TOTUS TUUS, MARIA!

DE BELOFTE VAN DE EEUWIGE ZOMER

Gods Offensief van Licht en Liefde tegen het kwaad

Myriam van Nazareth

dixitque Deus: "Fiat Lux", et facta est Lux

(en God zei: "Er moet Licht zijn", en er was Licht)

God heeft Zijn Schepping gemaakt uit Liefde en Licht.

De vlekkeloze, belangeloze Liefde is de essentie en de brandstof van het Leven, want het is het alomvattend wezensprincipe van God Zelf.

Het Licht is de zijnstoestand van God, een toestand die bestaat uit Zijn volmaakte Wijsheid en het vermogen om het leven in de volmaakte Goddelijke Liefde in stand te houden.

De zijnstoestand die volmaakt doordrongen is van de volheid van het Licht en de Ware Liefde is het Goddelijk Leven, het Leven naar Gods beeld en gelijkenis, dat God van in den beginne heeft voorzien voor elke mensenziel.

De absolute tegenpolen van de Liefde en het Licht zijn de zonde en de duisternis. De vanaf de erfzonde zeer snel toenemende zonde en duisternis hebben een zeer groot gedeelte van Gods voelbare Tegenwoordigheid in de Schepping vervangen door chaos, ellende, onvrede, leed, onrecht en liefdeloosheid in haar talloze gedaanten.

De zonde is de handtekening van de satan die zich uitwerkt via de innerlijke gesteldheden van een mensenziel, opdat deze laatste hem (de satan) zou volgen in de opstandigheid tegen Gods Wet van de Liefde en hierdoor bij elke zonde haar hartsgesteldheid méér aan deze van de satan zelf gelijk zou maken, teneinde de werken en plannen van de duisternis te helpen verwezenlijken.

De werken en plannen van de duisternis hebben slechts één doel: de Werken en Plannen van God in de Schepping te schaden, tegen te werken, af te remmen, te verontreinigen, en door dit alles de tekenen van Gods Tegenwoordigheid uit de Schepping te verdrijven en deze te vervangen door de tekenen van de vijand van het Goddelijk Leven. Wat de satan uiteindelijk beoogt, doch nooit zal kunnen doen, is de Werken en Plannen van God in de Schepping vernietigen. Wat uit het Hart van God voortkomt, kan niet worden vernietigd, want het draagt de kiem van het Goddelijk Leven in zich, en het Goddelijk Leven is onsterfelijk. Vernietigen, is in wezen ontdoen van alle Leven. Iets dat drager is van een kiem van Goddelijk Leven, kan niet van het Leven worden beroofd zolang ook maar een vonk van Ware Liefde werkzaam blijft.

De satan heeft van God de toelating gekregen om de mensenziel te bekoren, dit wil zeggen: om de mensenziel zijn eigen verlangens in te fluisteren opdat de ziel zich met haar hele doen en laten en haar innerlijke gesteldheden moge inzetten voor de verwezenlijking van werken van duisternis. God heeft dit toegestaan opdat de mensenziel uit eigen vrije wil moge kunnen kiezen voor God of voor de satan, voor het Licht en de Liefde of voor de zonde en de duisternis. Slechts indien de mensenziel haar gedrag en haar innerlijke gesteldheden vrij kan bepalen, hebben deze voor God waarde als tekenen voor de spontane oriëntatie van de ziel: Kiest zij voor het Licht of voor de duisternis, voor een leven in dienst van God of voor een leven in dienst van de werken van duisternis, voor een wereld geregeerd door de Ware Liefde of voor een wereld geregeerd door chaos, ellende, onvrede, leed, onrecht en liefdeloosheid?

Daarom ligt het volkomen in de handen der mensenzielen wat met de wereld gebeurt, hoe deze zich ontwikkelt, en in welke mate Gods Werken in de Schepping daadwerkelijk hun oorspronkelijke zuiverheid bewaren en in leven blijven. Om deze reden mag in de Schepping het Vuur van de Ware Liefde nooit doven. Hier ligt de kern van de opdracht die de Koningin des Hemels van God heeft ontvangen om deze via Haar leiding, onderricht en innerlijke begeleiding in en doorheen mensenzielen in deze Laatste Tijden te volbrengen tot absolute bekroning van de Werken van de Goddelijke Verlosser Jezus Christus, de Messias. Om deze reden zullen deze Laatste Tijden worden gevolgd door wat wordt genoemd 'het Messiaans Tijdperk'.

De dageraad van het Messiaans Tijdperk zal het uur zijn, waarin De Vrouw, Maria, de Leidster van de Legers van het Licht, de Moeder van de Messias, Koningin van Hemel en aarde en Meesteres van alle zielen, voor de ogen van de hele Schepping de kop van de helse slang onder haar voet zal verpletteren, wat heel concreet betekent dat Zij Die de Belichaming is van de absoluut heilige mensenziel, het volmaakte Spiegelbeeld van het Goddelijk Leven en van het Hart van God Zelf, de satan definitief van al zijn macht zal beroven door al zijn werken en plannen onder de macht van de volmaakte Liefde van al hun effecten te ontdoen. Met de voltooide Triomf van De Vrouw over de satan wil God jegens deze laatste het Groot Teken stellen voor de macht van de volmaakte heiligheid – dit wil zeggen: van de volmaakt beleefde zelfverloochenende Liefde en de volmaakt beleefde volheid der Genade – van de geschapen mensenziel over alle duisternis.

In dat uur zal de mensenziel door God definitief in eer worden hersteld: Door de erfzonde heeft de mensenziel de waardigheid van de volmaakte heiligheid verworpen, en zij heeft deze verwerping steeds intenser bekrachtigd door de vele biljoenen zonden die sedertdien door de hele mensheid zijn begaan. Door de Onbevlekte Ontvangenis van Maria liet God Zijn eerste krachtig weerwoord op deze duisternis over de Schepping stralen. Door Maria’s volmaakt vlekkeloos, zondeloos leven werd dit Goddelijk weerwoord bekrachtigd door de vrije wil van een geschapen ziel. Dit was van het grootste belang met het oog op de eindoverwinning van de Liefde en het Licht, die God de mensheid in het vooruitzicht stelde door deze vlekkeloos heilige Ziel op kracht van de bruiloft tussen een Goddelijke Beschikking en een menselijke vrije wil (Maria’s ja-woord) te vormen tot levend Tabernakel van de God-Mens, de Christus Die als Messias het Verlossingsmysterie zou voltrekken.

Jezus Christus besloot Zijn Leven op aarde met een absoluut volmaakt Lijden en Kruisdood tot bekroning van alle beproevingen die Hij gedurende drieëndertig jaar had gedragen in een gesteldheid van de meest absolute zelfverloochenende Liefde, volmaakte aanvaarding van de Goddelijke Beschikkingen, en totale toewijding aan het Heilsplan van God voor de zielen van alle tijden.

Op het Kruis gaf de stervende Jezus het Leven aan een heilige ketting, die tot bedoeling had, het Vuur en het Licht van Zijn absolute Liefde en Zijn absoluut Offer te bestendigen tot Hij op kracht van het Goddelijk Decreet zal terugkomen om de troon te bestijgen in alle harten van goede wil. Deze ketting werd gesmeed in het Vuur van de gouden woorden 'Vrouw ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder', door dewelke Hij Maria aan de zielen gaf, en de zielen aan Maria. Hierdoor werd Maria weinige ogenblikken vóór de verlossende Kruisdood van de Messias tot Moeder en innerlijk Leidster van alle zielen van goede wil, dit wil zeggen van alle zielen die bereid zouden zijn om, in navolging van de Christus, hun vrije wil volkomen te laten versmelten met de Wil van God als het ultieme teken van waardering voor het Offer dat hen het Eeuwig Leven mogelijk heeft gemaakt, en voor Hem Die dit Offer in volmaakte zelfverloochening voor hen heeft voltrokken.

God heeft hier een volmaakte Bruiloft voorzien tussen de Godheid en de geschapen mensenziel: In de gedaante van de Mens geworden Godheid heeft Jezus Christus een alomvattend Offer volbracht dat is bekleed met de macht om de duisternis te beroven van haar uitwerkingen in elke ziel die er ten volle, spontaan, vrijwillig en vanuit een zo zuiver mogelijke zelfverloochenende Liefde naar verlangt om dit Offer 'aan te vullen' met alle beproevingen en kruisen van haar eigen leven. In Maria is de eerste geschapen mensenziel opgestaan, die op volmaakte wijze in zich de gesteldheden heeft beleefd die volkomen met de gesteldheden van de Goddelijke Christus zijn versmolten. Zij bekrachtigde daardoor als het ware de volmaakte oriëntatie van de geschapen ziel op God, op de Ware Liefde, op de volheid van het Licht. De Goddelijke natuur (Jezus Christus) die Mens is geworden, sluit eeuwigdurend Bruiloft met de menselijke natuur (Maria) die een leven leidt dat haar ziel verheft tot de meest volkomen uitdrukking van het beeld en de gelijkenis van God, en in deze Bruiloft wordt jegens de satan het teken gesteld dat Godheid en mensenziel hem samen in volmaakte eenheid van hart overwinnen en zijn werken totaal verlammen en hun effecten uitroeien, ondanks het feit dat deze werken gedurende de hele geschiedenis van de mensheid vanaf de erfzonde, schijnbaar totaal door de duisternis zijn beheerst.

Zo zou Maria, de Belichaming van de volmaakt heilige geschapen ziel, Wier Hart sedert Haar ja-woord, het woord van Haar volmaakte overgave aan de voltooiing van Gods Heilsplan, volmaakt één was met dat van de God-Mens en Die op kracht van Haar volheid van Genade in al Haar innerlijke gesteldheden volmaakt was doordrongen van het Licht en het Vuur van de Heilige Geest, in de ware zin van het woord Meesteres van alle zielen worden: innerlijke Gids, innerlijke Leidster, innerlijke Omvormster, Wegwijzer naar de voltooiing van de eenheid van de ziel met de verlossende gesteldheden van de Christus, en door dit alles de ware Meesteres voor elke ziel die zich van harte, bewust, spontaan, vrijwillig, onvoorwaardelijk, levenslang en totaal met inzet van haar hele leven zou inschakelen in de verwezenlijking van de Werken waarover Maria van God de leiding had ontvangen, en die in wezen niets minder zijn dan de Werken door dewelke God Zijn Licht en Liefde in alle zielen wortel tracht te doen schieten, opdat het woekerend onkruid van de duisternis in de hele Schepping uitgeroeid moge worden.

Maria is de Leidster en Wegwijzer gedurende de ultieme voorbereiding van de eindoverwinning van het Licht en de Liefde op de duisternis en de zonde, en daardoor van de uitroeiing van alle chaos, ellende, onvrede, leed, onrecht en liefdeloosheid in alle harten en tussen alle schepselen.

Door de erfzonde is de zon van de Ware Liefde in de hele Schepping versluierd. Deze wolkensluier is dikker en dikker geworden door talloze zonden en een ongebreidelde toename van duisternis in de innerlijke gesteldheden van steeds méér mensenzielen. Door deze duisternis bereikt steeds minder Licht en warmte van de zon der Goddelijke Liefde het oppervlak van de Schepping, zodat in talrijke zielen een spirituele winter heerst. De Meesteres van alle zielen houdt de zielen nu intenser dan ooit Gods Belofte van de Eeuwige Zomer voor: Zij is de Dageraad van een tijdperk waarin de zon van de Ware Liefde zo zeer aan kracht zal winnen dat zij alle duisternis kan verdrijven. God kijkt nu met verlangen en verwachting naar de mensenzielen, in de hoop dat deze de immense uitstortingen van genaden die hen onder meer via de onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven worden vergund, zoveel zielen zo diep mogen raken dat deze zich van harte, spontaan, vrijwillig, onvoorwaardelijk en levenslang met inzet van al hun doen en laten, al hun beproevingen en kruisen en al hun innerlijke gesteldheden mogen weggeven aan de Meesteres van alle zielen in een onophoudelijke en oprechte beleving van het hoogheilig verbond van totale toewijding.

De Koningin van Hemel en aarde, Meesteres van alle zielen door Goddelijke uitverkiezing en door een vlekkeloze levenslange beleving van de volheid der Genade, is sedert Haar Onbevlekte Ontvangenis de Dageraad van de zomerdag die getuige zal zijn van de grondvesting van Gods Rijk op aarde. De Zon Die uit deze Dageraad is voortgekomen op grond van de volmaakte Bruiloft tussen de Godheid en de vlekkeloos heilige mensenziel (Maria), is de Christus, Die op het Kruis van Golgotha de Belofte van de Eeuwige Zomer in haar volheid liet stralen. De Dageraad is de geboorte van de tijd die de nacht overwint en alle sporen die wijzen op het feit dat er een nacht is geweest, uitwist. Uit de dageraad rijst de zon op: De Christus staat op uit Maria, en straalt in de volheid van het Licht. De eeuwigdurende werking van de Bruiloft tussen de Godheid en de geschapen mensenziel komt tot uiting in het feit dat de Zon (Christus) de Schepping bestraalt en haar verlicht en opwarmt in samenwerking met haar stralen (Maria, de Draagster van de Genaden tussen God en de mensenzielen van goede wil).

Maria tracht zoveel mogelijk zielen diep innerlijk zodanig te bewerken dat deze worden voorbereid en gevormd voor een maximale openheid om de volheid van de Christus in zich op te nemen: Naarmate de ziel de zonnestralen (Maria) in zich opneemt, drinkt zij de Zon Zelf (Christus) in zich op, zodat de versmelting van de ziel met Maria haar automatisch opent voor versmelting met Jezus Christus – God, en bijgevolg uitmondt in een toenemende staat van beeld en gelijkenis van God. Zo moet in elke individuele ziel de Eeuwige Zomer geboren worden. De beloofde Wederkomst van Jezus Christus is precies dit: Zijn volle Geboorte in de mensenharten, zodat deze overvloeien in een staat van innerlijk leven die ononderbroken Licht en Liefde doorheen de hele Schepping begint te verspreiden.

Zo ziet Gods Belofte eruit, en dit te verwezenlijken, is de levensopdracht van elke mensenziel. De zielen die in deze tijd leven, staan hierdoor aan de drempel van de wedergeboorte van het Aards Paradijs, een wedergeboorte die God reeds heeft voorafgespiegeld in de Onbevlekte Ontvangenis van Maria.

Op ons rust nu de grote verantwoordelijkheid om Gods 'droom' te helpen verwezenlijken door een strikte navolging van het beeld van de heiligheid dat Hij ons in Maria heeft voorgehouden en in strikte navolging van onze roeping tot aanvulling van het Verlossingsoffer van de Christus door een onvoorwaardelijke onbegrensde versmelting van onze vrije wil met Gods Wil, die niets anders behelst dan de grondvesting van Zijn Rijk van volmaakte Liefde en Vrede onder alle schepselen. Drie dingen zijn daartoe voor elke mensenziel onontbeerlijk:
  1. dat zij voor niets anders meer zou leven dan voor een intense verspreiding en beleving van de onvoorwaardelijke, zelfverloochenende Liefde;
  2. dat zij zich daarbij ononderbroken voor ogen houdt dat elk detail van haar innerlijke gesteldheden en van haar hele doen en laten uitwerkingen heeft op de hele Schepping en op alle schepselen met inbegrip van zichzelf;
  3. dat zij zich ten volle bewust blijft van het feit dat zij slechts op aarde leeft om een levensopdracht in dienst van Gods Heilsplan en derhalve van de grondvesting van Gods Rijk op aarde te vervullen, en dat zij in de vervulling van deze opdracht niets anders is dan één radertje in een reusachtig groot systeem, een radertje waarvan de werking immense gevolgen heeft voor de werking van het geheel doch dat tezelfdertijd op zich onbelangrijk is. De waarde van een ziel en haar leven wordt louter bepaald door de mate waarin, en de wijze waarop, zij haar levensopdracht vervult, elk ogenblik van elke dag.

De Eeuwige Zomer van Gods Rijk op aarde moet worden voorbereid door een lente van de Ware Liefde in de mensenzielen. Uit de lentebloesems van heilige levens – dit wil zeggen: levens die Heil over de Schepping helpen brengen – bereidt de Goddelijke Genade de zomervruchten. De gouden weg uit de winter via de lente naar de zomer loopt doorheen de mensenharten: De duisternis en koude van de winter kunnen slechts definitief worden verdreven door het Licht en de warmte van de zelfverloochenende Liefde van mensenzielen jegens al hun medeschepselen (mens, dier en zelfs het leefmilieu) en jegens Gods Plannen en Werken, in het bijzonder jegens de Goddelijke Belofte van de Eeuwige Zomer.

Myriam, juni 2019


De Koningin des Hemels inspireert het volgende schema betreffende

Gods verwachtingen ten aanzien van elke mensenziel

in haar hoedanigheid als werktuig
voor de verwezenlijking van Gods Werken en Plannen

De Meesteres van alle zielen onderricht reeds sedert jaren dat elke mensenziel niet ter wille van zichzelf op aarde leeft, doch dat de levensopdracht van elke mensenziel uitsluitend hierin bestaat, dat zij levenslang een rol te vervullen heeft als werktuig in Gods hand. Alle mensenzielen samen dragen de verantwoordelijkheid, Gods Rijk op aarde te helpen grondvesten. De grondvesting van Gods Rijk op aarde wordt niet door God opgedrongen, doch moet tot stand komen op grond van een intense samenwerking tussen de vrije wil van mensenzielen (het oprecht verlangen dat Gods Rijk op aarde gegrondvest moge worden) en de Wil van God (Die de grondvesting van Zijn Rijk op aarde tot enige doelstelling van Zijn Heilsplan heeft gemaakt).

Gods verwachtingen ten aanzien van elke mensenziel kunnen worden samengevat in dit schema:

  1. De mensenziel is niet door God gemaakt om een leven te leiden als geïsoleerd element, doch als een element dat ononderbroken deel uitmaakt van, en werkzaam is in, het netwerk van de hele Schepping. Om deze reden heeft alle doen en laten, elk woord, elke gedachte, elk gevoel en elk verlangen van elke mensenziel automatisch uitwerkingen op het hele netwerk, ook in ogenblikken waarin de ziel de indruk heeft dat zij niet werkzaam is of geen enkele waarneembare handeling stelt. God verwacht van elke ziel dat zij dit nooit uit het oog zou verliezen en al haar gesteldheden beleeft en draagt in eenheid van hart met Hem en met het oog op de voltooiing van Zijn Heilsplan, en dat zij zich bewust blijft van het feit dat in de Schepping elk schepsel met elk ander schepsel verbonden is. Vanwege deze ononderbroken verbondenheid tussen alle schepselen heeft elke gesteldheid van Licht en Liefde een positieve uitwerking op de hele Schepping, heeft elke gesteldheid van duisternis een negatieve uitwerking op de hele Schepping, en slaat elke gesteldheid van duisternis en elke zonde automatisch ook op de ziel zelf terug, van dewelke deze uitgaan;
  2. De mensenziel is door God gemaakt als de kroon op de Schepping, en wordt daarom door God geacht, Zijn Tegenwoordigheid voelbaar te maken jegens al haar medeschepselen – medemensen en dieren, zelfs de plantenwereld. Concreet betekent dit een oprechte, volhardende en onvoorwaardelijke betrachting van ware zelfverloochenende Liefde in alle doen en laten en in alle innerlijke gesteldheden (gevoelens, gedachten, verlangens);

  3. Elke mensenziel is op aarde om een dubbele opdracht te volbrengen:

    • om de Liefde die zij van God in de meest uiteenlopende genaden en Werken van Goddelijke Voorzienigheid ontvangt, in zich in te bouwen voor haar eigen spirituele groei, bloei en vervolmaking, en
    • om deze Goddelijke Liefde tevens ononderbroken te laten verder stromen over haar hele leefwereld, dus over alle medeschepselen met wie zij door Gods Voorzienigheid in aanraking wordt gebracht, zelfs indien deze aanraking eenmalig en van heel korte duur is.

    Zo vormt de Schepping in wezen een netwerk van Liefde, dat bestaat uit:

    • de knooppunten van het net, namelijk alle individuele schepselen;
    • de ontelbare kanaaltjes die alle schepselen onderling met elkaar verbinden, namelijk alle onderlinge relaties en contacten, niet slechts in de fysieke zin van het woord doch zelfs in de onderlinge gedachten en gevoelens.
  4. De mensenzielen zijn door God gemaakt als de grootste knooppunten in het netwerk van Zijn Schepping. Zij zijn de enige schepselen die zich kunnen heiligen, en God verwacht van hen dat zij dit daadwerkelijk doen binnen de hen toegemeten levenstijd, waarvan de duur wordt bepaald door Gods Wijsheid en Voorzienigheid volgens de noden van Zijn Heilsplan voor de hele Schepping. De mensenzielen zijn ook de enige schepselen die kunnen zondigen. Om deze reden berust uitsluitend bij de mensenzielen de verantwoordelijkheid voor de staat van de Schepping en voor de ontwikkelingen in de wereld;

  5. De mensenziel wordt door God geacht, nooit enig medeschepsel – noch mens noch dier – te behandelen op enige wijze die op welke wijze dan ook afwijkt van, of tekortschiet in, volkomen zelfverloochenende Liefde, zachtheid, dienstbaarheid, hulpvaardigheid, en oprechte inleving in de gevoelens en levensomstandigheden van dit medeschepsel.