TOTUS TUUS, MARIA !

ZELFTEST VAN HET GELOOF

Openbaring van de Meesteres van alle zielen van 24 augustus 2020

aan Myriam van Nazareth

"In waarheid zeg Ik je dat Ik zeer veel christenen zie die niet in de ware zin van het woord gelovig zijn. Ik geef daarom de zielen thans zeven maatstaven aan de hand van dewelke zij in zichzelf kunnen ontdekken of zij wel degelijk gelovig zijn. Ik nodig elke ziel die deze richtlijn leest, ertoe uit, zich hierin persoonlijk door Mij aangesproken te voelen, en de zeven vragen in volle eerlijkheid voor zichzelf te beantwoorden, want de antwoorden kunnen hun zelfkennis in zeer hoge mate vergroten. Zonder grondige zelfkennis is geen Eeuwig Leven mogelijk, daar slechts zelfkennis de ziel naar een waarlijk vruchtbaar leven kan leiden:

  1. Handel, spreek, denk en verlang je in alle, of minstens in vele, details van het leven in de eerste plaats met het oog op de opinie die medemensen zich over jou vormen, kunnen vormen, en/of over jou tot uitdrukking brengen, of richt je je hele doen en laten en al je innerlijke gesteldheden volledig op God Zelf en de opinie die Hij Zich over jou kan vormen? In het eerste geval is sprake van menselijk opzicht. Een ziel die waarlijk gelovig is, richt haar hele doen en laten en alles wat zich in haar innerlijk leven voltrekt, ten volle op de dienst aan God, en beschouwt elke menselijke opinie als volslagen ondergeschikt. Niet de opinie van medemensen, doch uitsluitend deze van God is van belang voor het eeuwig lot van elke ziel;
  2. Beleef je elk ogenblik van je leven in de betrachting, je eigen voorstellingen en verwachtingen te vervullen, of stel je elk detail in dienst van de vervulling van Gods bedoelingen met de hele Schepping? In het eerste geval is er geen Waar Geloof, want de ziel die waarlijk in God gelooft, leeft totaal als werktuig voor de vervulling van Zijn Werken en Plannen, in de vaste overtuiging dat deze oneindig veel belangrijker zijn dan haar eigen voorstellingen en verwachtingen, en in de vaste overtuiging dat elke mensenziel slechts met dit ene doel op aarde is: om Gods Werken en Plannen te helpen voltooien en daardoor Gods Rijk van Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid in en tussen alle schepselen op aarde te helpen grondvesten;
  3. Beleef je elk ogenblik van je leven in volle bewustzijn en besef van je hele doen en laten en van de innerlijke gesteldheden in dewelke dit gedrag zijn oorsprong vindt, of leef je mechanisch, zonder gevoel, zonder je vragen te stellen over het 'waarom' van je doen en laten? In het laatste geval geef je blijk van gebrek aan Geloof in God. Een ziel die haar leven waarlijk richt op Gods belangen en noden, leeft steeds ten volle bewust van wat zij doet of niet doet, van de innerlijke gesteldheden die in haar werkzaam zijn, en van de gevolgen die haar doen en laten en haar innerlijke gesteldheden kunnen hebben voor de verwezenlijking, of omgekeerd voor het afremmen of tegenwerken, van Gods Werken en Plannen;
  4. Woon je de H. Eucharistie bij omdat de Kerk dit voorschrijft als een plicht, en opdat God je tot de Eeuwige Gelukzaligheid zou toelaten, of doe je het in het verlangen om Jezus te gedenken, te troosten, te beminnen en te eren in de herhaling van Zijn Kruisoffer? In de eerste plaats is geen sprake van Waar Geloof doch van zelfzucht en lege plichtsvervulling in de verwachting dat dit voor God volstaat om je het Eeuwig Leven te vergunnen. Het bijwonen van de H. Eucharistie is slechts dan vruchtbaar, en geldt derhalve slechts dan om bij te dragen tot het verdienen van de Eeuwige Gelukzaligheid, indien het gebeurt in totaal onzelfzuchtige Ware Liefde jegens God en Zijn Werken en zonder een ogenblik stil te staan bij de mogelijke beloning die God hiermee kan verbinden. De Ware Liefde is de enige sleutel die de toegang tot de Hemel kan verzekeren. Besef, dat de spontane beleving van onvoorwaardelijke zelfverloochenende Liefde tevens een krachtig bewijs levert voor Waar Geloof in God en in de waarde en onfeilbaarheid van Zijn Werken en Plannen;
  5. Wanneer je naar het Sacrament van de Biecht gaat, druk je dan in volle openheid en eerlijkheid elke handeling, elk verzuim, elk woord, elke gedachte, elk gevoel en elk verlangen uit waarvan je hebt ontdekt dat deze niet in overeenstemming zijn met Gods Wet van de Ware Liefde?
    De mate waarin je in de Biecht iets achterhoudt, verbergt of niet voldoende oprecht uitdrukt uit schaamte jegens de priester, geeft uitdrukking aan de maat van gebrek aan Geloof. Een ziel die waarlijk gelovig is, weet dat God alles heeft gezien, gehoord en gevoeld, en beschouwt de pijn die zij God heeft berokkend, als oneindig veel belangrijker dan om het even welke opinie de priester zich op grond van haar Biecht over haar zou kunnen vormen. Een waarlijk gelovige ziel beschouwt het Sacrament van de Biecht als een middel om spontaan oprechte Liefde jegens God te betonen. Een ziel die in de eerste plaats naar het Sacrament van de Biecht gaat met de bedoeling, te worden bevrijd van schulden die haar de Eeuwige Gelukzaligheid kunnen kosten, heeft geen Waar Geloof en evenmin Ware Liefde. Deze ziel geeft jegens God blijk van zelfzucht en misbruik van het oneindig groot geschenk van Zijn Barmhartigheid, niet van oprecht berouw en oprecht verlangen om God niet (meer) te kwetsen door overtreding van de Wet van de Ware Liefde.
  6. Heb je de neiging, in alle of ten minste in de meeste situaties van je leven eerst en vooral te kiezen voor de bevrediging van stoffelijke belangen en voor de verwezenlijking van wereldse, vergankelijke behoeften, voorstellingen en verwachtingen en van het beeld dat je over jezelf wil tonen aan je medemensen, of kies je in de eerste plaats voor de bevrediging van Gods belangen en van de niet-stoffelijke belangen van je Zielenheil? In dit eerste geval is er geen Waar Geloof in God, in Zijn Werken, in Zijn Beloften, noch in het feit dat de volheid van de realiteit oneindig veel verder gaat dan het weinige dat de menselijke zintuigen ervan waarnemen en het menselijk verstand door redeneren kan bevatten en verklaren.
  7. Elk mensenleven heeft slechts één zin en één doel: grondstoffen te leveren voor de bouw van Gods Rijk op aarde. Die bouw gebeurt met stenen en cement die bestaan uit toegepaste Ware Liefde, intens en onvoorwaardelijk beleefde gehoorzaamheid jegens Gods Beschikkingen en verwachtingen, aanvaarding van alle Beschikkingen van Zijn Voorzienigheid, oprecht aanvaarde en met Liefde gedragen beproevingen, en in alle levenssituaties een resolute keuze voor Werken van Licht en Liefde boven toegeving aan bekoringen van duisternis die leed en ongerechtigheid brengen. Heb je de neiging om de strijd voor de verwezenlijking van Gods Rijk op aarde op te geven door de beproevingen niet te aanvaarden, ertegen te protesteren, of hen niet te dragen met Liefde en niet met een oprecht verlangen dat zij op grond van een liefdevolle beleving bruikbaar mogen zijn voor de aanmaak van grondstoffen voor de bouw van Gods Rijk op aarde? Wie de beproevingen van het leven niet draagt vanuit de gesteldheden van Jezus Christus, heeft een gebrekkig of zelfs helemaal geen Waar Geloof.

Moge elke ziel het geheel van deze zeven maatstaven beschouwen als een middel tot diepgaand onderzoek van de maat waarin zij werkelijk gelooft, doch beseffen dat elke onoprechtheid in de antwoorden die zij zichzelf op de zeven vragen geeft, moet worden beschouwd als een list van de duisternis om haar weg te leiden van de weg naar de ware bevrijding".