TOTUS TUUS, MARIA !

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
301-375

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net


Brief 301

Zwakheden als schatkamers van onze Verlossing en van de bevrijding van de wereld – Spirituele betekenis van allergieën – Chronische ziekte als een levensopdracht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor het vertrouwen dat U onze Koningin des Hemels betoont. Vanzelfsprekend heb ik Maria reeds gevraagd, Haar onbeperkte macht aan te wenden opdat Uw levensweg zich moge ontwikkelen in overeenstemming met het Plan dat God hiermee beoogt. Het is U bekend dat God elk lijden (en wij weten dat de vormen van lijden op deze aarde niet te tellen zijn) toelaat met de bedoeling, compensatie te leveren voor een heel specifieke vorm van dwaling van zielen ten aanzien van Zijn Wet. Precies om deze reden was de uitboeting die Jezus tijdens Zijn Passie moest volbrengen, zo onvoorstelbaar veelzijdig. Opdat Uw specifiek lijden het toppunt van zijn vruchtbaarheid zou mogen bereiken, heb ik de Meesteres naar de zin van dit alles gevraagd. Het antwoord van de Dochter van de Eeuwige Wijsheid luidt als volgt:

In de spirituele zin moeten de zielen het zo verstaan, dat er gedragingen zijn, evenals invloeden, die van buitenaf op de ziel inwerken, innerlijke gesteldheden en ingesteldheden van de ziel en ontwikkelingen in de maatschappij die van Gods Wetten en Plannen afwijken. De kern van de ziel reageert op dergelijke afwijkingen, ongeacht of deze in haar zelf werkzaam zijn, dan wel van buitenaf op haar inwerken, met gewaarwordingen van 'geprikkeld zijn', een overgevoeligheid die lijkt op allergische reacties. In het lichaam kan iets gelijkaardigs voorkomen wanneer het met stoffen in aanraking komt die niet volgens Gods Intelligentie en Wijsheid, met andere woorden: die synthetisch vervaardigd zijn. Alles wat niet door natuurlijke processen maar door menselijk ingrijpen tot stand komt, kan dergelijke reacties in het lichaam doen ontstaan, omdat de Wet van leven en groei, die volgens Gods Intelligentie en Wijsheid in het lichaam werkzaam is, het menselijk wezen waarschuwt voor processen die niet in harmonie zijn met het Ware Leven.

Welnu, lieve broeder, Uw ziekte bergt in zich een oproep vanwege God om deze overgevoeligheid tegenover de meest uiteenlopende chemische substanties in die zin ten volle te benutten voor Zijn Heilsplan, dat U deze aan de voeten van de Meesteres van alle zielen zou neerleggen als middel in de strijd tegen de ontelbare afwijkingen vanwege mensen tegenover de Goddelijke Wet, omdat ettelijke zielen op al deze afwijkingen in de wereld 'allergisch' reageren doordat zij er spiritueel ziek van worden, hun levenskracht verliezen, innerlijk door elkaar worden geschud, in onvrede leven en geen weerstand meer kunnen opbrengen tegen de hevige bekoringen van het wereldse leven.

Onze wereld is zeer zwaar ziek ten gevolge van de afwijkingen ten aanzien van de Goddelijke Wet. De wetenschap en de technologie hebben in de loop van de jongste eeuwen de mensheid steeds méér van het leven volgens Gods Wet verwijderd. Ontelbare nieuwe substanties zijn langs kunstmatige weg ontwikkeld en door combinaties tot in het oneindige van dergelijke substanties, en door toepassingen zonder tel van nieuwe toepassingen van technologische kennis, biedt onze wereld heden ten dage in velerlei opzichten de aanblik van een volledig artificiële 'nieuwe schepping'. De 'schepper' is niet God, die bepaalde van deze ontwikkelingen absoluut niet heeft bedoeld, maar de mens, die nu meer dan ooit voordien ten prooi valt aan de bekoring om 'voor God te spelen'. Zodoende volgt de mensheid nu, globaal genomen, richtingen die niet door God zijn getekend, maar door de zelfgemaakte wetten van het menselijk verstand dat, zoals bekend, weinig méér is dan dwaasheid.

Hieruit vloeien op het lichamelijk niveau ontelbare allergieën voort, die om twee redenen ontstaan:

  1. God heeft het menselijk lichaam niet geschapen voor een wereld vol chemicaliën en kunstmatig gefabriceerde substanties.
  2. God roept via hen op tot het inzicht dat de ziel eveneens op Zijn Wetten is gericht en, doordat lichaam en ziel in de mens in onderlinge wisselwerking staan, eveneens aan allergische reacties ten prooi kan vallen. De ware levenskern van de ziel verzet zich tegen de ontwikkelingen van de gemoderniseerde wereld, omdat hij in deze wereld God en Zijn Wetten en Werken nog nauwelijks terugvindt. De ziel vertoont ziekten die een heel grote overeenstemming vertonen met lichamelijke ziekten.

God laat daarom vragen dat mensen die ziek worden door allergische reacties, in het bijzonder deze welke betrekking hebben op chemicaliën, dit lijden aan Maria zouden opofferen en toewijden met de bedoeling dat genaden tot de terugkeer van de mensheid naar de vastberaden aanvaarding van Gods Wet als leidende ster vrijgemaakt mogen worden, en vooral dat steeds méér zielen nog in staat mogen zijn, of bereid mogen zijn, om deze Wetten aan te nemen en hen te volgen, en zich van elke menselijke dwaasheid zouden afwenden.

Zo, lieve broeder, kunt U door Uw ziekte meewerken om zielen tot nieuw leven te wekken, want God beoogt met de toewijding van Uw ziekte een wedergeboorte van zielen die door de wereld zijn vergiftigd. De Meesteres van alle zielen toont via dit advies nogmaals aan, dat geen enkele situatie uitzichtloos is en dat Zij de Wijsheid, de Liefde en de macht bezit om tegenover elk element van duisternis in deze wereld een straal van Licht te stellen. De duisternis kan ons beklemmen, en door ontelbare ontwikkelingen kan de duivel trachten, ons te laten geloven dat hij door zijn werken de wereld beheerst. De ware macht echter rust in Gods Hart en giet zich nu via de Meesteres van alle zielen als in explosies van Licht over de zielen uit. Welke mooie belofte: Onze zwakheden (ook de lichamelijke) zijn in werkelijkheid de schatkamers van onze Verlossing en van de bevrijding van de wereld. In deze zin smeek ik tot onze Meesteres voor U, opdat U de kracht en de moed moge ontvangen om Uw taak te volbrengen, want een chronische ziekte is daadwerkelijk een levensopdracht, en heeft vanaf het ogenblik dat zij aan de ziel wordt toevertrouwd, een effect dat gelijkaardig is aan dat van een roeping.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 302

Over negatieve ingesteldheid jegens de Kerk wegens de kerkgeschiedenis – over reïncarnatie – Wie de zon (God, Maria) niet meer herkent...

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Soms is een mens het huilen nabij wanneer wordt vastgesteld hoezeer zielen zich in dwaling laten leiden en zelfs manifestaties van de duivel voor Goddelijk houden.

De duivel heeft zijn schijnheerschappij in deze wereld voor de ene helft op de zwakheden en wereldgebondenheid van de zielen opgebouwd, en voor de andere helft op de blindheid van zijn slachtoffers voor zijn listen.

Veel zielen worden voor hun eigen spirituele gesteldheden blind gemaakt en herkennen niet langer de bron van de dingen die in hen en om hen heen omgaan. Het komt de duivel goed uit wanneer zielen er vast van overtuigd zijn dat God hen tot bepaalde beslissingen heeft geleid. Zij herkennen niet welke Werken van de Liefde uitgaan en welke nooit van de Liefde zouden kunnen uitgaan. Het waarlijk heilige wordt verketterd en de dwaallichten worden aanbeden. Bij dergelijke vaststellingen kan men niet anders dan begrijpen waarom God, net in deze tijd van spirituele zonsverduistering, de Meesteres van alle zielen naar de zielen stuurt om hen het inzicht bij te brengen dat hen er moet van weerhouden om in de strijd tussen het Licht en de duisternis nog langer op de eigen troepen te schieten.

De door U vermelde ziel gaat niet langer naar de Kerk 'omdat de Kerk zo veel schuld op zich heeft geladen' ten tijde van de kruistochten. De zielen mogen nooit uit het oog verliezen dat elke instelling een specifieke ontwikkeling moet doormaken en dat deze ontwikkeling door God wordt toegelaten omdat zij uiteindelijk via de wegen vol geheimen van Zijn genadewerking Zijn Heilsplan dient. Bovendien moeten zij zich voor ogen houden dat de bijwerkingen van een ontwikkeling of een interne beslissing in een instelling niet noodzakelijk rechtvaardigen om deze instelling als ondeugdzaam af te schrijven, en daar het hier tenslotte gaat om de rooms-katholieke Kerk, volledig te verzaken aan de dienst aan God, en de basiselementen van Zijn Erfenis (de ene ware Kerk van God) te veroordelen.

Laten wij om te beginnen ingaan op het eerste door U aangehaalde voorbeeld: De Kerk heeft met de kruistochten nooit de bedoeling gehad om moord, plunderingen, brandstichting, verkrachting enzovoort, te laten plaatsvinden. Het doel was de bevrijding van het Heilig Graf te Jeruzalem en het voorkomen van verdere ontwijdingen. De bijwerkingen zijn nooit door de Kerk gewild geweest, doch zijn veroorzaakt door sommigen onder diegenen die aan de uitvoering ervan hebben deelgenomen. Is het geen al te goedkope overwinning voor de duivel wanneer zielen zich, zelfs na zoveel eeuwen, van de Kerk afscheiden omwille van een ontwikkeling die zelfs nooit door de Kerk is bedoeld? Bovendien bloeit nauwelijks enige Liefde tot God en Zijn Werken wanneer een ziel omwille van een fase in de geschiedenis die toch al onderdeel zou worden van Gods Heilsplan, de Heilige Mis de rug toekeert. In Gods ogen komt deze beslissing overeen met een daad van opstandigheid tegen de leiding van Zijn Voorzienigheid en met een gebrek aan vergevingsgezindheid. Precies dergelijke ingesteldheden zijn het, die de duivel aan zoveel macht hebben geholpen, en die deze macht nog dagelijks verheerlijken en daardoor de zielen van zoveel genaden beroven: Elke dwaling, die bovendien hardop als zinvol gedrag wordt verkondigd en die derhalve steeds méér zielen in dezelfde dwaalgedachte meesleurt, moet ergens ter wereld door andere zielen worden uitgeboet. God heeft daarover geen vreugde.

Aan de stelling dat de Bijbel vervalst zou zijn, kan men in elk geval geen geloof schenken. Zij bewijst echter wel dat de door U geciteerde ziel Gods Leer niet heeft begrepen. Zij beweert dat reïncarnatie vroeger in de Bijbel voorkwam. Deze uitspraak is volledig absurd en staat totaal in tegenstelling met datgene wat Jezus ons leert en heeft voorgeleefd: De ziel wordt geboren, sterft en zal verrijzen. Het Goddelijk Heilsplan bestaat uit de ontwikkelingen van vele miljarden menenzielen, die allen deze evolutie moeten voltooien, ieder van hen uniek en definitief. Reïncarnatie wijst op cycli die zich constant herhalen opdat de schulden uit een vorig leven goedgemaakt en fouten rechtgezet zouden kunnen worden. In werkelijkheid heeft elke ziel slechts één enkel leven, dat zij ten volle moet benutten om haar uniek levensplan met de hoogst mogelijke vruchtbaarheid te voltooien. Zegt overigens de Heilige Paulus niet in niet mis te verstane woorden: "Elk mens moet slechts één maal sterven, daarna komt hij vóór de Goddelijke Rechter"?

De uitspraak dat reïncarnatie vroeger in de Bijbel werd vermeld, is gebaseerd op een verkeerd begrip van woorden en formuleringen, net zoals in de Bijbel sprake is over 'de broeders van Jezus'. Men moet rekening houden met de joodse cultuur van die tijd en met het feit dat er voor veel woorden verschillende vertaalmogelijkheden waren. Wat reïncarnatie betreft, zijn er in de Bijbel geen plaatsen die melding maken van het feit dat een ziel gestorven en teruggekomen is. Het feit dat er joden waren die van de mogelijkheid van de terugkeer van een profeet uitgingen, betekent niet dat de Bijbel zegt dat een dergelijke terugkeer ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Christus Zelf heeft overigens elke twijfel uit de weg geruimd.

Wat de ervaring betreft die deze ziel met de kaars had terwijl zij mantra’s zong, bevestigt de Meesteres van alle zielen Uw (met mij gedeelde) gevoelens: Oorzaak van deze ervaring was niet God maar Zijn tegenstrever. Ik moet er desbetreffend op wijzen dat Maria niet gemakkelijk de uitspraken van deze bepaalde ziel openlijk laat evalueren. In dit geval beveelt Zij mij, de dwaling aan de kaak te stellen omdat deze ziel een weg volgt, die niet alleen haarzelf maar velen in gevaar brengt.

De bewering dat deze ziel in deze ervaring een heiligheid heeft gevoeld die zij zelfs in de Kerk nog nooit heeft gevoeld, is een betreurenswaardig voorbeeld van zelfbegoocheling, dus zelfbedrog. Veel zielen zijn zeer ontvankelijk voor elementen die een ongewone atmosfeer veroorzaken (kaarsen, lichtjes, vuur...) Zij menen in dergelijke gewaarwordingen Gods Aanwezigheid te voelen, maar worden in werkelijkheid in dwaling geleid. De Tegenwoordigheid van God of Zijn Hemelse Brug, de Meesteres van alle zielen, schept een heilige atmosfeer in de diepste zin van het woord, omdat de ziel Haar Aanwezigheid als een ongewoon ver ontsluiten van de Liefde in de eigen wezenskern ervaart. Deze gewaarwording wekt in eerste instantie de behoefte van een onbeperkte dienst aan God en Maria, een gesteldheid van hart in hetwelk een oppervlakkig element, zoals een vraag of men een gedoofde kaars opnieuw moet aansteken, zeer ver van het bewustzijn is verwijderd, want in de werkelijke Tegenwoordigheid van God of Maria denkt de ziel helemaal niet meer en zij heeft ook niet slechts een waarneming op het zintuiglijk niveau. Nog veel minder speelt zij spelletjes met de Aanwezigheid die zij waarneemt en waarvan zij overtuigd is dat deze van Goddelijke aard is of waarvoor zij op mystieke wijze bewijzen heeft gekregen.

Indien deze ziel zich ooit in de Kerk werkelijk met het hart op God zou hebben gericht, dan had zij net zoals thuis Gods Tegenwoordigheid kunnen voelen. Gods of Maria’s Tegenwoordigheid is niet afhankelijk van een gebouw of een plaats waar men zich bevindt, zij wordt in het eigen hart gevoeld. Het zijn niet de zintuigen die deze Tegenwoordigheid waarnemen, maar de ziel.

Lieve zus, het is bijzonder pijnlijk, telkens weer de vele tekenen van zelfbegoocheling te moeten zien door dewelke de duivel steeds méér mensen van datgene wegleidt, wat werkelijk telt. Hij tracht met alle zielen zijn spel te spelen, en de chaos in de wereld, de ontelbare onbevredigde behoeften en het verlangen van zielen naar vervulling van hun leven, maken ontelbare zielen tot gemakkelijke weerloze slachtoffers van zijn plannen. Deze zielen verdwalen al snel in een nevelige eigen ervaringswereld, in dewelke zij waarheid en dwaling, Licht en duisternis, God en de duivel niet meer van elkaar weten te scheiden. Wie de zon niet meer herkent, is er zich reeds spoedig niet meer van bewust dat hij in de nevel rondwaart. In de nevel ziet men echter niet langer de handtekening onder datgene wat men op de weg aantreft. Houdt U er in elk geval rekening mee dat deze ziel zich niet door om het even welke argumentatie zal laten overtuigen. Laat U zich daardoor niet tot ontstemdheid verleiden, maar legt U deze ziel neer aan de voeten van de Meesteres, opdat Zij door Haar volmaakte Liefde de nevels moge verjagen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 303

Over de invloed van de duivel op onze kinderen en ons huis – Wanneer een kind onhandelbaar is... – Wij kunnen onszelf niet in absolute zin tegen de duivel beschermen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw ervaring met Uw zoon verheugt mij ten zeerste (ik bedoel natuurlijk de uiteindelijke afloop ervan...). Neen, U stelt zich dit niet voor, het is werkelijkheid. Wanneer een kind onhandelbaar wordt, zouden de ouders er goed aan doen, veel vlugger aan de invloed van de duivel te denken en dienovereenkomstig te handelen. Waarom doet de duivel dit met kinderen? Omdat een kind relatief onbekwaam is om zijn werkingen te herkennen en zich ertegen te verzetten. Zo 'palmt hij het kind in' en maakt meteen ook de ouders nerveus of boos. Op deze wijze wordt in ontelbare gezinnen de hele levensatmosfeer vergiftigd.

Door Uw beslissing om exorcismegebeden aan te bieden, hebt U werkelijk gevolg gegeven aan de ingeving van de Meesteres van alle zielen. Zij heeft U derhalve ook Haar macht getoond en de werken van de duivel in Uw kind verlamd.

Een zeer krachtig gebed voor dergelijke situaties is nr. 1196 (de toewijding aan Maria tot bescherming tegen duivelse aanvallen). In dit gebed wordt om genade voor zichzelf en voor de dierbaren gesmeekt. Om deze reden zal het zijn werking ook ten gunste van het kind ontplooien. Opdat Maria Haar macht daadwerkelijk moge laten gelden, is een onbeperkt vertrouwen en een rotsvast Geloof noodzakelijk. Ikzelf word dagelijks via de meest uiteenlopende oefeningen beproefd op het onwankelbare vertrouwen in de Meesteres van alle zielen. Zij heeft mij nog nooit teleurgesteld, wel integendeel: Zelfs na ruim dertien jaar van totale toewijding en mystiek contact met de Koningin des Hemels slaagt Zij er nog bijna dagelijks in, mij te verrassen. Ik moet mij echter met heel mijn wezen aan Haar overleveren.

De duivel voor altijd de toegang tot ons huis weigeren, kunnen wij jammer genoeg niet (mooi zou het wel zijn...). Dit wil zeggen: Eigenlijk kunnen wij het hem wel een stuk moeilijker maken om tot onze ziel en ons hart door te dringen. Daartoe hebben wij absoluut de machtige ondersteuning van de Koningin des Hemels nodig. Ik kan het eenvoudig niet genoeg beklemtonen: Ik heb getuige mogen zijn van de macht van Maria over de duivels, reeds vele malen, ook in eigen ervaringen met de duivel. Zij vertegenwoordigt het Licht en boezemt de duivel zo mogelijk nog meer angst in dan Jezus dit doet, omdat de satan in Maria wordt verpletterd door de vaststelling dat Zij een geschapen ziel met een onbeperkte macht over hem is. Dat heeft hij doorheen alle eeuwen, behalve in Maria, in geen enkele ziel gevonden. Zelfs als mens op aarde was Maria voor hem reeds een onneembare vesting. Wanneer Zij nu een ziel met Haar Liefde en macht bekleedt, kan hij eenvoudig niet meer tot deze ziel doordringen. Jammer voor ons verhindert de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid dat een ziel ononderbroken tegen de duivel zou worden beschermd.

Opdat de ziel voor zichzelf verdiensten tot heiliging zou verwerven, moet zij uit vrije wil weerstand bieden aan de bekoringen. Nochtans laat God toe, dat een ziel nu en dan voor een korte tijd een ongewoon grote bescherming tegen de duivel ontvangt. Om deze reden is het aan te bevelen dat U Uw zoon elke morgen uitdrukkelijk in de handen van de Meesteres van alle zielen legt, en hem in de loop van de dag, indien nodig, door schietgebeden met Maria laat bekleden. Een eenvoudig voorbeeld van een dergelijk schietgebed zou zijn: "Maria, hoogverheven Koningin des Hemels en Meesteres van alle zielen, ontplooi toch Uw onbeperkte macht over alle duisternis die mij en mijn gezin bedreigt". Deze woorden bieden een zeer krachtige bescherming in de meest uiteenlopende situaties.

Het zou inderdaad op zichzelf een goed idee zijn, samen met Uw man gebeden aan te bieden om Uw huis tegen de invloeden en werkingen van de duivel te beschermen. Het is alleen jammer dat Uw man niet zeer gelovig is. U kunt er echter de Moeder Gods bij voorbaat om vragen, zijn hart ontvankelijk te maken voor de prachtige Aanwezigheid van Maria, Haar zalige Liefde en Haar bovenaardse Vrede. De eerste genade zou dan wel eens deze kunnen zijn, dat Uw man zich laat raken. Ter bescherming van het huis kunnen reeds de gebeden 475 en 886 worden gebruikt. Uzelf kunt zelfs een steeds groeiende macht tegen de duivel ontwikkelen, door Maria om een zo stabiel mogelijke innerlijke Vrede te vragen. In een ziel met een groeiende innerlijke Vrede voelt de duivel de Tegenwoordigheid en heerschappij van het Licht. Deze zal er hem weliswaar niet van weerhouden, U aan te vallen (in zijn hoogmoed gaat hij er steeds van uit, dat elke ziel voor hem zal bezwijken), maar U zult tot een schutsmuur tussen de duivel en Uw kind worden doordat Uw eigen vertrouwen in de onoverwinnelijkheid van de Meesteres van alle zielen steeds groter wordt.

Lieve zus, in ben vol vertrouwen: U zult erin slagen, omdat Uw Liefde tot alles wat God en Zijn Werken vertegenwoordigt, en Uw wil om steeds heiliger te worden, groot zijn en ten zeerste in staat zijn om onophoudelijk te groeien. De wil om te groeien en de Liefde tot God, tot Jezus, tot Maria, vormen essentiële bouwstenen in de funderingsmuur van onze heiliging. Ik blijf in het hart met U verbonden en verheug mij reeds op de verheerlijking van de Hemelse Meesteres door Uw vertrouwensvol gebed om Haar tussenkomst. Spreidt U Uw hele wezen en dat van Uw zoon volledig vóór Haar uit, opdat Zij U beiden, en via U ook Uw huis, totaal moge kunnen beheersen. De heerschappij van Maria in de ziel is als een veelkleurig vensterglas, door hetwelk de zon naar binnen straalt: betoverend en zalig warm.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 304

Totale toewijding aan Maria is vergelijkbaar met het beklimmen van een hoge berg – heiliging zonder beproevingen is onmogelijk – de duivel kan geen echte schade toebrengen aan een ziel die zich één voelt met Maria – de macht van de Hemelse Meesteres krijgt méér effect naarmate de zielen zich méér aan Haar overgeven – Wat bepaalt de volmaaktheid van de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De totale toewijding aan Maria zou men kunnen vergelijken met het beklimmen van een hoge berg. De ziel verlaat plotseling de vlakke weg van een werelds leven omdat haar de mysterieuze opgang naar een nieuw leven wordt getoond, die in haar het verlangen wekt naar de Hemel, naar de bevrijding uit de chaos en de leegte van het dagelijks leven. Zij hoort om zo te zeggen de lokroep van de top, die haar zoveel dichter bij de Hemel kan brengen.

De ziel verovert de top slechts door de berg helemaal te beklimmen. Vanuit het dal kan zij nauwelijks inschatten wat op haar wacht. God laat Zijn Mysteries pas tijdens de reis ontsluieren, omdat slechts de inspanningen van elke meter de ontdekkingen van elk uur en elke dag rechtvaardigen. God wil 'gewild worden' en betaalt hoge lonen uit aan diegenen die zich de moeite getroosten om tot het hart van Zijn Mysteries door te dringen met als enige bedoeling, méér op Hem te beginnen gelijken.

Tijdens de beklimming zal de ziel een grote hoeveelheid ervaringen van de meest uiteenlopende aard opdoen. Zij zal zich onvermijdelijk afmatten (de dagelijkse strijd tegen zichzelf), zij zal zich verwonden aan allerlei losliggend gesteente, en erover struikelen (de beproevingen en tegenslagen), zij zal op sommige plaatsen zeer dicht bij de afgrond moeten lopen (de dreiging van alle bekoringen), en zal zelfs het hoofd moeten bieden aan wilde dieren en steenslag (de aanvallen vanwege de duivel). Waarin ligt dan wel de aantrekkingskracht van de beklimming, wanneer ook al die gevaren meespelen?

Wanneer de ziel zonder meer de vlakke weg verlaat en de berg begint te beklimmen, zal zij dit avontuur niet lang volhouden. Zij kent niet de gevaren noch de vele verrassingen die met het bergbeklimmen gepaard gaan, het ontbreekt haar aan de ervaring om haar krachten correct in te schatten, en met grote zekerheid zal blijken dat zij ook niet de passende schoenen draagt. De toewijding aan Maria is een Goddelijk geschenk dat onmogelijk kan worden overschat. Zij beoogt de totale heiliging onder de innerlijke leiding en omvorming door de hand van de Koningin des Hemels, aan Wie elk geheim op het gebied van de voltooiing van de spirituele ontplooiing en vervolmaking bekend is. Deze heiliging is niet slechts voor de ziel zelf van nut, doch via haar volkomen ontplooiing eveneens voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan, dat uiteindelijk de grondvesting van Gods Rijk op aarde beoogt. Het spreekt vanzelf dat men niet onvoorberei aan iets zo belangrijks mag beginnen.

God kan de ziel geen heiliging zonder beproevingen beloven. Elke ziel moet door heiliging boven de effecten van de erfzonde uitstijgen. De beproevingen zijn de betaalmiddelen door dewelke de ziel haar Verlossing moet voltooien. Jezus heeft de Verlossing voor alle zielen ontsloten. Elke individuele ziel moet dit geschenk als het ware 'in zich inbouwen' door alle beproevingen die zij op haar levensweg aantreft, te laten versmelten met het Lijden van Christus. Zij kan dit slechts doen door zich in haar hele wijze van zijn en gedragen één te maken met Christus, en zich met dat doel voor ogen intens te laten omvormen door Diegene, Die op mystieke wijze met het Wezen van de Christus verenigd werd en op mystieke wijze het Lijden van de Christus in Haar eigen Wezen heeft mee beleefd: de Medeverlosseres naast Christus, Die ons nu is gegeven als Meesteres van alle zielen.

Lieve zus, het zijn deze beproevingen, die de ziel steeds weer benauwen, haar onzeker maken. In principe is de gewaarwording van de angst een teken voor het feit dat de ziel zich van haar kleinheid en zwakheid bewust is. Een uitzondering op de regel was de Moeder Gods: Zij was de Koningin van de nederigheid, en desondanks was Zij nergens bang voor, omdat Zij Zich in de diepte van Haar Wezen bewust was van Gods Tegenwoordigheid. In het aardse leven van Maria zijn er situaties geweest, in dewelke Zij de onmiddellijke tegenwoordigheid van de duivel waarnam. Zij had voor hem niet de geringste angst, omdat Zij voelde dat Zij macht over hem had.

Elke ziel kan haar angsten leren bedwingen door erom te smeken dat zij zodanig zou groeien in Geloof, dat zij voortdurend bewust zou zijn van de Tegenwoordigheid van de Hemelse Meesteres en met deze Tegenwoordigheid rekening zou houden, in het besef dat Zij er uiteindelijk voor de heiliging en het eeuwig welzijn van de ziel is. De duivel kan nooit echt schade toebrengen aan een ziel die zich één voelt met Maria (niet uit hoogmoed, doch op grond van een sterk en oprecht Geloof).

Aan de trektocht naar de top van de berg zou de ziel beter nooit beginnen zonder de voortdurende leiding vanwege de Meesteres van alle zielen, noch zou zij deze trektocht zonder Haar leiding mogen voortzetten. In duidelijke taal: Zodra de ziel zich met een oprecht hart aan Maria toewijdt met de bedoeling, via deze reusachtige stap een volkomen nieuwe wijze van leven aan te nemen en voortaan voor Maria te leven en te sterven opdat zij in God moge kunnen leven, moet zij elke dag, elk uur, elke minuut van elke dag en nacht met Maria delen. Zij moet eenvoudig ononderbroken in gedachten en in haar hart met Haar verbonden blijven, inwendig tot Haar spreken (dit wil zeggen, niet meer bij zichzelf denken, doch met Haar spreken) en Haar voortdurend smeken om Haar leiding en om de uitwerkingen van Haar volmaakte Liefde (= de volheid van het Goddelijk Leven) en van Haar onbegrensde macht (= de uitwerkingen van haar eenheid met de Wil van God, Die kan scheppen, verlossen en heiligen).

Het is mogelijk dat de ziel die zich in volle ernst en bezield door de enige juiste bedoelingen, aan Maria toewijdt, geregeld angstig wordt, niet slechts wegens het besef van haar kleinheid en zwakheid, doch ook wegens het feit dat de duivel haar méér en heviger begint aan te vallen. De ziel die zich met een oprecht hart aan Maria heeft weggegeven, en haar hele leven wil leiden ten bate van Gods Werken, vormt voor de duivel een groot gevaar. Deze ziel bedreigt immers de doeltreffendheid van zijn werken en helpt de voor de duivel zo schrikbarende macht van de Meesteres van alle zielen tot ontplooiing brengen.

De macht van de Hemelse Meesteres is vergelijkbaar met een tijgerin aan een leiband: De leiband wordt gevormd door elke gebrek aan overgave vanwege mensenzielen aan Maria en aan daadwerkelijk in de praktijk gebrachte toewijding aan Haar. Hoe méér zielen zich restloos aan Maria overgeven en in de concrete praktijk van het dagelijks leven de totale toewijding aan Haar beleven en toepassen, des te dunner wordt deze leiband. De duivel weet zeer goed dat, wanneer deze leiband helemaal verdwijnt, deze 'Tijgerin' (bemerk de hoofdletter!) hem helemaal zal openrijten en verscheuren, dit wil zeggen: dat vanaf dat ogenblik de macht van de Hemelse Meesteres zich ten volle tegen hem zal kunnen uitwerken.

De duivel kan tegen Maria helemaal niets beginnen. Tegenover deze 'Tijgerin' is hij zoals een muis. Jegens de mensenzielen toont hij zich niettemin als een brullende en razende muis, zodat de ziel die hem niet kan zien en hem vooral met haar verstand niet met Maria kan vergelijken (omdat het hier immers twee onzichtbare wezens betreft), geneigd is om hem voor een onoverwinnelijk monster te houden. Listig is deze muis in elk geval zoals niets anders in de Schepping. De duivel heeft de wereld in zo verregaande mate en in zo oneindig veel opzichten in zijn dienst gesteld, dat zeer veel zielen in deze tijd volkomen vertwijfeld, ontmoedigd en krachteloos worden en alle Hoop verliezen. Alles komt bedreigend over, alles lijkt zinloos, en nauwelijks een ziel durft nog iets goeds en bemoedigends verwachten van de ontwikkelingen van het leven.

Lieve zus, het komt er nu meer dan ooit op aan, zich door Maria gedragen te weten en zich ervan bewust te worden dat de beproevingen slechts zwaarder worden omdat de beklimming van de berg naar het Hart van God steiler wordt naarmate men hoger komt. De hoogte die men bij het klimmen bereikt, wordt in hoge mate bepaald door de gesteldheid van hart en de zuivering van de ziel van alle ballast van het werelds leven (herinneringen, gevoelens van wrok, gehechtheden, vasthouden aan wereldse behoeften en oude gedragspatronen). Zodra het hart door en door wordt beheerst door de overtuiging dat de Meesteres van alle zielen het leven binnenin (in het eigen wezen) en naar buiten toe (op de levensweg) beheerst, vindt de ziel de innerlijke Vrede. Naarmate Maria in een ziel waarlijk Meesteres kan zijn (omdat de vrije wil van de mensenziel Haar dit mogelijk maakt), is Zij tezelfdertijd ook Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid, die alle situaties en ontwikkelingen op de levensweg zodanig bestuurt dat deze het eeuwig welzijn van de ziel bevorderen. Slechts dit beoogt Zij: de heiliging van de ziel die zich aan Haar heeft toevertrouwd. Al het wereldse wordt daardoor tot middelen tot dat hogere doel.

Alle angst smelt weg zodra de ziel het punt bereikt waarop zij er vast van overtuigd is:

  • dat Maria in de zich aan Haar overgevende ziel de vermoeienissen van de dagelijkse strijd tegen zichzelf helpt dragen (voortdurend nieuwe bronnen van kracht ontsluit),
  • dat Maria elke steen van het losliggend puin dat aan Haar wordt gegeven, onder Haar voeten verbrijzelt (voortdurend de aan Haar toegewijde beproevingen en tegenslagen omzet in genaden),
  • dat Maria Haar mantel over de afgrond uitspreidt (Zich onophoudelijk inzet om de ziel van de bekoring weg te leiden, respectievelijk de bekoring in het hart van de ziel onaantrekkelijk te maken),
  • dat Maria de wilde dieren kan temmen en de ziel tegen alle mogelijke steenslag kan beschermen (de ziel voortdurend doorheen de aanvallen van de duivel leidt).

De volmaaktheid in de totale toewijding aan Maria is uiteindelijk een kwestie van vervolmaking in de Liefde tot Maria, in het geloof in de macht van Maria en in de hoop op de eigen vervolmaking door de leiding van Maria. Naarmate U de top van de berg nadert, wordt de lucht ijler maar ook zuiverder. Dit betekent dat U niet overhaast doch voorzichtig naar de volmaaktheid moet toewerken (hoe hoger men komt, des te dieper kan men bij een onvoorzichtig maneuver vallen). De lucht wordt echter steeds zuiverder omdat de werking van de Heilige Geest bij het groeien in de toewijding steeds duidelijker wordt. Op de top wacht de edelweiss op U, dit zeldzame, door God Zelf beschermde bloempje van de eenheid met Zijn Wil, die de Bron van alle Schepping, Verlossing, heiliging en genezing is.

Lieve zus, U kunt voor Uw zoon door de vruchtbaarheid van een zich vervolmakende toewijding van Uzelf aan de Meesteres van alle zielen de genade helpen bekomen dat hij ontvankelijk zou worden voor het besef dat het meisje aan wie hij zich nog vastklampt, zijn spirituele ontwikkeling inderdaad niet zal kunnen bevorderen. Zij zal er nooit toe bereid zijn om haar geloofsvisie te veranderen, en zij zal Uw zoon uiteindelijk van het katholiek Geloof afbrengen en hem derhalve spiritueel naar beneden halen. Wijdt U in het bijzonder zijn hart aan de Koningin des Hemels toe, opdat hij er zelf actief moge aan meewerken dat Gods Voorzienigheid in hem het Hemelse zaad tot bloei moge kunnen brengen.

Ik smeek de Meesteres van alle zielen vanzelfsprekend dat Zij Zich bij de beklimming van de berg in Uw hart moge vertonen door Licht en Vuur. Het panorama kan op de bergflank onaards zijn. In die oneindigheid vertoont zich de Eeuwige Liefde en herinnert de Koningin van de Hemelse schoonheid U eraan, dat dit panorama pas het begin is van de zaligheden die samen de Goddelijke Belofte vormen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 305

Sluit toewijding aan Maria de vrije beslissing uit? – Door datgene wat men is, bereikt men vaak méér dan door datgene wat men zegt – Verering van God, Maria of een heilige in een beeld of beeltenis is geen afgoderij – Liefde als tegenpool van angst – het zwaard van de Aartsengel Michael – is het oneerbiedig wanneer men bidt in bed? – zondagsplicht en zondagswerk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Elke ontmoeting met het Hemelse is voor de mensenziel zoals een blik doorheen een sleutelgat naar een totaal onbekend landschap. Indien de ziel gelooft dat niets haar nog zou kunnen verbazen, dan ervaart zij spoedig dat dit vreemde land oneindig is en dat de verrassingen van de landschappen in dat land geen einde kennen. Omdat onze menselijke inzichten zo beperkt zijn, geloven sommige zielen dat de Eeuwigheid in de Hemel haar toch op zekere dag moeten beginnen te vervelen. Zoals ik reeds vroeger heb vermeld, is al het Goddelijke echter zoals een roos die zonder einde blaadje na blaadje ontvouwt. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Gods Heerlijkheid is zoals een roos die vandaag honderd blaadjes lijkt te hebben, morgen al deze blaadjes zich ontdubbelen tot tweehonderd, overmorgen weer hetzelfde doen zodat het er vierhonderd worden, enzovoort. Zo is het met alles dat een ziel in de Eeuwige Gelukzaligheid kan ontdekken, zodat de verrukkingen in die zijnstoestand inderdaad oneindig zijn.

Wanneer wij op aarde door de Meesteres van alle zielen worden binnengeleid in enkele schoonheden uit het Eeuwige Thuisland, hetzij via de wegen der mystieke waarneming, hetzij via elke onderrichting in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, begrijpen wij reeds gauw dat ook onze vragen oneindig zullen zijn. Zodra wij op één vraag het antwoord van de Koningin des Hemels krijgen, worden al gauw enkele nieuwe vragen gewekt. Graag bekijk ik met U nu een stukje Hemels landschap. Ik citeer Uw vragen, en laat de antwoorden uit het Hart van Maria naar U toestromen:

Wanneer ik mijn leven aan de Moeder Gods heb toegewijd, waarom moet ik dan niettemin nog vrij beslissingen nemen? Ik heb toch alles aan Haar gegeven?

Inderdaad, maar de ziel behoudt haar vrije keuze voor altijd. Van mij heeft de Meesteres alles gevorderd, en desondanks beveelt Zij mij niet (behalve in het kader van de bijzondere oefeningen aan dewelke Zij mij dagelijks onderwerpt; gedurende dergelijke fasen is Zij waarlijk de uiterst liefdevolle maar tevens bevelende Meesteres in de diepste zin van het woord), doch nodigt Zij mij uit. Zij doet dit ook omdat de ziel slechts kan groeien in de Ware Liefde zolang zij vrije beslissingen moet nemen. Wanneer de noodzaak om te beslissen U zou worden ontnomen, zou U geen enkele kans meer hebben om Uw Liefde te bewijzen. Wanneer U vrij moet beslissen, is het de Liefde die de maat bepaalt, in dewelke U het goede, het juiste doet, datgene wat God, respectievelijk Maria, bevalt en wat Uw medeschepselen de meeste genaden oplevert. Vergeet U niet dat dit systeem onfeilbaar is in zijn intelligentie en Wijsheid, want:

Het is de Liefde, die de maat van onze volmaaktheid bepaalt, en drhalve is het eveneens de Liefde, die onze heiliging bepaalt, alsook het zijnsniveau waarop wij in het Eeuwig Leven zullen bestaan.

Enerzijds wordt gezegd dat men Jezus bekend moet maken, maar anderzijds zegt mijn geestelijke leider steeds dat in mijn gezin zwijgen beter is.

Onze wereld nodigt in veel situaties niet uit tot prediken indien men een oorlog wil vermijden. Beter en effectiever is vaak, Jezus uit te stralen, dit wil zeggen: zo te zijn, zoals Hij was, respectievelijk is, dus Hem in ons gedrag, in onze woorden en diepe innerlijke gesteldheden zeer strikt na te volgen. De mens naar buiten toe is een soldaat, de innerlijke mens is een leger. Via datgene wat wij zijn, bereiken wij vaak méér dan via datgene wat wij zeggen. Indien de zielen in de leefomgeving van een ziel ontvankelijk zijn voor het Licht, kan en moet deze laatstgenoemde ziel dit Licht laten stralen, ook in woorden. Indien deze ontvankelijkheid zwak blijkt te zijn, kan het inderdaad beter zijn, te zwijgen.

Er is een beeltenis van de barmhartige Jezus. Mij komt het soms voor alsof Hij door die beeltenis tot mij spreekt. Maar wat wordt dan bedoeld met afgoderij?

Jezus en Maria kunnen inderdaad doorheen een beeltenis tot een ziel spreken, door in het hart van deze ziel te spreken, meestal zonder woorden. Met afgoderij heeft dit hoegenaamd niets te maken. Afgoderij is gebaseerd op de verering van een voorwerp, waarbij niet meer het Goddelijke of het Hemelse achter dit voorwerp centraal staat, doch één of andere wereldse eigenschap van dit voorwerp. Een voorbeeld hiervoor is het gouden kalf ten tijde van Mozes, dat in wezen voor de afvallige joden God moest voorstellen, omdat het bestond uit goud, het topsymbool voor aardse rijkdom. Zo vergaten zij spoedig God Zelf en vereerden het goud op zich.

Wanneer U de barmhartige Jezus of de Meesteres van alle zielen in een beeltenis vereert, heeft dit niets te maken met afgoderij, want U vereert daarbij geen papier of inkt of verf, doch daadwerkelijk Jezus, respectievelijk Maria, en al datgene waarvoor Zij symbool staan: het Goddelijke of Hemelse, de Ware Liefde en de macht over het kwaad.

Ik bemin Jezus, en ben Hem zo dankbaar, en daarom zou ik ook zo graag iets bijdragen. Hoe moet dit echter, wanneer ik steeds zo angstig ben. Eigenlijk weet ik helemaal niet waarvoor ik bang ben. Jezus is Liefde, en de Liefde is sterker dan de haat. Waarom kom ik dan toch steeds weer ten val?

Smeekt U Hem erom, dat Uw Liefde sterker moge worden. Naarmate Uw Liefde groter wordt, wordt de angst kleiner, voelt men zich in het hart van de geliefde geborgen, en wordt de overgave steeds groter en zuiverder. Dientengevolge wordt ook de vruchtbaarheid van alle werken die U volbrengt, groter.

De volmaakte ziel is een ziel in dewelke de Liefde het toppunt van haar verwezenlijking nadert. Daarom is Maria de absoluut volmaakte ziel, omdat in Haar de Liefde reeds gedurende Haar aardse leven absoluut volmaakt was.

Het is ooit voorgekomen dat ik de duivel naast mij voelde en ik onrustig werd. Ik riep tot de Meesteres om hulp. Haar verrassend antwoord was een uitnodiging om mij aan Haar voeten op de knieën neer te werpen. Zij wakkerde in mij de Liefde tot Haar zo onvoorstelbaar sterk aan, dat alle onrust, elk bang gevoel jegens die gedaante die ik nog steeds naast mij zag, van mij afvielen. Daar was een dubbele reden voor:

  1. De Aanwezigheid van de Meesteres stelde een zodanig onvoorstelbare macht voor, dat ik geen seconde lang kon geloven dat deze gedaante wat dan ook tegen mij kon doen.
  2. Tussen de Meesteres en mij vloeide een stroom van Liefde, die mij toescheen als een wolk van Licht dat straalde in een gouden gloed, in dewelke ik helemaal gehuld was. Deze wolk van Hemelse Liefde ervoer ik als een enorme bescherming.

De les uit het bovenvermelde visioen is, dat de ziel zich kan beschermen tegen alles wat haar bang maakt, vooral wanneer zij deze Liefde ervaart in een uitwisseling met de Koningin des Hemels (of, vanzelfsprekend, met Jezus).

In hoeverre komt de Aartsengel Michaël ons hier te hulp? Ik geloof niet dat hij werkelijk strijdt met een zwaard. Er wordt toch wellicht slechts spiritueel gestreden? Men kan geestelijke wezens immers niet aanvallen.

Zo is het. Het zwaard van de Aartsengel Michaël moet men zich voorstellen als een Liefdesvlam. De Aartsengel heeft van God de macht gekregen om de legioenen van het kwaad te bestrijden met een zwaard van Liefdesvuur, dit wil zeggen met een wapen tegen hetwelk de duisternis niets vermag. De Ware Liefde is de macht van het Goddelijk Leven en de brandstof van alle Leven. De duisternis daarentegen, is de dood van de ziel. De strijd is inderdaad geestelijk, spiritueel, niet met lichamelijk geweld of met wapens zoals wij deze op aarde kennen.

In principe kunnen de zielen zich de strijd tussen de engelen en de duivels, en in de bredere betekenis tussen het Licht en de duisternis, zo voorstellen, dat de eerstgenoemden (de vertegenwoordigers van het Licht) de laatstgenoemden (de vertegenwoordigers van de duisternis) verlammen en terugdringen door de macht van het Licht dat uit hen stroomt. De macht van het Licht is de Liefde, die de essentie van Gods Wezen is. Enkele voorbeelden:

  • De engelbewaarder hult zijn beschermeling(e) in een wolk van Liefde, die de duivels afschrikt;
  • De Verlosser Jezus Christus straalde ononderbroken, maar in de hoogste mate tijdens Zijn Lijden, een buitengewone kracht van Liefde uit, die de duivels verlamde;
  • Uit de Meesteres van alle zielen stroomt een zo verpletterende macht dat de duivels jegens Haar krachteloos worden. Steeds weer maakt Zij mij tot getuige van deze macht door mij te tonen hoe Zij duivels gebiedt om zich voor Haar te vernederen, en welke verpletterende macht daarbij uit Haar voeten stroomt, een macht die de duivels volkomen verlamt en het hen onmogelijk maakt om zich van Haar te verwijderen zolang Zij dit niet uitdrukkelijk wil (dit wil zeggen: zolang Zij hen dit niet beveelt, of hen niet toelaat om zich te verwijderen). Ik herinner op deze plaats aan de beschrijving die ik heb moeten optekenen in het kader van hoofdstuk 28 van Wedergeboorte van het Aards Paradijs met betrekking tot de duivels die in Efese, aan Haar voeten geknield, totaal aan Haar macht waren uitgeleverd.

    Deze passage is later eveneens opgenomen in de onderrichting Het miskende Licht.

Omdat mensenogen zich geen voorstelling kunnen maken van mystieke 'oorlogsvoering', wordt de heilige Aartsengel Michaël voorgesteld met een zwaard of met een lans.

Wanneer ik in bed gebeden verricht, is dat dan oneerbiedig?

Niet noodzakelijk. Vanzelfsprekend geniet de knielende lichaamshouding de voorkeur van God, van Jezus, van Maria, maar ik moet erop wijzen dat de ziel soms zeer veel eerbiediger en respectvoller bidt terwijl zij zittend of zelfs liggend diep en liefdevol met God, met Jezus of Maria verbonden is. God kijkt in dit verband naar veel factoren:

  • Hoe is de lichamelijke toestand van de ziel? (God neemt de eerbiedige gebeden van de zieken en bedlegerigen onder ons even goed aan als de eerbiedige gebeden van de gezonden).
  • Hoe is de hartsgesteldheid van de biddende ziel? God geeft ruimschoots de voorkeur aan het vurige gebed van een bedlegerige ziel boven het mechanisch, gevoelloos gebed van een knielende ziel.
  • Hoe zijn de omstandigheden onder dewelke de ziel haar gebeden moet verrichten? Oefent zij een beroep uit, dat het haar nauwelijks mogelijk maakt om zich af en toe terug te trekken, dan is het mogelijk dat zij pas goed kan bidden terwijl zij in bed is. Iets gelijkaardigs geldt zelfs voor veel huisvrouwen. God zal dit accepteren wanneer de redenen oprecht zijn.
  • Een enige uitzondering vormen de gebeden in de kerk, van dewelke God absoluut verlangt dat elke ziel die hiervoor geen lichamelijk beletsel heeft, deze knielend zou verrichten. De waarde van dit Goddelijk verlangen wordt in hoge mate onderschat. De Meesteres van alle zielen benadrukt dat de kerk, vooral gedurende de Misviering, de troonzaal van God is. In de troonzaal van God durven de engelen niet anders verschijnen dan knielend. Slechts mensenzielen vinden dit vaak niet zo belangrijk. De gehandicapte of zieke ziel is daarbij verontschuldigd. Zij kan, zoals trouwens elke ziel ononderbroken zou moeten doen, in het hart knielen.

Wanneer U er dus in slaagt om in bed eerbiediger, liefdevoller en geconcentreerder te bidden dan elders, zal God Uw gebed als volwaardig aanvaarden. U doet het dan niet uit onverschilligheid, noch uit enig bedoeld gebrek aan eerbied.

Wij weten dat wij op zondag naar de Mis horen te gaan. Het ziet het eruit wanneer men moet werken of wanneer men ziek is, of wanneer er eens een dagje voor het gezin is, waarop de tijd ontbreekt om de Mis bij te wonen?.

Op de christen berust de verplichting om op zondag naar de Mis te gaan. God aanvaardt bepaalde uitzonderingen op deze regel. Of Hij een verzuim accepteert of niet, is een zaak tussen de ziel zelf en God, al naargelang de omstandigheden van het leven dat de ziel leidt, en volgens haar lichamelijke gesteldheid. Ziekte en handicaps kunnen geldige uitzonderingen zijn.

Over het thema zondagswerk zegt de Meesteres het volgende: De ziel zou op zondag geen enkele winstgevende activiteit mogen uitoefenen. God houdt er echter rekening mee, dat er uitzonderingen, respectievelijk omstandigheden zijn, die de ziel kunnen verontschuldigen, bijvoorbeeld activiteiten in het kader van de geneeskunde, van het openbaar vervoer, in de horecasector... Wanneer de activiteit echter niet absoluut noodzakelijk is voor andere zielen (zoals dit in de zo-even vermelde sectoren het geval kan zijn), zou de ziel zorgvuldig moeten overwegen of zij de betreffende activiteit moet uitoefenen, of beter niet. Zelfs wanneer de zondagsactiviteit voor de ziel in Gods ogen verdedigbaar is, moet zij al het mogelijke doen om de Heiige Mis te kunnen bijwonen.

Het verzuimen van de Heilige Mis wegens een dagje voor het gezin zou de ziel beter vermijden. In dat geval beschouwt God het zo, dat de wereldse vrijetijdsbesteding dan wordt voorgetrokken op de dienst aan Hem.

Lieve zus, wij hebben samen doorheen het sleutelgat mogen kijken. Enkele van de talloze onaardse bloemen in Gods Tuin hebben wij van wat naderbij mogen bekijken. Wanneer wij hun schoonheid en de geur van hun heiligheid diep in ons hart laten nawerken, zal in ons het verlangen naar de Eeuwige Liefde rijpen. Het is dit verlangen, dat de Meesteres van alle zielen in de zielen wil zaaien, opdat zij zich aan het Licht zouden overgeven en de duisternis aan Haar voeten zouden uitleveren, en Zij Haar oneindige macht over deze zielen, en over de duisternis, moge kunnen uitoefenen. Zo breidt Zij het Rijk Gods uit, en verandert Zij steeds méér zielentuinen in voortuinen van het Paradijs. Ik verheug mij met U over verdere ontdekkingen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 306

In dit leven gaat niets verloren of is niets zinloos wanneer de ziel het op de juiste wijze toewijdt – over abortus – parallellen tussen overvloedige regenval en abortus – Wat kan een moeder doen opdat God tevreden zou zijn? – Voorbereiding voor de eigen dood – de hatende ziel is een gevangene van de satan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er wordt vaak gezegd dat de wereld een tranendal is. In principe kan de mens vanuit het wereldse oogpunt nauwelijks gelukkig worden. Alle zielen zijn ertoe geroepen, hun bijdrage leveren tot de voltooiing van Gods Heilsplan. Dat kunnen zij slechts doen door hun eigen beproevingen te aanvaarden en toe te wijden. Het geluk kan op aarde echter, ondanks de beproevigen, reeds in een bepaalde mate worden ervaren. Maria toont ons enkele wegen:

  1. Wanneer de ziel erin slaagt, niet langer de lasten van de beproevingen te beschouwen maar datgene wat God met de opoffering en de toewijding van deze lasten voor de Schepping kan doen, kan zij zich geleidelijk over elke beproeving leren verheugen. Hierin zal zij echter slechts slagen naarmate haar Liefde tot God, tot Gods Werken en tot haar medeschepselen groeit.
  2. Wanneer de ziel rekening houdt met het feit dat elke zonder protest aanvaarde en toegewijde beproeving haar eigen eeuwig Geluk na dit leven bevordert, kan zij leren, elke beproeving te beschouwen als een geschenk door God voor haar bereid.
  3. Wanneer de ziel rekening houdt met het feit dat dit aardse leven in vergelijking met de eeuwigheid nietig klein is, zal zij bij elke beproeving veel gemakkelijker worden gedragen door het Licht van de ware, gerechtvaardigde Hoop.

Het is zeer belangrijk, ons steeds voor ogen te houden dat in dit leven helemaal niets verloren gaat of zinloos is wanneer de zielen het, in spirituele zin, tot nut maken. Alles wat voor een ziel lastig is, haar moeite kost of pijn berokkent, ook wanneer het verstand zegt dat het banaal is, kan worden omgezet in een aanbetaling voor de eigen Verlossing en heiliging en in een bijdrage tot de voltooiing van Gods grote Heilsplan voor de mensheid. Op het niveau van Gods Werken krijgt werkelijk alles zin:

  1. Wanneer de ziel die erdoor is getroffen, alles in Liefde en zonder enig protest of innerlijke weerstand aanneernt en zich voorneemt, het te doorstaan in harmonie met Gods Werken, net zoals Jezus Zijn Lijden heeft doorstaan;
  2. Wanneer de ziel die erdoor is getroffen, haar inspanningen, lasten, pijn, hartenpijn, angst, onzekerheid, uitputting of gewaarwordingen van krachteloosheid aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerlegt (= toewijding) en zij erom vraagt dat Zij (de Meesteres) dit alles met Haar volmaakte Liefde en met de grenzeloze macht van haar bemiddeling en Voorspraak moge bekleden. Door deze toewijding wordt de waarde van het offer vele malen verveelvoudigd, en na deze aanzienlijke veredeling vóór God gebracht. De Liefde en macht van de Meesteres van alle zielen maken van de steen van onze toegewijde beproevingen een goudstaaf, die op Gods Tijd in herscheppende, genezende genaden wordt omgesmolten.

Zodra de ziel van deze waarheden vervuld is, zal zij onder alle omstandigheden slechts tegen deze achtergrond denken, voelen, gewaarworden, verlangen, spreken, handelen en achterwege laten. Niets beschouwt zij dan nog als onzinnig, als waardeloos, als stoorfactor, als remming, als reden tot ontevredenheid. Is zij iets van plan, en komt daar dan iets tussen dat haar pijn doet, dat moeite kost, haar zorgen en verdriet berokkent of iets anders van haar verwacht, dan zal zij dit aan de voeten van de Meesteres opofferen en innerlijk geleidelijk vreugde, troost en Vrede vinden en bemoedigd worden door het bewustzijn dat de Koningin des Hemels het met Haar allerheiligste handen vóór God brengt, het door God in haar levensboek als verdienste wordt opgetekend en het onder de macht van Maria en Haar eenheid met Gods Wil in de schatkamer der genaden moet worden omgesmeed en bewaard om de duisternis enkele van haar overwinningen te ontnemen en de Schepping dichter bij God te brengen.

Zo draagt de ziel die haar lasten, lijden en beproevingen en alles wat haar beklemt, liefdevol en zonder protest met de Hemelse Meesteres deelt, bij tot de heiliging van de hele mensheid. Dit prachtige systeem hebben wij te danken aan onze God van Liefde, Die het zo heeft beschikt dat elke mensenziel, door alles te delen met de Meesteres van alle zielen, deel heeft aan de verwezenlijking van Gods Werken en dat zij daardoor haar eigen heiliging moet bewerken. Dit alles is meteen Gods geneesmiddel tegen alle zorgen, gepieker, onzekerheid en depressieve stemmingen van alle zielen. De kennis van dit systeem via hetwelk God Zijn Liefde ten volle laat herkennen en de zielen zich ervan bewust laat worden dat zelfs het kleinste detail van hun leven niet onbelangrijk is, laat ons zien en begrijpen hoe belangrijk elke ziel en elke levensweg voor God is en hoezeer Hij erop staat dat de ziel met heel haar wezen aan alles deel moet hebben, wat Hij ook doet of Zich voorneemt. Dit systeem verleent iedereen bovendien een inzicht in de waarde van elke individuele mensenziel in Gods ogen.

Op één of andere wijze zou dit proces de herinnering aan de dieperliggende betekenis van de gebeurtenissen bij de bruiloft te Kana kunnen doen opwellen. De met water gevulde kruiken kunnen wij zien als symbool voor het lijden, de beproevingen (water = tranen). Door de bemiddeling van Maria wordt dit water in wijn omgevormd. De Meesteres van alle zielen laat ons deze wijn zien als symbool voor het Bloed van het Goddelijk Leven. Dit betekent dus: Het lijden en de beproevingen worden door de bemiddeling van Maria in Goddelijk Leven omgezet. Alle genaden beogen uiteindelijk de verwezenlijking van het Goddelijk Leven in de zielen. Wanneer God dit proces op Maria’s woord (Voorspraak) voltrekt, betekent dit dat Zij een buitengewone macht ontplooit.

Lieve zus, de vaststelling over de waarde van een mensenziel verbindt Maria onmiddellijk met Uw vraag aangaande de vele abortussen:

Er worden veel abortussen uitgevoerd. Wat doet men voor het kind, de vrouw en de dokter, opdat deze zielen zouden kunnen worden gered?

God heeft met elke mensenziel een plan. Elk individueel leven maakt deel uit van een complex dat op de uitwisseling van ontelbare handelingen, woorden, gedachten en gevoelens is gebaseerd, en door Gods Genade wordt ondersteund en in leven wordt gehouden. Wordt ergens binnen dit systeem door Goddelijk ingrijpen een element (een ziel) uit het geheel weggenomen (door een natuurlijke dood), dan wordt het systeem op bepaalde punten en in zijn interne wisselwerkingen ergens bijgestuurd. De Goddelijke Wijsheid en Intelligentie houdt dit alles echter in evenwicht. Wordt echter door menselijk ingrijpen een element weggenomen, dan verandert eveneens één en ander, maar dit kan niet door de Goddelijke Wijsheid en Intelligentie in evenwicht worden gehouden, behalve door een buitengewone genade vanwege de Goddelijke Barmhartigheid, die echter ergens ter wereld door één of meer zielen moet worden 'betaald' (door bijkomend lijden, offers, enzovoort). Eén voorbeeld voor een dergelijk menselijk ingrijpen is abortus.

God respecteert de vrije wil van de zielen. Om deze reden laat Hij de mens begaan, die overgaat tot abortus. God is weliswaar Meester over leven en dood, doch niettemin laat Hij toe dat één of meer mensen de beslissing nemen om een leven te beëindigen (abortus, euthanasie, moord, zelfmoord). Het feit dat God dan schijnbaar de mens plots de heerschappij over leven en dood vergunt, betekent niet dat Hij deze menselijke beslissing verwelkomt of goedkeurt. Zijn Wet wordt overtreden, en in Zijn Scheppingssysteem wordt iets veranderd tegen Zijn leiding in. Daarom wordt op dat tijdstip de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid in werking gesteld. Deze Wet eist als het ware schadevergoeding vanwege de mensheid: Nieuw lijden en nieuwe beproevingen komen op de zielen neer. Het is verstandig, hieraan te denken wanneer overstromingen en buitengewone regenval de mensheid er trachten aan te herinneren dat de zielen zeer veel Water van Goddelijk Leven verspillen, onder andere in de vorm van menselijk vruchtwater. De Moeder Gods vraagt met klem, deze tekens te beantwoorden met gebed en toegewijde offers.

Heden ten dage is in een aantal landen abortus niet meer in strijd met de wet. Het feit dat de wetgever deze misdaad met een schijn van normaliteit bekleedt, zet vele zielen ertoe aan om zonder gewetenswroeging abortus te laten uitvoeren. Precies dit wordt bedoeld wanneer sprake is van de 'cultuur van de dood': Voor de zielen wordt de beslissing om te doden en zich daardoor eveneens de spirituele dood op de hals te halen, zeer gemakkelijk gemaakt. De gevoeligheid van het geweten ten overstaan van de waarde van het leven als Werk en Wonder van God en voor het ontwaardigend effect van elke handeling die indruist tegen Gods Wet, wordt steeds kleiner. Zo verdwijnt het vermogen om onderscheid te maken tussen Licht en duisternis en tussen leven en dood onder het wolkendek van een menselijke wet, waardoor de duivel elke vonkje van Goddelijk Licht in de zielen tracht te blussen.

Wat kan men doen voor het geaborteerde kind? Zoals ik vroeger reeds heb mogen schrijven, kan men het in de geest dopen, waardoor het, in de ogen van de ziel die dit 'doopsel' uitvoert, als het ware in zijn volle waarde als mensenziel wordt erkend. Door een dergelijk doopsel zegt men als het ware eveneens tot God dat men de Plannen Die Hij met dit kind had, apprecieert. Voor de vrouw moet men bidden opdat zij de gevolgen van de abortus spiritueel moge kunnen verwerken, en zij de Wil van God op haar verdere levensweg blind moge kunnen volgen. Voor de arts moet men bidden om inzicht in de Goddelijke Wet, in de waarde en de waardigheid van het leven, en om bewustwording van het feit dat de dokter er niet toe geroepen is om ooit als meester over leven en dood op te treden. De verantwoordelijkheid voor de arts is zeer groot omdat hij als 'deskundige' in de zaken van het leven gemakkelijk blind wordt gevolgd, jammer genoeg ook in de afwijking van Gods Wet. Zalig de arts die zich slechts door de Goddelijke Wet laat leiden en derhalve vele zielen op het respect voor Gods Plannen en Werken wijst.

Wat kan een moeder doen opdat God tevreden zou zijn?

Het antwoord op deze vraag is in principe kort en bondig: God is tevreden over de moeder die haar kinderen de ware christelijke waarden bijbrengt, die in hen de ware Liefde tot God, tot Jezus en Maria tot ontwikkeling tracht te brengen, hen aan Maria toewijdt opdat Zij elk ogenblk van de dag en de nacht over hen moge kunnen waken (ook diep innerlijk, in de kern van de ziel) en de kinderen een leven lang de christelijke waarden voorleeft. Heeft de moeder dit alles gedaan, en blijft zij dit doen, dan vervult zij precies de opdracht die God haar heeft gegeven. De moeder treft geen schuld wanneer, ondanks deze begeleiding, de kinderen hun eigen wegen gaan en zich van God laten wegleiden. In dat geval kan zij slechts bidden, offeren, en hopen op de bloei van haar lessen op Gods Tijd.

Ik denk vaak aan mijn eigen dood. Hoe kan men zich daarop goed voorbereiden, en mag men aan zoiets denken?

Ja, men mag aan zijn eigen dood denken. Het is zelfs heilzaam, dit nu en dan te doen, ook wanneer men nog geen 70 of 80 jaar oud is. Aan de eigen dood denken, hoeft niet iets duisters te zijn. De dood is immers niet het einde (hoogstens het einde van een leven vol beproevingen), maar het begin van het Ware Leven. Voor de ziel die gewetensvol Gods Wet volgt, enenals de adviezen die Hij bijvoorbeeld via de Meesteres van alle zielen laat schenken, is de verwachting van de dood iets vreugdevols, omdat door deze gebeurtenis in principe de Belofte van Christus voor de ziel wordt verwezenlijkt.

De dood is het tijdstip waarop in de ziel een deur wordt geopend, die het hele leven lang gesloten blijft (met uitzondering van bepaalde mystieke ervaringen): de deur tot dit kamertje vol geheimen, dat rechtstreeks naar Gods Troon leidt, alwaar Hij, geflankeerd door de Meesteres van alle zielen, de ziel oordeelt. Op het ogenblik van de dood glijdt de ziel als het ware naar dit zijnsniveau over, op hetwelk zij datgene mag gewaarworden waarvoor zij werkelijk heeft geleefd. De dood is het tijdstip van de voltooiing, in die zin dat aan de ziel onmiddellijk na de aardse dood de volheid van de Waarheid wordt getoond en het afgelopen aardse leven tegen de achtergrond van deze Goddelijke Waarheid wordt geëvalueerd. Op dit tijdstip wordt aan de ziel voor het eerst de volheid van Gods Ware Liefde en de volheid van de macht van de Koningin des Hemels getoond.

Hoe bereidt men zich op passende wijze op de dood voor?

  • door te trachten, de eigen kennis over het Goddelijk Leven te vergroten en te trachten, strikt volgens deze kennis te handelen. In deze zin is de Wetenschap van het Goddelijk Leven door God bedoeld als het systeem van kennis die de ziel in staat stelt, heilig te leven en heilig te sterven;
  • door elke dag precies volgens alle deugden, alle geboden en alle adviezen en lessen van Maria te leven, als zou die dag de enige zijn die men nog heeft. Anders uitgedrukt: Door elke dag zo te leven dat men ’s avonds kan zeggen: Ik ben klaar om deze nacht mijn Schepper te ontmoeten;
  • door te trachten, met de hulp van de Meesteres van alle zielen, zijn hele eigen leven lang door Gods ogen te beschouwen en op grond van de bevindingen van deze overweging een levensbiecht te spreken. De enige voorwaarde hiervoor is: een begripvolle priester met diep inzicht in de ware noden van de ziel en Gods verwachtingen ten aanzien van de ziel te vinden. De ziel zou een dergelijke Biecht gepaard moeten laten gaan met de toewijding van haar hele verleden.

Ik weet dat er mensen zijn die mij haten. Wat doen men daaraan?

In principe kan geen enkele ziel zodanig handelen dat zij door elke medemens wordt bemind. Daarvoor zijn de bedoelingen, verwachtingen en behoeften tussen de zielen onderling te verschillend. In deze wereld gebeurt het vaker dat een ziel die uitsluitend het goede bedoelt, niets dan Liefde schenkt en Gods Werken wil doen, niettemin nog vijanden heeft, niet begrepen wordt en veel kritiek oogst. Het enige dat men kan en moet doen, is: Zoals steeds in de deugd leven, en bidden voor diegenen die hebben gekozen voor de haat, want zij leven in duisternis. U mag nooit vergeten dat een ziel die haat, zelf het eerste slachtoffer van haar ingesteldheid is: Haat verteert de ziel. Bedenkt U bovendien dat de hatende ziel een gevangene van de duivel is. Bidt U om haar bevrijding, opdat zij de Waarheid zou zien, deze werkelijk gewaar moge worden en deze in zichzelf tot haar eigen zuivering kan gebruiken.

Lieve zus, in dit leven liggen Licht en duisternis, leven en dood, Geluk en ongeluk onmiddellijk naast elkaar. Vaak leert het leven ons zelfs de les dat zij zich vaak met elkaar vermengen. Nochtans heeft de ziel van God het vermogen gekregen om Licht, leven en Geluk in alles te vinden, omdat het doorgaans afhangt van het perspectief aankomt, wat wij in een situatie zien, en omdat wij de schaduwzijde van de dingen eigenlijk zelf steeds tot een zonnezijde kunnen omvormen: De ziel is erfgenaam van een Goddelijke kracht die in haar warmte en Licht verwekt alsof zij de zon in zich zou dragen. Deze kracht is de Ware Liefde. Zij is het, die aan ons leven een volledig nieuwe kleur kan geven en die ons eraan herinnert dat de duisternis, die wij zo vaak tot meesteres van onze gedachten en gevoelens laten worden, in werkelijkheid niets anders is dan een slavin van de Goddelijke Voorzienigheid, want God en Maria gebruiken haar om ons naar het Ware Leven toe te trekken. De zielen kunnen zelf deze werking voltooien door zich totaal aan Maria toe te wijden en vanaf dat ogenblik te leven in het bewustzijn dat hun leven niets anders is dan een Wonderwerk van bevrijding.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 307

De zoektocht naar de ware roeping als weg naar verwezenlijking van ons ware doel op aarde

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte feliciteer ik U voor Uw beslissing om gewetensvol te gaan zoeken naar de weg die U moet volgen om God te dienen. Spirituele groei begint steeds met de vaste wil om zich waarlijk één te maken met datgene wat God van ons leven verwacht. Ons ware doel op aarde is onze heiliging en onze medewerking aan de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Het is zeer belangrijk dat elke ziel zich honderd procent voor de verwezenlijking van deze doelstelling zou inzetten, want wij hebben slechts dit ene leven om God te dienen, onze medeschepselen het Ware Geluk te helpen bereiden en ons te vervolmaken in de Ware Liefde. Dat alles kan de ziel slechts doen wanneer zij de weg gaat, die voor haar de enige juiste is. God tekent voor elke ziel een soort voorontwerp voor haar levensweg. Precies op die weg voorziet Hij de geschikte vruchten. Wanneer de ziel naar deze enige ware weg zoekt (de weg van haar roeping!), dan zoekt zij in wezen naar het enige voedsel dat voor haar geschikt is. Het verheugt mij zeer, dat de kern van Uw ziel dit heeft begrepen.

Ik wens U voor volgende week de bijstand van de Heilige Geest toe. Moge Maria, de Meesteres van alle zielen, Uw innerlijk Licht zijn, Uw Wegwijzer naar de ware vruchten voor Uw ziel. Aan diegenen die zich onverdeeld aan Haar weggeven, geeft Zij Zich op Haar beurt onbegrensd. Vergeet U daarom niet, de gebeurtenis van volgende week aan Maria toe te wijden, opdat het gebeuren en alles wat ermee gepaard gaat, alsook datgene wat eruit moge voortkomen, door Maria geheiligd moge worden. Alles wat Haar in handen wordt gegeven, bewaart Zij ook in Haar Hart als een schat die eeuwigdurend intresten opbrengt.

Moge Gods Liefde U te allen tijde de kracht geven om een ware dienares van God te zijn. Op mijn gebed en mijn morele ondersteuning kunt U vast rekenen. Ik dank U in naam van alle zielen, want elk voornemen dat Licht in zich draagt, roept Licht af over ieder van ons.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 308

De 'loopbaan' van de satan – de laatste fase in de strijd tussen Licht en duisternis – De Wetenschap van het Goddelijk Leven smaakt soms bitter in de mond, maar wordt in de ziel zoet als honing

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief via dewelke U eigenaardige ervaringen vóór de Moeder Gods brengt. De details zijn hier zelfs niet eens het belangrijkste. De Koningin des Hemels laat mij alvast op de laatste zin van Uw brief inpikken omdat Zij deze wil gebruiken om iets toe te lichten:

"De duivel haat mij, dat heb ik vernomen in een droom. Zijn dat nu aanvallen die hij via mensen op touw zet?"

De waarheid is, dat de duivel elke mensenziel haat. Hij gaat zelfs nog verder: Hij haat eenvoudigweg alles wat uit Gods hand komt. De satan is de levende dood, dit wil zeggen: Hij draagt niet het geringste spoor van Liefde in zich, want Liefde is de essentie van het Goddelijk Leven. De satan is het prototype van de ziel die alle Leven in zich heeft laten sterven, door zich vrijwillig, opzettelijk, radicaal en voor eeuwig van God af te scheiden. De geschiedenis (de 'loopbaan') van de duivel zou de zielen tot leerschool kunnen dienen. Laten wij deze evolutie even kort bekijken:

God heeft de engelen geschapen. Hij leerde deze dienende wezens de Wetten die Zijn schepping in al haar wisselwerkingen zouden regelen. Als Schepper kan slechts God alleen de absolute heerschappij over alles hebben. De toenmalige Lucifer (later de duivel, de satan genoemd) was tot aanvoerder van de engelen aangesteld, en zoals de Latijnse stam van zijn naam aanduidt, was hij in de Hemel de 'drager van Licht'. Zijn hoge positie (hij was tenslotte in de Hemel de belangrijkste na God) verleidde hem tot de hoogste machtsaanspraken. Hij wilde over alles heersen. God wijdde de engelen op Zijn tijd in bepaalde van Zijn Plannen in, onder andere:

  • in het Plan van de schepping van de mensenziel. Aan de engelen werd, onder andere, duidelijk gemaakt dat zij, ondanks hun bijzondere vermogens en hun heiligheid, ook tegenover de mensenziel in wezen een dienende rol zouden moeten vervullen, omdat God voor de mensheid bijzondere Plannen koesterde;
  • in het Plan dat de Goddelijke Zoon Jezus Christus Mens zou worden om de menselijke natuur boven de engelen te verheffen, en dat de engelen ook Jezus niet slechts in Zijn Goddelijke eigenschap als Koning moesten erkennen, doch ook in Zijn hoedanigheid als God-Mens;
  • in het Plan, een Vrouw te scheppen, die als Moeder van Zijn Mensgeworden Zoon op aarde zou leven, en die om deze reden hoogheilig zou zijn. God toonde de engelen tevens het ontwerp van de ziel van die Vrouw – Maria – en verlangde van hen dat zij deze Vrouw als hun onbetwistbare Koningin en Meesteres moesten erkennen.

Lucifer verzette zich tegen deze Plannen omdat hij zijn positie als belangrijkste na God niet wilde prijsgeven, de mensenzielen niet als door God beminde wezens wilde erkennen en niet wilde knielen voor een Vrouw Die hij als 'Meesteres' moest erkennen en Die hij met die titel ('Meesteres') moest aanspreken. Maria leefde dus toen reeds, eeuwen vóór Christus, in Gods Hart als de Meesteres van alle zielen, de allerhoogste van de geschapen zielen en derhalve de hoogste na God, eveneens boven alle engelen verheven.

Lucifer maakte zich dus schuldig aan protest, weerstand, ongehoorzaamheid, jaloersheid, hoogmoed en gebrek aan Liefde. Hij weigerde Gods onfeilbare Plannen te erkennen, die dragers van de hoogste Wijsheid en Liefde waren. Wanneer wij nu God, de Bron van alle Leven, beschouwen als de zon van de Schepping, zou de Wijsheid het Licht zijn, en de Liefde de warmte. De Liefde is draagster van het Ware Leven, terwijl de Wijsheid datgene is wat het levende in staat stelt om met de ogen van de ziel te kijken en onderlinge verbanden tussen de elementen binnen Gods Schepping, in Zijn Mysteries en in de Wetten van het Leven te zien en te begrijpen. De Liefde en de Wijsheid samen zijn het, die het geschapen wezen het vermogen verlenen om zich met God te verenigen en spontaan, vanuit het hart, dus geheel uit vrije wil en in totale overgave, Zijn Wetten na te volgen.

Om deze reden zou dit, wat vereenvoudigd uitgedrukt, eigenlijk de formule van het Ware Leven zijn:

het Ware Leven = Liefde + Wijsheid.

Onder 'het Ware Leven' wordt daarbij 'het Goddelijk Leven' verstaan, dit wil zeggen: het Leven van de ziel zoals God het heeft voorzien en via hetwelk de ziel Gods Wezen in hoge mate kan weerspiegelen.

Het wezen dat zich vrijwillig, opzettelijk en bewust van God scheidt met de intentie, Hem nooit meer toe te behoren, verliest automatisch de Liefde en de Wijsheid, en derhalve alle Leven, net zoals iemand die de zon radicaal van zich weg tracht te houden door zich in een diepe kelder terug te trekken en derhalve verder noch haar licht, noch haar warmte voelt. Wanneer het koud en duister wordt in de ziel, verstikt het Goddelijk zaad in haar. Daaruit volgt de spirituele dood. Dit is wat met Lucifer is gebeurd.

Lucifer wilde zelf God zijn. Hij zocht onder de engelen diegenen uit die bereid waren, hem te volgen. De tweede in rang onder de engelen, Michaël, nam de leiding van de aan God trouw gebleven engelen op zich om Gods eer te verdedigen en om te strijden voor het herstel van dit onevenwicht in de toenmalige Schepping. Hij werd door God met de macht bekleed om de opstandige engelen onder Lucifer te overwinnen in deze eerste veldslag tussen het Licht en de duisternis. Michaël werd tot de hoogste onder de engelen verheven, Lucifer zou voortaan 'Satan' heten, wat zoveel wil zeggen als 'tegenstander' of 'vijand'. Michaël en zijn engelen zwoeren de eed van trouw aan God als de enige Schepper en aan Maria als de Meesteres van de engelen, en de duivel en zijn gevolg (de 'gevallen engelen' of 'duivels') werden naar de hel verwezen, waar de duivel 'god' kon spelen in zijn eigen rijk, en de duivels de eed zwoeren, er alles aan te doen om:

  • Gods Werken te vernietigen;
  • de mensenzielen alle Heil te ontnemen, opdat zij allen verloren zouden gaan, en Gods ideaal van de heiligheid van Zijn boven alles beminde mensenziel, belachelijk te maken, en
  • Maria in alles te bestrijden. Over Maria had God bij de val van de duivel en zijn gevolg gezegd dat Zij in Haar hoedanigheid van Koningin en Meesteres over al het geschapene, met Haar leger van trouwe dienaren onder de mensenzielen de helse slang (= de satan en zijn getrouwen) de kop zou verpletteren. Met andere woorden: God voorspelde aan de duivel dat 'de Vrouw' (Maria) Diegene was, Die hem en zijn werken definitief zou overwinnen (en daardoor tevens zou bewijzen dat Zij inderdaad door God boven al het geschapene was verheven).

De haat van de duivel is derhalve als een vloek die over elke mens werd uitgesproken, vanaf de ontvangenis van de ziel tot in het uur van haar aardse dood, want zelfs in de allerlaatste minuut van het leven op aarde kan de ziel kiezen ten gunste van de duisternis.

In deze tijden beleven wij de laatste fase van de strijd tussen het Licht en de duisternis. Maria, die door God sedert enige tijd als Gids naar de zielen wordt gestuurd, wordt nu bekend gemaakt in de hoedanigheid die Zij zelfs reeds vóór Haar Ontvangenis bekleedde: deze als Meesteres van alle zielen. God doet dit omdat de tijd is gekomen om de satan en zijn gevolg te herinneren aan de ware macht en verhevenheid van 'de Vrouw' (de grootste onder de geschapen mensenzielen), aan de definitieve overwinning van 'de Vrouw' over hem en al zijn werken, en aan het einde van het schijnrijk van de duisternis op aarde.

Nu beleven wij derhalve:

  • het tijdperk van Maria als Meesteres van alle zielen, derhalve ook als Meesteres over de duivelen en over de effecten van de werken der duisternis;
  • het tijdperk waarin de reeds vermelde dienaren van 'de Vrouw' worden opgeleid, en wel door middel van de Wetenschap van het Goddelijk Leven;
  • het tijdperk gedurende hetwelk de Verlossingswerken van Christus en de navolging van Christus via Maria in de zielen naar hun voltooiing worden gevoerd, en wel door de leer en de dagelijkse praktijk van de totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria.

Lieve zus, met betrekking tot Uw vraag over de 'bezetenheid' van Uw wezen: Ik heb er vroeger reeds moeten op wijzen dat er op aarde geen enkele ziel is, die niet in zekere mate 'bezeten' zou zijn, omdat elke ziel zich voortdurend tegen ontelbare duistere invloeden moet verzetten. Wanneer wij ervan uitgaan dat wij volledig immuun zijn tegen elke aanval van de satan, dwalen wij, en stellen wij onze ziel bloot aan grote gevaren, want wanneer de ziel meent dat zij boven de werken van de satan is verheven, dan wordt zij in het verborgene nog het krachtigst door duisternis beïnvloed. Ieder van ons draagt het Goddelijk Wetboek, dat op de voorflap is voorzien van de woorden: "Luister naar Mij, want Ik beoog uitsluitend jullie Eeuwig Heil". De Liefde en de Wijsheid zullen in ons bloeien in de mate waarin wij Gods Wetten volgen. In de mate waarin wij dat doen, onderscheiden wij ons van de satan en worden wij méér gelijkaardig aan Jezus en Maria: Onze ziel verwezenlijkt dan het 'beeld en gelijkenis van God zijn'.

Wij hebben bovendien deze onovertroffen Wegwijzer die 'Maria, Meesteres van alle zielen' heet, en die ons het Wetboek van God verduidelijkt zoals dit nog nooit voorheen in de heilsgeschiedenis werd gedaan. Wij hebben dus zo veel ontvangen, dat wij op onze reis op deze aarde slechts één ding moeten vrezen: Het uur tijdens hetwelk wij niet langer uit vrije wil en uit louter Liefde datgene zouden doen, wat Maria ons in deze dagen leert. Inderdaad, U herinnert zich misschien aan het in de Apocalyps vermelde beeld over het boek dat in de mond van de Heilige Johannes honingzoet, doch na het opeten bitter smaakte. Welnu, het boek van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, uit hetwelk de Meesteres ons nu onderricht, smaakt in de mond soms bitter, maar wordt in de ziel zoet als honing. Het komt er slechts op aan, de bitterheid (= de met de totale toewijding aan Maria gepaard gaande beproevingen) uit Liefde tot God en Zijn Werken uit vrije wil te aanvaarden, om vervolgens de honing van de innerlijke Vrede en de bloei van de ziel te oogsten. Wij leven slechts om Gods Rijk te helpen heropbouwen, opdat de satan niet langer heer van Gods tuinen zou zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 309

Wat moet men doen wanneer alle nieuwe identiteitskaarten chips bevatten?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Sedert jaren worden wij ervoor gewaarschuwd, het teken van het 'Beest' niet aan te nemen. Wat moet men echter doen wanneer de nieuwe identiteitskaarten chips bevatten? Dit is een vraag die waarschijnlijk velen bezig houdt. De Moeder Gods laat het volgende uiteenzetten:

De zielen leven op aarde in georganiseerde samenlevingen. Om diverse redenen worden steeds méér aspecten van de administratie en de economie elektronisch bewaakt, geregistreerd, verwerkt en georganiseerd. Het is absoluut juist dat de duivel (het 'Beest') zielen ertoe verleidt om zich in zijn dienst te stellen teneinde zijn werken op aarde te helpen bevorderen. Zo hoopt hij Gods Schepping, en in het bijzonder het Heil van de mensenzielen, volledig aan zijn macht te onderwerpen. Met dit doel voor ogen bedient hij zich met gretigheid van elke nieuwe ontwikkeling in de technologie, evenals van deze in de wetgeving. Dit alles wordt door hem beïnvloed. Wanneer de mens bewust (dit wil zeggen: wetende dat bepaalde ontwikkelingen door de duivel worden beïnvloed, en zelfs op gang worden gebracht) uit vrije wil en met heel zijn hart aan deze ontwikkelingen deelneemt, maakt hij zich in Gods ogen schuldig. Dit was het slechte nieuws. Nu komt de andere zijde van het verhaal:

Wanneer een regering wetmatig bepaalt dat slechts identiteitskaarten of andere officiële documenten of voorwerpen die chips bevatten, als geldig kunnen worden beschouwd, of wanneer de organisatie of technische infrastructuur van officiële instellingen (banken, belastingaangifte via elektronische weg, enzovoort) het niet mogelijk maken, documenten of voorwerpen te gebruiken die geen chips bevatten, maakt de ziel zich in Gods ogen niet schuldig, in de mate waarin zij in het hart niet de intentie heeft of de wens koestert om aan de werken van de duisternis mee te werken. Met andere woorden: Onderwerpt de ziel zich enkel en alleen aan de verordening vanwege de overheid omdat de door deze laatste opgelegde voorschriften nu eenmaal geen alternatief toelaten, namelijk omdat het nu eenmaal voorschrift is, dan treft haar geen schuld.

Ook in dit opzicht geldt ten volle de regel die de Moeder Gods steeds opnieuw leert: God beoordeelt een ziel volgens de gesteldheden en gezindheden van haar hart. Bovendien evalueert God de navolging van wettelijke richtlijnen als gehoorzaamheid, ook in die gevallen waarin deze richtlijnen volgens de Goddelijke Wet ondeugdzaam zijn. Wij mogen nooit vergeten dat God de duistere ontwikkelingen ook toelaat omdat zij uiteindelijk van de onschendbare vrije wil van bepaalde zielen zijn uitgegaan, maar dat Hij deze eveneens voor de bevordering van Zijn eigen Plannen tracht in te zetten. In dit geval kan Hij dit, bijvoorbeeld, doen door er zielen toe aan te zetten, voor één of andere verandering in de betreffende ontwikkeling te bidden en te offeren.

God tracht van alles het beste te maken. Elke duistere ontwikkeling (in de technologie, in de wetenschap, in economische systemen, door politieke dictaturen, door oorlogen, enzovoort) tracht Hij door spirituele processen in zielen om te keren. Zo lokken negatieve ontwikkelingen vaak spirituele reacties uit, die er anders (onder 'normale' omstandigheden) niet of in veel mindere mate zouden zijn geweest. Dictaturen en oorlogen kunnen zielen ertoe aanzetten, veel vaker te bidden. Massa’s leed, ontberingen, ellende enzovoort, kunnen worden toegewijd, de Kerk verricht dan soms toewijdingen op grote schaal, enzovoort.

Het is heel belangrijk, zegt Maria met klem, dat de ziel bij toestanden van bedreiging, bijvoorbeeld oorlog, vervolging, dictatuur, economische nood, én bij door de duivel geïnspireerde ontwikkelingen zoals, bijvoorbeeld, dit elektronisch proces met het teken van het 'Beest', zich richt naar de volgende gedragsregels:

  1. Wanneer zij om redenen van officiële organisatie niet anders kan, moet zij de wettelijke richtlijnen volgen.
  2. Zij moet echter daarbij:
    • het eigen hart,
    • het door de betreffende ontwikkeling of door de betreffende wet ontstane leed,
    • alle gevolgen van deze ontwikkeling of deze wet voor allen die daardoor getroffen zijn of zullen worden, en
    • de voor de ontwikkeling of de wet en de gevolgen ervan verantwoordelijke personen, organisaties of overheden,

dagelijks aan Maria toewijden met de vurige smeking om Licht in deze duisternis, om Liefde in deze gevoelloosheid.

  1. Zij moet in gebeden, opofferingen, boetedoeningen en opgedragen Heilige Missen die voormelde ontwikkeling aan Gods Werken en hun genadewerking overdragen.
  2. Zij moet in dit alles een zuiver, van Liefde vervuld en vergevingsgezind hart bewaren, anders worden de maatregelen (in punten 2 en 3) van hun effecten beroofd.

De Meesteres van alle zielen zegt met klem, dat wanneer deze procedure door zoveel mogelijk zielen wordt gevolgd, de genadewerking elke duistere ontwikkeling kan ondermijnen en doen omkeren. Maria wijst erop, dat de mogelijkheden waarvan de duisternis zich in deze wereld bedient om Gods Licht in de harten uit te doven, ook zo talrijk zijn geworden opdat de zielen zich van de vindingrijkheid en de listigheid van de duivel bewust zouden worden, en daar in hun dagelijkse beslissingen rekening mee zouden houden.

Lieve zus, U overtreedt Gods Wet niet door de identiteitskaart met de chip aan te nemen, omdat U niets anders kunt doen, en omdat Uw hart het er niet mee eens is. Zolang de ziel de keuze heeft, moet zij voor een alternatief kiezen dat niet (of 'minder') door de duisternis is geïnspireerd. Weet zij echter helemaal niet, of niet met zekerheid, welk alternatief in spiritueel opzicht beter zou zijn, dan moet zij haar hart volgen, maar gelijktijdig haar beslissing uitdrukkelijk aan Maria toewijden, opdat zij daarbij geleid zou worden en de gevolgen van deze beslissing zouden worden geheiligd.

Deze richtlijnen van de Koningin des Hemels passen in het kader dat U intussen wellicht reeds bekend is: God heeft op alle duisternis Zijn antwoord. Hij heeft echter voor de uitvoering, voor de praktische toepassing van dit antwoord, nood aan de medewerking van mensenzielen. In het hart kan de ziel de effecten van elke duisternis reeds omkeren. Door de bijkomende toewijding ervan aan Maria wordt deze dan in haar effecten verlamd. Zo kan elk element van duisternis door een liefdevol hart samen met een vurige, van vertrouwen vervulde en hoopvolle toewijding in Licht worden omgevormd. Zelfs de aanvaarding van een beslissing vol duisternis kan uiteindelijk op grond van deze omvorming door Liefde en toewijding, vertrouwen, Geloof en Hoop tegen de duisternis worden gebruikt. De ziel draagt de sleutel tot haar bevrijding en tot de verlamming van de werken van de duivel steeds in zich, en kan deze door haar eigen wil in eenheid met het Hart van Maria leren omdraaien. In zeker opzicht worden ook hierin de woorden van Jezus bevestigd: "Het Koninkrijk Gods is in U".

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 310

Lijden in de ziel wegens een ziekte van enkele jaren geleden kan als boete aan God worden aangeboden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Veel dank voor de verering die U onze Hemelse Meesteres en Koningin schenkt. Deze verering vormt de grootste verering van Gods Werken en is buitengewoon genaderijk.

Lijden in de ziel op grond van een ziekte van enkele jaren geleden kan absoluut aan God worden aangeboden als boetedoening of tot uitboeting. Precies dergelijke offers dragen er in hoge mate toe bij, dat Gods genadegaven aan de mensheid als geheel in stand kunnen worden gehouden, met andere woorden: dat God genaden aan de mensheid kan blijven geven.

U gelieve zich te herinneren dat de verlossende en heiligende waarde van elk offer vele malen wordt vermenigvuldigd wanneer de ziel dit offer aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerlegt. De Hemelse Meesteres bekleedt elk offer met Haar onbegrensde macht, die Zij hoofdzakelijk uitoefent via de volgende factoren:

  • door Haar volmaakte Liefde, door dewelke Zij letterlijk de opwekking van nieuw (Goddelijk) Leven uit Gods Hart voortbrengt en dit Leven naar de zielen laat toestromen;
  • door de volkomen eenheid van Haar Wil met de Wil van God. Op deze volkomen eenheid is de onbegrensde macht van de Meesteres gebaseerd, zodat Zij ooit terecht opmerkte dat Zij 'almachtig' is in die zin, dat God Haar helemaal niets kan weigeren, omdat elk van Haar woorden heel precies datgene tot uitdrukking brengt, dat in God Zelf omgaat. Daarom gelden binnen de Schepping de woorden van de Meesteres van alle zielen op gelijkaardige wijze als woorden die door God Zelf zouden zijn gesproken. Maria’s woorden bezitten de kracht van Goddelijke Decreten – zo openbaarde Zij ooit. Dit vergunt de zielen een kijk in het fundament van Maria’s macht als Voorspreekster en Middelares van alle Genaden en van Haar grenzeloze macht over de duivel en zijn gevolg;
  • door het feit dat in Haar talloze elementen van de Goddelijke Heerlijkheid werkzaam zijn, die in Haar in de hoogst mogelijke mate worden belichaamd, die in een geschapen ziel ook maar kunnen worden verwezenlijkt. Maria weerspiegelt in een zeer hoge mate talloze trekken en eigenschappen van de Godheid Zelf. God heeft in Haar steeds, vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis, de hoogst mogelijke effecten van Zijn Scheppings-, Verlossings- en Heiligingswerken teruggevonden. Daardoor wekt Maria in God Zelf eeuwigdurende, onophoudelijke verrukkingen. Geen enkele andere ziel heeft dit ooit kunnen doen. Derhalve belichaamt Maria in Gods ogen de absoluut volmaakte schoonheid, heiligheid en waardigheid, wat Haar een volkomen onbegrensde macht op Gods Hart heeft opgeleverd, die nooit zal verminderen, wel integendeel: Alles wat van God uitgaat, alle Goddelijke Werken en alles wat God en Zijn Wezen 'is', vermenigvuldigt zich onophoudelijk, dag na dag, voor alle eeuwigheid. Hetzelfde geldt voor Maria, omdat Haar Wezen principieel uit talloze 'vergoddelijkte' aspecten bestaat, die de graad der volmaaktheid bezitten.

Uit dit alles vloeit de onvatbare macht van dit Wezen voort, een macht die nu door God Zelf aan de zielen bekend wordt gemaakt in de meest verhevene van Haar hoedanigheden, deze als Meesteres van alle zielen.

God doet geen halve dingen. Het eindpunt van Zijn Werken ligt nooit in de Werken zelf, doch in de belangen der zielen. Zo heeft God Maria niet 'zomaar' oneindig ver boven alles verheven opdat Zij voor Hem een Bron van verrukking zou zijn, omdat in Haar al Zijn Werken in hun volmaaktheid vervat zitten, maar opdat de zielen de verhevenheid, de macht en de unieke invloed van de Meesteres op de Goddelijke Decreten voor de mensheid waarlijk zouden benutten. De zielen kunnen dit slechts ten volle doen door zichzelf en alles wat zij doen, denken, zeggen, willen, voelen, gewaarworden, ervaren, lijden, zich herinneren, enzovoort, aan Maria toe te wijden, bij voorkeur in Haar hoogste hoedanigheid, die alle hoedanigheden in zich bergt (deze als Meesteres van alle zielen), en in een ingesteldheid van de diepste Liefde en de diepste overgave.

Zo, lieve broeder, brengt U elk offer tot heiliging. U legt het als een geschenk van Liefde aan de voeten van de Meesteres neer, en smeekt Haar dat Zij het met Zichzelf moge willen bekleden. Wanneer het offer in die gesteldheid vóór God wordt gebracht, kan Hij het niet afwijzen, daar het vanuit de hoogheilige handen van het Meesterwerk van de Schepping (Maria) vóór Hem wordt gebracht, om zo te zeggen voorzien van de handtekening van de ziel die het offer aan Maria heeft gegeven.

Zeer nuttig, en tevens een verrijking voor het offer, is de offerande van het eigen verleden om het onder de heerschappij van de Hemelse Koningin te brengen, omdat in ons verleden alle wortels van ons heden liggen. De Meesteres bezit de macht om het verleden te zuiveren en datgene wat toen voor de genadewerking verloren kan zijn gegaan doordat het niet is toegewijd, nu nog in Haar Hart te trekken. Daar wordt het geheiligd in de mate waarin de ziel verlangt dat het waarlijk Maria zou toebehoren.

Lieve broeder, ik wens U de rijkst mogelijke zegen toe bij de verering van de Meesteres van alle zielen. Wijdt U Haar dag na dag Uw dagelijks leven toe en leeft U volgens Haar aanwijzingen, die nu aan de zielen worden gegeven als een kennissysteem (de Wetenschap van het Goddelijk Leven genoemd), een kennissysteem dat uniek is in de heilsgeschiedenis, niet slechts inhoudelijk doch ook aan genaden van spirituele vervolmaking en als brug naar de definitieve overwinning van 'de Vrouw' over de duisternis, tot absolute verheerlijking van God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 311

Over de levensbiecht en het belang van berouw

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij steeds bijzonder wanneer ik een ziel mag geruststellen en haar bemoedigend nieuws mag geven. Dat kan ik nu ook naar U toe doen.

Gedurende zeer lange tijd zijn in U steeds weer dingen naar boven gekomen die U dan in een levensbiecht hebt uitgesproken. Omdat de levensbiechten U niet de verhoopte rust hebben gebracht, bent U dezer dagen enigszins verontrust, omdat ook de Meesteres van alle zielen verlangt dat de ziel haar totale toewijding aan Haar met een levensbiecht gepaard laat gaan. Hierover mag ik nu het volgende schrijven:

Het is goed wanneer steeds weer dingen naar boven komen. Maria werkt zo in de ziel Haar zuiverende ingrepen uit. Men zou het in een beeld zo kunnen beschouwen, dat Maria de ziel betreedt, de muren en meubels, de gordijnen en de vloerbedekking enzovoort bekijkt, en het ene element na het andere, dat Zij niet werkelijk kan gebruiken, begint te vervangen door datgene waarmee Zij de ziel mooier en vruchtbaarder kan maken. Telkens wanneer Zij iets wegneemt en het 'aan de deur zet', wordt de ziel dit gewaar als 'iets dat uit het verleden naar boven komt'. Het interieur van onze ziel is, om zo te zeggen, het verleden van onze levensweg. Alles wat wij ooit hebben ervaren, hangt ergens in onze ziel aan de muur of siert onze ziel, of past integendeel niet in haar.

Het is een bijzondere genade wanneer de Koningin des Hemels deze maatregelen in onze ziel treft. Het feit dat dingen naar boven komen, die wij aan onszelf betreuren, wijst erop, dat onze zelfbeschouwing en het bewustzijn over hoe het met ons is gesteld, zich aan het verdiepen zijn. Dat zijn de pijnlijke momenten van ons leven, die echter meteen zijn zoals bruggen boven de kolkende rivier.

Inderdaad, bij de totale toewijding aan Maria vraagt de Meesteres van alle zielen om een levensbiecht. Voor U, lieve zus, geldt echter dat U reeds meermaals een dergelijke biecht hebt gesproken, en U eveneens naderhand nog geregeld hebt gebiecht. Maria heeft reeds meermaals met klem gesteld dat het niet noodzakelijk is, bij een levensbiecht elk detail van het verleden uitdrukkelijk naar voor te brengen. Het belangrijkste, en daar komt het op aan, is dat de ziel diep in het hart oprecht berouw heeft over alles waardoor zij God, zelfs in het geringste, kan hebben gekwetst, beledigd, of leed kan hebben berokkend, om het even of zij zich daarvan bewust is of niet. Wanneer de ziel dan wil biechten en in alle oprechtheid haar hart voor God opent, en opbiecht hoezeer het haar spijt dat zij God ooit, om het even waardoor, of hoe vaak, of om welke reden, leed heeft berokkend, en dat zij er zo naar verlangt, zich volledig met Hem te kunnen verzoenen en van Hem restloze vergeving te mogen ervaren, gelden deze woorden, in deze gesteldheid van hart uitgesproken, als een levensbiecht. God kijkt dan in het hart, vindt daar de innerlijke kwelling over alle eigen zwakheden en onvolmaaktheden, en het verlangen naar de omarming van God en naar een meer getrouwe navolging van Zijn Wetten voor de toekomst, en Hij veegt de spons over al deze modderspatten in de ziel. De ziel heeft tenslotte berouw over alles. Wanneer de ziel er zo onder lijdt dat zij God ooit pijn heeft gedaan, is er onder haar overtredingen immers geen uitzondering voor dewelke zou gelden dat zij deze niet betreurt.

Wat verlangt de Meesteres van alle zielen derhalve van U, lieve zus? Slechts het volgende: Dat U het volgende gebed aan Haar voeten zou neerleggen:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1201 zouden worden gepubliceerd).

Lieve zus, door deze woorden wil de Moeder Gods U in de rozengeur van Haar Liefde en Haar volmaakte Hemelse Vrede hullen, opdat U zich met God verzoend zou weten. Denkt U voortaan elke dag aan het volgende: Onder de avondzon geuren de meeste bloemen het heerlijkst. Zij moeten zich slechts volledig ontsluiten voor de zon, dit wil zeggen het Goddelijk Licht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 312

Hoe leger de medemens ons leven maakt, hoe meer hij ons afneemt, des te groter wordt ons tegoed op onze rekening in de Eeuwigheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er zijn situaties, gebeurtenissen en ontwikkelingen bij dewelke het de mens aan woorden ontbreekt. De duisternis woedt als een kanker door het lichaam van onze wereld, en wanneer de Ware Liefde ontbreekt, deze welke van binnenuit door het Licht en de bezieling van God wordt aangewakkerd en in stand wordt gehouden, gebeuren harteloze dingen. Ik ben er mij heel goed van bewust, dat tegen de achtergrond van de leegte, elk woord en elke gelijkenis ergens kleurloos lijken, en nochtans zou ik U het volgende als een Hemelse kus op het hart willen drukken:

Hoe leger de medemens ons leven maakt, hoe meer hij ons afneemt, des te groter wordt ons tegoed op onze rekening in de Eeuwigheid. Het leven kan op ons overkomen als een grote put van ellende en ons elke levenskracht ontnemen, omdat de ziel zelf bijna niet meer kan ademen. Nochtans is elke beproeving, ook al is zij nog zo beklemmend, een weg over dewelke God de zielen naar Zich toe wil trekken. Vanzelfsprekend zijn er aangenamere wegen naar het Hart van God, maar geen enkele zou rijker en vruchtbaarder kunnen worden dan deze waarop de ziel bijna al het wereldse verliest.

Eén ding kan ik U verzekeren: U zult volhouden, omdat God geen halve dingen doet en Hij voor de zware reis ook steeds de aangepaste bagage en de (onzichtbare) fruitbomen aan de rand van de weg voorziet. Mocht God met Uw levensweg geen Plan hebben dat ver boven het wereldse uitstijgt, dan zou Hij dit alles op Uw weg niet eens hebben toegelaten.

Wijdt U al deze ellende toe aan de Moeder Gods, opdat niets van dit alles verloren zou gaan. Slechts zo zult U in ruil daarvoor het Licht ontvangen dat op zekere dag de zon van Uw hart zal worden, want God zaait heel veel in het verborgene. Vergeet U nooit: De troosteloosheid van een regendag heeft nooit het laatste woord, en precies de regen bevordert de groei. Wanneer de zon op een bodem schijnt die de regen niet in zich heeft opgenomen, zijn het licht en de warmte van geen enkel nut voor het zaad. In onze ziel is de regen het water van de beproevingen en de tranen die wij via onze ogen, maar vaak meer nog diep in het hart wenen. Dit 'water' wordt pas ten volle in de bodem van onze ziel gebruikt (opgenomen) wanneer de ellende wordt toegewijd, en dit geheel wordt nog vruchtbaarder wanneer wij trachten te vergeven. Onder de druk van de vijandigheid van het leven is dit buitengewoon moeilijk, maar wanneer wij er toch in slagen, enkel en alleen dan, kan de duisternis eveneens in onze 'vijand' worden gebroken. Weest U zich ervan bewust dat nooit Uw echtgenoot de vijand is, maar de satan, die Uw man in dwaling leidt. Vraagt U daarom om een zuiver hart dat nieuwe wegen kan vinden om naar de dingen te kijken. Ik help U hierbij graag, waar ik dit ook maar kan doen.

Tracht U het noveengebed nr. 249 aan Maria aan te bieden. Het kan U helpen, nieuwe bruggen te bouwen, want U deelt het leed dan op de meest zinvolle wijze met de Smartvolle Moeder van Jezus.

Ik draag U graag in mijn hart mee naar het Hart van de Moeder Gods. Ik bid bovendien voor Uw man en de kinderen, en vertrouw al deze zielen, en vanzelfsprekend Uzelf, lieve zus, toe aan de Koningin des Hemels, en omarm U met alle bemoediging en Liefde en met bijzondere zegenwensen in de naam van Maria. Verliest U nooit de moed, want de Hemel is met U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 313

Gebed is 'spreken met en luisteren naar God' – Mondgebed aanvullen met innerlijk gebed – de Meesteres van alle zielen als Leermeesteres van het innerlijk gebed

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wil ik U in naam van de Koningin des Hemels feliciteren met Uw gebedsinspanningen. Ja, gebed kan een ziel waarlijk vervullen. Gebed in de ware zin van het woord betekent eigenlijk 'spreken met, en luisteren naar God'. Derhalve zouden wij elk ogenblik in hetwelk wij in het hart met het Hart van God verbonden zijn, als een ogenblik van gebed kunnen beschouwen. Met het Hart van God verbindt men zich door zich in het hart te oriënteren op God, op Jezus, op de Heilige Geest, op Maria (de 'Vertegenwoordigster van God', 'Brug tussen Gods Hart en de zielen') of op een heilige of een engel (die zich immers op een bestaansniveau bevinden dat honderd procent doordrongen is van Gods Tegenwoordigheid, en die daardoor uitsluitend worden aangedreven door de Wil van God). God Zelf geeft de voorkeur aan de weg via Maria, de Meesteres van alle zielen. De onovertroffen voordelen van deze weg heb ik reeds op diverse plaatsen mogen beschrijven en toelichten.

Zodra men zich inwendig via één van deze wegen op God heeft gericht, tracht men geleidelijk aan elke wereldse invloed uit het hart te verbannen, alle actieve gedachten op nut te zetten en zich af te sluiten voor elke invloed uit het eigen innerlijk leven (gevoelens vanuit het lichaam, herinneringen, inwendige beelden die rechtstreeks in verband staan met de materiële wereld).

In de zo-even geschetste toestand van innerlijke oriëntering op de 'hogere dingen' heeft de ziel de neiging om het hart te openen, het verstand en alle denkprocessen uit te schakelen, en zelfs de lichamelijke gewaarwordingen uit het bewustzijn weg te trekken. Precies in deze toestand is het hart 'op een andere wijze' geopend en worden zelfs de gevoelens die zich in het hart aandienen en eigenlijk ten dele uit het gewone innerlijke leven voortkomen, op een hoger niveau gebracht. Het is alsof de ziel tracht, alles te 'veredelen' alvorens het aan het hogere wezen wordt aangeboden, want uiteindelijk is elke aanraking met het 'hogere' het doel van deze innerlijke reis. In de ogenblikken in dewelke de ziel erin slaagt om op deze wijze heel zachtjes 'in het niets – de leegte' over te glijden, kan zij het beste ervaren dat God de ziel eigenlijk voor veel hogere dingen moet hebben geschapen dan om te denken en te piekeren over de wereldse aspecten van het leven.

Lieve zus, Uw beide problemen staan ergens met elkaar in verband. U schrijft dat U werd geadviseerd om minder te bidden, doch dat U God zoveel mogelijk door gebed zou willen dienen, maar dat U dan vaak wordt tegengewerkt door dorheid en daardoor niet tot méér innerlijk gebed kunt komen. Het procedé dat ik zo-even heb geschetst, bevat in principe het geneesmiddel tegen dorheid. De ziel kan niet door louter mondgebed een fase van spirituele dorheid te boven komen, precies omdat dorheid haar verhindert om met de gesproken woorden bijzondere gevoelens of inspiraties te verbinden. In lange uren van uitsluitend mondgebed ontstaat het gevaar dat de ziel in woorden blijft steken, omdat deze woorden, doordat men deze 'te goed' kent, gemakkelijk zonder veel gevoel worden opgedreund of enigszins zonder innerlijke betrokkenheid worden uitgesproken. Zo gaat het hart niet meer echt open, en kan de geest de neiging vertonen om te beginnen ronddwalen: De ziel ziet inwendig allerlei beelden die geen verband houden met het gebed en soms zelfs geen zin hebben. Na het gebed kan de ziel de indruk krijgen alsof zij helemaal niet gebeden zou hebben. Wanneer zij dag na dag op een dergelijke wijze tewerk gaat, bestaat een grote kans dat zij de indruk krijgt dat zij spiritueel onvruchtbaar is: het verschijnsel van de dorheid. De ziel ervaart hier dat zij om zo te zeggen 'geen water van Goddelijk Leven meer put'. Zij drinkt immers niet echt meer aan de bronnen van dit water: God.

Lieve zus, het zou de moeite waard zijn om eens het volgende te proberen:

  1. U gaat zitten om te bidden (in principe gaat het ook wanneer men staat, loopt, zelfs wanneer men aan het werk is) en wijdt de volgende gebeden alsook Uw hart, Uw geest, Uw lichaam, Uw hele wezen, aan Maria toe en smeekt Haar:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1200 zouden worden gepubliceerd).

  1. Vervolgens begint U met gebeden van dewelke U elk woord heel bewust uitspreekt, terwijl U zich levendig voorstelt dat in werkelijkheid de Koningin des Hemels in Haar verblindende schoonheid en Haar brandende Liefde in U, in het middelpunt van Uw hart , de woorden uitspreekt. U zult vaststellen dat in U iets gebeurt dat U wellicht sedert enige tijd niet meer hebt gevoeld.
  2. Verrijkt door deze ervaring, die meteen een soort ontmoeting met de Meesteres van Uw ziel is, tracht U nu eens, het in Uw hart heel stil te laten worden. U houdt daarbij strikt vast aan de innerlijke gewaarwording of de beelden van de innerlijke Tegenwoordigheid van de Hemelse Meesteres, en smeekt Haar dat Zij in U de sleutel moge omdraaien in een klein deurtje van hetwelk U niet meer zo best wist dat het inderdaad bestond: het deurtje naar het Hart van God. Dit deurtje heeft God in elke ziel ingebouwd, opdat zij Hem diep in zichzelf steeds zou kunnen vinden.
  3. U zegt heel zachtjes, slechts voor Uzelf hoorbaar, of zelfs zonder enige hoorbare klank: "Kom, mijn God, ik klop aan de geheime deur van Uw Liefde. O doe toch voor mij open, want naar U verlang ik zozeer". Dwingt U niets af, laat U zich gewoon drijven op de golven van Uw innerlijke gewaarwording. Onthoudt U dat niet Uzelf de reisweg, de richting, de duur en de snelheid bepaalt, doch uitsluitend de Meesteres van Uw ziel, Die alle processen van Uw innerlijk leven beheerst in de mate waarin U Uzelf aan Haar hebt weggegeven. U bevindt zich nu op de golven van de ware Goddelijke Liefde, waar de Meesteres de volheid van Haar macht kan ontplooien en de Heilige Geest de Eeuwige Wijsheid fluistert.

Lieve zus, U zult merken dat in een biddende ziel zeer veel gebeurt waarvan U zich niet bewust bent. Mondgebeden zijn belangrijk, maar wanneer de ziel hen niet kan aanvullen met innerlijk gebed, zal zij op de duur het gevoel hebben dat haar iets ontbreekt. Het aangevoelde gebrek is datgene wat wordt geïdentificeerd als dorheid. Dit gevoel komt voort uit het feit dat de ziel zoiets als een stukje 'ijzer' in zich draagt, dat steeds weer wordt aangetrokken door die reuzenmagneet, die 'God' heet. Het aantrekkingsveld wordt volkomen gestuurd door de Goddelijke Liefde. Vergeet U niet dat de Meesteres van alle zielen alle macht over het sturen (richting-geven) van de Goddelijke Liefde heeft gekregen, die Zij derhalve vrij tussen en binnenin de zielen kan stimuleren en versterken.

De ziel wil steeds op één of andere wijze God ontdekken, Hem vinden, Hem aanraken en door Hem aangeraakt worden. Aangezien God elke ziel iets van Zichzelf heeft gegeven, bezit het middelpunt van de ziel, de zogenaamde kiem van de heiligheid, het vermogen om aan te voelen wat in God Zelf leeft: het verlangen naar de Ware Liefde, naar de vervulling van de Goddelijke Wetten (omdat precies deze Wetten het Leven in stand houden en het voortdurend naar hogere niveaus toe voeren) en naar de eeuwige bruiloft van de zielen met de Goddelijke Wil (omdat door deze Wil de Goddelijke macht tot het scheppen, verlossen, heiligen en genezen wordt gestuurd, met andere woorden: omdat door deze Wil aan dit alles richting wordt gegeven).

Deze poging om God 'aan te raken' is een procedé dat zowel uit de Liefde voortkomt alsook zelf Liefde voortbrengt. Daarom is het zo belangrijk dat de ziel Maria bij alles betrekt, omdat Haar tussenkomst steeds gepaard gaat met aanwakkering van de Liefde. De macht van de Meesteres is de macht van de Ware Liefde, door dewelke Zij alle duisternis verlamt en alle Licht bevordert en tot ware, concrete bloei brengt (dit wil zeggen: de effecten – de uitwerkingen – van het Licht voelbaar maakt). Door Haar injecties van Liefde stelt Zij de ziel in staat om boven zichzelf en elke mogelijke hindernis uit te stijgen.

Lieve zus, wij zijn er allen toe geroepen om God op één of andere wijze in ons leven terug te vinden. Wij kunnen dit slechts doen in ons innerlijke leven, door de bodem van onze ziel volkomen te laten ontsluiten, en wel door de liefdesheerschappij van de Moeder Gods en onze eigen actieve medewerking in navolging van Haar instructies en onderrichtingen met betrekking tot totale en diep beleefde (in de praktijk van het dagelijks leven toegepaste) toewijding. In deze ontsloten bodem zal de kiem van de heiligheid groeien, de oppervlakte bereiken (dit wil zeggen: zich doorheen alle hindernissen vanwege het wereldse leven – de aarde – naar God toe omhoog werken) en bloeien in Ware Liefde. Dit bloeien kan het einde van onze dorheid worden, want waar de kiem tot bloem wordt, verlangt de ziel naar het water van Goddelijk Leven. De Heilige Geest, Die zoals bekend alles vernieuwt, zal dit water bezorgen omdat Hij in de bloem het Werk van Zijn Hemelse Bruid aantreft, met Wie Hij in elke ziel wil versmelten met de bedoeling, steeds weer aan Haar de bruiloft te voltrekken. Zo brengt de Heilige Geest ook in deze tijd de heiligen voort: door in elke ziel te trachten, de mystieke bruiloft aan Zijn Bruid te voltrekken. Voor de ziel brengt dit procedé de ervaring van ware vruchtbaarheid voort. Ik ondersteun U graag in gebed, opdat U spoedig bloemen moge ontdekken waar U totnogtoe slechts zand aantrof.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 314

God is steeds op zoek naar tuinen die Hij volgens Zijn zienswijze kan omvormen – de Liefde en het gebruik van de vrije wil in overeenstemming met God kunnen de effecten van de erfzonde verzwakken – Waarom beproevingen, lijden, pijnen en ziekten onvermijdelijk zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

God is zoals een landschapsarchitect. Hij is steeds op zoek naar tuinen die Hij volgens Zijn zienswijze kan omvormen. Elke boom fascineert Hem, elke bloem streelt Zijn Hart, in elk watertje ziet Hij reeds het visioen van een siervijver, elk rotsblok wil Hij kleiner maken, slijpen en daarna als siermateriaal gebruiken in de tuinen die Hij graag zou inlijven.

Omdat Hij niet graag heeft dat tuinen niet de volheid van hun bloei en oogst leveren – Hij weet immers waartoe een mensenziel in staat is –, tracht Hij alle tuinen steeds weer te bewerken. U bent één van de tuintjes die Hij nu heeft geselecteerd en in dewelke Hij tot elke prijs Zijn fabelachtige kunde wil aantonen. Enige tijd geleden heeft Hij aan Uw deur geklopt en heeft Hij Uw hart in alle stilte gevraagd, het te mogen omvormen. Hij doet dit hartstochtelijk graag, en bovendien kosteloos. Slechts één bijwerking heeft het effect van Zijn Werken in de tuin van de ziel: De effecten van de omvorming laten zich merken in de vorm van lichamelijk lijden.

Beschouwt U eens de mensenziel: Sedert de erfzonde is in elke ziel, die immers was bedoeld als lusttuin van God, een voor (zoals een greppel) getrokken. Deze voor is enigszins vergelijkbaar met een lichamelijk litteken. Een litteken is echter weefsel dat niet langer de functie uitoefent, waartoe het was bedoeld. Het bloed circuleert doorheen littekenweefsel niet meer zoals doorheen normaal weefsel. De 'voor' in de ziel heeft nu de neiging om alle water van Goddelijk Leven, alle water van de genade, naar zich toe te trekken en het af te leiden, zodat het terrein in haar omgeving systematisch wordt ontwaterd. De ziel verliest derhalve een grote hoeveelheid van al datgene wat God haar aan genaden geeft. Het gevolg is relatieve woestijnvorming.

De woestijnvorming in de ziel verloopt in een verschillende mate. Naarmate de ziel de haar door God gegeven vrije wil gebruikt om God tot elke prijs te volgen, zal zij de schadelijke gevolgen van deze ontwatering helpen verhinderen. Dit is wat de Meesteres van alle zielen bedoelt wanneer Zij laat schrijven dat het opvolgen van Haar instructies de ziel in hoge mate kan terugvoeren naar de staat in dewelke zij zich vóór de erfzonde bevond. Volgens de mate waarin deze wil om God te volgen, is gebaseerd op oprechte Liefde, groeien in de ziel bomen en bloemen die het water der genade naar zich toe trekken, zodat het minder verloren loopt. Zo moeten de zielen het verstaan dat de Liefde en het juiste gebruik van de vrije wil, namelijk het gebruik ervan in overeenstemming met de Wil van God, de effecten van de erfzonde kunnen verzwakken. Slechts daardoor is het mogelijk dat een ziel, die immers onvermijdelijk (met uitzondering van de Meesteres) is getekend door de erfzonde, wel kan worden verlost en geheiligd.

God betreurt dat zeer veel zielen zichzelf geleidelijk aan in woestijnen veranderen. Als landschapsarchitect en Generator van de Ware Liefde betreurt Hij dit. Zoals gezegd, gaan Zijn omvormingswerken echter niet ongemerkt aan de ziel voorbij. Lieve zus, U hebt gevolg gegeven aan de roep van God om Hem in de tuin van Uw ziel te laten begaan. Hij is daarbij zo grondig tewerk gegaan, dat U nu zwaar te lijden hebt. De Goddelijke Wet heeft het zo voorzien dat de ziel, terwijl zij zich verheft, respectievelijk zich laat verheffen (dit wil zeggen: zich op een hoger niveau laat brengen), dus terwijl zij uit vrije wil en in volle aanvaarding en oprechte Liefde Gods Werken in zich toelaat, de gewaarwordingen die met deze Werken gepaard gaan, in het fysieke lichaam laat overvloeien. Men zou het zo kunnen uitdrukken: De 'afvalstoffen' die tijdens de werken in de ziel ontstaan, worden naar de onderste lagen van het wezen, namelijk naar het stoffelijk lichaam, afgevoerd. Deze 'afvalstoffen' vertonen zich in de vorm van beproevingen, lijden, pijnen en ziekten. Zij zijn onvermijdelijk, omdat zij de ziel de gelegenheid moeten geven om verdiensten te verwerven. De mens kan hiermee in principe drie verschillende dingen doen:

  1. Ofwel doet hij met deze afvalstoffen helemaal niets: De ziel aanvaardt weliswaar het lijden, zij het eerder weinig van harte, 'omdat men nu eenmaal niet anders kan'. Het gevolg: De ziel wordt log, zwaar, traag, 'verteert' bepaalde dingen helemaal niet, en haar bodem wordt steeds onvruchtbaarder. De bomen krijgen nog wel bladeren, doch met de vruchten is het weldra afgelopen.
  2. Ofwel verzet hij zich tegen de afvalstoffen: De ziel protesteert tegen alle leed, wil ervan bevrijd worden, is kwaad op God en op alles en iedereen, vervloekt soms het leven en zelfs God, en wordt bitter, hard, liefdeloos, gevoelloos, onverschillig jegens haar medeschepselen en God, opstandig tegen haar eigen lot, lusteloos, agressief, respectievelijk depressief. Wat zij in wezen op het spirituele niveau doet, is dit: Zij gooit de 'afvalstoffen' terug naar de bron van dewelke zij zijn uitgegaan. Het gevolg: De ziel blijft niet slechts in haar ontwikkeling steken, zij snijdt zich zelfs systematisch af van de Bron van alle Genaden, wordt in de diepste zin van het woord tot woestijn, en doodt zichzelf in ziel en hart.
  3. Ofwel aanvaardt hij deze afvalstoffen met Liefde, klaagt er niet over, verzet er zich niet tegen. De ziel wordt in dit geval begenadigd met inzichten, en begrijpt op zekere dag dat het Gods Voorzienigheid is, die in haar aan het werk is. Tot deze categorie horen de zielen die hun lijden van harte en vol dankbaarheid aanbieden als boetelijden. Zij maken het hun omgeving en God niet moeilijker dan zij zouden doen indien zij niet zouden lijden. Wanneer het Licht van God zich in deze zielen ten volle uitwerkt, wijden zij dit lijden toe aan Maria, zodat zij de volheid der vruchtbaarheid bereiken. Het gevolg: De ziel bloeit tot datgene wat God van haar wil maken. Zij verwezenlijkt de volheid van haar roeping, heiligt zich geleidelijk aan, en is zoals goud in Gods hand.

Lieve zus, Uw lijden heeft de grenzen van het menselijk draagbare bereikt, en steeds weer hebt U de indruk dat U deze grenzen reeds lang hebt overschreden. Niettemin wordt U nu gedragen, niet meer zoals vroeger door Uw eigen bewustzijn, doch door Gods golven. Telkens wanneer een nieuwe pijngolf begint, moet U zich trachten voor te stellen dat in Uw ziel een vermolmde boom wordt afgezaagd en tot en met de wortels wordt uitgegraven. Houdt U zich daarbij vast voor ogen dat deze boom weg moet, omdat hij Uw ziel berooft van het water van Goddelijk Leven, terwijl de boom zelf onvruchtbaar is: Hij is gegroeid op een kwetsuur, een mislukking of één of andere fout uit Uw verleden, bijvoorbeeld op een vergeving die nooit is geschonken of één of ander verzuim jegens God of Zijn Werken.

Zo is het inderdaad: Elk lijden dat aan God wordt aangeboden, bij voorkeur via bewust beleefde toewijding aan de Meesteres van alle zielen, wordt door Hem meteen benut om in de ziel wat opruiming te houden en het landschap er steeds verder op te smukken. Zijn bedoeling ligt hierin, de tuin van Uw ziel erop voor te bereiden dat wanneer het uur komt, in hetwelk voor het geheel van het Goddelijk Heilsplan de tijd is gekomen om Uw ziel van de wereld weg te nemen, deze tuin als een echt gedeelte van Gods Paradijs kan worden beschouwd. Van de zielentuinen die Hem willen volgen, wil Hij absoluut voortuinen van het Paradijs van Zijn Hart maken.

Werkelijk alles wat U nu te lijden hebt, lieve zus, wordt door de Hemelse Meesteres met het parfum van Haar macht en Liefde besprenkeld. Dit parfum kan Zij Zelf bereiden, want daartoe heeft God Haar immers boven alles verheven. Alleen is er één bestanddeel dat slechts de mensenziel Haar kan leveren en dat Zij absoluut nodig heeft voor de bereiding van een heiligend parfum. Dit bestanddeel heet 'oprecht en liefdevol opgeofferd, toegewijd lijden'. Helpt U de Koningin des Hemels nog wat bij de bereiding van Haar flacons met Hemelse geur, want deze flacons zijn het, die Zij als Middelares van alle Genaden en als Meesteres van alle zielen in de zielen uitgiet teneinde in hen de herschepping, de omvorming, te bekronen. De grote landschapsarchitect tekent immers de plannen, en tracht de Werken door Zijn Voorzienigheid te sturen. De Meesteres van alle zielen echter, heeft van Hem de opdracht gekregen om de Werken concreet uit te voeren, met Goddelijke volmacht en inspraakrecht. Zij doet dit slechts omdat Zij uit Uw toewijding alles wil halen, wat erin vervat zit. Op de ziel die Haar bij dit alles in volle overgave helpt, wachten de eeuwige rozentuinen. Tracht U vol te houden, ter wille van het Rijk Gods. U zult het later zelf erven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 315

Over mystieke fenomenen – Hemelse Werken worden onder invloed van de duivel als ongeloofwaardig en bedrieglijk voorgesteld – Hoe zien de trekken van de handtekening van de duivel eruit? – De Tridentijnse Mis is genaderijker dan de modernistische Mis – Over de strategieën van de satan – Regels tot ontsluiting van de heiliging van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De mensenzielen zijn van bij het begin voorwerp van strijd tussen God en de tegenstrever, tussen het Licht en de duisternis geweest. Deze strijd nadert nu zijn hoogtepunt. Dit kan niet over het hoofd worden gezien. Datgene wat 'van beneden' (vanuit de duisternis) komt, wordt door velen gevolgd omdat het vaak de gemakkelijkste 'oplossingen' te bieden heeft. Datgene wat echter werkelijk van Boven komt, wordt vaak miskend, totaal verkeerd begrepen, totaal verkeerd uitgelegd en voorgesteld, gelasterd of onbeschaamd als bedrog afgedaan. Mystieke fenomenen worden daarbij niet als geschenken van de Hemel aangenomen, doch door het menselijk verstand wordt 'bewezen' hoe onmogelijk zij wel zijn. Het menselijk verstand wil de dingen beter weten dan God Zelf of dan de Koningin van de Hemel. Dat de Hemel op oneindig vele wijzen, waarvan de meeste nog niet door de mensenzielen zijn gekend, naar de zielen kan of wil komen, willen de kwaadwillige lasteraars daarbij zelfs niet in overweging nemen.

Zo verzamelt de duivel zijn gevolg op aarde: Hemelse Werken worden als ongeloofwaardig of bedrieglijk voorgesteld, en wie weet hoeveel zielen reeds snel deze Hemelse geschenken niet meer durven benutten, want "dat zou wel eens een werk van de duivel kunnen zijn". Paradoxaal maar waar: De duivel doet er alles aan om zielen van het Geloof af te houden door hen 'voor de duivel' in Hemelse Werken te waarschuwen. Bijgevolg vluchten zij uit louter angst naar hem toe, omdat zij in deze stem van de 'waarschuwing' niet het sissen van de slang herkennen. Bepaalde zielen laten zich zelfs zo diep door de duivel naar omlaag trekken, dat zij zich tot doel stellen, ware Hemelse Werken systematisch aan te vallen en te trachten, deze volledig te vernietigen. Zo ver kan de slavernij van de ziel tegenover inspiraties 'van beneden' dus gaan. Ogenschijnlijk hebben zij de bedoeling, het christendom te willen zuiveren. In werkelijkheid echter, verzwaren zij de last die op de mensheid drukt en zijn zij ervoor verantwoordelijk dat de Goddelijke Barmhartigheid steeds meer genaden moet vrijmaken om de Schepping in evenwicht te houden.

De reden voor deze strategie ligt bij de zwakheden en ondeugden zoals jaloersheid, gebrek aan inzicht in het Ware Licht in een Hemels Werk, gebrek aan bereidheid om aan te nemen dat Gods wegen om Zijn Licht en Zijn Liefde te verspreiden, niet noodzakelijk deze van de mensen zijn. De reden voor deze strategie ligt echter niet in de laatste plaats in de vijandigheid tegenover Maria, die in méér zielen dan U zou denken, buitengewoon groot is. Zo worden Gods geschenken Hem in het Gelaat teruggeworpen.

Zo zien dus de trekken van de handtekening van de duivel eruit: Zij staan onder elk werk en elk woord dat Gods genadegeschenken ontkent, in het bijzonder deze:

  • die de waarheid over Maria als leugenachtig voorstellen;
  • die de moderne Misvieringen en de 'nieuwe' riten als net zo genaderijk als de traditionele afschilderen;
  • die God voorschrijven hoe de ware mystiek er zou moeten uitzien, opdat zij in overeenstemming zou zijn met de menselijke voorstelling.

Laten wij één enkel voorbeeld nemen: Inderdaad, elke heilige Misviering is met Goddelijke genadeverlening verbonden, maar het verschil ligt hierin, dat de Goddelijke Barmhartigheid datgene wat van de Goddelijke voorstellingen afwijkt, zelf moet aanvullen. Daarom is, bijvoorbeeld, de Tridentijnse Misviering genaderijker dan de moderne Misviering: God compenseert elk verlies aan genaden wegens afwijkingen ten aanzien van Zijn voorstellingen, maar deze noodzakelijke compensatie is groter bij de moderne Misvieringen dan bij de Tridentijnse, zo beklemtoont het de Allerheiligste Maagd. Het zou dus een akte van elementaire Liefde tot God en tot de Schepping zijn, nog slechts Tridentijnse Missen op te dragen of alleen dergelijke Missen bij te wonen (indien dit voor de zielen niet onmogelijk wordt gemaakt). De duivel doet al het mogelijke om dit verschil te verheimelijken, omdat het hem beter past dat, indien er al heilige Missen worden gevierd, het Missen zijn die van Gods wege een grotere aanvulling van genaden vereisen, want uiteindelijk moeten de zielen elke tussenkomst vanwege de Goddelijke Barmhartigheid door akten van Liefde, boete, offers en lijden goedmaken.

De duivel maakt ook van een nog andere strategie heel graag gebruik: Deze waardoor hij innerlijke verwarring sticht in de zielen. Doorheen alle eeuwen reeds gebruikt de duivel zielen om de meest uiteenlopende en tegenstrijdige informatie in de wereld te sturen, zodat de mensheid nog nooit over om het even welk thema werkelijk in eensgezindheid is geweest. De duivel beoogt daarmee een totaal verlies aan houvast bij zoveel mogelijk zielen, omdat hij weet hoe ontmoedigend dit werkt, en hoe gemakkelijk zielen zich daardoor van het Geloof laten wegleiden.

Een gedeelte van deze verwarring treedt aan het licht in de huidige esoterie-achtige activiteiten zoals deze, welke U vermeldt: de 'gave' om uit koffiedik 'de toekomst te kunnen lezen'. Vanzelfsprekend is deze 'begaafdheid' van de door U bedoelde persoon op niets gebaseerd, om de eenvoudige reden dat God de zielen NIET toestaat, de toekomst te kennen. Deze kennis zou de zielen alle verdiensten ontnemen, zodat de eigenlijke zin en het eigenlijke doel van het leven (de heiliging van de ziel en een zo groot mogelijke bijdrage vanwege de ziel tot de voltooiing van Gods Heilsplan) dan eigenlijk door God Zelf zeer moeilijk haalbaar zou worden gemaakt. God zal dit nooit toelaten, want het is voor Hem van het allergrootste belang dat zoveel mogelijk zielen zich in een zo hoog mogelijke graad heiligen. Daar ligt de hoofdreden waarom God elke speculatie over de toekomst afkeurt, en waarom elk zogenaamd systeem om de toekomst te 'verklaren', niet van God uitgaat, en waarom derhalve geen enkel van dergelijke systemen door zielen mag worden gevolgd.

Met betrekking tot Uw vraag over het ontvangen van de Heilige Communie in Uw enigszins ongewone omstandigheden, laat de Meesteres van alle zielen slechts het volgende schrijven: Uiteindelijk geldt voor God, dat in de mate waarin de ziel met een volledig zuiver hart, vervuld van goede wil, en in oprechte Liefde tot God en tot Zijn Werken, een handeling stelt die haar door de priester is toegestaan, deze ziel in Gods ogen geen schuld op zich laadt, ook niet wanneer de betreffende handeling niet geheel in overeenstemming is met de voorschriften. Het feit dat U niets achterwege hebt gelaten om zelfs van Rome toestemming te krijgen, levert God bovendien het bewijs dat U slechts datgene wil of wilde doen wat in Gods ogen aanvaardbaar is. Of de Kerkelijke autoriteiten in Uw geval de juiste beslissing hebben genomen, maakt voor de staat van genade van Uzelf en deze van Uw vrouw geen verschil uit. U handelt tenslotte steeds in gehoorzaamheid tegenover de Kerk.

Lieve broeder, het leven is niet eenvoudig, zeker niet wanneer men het consequent wil leiden zoals God dit wil. Doorslaggevend voor de vraag, of ons handelen God bevalt of niet, of het Zijn Werken dient of niet, zijn in de eerste plaats:

  • de mate van Liefde met dewelke wij onze handelingen stellen;
  • de mate waarin wij onze wil naar Gods verlangens richten;
  • de mate waarin wij gehoorzaam zijn aan wat werkelijk van Boven komt;
  • de mate waarin wij onze handelingen in toewijding vóór Maria brengen opdat Zij deze met Haar volmaakte Liefde zou bekleden en daardoor de vruchtbaarheid ervan zou vermenigvuldigen;
  • de mate waarin wij dit alles onzelfzuchtig doen, alleen maar omwille van de voltooiing van Gods Werken en van het welzijn van onze medeschepselen.

De inachtneming van deze enkele voorschriften ontsluit reeds de weg naar de heiliging. Geen enkele ziel krijgt deze ten geschenke, maar zonder de volgehouden, dagelijkse inspanning om deze te vinden en deze te volgen, kan de Poort van de Hemel niet worden geopend. In de Hemel zou de ziel niet eens kunnen leven wanneer zij niet zelf de Liefde in zich tot bloeien heeft gebracht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 316

De buitengewone kunst om slechts met zichzelf alleen te leven – Ook eenzaamheid is een geschenk van God – Over het tijdstip van de komst van Gods Rijk op aarde – In de schaduw van het Kruis liggen de mooiste schatten begraven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met vreugde kan ik mij vandaag tot U wenden. Inderdaad, soms heeft het de schijn dat het leven is zoals een woestijn in dewelke men op zekere dag verloren is gelopen. Wanneer de zon schijnt, wordt het voor de mensenziel te heet. Valt de nacht, dan krijgt men het spoedig te koud. Wanneer het ons aan iets ontbreekt dat wij graag zouden hebben, ervaren wij deze leegte, deze koude, deze troosteloosheid bijzonder uitgesproken, en wordt het duister in ons hart. Dit komt doordat het hart zich eigenlijk van vele dingen lossnijdt en in zich zoekt naar datgene wat het mist. Daar de innerlijke blik door de hartenpijn vertroebeld is, ervaart de ziel haar situatie als duister, alsof de zon er niet meer zou zijn, tenzij slechts voor 'de anderen'.

U beleeft nu een fase van eenzaamheid. God stuurt U voor een tijdje doorheen de woestijn, opdat U met Uzelf in het reine zou kunnen komen. Het is een merkwaardige vaststelling hoe anders de ziel zich kan voelen wanneer zij alleen is. Wanneer zij met anderen samen is, richt zij haar denken, voelen, handelen en spreken gemakkelijk naar deze anderen. Zij verliest dan geregeld het contact met zichzelf. Wanneer de ziel plots alleen is, is zij ook plots op zichzelf aangewezen. Het is echter een buitengewone kunst om met zichzelf te leven. Wellicht hebt U wel al eens kunnen vaststellen hoe merkwaardig het hart en de geest zich gedragen wanneer men bezoek heeft gekregen, en plotseling alle mensen weer zijn vertrokken: In het eerste uur lijkt het hoofd overvol, en flitsen de opgedane indrukken in de geest heen en weer. Geleidelijk aan maakt dit procedé plaats voor de vaststelling dat men weer alleen is. Precies op dat ogenblik schakelen de inwendige processen als het ware over op een andere weg: Naarmate de zo-even opgedane indrukken worden 'verwerkt', treden de innerlijke gewaarwordingen en instellingen op de voorgrond. Precies op dat ogenblik van 'leegte' is de ziel als het ware niet langer tegen zichzelf beschut, en komt één en ander naar boven, dat moet worden 'verteerd'.

Precies daar ligt de zin van de dagen van retraite, die vooral in kloosters worden gehouden: De ziel moet gedurende een tijd met zichzelf worden geconfronteerd. Naarmate zij zich daadwerkelijk van alle wereldse gedachten, indrukken, herinneringen, enzovoort, weet los te maken, en zij bereid is om dit te doen, wordt in haar een zuiveringsproces op gang gebracht. De ziel leert haar eigen innerlijke processen kennen, ontdekt haar eigen zwakheden en vindt wegen om ermee om te gaan. Daar de ziel zich tijdens een dergelijke periode normaal gesproken niet tot enige medemens kan wenden, zoekt zij zichzelf, én zoekt zij aansluiting met datgene wat niet tastbaar is doch volkomen met de ziel in contact kan treden: God of Maria, de eigen engelbewaarder, enzovoort. Hier krijgt de ziel meteen de gelegenheid om een vruchtbare bruiloft te sluiten: Het ware zelf (de ziel die slechts zichzelf heeft, geen medemensen om zich heen) verbindt zich met zijn Schepper, respectievelijk met Diegene, Die God jegens de zielen kan vertegenwoordigen of Die elke ziel op Gods Wetten kan helpen richten: Maria.

God behoudt de genade van een grondige zelfontdekking en van een diepere verbinding met het hogere lang niet als een voorrecht voor aan leden van kloostergemeenschappen. Hij roept zeer velen van ons, indien al niet ons allemaal, op bepaalde tijdstippen op om ons in onszelf terug te trekken en te leren aanvoelen hoe wij alleen, dit wil zeggen zonder enige beïnvloeding vanwege een medemens, met het leven en vooral met onszelf, met onze innerlijke waarden en ontwikkelingen omgaan. De Goddelijke Voorzienigheid schept in ons leven dergelijke gelegenheden omdat deze absoluut noodzakelijk zijn. Wij hebben slechts één enkele ziel – in wezen zou ik het beter als volgt uitdrukken: Wij zijn slechts één enkele ziel – en wij hebben slechts één leven. Dit leven bestaat uit X jaren, dagen, seconden..., alsook uit talloze miljoenen situaties, contacten, momenten van bezinning, handelingen. Gedurende dit ene leven moeten wij naar de hoogst mogelijke mate aan vruchtbaarheid voor Gods Werken streven. Ononderbroken is de ziel bezig, dit alles te verwerken, te verteren, te organiseren, te klasseren, te beantwoorden, er zich bij aan te passen, uit dit alles iets anders te bereiden, zich van bepaalde dingen te ontledigen, zich van dingen te onthechten, zich te zuiveren... in één woord: te groeien, respectievelijk zich te ontwikkelen.

Het is voor de ziel belangrijk dat zij zich in contacten en ontmoetingen met medemensen en dieren zou oefenen in alle deugden. Het is even belangrijk om zich in de omgang met haar eigen innerlijk leven in alle deugden te oefenen. Zo is het mogelijk dat de ziel bijvoorbeeld een dag lang geen enkele ziel ziet of hoort, maar niettemin zwaar zondigt door kwade gedachten of gevoelens te koesteren, boze plannen te smeden, zo mogelijk zelfs God te vervloeken of zich in haar hart eenvoudigweg van Hem af te keren en zich door bekoringen te laten aanvreten. Dit betekent tevens dat de ziel die zich een tijdje in zichzelf terugtrekt, niet in een werkloze leegte hoeft te vervallen, doch integendeel heel wat te verwerken kan krijgen. Waar God werkzaam is, hoeft geen lawaai hoorbaar te worden en geen stof op te wervelen: In een stil mediterende ziel kan Hij diep ingrijpende renovatiewerken uitvoeren. Denkt U daarbij aan dit woord: 'eenzaamheid'. Schijnbaar bent U alleen, om U heen wordt echter om U gestreden, omdat U voor God belangrijk bent en Hij voortdurend het beste uit U tracht te halen.

Lieve zus, tracht U de eenzaamheid ten volle te benutten, want ook zij is een geschenk van God, ook al is het niet steeds gemakkelijk om met dit geschenk zodanig om te gaan dat men er ook vreugde aan beleeft. Eigenlijk wordt de eenzaamheid vaak versmaad omdat zij zoals een geschenk in een kleurloze verpakking is. Uiterlijk is dit geschenk niet aantrekkelijk. De verpakking bestaat overigens uit hard papier dat niet gemakkelijk kan worden verwijderd. Slechts de ziel die dit geschenk als dusdanig herkent, getroost zich de moeite om met de verpakking te worstelen tot zij deze open krijgt. Zodra dit lelijk, hard papier weg is en het deksel van de doos is afgenomen, vindt men eerst een papiertje waarop geschreven staat: "Ik, je God, heb dit uit Liefde voor jou bereid. Bekijk het eens, niet met je ogen maar met je hart, waar Ik voor jou de gebruiksaanwijzing heb geschreven". De inhoud van de doos, lieve zus, is een bos sleutels, van dewelke elke afzonderlijke sleutel op een deurtje naar Gods Hart past. Er zijn immers veel wegen om de eenzaamheid om te vormen tot een verrijkende relatie tot God binnenin het eigen hart.

Eigenlijk heeft Gods Voorzienigheid voor U de overgang naar de zelfontdekking en naar het innerlijk contact met Hem reeds wat voorbereid: Uw beide poezen en de papegaai brengen elke dag iets van Gods Liefde aan U over, in hun aanhankelijkheid, hun eenvoudige wijze om U te tonen dat zij zich verheugen over Uw tegenwoordigheid en over het feit dat God hen op Uw weg heeft gebracht. Deze dieren denken niet na, en spreken niet met woorden, maar hun hartjes voelen God en de Ware Liefde. Spreekt U eenvoudig tot deze dieren. U zult merken dat U daarbij eenvoudigweg vanuit Uw hart spreekt, wat in de omgang met mensen soms zelfs moeilijk is.

Een ziel die vanuit het hart kan spreken, zonder zich zorgen te hoeven maken over wat 'de ander wel van haar zal denken', zal zichzelf veel sneller leren kennen zoals zij werkelijk is. Dat is zeer belangrijk, want jegens God moet de ziel zich 'ongekleed' gedragen, dit wil zeggen: precies volgens haar werkelijke stemming, zonder enige camouflage of geveins. Tracht U vervolgens geregeld rustig Uw geest 'leeg te maken', nergens aan te denken, gewoon God, Jezus, Maria in Uzelf te vinden. Misschien lukt dit niet onmiddellijk, maar geeft U niet op, want wanneer de ziel God werkelijk begint te zoeken, is (om een beeld te gebruiken) Hijzelf reeds in de wagen gestapt om U tegemoet te rijden. U begrijpt vast wel wat ik bedoel. God beoogt immers voor elke ziel in de eerste plaats, dat Hij en zij elkaar op zekere dag werkelijk zouden vinden, van Hart tot hart.

U vraagt hoe lang het nog zal duren eer het Rijk van Vrede op deze wereld kan ontstaan? Lieve zus, het antwoord op deze vraag ligt in Gods Hart gesloten als een goed bewaard geheim. Eén ding kan en moet ik in dit verband echter schrijven: Dit ligt niet slechts aan God, doch ook aan de zielen. Naarmate de zielen trachten, in zichzelf de heiligheid te verwezenlijken en Maria in Haar diepe onderrichtingen waarlijk na te volgen, grondvest Gods Rijk op aarde zich als het ware uit zichzelf. Dit Rijk is immers ten volle gebaseerd op de spirituele inhoud van de zielen zelf. Het is dringend noodzakelijk dat wij allen, zonder enige uitzondering, alles wat wij in ons aan goede dingen dragen, ten volle laten rijpen, en alles wat wij in ons aan negatieve dingen dragen, geleidelijk doch met volharding uithongeren. Daartoe is noodzakelijk dat wij onze harten oriënteren op het Licht, de Hoop, het Geloof en de Liefde, en niet langer op de duisternis, de vertwijfeling en de ontmoediging.

U vraagt wat God van U verwacht. Lieve zus, eigenlijk heeft de Moeder Gods in deze brief ook deze vraag beantwoord. Tracht U het beste van Uw situatie te maken door Maria erom te smeken dat Zij U moge helpen, de ware innerlijke Vrede terug te vinden.

Vraagt U niet om Uw kruis van U weg te nemen, want dat zou Uw leven onvruchtbaar maken, doch eerder dat Zij (de Hemelse Meesteres) U de Vrede van Christus moge brengen, die U in staat zal stellen om de zon ook te zien wanneer het regent, dit wil zeggen: ook tijdens de beproevingen innerlijke rust te vinden, in het bewustzijn dat het kruis nooit als leeg en zwaar hout op onze weg komt, doch dat Jezus Zich steeds vooraf vast met dit hout heeft verbonden. Wanneer het kruis komt, treedt ook de Kruis dragende Christus Uw hart binnen.

Houdt U zich zeer vast voor ogen dat God nooit iets doet om een ziel te kwellen. Elke situatie van ons leven laat Hij slechts toe omdat Hij in Zijn onfeilbare Wijsheid oordeelt dat deze de ziel bij haar ontwikkeling naar de heiliging toe nut kan opleveren. Heel vaak voelt Hij daarover pijn, vooral wanneer Hij ziet dat de ziel lijdt. Precies dan is Hij de ziel echter nog méér nabij en hoopt Hij vurig dat zij moge volhouden, omdat precies in de schaduw van het kruis Zijn mooiste schatten begraven liggen. Wanneer de ziel in de schaduw van het kruis (in het lijden en de beproevingen) moet verblijven, leeft zij derhalve op een goudmijn, alleen weet zij dit meestal pas wanneer zij de woorden van de Koningin des Hemels verneemt en aanvaardt, Die deze kennis met zoveel Liefde verkondigt.

Ik wens U de ervaring van een zeer grote innerlijke warmte toe, die Uw leven naar de ware vruchtbaarheid voor Gods Rijk kan voeren door U in staat te stellen om de zon, die voordien versluierd was, in haar volle glans in Uzelf terug te vinden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 317
Hoe moet de zoekende ziel haar levensreis vruchtbaar maken? – Hoe bekijkt Maria de vegetarische levenswijze? – Over de betekenis van 'ons dagelijks brood' in het Onzevader – Wanneer door modernistische invloed op, bijvoorbeeld, de liturgie, woorden gewijzigd of weggelaten worden, verandert daardoor het gehalte aan genaden van het geheel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus, lieve broeder in Jezus en Maria,

Terwijl ik de door U geschetste levenswijze van Uw dochter in mijn hart sloot, zag ik het mooie beeld van een ziel die in principe doorheen Gods landschap reist, op zoek naar het Goddelijk Leven. U drukt het zelf uit met de woorden: "Zij wil slechts zo elementair mogelijk, zo eenvoudig mogelijk leven". Anders uitgedrukt: Zij zou graag, om het zo uit te drukken, de wortels van het leven vinden, zoals God deze voor de mensenzielen heeft voorzien. Dit beeld verheugt mij in die zin, dat het symbool staat voor het zoeken naar het Goddelijk Leven.

God heeft in de mensenziel de kiem van het verlangen gelegd om steeds, in alle omstandigheden, zo te leven zoals God het leven had bedoeld. Dit betekent dus: Zoeken naar de bloei van het Goddelijk Leven in zichzelf. Laten wij eens kijken wat Uw dochter doet: Zij beoogt een leven waarin zij samen met andere zielen het ecologisch gedachtegoed in de praktijk kan omzetten, en zij trekt daarbij rond, zelfs tot buiten de landsgrenzen. Dat is opmerkelijk. Het rondtrekken verwijst naar een 'zoeken'. Zo handelt de mens zolang deze zijn zoeken (wat in principe een levenstaak is!) in onvoldoende mate op een spirituele basis grondvest: Hij jaagt steeds zijn doel na door zich in geografische zin te verplaatsen (hij trekt rond).

De ware kern, de ware basis, het fundament van het Ware Leven dat volledig door Gods Tegenwoordigheid wordt gekenmerkt, laat zich slechts door een '(spiritueel) rondtrekken' vinden. Dit wil zeggen dat de ziel ook in deze zin een uiterst belangrijke taak te vervullen heeft, dat zij een levenslange reis doorheen haar eigen spirituele landschap moet voltrekken. Het uiteindelijke doel van elke mensenziel bestaat hierin, dat de ziel God moet vinden, Zijn Ware Wezen, dat zij Zijn Wil stap vóór stap moet doorgronden, en alles wat zij daarbij vindt, in zich moet opnemen om het als stenen voor de bouw van haar ware zielentempel te gebruiken.

De ziel leert dus in haar contacten met God of met Maria elementen van het Goddelijk Leven kennen, en tracht deze via een spirituele brug in zich op te nemen. Deze brug bestaat slechts uit Liefde: De ziel zoekt God en verlangt ernaar, Zijn Wezen te leren kennen met de bedoeling, het in zich tot bloei te brengen. De Meesteres van alle zielen wordt daartoe door God aan de ziel voorgesteld als Wonderwerk, als Meesterwerk van God. Dit verlangen om het Goddelijk Leven als het ware van God uit in zich op te nemen, wordt door de Liefde verwezenlijkt. De Liefde is tenslotte, zoals bekend, de essentie van het Ware Leven.

Zo dient ook de zoekende ziel haar levensreis vruchtbaar te maken: Zij moet:

  1. God zoeken;

  2. Tijdens deze zoektocht de klaarblijkelijk wereldse invloeden de ene na de andere afleggen of trachten, deze buiten werking te stellen. Dit betekent dat zij zichzelf er vast moet van overtuigen dat de wereldse invloeden onvermijdelijk door duisternis en menselijke dwaasheid bevlekt zijn, en in vele gevallen de werken van de duisternis dienen, en derhalve de zoektocht naar God steeds op dwaalwegen trachten te leiden;

  3. Trachten, datgene te doorgronden wat overblijft nadat systematisch afstand is gedaan van wereldse invloeden;

  4. Datgene wat klaarblijkelijk de deugdzaamheid bevordert en de wegen naar de heiligheid helpt ontsluiten, in zich opnemen en trachten te ontwikkelen.

Gedurende dit proces zal de ziel onvermijdelijk zichzelf beter leren kennen: Haar vermogens en zwakheden, haar eigenheden, haar eventuele slechte gewoonten (dit wil zeggen: gewoonten die haar verhinderen om volledig in het Goddelijk Leven te bloeien). Deze innerlijke ontdekkingsreis is bijzonder onthullend, want zij onderricht de ziel met betrekking tot de innerlijke weerstand die zij op de reis naar God kan ontmoeten, en de innerlijke kracht die zij heeft, of die haar juist ontbreekt, om het doel te bereiken. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Wie een lange reis wil maken – ik zou gerust kunnen zeggen: een safari doorheen de savanne, die wemelt van de wilde dieren – doet er goed aan, eerst en vooral het voertuig grondig te controleren en de sterke en zwakke kanten ervan te leren kennen, want zonder deze controle is het resultaat van de onderneming al heel onzeker.

Wat Uw dochter in werkelijkheid (in de kern van haar ziel) zoekt, zal zij niet vinden zolang zij het daadwerkelijke rondtrekken niet met een innerlijke ontdekkingsreis verbindt, want slechts in het innerlijke bloeit de levensbloem die voor God van belang is. Deze bloem kan slechts worden begoten wanneer de ziel moeite doet om haar te vinden, en haar gesteldheden te leren kennen. Het ontbreekt haar aan de vaste spirituele waarden, of nog preciezer uitgedrukt, aan de kennis van de ware behoeften van de ziel, namelijk een leven in volkomen harmonie met de Goddelijke Wetten te leiden. Wanneer deze waarden niet bewust in de ziel leven en gericht worden nagestreefd, blijft de ziel constant aan het gevaar van dwaling blootgesteld, zelfs wanneer zij de grondbeginselen van het eenvoudige leven koestert.

Wijdt U het zoekende hart van Uw dochter toe aan de Meesteres van alle zielen, en 'betaalt' U de genade van inzicht voor Uw dochter met Uw eigen pijn over haar levensstijl en over haar huidige voorkomen. In Uw dochter moet de ware, innerlijk beleefde Liefde tot Jezus en Maria opnieuw worden aangewakkerd. Vraagt U Maria dat Uw dochter de traditionele christelijke component, de daadwerkelijk beleefde gewaarwording van de Tegenwoordigheid van het Goddelijke, in haar levensstijl moge terugvinden. Wanneer, door volhardende en doorleefde toewijding aan Maria, in het eigen hart een echt houvast wordt gevonden, voelt de ziel meestal niet lang meer de behoefte om nog in de geografische zin van het woord rond te trekken.

Wat Uw vraag met betrekking tot de toekomst van Uw leefgemeenschap betreft, is het antwoord van de Meesteres van alle zielen ontwapenend eenvoudig:

"Wijd Mij deze kwestie toe met hart en ziel, en Ik zal Mijn macht aanwenden opdat de dingen zich zo zullen ontwikkelen dat zij Gods Werken het beste kunnen dienen. Volg jullie hart, maar ga daarbij spontaan tewerk. Zoek niet actief naar oplossingen. Ik moet kunnen heersen. Dien Mij, opdat Ik jullie moge kunnen dienen".

Deze woorden gelden eigenlijk als richtlijn voor elke ziel in elke denkbare situatie.

Dit brengt ons tot Uw volgende vraag:

Hoe luidt Maria’s visie over vegetarisme?

De Koningin des Hemels heeft mij jaren geleden reeds privaat meermaals over dit thema onderricht. God verwelkomt deze levenswijze zeer. Wij mogen daarbij niet uit het oog verliezen dat een wereldwijd strikt toegepast vegetarisme een einde zou stellen aan zeer veel ontwikkelingen die met schaamteloze uitbuiting en het doden van levende wezens omwille van materieel gewin te maken hebben. Ik beklemtoon dat ik hier, zoals steeds, de opvattingen van de Koningin des Hemels verkondig. Nochtans voegt Maria hieraan toe, dat de vegetarische levenswijze slechts de volheid van haar mogelijke vruchtbaarheid kan bereiken wanneer de ziel deze levenswijze op een fundament van waarlijk doorleefde, ware christelijke levensbeschouwing opbouwt. Indien niet, zal het deze levenswijze altijd aan 'ziel' ontbreken. Dat komt doordat zelfs een goede levenswijze, indien zij niet actief en bewust in overgave aan God en in vereniging met Hem wordt geleid, nog steeds als een schot in de lucht is, zonder op een doel gericht te zijn: Men maakt lawaai, maar bereikt (met het oog op de verwezenlijking van Gods Werken) relatief weinig concreets.

U vraagt naar de juiste vertaling van het Grieks woord 'epiousion' in de zin 'ton arton ton epiousion' uit het Onze Vader. Ik ken geen Grieks, maar weet wel wat het 'ongeveer' betekent, en de Meesteres was zo genadig, dit nader te onthullen: De betekenis is inderdaad eigenlijk 'ons dagelijks brood', doch door het woord 'epiousion' wordt nog een 'bijkomende betekenis' overgebracht, namelijk deze, dat het gaat om een 'bovennatuurlijk' brood, in de zin van een brood dat boven het materiële uitstijgt, met ander woorden om een niet-stoffelijke kracht die het Ware Leven draagt. Ik zou in dit verband nog graag kort op de navolgende vaststelling ingaan:

Het is opmerkelijk hoe rijk aan inhoud de oorspronkelijke woorden van onze geloofserfenis wel zijn, wanneer wij deze vergelijken met deze welke, zoals in zoveel gevallen, ons vandaag de dag nog slechts zijn overgebleven. Door de genadewerking van de Hemelse Meesteres heb ik reeds veel mogen horen en zien dat mij werkelijk met verbazing slaat. Zonder deze jarenlange (gedeeltelijk private) onderrichtingen vanwege de Moeder Gods zou ik misschien niet zo onwankelbaar overtuigd zijn van het gevaar dat elke vorm van modernisme in de Kerk in zich draagt. Wanneer men bemerkt, door de eeuwen heen, hoeveel betekenisveranderingen en betekenisverlies reeds in verband met Gods woorden zijn opgetreden, begrijpt men hoe onvatbaar groot het met dit alles gepaard gaande verlies aan genaden wel moet zijn. De zielen moeten zich ervan bewust zijn dat elk woordje of elke klank dat of die God tot de zielen spreekt, bijvoorbeeld in het kader van het Evangelie of in de liturgie, een welbepaalde betekenis heeft en welbepaalde krachten oproept. Wanneer nu, in de loop van de tijd, woorden worden veranderd of weggelaten, verandert daardoor het gehalte aan genaden van het geheel dat naar voor wordt gebracht, gelezen, tot aanbidding of verering wordt aangeboden, enzovoort. De gevolgen voor de staat van genade van de hele Schepping zijn onvoorstelbaar groot. Maria beklemtoont dit steeds opnieuw, maar jammer genoeg wordt aan Haar woorden weinig gehoor gegeven.

Lieve zus, lieve broeder, het verheugt mij, deze golven van Liefde vanwege de Koningin des Hemels in Uw harten te mogen laten overvloeien, ook al heeft het een tijdje geduurd alvorens de gevraagde antwoorden werden geschonken. Wij moeten echter vast geloven dat elk woord van Boven precies op het juiste tijdstip komt, wanneer het zijn hoogst mogelijke vruchtbaarheid kan bereiken. Zoals de landbouwer het zaad pas uitstrooit wanneer hij, op grond van zijn ervaring, daarvan de beste oogst mag verwachten, zo zaait God elk woord op het tijdstip waarop de zielenbodem die het moet opnemen, voor dit zaad klaar is. Ik verheug mij, de bries te mogen zijn, die het zaad tot U heeft mogen brengen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 318
Over de Handcommunie en de grote vijandigheid tegen de voorstanders van de Tongcommunie en de hoogste eerbied jegens God

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik kan Uw pijn en Uw onvermogen om te begrijpen, aanvoelen. In onze hoedanigheid als strijders voor de volheid van de Waarheid en datgene wat God het meest behaagt, zijn wij eigenlijk zoals een arme ziel die in een schuilkelder in een shocktoestand wacht tot alle bommen zijn gevallen en de vliegtuigen verdwenen zijn. Wat doet deze ziel? Zij komt niet naar buiten om 'de anderen' geducht haar mening te zeggen, maar zij bidt, terwijl zij hoopt dat niet alles in puin wordt gelegd.

Onze maatschappij is zeer zwaar ziek. Hoe zou het ook anders kunnen, aangezien de mens God uit alle facetten van het leven, evenals uit het eigen hart, heeft verbannen. God is de grote dokter. Zijn apotheek heet 'de volheid van de Waarheid'. Zijn geneesmiddelen zijn de woorden die Hij spreekt. Vele van deze geneesmiddelen heeft Hij reeds toegediend, zeer vele heeft Hij echter nog in reserve. Uit zijn onuitputtelijke voorraad laat Hij bij voorkeur de Koningin des Hemels de zielen behandelen met aangepaste dosissen door de openbaringen, onderrichtingen en adviezen die Zij in deze Tijd schenkt, en die Zij rechtstreeks uit Gods Hart haalt.

Op zich is dit alles een waar godsgeschenk, maar zoals alles wat van Boven komt, botst het voortdurend met de stormachtige tegenwind van beneden. Sedert het begin van de mensengeschiedenis heeft de duivel met succes ontelbare zielen beïnvloed, omdat zij zich door hem in dwaling laten brengen en met al hun krachten zijn werken doen. De gevolgen van eeuwen van influisteringen vanwege de duisternis aan dewelke door de ziel wordt toegegeven, zien wij dagelijks om ons heen: In de algemene moraal in de wereld, in de hartsgesteldheden, in de ontelbare goddeloze maatschappelijke ontwikkelingen, in de Kerk... Eén van deze gevolgen vermeldt U zelf in Uw brief: De Handcommunie, en daarbij nog de grote vijandigheid tegen de voorstanders van de Tongcommunie en van de hoogste eerbied jegens God.

Lieve zus, men zou menen dat alle zielen enthousiast zouden zijn wanneer zij de Hemelse genaden van zo veel toelichtingen en verdiepingen van Gods Waarheid mogen ontvangen. Integendeel worden echter de kritiek en de vijandigheden scherper naarmate deze toelichtingen en verdiepingen voor de duivel gevaarlijker worden. Zeer veel dingen zijn op dwaalwegen geraakt. In bepaalde kringen gelden de nieuwe 'oplossingen' (zoals bijvoorbeeld alle uitingen van de nieuwe liturgie of de nieuwe riten) als volkomen gelijkwaardig naast de aloude traditie, en niet zelden worden de aloude riten zelfs als middeleeuws beschouwd. Elke ziel die zich voor het behoud of de terugkeer van de traditie inzet – en daar is werkelijk alle reden toe – wordt met argwaan in de gaten gehouden en vanuit bepaalde hoeken bestreden met een geestdrift die, mocht deze ten behoeve van het ware Hemelse worden ingezet, de grondvesting van Gods Rijk op aarde buitengewoon sterk zou helpen bespoedigen.

Ik kan U verzekeren dat ikzelf bijvoorbeeld slechts tegen bepaalde gewoonten, riten, normen of regels 'strijd' omdat de Koningin des Hemels mij de opdracht geeft, de volheid van de onvervalste Waarheid bekend te maken, nadat Zij mij deze door het gesproken woord of via visioenbeelden, of via beide, heeft geleerd en toegelicht, en mij klaar en duidelijk heeft getoond:

  1. dat God hieraan de voorkeur geeft;
  2. waarom Hij hieraan de voorkeur geeft;
  3. wat de gevolgen zijn voor de staat van genade van de hele Schepping wanneer de richtlijnen van Maria niet worden gevolgd.

Lieve zus, met menselijke middelen kunnen wij hier heel weinig bereiken. Al diegenen die ons, voorstanders van de oude traditie in de Kerk en verkondigers van tot op heden nooit bekendgemaakte elementen van Gods Waarheid, genadeloos bestrijden, belasteren, verketteren en trachten te vernietigen, dienen voor korte tijd de duisternis, maar de Meesteres van alle zielen herhaalt steeds opnieuw dat God oneindig geduldig is en alle duisternis zo weet te gebruiken dat zij uiteindelijk Zijn Plannen zal dienen. Laten wij de Koningin des Hemels begaan. Wij geloven niet alleen dat wij de Waarheid verkondigen en haar in de praktijk omzetten, wij weten het, omdat immers de Hemelse Koningin Zelf ons dit alles leert, ons de opdracht voor deze verkondiging geeft, en ons in deze levens- en beschouwingswijze leidt en bezielt. Diegenen die ons niet (kunnen of willen) begrijpen, nemen nog niet aan, dat de Bron van onze kennis, van onze verkondiging en ons geloof in de juistheid van onze zienswijze, in de Hemel ligt. Zij geloven maar al te graag dat dit alles menselijke gedachten zijn van 'individuen die niet met de tijd willen meegaan' of, nog veel erger, die 'hun medemensen willen bedriegen'.

Laat U zich niet in vertwijfeling brengen, de tijd zal ons gelijk geven, en zal onze bestrijders het inzicht verlenen waarvoor zij zich nu nog afsluiten. De tijd behoort God toe, en Hij is het die ons heeft geroepen tot datgene wat wij doen. De vele dwalingen om ons heen moeten ons er in geen geval ooit van afhouden, God te eren en te verheerlijken en te dienen door datgene toe te passen wat Hij via de Meesteres van alle zielen laat verkondigen. De mensenziel is niet geschapen om het inzicht af te wijzen dat haar Schepper haar schenkt met de intentie, haar heiliging op de goudmijn van de Wetenschap van het Goddelijk Leven te kunnen opbouwen.

Menselijkerwijze kunnen wij zeer weinig veranderen, omdat onze maatschappij sedert eeuwen gevangen zit in de dwaling dat slechts het menselijk verstand alle mogelijkheden die op de wereld voorradig zijn, werkelijk zou kunnen ontwikkelen. Het menselijk verstand is echter precies de gewilligste slaaf van de duisternis. De duivel bedient zich van oudsher van de neiging van de mensen om alles met het verstand te willen doorgronden, te organiseren en te 'ontwikkelen'. Hieruit zijn reeds zeer erge dingen voortgekomen, een monster met duizenden gezichten. Alleen met het verstand kan men diegenen die door de duivel worden geïnspireerd en die zijn plannen dienen, nooit overtuigen, want de duivel laat steeds nieuwe elementen in onze werken ontdekken die zogenaamd 'verkeerd' zijn. Hemelse Werken zijn nooit verkeerd, maar zij zijn kwetsbaar, omdat zij (nog) niet of (nog) niet helemaal in het wereldse denken passen. Elk element van kennis dat voor het eerst wordt geopenbaard, zal in eerste instantie worden afgewezen, en de bron waaruit het stamt, zal worden verketterd. Pas nadat door veel hartenpijn de genade van bekering van de bestrijders is afgekocht, wordt het aanvaard en de juistheid ervan herkend en erkend.

Lieve zus, de duivel kan aan de boom schudden als een woesteling, en hij kan daarbij inderdaad appelen doen afvallen, maar uiteindelijk is het de Goddelijke Voorzienigheid die bepaalt, waar deze precies vallen. God doet met alles het Zijne, en indien geen enkele appel wordt geofferd, kan de definitieve oogst nooit worden binnengehaald. God laat nooit toe dat alle appelen van Zijn boom worden geschud. De meest waardevolle appelen oogst Hij altijd Zelf, op Zijn Tijd. Van ons wordt hoofdzakelijk toewijding, vergeving en geduld verwacht. Ik neem U op in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 319
De juist beleefde toewijding als weg van de heiliging – De toewijding als sleutel tot inzicht – Toewijding voor de moeder van een ongewenst kind

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Soms lijken brieven meer met tranen dan met inkt te worden geschreven. Dat is voor de Koningin des Hemels volledig in orde, want met inkt kan Zij het hart niet wassen, met tranen daarentegen wel, en Zij doet het dagelijks. Maria is de Moeder van Smarten omdat tranen voor Haar geen geheimen hebben. Zij weet ook dat elke traan een regen- en een zonnezijde heeft, en Zijzelf stelt Zich heel graag in de kern van elke traan op, opdat de regen en de zon in Haar tot een regenboog van Hoop zouden versmelten.

Hoe opmerkelijk is het toch, dat Uw toewijding aan Maria U tot een zo pijnlijk inzicht heeft gebracht. Bedenkt U dat de toewijding aan Maria een heilig verbond is, via hetwelk Maria de aan Haar toegewijde ziel op haar reis naar de heiligheid begeleidt, wat betekent dat Maria Haar toegewijde wil vormen in de praktische toepassing van de geheimen van de heiliging. De aanvankelijke toewijdingsakte moet derhalve het begin van de grootste gebeurtenis in een mensenleven zijn: het proces van de heiliging. Voor U was zij in wezen het begin van een ononderbroken hartenpijn.

Wat is er dan gebeurd?

Maria heeft volledig bezit van U genomen, en is ermee begonnen, de tere plek van oude afzettingen te bevrijden. Een juist beleefde toewijding is de weg naar de heiliging. Deze zou met de bouw van een tempel kunnen worden vergeleken. Men kan geen gebouw oprichten op een bouwvallige fundering. In de fundering van elke ziel zijn gebroken stenen te vinden. De Meesteres van alle zielen zal nooit met het bouwen van de eigenlijke tempel beginnen zolang Zij fundamentele zwakheden in de ziel aantreft, die de ziel kunnen verhinderen om zich zonder nefaste crisissen te laten omvormen. Dat is inderdaad het effect van de werkelijk beleefde toewijding: een omvorming. Aangezien in U een heel diep gewortelde pijn aanwezig was, moest U zich eerst en vooral van de bron van deze pijn bewust worden.

Maria heeft dit niet gedaan om U te kwellen, wel integendeel, Zij heeft dit gedaan opdat U de gebeurtenissen rondom de geboorte, met inbegrip van het leven in de moederschoot van Uw zoon én van de moeder aan Haar zou toewijden. Zolang U dit niet uitdrukkelijk hebt gedaan, kunt U niet tot in de diepte van deze pijn worden genezen, en zou de relatie tussen U en Uw zoon ontwricht kunnen blijven.

U zou zich de navolgende gelijkenis voor ogen moeten houden. Laten wij aannemen dat U arts bent, en U wordt geconfronteerd met een patiënt die U steeds weer komt opzoeken met pijnen in de buikstreek. U schrijft de man een middel voor, dat buikpijn kan verzachten, en de man gaat. Weldra komt hij terug met dezelfde klachten. Pas na lange tijd komt U in Uw vertwijfeling tot de beslissing, deze man verdere vragen te stellen, en daarbij blijkt dat hij heel lang geleden ongelukkig genoeg een schroef heeft ingeslikt, maar dit eigenlijk vergeten was. Dan zult U begrijpen waarom het middel tegen buikpijn nutteloos is geweest. U zult dan al het mogelijke doen om de precieze positie van de schroef te kunnen vaststellen, en aangezien is gebleken dat deze niet vanzelf naar buiten zal komen, deze te laten uitnemen. U weet immers als arts zeer goed dat de patiënt anders niet weer gezond kan worden. Ziet U de parallel?

Ook U had iets 'onverteerbaars op Uw ziel liggen, en had dit bij Uw bezoek bij de arts (= bij de toewijding aan Maria), niet zelf vermeld omdat U zich daar niet voldoende van bewust was, maar Maria, de Arts die alles weet en Wier ogen duizend maal scherper zien dan een röntgenapparaat, was dit 'onverteerbare' van meet af aan bekend, en Zij is met de operatie begonnen omdat Zij heel goed wist dat U anders door niets kon worden genezen. De bron van Uw lijden moet eruit, niet doordat U het in Uw onderbewustzijn zou begraven of het zou negeren, maar door het aan Maria toe te wijden en Haar de langdurige en diepe pijn als uitboeting aan te bieden.

Spreekt U vandaag nog met Maria over deze pijn en over deze van Uw zoon, en dit zal voor de Moeder Gods om zo te zeggen gelden als toestemming om U volledig te kunnen laten genezen. Uw grootste pijn zal voor U in werkelijkheid het grootste geschenk van Uw leven blijken te zijn, want zij zal U naar de ware innerlijke Vrede leiden aan de machtige hand van de Hemelse Meesteres. In Uw hart bent U tegenover Haar bijzonder nederig, en dat is een prachtige voorwaarde om Maria alles met U te kunnen laten doen wat Zij wil doen: U Heil (gezondheid) brengen in hart en ziel, opdat U heilig zou worden naar hart en ziel, en dus op de ontmoeting met de Eeuwige Liefde voorbereid kunt worden, wat een levensopdracht op zich vormt. Om daarbij op vruchtbare wijze met Maria te kunnen meewerken, moet U eerst en vooral in de diepte worden genezen.

Ik neem U heel graag met mij mee in het Hart van onze Hemelse Meesteres via dit toewijdingsgebed dat U Maria kunt aanbieden, zoals ik het bij deze ook meteen doe:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1202 zouden worden gepubliceerd)

Lieve zus, ik wens U met heel mijn hart een nieuw leven toe, op een fundering van de ware innerlijke Vrede en een daadwerkelijke verzoening van ziel tot ziel in beide richtingen. De zonsopgang is er reeds, de warmte voelt men echter altijd pas later. Maria is echter de Dageraad.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 320
De ziel doet er goed aan, zich de signalen van haar lichaam ter harte te nemen – Hoe zich te gedragen in contact met de medemens – Hoe groot is Gods Liefde? – Hoe ongecontroleerde gedachten in de greep krijgen – de omgang met kwetsende woorden – gebeden bewerken om ons heen een atmosfeer die onze medemensen positief raakt – over het vergeven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met een dankbaar hart heb ik Uw vragen aan de voeten van de Moeder Gods neergelegd omdat het antwoord van de Hemel op vele daarvan ongetwijfeld veel zielen tot nut kan zijn. Laten wij hen chronologisch overlopen:

Ik heb dit jaar een beroerte gehad. Was dit een signaal van de Hemel? Is het Gods Plan dat ik zorgbehoevend word?

Hoe ons leven, ook op het lichamelijke vlak, zich ontwikkelt, is steeds een geheim dat in Gods Hart rust. Intussen zult U ook weten waarom: Omdat de ziel anders minder verdiensten zou kunnen verwerven, want zodra men zijn eigen toekomst met enige zekerheid kan plannen, wordt, om zo te zeggen, minder flexibiliteit vereist. Precies de mate van onze flexibiliteit is voor God een graadmeter voor onze bereidheid om onze eigen plannen ten gunste van de Zijne op het achterplan te schuiven. De Hemel kan via lichamelijke gebeurtenissen signalen geven, in die zin dat deze dragers kunnen zijn van een uitnodiging tot verandering van levensstijl. Er kan echter nooit met zekerheid worden gesteld dat dit in een bepaald geval zo is, maar de ziel doet er goed aan, de signalen van het lichaam ter harte te nemen. Ik verduidelijk U graag kort om welke reden dit zo is:

Lichamelijke klachten zijn geschenken. De ziel kan daardoor grote bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen leveren, op voorwaarde dat zij niet protesteert tegen het lijden en zij deze met Liefde toewijdt aan God, bij voorkeur, zoals bekend, via Maria. Er moet echter met één detail rekening worden gehouden: De ziel moet zich steeds voor ogen houden welke rol zij tegenover andere schepselen te vervullen heeft, of hoe haar levensopdracht in verband staat met tot Gods Werken. Ik geef een paar voorbeelden:

  • Wanneer een ziel weet dat ergens kinderen of zelfs dieren van haar afhankelijk zijn, dit wil zeggen dat de verzorging van deze wezens tot haar levensopdracht hoort, moet zij er rekening mee houden dat haar lijden andere wezens rechtstreeks kan beïnvloeden, en dat, wanneer dit lijden een bepaalde grens overschrijdt, deze andere wezens eventueel nadelig worden beïnvloed. In deze zin mag een moeder met jonge kinderen zichzelf lichamelijk niet verwaarlozen, vooral niet wanneer zij de lichamelijke signalen heeft waargenomen die wijzen op een stoornis die een negatieve uitwerking kan hebben op de verzorging van de betrokken wezens.
  • Wanneer een ziel een levensopdracht vervult, krachtens dewelke zij rechtstreeks de spirituele ontwikkeling van vele anderen moet helpen dragen, rust op haar de plicht, de gouden middenweg te vinden tussen boete-lijden en de grens boven dewelke zij haar roeping misschien niet langer, of slechts beperkt, zou kunnen vervullen.

Slechts een diepe verbondenheid met Gods Geest kan de ziel te allen tijde leren, waar God voor haar de grens heeft getrokken.

Bepaalde mensen voelen zich door iemand zo aangevallen, dat zij menen dat die persoon hen kwaad toewenst. Wanneer ik mij in dat verband niet schuldig voel, hoe kan men dan weer toenadering tot elkaar vinden?

Het is kenmerkend voor onze moderne samenleving dat mensen nauwelijks nog vriendelijk zijn tegenover elkaar. Iedereen is zozeer met de eigen gedachten, zorgen en plannen bezig, dat soms wordt 'vergeten' dat in de andere zielen Jezus en Maria leven. Wanneer een ziel echter steeds met zichzelf bezig is, 'leest' zij ook niet langer in de harten van haar medemensen, of van haar medeschepselen in het algemeen. Wanneer men de radar uitschakelt, hoeft men zich niet te verwonderen dat men ergens in het eigen 'luchtruim' tegen iets opbotst, of anders uitgedrukt, dat men zijn medemensen nauwelijks nog voelt, of zich niet (meer) in de harten kan inleven.

Op deze wijze is het mogelijk dat mensen zich door ons bedreigd voelen, terwijl wij absoluut niets verkeerds van plan zijn.

Het is vanzelfsprekend dat men soms onbewust een medemens beledigt, nerveus maakt, irriteert, teveel van hem verwacht, enzovoort. Nochtans zouden zowel deze gedragingen als de reacties van onze medemensen kunnen worden vermeden indien elke ziel erover zou waken, de medemens steeds uitsluitend te benaderen vanuit gevoelens van ware, oprechte Liefde.

Wijdt U dit probleem toe aan Maria en geeft U het aan Haar over zodra een dergelijke situatie zich nogmaals aandient, opdat Zij de anderen tot zelfkennis moge brengen en Uzelf de kracht moge schenken om intussen vol te houden. Uw persoonlijke bijdrage laat zich daarbij eigenlijk zeer kort samenvatten:

Tracht U, bij elk contact met een medemens, beroepsmatig of privaat, rustig, vreedzaam en liefdevol over te komen. Deze regel geldt niet alleen voor U, wel integendeel, hij drukt artikel één van de gedragscode van de aan Maria toegewijde ziel uit.

Een tweede regel, die eveneens voor alle zielen geldig is, is deze: Een ziel zou zich niet te vlug gekrenkt mogen voelen, doch er zo vaak mogelijk van uitgaan dat de hoofdreden voor bepaalde reacties van de medemens toe te schrijven is aan levensomstandigheden die niet in de eerste plaats met haar te maken hebben. Indien deze reacties toch met de ziel zelf te maken hebben, gaat het in vele gevallen nog steeds om een bekoring. Wanneer een bepaald medemens zich opvallend vaak door U bedreigd voelt, wijdt U dan in elk geval zijn hart, Uw eigen hart en de relatie tussen U beiden toe aan Maria. Indien nodig kunt U gebed 1196 verrichten.

Weet God, onze Vader, vanaf onze geboorte of wij het Plan dat Hij met ons heeft, zullen voltooien, of weet Hij het niet vooraf omdat Hij ons een vrije wil heeft geschonken?

De Meesteres heeft mij vroeger reeds laten schrijven: Gods Liefde is zo groot, dat Hij door de mensenziel een onaantastbare vrije wil te geven, de zielen zelfs de mogelijkheid heeft geboden om Zijn onfeilbare Plannen te beïnvloeden. Hoe zou de volmaaktheid van de Goddelijke Liefde kunnen worden verklaard indien God precies zou weten, hoe het met de mensenziel zou aflopen? Mocht dit het geval zijn, dan zouden wij God terecht kunnen verwijten dat Hij Zelf beslist wie in de Hemel komt en wie in de hel. Dat zou een willekeur zijn die zich in niets meer met de volmaakte Liefde laat verenigen.

Door de vrije wil heeft de mens in principe zijn eigen spirituele bestemming in de hand. Hij krijgt mogelijkheden om het Goddelijk Leven in zich te ontwikkelen (door totale toewijding aan Maria en het navolgen van Haar adviezen en onderrichtingen, door het toepassen van alle deugden in het dagelijks gedrag, door het juiste gebruik van de Sacramenten enzovoort), maar derhalve ook de verantwoordelijkheid voor zijn eigen spiritueel Heil. God hoopt op de tegenwoordigheid van elke ziel bij Hem in de Eeuwigheid. Daarom verlangt Hij zo vurig dat elke ziel de middelen tot heiliging, die door Zijn Voorzienigheid worden aangeboden (bijvoorbeeld de navolging van de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen) in de praktijk zou omzetten. Of elke individuele ziel dit ook zal doen, kan Hij niet rechtstreeks beïnvloeden, want Hij dwingt niemand tot bepaalde beslissingen.

Precies daar, lieve zus, ligt de hoofdreden waarom ontelbare zielen denken dat een misdaad of een zware zonde ongestraft zou blijven, aangezien zij nog niemand hebben gezien die na een zware zonde onmiddellijk door de bliksem werd getroffen. God grijpt niet onmiddellijk in, straft niet onmiddellijk, compenseert niet onmiddellijk... De balans van haar daden ziet de ziel pas in het uur van haar oordeel, onmiddellijk na haar aardse dood. Dan wordt aan de ziel getoond welke van haar beslissingen in overeenstemming waren met Gods Wil en welke niet.

Op deze wijze beschouwt God elk gedrag en alle innerlijke processen van elke ziel, en hoopt daarbij ononderbroken dat de ziel naar Zijn adviezen zal luisteren, want die geeft Hij via zeer veel wenken van Zijn Voorzienigheid, elke dag opnieuw, ook via teksten naar dewelke Hij de zielen tracht te leiden. In het verborgene trekt God onophoudelijk aan elke ziel door Zijn verlangen naar ons welzijn en Heil, en leidt Hij zeer veel dingen op onze weg opdat wij voortdurend onze koers zouden kunnen aanpassen.

Hoe kan ik greep krijgen op mijn gedachten. De gedachten zijn vaak als een zwaard. Men wil het niet denken, maar men denkt het toch, en daardoor ben ik alweer in de fout.

Soms lijkt de menselijke geest een eigen leven te leiden. Er bestaat een weg om de eigen gedachten in de greep te krijgen. Deze weg is samengesteld uit twee componenten:

  1. De ziel wijdt haar geest en alle gedachten, met inbegrip van alle onbewuste processen, toe aan Maria, en smeekt Haar vurig dat Zij dit alles zou beheersen en dat Zij de geest, op grond van de verdiensten van Haar eugen allerzuiverste, van God vervulde gedachten, volledig met Haar eigen denkwijze zou voeden,
  2. De ziel verlangt er ononderbroken naar, haar geest volledig zuiver te houden en datgene te vermijden wat zij kan vermijden en wat haar zou kunnen verontreinigen (veruit de meeste televisieprogramma’s, alle media in het algemeen, de meeste indrukken die men in een stedelijke atmosfeer kan opdoen, en dergelijke).

Ikzelf werd reeds zeer zwaar met woorden benadeeld. Hoe kan ikzelf ertoe bijdragen om deze woorden in mijn hart te breken?

Woorden kunnen een lang leven leiden. Vele woorden blijven nog steeds in iemand nawerken wanneer diegene die ze heeft uitgesproken, reeds jaren geleden is overleden. Gaat het om kwetsende woorden, dan is de eerste stap deze, dat de gekwetste ziel de verantwoordelijke voor deze woorden zou vergeven. Dat hebt U gedaan. Men kan nog een stap verder gaan, door zich het volgende in te prenten:

"Dergelijke woorden kunnen slechts door de duivel zijn geïnspireerd. Aangezien de duivel niets anders dan leugens verspreidt, kan ik deze dus gerust negeren. Met leugens vul ik noch mijn hart, noch mijn gedachten. Maria, mijn Hemelse Meesteres, ik schenk ze aan U, opdat U ze onder Uw voeten zou kunnen verpulveren".

Is het mogelijk dat door de gebeden die wij aanbieden, de mensen op één of andere wijze inzien dat zij verkeerd hebben gehandeld?

Absoluut. Gebeden verspreiden Licht. Met Licht en genaden vervulde woorden, die wij uitspreken, geven aan de atmosfeer om ons heen, zo te zeggen, een 'andere lading'. Onze medemens kan daardoor, totaal onbewust, worden geraakt en in gedachten en gevoelens volledig tot bekering komen. Denkt U alleen al aan gebeden die rechtstreeks tegen de duisternis, tegen de duivel zijn gericht, bijvoorbeeld gebeden 998, 1006, 1047 of 1196. Door deze uit te spreken, smeekt men de macht van de Meesteres van alle zielen af. Zij ontvouwt daardoor de macht die Zij van God heeft ontvangen, onderwerpt de duivel aan Haar Wil en verlamt of vernietigt de effecten van zijn werken. Ten gevolge daarvan kunnen, bijvoorbeeld, zielen in onze omgeving van duistere invloeden worden bevrijd. Dat is een zeer concrete werkelijkheid waarover ik reeds zeer vaak heb mogen getuigen.

Hoe kan men vergeven wanneer de ander zijn fout(en) niet inziet?

In dit geval kan men niet 'van de mond in het oor' (dit is in werkelijkheid 'in het hart') vergeven, maar men kan zonder uitzondering de vergeving in het hart van de 'schuldige' leggen, volledig in het verborgene. Belangrijk is niet alleen dat dat de andere ziel de vergeving hoort uitspreken, maar dat men zelf in Gods ogen zuiver is doordat men van harte heeft vergeven. U kunt de vergeving uitspreken tegenover Maria. Hierdoor wordt deze vergeving een vorm van toewijding. De Koningin des Hemels bewaart deze in Haar Hart en zal deze op het meest geschikte tijdstip met de genade laten bekleden.

Hoe kan ik om vergiffenis vragen wanneer mij, naar mijn mening, geen schuld treft. Kan de Moeder Gods ons onze fouten (schuld) tonen?

Ja, wanneer U daarom vraagt en werkelijk naar inzicht verlangt, kan Maria U voor dit inzicht ontsluiten. Het is tenslotte Haar doel, de aan Haar toegewijde ziel naar de volmaaktheid te leiden. Deze volmaaktheid kan de ziel nooit bereiken wanneer zij niet in de eerste plaats haar eigen gebreken en fouten (h)erkent. De bloem van de heiligheid bloeit slechts op een bodem die zich voortdurend zuivert.

Lieve zus, het leven, het geheel van de dagelijkse gebeurtenissen, de relaties en contacten met de medemensen en niet in de laatste plaats onze innerlijke processen (gesteldheden, gezindheden, gevoelens, verlangens, dromen, angsten, neigingen, voorstellingen, punten van voorkeur en afkeur) komen zo vaak op ons over als een jungle: Een wirwar van wilde, onbekende gewassen waarvan vele op ons als giftig overkomen, en die ons verhinderen, te vorderen zoals wij het zouden willen, en van wilde dieren waarvan vele voor ons een bedreiging vormen. In deze jungle de innerlijke Vrede bewaren, is een opdracht op zich. Precies daarom kan de ziel in Gods ogen reeds een heldin zijn door onder de druk van het chaotische moderne leven te trachten, innerlijk rustig en deugdzaam te blijven. Maria kan en zal U daarbij helpen. Ik vraag de Meesteres dat Zij Zich steeds moge laten zien als de steun van Uw ziel, vooral in de ogenblikken waarin Uw benen wankelen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 321
Over de ware vrijheid – Toewijding voor een moeder die zich nauwelijks om haar kinderen bekommert

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief, want hiermee hebt U de Koningin des Hemels een nieuwe gelegenheid geboden om Zich op een bijzondere wijze over een ziel te ontermen. U weet dat God alles ziet, en heel veel van wat Hij ziet, betreurt Hij. Nochtans kan Hij niet rechtstreeks op de gebeurtenissen ingrijpen, behalve wanneer ten minste één ziel Hem daar uitdrukkelijk om vraagt.

Uw schoondochter heeft de verantwoordelijkheid die, volgens Gods Wet, met het moederschap gepaard gaat, niet op zich genomen. Zij heeft nooit echt rekening gehouden met deze verantwoordelijkheid omdat zij zich van kindsaf aan het leven 'anders' had voorgesteld. Verantwoordelijkheid heeft op haar een verstikkend effect. Dat is jammer, want Zij laat elke mogelijkheid die God haar schenkt om de verdienste van de christelijke zorgzaamheid te verwerven, verloren gaan. De hoede over kinderen is het zorgen voor wezens die op aarde een Plan moeten vervullen, dat God voor hen heeft voorzien. Kinderen moeten door het vervullen van dit plan hun eigen ziel ten volle laten ontwikkelen en tot Gods Werken bijdragen. Dat is iets groots. Wanneer een moeder dit niet inziet, levert zij niet de bijdrage die God van haar verwacht.

Aangezien Uw schoondochter haar vrijheid opeist, en zij voor zichzelf een eigen levensvoorstelling heeft opgebouwd die volledig rond haar persoonlijke vrijheid draait, zult U met woorden nauwelijks iets bereiken. Mocht U haar hierover aanspreken, dan zou zij zich tegenover U helemaal afsluiten, en door gevoelens van beklemming haar hele leefomgeving nog negatiever beïnvloeden. Sommige zielen hebben niet begrepen dat datgene wat zij 'vrijheid' noemen, in werkelijkheid een vlucht is, en wel een vlucht voor de eigen levensopdracht. De ware vrijheid is nu eenmaal de vrucht van de vervulling van datgene wat God van de ziel in dit leven op aarde verwacht. Elk element van onze levensopdracht is een brug naar onze heiliging. Als christen zou de ziel zich hiervan bewust moeten zijn, want de heiliging is in principe de verwezenlijking van de Verlossingswerken van Christus in de eigen ziel. De ziel kan Jezus niet eren, noch Hem navolgen, door te verzuimen om het geschenk van de Verlossing in zich 'uit te pakken'.

Uw schoondochter is op zichzelf niet kwaadwillig, zij is slechts door de duivel verblind. Vele zielen zoeken 'uitlaatkleppen' via dewelke zij de spanningen van het leven trachten kwijt te raken. Dat heeft veel te maken met de algemene levensatmosfeer in onze moderne wereld. Op letterlijk elk domein van het leven heerst een gebrek aan Ware Liefde. Dit voedt in bijna elke ziel vroeg of laat gevoelens van onvrede. Velen trachten deze te compenseren door voor zichzelf een eigen wereld te bouwen, in dewelke zij in de eerste plaats aan hun eigen (vermeende) behoeften tegemoet komen; 'Vermeende behoeften', inderdaad, want veel van wat als behoefte wordt ervaren, is niets méér dan een influistering van de duivel, die de mensenziel nu eenmaal aan zijn materialistische wereld verslaafd wil maken. Aangezien bovendien in deze huidige wereld zo gemakkelijk wordt aangenomen dat ieder zijn eigen problemen moet oplossen, en dat kinderen bij het opgroeien maar beter 'leergeld kunnen betalen' opdat zij vlugger volwassen en 'schokbestendiger' zouden worden, is het geen grote sprong meer naar de ingesteldheid van Uw schoondochter.

Wat moet dan gebeuren? Wijdt U Uw schoondochter toe aan de Meesteres van alle zielen en vraagt U Haar, dat Uw schoondochter zou mogen inzien dat zij de opdracht die God haar in deze fase van haar leven heeft gegeven, niet volbrengt. Elke relatie in het leven, vooral elke relatie van langere duur, zoals bijvoorbeeld deze tussen een moeder en haar kind, is als een proefterrein op hetwelk de ziel ononderbroken de ontwikkelingsgraad van haar deugdzaamheid kan controleren. Alle relaties die een ziel met medemensen en zelfs met dieren heeft, zijn werken van de Goddelijke Voorzienigheid via dewelke God de ziel tracht te helpen vorderen, en via dewelke de ziel Gods Werken kan dienen.

Elke moeder moet haar kinderen in de eerste plaats beschouwen als zielen die door God in de wereld zijn gestuurd om hun bijdrage tot de definitieve ondermijning van de werken van de duisternis op deze wereld te leveren. De zielen van kinderen komen tenslotte uit Gods hand en blijven ook na de geboorte Zijn eigendom. Om deze reden draagt de moeder (vanzelfsprekend ook de vader) een bijzondere verantwoordelijkheid voor de wijze waarop zij haar kinderen opvoedt en met hen omgaat: Zij draagt derhalve ofwel op secundaire wijze bij tot de spirituele ontwikkeling en spirituele vruchtbaarheid van haar kinderen, of zij beïnvloedt deze negatief.

Om deze reden moet Uw schoondochter via de spirituele weg tot inzicht worden gebracht over de opdracht die zij voor God moet worden vervuld. Laten wij samen, Uzelf en ik, de Meesteres van alle zielen om deze genade vragen:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1203 zouden worden gepubliceerd)

Lieve zus, het zoeken naar de persoonlijke 'vrijheid' kost andere zielen doorgaans veel leed. Nochtans is de ware vrijheid niet iets waarnaar de ziel moet zoeken, maar iets dat zij in zich moet verwezenlijken. De ware vrijheid verwezenlijkt de ziel voor zichzelf alleen door zich los te maken van alles wat haar met de wereld en de eigen materiële behoeften verbindt, en door het bestijgen van de trap naar de heiligheid door zich naar Gods verlangens te richten. De verbinding met het Hemelse is het enige dat vrij maakt. Wanneer de ziel diep in het wereldse leven en de belangen van een dergelijk leven is geworteld, zal zij gemakkelijk in de koorts van de nooit ophoudende zoektocht gevangen blijven. Laten wij daarom samen bidden voor de velen die de 'charme' van het vergeestelijkte leven nog niet hebben ontdekt, want het zoeken naar hun vrijheid leidt hen gemakkelijk naar de gevangenschap ten aanzien van hun eigen verlangens.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 322
Waarom heeft Maria tijdens Haar leven bijna nooit Haar onbeperkte macht over de duivels en hun aanvallen tegen Haar uitgeoefend? – Natuurrampen en extreme weersomstandigheden zijn gevolgen van de zondelast van de mensen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw beide interessante vragen. De Koningin des Hemels wil deze graag onmiddellijk beantwoorden, omdat zij voor veel zielen van groot belang zijn.

De Meesteres van alle zielen bezat reeds sedert Haar Onbevlekte Ontvangenis een onbeperkte macht over alle duivels. Hoe moeten wij het verstaan dat Zij desondanks onder aanvallen en bekoringen vanwege de duisternis heeft geleden? Maria had toch met één enkel woord al deze machten meteen onwerkzaam kunnen maken. Heeft Zij dat eigenlijk niet gedaan om verdiensten te kunnen verwerven om ons, mensen, te helpen?

De Moeder Gods heeft in dit verband Haar ware heiligheid bewezen. Inderdaad, Zij had elke aanval en elke bekoring vanwege de duisternis onwerkzaam kunnen maken en alle werken van de duivel in Haar leven volledig kunnen verlammen.

Hoe kunnen (of: hoe moeten) wij dit begrijpen?

God schiep Maria als model voor de volmaakt heilige ziel. In Haar verzamelde Hij de absolute volmaaktheid van al Zijn Werken. Welk eerbetoon aan ons, mensenzielen! In Maria toont God aan de zielen, met inbegrip van de duivels, dat de geschapen mensenziel volmaakt en vlekkeloos heilig kan zijn. Maria was tenslotte voorbestemd om Tabernakel van de Goddelijke Drievuldigheid te zijn. Als Moeder van Christus krachtens Haar vereniging met de Heilige Geest, was Zij niets minder dan een 'Draagster van de Godheid'. Om deze reden was het een vanzelfsprekendheid dat Haar macht over de duisternis absoluut volmaakt moest zijn. Dit was slechts één van de geschenken die God heeft bereid voor de 'Mensendochter' (zoals de Heilige Aartsengel Michaël Haar ooit noemde, waarbij ik verwijs naar de openbaring van de Meesteres én van de Aartsengel zelf de dato 29 september 2006).

Hoe reageerde nu Maria, en om welke reden?

Maria vroeg aan God de toelating om Haar onovertroffen macht over de duisternis slechts te gebruiken wanneer Hij dit uitdrukkelijk wilde, of wanneer Zij Hem en Zijn Plannen daardoor uitdrukkelijk zou kunnen dienen. De Moeder van Christus was er Zich zeer goed van bewust:

  1. dat Zij de Moeder van de Verlosser was;
  2. dat de Verlosser slechts in een mensengestalte uit Haar was geboren om de mensenzielen door het vreselijkste Lijden uit de tot dan toe vaststaande eeuwige gevangenschap tegenover de satan te verlossen;
  3. dat krachtens een Goddelijk Mysterie aan Haar de hoogste mystieke Bruiloft met de Godheid was voltrokken;
  4. dat Zij daardoor het vermogen had ontvangen om in de hoogst mogelijke mate aan het Lijden van Haar Zoon deel te hebben, en wel op de wijze en op de tijdstippen die door God in Zijn volmaakte Wijsheid en Liefde werden vastgesteld;
  5. dat Zij dientengevolge door God tot een leven als Medeverlosseres met Christus was voorbestemd, en dat Haar roeping tot Medeverlosseres volgens het Goddelijk Verlossingsmysterie het logische gevolg was van Haar roeping als Moeder van de God-Mens;
  6. dat Zij derhalve tot niets anders kon zijn geroepen dan tot een leven dat getekend was door smarten, beproevingen en lijden;
  7. dat tot de ware aanvaarding van alle smarten, lijden en beproevingen eveneens de aanvaarding van alle bekoringen en aanvallen vanwege de duivel hoort, die immers niet alleen via de mystieke weg vanuit zichzelf op de mensenziel inwerkt, doch eveneens via andere mensenzielen: door laster, beschimpingen, onbegrip, verdachtmakingen, leugens, verkeerd uitleggen van uitspraken en werken, negatieve ingesteldheden van medemensen, pogingen tot ontmoediging, enzovoort.

Hieruit ontstond bij Maria de reactie die met Haar buitengewone heiligheid overeenkomt: Zij verborg Haar macht in het overgrote deel van de gevallen, en aanvaardde de aanvallen vanwege de duisternis om deze 'doodeenvoudig' te bestrijden met de middelen die ook de gewone' zielen ter beschikking staan: gebed, offers, boetelijden, deugdzaamheid en vertrouwvolle overgave aan de wenken van de Goddelijke Voorzienigheid. Maria beoogde daarmee het volgende:

  1. Haar roeping als Medeverlosseres volledig te kunnen vervullen;
  2. de hoogste mate aan verdiensten te kunnen verzamelen, niet voor Zichzelf, want op grond van Haar Onbevlekte Ontvangenis droeg Zij reeds de volheid van de Verlossing en de heiligheid in Zich, maar uitsluitend ten gunste van alle mensenzielen van alle tijden.

God aanvaardde het verlangen van Maria, stelde Haar dus niet vrij van de aanvallen van de duivel, en stond Haar toe, deze via de 'normale menselijke weg' te bestrijden. De duivel heeft Haar buitengewoon hevig aangevallen, Haar hele leven lang. Hij was al heel spoedig gefascineerd door:

  • de ongewone heiligheid van het jonge Meisje;
  • Haar onverleidbaarheid: Om het even wat hij Haar influisterde, Zij gaf nooit gevolg aan zijn inspiraties;
  • de vele engelen die hij niet alleen voortdurend in Haar buurt zag, maar die hij vaak aan Haar voeten geknield zag liggen.

Hoe meer Maria de duivel overwon, des te heviger viel hij Haar aan. Hij had immers nog nooit een mensenziel gezien die niet ten minste nu en dan aan zijn bekoringen toegaf. Dit Meisje, respectievelijk deze Vrouw, liet Zich in niets van Gods wegen afleiden.

Op zekere dag rees bij de duivel de gedachte dat deze Vrouw wel eens 'de Vrouw' zou kunnen zijn, Wier definitieve overwinning over hem door God was voorspeld (de kennis over de ware identiteit van Maria werd lange tijd voor de duivel verborgen gehouden). Dit alles heeft ertoe geleid dat hij absoluut niets heeft verzuimd om Maria ten val te brengen.

De Moeder Gods had weliswaar bij Haar Onbevlekte Ontvangenis het sterkst mogelijke fundament van heiligheid ontvangen, maar vanwege het feit dat Zij, onder zo goed als alle omstandigheden, geen gebruik maakte van Haar buitengewone macht over alle zielen, dus met inbegrip van de duivel en de door hem op aarde gebruikte werktuigen, werd Haar leven op aarde tot één onophoudelijke strijd tegen de duivel: zijn drieste tactieken tegenover Haar vlekkeloos heilige verdedigingen en/of tegenaanvallen.

De mening van bepaalde mensen, dat Maria een gemakkelijk leven zou hebben gehad en misschien wel eens een keer of zeven beproefd zou zijn geweest ('Moeder van zeven Smarten') is derhalve een mythe. Geen enkele beproeving werd Maria bespaard, Haar hele leven lang. Geen enkele geschapen ziel heeft ooit zwaarder geleden dan Zij. Wij mogen namelijk nooit uit het oog verliezen dat het Lijden van Maria niet ophield bij lichamelijke ziekte, uitputting en de logische gevolgen van Haar boeteleven met zeer veel vasten en de effecten van relatieve armoede, maar dat Zij, op grond van Haar buitengewone aanleg als de absoluut grootste mystieke ziel uit de heilsgeschiedenis, zeer zwaar onder het gewicht van het mystieke lijden heeft geleden:

  • Maria voelde zonder uitzondering alles wat in Haar medeschepselen (mensen en dieren) omging: lichamelijk, geestelijk, emotioneel en spiritueel. Deze begaafdheid heeft Haar dagelijks flink door elkaar geschud;
  • Op grond van Haar mystieke eenheid met Jezus droeg Zij alle wederwaardigheden onder dewelke de Verlosser leed in Lichaam en Ziel, in Geest en Hart, met Zich mee, en Zij werd de effecten ervan gewaar in Haar eigen lichaam en Hart, geest en ziel, in precies die mate waarin God het, op grond van wat voor het Verlossingsmysterie noodzakelijk was, van Haar moest verlangen. Ik herinner, als één voorbeeld onder ontelbare, aan het feit dat Maria op Golgotha gedurende een ogenblik een hartstilstand heeft beleefd, ten bewijze van Haar volmaakte eenheid met Christus in het Hart.

Op grond van de hier aangehaalde mystieke begaafdheid ervoer Maria steeds weer de versmelting met het Goddelijk Hart, of werd Haar steeds weer de overvloeiing vergund van Gods eigen gewaarwordingen met betrekking tot de zonde, het lijden, de mystieke waarde van gebeurtenissen, de staat van genade en de verontreiniging van zielen, enzovoort. Om deze reden voelde Maria ononderbroken de duisternis in de harten om Haar heen en leed Zij onvoorstelbaar zwaar onder de vaststelling van de ontelbare afwijkingen ten aanzien van de Eeuwige Liefde in de zielen. Maria was als een Vuur van volmaakte Liefde tot God. Elke ondeugd en elke zonde is een afwijking van de Liefde tot God. Maria werd hierdoor ontzettend gekweld. Deze smarten zijn de verschrikkelijkste die er zijn, omdat zij de ziel zelf door elkaar schudden en haar steeds opnieuw in onevenwicht brengen. Daardoor was voor Maria het dagelijkse leven een bijna ononderbroken inspanning om de innerlijke Vrede in stand te houden. Hierin slaagde Zij meesterlijk, maar het kostte Haar zeer veel. De gesteldheden te moeten voelen van de zielen waarin de duivel zijn zaad tot bloei brengt, levert de eigen ziel constant over aan de gewaarwording alsof zij een molensteen met zich zou meeslepen.

Maria leed Haar hele leven lang onder dit alles. Haar leven was één lange weerstandsproef. Zij hield slechts stand:

  1. doordat Zij al Haar gewaarwordingen ononderbroken aan God toewijdde en daarbij, door de oneindige macht van Haar heiligheid en Haar Liefdesvuur, constant duisternis in Licht liet omvormen, dat in de meest uiteenlopende genaden in de zielen werd uitgestort. Aangezien de verdiensten van Maria een eeuwigdurend effect hebben, worden deze genaden ook vandaag nog steeds in de mensenzielen uitgestort;
  2. doordat Haar Liefde volmaakt was en Zij derhalve in de hoogst mogelijke mate spiritueel voedsel trok uit de stroom van het Goddelijk Leven, die God Haar – zoals trouwens aan elke ziel – liet toevloeien;
  3. doordat Zij ook Zelf ononderbroken werd gevoed uit dezelfde Bron in dewelke Zij voortdurend 'bouwstoffen' van nieuwe Hoop voor de zielen stortte;
  4. doordat Zij wist dat Haar beproevingen doorheen de eeuwen zeer veel zielen in het Hart van God zouden binnenleiden, en precies dit de ware zin van het leven van de Moeder Gods was.

Maria heeft Haar onbeperkte macht over de duisternis wel enkele malen uitgeoefend. Bepaalde voorvallen heb ik in de geschriften mogen beschrijven, bijvoorbeeld in De Wedergeboorte van het Aards Paradijs. Telkens deed Zij dit slechts ter verheerlijking van God, niet om één of andere eigen baat. Maria heeft Zich, zowel in de rechtstreekse overwinning over de duivels door het gebruik van Haar macht bij dergelijke gebeurtenissen, alsook in de aanvaarding van duivelse aanvallen, louter met Haar zuiver spiritueel tegenoffensief, de ware Meesteres over alle zielen getoond.

Het is goed, erop te wijzen dat jaren na deze antwoordbrief, in opdracht van de Hemelse Meesteres een geschrift werd vrijgegeven, in hetwelk uitzonderlijke situaties worden beschreven, waarin Zij Haar macht over duivels ten volle heeft aangewend: Het miskende Licht.

Ik ervaar het vroege begin van deze winter met zoveel koude en sneeuw in grote delen van Europa ook als een teken voor het feit dat de Liefde (dus de warmte) in vele harten ontbreekt. Is dit mogelijk?

Absoluut. Dit vroege en bijzonder strenge begin van de winter is een teken van God. Ik heb er reeds herhaaldelijk moeten op wijzen, dat zowel de mensenzielen als de natuur aan dezelfde Goddelijke Wetten onderworpen zijn, en derhalve zeer nauw met elkaar verbonden zijn. In de natuur werken zich niet alleen de wetten van de fysica uit, maar ook deze van het Goddelijk Leven. In de mate waarin de zondigheid van de zielen toeneemt, kan de hele Schepping haar van God ontvangen evenwicht minder goed handhaven. Dit alles heeft een uitwerking op ontwikkelingen in de natuur. Wij mogen niet vergeten dat natuurrampen, extreme weersomstandigheden, enzovoort, ook menselijk leed met zich meebrengen. God hoopt dat deze met Liefde worden toegewijd, opdat het evenwicht opnieuw moge worden hersteld.

Ook doorheen de vorm in dewelke de verschijnselen zich in de natuur voordoen, spreekt God. In de koude in uitgestrekte gebieden herinnert Hij aan de verschrikkelijke kilte in ontelbare mensenzielen. In de grote hoeveelheden sneeuw herinnert Hij ook aan de noodzaak van de spirituele wedergeboorte van zeer velen (sneeuw = wit, zoals splinternieuw, dekt alles toe, opdat een nieuw uitzicht zou ontstaan). Ik herinner in dit verband aan het gebed 1186 en de openbaring van 9 augustus van dit jaar 2010). Laten wij deze gelegenheden niet onbenut. Wij kunnen daadwerkelijk tegenprestaties leveren. Veel mensen klagen over het weer en de vele natuurrampen. Zij kunnen dit echter zelf 'overbodig' helpen maken, door een heilig leven na te streven en de catastrofen en de moeilijke weersomstandigheden in toewijding aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neer te leggen.

Het betreft hier apocalyptische verschijnselen ten gevolge van de zondelast die op de mensheid drukt. Gods Wetten trachten onophoudelijk een nieuw evenwicht te vinden, maar hiertoe wenden zij zich tot de zielen die dit nieuwe evenwicht moeten helpen herstellen door gebeden, boete, offers, de eerbiedige ontvangst van Sacramenten, toegewijd lijden en beproevingen en akten van zelfverloochenende Liefde en naastenliefde. Zo worden ook deze verschijnselen tot voorbeelden voor de wijze waarop God beproevingen in goud omvormt, indien de mensen de tekenen verstaan en zij deze in hun dagelijks leven toepassen. De Meesteres van alle zielen onderricht Haar Wetenschap van het Goddelijk Leven precies met de bedoeling dat wij de wereld zouden helpen omvormen tot het Paradijs dat het ooit was.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 323
Totale toewijding als brug vanaf de oever van het wereldse leven naar het vergeestelijkte leven toe

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Oprechte dank voor de smartvolle regels die U schrijft, doch ook voor het feit dat in U de pijn en de Hoop elkaar wederzijds lijken te voeden. Dit verheugt mij zeer. U bent erin geslaagd, de toewijding aan Maria te ervaren als een open poort naar de innerlijke bevrijding ondanks een heel diepe zielennood. Uw hart heeft begrepen dat zelfs de ergste pijn die een ziel een andere kan aandoen, de benadeelde ziel niet hoeft te doden, doch haar kan zuiveren. Wanneer de pijn werkelijk in toewijding wordt gedeeld met Maria, doodt zij eerder datgene wat de ziel van God kan wegleiden dan datgene wat in de ziel heilzaam is. Indien deze overtuiging niet vast in Uw hart wortel had geschoten, had U de voorbije jaren niet eens kunnen doorstaan.

Maria heeft U naar Zich toe getrokken. De duivel heeft getracht, dit te verhinderen, en heeft zijn ontmoedigingstactiek in Uw omgeving uitgeprobeerd. Het is hem niet gelukt, omdat U vast in de macht van de Meesteres gelooft en U zich verder in Haar diepe onderrichtingen verdiept. Eigenlijk kan de ziel dit slechts doen wanneer zij vast gelooft dat de wereldse indrukken niet het laatste woord zullen hebben. Wanneer de ziel zich door de tegenwind van het dagelijkse leven laat ontmoedigen, sterft in haar de Hoop, en jammer genoeg ook de Liefde, want de wereld is voor de Liefde in het hart geen voedsel, doch vergif.

De totale toewijding aan Maria maakt deel uit van een fabelachtig reddingssysteem, dat God in deze Laatste Tijden de zielen wil aanbieden. Zij biedt de ziel niet slechts de vruchtbaarste weg om haar aardse leven vorm te geven, zij bergt in zich eveneens de kracht om de brug over te steken, die de beide oevers met elkaar verbindt: De ziel bevindt zich op de oever van het wereldse leven, maar wordt door de Hemelse Koningin Zelf uitgenodigd om naar de oever van het vergeestelijkte leven te trekken, omdat precies daar het Goddelijk Leven begint en de vruchtbaarheid van het leven op aarde wordt bezegeld. De beide oevers worden gescheiden door een wervelend water, dat symbolisch is voor de innerlijke strijd in de ziel die vanuit het wereldse leven naar het vergeestelijkte leven toe wordt getrokken. De brug is het innerlijke besef dat de ziel diep in haar hart ervan overtuigt dat zij het juiste doet wanneer zij de wereldse gebeurtenissen, uitspraken, invloeden, kritieken, enzovoort, steeds minder aandacht schenkt en zeer vastberaden kiest voor het leven met Maria, en via Haar met God.

Deze brug, lieve zus, is een Hemels Bouwwerk. Indien de ziel niet echt in de Hemelse oorsprong van dit Bouwwerk gelooft, stort dit op zekere dag in elkaar, en de ziel wordt in haar innerlijke strijd meegesleurd. Omdat in deze strijd de duivel meestal het hardst roept, zal de wankelende ziel niet gemakkelijk naar haar eigen hart luisteren, waar de Koningin des Hemels zachtjes de woorden der Eeuwige Wijsheid fluistert. De twijfel aan de Hemelse oorsprong van de brug van het besef komt eigenlijk neer op een verloochening van de Werken van de Heilige Geest in de ziel. Wanneer de ziel vast in de brug als Hemels Bouwwerk gelooft, overwint zij stap voor stap elke twijfel aan het feit dat zij van dag tot dag van diep beleefde toewijding aan Maria op de weg naar het ware Heil wandelt. Zij nadert dan meter na meter tot de andere oever, en de brug wordt onder haar voeten sterker en sterker: De Hoop wordt tot dragende kracht in de moeilijkste uren, en de innerlijke strijd verliest zijn dreigend karakter. In de ziel groeit de zekerheid dat zij zichzelf kan overwinnen, omdat zij niet achterom kijkt (naar haar wereldse verleden en elke nog levende wereldse invloed in haar heden) en ook niet naar beneden kijkt (naar haar innerlijke strijd). Haar ogen zien slechts de poort naar het Ware Licht.

Lieve zus, U zult in Uw gewaarwording de andere oever bereiken, omdat Uw hart deze reeds heeft bereikt. Wanneer diep inwendig de overtuiging heerst dat slechts de dagelijkse praktische beleving van de totale toewijding het leven en zijn duisternis hun ware zin geeft, wordt de ziel op zekere dag niet langer echt door de duisternis van het leven verlamd, want dan heerst de Meesteres van alle zielen in het hele wezen en worden alle gedachten, gevoelens, verlangens en bestrevingen georiënteerd op dit leven vol Hoop. In het hart gedraagt de ziel zich dan steeds méér alsof zij zichzelf 'van bovenaf' bekijkt, terwijl het middelpunt van elke ervaring reeds op de andere oever leeft. De duistere ervaringen raken haar dan weliswaar nog aan de oppervlakte, doch zij graven in de ziel geen tunnels meer, die de zielengroei ondermijnen en verzwakken.

De duisternis heeft slechts het laatste woord in elke ziel die het Licht in zichzelf heeft opgegeven. De bron van de duisternis is de meester van de leugen en de dwaling. Valt U nooit voor de bekoring om U door om het even welke ontmoedigende gedachten, woorden, uitspraken, gebeurtenissen of ontwikkelingen in Uw omgeving te laten beheersen. Deze zijn er slechts om U tegen te houden, de reis over de brug te voltrekken, omdat de duivel deze brug haat, daar zij zijn werken kan verijdelen. Zoals God van water wijn maakt, maakt Hij van het water der beproevingen de wijn van de spirituele ontplooiing, die in de ziel de bloemen der heiligheid laat bloeien.

%0

De duivel heeft om U heen duchtig geraasd, maar vergeet U nooit: Hij heeft over U slechts de macht die Uzelf hem toestaat. Wanneer U geen acht slaat op zijn werken, en daarentegen de deuren naar Uw ziel wijd opent zodat Maria Haar Hemelse Werken van Liefde en bemoediging in U kan voltrekken, kan de duivel in U weliswaar nog brullen, maar zijn beten zullen U alleen maar sterker maken. Wanneer U het gif van Uw pijnlijkste ervaringen werkelijk wil omzetten in zielenvoedsel, moet U aan Maria elke ziel toewijden, die U dit leed heeft berokkend.

Er zijn veel tuinen in dewelke de Koningin des Hemels Haar Hemelse zaad zou willen uitstrooien. Waar Zij het kan doen, zijn de uren van het onkruid geteld. Ik help U graag om de bodem voor te bereiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 324
Over de keuze van de juiste huwelijkspartner

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De mens leeft in een hoge mate vanuit zijn zintuigen. Dat ervaart U ook in het probleem in verband met hetwelk U hebt geschreven. In principe zou de ziel er zich moeten in oefenen om haar waarneming weg te schuiven van al het zintuiglijke, daar slechts het spirituele de staat van ontwikkeling en de mate bepaalt, waarin de ziel werkelijk tot God en het Goddelijk Leven nadert. De ware schoonheid van een ziel ligt in haar innerlijke. Om deze reden kan een mens die op zich (in de lichamelijke zin) eigenlijk niet bepaald als 'mooi' zou kunnen worden bestempeld, niettemin een heel bijzondere uitstraling krijgen wanneer hij innerlijk volkomen, onzelfzuchtig en oprecht op God en op de dingen der eeuwigheid georiënteerd leeft. Het is dan alsof uit deze ziel een ongewoon licht straalt, dat haar een zekere glans verleent. Een ziel die heeft geleerd om alles wat dieper te beschouwen dan louter aan de oppervlakte der dingen, kan dit in andere zielen zien. Zo is het mogelijk dat een man een vrouw die niet algemeen als 'schoonheid' geldt, soms heel aantrekkelijk kan vinden, enzovoort.

Het behoort tot de opdrachten van elke ziel, zich erin te oefenen om de dingen zo te bekijken, alsof zij deze vanuit Gods ogen zou zien. God evalueert een ziel immers niet volgens haar lichamelijk uiterlijk, doch louter en alleen volgens de staat van haar spirituele ontwikkeling, de in volle deugdzaamheid opgebrachte inspanningen om zich te heiligen, de innerlijke gesteldheden en intenties. Tracht U de dame eens zo te bekijken, als zou zij slechts uit een ziel bestaan, dit wil zeggen: Zoekt U naar haar innerlijke waarden, de wijze waarop zij met alles omgaat, hoe zij zich gedraagt in verband met de christelijke waarden, de mate aan Liefde en de wijze waarop zij deze Liefde toont, en hoe zij de Liefde van medemensen en zelfs van dieren in zich opneemt, en haar instelling ten aanzien van het katholiek Geloof en de Kerk. U zult daardoor veel leren over de ziel van deze mens. Wanneer U op grond van de informatie die U dan vóór U ziet, de indruk hebt dat met deze ziel een leven kan worden opgebouwd dat voor God vruchtbaar is, mag U de dame beschouwen als een geschenk van de Goddelijke Voorzienigheid.

Ik heb ooit een 'vruchtbaar leven in Gods ogen' mogen definiëren als een leven in hetwelk en door hetwelk de ziel de beide ware doelstellingen van het aardse leven verwezenlijkt:

  • haar eigen heiliging te verwezenlijken;
  • de grootst mogelijke bijdrage te leveren tot de voltooiing van Gods Heilsplan.

Naarmate een levenspartner U bij de verwezenlijking van deze beide doelstellingen kan helpen, is zij voor U en voor de weg die U moet gaan, ofwel geschikt, ofwel juist niet.

Het is begrijpelijk dat de vraag of U met de dame verder kunt gaan of niet, U zorgen bereidt, vooral omdat U een barrière moet overwinnen, terwijl bij de dame de affectie blijkbaar reeds verder gevorderd is. Niettemin is het van belang dat U zich niet door het verstand doch door het hart laat leiden. Daarmee zijn niet hoofdzakelijk de bewegingen van het hart bedoeld, die gewoonlijk in contacten tussen de geslachten een rol spelen, doch de gewaarwordingen die Gods Voorzienigheid laat voelen en die de ziel erop wijzen, dat de andere ziel op haar weg moet zijn of juist niet. Wanneer U de Meesteres erom vraagt, zal Zij U influisteren wat U moet doen, opdat de situatie zich zo moge ontwikkelen dat deze voor Uw leven en voor het leven van de betreffende dame het vruchtbaarst wordt.

Wanneer de ziel in om het even welke situatie niet weet waarin of waaruit, komt het erop aan dat zij niet zou wegvluchten in verstandelijk analyseren, doch dat zij zou luisteren naar datgene wat Gods Geest in haar innerlijke te zeggen heeft, en dat zij volkomen op God zou vertrouwen. Hij heeft immers met alles een bedoeling, en soms moet de ziel doorheen een fase die niet noodzakelijk haar hele leven lang hoeft te duren: Veel ontwikkelingen in het leven zijn slechts overgangen, scholen, lessen die door God zijn bedoeld voor de vorming van de bij deze fase betrokken ziel(en).

Vanzelfsprekend mag U erop hopen dat God U op zekere dag een gezin zal schenken. Of en wanneer, kan niemand zeggen, omdat God de Plannen die Hij ten aanzien van een ziel koestert, meestal geheim houdt. Zeer veel dingen gebeuren in een mensenleven geheel onverwacht. God wil de zielen daardoor beproeven op hun flexibiliteit, omdat zonder flexibiliteit de deur van het Geloof zich niet gemakkelijk opent. Bij elke verandering op de levensweg komt het er namelijk op aan dat de ziel zich meteen vlot en soepel aanpast. Door haar vermogen tot aanpassing bewijst de ziel de maat van haar onzelfzuchtige gehoorzaamheid en de maat van het Geloof die zij jegens Gods Liefde opbrengt. Wanneer een ziel geen rekening houdt met het feit dat God aanpassingen van haar verlangt omdat Hij haar op de weg van de verdiensten wil stimuleren, zal zij ook niet tot deze aanpassingen geneigd zijn, omdat een aanpassing steeds inspanningen kost.

Lieve broeder, de dame die precies voor een leven aan Uw zijde is voorbestemd, zou eigenlijk door God voor U moeten worden uitgekozen. Wanneer de mens de mijlpalen van zijn levensweg zelf (met het verstand) kiest, zal zijn leven ook op een 'menselijke' wijze vorm krijgen. Wanneer God echter deze mijlpalen kiest (waarbij Hij Zijn keuze ofwel in het hart verkondigt ofwel deze via tekenen van Zijn Voorzienigheid openbaart), zal het leven op een zodanige wijze vorm krijgen, dat de levensweg naar Zijn troon voert. Ik wens U een vruchtbare reis.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 325
Visioenbeelden hebben vaak slechts een betekenis voor de ontwikkeling van de eigen ziel – Elke ziel moet de Passie in haar eigen leven vorm geven – Is het beter, elke dag veel toewijdingsgebeden te verrichten, of volstaat één enkel gebed? – Door een vurig verrichte toewijding aan Maria klopt de ziel aan het Hart van Maria, de Poort naar het Goddelijk Leven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U blijkbaar de neiging hebt gevoeld om de symbolen van de Passie bij het alledaagse leven te betrekken. Helaas wordt mij vanwege de Meesteres van alle zielen slechts uiterst zelden toegestaan om visioenbeelden toe te lichten, omdat Zij het zo beschouwt, dat deze voortkomen uit individuele spirituele processen, dit wil zeggen dat het fenomenen betreft, die strikt binnen de ziel zelf een betekenis hebben, en dat God met deze processen in de ziel tracht te werken.

Maria vindt het steeds belangrijk dat de ziel de betekenis van alles wat zich in haar afspeelt, zelf tracht te ontdekken door zich voor Gods werking open te stellen. Wanneer dit alles voor Uw spirituele ontwikkeling daadwerkelijk een betekenis heeft, zult U zelf nog de nodige aanwijzingen ontvangen in de mate waarin U zich in Uw hart helemaal op God, respectievelijk op Maria oriënteert en 'luistert' naar de inspiraties, dit wil zeggen: deze spontaan laat komen. Hoe méér men zich aan Maria overgeeft, des te intensiever leidt Zij de ziel, het hart en het hele wezen.

In principe wil God elke ziel de genade geven om haar via de Meesteres van alle zielen dieper in het Evangelie en in de Passie binnen te leiden en haar dieper op de weg naar Golgotha toe te leiden. Maria wil dit doen met elke ziel die door Haar wordt geroepen, omdat de verdieping in het Evangelie, in de Passie, in de weg naar Golgotha de enige weg is, op dewelke de ziel de duisternis definitief kan overwinnen. Elke ziel moet de Passie in haar eigen leven vorm geven, op welke wijze dan ook, opdat het Verlossingsmysterie voor de hele mensheid kan worden voltooid. Deze vormgeving van de Passie op de eigen levensweg is precies de 'aanvulling van het Lijden van Christus', op dewelke de H. Paulus een toespeling maakte. Ieder van ons is geroepen tot navolging van Christus en moet haar eigen leven vruchtbaar maken door alle tegenslagen zo liefdevol aan te nemen, toe te wijden en op te offeren dat deze samen tot een trouwe reproductie van de Kruisweg kunnen worden. Elk leven is zo rijk gevuld met beproevingen van de meest uiteenlopende aard, dat elke ziel haar leven tot een soort spiegelbeeld van de Passie zou kunnen laten worden, want alle leed en alle beproevingen hebben op symbolische wijze hun tegenhangers in de Passie van Christus.

Lieve zus, U voelt de behoefte om veel toewijdingsgebeden te verrichten, doch stelt zich de vraag hoe dat dan zit, daar U Uzelf immers slechts één maal kunt weggeven. Op dat gebied hebt U gelijk, en toch weer niet helemaal. Zoals U weet, is onze vrije wil voor God heilig en onschendbaar. Om deze reden is het voor God belangrijk dat de ziel zich dagelijks toewijdt. U geeft Uzelf inderdaad in principe slechts één maal weg. Desondanks houdt God rekening met de mogelijkheid dat de ziel op zekere dag van gedachte verandert of de praktische toepassing van haar toewijding in het dagelijks leven 'vergeet'. U moet zich daarbij voor ogen houden dat God tijdscycli heeft gemaakt, en dat voor Hem het begin van elke golf binnen een cyclus (bijvoorbeeld de ochtend van elke dag) zoals een nieuw begin is, bij hetwelk de ziel eigenlijk hoort te beslissen hoe zij gedurende de volgende golf zou willen leven. Daarom ziet God, respectievelijk Maria, de ziel graag dagelijks haar toewijding herhalen als belijdenis van het feit dat zij ook de volgende dag, gedurende deze nieuwe sectie van haar levensweg, nog steeds Maria, respectievelijk God, wil toebehoren.

Welke uitwerking heeft het op onze ziel wanneer wij dagelijks méér dan één toewijdingsgebed verrichten? In principe volstaat één toewijdingsgebed, mits dit het hele leven en het hele wezen van de biddende ziel omvat en het diep bewust vanuit het hart aan Maria wordt gegeven. Men kan zich nooit vanuit het verstand aan Maria toewijden, een toewijding moet vanuit het hart gebeuren, omdat een ziel zich slechts op vruchtbare wijze op een bed van Liefde kan weggeven. Over toewijding denkt men niet na, men ervaart en beleeft haar. Wanneer men dagelijks verscheidene toewijdingsgebeden verricht, bekrachtigt men om zo te zeggen het geschenk van zichzelf aan Maria vanuit verschillende perspectieven. Noodzakelijk is dit niet, nadelig ook niet, want net zoals de mens er niets op tegen heeft om meermaals per dag van zijn/haar geliefde te horen dat deze hem/haar liefheeft, horen ook God en Maria dit graag eens worden herhaald.

In elk toewijdingsgebed dat bewust en oprecht wordt verricht, legt de ziel opnieuw iets van haar hart voor God neer. Dat is zeer vruchtbaar, want ook dat is wat wij verstaan onder 'zich ontledigen': De ziel stort elke dag, soms dus meermaals, haar Liefde uit. De Ware Liefde, dit wil zeggen de ervaring van de behoefte om zich volkomen onzelfzuchtig aan de ander weg te geven, zou kunnen worden vergeleken met een reinigingsvloeistof: Zij warmt op bij de gedachte, het hart aan de Geliefde (God, Maria) weg te geven, circuleert doorheen de hele ziel en wast als het ware de innerlijke gesteldheden, gezindheden, gedachten en gevoelens, en stort zich vervolgens uit aan de voeten van de Meesteres van alle zielen.

Bij het uitstorten bevat deze vloeistof niet alleen Liefde, doch eveneens alle verontreinigingen die zij tijdens haar kringloop in de ziel met zich heeft meegenomen. Maria verandert deze verontreinigingen in Licht, en de zuivere Liefde stort Zij op Haar beurt, verrijkt met Haar eigen Liefde, vóór Gods troon uit tot verheerlijking en als dankzegging vanwege de ziel. Dit proces herhaalt zich telkens wanneer de ziel oprecht, eerbiedig en liefdevol een omvattend toewijdingsgebed aan de voeten van de Koningin des Hemels neerlegt.

Op Uw eigen ziel heeft dit proces een zuiverende en heiligende uitwerking. Op andere zielen heeft het dezelfde uitwerking, doch op secundaire wijze: Met elk toewijdingsgebed wordt een lichtstraal doorheen de Schepping gestuurd. Of, en in welke mate, deze daadwerkelijk duisternis verjaagt, hangt af van het feit of, en de mate waarin, ergens een ziel zich voor deze genadewerking openstelt.

Vanzelfsprekend mag U dus nog steeds méér dan één toewijdingsgebed per dag verrichten. Elk met eerbied en aandacht verricht gebed is een liefdesverklaring aan God, respectievelijk aan Maria, en een uitnodiging aan God om de kleine tempel van onze eigen ziel te bezoeken. Terwijl men aandachtig, liefdevol en onzelfzuchtig (dit wil zeggen: niet om eigen intenties vervuld te krijgen) bidt, begint een doorstroming:

  • van Liefde tussen de ziel en God in de beide richtingen,
  • van overgave vanwege de ziel aan God, en
  • van genaden en Goddelijk Leven van God uit, die de ziel zuiveren en heropbouwen.

Een toewijdingsgebed is in die zin anders dan andere gebeden, dat het een belijdenis van volledige overgave aan Gods Voorzienigheid is, want via de Voorzienigheid tracht God Zijn Heilsplan te volbrengen. De ziel die zich aan Maria toewijdt, stelt zich formeel in dienst van het Goddelijk Heilsplan, via de ingesteldheid van het "Fiat mihi secundum verbum Tuum" (mij geschiede naar Uw woord), die de ziel ontsluit voor de volheid van de vruchtbaarheid. In de werkelijk strikt beleefde toewijding herhaalt de ziel Maria’s voorbeeld in de totale overgave aan Gods Werken. De mate waarin dit alles zich daadwerkelijk in de eigen ziel verwezenlijkt, hangt af van de hartsgesteldheid in dewelke de ziel het alledaagse leven beleeft.

Lieve zus, de toewijding is een miskend wonder en een buitengewone genade. De Liefde tot de toewijding komt vaak voort uit een diep geworteld verlangen naar het Ware Leven: De ziel kan naar toewijdingsgebeden verlangen omdat zij in deze de gouden brug naar Maria’s Hart zoekt, wetende dat dit Hart de Poort naar het Goddelijk Leven is. Door een vurig verrichte toewijding klopt de ziel aan deze Poort aan. Deze Poort gaat nooit ineens volledig open, doch steeds in diverse fasen. De ziel die nog in het vlees leeft, zou het helemaal niet kunnen dragen, zich plots met de volheid van het Goddelijk Leven geconfronteerd te weten. Met elke fase krijgt de ziel iets nieuws te verteren, dat haar ofwel sterker maakt ofwel haar door elkaar schudt, al naargelang zij datgene wat op haar toekomt, op de juiste wijze in zich inbouwt of niet. Hoe verder de Poort opengaat, des te breder wordt voor de ziel de horizont en des te dieper haar inzichten in de Waarheid tot dewelke haar de toegang wordt vergund. Ik kan U er slechts toe bemoedigen om de reis die U begonnen bent, te voltooien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 326
Over scheidingen, met inbegrip van echtscheidingen, en hoe de toewijding aan Maria deze duisternis laat veranderen in Licht – Vergeving als hoogste en moeilijkste vorm van Liefde – Gebed van de door scheiding in duisternis gestorte ziel tot de Meesteres van alle zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen in Jezus en Maria,

Met grote Liefde heb ik Uw intentie vóór de Koningin des Hemels gebracht. Opdat de Goddelijke Voorzienigheid zich werkelijk ten volle moge kunnen uitwerken, doet U er goed aan, de voorbije jaren, die U, met inbegrip van X en Y, zoveel pijn hebben opgeleverd, aan de Moeder Gods toe te wijden. Zij wacht op dergelijke toewijdingen om de omvangrijke duisternis die zich bij scheidingen, met inbegrip van echtscheiding, in de harten samenbalt, te veranderen in Licht. Soms lijkt het de ziel die onder hartenpijn gebukt gaat, nauwelijks troost te bieden wanneer zij bidt voor de omkering van een situatie, omdat voor de verwezenlijking van dergelijke gebeden zoveel in de harten moet worden veranderd. Niettemin zullen de gebeden Uw harten zuiveren, want wanneer de ziel na een trauma niet meer bidt en zich geen doelen meer voor ogen houdt, voedt zij zich niet langer aan het Licht dat God in haar wil blijven instorten.

Werkelijk vrij kunnen de harten slechts worden wanneer de kracht kan worden gevonden om te vergeven. Vergeving is de hoogste vorm van Liefde, maar tezelfdertijd ook de moeilijkste. Wanneer de ziel gekwetst is geworden, heeft zij de neiging om de bron van de kwetsuur met de vinger te wijzen, respectievelijk om deze bron diep in haar binnenste aan de kaak te stellen. Deze bron (de 'schuldige') is immers zoals een ontwortelde boom die de weg verspert over dewelke men een bepaalde etappe zou willen afleggen en die derhalve nu een aanpassing noodzakelijk maakt. Wanneer de levensweg 'door het lot' onderbroken wordt, ervaart de ziel dit als pijnlijk. Wanneer de weg echter door de handelingen, respectievelijk de nalatigheden, van een medemens onderbroken wordt, kan de ziel dit ervaren als verraad. Het komt er dan op aan, de kracht te vinden om 'anders te gaan denken' en de nieuwe situatie eerder als een uitnodiging tot een nieuwe levensfase te leren beschouwen. Man kan dit slechts werkelijk doen zonder zichzelf iets wijs te maken wanneer men die nieuwe fase onmiddellijk aan Maria toewijdt en het zo weet aan te voelen, dat een stuk weg met mensen plaats heeft gemaakt voor een nieuw stuk met de Hemelse Liefde van Maria. Zodra het de ziel waarlijk lukt om na een 'donker' keerpunt op haar levensweg vastberaden te zeggen: "Hemelse Moeder, ik geef U deze duisternis, nu kan het slechts beter worden", opent zij de deur van de zielentempel voor de volmaakte Goddelijke Liefde die alle wonden geneest. Vanaf dat ogenblik is de ziel om zo te zeggen vroedvrouw bij haar eigen wedergeboorte.

Ik zou graag samen met U beiden het volgende doen, indien U daarmee instemt: Wij geven de Koningin des Hemels alles, wat U sedert de scheiding aan hartenpijn, maar ook aan bijkomende beproevingen hebt moeten doorstaan doordat de mannen van Uw zijde geweken zijn. Dat is heel wat, en God weet dit. Wanneer U precies deze beproevingen die U hebt moeten doorstaan en die anders niet op Uw levensweg zouden zijn gekomen, vóór Maria neerlegt, U deze met Uw vergeving en Liefde verbindt en dan Maria erom smeekt dat Zij dit hele pakket aan leed, Liefde en vergeving met het goud van Haar volmaakte Hemelse Liefde zou willen veredelen en het als zuiver Licht in de zielen van de mannen moge uitstorten, wordt deze hele duisternis van een groot gedeelte van haar effecten beroofd. Laten wij het eens samen proberen met de woorden die Maria mij geeft:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1204 zouden worden gepubliceerd)

Lieve zussen, mijn hart brandt, omdat nieuwe Hoop golven van nieuw Leven voortbrengt. Op de dag waarop ik deze regels neerschrijf, vieren wij de Onbevlekte Ontvangenis van de Moeder Gods. Zij was vanouds reeds de Spiegel der Eeuwige Liefde, de Draagster van het Licht van de Hoop. Weet U, op het toppunt van de beproevingen is de ziel zoals een reiziger doorheen de nacht. Sommige zielen zijn bang voor het donker. Deze angst kan ertoe leiden dat de ziel de reis opgeeft. Wanneer zij zich echter verbergt, kan het zijn dat zij de dageraad niet eens merkt wanneer deze aanbreekt. Vrees kan de ziel afsluiten voor de Hoop en het Licht. De nacht duurt voor U reeds een heel tijdje. Precies daarom mag Uw ziel erop vertrouwen dat de zon zich in dit uur klaar maakt om boven de horizont uit te stijgen. U zult de duisternis in U spoedig kwijt raken, en wel op de grond op dewelke alle onkruid vergaat: aan de voeten van de Meesteres van alle zielen. Precies op deze prachtige dag stort de Onbevlekte Ontvangenis deze belofte in Uw harten uit. Ik bid met U, opdat ik mij ook met U zou mogen verheugen.

Laudate, Immaculata Virgo Maria!
(Ik prijs U, Onbevlekte Maagd Maria!)

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 327
Materiële voorzorgen voor komende tijden verraden God dat de ziel haar vertrouwen stelt in het wereldse – alle activiteiten moeten Gods Heilsplan dienen – wereldse nieuwsberichten via de media zijn voor de ziel zoals louter gif – over het najagen van spirituele boodschappen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Onze tijd verdrinkt in een zee van informatie en nieuwsberichten. Helaas komt zeer veel water in deze zee niet voort uit de Bron der Eeuwige Waarheid. Graag citeer ik Uw vragen letterlijk, teneinde de context juist te schetsen.

In vele boodschappen vanwege de Moeder Gods kondigt Zij een zware komende tijd aan. Zijn er ook op het wereldse vlak dingen die wij moeten voorbereiden? Zou het bijvoorbeeld goed zijn, een groententuin aan te leggen en een voorraad kleren voor de kinderen aan te schaffen? Of behoort men zich gewoon in de handen van de Moeder Gods te laten vallen en alles als het ware op zich te laten afkomen? Of beide?

In het leven als christen geldt de gouden regel: De ziel behoort zich totaal in de handen van de Koningin des Hemels te leggen en niet meer te twijfelen. Dat is veruit het grootste bewijs van overgave en vertrouwen in Gods Liefde dat men hoe dan ook kan opbrengen. Er wordt wel eens gezegd dat in deze tijd geen wonderen meer gebeuren. Om van wonderen te getuigen, moet men deze kunnen zien. De meeste zielen zijn echter te diep in het slijk van de wereld en in de verblinding door de menselijke schijnwonderen verzonken om nog Gods werking te kunnen waarnemen. De grootste wonderen voltrekken zich vanbinnen, in de harten. Om deze te zien, moet de ziel zich helemaal openstellen voor de niet-stoffelijke werkelijkheid.

Welnu, de Moeder Gods zegt mij steeds weer:
De ziel die de moed kan opbrengen om zich in Mijn handen te leggen met alles wat zij is en alles wat zij heeft, zal op elk ogenblik worden gedragen door Gods Voorzienigheid, op elk gebied van haar leven en in haar hele wezen. De mate van het vertrouwen en de overgave van deze ziel bepaalt daarbij de mate van zorg die van Boven uit naar haar zal toekomen.

De ziel mag niet eisen of als vanzelfsprekend aannemen dat alles haar vanzelf in de schoot zou vallen. Zij moet in elk geval bijdragen tot de werking van Gods Voorzienigheid. Zich zorgen maken, behoort zij in geen geval te doen. Vruchtbare medewerking met Gods Voorzienigheid bestaat hierin, dat de ziel:

  • strikt een deugdzaam leven leidt. Dit zal beter lukken naarmate de ziel haar toewijding aan de Moeder Gods ernstig neemt en zij deze in het dagelijks leven in de praktijk brengt;
  • acht slaat op de wenken der Voorzienigheid en ertoe bijdraagt dat deze zich concreet kunnen verwezenlijken;
  • zich voor het overige heel precies laat leiden door haar innerlijke stem, in het hart. Alle denken, analyseren, plannen en piekeren werkt vaker remmend dan bevorderlijk.

Ooit zei Maria mij, weliswaar in een andere context, doch niettemin ook hier voldoende waardevol om rekening mee te houden:
"Laat het denken aan Mij, over, jij moet slechts in je hart letten op de wegenkaart die Ik daar zal tekenen".

In gewone mensentaal betekent dit zoveel als: "Laat Mij het water zijn waarop je drijft, en volg eenvoudigweg de stroom".

Lieve zus, er heerst sedert vele jaren een paniekstemming, die ervoor zorgt dat zielen verontrust worden en veel tijd besteden aan voorzorgen, terwijl zij deze tijd vruchtbaarder zouden kunnen maken door aan hun spirituele ontwikkeling te werken. Niet door de materiële dingen die men zich voor de Laatste Tijden aanschaft, wordt men gered, doch door de heiliging en de toewijding, want uiteindelijk redt slechts God, en wel diegenen die zich strikt spiritueel op de redding voorbereiden. Materiële voorzieningen verklappen God dat de ziel op het wereldse vertrouwt; spirituele voorzieningen verklappen Hem dat de ziel op Hem vertrouwt.

Mij heeft de Moeder Gods nooit te verstaan gegeven dat het wenselijk zou zijn om zich op de allerlaatste tijden ook door materiële voorzieningen voor te bereiden. Nalatig mag de mens nooit worden, onder geen enkele omstandigheid, maar belangrijk is, dat de levenskracht en alle handelen voor het allergrootste gedeelte op spirituele zaken en belangen georiënteerd moeten zijn en blijven. God zorgt voor diegenen die zich inzetten om 'voor Hem en Zijn Werken te zorgen'.

Sedert enige tijd ben ik bezig met geneeskrachtige planten, en tracht ik daarvan een assortiment aan te leggen in de tuin. Soms ben ik niet zeker of ik daardoor te veel met het lichaam en de gezondheid bezig ben, in plaats van dingen te doen die voor God nuttiger zijn. Is het een soort gebrek aan vertrouwen jegens God wanneer men zich om zo te zeggen in de tuin een voorraad medicijnen voor slechte tijden aanlegt, of legt God deze belangstelling met een bepaalde reden in mijn ziel?

Uw bezigheid is op zich iets heel moois. U werkt om zo te zeggen in Gds apotheek. Nuttig is deze activiteit op zich absoluut, en eveneens lovenswaardig. Niettemin verwijst Maria naar de tips die Zij zo-even heeft laten geven. Zij wijst op een nuance met dewelke U deze activiteit pas goed in de lijn van God Zelf zou kunnen uitoefenen: Wijdt U zich gerust verder aan deze activiteit, maar richt U daarbij Uw doelstelling niet op de 'slechte tijden die zouden kunnen komen', doch op een intens verlangen dat God gebeurtenissen en mensen, en zelfs dieren, op Uw weg moge brengen, die nut kunnen hebben van Uw geneeskrachtige planten. Zo wordt Uw activiteit tot een werk binnen het grote kader van Gods Heilsplan. Zodra U zich zo heroriënteert, wordt Uw werk tot een werk dat ten volle door God, respectievelijk door Maria wordt bestuurd. De activiteit wordt dan tot een werk van Liefde, van overgave, van 'zich richten naar het punt waarop God de ziel nodig wil hebben'. Dat is heel belangrijk.

Bovendien kunt U dit werk in de tuin met geneeskrachtige planten op een bijzondere wijze aan Maria toewijden, en tot Haar smeken als volgt:

"Mijn Hemelse Moeder en Meesteres, U bent de Tuinierster der zielen, bestuur toch mijn handen, mijn hart en mijn geest, opdat deze werken in de tuin in werkelijkheid genezende werken in de zieke tuinen van zondige zielen mogen zijn".

Dit gebed zou de Moeder Gods een buitengewone vreugde bereiden. U zou daardoor actief tot de Werken van de Koningin des Hemels in deze Laatste Tijden bijdragen.

Vergeet U bovendien niet, tijdens de tuinwerken te bidden. Bidden kunt U zelfs eenvoudig door voortdurend tot Maria, de Hemelse Tuinierster, te spreken en om zo te zeggen alles samen met Haar te doen. Zo wordt elk werk tot een verheerlijking, en krijgt het een bijkomende zin.

Er wordt veel bericht over allerlei vreselijke dingen die met ons leefmilieu worden gedaan, bijvoorbeeld een zo bedoeld gebrek aan voedingsstoffen in ons voedsel, ziekmakende medicijnen voor beperking van de bevolkingsaangroei... Indien deze dingen op waarheid berusten, moet ik mij daarover informeren, of heeft de Moeder Gods liever dat ik dergelijke berichten negeer?

In de wereld wordt weliswaar gezegd dat kennis macht is, maar in het spirituele leven behoort men zich met betrekking tot alle wereldse zaken niet te informeren boven het niveau van algemene, elementaire kennis uit. De wereldse berichten zijn voor de ziel zoals louter gif. Om deze reden beklemtoont Maria steeds weer, dat de zielen de massamedia beter op een afstand houden, televisie, radio en pers mijden zoals de pest, met uitzondering van degelijke en waarachtige spirituele onderwerpen, en zelfs in dit laatste geval moet men met de media nog zeer voorzichtig omgaan.

Wereldse kennis draagt een stempel van duisternis, leugen, ontmoediging, materialisme, goddeloosheid en 'ondergangsstemming'. De chaos in de wereld wordt als het ware verheerlijkt, de werken van de duivel in de wereld worden opgesomd, alsof het uiteindelijk doel hieruit zou bestaan, elke ziel te beroven van haar laatste sprankel Geloof, Hoop en Liefde. Maria geeft derhalve in dit verband slechts één advies:

"Laat niet toe dat details het hart in duisternis zouden storten, doch leef een leven van toewijding van alle werken van de duisternis in de wereld. Geef jullie aan Mij, opdat Ik ervoor moge kunnen zorgen dat de duisternis onwerkzaam wordt. Meer verlang Ik niet van jullie. Niet jullie zorgen en evenmin alle gepraat zullen de duisternis uit deze wereld verdrijven, doch slechts jullie offers, jullie toegewijde beproevingen, jullie boetedoening, jullie Liefde en jullie vertrouwen in de overwinning van het Licht".

Telkens wanneer U iets verneemt dat verontrust, wijdt U dit aan Maria toe en bevrijdt U Uw hart en Uw gedachten ervan, opdat U vast moge kunnen geloven in de zonsopgang van Gods Rijk. De nacht is het donkerst kort vóór de dageraad.

Hoe komt het dat mijn echtgenoot geen begrip heeft voor de vele boodschappen van de Moeder Gods, en waarom noemt hij alle onderwerpen uit de vorige alinea complottheorieën en onzin? Heeft hij daarin gelijk?

Hij verzet zich tegen de boodschappen uit angst voor de mogelijkheid dat deze de waarheid zouden kunnen bevatten. Het is de duivel die zijn hart daarvoor sluit. Hij heeft wel gelijk in die zin, dat hij zich geen zorgen maakt, doch niet in die zin, dat hij doet alsof er niets aan de hand zou zijn. Men moet in elk geval elke dag met de eigen ziel in het reine zijn en ten minste rekening houden met de mogelijkheid dat men morgen misschien zijn Schepper moet ontmoeten, en dat deze ontmoeting beter niet plaats heeft met ongewassen kleren. Wij mogen niet doof en blind willen blijven voor de waarheid dat in de wereld nauwelijks nog iets verloopt zoals God het wil, en dat de Hemel daarover niet bepaald verheugd is. Niettemin mogen wij ons niet door alle boodschappen laten leiden.

Ik heb er vroeger vanwege de Moeder Gods reeds moeten op wijzen, dat de duivel in zeer veel boodschappen zijn eigen 'waarheid' presenteert, teneinde te ontmoedigen, angst en paniek te verspreiden, en met de bedoeling, zielen van God weg te rukken door hen te laten menen dat de duisternis toch al het laatste woord heeft. Het is wijs, zich dagelijks op de ontmoeting met God voor te bereiden.

Zich bezighouden met de jacht naar spirituele boodschappen en intussen verwaarlozen om aan de eigen ziel te werken, wat zeer vaak het geval is (!), is zeer onverstandig en kan de ziel zelfs van Gods wege een negatief cijfer opleveren (de ziel had dan namelijk beter kunnen weten).

Ik heb gelezen dat de Wonderdadige Medaille elke ziekte wegneemt wanneer men de medaille in een glas water legt en dan wat van dit water in voedsel druppelt of uitgiet. Geldt dit voor alle schadelijke stoffen in onze voeding? Kunnen wij ons door de Wonderdadige Medaille aan de effecten van giftige chemische stoffen onttrekken, deze om zo te zeggen onschadelijk maken?

Maria laat mij op dat gebied iets duidelijk stellen. De Wonderdadige Medaille is door 'daarboven' met buitengewone krachten geladen. Zij kan genezingen brengen, doch de ziel mag niet uit het oog verliezen dat datgene wat waarlijk geneest, haar eigen Geloof, haar eigen vertrouwen en haar eigen overgave aan Maria (en via Haar aan God) is. Wanneer deze elementen voorhanden zijn (dus Geloof, vertrouwen en overgave, dit wil zeggen in principe de volkomen beleefde toewijding), zal God eventueel via de Wonderdadige Medaille Zijn wonderen voltrekken: genezing, bekering, innerlijke ontsluiting, ontplooiing in het zielenleven. De Wonderdadige Medaille was niet in de eerste plaats bedoeld om lichamelijke effecten op te wekken, doch om spirituele ontsluiting te helpen bewerken. Dit geldt voor elk contact van Boven naar de zielen toe: Belangrijk is voor God slechts de spirituele ontplooiing, opdat de ziel tot Hem zou naderen en zo de Eeuwige Gelukzaligheid moge kunnen verdienen. God laat echter ook lichamelijke werkingen toe, met als enige bedoeling dat deze de ziel die dit geschenk ontvangt, uiteindelijk naar spirituele verdieping mogen leiden.

Lieve zus, Uw laatste vraag, met betrekking tot Uw vriendin, wordt door de Moeder Gods niet beantwoord. Ik neem aan dat Uw vriendin zelf in diep Geloof en overgave haar innerlijke leiding moet volgen en intussen haar lijden moet toewijden, dit wil zeggen: tevens deze ook (voorlopig?) verder moet aanvaarden. Vanzelfsprekend neem ik ook haar graag in het gebed op, opdat zij moge volhouden. Moge zij de kracht vinden om er niet zwaar aan te tillen wanneer mensen haar beproeving nu en dan niet ernstig nemen. Belangrijk is slechts, wat zij zelf ermee doet, en dat zij zich ervan bewust is dat de mens geen rekenschap verschuldigd is aan zijn medemens, doch slechts aan God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 328
Vergeven helpt om andere zielen te bevrijden – over het verrichten van de Myriam-gebeden – zich zorgen maken, betekent het wereldse in zich laten binnendringen – gebed om verontrusting geen kans te geven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. De vele problemen waarover U bericht, leg ik vanzelfsprekend vóór de Moeder Gods neer. Intussen kunt U zelf de weg voor de genadewerking vrijmaken door de betreffende zielen aan Maria toe te wijden. Dit betekent: al deze zielen met hun levensbeschouwingen, hun gebrek aan Liefde en alles waardoor zij U ooit hebben gekwetst of pijn hebben gedaan, aanbieden aan Maria met de smeekbede dat de Koningin des Hemels deze hele duisternis moge helpen omzetten in Licht en Liefde. Belangrijk is daarbij, dat U al het mogelijke zou doen om deze zielen te vergeven, want ook Uw Liefde en zelfoverwinning zullen mede bepalen in welke mate deze zielen bevrijd worden.

Lieve zus, men mag zich niet overdonderd voelen wanneer nieuwe gebeden aan de reeds bestaande worden toegevoegd. Elk nieuw gebed is een geschenk van de Hemel. Men behoort het niet aan te voelen als een verplichting, elk nieuw gebed meteen te verrichten, doch het als een nieuwe weg te beschouwen voor het geval waarin het nuttig blijkt om voor een moeilijke situatie passende woorden te vinden die Gods Hart kunnen raken omdat de woorden uit het Hart van Maria zijn voortgekomen. Ik nodig U met vreugde uit om eens antwoordbrief 313 ter hand te nemen, in dewelke de Moeder Gods wegen toont om ook 'anders' te bidden. Men kan God namelijk langs verschillende wegen bereiken.

Bidt U rustig de gebeden die U aanspreken, en leest U vanuit het hart eens elk nieuw gebed door, dat op U toekomt. Zo krijgt U als het ware de gelegenheid om U vertrouwd te maken met datgene, wat het U en God respectievelijk Maria kan brengen. In elk gebed spreekt het Hart van God tot de ziel. Naargelang van de gesteldheid van Uw hart zult U ofwel méér worden geraakt door het ene ofwel door het andere gebed. Om het even hoe Uw hart wordt geraakt, het resultaat zal zijn dat het zich voor de Liefde opent en daardoor kan bloeien. Ook Uw omgeving zal dit merken, zij het overwegend onbewust. Een bekering van zielen uit Uw eigen leefmilieu kunt U slechts met succes inleiden naarmate U zelf Licht uitstraalt. Daartoe is noodzakelijk dat het eigen hart een zekere mate aan Vrede in zich laat bloeien. De innerlijke Vrede zal de ziel vinden wanneer haar contact met God in de diepte van haar hart sterker wordt ervaren dan haar aanraking met al het wereldse om zich heen.

Veel van datgene wat zich om een ziel heen afspeelt, kan haar beklemmen. Nochtans is dit gevoel iets anders dan zich zorgen maken. Wanneer een ziel door iets wordt beklemd, betekent dit dat zij voelt dat iets tegenover de Goddelijke Wet niet in orde is. Het is absoluut mogelijk dat zij niettemin in het Hemelse geworteld blijft en haar gewaarwordingen bijvoorbeeld vurig aan Maria kan toewijden. Zij voelt dan weliswaar een droefheid, doch legt alles in de handen van de Koningin des Hemels en weet, dat het daar in de beste handen is. Maakt de ziel zich echter zorgen, dan betekent dit dat het wereldse eigenlijk in haar is binnengedrongen en dat zij (soms onbewust) bezig is, zelf naar oplossingen te zoeken. Daarbij verdwaalt de ziel gemakkelijk op de wegen van menselijke schijnoplossingen. Zij kan weliswaar intussen ook om oplossingen bidden, doch in dat geval heeft het gebed eerder het karakter van een akte bij verontrusting.

Om deze verontrusting, die immers de ziel volledig kan verlammen en onvruchtbaar kan maken, te verhinderen, nodigt Maria uit tot vertrouwvol gebed, en wel niet slechts tekstgebeden doch nog méér door alle problemen en zielen aan Haar voeten neer te leggen en vanuit de diepte van het hart tot de Meesteres te zeggen:
"U kunt hier het beste van maken, ikzelf zal slechts bidden, U volgen en U al mijn hartenpijn ter beschikking stellen, opdat genaden mogen worden bereid om Licht in deze duisternis te brengen. Help mij toch, dat ik niet door eigen onvrede of eigen zorgen Uw Werken zou bemoeilijken".

U kent dit scenario wel: Wanneer de moeder de vloer aan het poetsen is, moeten de kinderen buiten spelen en haar niet voor de voeten lopen. Zo gaat het eveneens wanneer de Hemelse Moeder iets aan het reinigen is: In dat geval zijn wij de kinderen die beter niet in de weg lopen.

Lieve zus, ik hoop met heel mijn hart dat U spoedig de lentezon van een nieuw Leven in Uw omgeving zou mogen zien opgaan. U zult merken dat in elk uur waarin in U de gespannenheid wat loslaat, U één en ander reeds met andere ogen zult zien. U behoort tot de zeer weinigen in Uw omgeving, op wie God zou willen kunnen rekenen. Hij bouwt Zijn burcht echter het liefste op vruchtbare bodem, op dewelke de bloemen bloeien: op een ziel die de innerlijke Vrede vasthoudt omdat zij weet en erop vertrouwt, dat God nooit slaapt en dat elk uur gedurende hetwelk de duisternis in haar in leven blijft, er slechts toe dient dat Gods Licht op zekere dag nog feller zal kunnen stralen. Bereidt U Zijn weg naar de harten in Uw omgeving voor door een leefwijze die op zichzelf een ononderbroken gebed is, namelijk een ingesteldheid van openheid naar alle schoonheden en genaden toe, die God U dagelijks diep in Uw hart zou willen geven. Deze openheid is een zaak van stille tevredenheid in het bewustzijn dat alles goed is omdat God het zo heeft toegelaten. Op zekere dag vergeldt Hij alles, en brengt Hij een veelvoud van het volmaakte Licht, dat U nu nog zozeer ontbreekt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 329
De Waarheid is de diepe werkelijkheid, de kern van Gods handelen en van Gods bedoelingen – Een leven met en in de Meesteres van alle zielen is als een ononderbroken exorcisme – In welke mate mogen wij geld winstgevend beleggen? – Hoe kan men bijdragen tot de verzoening van twee zielen? – Hoe ontdekt men zijn eigen roeping? – Het heilig verbond van de totale toewijding aan Maria enerzijds, en wereldse belangen en menselijk opzicht anderzijds, zijn niet verenigbaar met elkaar

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Hoe mooi klinkt het toch: 'Ieder zijn waarheid'? Niettemin is deze aantrekkelijke gedachte op zichzelf reeds een zeer misleidende onwaarheid. Er bestaat slechts één Waarheid, deze van God, en de mens kan deze Waarheid hetzij in geringe, hetzij in hoge mate in zich tot ontplooiing laten komen. Gods Waarheid heeft betrekking op het geheel van de kennis en het inzicht die nodig zijn om de ziel te verheffen tot de staat die haar voor de terugkeer naar God, naar de heiligheid, dus voor het Eeuwig Leven klaar maakt. De Waarheid is de diepe werkelijkheid, de kern van Gods handelen en van Gods bedoelingen. Omdat Gods handelen en Zijn doelstellingen (Zijn Heilsplan voor de zielen) door de Liefde opgebouwd, gevoed en geleid worden, en de Liefde Gods Wet is, kunnen wij zeggen dat de Waarheid de kennis van Gods Wet is. Op deze wijze heb ik het ooit in Stormschrift nr. 10 mogen uiteenzetten. Hieruit volgt derhalve dat veel zielen vasthouden aan één en ander dat niet met Gods Wet verenigbaar is. Aangezien de mens nauwelijks de volheid van Gods Wet in zich kan verwezenlijken, hoeft het ons niet te verbazen dat er in de wereld zoveel conflicten zijn. U zult zeker begrijpen waarom ik precies via deze deur Uw brief benader. Laten wij eens Uw vragen bekijken.

Ik heb vernomen dat via de deelname aan de Heilige Mis ook de genade wordt verleend om de stem van God in zich te horen. Wanneer gebeurt dit, en hoe zou de ziel zich daarop moeten voorbereiden? Houdt dit dan een leven lang aan?

De Heilige Mis is één van de vele kanalen via hetwelk de stem van God in het hart kan binnentreden. De deelname aan de Heilige Mis verleent deze genade niet automatisch: Alles hangt ervan af in welke gesteldheid de ziel aan de Heilige Mis deelneemt, en hoe het met de ziel is gesteld. Woont zij de Heilige Mis in staat van zware zonde bij? Hoe lang heeft zij niet meer grondig en oprecht gebiecht, en heeft zij wel oprecht berouw? Woont zij de Heilige Mis bij met een bevrijd hart (met innerlijke Vrede) of met een hart vervuld van bitterheid en gebrek aan vergeving? Welk plan koestert God ten aanzien van de ziel?

Om heel precies te zijn, zou ik het als volgt moeten uitdrukken: De stem van God weerklinkt voortdurend in elk hart, maar de meeste zielen horen dit nooit. God stort de vruchten van Zijn Hart, de Liefde in haar ontelbare uitingen, ononderbroken in de mensenharten. Of een ziel deze informatie daadwerkelijk opvangt of niet, hangt hiervan af, of haar 'innerlijke radio op Gods golflengte is afgestemd'. Op Gods golflengte is de ziel des te beter afgestemd naarmate:

  • zij haar wil één heeft gemaakt met de Wil van God, en derhalve in haar leven dezelfde bedoelingen koestert als God Zelf;
  • zij zich tracht weg te houden van al het wereldse, en zij zich in haar innerlijke leven en in haar handelingen richt naar datgene, wat voor het Eeuwig Leven van belang is;
  • zij de ware, onzelfzuchtige Liefde in zich laat bloeien. De Ware Liefde is een buitengewone magneet die Gods Hart, Zijn genaden en alles wat Hij te geven heeft, zeer krachtig aantrekt. De Ware Liefde maakt de ziel overigens tot een 'transformator', die alles wat haar vanwege God toestroomt, zodanig omzet, dat de ziel het in zich en in het eigen leven volledig kan ontplooien en voor haar spirituele groei kan gebruiken.

Elke ziel moet zich steeds voor ogen houden dat in het verbond tussen God en haarzelf, zij de zwakke schakel is. God schenkt ononderbroken stromen van Goddelijk Leven. Deze stromen worden geen seconde lang onderbroken. Een onderbreking zou voor de Schepping, respectievelijk voor de ziel, nefast zijn. Aan God zal het derhalve niet liggen wanneer de ziel niet tot ontplooiing komt. Laten wij eens de voeding van de mens beschouwen: Een mens leeft niet van wat hij eet, maar van datgene wat hij kan verteren en opnemen. De rijkste voeding is totaal van geen nut voor de mens wanneer hij deze niet kan verteren. Iets gelijkaardigs geldt in het spirituele leven: God schenkt elke ziel de rijkste voeding, maar slechts weinigen zijn zozeer op Hem gericht, dat zij dit spirituele voedsel (genaden, gaven, inspiraties, tekenen, leiding, de instorting van Liefde...) in de hoogste mate kunnen opnemen en 'verteren', dit wil zeggen: in zich tot ontplooiing kunnen brengen en er sterker (heiliger) van worden.

Om deze reden hangt het helemaal van de ziel af, wat zij werkelijk uit de Heilige Mis met zich mee draagt. Wil de ziel boven alles God in zich voelen en Zijn geschenken 'in de hoogste sferen van haar innerlijke leven inbouwen', dan zal zij tijdens de Heilige Mis daadwerkelijk de stem, dit wil zeggen Gods werkende Tegenwoordigheid, voelen. In bepaalde gevallen is het niet aan de ziel gelegen wanneer zij hierin, ondanks alle mogelijke inspanningen, niet slaagt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ziekte, of wanneer zij kort vóór de Heilige Mis een bezwarende ervaring heeft meegemaakt. Aan de Koningin des Hemels kan dan worden gevraagd dat Zij de ziel zou zuiveren. Indien de ziel zelf niet schuldig is aan het feit dat zij Gods Tegenwoordigheid niet voelt, zal God in het verborgene desondanks Zijn genaden in haar inbouwen. 'Spreken', doet Hij dus eigenlijk altijd. De voorbereiding op deze stem bestaat uit niets anders dan de ontwikkeling van de deugdzaamheid. Wanneer de ziel deze gewetensvol ontwikkelt (bijvoorbeeld in de zin van het geschrift Lentebloesems aan de Levensboom dat U bij de boeken kunt aantreffen), en al het verworvene door dagelijks 'aan zichzelf werken' in stand weet te houden, kan het horen van Gods stem inderdaad een leven lang aanhouden.

Ik heb een kennis die jarenlang met esoterie bezig is geweest. Zij beweert nu dat zij misschien een exorcist nodig heeft. Doe ik er goed aan, deze ziel bij een exorcist te brengen?

Indien zij al zelf heeft ingezien dat haar vroegere 'bezigheid' de ziel van God afsnijdt (dat gebeurt hierbij namelijk op vele wijzen), mag U dit doen. Indien haar hart echter de ware wegen van God heeft herkend, zou zij er, om te beginnen, goed aan doen, zich aan Maria toe te wijden en de regels van deze toewijding dagelijks in de praktijk om te zetten. Deze stap kan elke ziel, die zelfs in de hoogste mate door de satan bestuurd is geweest, volledig en restloos genezen. Een leven met en in de Meesteres van alle zielen is als een constant exorcisme. Tot op heden hebben niet veel zielen dit ingezien. Nochtans is het de waarheid.

In welke mate mogen wij geld winstgevend beleggen?

Hier komt de grootste moeilijkheid van het leven in een lichaam tot uiting. Zolang de mens op aarde leeft, heeft hij materiële behoeften, en deze behoeften (eten, drinken, kleding, onderkomen, verzorging en medische zorgen, om de belangrijkste te vermelden) kunnen in onze moderne maatschappij doorgaans slechts met geld als tussenschakel bevredigd worden. Wanneer de mens vooruitziend is, denkt hij niet alleen aan de noden van vandaag, maar ook aan die van morgen. Hij tracht dus zijn financiële middelen en het gebruik ervan, een beetje te organiseren. Voor de wereld en haar economisch denken spreekt het vanzelf dat beleggingen, leningen en dergelijke met intresten gepaard gaan, waarbij men een hogere som betaalt, respectievelijk terugkrijgt, dan het oorspronkelijke kapitaal. Voor het Goddelijk Leven geldt deze regel echter niet. Winstgevende beleggingen zijn om diverse redenen niet met de christelijke moraal verenigbaar. Is de ziel om één of andere reden (er zijn er vele) aan bankregels gebonden, dan zal dit God niet mishagen, omdat de ziel deze regels immers niet zelf heeft gemaakt. De Meesteres geeft mij echter de volgende adviezen:

  • Staat een ziel een andere ziel een lening toe, dan zou zij beter geen intresten verlangen. De lening moet louter uit zuivere naastenliefde en bezorgdheid om het lot van de andere ziel worden toegestaan, niet als middel om een bijkomend kapitaal te verwerven;
  • De zielen zouden geld beter niet winstgevend beleggen. De ziel die dit doet, getuigt van een gebrek aan vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid en in de Goddelijke leiding op haar levensweg. Bovendien leiden winstgevende beleggingen de ziel in de bekoring, haar hele denken en handelen op materiële verwachtingen te richten.

Uit deze regels moge nogmaals blijken hoezeer Gods wegen afwijken van deze van de mensen. De Goddelijke Wet is niet gebaseerd op een liberale filosofie en moraal, noch op de wetten van het economisch denken, maar op de volmaakte Liefde, het volmaakte Geloof en de volmaakte Hoop. Wanneer U volgens deze wetten tracht te leven, zult U door velen niet worden begrepen, maar God zal het U vergelden met een loon dat nooit door wereldse intresten geëvenaard kan worden.

Ik heb getracht, te bemiddelen in een ruzie tussen A. en B., tot nu toe zonder resultaat. Zij zijn beiden zeer verhard en van haat en vernietigingswoede doordrongen. Wat kan ik verder nog doen?

U kunt nauwelijks méér doen dan bidden, Uw inspanningen en Uw hartenpijn over de instelling van deze zielen aan Maria aanbieden en Haar erom vragen, op grond van dit alles voor deze zielen genaden te willen bekomen, en dan kunt U deze zielen aan Maria toewijden opdat hun harten zich voor de Ware Liefde en de verzoening zouden ontsluiten. Waar het harnas van werelds denken en voelen rotsvast zit, bereikt men met argumenten niets meer, daar helpt slechts het Vuur van de Hemelse Liefde. Verlangt U vurig dat de beide harten in een Vuur mogen versmelten, en biedt U Maria dit droombeeld aan met de vraag dat Haar macht dit zou verwezenlijken. Er bestaan nog wonderen, en bij bijna alle is het de Koningin des Hemels die uiteindelijk de sleutel in het slot omdraait door Haar Voorspraak en bemiddeling, en door de oneindige macht die Haar is verleend om zielen volledig om te vormen.

Hoe ontdekt men zijn eigen roeping in het hart? Hoe wordt Gods Wil op dit vlak in ons blootgelegd, zodat ik voluit elke seconde van het leven slechts de Wil van de Vader volbreng?

Over dit thema heb ik mij vroeger reeds mogen uiten, onder andere in antwoordbrief 214. De meest algemene regel om de eigen roeping te ontdekken, luidt als volgt: Let U op de volgende punten:

  • de bestemming waarheen de Goddelijke Voorzienigheid U via de vele tekenen in het dagelijks leven tracht te leiden;
  • Uw eigen hart en haar punten van voorliefde en van afkeur;
  • datgene waaraan U zich werkelijk zou willen overgeven en wat onmiskenbaar zielen dichter bij God brengt, of schepselen het leven gemakkelijker maakt, en dat daarbij volledig in de zin van de Goddelijke Wet is en Zijn Plannen kan dienen.

De ware roeping van een ziel heeft altijd te maken met datgene, wat God in dit leven van deze ziel verwacht. Een activiteit die niet op het fundament van deugdzaamheid is gebaseerd, kan derhalve nooit een roeping zijn.

Veel 'vrienden' en 'buren' zonderen zich van ons af. Heeft dat met de vergeestelijking te maken?

Absoluut. De wereld verlangt dat men met zijn regels en normen rekening houdt. In deze regels en normen passen het wereldbeeld en de levensbeschouwing van de vergeestelijking niet. Het denken en voelen van de wereld is altijd sterker door goddeloosheid geteend. Een ziel die het voelen, denken, verlangen, spreken en handelen duidelijk naar het Hemelse en de eeuwige behoeften richt, kan in deze wereld helemaal geen wortel meer schiete. Zelfs haar verborgen innerlijke gezindheden verzetten zich vanzelf tegen al het wereldse.

Een ongelovige of niet-biddende ziel voelt het vaak onmiddellijk wanneer een andere ziel bidt, of zich eenvoudigweg aan de hogere idealen heeft weggegeven. De niet-biddende ziel voelt dit niet uit zichzelf, doch doordat 'iets' haar deze informatie innerlijk lijkt door te geven. Elke ziel bezit immers van bij haar schepping het vermogen om datgene aan te voelen, wat aan God herinnert. God heeft haar dit vermogen geschonken opdat zij Hem altijd zou kunnen vinden. 'De andere zijde' (deze van de satan) echter, wijst in bepaalde gevallen de zielen op het feit dat een andere ziel niet haar wereldbeeld deelt. Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken: Op het niveau van de niet-zintuiglijke waarneming, en daarmee bedoel ik wel te verstaan, bij de waarneming van ziel tot ziel, valt een ziel verschillen op in de uitstraling die van andere zielen uitgaat, zodat deze andere ziel 'anders aanvoelt'. Vele zielen snijden zich weldra, indien al niet heel plots, van iemand af wanneer zij op één of andere wijze hebben gemerkt dat deze geen wereldse wortels (meer) heeft.

Lieve broeder, steeds weer blijkt, op hoeveel vlakken het wereldse van het Goddelijke is afgeweken of zich volledig van het Goddelijke heeft afgescheiden. Aangezien de ziel op aarde leeft, leveren deze tegenstellingen haar vaker conflicten op, hetzij tussen andere zielen en haarzelf, hetzij innerlijk in zichzelf. Hoe zij zich ook gedraagt, nooit kan zij voor elke partij het goede doen. Het komt er slechts op aan, voor welke zijde de ziel wil kiezen. Zolang zij voor de wereldse belangen kiest, of geen aanstoot wil geven aan werelds denkende mensen, doet zij er goed aan, niet de stap te zetten om het heilig Verbond van de totale toewijding met Maria aan te gaan, want zij zal dan nooit aan dit Verbond kunnen voldoen, en het is ronduit pijnlijk, de Koningin des Hemels en God achteruit te schuiven ten bate van de wereldse belangen, want de wereld volgt in alles al te gemakkelijk de wetten van de duisternis. Pijnlijk is dit voor het eigen geweten, dat helemaal op God en Zijn Plannen is gericht, en duizend maal méér nog voor God. Wij moeten er steeds voor zorgen, dat God in het uur van ons oordeel tot ons de woorden van de Messias kan herhalen: "Jij hebt het beste deel gekozen, en het zal je nooit worden ontnomen".

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 330
Is het Maria Domina Animarum Werk en zijn werken 'sekteachtig'? – over beklemmingen bij de moderne Misvieringen – over halloween – Over het werk op zon- en feestdagen – over evenementen met vuurwerk – de dieren als medeschepselen door God voorzien – Hoe stelt men computerwerk in dienst van God?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor de vele interessante vragen die ik aan de voeten van Maria heb mogen neerleggen. Het is voor mij een vreugde, deze chronologisch te mogen beantwoorden.

In Uw omgeving is er een ziel, die dit Apostolaat en zijn werken 'sekteachtig' vindt. Dat is heel merkwaardig, en in elk opzicht een dwaalgedachte. 'Sekteachtig' is bij het Maria Domina Animarum Werk totaal niets, want elk woord dat door dit Apostolaat wordt geschreven, is uitsluitend van de Koningin des Hemels Zelf afkomstig. Hoe zou de Moeder van Christus ooit de Bezielster kunnen zijn van een Werk dat de zielen van de Leer van de ene Waarheid van God wegleidt? Dit Apostolaat verdiept precies het inzicht in deze Waarheid, en tracht haar gelijktijdig op unieke wijze voor elke ziel toegankelijk te maken. Dat heeft de Meesteres van alle zielen Zich tot doel gesteld. Alleen is de gemiddelde christen van vandaag niet vertrouwd met de diepgang die door de Meesteres van alle zielen in deze Tijd wordt onderwezen.

Het is Maria zeer pijnlijk wanneer zielen dit Apostolaat als sekteachtig bestempelen, omdat de ware boodschap van Myriams roeping slechts hieruit bestaat, zielen naar de wortels van het Geloof terug te leiden, dus hen te bevrijden van elke verontreiniging van modernisme en werelds denken, en deze wortels aan te vullen door een aanzienlijke uitbreiding van de inzichten met betrekking tot de ware hoedanigheden van Maria en de Wetten van het Goddelijk Leven, omdat nu Gods Tijd is gekomen om dit aan de zielen aan te bieden als de door God bedoelde weg naar de heiliging.

'Sekteachtig' zou het misschien wel kunnen worden genoemd in dit ene opzicht: dat de meerderheid van de zielen zich (nog) niet kan (soms echter niet wil) ontsluiten voor deze combinatie 'oertraditioneel + ultra-mariaal'. Dit Apostolaat dat – laten wij dit nooit vergeten – door Maria in het leven is geroepen en door Haar wordt bezield, vaart daardoor echter een koers die van de gebruikelijke koersen afwijkt. Wanneer echter de gebruikelijke koersen niet de volheid van de genade opleveren, omdat zij het zijn, die van Gods verlangens zijn afgeweken, dan moeten wij het wel doen, zonder compromissen, want de zielen kunnen niet door halve waarheden worden geholpen.

Lieve zus, U weet dat Maria dit Apostolaat op mystieke fundamenten heeft opgebouwd. Wie in het Hart van Maria wordt opgenomen, weet voor altijd wat God behaagt en wat niet, en waar de echte waarheid in haar volheid ligt. Na deze ervaring wordt men werkelijk misselijk bij het aanschouwen van elke afwijking, zoals zij in deze tijd door zovelen blind als 'Gods Waarheid zonder meer' wordt aangenomen.

Wat zou er dan sekteachtig kunnen zijn aan een Apostolaat dat uitsluitend datgene doorgeeft wat door God via de Koningin des Hemels wordt verkondigd, en waarschuwt voor alles wat de zuiverheid van de zielen bedreigt, namelijk voor elke wereldse bijmenging in ons Geloof, dat hoeder van de volheid der Waarheid is? Opdat de kennis van Gods Waarheid tot deze volheid zou kunnen naderen, moeten tot op heden niet vrijgegeven kenniselementen worden aangeboden. Dit doet Gods Geest via de mystiek, stap voor stap. Waarom staan sommige zielen dan zo argwanend tegenover deze Goddelijke geschenken? De uitingen van Gods Liefde bestrijden, en deze als verdacht afschilderen, past niet bij de levenstaak van een christen.

Is het zo dat, wanneer een ziel Maria (en Myriam) meer bemint dan andere zielen, en wanneer deze ziel zich inspant, Maria deze ziel dan ook via dit Apostolaat meer kan geven, of heeft dit met de roeping van de ziel te maken?

Elke antwoordbrief wordt geschreven wanneer Maria mij dit toestaat, of mij daartoe de opdracht geeft. Wanneer een ziel volledig voor de 'boodschap' van het Maria Domina Animarum Werk is geopend, zal het zaad veel sneller in haar tot rijping komen. In deze zin zou men kunnen zeggen, dat Maria dan 'meer geeft'. Nog beter uitgedrukt: Zij geeft dan 'anders', nog dieper in de ziel ingrijpend, omdat immers openheid aanwezig is. Maria is heel dankbaar wanneer Zij een open deur aantreft. Wanneer een zielendeur werkelijk gesloten blijkt, zal Maria mij ook in een totaal andere stijl laten schrijven, indien Zij mij dan al een antwoord toestaat.

Het gebeurt nu en dan, dat Maria mij niet laat antwoorden, onder andere wanneer een ziel mij slecht gezind is. Ik voel dit ook zelf zodra ik de eerste zinnen lees: In mij wordt het 'zeer kil', ik voel de antipathie, en niet zelden word ik zelfs lichamelijk ziek. De Meesteres fluistert dan woorden als: "De slang ligt in het gras", gewoonlijk gevolgd door het advies: "Het is beter dat je niet antwoordt". Wanneer ik dan, bij uitzondering, toch moet antwoorden, wordt dit gewoonlijk een zeer strikte brief waarin Maria Zich opstelt als 'de Hoedster van de Waarheid'. Het fascineert mij steeds opnieuw hoe de Meesteres Zich van mijn hart bedient en de processen daar 'bespeelt' zoals... een Meesteres, die heerst en met mij alles doet wat Zij wil, hoe Zij het wil en wanneer Zij het wil. Ik voel mij dan zo klein, zo nederig, zo overgeleverd, zo dankbaar en zoveel meer, vooral eigenlijk gefascineerd, want wij mogen nooit vergeten dat het in dit Werk om ware Mysteries gaat. De ziel zou nooit mogen ophouden, zich over het contact tussen de Hemel en een ziel te verbazen. Wanneer zij dit niet langer doet, is zij tot speelbal van de hoogmoed geworden, en dient zij de tegenstrever.

Onze eucharistievieringen geven mij vaak een zodanig beklemmend gevoel dat ik het liefst uit de kerk zou weglopen. Is er iets verkeerds met mij aan de hand?

U lijdt aan de 'ziekte' die 'nood aan boetedoening' zou kunnen worden genoemd. Tot mijn spijt moet ik erop wijzen, dat ik bij de moderne Misvieringen ook vaak misselijk ben geworden en ik nauwelijks nog lucht kreeg. Van deze ziekte ben ik genezen sedert mij de genade is toegevloeid, alleen nog Tridentijnse Heilige Missen te mogen bijwonen. Toen ik op zekere dag gedurende een Heilige Misviering zo ziek werd dat ik naderhand de Moeder Gods vroeg, mij te willen zeggen wat er met mij aan de hand was, gaf Zij niet onmiddellijk antwoord, maar tijdens een volgende Misviering liet Zij mij op mystieke wijze bij elk element van de (modernistische) heilige Mis in de ziel ervaren, hoe dit element bij God overkomt. Ik kan U verzekeren, met Maria als getuige, dat ik mij gedurende die Heilige Mis meermaals voelde als om te sterven.

Lieve zus, ik weet waarom ik zo vurig de traditionele Misviering verdedig. Het is de Meesteres, die mij elk woord van deze verdedigingen laat schrijven, maar voor mij zijn het geen lege woorden, want Zij heeft mij de redenen daarvoor in lichaam en ziel laten ervaren. Ik waarheid zeg ik U: Mocht God de genade verlenen, elke ziel slechts gedurende één enkele heilige Mis het verschil tussen een modernistische en een traditionele Misviering in de ziel te laten voelen, dan zouden er reeds heel spoedig over heel de wereld geen voorstanders van de nieuwe ritus meer zijn.

Is halloween een satancultus? Ik bedoel maar, men verheerlijkt daardoor toch, ook al is het onrechtstreeks, de duisternis?

Dat is absoluut juist. Halloween heeft niet alleen een heidens verleden, maar alle kenmerken van het halloweengebeuren verwijzen overduidelijk en ondubbelzinnig naar de duisternis. Wellicht is het U reeds opgevallen dat de satan er alles aan doet om op alles wat van God uitgaat of naar God verwijst, een antwoord te geven waardoor de zielen zich tot hem (de satan) wenden?

  • Kerstmis wordt tot een werelds, materialistisch feest;
  • Met Pasen gebeurt in toenemende mate iets gelijkaardigs;
  • Op de Passiedagen doet de wereld er alles aan om ons het Verlossende Lijden van Christus te laten vergeten;
  • De Vastentijd wordt voorafgegaan door carnaval;
  • Halloween moet ons Allerheiligen doen vergeten, enzovoort.

Kenmerkend voor halloween (precies zoals voor carnaval overigens) is vooral, dat hier een reeks uitlaatkleppen zijn voorzien via dewelke de ziel op die dagen haar ontevredenheid op de hele Schepping kan en mag afreageren (ten minste op het wereldse niveau, want voor God ziet het er heel anders uit). Wanneer inwendige pijnen, die geschenken zijn via dewelke God de zielen de gelegenheid biedt om hun levensdoel te bereiken (de eigen heiliging en de persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan) door een ondeugdzaam gedrag moeten worden verzacht, hebben wij inderdaad met een inspiratie te maken die van de satan komt en die de werken van de satan moet dienen.

Beledigt men God wanneer men op feestdagen stofzuigt of schoonmaakt (of zwaar werk verricht)?

De Meesteres leert als basisregel dat men op zon- en feestdagen niets zou mogen doen wat geld oplevert, of niets mag doen met de intentie, daarvoor iets terug te krijgen. Uitzondering op deze regel zijn activiteiten die niet kunnen worden vermeden, in het bijzonder deze op het vlak van medische verzorging, in de horeca, en andere.

Verder raadt Maria af, op zulke dagen dingen te doen die lawaai kunnen maken. Stofzuigen zou in principe tot deze tweede categorie kunnen behoren. Indien U daarmee werkelijk geen enkele ziel stoort, dit wil zeggen: Wanneer, behalve Uzelf, niemand het kan horen, mag U stofzuigen. Doet U dit als eerbetoon aan God of Maria, dan mag U dit ook op feestdagen doen. Bijvoorbeeld: U mag ook op zon- en feestdagen Uw gebedsruimte stofzuigen wanneer U deze, om zo te zeggen, als kleine huiskapel beschouwt. Dit alles echter ook dan op voorwaarde dat het Uw medeschepselen niet kan storen. Kan echter worden vermeden dat U dit op een zondag of een feestdag doet, dan is het beter, dit achterwege te laten.

De Meesteres leidt mij in verband daarmee naar iets anders, dat echter eveneens volkomen hier thuishoort. Op zon- en feestdagen wordt de jongste jaren steeds meer vuurwerk gemaakt. In waarheid zeg ik U, dat deze activiteit in Gods ogen een gruwel is. De Meesteres heeft er ooit in een openbaring toe opgeroepen dat er geen vuurwerk in de lucht moet zijn, maar vuurwerk in de zielen. Ik geef U hierbij enkele elementen van toelichting vanwege de Moeder Gods:

  • Vuurwerk is geldverspilling, die helemaal niets oplevert, Gods Plannen en Werken in geen enkel opzicht bevordert, geen enkele ziel in haar ontwikkeling bevordert, en tegen de achtergrond van de armoede in de wereld onder onze broeders en zussen in God, op geen enkele wijze verdedigbaar is;
  • Vuurwerk vormt voor vele zieke, gehandicapte of oude mensen, evenals voor baby’s, een zware nerveuze belasting. Wie vuurwerk wil maken, moge bedenken dat dit allesbehalve een daad van naastenliefde is, ook wanneer het de schijn heeft, velen te verheugen;
  • Vuurwerk is in wezen dierenmishandeling. De zielen zouden voor ogen moeten houden dat in de onmiddellijke omgeving van elk vuurwerk doorgaans honderden, indien al niet duizenden, dieren rechtstreeks door dit helse lawaai en de onnatuurlijke lichtfenomenen worden getroffen, die op hen uiterst beangstigend werken. Ik denk daarbij vooral aan de huisdieren, bos- en tuinvogels, kleine wilde dieren en dieren op boerderijen en weiden.

Wij mogen desbetreffend nooit vergeten dat ook de dieren schepselen van God zijn, die doorgaans veel fijngevoeliger zijn dan de mensenzielen in verband met wat met Gods Wet verenigbaar is en wat niet met Gods Wet verenigbaar is. De dieren zijn door God hoofdzakelijk om twee redenen geschapen:

  1. Om de mensenzielen te verheugen door hun hele wijze van zijn, in hun oneindige verscheidenheid en hun ontelbare prachtige kenmerken en eigenheden. Elk van deze elementen heeft binnen Gods Heilsplan een diepe betekenis, die haar oorsprong vindt in de Goddelijke Wijsheid;
  2. Als componenten van een volmaakt Goddelijk systeem, dat Gods Plannen en daardoor het menselijk geluk slechts dient indien het in het door God beoogde evenwicht wordt gehouden. Deze rol vervullen de dieren vooral in hun hoedanigheid als knooppunten in het net van de Goddelijke Liefde dat de hele Schepping omvat. Dieren zijn buitengewone doorgevers van Liefde, en kunnen daardoor de zielen veel Vrede en genezing brengen.

U kunt deze woorden gerust beschouwen als een dringende oproep vanwege de Koningin des Hemels aan alle zielen. Maria beoogt ook hiermee een verdieping van het inzicht in de Goddelijke Wet.

Wat wanneer men op een feestdag naar school moet, moet men dan de school verlaten om naar de kerk te kunnen gaan?

Het is beter, beide te doen: Men gaat naar de les, en eveneens naar de kerk. De leerling of student kan het niet helpen wanneer op feestdagen lessen zijn voorzien. Deze bijwonen, is een akte van gehoorzaamheid ten aanzien van de beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid. Indien de school het bijwonen van elke heilige Mis volledig uitsluit, dan is het raadzaam en genaderijk, het schoolbestuur op de spirituele behoefte te wijzen. Levert dit absoluut niets op, dan zijn diegenen die het onmogelijk maken om de heilige Mis te bezoeken, daarvoor moreel verantwoordelijk, niet U als student of leerling.

Is het verkeerd, een afbeelding van Maria op het bureaublad van een computer te plaatsen? Ik bedoel maar, zou dit Maria onteren?

Absoluut niet, met betrekking tot beide vragen. Het is zelfs aan te bevelen, Maria op deze wijze, om zo te zeggen, bij Uw computerwerkzaamheden te betrekken. Er wordt wel eens gezegd dat het internet duivels is. In bepaalde opzichten is dit zo, net zoals elk element van het leven door de satan wordt beïnvloed. Er bestaat echter een mooie tegenzet, die al te weinig bekend is: U kunt Uw computer aan Maria toewijden, Haar erom vragen dat dit toestel slechts Haar Werken zou dienen, en dat Zij er volmaakt over zou heersen. Bovendien kan men absoluut een afbeelding van Maria op het computerscherm plaatsen en tot Haar zeggen: "Hiermee betuig ik dat dit toestel, alles wat er binnenkomt, alles wat zich erin afspeelt, en alles wat uit dit toestel vertrekt, U alleen toebehoort". Dit zijn allesbehalve zinloze woorden, wel integendeel: U heiligt dan alles wat U via Uw computer doet in de mate waarin U er zich door deze afbeelding van Maria daadwerkelijk laat aan herinneren, dat U Uw computerwerk aan Haar hebt toegewijd en dit inderdaad met Haar wil voltooien.

Lieve zus, deze woorden brengen ons naar het einde van deze nieuwe ontmoeting met de Troon van Gods Wijsheid, die 'Maria' heet. Ik hoop dat deze ontmoeting U evenveel vreugde heeft geschonken als mijzelf. Heel graag help ik U, de reis van deze stralen van Licht in Uw hart binnen te leiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 331
Over het zingen en de instrumentale begeleiding tijdens de heilige Mis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij, U in ons midden te mogen begroeten. Het is mijn intens verlangen dat ook U weldra zou mogen voelen hoe het Vuur van de Ware Liefde en het Licht van de Ware Hoop uit het Hart van de Meesteres van alle zielen in Uw zielentempel moge bloeien als de belofte van de lente tijdens de winter van een koude wereld.

Uw vraag is relevant, aangezien muziek toch deel uitmaakt van vele heilige Missen. Wat zegt Maria over het gezang tijdens de Heilige Mis? Op zich heeft Maria daar niets op tegen. Enkele jaren geleden echter, heeft Zij mij erop gewezen dat gezang kan worden beschouwd als lofprijzing aan God, in die zin dat de ziel zich in het zingen als het ware ontledigt. Deze regel geldt echter alleen wanneer het gezang niet uit de stembanden, maar uit het hart komt. U begrijpt hoogstwaarschijnlijk wel wat ik bedoel: Een lied moet de Liefde in het hart tot uitdrukking brengen, en moet derhalve zo ingetogen mogelijk worden gebracht, en niet in een zodanige vorm dat het aanstoot kan geven. Gezang kan in bepaalde omstandigheden de ziel helpen zuiveren. Er zijn jammer genoeg ook nadelen. Ik breng er twee naar voor, waarop Maria mijn aandacht heeft gevestigd:

  • Voor zielen die tijdens de heilige Misviering in principe het diepe innerlijke contact tot God zoeken – en daartoe zijn wij allen in de eerste plaats geroepen – kan gezang zeer storend werken, vooral tijdens de fasen van de liturgie, en ook onmiddellijk vóór en na deze fasen, waarin de ziel zeer innig met de lijdende, verlossende Christus één zou moeten zijn. Men moge vooral denken aan het gezang tijdens de Heilige Communie. Ondanks alles wat zeer velen hierover zeggen, wordt dit laatste door de Hemel niet toegejuicht;
  • Niet zelden geeft gezang gedurende de heilige Mis aanleiding tot een soort competitie tussen zielen. Ik ken zielen die zelf niet kunnen zingen, die zwaar daaronder lijden of er zelfs in hun spirituele ontplooiing negatief door zijn beïnvloed.

Zijn bijvoorbeeld liederen van lofprijzing die worden gezongen met gitaarbegeleiding, gepast? Mag men dat doen?

De Koningin des Hemels bestempelt de instrumentale begeleiding, met uitzondering van de traditionele orgelmuziek, in de Kerk als een betreurenswaardige ontwikkeling. Hier is het element 'afleiding' nog duidelijker van toepassing dan in het geval van gezang. Zelf heb ik verscheidene jaren geleden heilige Missen bijgewoond, waarin de priester de consecratie in stilte (dus zonder hoorbaar gesproken woorden) voltrok, maar intussen een muziekcassette liet spelen. Precies gedurende deze fase van de heilige Mis is dit in Gods ogen hoogst betreurenswaardig. De consecratie moet de zielen aan het Lijden van Christus herinneren, en hen niet door muziek afleiden.

Precies het element afleiding wordt trouwens door de satan gedurende de heilige Misvieringen zeer graag aangegrepen. Hij doet dit op ontelbare wijzen, alleen herkennen heel veel zielen dit niet. Sedert enige tijd heerst een nadrukkelijke neiging om in de kerk de aandacht naar de mensen toe, en derhalve van God weg, te leiden. Gitaarmuziek zou daarvoor absoluut geschikt zijn, vooral aangezien het gebruik van dit instrument niet is gebaseerd op een bekende traditie in de liturgie. Het grote gevaar bestaat, dat de meeste zielen innerlijk zo verregaand met de muziek bezig zijn, of deze de hele Misviering lang innerlijk zo uitgesproken horen, dat van bezinning en ingetogen eenheid met het Verlossingsoffer van Christus helemaal geen sprake meer kan zijn.

Is dit niet precies zoals de grote vijand van de zielen het zo graag zou hebben? Hij misbruikt elke levensweg om deze met een werelds tapijt te bedekken, en in het landschap naast de weg de Goddelijke componenten systematisch door menselijke componenten te vervangen, opdat de ziel reeds spoedig geen rekening meer zou houden met de ware bron en de ware bestemming van haar leven. Nog gevaarlijker wordt het wanneer het de satan mogelijk wordt gemaakt om ook in de kerk al datgene wat de zielen ertoe kan uitnodigen, in het eigen hart God te zoeken, door wereldse componenten te vervangen. Jammer genoeg is muziek één van de wegen die hij in deze tijd daartoe heel graag gebruikt (dit zijn woorden van de Koningin des Hemels!).

Lieve zus, zeer veel dingen die door de gemiddelde ziel als aantrekkelijk worden beschouwd, zijn niet vrij van bijmengingen die niet door God zo zijn bedoeld. Dat is één van de redenen waarom de Meesteres van alle zielen de ontmaskering van de strategieën van de satan tot een wezenlijk onderdeel van Haar verkondiging heeft gemaakt. Bepaalde zielen vinden wellicht dat men niet in alles het spook van de duivel mag zien. Jammer genoeg worden zijn werken echter op grote schaal over het hoofd gezien. Wij mogen nooit vergeten dat hij, net zoals God, zijn werken via zielen laat uitvoeren. Om deze reden is het zo belangrijk dat de ziel die voluit heeft gekozen voor de Hemelse Meesteres, de tekenen van elke inmenging van de satan herkent. Mede om deze reden verheugt de Moeder Gods Zich over deze vragen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 332
De ziel stelt zichzelf beter niet bewust of met opzet aan louter wereldse invloeden (bijvoorbeeld feestjes) bloot – Over het terugnemen van een belofte wanneer men naderhand het gevaar voor de eigen ziel inziet – Is dansen een zonde? – Over de zelfverdediging – Hoe omgaan met voorschriften vanwege een wereldse overheid? – Over het geven van geschenken met Kerstmis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Onze levensweg is als een reis, de ster achterna die ons het Ware Licht toont. In principe is ook elke brief een dergelijke reis op dewelke men de ster Maria volgt, die ononderbroken naar het Ware Licht wijst. Elke vraag zouden wij kunnen vergelijken met een moment waarop wij de ogen van onze ziel naar de hemel richten om de positie van de ster vast te leggen. Dat wil ik ook nu samen met U doen. Laten wij de vragen beschouwen via dewelke U de Meesteres van alle zielen om het Ware Licht hebt gevraagd.

Iemand die ik eigenlijk niet zo goed ken, heeft mij voor een feestje uitgenodigd. Ik heb het gevoel dat ik haar moet vragen of zij gelovig is. Wanneer zij dan uitdrukkelijk schrijft, bijvoorbeeld, dat zij niet met God te maken wil hebben, kan ik antwoorden dat ik om religieuze redenen niet kan komen?

Het is een zeer goed idee, deze ziel te vragen of zij gelovig is. Haar antwoord zou U kunnen vertellen of verder contact zinvol is, want gesprekken of contacten buiten de religieuze sfeer leiden de ziel om zo te zeggen al gauw naar de woestijn. Zij openen voor de ziel de leegte van de wereld. De wereld begrijpt dit niet, maar toch is dit zo. Het wereldse leven vult zich van jaar tot jaar méér met de valstrikken van zinloosheid en tijdverspilling. Wanneer wij ons de beide doelstellingen van elk mensenleven voor ogen houden (de eigen heiliging en het leveren van de persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan), dan begrijpen wij onmiddellijk waarom in dit leven elk uur dat niet in deze zin tot nut kan worden gemaakt, in principe noch de ziel noch God tot nt is.

God brengt zielen niet zonder reden bij elkaar. Hij doet dit opdat het contact vruchten zou opleveren, zowel voor de betrokken ziel als voor Gods Heilsplan. Dit betekent meteen dat contacten die gericht van wereldse aard blijven, zoals bijvoorbeeld tijdens feestjes, het beste worden vermeden zodra de ziel heeft ingezien dat zij haar niet dichter naar de verwezenlijking van haar levensdoel kunnen voeren. Dit betekent niet dat het God niet welgevallig is wanneer de mens zich graag eens ontspant, maar er zijn nu eenmaal vormen van ontspanning waarbij de ziel het aangename met het (spiritueel) nuttige kan verbinden, en andere waarbij dit niet of nauwelijks het geval is. Het is belangrijk dat de ziel zich niet bewust of met opzet aan louter wereldse invloeden blootstelt. Maria wijst erop, dat datgene wat de ziel vaak met volhardende moeite opbouwt, verbazend snel bevuild kan worden of verloren kan gaan. Al het wereldse herinnert immers aan vele verborgen behoeften, die voor vele zielen de weg naar de heiliging versperren.

In eerste instantie had ik toegezegd. Zou het verkeerd zijn, nu nog af te zeggen, of zou het verkeerd zijn, toch te gaan, aangezien contacten waarbij men het Geloof zou moeten verloochenen, niet goed zijn. De naastenliefde is zeer belangrijk, maar het Geloof verloochenen, is toch ook niet juist.

Uw dilemma is begrijpelijk. Het zou voor U zijn alsof U een belofte niet nakomt. Nochtans zou het juist zijn, er niet heen te gaan. Het kan altijd gebeuren dat men iemand te snel een belofte doet, doch naderhand plots beseft dat deze belofte niet in overeenstemming kan worden gebracht met het spirituele leven. Dit inzicht moet men beschouwen als een 'koerscorrectie' vanwege de Heilige Geest. De Hemelse Meesteres beschouwt het niet als gebrek aan naastenliefde wanneer U uiteindelijk beslist, de zuiverheid van Uw ziel niet in gevaar te brengen, wel integendeel. Het zuiverste wat U zou kunnen doen, is het volgende: Biedt U Maria Uw 'verkeerde beslissing' aan, en wijdt U Uw definitieve beslissing om niet te gaan, aan Haar toe met de verklaring, dat U de zuiverheid van Uw ziel en deze van de andere zielen onder Haar hoede zou willen stellen. Op deze wijze zou U voor God volledig in orde zijn.

Heeft Maria tijdens Haar huwelijksfeest met Jozef gedanst? Is dansen een zonde?

Maria heeft op Haar huwelijksfeest niet gedanst. Dansen is, met uitzondering van bepaalde gevallen, geen zonde. In bepaalde gevallen is het ten minste een ondeugd, soms zelfs zondig, en wel in die gevallen waarin de intentie wordt gekoesterd, lichamelijke componenten van het mens-zijn te beklemtonen, tot en met de intentie, te verleiden. Voor elke handeling die een mens kan stellen, geldt in principe: Of een handeling zondig of ten minste ondeugdzaam is, hangt af van de hartsgesteldheid waarin, en de intentie waarmee, de ziel deze volbrengt.

Een voorbeeld: Een dame kan haar haren kammen uit respect voor haar medemensen. Hier is geen sprake van zonde noch van ondeugd. Kamt zij echter haar haren met de bewuste intentie, een man in haar buurt door deze handeling te verleiden, dan is er minstens sprake van een ondeugd. Op deze wijze kan elke lichaamsbeweging ofwel volledig neutraal zijn, ofwel op grond van de achterliggende bedoeling, ondeugdzaam of zelfs zondig.

Maria heeft mij verzekerd dat Zij nooit heeft gedanst, behalve in Haar prilste levensjaren, zoals een klein meisje dit tijdens haar spel wel eens doet. Vanaf de jaren van Haar groeiende vrouwelijke aantrekkelijkheid heeft zij welbewust geen handelingen meer gesteld door dewelke Haar lichamelijkheid op om het even welke wijze had kunnen worden beklemtoond. Op Haar huwelijksfeest deed Zij in wezen hoofdzakelijk twee dingen: Zij sprak zacht en bevallig tot de gasten over spirituele thema’s, en in Haar Hart bad Zij voor alle zielen om Haar heen. De hele tijd merkte niemand hoe Haar verrukte aangezicht in werkelijkheid uitdrukking gaf aan Haar innigste aanraking met het Hart van God.

Kan of moet men zich als aan Maria toegewijde ziel bij een overval, waarbij men met de dood wordt bedreigd, verweren? Is Maria het daar mee eens? Of zou men, net als Jezus, uit offerbereidheid de dood moeten ingaan?

Het ideale geval zou er als volgt uitzien: De aan Maria toegewijde ziel zou onder alle omstandigheden een vervolmaking van haar overgave aan de Goddelijke Voorzienigheid moeten nastreven, omdat een basisregel van de volmaakte toewijding, het rotsvast geloof in de Hemelse leiding van alle details op de levensweg is. Dat zou meteen betekenen dat de aan Maria toegewijde ziel bij een overval of onder bedreiging met de dood, het gebeuren als een beschikking van de Goddelijke Voorzienigheid beschouwt. Nochtans rust op de ziel eveneens de verplichting, rekening te houden met de toekomst van de zielen voor dewelke zij, in voorkomend geval, een bepaalde verantwoordelijkheid te dragen heeft. Een voorbeeld daarvoor zou kunnen zijn: Een man met vrouw en kinderen, die financieel volledig van hem afhankelijk zijn, mag zich onder geen enkele voorwaarde lichtvaardig aan levensgevaarlijke situaties blootstellen indien dit op één of andere wijze kan worden vermeden.

Maria laat stellen: Indien deze man, ondanks zijn voorzichtigheid, toch wordt gedood, sterft hij als martelaar, en zal de Goddelijke Voorzienigheid de achtergeblevenen niet in de steek laten. Daartoe hoort echter de voorwaarde dat deze laatsten zich niet van God afwenden, want dan zetten zij de Goddelijke Voorzienigheid zelf buiten kracht. Gevallen zoals deze zijn weliswaar niet zeer talrijk, maar zij komen voor, en in principe verwacht niemand hen vooraf. Dit is één van de redenen waarom een ziel dagelijks het eigen wezen, de eigen levensweg en de leefomgeving (man, vrouw, kind(eren)... ) aan Maria zou moeten toewijden, met de smeekbede dat Zij dit alles onder de leiding van de Goddelijke Voorzienigheid zou bewaren en behoeden. Daarom wordt Maria ook de Moeder of de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid genoemd.

Ik bezit een rijbewijs voor een auto met automatische koppeling. Onze auto is er echter één met pedaalkoppeling. Is het verkeerd, met deze wagen te rijden wanneer ik, bijvoorbeeld, soms alleen naar het postkantoor ga, want eigenlijk heb ik voor deze wagen geen geldig rijbewijs?

Het heel eerlijke antwoord luidt: Doet U dit niet meer. Het is absoluut verleidelijk, te menen dat het wel volkomen in orde is, omdat het voornaamste is, dat men kan rijden en niemand het merkt. In dergelijke gevallen is het ook wat vermetel om Maria te vragen dat Zij de politie in een andere straat zou bezighouden zolang men zelf onderweg is, want God verhoort geen gebeden die het voltrekken van een daad in staat van ongehoorzaamheid beogen. Ik houd U ook hier een basisregel van de volmaakte toewijding voor ogen: Voorschriften vanwege een wereldse overheid behoren als beschikkingen vanwege de Goddelijke Voorzienigheid te worden beschouwd, en zouden derhalve niet met opzet en bewust mogen worden genegeerd. Het is nu eenmaal zo dat bepaalde wetten ietwat onzinnig lijken. U doet er echter goed aan, er niettemin rekening mee te houden, zolang Uw geweten U niet verraadt dat de betreffende wet ondubbelzinnig zondig is. In het geval dat wij hier hebben besproken, is dit niet zo.

Aangezien het weldra Kerstmis is, vraag ik mij af of het een zonde is wanneer men elkaar geen geschenken geeft?

Absoluut niet, op voorwaarde dat 'geen geschenken' betekent: geen materiële dingen. Ik verwijs hier opnieuw naar de regel dat God elke handeling evalueert volgens datgene wat omgaat in het hart van diegene die de handeling stelt. Indien U niemand iets goeds toewenst, of Uw Liefde tot Uw medemensen zo klein is dat U het hen niet gunt dat zij iets zouden krijgen of zouden bezitten, zal God niet tevreden zijn over Uw ingesteldheid. U schiet dan tekort in Liefde. Bezit U nauwelijks iets, hebt U geldgebrek, dan zou het onvoorzichtig zijn, schulden te maken om voor een medemens iets te kopen. Wanneer U het niet doet vanuit het principe dat U er niet van houdt om van Kerstmis een commercieel, materieel feest te helpen maken, dan zal God Uw houding met vreugde begroeten.

Wat verlangt God voor Kerstmis van elke mensenziel met betrekking tot haar medemensen? Niets anders dan Liefde, oprechte, zelfverloochenende Liefde, in elk opzicht. De ziel hoeft haar medemens niet absoluut een materieel geschenk te geven, behalve wanneer deze iets nodig heeft om te kunnen overleven. Elk materieel geschenk dat de ware levensbehoeften overstijgt, is in principe onnodig, omdat het weinig méér is dan iets materieels.

Het mooiste kerstgeschenk dat de ziel een medemens kan geven, bestaat hierin, deze medemens te helpen om zijn levenstaak voor God en voor zijn eigen spirituele vervolmaking te voltooien. De ziel kan dit doen door haar medemensen Liefde te schenken, nieuwe Hoop te geven, moed in te spreken, Licht in het hart te laten stralen, kortom door voor haar medemens een levend teken van Gods Liefde en Tegenwoordigheid te zijn. Waarlijk rijk bedeeld met Kerstmis is de ziel die nieuw Leven ingestort krijgt. Men kan zijn medemens nieuw Leven instorten door hem een nieuw fundament voor zijn denken en voelen te helpen bouwen, door nieuwe Liefde, nieuwe Hoop, nieuwe moed, nieuw Geloof en nieuw vertrouwen in zijn hart binnen te stralen. Zalig de ziel die dit doet, want zij is als Maria, die Jezus geboren laat worden... in een medemens.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 333
Over begrafenis en crematie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Allereerst wil ik mij verontschuldigen voor de wat langere wachttijd eer dit antwoord tot U kon komen. Het is U intussen waarschijnlijk bekend dat ikzelf hieraan niets kan veranderen. Maria Zelf beschikt en beslist over de volgorde waarin de brieven worden beantwoord. Graag nu in verband met Uw vraag:

Wat zegt de Hemel over het feit dat bepaalde priesters crematie gelijkstellen met de gebruikelijke begrafenis?

De Meesteres van alle zielen geeft klaar en duidelijk de voorkeur aan een begrafenis. Het feit dat er steeds méér priesters zijn die dit anders zien, verandert niets aan de voorkeur in Gods Hart. De voornaamste redenen zijn, volgens de Koningin des Hemels:

  1. het feit dat God van elke ziel een volledige navolging van Christus verlangt. Het allerheiligste Lichaam van Jezus werd niet verbrand, maar begraven;
  2. de eerbied voor het Werk van God, Die elk menselijk lichaam heeft geschapen.

Het lichaam is namelijk opgebouwd op het fundament van de Goddelijke Intelligentie, welke het genetisch pakket en alle aanwezige bouwstoffen bepaalt, bestuurt en richting geeft, om dit alles tot een menselijke gedaante om te vormen volgens een groeiplan, dat door niets anders dan door Gods Geest wordt uitgedacht en uitgewerkt, stap voor stap. Het menselijk lichaam is ertoe voorbestemd, tempel van de Heilige Geest te zijn, in dewelke de ziel haar aardse reis moet voltooien. De Goddelijke Voorzienigheid leidt niet slechts de ziel, maar ook het lichaam, en alles wat het lichaam overkomt, een heel leven lang, opdat het precies datgene moge ervaren wat de ontplooiing van de ziel en de verwezenlijking van haar levensopdracht dient. Deze tempel behoort niet verbrand te worden.

Maria laat in dit verband nog uiteenzetten dat de Goddelijke Intelligentie het zo heeft voorzien, dat de opname van het lichaam in de aarde volgens een Goddelijke beschikking verloopt. Wanneer het lichaam echter na de dood aan het vuur wordt toevertrouwd, verloopt het proces niet spontaan, dus niet volgens het Goddelijk Plan, maar wordt door menselijk ingrijpen versneld. Laten wij het beeld van de tempel gebruiken: Bij een teraardebestelling neemt God het lichaam als het ware steen na steen uit elkaar, volgens Zijn inzicht. Bij crematie daarentegen, wordt de tempel uitgeleverd aan een brand, die hem onsystematisch vernietigt. Maria noemt dit laatste proces een "daad van onbegrip ten aanzien van een Wonderwerk van God en een werktuig van medeverlossing".

Lieve zus, ik hoop dat deze uiteenzetting volgens de opvattingen van de Moeder Gods U zal kunnen helpen. Zij moet ons in principe leren, hoe respectvol God met Zijn Bouwwerken omgaat, en hoe anders vele dingen zouden verlopen indien men hier op aarde alles werkelijk zou doen zoals God het wil. Zelfs nadat het principe dat aan het lichaam het leven geeft (namelijk de ziel), het omhulsel heeft verlaten, verlangt God nog steeds dat dit omhulsel wordt overgelaten aan het lot dat Hij ervoor heeft voorzien. Wanneer Hij het levenloze zijn waardigheid al wil laten, hoe zeer is onze Hoop dan gerechtvaardigd, dat onze ziel, die tenslotte met de kiem van heiligheid is voorzien, bij God in de beste handen is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 334
Over aanbidding van het Allerheiligste Sacrament

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wil ik U van harte feliciteren in verband met Uw initiatief om een eeuwigdurende aanbidding op touw te zetten. Een eeuwigdurende aanbidding zou men kunnen vergelijken met een belijdenis jegens God via dewelke de zielen zeggen: "Wij willen geen seconde meer zonder U zijn, en ook aan de verlatenheid waaronder de zielen U te lijden geven, moet een einde komen". Prachtig, want God is het Ware Leven. Er zijn zielen die menen dat zij ware christenen zijn die geen fouten maken, terwijl zij tegelijkertijd beweren 'dat zij niet elke minuut van de dag met God bezig kunnen zijn'. Wat zouden deze zielen doen, mocht God tot hen zeggen: "Ik kan niet elke minuut van de dag met jullie bezig zijn"? Mocht God een ziel ook maar één seconde uit het oog verliezen, dan zou het leven van deze ziel ogenblikkelijk ten einde zijn. Aangezien er ook onder de christenen ontelbare zielen zijn die niet inzien van welk essentieel belang het is, bezig te zijn met God en Zijn Werken, Plannen, Mysteries en onderrichtingen voor de ziel en de staat van haar Verlossing en heiliging, kan deze duisternis slechts door stromen van Licht worden verdreven. De aanbidding is één van de zonnen die de mensenziel kan laten opgaan.

Wat betreft Uw vraag: Wat zou de Meesteres van alle zielen wensen voor de aanbidding van het uitgestald Allerheiligste Sacrament? Graag verwijs ik in dit verband naar de publicatie over de aanbidding van het Allerheiligste Sacrament (Openbaring van 23 mei 2003). (Later, na deze antwoordbrief, inspireerde de Meesteres nog de uitgebreide tekst over aanbidding, die wordt weergegeven in het menupunt Aanbidding). Maria laat mij bovendien op het volgende wijzen:

In de kern van elke aanbidding moet het oprechte verlangen staan, één met God te zijn. Om begrijpelijke redenen vindt U het ongepast, af en toe eens te gaan zitten in plaats van te knielen. Nochtans moet men voor ogen houden, dat God meer verheugd is over een ziel die om één of andere reden soms eens moet gaan zitten, maar die daarbij het verlangen naar God niet uit het hart laat wegvloeien, dan over een ziel die constant geknield zit doch in het hart ver van Hem verwijderd is. God kent onze zwakheden en onze beperkingen, ook de lichamelijke. De waarde van een aanbidding voor Gods Heilsplan en voor de ziel zelf wordt in de eerste plaats bepaald door datgene, wat in het hart omgaat. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou geen enkele zieke of gehandicapte ooit genade kunnen vinden, want onder deze mensen zijn er die nauwelijks of niet kunnen knielen.

Nog belangrijker dan de lichaamshouding is dus de hartsgesteldheid. De aanbidding is in principe een oefening van de ziel die zich voor honderd procent met al haar innerlijke processen naar het Wezen van God richt. De zin van deze oefening bestaat hierin, dat de ziel zich volledig en restloos tegenover God tracht te ontledigen, en alles vóór Hem neerlegt wat zij in zich draagt, maar eveneens dat zij zich volledig ontsluit voor datgene wat God haar gedurende de oefening zal laten toestromen, via welke weg en in welke vorm dit ook moge zijn. Aanbidding is derhalve gelijktijdig lofprijzing, dankzegging, beschouwing, verkenning van zichzelf en van de Liefde van God, het gericht opladen van de eigen levenskracht, opening van de communicatiewegen met God in beide richtingen, ontplooiing van het spirituele leven, bezinning over de eigen zwakheden, beperkingen en niet goed ontwikkelde vermogens, en nog veel meer. Kort samengevat, zou ik aanbidding zelfs als een harmonisch ontplooien en samenbrengen van drie activiteiten kunnen bestempelen: De verkenning van de Godheid, de verkenning van het 'zelf' (het eigen wezen), en de verkenning van de verbindingskanalen tussen de Godheid en het 'zelf'.

Bij dit alles is het noodzakelijk dat de ziel in aanbidding zich erin oefent, de geest en alle geestelijke processen zoveel mogelijk uit te schakelen en het hart (de wereld van de innerlijke gevoelens, van de verwerking van de binnenstromende Liefde en het richting geven aan de buitenstromende Liefde) volledig te openen. Wereldse gedachten mogen niet meer worden gevoed. Het hart moet ook zo zuiver en positief mogelijk ingesteld zijn: Elk gevoel van wrok, haat, gebrek aan vergeving, jaloersheid, nijd en dergelijke, vermindert de vruchtbaarheid van de uitwisseling tussen de ziel en God. Men zou kunnen zeggen dat aanbidding een soort spiegel is van datgene, wat het volledig innerlijk leven met God zou moeten zijn: Elke seconde van het leven zou de ziel de processen die ik zojuist met betrekking tot de aanbidding heb mogen aanduiden, in de praktijk moeten beleven en ontwikkelen. De aanbidding zou in deze zin kunnen worden beschouwd als een blauwdruk van het Goddelijk Leven dat de ziel moet nastreven. Aanbidding moet dus een levenshouding worden.

De ontwikkeling van de werkelijk vruchtbare innerlijke gesteldheid voor de aanbidding volgt stap voor stap. De ziel slaagt er meestal niet onmiddellijk in, zich voor langere tijd met het hart diep in het eigen innerlijk leven te laten verzinken, zonder zich daarbij door de geest te laten afleiden. Het kan nuttig blijken, af en toe beschouwende lectuur ter hand te nemen: een gebed, een korte tekst, een klein hoofdstuk uit een Hemelse onderrichting. Elke lectuur die het hart volledig ontsluit en de ziel van werelds denken losmaakt, kan behulpzaam zijn. Ter afwisseling mag ook gerust een Rozenkrans worden gebeden, bij voorkeur in stilte en met de innerlijke blik totaal op het leven van Jezus en Maria gericht.

Het is goed, te overwegen dat God van de ziel in aanbidding geen prestaties verwacht, ten hoogste een liefdevolle inspanning om Hem te tonen dat zij apprecieert dat Hij er is, en dat zij zo dicht mogelijk tot Hem zou willen naderen. Aanbidding beoogt de bevrijding van het innerlijk leven, waarbij de ziel de verbindingskanalen tussen zichzelf en God tracht te ontsluiten. De ziel leeft uiteindelijk uitsluitend van Gods Liefde. De opname van deze Liefde wordt in hoge mate door elke wereldse invloed geremd. Anders uitgedrukt: Alle wereldse indrukken en invloeden, gedachten en herinneringen, met inbegrip van oude kwetsuren, blokkeren de toegangswegen waarvan God Zich bedient om de ziel met al Zijn gaven, Zijn Liefde en het Goddelijk Leven te voeden, haar te zuiveren en haar Zijn inspiraties en leiding te laten toekomen.

De aanbidding vormt een uitstekende oefening om deze toegangswegen vrij te maken, opdat de ziel zowel Gods Liefde in zuivere vorm kan laten binnenstromen, alsook de eigen Liefde zuiver vorm te kunnen geven en naar God toe te laten stromen. Wat bij de aanbidding naar buiten stroomt, naar God toe, stroomt in werkelijkheid over de gehele Schepping uit, en verhoogt de staat van genade van de hele Schepping. Om deze reden ontwikkelt een liefdevol beleefde aanbidding veel Licht: Zij ontsluit in de ziel zelf het ene vermogen na het andere, en in de mate waarin deze ontwikkelingen het vermogen om lief te hebben in de ziel laten ontvouwen, wordt op indirecte wijze de hele Schepping daardoor aangeraakt. Wij mogen nooit vergeten dat de hele Schepping een netwerk is, waarin alle draden met elkaar verbonden zijn en waarvan de draden meer 'stroom doorlaten' naarmate in de knooppunten meer stroom wordt opgewekt. Deze opwekking wordt bepaald door de kracht van de Liefde en door de wil om met hart en ziel in God wortel te schieten.

In het licht van alles wat Maria hier laat uiteenzetten, kunnen wij aanbidding beschouwen als een oefening via dewelke niet alleen God wordt geprezen, maar via dewelke de ziel zichzelf kan leren doorgronden en derhalve haar spirituele vruchtbaarheid kan vergroten. Aanbidding zou een fase moeten zijn tijdens dewelke de ziel tot het ware bewustzijn van het 'zelf' komt. Slechts in de mate waarin de zielentempel zichzelf leert kennen en zij het grondplan van de eigen verborgen vermogens en eigenschappen heeft doorgrond, kan de ziel de positie van de vele deurtjes en venstertjes leren kennen, waarmee de Schepper haar heeft uitgerust. Deze kennis is het, die de ziel in staat zal stellen, het Goddelijk Licht, de kracht van het Goddelijk Leven, volledig in zich op te nemen. Daarom gaat het uiteindelijk, wanneer de ziel haar levensopdracht wil vervullen.

Om deze reden kan aanbidding niet worden beschouwd als een eenrichtingsstraat langs dewelke de ziel God iets heeft te bieden, maar als een autoweg via dewelke God op verscheidene rijvakken gelijktijdig Zijn leveringen in de zielen naar binnen wil voeren. Aanbidding is derhalve niet iets dat God vanwege de ziel voor Zichzelf verlangt, maar veeleer een gelegenheid die Hij heel graag benut om de ziel dichter tot Zich te brengen. De zielen zouden hiermee rekening moeten houden, opdat zij de waarde van de aanbidding beter zouden kunnen inschatten.

U vraagt tevens of de uitstalling of terugplaatsing van het Sacrament mag worden uitgevoerd door een zuster die hiervoor een kerkelijke goedkeuring heeft. De algemene basisregel is, dat de zielen nooit uit het oog mogen verliezen dat een kloosterzuster, evenmin als elke leek, nooit de handelingen mag stellen die aan de priester zijn voorbehouden. In het geval van een kerkelijke toestemming is in die zin alles in orde, dat dan op de Kerk de verantwoordelijkheid voor deze beslissing rust.

Lieve broeder, aanbidding is als een lichtgenerator. Deze generator wordt pas door de Liefde in het hart in gang gezet. Wanneer U deze tot een machine voor toprendement wil aanzwengelen, wijdt U dan elke aanbidding toe aan Maria en vraagt U de Koningin des Hemels uitdrukkelijk dat Zij elk proces zou regeren. Zij zal het zijn, Die het hele gebeuren vóór God zal brengen, want Zij is Zijn hoogste Verbindingsofficier. Zij is tevens de Satelliet, Die al datgene wat naar God omhoog wordt gestuurd, duizendvoudig versterkt over de hele Schepping uitstraalt. Begint U derhalve elke aanbidding met een toewijding aan Maria, opdat deze oefening tot een ervaring van Licht moge kunnen worden. De Hemelse Meesteres is er immers om elke ziel volledig voor het Goddelijk Leven te ontsluiten. Gedurende de aanbidding kan Zij de ziel en het hart in een totaal andere richting oriënteren.

Ik verlang intens dat Uw initiatief zeer succesrijk moge worden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 335
Hoe kunnen wij een op grond van haar handicap zeer beperkte ziel helpen, haar spirituele vruchtbaarheid te laten groeien? – De lichamelijke of geestelijke handicap van een ziel is vaak haar eigenlijke roeping

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Steeds weer wordt mijn hart gepijnigd bij de vaststelling dat de wereld, die door God als één tuin werd geschapen, gedegenereerd is tot een landschap waarin zeer veel elementen helemaal niet meer bij het oorspronkelijke Plan van de Goddelijke Tuinarchitect passen. Zo kunnen wij daadwerkelijk vaststellen, zoals U het uitdrukt, dat er zielen zijn – en zij zijn zelfs zeer talrijk geworden – die in een 'niemandsland' leven. Zij zijn, bijvoorbeeld, naar de vorm christen, maar belijden het christendom niet, of zij leiden een leven met ouders die een verschillend Geloof belijden, of waarvan zelfs één van hen atheïst is. Hoe kunnen deze zielen worden geholpen? Deze vraag is zeer moeilijk te beantwoorden, en wel om deze reden:

Allereerst moet de betrokken ziel bereid en geneigd zijn, zich over Gods Waarheid te laten onderrichten, anders komt er niets van terecht. Elk gebrek aan bereidheid of aan interesse is als een stalen pantser: Men komt er niet doorheen indien de vlammenwerper van de Ware Liefde het staal niet laat wegsmelten. Geen enkel menselijk hart kan zo heet worden, dat het deze opdracht zou kunnen volbrengen. Slechts de Hemel kan dit doen, maar heeft daartoe wel nood aan de onbeperkte inzet van minstens één ziel.

De jonge man kan niet spreken, is spastisch verkrampt, maar begrijpt datgene wat hij hoort. Hij verheugt zich wanneer hij over religieuze thema’s hoort spreken. Er is dus een openheid, een ontvankelijkheid voor het Goddelijke. Derhalve is deze ziel bereid om een toevloeiing van Liefde in zich op te nemen, en deze Liefde wordt ook in zijn spirituele leven gebruikt (...).

U vreest dat het bij de jongen thuis tot ongunstige reacties kan komen omdat hij daar een andere spirituele atmosfeer gewaar kan worden. Wanneer hij echter de Liefde kan voelen, die van Maria in hem wil overvloeien, zal zijn spirituele wereld zich door deze gewaarwording laten tekenen, en zal hij innerlijk ook een grotere weerstand tegen elke andere gezindheid om zich heen ontwikkelen. Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken: De ziel zal niet meer zo gemakkelijk door de regen en de donkere wolken worden beïnvloed wanneer de zon in het eigen hart opgaat. Dat is precies wat wij hier moeten beogen: De zon in de jongen zelf, in zijn diepste innerlijke gewaarwording, te laten leven. Op grond van de vele informatie die U op de website over het Wezen van de Hemelse Moeder kunt verzamelen, zou het voor U zelfs mogelijk zijn, de jongen over Maria te vertellen. U vindt daartoe zeker heel geschikte passages, bijvoorbeeld in Wedergeboorte van het Aards Paradijs. In dit boek wordt de Moeder Gods immers voorgesteld zoals Zij op aarde werkelijk was, in al Haar Liefde en schoonheid. De jongen zou zich aan deze Liefde kunnen laven als aan een bovennatuurlijke bron.

De jongen leidt voor het grootste gedeelte een louter innerlijk leven. Precies daarom zou hij zo diepgaand mogelijk met spirituele indrukken en informatie moeten worden gevoed. Het hoeft daarbij niet te gaan om informatie die hem uitnodigt tot nadenken, maar die zijn gevoelsleven ontwikkelt. God heeft deze toestand in de jongen toegelaten omdat deze ziel op haar manier een heel concrete bijdrage tot Gods Werken kan leveren, en wel door de ontwikkeling van het innerlijke leven. Wanneer deze ziel informatie of indrukken, woorden, beelden enzovoort ontvangt, die met Ware Liefde zijn geladen, voltrekken zich in hem, volledig in het onzichtbare van zijn innerlijke leven, processen die voor God en Zijn Werken belangrijk zijn.

Maria beklemtoont, bijvoorbeeld: Wanneer aan de jongen een zachte, kleurrijke foto van Haar (Maria) wordt getoond, zal, vooral nadat Haar Aanwezigheid is afgesmeekt, Zij Zelf de onbeperkte macht van Haar Hemelse Liefde in zijn hart laten stralen, waar zich deze golf zal ontvouwen en uitbreiden, zoals het gebeurt wanneer men een steen in het water gooit en zich steeds verder uitbreidende kringen worden gevormd rondom de plaats waar de steen het water heeft geraakt. Deze zich heel ver uitbreidende golf van Liefde zal totaal in het verborgene uit dit hart 'omhoog worden gestuurd' om door God te worden ontvangen. Gelijktijdig echter ontplooien deze processen hun effecten ook binnenin deze ziel verder.

In duidelijke bewoordingen gesteld, betekent dit dat U, lieve broeder, deze ziel in hoge mate kunt helpen om haar hoogste vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan te verwezenlijken. De handicap van deze ziel is haar eigenlijke roeping. Het hangt geheel van Gods Plan met de jongen af, hoe de handicap zich verder ontwikkelt, maar indien hij spiritueel op de juiste wijze wordt gevoed, kan hij zich volledig voor de dienst aan Gods ontplooien. Zelf kan hij geen initiatieven nemen, de gelegenheden tot spirituele ontplooiing moeten hem werkelijk van buitenaf worden aangeboden. Het nut van Uw zorgzaamheid en naastenliefde gaan derhalve veel verder dan U vermoedelijk meent.

Lieve broeder, ik sluit U en de jongen zeer graag in mijn hart om U beiden vóór de Meesteres van alle zielen te brengen en U aan Haar toe te wijden. Wijdt U de jongen, zijn toestand en zijn levensopdracht vurig toe aan de Meesteres. Zij kan dit alles zeer vruchtbaar maken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 336
Over de dood van een kind – Over een ongeldig gesloten huwelijk – De ziel kan zich ook zonder schuldig te zijn, bevuild voelen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Maria is de Koningin van de Ware Hoop omdat Zij deuren opent die vaak sedert jaren vergrendeld lijken. Soms bevalt het Haar zelfs, zielen op het bestaan van deuren te wijzen waarover zij nog niets weten. Nooit is de weg ten einde wanneer de Koningin des Hemels om hulp wordt gevraagd. Ik dank U van harte voor het overzicht van Uw levensweg. De Moeder Gods verduidelijkt graag enkele punten vanuit het strikt spirituele perspectief, opdat U zou weten hoe U vóór God staat.

Het dodelijk ongeval van Uw zoon is in geen enkel geval een straf van God 'omdat U een slechte moeder zou zijn geweest'. Uw kind is toen zo jong gestorven omdat God zijn levensloop zo had voorzien. Het kind zou in elk geval op dat tijdstip zijn gestorven, om het even hoe U destijds leefde. U treft geen schuld. U hebt veel van hem gehouden, ondanks al het tegenovergestelde dat de satan U heeft willen aanpraten. Opgeladen met deze Liefde, is de jongen vóór God verschenen en heeft daar voor U voorspraak gepleegd, omdat U het toen reeds heel moeilijk had. Hij heeft nooit opgehouden, U op Uw levensweg te begeleiden. U kunt nu nog met deze gebeurtenis vrede sluiten door de levensjaren van Uw zoon, zijn overlijden en Uw eigen desbetreffende gevoelens aan Maria toe te wijden. Op deze wijze biedt U dit alles aan de Koningin des Hemels, en kan Zij dit, als het ware met het parfum van Haar volmaakte Liefde besprenkeld, in Haar vlekkeloze Hart begraven, waar alles onder de onbeperkte macht van de heiliging valt, die Zij bewerkt.

Met betrekking tot Uw verdere levensweg en alle elementen die deze hebben getekend, zou een levensbiecht inderdaad een goed idee zijn. Uw probleem is dat U, zoals U het zegt, sedert jaren in concubinaat leeft, en bij het Sacrament van de Biecht het voornemen hoort, 'zich te zullen beteren'. Hierop luidt het antwoord van Maria met niet mis te verstane woorden: Dit concubinaat wordt U in de Hemel niet als schuld aangerekend, omdat Uw man onder valse voorwendselen met U is gehuwd, en U Uw beslissingen steeds hebt gebaseerd op de informatie die U werd verleend en die U als juist hebt aangenomen. Het leven in concubinaat zou voor U wel een zonde zijn geweest indien de echte toestand U bekend zou zijn geweest en U deze desondanks in stand zou hebben gehouden. Bij de Biecht hoort inderdaad het voornemen, zich te zullen beteren, maar U hebt desbetreffend in Gods ogen geen zonde begaan. Zelfs de priester heeft toen het Sacrament van het Huwelijk verleend omdat hij klaarblijkelijk misleid is geweest.

Moet U zich nu laten scheiden? Aangezien Uw man op het tijdstip van de huwelijksvoltrekking niet was gedoopt, zou U een kerkelijke huwelijksontbinding kunnen aanvragen, aangezien het huwelijk ongeldig is gesloten.

Zoals U schrijft, hoort bij de Biecht ook het berouw, maar U voelt de 'pijn van het berouw' niet. Dat is zo omdat U desbetreffend over niets berouw hoeft te hebben, want U hebt in dit verband geen zonde begaan.

Uw hart wordt sedert vele jaren geleidelijk aangevreten door de gedachte dat U een slecht leven zou hebben geleid. Nochtans ziet de Hemel dit niet zo: God heeft U een gevoelig hart gegeven. Deze gevoeligheid is misbruikt. Uit naastenliefde hebt U zich in een situatie laten meetrekken, die Uw hart onmiddellijk in een innerlijk conflict heeft gestort: De naastenliefde enerzijds, het onbewuste inzicht in de niet door God gewilde omstandigheden op Uw levensweg anderzijds. Uw ziel is tenslotte meermaals geconfronteerd geweest met de uitvluchten van de ziel die U in deze situatie heeft gebracht. Om deze redenen voelt Uw ziel sedert jaren een duistere nevel boven Uw levensweg, en deze is het, die U het gevoel geeft dat U een slecht mens zou zijn.

Ik moet U op het volgende wijzen: Welke moeder zal haar kind afstoten omdat het in een gracht vol slijk is gevallen? Zal zij het niet veel eerder vol medelijden wassen? Zo beschouwt Maria U: Als Haar dochter die in een gracht is gevallen en zich heeft bevuild, maar die er niet door eigen schuld zo besmeurd uitziet. De Hemelse Meesteres wil U daarom nu van alle slijk van Uw leven zuiveren. Een Biecht zou goed zijn in deze zin, dat U de vele ongunstige gevoelens die Uw hart hebben beklemd, naar boven kunt brengen, want deze hebben in hoge mate ertoe bijgedragen dat U nauwelijks nog met Uzelf kunt leven en U Uw hart ook daarom zo verregaand hebt gesloten. Uit Uzelf had U dit nooit gedaan, want U bent van nature een waarachtig liefhebbende ziel.

Wijdt U voor het overige Uw leven tot de dag van vandaag, en heel bijzonder al Uw hartenpijn en de huidige gesteldheid van Uw hart toe aan Maria. Vraagt U de Koningin des Hemels dat Zij U van de doornen van de beklemming zou bevrijden, want deze zijn het, die U het gevoel geven dat U nauwelijks nog kunt ademen. Het lijkt U alsof Uw ziel geen lucht meer krijgt. Maria zal voor U de zuurstof van de bevrijding bekomen. Legt U zich vandaag nog vol vertrouwen in Haar handen. Ik doe het nu reeds, in voorbereiding op Uw wedergeboorte.

U vreest dat de toelage die U ontvangt ten bate van de echtgenoot, U niet toekomt. Objectief gezien hebt U gelijk, omdat Uw huwelijk ongeldig is. Nochtans draagt U hieraan geen schuld. Indien U volkomen eerlijk wil zijn, zou U de betreffende instanties hierover in kennis moeten stellen. Ik kan u echter verzekeren dat, indien U de eerlijkheid kunt opbrengen om deze stap te zetten, de Goddelijke Voorzienigheid van Haar kant tien stappen naar U toe zal komen om ervoor te zorgen dat het U aan niets ontbreekt.

Lieve zus, wanneer de ziel de Ware Liefde eert, haar in zich wil laten bloeien als lentebloesems, al het mogelijke doet om in haar leven orde op zaken te stellen, en via Maria alles met God uitpraat, om zich daarna in te zetten om een leven naar Zijn verlangens te leiden, zal het haar aan niets ontbreken. Ik kan U plechtig verzekeren dat God de Zijnen nooit in de steek laat. De ziel die slechts het goede wil doen, maar die door omstandigheden buiten haar wil om naar de rand van de weg wordt geblazen terwijl zij zich voorneemt, God terug te vinden, zoals dit nu in Uw hart leeft, staat met onuitwisbare inkt in Gods Boek opgetekend.

Blijft U niet langer staan bij Uw verleden. Wie dit doet, zal steeds opnieuw over dit verleden struikelen, omdat het dan steeds opnieuw als een zware steen op de levensweg vóór de ziel zal liggen, in plaats van achter haar. De ziel daarentegen, die deze steen opheft en hem in de handen van Maria legt, zal ervaren hoe de Koningin des Hemels hem in goud omvormt: De steen van het aan Maria toegewijde verleden wordt tot bouwstof van genaden voor de toekomst.

Ik bid van harte voor Uw bevrijding. Laat U deze stralen van Hoop, die Maria op U heeft laten stralen, in Uw hart tot een Vuur uitgroeien, dat U wekt voor een nieuw Leven. Ik verheug mij met U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 337
Over het Maria Domina Animarum Werk, in het bijzonder over het brievenapostolaat

(Op Pinkstermaandag 2013 liet de Hemelse Meesteres Haar beslissing bekend maken om het brievenapostolaat definitief te beëindigen. Voor de context van deze beslissing verwijzen wij naar Belangrijke info in verband met de antwoordbrieven. Verdere antwoordbrieven werden later nog sporadisch geïnspireerd en, indien zo door de Meesteres verordend, gepubliceerd onder niet genummerde brieven. Dergelijke antwoordbrieven werden nog slechts geschreven indien de Meesteres oordeelde dat zij op het betreffende ogenblik uitdrukkelijk Haar Plannen dienden).

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Tot mijn spijt kan of mag ik U voorlopig niets concreets schrijven over de door U naar voor gebrachte vragen. De reden is eenvoudig: Het zal U uit de geschriften bekend zijn dat Maria telkens weer beklemtoont, hoe onschendbaar de menselijke vrije wil is. Voor de Koningin des Hemels gaat deze regel zo ver, dat Zij in principe ook niet antwoordt op vragen wanneer de schrijver daarin niet uit vrije wil het probleem nader uiteenzet.

Eén ding kan ik U reeds mededelen, dat U misschien verder kan helpen met de passages over de brieven: Zoals alle door dit Werk van de Hemelse Meesteres verspreide geschriften, zijn ook alle brieven volledig door de Moeder Gods geïnspireerd. Alle daarin vervatte stellingen worden in het hart van Myriam door Maria ontwikkeld, die deze stellingen zowel aan de spirituele gesteldheid, de spirituele ontwikkeling als de spirituele behoeften van de vraagsteller oriënteert, en hen tegen de achtergrond van het hele systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven plaatst. Dit moge U in die zin geruststellen, dat dit Apostolaat slechts de Waarheid verkondigt, zoals deze door de Hemel Zelf wordt onderricht.

Telkens weer komt het voor, dat in de geschriften stellingen teruggevonden worden, die afwijken van datgene wat aan gebruikelijke kennis bekend is. Dit kan toe te schrijven zijn aan één van de volgende redenen, soms ook aan een combinatie ervan:

  • Ten eerste: God verkondigt niet alle componenten van Zijn Waarheid ineens. Dit zou Zijn Heilsplan niet ten goede komen. Om deze reden worden de elementen van de kennis van het Goddelijk Leven en van de Mysteries stap voor stap verkondigd. Elk van deze uitbreidingen van de 'gebruikelijke' kennis moet steeds opnieuw doorheen de barrière van de aanvaarding, omdat de zielen tijdens de beginfase van een 'vrijgave van kennis' niet steeds geneigd zijn om de 'nieuwe' elementen aan te nemen als authentiek van de Hemel afkomstig, of zeer velen (nog) niet tot het inzicht komen dat het gaat om kennis uit de Bron van de Eeuwige Liefde. Aangezien de Meesteres van alle zielen nu van God de opdracht heeft ontvangen om vele punten van verdieping van de spirituele kennis als een omvattend, sluitend systeem (door Haar de Wetenschap van het Goddelijk Leven genoemd) in relatief korte tijd aan de zielen door te geven, kan dit probleem zich jegens het Apostolaat vaker of gemakkelijker voordoen.
  • Aangezien het in dit Apostolaat strikt om de verkondiging van deze omvattende, verdiepende Waarheid gaat, worden door de Meesteres van alle zielen zeer veel dwalingen, wereldse bijmengingen en afwijkingen van de volheid van de Waarheid aan de kaak gesteld. Aangezien talrijke zielen deze wereldse bijmengingen en afwijkingen zelfs helemaal niet meer als dusdanig herkennen, kan de satan hen steeds weer de verdenking influisteren dat het bij Myriam van Nazareth gaat om onwaarheid, overdrijving of zelfs ketterij. Het zou U duidelijk moeten zijn dat, zoals de Meesteres het ooit uitdrukte:
dit Apostolaat door de satan zowel ten zeerste wordt gehaat als ten zeerste wordt gevreesd, aangezien zijn plannen en strategieën hier stap voor stap worden ontmaskerd, en door dit Werk voortdurend wordt gewaarschuwd voor de effecten van de vele werken van de satan in het wereldse leven.
  • Bovendien: Maria onderricht door dit Apostolaat via toepassing van een unieke methode: De Wetenschap van het Goddelijk Leven, dit geheel van leerstellingen die Maria aan de zielen laat overbrengen, wordt niet slechts theoretisch als systeem aangeboden, in de brieven wordt zij bovendien op de spirituele problemen en vragen van zielen van goede wil toegepast. Zij helpt daardoor zeer velen om het dagelijkse leven en de hele levensweg werkelijk zo vorm te geven dat de vruchtbaarheid van de ziel wordt verhoogd en de ziel zich veel beter kan ontwikkelen zoals God het wil. Zelfs dit unieke procedé kan bij bepaalde zielen vragen doen rijzen, omdat de vele vragen van spirituele aard, die de zielen bezighouden, op grond van deze uitbreiding, of verdieping, van het kennissysteem vaak op een heel andere wijze of langs heel andere wegen worden beschouwd en opgelost dan de zielen het gewoon zijn. Dit kan ook niet anders, aangezien in de brieven het geheel van de levensproblemen vanuit het perspectief van de Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt benaderd, en veel componenten van deze Wetenschap nog geen deel uitmaken van de in onze dagen gebruikelijke opvatting over Maria (namelijk op grond van Haar eigen openbaringen over Haar hele Wezen, met inbegrip van vele (nog) niet algemeen bekende facetten) en over het spirituele leven.

Dit alles leidt ertoe, dat dit Apostolaat bij de beschouwing van het leven niet bepaald op de platgetreden paden blijft, en derhalve door sommige zielen ofwel niet wordt begrepen ofwel ervan wordt verdacht, niet de stellingen van de Hemel te vertegenwoordigen.

Een meer expliciete verduidelijking, indien nodig, zal de Koningin des Hemels U graag geven, wanneer U de vragen die U bezighouden, concreet vóór Haar brengt. Ik ben ervan overtuigd dat U daarvoor begrip zult kunnen opbrengen, aangezien Maria door deze regel Haar respect voor de vrije wil van de ziel tot uitdrukking brengt. U kunt derhalve steeds op mij rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 338
Niet de begane fouten zijn van belang, maar wel de oprechte inzet om het goede na te streven – Ieder mens heeft rust nodig – Boodschappen met slechts negatieve inhoud zijn nooit van God afkomstig – Het belang van een innerlijk leven – Beproevingen zijn de springplanken naar groei in de Ware Liefde – Hebben de dieren een eigen Hemel?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met een vreugdevol hart heb ik Uw vragen in het Hart van de Hemelse Moeder laten overvloeien. Zoals gewoonlijk wil Zij deze met de golven van de Eeuwige Liefde omhullen en daaruit de antwoorden bereiden die U kunnen verder helpen. Laten wij Uw vragen chronologisch beschouwen:

Wanneer men wordt gezuiverd, wordt enerzijds de ziel gezuiverd, maar wij vervallen onmiddellijk weer in een andere zonde. Wij kunnen derhalve geen schone lei bewaren. Telt dan wanneer wij falen de wil die wij koesterden?

Het hele leven is een voortdurend vallen en opstaan, daar kan men niet omheen. Ten gevolge van de erfzonde, die Maria vroeger reeds heeft vergeleken met een lek in de ziel, verliest de ziel voortdurend Water van Goddelijk Leven – een beeld via hetwelk de Moeder Gods dit proces aanschouwelijk voorstelt. Dit 'verlies van Water van Goddelijk Leven' kan de ziel slechts opnieuw compenseren door de Liefde. In de mate waarin de ziel liefdevolle handelingen stelt, oprechte liefdevolle woorden spreekt, liefdevolle gedachten en gevoelens koestert, en in het hart de Liefde laat heersen, wordt het 'lek' in de ziel als het ware gedicht. Elke fout die de ziel heeft gemaakt moet dan door zuivering van het hart (bevrijding van het hart van alle bitterheid, van slechte gevoelens, enzovoort) door de Biecht en door goedmaking van haar effecten worden ontdaan. De ziel begaat echter steeds weer nieuwe fouten.

God evalueert de ziel niet in de eerste plaats op grond van haar fouten, maar vooral op grond van datgene wat zij doet, wanneer zij een fout heeft gemaakt. Hoe gaat zij met haar fouten om? Wat doet zij om deze weer goed te maken? Hoe worden de sporen van begane fouten in de ziel en in het hart verwerkt? Worden deze, bijvoorbeeld, toegewijd of worden zij daarentegen vastgehouden (wrok, gepieker, ontevredenheid over zichzelf, over het eigen lot, enzovoort) zodanig dat zij de ziel op termijn vergiftigen? Het is uiteindelijk steeds weer de ware, belangeloze Liefde die de ziel geneest. Aan onze medeschepselen Liefde betonen, vereist dat wij vooreerst het goede (willen) doen, zeggen, denken en voelen. De Ware Liefde is eigenlijk de absolute tegenstelling van de zonde. Wanneer de ziel in de Ware Liefde wil leven, desondanks echter fouten begaat (wat nu en dan nauwelijks kan worden vermeden), zal zij van God 'een goed punt krijgen' in de mate waarin zij oprecht moeite doet om in alles met volharding het goede na te streven.

Eigenlijk moet men er zijn voor de medemens. Ergens in het hart voelt men echter dat men eens innerlijke rust nodig heeft en deze ook zoekt. Dat kunnen de mensen niet begrijpen, en zij zijn dan op één of andere wijze beledigd. Hoe kan ik ertoe bijdragen dat zij zich niet zo voelen en mij dan ook de nodige rust gunnen?

In principe kunt U dit nauwelijks bewerken. Het zijn de anderen, die begrip moeten kunnen opbrengen voor het feit dat elk mens rust nodig heeft. Het feit dat men lichamelijk eens niet voor de ander klaar staat, betekent bovendien nog niet dat men de ander aan zijn lot overlaat of hem in de steek laat. Er bestaan altijd nog de verbindingen tussen de harten onderling, het stil gebed en de offers ten bate van de ander. Vaak zijn deze meer waard dan de lichamelijke aanwezigheid, maar men kan hen niet met de zintuigen vaststellen. Eigenlijk kunt U de mensen slechts om begrip en Liefde vragen.

Moet de Liefde tot de Heer via beproevingen worden vrijgemaakt?

Vele zielen vragen zich af waarom God hen niet het vermogen schenkt om het toppunt van de Liefde te kunnen opbrengen. Waarom Hij dit niet doet, ligt andermaal in Zijn Wil om voor de ziel het grootst mogelijke geschenk te bereiden. Het vermogen om lief te hebben, bezit elke ziel, want het wordt haar bij haar schepping ingegoten. Het is U intussen bekend dat het leven van elke ziel op aarde twee doelstellingen heeft: haar eigen heiliging te bewerken, en haar eigen bijdrage te leveren voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan door precies datgene na te streven wat door God van haar in elke situatie van haar leven wordt verwacht op grond van Zijn Wet, haar eigen roeping en de situaties waarmee zij in het dagelijks leven wordt geconfronteerd. Deze beide levensopdrachten kan de ziel slechts verwezenlijken door de Liefde. Om deze reden geldt dat de ziel in de eerste plaats de ontplooiing van het vermogen tot liefhebben moet nastreven.

Dit vermogen moet daadwerkelijk door beproevingen worden vrijgemaakt. Beminnen wanneer alles goed gaat, is gemakkelijker dan beminnen wanneer men door het leven wordt bedrukt. In Gods ogen is het iets groots wanneer een ziel in tijden van beproeving de Liefde tot Hem en tot haar medeschepselen zoekt. Het is de Liefde die elke beproeving tot een daad van overgave omvormt en de ziel ervan weerhoudt, te wensen dat zij weldra van deze beproeving zou mogen worden bevrijd. Elke beproeving op de levensweg geeft de ziel een nieuwe kans om deze gevoelens van overgave en zelfverloochening ten gunste van haar medeschepselen steeds verder te ontvouwen. Dat is de ware navolging van Christus: Lijden in Liefde en met het verlangen om door uit vrije wil afstand te doen van het eigen welbevinden, het medeschepsel én God tot nut te mogen zijn. God is men tot nut door Zijn Werken te bevorderen. Dit doet men door het eigen doen en laten en zelfs de verborgen gevoelens, in alles zo te richten dat deze niets anders dan Liefde verspreiden.

Waartoe dienen de boodschappen die komen van mensen die beweren, een werktuig van God te zijn? Er zijn daar veel tegenstrijdigheden. Moeten wij, gelovigen, ons daarnaar richten, of is het beter, er geen aandacht aan te besteden?

Indien het gaat om ware werktuigen van de Hemel, dienen de boodschappen of openbaringen ertoe, de zielen dichter naar God en naar het Goddelijk Leven toe te leiden, opdat Gods Heilsplan zich zou kunnen voltrekken. Wanneer dit Plan voltooid zal zijn, hangt namelijk volledig af van de actieve inzet van zielen. De ziel kan slechts een vruchtbaar, nuttig leven leiden wanneer zij weet, hoe zij zich moet gedragen om volgens Zijn verlangens te leven.

Wanneer boodschappen of openbaringen werkelijk 'van boven' komen, zouden de zielen hen beter niet terzijde schuiven. De Meesteres van alle zielen stelt met klem dat deze tijd veel te belangrijk is om de zielen te overladen met boodschappen die hen spiritueel niet voeden. Hemelse boodschappen leren de zielen derhalve hoe zij zich volgens de Goddelijke Wet dienen te gedragen, in principe wil dit zeggen: hoe zij zich kunnen heiligen. Aan dergelijke onderrichtingen geen aandacht schenken, zou jegens God tamelijk respectloos zijn. Verspreiden boodschappen angst en onzekerheid in plaats van Liefde en Hoop, dan zou het beter zijn, hen geen aandacht te schenken. De Moeder Gods zegt steeds: God bezorgt de zielen geen angst. Angst verlamt en misvormt, en kan de spirituele groei nooit bevorderen. De Meesteres van alle zielen breekt duisternis slechts af om onmiddellijk iets lichtvols in de plaats op te bouwen. Zij laat nooit een leegte of een ruïne achter, met andere woorden: Wanneer Zij op een gevaar of een afwijking van de Goddelijke Wet moet wijzen, vervangt Zij dit ook onmiddellijk door Hoop, bemoediging en Liefde. Wanneer slechts negativiteit wordt verspreid zonder tegenmiddel, blijft slechts duisternis, en deze komt nooit van God.

Zorgt de Hemel ervoor dat men iemand aan zijn zijde heeft met wie men over het Geloof kan praten of geeft de Hemel er de voorkeur aan dat men in eenzaamheid met Jezus en Maria leeft?

Dit hangt helemaal af van wat God met de individuele ziel van plan is. Bepaalde zielen zijn ertoe geroepen, door de stilte en eenzaamheid heilig te worden, anderen zijn ertoe geroepen, met andere zielen omgang te hebben. Het is voor elke ziel, zonder uitzondering, belangrijk, een innerlijk leven met Jezus en Maria te leiden. De spirituele ontwikkeling voltrekt zich immers innerlijk, om het even of de ziel met andere mensen leeft of niet.

Vroeger zou ik hebben gezegd: "Ik heb mijn mama nodig voor het Geloof", maar nu lijkt het mij dat ik de laatste tijd veel heb geleerd over mijzelf en ik ook in het Geloof ben gegroeid!

Het Geloof is een zaak tussen de individuele ziel en God. De jonge ziel steunt op de ouders en gedeeltelijk ook op andere zielen, die zij als houvast beschouwt en die zij meestal in verregaande mate volgt. Daarom is het uiterst belangrijk, in de omgang met kinderen een voorbeeld van deugdzaamheid te zijn en een wegwijzer die naar God als bron, zin en bestemming van alles verwijst. Zodra de mens volwassen wordt, is het belangrijk dat de ziel zich zelfstandig begint te ontplooien. Datgene wat zij heeft geleerd, gedragswijzen, reactiepatronen, onderrichtingen in de deugdzaamheid en veel meer, wordt nu in verbinding gebracht met de eigen eerste inzichten en ervaringen, alsook in voorkomend geval met de eerste gewaarwordingen over de eigen levensopdracht, en de 'spirituele persoonlijkheid' ontwikkelt zich. Vanaf dit ogenblik komt het erop aan, deze voortdurend te louteren, haar steeds opnieuw tegen de achtergrond van de eigen zich uitbreidende kennis van het spiritueel leven (via de Wetenschap van het Goddelijk Leven%C/span> verworven) te testen en onophoudelijk bij te sturen.

De ziel mag zich absoluut, zoals voordien, richten naar andere zielen die voor haar als voorbeelden van spirituele ontplooiing zijn, maar zij moet geleidelijk leren, de beslissingen over haar gedrag, haar gezindheden en opvattingen met betrekking tot alle geloofsvragen zelfstandig richting te geven. Zodra zij inderdaad een zelfstandig innerlijk spiritueel leven ontwikkelt, zal zij groeien, uit haar fouten leren, en steeds zuiverder waarden leren nastreven, op voorwaarde dat de wil tot heiliging aanwezig is. Dit alles komt niet zonder beproevingen, maar deze laatste zijn de springplanken naar groei in de Ware Liefde.

Komen de dieren eigenlijk later ook bij de mensen in de Hemel of is er voor de dieren een eigen Hemel?

Ik heb vroeger reeds mogen schrijven dat het levensprincipe van het dier, datgene wat zou kunnen worden vergeleken met de ziel bij de mens, na de dood naar God terugkeert, en – indien ik dit zo mag uitdrukken – in Zijn Hart wordt opgenomen, beladen met alle Liefde en alle leed dat dit dier tijdens zijn aardse leven heeft meegemaakt. Het getuigt derhalve vóór Gods Troon over de Liefde – of over het gebrek aan Liefde – die het heeft gekregen vanwege de mensenzielen met wie het in contact is geweest. Dit proces wijst erop dat werkelijk helemaal niets verloren gaat van alles wat op aarde is en alles wat op aarde gebeurt. Alles keert naar God terug.

Over het bestaan van een afzonderlijk dierenparadijs heeft Maria mij tot nu toe niets woordelijk gezegd. Zij heeft mij echter steeds gezegd dat alle levende wezens wier zonden volledig zijn uitgeboet, elkaar in het Paradijs terugzien, door de bovennatuurlijke waarneming van ziel tot ziel of van ziel tot levensprincipe. Dit te weten, is toch reeds verheugend.

Lieve zus, de ziel ziet van het aardse leven vaak vlugger de schaduwzijde dan de zonnezijde. Eigenlijk zouden wij helden van Hoop moeten worden, want de Ware Hoop is als een zonnestraal uit het Paradijs, die zich reeds een weg in het hart baant terwijl dit laatste nog op aarde is. Laten wij het zo beschouwen: Wanneer U op een veld staat en de middagzon staat boven U, bent U niettemin niet de enige op wie zij schijnt. Alle levende wezens die zich ver van U bevinden, worden eveneens belicht. Op deze wijze kunt U zich voorstellen dat de Zon die 'God' heet, haar stralen weliswaar ten volle verspreidt in het Hemels Paradijs, maar desondanks toch ook een straal schuin naar beneden stuurt, naar de zielen op aarde. Slechts de ziel die de innerlijke blik op het Paradijs richt, zal deze straal herkennen. Deze straal is deze van de Hoop, van het vooruitzicht op de Eeuwige Gelukzaligheid. Men kan haar ook bij regenweer terugvinden, want in de gelovige, liefhebbende ziel ligt zij (de Hoop) een leven lang in het eigen hart geborgen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 339
Kan men nalaten, te biechten wanneer men zich geen zonden kan herinneren? – Inzicht in de ondeugden als sleutel tot de voltooiing van de levensopdracht – Een leven in de deugd is in werkelijkheid de weg naar de ware vrijheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Opnieuw heeft de Moeder Gods er Haar vreugde in gevonden, een lammetje van Haar Zoon in het hart te kunnen fluisteren. Zij heeft de zielen zoveel Licht te brengen, zoveel Hoop te geven, zoveel warmte door te geven. God kan immers Zijn onmetelijke Liefde tot de mensenzielen niet tonen door alle beproevingen van hen weg te nemen. Dan zouden zij geen gelegenheden meer hebben om de Verlossing in zich te voltooien. Hij kan ook niet plots al hun vragen beantwoorden. Zij zouden dan niet langer de verdienste verwerven, niet alles te weten en derhalve af en toe beslissingen te moeten nemen, die zij op verdienstelijke wijze kunnen voorbereiden door via heel innig contact met God, antwoord te verwachten. Het Ware Geloof veronderstelt immers beide: De beproevingen op liefdevolle wijze doorstaan, en geloven in de werking van God in het hart. Via deze overweging komen wij bij Uw eerste vraag.

Wat moet men doen wanneer men regelmatig wil biechten, maar op een dag tijdens het gewetensonderzoek vóór de Biecht vaststelt dat men geen stof tot biechten heeft?

Wat de Meesteres van alle zielen nu wil laten schrijven, heeft niet betrekking op U persoonlijk, maar op de zielen in het algemeen. De zielen zijn vertrouwd met de gebruikelijke zonden waarop immers in de tien geboden wordt gewezen. Wat de gemiddelde christen jammer genoeg veel te weinig bekend is, zijn de ondeugden. Ik herinner hier aan de begripsbepalingen waarover de Meesteres in antwoordbrief 83 heeft laten schrijven:

Een ziel begaat een zonde wanneer zij ingaat op een ingeving, op grond van dewelke zij tot een afwijking van Gods Wet aangezet wordt, hetzij door een handeling, hetzij door een woord, door een gevoel, door een gedachte, door een verlangen of door een verzuim.

Een ondeugd is elke gezindheid of handeling die de vruchtbaarheid van de ziel voor Gods Werken en voor het Goddelijk Heilsplan vermindert.

Welnu, welke ziel kan in waarheid beweren dat zij zelfs maar één dag lang slechts handelingen heeft gesteld of gezindheden heeft gekoesterd, die haar vruchtbaarheid voor Gods Werken en Plannen volledig en onverdeeld in stand hebben gehouden? Elk spoor van negatieve verwachtingen, van duistere gedachten of gevoelens, van ongeduld, van gebrek aan voorzichtigheid en vele andere, vermindert reeds de mate waarin de ziel tot de verwezenlijking van haar levensopdracht bijdraagt. Bij elke ondeugd wijkt de ziel derhalve af van Gods Wil. Op deze wijze is het denkbaar dat een ziel een tijd lang – hoe lang, hangt af van vele omstandigheden – geen echte zonde begaat, doch in dezelfde tijdsspanne tientallen malen aan een ondeugd ten prooi valt. Vele ondeugden samen – en in de loop van één enkele week kunnen er inderdaad reeds vele samenkomen – kunnen het in een ziel aanzienlijk duister maken.

Maria beklemtoont de noodzaak dat de zielen zich verdiepen in de vele ondeugden die er zijn, en de verschillen tussen deugdzaam en niet-deugdzaam gedrag leren herkennen. Zij nodigt de zielen er daardoor toe uit, de hiernavolgende geschriften te bestuderen, die hen de kennis in de ondeugden kunnen verlenen, welke absoluut noodzakelijk is om zich volledig te kunnen heiligen en derhalve hun levensopdracht naar Gods zin te kunnen vervullen. Al deze geschriften zijn op de website onder de Onderrichtingen te vinden: Lentebloesems aan de Levensboom, Kruistocht naar de ziel, Wedergeboorte van het Aards Paradijs, De onverwelkbare Bloem van Galilea.
Deze vier geschriften bieden de zielen uniek materiaal ter voorbereiding op de Biecht, omdat zij de zielen erbij helpen, het spirituele leven en zijn vele geheimen veel dieper te doorgronden.

Het advies dat men niet hoeft te biechten omdat men zich geen zonden kan herinneren, is niet zeer verstandig. Wanneer iemand aan geen enkel detail van zijn of haar dagelijks leven opvalt dat hij of zij niet precies volgens Gods verlangens handelt, is het belangrijk, één van de bovengenoemde geschriften ter hand te nemen, het hart te openen, en onder de bezieling van de Heilige Geest en geleid door de Koningin des Hemels, zichzelf en het eigen innerlijke leven als in een spiegel te bekijken, want deze geschriften kunnen elke ziel tot spiegel dienen, waarin zij haar eigen schoonheidsfouten kan leren ontdekken. De Bron van deze geschriften zou trouwens niet de Meesteres van alle zielen zijn, mochten hierin niet, zoals steeds, de remedies, de geneesmiddelen worden aangeboden. Het is heel jammer dat aan de zielen heden ten dage nog zo weinig over de deugden wordt geleerd, want het in de praktijk omzetten van de deugden, en de kunst om ondeugden op de eigen levensweg en in de eigen leefomgeving te herkennen, zouden voor veel zielen een volledig nieuw fundament kunnen bouwen en hen de ware vrijheid bekomen. Een leven in deugdzaamheid is in werkelijkheid de weg naar de ware vrijheid.

Lieve broeder, één van de redenen waarom de staat van genade van de zielen als geheel steeds méér achteruitgaat, ligt hierin, dat de zielen steeds minder gevoelig zijn voor de verschillen tussen deugd en ondeugd. Er wordt hen eenvoudigweg niet meer geleerd dat niet slechts de bekende en ondubbelzinnige zonden zoals moord, roof, diefstal, leugen of echtbreuk God leed berokkenen en de verwezenlijking van Zijn Heilsplan tegenhouden, doch eveneens de ontelbare miljarden ondeugden, die elke dag opnieuw op deze wereld worden begaan. Ontelbare christenen leven in de rotsvaste overtuiging dat zij zeer gelovige, volmaakte christenen zijn, omdat zij voorzichtig trachten, de klaarblijkelijke zonden te vermijden. Wanneer deze zielen daarbij echter:

  • nooit of bijna nooit inzien wanneer zij een ondeugd begaan;
  • Gods verlangen om 'het goede actief na te streven', onvoldoende kennen, in vele gevallen ook doordat zij in principe niet meer goed weten wat 'het goede' eigenlijk is;

zal hun leven reeds in hoge mate aan vruchtbaarheid, dus aan heiligheid, inboeten. Zo missen zeer veel christelijke levenswegen hun ware (= door God bedoelde) doel, door onwetendheid. Deze leemte heeft de Meesteres willen opvullen toen Zij aan de zielen de vier bovenvermelde geschriften liet schenken. De onwetendheid op dit vlak ligt vaak aan de basis van oppervlakkigheid in het innerlijke leven. Spirituele oppervlakkigheid levert de ziel echter tamelijk weerloos over aan de vele listen van de satan, en verzwakt het leger van het Licht in de laatste strijd tegen de duisternis. Aan deze strijd nemen de toegewijden van de Koningin des Hemels immers met de inzet van hun hele levensweg en hun hele wezen deel.

Ik hoop van harte dat U deze brief niet begrijpt als een terechtwijzing vanwege de Moeder Gods voor het feit dat met U persoonlijk en Uw inzicht in het spirituele leven iets niet in orde zou zijn, want het is absoluut niet dat, wat Zij met deze brief duidelijk wil maken. Zij heeft van de gelegenheid van Uw brief gebruik gemaakt om Haar kinderen te wijzen op een bladzijde van de gebruiksaanwijzing voor de strijd tegen de duisternis, waarmee nog te weinig rekening wordt gehouden.

Ik wens U in de diepste zin van het woord dagen vol Licht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 340
De onzekerheid op onze levensweg en de kracht van het blind Geloof als tegenhanger – Spirituele betekenis van eenzaamheid op grond van gebrek aan contacten met medemensen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus Jezus en Maria,

Maria liet mij reeds vroeger het leven vergelijken met een blinde kaart. Zeer veel ontwikkelingen in ons leven zijn ons vooraf onbekend, omdat zeer veel afhangt van factoren die nauwelijks kunnen worden verwacht. In een dergelijke nevel bevindt U zich momenteel. Diep ingrijpende veranderingen in het leven gelijken steeds op een reis waarvan men niet de bestemming kent en waarin ook de wegen naar die bestemming onbekend zijn. De reiziger trekt dan doorheen de landschappen in dewelke hij zich niet weet te oriënteren, omdat hem aan die landschappen niets bekend voorkomt. Het moet zijn, dat de Hemel met U iets bijzonders van plan is, want de grondigste veranderingen vinden in het leven van een ziel bij voorkeur plaats wanneer God die ziel doorheen een praktische les wil voeren, met de bedoeling, haar te sterken in het Geloof.

Normaal gesproken nodigt een situatie die de mens niet logisch kan verklaren, of een situatie van dewelke hij de verdere ontwikkeling niet kan voorzien, deze mens er bijna automatisch toe uit om zich een beeld te schetsen van datgene, wat hij wellicht kan verwachten. 'Wellicht', inderdaad, want zo vaak draaien de zaken heel anders uit dan men zou denken (vaak zelfs veel beter). De mens zou graag steeds greep hebben op zijn toekomst, deze zodanig plannen dat de onzekerheid hem niet langer bang kan maken. De ziel neigt tot dergelijke reacties omdat zij de onzekerheid vreest, en voortdurend uit het onbekende land wil wegvluchten. Het is een werk van de duisternis, de mens onzeker te maken, zodra het leven niet langer de bekende paden volgt, omdat elk spoor van angst de ziel verlamt en haar onbruikbaar maakt voor Gods Werken.

De grote tegenhanger van de onzekerheid is het Geloof.

Werkelijk geloven, betekent op onwrikbare wijze aannemen dat God er steeds voor de ziel is, en voortdurend in de ziel Zijn Liefde uitwerkt, zonder dat de ziel het bestaan van God en Zijn werkingen ooit via de zintuigen heeft kunnen vaststellen.

Wanneer in het leven alles loopt zoals gesmeerd, ervaart de ziel in mindere mate deze gevoelens van beklemming en onzekerheid. Zij meent dan dat zij alles vast in haar greep heeft. In werkelijkheid is het ook in dat geval de Goddelijke Voorzienigheid, die de touwtjes in handen heeft. De mens lijkt het echter op één of andere wijze nodig te hebben om zich heer over zijn eigen levensweg te wanen.

Wanneer in het landschap van onze levensweg enkele aanknopingspunten, enkele punten van houvast, wegvallen – wanneer om zo te zeggen enkele bomen worden geveld –, wordt de ziel onzeker en kan zij zich soms moeilijk oriënteren. Op een dergelijk punt lijken sommige zielen gemakkelijk een verkeerde beslissing te nemen: Zij sluiten hun hart omdat zij niet meer op hun eigen gevoelens durven te vertrouwen, en brengen dan hun verstand op een hoger toerental. Het is precies het verstand, dat de ziel verontrust, omdat de ziel in het verborgene heel goed weet dat het verstand onbetrouwbaar is, om de eenvoudige reden dat talloze factoren in het leven helemaal niet berekend kunnen worden. De som is derhalve meestal niet sluitend, niet als een vaststaand feit te beschouwen.

Het hart daarentegen, zal eerder op God vertrouwen, en wel des te méér naarmate het zich openstelt. Een ver geopend hart voedt zich rijkelijker aan de stroom van de Liefde die God in dit hart laat overvloeien. Het zal derhalve ook gemakkelijker door de Tegenwoordigheid en de werking van God doordrongen worden, met andere woorden: Het zal zich gemakkelijker baseren op het zuivere Geloof.

In principe is de diep beleefde toewijding aan Maria een voortdurende oefening in blind Geloof. Wanneer de ziel zich aan Maria overlevert en rotsvast vertrouwt dat voor haar het beste zal gebeuren, dit wil zeggen datgene dat haar op de weg naar God en naar de Eeuwige Gelukzaligheid het verste brengt, gelooft zij immers in de Tegenwoordigheid en werking van een Wezen dat zij normaal gesproken noch kan zien noch kan horen. De bewijzen zijn er echter: Elke dag bewerkt de Moeder Gods wonderen en worden levenswegen omgevormd op een wijze die geen enkele wereldse ontwikkeling zou kunnen bewerken.

Hoe verdienstelijk is het blind Geloof. Blind Geloof drukt uit dat de ziel er eenvoudig niet aan twijfelt dat God voortdurend met haar bezig is, en dat Hij in alles haar eeuwig welzijn beoogt. In deze hartsgesteldheid legt de ziel zich eigenlijk neer bij alles, omdat zij zich ervan bewust is dat zelfs het onzekere en het minder aangename gewoonweg een fase is, die God voor haar heeft voorzien, omdat haar persoonlijke weg naar het Eeuwig Geluk nu eenmaal doorheen dat welbepaalde landschap moet lopen. Lijdt de ziel, dan wordt zij gedragen. De ziel met een rotsvast Geloof is zoals een blok hout dat zich op het water van een bergbeek laat drijven en ook zonder enig gepieker het dal bereikt, dit wil zeggen: precies aankomt op de plaats waar het moest zijn.

Zo zal het ook voor U zijn. Over enkele maanden opent zich voor U een deur naar een landschap, dat U nu nog onbekend is. De intrede in dat landschap zal voor U des te genadevoller zijn, naarmate U zich nu door Maria een blinddoek laat ombinden, dit wil zeggen naarmate U Uw toekomst vol vertrouwen aan Maria toewijdt en niet piekert, zelfs zo weinig mogelijk nadenkt, en U zich vanop dat punt laat leiden naar de plaats waar de rijpste vruchten op U wachten. Het blind geloof in de werkingen van Gods liefdevolle Voorzienigheid is zo oneindig verdienstelijk dat U wegens een volhardende blinde overgave rijk bedeeld kunt worden. Stelt U Uw verstand daarbij op een zo laag mogelijk pitje, anders zal het luider roepen dan Gods Wijsheid gewoonlijk in het hart wordt gefluisterd, en stelt U Uw hart open (het hart is de receptie van de ziel), en U zult de leiding van Boven inwendig te zien krijgen. Laat U zich daarbij niet te gemakkelijk door om het even welke wereldse invloed intimideren, want dergelijke invloeden horen bij de gebruikelijke strategie die de duivel zo graag in werking stelt bij een ziel die juist bezig is, de berg naar een leven op een hoger spiritueel niveau te beklimmen. Laat U hem rustig begaan: Wanneer hij merkt dat hij U niet echt kan raken, kan hij toch niets ander doen dan van buitenaf stenen naar U te gooien.

Eenzaamheid is pijnlijk, dat is begrijpelijk. Niettemin past ook eenzaamheid precies bij datgene wat de Moeder Gods met U van plan is. Indien U momenteel vele menselijke contacten zou onderhouden, zou het aanzienlijk moeilijker worden om de weg van de vervolmaking te voltooien, deze weg die U nu moet gaan naar datgene wat God U zou willen geven. In de eenzaamheid, wat mensen betreft, kan de ziel opnieuw leren wennen aan het gezelschap dat haar boven alles kan vervullen: het gezelschap van God en van al Zijn werkingen. De ziel die door mensen is verlaten, ontplooit zich dieper omdat zij toch op zichzelf aangewezen is. Zij hecht zich echter ook veel vaster aan datgene wat echt van tel is: God, Maria en haar ware levensdoel, haar werkelijke roeping, die soms niets anders is dan de ontwikkeling van de ziel in het verborgene, een werk dat zich slechts tussen de ziel en God voltrekt. Zalig de ziel die deze ontwikkeling als een geschenk van God kan herkennen, want zij zal het doel, de zin, van haar leven verwezenlijken.

Lieve zus, ik draag U graag in het gebed verder, opdat U in Uw hart de Eeuwige Liefde moge leren kennen als de enige kracht die in U het Geluk wil laten bloeien. De Goddelijke Voorzienigheid staat op het punt om in Uw leven een fase te beëindigen, die U in de kern van Uw hart veel leed heeft gebracht. God doet geen halve dingen. Hij zal het werk van Uw omvorming voltooien. De grondige verandering van Uw levenssituatie is daartoe absoluut noodzakelijk. Vertrouwt U erop, dat een nieuwe lente op U wacht. Tot welk doel zou de Moeder Gods anders al dit nieuwe zaad in Uw bodem hebben uitgestrooid? Het is het zaad van de wedergeboorte.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 341
Over de tweede kans voor een ziel die haar ware roeping heeft opgegeven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De woorden die de Moeder Gods mij tot U laat richten, schrijf ik U vanuit de barmhartige Liefde van een volmaakte Moeder, die met alles wat Zij doet slechts één ding beoogt: elk van Haar kinderen één voor één te baden in het Licht van een onbegrijpelijke Hoop en bemoediging, opdat zij opnieuw zouden kunnen opstaan en in het Hart van God kunnen binnenreizen, omdat Zij uiteindelijk verlangt naar de eeuwigdurende aanwezigheid van Haar kinderen bij Zich.

God is de Bron van de hele Schepping. Met elk individueel schepsel beoogt Hij de verwezenlijking van een zeer specifiek Plan. De mensenziel heeft de heiligheid die haar aanvankelijk was vergund, verloren. God echter, dit 'Alles-in-één' van alles, wat is, heeft Zich met deze toestand nooit kunnen verzoenen. Het Verlossingsmysterie, dit buitengewone Plan via hetwelk God elke mensenziel de kans wil verlenen om ondanks de erfzonde en de daaruit ontstane zwakheden van de menselijke natuur, naar Hem terug te keren, is het antwoord van een alles mateloos liefhebbende God. Van de mensenziel verwacht Hij slechts één ding: dat zij de voor haar voorziene weg afwerkt en letterlijk de hoogst mogelijke mate aan vruchten van de bomen langs de wegrand verzamelt, en deze bij de Schepper brengt. De door God ontworpen weg is voor geen twee zielen precies dezelfde. Deze wegen hebben echter het volgende met elkaar gemeen: Zij hebben allemaal hun moeilijkheden, omdat de ziel haar heiliging door lijden en beproevingen moet verwezenlijken.

De levensreis kan door zeer veel dingen worden bemoeilijkt. De weg kan soms zeer steil worden, de vruchten niet steeds gemakkelijk bereikbaar, op deze weg liggen steeds weer stenen in overvloed, en af en toe valt er stortregen. De lucht boven onze levensweg vertoont soms tekenen van zuurstofgebrek, waardoor de pelgrim buiten adem kan raken en krachteloos kan worden wanneer bepaalde omstandigheden samenvallen. Het zijn de wereldse invloeden en de sporen van de zonden wereldwijd, die de lucht boven de ziel zo bevuilen.

Zo gebeurt het steeds weer dat de reiziger de reis op de voor hem voorziene weg stopzet. Dit kan op diverse wijzen gebeuren. Wanneer de pelgrim de weg verlaat en een andere inslaat, kan hij niet meer via het oorspronkelijk voor hem voorziene landschap naar God pelgrimeren. Op het eerste gezicht bestaat hiervoor geen oplossing. God zou echter niet de Bron van de volmaakte Liefde zijn, indien Hij de ziel niet een soort tweede kans zou geven om tot een soort compensatie te komen. Hierover later meer.

De door God voor de ziel voorziene weg is de roeping. De roeping is de rol die de ziel tijdens haar leven voor de voltooiing van Gods Heilsplan te vervullen heeft, volgens het Plan dat God voor haar persoonlijk beoogt. De roeping wordt aan de ziel toevertrouwd omdat God haar precies op die weg tot de hoogste vruchtbaarheid voor haar eigen heiliging en voor de voltooiing van Zijn Heilsplan kan leiden. Dit betekent meteen dat de door de ziel af te leggen weg zeer specifiek deze beproevingen in gereedheid houdt, die de ziel met het oog op haar gesteldheid nodig heeft om haar zwakheden te genezen, verdiensten te verwerven, boven zichzelf uit te leren stijgen en, niet in de laatste plaats, om de hoogste mate aan bouwstoffen op te leveren uit dewelke de genaden voor de voltooiing van het grote Heilsplan moeten worden bereid. Dit alles maakt de raad van Maria begrijpelijk, wanneer Zij U de volgende uitnodiging laat toekomen:

De Koningin des Hemels heeft de macht om U zo te begeleiden dat Uw huidige levensweg vruchten oplevert, die Uw innerlijk leven, ondanks alles, zullen omvormen. Aangezien U de weg van de door U gekende roeping de rug hebt toegekeerd, wordt Uw huidige weg een weg van eerherstel en goedmaking. Maria nodigt U uit tot de volgende stappen:

  1. Wijdt U zich aan Haar toe, totaal, onvoorwaardelijk, en voor eeuwig. Slechts dan kan Zij door Uw inzet de huidige weg tot een weg omvormen, die voor God nuttig is.
  2. Wijdt U Haar in het bijzonder datgene toe, wat U er destijds heeft toe aangezet om de door God voor U voorziene levensweg te verlaten en een andere weg te gaan, opdat deze beslissing in Gods Heilsplan moge kunnen worden ingebouwd.
  3. Wijdt U Haar de constante leegte toe, de gevoelens van vegeteren. God nodigt U via dit gevoel uit om eerherstel te brengen voor alle zielen die de volheid van de door God voor hen gekozen levensweg niet hebben aanvaard. Voor Uzelf zal deze toewijding helpen bij de wederopbouw, aangezien de Koningin des Hemels nooit iets nieuws opbouwt zonder de ziel grondig te reinigen van alles wat haar innerlijk ziek heeft gemaakt. Dit proces kan pijnlijk zijn en in bepaalde gevallen een hele tijd duren. Intussen zal de ziel zichzelf leeg en lusteloos voelen.
  4. Bidt U als volgt tot God via Maria:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1207 zouden worden gepubliceerd)

Voor God is niets onmogelijk. Hij kan de bomen, bloemen en stenen van een nieuwe levensweg zodanig omvormen dat zij de effecten ontplooien, die zullen overeenkomen met deze welke de ziel op de werkelijk voor haar bestemde weg zou hebben aangetroffen. Wanneer U de adviezen van de Koningin des Hemels volgt, zal Zij Uw leven een nieuwe zin geven. Zij zal U doorheen de beproevingen loodsen, die voor deze wedergeboorte noodzakelijk zijn. Niemand kan U beloven dat dit een gemakkelijke weg zal zijn, want dat is stellig nooit het geval, en kan het zelfs niet zijn, maar zo zal het met zekerheid een zinvolle weg zijn die U, om zo te zeggen, opnieuw volledig in Gods Heilsplan opneemt.

Wanneer een ziel zelf de weg van haar ware roeping verlaat, stelt zij zichzelf als het ware buiten spel: Zij plukt niet de vruchten in het haar toegewezen district, maar in een ander. De vruchten die God net nodig had, en wel van deze specifieke ziel, blijven ongeplukt hangen. Door de weg van eerherstel zal de ziel als het ware opnieuw zodanig worden ingezet, dat zij vruchten kan of moet plukken, die de effecten van het verzuim geleidelijk goedmaken. De reden waarom de ziel op deze wijze opnieuw vruchtbaar kan worden gemaakt, ligt hierin, dat zij uit eigen vrije wil God vraagt om haar gelegenheden of aanleidingen toe te staan – concreet zijn dit doorgaans beproevingen – via dewelke zij boete kan doen en goedmaking kan brengen.

Dat is heel waardevol en verheft de ziel opnieuw uit de staat van ongehoorzaamheid naar de staat van gehoorzaamheid. Zij moet dit alles uit oprechte Liefde volbrengen, niet vanuit een gevoel van 'niet anders kunnen' noch uit onzekerheid over haar eeuwig lot. Ik herinner hier aan de stelling van de Meesteres van alle zielen over de driehoek van de spirituele vruchtbaarheid: Liefde-lijden-gehoorzaamheid/overgave. Ook voor U, lieve broeder, ligt daar de sleutel tot de wedergeboorte.

Vele monden verkondigen het, maar velen weten niet wat de woorden 'God is Liefde' werkelijk betekenen. Welnu, God is vooral Liefde omdat Hij de zondige mensheid voor elke verkeerde beslissing een middel bereidt om zich desondanks opnieuw te verheffen, en de vruchtbaarheid van haar leven terug te vinden.

Voor God telt steeds opnieuw dat de ziel haar heiliging voltrekt en haar bijdrage tot Zijn Werken levert, en wel uit zuivere Liefde en uit eigen vrije wil. Weet zij dit op haar levensweg in al haar handelingen en innerlijke gezindheden te verwezenlijken, dan kan haar leven vruchtbaar worden. God zal nooit een ziel afsnijden van alle wegen via dewelke zij haar leven vruchtbaar kan maken, ook niet wanneer zij ooit een verkeerde beslissing heeft genomen. Steeds opnieuw opent Hij voor de ziel nieuwe deuren. Hij doet dit omdat Hij ons allen voor eeuwig bij Zich wil hebben.

Ik wens U op deze Kerstavond van harte een wedergeboorte uit Maria, de Meesteres van alle zielen, met en in het Christuskindje.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 342
Werkloosheid, en op wereldvlak economische crisis, hebben een bijzondere spirituele betekenis – Zelfmoord en het advies om zich te oefenen in alle mogelijke vormen van sterven aan zichzelf – De ongehuwde staat kan een spirituele betekenis hebben, net zoals werkloosheid – Toewijdingsgebed voor de nacht aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het is moeilijk, het Ware Geloof te vinden in een wereld in dewelke men, om zo te zeggen, de handtekening van de satan op alle muren geschreven ziet staan. De wereld is vol van tekenen en indrukken. De meest in het oog springende tekenen en indrukken, dit wil zeggen: deze welke de blinde mensenzielen als eerste waarnemen, zijn deze welke hen gemakkelijk kunnen laten geloven dat op deze wereld letterlijk alles duisternis is. Chaos, massa’s tegenstrijdigheden, gebrek aan houvast en het op grote schaal zwart maken van alle tekenen die werkelijk van Boven komen: In dit alles is de satan aan het werk, en met snel groeiend succes. Zijn wij dan aan een alomvattende ontmoediging uitgeleverd? Allesbehalve. Wel integendeel: Wat de meeste zielen (nog) niet zien of voelen, is het feit dat op het bovennatuurlijke niveau nog nooit zoveel gaande is geweest als in deze dagen. Dit Apostolaat heeft het voorrecht, hiervan getuige te mogen zijn. God bestaat daadwerkelijk. Hij werkt, en wel uitsluitend voor het Eeuwig Heil van de zielen, en volgens een Goddelijk Besluit moet het Licht, de Liefde, uiteindelijk de duisternis en al haar uitingen onwerkzaam maken en haar effecten volledig compenseren. Dit Licht en die Liefde sijpelen nu reeds doorheen dit Apostolaat naar de zielen door. Wat nu nog in woorden en hoopvolle bemoedigingen is verpakt, zal weldra in de wereld voelbaar worden.

Lieve broeder, de Koningin des Hemels bereidt bemoediging en Hoop op het vlak van het hele Heilsplan, net zoals in elk individueel leven. Ook voor U houdt Zij enkele lichtvolle woorden klaar. Ik citeer graag Uw vragen:

Ondanks mijn relatief goede opleiding vond ik totnogtoe geen betrekking. Wil God mij daarmee iets duidelijk maken, of heeft dit iets te maken met... (namen van twee personen)?

Het is in onze wereld ietwat ongewoon, bij vragen over het leven aan spirituele redenen of oorzaken te denken. Nochtans spelen Gods Plannen een buitengewoon belangrijke rol. Of een ziel in een branche of in een beroep werk vindt of werk toebedeeld krijgt, over hoeveel werk het gaat, wanneer zij aan het werk zal zijn en wanneer niet, is niet allemaal slechts een kwestie van de economische conjunctuur, en evenmin slechts een kwestie van persoonlijke bekwaamheden, maar wordt in verregaande mate door de volgende factoren medebepaald:

  • door de noden van Gods Heilsplan op elk ogenblik;
  • door de mate van de spirituele groei en de gesteldheid van de betrokken ziel op dat ogenblik (in welke deugden moet zij nog het meest groeien? Welke ervaringen kunnen voor haar spirituele ontplooiing het meest bevorderlijk zijn?);
  • door de ware roeping van de ziel, dit wil zeggen: door datgene wat God van de ziel gedurende haar leven verwacht in het kader van de bijdrage die zij voor de verwezenlijking van Zijn Heilsplan moet leveren;
  • door de spirituele bestrevingen van de ziel zelf: In welke mate wil zij daadwerkelijk gevolg geven aan Gods verlangens en aan de noden van Zijn Heilsplan?

Het is in hoge mate onbekend, of er wordt nog steeds heel weinig rekening mee gehouden, dat de volledige of relatieve werkloosheid van vele zielen vaak nauwelijks iets met persoonlijke onbekwaamheid heeft te maken, maar met het feit dat God met de ziel iets wil doen, waaraan Hij zou worden 'gehinderd' indien de ziel volledig in de wereld zou zijn tewerkgesteld. De Koningin des Hemels nodigt daarom de werkloze zielen graag uit om de hen vergunde tijd volledig te benutten om zichzelf van dichtbij te verkennen, zich in de spirituele waarden te verdiepen en naar de inwendige stem te luisteren, die haar spiritueel wil verheffen. In de mate waarin een werkloze ziel zich aan de innerlijke roep van God overgeeft, kan de Goddelijke Voorzienigheid zich over haar ontfermen en de woorden van de Blijde Boodschap verwezenlijken: Wie zich voor het Rijk Gods inzet, krijgt 'al het andere' erbij.

Wanneer God een ziel werkelijk voor Zijn Plannen en Werken wil gebruiken, doet Hij er alles aan, opdat de ziel de tijd en de gelegenheid zou krijgen om zich volledig in Zijn dienst te stellen. God kan het voor een ziel ook beter vinden dat zij voor korte of langere tijd zo weinig mogelijk contacten onderhoudt. Ook om deze reden kan een ziel uit een bepaalde werkkring worden verwijderd. Zij krijgt, bijvoorbeeld, ontslag en voelt zich daarom ellendig, maar zij wordt in werkelijkheid voor spiritueel verval behoed. Of de ziel vindt eenvoudigweg geen werk op het vlak voor hetwelk zij heeft gestudeerd. Wanneer God in Zijn onfeilbare Wijsheid voorziet dat Uw ziel, bijvoorbeeld, in de computerbranche een tijd lang of zelfs een leven lang overwegend aan ongunstige invloeden zou zijn blootgesteld, waartegen U momenteel niet opgewassen bent, of die schade aan Uw ziel zouden kunnen berokkenen, dan is het absoluut mogelijk dat de wegen van de Goddelijke Voorzienigheid voor U eenvoudig een boog om dergelijke werkgelegenheden heen maken.

Dit alles betekent niet dat het door de Hemel niet wordt goedgekeurd dat men zijn werk doet, wel integendeel, en evenmin dat men geen werk mag zoeken. Het betekent slechts dat de werkloosheid, en op wereldvlak: de economische crisis, een bijzondere spirituele betekenis hebben.

Bovendien is werkloosheid één van vele vormen van leerproces waaraan God de ziel kan onderwerpen, omdat wereldse onzekerheden in de ziel veel deugden kan bijvijlen en oppoetsen, en de ziel in staat kan stellen, zich in het onthechten van vele dingen en in de vergeestelijking te oefenen en te ontplooien.

Maria zegt desbetreffend met klem dat vele levensomstandigheden beter begrepen zouden worden, en veel zinvoller zouden zijn, indien de zielen mochten leren, niet slechts economisch te denken, wat de zielen in onze maatschappij immers van kindsbeen af wordt geleerd, maar meer rekening zouden houden met de spirituele componenten van het leven. Deze Hemelse visie moge bepaalde zielen in deze economisch moeilijke tijden wat bemoedigen.

Moet ik noodgedwongen nog voor iets of iemand iets uitboeten?

In principe is in de ogen van de Goddelijke Gerechtigheid elke ziel voor haar eigen fouten verantwoordelijk. Nochtans laat God zeer graag de wet van de naastenliefde zijn vrije loop: Indien een ziel zich ertoe bereid verklaart om voor familieleden of andere zielen boete te doen, misschien omdat deze zielen hun eigen kruisen niet vruchtbaar maken, is het niet uitgesloten dat deze zielen bijkomende kruisen te dragen krijgen. Zelfs indien U niet het inzicht ontvangt om spirituele verbanden te zien, zou U in elk geval uit vrije wil het dagelijks lijden kunnen opofferen ten gunste van zielen van wie U weet, dat zij zich van God hebben afgekeerd.

Is het mogelijk dat mijn overleden zus nog hulp nodig heeft? Meer dan tien jaar geleden beging zij zelfmoord.

Helaas is het mij niet toegestaan, vragen te beantwoorden met betrekking tot overledenen. Specifiek in verband met mensen die door zelfmoord hun leven hebben beëindigd, geeft de Moeder Gods de zielen de raad, zich in alle mogelijke vormen van versterving te oefenen, alsof zij steeds meer zwakheden in zichzelf zouden laten sterven, en deze verstervingen, dit 'geleidelijk sterven van de vroegere mens' op te offeren voor de zielen die hun levensweg zelf hebben beëindigd. Het gaat hier om een spirituele compensatie: De zelfmoordenaar maakt een einde aan de mogelijkheden van de ziel om zich in Gods dienst vruchtbaar te maken. De opgeofferde en aan Maria toegewijde verstervingen daarentegen 'doden' in de ziel net datgene wat haar vruchtbaarheid in Gods dienst in de weg staat. Ik moet het steeds weer beklemtonen: God heeft voor alles compensatie voorzien.

U kunt overigens gerust troost scheppen uit de Werken van de Goddelijke Voorzienigheid, want deze heeft ervoor gezorgd dat U in het verleden ook van vele gezondheidsproblemen door de kracht van Gods natuur bent genezen. Het verleden komt nooit terug en zou ons derhalve ook niet meer mogen beangstigen. Het is zeer vruchtbaar, vroegere beproevingen, ziekten enzovoort, nu nog aan Maria toe te wijden, samen met alle ermee gepaard gaande gevoelens, en zich onwankelbaar voor ogen te houden dat wat ooit was, niet in dezelfde vorm terug hoeft te keren: Een bepaalde beproeving heeft ooit een heel specifieke rol gespeeld in het kader van de spirituele ontwikkeling, maar de tijden, de omstandigheden, de staat van de spirituele ontwikkeling van de ziel en de noden van Gods Heilsplan ..., dit alles is intussen veranderd. Niets blijft precies zoals het ooit was, omdat al die zovele duizenden factoren ook steeds veranderen. Het is voor elke ziel goed, zich dit steeds voor ogen te houden, opdat menige zorg zou verdwijnen. Vele zorgen die de ziel heeft, blijken op zekere dag immers een spook te zijn: doorzichtig, zonder materie.

Zal ik nog een vrouw vinden en zelfs een gezin kunnen stichten?

Ook dit is een kwestie van de Goddelijke Voorzienigheid en van de ware levensopdracht van de ziel. Indien de levenstaak van de ziel het voor de ziel noodzakelijk maakt dat zij een gezin heeft of niet, zal de Goddelijke Voorzienigheid de gelegenheid scheppen om haar deze levenswijze mogelijk te maken. Eigenlijk geldt voor de vragen waarom een ziel geen gezin kan stichten, niet trouwt, kinderloos blijft, enzovoort, precies hetzelfde als voor de vraag over de werkloosheid: Deze toestanden zullen zich al dan niet voordoen in het leven van een ziel, al naargelang de ziel Gods Plannen en Werken in deze of die situatie het beste kan dienen.

Tenslotte zou ik graag nog schrijven over een droom uit mijn kinderjaren (...) Hij kwelt mij steeds weer. Wil de satan mij met deze droom kwellen?

Desbetreffend verwijs ik graag naar antwoordbrief 245 over het wezen van dromen. Wat Uw situatie betreft, geldt absoluut dat het gaat om een spelletje van de satan. Inderdaad, de satan kan invloed hebben op de nachtelijke processen van onze geest, en hij doet dit ook telkens weer om zielen door elkaar te schudden. Het is raadzaam, hiermee rekening te houden, en vóór het slapengaan de nacht aan Maria toe te wijden. Zelfs dit eenvoudige gebed kan daarbij reeds wonderen bewerken:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1208 zouden worden gepubliceerd)

Lieve broeder, geen ziel kan getuigen over meer en mooiere wonderen dan de ziel die zich aan Maria heeft overgegeven. De Koningin des Hemels is de stille kracht die Haar wonderen bewerkt in de Hoop, die Zij als een zachte bries op een zomermorgen in het hart laat stromen om daar de nevel te verdrijven en de zon naar haar troon te begeleiden. Zij stelt deze tekenen steeds opnieuw in de harten die zich aan Haar hebben weggegeven om het Licht in het eigen leven te laten regeren. Dit alles maakt deel uit van het grote geschenk dat God via Maria voor de zielen bereidt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 343
Hoofddoel bij het begin van een nieuw jaar: heiliger worden dan vorig jaar – de Ware Hoop is de vreugde over de grote ontmoeting met God op het einde van het leven, de definitieve bevrijding uit alle duisternis – de Meesteres van alle zielen wil dat de identiteit van Myriam verborgen blijft en alle aandacht naar Haar Werk gaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw brief. Op deze eerste dag van het nieuwe jaar wil ik U graag wat bemoedigen. De eerste dag van een nieuw jaar is een beetje als een nieuw begin. Vele zielen maken voor zichzelf bepaalde voornemens. Ons hoofddoel zou eigenlijk moeten zijn dat wij gedurende het nieuwe jaar zouden trachten, een beetje heiliger te worden dan wij in het afgelopen jaar zijn geweest. Wij mogen nooit vergeten dat wij op reis zijn naar God, naar de alomvattende Gelukzaligheid, en met elk jaar dat wordt afgesloten, naderen wij de dag van deze ontmoeting, die de grootste mijlpaal van ons bestaan is: de ontmoeting met de Bron van dewelke wij zijn uitgegaan. Deze ontmoeting voltrekt zich dan echter met een ziel die intussen draagster is van een levenslange bagage. Zoveel zielen in deze verduisterde wereld melden zich op de drempel van de Hemelpoort aan in een nevel van veel onzekerheden, vragen en veelzijdige verwarring, die zij vaak jarenlang met zich mee hebben gesleept.

De rol van onze Hemelse Meesteres bestaat hierin, dat Zij ons de Ware Hoop wil brengen. In deze zin zouden wij deze Ware Hoop kunnen beschouwen als de gezindheid die ons in staat stelt, ons nu reeds over de grote ontmoeting met God te verheugen als over het uur van de definitieve bevrijding uit alle duisternis, onzekerheid, droefheid over de zonden om ons heen, die ons steeds weer in duistere wolken hullen en dreigen ons hart te verstikken. In dat uur worden al onze huidige tranen en onze pijn in de oven van de volmaakte Liefde geworpen en vindt de ziel er geen spoor meer van terug. Dit is het geschenk dat de Meesteres als brug naar de heiligheid voor de zielen wil bereiden. De enige voorwaarde is deze, dat de zielen de stenen op hun levensweg niet onbenut zouden laten, maar hen zouden oprapen (= lijden in aanvaarding) en hen aan de voeten van Maria zouden leggen (= overgave, toewijding). Gemakkelijk is dit niet, want indien het eenvoudig zou zijn, zouden de stenen eenvoudigweg stenen blijven in plaats van aan de voeten van de Hemelse Meesteres in goud te veranderen.

Uw vermogen tot aanvaarding, het vermogen om te weten dat in de stenen het goud reeds aanwezig is, is gebaseerd op de wil om zich volledig aan de Meesteres over te geven, en datgene wat Zij voor U heeft voorzien, te herkennen als de weg naar de bevrijding. Dat is iets zeer groots. Ooit zal de waarde van dit geschenk U bevestigd worden. Alle lijden op aarde is vergankelijk en is louter de loper met dewelke de treden van de trap naar de heiligheid is bekleed.

Met betrekking tot Uw vraag over mijn gezinsomstandigheden: Ik zou er geen probleem mee hebben, deze vraag te beantwoorden, ware het niet dat ik jegens de Moeder Gods een 'eed' heb afgelegd. Zij zal er wel Haar redenen voor hebben, waarom Zij de wereldse identiteitsgegevens van Haar Myriam, en alles wat daarbij hoort, niet openbaar bekend wil maken. Zij heeft Mij deze regel enkele jaren geleden opgelegd. Rond het tijdstip van de voltrekking van de mystieke Bruiloft door Maria aan mij, in de lente van 2005, dit was dus acht jaar na het begin van mijn roeping, verklaarde Maria mij dat mijn wereldse persoonlijkheid voor Haar niet langer bestond, en dat Zij door het wegnemen van mijn persoonlijkheid uit de openbaarheid een machtig symbool wilde stellen: het 'sterven' van een wereldse persoon, zodat alleen nog de spirituele persoonlijkheid overblijft, die totaal in Haar opgenomen is. Zij voegde hieraan toe dat zelfs de naam die Zij sedert 1997 voor mij had gekozen en die eigenlijk Haar eigen Aramese naam is, dit reeds heeft aangeduid.

In de loop van de jaren heb ik begrepen dat het feit dat Maria Haar Myriam als 'lichamelijke en sociale' persoon zo volledig naar de achtergrond heeft verwezen, alsof ik er in lichamelijk en sociaal opzicht helemaal niet meer zou zijn, de enige weg is om de door dit Apostolaat verspreide werken te bevestigen als waarachtige producten van echte verenigingsmystiek. Mocht ik een volledig identificeerbare persoon zijn, dan zou automatisch een deel van de aandacht van de zielen naar mijn persoon gaan, wat zeer betreurenswaardig zou zijn, aangezien het hier om een uniek Werk van de Koningin des Hemels gaat: Zij verklaarde mij ooit dat Zij in het uur van mijn roeping onoverzienbare massa’s mystieke inzichten en mystieke kennis als Hemels zaad in mijn hart had uitgestort en dat Zij uit elk zaadje op Haar Tijd bloem na bloem tot rijping zou brengen. Zij verwees daarmee naar elk geschrift, elk gebed, elke antwoordbrief, enzovoort. Elk zaadje, zo verduidelijkte Zij toen verder nog, zou ik slechts na intens contact met Haar in de kern van mijn hart tot rijping kunnen brengen, nadat dit contact door Haar Wil bevrucht zou zijn.

In dit hele proces ben ik dus het werktuig en is Zij de hand die het werktuig naar Haar wil beweegt. Om ongeremd te kunnen functioneren, moet dit werktuig zich voor honderd procent aan de hand van de Meesteres kunnen overgeven, dag na dag. Op zich heeft het werktuig echter slechts de waarde die de Meesteres eraan geeft. Dat ik U hier een antwoord op Uw vraag schuldig blijf, heeft dus niets met U te maken, maar is louter en alleen gebaseerd op een vlekkeloze gehoorzaamheid, die ik voor altijd aan de Meesteres van alle zielen verschuldigd ben en die ik Haar dan ook zonder voorbehoud wil betonen. Op deze wijze bevestigt Maria in alles de volledige omvorming van mijn persoonlijkheid. Dit alles, zo beloofde de Meesteres mij destijds, zou de vruchtbaarheid van dit Werk mede bepalen.

Vanzelfsprekend zal ik graag bidden om kracht voor U in de penibele situatie waarin U zich momenteel bevindt. Houdt U zich steeds vast voor ogen: Zolang U Gods Licht niet uit U laat wegstromen, kan niets U deren, want Gods Licht is onverwoestbaar.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 344
Elke menselijke relatie is een soort uitdaging van Gods wege om de Ware Liefde te voltooien, want deze is de oorsprong, bestemming en zin van het leven op aarde

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De ziel is grotendeels een mysterie, een mysterieus land, door God geschapen, deze landschapsarchitect Die elke bodem zo uniek uitrust dat deze zichzelf nauwelijks kent. Wanneer de mens iets bestudeert, zoekt hij naar punten van vergelijking. Bestudeert hij bijvoorbeeld vogels, dan gaat hij ervan uit, dat alle vogelsoorten toch ten minste iets met elkaar gemeen hebben. Zo tracht de mens zijn omgeving enigszins te begrijpen, haar op grond van zich herhalende kenmerken in natuurwetten te vatten. Men zou kunnen aannemen dat men de ziel beter zou kunnen begrijpen door de ene ziel met de andere te vergelijken. Op dit punt vergist men zich echter zeer gemakkelijk. Heel vaak blijkt dat de ziel iets heel gecompliceerds en vooral iets unieks is, en wel in een zodanige mate dat geen twee zielen aan elkaar gelijk zijn. Vanzelfsprekend geldt dit ook voor dieren, planten, enzovoort. Wat de mensenziel betreft, gaat het probleem echter nog verder: Slechts de mensenziel is een wezen op reis naar de heiligheid.

Zo kan men verklaren hoe het komt dat men vaak noch de ziel 'kent', met dewelke men zijn leven doorbrengt, noch de eigen ziel. Er gebeurt heel veel op de weg van de ziel naar haar uiteindelijke bestemming. Niet alleen ontbreekt ons de kennis van elk detail dat zich op de levensweg van onze geliefden heeft afgespeeld, het ontbreekt ons eveneens aan inzichten op het gebied van de wijze waarop zij met alles tot in de details is omgegaan. Daarom zou men kunnen zeggen dat twee zielen steeds ten dele onbekenden voor elkaar zullen blijven. Zij zijn als twee buurlanden van elkaar. Het ene land zoekt aanknopingspunten, punten van houvast, punten van herkenning, van dewelke het kan zeggen: 'Dat ziet er (bijna) uit zoals bij mij', of 'dat kan ik verstaan, want ik herken iets, dat veel gelijkenis vertoont met het landschap in mijn eigen land'. Doch er ligt tussen de beide landen steeds een gebied dat niemandsland is, een soort grensovergangsgebied waaruit men niet echt wijs wordt: Het ziet eruit als een bergland in nevel, zonder bekende bloemen, zonder bekende dieren, zonder vertrouwde punten van houvast.

Zo zou men zich bijvoorbeeld elke menselijke relatie kunnen voorstellen als een soort uitdaging die God de mensen voorhoudt: Hij brengt een ziel naar de grens van haar buurland (een andere ziel, bijvoorbeeld toekomstige huwelijkspartner, of de vader, moeder, leraar, vriend, enzovoort) en Hij wekt in de ziel het verlangen om eens 'over de grens te kijken' en even iets van het buurland te overschouwen. Naargelang de relatie groeit, duurzaam wordt, enzovoort, is het alsof de ziel dieper in het buurland doordringt.

Wat is de hele zin van dit proces van doorgronden van de ziel van de medemens? De voltooiing van de Ware Liefde, omdat deze de bron, de bestemming en de zin van het leven op aarde is. Het niemandsland, dit nevelige, onbekende landschap in het grensgebied, wordt kleiner naarmate men de Liefde opbrengt om het buurland werkelijk te willen leren kennen.

Het is de Liefde die de ziel ertoe drijft om over de geliefde ziel alles te leren, met de bedoeling, deze ziel elke wens van de ogen te kunnen aflezen. Ware Liefde is het verlangen om te dienen, het Ware Geluk (dit wil zeggen: het Eeuwig Geluk) van de geliefde ziel te bevorderen. Wanneer men een ziel waarlijk liefheeft, wil men dit naburige land doorgronden, tot de laatste berg, tot de laatste bloem, tot de laatste boom, tot de laatste rotsblok. Zo wordt het niemandsland kleiner en kleiner. Naarmate de Liefde zich vervolmaakt, leert men de andere ziel daadwerkelijk beter kennen. Dit maakt deel uit van de eigen levensroeping, want Gods Voorzienigheid brengt zielen bij elkaar, opdat zij elkaar bij de vervolmaking in de Liefde behulpzaam zouden zijn. De vervolmaking van de Liefde in de ziel is het ware levensdoel, want daaruit bereidt zij haar eigen heiliging en optimaliseert zij haar bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan. De waarde van een mensenleven wordt in Gods ogen uitsluitend afgemeten aan de maat van de door haar opgebrachte oprechte Liefde.

De enige hindernis die hier kan opduiken, is een gebrek aan openheid bij de geliefde ziel. Wanneer deze ziel haar grenzen voor de eerstgenoemde sluit, wordt de verkenning van het buurland moeilijk, want een ongewilde grensoverschrijding kan een oorlog ontketenen. De Ware Liefde wil kunnen stromen. Wanneer zij niet wordt beantwoord, kunnen twee dingen gebeuren:

  • ofwel vermindert haar vruchtbaarheid omdat de tweede ziel deze toch niet in zich opneemt en de eerste ziel met het verloop van de tijd haar volharding verliest,
  • ofwel verschuift het effect van deze Liefde doordat de eerste ziel haar Liefde geleidelijk méér 'naar Boven toe' richt, naar God, naar Maria. Indien zij dit niet zou doen, zou de Liefde in haar mogelijkerwijs stikken.

Wanneer de ziel de roep van haar Liefde tegen de bergen van de onwil uit haar buurland hoort weergalmen, kan zij de Liefde inderdaad slechts duurzaam laten stromen door zich op de Hemel te richten. Van daaruit wordt de roep van de Liefde via de bergen in het buurland binnen geleid en kan zij op zekere dag haar doel bereiken. Wanneer dit het geval zal zijn, weet men nooit met zekerheid, maar intussen doet men niettemin Gods Werken.

Lieve zus, Uw echtgenoot sluit zich steeds weer af omdat hij in zich spirituele rotsblokken draagt, die hij niet kwijtraakt. Indien hij deze tenminste jegens Maria mocht uitspreken, zou hij geleidelijk aan van deze stenen bevrijd raken en daardoor méér open worden. Bepaalde van die rotsblokken draagt hij echter vanuit zijn jeugd met zich mee, en hij weet zelf niet meer waaruit deze bestaan. Indien U samen met hem zou bidden, dag na dag, niet oppervlakkig doch werkelijk met gevoel, zouden deze zich geleidelijk aan vanzelf oplossen, omdat echt diep gezamenlijk gebed een uitwisseling van Liefde tot stand kan brengen, en wel op een niveau op hetwelk zielen niet zo vaak met elkaar communiceren. Gewoonlijk verdringt Uw echtgenoot de gevoelens van ongemak die hij in zichzelf gewaar wordt. Af en toe komen dee gevoelens naar boven, en hij strijdt ertegen in de hoop, hen kwijt te raken.

De Moeder Gods laat mij U het volgende voorstel doen: U zou Uw lijden vanwege de hartenpijn en de geslotenheid van Uw echtgenoot en vanwege de zwakheden die U in Uzelf steeds weer waarneemt, een bijzondere zin kunnen verlenen en deze derhalve tot volle vruchtbaarheid kunnen brengen. Stelt U zich heel levendig voor:

  • dat elke vrucht die U plukt, een vrucht van Liefde, van blijmoedigheid, van Hoop, van vertrouwen, van openheid is, die rechtstreeks de bodem van Uw beide zielen voedt.
  • dat telkens wanneer de bodem in dewelke de fruitbomen of struiken groeien, wordt bewerkt, in werkelijkheid de bodem van Uw beide zielen opnieuw wordt bevrucht.
  • dat telkens wanneer het regent, de fruitbomen van Uw beide zielen van water van Goddelijk Leven wordt voorzien.
  • dat telkens wanneer de zon schijnt, de fruitbomen van Uw beide zielen worden gevoed met Goddelijk Licht en met de warmte van de Ware Liefde.

Wanneer U dit eens uitprobeert, en U zich deze wijze van denken aanwent, zult U merken dat U zozeer 'met deze gedachtegang één wordt', dat U in werkelijkheid bezig bent, de paden te trekken, langsheen dewelke God Zijn Werken in Uw beide zielen wil voltrekken. Zo wordt een alledaagse activiteit verrijkt of uitgebreid met een extra dimensie: deze van de spirituele medewerking aan het Plan dat God met U en met Uw echtgenoot heeft. Doet U gewoonweg alles met Maria. Spreekt U inwendig voortdurend tot Haar, opdat niets verloren zou gaan. U zult merken dat U een permanente Medewerkster zult hebben, Die alles van Boven uit leidt. Zo kunt U het wonder beleven, dat zowel Uw beroepsactiviteit alsook Uw spiritueel leven zich ontplooien in een richting die U niet had kunnen vermoeden.

Lieve zus, belangrijk is niet, dat de ziel zich elk detail van haar verleden herinnert, integendeel. Belangrijk is echter wel, dat zij zichzelf voldoende kan begrijpen om aan zichzelf te kunnen werken en elk spoor van duisternis in haar hart te veranderen in Licht, het ene na het andere. Verder is openheid zeer belangrijk: De ziel moet niet alles 'rondvertellen', maar moet haar medezielen de kans geven om de Liefde ook door haar heen te laten stromen. Wanneer men in het land van een ziel de bergen van bescherming tegen de buurlanden te hoog laat worden, loopt men een groot risico, want op zekere dag kan men dan vaststellen dat de zon het eigen land niet meer helemaal kan bestralen. Op de uitgebreide plaatsen waar nog slechts schaduwen zijn, zal de vruchtbaarheid van het land te lijden krijgen.

De Koningin van de Liefde kan een zielenland ertoe aansporen om zijn bergen in Haar handen te leggen, opdat deze afgebroken zouden worden. Wanneer dan de bries van Gods Geest vrijer kan waaien, zal de ziel zich vrijer voelen en kunnen herademen. Door toewijding van Uw echtgenoot en zijn innerlijke kwellingen aan Maria en door de beschreven vereniging van de werken met Maria zult U daartoe bijdragen. In de mate waarin één van U beiden zich bevrijdt, zal ook de ander bevrijd worden. Graag ondersteun ik U daarbij in gebed en in de toegewijde offers.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 345
Het grote verval van het Geloof is uiteindelijk toe te schrijven aan het verkeerd gebruik van de menselijke wil, waarvoor boete moet worden aangeboden – Bewust, geofferd, dit wil zeggen toegewijd lijden dat in Liefde wordt aangeboden, is een voorwaarde voor het voortbrengen van heiligend Licht voor de eigen ziel en voor andere zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral vraag ik U, mij te willen verontschuldigen voor het feit dat ik U niet eerder heb kunnen antwoorden. U weet waarschijnlijk dat alle handelingen die ik in dienst van de Meesteres van alle zielen mag en moet verrichten, in overeenstemming zijn met de Wil van de Meesteres. Dit geldt ook voor het tijdstip waarop een brief wordt beantwoord.

Maria heeft mij voor de door U beminde ziel een belangrijk inzicht geschonken. Het is mij vergund geweest, mij met Uw broer op zodanige wijze te verenigen dat ik hem zowel geestelijk als lichamelijk heb mogen aanvoelen. De Hemelse Meesteres heeft dit toegestaan met de bedoeling, het door Haar toegestane inzicht een 'levende' vorm te geven. In elk ander geval zouden de woorden die ik U mag overbrengen, voor mij niet werkelijk tastbaar zijn. Ik ben Haar daarvoor heel dankbaar. Na deze ervaring verduidelijkte de Koningin des Hemels mij het volgende:

De mensheid heeft op grote schaal de koers van het Ware Geloof verlaten. Onophoudelijk groeit het aantal zielen die kiezen voor werelds denken, voelen, handelen, spreken, de bevrediging van hun behoeften door wereldse oplossingen, enzovoort, en daarbij de gezondheid van hun spirituele leven verwaarlozen. De zielen hebben hun blik van Gods Hart laten afglijden, en wijden hun aandacht nu aan de wereld. Deze toestand komt vooral tot uitdrukking in het snel groeiende materialisme en modernisme. De heiligheid vloeit weg uit de zielen, omdat zij hun vrije wil niet meer inzetten om God te vinden, doch slechts om hun eindeloze wereldse behoeften na te jagen.

Er kan dus worden gezegd dat het geloofsverval uiteindelijk aan het verkeerde gebruik van de vrije wil van de ziel is toe te schrijven. De wil is niet langer op de Eeuwige Liefde gericht, en evenmin op het gemeenschappelijk werken aan de grondvesting van Gods Rijk op aarde en aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan, maar op het tot stand brengen van de meest uiteenlopende vergankelijke werken van het wereldse leven, die de zielen naar de afgrond brengen.

Hoe verklaart Maria deze toestand in verband met het leven van Uw broer?

Wanneer men alle zielen samen beschouwt, zou men kunnen zeggen dat de mensheid op het spirituele vlak lijdt aan spieratrofie (= verdwijnen van spierweefsel). Het gebruik van de vrije wil zou men namelijk kunnen vergelijken met spierarbeid, die een fysiek lichaam presteert om de fysieke handelingen van het leven te volbrengen. Op het spirituele niveau van het leven is het dezelfde vrije wil die de ziel vooruit moet brengen, en via dewelke zij de 'spirituele handelingen' volbrengt: de keuze voor deugd of ondeugd, voor het Licht of voor de duisternis, voor de heiligheid of voor de wereldse wegen. Wanneer nu steeds méér zielen zich steeds méér inzetten voor de wereldse belangen en behoeften, en steeds minder voor wat werkelijk telt en wat voor eeuwig geldig is, is het alsof de zielen als geheel hun 'spirituele spierweefsel' verwaarlozen, zodat dit weefsel verdwijnt, tot 'verlamming van het vermogen om zich te heiligen'. Vandaar de volgende uitspraak van de Moeder Gods voor Uw broer:

X. is ertoe geroepen om via zijn ziekte boete te doen voor het in verregaande mate verkeerde gebruik van de vrije wil vanwege de mensenzielen. Het weze duidelijk dat zijn ziekte geen betrekking heeft op één of andere persoonlijke spirituele toestand, maar dat zij een uitnodiging is van de Hemel ten gunste van de zielen, die voor een werelds leven hebben gekozen. Steeds weer roept God zielen ertoe op om deze compensatie te helpen leveren. Gedurende zeer lange tijd is de ware zin van deze ziekte voor U en Uw broer verborgen gebleven, omdat God altijd eerst en vooral de volharding in het lijden en in de toewijding test, en wel vaak gedurende langere tijd. Dit geldt in het bijzonder in dit geval, omdat het hier om iets zeer ernstigs gaat. Nu wordt U de zin ervan door de Hemelse Meesteres geopenbaard, omdat U allebei hebt volhard en uit vrije wil (daar is hij alweer) hulp en raad bij Maria hebt gezocht. Wat vraagt Maria nu van U?

Tracht U met Uw broer het volgende te doen. Indien Uw broer niet voldoende kracht heeft, kan hij eenvoudig doen waartoe hij zich (wel) in staat voelt, en zich voor het overige in het hart bij U aansluiten tot hij de kracht heeft om ten volle actief deel te nemen. De mate waarin hij zich inspant om deze weg met U te gaan, zal in verregaande mate de vruchtbaarheid van deze opdracht bepalen:

  1. Wijdt U aan Maria de hele ziekte toe, samen met alle ermee gepaard gaande gevoelens, lasten, leed, hartenpijn, vertwijfeling, radeloosheid, angst, ongeduld, eenvoudigweg alles wat het U beiden spiritueel, emotioneel, geestelijk en lichamelijk moeilijk heeft gemaakt. Doet U dit eenvoudigweg zoals het in U opkomt. Het belangrijkste is, dat dit zich voltrekt uit twee oprechte harten. Legt U dit alles restloos en ongeremd vóór de voeten van de Koningin des Hemels, zoals iemand het doet, die alles enkel en alleen van Haar kan verwachten. Het komt erop aan dat al deze jaren van lijden voor het offer niet verloren gaan, want het doel van deze eerste oefening bestaat hieruit, elk spoor van duisternis uit die periode in Licht te laten omvormen. Dit zal leiden tot een geleidelijke bevrijding van Uw broer, en de basis voor de genadewerking naar de zielen toe zijn.
  2. Zegt U beiden met heel Uw hart:
    Hemelse Meesteres, Moeder van de Goddelijke Verlosser,
    Ik wil U mijn leven en al mijn lijden ter beschikking stellen, opdat zielen het juiste gebruik van hun vrije wil, dit Goddelijk geschenk, mogen terugvinden.
    Wil mij de kracht bekomen, deze taak onder Uw leiding vruchtbaar te maken.
  3. Verenigt U zich zo innig mogelijk met Uw broer in dit lijden, en zegt U dit ook uitdrukkelijk aan de Koningin des Hemels. Deze daad van zelfverloochenende naastenliefde zal de waarde van deze dagelijkse toewijding in onmetelijke mate verhogen.
  4. Tracht U vanaf vandaag elk moeilijk ogenblik als een beker water aan Maria te geven. Zij zal deze beker water uitgieten in de vijver der genaden en daaruit een wedergeboorte van de vrije wil van steeds méér zielen bereiden.

Lieve zus, het lijden van Uw broer vormt een echte roeping die belangrijk is voor God. Deze ziekte is derhalve zijn ware levensopdracht. Om deze reden gaat het om een jarenlange toestand. U weet misschien uit de Myriam-geschriften dat Maria aan alle leed en aan elk leven een zin geeft. Wanneer de genadeverlening gerechtvaardigd is, wat van vele factoren binnen Gods Heilsplan afhangt, wordt aan de ziel geopenbaard wat zij kan doen om haar leven zinvol te maken. Op deze wijze openbaart God telkens weer de oneindige macht van de Meesteres van alle zielen, die zin verleent waar slechts zinloosheid leek te heersen, waardoor Zij de zielen tot een volledig nieuwe beschouwing van hun leven en hun beproevingen kan brengen. Een uiterst belangrijke component van het lijden – en dit geldt voor elke ziel – is de bewustwording ervan. Bewust, opgeofferd, dit wil zeggen toegewijd lijden, dat met Liefde wordt aangeboden, is een voorwaarde voor het voortbrengen van heiligend Licht voor de eigen ziel en voor andere zielen.

Ik heb mijzelf van harte aan de Meesteres aangeboden, opdat X. dit Hemelse Licht in zijn ziel zou kunnen opnemen. Uw geloof in, en Uw vernedering jegens de Meesteres heeft U deze straal van Licht opgeleverd. Ik verheug mij met U beiden. Geeft U zich allebei onbeperkt over in de handen van Maria, laat U zich door Haar doorheen de dagen leiden, en Zij zal Uw beider levenswegen rijker maken. Op U beiden wacht nu een nieuwe taak, waarvoor U in het Eeuwig Leven rijkelijk zult worden beloond. Ik omarm U beiden zeer innig.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 346
Wanneer heeft geestelijke Communie de voorkeur? – Voor God is het ontvangen van de Heilige Communie op zich, en de regelmaat ervan, van minder groot belang dan het ontvangen ervan op een behoorlijke, respectvolle, eerbiedige wijze

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief, die ik onmiddellijk mag beantwoorden omdat ook het Hart van de Moeder Gods weent om deze toestand, evenals het mijne. Toestanden zoals deze, welke U in Uw brief beschrijft, komen overal steeds vaker voor. Zeer veel zielen bevinden zich in dezelfde situatie. De ware christen ervaart dit terecht als zeer betreurenswaardig. Omdat het ontvangen van een Sacrament, en vooral het ontvangen ervan op de enige behoorlijke wijze, heel belangrijk is, heb ik Maria reeds lange tijd geleden om een richtlijn gesmeekt. Ik deel U hierbij graag Haar antwoord mede:

De Moeder Gods zei mij ooit in Tranen, dat met de Heilige Communie dermate respectloos en onverschillig wordt omgegaan, dat de zielen zich nauwelijks kunnen voorstellen, welk effect dit op de staat van genade van de mensheid als geheel heeft. Zij stelde met klem tijdens die (private) onderrichting, dat God er in elk geval, zonder uitzondering, de voorkeur aan geeft dat de ziel nooit de Heilige Communie uit de handen van een niet-gewijde ziel zou ontvangen. Dit betekent dus: Niet uit de handen van een leek, en evenmin uit de handen van een kloosterzuster, doch uitsluitend uit de handen van een priester, of desnoods (indien echt niet anders mogelijk) uit de handen van een diaken. Hebt U deze mogelijkheid niet, dan geeft de Hemel de voorkeur aan de geestelijke communie. Maria verklaarde bovendien met bijzondere nadruk: Voor God is het ontvangen van de Heilige Communie op zich van minder groot belang dan het ontvangen ervan op een behoorlijke, respectvolle, eerbiedige wijze.

In Gods ogen is het oneindig veel belangrijker en genaderijker, binnen een bepaalde periode één enkele keer op een werkelijk eerbiedige wijze de Heilige Communie te ontvangen (geknield, op de tong, uit de handen van een priester, en met een zuiver hart – dus eveneens, indien ook maar enigszins mogelijk, zeer kort na de Heilige Biecht) dan tien maal op een wijze die God betreurt, omdat deze laatst bedoelde wijze een bijzondere toegift aan genaden vanwege Gods Barmhartigheid afdwingt (in de hand, niet geknield en/of uit de hand van een leek, met een niet geheel zuiver hart, zonder Biecht, enzovoort...).

Lieve zus, ik kan het eenvoudig niet genoeg beklemtonen: Ik breng hier geen eigen stellingen te berde, doch niets anders dan de visie van de Moeder Gods, Die op Haar beurt volmaakt de voorkeur en afkeur van God vertegenwoordigt. Vanzelfsprekend is het voor een christen belangrijk, regelmatig de Heilige Communie te kunnen ontvangen, maar het is oneindig veel belangrijker, deze te ontvangen op een wijze die volmaakt in Gods voorkeur ligt ingebed. Precies ook voor de noodsituaties die wij in deze tijden beleven, met het gebrek aan priesters, en geplaagd door modernisme, heeft God deze prachtige oplossing voorzien om Jezus in de geestelijke communie te ontvangen. 'Communie' is in het Latijn 'communio', wat betekent 'gemeenschap'. De ziel kan honderd maal een Heilige Communie ontvangen en desondanks niet één maal werkelijk gemeenschap met Christus beleven, omdat het ontvangen van de Communie niet is gebaseerd op de voorwaarden onder dewelke God de volheid van de genade verleent (met andere woorden: omdat de ontvangst niet gebeurt in een gesteldheid die de ongeremde Tegenwoordigheid van God mogelijk maakt).

Kan de ziel daarentegen bijvoorbeeld slechts één maal per maand de Heilige Communie precies op de door God zo beminde wijze ontvangen (geknield indien lichamelijk mogelijk, doch ten minste op de tong, uit de hand van een priester en met een zuiver hart) en zich voor het overige regelmatig in het hart zo diep met Christus verenigen, dat geestelijke communie (= gemeenschap) met Hem tot stand komt, dan is God daarmee oneindig veel méér tevreden dan wanneer de ziel onder om het even welke omstandigheden zonder meer (met andere woorden: zelfs wanneer de ziel niet in de daartoe noodzakelijke gesteldheid verkeert) de eucharistische Communie (de Heilige Hostie) ontvangt. Maria spoort de zielen ertoe aan, er rekening mee te houden dat zij in de Heilige Communie met God Zelf te maken hebben.

In Gods ogen is niet het aantal malen dat de ziel de Heilige Communie ontvangt, van belang, doch uitsluitend de wijze waarop en de gesteldheid waarin zij deze ontvangt. Betreurenswaardig genoeg moet ik steeds weer benadrukken dat in deze moderne tijden in de kerken zeer veel gebeurt, dat God en de Moeder Gods zeer bittere pijnen bezorgt, hoewel dit gebruikelijk en steeds vaker zelfs kerkelijk erkend is. Om deze reden fluistert Maria de zielen steeds weer in het hart dat zij in het diepste van hun hart moeten leren voelen wat God bevalt en wat Hem minder of niet bevalt. De hele strijd van de zielen in deze Laatste Tijden heeft uitsluitend te maken met de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Al onze beproevingen, tot en met de eindeloze natuurrampen, hebben te maken met goedmaking van de verschrikkelijke zondelast en de zo veelzijdige gedragingen en gedachten in strijd met de Goddelijke Wet. De effecten van het Goddelijk Licht worden in deze wereld van dag tot dag méér achter de diepste duisternis verborgen en verlamd.

Precies in dit opzicht brengt de Koningin des Hemels ons dan Haar richtlijnen, via dewelke Zij uitsluitend in de zielen de Liefde tot Gods verlangens tot bloei wil brengen, omdat precies deze Liefde uiteindelijk de heiliging van de zielen en de overwinning van het Licht over de duisternis moet brengen. Steeds weer brengt Zij stralen van Hoop in de harten. Dat doet Zij ook in dit geval: De Hemel voorziet in de mogelijkheid om zich geestelijk volwaardig met Jezus te verenigen, voor die gevallen waarin de gebruikelijke ontvangst van de Communie niet in overeenstemming zou zijn met Gods verlangens. Zelfs wanneer de ziel niet zeker is of zij wel of niet handelt volgens Gods verlangens, voorziet de Goddelijke Barmhartigheid de volgende regel, die sommige zielen gerust kan stellen: Wanneer de ziel de betreffende handeling in een gesteldheid van oprechte en zelfverloochenende Liefde en met behoorlijke eerbied verricht, vult de Kerk elk eventueel verlies aan genaden aan, en is niet de ziel zelf, maar de instantie die tot deze handeling heeft opgeroepen, verantwoordelijk tegenover de Goddelijke Wet.

Lieve zus, onze wereld is steeds méér gericht op de belangen van de wereld, en steeds minder op die van God. Om deze reden zijn steeds minder zielen in staat, zich in Gods Hart in te leven. Het logische gevolg is een onverschilligheid, die doorgaans gepaard gaat met onwetendheid over Gods Wet en Zijn voorkeur, die ontstaat uit het feit dat de dingen van de wereld alle aandacht en elk verlangen opeisen. Het zijn precies deze factoren die het verval van het Geloof zo nadrukkelijk hebben bevorderd. De ziel kan pas de eenheid met God verwezenlijken wanneer zij houdt van Zijn Werken en Plannen, en hen werkelijk wil kennen. Daar ligt ook de reden waarom God ons nu Maria als model voorstelt, en Zij Zijn Wetten, Zijn voorkeur en Zijn afkeur, de ontelbare uitingen van Zijn Liefde en de zin en het doel van Zijn Werken en Plannen aan de zielen laat verkondigen. Ook de in deze brief aangeboden regels of adviezen zijn onderdeel van dit Werk van de Moeder Gods, Die daarmee slechts de heiliging van de zielen en de voltooiing van de Goddelijke Werken beoogt.

Ik wens U veel genaderijke ogenblikken van eenheid met Christus. Hoe U deze eenheid ook tot stand tracht te brengen, Hij zal met de grootste vreugde in U wonen wanneer de Liefde, de eerbied en het verlangen naar de verheerlijking van Zijn Goddelijk Wezen aanwezig zijn. Ik bid voor U tot de Allerheiligste Moeder van de Eucharistie.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 347
Door het heilig verbond van de totale toewijding aan Mara wordt de Koningin des Hemels voor ons tot een soort Simon van Cyrene – een beproeving krijgt vruchtbaarheid door toewijding ervan – bestaat het vagevuur werkelijk? – Wanneer men in de moderne ritus God niet meer vindt...

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag bedien ik mij van Uw volgende opmerking als springplank naar deze antwoordbrief, omdat deze opmerking zo veelzeggend is. Ik citeer:

"Het is heel moeilijk, zijn kruis te dragen, daar men, zo ervaar ik het tenminste, zonder hulp van buitenaf, dus zonder een Simon van Cyrene, niet alleen zijn lasten niet langer meer kan dragen, doch intussen ook helemaal niet meer weet in welke richting Golgotha eigenlijk ligt".

In de aangehaalde opmerking vat U wellicht de onbetwiste nummer één onder alle ervaringen van de mensenzielen in deze moeilijke tijden samen. Zoals ik reeds eerder heb mogen uiteenzetten, zijn de beproevingen aan dewelke de mensenziel blootgesteld is, toe te schrijven aan de noodzaak om de mensheid vrij te kopen uit de effecten van haar zondelast, omdat de zonde duisternis brengt, die slechts door uitboeting kan worden gecompenseerd. Inderdaad:

Jezus heeft de Verlossing voor ons vrijgekocht, maar elke ziel moet eigen bijdragen leveren om deze Verlossing in zich te ontsluiten, dit wil zeggen: het mogelijk te maken dat de effecten ervan zich in haar kunnen uitwerken. Zoals ik het eveneens reeds eerder heb geformuleerd: Jezus heeft de sleutel in het sleutelgat van de deur naar de Verlossing gestoken en hem omgedraaid. Elke individuele ziel moet echter voor zichzelf de deur openen en in het land der Verlossing binnengaan. Vandaar onze dagelijkse lasten, via dewelke wij in onze eigen ziel de Verlossing moeten voltooien en eveneens moeten bijdragen tot de Verlossing van andere zielen en tot het herstellen van het evenwicht in de hele Schepping.

Het leed en de beproevingen van de mensenziel behoren eigenlijk niet te worden ervaren als een last. Zij vormen een last wanneer de ziel onvoldoende tussen de talloze componenten van de chaos van deze wereld weet te navigeren. De elementen van het wereldse leven zijn van duisternis vervuld en maken de hogere niveaus van de ziel heel 'moe'. Elke zintuiglijke indruk uit onze wereldse omgeving, die wij werkelijk in ons opnemen, injecteert als het ware duisternis in onze ziel. Wanneer deze zich in een intensieve mate en met grote frequentie voordoet, leidt dit er gemakkelijk toe, dat de ziel geleidelijk wordt beroofd van haar levenskracht. Zij wordt (ook spiritueel) moe, kan zich niet meer zo goed concentreren in het gebed, verliest geleidelijk aan haar innerlijke Vrede, voelt zich verontreinigd en krachteloos en verliest zelfs veerkracht in haar inzet en in de naastenliefde: de ziel is 'door één en ander bedrukt' en weet vaak niet eens waardoor. Zij bezwijkt dan gemakkelijk onder bepaalde kruisen, heeft het gevoel, niet meer alles te volbrengen wat zij zou willen volbrengen, wordt vatbaarder voor bepaalde bekoringen in het dagelijks leven, en bepaalde zwakheden bloeien (weer) op.

Een heel bijzondere Simon van Cyrene heeft de ziel die het heilig verbond van totale toewijding aan Maria heeft gesloten, in de Koningin des Hemels. Volgens de mate waarin Zij daadwerkelijk hart en geest van de aan Haar toegewijde ziel vrij mag beheersen, navigeert Zij de ziel doorheen alle indrukken en invloeden, waarbij Zij de geest zo helpt oriënteren en het hart in een zodanige gesteldheid helpt brengen, dat de ziel zo doelmatig mogelijk met de gebeurtenissen van haar dagelijks leven kan omgaan. Maria tracht in de aan Haar toegewijde ziel op elk ogenblik vooral de Liefde en de zuiverheid te laten bloeien. De zuiverheid helpt de ziel om haar aandacht zo te sturen dat datgene wat haar kan verontreinigen, zo weinig mogelijk aandacht krijgt. De Liefde is het Vuur in hetwelk letterlijk alles kan worden verbrand.

Hoe gaat dit dan in zijn werk?

Wanneer de ziel zich ten volle overgeeft in de handen van de Meesteres van alle zielen, kan zij met de tijd zo 'geherprogrammeerd' worden, dat zij elk element van het dagelijks leven, elke gebeurtenis, elke indruk, elke bron van beïnvloeding van haar handelen en denken opneemt in een innerlijk Vuur, in hetwelk dit element gelouterd wordt. Datgene wat dienstbaar is voor Gods Werken, wordt in dit Vuur tot een bron van warmte en van Licht voor de ontwikkeling van de ziel, voor de hele Schepping en voor God Zelf. Datgene wat niet met de dienst aan Gods Werken in overeenstemming kan worden gebracht (bijvoorbeeld negatieve invloeden, aansporingen tot toegeving aan bekoringen...) wordt in Liefde gehuld en aan de voeten van de Meesteres neergelegd. Precies zo deed Maria het als mens op aarde. Zij was een onophoudelijk werkzame Transformator, die ononderbroken elk element van Haar dagelijks leven aan God toewijdde, zodat Haar leven één doorlopende bron van genadevorming was. De vrucht van deze instelling was de volmaakte innerlijke Vrede. De ziel kan deze innerlijke Vrede ook in zich tot stand brengen, onder de onbeperkte heerschappij van de Koningin des Hemels. Zo wordt totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria in de ziel tot bron van de ware Vrede van Christus.

Deze Vrede van Christus is de hand van Maria, Die ons als een Simon van Cyrene ondersteunt in het dragen van onze dagelijkse kruisen. Maria doet echter méér dan dit. Zij laat de ziel deel hebben aan de onfeilbare gesteldheden van Haar Hart, die onfeilbaar zijn omdat zij onder alle omstandigheden uit alles Licht bereiden en Gods Werken dienen. Het Hart van Maria is het kompas dat ons Golgotha toont. Zolang de ziel niet meer weet in welke richting Golgotha ligt, zijn haar offers, haar 'lasten', in wezen onvruchtbaar.

Wij kunnen ons dit voorstellen als volgt:

Wanneer de landbouwer het zaad niet uitstrooit op de voorziene plaatsen (de plaatsen die klaar zijn om het zaad op te nemen), doch ergens anders, zal ten minste een gedeelte van het zaad niets opbrengen, en zullen eventuele vruchten die niettemin zouden groeien, niet worden geoogst. Deze gaan derhalve voor de voeding van mensen en/of dieren verloren. Zo is het ook met onze offers, wanneer wij deze niet de passende richting meegeven: Zij blijven relatief, of zelfs helemaal, onvruchtbaar. De passende richting krijgt een beproeving door de toewijding. De ziel moet de beproeving met Liefde aanvaarden en haar met Maria dragen, dit wil zeggen: de last, het lijden en de ermee gepaard gaande gevoelens aan de voeten van de Hemelse Meesteres neerleggen, met de smeking dat Zij deze moge laten versmelten met de eeuwigdurende verdiensten van de lijdende Jezus en Haar Smartvol Hart. Slechts zo worden ons bloed en onze tranen een deel van de vijver der genaden.

Maria vormt de ziel geleidelijk om, zodat de ziel klaar en in staat is om zelfs in beproevingen Liefde te ontwikkelen. Uit de bruiloft tussen lijden en Liefde wordt steeds de innerlijke Vrede geboren. Deze op haar beurt, laat het Licht van de Ware Hoop stralen. Het resultaat is een ziel die de ware vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan ontwikkelt: Zij brengt voortdurend verlossende en heiligende Liefde voort en verbant duisternis uit menig leven. Om deze genade moet gebeden worden, en de offerbereidheid van de ziel moet dagelijks worden geslepen zoals een diamant. In deze diamant verbergt zich het Ware Geluk, reeds hier op aarde, want de ziel die hem bezit, legt haar levensweg precies aan in de voor (de greppel) via dewelke de Christus Zelf Zijn Weg over Golgotha tot in de verheerlijking heeft getrokken.

Bestaat het vagevuur werkelijk?

U merkt op dat in de Evangelies nooit over het vagevuur sprake is, en U hebt de indruk dat het vagevuur in de middeleeuwen is ontstaan als uitdrukking van Barmhartigheid. U vraagt in dit verband verder, of het mogelijk is dat achter de vagevuurgedachte een list van de duivel verborgen zit, om de mens alsnog in zijn klauwen te krijgen?

De Meesteres van alle zielen zegt in dit verband uitdrukkelijk: Jezus hulde de meeste van Zijn leerstellingen in beelden. Het woord 'vagevuur' heeft Hij nooit uitgesproken. Maria verwijst echter naar de volgende passage in het Evangelie volgens Mattheus, en licht deze meteen ook toe:

Haast u, het eens te worden met uw tegenpartij, zolang gij nog met hem onderweg zijt, anders zou uw tegenpartij u wel eens aan de rechter kunnen overleveren, en de rechter u aan de gerechtsdienaar, en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen. Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar niet uitkomen, voordat gij tot de laatste penning hebt betaald.

Wat betekenen deze woorden? Ziehier de toelichting van de Meesteres:

De 'tegenpartij' moet in overdrachtelijke zin worden beschouwd als de zonde. Met haar moet de ziel 'het eens worden', met andere woorden: Vrede sluiten, zolang zij nog met haar naar het Gerecht onderweg is. Met andere woorden: Zij moet de effecten van de zonde nog op haar aardse levensweg uitboeten, respectievelijk deze goedmaken. Anders wordt de zonde voor het Gerecht (= Gods Gerechtigheid) tot aanklaagster tegen de ziel. Dan verwijst de Rechter (God) de ziel naar de gevangenis, en daar komt zij niet meer uit tot zij de laatste penning zal hebben betaald. De Meesteres wijst erop, dat deze gevangenis het vagevuur is, waar de ziel de straf volledig moet uitboeten vooraleer zij in vrijheid kan worden gesteld.

Het vagevuur is inderdaad een geschenk van Gods Barmhartigheid, doch is geen uitvinding van de middeleeuwen en ook geen list van de duivel. De duivel misbruikt vanzelfsprekend deze tweede kans in sommige harten, door zielen ertoe te verleiden om te menen dat het niet erg is om te zondigen, omdat de zonde haar immers niet noodzakelijk het einde oplevert. Precies daarom wil God de zielen, onder andere via dit Apostolaat, tot diepere inzichten in de Mysteries van het Goddelijk Leven brengen, opdat zij mogen begrijpen dat slechts de Liefde zalig maakt en dat een berekenend leven waarin af en toe een zonde geoorloofd zou zijn zolang niet een bepaalde grens wordt overschreden, de ziel onvruchtbaar maakt voor Gods Werken. Men kan zich immers misrekenen – want de ziel ziet niet de volheid van de werkelijkheid –, en bovendien gaat het er niet om, in het leven zowel de Eeuwige Gelukzaligheid alsook de wereldse genietingen na te streven, het gaat erom, te overwegen dat elke zonde Gods Hart verwondt.

Uw laatste vraag citeer ik graag letterlijk: Zoals vele van Uw lezers in brieven hebben geuit, vind ook ik God in de moderne ritus vrijwel niet meer terug. Dit maakt mij ziek. Moet men, wanneer er toch geen mogelijkheid is om aan andere Missen deel te nemen dan aan deze 'gebruikelijke', uit Liefde tot Jezus naar de kerk gaan, of is het beter, zich helemaal van dit hele gedoe weg te houden?

Ik begrijp U heel goed. Desondanks doet de ziel er het beste aan, naar de kerk te gaan. Maria laat aan de zielen verklaren waarom. Wij zijn allen werktuigen, radertjes, schroeven, spijkers, enzovoort, via dewelke God Zijn Werken op aarde volbrengt. Alles heeft ergens zijn plaats binnen het Goddelijk Heilsplan, ook het feit dat in deze tijd talloze heilige Missen worden opgedragen, die God als het ware 'dwingen' om grote bijkomende hoeveelheden genaden vrij te maken. Veel zielen begrijpen niet waarom de Hemel de moderne ritus minder toejuicht dan de traditioneel-Latijnse ritus. Nog erger wordt het, wanneer een ziel die de relatieve minderwaardigheid van de moderne ritus aan de kaak stelt omdat zij door de Koningin des Hemels wordt opgedragen om dit te doen, als ketter wordt afgeschilderd, want in dat geval is pas goed de satan aan het werk. Om dit alles te begrijpen, moeten de zielen inzien hoe de genade werkt:

Elke handeling die Gods voorkeur geniet omdat zij Zijn Werken bevordert en geheel in overeenstemming is met Zijn verlangens, is ten volle bevorderlijk voor de vrijmaking van genaden. Dit komt doordat een dergelijke handeling om zo te zeggen identiek is met de Wil van God, en precies deze Wil de motor is, die de hele Schepping in gang houdt en de genaden voortbrengt. Er is dus geen verlies aan genaden (of heel weinig; alles hangt af van de wijze waarop de handeling wordt volbracht en in welke gesteldheid van hart zij wordt volbracht).

Elke handeling daarentegen, die Gods Werken niet of relatief weinig bevordert en niet (helemaal) in overeenstemming is met Zijn verlangens, bevordert nauwelijks, of helemaal niet, het voortbrengen van genaden. Aangezien elke handeling door God wordt geëvalueerd tegen de achtergrond van de mate waarin zij al dan niet bijdraagt tot de verwezenlijking van Zijn Heilsplan, bewerkt elke handeling ofwel de voortbrenging van genaden ofwel de noodzaak om genadeverlies te compenseren. Inderdaad, elke handeling van een ziel heeft ook een effect in het geheel van de Schepping. Wanneer nu een handeling niet helemaal in Gods lijn ligt, wekt zij een eerder negatief effect op, dat door God Zelf moet worden gecompenseerd om te verhinderen dat de Schepping uit evenwicht raakt (indien ook soms slechts in heel kleine mate). Deze compensatie moet gebeuren door een uitstorting van genaden.

Wat betekent dit alles concreet met betrekking tot de heilige Mis?

Een heiig Misoffer volgens de traditionele Latijnse ritus helpt bij het voortbrengen van genaden voor de hele Schepping, en wel des te meer naarmate het door de priester wordt opgedragen met een volkomen zuiver hart en met veel Liefde.

Een heilig Misoffer volgens de moderne ritus daarentegen, bewerkt een compensatie van Gods wege, door dewelke God het pakket aan genaden dat Hij voor een heilig Misoffer bestemt, ten volle tracht toe te kennen. Dit betekent dat de toekenning van genaden voor de ziel die de moderne heilige Mis bijwoont, even groot kan zijn (alles hangt alweer af van de gesteldheid van hart, de eerbied en de goede wil van de ziel), maar... dat elke volgens deze ritus opgedragen heilige Mis aan de schatkamers der genade hogere eisen stelt dan zij tot de voeding van deze schatkamers bijdraagt.

Derhalve neemt een modern heilig Misoffer genaden in beslag die anders een andere bestemming zouden kunnen krijgen. Laat U zich dus nooit overtuigen tot de opvatting dat deze argumentatie een ketterij zou zijn, want zij komt van de Koningin des Hemels Zelf. Ik ben slechts het werktuig dat deze boodschap van Liefde moet overbrengen. Laat U zich nooit in dwaling brengen door de redenering dat alles om het even is, daar de Kerk de moderne ritus immers ten volle goedkeurt: Het feit dat de Kerk een handeling goedkeurt, ja dat deze zelfs gebruikelijk wordt, betekent niet automatisch dat deze handeling Gods voorkeur geniet of door Hem met vreugde zou worden begroet!

Blijft U dan beter helemaal uit de kerk weg?

Neen. Het vermelde genadeverlies in de heilige Mis volgens de moderne ritus kan door zielen worden verminderd, en wel door heilige Mis met Liefde, geduld en aanvaarding bij te wonen en Uw hartenpijn aan de Moeder Gods aan te bieden tot goedmaking en als akt van troost. Ik leg derhalve getuigenis af voor het feit dat ik Maria tijdens heilige Missen volgens de moderne ritus geregeld heb zien wenen. Deze ervaring is hartverscheurend. Ik moet bovendien betuigen dat God de ziel die in een gesteldheid van goede wil een modern Misoffer bijwoont zonder kennis te hebben van het verschil aan genade-effect, niets aanrekent. Deze ziel is immers zelf slachtoffer van deze ontwikkeling. Zo ver gaat Gods Liefde.

Lieve broeder, ik weet waarom ik deze argumentatie met Vuur naar voor breng. Mij werd dit inzicht niet voor mijzelf gegeven, doch voor alle zielen, opdat zij mogen vernemen, en in nederigheid aannemen, dat God niet alles goedkeurt wat Hij in onze kerken ziet, zelfs al is het op grote schaal gebruikelijk geworden. Hoe de zielen met dit geschenk omgaan, is een kwestie van nederigheid en Liefde – Liefde tot God en tot al Zijn Werken, met inbegrip van het Geluk van elke ziel. Laten wij allen, die wenen om de kanker van het modernisme, onze hartenpijn in het Hart van Maria verenigen en het aan de Meesteres van alle zielen aanbieden met de smeking dat Zij daaruit door de Eeuwige Liefde de wedergeboorte van onze Kerk, deze Nalatenschap van Christus, moge laten bereiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 348
De ziel bereikt de heiligheid uitsluitend door eigen medewerking en door onophoudelijk aan de eigen spirituele gesteldheid te werken, niet door bijzondere fenomenen die op verzoek zouden worden toegestaan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Met betrekking tot Uw vraag over het zogenaamde 'rusten in de geest' betreur ik, te moeten zeggen dat het mij door de Moeder Gods niet toegestaan is, mij openlijk over de door U genoemde beweging te uiten. Doorheen de jaren heeft Zij mij weliswaar over dit thema vele private onderrichtingen geschonken, waarover ik (voorlopig?) echter nog niets mag openbaren. Ik mag en kan U echter wel het volgende ter overweging geven, omdat dit in verband staat met de kern van datgene wat Maria door dit Apostolaat aan de zielen wil leren:

God wil dat de zielen Zijn Liefde bewust leren kennen en ervaren, en wel als een kracht die het Ware Leven in zich draagt en doorgeeft. Het uitschakelen van bepaalde lichamelijke functies is een fenomeen dat in de mystieke ervaring bekend is. Mystieke fenomenen zijn echter bekend als geschenken van Boven, die geheel individueel (dus ook gewoonlijk niet in groep) op bepaalde tijdstippen worden doorgegeven. Deze tijdstippen worden echter door God gekozen en bepaald, en dienen niet door de mens te worden afgesmeekt, en zij treden evenmin automatisch op in antwoord op een menselijk verzoek. God beoogt met het geheel van Zijn tussenkomsten ten bate van de mensenziel slechts dit: dat zij door Zijn leiding, rechtstreeks of (voor Hem bij voorkeur) via inwerking van Maria, heilig wordt. De heiligheid bereikt de ziel uitsluitend door eigen inzet en door onophoudelijk werken aan de eigen spirituele gesteldheid, niet door bijzondere fenomenen die op verzoek zouden worden toegestaan. Slechts hierop laat de Koningin des Hemels mij wijzen.

Lieve zus, wij bevinden ons in een tijd waarin het er méér dan ooit op aankomt, aan onszelf te werken. Moge ieder vóór zijn eigen deur vegen met de borstel van de spirituele zuivering en van de Liefde, om elk spoor van ondeugd uit zich te verwijderen. De heiligheid krijgt geen enkele ziel ten geschenke. Hoe zou dit ook kunnen, aangezien de heiligheid de gesteldheid is waarin de ziel het maximum van haar vruchtbaarheid heeft bereikt, en derhalve ook de Eeuwige Gelukzaligheid rechtstreeks voor zichzelf en onrechtstreeks voor andere zielen ontsluit. Eén ding slechts is belangrijk: Dat de ziel de onderrichtingen die God ons nu via de Koningin des Hemels laat toekomen, volledig in zich opneemt en tot bloei brengt. Het nastreven van bijzondere ervaringen is daarbij volledig onbelangrijk, in bepaalde omstandigheden zelfs regelrecht ongunstig, en voor het spirituele welbevinden niet zonder risico. Naarmate U zich verder in de geschriften van de Meesteres van alle zielen verdiept, zal de betekenis van deze woorden U duidelijker worden.

Ik wens U zeer veel kracht en een vruchtbare reis tussen de fruitbomen van de Meesteres van alle zielen. Laat U Uw ogen niet van het Hart van de Koningin des Hemels afleiden, want Zij zal elke neiging tot onzuiverheid uit Uw hart verwijderen door de kracht van Haar volmaakte Liefde. Zij verlangt U immers bij Zich te hebben in de Eeuwigheid, waar wij allen thuishoren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 349
Over het ontstaan van de antwoordbrieven in dit Apostolaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank dat U Uw hart uitgestort hebt. Op grond van de aanwijzingen van de Koningin des Hemels wordt met betrekking tot de binnenkomende brieven steeds zo tewerk gegaan, dat deze worden gelezen en onmiddellijk aan Maria worden toevertrouwd. De gelezen inhoud wordt daardoor meteen aan de Moeder Gods toegewijd en om zo te zeggen in Haar Hart begraven, waar Zij hem 'bewerkt', dit wil zeggen: hem in de genadewerking begint in te hullen. Op Maria’s Tijd verordent Zij mij dan om die brief te beantwoorden. Het tijdstip is van vele factoren afhankelijk, doch ligt grotendeels in Goddelijk mysterie gehuld.

Daarom is het mogelijk dat Uw brieven zeer spoedig worden beantwoord, in bepaalde gevallen duurt het echter weken of langer, ik kan dit niet voorspellen. Voor het geval dat het wat langer zou duren, wilde ik nu reeds melden dat Uw brieven onmiddellijk hun effect krijgen in het Hart van Maria. U mag dit mogelijk spoedig merken doordat U een groeiende innerlijke Vrede ervaart. Maria beschouwt het schrijven en verzenden van een brief als een akt van overgave aan Haar. De beantwoording van een brief noemt Zij een therapeutische onderrichting, die echter op een zodanige wijze wordt gebracht, dat zij voor veel zielen een vormende waarde draagt.

Ik kan niet waarborgen dat elke individuele vraag wordt beantwoord. Dit is helemaal afhankelijk van de plannen en visies van de Meesteres.

Intussen bied ik U vanzelfsprekend mijn spirituele ondersteuning aan. Deze bestaat uit de elementen die de Meesteres van mij verlangt. Elke ziel die schrijft, wordt door Maria ingeschakeld in Haar ketting van Licht, wat haar een bijzondere bescherming oplevert, doch ook de 'plicht van Liefde' om zich volkomen aan de Meesteres van alle zielen over te leveren. De waarde van dit verbond kan niet met woorden worden beschreven.

Ik wens U heel veel kracht, moed en Hoop.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 350
Hoe de Meesteres van alle zielen een ziel ondersteunt, die zich op een belangrijke etappe van haar levensweg voorbereidt

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer een toekomstige gebeurtenis tot bron van onze Hoop is geworden, kan het ons voorkomen alsof de zon verduistert wanneer die zozeer verlangde gebeurtenis plotseling wordt uitgesteld. Wegens verbouwingswerken kunt U nog niet in het klooster Uw intrek nemen. Hier is Gods Voorzienigheid aan het werk, want de Moeder Gods vraagt nu voor U de gelegenheid om ook nog in Uw ziel een kleine verbouwing uit te voeren, opdat U spiritueel helemaal op het nieuwe leven voorbereid zou zijn. U kunt Haar deze gelegenheid bieden door zoveel mogelijk met Haar te spreken. Dit mag merkwaardig klinken, maar zo is het: De Moeder Gods is de Moeder van elke ziel en verheugt Zich bijzonder wanneer een ziel met Haar spreekt, met Liefde, heel spontaan, zonder enige remming, opdat Zij moge merken dat Zij daadwerkelijk wordt aanvaard en beschouwd als Moeder. U hoeft niet hoorbaar tot Haar te spreken, elke gedachte die stevig op Maria is gericht, is zoals een reeks woorden die tot Haar Hart worden gesproken. Zij zal U antwoorden via gevoelens van innerlijke Vrede. Innerlijke Vrede heb ik ooit, in Stormschrift nr. 38, mogen definiëren als volgt:

"(...) Ware Vrede is de gesteldheid waarbij het hart zich volkomen overgeeft aan Gods Plannen, omdat het begrijpt dat Gods beschikkingen tot in de kleine bijzonderheden een zin hebben binnen de voltrekking van het Heilsplan. Ware Vrede is derhalve vrij-zijn van innerlijke strijd, weerstand of verzet tegen de ontwikkelingen van het leven, in het besef dat ook datgene wat als onaangenaam ervaren wordt, door God toegelaten wordt omdat Hij het voor Zijn doelstellingen kan gebruiken".

Precies deze gesteldheid zou de Koningin des Hemels in U intensief willen voeden. Zij doet dit bij voorkeur tijdens een periode in dewelke U het geduld moet opbrengen om te wachten tot de verhoopte deur opengaat. Over datgene wat mensen zich mogelijkerwijs afvragen omdat zij niet weten hoe Uw leven precies in elkaar zit, hoeft U zich geen zorgen te maken. De vorm die Uw leven aanneemt, is een werk dat zich tussen Uw ziel en God voltrekt en voor de uitvoering waarvan de Koningin des Hemels van God Zelf volmacht heeft gekregen, in de mate waarin U zich aan Haar hebt overgegeven. Zoals ik vroeger reeds schreef, is elke levensweg als een reproductie van de Kruisweg van Christus bedoeld, dit wil zeggen: In zijn uitwerkingen, zijn effecten, moet de levensweg van een ziel de vruchtbaarheid van de Via Dolorosa zo dicht mogelijk benaderen. Een levensweg in overgave en toewijding aan Maria is nog steeds een kruisweg (soms zelfs nog méér uitgesproken), maar in de mate waarin de ziel deze weg in Ware Liefde en in verregaande eenheid met Maria gaat, wordt zij onderweg gedragen door het Hemelse parfum, met hetwelk Maria dag na dag de bodem besprenkelt.

De Koningin des Hemels is een onovertroffen krachtbron. Zij voelt er niets voor om de aan Haar toegewijde ziel op platgetreden paden te laten lopen. Steeds weer zal Zij deze ziel ertoe uitnodigen om een eind doorheen het oerwoud te lopen. Zij doet dit opdat de vruchtbaarheid van de ziel zou toenemen en deze ziel een hogere graad van Gelukzaligheid moge kunnen bereiken. De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft, schakelt zichzelf in de strijd tegen de duisternis in, en komt onvermijdelijk geregeld aan het front terecht. De Hemel heeft in deze tijd méér dan ooit zielen nodig die bereid zijn om onverschrokken doorheen het oerwoud te trekken, om nieuwe wegen aan te leggen. Het oerwoud moet men zich daarbij voorstellen als de grote uitdaging om aan de bekoringen der wereld het hoofd te bieden en de eigen zwakheden en hartstochten te overwinnen.

De grote uitdaging van een leven in toewijding aan Maria bestaat hierin, overal de duisternis te herkennen, deze voortdurend te confronteren met het Licht dat door Maria in woord en daad wordt geschonken, en dan dit Licht in de herkende duisternis uit te gieten. De ziel hoeft zich daartoe in geen geval over te geven aan enige rebellie, wel integendeel: De waarachtig Mariale ziel straalt het Licht in de duisternis in de stilte van heilige gedachten, gevoelens en bestrevingen en in het verborgene van haar offers. Daarin te volharden en vruchtbaar te blijven, vereist een voortdurende verbondenheid met het Hart van de Hemelse Meesteres. De aan Haar toegewijde ziel moet dagelijks bidden om de gunst van deze verbondenheid, zichzelf zo goed mogelijk distantiëren van elke mogelijke verontreinigende invloed, en waar dit nauwelijks mogelijk blijkt, de ogen van de ziel niet laten afleiden van het Goddelijk Licht.

In wezen wordt van U tot aan de intrede in het klooster hoofdzakelijk verwacht dat U zoveel mogelijk tijd zou besteden aan inkeer in Uw eigen hart. U zult daarbij vaak worden bekoord, omdat gedachten aan het verleden en aan (zelfs vermeend) eigen mislukken zullen opduiken. Beschouwt U dit louter als een onderdeel van de innerlijke strijd, gedurende dewelke U ertoe uitgedaagd zult worden om voortdurend te groeien: De duivel tracht U neer te halen en U aan de wereld vast te ketenen; de Moeder Gods op Haar beurt tracht U innerlijk te zuiveren. U kunt deze tijd van bezinning vooral vruchtbaar maken door U erin te oefenen, voortdurend Uw gedachten, gevoelens en herinneringen met het Hart van Maria te verbinden. U smeekt Maria erom dat Zij deze moge zuiveren en met Haar volmaakte Liefde moge vervullen. Dit procedé kan aanvoelen alsof elk element van Uw geestelijke processen wordt gewassen in een Hemels bad.

Wanneer werelds gezinde zielen U vragen stellen in verband met Uw intenties, adviseert de Moeder Gods, te antwoorden dat U de volgende stap op Uw levensweg aan het voorbereiden bent. U verraadt daardoor niet dat U in het klooster zult gaan, maar spreekt wel helemaal de waarheid. Trouwens, elke ziel bereidt op elk ogenblik de volgende stap op haar levensweg voor, mits zij zich de vruchtbaarheid van haar spiritueel functioneren wel degelijk ter harte neemt.

Ons leven is zoals een ketting, waarbij de gesteldheid en de sterkte van elke schakel steeds de gesteldheid en sterkte van de volgende schakel bepaalt. Wanneer de ziel nalaat, een schakel (= een stap op haar levensweg) degelijk te voeden, zal zij bij de daaropvolgende stap daarvan de nadelen ervaren. Deze 'levensketting' kan soms echt zwak aanvoelen. Dat kan erop wijzen, dat de ziel zich in de voorbije tijd onvoldoende heeft gevoed. De voeding van de ziel bestaat uit liefdevolle contacten met God en met Maria, alsook uit de toepassing van echt Hemelse onderrichtingen. In elke component van de Wetenschap van het Goddelijk Leven bijvoorbeeld, spreekt de Koningin des Hemels tot de ziel. Zij onderricht trouwens niet slechts door woorden, Zij injecteert eveneens Hemelse Liefde in de zielen. Dit alles is voedsel: Liefde, Wijsheid, kennis uit Gods Hart, kortom: de Waarheid uit de mond van God, waarover Jezus in de woestijn tot de bekoorder zei: "Niet van brood alleen leeft de mens, maar van elk woord dat uit de mond van God komt".

Lieve zus, voor U en voor Uw vriendin wordt gezorgd. De Moeder Gods ontfermt Zich over elke ziel van goede wil in de mate waarin deze de zorg van de Hemelse Moeder aanneemt en de inspiraties van Licht op haar levensweg niet tegenwerkt. Weest U ook voor Uw vriendin een Licht. Leeft U haar het levende beeld van de Mariale ziel voor, opdat zij zichzelf ervan kan overtuigen wat Maria tot stand brengt in een ziel die zich aan Haar heeft overgegeven. De macht van Maria is de macht van de volmaakte Liefde, zij is de totale verwezenlijking van datgene waarvoor Jezus aan het Kruis is gestorven: de absolute heiligheid, het Hemels zaad uitgestrooid met elk woord, elke handeling, elk gevoel en elke gedachte, omdat dit alles eenvoudig is vervuld van de adem van God. Ik smeek de Meesteres dat Haar heilige voet reeds de drempel moge zegenen, via dewelke U in een afzienbare toekomst de deur naar de bruiloft met Jezus Christus zult binnengaan.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 351
De satan haat dit Apostolaat – Wat is genade?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Tot mijn spijt verneem ik wat U in de nabijheid van het beeld is overkomen. Ik heb het met pijn in het hart aan de Meesteres Zelf voorgelegd, en heb voor U het volgende antwoord ontvangen:

Het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen is door Maria Zelf 'ter wereld gebracht' omdat Gods Tijd daarvoor gekomen was. Concreet betekent dit dat nu de grote strijd tussen Gods Licht en de duisternis zijn hoogtepunt heeft bereikt. Dit Apostolaat is door God bedoeld als een bijzonder werktuig voor de vorming van de zielen van de Allerlaatste Tijden. Via de geschriften, evenals door de verborgen opdrachten die Maria Haar Myriam dagelijks geeft, worden de zielen voorbereid voor de volledige inzet in het kader van deze harde maar buitengewoon genaderijke strijd.

Vanzelfsprekend haat de satan om al deze redenen dit Apostolaat. Maria Zelf heeft mij reeds jaren geleden in deze zin daarvoor gewaarschuwd, en ik voel persoonlijk de tekenen van deze haat, die zich dagelijks via de meest uiteenlopende kanalen uitwerkt. Wij mogen nooit vergeten dat de satan de zielen door verblinding, verwarring, onwaarheid en onwetendheid wil hinderen om tot de kennis van Gods Waarheid te komen, omdat deze Waarheid, die immers dagelijks in verdiepte vorm door de Meesteres van alle zielen wordt aangeboden, de zielen kan bevrijden en hen Hoop en moed kan geven, en hen pas goed voor het werken aan zichzelf en ten dienste van Gods Rijk op aarde uitrust.

(...)

De ziel die gelooft in de macht van de Meesteres van alle zielen en in de effecten van deze macht, wordt door God bijzonder beschermd en gesterkt, en daarom door de satan bijzonder gehaat. Hij doet er daarom alles aan om dit Geloof in de ziel te ontwortelen, de ziel met gevoelens van beklemming te beladen, en haar van God en Maria, in het bijzonder in Haar hoogste hoedanigheid, los te rukken. Verder tracht hij door dergelijke aanvallen dit Apostolaat als ongeloofwaardig af te schilderen. Geeft U niet toe aan hem, want uiteindelijk kan hij zich tegenover de Koningin des Hemels niet doorzetten. Dit Apostolaat wordt immers dag na dag door de Hemel met zoveel Licht gevoed, dat deze werken nu reeds bezig zijn, de satan en zijn gevolg te verblinden. Het is echter wel zo, dat vele zielen dit nu nog niet mogen zien, of dit nog niet kunnen beseffen. Op Gods Tijd zullen zij dit wél kunnen.

Deze aanvallen betreurt God natuurlijk. Niettemin laat Hij hen toe. Waarom? Precies omdat het hier gaat om een bijzonder, met genaden vervuld beeld. Een genade moet worden begrepen als een spiritueel voedingsmiddel dat de ziel in staat stelt, zich volledig te ontplooien en de volheid van de vruchtbaarheid te verwezenlijken, die wij als 'heiligheid' kennen. Elke genade ontlokt aan de satan een reactie, omdat elke genade voor de ziel een nieuwe deur opent, door dewelke zij dichter bij het Eeuwig Rijk kan komen in de mate waarin zij deze genade in zich inbouwt. Bepaalde zielen laten deze genadewerking aan zich voorbij gaan omdat zij zich door dergelijke aanvallen en beproevingen laten afschrikken.

Bovenop de reacties van de satan wordt elke ziel als onderdeel van de genadewerking ook beproefd omdat God Zich ervan wil vergewissen of de ziel de genade die, dit mogen wij nooit vergeten, in het overgrote gedeelte van de gevallen in het verborgene wordt geschonken en ingebouwd, daadwerkelijk gebruikt om spiritueel te groeien. Elke beproeving waarbij de ziel de instandhouding, zelfs de verdere groei van haar Geloof en haar volharding bewijst, zet God ertoe aan om nieuwe genaden te verlenen, vaak van een hogere graad. God wil er zeker van zijn dat de ziel die het geschenk heeft ontvangen, werkelijk betrouwbaar is in de strijd tegen de duisternis alsook voor de groei van het Licht in zichzelf. Men stuurt ook naar het front geen leger waarop men niet kan vertrouwen.

De genadewerking verloopt niet, zoals zeer veel zielen zich voorstellen, in een onophoudelijk stijgende lijn, maar in een golvende beweging, die gewoonlijk even vaak dalend als weer opwaarts verloopt. Het komt er alleen op aan – en aan de hand daarvan evalueert God de inzet van de ziel en derhalve haar relatieve waarde in het kader van de verwezenlijking van Zijn Heilsplan – een lijn te behouden die, gemiddeld genomen, opwaarts gaat, ondanks eventuele zwakke plekken onderweg.

(...)

Nu beleven wij nog de fase tijdens dewelke de zielen eerder de strijd en de schijnoverwinningen van de satan opmerken dan Gods Liefde, die zich op onfeilbare wijze uitwerkt, ook, ja zelfs vooral, via de beproevingen. Weldra komt echter de laatste fase, in dewelke aan allen voelbaar zal worden aangetoond dat de Wetenschap van het Goddelijk Leven Gods antwoord op de beproevingen is. Laten wij samen strijden voor deze overwinning, want God kan haar niet zonder onze inzet schenken. Zijn volmaakte Liefde verhindert Hem dit. Weldra komt het uur waarin alle zielen dit zullen inzien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 352
Over het modernisme in de Kerk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw brief heeft mij buitengewoon diep geraakt, omdat deze betrekking heeft op een thema dat van het allergrootste belang is voor de toekomst van de zielen. Ik heb tot de Meesteres van alle zielen gebeden om informatie, advies, lichtvolle leiding, kortom: om de ondubbelzinnige Waarheid. De tijden zijn zeer verwarrend (werk van de satan). Nochtans heeft God ons de definitieve overwinning van het Licht – dit wil zeggen, de volheid van de Waarheid – beloofd. Precies daarom kunnen de zielen het zich niet veroorloven, niet met zekerheid te weten, waar zij aan toe zijn. Om deze reden heb ik de Moeder Gods in verband met de door U aangehaalde boodschappen of openbaringen om advies gevraagd. U weet waarschijnlijk dat de Hemel tot zielen nooit iets negatiefs zegt over andere zielen of hun werken, opdat niemand in de verleiding zou komen om over medemensen één of ander oordeel te vellen. Om deze reden zegt Maria dan ook niet woordelijk dat deze boodschappen vals zouden zijn. Zij schenkt wel enkele belangrijke nuances, die ik U nu met vreugde mag meedelen.

Volgens de door U vermelde boodschappen zou de Eeuwige Vader hebben gezegd dat Hij Zijn Zoon uit de tabernakels van de modernistische kerken heeft moeten verwijderen omdat de heiligschennissen te ernstig zijn geworden. Daarover laat de Meesteres van alle zielen mij het volgende schrijven:

Het is absoluut juist dat de modernistische kerk en de moderne ritus voor God een gruwel zijn. Maria heeft dit tegenover mij nooit onder stoelen of banken gestoken. Zij heeft ook op diverse plaatsen in de door dit Apostolaat verspreide geschriften reeds aangetoond om welke redenen dit zo is. Zeer veel handelingen, betreurenswaardig genoeg ook onder diegene welke binnen de Kerk zijn toegelaten, zijn in Gods ogen heiligschennend of liggen daar zeer dicht tegenaan, omdat zij op de mens zijn georiënteerd, de mens in het middelpunt van het gebeuren stellen, van de heilige Mis niet langer een nederige, eerbiedige verheerlijking van God maken, de hele sacrale waarde uit de Kerk, uit de riten en woorden halen, enzovoort. De Moeder Gods heeft mij reeds zo vaak laten schrijven dat het modernisme de zielen bergen van bergen van genade berooft, die door God met de heilige Misvieringen zijn verbonden. Maria laat mij de volgende vergelijking maken: Jezus heeft bij de instelling van de Eucharistie klare Hemelse Wijn geschonken. Hij onderrichtte rituelen en woorden die de volheid van de genade vrijmaken. Door elke modernistische invloed worden één of meer druppels water bij deze Wijn gevoegd. Bij de gemiddelde moderne Misvieringen gaat het echter om water waarin nog slechts een zwakke wijnsmaak is overgebleven. Steeds opnieuw beklemtoont Maria de noodzaak van een terugkeer tot de Traditionele Latijnse Ritus met instandhouding van de traditionele, niet ingekorte Consecratiewoorden en alle oude riten.

Heeft de Eeuwige Vader Jezus uit de tabernakels van de modernistische kerken verwijderd?

Hierop zegt de Koningin des Hemels: Dit zal de Allerhoogste ondanks de heiligschennissen nooit doen. Jezus heeft beloofd dat Hij Zijn Kerk nooit aan de duivel zou uitleveren. Deze belofte blijft voor alle tijden van kracht. God wil de eenvoudige gelovigen van goede wil nooit tot slachtoffers van de modernistische dwalingen laten worden. Precies daar, zo beklemtoont Zij steeds opnieuw, krijgt de Goddelijke Barmhartigheid haar grote effect: De zielen van goede wil, die God van harte zoeken in de kerk, in de heilige Communie, in de tabernakels, enzovoort, zullen nooit van Hem worden verwijderd. De ziel zal steeds datgene ontvangen waarnaar zij werkelijk verlangt. Verlangt de ziel in de heilige Communie innig naar God, dan zal zij Hem ontvangen, ook tijdens de modernistische heilige Mis. Knielt U dus, zoals U het gewoon bent, met een gerust hart vóór het tabernakel neer: Wanneer U Jezus of de Allerheiligste Drievuldigheid daarbij in het hart draagt, hoeft U nooit te vrezen dat U voor de duivel aan het knielen zou zijn.

Jezus blijft in alle tabernakels, ook in de kerken waar alleen modernistische heilige Missen worden opgedragen, omdat Hij ook daar wacht op de zielen van goede wil die nog rekening houden met het feit dat God overal aanwezig is, en dat Hij Zich overal wil laten vinden. De Koning van de Schepping laat Zich niet door de duivel uit Zijn troonzaal verdringen.

Met betrekking tot Uw navolgende woorden dat Jezus ons in deze boodschappen waarschuwt, ver weg te blijven van deze (= modernistische) kerken, en onze parochies waar het modernisme heerst, te verlaten, dit wil zeggen: daar waar een volksaltaar staat, de Consecratiewoorden verkeerd zijn, enzovoort:

Desbetreffend laat Maria mij antwoorden in de geest van antwoordbrief 347 (wat eigenlijk geldt in verband met al Uw vragen), maar Zij laat hieraan het volgende toevoegen, omdat U een priester in wording bent: Inderdaad, de modernistische kerk wijkt intussen enorm af van Gods bedoelingen en voorstellingen, en dient nog slechts in relatief geringe mate Zijn Plannen en Werken. Niettemin nodigt de Koningin des Hemels U ertoe uit om de parochies waar het modernisme heerst, niet te verlaten. De Moeder van de Kerk heeft mij verzekerd dat het modernisme een fase binnen Gods Heilsplan is, waar de Kerk, en samen met haar de hele mensheid, doorheen moet, en die dient tot loutering van de zielen. Let U goed op deze woorden: Het is een fase, geen eindpunt! God zal nooit toelaten dat nog slechts een modernistische Kerk overblijft, want in deze gesteldheid is de Kerk niet 'rijp' voor het ontvangen van Gods Rijk op aarde. Maria wijst erop, dat elke ziel door de Goddelijke Voorzienigheid daar wordt geplaatst, waar zij haar zeer persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan moet leveren.

Wordt men als priester geroepen naar een modernistische parochie, dan is deze roeping een verzuchting van de Eeuwige Wijsheid, aan dewelke men gehoor behoort te geven. Tot bemoediging kan ik U verzekeren dat mij diverse priesters en priesters in wording bekend zijn, die in hun hart precies naar datgene verlangen, wat in Uw hart leeft: een Kerk die volledig van de gesel van het modernisme is bevrijd. Opvallend genoeg gaat het daarbij steeds om zielen die in hun hart volledig door Maria worden geleid. Allen beloven zij hun Hemelse Moeder op een bepaald punt in hun innerlijke strijd, dat zij omwille van Maria met een zuiver hart voor de wedergeboorte van de door God zo beminde traditie willen strijden. Tenslotte, indien elke ziel wier hart nog werkelijk klopt voor Gods belangen, de sleutel in de handen van het modernisme legt, hoeven wij er ons niet over te verbazen dat binnen enkele jaren de Kerk helemaal onwerkzaam wordt voor datgene waartoe zij is geroepen: God in de maatschappij tegenwoordig te stellen.

Het is iets totaal anders wanneer U de roeping voelt, ergens te dienen waar de traditionele geest werkelijk nog iets betekent, en U van daar uit Uw hart over de Kerk als geheel kunt laten kloppen. Het is heel belangrijk dat alle traditioneel voelende priesters en toekomstige priesters zich in hun hart met elkaar zouden verenigen, en zo als het ware een ketting van Liefde tot de Traditionele Misviering omheen de wereld spannen. In het verborgene zal de machtige Moeder van de Kerk deze ketting van harten rijkelijk zegenen en haar door Haar Liefde duizendmaal versterken, opdat het vurigste verlangen van Haar Goddelijke Zoon zich weldra moge kunnen verwezenlijken. Daarom zou U Uw Liefde tot het traditionalisme en de aaneenschakeling van de traditionele priester- en seminaristenharten aan Maria moeten toewijden. U zou Haar en God daardoor een onbeschrijflijk belangrijk geschenk aanbieden.

Op grond van de vermelde boodschappen krijgt U het gevoel alsof daar waar U leeft en studeert, nooit een hostie werkelijk de Transsubstantiatie heeft ondergaan, zodat U in principe tijdens de heilige Communie niet Jezus tot U neemt, doch slechts een stukje brood.

Ik kan Uw pijn en Uw onzekerheid absoluut verstaan, en mij gemakkelijk in Uw hart inleven. De Moeder Gods bereidt U echter ook in dit verband een straal van Hoop en bemoediging. Zoals ik onder andere in bovenvermelde antwoordbrief nr. 347 heb mogen schrijven, vult de Goddelijke Barmhartigheid zeer veel aan in de Kerk. Maria wijst erop, dat het niet voorkomt dat tijdens het Consecratieritueel, zelfs in de modernistische kerk, geen Transsubstantiatie zou plaatsvinden. Hoe dichter het ritueel, de handelingen, de gesproken woorden en het hart van de consacrerende priester Gods verwachtingen en verlangens benaderen, des te meer genaden worden 'spontaan' door God vrijgemaakt. Hoe méér deze elementen van Gods verwachtingen en verlangens afwijken, des te minder heeft de 'spontane' opwekking van genaden plaats, en des te groter wordt het aandeel aan genaden dat God ter compensatie moet vrijmaken. Deze compensatienoodzaak volgt uit het feit dat God met elke heilige Misviering een bepaalde hoeveelheid aan genaden wil verbinden. Hij gaat daarmee in op de belofte van Jezus, dat Hij alle dagen bij de zielen zou zijn, tot het einde der tijden. 'Bij de zielen zijn' is namelijk te begrijpen als volgt: dat Jezus voor alle tijden ten volle bij elke ziel wil zijn die Hem met een oprecht en van Liefde vervuld hart zoekt.

Tot een louter nuttigen van brood wordt de heilige Communie in principe steeds wanneer de ziel, zelfs tijdens een Traditionele Misviering, niet in het hart bij Jezus is. Mocht de ziel daarentegen met een Liefdesvuur in het hart louter een eenvoudig stukje brood ontvangen, dan zou zij in werkelijkheid niettemin Jezus ontvangen, want zij heeft slechts naar Hem verlangd. Zo is het toch ook bij de geestelijke communie: De ziel ontvangt helemaal niets in de mond, maar krijgt niettemin Jezus op bezoek, omdat zij Hem vurig heeft geroepen.

Met betrekking tot Uw concrete vraag: Kan ik (onder deze omstandigheden) in het seminarie nog te Communie gaan?

Maria antwoordt klaar en duidelijk bevestigend, maar nodigt U met klem uit om elke heilige Communie aan Haar toe te wijden en vurig naar de intrede van Jezus in Uw ziel te verlangen. Zij (Maria) staat er persoonlijk borg voor dat U dan bij elke heilige Communie, Jezus daadwerkelijk ontvangt. Via elke Communie die de ziel in de juiste, eerbiedige en liefdevolle gesteldheid ontvangt, kan zij eerherstel aanbieden voor de in haar omgeving op heiligschennende wijze ontvangen Communies. Zelfs in die gevallen waar de ziel in één of ander opzicht ertoe wordt gedwongen, de heilige Communie te ontvangen op een wijze die niet door God wordt gewenst, die zij in haar hart echter diep betreurt en niet wenst, maar die zij om één of andere gerechtvaardigde reden niet kan vermijden, zal dit haar door God worden vergeven. De morele verantwoordelijkheid wordt dan gedragen door de instantie die deze wijze van communiceren heeft opgelegd.

Kan de Hemel aanvaarden dat ik bij de 'Communie', waarbij ik misschien alleen maar brood ontvang, uitdrukkelijk zou zeggen dat ik slechts Jezus aanbid, en geen brood?

Absoluut. Op deze wijze maakt U Uw eigen hart tot een tabernakel dat ertoe bereid is, Jezus te ontvangen. Hij zal dit met nog méér zekerheid doen wanneer U onmiddellijk voordien Maria hebt gevraagd dat Zij Uw hart en Uw ziel met Zichzelf zou bekleden. U geeft daardoor Uzelf aan Maria, en eigenlijk is Zij het dan, Die Jezus in U ontvangt. Vanaf Uw vraag aan Maria versmelt Uw verlangen met het verlangen van de Moeder Gods, en werkt dit vermenigvuldigde verlangen als een magneet, die Jezus tot zich trekt.

Vindt de Transsubstantiatie nog wel plaats in bedevaartplaatsen waar men zeer grote modernistische verschijnselen aantreft zoals het volksaltaar?

Ja, en wel om bovenvermelde redenen. Het is echter heel belangrijk dat in de ziel een oprechte Liefde tot, en een oprecht verlangen naar God werkzaam blijven. In de modernistische Kerk zijn de zielen het slachtoffer van de instantie die deze rituelen uitvoert. Maria beschouwt alleen de ziel die zich in het hart aansluit bij deze rituelen, als actief betrokken. Diegenen die het in hun hart niet met deze rituelen eens zijn, zijn slechts passief betrokken. Het verschil tussen deze beide gesteldheden qua verantwoordelijkheid, is in Gods ogen hemelsbreed. Voor God is de 'passief betrokken' ziel slechts een slachtoffer van de omstandigheden, de 'actief betrokken' ziel daarentegen draagt bij tot de noodzaak dat bijkomende genaden moeten worden vrijgemaakt.

Lieve broeder, mijn hart lijdt met het Uwe.

Het modernisme is niet van 'van Boven' in de Kerk gekomen, maar heeft zich in verregaande mate ingeburgerd om redenen die weinig met spiritualiteit hebben te maken. Maria waarschuwt met klem voor al deze tekenen die de zielen steeds méér naar het wereldse toe trekken en al het sacrale uit de Kerk verwijderen. De Goddelijke Barmhartigheid komt de zielen in onvoorstelbare mate met ontelbare genaden tegemoet, terwijl zij deze, met het oog op de verschrikkelijke zondelast van de mensheid, niet eens verdienen. Het komt erop aan, niet nog méér bijkomende genaden van God te verlangen door modernistische riten te volgen, voor dewelke de Goddelijke Barmhartigheid compensatie moet leveren. Ik verwijs desbetreffend nogmaals naar antwoordbrief 347.

Zo zal er altijd, in alle heilige Missen, een Transsubstantiatie zijn. God laat Zich dit door geen enkel werk van mensen ontnemen, want het is de zich steeds opnieuw voltrekkende Transsubstantiatie in alle heilige Eucharistievieringen, die de effecten van Golgotha in de zielen in stand houdt. Het is voor elke individuele mensenziel slechts een kwestie van Liefde, in hoeverre zij het 'normaal' vindt dat God tijdens de ene ritus hoofdzakelijk 'spontaan' genaden kan verlenen, terwijl Hij tijdens de andere ritus hoofdzakelijk ter compensatie genaden 'uit de reserve moet halen'. De modernistisch denkende ziel moge de genade aanvaarden, zich ernstig af te vragen of zij deze toestand nog langer met haar geweten in overeenstemming kan brengen. Vandaar de uitnodiging vanwege de Koningin des Hemels aan de zielen om nu eens en voor altijd te kiezen voor de Ware Liefde, opdat het Lijden van Golgotha niet tevergeefs moge zijn geweest.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 353
Doet men er goed aan, bijvoorbeeld in het ziekenhuis of een ouderlingentehuis de Heilige Communie te ontvangen uit de handen van een leek of een kloosterzuster wanneer geen priester ter beschikking staat?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U deze vraag stelt, omdat op dit gebied zeer veel niet verloopt zoals het de Hemel behaagt. Hoe staat het met het ontvangen van de heilige Communie wanneer men bijvoorbeeld in het ziekenhuis of in een ouderlingentehuis verblijft? Moet men, wanneer geen priester de heilige Hostie kan brengen, eerder de geestelijke Communie verrichten?

Indien niet de priester persoonlijk de heilige Hostie tot de zielen brengt, zijn er eigenlijk twee mogelijkheden, en Maria onderricht dat de ziel zich in deze verschillende situaties verschillend behoort te gedragen:

  • ofwel kan de ziel de heilige Communie uit de handen van een leek ontvangen (de Hemel rekent vanzelfsprekend ook kloosterzusters tot de leken): In dit geval doet de ziel er goed aan, van de ontvangst af te zien en geestelijke Communie te verrichten;
  • ofwel brengt een leek de heilige Communie in een pixis: In dat geval mag de ziel de heilige Hostie ontvangen, op voorwaarde dat zij deze voorzichtig rechtstreeks uit de pixis op de tong kan laten glijden. Noch de ziel zelf, noch de persoon die de heilige Hostie heeft gebracht, raken deze dan aan met de hand.

Bij de tweede mogelijkheid zegt Maria verder nog uitdrukkelijk:

  1. De persoon die de heilige Communie brengt, moet daartoe door een priester worden gevolmachtigd.
  2. Deze persoon moet zich rechtstreeks van de priester via de kortste weg naar de ziel begeven, die de Communie zal ontvangen, mag bijvoorbeeld niet eerst naar huis gaan eten, geen inkopen doen, en moet er werkelijk alles aan doen om zich onderweg niet met opzet bloot te stellen aan wereldse invloeden (bijvoorbeeld hij mag niet ingaan op gesprekken op straat, niet blijven staan voor uitstalramen, enzovoort – hij moet zijn hart zo zuiver mogelijk, zo vrij mogelijk van wereldse indrukken houden). Bovendien moet zij de pixis onderweg op een respectvolle wijze bewaren.

De Moeder Gods is desbetreffend zeer strikt: In geen enkel geval mag een persoon, met uitzondering van een priester, de Heilige Communie met de hand aanraken. Ook al heeft de Handcommunie zich in onze moderne kerken ingeburgerd, de Hemel bevalt deze handeling absoluut niet. Een ziel die ertoe is gevolmachtigd om de heilige Hostie voor een welbepaald doel met de hand aan te raken, is in de ogen van de Hemel niet verantwoordelijk, op voorwaarde dat zij zich onbesproken eerbiedig gedraagt, maar niettemin dient elke aanraking vanwege een ziel, behalve een priester, strikt te worden vermeden. In twijfelgevallen adviseert de Moeder Gods uitdrukkelijk het verrichten van de geestelijke Communie.

Maria laat nog op iets bijkomends wijzen: De zielen mogen nooit uit het oog verliezen dat in een pixis in dewelke zich een geconsacreerde heilige Hostie heeft bevonden, gewoonlijk nietig kleine deeltjes van de heilige Hostie achterblijven. Elk van deze deeltjes bevat de volheid van de Godheid. Om deze reden rust op de ziel aan wie een pixis is toevertrouwd, de plicht om hiermee met de grootste zorg om te gaan, deze na het communiceren onmiddellijk te sluiten en op een respectvolle wijze te bewaren, en deze in geen enkel geval ooit voor één of ander werelds doel te gebruiken. Ziet het ernaar uit dat de pixis langere tijd niet zal worden gebruikt, dan doet de ziel er goed aan, een beetje wijwater in de pixis te gieten, en dit water te drinken, de pixis vervolgens voor een korte tijd geopend te laten staan en nadien opnieuw te sluiten. Zo luiden de aanwijzingen van de Moeder Gods.

Ik wens U een leven van eerbiedige ontmoetingen met het Allerheiligste Lichaam van Christus, de Bron van onze Verlossing.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 354
Brief aan een kind dat in de war is over de godsdienstles op school

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve kleine broer in Jezus en Maria,

Nu klopt het Hart van de Moeder van Jezus vlugger, want jij bent pas negen jaar oud en schrijft Haar reeds een brief. Laten wij eens kijken wat Maria jou zou willen zeggen.

Tijdens de godsdienstles op school heeft de juffrouw jullie over Mozes verteld, over de plagen die God over Egypte stuurde, over de brandende doornstruik, enzovoort. Achteraf zei zij echter dat er geen echte plagen zijn geweest en dat de doornstruik niet zou hebben gebrand. Jij bent daarover in de war, en vraagt of Moeder Maria jou kan helpen.

De Moeder van Jezus zegt dat het heel belangrijk is, vast te geloven in alles wat in de Bijbel staat geschreven, omdat in dat Boek niets anders geschreven staat dan woorden die God Zelf tot heilige mensen heeft gesproken. Hij wil dat wij daar elke dag iets uit leren opdat wij zelf heilig zouden worden en in de Hemel kunnen komen, waar Hij leeft, waar Jezus en Maria leven, en waar ook jouw Engelbewaarder leeft.

Het is beter, in de klas, met de andere kinderen erbij, de juffrouw niet tegen te spreken. Wees ook niet boos om wat zij zegt. Zij liegt niet, maar zij durft niet in Gods woorden te geloven, omdat zij bang is. Kijk eens, God liet de doornstruik branden omdat Hij Mozes wilde tonen dat waar God is, het hartje heel warm wordt, omdat God Mozes oneindig lief had. Hij heeft jou ook oneindig lief. Daarom liet Hij de doornstruik niet afbranden. Weet je, God deed met de doornstruik wat hij voor alle mensen wil doen: God is als een Vlam die als een manteltje om jou heen ligt, opdat jij je veilig en geborgen zou voelen en jou geen kwaad zou gebeuren wanneer jij veel bidt en braaf bent. Hij is de Vlam, en jij bent de struik. Wanneer jij heel veel van God houdt, blijft Hij een leven lang voor jou als een manteltje van warmte, Liefde en vreugde.

De plagen stuurde God over Egypte omdat daar mensen woonden die andere mensen, die de vrienden van Mozes waren, zeer veel pijn deden zonder daarover spijt te hebben. God wilde deze boze mensen, die verkeerd deden, tonen dat zij niet het juiste deden, dat hun gedrag verkeerd was en dat Hij dat niet wilde. Hij wilde hen daardoor leren dat zij Hem vergiffenis moesten vragen en Hem beloven dat zij nooit meer andere mensen pijn zouden doen.

Je Hemelse Mama zegt dat de juffrouw bang is, het te geloven, en dat zij daarom jullie niet bang wil maken. Zeg het haar liever niet, want zij zou zich daarover schamen. Bid voor haar tot Maria, opdat de juffrouw niets dan vreugde zou voelen wanneer zij weer over de Bijbel spreekt. Wanneer jij elke avond voor de juf drie Weesgegroetjes tot Maria bidt, zul je haar helpen om over Gods woorden met vreugde te vertellen. Dat moet echter jouw geheim blijven, waarover je alleen met Moeder Maria en Jezus en je mama mag praten.

Wanneer jij nu met mama tot Moeder Maria in de Hemel bidt, doe ik meteen hetzelfde voor de juf, voor jou en voor je mama.

Ik geef je een stevige knuffel,

Je grote zus, Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 355
Vragen omtrent euthanasie en morele en immorele beslissingen vanwege een arts, een patiënt en familieleden in 'grenssituaties'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen omtrent euthanasie. Deze behoren tot de belangrijkste die een mens zich eigenlijk kan stellen, omdat zij immers zeer eng met het leven zelf zijn verbonden. Het verheugt mij des te meer, dat U deze zo belangrijke vragen hebt kunnen stellen vanuit Uw ervaring als verpleegkundigen.

Met het oog op deze levensbelangrijke kwesties gebiedt de Meesteres mij, niet het thema als geheel te benaderen, maar Uw vragen chronologisch te beantwoorden. Opdat de antwoorden van Maria helemaal duidelijk en juist geordend zouden kunnen worden, zal ik Uw vragen ook letterlijk aanhalen.

Mag men als aan Maria toegewijde ziel tegen de wet ingaan om een ziel te redden en deze waardig te laten sterven, opdat Gods Wil met betrekking tot het einde van een mensenleven zou geschieden?

Opdat U het antwoord van de Moeder Gods juist zou kunnen plaatsen, moet ik nu reeds het volgende duidelijk stellen:

God heeft alles geschapen wat buiten Hem staat. Voor dit alles heeft Hij Wetten vastgelegd die erop gericht zijn, het uiteindelijke doel (de grondvesting van Gods Rijk op aarde zoals het in de Hemel door alle eeuwen heen daadwerkelijk bestaat), volledig te verwezenlijken ten gunste van de Schepping als geheel. Gods Wetten zijn derhalve zonder meer te beschouwen als het fundament van de absolute volmaaktheid. Buiten Gods Wetten bestaat er geen Heil, omdat elke afwijking in de navolging van deze Wetten neerkomt op handelen buiten de wegen van de volmaaktheid, dit wil zeggen: een handelen dat niet de volheid van het Leven kan opleveren of in stand kan houden.

Jezus zei dat men de keizer moest geven wat de keizer toekomt, en God wat God toekomt. Dit onderwees Hij omdat volgens Gods beschikkingen de mens zijn superieuren op aarde als vertegenwoordigers van Gods Werken moet beschouwen. Een superieur op aarde wordt namelijk door de Goddelijke Voorzienigheid op zijn of haar plaats of positie gekozen omdat God met deze ziel op die plaats op dat tijdstip een Plan uitwerkt.

Hoe moet men dan te werk gaan wanneer tussen de werken van de superieur en Gods verlangens, die elke christen bekend zouden moeten zijn, een duidelijk verschil bestaat?

De Meesteres van alle zielen ondericht dat de ziel in het hart enkel en alleen aan God verantwoording verschuldigd is voor haar daden. Dit betekent dat datgene wat in het hart van de ziel omgaat, doorslaggevend is voor de mate waarin God haar al dan niet schuld aanrekent. De ziel is haar aardse superieur gehoorzaamheid verschuldigd. Wordt zij geconfronteerd met een voorschrift waarvan zij weet dat dit in overtreding is op de christelijke Leer als Gods Waarheid, dan zijn twee wijzen van reageren mogelijk:

  • Ofwel is zij gehoorzaam aan het voorschrift: Indien zij dit doet in een gesteldheid van goedkeuring, zal God haar dit als schuld aanrekenen. Doet zij het echter in een gesteldheid van afkeur, dan zal God haar dit niet als schuld aanrekenen, want in dat geval heeft zij in gehoorzaamheid aan haar aardse superieur gehandeld, terwijl zij in het hart niet met zijn of haar beschikking akkoord gaat, en dus in het hart aan Gods Wet gehoorzaamt;
  • Ofwel gehoorzaamt zij niet aan het voorschrift: Gewoonlijk betekent dit dat zij toch al niet instemt met de beschikking van haar aardse superieur, en derhalve in overeenstemming met de Goddelijke Wet wil leven. Zij is dan van elke schuld vrijgesproken. Maria maakt desbetreffend één enkele opmerking: Aangezien de aardse superieur moet worden beschouwd als de door God voor deze positie voorziene persoon, zou in dit geval eigenlijk sprake zijn van ongehoorzaamheid. Maria onderricht derhalve dat de ziel in deze situatie:
  1. tegenover Maria om Gods vergiffenis vraagt wegens haar daad van ongehoorzaamheid;
  2. bidt om het Licht van het juiste inzicht voor haar superieur, en zijn/haar ziel en zijn/haar huidige en toekomstige handelen aan Maria toewijdt. Echt volmaakt wordt dit proces wanneer de ziel bovendien voor het wetgevende orgaan bidt, dat op nationaal, provinciaal of regionaal vlak dit goddeloze voorschrift heeft ingevoerd;
  3. in het Sacrament van de Biecht haar 'ongehoorzaamheid' opbiecht.

Zodra de ziel deze drie punten in bewuste Liefde tot de Goddelijke Wet heeft volbracht, verkrijgt zij van God volledige vergiffenis en is zij volledig van elke schuld bevrijd.

Concreet in verband met Uw vraag betekent dit dus: Wanneer een ziel vanuit het eigen hart gevolg geeft aan een voorschrift dat een overtreding is tegen Gods Wet, begaat zij een zonde. Geeft zij hieraan geen gevolg, dan begaat zij weliswaar de ondeugd van ongehoorzaamheid tegenover een wereldse autoriteit, maar aangezien zij handelt vanuit de drijfveer dat een mens slechts overeenkomstig Gods voorschrift mag sterven, zal haar ziel hierdoor geen schade lijden.

Hoe moet men handelen wanneer een patiënt nog slechts in leven wordt gehouden met het oog op orgaandonatie?

Orgaandonatie wordt in de Hemel beschouwd als naastenliefde. De patiënt moet er echter mee akkoord gaan om één of meer organen af te staan. Worden organen voorwerpen van handel, dan wordt dit door de Hemel niet goedgekeurd. Zijn echter noch de patiënt zelf, noch zijn familieleden voorstander van orgaandonatie ten gunste van een andere mens, dan zijn zij vrij om deze keuze te maken.

Is het de wens van de patiënt om bepaalde organen af te staan, maar beschouwt deze dit als een voor hem wenselijke weg naar de dood, dan moet hij erover worden geïnformeerd dat deze gesteldheid en deze handeling een inbreuk vormen tegen de Goddelijke Wet, en zou hem over de waarde van het leven voor Gods Werken moeten worden gesproken.

Wanneer men het plan heeft opgevat, na orgaandonatie de patiënt te euthanaseren, terwijl de patiënt hiervan niet op de hoogte is, zou over de waarde van het leven moeten worden gesproken met de instantie die dit plan heeft opgevat (doorgaans zal dit een arts zijn). Wordt dit niet aanvaard, dan blijft er weinig anders over dan voor deze instantie en voor de patiënt te bidden. Uzelf als verpleegkundigen treft daarbij geen schuld.

Wat dient men als verpleegkundige te doen wanneer men niet wil meewerken aan euthanasie, doch men wordt gedwongen om iemand anders te zoeken om mee te werken?

Men moet die andere persoon niet tot weerstand tegen de beslissing aansporen, maar hem of haar in elk geval over de spirituele gevolgen van euthanasie informeren. Aangezien de vrije wil van elke ziel moet worden gerespecteerd, ligt de definitieve beslissing over het al dan niet uitvoeren van de euthanasie bij die andere persoon.

Wat dient een verpleegkundige te doen wanneer deze er door een arts toe wordt verplicht, medicijnen klaar te maken voor een euthanasie, en deze onder druk wordt gezet om ze ook zelf toe te dienen?

In dat geval kunt U, opnieuw, nauwelijks iets anders doen dan voor de verantwoordelijke arts te bidden, want hij draagt de volledige morele verantwoordelijkheid, niet U.

Wanneer men beseft dat passieve euthanasie wordt gepleegd, mag men daar dan als verpleegkundige tegen protesteren, en zijn of haar standpunt verduidelijken tegenover de arts en de familie?

Men mag absoluut het eigen standpunt verkondigen. Wordt men desondanks tegengewerkt, dan heeft men geen schuld. Het belangrijkste is dat de verpleegkundige altijd en overal een levend teken blijft voor het feit dat de ziel, waar zij ook door de Goddelijke Voorzienigheid wordt geplaatst, God moet vertegenwoordigen tegenover al haar medeschepselen. God tegenover de Schepping vertegenwoordigen, betekent de waarde van het leven verdedigen, en Liefde, geborgenheid, Hoop en moed verspreiden.

Hoe gaat men ermee om wanneer men weet of beseft dat men vroeger heeft meegewerkt aan passieve (en misschien zelfs actieve) euthanasie? Hoe kan men het, na het te hebben gebiecht, goedmaken tegenover God en Maria?

U koestert de juiste instelling. Na de Biecht moet dit inderdaad worden goedgemaakt opdat, in Gods ogen, de zonde haar effect zou verliezen. Ik heb vroeger reeds moeten schrijven dat de Goddelijke Wet beoogt, de hele Schepping in evenwicht te houden. Elke afwijking van Gods Wet, dit wil zeggen: elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk gevoel, elk verlangen waardoor men handelt in strijd met deze Wet, verstoort dit evenwicht. Om deze reden kunnen de effecten van een zonde pas onwerkzaam worden wanneer de zonden niet alleen worden gebiecht, maar wanneer eveneens op één of andere wijze goedmaking is aangeboden.

Aangezien het er bij euthanasie om gaat dat een mens van het leven wordt beroofd, komt het er bij de goedmaking op aan, als het ware nieuw leven te geven. In spirituele zin betekent dit dat U eventuele vroeger op dit gebied gemaakte fouten van hun effect kunt beroven door U voortaan in te spannen om aan zoveel mogelijk zielen Gods Waarheid te verkondigen. De Waarheid, de kennis van de Goddelijke Wetten, schenkt het ware Leven. U vindt in de geschriften een brede waaier aan mogelijkheden. Men hoeft slechts aan de Stormschriften en alle andere onderrichtingen te denken.

In hoeverre mag morfine worden toegediend om pijn bij een terminale patiënt te verzachten (want morfine kan eveneens het sterven vervroegen)?

In bepaalde omstandigheden mag morfine worden toegediend, maar men moet, zoals altijd, met gezond menselijk verstand te werk gaan. Wanneer men een patiënt met hevige pijn morfine toedient, handelend vanuit een liefhebbend en medelijdend hart, kan dit gelden als naastenliefde. Dient men dit middel echter toe op een onbezonnen wijze, bijvoorbeeld in veel te hoge dosissen, vooral wanneer men op de hoogte is van de mogelijke bijwerkingen, dan is sprake van gebrek aan voorzichtigheid. In de ergste gevallen kan dit middel eveneens bewust worden toegediend om euthanasie te plegen. God evalueert deze handeling dan ook totaal verschillend naargelang de gesteldheid van het hart en de verworven kennis.

Het is zeer verdienstelijk, de patiënt op de onovertroffen waarde van het offer te wijzen. Niet elke mens verdraagt pijn in dezelfde mate, maar door de Liefde kan men de verdraagzaamheid ten aanzien van pijn stap voor stap vergroten. Als verpleegkundige kan men ertoe bijdragen dat de patiënt geleidelijk beter met pijn kan omgaan, door deze zoveel mogelijk Licht en Liefde in het hart te brengen.

Wil de patiënt, ondanks al Uw moeite om hem met Gods Licht te verbinden, niets van offeren weten en wenst hij zelf voortdurend morfine, dan hoeft U zich geen verwijten te maken, zolang U Uw innerlijke instelling in het hart niet verloochent. Op de patiënt rust steeds de plicht, zijn vrije wil juist te gebruiken.

Welk gedrag verwacht de Hemelse Moeder van ons?

Maria verlangt dat de zielen niet nalaten, het belang van het leven als geschenk van God en als onontbeerlijke bron van Heil te beklemtonen. Elke in Liefde en overgave beleefde dag kan voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan een positieve bijdrage vormen en derhalve bijdragen tot de bespoediging van Zijn Rijk van volmaakte Vrede op aarde. In de praktijk moet deze bijdrage nog het meest door gebed en offers, en door een spontane uitstraling van levenslust en Liefde worden geleverd, want door logische argumenten alleen, kan men eerder zelden het Ware Geloof overdragen.

Situatieschets: Een dierbare ziel ligt aan het beademingsapparaat. Volgens de arts moet het apparaat worden uitgeschakeld omdat er geen verbetering optreedt. In dergelijke gevallen schrijft de (Belgische) Wet voor, hoeveel dagen de patiënt aan het beademingsapparaat mag liggen.

Vraag 1 over deze situatie: Mag men tegen deze beslissing ingaan?

Men mag trachten, met de arts te spreken. Waarschijnlijk zal hij U op de wettelijke voorschriften wijzen. Op voorwaarde dat U het in Uw hart niet eens bent met deze beslissing, draagt U geen schuld indien het apparaat op zekere dag wordt uitgeschakeld, zelfs niet wanneer U ertoe wordt verplicht, het eigenhandig te doen. 'Actief' schuldig, zijn diegenen die bij de stemming van de betreffende wet waren betrokken, de 'passieve schuld' draagt de arts, in de mate waarin hij in het hart met deze wet instemt. Het is bovendien belangrijk dat U tot goedmaking van deze hele periode tot het uitschakelen van het toestel, ervoor bidt dat deze zondige wet ooit moge worden herroepen en buiten kracht moge worden gesteld.

< style="text-align: justify;">Vraag 2 over deze situatie: Wat doet men wanneer wordt toegestaan dat de patiënt aan het apparaat blijft, maar de familie alle kosten daarvoor zelf moet dragen, terwijl deze daarvoor niet over de nodige financiële middelen beschikt?

In een dergelijk geval zou het verdienstelijkste zijn dat de situatie onmiddellijk in de handen van Maria als de Moeder van de Goddelijke Voorzienigheid wordt gelegd, opdat Zij kanalen zou kunnen ontsluiten om de patiënt en zijn familie tegemoet te komen. Ziet U een mogelijkheid, zelf iets te ondernemen opdat deze zielen zouden kunnen worden geholpen, dan is het raadzaam om ook dit niet achterwege te laten, dit alles echter strikt in het kader van een toewijding aan Maria, opdat het hele proces zich onder Hemelse bescherming en Hemelse leiding moge kunnen voltrekken.

Vraag 3 over deze situatie: Wat doet men wanneer men door de familie van de patiënt onder druk wordt gezet (bijvoorbeeld: "De patiënt zal vegeteren als een plant" of "Neen, wij staan dit niet toe, wij beëindigen de behandeling" (het apparaat wordt uitgeschakeld)?

Uit het spirituele oogpunt is de meest zuivere en meest genaderijke weg deze van de voorlichting met betrekking tot het feit dat alleen God Heer over leven en dood is, en geen enkel mens het recht heeft om in Zijn Plannen tussen te komen, omdat deze altijd onfeilbaar zijn, ook wanneer het menselijke verstand van vele dingen niet de zin kan vatten. Zelfs de 'vegeterende' mens vervult nog steeds een rol binnen Gods Heilsplan. Dit geldt overigens voor elke mens die in coma ligt, zelfs wanneer deze toestand zeer lang duurt. Het feit dat het fysieke lichaam niet beweegt, betekent niet dat er zich in de ziel niets afspeelt! Datgene wat nog steeds onbewust in de ziel omgaat, verenigd met elk lijden in het lichaam, vormt voor God de basis voor de zin van het bestaan van deze mens. God is nog steeds ononderbroken in communicatie met de mens in coma, en laat hem nog steeds stromen van Goddelijk Leven toekomen. Door de Goddelijke Liefde wordt hij in leven gehouden. Ik mag er ook op wijzen dat eveneens de mens in coma nog steeds deel uitmaakt van het net van de hele Schepping. Diegene die de mens in coma aan de dood uitlevert, doodt als het ware iets van de hele Schepping, en doodt in het hart als het ware meteen Christus in zijn medemens. Geeft U aan de familieleden van de patiënt deze Hemelse feiten ter overweging.

Lieve zussen, er is iets gruwelijks aan, wanneer men bij het uitoefenen van een beroep dat een Hemelse zegen voor de mensheid zou moeten zijn (zoals ziekenverpleging), telkens weer in situaties wordt betrokken waarbij men niet alleen de dood in de ogen ziet, maar waarbij deze dood, om zo te zeggen, als normale gast wordt uitgenodigd, en zelfs wordt verwelkomd als vlucht in het niets, weg van alle genaderijke Goddelijke beschikkingen voor het leven. Euthanasie kan door de patiënt zelf worden verlangd, of zij kan door zielen aan andere zielen worden opgedrongen. In beide gevallen gaat het om een alomvattende verloochening van de Goddelijke Liefde, die zich precies in de zwaarste beproevingen van het leven onbeperkt kan uitwerken, en om een beslissing ten gunste van vergankelijke belangen. De gevolgen zijn echter nooit vergankelijk, zij hebben alles te maken met de Eeuwige Bestemming. Zet U er zich onverstoorbaar voor in, dat de zielen het geschenk van het leven leren herkennen en het aannemen. God geeft de zielen nooit een lege doos, de inhoud ervan overtreft in oneindige mate al het denkbare. Geen enkele ziel mag ooit de doos verachten. In duidelijke woorden: Wie het leven van het fysieke lichaam wil beëindigen, moge duidelijk beseffen dat het lichaam met een ziel is verbonden, die via dit lichaam de weg van de heiliging op aarde moet volbrengen. Zo heeft God het voor elke ziel beschikt. Wie deze weg terug naar God volgens menselijke verlangens beëindigt, kan slechts het niets oogsten, want hij verhindert God om het alles te bereiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 356
De Wil van God is de enige Bron van ons Geluk, niet datgene wat de mensen van ons verlangen en wat wij uit menselijk opzicht doen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte dat U hebt geschreven, want de Koningin des Hemels verklaart mij dat er voor Uw gesteldheid een eenvoudig geneesmiddel bestaat: Maria nodigt U ertoe uit, eens en voor altijd te stoppen met het bedelen van de heilige Communie. De gevoelens van zwakte en matheid waaronder U lijdt, zijn daaraan toe te schrijven. God tracht U door deze gevoelens aan te tonen hoezeer de ziel alle levenskracht verliest wanneer zij handelingen stelt die in overtreding zijn met Zijn Wet. Laat U zich ook niet overhalen door de mensen.

De Wil van God is de enige Bron van ons Geluk, niet datgene wat mensen van ons verlangen. De gehoorzaamheid jegens Gods Wet is de deur via dewelke Hij Zijn levenskracht in de ziel instort. Heel vaak tracht de satan zielen in onze omgeving ertoe te verleiden, ons door hun instelling of hun woorden ervan te weerhouden, iets te doen dat gunstig zou zijn voor onze ziel, of ons aan te moedigen om iets te doen dat voor de ziel ongunstig is, en/of het steeds opnieuw te doen. Door dergelijke valstrikken tracht hij zo veel mogelijk zielen voor zijn eigen plannen werkzaam te maken. De Moeder Gods herhaalt steeds opnieuw klaar en duidelijk: Behalve de priester zou geen enkele ziel ooit het eucharistisch Lichaam van Christus met de hand mogen aanraken. Het feit dat een leek onder bepaalde omstandigheden door een priester gevolmachtigd wordt om de heilige Communie te bedelen, doet aan de opvatting van de Hemel geen afbreuk. De leek is in dit geval in Gods ogen weliswaar niet schuldig, dit betekent dat hij geen werkelijke zonde begaat, maar desondanks bevalt deze handeling God niet (dit is de stelling van de Koningin des Hemels).

Mag ik naar aanleiding van deze laatste woorden, met betrekking tot het menselijk opzicht, het volgende in het licht stellen? Niet zelden wordt Myriam op grond van de verspreiding van Hemelse stellingen aangevallen. In dergelijke gevallen laat de Moeder Gods mij vrij tussen twee mogelijkheden kiezen:

  • Ofwel zou ik capituleren omwille van de menselijke mening dat de door Maria gesproken woorden verkeerd, zelfs ketterij zijn, en laat ik deze, veiligheidshalve, beter niet publiceren, of kom ik er later ook niet op terug, of herroep ik hen zelfs omdat zij mij in moeilijkheden brengen,
  • Ofwel trek ik mij een ogenblik terug in mijn hart, vind daar vanzelfsprekend de bevestiging van de woorden, aangezien deze, zoals steeds, rechtstreeks van de Koningin des Hemels tot mij zijn gekomen, en ik kies verder voor de dienst aan Haar, die de Zetel van Wijsheid, de Bruid van de Heilige Geest is. Uiteindelijk is het een kwestie van Liefde, welke keuze men maakt.

Wanneer ik in dergelijke gevallen zou schrijven wat de mensen wél zou bevallen, dan zou ik in werkelijkheid een weg met minder kruisen kiezen, en de voorkeur geven aan de 'vriendschap' van mensen boven de dienst aan de Moeder Gods. In principe zou ik dan tonen dat de mening van de mensen belangrijker zou zijn dan Gods Waarheid. Ik zou dan dus handelen uit zelfzucht, niet uit Liefde voor Gods Werken.

In verband met Uw geval krijg ik toestemming om U op het volgende te wijzen: Tijdens de beginjaren van mijn roeping gebeurde het af en toe dat ik gevolg gaf aan een verzoek van mensen en dus schijnbaar iets goeds deed, maar spoedig heel moe werd (spiritueel, emotioneel en lichamelijk). Toen ik de Meesteres dan vroeg hoe ik deze toestand moest interpreteren, zei Zij heel eenvoudig dat ik de wensen van de zielen voorrang had gegeven op Haar wensen, en dat Zij niet wilde dat ik op deze wensen inging. Zo heeft Zij mij doorheen de jaren geleerd, er heel precies op te letten wat Zij van mij verlangt. Heel vaak is men geneigd, op wensen van mensen in te gaan, en men houdt zichzelf voor, dat men iets goeds aan het doen is. Nochtans is dit niet altijd in overeenstemming met de verlangens van God en met Zijn Plannen. De Moeder Gods heeft mij dus geleerd dat, wanneer Zij mij heel moe liet worden, zodat mij geen energie meer leek over te blijven, ik niet meer mocht doen wat zielen van mij verlangden. Doe ik voor de volle honderd procent datgene wat Maria van mij verlangt, dan krijg ik de kracht, de bezieling en de inspiratie om zelfs de zwaarste opdrachten te vervullen.

Lieve broeder, nog nooit heeft een ziel het uiteindelijk betreurd, ook onder de moeilijkste omstandigheden te handelen, te spreken of te schrijven in overeenstemming met het verlangen van God. Soms werkt het menselijk opzicht als een vloedgolf uit de tegenovergestelde richting. Hoe vaker men de (door God) niet gewenste handeling verricht, des te sterker wordt de vloedgolf. Op deze wijze kan men onder de invloed van het menselijk opzicht verdrinken. Ik wens U zeer veel kracht om datgene te doen, waartoe de Hemel U oproept. Uiteindelijk gaat het om Uw Eeuwig Geluk en de staat van genade van de hele mensheid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 357
De ziel ontwikkelt zich het beste door de ervaringen die zij verzamelt door eigen beslissingen, en door de wijze waarop zij met deze ervaringen omgaat – Hoe meer de ziel de dagen gebruikt om heilig te worden en voor Gods Heilsplan vruchtbaar te zijn, des te sneller kan God haar Zijn Plan voor haar toekomst geleidelijk ontvouwen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vraag. Tot mijn spijt kan ik U nauwelijks iets concreets aanraden omdat de Moeder Gods met betrekking tot de toekomst van een ziel meestal slechts vraagt dat deze in haar hart op de dagelijkse leiding vanwege de Goddelijke Voorzienigheid zou letten, evenals op haar eigen gevoelens. Zeer vaak verraden onze eigen gevoelens ons één en ander over datgene wat onze ziel van de toekomst verwacht, waartoe zij zich aangetrokken voelt, wat haar levenslust kan opwekken wanneer het moeilijk wordt, enzovoort. Mocht U bijvoorbeeld op een dag een dame op Uw weg vinden, met wie U klare taal kunt spreken, ook in de spirituele zin van het woord, en die Uw Vuur in de toewijding aan Maria deelt, dan kan deze dame voor U absoluut een soort wegwijzer worden die U de volgende stap toont. Leidt het dagelijks leven U daarentegen naar een klooster waar U een vorm van leven vindt via dewelke U voor Uzelf meent, spiritueel vruchtbaar te kunnen worden, dan kan ook dit een teken zijn, in dat geval een teken voor het feit dat God het zo heeft beschikt dat de tijd is gekomen om een kloosterleven te beginnen.

De Goddelijke Voorzienigheid kan voor de ziel een trefzeker kompas worden: Zij wijst altijd in de richting van Gods Hart. De ogen van de ziel merken dit zeer vaak niet, of de ziel heeft vaak een gebrek aan inzicht om de ware zin van de wijzers van dit kompas te kunnen lezen.

Weet U, God of Maria zullen slechts bij uitzondering klaar en duidelijk een bepaalde richting aanduiden. Meestal doen Zij dit, indien al ooit, slechts wanneer de ziel reeds in bepaalde opzichten een bepaalde ontwikkeling heeft doorgemaakt, en zij innerlijk reeds in haar beslissingsproces 'onderweg is'. Op een dergelijk tijdstip heeft de ziel reeds ervaringen opgedaan en nodigt de Goddelijke Voorzienigheid haar ertoe uit, de nieuwe tekenen te 'evalueren' tegen de achtergrond van deze ervaringen. Op deze wijze kan God een ziel op haar levensweg helpen om vooruit te komen. Elke ervaring doorheen dewelke de Goddelijke Voorzienigheid ons laat gaan, dient uiteindelijk slechts één doel: de heiliging van de ziel op grond van de ontwikkelingen van haar reacties op haar ervaringen. De ziel leert dan met de nieuwe situaties om te gaan, en ofwel verrijkt zij haar staat van ontwikkeling door zich in deze of gene deugd te vervolmaken, ofwel zet zij een stap achteruit in haar ontwikkeling door op een ondeugdzame wijze met de ervaringen om te gaan.

Op deze wijze maakt de Goddelijke Voorzienigheid de levensweg tot een school in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Mochten God of Maria de ziel klaar en duidelijk wegen tonen, dan zou Hij of Zij voor de ziel bepaalde mogelijkheden om zich te onwikkelen, versperren. De ziel ontwikkelt zich het best door de ervaringen die zij 'vergaart' door eigen besllissingen, en door de wijze waarop zij met deze ervaringen omgaat. Uiteindelijk komt het erop aan, uit elke ervaring lessen te trekken, ook wanneer veel ervaringen in het leven in principe niet meteen deel zullen uitmaken van haar ware roeping. Een verdienstelijk leven is een leven dat eigenlijk opgebouwd is uit de meest diverse ervaringen en de beslissingen die de ziel uit vrije wil neemt. Zodra de Hemel iets zeer specifiek in het vooruitzicht stelt, ontstaat voor de ziel het risico dat zij heel gericht naar dit vooruitzicht toe begint te leven en daardoor veel kansen onbenut laat om door de hoofddeugd van de Hoop vele bijkomende verdiensten te verwerven.

De Hoop is juist zo verdienstelijk omdat zij inhoudt dat de ziel op alle vlakken van haar leven zo ingesteld is dat zij ervan uitgaat dat alle moeilijkheden reeds overwonnen zijn en dat, ondanks alle duisternis, alle regenbuien en elke windvlaag, in werkelijkheid reeds de zon haar leven beheerst. De hopende ziel leeft alsof zij reeds alle moeilijkheden achter de rug heeft, omdat zij er automatisch van uitgaat dat God zal overwinnen. De Ware Hoop kan de ziel slechts in de hoogste mate in zichzelf tot ontplooiing brengen wanneer haar toekomst voor haar is als een blinde kaart. Zij moet deze dan door haar eigen beslissingen zelf invullen. Deze beslissingen belichamen de wijze waarop de ziel haar vrije wil gebruikt. Zoals U reeds bekend zal zijn, bestaat de heiligheid, en derhalve het levensdoel van elke ziel, hieruit, dat zij haar vrije wil volledig in overeenstemming weet te brengen met de Wil van God.

Luistert U naar Uw hart en beschouwt U de gebeurtenisen in Uw leven als steeds nieuwe kansen ter vervolmaking van Uw spirituele ontwikkeling. Tracht U elke dag te beschouwen als een nieuw begin, alsof U slechts deze dag hebt en U dus het beste van die dag moet zien te maken. Denkt U toch niet te veel na over de toekomst, maar laat U elk 'morgen' dag na dag omvormen in 'vandaag'. Vergeet U nooit uit elke dag de hoogste mate aan vruchten te halen. God verbergt in elke dag zeer veel zaadjes, die erop wachten, de zielen vruchten op te leveren. De ziel hoeft deze zaadjes slechts door het goed gebruiken van haar vrije wil samen te brengen om hen tot rijping te brengen. Hoe méér U de dagen voor Uw eigen heiliging en voor Gods Heilsplan vruchtbaar maakt, des te sneller kan God U Zijn plan voor Uw toekomst geleidelijk ontvouwen. Ik bid samen met U om duidelijke inzichten in Zijn onfeilbare tekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 358
De Hemel voorspelt jegens een ziel nooit iets concreets over haar toekomst – Over depressies en hoe men deze bestrijdt – Over al het wereldse als vijand van de ziel – Maria als verzameling van de stralen die de warmte en het Licht van de Zon (God) in de ziel binnendragen – Het belang van de innerlijke Vrede

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw vragen. Helaas kan ik U nauwelijks concrete informatie geven, daar de Hemel jegens een ziel nooit iets concreets over haar toekomst voorspelt. God laat dit niet toe, omdat de ziel daardoor elke mogelijke verdienste zou verliezen. De mate in dewelke in de ziel de hoofddeugd van de Hoop tot ontwikkeling is gekomen, is van buitengewoon groot belang voor de staat van genade van deze ziel. Zodra de ziel vaste antwoorden met betrekking tot het verloop van haar toekomst zou krijgen, zou haar leven in principe zeer onvruchtbaar worden. Wanneer men weet, hoeft men immers niet meer te geloven noch te hopen.

Zeer heilvol om depressies en nerveuze aandoeningen geleidelijk aan om te zetten in innerlijke Vrede, is gebed om Gods Liefde werkelijk te leren voelen. Men kan dit vaak nog het beste in de wijde natuur doen. Tracht U geregeld te gaan wandelen in een omgeving waar zo weinig mogelijk mensen zijn of komen, en neemt U daarbij vooral de dieren- en plantenwereld in U op. Elk dier, elke bloem, elke boom, elke struik, elke plant bevat boodschappen van Gods Liefde aan de mensenzielen. Hun schoonheid, hun eigenschappen en kenmerken als wonderbare bouwwerken zijn wegen via dewelke God de harten tracht te raken. Elk levend wezen is een verzamelpunt van Goddelijke Liefde.

Wanneer nu de depressieve ziel zoveel mogelijk details van datgene wat zij in de natuur ziet, hoort, ruikt en in haar hart kan voelen, in zich opneemt en steeds opnieuw zegt: "Dank, mijn Hemelse Vader, voor dit geschenk van Uw Liefde, want dit hebt U voor mij gemaakt", helpt zij daardoor haar eigen hart ontsluiten, opdat het deze Goddelijke Liefde daadwerkelijk steeds beter in zich moge kunnen opnemen. Wanneer U dit een tijd lang vaak doet, zult U vaststellen dat Uw innerlijk wezen zich van veel ballast begint te bevrijden, van dag tot dag méér, en dat de bloemen, de bomen, de planten, de dieren als het ware tot Uw hart spreken. God heeft ons gemaakt opdat wij Licht zouden zien, geen duisternis, opdat wij warmte zouden voelen, geen koude, opdat wij blijmoedigheid zouden bezitten, geen droefgeestigheid, opdat wij zouden drijven op de golven van Hoop en moed, en niet zouden verdrinken aan vertwijfeling of ontmoediging.

Depressie is meestal een reactie van de ziel die door haar lot is teleurgesteld en/of die bepaalde aspecten van haar verleden niet echt heeft verwerkt. Smeekt U tot Maria dat Zij Uw hart moge ontsluiten voor datgene wat U tracht af te scheuren van de ervaring van Gods Liefde. In Uw verleden zijn er verwondingen geweest. Laat U deze door de Hemelse Koningin uitzuiveren (smeekt U Maria daarom) en bereidt U zich geleidelijk op een levensbiecht voor, bij dewelke U Maria smeekt dat Zij voor U een doopsel in het Vuur van de Heilige Geest moge bekomen. Een levensbiecht is niet slechts nuttig wanneer de ziel zwaar heeft gezondigd: Zij kan ook heilzaam werken wanneer de ziel van God zuivering afsmeekt in verband met haar onvermogen om het Licht te zien, dat Hij nochtans dagelijks in haar hart tracht uit te storten. Gods Barmhartigheid zal U heel graag nieuwe wegen tonen om de dagen aan te pakken.

Het is U wellicht bekend dat de Meesteres van alle zielen van God de macht heeft gekregen om zielen volledig om te vormen. In wezen betekent dit dat Zij voor zielen 'een nieuw hart' bekomt, dat Zij in zielen het vermogen tot bloei brengt om de dingen van het dagelijks leven en zichzelf volkomen anders te bekijken. Deze omvorming betekent concreet dat de ziel opnieuw het Licht en de Liefde in alles leert voelen, zelfs in de beproevingen van het dagelijks leven, omdat deze gelegenheden zijn die God ons vergunt om nader tot Hem te komen. De bevrijding van de wereld en de mensheid uit de effecten van de duisternis moet worden vrijgekocht. Dit kan slechts gebeuren via beproevingen die met Liefde worden aanvaard en toegewijd. Soms bedrukken deze ons zo zwaar dat wij er onze innerlijke Vrede bij verliezen. Dan komt het erop aan, Maria erom te smeken dat Zij ons zou vergunnen om de wereld om ons heen alsook ons eigen innerlijke wezen door Haar ogen te mogen leren zien.

Voor Maria als mens was elke beproeving een bloem, waarvan de geur de stank van de ellende der wereld helpt compenseren. Elke beproeving is een bloem die God aan de ziel geeft. Door de liefdevolle aanvaarding vanwege de ziel maakt deze bloem haar geuren vrij. Wanneer de ziel deze bloem bovendien aan Maria toewijdt, stort deze haar stuifmeel in de bodem van vele zielen uit: Toewijding maakt de beproeving vruchtbaar voor Gods Heilsplan ten bate van de hele mensheid.

Maria beklemtoont ook steeds weer dat de ziel zich zo ver mogelijk van al het wereldse verwijderd zou moeten houden. De media (televisie, kranten...) en veel wereldse gesprekken en contacten zijn voor de kern van de ziel zoals louter gift. Het wereldse kan geen Licht overbrengen, omdat het door en door het stempel van de duisternis draagt. Het wereldse biedt geen enkele Hoop, geen moed, geen houvast, en wordt gekenmerkt door onzekerheid, verwarring, tegenstrijdigheden en liefdeloosheid. Alles wat aan God en Zijn Werken herinnert, wordt behandeld alsof het niet eens zou bestaan, of alsof het de vrucht van een naïeve fantasie of zelfs van een door de Rooms-Katholieke Kerk georganiseerde leugen zou zijn.

Al het wereldse ontspringt aan het zo beperkte menselijke begrip van de werkelijkheid en de daaruit voortkomende blindheid, de vernauwde waarneming van datgene wat werkelijk is, en de menselijke dwaasheid. Daarom mag de mens in zijn denken en voelen helemaal niet steunen op datgene wat de wereld te bieden heeft. De echte Waarheid en het daarmee gepaard gaande Licht van de Hoop en de bemoediging vindt de mens slechts in het hart, waar God Zijn Liefde uitstort en waar Hij de ziel tracht te leiden. Daarom zou elke ziel vurig om ware innerlijke Vrede moeten bidden, want slechts vanuit de Ware Vrede kan zij Gods werking en Zijn geschenken in zich leren herkennen. Precies dit is het, wat de Meesteres van alle zielen met elke ziel voorheeft: de wegen naar de grondvesting van de Ware Vrede aan te leggen, opdat de ziel zichzelf en Gods Werken van Liefde moge leren kennen en de wereld en haar eigen leven met rust en overgave moge leren beschouwen, in het besef dat God uit alles Licht bereidt, mits de ziel slechts vast in Hem gelooft en met zekerheid kan aannemen dat alles een zin heeft, want dat het anders namelijk niet eens in haar leven zou gebeuren.

Lieve zus, Maria is Liefde, Hoop, moed, zingeving, omdat Zij alles belichaamt dat God Zelf in en door zielen tracht te doen. God is de zon, Maria is de bundel stralen die de warmte en het licht van de zon in de zielen naar binnen draagt. De ziel moet er slechts aan wennen, geleidelijk haar blik van zichzelf, haar eigen leven en haar eigen omgeving af te wenden en hem op de zon (God en Zijn Werken) te richten. De mens kan een plaatsje in de zon zoeken, en niettemin koud en donker blijven, omdat hij een donkere zonnebril draagt en zo vast met zijn gedachten aan zijn eigen ellende en alle wereldse invloeden en indrukken vasthoudt, dat hij de zon niet eens ziet of voelt. Zo gaat het ook met de ziel die zich op wereldse dingen, indrukken, belangen en het eigen lichaam, haar eigen leed, haar verleden, haar zorgen over de toekomst enzovoort, richt, in plaats van op het Goddelijke in haar leven. Slechts de spirituele verblinding brengt een ziel ertoe, te menen dat haar leven geen zin heeft en dat haar eigen leed en de vele verwondingen uit het verleden tekenen zouden zijn voor het feit dat er geen God zou bestaan, en al helemaal geen liefhebbende God.

U zou voor Uzelf een machtige bron van nieuwe kracht ontsluiten door U met al Uw verwondingen, hartenpijn, zorgen, smarten, pijnen, lijden, lasten, gevoelens van overbelasting en vermoeidheid, leegheid en lusteloosheid aan Maria, de Meesteres van alle zielen, toe te wijden – ik zou dit heel graag in het hart samen met U doen –, en Haar erom te smeken dat Zij U innerlijk volkomen zou zuiveren en de ogen van Uw ziel zou ontsluiten voor de inwendige zon, en derhalve Uw volledige spirituele en emotionele wedergeboorte zou voorbereiden. In de mate waarin dit proces zich in U voltrekt, zult U zich innerlijk bevrijden en een nieuw Licht om U heen verspreiden. Uw kinderen zullen U leren zien als een voorbeeld voor datgene wat in een ziel gebeurt wanneer deze zich helemaal aan de Koningin des Hemels, het Meesterwerk van Gods Liefde en van Ware Hoop, overgeeft. U zult op deze wijze als het ware een uitstraling vormen van de waarde, Rooms-Katholiek te zijn, dit wil zeggen het ware christen-zijn in zich tot bloei te brengen, en in de kinderen zou iets in gang komen dat zij eveneens in zich zouden willen ontdekken: de geboorte van een nieuwe Vrede en het verlangen om te drinken uit die bijzondere bron, aan dewelke hun moeder zich blijkbaar heeft gelaafd.

Lieve zus, die dag is ook voor U voorzien, in Gods Hart staat hij reeds opgetekend. Maakt U dit Goddelijk ontwerp tot een realiteit, samen met Maria, en met mijn nietigheid als kleine golf van ondersteuning in de ziel. Ik bid van harte meteen voor U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 359
Wat betekent: Vader, moeder zult gij eren ... (vierde gebod)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Tot de pijnlijkste ervaringen die een ziel in het leven kan doormaken, behoren de misverstanden en het gebrek aan wederzijds begrip tussen familieleden. Dat komt wellicht voort uit het feit dat familieleden gewoonlijk gedurende enige tijd een bepaalde belevingswereld met elkaar delen. Wanneer men op zekere dag vaststelt dat men elkaar als het ware niets meer heeft te zeggen omdat men elkaar niet meer begrijpt of omdat de andere plots in een andere wereld lijkt te leven, kan dit in het hart aanvoelen alsof daar iets breekt. Onze ziel slaat als het ware graag de mooie dingen uit ons verleden op, omdat zij in de moeilijke uren soms de behoefte voelt, zich vast te klampen aan de herinnering aan situaties die zij toentertijd heeft ervaren als 'gelukkig-zijn'. Op deze wijze tracht de ziel steeds, het verloren stukje paradijs terug te vinden. U hebt zich jarenlang goed gevoeld onder de hoede van Uw moeder, en hebt nu het gevoel dat U aan elkaar voorbij praat. Uw moeder meent nu dat U 'Uw moeder niet eert'.

Wat betekent het concreet, moeder te eren? Hoe moet dit blijken?

Moeder (en vader) eren, betekent eigenlijk: hen respect betonen. Maar het gaat verder dan dat. De ouders eren, doet men voor een groot gedeelte in het verborgene, en wel door:

  • God te danken voor de ouders: De ouders zijn bereid geweest om de 'stam' van een fysiek lichaam te verwekken, die dan door God kan worden bezield, zodat deze 'stam' onder de leiding van de Goddelijke Intelligentie tot een fysiek lichaam kan uitgroeien. Dit lichaam wordt dan tot stoffelijke drager van de ziel op de levensweg. Door de lichamelijke vereniging van man en vrouw kan God een ziel de gelegenheid schenken om een aardse levensweg af te werken. Het kind doet er goed aan, God ten minste één maal in het leven van harte ervoor te danken, dat zijn ouders erbij hebben geholpen om dit deeltje van het Goddelijk Heilsplan (namelijk het begin van de levensweg van het kind) mogelijk te maken;

  • Te bidden voor het spirituele welzijn van de ouders, bijvoorbeeld door schietgebeden, door toewijding van het leven van de ouders of van fasen uit hun leven waarvan men weet dat deze moeilijk zijn geweest, en door bereid te zijn om offers te brengen voor het spirituele welzijn van de ouders;

  • De ouders, hetzij in persoonlijk contact, hetzij tegenover God of Maria – dus niet hoorbaar of zichtbaar voor de ouders – vergeeft voor alles wat zij daadwerkelijk of vermeend verkeerd hebben gedaan, en wat iemand schade heeft berokkend, ergernis heeft gebracht of heeft verwond. Door deze vergeving houdt men tegenover God om zo te zeggen 'de eer van de ouders in stand', en verklaart als het ware tegenover God dat men er geen belang (meer) aan hecht, de ouders nog enige schuld aan te rekenen, en dat men niet de ouders, doch de grote verleider als schuldige aanwijst;

  • Het eigen hart jegens de ouders te zuiveren door, ondanks alles, zo positief mogelijk over hen te denken en te spreken. Heeft men weinig redenen om positief te denken of te spreken, dan moet men zich er ten minste in oefenen, geen negatieve woorden te spreken en geen negatieve gedachten te koesteren. Indien dan toch negatieve gedachten opkomen, moet men trachten, deze onmiddellijk aan de voeten van de Meesteres van alle zielen uit te storten met de woorden: Maria, Koningin van de Liefde en Middelares van alle Genaden, bekom hen toch vergiffenis, en voor mij de kracht van de Ware Liefde, opdat niet duisternis met duisternis wordt vergolden, doch Licht moge heersen waar duisternis heeft geheerst. Deze woorden laten de hel sidderen, en breken op aarde telkens weer verharde harten open;

  • Door de ouders te helpen, hun eigen spirituele ontwikkeling te bevorderen. Kinderen leren veel van hun ouders, maar zij kunnen ook telkens weer aan hun ouders iets leren. Elke relatie tussen zielen wordt zodanig door God gestuurd dat deze wederzijds verrijkend kan werken, indien slechts de noodzakelijke openheid bij alle betrokken partijen voorhanden is.

Vanzelfsprekend heeft het eren van de ouders ook merkbare kanten. Een lief woord, een kleine attentie, tekenen voor het feit dat men hen waardeert, en dat men de mening is toegedaan dat zij het waardig zijn, Liefde te ontvangen. Men mag zijn ouders nooit in de steek laten. Deze uitdrukking mag echter niet te eng menselijk worden beschouwd, doch spiritueel: Men moet de ouders tijdens hun leven vooral in het gebed helpen dragen, hen, indien nodig, moed en Hoop geven, hen ook lichamelijk bijstaan wanneer zij in nood zijn of minder goed te been zijn, hen eraan herinneren dat hun leed en alles wat zij in de loop van hun verleden hebben meegemaakt, niet zinloos is geweest indien zij het aan Maria toewijden. Zingeving heeft bij oudere mensen steeds weer het effect van een verjongingskuur. Opeens kunnen zij hun oorlogsverleden beter verwerken, of het verlies van een kind, of een zwaar trauma, of eenvoudig de matheid die zich met de jaren steeds méér laat voelen... Alles heeft een diepe zin wanneer men het slechts vurig toewijdt, want door de toewijding wordt het volledig in Gods Plan opgenomen en derhalve tot grondstof voor Gods Verlossingswerken.

Wanneer het eren van moeder en vader, van het kind uit, als een verplichting wordt ervaren, is het weinig vruchtbaar. Komt het voort uit oprechte Liefde, dan is dit absoluut vruchtbaar voor de zielen van de ouders en het kind, en het brengt ook Licht over de Schepping, omdat elke daad van oprechte Liefde een uitstorting van Goddelijk Leven uit Gods Hart opwekt.

De ouders op hun beurt mogen in principe geen aanspraak maken op het 'geëerd-worden': Terwijl God van het kind verwacht dat het zijn ouders eert, kan Hij in voorkomend geval de instelling van ouders die dit uitdrukkelijk van hun kinderen verlangen, als hoogmoed of egocentrisme beoordelen. Geen ziel mag een andere ziel een etiket opkleven, slechts God mag en kan dit doen. Hebt U het gevoel dat Uw moeder in haar 'aanspraak maken op' tegenover U te ver is gegaan, bidt U dan tot de Hemelse Moeder om kracht voor Uzelf, om vergiffenis voor Uw moeder en om inwoning van Maria in Uzelf en in Uw moeder opdat de relatie tussen U beiden moge kunnen worden gezuiverd. Bidt U eenvoudig om een spontane, liefdevolle relatie tussen Uw moeder en Uzelf in beide richtingen.

Met een 'spontane, liefdevolle relatie' tussen zielen bedoelt de Moeder Gods: "Een relatie waarin de betrokken zielen wederzijds niet de geringste verplichting voelen, doch de behoefte om elkaar wederzijds lief te hebben, elkaar te helpen, elkaar gelukkig te maken. In een dergelijke relatie stelt men zich ’s avonds niet de vraag: "Heb ik van X vandaag voldoende erkenning gekregen, heeft X mij vandaag iets gegeven?", doch "Heb ik vandaag voldoende Licht, Liefde, Hoop, moed en al bij al een goed gevoel in de ziel van X kunnen laten stralen?" Het verschil voor God is enorm.

Tot slot wil ik U danken voor Uw opmerking dat U mij vaak benijdt omwille van mijn eenzaamheid en rust. Deze opmerking stelt mij in staat, U stevig te omarmen en U te verzekeren dat wij, hoewel U dit enigszins anders ziet, niettemin allen in dezelfde boot op deze stormachtige oceaan van het aardse leven zitten. Inderdaad, de Moeder Gods heeft mij van zeer veel losgesneden wat fysiek contact met mensen betreft, maar Zij heeft mij in ruil daarvoor het enorme 'geschenk' (in alle denkbare betekenissen van het woord gegeven, in het hart, in de ziel en in het lichaam ongemeen veel te voelen (mooie maar evenzeer uiterst pijnlijke zaken) van wat in alle lieve zielen omgaat, die bij de ziel van Haar Myriam aankloppen.

In plaats van als uitdrukking van eenzaamheid en rust, beschouw ik mijn levenssituatie derhalve eigenlijk eerder als een enorm radiosysteem, waarin ontelbare signalen uit de meest uiteenlopende richtingen en op de meest uiteenlopende golflengten samenkomen. De ware rust vind ik slechts in de eenheid met het Hart van de Koningin des Hemels. Zij weet dit, en precies daarom drijft Zij mij zo ver mogelijk, opdat ik mij zo diep mogelijk in Haar zou begraven. Daar vind ik de ware innerlijke Vrede en al mijn kracht, zonder dewelke ik er niet zou in slagen, ieder van U, lieve zielen, lief te hebben als in een Vuur dat nooit dooft. Dit alles is op een mystiek geheim gebaseerd. Mocht de Meesteres er niet zijn in de kern van mijn ziel, dan zou ik het Vuur niet kunnen opbrengen dat alle kruisen verbrandt, die ik op ieder van U voel rusten. Het is dit Vuur, dat ons allen verder helpt en mij ernaar laat verlangen, steeds meer kruisen aan dit Vuur te mogen toevertrouwen, want hoe meer Licht wij allen samen, U allen en ikzelf onder de leiding van de Hemelse Meesteres, kunnen verwekken, des te sneller verblinden wij diegene die alle ellende op onze schouders legt.

Steekt U derhalve het kruis van Uw moeilijkheden aan met het Vuur van de Liefde die in U woont, lieve zus, en ik zal het zielsgraag toevertrouwen aan de oven die Maria in mij heeft gebouwd, en wiens Licht en warmte door Maria duizendvoudig aan God wordt aangeboden, als Opwekker van stromen van genade. Laat U toch het Vuur niet uitgaan, er is geen andere weg naar de volmaaktheid.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 360
Toewijding aan Maria hoeft ons niet te vervullen met angst dat wij zouden kunnen worden overbelast

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Weest U niet bang voor de toewijding aan de Meesteres van alle zielen. Ik moet U erop wijzen dat de Moeder Gods van de aan Haar toegewijde ziel datgene verwacht, wat deze ziel op het betreffende moment kan en zou moeten doen om spiritueel te kunnen openbloeien. Om deze reden zullen de 'verwachtingen' nooit op alle ogenblikken dezelfde zijn en gewoonlijk met de spirituele groei mee evolueren.

Maria verwacht bovendien niet van elke ziel hetzelfde, omdat niet elke ziel dezelfde levensopdracht heeft. Tot mij zei Zij ooit dat Zij van mij maximale inspanningen verwacht om elke dag mijn spirituele grenzen verder te verleggen, en dat Zij daarom van mij 'niet veel, maar alles' verwacht.

Deze verwachting berust op het feit dat Zij voor mij een 'dragende en stimulerende functie' tegenover de zielen heeft voorzien. U zal Zij in geen geval zo ver drijven, dat U het niet zou kunnen dragen.

Tot bemoediging wil ik U graag verraden dat de Moeder Gods van mij verlangt dat ik elke ziel die zich door dit Apostolaat aan Haar toewijdt, spiritueel help dragen. Dit gaat veel verder dan de zielen vermoeden. Ik doe dit vanzelfsprekend ook graag voor U, uit Liefde tot Uw ziel.

Werkelijke toewijding is een levenslange opdracht, maar de intresten die de ziel daardoor op haar Hemelse rekening bij elkaar spaart, kunnen door geen enkele mensenziel worden geschat.

Ik wens U heel veel kracht. Geeft U zich gerust over aan de Koningin van alle Hoop, het is een zaak van keuze voor de eeuwige dingen boven het vergankelijk wereldse.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,


www.maria-domina-animarum.net

Brief 361
Elke ziel zou eigenlijk slechts teksten in zich mogen opnemen die de eigen heiliging en de grondvesting van Gods Rijk op aarde helpen bevorderen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Dank voor Uw navraag. Vanzelfsprekend respecteert de Moeder Gods de waardigheid van Uw spirituele vriendin, en spreekt zij tegenover mij geen waardeoordeel over haar openbaringen uit. De Hemel bekladt nooit iemand openlijk. Nochtans wil de Meesteres van alle zielen U de verspreiding van de door U aangehaalde geschriften afraden. Maria’s desbetreffende argumentatie is eigenlijk zeer eenvoudig: In deze tijd verlangt God dat de zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven leren kennen. Er is zeer veel in omloop dat de zielen van deze onderrichtingen in de bewustwording van de Goddelijke Werken, Plannen en Wetten wegleidt.

Maria verlangt vurig dat de zielen zich nu ten volle op deze unieke verdieping van de kennis van Gods Wetten en van het Goddelijk Leven voor de ziel concentreren. Dat is eenvoudig te begrijpen wanneer men rekening houdt met het feit dat God de Wetenschap van het Goddelijk Leven heeft bedoeld als voorbereiding van de zielen op de vorming van een ketting van Licht, een echt heiligingsoffensief tegen de duisternis.

Ooit vertrouwde Maria mij met klem toe, dat elke ziel in principe slechts woorden in zich zou mogen opnemen, die bevorderlijk kunnen zijn voor de verwezenlijking van haar beide levensdoelen, namelijk de eigen heiliging en de grondvesting van Gods Rijk op aarde tot verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan voor alle zielen. Een ziel moet goed gevoed zijn, en haar voedsel zou zij dagelijks uit Hemelse Bronnen moeten halen. Om deze reden is het helemaal niet om het even wat de ziel leest of wat zij via de zintuigen in zich opneemt. Wanneer onderrichtingen niet uit Hemelse Bronnen stammen, versterken zij de ziel niet. Zij rusten de ziel niet uit voor haar dagelijkse strijd tegen de duisternis, omdat zij het Ware Licht niet in zich dragen. Schijnlichten zijn er in deze tijden in overvloed. In de zielen verspreiden zij echter slechts schaduwen. Slechts het Goddelijk Licht werpt geen schaduwen en vermenigvuldigt zich oneindig, net zoals God en Zijn werkingen Zich oneindig vermenigvuldigen.

Waarschijnlijk zult U bij het vergelijken van bepaalde elementen uit de door U aangehaalde openbaringen vaststellen dat deze niet volledig overeenstemmen met de onderrichtingen van de Hemelse Meesteres. In dat geval zult U gemakkelijk inzien dat de argumentatie van de Hemelse Koningin zinvol is.

Het is absoluut lovenswaardig dat U het werk van Uw spirituele vriendin ook na haar overlijden wil eren. Echter, een werk dat niet volledig Gods Werken bevordert, levert slechts een twijfelachtige bijdrage voor de bevordering van Gods Rijk op aarde, en uiteindelijk is dit precies het doel van elk individueel mensenleven. De Moeder Gods laat er bovendien, zeer algemeen, op wijzen dat een ziel zich niet noodzakelijk schuldig moet voelen wanneer zij geen gevolg geeft aan het verzoek van een andere ziel om, na haar dood, iets te doen of te zeggen, of juist niet te doen of te zeggen: Er zijn situaties waarin na de dood van een persoon blijkt, dat haar verlangen niet (helemaal) met Gods Wil en verwachtingen in overeenstemming kan worden gebracht. Het spreekt vanzelf dat aan de laatste wens van een persoon om iemand schade te berokkenen, geen gevolg mag worden gegeven. Het is ook in het belang van de ziel van de overledene, diens eventuele zondige of ondeugdzame bedoelingen niet te verwezenlijken. Geen enkele ziel zou op deze wereld een spirituele erfenis mogen nalaten die door duisternis is bevlekt. Deze duisternis kan duidelijk herkenbaar zijn, soms bestaat zij slechts daarin, dat nu eenmaal niet het ware voedende Licht in deze erfenis aanwezig is.

Moge de Meesteres van alle zielen in U een dienares vervuld van inzicht en volharding in alle goede werken vinden. Zij bemint U zeer. Ik wens U zeer veel kracht en moed in al Uw werken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 362
De zielen die ten bate van de definitieve overwinning van de Liefde, de onverbiddelijke strijd tussen Licht en duisternis strijden (de 'arena' is nu vaak het eigen gezin) zijn de martelaren van de Laatste Tijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Verliest U niet de moed. De satan raast als een wildeman en tracht elke ziel die het Goddelijk Vuur in zich tracht aan te wakkeren, geregeld een ijskoude douche te bezorgen, opdat het Vuur helemaal zou doven. Laat U nooit na, Uw vrouw steeds te vergeven, want zij is het eerste slachtoffer van zijn acties.

Het is moeilijk om het zo te beschouwen, maar in principe zouden wij, om zo te zeggen, van vreugde moeten dansen wanneer wij vaststellen dat alweer iemand tracht, ons neer te halen. Doorgaans wijst dit erop, dat wij spiritueel aan het groeien zijn. Laten wij aan Jezus denken, Die op zijn Kruisweg werd bespuwd en geslagen, uitgelachen en gehoond... niet omdat Hij een misdadiger was, maar omdat Hij ermee bezig was, een daad van onovertroffen Liefde te volbrengen. Onze levensweg is onze kleine kruisweg. Wanneer ons hart erin kan volharden, in zich een vonkje te dragen van de gesteldheid van Christus terwijl Hij op weg was naar de Berg van de Verheerlijking, zullen ook wij de woede van Jeruzalem om ons heen moeten voelen. God laat de Zijnen echter niet in de steek, want doorheen deze woede verwezenlijkt Hij Zijn onfeilbare Plannen. Hoe zou Hij U doorheen de straten van Jeruzalem kunnen sturen zonder tevens een Simon van Cyrene en een Veronica door de wenken van Zijn Voorzienigheid te laten betoveren, en vooral zonder de allerheiligste Moeder, die Zich als Bron van Kracht in Uw hart wil vestigen, opdat Zij ook meteen de Berg moge kunnen beheersen waarop alle toegewijde kruisen worden verheerlijkt.

De strijd is onverbiddelijk. De zielen die hem strijden ten bate van de definitieve overwinning van de Liefde, zijn in principe de martelaren van de Laatste Tijden. De 'arena' is nu vaak het eigen gezin. Het ware christelijke denken wordt reeds tweeduizend jaar lang hardnekkig bestreden. Jezus Zelf heeft ons dit aanschouwelijk voorgesteld in het voorbeeld van Zijn Leven, toen Hij voortdurend in botsing kwam met de farizeeën omdat zij Zijn denken, handelen en spreken helemaal niet begrepen of niet wilden begrijpen, en zij zich verborgen achter de dwaling dat deze 'valse profeet' een gevaar zou zijn voor de maatschappelijke orde in de vorm waarin zij deze kenden en in stand wilden houden, een orde die in waarheid het ware Licht niet kon verdragen.

Is er dan zoveel veranderd?

Lieve broeder, Gods bedoelingen zijn doorheen alle eeuwen niet veranderd, omdat Hij reeds van in den beginne slechts één ding wil: Het definitieve en volmaakte Geluk voor al Zijn schepselen. Net zo onveranderd zijn de strategieën van de satan gebleven, omdat ook hij slechts één ding wil: De absolute vernietiging van het menselijk ras door de ontmoediging van alle Liefde, want het is de Liefde die de Levenskracht van God in de ziel tot bloei brengt en de duisternis onwerkzaam maakt. Daarom is voor 'hem' alles, wat hem eraan herinnert dat er een God is in Wie nog enkele zielen werkelijk willen geloven, een aanstoot. Dit, lieve broeder, moge onze geloofsbelijdenis zijn:

"Ik geloof dat U, mijn God, alle duisternis in mijn leven toelaat, opdat U haar doelmatiger zou kunnen vangen en uiteindelijk in mij slechts Licht moge overblijven. Zou een ziel ooit armer kunnen zijn dan wanneer zij niet zou worden vervolgd? Hoe zou zij dan ooit Jezus kunnen vinden, Die immers voor alle tijden slechts die wegen gaat, die met doornen zijn geplaveid, en Die mijn hart besprenkelt met het parfum van de Hemelse Roos, opdat ik Haar ook met mijn verblinde ogen kan vinden: Maria, de belichaming van mijn Hoop".

Lieve broeder, houdt U toch vol. De wereld kan ons het Ware Geluk nooit geven, en zelfs wanneer wij menen, het te 'ruiken', blijkt het zeer vluchtig te zijn, zodat de ziel uiteindelijk met lege handen achterblijft. Het Ware Geluk sluimert in waarheid in het zaad van het lijden, dat wij met ons meedragen. Weten wij dit zaad onder de zon van een oprechte Liefde tot rijping te brengen, dan levert het ons eeuwige bloemen op. Ooit maakt de Goddelijke Wet alles goed. Legt U toch de weg aan, over dewelke Hij tot de arme ziel kan komen, die het U in deze tijd zo moeilijk maakt. De stenen voor deze weg vindt U in het Hart van Maria, want Zij kent de mogelijkheden om tot God te komen en Zij maakt de ondergrond van de wegen tot Hem stevig en vruchtbaar.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 363
Hoe kan een ziel die als kind werd geslagen of misbruikt, vergeven en zich verzoenen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Niets, absoluut niets verontschuldigt het gedrag van een vader die zijn kind slaat. De ziel van het kind weet dit uit zichzelf, niet hoofdzakelijk omdat de slagen pijn doen, en zelfs niet eens omwille van de vernedering, maar om een dieperliggende reden:

Wanneer de kinderziel die, om zo te zeggen, vers uit Gods hand komt, in aanraking komt met een onderbreking in de stroming van de Liefde, wordt zij daardoor onmiddellijk door elkaar geschud. Dit kan op diverse wijzen tot uiting komen. Bijvoorbeeld: Een kind wandelt met zijn hond doorheen de straat, en plots wordt het dier opzettelijk door een mens geschopt. Het kind begint te wenen. Waarom? Niet omdat het pijn heeft, maar omdat zijn boezemvriend onrecht is aangedaan. De nog 'groene' ziel heeft onmiddellijk de breuk ervaren in een tak van de Liefdesstroom, die God voortdurend doorheen alle schepselen laat vloeien. Dit kind herkent nog volkomen de Goddelijke Wet van de Liefde, die van elke mensenziel verlangt dat zij onder alle omstandigheden onvoorwaardelijk jegens alle schepselen God moet vertegenwoordigen. Het kind weent dus omdat het in dit dier ook Gods pijn voelt. De gevoelige ziel, hetzij kind hetzij volwassene, zal deze ervaring opdoen omdat zij (gelukkig) nog steeds niet de eenheid met Gods Hart in de gewaarwording verloren heeft laten gaan. Ondanks alles wat de moderne psychologie ons graag wil laten geloven, is gevoeligheid in Gods ogen allesbehalve zwakheid: Gevoeligheid bewijst dat de ziel de heiligheid van de Ware Liefde herkent en deze in ere houdt.

Het is te begrijpen dat U nu in contacten met Uw vader de grootste moeilijkheden hebt. Uw hart zou hem graag kunnen beminnen, maar kan dit nauwelijks omdat Uw ziel de vele kwetsuren van Gods Hart niet heeft verteerd. De eerste stap in de zuivering van Uw hart zou er moeten uit bestaan dat U de gehele periode, gedurende dewelke Uw vader U heeft mishandeld, toewijdt aan Maria, en Haar vraagt, dit aan de Eeuwige Vader aan te bieden als verlossende offers "omdat in deze handelingen steeds opnieuw Christus in de medemens werd geslagen". Deze woorden zijn absoluut belangrijk, want zij laten deze hele periode in het Lichaam én in het Hart van de lijdende Jezus overvloeien.

Aansluitend smeekt U Maria dat Zij, op grond van deze offerande, die Zij door de onbeperkte macht van Haar Smartvol Hart vóór God brengt, aan de lijdende Verlosser eerherstel zou brengen, en dat dit offer de zonden van de mishandelende vader mag helpen uitboeten. Worden deze daden nooit op deze wijze toegewijd, dan blijven zij onveranderd elementen van duisternis, die hun effecten doorheen de Schepping hebben verspreid en nog steeds blijven verspreiden. Worden zij echter op deze wijze aan Maria toegewijd, dan worden zij in Licht omgezet, dat sterker zal stralen naarmate U Uw hart kunt bevrijden van negatieve gevoelens. Vergeving en verzoening zijn in een geval als dit buitengewoon moeilijke opgaven, maar zij zijn ook buitengewoon lichtvol indien zij daadwerkelijk en duurzaam worden volbracht.

Overtredingen tegen de Liefde kunnen slechts door oprechte Liefde worden goedgemaakt. De Liefde is de kracht van God, de essentie van het Goddelijk leven bij uitstek. Begaat men, op welke wijze dan ook, een overtreding tegen de Liefde, dan 'sterft' iets ergens in het grote net van de Schepping. Een eenvoudig voorbeeld: Een mens slaat een ander mens of een dier. Dit is slechts mogelijk wanneer eerst en vooral het hart van diegene die slaat, zich voor de Liefdesstroom heeft afgesloten (soms slechts enkele seconden lang, in andere gevallen langer of zelfs permanent). In deze ziel heeft zich als het ware het vermogen laten uitschakelen om de Liefde, en derhalve het ware Goddelijk Leven, in zich op te nemen en in zich te laten ontplooien. De ziel wordt duister, het hart steeds ongevoeliger en het geweten steeds minder werkzaam. Bij gebrek aan Goddelijke levenskracht zuivert het hart zich niet meer en wordt de ziel ongevoelig voor de zonde die in haar gist.

Zoals in een biologisch organisme de cellen ademen zolang zij zuurstof verwerken, en gisten zodra de zuurstofuitwisseling stopt, zo is het in de ziel: Zolang de zuurstof van de Heilige Geest volledig wordt opgenomen (aanvaard) en benut, 'ademt' de ziel en brengt zij relatief zuivere dingen voort. Zodra de ziel dit mechanisme begint uit te schakelen, zet de gisting in en wordt de weerstand tegen de bekoring tot ondeugden en zonden kleiner en kleiner. Op deze wijze kan worden verklaard hoe een mens, schepsel uit Gods hand en behoeder van een kiem van heiligheid, bijvoorbeeld een koude massamoordenaar kan worden.

God heeft deze feiten in Uw leven niet verwelkomd. Hij heeft ze wel toegestaan in de hoop dat U zich op zekere dag tot taak zou stellen, de bressen die Uw vader in zijn eigen ziel heeft geslagen en waardoor het Goddelijk Leven in stromen uit deze ziel is weggevloeid, opnieuw te helpen dichten. Alleen kan een mens dit niet doen, omdat een mens nooit de sleutel tot een ziel in de hand wordt gegeven. Elke ziel is een heilig terrein. Zelfs wanneer zij onmetelijk heeft gezondigd, blijft zij een leven lang draagster van de kiem van heiligheid, die God haar voor het hele leven heeft geschonken. Om deze reden kan de ziel het terrein van een andere ziel slechts onder begeleiding van de Gevolmachtigde van God, de Meesteres van alle zielen, betreden. Dit kan de ziel doen door vurige toewijding en met offers en zelfverloochening als onderpand.

Hoe gaat U nu concreet te werk?

  1. Wijdt U het volgende toe aan Maria:
  • Uw eigen vreselijke herinneringen met betrekking tot Uw vader;
  • de kwetsuren van Uw hart en Uw ziel, samen met Uw onvermogen om over Uw verbittering heen te groeien;
  • het hart van Uw vader, dat sedert vele jaren niet meer volgens het ritme van Gods Hart klopt.
  1. Bedenkt U een offer, één of andere wijze van uitboeting, legt U dit aan de voeten van de Meesteres van alle zielen, en zegt U iets in de volgende aard:

"Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik bied U ....... aan, met de bedoeling, mijn vader, mijzelf en de relatie tussen ons beiden volkomen in het Licht van Uw volmaakte Liefde te laten genezen. Wil mij de kracht van de volharding bekomen, want het komt erop aan, onze beide zielen uit de effecten van de duisternis van toen los te maken. Schenk mij Licht en Liefde zonder einde, en weerstand tegen elke bekoring om dit belangrijke werk van eerherstel ooit op te geven. Ik geloof in de Ware Liefde, en ik geloof in Uw macht om ons dit te bereiden, omdat zonder Liefde de nalatenschap van God verloren gaat".

  1. Blijft U onverstoorbaar op het Hart van de Meesteres gericht, opdat U voortdurend al datgene in U zou kunnen inbouwen wat Maria U zal laten toekomen. Zij heeft alle macht over de satan en zijn werken, maar hij moet aan Haar worden uitgeleverd, op zijn knieën vóór Haar voeten – het is toch niet gepast dat de Koningin Zelf op jacht moet gaan, dat doen de ridders in Haar dienst. Deze uitlevering vindt plaats op het ogenblik waarop de ziel die schade heeft geleden en die is gewond, tot oprechte vergeving kan komen. Op dat ogenblik gaat de satan vóór de Meesteres op de knieën. Het is immers Haar macht, de macht van Haar volmaakte Liefde, die de aan Haar toegewijde ziel zo ver heeft gebracht dat zij zich ter ere Gods van de smet van het verleden (en dus van de effecten van een werk van de satan) laat bevrijden, en wel zodanig dat zij dit initiatief meteen ook ten gunste van haar 'schuldenaar' heeft genomen, wat in Gods ogen een heldendaad van Liefde is, en derhalve stromen van genade vrijmaakt.

Lieve broeder, mijn hart lijdt onder de miljarden situaties in dewelke dagelijks de stromen van Gods Liefde worden onderbroken. Op één of andere wijze tracht ik mij er steeds opnieuw bewust van te blijven dat er ook een reden tot juichen is, omdat elk onrecht ooit weer goedgemaakt wordt, indien de ziel zich klaarmaakt om de grondstof daarvoor te leveren. In elke antwoordbrief die de Hemelse Meesteres via mijn hand schrijft, ontsluit Zij bijkomende vierkante meters heilige grond, die daardoor van de satan worden teruggewonnen. De satan heeft deze grond immers ingepalmd ten koste van de heiligheid van zielen, telkens een ziel aan zijn influisteringen heeft toegegeven. De Meesteres ontsluit de ene mogelijkheid na de andere om de effecten van de duisternis in de zielen goed te maken. Dit is de weg via dewelke de Koningin des Hemels Haar triomftocht tegen de duisternis volbrengt. Het ene werk van duisternis na het andere legt Zij onder haar voeten door de zielen de wegen te tonen om deze in Licht te laten omvormen, ook wanneer hun werking reeds jaren geleden is begonnen.

Geeft U daarom de strijd voor Uw uitzuivering en deze van Uw vader nooit op. Ook hij is een slachtoffer van de duisternis, en God verlangt ook zijn bevrijding, omdat ook zijn ziel de kiem van heiligheid bevat waaruit God ooit de bloemen van het Paradijs zou willen zien bloeien. Geeft U de strijd op omwille van de herinneringen, dan laat U eigenlijk iets achter in de klauwen van de satan, dat hij zich op onwettige wijze heeft toegeëigend. Wanneer U echter weet door te zetten, dan strijdt U in werkelijkheid voor de verheerlijking van de macht van de Hemelse Meesteres, die immers in Haar hoedanigheid van Spiegel van de volmaaktheid van onze Schepper, de duisternis aan de voet van het Kruis zal begraven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 364
Parabel over het vliegtuig met de vier motoren 'Geloof, vertrouwen, Hoop en Liefde' en Maria als pilote, wanneer turbulenties optreden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank dat U Uw toevlucht tot Maria hebt genomen. U hebt vaak het gevoel dat het U aan Geloof, vertrouwen, Hoop en Liefde ontbreekt. Deze gebreken brengen onvermijdelijk lusteloosheid en krachteloosheid in de ziel met zich mee.

Geloven, vertrouwen, hopen en liefhebben, zijn in principe niets minder dan de vier motoren die het vliegtuig van onze ziel op haar vlucht naar God moeten dragen. Deze motoren zijn alle vier in alle mogelijke richtingen met elkaar verbonden. Valt één van deze motoren uit, dan zullen de andere drie trachten, het gedeelte aan draagkracht van het vliegtuig, waarvoor de uitgevallen motor moest instaan, over te nemen. Het vliegtuig wordt trager, verheft zich minder gemakkelijk van de grond en vliegt met verhoogd risico.

De grond is in dit beeld al het aardse, alle gehechtheden waardoor de ziel zich steeds weer door wereldse dingen, gedachten en verlangens laat aantrekken. De ziel moet zich van zoveel mogelijk wereldse bindingen losmaken, opdat zij de vrije vlucht 'naar boven', naar de vergeestelijking, en uiteindelijk naar Gods Hart moge kunnen volbrengen.

Van de vier boordmotoren is de Liefde de centrale motor. Wanneer deze stilvalt, blokkeert hij, en neigt het vliegtuig van de ziel ertoe, neer te storten. Zonder Liefde komt de ziel helemaal niet meer los van de wereldse dingen en wordt zij volledig verlamd. Een vonk van Hoop, Geloof en vertrouwen zijn zonder Liefde nog mogelijk, maar zonder de centrale motor van de Liefde en met verminderde prestatie van de drie overige motoren komt de ziel ook niet van de grond.

In vele zielen vallen telkens weer één of twee motoren uit. Heel vaak worden tegenslagen in het leven gevolgd door een tijdelijk wegvallen van het Geloof, het vertrouwen en/of de Hoop. Het is mogelijk dat in dergelijke gevallen de motor van de Liefde nog altijd draait. Aangezien deze dan echter al snel wordt overbelast, komt de ziel op haar vlucht 'naar boven', weg van al het wereldse, nauwelijks nog vooruit.

Om in deze vier uiterst belangrijke deugden werkelijk en vruchtbaar te groeien, is het absoluut noodzakelijk dat U Uw ziel, Uw hart, Uw geest, Uw lichaam en Uw wil restloos en onvoorwaardelijk toewijdt, bij voorkeur aan Maria. De werkelijk gewetensvol aan Maria toegewijde ziel zal op haar vlucht naar de hemel van de vergeestelijking door een geweldige Hemelse kracht worden gedragen. Krijgt zij in de lucht, gedurende haar dagelijkse strijd tegen de bekoringen (tegen de wind, die daarboven met hoge snelheid tegen de ziel botst) te maken met turbulenties (dit wil zeggen: komt zij door bekoringen aan het wankelen en dreigt zij stuurloos te worden), dan wordt de stuurknuppel onmiddellijk overgenomen door Maria, op voorwaarde dat de ziel in volledig vertrouwen de eigen vrije wil aan Haar voeten neerlegt. Wil de ziel te allen prijze zelf haar leven regelen, in plaats van zich aan de leiding van de Goddelijke Voorzienigheid en de macht van Maria over te geven, dan zal zij bij turbulenties aan vlieghoogte inboeten, dit wil zeggen: haar spirituele ontwikkeling zal erop achteruit gaan.

Lieve broeder, in Uw geval loopt het nog geregeld mank aan de overgave van de vrije wil. Wanneer de ziel haar rol als piloot wil blijven spelen (dit wil zeggen: wanneer zij systematisch zelf de stuurknuppel en alle boordapparatuur blijft bedienen), dan zal zij onvermijdelijk de fouten maken die elke ziel maakt door gebrek aan inzicht in de vele factoren van het spirituele leven. Soms zal zij de brandstoftoevoer naar de motoren verkeerd inschatten, een andere keer zal zij buiten koers geraken, zelfs recht op een bergtop afstevenen (deze bergtop staat daarbij symbool voor de meest hardnekkige valstrikken van het wereldse leven).

Zonder de onbeperkte toestemming van de ziel met betrekking tot de leiding van haar dagelijks leven door de Meesteres van alle zielen, zult U de koerscorrectie die U zich hebt voorgenomen, niet op vruchtbare wijze kunnen verwezenlijken. Maria kent alle vliegroutes naar 'boven' en beschikt over de volmaakte kennis van de vliegtechniek (het dagelijks leven met al zijn moeilijkheden) en van de structuur van Uw vliegtuig (de vermogens en zwakheden van Uw ziel). Geeft U Haar toch het commando over Uw vliegtuig (dit wil zeggen: Wijdt U zich totaal aan Haar toe) en vertrouwt U Haar de leiding toe over Uw hele vlucht naar boven, dit wil zeggen: Laat U zich door Haar onderrichtingen evenals door Haar innerlijke leiding besturen. U zult zich erover verbazen hoeveel doeltreffender Uw leven zich zal laten vormen. Ik bid vanzelfsprekend voor U. Geeft U nooit op, morgen is het reeds anders dan vandaag, en de gaten in onze spirituele ontwikkeling zijn er om met iets beters te worden opgevuld, en wanneer men de Hemel in het hart draagt, gaat dit soms verbazingwekkend spontaan, zolang wij het zelf oprecht willen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 365
Elke ziel moet zich erin oefenen, Gods Aanwezigheid, Zijn Werken en Zijn Wil te herkennen – kinderloosheid ondanks kinderwens kan door God gewenst zijn ten bate van de vruchtbaarheid van de eigen levensweg – de aan Maria toegewijde ziel maakt zich los van al het wereldse en stuit derhalve onvermijdelijk op onbegrip en afwijzing vanwege werelds gezinde zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De volgende zin uit Uw brief is zo treffend, dat ik hem letterlijk moet citeren. Hij heeft immers betrekking op een gedachte die zo vaak op een bekoring is gebaseerd: "Ik voel mij zo onzegbaar droevig (...) Ik denk soms dat God mij minder bemint omdat er in mijn leven niets verandert terwijl ik zie dat anderen hun wensen en plannen in vervulling zien gaan".

Wat in een mensenleven niet gebeurt, kan (later) blijken een zegen te zijn, soms reeds terwijl de ziel nog op aarde leeft, doch ten laatste in het uur van haar levensoordeel, wanneer aan de ziel als in een bliksemflits de 'film' van haar afgelopen leven wordt getoond en haar daarbij de motivatie van de Goddelijke Wijsheid en de eigen gezindheden worden getoond zoals God Zelf dit alles heeft gezien en aangevoeld. In dat uur ziet de ziel ook in waarom zij dit of dat in haar leven niet heeft gekregen. Er kan U veel bespaard blijven doordat iets zich in Uw leven niet voordoet. Uw voorbeeld: de kinderloosheid. Wanneer Gods Plan voor U een leven zonder kinderen heeft beschikt, zult U er geen krijgen, omdat ofwel Uw specifieke spirituele ontwikkeling de ervaringen met eigen kinderen niet nodig heeft (omdat Uw ziel en/of Gods Plan andere ervaringen nodig heeft) of omdat de Werken of de ontwikkelingen die God van Uw leven verwacht, niet of nauwelijks zouden kunnen worden volbracht wanneer U kinderen zou hebben.

Het menselijk verstand wordt meestal uitgeschakeld wanneer het wensdenken de troon bestijgt. De mens die iets zeer sterk wenst, sluit zich meestal af voor elke argumentatie die hem van het tegendeel zou kunnen overtuigen. Bovendien kan de ziel nooit alle factoren kennen waarmee de Goddelijke Voorzienigheid rekening houdt. Ook in deze situatie geldt dus de stelling die Maria steeds weer in herinnering brengt: De ziel is in dit aardse leven slechts vruchtbaar in de mate waarin zij haar eigen vrije wil met de Wil van God één laat worden.

De Goddelijke Wil kennen, is niet altijd gemakkelijk, maar de ziel die zich in elk detail van haar leven naar de eeuwige dingen richt (de Meesteres van alle zielen leert ons ononderbroken waarom het daar gaat), leert de Wil van God in het hart kennen. Niet dat dit van vandaag op morgen als vanzelf zou gaan, want het leven in de wereld, of preciezer uitgedrukt 'in een fysiek lichaam boordevol zintuiglijke indrukken', lijkt zich in een nevel te bevinden, die het moeilijk maakt om het zonlicht van Gods Aanwezigheid en Zijn Werken duidelijk te herkennen, maar precies daar ligt een deel van de opdracht van elke individuele ziel: Elke ziel moet zich erin oefenen, Gods Aanwezigheid en Zijn Werken te herkennen. Dit inzicht is een mijlpaal in de opwaartse vlucht van de ziel. De ziel moet bidden om dit vermogen in de hoogste mate te kunnen ontwikkelen.

Mocht Uw kinderwens niet in vervulling gaan – vanzelfsprekend zonder dat U het desbetreffend natuurlijk proces tegenwerkt – dan zou dit betekenen dat God deze toestand voor U heeft voorzien als de weg die U moet gaan. In elk geval kunt U Uw pijn over Uw kinderloosheid nu spiritueel vruchtbaar maken door Uw pijn aan Maria toe te wijden en Haar aan te bieden dat U dit lijden in Haar Hart wil leggen opdat Zij op grond van deze pijn (die uiteindelijk reeds jaren aanhoudt) genaden van inzicht zou mogen bewerken voor vrouwen die ertoe zijn bekoord om zich aan de valstrikken van abortus prijs te geven. Wanneer op deze bekoring wordt ingegaan, wordt een beschikking van de Goddelijke Voorzienigheid tegengewerkt om een kind geboren te laten worden dat drager zal zijn van een ziel op haar aardse weg.

In Uw geval is het God Zelf die (tot nog toe?) heeft beschikt dat er in Uw leven geen kind zal zijn. Deze pijn, lieve zus, kan voor U tot springplank naar een grotere vruchtbaarheid in Uw spirituele leven worden door haar aan Maria toe te wijden en de heldendaad op te brengen, U te schikken naar Gods Wil. Zodra U ertoe kunt komen om de Goddelijk Wil, indien deze niet met de eigen wil overeenkomt, uitdrukkelijk te aanvaarden en eveneens de daaruit voortvloeiende toestand met Liefde te aanvaarden, zal Uw ziel zich van een zware ballast kunnen bevrijden. Aanvaarding uit Liefde tot God maakt vrij.

Wanneer U met familieleden wordt geconfronteerd en U zich, op grond van Uw teruggetrokkenheid en Uw Geloof, als een 'verstotelinge' voelt, mag U eigenlijk gerust zijn. Mij komt desbetreffend spontaan het spreekwoord voor ogen "Wanneer je vijanden je beginnen te prijzen, heb je een fout gemaakt". De grote vijand van de ziel is de satan. Hij infecteert ontelbare mensenzielen met zijn dwaalgedachten, verkeerde opvattingen, verwrongen beschouwingswijzen, vernietigende gezindheden en goddeloze wereldbeschouwingen. Zolang zielen die deze wereldse gezindheden aanhangen, U zonder problemen begrijpen, 'klopt er iets niet'. Beschouwen zij U als iemand die nauwelijks nog bij hen past, dan betekent dit in werkelijkheid dat U er steeds beter in slaagt, U van al het wereldse denken los te maken.

De satan 'ruikt' steeds elk spoor van de heerschappij van Maria in een ziel. Zielen die de heerschappij van de Koningin des Hemels (nog) niet in zich hebben toegelaten, worden er door hem toe geïnspireerd, de ziel die de toewijding aan Maria in de praktijk in zich tracht te laten bloeien, te vermijden of hen te bekritiseren, hen als 'abnormaal' of als 'zonderling' te beschouwen, hen op uiteenlopende wijzen aan te vallen, hen te belasteren, kortom: hen zo te behandelen als zou met hen iets niet in orde zijn. Wees daar gelukkig om. U bevindt zich in het beste gezelschap: Net zo hebben de farizeeën Jezus beschouwd.

Lieve zus, één van onze opdrachten als aan Maria toegewijde zielen bestaat erin, ons hart van de opvattingen en uitspraken van werelds gezinde zielen los te maken. Het kan derhalve als een vorm van maatstaf voor de spirituele ontwikkeling gelden, bij zichzelf vast te stellen in hoeverre men er werkelijk in slaagt, zich van de opvattingen en ingesteldheden van de medemensen tegenover de eigen persoon 'niets meer aan te trekken'. Wanneer de ziel zich door de dwaasheid van de wereld laat leiden en inspireren, zal zij in een medeziel het Ware Licht niet meer verdragen of het niet inzien, of het ontkennen, zo mogelijk nog gedeeltelijk met kwetsende woorden. Van de ziel die aan Maria toebehoort, verwacht onze God dat zij zich erin oefent, vanuit het Geloof en de Liefde in elk opzicht voor de opvattingen van de Hemel te kiezen. Dit geldt onder alle omstandigheden. Spreekt U woorden waarvan U zeker bent dat zij uit een Hemelse Bron afkomstig zijn, dan hoeft het U helemaal niets uit te maken wanneer U door zielen vol onbegrip verketterd wordt.

Wanneer zelfs van Uw familieleden niemand tot U spreekt, kunt U dit met een gerust hart als een zegen van boven beschouwen, als bescherming vanwege de Koningin des Hemels die wil verhinderen dat Uw ziel onder werelds slijk zou worden bedolven. Slechts uiterst zelden namelijk spreekt de wereldse ziel woorden van Wijsheid die Licht en warmte verspreiden, Hoop en bemoediging bieden of de zielen van hun gesprekspartners rijker maken of voeden. Eenzaam bent U nooit, want Maria woont in U. Spreekt U innerlijk gerust met Haar. U zult merken dat Zij er is.

Het is ook zeker geen 'straf', door velen te worden gemeden, maar een genade. Wanneer gesprekken met een ziel overwegend of zelfs uitsluitend om wereldse thema’s draaien, verliest U in principe veel tijd voor de verwezenlijking van Uw dubbele levensopdracht: de eigen heiliging en Uw persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Werken ten dienste van de ontsluiting van Zijn grote Heilsplan. De eigen ziel geraakt uiteindelijk ondervoed en wordt bevuild. Politiek, economie, dagelijkse gebeurtenissen enzovoort, zijn in verregaande mate van duisternis doordrongen en brengen slechts boodschappen van ontmoediging, hopeloosheid, materialisme en de alomvattende leegte van al het vergankelijke over.

Lieve zus, God kent elke vezel van Uw hart en weet wat daar omgaat, en om welke reden. De zielen in Uw omgeving kennen de ware bouwstenen van Uw hart niet. Mochten zij deze kennen, dan zouden zij eveneens de verlichting bezitten en inzien waarom U bent, zoals U bent. Bidt U ervoor dat deze zielen de waarheid en de verlichting aanvaarden, en bidt U om de genade dat zij niet langer zouden bezwijken voor de bekoringen om voortdurend hun medemensen in het hart te verloochenen. In werkelijkheid verzetten zij zich tegen de Beschikkingen van God Die U zo heeft gemaakt zoals U bent, en verloochenen zij Christus in de medemens. Biedt U daarom aan Maria Uw pijn over deze 'aan U opgedrongen eenzaamheid', met de bede dat de Koningin des Hemels deze hartenpijn met de gevoelens van verlatenheid van Jezus zou verenigen, opdat het Ware Licht zou overwinnen. Tracht U van Uw kant, deze zielen, zoals steeds, te beminnen en Uw menselijke eenzaamheid te aanvaarden als een Beschikking van Diegene die hen ertoe wil gebruiken om U door Maria volledig nieuw te laten omvormen. Gods Geest waait slechts voelbaar in de stilte. Ik draag U graag in mijn hart verder.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 366
Verduidelijking van de uitspraak uit antwoordbrief 355, dat "de mens zijn superieuren op aarde als vertegenwoordigers van Gods Werken moet beschouwen"

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Tot mijn spijt moet ik U melden dat Uw brief mij diep heeft geschokt omdat U de ware betekenis over bepaalde aspecten van antwoordbrief 355 duidelijk verkeerd hebt begrepen. Het zou mij oprecht pijn doen indien U de opvattingen van de Moeder Gods verkeerd zou blijven verstaan, zoals U hebt gedaan aan de hand van de door U aangehaalde uitspraak uit deze brief.

Eerst en vooral wil ik erop wijzen dat ik in geen enkele antwoordbrief één of andere persoonlijke mening naar voor breng, doch uitsluitend en alleen datgene schrijf waartoe de Moeder Gods mij opdracht geeft. Het lijkt mij daarom gepast, ervan uit te gaan dat God beter weet dan wij waarom Hij de zielen bepaalde richtlijnen laat overbrengen.

Verder wijs ik U er met klem op, dat de Moeder Gods in de door U aangehaalde brief niet heeft laten schrijven dat Zij de ontelbare mistoestanden in de geschiedenis van de mensheid goedkeurt, allesbehalve. Het is mij zeer zeker bekend tot welke toestanden machtsmisbruik in de geschiedenis reeds heeft geleid en nog dagelijks leidt.

Ik vraag U alleen, er rekening mee te willen houden om welke reden God onder geen enkele voorwaarde zelfs de geringste uitspraak goedkeurt die tot ongehoorzaamheid of opstand tegen superieuren zou kunnen aansporen. Mocht Hij dit doen jegens zielen die van nature reeds uiterst gemakkelijk zwichten voor elke bekoring, dan zou de wereld reeds spoedig aan anarchie ten prooi vallen. Het is U wellicht wel duidelijk dat deze gezindheid in een wereld, die nu reeds kreunt onder vrijzinnig denken, onmiddellijk de Kerk van Christus zou vernietigen en elke autoriteit vanwege de Heilige Vader zou ondermijnen? De beginselen daarvan zien wij reeds in alle uitingen van modernisme, waarvan de bloei, dit mogen wij niet vergeten, oorspronkelijk is begonnen op het fundament van foutieve interpretaties of van persoonlijke aanpassingen ten aanzien van de bedoelingen van Rome.

Maria roept er steeds opnieuw toe op, dat elke ziel de gehoorzaamheid als heilige deugd in de praktijk moet omzetten. De logica ervan, zo leren wij in alle onderrichtingen, ligt hierin dat God geen enkele vorm van onrecht goedkeurt, maar absoluut met alles een welbepaald Plan uitwerkt. Wanneer een superieur iets opdraagt dat de ziel niet kan aanvaarden, dan verwacht God absoluut niet dat de ziel zich in het hart over deze opdracht verheugt, maar wel dat zij door gebed en liefdevolle offers en toewijding helpt om de duisternis, die erin vervat zit, in Licht om te zetten. Mochten bijvoorbeeld méér zielen onder misdadige regimes de toestanden toewijden en door offers en gebed deze macht met Hemelse Liefde beantwoorden, dan zouden dergelijke regimes in de kortste tijd in elkaar storten, zo belooft de Hemel ons. Uiteindelijk is het zo dat God weliswaar in alles de inmenging van de duisternis toelaat, maar Hij keurt die duisternis nooit goed. God verlangt evenwel in alle gevallen dat de zielen zich met heilige middelen tegen de duisternis verzetten. In welbepaalde gevallen zal de Hemel weerstand niet afkeuren, maar er zijn heiliger wegen van weerstand dan deze via geweld, aldus de boodschap die achter deze gedachten schuilgaat.

Ik moet U er ook op wijzen dat U de volgende zin duidelijk verkeerd hebt begrepen. Inderdaad, Maria heeft mij laten schrijven dat de mens zijn superieuren op aarde moet beschouwen als vertegenwoordigers van Gods Werken op aarde. Ik zal U echter verduidelijken hoe dit moet worden begrepen, met andere woorden: hoe het door de Koningin des Hemels is bedoeld:

De superieur is vertegenwoordiger van Gods Werken op aarde, niet in die zin, dat indien de superieur misdadige handelingen verordent, respectievelijk misdadig gedachtegoed verspreidt, dit zo zou moeten worden begrepen dat God tot misdadige gedachten en werken zou inspireren! Deze zin betekent uitsluitend en alleen dat God met elke superieur een heel specifiek plan heeft:

  • Ten eerste is God er niet voor verantwoordelijk wanneer een superieur zijn vrije wil gebruikt om de duisternis te dienen;
  • Ten tweede aanvaardt God slechts welbepaalde zielen als superieuren omdat precies deze zielen Zijn Heilsplan op een bepaald tijdstip op een bepaalde plaats in het netwerk van Zijn Schepping kunnen dienen (deze ziel heeft haar leidende functie vanwege de Voorzienigheid gekregen als levensopdracht jegens God!). Vanzelfsprekend zal de wijze waarop deze zielen in de praktijk met hun verantwoordelijkheid omgaan, God niet noodzakelijk bevallen. Bijvoorbeeld: Een dictator verricht inderdaad vaak werken die de duisternis dienen. Nochtans zou hij veel goeds kunnen doen, want God heeft hem de kans gegeven om zijn land door Licht en Liefde te laten bloeien. Niet God treft schuld, maar de dictatorziel die haar vrije menselijke wil heeft misbruikt en daardoor ontelbaren in de duisternis heeft meegesleurd.

De superieur moet volgens de Goddelijke Wet als vertegenwoordiger van Gods Werken worden beschouwd. Dit betekent niet dat hij in de praktijk van het dagelijks leven noodzakelijk Gods opvattingen vertegenwoordigt! Nochtans bevalt het God wanneer de zielen een zo groot mogelijk vermogen tot aanvaarding nastreven, omdat dit Zijn Heilsplan kan dienen door de offerande van de gehoorzaamheid en door vele andere offers.

Ik hoop dat U zo zult kunnen inzien dat de woorden van de Moeder Gods in geen enkel geval te begrijpen zijn als uitnodiging tot goedkeuring van alle mistoestanden in deze wereld.

Maria laat mij er met klem op wijzen dat alle ellende in de wereld nooit door God is gewild noch goedgekeurd, en al helemaal niet door Hem op gang wordt gebracht, maar dat de enige bron van duisternis in de wereld het verkeerde gebruik van de vrije menselijke wil is.

Is een ziel gehoorzaam aan een superieur die niet de werken van het Licht volbrengt, dan zal God deze ziel evalueren volgens haar gezindheid van hart. Is zij deze duistere voorschriften genegen, dan is zij mede verantwoordelijk voor deze zonde. Is zij echter gehoorzaam tegen haar wil (dus tegen haar ware innerlijke gevoelens in), dan kan zij door God worden vrijgesproken, op voorwaarde dat zij de voorschriften zeer strikt volgt zonder ook maar enig bijkomend leed te veroorzaken. De gehele waarde (positief of negatief) van elke handeling en gezindheid voor Gods Heilsplan, wordt grotendeels door de gesteldheid van hart bepaald. Ik zal U dit concreet aan de hand van een voorbeeld verduidelijken:

Laten wij aannemen dat een ziel er onder een misdadig regime als soldaat toe wordt gedwongen, onschuldige burgers neer te schieten. Hoe oordeelt God? (Ik schrijf, zoals steeds, datgene waartoe de Koningin des Hemels mij opdracht geeft):

Geval A: De soldaat voltrekt de executie zonder meer, en is erover verheugd. God zal zijn daad als werk van duisternis evalueren. De neergeschotenen zijn zielen die nu niet langer voor Gods Heilsplan kunnen worden ingezet. De executie heeft Gods Plan diverse elementen (zielen en levenswegen) ontroofd, die voor God nog een rol te spelen hadden. De soldaat is verheugd, dus blijkt hij van oordeel te zijn dat God Zijn Plan nu maar moet aanpassen.

Geval B: De soldaat voltrekt de executie en is erover verheugd, maar kwelt bovendien vooraf de slachtoffers ook nog lichamelijk of geestelijk. De duisternis is nu nog groter, de medeschuld van de soldaat eveneens.

Geval C: De soldaat voltrekt de executie met een bezwaard hart. Hij is mogelijkerwijs zelfs ten prooi aan de zwaarste innerlijke strijd (vóór, tijdens en/of na het neerschieten). In Gods ogen is de handeling op zich nog steeds misdadig, Hem worden nog steeds evenveel zielen en evenveel levenswegen ontroofd, maar de innerlijke strijd van de soldaat geeft God een tegenprestatie vervuld van Licht, want in principe heeft in het hart van de soldaat de Liefde overwonnen. Indien hij deze handeling bovendien nog aan God of Maria toewijdt en om vergiffenis vraagt voor zijn superieur, verwekt hij nog meer tegenlicht. Hij wordt door God niet veroordeeld.

Lieve broeder, voor mij zijn in deze wereld evenveel dingen zeer pijnlijk als voor U. Het wordt echter pas heel erg, wanneer de Moeder Gods toestaat of het noodzakelijk vindt, de spirituele achtergronden van alle leed te laten voelen zoals Zij Zelf of zoals God deze moet voelen. Geen enkel hart zou dit volhouden, indien niet Gods Liefde het daartoe de kracht zou geven. Laten wij samen bidden opdat geen enkele superieur op deze aarde lichtzinnig beslissingen moge treffen, die duisternis verspreiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 367
Over de oorzaken van matheid – Over de gave van de tranen – Slechts wanneer wij God erom vragen, komt Hij tussenbeide wanneer een bepaalde ontwikkeling niet bevorderlijk is voor het spirituele welzijn – De televisie is in verregaande mate een val van de satan – De gouden regel van de Moeder Gods met betrekking tot het televisiekijken – Zodra de ziel de Hemel om iets vraagt dat haar spirituele ontwikkeling of deze van andere zielen kan bevorderen, komen gewoonlijk ook duistere invloeden in actie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Ik wil U graag een beetje bemoedigen opdat de gevoelens van matheid U niet zouden bedrukken. Soms is het de Eeuwige Wijsheid Zelf, die ons een beetje wil afremmen opdat wij niet voortijdig zouden opbranden, maar soms is het ook de satan, die ons een negatief zelfbeeld wil aanpraten. Het kan een zegen zijn, over zichzelf het gevoel te hebben dat men loom en futloos is geworden, op voorwaarde dat men tijdig diep in zichzelf kijkt om te kunnen achterhalen wat aan de basis van dit gevoel ligt. Gaat het louter om een lichamelijk gevoel? Zijn er in ons leven bepaalde dingen aan de gang die ons emotioneel uitputten? Ontbreekt het ons aan vaste doelstellingen of aan motivatie? Of zijn wij ons spiritueel aan het ontwikkelen en aan het ontplooien? In het laatste geval moeten wij er rekening mee houden dat men op de weg naar God toe, niets ten geschenke krijgt, maar dat deze reis een volgehouden en gewetensvol werken aan zichzelf vereist. Bovendien zal de satan er alles aan doen om een ziel over wie hij de indruk krijgt dat zij ertoe in staat is, zich in verregaande mate aan zijn invloeden te onttrekken, duchtig af te remmen en te ontmoedigen. Dit feit ligt vaak aan de basis van de vaststelling dat de ziel na haar totale toewijding aan Maria opvallend veel ervaringen kan opdoen, die in haar ontgoocheling of afkeer opwekken. Ik meen dat U aan dergelijke ervaringen momenteel absoluut geen tekort hebt.

U stelt vast dat bij U veel tranen vloeien, zowel tijdens het lachen als bij het wenen. Dit heeft ook met Uw ervaringen te maken, en met de machteloosheid tegenover zoveel dingen die U graag 'anders' zou hebben. Gaat het hier om de gave der tranen? Deze gave krijgt de ziel om mystieke redenen. Zij komt tot uiting doordat de ziel zeer gevoelig wordt voor datgene wat zich in het onzichtbare afspeelt of wat zich voltrekt met betrekking tot fenomenen en gebeurtenissen die niet met de zintuigen kunnen worden waargenomen en dus ook niet kunnen worden vastgesteld. Een voorbeeld:

In de omgeving van de ziel wordt een zonde bedreven (laten wij zeggen: Er wordt een mens geslagen). De ziel weent daarover. Het is mogelijk dat de ziel menselijke hartenpijn gewaar wordt over het feit dat de geslagen mens pijn ondergaat en op één of andere wijze vernederd wordt. Het is ook mogelijk dat aan de ziel een duidelijk inzicht wordt vergund in datgene wat deze handeling of deze situatie 'boven onze hoofden' in de 'bovennatuurlijke' werkelijkheid met zich meebrengt. Welke invloed heeft deze zonde op Gods Werken, op Zijn Heilsplan, op de ontwikkeling van de betrokken zielen (die van het slachtoffer, de dader(s), en zelfs op andere, onrechtstreeks betrokkenen, bijvoorbeeld, op de kinderen van een vrouw die is geslagen), en op de staat van genade van de Schepping in het algemeen? In dit laatstgenoemde geval hebben de tranen van de ziel een mystieke component. Het aandeel aan mystieke gewaarwording kan daarbij bovendien nog zeer verschillend zijn.

De ware gave der tranen is een genade, die een ziel slechts wordt geschonken met het oog op uitboeting, opdat deze ziel, figuurlijk gesproken, God of de Moeder Gods erbij zou helpen, omwille van de zonden te wenen. Het 'wenen' van Gods Hart is een beeld via hetwelk soms uitdrukking wordt verleend aan het feit dat God de zonden, dit wil zeggen alle afwijkingen ten opzichte van Zijn zaligmakende voorschriften, via dewelke Hij de voltooiing van Zijn Heilsplan voor de Schepping beoogt, ten diepste betreurt. Bij het wenen van de Moeder Gods is bovendien sprake van een akt van uitboeting, die zal duren tot het einde der tijden zoals wij deze kennen. Maria stelt Zich als de wenende Liefde ten dienste van het Heilsplan, omdat Haar tranen, die ontspringen aan een Hart waarin de absoluut volmaakte Liefde bloeit, een ononderbroken medeverlossende waarde opwekken. De Tranen van Maria hebben een zo grote macht op Gods Hart dat zij er in wezenlijke mate toe bijdragen dat de Schepping steeds opnieuw in evenwicht wordt gebracht opdat de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid zich niet volledig en onbeperkt zou hoeven uit te werken.

U hebt niet graag dat Uw zoon op school seksuele voorlichting krijgt. Hij is de jongste tijd vaak ziek, zodat hij de desbetreffende lessen niet kan bijwonen. U vraagt zich af of dit te maken heeft met een tussenkomst van God?

Om begrijpelijke redenen beantwoordt de Moeder Gods deze vraag noch bevestigend, noch ontkennend, maar de ervaring heeft mij geleerd (en Maria is zo genadig, mij toe te staan, U dit mede te delen) dat God geregeld tussenkomt wanneer een bepaalde ontwikkeling niet bevorderlijk is voor het spirituele welzijn. De enige voorwaarde is dan wel, dat om een dergelijke tussenkomst wordt gevraagd. Wanneer een ziel van een ontwikkeling, bijvoorbeeld in de context van het schoolgebeuren, niet veel positiefs verwacht, mag – ja moet – zij deze aan Maria toewijden, opdat de Hemel de hele toestand zou kunnen beïnvloeden. God komt gewoonlijk niet tussenbeide wanneer dit Hem niet wordt gevraagd. Het gebeurt zeer zeker dat kinderen, op dagen waarop lessen worden gegeven die daadwerkelijk een gevaar zijn voor de ziel, plots ziek zijn indien hiervoor bij voorbaat om een oplossing 'van boven' is gevraagd.

Wat zou men kunnen doen terwijl de echtgenoot en de kinderen televisie kijken?

De televisie heeft slechts heel weinig te bieden dat niet op één of andere wijze negatief op de ziel inwerkt. De gouden regels die de Moeder Gods de zielen met betrekking tot het televisiekijken geeft, zou men als volgt kunnen samenvatten:

  • Vermijdt U het televisiekijken zoveel mogelijk;
  • Weest U er zich ten volle van bewust dat veel programma’s neerkomen op een verheerlijking van de werken van de satan, en om deze reden de ziel bevuilen en haar in duisternis hullen. Deze programma’s kunnen de ziel ontmoedigen en haar het gevoel geven dat in het leven alles hopeloos en regelloos is, dat God niet bestaat, en dat de ziel niets van Gods Liefde hoeft te verwachten. Maria stelt met klem dat ontelbare zielen voortdurend moe zijn omdat zij regelmatig televisie kijken. Daarbij wijst Zij niet alleen op het feit dat de televisie van de nacht een dag heeft gemaakt, maar ook op het feit dat ontelbare programma’s de ziel verlammen doordat zij 'volgepropt' zijn met duisternis. De televisie is er grotendeels voor verantwoordelijk dat in de moderne maatschappij ontelbare zondige en mensonwaardige gedragspatronen ingang hebben gevonden;
  • Tot de ergste uitzendingen rekent de Moeder Gods de nieuws- en duidingsprogramma’s (actualiteitenmagazines enzovoort), omdat deze de ziel in de hoogste mate met het wereldse denken, het materialisme en de gehechtheden tegenover de vergankelijke aardse aspecten van ons bestaan omhullen. Het is op zich niet 'slecht', informatie in te winnen, maar dit moet tot een minimum worden herleid en mag onder geen enkele omstandigheid aanleiding zijn om zich in werelds denken, zorgen, angsten, enzovoort, te laten onderdompelen.

Maria bestempelt uitzendingen zoals het nieuws en zogenaamde duidingsprogramma’s als sluipend gif dat de ziel in haar ontwikkeling verlamt en de vergeestelijking in hoge mate in de weg staat.

Deze programma’s neigen ertoe, de zielen te ontmoedigen, omdat overwegend berichten, die meestal inhoudelijk reeds negatief zijn, bovendien nog in een context van duistere verbanden worden gepresenteerd en daardoor de bevrijding van de ziel uit het wereldse denken zeer bemoeilijken. De zielen worden er door de media toe verleid, rationeel te denken over alles wat in de wereld omgaat, zodat zij er nog moeilijk toe komen, rekening te houden met het grootste deel van de werkelijkheid dat niet waarneembaar is, dat niet in beeld en klank kan worden vastgelegd en niet rationeel gevat en geanalyseerd kan worden: Het deel van de werkelijkheid waartoe de hele context van ons Geloof behoort, die slechts door het hart kan worden gevat.

  • De televisie vertoont aan de zielen het kleine percentage van de werkelijkheid dat op beeld en klank kan worden vastgelegd als 'de' werkelijkheid. Dit kleine percentage bepaalt echter alle regels, voorschriften, normen en patronen van gedragingen, denken en verwachtingen van een groot gedeelte van de mensheid. Daardoor wordt de televisie een schepper van illusie;
  • Kunt U niets anders dan mee te kijken, bijvoorbeeld omdat het toestel door beeld of klank het hele huis domineert, dan zou U alles wat U toch ziet of hoort, aan Maria moeten toewijden, opdat de duistere elementen die op de zielen afkomen, in Licht omgezet kunnen worden. Wanneer Uw echtgenoot of kinderen televisie kijken, lieve zus, tracht U dan te bidden of ten minste de dingen die U tegen Uw wil ziet en/of hoort, aan Maria toe te wijden, dit wil zeggen dat U aan Maria vraagt, de op de televisie voorgestelde situaties in Haar Hart te sluiten, hen in Licht om te vormen, de harten en zielen van Uw echtgenoot en kinderen tegen de beelden en woorden te beschermen, en voor hen zo snel mogelijk de genade te bekomen om deze gewoonte op te geven;
  • Is het dan helemaal verboden, televisie te kijken? Dat niet, maar het moet met overleg gebeuren. Er zijn informatieve programma’s die als 'algemeen vormend' zouden kunnen worden beschouwd, bijvoorbeeld historische documentaires of natuuropnamen. Goede, correcte historische programma’s bieden uitstekende mogelijkheden tot toewijding van vroegere mistoestanden in de geschiedenis van de mensheid. Er zijn eveneens onschuldige films, indien men deze met zorg uitkiest;
  • De algemene regel met betrekking tot televisiekijken zou ongeveer als volgt kunnen luiden: Vermijdt U elk programma dat op één of andere wijze ontmoedigt, de lagere behoeften prikkelt, hart en ziel bevuilt, godvijandig is, onze christelijke waarden, geloofspunten en mysteries in twijfel trekt en dergelijke. Houdt U er rekening mee dat de ziel haar beslissingen met betrekking tot het bekijken van vrij gekozen programma’s ooit voor God moet verantwoorden. Heeft zij daarmee iets positiefs, iets dat voor God waardevol is, gedaan, of heeft zij daar iets positiefs tegenover gesteld (bijvoorbeeld, heeft zij negatieve dingen aan Maria toegewijd), dan heeft zij geen tijd verspild. In alle andere gevallen zouden de zielen het televisiekijken als valstrikken van de satan en als tijdverspilling moeten beschouwen, omdat veruit de meeste uitzendingen de zielen eerder van God en hun spirituele ontwikkeling weghouden.

Met betrekking tot Uw vraag: Is het mogelijk dat, wanneer men voor iets bidt, de situatie in eerste instantie nog verslecht?

Het antwoord is een zeer beslist 'ja'. De reden is gemakkelijk te begrijpen, wanneer U zich voor ogen houdt hoe de satan te werk gaat. Zodra de ziel de Hemel iets vraagt dat haar eigen spirituele ontwikkeling of de spirituele ontwikkeling van andere zielen kan bevorderen, komen gewoonlijk ook duistere invloeden in actie, met de bedoeling, de gunstige ontwikkeling die mag worden verwacht wanneer Maria of God Zich werkelijk voor de zaak inzetten, in de kiem te smoren. De satan beoogt daardoor de ziel af te schrikken, te ontmoedigen of zelfs haar Geloof af te nemen. Dit behoort tot de meest effectieve tactieken van de satan. Veel zielen zijn er reeds van weerhouden, werkelijk diep in de dagelijks beleefde toewijding aan Maria door te stoten, omdat zij een poosje na hun aanvankelijke toewijding tegenslagen te verwerken krijgen.

Veel zielen laten zich namelijk door de grenzeloze Liefde en de macht van de Koningin des Hemels aantrekken, in de verwachting dat Maria voortaan alle problemen van hen zal weghouden en ervoor zal zorgen dat voor elk werelds probleem onmiddellijk een (wereldse) oplossing tevoorschijn wordt getoverd. Deze zielen hebben de ware bedoeling van de toewijding niet begrepen. Na de toewijding wordt de ziel 'van boven' getest en 'door beneden' aangevallen. Zo eenvoudig is het. Dit zou geen enkele ziel mogen afschrikken, integendeel, want zodra dit proces begint, opent zich onmiddellijk een hele waaier aan mogelijkheden om het eigenlijke levensdoel (zich te heiligen en bij te dragen tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan) te verwezenlijken. De tegenwinden hoeven de ziel niet 'van haar levensweg af te blazen', zij kunnen er heel goed toe bijdragen dat de ziel sterker en sterker wordt.

Op deze wijze kan de ziel de werken van de duisternis tegen de duisternis zelf inzetten: Elke tegenslag benut zij om door gebed en steeds diepere toewijding aan Maria sterker te worden en haar nieuw verworven kracht tegen de duisternis te gebruiken. Zalig de ziel die na haar toewijding aan Maria tot een ware strijdster wordt: Zij wordt tot waarschuwingsteken voor de satan en tot monument voor Gods macht.

Lieve zus, U kunt gerust zijn: Uw beslissing om een reeks heilige Missen te laten opdragen was absoluut een ingeving van boven. Alleen God verlangt ernaar, het Licht van de Verlossingsakt van Zijn Zoon ononderbroken over de wereld te verspreiden. Dat is precies wat gebeurt wanneer een heilige Mis wordt aangeboden. Ik breng Uw hele gezin en alle familieleden vóór de voeten van de Meesteres van alle zielen. Tracht U te volharden in gebed opdat Uw kinderen meer katholieke vrienden zouden kunnen krijgen. Maria bekommert er Zich Zelf reeds om in het verborgene, want ook voor Haar, de Koningin van het Licht, is Uw intentie belangrijk. Ik wens U een 'lentehart' als bron van wedergeboorte.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 368
Het beeld van de zielentempel die door Maria wordt omgevormd

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw getuigenis van deze week. Graag antwoord ik nu reeds op Uw hierna aangehaalde opmerking die U in Uw brief hebt gemaakt. Ik doe dit te Uwer bemoediging, opdat U een vredige zondag moge kunnen beleven.

U merkt op dat U het gevoel hebt alsof de Meesteres Zich van U zou hebben teruggetrokken. Ik kan U geruststellen. Zij heeft dit absoluut niet gedaan. Integendeel, Zij is bezig, U innerlijk te 'herbouwen'. Ik zou dit voor U duidelijk kunnen maken via het volgende beeld:

Wanneer een ziel zich aan de Hemelse Meesteres toewijdt, betreedt Maria geleidelijk en voorzichtig de tempel van de ziel. Ik zou het zo kunnen uitdrukken, dat Zij eerst en vooral de voortuin van de tempel wat herormt, opdat deze beter bij de ziel en bij de door haar te volbrengen werken zou passen. Sommige dingen worden daarbij uit deze tuin verwijderd, andere dingen worden nieuw geplant, de bodem wordt wat omgewoeld, enzovoort. Dit alles verklaart waarom de ziel zich in de beginfase van de toewijding meestal als in een toestand van verrukking voelt.

Wanneer de Hemelse Koningin dan de eigenlijke zielentempel betreedt, begint Zij daar Haar renoveringswerken, opdat Zij de hele ruimte met alle erin aanwezige elementen (zwakheden, vermogens, verlangens, gehechtheden, gevoelens, de archiefkamer met de herinneringen en verwondingen uit het verleden van de ziel) moge kunnen veranderen in Haar troonzaal, vanuit dewelke Zij de ziel wil regeren. De hele ziel moet zo worden ingericht dat zij klaar is om voortaan werken van Licht voort te brengen, en wel precies volgens de leiding vanwege Maria. Zij wil de ziel zo totaal beheersen dat deze laatste zich zo vlekkeloos mogelijk in Gods Heilsplan moge kunnen laten inschakelen. Volgens de mate waarin de ziel Maria hierbij laat begaan, beheerst de Koningin daadwerkelijk alle innerlijke gesteldheden, gezindheden en alles wat de ziel volbrengt, en de woorden die zij spreekt. Maria wordt dan werkelijk Meesteres in de ziel, en stuurt vanaf dat ogenblik de hele levensweg in de mate waarin de ziel haar vrije wil onder de heerschappij van Maria stelt.

Gedurende die werken, lieve zus, voelt U Maria vaak niet meer, omdat Zij dan niet meer meteen naast U loopt, doch in U verblijft. De momenten van de schijnbaar grootste eenzaamheid of verlatenheid zijn derhalve niet zelden de meest genaderijke momenten. Maria trekt Zich daarbij niet van de ziel terug, alleen werkt Zij enigszins meer in het verborgene, opdat Haar hoogheilige Werken niet door om het even welke menselijke invloeden zouden worden tegengewerkt, geschaad of verontreinigd. Bij totale toewijding aan Maria gaat het tenslotte om iets cruciaals, dat de eigen spirituele ontwikkeling alsook het hele Goddelijke Heilsplan beïnvloedt. Het betreft hier de ontsluiting van een immense Bron van Licht dat geen sterveling zich kan voorstellen.

Lieve zus, maakt U zich vrij van alle onrust. Geeft U Uzelf met lichaam en ziel, met hart en geest, met Uw vrije wil en met Uw hele levensweg aan de Meesteres, en U zult tot een tempel naar Gods Hart omgevormd worden. De Morgenzon van de steeds nieuwe Hoop, de Middagzon van de Ware Liefde en de Avondzon van het bewezen Geloof zullen Uw tempel laten baden in het Eeuwig Licht. Ik leg deze intentie aan de voeten van onze Meesteres neer.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 369
Kritiek op Myriam en het Apostolaat: De Meesteres van alle zielen antwoordt

(De Koningin des Hemels nodigt met klem uit, in verband met de inhoud van deze antwoordbrief eveneens de tekst De Poort van Gods Rijk te lezen, die in 2021 werd vrijgegeven als een alomvattende repliek aan de critici van dit Werk dat door Haar is gegrondvest en uitsluitend door Haar wordt geïnspireerd en bestuurd)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Vandaag laat de Moeder Gods mij toe, Uw navolgende vraag te beantwoorden, die voor Maria’s Werken in deze Laatste Tijden, evenals voor de Vrede in de harten, van het grootste belang is. Ik citeer eerst en vooral Uw opmerking, respectievelijk Uw vraag:

"Met betrekking tot Myriam en het Apostolaat zijn er ook vijanden, die beweren dat alles stamt uit menselijke inspiraties. Hoe kan ik algemeen met deze aanvallen en uitingen van vijandigheid tegen het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen en de heilige Katholieke Kerk omgaan, want het pijnigt en bedroeft mijn hart zozeer en het brengt mij in verwarring?"

De Moeder Gods laat mij eerst en vooral wijzen op het geschrift [hier laat de Meesteres de voorloper van het boek De Poort van Gods Rijk vermelden] – dat jammer genoeg door vele zielen is vergeten en door andere zielen nog niet is gelezen – over het getuigenis voor en de staving van de echtheid van het Maria Domina Animarum Werk. U kunt dit geschrift, dat zoals steeds door de Koningin des Hemels is geïnspireerd, op de website terugvinden in het menupunt Maria Domina Animarum alsook in het menupunt Onderrichtingen > Boeken. Elke ziel die, om welke reden dan ook, nog steeds één of andere twijfel koestert over de echtheid van dit Werk, dit wil zeggen over de Hemelse oorsprong van dit alles, druk ik met klem op het hart, dit geschrift aandachtig te lezen. In het menupunt Maria Domina Animarum vinden de zielen overigens nog verdere teksten die ontstaan zijn naar aanleiding van aanvallen tegen Myriam of het Werk.

Deze aanvallen brengen U in de war. U moet zich goed voor ogen houden dat het precies dat is, wat de satan met zijn aanvallen beoogt: Hij tracht zoveel mogelijk zielen in verwarring te brengen over de Waarheid, opdat zo weinig mogelijk zielen het nog zouden aandurven, geloof te hechten aan datgene wat waarachtig van Boven komt. In waarheid zeg ik U: Datgene wat laster, verkettering en leugens in zich draagt, wordt gemakkelijker gevolgd dan datgene wat Gods Waarheid overbrengt. Dit vloeit eenvoudig voort uit het feit dat in deze huidige wereld de duisternis veel meer aanhangers heeft dan het Licht. Zodra een ziel het aandurft, een authentiek Werk van God aan te vallen, te verketteren, te belasteren, zwart te maken, als leugenachtig af te schilderen, zal zij in één handomdraai honderden zielen vinden die aan de 'waarheid' van die aanval geloof schenken, zonder zich echter zelf grondig aan de bron van het verketterde Werk zelf te informeren.

Ik heb reeds in zoveel teksten mogen aantonen dat de door dit Werk verspreide geschriften uitsluitend en alleen van de Koningin des Hemels afkomstig zijn.

Onder de tegenstanders van dit Maria-Apostolaat van de Laatste Tijden leeft in elk geval één overduidelijke constante: Geen van hen kent het geheel van de geschriften, verkettert hen desondanks omwille van een paar bladzijden die zij hebben gelezen, hebben geklasseerd als niet in hun eigen wereldbeeld passend, en volledig uit de context van het geheel gerukt, verkeerd (meestal totaal niet!) hebben begrepen en derhalve verkeerd uitleggen. Ik wil daarbij eerst en vooral vermelden dat de Wetenschap van het Goddelijk Leven, zoals Maria het geheel van alle geschriften noemt, pas volledig kan worden begrepen wanneer alle of ten minste een meerderheid van de geschriften worden bestudeerd, omdat zij alle op prachtige wijze in elkaar vervlochten en met elkaar verbonden zijn. Het geheel vormt een prachtig, volkomen sluitend systeem dat geen menselijk verstand ooit zou kunnen bedenken.

Lieve broeder, ik geeft U te Uwer geruststelling de volgende punten ter overweging:

1. Sedert 1997 werkt de Koningin des Hemels in Myriam op mystieke wijze. Na een bijzonder zware, intensieve, jarenlange vormingsperiode in de mystieke vereniging tussen Haar en Haar Myriam begon Maria eveneens onderrichtingen voor het publiek te geven. Zij deed dit meteen in een tempo dat slechts op grond van een restloze zelfovergave van Haar Myriam, doorheen al die jaren dag en nacht, vol te houden was en nog is: Bijna vijfduizend bladzijden aan onderrichtingen, openbaringen, gebeden, antwoordbrieven enzovoort, heeft Maria totnogtoe, over een periode van circa tien jaar, via mijn hart aan de zielen laten overbrengen, en geen enkele dag houdt Zij ermee op, dit te doen, het gaat zelfs midden in de nacht verder. De geschriften zijn daarbij helemaal niet de enige opdrachten waaraan Maria Haar apostel onderwerpt. Het grootste gedeelte van de opdracht voltrekt zich volledig in het verborgene. Zou U werkelijk in alle ernst kunnen aannemen dat Myriam dit leven zou kunnen volhouden indien deze opdrachten niet van de Hemel zouden uitgaan?

Eigen faam (mocht deze mij dan al interesseren) zou ik daarmee nauwelijks kunnen beogen, want ik oogst (vanuit de menselijke hoek) absoluut niet alleen maar bloemen, wel integendeel. Slechts de kracht van de Moeder Gods houdt mij daarbij rechtop, en uitsluitend de Liefde tot God, tot Maria, tot Gods Werken, tot al het geschapene en tot de enige traditionele (dit wil zeggen: niet door menselijke bijmengingen verontreinigde) Waarheid drijven mij daarbij steeds verder buiten mijn eigen grenzen. Zonder de hartslag van de Moeder Gods in mij zou ik helemaal niet in staat zijn om deze werken (die de Hare zijn, niet de mijne) te verrichten, en al helemaal niet jarenlang aan dit tempo.

2. Vanzelfsprekend doen de aanvallen ook mijzelf pijn. Hoe zou het ook anders kunnen. Kunt U zich voorstellen hoe het aanvoelt, te weten hoe Maria in het eigen innerlijke werkt, wat daar precies omgaat, wat in het eigen innerlijke dag na dag wordt uitgewerkt opdat de zielen steeds weer deel zouden hebben aan deze prachtige Hemelse wonderen, en dan te moeten voelen hoe Maria Zelf wordt aangevallen (want in wezen word niet ik aangevallen, lieve broeder, maar Maria Zelf, want dit Apostolaat is Haar Werk, Zij werkt het via mij voor de zielen uit). Kunt U zich voorstellen hoe het aanvoelt, vast te stellen dat in werkelijkheid de Koningin des Hemels Zelf aangevallen en verketterd wordt, en als een Bedriegster wordt afgeschilderd? Diegenen die niet willen geloven dat al deze Werken niet uit een menselijke maar uit een Hemelse Bron afkomstig zijn, zullen dit zelf voor de Troon van God moeten verantwoorden, maar intussen trekken zij wie weet hoeveel zielen uit het Licht van deze Mariale onderrichtingen terug naar de duisternis van de verwarring, en dienen daardoor de meester van de leugen en de ellende. Inderdaad:

Wat brengt de Meesteres van alle zielen?

  • verdieping van kennis die elders nauwelijks wordt onderricht of verduidelijkt;
  • een houvast op ontelbare punten over dewelke de satan bij de zielen verwarring en chaos achterlaat;
  • de Ware Liefde van Maria, Ware Hoop en bemoediging, waar ontelbare zielen door de duisternis van de wereld ontmoedigd zijn.

Hoeft het ons dan te verbazen dat de satan vele zielen tegen dit Apostolaat tracht op te hitsen? De Meesteres zegt immers Zelf steeds opnieuw dat dit Apostolaat in de Hemel gegrondvest is om de definitieve overwinning van het Licht over de duisternis in de zielen voor te bereiden.

3. Er zijn kwaadwillige zielen die beweren dat dit Apostolaat en de geschriften 'menselijk' of 'te menselijk' zouden zijn. Mocht dit werkelijk het geval zijn, zou dit dan niet, onder andere, duidelijk blijken uit de antwoordbrieven doordat de aangeboden oplossingen of voorstellen en adviezen aan zielen dan louter van menselijke en wereldse aard zouden zijn? In plaats daarvan kan elke ziel die de antwoordbrieven regelmatig leest, ervan getuigen dat elk detail van de behandelde onderwerpen louter vanuit het Hemelse perspectief wordt benaderd. Elke vraag die door zielen wordt gesteld, wordt strikt op grond van de Wetenschap van het Goddelijk Leven behandeld. Elke dwaling door menselijk of werelds denken wordt in overeenstemming met Gods opvattingen rechtgezet, opdat de betreffende ziel haar leven op vruchtbare wijze vorm moge kunnen geven.

Het is een regelrecht wonder hoe de Moeder Gods alles met alles in verbinding brengt, enkel en alleen op grond van dit unieke, volledig sluitende systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Precies daarin ligt het wezenlijke bewijs voor de echtheid van dit hele systeem en van het Apostolaat als dusdanig.

4. Alle kritieken aan het Apostolaat bewijzen steeds weer dat de critici helemaal niets begrepen hebben van de Wetenschap van het Goddelijk Leven. In bepaalde gevallen is werkelijk sprake van onwil, precies omdat dit Apostolaat stellingen naar voor brengt die uit een Hemelse Bron stammen, doch waarvan vele niet (of niet ten volle) passen in het kraam van werelds denkende zielen. In andere gevallen gebeurt het omdat de critici nooit het geheel bestuderen, doch slechts volledig uit de context gerukte passages of losse teksten vanuit hun menselijke visie evalueren en beoordelen. De vorm van de aanvallen, evenals hun inhoud, en niet in de laatste plaats de toon waarop zij worden gebracht, verraden steeds opnieuw onmiddellijk dat deze niet ontstaan op Hemelse inspiratie, maar louter op grond van menselijk denken en analyseren, en wegens een afkeer omwille van de onverenigbaarheid van onze (dit wil zeggen: Maria’s!) stellingen met menselijk en werelds denken. De aanvallers bewijzen steeds onmiddellijk dat zij noch de wegen van de mystiek hebben begrepen, noch ertoe bereid zijn, in deze wegen te geloven voor wat zij werkelijk zijn, namelijk middelen waarvan God Zich bedient om zielen te behoeden voor de gevaren van hun verblinding, die de duisternis hen op de meest uiteenlopende wijzen bereidt, in deze tijden meer dan ooit voordien.

5. Zeer velen onder de critici hebben grote moeilijkheden met de ware rol van Maria in deze Laatste Tijden. Ik heb de argumentatie daarvoor nochtans, onder andere, in het manifest De Dageraad van Gods Rijk op aarde naar voor mogen brengen, evenals in vele andere geschriften. Om deze reden zou hier de volgende opmerking moeten volstaan: Maria is Gods grote Teken tegen de duisternis, en als dusdanig wordt Zij in deze Laatste Tijden naar de zielen gebracht om hen naar de ware navolging van Christus en derhalve naar de voltooiing van de individuele Verlossing te leiden.

Het hoeft ons overigens niet te verbazen dat velen het zo moeilijk hebben met de ware verhevenheid van Maria en de totale toewijding aan Maria, omdat zeer velen zelfs Christus Zelf niet meer volgen. Daarover meteen meer in het volgende punt.

6. Velen vallen Myriam aan op het vlak van 'modernisme tegen traditionalisme' in de rooms-katholieke Kerk. Zoals reeds vermeld: Dit hoeft ons niet te verwonderen, aangezien de meerderheid van de 'christenen' zelfs niet eens meer Christus navolgen. Dit blijkt zeer duidelijk in alle uitingen van modernisme, die niet langer navolging van Christus, maar navolging van wereldse opvattingen zijn. Veel van wat zeer veel 'christenen' in de Kerk zouden willen invoeren (ik hoef de voorbeelden hier niet bij naam te noemen), komt absoluut niet overeen met de opvattingen van de Hemel, en is ook 'in het eerste uur' niet door Jezus gewild. Ik moet het steeds met klem blijven herhalen, ondanks alle tegenwind die ik hierdoor oogst: De Hemel wil geen modernisering van de Kerk van Christus, maar integendeel een dringende terugkeer naar de traditionele waarden, waarin niet (zoals bij het modernisme) al het menselijke en het wereldse centraal staan, maar God en al het sacrale.

7. Er zijn zielen die aanstoot nemen aan de titel 'Maria, Meesteres van alle zielen'. Nog afgezien van het feit dat de waarheid over deze titel op ontelbare plaatsen in de geschriften wordt aangetoond, zijn deze critici ten minste op twee punten niet in overeenstemming van de rooms-katholieke kerkleer. Ten eerste heeft de rooms-katholieke Kerk Maria officieel als Koningin erkend. Ten tweede heeft diezelfde Kerk de Heilige Grignion de Montfort heilig verklaard, en derhalve zijn stelling over de verhevenheid van Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres principieel erkend. Deze heilige is overigens lang niet de enige die Maria in diverse aspecten van Haar unieke verhevenheid heeft voorgesteld.

God laat door dit Apostolaat deze verhevenheid van Maria in een unieke diepgang verkondigen. Moet dit feit een reden tot kritiek zijn? Zielen die hieraan aanstoot nemen, hebben niet begrepen dat verkondigingen en het tijdstip waarop zij van Gods wege mogen of kunnen worden gebracht, volledig van de staat van het Goddelijk Heilsplan afhankelijk zijn. Diegenen die aan deze verkondigingen aanstoot nemen, nemen dus in werkelijkheid aanstoot aan Gods Wijsheid en Liefde. Zolang er zielen zijn die aan de volheid van Gods Waarheid aanstoot nemen, wordt de grondvesting van Gods Rijk op aarde en derhalve het Geluk van zeer veel zielen, tegengewerkt.

8. De tegenstanders van Myriam of van het Apostolaat benaderen de verkondigde onderrichtingen of stellingen enzovoort, steeds weer vanuit een analyserend verstand in plaats van uit het hart. Het is wel zeer opmerkelijk dat de zielen die waarachtig en oprecht vanuit het hart leven, de door dit Apostolaat verspreide stellingen onmiddellijk begrijpen en deze als volledig natuurlijk aannemen. Dit komt voort uit het feit dat slechts het hart Gods wegen diep innerlijk leert aan te voelen. Het verstand kan dit nooit doen. Wie stellingen die op mystieke weg tot de zielen komen, slechts met het verstand tracht te bevatten, zal deze daarbij steeds zelf met wereldse invloeden bevlekken, en precies om deze reden nooit de Hemelse oorsprong van deze stellingen kunnen aannemen.

Ook de Kerk is volop in crisis omdat ontelbare zielen alles benaderen door rationeel, analyserend denken en werelds gewaarworden, waardoor zij de diepe fundamenten van de Kerk niet meer in het Hemels Licht kunnen beschouwen. Zij veranderen daarom, zonder het geringste bezwaar, elke vrucht van Gods Wijsheid in iets nieuws, dat steeds minder Goddelijk en steeds meer menselijk wordt. Menselijke dwaasheid, waar liggen toch uw grenzen... Hoeft het nog iemand te verbazen dat deze wereld aan ellende ten onder gaat en zeer veel zielen het Geluk niet meer vinden, aangezien de Bron van het Geluk (God) uit de wereld en geleidelijk ook uit de Kerk wordt verbannen?

9. Herkennen wij in de kritieken niet de strategie van de satan? De Wetenschap van het Goddelijk Leven vormt een volledig sluitend systeem. Precies om deze reden kunnen de vele in de brieven van zielen gestelde levensvragen uitsluitend in het kader van deze Wetenschap worden beantwoord. Dit geeft de zielen een nieuw houvast, Hoop, moed, en brengt Licht in vele duistere situaties. Dit komt eenvoudig doordat de Moeder Gods Zelf de zielen in alle teksten, met inbegrip van de antwoordbrieven, zeer nabij is. Wat doen nu onze critici? Volkomen ongegrond brengen zij zielen aan het wankelen door hen de listigste argumenten 'voor te schotelen', die moeten 'bewijzen' dat datgene wat door dit Apostolaat wordt verkondigd, louter menselijk zou zijn. Ten eerste is dit, zoals reeds vermeld, een schaamteloze leugen, aangezien het in onze verkondigingen om niets anders en niets minder gaat dan Hemelse Genaden en Hemelse inspiraties, en ten tweede staat onder dit proces de handtekening van de satan, die systematisch Hoop door vertwijfeling, nieuw houvast door twijfel, bemoediging door ontmoediging, vurigheid door lauwheid en ongeloof tracht te vervangen, opdat de ziel onzeker zou achterblijven en vanuit deze gesteldheid opnieuw vatbaarder zou zijn voor bekoringen.

Elke daad van Liefde die God via Maria tegenover de zielen stelt, wordt Hem in het Gelaat teruggeworpen.

Elke verwarring, laster, verdachtmaking en verkettering tegen een Apostolaat dat Maria in Haar ware macht over al het kwaad in het licht stelt, ontrooft God zielen, die zich via Maria ten volle in de dienst van het Licht zouden willen stellen, en die op weg waren om in het Licht van de Ware Hoop opnieuw open te bloeien.

10. Er zijn critici die menen dat dit Apostolaat 'te veel' publiceert om uit Hemelse Bron te kunnen komen. Welke ziel waagt het, zich aan te matigen, Gods Wijsheid in twijfel te trekken, die de hoeveelheid, de inhoud, de diepgang en het tempo van de mystieke kennisoverdracht via een bepaald kanaal naar de zielen toe vastlegt? Wie kent de redenen én de dringende noodzaak waarom de Koningin des Hemels Zich aan dit tempo door Haar Myriam tot de zielen wil wenden? Maria heeft Haar kanaal niet voor niets de school van de verenigingsmystiek laten doorlopen opdat het kanaal dag en nacht voor Haar beschikbaar zou kunnen zijn. De echtheid van een Apostolaat naar de hoeveelheid van zijn producten te evalueren, is wel zeer oppervlakkig.

11. Er zijn critici die ervan overtuigd zijn dat dit Apostolaat een duivels geloof of ketterijen verkondigt. Deze beschuldiging is even absurd als onbeschaamd. Waar ligt de logica achter de opvatting dat een Apostolaat dat niets dan Liefde, de volheid van de Waarheid, Ware Hoop, bemoediging en een unieke verdieping van de kennis over de ware verhevenheid van Maria (Gods Meesterwerk) verspreidt, eigenlijk de satan aan het dienen zou zijn? Indien de totale toewijding aan Maria duivels is, dan is de Kerk ook duivels, want zij heeft de heilige Grignion de Montfort en nog andere uiterst mariale heiligen heilig verklaard en tot kerkleraar benoemd. Dan zou zelfs Jezus duivels zijn, Die vanop het Kruis voor alle tijden Zijn Moeder aan de zielen en de zielen aan Zijn Moeder gaf (= uitnodiging tot totale toewijding aan Maria!). Alle door dit Apostolaat verspreide geschriften bewijzen op elke van de tot nu toe ongeveer vijfduizend gepubliceerde bladzijden dat het hier een Hemels Werk betreft, dat door de Koningin des Hemels in het leven is geroepen met het uiteindelijke doel, de zielen van alle duisternis, van alle verblinding en van alle onwetendheid te genezen.

Het zijn precies de frontale aanvallen vanwege het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen tegen de strategieën en werken van de satan, die dit Apostolaat tot een favoriete schietschijf van critici maken, vanwege de in deze brief aangetoonde redenen. De satan weet maar al te goed hoe hij door zijn oeroude wapen van verdachtmaking de werkzaamheid van zijn vijanden kan afremmen. Wat hij in zijn hoogmoed vergeet, is de Goddelijke Belofte dat uiteindelijk de Waarheid zal zegevieren en dat al datgene wat haar heeft gediend, voor elk oog zichtbaar zal worden. De Meesteres van alle zielen heeft beloofd dat de Waarheid over dit Apostolaat uiteindelijk zal worden erkend.

Lieve broeder, het is een bijna beangstigend teken van verval van de zielen in het christendom:

  • dat ontelbaren niet langer de stem van de Moeder van Christus herkennen wanneer Zij tot hen spreekt. Ooit zei Maria tot mij, specifiek met betrekking tot het feit dat er steeds weer priesters zijn die Haar openbaringen niet als dusdanig herkennen: "Je zult altijd de waarlijk mariale priesters daaraan herkennen, dat zij Mijn stem in hun hart herkennen, wanneer zij Mijn geschriften lezen". Bij een andere gelegenheid zei Zij, in verband met de zielen in het algemeen: "Wie Mij werkelijk liefheeft, voelt onmiddellijk dat Ik het ben, die in deze geschriften tot de zielen spreek". Derhalve moeten wij ervan uitgaan dat het herkennen en erkennen van de echtheid van dit Apostolaat niet slechts door een bepaald inzicht in de mystiek en in Gods Werken wordt bepaald, maar eveneens in verregaande mate door de Liefde: Liefde tot Maria en tot Gods Werken;
  • dat ontelbaren niet langer de Ware Liefde herkennen, die nochtans het ware kenmerk van God en de essentie van al Zijn Werken is.

In principe, lieve broeder, zouden wij ons in het Apostolaat enorm moeten verheugen, want wij zijn in het beste gezelschap: Werd niet ook over Jezus Zelf gezegd dat Hij een Teken van tegenspraak zou zijn? Is het dan met de bescheiden werken van dit Apostolaat anders? Heeft Jezus niet voorspeld dat de tijd zou komen waarin twee tegen drie zouden opstaan en drie tegen twee? Heeft God niet via de oude Simeon in de Tempel van Jeruzalem, in tegenwoordigheid van Maria en de kleine Jezus, gezegd dat door Jezus de gezindheid van de harten openbaar zou worden? Brengt niet precies dit Apostolaat eveneens de gezindheid van veel harten aan het licht doordat het ertoe is geroepen, die verdieping van Gods Waarheid naar de zielen te brengen?

Weest U gerustgesteld. Zowel voor de rooms-katholieke Kerk als voor het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen (omdat U deze beide hebt vermeld) geldt dat zij weliswaar veel te lijden hebben (omdat zij beiden van Gods Waarheid zijn uitgegaan en de zielen naar God willen brengen, en daarom de satan tot aartsvijand hebben), maar dat deze aanvallen deel uitmaken van een fase in Gods Heilsplan, die in de definitieve overwinning van de Waarheid, het Licht en de Goddelijke Liefde zal overvloeien. God laat Zijn Werken nooit onvoltooid. De ontwikkeling van het Heilsplan is een geheim dat moet bepalen wanneer de fase van de laatste aanvallen van de satan ten einde loopt. Wij weten waarvoor wij strijden, en dat wij radertjes zijn in Gods Plan. Laten wij voor elkaar bidden opdat wij ons nooit gewonnen zouden geven. Dat zou immers neerkomen op een verloochening van Diegene, Die ons heeft geroepen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 370
Met negatieve woorden over door God uitgekozenen (bijvoorbeeld over dragers van een ambt in de Kerk) is Gods Plan voor de strijd tegen de duisternis niet gediend

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Tot mijn spijt kan ik Uw vraag niet beantwoorden, omdat mij betreffende de heilige Vader geen oordeel toekomt. De Paus is door de Heilige Geest en door de werkingen van de Goddelijke Voorzienigheid verkozen, en wordt zonder de geringste twijfel eveneens door de Geest van God geleid.

Slechts het volgende laat de Koningin des Hemels mij met klem beantwoorden, en wel met betrekking tot de woorden van de 'zienster', volgens dewelke 'deze Paus uit de Goddelijke Orde zou zijn gevallen' en 'dat God wenst dat hij aftreedt':

Nooit zal God het aftreden van een paus wensen. Zou Hij dit doen, dan zou dit betekenen dat Hij de werkingen van Zijn Voorzienigheid en deze van Zijn Geest verloochent. Daarmee zou Hij meteen Zijn Goddelijke onfeilbaarheid Zelf verloochenen. Indien een paus 'uit de Goddelijke Orde zou vallen', zou derhalve eveneens de pauselijke onfeilbaarheid in spirituele kwesties buiten werking worden gezet. God zou dit nooit toelaten.

'Uit de Goddelijke Orde vallen', zou overigens betekenen, niet langer in overeenstemming met de Goddelijke Wet te handelen of te spreken. Dat is wel op zich reeds een zware beschuldiging, vooral wanneer daarmee een paus is bedoeld. In dat geval zou de paus niet meer plaatsvervanger van Christus zijn, maar werktuig van de satan.

Wij moeten er overigens rekening mee houden dat zeer veel van datgene, wat Gods Werken dient, door de satan genadeloos wordt beklad, en dat geldt niet alleen voor de heilige Vader. De zielen zouden nooit, ik zeg met klem nooit, woorden van een ziel mogen beoordelen of evalueren die uit hun context zijn gehaald, en dit geldt zowel voor gesproken als voor geschreven woorden. Zeer veel woorden of uitspraken worden volledig verkeerd geciteerd, en nog andere dingen worden eenvoudigweg verkeerd begrepen en in die vorm als 'waarheid' aan anderen overgebracht. In al deze gevallen is de satan, de meester van de chaos en het wantrouwen, aan het werk. Laten wij hiervoor op onze hoede zijn, indien wij In Gods ogen nog ware christenen willen zijn.

Lieve zus, laten wij samen bidden om het Licht van de Heilige Geest voor alle zielen (zij zijn zeer talrijk), die Gods Werken zeer zware schade toebrengen door woorden te verspreiden die werktuigen en/of werken kunnen ondermijnen, die door God zijn gekozen. Dit is de tijd van de ontmaskering. Geven wij de satan niet de kans om deze tot een tijd van nog grotere verwarring te maken, want met negatieve woorden is Gods Plan voor de overwinning van het Licht over de duisternis niet gediend.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 371
Hoe kan men het hart van een medemens bereiken? – Maria vraagt dat de ziel zich niet zou inlaten met esoterie, theophostisch advies e.d. – Waarom mogen en moeten wij medemensen zegenen, en hoe? – Spontaneïteit in verbinding met Wijsheid kan de ziel voor God zeer vruchtbaar maken

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er bestaat geen moeilijker opdracht dan deze, het hart van een medemens te openen. Een hart moet steeds van binnenuit worden ontsloten. Men kan daarbij wel een handje toesteken, maar de deur gaat nooit open zonder schade wanneer zij niet van binnenuit wordt geopend. Hoe kan men daarbij dan een handje toesteken? 'Een handje toesteken', kan de ziel slechts doen indien zij als het ware zelf een aandeel krijgt in het binnenste van haar medemens. Twee harten kunnen inderdaad in zekere mate in elkaar overvloeien, zodat het ene hart een aandeel begint te krijgen in de gesteldheden van het andere hart. In dat geval kan het ene hart het andere van binnenuit wat helpen openen. Hiervoor is een permanente grote ontvankelijkheid van de ene ziel voor de invloeden vanwege de andere nodig. Omdat echter geen twee harten ooit volledig dezelfde ervaringen opdoen, en elke individuele ziel haar strikt individuele levensweg moet afleggen, kan nooit een volmaakte eenheid van harten bestaan.

Eenheid van hart bestaat wel op het niveau van de mystiek, maar daarbij gaat het om een toestand in dewelke het hart van een ziel op aarde op bepaalde tijdstippen helemaal door het Hart van de Moeder Gods (of van Jezus...) wordt beheerst, opdat in de mensenziel iets welbepaalds moge kunnen worden uitgewerkt, dat als product uit een Hemelse Bron moet dienen. In dat geval betreft het een versmelting tussen twee harten, van dewelke één niet meer op aarde leeft (Maria enzovoort).

Maria laat mij U deze uitweiding aanbieden omdat U vraagt hoe U harten kunt raken, bijvoorbeeld in verband met gehandicapte kinderen en met betrekking tot gebed. Zielen moeten wel vanuit zichzelf de Liefde opbrengen die hen ontvankelijk maakt voor de behoeften van andere zielen en voor deze van God Zelf. Om het eigen hart te ontsluiten, moet de ziel de beslotenheid van haar eigen 'ik' verlaten, respectievelijk bereid zijn om deze gedeeltelijk op te geven. Indien zij dit niet doet, kan zij ook niet voldoende door God worden gevoed, want door zich innerlijk af te grendelen, kan een ziel zich ook vrijwillig afsluiten voor God. Naarmate de ziel zich vervolmaakt in de Ware Liefde, zal zij gemakkelijker haar hart openen voor haar medeschepselen.

De weg naar vervolmaking in de Ware Liefde loopt over diverse hindernissen, onder andere deze van de zelfzucht, de lauwheid en de spirituele verblinding. De tegenspelers hiervan heten zelfverloochening, vurigheid en besef van de Waarheid. Deze drie eigenschappen behoren tot de belangrijkste die de Meesteres van alle zielen in alle zielen tot bloei wil brengen, omdat deze absoluut essentieel zijn voor de ontplooiing van het zielenleven.

Op grond van de zo-even aangehaalde inzichten nodigt Maria U ertoe uit om de zielen in de kerk en in de gebedsgroepen, met dewelke U in contact komt, vurig en met volharding aan Haar toe te wijden met de smeking dat Zij deze harten ertoe moge aansporen om zich vanzelf te laten ontsluiten. Een hart moet uit zichzelf de behoefte voelen om zich te openen. Hoe meer de ziel zich op het Hart van Maria richt, des te meer zal zij klaar zijn om zich van het wereldse evenals van zichzelf los te maken en haar medeschepselen te aanvaarden zoals deze zijn, met al hun eigen kenmerken. Nooit mag een medeschepsel of een medemens voor een ziel een aanstoot zijn, want dit medeschepsel of deze medemens is steeds drager van de Goddelijke Liefde.

Laten wij het concrete voorbeeld beschouwen, dat U zelf aanhaalt: Uw kind maakt om zo te zeggen geluiden volgens het ritme van het orgel in de kerk, en er zijn zielen die daar aanstoot aan nemen. Zodra deze zielen leren om hierover heen te stappen en het niet langer als 'storing' te beschouwen, zal dit ook geen storing meer zijn. Zich ergeren aan gebeurtenissen, zelfs in een kerk, is meteen reeds een bron van genadeverlies. God zal eerder aanstoot nemen aan een gebrek aan begrip, Liefde en mildheid onder de zielen dan aan een 'ongewoon' geluid in de kerk, dat wordt voortgebracht door een kind dat dit echt niet kan verhelpen en het beslist niet opzettelijk doet. Bidt U voor deze zielen en wijdt U dit aan Maria toe, opdat U de Vrede in Uw hart terug moge vinden.

Met betrekking tot de theophostische gebedsopleiding vraagt U waar hierbij Uw opdracht ligt, daar U deze opleiding beschouwt als een gecamoufleerd trojaans paard, een poging van de duivel om de zorg voor zielen te beïnvloeden.

De Koningin des Hemels vraagt dat U zich niet met die opleiding zou inlaten. In de theophostische stroming is sprake van Gods genezend Licht, dat door die gebeden zou worden afgesmeekt en dan werkzaam kan worden gemaakt. De Moeder Gods wijst erop, dat Zij Zelf (Maria) door alle onderrichtingen, gebeden, enzovoort, die Zij in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven geeft, de zielen leert hoe zij de genezende kracht uit Gods Hart in zich tot bloei kunnen brengen.

In de esoterische en gelijkaardige stromingen wordt dit begrip ('het genezende Licht van God') trouwens gewoonlijk misbruikt. Het 'Licht' wordt in dergelijke stromingen heel gemakkelijk beschouwd als een uit zichzelf werkende kracht, een abstracte genezende kracht waarbij er nauwelijks wordt op gewezen dat God zonder meer de centrale kracht is, die alles voortbrengt, alles zuivert, alles geneest en heiligt.

Gods Licht is het geheel van Gods leiding en Gods inspiraties, die Hij via Zijn Geest de zielen laat toekomen. Het Licht is daarbij niet te beschouwen als een abstract 'iets', doch als de werking van God bij uitstek en als de werking via dewelke God de zielen het vermogen schenkt om tot inzicht in de Eeuwige Waarheid te komen. God is de Motor van alles. De genezende kracht die van Gods Licht uitgaat, ligt in de kennis van, en het inzicht in, de Waarheid. De ziel wordt niet echt in de diepte genezen zolang zij niet de Waarheid kent noch deze herkent en beseft. Als 'Waarheid' duidt Maria de kennis van Gods Wet aan, kennis van het geheel dat de ziel in staat stelt om zich te heiligen en de Verlossing in zich tot voltooiing te brengen door te leren, zich één te maken met de Wil van God.

Heel veel stromingen spelen in op het feit dat de zielen in de chaos van deze tijd naar iets op zoek zijn, dat hen zou kunnen bevrijden uit hun verwarring. Zij worden op deze zoektocht door de duivel verblind voor het feit:

dat ons eigen christelijk denken alle antwoorden in zich draagt. De opdracht van de Meesteres van alle zielen bestaat precies hierin, dat Zij in deze Laatste Tijden de kennis van de zielen in verband met Gods Waarheid in zeer hoge mate zoekt te verdiepen. De Wetenschap van het Goddelijk Leven biedt de zielen deze verdieping, die hen op grond van inzichten in Gods Mysteries en in de geheimen van het zielenleven en van de wegen om zich te heiligen, naar de ware vrijheid en de ware genezing leidt.

De zielen die in het christendom geboren zijn, hebben een aanzienlijke voorsprong bij de opname van deze Goddelijke geschenken. Wat zoeken zij toch in het oerwoud, wanneer zij datgene wat zij zoeken met veel grotere zekerheid en rechtstreeks uit Gods Hart in het bloeiende Hart van Maria kunnen vinden?

Uw vriendin is van oordeel dat U de mensen niet hoeft te zegenen, daar dit als een holle frase zou klinken. Zij koestert dezelfde visie ten aanzien van de Duitse groet 'Grüβ Gott'.

Een holle frase wordt het slechts wanneer het hart er niet in zit, dus wanneer slechts woorden worden uitgesproken. Een medemens zegenen, betekent in de ware zin van het woord, deze medemens de nabijheid van God en de effecten van Zijn genade toewensen. Het is een zuivere akt van naastenliefde, jegens een medemens een oprechte zegen uit te spreken, want terwijl men de zegeningswoorden uitspreekt, smeekt het hart om een uitstorting van Goddelijke Liefde in de betreffende ziel. De Duitse groet 'Grüβ Gott', indien deze oprecht vanuit het hart wordt uitgesproken, betekent eigenlijk zoveel als 'Ik groet God in jou (en nodig je uit om hetzelfde te doen)'. De groet bevat om zo te zeggen een erkenning van de Tegenwoordigheid van God in de medemens, wat zowel jegens deze medemens als jegens God Zelf respect uitdrukt. Deze groet herinnert de medemens eraan dat God bij elke ontmoeting aanwezig is. In deze goddeloze tijd is dit absoluut noodzakelijk. Men mag ook niet de fout begaan, te menen dat het aanmatigend zou zijn om een zegening uit te spreken omdat men immers toch zelf slechts een sterfelijk mens is: Bij het zegenen is de mens een kanaal van Gods Liefde. Het kanaal is niet de bron van het water, het is de verbinding via dewelke het water uit de bron wordt overgebracht.

Lieve zus, U leeft spontaan vanuit het hart, en benadert de diverse situaties van het dagelijks leven tamelijk spontaan. Dat is geen zonde. Spontaneïteit is bij God zeer geliefd, omdat deze eigenschap de ziel in staat stelt om soepel te zijn en zich gemakkelijker aan te passen bij elke wending op haar levensweg. Wanneer spontaneïteit wordt verbonden met Wijsheid, kan de ziel voor God zeer vruchtbaar worden. Om spontaneïteit op de juiste weg te brengen, dit wil zeggen: haar werkelijk vruchtbaar te laten worden, moet de ziel zich totaal in de handen van de Hemelse Koningin leggen. De Zetel van Wijsheid zal deze eigenschap tot een sturende kracht maken, en elke neiging van de ziel om zichzelf in gevaar te brengen, tijdig afremmen. Wijdt U elke ontmoeting, elk contact, alles wat U jegens mensen van plan bent, vooraf aan Maria toe, opdat Zij in U moge werken en spreken, en uit U moge stralen. U zult dan echt overkomen als een ziel die alles doet in dienst van de Hemel, niet op eigen initiatief, en U zult zielen winnen voor God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 372
Voor God bestaat het 'toeval' niet – Over de levensbiecht – Wie Maria in het hart draagt, zal de angst voor de toekomst door de Ware Liefde overwonnen zien – de zielen op onze levensweg zijn voor ons steeds leermeesters, en wij zijn het voor hen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Zoals U terecht opmerkt, "voor God bestaat het 'toeval' niet". Zelfs het ogenblik van dit antwoord op Uw vragen is geen toeval, maar past volledig in de Goddelijke Orde. Indien ikzelf enige invloed zou hebben genomen op de plannen van de Koningin des Hemels, zou het heel goed mogelijk zijn dat ik dit niet precies op dit ogenblik zou hebben geschreven. Wanneer de ziel gevolg geeft aan de inspiraties van de Goddelijke Voorzienigheid, werkt deze Voorzienigheid zich uit. De Goddelijke Voorzienigheid is het regelmechanisme binnen de concrete uitvoering van Gods Heilsplan. De datum van onze geboorte heeft inderdaad iets te betekenen. Deze betekenis is niet altijd duidelijk zichtbaar, zij ligt ergens in Gods Mysteries verborgen. De ziel kan deze datum echter wel tot onderwerp van een toewijding of een levenslang verzoek aan God maken.

Een klein voorbeeld: U bent op Paasmorgen geboren. Wat God daarmee concreet van plan was, verraadt de Hemel ons niet, maar U kunt er Maria zelf om vragen dat het tijdstip van Uw geboorte voor U de genade moge bewerken om steeds opnieuw de kracht en het Licht te vinden om uit elke duistere invloed in Uw leven te kunnen opstaan en alle kruisen in Uw leven volledig in Licht te kunnen omvormen: De Passie wordt tot Verrijzenis, duisternis wordt Licht, elke dag opnieuw met het verrezen Lam Gods.

Lieve zus, hebt U toch geen schuldgevoelens over het feit dat de priester die U, toen U reeds volwassen was, wat vlug heeft gedoopt, naderhand is omgekomen. Dat was voor hem geen straf van God. Slagen van het lot die een mens treffen, houden volledig verband met het Plan dat God met deze ziel heeft. Maria wijst er overigens op, dat de Hemel zich oneindig veel méér verheugt over een priester die uit vreugde en met een hart vervuld van Liefde (zoals hier het geval was) een Sacrament wat vroeg bedeelt, dan over een priester die meent dat hij voor een Sacrament (bijvoorbeeld: het horen van een Biecht) geen tijd heeft. Beschouwt U het gerust zo, dat de Goddelijke Voorzienigheid deze goede zielenherder ertoe heeft aangemoedigd, U vlugger te dopen, omdat hij korte tijd later zou omkomen.

Met betrekking tot Uw verlangen naar een levensbiecht, laat de Moeder Gods U informeren dat het zeer wenselijk zou zijn, dit daadwerkelijk te doen. U bent weliswaar pas gedoopt na de zware zonden waarover U schrijft, maar de stelling dat het Doopsel deze zonden zou hebben schoongewassen, komt niet overeen met Gods opvattingen. Uw eigen ziel heeft dit overigens ingezien. Met een vreugdevol hart mag ik U Maria’s stelling daarover mededelen:

  • Uw ziel heeft die zonden als dusdanig, en eveneens het gewicht ervan, ingezien. Dat is een uitstekend uitgangspunt voor een volledige zuivering.
  • Indien U zich nu op een levensbiecht voorbereidt, zal de Koningin des Hemels U tot de diepste inzichten in Uw spirituele ontwikkeling leiden. Maria beveelt U aan, deze voor te bereiden aan de hand van de boeken Lentebloesems aan de Levensboom en Kruistocht naar de ziel. Neemt U hiervoor de tijd, opdat deze voorbereiding U zou kunnen helpen, Uw ziel zo ver mogelijk te ontplooien. Zou het niet mooi zijn indien U er mocht in slagen, tegen Pasen deze levensbiecht als een bijzondere fase van de wedergeboorte van Uw ziel te kunnen afleggen? Dit zou als het ware een bijkomende betekenis verlenen aan Uw vraag aan Maria om de genade van de opstanding uit Uw duisternis (op grond van de symboliek van Uw geboortedatum).
  • De levensbiecht zelf zou U aan Maria kunnen aanbieden als een akte van eerherstel voor de zonden van het verleden. Beschouwt U deze Biecht – let U goed op mijn volgende woorden, want ik citeer letterlijk de Koningin des Hemels – "als een afdrijving van de vrucht van de duisternis uit de kern van Uw ziel”.
  • Maria laat mij U erop wijzen dat de satan het U tijdens deze voorbereiding niet gemakkelijk zal maken, en dat hij er alles zal aan doen om U, met het oog op Uw verleden, te ontmoedigen. Beschouwt U deze beproevingen als springplanken naar de genade van een totale zuivering. Bidt U dagelijks 33 maal de aanroeping Machtige Meesteres van alle zielen, bekom ons totale vergeving, reiniging en wedergeboorte. Met het woord 'ons' zijn Uw man en Uzelf bedoeld. Deze dagelijkse akte zal bovendien de relatie tussen Uw echtgenoot en Uzelf helpen zuiveren. Tracht U, en wel in de innigste eenheid met het Hart van de Koningin des Hemels, te leren leven met de aanvallen van de satan, onder het even welke vorm, en biedt U Haar deze in toewijding aan als grondstof voor de bereiding van een nieuw leven.
  • Bij een levensbiecht is een opsomming van alle details in geen geval absoluut noodzakelijk. U laat zich het best door Maria tot een formulering leiden, die de invloeden van de duisternis in Uw leven zo omvattend mogelijk in weinige zinnen kan weergeven. In het hart moet een gezindheid van volkomen berouw heersen, omdat het oprecht berouw, om zo te zeggen, de hitte van het vuur bepaalt waarin de zonden worden verbrand.
  • Vraagt U reeds tijdens de voorbereiding van de levensbiecht aan de Koningin des Hemels dat Zij U naar wegen tot goedmaking zou leiden. Wijdt U haar in elk geval elke beproeving toe, maar ook het hele pakket van Uw angsten en gevoelens van onzekerheid als 'tegenprestatie' voor de wedergeboorte, die Zij U graag zou schenken.

Lieve zus, weest U niet bang voor de toekomst, voor datgene wat ons als christenen te wachten staat. De oprechte en volkomen beleefde toewijding aan Maria is de volmaakte levensverzekering. De ziel die zich onbeperkt aan Maria, haar Meesteres, geeft en alles in Haar handen legt, hoeft helemaal niets te vrezen: Zij wordt aan het Hart van Maria gekoesterd als een roos. Inderdaad, ik heb reeds vaker moeten schrijven dat angst het tegenovergestelde is van Liefde. U vreest dat Uw angsten er zouden op wijzen dat U geen Liefde in Uw hart hebt. U draagt zeer zeker Liefde in het hart, maar de Liefde kan door de satan zeer zwaar worden aangevallen en daardoor worden afgezwakt.

Wanneer een twijg wordt aangestoken (Liefde) en het begint te regenen (angst), is het mogelijk dat het vuur dooft en dat de twijg niet opnieuw kan worden aangestoken. Verlangt de ziel (de twijg) echter vurig naar de zon (God en Zijn Werken), dan zal deze snel opnieuw kunnen worden aangestoken (de twijg wordt weer droog). Wie Maria, de Hemelse Meesteres, in het hart draagt, zal steeds weer alle angsten door de Liefde overwonnen weten.

Uw echtgenoot 'past' in die zin bij U, dat God U beiden heeft samengebracht met de bedoeling, U wederzijds één en ander van elkaar te laten leren. De zielen op onze levensweg hebben steeds deze functie: Onbewust zijn zij voor ons, om zo te zeggen, onze leermeesters, en wij voor hen. Geen enkele ontmoeting is toeval. Bepaalde contacten houden wij beter niet lang in stand, maar zij zijn wel allemaal nuttig, zonder uitzondering. Hoe kunt U beter met Uw echtgenoot leren opschieten? Niet noodzakelijk door te trachten, door veel te praten een gemeenschappelijke grond te zoeken – klaarblijkelijk lukt dit tussen U beiden niet echt – maar in de beginfase door hem aan Maria toe te wijden en U erin te oefenen, slechts liefdevolle, positieve gedachten en gevoelens jegens hem te koesteren. Dit zal de relatie tussen hem en Uzelf geleidelijk zuiveren van alles wat nu nog als dikke muren tussen U beiden staat. U hoeft er zich niet over te verbazen dat de Liefde om U heen eveneens Uw echtgenoot langzaam zal laten 'ontdooien'. Vertrouwt U op Maria, Zij kent de weg.

Met betrekking tot de organisatie van Uw dagelijks leven: U bevindt zich in een fase van ommekeer, in die zin dat innerlijk, diep in Uw hart deze ommekeer in volledige ontplooiing is, en deze snel veranderende hartsgesteldheid zich vlug over Uw omgeving en over de organisatie van Uw leven kan uitbreiden. Terwijl U vroeger Uw blik op de wereld gericht hield, wordt deze nu voortdurend door een ononderbroken blik naar boven vervangen, en daaruit ontstaat een volledig nieuwe zingeving. In de mate waarin U elk detail van Uw dagelijks leven zult opvullen met het verlangen naar Maria’s Tegenwoordigheid, zult U alles vruchtbaarder maken, want de Liefde zal in alles de enige sturende kracht worden. De innerlijke tevredenheid en de innerlijke rust zullen blijken, de eerste grote vruchten te zijn.

Dezelfde innerlijke instelling die U tegenover Uw echtgenoot zou moeten ontplooien, kunt U tegenover Uw zoon ontplooien. Ook hem zou U zeer innig aan Maria moeten toewijden, en Haar erom vragen dat Zijzelf als het ware als Middelares tussen U en Uw zoon, voorlopig de rol van Moeder helemaal zou overnemen. Wanneer U er vast in gelooft dat Maria daartoe de macht heeft, zal Zij het hart van Uw zoon voor U ontvankelijker maken. Zij zal hem als het ware tot U als moeder leiden, eerst en vooral in het hart, op Gods Tijd ook fysiek. Daartoe zijn offers nodig. Geeft U niet op, de jarenlange scheiding behoort tot de goedmaking voor datgene wat met het andere kind niet heeft mogen zijn. Weest U er zich ten volle van bewust dat God ernaar verlangt, U de volheid van de vergeving te verlenen, en dat Hij op grond van de Wet van Zijn Gerechtigheid nog de toewijding van Uw beproevingen en de liefdevolle goedmaking nodig heeft. Om deze reden heeft Hij U tot de Meesteres van alle zielen gevoerd. Zij wil nu, met Uw volledige medewerking, in U het proces tot voltooiing brengen. Ik help U daarbij graag door gebed en offers.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 373
Verwonderlijk genoeg leidt de Meesteres van alle zielen de zielen vaak op precies het juiste tijdstip van hun leven naar Haar Maria Domina Animarum website – Openbaring van een gebed bij het vormsel – Hoe kunnen wij helpen, familieleden naar het katholiek Geloof terug te brengen – Huisdieren die in het gezin met kinderen samenleven, kunnen van groot belang zijn voor de spirituele ontwikkeling

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij steeds weer, te mogen vaststellen hoe de Hemel werkt. Neen, het toeval bestaat inderdaad niet, alles wordt door Gods hand geleid. Voor God is het feest wanneer een ziel aan Zijn zachte wenken gevolg geeft. U bent op deze website aanbeland omdat de Koningin des Hemels dit zo heeft gewild. Het is prachtig, hoe Zij tewerk gaat. U hebt intussen een idee van wat God de zielen via Maria in Haar hoogste hoedanigheid van de Laatste Tijden wil bieden: De Wetenschap van het Goddelijk Leven en een vlekkeloze innerlijke leiding op de weg naar de heiligheid (wat concreet betekent: de weg naar het Ware Geluk en naar de ware vrijheid van de ziel, reeds op aarde).

Maria kent allle harten. Zij trekt zonder enige beperking alle zielen aan, maar het valt wel op dat zielen vaak op precies het juiste moment deze website ontdekken, namelijk op een tijdstip in hun leven wanneer zij zeer ontvankelijk zijn voor Maria’s onderrichtingen, of zij 'niet meer weten waarin of waaruit'. Zalig de zielen die deze Hemelse leiding ten voordele van hun spirituele ontwikkeling weten te benutten. Ook de nieuwsgierigheid kan een ziel naar de Meesteres van alle zielen leiden, hetzij omdat zij hierover iets goeds, hetzij omdat zij hierover iets negatiefs heeft vernomen. De Meesteres zal zelfs dit gegeven ten voordele van deze zielen omvormen, op voorwaarde dat deze zich niet door de negatieve inspiraties hebben laten verblinden. De satan doet er immers alles aan om deze unieke verkondigingen en onderrichtingen tegen te werken, omdat de Koningin des Hemels precies via deze weg eenvoudig alles ontmaskert wat hij (de satan) de zielen tracht voor te houden.

Niet elke ziel is ertoe in staat, na het horen of lezen van kritiek, zelf een eigen mening te vormen. Niets wordt vlugger geloofd dan leugens, laster, kritiek en verdachtmakingen: De eeuwige strijd tussen het Licht en de duisternis...

Het verheugt mij ten zeerste dat de Meesteres U binnen een korte tijd op diverse wijzen gelukkig heeft gemaakt.

In de ogen van de Hemel hebben de beide door U beschreven situaties voor het Vormsel van Uw vader dezelfde genadewerking. Het beste dat U kan doen, is er eens met de beminnelijke priester over te praten. Hij bedoelt het blijkbaar goed met U en doet ongetwijfeld het juiste. Voor de Hemel is het desbetreffend van wezenlijk belang dat de betrokken ziel in het hart volledig voor deze genade is ontsloten, dat zij werkelijk naar deze stap verlangt en het voornemen, als een goede christen te leven, verwezenlijkt, opdat zij de genade waardig moge blijven. Aan U breng ik met vreugde het verlangen van Maria over, dat U bij dat Vormsel het navolgende gebed zou uitspreken (eventueel zeer zacht, zelfs in het verborgene, maar met een vurig hart):

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1209 zouden worden gepubliceerd)

U vraagt hoe U Uw schoonmoeder kunt helpen om de weg naar het katholiek Geloof terug te vinden. De teksten uit de reeks Mariabloempjes zouden een goed begin zijn. Deze korte teksten schenkt Maria specifiek om in enkele minuten enkele Hemelse beelden te beschouwen, die in de ziel de Ware Liefde tot bloei helpen brengen, en de schoonheden van Gods Werken in het licht kunnen stellen. Probeert U het toch eens, en wijdt U dat uur waarin U Uw schoonmoeder de teksten aanreikt en deze tijdens dewelke zij hen zal lezen, maar ook haar hart, innig toe aan Maria, opdat deze gebeurtenissen opgenomen mogen zijn in het genaderijke Licht. Weest U vertrouwvol. Ik smeek de Meesteres dat Zij het hart van Uw schoonmoeder met Hemelse Liefde zou omhullen.

De grootvader en de oom wijdt U het best onmiddellijk toe aan de Meesteres van alle zielen. Zegt U tot Maria met heel Uw hart dat U deze beide zielen aan Haar voeten neerlegt en bidt U vurig tot Haar dat Zij elke vatbaarheid voor duistere gedachten, woorden en neigingen volledig zou beheersen. Bidt U daarbij in naam van deze beide zielen dagelijks het krachtig gebed nr. 1196. Nog krachtiger is een combinatie van de gebeden 1196, 998, 1006 en 1047. Hebt U daarbij volledig vertrouwen: De satan kan tegen de macht van de Meesteres van alle zielen niets ondernemen. Voor ons, zielen, is het een buitengewoon geschenk, dit te weten. Leest U maar eens op de website de tekst Belijdenis van een duivel op Maria’s bevel.

U zou Uw baby graag samen met een hond laten opgroeien. Dat is absoluut geen slecht idee. Dieren zijn prachtige 'verbindingsagenten' van de Goddelijke Liefde. Heel vaak bevorderen dieren de gezonde groei van een kind en helpen zij het bij de ontplooiing van diverse deugden: Liefde, geduld, zorgzaamheid, zelfverloochening ten gunste van een medeschepsel, en zij leren het kind wat het betekent, met een medeschepsel om te gaan, en dat elk schepsel gevoelens en een eigen waarde en waardigheid heeft en zeer specifieke gedragspatronen vertoont die het van Gods Wijsheid en Intelligentie heeft ontvangen. Een hond hoeft bovendien voor U helemaal geen hindernis te zijn om zeer intensief voor Uw baby te zorgen. Dieren kunnen zeer zorgzaam en beschermend blijken ten aanzien van kinderen. U moet er in de beginperiode echter wel op letten, hoe de hond en het kind daadwerkelijk 'met elkaar omgaan', welke relatie zich tussen hen ontwikkelt.

Een hond heeft niet slechts behoefte aan voldoende voeding, doch eveneens aan oprechte Liefde, begrip, zachte omgang, om zo te zeggen 'respect voor zijn eigen geaardheid'. Gelooft U mij, de meeste huisdieren 'hebben daarvoor een goede neus': Zij doorgronden het hart van de mens vaak veel sneller dan omgekeerd. Dit vermogen ontwikkelt het dier op grond van zijn openheid voor Gods werkingen. Dieren zijn meestal veel ontvankelijker voor Gods werkingen dan de gemiddelde mensenziel. Ooit vertrouwde Maria mij toe dat elk mens van kindsbeen af de gelegenheid zou moeten krijgen om te leren dat God van elke mensenziel verwacht dat zij Hem (de Schepper) tegenover alle medeschepselen kan vertegenwoordigen, en dat de mensenziel dit niet slechts jegens haar medemensen, doch eveneens jegens de dieren daadwerkelijk moet leren toepassen. God vertegenwoordigen jegens elk medeschepsel (dus ook jegens elk dier), betekent: In de omgang met het medeschepsel zo zijn, dat dit laatste het gevoel krijgt dat God in de ander tegenwoordig en ten volle werkzaam is. Om dit te kunnen, moet de ziel Liefde, Licht, blijmoedigheid, zachtmoedigheid, geborgenheid, innerlijke Vrede, geduld en begrip om zich heen uitstralen. Het is zeer belangrijk dat het kind dit reeds leert, en in de omgang met dieren kan het kind op dit gebied op zeer waardevolle wijze worden gevormd.

Lieve zus, ik wens U bijzonder veel kracht in lichaam en ziel voor de komende weken. Nodigt U dagelijks Maria in Uw hart uit, opdat Zij Uw hele ziel met het Licht van Haar volmaakte Liefde en Hoop kan vervullen. Ik ondersteun U vanzelfsprekend in gebed.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 374
De deugd bloeit in de ziel slechts wanneer de ziel zich met oprechte Liefde kan voeden – de ervaring van Ware Liefde is als het sap dat de bloesems aan de takken van de zielenboom voortbrengt – Gods werking in de ziel is vergelijkbaar met de schijnbaar onvruchtbare winter en het daarop volgend zichtbaar bloeiende voorjaar – over de moeilijkheid om in deze tijd een werkelijk gelovige levenspartner te vinden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Is het niet merkwaardig dat ik deze antwoordbrief zou willen beginnen met de opmerking dat God U in Uw kinderen een groot geschenk heeft gegeven, aangezien zij, reeds alle drie ouder dan twintig, nog steeds kerktrouw zijn en een goed hart hebben? Dit zou de regel moeten zijn, doch het is een uitzondering geworden. Zo ver is de mensenziel dus van Gods bedoelingen afgedreven... Deze verheugende uitzonderingen leren ons echter dat ook in een duistere en zondige wereld de deugd niet noodzakelijk in de kiem wordt verstikt, zolang aan twee voorwaarden wordt voldaan:

  • De ziel moet zelf bereid zijn, haar vrije wil zodanig te gebruiken dat door al haar handelen, al haar spreken, al haar gevoelens en al haar gedachten en bestrevingen de Goddelijke Wet wordt gediend;
  • Voor de spirituele ontwikkeling is het zeer bevorderlijk wanneer de ziel om zich heen één of meer voorbeelden van een deugdzaam leven kan vinden. In de eerste plaats zou zij dit bij de ouders moeten kunnen zien en horen.

De deugd bloeit in de ziel slechts wanneer de ziel zich met oprechte Liefde kan voeden. Vindt zij die oprechte Liefde niet in voldoende mate in haar onmiddellijke omgeving, dan moet zij deze rechtstreeks in zichzelf kunnen voelen, waar zij van God uit in haar hart binnenvloeit. Het ervaren van Ware Liefde is als het sap dat de bloesems aan de takken van de zielenboom voortbrengt. De bloesems worden daarbij des te mooier naarmate het sap meer voedingsstoffen draagt en volledig vrij en ongehinderd in de boom kan vloeien. Elke verkramping zou neerkomen op een belemmering in de liefdesstroom: Het sap vloeit niet vrij naar de takken.

De innerlijke Vrede in een ziel heeft op haar beurt zeer veel met de staat van ontwikkeling van de Hoop en het Geloof te maken. Een ziel die niet werkelijk hoopt en gelooft, zal nu en dan het slachtoffer worden van spanningen. Zij heeft zozeer te lijden onder de invloeden uit haar omgeving dat zij zich in wisselende mate afsluit voor de mogelijkheid dat een kracht die boven alles staat (God) er reeds lang mee bezig is om de oplossing voor alle problemen in het Goddelijk Hart te laten rijpen.

Gods werking vertoont een gelijkenis met datgene wat wij in de eerste weken van de lente kunnen zien. De hele winter lang zien wij slechts dorheid, leegte, onvruchtbaarheid, alsof de bodem en de bomen dood zouden zijn. Dan komen de dagen waarop de temperaturen langzaam stijgen. Op vele plaatsen verandert de dorheid in nieuw groen. De eerste krokussen vertonen zich, en wij komen tot het inzicht dat daar in de bodem één en ander moet zijn veranderd, want de bloemen boeien niet plots van de ene dag op de andere. Hetzelfde voltrekt zich elke dag in de zielen: Soms lijkt het alsof de winter in ons is binnengetreden. De moeilijkheden hopen zich op, de leegte wordt steeds groter, alles wat van ons uitgaat, lijkt onvruchtbaar te zijn. Het lijkt alsof alles in ons bevriest. Op zekere dag echter zien wij veel in een volledig nieuw licht. In ons hart lijken weer bloemen te bloeien en onze ziel bereidt zich voor op een echte zonsopgang. Deze hele tijd lang heeft God in ons aan een wedergeboorte gewerkt. Ook in onze grootste dorheid slaapt God niet. Hij werkt voor ons voortdurend aan een nieuwe lente. De enige voorwaarde is dat wij naar een wedergeboorte in het gemoed en in de spirituele ontwikkeling verlangen. God dringt ons Zijn zonnestralen niet op.

De zielenbomen die vrij groeien en weelderig bloeien, en in wie reeds de belofte van de zomervruchten rijpt, zijn zeldzaam geworden. In de naam van Maria, de Behoedster van Gods Bos, dank ik U dat U de bodem waarop de zielen van Uw kinderen zijn opgegroeid, gewetensvol hebt verzorgd. Het belang van een traditioneel christelijke opvoeding kan helemaal niet worden onderschat. De zielen kunnen zich nauwelijks voorstellen hoezeer dit de verwezenlijking van Gods Plan dient, en de rijping van de vruchten ervan bevordert.

Het hoeft U niet te verbazen dat het voor Uw kinderen zo moeilijk is om een goede gelovige levenspartner te vinden. Ik bid dat dit U niet zou ontmoedigen en dat U geduld moge kunnen opbrengen totdat het tijdstip komt waarop het resultaat van Gods onzichtbaar werken op de achtergrond, zichtbaar wordt. God kent de gezindheid van Uw harten, en Zijn Voorzienigheid werkt eraan om wegen naar elkaar te leiden die zich wederzijds verder zouden bevruchten. De voltooiing van Gods bedoelingen met de mensheid moet door de mensenzielen zelf op gang worden gebracht. God kent de zielen die zich er helemaal zouden willen voor inzetten dat de Goddelijke erfenis van een heilige mensheid op aarde zou bloeien.

Vraagt U Maria, de Moeder van de Goddelijke Voorzienigheid, Uw kinderen in hun Geloof te sterken en hen voor de vele tekenen van de Goddelijke Voorzienigheid te openen, opdat zij de werkelijk voor hen bestemde partner zouden vinden. Alles wat op Gods Tijd gebeurt, draagt vruchten, omdat het dan volgens Zijn Intelligentie gedijt. Soms is de lange wachttijd alvorens een ziel het juiste contact legt, een beproeving via dewelke God Zich wil vergewissen van het geduld in het goede of de weerstand tegen de bekoringen van voorbarige, wereldse, verkeerde beslissingen. Laat U daarom Uw drie kinderen dagelijks bekleden met de Wijsheid, het duidelijk inzicht in Gods verwachtingen en de bescherming vanwege de Meesteres over alle bekoringen en elk werk van de duisternis.

Ik heb Maria om raad gevraagd in verband met Uw jongste dochter en haar plannen om alleen naar de woestijn te reizen. Maria laat mij U het volgende mededelen, of U tot het volgende uitnodigen:

Wijdt U deze reis naar de woestijn vurig toe aan de Koningin des Hemels om daardoor genaden af te smeken voor de ontelbare zielen die spiritueel in een woestijn ronddwalen. Indien ook maar enigszins mogelijk, tracht U Uw dochter te vragen – U zou het wel moeten 'vragen', en niet 'zeggen', want in dat geval wordt het plan onwerkzaam – deze toewijding samen met U te verrichten. Leest U eens de beschouwingstekst De woestijn en de Oase. – U kunt deze vinden op de website in het menupunt Onderrichtingen > Meditaties – omwille van de spirituele symboliek van de woestijn. U zult daardoor tot inzichten komen, over hoe U aan dit plan een spirituele betekenis kunt geven of over welke zin en betekenis U aan dit plan kunt geven.

Drukt U Uw dochter op het hart, niets lichtzinnig te doen, maar vertrouwt U in de eerste plaats op Maria, Die dit plan, wanneer het in de praktijk wordt omgezet, tot een leerrijke ervaring kan omzetten. Uw dochter zou bij de uitvoering van dit plan op zichzelf aangewezen zijn, wat haar voor de ingevingen 'van boven' ontvankelijker zal maken. In de mate waarin U daarover de rust bewaart, zal zij uit deze ervaring de les trekken, die God haar wil schenken. Hij werkt immers met alles Zijn Plannen uit. Geeft U Uw dochter over in de handen van de Koningin des Hemels, waar zij veilig en geborgen zal zijn en waar zij de oase zal vinden waarvan zij haar hele levensreis lang zal leven.

Ik bid samen met U opdat de bomen in Uw zielentuinen verder zouden blijven bloeien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 375
Over de zuiverende werking van een levensbiecht – Zolang de ziel zich zelfverwijten blijft maken, blijft haar leven onproductief – Bij het levensoordeel van elke ziel zijn twee criteria van belang – Innerlijke onrust is de roep van de Barmhartige God in het geweten om van levensrichting te veranderen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Ik zal deze later moeten beantwoorden (U weet het: op Maria’s Tijd), maar wil U absoluut het volgende meedelen omdat U immers in volle voorbereiding voor Uw levensbiecht bent:

Om welke reden beveelt Maria U een levensbiecht aan, terwijl priesters dit voor overbodig hielden?

Op kracht van verscheidene biechten hebt U zich grotendeels van de oude schuld kunnen laten vrijspreken. De Moeder Gods weet echter hoe bevrijdend een levensbiecht voor de innerlijke gesteldheid van de ziel kan zijn, en precies dat is het, wat Zij beoogt: dat U van innerlijke spanningen zou worden bevrijd, opdat U al Uw levenskracht voor de verwezenlijking van Uw ware levensopdracht (de eigen heiliging) zou kunnen inzetten. Innerlijke spanningen vergen veel kracht van de ziel en dwingen haar ertoe, vaak achterom (naar het verleden) te kijken of zichzelf te diep te analyseren. Zelfanalyse leidt gemakkelijk tot zelfverwijten die zich tegen de kern van het eigen wezen richten. De satan misbruikt dit heel gemakkelijk, omdat hij weet hoe verlammend dit werkt. Zolang de ziel zich zelfverwijten blijft maken, blijft haar leven onproductief. Hoe moet dit worden begrepen?

God evalueert een leven steeds hoofdzakelijk volgens twee criteria:

  1. In hoeverre is de ziel erin geslaagd, op haar weg naar de heiliging vooruitgang te boeken? De mate waarin een ziel zich heiligt, hangt voor een groot deel af van de mate waarin haar vermogen tot liefhebben zich ontwikkelt en van de hoeveelheid Liefde die zij door haar handelen, spreken, denken, voelen en bestreven voelbaar en niet voelbaar heeft verspreid. Elk levend wezen (dus ook de mensenziel) is immers een verbindingspunt in het enorme net van de Schepping, door hetwelk God ononderbroken Liefde laat stromen. De mate waarin de ziel Liefde kan ontvangen en opnemen – hierin slaagt niet elke ziel in dezelfde mate!! –: de mate waarin zij de Liefde in zich tot nut maakt om steeds hoger te stijgen op de ladder van de vervolmaking en de mate waarin zij de Liefde om zich heen verspreid, bepaalt de heiligheidsgraad.
    De ziel is 'heilig' in de mate waarin zij door al haar werken in het zichtbare en het onzichtbare 'Heil' over de Schepping brengt. Het tot nut maken van de Liefde in een ziel bepaalt de kracht en mate van het Licht dat zij kan verspreiden en de mate waarin zij elke duisternis in zich kan bedwingen en onwerkzaam kan maken.
  2. In hoeverre is de ziel erin geslaagd, de van haar aardse leven verwachte bijdrage voor de voltooiing van het Goddelijk Heilsplan te leveren? De ziel kan Gods Werken nauwelijks helpen bevorderen zolang zij Gods Liefde in haar leven niet voldoende laat werken. De ziel ontvangt elke dag stromen van Goddelijke Liefde. Zij moet deze ertoe gebruiken om zichzelf te zuiveren en ononderbroken aan haar eigen ontplooiing in alle deugden te werken. De Liefde is de essentie van de levenskracht. Zij is de kracht die in de ziel alles tot bloei moet brengen en die het vermogen van de ziel om zich helemaal in de dienst van Gods Werken van Licht te stellen, steeds groter moet maken. Hoe doelmatiger de Liefde in de ziel wordt benut, des te minder werkzaam zal het zaad van de duisternis zijn dat, via de bekoringen, voortdurend in de ziel wordt uitgestrooid. Het zaad van de satan schiet geen wortel in een ziel in wie de Liefde sterk ontwikkeld is, want de Ware Liefde verbrandt alles wat niet met God en Zijn Wetten verenigbaar is.

In de mate waarin een ziel haar bodem van heiligheid vruchtbaar weet te maken, zullen haar werken, haar woorden en zelfs haar diepste en meest verborgen gedachten en gevoelens Heil en zegen verspreiden. Zij levert dan op doelmatige wijze haar bijdrage tot de voltooiing van Gods Werken.

De ziel die deze beide componenten van haar levensopdracht ten volle tot ontplooiing brengt, leidt in Gods ogen een productief leven. Wat zij in werelds opzicht doet, is van minder belang. Belangrijk is, hoe, in welke gezindheid en gesteldheid, en met welke bedoeling zij datgene doet wat zij doet. Of zij nu een politicus is, of een industrieel, een dokter, een kunstenaar, een vuilnisman of wat het ook zij, elke ziel kan in Gods ogen heilig zijn, wanneer zij haar werk, en nog méér haar hele doen en laten op aarde maar in de juiste gesteldheid, naar de voorschriften van de deugd en met heilige bedoelingen volbrengt.

De mate waarin de ziel binnen Gods Plannen en Werken productief is, zal een bijzonder grote invloed hebben op haar innerlijke Vrede. De ziel kan zich ononderbroken onrustig en ontevreden voelen omdat het geweten, dat grote regelmechanisme van de spirituele processen en het controlemechanisme van de staat van ontwikkeling van de ziel binnen Gods Heilsplan, de ziel voortdurend signalen kan sturen in de zin van 'Jij bent toe aan een koersverandering, want zo kom je niet aan je doel'. De ziel 'hoort' deze signalen niet altijd in duidelijke woorden, deze dringen gewoonlijk tot haar door in geheimcode. In de mate waarin de ziel haar leven op God richt, zal zij deze code vlugger kunnen ontsleutelen. Bij de meeste zielen echter zetten deze geheime signalen een mechanisme in gang, dat wij kennen als 'innerlijke onrust'. Het gaat daar in principe niet om een foltering van Gods wege, maar om een mechanisme van zelfbescherming, een geschenk 'van boven'.

Een levensbiecht, lieve zus, is Gods barmhartig antwoord op vele vormen van innerlijke onrust. Opdat deze Goddelijke geschenken ten volle benut zouden worden, is het nodig dat de ziel tot zelfkennis komt. De Meesteres van alle zielen zorgt voor deze bewustwording in de ziel vanaf Haar intrede in de ziel. U hebt dit reeds kunnen vaststellen. Zeer vaak adviseert de Meesteres de zielen, die na een stormachtig verleden geen innerlijke rust vinden, een levensbiecht in overweging te nemen en deze ook aan Haar hand te verrichten. De levensbiecht kan tot een prachtige zuivering in de diepte worden.

Een bijkomend effect van de levensbiecht ligt daarin dat de ziel deze als een vorm van toewijding van haar verleden kan beschouwen, vooral indien zij vooraf aan Maria toevertrouwt dat zij Haar deze Biecht in het Hart wil leggen opdat Zij, de Allerzuiverste, het verleden van de ziel in Haar Hart zou bewaren en het met Liefde zou vervullen, en het verleden niet opnieuw 'als een spook in de nacht' aan de ziel zou verschijnen om haar voortdurend te kwellen.

Lieve zus, de spoken van het verleden moeten uiteindelijk hun ware gezicht tonen: een zucht, die er op dit moment is en een minuut later niet meer, als ware hij er nooit geweest. Maria kan deze zucht laten verdwijnen. Dit wil zeggen: Zij buigt hem om, zodat hij de ziel kan verluchten. De levensbiecht kan tot middel worden om de stormen uit het verleden en hun nog voelbare gevolgen in iets bruikbaars om te zetten: De ziel bevrijdt zich, om zo te zeggen, precies door die winden die ooit door haar zijn geraasd, doch die nu, met een heilige geur beladen, de ziel kunnen zuiveren omdat de Koningin des Hemels hen een andere functie heeft gegeven. Ik bid voor U en sluit U vast in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam