TOTUS TUUS, MARIA !

Bepaalde brieven zijn tijdelijk niet oproepbaar. Volgens de wensen van de Meesteres van alle zielen zullen deze geleidelijk aan worden geplaatst.

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
451-525

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 451
De zegen der vermoeidheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Omwille van Uw vermoeidheid stuur ik U graag een vleugje zonneschijn ter bemoediging en ondersteuning. Ik zou U graag aan Simon van Cyrene herinneren, want in principe nemen wij eigenlijk zijn rol over. Onze vermoeidheid kan niet alleen door de dagelijkse beproevingen en lasten worden verklaard, maar eveneens door het feit dat wij er door onze wijze van leven, door onze totale overgave aan de Moeder Gods, eigenlijk voor gekozen hebben om het Kruis van Christus te helpen dragen. Het gaat hier om de vermoeidheid van de ziel die haar christen-zijn ernstig neemt.

Wanneer de ziel zich helemaal aan de Koningin des Hemels overgeeft en zij zich, in overeenstemming met Gods verwachtingen, tot levensdoel stelt, zich met haar hele wezen en met elk detail van haar dagelijks leven over te geven aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan, wordt zij actief in de vormgeving van Gods Heilswerken ingeschakeld. Concreet kan men zich dit daadwerkelijk voorstellen als het optreden van Simon van Cyrene. Jezus draagt het Kruis van de zonden tot aan het einde der tijden, en van elke ziel wordt verwacht dat zij Hem daarbij uit vrije wil, bewust en liefdevol ondersteunt. Dat is wat de H. Paulus bedoelt wanneer hij schrijft dat wij moeten aanvullen wat aan Christus’ Lijden ontbreekt. Dit Lijden is op zich volmaakt, maar God verlangt dat elke ziel uit vrije wil haar eigen beproevingen samen met de kruisdragende Christus draagt, in innigste eenheid met Hem, opdat het Verlossingswerk niet door de God-Mens alleen zou worden volbracht, doch door Hem in innigste eenheid met, en met de medewerking van, de geschapen zielen. De Moeder van Smarten is hier ons volmaakte voorbeeld.

Op deze wijze vinden wij onszelf terug op de Kruisweg van Jezus, als Simon van Cyrene, die het Kruis samen met Jezus draagt. Wij mogen daarbij niet uit het oog verliezen:

  • Simon was aanvankelijk onwillig. Zijn wij dat niet allemaal op één of andere wijze? Zodra hij zich echter door de Eeuwige Liefde liet raken, slaagde hij erin, zichzelf geleidelijk te vergeten, en kreeg hij medelijden met die Persoon van Wie het schijnbaar onmogelijke werd verwacht;

  • Hoewel Simon hielp, heeft Jezus steeds het grootste gedeelte van de last gedragen. Het is totaal verkeerd, zich voor te stellen dat Jezus het hele gewicht op de schouders van Simon heeft laten rusten, zoals bepaalde films ons willen laten geloven. De Koningin des Hemels verzekerde mij ooit dat Jezus Zijn Kruis geen ogenblik heeft losgelaten.

Zo is het nog steeds en zo zal het ook blijven. Net zoals Simon van Cyrene moeten wij:

  • groeien in zelfverloochenende Liefde en in vergeestelijking door het dragen van de lasten van ons leven ten dienste van het hoogste ideaal te stellen: de eigen heiliging en het leven in de tuin waar de boom van het Kruis de vruchten van de heerlijkheid draagt;

  • ons ervan bewust worden en blijven, dat er te veel gewicht rust op de schouders van Jezus. Tenslotte heeft niet Hij de zonden laten ophopen, maar alle zielen doorheen de eeuwen;

  • ons ervan bewust zijn, dat onze beproevingen absoluut noodzakelijk zijn (zij zijn immers de enige munten waarmee het Eeuwig Heil kan worden vrijgekocht, niet slechts voor onszelf, maar voor de gehele mensheid) en dat wij hen nooit alleen dragen, maar in werkelijkheid Jezus het grootste gewicht op Zich neemt;

  • ons ervan bewust zijn, dat onze kruisweg eindigt op het Golgotha van onze verheerlijking, zolang wij het kruis niet afwerpen en wij ernaar verlangen, onze weg te gaan met Maria in het hart, zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd.

Laten wij onze vermoeidheid prijzen, zolang wij daaronder niet de innerlijke Vrede verliezen, doch haar integendeel tot voorwerp van een ononderbroken toewijding maken, die voor velen Verlossing en genaden kan bewerken. Er worden op deze wereld ontelbare kruisen en beproevingen vervloekt, weggeworpen, verafschuwd, en wel op grote schaal – en dit is pas de echte tragedie – ook door velen die zichzelf als christenen beschouwen! Van Jezus wordt verwacht dat Hij het Kruis Zelf draagt, en wel alleen, en dat Hij bovendien zal komen om van elke individuele ziel de dagelijkse kruisen weg te nemen, zonder meer. Hier gaat het niet langer om het Christendom als Spiegel van het Licht, maar om 'een christendom' (wij zouden kunnen zeggen: een schijnchristendom) in de schemerzone van het egoïsme. De ziel die van Jezus verlangt dat Hij zal komen om haar dagelijkse kruisen weg te nemen, benadert in gevaarlijke mate het 'non serviam' (= 'ik zal niet dienen') van Lucifer.

Lieve zus, voor elke ziel die het kruis van de lasten en vermoeidheden afwerpt, moeten wij bijkomende kruisen op onze schouder laden. Nu kunt U zich voorstellen waarom op ons een zo zware last drukt, nu zoveel christenen van de onvoorwaardelijke Liefde tot het Kruis worden weggetrokken. Opdat de Goddelijke Wet zou worden vervuld, mag geen enkel kruis ongedragen blijven, wat wil zeggen dat geen enkele beproeving onbenut mag blijven, want Gods Wijsheid bereidt voor de zielen ontelbare kansen om het grote Heilsplan te helpen verwezenlijken. In de mate waarin de kruisen worden afgewezen, krijgen de zielen die de dienst aan Gods Plannen en Werken trouw blijven, zwaardere kruisen te dragen. God dringt ons deze kruisen niet op, maar voorziet ze op één of andere wijze op onze levensweg, en kijkt toe hoe wij ermee omgaan. Niet de vele te dragen lasten op zich brengen Verlossing en heiliging, maar de wijze waarop wij ermee omgaan, namelijk datgene wat in ons hart omgaat terwijl wij de lasten dragen. Dit is één van de belangrijkste lessen die de Meesteres van alle zielen ons in de Wetenschap van het Goddelijk Leven wil leren.

De mens voelt zijn lichaam en diens vermoeidheid zo erg omdat het stoffelijk niveau van zijn wezen het overgrote deel van het bewustzijn opeist en ononderbroken tracht, alle aandacht naar zich toe te trekken. Vandaar ook de noodzaak tot vergeestelijking: In de mate waarin de ziel erin slaagt, de lichamelijke gewaarwordingen naar de achtergrond te verdringen, wordt het lichamelijk lijden dieper in het spirituele leven opgenomen. 'Naar de achtergrond verdringen' is niet zo te begrijpen dat de mens de vermoeidheid en de lichamelijke lasten en het lichamelijke lijden niet meer zou voelen, want dan zouden deze hem ook geen Heil meer brengen. De hele zingeving van de oefening bestaat immers hieruit, dat de ziel meesteres van het geheel van haar innerlijke leven behoort te zijn, en het lichaam niets méér dan de dienaar van deze meesteres. Zo heeft God het bedoeld: het lichaam als verlossingsinstrument voor de ziel.

Lieve zus, met deze brief heb ik allesbehalve Uw vermoeidheid willen minimaliseren, wel integendeel. Ik kan deze precies daarom zo goed begrijpen, omdat de Moeder Gods mij het inzicht in de overgrote waarde van vermoeidheid als medeverlossende kruisweg met Jezus heeft vergund, en mij eveneens heeft geleerd, deze ervaring ten volle in Haar dienst in te schakelen. Vermoeidheid die als nutteloos wordt ervaren, is ook nutteloos. Weet men deze echter op het niveau van het spirituele leven te benutten, dan wordt zij een verborgen geschenk dat de ziel diep in de Harten van Jezus en Maria binnenleidt, want ook Jezus en Maria hebben tijdens Hun leven op aarde zwaar geleden onder uitputting.

Wij mogen nooit nalaten, elkaar wederzijds te bemoedigen, want de bemoediging is als een hand in de rug van de ziel voor wie de strijd tegen de stormwind geleidelijk te veel is geworden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 452
Is het gebruik van de bachbloesemtherapie onchristelijk? – over belastering van het Maria Domina Animarum Werk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw recentste brief. Eén van de in Uw brief vervatte onderwerpen wil ik graag meteen reeds beantwoorden, omdat elk misverstand onder zielen over dit onderwerp mij enigszins pijnlijk is. Het betreft de bachbloesems.

Niet alle alternatieve therapieën zijn even waardevol of 'spiritueel veilig'. Zelf beveel ik derhalve slechts deze aan, van dewelke mij met zekerheid bekend is dat zij God niet tegenwerken noch door God worden afgekeurd. Mij is met absolute zekerheid bekend dat het totaal onwaar is dat Dr. Edward Bach iets met satanisme te maken zou hebben gehad. Dr. Bach is een slachtoffer geweest van een gelijkaardige lastercampagne als Dr. Samuel Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie, in zijn tijd is geweest. Van beiden werd, respectievelijk wordt, gezegd dat zij leden waren van organisaties die niet met het Geloof verenigbaar waren, namelijk in verband met vrijmetselarij, satanisme en dergelijke. Deze stelling berust op verdachtmakingen en leugens, die hun wortels hadden op een economisch niveau: De reusachtige successen van deze beide innoverende artsen waren de concurrentie uit de sferen van de schoolgeneeskunde (dus de officieel aanvaarde, klassieke geneeskunde) een grote doorn in het oog. Eerzucht, hoogmoed en materialisme hebben samen de handtekening onder deze zware beschuldigingen geplaatst, opdat deze beide uitmuntende artsen in de ogen van het volk voor gevaarlijk en godvijandig zouden doorgaan. In die tijd stond dit zo goed als gelijk met een doodvonnis. Integendeel echter, is van Dr. Bach bekend dat hij werkelijk 'van Boven uit' werd bestuurd. Ach, hoe bekend is toch deze strategie van de satan wanneer het erop aankomt, alles wat oprecht Hemels is te belasteren en als ongeloofwaardig voor te stellen.

Ik ken de bachbloesems sedert vele jaren en ben zelf getuige geworden van uitstekende resultaten ermee. Ikzelf word er niet beter of niet slechter van of een methode of de grondlegger van een methode spiritueel in orde is of niet. Daarom verkondig ik ook in dit verband slechts de stellingen die mij daarover door de Hemelse Meesteres worden geleerd. Zij heeft mij verzekerd dat de homeopathie evenals de bachbloesemstherapie in Gods ogen volledig in orde zijn, zonder de geringste twijfel of voorbehoud. De zielen moeten bovendien goed beseffen dat het feit dat een grondlegger van een geneesmethode misschien (er worden in dit verband ook veel schaamteloze leugens verspreid, ik moet dit met nadruk herhalen!) één of andere stelling heeft ondersteund die niet in overeenstemming zou zijn met het christelijk Geloof, niet noodzakelijk betekent dat zijn medische kennis noodzakelijkerwijs bevlekt zou zijn of Gods Werken zou schaden.

De Moeder Gods wees mij er altijd reeds op, dat het ene niet noodzakelijk het andere uitsluit, en dat het er hoofdzakelijk op aankomt, hoe de gebruiker van de methode of van het geneesmiddel met alles omgaat: Men zou bijvoorbeeld in bepaalde omstandigheden ayurvedische geneesmiddelen met succes kunnen gebruiken zonder ook maar in het geringste het hindoeistische geloof aan te hangen. Ik schrijf dit slechts bij wijze van voorbeeld om te illustreren wat ik zo-even bedoelde, en onderstreep ook bij deze gelegenheid dat ik uitsluitend datgene schrijf waartoe mijn Meesteres mij inspireert, respectievelijk datgene wat Zij mij toelaat of opdraagt, te schrijven.

Mij berokkent het buitengewoon veel hartenpijn wanneer zielen op grond van uitspraken die door Maria geïnspireerd zijn (ik kan dit niet genoeg benadrukken), plotseling alle onderrichtingen vanwege het Maria Domina Animarum Werk in vraag beginnen te stellen omdat zij menen dat de betreffende uitspraken niet verenigbaar zouden zijn met het ware christendom, en men derhalve de ziel die deze uitspraken verkondigt (namelijk Myriam) niet als kanaal van de Hemel mag vertrouwen. Waarom menen zij dit? Doorgaans omdat zij ooit gehoor hebben gegeven aan leugen- en lastercampagnes, vergelijkbaar met indertijd de artsen Hahnemann en Bach. Dergelijke campagnes zijn nu eenmaal zeer listig uitgeknobbeld. Ik weet, dit is de geliefde strategie van de satan om datgene, wat voor hem en zijn bedoelingen en plannen gevaarlijk is, in de zielen onwerkzaam te maken. Gelooft U mij, hij tracht net hetzelfde te doen met het Maria Domina Animarum Werk. Helaas zijn er zielen die zich graag aan hem (de duivel) lenen om dergelijke leugens en belasteringen 'geloofwaardig' af te schilderen en daardoor een Werk dat daadwerkelijk zijn wortels én zijn volledige inspiratie in de Hemel heeft, een slechte naam te geven. Maria zegt nooit iets zomaar, Zij staaft elk woord met zuiver Hemelse bewijsvoering. Precies daarom is de Wetenschap van het Goddelijk Leven een zo volkomen sluitend systeem. Alleen... Wanneer een ziel deze woorden niet wil geloven, zou het zelfs niet eens helpen indien de Eeuwige Vader hoogstpersoonlijk deze stellingen aan deze niet-aanvaardende ziel van Aangezicht tot aangezicht zou komen mededelen.

Ik hoop, lieve zus, dat ik U wat rust en geborgenheid heb mogen geven. Eén ding kan ik U plechtig beloven: U zult in het Werk van de Domina Animarum geen enkele onwaarheid aantreffen. Indien in de geschriften (in om het even welke, hetzij onderrichtingen, hetzij antwoordbrieven, enzovoort) van het Maria Domina Animarum Werk ook maar één enkele leugen vervat zou zijn, zou ik geen dienares van de Koningin des Hemels meer zijn, doch dienares van de duisternis. Dit zou tevens mijn verdoeming betekenen, want als ziel die rechtstreeks door de Moeder Gods is geroepen om dit verkondigingswerk voor Haar te volbrengen, kan ik mij geen enkele onwaarheid veroorloven. Ik zou het trouwens nooit met mijn Liefde tot God, tot Maria en tot de hele Schepping in overeenstemming kunnen brengen indien ikook slechts de geringste onwaarheid mocht verspreiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 453
Waarom draagt Maria in het visioen van 19 april 2008 ringen aan Haar vingers?

(bedoeld wordt het Basisvisioen van de Meesteres van alle zielen)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw vraag of het een bijzondere betekenis heeft dat Maria in het visioen van 19 april 2008 aan elke vinger een ring draagt, terwijl Zij toch geen sieraden droeg?

De ringen aan elke vinger van de Koningin des Hemels hebben niets te maken met sieraden, zij staan voor een speciaal symbool: Een ring is het symbool voor verbondenheid in trouw (zoals bijvoorbeeld de trouwring binnen het huwelijk). Bij Maria heeft deze verbondenheid ten volle betrekking op de Allerheiligste Drievuldigheid. Zij leeft immers voor eeuwig in een verbond van totale mystieke versmelting met God en in absoluut volmaakte trouw jegens de Goddelijke Wil en Zijn Werken en Plannen. Zij is de Bruid van de Heilige Geest, de Moeder van de God-Mens Jezus Christus, en de uitverkoren Dochter van de Eeuwige Vader. Deze titels vertegenwoordigen reeds het feit dat Maria als het ware ten opzichte van God staat zoals in een familieverband.

De ringen aan de vingers van de Meesteres symboliseren hier ook Haar unieke macht: In Haar allernauwste verbinding met de Drie Goddelijke Personen is Haar de macht gegeven om het Licht (de Genaden) van God in de meest uiteenlopende vormen (de kleuren van dit Licht) op de hele mensheid neer te stralen. Deze macht moest Zij in handen krijgen om de strijd voor het Licht tegen de duisternis te kunnen voeren, want daartoe is Zij van meet af aan geroepen. De kleuren van de stralen uit de ringen aan de vingers van de Meesteres vormen alle samen de componenten van de regenboog, en symboliseren derhalve samen de volheid van het Licht, in de spirituele zin dus het geheel van Gods Genade. Zij is immers de Middelares van Gods Genaden aan Wie, zoals reeds de H. Grignion de Montfort terecht zei, de macht over de verdeling van de genaden is verleend. Zij IS trouwens 'vol van Genade', dit wil zeggen: Zij bezit de volheid der Genade. Naast alle kleuren van de regenboog is tevens de gouden kleur in de stralen vertegenwoordigd. Goud is de kleur van de hoogste heiligheid en van de Goddelijke waardigheid, die door Maria als 'Spiegel van God' jegens de zielen tegenwoordig wordt gesteld.

In verband met deze ringen moeten wij ons bovendien nog iets bijkomends voor ogen houden: De ring is cirkelvormig. De cirkel symboliseert de oneindigheid, datgene wat noch een begin noch een einde heeft, namelijk God Zelf. Deze ringen geven derhalve uitdrukking aan het feit dat de Koningin des Hemels, heel bijzonder in deze 'hoedanigheid van alle hoedanigheden' als Meesteres van alle zielen, Haar onbegrensde macht put uit Haar nauwste verbondenheid met God.

De ringen aan de vingers van de Meesteres van alle zielen zijn dus geen sieraden, doch drukken iets uit van Haar hoedanigheid, Haar roeping en Haar werking in deze Laatste Tijden. Zij behoren in geen geval te worden beschouwd als iets tastbaars, iets stoffelijks, daar zij op ondubbelzinnige wijze staan voor iets bovennatuurlijks, iets spiritueels. Hier ziet men geen vrouw met ringen aan haar vingers, doch de Koningin des Hemels Die door Goddelijke uitverkiezing het voorrecht geniet, Gods Gaven door Haar handen naar de zielen toe te kunnen laten stromen. In wezen laat God in dit visioen aantonen welke wonderen mogelijk worden zodra de geschapen ziel zich door haar eigen vrije wil volkomen met God laat verbinden: Zij krijgt dan een actieve rol in de uitvoering van Gods Heilsplan. In het geval van de Meesteres van alle zielen is deze rol absoluut uniek en beslissend voor het resultaat van de strijd van het Licht tegen de duisternis, met de zielen als inzet.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 454
Reden voor de bekoringen tot onzuiverheid – over kleine dingen met een groot effect

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw begrip. Dat betekent veel. U kunt er in elk geval zeker van zijn dat elke brief zonder uitzondering meteen aan Maria wordt overgedragen. Dat maakt deel uit van mijn roeping, en die opdracht vervul ik met vreugde en Liefde. Ik heb U allen immers te zeer lief om niet reeds vóór de beantwoording van brieven voor U te bidden. Mij is daaraan veel gelegen. Ieder van ons heeft zijn of haar eigen moeilijkheden, en wij moeten elkaar wederzijds ondersteunen, anders komen wij niet aan de eindstreep. Het komt er immers op aan, dat niet ieder voor zichzelf tegen de storm opbokst, doch dat wij ons allen samen als een ketting inzetten om de duisternis gevangen te zetten en samen naar het doel toe te reizen. Wanneer een schakel van deze ketting niet meer mee komt, moeten de andere schakels deze bij de hand nemen en hem niet achterlaten. Daar ligt één van de elementen van de diepe zin van Maria’s Ketting van Licht: strijd leveren tegen de duisternis en voor het Licht, maar tot elke prijs gezamenlijk.

Het probleem dat U in Uw brief te berde brengt, is trouwens sterk verspreid. Ik zeg U daarom reeds meteen: De duivel tracht, zoals blijkt uit veel brieven die aan de Meesteres van alle zielen worden gericht, bij elke ziel de zuiverheid van hart en deze van de geest aan te vallen. Erotische bekoringen zijn daarbij eveneens werkelijk op grote schaal aan de orde van de dag. Waarom doet de duivel dit? Eenvoudig omdat hij weet dat erotische gedachten, verlangens en zelfs dromen de ziel gemakkelijk kunnen binden aan de wereldse zijde van het leven. Deze bekoringen houden reeds spoedig het hele wezen bezig (geest, lichaam, gevoelens, verlangens...) en leiden de ziel in hoge mate van haar ware levensopdracht en van haar werken voor God en voor haar medeschepselen af. Wanneer een ziel met zichzelf en haar eigen (vaak slechts vermeende) behoeften bezig is, is zij minder, of slechts eerder oppervlakkig, met de anderen bezig, en wordt het Vuur van de Ware Liefde zwakker. Dit speelt de werken der duisternis in de kaart.

Laat U zich niet ontmoedigen, de Hemel laat ons niet in de steek. Ook al zijn wij telkens weer wel eens 'niet volmaakt', God heeft geduld met onze kleinheid, zolang wij ons oprecht en liefdevol inzetten om nader tot Hem te komen. Dit kunnen wij doen in veel kleine dingen. Zelfs een waarlijk oprechte glimlach of een oprecht lief woordje kan voor een hart veel méér betekenen dan wij zouden menen. U kunt een ziel soms een zonnestraal voor de hele dag meegeven door haar een lief woord uit een oprecht hart te geven, precies op een ogenblik waarop deze ziel dit juist nodig heeft. Men kan dit niet altijd weten. Gods Voorzienigheid wil ons allen precies voor dergelijke ogenblikken inzetten. Daarom is het zo belangrijk dat wij steeds weer trachten, een zonnetje te zijn dat wat Licht en warmte om zich heen verspreidt wanneer onze omgeving dit juist nodig heeft. Een klein mysterie dat door ieder van ons kan worden verwezenlijkt, dag na dag. Het zijn deze schijnbaar kleine, onbelangrijke dingen, die het leven van een mensenziel in Gods ogen waardevol maken.

In deze zin wens ik U nu de zon in het hart, opdat in U alles moge kunnen bloeien, dat God U graag zou geven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 455
Komt Maria bij verschijningen in de leeftijd waarop de ziel zich Haar voorstelt? – Heb ik er schuld aan, wanneer mijn kind niet naar de kerk wil gaan?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw vragen, die ik bij deze graag dank zij de genadewerking beantwoord.

U hebt gehoord dat, wanneer de Moeder Gods verschijnt, Zij steeds komt op een leeftijd zoals de ziel zich de Moeder Gods voorstelt. In werkelijkheid is het zo, dat men bij de aanblik van de Moeder Gods helemaal geen leeftijd kan herkennen. Maria vertoont Zich zoals Zij in Haar Glorie als Hemels Wezen is: tijdloos. Zelfs wanneer Zij Zich in innerlijke visioenen vertoont zoals Zij als mens op aarde was, zou men Haar met de beste wil van de wereld niet eens een bepaalde leeftijd kunnen toeschrijven. Haar schoonheid en uitstraling zijn absoluut volmaakt, en de vlekkeloze zuiverheid en volmaakte heiligheid van Haar ziel doorstralen zo totaal Haar lichaam, dat dit helemaal geen leeftijd laat herkennen. Ik heb Maria gezien als jong meisje, als volwassen vrouw en als vrouw 'op rijpere leeftijd', en Haar uitstraling was in al deze gevallen zo buitengewoon dat steeds slechts sprake kan zijn van een absoluut volmaakt uiterlijk. Op Golgotha tijdens de kruisiging van Jezus was Zij bijna vijftig jaar oud. Niettemin straalde daar, ondanks Haar allerdiepste Smart, uit Haar iets zo buitengewoons, dat Zij eruit zag als een wezen waarop de tijd geen enkele invloed had.

Indien Maria zou verschijnen met een leeftijd waarop de ziel zich Haar voorstelt, zou dit betekenen dat een Hemelse verschijning, die dus volkomen plaatsvindt binnen de Goddelijke eigenschap van de tijdloosheid, zich zou aanpassen bij de menselijke voorstelling. In elk geval zou dan geen sprake meer zijn van een Hemelse gebeurtenis. Een mystiek fenomeen kan men niet volgens zijn eigen voorstellingen beïnvloeden, men kan er niet zelf een vorm aan geven. Typisch voor alle mystiek is precies het onverwachte.

Wanneer men zijn kinderen steeds opvordert om naar de kerk te gaan, maar zij dit niet doen, maakt men zich dan nog steeds strafbaar voor God? Op de ouders rust de plicht om hun kinderen volgens de Goddelijke Wetten en in overeenstemming met de christelijke leer op te voeden. Om deze reden moeten de ouders er de kinderen bij herhaling op wijzen dat zij moeten bidden en naar de kerk horen te gaan, en dat zij een deugdzaam leven moeten leiden. Dit alles moeten de ouders hun kinderen ook via het voorbeeld van hun eigen leven voorleven. Met het voortschrijden van de leeftijd groeit in de kinderen hun eigen zin voor verantwoordelijkheid. Dit betekent dat voor God de ouders steeds minder, en de kinderen steeds méér aansprakelijk zijn voor de fouten die de kinderen begaan. Voor God blijven de ouders niet 'aansprakelijk' wanneer hun kinderen ondanks herhaalde uitnodiging of zelfs opvordering niet bereid zijn om het leven van een echte christen te leiden. Op zekere dag kunnen de ouders dan nog weinig anders doen dan bidden en offers brengen, opdat de kinderen de Ware Liefde tot God mogen vinden.

Tracht men de kinderen tot een christelijk leven te dwingen, dan kan men daarin misschien een zekere tijd lang slagen, maar in elk geval moet men zich hier voor ogen houden dat 'deugd door dwang' voor Gods Werken totaal onvruchtbaar is, omdat een handeling die niet op spontane Liefde is gebaseerd en derhalve niet vrijwillig wordt gesteld, geen Goddelijk Leven in zich draagt. Bovendien wekt dwang in diegene die wordt gedwongen vaak verzet en negatieve gevoelens op, wat de Werken van God zonder meer tegenwerkt.

Lieve zus, het doet niemand van ons goed, in onze leefomgeving duisternis gewaar te worden. Wanneer zich tekenen van deze duisternis in onze familieleden vertonen, kunnen wij daar sterk onder lijden en ons in bepaalde gevallen ook de vraag stellen, waar wij dan iets verkeerd hebben gedaan. Wij moeten ons in dergelijke situaties vast voor ogen houden dat God ons niet noodzakelijk negatief zal beoordelen wanneer zielen die onder onze hoede staan, zich in spiritueel opzicht niet zo ontwikkelen zoals wij het op grond van onze inspanningen en onze inzet hadden mogen verwachten. Wij verbinden ons jegens God niet tot welbepaalde resultaten, doch tot inspanningen, en God verwacht Zijnerzijds van ons eveneens slechts deze laatste (onze inspanningen, onze inzet). Elke ziel wordt echter geschapen met een vrije wil, en U bent niet aansprakelijk wanneer, na volhardende inzet van Uwentwege, Uw naaste niet bereid is om Uw voorbeeld te volgen. Volgens Gods Hart hebt U Uw plicht vervuld. Laat U echter Uw kinderen ook verder niet los, met andere woorden: Blijft U voor hen bidden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 456
Over de toewijding aan Maria en de miskende geschenken van God

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Veel dank voor dit briefje, dat mij verheugt omdat een toewijding aan de Koningin des Hemels een waar feest is. Voor mij is het alsof ik met een ziel naar de troon van de Koningin toe ga, en deze ziel aan Haar voeten neerleg. Deze akt draagt die zieln over aan het machtsgebied van de Moeder van het Licht. In deze aanraking tussen Hemel en aarde wordt telkens weer een Hemels zaad tot bloei gebracht, terwijl God toch in veel zielen Zijn zaad nooit ziet bloeien. Voor de betreffende ziel zelf voltrekt zich daar een gebeurtenis die grotendeels niet onmiddellijk waarneembaar is en in dewelke eigenlijk in haar de kiem van heiligheid wordt gewekt.

De macht van de Meesteres van alle zielen werkt zich in het bijzonder uit in de zielen die zich ongeremd aan Haar aanbieden. Een toewijding die werkelijk in een van Licht vervuld Geloof wordt voltrokken, leidt de ziel in de Hemelse sfeer naar binnen. Slechts heel weinig zielen bevatten waarlijk de waarde van deze ontmoeting. In zekere zin is een totale toewijding aan Maria zoals een huwelijk van de ziel met de Koningin des Hemels, vooropgesteld dat de ziel haar toewijding vervolgens met volharding en doorzetting in de praktijk van haar dagelijks leven omzet: De ziel belooft aan de Bruid van de Heilige Geest eeuwige trouw, Liefde, overgave, een leven voor Haar en met Haar in de breedste zin van het woord. De waarde en de betekenis van dit gebeuren kan onmogelijk worden overschat.

De vreugde die ik bij de toewijding van zielen aan de Meesteres ervaar, is een kleine spiegel van de vreugde die Zijzelf bij elke oprechte en waarlijk beleefde toewijding ervaart. Zo kan ik in waarheid getuigen hoe belangrijk deze gebeurtenis voor God moet zijn. Een waarachtig in de praktijk van het dagelijkse leven beleefde toewijding opent immers voor God nieuwe deuren, door dewelke Hij Zijn genaden over de ziel en over de hele Schepping kan laten uitstromen. De totale toewijding aan Maria is zoals een stevige steen in de fundering van de uitvoering van Zijn Heilsplan, dat immers de ware permanente Vrede in de harten wil uitstorten en de zielen als het ware naar de voorhof tot het Paradijs wil leiden.

Graag ontmoet ik U in mijn hart derhalve op het middaguur op de gestelde toewijdingsdag. Aan de voeten van de Hemelse Meesteres neerknielend ontvouw ik dan in die zo verrukkelijke Tegenwoordigheid als het ware zoals een kleine bloem mijn hart, in hetwelk ik voordien alle zielen heb getrokken, die zich vurig aan de Meesteres willen aanbieden, maar ook die, welke de Meesteres in dit zo genaderijk Werk en in Haar kleine werktuig bestrijden omdat zij de unieke grootheid van dit alles niet hebben begrepen. En de bloem... zij drinkt uit het Hart van de Koningin van de Hemelse verrukking het parfum van de Hemelse Gaven, en geeft zichzelf aan dat parfum over opdat al deze zielen totaal in deze oceaan van heiligheid mogen worden ondergedompeld.

Sedert jaren is het mijn diepste verlangen, die ogenblikken op een tastbare wijze te kunnen vastleggen, opdat de betreffende zielen die momenten op hun beurt zouden kunnen mee beleven, en... ja, opdat diegenen die niet in de Hemelse oorsprong van dit Werk kunnen (soms 'willen') geloven, zelf zouden mogen vaststellen dat dit alles Hemelse werkelijkheid is: God Die Zich de moeite getroost om via de Koningin der Hemelse schoonheid naar de zielen toe te komen. De Meesteres van alle zielen is een Hemelse realiteit die met Vuur tracht om ook op aarde als een realiteit te worden ervaren, omdat God door deze hoedanigheid van de Koningin des Hemels als Meesteres van alle zielen en Haar buitengewone onderrichtngen in de school van de Ware Liefde, de Ware Hoop, de bemoediging en de volheid van de Waarheid over de vele Mysteries van het Goddelijk Leven letterlijk de Hemel op aarde tracht te brengen: De Meesteres van alle zielen brengt de voltoooiing van de bloei in de zielen die God in de volheid van Zijn Liefde belijden. Precies in die volheid worden de zielen naar de staat van genade teruggevoerd, die vóór de erfzonde in de mensenziel heerste, in de mate van hun eigen actieve medewerking. Helaas herkennen veel zielen (nog) niet het Goddelijk geschenk. Zij verachten om één of andere reden de verpakking omdat zij de inhoud niet kunnen doorgronden als wat het werkelijk is: een uniek geschenk vanwege onze liefhebbende God.

Lieve broeder, aan zoveel dingen wordt aanstoot genomen omdat zij niet als een goudmijn worden herkend. De totale toewijding aan Maria is één van die goudmijnen, evenals de hele leer van de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Omdat deze beide echter de liefdevolle en protestloze aanvaarding van alle beproevingen en kruisen van het leven veronderstellen, staken bepaalde zielen spoedig deze uiterst genaderijke reis. Jammer, maar men kan de zielen zoals bekend niet tot hun geluk dwingen... Zalig diegenen, die het Licht gretig in zich opdrinken in plaats van een zonnebril op te zetten en zich dan te beklagen over het feit dat op hun levensweg alles zo donker en kleurloos blijft.

Ik wens U een gezegende avond en een rustige, vredige nacht,

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 457
Toewijding aan Maria, de 'slechte dagen' als tekenen van innerlijke zuivering, en de herprogrammering van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met bijzondere vreugde heb ik kennis genomen van Uw voornemen om zich aan Maria, de Meesteres van alle zielen, te laten toewijden. De totale toewijding aan Maria, vooral in Haar 'hoedanigheid der hoedanigheden' als Meesteres van alle zielen, is zoals de handtekening onder een verbond dat de ware volheid van het Leven ontsluit. De ziel betreedt door dit heilig vervbond als het ware de allerheiligste tempel van de Koningin over alles wat onze God ooit heeft geschapen. Kunt U zich dit voorstellen? Telkens wanneer een ziel uitdrukking geeft aan haar verlangen om zich ten volle aan de Meesteres van alle zielen toe te wijden, zie ik een gelijkaardig beeld voor ogen: Het is alsof deze ziel een betoverend mooie tempel met een paradijselijke tuin betreedt.

In die tuin zal zij de uitersten van de ervaringen leren kennen, die in het zielenleven kunnen voorkomen. Zij zal door de heilgste geuren van de Tegenwoordigheid van de Koningin des Hemels in verrukking worden gebracht, geregeld echter zal zij ook worden beklemd door geuren waarvan zij de oorsprong wellicht niet meteen zal kunnen verklaren. Deze geuren zijn de getuigen van datgene waarvan de ziel in golven bevrijd wordt. De ontmoetingen met de heilgste Roos van het Paradijs maken in de ziel voortdurend elementen vrij van dingen die niet passen in een ziel die zich aan het heiligen is. Dergelijke 'eerder onaangename geuren' zal de ziel waarnemen op de dagen die U in Uw brief aanduidt als 'twijfeldagen'. Ik heb in vroegere antwoordbrieven en geschriften naar dergelijke dagen moeten verwijzen via het beeld van de ziel als gebouw dat steen na steen wordt afgebroken, zodat het leven op sommige dagen lijkt op een bouwwerf: puin, gaten, putten, stof en splinters alom... Maar de Koningin des Hemels laat nooit een ruïne achter: Wanneer Zij een muur begint af te breken, bouwt Zij meteen ernaast reeds een nieuwe, die veel sterker en mooier wordt. Alleen beleeft de ziel er geen vreugde aan, zich te voelen als een bouwwerf. Dan heeft zij slechts deze ene bron van Hoop: het geloof in de macht en de Liefde van de Hemelse Architecte van de zielen.

De moeilijke dagen zijn vaak een zegen voor de ziel, mits zij niet in haar eentje doorheen deze dagen tracht te komen. 'Niet in haar eentje' betekent niet noodzakelijk dat men de tegenwoordigheid van medemensen moet opzoeken, doch vooral dat men Maria in het eigen hart uitnodigt, werkelijk vervuld van intens verlangen, alsof U op Kerstavond moederziel alleen zou zijn en zou verlangen naar iemand bij wie U zich echt goed voelt, iemand die om zo te zeggen alles voor U betekent.

U zult als aan Maria toegewijde ziel absoluut niet alleen zonovergoten dagen beleven, maar niettemin getuig ik van de waarheid dat de beproevingen van de ziel dan een onuitsprekelijk gevoel kunnen geven. Men voelt de tegenwind en de stortregen, voelt zich enigszins overdonderd, gaat op de knieën aan de voeten van de Koningin des Hemels en smeekt Haar om samen met Haar doorheen de storm te mogen trekken, en plots is daar dat gevoel als zou iemand diep in het hart zeggen: "Op deze uitnodiging heb Ik gewacht". Deze buitengewone Hemelse Tegenwoordigheid omhult het hart, en daar komt dat gevoel alsof men niet alleen zelf gesterkt en getroost zou worden, doch alsof men tevens onbewust zelf bezig zou zijn, die ander te sterken en te troosten: De ziel die op de moeilijke dagen Maria in zich uitnodigt, wordt zelf tot troosteres van de Smartvolle Moeder, en wel in de mate waarin zij de Hemelse Moeder Liefde wil geven. Een heel bijzondere ervaring is dat. Ik heb het vroeger reeds mogen schrijven: Brandende Liefde en tezelfdertijd diepe smart, beleefd in verbondenheid met de Moeder Gods, liggen zeer dicht naast elkaar. Deze ervaring, in dewelke diepe smart zich met brandende Liefde verbindt, dient zich in het mystieke leven steeds weer aan de ziel aan. Ik noem deze buitengewone gewaarwording graag de 'ervaring van de tranen van Vuur'.

In de paradijselijke tuin van de waarlijk liefdevol beleefde totale toewijding aan de Koningin des Hemels kunnen zelfs de ontmoetingen met de doornen verrukkingen opwekken. Ja, de doornen zijn er ook daar, want God heeft deze als brandhout voorzien: Wanneer men deze in het Vuur van de Ware Liefde werpt (dit wil zeggen: Wanneer men deze vurig en liefdevol aan de Koningin des Hemels toewijdt), brengen zij voor veel zielen Licht en warmte voort (dit wil zeggen: de genade van de voorlichting in de volheid van de Waarheid en het inzicht, en de ware onvoorwaardelijke Liefde). De doornen staan symbool voor onze kruisen, die zoals bekend geschenken van God zijn. Arm is een ziel pas wanneer zij haar kruisen afwerpt, want dan heeft zij niet langer de munten met dewelke zij voor zichzelf de toegang tot de Eeuwige Glorie moet vrijkopen. Dit alles ligt in Goddelijk Mysterie ingebed, maar de Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt precies onderricht om de zielen inzichten te brengen in de geheimen om het toppunt van de spirituele vruchtbaarheid te bereiken.

Sommige zielen wijden zich aan Maria toe in de veronderstelling dat zij voortaan van hun kruisen zullen worden bevrijd. Deze voorstelling is totaal onrealistisch, omdat de totale toewijding aan Maria tot de allergrootste geschenken van Gods wege behoort, en een leven zonder kruisen precies het tegendeel van een geschenk zou zijn: In de kruisen ligt de grootste rijkdom van de ziel. Wanneer zij daarvan bevrijd wil worden, betekent dit concreet dat zij Gods geschenken liever niet aanvaardt. Zij ontneemt dan om zo te zeggen God de kans om haar een grotere Heerlijkheid, een Gelukzaligheid 'van een hogere rang' te bereiden. Door de kruisen van het leven helpt de ziel Gods Heilsplan naar zijn voltooiing voeren en derhalve de Ware Vrede op aarde afsmeken en de mensheid uit haar ellende bevrijden. De Meesteres van alle zielen herkneedt de aan Haar toegewijde zielen echter tot een volkomen nieuwe vorm, zodat deze stap voor stap leren, helemaal anders te denken en de wereld en het leven totaal anders te bekijken.

Vanuit deze hervormde beschouwing leert de ziel zich ook verheugen over de doornen, de kruisen, omdat zij tot veel diepere inzichten in het wezen van alle dingen en van alle gebeurtenissen in het leven komt. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Objectief kan het leven van een aan Maria toegewijde ziel heel zwaar zijn (temeer omdat zij als aan Maria toegewijde ziel ononderbroken aan het front in de oorlog tegen de duisternis zit), maar subjectief ervaart zij veel dingen helemaal anders, omdat zij volkomen geherprogrammeerd is. Daar ligt het geheim van deze voor velen nauwelijks te begrijpen verbinding tussen een zwaar leven als aan Maria toegewijde ziel enerzijds, en een diepe innerlijke Vrede anderzijds.

Lieve zus, ik zal U en Uw familieleden op de toewijdingsdag met diepe vreugde naar de Meesteres van alle zielen toe brengen. Zij zal er vreugde in scheppen, ter ere van Haar eigen zo genaderijke Geboorte die op die dag plechtig wordt herdacht, U allen met Haarzelf opnieuw geboren te laten worden. Een leven in dienst van de Koningin des Hemels is een leven in de dichtste nabijheid van God. Daar heerst het enige Licht dat geen schaduwen werpt, omdat het alles aan alle zijden gelijktijdig in zich hult. Ik voel mij geëerd, bij dat Hemelse gebeuren aanwezig te mogen zijn. Op mijn nietige ondersteuning kunt U te allen tijde rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 458
Nogmaals over de diepere betekenis van de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief, zo rechtstreeks uit het hart geschreven. Toen ik vorige week Uw eerste mail las, weende mijn hart, en wel om méér redenen dan ik in woorden zou kunnen uitdrukken. U wil gevolg geven aan het Vuur in het hart en God naar beste vermogen dienen, en krijgt dan het gevoel dat men uitgerekend tussen de gewijde muren van het klooster in een beklemmende nevel belandt. Hoe zou mijn ziel hier niet wenen, mijn ziel die toch dagelijks in de Vuuroven van de Liefde van de Koningin des Hemels wordt ondergedompeld?

Vanzelfsprekend zal ik U en (...) heel graag op 8 september begeleiden naar de voeten van de Koningin des Hemels, waar zoveel wonderen worden bekomen, in de eerste plaats op het spirituele niveau en derhalve niet steeds meteen merkbaar.

Weet U, de verborgen schatten die God aan de ziel geeft, vergelijk ik soms met een rugzak vol voedingsmiddelen en andere hulpmiddelen voor de levensreis. Deze rugzak is zo gemaakt dat de ziel steeds slechts datgene in de zak vindt, wat zij op heel korte termijn (dus in de heel nabije toekomst) nodig heeft. Een overzicht over de inhoud van het geheel heeft zij niet, en dit overzicht wordt trouwens slechts lepeltje per lepeltje vervolledigd. Zeer veel van de inhoud van deze rugzak wordt door de ziel zelfs nooit gemerkt. Talloze van die schatten worden bij de totale toewijding van de ziel aan Maria 'in haar rugzak verborgen'. De ziel beseft helemaal niet met welke schatten zij onderweg is, en meent daarom gemakkelijk dat God haar vergeten is.

Wanneer ik het correct heb begrepen, zult U beiden omstreeks het middaguur samen en in gebed zijn? Prachtig. Op het uur van het Licht (de Meesteres van alle zielen noemt Jezus soms 'de middagzon') een dubbele toewijding aan Maria. Hoeveel Licht zal dit verspreiden... Bij een vurige, oprechte toewijding legt de ziel meteen alle kruisen van haar leven en al haar innerlijke gesteldheden, gezindheden, enzovoort, in het Hart van de Moeder Gods neer, waar dat alles als brandhout aan de Vuuroven van de Eeuwige Liefde wordt toevertrouwd om Licht en warmte, genaden en Liefde over de zielen af te roepen. Dat ogenblik is zo belangrijk en zo groot dat nauwelijks een ziel het kan vatten.

Toen Maria geboren werd, toen in Galilea, werd de hele Schepping met een buitengewoon Licht doorstraald, dat slechts door de gevoeligste zielen kon worden aangevoeld. Van toen af was het nog slechts een kwestie van tijd tot de Messias Zijn zo uiterst genaderijke en lichtvolle levensreis op aarde zou aanvatten. Houdt U zich voor ogen dat elke diepe, oprechte en liefdevolle toewijdingsakt neerkomt op een wedergeboorte uit Maria, die eveneens Licht doorheen de Schepping laat stralen en die de effecten van de Werken van de Messias in zielen opnieuw kan helpen activeren, respectievelijk kan helpen ontsluiten.

Ik kan het onmogelijk te sterk benadrukken: Totale toewijding aan de Koningin des Hemels maakt veel méér krachten vrij dan de zielen kunnen vermoeden. Laten wij niet vergeten dat toewijding een vorm van leven is, via dewelke de ziel zich vrijwillig met haar hele wezen en haar hele leven ten volle laat opnemen in de dienst aan Gods Werken, wat concreet betekent dat de toegewijde ziel wordt veranderd in een leverancier van grondstoffen voor de bereiding van genaden. Vanzelfsprekend is dit een leven vol tegenstellingen: De duivel is over deze levensinstelling niet gelukkig, en laat dit ook telkens weer voelen, maar de ziel leeft in de genaderijke Tegenwoordigheid van de heiligste van alle geschapen zielen (Maria, Dei Genitrix).

Lieve zus, met betrekking tot Uw vraag in de vorige mail heb ik de Koningin des Hemels om een inspiratie op Haar Tijd gesmeekt, zoals steeds, en wacht ik nu op de gebruikelijke tekenen die erop zouden wijzen dat die Tijd is gekomen. Ik informeer U dan, en bid en wijdt intussen de gestelde vragen toe. Zo gebeurt het steeds zolang de Moeder Gods nog niet het teken heeft gegeven dat de tijd is gekomen om een brief te beantwoorden.

Ik verheug mij reeds in het vooruitzicht van de ontmoeting met U van hart tot hart, op de genadedag van 8 september!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 459
Een spirituele zijde van liefdesverdriet

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve mij te verontschuldigen voor de vertraging bij de beantwoording van Uw brief. U lijdt reeds zo lang onder de scheiding van Uw vriend, hoewel U ervan overtuigd bent dat hij voor U de ware moet zijn.

Er is zoveel dat wij op onze levensweg niet echt kunnen begrijpen. Soms zijn wij ervan overtuigd dat een bepaalde ontwikkeling voor ons de juiste is, omdat zij op één of andere wijze 'een goed gevoel geeft', maar past deze ontwikkeling niet helemaal binnen het Plan dat God ten aanzien van ons leven koestert. Hij oriënteert Zich immers steeds op ons Eeuwig Geluk. Mij is het reeds vaker overkomen dat ik aanvankelijk niet echt kon begrijpen waarom iets niet mocht zijn zoals ik het mij had voorgesteld, terwijl het naar mijn gevoel op die manier toch heel mooi zou passen en zelfs Gods Plannen zou moeten dienen... Na enige tijd (soms pas na enkele jaren!) merk ik dan plots waarom het niet mocht zijn, en dat het inderdaad zo beter is. Ik weet, op de dagen op dewelke men ergens onder lijdt, is het nauwelijks een troost, iets dergelijks te horen, maar gelooft U mij, vaak wordt het geluk van morgen vrijgekocht met de tranen van vandaag. Ik steun mij hier op twee bronnen: eigen ervaringen, en de woorden van de Moeder Gods, Die dit steeds weer beklemtoont.

Deze tijd heeft U zonder enige twijfel één en ander opgeleverd voor Uw verdere leven. Op de dagen waarop wij het meest lijden, ontdekt onze ziel haar diepste kamers en leert zij als het ware boven crisissen uit te groeien, omdat zij in de pijnen zelf de kracht vindt om in te zien dat het leven ook in de pijn niet eindigt. Wanneer wij met God samenwerken, mogen wij er steeds van uitgaan dat Hij weliswaar geregeld één en ander afbreekt, doch geen ruïnen achterlaat. In de totale toewijding aan Maria merkt de ziel, wanneer zij zich in elk detail van het dagelijks leven daadwerkelijk aan de Koningin des Hemels overgeeft, dat Zij (de Hemelse Koningin) reeds terwijl Zij een muur van het leven afbreekt, bezig is met het optrekken van een nieuwe muur, die mooier en sterker is dan de eerste. De kracht om in te zien dat het leven ondanks de slagen van het lot verder gaat, put de ziel uiteindelijk uit Gods Hart. God is de lijdende ziel zeer nabij, omdat Hij weet dat zij zonder Hem de duisternis niet zonder kleerscheuren kan bedwingen.

Lieve zus, iets in U verlangt naar de nabijheid van de Moeder Gods, omdat Zij het symbool van de Ware Hoop, geborgenheid en troost is. Maria Zelf heeft oneindig veel méér geleden dan de meeste zielen weten. Weet U dat de grootste Smart van Maria in wezen liefdespijn was? Waaronder leed de Moeder Gods het meest?

  • onder de talloze zonden, die Zij als verwondingen van Haar Geliefde (= God!) beschouwde;
  • onder het onbegrip van veel zielen jegens Haar Goddelijke Zoon Jezus, Die Zij boven alles liefhad;
  • onder de vele scheidingen van Jezus: Vaak was Hij wekenlang onderweg voor evangelisering, terwijl Maria thuis moest blijven (omdat Zij daar Haar eigen opdrachten te vervullen had). Daar Zij in Haar Hart uiterst nauw met Jezus één was, leed Zij er vreselijk onder wanneer Zij op onfeilbare wijze merkte dat Hij leed (onder de grote tegenwind uit diverse hoeken...), en Zij Hem niet door Haar fysieke nabijheid kon bijstaan.
De Smarten van Maria waren in wezen allemaal liefdespijnen, Zij betaalde de prijs voor de volmaakte heiligheid, die niets anders is als de hoogste graad van ontwikkeling in de Liefde. Heiligheid maakt de ziel buitengewoon kwetsbaar. Wat wij op aarde gewaarworden wanneer een geliefde ziel (of in het algemeen een geliefd wezen) niet meer bij ons is, brengt ons iets over van datgene wat de ziel lijdt wanneer de Ware Liefde gekwetst is, en vormt om deze reden ook een zeker 'oefenterrein' op hetwelk wij onze eigen ziel beter kunnen leren kennen. Ook dit lijden kan spiritueel vruchtbaar worden gemaakt, wanneer men zich aanbiedt aan de Koningin des Hemels met de bedoeling dat Zij op grond van onze geweende en niet geweende tranen (namelijk de vele verborgen innerlijke pijnen en kwellingen) de genaden moge vrijmaken om zielen te bevrijden, die de ware, 'bovenaardse' Liefde tot God hebben verloren, respectievelijk die op grond van hun zondigheid de Hemelse Geliefde niet meer vinden.

Tracht U Uw lijden en smarten te verrijken met deze zingeving, en ik ben ervan overtuigd dat Maria, de Moeder van Troost en van de Ware Hoop, U de genade van een nieuwe weg zal bekomen. Nu kunt U dit nog niet voorzien, omdat God het zelden toelaat dat de ziel datgene ziet dat achter de volgende bocht op haar wacht. Ik weet echter hoe de Moeder Gods doorgaans tewerk gaat...

Lieve zus, ik omhels U heel stevig. Verliest U niet de moed, want op het spirituele vlak doorstaat U net een fase die U een stuk verder op de weg van de ontplooiing kan brengen, en tenslotte zijn wij precies daartoe op deze wereld. De juiste weg, in de zin van 'deze, welke God voor U heeft voorzien'... wordt ergens precies in deze dagen op een leven met U voorbereid! Vergeet U deze woorden niet, zij zijn gehuld in de Hoop van de Moeder Gods.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 460
Over vergeving en eigenwaarde – zou Myriam soms wel eens haar werken willen opgeven?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag antwoord ik U meteen met betrekking tot Uw vragen, hoe men zijn eigenwaarde kan verhogen, en of U Uw vader naar aanleiding van zijn verjaardag moet vergeven, omdat hij wellicht opnieuw alles dat vroeger is gebeurd, zal afstrijden.

Weet U, het opmerkelijke is precies dat U de beide gedeelten van Uw brief nauw aan elkaar knoopt. Uw eigenwaarde kunt U namelijk op een 'bovenaardse' wijze helpen herstellen door Uw vader Uw beste wensen over te brengen voor zijn verjaardag en hem te zeggen dat U hem hebt vergeven. Om het even hoe hij ook daarop reageert, U hebt die woorden dan in werkelijkheid niet slechts jegens een mens uitgesproken, doch eigenlijk 'tot Jezus in de medemens'. Dit kan vreemd klinken, maar laten wij nooit vergeten: God leeft in elke mens. In sommige zielen krijgt Hij nauwelijks de kans om Zijn Tegenwoordigheid en Zijn werking duidelijk voelbaar te maken, maar toch... Ik licht zo meteen de diepere zin van deze woorden nader toe.

Een ziel die iets heeft misdaan, weet dit vanbinnen altijd. Het verstand wil dit echter niet altijd toegeven. De psychologie noemt dit 'verdringing'. Het geweten echter, het innerlijk regelmechanisme van de ziel, binnen hetwelk het gedrag voortdurend wordt gecontroleerd tegen de achtergrond van Gods Wetten die – laten wij dit niet vergeten – zoals een nalatenschap in de ziel zijn neergelegd, weet het wanneer de ziel niet zuiver is.

De ziel heeft vergeving nodig, niet alleen van Gods wege, eigenlijk ook vanwege diegene in wiens nadeel de ziel een fout heeft begaan. Wanneer onder zielen geen vergiffenis wordt gegeven, kan namelijk het zaad van de wrok snel tot bloei komen, en dit zaad is binnen Gods Heilsplan zoals onkruid tussen de tarwe.

Wanneer U Uw vader van harte vergeving schenkt, brengt U als het ware op plaatsvervangende wijze goedmaking voor de gemaakte fouten, ook wanneer U niet schuldig was. Door vergeving wordt de duisternis die door begane zonden en fouten wordt nagelaten, in haar werkingen op termijn verlamd, zij wordt om zo te zeggen door het Licht van de Liefde doorstraald en onwerkzaam gemaakt. God in de schuldige medemens wordt geëerd. Wanneer ik dus zo-even schreef dat Uw woorden van vergeving in zekere zin tot God in de medemens worden uitgesproken, bedoelde ik daarmee dat U in principe tot God in de medemens zegt: "Ik vergeef de ziel, in dewelke U die hele tijd lang hebt geleden en door wier fouten U vervuild bent, en ik was via mijn van harte uitgesproken vergeving zowel U als deze ziel opnieuw rein". In wezen zijn immers zowel het Aanschijn van God als het gelaat van de ziel door de begane fouten verontreinigd geweest.

Vergeving schenken, is iets buitengewoon groots, wanneer de vergeving waarlijk uit het hart komt en daadwerkelijk zoals in een stortbad de onzuiverheden uit het betreffende hart wegspoelt.

Met betrekking tot Uw vraag: Heeft ook Myriam wel eens een 'kortsluiting' gehad, waarbij zij klaar was om aan alles de brui te geven?

Ook ik heb wel eens een dag waarop één en ander mij moeilijk valt, vooral wanneer ik moet vaststellen dat zielen die eigenlijk beter zouden moeten weten, de duisternis nalopen, voor open listen van de satan vallen, gecamoufleerde onwaarheden volgen terwijl zij mij verketteren, terwijl ik nog nooit één enkel woord heb verkondigd dat niet uit het Hart van de Moeder Gods Zelf kwam.

Let wel, wat mij in dergelijke ogenblikken moeilijk valt, is niet datgene wat zielen 'mij aandoen', maar datgene wat zij zichzelf, Gods Heilsplan en de Koningin des Hemels aandoen. U moet in dit verband voor ogen houden dat het deel uitmaakt van mijn roeping, deelachtig te worden gemaakt aan de Smarten in het Hart van de Moeder Gods, in een door Haar bepaalde mate. Maria draagt een onuitsprekelijk leed op grond van de zonden, dwalingen, misleidingen en verblinding, evenals op grond van de verkettering van stellingen die Zij dank zij de volmaakte Goddelijke Liefde aan de zielen kan overbrengen. Aan alles de brui geven echter, wordt door mij absoluut geen moment overwogen, dat zou wel het allerlaatste zijn, aangezien ik door de Koningin des Hemels precies ben geroepen om Gods Waarheid te verkondigen en te verdedigen, ongeacht hoe driest de duivel om die reden ook tegen mij tekeer gaat, en om het even vanuit hoeveel hoeken hij tracht, mij te vernietigen. Ik weet dat ik nog nooit heb gelogen, en God weet dit vanzelfsprekend eveneens, dat volstaat voor mij. Ik verloochen mijn roeping noch om al het goud of geld ter wereld noch op grond van alle laster vanuit de wereld, wel integendeel: Het Licht moet precies in deze tijd met méér volharding worden verspreid dan ooit voordien, nu de duisternis woekert zoals een zich uitzaaiende kanker.

Weet U, wanneer men weet wat vanbinnen werkelijk omgaat, en dag na dag door de Hemel zelf daarin wordt bevestigd, is het niet mogelijk om te kapituleren wanneer er zielen zijn die zich overgeven aan laster en verkettering... Het feit dat er zielen zijn die mijn roeping niet willen erkennen en niet in de echtheid van Maria Domina Animarum willen geloven, zou wel de laatste reden zijn om deze roeping en deze werken op te geven. Wanneer in de ziel de Hemel Zelf iets uitwerkt, luistert zij niet naar de dwaasheid van de wereld, die toch slechts woorden van duisternis kan spreken.

Ik wens U heel veel Licht en succes bij Uw vader. De Koningin des Hemels zal met U zijn!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 461
Adviezen bij ontwijding van de heilige Hostie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Veel dank voor dit bericht (ook al is het hartverscheurend). Mij is niet bekend wat het kerkelijk recht enzovoort, voor een dergelijk geval – hostieschending – voorschrijft. Zonder enige twijfel doet U er goed aan, deze zaak aan de bisschop voor te leggen, zoals U van plan bent te doen. Hopelijk neemt de bisschop in dit verband een verantwoordelijke beslissing, want uit elke heiligschennis komt uiteindelijk een nieuwe verstoring van het evenwicht in de Schepping en een verlaging van de staat van genade van de hele mensheid voort. Laten wij daarvoor nu reeds bidden.

De Moeder Gods Zelf adviseert Harerzijds in dergelijke gevallen akten van goedmaking, bijvoorbeeld aanbidding van het Allerheiligste, waarbij aan Jezus op plaatsvervangende wijze om vergiffenis wordt gevraagd. Concreet betekent dit: Ziel A (bijvoorbeeld Uzelf) aanbidt het Allerheiligste en vraagt voor ziel B (die de overtreding heeft begaan en die in dit geval verborgen of onbekend is) om vergiffenis, inzicht, Licht en vooral een veel grotere Liefde tot de lijdende Christus, want uiteindelijk wordt hier de lijdende Christus onteerd.

Lieve broeder, welk 'geluk' hebben wij, via de Wetenschap van het Goddelijk Leven te weten dat alles, elk element van duisternis, kan worden gecompenseerd, en wel door oprechte Liefde, en wel omdat wij allen zoals in een reusachtig netwerk met elkaar verbonden zijn. Wanneer het Licht in een knooppunt (dit wil zeggen in een ziel) in dit netwerk (dit wil zeggen in de hele Schepping) wordt verduisterd, kan dit Licht door akten van naastenliefde, onthechtingen, offers, boetehandelingen, en vanzelfsprekend door de heilige Eucharistie en door totale toewijding aan Maria opnieuw worden aangestoken, terwijl het Licht in het gehele netwerk precies door dergelijke akten opnieuw kan worden aangewakkerd.

Inderdaad, elke ziel kan te allen tijde een andere ziel, die heeft gezondigd en derhalve tijdens haar zonde de duisternis méér heeft liefgehad dan het Licht, tot een groter besef van het belang van haar gedrag tegen de achtergrond van Gods Heilsplan en van Gods belangen helpen komen. Soms kan dit worden bereikt via een gesprek. In veruit de meeste gevallen echter, zal een 'satelliet' nodig zijn, bijvoorbeeld de Moeder Gods, Die als Brug tussen Hemel en aarde en als Voorspreekster, Middelares en inwendige Gids en Lerares de ziel kan ontsluiten voor de opname van nieuwe genaden. Zij heeft daartoe de macht, en zal voor God Haar absoluut volmaakte Liefde inzetten als middel van compensatie. Laten wij nooit het effect van deze tussenkomst onderschatten, want dit Kanaal is door God Zelf geschapen en uitgerust. Maria is precies de Toevlucht der zondaars omdat Haar volmaakte Liefde een Vuuroven is, in dewelke elk zaad van duisternis kan worden verbrand alvorens het zich kan uitzaaien. Daartoe zijn goede wil en een vast Geloof noodzakelijk.

Vanzelfsprekend neemt de vaststelling van onze mogelijkheden tot compensatie de pijn niet weg. Mocht dit wel het geval zijn, dan zou dit erop wijzen, dat onze Liefde tot God en Zijn Werken veel te zwak is. Maar toch kunnen wij de uit Liefde tot ons brandende Verlosser en Zijn Smartvolle Moeder wat extra Liefde geven. Voor Jezus is het bijzonder belangrijk en pijnverzachtend wanneer Hij mag vaststellen dat een ziel die een dergelijke daad vaststelt of iets over een dergelijke daad verneemt, meteen ontvlamt van enthousiasme om Hem een compensatie van Liefde aan te bieden. Wij zijn mensen, en hebben allemaal onze beperkingen, tekortkomingen en zwakheden, maar het betekent voor Hem heel veel wanneer wij bereid zijn om onze wil voor HEM en ZIJN belangen in te zetten en op te offeren.

Laten wij één ding nooit vergeten: God heeft in principe helemaal niets nodig, omdat Hij alles IS en alles HEEFT, maar in één enkel opzicht is Hij arm, omdat Hem er zoveel aan gelegen is dat de mensenziel Hem boven alles liefheeft. God verlangt naar onze Liefde zoals een bloem naar de zon en naar water. Wat zon kunnen wij God aanbieden door Hem in alle omstandigheden van het leven lief te hebben, in het besef dat ook de beproevingen met het oog op onze Eeuwige Gelukzaligheid zijn als goud. Wat water kunnen wij Hem aanbieden door Hem dag na dag aan te tonen hoeveel er ons aan ligt om voortdurend te groeien in het Goddelijk Leven, opdat wij daadwerkelijk steeds méér één met Hem zouden worden, zoals Jezus dit zozeer heeft verlangd. Akten van goedmaking na vaststelling van een heiligschennis zijn voor God zonnestralen en waterdruppels, want zij brengen Hem Liefde en getuigenis van ons verlangen om Zijn belangen te verdedigen en daardoor de staat van genade van de mensheid wat te verbeteren, zodat wij allen wat méér één zijn.

Lieve broeder, er gebeuren met de Sacramenten – in het bijzonder met de heilige Communie – vreselijke, onvatbare dingen. Het ergste is dat zeer veel zielen, ook onder de vermeende christenen, zich er helemaal niet meer van bewust zijn dat zij in de heilige Communie met God Zelf te maken hebben. Hoe zou men kunnen verlangen om één te worden met wat men helemaal niet kent of niet herkent?

De eerste stappen naar een genadevolle ontmoeting met Christus in de heilige Communie zijn oprechte, onvoorwaardelijke Liefde en eerbied voor het Goddelijke. De Koningin des Hemels laat mij erop wijzen dat veel heiligschennissen met de heilige Communie nooit zouden worden begaan indien aan de zielen onvoorwaardelijk en zonder uitzondering zou worden geleerd, en hen via ondubbelzinnige voorbeelden in de praktijk zou worden getoond, dat zij met God Zelf te maken hebben, en wel door duidelijk te maken dat de heilige Communie nooit door niet gewijde handen zou mogen worden aangeraakt. Wie oren heeft, hij luistere!

Laten wij samen bidden voor een juist besef van Gods Tegenwoordigheid onder ons.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 462
De grote waarde van vermoeidheid – Wordt de transsubstantiatie door de aanwezigheid van andersgelovigen verhinderd? – Is Jezus slechts ten volle tegenwoordig in Zijn Kerk?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Onze medemens praat ons wel eens schuldgevoelens aan, niet steeds terecht, soms echter wél. Voor God geldt eigenlijk in de eerste plaats dat de werkelijke schuld van een ziel klein wordt wanneer zij – ook wanneer zij in principe niet helemaal correct tewerk is gegaan – waarlijk de bedoeling had om het goede te doen en zich bovendien niet van het feit bewust was dat er voor God oplossingen bestaan die 'correcter' zijn. Uw ingesteldheid ten aanzien van Uw echtgenoot is trouwens in Gods ogen heel lovenswaardig. Voor hem ligt de uitdaging hierin, dat nu Gods Voorzienigheid hem tracht vooruit te stuwen op het gebied van de vergeestelijking.

In verband met Uw vraag: Wat kan ik doen voor de arme zielen in het vagevuur?

Omdat U voortdurend heel moe bent, zou deze vraag in Uw geval heel gemakkelijk beantwoord kunnen worden: Lieve zus, waarom zou U niet heel eenvoudig tot de Meesteres zeggen "U voelt alles wat ik in mijn lichaam voel. Wil dit lichamelijk en moreel lijden aanvaarden als bevrijdende boete voor zielen in het vagevuur". Het van Liefde brandende Hart van de Koningin des Hemels zou van vreugde opspringen... Op deze wereld gaan te veel gewaarwordingen van vermoeidheid verloren, terwijl zij zulke waardevolle bronnen van genade vormen! Weet U, één van de redenen waarom op deze zo duistere wereld zoveel zwaar vermoeide zielen rondlopen, ligt niet slechts aan de jacht van het moderne leven, doch ook in het feit dat de ZIELEN – werkelijk op het spirituele niveau van het leven – bezwaard zijn (de zware wolken van de ondeugd en de zonde, die het Licht van de Waarheid voor hen verbergen, drukken op hen). Zo slepen zij zich doorheen de dagen.

Welnu, deze lichamelijke gesteldheden vormen gedroomde bronnen voor de vrijmaking van genaden tot bevrijding van zielen uit hun spirituele 'traagheid' (in de zin van 'niet geneigd zijnde om te veranderen'). Voor de zielen in het vagevuur kan dit eveneens worden ingezet, want deze zielen zijn ook nog spiritueel belast, als zouden zij met een last rondlopen, die hen zeer log maakt.

Ik citeer Uw volgende opmerking: "Ik neem mijn kinderen, en ook mijn moeder, hoewel zij protestants zijn, mee naar de katholieke Mis hier ter plaatse. Wordt de transsubstantiatie verhinderd wanneer teveel protestanten aanwezig zijn?"

Absoluut niet. De transsubstantiatie (de verandering van brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Christus) is een Werk van Goddelijke Genade. God maakt Zijn Werken niet Zelf onwerkzaam omdat één of meer ongelovige zielen aanwezig zijn. De duivel zou dit maar al te zeer wensen, maar God laat Zich Zijn Liefde niet afnemen. Een gelijkaardige situatie zou bijvoorbeeld deze bij de kruisiging van Jezus zijn geweest: Op Calvarie stonden zeer veel zielen die niet eens wilden of konden geloven dat Jezus de Zoon van God was. Slechts weinigen erkenden dat daar de Messias bezig was, de grote en eeuwig geldige Verlossingsakt te voltrekken. Hoe zou het eruit zien voor de zielen van alle tijden indien Jezus daar op grond van de aanwezigheid van veel ongelovigen de Verlossing niet had voltrokken?

In bepaalde boodschappen hebt U gelezen dat Jezus zou hebben gezegd dat Hij slechts in Zijn Kerk met Lichaam en Ziel aanwezig zou zijn. Wie niet in dit Geloof is, zou Hem ook niet zonder eerbied mogen ontvangen. Wanneer zoiets in Zijn Kerk gebeurt, zou Hij niet aanwezig zijn. U zegt in dit verband dat Jezus toch heeft gezegd: "Ik ben met jullie alle dagen!".

Inderdaad. Vanzelfspekend is het juist, dat Jezus niet zonder eerbied zou mogen worden ontvangen en dat een aanhanger van een andere geloofsgemeenschap, die niet in de transsubstantiatie gelooft, Jezus niet in het Sacrament behoort te ontvangen. Wij hebben in de heilige Communie immers met een contact met God te maken! Maar: Ook zeer veel rooms-katholieke christenen zien deze realiteit over het hoofd!

Vanzelfsprekend is het de opdracht van elke christen om met volharding de regels van het ware christendom te volgen, in volle geloof in de Sacramenten en in de verhevenheid, macht en positie van de Allerheiligste Maagd binnen Gods Heilsplans. Nochtans mag men nooit uit het oog verliezen dat God Zich niet door de zielen laat beroven van de effecten van Zijn Mysteries. God tracht immers voortdurend zielen voor Zijn enige Waarheid te ontsluiten. Derhalve zou Hij ZIjn eigen Plannen tegenwerken indien Hij de effecten van Zijn Mysteries slechts zou voorbehouden aan dezen, die reeds rooms-katholiek zijn. Slechts wanneer God werkelijk en altijd bij de transsubstantiatie tegenwoordig is, kan een ziel die niet ten volle de enige Waarheid belijdt, ooit de atmosfeer van Gods Tegenwoordigheid leren ervaren (zoals dit bij de transsubstantiatie het geval is).

Om deze reden, lieve zus, lijkt het weliswaar 'logisch', respectievelijk aannemelijk te zijn, dat Jezus 'alleen in Zijn Kerk' ten volle aanwezig is en dat Hij slechts in een niet modernistische Mis ten volle aanwezig is, maar desondanks is deze veronderstelling in haar beide elementen niet correct. Laat ik dit even kort toelichten:

  1. Is Jezus in een modernistische Mis niet ten volle tegenwoordig, in vergelijking met de traditionele Mis?
    Let op. De genaden stromen in de transsubstantiatie in het kader van een modernistische Mis in dezelfde mate als in deze in het kader van een strikt traditionele Mis, maar deze hoeveelheid wordt in een modernistische Mis in een hoge mate rechtstreeks uit de Goddelijke Barmhartigheid geput, als genaden die anders voor heel andere behoeften in de Schepping zouden kunnen worden aangewend. In een traditionele Mis worden de grondstoffen voor de bereiding van de genaden reeds in grote hoeveelheden door het ritueel zelf geleverd, terwijl deze in modernistische Missen in veel geringere hoeveelheden in het ritueel worden aangeboden en derhalve vanuit de Goddelijke Barmhartigheid zelf moeten worden gecompenseerd.
  2. Is Jezus alleen in Zijn Kerk ten volle tegenwoordig?
    In dit verband laat de Meesteres van alle zielen mij erop wijzen, dat een ziel die haar rooms-katholieke christen-zijn in haar hart beleeft, en bijvoorbeeld een gebouw betreedt in hetwelk vieringen van een ander geloof worden gehouden, zelfs daar tot een volkomen vereniging met Jezus en Maria in het hart kan komen. Jezus weigert niet in een ziel binnen te treden op grond van de aard van het gebouw waarin deze ziel zich bevindt: Wanneer U Jezus en Maria bijvoorbeeld aanroept vanuit een boeddhistische tempel, twijfelt U er dan geen ogenblik aan, dat Zij ook daar onmiddellijk in Uw hart binnenkomen. De ziel is zoals een magneet die is voorzien van het vermogen om God naar zich toe te trekken, om het even waar het lichaam zich ook moge bevinden.

Lieve zus, ik omhels U ter bemoediging. Volgt U met volharding de weg voor dewelke U ondanks zoveel hevige tegenwind hebt gekozen. U zult niet teleurgesteld achterblijven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 463
Oververmoeidheid en de grenzen van de zelfgave – Over vragen naar het 'waarom' van de dingen – Over de overgave aan het onzichtbare – spirituele ontplooiing als 'thuiskomen', bron van zingeving en zelfkennis – spirituele groeicrisis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Zoals U terecht schrijft, zijn periodes van uitputting en ziekte een zuivering. God laat dergelijke perioden vaak toe als een aanzet tot bezinning, en uiteraard ook als offertijd. De ziel wordt in dergelijke fasen in situaties geleid waarin zij wegen moet vinden om boven zichzelf uit te stijgen, een aantal dingen anders te gaan bekijken, en de echte waarden in het leven te leren ontdekken, en vaak nog veel méér. In dergelijke periodes leert de ziel haar eigen beperkingen en reactiepatronen vaak beter observeren dan in periodes waarin alles 'normaal' verloopt. Het zijn ook oefeningen in totale zelfgave. Heeft dit grenzen? In feite mogen er geen grenzen zijn, al adviseert Maria steeds om voor ogen te houden dat men beter niet te vaak ver over de schreef gaat, omdat men niet roekeloos mag worden. In periodes van zware oververmoeidheid (die zijn in het kader van een roeping voor de Hemel onvermijdelijk schering en inslag) herinnert Zij mij er regelmatig aan dat ik mij voor ogen moet houden 'dat ik er morgen ook nog voor Haar moet zijn', met andere woorden: dat ik niet zo ver in het rood mag lopen dat ik mij vandaag totaal uitput...

Hoe terecht schrijft U dat Jezus en Maria de beste therapeuten zijn. Eigenlijk zijn Zij ook de enige therapeuten: Zij werken rechtstreeks, en ook doorheen mensen. In de diepte genezen, kan alleen 'van Boven uit'. Toch ontbreken deze Therapeuten vrijwel compleet in de psychiatrie. Ja, Zij ontbreken in de hele wetenschap: Onze wereld is overgerationaliseerd, en in een verstandswereld is geen plaats voor God. Welke kortzichtigheid... Wat kan men daaraan doen? Men kan zelf trachten, Hen te vertegenwoordigen in het werk dat men doet. God heeft de mensenziel immers de opdracht gegeven, Hem jegens de hele Schepping te vertegenwoordigen. Ieder van ons moet jegens zijn/haar medeschepselen God tegenwoordig stellen, door spiegel van Zijn Liefde te zijn. Een heel grote opgave, maar zij geeft een veel grotere zin en vervulling aan situaties die anders zinledig kunnen lijken of gemakkelijk ontmoedigen of uitputten.

Weet U, veel vragen over het 'waarom' der dingen in ons leven kunnen slechts op één manier worden beantwoord: door in te zien dat alles beantwoordt aan een Plan dat God met ons leven heeft, en dat wij vaak niet tot in de details mogen doorgronden. Hij beoogt hiermee steeds onze heiliging. Wanneer wij ons dat voor ogen houden, verkleint gaandeweg de behoefte om antwoorden te krijgen op onze 'waarom'-vragen. Dat is dan een kwestie van groeiende overgave, en een ziel in overgave komt er geleidelijk toe, Vrede te krijgen met de stille zekerheid dat zij later alle antwoorden zal krijgen, en wel in de volheid, niet in de onvolmaakte mate waarin zij de antwoorden hier op aarde slechts kan bevatten... Hier treedt de deugd van de Hoop in werking, die eigenlijk het stevigste fundament voor de innerlijke Vrede vormt. De Ware Hoop heeft ook heel veel te maken met een blind vertrouwen op Gods Liefde, die hierin tot uiting komt dat Hij met ons slechts het allerbeste voorheeft.

Het is goed, er steeds rekening mee te houden dat Gods Voorzienigheid ons vaak tot aan de grenzen duwt opdat wij zouden beseffen dat wij meer moeten loslaten, dat wij onszelf spanningen opleggen door zelf vanalles en nog wat te willen regelen. Wanneer wij in situaties komen waarin wij tot God moeten zeggen 'nu ben ik aan het einde van de weg, nu ligt de bal in Uw kamp', begint in feite onze eigen spirituele genezing. Het is opmerkelijk hoe moeilijk het voor de mens is om tot God of tot Maria te zeggen: "Blinddoek mij maar en duw mij in welke richting dan ook, ik weet dat ik in Uw handen ben". Nochtans zullen mensen en situaties ons veel vlugger ontgoochelen, in de steek laten of zich tegen ons keren, dan de Hemel. Ja, het is een geweldige zelfoverwinning om zich over te geven aan datgene wat men niet kan zien! Ik kan echter met heel mijn leven en heel mijn wezen getuigen dat de Koningin van Hemel en aarde een veel grotere realiteit is dan oneindig veel dingen van 'hier beneden'. Gelooft U erin, lieve zus, Maria kan Uw leven heel grondig veranderen. Dat is wat Zij reeds doorheen dit Apostolaat tracht te doen.

Tot mijn vreugde las ik in Uw brief hoe U aansluiting hebt gevonden met een religieuze gemeenschap. Wanneer de ziel zich op een spiritueel leven oriënteert, is het alsof zij thuis komt. De ontdekking van het eigen diepe wezen is automatisch ook een begin van ontdekking van het Wezen van God, want in onze ziel heeft Hij trekken van Zijn handtekening verborgen, van Zijn eigen aard, Zijn voorliefden, Zijn verlangens. Hij heeft in onze ziel het zaad van de ontdekking van Zijn Plannen uitgestrooid, opdat wij enigszins zouden begrijpen waarnaar Hij streeft – de grondvesting van Zijn Rijk van volmaakte Liefde en Vrede op aarde. Opdat dit zaad daadwerkelijk zou rijpen en bloeien, moet de ziel een zo groot mogelijke zuiverheid betrachten. Zuiverheid is de eigenschap waardoor de ziel tot een spiegel van Gods Hart wordt. Naarmate de ziel zich zuivert, zal haar inzicht in Gods verlangens, in Zijn Wet en in Zijn bedoelingen groeien.

In het spirituele leven ontdekt de ziel de ware zin van het leven: Deze ligt niet in het wereldse, want dat is slechts de vergankelijke bedding waarop de ontwikkeling van het zielsleven zich moet voltrekken, dat slechts één uiteindelijke doelstelling heeft: de ziel klaar te maken voor de ontmoeting met God en het Ware Leven in Zijn Tegenwoordigheid. Dit Ware Leven in de Eeuwige Gelukzaligheid kan de ziel slechts aan zodra zij in de juiste gesteldheid verkeert: een volkomen gelouterde Liefde, onvoorwaardelijk en van elke wereldse bijmenging ontdaan. In deze gesteldheid ervaart de ziel de ware Vrede van Christus, het vrij-zijn van alle innerlijke spanning die haar oorsprong vindt in een onvolkomen beleving van de Liefde. De vereniging tussen de ziel en Gods Hart is dan te onvolkomen om de rust van het volledige vertrouwen in Zijn Liefde te ervaren.

Naarmate de spirituele beleving van de ziel zich verdiept, leert zij zichzelf dieper kennen: haar zwakheden, haar gesteldheden in noodsituaties, haar gedrags- en reactiepatronen, haar kwetsbaarheden en verleidbaarheden, haar verborgen verlangens, haar verborgen angsten of onzekerheden, alles wat haar van de eenwording met Gods Hart kan verwijderen. Precies deze ontdekkingen zijn dan de muren waar zij overheen moet zien te komen. Soms wordt de ziel bij de aanblik van onvermoede nevelen in haar diepste wezen ontmoedigd, en komt zij tot een afkeer van zichzelf of tot een ongeloof in haar vermogen om zich naar hogere trappen te verheffen.

De ontdekkingsreis doorheen de eigen diepe gesteldheden kan zich ofwel negatief ofwel positief uitwerken. Dat geldt eveneens voor de ontmoeting met de Hemelse Koningin zoals Zij werkelijk is: Ofwel klapt de ziel in elkaar onder de overweldiging vanwege die volmaaktheid, die verhevenheid, die bovennatuurlijke schoonheid van die vlekkeloze uitstraling, ofwel slaat dit alles in de ziel als een bliksem die haar als door een explosie vooruit brandt in het verlangen om dat zo verheven Wezen zo dicht mogelijk te benaderen, omdat de ziel dat contact niet meer kan missen.

Het is mij meermaals vergund geweest, te zien welk effect de Tegenwoordigheid van de Hemelse Koningin op demonen heeft: Zij worden vreselijk gekweld door Haar buitengewone uitstraling, die zij ervaren als een verschroeiende macht. Het geheim van deze macht is Maria’s Liefde, die een smetteloze spiegel is van Gods Hart en die automatisch als een zonnegloed uit Haar straalt. De Meesteres van alle zielen vertegenwoordigt naar de demonen toe de volmaaktheid van het Goddelijk Leven, het absolute tegendeel van hun eigen innerlijke dood. De mensenziel kan enigszins gelijkaardige conflicten ervaren tijdens haar spirituele groei: Hoe zwakker het Goddelijk Leven in de ziel bloeit, des te meer barrières heeft zij te overwinnen om zich naar steeds hogere niveaus van heiliging te verheffen.

Het verheugt mij zeer dat U vastberaden bent, deze ontdekkingsreis in innige eenheid met de Meesteres van alle zielen te beleven. Zij is ons geschonken als de volmaakte Gids in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. God heeft de mensenziel voorzien als Zijn vertegenwoordigster jegens de Schepping. Maria is de absolute Kroon onder de mensenzielen en derhalve de absolute Vertegenwoordigster van Gods Werken jegens de Schepping. Laat U Haar het wonder in U voltrekken, en bedenkt U steeds: Maria bezit de macht om elk zaad in een bloem te veranderen, maar daartoe moet het zaad bereid zijn om zich in Haar handen over te leveren. De ziel doet dit door in alle details van haar leven actief met haar Hemelse Meesteres mee te werken. De totale toewijding aan de Hemelse Koningin is een verbond waarin de overgave en dienstbaarheid van de ziel geleidelijk door de Meesteres van alle zielen wordt omgezet in heiliging.

Lieve zus, ik hoop U een klein straaltje van ondersteuning te hebben kunnen meegeven, al was het slechts door mijn hart even op het ritme van het Uwe te laten kloppen in de strijd tegen de wolken boven onze levensweg. Het is heel belangrijk dat wij elkaars hand niet meer loslaten, want om ons heen woeden de stormen die ons van het Eeuwige Licht trachten los te rukken. Ik neem U met vreugde mee naar de voeten van de Meesteres van alle zielen. Zij is ons gegeven als het Grote Teken van Gods definitieve overwinning over alle duisternis. Heel graag ondersteun ik U in gebed en wens ik U de verrukking van de ervaring van Maria’s ware heerschappij in Uw ziel.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 464
Over de spirituele betekenis van relaties en contacten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wat Uw ex-vriend betreft, hebt U het juiste gedaan. Weet U, zoveel dingen in het leven ontwikkelen zich, niets blijft zoals het ooit was. Niet alle situaties zijn echter door God bedoeld om levenslang te duren. Veel komt op onze weg om tijdelijk onze ziel te helpen vormen. Zo gaat het met zeer veel contacten tussen zielen onderling, tussen zielen en dieren, enzovoort. Elk contact, elke relatie, alles heeft een vormende waarde, zij het soms slechts van voorbijgaande aard. Ik zou eigenlijk dit beeld kunnen gebruiken: In dit leven moet de ziel zich een tempel bouwen. Opdat deze tempel stabiel, weerbestendig, enzovoort, zou worden, moet hij uit een veelvoud van diverse stenen bestaan. Deze veelvoud staat voor onze ervaringen. Steeds weer raakt iets of iemand onze levensweg: Dit 'iets' of iemand levert ons telkens enkele stenen voor onze tempel, en wij bouwen en bouwen. Bepaalde contacten duren langer en zijn veelzijdiger: Deze leveren ons een grotere hoeveelheid stenen, omdat wij in Gods ogen nu eenmaal grotere hoeveelheden van die welbepaalde stenen nodig hebben.

Dit alles betekent echter, dat het normaal is dat steeds weer contacten en relaties met medemensen niet bedoeld zijn om duurzaam te blijven bestaan. Deze zielen zullen dan onze levensweg op zekere dag weer verlaten, om in vele gevallen nooit meer op onze weg terug te keren. Soms verlicht dit ons misschien enigszins, in andere gevallen maakt het ons bedroefd, soms lijkt dit zelfs ons hart te breken. Niettemin moet de ziel steeds weer trachten, deze hele wisselwerking en deze voortdurende veranderingen als Werken van Gods Voorzienigheid te beschouwen, die voor het leven van de ziel zelf en eventueel voor het leven van anderen (onder andere de zielen die 'de andere partij' van het contact vormen) noodzakelijk zijn. Tenslotte beoogt God met elke ziel slechts één ding: dat zij een leven zou kunnen voeren, dat zowel haarzelf als Gods Heilsplan als geheel vruchten oplevert.

Om deze reden moet een ziel zich ook niet steeds meteen de vraag stellen, of zij iets verkeerds heeft gedaan, vermits dit contact, deze relatie plots is beëindigd. De ziel kan het niet steeds verhelpen wanneer een contact met een medemens niet blijft duren, uiteindelijk is dit steeds op Goddelijke leiding gebaseerd: De relatie heeft dit en dat opgeleverd (louter op het spirituele niveau van het leven beschouwd), de betreffende zielen zijn op dit of dat punt van hun levensweg en de met hun levensweg gepaard gaande ontwikkeling beland, derhalve is deze of gene verandering nu passend... zo ongeveer kunnen wij ons de 'gedachtegang' van de Goddelijke Voorzienigheid voorstellen. Voor de ziel wordt een kamertje gesloten en gaat een nieuwe deur open. Van haar wordt op dat punt een aanpassing gevraagd. Ik heb er vroeger reeds moeten op wijzen, dat het precies die aanpassingen in het leven zijn, die dienst doen als schakelpunten op de weg naar de heiligheid: Op een dergelijk schakelpunt moet de ziel een beslissing nemen, die ofwel vruchtbaar ofwel niet vruchtbaar kan worden voor haar heiliging en voor Gods Werken, en bovendien moet zij klaar komen met alles wat in haar omgaat. Meteen raken wij hier diverse deugden aan: Blijft het hart zuiver, of komen gevoelens van wrok en dergelijke naar boven? Aanvaardt de ziel de verandering, of verzet zij zich tegen deze beslissing, die uiteindelijk door Gods Wijsheid is genomen? Enzovoort.

Gemakkelijk is dit alles niet, want bepaalde menselijke barrières moeten hier worden overwonnen. Precies daarom is het voor een ziel zo belangrijk dat zij er alles zou aan doen om zich op elk vlak van het leven volledig op de dingen des Hemels te richten. Slechts in de mate waarin een ziel werkelijk begrijpt – en dit ook als realiteit ervaart – dat elk detail van het dagelijks leven iets te betekenen heeft in het kader van de vervulling van Gods Werken, en dat dit alles in de eerste plaats God en Zijn Heilsplan moet dienen, zal zij zich geleidelijk aan bij alles kunnen neerleggen.

Voor de ziel zelf is eigenlijk niets waarlijk van belang, want het aardse leven is vergankelijk, alles is louter een passage op de tijdslijn, een punt dat het beeld van het aardse leven van een ziel helpt invullen. Om deze reden is in principe elke gebeurtenis op zich onbelangrijk. Belangrijk is slechts datgene wat de ziel met elke gebeurtenis doet, want dat bepaalt de deugdzaamheid en de staat van genade van deze ziel. Helaas is de mensenziel sedert de erfzonde zo 'geherprogrammeerd' dat zij in de eerste plaats al het wereldse als middelpunt van het gebeuren beschouwt. Niettemin is het wereldse slechts het geheel van de middelen om het eigenlijke doel te bereiken: de heiliging, de verwezenlijking van het Goddelijk Leven in de ziel. De ziel die dit werkelijk heeft begrepen, komt soepeler over de horden van de beproevingen van het dagelijks leven heen: Haar ware leven ligt in de Hoop, die in de eeuwigheid wordt veranderd in volmaakt Geluk.

Ik wens U een bijzondere Vrede in het hart toe.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 465
Het afscheid van een levensfase

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het spijt mij waarlijk zeer voor U, dat U de firma zult moeten opgeven. Een roos die men jarenlang heeft verzorgd en gekoesterd, snijdt men niet zonder hartenpijn af, zelfs niet wanneer zij haar schoonheid uit vroegere dagen heeft verloren. Ik kan U heel goed begrijpen, temeer daar Uw hele leven rond de firma was opgebouwd. Steeds weer leert de Moeder Gods ons dat wij geregeld takken en twijgen van onze levensboom moeten afsnijden opdat de voeding van de ziel als geheel zou kunnen worden geoptimaliseerd. Takken en twijgen die te weinig vruchten opleveren, trekken zoals bekend voedingsstoffen uit de bodem naar zich toe, die in andere takken de vruchtbaarheid zouden kunnen verhogen.

In principe kunt U dit beeld ook toepassen op Uw situatie. De tak met een verlaagde vruchtbaarheid aan Uw levensboom zou de firma zijn, de bodem de Moeder Gods, omdat U aan Haar toegewijd bent. Maria voedt immers de ziel op alle niveaus van haar leven in de mate waarin de ziel zich daadwerkelijk aan Haar heeft overgegeven en deze overgave in alle details van het dagelijks leven waarlijk levend is. Wanneer de ziel in haar leven takken in stand tracht te houden, die ergens op de tijdslijn van haar leven hun grootste vruchtbaarheid hebben verloren, zal de Meesteres van deze ziel de Beschikkingen van Gods Voorzienigheid zo trachten te sturen dat deze ziel deze takken geleidelijk kan afsnijden. Dit betekent tevens dat de Hemelse Tuinierster, die immers het allerbeste met de zielentuin voorheeft, zal trachten, de voeding uit Haar Hart naar andere takken van de levensboom toe te leiden.

De Koningin des Hemels leert dat de beste, doeltreffendste, vruchtbaarste, meest Heil brengende gedraging van de ziel deze is, bij dewelke zij met volharding en vertrouwen om leiding door Maria en inzicht in de tekenen van Gods Voorzienigheid in het dagelijks leven bidt, elke situatie in het dagelijks leven in de innigste verbondenheid met het Hart van de Koningin des Hemels beleeft, en de tekenen van de Voorzienigheid op haar levensweg benut als wegwijzers bij al haar beslissingen. Gods Beschikkingen, lieve zus, leert men slechts kennen in de sfeer van het gebed en de toewijding, en bovendien slechts diep in het hart, niet door het verstand. Gods wenken en richtlijnen komen zo goed als altijd via de deur van het hart binnen. Daar wordt immers de Goddelijke Liefde verwerkt, dit wil zeggen in het zielenleven ingebouwd, tot voeding van de levensboom.

Sluit U daarom niets uit, laat U elke nieuwe weg open. Wanneer datgene dat U momenteel als verlangen in Uw hart koestert, inderdaad volgens Gods Wijsheid en de noden van Zijn Heilsplan bevorderlijk is voor de vruchtbaarheid van Uw zielenleven, zal dit U op zekere dag duidelijk worden gemaakt, mits U Uw hart open houdt en tracht, Uw gebedsleven goed te blijven voeden. Uw leven is helemaal niet ten einde, noch zou het zinloos zijn geworden. De levenspassage die zich geleidelijk aan afsluit, is in werkelijkheid zelfs een bron van genaden voor een wederopbouw, als het ware voor een 'economisch wonder in de ziel', indien U deze passage als zodanig aanvaardt en aan Maria toewijdt. Het feit dat iets dat een ziel heeft opgebouwd, niet een leven lang in stand wordt gehouden, is geen teken dat haar leven een mislukking zou zijn. In Uw ziel kan deze fase zelfs zeer vruchtbaar worden, want ergens moet dit verloop binnen Gods Heilsplan passen.

Ik bid van harte voor U om de duidelijke leiding vanwege de Zetel van Wijsheid, de Behoedster van ons Heil.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 466
Wanorde in de ziel – Maria als magneet – de 'zwarte dagen' als tekenen van de voorbereiding van een wedergeboorte

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het is mij steeds een vreugde wanneer een ziel vanuit een oprecht liefhebbend hart haar intenties voor de Meesteres van alle zielen laat brengen. In principe zijn wij allemaal kinderen. In ons is nu eens een opstandigheid, dan weer dwaasheid, dan eens ongeduld, dan weer gemakzucht, en vragen zonder einde. De Moeder van Haar kant weet wat goed is voor ons, heeft de ervaring, en kent de weg. Voor een liefhebbende moeder worden de vragen en de onbezonnenheid van haar kinderen niet meteen te veel. Wanneer een kind niets hoeft te vrezen van zijn liefhebbende moeder, hoeveel minder dan nog zouden wij moeten vrezen dat wij de Grote Moeder in de Hemel ooit in de weg zouden lopen: Haar Liefde is immers absoluut volmaakt. Zij kent de menselijke zwakheden, en Zij is bekleed met een absoluut volmaakte Wijsheid en een absoluut onbegrensde macht. Zij doorgrondt bovendien het wezen van de ziel, en weet dat zij een Werk van God is, dat op grond van een Goddelijke Wet doorheen een leven in de materie, de stoffelijkheid, moet gaan om na voortdurende heiliging naar God terug te keren.

Ja, de levensreis is een tocht die, in de brede zin van het woord, begint met de ontvangenis van de ziel. Bij haar ontvangenis echter krijgt de ziel – dit Werk van God – het stempel van de ontwaardiging door de erfzonde opgedrukt, zodat de terugweg naar God in principe een reis van vervolmaking, van heiliging moet zijn. Deze vervolmaking is een kwestie van voortdurende zuivering, spirituele voeding en opbouw van de ziel, waarbij de ziel zich naar steeds hogere niveaus van heiliging, van genade verheft, steeds méér los van de effecten van de erfzonde. Daar ligt precies de grote opdracht van de Meesteres van alle zielen ten bate van de zielen, in het bijzonder van dezen, die zich in toewijding volkomen aan Haar hebben overgegeven: Zij is buitengewoon geschikt, en door God uitverkoren, om de zielen op deze zuiverende reis te begeleiden, want het gaat hier om niets minder dan de voltooiing van Gods Heilsplan. Elk mensenleven is ertoe geroepen om daartoe bij te dragen.

Maakt U zich noch te veel zorgen noch te veel verwijten over de wanorde in Uw leven, want deze hoeft niet noodzakelijk toe te schrijven te zijn aan nalatigheid of gebrek aan zorgzaamheid. In U – en dat is in de totale toewijding aan Maria niet ongebruikelijk – leeft dat intens verlangen om alles wat niet door de Meesteres gewenst is, uit Uw leven en uit Uw eigen denken en voelen te verwijderen en U los te maken van veel dingen die de heiliging niet bevorderen. Bij een dergelijke ingesteldheid leeft de ziel van de ene strijdsituatie in de andere. Voortdurend wordt Uw geweten eraan herinnerd dat dit en dat in U nog verder opgewaardeerd moet worden. Voortdurend zal ook de satan er alles aan doen om U te ontmoedigen, opdat U vooral niet meer zou durven geloven dat U op zekere dag boven Uzelf zult uitstijgen.

Lieve broeder, ik heb het reeds mogen schrijven: De ziel die zich werkelijk totaal aan de Koningin des Hemels overgeeft, lijkt op een bouwwerf. Men kan zich de vraag stellen of de tempel van een ziel eigenlijk ooit werkelijk klaar is? 'Klaar' is de zielentempel pas in de staat van volmaakte heiligheid. Elke nieuwe tempelmuur wordt onmiddellijk door de stormen van het dagelijks leven en van de eigen herinneringen op de proef gesteld. Dat alles kan in de ziel gevoelens van een complete chaos oproepen, die haar kunnen verlammen en ontmoedigen. Het komt er derhalve op aan, zich geregeld, bijvoorbeeld naar aanleiding van de avondtoewijding of het avondgebed, tot de Hemelse Meesteres te richten met de smeking dat Zij door Haar voelbare Aanwezigheid in de diepte van het hart opnieuw orde zou scheppen in de gedachten, gevoelens en alle processen in het zielenleven.

U kunt zich dit ongeveer als volgt voorstellen: Geregeld zijn gedachten, gevoelens, bestrevingen, de wil en dat wat wij werkelijk doen en zeggen, alles behalve georganiseerd, dit wil zeggen absoluut niet op één enkel doel gericht. De ziel begrijpt zichzelf niet meer, zij 'weet zelf niet eens meer wat zij wil'. Indien de ziel een ijzeren blokje zou zijn, zou men zich kunnen voorstellen dat zij dan zou bestaan uit een grote hoeveelheid ijzersplinters. Wanneer de ziel nu om de voelbare Tegenwoordigheid en heerschappij van de Koningin des Hemels smeekt, zich helemaal voor Haar openstelt, en Zij daadwerkelijk Haar werkingen in de ziel voelbaar maakt, werkt Zij zoals een magneet die de ijzersplinters naar zich toe trekt. Dit beeld is heel toepasselijk, want wat doet de Meesteres in de ziel die zich vol verlangen aan Haar weggeeft? Zij trekt in deze ziel als het ware alles samen en oriënteert het geheel opnieuw op één enkel punt (de levensroeping! Het is immers door de verwezenlijking van de levensroeping, die voor elke ziel verschillend is, dat de ziel naar haar grootste vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan moet streven). Daarbij trekt Zij ook de ziel naar Zichzelf toe, opdat deze zich met Haar, de Volmaakte, zou kunnen verenigen.

In dit hele proces van koerscorrectie in de ziel vindt de ziel haar innerlijke Vrede terug, en herkent zij plots weer datgene, wat zij zich bij haar toewijding tot doel had gesteld. Deze 'nieuwe start' heeft tot gevolg dat de ziel veel negatieve dingen en veel onzekerheden achter zich laat, en in de plaats van de vele schaduwen, nieuw Licht in zich vindt. Precies op dit punt blijkt de realiteit en de waarheid van de uitspraak dat precies tijdens de crisissen, op de 'zwarte dagen', de dagen van ontmoediging en spirituele verlamming, de Koningin des Hemels nog het machtigst in de ziel werkt en een wedergeboorte voorbereidt. Alleen moet de ziel daarbij ten volle meewerken (het belang van de vrije wil van elke ziel!).

Opdat de magneet Maria het ijzer (de ziel) volkomen naar zich toe zou kunnen trekken, mag het ijzer niet al te zeer vervuild zijn. Om die reden bereikt de toewijding aan Maria haar machtigste effecten in de mate waarin de ziel zich bevrijdt van het vuil van wereldse invloeden. De wil tot onthechting is het begin van alle zuivering, en maakt de macht van de magneet pas goed voelbaar. Zo wijst de Meesteres van alle zielen ons weer eens op een prachtige parallel tussen een wet uit de fysica en een Wet van het Goddelijk Leven. God stelt tekenen.

Lieve broeder, laten wij elkaar stevig de hand reiken, opdat wij elkaar wederzijds zouden kunnen leiden. De Magneet op dewelke wij ons moeten oriënteren, moet ons immers naar Zich toe kunnen trekken en ons in Zich kunnen opnemen, want Zij is de Spiegel van de Eeuwige Liefde en van de vervolmaking van elk leven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 467
Over de Ware Liefde – over spirituele plichten jegens de huwelijkspartner

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Om diverse redenen heeft deze antwoordbrief wat vertraging opgelopen. De Meesteres van alle zielen heeft U echter nooit losgelaten en heeft Zich gedurende de wachttijd over U ontfermd. Meteen bij ontvangst van Uw brief heb ik, zoals steeds, Uw vragen voor de Meesteres neergelegd, Uw hart en alle leed en pijn heb ik aan Haar toegewijd, en heb dan afgewacht tot het teken kwam dat Maria Haar Liefde ook in deze brief in U wilde uitstorten. Zo ver is het nu, laten wij samen Gods Voorzienigheid danken.

Eerst met betrekking tot Uw vraag, omdat U als gehuwde vrouw met een andere, eveneens gehuwde man een buitengewoon liefdevolle relatie hebt beleefd: "Kan het zijn dat achter een zo innige Liefde zoals wij er één hebben beleefd, niettemin de bekoorder schuilgaat?"

Vaak wordt gezegd dat de 'ware liefde' slechts één maal in het leven komt. Hier mag echter iets niet worden verward. Datgene wat de wereld onder 'liefde' verstaat, is iets heel anders dan wat de Hemel onder Ware Liefde (let op de hoofdletters!) verstaat. Ware Liefde moet elke ziel voor elk medeschepsel voelen. Dus in die zin, lieve zus, is er niets verkeerds aan, wanneer een vrouw Liefde voelt voor meer dan één man, of een man voor meer dan één vrouw. Het moet dan echter wel spirituele Liefde (dus Liefde van ziel tot ziel) betreffen. De gehuwde ziel moet er echter zeer nauwgezet op letten dat elke relatie tot een ziel van het andere geslacht wordt gedreven door zuiver spirituele Liefde, dit wil zeggen: Er mag geen sprake zijn van lichamelijke 'liefde'.

Lichamelijke aantrekking is er echter hetzij wel, hetzij niet, en er zijn vele trappen in deze aantrekking mogelijk. Wat wij echter zelf in elk geval kunnen en moeten beïnvloeden, is de wijze waarop wij hiermee omgaan. Wanneer bij een gehuwde ziel sprake is van lichamelijke of zelfs seksuele binding met een andere ziel dan deze met dewelke men gehuwd is, gaat inderdaad de bekoorder erachter schuil. Het Sacrament van het huwelijk is heilig en moet in alle omstandigheden worden beschermd als onschendbaar.

Wanneer wordt afgezien van geslachtsverkeer, kan elke relatie tot een hulpmiddel tot vervolmaking in de deugdzaamheid worden. De Ware Liefde is deze, in dewelke de zielen elkaar op het zuiver vergeestelijkte niveau dienen tot kanaal van Goddelijk Leven, dat de respectieve andere vooruitstuwt op de weg van de heiliging.

U vraagt: "Hoe ziet het er voor God uit wanneer een paar samen kinderen heeft, samenleeft, ofwel elk van beiden een andere huwelijkspartner heeft? Moet ik verder voor mijn eerste echtgenoot bidden om bekering, terwijl hij nu toch een nieuw gezin en daar ook nieuwe verplichtingen heeft?"

Uw (eerste) echtgenoot mag U in geen geval uit Uw gebed weglaten, want hij is diegene die door God als eerste naar U toe is geleid. Ook wanneer men niet langer samenwoont, is men elkaar nog steeds spirituele ondersteuning, dit wil zeggen ondersteuning in het gebed, schuldig. Vergeet U nooit dat voor God slechts de ontwikkeling van de zielen van belang is. Wanneer twee zielen door God aan elkaar zijn gegeven, is het belangrijkste niet het feit dat zij voor het verdere verloop van hun leven alles in fysieke nabijheid tot elkaar met elkaar delen, doch dat zij elkaar in de ziel nooit in de steek laten. Zij zijn in het eerste huwelijk naar elkaar toe geleid opdat zij elkaar op de weg van de heiliging zouden trachten te stimuleren.

De bekering van Uw eerste echtgenoot moet werken in die richting, dat hij tot het besef moge komen dat hij de weg naar het respecteren van het Sacramenteel huwelijk met U terug moge vinden, want de wederzijdse ondersteuning op de weg naar de heiliging is bij voorbaat inhoudsloos zolang een leven wordt geleid dat het Sacrament overtreedt. Legt U deze bijzondere intentie in het Hart van de Moeder van de Kerk, en bidt U daarbij om een volledige ontsluiting van Uw eigen hart voor een nieuw begin op de oorspronkelijk voor U beiden voorziene weg.

Wat de kinderen betreft: Deze zullen de juiste weg vinden, maar zij zullen twee dingen nodig hebben:

  1. Tijd, omdat zij doorheen een periode van innerlijke strijd gaan en om zo te zeggen hun weg en hun innerlijke positie in het leven voorlopig niet lijken te vinden. Laten wij niet vergeten dat de weg en de positie van een ziel in het leven niet in de eerste plaats met hun wereldse positie en ontwikkeling in verband staan, doch met een spiritueel proces: De ziel moet op zekere dag waarlijk inzien waartoe zij in dit leven werkelijk is geroepen, wat God van haar verwacht, en dit alles heeft te maken met de heiligheid en de vruchtbaarheid van de ziel voor Gods Werken. Tot dit inzicht zijn de kinderen nog niet gekomen.
  2. Uw gebeden en Uw Geloof. U als moeder hebt bij God de macht om Uw kinderen spiritueel te helpen ontsluiten, zelfs vanop afstand. Dit kan even duren, omdat God niet rekent volgens onze tijd. Alles heeft zijn eigen 'volheid van de tijd', een punt waarop volgens de vereisten op het gebied van de genadewerking de voorwaarden om de verlangde ontwikkeling te verwezenlijken, voor Gods Wet gelden als vervuld. Belangrijk is, dat U zich niet laat ontmoedigen door de schijn, want niet zelden lijkt een ontwikkeling die men via gebed en offers tracht om te keren, aanvankelijk nog erger te worden. Dit is toe te schrijven aan de inmenging van de satan. Voor de biddende en boetedoende ziel is dit een uitdaging aan Uw Geloof en Uw vertrouwen.

Lieve zus, vanzelfsprekend begeleidt mijn hart U verder op Uw weg. Ik dank U omdat ik Uw hartenpijn mag aanvoelen, zodat ik het vanuit de kern van mijn eigen gewaarwordingen aan het vurigst brandende van alle ooit geschapen harten kan toevertrouwen. Op mijn gebed voor U allen kunt U rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 468
over tatoeëringen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral vraag ik om verontschuldiging omdat dit antwoord zo lang op zich heeft laten wachten. Het is U wellicht bekend dat ik dit niet zelf in de hand heb, want in alles volg ik de instructies van de Koningin des Hemels.

Uw vraag betreft de effecten van tatoeëringen op het lichaam. Ik kan Uw vraag absoluut begrijpen, want deze 'inscripties' of 'opdrukken' op het lichaam komen inderdaad onnatuurlijk over. Voor de Moeder Gods is dit pijnlijk, om begrijpelijke redenen: Het lichaam wordt door God aan de mens gegeven. Tatoeëringen komen eigenlijk neer om een vervorming van dit geschenk en lijken daarom enigszins op een keuze voor de duisternis.

Wordt hier een deur geopend naar vloeken en andere geestelijke werelden? Dat kan men niet zonder meer zeggen, omdat het er in wezen op aankomt, vanuit welke ingesteldheid een ziel leeft. Een tatoeëring maakt een ziel niet automatisch tot brug voor de duisternis. Het bedroevende ligt eigenlijk vooral hierin, dat de ziel die de neiging voelt om tatoeages op het lichaam te dragen, vaak niet in Gods Tegenwoordigheid en Zijn werkingen gelooft en ergens niet erkent dat zij door God is gemaakt zoals zij oorspronkelijk was (namelijk zonder tatoeëringen), omdat zij in die welbepaalde lichamelijke toestand haar levensopdrachten te vervullen had.

Ons uiterlijk helpt in een niet geringe mate onze levensweg en onze ervaringen mee bepalen. Wanneer wij nu ons uiterlijk drastisch veranderen (zoals bijvoorbeeld door tatoeëringen), verleggen wij mogelijk meteen ook bepaalde bochten op onze levensweg. Inderdaad: Ons uiterlijk kan bepaalde invloeden naar ons toe laten komen, of deze juist van onze weg weghouden. Door bepaalde elementen van ons uiterlijk kunnen wij bepaalde zielen aantrekken en anderen afstoten. Sommige lichamelijke kenmerken trekken zielen met een bepaalde gezindheid aan, bij anderen werken diezelfde elementen precies tegenovergesteld. Dit aantrekken en afstoten geeft in hoge mate vorm aan de soort relaties die een ziel in haar leven ontwikkelt. Een klein doch zeer vaak voorkomend voorbeeld: Bepaalde lichamelijke kenmerken van een vrouw trekken veel mannen aan. Niet zelden worden dergelijke kenmerken tot eerste fundament voor een huwelijk.

Zo kan het uiterlijk van een mens zijn levensweg helpen voorprogrammeren. Wanneer het daarbij de kenmerken betreft, van dewelke God deze mensen heeft voorzien, is deze 'voorprogrammering' door Gods Voorzienigheid zelf beoogd, omdat God dit alles met het oog op de ontwikkeling van Zijn Heilsplan precies zo ten volle kan gebruiken. Hem gaat het er immers om, dat de ziel van alles het beste maakt voor haar eigen heiliging en voor de bevordering van de verwezenlijking van Gods Werken. Ons lichamelijk uiterlijk kan voor ons uitdagingen scheppen: Een mooie vrouw is doorgaans gemakkelijker blootgesteld aan bepaalde soorten bekoringen dan een niet zo mooie vrouw. Deze laatste daarentegen zal misschien een leven lang moeten strijden tegen de bekoring dat veel mensen haar niet op het eerste gezicht mogen, respectievelijk niet bijzonder tot haar worden aangetrokken.

Zeer veel mensen veranderen voortdurend nu eens dit, dan weer dat aan hun uiterlijk. Bepaalde van dergelijke veranderingen kunnen diep ingrijpend zijn. Tatoeëringen, in het bijzonder wanneer het er vele zijn en/of deze groot zijn, behoren tot deze diep ingrijpende veranderingen. Voor God betreft het daarom vrijwillige veranderingen die de levensweg van de ziel in verregaande mate een nieuwe vorm kunnen geven.

Met betrekking tot Uw vraag: "Welke gebeden kunnen hier worden geadviseerd?" Dit kan niet gemakkelijk worden beantwoord, omdat het bij mensen die tatoeëringen op het lichaam dragen, gewoonlijk een kwestie van innerlijke gesteldheid is. Het belangrijkste zou derhalve een toewijding aan de Moeder Gods zijn. U zou dit kunnen doen voor de ziel over wie U in Uw brief hebt geschreven. U zult echter geduld moeten oefenen. Een toewijding is vanzelfsprekend minder werkzaam wanneer zij niet door de betrokken ziel zelf wordt verricht, omdat een daadwerkelijke toewijding een vrijwillige overgave veronderstelt. Voor het overige is het U zonder twijfel bekend dat veel tatoeëringen ook niet meer verwijderd kunnen worden. Daarom zult U Uw inspanningen, smekingen en toewijdingsakten in de eerste plaats moeten richten op een mentaliteitsverandering bij deze ziel, opdat deze zichzelf zou aanvaarden zoals zij van nature is, en zij de prikkels van het leven eerder zou zoeken in het zielenleven dan in oppervlakkige dingen.

Daarbij wens ik U veel succes. Tatoeëringen sluiten niet uit dat men een 'goed mens' kan zijn, alleen zijn zij vaak symbolen voor een zekere mate van ontevredenheid, voor een zucht naar oppervlakkige prikkels, en vaak een behoefte om op te vallen of 'niet te zijn zoals de gemiddelde mens'. Het enige opzicht echter, in hetwelk de ziel er alles moet aan doen om 'niet te zijn zoals de gemiddelde mens', is dat van de heiliging van de ziel.

Graag ondersteun ik U in de smekingen aan de Koningin des Hemels, opdat de betreffende ziel zich spontaan zou openstellen voor een nieuwe kijk op de waarden in het leven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 469
over verborgen talenten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw opmerking met betrekking tot de talenten is interessant in die zin, dat de Koningin des Hemels in dit verband het volgende wil laten toelichten. U bent namelijk van oordeel dat er niets te vinden zou zijn waarin U goed bent, en Uw talenten nog niet uitgerijpt zouden zijn of nog niet zouden worden gebruikt.

Talenten blijven soms verborgen. Wanneer dit het geval is, kan de ziel zich ervan bedienen zonder dat iemand het merkt, zelfs de ziel zelf niet. Er bestaan nu eenmaal handigheden die iemand in staat stellen om beter doorheen het dagelijks leven te komen zonder dat men dit herkent als een uitgesproken talent.

Er komt veel tegenwind op U af. Dit betekent in geen geval dat U ongetalenteerd zou zijn, maar wel dat de duivel tracht te verhinderen dat een mooi zaadje dat in U tracht te groeien, te bloeien en te rijpen, ook daadwerkelijk groeit, bloeit en rijpt. Intussen kunt U een heldin zijn in de handelingen van het dagelijks leven. Soms zoeken zielen naar iets bijzonders, omdat zij menen dat zij niets waardevols voor God zouden doen. Wanneer men dan echter hoort wat deze zielen allemaal met hun man en kinderen voor elkaar krijgen, komt men tot de bevinding dat zij eigenlijk heldinnen zijn, die voortdurend tegen veel stormen opboksen en steeds weer hun eigen grenzen verleggen, en daarbij soms de Hemel massa’s toegewijde beproevingen schenken. In dit laatste geval betreft het zielen, die voor Gods Werken buitengewoon vruchtbaar zijn, omdat zij nu eenmaal alles in de nauwste verbinding met de Moeder Gods doen.

Er bestaat nauwelijks een mens die nergens goed in zou zijn. Veel mensen hebben nu eenmaal veel tijd nodig om hun talenten te ontdekken. De Meesteres van alle zielen definieert talenten als de vaardigheden die de ziel in staat moeten stellen om haar welbepaalde taak, haar roeping, binnen dit leven vorm te geven in overeenstemming met Gods verwachtingen. Talenten zijn derhalve geschenken voor de levensweg. Wanneer de levensweg precies vorm krijgt volgens de specifieke levensroeping, zal de ziel haar talenten vroeg of laat ontdekken, want wanneer zij gevolg geeft aan de stem van haar roeping, ontdekt zij zichzelf. Zelfontdekking is een proces dat bij veel zielen veel jaren vereist. Wanneer kent men zichzelf dan al ten volle? Alleen is het nu eenmaal zo, dat bijvoorbeeld een huisvrouw wier dagverloop vaak wordt bepaald door routinehandelingen, niet noodzakelijk haar talenten herkent als talenten, omdat het absoluut mogelijk is dat zij de door haar gestelde handelingen als banaal beschouwt. Niettemin heeft niet alleen elke mens die dagelijks handelingen stelt die opvallen of 'topprestaties' kan laten zien, talenten. In het verborgene van het hart komen eveneens veel talenten aan bod, die een ziel mooi maken: geduld, verdraagzaamheid, zuiverheid van hart, blijmoedigheid, zachtmoedigheid, enzovoort.

Lieve zus, ik ben er absoluut van overtuigd dat U in Uzelf bloemen draagt waarvan U op zekere dag de geur zult waarnemen. Ik bid voor U, opdat U deze ontdekking spoedig zou mogen doen, want deze zal U erbij helpen om het openbloeien van Uw ziel te stimuleren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 470
over de antwoordbrieven – over vergeving en de goedmaking van oude fouten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat ik U nu mag antwoorden. Het heeft enige tijd geduurd, en derhalve wil ik U er nogmaals op wijzen dat dit niet aan mij gelegen was. Elke brief die een ziel mij laat toekomen, wordt onverwijld aan de Koningin des Hemels toegewijd, de inhoud en de auteur van de brief worden in smeekgebeden tot de Meesteres van alle zielen gehuld. Vergeet U trouwens nooit dat elke brief in wezen niet aan Myriam wordt geschreven, doch aan de Meesteres Zelf. Zij is het, Die dan de impulsen en inspiraties voor de beantwoording overbrengt tijdens de uren van beschouwend gebed. Om dit correct te verstaan, moet erop worden gewezen dat een vertraging in de beantwoording van een brief diverse redenen kan hebben:

  • Soms is de Koningin des Hemels van oordeel dat het voor de ziel noodzakelijk is om voor een tijdje in haar beproeving te volharden, omdat deze vruchtbaar moet worden. In dit geval laat Zij mij ofwel weliswaar het probleem doorzien doch laat Zij nog niet toe dat de brief wordt beantwoord, ofwel inspireert Zij eenvoudig een tijd lang geen antwoord. Uiteindelijk is dit gelegen aan het feit dat naar het oordeel van de Meesteres Gods Tijd voor een antwoord nog niet is gekomen. Zij alleen heeft de macht om Myriam te laten antwoorden of niet, en zo ja, wanneer Zij precies Haar toelating of gebod hiertoe geeft;
  • Soms gaat het in een brief om een onderwerp dat door Maria bij voorkeur in de vragende ziel zelf inwendig wordt beantwoord, al zij het soms pas na enige tijd en doorgaans via bepaalde tekenen. Dat kan diverse redenen hebben, vaak bijvoorbeeld dat de Meesteres verlangt dat de betreffende ziel zich voor de juiste inspiratie zou leren openstellen. Ooit vertrouwde de Moeder Gods mij toe dat bepaalde zielen de neiging hebben om bij Haar kanaal (dus Myriam) te rade te gaan omdat dit de gemakkelijkste oplossing is;
  • Soms waarschuwt Maria mij om uiteenlopende redenen, en verbiedt Zij zonder meer de beantwoording van de brief. Dit is het geval wanneer Zij oordeelt dat de brief in wezen is gebaseerd op een valstrik van de duivel of dat het onderwerp niet of nauwelijks bevorderlijk is voor de spirituele ontwikkeling van de ziel zelf of van de zielen in het algemeen, ofwel dat de brief is geschreven vanuit een gesteldheid van gecamoufleerde vijandigheid jegens Myriam of het Maria Domina Animarum Werk;
  • De Meesteres van alle zielen geeft de voorkeur aan brieven waarvan de beantwoording voor veel zielen nut kan hebben. Geregeld worden onderwerpen te berde gebracht, die niet echt binnen het kader van de algemene onderrichtingen passen. Dergelijke brieven worden ofwel niet beantwoord, ofwel pas na langere tijd, naargelang de Meesteres beslist. De zielen mogen verzekerd zijn van mijn gebeden tot beantwoording van zoveel mogelijk brieven. Myriam is hier echter volledig onderworpen aan de regels en wetten die door de Meesteres van alle zielen worden gehanteerd en uitgevoerd;
  • Een andere reden is deze: Steeds méér benadrukt de Meesteres van alle zielen dat Haar Myriam nog veel andere opdrachten in Haar dienst moet vervullen, die in geen geval mogen worden verwaarloosd. Zij alleen bepaalt en bestuurt de afloop en volgorde van dit alles. Zij inspireert geregeld in Myriam stellingen, die Zij in onderrichtingen wil uitwerken. Het schrijven van dergelijke teksten vraagt tijd, omdat dit door veel beschouwend gebed en verborgen opdrachten wordt voorafgegaan en zonder uitzondering moet worden gedragen door boeteakten. Zo werkt de Wet der Genade. Wanneer de voor dit gebed, deze beschouwingen en deze andere opdrachten noodzakelijke tijd vanwege de beantwoording van brieven gedurende langere tijd wordt ingeperkt, valt deze component van de verkondiging helemaal stil. De Meesteres heeft mij er onlangs met nadruk op gewezen dat Zij in de vervulling van de diverse opdrachten in Haar dienst een nieuw evenwicht wil instellen. Om deze reden zal de beantwoording van bepaalde brieven wat langer duren.

Ook de publicatie van de antwoorden gebeurt op zeer uiteenlopende wijzen:

  • Voor een gedeelte van de antwoordbrieven geeft de Meesteres geen toelating voor publicatie. Deze antwoorden worden dan uitsluitend privaat aan de auteur van de brief toegestuurd. In wezen echter, zijn de antwoordbrieven bedoeld als bronnen van verriijking voor alle zielen. In dat geval worden zij wél gepubliceerd;
  • De publicatie kan, wanneer de Koningin des Hemels dit wil, onmiddellijk gebeuren. Het is mogelijk dat de publicatie pas na dagen of weken gebeurt. Alles hangt ten dele af van het programma voor verkondiging van andere teksten, en in de eerste plaats van de beslissingen van de Meesteres van het Werk. Zij alleen bepaalt alles in dit Werk.

Dit moest ik nog even duidelijk stellen, opdat bij alle zielen klaarheid moge heersen in verband met de beantwoording en eventuele publicatie van brieven. Het is namelijk gebleken dat bij sommige zielen in dit verband verwarring bestaat.

Lieve zus, de Koningin des Hemels wijst erop, dat wanneer men een fout heeft begaan uit voorzichtigheid, zonder enige kwaadwilligheid noch enige bedoeling om te bedriegen of schade toe te brengen, geen sprake is van bedrog. (...)

Wat Uw volgende opmerking betreft: U bent bezorgd over het feit dat U in de Biecht één en ander vergeten bent te vermelden. In dit verband kan ik U gelukkig het volgende zeggen: Wanneer de biechtende ziel zich in een oprechte rouwmoedigheid hult, overstijgt Gods vergeving de nauwe grenzen van datgene wat de ziel daadwerkelijk in de Biecht heeft uitgesproken, op voorwaarde dat het niet gaat om een opzettelijk verzwijgen doch om een oprecht vergeten. Men zou het enigszins zo kunnen beschouwen, dat de rouwmoedigheid zich gedraagt zoals een zuiverend beekje, waarvan het water langzaam in alle kamertjes van de zielentempel binnenstroomt en zo geleidelijk aan de hele tempel schoonmaakt.

U hebt gemeend dat U Uw echtgenoot vergeven had omdat U er eenvoudig niet meer wilde aan denken wat hij U heeft aangedaan. Zoals U zelf vermoedt, is dat niet hetzelfde. Wanneer de ziel niet meer wil terugdenken aan iets dat onaangenaam was, terwijl zij haar medemens die daarbij de hoofdrol heeft gespeeld, ooit schuldig heeft geoordeeld, verbant zij uit haar leven de gelegenheid om deze medeziel vrij te spreken.

Een medemens vergeven, betekent in principe: voor God belijden dat men er niet op staat dat deze medemens zijn schuld zou worden aangerekend. Dat is iets heel groots, omdat de ziel daardoor zelf de Liefde opbrengt die God nodig heeft om de effecten van de betreffende zonde uit te wissen. Vanzelfsprekend kan het 'water der Barmhartigheid' dit eveneens doen, maar God geeft er de voorkeur aan wanneer 'het Vuur van de naastenliefde' Hem daartoe uitnodigt. Wanneer het van de mensenziel uitgaat, heeft het een bevrijdende waarde die meteen de beide partijen tot nut is, want ook de ziel die vergeeft, groeit daardoor spiritueel.

U meent dat U niet veel meer kunt goedmaken, omdat het U niet lukt om in de ware zin van het woord te vergeven. Nochtans is er nog een uitweg: U kunt er de Moeder Gods vurig om smeken dat Zij U moge leren hoe men in de Ware Liefde groeit. Het Vuur van de Ware Liefde in het hart laat in Gods ogen veel eerdere zonden wegsmelten en zal U geleidelijk aan de kracht, de inspiratie, en vooral de wil bekomen om van harte te vergeven, dit wil zeggen op een zodanige wijze dat U tijdens het vergeven de Bron van de Liefde in U voelt opborrelen.

U hebt ooit enige tijd lang Uw radiobelasting niet betaald en vraagt zich af, of U deze nu achteraf nog zou moeten betalen. De Moeder Gods vermeldt twee mogelijkheden:

  • Rechtstreekse goedmaking zou erin bestaan, dat U inderdaad het verschuldigde bedrag nu nog betaalt. Het is echter mogelijk dat dit om één of andere reden niet meer kan. Slechts God kan oordelen of dit werkelijk het geval is;
  • In dat geval bestaat ook de mogelijkheid van een onrechtstreekse goedmaking, die hierin kan bestaan dat U precies het bedrag dat U verschuldigd bent en toen niet hebt betaald, voor één of ander goed doel zou wegschenken. De zin van deze onrechtstreekse goedmaking ligt hierin, dat U dan dit geld niet voor Uzelf gebruikt, maar het om zo te zeggen aan Gods Werken besteedt. Zo gaat het in de ware zin van het woord om een akt van boetedoening.

Met betrekking tot Uw vraag of U de in Uw brief vermelde persoon financieel zou moeten ondersteunen, verklaart de Koningin des Hemels dat U dit absoluut niet hoeft te doen, met het oog op het doel waartoe het geld zou worden gebruikt. U hebt dus het juiste voornemen gemaakt. Naastenliefde mag worden teruggehouden indien zij aanleiding zou kunnen geven, of zal geven, tot verspilling, verkwisting, criminaliteit of het uitvoeren van spiritueel nutteloze activiteiten. In dat geval zou het niet meer om naastenliefde gaan, maar om een bevordering van ondeugden.

Lieve zus, ik zou U moed willen geven met de verzekering dat er voor God steeds uitwegen zijn. Nooit kan Gods Liefde het toelaten dat een ziel in haar kerker van ellende gevangen blijft, tenzij in haar geen echte wil tot bevrijding leeft. Gods volmaakte Liefde is het Ware Leven, en dit kan niet kapituleren voor de duisternis, dat zou in strijd zijn met Gods Wezen. Hij kan eenvoudig niet ophouden, aan de ziel te trekken opdat zij nader tot Hem zou komen. Mocht Hij dit op zekere dag niet meer doen, dan zou dit betekenen dat Hij de macht van de duisternis zou beschouwen als groter dan Zijn eigen macht, en dat is deze absoluut niet, nooit. Zolang U oprecht naar wedergeboorte en een spirituele verrijzenis verlangt, zal in U het Vuur oplaaien, dat uiteindelijk de deur van Uw kerker zal platbranden, die door de fouten van het verleden was vergrendeld.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 490
Eén en ander over de achtergronden van mystiek lijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zielen in Jezus en Maria,

Van harte dank ik U allen voor deze zo lieve brief. Het is prachtig dat U mij in het lichamelijke lijden wil helpen. Het door U aanbevolen middel is mij bekend, en ik geloof absoluut in de genezende werking ervan. Het verheugt mij ook dat de Moeder Gods mij ertoe uitnodigt, U onmiddellijk te antwoorden. Zij staat mij toe, U het volgende ter verduidelijking te schrijven:

De ziel, die U over mijn lichamelijke wederwaardigheden heeft gesproken, is wellicht vergeten, de belangrijkste factor van dit lijden te vermelden: Het gaat hier om mystiek lijden. Duidelijk gesteld, betekent dit dat er 'geen kruid tegen gewassen is'. Reeds gedurende het grootste gedeelte van mijn leven gebruik ik geen andere genezende of ondersteunende middelen dan zuiver natuurlijke, omdat:

  • Ik rotsvast overtuigd ben van de superioriteit van de kracht en de waarde van Gods Intelligentie boven de menselijke. Ik heb daarvoor overigens ontelbare bewijzen gekregen;

  • Ik er alles aan doe om op elk vlak van mijn leven uitsluitend Gods Wetten te volgen, dus ook deze, welke bedoeld zijn om het evenwicht in de natuur in stand te houden;

  • Ik slechts datgene inneem wat de Koningin des Hemels toestaat. Ik weet derhalve uit jarenlange eigen ervaring dat de Hemel de voorkeur geeft aan natuurlijke geneesmiddelen. Maria laat Zich niet in de absolute zin uit ten nadele van de klassieke geneeskunde, maar benadrukt telkens weer de immense betekenis van een leven in de meest strikte navolging van Gods Wetten, die immers uitsluitend door de Goddelijke Intelligentie worden bezield en geleid. Concreet betekent dit, zoals Maria het jegens mij onverbloemd uitdrukt: "Natuurlijke geneesmiddelen waar en wanneer ook maar enigszins mogelijk". Zij maakt er geen geheim van, waar de voorkeuren van de Hemel liggen.

Wat betekent dit dan: 'Het lijden is van mystieke aard'? Dit betekent dat deze door God in het kader van Zijn Heilsplan en met het oog op de bespoediging van de voltooiing ervan, worden veroorzaakt, respectievelijk worden toegelaten. De Moeder Gods heeft mij, toen Zij mij tot Haar dienst riep, om mijn akkoord gevraagd om lijden op mij te nemen, dat door Haar wordt 'geleid' of beheerst: Het tijdstip, de duur, de vorm, de omvang, de intensiteit en het ritme respectievelijk de frequentie van dergelijk lijden worden door Haar alleen bepaald. De Meesteres heeft mij evenwel de vrijheid gelaten, Haar erom te vragen, lijden van mij weg te nemen, zowel in welbepaalde gevallen als heel in het algemeen, maar... het maakt deel uit van mijn vorming in Haar dienst, dit lijden precies in overeenstemming met Haar Wil in mij te laten uitwerken, aangezien de Wil van de Meesteres van alle zielen identiek is aan de Wil van God, en ik er derhalve met zekerheid moet van uitgaan dat alles wat de Koningin des Hemels op dit gebied, zoals trouwens op alle gebieden, van mij vraagt, precies op dat tijdstip binnen Gods Werken en Plannen past of juist dan gewenst is.

De Meesteres onderricht immers op niet mis te verstane wijze dat de aanvaarding en toewijding van alle lijden een kwestie van Liefde is. Een mystieke roeping baseert precies op een vervolmaking in de Liefde, om het even welke tegenwinden zich ook laten voelen. Het gaat uiteindelijk altijd om zelfverloochening. De reden laat zich gemakkelijk raden: Precies in de zelfverloochening stijgt de ziel het meest boven zichzelf uit, en een mystieke roeping heeft slechts deze ene bedoeling: door een restloze zelfverloochening van geroepen zielen, Gods Waarheid op de meest genadevolle wijze naar de zielen te brengen, en voor de totale ontsluiting van deze laatstgenoemden de toewijdingen en offers aan te bieden, welke de genadewerking met het oog op de vestiging van Gods Rijk op aarde kunnen vergroten, dit alles onder de meest strikte Hemelse leiding.

Dit hele proces wordt slechts door de navolgende factoren geleid en gestuurd, respectievelijk beïnvloed:

  • door de noden van Gods Heilsplan op elk tijdstip;

  • door de Wil van God, die vanzelfsprekend volledig met de eerste factor in verbinding staat;

  • door de vrije wil van de op mystieke weg geroepen ziel. Zoals gezegd, wordt de mysticus of de mystica tot niets gedwongen, hij/zij wordt slechts uitgenodigd. Het is echter nauwelijks mogelijk, ook maar het geringste verlangen van de Koningin des Hemels niet te vervullen nadat men intens met Haar in aanraking is geweest en Haar openbare en private onderrichtingen heeft ontvangen of nog steeds ontvangt. De kennis van de bovennatuurlijke Waarheid wekt niet alleen verplichtingen op, zij wekt eveneens de intensieve wil op, volop aan de vervulling van de Hemelse Plannen en Werken mee te werken. De meest doelmatige weg via dewelke dit mogelijk wordt, is deze van de verloochening van de eigen belangen en het eigen welzijn, lichamelijk of anderszins, precies zoals het nodig blijkt.

Staat de Moeder Gods bij mystiek lijden het gebruik van geneesmiddelen toe? Ja, maar niet onvoorwaardelijk. Mij is dit bij uitzondering toegestaan, wanneer Zij het gepast vindt. Doorgaans betreft het dan louter natuurlijke ondersteunende middelen, waarvan de Koningin des Hemels eigenmachtig van geval tot geval de werkzaamheid bepaalt, want Zij heeft daarover alle macht. Het feit dat Maria op een bepaald tijdstip het gebruik van een geneesmiddel toestaat, betekent niet noodzakelijk dat dit de klachten volledig zal wegnemen. Vaak gebeurt dit helemaal niet, maar helpt het wel enigszins om de lasten te kunnen dragen opdat zij de andere opdrachten in het Apostolaat niet helemaal zouden verlammen. Soms helpt het gedeeltelijk. Het feit dat de uitwerking van een middel bij het mystiek lijden onvoorspelbaar is, bepaalt precies een deel van de waarde van het lijden: Elke 'onzekerheid' vergroot voor de ziel immers de noodzaak, de sprong in het duister steeds weer met volle inzet en zonder bedenkingen te wagen. Ik stel mij daarbij geen vragen, doch zeg in elk geval, zoals het de Meesteres het meest behaagt: "De Meesteres heeft het zo gewild". Lijden dat niet zonder morren voor de Hemel wordt gedragen en toegewijd, verliest alle vruchtbaarheid voor de ziel en zijn werkzaamheid voor Gods Heilsplan. Dergelijk lijden is nutteloos.

Is mystiek lijden gemakkelijker te dragen omdat dit door de Moeder Gods wordt geleid? Dat hangt ervan af. De intensiteit kan zeer verschillend zijn, wordt vaak in weinige ogenblikken tijds heel sterk opgedreven of weer gemilderd. Hoe intensiever het Vuur van de Liefde in het hart oplaait, des te draaglijker wordt het lijden. Hoe meer de dankbaarheid diep in het hart bloeit, des te weelderiger bloeit ook de innerlijke Vrede in en met dit lijden. Mocht dit lijden gemakkelijk te dragen zijn, dan zou het nooit de waarde hebben om datgene te verwezenlijken waartoe het nu eenmaal is bedoeld. Precies om deze reden is het een ware ketterij wanneer soms door zielen wordt beweerd dat Jezus eigenlijk niet zo veel heeft geleden, omdat Hij Zich 'daar als God-Mens overheen kon zetten'. Ja, dat kon Hij zeker doen, maar dat heeft Hij nooit gewild. Had Hij Zijn macht om het Lijden uit te schakelen, in de praktijk omgezet, dan zouden wij vandaag geen verlost Godsvolk zijn. Dan zou het Verlossingsplan helemaal geen zin hebben gehad. Wie zijn wij, dat wij ons steeds onmiddellijk van het lijden willen bevrijden?

Wanneer treedt mystiek lijden op? In principe kan ik zonder meer antwoorden: Het is eigenlijk nooit volledig weg. Ik vergelijk het soms met een Vuur dat brandend wordt gehouden, doch telkens weer (gedeeltelijk onverwacht) door de adem van de Heilige Geest wordt aangewakkerd. Wanneer dit oplaaiende Vuur met het Vuur van Maria’s Liefde versmelt, wakkert het pas goed intensief op. Tijdens deze gesteldheden begrijpt men gemakkelijk dat Liefde en lijden, verrukking en pijn de beide zijden van één en dezelfde medaille zijn. Naargelang van de behoeften van Gods Heilsplan ligt nu eens de ene zijde naar boven, dan weer de andere, maar wanneer het contact met de Meesteres werkelijk intens voelbaar is, lijkt de medaille eenvoudig in vuur op te gaan, zodat er geen 'zijden' meer zijn: De beide uitersten versmelten dan volledig met elkaar.

Voorspelbaar is mystiek lijden, wat het tijdstip van het 'optreden' betreft, ten dele wel, ten dele niet. Voorspelbare dagen zijn in mijn geval elke zaterdag, elke Mariafeestdag, de Vastentijd – met bijzondere dimensies in de Goede Week – en enkele perioden doorheen het jaar, die vaste tijden van intensieve mystieke contacten zijn gebleken. De Moeder Gods verduidelijkte mij reeds tegen het einde van de jaren negentig, dat in dit 'model', voor zover er één is, Haar doelstellingen evenals Haar handtekening verborgen zijn: In het lijden op zaterdagen en Mariafeestdagen, bijvoorbeeld, stelt Zij een teken voor mijn roeping in Haar dienst. Zij toont daardoor meteen aan, dat het ware feest in de Hemel niet uit het stoffelijke genot, doch uit Liefde bestaat. Op feestdagen te lijden, betekent voor de Hemel, zich aan de Liefde tot God, tot Zijn Werken en tot de medeschepselen over te geven. Het trefwoord is dus steeds weer: 'zelfverloochening', toestemming in de navolging van Jezus en Maria.

Betreffende Uw vraag of zielen mij bij het mystiek lijden of ziekten van mystieke oorsprong eigenlijk kunnen helpen? Ja, en wel door gebed. Het behoort hier geen 'gebed voor genezing' te zijn, want dergelijke gebeden zullen niet verhoord worden (ik herinner aan de drie bovengenoemde factoren die dit lijden besturen). Nuttig en zinvol zijn uitsluitend:

  • Gebeden ter ondersteuning, met andere woorden: gebeden voor draagkracht, opdat ik op het lichamelijke en het spirituele vlak onder deze steeds wisselende druk moge kunnen standhouden;

  • Gebeden om begrip vanwege de zielen, die op de beantwoording van een brief wachten, en soms niet opgewassen zijn tegen de bekoring, over Myriam enigszins geïrriteerd te zijn wanneer het antwoord langer uitblijft dan zij hadden gedacht. Deze vertragingen hebben diverse redenen. Ik heb daar reeds eerder moeten op wijzen. Ik hoop vurig dat deze zielen er begrip voor hebben dat gedurende deze wachttijd voor hen genaden worden verzameld, en wel via verschillende wegen;

  • Gebeden om Licht voor zielen, die dit lijden noodzakelijk maken.

Een kleine verduidelijking bij dit laatste punt: Er zijn bij mystiek lijden inderdaad, ten minste in mijn geval, twee categorieën van 'veroorzakers':

  • de noden van Gods Heilsplan in het algemeen;

  • alles wat in zielen die dit Apostolaat volgen, onvruchtbaar is. Het is nauwelijks bekend dat de Koningin des Hemels voor elke ziel die Haar teksten leert kennen, doch deze nauwelijks in het eigen leven in de praktijk omzet, om een 'betaling' vraagt, opdat Zij in deze zielen de genadewerking moge kunnen ontplooien en deze zielen de Liefde in zich mogen kunnen opbrengen, om slechts te kiezen voor de navolging van de volheid van het Licht.

Dit hoort tot de redenen waarom mystiek lijden nooit kan worden stopgezet, tenzij het mystieke werktuig de Moeder Gods erom vraagt, voortaan van dit lijden te worden bevrijd. Ik heb echter niet de intentie – zo moge God mij bijstaan – dit verzoek ooit aan de Meesteres voor te leggen, want dan zou het verbond tussen de Meesteres van alle zielen en Haar Myriam, op hetwelk dit Apostolaat is gegrondvest, volkomen zinloos, doelloos en inhoudsloos zijn.

Lieve zielen, het heeft mij verheugd, van de Koningin des Hemels de toestemming te krijgen, U deze verduidelijkingen te mogen aanbieden. In het leven van een mystieke ziel gebeurt heel veel dat nooit openbaar kan of mag worden gemaakt. Soms staat de Meesteres een kleine verduidelijking zoals deze toe, die dan voor alle zielen het effect van een iets beter begrijpen van Gods Werken kan opwekken. Ik dank U nu reeds van harte voor het gebedje ter ondersteuning dat U af en toe aan Maria zult willen aanbieden. Dat zal mij méér helpen dan om het even welk geneesmiddel.

Van harte in de Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 491
De zielentempel, beproevingen, en de ware Vrede van Christus

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank ik U voor de lieve, bemoedigende woorden uit Uw hart.

Het verheugt mij zeer, te merken dat in U een mooie Vrede wortel schiet. Dat is een Hemels geschenk, wellicht het mooiste dat men hier op aarde kan krijgen, want op aarde wordt in wezen van elke ziel verwacht dat zij in de praktijk van haar dagelijkse leven op een vruchtbare wijze gestalte weet te geven aan het Nieuw Verbond, dit wonderbaar contract van Verlossing, dat God met ons heeft gesloten en waarin ons eigen aandeel de ware navolging van Christus is. U weet dat dit betekent, dat de kruisen meteen midden in onze zielentempel worden geplant.

Wij zouden ons de tempel van onze ziel inderdaad in wezen kunnen voorstellen als de berg Golgotha, waar wij onze dagelijkse kruisen naar boven dragen om ze daar op het altaar van ons hart aan God op te offeren in een offerande die uiteindelijk onze Verlossing moet voltooien. Daarom is het zo belangrijk dat de ziel door totale toewijding Maria tot Meesteres van haar tempel maakt. De Koningin van Hemel en aarde is immers de Medeverlosseres met de Christus, en in die hoedanigheid, samen met Haar hoedanigheid als Middelares van alle genaden, is Zij gelijktijdig Offeraltaar, Tabernakel van de Allerheiligste Drievuldigheid, en Poort van Gods genade. Zodra de ziel Maria volkomen bezit van zich laat nemen, worden de kruisen van elke dag niet langer vanop het eigen altaar doch vanuit het Hart van Maria aan God opgedragen. Daar worden zij van pasmunt tot goudschat als bijdrage tot de invulling van het Nieuw Verbond.

Beproevingen horen bij het leven, 'jammer genoeg' indien men het leven vanuit een werelds hart beschouwt, 'gelukkig maar' indien men het beschouwt vanuit een hart dat weet dat de beproevingen onze enige gouden weg naar 'Boven' vormen: Zij zijn krachtens het Nieuw Verbond inderdaad de verwezenlijking van onze navolging van Christus, mits zij in deugdzaamheid, aanvaarding en Liefde worden gedragen. De beproevingen zijn de onzichtbare zaadjes die in ons tuintje na dit leven de bloemen doen bloeien die in eeuwigheid niet verwelken.

Zalig de ziel die dit alles heeft begrepen en aanvaard, want zij erft de ware Vrede van Christus, die haar tot borrelende Bron van draagkracht wordt in alle beproevingen van het leven. Ja, de aarde is een tranendal, maar de tranen worden druppels van goud voor de ziel die heeft begrepen dat de pijnen niet het einde zijn, doch de sleutels op een deur naar een Leven van Eeuwige Gelukzaligheid... indien de ziel dit alles draagt in ware toewijding en in het besef dat dit leven niets méér is dan het toegangspaadje tot het Eeuwig Paradijs. Het is een verraderlijk paadje dat vaak met scherpe stenen is bezaaid, maar in vergelijking met de eeuwigheid die erop volgt, is het inderdaad een paadje.

Ik omhels U van hart tot hart, van ziel tot ziel, in de schaduw van het Heil brengende Kruis en in de verrukking brengende geur van Maria’s Tegenwoordigheid, en wens U een zalig, genaderijk Kerstfeest. Moge de Vorst van de Vrede, de Maker van het Heil, in U geboren worden en er opgroeien onder de zon van een Liefde die Hem de kruisen laat vergeten, die Hem in zovele zielen nog dagelijks op de Schouder worden gelegd.

Moge het Jezuskind U voor Uw levensweg een diepe Vrede in het hart zaaien!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen, de Dageraad van de Eeuwigdurende Hoop,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 492
Kerstmis als teken van Gods volmaakte Liefde

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hartelijk dank voor Uw Kerstwensen. Ik wens U op mijn beurt de ware Vrede van Christus. Het Jezuskindje wordt immers niet alleen in de herinnering aan het verre en toenmalige Bethlehem geboren, doch heel concreet in de eigen ziel.

Een kind dat geboren wordt, moet ook kunnen opgroeien, want daartoe is het immers in de wereld gekomen. Het heeft nood aan moedermelk en later aan het voedsel dat aan het bloed de draagkracht verleent om het hele wezen te versterken en het uit te rusten voor zijn leven en zijn werken op aarde. Dit alles kan de ziel in onuitputtelijke mate scheppen uit deze prachtige Hemelse vijver die God doorheen alle eeuwen ononderbroken met het water van Goddelijk Leven vult: Maria. Zij is het ook, Die de Christus in de ziel baart opdat Hij deze in Zijn eigen 'groei' moge kunnen meetrekken. Bij de geboorte van Christus in de ziel uit Maria toont Gods Zoon Zich helemaal als Broeder van de ziel: Hij laat Zich in de ziel inplanten om als het ware in haar haar levensweg te voltooien en de Zijne te herhalen, terwijl Hij haar voortdurend van binnen uit tracht aan te sporen om Zijn Weg in alles te benaderen. Op deze wijze lijdt Hij in de ziel en met haar, en verheugt Hij Zich in de ziel en met haar, terwijl Hij voor haar een geschenk bereidt dat zij in het overgrote gedeelte van de gevallen nooit of nooit zal herkennen: het aanbod om in eenheid van hart met God te leven.

Eigenlijk is dit de diepe betekenis van Kerstmis: de geboorte van Christus in de ziel opdat Hij in haar groot kan worden en in haar Zijn hele Leven kan herhalen, met al Zijn Wonderen, maar ook met het Kruis. In dit alles werkt slechts deze ene kracht, uit dewelke het Wezen van God bestaat: de Ware Liefde, die slechts naar de voltooiing van onze Verlossing en heiliging tracht.

Zo is God ten volle een God van Leven, Liefde, Licht en Hoop. Zijn tegenstrever tracht ons het tegenovergestelde te brengen, en vooral ons te laten geloven dat deze tegengestelden de ware norm van ons leven op aarde moeten zijn: dood, haat respectievelijk zonde, duisternis en ontmoediging. Dit alles sterft naarmate de ziel kiest voor God en Zijn Werken in het eigen dagelijks leven. Daar ligt de reden waarom ons aardse leven het voorwerp van een voortdurende strijd tussen Licht en duisternis heet te zijn: De beide pas beschreven krachten trachten heel ons leven lang, de heerschappij in de ziel naar zich toe te trekken. De inzet is het Eeuwig Leven, de ware Verlossing, de heiliging van de ziel.

Hier ligt meteen één van de hoofdredenen waarom de ziel de Tegenwoordigheid, de heerschappij en de leiding van de Koningin des Hemels in haar leven zo zeer nodig heeft. Geen Wezen is beter vertrouwd met Gods Mysteries, de Geheimen van Zijn Werken in de ziel, en geen Wezen beschikt zoals Zij over de macht en het vermogen om Gods Werken in de ziel tot de hoogste vruchtbaarheid te brengen. Daarom wordt Maria de Brug tussen Hemel en aarde, tussen God en de zielen genoemd: Zij draagt de vruchten uit de Goddelijke Boomgaard in de ziel binnen, en leidt de vertering die noodzakelijk is opdat deze Goddelijke vruchten de ziel goed zouden bekomen en haar niet zouden schaden, doch voeden. Onvergankelijke vruchten voeden immers voor het onvergankelijk Leven. Zij bederven slechts wanneer zij worden bewaard waar de zuurstof van de Heilige Geest het moet afleggen tegen de gisting van de zonde omdat de ziel haar bodem met de onverteerbare vruchten van de wereld heeft gevoed.

God is Liefde. Mocht Hij ook maar voor één enkel procent iets anders zijn, dan zouden wij onder Zijn Werken allemaal onmiddellijk sterven, want de ziel is zodanig geschapen dat zij slechts datgene verdraagt, wat voor honderd procent uit Liefde bestaat. De kracht van Gods Tegenwoordigheid zou ons verschroeien indien ook maar één enkel procent in Hem niet Liefde zou zijn, want de stralen van de Liefde bouwen op, en verbranden de duisternis in ons. Aangezien elk gebrek aan Liefde echter reeds het zaad van de zonde in zich draagt, werkt dit vuur op de ziel in zoals een vuur van bekoring, die ziek maakt en doodt. Mocht in God ook maar één enkel zaadje van zonde zijn, dan zou Hij reeds niet meer het Ware Leven schenken, en zou Hij alles wat uit de Bron van Zijn Hart voortkomt, meteen bederven met een kracht, waardoor het zichzelf doodt. Er zou dan kunnen worden gezegd dat God Zijn eigen Werken in Zijn Schepping Zelf vermoordt. Daardoor zou onmiddellijk alle Verlossing en heiliging van elke ziel volkomen uitgesloten zijn, zou het Nieuw Verbond volkomen zinloos zijn, en zou Jezus volledig vergeefs op aarde hebben geleefd en geleden.

Wanneer wij ons dit alles voor ogen houden, lieve zus, kan ons hart nauwelijks anders dan juichen, want dan dient zich bij ons vanzelf het inzicht aan, dat God Zijn Schepping absoluut niet zou kunnen schaden. Zou God Zijn Zoon jaar na jaar in alle zielen van goede wil opnieuw geboren laten worden indien Hij niet het absoluut volle Leven zou brengen? Zou Kerstmis zin hebben wanneer God het effect van de Geboorte van Zijn Zoon in de zielen Zelf negatief zou beïnvloeden door naar Zijn Schepping ook maar één seconde lang iets anders dan volmaakte Liefde en volmaakt Leven te laten vloeien?

Misschien brengen deze overwegingen U meteen even tot nadenken over de diepere zin van het Kerstfeest, en over wat het betekent, dat God Liefde is. Zij laten ons ook inzien hoe waar het is wanneer de Meesteres van alle zielen ons in deze tijd waarschuwt voor alles wat zich niet met Gods ware bedoelingen laat verenigen. Wat niet onverdeeld Liefde is, komt niet onverdeeld van God. God gaat nooit een huwelijk aan met één of andere kracht die Hem met de duisternis bedriegt, om het even of zij dit open of in het verborgene doet. De Meesteres van alle zielen wordt juist tot ons gestuurd om ons in alle omstandigheden het Licht van de duisternis te leren onderscheiden. Op deze wijze baart Zij de Christus in de zielen in een ononderbroken Kerstmis.

Een genaderijke Kerstmis !

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 496
Over de Myriam-geschriften en antwoordbrieven – Over de bedoelingen en strategieën van de satan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Eindelijk wordt mij de gelegenheid geboden, U te antwoorden. In de Duitse vertalingen van de Myriam-geschriften worden de jongste tijd massa’s interpretatiefouten vastgesteld. Sedert enkele maanden zijn een paar zielen aan het werk om deze woord voor woord uit te zuiveren, wat een enorme massa werk met zich mee brengt. Het goede daarvan is, dat dit alles de gelegenheid biedt, God en de Koningin des Hemels extra te verheerlijken, doordat nu alles wat dit unieke Werk kan schaden, systematisch wordt ontkracht. De schaduwzijde is echter dat het 'normaal' apostolaatswerk telkens weer zeer sterk wordt afgeremd, aangezien ik er niet omheen kan, dit correctiewerk zelf te 'leiden', want het kan niet worden uitgevoerd door zielen die de respectieve (Nederlandstalige) originelen niet of niet voldoende begrijpen, en bovendien moet de diepe betekenis van de in alle geschriften vervatte mystieke elementen uiterst precies worden gerespecteerd.

Elk woord van elk Myriam-geschrift heeft zijn door God gewilde betekenis, en bij vertalingen kan deze betekenis zoals God ze heeft bedoeld, slechts worden weergegeven in de mate waarin de vertalende ziel zich exact in het origineel kan inleven, wat in dit kader niet altijd gemakkelijk is. Het is in deze geschriften absoluut niet om het even, welk woord of welke uitdrukking wordt gebruikt, en waar. De Meesteres van alle zielen spreekt weloverwogen woorden die precies datgene moeten overbrengen, wat God in deze tijden met het oog op de voltooiing van Zijn Heilsplan wil laten verkondigen. Op ons rust de plicht, deze woorden, respectievelijk betekenissen, zo nauwkeurig mogelijk over te brengen, respectievelijk deze precies zoals zij door God zijn bedoeld, in onze zielen op te nemen. Derhalve is dit monnikenwerk van een definitieve correctie van elk geschrift in de Duitse taal allesbehalve tijdverlies, doch een inspanning die Gods bedoelingen in het ware Licht moeten stellen, en een offerande die de verwezenlijking van de unieke opdracht van de Meesteres van alle zielen in deze Laatste Tijden moet helpen bevorderen. Het is U immers bekend dat alle Werken van God op aarde in vereniging met de vrijwillige inzet van zielen in intensieve toewijding aan Hem, bij voorkeur door Maria, moeten worden voltooid. Zo heeft God Zelf het gewild.

Ook dit alles hoort derhalve bij de voltooiing van de opdracht, die de Hemel Zich blijkbaar vanwege Zijn kleine werktuig heeft gewenst (*). Opdat dit alles de vruchtbaarheid van dit Werk inderdaad zou mogen helpen bevorderen, moet ik U en de vele zielen die nu nog op een antwoord op hun brief wachten, om begrip en gebed vragen. Mag ik mijn lieve zussen en broeders ertoe uitnodigen, hun wachttijd – die, U kunt mij vrij geloven, niet aan een beslissing mijnerzijds is gelegen – aan de Meesteres van alle zielen op te offeren met de intentie dat Zij (Maria), en door Haar, God en Zijn Werken weldra in de allerhoogste mate mogen worden gediend, zoals Zij dit verdienen. Dit Apostolaat is een Werk van unieke verkondiging. Deze verkondiging kan slechts het doel bereiken, dat God voor dit Apostolaat heeft gesteld, in de mate waarin de door de Meesteres aangeboden Leerstellingen precies en volledig correct worden aangeboden. Ondanks de enorme massa werk die hiervoor nodig is, gaan de gebruikelijke taken van Myriam op het gebied van gebed en beschouwing verder. Zonder deze zou in het Apostolaat helemaal niets functioneren, want een Apostolaat dat in het leven is geroepen om volledig op basis van de mystiek te functioneren, leeft uitsluitend van het contact 'met Boven'. Het is derhalve belangrijk dat ik de kans krijg om het kanaal volkomen zuiver te houden, in het belang van al mijn zussen en broeders alsook in het belang van Gods Werken. Dit kan ik slechts door volhardend gebed en beschouwing bekomen, want alleen via deze wegen betreedt de Koningin des Hemels dit domein van mijn ziel, waar het zaad der verkondiging wordt uitgestrooid en in innigste eenheid met de Meesteres dagelijks moet worden besproeid.

U hebt het juist gezien: De beangstigende dromen, slaapstoornissen en depressies worden inderdaad door de satan geïnspireerd, die daadwerkelijk het onbewuste niveau van het geestesleven kan beïnvloeden, en dit ook telkens weer doet. Gelukkig staat de zielen een werkzaam tegengif ter beschikking: Wijdt U dit geestelijk lijden, dat U immers reeds zo lang in zich draagt, toe aan de Meesteres van alle zielen met de vraag dat Zij deze als grondstof voor het bereiden van de genade van Uw geestelijke bevrijding zou gebruiken. Zo werkt onze machtige Middelares van alle Genaden nu eenmaal: Zij verzamelt de toegewijde offers en lijden van de zielen, bekleedt deze met de mantel van Haar volmaakte Liefde, en vormt deze dan om tot een sleutel, met dewelke Zij de schatkamers van de Goddelijke Genaden opent. Haar is immers de macht over het verdelen van de genaden verleend. Het volhardend toewijden van dit geestelijk leed kan U niet slechts van gelijkaardig leed bevrijden, het maakt dit vooral doelmatig, want de toewijding van onze gewaarwordingen, ervaringen en wederwaardigheden dient heel rechtstreeks de voltooiing van onze persoonlijke opdracht in het kader van Gods Heilsplan.

Telkens wanneer U in een levendige droom ervaart hoe de satan U in de uitzichtloosheid wil drijven, gaat het om een duivelse poging om in U het Geloof, de Hoop en het vertrouwen te verzwakken. U ervaart ons Apostolaat als een 'thuiskomen'. De Meesteres van alle zielen werkt doorheen dit Apostolaat hoofdzakelijk door de zielen de vier componenten te brengen waaraan deze vooral in deze tijd behoefte hebben: Hoop, moed, Liefde, en de volheid van de Waarheid. Zij betitelt Haar Apostolaat derhalve Zelf als "Mijn Apostolaat van de Ware Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid". Elke ziel die de geschriften van de Meesteres van alle zielen met een oprecht hart op zich laat inwerken, kan weldra diep in zichzelf vaststellen, hoe gerechtvaardigd deze betiteling wel is. Om deze reden hoeft het U niet te verbazen dat de grote vijand van de zielen precies deze verworvenheden in U tracht te bestrijden. Dat doet hij op hardnekkige wijze in elke ziel die ons Apostolaat een warm hart toedraagt, omdat hij in deze zielen het gevaar vreest, dat zij hem iets zouden kunnen kosten.

Inderdaad, precies om deze reden vormt ons Apostolaat, ondanks – neen, precies vanwege – het feit dat het voor honderd procent door de Koningin des Hemels is opgericht en wordt geleid (ikzelf heb zelfs mijn menselijke wil aan Haar afgestaan), een favoriete schietschijf van de satan. Het verkondigt immers niet voor niets de definitieve nederlaag van de satan aan de voeten van de Vrouw, Die door God nu als Meesteres van alle zielen bekend wordt gemaakt, evenals de doelmatigste en vruchtbaarste weg naar de volmaakte heiliging van de zielen als het leger van het Licht tegen de duisternis. Een dergelijke roeping wekt immers de slang, en deze voedt zich met zielen, nadat zij hen heeft vergiftigd. Haar gif bestaat uit de volgende bestanddelen:

  • onzeker maken
  • ontmoediging
  • leugens
  • vervorming van het beeld dat de ziel heeft over de Waarheid, of anders uitgedrukt: misleiding, waarbij de leerstellingen 'van Boven' door dwaalgedachten 'van beneden' worden vervangen, en de eerstgenoemden zodanig worden voorgesteld alsof zij de leugens zijn. Telkens weer vindt de helse slang zielen, die zich ertoe bereid tonen, deze dwaling zelf vorm te helpen geven door de woorden van de Meesteres van alle zielen aan te vallen, en te trachten hen als leugenachtig af te schilderen. De slang kronkelt als 'bezeten'... van machteloosheid bij de aanblik van de voeten die haar zullen vernederen, die daarmee zelfs volop bezig zijn, en wel hoofdzakelijk door onze liefdevol gedragen en aan de Meesteres toegewijde lasten.

Lieve broeder, ik weet maar al te goed hoe gemakkelijk zielen, ook 'jammer genoeg' (hoewel ook dit in Gods Plan past!) deze, wier woorden een zeker gezag inboezemen, ertoe worden verleid, authentieke Hemelse Werken te belasteren en als twijfelachtig af te schilderen. De Meesteres troost mij in dit verband terecht met de woorden dat het hierbij steeds gaat om zielen die tot één van de beide volgende categorieën horen:

  • zielen die onze geschriften nauwelijks of helemaal niet hebben gelezen. Deze zielen vallen ten prooi aan de bekoring, de geschriften onmiddellijk terzijde te schuiven nadat zij een woord, een begrip, een beeld, enzovoort, hebben opgemerkt dat niet past in hun persoonlijke voorstelling over Maria, over Gods Werken enzovoort, en zij motiveren dan hun onwil doorgaans met de stelling dat het zogenaamd geschriften betreft, die niet in elk detail met de huidige kerkleer zouden overeenstemmen. Dit oordeel is ongegrond. Ik heb in vroegere geschriften en brieven reeds uitvoerig uiteengezet, waarom.

  • Zielen die onze geschriften nauwelijks of helemaal niet hebben begrepen. Slechts de zielen die de Myriam-geschriften vanuit het hart benaderen, zullen deze begrijpen zoals zij werkelijk door de Hemel zijn bedoeld. Met het verstand kan de ziel vele zaken op het domein van de mystiek nooit begrijpen, want de Heilige Geest werkt niet door het verstand, doch via het hart. Het is niet Gods bedoeling dat de ziel Hem, Zijn Werken, Zijn Plannen en Zijn motieven met de geest zou kunnen doorgronden en begrijpen, maar dat de ziel de Waarheid en de ware essentie van Zijn Wezen en Zijn Werken in het hart leert ervaren. Precies volgens deze regels onderricht de Meesteres van alle zielen. Zij werkt immers precies langsheen de wegen, die God voor de voltooiing van Zijn Heilsplan heeft voorzien. Zalig de zielen die dit hebben begrepen.

Lieve broeder, wees niet verontrust, alles heeft immers een diepe zin. Het antwoord op vele vragen en een verklaring voor vele elementen van leed krijgt de ziel vaak pas na jaren, omdat het zo moet zijn. Alles past ergens binnen Gods Werken. In de mate waarin de ziel zich aan deze waarheid overgeeft, en zij vrijwillig aan de voltooiing ervan meewerkt, zal zij de ware vrijheid erven. Op mijn gebed kunt U rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

(*) Noot van Myriam: Ook voor de Nederlandse geschriften moet worden gemeld dat uitsluitend de op deze site en de door het Maria Domina Animarum Werk verspreide geschriften geen interpretatiefouten bevatten.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 498
De Meesteres van alle zielen over de heiligheid van het christelijk huwelijk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw brief. Ik kan Uw pijn aanvoelen: Wanneer de beide zijden van een verhouding tussen een man en een vrouw uit een christelijk milieu voortkomen, zou een huwelijk vanzelfsprekend eveneens op een christelijk fundament moeten worden opgebouwd. Het hoofdprincipe van een christelijk samenleven is de bestreving, de oorspronkelijke christelijke traditie samen voort te zetten en deze aan verdere generaties door te geven, in woorden en vooral doorheen het hele gedrag. Daarbij zouden alle deugden in de dagelijkse praktijk moeten worden beleefd, als betroffen het de Paragrafen van de Grondwet van het Gezin. Opdat dit op termijn zou kunnen worden verwezenlijkt, moeten de partners op zoveel mogelijk vlakken vreedzaam over alles kunnen spreken, en moeten zij vooral tegen de achtergrond van gelijkaardige gevoelens, bestrevingen en opvattingen hun denken en handelen vorm kunnen geven.

Meningsverschillen zijn niet noodzakelijk slecht: Zij kunnen de partners ertoe aanzetten, innerlijk te groeien en zich in vele deugden te oefenen (verdraagzaamheid, geduld, wederzijds begrip, vergevingsgezindheid, enzovoort). Het wordt echter moeilijk wanneer reeds vόόr het huwelijk zou blijken dat het bijna onmogelijk wordt, binnen het kader van een waar christen-zijn een vruchtbaar spiritueel leven te vormen. Om deze reden zou de verlovingstijd een periode moeten zijn tijdens dewelke elk van beide partners de wijze leert kennen waarop de andere met alles omgaat, over alles spreekt, over alles denkt en voelt, en wat deze van het leven verwacht. Treden daar nog ergens gebreken aan christelijke invulling te voorschijn, dan moeten de betreffende gedrags- of denkwijzen gemeenschappelijk nieuw gevormd worden, want uiteindelijk heeft het aardse leven slechts één enkel doel, dat in twee onderdelen kan worden opgesplitst:

  • dat de ziel voor zichzelf de heiligheid verwerft, door haar eigen inzet op het niveau van de christelijke deugd, door liefdevol beleefde en toegewijde beproevingen, door volhardend gebruik van de vrije wil volgens Gods opvattingen, en door een volhardend nastreven van Gods nabijheid (het hele leven kan tot één doorlopend gebed omgevormd worden, wanneer men zo leeft, als zou Maria in alle levenssituaties aanwezig zijn. Dat is Zij immers werkelijk, maar de ziel voelt de uitwerkingen hiervan slechts in de mate waarin zij deze Tegenwoordigheid ook werkelijk als realiteit ervaart. De ziel kan dit leren in het proces dat wij kennen als vergeestelijking).

  • dat de ziel de hoogst mogelijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan voor alle zielen levert. Dit kan zij slechts doen in de mate waarin haar leven spiritueel vruchtbaar is. De vorm die deze persoonlijke bijdrage aanneemt, wordt in hoge mate door de individuele roeping bepaald, evenals door de talenten, gaven, zwakheden, en de werkingen van Gods Voorzienigheid op de levensweg. Het komt er derhalve steeds weer op aan, heel aandachtig te luisteren naar de Stem van de Heilige Geest in alle situaties van het leven, zelfs in de schijnbaar 'minder belangrijke'. Deze Stem is slechts waarneembaar in de stilte van een ingetogen hart dat oprecht op Gods Werken en op de heiliging als einddoel is gericht.

Wanneer de ziel dit alles in zich opneemt als wegwijzers naar de juiste christelijke ingesteldheid, kan zij zelf voelen, waar, wanneer en onder welke omstandigheden zij al dan niet een geschikte levenspartner kan vinden. De partnerkeuze op zich is reeds een beslissing, die slechts op Hemelse Inspiratie en leiding moet zijn gebaseerd.

Het huwelijk is een heilig verbond, waarvan God Zich volledig moet kunnen bedienen. Zoals onder andere uit de nieuwste onderrichting van de Meesteres van alle zielen in De Beekjes van het Heil blijkt, roept Gods Voorzienigheid op deze wereld dagelijks ontelbare verbonden in het leven, of preciezer uitgedrukt: 'bereidt Gods Voorzienigheid het tot stand komen van dergelijke verbonden voor', want of het zaad al dan niet kan of mag opbloeien, hangt telkens weer af van de vrije keuze van de betrokken zielen. Bepaalde van deze verbonden zijn van korte duur (krijgen soms slechts in het kader van een kort contact hun vorm), andere zijn voor langere tijd bedoeld, nog andere voor het hele leven. Eén van de belangrijkste verbonden die Gods Voorzienigheid tot stand laat komen, is datgene dat eruit bestaat dat een man en een vrouw elkaar ontmoeten, en op zekere dag beslissen, hun hele leven samen door te brengen onder een Goddelijk Zegel: het christelijk sacramenteel huwelijk.

Het christelijk sacramenteel huwelijk is een verbond tussen een man en een vrouw, dat door de Kerk van Christus wordt bezegeld, en op kracht van hetwelk deze beide zielen zich in alles aan elkaar geven met de bedoeling, de doelstellingen van het leven samen en onafscheidelijk te verwezenlijken. De hoogste doelstellingen, deze welke ik zo-even nog heb opgesomd (de eigen heiliging en de individuele bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan) behoren ten volle tot de opdracht van de gehuwden. Dit betekent dat God het huwelijk beschouwt als iets veel hogers dan slechts een gemeenschap in het wereldse leven.

De toekomstige huwelijkspartners zouden hiermee absoluut rekening moeten houden, en het zou voor hen duidelijk moeten zijn dat zij zich met elkaar verbinden voor een leven, tijdens hetwelk zij zich in alle aspecten tot wederzijdse hulp en steun – ook op het spirituele niveau! – verbinden. Dit maakt het verbond van het huwelijk tot één van de meest omvattende verbonden en tot één van de krachtigste tekenen van eenheid, die God heeft voorzien. Het is van essentieel belang, dit verbond aan de Koningin des Hemels toe te wijden, opdat Zij de beide partners precies zo kan leiden, dat zij aan deze bijzondere opdracht kunnen voldoen, en wel precies volgens Gods verwachtingen. God heeft het heilig verbond van het huwelijk precies in het leven geroepen, omdat dit verbond een sterk fundament kan vormen voor de vestiging en verspreiding van de christelijke instellingen in de hele maatschappij.

Precies daarom is het in Gods ogen een gruwel wanneer een ziel die buiten het huwelijk staat, zich tussen huwelijkspartners dringt of op om het even welke wijze de door God bezegelde huwelijksgemeenschap niet respecteert, of deze op om het even welke wijze negatief beïnvloedt. In contact met een gezin moet een ziel elk van de beide huwelijkspartners in hun hoedanigheid als deel van het huwelijksverbond aanvaarden. Elk gedrag en elk woord, dat in de beide gehuwden of in één van de beiden op één of andere wijze het aanvoelen van het 'deel-uitmaken-van-een-verbond' kan (laten) verzwakken, is zonder meer uit den boze. Men mag niet in een Goddelijk Plan of in een Goddelijk Werk binnendringen. Doet men dit wel, dan kan God dit gedrag beschouwen als inbreuk op de door Hem gewilde eenheid. Een dergelijk gedrag komt neer op een werk van verwoesting.

Elke ziel is één en ondeelbaar. Wanneer een ziel krachtens een Goddelijk zegel deel van een huwelijkspaar geworden is, wordt deze hoedanigheid tot een vast bestanddeel van haar wezen. Concreet betekent dit dat elke ziel buiten dit huwelijk de betreffende man en de betreffende vrouw individueel in de hoedanigheid van echtgenoot, respectievelijk echtgenote, moet aanvaarden. Ongeacht datgene wat de gehuwde man, respectievelijk de gehuwde vrouw, in het leven is of doet, hij is altijd eveneens echtgenoot, en zij is ook altijd echtgenote.

Lieve broeder, deze uiteenzetting schenkt de Koningin des Hemels U opdat benadrukt zou mogen worden hoe belangrijk in Gods ogen het verbond van het sacramenteel huwelijk is, met alle ermee gepaard gaande en daaruit voortvloeiende elementen. Mogen deze inzichten U op één of andere wijze behulpzaam zijn bij de beslissing met betrekking tot een toekomstig huwelijk. Ik bid voor U, opdat U de juiste weg moge vinden en U deze vervolgens volkomen in overeenstemming met Gods opvattingen vorm moge kunnen geven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 499
Wordt het Myriam-Apostolaat werkelijk voor honderd procent door de Koningin des Hemels geïnspireerd?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw vraag is voor dit hele Werk zo fundamenteel dat ik haar absoluut letterlijk moet citeren. U bent niet de eerste die met deze vraag zit. Heel graag beantwoordt de Meesteres van alle zielen haar voor U:

Wordt het Myriam-Apostolaat [of zijn de Myriam-geschriften] werkelijk voor 100% door de Koningin des Hemels geïnspireerd, of is alles of een deel van wat op de website staat slechts fantasie, of ontstaan uit de menselijke geest?

Lieve broeder, in de eerste plaats zou ik er graag op wijzen dat ik voor de echtheid, met andere woorden de Hemelse oorsprong, van elk woord op deze website, met mijn leven borg sta. Ik bedoel daarmee: Toen de Koningin des Hemels mij vóór bijna vijftien jaar tot Haar dienst riep, liet Zij mij volkomen vrij, voor deze roeping te kiezen of niet. In de eerste visioenen en ontmoetingen opende Zij in een overweldigend ritme in mij de kanalen door dewelke de stromen van mystieke overdrachten en de innerlijke spirituele vorming op dit niveau zich zouden voltrekken, strooide Zij in mij massa’s zaad uit van een kennis, van wier bestaan ik voordien geen enkel vermoeden had, en lichtte Zij mij grondig voor over datgene, wat ik van een leven als mystica in Haar dienst mocht verwachten. Dit alles haalde mij nu zo onderste boven als ware alles wat ik was en had in één ogenblik volledig, voor honderd procent, platgebombardeerd en tezelfdertijd volledig nieuw opgebouwd. Ik herkende mijzelf na luttele dagen nog nauwelijks, en verbaasde mij in onbeschrijflijke mate over alle kennis over 'Goddelijke dingen', over dewelke ik van de ene dag op de andere bleek te beschikken, en waarover ik nooit in mijn leven ook maar één enkele bladzijde had gelezen.

In één klap veranderde alles in mijn leven. Alles werd oneindig verdiept. De wijze waarop ik alles om mij heen beschouwde, kreeg een volledig nieuwe – 'bovenaardse' – extra dimensie. Lieve broeder, nadat de ziel ooit één maal in de diepste en waarste zin van het woord door de Koningin des Hemels is aangeraakt, is zij nooit meer dezelfde als voordien. De 'aanrakingen' herhaalden zich gedurende zeer lange tijd zo goed als dagelijks, met een onbeschrijflijke diepgang. De Moeder Gods heeft mij zeer grondig opgeleid, en vroeg mij telkens weer om de herhaling van mijn ja-woord, opdat Zij zou weten dat ik nog steeds bereid was, met Haar verder te gaan (omdat elk bijkomend element in deze mystieke opleiding nieuwe, bijkomende verantwoordelijkheden en steeds méér tegenwind met zich mee zou brengen – daarvoor waarschuwde Maria mij dagelijks).

Zo ging het steeds verder, terwijl de unieke verrukkingen van de eerste maanden al snel door de keerzijde – de beproevingen – werden aangevuld. Op zekere dag begon de Koningin des Hemels dan zielen op mijn weg te leiden, ten gunste van dewelke ik datgene in toepassing moest brengen, wat Zij mij leerde.

Zo ontwikkelde zich geleidelijk het Apostolaat. In de herfst van 2005 maakte Maria Zich dan als 'Meesteres van alle zielen' bekend, en begon Zij met Haar onderrichtingen betreffende de motivering van deze hoedanigheid.

Lieve broeder, mocht in dit Werk ook maar één enkel woord fantasie voorkomen, dan zou het volledig zinloos zijn. Ik kan U verzekeren:

  • de Hemel vormt niet een ziel jarenlang in de diepten van de mystiek, brengt niet het leven van die ziel voor honderd procent onderste boven, en inspireert haar niet tot duizenden bladzijden bovennatuurlijke kennis (en dan mag ik nog niet eens alles wat Maria mij door de jaren heen heeft geleerd, op schrift stellen, verre van...) en leidt haar niet op de weg van een internationaal Apostolaat, om daarna dit Werk door fantasieën of door werelds berekenend denkwerk voor de kar van de satan te laten spannen;

  • mocht ik mij veroorloven, ook maar één enkel woord te verkondigen dat niet van de Meesteres van alle zielen afkomstig is, dan zou ik mijn eigen ziel welbewust verdoemen. Indien U wist welke verantwoordelijkheid de mystieke ziel draagt voor alles wat zij doet, zegt en schrijft, zouden onmiddellijk alle twijfels aan de echtheid van alle Myriam-teksten tot in de kleinste details, van U weggenomen worden. Van Myriam zelf worden op deze website of elders geen woorden geopenbaard die niet door Maria geïnspireerd zouden zijn, of waarvoor Zij geen opdracht zou hebben gegeven. Myriam is een werktuig van Maria, geen werktuig van wereldse belangen.

  • Dat is het, wat ik daarnet bedoelde wanneer ik schreef dat ik voor de echtheid, met andere woorden de Hemelse oorsprong van elk woord op de website met mijn leven borg sta.

Er is een hemelsbreed verschil tussen fantasie en mystiek:

  • De mystiek is de weg van de rechtstreekse aanraking tussen de Hemel en een ziel, met als doel: een bijzondere vorming van de betreffende ziel in de onderrichting met betrekking tot de Waarheid, de begeleiding van andere zielen en de doelmatige vormgeving van andere bijzondere opdrachten ten gunste van Gods Heilsplan. De fantasie daarentegen is de weg van de misleiding van zichzelf en anderen, die door de satan wordt gebruikt als middel om de fantaserende ziel ertoe te brengen, Gods Werken krachtig af te remmen, als ongeloofwaardig af te doen en, indien mogelijk, volledig te vernietigen, en zo veel mogelijk zielen op dwaalwegen te leiden – met andere woorden: ver weg van God en Zijn Waarheid;

  • De mystiek werkt zich in de ziel, en door haar, voor honderd procent in het hart uit, terwijl de fantasie daarentegen een product van de geest is. Eén van de eerste oefeningen, waarbij de mystieke ziel 'gedrild wordt' (neemt U mij dit militair begrip niet kwalijk), is deze, waarin zij leert, bij elke aanraking met 'boven' en in de uitvoering van haar opdrachten naar de zielen toe, het denken, het verstand, in een oogwenk volledig uit te schakelen en uitsluitend vanuit het hart te leven en te werken. Wanneer de mystieke ziel tijdens een inspiratie vanwege de Koningin des Hemels ook maar één enkel ogenblik deze toestand van het 'opgenomen-zijn-in-bovennatuurlijke-sferen' verlaat, wordt de inspiratie onmiddellijk opgeschort, omdat de Hemel er alles aan doet opdat geen menselijke gedachten de geboorte van deze waardevolle Hemelse 'parel' zou kunnen verontreinigen. Glijd ik desondanks eens voor korte tijd uit deze toestand weg, dan schort de Meesteres Haar aanraking op, maakt mij van mijn veranderde gewaarwordingstoestand bewust, en wacht geduldig tot ik opnieuw volledig op Haar gericht ben. Zij staat geen enkele wereldse gedachte, geen enkel werelds beeld in mijn geest toe. Pas zodra mijn innerlijke wereld opnieuw uit Haar alleen bestaat, spreekt Zij verder, respectievelijk laat Zij de visuele Onderrichtingen verder gaan;

  • Uit geen enkele fantasie zou de Hemelse realiteit ooit, zelfs nog maar bij benadering, zo kunnen worden beschreven, dat daaruit een volmaakt steekhoudend systeem ontstaat, zoals dit in de Wetenschap van het Goddelijk Leven het geval is. Bovendien zou geen enkele ziel dit Werk jarenlang volhouden wanneer het (zelfs maar gedeeltelijk) op fantasie gebaseerd zou zijn. Een hart, dat waarlijk met Maria in aanraking is geweest, kan geen spoor van fantasie meer verdragen;

  • De mystiek is gebaseerd op Liefde, terwijl de fantasie op dweperij is gebaseerd. De dweperij kenmerkt zich vooreerst daardoor, dat zij met Liefde voor God dweept, doch deze niet tot elke prijs in de praktijk kan omzetten: De dweperij capituleert heel vlug bij beproevingen. De mystiek gaat echter precies met zeer harde beproevingen samen, omdat het contact met de Hemel nu eenmaal dag na dag moet worden afgekocht, en van nature uit met bijzondere opdrachten verbonden is.

  • De fantasie ontspringt uit de eigen geest, en kan derhalve ook door de ziel zelf worden opgewekt; de mystiek daarentegen kan door de ziel zelf niet worden opgewekt. Qua optreden, inhoud en vorm wordt de mystiek volledig beheerst door het Hemels Wezen dat de mystieke contacten toestaat. In mijn geval is dit meestal de Koningin des Hemels. Zij heeft deze ontmoetingen, respectievelijk gewaarwordingen, volkomen in Haar macht. De menselijke geest kan deze niet naar believen opwekken.

Lieve broeder, dit Apostolaat is voor honderd procent op de mystiek gebaseerd. Daar gaat niets 'vanzelf': Zelfs na vijftien jaar brengen mij deze contacten met de Koningin des Hemels niet louter verrukkingen, maar kosten deze mij ook dag na dag één en ander, en wel zelfs in steeds toenemende mate, om redenen, waarvan mij niet is toegestaan, deze uiteen te zetten.

U formuleert het in woorden die hierop neerkomen, dat in de Myriam-geschriften alles zo prachtig is dat men bijna niet kan geloven dat het hier inderdaad om Hemelse Waarheid gaat. Lieve broeder, dit komt niet doordat deze geschriften niet van de Hemel zouden komen, doch omdat zij juist wel voor honderd procent van de Hemel komen. In dit Werk wil God eens en voor altijd aantonen:

  • dat de Liefde de enige kracht is, die aan de Schepping het Ware Leven brengt;

  • dat Hij Zijn Hemelse Werkelijkheid naar de zielen wil brengen in de volheid van haar schoonheid, zoals de allereerste zielen deze Werkelijkheid hebben gekend vóór zij de erfzonde bedreven, en hen daardoor het vermogen tot een ononderbroken en spontane aanraking met Gods Hart moest worden ontnomen. In de mystiek wordt aan de mystieke ziel de gewaarwording van deze aanraking in golven vergund, met de bedoeling dat deze ziel jegens haar medezielen uit eigen ervaring en derhalve op overtuigende wijze over de realiteit van deze bovenaardse schoonheid zou kunnen getuigen;

  • dat de kennis van, en het inzicht in, Zijn Werkelijkheid de bronnen van Ware Hoop en bemoediging zijn, omdat de zielen op grond van deze kennis en dit inzicht pas echt in het hart kunnen voelen dat de donkere werkelijkheid hier op aarde slechts een overgangsfase is, een oefenterrein waarop de zielen door het overwinnen van de eigen zwakheden de wedergeboorte in het Hemels Paradijs evenals de wedergeboorte van het Paradijs op aarde moeten helpen ontstaan;

  • dat Hij de wegen naar dit Goddelijk Ideaal in volmaakte Wijsheid heeft vastgelegd, en wel heel lang geleden, en dat Hij deze wegen nu in de praktijk wil omzetten omdat de volheid van de tijd daartoe nu is gekomen. Op deze Wijsheid is de hele bovenaardse logica van de huidige verkondiging van de Meesteres van alle zielen gebaseerd. Deze logica wordt dwars doorheen alle Myriam-geschriften op de meest steekhoudende wijze uiteengezet. Elke ziel die zich de moeite getroost, de geschriften met het hart in zich op te nemen, zal ooit de waarheid ervan inzien.

Lieve broeder, de Meesteres van alle zielen vergeleek de Myriam-geschriften ooit met zaad dat Zij in massa’s in Haar Myriam heeft uitgestrooid, en die Myriam op grond van een leven in de diepste overgave en toewijding aan de Meesteres, en op grond van vele verborgen opdrachten, zaadje na zaadje tot bloei moet brengen (= in de vorm van geschriften aan de zielen aanbieden). Wanneer dit zaad tot bloei komt, vormt het Hemelse bloemen. U merkt het reeds aan de stijl, aan de woordkeuze, enzovoort: Maria spreekt een zeer bloemrijke taal, en verpakt al haar inspiraties in bovenaardse beelden. Tijdens het schrijven van elk afzonderlijk geschrift, elke afzonderlijke brief, elk afzonderlijk gebed, klopt in Haar Myriam het Hart van de Koningin des Hemels, deze Vlammenzee die van Liefde brandt en waarin de bovenaardse werkelijkheid voelbaar heerst. In elke formulering wordt datgene 'vertaald' wat de Meesteres mij ofwel op dat ogenblik zelf toont, ofwel wat Zij mij korte tijd (soms langer) voordien heeft getoond. Het resultaat is een geheel van bloemrijke geschriften die qua inhoud en vorm getuigen van hun oorsprong in de Bron van de Eeuwige Wijsheid.

Lieve broeder, bewijzen, zou men de mystiek slechts kunnen wanneer deze geen mystiek meer zou zijn, want mystiek is Hemels, en gaat derhalve het menselijk verstand te boven. Laten wij daarvoor dankbaar zijn. Zalig de ziel die het waarachtig Hemelse aanvaardt zoals het is, en zoals het in volmaakte Liefde rechtstreeks van God naar haar toevloeit.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 500
Hoe kan men het vagevuur ontlopen? – Over het ontvangen van de Heilige Communie na roken, snoepen en andere – Een bedenking van de Meesteres van alle zielen bij scheiding tussen huwelijkspartners

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Met betrekking tot Uw vraag: Zijn er Richtlijnen van de Moeder Gods waarmee men rekening moet houden om een zo zuiver mogelijke zielstoestand te bereiken, zodat het vagevuur nauwelijks nog nodig is? Het antwoord van de Meesteres van alle zielen is desbetreffend ontwapenend eenvoudig:

"Volg liefdevol, met een rotsvast Geloof, vervuld van Ware Hoop en met volharding alle Richtlijnen en Onderrichtingen, die Ik doorheen alle geschriften in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven aan de zielen schenk. Elk van deze geschriften is een verzameling van heilig zaad. Strooit men deze zaadjes samen in de bodem van de ziel en voedt men ze met oprechte Liefde en goede wil, dan zal de ziel openbloeien als een bloementuin. Elk zaadje, dat aan een ziel wordt geschonken, doch door haar niet wordt aanvaard, respectievelijk wordt versmaad, moet in het vagevuur tot rijping worden gebracht".

Met Jezus’ woorden zou men hier kunnen zeggen: "Wie oren heeft, hij luistere". De Wetenschap van het Goddelijk Leven, eenvoudig uitgedrukt: het geheel van de Myriam-geschriften, is precies als weg van de vervolmaking bedoeld, als weg om in heiligheid te leven en te sterven.

De bedoeling van het vagevuur is uiteindelijk slechts de vervolmaking van de ziel in de Ware Liefde, via het inzicht dat zij bij het oordeel over haar voorbije aardse leven heeft gekregen met betrekking tot de Ware Liefde en over elk detail van het leven waarbij zij deze Liefde niet heeft kunnen opbrengen. Dit inzicht, gebaseerd op het feit dat de ziel bij haar levensoordeel het voorbije leven door Gods ogen mag, respectievelijk moet zien, wekt in haar een diepe pijn over elk gebrek aan Liefde in haar voorbije leven. Deze pijn vormt de loutering. Het betreft Liefdespijn, door het inzicht dat de ziel zich door haar zonden en ondeugden van God heeft losgerukt en om deze reden nu nog niet naar Hem terug kan gaan.

Graag in verband met Uw volgende vraag: Is het een zware zonde, wanneer men vóór de Heilige Communie sigaretten of sigaren rookt?

De Meesteres van alle zielen heeft mij er ooit in Lentebloesems aan de Levensboom (over de deugden en de weg naar de heiligheid) laten op wijzen, dat, en om welke redenen, roken een ondeugd is. Het is U terdege bekend dat wordt afgeraden, tijdens een bepaalde tijd vóór het ontvangen van de Heilige Communie te eten. De Meesteres van alle zielen koppelt aan deze regel een zuiver spirituele reden: Doordat de ziel een tijd lang vόόr het ontvangen van de Heilige Communie niets eet, getuigt zij tegenover God: "Ik zou graag van U alleen leven". Hoewel deze bekentenis gewoonlijk niet in de absolute betekenis van het woord kan worden omgezet zolang de ziel in een stoffelijk lichaam leeft, geldt zij, wanneer zij bewust in oprechte Liefde wordt beleefd, voor God als een werkelijkheid.

Wat het roken betreft, hier ligt de zaak enigszins anders, omdat roken, hoe men het ook moge beschouwen, het lichaam niet voedt, noch het iets toelevert dat bevorderlijk is voor de door God voor het lichaam voorziene functies. Wij moeten er ons steeds van bewust zijn, wat wij met ons lichaam doen. Het lichaam mag weliswaar niet tot uiteindelijk doel noch tot reden van onze handelingen worden, maar God heeft het ons geschonken opdat onze ziel haar aardse leven zou kunnen leiden. Om deze reden rust op ons de verplichting, ons lichaam een zekere basisverzorging te verlenen. Zelfs de wetenschap toont in deze tijd vanuit de meest uiteenlopende hoeken aan, hoe schadelijk het roken is voor de gezondheid. Om deze reden kan geen enkele ziel nog onwetendheid voorwenden. Wij mogen daarbij niet vergeten dat lichaam en ziel elkaar wederzijds beïnvloeden. Om deze reden kan met zekerheid worden gezegd dat roken ook het spiritueel leven kan schaden. Laten wij eens het volgende beschouwen:

De Meesteres van alle zielen stelt steeds weer met klem dat niet alleen handelingen en woorden op zich deugdzaam of niet deugdzaam zijn, maar in nog veel hogere mate de gedachten en gevoelens, welke achter handelingen en woorden schuilgaan. In de breedste zin van het woord betekent dit dat de heiligheid en de vruchtbaarheid van een ziel in de eerste plaats wordt bepaald door datgene wat zich in het verborgene, en derhalve onzichtbaar, in haar afspeelt. Wanneer wij nog een stap verder gaan, hoeft het ons niet te verbazen wanneer de Koningin des Hemels erop wijst dat met het roken een symboliek gepaard gaat, die nauwelijks nog met een aanraking met God verenigbaar is:

Bij het ontvangen van de Heilige Communie betreedt God het lichaam (de tong, en vervolgens elke lichaamscel), maar ook langs de niet-stoffelijke weg de ziel. Wanneer nu het ontvangen van de Heilige Communie plaats heeft in een mond, die binnen de laatste uren vóór de Communie uit vrije wil met de rook uit sigaretten of sigaren in aanraking is geweest, komt dit voor God neer op een situatie, in dewelke God bij Zijn Intrede in rook wordt gehuld. Rook staat symbool voor zuurstofarme lucht, dwaling, verblinding en misleiding. Mijn rokende medemensen gelieven mij te willen verontschuldigen, ik breng niets méér of minder naar voor dan datgene wat de Meesteres van alle zielen mij desbetreffend als antwoord op de door U voorgelegde vraag aanschouwelijk toont.

Betreft het hier een zware zonde? Volgens de uitspraak van de Meesteres van alle zielen kan deze vraag slechts (door God) worden beantwoord met inachtneming van de diepe instellingen, gesteldheden en gezindheden vanuit dewelke elke individuele ziel die rookt, de Heilige Communie ontvangt. Over het algemeen genomen, kan worden gesteld dat het in elk geval gaat om een gebrek aan respect en Liefde tegenover God wanneer de ziel een bepaalde tijd vóór en na het ontvangen van de Heilige Communie rookt.

Terloops laat de Moeder Gods mij erop wijzen, dat ook het nuttigen van zoetigheden, snoepgoed en dergelijke vóór en na het ontvangen van de Heilige Communie moet worden vermeden, temeer ook in dat geval iets tot zich wordt genomen dat niet levensnoodzakelijk is. Tegen de achtergrond van deze laatste opmerking moet ik hieraan toevoegen dat suikerzieken of mensen die aan bepaalde lichamelijke storingen lijden – vooral op het gebied van de stofwisseling – in Gods ogen niet aan de regel van de voedselonthouding rond het ontvangen van de Heilige Communie gebonden zijn. Alles hangt af van de innerlijke gesteldheid, in het bijzonder van de oprechtheid van de Liefdesrelatie van de ziel uit naar God toe.

Aan Uw vader die zijn echtgenote (Uw moeder) heeft verlaten, laat de Moeder Gods mij verkondigen dat hij zich de dagen in herinnering moge brengen, tijdens dewelke hij op haar verliefd werd, omdat in die dagen Gods Geest in zijn hart heeft gesproken. Maria beklemtoont dat elk oprecht voornemen om het verbond van het huwelijk aan te gaan, uiteindelijk ontspruit aan een inspiratie van Gods Geest, Die de beide betrokken zielen tot een gemeenschappelijk leven tracht te leiden, omdat zij elkaar op het spiritueel vlak iets te leren hebben of door een gemeenschappelijke levensweg de gedragspatronen en instellingen kunnen ontwikkelen, die zij precies nodig hebben om het ware doel van hun leven op vruchtbare wijze vorm te geven en te voltooien. Wanneer de huwelijkspartners elkaar ooit verlaten, vooral wanneer geen gegronde redenen bestaan (in de zin van deze, welke door de Heilige Kerk als reden voor een scheiding kunnen worden erkend), zo kan het verbond niet verder worden gerealiseerd en verzuimt de ziel een essentieel gedeelte van de verwezenlijkingen, voor dewelke zij door God is uitgerust.

Een scheiding kan slechts over de brug van de Ware Liefde overwonnen worden. De Ware Liefde te verwezenlijken en deze tot een onverwoestbare basis van het spiritueel leven te maken, is het ware doel van het leven. De ziel verwezenlijkt deze in de mate waarin zij ertoe in staat is, alle eigenbelang terzijde te schuiven ten bate van deze van haar medeschepselen. Doordat de ziel zich van haar huwelijkspartner scheidt en vervolgens deze scheiding vrijwillig in stand houdt, verhindert zij voor zichzelf en voor de ziel van de huwelijkspartner de verwezenlijking van het individueel levensdoel. Om deze reden is het een grote daad van naastenliefde, het 'nieuw leven' met een andere partner op te geven en het oorspronkelijk verbond opnieuw te herstellen.

Lieve broeder, ik hoop vurig dat deze Vastentijd voor U rijpe vruchten mag opleveren. De Vasten is bedoeld als lente voor de ziel. Lente betekent Hoop, wedergeboorte, nieuwe vruchtbaarheid, betoverende geuren in de ziel, de belofte van de zomer, waarbij de zomer als symbool voor de warmte en het Licht van de Ware Liefde kan gelden. Ik draag U van harte graag in mijn kleine hart verder.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 501
Over de biecht en het leven na de biecht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Mag ik U eerst en vooral van harte danken voor Uw brief, die ook de Moeder Gods heel erg bevalt, omdat de door U aangehaalde thema’s zijn voortgekomen uit de oprechte bestreving, tot een dieper inzicht in Gods visies en bedoelingen te komen. Laten wij deze thema’s dus eens stap voor stap beschouwen.

Terecht merkt U op dat een ziel de biecht en een deugdzaam leven op elkaar moet afstemmen. Heel graag leg ik U de desbetreffende visie van de Koningin des Hemels voor:

De biecht is het geschenk van Gods Barmhartigheid, door hetwelk de ziel van God vergeving voor haar zonden kan verkrijgen. Elke zonde is een schending van Gods Wet van de Liefde. De Liefde is de essentie van alle leven, niets minder dan het voedsel voor de ontwikkeling en ontplooiing van de ziel. Wanneer de ziel toelaat dat de beleving en de toepassing van de Liefde in zich en van zich uit naar God en Zijn Werken toe, met inbegrip van haar medeschepselen (die immers niets anders dan Werken van God zijn) verzwakt worden, raakt de basis van het spirituele leven al gauw ondervoed, en bezwijkt de ziel steeds vlugger voor de zonde: Zij is steeds minder in staat, weerstand te bieden tegen de ontelbare bekoringen. Wij moeten er ons steeds van bewust zijn dat de Liefde door alle deugden samen wordt gevormd, en dat alle deugden op hun beurt door de Liefde moeten worden gevoed. Wanneer wij ons het spirituele leven als een boom voorstellen, dan is de Liefde de stam en zijn alle deugden de takken. Elke tak die niet door de Liefde wordt gevoed, respectievelijk die slechts minderwaardige voeding uit haar opneemt (omdat de Liefde gebrekkig is), brengt geen frisse bladeren, bloesems en vruchten meer voort.

Het is derhalve gemakkelijk te begrijpen dat God er alles aan gelegen is, dat de ziel Zijn Liefde werkelijk in zich opneemt, deze in zich inbouwt, en haar ten volle benut om zich spiritueel volledig te ontplooien en haar aan haar medeschepselen door te geven, opdat het Licht als een ketting van waar Leven de hele Schepping zou kunnen omspannen. Gods Barmhartigheid is immers volledig gebaseerd op Gods verlangen dat elke ziel onuitputtelijke kansen zou krijgen om zich helemaal op Zijn Hart te richten en werkelijk naar de Goddelijke Werken in zich, in haar eigen omgeving en de hele Schepping te verlangen, met andere woorden: Er is God alles aan gelegen dat de ziel ertoe bereid zou zijn, haar eigen wil volkomen op Gods Wil te richten, precies omdat Hij weet dat daarin het geheim van de hoogste vruchtbaarheid van een mensenleven (de heiliging) ligt. Volledige overeenstemming tussen de vrije menselijke wil en Gods Wil betekent heiligheid, het vermogen om Heil te ontwikkelen, dit wil zeggen: de hoogst mogelijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan te leveren.

Om deze redenen schenkt God de zielen de gelegenheid van de biecht, opdat zij zich met Hem kunnen verzoenen in verband met hun overtredingen tegen Zijn Liefde. Hoe moet men zich deze verzoening voorstellen? Volgens Gods Wet kan de ziel verdiensten verwerven in de mate waarin zij haar vrije wil méér op Gods Wil richt. Gods Wil is de bron van alle Schepping, Verlossing, heiliging en herschepping, dus bron van elke beweging in de heilsontwikkeling van de mensheid als geheel. Niettemin heeft Gods Wet eveneens voorzien, dat Gods Wil, die in essentie de sleutel tot alles is, ook een passend slot moet vinden. Dit slot is de menselijke vrije wil. Is deze precies zo gericht dat hij in Gods Wil past, dan klikt de Goddelijke sleutel in het slot, en worden deuren geopend: Er 'gebeurt iets', de heilsgeschiedenis komt in beweging. Welnu, in de biecht zegt de menselijke vrije wil tot God: "Ik wil, uit eigen initiatief en spontaan, opnieuw één met U worden, zoals ik het vóór mijn zonde in hogere mate was dan nu" . In absolute zin is de eenheid tussen de menselijke wil en de Goddelijke Wil slechts in de staat van voltooide heiligheid volmaakt. De Moeder Gods is de enige in Wie dit ooit het geval is geweest.

De biechtende ziel vraagt dus, voor haar afwijkingen van Gods Wil vergiffenis te bekomen. Op dat ogenblik begint een nieuw spiritueel leven. Dit nieuwe leven is echter jong en zwak. Het moet gevoed worden en zich volledig volgens de visie van Gods Wil ontwikkelen. Dat kan slechts doordat de ziel kiest voor een nieuwe deugdzaamheid in al haar levenssituaties. Een biecht die niet wordt gevolgd door een oprechte inspanning om een nieuwe start te nemen, die de ziel bestendiger op Gods wegen leidt, is zinloos, omdat de ziel dan niet bewijst dat zij werkelijk Gods Wet tot Bron, wegwijzer en richtlijn voor haar verdere leven heeft gekozen, en deze beslissing met heel haar hart heeft genomen. Zij kiest dan, om zo te zeggen, niet volledig voor de heiliging, maar geeft de voorkeur aan enig eigen belang dat zij als het ware belangrijker vindt dan Gods belangen. Haar verlangen naar Gods nabijheid is dan duidelijk geringer dan haar behoefte om zich aan de wereld en zijn onvolmaaktheden vast te klampen.

De biecht kan de ziel zeer doelmatig op de weg naar haar heiliging vooruit helpen, op voorwaarde dat deze is gebaseerd op oprecht berouw en er niet alleen op is gericht, vergeving te bekomen, doch eveneens een beter mens te worden. Wanneer de biechtende ziel slechts Gods vergeving wenst, beschouwt zij de biecht slechts als een ruil waarvan zij zelf beter moet worden. Heeft de ziel echter het voornemen, in de biecht en door deze, het fundament van haar eigen ziel gezond te maken en te versterken opdat zij Gods Werken voortaan beter moge kunnen dienen, dan beschouwt zij de biecht niet als een ruil waarvan zij zelf beter moet worden, doch als een geschenk aan God, omdat zij Hem liefheeft, en zij niets vuriger verlangt dan Hem bij de voltooiing van Zijn Werken behulpzaam te zijn. Het verschil tussen deze beide ingesteldheden bij de biecht is enorm groot, en de effecten ervan op de heilsontwikkelingen in de hele Schepping zijn heel verschillend. Biechten, en in aansluiting daarop de lat voor de eigen deugdzaamheid in de praktijk van het dagelijks leven niet een beetje hoger leggen, komt in Gods ogen neer op een gebrek aan Liefde voor Hem en aan verlangen naar Hem.

Hoe maakt men zich bij de biecht voornemens die voor een deugdzaam leven vruchtbaar kunnen zijn? De Koningin des Hemels wijst erop dat het spirituele leven eigenlijk pas vruchtbaar kan worden wanneer de ziel zich inspanningen getroost om zichzelf beter te leren kennen:

Hoe ben ik eigenlijk? Waarom ben ik hier, met andere woorden, wat kan ik voor God en mijn medeschepselen betekenen, rekening houdend met mijn talenten en vermogens? In welke mate is mijn vermogen om onzelfzuchtig Liefde te geven en deze om mij heen te verspreiden, ontwikkeld? In welke mate zijn mijn gedrag en mijn aanwezigheid als een zonnestraal voor mijn omgeving? Op welke punten moet ik absoluut aan mijzelf werken? Hoe sterk zijn mijn goede voornemens ten gunste van mijn medeschepselen zodra ik door beproevingen en tegenslagen word getroffen?

Deze en gelijkaardige vragen kunnen de ziel erbij helpen, voor zichzelf een spiegel te bouwen in dewelke zij zichzelf kan leren zien zoals zij werkelijk is. Het aldus verworven inzicht kan zeer behulpzaam zijn bij het ontdekken van de eigen plaats binnen Gods Heilsplan, om vanuit dit inzicht de eigen koers doorheen het leven te corrigeren, zodat men doelgericht naar de haven van bestemming kan varen. In dat geval kan elke biecht dan als een zuivering worden beschouwd, een afwerpen van ballast met het oog op een doelmatiger zielenleven.

De volgende stap wordt het maken van de voornemens zelf, en volhardend gebed om vervolmaking van de Liefde (opdat men zich niet meer zo gemakkelijk van de vereniging van de eigen wil met Gods Wil zou laten afleiden). Wij mogen nooit vergeten dat het leven in al zijn aspecten een ontplooiing van de genadewerking is. Niets gaat vanzelf, precies daarom wordt ons de totale toewijding aan Maria als weg naar een doelmatige heiliging aangeboden. Het is van wezenlijk belang dat men datgene wat men zich voorneemt, werkelijk wil. Slechts de wil draagt de ziel dwars doorheen de stormen naar het doel. Wanneer de ziel niet de oprechte wil heeft om 'lief te hebben, zelfs ten koste van het eigen voordeel', dan zal zij zeker haar doel niet bereiken, want dan zijn haar voornemens ofwel uitingen van lichtzinnigheid, of van dweperij. Ware Liefde blijkt pas bij beproevingen, en zonder concrete invulling van het verbond met de Hemel zal het slot nooit bij de Goddelijke sleutel passen.

Lieve broeder, ik wens U graag een vreedzame avond in de verrukkelijke Liefde van de Koningin van alle Hoop. Moge in deze tijd de Ware Vrede in U wortel schieten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 502
De Meesteres van alle zielen over Haar Apostolaat als Hemels Werk, en de diepere zin ervan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Heel graag leg ik het Liefdesvuur uit Uw brief aan de voeten van de Koningin des Hemels neer, zoals U hebt gevraagd. Precies dat Vuur heeft Zij nodig om de duivel en al zijn werken te 'verbranden', wat immers het uiteindelijke doel is waartoe dit Apostolaat kort na Myriams roeping in 1997 door de Moeder Gods Zelf werd opgericht. Eigenlijk moeten wij ons Gods Overwinning over alle duisternis inderdaad zo voorstellen: De Liefde hult de werken van de duisternis in het Licht van de volle Waarheid en ontsteekt hen met het Vuur van de Liefde, dat op de veroorzaker van deze werken inwerkt als zuiver vergif.

Het is U bekend dat de Meesteres van alle zielen het door Haar Zelf opgericht Maria Domina Animarum Werk het

"Apostolaat van de Ware Liefde, de Ware Hoop, de bemoediging
en de volheid van de Waarheid"

noemt. Weet U via welk mooi beeld Zij mij ooit de achterliggende betekenis hiervan toonde? Verplaatst U zich eens even in de natuur, de wereld van de ongerepte groei, en houdt U zich de vier elementen van de omschrijving van dit Werk voor ogen, samen met datgene wat de Meesteres van alle zielen daarmee verbindt:

  • de Ware Liefde = de zonnewarmte
  • de Waarheid = het zonlicht

  • de Ware Hoop = de zuurstof uit een zuivere lucht

  • de bemoediging = de zachte regen van de genade

  • de Meesteres stelt Zichzelf voor als de bodem aan dewelke de zielenbloem is toevertrouwd in dit prachtig verbond dat door Jezus aan het Kruis werd verkondigd en dat door de ziel via de totale toewijding aan Maria individueel moet worden bekrachtigd.

Samen vormen de zonnewarmte, het zonlicht, de zuurstof en de zachte regen de volheid van het Goddelijk Leven, dat met de bodem 'een huwelijk moet sluiten' opdat het Ware Leven, groei, bloei en vruchtbaarheid te voorschijn kunnen komen. De bodem bevat Gods Groeiwet, Gods Intelligentie en Wijsheid. Inderdaad, in spirituele zin heeft God Zijn Wetten, Zijn Intelligentie en Zijn Wijsheid in de hoogst mogelijke mate in Maria tot ontplooiing gebracht. Wanneer de ziel zich aan Haar overgeeft, haalt de zielenbloem Haar voedsel uit Haar – en door Haar, uit God. Daarbij wordt de zielenbloem beschenen door de zon van Gods Liefde en Zijn Waarheid, ademt zij de lucht om zich heen en drinkt zij het regenwater.

Laten wij de rijkdom van deze symboliek even van nabij bekijken.

Wanneer de zielenbloem inderdaad haar voeding uit de bodem van Maria’s Wezen haalt, groeit zij op in een Hemelse tuin, in een bodem die volledig vervuld is van Goddelijke eigenschappen. Boven haar staat de zon (symbool voor God – Eeuwige Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest). De zon schenkt haar de volmaakt bij haar aangepaste warmte (de Ware Liefde als essentie van het ware Goddelijk Leven) en de volheid van het Licht (Gods Waarheid, die alle duisternis aan het licht brengt, de ziel in Gods Kennis – de Wetenschap van het Goddelijk Leven! – onderwijst, en in haar de kennis van Licht en duisternis, van Gods Wetten en van de zonde, van Gods Werken en Plannen en de werken van de duisternis ontvouwt). Deze Liefde en dit Licht ontvangt de ziel zonder meer en zonder uitzondering 'gratis', maar de Koningin des Hemels heeft de macht en de opdracht ontvangen, in de ziel het vermogen te ontsluiten om deze Goddelijke gaven in zich op te nemen, hen te ontplooien en tot de hoogste vruchtbaarheid te voeren.

Ook de zuurstof in de lucht stroomt naar de zielenbloem toe. Zolang zij stevig in de bodem van de Meesteres van alle zielen geworteld blijft, groeit de zielenbloem in een Tuin, waarin ALLES uitsluitend op God en Zijn belangen is gericht. In deze Tuin is de lucht het zuiverst en het gehalte aan zuurstof hoger dan om het even waar elders. De zuurstof is de bezieling door de Heilige Geest, die de zielenbloem ononderbroken verkwikt, doet opleven en in haar alle bederf voorkomt. Een organisme dat in een zuurstofrijke atmosfeer heel diep kan doorademen, zuivert zich tot in het diepste van elke cel en benut het opgenomen voedsel op de meest doelmatige wijze. De Meesteres van alle zielen verbindt de zuurstof in de Tuin van Haar Hart met de Ware Hoop. Zij schenkt de zielen de Ware Hoop door Haar Onderrichtingen, kanalen van Goddelijke Kennis, die in de ziel de zekerheid laten ontwaken dat God tegenwoordig is en ononderbroken te haren gunste werkt.

De Ware Hoop is de deugd, welke in de ziel het vermogen ontsluit, in alles zo te handelen, te voelen, te denken en te kunnen verwachten, als was elke hindernis op de levensweg reeds zegenrijk overwonnen, zelfs reeds terwijl zij zich nog door alles heen worstelt. In deze ziel ontplooit zich deze prachtige werking alsof zij ononderbroken de zuiverste zuurstof bijtankt, waardoor zij nooit verstikt. De ziel in de gesteldheid van Ware Hoop voelt zich bij de beproevingen en kruisen van het leven niet zodanig in het nauw gebracht dat deze haar lang zouden kunnen verlammen.

Ook de regen vloeit naar de ziel toe. Zonder de zachte regen zou zij niet langdurig in staat zijn, de zonnewarmte, het zonlicht, de zuurstof van de zuivere lucht en de natuurlijke bodemschatten op de juiste wijze te benutten, zodat zij ondanks alle voedsel, alle licht, alle warmte en de beste lucht zou moeten sterven. Om deze reden stelt de Koningin des Hemels door de regen de genadenstroom voor, en verbindt Zij deze met de bemoediging, die elke ziel ten deel valt, die naar Haar luistert, omdat Haar woorden injecties van Goddelijke genade zijn. De Meesteres van onze zielen bewerkt voor de zielenbloem de zachte regen van de genade door Haar rechtstreekse tussenkomst, Haar Voorspraak, de verdiensten van Haar Tranen (water!) en de verbinding ervan met de inzet van de ziel zelf in de toewijding van al haar eigen beproevingen (die eveneens door – geweende en niet geweende – tranen kunnen worden gesymboliseerd).

Ziet U de prachtige parallel in dit beeld? De Meesteres van alle zielen plant de zielen die zich helemaal aan Haar overgeven, in de bodem van Haar volmaakte Wezen, en – zoals Zij het jaren geleden reeds aan Haar Myriam toevertrouwde – Zijzelf heeft dit Apostolaat in het leven geroepen als kanaal van verspreiding van de Ware Liefde, de Ware Hoop, de bemoediging en de volheid van de Waarheid. De diepe betekenis, die achter deze woorden schuilgaat, heb ik zo-even in het beeld van de zielenbloem mogen uiteenzetten, waarin:
  • de bodem de Meesteres van alle zielen is;
  • de zonnewarmte de Ware Liefde is, die Zij door Haar woorden en Haar Werkingen schenkt. Zij ontvangt deze Liefde op Haar beurt uit de Bron van de Eeuwige Liefde, uit dewelke sedert de Kruisdood van Jezus grenzeloos geput wordt ten gunste van het Heil van de zielen;

  • het zonlicht de volheid van de Waarheid is, die Zij door de Myriam-geschriften laat verspreiden, die Zij in hun geheel als de Wetenschap van het Goddelijk Leven betitelt;

  • de zuurstof van de volmaakt zuivere lucht de Ware Hoop is, die Zij door deze kennis laat verspreiden en die Zij volledig kan ontsluiten in de Haar uit vrije wil en in oprechtheid gegeven harten;

  • de zachte regen de bemoediging is, die in essentie de vrucht is van het huwelijk tussen de genadewerking en het leven van toegewijde beproevingen. Dit huwelijk ontplooit in de ziel het inzicht over de waarde van het lijden en van de ononderbroken werking van de genaden in haar leven.

Zo definieerde de Meesteres van alle zielen bijgevolg de levensopdracht van Haar Myriam: Kanaal te zijn van deze prachtige wisselwerking tussen de vier elementen van het Apostolaatswerk en de zielen, met de Meesteres als centrale coördinerende figuur, Die dit alles op grond van de eeuwigdurende verdiensten van Jezus Christus tot stand brengt.

Aan de hand van dit buitengewoon rijk beeld verduidelijkte de Meesteres vele dingen, ook met betrekking tot Haar opvattingen over dit Apostolaat van de Meesteres van alle zielen en over de enige door Haar verlangde vormgeving van de levensopdracht van Haar Myriam. Zo wees Zij er onder andere op (en dit belangt elke ziel aan, die bereid is, zich met dit Apostolaat te verbinden):

  • dat een ziel die andere zielenbloemen uit de Tuin van Maria ontwortelt om hen in haar eigen tuin te planten, zich schuldig maakt aan een werk dat tegen Gods Werken en bedoelingen indruist. De Meesteres gaf als voorbeeld elke handeling van een ziel, waardoor deze zielen of een Werk, die/dat door volgehouden inspanningen en veel Liefde in Maria’s Hart wortel heeft/hebben geschoten, van haar gedrags- en denkpatronen tracht los te rukken, en alles op alles zet om deze zielen eigen visies op te dringen, zo mogelijk met de intentie, zich erop te beroemen dat zij deze zielen, respectievelijk dit Werk, zelf vorm zou hebben gegeven.

    De Meesteres van alle zielen herinnert mij opmerkelijk genoeg aan het Evangelie van Mattheus, in hetwelk Jezus erop wijst dat "Iedere aanplanting die niet door Mijn Hemelse Vader geplant is, zal worden uitgerukt": Een ziel of een Werk, die/dat geheel in Maria geworteld is, volgt heel precies Haar adviezen. Dit geschiedt op Hemelse inspiraties en gaat derhalve van God uit. Een ziel die door enige menselijke handelingen, woorden of gedachten in dit proces tussenbeide tracht te komen, tracht als het ware een plant te maken, die niet door de Vader is geplant. Zij breekt af en laat een leegte achter.
  • dat dit Werk met het oog op de voltooiing van de vorming van het Leger van het Licht in deze laatste strijd tegen de duisternis van uniek belang is, omdat de Meesteres van alle zielen en de door Haar via dit Apostolaat ontvouwde Wetenschap van het Goddelijk Leven tot de machtigste en de meest van Licht vervulde werktuigen behoort, die ooit uit Gods Hand tegen de duisternis en haar vernietigende en leugenachtige werken voort zijn gekomen;

  • dat dit alles de strenge vorming van Haar Myriam verklaart, evenals de noodzaak van een dagelijks te herhalen strenge gehoorzaamheidsgelofte vanwege Haar Myriam jegens Haar. Myriam moet deze roeping vervullen in het kader van een systeem van strikte regels. Dat heeft veelbetekenende gevolgen, die door de zielen niet altijd meteen worden begrepen.

    Een belangrijk voorbeeld: Telkens weer vragen zielen mij, nadat zij een priester om raad hebben gevraagd, hun vraag desondanks aan de Koningin des Hemels voor te leggen. Ik kan dit weliswaar doen, maar de Meesteres antwoordt niet wanneer eerst een priester reeds over het betreffende thema een uitspraak heeft gedaan. Zij antwoordt eveneens niet wanneer Zij weet dat de betrokken ziel de intentie heeft, datgene wat Zij door Haar Myriam zou antwoorden, met het antwoord van een priester te vergelijken. Wordt na een antwoord vanwege de Meesteres van alle zielen desondanks een priester bij de zaak betrokken (om welke reden ook), dan ligt de verantwoordelijkheid voor deze handeling alleen bij de betrokken ziel. De Meesteres handelt zo omdat Zij de woorden van de bedienaar van een kerkelijk ambt niet wil tegenspreken – ongeacht de mate waarin deze woorden al dan niet met Gods opvattingen overeenstemmen – en omdat Zij Haar Myriam niet aan enig ongeloof of wantrouwen wil blootstellen omdat Zij immers weet, dat Zij – de Koningin des Hemels – doorheen Haar Myriam niets anders dan de Waarheid verkondigt.

    De Meesteres van alle zielen schenkt Haar Myriam veel, maar verlangt in ruil daarvoor ook zeer veel, en terecht: In dit Werk gaat het om de bloei van zielen in de verwezenlijking van een spirituele Eeuwige Lente. Elke kracht, die in de naam van dit Werk niet bereid zou zijn, deze enorme stroom van Liefde, Hoop, bemoediging en Waarheid ongerept verder te leiden, en er niet naar zou streven, deze met de inzet van het eigen leven en met uiterst precieze inachtneming van de door de Hemelse Meesteres aan Haar Myriam opgelegde regels, voorschriften en adviezen in stand te houden, zou voor dit Werk vergif zijn. Om deze reden kan Myriam het zich niet veroorloven dat de zielen de volheid van de Waarheid, een zo volmaakt mogelijke Liefde, een oprechte bemoediging en gerechtvaardigde Hoop zou worden onthouden. Dit Werk moet Liefde, Hoop, bemoediging en Waarheid in- en uitademen met elke ademtocht, zoniet zou het zinloos zijn en zouden God én de zielen worden bedrogen.

    Het is derhalve geen toeval, dat de Meesteres dit Werk uitsluitend op het fundament van de verenigingsmystiek wil en kan uitvoeren.

Lieve broeder, de Koningin des Hemels heeft Uw woorden van Liefdesvuur tot Haar en Jezus gebruikt als aanleiding om deze kleine toelichting over de achtergrond van de werking van dit Apostolaat te schenken. Zij zal – zoals steeds met elk van Haar uitspraken – ook daarmee een Plan koesteren dat ooit duidelijk zal worden. Ook dit is een deel van de Waarheid, waardoor God zielen wil genezen, voeden en vervolmaken. Laten wij Hem dankbaar zijn. Ik leg Uw brief aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neer. Zij verdient de volheid van onze armzalige Liefde, krijgt deze echter zo zelden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 503
Over de diepe zin van het Novembergebedsplan – Over de kruisen en de woestijn van het leven en de diepe zin van de Vastentijd

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve, Eerwaardige broeder in Jezus en Maria,

Hartelijk dank voor Uw brief.

Het Novembergebedsplan is eigenlijk enkele jaren geleden uit verscheidene dialogen met de Moeder Gods ontstaan, waarbij Zij op de onovertroffen macht van de vergeving als akt van Liefde ter verlamming van de krachten der duisternis wees. Mijn vroegere, intussen overleden geestelijke leider hield zoveel van het Novembergebedsplan, dat hij ieder met klem adviseerde, dit Plan doorheen het hele jaar te gebruiken.

Het Novembergebedsplan betreft in wezen de vergeving. Vergeving is uitermate belangrijk voor de ontplooiing en voltooiing van Gods Heilsplan, omdat het de duivel zo veel wind uit de zeilen neemt. Zodra hij er niet langer in slaagt, zielen onderling tot aanhoudende wrok op te stoken, verliest hij onmiddellijk een wezenlijk deel van het fundament van zijn rijk, want door de wrok en elk gebrek aan vergeving sluit hij in ontelbare zielen het hart voor de Ware Liefde. Een hart waarin wrok wordt gekoesterd, is als een met modderspatten bevuilde spiegel: Gods Licht kan doorheen een dergelijk hart nog slechts op een vervormde wijze op anderen worden afgestraald. Wanneer wij dan bedenken hoe de door de Meesteres van alle zielen aanbevolen Ketting van Licht werkt, begrijpen wij gemakkelijk welk vergif in Gods Werken en Plannen wordt gespoten door het gebrek aan vergeving. De Ketting van Licht is uiteindelijk gebaseerd op het doorgeven van Gods Liefde en Zijn Licht van Waarheid.

De Moeder Gods heeft het Novembergebedsplan oorspronkelijk voor de maand november voorzien, omdat Zij in het kader van Haar Onderrichtingen aan Haar Myriam met betrekking tot de macht van de vergeving over de grenzen van de dood heen, erop wees dat Zij in de Hemel op Allerzielen, op 2 november, wordt herdacht als Voorspreekster en als Koningin van het vagevuur. Zij herinnerde eraan, dat ontelbare zielen nood hebben aan een tamelijk lange loutering in het vagevuur omdat zij tijdens hun aardse leven slechts in gebrekkige mate konden vergeven. Daaruit volgde Haar uitnodiging om dit door Haar geïnspireerde Plan elk jaar in november vόόr Haar voeten neer te leggen. Vergeving, van harte geschonken, verwijdert de schuld, die een medemens tegenover een ziel op zich heeft geladen. Wanneer deze schuld wordt vergeven en de betrokken zielen daardoor oprecht dichter tot elkaar komen, wordt door Gods Gerechtigheid niet meer op deze schuld gelet. Om deze reden brengt elke akt van oprechte vergeving Gods Heilsplan een stap dichter naar zijn voltooiing en bevordert daardoor de vestiging van Gods Rijk op aarde.

Lieve broeder, elke ziel die zich inzet om recht vanuit het hart te leven, terwijl zij zich in alles op de dingen van de eeuwigheid oriënteert, heeft het in deze tijd buitengewoon moeilijk. Dit kunnen wij gemakkelijker begrijpen wanneer wij er rekening mee houden dat Gods Heilsplan het tijdperk heeft bereikt waarin de definitieve overwinning van het Licht over de duisternis zal worden voltooid. In de strijd die naar deze overwinning moet leiden – dat heeft God beloofd – heeft God aan de Koningin des Hemels de leiding toevertrouwd. Hoe vastberadener de ziel zich aan de Koningin des Hemels geeft in een leven van totale toewijding, met des te meer verbetenheid zal de duivel zich tegen deze ziel keren. Ik vind in elk geval veel steun in deze beide beelden en begeleidende woorden die de Koningin des Hemels mij ooit voorhield:

"De kruisen die de ziel op haar levensweg toekomen, komen nooit alleen: aan elk van hen is ook Jezus".

"De zielen die aan Mijn voeten liggen, worden door de helse slang het meest bedreigd, omdat de slang reeds onder Mijn voet gevangen ligt en daardoor het hardst diegenen treft die aan Mijn voeten liggen, met andere woorden, deze die Mij toebehoren".

Deze beide uitspraken vanwege de Meesteres van alle zielen bevatten grote tekenen van Hoop en bemoediging. Zij wijzen erop dat onze kruisen werkelijk geschenken van God zijn die op ons afkomen in een verpakking, waarin tevens de Goddelijke ondersteuning aanwezig is, en dat de ziel die Maria werkelijk wil toebehoren, het precies zo moeilijk heeft omdat de duivel volledig in Maria’s macht is, en daarom zijn laatste stuiptrekkingen de ravages veroorzaken, die wij heden ten dage in dergelijk hoge mate in de zielen kunnen bemerken. Hoop straalt uit alles wat uit Gods hand stroomt, maar de zielen moeten dieper leren kijken dan de oppervlakte. Dit dieper leren kijken, is één van de belangrijkste opdrachten van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, de verzameling van de geschriften die de Koningin des Hemels op mystieke wijze door Haar Myriam aan de zielen schenkt, omdat God deze Tijd als 'de volheid van de tijd' daartoe heeft voorzien.

De spirituele tocht doorheen de woestijn, die U momenteel doormaakt, kan zeer vruchtbaar worden. Wanneer U deze vol vertrouwen aan de Koningin des Hemels toewijdt, zal Maria ervoor zorgen dat U elke slang en elke schorpioen, die zich onder het zand van Uw zielenbodem verbergen, zult kunnen ontdekken en verbannen. Het zand van veel wereldse verontreiniging overdekt soms de bodem van een zielentempel. In dit zand verbergen zich inderdaad de meest uiteenlopende bekoringen (slangen) evenals onze eigen zwakheden (schorpioenen). De Meesteres van onze ziel bezit het vermogen, dwars doorheen dit zand de vijanden van onze ziel te zien, en Zij bezit de macht om deze aan de kaak te stellen en ons op de weg naar de bevrijding te leiden.

De Vastentijd is in principe een genadegeschenk, dat wij als een ontdekkingsreis doorheen de eigen ziel moeten beschouwen. De woestijn geldt daarbij als symbool voor datgene wat de ziel moet nastreven, namelijk dat zij zich van de wereldse ballast moet ontledigen om nog slechts met de blik op God, Zijn Werken, Zijn Plannen en haar eigen plaats binnen deze Plannen en Werken gericht te leven. In een dergelijke ingesteldheid zuivert de ziel zich van alles wat haar van deze oriënteringspunten kan wegleiden – en dit meestal reeds heeft gedaan of nog doet – en bouwt zij zich een nieuwe, ware wereld om God, Jezus, Maria heen. Voor de ziel worden de wereldse invloeden tot een woestijn, en haar 'eigenlijke' wereld tot een oase, voorportaal van het Eeuwig Leven. De woestijn staat symbool voor de leegte aan indrukken. Hoe 'leger' de zintuigen en de geest aan wereldse indrukken en sporen, des te meer kan het Hemelse de ziel beheersen. De wegen daarheen onderwijst ons de Meesteres van alle zielen, die Zich in deze geschriften volledig toont als een groot Teken, namelijk Gods Teken van Ware Hoop.

Een gouden leidraad ter verdieping van de totale toewijding aan Maria heeft de Meesteres van alle zielen ons in het Manifest De Tempel van Maria geschonken, dat U op de website onder Onderrichtingen > Boeken kunt vinden. Een leven als aan Maria toegewijde ziel is een leven van voltooiing van de navolging van Christus. Maria bewijst de juistheid van deze stelling in vele passages van de Myriam-geschriften.

Eerwaarde Broeder, ik wens U van harte genaderijke ontmoetingen met de verrukkelijke Liefde van de Meesteres van alle zielen, dit onovertrefbaar Geschenk dat God de zielen heeft willen aanbieden in deze moeilijke tijden. Niets minder dan de Goddelijke Voorzienigheid brengt ons allen in dit Werk bij elkaar. Ik koester het als een Hemelse Schat, die de Koningin van alle Hoop onder mijn hoede heeft gesteld om deze met mijn leven te bezegelen. In deze zin draag ik U graag in mijn hartje verder.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 504
Waarom zijn wij voor Maria zo belangrijk? – Enkele principes van de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag citeer ik Uw vraag letterlijk, omdat zij reeds een kleine les op zich vormt:

Hoe kunnen wij voor Maria zo belangrijk zijn, wij die toch maar stof onder Haar heilige voeten zijn? Waaraan hebben wij het verdiend dat Zij, de Heilige die God heeft gebaard, Zich over ons ontfermt en ons wil helpen, onze ziel volgens Gods Wil om te vormen?

Inderdaad, in vergelijking met Maria’s volmaakte heiligheid is elke ziel slechts stof. Precies daarom is Zij ons als Voorbeeld op de weg naar de heiligheid gesteld. Waarom zijn wij dan zo belangrijk voor Maria?

  • Omdat Maria’s Liefde volmaakt is. Volmaakte Liefde is vlekkeloze, onzelfzuchtige Liefde, die draagster is van Goddelijk Leven. Liefde op dat niveau is de basisgesteldheid die de ziel tot beeld van God maakt. In deze gesteldheid bemint de ziel in onbegrensde mate elk Werk van God. Wanneer wij beseffen dat elk schepsel een uniek Werk uit Gods hand is, begrijpen wij onmiddellijk dat de volmaakt heilige Moeder van God elke mens – en elk dier! – vurig liefheeft;

  • Omdat het een wezenlijk bestanddeel van Maria’s roeping is, elke ziel naar de voltooiing van de individuele Verlossing te begeleiden. U weet dat Jezus voor de zielen de Verlossing heeft vrijgekocht. Elke individuele ziel moet echter deze Goddelijke verwezenlijking in zichzelf voltooien. Ik heb vroeger reeds dit door de Koningin des Hemels gebruikte beeld beschreven: Sedert de erfzonde zaten de zielen als het ware in een kerker opgesloten. Jezus heeft de sleutel in het slot van deze kerker omgedraaid opdat de grendel uit de kerkerdeur zou springen. Elke individuele ziel moet echter voor zichzelf de deur openen en naar buiten gaan, over de weg van de heiliging (de 'Kruisweg van het leven' met zijn vele beproevingen) naar de vrijheid van het Eeuwig Leven.

    De Verlossing is weliswaar een uniek Goddelijk geschenk, maar de ziel moet haar vrije menselijke wil zodanig gebruiken dat zij tegenover God getuigt, dit geschenk ook daadwerkelijk aan te nemen en te benutten. Het is Maria’s opdracht, de zielen bij deze beslissing te helpen, hen de weg uit de kerker en naar de vrijheid te tonen, en hen op de reis naar de vrijheid met raad, onderrichting en werkelijke ondersteuning bij te staan;

  • Omdat Maria over een volmaakte kennis van Gods Werken en de bedoelingen van Gods Heilsplan beschikt. De Moeder Gods weet precies welke oneindige waarde elke ziel voor God en voor de voltooiing van Zijn Heilsplan bezit. Ondanks onze nietigheid zijn wij allen de steentjes in het grote Bouwwerk van Gods Rijk. Elke ziel die zich niet inspant om de Verlossing en de heiliging in zich te voltooien, of die in hoge mate aan de zonde ten prooi valt, verwordt tot een steentje dat voor Gods Plannen minder bruikbaar of volledig onbruikbaar is. Maria is de Opzichtster bij de bouwwerken aan Gods Rijk. Zij heeft de macht om de steentjes te helpen veranderen, en Zij heeft de opdracht ontvangen, de voltooiing van de bouwwerken te bevorderen. Dit beeld drukt op nog een andere wijze uit wat het betekent wanneer wordt gezegd, dat de Koningin des Hemels de Aanvoerster is in de strijd van het Licht tegen de duisternis. Opdat Zij deze roeping zou kunnen uitvoeren, heeft God Haar met de macht en de eigenschappen als Meesteres van alle zielen uitgerust.

Waarmee hebben wij het verdiend, dat de Koningin des Hemels Zich over ons ontfermt? 'Verdiend' hebben wij niets, maar wij hebben wel Gods vertrouwen ten geschenke gekregen. Het is ons geluk, dat wij van God zijn uitgegaan en dat Zijn Liefde zo volmaakt is dat Hij ons allen graag voor de Eeuwigheid bij Zich zou hebben. Het is Maria’s grootste vreugde, de Haar boven alles geliefde God het geschenk te helpen bereiden, dit ideaal in zo hoog mogelijke mate te verwezenlijken. Haar volmaakte Liefde voor ons is daarbij de tweede drijfveer, want Zij verlangt vurig dat wij de Eeuwige Gelukzaligheid bij God en bij Haar mogen kunnen beleven. Vandaar precies het Vuur, met hetwelk Zij de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderwijst als weg naar onze voltooiing als ziel.

U vraagt aan de Meesteres van alle zielen of Zij Uw gebeden zal verhoren, en of Uw gebeden en offers Haar bevallen. Of gebeden worden verhoord, hangt van uiteenlopende factoren af. De Meesteres heeft daarover reeds bij vroegere gelegenheden laten schrijven. Essentieel is het inzicht dat datgene wat via het gebed of door het offer wordt gevraagd, op het tijdstip van het gebed of het offer in Gods Plan moet passen. Voor het overige moeten wij er steeds rekening mee houden dat een verhoring lang niet altijd is wat wij er ons bij voorbaat van voorstellen of wat wij hopen. Zeer veel genaden, waaronder vele van de belangrijkste, worden verleend in een vorm die wij menselijk niet kunnen waarnemen.

Al te vaak acht de ziel de verhoring van een gebed noodzakelijk, 'precies bij Gods bedoelingen passend', en wordt het gebed desondanks niet, of niet onmiddellijk, of niet zichtbaar verhoord. God koestert daarmee een Plan, dat wij vaak niet mogen kennen omdat de kennis van Gods Plannen en bedoelingen vaak voor onze ziel niet bevorderlijk zou zijn: Hoe meer de ziel weet, des te minder hoeft zij op het zuivere Geloof terug te vallen, en precies het blind geloof bepaalt haar verdiensten voor de Eeuwige Gelukzaligheid. Derhalve mag ik deze vraag noch bevestigen noch ontkennen. Het volgende kan ik echter wel zeggen: Maria verheugt Zich over elk gebed en elk offer dat oprecht, liefdevol en onbaatzuchtig wordt aangeboden, dit wil zeggen: slechts met het welzijn van onze medeschepselen en het bevorderen van Gods Plannen en Werken voor ogen.

Met betrekking tot Uw vraag over de toewijding aan Maria: U hebt zich aan de hand van een Myriam-toewijdingstekst aan Maria toegewijd, en merkt op, dat de Meesteres van alle zielen wel beweert dat Zij in elke aan Haar toegewijde ziel werkt en deze omvormt, terwijl U echter noch dit werken noch enige verandering bij Uzelf waarneemt. Staat U mij toe, U erop te wijzen dat echte toewijding aan de Meesteres van alle zielen een heilig verbond is, krachtens hetwelke de ziel zich totaal ter beschikking van Maria stelt – met haar hele wezen en haar hele leven – opdat:

  • Maria in haar zou kunnen werken en haar kan omvormen volgens Gods Plan met de ziel. Gods wegen zijn niet de onze, Zijn tijd is niet onze tijd, en zijn visie over onze omvorming is (gelukkig) niet de onze. De Hemelse Meesteres beschikt over de onbeperkte macht, Wijsheid en Liefde om van elke ziel een heilige te maken, maar de ziel zelf is daarbij steeds de zwakkere schakel van de ketting: Wanneer de Meesteres ook slechts een klein beetje te snel aan de ketting trekt, kan deze reeds beschadigd worden of breken. Maria weet heel goed hoe breekbaar een ziel is, en eveneens, dat Zij met een Werk van God bezig is, waarmee Zij in geen geval 'wil spelen';

  • Maria in haar zou kunnen werken en haar zou kunnen omvormen volgens het ritme dat de ziel zelf aankan. Maria weet heel precies wat Zij op welk ogenblik en volgens welk ritme met U moet doen opdat Uw spirituele vruchtbaarheid met het oog op Uw eigen heiliging en Uw bijdrage voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan zou worden opgedreven;

  • Maria de ziel stap voor stap Haar eigen spiegel (= van Maria) en deze van de ziel zelf kan voorhouden en de ziel de wegen naar de heiligheid kan onderrichten. Zij doet dit door rechtstreekse inwerking diep in de ziel, evenals door de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Doorheen deze geschriften wordt aan de zielen momenteel op grote schaal de kennis van de wegen naar de heiligheid en de verdieping van de christelijke basiskennis aangeboden.

Dit alles betekent dat de ziel – behalve doorgaans in de context van een mystieke vorming – de veranderingen en werkingen vaak niet of nauwelijks zal merken. Heel geleidelijk veranderen de innerlijke instellingen, gesteldheden, gezindheden, gedragspatronen, zienswijzen, het vermogen te geloven, te hopen en te beminnen, de voorkeuren en aversies, de levensdoelstellingen, en datgene wat de ziel belangrijk vindt of niet. De ziel kent noch Gods wegen noch Zijn bedoelingen, en mag derhalve niet verwachten dat veranderingen en werkingen in haar, naar menselijke maatstaven snel waarneembaar worden. Maria’s Werken voltrekken zich grotendeels op niveaus die zich aan de menselijke waarneming onttrekken.

Bovendien moeten wij steeds rekening houden met het feit dat onze waarneming ook mede wordt bepaald door datgene wat wij van de toewijding aan Maria verwachten. Ik kan het eenvoudig niet te sterk beklemtonen: De toewijding is geen menselijk verbond, het is een Hemels verbond, wat betekent dat het uitsluitend Hemelse doelstellingen heeft: de voltooiing van de ontplooiing van de ziel als Werk van God. Zeer belangrijk om op deze gouden Weg naar de heiligheid werkelijk vooruitgang te maken, is de ingesteldheid, waarbij de ziel niet in de eerste plaats iets wil krijgen, maar absoluut iets wil geven. Totale toewijding aan Maria betekent, zich volledig in Haar dienst te stellen. Het is dus een verbond krachtens hetwelke de ziel belijdt, dienares van haar Meesteres te zijn, en elk detail van haar levensweg op dit doel te richten.

Tenslotte zijn de mensenzielen de inzet in de oorlog tussen Licht en duisternis, tussen Gods Rijk van het eeuwig Geluk en het rijk van de eeuwige ellende dat door de satan wordt beheerd. De Meesteres van alle zielen is Gods Gevolmachtigde om deze strijd te leiden en zegenrijk te beëindigen, op grond van de verdiensten van Christus en met de medewerking van engelen en mensenzielen. De eerstgenoemden zijn reeds van nature uit volkomen dienaren van de Meesteres, de laatsten moeten dienaren van de Meesteres worden door de genadewerking, door dewelke zij zich uit vrije wil in Haar dienst stellen. Deze laatstgenoemde toestand noemen wij toewijding aan Maria.

U vraagt zich af: Is het misschien mogelijk dat Maria helemaal niet in mijn zielentempel wil komen omdat ik toch niets waard ben? Deze visie hoort geen enkele ziel te koesteren, want zij is voor Maria zeer pijnlijk. Zij verlangt ernaar, zonder enige uitzondering elke ziel te bezoeken, in haar te leven en haar tot beeld van God om te vormen. Zij maakt tussen zielen niet het geringste verschil, aangezien immers allen de kiem van heiligheid, dit tabernakel van Goddelijk Leven, in zich dragen. Ik herhaal: God wil elke ziel voor eeuwig bij Zich hebben. Maria is reeds volop in Uw zielentempel aan het werk. In de mate waarin U in Haar macht, Haar Liefde en Haar hoedanigheid als door God gevolmachtigde Leidster van de ziel gelooft, zult U een nieuwe innerlijke Vrede ervaren als eerste teken van de Tegenwoordigheid en heerschappij van de Koningin des Hemels in Uw zielentempel.

Is het mogelijk dat ik één of andere fout heb gemaakt bij de toewijding (misschien te weinig vertrouwen of zo)?

Vertrouwen is een basisvoorwaarde. Begint de ziel de toewijding aan Maria vanuit een ingesteldheid van 'laten wij eens zien wat er gebeurt wanneer ik dit gebed uitspreek', dan is zij nauwelijks bezield door de oprechte wil, dienares van Maria in de strijd tegen alle duisternis te worden. In de mate waarin de ziel zich volledig en onvoorwaardelijk aan Maria overgeeft in elke situatie van het dagelijks leven, geeft de Koningin des Hemels Zichzelf op Haar beurt aan de ziel. Over deze basisprincipes wordt in vele Myriam-geschriften uitvoerig geschreven, onder andere in De Tempel van Maria. De meest begane fout bij de toewijding aan Maria is de verkeerde inschatting van de waarde en het doel van dit heilig Verbond, en derhalve ook van de ernst ervan. Toewijding aan Maria is niet het uitspreken van een toewijdingsgebed, en dan nog vaak om redenen, die niet overeenstemmen met deze welke God voor dit prachtig verbond heeft voorzien. Toewijding aan Maria is een levensgesteldheid, met als enige bedoeling dat de ziel op grond van haar zelfovergave aan Maria ten gunste van Gods Heilsplan en de vestiging van Gods Rijk op aarde naar de heiligheid wordt geleid. Toewijding aan Maria, waarlijk en diep beleefd, is volmaakte navolging van Christus.

Lieve broeder, ik hoop U met deze woorden uit de Bron van het Hart van de Meesteres van alle zielen iets méér duidelijkheid, en vooral wat bemoediging te hebben gebracht. Ik smeek de Hemelse Koningin Uw verdere bloei af.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 505
Over de antwoordbrieven – Adviezen over Mariatoewijding

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief! Ik heb deze onmiddellijk vόόr de voeten van onze Hemelse Meesteres neergelegd.

Graag dank ik U voor Uw medeleven in verband met de tijdrovende herwerking van de Duitse vertalingen van de Myriam-geschriften, waarvoor ik zelf insta, samen met de prachtige hulp vanwege een paar zielen die zowel de Duitse als mijn moedertaal – het Nederlands – voldoende grondig verstaan. Deze herwerking geschiedt immers louter en alleen opdat de zielen en Gods Werk optimaal zouden worden gediend. Zolang in de teksten vertaalfouten voorkomen, worden de stellingen van de Meesteres van alle zielen immers niet voor honderd procent correct naar de zielen gebracht. Met iets dergelijks vrede te nemen, zou voor mij als klein werktuig van onze Hemelse Koningin absoluut niet aanvaardbaar zijn. Omdat sommige zielen in dit verband blijkbaar enigszins in de war zijn, wil ik meteen nogmaals beklemtonen dat elke antwoordbrief zonder uitzondering door mij persoonlijk wordt geschreven in de taal die door de schrijver van de oorspronkelijke brief is gebruikt, en dus door geen enkele andere ziel wordt beïnvloed.

(...)

Meteen wil ik U vandaag op deze bijzondere dag bemoedigen bij Uw voornemen, zich ter gelegenheid van het prachtige feest van 25 maart aan de Koningin des Hemels over te geven. Echt beleefde toewijding aan Maria is als de voltooiing van een leven, niet omdat daardoor alles 'voltooid' zou zijn, maar omdat de ziel daardoor precies op het juiste spoor naar de voltooiing landt. Heel graag beveel ik U in het bijzonder de lectuur van het prachtig manifest De Tempel van Maria aan, dat U op onze website onder Onderrichtingen > Boeken kunt vinden.

Het hoeft U helemaal niet te verbazen dat U, met het oog op de nakende toewijding, zo één en ander overkomt. De duivel weet maar al te goed wat het hem kan kosten wanneer een ziel in het dagelijks leven haar toewijding aan Maria op de juiste wijze beleeft. Precies als lerares kunt U bovendien het Licht van de toewijding aan Maria op vruchtbare wijze om U heen uitstralen, omdat de ziel meer 'straalt' in de mate waarin zij Maria volkomener in zich laat heersen. Ik heb het vroeger reeds mogen schrijven: De eerste handtekening die de Koningin des Hemels achterlaat in de ziel in dewelke Zij echt kan werken, is deze van een diepere innerlijke Vrede en een opmerkelijk Vuur in handelen en spreken, in het bijzonder wanneer het gaat om dingen van het spiritueel leven. Over de Heilige Grignion de Montfort werd gezegd dat telkens hij in het openbaar over de Heilige Maagd sprak, het voor zijn toehoorders leek alsof vlammen van hem uitgingen. Hoe mooi klinkt het toch: "Waar het hart van vol is, loopt de mond van over".

De 'spirituele traagheid' waarover U schrijft, past helemaal bij de strijd waar de ziel meestal vόόr staat, zodra zij besluit, zich aan Maria toe te wijden, en nog vaker kort na de toewijding. De duivel tracht de ziel te ontmoedigen, omdat zij immers in de dienst aan Maria voor hem het gevaarlijkst is. God Zijnerzijds benut deze beproeving graag om de ziel een trede hoger op de trap omhoog naar Hem toe te leiden. Precies in de overwinning van elke beproeving wordt de ziel namelijk sterker. Men zou het met dit beeld kunnen vergelijken: Indien de fietser sterkere benen wil ontwikkelen, rijdt hij beter niet overwegend bergaf, maar kiest hij geregeld voor een flink heuvelachtig parcours. Verheugt hij zich niet méér wanneer hij na een moeilijk stuk boven aankomt, dan (ik bedoel, qua prestatie...), wanneer hij zich eenvoudig naar beneden laat suizen? Het is ook allemaal een kwestie van overgave en vertrouwen. De totale toewijding aan Maria bereikt pas de hoger gelegen trappen van haar ontwikkeling, wanneer de ziel in de beproeving, bijvoorbeeld op dagen van relatieve spirituele dorheid, van harte en heel oprecht tot haar Hemelse Meesteres kan zeggen: "Deze heuvel wil ik absoluut met U en dank zij U overwinnen. Ik zal het ook doen, omdat ik weet dat Uw aandeel aan ons verbond voor U heilig is. U verlangt immers slechts naar de voltooiing van mijn heiliging".

U voelt de strategie van de duivel ook zeer duidelijk in de vriendin die zich tegenover U als bezeten gedraagt. Deze ziel heeft tegenover U geen kwaadaardige bedoelingen, zij wordt eenvoudig door 'hem van daar beneden' tegen U opgehitst opdat U Uw houvast zou verliezen, en zo mogelijk ten prooi zou vallen aan de ondeugd, deze vriendin te laten vallen. Op deze wijze zou 'hij' twee maal overwinnen: in één klap zouden meteen twee zielen in zijn val belanden. U kunt haar niet werkelijk helpen met woorden, doch slechts met gebed en door toewijding van Uw hartenpijn en de geestelijke verblinding van Uw vriendin aan Maria, opdat zij opnieuw het Licht in zich moge voelen opgaan.

Lieve zus, ik draag U en al Uw geliefden bij het komende grote Mariafeest van harte graag in het Hart van de Meesteres van alle zielen binnen, opdat het verbond tussen U en Haar als het ware 'een derde als getuige zou hebben'. Dit bevalt God buitengewoon omdat dit verbond dan onder het zegel van de naastenliefde in het Hart van de Koningin van de volmaakte Liefde kan worden bewaard. Ook voor mij is dit een zeer bijzondere vreugde. Ik wens U niet slechts zeer veel kracht, moed en Licht, ik bid er eveneens vurig om.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 506
Over de omkadering van het ontvangen van de Heilige Communie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria.

Dank U wel voor deze brief!

Wanneer het U niets uitmaakt, zou ik graag in Uw brief zelf antwoorden, door tussen Uw woorden de betreffende antwoorden toe te voegen. Zo ben ik zeker, dat niets uit het oog wordt verloren en dat de context van de respectieve passages uit Uw brief behouden blijft.

Welke spirituele betekenis heeft het ontvangen van de Heilige Communie. Is dit uitsluitend voor de eigen ziel, opdat Jezus in mij zou kunnen leven, of kan dit effecten hebben voor andere mensen, voor de heilige engelen, voor Gods Rijk op aarde?

Het ontvangen van de Heilige Communie is een akt, waarvan de effecten zich als een mantel over de hele Schepping uitspreiden, en wel des te méér naarmate de ontvangende ziel ernaar verlangt, en dit verlangen bij voorkeur aan de voeten van de Koningin des Hemels neerlegt. Zij is het, Die deze intentie in verbinding met de oneindige macht van Haar volmaakte Liefde in genaden voor de hele Schepping laat omvormen. Deze macht is Haar op grond van de Kruisdood van Jezus ten deel gevallen.

Tot de dag van vandaag heb ik bij het ontvangen van de Heilige Communie gewenst dat bijvoorbeeld ook mijn heilige engelbewaarder er op één of andere geestelijke wijze deel moge aan hebben – maar of dit zo kan zijn, weet ik niet, daarom heb ik ook zo vaak mogelijk de Heilige Communie ontvangen. Nu voel ik mij echter ergens onzeker omdat (...) er in Uw geschriften op gewezen wordt, hoe belangrijk het is, op welke wijze Jezus wordt ontvangen (dat doe ik geknield en op de tong), maar ook dat onze ziel absoluut zuiver moet zijn (biecht vooraf) – en dan ben ik niet zeker in welke mate mijn toestand Jezus bevalt. Ik smeek echter steeds bij voorbaat tot Maria, dat Zij Jezus in mijn hart zou ontvangen en ik Hem niet zou kunnen beledigen.

Dat is uitstekend.

De heilige engelbewaarder heeft in zoverre deel aan elke Heilige Communie, dat het tot zijn taken behoort, de deur van de ziel te beschermen en derhalve ook te helpen, het ontvangen van de Heilige Communie in zuiverheid te laten plaatsvinden.

Wat de biecht betreft: Het is zeer wenselijk, deze vόόr elke Heilige Communie te kunnen spreken. Gelukkig weet onze God dat dit in de praktijk van het dagelijks leven nauwelijks nog mogelijk is. Wanneer het ernaar uitziet dat het nauwelijks mogelijk zal zijn, vόόr het ontvangen van de Heilige Communie te biechten, verdient het aanbeveling, vόόr de Heilige Mis de Koningin des Hemels erom te smeken dat Zij de ziel, het hart, de geest, het lichaam en de wil met het Vuur van Haar Liefde zou bekleden, deze vόόr God zou brengen en de Goddelijke genade moge bemiddelen, dat deze offergave zodanig moge worden gereinigd dat Jezus met de verschuldigde eerbied kan worden ontvangen.

Ooit heb ik de Koningin des Hemels de vraag voorgelegd, hoe in de Hemel de noodzaak van een biecht vόόr het ontvangen van de Heilige Communie wordt gemotiveerd, aangezien zo weinig priesters ervan overtuigd zijn, dat het – zoals de Meesteres Zelf steeds met nadruk verkondigt – zo wenselijk is, dat de zielen zo handelen. In beschouwend gebed antwoordde Zij op zekere avond met het navolgende, ondubbelzinnige beeld. Ik citeer Haar toelichting:

"Wanneer een land officieel door een vreemde koning, president of minister wordt bezocht, ontmoet de hooggeplaatste bezoeker eerst en vooral een erewacht van uiterst getrainde soldaten. Wanneer bij één van deze soldaten een nietig modderspatje op een schoen, een ontbrekende knop op de kraag of één of ander schoonheidsfoutje aan het uniform of het wapen wordt vastgesteld, kan dit aanleiding geven tot een diplomatiek schandaal. Welnu, wanneer het staatshoofd van de Hemel bij Zijn lammetjes op bezoek komt, is oneindig veel méér aanwezig dan een koning, een president of een minister van een wereldse staat. Mochten toch de zielen, met inbegrip van de priesters van Mijn Zoon, zich dit beeld onuitwisbaar inprenten...".

Maria zal de wens van de ziel om Jezus op een waardige wijze te ontvangen, als losgeld inzetten om voor de ziel werkelijk de volheid van de genade te bereiden, want Jezus zal deze wens van de ziel, bekleed met de Liefde van Zijn Moeder – de Medeverlosseres! – beschouwen als een handeling die door Zijn Moeder is gezuiverd.

Door Uw geschriften heb ik ingezien dat het bijwonen van een Tridentijnse Heilige Mis meer vruchten opbrengt dan een moderne Heilige Mis. Wanneer het mogelijk is, zal ik daarnaar handelen, temeer daar ik zelf bemerk dat dit op spiritueel niveau werkelijk een verschil maakt. Ik ga in elk geval ook zo vaak mogelijk in de parochie naar de eredienst om God EER te brengen.

Het verschil tussen een Tridentijnse Heilige Mis en een modernistische is enorm. Ik zou dit onmogelijk te veel kunnen beklemtonen. Het is één van de grootste elementen van mijn lijden, dat bepaalde zielen deze waarheid niet willen aanvaarden, want de Moeder Gods heeft dit verschil met de grootste nadruk en in niet mis te verstane woorden verduidelijkt. De rechtvaardiging voor dit verschil ligt eenvoudig in de wisselwerkingen tussen de Goddelijke Gerechtigheid, de Goddelijke Barmhartigheid en de mate waarin de zielen de Liefde opbrengen om aan Gods verlangens en de noden van Zijn Heilsplan te beantwoorden door hun handelingen, gedachten, verlangens en woorden.

Niet alle vormen van eerbetoon zijn in Gods ogen gelijkwaardig: De ene maakt meer genaden vrij dan de andere, omdat zijn waarde binnen Gods Heilsplan op grond van de Goddelijke Wijsheid eenvoudig groter is, en hem derhalve een grotere verlossende kracht wordt verleend. De verlossende kracht van een handeling wordt bepaald door de mate van de erin aanwezige Liefde, evenals door de mate waarin zij in overeenstemming is met de Goddelijke Wil. Slechts God alleen bepaalt de mate waarin een handeling de verwezenlijking van Zijn Werken en Plannen bevordert. Het traditionele eerbetoon richt zich méér naar deze Goddelijke vereisten dan de modernistische, die zich, zoals U weet, door vele menselijke inmengingen en voorstellingen laat beïnvloeden. In het modernisme zijn ontelbare verschuivingen ten bate van de menselijke belangen, dus weg van Gods belangen, binnengeslopen. Vele zielen schijnen dit niet te kunnen of niet te willen inzien, wat de Moeder Gods onuitsprekelijk pijnigt. 'Jammer genoeg' verkondig ik hier slechts de waarheid.

Gelukkig werkt Gods Barmhartigheid zich ook in deze zin uit dat de ziel die buiten haar wil om, een modernistische Heilige Mis bijwoont, de genaden van een Tridentijnse Heilige Mis verwerft in de mate waarin zij er oprecht naar verlangt, een dergelijke Mis bij te kunnen wonen. Dat is iets fantastisch, en het toont ons ook hoezeer God van alles het beste voor de zielen tracht te maken, doch daartoe het juiste gebruik van de menselijke wil en de Liefde van de ziel nodig heeft.

Onder 'het juist gebruik' van de menselijke wil moet worden verstaan: Het gebruik van de wil in volledige overeenstemming met de Wil van God. Om deze reden maakt de Wet van de Goddelijke Barmhartigheid het mogelijk, het verlies aan genaden te compenseren, wanneer blijkt dat de ziel zich de toestand werkelijk anders (dit is: meer in overeenstemming met de Goddelijke Wil) zou hebben gewenst. Het zijn de Liefde en het juiste gebruik van de menselijke wil, die uiteindelijk de genaden laten vrijmaken, meer nog dan de objectieve situatie.

Zo kan eveneens in omgekeerde zin worden begrepen hoe een ziel een Tridentijnse Heilige Mis kan bijwonen en hier niettemin nauwelijks genaden uit haalt indien zij onvoldoende Ware Liefde opbrengt en zij niet met heel haar hart naar de intrede van Jezus in zich verlangt. Ik zou het ook als volgt kunnen uitdrukken: God kijkt onmiddellijk dwars door alle formalisme heen, en baseert Zich bij de evaluatie van elke afzonderlijke handeling uitsluitend op de hartsgesteldheid die achter deze handeling schuil gaat. Zo gebeurt het jammer genoeg ook maar al te vaak dat priesters gevolg geven aan de genade van de bereidheid, Tridentijnse Heilige Missen te beginnen opdragen, doch dan aan een zodanig tempo doorheen deze Heilige Missen 'razen', dat het teken, dat God precies met deze vorm van eerbetoon wil stellen, volledig verloren gaat. Dit teken is dat van:

  • de diep beleefde en jegens de gelovigen betuigde Liefde voor het Kruisoffer en voor Gods Werken in het algemeen;

  • de keuze ten gunste van het tijdloze, zoals dit het Eeuwig Leven en al het Hemelse beheerst. De viering van de Tridentijnse Heilige Mis is uiteindelijk als de hoogste eerbetuiging tegenover God bedoeld. Kan Hem een grotere eer ten deel vallen dan door het feit dat Zijn priesters en de gelovigen tijdens de gedachtenis aan Zijn Heerlijkheid al het wereldse vergeten en er uitsluitend voor Hem zijn? Woorden van Liefde dreunt men niet op, men legt ze de geliefde brandend, volkomen bewust en zacht smachtend vόόr de voeten, in een hartsgesteldheid, die klaar en duidelijk zegt "ik ben helemaal voor U alleen hier, bij U houden de tijd en al het wereldse op".

Verzuchting van de Moeder Gods, Die zwaar lijdt onder alles wat Haar Zoon wordt onthouden...

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 507
Beelden over toewijding aan Maria en hun diepe betekenis – Over de viering van de Heilige Mis en Gods nabijheid – de ziel kan een gebed verrichten of een gebed zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte graag sluit ik mij bij U aan voor de toewijding aan Maria ter gelegenheid van het feest van onze Hemelse Moeder. Tevens bid ik voor U om de kracht, deze toewijding in de praktijk van het dagelijkse leven zo vruchtbaar mogelijk vorm te kunnen geven. Steeds opnieuw benadrukt de Koningin des Hemels dat de enige waarde van de toewijding aan Maria ligt in de toepassing ervan in het dagelijkse leven. De ziel moet zich werkelijk inzetten om Maria en Haar gesteldheden en gezindheden in- en uit te ademen, dit wil zeggen: Haar met volharding in alles te volgen. Zij is immers het grote Voorbeeld in de navolging van Christus. De ware toewijding aan Maria is geen gebed, doch een mentaliteit, een levenshouding, een wijze waarop de ziel leeft, denkt, spreekt, voelt en bestreeft. De Moeder Gods heeft jegens mij de echte toewijding reeds in de meest uiteenlopende beelden voorgesteld. De navolgende beelden wil ik U niet onthouden:

  • "Het toewijdingsgebed is als de bereiding van soep. De bereiding op zich voedt de ziel echter niet, daartoe moet zij uitgelepeld worden. Dit uitlepelen is de dagelijkse, levenslange toepassing van de voornemens, die men bij de bereiding van de soep heeft gemaakt";

  • "Het toewijdingsgebed is de sleutel in het slot van de deur naar Mijn Hart. Pas wanneer men de sleutel in het slot omdraait, de deur opent en binnen gaat, krijgt de sleutel zijn betekenis. Dit alles gebeurt bij de toepassing van de toewijding in het dagelijks leven";

  • "Het toewijdingsgebed is als het omdraaien van de contactsleutel in het contact van een wagen. Het komt er echter op aan, de wagen in beweging te zetten en te rijden opdat men zijn bestemming bereikt. De hele rit naar de plaats van bestemming is de toepassing van de toewijding op de levensweg".

Uit al deze beelden blijkt dat toewijding aan Maria weliswaar met het uitspreken van een toewijdingsgebed begint, doch pas vorm krijgt, en dat een ziel zich pas als toegewijde aan de Koningin des Hemels kan beschouwen, wanneer zij als toegewijde leeft. De Meesteres van alle zielen onderwijst uitvoerig de mysteries, de werkingen en de meest vruchtbare wijzen van vormgeving van de totale toewijding aan Maria in alle Myriam-geschriften. Het betreft hier het prachtigste waarvoor een ziel ooit kan kiezen. Dat hoeft ons niet te verbazen wanneer wij bedenken dat God Zelf ernaar verlangt dat elke ziel zich aan Maria zou toewijden, aangezien deze levensinvulling buitengewoon begenadigd is. Zij is uiteindelijk de meest doelmatige wijze van leven voor de voltooiing van de levensopdracht van elke ziel.

De toewijding aan Maria als weg naar de heiligheid is in de diepste zin van het woord een vrucht uit Gods Hart, zij is immers de weg van de volmaakte navolging van Christus. In de toewijding schenkt de ziel zich weg aan de Moeder van God, Die het vruchtbaarste en heiligste leven heeft geleid, waarvan deze aarde ooit bij een geschapen ziel getuige heeft mogen zijn. In de mate waarin de ziel zich onzelfzuchtig, liefdevol en onvoorwaardelijk aan deze Heiligste onder de geschapen zielen overgeeft, wordt zij door Maria Zelf tot Haar spiegel omgevormd. Kan er eigenlijk een meer trefzekere sleutel op de Hemelpoort bestaan? Het komt erop aan, hoe de ziel deze goudschat gebruikt.

Zeer treffend schrijft U dat U na elke Heilige Mis volledig uitgeput bent 'door de liefdeloosheid en gejaagdheid van de priester'. De Koningin des Hemels verduidelijkt U graag meteen waar dit gevoel vandaan komt, want het verklaart iets over de wijze waarop God de ziel heeft geprogrammeerd:

Wanneer de priester op een gevoelloze, mechanische wijze de Heilige Mis opdraagt en deze, zoals U het schrijft, in ongeveer 25 minuten afhaspelt, wordt de ziel daardoor in het diepste van haar wezen uitgeput, vanwege het feit dat zij tijdens de Eucharistie verlangt naar een echt contact met God – vanuit het besef dat zij uit dit contact haar voedsel moet halen – doch met lege handen achterblijft. De ziel krijgt het gevoel alsof zij keer op keer tot vόόr de deur van het koninklijk paleis wordt geleid, doch nooit, zelfs voor geen moment, een blik doorheen de open deur kan werpen. Geleidelijk krijgt de ziel het gevoel dat Gods belofte over Zijn Tegenwoordigheid en Zijn 'in de ziel wonen' een sprookje is, indien al geen bedrog. Voor de ziel bestaat er geen grotere ontgoocheling dan dat zij bij het beloofde contact met God geen stap boven de grens van het wereldse kan uitstijgen. Tijdens de Heilige Mis moet de ziel Gods Tegenwoordigheid om zich heen en in zich kunnen voelen. Dit kan zij slechts wanneer Gods Atmosfeer voelbaar wordt, die zich in de eerste plaats kenmerkt door diepe Liefde, diepe Vrede en tijdeloosheid. De Meesteres laat mij desbetreffend naar brief 506 verwijzen.

Steeds opnieuw verwijst de Koningin des Hemels onvermoeibaar naar het feit dat de Heilige Mis door Jezus Zelf als contact met de Atmosfeer van het Goddelijke was voorzien, en dat elke ziel dit (in vele gevallen totaal onbewust, het komt erop aan in welke mate zij haar levensreis bewust op de verheven bestemming in Gods Hart richt) ook precies verlangt. Steeds opnieuw gebruikt Maria het beeld, in hetwelk God de grote Magneet is, en elke ziel een ijzeren balletje, dat automatisch naar de Magneet toe wordt getrokken. Precies op grond van deze feiten benadrukt de Moeder Gods eveneens onvermoeibaar dat de modernistische Heilige Misviering (die U zo moeilijk valt) niet in overeenstemming is met Gods visie, aangezien zij immers de zielen stap voor stap meer naar het wereldse toe leidt, en derhalve niet bevorderlijk is voor de voltooiing van Gods Heilsplan, wel integendeel. De modernistische Heilige Misviering wordt precies daardoor gekenmerkt, dat zij de meest uiteenlopende wereldse elementen in het centrum van de aandacht stelt en daardoor stap voor stap al het Sacrale uit de Misviering afvoert. De ziel wordt daardoor in haar kern ondermijnd. Dit alles laat een leegte achter, die ooit nauwelijks nog kan worden opgevuld: De ziel tracht naar contact met het Goddelijke, maar wordt precies daarin ontgoocheld.

Lieve zus, de modernistische Misviering is voor U als een mes in het hart. De reden daarvoor ligt, zoals hierboven aangetoond, in de door God voor de ziel voorziene natuur zelf. Intussen valt, zoals ik vanwege de Meesteres van alle zielen in brief 506 heb moeten schrijven, niet alleen de modernistische maar ook de Tridentijnse Heilige Misviering wel eens ten prooi aan het monster van de gejaagdheid. Dit laat bij de ziel, die een haastig opgedragen Tridentijnse Misviering bijwoont, zo mogelijk nog diepere pijn achter. De Moeder Gods verduidelijkte mij deze gevoelens ooit via het volgend beeld:

"Stel je de volgende situaties voor:

  1. Je trekt er op uit om de grote koning van zeer nabij te zien, en indien mogelijk bij hem te worden uitgenodigd. Wanneer het grote uur komt, krijg je hem slechts van zeer ver te zien, en alvorens je ook maar enigermate goed in de atmosfeer van het contact bent ondergedompeld, word je terug naar huis gestuurd. Misschien doe je je best om je er niets van aan te trekken, maar diep innerlijk gist de ontgoocheling;
  2. Nu wordt je beloofd, dat je werkelijk tot zeer dicht bij de koning zult kunnen komen en zelfs bij hem te gast zult kunnen zijn. Je trekt dus je allerbeste zondagse kleding aan, en je gaat op stap. Inderdaad, je ziet hem al beter, maar tot een echt contact komt het niet. Aangezien de belofte nu toch zo bijzonder was, jouw verwachting terecht nog groter was, en jij zelfs je allermooiste kleding had aangetrokken, is de ontgoocheling nog groter dan ooit..."

Daarop besloot Maria met de woorden:

"Het eerste voorbeeld is het bijwonen van een moderne Misviering, het tweede voorbeeld het bijwonen van een Tridentijnse Misviering die in ijltempo wordt opgedragen".

Lieve zus, laten wij vurig bidden voor de priesters van Christus, opdat zij de ware Geest van Christus en het inzicht van Gods bedoelingen met de zielen mogen terugvinden.

U zou het liefst elk uur van Uw vrije tijd in gebed doorbrengen, want U hebt het gevoel alsof U het anders nalaat, God te helpen, Zijn Plan met de zielen te voltooien. Inderdaad, ons hele leven zou één gebed moeten worden. Dit ideaal kan op verschillende wijzen worden verwezenlijkt. De levensingesteldheid van de totale toewijding aan Maria is volkomen op het diep beleefde gebed gebaseerd. Dit betekent niet noodzakelijk dat de ziel ononderbroken mondgebeden moet uitspreken. Het is veel belangrijker dat de ziel werkelijk inziet wat 'diep beleefd gebed' betekent. In de mate waarin de ziel Maria 'in zich weet in te bouwen', dit wil zeggen, Maria volledig 'in de ziel opneemt', als ware Zij in spirituele zin haar siamese tweelingzuster, wordt in haar het vurige verlangen geboren om zo te zijn en te leven zoals Maria Zelf was en leefde: liefdevol, onzelfzuchtig, zacht, nederig, ingetogen, beheerst, geduldig, verdraagzaam, flexibel, steeds bereid om van de medemens te leren (ook al had Maria dit helemaal niet nodig), in volledige overgave bij alle beproevingen, steeds op Gods Werken en belangen gericht, en op zodanige wijze denkend, voelend, sprekend, handelend en ingesteld dat het hart en de geest ononderbroken van de Atmosfeer en het besef van Gods Tegenwoordigheid doordrongen was.

De ziel die zo ingesteld is, bidt zelfs met elke ademtocht en elke hartslag, en wijdt als vanzelfsprekend alles wat zij ervaart en waarneemt, aan Gods Heilsplan toe. Van een ziel met een dergelijke levensingesteldheid zegt Maria: "Zij is een gebed".

Er is een verschil: Men kan een gebed verrichten, of men kan een gebed zijn.

  • In het eerste geval is het gebed iets van buiten, dat men doorheen het eigen hart leidt en naar boven stuurt.
  • In het tweede geval is het gebed het eigen innerlijke van nature, waaruit men put om het reeds daardoor naar boven te sturen, dat men gewoon zichzelf is, dus louter 'door er te zijn': Men geeft als het ware ononderbroken zichzelf weg. Niet elke ziel slaagt daar onmiddellijk in, het hart moet zich in de eerste plaats in verregaande mate van wereldse elementen, invloeden, werkingen, belangen en verlangens vrij willen maken, en onophoudelijk naar deze bevrijding verlangen, niet door wensdromen maar door het afsmeken bij de Moeder Gods, de belichaamde Godsvrucht. Wanneer de ziel dit werkelijk wil, zal Maria haar omvormen tot een tempel naar Haar eigen beeld.

Ooit schilderde de Meesteres van alle zielen dit beeld:

"Ik ben als een paleis, dat uit zeer veel gebouwen, kamers en tuinen bestaat. Elke ziel over wie Ik volmaakt kan heersen doordat zij in totale toewijding aan Mij wil leven, voeg ik aan Mijn paleis toe als een nieuw tuintje en een nieuw kamertje, waarin Ik graag verwijl".

Een dergelijke aangroei aan het paleis van de Koningin des Hemels is als een levend en onverwelkbaar bloeiend gebed. Gods Heilsplan kan men het beste dienen door de wijze waarop men is. Gesproken gebed blijft echter in elk geval onontbeerlijk, omdat de ziel zich zonder dit voedsel nooit zo zou kunnen ontwikkelen dat zij zelf tot een levend gebed wordt. Tekstgebeden zijn dus altijd nuttig, ook nog steeds wanneer de ziel tot een leven van beschouwing of zelfs tot de mystiek is geroepen. De zuiverheid en de leegte aan indrukken die de ziel nodig heeft om een belichaamd gebed te worden, kan zij nu eenmaal slechts verwerven door dagelijks met de Bron van het Goddelijk Leven in contact te komen.

U vindt het vreemd dat geen enkele andere ziel in Uw omgeving erin geïnteresseerd is, de (zoals U het uitdrukt) 'door Myriam aangeboden weg', die U in elk geval verder zou willen volgen, aan te nemen. Weet U, dit kan heel eenvoudig worden uitgelegd. De Meesteres van alle zielen drukt het uit als volgt:

"De Wetenschap van het Goddelijk Leven stelt bepaalde eisen, omdat elke verdienste op de weg naar de heiligheid op persoonlijke inspanningen van de ziel voor haar zelfoverwinning voor de overwinning op de wereldse gezindheden is gebaseerd. De wortels in de wereld zijn in vele zielen zo taai dat deze niet de moeite kunnen opbrengen om zich in rijkere grond te laten verplanten".

De totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende, met volharding beleefde toewijding aan Maria is de weg via dewelke de Wetenschap van het Goddelijk Leven in de ziel haar bloesems en vruchten moet opleveren. Zij is tevens de weg die God elke ziel zou willen zien gaan – aldus zegt de Meesteres van alle zielen steeds opnieuw onomwonden. Derhalve zou de Wetenschap van het Goddelijk Leven tot voedsel voor elke individuele ziel moeten worden. De duivel weet dit ook. Vandaar juist zijn onvermoeibare inspanningen om zoveel mogelijk zielen ervan te weerhouden, deze onderrichtingen aan te nemen en deze vervolgens diep in zich op te nemen, en andere zielen ertoe op te hitsen, deze onderrichtingen te verketteren of hen ten minste resoluut af te wijzen. De duivel weet maar al te goed, wat het hem zou kosten wanneer zielen zich op grote schaal totaal aan de Meesteres van alle zielen zouden toewijden en de Wetenschap van het Goddelijk Leven tot leidraad voor hun gedrag en denken zouden maken.

De Koningin des Hemels Zelf heeft Haar Myriam speciaal gevormd, en Zelf dit Apostolaat specifiek opgericht en uitgebouwd, om precies deze weg met het Vuur van de Liefde, de Waarheid, de Hoop en de bemoediging in de zielen te branden. Een hart dat niet kan aannemen dat de totale toewijding aan Maria met toepassing van de Wetenschap van het Goddelijk Leven de gouden weg naar de heiligheid betekent, en door God is voorzien als weg naar de voltooiing van de ziel als christen, kan ons Apostolaat niet begrijpen zoals het werkelijk is, kan niets bijdragen tot de vruchtbare werken ervan, en is in het Leger van het Licht uiteindelijk een onberekenbare kracht. Slechts de ziel die van harte bereid is, haar wortels uit de bodem van wereldse invloeden los te rukken en zich volledig aan de heilige bodem van de Koningin des Hemels over te geven, zal er ooit kunnen toe overgaan, de inspanningen op te brengen om de weg erheen te beginnen. Menige ziel vergeet dat al het wereldse, waaraan zij zich zo sterk vastklampt, niets anders is dan een vermolmde boomstam aan de oever, die bij de geringste windstoot omvalt en diegene, die zich aan hem heeft vastgeklampt, met zich door het water meesleurt, volledig zonder houvast. Datgene wat een houvast leek, verwordt dan tot een kracht die tot de dood kan leiden. De wereld en zijn schijngoud: In werkelijkheid is hij slechts losgeld met hetwelk de duivel de ziel koopt.

Lieve zus, heel graag ontmoet ik U in het hart bij de toewijding aan onze Hemelse Meesteres, in de schaduw van het Kruis, waar slechts de bloemen bloeien, die niet meer van deze wereld zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 524
Over de gedragsregel van Myriam bij kwaadwilligheid – een oproep tot gebed voor zielen, die het Werk van de Moeder Gods lasteren

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen. Ik voel en betreur ten zeerste, dat U verontrust en droevig bent. Daarom verduidelijk ik graag kort één en ander, dat U wellicht kan helpen, wat Licht in Uw hart terug te vinden. Ik zou graag Uw belangrijkste vraag woord voor woord in drie delen citeren, en op elk deel individueel antwoorden, indien U dit goed vindt.

Ik heb vernomen dat Myriam publiek in diskrediet wordt gebracht en/of wordt aangevallen, en dat breekt mijn hart. Hoe is zoiets mogelijk, terwijl dit Werk zo velen slechts Liefde en Hoop brengt?

Heel in het algemeen verwijs ik naar het menupunt Eeuwige Lente, dat U op de Maria Domina Animarum website kunt vinden. Misschien kent U deze rubriek nog niet. U kunt daar meer over het 'waarom' van dergelijke aanvallen vinden, evenals datgene, wat de Moeder Gods Zelf daarover reeds heeft laten schrijven.

Jammer genoeg kon ik er wegens bepaalde omstandigheden reeds enkele malen niet omheen, te moeten vaststellen, dat het blijkbaar voor sommige zielen een doorn in het oog is, dat dit Apostolaat zelfs maar bestaat. Wanneer een Hemels Werk bepaalde zielen een aanstoot is, verraadt dat in elk geval de bron, van waaruit deze zielen zich laten inspireren. Een ziel van goede wil, die met een oprecht hart de bloei van haar Heil nastreeft, komt nooit tot mij met woorden, die slechts zijn bedoeld om te kwetsen en te verwoesten. Het blijkt, en dat doet mij bijzonder veel pijn, dat er zielen zijn, die menen, goede christenen te zijn, terwijl zij zich echter méér bezighouden met de verspreiding van dergelijke negativiteit, dan met het werken aan zichzelf en hun Zielenheil.

Ik heb zelfs reeds bedreigingen moeten incasseren. Ik vind het zeer betreurenswaardig dat er zielen zijn, die zelfs beweren, geregeld de Myriam-geschriften te lezen, en niettemin zo oppervlakkig zijn dat zij de Ware Liefde nog niet hebben herkend, en hun toevlucht nemen tot woorden die klaarblijkelijk slechts één ding beogen: dit Werk publiek als bedrog te schandvlekken. Deze zielen hebben niet begrepen, verblind als zij zijn, dat een echt Hemels Werk niet door menselijke (duivelse) manipulaties vernietigd kan worden, en evenmin wat het in Gods ogen betekent, wanneer zij een dergelijke bedoeling zelfs 'nog maar' diep in het hart koesteren.

Weest U maar niet bedroefd om mij. Ik word steeds opnieuw gewaarschuwd voor kwaadwillige bedoelingen in brieven, en mag deze principieel ofwel helemaal niet, ofwel niet tot het einde toe lezen. Zo beschermt de Moeder Gods Haar kleine werktuig.

Waar komen deze aanvallen vandaan? Aan de inhoud van de geschriften kan dit toch zeker niet liggen?

Ook op deze vraag zou U in principe over het algemeen het antwoord in het menupunt Eeuwige Lente kunnen vinden. Er is echter nog iets:

Sommigen valt het schijnbaar moeilijk, dat Myriam op de website heeft laten aankondigen, dat in de Duitse geschriften fouten opgetreden zijn, en deze teksten om deze reden moeten worden herwerkt. Elke ziel die werkelijk heeft begrepen, dat het hier gaat om Hemelse Werken, vindt het normaal dat zelfs het kleinste 'schoonheidsfoutje' betreurenswaardig zou zijn. Waarom wordt het mij dan door sommige zielen kwalijk genomen wanneer ik interpretatiefouten wil corrigeren? Het gaat hier om een Werk van de Moeder Gods. Ik kan, mag en wil mij niet veroorloven, dit Werk ook in andere talen dan mijn moedertaal niet op die wijze aan te bieden, zoals het door Maria oorspronkelijk was bedoeld. Geen mens heeft de mededelingen betreffende de wenselijke herwerking van de Duitse geschriften ooit als 'laster' ten nadele van om het even welke ziel bedoeld. Klaarblijkelijk hebben enkele kwaadwillige zielen mij echter wel een dergelijke bedoeling in de schoenen geschoven. Aangezien geen mens in alle ernst iets dergelijks zou kunnen bedenken, komen dergelijke beschuldigingen klaar en duidelijk van de duivel. Lieve zus, mijn hart is er enkel en alleen op gericht, een zo zuiver mogelijke bijdrage, al moge deze nog zo gering zijn, voor Gods Heilswerken te leveren, in precies de vorm waarin het de Moeder Gods behaagt, Zich in en door mij uit te werken.

Waarom verdedigt U zich niet publiek? U kunt immers een Werk van de Moeder Gods niet laten verwoesten?

Lieve zus, een Werk dat waarachtig uit een Hemelse bron voortkomt, kan niet door mensen worden verwoest, ook al gaan deze nog zo kwaadwillig te werk. Dit Apostolaat is niet mijn eigendom, het behoort toe aan de Koningin des Hemels. Zouden de duivel en om het even welke ziel, die zich door hem in dwaling laat brengen en zich door één of andere kwaadwilligheid laat verblinden, het eigendom van de Moeder Gods kunnen verwoesten?

Myriam heeft een welomschreven roeping. Hiertoe behoort niet het publiek beantwoorden van brieven van zielen, die niet van goede wil zijn, en slechts willen kwetsen en verwoesten. Enige tijd geleden heb ik vernomen, dat op het internet zelfs polemieken (woordentwisten) over dit Apostolaat en over Myriam zelf worden gevoerd. Het is mij door Maria zeer strikt verboden, aan dergelijke polemieken deel te nemen. Ik heb daarvoor trouwens niet de geringste interesse, heb ze nog nooit gelezen, en zal ze zeer zeker ook nooit lezen. Polemieken, dat heeft de Moeder Gods mij reeds jaren geleden met klem gezegd, zijn het werkterrein van de duivel. Zielen die zich daarmee bezighouden, verspillen alle tijd, die God hen schenkt om aan zichzelf te werken en tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan bij te dragen. Ik zal mij zeker nooit aan diefstal van Gods Tijd bezondigen. Het is U intussen wel reeds uit de geschriften bekend, dat Myriam volledig door de regel van de gehoorzaamheid jegens de Koningin des Hemels gebonden is. Het enige wat mij mag interesseren, is: de mij door Maria opgedragen taken (zowel de zichtbare als de verborgene, die trouwens het grootste gedeelte van mijn taken uitmaken) naar beste vermogen te volbrengen.

Kwaadwillige brieven noemt de Moeder Gods valstrikken van de duivel, en daaraan mag ik geen aandacht schenken. Zij Zelf zorgt ervoor... Zo ook hebben de zielen, die zich voor het schrijven van dergelijke brieven laten gebruiken, dit tegenover God te verantwoorden. Er wordt op deze wereld zeer veel geoordeeld en veroordeeld door zielen, die niet de volledige waarheid kennen, maar zich desondanks graag een schijnwaarheid laten aanpraten, die de duivel zeer goed past. Weest U niet boos op deze zielen, maar hebt U medelijden met hen, want zij weten niet wat zij doen, noch wie hen er in werkelijkheid toe aanzet.

Voor alles, wat door dit Apostolaat wordt verkondigd, ben ik geen enkele mensenziel enige rekenschap verschuldigd, alleen tegenover God en de Moeder Gods. De Moeder Gods weet wat Zij door mij doet, waarom, wanneer, en volgens welk tempo. Ik heb slechts de intentie, mijn levensopdracht te voltooien, en wel precies volgens de regels van de Hemel. Wat zielen doen met datgene wat zij door mijn nietigheid mogen ontvangen, gaat mij in principe niet eens aan. Ik mag mij daarmee zelfs niet bezighouden, want dat is een kwestie tussen de betrokken zielen en God. In dezelfde zin zijn ook diegenen, die mij publiek belasteren en woorden over mij verspreiden, die volledig uit het niets gegrepen zijn, slechts tegenover God daarover rekenschap verschuldigd. Ik kan hen er niet van weerhouden, te zondigen, ik kan slechts trachten, hun zonde niet nog te verergeren door ook nog zelf publiek op hun beschuldigingen en uitingen van onbegrip in te gaan. Mocht ik dat doen, dan kwamen niet alleen zij, maar ook ikzelf in de valstrikken van de duivel terecht, die er precies op uit is, een Hemels Werk door het slijk te halen, opdat het helemaal ongeloofwaardig te voorschijn zou komen.

U weet overigens, dat de duivel slechts op één ding uit is: dat men op zijn open uitnodigingen ingaat opdat hij een oorlog zou kunnen ontketenen. Mocht ik niet in alles door Maria bezield zijn, en mocht ik mij er in dergelijke gevallen toe laten verleiden, op die uitingen van kwaadwilligheid in te gaan, dan zou de duivel inderdaad zijn doel bereiken: dit Werk te verwoesten. Mij doet het uitermate veel pijn, wanneer zielen zich zo door 'hem' laten vernederen door lokaas te willen zijn voor zijn jacht op een werktuig van de Moeder Gods.

Ik beklemtoon dat het nooit mijn bedoeling is geweest, en nog steeds niet is, kwaadwillige zielen op één of andere wijze van antwoord te dienen, want daar spant de duivel zijn nauwelijks zichtbare valstrikken. Net zoals de critici Jezus, de Messias, ooit trachtten te vangen en zich van Zijn woorden voor hun doelstellingen trachtten te bedienen, zo trachten de critici van een Hemels Werk dit ook in onze dagen te doen. Wat mij nochtans een paar maal tot reacties heeft genoopt – hoewel nooit via het internet, zo diep zou ik mij in de allerheiligste naam van de Koningin des Hemels nooit of nooit laten neerhalen – is het feit dat sommigen nog steeds niet hebben begrepen dat zij door hun kwaadwillig verbaal gedrag tegen Myriam en dit Apostolaat in wezen tegen de Koningin des Hemels Zelf zondigen, aangezien zij Haar woorden, Werken, en het door Haar gebruikte kanaal tot schietschijf van hun agressies maken. De handtekening van de satan wordt duidelijk zichtbaar waar zielen iets Hemels naar een laag-werelds niveau neerhalen en alles op een wereldse manier trachten te verklaren en 'op te lossen'.

Ik kan U heel plechtig verzekeren, dat ik persoonlijk niet in het minst met iets te maken heb, noch ooit met iets te maken zal hebben, wat in het internet of door om het even welk ander kanaal met betrekking tot Myriam of dit Apostolaat is geschreven of nog zal worden geschreven. Ikzelf doe datgene waartoe de Moeder Gods mij oproept, niets méér en niets minder, en ik tracht dit werk in Vrede te volbrengen. God weet dat dit Werk zo omvattend is, dat ik – zelfs indien ik dit zou willen – absoluut geen tijd over heb om mij met wat dan ook bezig te houden, dat buiten mijn opdrachten voor de Moeder Gods ligt. De Hemel stelt het helemaal niet op prijs dat op het internet over Hemelse onderwerpen en over Hemelse Werken wordt gedebatteerd. Ik zal daar derhalve zeker nooit aan deelnemen, en zoals reeds vermeld, zal ik dergelijke teksten ook zeker nooit lezen. Dat hoort eenvoudigweg niet tot mijn taken, want dat brengt geen enkele ziel ook maar een halve meter dichter bij God.

Ik heb vernomen, dat blijkbaar op het internet buiten de Maria Domina Animarum website in mijn naam één en ander zou zijn verschenen. Wat dit ook moge zijn geweest, ik verzeker U, dat ik daarmee absoluut niets te maken heb, en ik verwijs desbetreffend graag naar Brief 493. In tegenstelling tot wat door sommigen wordt beweerd, heeft het mij nooit zelfs maar in het geringste geïnteresseerd, zielen te belasteren, integendeel: Ik predik op Maria’s woord de Ware Liefde, en ik geloof daarin als enige regel die het leven van elke mensenziel überhaupt mag beheersen. Deed ook Jezus Zelf dat niet, en werd ook Hij niet beschuldigd van alles was lelijk is? Blijkbaar gaat de duivel nog steeds op dezelfde wijze te werk als tweeduizend jaar geleden.

Lieve zus, uiteindelijk legt Maria mij steeds weer dit antwoord in het hart:

"Bid voor je vijanden. Laat je niet verontreinigen door op beschuldigingen en kwaadwilligheden te antwoorden. Doe je dit wel, dan kan Ik de ketting van duisternis nooit breken".

Zo leert de Koningin des Hemels mij vooral de laatste jaren met steeds meer nadruk, mij door geen enkele tegen mij gerichte kwaadwilligheid, uit om het even welke hoek deze ook mag komen, uit het veld te laten slaan, maar uitsluitend naar Boven (naar het Hart van Maria) te kijken. De arbeider die op de akkers van God de voren helpt trekken, kijkt niet achterom naar de voren: die behoren dan God toe. Maria heeft mij de regel opgelegd, onverstoorbaar mijn taken voor Haar te volbrengen en geen aandacht te schenken aan eventuele reacties, die dit Werk niet helpen opbouwen. Een Hemels Huis kan niet lang sterk blijven, wanneer men de duivel de kans geeft, architect te spelen.

Laten wij allen samen bidden opdat zielen, die zich laten gebruiken om ons Werk te belasteren in plaats van aan zichzelf te werken, uit hun ketenen bevrijd mogen worden. Zij zijn niet gelukkig, want zij hebben geen innerlijke Vrede. Maria kan hen deze teruggeven, maar heeft daarvoor onze inzet nodig. Gods wereld behoeft geen oorlogen, slechts de satan heeft oorlogen nodig. Dit Werk is Liefde, en moet Liefde blijven. Dat zal het ook, in de mate waarin onze harten op hetzelfde ritme slaan.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam