TOTUS TUUS, MARIA !

KLEINE TRILOGIE VAN DE WARE LIEFDE
Over de stroming van de Liefde als bron van Geluk

drie openbaringen van MARIA, Meesteres van alle zielen,
aan Myriam van Nazareth – 18, 19 en 20 februari 2009

DEEL 1 – 18 februari 2009

"Apostel van Mijn macht, vandaag wil Ik tot alle zielen woorden richten, die doorheen de Schepping zullen gaan als een vurige pijl. Zeg aan de zielen dat God alle schepselen heeft gemaakt uit Liefde. Hij heeft hen voorzien van het vermogen om lief te hebben. Het zijn de beleving en de verspreiding van deze Liefde, en de zuiverheid waarmee dit gebeurt, die de Goddelijke oorsprong van een schepsel aantonen. Elke mensenziel wordt van nature gedreven door de behoefte, gelukkig te zijn. Het Ware Geluk is de toestand die de ziel herinnert aan haar Goddelijke oorsprong. Het is een voorsmaak van de beleving van het een-zijn met God, dat na het aardse leven volkomen wordt zodra de ziel tot dit volkomen een-zijn in staat is. Het vermogen om één te zijn met Gods Hart, de Bron van al het geschapene en de Bron van alle Liefde, wordt bepaald door de mate waarin de Liefde in de ziel de volmaaktheid benadert.

Lieve zielen, de mens kan niet waarlijk gelukkig worden zolang zowel zijn gedrag als zijn innerlijke gesteldheden de stroming van Gods Liefde naar elk medeschepsel toe – mens en dier – belemmeren of verontreinigen. De ziel die haar medeschepsel – mens of dier – niet liefheeft met een zelfverloochenende Liefde, zal het Ware Geluk niet vinden. Dat kan ook niet, want zij onthoudt deze Liefde ook aan God, Die alle ervaringen in de harten en lichamen van alle schepselen – mensen en dieren – voelt. De ziel die haar medeschepsel – mens of dier – mishandelt, pijnigt of kwelt in lichaam, hart of geest, zal het Ware Geluk niet vinden, want zij mishandelt, pijnigt of kwelt het Hart van God Zelf. De ziel die onverschillig is voor het welzijn en geluk van haar medeschepsel – mens of dier – zal het Ware Geluk niet vinden, want zij betoont zich hierdoor onverschillig jegens God. Of een ziel het Ware Geluk vindt, wordt bepaald door:

  • de mate waarin zij Gods Liefde in zich opneemt;
  • de mate waarin zij deze Liefde in zich vruchtbaar laat worden tot eigen zuivering en innerlijke bloei. Inderdaad, God stort Zijn Liefde in een ziel niet in de vorm van een ontloken bloem, doch in de vorm van zaadjes, die moeten openbloeien in de warmte van het hart. Deze warmte wordt in de ziel ontwikkeld wanneer zij werkelijk ontvankelijk is voor Gods Liefde en haar vrije wil in dienst stelt van het Plan dat God met haar heeft;
  • de mate waarin zij onvervalste, onzelfzuchtige Liefde geeft aan al haar medeschepselen – mensen en dieren.

Lieve zielen, God heeft jullie voorzien van de grootste schat: het vermogen om waarlijk gelukkig te zijn – niet zoals de wereld dit geeft, doch zoals de ziel dit slechts in Gods Hart ervaart, door de eenheid met de Bron van alle Liefde te vinden. De ziel die deze schat aanvaardt, en hem niet wegsluit in de kerker van duisternis van een hart dat is vervuld van wereldse verlangens, straalt Gods schoonheid uit, want uit deze ziel schitteren edelstenen uit de schatkamer van de Schepper van alle dingen. De hele Schepping wordt slechts in stand gehouden doordat de Liefde uit Gods Hart doorheen de Schepping blijft stromen, eeuw na eeuw, dag na dag, seconde na seconde. Indien deze stroming der Goddelijke Liefde één seconde lang zou ophouden, zou de hele Schepping haar levenskracht en haar bloei verliezen.

Zielen, de mens is van in den beginne uitverkoren om God te vertegenwoordigen naar de hele Schepping toe. Op ieder van jullie rust de taak, Gods Liefde verder te leiden naar elk medeschepsel – mens en dier. Omdat de mensenziel geschapen is als kroon van de Schepping, ontvangt zij als eerste de stromen van Gods Liefde. Het hangt dus van de mensenziel af, in welke mate in de hele Schepping het beeld van God zichtbaar kan worden. Hoe meer de mensenziel de ware onzelfzuchtige Liefde in zich opneemt, beleeft, uitstraalt, en uitwerkt ten gunste van haar medeschepselen – mens en dier – des te vlotter en zuiverder stroomt Gods Liefde en de kracht van het Goddelijk Leven doorheen de Schepping. Het resultaat voor de ziel zelf, is de ervaring van het Ware Geluk. Hoe meer de mensenziel de Ware Liefde inruilt voor werken van duisternis door haar medeschepsel – mens of dier – te haten, te mishandelen, te vervullen met angst of wantrouwen, of op welke wijze dan ook te kwellen of leed te berokkenen, des te meer verstikt in haar het vermogen om de eenheid met Gods Hart te ervaren en het Ware Geluk te vinden.

Ik wil elke mensenziel ertoe aansporen, zorgvuldig haar verantwoordelijkheid als vertegenwoordigster van Gods Liefde in de Schepping te overwegen. Wanneer een ziel een medeschepsel – mens of dier – door verkeerde behandeling afsnijdt van de ware ervaring van Gods Liefde, laadt zij hierdoor een schuld op zich. De overweging dat een dier buiten Gods Heilsplan in de strikte zin zou staan, en een liefdeloze omgang met dieren dus in Gods ogen niet als zonde zal worden aangerekend, is een dwaling die door de satan schaamteloos wordt uitgebuit. Elk dier speelt op onrechtstreekse wijze een specifieke rol binnen Gods Heilsplan, via de wijze waarop de mensenziel ermee omgaat. Een schepsel – mens of dier – dat slecht wordt behandeld, verliest geleidelijk zijn levenskracht en kan hierdoor geheel of gedeeltelijk niet langer het plan volbrengen dat God met hem had. De ziel die geen of onvoldoende Liefde laat stromen naar haar medeschepsel – mens of dier – werkt dus Gods Plan tegen en verstoort het evenwicht binnen de Schepping.

Ga niet lichtzinnig aan deze overweging voorbij, want zij kan het herstel van de Schepping en de grondvesting van Gods Rijk op aarde vervroegen. Bedenk dat de verkeerde omgang met dieren, gaande van schaamteloze uitbuiting tot ware mishandeling, de mensheid van jaar tot jaar met ontelbare zonden belast. De ziel die Liefde zaait, oogst het Ware Geluk. De ziel die geen Liefde zaait of het zaad der Liefde in haar medeschepsel – mens of dier – verwoest, oogst ongeluk en verhoogt de schuld van de hele mensheid jegens Gods Gerechtigheid. Geen ziel leeft voor zich alleen: Elke zonde en elke ondeugd leggen op haar een primaire en een secundaire schuld.

Primaire schuld is deze, welke rechtstreeks op haar rust wegens de uitwerkingen van haar daden of nalatigheden op haar zelf, op haar persoonlijke staat van Genade; secundaire schuld is deze waarvoor zij verantwoordelijk is wegens de uitwerkingen van haar daden of nalatigheden op de hele Schepping. De ziel moge overwegen dat God alles ziet, hoort en voelt. Elke handeling van tederheid, elke kus, elk vriendelijk woord, elke akt van naastenliefde, elk woord van bemoediging, elke uiting van zachte Liefde, maar ook elk kwetsend of onvriendelijk woord, en elke kwelling die een medeschepsel – mens of dier – wordt aangedaan naar lichaam, geest of hart, wordt door Gods Hart in alle bijzonderheden gevoeld. Elke daad en elk woord van Liefde kust God, elke daad en elk woord van liefdeloosheid foltert God. Laten de zielen dus zorgvuldig overwegen hoe zij met elk medeschepsel omgaan.

Zielen, de Meesteres van alle zielen is jullie gegeven als de Tuinierster Die in jullie ziel het zaad van het Goddelijk Leven tot de ware vruchtbaarheid kan brengen, die het in zich draagt. Jullie Hemelse Meesteres kan in jullie de prachtige, welriekende bloemen van aards en Eeuwig Geluk laten bloeien. Aanvaard de schat die jullie uit Gods hand hebben gekregen. Niet de regens der tegenslagen en beproevingen van het leven maken een ziel ongelukkig, wel de wijze waarop zij zelf omgaat met de Liefde. De ziel die Gods Liefde waarlijk aanvaardt, in zich tot bloei brengt en over haar omgeving uitspreidt, ontwikkelt de kracht van het Goddelijk Leven. Deze kracht stelt de ziel in staat om elke beproeving en tegenslag te laten verdampen. Kan water weerstaan aan vuur zonder te veranderen? Welnu, de tegenslagen en beproevingen van het leven zijn als water: Zij maken de levensweg vruchtbaar, en naarmate het Vuur van de Liefde intenser brandt, verdwijnen alle plassen die de levensweg zouden kunnen maken tot moerasgrond waarin de ziel wegzinkt. In een ziel die Gods Liefde waarlijk in zich opneemt, deze in zich verwerkt en benut, en deze uitstraalt over haar medeschepselen – mens en dier – krijgen de regens van beproevingen en tegenslagen niet eens de kans om plassen en slijk te vormen.

Zielen, jullie zijn dragers van jullie eigen Geluk. God geeft, Ik bewerk, en elke ziel kan de oogst ofwel gebruiken, ofwel hem op haar levensweg laten verkommeren zodat zijzelf en haar leefomgeving verhongeren. Ik roep elke ziel met klem op tot de ware navolging van Christus door bron te worden van Ware Liefde, Geluk en geborgenheid voor al haar medeschepselen – mensen en dieren. Vergeet nooit dat God, de Eeuwige Liefde, alles wat de ziel jegens haar medeschepselen doet, aanvoelt alsof het rechtstreeks jegens Hem werd gedaan. Ook Ikzelf voel alles wat in alle schepselen omgaat, en alle pijnen die zij lijden in lichaam, hart en geest. Volgens de gevoelens die de ziel God gedurende haar aardse leven heeft geschonken – Geluk, Liefde, pijn of kwelling – oordeelt Hij haar. Licht schept méér Licht, duisternis schept méér duisternis. Wie de duisternis dient, zal duisternis oogsten, tijdens het aardse leven en erna. Wie Licht en Liefde zaait, zal Licht en Liefde oogsten, tijdens het aardse leven en erna. Het Licht dat een ziel verspreidt, wordt haar honderdvoudig als Wijsheid teruggegeven. De Liefde die een ziel verspreidt, wordt haar honderdvoudig als Geluk teruggegeven.

Mogen de zielen deze woorden beschouwen en naleven als een vurige oproep tot het herstel van de waardigheid van alle schepselen – mensen en dieren – want elk schepsel draagt Gods handtekening in zich. Zoals de ziel een medeschepsel behandelt, zo behandelt zij in feite God. Elke omgang met een mens of dier, die niet vervuld is van ware, belangeloze, onzelfzuchtige Liefde, werpt een hindernis op in de stroming van de Goddelijke Liefde. Help Mij, de duisternis uit alle betrekkingen tussen mensen onderling en tussen mensen en dieren te verwijderen, opdat Gods Rijk spoediger op aarde gevestigd kan worden. Help mij, hierdoor de satan te beroven van één van zijn machtigste wapens van verwoesting: dit van het gebrek aan Liefde van vele zielen jegens hun medeschepselen. Naarmate de liefdesstroom vrijer en krachtiger circuleert, wordt de hele Schepping meer van Gods kracht doordrongen, en zal het Ware Geluk bloeien in méér zielentuinen. Ware Liefde schept Leven en Geluk; haat, minachting en slechte behandeling schept duisternis en ongeluk, voor het slachtoffer, maar in nog veel hogere mate voor de schuldige ziel. Open jullie hart, en ervaar hoe elke daad en uiting van Liefde zich vermenigvuldigt en op jullie terugkomt als de ware Vrede van Christus".


DEEL 2 – 19 februari 2009

"De Meesteres van alle zielen is ertoe geroepen, de zielen te onderrichten in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, opdat zij de kennis mogen verwerven die hen in staat kan stellen om de maximale vruchtbaarheid te bereiken voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan met de hele mensheid. Zo ontsluit Ik zielen voor de volheid van de Waarheid, die Jezus heeft gezaaid in de zielen die bereid zijn om Hem te volgen. Ik maak de zielen klaar voor de weg van de heiligheid, door hun innerlijk oog vrij te maken opdat zij zouden zien wat werkelijk is, en door hen inwendig zo te veranderen dat zij in staat zijn om te denken, te voelen en te handelen zoals Gods Wet het van in den beginne had voorzien.

Bloemen uit Gods Tuin, ontwaak! Leer toch Gods hand te zien in alles. Hij laat de zon opgaan in elke vreugde van jullie dagelijkse levensweg. Hij laat de zachte regens der Genade in jullie zielentuin neerdalen in de beproevingen die jullie het voorrecht schenken, één te zijn met de lijdende Christus. Hij heeft jullie de kiem van de heiligheid geschonken, die onder een juiste verhouding van zon en regen kan openbloeien tot de prachtigste Hemelse Bloemen. Te weinig zon, maar ook te weinig regen, kan de bloei van jullie heiligheid verhinderen. Laat toch Gods Voorzienigheid de wegwijzer op jullie levensweg zijn. Gods Wijsheid weet precies wat elke ziel op elk ogenblik nodig heeft. De ware behoeften van de ziel zijn niet steeds wat zij als behoeften ervaart, omdat de ziel gemakkelijk verblind wordt. Elke bekoring laat een wolk boven de zielentuin schuiven, die de belichting van haar leefwereld verandert, zodat zij de dingen anders waarneemt dan zij zijn. Slechts de Liefde kan elke wolk doen oplossen zoals de zon elke nevel oplost, maar het Vuur van de Ware Liefde moet binnen in jullie hart branden, want de nevelen der bekoringen, misleidingen en verleidingen moeten van onderen af oplossen, opdat de ziel spoedig opnieuw kan ademen.

Lieve zielen, ik heb jullie er gisteren toe opgeroepen, de waardigheid van elk medeschepsel – mens en dier – in stand te helpen houden of te helpen herstellen, door Gods Liefde door jullie heen te laten stromen over al jullie medeschepselen. Zo vaak berooft een ziel haar medeschepsel van zijn waardigheid omdat het 'anders' is dan zijzelf of omdat zij het als 'minderwaardig' beschouwt. Ik beklemtoon, dat geen enkel schepsel minderwaardig is. Elk schepsel is gemaakt met specifieke eigenschappen omdat Gods Wijsheid dit zo heeft beschikt, omdat God daarmee een bedoeling heeft. De ziel die een medeschepsel van zijn waardigheid berooft door het te behandelen op een wijze die niet strookt met de Wet van de Liefde, is in werkelijkheid bezig, Gods Werken te bekritiseren en hun werkzaamheid ongunstig te beïnvloeden, en Zijn Wijsheid af te wijzen. Daarom is elke handeling of elk woord waardoor een medeschepsel – mens of dier – schade kan worden toegebracht in lichaam, hart of geest, een werk van duisternis, en dus een zonde of de uiting van een ondeugd.

Bedenk steeds dat een schepsel is zoals het is, omdat God deze specifieke geaardheid nodig heeft binnen Zijn groot Heilsplan. Bedenk steeds dat een mens op een bepaalde plaats geboren wordt, tot een bepaald ras behoort, enzovoort, omdat hij volgens Gods Plan op die plaats geboren moest worden, en binnen die samenleving en binnen dat ras een welbepaalde taak heeft. Respecteer dat alles, want het is Gods Werk, dat wordt bestuurd door een onfeilbare Intelligentie die deze van de mens ver overtreft. Ook de vaststelling van het 'anders-zijn' van een medemens dat berust op afwijkingen in de deugd, mag niet beantwoord worden door slechte behandeling of veroordeling, doch door gebed om bevrijding en welzijn van deze ziel.

Minacht ook niet een dier op grond van zijn eigenaardigheden, uitzicht, gesteldheden of zogenaamde minderwaardigheid. God heeft al deze kenmerken in dit dier verzameld opdat de mensenziel zich zou verheugen over deze veelzijdigheid, over alle tekenen van Gods volmaakte Intelligentie die uit dit alles blijkt. De dieren zijn jullie gegeven als hulp voor jullie harten om zich te openen en de aansluiting te vinden met Gods Liefde. Breek dit groot geschenk niet door een slechte behandeling of door minachting. Jullie medemensen zijn jullie gegeven als hulp bij jullie eigen heiliging. Breek dit groot geschenk niet door een slechte behandeling of door minachting.

Zielen, sta toch even stil, kijk en luister toch eens diep in jullie hart, en zoek daar opnieuw de aansluiting met de hartslag van God. Ik fluister Gods Liefde in jullie. Luister naar Mijn stem, die door de Eeuwige Wijsheid is gezalfd en door de Eeuwige Liefde is ontvlamd. Volg Mijn oproepen en onderrichtingen van Liefde, en de nevelen in jullie hart zullen oplossen, zodat jullie opnieuw de schoonheid leren zien van een bloem, een dier, een medemens. Lever jullie verblinding aan Mij over en vraag Mij om het vermogen, elk medeschepsel en God Zelf opnieuw waarlijk lief te hebben, opdat jullie verduisterd hart kan sterven en opnieuw gewekt kan worden voor het Goddelijk Leven, dat slechts wordt bestuurd door de hartslag van de Schepper. Jullie zullen alles leren zien zoals God het ziet, en zoals Ik het zie. Jullie vernieuwde waarneming zal alle angst, alle twijfel, alle ontevredenheid in jullie ontkrachten, en jullie zullen het Ware Geluk vinden, dat jullie zo vaak zoeken waar het niet is, omdat jullie ogen de dingen in jullie leven niet zien zoals zij zijn. Jullie zien niet meer de talloze tekenen van Gods Aanwezigheid en werking in jullie leven.

Geef Mij een kans om deze schatkist binnen in jullie te openen, opdat jullie zien. De sleutel ligt in jullie hart. Geef jullie hart met al zijn onrust aan Mij, de Meesteres van alle zielen, en Ik zal het wonder volbrengen. Daartoe ben Ik naar jullie gezonden, want Ik ben de Wegbereidster van het Ware Geluk in tijd en eeuwigheid".


DEEL 3 – 20 februari 2009

"Verkondig aan de zielen dat God alles heeft geschapen met een welomlijnd Plan voor ogen. Dit Plan berust op Zijn onfeilbare Wijsheid en was bedoeld om volledig te worden uitgewerkt volgens Zijn onvatbare Intelligentie. De uitwerking van het Goddelijk Plan voor het Leven zou het volmaakt Geluk van alle schepselen voor alle eeuwen in stand houden. God heeft de mensenzielen een vrije wil gegeven. Zolang de zielen hun vrije wil zouden gebruiken in volkomen overeenstemming met Gods Wil, zou het Plan voor het Leven zijn voorziene loop blijven volgen, en zou de Schepping leven in volmaakte harmonie, gedreven door de hartslag van God Zelf en daardoor volmaakt in staat om het Ware Geluk in zijn volheid te laten bloeien. De mensenziel zou een volkomen heilig leven leiden, en al haar medeschepselen zouden onder haar beheer ononderbroken de Tegenwoordigheid en Werken van de Schepper ervaren.

Het grootste Werk van de Schepper is dit, dat Hij ononderbroken golven van volmaakte Liefde doorheen de Schepping laat stromen. Elk schepsel wordt in de wereld gezonden als drager van een kiem die het Leven in stand houdt. Het Leven voltrekt zich in vele ontwikkelingslagen, op verschillende niveaus. Bij de mensenziel is de kiem van het Leven het meest ontwikkeld, of anders uitgedrukt: is deze de draagster van de hoogste vermogens. Alleen de mensenziel bezit het vermogen om werken voort te brengen die in combinatie met de Goddelijke Liefde rechtstreeks Verlossing en Heil kunnen bewerken. Je kunt het zo beschouwen, dat de ziel draagster is van Heil en Geluk, dat in haar ook het slot tot deze Goddelijke schat verborgen ligt, en dat de Goddelijke Liefde de sleutel is die het slot moet openen. Het slot moet echter door de vrije wil worden klaargemaakt om door de Liefde geopend te worden.

Onmiddellijk na de erfzonde, waardoor de mensenziel haar intrinsieke heiligheid heeft verloren, kondigde God Zijn groot Heilsplan voor de zielen af. De golven van volmaakte Liefde, die ononderbroken uit Gods Hart over de Schepping stromen, zijn draagster van het Leven. De essentie, de basisstof, van het Leven, is de Liefde. Het is de Liefde die Leven schenkt, die bezielt. Om die reden is sprake van een 'dode ziel' als een ziel in dewelke de Liefde gestorven is. Voor de mensenziel, die als enige het vermogen bezit om de ware heiliging te ervaren, zijn deze golven van Goddelijke Liefde ook draagsters van de Eeuwige Gelukzaligheid in de volle ervaring van Gods Tegenwoordigheid. De kiem die God in elk schepsel heeft gelegd, werkt op een wijze die vergelijkbaar is met een magneet, die Gods Liefde aantrekt en in het schepsel binnenleidt. Bij de dieren en planten gebeurt dit als het ware op mechanische wijze: Zij nemen die elementen van de levenskracht in zich op, welke zij volgens hun van God gekregen geaardheid nodig hebben.

Voor de opname van de hogere elementen van de levenskracht is een actieve inbreng vanwege het schepsel nodig. Daarom gebeurt bij de mensenziel de opname van de Goddelijke Liefde, en dus van het Leven – dat bij de mens 'Goddelijk Leven' kan worden genoemd omdat het hem in staat stelt om uit te groeien tot beeld en gelijkenis van God – als volgt: De Goddelijke Liefde, en dus het Ware Leven, wordt vanuit Gods Hart naar de mensenziel toe geleid, betreedt deze, en moet daar 'ontsloten' worden door de vrije wil. Dit betekent dat de ziel de Goddelijke Liefde, en dus het grondbeginsel van het Goddelijk Leven, slechts waarlijk in zich werkzaam kan laten worden in de mate waarin zij één wil worden met God. Hoe moet dit worden verstaan? De vrije wil bevat een bewuste component, waardoor de mens al dan niet heilig wil worden, en een onbewuste component, die niet beredeneerd wordt doch sterk wordt beïnvloed door de ervaringen van het leven en het belang dat de ziel hecht aan alle wereldse elementen van het leven, met alle behoeften en verlangens die op grond daarvan dag aan dag in haar werkzaam worden en vaak blijven.

Deze onbewuste component vormt het grootste werkterrein voor de krachten der duisternis, want deze maken misbruik van de blindheid van de meeste zielen voor de ware aard en omvang van hun behoeften, verlangens en de wijze waarop al hun gedragingen en innerlijke gesteldheden vanuit de wereld en de ontwikkelingen van het leven worden beïnvloed. Door dit alles is het mogelijk dat een ziel die een leven van eenheid met God betracht en die waarlijk werken van Licht wil volbrengen, er niettemin niet in slaagt om de Liefde in zich tot grote bloei te brengen doordat verwondingen uit haar verleden haar belemmeren om de volle levenskracht van de Liefde in zich te laten ontwikkelen. Vaak komt dit onvermogen op bepaalde ogenblikken tot uiting als vage ontevredenheid, een vaag gevoel van gebrek aan levenslust, allerlei angsten, twijfels, onzekerheden, en een onvermogen om onbeperkt en onvoorwaardelijk Liefde aan de medeschepselen door te geven. Deze ziel lijkt iets te missen, en weet vaak niet wat. Zij lijkt de ware blijheid en het Ware Geluk niet te vinden. Zij wordt heel vatbaar voor allerlei bekoringen, en in bepaalde gevallen behandelt zij haar medeschepselen eerder gevoelloos of werkelijk slecht.

Zeer vele zielen zijn aan dergelijke blokkades ten prooi, zodat de stroming van Gods Liefde doorheen de Schepping op zeer vele punten onderbroken of verzwakt wordt. De gevolgen zijn zichtbaar om jullie heen: algemene ontevredenheid, gebrek aan levenslust, depressies, grote verwarring, grootscheepse verblinding en dwaling, verzwakte ontvankelijkheid voor de volle Waarheid van God, ontsporingen in de evolutie van het Leven tot in de natuur, misdaad, mishandeling van medemensen en dieren, duisternis in duizenden vormen.

Zielen, alleen de duisternis zelf breekt af en laat ruïnes achter. God bouwt alles opnieuw op. Daarom ben Ik als Meesteres van alle zielen bekleed met de macht om de mensenzielen te helpen om van binnen uit zodanig te veranderen dat zij de Goddelijke Liefde opnieuw in de volle mate in zich zouden kunnen opnemen. Het is Mijn opdracht, de zielen klaar te maken om door hun eigen bijdrage het Rijk Gods in zijn oorspronkelijk bedoelde staat te helpen herstellen. Daarom help Ik hen de Waarheid van Gods Wetten te kennen. Ik onderricht hen de Wetten van het Goddelijk Leven. Ik help hen, in zich de hogere vermogens van de ziel te ontsluiten, opdat zij de Goddelijke Liefde daadwerkelijk in zich kunnen opnemen en verwerken in de mate die noodzakelijk is om hun zielenbloem tot de volle bloei der heiligheid te brengen.

Daarom is de Meesteres van alle zielen de Bode van het Ware Geluk, de Ware Liefde, de Ware Hoop en de bemoediging. Ik heb de macht om jullie te bevrijden uit alles wat jullie belemmert in de opname en benutting van de Goddelijke Liefde. Deze macht is Mij geschonken op kracht van het Verlossend Lijden van Jezus Christus. Mijn taak is het, deze verworvenheid tot volle vrucht te brengen in elke individuele ziel. Mijn macht kan daarom in elke ziel het grote wonder volbrengen, haar terug te voeren naar de staat van volkomen openheid voor de Goddelijke Liefde. Daarom heb Ik uit de handen van elke ziel het instrument nodig dat deze openheid kan bewerken: haar vrije wil.

Houd jullie het volgend schema voor ogen, want het toont jullie de weg naar het Ware Geluk:

1. Ik heb de totale toewijding nodig van jullie vrije wil. Herhaal regelmatig Maria, machtige Meesteres van alle zielen, maak mijn vrije wil tot Uw Rijk. Ik zal jullie vrije wil stap voor stap eenvormig maken met de Wil van God, opdat jullie hele wezen afgestemd kan worden op inschakeling in het Goddelijk Leven en in Gods Werken en Plannen.
2. Ik heb de totale toewijding nodig van jullie hele wezen: ziel, geest, hart en lichaam, opdat Ik jullie hele wezen vrij kan benutten en in de diepte kan bewerken;
3. Ik heb de totale toewijding nodig van jullie verleden, vanaf de geboorte tot de dag van gisteren, opdat ik jullie kan helpen genezen van alle verwondingen, en jullie een nieuwe benadering van al jullie ervaringen en herinneringen kan inprenten;
4. Ik heb jullie verlangen naar diepe zuivering nodig. Vraag mij dagelijks, jullie gedachten, gevoelens en verlangens te reinigen van alles wat niet de Ware Liefde draagt noch haar kan verspreiden. Vraag mij, jullie te genezen van alle wereldse gehechtheden, van alle verlangens naar wereldse dingen en bezigheden, en van de neiging om belang te hechten aan wereldse gebeurtenissen en aan werelds bezit en eigendom, en van de neiging om geld en materiële winst tot middelpunt van al jullie doen en laten te maken. Door dit alles maak Ik een ziel stap voor stap tot spiegel van Gods Hart, en verlaag Ik haar vatbaarheid voor bekoringen.

Wat doe Ik wanneer Ik de heerschappij en leiding over dit alles krijg?

1. Ik zuiver de ziel in haar hele wezen in de diepte, en zuiver haar hele levensweg, zodat zij van dag tot dag kan groeien tot beeld en gelijkenis van God;
2. Met de toenemende zuiverheid verhoogt het vermogen tot opname van de Goddelijke Liefde. Men zou het zo kunnen beschouwen, dat steeds meer poriën vrijkomen, doorheen dewelke de ziel de Liefde in zich kan opnemen;
3. Ik verander de ziel inwendig zodanig dat zij de nieuw verworven Liefde in zich kan benutten voor een totale wedergeboorte uit Mij;
4. Het vermogen en het verlangen om Liefde naar de medeschepselen uit te stralen, worden steeds groter. Zo keert de ziel terug naar de oorspronkelijke staat waarin zij opnieuw Gods Tegenwoordigheid en Zijn Werken kan vertegenwoordigen naar al haar medeschepselen toe, en steeds intenser verlangt om dit daadwerkelijk te doen.

Deze ontwikkeling is niets anders dan de weg naar de heiligheid.

De ziel die zich met deze intenties totaal aan Mij geeft, wordt opnieuw in de stroming van de Goddelijke Liefde ingeschakeld als een knooppunt dat in staat is om deze stroming haar volle effect te verlenen. De werken die deze ziel verricht, zullen haar het Ware Geluk brengen. Zo luidt het verbond dat de Meesteres van alle zielen met ieder van jullie, lammetjes van Christus, wil sluiten. Beschouw Mijn heilige woorden van eergisteren, gisteren en vandaag als de Kleine Trilogie van de Ware Liefde".

Myriam