opdat U er het beste van zou maken, en omdat Zij ervan uitgaat dat deze specifieke zitting van de rechtbank op die specifieke dag precies een ziel als U 'nodig heeft'. God heeft het passend geoordeeld dat U, met het oog op Uw huidige spirituele ontwikkeling, op die dag in de rechtbank als lekenrechter moet fungeren.

Hoe moet U zich volgens de Moeder Gods gedragen? Zoals steeds heeft de taak van lekenrechter enerzijds een wereldse, maar anderzijds ook een spirituele component. Wat van U vanuit het wereldse oogpunt wordt verwacht, wordt in principe door de wettelijk vastgestelde taakomschrijving van een lekenrechter bepaald. Uit het spirituele oogpunt echter is de hoofdtaak van elke ziel in elke situatie deze: Dat zij het Goddelijk Licht laat stromen. Gezien de context (in het kader van een rechtzaak) zult U aan deze boom de juiste vruchten plukken wanneer U zich door Liefde, gerechtigheid, mildheid, begrip en geduld laat leiden, en U zich elk ogenblik voor ogen houdt dat elke ziel op aarde er moet voor zorgen dat zij jegens elk medeschepsel Gods Aanwezigheid laat voelen.

De ziel kan zich doorgaans nauwelijks voorstellen welke betekenis een eenvoudig contact tussen zielen kan hebben, en wel soms landurig. Een liefdevolle, begripvolle 'aanraking' tussen zielen laat soms indrukken achter die de ziel voor de rest van haar leven tekenen. Een eenvoudige, oprechte glimlach, een passend woord op het juiste moment, een vredelievende spontane uitstraling enzovoort, kunnen in zielen die doorheen veel duisternis gaan, soms een wedergeboorte van Hoop tot stand brengen, die hen ertoe in staat stelt, in een wedergeboorte voor een vruchtbaar leven te geloven. U mag niet vergeten dat uitgerekend in gerechtelijke kringen veel zielen door innerlijke spanningen zijn getekend en vaak nauwelijks nog in het Ware Licht en de Ware Liefde kunnen geloven. Aangezien elke ziel van nature uit een leven lang eigenlijk slechts één ding zoekt – de bevestiging van haar verlangen dat er nog Ware Liefde bestaat, en om deze toch eens werkelijk te mogen ervaren – kunt U tijdens een rechtszitting op bepaalde zielen een wezenlijk diepere indruk maken dan U kunt vermoeden, en wel eenvoudigweg wanneer van U een spontane Vrede uitgaat. U plukt dus niet slechts van de boom die de Goddelijke Voorzienigheid U persoonlijk als onderdeeltje van Uw plukwerk heeft toegewezen, maar U wordt eveneens in staat gesteld om andere zielen missschien nieuwe kracht te schenken voor hun weg en hun werk tussen de hen toegewezen fruitbomen...

Lieve zus, de rechtbank is niet de gedroomde plaats om de ziel te laten openbloeien. Nochtans kunt U daar stralen van Licht helpen doorstralen. De wereldse rechtbank zoekt de wereldse gerechtigheid. Soms is deze voluit met de Eeuwige Gerechtigheid verenigbaar, soms ook niet. Uw handelingsvrijheid in deze context is door bepaalde voorschriften beperkt, maar er is een manier via dewelke U zeker naar Gods zin kunt optreden: Wijdt U zich op de betreffende ochtend heel bijzonder toe aan Maria, de Meesteres van alle zielen, en smeekt U Haar vurig dat Zij zo volledig bezit van U zou nemen dat Zij door U spreekt, handelt, denkt, glimlacht, voelt, en dat Zij Haar Wijsheid en inzicht in U uitstort. U zult merken dat U reeds spoedig met een ongekende Vrede zult worden omhuld en dat U als vanzelf zult weten hoe U het plukken vorm moet geven.

Een uitzonderingstoestand als deze leert de ziel, ook op andere – meer 'gebruikelijke' – domeinen van het dagelijks leven alles uitsluitend met Maria in de kern van het hart tegemoet te treden. Dit is één van de redenen waarom de Goddelijke Voorzienigheid nu en dan onze dagelijkse routine breekt, opdat wij eraan mogen worden herinnerd, onze toewijding aan Maria juist te beleven. Maria wil het leven van de aan Haar toegewijde zielen vruchtbaar maken, maar wij moeten ons er tijdig aan herinneren dat Zij daar is, in afwachting van onze vraag aan Haar om daadwerkelijk de steun van onze ziel, het kloppen van ons hart en de lamp op het schemerige pad van onze beslissingen te zijn. U zult merken dat Maria, wanneer U Haar daadwerkelijk uitnodigt, bij het plukken niet alleen Uw arm zal bewegen, maar bovendien door de warmte van Haar volmaakte Liefde en Haar Hemelse Vrede de te plukken vruchten sneller zal laten rijpen.

U ziet de gebeurtenissen van woensdag met enige angst tegemoet. Sluit U daarom dit kleine, maar belangrijke verbond met de Hemelse Meesteres en Zij zal U ook voor deze opdracht de Vrede schenken die U in staat zal stellen, deze opdracht te beschouwen als een kans om spiritueel rijker te worden. Ik bid voor U, opdat U zich ondersteund moge weten. Ik bid natuurlijk ook voor de overige aangelegenheden waarvan U in Uw brief melding maakt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 187
Waarom moeten de dienaren van Maria bijzonder lijden door
de tegenstand van de duivel?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wil ik mij bij U verontschuldigen voor het feit dat ik Uw drie laatste brieven nog niet heb kunnen beantwoorden. Dit ligt niet aan de brieven, maar louter aan de grote hoeveelheid aan opdrachten aan dewelke mijn Meesteres, de Moeder Gods, mij sedert de Passietijd ononderbroken onderwerpt. De antwoorden zullen zo spoedig mogelijk volgen, dat beloof ik.

Uw laatste vraag zal ik nochtans onmiddellijk beantwoorden, omdat Maria mij dit opdraagt.

Ja, zonder enige twijfel heeft Uw ietwat donkere periode onder andere te maken met het feit dat U de problemen van Uw lotgenoten helpt dragen. Het is ook daarom vanzelfsprekend dat U een verbond van spirituele ondersteuning bent aangegaan, wat U rijke spirituele vruchten oplevert. De duisternis reageert daarop altijd, omdat een ziel die een andere ziel toewijdt, Licht verspreidt en genaden helpt vrijmaken. Laat U zich niet ontmoedigen. Ik zal graag voor U om kracht bidden en dank U in naam van al deze zielen voor deze daad van naastenliefde, door dewelke U de Moeder Gods een bijzondere vreugde bereidt. Ik schilder U graag kort het volgende beeld, om U te helpen begrijpen wat er op het spirituele niveau werkelijk gebeurt:

De Meesteres van alle zielen vertrouwde mij, verscheidene jaren geleden, toe dat ik rekening moet houden met het feit dat wanneer ik een leven aan Haar voeten wil leiden, ik de nabijheid van de duivel erbij moet nemen. Zij toonde mij in een prachtig beeld de reden voor deze woorden: Eén van de bijzonderste opdrachten van Maria in deze Laatste Tijden is de leiding in de strijd van de zielen tegen de duisternis. Deze strijd en de Belofte over de afloop van deze strijd worden voorgesteld in het beeld van de slang die onder de voet van Maria, 'de Vrouw', gevangen, vernederd en overwonnen wordt. De ziel die de dienares van Maria wil zijn, en die deze dienst op elk ogenblik en in elke situatie van het dagelijks leven op de juiste wijze beleeft, wordt voorgesteld door een figuur die knielt aan de voeten van Maria en vóór Haar voeten geknield blijft zitten of liggen. Wanneer nu de dienares van Maria aan de voeten van de Meesteres van alle zielen geknield ligt, zal zij zich in de onmiddellijke nabijheid van de helse slang bevinden (daar deze onophoudelijk haar machtige Vijand (de Meesteres) belaagt. De Meesteres van alle zielen vervolgt haar toelichting:

"Hoe méér de helse slang onder Mijn voet kronkelt in het besef van haar verslagenheid en machteloosheid, en moet erkennen Wie haar ware Meesteres is, des te harder slaat zij haar staart naar de zielen die haar onder Mijn voet hebben gelegd, en spuwt zij haar gif in de richting van de zielen die deze vernedering mogelijk hebben gemaakt. Lijd dit alles voor Mij met vurige Liefde, want het Vuur van de Ware Liefde is het onuitroeibaar tegengif voor het gif van de vijand der zielen".

Ooit drukte de Meesteres het bovendien via het volgende beeld uit:

"Een ziel die in een gesteldheid van oprechte dienstbaarheid en oprecht verlangen om Mij totaal en onvoorwaardelijk toe te behoren, op elk ogenblik en in elke omstandigheid en situatie aan Mijn voeten ligt, moet erop bedacht zijn dat zij slagen zal ontvangen van de slang die machteloos onder Mijn voet ligt te spartelen, want haar heb Ik reeds overwonnen in het Uur van Mijn Onbevlekte Ontvangenis. Deze ziel moet dan Haar Ware Geloof bewijzen door Haar overgave aan Mij niet te laten verstoren noch bevreesd te worden, want slechts deze gesteldheid zal Mij het bewijs leveren van haar rotsvast geloof in Mijn almacht over de slang".

Zo schenkt Maria U zowel een verduidelijking als een wegwijzer, alles in één. Mogen deze woorden U bemoedigen om Uw strijd verder te zetten, want U strijdt niet alleen. Het feit dat U momenteel weinig Licht vindt, is niet gebaseerd op een afwezigheid van Maria of God, maar op het feit dat de duivel tijdelijk tussen U en Maria ligt. Houdt U zich vast voor ogen: De tegenstand van de slang neemt toe in de mate waarmee de voet van de Koningin des Hemels krachtiger begint te drukken. In de mate waarin U Uw dienst aan Maria verder zet, en wel vervuld van Liefde en hoop, des te sneller zal de helse slang ervan overtuigd zijn, dat zij niets vermag tegen Maria, want: De macht van Maria kent slechts één enkele grens, en deze heet 'zwakheid van het menselijk Geloof'. Biedt U de uren van duisternis aan de Meesteres aan. Zij zal deze in het Vuur van Haar Liefde werpen opdat zij in Licht zouden worden omgevormd.

Vergeet U nooit: Wie met Maria is, is met God, en wie met God is, is nooit meer alleen. Hij is diegene die van regen Water van Goddelijk Leven maakt en daardoor droefenis omvormt in vreugde.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 188
"Zalig de armen, want hen behoort het Rijk der Hemelen" – over het zuiver hart en het zuiver Geloof – alles moet op Gods Tijd gebeuren, anders draagt het geen rijpe vruchten – over de beproeving van Mexico en de zegen die Mexico erdoor zal verwerven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wil ik U danken voor de openheid van Uw brief. Een geopend hart is een deur naar de Hemel: Het spreidt zich uit voor God, bouwt een brug naar Hem toe, en toont Hem het verlangen, Hem te ontmoeten.

Dat de Moeder Gods bijzonder van Mexico houdt, heeft Zij mij tijdens de toewijding van 2 februari laten voelen. Zij houdt heel bijzonder van de sterkte van het Geloof dat vele zielen in Uw land ondanks zeer zware beproevingen kunnen opbrengen. Vele zielen in de moderne wereld kunnen hier veel van leren. De armoede en de meest uiteenlopende beproevingen kunnen in de ziel twee tegengestelde wegen ontsluiten: Ofwel verliest de ziel daardoor haar geloof in Gods Liefde, of zij wordt nog volhardender in de navolging van Christus. Hoe zuiverder het hart, des te groter wordt de kans dat de ziel de tweede weg volgt. De zuiverheid van hart wordt in de hoogste mate bepaald door de mate waarin de ziel door materiële invloeden getekend is of niet. In deze zin is de armoede voor onze Mexicaanse vrienden eigenlijk een zegen, een vriendin voor het spirituele Heil.

Het materiële heeft doorheen de hele menselijke geschiedenis steeds de harten en zielen verontreinigd, omdat de ziel, zodra zij volledig in het materiële opgaat, God niet meer kan aanschouwen als Diegene die Hij werkelijk is: Bron en Bestemming van alles. Daar ligt de reden waarom Jezus zei: "Zalig de armen, want hen behoort het Rijk der Hemelen". Een arme gaat niet naar de smalle poort van de Eeuwige Gelukzaligheid met een volle reistas, die hem zou hinderen om binnen te gaan.

Het verheugt mij ten zeerste dat U de problemen van het dagelijks leven vanuit spirituele perspectieven tegemoet treedt. Een ziel kan in elke situatie met wereldse oplossingen 'uitpakken', maar wat voor nut heeft zelfs de plotse ommekeer van een situatie wanneer deze oplossing haar van de door God voor haar voorziene weg wegleidt? Alles moet op Gods Tijd gebeuren, anders draagt het geen vruchten. Beschouwen wij de fruitboom. Wanneer de vruchten hun volle rijpheid in augustus moeten bereiken omdat Gods Intelligentie het zo heeft voorzien dat hun groeiplan zich onder 'normale' (= natuurlijke, dus door God voorziene en niet door menselijk ingrijpen veranderde) omstandigheden in die maand voltooit, heeft het nauwelijks nut, reeds in juni de vruchtbeginselen te plukken. Wij zouden deze niet eens verteren, en bovendien bevatten zij in juni nog niet de door hun soortgebonden stofwisseling omgevormde bodemschatten, waarmee ons lichaam zich kan voeden.

Zei Jezus niet reeds "Uw Geloof heeft U gered"? Het Geloof treedt pas duidelijk voor de dag waar de ziel met een zwaar probleem te kampen heeft, en zij desondanks niet zelf ingrijpt, doch zich tot Maria wendt. De ziel ziet niet hoe Maria het kleed van de oplossing weeft, zij moet afwachten tot het kleed af is, maar welk kleed krijgt zij te zien wanneer Maria klaar is, nadat Zij ongestoord heeft kunnen werken. De ziel hoeft slechts de wol te leveren door haar omgang met de beproeving, haar Geloof in Maria en haar geduld. Maria Zelf verft, weeft, en bekleedt. Wij hoeven helemaal niet te weten hoe en wanneer Zij wat doet, wij moeten er slechts van overtuigd zijn dat Zij het doet, en wel in de graad der volmaaktheid. Daar houd ik zo van bij een ziel met een zuiver hart: Zij is zich van haar menselijke onvolmaaktheid bewust en ziet deze zelfs als een geschenk, want deze is voor de ziel onder alle omstandigheden een uitnodiging om uit de Bron van alle zegen te drinken in plaats van uit een kanaal dat door werelds denken kan zijn verziekt. Menselijke beslissingen kunnen nauwelijks volmaakt zijn, aangezien zij zijn gebaseerd op een visie die nog geen tien procent van Gods Werkelijkheid omvat.

Vanzelfsprekend breng ik Uw intenties zeer graag vóór de voeten van onze Hemelse Meesteres. U maakt het mij niet eens zo moeilijk, aangezien U met Uw Geloof en Uw Liefde reeds zelf de weg hebt geplaveid. Weet U, deze deugden zijn het, die Uw land in Maria’s ogen zo mooi maken: Het zuivere Geloof en de zuivere Liefde van de zielen die zich aan Maria aanbieden zoals zij werkelijk zijn, zonder de geringste behoefte om zich anders voor te doen. Mexico zal nog rijk gezegend worden op grond van de dagelijkse offers. De eenvoudige zielen worden nu zwaar beproefd. In de mate waarin het volk zich aan de voeten van Maria, de Koningin van Mexico, neerwerpt, en van Haar de sleutel van hun Heil verwachten, zal Mexico uit de as van zijn ellende opstaan zoals de feniks. De macht van de armoede. Ja, in de zwakheid ligt de kracht, zoals reeds de Heilige Paulus zei. Dat is zoiets als Hemelse wiskunde: Voor werelds handelen geldt dat 1 plus 1 soms 2 is, soms ook minder. Wanneer menselijk willen echter eerst en vooral de inmenging van de Koningin des Hemels inroept, wordt 1 plus 1 gemakkelijk 10 en nog veel meer, want alles wat van Goddelijke Oorsprong is, vermenigvuldigt zich oneindig verder.

Ik weet met zekerheid dat de oplossing voor Uw vraag U door Maria zal worden ingefluisterd, want de ziel die oprecht op de Meesteres vertrouwt, begraaft daardoor de grendel van haar hart in de hoogheilige grond van het Hart van de Koningin des Hemels. Genaden die niet eerst door een halfgesloten deur in het hart moeten binnendruppelen, stromen vrij en onveranderd. Ik bid voor U, voor Uw intenties en voor de zielen van Mexico, opdat zij hun Geloof in de machtige Maagd van Guadelupe, de Meesteres van alle zielen, niet verliezen, want dit Geloof is het, door hetwelk de zonnestralen die uit Gods Hart op de zielen schijnen, in de Hemel worden weerspiegeld, omdat de spiegel van een zuiver hart door het verlangen naar Gods Tegenwoordigheid wordt gewassen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 189
Wanneer is het voor volwassen kinderen zinvol om van huis weg te gaan? – Is het beter voor een vrouw, zich niet in badpak te vertonen? – Had Jezus broeders? Iets over het leven van de H. Jozef – Hoe oud was Maria toen Zij stierf? – Kon Maria de gebeurtenissen in Haar eigen leven voorzien? – Hoe ervaren zielen in de Eeuwige Gelukzaligheid de eeuwige verdoeming van andere zielen? – over de tolerantie tegenover andere godsdiensten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mijn hart steeds opnieuw wanneer een ziel mij vrijmoedig en vanuit een oprecht hart schrijft, omdat een oprecht hart de ziel op een bloem laat gelijken, die zich aan de Schepping toont zoals zij is. Dat is heel belangrijk, want de Moeder Gods kan een ziel niet helpen wanneer deze zich anders voordoet dan zij is. De openheid van Uw hart is als een uitnodiging om het licht van de zon binnen te laten. Aangezien Maria de weerspiegeling van het Goddelijk Licht is, verlangt Zij ernaar, in de tempel van Uw ziel binnen te kunnen stralen. De ketting van Licht waarnaar Maria zozeer verlangt, kan slechts uit Liefde en openheid worden gevormd.

De vraag of U voor Maria vruchtbaarder zou zijn wanneer U het ouderlijk huis zou verlaten, moet ik, uit Hemels oogpunt, met 'ja' beantwoorden, en wel omwille van de verwarrende omstandigheden in het gezin en de vele invloeden die U duidelijk in Uw spirituele ontwikkeling afremmen. U moet echter wel zeker zijn, dat U zich ook financieel zelfstandig kunt maken, en U moet er absoluut voor zorgen dat de wegen van de gezinsleden niet van elkaar scheiden in een atmosfeer van onvrede. Het is bijvoorbeeld voor geen van de betrokken zielen gunstig, de andere met de erfenis van om het even welk verwijt achter te laten. Het is belangrijk dat U Uzelf niet te veel onder druk zet, vooral nu U een stuk van Uw levensweg moet doormaken, dat voor U zeer belastend zal zijn. Uw vader heeft duidelijk niet begrepen dat het materiële niet het doel van het leven op aarde is. Dit brengt met zich mee dat hij zijn hele leefwereld uitsluitend vanuit louter een materieel oogpunt interpreteert, wat, zoals U weet, slechts tot verkeerde conclusies kan leiden. Vroeg of laat kan dit niet anders dan tot verontreinigde en belastende relaties leiden, want met een ziel die door verduisterde principes wordt gedreven, komt een ziel die zich slechts naar het Licht van de Eeuwige Waarheid richt, gemakkelijk in botsing. Voor het Heil van Uw ziel zou het dus gunstig zijn, wat afstand te nemen.

Uw vader aanraden om mij te schrijven, zou voorlopig geen vruchtbare stap zijn, aangezien hij onvoldoende aan de Hemelse oorsprong van onze werken gelooft. Elke ziel moet uit vrije wil, in spontane openheid en met een vast Geloof de ontmoeting met de Meesteres van alle zielen zoeken. De Koningin des Hemels betreedt slechts het huis van een ziel die zich in oprechte Liefde voor Haar ontsluit. Zij is geen inbreekster die vergrendelde deuren intrapt.

Op Uw vraag of U zich beter niet meer vertoont in badpak: Zoals vroeger reeds vermeld, hangt het van de ingesteldheid van hart af, of iets ondeugd (of zelfs zonde) is of niet. Wanneer een vrouw zich publiek in badpak vertoont met de intentie, mannen seksueel te prikkelen, is er sprake van ondeugd. Doet zij dit zonder het geringste spoor van een dergelijke intentie, dan gaat het niet om ondeugd. Wanneer Uw aanwezigheid in badpak leidt tot duidelijke prikkeling bij mannen, dan kunt U als volgt te werk gaan:

  • Ofwel vertrekt U van het standpunt dat de man, respectievelijk de mannen, zich hoort, respectievelijk zich horen, te sterken tegen dergelijke prikkels. Men zou kunnen vertrekken van de opvatting dat Uw aanwezigheid voor de man, respectievelijk voor de mannen, zoiets is als een uitnodiging vanwege de Goddelijke Voorzienigheid om zich in diverse deugden te vervolmaken. U treft in elk geval geen schuld.
  • Of U beschouwt het zo, dat het beter zou zijn, te trachten zich helemaal niet meer in badpak te vertonen. Dat zou neerkomen op een akt van naastenliefde en op een afstand-doen van een behoefte om in het openbaar te gaan zwemmen. Misschien vindt U een gulden middenweg door erop te letten, 'welk publiek' aanwezig is?

Met betrekking tot Uw vraag uit de Bijbel, waar staat dat Jezus 'broeders' had, en Uw uitspraak dat U niet kunt geloven dat de Meesteres naast Jezus nog andere kinderen zou hebben, moet ik met beslistheid zeggen: Jezus had geen broeders in de zin van ons taalgebruik. In het Hebreeuws werden toen verschillende verwantschapsgraden met 'broeder' aangeduid. Een broer van de Heilige Jozef, bijvoorbeeld, had zonen. Deze mannen werden in het taalgebruik van toen 'broeders van Jezus' genoemd. Zoals U het zelf schrijft: Het zou Gods hele Heilsplan tegenspreken indien Maria naast Jezus nog andere kinderen had gehad.

Het is betreurenswaardig dat bepaalde begrippen uit de Bijbel bij het vertalen in onze westerse talen verwarring hebben gebracht, omdat met sommige culturele verschillen onvoldoende rekening werd gehouden. De duivel zelf heeft daardoor veel zielen kunnen misleiden, omdat zij op basis van verkeerde voorstellingen niet meer in de echte fundamenten van het Goddelijk Heilsplan kunnen geloven: De maagdelijkheid van Maria, de Goddelijke natuur van Christus, enzovoort.

In de Apocriefen hebt U gelezen, dat de vrouw van Jozef overleden zou zijn, en hij kinderen uit een eerste huwelijk zou hebben gehad, die aldus broeders van Jezus waren. Ik moet hierover met klem stellen, dat dit absoluut niet juist is. Ik weet met zekerheid dat Jozef gedurende zijn leven nooit een vrouw heeft aangeraakt, noch Maria, noch om het even welke andere. Jozef was jegens vrouwen zelfs zeer schuchter. God heeft hem met deze gesteldheid geschapen, opdat hij precies in Zijn Heilsplan zou passen en zijn roeping in verbinding met de vlekkeloze Maagd zou kunnen vervullen. Mij is ooit getoond hoe hij, toen hij Maria voor het eerst ontmoette, aan Haar voeten neerknielde uit louter eerbied. Deze man was eenvoudigweg door God enkel en alleen voor Maria bestemd, als Haar dienaar en helper. Hij beschouwde Haar als een engel en behandelde Haar als een koningin, zelfs als een bovenaardse Koningin. Hij begreep intuitief volkomen, dat Zij allesbehalve een 'gewoon' menselijk wezen was, omdat dit inzicht hem vanaf de eerste ontmoeting werd vergund.

Hoe oud was Jozef toen hij Maria leerde kennen? Mij is ooit geopenbaard dat hij ongeveer twintig jaar ouder was dan Maria. Hij was dus in die dagen ongeveer vijfendertig.

Hoe oud was Maria toen Zij stierf? Niemand weet dit precies. Ik weet dat Haar leeftijd op het tijdstip van Haar 'inslapen' ergens tussen 63 en 70 lag. Ik heb dit aan de hand van diverse zinspelingen van Harentwege kunnen uitrekenen. Ik heb het Haar nooit letterlijk gevraagd, omdat mijn eerbied voor Haar mij op één of andere wijze hiervan weerhoudt. Haar uiterlijke verschijning geeft hierover ook geen uitsluitsel. In diverse visioenen heb ik Maria kort vóór Haar inslapen gezien. Een onvergetelijke aanblik: Een vrouw, merkbaar lichamelijk uitgeput, maar zo wondermooi, zo vol 'jeugdige' frisheid, met volmaakt rimpelloze huid, stralend van Vrede en Liefde, met handen en voeten die eruit zagen als deze van een twintigjarige vrouw. Ik heb het vroeger reeds vermeld: Of men Maria ziet als 20-jarige, 40-jarige of 60-jarige, Haar schoonheid blijft precies dezelfde, alleen misschien nog rijper door de jaren. Maria zag er tijdens Haar leven eenvoudig buitengewoon indrukwekkend uit, stralend van Liefde, waardigheid, en desondanks bijzonder nederig, buitengewoon vreedzaam, rustig, stil, beheerst, ingetogen, en dit zowel als 14-jarige Tempelmaagd, alsook als 48-jarige op Golgotha en eveneens als 63-, respectievelijk 70-jarige bij Haar inslapen.

Hoe komt het dat Maria schrok van de Aartsengel Gabriël toen hij Haar verscheen, ofschoon Zij toch wist dat hij zou komen? Maria werd over bepaalde elementen van haar leven niet bij voorbaat geïnformeerd. God had Haar de volmaakte kennis en het volmaakte inzicht ingestort, doch de kennis werd trapsgewijze in Haar bewustzijn vrijgemaakt. God had dit zo beschikt omdat Maria minder verdiensten zou hebben gehad indien zij deze voorkennis wél zou hebben bezeten. Maria vernam weliswaar veel dingen die Haar hadden kunnen laten vermoeden dat met Haar iets buitengewoons aan de hand was, maar, zoals Zij mij zelf toevertrouwde, zag Zij deze bekwaamheden, vermogens en eigenschappen slechts als tekenen van Gods Liefde tot Zijn schepselen, met andere woorden: Zij ging er niet automatisch van uit dat behalve Zijzelf geen enkele andere ziel deze dingen beleefde.

Een voorbeeld: Maria sprak reeds als baby met de engelen. Zij heeft mij in visioenen laten zien hoe zij als heel jong meisje steeds door vele engelen was omringd, aan wie Zij bevelen gaf. Zij gehoorzaamden Haar blindelings, en wierpen zich aan Haar voeten neer. Zij zag deze engelen ononderbroken om Zich heen, en aan Haar voeten neergeknield. Nochtans – aldus de woorden van de Meesteres Zelf – had Zij geen bewuste kennis van het feit dat Zij er door God toe voorbestemd was, Koningin en Meesteres van de engelen, respectievelijk Meesteres van alle zielen te zijn. Bovendien was Zij helemaal niet bang voor de duivel, die Zij eveneens kon zien. Ook aan hem gaf Zij meermaals het bevel, zich ter ere van God aan Haar voeten neer te werpen, en ook hij gehoorzaamde Haar volkomen. Zelfs daaraan besteedde Zij geen bijzondere aandacht. Met deze voorbeelden wijst Maria erop%C dat Zij Zich wel van Haar unieke macht en Haar bijzondere bekwaamheden bewust was, maar desondanks bepaalde ontwikkelingen en gebeurtenissen in Haar leven, evenals het tijdstip waarop deze zich zouden voordoen, niet kon voorzien.

Met betrekking tot Uw vraag: Zullen Maria, Jezus en de zielen in het Paradijs voor eeuwig gelukkig zijn, terwijl zielen in de hel moeten achterblijven? Ik bedoel maar, dan zal er toch altijd reden tot wenen zijn?

Het is absoluut waar dat God, net als elke verheerlijkte ziel die Gods volmaakte Liefde volledig in zich heeft opgenomen en derhalve uit niets anders dan uit Liefde bestaat, ondanks de volmaakte Gelukzaligheid van het Paradijs eveneens de pijn van elke afwijking van deze Liefde kan ervaren. Dit schijnt met elkaar in tegenspraak te zijn, doch moet als volgt worden begrepen: God is volmaakte Liefde. Elke geschapen ziel kan pas in het Paradijs binnengaan wanneer haar beleving van de Liefde zo volmaakt en onbevlekt is geworden, dat in haar elk spoor van onzuiverheid in het Vuur van de Liefde is weggelouterd. Bij haar definitieve intrede in het Paradijs wordt de ziel overigens eveneens een zodanig inzicht in de Wetten van de Goddelijke Gerechtigheid en de Goddelijke Wil ingestort, dat zij honderd procent restloos met de Goddelijke Wil versmelt. Dit leidt ertoe dat:

  • de ziel volmaakt weet, om welke redenen een ziel voor de Eeuwige Gelukzaligheid verloren gaat, namelijk doordat deze laatste de volmaakte Liefde uiteindelijk niet in zich heeft toegelaten, en zij zich dus niet van elk element heeft laten reinigen, dat haar van de Goddelijke Wil verwijdert, en:
  • de ziel het om deze reden als een logische voltrekking en uitwerking van de onfeilbare Wet van de Goddelijke Gerechtigheid ervaart, wanneer onwillige zielen nooit in het Paradijs binnen kunnen komen.

Het is interessant, daarbij te bedenken dat:

  • de verheerlijkte ziel dus onwankelbaar, rotsvast en volmaakt in de onfeilbare Wetten van elke Goddelijke Beschikking gelooft, zodat zij op grond van deze (op zich pijnlijke!) ontwikkeling nochtans niet het geringste spoor van bedenking kan koesteren, en:
  • het deze ziel absoluut bekend is, dat een ziel in dewelke de Liefde niet volledig kan rijpen omdat zij deze niet uit vrije wil in haar volheid in zich toelaat, niet in staat is, in het Paradijs te leven, omdat een ziel die niet honderd procent van de Ware Liefde is vervuld, in de atmosfeer van de Hemel eenvoudigweg zou worden verzengd. Zolang de ziel niet de volheid van de volmaakte Liefde in zich draagt, kan zij de atmosfeer van de volmaakte Liefde om haar heen – hoe vreemd dit ook mag klinken – niet verdragen. Wanneer Maria in een ziel op aarde spreekt, Zich aan haar vertoont, enzovoort, moet Zij Zich als het ware aan de ontwikkelingsgraad van de Liefde in deze ziel aanpassen, want anders zou de ziel in contact met haar Hemelse Meesteres onmiddellijk worden verbrand. Precies daarom moet een ziel die tot een mystiek leven wordt geroepen, zo grondig worden opgeleid voor de opdrachten waartoe zij wordt geroepen. Zij moet ten eerste voor het ongewone contact met de Koningin des Hemels worden uitgerust, anders zou de aanraking vanwege Maria de ziel zelfs schaden: De brandende Hemelse Liefde van de Meesteres zou de ziel eenvoudigweg verpletteren, en zij zou daardoor, misschien zelfs blijvend, in onevenwicht worden gebracht.

Welnu, om deze redenen leidt de verheerlijkte ziel weliswaar onder het verlies van elke ziel voor de Eeuwige Gelukzaligheid (omdat zij door haar volmaaktheid in de Liefde over elke afwijking van een ziel tegenover de Eeuwige Liefde oneindig veel verdriet voelt), maar op grond van een Goddelijk Mysterie legt zij bij deze toestand ook honderd procent neer, omdat zij de voltrekking van de Goddelijke Wil en de bevrediging van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid als een oneindige verrukking ervaart. Ik kan dit aan de hand van een voorbeeld illustreren, dat op mij persoonlijk een buitengewoon grote indruk heeft gemaakt:

Enkele jaren geleden schonk de Meesteres van alle zielen mij gedurende lange tijd visioenen met betrekking tot Haar 'relatie tot' respectievelijk Haar omgang met de duivelen. Op zekere dag toonde Zij mij hoe Zij enkele duivels bestrafte in aanwezigheid van verscheidene engelen. Deze engelen lagen aan Haar voeten geknield, en terwijl hun Meesteres de straf over deze duivels voltrok, trilden deze engelen in diepste verrukking terwijl zij Maria vurig prezen. Maria verklaarde mij dit met de volgende woorden: De engelen beleefden de bestraffing van deze duivels door hun Meesteres als een akt van compensatie ten gunste van de Goddelijke Gerechtigheid. Dit was de aanleiding tot een gedrag dat op zich aanleiding had kunnen geven tot de verbazingwekkende vaststelling dat de Liefde van deze engelen gebrekkig zou zijn, aangezien zij met verrukking reageerden op de bestraffing van deze duivels door hun Koningin, terwijl deze duivels tenslotte ook geschapen zielen zijn. Maar: Het gaat hier om 'dode' zielen, die de Liefde totaal afgewezen hebben, en de Meesteres van alle zielen voltrok aan hen een akt van compensatie voor de beledigde Goddelijke Gerechtigheid, en leverde daarbij een bewijs van Haar onbeperkte macht over de duisternis.

Hoe moet men zich jegens mensen van een andere godsdienst gedragen? Is het verkeerd, een wet af te kondigen, of als burger voor een dergelijke wet te kiezen, die bijvoorbeeld versluiering van het hele lichaam verbiedt of moskeeën verbiedt?

Evenals ooit Jezus, onderricht de Meesteres van alle zielen in onze tijd tolerantie. Wij, christenen, moeten de aanhangers van andere godsdiensten liefhebben, omdat zij, net zoals wij, een heilige kiem, de handtekening van onze ene Schepper, in de ziel dragen. Zoals Jezus zei, zal men merken dat wij Zijn volgelingen zijn doordat wij elkaar liefhebben, onbeperkt en onvoorwaardelijk. Noch huidskleur, noch cultuur, moedertaal, etnische kenmerken of de godsdienst van de ander bevrijdt ons van de heilige verplichting tot instandhouding van de Goddelijke Wetten, die van ons onderlinge oprechte Liefde, hulpvaardigheid, tolerantie en respect verwachten. Wie scheidt of verdeelt, is geen volgeling van Christus, en doet Zijn Werken niet.

Wat de wetgever aan wetten en voorschriften afkondigt, doet hij om redenen die vaak louter wereldse intenties nastreven. Nochtans leert ons Maria dat wij moeten trachten, wettelijke voorschriften als instrumenten te beschouwen, via dewelke de Goddelijke Voorzienigheid op de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan voor alle zielen en alle tijden tracht af te stevenen. Er worden vele wetten uitgevaardigd, die niet volledig in overeenstemming zijn met de Goddelijke Wetten. Nochtans bedient de Goddelijke Voorzienigheid zich ook van dergelijke wetten om de mensheid tot het uiteindelijke doel te brengen. De ziel heeft het recht om zich tegen de uitvaardiging van dergelijke wetten te verzetten. Worden deze wetten echter aangenomen, dan draagt de wetgever de morele hoofdverantwoordelijkheid. Doorslaggevend is in elk geval datgene, wat in het hart van de individuele ziel omgaat, wanneer zij aan een dergelijke wet gehoorzaamt, of juist niet.

Wetten die bijvoorbeeld een verbod van lichaamsversluiering uitvaardigen of moskeeën verbieden, worden doorgaans om wereldse redenen opgelegd, soms met het oog op de openbare veiligheid, soms met andere intenties. Op zich zou dit spiritueel kunnen worden gezien als gebrek aan tolerantie. Anderzijds kan ook de stelling te berde worden gebracht, dat de moslims zich moeten aanpassen aan de cultuur van het land, waar zij zich vestigen. De houding die Maria van ons als individuele zielen, ver van elke politieke overtuiging, verlangt, is deze: dat wij de gewoonten van deze zielen accepteren, hen met rust laten, en heel eenvoudig voor hen bidden, net zoals wij voor elkaar bidden. Wat God wil, dat gebeurt, zal gebeuren, en het zal goed zijn, omdat het uit Zijn Hart is ontsproten.

Moeten wij de Islam als bedreiging voor onze cultuur beschouwen, of moet men alles wat de moslims willen doen, toelaten?

Licht en duisternis zijn overal aanwezig. Het is zeer belangrijk dat wij als volgelingen van het Licht van de wereld, in het goede in elke ziel geloven, ongeacht of zij christen is, of moslim. Wanneer wij de moslims slechts als vijanden beschouwen, dan zullen zij op zekere dag precies dàt zijn: onze vijanden, omdat wij niet hebben geloofd, dat zij ook Licht in hun ziel kunnen dragen, en wij hen daardoor niet vanuit het verborgene van onze ziel hebben uitgenodigd om ook hunnerzijds ons lief te hebben en te leren, ons te begrijpen. Wij moeten slechts op één punt rotsvast aan onze houding vastklampen: wanneer aanhangers van een andere godsdienst stappen ondernemen om ons te beroven van de ene Waarheid, waarvan wij als christenen de hoeders zijn, omdat God Zelf ons door Jezus Cristus daartoe heeft geroepen.

Het christendom moet een voorbeeld van tolerantie zijn, maar mag onder geen beding compromissen sluiten met andere godsdiensten, die de christelijke waarden ook maar in het geringste uit de kern van hun ene Waarheid trachten te rukken. De Christelijke Leer is louter en alleen opgebouwd uit de ene Waarheid van God. Op ons rust de verplichting, voor deze Waarheid te leven en te sterven, zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd. Wij mogen niet vergeten: Zelfs wanneer de christelijke ziel zich verzet tegen handelingen die tegen het Geloof indruisen, uitgaande van aanhangers van andere godsdiensten, verloochent zij daardoor niet het gebod van de Liefde, wel integendeel: Er is geen Liefde die mooier, groter en waardevoller zou zijn dan deze, een ziel op haar dwaling te wijzen, en haar door het voorbeeld van een onwankelbaar Geloof en een compromisloze Liefde tot God te bewijzen, dat men de enige Goddelijke Waarheid, deze van het rooms-katholieke Geloof, in de kern van zijn hart heeft ervaren.

Ik dank U van harte voor deze nieuwe kans, samen met U uit de heerlijke Bron in het Hart van de Koningin des Hemels te hebben kunnen drinken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 190
Over het Mysterie van ongeboren en doodgeboren kinderen – over de zin van de levensweg van elk geboren kind – Welke effecten heeft een abortus op de hele Schepping?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is voor mij een bijzondere vreugde, U te kunnen bevestigen dat Uw ongeboren dochtertje inderdaad in de Heerlijkheid op U wacht. Men kan het eenvoudigweg niet te sterk beklemtonen, want deze boodschap bevat de balsem van een grote Hoop voor vele ouders, die volkomen onnodig ongelukkig zijn: De Meesteres van alle zielen, Moeder der moeders, verzekert alle ouders van doodgeboren kinderen, dat hun kinderen zonder uitzondering in de Hemel zijn opgenomen, omdat hun zielen niet hebben kunnen zondigen, en zij om deze reden geen enkele maal de Wet van de Goddelijke Liefde hebben kunnen overtreden. Ieder die U iets anders wil laten geloven, is geen boodschapper van de ware Hemelse Hoop.

Het is U wellicht bekend, dat de Meesteres van alle zielen als symbool voor de Hoop steeds opnieuw op de regenboog wijst: De regenboog ontstaat doordat het zonlicht in de lucht doorheen regendruppels schijnt, en zich bij de doortocht doorheen deze druppels in de meest uiteenlopende kleuren opsplitst. Precies zo is het in het leven van de mens: De mens die over een tegenslag weent, en zichzelf evenals zijn tranen aan de Koningin des Hemels toewijdt, zal ervaren dat Maria het Licht van de Goddelijke Liefde (= zonnestralen) op het wenende mensenhart (= regendruppels) laat schijnen, en daardoor een regenboog in de ziel 'tovert' (= nieuwe Hoop, een ervaring die vreugde brengt).

God heeft geen nood aan lijden op zich, Hij heeft opgeofferd lijden nodig, en dat hebt U Hem geschonken. Zijn Heilsplan voor alle zielen beoogt dat elke ziel het Ware Geluk kan vinden. Jammer genoeg moet dit Eeuwig Geluk door lijden worden 'gekocht'.

Om geen andere reden is Jezus Mens geworden en is Hij de Kruisweg voor ons gegaan, opdat onze beproevingen voor het Heilsplan zouden worden ontsloten, dit betekent: opdat zij ons wel degelijk de verdiensten van de Verlossing zouden kunnen opleveren.

God heeft ontelbaar veel offers nodig. Uw kind heeft Hem, samen met Uzelf en met Uw man, het offer gebracht, niet de normale weg op aarde te kunnen afwerken.

Ja, dit is werkelijk een Goddelijk Mysterie: Wij zouden ons erover kunnen verbazen dat het mogelijk is dat een ziel het betreurt, of er zelfs onder lijdt, dat zij niet de normale levensweg kan gaan. Nochtans is dit precies wat de ongeboren ziel zou willen. Dit bewijst precies de ongeschonden Liefde van een jonge ziel die recht uit de Bron van Gods Hart komt, waar de schepping van nieuwe zielen gebeurt:

De ziel wordt aan een moederschoot toevertrouwd, in dewelke zich een zaadcel en een eicel hebben verenigd. Zij is voorzien van een groeiplan van God, evenals van talenten, van de blinde kaart van de levensweg die door haar zal moeten worden afgelegd, enzovoort. Precies als voor elke andere ziel, zijn de zin en het doel van haar leven op aarde slechts deze: Zij moet haar bijdrage leveren tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor alle zielen. Hoe zij dit zal doen, is haar nog niet bekend. Zij wordt slechts door deze ene motor gedreven: Gods Wil, en deze enige brandstof: de Liefde, die zij van God als eerste voedsel voor haar levensweg meekrijgt.

De ziel is, wanneer zij in een moederschoot neerdaalt, zo vervuld van deze drang om op aarde Gods Wil te vervullen en tot de voltooiing van Zijn Werken bij te dragen, dat het haar pijn doet wanneer zij nog vóór de geboorte in het vlees wordt teruggeroepen. Omdat haar Liefde nog niet door wereldse invloeden in het gedrang is gebracht, en daardoor nog volkomen zuiver is, aanvaardt zij nochtans zonder meer het Goddelijk Besluit krachtens hetwelk zij het leven op aarde niet kan beginnen, maar zij betreurt absoluut de 'gemiste kans' om Gods Wil in de navolging van Christus te mogen vervullen, dit betekent: door een weg van beproevingen.

Hier vertoont zich dus een merkbaar verschil tussen het denken van een ziel na aanraking met de wereld, en dat van een ziel die nooit deze aanraking heeft ervaren: De ziel in de wereld schuwt gemakkelijk het lijden en de beproevingen, terwijl de ziel in de moederschoot deze volkomen aanvaardt, omdat haar Liefde nog niet is verontreinigd. Zij wil slechts één ding: datgene volbrengen waartoe God elke ziel aan een fysiek lichaam toevertrouwt. Hier verbergt zich een buitengewoon belangrijke les voor elke ziel: De vruchtbaarheid van het leven van een ziel op aarde hangt af van de maat van haar zuivere Liefde, want het is de zuivere Liefde die de ziel ertoe in staat stelt, de volle vruchtbaarheid en de heilbrengende effecten uit elk lijden naar boven te halen.

Lieve zus, onze Hemelse Moeder en Meesteres laat mij het inzicht van dit Mysterie met U delen, opdat U ervan verzekerd zou zijn dat Uw lieve dochtertje zo zuiver en liefdevol was, respectievelijk is, dat zij in de Hemel is, op de enige voor haar gepaste, want door God Zelf voor haar beschikte plaats, en opdat dit inzicht over alles wat zich in een ziel vóór de geboorte in de moederschoot afspeelt, U het gevoel van ware nabijheid van Uw dochtertje zou mogen geven.

U hebt in elk geval de korte weg van Uw meisje zeker met bloemen bestrooid door haar aan God toe te vertrouwen, opdat Hij haar volledig in Zijn Heilsplan zou kunnen inschakelen. Wie God alles geeft van het weinige dat hij heeft, krijgt van God alles terug van het onmetelijk vele dat Hij heeft. Buitengewoon groot is in Gods ogen het feit, dat U Uw kind afstaat opdat een ander kind, dat geaborteerd dreigt te worden, toch zou mogen overleven. Ik kan nauwelijks beginnen te beschrijven, wat dit voor God en voor de Moeder Gods betekent. Abortus is één van de handelingen waarover vele zielen nauwelijks een idee hebben om welke reden dit een zonde is. Wanneer het volledig vertekende menselijk denken het bovendien nog weet te rechtvaardigen, deze handeling zelfs wettelijk te erkennen, staat de val voor de nietsvermoedende ziel pas helemaal open.

God heeft de levenswegen van alle zielen nodig, die Hij op de wereld laat komen. Hij roept Zelf weliswaar sommigen van hen 'voortijdig' terug, maar daarvoor zijn redenen, die volkomen binnen de logica van Zijn Heilsplan passen, want deze 'voortijdige' terugkeer is in Gods ogen een vorm van martelaarschap. De zielen echter, die Hij op de wereld nodig heeft om het door Zijn Zoon ontsloten Verlossingsmysterie aan te vullen, moeten daadwerkelijk deze kans krijgen. Wanneer nu een ziel door menselijke beslissing wordt geaborteerd, snijdt dit een weg af, die God had voorzien als bijdrage tot de verwezenlijking van Zijn Heilsplan voor alle zielen, dat uiteindelijk ieder van ons Geluk en Vrede moet brengen.

Om deze reden is elke abortus als een rotsblok dat God vóór de voeten wordt geworpen, en dat Hij dan eerst moet opruimen. Duidelijk gesteld: Elke abortus verlaagt de staat van genade van de mensheid als geheel, en deze terugval moet door tussenkomst van God (het verlenen van nieuwe genaden) worden gecompenseerd. Om deze tussenkomst te rechtvaardigen, moeten ergens ter wereld zielen bijkomende beproevingen doorstaan. Om deze reden moet abortus als een gebrek aan Liefde tegenover God én tegenover de medemens worden beschouwd, en bovendien als een verandering van Gods Wil door mensenhanden. De mens stelt zich hier boven zijn God, de onwetendheid boven de alwetendheid, de dwaasheid boven de volmaakte Wijsheid. Wanneer wij ons ervan bewust zijn dat Gods Wil onfeilbaar is, en de motor is van elke scheppings- en genadeakt, is het niet moeilijk, ons voor te stellen wat een abortus in de Schepping aanricht.

Is elke ziel die een abortus laat uitvoeren, dan verdoemd? Op voorwaarde dat bepaalde regels in acht worden genomen en worden gevolgd, kan deze vraag gelukkig met 'neen' worden beantwoord. Er is altijd een weg terug. Op deze plaats dieper op dit thema ingaan, zou de vraag uit Uw brief ver overstijgen.

Ik verheug mij met U nu reeds op het weerzien met Uw kleine dochter in het Paradijs. U hebt Uw kleintje na Uw miskraam in Uw armen mogen nemen. Ik kan U verzekeren dat het de volgende keer wanneer U haar in Uw armen zult nemen, duizend maal mooier zal zijn, omdat dit weerzien in een atmosfeer van volmaakte Gelukzaligheid en Heerlijkheid in de Tegenwoordigheid van God en Maria zal plaatsvinden. Moge dit vooruitzicht U allen over de moeilijkste stukken van Uw verdere levensweg heen helpen. Gelooft U in Maria: Zij is de Hemelse Roos, Die U op Uw levensweg vooral met Haar geur wil betoveren wanneer U in een doorn bent getrapt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 191
Over het verklaren van dromen, visioenen en bovennatuurlijke fenomenen – in hoeverre is een ziekte aan de duivel toe te schrijven en hoe gaat men met ziekte om? Over negatieve gemoedsgesteldheden – over de lichamelijke genezing en bevrijding van de ziel – de aanvaarding van beproevingen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Vele dingen tussen Hemel en aarde onttrekken zich aan onze waarneming, en nog veel meer onttrekt zich aan ons inzicht. Zo heeft God het beschikt, en omdat Zijn Beschikkingen op Zijn onfeilbare Wijsheid zijn gebaseerd, moeten wij ervan uitgaan dat Hij daarmee slechts ons welzijn heeft beoogd. Met deze woorden zou ik reeds het thema van de huidige brief kunnen aanduiden, aangezien het aan het licht brengen van bepaalde elementen van de Goddelijke Werkelijkheid het thema bij uitstek is in de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

Eerst en vooral echter met betrekking tot Uw vraag of de Hemel verlangt dat er een geestelijke leidsman op Uw weg komt? Ik moet met 'ja' antwoorden. Wijdt U een dergelijke nieuwe 'relatie' in Uw leven in elk geval bij voorbaat toe aan Maria, en zoekt U niet actief: Een dergelijk contact moet werkelijk een vrucht van de Voorzienigheid zijn, niet deze van een persoonlijke tussenkomst. Afhankelijk van wat de Hemel van Uw levensweg verwacht, zal de Voorzienigheid op Gods Tijd de geschikte leiding op Uw weg brengen.

Met het verklaren van visioenen, dromen en eveneens van bovennatuurlijke fenomenen moet men uiterst voorzichtig zijn. Meestal staat de Meesteres van alle zielen mij niet toe, zielen verklaringen over persoonlijke ervaringen te geven, zelfs niet in die gevallen, waarbij Zij mij het nodige inzicht heeft verleend. Maria verleent vaak dergelijke inzichten in de mate waarin deze voor de vervulling van mijn opdracht in Haar dienst nodig zijn. Nochtans mag ik er zelden een uitspraak over doen, omdat – zoals Zij het uidrukt – dergelijke fenomenen een zaak is tussen de ziel in kwestie en God, en deze ziel zelf, in het eigen hart, moet trachten te achterhalen, wat zij er dient mee te doen en wat God met de ervaring beoogt. Over de door U beschreven ervaring wordt mij slechts toegestaan, U het volgende mede te delen: U bent inderdaad tot een wedergeboorte uit Maria uitgenodigd. Dat is echter het geval voor elke ziel die bereid is om Maria innig te volgen. Het beeld bevat eveneens de voorzichtige bevestiging dat deze wedergeboorte, teneinde de door God beoogde vruchtbaarheid te verkrijgen, niet zonder beproevingen tot stand kan komen. Elke genadevolle gebeurtenis op onze levensweg heeft een prijs. Het leven in de dienst aan Maria is een weg tussen rozenstruiken, maar men komt er niet doorheen zonder zich nu en dan een hand of een been open te rijten.

Met betrekking tot Uw vraag of het door U beschreven ziektebeeld aan de duivel is toe te schrijven? De Moeder Gods geeft daarop noch een ontkennend, noch een bevestigend antwoord, maar Zij laat mij hierover het volgende uiteenzetten. De duivel kan inderdaad ziekten doen ontstaan of erger laten worden. Wanneer men een ziekte vurig aan Maria toewijdt, wordt Haar door deze toewijding de vrijheid verleend om de effecten van de invloeden van de duivel onder Haar macht te stellen, zodat deze zich slechts kunnen uitwerken in de mate waarin Zij (Maria) dit toelaat. Dat betekent meteen dat men Haar de vrijheid verleent, de ziekte eveneens in stand te houden, indien dit in overeenstemming is met Maria’s Plan (dat daardoor tevens het Plan van God Zelf is) met deze ziel. Het effect van de toewijding waarover sprake, kan worden beperkt wanneer men deze voor een andere ziel op zich neemt, omdat dan eveneens de vrije wil van deze ziel een rol speelt.

Wat betreft de invloed die de duivel op gemoedsgesteldheden kan uitoefenen, kan in het algemeen worden gezegd dat elke negatieve hartsgesteldheid aan de inwerking van de duisternis te wijten is. Het is inderdaad opmerkelijk dat een slechte of ten minste 'onaangename' lichamelijke gesteldheid eveneens door de Hemel op gang gebracht kan worden, of ten minste kan worden toegelaten, en dat in dat geval de hartsgesteldheid van de lijdende niet negatief is. Wanneer niet de duivel maar God in een ziekebeeld de hoofdrol speelt, zal de lijdende ziel deze Lichtvolle aanwezigheid ervaren als een overheersende invloed die de duisternis van het lijden volledig of ten minste in verregaande mate beheerst. Stelt de lijdende het echter emotioneel niet zo goed, dan kan men ervan uitgaan dat hij zich gedurende het ziekteproces niet volledig naar het Licht heeft toegewend. Hij zal in deze gesteldheid de spirituele vruchten van het lijden niet plukken, tenzij een andere ziel in zijn plaats de hele toestand aan Maria heeft toegewijd. In dat geval worden de duistere invloeden in de ziel ten minste gedeeltelijk ontkracht, en wel volgens de mate waarin de lijdende ziel zich voor de genadenwerking opent of niet.

Zoals U terecht schrijft, waren bij Jezus bevrijding en genezing eng met elkaar verbonden. Dat kan ook nauwelijks anders, aangezien de enige juiste en ware bevrijding deze is waarbij de ziel van de effecten van haar duisternis wordt genezen. Wanneer Jezus mensen genas, beoogde Hij nooit uitsluitend lichamelijke genezing. Lichamelijke genezing zonder spirituele bevrijding is nooit duurzaam, omdat het lichaam dan al spoedig door sporen van spirituele duisternis van zijn levenskracht wordt beroofd. De ware gezondheid van de mens wordt bepaald door de mate waarin hij zich in het hart vrijwillig voor het Licht opent. Vele zielen zijn lichamelijk tamelijk fit, echter spiritueel als volledig uitgeblust, zodat hun handelingen en woorden hen nauwelijks Heil opleveren. Omgekeerd zijn er zielen die ononderbroken lichamelijk lijden maar wel een immense kracht aan blijmoedigheid, Hoop en overgave ontwikkelen, zodat elk van hun woorden de Poorten van de Hemel zou kunnen openbreken.

Op het vlak van ziekte hebt U problemen met aanvaarding, en U vraagt naar de visie van Maria daarover. Veruit de meeste zielen hebben moeilijkheden met het aanvaarden van beproevingen. Hoe zegt de Meesteres van alle zielen het toch treffend: "De vrije wil is het laatste wat de ziel Mij geeft". Sedert de erfzonde ligt het in de menselijke natuur, zich nauwelijke blind aan het Geloof te kunnen overgeven. De Meesteres van alle zielen zou dit tekort in zoveel mogelijk zielen willen uitwissen, omdat Zij weet hoe vruchtbaar de ziel is, die blind kan aanvaarden, gewoonweg omdat zij voelt dat voor haar het beste wordt bereid. De Hemelse Meesteres oefent mij er sinds jaren in om bij alles de volgende twee punten te volbrengen:

  1. het aan Maria toe te wijden;
  2. na deze toewijding in volle oprechtheid en in vast Geloof te zeggen: "Alles is goed, omdat het uit Uw hand komt".

Zodra de ziel een situatie, een gebeurtenis, ja ook een element van leed aan Maria heeft toegewijd, behoort het toegewijde aan de Koningin des Hemels toe, en beschikt Zij er eigenmachtig over. Daardoor dient het verdere verloop vanaf dat ogenblik te worden beschouwd als zou het uit Haar hand afkomstig zijn. Aangezien Zij slechts het beste met de ziel voorheeft, stroomt dan ook uit ziekte en lijden niets anders dan Heil voor de ziel.

Een derde stap zou eruit bestaan, om kracht te bidden opdat men met een opgewekt hart met de situatie zou kunnen omgaan. Wanneer men een situatie aan Maria toewijdt doch men verzet zich achteraf tegen de afloop ervan, dan is deze instelling te vergelijken met deze van een ziel die in de hoogheilige grond van het Hart van de Koningin des Hemels een voorwerp begraaft (= toewijding), dit voorwerp echter al snel weer opgraaft om er verder zelf over te beschikken. Niet alleen zal deze toewijding zonder vrucht blijven, bovendien is men dan zo vermetel geweest, de bodem van het Hart van de Koningin des Hemels om te woelen.

Inderdaad, het gebeurt zeker dat zielen zeer bewust niets veranderen aan een situatie die zij zouden kunnen beïnvloeden, zelfs wanneer zij weten dat deze situatie hen ziek kan maken. De waarde van een dergelijk gedrag wordt door God vastgesteld op grond van de hartsgesteldheid van de betreffende ziel. Gaat men zo te werk door gebrek aan voorzichtigheid, dan zal God dit niet toelaten, want daarmee brengt de ziel het Plan in het gedrang, dat God met haar heeft. Handelt men echter zo uit naastenliefde, bijvoorbeeld om een andere ziel het leven te redden, dan zal deze daad vruchtbaar en heilvol zijn. Er kunnen veel redenen zijn waarom een ziel iets zo doet en niet anders, of iets totaal achterwege laat. God evalueert het gebeurde steeds op basis van de heersende gesteldheid, naar de mate van de Liefde, het Geloof, de overgave en de aanvaarding van de ziel.

Eén ding staat in alle gevallen vast: Wanneer U wordt getroffen door een lijden voor hetwelk U zelf niet verantwoordelijk bent, en waarvan U niet bekend is waar het vandaan komt, met andere woorden: waarvan U het begin niet bewust hebt zien aankomen, dan is er slechts één enkele wijze om het Heil, dat God in dit lijden voor U heeft verborgen, volledig te laten rijpen: Wijdt U dit lijden toe aan Maria. Stelt U zichzelf in dit lijden onbeperkt te Harer beschikking en vraagt U Haar om de kracht om het te mogen kunnen dragen op een wijze die Heil brengt, en wel vanuit Haar eigen vlekkeloze Hart, vervuld van Liefde. Dat is ware navolging van Christus.

Lieve zus, wanneer de ziel zich echt opent voor de adem van de Heilige Geest, kan zij niet meer ophouden, zich te verbazen over de omvang en de rijkdom van de wonderen die God in Zijn schepping heeft verborgen. Deze steeds nieuwe ontdekkingen zijn altijd opnieuw bronnen van verrukking voor de ziel. Zij verwijzen reeds naar één van de grootste bronnen van eeuwige verrukking in het Paradijs: de onophoudelijke ervaring van de Liefde die God via duizenden en duizenden wegen in de zielen binnenleidt. Hij heeft deze Liefde in alle hoeken van Zijn Schepping als schatten begraven, in de voor de zielen op aarde nog onzichtbare, evenals in de zichtbare elementen van de Schepping.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 192
Voorzichtig met 'boodschappen' die geen Hoop en geen Liefde, maar angst en spirituele verplettering verspreiden – dit Apostolaat wordt door Maria Zelf "het Apostolaat van de Ware Hoop, de Ware Liefde, de bemoediging en de volheid van de Waarheid" genoemd

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het treft mij bijzonder pijnlijk dat U dit hebt moeten ervaren.

Ik krijg absoluut geen goed gevoel bij dit verloop, omdat ik na dertien jaar in de innigste aanraking met Maria en verscheidene fasen van zeer innig contact met Jezus slechts kan en moet zeggen: GOD MAAKT ZIELEN NOOIT BANG.

Maria bekijkt een ziel, ziet alle rotsbrokken (ondeugden, zwakheden), maar Zij zoekt tot Zij ook maar één enkel bloempje vindt (iets positiefs), en begint dit onmiddellijk te begieten, het met tedere zorgen te omringen, alsook met de verrukking van de Ware Liefde en Hemels voedsel, net zolang tot de hele zielentuin in een bloementuin verandert, waarin de rotsblokken steeds minder opvallen, en geleidelijk worden opgelost in het Water van het Goddelijk Leven en in de zon van de Liefde. Dit is het beeld waarmee Maria mij U nieuwe en gerechtvaardigde Hoop laat schenken.

Zeer tot mijn spijt moet ik zeggen, omdat:

  1. ik intussen uit eigen ervaring weet, en
  2. Maria mij dit steeds weer bevestigt,
dat de zielen uiterst voorzichtig moeten omgaan met “boodschappen” die geen Hoop, geen Liefde, doch angst en spirituele verplettering verspreiden.

De toestand in de wereld ziet er alleszins erbarmelijk uit, en inderdaad, Maria en Jezus zijn over vele dingen alles behalve tevreden, maar één ding kan ik eenvoudigweg niet overbeklemtonen: Jezus en Maria spreken nooit tot een ziel op een zodanige wijze dat deze ziel over zichzelf vertwijfeld raakt, en Zij doen dit al helemaal niet via een andere ziel, omdat deze (het 'instrument') in geen enkel geval in de verleiding mag komen om de aangesproken ziel als iets 'onwaardigs' te beschouwen.

Met Uw ziel is niets aan de hand wat om het even welke vertwijfeling zou rechtvaardigen.

Het breekt mij keer op keer het hart wanneer ik moet vaststellen hoe vele zielen andere zielen schade toebrengen die vaak niet meer hersteld kan worden omdat de eerstgenoemde zielen als zogenaamd 'werktuig van de Hemel' woorden verspreiden die zogenaamd van de Hemel afkomstig zijn, doch in werkelijkheid geen enkel spoortje van Liefde, Licht of Hoop vertonen. Dit zijn werken der duisternis. Aanvankelijk was ik verbaasd dat Maria mij had uitgekozen om aan zielen Hemelse kennis over te brengen, omdat er 'toch reeds zoveel boodschappen zijn gegeven' (dat was mijn gevoel). Intussen heb ik echter absoluut begrepen: Deze wereld en de zielen hebben heel dringend nood aan nieuw, waarlijk Hemels Licht. Er is geen andere wijze om de duisternis uit de harten, uit de zielen en uit deze wereld te verdrijven.

Het is geen toeval dat het Maria Domina Animarum Werk door Maria Zelf "het Apostolaat van de Ware Hoop, de Ware Liefde, de bemoediging en de volheid van de Waarheid" wordt genoemd. De zielen hebben dit alles nodig om zich in deze wereld doorheen het oerwoud van dwalingen, de weg naar de Hemelpoort te banen.

Ik bevestig daarom met klem dat woorden die geen dragers zijn van Hoop, Liefde en bemoediging, niet uit de Bron van het Eeuwig Licht afkomstig zijn. Een ziel mag nog zo gezondigd hebben, zelfs dan, ja vooral dan, zal de Hemel in deze ziel alles naar boven halen wat nog Licht kan opleveren. God wil niet de dood van de zondaar. Dat is precies wat zou kunnen intreden wanneer Hij duisternis over de ziel zou uitstorten. Welk verschil zou er dan nog zijn tussen Jezus en Maria enerzijds en de duivel anderzijds, indien ook Jezus en Maria woorden van duisternis in de zielen zouden strooien?

De Meesteres van alle zielen heeft mij lang geleden het inzicht geschonken dat Zij slechts door één enkele Wil wordt gedreven: deze tot vervolmaking van zielen. Deze drijfveer is niet (zoals dit 'instrument' beweert), hoog gegrepen, wel integendeel, het is een absolute noodzaak om de Verlossing en de heiliging in ons te voltooien! De ziel moet vanzelfsprekend in elk geval om de instorting van de Heilige Geest in zich smeken, en wel ononderbroken. Er is geen andere weg mogelijk om de Genade van de spirituele wedergeboorte te ontvangen en deze in zich te laten bloeien. De gehele Wetenschap van het Goddelijk Leven is tenslotte op deze Waarheid gebaseerd. Met bijzondere vreugde nodig ik U daarom ook uit, de spirituele voeding te verzamelen uit de Wetenschap van het Goddelijk Leven, die aan de zielen wordt geschonken in deze duistere tijden, opdat zij de nieuwe bloeikracht zouden vinden die zij nodig hebben om samen de duisternis uit deze wereld te verbannen.

Moge U genezing vinden in de verzekering dat Maria en Jezus U zeer liefhebben, precies omwille van Uw inspanningen om ondanks een moeilijk leven trouw te blijven aan Gods Liefde. Ik vrees dat het precies dat is, wat 'iemand' doorheen dit 'werktuig' heeft willen vernietigen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 193
Over de Hand- en Tongcommunie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Maakt U zich geen zorgen. Houdt U Uw ogen op de inwendige wegwijzer in Uw eigen hart gericht: Volhardt U gerust in de Tongcommunie en houdt U zich steeds het volgende voor ogen:

Wanneer U in een kerk met, bijvoorbeeld, honderd zielen, als enige de Tongcommunie ontvangt, dan bent U voor de lijdende Christus de roos, die Hem de honderd doornen in deze parochie doet vergeten. Wie bemint Hij dan voor honderd? De roos!

God vergeet nooit hen die om Zijnentwil, uit Liefde en eerbied de moed hebben gehad om tegen de stroom op te roeien. Deze Liefde is het, die U de Eeuwige Gelukzaligheid zal opleveren, niet die 'honderd' onwillige of onverschillige zielen achter wie men zich misschien nu en dan graag eens zou verbergen. Integendeel: Wanneer U het kunt opbrengen, voor deze zielen om vergiffenis en inzicht te bidden, zullen zij aan U een groot gedeelte van hun Heil te danken hebben, en zult U in Gods ogen diegene zijn, die op grond van een geestelijk martelaarschap als vertegenwoordigster van de Liefde van Uw hele parochie vóór Hem verschijnt.

Inderdaad, de toepassing van de Tongcommunie zadelt ons in deze huidige tijd soms met het gevoel op, dat wij melaatsen zouden zijn. Is dat niet mooi? Dit is de zekerste weg om de ogen van Christus naar ons toe te trekken, opdat Hij ons meteen van al onze andere besmettingen zou genezen. De merkwaardige gevoelens die optreden wanneer wij als enigen in de kerk de Tongcommunie ontvangen, komen niet uit onze ziel, maar uit de weerzinwekkende adem van de draak, voor wie wij een aanstoot zijn. God laat deze gevoelens toe opdat de roos van onze ziel onder deze beproeving en onder deze getuigenis van onze Liefde tot Hem werkelijk zou bloeien.

De Goddelijke Voorzienigheid heeft U in deze situatie gebracht opdat U andere zielen aan het Ware Licht zou kunnen herinneren. Al is de wereld nog zo duister, steeds zal het Licht het geschikte brandhout vinden om aan te steken en de warmte en het Licht door te geven. In Uw parochie bent U nu dit brandhout. Zalig diegenen, die zich laten aansteken. Zij zullen ook in zichzelf al het ongewenste laten verbranden.

Vandaag gedenken wij de Meesteres als Moeder van Altijddurende Bijstand. Bidt U samen met mij tot Haar, opdat Zij het zou zijn, die in U de Tongcommunie ontvangt, uit Liefde voor Haar Zoon. Een bijzondere Vrede zal U ten deel vallen.

Geeft U nooit op. U strijdt voor het goede, en de beloning overtreft elke verbeelding.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 194
Over de zondigheid van de zielen op grond van de erfzonde – wanneer de ziel eerlijk haar zondigheid erkent,... – de herscheppende macht van de Meesteres van alle zielen – de vrije wil als 'wetboek van de ziel' – over het heldendom in het afstaan van onze vrije wil aan Maria – het beeld van de ziel als 'zonnecollector'

TOTUS TUUS, MARIA !

Eerwaarde, lieve broeder in Jezus en Maria,

Hoe zeer verheugen de engelen zich wanneer een mensenziel inzicht in de eigen zwakheden verwerft en boven alles naar een wedergeboorte verlangt. Zij verheugen zich daarover om de volgende redenen:

Eigenlijk is er maar één enkele categorie van menzenzielen: zondige. Wij kunnen het zo beschouwen dat elke ziel sedert de erfzonde 'lek geslagen' is. Ooit toonde de Meesteres van alle zielen mij hierover het volgende beeld: Vóór de erfzonde was de mensenziel als een baby, die als door een navelstreng rechtstreeks en voor honderd procent met de moeder (in dit geval God) is verbonden. De baby (in dit geval de ziel) krijgt de voeding (de genadenwerking) rechtstreeks van God. Bij de zondeval scheurde als het ware de navelstreng open en liet op de ziel een litteken achter. Dit litteken is het lek, de plaats 'zonder functie' of, anders gezegd, de plaats die niet (meer) in staat is om te functioneren zoals bedoeld, de plaats die verhindert dat de ziel de heiligheid volledig in zich kan laten bloeien. De ziel moet haar voeding thans onrechtstreeks – dit wil zeggen: door eigen inspanningen in een deugdzaam bestaan, getekend door beproevingen, verwerven, in plaats van het rechtstreeks uit Gods Hart te kunnen halen via de 'navelstreng van de genadewerking'.

Terwijl er slecht één enkele categorie van mensenzielen is (de zondigen – met uitzondering van Maria, de Onbevlekte Ontvangenis, vrij van de erfzonde en daarna levenslang zondeloos), zijn er echter veel verschillende wijzen om met deze aangeboren smet om te gaan: De ene ziel is wezenlijk vruchtbaarder dan de andere. De vruchtbaarheid van de ziel wordt bestemd door de mate waarin zij dorst naar de genade, en waarin zij de opgenomen genade benut. Indien nu de ziel heel eerlijk erkent dat zij onvolmaakt is, wordt de genade als het ware meer vloeibaar, zodat zij dieper in de ziel kan doordringen. Zij wordt 'meer vloeibaar' doordat zij wordt bevrijd van alles wat haar taaier en ondoordringbaar maakt: hoogmoed en eigendunk. De ziel berooft zichzelf van de volheid van het Goddelijk voedsel doordat zij van zichzelf is vervuld. In een dergelijke ziel kan niets meer stromen omdat zij volgestouwd is met veel dat de ziel sluit voor de fijne druppels der Goddelijke Genade.

Over de zielen die hun onvolmaaktheid erkennen, zijn de engelen verheugd omdat precies die zielen zich van van deze ballast hebben ontledigd of ermee bezig zijn, zich ervan te ontledigen. Voor dergelijke zielen is de Liefde werkelijk de weg naar het Paradijs, het Geloof werkelijk de poort naar het Paradijs en de Hoop werkelijk de sleutel van deze poort: Deze ziel verwezenlijkt eenvoudig haar Verlossing, ter ere van Christus. Voor U, lieve broeder, zal derhalve het woord van de apostel Paulus zijn volle geldigheid krijgen: "Kracht wordt juist in zwakheid volkomen". De ziel met een rouwmoedig hart is als een tempel waarvan de vensters aan de zonnezijde zijn geopend: Gods Licht kan onbelemmerd naar binnen stralen, en het vervult de tempel van de levenskracht, waaruit zij haar wedergeboorte moet bereiden. Ja, lieve broeder, de Meesteres van alle zielen zal de duisternis in U in Licht omvormen, want dat heeft Zij zich juist tot doel gesteld in elke ziel die zich volledig en oprecht aan Haar overgeeft. Zijzelf noemt dit Haar 'herscheppende macht'. Regelmatig herinnert de Meesteres mij eraan dat Zij in elke ziel het volgende beoogt:

Alles wat voor het Heil en de vruchtbaarheid van de ziel niet bevorderlijk is, wil zij:

  1. indien het zich laat heiligen: heiligen (dit wil zeggen: in Licht omvormen)
  2. indien het zich niet laat heiligen: Uit de ziel verwijderen.

Aangezien het hier in beide gevallen om duisternis gaat, kan men zich de vraag stellen: Hoezo kunnen bepaalde dingen worden geheiligd, en andere niet? Het antwoord ligt heel vaak louter bij de vrije wil van de ziel: Geheiligd kan al datgene worden, dat door de ziel wordt opengesteld voor de machtsuitoefening vanwege Maria, tenzij het reeds onherroepelijk en gewild de dood in zich draagt.

Lieve broeder, de vrije wil is zoiets als een wetboek in de tempel van de ziel. De ziel beschikt door haar vrije wil over datgene wat zij zal doen, of net niet zal doen. Wanneer nu Maria de zielentempel betreedt omdat de ziel zich totaal aan Haar overgeeft (totale toewijding!), neemt Zij in de tempel van de ziel de heerschappij over, en legt Zij het wetboek van de ziel (de vrije wil) onder Haar voeten. Zij zou het ook kunnen verscheuren, maar dat zou een inbreuk zijn tegen de Goddelijke Wet volgens dewelke de menselijke vrije wil heilig en onschendbaar is. Zij bewaart dus het wetboek, doch Zij brengt het volledig onder Haar macht. Het staat de ziel vrij, Haar te vragen, het wetboek op elk ogenblik opnieuw te kunnen gebruiken, maar het is een kwestie van Liefde, of de ziel dit doet of niet. De volmaakte Liefde tot God is deze op grond van dewelke de ziel zich volledig aan God overgeeft (door Maria), en de macht van Maria over haar restloos aanneemt en voortaan zonder meer gevolg geeft aan de decreten van haar Meesteres.

Met betrekking tot Uw vraag, hoe U alles beter zou kunnen doen om een beter leven te kunnen leiden, kan ik derhalve in de zin van het beschreven beeld uit het Hart van de Koningin des Hemels antwoorden: Wordt U een held in het afstaan van Uw vrije wil aan Maria. Smeekt U de Meesteres daarom in zoveel mogelijk details van Uw dagelijks leven dat Zij U de weg zou tonen via dewelke U zich precies zo kunt opstellen dat de Meesteres hierdoor wordt gediend, opdat Zij zo veel mogelijk stromen van Genaden moge kunnen vrijmaken. Schenkt U Maria onvoorwaardelijk de tempel van Uw ziel, en Zij zal aan U het visioen van de profeet Ezechiël voltrekken: Uit Uw zielentempel zullen stromen van Genadewater wegvloeien die als het ware tot een rivier zullen aanzwellen, en alle aan U toevertrouwde lammeren zullen zich aan deze rivier laven en zich met de vruchten aan de oever van de rivier kunnen voeden.

Lieve broeder, dit beeld drukt eigenlijk de roeping van elke ziel uit. Wij moeten er rekening mee houden dat uit onze zielentempel slechts stromen van levenschenkend water wegvloeien in de mate waarin wij onze vrije wil afstaan aan de door God daartoe geroepen Meesteres van de zielentempel.

Elke zieletempel kan met Licht worden vervuld. Wat is eigenlijk duisternis? In de zichtbare wereld zou duisternis worden bestempeld als 'afwezigheid van licht'. Het volstaat, een duistere plaats te verlichten, en onmiddellijk is het alsof de duisternis er nooit is geweest. Is het dan in de ziel, in de onzichtbare wereld, anders? Waar het Goddelijk Licht mag stralen (ja, 'mag', want daarover beslitst de vrije menselijke wil), verdwijnt elke schaduw. Of uit de ziel de duisternis blijvend verdwijnt, wordt bepaald door de bereidheid van de ziel om het Licht in zich tot nut te maken. In die zin zou onze zielentempel eigenlijk met een zonnecollector utgerust moeten zijn: Hij moet Gods Licht niet slechts in zich laten stralen terwijl de zon schijnt, maar moet de door het zonlicht verkregen energie opslaan opdat de eigenschappen van dit Goddelijk Licht zich in de zielentempel kunnen blijven uitwerken. De 'zonneënergie' in dit beeld kan worden beschouwd als de totaliteit aan genaden via dewelke God ons voedt en ons in staat stelt, volledig open te bloeien en in heiligheid te rijpen.

Zeer graag help ik U in mijn armzaligheid, deze zonnecollector vol vertrouwen te bouwen. De zonnezijde hebt U zelf reeds ontdekt. Het Licht is er steeds, en de volmaakte spiegel (de Meesteres van alle zielen) is hoe dan ook naar Uw tempel toegekeerd. Ik wijd vol vreugde Uw lammeren aan de Meesteres van alle zielen toe, opdat Uw parochie een zonovergoten wijnberg moge worden. Ons vertrouwen zal de mate bepalen waarin dit zich zal voltrekken. Nooit is voor een ziel iets verloren wanneer deze voor een wedergeboorte heeft gekozen, want zij wordt door de Dageraad van Gods Rijk, de Meesteres van alle zielen, omgevormd tot het morgenland voor een eeuwigdurende zonsopgang.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 195
Vergelijking van het leven met een bedevaart – Over het verschijnsel 'bedevaart'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verblijf op aarde is voor de ziel in principe steeds een ontdekkingsreis, zelfs een schattenjacht. God schept de ziel en stuurt haar in de wereld, preciezer gezegd: Hij verbindt haar met het principe van een fysiek lichaam, dat als drager van de ziel op aarde een levensreis moet voltooien. De ziel is daartoe uitgerust met alles wat zij nodig heeft om een vruchtbare levensreis terug naar God te maken. Gevoed wordt de ziel op deze reis door Gods Genade, door dewelke zij haar hele bagage aan talenten, gaven en vermogens rendabel kan maken en kan laten rijpen.

Wij zouden het zo kunnen bekijken, dat in elke ziel een ontvanger is ingebouwd, die het de ziel mogelijk maakt, de signalen uit Gods Hart in zich te ontvangen, evenals een element dat voortdurend naar Gods Hart toe wordt getrokken, dat wij ons kunnen voorstellen als een reusachtige magneet. Dat is de reden waarom de ziel diep inwendig steeds God zoekt, en dat 'iets' in haar nooit vergeet dat God Bron en Bestemming van haar bestaan is. Zeer veel zielen vergeten dit, althans wat hun bewust inzicht betreft, doch heel diep inwendig, in de zogenaamde kiem van de heiligheid, ligt deze wetenschap opgeslagen, en tracht zij het hele leven en werken, denken en voelen, spreken en verlangen richting te geven.

Deze ingebouwde neiging van de ziel om steeds God te zoeken, is datgene wat elk mensenleven richting geeft. Eén van de uitingen van deze richtinggever is de bedevaart. In principe pelgrimeert de ziel omdat zij God zoekt. Er kan zelfs worden gezegd dat een bedevaart een vorm van waarneembare uitdrukking van de levensreis is, die eigenlijk niets anders is dan een ononderbroken levenslange bedevaart, dit wil zeggen: de kern van de ziel ervaart dit zo, doorgaans in het verborgene en onbewust.

Het gebeurt vaker dan U denkt dat een ziel na een bedevaart bedrukt en beklemd is. Dat kan diverse redenen hebben, waarvan de belangrijkste de volgende zijn:

  1. De ziel zoekt bij de bedevaart naar de 'bovennatuurlijke' werkelijkheid. Dit wil zeggen: De kern van de ziel zoekt haar, de bewuste geest streeft echter vaak totaal andere motieven na. Daardoor kan het voor de ziel, na de terugkeer van een bedevaart, soms wat moeilijk zijn om zich aan te passen.
  2. Om gelijkaardige redenen kan de ziel bij de terugkeer ook min of meer 'ontgoocheld' zijn, vooral indien zij van de bedevaart iets had verwacht dat niet voelbaar in vervulling is gegaan. Dit zal vooral het geval zijn wanneer de ziel grotendeels om wereldse redenen en met wereldse doelstellingen op bedevaart gaat. Tenslotte kan de vrucht van een bedevaart eenvoudigweg niet volgens wereldse maatstaven worden geëvalueerd, omdat God voor meer dan negentig procent in het verborgene werkt.
  3. Precies omdat zeer veel zielen met hoofdzakelijk wereldse motieven op bedevaart gaan, wordt deze gemakkelijk in een wereldse atmosfeer gehuld. Die sfeer is het, die de ziel bij haar terugkeer het gevoel kan geven, in een leegte te vallen. De kern van de ziel ervaart een gemis, een niet vervulde verwachting. Zij voelt zich ontgoocheld en zelfs ergens door God Zelf in de steek gelaten (omdat de verwachte 'sacrale' sfeer verontreinigd is geworden). Vooral de zielen die om louter spirituele redenen de bedevaart hebben ondernomen, zullen na de terugkeer gemakkelijk bedrukt zijn. Diegenen die op bedevaart gaan om menselijke contacten te koesteren of nieuwe contacten te leggen, inkopen te doen of eenvoudigweg om een 'andere soort van uitstap' te beleven, zullen integendeel het succes van de bedevaart afmeten naar de mate waarin hun wereldse bedoelingen bevredigd zijn.

De Moeder Gods betreurt deze toestanden ten zeerste, maar jammer genoeg gebeurt dit bijzonder vaak. De ziel kan op de meest uiteenlopende wijzen op het gevoelde gemis reageren. Zij kan een tijd lang de blijmoedigheid verliezen, of – wat nog erger is – zij kan zich door God bedrogen voelen, want zij heeft Hem gezocht, maar daarentegen slechts de bevestigingen van de wereldse componenten van dit leven gevonden. Een andere wijze van reageren is de opstandigheid of zelfs de neiging om te gaan lasteren.

Lieve zus, weest U in deze zin gerustgesteld, dat niet Uzelf deze woorden in U laat opkomen, maar de duivel die in U de ontevredenheid als onkruid tussen de tarwe heeft gezaaid. Tracht U niet gericht dit onkruid te ontwortelen: Deze handeling zou ook de tarwe kunnen schaden. Wijdt U liever samen met mij de hele akker van Uw ziel toe aan Maria, opdat de tarwe door Haar zo levenskrachtig moge worden gemaakt, dat het onkruid vanzelf wordt verstikt. Ziet U het verschil? Men kan het kwade trachten uit te roeien, maar tegelijkertijd ook het goede in het gedrang brengen of het in zijn bloeikracht afremmen. Men kan echter ook louter positief tewerk gaan en het goede bevorderen. In dit laatste geval wordt niets 'gedood', maar wordt integendeel slechts het leven bevorderd. Dit betekent dat slechts Gods Werken worden bevorderd en Zijn Levenswet wordt gevolgd. Indien deze Wet zich mag uitwerken, wordt het kwaad vanzelf onwerkzaam en wordt het in het Vuur van de Liefde verteerd, zonder dat de ziel bewust heeft moeten ingrijpen en daardoor te nadrukkelijk vanuit het verstand met alles is omgegaan. Wanneer de ziel vanuit het verstand leeft, zal zij er nauwelijks nog toe komen, zich eenvoudig op de golven van de Goddelijke werkingen te laten gaan en zich daardoor volledig voor het Ware Leven te ontsluiten. Precies de overgave aan God, opdat Hij de nodige stappen zou zetten, maakt de ziel vruchtbaar.

U zult bemerken dat, zodra U het vaste besluit neemt om samen met Maria het Licht van de Ware Hoop in U opnieuw geboren te laten worden, in U stap voor stap de verduisterde elementen van Uw hart door lichtstralen zullen worden vervangen. Niet alleen de godslaster zal achterwege blijven, maar alle dorre twijgen van het boompje van de ontevredenheid zullen uit U worden verwijderd. In de mate waarin Uw hart door diep beleefde toewijding aan de Meesteres van alle zielen wordt gereinigd, zult U in Uw omgeving de indruk wekken alsof U volkomen vernieuwd zou zijn. U zult overkomen als een zonnige verschijning. Zonnig weer wekt de harten, omdat de zon alles tot nieuw leven aanzet. Ook de ziel kan dit effect ontplooien, omdat een hart dat volledig door Maria wordt beheerst, tot een spiegel wordt, die het Licht en de warmte uit Gods Hart verder leidt. Ik ondersteun U hierbij heel graag in gebed tot de Meesteres, want een ketting van Licht worden wij slechts door het Licht en de warmte onder elkaar door te geven, van spiegel tot spiegel, om zo om ons heen lentetuinen te laten openbloeien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 196
Over het verlangen, de Tridentijnse Heilige Mis bij te wonen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er wordt zo vaak gezegd en geschreven: God is Liefde. De grootste uiting van deze Liefde bestaat hierin, dat Zijn Voorzienigheid, Zijn Wijsheid en Zijn Wet alles zodanig leiden dat de Schepping, en de mensenziel in het bijzonder, het grootste nut uit elke ontwikkeling kan trekken, in de mate waarin zij zich in Gods Wil en volgens Zijn Wet schikt. Voor de mensenziel verwijst dit 'grootste nut' steeds naar de Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel. God zou graag elke ziel bij Zich in het Eeuwig Rijk van Liefde hebben. Dat is te begrijpen: Hij stuurt elke ziel slechts naar de wereld opdat zij hier haar bijdrage zou leveren tot de voltooiing van Zijn Werken en Zijn Eeuwig Heilsplan, en dan naar Hem terug zou keren. Niet één enkele ziel zou hij wegens gebrek aan vruchtbaarheid verloren willen zien gaan. Om deze reden staan voor ons ontelbare wegen open om de dagelijkse porties aan genaden in ons volledig tot nut te kunnen maken.

Omdat God heel goed weet dat de ziel op aarde vanuit ontelbare hoeken wordt gehinderd om het beste (dit betekent letterlijk: het meest heilvolle) van elke situatie en ontwikkeling te maken, evalueert Hij onze inspanningen niet naar het resultaat, maar naar onze hartsgesteldheid. U bent niet in staat, regelmatig een Tridentijnse Heilige Mis bij te wonen, terwijl U er echter naar verlangt, slechts Heilige Missen volgens deze ritus bij te wonen omdat de moderne Misvieringen U geen Vrede meer brengen. Het is God Zelf die deze ervaring in U heeft gewekt en die U door deze ervaring (die niets anders is dan de uitdrukking van Zijn nabijheid) nog inniger naar Zich toe tracht te trekken. God doet geen halve dingen, Hij begint geen Werk zonder het af te maken. Wanneer Hij dit verlangen in U heeft gelegd, terwijl Hij weet dat U niet in de mogelijkheid verkeert, regelmatig Tridentijnse Heilige Missen bij te wonen, dan heeft Hij dit slechts gedaan omdat Hij weet dat Zijn Wet van de Liefde door de gesteldheid van Uw hart kan worden bevredigd: Het verlangen naar de Tridentijnse Heilige Mis is een voortdurende uiting van Liefde en van verlangen naar Gods voelbare Tegenwoordigheid. Deze ervaring heeft op de Schepping het effect van een zonnestraal, die sporen van vruchtbaarheid achter zich aan trekt.

Lieve zus, wanneer U oprecht verlangt naar Tridentijnse Heilige Missen, maar deze werkelijk niet kunt bijwonen, beschouwt God het zo, dat Hem vanuit Uw hart de lofprijzing wordt aangeboden die Hem vanuit een Tridentijnse Heilige Mis toevloeit. Ik zou het zo kunnen uitdrukken, dat het voor Hem zo is, als zou in Uw hart een Tridentijnse Heilige Mis worden gevierd. Beschouwt U het volgende ter verduidelijking: Elke handeling, elke gemoedsbeweging, elk woord, elke gedachte, elk verlangen, elk verzuim wordt in het Goddelijk Levensboek opgetekend. Elk van deze elementen (over de hele wereld zijn dit er dagelijks vele en vele miljarden) krijgt, in overeenstemming met de Goddelijke Wet, zijn eigen evaluatie, zijn eigen waardecijfer. God wacht daarbij zelfs niet tot een handeling dit of dat resultaat laat zien. Hij evalueert alles reeds aan de hand van de gesteldheid van hart van waaruit elke handeling wordt geleid: Welk gemoed heerst daar? Welke intenties koestert dit hart? Welke graad van deugdzaamheid, in het bijzonder van de Liefde, blijkt uit de ontwikkeling van de gemoedsgesteldheid van dit hart? Dit alles bepaalt de mate van zuiverheid van het hart en bepaalt derhalve ook de kracht van elke emotie die daar haar oorsprong vindt. Nu is het zo, dat in een hart dat naar iets verlangt of dat zich voorneemt, iets bepaalds te doen (ofwel iets dat van Licht ofwel iets dat van duisternis is vervuld), als het ware de film wordt afgespeeld van datgene, wat het hart van plan is. Nog anders uitgedrukt: Het voorontwerp van datgene wat moet worden verwezenlijkt, wordt getekend. Deze film ziet God reeds, dit voorontwerp schrijft Hij op in het Levensboek.

In Uw geval geldt derhalve dat Uw vurig verlangen om slechts Tridentijnse Heilige Missen bij te wonen, door God telkens niet als een bouwplan, doch als een afgewerkt huis wordt beschouwd.

In Uw levensboek wordt dan opgetekend dat U op die en die dag de lofprijzing van een Tridentijnse Heilige Mis hebt gebracht. Dit zal des te méér het geval zijn wanneer U de (andere) Mis die U in werkelijkheid moet bijwonen, aanbiedt aan Maria, de Meesteres van alle zielen, Moeder van de Kerk en Moeder van de Eucharistie, om de genadewerking aan te vullen. Uw verlangen, in eenheid met de onbeperkte macht van Maria ten bate van de vrijmaking van genaden, zal deze toebedeling van aanvullende genaden bekomen.

Een ander voorbeeld: Wanneer een ziel met oprecht berouw beslist, te gaan biechten, maar onderweg naar de biechtstoel dodelijk verongelukt, neemt God deze ziel zo in Zich op, als waren de zonden die zij wilde biechten, reeds vergeven. Zij heeft weliswaar het Sacrament van de Biecht niet ontvangen, maar wel 'het plan (het voorontwerp) daartoe in haar hart getekend'.

Blijft U steeds verlangen, Tridentijnse Heilige Missen bij te wonen, want Gods Geest heeft dit verlangen in U laten rijpen. Dit verlangen is op zich reeds een Godsgeschenk, dat U constant genaden oplevert. De kiem van heiligheid in de ziel weet precies wat de ziel nodig heeft om het Eeuwig Heil te verwerven. Mocht de ziel deze kiem in haar kern niet dragen, dan zou zij tot dergelijke ervaringen niet in staat zijn, want het wereldse in de mens is een dode component, een element dat geen levenskracht bezit omdat Gods Liefde daarin niet stroomt. Het verlangen naar de Tridentijnse Mis komt voort uit het feit dat de ziel in deze ritus de Tegenwoordigheid van God en derhalve de geur van het Oord van haar uiteindelijke Bestemming, heeft waargenomen. In het hart waarin deze ervaring optreedt, is de ziel een verbond met God aangegaan. Door dit verbond opent de ziel zich voor de bevruchting van Gods wege.

Het niet vervulde verlangen naar de deelname aan een Heilige Misviering onder een vorm die door de Hemel Zelf als de meest genadenrijke wordt verkondigd, werkt in de ziel als een Lichtbrug, via dewelke God Licht naar de zielen leidt. Van dergelijke bruggen bedient God Zich graag om een bepaald verlies aan genaden, dat voortvloeit uit de moderne Misvieringen, te compenseren. Zelfs in die zin beschouwt, vormt het verlangen op zich reeds een tegengewicht voor bepaalde elementen van duisternis. Zelfs wanneer het de ziel ontbreekt aan mogelijkheden om haar intenties en verlangens concreet te verwezenlijken, kan ele ziel er niettemin toe bijdragen, louter door een hartsgesteldheid vervuld van Licht, de duivel bepaalde overwinningen te ontfutselen.

Wijdt U elke Heilige Mis die U bijwoont, aan Maria toe, en smeekt U de Koningin des Hemels dat Zij het U gemakkelijker zou willen maken om geregeld de Tridentijnse Ritus te kunnen bijwonen. Uw geduld, aanvaarding en Hoop tot het zo ver is, kunnen op zekere dag deze deur voor U openen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 197
Over de Wederkomst van Christus – over het lezen van geestelijke lectuur – over de roeping tot het kloosterleven – alledaagse gesprekken en de oriëntatie naar de wereld toe – over de betekenis van de Liefde voor de deelname aan Gods Heilsplan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is kenmerkend voor Gods Liefde dat Zij alleen maar wil geven, zoveel mogelijk wil geven, en precies op de meest vruchtbare tijd wil geven. Soms ben ik erover verbaasd dat bepaalde brieven, hoewel zij zo rijk aan inhoud zijn, niet onmiddellijk mogen worden beantwoord. Men moet zich echter het beeld voor ogen houden dat onze Hemelse Meesteres precies op het juiste ogenblik op de toets drukt, die met een bepaalde brief overeenstemt. Plots gaat dan een wereld van waarneming open, die precies op de in die brief vermelde thema’s betrekking heeft, en zo weet ik dat de tijd is gekomen om uitgerekend die brief te beantwoorden. Een mysterie, mooi en blijkbaar vruchtbaar, omdat het uit een Hemelse Bron stamt.

U vreest, vanuit een werelds oogpunt veel te hebben gemist door gedurende een lange periode zoveel tijd te besteden aan lectuur over de Wederkomst van Christus. U vraagt zich af of dit zo door God was gewild, dan wel of het een 'vlucht' voor de werkelijkheid van deze wereld is geweest.

De Wederkomst van Christus is een vaststaand feit. Deze werd reeds door Jezus Zelf verkondigd, en is derhalve boven alle twijfel verheven. Over de vorm van deze Wederkomst kan U momenteel geen enkele ziel die waarlijk wordt bezield door Hemelse inspiratie, enige concrete uitspraak doen. Eén ding weet ik in dit verband met zekerheid: De Moeder Gods heeft mij reeds verscheidene jaren geleden toevertrouwd dat de Wederkomst van Christus zich in de eerste plaats in de harten zal voltrekken. Zij bedoelt daarmee dat elke individuele ziel inwendig voor een nieuwe vorm van spirituele waarneming, van beschouwing, van inzicht moet worden klaargemaakt, en dat het juist deze voorbereiding van de zielen is, waarmee Zij in deze Laatste Tijden zo intensief bezig is. In deze zin kan gemakkelijk worden uitgelegd waarom wordt gezegd dat het Rijk Gods niet buiten de ziel staat, maar een inwendige toestand is. Jezus kwam een eerste maal, geboren uit Maria, om de leer van de Eeuwige Waarheid vaste vorm te geven (opdat de zielen Gods Wet zouden leren kennen zoals hij werkelijk is, en zo hun gedrag kunnen heiligen) en om de Verlossing van de zielen te ontsluiten. Wanneer Hij de tweede maal komt, zal het niet zijn om opnieuw te worden gekruisigd, maar om Gods Rijk op aarde in te wijden. Dit alles wordt nu door Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen voorbereid, en wel in de individuele zielen, die hun verlossing en heiliging door Haar vorm willen laten geven.

Uw vraag 'Wanneer de Wederkomst van Christus werkelijkheid wordt', kan niet worden beantwoord. De Meesteres van alle zielen wijst er slechts op, dat elke ziel vastberaden aan zichzelf moet werken en zich daarbij door Haar moet laten leiden, aangezien Zij er, in Haar hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen, toe is geroepen, de zielen op de vestiging van Gods Rijk op aarde voor te bereiden en hen dermate om te vormen dat hun spirituele ontwikkeling hen werkelijk ontvankelijk maakt voor de genaden van de definitieve vervolmaking, opdat zij het hoogtepunt van hun vruchtbaarheid zouden kunnen bereiken. Maria doet dit alles door inwendige leiding, door omvorming van de gesteldheden en door onderrichtingen in de volheid van de Goddelijke Waarheid. Met dit doel voor ogen onderwijst Zij in al Haar onderrichtingen (eveneens in de antwoordbrieven!) als Meesteres van alle zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

In verband met de Wederkomst van Christus zal God nooit een datum vermelden, want dit zou volledig indruisen tegen Zijn Wet, die het zo beschikt dat de ziel slechts de hoogste mate aan genaden kan verwerven wanneer zij de verdienste van de Ware Liefde, de Ware Hoop en het Ware Geloof verwerft. De vervolmaking in deze drie hoofddeugden zou al spoedig niet langer het doel van de inzet van de zielen blijven indien de Wederkomst van Christus met zekerheid op een welbepaalde datum aan de zielen in het vooruitzicht zou worden gesteld.

De ziel moet blind vertrouwen tonen ten aanzien van de liefdevolle Werken van God en zich op de basis van dit vertrouwen volledig kunnen inzetten voor de verwezenlijking van deze belofte. Anders uitgedrukt: Van de ziel wordt een ongeremde, actieve inzet voor Gods Werken verwacht, terwijl zij er blind van uitgaat dat God Zijn deel van het verbond altijd vervult: Hij laat aan de zielen al het goede toevloeien, en wel op het daartoe best geschikte ogenblik.

Of U door Uw bezig-zijn met het mysterie van de Wederkomst van Christus tijd hebt verloren of op enig ander vlak van het wereldse leven iets hebt verzuimd, kan moeilijk worden gezegd: Dit hangt allemaal af van wat de ziel van dit leven op aarde wil maken. U schrijft dat U zo intensief met mystieke lectuur en lectuur over de Wederkomst van Christus bezig bent geweest dat U daardoor Uw 'wereldse opleiding' enigszins hebt verwaarloosd. Om te beginnen moet men ervan uitgaan, dat het bezig zijn met wereldse thema’s enerzijds voor de vorming voor het leven op aarde nuttig kan zijn, maar dat dit wel uitsluitend is gewijd aan het functioneren in een gedeelte van de werkelijkheid dat zeer klein is wanneer men het met het geheel van de Goddelijke Werkelijkheid vergelijkt. Ik heb het reeds enkele malen moeten schrijven: De zintuiglijk waarneembare werkelijkheid die aan ons wereldse handelen richting geeft, vormt nog geen tien procent van de hele werkelijkheid, die voor meer dan negentig procent uit niet-zintuiglijk waarneembare elementen is opgebouwd. Precies om deze reden is de waarneming in de mystieke ervaringen, en nog meer in de ervaring van de Eeuwige Gelukzaligheid, zo ongelooflijk veelzijdig, vergelijkbaar met een bloem die zich onophoudelijk verder ontplooit.

Anderzijds komt het er vanzelfsprekend op aan, hoe men zich precies met niet-wereldse lectuur bezig houdt, en welke lectuur men precies ter hand neemt. Voorzichtigheid is geboden, want een onvoorstelbaar groot gedeelte van de 'spirituele' lectuur voedt de ziel nauwelijks of helemaal niet. Maria waarschuwt hiervoor met klem. Vele zielen lezen en lezen, maar nemen geen echt spiritueel voedsel op. De Meesteres van alle zielen beklemtoont jegens mij sinds jaren hoe onvermoed groot de nood van de zielen aan werkelijk spiritueel voedsel is.

Wat is dan 'spiritueel voedsel'? Al datgene wat de ziel werkelijk dichter tot God en tot haar eigen Heil brengt doordat het in haar de van God ontvangen vermogens en genaden laat rijpen om haar ware levensroeping, de bestemming en het doel waartoe zij werkelijk op de wereld is, concreet vorm te geven en te voltooien. Werkelijk spiritueel voedsel is datgene wat in de ziel het begrip voor, en het inzicht in, steeds grotere gedeelten van de werkelijkheid helpt groeien, en de ziel derhalve helpt, haar handelen evenals haar diepste gesteldheden zo te zuiveren dat het totale spirituele leven steeds vruchtbaarder en heiliger wordt.

In deze zin biedt jarenlange lectuur van boodschappen over de Wederkomst van Christus de ziel vaak geen werkelijk voedsel, doordat deze boodschappen de ziel doorgaans niets leren over de wijze waarop zij deze Wederkomst in zichzelf moet verwezenlijken, want wij mogen niet vergeten dat de Wederkomst van Christus geen geschenk is dat wij passief in de schoot gelegd krijgen, doch een verdienste die wij individueel door actieve inzet in de heiliging moeten verwerven. Jezus heeft ons verlost, maar ieder van ons moet deze gouden sleutel zelf in het sleutelgat van de eigen ziel omdraaien. God dringt de zielen niets op. Elke ziel moet Hem door haar levenswijze en haar hartsgesteldheid aantonen dat zij Zijn geschenken ook inderdaad wil. Zalig daarom diegenen die niet vol ongeduld de komende Christus staan op te wachten (zoals een moeder die in de open deur met spanning wacht op haar kind dat verlaat is), maar zich er dag na dag voor inspannen dat deze Wederkomst daadwerkelijk bespoedigd wordt. De laatstgenoemde ziel zal de voorsmaak van deze wederkomst reeds in zich leren voelen, want zij zal de precies juiste gesteldheid ontwikkelen om de Tegenwoordigheid van Christus dag na dag duidelijker in haar binnenste te voelen. Dit komt doordat deze ziel niet heeft opgehouden, het kruis van de wereld verder met Christus te dragen. De eerstgenoemde ziel (de ongeduldig afwachtende) daarentegen, heeft eigenlijk het kruis afgelegd, terwijl zij erop wacht tot Jezus beladen met het kruis naar haar toekomt.

Voor mij is het duidelijk dat U zich niet zozeer zo intensief met de Wederkomst van Christus hebt beziggehouden omdat U constant nieuwe prikkels zocht, maar omdat U daaruit Hoop hebt geput omdat de ervaringen van het wereldse leven U niet konden bevredigen. Daar is op zich niets verkeerds aan, maar het is wel belangrijk, dat men zich ooit volledig naar de ware lessen richt, die de Hemel aan de zielen geeft, en te weten dat precies deze ingesteldheid de Wederkomst van Jezus dichterbij zal brengen.

U bent zodanig door het 'spirituele' denken en voelen getekend, dat bij Uw belangstelling voor mystiek inzicht geen sprake kan zijn van een 'vlucht', maar van een roeping. Ik moet U derhalve het verlangen van de Meesteres van alle zielen overbrengen, er ernstig over na te denken of het voor U, met het oog op de stand van Uw leven, in overweging kan worden genomen om U aan het kloosterleven over te geven, aangezien de idee schijnbaar ook reeds in U is opgekomen. Neemt U in dit opzicht geen overhaaste beslissingen, want het gaat hier om iets heel belangrijks. Uw hart moet hierop grondig worden voorbereid. Indien dit werkelijk Uw roeping is, zult U het antwoord in Uzelf vinden. Het is noodzakelijk, zoals trouwens bij elke ontdekkingsreis naar de persoonlijke levensroeping, dat U Uw eigen ziel en hart tracht te doorgronden, en wel door een tijd lang Uw eigen reacties op de meest uiteenlopende gebeurtenissen en situaties op Uw levensweg te observeren. De Hemelse Meesteres zal dit experiment om Uzelf in de diepte te leren kennen, kronen door steeds meer aspecten van Uw ziel, Uw diepe wezen, aan U te onthullen. Het antwoord over de door U te volgen weg, zal daaruit blijken. Op mijn gebed kunt U vast rekenen.

Het feit dat U altijd reeds introvert bent geweest en U nooit aan oppervlakkige alledaagse gesprekken kon deelnemen, is absoluut een voordeel voor de rijping van Uw ziel. Alledaagse gesprekken, evenals een gerichtheid naar de zintuiglijke ervaringen in deze wereld, vormen een aanzienlijke hindernis voor de ontwikkeling van de spirituele vermogens en voor een dieper contact met God en Maria. Het doorgronden van de spirituele geheimen wordt voor de ziel volkomen onmogelijk zolang zij zich naar de buitenwereld richt: De ziel vindt de werkelijk belangrijke en noodzakelijke inzichten bijna uitsluitend in zichzelf, aangezien het contact met Gods Geest zich altijd inwendig voltrekt. Precies daarom is een ziel niet geschikt voor een mystieke roeping zolang zij zich verzet tegen de verinnerlijking van haar ervaringen, waarnaar Maria de ziel leidt nadat Zij haar voor een mystieke opdracht heeft geroepen.

De ziel kan zichzelf, Gods Werkelijkheid, Maria, de Mysteries van het Goddelijk Leven enzovoort, slechts dieper leren kennen en inzicht in zichzelf verwerven in de mate waarin zij zich vaker en dieper in haar eigen hart terugtrekt. Alledaagse gesprekken neigen ertoe, de doorgronding van het eigen hart naar het achterplan te verschuiven. De geest beweegt zich daarbij zo oppervlakkig dat de ziel er nooit toe komt, zichzelf werkelijk te ontdekken. Dit betekent meteen dat zij noch haar eigen zwakheden leert ontdekken, noch enige aansporing voor de juiste ontplooiing zal voelen. Zo komt zij nooit dichter tot God, en valt op zekere dag ten prooi aan het geloof dat de Tegenwoordigheid van God een illusie is.

Tot het Goddelijk Heilsplan iets zinvols bijdragen, kan elke ziel – moet zelfs elke ziel – door in alles, met alles en door alles Liefde voort te brengen. De ziel kan tot een bron van Licht worden. Uiteindelijk is alleen God Bron van Liefde: Hij brengt haar voort, want zij is de brandstof voor de hele Schepping en de basis van alle leven. De ziel kan wel uit de grondstof van de Liefde die zij dagelijks via Gods genadewerking ontvangt, de meest uiteenlopende vormen van Liefde bereiden, en zij kan deze in zeker zin 'vermenigvuldigen'. De ziel is hiertoe in staat op grond van haar kiem van heiligheid, het Goddelijk Principe, dat zij in haar kern draagt en die de kiem is uit dewelke zij de vruchten van haar heiliging moet ontwikkelen. Wanneer de ziel ertoe besluit, met alles wat zij van God heeft ontvangen en nog verder blijft ontvangen – zowel bij haar schepping alsook door de dagelijkse tussenkomsten van de Goddelijke Voorzienigheid – werkelijk iets zinvols op te bouwen door hetwelk zij constant Licht onder de schepselen kan verspreiden, is zij haar ware roeping op aarde vorm aan het geven. De Meesteres van alle zielen toont ons de weg. Volgt U Haar adviezen, en U zult door de scheppende kracht van de Liefde de scherven van Uw leven kunnen samenvoegen, en wel tot een tempel van lofprijzing.

Lieve zus, Uw verdere vragen zal ik van harte in een volgende brief beantwoorden. Zij zijn uiterst belangrijk, maar wijken te sterk af van de eerste door U aangehaalde thema’s om ze nu meteen eveneens te beantwoorden. Ik wil U in elk geval nu reeds mijn volledige ondersteuning op Uw spirituele weg aanbieden, want voor mij is het duidelijk dat U uit de stenen van veel lijden een geschikt bouwwerk aan het optrekken bent, dat U ooit door de geborgenheid van Gods voelbare Tegenwoordigheid zal verheugen. Daarover verheugt de Meesteres Zich zeer, want Zij vindt daarin een vrucht van de Verlossingswerken van Haar Zoon.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 198
Over gedragspatronen en wijzen van reageren – de verstrengeling van talloze situaties in het dagelijks leven over de hele wereld – hoe kunnen wij ons van de ballast van onze teleurstellingen bevrijden?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Elke ziel heeft haar eigen kenmerken. Geen twee zielen hebben een identieke gesteldheid. De gesteldheid van de ziel wordt bepaald door alles waarmmee zij door God werd uitgerust, samen met alle genaden die de Goddelijke Voorzienigheid haar dagelijks laat toevloeien. Zij wordt verder echter eveneens beïnvloed door alle indrukken en inwerkingen die op haar levensweg op haar toekomen. Zo kan worden begrepen waarom een ziel die op zich de neiging had, zeer veel te (kunnen) aanvaarden, geleidelijk van deze aangeboren instelling begint af te wijken, en onder invloed van bepaalde omstandigheden en gebeurtenissen op haar weg er geleidelijk toe neigt, zoals U schrijft, van zich af te bijten, en soms zelfs als eerste te bijten. Hoe langer het verblijf van de ziel op deze aarde duurt, des te meer kan zij tot een product van haar verleden worden. Nochtans is er ook nog goed nieuws: De ontwikkeling van gedrags- en reactiepatronen in het menselijk karakter is geen onveranderlijke natuurwet. Uit A komt niet noodzakelijk B voort, en uit B niet noodzakelijk C, enzovoort. Ik verduidelijk U graag het beeld dat de Meesteres van alle zielen in de harten wil prenten:

De levensweg van een ziel op aarde moet men zich niet als een rechtlijnig pad voorstellen. De levensweg is niet alleen een zeer bochtige weg, maar tevens een weg op dewelke de ziel elke dag vele malen kruispunten aantreft, op dewelke zij beslissingen over de te volgen richting moet nemen. Deze beslissingen hebben niet slechts betrekking op de uit te voeren handelingen, of de te spreken woorden, maar ook op de wijze waarop de ziel inwendig reageert op de invloeden die op haar toekomen. Een klein voorbeeld: Stelt U zich voor, dat U doorheen een deur in een gebouw wil binnen gaan. Net op hetzelfde moment heeft een medemens net dezelfde beslissing genomen. U botst tegen elkaar op. Wat doet U? U kunt, bijvoorbeeld:

  • zich verontschuldigen, de medemens laten voorgaan en er niet meer over nadenken;
  • zich verontschuldigen, maar deze mens inwendig om zijn 'onhandigheid' verwensen;
  • naar deze medemens glimlachen, het hele gebeuren licht opvatten en zelfs de achterliggende humor van de 'botsing' zien
  • Uw medemens openlijk verwijten maken.

Vier mogelijkheden (er zijn er zeker nog meer) om met een kleine situatie om te gaan. Deze vier mogelijkheden zullen zowel in Uzelf als ook in de medemens uiteenlopende gevoelens opwekken en deze zullen bovendien nog uiteenlopend nawerken, soms nog uren of dagen later. Bedenkt U toch eens wat het voor de wereld als geheel voor verschil kan maken, hoe mensen omgaan met de miljarden situaties die zij elke dag aantreffen! Elke ziel vangt in het verborgene zeer veel op, en wordt voortdurend ononderbroken door al deze indrukken gevormd, gekneed, omgevormd, soms vertekend, soms gestimuleerd, soms in verrukking gebracht. Zeer veel kleine dingen laten sporen na die op één of andere wijze een leven lang nawerken door de kracht van de herinnering en de verbinding tussen ervaringen die gelijkaardig hebben aangevoeld. Nochtans heeft de ziel steeds de vrije keuze over hoe zij met alles omgaat.

Maria wordt in Haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen naar ons gestuurd om precies dàt in ons om te vormen: Onze gedragspatronen en onze wijzen van reageren, die niet zo vruchtbaar zijn als zij zouden moeten en kunnen zijn. De invloeden uit de wereld, op dewelke ik bij het begin wees, laten de ziel vaak uit de koers raken, die zij eigenlijk op grond van het in haar aanwezige Goddelijk Plan zou kunnen en zou moeten volgen. De Meesteres van alle zielen komt net om deze negatief werkende koersafwijkingen recht te trekken, maar Zij heeft daartoe de ondubbelzinnige instemming van de betreffende ziel nodig.

Aangezien U het zelf zo formuleert, dat U uit de duivelskring van agressieve reacties wil loskomen, staat van U uit de deur voor deze Hemelse Inwerkingen open. U draagt nog de rugzak vol ontgoochelingen uit Uw verleden mee. Het gewicht daarvan zou U verder moeten meeslepen indien de mogelijkheid niet bestond, hem onderweg te kunnen ontledigen. Hoe ontledigt men een rugzak vol ontgoochelingen en negatieve herinneringen?

  • Bepaalde zielen trachten, te vergeten, en zien daardoor de rugzak niet meer, en nochtans worden zij verder volledig door zijn gewicht gehinderd;
  • Andere zielen trachten zich van zijn inhoud te ontdoen door hun ontevredenheid op hun medeschepselen uit te werken. Zij werpen de inhoud mét zijn gewicht buiten, maar krijgen in de plaats daarvan de stenen van een chronisch bedrukte ziel terug.

Er is zeker een weg om zich van de ballast van de ontgoochelingen van het leven te ontledigen op een werkzame, vruchtbare en definitieve wijze:

  1. Wijdt U Uw hele verleden toe aan Maria. Leg Haar gerust alles uit, ofwel zeer algemeen, of, indien dit voor U behulpzaam zou zijn, onder vermelding van details die in U opkomen en die U voelbaar ziek maken in de ziel.
  2. Wijdt U vervolgens Uw ziel, Uw hart en Uw geest toe aan Maria, alsmede Uw gedrags- en reactiepatronen die U als een blok aan het been voorkomen. Smeekt U Maria daarna vurig dat Zij in U alles zou zuiveren en omvormen waaraan U in Uzelf een hekel hebt, opdat U voortaan vruchtbaarder en heilvoller zou kunnen leven.
  3. Smeekt U Maria vurig om Haar dagelijkse begeleiding, opdat U een volledig nieuwe inwendige Vrede zou mogen verwerven. De ziel die de ware, inwendige Vrede in zich ontdekt, vindt al het wereldse al spoedig niet meer belangrijjk. Wanneer U de Ware Vrede in Uzelf ontdekt, kan het verleden met Uw ontgoochelingen en evenmin het heden met de U irriterende invloeden U nauwelijks nog raken: Zij verliezen hun macht over U.

Ontelbare zielen zijn een leven lang ongelukkig omdat de spoken van hun verleden steeds opnieuw op hun levensweg rondspoken, waardoor de zielen zo intensief door de gebeurtenissen in hun leefomgeving worden opgeslorpt, dat zij in hun hart en geest eenvoudigweg geen rust meer vinden. De 'toverformule' is echter niet eens zo magisch: De ziel hoeft slechts steeds minder belang te hechten aan de invloeden van de wereld en die van haar eigen verleden, en reeds zal zij voelen hoe de inwendige bevrijding een begin neemt. Voor de ziel die werkelijk gelooft dat er een Eeuwig Leven bestaat, waarin alles absoluut volmaakt is en in vergelijking waarmee het huidige aardse leven slechts als een druppel in een oceaan is, valt het niet zo moeilijk om de dingen van het aardse leven zeer te relativeren. Voor haar zijn deze dingen niet langer stenen maar zandkorrels. De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft, en Haar op elk vlak van het alledaagse leven wil volgen, zal weldra door Haar met een volledig nieuwe wijze van beschouwen worden gezegend, en het waardecijfer dat zij aan elk aspect van haar leven geeft, zal weldra sterk verschuiven. De tot op heden overheersende gedachten en de daarmee gepaard gaande gevoelens kunnen dan weldra als volledig onbelangrijk overkomen. Een klein voorbeeld:

Vele zielen vergallen hun leven volledig door een wrok tegen een medemens te koesteren. Deze wrok geeft aan vele gedragspatronen een zeer bijzondere richting en maakt de zielen traag en log: 'Zij verteert één en ander helemaal niet'. Wanneer deze ziel zich met haar hele verleden en al haar persoonlijke kenmerken volledig aan Maria overgeeft, zal zij, des te sneller naarmate zij zich daadwerkelijk wil laten bevrijden, op zekere dag zien dat deze wrok volledig ongepast is, en zij zal de medemens in de stilte van haar hart vergeven, en die steen zal van haar ziel wegrollen. Die hele tijd lang heeft zij haar relatie tot deze medemens, misschien 20 of 30 jaar lang, een waardecijfer 1 toegekend. Nu wordt dit cijfer 5, en de negatieve invloed daarvan op de ziel wordt minimaal en verdwijnt uit haar gezichtsveld. Zo worden steeds meer elementen van de dagelijkse interessen rondom de aan Maria toegewijde ziel tot 'volledig onbelangrijk' omgevormd, opdat de ziel zich voortaan met datgene zou kunnen inlaten wat werkelijk belangrijk is: haar spirituele groei, de voltooiing van haar verlossing, haar heiliging. De zoete vrucht van deze ontwikkeling heet 'Vrede en Geluk'.

Lieve broeder, elke duivelskring kan worden doorbroken: Waar de wil de Ware Liefde wekt en daarna huwt met de genade, wordt de ziel opnieuw geboren. Daar verandert de duivelskring in de kring die de oneindige Godheid symboliseert, door dewelke elk werk zijn voltooiing vindt: Zaad wordt tot bloem, de bloem brengt nieuw zaad, enzovoort. Ik draag U over aan de Meesteres, opdat Maria al Uw moeilijkheden in de hoogheilige bodem van Haar Hart moge begraven. Wat daar openbloeit, levert slechts vruchten van Eeuwig Heil.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 199
Over de esoterie als dwaalweg naar het Geluk – Wat is de Waarheid? – over de heiliging als weg naar ware inwendige Vrede, naar Gods Waarheid en naar het Ware Geluk – over de roeping, de eigen weg van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U ertoe hebt besloten, Uzelf uit de strikken van de esoterie te bevrijden. De esoterie is een middel via hetwelk de duivel zielen systematisch van Gods ene Waarheid en derhalve van de Eeuwige Gelukzaligheid worden weggeleid. Eigenlijk zou het verschil tussen Gods ene Waarheid en de esoterie als volgt kunnen worden geïllustreerd:

De esoterie spiegelt de zielen een weg naar het Geluk voor, terwijl Gods Waarheid het Geluk IS. Gods Waarheid is als een schatkist vol gouden munten, de esoterie daarentegen is slechts een afbeelding, die een schatkist voorstelt: Het is niets anders dan papier waarop in gouden kleur gouden 'schijnmunten' zijn getekend. De waarde van deze 'gouden munten' is echter slechts deze van het papier waarop de afbeelding staat. De genade van inzicht verscheurt dit papier in een oogwenk.

Staat U ook even stil bij het volgende beeld: De weg die door de esoterie wordt voorgespiegeld, smaakt als honing, maar wordt in de ziel bitter als gal, omdat de ziel uit Gods Hart voortkomt en derhalve diep inwendig het goede van het kwade kan onderscheiden, en op zekere dag tot het inzicht komt dat zij door de duivel is bedrogen en de gevangene van zijn begoocheling is geworden. De weg van de echte Waarheid van God daarentegen smaakt vaak als bittere gal, maar verandert in de ziel in Hemelse honing. De bittere smaak is deze van de beproevingen die, wanneer de ziel hen goed benut, haar naar de heiliging en daardoor naar de Eeuwige Gelukzaligheid leiden. De ziel heeft nu de keuze:

  • ofwel kiest zij voor de honing, die ten laatste na luttele jaren tot gal wordt omgevormd, of
  • kiest zij voor de gal die ten laatste na luttele jaren tot honing wordt omgevormd, die eeuwig (dit betekent: miljarden maal miljarden jaren, tot in het oneindige) zoet blijft.

U moet inderdaad bedenken: Slechts de ene Waarheid van God die ons door Jezus Christus, de Heilige Geest en de Moeder Gods wordt overgebracht, draagt de sleutel tot de Eeuwige Gelukzaligheid in zich. De esoterie van haar kant, sterft met de lichamelijke dood van de mens die zich met haar heeft ingelaten. Hoe zou zij ons in het Eeuwig Leven kunnen binnenleiden, zij die zelf volledig dood is? 'Leven' is een gave uit Gods Hart, aangezien God de ene Bron van alle Leven is. De esoterie draagt derhalve geen leven in zich. Men kan haar eten tot men meent, verzadigd te zijn, maar uiteindelijk zal zij niet voeden doch onverteerbaar in de ziel blijven liggen. De systemen van de esoterie mogen dan wel verleidelijk klinken en er verleidelijk uitzien, de eeuwige verrukking en het Eeuwig Leven kunnen zij ons niet bieden. Tenslotte kan men een foto van een stuk fruit bewonderen en er misschien wel door worden verrukt, maar wat gebeurt er wanneer men deze foto opeet? Hij zal ons niet verzadigen, maar wel onverteerd 'op de maag blijven liggen'.

Wat is Gods Waarheid? Ik citeer uit Stormschrift nr. 10, dat U kunt terugvinden onder de Onderrichtingen > Boeken:

Wat is de Waarheid? De Waarheid is de diepe werkelijkheid, de kern van Gods handelen en van Gods bedoelingen. Aangezien Gods handelen en Zijn bedoelingen (Zijn Plan van Heil voor de zielen) opgebouwd, gevoed en gestuurd worden door de Liefde, en de Liefde dus Gods Wet is, kunnen wij zeggen dat de Waarheid de kennis van Gods Wet is.

Deze kennis van Gods Wet wordt in deze tijden door Maria, de Meesteres van alle zielen, in de diepte toegelicht in het geheel van haar onderrichtingen, Openbaringen, antwoordbrieven, enzovoort, die samen een systeem van kennis en inzichten vormen. De Koningin des Hemels noemt dit systeem de Wetenschap van Het Goddelijk Leven. De Hemel geeft deze kennis en deze inzichten in deze tijd met de bedoeling, de zielen de weg naar de heiliging, de weg naar het Ware Geluk te tonen. Het gaat hier niet om 'een' geluk dat veel belooft maar in werkelijkheid volledig leeg is, omdat het op inhouden is gebaseerd die in de stralen van het Ware Licht volledig oplossen, zoals nevel in de zon, maar om hét Geluk bij uitstek, de uiteindelijke Schat uit Gods Hart, de Bron en Bestemming van alles.

De weg die ik U als weg naar de ware inwendige Vrede, in Gods Waarheid en in het Ware Geluk, wil tonen, is deze, welke ons Maria in deze Laatste Tijden als de Meesteres van alle zielen zo omvattend toelicht. Deze weg heeft reeds velen de Ware Hoop laten vinden, en de bloesems langs de rand van deze weg verwelken nooit, omdat zij uit Gods Hart afkomstig zijn, die ze ons door de verrukkelijke Liefde van de Moeder Gods in het hart legt.

De eigen weg – dit wil zeggen: haar roeping – vindt de ziel die zich volledig aan Maria overgeeft, omdat Maria zich in het heilig verbond van de volledige, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria tot doel heeft gezet, de ziel die zich volledig aan Haar heeft overgegeven, naar de heiliging te leiden. De heiliging is de weg naar de enige ware vrijheid, de bevijding van alles wat de ziel in de kettingen van werelds denken, voelen en verlangen gevangen houdt. De ziel die zich volledig aan Maria overgeeft, ontvangt van Haar de verlichting die haar in staat stelt, haar ware roeping in het leven te herkennen. Dit inzicht zal Maria U des te vroeger schenken naarmate U samen met Haar aan Uw eigen bevrijding wil werken. Het is Maria’s bedoeling, de ziel over dewelke Zij vrij kan beschikken (dit betekent: in wie Zij vrij kan werken en die Zij volgens Haar verlangens kan omvormen) in een leven binnen te leiden, waarin deze de hoogst mogelijke vruchtbaarheid voor Gods werken kan verwezenlijken. Dat kan de ziel slechts doen zodra zij haar ware roeping kent. Al het andere zal dag na dag blijken via de ware van Licht vervulde voeding die de Meesteres van alle zielen U op Uw levensweg 'hap na hap' zal toedienen. Zij zal U sterker maken in de beproevingen van elke dag en U tot een burcht van Licht omvormen.

Lieve zus, heel graag begeleid ik U in het hart op deze nieuwe weg, die U in een land zal binnenleiden waarvan de schoonheid niet, zoals bij de esoterie, uit luchtspiegelingen, maar uit de landschappen van de Eeuwige Lente bestaat, die God ons in deze Laatste Tijden door Maria heeft beloofd.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 200
Over het verschil tussen een kerkelijk huwelijk en een louter burgerlijk huwelijk – over de totale toewijding aan Maria als middel om het verleden te helpen verwerken

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief, die de Moeder Gods de kans geeft om Licht te laten schijnen in een situatie waarmee vele zielen in aanraking komen. U bent jarenlang louter burgerlijk, niet kerkelijk gehuwd geweest. Het verschil binnen Gods Wet is enorm.

Het burgerlijk huwelijk geldt in de ogen van vele mensen als de enige huwelijksband, die werkelijk telt. Nochtans heeft deze band enkel en alleen gevolgen op het vlak van het wereldse leven, en is deze in Gods ogen onbelangrijk. Ik heb er reeds herhaaldelijk moeten op wijzen, dat het wereldse leven zich afspeelt binnen een kader dat nog niet eens tien procent van de hele werkelijkheid uitmaakt. Voor wereldse ogen gelden een man en een vrouw slechts als huwelijkspaar wanneer zij wettelijk gehuwd zijn. Deze wereldse band schept een aantal wettelijk geregelde rechten en verplichtingen, die slechts op de wereldse aspecten van het leven betrekking hebben. Hoe anders is het voor het kerkelijk huwelijk!

Het kerkelijk huwelijk is een verbond dat een man en een vrouw voor de eeuwigheid aangaan. Het gaat om een verbond dat voor Gods ogen wordt aangegaan, en dat voor eeuwig onder de Goddelijke Wet valt. Dit verbond verbindt zielen in het kader van Gods Heilsplan (het burgerlijk huwelijk doet dit niet). Op grond van het kerkelijk huwelijk zijn man en vrouw aan bepaalde verplichtingen onderworpen, en hebben zij gezamenlijke rechten. Het kerkelijk huwelijk regelt de verhouding tussen echtgenoot en echtgenote in de spirituele zin, dit wil zeggen: volledig met het oog op de door beiden te volbrengen taken in het kader van het Goddelijk Heilsplan. God brengt een man en een vrouw samen opdat zij elkaar op het vlak van de spirituele groei, de instandhouding van de deugden en de heiliging wederzijds zouden aanvullen, elkaar wederzijds zouden bevestigen en verbeteren. Het kerkelijk huwelijk zou men derhalve als een 'werkcontract' in dienst van Gods Heilsplan kunnen bestempelen. Het verschil in Gods ogen tussen een wettelijk en een kerkelijk huwelijk kan daarom nog het beste worden uitgedrukt als volgt:

Door het kerkelijk huwelijk volgen een man en een vrouw de roep van de Heilige Geest, om zich voor eeuwig op de weg naar het Eeuwig Heil met elkaar te verbinden, omdat de Goddelijke Voorzienigheid deze beide zielen voor elkaar heeft bestemd, om de eenvoudige reden dat de Goddelijke Wijsheid van deze band een bevordering van de Goddelijke Heilswerken voor de hele mensheid verwacht. Precies daarom is het verbond van het kerkelijk huwelijk voor Gods Wet onverbrekelijk. Gods Werken moeten worden volbracht. Daarom beschikt de Goddelijke Wet het zo, dat elk verbond, dat met het oog op de vervulling van een Heilswerk wordt aangegaan, moet worden vervuld. Wanneer een dergelijk verbond niet wordt vervuld, komt dit overeen met een onderbreking van een Goddelijk Plan, en dit betekent derhalve dat een uiting van Gods Wijsheid zich door een menselijke beslissing niet langer kan uitwerken: De mens stelt zich boven zijn God. Het burgerlijk huwelijk daarentegen, is een louter menselijke band met louter wereldse gevolgen, die niet met bepaalde door God gegeven taken in het kader van het Goddelijk Heilsplan gepaard gaat.

Beschouwt men het burgerlijk huwelijk uit een zuiver christelijk oogpunt, dan moet duidelijk worden gesteld dat ook in een dergelijk huwelijk, zoals trouwens steeds in elke menselijke relatie, de deugden zouden moeten gelden als leidende en richtinggevende principes. Dit heeft echter slechts te maken met het feit dat de ziel zich steeds, in alle omstandigheden, door een deugdzaam gedrag moet laten leiden. Het kerkelijk huwelijk echter, overstijgt dit principe in elk opzicht: Hierin wordt van de huwenden niet slechts een deugdzaam (dit betekent: christelijk zuiver) gedrag verwacht, doch ook een doelgerichte samenwerking, die volledig op de bevordering en de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan moet zijn gericht. De huwenden beloven elkaar wederzijdse inspanningen tot heiliging, van zichzelf, maar tevens ook van de respectieve huwelijkspartner. Zij werken samen naar een doel toe, dat hen rechtstreeks door God is gesteld.

Tegen de achtergrond van dit inzicht beantwoordt de Moeder Gods nu Uw specifieke vragen. Het is voor U niet vanzelfsprekend, aan te nemen dat U, aangezien U niet kerkelijk was gehuwd, tegenover Uw man geen verplichtingen zou hebben, en U zich kunt laten scheiden. Zoals U het zelf uitdrukt: "Was ik kerkelijk gehuwd geweest, dan had ik alles moeten verdragen, en hadden wij samen moeten blijven".

Zo is het precies. Het verbreken van een burgerlijk huwelijk is geen verbreking van een vóór God aangegaan verbond, maar enkel en alleen het verbreken van een wereldse band met een wereldse basis en wereldse consequenties. Door deze scheiding verandert U niets aan het verloop van één of ander Goddelijk Werk, en maakt U zich, in het kader van Uw bijdrage tot de verwezenlijking van Zijn Heilsplan, nergens schuldig aan. Uw beslissing om deze band te verbreken, vormt geen schending van een Sacrament, en komt dus ook niet neer op een ontwijding. Het draagt evenmin bij tot het Lijden van onze Verlosser (ik verwijs hier naar het boek De Oogst van de Eeuwige Liefde, waarin U kunt lezen dat het breken van een vóór God gesloten verbond, bijvoorbeeld een kerkelijk huwelijk, mede aan de basis ligt van de tweede val van Jezus onder het Kruis). Ter beantwoording van Uw vraag laat de Koningin des Hemels mij derhalve ondubbelzinnig het volgende stellen:

U hebt tegenover Uw man slechts één enkele verplichting: Deze, welke onder alle zielen geldt, namelijk deze van de naastenliefde en van een deugdzaam gedrag (verdraagzaamheid, geduld, hulpvaardigheid...), doch verder niet de verplichting van de trouw, zoals deze door het Sacrament van het kerkelijk huwelijk wordt bezegeld, en die in een dergelijk geval niet mag worden gebroken. Heel ondubbelzinnig laat de Meesteres van alle zielen mij ook bevestigen, dat U hem geen enkele lichamelijke tegemoetkoming schuldig bent. Door het afwijzen daarvan kunt U Uw waardigheid herstellen en tegelijkertijd Uw man helpen groeien in de nederigheid. Uw afwijzende houding wordt U door Gods Geest geïnspireerd, omdat Uw man daaruit een les moet trekken. Zijn groeiend verlangen, en Uw weigering, worden voor hem tot een akt van uitboeting – woorden van de Hemelse Meesteres.

De breuk in Uw huwelijk staat, vanuit het oogpunt van de Goddelijke Wet, niets in de weg en heeft op Uw Zielenheil niet de geringste negatieve uitwerking. In Gods ogen bent U daardoor op geen enkele wijze gebonden.

Ik moet aan dit alles met nadruk toevoegen dat deze toelichting vanwege de Moeder Gods in geen geval mag worden begrepen als een open deur naar, of als een uitnodiging tot, een ongebreideld of lichtzinnig verbreken van burgerlijke huwelijken. Haar toelichting is louter een onderrichting over het spirituele verschil tussen het kerkelijk en het burgerlijk huwelijk, niets méér en niets minder.

Wat de Moeder Gods nu heel welgevallig zou zijn, is een leven van totale toewijding aan Haar in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, omdat Maria U in een dergelijke levensgesteldheid pas goed kan begeleiden en U naar de ware inzichten kan leiden. U hebt uit het verleden de juiste les getrokken, en kunt nu nog dit verleden heiligen (dit betekent: voor Gods Werken vruchtbaar maken) door Maria te smeken dat Zij de voorbije jaren in Haar Hart zou begraven. Belangrijk is voor God niet in de eerste plaats, hoe Uw verleden er heeft uitgezien, doch wat de ziel vandaag met de ervaringen uit het verleden doet. "Rouwmoedigheid + Hoop + verlangen naar een wedergeboorte" is de formule die aan alles een volledig nieuwe waarde geeft. Wanneer men het leven met een boek vergelijkt, zou het verleden samengesteld zijn uit alle bladzijden die aan de bladzijde van vandaag voorafgaan. Welnu, de toewijding van het verleden betekent, dat de ziel er Maria om smeekt, elk van deze bladzijden van Haar allerheiligste handtekening te voorzien. Dit betekent een heiliging van bepaalde duistere hoeken in Uw ziel. Tracht U de effecten van deze toewijding door een levensbiecht aan te vullen.

U hebt berouw over bepaalde dingen, maar U bent daardoor toch ook tot mooie inzichten gekomen over wat (ook, ja zelfs vooral vanuit het spirituele oogpunt) niet voor honderd procent in orde was. Deze inzichten zijn liefdesverklaringen van God naar U toe. Beantwoordt U deze door een totale toewijding aan Maria. Zij zal in U een totaal nieuwe Vrede tot stand brengen.

Met betrekking tot Uw angst dat U het advies van de Moeder Gods misschien niet zou kunnen verwezenlijken, kan ik U vanwege Maria het volgende antwoorden: Weest U niet bang, want U hebt de wil getoond om voor de Hemel voortaan het juiste te doen. De Moeder Gods zal U zo begeleiden, en van binnen uit leiden, dat zich voor U de deur tot een wedergeboorte voor een ware spirituele groei zal openen. Het enige waarop Zij wacht, is Uw totale toewijding aan Haar. Ik zal graag bidden voor de ontsluiting van het pad naar dit nieuwe leven voor U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 201
Over wensen die schijnbaar niet in vervulling gaan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De wensen die in een ziel opkomen, zijn als een motor die zich inspant om dingen in beweging te zetten. Vaak gaan wensen niet in vervulling. In de ziel laat een niet vervulde wens doorgaans een gevoel na dat de ziel niet alleen niet vooruitgekomen is, maar zelfs verder achteruitgeslagen is dan ooit. Dat komt voort uit het feit dat de ziel, terwijl zij de wens koestert, in het hart reeds de hele weg vanaf de uit te voeren handeling tot en met de uiteindelijke verwezenlijking begint aan te leggen. Wanneer dan blijkt dat de wens niet in vervulling gaat of niet in vervulling kan gaan, voltrekt zich in het hart een soort 'afbraakwerken'. De 'weg' wordt dan inwendig opgebroken. De ziel moet zich aanpassen aan de 'nieuwe' situatie (want zij voelt dit zo aan, hoewel er in principe helemaal niets waarneembaars is gebeurd) en zij is ontgoocheld omdat een plan onvruchtbaar is gebleven. Vaak ervaart de ziel dit bovendien tevens als een persoonlijk falen.

Soms is het voor de ziel een zegen wanneer een wens niet in vervulling gaat. De Goddelijke Voorzienigheid behoedt haar voor een bepaalde tegenslag, een bepaalde mislukking, voor stappen die voor de ontwikkeling van haar Heil niet vruchtbaar zouden zijn. Bovendien moet de ziel ervan uitgaan dat God voor elke niet vervulde wens iets beters in petto heeft. De enige voorwaarde om deze ervaring te mogen beleven, is de aanvaarding. Vaak wordt het ons niet gemakkelijk gemaakt om een wens tot verwezenlijkig te brengen, omdat de beproeving die met het afstaan van onze vrije wil gepaard gaat, voor Gods Heilsplan zeer vruchtbaar kan worden. Houden wij ons de zogenoemde driehoek van de spirituele vruchtbaarheid voor ogen:

gehoorzaamheid + Liefde + lijden = spirituele vruchtbaarheid.

Laten wij Uw vraag tot voorbeeld nemen:

U betreurt dat een priester U niet meer toestaat, in de huiskapel een Heilige Mis te laten opdragen, en U vraagt zich af waarom U het met deze weigering zo moeilijk hebt.

Ofwel laat U zich door dit verbod verlammen en valt ten prooi aan een ontevredenheid die U in Uw toewijding aan Maria voortaan onwerkzaam maakt, of U offert Uw hartsgesteldheid met de ontgoocheling aan Maria op en U smeekt Haar, met dit verdriet iets concreets te doen. Dit is het meest vruchtbaar wanneer U geen voorwaarden stelt en de Koningin des Hemels laat begaan. Zij bezit de kennis, de Liefde en de macht om van elke beproeving iets te maken dat verlossende krachten vrijmaakt. De vertrouwvolle toewijding leidt er in vele gevalllen toe, dat de ziel die deze toewijding heeft uitgesproken, met een volledig nieuwe Vrede wordt begenadigd. U zult merken dat ofwel iets gebeurt dat U niet had kunnen vermoeden, of dat U één en ander volledig anders gaat beschouwen waardoor Uw hart zich van veel ballast kan bevrijden en U weldra op nog een andere wijze voor de Moeder Gods effectief werkzaam zult worden. Laat U zich verrassen. Geeft U de Koningin des Hemels tegelijkertijd eveneens de lichamelijke toestand van Uw echtgenoot, als opoffering van zijn lijden. Zij kan met dit alles deuren naar een nieuw landschap openen: U allen een perspectief verschaffen dat U de diepe zin van veel tegenslagen zal laten begrijpen en daardoor Uw zielen met het bloed van de Ware Hoop zal vullen.

Ik smeek de Meesteres dat Zij Haar macht zou aanwenden om U dit mooiste der geschenken te bereiden: het geschenk van een inwendige omvorming, via dewelke Uw verdriet uit het verleden en het heden kan veranderen in een toekomst vol zon.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 202
Over de Goddelijke Gerechtigheid – de toestand van maagdelijkheid – de zuiverheid als voorwaarde voor de stroming van de Liefde – Hoe kan ik de negatieve effecten van het verleden wegwerken? – Over de menselijke zwakheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Steeds weer voel ik de bijzondere vreugde van de Koningin des Hemels wanneer Haar vragen worden voorgelegd uit dewelke blijkt dat de ziel zich voor de diepere Mysteries van ons bestaan interesseert. Ik zou Uw vragen één voor één zo letterlijk mogelijk willen citeren, omdat zij vragen om een nauwkeurige beantwoording die op ondubbelzinnige wijze kan worden begrepen.

Is het mogelijk om, wanneer men de maagdelijkheid heeft verloren en een zondig leven heeft geleid, desondanks alsnog opnieuw tot volkomen zuiverheid van de ziel te komen?

Op de maagdelijkheid laat de Meesteres van alle zielen mij terugkomen naar aanleiding van Uw volgende vraag. Wat de volkomen zuiverheid van de ziel betreft, moet ik de volgende toelichting overbrengen:

De Goddelijke Wet is iets opmerkelijks, iets heel bijzonders. In wezen is hij gebaseerd op twee componenten, die schijnbaar volledig aan elkaar tegengesteld zijn: de volmaakte Liefde, en de volmaakte Gerechtigheid. Bij 'Gerechtigheid' stelt de ziel zich doorgaans iets strengs voor, dat verband houdt met straf. Wij moeten in dit verband ten volle begrijpen wat de Goddelijke Gerechtigheid precies is. Ik citeer in dit verband uit de Stormschriften:

De Goddelijke Gerechtigheid is het systeem volgens hetwelk God als eeuwige Rechter oordeelt over de uiteindelijke waarde van alle daden, woorden, gedachten, verlangens en nalatigheden van Uw hele leven. Gods Gerechtigheid weegt op onfeilbare wijze, op grond van Zijn onbetwistbare Wijsheid en alwetendheid, al het goede en al het kwaad van Uw leven tegen elkaar af. (...) De Goddelijke Gerechtigheid is de automatische uitwerking van de Eeuwige Wet die God als leidend principe in Zijn Schepping heeft gelegd. U hebt die en die zonde begaan, maar ook dit en dat aan goede dingen gedaan, en op grond van dit alles verwezenlijkt Uw ziel op haar oordeelsdag een bepaalde score die haar verdere lot bepaalt".

Desondanks, precies vanwege de alles overheersende Liefde, is de score die een ziel voor de Goddelijke Rechter ontvangt, geen kwestie van louter wiskunde. De Goddelijke Gerechtigheid zorgt ervoor dat de Schepping ondanks herhaalde zonden niet ten volle wegzinkt in een onevenwicht dat niet meer kan worden hersteld. Het effect, de uitwerking, van elke zonde – en er worden dagelijks over de hele wereld miljarden zonden begaan – wordt vroeg of laat gecompenseerd, vaak pas na vele jaren. Het goedmakend, compenserend systeem van de Gerechtigheid werkt volkomen tijdloos. In deze zin beschouwd, blijkt dat de Goddelijke Gerechtigheid derhalve uiteindelijk ook een uiting van volkomen Liefde voor de zielen is.

De score die aan een mensenziel wordt toebedeeld, is derhalve geen louter rekenwerk, omdat God niet louter alles bij elkaar telt en daaraan een score hecht om tot een slotsom in de vorm van een koel cijfer te komen, doch in de eerste plaats de ontwikkeling bekijkt, die de ziel heeft doorgemaakt. Dit betekent dat bijvoorbeeld een ziel die zwaar heeft gezondigd, doch vanaf een bepaald ogenblik een steeds deugdzamer leven heeft geleid om in de laatste jaren van haar leven zelfs een aanzienlijke trap van heiligheid te bereiken, door God niet wordt geoordeeld op basis van haar verleden, doch op grond van de staat van genade die zij in de laatste fase van haar leven heeft bereikt en van dewelke zij niet meer heeft willen afwijken. Indien deze ziel bereid is, en ernaar streeft, om zich ver van elke zonde en elke ondeugd weg te houden, zij een oprecht berouw heeft over haar verleden en zij dit verleden in een sacramentele Biecht en vervolgens in totale toewijding aan God heeft overgedragen om te worden gezuiverd, wordt zij door God als heilig beschouwd en is zij daadwerkelijk zuiver.

Twee wondermooie voorbeelden in dit verband zien wij in de Heiligen Maria Magdalena en Paulus, in dewelke God ons demonstreert hoe de ziel zich kan ontwikkelen van zwaar verduisterd tot vervuld van Licht. Het geheim ligt in de Liefde, de essentiële kracht van het Goddelijk Leven, die alle Schepping, Verlossing en Heiliging voortbrengt. De Liefde is zoals een Goddelijk Vuur dat steeds werkt in twee onmiddellijk op elkaar volgende fasen: Dit Vuur verteert in de ziel alle duistere elementen, het ene na het andere, en keert meteen de verwondingen om, die de ziel door elke zonde en ondeugd heeft opgelopen, eveneens de ene na de andere. Omdat echter het zielenleven geen ogenblik lang blijft stilstaan, blijft de kans bestaan, dat steeds weer nieuwe verwondingen (kleinere of grotere) ontstaan, zodat een volkomen zuiverheid van de ziel op aarde in de absolute zin een illusie is. Slechts aan de Koningin des Hemels alleen is dit voorrecht vergund geweest.

De zielen moeten zich heel vast voor ogen houden: Voor God is het effect van elk element van de Schepping tijdloos. Wanneer wij de tijdslijn beschouwen, zouden wij kunnen zeggen: Voor God is slechts het heden van belang, in een ietwat geringere mate de toekomst, en bijna helemaal niet het verleden:

  • het heden: Voor God telt datgene wat de ziel momenteel doet, hoe zij het doet, en vanuit welke hartsgesteldheid zij het doet. Deze elementen zijn doorslaggevend voor de waarde, de vruchtbaarheid van de ziel;
  • de toekomst: Voor God telt wat de ziel voor Gods Werken nog zou willen doen, en hoe groot haar inzet is om voortaan aan zichzelf te werken. Zoals ik reeds eerder heb moeten schrijven, tekent de ziel door haar verlangens naar de toekomst toe in haar hart reeds de ontwerpen voor haar latere dagen;
  • het verleden: is voor God nog slechts belangrijk voor zover misstappen van de ziel niet zijn berouwd, gebiecht noch goedgemaakt. Elke misstap uit het verleden, die is berouwd, gebiecht en goedgemaakt, is voor God als het ware onbestaande. Ik moet hier denken aan het bijbelvers: "Als Gij zonden blijft gedenken, Heer, wie houdt dan stand?"

Het antwoord op Uw vraag luidt dus in elk geval: Ja, de ziel kan een (relatief) volkomen zuiverheid bereiken, ondanks vele zonden in haar verleden.

Is er een mogelijkheid om ondanks verlies van de maagdelijkheid opnieuw tot een gesteldheid van ziel te komen, die gelijkstaat met maagdelijkheid?

Bij 'maagdelijkheid' denkt de mens gewoonlijk automatisch aan een lichamelijke hoedanigheid. De betekenis van maagdelijkheid moet echter veel breder worden gezien. Ik citeer uit een Openbaring van de Meesteres van alle zielen van 9 juni 2006:

"Maagdelijkheid kan worden beschouwd als vrij-zijn van wereldse inmenging of beïnvloeding, of van schending door een tussenkomst van wereldse oorsprong. In die zin beschouwd, kan elk van Mijn dienaren Mij volgen in de maagdelijkheid. Het is het vrij-zijn van elke wereldse inmenging, dat aan de maagdelijkheid haar Hemelse geur verleent. Maagdelijkheid is niet in de eerste plaats een toestand, het is veeleer een levenshouding. Zo is maagdelijkheid in het lichaam door afwezigheid van lichamelijke gemeenschap niet op zichzelf heiligend, zij is dit pas voor zover het hart deze gesteldheid daadwerkelijk betracht.
Van Mijn dienaren verwacht Ik in de eerste plaats een maagdelijkheid in het hart en in de geest: dat zij hun denk- en gevoelswereld zo volkomen mogelijk afstemmen op de dingen van de eeuwigheid. Wereldse invloeden kunnen weliswaar niet in absolute zin vermeden worden, maar de houding van Mijn dienaren er tegenover kan elke toestand heiligen. Elke wereldse inmenging of beïnvloeding die vermeden kan worden, moet bewust vermeden worden. (...) Een maagdelijke ziel is een ziel die zich bewust en gewild totaal laat onderdompelen in de dingen van de Hemel, en die de dingen van de wereld van nature leert te schuwen en te verachten".

Met precies deze woorden heeft de Hemelse Meesteres eigenlijk reeds vier jaar geleden Uw huidige vraag beantwoord.

Ik weet dat de voorwaarde voor een inniger vereniging met Jezus een grote zuiverheid is, en dat voor de maagdelijke zielen een diepere vereniging met Jezus mogelijk is.

Maria wees er reeds jaren geleden op, dat de zuiverheid moet worden begrepen als de mate waarin de ziel in staat is om Gods Licht door te stralen. Hoe zuiverder de ziel wordt, des te inniger kan zij met Jezus en Maria in aanraking komen en blijven. In een ziel aan dewelke vele smetten van zonden, onverschilligheid jegens Gods Liefde en jegens het lot van haar medeschepselen kleven (gebrek aan berouw, aan naastenliefde, aan belangstelling voor Gods Plannen, enzovoort), wordt de stroming van de Liefde geremd, soms zelfs helemaal tot stilstand gebracht. Een dergelijke ziel kan in geen geval enig contact met Jezus en Maria in stand houden, omdat zij zich op grond van een overmaat aan duisternis (of eenvoudigweg op grond van overmatige 'schaduw' in haar zielenleven) onvoldoende openstelt voor het Licht.

De ziel die is geroepen tot de weg van de mystiek kan dit zeer scherp aanvoelen: De Moeder Gods verlangt van deze ziel dat deze er alles aan doet om ononderbroken blijmoedig te zijn. De reden ligt hierin, dat de blijmoedige ziel is als een open venster voor de stralen van Gods Geest: Licht en Liefde stromen ongehinderd door haar heen. Maagdelijke zielen in de hierboven vermelde zin zijn inderdaad beter geschikt voor een diepere vereniging met Jezus, omdat zij de obstakels vanuit de wereld in zo verregaand mogelijke mate uitschakelen, doordat zij een innerlijke gesteldheid hebben ontwikkeld, die het hen mogelijk maakt om het belang van de wereldse componenten op hun levensweg zeer sterk te relativeren. In hen blijkt daarbij een steeds dieper wordende innerlijke Vrede werkzaam te zijn.

Ik zou zo graag mijn verdorven, zondige verleden ongedaan maken.

De ziel kan haar verleden op zichzelf niet ongedaan maken, omdat zij deze en gene handelingen heeft gesteld of deze juist heeft verzuimd, deze en gene woorden heeft gesproken of juist niet, deze of gene gedachten, gevoelens en verlangens heeft gekoesterd of juist niet. De effecten van haar handelingen, verzuimen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens echter, kan zij wél in verregaande mate ongedaan maken. Maria heeft dit reeds bij herhaling beklemtoond. Precies hierin ligt het grote wapen van mensenzielen tegen de duivel: Indien elke ziel haar verleden vurig aan Maria zou toewijden, zou de duivel binnen de kortste tijd worden verlamd. Dit zou hem gewoonweg alle wind uit de zeilen nemen. Heeft Jezus ons niet het grote voorbeeld daarvoor gesteld met de goede moordenaar? Deze man had een uitgesproken zondig verleden achter zich. Desondanks beloofde Jezus hem in zijn laatste levensuur het Paradijs. U kunt de effecten van Uw verleden voor Uw ziel alsook voor het Goddelijk Heilsplan en voor de staat van de mensheid als geheel onwerkzaam maken door:

  1. een levensbiecht te spreken;
  2. alle onzuiverheden aan dewelke U zich hebt overgegeven, daadwerkelijk en oprecht te berouwen en hen door akten van zuiverheid goed te maken. Onder 'akten van zuiverheid' zou hier te verstaan zijn: handelingen en woorden, gedachten en verlangens die de zuiverheid onder Uw medemensen en tussen U en Uw medemensen helpen bevorderen. 'Zuiverheid' moet hierbij worden beschouwd in de breedste zin, namelijk als zuiverheid van het lichaam, de mond, het hart, de gedachten, enzovoort;
  3. Uw verleden én Uw toekomstige hartsgesteldheden vurig aan Maria toe te wijden;
  4. Maria te smeken dat Zij U op Uw weg moge begeleiden en in alles Uw Gids moge zijn, U moge inspireren en Uw wil om het goede te doen, moge versterken, opdat U niet meer in dezelfde val zou trappen. In het bijzonder moet ook de Liefde worden versterkt, want uiteindelijk is elk toegeven aan een bekoring een kwestie van onvolkomenheid in de Liefde.

Deze vier stappen kunt U beschouwen als de wieg voor Uw wedergeboorte.

Bovendien heb ik het gevoel dat ik Jezus bedrogen heb, daar ik Hem lang geleden heb beloofd dat ik mij aan Hem wilde toewijden en maagd zou blijven. Ik heb die belofte echter niet kunnen houden.

Petrus – de eerste Paus van de Kerk van de enige Waarheid! – is ons tot voorbeeld voor menselijke zwakheid gesteld. Hij had zich voorgenomen dat hij zijn leven voor Jezus zou geven. Zeer korte tijd na zijn belofte verloochende hij Jezus drie maal uit vrees voor zijn eigen leven. Elke ziel heeft met dit probleem te kampen. Een belofte vervullen, een leven lang, is een buitengewone beproeving, omdat de vervulling ervan veronderstelt dat de ziel (vaak vele) zwakheden duurzaam overwint. U kunt in elk geval voortaan de maagdelijkheid ten aanzien van de wereldse invloeden nastreven. Deze in Uw leven vruchtbaar te maken, vereist een voortdurende zelfoverwinning en een blik die onvermoeibaar en onverzettelijk georiënteerd is op de belangen van God in plaats van op de eigen belangen. Precies daar behoort het zwaartepunt van elke totale toewijding aan Maria te liggen. In de ogen van Jezus zult U dan net zo goed maagd worden als Maria Magdalena het ooit geworden is, deze zo grote heilige die de kruik van haar lichamelijkheid uit Liefde tot de zuiverheid heeft gebroken en in Gods ogen tot een Hemelse bloem werd: Het breken van de kruik heeft in haar het parfum van de heiligheid vrijgemaakt.

Lieve zus, de essentie van de Blijde Boodschap zou eigenlijk kunnen worden geformuleerd als volgt: Voor de ziel die werkelijk in Gods Liefde gelooft en die vast besloten is om een leven van uitwisseling van Ware Liefde met God te leiden, bestaat geen ondergang, doch gaat de zon van de Eeuwige Lente op. In deze ziel wordt het nooit meer nacht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 203
Over de beweegredenen om in een klooster binnen te treden – over het uitzicht van de ziel – schoonheid van ziel en lichaam – de zijnstoestand in de Hemel – toewijding aan Jezus of Maria als band van zich steeds dieper zuiverende Liefde – wat oogst de ziel in de Hemel?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Meesteres van alle zielen laat mij bij het beantwoorden van Uw zeer interessante brief beginnen bij het punt waar U melding maakt van Uw overweging, in het klooster te willen intreden. De Koningin des Hemels zou U heel graag Haar machtige ondersteuning laten toekomen, omdat Zij weet dat U in het hart sedert zeer lange tijd veel meer op de belangen van de Hemel gericht bent dan op de belangen van de wereld. Maria wil U echter wijzen op iets heel belangrijks: De beslissing om in een klooster in te treden mag in geen geval voortkomen uit de vrees dat men wellicht te zwak zou zijn om aan de wereldse bekoringen weerstand te bieden. De intrede in een klooster mag nooit een vlucht zijn: In dat geval is het een kind van een zoektocht om verlost te worden van de dagelijkse strijd tegen zichzelf. Het is zeer belangrijk dat wij ons steeds voor ogen houden dat God een groot Plan heeft met die strijd tegen de eigen zwakheden ten overstaan van de dagelijkse bekoringen en de omgeving: Precies door deze strijd verwerft de ziel voor zichzelf de heiliging. Wanneer de ziel vlucht uit angst om haar eigen Heil, omdat zij zich in de strijd niet opgewassen voelt tegen de inwendige schaduwen, dan zal zij in de relatief beschutte omgeving van, bijvoorbeeld, het klooster, de heiligheid niet in die mate bereiken waarin zij dit had gehoopt.

God tekent ontwerpen voor de weg, die voor ons en voor Gods Heilsplan het grootste Heil kan brengen. Slaan wij echter een 'alternatieve' weg in, dan zullen wij onze levensreis moeten voortzetten doorheen een landschap met fruitbomen die minder weelderig bloeien. Een vluchtweg biedt nooit de Ware Vrede.

Het ware natuurlijk volledig anders indien U in het klooster zou intreden om een leven van zelfontdekking te beginnen en U vóór deze intrede het leven dat U wil beginnen, zou toewijden aan de Koningin des Hemels en Haar zou smeken dat Zij de ontplooiing van Uw zielenbloem op gang zou brengen en voltooien. U zult ongetwijfeld de innerlijke strijd op Uw weg aantreffen, die U volgens Gods Wijsheid moet winnen, maar in Maria hebt U een onvermoed machtige Bondgenote en een schatkist van Leven gevende Liefde aan Uw zijde.

Ziet U het verschil? In een klooster intreden, moet de ziel doen vanuit de wil om zich volledig ongeremd te openen voor een leven dat door God vrij mag worden gevormd. De ingesteldheid moet ongeveer de volgende zijn: "Mijn God, ik ben hier om Uw Wil te doen, wat er ook moge komen, want U hebt mij geroepen. U zult mij derhalve voedsel en bescherming bieden om de strijd zegenrijk te beëindigen". Wanneer de ziel daarentegen in een klooster binnentreedt zoals in het kader van een vlucht, is het alsof zij eerder een oud leven wil beëindigen dan een nieuw leven te beginnen. De ziel moet steeds op een wedergeboorte zijn gericht, eerder dan op de dood van een levensfase, ook wanneer deze laatste fase een leven in volledige duisternis was. Vanzelfsprekend moet de ziel zich inspannen om zich uit alle duisternis te bevrijden, maar zij mag niet bewust vluchten: De ziel moet ervan uitgaan dat de Goddelijke Voorzienigheid met een bepaalde toestand in haar leven een plan heeft. De ziel moet eerder naar haar heiliging verlangen en bidden om sterkere schouders dan dat zij het kruis afwijst en ernaar verlangt dat een levensfase zou worden beeindigd.

Het klooster waar God U graag zou zien intreden, zal Maria U niet via mij tonen, omdat Gods Geest de meest intieme dingen graag in de kern van het hart van de betreffende ziel zelf kenbaar maakt, in deze verborgen plaats waar God de ziel Zijn liefdesverklaringen fluistert. Luistert U naar Uw hart, en op het ogenblik waarop U het niet verwacht, zal Hij U de weg tonen.

Nu in verband met met Uw afzonderlijke vragen:

Hoe is de ziel eigenlijk opgebouwd? Heeft zij een lichamelijke vorm? Heeft de ziel onafhankelijk van een lichaam een ander uitzicht?

De ziel is volledig niet-stoffelijk. De vraag over de 'opbouw' van de ziel is daardoor moeilijk te beantwoorden. Verscheidene malen toonde de Koningin des Hemels mij in visioenen zielen in een voorstelling die het enigszins mogelijk maakt om één en ander uit het spirituele leven in de greep te krijgen. Zij toonde mij de ziel in de vorm van een bal die bestond uit licht in de meest uiteenlopende kleuren. Dit licht vermengde zich ononderbroken, zodat de lichtbal er geen seconde lang identiek uitzag. Maria verklaarde mij dat de kleuren (waarvan ik vele schakeringen op aarde nooit heb gezien) overeenkwamen met spirituele gesteldheden alsook met de ontwikkeling van deugden, de effecten (uitwerkingen) van deugdzame en/of zondige handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens en bestrevingen, de instroming van genaden en dergelijke.

De ziel is als een hele wereld op zich, in dewelke alle vermogens, talenten, gaven, de stromingen van de Goddelijke Liefde, de effecten van genaden, influisteringen van de duivel, de vrije wil en vele andere 'componenten' elkaar onophoudelijk beïnvloeden. De ziel kan zichzelf niet bewust beheren. Beheer vereist een bewust inzicht, en dat ontbreekt de ziel in hoge mate. Mede om deze reden is het zo belangrijk dat de ziel zich onder de heerschappij van de Koningin des Hemels stelt, opdat Zij alle spirituele processen zou beheersen.

De ziel is dus uitsluitend uit niet stoffelijke krachten samengesteld. Om deze reden kan zij niet met de ogen van het lichaam, maar slechts met de 'ogen' van de ziel worden waargenomen. Hier op aarde is dit 'waarnemen eigenlijk eerder een 'ervaren'. De mystiek gevormde ziel kan de gesteldheid van een ziel als het ware volgens een innerlijk proces reconstrueren, dat men zich – zeer vereenvoudigd voorgesteld – zo ongeveer zou kunnen voorstellen als een radar- of sonarbeeld. De ziel vangt van de andere ziel een veelvoud aan signalen op, op grond van dewelke zij zich over die andere ziel een beeld kan vormen, dat zij zich soms zelfs visueel kan voorstellen. Alles hangt ervan af, wat Maria of God toelaten dat de ziel zou zien of ervaren.

De lichaamsvorm komt niet overeen met de 'vorm' van de ziel. Zoals ik reeds verduidelijkte, heeft de ziel geen vaste 'vorm', maar is zij eigenlijk een zich voortdurend bewegend 'lichtveld'. (Ik zoek woorden om datgene aan te duiden dat zich eigenlijk niet in woorden laat vatten). Zoals ik heb mogen zien, verandert het uitzicht van een ziel bliksemsnel en lijkt er geen gebrek te zijn aan vormaspecten. Ik heb zielen gezien die het uitzicht hadden van een vuurbal, als een snel veranderende vlam, ook als een ijsbol, als vloeibaar vuur, als een flikkerend veelkleurig licht, als een donkere nevel, enzovoort. Ik heb ook de macht gezien die de Ware Liefde op zielen uitoefent. Een voorbeeld:

Ik zag ooit een ietwat nevelige ziel die zich (net vóór haar levensoordeel onmiddellijk na de dood van het lichaam) aan de voeten van Maria neerwierp en de Koningin des Hemels vurig om Haar Voorspraak begon te smeken. Gedurende dit smeken veranderde de nevelige 'gestalte' zich in een gloed. Zodra Maria één woord tot haar sprak, nam zij de vorm aan van een flakkerende vlam. Dit kwam doordat de Koningin des Hemels de duisternis van deze ziel in Haar oppermachtige Liefde opnam, waardoor deze ziel gedeeltelijk werd gezuiverd en daardoor zo in de ban van de Koningin des Hemels kwam, dat zij van het ene moment op het andere in vuur en vlam stond.

Zou, louter theoretisch beschouwd, een afschuwelijk lichaam een wondermooie ziel in zich bergen?

Absoluut. Zeer vaak verbergt God een waarachtig heilige ziel in een lichaam zonder enige schoonheid. Eén van de grootste opdrachten van elke ziel op aarde ligt hierin, met al haar lichamelijke kenmerken te leren omgaan, aangezien zeer veel ervaringen uit het dagelijks leven door het lichamelijk uitzicht van de mens worden getekend: Zijn wij aantrekkelijk, dan zullen wij gedeeltelijk andere ervaringen opdoen dan wanneer wij niet aantrekkelijk waren. God verbergt de ware schoonheid van de ziel voor de lichamelijke ogen omdat Hij Zijn schoonheden slechts wil openbaren aan de spirituele ogen van diegenen die dieper kijken en bereid zijn, Zijn ware schoonheden te zoeken omdat zij weten dat deze het toppunt van Zijn Liefde in zich dragen.

Hoe ziet de vereniging met Jezus in de Hemel er uit?

Wanneer de ziel het aardse leven verlaat, wordt zij door God geoordeeld. Zij kan pas in het Paradijs binnentreden wanneer haar Liefde volmaakt is geworden. Precies daartoe dient het vagevuur: Het biedt de zielen de kans, zich volledig te zuiveren. Elke onzuiverheid komt tenslotte voort uit een onvolmaaktheid in de Liefde. Wanneer de ziel het Paradijs betreedt, betekent dit dat haar Liefde volmaakt is geworden. Derhalve staat haar vereniging met Jezus niets meer in de weg. Wij moeten ons het Eeuwig Leven in de Hemel niet voorstellen als een opeenvolging van handelingen, bewegingen enzovoort in de aardse zin van het woord, maar eerder als een zijnstoestand die zich in deze zin voortdurend kan veranderen, doordat de ziel ook in de Eeuwige Gelukzaligheid voortdurend invloeden ervaart (de oneindige diversiteit van de verrukkingen!). De vereniging met Jezus moeten wij ons voorstellen als een versmelting van de ziel met de Goddelijke Liefde, waarin de ziel zich onbegrensd in het Hart van God weet opgenomen.

Wanneer men zich totaal toewijdt aan Jezus en ongehuwd wil blijven, mag men Jezus dan beminnen zoals men een partner zou beminnen?

De Liefde tot Jezus, evenals de Liefde tot Maria, is totaal anders dan de liefde voor een huwelijkspartner. De Liefde tot Jezus en Maria, wanneer men zich volledig aan Hen heeft overgeleverd, is een versmelting van harten, een toestand in dewelke men zich volledig en ongeremd voor Jezus en Maria ontsluit opdat Zij ongehinderd in de ziel zouden kunnen werken. Het gaat hier derhalve niet om een band van hulpvaardigheid, van gemeenschappelijke heiliging (zoals in een sacramenteel huwelijk) maar om een band van dienstbaarheid en toewijding ten behoeve van de eigen heiliging en de verwezenlijking van Gods Heilsplan.

Hoe zuiverder en volmaakter de Liefde wordt, des te meer zal zij uiteindelijk op het spirituele niveau worden ervaren en beleefd. De band met Jezus en Maria moet altijd tot een levensvervulling worden, tot een toestand waarin de ziel de vervolmaking van de vergeestelijking nastreeft, aangezien het in deze 'relatie' in principe gaat, zelfs moet gaan, om een brug naar de volmaaktheid, de voltooiing. De ziel die zich een 'huwelijksachtige' band met Jezus of Maria op een andere wijze voorstelt dat in een volledig vergeestelijkte vorm, met de eigen heiliging tot enig doel, heeft deze band niet begrepen. Om deze reden mag de Liefde tot Jezus en Maria onder geen enkel beding zijn gebaseerd op een basis van dweperij, want dan stort zij bij de geringste beproeving in elkaar. In principe zou de totale toewijding aan Jezus of Maria altijd tot een band van een zich steeds dieper zuiverende Liefde moeten uitgroeien.

Zal men in de Hemel datgene oogsten waarnaar men diep inwendig verlangt?

Ik kan deze vraag met een voorzichtig 'ja' beantwoorden. Ja, indien datgene waarnaar men diep inwendig verlangt, volledig met de Goddelijke Wet in overeenstemming is. Neen echter, wanneer het diepste verlangen zich niet met de zin van de Eeuwige Gelukzaligheid laat verenigen. De oogst die de ziel in de Hemel te beurt valt, wordt door verscheidene factoren bepaald: In de eerste plaats door de balans van het aardse leven van deze ziel, en verder onder andere door de Goddelijke Barmhartigheid, de Voorspraak van Maria en de effecten van Heilige Missen, gebeden en opofferingen die voor deze ziel zijn aangeboden. Ook de oprechte wil van de ziel speelt een rol. Wanneer een ziel tamelijk zondig is, maar toch vurig naar de Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel verlangt, dus absoluut voor eeuwig bij God wil leven, zal zij zich daardoor gemakkelijker voor de Liefde kunnen ontsluiten, en waarschijnlijk de genadewerking beter kunnen benutten. Men zou het zich zo kunnen voorstellen, dat het verlangen naar iets een brug bouwt tussen het hart en dat waarnaar men verlangt. Zo is het op aarde, en zo is het ook naar het Eeuwig Leven toe. De mate waarin de ziel de vervolmaking van de Liefde in zichzelf verwezenlijkt, zal bepalen in hoeverre zij deze brug zal voltooien.

Zeer graag ondersteun ik U in al Uw voornemens ten gunste van de Werken van God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 204
Over het onbegrip van de wereld ten aanzien van een leven gewijd aan de Meesteres van alle zielen – de waarde van de vergeestelijking – Golgotha: Nergens is de Liefde méér voelbaar dan waar de pijn het grootst is

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij ten zeerste, te merken hoe U zich losmaakt van de wereldse wijze om naar de dingen te kijken, vooral aangezien het U ogenschijnlijk niet alleen goud oplevert. Het is zeer treffend dat U schrijft, alleen te staan sedert U de Meesteres van alle zielen tracht te volgen. Eigenlijk is dit een zeer verheugend teken. U moet goed begrijpen dat deze wereld niet veel Licht verdraagt, dat vele zielen (ja ook onder de 'christenen'!) Maria het liefste totaal zouden vergeten, en al helemaal niet klaar of bereid zijn om Haar buitengewone eigenschappen en Haar buitengewone rol in het kader van het Goddelijk Heilsplan te erkennen en er ook naar te leven. De Openbaring van Maria in Haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen is nog recent, en God stelt daarin Maria aan de zielen voor in een zodanig Licht dat de ogen der wereld , dit wil zeggen al het wereldse beschouwen en denken, dit Licht schuwen en het liefst doen alsof dit Licht er niet zou zijn. Zo moet U het begrijpen wanneer U met Uw enthousiasme over dit buitengewoon Hemels geschenk al snel alleen staat en vele zielen U helemaal niet kunnen begrijpen, en ten dele ook niet willen begrijpen. De juiste instelling hebt U in elk geval gevonden, daarvan ben ik overtuigd: Maria is machtiger dan alle mensen samen. U hoeft dus niet bang te zijn.

Wij leven op aarde niet voor de dingen en de belangen van de wereld, maar voor deze van de eeuwigheid. De Meesteres onderricht het de zielen vanuit elke denkbare hoek. Daarom mag het U ook niet ontmoedigen wanneer X geen vriendin wenst die 'in een bovennatuurlijke werkelijkheid leeft'. U hebt tot op dit punt een weg afgelegd langsheen dewelke U zo veel wereldse ballast hebt achtergelaten, dat U steeds lichter vooruitkomt. Laat U Uw geest niet verduisteren door zielen die U de indruk geven dat U niet meer in het 'ware' leven past, want datgene wat de zielen tegenwoordig het 'ware' leven noemen, is in werkelijkheid een ongrijpbare schaduw, die volledig in het niets oplost wanneer het Licht van het ware inzicht op hem schijnt. De ziel die zich de lessen van de Meesteres van alle zielen eigen maakt, zal weldra vaststellen dat zeer veel om haar heen pure illusie is. Wanneer zij daarbij ook nog opmerkt hoe ontelbare zielen omwille van deze illusie hun Eeuwig Heil vergooien, kan het haar zeer zwaar om het hart worden. Dat is het precies wat U aan Uw vriend zo veel pijn berokkent.

Het hoeft U niet te verbazen dat X. U niet kan volgen wanneer U hem over de Meesteres spreekt. Voor vele zielen die geen moeite doen om te ontdekken wat zich afspeelt achter de omheining van ons prachtig christelijk Geloof, in deze paradijslijke tuin van Gods ene Waarheid, is de hoedanigheid van Maria als de Meesteres van alle zielen geen levende werkelijkheid. Ik verzeker elke ziel van goede wil dat Maria in deze hoedanigheid daadwerkelijk één van de meest verrukkelijke hoeken in deze paradijselijke tuin van Gods Werkelijkheid is, maar wat kan met doen wanneer deze woorden als door een muur worden weerkaatst? Het hart van de toehoorder moet zich werkelijk openen om deze schoonheden binnen te laten en ervan te genieten om zich erdoor te laten voeden en deze Waarheid zo totaal in zich in te bouwen dat de ziel hierdoor volledig wordt omgevormd. Ik kan Uw pijn maar al te goed begrijpen.

De Meesteres heeft U bij een vorige gelegenheid eens aangeraden, geduldig te zijn tegenover X. opdat hij de gelegenheid zou krijgen om zich door de woorden die U tot hem spreekt, te laten omvormen. Aangezien U, zoals ik U toen heb moeten schrijven, in diverse opzichten een grote macht over hem hebt, zou hij gemakkelijk door U op de juiste weg kunnen worden geleid. Het probleem ligt echter bij het feit dat X. zich in de tegenovergestelde richting schijnt te onwikkelen, precies omdat hij niet de indruk wil wekken dat hij U volgt. Hier stelt zich evenwel een probleem wanneer U met hem in het huwelijk zou treden:

De Moeder Gods benadrukt steeds weer de noodzaak dat zielen hun partner onophoudelijk met Liefde, geduld en Licht zouden omringen. Nochtans mag de ziel het op termijn niet toelaten dat haar hele ontwikkelingsweg, die zij meter na meter met zo veel moeite heeft afgelegd, onwerkzaam zou worden gemaakt. U hebt voor Uzelf een gouden schat vergaard door de ketenen van de wereld één voor één af te leggen. Vanzelfsprekend blijven sommige van deze ketenen wel eens aan U kleven alsvorens zij zich definitief laten verwijderen. Laat U zich deze schat echter nooit meer afnemen. Ooit moet het voor X. duidelijk worden dat U niet 'zweeft', maar dat U zich ook naar hem toe op de enige juiste wijze gedraagt door alles op alles te zetten om hem op deze opwaartse vlucht mee te nemen. Hebt U nog wat geduld met hem. Laat U hem ook niet zonder meer in de steek, want dan zou U niet de weg van Christus volgen doch hem duidelijk maken dat U niet meer voor de dingen van de wereld kunt kiezen. De Meesteres heeft U zo ver aan de hand geleid en Zij zou deze reis graag samen met U voltooien. Vergeet U nooit wat voor een bijzonder geschenk dit is. Nu ziet U dit nog niet, maar later zult U Uzelf ervoor zalig prijzen, dat U zich nu niet van de weg hebt laten afleiden.

Neen, U hebt niet te weinig Liefde voor anderen. Het enige probleem dat U met de Liefde hebt, is dat U niet meer met de Liefde omgaat zoals de meeste zielen van U verwachten. Het probleem ligt niet bij U maar aan het onvermogen van Uw omgeving om de motieven van Uw hart te begrijpen. Ooit zullen deze zielen, met inbegrip van X., het hek naar het Paradijs van de Eeuwige Waarheid moeten openen. Dit hek is nooit vergrendeld, het staat slechts tegenaan opdat de slang van de dusternis eraan voorbij zou glijden. Elke ziel kan het echter moeiteloos openen, aangezien de Wondertuin haar definitieve bestemming en haar erfenis is.

Uw Paasvisioen, indien ik deze ervaring zo mag noemen, is veelzeggend. U hebt de verlatenheid van Golgotha ervaren. Uw beschrijving heeft mij ten zeerste verheugd, vooral waar U het als volgt uitdrukt: "Deze plaats Golgotha is zo duister en donker en toch is het de mooiste plaats op de hele wereld. Er is geen mooiere. Het is alsof de wind daar voortdurend waait en het zand of de steenslag opwoelt en Jezus daar nog steeds aan het Kruis hangt, als een eeuwig en onvergankelijk teken". Hoe waar.

Ik heb het geluk mogen smaken dat mij reeds vele visioenen werden geschonken, maar behalve deze met betrekking tot de macht en de heerlijkheid van Maria, hebben geen visioenen ooit een diepere verrukking achtergelaten dan deze in dewelke ik naar deze plaats, Golgotha, werd overgebracht. Deze verlatenheid die zo intens door de Aanwezigheid van Jezus en Maria is getekend dat zelfs de wind op deze heuvel niet de geur van de dood maar de geuren van het Paradijs in het hart lijkt te waaien. Nergens is de Liefde méér voelbaar dan daar waar de pijn het grootst is. Uitgerekend in Haar hoedanigheid van Moeder van Smarten heeft Maria mij vele van de diepste verrukkingen geschonken.

Dit beeld van Golgotha heeft een zeer diepe betekenis, ook voor U persoonlijk: U nadert zeer snel de levensfase in dewelke U diep op Uw volharding in de spirituele groei zult worden beproefd. U zult de eenzaamheid uit de wereld leren kennen. Deze ervaring beleeft U zelfs nu reeds. Ik kan U echter in waarheid verzekeren, dat U in deze beproeving de Aanwezigheid van de Meesteres steeds duidelijker voelbaar zult ervaren. Keert U zich onverschrokken naar het Licht toe. Wanneer U zich naar de zon toewendt, zullen achter U slechts schaduwen liggen. Inderdaad, het verleden is als een verzameling van schaduwen: donker, ongrijpbaar en in wezen inhoudsloos. Weest U niet bevreesd, want Diegene Die Gods Liefde en macht naar ons toe vertegenwoordigt, heeft U innig lief.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 205
De vruchtbaarheid van een mensenleven – over de spirituele opgang met oorlogservaringen

TOTUS TUUS, MARIA !

Eerwaarde en lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw brief heeft mij ten zeerste verheugd, in het bijzonder omdat blijkt dat de inhoud ervan in overeenstemming is met een Plan van de Goddelijke Voorzienigheid: De Moeder Gods geeft mij de opdracht, hem te benutten om de zielen op een zeer belangrijke weg naar volmaakte vruchtbaarheid en inwendige bevrijding opmerkzaam te maken.

Maria wijst erop dat de vruchtbaarheid van een mensenleven wordt bepaald door de mate waarin de ziel:
  1. kan vergeven;
  2. zich van haar wereldse noden kan losmaken en zich van haar wereldse gehechtheden en van haar eigen verleden kan bevrijden.

Lieve broeder, de Koningin des Hemels zou graag naar de voor U meest indrukwekkende fase van Uw levensweg teruggrijpen om een oproep tot de zielen te richten. U hebt de oorlog van zeer nabij beleefd, en bent uit Russisch krijgsgevangenschap naar huis teruggekeerd. De Goddelijke Voorzienigheid heeft daar een bedoeling mee gehad. Zielen zien soms de dood in de ogen, om desondanks tamelijk onverwacht verder te mogen leven en zich deze ervaring tot nut te kunnen maken. De Moeder Gods zou er graag Uw aandacht op vestigen dat precies deze ervaring van ellende, ontbering, en contact met liefdeloosheid en de winter van de zielen, een ongewone schat in de ziel kan begraven, die daar zo gemakkelijk onder het slijk van het 'willen vergeten' wordt verborgen, en daardoor vaak onbenut blijft.

God heeft de mensheid reeds vele Tekenen van Zijn Barmhartigheid geschonken. Als de twee grootste noemt Maria:
  1. het Leven, de Werken en de Passie van Jezus;
  2. het systeem van de totale toewijding aan Maria.

Laten wij deze beide even met elkaar verbinden:

  1. Elke ziel vervult op aarde een specifieke rol, die steeds op de verwezenlijking van een wonderbaar geheel is gericht: op de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan voor de hele mensheid van alle tijden. In de dagelijkse praktijk betekent dit, dat elke ziel Jezus Christus moet navolgen, want Hij heeft ons de vormgeving van een volkomen vruchtbaar leven voorgeleefd. De ziel kan derhalve ook het kruis niet ontberen, integendeel: Zij moet het kruis liefhebben als haar gouden sleutel tot de Hemelpoort. Dit zou dus de herhaling van de Passie in elk individueel leven zijn. De vormgeving van deze individuele 'Passie' wordt door de Goddelijke Voorzienigheid bepaald, en wel naargelang datgene, wat God voor elke ziel voor het vruchtbaarst houdt.
  2. God zendt elke ziel op een reis, op een 'kruisweg met verheerlijking als einddoel'. Hij stuurt haar echter niet in een woestijn zonder wegwijzers. Op grond van de meest uiteenlopende influisteringen en wenken langsheen haar weg tracht de Goddelijke Voorzienigheid de ziel in contact te brengen met Maria, Die tenslotte ook aan de rand van de weg stond toen Jezus destijds met het Kruis doorheen de steegjes van Jeruzalem trok, richting Golgotha. Eens te meer worden wij getuigen van deze wonderbare parallel: zoals bij Jezus, zo ook bij ons. Maria werd ons door Jezus Zelf vanop het Kruis gegeven opdat wij in Haar de Hemelse Wegwijzer op de kruisweg van ons leven zouden herkennen. Zo sluit de kringloop van de Goddelijke Barmhartigheid zich in de versmelting van onze kans om een verlossende en heiligende 'Passie' in navolging van Christus te aanvaarden, met de wegwijzer die in de totale toewijding aan Maria verborgen ligt.

De Meesteres van alle zielen wijst erop dat elke ziel die aan de gruwel van de oorlog ten prooi is gevallen, een gouden schat in zich heeft ontvangen, die zij nu nog volledig kan laten renderen. Gods Werken zijn tijdloos. Daarom is het mogelijk, de hele ellende van de oorlog (haat, onzekerheid, vervolging, gevangenschap, angst, ontbering, pijn in lichaam en ziel, verlies van familieleden en kennissen, bezetting met alle gevolgen vandien, duisternis in duizenden vormen) nu nog aan Maria toe te wijden, samen met de hele hartsgesteldheid onder dewelke men toen heeft geleden en in vele gevallen sindsdien nog steeds ononderbroken lijdt.

Maria roept elke ziel, die rechtstreeks of via het lot van dierbare familieleden of kennissen met de oorlog in aanraking is geweest, ertoe op:

  1. deze ervaring nu nog aan Haar, de Koningin des Hemels, toe te wijden;
  2. Maria oprechte vergeving aan te bieden, ten gunste van de zielen, respectievelijk de naties die haar, of haar kennissen, schade of leed hebben berokkend. Vergeving maakt in de harten van de benadeelde ziel vijanden tot vrienden, dit betekent: De effecten van de werken van de duisternis worden in effecten ten gunste van Gods Heilsplan omgezet, en in de ziel voltrekt zich deze mysterieuze omvorming, krachtens dewelke de schijnbare vijand in werkelijkheid tot een kanaal van genade wordt, op voorwaarde dat de lijdende ziel zich uit de tirannie van haat en wrok weet te bevrijden;
  3. haar hart en geest, en eventuele in het lichaam nawerkende letsels onder Maria’s hoede te stellen, opdat Zij elk lijden, elke pijn, elke handicap, elke nachtmerrie, elke negatieve herinnering, elke wrok, elk onvermogen om mensen te vergeven, enzovoort, in genaden moge omzetten.

De Moeder Gods wil al deze toewijdingen en alle vergeving in de Vlammenzee van Haar volmaakte Liefde omsmelten tot bevrijding van de gekwetste harten. In het hart van de ware christen is er geen vijand, en mag er ook nooit één zijn, doch slechts medezielen die eveneens op de weg naar hun Verlossing zijn, die op deze weg echter, in voorkomend geval, slachtoffers zijn geworden van de duivel en/of van de duistere intenties van hun wereldse autoriteiten. Laten wij dit nooit vergeten. Niet die andere ziel, hetzij Duitser, hetzij Rus, hetzij Engelsman of wat dan ook, heeft ons leed berokkend, doch de duivel, nadat hij deze medeziel op één of andere wijze tot zijn gevangene of tot slachtoffer van zijn listige intriges heeft gemaakt.

Lieve broeder, het verheugt mij bijzonder dat ik deze adviezen van de Koningin des Hemels mag belichten. Nooit heeft de duivel meer zielen tot zijn slaven gemaakt, meer mensen tegen elkaar opgezet, en meer mensen ertoe gebracht, God te vervloeken, dan door oorlog. Ontelbaar zijn de zielen die nu nog, na decennia, omwille van de oorlog tegen één of meer naties en de leden ervan wrok koesteren. Dit zijn allemaal tekenen voor de wijze waarop de effecten van de duisternis zich uitbreiden, daarbij gelijkend op de zich steeds verder verspreidende kringen rondom een steentje, dat in het water is geworpen. Het ligt nochtans aan de zielen of deze zich uitbreidende kringen ooit worden gestopt, of niet: Zij worden weliswaar mettertijd verzwakt, maar gestopt kunnen zij slechts worden wanneer zij tegen een oever aanrollen. De oever is in dit geval de toewijding aan Maria, door dewelke de golven van elk negatief gevoel worden opgeslorpt en uitsterven, terwijl Zij de ziel in het paradijselijke Land achter de oever binnenleidt.

Zo maakt God van al het slechte iets goeds, van alle duisternis Licht, van alle ellende Gelukzaligheid, van elke gevangenschap bevrijding, door Jezus en Maria (Zij kunnen niet van elkaar worden gescheiden), maar steeds op voorwaarde van de overgave van de vrije menselijke wil aan de Kanalen, door dewelke God Zijn wonderen bewerkt. God is almachtig, maar zonder de arme mensenziel gebeurt er in het grote Heilsplan helemaal niets. Is er eigenlijk een grotere blijk van Liefde van God naar ons toe?

Lieve broeder, ik sluit mij heel graag aan bij de toewijding van alle lichamelijke en zielenpijn uit Uw verleden, en smeek de Koningin des Hemels daarbij, dat Zij voor de mensheid de zegen mag bekomen, dat elk element van ellende, haat en vijandigheid, elke ondeugd en elke dood van een mens in het kader van elke oorlog die reeds op aarde heeft gewoed, de duivel een ziel moge kosten. God kan dit werkelijkheid laten worden, wij moeten het slechts willen, en ertoe bereid zijn, onze Liefde, toewijding aan Maria en onvoorwaardelijke vergevingsgezindheid als prijs voor dit geschenk te betalen. De Meesteres van alle zielen herhaalt het telkens opnieuw:

De macht van de duivel is slechts zo groot als de zwakheid van de ziel, en de effecten van zijn werken zijn slechts zo groot als de onwil van de ziel om deze werken aan Maria toe te wijden, opdat Zij deze tegen de duivel moge kunnen gebruiken. In de mate waarin de zielen zich gezamenlijk van deze kennis bedienen, zal de bevrijding van de mensheid uit alle ellende vervroegd kunnen worden. Zo heeft Gods Liefde het beschikt.

Ik sluit U heel graag in mijn hart telkens ik Maria mijn hele wezen en alle intenties voor de zielen van goede wil aanbied. Mag ik in alle nederigheid vragen om Uw priesterlijke zegen voor het Apostolaat en voor mijn arme ziel, opdat het Zegel van Christus op deze beiden moge rusten, want het is dit Zegel, dat de ziel tot een bloeiende tuin van God maakt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 206
Over de rol van de priesters, vooral in kloostergemeenschappen – Over het correct ontvangen van de Heilige Communie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank, ook aan Uw vriendin, voor de openhartigheid in Uw brief met betrekking tot de beslissende fase in het kloosterleven. Ik begrijp Uw inwendige strijd maar al te goed. Vele zielen nemen veel van wat het spirituele leven betreft, zonder meer aan, zonder zich vragen te stellen of dit of dat hun spiritueel Heil positief of negatief kan beïnvloeden. Dat is jammer, omdat bepaalde handelingen of gewoonten beslissend kunnen zijn voor de staat van hun zielenheil. Vooral wanneer de Goddelijke Voorzienigheid de ziel de gelegenheid heeft geschonken om zich over Gods Waarheid nader te informeren, is het belangrijk dat de ziel zich naar de nieuw verworven kennis richt. Nieuwe kennis uit Gods Hart onmiddellijk in zich opnemen en deze ook terstond willen gebruiken, is een uitdrukking van Liefde tot God en tot Zijn Werken. De Moeder Gods apprecieert dit bijzonder. Daarom verheugen Uw vragen mij.

Is het Gods Wil dat er in een kloosterfamilie geen geestelijke leider is? Het is nooit Gods Wil dat een ziel verstoken blijft van priesterlijke begeleiding. Jezus Zelf heeft de priesterwijding ingevoerd en heeft Zijn priesters als herders voor de lammeren voorzien. Concreet betekent dit beeld, dat de Zoon van God het in Zijn Wijsheid zo heeft beschikt, dat de lammeren een bepaalde leiding en een bepaalde bescherming nodig kunnen hebben. Bovendien zijn de priesters de enige geldige bruggen via dewelke God ons de Sacramenten toebedeelt. Geen Sacrament kan en mag via een andere weg naar de zielen komen dan door een volgens de regels gewijde priester.

Wat ik niet kan weten – en daarover geeft de Moeder Gods, om begrijpelijke redenen, geen uitsluitsel: Zij wil de privaatsfeer van de betreffende orde of van het betreffende klooster beschermen – is, of in de kloosterfamilie tot dewelke Uw vriendin behoort, sacramentele Biecht wordt afgenomen (individueel, door een priester). Deze opmerking is van vitaal belang, omdat de Meesteres van alle zielen mij in het algemeen de navolgende richtlijnen geeft (die voor Uw vriendin voldoende zouden moeten zijn om zelf te kunnen beslissen of de concrete toestanden in het betreffende klooster in overeenstemming zijn met Gods Wil):

In de heilsgeschiedenis zijn er voorbeelden van zielen, ook zielen die geen priesterwijding hebben ontvangen, die zo zeer in heiligheid groeien, zo mystiek begenadigd zijn en zo innig in aanraking met God of met de Moeder Gods zijn, dat het hen mogelijk is gemaakt om zo diep in de geheimen van de Goddelijke Werkelijkheid en de mysteries van de spirituele processen door te dringen, dat zij na een bepaalde tijd (doorgaans na jaren) in staat zijn, andere zielen op de weg naar spirituele ontplooiing en heiligheid te begeleiden. In die gevallen is dit niet slechts toegestaan door de Hemel, het gaat vaak zelfs om een echte roeping. De Hemel trekt echter ook in die gevallen een grens wanneer het gaat om het bedelen van de Sacramenten. Een niet tot priester gewijde ziel, al is zij nog zo begenadigd, mag in geen enkel geval de Heilige Communie uitreiken, Biecht afnemen, enzovoort. 'Biechten' kan een ziel bij iedereen. Als Sacrament echter, geldt dit alleen wanneer God door een degelijk gewijde priester de absolutie verleent.

Over het probleem met het ontvangen van de Heilige Communie heb ik reeds geschreven in een vorige brief. Op voorwaarde dat het hier gaat om Tongcommunie kan de ziel door de juiste hartsgesteldheid ook de volheid van de genade ontvangen wanneer het voor haar niet mogelijk is, de Heilige Communie geknield te ontvangen. Dat de Paus slechts geknielde Tongcommunie bedeelt, moet ons allen zeer verheugen, want dit is volledig in overeenstemming met Gods verlangens.

Ik kan het eenvoudigweg niet overbeklemtonen: Communie-ontvangst op de tong en geknield, zijn voor God de twee voorwaarden opdat de volheid van de genaden, die met het ontvangen van de Heilige Communie zijn verbonden, verleend kan worden. Wanneer de Communie-ontvangst om gegronde redenen niet geknield kan gebeuren, kan de juiste hartsgesteldheid ('geknield in het hart') dit tekort compenseren. Zo luiden de richtlijnen van de Koningin des Hemels.

Lieve zus, ik hoop van harte, U de informatie te hebben bezorgd die U nodig hebt om een juiste beslissing te nemen. Het is mij jammer genoeg niet toegestaan, respectievelijk niet mogelijk, bepaalde details te beantwoorden, omdat ik de zielen slechts datgene overbreng wat Maria mij met betrekking tot Uw vragen toestaat, te antwoorden. Ik heb in de loop der jaren geleerd dat deze beperking diverse redenen kan hebben, en dat deze redenen bovendien steeds het Heil van de zielen beogen.

Ter bemoediging zou ik nog graag het volgende duidelijk stellen: U persoonlijk hebt zich tot nu toe op al deze vlakken volgens de Goddelijke Wet aan niets schuldig gemaakt, omdat U steeds in gehoorzaamheid hebt gehandeld, respectievelijk U naar de voorschriften hebt gericht.

Ik wens U van harte een instorting van de Heilige Geest om de Hemelse informatie juist te kunnen inpassen en het juiste te doen. Ik smeek de Koningin des Hemels, U daarbij te willen leiden. Zij is tenslotte de Middelares van de Goddelijke Genaden. Het spreekt vanzelf dat ik, zoals steeds, bereid ben U te helpen waar dit ook maar mogelijk is. Uw roeping is te mooi en te waarachtig om haar niet volgens Gods verlangens inhoud te geven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 207
Over de zin van een schijnbaar zinloos lijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Uw lieve vader kunnen wij nu het best helpen door hem samen (Uzelf en ik) met al zijn lijden aan de Koningin des Hemels toe te wijden, opdat Maria zijn ziel op grond van dit toegewijde lijden met de genade bekleedt, de volheid van de spirituele Verlossing te verkrijgen. Deze Verlossing is de enige waar het in dit leven om gaat. Wij mogen nooit vergeten dat elk lijden, ook al mag het nog zo zinloos lijken, voor God een zeer diepe betekenis heeft en ergens in Zijn Heilsplan voor de hele mensheid past. Toewijding en aanvaarding zijn de sleutels naar de ware bevrijding, want zij getuigen van gehoorzaamheid en Liefde jegens God. Ik weet absoluut dat dit niet gemakkelijk is, maar wel uiterst vruchtbaar. Hier op aarde mogen de zielen dit nog niet zien, later zien zij het en begrijpen de diepte van Gods Liefde die erachter schuilgaat.

Ik vraag de Moeder Gods onmiddellijk om kracht voor alle betrokken zielen, in het bijzonder voor Uw vader. Te Uwer bemoediging kan ik U in elk geval zeggen dat Uw vader op het niveau van het spirituele leven weet wat er gebeurt en in de kern van zijn ziel deze toestand aanvaardt omdat hij weet dat deze voor zijn heilstand bevorderlijk is. U kunt hem het beste helpen door hem met veel Liefde te omringen en de Moeder Gods om kracht en bescherming te vragen voor hem en voor U allen, opdat elke dag een waardevol offer moge worden. Elk kruis dat met Liefde wordt aanvaard, is als een injectie van heiligend parfum voor de ziel.

Vertrouwt U erop dat God weet wat Hij doet, en Hij dit alles alleen maar toelaat omdat Hij Uw vader daardoor op kracht van Zijn Wet bijzondere genaden kan schenken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 208
De gevaren van wereldse contacten – de enige juiste instelling jegens de vele onheilsboodschappen – Hoe moet de toorn Gods worden verstaan? – Moeten of mogen wij medemensen terechtwijzen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wie zich overgeeft aan de Meesteres van alle zielen, belandt in een onvermoed mooie realiteit. Dit wil zeggen: De beproevingen nemen vaak nog toe, om redenen die ik reeds heb mogen toelichten, maar het hart ontwikkelt geleidelijk, soms ook van het ene ogenblik op het andere, totaal nieuwe wijzen van beschouwen, en inderdaad, nu en dan blijkt dat de ziel plotseling bepaalde zwakke punten weet te overwinnen. Weet U hoe dit komt? Het komt door het feit dat de totale toewijding aan de Meesteres het vermogen van de ziel om lief te hebben, meestal in korte tijd vermenigvuldigt. De Ware Liefde is de benzine van het Goddelijk Leven. Al het goede dat een ziel kan doen, kan zij slechts volbrengen door de Liefde. Derhalve is de Liefde, deze koningin en stammoeder van alle deugden, de hefboom via dewelke de Meesteres in de ziel heerst en regeert. Wanneer de ziel offers wil brengen, moet zij absoluut trachten, dit te doen vanuit een oprechte Liefde, anders blijft haar inspanning even onvruchtbaar als het uitstrooien van een zaad dat slechts uit een lege omhulling bestaat en geen kiem heeft ontwikkeld. Het verheugt mij, vast te stellen dat U hiernaar tracht te leven en dat U ook merkt dat de Meesteres inderdaad bezig is, de heerschappij in Uw wezen in de hand te nemen.

Uw visie over Uw contact met Uw vriend is juist. In Gods ogen kan elk contact tussen zielen die elkaar mogen, vruchtbaar zijn op voorwaarde dat dit contact beoogt, in de eerste plaats de wederzijdse bevruchting in de spirituele vooruitgang te bevorderen. Wanneer beide zielen (van verschillend geslacht) in voldoende mate wortel hebben geschoten in de spirituele sfeer van beschouwen en aanvoelen om zich niet over te geven aan seksueel verkeer, staat zelfs niets een langduriger contact vóór het huwelijk in de weg. Geeft U zich aan Maria, en smeekt U de Koningin van de zuiverheid dat U met lichaam en ziel moge leven in de atmosfeer van Haar eigen besloten Tuin, in dewelke de Ware Liefde – de Liefde tot Gods Wet en tot Gods Werken – alles beheerst. Zij zal Zich over U ontfermen.

Laten wij nu Maria’s toelichting bij Uw afzonderlijke vragen beschouwen:

U hebt geschreven dat men zich ook moet vrijmaken van mensen. Moet ik echter met mensen van een ander Geloof contact zoeken, of moet ik hen mijden?

De instructie om zich van mensen vrij te maken, geeft de Meesteres omdat veel zielen zich zozeer aan mensen binden dat zij daardoor worden geremd in de ontplooiing van hun wezen op de hogere niveaus. Veel menselijke contacten binnen dewelke hoofdzakelijk of uitsluitend wereldse gespreksthema’s worden aangesneden, oriënteren de ziel op de wereld, op zintuiglijke indrukken, terwijl de vele contacten op zichzelf reeds de ziel hinderen om haar eigen hart, haar eigen zwakheden, haar eigen gedragspatronen en haar eigen levensroeping te ontdekken en te luisteren naar Gods Geest in zichzelf. De geluiden, beelden en geuren van de wereld verdringen vaak op een zo brutale wijze de fijne gewaarwordingen van het bovennatuurlijke, dat de ziel het grootste gedeelte van de werkelijkheid, in hetwelk precies de ware genaden stromen, nooit leert kennen. Dat schept een grote, bodemloze leegte in de ziel.

De Meesteres gaat niet zonder systeem tewerk. Zij wil ervoor zorgen dat de ziel totaal geopend is voor de Werken die de Meesteres in haar wil volbrengen. Dit is niet mogelijk zolang de ziel overweldigd wordt door wereldse indrukken. Hoe meer de ziel op menselijke contacten is gericht, des te minder leeft zij op de golflengte via dewelke God Zijn signalen uitzendt en Zijn Genaden overbrengt. Onze zintuigen zijn niet, zoals de meeste zielen geloven, in de eerste plaats bedoeld voor het leven in de wereld, doch voor het waarnemen van Gods Heerlijkheid en Tegenwoordigheid in oneindig veel zaken. Niet de wereldse en menselijke indrukken leveren de ziel haar Eeuwig Heil op, doch de gesteldheden van haar hart. Opdat deze laatsten Heil zouden brengen, moet de ziel elke gelegenheid te baat nemen om haar eigen hart en alles wat zich daarin afspeelt, echt te leren kennen en dit alles tot ontplooiing te brengen in overeenstemming met de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen.

Contacten die dragers zijn van spirituele inhouden, zijn in orde, met als enige voorwaarde dat de ziel nog steeds de gelegenheid behoort te koesteren om een diep contact te onderhouden met haar eigen innerlijk leven. Het contact met zielen van een andere geloofsovertuiging moet niet per se worden vermeden, alleen mag de ziel nooit het christelijk Geloof verloochenen, daar dit de hoeder van Gods enige Waarheid is.

Wat de verschijningen, boodschappen en verslagen van Garabandal betreft, is het mij door de Moeder Gods niet toegestaan, om het even welke uitspraak te doen. Slechts dit moet ik zeggen: Laat U zich niet in onrust brengen. Geeft U zich onbegrensd en onvoorwaardelijk over aan Maria en volgt U Haar onderrichtingen en instructies. U zult met Haar de weg gaan, die naar de heiliging voert. Al het andere is bijkomstig en mag onder geen beding het verstand bezighouden. Mij is niet toegestaan om kennis te nemen van enige lectuur met betrekking tot om het even welke verschijningen. De Hemelse Meesteres heeft mij slechts deze regel opgelegd, die ik blind moet volgen: Haar in alles restloos en onvoorwaardelijk te gehoorzamen, mijn hart voor de volle honderd procent door Haar te laten beheersen en te laten leiden, en uitsluitend te leven van datgene dat Zij persoonlijk in mijn hart legt, mij persoonlijk laat zien, horen, gewaarworden en voelen, en dit alles samen met Haar voortdurende boodschap van grenzeloze Hoop en Liefde te delen met de zielen, volgens Haar uitsluitende instructies en bevelen, en telkens op Haar Tijd.

Ik betuig dat de blinde gehoorzaamheid jegens de Meesteres een onvermoede Vrede schenkt: Wat er ook moge worden gezegd, geschreven of verspreid, de ziel die waarlijk eigendom is van de Meesteres, laat zich niet meer door de vele onheilsboodschappen in onrust brengen. De Meesteres waarschuwt hiervoor met grote nadruk. De zielen moeten zich uit Haar hand laten voeden en moeten zich inspannen om dit Hemels voedsel voor hun spirituele groei te benutten in plaats van zich bezig te houden met onverteerbare dreigingen. De Hemel wil ons niet bang maken, doch ons van binnen uit op heilzame wegen leiden op grond van onze betrachting om onze vrije wil met Gods Wil te laten versmelten.

Hoe moet de toorn Gods worden verstaan? Is God toornig en woedend ten aanzien van de mensen? Of was dit reeds zo vóór de tijd van Jezus op aarde? Ik bedoel, is God slechts Liefde?

U schrijft het: God is slechts Liefde, en wordt in Zijn Werken, Plannen en woorden slechts aangedreven door de Liefde, omdat Hij uit niets anders dan Liefde bestaat. De toorn Gods is een begrip dat in de eerste plaats met het Oud Testament in verband kan worden gebracht. De Nalatenschap van Jezus heeft ons immers de Goddelijke Barmhartigheid nagelaten. De toornige God verwijst naar de straffende God. Wij moeten correct begrijpen dat het systeem van de Goddelijke Gerechtigheid eeuwigdurende geldigheid bezit en dat derhalve elke zonde, elke afwijking van Gods Wet, in onze tijd precies dezelfde gevolgen kan hebben als vóór de tijd van Jezus op aarde. Het verschil ligt echter hierin, dat sedert de tijd van Jezus drie factoren in ons voordeel werken:

  1. het eeuwigdurende Verlossingsoffer van de Christus;
  2. de effecten van de heilige Missen die worden opgedragen volgens de traditionele Rooms-Katholieke ritus;
  3. Maria’s voortdurende Voorspraak.

Wij zouden het zo kunnen uitdrukken, dat vóór de tijd van Jezus elke overtreding tegen Gods Wet de toorn van God opwekte, omdat de ziel had gezondigd en op eigen kracht moest zorgen voor goedmaking. Na de dagen van Jezus werden meteen de bovenvermelde 'drie krachten' werkzaam ten gunste van de ziel. God vergunt de ziel het voordeel van drie machtige wegen tot goedmaking, doch stelt deze voorwaarde: De ziel moet met deze 'drie krachten' meewerken,

  1. door de verlossende waarde van de Werken van Jezus Christus te belijden. Dit is wat wij in feite verstaan onder 'Geloof';
  2. door deel te nemen aan de voortzetting en de instandhouding van deze Werken via het bijwonen van het heilig Misoffer en ontvangst van de Sacramenten;
  3. door te trachten, het voorbeeld van Jezus Christus in haar eigen leven na te volgen door een leven te leiden in alle deugden en met liefdevolle aanvaarding van alle kruisen van het dagelijks leven;
  4. door, indien zij God werkelijk wil bewijzen dat zij Zijn Genade in haar volheid in zich wil inbouwen, zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toe te wijden, opdat Zij alle spirituele vermogens tot volle bloei moge helpen brengen en de ziel naar de volheid van de Verlossing en de heiliging moge helpen voeren.

Uw vraag of God toornig of woedend is jegens de mensen, moet ik als volgt beantwoorden: Toorn en woede passen helemaal niet bij een Wezen dat bestaat uit volmaakte Liefde. De 'toorn' Gods in het Oud Testament was reeds eerder een uitdrukking van ontgoocheling over het feit dat een schepsel dat is uitgerust met het vermogen om volmaakt heilig te zijn, dit wil zeggen met al zijn handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens Heil over de Schepping te verspreiden en de verwezenlijking van Gods Werken te helpen bevorderen, in zo verregaande mate de Wetten van zijn Schepper overtreedt en daardoor het grootste geschenk, de heiligheid, niet tot nut weet te brengen. Via strenge bestraffing, vaak nog tijdens haar leven, werd de ziel er in die tijd aan herinnerd dat zij zich op een dwaalweg bevond.

Nu, in het tijdperk van de Barmhartigheid, gaat God anders tewerk: De ontgoocheling blijft, en is zelfs nog vele malen groter geworden, maar God straft nu nauwelijks nog door bijzondere ingrepen tijdens het leven van de betreffende ziel. Hij fluistert nu zachtjes in de harten en tracht de harten binnen te leiden in het Hart van Maria, want Hij heeft de Koningin en Meesteres van alle zielen de macht gegeven om elke ziel van goede wil 'om te vormen', dit wil zeggen: haar dermate te kneden en te laten rijpen dat zij ertoe wordt gebracht, zich uit eigen vrije wil opnieuw naar Gods Wet toe te keren. Wij zien hier als het ware een nieuwe werkwijze, die op grond van de aanwezige fundering (de Verlossingswerken van Christus) oneindig veel heilzamer kan werken dan louter bestraffing. God beoogt immers slechts de bekering van de zondaar, en via de Werken van Christus, de Heilige Kerk en de onbegrensde volmachten in de hand van de Meesteres van alle zielen kan Hij nu precies dàt bereiken.

Is het verkeerd wanneer men anderen op hun fouten wijst en zegt dat zij een zonde hebben begaan en zij dit moeten biechten, enzovoort? Wat moet men doen wanneer men ziet dat anderen de geboden niet onderhouden? Wijdt men dit eenvoudig in stilte aan de Meesteres toe, of zegt men het ook persoonlijk wanneer men weet dat de ander gelovig is?

Binnen de Schepping heeft elke ziel heel specifieke opdrachten te vervullen. Het is derhalve geen toeval dat een ziel uitgerekend op dit of dat ogenblik met deze of gene persoon in aanraking komt. Dit alles maakt deel uit van het Goddelijk breiwerk dat 'Heilsplan' wordt genoemd. Op ieder van ons rust de verplichting om de andere zielen te helpen om zich te heiligen. Deze verplichting hoeven wij echter niet noodzakelijk via het gesproken woord na te komen. Er bestaan twee kanalen die doorgaans doeltreffender zijn en die vooral de duivel geen voedsel geven:

  1. gebeden en offers brengen voor anderen.
  2. de anderen het voorbeeld geven voor heilige gesteldheden en werkwijzen.

De Meesteres leert mij reeds jaren lang, bij voorkeur via deze beide kanalen het Heil voor mijn medemensen af te smeken, en wel steeds gekoppeld aan toewijding aan Haar, Die de macht bezit om de poorten der Genade in een oogwenk open te breken zodra de vrije wil van de betrokken ziel de genadewerking in zich toelaat. Daar ligt de knoop.

Soms is het wel behulpzaam om een ziel rechtstreeks adviezen te geven. Dergelijke adviezen worden dan het vruchtbaarst wanneer de ziel in kwestie daar op grond van enige noodzaak zelf om vraagt of wanneer U weet dat zij ontvankelijk is voor goed bedoelde adviezen en zich niet heeft afgesloten voor de noden van Gods Werken. In deze zin kan inderdaad een hindernis opduiken wanneer U tracht, een niet gelovige ziel te onderichten in deugd en ondeugd. Volkomen vaste regels bestaan op dit gebied dus nauwelijks. Een zekere flexibiliteit en aanpassing bij de ingesteldheid van de ziel met dewelke U te maken hebt, kan noodzakelijk zijn.

Het goede voorbeeld tonen, zonder woorden, werkt soms zoals een toverformule: De ziel observeert U, wordt op één of andere wijze door Uw Liefde aangegrepen, en verandert geleidelijk vanuit zichzelf, en heeft daarbij het gevoel dat zij op haar eigen initiatief tot het besluit zou zijn gekomen om een ander mens te worden. De vrije wil is oppermachtig, zelfs in Gods ogen, en moet tot volle ontplooiing kunnen komen. Pas wanneer de ziel uit eigen vrije wil tot een nieuw gedrag komt, levert dit nieuwe gedrag ook daadwerkelijk vruchten voor Gods Heilsplan op. Het betreft dan een gedrag dat niet voortkomt uit enige dwang doch uit een nieuwgeboren Liefde tot het goede.

Uit dit alles blijkt de oneindige Liefde van God, die zich zo overvloedig over de zielen wil uitstorten dat de stroom van de Liefde zich ononderbroken verdeelt in ontelbare beekjes, om zich ook in totaal onverwachte situaties van het dagelijks leven te vertonen. Precies daarvoor hebben wij onze zintuigen, opdat deze de beekjes mogen vinden en hen in het hart mogen opdrinken, want zonder Gods Liefde klopt in de ziel niet het Leven dat hen tot een kind van God maakt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 209
Over het Rozenkransgebed

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve mij te willen verontschuldigen voor de vertraging bij dit antwoord. Het behoort tot de richting die de Koningin des Hemels voor mij op mijn levensweg heeft bepaald, dat ik niet zelf over mijn tijd kan beschikken. Dat heeft echter een enorm voordeel: Al het zaad kiemt dan precies 'in het juiste seizoen', om de door God daarmee beoogde vruchten op te leveren.

U vraagt hoe de Koningin des Hemels verlangt dat wij het Rozenkransgebed bidden.

Het Rozenkransgebed is zo krachtig, zo gezegend, zo heilig, en nochtans is er nauwelijks een gebed dat zo vaak met zo weinig waardigheid wordt aangeboden. De Moeder Gods heeft mij dit door Haar zo bijzonder geliefkoosde gebed ooit als volgt beeldrijk uitgedrukt:

  • Het Rozenkransgebed moet als een wandeling door een paradijselijke rozentuin zijn.
  • Met elk Weesgegroet plukt de ziel een roos, die zij bij het 'Amen' aan de voeten van de Koningin des Hemels neerlegt.
  • De hartsgesteldheid waarmee deze roos wordt geplukt en aan de voeten van de Koningin wordt neergelegd, bepaalt wat de Koningin met dit geschenk kan doen.
  • De mate van oprechte Liefde waarmee het gebed wordt uitgesproken, bepaalt de kwaliteit van het parfum dat Maria uit elke roos kan bereiden.
  • De eerbied die leeft in het hart wanneer de biddende ziel de roos van elk Weesgegroet aan de voeten van de Koningin neerlegt, bepaalt de mate waarin de Koningin des Hemels de Haar van God ontvangen macht daadwerkelijk zal kunnen gebruiken.
  • De duivel walgt van het parfum dat van elke gebedsroos uitgaat. Hoe sterker het geurt, des te verder kan de ziel hem laten vluchten. De geur van elke gebedsroos wordt sterker in de mate waarin het hart van de biddende ziel met Liefde tot God, tot Maria, tot Gods Werken en tot al het geschapene is vervuld. In de mate waarin de Liefde van de biddende ziel zuiverder en vuriger wordt, wordt het parfum door de volmaakte Liefde van de Koningin Zelf nog vele malen verder geconcentreerd.
  • Een met Liefde en eerbied aangeboden Rozenkransgebed geldt als een opoffering van Liefde (rozenblaadjes) en van de beproevingen van het leven (doornen). De ziel moet deze beide aan haar Hemelse Meesteres schenken met de bedoeling, deze door Haar te laten heiligen en in het Goddelijk Heilsplan voor alle zielen te laten inbouwen.

Dit laatste punt hierboven verwijst naar een buitengewoon belangrijke eigenschap van het Rozenkransgebed: Het is niet als gebed voor de afsmeking van persoonlijke genaden bedoeld, maar als gebed met een bijzondere verlossende waarde voor de mensheid als geheel.

De Rozenkrans is eigenlijk op zich zowel:

  1. een verzameling van gebeden, waarvan elk een bijzondere waarde bezit (Weesgegroet, Onze Vader, enzovoort) alsook
  2. een leidraad tot overweging van de mijlpalen in het leven van Jezus en Maria.

Heel vaak wordt dit tweede aspect verwaarloosd doordat de biddende ziel het gebed ontwaardigt tot een opsomming van Weesgegroeten zonder meer. Wanneer de mijlpalen uit het leven van Jezus en Maria niet in het kader van de respectieve tientjes worden beschouwd, wordt het Rozenkransgebed relatief inhoudsloos. De Koningin des Hemels zegt hierover het volgende:

  • De waarde van een Onze Vader en een Weesgegroet mag nog zo groot zijn, wanneer deze gebeden worden uitgesproken zonder concrete spiritueel voedende beelden vóór het inwendig oog, bestaat het gevaar dat zij ongeconcentreerd afgerammeld worden. Iets 'aframmelen' betekent, het zonder gevoel voor zich uit opdreunen. Wij moeten onszelf er steeds aan herinneren dat een gesproken woord pas iets in gang kan zetten wanneer het niet met de lippen, maar met het hart wordt uitgesproken. Slechts de Liefde bepaalt de waarde van elke handeling en elk woord;
  • De beschouwing bij elk tientje, en bij voorkeur bovendien bij elk individueel Weesgegroet, helpt de biddende ziel, het plukken van de roos op een hoogheilige weg te volbrengen: de weg die door Jezus en/of Maria is gegaan. De biddende ziel wordt hierdoor als het ware tot gezel van Jezus en Maria op Hun levensweg. Laten wij niet vergeten dat de Meesteres van alle zielen er reeds herhaaldelijk heeft op gewezen, dat de versmelting in het hart met de Werken van Jezus en Maria, voor de ziel bijzondere genaden ontsluit. De uiteindelijke zin en het doel van Jezus’ Leven en het leven van de Moeder Gods op aarde lag hierin, dat Zij door elke handeling, met elk woord en in elke hartsgesteldheid de handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens van alle zielen geheiligd en voor de Verlossing der mensheid als geheel hebben ontsloten.

Het feit dat de Rozenkrans als gebed met een bijzondere verlossende waarde voor de mensheid als geheel is bedoeld, heeft te maken met het gegeven dat Maria er door God toe voorbestemd is, als een soort van satelliet tussen Hem en de zielen te functioneren. Enorme massa’s Goddelijke Genaden, Goddelijke Liefdesstromen en Goddelijk Leven straalt Hij door Haar heen naar de zielen toe, terwijl alle gebeden en opofferingen van de aan Haar toegewijde zielen door Haar naar Gods Hart toe worden gestraald. Maria is echter veel méér dan alleen maar een verbindingsstation: In Haar lijkt God een schakelpaneel te hebben gebouwd, waarvan Zij Zich vrij kan bedienen. Dit betekent dat Maria de macht bezit om enorme massa’s aan Genaden, die worden vrijgemaakt op grond van de eeuwiggeldende Werken van Christus en de spirituele inspanningen die op aarde worden gebracht, over de zielen te verdelen. De stroom door dewelke dit schakelpaneel wordt gevoed, wordt onder andere geleverd door de Rozenkransen die dagelijks op aarde worden gebeden. Uit dit beeld moge blijken waarom de ziel het Rozenkransgebed beter niet gebruikt om individuele genaden af te smeken, en evenmin om voor de vervulling van welbepaalde verlangens en intenties te bidden.

Maria vraagt via Haar Myriam steeds weer met nadruk dat de zielen Haar slechts onvoorwaardelijke geschenken zouden aanbieden, omdat alleen dergelijke geschenken de onbeperkte ontplooiing en het onbeperkt gebruik van Haar macht mogelijk maken. Een onvoorwaardelijk geschenk is er één dat Haar uit zuivere Liefde wordt aangeboden, zonder er enige voorwaarde mee te verbinden. Een voorbeeld: Een Rozenkransgebed dat de biddende ziel uitsluitend voor de intenties van Maria aanbiedt. Indien geen enkele ziel het Rozenkransgebed voor eigen intenties zou bidden, zou Maria veel gerichter en doelmatiger de bevrediging van de echte eeuwig geldende noden van Gods Heilsplan kunnen bevorderen. Bechouwt U in verband hiermee het volgende beeld:

Wanneer U het Rozenkransgebed bidt, en met dit gebed de verwezenlijking van een welbepaalde intenties verbindt, verhindert U Maria, Haar buitengewone kwaliteiten als Hemelse Tuinierster volledig in te zetten. En dan te bedenken dat de Koningin des Hemels toch zo graag Haar absoluut volmaakte bloemstukjes (de meest uiteenlopende Genaden) maakt, maar Zij moet daartoe over een onbeperkte vrijheid kunnen beschikken. Elke Rozenkrans, die voor de intenties van Maria wordt gebeden, wordt op grond van de volmaakte Goddelijke Wijsheid en met volle toepassing van de Goddelijke Voorzienigheid gebruikt om Gods Heilsplan te verwezenlijken, dat tenslotte slechts op het eeuwig welzijn van alle zielen is georiënteerd. De Koningin des Hemels verlangt vurig dat men Haar het Rozenkransgebed zonder enige specifieke intentie aanbiedt, of – uitzonderingsgewijs, niet als regel – tot het afsmeken van gerichte Genaden, waarbij de intentie dan echter aan de Hemelse Meesteres in de vorm van een toewijding van het probleem wordt aangeboden.

Samenvattend, kan Uw vraag hoe Maria verlangt dat de zielen het Rozenkransgebed bidden dus als volgt worden beantwoord:
  1. Spreekt U elk onderdeeltje van de Rozenkrans geconcentreerd uit;
  2. Stelt U zich tijdens het gebed voor, dat U door elk Weesgegroet een roos plukt die U bij het 'Amen' aan de voeten van Maria neerlegt;
  3. Stelt U zich bij elk Onze Vader en elk ander gebedsonderdeel (behalve bij het Weesgegroet) voor, dat de Allerheiligste Drievuldigheid de reeds geplukte en nog te plukken rozen met het Bloed van Christus besprenkelt;
  4. Stelt U zich het gehele verloop van de Rozenkrans voor als een wandeling door een Hemelse rozentuin, die U langsheen de mijlpalen van de heiligste levens van Jezus en Maria leidt. Wanneer U daarbij dan nog deze mijlpalen daadwerkelijk gedenkt, is het alsof U rozen plukt uit een grond die door de voeten van Jezus en Maria is betreden, bevrucht en geheiligd;
  5. Weest U er zich van bewust dat de kwaliteit van de aangeboden rozen mede bepaald wordt door de mate aan Liefde die in U heerst tijdens het gebed;
  6. Biedt U Maria de rozen aan, zonder daarmee de geringste voorwaarde te verbinden. Bestreeft U slechts het volgende: dat het gebed Maria bevalt en Haar dient, en dat Zij vrij over de eventuele vruchten van dit gebed kan beschikken, aangezien Haar opdracht eruit bestaat, de zielen tot hun vervolmaking te leiden, en de laatste voorbereidingen voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde te treffen;
  7. Weest U er zich van bewust dat U met het geschenk van deze gebedsrozen in principe actief deelneemt aan de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan, en U concreet Gods Rijk van volmaakte Vrede, volmaakte Liefde, en daardoor de bevrijding uit de heerschappij van de duisternis helpt bevorderen.

Wanneer U zich dit alles voor ogen houdt, zal het Rozenkransgebed een nieuwe zin krijgen en voor U tot een vreugde worden. Ooit heeft Maria tot een ziel gezegd dat het Rozenkransgebed Haar grootste vreugde is. Deze uitspraak wordt heel begrijpelijk wanneer wij rekening houden met de opdracht, die God Haar voor deze Laatste Tijden heeft gegeven, en wij ons er dan van bewust worden dat het Rozenkransgebed in buitengewone mate met de eigenschappen is gezegend die noodzakelijk zijn opdat Maria deze opdracht moge kunnen vervullen. Vergeten wij dus voortaan nooit meer: Maria verlangt niet vurig naar Rozenkransen, Zij verlangt vurig naar Rozenkransen die worden gebeden op de juiste wijze en in de juiste gesteldheid. Het verschil tussen deze beide is niet te overzien, maar laat zich volkomen verduidelijken in de onderrichtingen die de Meesteres van alle zielen ons schenkt in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

Ik wens U een wedergeboorte in een rozentuin met eindeloze spirituele vreugden, want het hart van de plukker zal aan de verrukkingen van het met Licht vervulde Hart van de Hemelse Tuinierster deel hebben.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 210
Over het ontvangen van de Communie – over de Biecht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoe mooi is het voor de ziel, de vreugde te ontdekken, die met de Waarheid van God in het hart wordt overgedragen. Hoe betreurenswaardig is het dan ook, dat zoveel zielen en organisaties 'spirituele waarheden' verspreiden waarvan de inhoud twijfelachtig is. Er worden boeken verspreid die de zielen niet onderrichten in Gods Waarheid en die hen daardoor geen stap dichter brengen bij de verwezenlijking van hun ware levensopdracht binnen het Goddelijk Heilsplan, doch integendeel de zielen bezighouden met zogenaamd spirituele onderwerpen die hen weinig méér opleveren dan tijdverlies, en hen in onrust brengen. De Hemel betreurt dit ten zeerste. Behoort men dergelijke zielen en organisaties voor te lichten? Het probleem ligt hierin, dat dit alles een kwestie is van Geloof. Hoe overtuigt men iemand die met een zogenaamde 'waarheid' geld verdient, dat hij niet bezig is, de Waarheid te verspreiden? De beste handelwijze is in dit verband steeds deze, dat men de Meesteres, Maria Zelf, tussenbeide laat komen. Dan doet Zij op de vruchtbaarst mogelijke wijze datgene wat Gods Plannen kan dienen, en doet Zij dit bovendien op Gods Tijd.

Ook het ongunstige wordt uiteindelijk op één of andere wijze door God voor Zijn Werken en Plannen gebruikt. De voorwaarde is slechts, dat wij hiervoor zouden bidden, zo mogelijk offers zouden brengen en het betreurenswaardige feit vurig en vol vertrouwen aan Maria zouden toewijden. Het kan wat langer duren eer wij ons over een verandering mogen verheugen, maar wanneer deze komt, zal zij zeer vruchtbaar zijn: God wacht tot de bodem een voldoende vruchtbaarheid heeft bereikt, alvorens Hij het zaad uitstrooit. Intussen moeten de zielen het geschikte klimaat scheppen door hun gebeden en offers aan te bieden.

Anders kan het soms zijn, wanneer een ziel die wij persoonlijk kennen, een dwaalweg bewandelt: Wanneer wij een dergelijke ziel verklaren waarom haar gedrag verkeerd is, kan het zijn, dat zij onze redenering aanvaardt en de weg van het Heil inslaat. Dit kan ons vanzelfsprekend ook met een organisatie lukken, mits sprake is van een lovenswaardige openheid, wat helaas vaak niet het geval is.

In verband met Uw vraag met betrekking tot het ontvangen van de Communie, kan ik U verwijzen naar eerdere publicaties vanwege de Meesteres, in het bijzonder in antwoordbrieven. Ik moet echter met klem het advies van de Moeder Gods herhalen, dat de zielen moeten vermijden, de heilige Communie te ontvangen uit andere handen dan deze van volgens de regels gewijde priesters of eventueel diakens (omdat de Kerk dit toelaat). Dit betekent dus: Geen Communie uit de handen van een koster, ook niet uit de handen van een kloosterzuster, enzovoort...

Wat de Biecht betreft: Het is inderdaad mogelijk om ook buiten de biechtstoel een geldige Biecht te spreken, door jegens een priester, zoals bij U is gebeurd, over het eigen leven of de 'meest noodlottige dagen' uit het eigen leven te spreken en daarbij de zelf begane misstappen berouwvol openlijk te bekennen. De priester mag dit beschouwen als een Biecht wanneer hij kan merken dat de voor een geldige Biecht vereiste elementen aanwezig zijn en dat aldus de tot hem sprekende ziel heeft gesproken vanuit de hartsgesteldheid die geschikt is om het Sacrament te ontvangen (een dergelijke toestand doet zich bijvoorbeeld geregeld voor tussen een bedlegerige stervende en een priester). Niettemin zou het wenselijk zijn om, wanneer U de gelegenheid daartoe vindt, ook die fase uit Uw leven nogmaals in een formele Biecht uit te spreken. U kunt dit in dat geval echter wel in een 'ietwat kortere versie' doen, door te trachten, de betreffende gebeurtenissen aan te duiden als overtredingen tegen welbepaalde deugden. Het boek Lentebloesems aan de Levensboom (zie in het menupunt Onderrichtingen) kan U daarbij behulpzaam zijn. De antwoordbrief nr. 23 over de 'abstracte Biecht' is U op dat gebied misschien eveneens van dienst.

De priester kan inderdaad absolutie geven voor 'alle' zonden, ook wanneer de ziel niet elke zonde afzonderlijk heeft gebiecht. U kunt zich daar twee verschillende situaties voorstellen:

  1. Ofwel: Het geval van een Levensbiecht. De ziel wordt door één en ander beklemd omdat haar duidelijk is dat zij zich hier en daar niet juist heeft gedragen. Zij neemt zich derhalve voor, dat alles te vatten in een Levensbiecht, en spant zich oprecht in om al datgene dat zij zich ergens herinnert, uit te spreken. Zij doet dit ook, doch na de Biecht schiet haar te binnen dat zij eigenlijk ook nog op dit of dat ogenblik dit of dat heeft gedaan, gezegd, gedacht, gewenst of verzuimd, waardoor zij heeft gezondigd. Deze ziel kan dit in principe vanzelfsprekend nog achteraf biechten. In Gods ogen geldt echter, dat het oprechte voornemen om alles te biechten waardoor zij op welk ogenblik van haar leven dan ook Gods Wet heeft overtreden, omdat zij werkelijk het vurig verlangen koestert om volledig met God in het reine te komen, niet uit dwang of uit vrees doch uit zuivere Liefde tot God en tot de Schepping, op zich volstaat opdat de ziel een volledige, alomvattende absolutie voor elke misstap van haar leven zou bekomen;
  2. Ofwel: De ziel heeft niet de uitdrukkelijke bedoeling om haar hele leven 'schoon te wassen', stipt slechts enkele zonden aan, spreekt deze uit en gaat ervan uit dat zij nu volkomen gereinigd is. Niettemin geeft de priester algemene absolutie. Hoe ziet dit er nu uit voor God? Deze situatie bevindt zich in een 'schemerzone'. De ziel heeft weliswaar absolutie ontvangen met betrekking tot al haar zonden, maar God kan in haar een gebrek aan Liefde tot Hem en tot Zijn Schepping aantreffen. Ondanks de algemene absolutie ontbreekt iets, want wij mogen niet vergeten dat het effect van het Sacrament van de Biecht niet wordt voltooid doordat de priester absolutie verstrekt, doch pas bij de volgende stap, namelijk doordat de ziel haar Biecht en het daarmee gepaard gaande berouw bekroont door goedmaking te brengen voor de gebiechte zonden. Het hangt er helemaal van af of zij dit doet, en zo ja, in welke hartsgesteldheid (Liefde en berouw, of misschien eerder onwil of wrok, enzovoort).

De Moeder Gods vertrouwde mij ooit toe, dat geen ziel in staat is om zich elke misstap van haar leven precies te herinneren. Daarom zou het voor elke ziel passend zijn, ten minste één maal in haar leven een abstracte Levensbiecht te spreken (zoals dit wordt toegelicht in antwoordbrief 23). De ziel kan dit wellicht pas met succes doen wanneer zij in staat is om haar eigen misstappen te herkennen en te beseffen, en om zo nauwkeurig mogelijk inzicht te hebben in mogelijke ondeugden. De voornaamste elementen zijn echter in elk geval de goede wil, de Liefde en de oprechte bedoeling om het hele eigen leven schoon te wassen voor Gods Heilsplan.

Lieve zus, de Biecht is als een brug van Liefde naar Gods Hart toe. Naast de bereidwilligheid om zichzelf te verloochenen en om te lijden uit zuivere Liefde, bestaat er geen enkele waardevollere liefdesverklaring tot God dan de Biecht die oprecht en met een rouwmoedig hart wordt gesproken, vanuit het enige verlangen om elke pijn die men God heeft berokkend, weer goed te maken. Volgt U Uw hart. Indien U deze bijkomende Biecht wil spreken, kan absoluut niet worden uitgesloten dat dit verlangen U door de Geest Gods is ingestort, opdat Hij U een volkomen nieuwe innerlijke Vrede moge kunnen bereiden. Deze innerlijke Vrede is heel vaak de vrucht van een Biecht, omdat de ziel zich daardoor bevrijd voelt van een schuld jegens Diegene, Die haar geen enkele seconde van haar leven ooit iets anders heeft gegeven dan voedsel voor de Eeuwige Gelukzaligheid, zij het ook heel vaak in het verborgene. De Biecht, in de juiste gesteldheid gesproken, is een rozentuil aan de Eeuwige Liefde, via dewelke de ziel haar God de geur van de door haar zozeer verlangde heiligheid aanbiedt, evenals de doornen, met dewelke zij ooit Zijn Hart heeft doorstoken doch die zij nu aan het Vuur van Zijn Liefde toevertrouwt, opdat zij genaden van wedergeboorte over de mensheid mogen brengen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 211
Over het Sacrament van het huwelijk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Mag ik U eerst en vooral van harte danken omdat U de aan ons allen geschonken Liefde vanwege de Moeder Gods met een andere ziel hebt gedeeld. Zoals Maria steeds opnieuw beklemtoont, moet de Ware Liefde ononderbroken stromen, aangezien zij het Goddelijk geschenk bij uitstek is. Zij schenkt immers het Goddelijk Leven en brengt in de ziel alles tot ontplooiing wat voor Gods Werken nodig kan zijn. Misschien is het wel praktischer, mij nu tot Uw collega te richten, aangezien het antwoord tenslotte op de door haar geschetste situatie betrekking heeft.

Lieve zus, ook U groet ik van harte. Met grote vreugde heb ik mogen vernemen dat de Moeder Gods ons de genade heeft geschonken, de door U beschreven situatie onmiddellijk ter hand te nemen. Duidelijkheidshalve doorloop ik Uw vragen letterlijk en deel ik U graag het antwoord mede zoals het mij door de Allerheiligste Maagd is geschonken.

Ik zou bereid zijn, van mijn man te scheiden. Mijn collega kampt echter ondanks de sterke genegenheid, tegen zijn gevoelens omdat hij dit met zijn rooms-katholiek Geloof niet kan verenigen.

Lieve zus, de houding van Uw collega is lovenswaardig, temeer daar er in de 'relatie' – ik gebruik dit woord hier om zo te zeggen in de algemene, sociaal-wetenschappelijke zin van het woord – tussen U en hem eveneens sprake is van lichamelijke aantrekking. Uw collega vindt het terecht, niet verdedigbaar om op de wederzijdse gevoelens in te gaan. Hij ziet het in principe als een zonde en leidt in de ziel onder elke toeneiging omdat hij U vanuit zijn rooms-katholiek Geloof beschouwt als een gehuwde vrouw, dus als gehuwd in het kader van een Sacrament. God zal hem dit als gerechtigheid aanrekenen, want hij ziet een intiemere relatie met U als huwelijksbreuk in de zin van de overtreding van een Sacrament, wat een zware zonde zou zijn. Uitgaande van deze basis bied ik U de navolgende uiteenzetting vanwege de Koningin des Hemels en vervolgens Maria’s advies ter overweging:

Voor U, als lid van de evangelische geloofsgemeenschap, is een ontbinding van een evangelisch huwelijk en het aangaan van een relatie met een rooms-katholieke ziel zuiver spiritueel absoluut toegestaan en dus geen zonde. Dit is dus in Gods ogen toelaatbaar, onder de volgende voorwaarden:

  1. De andere ziel, in dit geval de collega met de rooms-katholieke geloofsovertuiging, mag niet rooms- katholiek kerkelijk gehuwd zijn of mag, met het oog op een eventuele nieuwe relatie, geen katholiek huwelijk hebben laten ontbinden,
  2. Deze relatie moet met een rooms-katholiek huwelijk worden bezegeld. De Koningin des Hemels wijst vooral op deze voorwaarde omdat uitsluitend een relatie in het kader van het Sacrament een lichamelijke relatie toelaatbaar maakt.
  3. De collega mag het rooms-katholiek Geloof niet opgeven. Dit betekent: Hij mag het Sacrament van het huwelijk niet ontwaardigen door het louter te geruiken opdat een lichamelijke verbinding door God zou worden toegelaten.
  4. Het huwelijkspaar moet vóór Gods Aanschijn de belofte aangaan, eventuele kinderen uit het te sluiten huwelijk rooms-katholiek te laten dopen.
  5. De Kerk laat toe dat een evangelisch gedoopte ziel een rooms-katholiek huwelijk aangaat. Nochtans geeft Maria uiting aan het verlangen dat de evangelisch gedoopte ziel vóór het katholiek huwelijk een rooms-katholiek doopsel aanvraagt. De Koningin des Hemels zegt hierover dat er geen zonde wordt begaan wanneer de ziel dit nalaat, maar zij getuigt door een rooms-katholiek Doopsel, dat als volwassene in volle bewustzijn zou worden ontvangen, van het verlangen en de intentie, ten volle tot de rooms-katholieke Kerk te behoren.

Concreet, lieve zus, betekent dit dat voor U en Uw collega, met inachtneming van de hierboven opgesomde punten, absoluut een toekomst mogelijk is.

De Hemelse Meesteres laat mij alle zielen de navolgende overweging voorleggen. Deze is in geen geval voor U persoonlijk bedoeld, maar voor elke ziel in een dergelijke situatie:

De door Maria naar voor gebrachte uiteenzetting mag door zielen die evangelisch gehuwd zijn, in geen geval als aanzet tot lichtzinnigheid bij het verbreken van hun huwelijk worden beschouwd. Het sluiten van een huwelijk, ook wanneer het om een evangelisch huwelijk gaat, is steeds een kwestie van deugdzaamheid. Ook de ziel die de evangelische geloofsovertuiging aanhangt, moet het verbond van het huwelijk beschouwen als uitnodiging om in verbinding met een andere ziel in wederzijdse berekenbaarheid en in wederzijds vertrouwen iets moois en vruchtbaars op te bouwen, dat op volledige naastenliefde is gebaseerd en derhalve, ook wanneer het niet door een Sacrament is bezegeld, God kan dienen en Zijn Werken en het hele proces van Zijn Voorzienigheid eer brengt.

Lieve zus, mocht U de stap zetten en U met Uw collega in het kader van een rooms-katholiek huwelijk verbinden, dan heet ik U van harte welkom in de prachtige wereld van het rooms-katholiek Geloof. Deze zal Uw leven zeer veel rijker maken. Uw ziel zal de Vrede vinden die zij voordien nooit heeft kunnen vinden, want zij navigeert voortaan in spirtueel oogpunt als het ware vanuit de thuishaven. Precies het geheel van de onderrichtingen die Maria in deze Laatste Tijden door Haar Maria Domina Animarum Werk aan de zielen schenkt en die Zij als Wetenschap van het Goddelijk Leven betittelt, levert de zielen het bewijs voor het feit dat het rooms-katholiek Geloof oneindig veel rijkdommen bezit die ook de meeste katholieke zielen totnogtoe niet bekend waren. Ik verheug mij bijzonder voor U, nu U zich als tot nu toe evangelische ziel vóór de deur van deze wonderbare wereld bevindt. Moge Maria, de Moeder van alle moeders, ook weldra Uw ziel in een rozentuin kunnen omvormen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 212
Wat de Meesteres van alle zielen door Haar kanaal doorgeeft, kan nu en dan afwijken van wat momenteel in de kerk gangbaar of zelfs regel is geworden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw opmerking. Ik zou graag meteen reeds duidelijk stellen dat ik in elke brief uitsluitend datgene doorgeef wat de Moeder Gods mij overbrengt als de opvatting die uit de Goddelijke Wet voortvloeit. Wanneer zielen levensvragen aan Maria laten voorleggen, antwoordt de Koningin des Hemels soms niet of soms niet onmiddellijk. Wanneer Zij echter antwoordt, dat doet Zij dat met één enkele bedoeling: De zielen het ideaalbeeld te tonen zoals het in Gods Hart leeft, opdat de zielen het zich zo getrouw mogelijk tot voorbeeld zouden nemen, een voorbeeld dat zij kunnen navolgen zonder bevreesd te moeten zijn dat zij een zonde zouden begaan. Zij richt Zich daarbij uitsluitend naar de Hemelse visie, zonder enige bijmenging op het gebied van menselijke of maatschappelijke standpunten.

Ik ben mij er absoluut van bewust, dat het mogelijk is dat ik nu en dan in brieven of in andere teksten een stelling naar voor kan brengen, die niet voor honderd procent met de op aarde gangbare stellingen overeenstemt. Soms kan dit zich vanuit het menselijk oogpunt beschouwd, negatief uitwerken op het arme kanaal van de Meesteres van alle zielen. Nochtans kan ik er helemaal niets aan veranderen. Bij mijn roeping door de Koningin des Hemels heb ik dit risico uitdrukkelijk aanvaard als de prijs die ik als mystiek instrument nu en dan zal moeten betalen. Om deze reden is een mystiek kanaal voortdurend aan mogelijke kritiek blootgesteld: Datgene wat het kanaal doorgeeft, kan nu en dan afwijken van wat momenteel in de kerk gangbaar of zelfs regel is geworden. Het is bekend dat Gods Geest vernieuwend werkt via mystieke overdracht, of misschien preciezer uitgedrukt: Hij brengt door dergelijke overdrachten nu en dan de mensenharten in het Hart van God terug.

Ik ben ervan overtuigd dat U mij hierin zult begrijpen. Mijn opdracht is het, in alles uitsluitend de Hemelse visie te vertegenwoordigen. Ik heb dan ook nooit theologie of kerkelijk recht gestudeerd, doch betrek mijn hele kennis uit de onderrichtingen die de Koningin des Hemels mij via de mystieke weg overdraagt, en met dewelke Zij enkel en alleen de heiliging van de zielen beoogt.

Graag wil ik verder nog eens beklemtonen, dat Maria met de bedoelde brief (bedoeld is antwoordbrief nr. 211) in geen geval de zielen van de evangelische geloofsovertuiging tot massale scheiding heeft willen aanzetten.

God verlangt van elke ziel slechts dat zij, zodra zij de genade van een mystieke kennisverdieping heeft mogen ontvangen, zij deze nieuwe kennis in zich tot rijping laat komen en deze vervolgens met beoefening van alle deugden op behoorlijke wijze in de praktijk omzet. Indien een ziel bij de toepassing van een Hemelse Waarheid niettemin op een kerkelijk veto stoot, dan moet zij dit als een door Gods Voorzienigheid toegelaten offer dragen, maar mag zij er intussen toch zeker van zijn dat zij in Gods ogen ook in haar gedachten niet heeft gezondigd. In deze zin dank ik ook namens de Moeder Gods alle zielen van goede wil die op hun zoektocht naar Gods Waarheid volharden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 213
De Wetenschap van het Goddelijk Leven – over esotherische websites en websites zonder inhoud

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw interesse in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Naar aanleiding van Uw desbetreffende vragen zou de Meesteres van alle zielen graag één en ander klaar en duidelijk stellen opdat geen enkele ziel enige voorstelling moge koesteren die niet in overeenstemming zou zijn met Gods ene Waarheid. Ik citeer Uw vragen en geef U onmiddellijk het antwoord van de Koningin des Hemels erop:

Welke geschriften maken de kern uit van deze Wetenschap?

Er zijn geen geschriften die de kern of de essentie van de Wetenschap van het Goddelijk Leven kunnen worden genoemd.

De Wetenschap van het Goddelijk Leven is de benaming van het in deze Laatste Tijden aan de wereld van Gods wege via Maria, de Meesteres van alle zielen, verkondigde systeem dat wordt omschreven als "het geheel van leerstellingen en richtingaanwijzers via dewelke Maria in Haar hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen de zielen leert om de gelijkenis met God in hun leven op aarde in zo hoog mogelijke mate te verwezenlijken".

Alles wat de Moeder Gods door Haar Myriam laat verkondigen of laat schrijven, vormt samen dit geheel. Elk element van de onderrichtingen, Openbaringen, zelfs gebeden en brieven is een bouwsteen van dit enorm groot bouwwerk dat wij in zijn geheel als de tempel van deze Wetenschap kunnen bestempelen. Het ene element is net zo belangrijk als het andere. Elke ziel die de door dit Apostolaat gepubliceerde teksten nauwlettend bestudeert, zal vroeg of laat kunnen vaststellen dat de ontelbare hierin opgenomen kenniselementen precies in elkaar passen en een sluitend systeem vormen.

Zeer vele totnogtoe nauwelijks bekende elementen van het wezen en het leven van de ziel en van Gods Werken en Plannen worden aan de zielen aangeboden als steeds nieuwe punten die een blinde kaart tot leven wekken. Het ene element geeft aan alle andere hun ware zin, en velen geven elk individueel element zijn ware zin. Precies daarom is het geheel een systeem. De logica waarmee alles in elkaar past, bewijst de Hemelse oorsprong van het geheel. Precies de antwoordbrieven bewijzen de deugdelijkheid van het systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, want hierin wordt deze Wetenschap in toepassing gebracht op ontelbare levensvragen.

Van harte dank voor Uw interesse in de Kunt U een certificaat afleveren aan hen die met succes de studie van deze Wetenschap voltooien?

Aangezien het onderwezen thema zo omvattend is en de ziel, het spirituele leven, de Goddelijke Mysteries, de elementen van de Werken en Plannen van God en, globaal genomen, de volledige werkelijkheid van de Goddelijke Wetten samen een tak van kennis vormen die letterlijk oneindig is, kan het onderwijs in de Wetenschap van het Goddelijk Leven nooit een einde kennen en kan de ziel in deze Hemelse Wetenschap nooit 'afstuderen'. Daartoe heeft zij letterlijk de eeuwigheid nodig, en zelfs in de Eeuwigheid zal er buiten Maria nooit een ziel zijn, die volledig in Gods Geheimen en in het Goddelijk Leven ingewijd zal zijn. Wat kan in deze context 'met succes de studie voltooien' worden genoemd wanneer deze studie nooit een einde kan kennen?

'Succesrijk' wordt de ziel in de Wetenschap van het Goddelijk Leven trouwens niet door deze kennis in zich op te nemen, doch door deze kennis in de dagelijkse praktijk van haar leven met succes toe te passen. Zalig de ziel die deze kennis zozeer tot haar eigen vlees en bloed laat worden, dat zij in elke situatie van het leven precies datgene leert voelen wat God daar van haar verwacht, en die aan deze verwachting voldoet door een volmaakt deugdzaam gedrag. De Hemelse Meesteres onderwijst deze Wetenschap niet om van de zielen geleerden te maken, maar om van hen heiligen te maken.

Zelfs indien dit mogelijk zou zijn (wat dus niet het geval is): Nooit of nooit zou ik mij aanmatigen, een certificaat voor een 'met succes voltooide' studie van de Wetenschap van het Goddelijk Leven uit te schrijven. Dat komt uitsluitend en alleen onze Meesteres en God Zelf toe. Mij is geen enkel oordeel over mijn medezielen toegestaan, temeer daar ik overigens zelf zeer strikt door de Hemelse Meesteres word opgeleid. Overigens: Waartoe zou een dergelijk certificaat eigenlijk dienen? Dit zou slechts kunnen aantonen dat een ziel voor het examen over deze Hemelse kennis is geslaagd. Dit ligt niet in Gods bedoeling, aangezien Hij niet in het geringste geïnteresseerd is in wat de ziel weet (met het verstand), maar uitsluitend in datgene waartoe zij bereid is, daarmee ten gunste van Zijn Werken te doen (met het hart!).

Bovendien is het om bovenvermelde redenen voor een ziel helemaal niet mogelijk, te zeggen dat zij de studie van de Wetenschap van het Goddelijk Leven heeft beëindigd en dat zij hiervoor een certificaat zou hebben gekregen. Geen enkele ziel op aarde kan deze Wetenschap ooit volledig in zich opnemen, laat staan dat zij deze in haar volheid in staat van heiligheid volmaakt in de praktijk zou kunnen omzetten. Maria is gekomen om ons dit te leren. Dit leerproces is de 'universiteit van het leven' omdat de ziel op haar levensweg dagelijks in duizenden situaties van buitenaf en inwendige processen, op alle mogelijke en denkbare prikkels moet reageren, en zij dit in geen geval steeds op de heiligst mogelijke wijze vermag te doen. Het feit dat een ziel – indien dit ooit al mogelijk zou zijn – de Wetenschap van het Goddelijk Leven in al haar elementen in zich zou hebben opgenomen, garandeert in geen geval dat zij steeds datgene zou doen, zeggen, denken, voelen, verlangen of nastreven, dat voor God en de Schepping het gunstigst is.

Welke boeken en geschriften moet men bestudeerd hebben?

Hierop kan ik slechts antwoorden: Allemaal, want zij vormen slechts het begin van de kennis die de Meesteres van alle zielen vanwege God aan ons wil overbrengen. Pas in deze tijd heeft de Goddelijke Voorzienigheid het gepast en nodig geacht, de zielen deze onderrichtingen en inzichten te laten toekomen. Men zal gemakkelijk kunnen begrijpen dat het hier niet om een eenvoudig en kortstondig proces gaat, maar een een diep ingrijpende mystieke ontwikkeling die ernaar streeft, steeds meer zielen steeds dieper binnen te leiden in inzichten en begrip over de grootte en de Heerlijkheid van God, en de verhevenheid van Zijn Meesterwerk – Maria – eens en voor altijd in het juiste daglicht te stellen. Zoveel is nodig opdat de zielen zich van de duisternis zouden afwenden en het hen door God geschonken Licht naar waarde zouden weten te schatten.

Ten minste even belangrijk als de Hemelse kennis, is de dagelijkse toewijding aan Maria via dewelke de ziel haar spirituele kennis elke seconde moet toepassen. In het toepassen van de totale toewijding aan Maria toont de ziel haar waarde voor Gods Heilsplan aan. Kennis rendeert niet wanneer zij geen toepassing vindt. Voor God telt dit zo mogelijk nog méér dan voor de wereld.

Betreffende Uw opmerking:

"Maria werkt op vele plaatsen, ook buiten de Kerk. Kijkt U toch eens op de Internetsite van..."

Ik moet U er vanwege de Meesteres van alle zielen met zeer veel nadruk op wijzen dat grote voorzichtigheid is geboden met websites die weliswaar Maria ophemelen, doch tezelfdertijd de valstrikken van de esoterie wijd openstellen. Normaal gezien is het mij door de Koningin des Hemels niet toegestaan, zonder meer websites, zelfs met spirituele inhoud, te bezoeken, omdat Maria ongehinderd met mij en door mij wil werken en Zij dit slechts kan doen in de mate waarin ik mijn geest en mijn hart volledig zuiver houd en uitsluitend klaar sta voor de Werken die Zij persoonlijk en rechtstreeks in mij wil uitvoeren. Verrassend genoeg heeft Zij mij echter onmiddellijk toegestaan om de door U aangeduide website kort te bezoeken. Ik heb ook onmiddellijk begrepen waarom: Indien ik deze site niet zou hebben gezien, had ik U niet kunnen waarschuwen voor de dwaalleer en misleiding welke op deze – schijnbaar Mariale – site aan de zielen wordt aangeboden. Het hoort jammer genoeg niet tot de mij door de Meesteres opgelegde opdrachten, maar ware dit wel het geval, dan zou ik U na het korte webbezoek (van hoogstens twee minuten) op vele punten van esoterie en misleiding kunnen wijzen. Tegen de achtergrond van de Wetenschap van het Goddelijk Leven zouden deze teksten niet lang stand kunnen houden, en precies hetzelfde zou ik U kunnen aantonen in verband met vele schijnbaar Mariale, respectievelijk 'christelijke' websites uit dewelke mij in de loop van de tijd reeds informatie is toegestuurd.

De Meesteres van alle zielen heeft vroeger reeds zielen ervoor gewaarschuwd, teksten van andere websites zonder meer met Haar Onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven te vermengen, wat niet wil zeggen dat er geen goede websites zouden zijn. De Onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven echter beogen de zielen naar de top van de berg van de heiliging te leiden. In zeer veel teksten die in de jongste decennia zijn en worden verspreid, zit een groot gevaar van misleiding en/of tijdverlies verborgen: Er worden op het gebied van de spiritualiteit letterlijk enorme massa’s inhoudsloze teksten geschreven, die de zielen eenvoudigweg van hun noodzakelijke voeding weghouden. De Meesteres betreurt dit ten zeerste.

Ik wens U een zeer vruchtbare weg, en ik ben ervan overtuigd dat U zult begrijpen, waarom ik U eigenlijk niet heb kunnen dienen. Houdt U vast aan Uw goede wil, en het Licht zal met steeds méér kracht op Uw weg stralen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 214
Het vinden van de eigen roeping – Over de Biecht onmiddellijk vóór de Heilige Communie – Over mystieke contactervaringen – Is er in de Hemel een rangorde? – Waarin verschillen de verdiensten die zielen op aarde verwerven?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het betreden van de Rozentuin in het Hart van de Koningin des Hemels wordt niemand ontzegd. Maria houdt ervan wanneer zielen aan het hek kloppen in de hoop, daar het zaad van het Ware Leven te vinden, waarmee zij hun eigen zielentuin kunnen bevruchten. Het spreekt vanzelf dat X. mij eveneens mag schrijven. Dit moet echter spontaan kunnen verlopen, want slechts een spontane, open en zonder bijgedachten geschreven brief is een uitnodiging op dewelke de Moeder Gods kan ingaan. Hij mag ook in geen geval de indruk krijgen dat hij U slechts een genoegen doet door mij te schrijven.

Kan de ziel in haar eentje haar roeping vinden?

In principe: ja. Een andere ziel kan haar daar soms bij helpen door haar op bepaalde elementen te wijzen, die belangrijk kunnen zijn om de tekenen te herkennen, die vroeg of laat aan elke ziel worden gegeven opdat deze haar hoogst mogelijke vruchtbaarheid zou kunnen bereiken. Elke ziel heeft binnen het Goddelijk Heilsplan een zeer specifieke rol te vervullen. De roeping ontdekken, is eigenlijk een proces van zelfontdekking, en dit moet de ziel in zichzelf voltrekken. De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft, zal kunnen vaststellen dat de Koningin des Hemels haar langzaam naar de voor haar bestemde plaats binnen Gods Werken navigeert. Naarmate de ziel zich volledig overgeeft, werkt Maria dieper in haar. Deze werking zal de ziel steeds verder ontsluiten, en dit laatste leidt onder andere naar een volledig nieuwe zelfkennis. Deze zelfkennis op haar beurt, leidt er dan gewoonlijk toe, dat de ziel haar levenssituatie en het hoe en waarom van haar diepere wezen in een volledig nieuw licht begint te zien, en dat zij op zekere dag begrijpt waarom zij zo is en niet anders, en waarom haar levenssituatie er zo uitziet en niet anders: Zij begrijpt geleidelijk wat van haar in dit leven wordt verwacht.

Wanneer U overweegt, in een klooster in te treden, maar tezelfdertijd toch mensen om U heen nodig hebt, zou dit betekenen dat U moet kiezen voor een kloosterorde die contact met de buitenwereld onderhoudt. Dit zou echter niet volledig zonder gevaar zijn voor Uw op dit moment ten volle bloeiende ziel: Een open orde wordt gemakkelijk het slachtoffer van een veelvoud aan wereldse en modernistische invloeden. Heel veel religieuze roepingen gaan daaraan te gronde.

U zou anderzijds ook graag lerares worden. Hoewel het in dit beroep ook niet gemakkelijk is om zich van wereldse elementen weg te houden, zou daarin nog een mogelijkheid liggen om de christelijke waarden door te geven. In het gesproken woord zou dit dezer dagen in de scholen niet meer gemakkelijk zijn, maar door de eigen wijze van zijn en het eigen gedrag kan overal en altijd één en ander worden bereikt (Ik herinner hier onder andere aan antwoordbrief 160). Volgens de Meesteres van alle zielen zou elke lerares of leraar eigenlijk in de eerste plaats een leerkracht in de zuiver christelijke deugd moeten zijn, in woord maar eveneens in voorbeeld.

Waren Uw kinder- en jeugdjaren een voorbereiding op Uw roeping?

Dat moet ik zonder meer bevestigen. Elke ziel wordt op haar eigenlijke roeping voorbereid, niet alleen in deze zin, dat de Goddelijke Voorzienigheid haar kansen laat toevloeien om de vermogens te ontwikkelen die zij voor de ontplooiing van haar eigenlijke levensroeping nodig zal hebben, maar ook in die zin, dat de ziel in deugden en gesteldheden wordt geoefend, die voor haar latere roeping onontbeerlijk zullen blijken te zijn. In de mate waarin de spirituele ontplooiing verder evolueert, leert de ziel de tekenen herkennen die erop wijzen hoezeer zij op haar levensroeping werd voorbereid, vaak reeds twintig, dertig jaar, of nog langer geleden. Uit eigen ervaring weet ik dat het verbazingwekkend en tegelijkertijd bijzonder verheugend kan zijn, vast te stellen hoe God jarenlang tot in de kleinste details met de ziel bezig is geweest, en ontelbare ontwikkelingen op de levensweg heeft voorbereid, opdat de ziel in elk opzicht zo zou worden opgeleid en gevormd, dat zij tegen haar ware levensroeping opgewassen is. Dergelijke vaststellingen wijzen erop dat inderdaad elk detail in het leven een bijzondere zin kan hebben. Vaak blijkt pas veel later, welke.

Wanneer mag men de heilige Hostie, Jezus, bij de Heilige Communie niet tot zich nemen? Is dit het geval wanneer men één van de tien geboden heeft overtreden of wanneer men zwaar heeft gezondigd en deze niet heeft gebiecht? Of mag men de heilige Hostie slechts ontvangen wanneer men net heeft gebiecht, en na een korte tijd niet meer?

Het is zeer belangrijk dat de ziel er zich steeds van bewust is, dat zij in de Heilige Communie met God te maken heeft. Elk contact met de eucharistische Jezus zou slechts in staat van de hoogst mogelijke zuiverheid mogen worden voltrokken. Het is in de eerste plaats een kwestie van eerbied en Liefde, ervoor te zorgen dat men de Heilige Communie indien mogelijk slechts na een grondige en oprechte Biecht ontvangt. In het ideale geval zou de Communie slechts onmiddellijk na een sacramentele Biecht mogen worden ontvangen. Zeer vaak houden de zielen, en zelfs priesters, te weinig rekening met het feit dat de ziel zich heel snel kan verontreinigen. Een doordenkertje, misschien wat pietluttig voor bepaalde zielen, maar absoluut niet voor de Hemel:

Laten wij aannemen dat een ziel op zaterdagavond heeft gebiecht, en de volgende dag tegen 11.00 uur de Heilige Communie ontvangt. Wat kan er niet allemaal gebeuren gedurende de uren tussen zaterdagavond en zondagmiddag? Handelt, spreekt, denkt, voelt en verlangt de ziel gedurende deze hele tijd slechts op heilige manieren? Zij kan letterlijk ingaan op honderden gelegenheden om ondeugden te bedrijven. Heel veel 'kleinigheden' samen kunnen de ziel in hoge mate verontreinigen. Ik zou dit als volgt in beelden kunnen uitdrukken:

Wanneer men de ziel met een spiegel vergelijkt, zou een zware zonde een aanzienlijke moddervlek op de spiegel zijn. Een 'kleine' zonde of een ondeugd zou in vergelijking daarmee een kleine spat zijn. Krijgt men echter een zuivere weerspiegeling van een spiegel die met honderd kleine spatten is bevlekt?

Lieve zus, een ziel beoefent de naastenliefde niet voor zich alleen, maar zij zondigt ook niet voor zich alleen. Elke zonde, ook de kleinste, heeft een negatieve invloed op de staat van genade van de hele mensheid. Daarom is het in de strijd tegen de duisternis geen verstandige strategie wanneer wij ons niet inspannen om heel regelmatig te biechten en Jezus slechts met het grootste respect, met Liefde in het hart en zuiverheid in de ziel te ontmoeten.

Zalig de priesters die er begrip voor hebben, en het toejuichen, wanneer hun schaapjes hen vragen om toch nog indien mogelijk heel kort vóór de Heilige Mis te biechten. In dergelijke gevallen zouden aanzienlijk minder Heilige Communies in bedenkelijke staat van genade worden bedeeld, en zou de Goddelijke Barmhartigheid er niet toe gedwongen zijn, zoveel genaden vrij te maken opdat het geleden verlies aan genaden ten gevolge van onzuiver ontvangen Heilige Communies, gecompenseerd zou mogen worden. Volmaakt zuiver is de ziel nooit, maar op grond van de goede wil om zo zuiver mogelijk te zijn, kan de Goddelijke Barmhartigheid de ziel als 'relatief zuiver' beschouwen zodra deze werkelijk naar deze zuiverheid verlangt, en zij met deze bedoeling onmiddellijk vóór de Heilige Mis wil biechten.

Ik heb vaak getracht, mij het Paradijs voor te stellen. Is er in de Hemel een rangorde, en hoe ziet deze er uit? Wat bedoelt de Meesteres wanneer Zij over goud of over schatten in de Hemel spreekt?

Omwille van een goed begrip, zou ik de wijze van handelen van de Meesteres in mystiek contact iets nader moeten verklaren.

De Meesteres spreekt (in elk geval tot mij en in mij) in zeer bloemrijke taal, en gebruikt constant beelden via dewelke Zij in het hart zelfs diepe mysteries tot leven kan wekken. Ik schrijf bewust 'in het hart' en niet 'in de geest', omdat het mystiek contact pas tot stand komt wanneer de geest is uitgeschakeld, en het hart volledig ontsloten. De hogere mystieke fenomenen ontplooien zich op de hogere niveaus van het spirituele leven, en de ziel kan deze slechts volledig in zich laten ontvouwen in de mate waarin zij al haar denken uitschakelt. Geen enkele gedachte mag dit innerlijk proces in het gedrang brengen. Zodra de 'Hemelse aanraking' tot stand is gekomen, komt het er voor de mystieke ziel op aan, zich restloos aan de Wil van de Koningin des Hemels over te geven, en er zeer innig naar te verlangen dat zij met al haar spirituele processen in dit 'bovennatuurlijk landschap' kan verwijlen. De ziel beweegt zich dan zoals in een besloten tuin, die eigenlijk het Hart van de Meesteres is, in dewelke haar in korte tijd ontelbare gegevens via buitengewoon informatieve beelden worden doorgegeven.

Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken, dat – vaak in weinige minuten, soms ook gedurende een half uur, afhankelijk van de Wil van de Koningin des Hemels – enorme massa’s Hemelse informatie in het hart van de mystieke ziel binnenvloeien en daar worden opgeslagen. Na de contactervaring kan deze informatie in overeenstemming met de Wil van de Meesteres worden 'opgeroepen'. Het is dan alsof deze helemaal of gedeeltelijk wordt 'gedecodeerd': Zij wordt 'in een zodanige taal in het bewustzijn overgedragen', dat zij naar menselijke maatstaven verstaanbaarder wordt gemaakt en – opnieuw in overeenstemming met de Wil van de Meesteres – op papier kan worden gezet. Op deze wijze ontstaan trouwens alle Myriam-geschriften en gebeden, zelfs de antwoordbrieven.

Wanneer dus Maria over goud en schatten in de Hemel spreekt, zijn ook deze begrippen 'vertalingen' van beelden via dewelke Zij abstracte spirituele fenomenen wil aanduiden. Wanneer Maria over 'goud' spreekt, is dit woord gewoonlijk de 'vertaling' van een abstract beeld via hetwelk Zij mij innerlijk de volmaakte heiligheid of de vrucht van het Paradijs heeft laten zien. Wanneer Zij over 'schatten in de Hemel' spreekt, verwijst dit naar de verdiensten die de ziel op haar aardse levensweg door een deugdzaam leven verzamelt. De totale waarde van de verdiensten van een aards leven bepaalt de 'schatten' die in de Hemel aan de ziel zullen worden geopenbaard.

Of er in de Hemel een rangorde is, is een goed bewaard geheim. Maria geeft daarover geen gedetailleerde informatie. Ik heb dit begrepen als volgt: Deze kennis wordt aan de zielen nog niet prijsgegeven omdat het aanleiding zou kunnen geven tot speculaties wanneer zielen kennis krijgen van een rangorde in de Hemel. Maria heeft mij echter ooit toevertrouwd dat er in de Hemel verschillende 'wijzen van bestaan' zijn. Zij heeft deze niet met een rangorde aangeduid, waardoor ik niet mag zeggen of het hier gaat om een hiërarchie (een trappensysteem zoals in een wereldse structuur). Ik weet dat er in de Hemel vele vormen van 'begunstigingen' kunnen zijn, welke de zielen echter niet noodzakelijk als uitingen van een hogere of lagere rang moeten beschouwen. Deze 'begunstigingen' zijn veeleer 'andere' vormen van ervaring van de Gelukzaligheid, die ten minste gedeeltelijk in verband zouden kunnen worden gebracht met de wijze waarop de ziel op aarde haar roeping vorm heeft gegeven, en welke roeping zij eigenlijk had. Dit fenomeen zou kunnen verklaren waarom Maria bijvoorbeeld wel eens met de heilige Pater Kolbe aan Haar zijde is verschenen. Deze heilige heeft zijn leven en sterven letterlijk volledig in de dienst van de Onbevlekte Maagd gesteld.

Heeft een ziel die op aarde de staat van heiligheid bereikt, in de Hemel het recht, meer van Gods Mysteries te zien en er dieper in door te dringen dan een ziel die in het vagevuur moest verblijven of deze welke bij haar oordeel maar net aan de hel kon ontkomen?

De heiligheid is de toestand in dewelke de ziel met alles wat zij doet, zegt, denkt, verlangt, nastreeft, of nalaat, Heil over Gods schepping brengt, Gods Werken bevordert en de vervulling van Zijn Plannen bespoedigt. God verlangt ernaar dat elke ziel nog op aarde de staat van heiligheid bereikt. Dat is goed te begrijpen: De ziel in staat van heiligheid bevordert het meest de verwezenlijking van Gods Heilsplan. De heiliging is een proces, een weg die gelijkenis vertoont met het bestijgen van een heel lange trap. Telkens wanneer de ziel een trede hoger komt, verdiept haar inzicht, dat zij in het hart verwerft over het wezen van al het Goddelijke: het inzicht in Gods Werken en Plannen, in het wezen en de ontwikkeling van het Goddelijk Leven, in de Mysteries van de ziel, de Goddelijke Mysteries, enzovoort. Nochtans wordt dit inzicht pas bij de intrede in het Eeuwig Paradijs door God bevestigd. Op aarde is de ziel ononderbroken onderhevig aan invloeden die haar staat van heiligheid in het gedrang kunnen brengen, en wel tot in het uur van de aardse dood. Om deze reden kan de heiligheid pas in de Hemel volmaakt zijn, en blijft zij slechts daar ongeschonden behouden.

Wij moeten ons er altijd van bewust zijn, dat de ware verdiensten slechts op aarde kunnen worden verworven. Dat hangt samen met het feit dat de ziel alleen op aarde de kruisweg van haar vervolmaking kan voltooien. Bij de levensweg gaat het om een 'kruisweg' omdat deze weg, in navolging van Christus ter voltooiing van de eigen Verlossing en tot verwezenlijking van Gods Heilsplan moet dienen, waarbij het lijden in Liefde, overgave en gehoorzaamheid de gouden sleutel is (de zogenaamde driehoek van de spirituele vruchtbaarheid). Welnu, slechts op aarde kan de mens de verdienste van een heilig lijden verwerven. Het is derhalve vanzelfsprekend dat een ziel die op het einde van haar aardse leven nog een zodanige reiniging behoeft dat zij een lang oponthoud in het vagevuur nodig heeft om de volheid van de Liefde te verwezenlijken en zich daardoor volledig te zuiveren, niet dezelfde inzichten kan verwerven. Deze ziel wordt weliswaar in de Hemel toegelaten, wanneer zij haar loutering heeft voltooid, maar zij zal in de Hemel een 'andere' vorm van bestaan beleven. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat de Meesteres Zelf op aarde, door een vlekkeloos heilig leven, de allerhoogste verdiensten heeft verworven en dat Zij in de Hemel ook oneindig ver boven alles is verheven.

Kan de Meesteres mij zeggen waarin de verdiensten van elkaar verschillen?

De verdiensten zijn de elementen via dewelke de ziel tot de verwezenlijking van Gods Plan bijdraagt en haar eigen heiliging bespoedigt. Zij laten zich niet gemakkelijk in categorieën opdelen omdat eenzelfde element binnen Gods Heilsplan een volledig verschillende waarde kan krijgen. Wanneer een ziel een bepaalde handeling uitvoert, een bepaald woord spreekt, een bepaalde gedachte, een bepaald gevoel of een bepaald verlangen koestert, kan zij daardoor verdiensten verwerven die niet altijd gelijk zijn, maar zeer sterk kunnen verschillen, en wel volgens:

  • het tijdstip waarop de ziel het doet, zegt, denkt, enzovoort;
  • de levensroeping van de ziel;
  • de stand van haar spirituele ontwikkeling;
  • de 'bagage' over dewelke de ziel voor haar levensweg beschikt: Welke talenten, vermogens, gaven en genaden heeft zij gekregen?
  • de levensfase, het punt op de levensweg op hetwelk de handeling wordt verricht, het woord wordt gesproken, enzovoort: Welk verschil maakt dit voor haar eigen heiliging?
  • de precieze hartsgesteldheid van de ziel op dat tijdstip;
  • de precieze behoeften van het Goddelijk Heilsplan op dat tijdstip;
  • de bedoelingen met dewelke de ziel deze handeling heeft verricht of dit woord heeft gesproken, enzovoort;
  • de mate waarin de ziel uit gehoorzaamheid jegens een Goddelijke ingeving heeft gehandeld;
  • de mate waarin de ziel dit gedragselement achteraf niet verloochent of er geen afbreuk aan doet.

De verdiensten verschillen dus niet in de eerste plaats door het feit dat zij tot verschillende categorieën behoren, maar worden nog méér volgens de geaardheid en de hartsgesteldheid van de ziel beoordeeld.

Lieve zus, Gods werkelijkheid is vol wonderen. Over bepaalde van die wonderen hebben wij een idee, maar veruit de meeste zullen voor ons tot in de eeuwigheid verborgen blijven. Zij vormen de charme van de Eeuwige Gelukzaligheid, want God heeft hen in Zijn volmaakte Liefde zo geschapen dat zij de enige werkelijk verzadigende voedingsmiddelen voor de ziel bevatten. Het is mijn grootste verlangen, dat zoveel mogelijk zielen ooit getuigen zullen mogen zijn van deze blijken van Gods Heerlijkheid. Hierin ligt precies de ware zin van dit Apostolaat: De weg erheen in de zielen te helpen tekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 215
Omgang met overweldigende ervaringen uit het verleden – de spirituele gevolgen van abortus in de ziel van de moeder, en aanbeveling van de Meesteres van alle zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Elk stuk van de levensweg van de ziel is als het ware met zijn eigen weersomstandigheden verbonden. Boven bepaalde stukken van Uw verleden scheen de zon, over andere heeft het geregend en over nog andere raasde een stormwind. Ontelbare zielen dragen de donkere wolken van hun verleden met zich mee in hun huidig leven en zullen deze zelfs verder in de toekomst meedragen indien hun hart zich niet tijdig van veel ballast weet los te maken.

De overweldigende ervaringen van het verleden zijn voor vele zielen bronnen van innerlijke onvrede, waardoor het verleden en het beeld dat de ziel over zichzelf heeft, doorgaans tot de grootste en machtigste vijanden van haar eigen spirituele ontplooiing worden. Daarom adviseert de Koningin des Hemels de zielen, deze vijand tegemoet te treden op dezelfde wijze waarop zij elke werkelijke vijand tegemoet zou moeten treden, opdat de ziel zich van de duisternis van de vijandschap zou bevrijden door vrede te sluiten met de vijandig gezinde spoken van het verleden. Een levend wezen kan men vergiffenis schenken, een negatieve ervaring daarentegen moet men in Licht laten omvormen opdat de duisternis eruit moge kunnen worden verwijderd.

Lieve zus, Maria vraagt U, alle elementen uit Uw verleden die U nu nog verlammen, verbitteren en innerlijk laten stikken, in een alomvattende toewijding aan Haar (de Koningin des Hemels) over te dragen. De gebeden met nrs. 874, 908 en 1145 kunnen U hierbij behulpzaam zijn. Tracht U zich ervan bewust te worden dat een duister verleden inderdaad is zoals een spook dat weliswaar ronddoolt, doch in wezen niet eens uit materie bestaat en U dus niet kan schaden indien U zich met Gods Licht laat vervullen. In een ander beeld uitgedrukt, zou een duister verleden kunnen worden vergeleken met een skelet dat uit de kast rolt wanneer men deze opent. Het openen van deze kast zou in dit geval elke reis naar de betreffende herinnering zijn. Het skelet wijst erop dat het verleden dood en leeg is, en slechts in de herinnering opnieuw tot leven kan worden gewekt.

Het is uiterst belangrijk dat elke ziel haar verleden aan Maria toewijdt opdat de hele akker waarop het verleden rust en vruchten moet voortbrengen, degelijk moge worden gezuiverd. God schenkt elke ziel ontelbare zaden van genade die zij langsheen haar levensweg moet uitstrooien. Zeer vaak landt dit Hemels zaad in een akker die met stenen is gevuld en daardoor onvruchtbaar is geworden. De stenen zijn alle onverteerde elementen van het verleden in de akker van de ziel die elke groei van de ziel in de weg staan. Beschouwen wij nu dit beeld eens van dichtbij:

Bij elke niet-verwerkte negatieve ervaring wordt in de akker van de ziel een steen gevormd. Deze steeds groter wordende verzameling van stenen remt reeds spoedig de zonnenstralen af op hun reis naar de akker, zodat in de zielenakker de processen die noodzakelijk zijn voor de planten die zich daar moeten ontwikkelen, zich niet kunnen voltrekken. Wij kunnen in dit beeld drie niveaus onderscheiden:

  • de akker = het verleden. De akker is de voorraadkamer, vanuit dewelke de ziel zich moet voeden en in dewelke zich een massa processen voltrekken die de vruchtbaarheid van de ziel voorbereiden;
  • de begroeiing = het heden. De kwaliteit van de akkerbegroeiing hangt in hoge mate af van de kwaliteit van de grond. Is de grond verontreinigd of met stenen gevuld, dan zal de begroeiing van minderwaardige kwaliteit zijn of, zal deze gering zijn. Het heden zal vruchten opleveren in de mate waarin de ziel wordt gevoed.
  • de lucht boven de akker = de toekomst. De lucht symboliseert hier de Hemel en het onstoffelijke, de toestand van vergeestelijking, naar dewelke elke ziel behoort te groeien.

Uit dit beeld moge blijken hoe belangrijk het is dat Maria tot Meesteres van het verleden wordt gemaakt: Zij kan de ziel in een zodanig verregaande mate van de effecten van haar verleden genezen, dat deze er nu nog kan toe komen, voor de eerste maal in haar leven bij de herinnering aan een dergelijke levensfase uit haar verleden echt door te ademen. De Meesteres van alle zielen adviseert de ziel die nog steeds bang is voor de spoken van haar verleden:

  • een levensbiecht te spreken, indien nodig in meerdere keren;
  • een vurige toewijding van haar hart en geest, vooral alle gevoelens en herinneringen die betrekking hebben op de pijnlijke elementen van haar verleden;
  • vurig gebed met de bedoeling, de kracht te mogen verwerven om met een oprecht hart diegenen te kunnen vergeven, die tot de steenvorming in haar zielenbodem hebben bijgedragen;
  • vurig gebed om een omvorming te bekomen van de wijze waarop de ziel denkt en naar het leven kijkt. Genezing van de duisternis van het verleden is slechts mogelijk in de mate waarin de ziel leert, in alles het Licht te zoeken en van alles uiteindelijk Licht te verwachten. Hier komt de deugd van de Ware Hoop te voorschijn: De Ware Hoop verleent de ziel de diepe innerlijke Vrede door in de ziel het vermogen te voltooien om zo te leven, te denken en te voelen alsof zij reeds alle beproevingen van het leven zou hebben doorstaan en nog slechts de intrede in het Paradijs op haar wacht.

De Ware Hoop mag daarbij niet met vermetel vetrouwen worden verwisseld: Vermetel vertrouwen heeft de ziel die het niet erg vindt om ongebreideld te zondigen, in de verwachting dat 'de Goddelijke Barmhartigheid toch betekent dat God alles vergeeft...?' en zij derhalve zonder meer de Hemel ten geschenke krijgt. Vaak ligt aan deze gesteldheid de gevaarlijke redenering ten grondslag, dat 'Jezus ons toch uit onze zonden heeft verlost...?' De ziel in de gesteldheid van de Ware Hoop, daarentegen, is zich er ten volle van bewust dat er nog veel beproevingen kunnen komen, die zij allemaal door deugdzaamheid zal moeten doorstaan, maar zij heeft daarmee een grenzeloze Vrede omdat haar vertrouwen op Gods en Maria’s leiding en Liefde zeer groot is geworden.

Lieve zus, ik moet er U vanwege de Koningin des Hemels op wijzen dat het feit dat U ertoe werd gedwongen om verscheidene malen een abortus te laten uitvoeren, in aanzienlijke mate deel uitmaakt van Uw huidige psychische en nerveuze gesteldheid. Ooit heeft de Meesteres mij toevertrouwd dat een ziel die een abortus heeft laten uitvoeren, nadien zeer moeilijk nog de Ware Vrede vindt. Vanzelfsprekend is de situatie in Uw geval anders, omdat U deze ingrepen nooit zelf hebt gewild. U lijdt echter onder de effecten van een zware zonde, die U niet zelf hebt begaan, maar waarin één of meer zielen U hebben meegetrokken. Ertoe gedwongen worden, tegen de eigen vrije wil in, een zonde te begaan, kan de ziel zeer diep verwonden, omdat in haar de onbewuste gewaarwording van de Goddelijke Wet protesteert tegen de daad die de ziel als het ware onder druk van buitenaf zelf moet uitvoeren. In de ziel werkt deze ervaring zich uit als een duurtest. Ik breng U derhalve de aanbevelingen van onze Hemelse Meesteres over:

  1. Wijdt U aan Maria de dagen toe, op dewelke de abortussen hebben plaatsgevonden, samen met alle dagen die eraan vooraf zijn gegaan (omdat er op de laatstgenoemde dagen ruzie is geweest over de uit te voeren ingreep).
  2. Bidt U om vergeving voor de zielen die rechtstreeks voor deze daden verantwoordelijk zijn en om de genade van inzicht opdat deze zielen de ware aard van deze daad vanuit Gods ogen zouden mogen kunnen evalueren en er berouw over zouden hebben,
  3. Doopt U naderhand op geestelijke wijze elke ziel die op grond van deze abortussen niet geboren kon worden. Door een dergelijk doopsel toont U nu nog aan God Uw verlangen, dat deze zielen helemaal in Zijn Heilsplan zouden worden opgenomen.
  4. Vraagt U er Maria dagelijks om, dat Zij U de weg zou tonen om elke dag tot de hoogste vruchtbaarheid te kunnen komen. De Moeder Gods zal U leren, hoe U vervulling en zin uit elke dag kunt scheppen opdat het verleden U niet langer zou hinderen om de Ware Vrede en een nieuwe vreugde te vinden.

U hebt overwogen om misschien opnieuw te huwen. Dit is niet de weg die de Moeder Gods U aanraadt, omdat het huwelijksleven U ervan zou weerhouden om de ware vergeestelijking te vinden, die U nodig hebt om de effecten van Uw verleden volledig uit Uw leven te verdrijven, als schaduwen van wolken die door de wind van de zuivering en de wedergeboorte worden voortgedreven en derhalve plaats maken voor de zon.

Wanneer U naar de weegschaal van Uw leven kijkt, hebt U nu nog de indruk dat op de linkerschaal zo veel lood ligt dat de rechterschaal nooit zal dalen. Deze gedachte is een bekoring, een illusie. De Koningin des Levens wil U vandaag nog in Zich opnemen, opdat Zij U zou kunnen bewijzen dat Zij dit lood van Uw herinneringen en lasten dag na dag zodanig in niet-stoffelijke schaduwen kan omvormen, dat de schaal van de Hoop, het vertrouwen met het oog op de toekomst, daadwerkelijk zal dalen, want de Ware Hoop wordt in de ziel omgevormd tot goud, tewijl het toegewijde verleden tot niets verwordt. Het zijn de gedachten die het spook van de herinneringen laten ronddolen en het skelet van een verleden dat reeds lang dood is, steeds weer nieuw vlees en nieuw leven schenken.

Geeft U Maria de kans, Haar heilig voornemen in U te kunnen uitwerken en opent U daartoe Uw hart volledig. De nieuw verworven Vrede zal het bewijs vormen van de toenemende heerschappij van de Meesteres in U. U zult merken dat de ziel niet in het verleden, maar in het heden leeft. De schaduwen liggen achter U, Uw bestemming vóór U. De ziel kan de zon slechts zien in het heden, op het ogenblik zelf. Zalig de ziel die elke dag als een wedergeboorte voor een volledig nieuw leven beschouwt. Deze ziel gaat haar weg lichtvoetig omdat zij als het ware helemaal geen verleden heeft. Het verleden is immers niets anders dan een schaduw. Wanneer de ochtenzon opgaat, vlucht deze schaduw weg, alsof hij er nooit zou zijn geweest.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 216
Over de natuurlijke geneesmiddelen uit de natuur – Zin en betekenis van ziekte als weg naar heiliging

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met vreugde laat ik U vanwege de Moeder Gods een woordje van bemoediging toevloeien voor het feit dat U in de juiste gesteldheid doorheen de korte maar zware ziekte bent gekomen.

God heeft Zijn Schepping zodanig ingericht dat deze alles bevat wat zij nodig heeft om haar in volmaakt evenwicht te houden. Net zoals meer dan negentig procent van de werkelijkheid niet via de menselijke zintuigen kan worden waargenomen, is eveneens ruim negentig procent van de door God in Zijn Schepping verborgen geneesmiddelen nog niet bekend bij de zielen, en zijn er bovendien vele die eigenlijk wel bekend zijn, maar waarvan de diepte van de effecten de zielen ontgaat. Zo groot is Gods Liefde, dat de overgrote meerderheid van de bewijzen van Zijn Liefde ons nog helemaal niet bekend is.

Het is prachtig wanneer lichamelijk zieke mensen de fabelachtige rijkdommen van natuurlijke geneesmiddelen uit de natuur leren kennen. Deze middelen brengen Gods Intelligentie tot uitdrukking. Gods Liefde heeft het zo voorzien dat elk van de miljoenen planten die Hij heeft geschapen, haar eigen specifieke stofwisseling heeft, via dewelke de plant de stoffen die in de bodem aanwezig zijn, op zodanige wijze met haar eigen bestanddelen en haar soortgebonden groeiplan in verbinding brengt, dat uit dit geheel een reeks specifieke omzettingen kunnen voortkomen. De plant schijnt als het ware volledig nieuwe stoffen te 'scheppen'. In werkelijkheid is het niet de plant zelf, maar de onzichtbare Goddelijke Intelligentie die in haar is 'opgeslagen', die deze omzettingen laat plaatsvinden en die nieuwe stoffen 'schept'. Op deze wijze werkt Gods scheppingswerk zich dagelijks in miljarden planten verder uit. De eindproducten van deze omzettingen zijn miljarden stoffen, welke de plant dus niet uit de bodem kan halen, maar die in haar tot stand komen. Vele van deze stoffen bezitten het vermogen om in het menselijk lichaam genezingsprocessen op gang te brengen. In het menselijk lichaam dan weer, ontvouwen zich door het contact tussen dergelijke stoffen en de in het lichaam werkzame Goddelijke Intelligentie, processen die naar de genezing van vele ziekten kunnen leiden.

Ziekte heeft een diepe zin. Ongeacht of zij lang duurt of slechts enkele dagen, of zelfs weinige uren, zij heeft altijd een bijzondere betekenis in het kader van Gods Werken. Met elke ziekte beoogt God een tweeledig doel:

  1. Zij heeft een rol te vervullen in de verwezenlijking van Gods Heilsplan, tot aanvulling van het Lijden van Christus tot Heil van alle zielen.
  2. Zij geeft vorm aan de vervolmaking van de eigen ziel. In de beperkingen van het eigen lichaam, die vooral tijdens ziekte voelbaar worden, leert de ziel zichzelf het beste kennen. In de toestand van lichamelijk lijden wordt de ziel van de ervaring van haar lichaam als middelpunt van alle verwezenlijkingen weggeleid, en wordt zij zich beter van haar ware spirituele gesteldheid bewust. De ziel komt als het ware tot het inzicht dat zij haar leven niet op haar lichamelijke krachten mag en kan opbouwen, omdat zij daarop namelijk uiteindelijk niet kan vertrouwen. Omdat de ziel tijdens de ziekte moet leren omgaan met de toestand van haar lichamelijke beperktheden, wordt de ziekte tot een voortreffelijke school in de vervolmaking van een deugdzaam leven. Tijdens de ziekte kan de ziel een ware christen worden, dit wil zeggen dat zij het spirituele leven zo vruchtbaar kan laten worden dat 'navolging van Christus' niet langer slechts lege woorden zijn.

Elke lichamelijke ziekte brengt in de ziel spanningen tot stand. Plots – of geleidelijk aan – moeten aanpassingen worden gemaakt, want het hele leven verandert in diverse opzichten zijn verloop.

Dit alles brengt met zich mee dat aan de ziel totaal nieuwe eisen worden gesteld. Aangezien zij doorgaans in diverse opzichten afstand moet doen van het gebruikelijke verloop van haar dagen, is de kans niet klein dat de ziel tegen de Goddelijke beschikking protesteert. God beoogt nochtans met de ziekte bepaalde ontwikkelingen binnen het spirituele leven. Tegen deze bedoeling protesteren, is derhalve een daad van ongehoorzaamheid. Op gelijkaardige wijze wordt de ziel door haar ziekte op diverse deugden beproefd (geduld, Geloof, Hoop, enzovoort). Dit is de reden waarom er geen doelmatiger weg bestaat om de heiliging te bevorderen, dan de ziekte.

De heiliging verloopt niet vanzelf omdat men ziek is, maar op voorwaarde dat de ziel dit proces bewust gebruikt om zich te vervolmaken. Dat kan zij het beste doen door haar ziekte aan Maria toe te wijden, opdat de Koningin des Hemels haar intens in dit proces zou begeleiden en haar erbij zou helpen, haar hele ingesteldheid tegenover zichzelf en haar leven een nieuwe gedaante te geven. Wanneer zij dan gewetensvol met de uitwerkingen van haar toewijding meewerkt, en daadwerkelijk in alle deugden wil groeien, kan de ziekte voor haar tot springplank naar een hoger niveau van spiritueel leven worden, en voor Gods Heilsplan rijke vruchten opleveren. In de mate waarin de ziel de sporten op de spirituele ladder beklimt, zal zij ertoe geneigd zijn, de ziekte meer van harte te verwelkomen omdat zij deze dan als datgene kan zien, wat zij werkelijk is: een goudmijn. Ik geloof dat U reeds van deze gewaarwording hebt mogen proeven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 217
Is dit Apostolaat een voortzetting van de roeping van de Heilige Montfort?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen in Jezus en Maria,

Het verheugt mij zeer dat U het Apostolaat hebt leren kennen.

Dit Apostolaat is niet in de letterlijke zin een voortzetting van het werk van de Heilige Grignion de Montfort: Elke roeping is eenmalig, en het Myriam van Nazareth Apostolaat (vanaf Pasen 2012: Maria Domina Animarum Werk) staat op zichzelf en heeft een eigen specifieke zin en een eigen specifiek doel. Nochtans is Uw opmerking niet helemaal onterecht. Sedert Maria mij in 1997 tot Haar dienst riep, heeft Zij in mij heel veel uitgewerkt. In 2005 voltrok Zij aan mij de Hemelse Bruiloft, die Zij de hoogste vorm van mystieke vereniging noemt. Heel spoedig daarop verkondigde Zij Zichzelf voor het eerst als de Meesteres van alle zielen, een hoedanigheid die Zij omschreef als de 'absolute bekroning' van Haar hoedanigheden, die echter pas toen voor het eerst aan de wereld werd verkondigd.

In deze hoedanigheid heeft Zij alles samengebracht wat Zij door mij vóór die tijd heeft laten verkondigen, en alles wat nog zou komen, en Zij noemde dit geheel de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Hierin verkondigt God Maria aan de zielen als de absolute top van de spirituele volmaaktheid, en worden de Mysteries verkondigd door dewelke de zielen het Goddelijk Leven (de top van de heiliging) leren kennen. De Meesteres van alle zielen is ertoe geroepen, in deze Laatste Tijden de zielen van binnenuit naar de heiligheid te leiden, en op deze weg de grondvesting van Gods Rijk op aarde, waarvan Jezus Christus de wortels heeft gezaaid, tot zijn voltooiing te brengen.

De Meesteres van alle zielen wil dit 'Werk der Werken' in deze tijden door Myriam naar de zielen brengen, en heeft dit Werk inderdaad ooit de volledige uitwerking en verdieping genoemd van de principes, die Zij ooit door 'Haar geliefde zoon Grignion de Montfort' heeft laten neerschrijven. Deze heilige schreef ooit dat in de Laatste Tijden de volheid van de Waarheid over de Heerlijkheid en de rol van Maria bekend zou worden gemaakt. De Meesteres bevestigde mij in 2005 dat Zij in deze hoedanigheid en via de door Haar onderwezen Wetenschap van het Goddelijk Leven daadwerkelijk de vervulling brengt, die deze grote heilige heeft mogen profeteren.

Zo goed is God, dat wij in onze duistere dagen van dit wonder mogen getuigen. Alle duisternis wordt beantwoord door Licht. Dit zou het diepe wezen van ons Apostolaat kunnen samenvatten, dat door Maria het Apostolaat van de Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid wordt genoemd.

Ik wens U allen van harte een weg vervuld van Licht onder de opgaande en nooit meer ondergaande zon van de Hoop.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 218
Hoe kan de ziel de Heilige Geest in zich voeden? – Wat zoekt de Heilige Geest in de ziel? – Gebed met het hart, en concentratie in het gebed

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank ik U voor de diepe vragen die U mij hebt laten toekomen. Een diepe vraag is zoals een klop op de Hemelpoort: De ziel zoekt de Geest Gods in een verlangen om door de Eeuwige Wijsheid te worden toegelaten tot de Fontein der kennis, aan dewelke zij zich kan reinigen en aan dewelke zij de verzadiging vindt, die niets ter wereld haar kan geven. U vraagt hoe de ziel de Heilige Geest in zich kan voeden?

Om deze vraag te beantwoorden, moeten wij erachter komen, hoe de ziel de Heilige Geest kan aantrekken en Hem ervan kan overtuigen dat zij een aangename woonplaats is.

De Heilige Geest kan vanwege de ziel twee verschillende uitnodigingen krijgen:

  • ofwel nodigt de ziel Hem uit om bij haar op bezoek te komen. Hij zal komen, zal voor de ziel bloemen meebrengen en zal spoedig opnieuw vertrekken;
  • ofwel nodigt de ziel Hem uit om bij haar te blijven wonen. Hij zal komen, doch nu met bagage, en zal bij de ziel Zijn intrek nemen.

Wat is het verschil?

Wanneer de ziel in een ogenblik van vurigheid een gebed of schietgebed naar God toe stuurt en Hem om hulp vraagt, kan God Zijn Geest in de ziel uitstorten. Indien de ziel dit alles, nadat zij hulp heeft mogen ervaren, spoedig vergeet, zal Gods Geest Zich opnieuw terugtrekken, tot Hij ervan overtuigd is dat Hij verder welkom blijft en de ziel een enigszins duurzamer verlangen naar Hem heeft ontwikkeld.

Wanneer de ziel zich echter aangetrokken voelt tot een leven in voortdurende aanraking met God, zal Gods Geest Zich over haar ontfermen, omdat zij zich waarlijk voor Hem openstelt. Hij betreedt dan als het ware de ziel met een koffer vol genaden, die onuitputtelijk zijn. Hij vestigt in haar Zijn burcht, die Hij ombouwt tot een vesting waarin Hij leeft en in dewelke Zijn adem de lucht vervult. Zijn Gaven zijn onuitputtelijk, omdat aan al het Goddelijk nooit een einde komt.

Wat kan de Heilige Geest dan aantrekken? Wat zoekt Hij in de ziel?

In wezen zoekt de Heilige Geest in de ziel vooral de volgende drie dingen:
  1. gelijkenis tussen de ziel en God,
  2. de vaste wil van de ziel om heilig te worden,
  3. Maria, Zijn Bruid.

Laten wij deze drie voorwerpen van Zijn zoektocht even van meer nabij bekijken:

  1. De Heilige Geest zoekt in de ziel de gelijkenis met God. Het is de voornaamste component van de roeping van elke ziel, dat zij ernaar hoort te streven, te groeien tot beeld en gelijkenis van God. Te dien einde moet de ziel er oprecht toe bereid zijn, haar vrije wil in alles aan God af te staan. Dit is niet gemakkelijk, want het veronderstelt dat zij zichzelf en haar eigen behoeften volkomen op de achtergrond stelt. De gelijkenis met God bereikt de ziel in de mate waarin haar wil identiek wordt met de Wil van God, omdat God Zich des te dieper in de ziel uitwerkt naarmate zij Hem in alles laat begaan. Hij maakt haar dan tot een spiegel van Zijn Hart.
  2. De Heilige Geest zoekt in de ziel haar vaste wil om heilig te worden. Heilig worden, betekent, via al zijn woorden en handelingen, via al zijn gedachten, via al zijn gevoelens en via al zijn verlangens Heil over de Schepping brengen. Heil brengen, kan de ziel slechts wanneer zij in alles Gods Werken doet en Zijn Wetten in acht neemt. De ziel leeft dan in ware deugdzaamheid en schuwt elke zonde, elke ondeugd, elke dwaling, elke bekoring. Zij wordt hierdoor tot een volledig betrouwbaar werktuig van God op aarde.
  3. De Heilige Geest zoekt in de ziel Maria, Zijn Bruid. Gods Wet heeft tussen de Heilige Geest en Maria een bijzondere relatie tot stand gebracht. Maria heeft een leven lang de volmaakte heiligheid in elk detail van Haar dagelijks leven beleefd en in toepassing gebracht. Zij handelde, sprak, dacht, voelde en wilde in absoluut volmaakte eenheid met de Heilige Geest, in volmaakte Hemelse Bruiloft. Nooit heeft de Heilige Geest op aarde een tweede ziel gevonden, die Hem een zo volkomen spiegel van Gods Hart en Wil kon tonen. Hij houdt er buitenmate veel van, in een ziel de volkomen heerschappij van Maria aan te treffen. Wanneer in de ziel alle innerlijke processen zijn voorzien van Maria’s handtekening, bevestigt dit jegens de Heilige Geest dat de ziel met de Koningin des Hemels het verbond der heiliging heeft gesloten. De ziel wordt hierdoor tot een magneet die de Heilige Geest aantrekt.

De ziel die Gods Geest toont dat zij naar Zijn voortdurende Tegenwoordigheid en werking in zich verlangt, wordt steeds grondiger door Hem beheerst. Bij voorkeur werkt de Heilige Geest via Maria. Hij laat in het hart het Vuur van de Liefde tot de Koningin des Hemels steeds hoger oplaaien, net zoals in het hart het Vuur van de Liefde tot de Heilige Geest kan oplaaien. Men zou het zo kunnen uitdrukken, dat de Heilige Geest en Maria Hun volmaakte Bruiloft ook in de ziel vorm geven, alsof de ziel tot een bruidsvertrek wordt, waarin Gods Geest en Maria steeds opnieuw versmelten en vruchten van Heil voortbrengen.

Wanneer de Heilige Geest in de ziel tot blijvende Gast wordt, moet zij Hem ook het voedsel aanbieden waarnaar Hij voortdurend op zoek is, opdat Hij Zich in de ziel goed zou voelen. Kan de ziel God wel iets aanbieden dat Hij nodig zou hebben? Eigenlijk, gelet op het feit dat God op Zich bestaat en dat het Goddelijk Wezen alles omvat: neen. Niettemin heeft God wel degelijk één behoefte die in Hem onverzadigbaar is: Hij verlangt ernaar dat de Liefde, die Hij onophoudelijk vanuit Zijn Hart doorheen de Schepping laat stromen, in zoveel mogelijk zielen het Goddelijk Leven zou laten ontkiemen en op grond van de heiliging der zielen in stromen naar Hem terug zou keren. Wanneer de Goddelijke Liefde op haar weg doorheen de Schepping wordt aangevuld met de wilsakten van zoveel mogelijk zielen, wordt Gods Hart als het ware steeds groter: Hoe meer zielen hun eigen wil met de Wil van God laten versmelten, des te sneller verwezenlijken zich Gods Werken en Zijn Heilsplan.

Er bestaat derhalve geen voedsel dat de Heilige Geest méér zou bevallen dan de oprechte, ware, onzelfzuchtige Liefde. De Liefde is Goddelijk voedsel voor de ziel en 'voedt' ook God Zelf, zodra zij vanuit mensenzielen naar Hem terug wordt geleid als getuige voor het feit dat deze zielen verlangen naar Zijn Werken in hun leven.

Opdat de ziel waarlijk actief deel zou hebben aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan, moet de ziel zich ononderbroken voeden. In haar moet het laagste niveau van haar wezen, deze van de wereldse gewaarwordingen en behoeften, uitgehongerd worden. De hogere niveaus van haar wezen, deze van de spirituele gewaarwordingen, de vergeestelijking, het geweten, de kiem van de heiligheid enzovoort, moeten het grootste gedeelte van haar hele levenskracht in zich kunnen samentrekken. De ziel kan dit vooral verwezenlijken door haar vrije wil in de dienst van God te stellen en zich steeds méér van haar wereldse behoeften te ontdoen. De ziel zal zich daardoor steeds verder openen, omdat zij dan nog slechts door God gevoed wil worden. Zij zal ook steeds hogere doses van de liefdesstroom in zich opnemen.

Met betrekking tot Uw vraag hoe men beter geconcentreerd kan bidden, dit gebed in zich kan koesteren en laten groeien, zodat men de eigen roeping kan herkennen en het hart helemaal kan openen:

Het bidden met het hart (in het hart, vanuit het hart) is een verworvenheid van de bevruchting van het zaad van Gods Liefde in de ziel. Wanneer Gods Liefde in de ziel waarlijk wortel schiet, ontstaat tussen de ziel en haar God een voortdurende wisselwerking, een uitwisseling van Liefde en voedsel van God uit, tegen handelingen, woorden, gedachten en verlangens van de ziel uit, die door de ziel aan God worden aangeboden als bijdragen tot Gods Werken en als lofprijzing en liefdesverklaringen. Deze voortdurende uitwisseling zuivert de ziel en vergroot in haar het vermogen om God vanuit het hart te ontmoeten, dit wil zeggen: Hem geen lege handelingen en woorden te geven, doch handelingen en woorden die steeds gehuld zijn in Liefde.

Elk gebed met het hart begint met een verlangen naar intense aanraking met God, respectievelijk met Maria. Het is de Liefde die de ziel over elke hindernis heen brengt. Het is de Liefde die elke ziel de kracht geeft om zichzelf te overwinnen en elk gebrek aan spirituele gewaarwording uit de weg te ruimen. Indien het niet lukt om geconcentreerder met het hart te bidden, moet de ziel allereerst met aandrang bidden om de kracht om zich zodanig te kunnen openen, dat zij Gods Liefde doelmatiger in zich moge kunnen opnemen. Ware Liefde, Ware Hoop en Waar Geloof zijn als het ware de stroomgeneratoren van de ziel. Zelfs lichamelijke zwakte en gebrekkige concentratie kunnen door een aangewakkerd Liefdesvuur worden gecompenseerd. Men zou het zo kunnen uitdrukken, dat een aangewakkerd Liefdesvuur de ogen van de ziel het Licht brengt, door hetwelk de ziel zich beter op Gods beeld kan concentreren. Door dit proces wordt het 'doel' van de gebeden om zo te zeggen levendiger en vindt de ziel een bijzondere stimulans om al het overige uit haar gezichtsveld te verwijderen.

De ware concentratie in het gebed is een dochter van de Ware Liefde. Om groei in de Ware Liefde moet de ziel vragen, en wel dagelijks. De Ware Liefde kunnen beleven, dit wil zeggen: in de praktijk kunnen toepassen, is een genade om dewelke met aandrang gevraagd moet worden. De Liefde is het goud van de ziel. De reden waarom de ziel zo hard moet strijden om de ontwikkeling van de Ware Liefde in zichzelf, ligt hierin, dat de Ware Liefde de sleutel tot haar Verlossing, tot haar heiliging, tot haar Eeuwige Gelukzaligheid en tot slot ook tot de grondvesting van Gods Rijk op aarde is. U schrijft het zelf: "Waar uw schat is, daar is ook uw hart". De grote schat van de ziel is de Liefde van God en tot God. In deze relatie moet ook Uw hart liggen, want alles wat zij voor de eeuwigheid nodig heeft, ligt in deze relatie besloten.

Lieve broeder, houdt U vast aan het vaste verlangen naar stabiele Liefde en vergeestelijking, want de wereld kan U niets geven dat de ziel kan verzadigen. De Liefde en de vergeestelijking kunnen dit wel, want in hen ligt de voltooiing van het Goddelijk Leven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 219
Zijn er 'aardgebonden' zielen van overledenen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Moeder Gods verheugt Zich over Uw vraag omdat Zij klaarheid wil verschaffen over één en ander, wat door zielen niet in het juiste perspectief wordt gezien. Ik zal Uw vraag letterlijk weergeven, opdat geen misverstanden zouden kunnen ontstaan:

Enige tijd geleden hebt U op Uw site geschreven dat wanneer de mens overleden is, hij onmiddellijk vóór Gods Aanschijn verschijnt. Hoe gaat het dan met aardgebonden zielen? Er zijn mensen die deze zielen kunnen waarnemen...

Maria wil er eerst en vooral laten op wijzen dat niet de ziel zelf haar wijze van bestaan na haar aardse dood bepaalt, maar God. Gods Wet heeft het inderdaad zo voorzien dat de ziel onmiddellijk na haar aardse dood vóór God verschijnt. De reden daarvoor valt reeds te begrijpen uit de bedoeling van het leven op aarde. De ziel wordt uitsluitend in de wereld gezonden om hier bij te dragen tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan, en om zichzelf te heiligen op grond van de verdiensten van de Goddelijke Verlosser Jezus Christus. Wanneer de tijd die God de ziel in Zijn Wijsheid en Voorzienigheid, en op grond van de noden van Zijn Heilsplan op aarde heeft vergund, ten einde loopt, roept God de ziel tot Zich terug en maakt onmiddellijk de balans op van haar voorbije leven. Indien dit niet zo was, dan zou de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid niet worden vervuld, want de balans van het voorbije leven evalueert de mate waarin de ziel op aarde aan de eisen van de Goddelijke Liefde heeft voldaan:

  • In hoeverre heeft Zij Gods Liefde in zich opgenomen?
  • In hoeverre heeft zij deze Liefde in zich laten rijpen en haar in zichzelf in alle situaties van het leven zodanig benut dat zij daadwerkelijk op de weg naar de heiliging is gevorderd?
  • In hoeverre heeft zij deze Liefde aan andere schepselen overgebracht? Het Goddelijk Leven is als een klaar, borrelend, volmaakt zuiver water. Zodra de Goddelijke Liefde niet in en doorheen de ziel stroomt, vertroebelt dit water en wordt het zienderogen onzuiverder. Een ziel kan Gods Licht slechts in zich benutten en over haar omgeving uitstralen in de mate waarin zij zuiver is.

Het antwoord op elk van deze drie vragen toont aan, in hoeverre de ziel de van haar verlangde bijdrage voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan heeft geleverd of niet, en in hoeverre zij zich heeft geheiligd.

Wat voor zin zou het eigenlijk (voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan) hebben dat God telkens weer zielen in een 'aardgebonden' toestand een soort van 'schaduwleven' zou laten leiden? De Meesteres laat op een niet mis te verstane wijze opmerken dat deze opvatting volledig tegen de zin en het doel van het Goddelijk Heilsplan indruist, en dat zielen derhalve elke uitspraak met betrekking tot aardgebonden zielen en verschijningen van zielen, die zich zogenaamd in de zijnstoestand van het vagevuur bevinden, met uiterste voorzichtigheid moeten benaderen.

Wanneer het leven op aarde is voltooid, zijn er voor de ziel twee mogelijke bestemmingen:

  • ofwel wordt zij naar de hel verwezen omdat zij zichzelf tot haar laatste vezel van de Goddelijke Wet van de Liefde heeft losgesneden, en derhalve alle Goddelijk Leven in zich heeft gedood,
  • ofwel betreedt zij de Hemel, hetzij rechtstreeks omdat zij, naar Gods Oordeel, de Liefde in zich tot volmaaktheid heeft gebracht, hetzij na een tussenstap in het vagevuur, door dewelke zij zich in de Liefde kan vervolmaken. Ik citeer de woorden van de Koningin des Hemels: "Er bestaat geen ander niveau van bestaan"

Met betrekking tot de beweringen van een bepaalde ziel dat zij zielen in een dergelijk 'schaduwbestaan' kan zien of heeft gezien, dergelijke zielen heeft 'gewekt', enzovoort, maant de Moeder Gods tot de grootste voorzichtigheid. Zij laat opmerken:

  • dat zielen op het bestaansniveau van de Hemel hun weg van Verlossing en heiliging hebben voltooid, en er voor God niet de geringste reden zou zijn om deze zielen toestemming te geven om zich in eigenaardige manifestaties op aarde te vertonen, ook al zouden slechts 'helderziende' zielen hen kunnen waarnemen;
  • dat zielen op het niveau van het vagevuur niet met spoken of geesten mogen worden verward, want dat deze zielen namelijk slechts één taak hebben, die volledig onder Gods controle staat: de vervolmaking van hun Liefde met het oog op hun uiteindelijke intrede in de Eeuwige Gelukzaligheid. Maria wijst er de zielen met klem op, dat op aarde slechts aan enkele heilige zielen vergund is geweest, zielen uit het vagevuur waar te nemen, en deze min of meer 'rechtstreeks' bij hun Verlossing te helpen. In veruit het grootste aantal gevallen – aldus Maria – dient geen geloof te worden geschonken aan uitspraken met betrekking tot het waarnemen van zielen die zich op het bestaansniveau van het vagevuur bevinden;
  • dat 'helderzienden', indien zij hun begaafdheid dan al van God hebben ontvangen, niet zullen getuigen over 'verschijningsfenomenen' die er niet zijn. Voor God bestaan er trouwens geen 'helderziende' zielen, doch slechts zielen aan wie een 'andere' diepte van beschouwen is vergund, omdat zij deze begaafdheid nodig hebben om bepaalde taken te benutten voor de bevordering van de heiliging van zielen op aarde. Maria raadt af, dergelijke zielen als 'helderziende' te betitelen, want het gaat hier om mystiek begaafde zielen. In Stormschrift nr. 18 kunt U een goede omschrijving over de mystiek vinden. De Moeder Gods waarschuwt ervoor, dat er zogenaamde 'helderzienden' zijn, die door de satan worden misleid met de bedoeling, dat zij (vaak vermeende) waarnemingen, bovendien nog door eigen interpretaties vervormd, als bovennatuurlijke fenomenen bekend zouden maken. De satan houdt ervan, zich van dergelijke mogelijkheden te bedienen om de zielen in angst of onzekerheid te brengen.

De Moeder Gods laat erop wijzen, dat de voormelde verschijningen voor het overige slechts in één context kunnen bestaan, en wel wanneer het gaat om zielen die de intrede in het Paradijs voor zichzelf voor eeuwig onmogelijk hebben gemaakt. Deze zielen zijn de enigen die in zekere mate als 'aardgebonden' kunnen worden bestempeld, en wel voor zover zij ertoe worden gedwongen om aan de vernietigingswerken van de satan deel te nemen.

Sommige zielen zullen deze stellingen moeilijk kunnen accepteren. Ik getuig desondanks dat ik met deze woorden, zoals trouwens altijd, niets anders dan de woorden van de Meesteres van alle zielen naar voor heb gebracht, die deze woorden slechts laat verkondigen om ook deze weg van misleiding in zoveel mogelijk zielen op te breken.

De werkelijkheid zoals bepaalde zielen zich deze voorstellen of graag zouden voorstellen, is vaak heel ver van Gods werkelijkheid afgedreven. Het levert geen enkele ziel vruchten op, star aan een schijnwerkelijkheid vast te houden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 220
Ziekte als levensroeping – Hoe komt men tot een ongeremde instelling jegens de medemens?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Zo vaak heb ik reeds moeten schrijven, omdat het van wezenlijk belang is voor de spirituele ontwikkeling: In onze ziekten zitten onze grootste schatten verborgen. Zij helpen ons in de hoogste mate om de beide ware doelstellingen van het leven op aarde te verwezenlijken: De eigen heiliging en de voltooiing van het Goddelijk Heilsplan. Deze waarheid heeft Uw dochter (nog) niet begrepen. Zij schijnt er ergens niet in te slagen om op een goede manier om te gaan met het feit dat haar moeder sinds lang vaker ziek is. Dat is zeer jammer, en wij moeten haar daarom aan de Meesteres van alle zielen aanbieden en om haar ontsluiting vragen.

Uw dochter beschouwt Uw ziekte als een afwijking die er niet mag zijn. Dat is de menselijke visie. God ziet dit totaal anders. Het feit dat U Uw ziekte aanvaardt en haar toewijdt, is de duivel een doorn in het oog. Daarin ligt een belangrijke reden voor de vijandigheid van Uw dochter. Zij is met een spirituele last beladen uit het buitenland teruggekomen. Dat heeft haar onvermogen om met Uw toestand om te gaan, nog verder in het gedrang gebracht. In principe is Uw dochter zeer onzeker. Het lijkt voor haar niet mogelijk te zijn, de positieve kant (de zonnezijde) van de dingen te vinden, en zij kijkt bij alles steeds naar het negatieve dat in het oog springt. Bijvoorbeeld: Wanneer zij U, haar moeder, beschouwt, ziet zij niet de rozen, die U door Uw ziekte in Uzelf draagt, maar de doornen. Omwille van haar onzekere natuur had zij altijd nood aan een moeder die op haar het effect had van een onwankelbare steun. Zij is van mening dat U niet aan deze voorstelling voldoet, dus is zij vervuld van wrok, en zeer negatief ingesteld.

Is dit Uw schuld? Allesbehalve. Uw dochter moet leren dat de zich herhalende chronische ziekte van haar moeder het lot is, een wezenlijk deel van een levensroeping, door God aan haar moeder geschonken. God verwacht van Uw dochter dat zij met Uw toestand iets doet: De zin van de zwakke lichamelijke natuur van haar moeder bestaat onder andere daarin dat zij, de dochter, deze als hulpmiddelen zou moeten gebruiken om in diverse deugden te groeien: tolerantie, naastenliefde, Wijsheid (in haar geval: begrip voor Gods Werken).

God brengt zielen samen opdat zij van elkaar zouden leren. Al onze medemensen zijn springplanken naar onze heiliging. Elke ziel heeft haar eigen natuur, haar eigen karaktertrekken en humeur. Het is onze plicht, deze persoonsgebonden trekken te beschouwen als stimulansen vanwege God om één en ander in ons tot vervolmaking te brengen. Zolang wij niet alles verdragen, ontbreekt er nog iets aan onze Liefde. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: De roos moet de doorn leren liefhebben en de doorn de roos, want God heeft hen ertoe bestemd, samen één geheel te vormen, samen een element van Zijn Werken te vervullen. Hij doet dit in Zijn volmaakte Wijsheid, die het allerhoogste Heil in het vooruitzicht stelt voor de ziel die deze opdracht aanvaardt en daadwerkelijk betracht om daarvan het beste te maken.

Op deze wijze worden ettelijke miljoenen zielen groepsgewijs of in paren samengebracht, en zo observeert God elk van deze relaties in de hoop dat zij ooit tot een rozentuin uitgroeien. Elke relatie tussen zielen, binnen dewelke de betreffende zielen de hoogste mate aan Liefde trachten te verwezenlijken, die zij nodig hebben om op een lichtvolle wijze om te gaan met de partners in deze relaties en hun zwakheden, is ertoe geroepen om als tuin te bloeien. Mocht dit in elke relatie op aarde het geval zijn, dan zou deze wereld tot een waar paradijs uitgroeien.

Hoe zou U zich tegenover Uw dochter moeten gedragen?

  • Smeekt U Maria vurig om de nodige kracht om de Liefde zozeer in U te kunnen laten groeien en rijpen dat U boven Uzelf kunt uitstijgen. U zult er daardoor steeds beter in slagen, Uw dochter ook dan vurig te beminnen (en vooral deze Liefde te tonen), wanneer zij tegenover U zeer onrechtvaardig is;
  • Smeekt U Maria er vurig om, Uw verleden totaal in de bodem van Haar Onbevlekt Hart te begraven, opdat het:

- geheiligd zou worden en derhalve de volle vruchtbaarheid binnen Gods Heilsplan moge kunnen opleveren;

- als het ware uit Uw geheugen zou worden weggewist. Willen wij een medemens totaal ongeremd en onbevangen tegemoet kunnen treden, dan moeten wij hem, om zo te zeggen, kunnen beschouwen alsof hij nog nooit in ons leven zou zijn geweest, of alsof vandaag de eerste dag van ons leven zou zijn en wij derhalve geen enkel verontreinigd gevoel over om het even welke ziel zouden hebben.

Het komt er op aan, Uw dochter niet met woorden maar door Uw wijze van zijn, door Uw hele ingesteldheid, te tonen dat een ziel ondanks lichamelijke ziekte zeer veel Licht in zich kan dragen. Jezus zegt: "Bemint elkaar tot het uiterste. Daaraan zal men herkennen dat jullie Mijn apostelen zijn". Precies dezelfde plicht rust op ons als aan Maria toegewijde zielen. De totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria bereikt de top van haar volmaaktheid waar de ziel tot spiegel van Maria wordt: Zij straalt haar Meesteres uit naar alles om haar heen. Wanneer U hierin slaagt, met de hulp van de Moeder Gods, dan zal deze geheime 'toevoeging' Uw dochter niet ontgaan, en onder de macht van Maria zal zij zich geleidelijk bekeren. Deze belofte is niet zomaar een speculatie, maar ik verkondig hiermee een waarheid, die de Meesteres van alle zielen mij meermaals heeft bevestigd, en die ik in de praktijk in werking heb mogen zien. Dit is één van de wijzen via dewelke de Hemelse Meesteres haar macht over zielen kan laten blijken. Vandaag nog zal ik Uw dochter aan de voeten van de Koningin des Hemels neerleggen. Hebt U toch vertrouwen en verheugt U zich nu reeds op een wonder van Liefde.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 221
Nooit zou God of Maria een ziel aanraden, de naaste niet te beminnen en zich tegenover hem of haar vijandig te gedragen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank dat U de Koningin des Hemels de gelegenheid biedt om één en ander van wat U is overkomen, toe te lichten.

Gebed is communicatie met God. In principe ligt het in de aard en de doelstelling van het gebed, dat de ziel zich door het gebed van zichzelf losmaakt en God zoekt uit zuivere Liefde. Precies zoals een mens een geliefde medemens bezoekt, met hem of haar spreekt, naar hem of haar luistert, en interesse betoont voor wat in zijn of haar hart omgaat, zo moet het ook in het gebed zijn. In het ideale geval zou gebed als een bezoek bij God kunnen worden beschouwd, waarbij de ziel met God spreekt, naar Hem luistert, en interesse betoont voor wat in Hem leeft. Concreet betekent dit dat de biddende ziel zich richt naar wat God verlangt, opdat zij Zijn Werken moge kunnen helpen bevorderen.

Wanneer wij uitgaan van de kennis dat God Liefde is, slechts Liefde schenkt, en door al Zijn Werken Liefde tracht door te geven omdat de Liefde de enige drijvende kracht van het Goddelijk Leven en van de heiliging van alle zielen is, hoe kan een ziel er dan van uitgaan dat zij op inspiratie van God wordt opgedragen, ervoor te bidden dat bepaalde andere zielen (en dan nog wel in gezinsverband) die liefdevol met elkaar omgaan, zich van elkaar zouden moeten losmaken? Ook wanneer men een dochter de raad geeft, haar moeder uit de weg te gaan, doet men niet Gods Werk, want God scheidt niet, maar wil uitsluitend en alleen dat zielen zich met elkaar verzoenen, elkaar liefhebben, en goed met elkaar trachten op te schieten. God geeft geen enkele ziel de raad, haar eigen moeder als haar vijand te beschouwen.

Wanneer in een relatie tussen zielen vijandschap heerst, of één van de betrokken partijen schaadt de andere partij op één of andere wijze, vooral in de ziel, kan God of Maria onder bepaalde omstandigheden de benadeelde ziel of de ziel die spiritueel in gevaar verkeert, de raad geven, een beetje afstand te nemen van de kwetsende partij, in noodgevallen zelfs, zich voor een bepaalde periode van deze andere te scheiden, maar in dat geval zal God de benadeelde partij steeds aanraden, de kwetsende partij oprecht met het hart lief te hebben, haar te vergeven en voor haar te bidden. Nooit zal God of Maria een ziel aanraden, afstand te nemen en zich bovendien nog onverholen vijandig tegenover de andere te gedragen.

Wanneer U zich dus afvraagt of de duivel hierbij betrokken is, kan ik slechts zeggen dat het hier niet gaat om advies van de Hemel. Wanneer een ziel beweert dat zij dergelijke inspiraties krijgt tijdens het gebed, dan beledigt zij daardoor Gods Liefde.

Draagt U Uw dochter, maar ook de vermelde andere zielen, door dewelke de adviezen zijn gegeven, verder door vurige toewijding over aan de Meesteres van alle zielen. Vergeeft U hen allen, en doet U al het mogelijke om in het verborgene van Uw hart deze zielen door de kracht van de Ware Liefde voor het Licht te helpen ontsluiten. Het gaat tenslotte om zielen die gevangen en geboeid zijn, en zich niet uit eigen kracht kunnen bekeren. Zo belangrijk is in Gods ogen de Liefde, dat Hij het zo heeft beschikt, dat zielen vaak door bemiddeling van hun eigen 'vijanden' ontsloten 'en bevrijd worden. Voor de liefhebbende ziel ligt daarin de gelegenheid om tot volmaaktheid in de zelfverloochening te groeien, en voor de vijandig gezinde ziel de gelegenheid om de macht van de ware, onzelfzuchtige Liefde te leren kennen.

Het feit dat Uw dochter zo negatief is ingesteld, hoeft U derhalve niet te verwonderen: Haar ziel is tenslotte door een duistere levensinstelling bezwaard geraakt, die alle Goddelijk Leven in haar volledig verlamt. Deze ziel kan onder dit gewicht niet blijmoedig en liefdevol blijven, aangezien de inwendige Vrede en de levenskracht van de Ware Liefde haar zijn ontnomen: De ware innerlijke Vrede en de levenskracht worden slechts door de Ware Liefde gevoed. Wanneer de stroom van de Liefde wordt onderbroken, wordt de ziel van God losgesneden, wordt haar contact met God – indien daar dan nog sprake van is – inhoudsloos en gevoelloos, en verliest de ziel de Hoop en de levensmoed. Zij brengt dit verlies tot uitdrukking door wrokkig en ontevreden te worden, en doordat zij op alles iets aan te merken heeft, omdat het geweten – dit alarmsysteem van de ziel dat ons voor elke overtreding tegen Gods Wet van Liefde waarschuwt – deze gesteldheid als 'onwettig' herkent.

Van Hoop vervuld, neem ik deze zielen in mijn hart op, evenals de door U in dit verband reeds doorstane pijnen, en vertrouw deze toe aan Maria. Zij is het, die de zielentuinen koestert en verzorgt, vooral deze, in dewelke de doornstruiken de rozen hebben verdrongen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 222
Over de betekenis van beproevingen – kunstmatige bevruchting – beproevingen als kansen tot goedmaking – ontmoediging als wapens van de duivel – waarom is een foto van een hulp behoevende ziel overbodig – voorwaarden voor spirituele hulp

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het wonderlijke aan elke levensweg is de vaststelling dat elke ziel op aarde op haar manier bepaalde dingen meemaakt en dat dit steeds op één of ander wijze binnen Gods Heilsplan past. De zielen zien dit echter meestal niet of niet onmiddellijk. Telkens weer gebeurt het dat een ziel de ware zin van het lijden of van een beproeving pas na jaren inziet en er zich, in het verborgene, zelfs nog kan over verheugen. Ja, onze beproevingen in hun duizenden diverse vormen zijn steeds een liefdesverklaring van God.

Het gebeurt zeer vaak dat een ziel, terwijl zij een beproeving doormaakt, één of andere compensatie voor dit lijden zoekt. De strijd tegen de lasten van de beproevingen vertoont overeenkomsten met de trektocht door het oerwoud: De ziel voelt zich onzeker, schijnt elk houvast te verliezen en dreigt te verdwalen. Voor haar lijkt het alsof zij nog slechts leeft om deze beproeving te overleven, terwijl al het andere daarbij in het niets verzinkt. Gevoelens van zinloosheid en eenzaamheid overheersen al gauw. Later, wanneer de betreffende levensfase – of deze nu van korte of lange(re) duur is – voorbij is, kan de ziel opnieuw adem halen en in het hart de vrijheid terugvinden die zij nodig heeft om de beproeving vanuit het juiste perspectief te beschouwen. Indien zij de genade op de juiste wijze heeft opgenomen, zal zij dan inzien dat God deze fase heeft toegelaten omdat zij tot iets anders moest leiden.

U hebt kinderen gewenst, maar Uw man kan geen kinderen verwekken. Aangezien U sedert jaren zeer veel had gewerkt en U daarbij zeer veel emotionele kwetsuren hebt opgelopen, kon het risico groeien dat U zich tot elke prijs uit deze situatie wilde bevrijden. Vanuit dit standpunt beschouwd, kwam de stap die U hebt gezet om een kind te krijgen, gedeeltelijk overeen met een vlucht uit een werkelijkheid waarmee U niet langer overweg kon. Laten wij de stap zelf, en de wijze waarop U daar nu dient mee om te gaan, even van nabij beschouwen.

U schrijft, terecht, dat kunstmatige bevruchting niet goed is. Deze vorm van bevruchting is niet in overeenstemming met Gods voorschrift, volgens hetwelk een ziel haar leven in het vlees begint als vrucht van een lichamelijke vereniging tussen een man en een vrouw, die door het Sacrament van het huwelijk zijn verenigd. In antwoordbrief 127 heb ik daarover uitvoerig mogen schrijven. Wij moeten het zo zien, dat de beslissing om over te gaan tot kunstmatige bevruchting, spiritueel een onvruchtbare stap is omdat God er een Plan mee heeft, wanneer Hij voor de beide huwelijkspartners – om welke reden dan ook – een gezamenlijk leven zonder kinderen voorziet.

Uw man kan U, ten gevolge van een ziekte uit het verleden, geen kinderen schenken. Als vrouw zou U er natuurlijk graag een paar hebben. Het is derhalve vanzelfsprekend dat U Uw wederzijdse Liefde met een kind (of meer dan één kind) wil bezegelen. God is echter niet wreed. In welbepaalde gevallen, die in Zijn Geheimen verborgen liggen, acht Hij het met het oog op de spirituele ontwikkeling van de beide huwelijkspartners, beter dat zij geen kinderen krijgen. Dat kan zich voordoen wanneer Hij weet, dat om één of andere reden, tegen de achtergrond van Uw levensweg, die Hij in Zijn volmaakte Wijsheid en Liefde voor U, voor Uw man en voor het kind voor de meest vruchtbare weg houdt, een kind voor U beiden niet geschikt is. Vaak kan de mens dit niet begrijpen omdat hij niet zo denkt en voelt als God. De mens verlangt ernaar, met zijn partner een kind te hebben, en geeft in zijn leven aan dit verlangen een plaats. Hij is er zich niet steeds van bewust waarom dit verlangen hem niet noodzakelijk geluk zou brengen – op aarde, maar ook (en vooral) in de Eeuwigheid.

Wij mogen nooit uit het oog verliezen:

  • dat God slechts het allerbeste wenst voor elke ziel;
  • dat dit allerbeste zowel te maken heeft met wat het voor het eeuwig Heil van de ziel kan betekenen, alsook met hoe de mensheid als geheel er beter kan van worden, aangezien elke ziel haar leven zowel voor de eigen heiliging leidt als voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor de hele mensheid van alle eeuwen op aarde;
  • dat dit 'allerbeste' zich zal verwezenlijken op wegen die de mens voor het grootste gedeelte zelfs helemaal niet kent of waarvan hij het nut (soms slechts gedeeltelijk) niet kan inzien.

Elke afwijking van Gods Beschikkingen maakt een goedmaking in om het even welke vorm noodzakelijk. Om deze reden kunt U één en ander herstellen door alles wat Uw zoon doormaakt, evenals al Uw eigen leed, aan de Koningin des Hemels toe te wijden en Haar dit alles in Liefde en grenzenloze aanvaarding toe te wijden. De motorische handicap van Uw zoon vormt eveneens geschikt materiaal om God één en ander terug te geven. Beschouwt U eens het teken dat God U stelt en dat door U kan worden gebruikt om een 'voorbarige' beslissing goed te maken: God heeft door de tekenen van Zijn Voorzienigheid laten merken dat Uw levensweg voor Hem vruchtbaarder zou zijn geweest indien U deze zonder kind zou zijn gegaan. U hebt toen echter een beslissing genomen die Uw levensweg enigszins van richting heeft veranderd. Het gaat hier om een beslissing door dewelke de verwezenlijking van een eigen verlangen werd bevorderd. Uw zoon is echter motorisch langzamer dan men zou kunnen verwachten. Uw overhaastheid kan als het ware worden goedgemaakt door de liefdevolle aanvaarding van deze traagheid.

Dit alles betekent echter niet (en dit mag ook niet zo worden begrepen!) dat deze 'handicap' van Uw zoon een straf van God zou zijn. God bestraft overtredingen tegen Zijn Voorzienigheid niet door lichamelijke handicaps tijdens het aardse leven, Hij schenkt slechts kansen tot goedmaking. Benut U deze met vreugde, in de wetenschap dat het hier gaat om een Goddelijk Geschenk met eeuwige geldigheid. Door de wijze waarop U daarmee omgaat, kunt U zowel God een vreugde bereiden als Uw zoon erbij helpen om op een vruchtbare wijze om te gaan met het leed dat hij erdoor ondervindt. Vergeet U nooit: Elke dag is een geschenk van God, een nieuw leven, een nieuw begin. Elke dag kunt U God daarom spirituele bloemen aanbieden, die hun zaad ook nog op de stukken van Uw verleden kunnen uitstrooien, zodat dit verleden spiritueel wordt bevrucht en bepaalde misstappen worden rechtgezet. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Het zaad uit spirituele bloemen van vandaag (offers, gebeden, Liefde) kan vandaag nog op de Wind van de Heilige Geest naar het verleden worden teruggeblazen, zodat de hele levensweg er nog baat bij heeft.

De reactiewijzen van Uw zoon hebben inderdaad met duivelse invloeden te maken. Zoekt U het antwoord hierop niet in één of andere vloek, maar in de ononderbroken pogingen van de duivel om U door hem te treffen. De duivel kan het niet verdragen dat U, ondanks de zware tegenslagen in Uw leven, het Geloof niet hebt verloren. Ontmoediging behoort tot zijn machtigste wapens. Hij bedient zich bij voorkeur van dit wapen via diegenen die voor ons het belangrijkst zijn. Bidt U vertrouwvol tot Maria in haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen en Schrik der duivelen. De beproevingen zullen er altijd zijn, maar U zult in elk geval leren, er anders mee om te gaan. Het komt op Uw Liefde aan: Liefde tot de beproevingen als geschenken van God.

De volledige genezing van uw man ligt (nog) niet in Gods Heilsplan geborgen, om een reden die God niet verraadt, omdat deze kennis de wijze waarop U er beide zou mee omgaan, zou beïnvloeden. Het is verdienstelijker indien een ziel niet alle redenen kent voor datgene wat haar overkomt. Alles wat hij heeft doorstaan, maakte deel uit van een algemeen Plan. Het waren bladzijden uit zijn levensboek. Zonder deze bladzijden zou de geschiedenis van zijn leven eenvoudigweg niet volledig zijn geweest. De bladzijden die wij het liefst uit ons levensboek zouden uitrukken, zijn meestal net diegene die vóór Gods Troon worden omgevormd tot losgeld voor zielen. God heeft Uw man inderdaad voor U bestemd, en omgekeerd: U beiden moet samen aan iets bouwen. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: U bouwt samen aan een tempel voor God. Geen van U beiden kan dit alleen doen, het moet samen gebeuren. Later zult U begrijpen waarom, en inzien dat het zo goed is omdat de volheid van Gods zegen erop rust. Dit alles zal U vruchten voor het Eeuwig Leven opleveren, dag na dag. Het is in elk geval belangrijk dat Uw man spiritueel groeit en gezond is. God werkt eraan, dag na dag, in de mate waarin Uw man zich aan Hem overgeeft, bij voorkeur door Maria.

Het beeld dat U toen hebt gezien over Jezus Die op de Olijfberg bad, heeft inderdaad een betekenis: Jezus roept elke ziel ertoe op, Hem in dat uur (gezelschap te houden) waarin Hij in diepe Hartenpijn voor de Verlossing van de mensheid uit haar zondigheid bad (gezelschap te houden). U kunt Hem, de Goddelijke Verlosser, daarbij ondersteunen door al Uw lijden, kruisen en beproevingen en Uw hartenpijn als het ware op de Olijfberg van Uw hart te offeren, opdat de harten van vele liefdeloze zielen worden gezuiverd en genezen. Schenkt U Hem gerust elke traan want in het verborgene hebt U er veel geweend. Laat U er geen enkele verloren gaan. Schenkt U deze aan de Verlosser, door Maria, de Medeverlosseres. Op deze manier worden tranen duizend maal vruchtbaarder, omdat zij dan in de Stroom van de Hemelse Tranen van Maria worden opgenomen.

Tot slot zou ik nog Uw vraag, of ik foto’s van Uzelf of Uw gezin nodig hebt, met dank voor het aanbod negatief moeten beantwoorden. Een ziel die door de Koningin des Hemels wordt gebruikt om andere zielen op hun levensweg bij de hand te nemen, wordt door Maria Zelf uitgerust met wat zij nodig heeft om deze opdracht te vervullen. Een foto ontvangen van de ziel die hulp nodig heeft of er één te bekijken, is daarbij totaal overbodig. Dit zou helemaal geen hulp zijn, wel integendeel: Een foto is de voorstelling van het lichamelijk omhulsel, in hetwelk de ziel haar reis op aarde voltooit. Het kanaal van Maria is niet geinterresseerd in het omhulsel maar in de motor, indien U begrijpt wat ik bedoel. Voor zover nodig en volgens Haar Wil, verleent de Meesteres van alle zielen mij inzicht in Uw spirituele gesteldheden. Daartoe zijn slechts de volgende elementen noodzakelijk:

  • de gelegenheid om mij diep in deze gesteldheden in te voelen;
  • totale eenheid van mij uit met het Hart van Maria, opdat de Liefde en het inzicht onbelemmerd zouden stromen;
  • het diepe verlangen van mijzelf om daadwerkelijk te helpen;
  • het moet voor Maria, en derhalve voor God, het juiste tijdstip zijn;
  • Uzelf moet het oprechte verlangen koesteren om met dit alles mee te werken.

Wanneer aan al deze elementen is voldaan, staat een tussenkomst van de Hemel niets in de weg. Een foto van de ziel die om hulp vraagt, is daarbij totaal overbodig. Het is inderdaad Maria Zelf die Zich aan U bekend maakt, en Zij kent elke ziel beter dan deze zichzelf kent.

Met vurige Liefde sluit ik Uw hele gezin in mijn hart. Moge de zon reeds spoedig voelbaar boven Uw levensweg opgaan.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 223
De zin van het lijden – Wanneer past een relatie tussen een man en een vrouw binnen Gods Heilsplan? – Seksualiteit mag geen doel op zich zijn – de ketenen van de ondeugd en de strategie om zichzelf uit de slavernij van de eigen ondeugden te bevrijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Eerst en vooral zou ik U graag bemoedigen om van Uw ziekte het beste te maken, dit betekent: ook deze te beschouwen als een kans om een vruchtbaar leven voor Gods Werken te leiden. Een ziek mens kan voor God zeer vruchtbaar zijn. Jezus Zelf heeft ons desbetreffend het voorbeeld voorgeleefd: Het lijden in lichaam en ziel, in hart en geest kan de duivel oneindig veel kosten en zielen laten openbloeien. Elke ziekte, vooropgesteld dat de ziel deze dagelijks aan Maria toewijdt en haar liefdevol aanvaardt, is een hulp om de roeping van de ziel richting en concreet vorm te geven. Zij is de ziel in elke geval behulpzaam om zich voortdurend aan de Goddelijke Beschikkingen aan te passen. De ziel moet leren, de beperkingen die haar ziekte met zich meebrengt, te aanvaarden. Flexibiliteit, aanpassing en oprechte aanvaarding zijn als 'meststof' voor de akker van de ziel: Zij maken het leven spiritueel vruchtbaarder.

Wat een relatie met een vrouw betreft, moet ik U erop wijzen dat een dergelijke relatie slechts volledig binnen het kader van Gods Plan kan passen indien zij een bouwwerk van Liefde vormt, dat is bedoeld om twee zielen te doen samenwerken aan de bevordering van de verwezenlijking van datgene wat door God op aarde op gang is gebracht ten bate van de hele Schepping. Zoveel mogelijk zielen moeten worden verlost en geheiligd. Elke individuele ziel, evenals elke relatie tussen zielen, moet alle handelen, spreken, denken, voelen en verlangen enkel en alleen daarop richten, de verwezenlijking van deze Goddelijke doelstellingen te bevorderen. Om deze reden is het in Gods ogen, bijvoorbeeld, onvruchtbaar wanneer een man en een vrouw niet gaan samenwonen om binnen het kader van het Sacrament van het huwelijk een christelijke burcht te grondvesten, uit dewelke Licht over de wereld kan stralen, doch met de bedoeling, een seksuele relatie te hebben.

Een seksuele relatie levert de ziel nooit iets op wat duurzaam zou zijn, en vormt geen bouwsteen voor het Eeuwig Leven. Om deze reden mag een seksuele relatie nooit gelden als uitgangspunt voor het zoeken naar een partner. God keurt seksualiteit als doel op zich af, zij mag slechts middel zijn tot een doel dat in Gods Plan is ingebouwd. Concreet betekent dit dus dat seksualiteit slechts binnen het kader van het huwelijk en met het oog op de bevordering van Gods Werken mag worden bedreven.

Wat de andere 'ondeugden' betreft, onder dewelke U te lijden hebt, zou ik U er graag toe aanmoedigen om de strijd niet op te geven. Een slechte of ongezonde gewoonte ontstaat oorspronkelijk doordat de ziel toegeeft aan de opwelling om een behoefte te bevredigen die niet boven het wereldse uitstijgt. Indien deze bevrediging gepaard gaat met een gewaarwording die het lichamelijke of ten dele het geestelijke ervaringsniveau prikkelt en derhalve schijnbaar tot een hoger niveau van 'leven' verheft, kan het gebeuren dat de ziel dit op de laagste niveaus van haar gewaarwording, die met de wereldse aspecten van het leven zijn verwoven, als een prikkel ervaart, die zij verder nodig heeft om uit haar leegte uit te breken.

Deze gewaarwording duikt steeds weer, en doorgaans met steeds kortere tussenpozen, in de herinnering op en wordt tot dirigent van het innerlijk leven. De aandrift tot bevrediging wordt tot gewoonte omdat de bekoring tot oppermachtige meesteres van het zielsleven wordt. In werkelijkheid wordt de leegte steeds dieper en de slavernij jegens deze meesteres steeds totaler. De ziel richt al haar gewaarwordingen zo volledig naar de laagste niveaus dat het Goddelijk Leven in haar geen kans krijgt. Er is maar één enkele weg om uit deze ketenen te worden bevrijd:

Wijdt U deze zwakheden toe aan Maria met de vurige bede dat Zij de enige Meesteres van Uw hart, Uw geest en Uw lichaam zou willen zijn, en dat Zij alle gewaarwordingen en behoeften totaal onder Haar Hemelse macht zou brengen. Indien de ziel deze smeking blijft herhalen, haar vrije wil daadwerkelijk aan Maria afstaat en onverschrokken besluit in al haar werken, verlangens en bestrevingen slechts Gods Werken te bevorderen, zal de Koningin des Hemels in de ware zin van het woord het inzicht in, en besef van, Gods Wetten in de ziel wekken. Dat heeft Zij mij beloofd voor alle zielen. Doorslaggevend is de inzet van de ziel en het oprechte verlangen om werkelijk slechts Maria toe te behoren.

Wanneer de ziel daadwerkelijk slechts leeft vanuit het verlangen om dienares van Maria in de strijd tegen alle duisternis te zijn, zal zij door Haar zo worden omgevormd dat zij ook klaar is voor de strijd tegen de eigen duisternis (zwakheden en verleidbaarheden). De ziel leert dan te leven vanuit de voorliefden en elementen van afkeur van Maria Zelf, en grondvest op deze wijze in zichzelf de ware weg naar de heiliging. Uiteindelijk is het een kwestie van Liefde tot Maria, tot God, tot Gods Werken, tot de Schepping en tot het eigen spirituele Heil, hoe de ziel zich dan gedraagt wanneer de bekoring weer opduikt. Knielt zij voor deze schijnmeesteres, dan verstevigt zij de macht van deze schijnmeesteres over haar. Wendt zij zich daarentegen naar de enige ware Meesteres (Maria) en knielt zij vóór Haar neer, dan zal Maria Haar Rijk in de ziel vestigen. Maria als ware Meesteres van de ziel en van het hele spirituele leven, betekent ware navolging van Christus en leven naar Gods beeld. De heerschappij van Maria in de ziel betekent de vestiging van Gods Rijk in de ziel. Dit is wat de Meesteres van alle zielen bedoelt wanneer Zij openbaart dat Zij de Dageraad van de Zomerdag in het Ware Licht van God is.

Geeft U dus niet op. In de innigste samenweking met Maria kunt U Uw zwakheden onwerkzaam maken. Dit gebeurt niet in enkele dagen tijds, aangezien het gaat om een omvorming van de wijze hoe de ziel heeft geleerd te denken, te voelen en te verlangen. De Meesteres van alle zielen vervult in opdracht van God een herscheppende functie. Zij heeft de macht om U tot een wedergeboorte te leiden. Geeft U Haar deze kans. De overwinning over de duivel in deze wereld begint bij de overwinning van zijn werken in onszelf. Noodzakelijk daarvoor zijn:

  • het inzicht in onze eigen gedrags- en reactiewijzen en de wijzen waarop wij onze behoeften en hun bevrediging hebben laten programmeren door volgens een bepaald patroon met hen om te gaan, dag na dag, jaar na jaar;
  • het geloof in de macht van Maria om dit patroon zo te breken alsof het een kruik zou zijn, die het parfum van onze heiliging zo vast omhult dat wij ons nooit van de geur van dit parfum bewust worden en wij vergeten dat wij dit Goddelijk element binnenin ons dragen. Het breken met onheilzame gewoonten en zwakheden is vaak de sleutel tot de wedergeboorte, tot de ware bevrijding, tot de ware Verlossing, tot een ware innerlijke Vrede.

Dat alles wens ik U van harte toe. Geeft U zich over aan de Meesteres van alle zielen, totaal en onbeperkt. Dan zal Zij Zich helemaal in U ontvouwen en zal de Hemel boven U openbreken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 224
Het aanpassingsvermogen van de ziel en de daaruit voortvloeiende spirituele vruchtbaarheid – Wanneer moet bij bezetenheid een exorcist worden ingeroepen – uitwerkingen van de misstappen van een generatie op de volgende – het dopen van ongeboren kinderen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat bepaalde dingen in Uw leven zich gunstig ontwikkelen. Ik heb met vreugde Uw vragen vóór de Moeder Gods gebracht en breng U nu graag Haar antwoord over:

Totnogtoe heeft de Moeder Gods mij geen inzicht verleend met betrekking tot Uw vraag of bij de opvoeding van Uw dochter iets kan zijn gebeurd waaronder zij nu nog lijdt. De Koningin des Hemels laat mij daartoe echter wel iets algemeen schrijven dat U desbetreffend ook van nut zou kunnen zijn:

Elke ziel wordt in een stoffelijk lichaam ingestort en wordt eveneens met een zeer omvangrijk pakket aan geestelijke, emotionele en lichamelijke kenmerken, vermogens, zwakheden en neigingen geboren. Daarbij komen vanaf het eerste levensuur dagelijks duizenden indrukken die op dit alles inwerken, het bij de behoeften van de wereld 'aanpassen', vele accenten doen verschuiven... Daaruit ontstaat een zich dagelijks veranderend wezen dat omwille van vele redenen zus of zo reageert, zich zus of zo gedraagt, deze of gene afkeur ontwikkelt, enzovoort. Dit alles zorgt ervoor dat, bijvoorbeeld, een kind reacties gaat vertonen waarover de moeder zich vragen stelt. Hoe dan ook, wij mogen er steeds gerust van uitgaan dat God met alle neigingen van zielen een bedoeling heeft, en dat Hij ook van de vele 'gedragsaanpassingen' die door wereldse invloeden zijn opgewekt, het beste tracht te maken.

Dit alles past steeds binnen de regel van de flexibiliteit: Hoe meer aanpassingsvermogen een ziel tegenover het gedrag van haar medemensen toont, des te vruchtbaarder wordt haar leven voor God. Onder aanpassingsvermogen moet worden verstaan: Het vermogen om uit elke situatie en elke onverwachte verandering dezelfde spirituele vruchten te halen. Een 'aanpassing' die hieruit bestaat, dat de ziel op situaties of veranderingen van situaties met ondeugden reageert (geweld, agressie, protest, ontevredenheid, onwil, wrok, haat, enzovoort) is in de ogen van de Moeder Gods geen aanpassingsvermogen, maar een bewijs voor een te grote verleidbaarheid.

Is het bij bezetenheid voldoende wanneer de betreffende persoon biecht, het aan de Barmhartige God overgeeft, een sacramenteel leven leidt, of is een bevrijdingsgebed door een exorcist absoluut noodzakelijk?

Bezetenheid manifesteert zich in zeer verschillende graden en in vele uiteenlopende vormen. Volgens een richtlijn vanwege de Moeder Gods is bevrijding door een exorcist vooral te overwegen wanneer het een ziel betreft, van wie blijkt:

  • dat haar gedrag in ongeneeslijke mate van ondeugd is vervuld;
  • dat zij bij gebrek aan zelfbeheersing handelingen stelt of woorden spreekt die haar beroven van haar waarde als mensenziel;
  • dat zij zich ten opzichte van God, Maria, Gods Werken, de Sacramenten en de rooms-katholieke Kerk van Christus ononderbroken, consequent en zonder enig berouw volkomen negatief of vijandig gedraagt of ononderbroken volkomen negatieve of vijandige uitspraken in dit verband laat horen, hoewel deze ziel vóór het begin van een dergelijke fase volledig anders was ingesteld jegens God en de Kerk;
  • dat haar negatief en vijandig gedrag en spreken (zoals hierboven beschreven) ondubbelzinnig niet bewust, maar ongecontroleerd en gewetenloos vorm krijgen;
  • dat zij gebrek aan Licht vertoont en haar hele gesteldheid door diepe duisternis is getekend, die duurzaam en ongeneeslijk lijkt, en de ziel noch begrip voor lichtvolle adviezen of hulp, noch de wil tot aanvaarding ervan vertoont.

Maria laat verder opmerken dat de kracht van het kerkelijk exorcisme hierin ligt, dat de kerkelijke tussenkomst jegens de duivel geldt als vertegenwoordiging van het Licht van Christus geldt. Zij wijst erop dat in elk geval, bij elke vorm en in elke graad van bezetenheid de ontsluiting van de ziel slechts duurzaam succes kan hebben, indien deze ziel bij haar genezing meewerkt en vastbesloten is, deugdzame wegen te gaan en de eigen zwakheden en verleidbaarheden bij te sturen. Uiterst belangrijk hierbij zijn een levensbiecht, totale toewijding aan Maria en de bereidheid om offers en boete-lijden aan te bieden.

Genezing van elke vorm van bezetenheid heeft steeds te maken met het afbreken van afbrokkelende muren, die op een totaal nieuw fundament met nieuwe stenen en nieuw cement opnieuw moeten worden opgetrokken. De Meesteres van alle zielen is Meesteres van de nieuwbouw, en uit Haar kan de ziel opnieuw geboren worden. De Meesteres wijst er met klem op dat Haar macht over de duivel onbeperkt is, en het nooit achterwege mag worden gelaten om Haar in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen er steeds bij te betrekken wanneer sprake is van bezetenheid of eenvoudigweg van een aanzienlijk gebrek aan weerstand tegen bekoringen.

Ik heb vernomen dat, wanneer een man of een vrouw die gehuwd zijn, in gedachten geslachtelijk contact hebben, deze daad niet slechts met de betreffende persoon wordt verbonden, doch eveneens met de voorouders die ooit via geslachtelijke weg met elkaar waren verbonden.

Maria laat mij deze stelling als volgt herformuleren: De geslachtelijke eenwording, zowel daadwerkelijk in lichamelijke zin alsook in gedachten (in de geest), raakt in de eerste plaats vanzelfsprekend de betrokken persoon, en in tweede instantie de mensheid als geheel, in die zin dat het geslachtsverkeer evenals de voorbereiding ervan in het hart, uitdrukking geeft aan een verschuiving van de interressen van een ziel naar het lichamelijke, vergankelijke niveau van het bestaan toe. Hoe méér de interressensfeer van zielen zich naar 'beneden' toe (naar het wereldse, lichamelijke niveau) verschuift, des te dieper zinkt de staat van heiligheid van de hele mensheid.

Ook op het spirituele niveau raakt de geslachtsdaad die in de geest plaatsvindt, rechtstreeks alleen de persoon aan wie de gedachten zich vasthechten.

Steeds méér priesters verwijzen bij de Biecht als verontschuldiging naar negatieve associaties met overledenen grootouders, bijvoorbeeld de grootvader heeft onder Hilter gediend, enzovoort...

De ziel zondigt in de eerste plaats voor zichzelf. Elke zonde heeft ook effect op de mensheid als geheel. Wij mogen hier echter niet in de enge zin aan overdrachten tussen de generaties denken. Er wordt gesteld dat de daden van de ouders effect hebben op de kinderen. De Meesteres laat mij desbetreffend het volgende duidelijk stellen:

Laten wij aannemen dat een ziel zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden. Deze ziel krijgt kinderen, kleinkinderen, enzovoort. Hoe ziet deze situatie er, spiritueel gezien, uit?

De schuldige ziel wordt door God geoordeeld naargelang:

  • wat zij concreet heeft gedaan;
  • rekening houdend met de begeleidende omstandigheden (morele een daadwerkelijke schuld);
  • rekening houdend met de precieze hartsgesteldheid op het tijdstip van de daden, en
  • rekening houdend met alles wat zij eventueel heeft opgebracht aan goedmaking en/of boete-akten en gebeden.

Wanneer deze ziel vóór God verschijnt, wordt haar levensboek gesloten, en wordt zij met de balans van haar leven geconfronteerd. Slechts zijzelf moet daarmee in het reine komen. Zij kan echter hulp krijgen vanwege zielen op aarde en door de tussenkomst van Maria. De ziel wordt geconfronteerd met de volheid van de Goddelijke Wet van de Liefde tegen de achtergrond van haar misdaden (moorden, mishandelingen, ontwaardiging van medeschepselen, enzovoort). Uiteindelijk moet de ziel zelf deze balans in evenwicht brengen.

Hoe staan de kinderen en kleinkinderen er voor?

In de volgende generaties is opnieuw elke ziel individueel verantwoordelijk voor de vormgeving van haar eigen levensboek. Dat een bepaalde ziel een zekere politieke gesteldheid of een zekere neiging tot de ontwaardiging van medeschepselen 'in het bloed heeft', is voor God geen geldig excuus. Een gebrek aan deugdzaamheid kan vóór Gods Troon niet worden gerechtvaardigd, ook niet door te verwijzen naar de erfelijkheidswetten. De tweede en derde generatie kunnen zeer zeker door het gedachtengoed en de neigingen van de eerste zijn getekend en dragen daardoor de last van het feit dat de eerste generatie de mensheid van een bepaald gedeelte van de genade heeft beroofd, maar op hen rust dan in elk geval de plicht, voor zichzelf de weg van de deugdzaamheid te kiezen, elke ziel voor zichzelf. God spreekt niet vrij van zonden op grond van het feit dat grootvader lid was van een regime dat God uit de maatschappij heeft verbannen, én God veroordeelt ook niet het kind van een oorlogsmisdadiger omdat de vader oorlogsmisdadiger was. Het is zeer belangrijk dat wij dit alles juist begrijpen, want het werpt een ander licht op de neiging van vele zielen om de eigen voorouders en/of de voorouders van de toenmalige vijandige natie én hun nakomelingen nu nog te haten. Deze ingesteldheid houdt alleen maar het zaad van de oorlogszucht bloeiend, is volledig zinloos en werkt Gods Licht tegen, doordat zij de 'heldendaden' van de duivel steeds weer verheerlijkt.

Doet een moeder er goed aan, bij een miskraam haar kindje te dopen en een naam te geven? Moeten geaborteerde kinderen door leken worden gedoopt?

Zoals ik vroeger reeds heb moeten schrijven en verduidelijken, is het in Gods ogen bijzonder verheugend wanneer ouders hun doodgeboren kind of kinderen naderhand dopen. Geaborteerde kinderen dopen, is ook een prachtige daad van goedmaking en neemt de duivel wind uit de zeilen. Het doopsel door leken is zo mooi omdat dit doorgaans wordt uitgevoerd door een ziel die er nauw bij betrokken was en het derhalve gewoonlijk met buitengewoon veel Liefde wordt uitgevoerd.

Lieve zus, de ontmoeting met de doorgaans niet zichtbare bloemen in het Hart van de Koningin des Hemels is steeds weer een zeer verrukkelijke gebeurtenis. Ik hoop dat U evenveel van de geur zult kunnen genieten als ikzelf tijdens elke wandeling door dit Hemels Paradijs het mag ervaren. De beantwoording van elke met oprechte Liefde aan Maria voorgelegde vraag is als het verzamelen van bloemenzaad in de paradijselijke Tuin van Haar Hart. Dat heb ik nu met U mogen doen. Moge dit zaad U op Uw hele verdere levensweg verheugen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 225
Over het waarom van beproevingen – de opdrachten van elke ziel – het zaad van bloemen of onkruid dat de ziel op haar levensweg uitstrooit

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met bijzondere Liefde bid ik voor U, opdat U de kracht moge krijgen om datgene wat momenteel van U wordt verwacht, te kunnen doorstaan. Geen enkele ziel heeft het dezer dagen gemakkelijk. Hoe zou het ook anders kunnen, aangezien wij allen, die trachten aan het Ware Licht van God vast te houden, samen een stuwdam vormen tegen de vloedgolven van de satan. Het water kolkt onophoudelijk, zodat wij ons steeds bewust zijn van de vijandigheid van de wereld in haar vele uitingen. Het hangt echter van onze volharding en ons Geloof af, of de vloedgolven alles kunnen vernietigen of niet.

Waarschijnlijk hebben letterlijk reeds alle zielen van alle tijden, behalve de onbevlekt ontvangen Maagd Maria, zich afgevraagd: 'waarom'. Jammer genoeg is er slechts dit algemeen antwoord: Omdat elke individuele ziel haar bijdrage tot de voltooiing van Gods Plan voor het Heil van alle zielen moet leveren en de eigen heiliging op de wegen van Christus moet verwezenlijken. Dit alles kan zij alleen maar door de beproevingen, de Liefde en de volharding in de deugdzame omgang met alle situaties van het dagelijks leven.

Naar onze mening worden wij op onze levensweg vaak niet rechtvaardig behandeld. Dat komt doordat ontelbare zielen zich niet in overeenstemming met de Goddelijke Wetten gedragen, en steeds op zoek zijn naar de bevrediging van hun wereldse, materiële behoeften. Dit zoeken, en trouwens in het algemeen het steeds in aanraking zijn met het stoffelijke, dat algemeen bekend is als het proeflaboratorium van de duivel en broedhaard van de zonde, verlamt of doodt in ontelbare zielen het geweten en elke gewaarwording van het Goddelijke, van de Liefde en van het Licht. De ziel die ondanks alles het Goddelijke, de Liefde en het Licht bemint, lijdt bijzonder onder deze uitingen van de duisternis, en zal vaak het gevoel met zich meeslepen dat zij op deze wereld misplaatst is, of nergens bij hoort. Nochtans is het de moeite waard om verder te strijden, omdat het doel van ons leven niet ergens in iets werelds ligt, maar in datgene wat wij langsheen onze levensweg voor God zaaien.

Beschouwt U eens het volgende beeld: U gaat op aarde Uw weg met een ziel die door God van zaad is voorzien. Ontelbare zaadjes moeten dag na dag worden uitgestrooid. Elke individuele handeling, elk woord, elke gedachte, elk gevoel, elk verlangen is een zaadje dat wij uitstrooien. Afhankelijk van het feit of die handeling, dat woord enzovoort, in Liefde wordt gehuld, of integendeel door duisternis in het hart wordt vervormd, zaaien wij in werkelijkheid ofwel een bloem ofwel onkruid. Hoewel het bij elk zaadje om iets Hemels gaat, kunnen onze vrije wil en de wijze waarop wij met dit zaadje omgaan, het verontreinigen en het van zijn Hemelse kracht beroven. Wanneer wij het zaad uitstrooien, zien wij echter niet onmiddellijk wat zich daaruit ontwikkelt. Bij bepaalde zaadjes zien wij het na verloop van tijd misschien wel, maar het overgrote gedeelte ervan geeft zijn geheimen niet prijs. Pas na dit leven wordt ons de film van ons leven getoond, en zullen wij zien, welke bloemen daaruit zijn opgebloeid.

Eén van de redenen waarom wij nooit de volle maat van de vruchtbaarheid van onze daden, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens juist kunnen inschatten, ligt hierin, dat het overgrote gedeelte van ons zaad naar de levenswegen van andere zielen wordt verwaaid, met wie wij door onze daden, woorden, enzovoort, in aanraking komen.

Het is het Geloof, dat de ziel voor de Eeuwige Gelukzaligheid redt. De kracht van het Geloof ligt in het vermogen om datgene aan te nemen dat wij niet op om het even welke wereldse wijze kunnen waarnemen. Zo zouden wij eigenlijk het Geloof kunnen beschouwen als het vermogen om ons voor te stellen dat zich achter ons een rij bloemen bevindt, en daarbij de zekerheid koesteren dat God deze allemaal op de weegschaal legt, die Hij in het uur van onze dood afleest om ons het loon van Zijn oneindige Liefde met eeuwig geldende intrest uit te betalen.

Deze schat in verzekerde bewaring te stellen, is precies datgene waarbij de Hemelse Meesteres via deze brief wil helpen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam