Totus Tuus, Maria, Potentissima Domina Animarum omnium!
(ik ben helemaal van U, Maria, allermachtigste Meesteres van alle zielen)


HET HEILIG VERBOND VAN LIEFDE

Onderrichting en oproep van de Allerheiligste Maagd Maria
aan de christenen van de Laatste Tijden

Manifest geschreven op ingeving door Maria, de machtige Meesteres van alle zielen,

aan Myriam van Nazareth

De Bron van alle Leven is God. Alleen God kan Leven geven. Hij is de enige Schepper. Wat is 'Leven' eigenlijk? Waaruit bestaat het? Leven is de kracht die de ziel laat delen in de werkelijkheid van God. De drie fasen van het ware, Goddelijk Leven voor de ziel zijn de schepping, de Verlossing en de heiliging. Het diepe wezen van 'Leven' is de Liefde. De Goddelijke Liefde is de kracht die het Leven geschapen heeft, en die het naar Verlossing en heiliging leidt. Zij is de brandstof van alle Werken van God. De draagster van het Leven is de ziel. Zonder ziel is ons lichaam niet leefbaar, en kunnen onze gedachten, gevoelens, verstand, wil, en al onze menselijke vermogens niet werken. De ziel heeft 'Leven' in zich in de mate waarin zij in overeenstemming is met Gods Wil en daardoor Zijn Genaden in zich opneemt. Naarmate de ziel verder van God verwijderd raakt en dus méér in staat van ongenade leeft, nadert zij de toestand van 'dood van de ziel': de staat waarin zij zichzelf afsnijdt van het Eeuwig Heil, en dus de Eeuwige Gelukzaligheid van het Eeuwig Leven in de Hemel voor zichzelf ontoegankelijk begint te maken. Wij noemen deze toestand ook de staat van zonde.

Onmiddellijk na de schepping van het eerste mensenpaar is de mensenziel voorwerp geworden van een voortdurende strijd tussen God en de satan. De satan (die toen nog Lucifer heette) en al zijn volgelingen waren engelen, die echter nog vóór de schepping van de mens in opstand kwamen tegen God omdat zij in hun hoogmoed meenden dat God hen benadeelde door hen aan hun Schepper ondergeschikt te houden. Eén van de doorslaggevende elementen was daarbij het Decreet waardoor God aan de engelen toevertrouwde dat Hij de mens wilde scheppen, en dat Hij op een zeker punt in de toekomst Zijn Zoon Jezus Christus als God-Mens op aarde zou sturen om de menselijke natuur in staat te stellen om tot vereniging te komen met de Goddelijke natuur, waardoor de geheiligde mens verheven zou worden en van in den beginne als 'kroon van de Schepping' beschouwd zou worden. Dit wekte de afgunst van Lucifer en zijn getrouwen. Bovendien deelde God hen mee dat het Zijn Wil was dat de God-Mens, Tweede Persoon van de Allerheiligste Drievuldigheid, op aarde geboren zou worden uit een vrouw, dat deze vrouw op deze eerste eenwording met de Goddelijke natuur voorbereid zou worden door een volmaakte heiligheid die Haar boven al het geschapene zou verheffen, en dat deze vrouw, die Maria zou heten, bestemd was tot de troon van soevereine Koningin en Meesteres over alle engelen, alle mensenzielen en al het onbezielde geschapene.

Lucifer en de zijnen kwamen in opstand tegen het vooruitzicht dat zij door deze Vrouw geregeerd zouden worden en Haar hun volmaakte onderwerping, gehoorzaamheid en dienst verschuldigd zouden zijn. Op grond van hun weigering om Gods Decreet te aanvaarden, werden zij uit de Hemel verstoten. Het nieuwe thuis van Lucifer (die voortaan de satan zou heten) en zijn duivelen zou de hel zijn. Omdat de mens geschapen zou worden met een eigen vrije wil, zouden de duivelen evenzeer als God Zelf de kans krijgen om met de mensenziel in communicatie te treden. God beschikte dat de mens zijn vrije wil moest gebruiken om naar Gods beschikkingen en ingevingen te luisteren en zo de levenskracht van zijn ziel in stand te houden.

De satan stelde zich tot doel om voor eeuwig al zijn inspanningen te richten op de verwezenlijking van drie doelstellingen:
  1. de verwoesting van Gods Werken en de ondermijning van al Zijn Plannen;

  2. de vurige bestrijding van Maria en al Haar dienaren in de Hemel en op aarde;

  3. de verovering van de mensenzielen om hierdoor God te treffen.

De satan zou deze drie doelstellingen zoeken te verwezenlijken door de kracht van God Zelf, het Leven, te ondermijnen.

Omdat de essentie van het Leven de Liefde is, en de satan de Liefde verloren had door de zonde van ongehoorzaamheid jegens de Schepper van het Leven, zou hij zich tot eeuwigdurend doel stellen, de Liefde te ontkrachten en, waar mogelijk, te doden.

Om dit te bekomen, fluisterde de satan als eerste werk het eerste mensenpaar in om op hun beurt ongehoorzaam te worden aan Gods Beschikkingen in het Aards Paradijs. Deze eerste mensenzielen volgden deze influistering en bedreven de erfzonde, waardoor het vermogen van de mensenziel om de Ware Liefde te ervaren en de Goddelijke kracht ervan om zich heen te verspreiden, voor eeuwig beperkt werd. Hierdoor zouden alle volgende generaties van mensenzielen pas heilig kunnen worden door een levenslange verbeten strijd voor de wederopbloei van de Liefde in zich.

De Liefde is de koningin van alle deugden. Alle deugden hebben raakpunten met de Liefde. Wanneer men de ziel zou beschouwen als een boom die groeit in Gods grond, zou de Liefde de stam zijn. De deugden zijn de takken aan die stam. Het is aan de takken dat de bloesems bloeien en de vruchten rijpen. Zo ook komt de waarde van de Liefde tot uiting in de ontwikkeling (schoonheid) van alle deugden. Aangezien de satan zich tot doel heeft gesteld, het Leven te verwoesten door de levenskracht, de Liefde, te verontreinigen of te doden, bestaat zijn communicatie naar de mensenzielen toe, uit bekoringen die de zielen trachten te overhalen om in allerlei ondeugden te vervallen. Hierdoor beoogt de satan twee doelstellingen:

  1. de teloorgang van de mensenzielen;

  2. de ondermijning van Gods Schepping, opdat de schoonheid en Wijsheid achter Gods Werken niet langer een beeld van volmaaktheid zouden geven.

De duivel kan deze doelstellingen bereiken door verwoesting van de Liefde en de hiervan afhankelijke deugden in de zielen, omdat zowel de individuele ziel als het geheel van de Schepping slechts leven door de Goddelijke kracht van de Liefde. Zodra deze kracht wegvloeit, zakt het geheel in elkaar en wordt de indruk gewekt dat God niet almachtig is en Zijn Werken niet volmaakt zijn.

Elke ondeugd is in haar diepste wezen een uiting van gebrek aan Ware Liefde. Hoe komt het dat de mens gevoelig is voor deze duivelse verleidingen? Omdat hij zwakheden en behoeften kent.

De ziel leeft op aarde in een broos lichaam met allerlei noden. De vatbaarheid van de mens voor bekoringen van de satan wordt geboren zodra de mens zijn lichamelijke noden boven de behoeften van zijn ziel stelt. Dat gebeurt op steeds grotere schaal. De satan bekoort elke ziel individueel vooral tot genotzucht (het lichaam wordt tot afgod, de mens zoekt het geluk in valse, kortstondige gevoelens van behagen, en schuwt alle lijden, dat nochtans de grote bron van Verlossing voor de wereld is), hoogmoed (wekt de indruk dat je boven je medemens staat) en bezitsdrang (de mens maakt zichzelf tot zijn eigen god en wil heersen over de materie, om zich van de ware God los te kunnen maken).

Hij bekoort ook de massa, via grootscheepse reclame, massamedia, inspireren tot valse godsdiensten, filosofieën en wetenschappelijke stromingen die op listige dwaling gebaseerd zijn, politieke en economische systemen die niets anders zijn dan verblinding door wereldse stoffelijke belangen...

De mens begint dus zijn hele leefwereld te bouwen rond zijn lichamelijke behoeften, en hij praat dit alles goed door zich te beroepen op filosofische, religieuze, wetenschappelijke, economische en politieke denkstromingen die oorspronkelijk geboren zijn uit influisteringen en manipulaties van de satan. Zo wordt Gods Schepping stap voor stap tot proefstation voor de werken van de duisternis, en de zielen worden in reusachtige aantallen tot slachtoffers van een monsterachtig grote dwaling met ontelbare vangarmen, een web waarin de zielen bij miljoenen gelijk gevangen raken zonder uitzicht op enige uitweg.

Zo wordt de mensenziel letterlijk slaaf van de satan, die de mens misbruikt voor de voltooiing van zijn duivelse werken van verwoesting van Gods Schepping. Het resultaat zien wij om ons heen: ongeremde zucht naar rijkdom, geld, bezit, eigendom, macht, prestige, concurrentie (in economie, politiek, beroepsleven, school, competitiesport enz.), ongeremde seksualiteit met alle gevolgen vandien (prostitutie, porno, abortus, ijdelheid, behaagzucht), zinledig vermaak (televisie, uitgaansleven), drugs- en alcoholverslaving, tabak- en snoepverslaving, eetcultuur, ongeremd zoeken naar allerlei vormen van opwinding.

De mens maakt het geld tot middelpunt van al zijn doen en laten en bestrevingen, zodat de winsteconomie tot afgod wordt en de hele Schepping ontwricht raakt door talrijke vormen van uitbuiting, met als gevolgen hongersnoden, oorlogen, velerlei verwoesting van het milieu, natuurrampen (als gevolg van grote onevenwichten in de Schepping door het materialisme van ontspoorde zielen). Het algemeen gevolg is een wereld in totale verwarring en chaos: in denken, wetenschap, godsdienst (zelfs binnen het christendom: modernisme!), politiek, in natuur en leefmilieu, en een wurgend gevoel dat de mens in deze moderne wereld geen enkel houvast meer heeft en 'dat er geen waarheden meer zijn': ieder heeft zijn eigen waarheid, met andere woorden: algemene vrijzinnigheid in denken, moraal en zelfs godsdienst.

De mens is vergeten dat de ene Waarheid van God nog steeds onverminderd van kracht is. Omdat hij zijn leefwereld rond zijn lichamelijk leven heeft gebouwd, stelt hij geen belang meer in Gods Waarheid, die de wetenschap van de ziel is. De mens leeft nu alsof het aards leven een doel op zich zou zijn, en niet slechts een middel tot heiliging voor het Eeuwig Leven.

Uit al deze verschijnselen blijkt dat de mens in een web van liefdeloosheid verstrikt zit. Hij brengt dit tot uitdrukking in alle aspecten van zijn dagelijks leven, door allerlei uitingen van algemene onvrede van hart: laster, roddel, achterklap, haat, nijd, afgunst, jaloersheid, verwensing, verdachtmaking, onverschilligheid, zelfzucht, eigenliefde, onzuiverheden, roekeloosheid, geloofsafval, vertwijfeling, wanhoop, depressies, verbittering, opvliegendheid, verslavingen, afpersing, misbruik en uitbuiting van zwakheden van medeschepselen (mens en dier), ontevredenheid, opstandigheid, protestzucht, wantrouwen, onoprechtheid, opvliegendheid, ongeduld, vernielzucht, trots, onverdraagzaamheid, oneerlijkheid, bedrog, hoogmoed, hardheid, zucht tot oordelen en veroordelen, ontrouw, lauwheid, gierigheid, sadisme, twistzucht en zovele andere verschijnselen van ziekte in de zielen, doordat God uit de harten verbannen is.

De ziel hoeft niet gevangene van dit zinloze web te blijven. God heeft de ziel bestemd voor een leven in ware vrijheid: vrij-zijn van de zonde door een grote weerstand tegen de macht van de satan. De satan heeft slechts zoveel macht als de ziel hem toestaat. De enige weg van bevrijding voor de hele mensheid is de weg terug naar de Ware LIEFDE. Hiertoe moeten de zielen gezuiverd worden en alle deugden betrachten, door zich te bevrijden uit de verslavende greep van de behoeften van het lichamelijk leven.

De Allerheiligste Maagd Maria roept de christenen van de Laatste Tijden, de zielen aan wie de enige Waarheid van God als een goed is gegeven, nu op om de handen in elkaar te slaan en een VERBOND VAN LIEFDE te sluiten, onder elkaar en tegenover God. Hoe? Door:

  1. Veelvuldig en zuiver gebruik van de Sacramenten (Biecht en Eucharistie!);
  2. Uiterste beoefening van de naastenliefde, onderlinge hulpvaardigheid en solidariteit, en onderlinge bemoediging en onderrichting in Gods Waarheid;

  3. Boete, verstervingen en offers met als intentie, de kracht van Gods Liefde in de wereld te herstellen en alle uitingen van liefdeloosheid te breken;

  4. Het vormen van een ketting van gebed door de onderlinge afspraak om elke dag te bidden voor het herstel van de kracht van Gods Liefde in de wereld en het breken van alle uitingen van liefdeloosheid;

  5. Totale, onvoorwaardelijke toewijding aan Maria als de Meesteres van alle zielen.

De Allerheiligste Maagd Maria openbaart Zich in deze tijd via Myriam van Nazareth als de machtige Meesteres van alle zielen. Haar taak bestaat in de voltooiing van de roeping van Jezus Christus om Gods Rijk op aarde te vestigen door alle zielen opnieuw aan de valstrikken van de satan en zijn web van liefdeloosheid te ontroven. Als Meesteres van alle zielen wil Maria heersen in de kern van elke ziel, en deze onderrichten, heropvoeden, kneden en vormen naar Haar model, om via Haar totale heerschappij alle zielen klaar te maken voor hun eigen bijdrage tot de definitieve vestiging van Gods Rijk op aarde en de uitlevering van de satan en zijn gevolg aan Maria’s voeten. Zij heeft voor dit alles de volle macht van God ontvangen en wacht nu op Uw vurige smekingen om de bevrijding van de mensheid uit alle liefdeloosheid.

SPOOR ALLE ZIELEN AAN TOT DAGELIJKS GEBED VAN:

GEBEDSVERBOND VOOR HET HERSTEL VAN DE MENSELIJKE WAARDIGHEID

(Myriam van Nazareth)

Beminde Eeuwige Vader,
Via talloze wegen zoekt de aartsvijand van de Liefde Uw Goddelijke Werken in de zielen te verwoesten en Uw Schepping te veranderen tot een web van ellende. In naam van alle mensenzielen bieden wij U de allerheiligste offerande van de Wonden, het Bloed en de Kruisdood van Uw Zoon Jezus Christus, de Smarten van Maria, alle Heilige Missen van alle tijden, en alle lijden van de hele mensheid van alle eeuwen tot aflossing van de zondeschuld van de ontrouwe zielen en tot algehele verplettering van de satan en zijn gevolg.
Tot spoedige grondvesting van Uw Rijk in alle zielen ter wereld smeken wij nu om de openbaring van de volheid van de macht van Maria als de Meesteres van alle zielen, opdat Zij de mensheid tot haar oorspronkelijke staat van heiligheid terug moge voeren.

Myriam, december 2006