Deze categorie bevat alle Openbaringen vanaf 2 januari tot 31 juli 2006 in de enige authentieke vorm zoals door de Meesteres van alle zielen vrijgegeven voor publicatie. Elke aanduiding '(...)' verwijst naar passages die door Maria niet voor publicatie werden toegelaten omdat zij verband houden met private onderrichtingen aan Myriam.


TOTUS TUUS, MARIA !

PUBLIEKE OPENBARINGEN VAN
DE HEILIGE MAAGD MARIA
als de
MEESTERES VAN ALLE ZIELEN

aan Myriam van Nazareth

2006-I


2 januari 2006

"De wereld en de mensheid zijn aan Mijn macht onderworpen. Daarom word Ik wel eens afgebeeld als staande op de wereldbol: God heeft Zijn Schepping onder Mijn voeten gelegd. Om die reden vraag Ik je zo vaak dat je Mijn voeten zou verwarmen met het Vuur uit je hart. De mensheid voelt zo vaak aan als ijs onder Mijn voeten. Zoveel Goddelijke warmte stroomt uit Mijn voeten over de zielen, doch hoe intens is de koude die zij Mij teruggeven. (...)".


4 januari 2006

"Nu lijd je voor Mij, met een hart dat brandt van Liefde, en in een houding van de diepste onderwerping aan Mij. Begrijp welke macht hiervan uitgaat:

Liefde - lijden - gehoorzaamheid:

Met deze drie woorden kan het leven van Jezus op aarde, evenals Mijn eigen leven op aarde, volmaakt omschreven en samengevat worden. (...) Liefde, lijden, en onderwerping aan de Hemelse macht: wat gebeurt er wanneer deze drie gesteldheden samengevoegd worden in de ziel, op een zodanige wijze dat niets anders meer in deze ziel vertegenwoordigd is? Zij beleeft de zijnstoestand van de heiligheid, de zuiverheid, de Ware Vrede, het Ware Geluk, de volmaakte vrijheid. Voel hoe je ziel al het andere loslaat als een bedding van slijk die door een bergstroom weggespoeld wordt om niets achter te laten dan kristalhelder water waarin het Goddelijk Licht weerspiegeld wordt. (...)".


5 januari 2006

"Ik ben de Meesteres van alle zielen. Mij is macht gegeven om alles te veranderen, te herscheppen. Daarom verlang Ik zozeer dat alles aan Mij toegewijd wordt. Wanneer iets onder Mijn voeten wordt gelegd, verandert het onherroepelijk. Wat in overeenstemming is met Gods Plan, wordt onder Mijn voeten geheiligd. Wat niet in overeenstemming is met Gods Plan, wordt onder Mijn voeten vernietigd. Zo heb Ik de macht om nieuw Leven te geven, en om datgene wat Leven bedreigt, aan banden te leggen. Indien de zielen de macht van toewijding aan Mij zouden begrijpen, zouden zij alles aan Mijn voeten leggen, ook zichzelf. Dan zou Ik werkelijk over alles kunnen heersen, en zou Mijn Rijk zich spoedig uitbreiden. Dan zouden de zielen begrijpen dat alle ellende die zij ervaren, de vrucht is van onwetendheid en hoogmoed. Daarom wil Ik dat jij de onwetendheid bestrijdt en de hoogmoed aanklaagt.

Leer de zielen Maria kennen, en leer hen dat Maria hun Meesteres is. Slechts wanneer zij Mij kennen, kunnen zij Mij waarlijk liefhebben. De echte kennis over Maria zal een getuigenis worden tegen hun hoogmoed. (...) Leer de zielen dat Ik dorst heb naar de openbaring van Mijn absoluut meesterschap over hen, opdat Ik hen waarlijk kan bevrijden. (...) Het menselijk lichaam is een product van de aarde. Telkens je voor Mij neerknielt, onderwerp je op symbolische wijze de wereld aan Mij. Wanneer je daarbij met je voorhoofd de grond raakt, onderwerp je ook op symbolische wijze je geest, en bij uitbreiding alle mensengeesten, aan Mij. Wanneer je je daarbij totaal laat wegglijden in de zee van de vurigste Liefde, belijd je Mij dat ook je hart onder Mijn heerschappij is gelegd. (...)

Met de rijkste bloemen in Mijn ziel ben Ik onbevlekt ontvangen, op de rijkste bloemen van Mijn ware en trouwste dienaren zal Ik de volheid van Mijn macht ontplooien. (...). God verlangt elke ziel bij Zich in het Eeuwig Leven. Een ziel waarover Ik ten volle kan heersen, gaat nooit verloren. Daarom is Mijn erkenning als Meesteres van alle zielen een grote springplank naar de bevrijding van alle zielen. Dit is de enige weg naar de algehele overwinning van het Licht over de duisternis. Deze overwinning is reeds vastgesteld voor alle eeuwen. Aan de zielen is nu de weg bekendgemaakt. Zij hebben de vrijheid om hem te gaan, door zich aan Mijn voeten te vernederen. Heb je niet gemerkt dat Ik nooit iets eis? (...)".


7 januari 2006

"Ik ben Meesteres van de Voorzienigheid. Ik bezit de macht om levenswegen te hertekenen door Mijn beschikking over Gods Genaden. Dat is wat Ik in het bijzonder doe met Mijn trouwste dienaren: Ik stuur de route van hun leven bij volgens het nut daarvan voor Mijn Plannen, die de Plannen van God Zelf zijn. Zalig zij die Mij daartoe de volle vrijheid laten. De ziel die Mij deze vrijheid ontzegt, straft zichzelf, want zij staat haar eigen Geluk in de weg. Als Meesteres van alle zielen kan Ik harten en geesten zodanig vormen dat zij uit zichzelf gaan verlangen naar bepaalde veranderingen in hun gedrag en in hun reacties, zodat zij steeds méér nauwgezet datgene volbrengen wat Ik wil. (...)

Ik kan zielen herscheppen tot afstralingen van Mijzelf. Welke schatten huizen in de totale navolging van Mij. Ik verlang zozeer, Mijn eigen Hart en geest uit te storten in Mijn vurigste dienaren, opdat hun handen en hun woorden Mijn Werken op aarde verderzetten. Laten zij nooit vergeten dat het Ware Leven slechts bloeit in de schaduw van het Kruis en aan de voeten van Haar Die door God is gemaakt tot de Meesteres van alle zielen, Die het voorrecht heeft genoten om een totale macht te verwerven op het Hart van de Allerhoogste. Het is de heilige plicht van elke ziel, haar kruis te aanvaarden (...)".


11 januari 2006

"Spreek de volgende aanroeping voor Mij uit telkens Ik je daartoe oproep: Maria, mijn Meesteres, ik breng U eerherstel voor de weigering van de opstandige engelen om U te dienen. Ontelbaar zijn de akten van dienstbaarheid, gehoorzaamheid en verheerlijking die aan Mij, en in Mij aan God, zijn ontzegd door de weigering van de opstandige engelen om zich voor de eeuwigheid aan Mij te onderwerpen. Dit eerherstel moet van de aarde naar de Hemel opstijgen. Zo wil het Gods Gerechtigheid (...)".


14 januari 2006

"Overal waar Ik Mijn intrek wil nemen, strooi Ik zaad van Mijn eigen bloemen, opdat Ik Mij er thuis zou voelen. Een bloem is symbool voor het Leven. Mijn bloemen zijn de deugden. Elke deugd vertegenwoordigt een deeltje van Gods levenskracht. Hoe sterker een ziel de deugden in zich tot rijping weet te brengen, des te groter is haar levenskracht. In haar is het zaad uitgerijpt tot volwaardige bloemen. Een heilige ziel is als een bloementuin: zij fascineert door haar schoonheid, zij betovert door haar geuren, en haar innerlijk leven is zo rijk geschakeerd dat het zelfs voor Mij een verrukking is om erin te kuieren en haar te verzorgen. Zij herinnert Mij aan de Hemel, aan het Land bij de Bron van alle Leven. Dat wil de Meesteres van alle zielen in deze wereld tot stand brengen: bloeiende tuinen van deugd en heiligheid. Daarom wil Ik zielen vanuit dewelke Ik Mijn Rijk kan uitbreiden, zielen die door Mij zo heilig worden gemaakt dat het parfum van hun deugden vele andere zielentuinen naar Mij doet verlangen. Deze heilige tuinen van Mijn uitverkiezing zal Ik zozeer op Mij verliefd maken dat zij niets meer zien, horen, voelen of ruiken dan Mij. (...)".


16 januari 2006

"Laat het onzichtbaar bloed van je lijden overvloeien in het Bloed van het Nieuw en Altijddurend Verbond, opdat het Verlossing moge brengen. De Tranen van Mijn eeuwigdurende Smarten stromen zonder ophouden met dit Bloed over de zielen. Dit Bloed is de drager van Gods Genaden. Als Middelares van alle Genaden geef Ik er richting aan. (...)

Lijden is steeds als een vuur, doch dit vuur kan twee vormen aannemen. Lijden dat niet opgeofferd, aanvaard, toegewijd wordt, is een vuur dat de ziel verteert tot zij eronder wegkwijnt. Lijden daarentegen, dat aanvaard, toegewijd en bemind wordt, is een Vlam die de ziel verteert in het eeuwigdurend Vuur van de Liefde. Dit lijden maakt de ziel heilig, en laat haar warmte en haar Licht steeds toenemen. Dit is het Vuur dat verlost, heiligt, herschept en geneest. Dit is het lijden dat Mij behaagt en Mijn voeten verwarmt. (...)

Het leven in, met en voor Mij is leven in een andere dimensie: deze van het bovennatuurlijke, waarin Gods Mysteries zich ten einde toe voltrekken. Precies daarom bewerkt volmaakte overgave aan Mij de totale bevrijding van de ziel: Zij vloeit over in de bovenaardse werkelijkheid als smeltwater van sneeuw op een akker. Hoe krachtiger de zon van de Liefde straalt, des te sneller verdwijnt de sneeuw en lijkt hij totaal in de bodem te verdwijnen. Zo ook verdwijnt de ziel in Mijn bovenaardse werkelijkheid onder de machtige stralen van Mijn Liefde die ook in het eigen hart elke andere emotie verdringt. Dat is de absolute heerschappij van de Meesteres van alle zielen. (...)".


19 januari 2006

"(...) De Meesteres van alle zielen ploegt, zaait en begiet in de tijd die Haar door de zielen vergund wordt. Hoeveel talrijker zijn de uren die de zielen afstaan aan de invloeden van de wereld. Hoe weinig ogenblikken hebben zij over voor hun Meesteres. Hoe gering is hun belangstelling voor het Hemels zaad dat Ik in hen wil zaaien. Hoe kan Ik in hen het tijdloze, onvergankelijke beheersen, indien zij niet eerst het tijdelijke, het vergankelijke, aan Mij onderwerpen? Zij moeten eerst begrijpen en voelen dat het vergankelijke onbelangrijk is, opdat zij het aan Mij afstaan, en Ik hen daarna kan laten delen in Mijn werkelijkheid, die zich in het tijdloze voltrekt. Hoe kan de ziel het genot kennen van een eeuwigheid aan Mijn voeten, indien zij ook in de stoffelijke werkelijkheid niet gelooft in, noch verlangt naar, een leven aan Mijn voeten? (...) Wie het stoffelijke aan Mij overlevert, geeft Mij ook zijn ziel in handen".


21 januari 2006

"(...) Zo zal [je Meesteres] als Meesteres van alle zielen Haar Rijk grondvesten met Vuur en bloemen, met Liefde en deugd. De zielen die dit Vuur en deze bloemen in zich zullen opnemen, zullen aan Mijn voeten liggen als slaven van de Liefde. De Liefde is de macht van God Zelf. Alles wat niet Liefde is, zal voor Mij vluchten. Deze vlucht zal geen einde kennen, want wie de Meesteres van de Ware Liefde zoekt te ontvluchten, zal nooit de Ware Vrede vinden. De slang van alle kwaad zal elke grond schuwen die door Mijn voeten is aangeraakt. Sidderen zal zij voor Mij, ja dat doet zij nu reeds, want de heilige geur van Mijn voeten brengt haar in ademnood. Zij zal verlamd worden bij de aanblik van Mijn ogen, want het Vuur van God stroomt uit Mij. Opdat zij herinnerd worde aan de macht van Haar Die zij reeds verafschuwde vóór de tijd der mensenzielen begon, verlang Ik instrumenten van Mijn macht, zielen die zich voor Mij neerwerpen als een getuigenis tegen de slang, zielen wier hart en tong Ik zal bekleden met het Vuur van Mijn Hart. Zo zal het Vuur dat op Golgotha is aangestoken, de wereld veroveren. Geen spelonk zal ontsnappen aan zijn warmte noch aan de straling van zijn Licht. Zo zal Ik de duisternis der harten overwinnen. (...)".


23 januari 2006

"Ik ben de verzegelde Bron uit Gods Tuin. Oneindige verborgen schatten borrelen uit Mij op. Deze schatten wachten op dorstige zielen, zielen die verlangen naar het ene kostbare goud: hun heiliging. Daartoe ben Ik bestemd: De Meesteres van alle zielen wil zielen klaarmaken voor Gods Rijk van Vrede, Liefde en totale overwinning op de duisternis. (...) De funderingen van Mijn Rijk, dat Gods Rijk is, zullen gebouwd worden met stenen van Vuur, brandende tempels van Liefde. In dit Vuur, dat zijn oorsprong vindt in Mijn Hart, zal alles wat niet in overeenstemming is met Gods Plannen, tot as verbranden. Nieuw Leven zal uit deze as verrijzen. (...)

De mensenziel die zichzelf laat opbranden in het Vuur van Mijn Hart, zal meer vermogen dan de serafijnen, want zij zal de oneindige meerwaarde van het lijden bezitten, dat geen engel bezit. Door de volmaakte Liefde en nederigheid als deze van de engelen aan te vullen met Mijn oneindige Smarten, is Mijn macht volkomen geworden. Volg Mij na, en breek het hoogste der Hemelen open door de volkomen offerande van jezelf in eenheid met Mij. (...) Door de eindeloosheid van Mijn Liefde, Mijn Smarten en Mijn nederigheid is ook Mijn macht eindeloos. Elk woord uit Mijn mond is voor God als een zomerbries die een veld van bloemen streelt. (...) Grote dingen zullen de zielen nog zien, in de mate waarin zij Mij aanvaarden als hun Meesteres".

 

VISIOEN: Ik zie Calvarie, met de gekruisigde Jezus, Maria, Johannes en Maria Magdalena. Er loopt Bloed van het Lichaam van Jezus. Er wordt mij getoond hoe het Hart van Maria verandert in een Kelk die het Bloed van Jezus opvangt. Ik zie ook hoe een gedeelte van het Bloed wegvloeit in de grond.

Maria licht mij het beeld toe:
"Elke H. Eucharistie is de gedachtenis van het Kruisoffer van Mijn Zoon op Golgotha. Vóór de H. Mis nadert de ziel tot het Kruis. Zij behoort Mij dan te vragen om haar te zuiveren opdat zij op haar beurt een kelk kan worden om het Bloed van Jezus in op te vangen, dat zij tijdens de H. Communie op sacramentele wijze in zich zal ontvangen (de H. Hostie omvat inderdaad het Lichaam en Bloed van Christus).

Na de H. Communie behoort de ziel zich te sluiten, niet voor het Licht van God doch voor de invloeden der wereld. Zij is dan als een bloem die verzadigd is van het allerheiligste parfum van de Godheid. Opdat dit parfum diep zou kunnen inwerken, moet zij zich inwendig afsluiten voor de invloeden der wereld. Zij kan dit slechts doen door een gesteldheid van ingetogenheid, eerbied, rust, en heilige gedachten.

Indien de bloem van de ziel, de kelk die zopas het Goddelijk Bloed heeft gedronken in de vorm van de H. Hostie of het H. Bloed, zich vrijwillig prijsgeeft aan de invloeden der wereld, loopt het Goddelijk Bloed uit de kelk weg. Elke christen is ertoe geroepen, een medeverlosser te zijn. Daartoe moet hij in de eerste plaats de vruchten van het Goddelijk Bloed in zich bewaren".

VISIOEN: Dan toont Maria mij in een tweede beeld hoe elke oneerbiedigheid vóór, tijdens en na de H. Eucharistie een doorn in Haar Smartvol Hart prikt, waardoor eveneens druppels van het Kostbaar Bloed verspild worden, omdat Maria’s Hart de heilige Kelk van het Kostbaar Bloed is, waarin de grote schatten van de Verlossing opgeborgen zijn. Zij geeft te kennen dat druppels Bloed die op deze wijze wegvloeien, weliswaar 'de aarde heiligen', doch slechts op voorwaarde dat de oorzaken van deze verspilling aan Haar toegewijd of in een akt van eerherstel (boetedoening, offers of vurig gebed) goedgemaakt worden. In verband met deze beide openbaringen zegt Maria tot slot:

"Het is Mijn verlangen dat de christen na elke H. Eucharistie ofwel een eerbiedige stilte bewaart ofwel slechts woorden spreekt die het Goddelijk Licht, dat in de H. Communie aan zijn ziel is overgedragen, kunnen doorgeven of dit Licht in andere zielen tot een grotere inwendige straling kunnen brengen". (Maria bedoelt dat na de H. Mis in feite slechts gebeden of over stichtende spirituele thema’s gesproken zou mogen worden).


24 januari 2006

"Ik wil een zeer vurige kern van dienaren, die bereid zijn om alles voor Mij te doen en te laten, al naargelang Ik dat van hen vraag. Hiertoe is nodig dat zij Mij tot het uiterste liefhebben, bereid zijn om voor Mij te lijden op de wijze en met de intensiteit die Ik wil, en dat zij zich totaal en blindelings aan Mij onderwerpen. Alleen in de ziel die Mij innig liefheeft, alles voor Mij wil lijden, en volmaakt aan Mij onderdanig is, kan Ik werkelijk leven en heersen als absolute Meesteres. Deze ziel zal de volheid van Mijn macht ervaren, en de onvoorspelbare wonderen die Mijn macht in haar kan voltrekken. (...)"


25 januari 2006

"Telkens een ziel zondigt, telkens een aan Mij toegewijde ziel verzuimt om Mij te gehoorzamen of te dienen, treedt een nieuwe verstoring van het evenwicht in de Schepping op, want dit alles zijn storingen in de stroming van de Liefde, die de ware levenskracht is, de kracht van God Zelf. (...)"


27 januari 2006

"Als Meesteres van alle zielen wil Ik Mijn ware dienaren heilig. Mijn ware dienaren zijn zij die zich totaal aan Mij hebben toegewijd en hierdoor geacht worden, volkomen voor Mij te leven en Mij te dienen in al hun doen en laten.

Wat is heiligheid? Heiligheid is zo vervuld worden van Gods Licht dat alle duisternis steeds sterker teruggedrongen wordt en ook elk verlangen naar een handeling, woord, gedachte of gevoel dat de duisternis kan dienen, verdwijnt.

Heiligheid is Licht in het hart, waardoor de gevoelswereld totaal op God en de dingen van de eeuwigheid gericht wordt.
Heiligheid is Licht in de geest, waardoor het verstand als vanzelf de ware zin der dingen begint te begrijpen.
Heiligheid is Licht in het lichaam, waardoor het levensprincipe in het lichaam streeft naar de reinheid die overeenstemt met deze van de mens in de oorspronkelijke staat van genade vóór de zondeval.
Heiligheid is Licht in de ogen, waardoor deze getrokken worden door de dingen die bezield zijn door de Ware Liefde en het Ware Leven, en afgestoten worden door alles wat duisternis in zich draagt.
Heiligheid is Licht in de mond, waardoor slechts woorden die Gods Liefde dragen, als zoet worden ervaren.
Heiligheid is Licht in de ziel, waardoor zij de volheid van het Leven in zich begint te dragen doordat zij uit geen andere bron meer put dan uit deze van God Zelf.

Zo leidt heiligheid naar de volkomen harmonie van het leven met de door God bedoelde zijnstoestand van de mens. Heiligheid is de ultieme vrucht van de totale zelfgave van de Mij dienende ziel aan Mij.

Ik kan deze Genade der genaden schenken aan wie Ik wil, maar uiterst zeldzaam zijn zij die deze gave willen aanvaarden met de offers die erbij horen. Niet-aanvaarding van de Goddelijke genade van de heiligheid is voor God als een ernstige belediging. Daarom vorm en kneed Ik de ziel slechts in de volheid van de heiligheid in de mate waarin zij Mij heeft aangetoond dat zij bereid is om zich tot het uiterste te geven in de strijd tegen zichzelf. Geloof, vertrouwen, geduld, blijmoedigheid, zachtmoedigheid en absolute zelfverloochening zijn hiertoe de eerste vereisten.

De grootste wegen naar de heiligheid heb Ik je geleerd: de vurige Liefde, het aanvaarde lijden dat zelfs als vreugde wordt ervaren, en de totale onderwerping zoals een slavin. (...) Slechts in de allerdiepste zelfvernedering worden de sporen der wereld in het hart, in de geest, in de ziel en zelfs in het lichaam getemd. (...)"


28 januari 2006

"(...) Hoe beklemd voel je je bij de vaststelling dat de zielen die vrezen, Mij te erkennen als hun Meesteres uit vrees dat Ik hen van hun vrijheid zal beroven door hen als Mijn dienaar of zelfs als Mijn slaaf te beschouwen, precies diegenen zijn die zichzelf het meest tot slaaf maken: Zij hebben zich voor de satan ter aarde geworpen en erkennen hem als hun meester. Zij zijn zich hiervan niet bewust omdat zij menen, hem niet te zien. Nochtans zien zij hem zonder ophouden in alle banden die hen aan de wereld vastbinden: aloude gewoonten, hun verleden, allerlei verslavingen, allerlei onreinheden die dagelijks op hen afkomen, de immer razende stormen van hun eigen lichamelijke behoeften, en alle vormen van genot en gemakzucht die zij aanbidden als even zovele afgoden.

(...) Ik wil dat jij met je leven getuigt van de zaligheden van het absolute meesterschap van Maria in een ziel. Mijn macht, die de slaven van de wereld niet kennen en die zij, indien zij erover horen, verafschuwen, wend Ik tot niets anders aan dan tot hun bevrijding. Slaaf van Maria te zijn, is de grootste uitverkiezing, want Mijn slaven dienen een Meesteres Die de absolute vrijheid schenkt: deze van de heiligheid. Zij die zichzelf aan Mijn macht overleveren, zullen delen in Mijn grote overwinning".


31 januari 2006

JEZUS: "Het gebeurt zelden dat Mijn Moeder en jouw Meesteres het eerbetoon ontvangt dat passend is in Mijn ogen. Gedurende de lasten van de kruisdraging was Zij Mijn grote stuwende kracht. (...) De zielen waren het voorwerp van Mijn Lijden (...) maar het was de aanblik van Mijn Vader in de Hemel en van Mijn Moeder, die Mij vooruitbrandde".


1 februari 2006

"(...) Zie, de erfzonde heeft de mensenzielen, die bedoeld waren als onschuldige lammeren, vergiftigd met het bloed van wolven. Door de totale, restloze, onvoorwaardelijke en alleronderdanigste zelfofferande van de ziel aan Mijn voeten, in de vurigste Liefde en bedekt met de verlossende dauw van het met Vuur aanvaard lijden, kan Ik het wolvenbloed tot de laatste druppel veranderen in het bloed van een lam om de ziel volkomen heilig te maken. Zo wordt de ziel in Mijn handen omgevormd naar de gelijkenis met het Lam Gods. In de ziel als lam is niets dan Liefde, zachtheid, gehoorzaamheid, volgzaamheid en verlangen naar de stem, de handen en de voeten van de Meesteres, Die de ziel naar de Plaats van Bestemming geleidt".


3 februari 2006

"Een ziel is ofwel totaal van Mij, ofwel helemaal niet van Mij. Ofwel dient zij Mij met heel haar wezen en met heel haar leven, ofwel dient zij Mij niet, want wie niet echt verlangt om zijn opdracht als Mijn dienaar tot het uiterste toe te volbrengen, is voor Mij onberekenbaar: Te allen tijde kan zij zich van mij afwenden om de werken der wereld te voltrekken, die uiteindelijk de satan tot ontwerper hebben. Wie de satan aanvaardt als meester, kan niet tevens Mij volkomen als Meesteres dienen. Daarom wil Ik de zielen die zich aan Mij toewijden, beproeven op hun bereidheid om in de diepste onderwerping aan Mijn voeten te liggen, op hun verlangen om Mij te dienen met de inzet van al hun krachten, en op hun Liefde die dit alles mogelijk maakt. Ik wil weten of zij Mij werkelijk benaderen als hun Meesteres of slechts als een toevlucht in hun moeilijkheden. Voor de zielen die Mij beschouwen en erkennen als hun Meesteres ben Ik alles, en wil Ikzelf ook alles zijn. (...)

Een ziel die in staat blijkt om Mij ook in brandende Liefde te gehoorzamen wanneer het doel van Mijn bevelen voor haar niet zichtbaar is en Mijn bevelen haar zelfs onberekenbaar kunnen toeschijnen, beschouw Ik als Mijn ware dienares. In deze ziel stort Ik een sap dat voor haar zal zijn als de brandstof voor het onblusbaar Vuur van haar trouw, haar onderwerping en haar brandend verlangen om Mij te dienen in alles en in alle tijden. De middelen waarmee Ik Mijn macht over een ziel kan laten gelden, zijn onuitputtelijk, doch de volheid van Mijn macht ontplooi Ik slechts in de ziel die in zich de zalige vreugde van de vrijwillige onderwerping laat rijpen. Mijn grenzeloze macht schenkt Mij slechts genoegen wanneer zij tot ontplooiing kan komen in de ziel die Mij volmaakt wil toebehoren".


4 februari 2006

"Ik ben de enige mensenziel Die vanaf haar ontvangenis tot in de eeuwigheid nooit anders dan absoluut volmaakt is geweest. Om deze reden ligt het volkomen in de lijn van Gods Wet dat Ik in de Laatste Tijden Meesteres over alle zielen zou zijn. De voorbereiding van de mensheid op de overgang naar het Rijk Gods op aarde moest door een mensenziel geleid worden. Dit is het meesterschap dat Mij in handen is gelegd: de voltooiing van de effecten en vruchten der Verlossing in de zielen, en de heerschappij over alle zielen en over alle bronnen van verwoesting voor de wortels van Gods Rijk op aarde. Dit alles is onder Mijn voeten gelegd, opdat een mensenziel de mensheid terug zou voeren naar haar oorsprong bij God. Daarom is Mij alle macht gegeven. De zielen moeten de Allerhoogste hun verlangen naar deze genade der genaden kenbaar maken door zich voor Mijn voeten neer te werpen en te belijden dat Ik hun Meesteres ben.

Zij die thans de satan aanbidden in alle verleidingen der wereld, zullen aan Mijn voeten Mijn macht verheerlijken. Zo is het beschikt. Voor velen echter zal het besef van Mijn heerschappij over de prins der wereld te laat komen, omdat zij zich tegen dit besef zijn blijven verzetten, zoals hun meester dat zelf van meet af aan heeft gedaan. Zeg de zielen dat zij slechts aan Mijn voeten Verlossing vinden. Het is God Zelf Die alle zielen aan Mijn voeten wil (...)".

[Maria verkondigt mij Haar vijf grote intenties]:
  1. Goedmaking van de weigering van de opstandige engelen om Mij voor de eeuwigheid te erkennen als hun Meesteres, zich aan Mijn voeten neer te werpen en Mij te dienen in volmaakte gehoorzaamheid, want God heeft Mij voor alle tijden voorzien als Leidster van Zijn legers.
  2. Eerherstel voor alle zonden van alle tijden.
  3. Eerherstel voor alle heiligschennissen jegens God en Mijzelf.
  4. Bevordering van de totale toewijding van zielen aan Mij, en de strikte naleving van deze toewijding door deze zielen.
  5. Mijn erkenning door de zielen als hun machtige Meesteres, want dit is de weg van de grootste vruchtbaarheid voor de voltooiing van Gods Heilsplan.

Maak deze intenties kenbaar, en roep de zielen op tot vurig gebed, offers en boetedoening om tot de verwezenlijking van deze intenties bij te dragen".


6 februari 2006

"Aanschouw Mijn troon van Hemelse reinheid. De treden onder en vóór Mijn voeten stralen Mijn heiligheid, zuiverheid en macht uit. Elke gehechtheid van Mijn dienaren aan wereldse invloeden en behoeften werpt stof en slijk op deze treden. (...) De betrachting van de maagdelijkheid van lichaam, hart, geest en mond is het krachtigste middel om de treden naar Mijn voeten toe te reinigen en rein te houden. Gedenk dat in alle stof en slijk de slang huist. Zij verafschuwt de geur van Hemelse reinheid. Een reine tempel beneemt haar de adem. (...).

(...) De liefdesstroom die van God over Zijn Schepping uitgaat, moet na het volbrengen van een volkomen kringloop naar Hem terugvloeien in de vormen van gebed, boetedoening, offers, eredienst, beoefening van alle deugden, en aanbidding. Een zeer groot volume van de aanbidding jegens God bestaat uit de verheerlijking, vanwege mensenzielen, van Mijn macht, omdat Mijn Wezen en de daarmee verbonden macht één van de grootste Wonderwerken en uitingen van Gods heerlijkheid, goedheid en Liefde vormt. Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen omdat God Mij ver boven alle zielen heeft verheven. Gods Gerechtigheid verlangt dat Mij hiervoor het passend eerbetoon wordt gegeven. Mijn macht is zo omvattend dat Ik door een eenvoudige akt van Mijn Wil alle gevallen engelen aan Mijn voeten kan dwingen, doch het ware eerherstel, de ware goedmaking, kan slechts gebeuren door zielen die dit willen, uit Liefde. De gevallen engelen kennen de Liefde niet meer, en hebben een eeuwigdurend verbond van haat en strijd tegen Mij gesloten. (...) Alle engelen in het Rijk der Hemelen hebben zich aan Mijn dienst gegeven en gedragen zich als Mijn slaven in de diepste verrukking. Hoezeer verlang Ik, deze onderwerping eveneens bij méér mensenzielen terug te mogen vinden, want Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen. Mijn macht is onbegrensd en Mijn meesterschap absoluut en onbetwistbaar, omdat God hiermee de volmaakte ontsluiting van Zijn Heilsplan heeft beoogd. (...)".


7 februari 2006

"Ik heb je reeds meermaals gesproken over de opstandige engelen. Zij hebben het rijk van de satan gegrondvest. (...) Het getal van de akten van onderwerping en gehoorzaamheid en het getal van de diensten die Mij, hun door God aangestelde Meesteres, hierdoor ontzegd zijn, kan geen mens becijferen. De Allerhoogste beschouwt dit als één van de grootste beledigingen die Hem en Mij doorheen de eeuwen zijn aangedaan, en dit zal zo blijven tot in de eeuwigheid. (...)".


9 februari 2006

"Telkens je iets van Mij verkrijgt, wil Ik dat je Mij onmiddellijk dankt, geknield. Bedenk dat elke genade een uiting is van de stroom van Gods Liefde. Dankzegging maakt het mogelijk dat deze stroom verdergeleid wordt, waardoor de Wet van Gods Gerechtigheid genoegdoening verkrijgt. (...). Mijn macht over alle zielen is totaal en onbegrensd. Elk woord dat Ik uitspreek en elk verlangen dat in Mijn Hart opwelt, stelt de kracht van God Zelf in werking. Elke blik uit Mijn ogen is voor de engelen een bevel. Daarom kan Ik in de hele Schepping, in de Hemel, op de aarde en onder de aarde, alles bekomen wat Ik wil en op het ogenblik waarop Ik het wil, zonder enige belemmering. Om die reden heb Ik je eerder gezegd dat alle Genade van God in Mijn macht is gelegd. Geen enkel schepsel is in staat om de uitwerkingen van Mijn Wil te weerstaan. Niettemin kan de stroming van Mijn macht slechts zichtbaar aan de dag treden zodra zij betaald wordt met het vurig lijden, de brandende Liefde en de restloze onderwerping van een ziel. De stroming van Mijn macht moet 'betaald' worden omdat zij in haar wezen en in haar effecten een stroming van de grootste Genade is.

De mensheid is door de lawines van niet-gebiechte en/of niet-uitgeboete zonden van alle eeuwen belast met een onoverzienbare last van schulden tegenover de Goddelijke Gerechtigheid. Deze last moet vergoed worden door leden van de mensheid zelf. Deze vergoeding gebeurt door gebed, offers, boete, de beoefening van de deugden, de intense beleving van totale toewijding aan Mij. De dragers van deze vergoedende kracht zijn de Liefde, het lijden en de onderwerping en gehoorzaamheid, dit alles bezield door het ware Vuur van een hart dat zich totaal en onvoorwaardelijk wegschenkt. Indien dit alles aan Mijn voeten wordt gelegd, verhoogt de kracht ervan in zeer hoge mate. (...)".


10 februari 2006

"Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen. In Mij is de macht om te heersen over alles wat de Werken der Schepping bedreigt. In Mij is ook de macht om te regeren over alles wat Ik uit het stof wil verheffen tot nieuw zaad voor de tuinen der Hemelen. Waar Mijn voeten de grond raken, vlucht de winter voor het Rijk van de Eeuwige Lente dat Mijn Rijk zal zijn. Koningin was Ik in Gods Hart reeds vóór de tijd begon. Als Meesteres over het Rijk van de voltooide Verlossing zal Ik opstaan.

De verzuchtingen van Gods Geest zullen aan de harten de macht en de heerschappij van Zijn maagdelijke Bruid over de zielen verkondigen. (...)".


11 februari 2006

"Voor de betaling van genaden beschikt de mens over een Hemels betaalmiddel: het lijden. Wanneer dit betaalmiddel niet wordt gehanteerd in een gesteldheid van Liefde en gehoorzaamheid, is het vals geld zonder waarde. Het geheel van lijden, Liefde en gehoorzaamheid of onderwerping komt tot stand in een hart dat volkomen geopend is voor de stroming der Genade uit de Bron van het Ware Leven".


12 februari 2006

"Plaatsvervangend lijden is als een kringloop van water: overtollig water op een zielenakker verdampt onder invloed van de zon van de naastenliefde, en wordt dan als regen van genaden over andere akkers gelost. (...) Elke zielenakker ontvangt de regen der genade. Indien de ziel deze genade onvoldoende in zich opneemt, of indien in het hart onvrede of droefheid ontstaat, of lijden dat niet verwerkt kan worden, komt het water boven het oppervlak te staan. In dit geval moet de akker ontlast worden of hij verzuurt. De mooiste vorm van ontlasting is deze van het plaatsvervangend lijden dat door een andere ziel op zich genomen wordt. Dit is één van de grootste geschenken van Gods Barmhartigheid".


14 februari 2006

"Zeg de zielen dat Ik pas waarlijk als hun Meesteres kan werken voor zover zij Mij aanvaarden en erkennen als Meesteres over alle details van hun dagelijks leven. De onderwerping kan pas volmaakt worden in de beproeving. (...) Overgave is volmaakt zodra een situatie met vreugde wordt aanvaard louter omdat zij Mij dient. (...) Zij die op aarde hun hele leven totaal aan Mij hebben gegeven, zullen op Mijn verlangen ook het Eeuwig Leven ononderbroken aan Mijn voeten doorbrengen. Mij in de Hemel zonder onderbreking te dienen, stort in de ziel verrukkingen die geen mens ten volle kan begrijpen. (...)".


15 februari 2006

"(...) Mijn macht is onbegrensd. De Allerhoogste Zelf heeft Mij voorbestemd tot Meesteres over alles. Buiten God Zelf vermag niets of niemand ook maar het geringste tegen Mijn woord. In de Hemel ligt alles met vreugde aan Mijn voeten. Elke blik uit Mijn ogen geldt voor de engelen en heiligen als een bevel dat zij noch kunnen noch willen weerstaan. Ook de duivelen kan Ik aan Mijn voeten gebieden telkens Ik dit verlang. Zij willen Mij niet gehoorzamen, doch kunnen niet anders, want in Mij is de macht van de Allerhoogste gelegd. Hoezeer toch maakt de mensheid zichzelf te schande: Terwijl in de Hemel niets dan ontzag en onderdanigheid jegens Mij wordt gevonden, en de hel beeft van angst en vrees voor Mij, dringt in mensenharten weinig door van de schittering van Mijn kroon. (Maria begint nu als het ware dromerig te klinken). Reeds begint Mijn macht zich te openbaren in zeldzame zielen die zich totaal aan Mij hebben gegeven. Niets bezit een groter vermogen om de Schatkamers der heiliging open te breken, dan de bewustwording van Mijn verheven roeping als de onaantastbare, machtige Meesteres van alle zielen. (...)".


16 februari 2006

"Alle christenen noemen Mij 'Koningin', doch hoe zeldzaam zijn zij die daadwerkelijk in Mijn macht en Mijn koninklijke waardigheid geloven, en nog zeldzamer zijn zij die Mij de kans geven om in hun dagelijks leven te heersen zoals Mij dit gegeven is. Elke tempel die begunstigd wordt met de aanraking van Mijn voet, wordt getuige van wonderen van Liefde. De Meesteres van alle zielen is Meesteres van de Liefde: Zij heerst en regeert door en met de kracht van God Zelf op aarde, en het wezen van deze kracht is de Liefde. Daarom zeg Ik dat Ik diepe verrukking, vervoering en genot ervaar wanneer Ik werkelijk heers over en in een ziel: Mijn vervoering ontspringt uit de beleving van een intense stroom van Liefde. Wanneer de stroom van Mijn Liefde in een ziel wordt beantwoord door een intense, vurige, zelfverloochenende Liefde vanuit deze ziel naar Mij toe, stroomt de Liefde in een ononderbroken kringloop van Vuur. (...)"


17 februari 2006

"(...) Hoezeer verlang Ik dat al Mijn toegewijden Mij deze kans zouden geven: dat zij elk ogenblik van de dag zo intens naar Mij zouden verlangen dat Ik voor elke taak op hun weg Mijn Liefde en kracht in hen zou kunnen uitstorten. God heeft Mij tot Meesteres over alle zielen gemaakt opdat Ik alle harten zou regeren, totaal, onvoorwaardelijk, eeuwigdurend, en zonder de geringste tegenstand vanwege hen die door deze Goddelijke beschikking aan Mijn voeten zijn gelegd. Hoeveel weerstand ervaar Ik echter zelfs in hen die zich aan Mij hebben toegewijd. Leer hen hoe zij in alles met Mij kunnen en moeten leven, hoezeer Mijn macht hen kan vrijwaren van ellende, en hoezeer Ik hen kan bevrijden. Mijn heerschappij over de engelen is Mij een genot, Mijn macht over de duivelen is als voedsel voor Mijn Hart, doch welke verrukking ervaar Ik wanneer Ik Mijn macht over een mensenziel kan voelen. Het is de mensenziel die het voorwerp uitmaakt van het Verlossingsmysterie. Het is daarom de mensenziel die Ik werkelijk totaal wil beheersen, want zij is het die Ik met Jezus wil verenigen, opdat Calvarie geen legende, doch vruchtbare werkelijkheid in hen kan worden".


18 februari 2006

"Velen twijfelen aan Mijn macht. Zij moeten ze wel aanvaarden wanneer Zij de uitingen ervan zien in een lichamelijke genezing of een stoffelijke gunst, doch zij nemen niet aan dat Ik macht heb over mensen, over zielen. Zij schrikken ervoor terug om Mij hun 'Meesteres' te noemen. Nochtans is Mij de macht gegeven om over alle zielen te heersen. Ieder christen weet dat de satan de tegenstander is van alle goeds, van alle Liefde. Hem dienen zij nochtans zonder enige remming, en doorgaans geloven zij in zijn invloed omdat zij daarvan de uitingen kunnen zien. Waarom geloven zij dan niet in de oneindig veel grotere macht van de Vrouw Die hem met één akt van Haar Wil onder Haar voeten kan leggen? Zeg hen dat Ik wacht op hun totale overgave, toewijding, onderwerping en Liefde om Mijn macht te openbaren.

(...) Mijn macht geldt in de Hemel, op aarde, en over de duivelen. Binnen deze drie machtsgebieden word Ik alleen in de Hemel gediend in overeenstemming met de Wil van God. De Wet van Gods Gerechtigheid zal pas vervuld worden wanneer ook Mijn macht over mensen en duivelen zich ten volle zal kunnen openbaren. Alleen de strijdende kerk op aarde kan dit bekomen. Zolang de Liefde van de mensenzielen tot hun Meesteres onvoldoende groot is, kan Ik de volheid van Mijn macht niet ontplooien. Mogen de zielen daarom begrijpen hoe belangrijk het is dat Ik dit wél ten volle zou kunnen, want de openbaring van Mijn macht zou niet alleen de volheid van Mijn heerlijkheid laten stralen, doch ook de bevrijding van de mensheid uit zonde, kwaad en ellende brengen. Daarom verlang Ik, in overeenstemming met Gods Wil, de zielen aan Mijn voeten te zien, opdat Ik de duivelen voorgoed kan temmen en verlammen. Ik heb daartoe de macht, zeg de zielen dat zij Mij smeken om haar uit te oefenen in haar volheid. (...).

(...) De ziel in een mensenlichaam is onderhevig aan lichamelijke pijnen en vermoeidheden, en staat voortdurend onder de bedreiging van ontelbare bekoringen. Voor een engel is Mijn meesterschap vanzelfsprekend, voor een gevallen engel is zij een gegeven dat voor eeuwig afgezworen is, maar voor de mensenziel op aarde is zij een barrière die slechts met veel moeite overwonnen wordt. De mens aan de voeten van de Vrouw als zijn Meesteres: dit is slechts denkbaar voor de ziel die de Genade ten volle aanvaardt. Het vereist een vurige Liefde, de diepste nederigheid en een heldhaftige gehoorzaamheid".


20 februari 2006

"God is almachtig. Hij is de Oorsprong van alle dingen, de Bron van alle levenskracht. Hij heeft het zo beschikt dat ook Mijn macht absoluut en totaal is, in de orde van de Genade. Dit betekent dat ook Mijn woord Wet is, omdat Mijn Hart in volmaakte eenheid is met de Godheid. Ik heb nooit gezondigd. Zonde berooft de mensenziel van elke scheppende invloed. Dit betekent dat elke ziel de uitwerkingen van de kracht van God Zelf kan beïnvloeden naarmate die ziel zuiverder is, vrijer van zonde, heiliger. Vrij-zijn van zonde, betekent volgroeid zijn in de Liefde als koningin van alle deugden. De Liefde regeert alle krachten in de ziel. Mijn macht is absoluut omdat Ik door totale vrijwaring van alle zonde voor eeuwig volmaakt ben in de Liefde.

De Liefde is het wezen van de kracht van God Zelf. Daarom beheers Ik elke Goddelijke kracht, omdat Mijn Liefde volmaakt is. Dit is de betekenis van Mijn uitspraak dat Mij alle macht is gegeven. Wat Ik wil, wordt automatisch door God Zelf bekrachtigd. Geen enkele mensenziel heeft ooit dit voorrecht genoten, het is eenmalig. Daarom ben Ik in de volheid van het woord de machtige Meesteres van alle zielen. Weet echter, dat elke mensenziel macht kan krijgen over de stroming van de Goddelijke krachten, naarmate zij de volmaaktheid in de Liefde benadert door vrijer te worden van zonde. Om deze reden is het gebed van een heilige ziel zo krachtig. Eén ding slechts kan de uitwerkingen van de voorspraak van een heilige afremmen: de mogelijkheid dat op het ogenblik van deze voorspraak Gods uur nog niet is aangebroken. (...)".


22 februari 2006

"Dit is de tijd van goedmaking van alles wat ooit de Wet van Gods Gerechtigheid heeft gebroken (...). De Allerhoogste heeft voor Mij, Zijn boven alles geliefde Dochter en Meesteres van alle zielen, een drievoudige kroning bestemd:
De eerste heeft plaatsgevonden toen Hij Mij aan de voltallige schare van de engelen voorstelde als de Meesteres en Koningin van al het geschapene, van de engelen en de mensen, ook al waren de mensen toen nog niet geschapen en bestond ook Ikzelf dus nog niet in een stoffelijk lichaam.
De tweede kroning heeft plaatsgevonden na Mijn Tenhemelopneming. Toen werd de kroning als het ware uitgebreid tot Mijn stoffelijk Lichaam, dat volmaakt heilig had geleefd.
De derde kroning is voorzien als de afkondiging door God Zelf van Mijn hoedanigheid en waardigheid als Meesteres van alle zielen".


23 februari 2006

"Elke knieval voor Mij is als een rode roos (...) Hoeveel rozen zijn nodig om deze mensheid opnieuw kleur te geven! Hoeveel rozen verwelken omdat zij terecht komen in grond die verziekt is en die niet bereid is om het voedsel der genade in zich op te nemen.

Wat maakt een roos mooi, krachtig en vruchtbaar?

De deugden van blijmoedigheid, zachtmoedigheid, geduld, mildheid, verdraagzaamheid, oprechtheid, gelijkmoedigheid, vertrouwen, zuiverheid van hart en mond, vurige en zelfverloochenende Liefde, aanvaard en bemind lijden, boetvaardigheid, offerbereidheid, totale onderwerping aan Gods Wil en aan Mijn Wil – want deze beide zijn identiek –, nederigheid, ingetogenheid, eenvoud, vergevingsgezindheid, totale overgave aan Mij, en aanvaarding van alles wat op de levensweg komt als beschikkingen uit Mijn Hart en geschenken uit Mijn handen.

De roos die zich voedt uit grond die deze stoffen rijkelijk in zich heeft opgenomen en deze in stand houdt, zal Mijn geur verspreiden en trekken van Mijn schoonheid verwerven. Zij zal harten in verrukking brengen en zielen winnen voor de Koningin van de Hemelse Bloemen: Maria, de Meesteres van alle zielen".


24 februari 2006

"De Liefde kan afgemeten worden aan de bereidheid om lichamelijke kruisen te dragen, omdat lijden een zekere vernietiging van het lichamelijke betekent, en de Ware Liefde een kracht is die de ziel totaal buiten het lichaam trekt en het hele wezen van de mens boven zichzelf doet uitstijgen".


27 februari 2006

"Het raderwerk van Gods Mysteries is voor de menselijke geest niet doorzichtig, omdat zowel de radertjes als hun onderlinge verbindingen deel uitmaken van verschillende lagen van een werkelijkheid die voor de mens niet waarneembaar is. Zo moet je het begrijpen wanneer Ik zeg dat alles een verschil maakt: Elke versterving, elk offertje, elk onderdeeltje van je boetedoening, elk schietgebedje in vurige Liefde tot God of tot Mij gericht, dit alles maakt een verschil. Laat geen ziel zichzelf misleiden in de waan dat iets nutteloos is omdat zij de uitwerking daarvan niet voor haar ogen kan waarnemen. De satan maakt misbruik van het menselijk onvermogen om de volle realiteit van het bovennatuurlijke leven te zien zoals zij werkelijk is. Dit onvermogen ligt aan de basis van elke achteruitgang in de strijdlust, van elke ontmoediging, van elke onverschilligheid. Geloof in Mij als de Meesteres van alle zielen.

Op grond van elke inspanning van Mijn getrouwen put Ik krachten uit de Bron van het Goddelijk Leven en leid Ik deze krachten doorheen de vele banen en kanalen die voor de mens nog niet zichtbaar zijn. Zo breng Ik wonderen tot stand. Vele daarvan blijven onzichtbaar en verborgen zolang jullie op aarde leven. Groot zal jullie verwondering zijn op de dag waarop jullie de openbaring zullen ontvangen van de volheid van Gods werkelijkheid. Groot zal dan ook de verbazing der mensen zijn over de ware toedracht van Mijn macht. (Maria spreekt nu als het ware dromerig): Ja, ook de meest verstarden zullen dan voor Mij op de knieën gaan, want God zal hen Mijn heerlijkheid openbaren, zoals Hij dit ooit aan de engelen deed. Groot is Mijn vreugde over elke ziel die zich reeds op aarde voor Mij neerwerpt, want van deze kan Ik jegens God getuigen dat zij reeds in de toestand der aardse verblinding Mijn meesterschap als waarheid heeft aangenomen".


1 maart 2006 (Aswoensdag)

"Van Mijn toegewijden verlang Ik gedurende deze vastentijd dat zij zich totaal aan Mij overleveren opdat Ik hen kan maken tot Mijn engelen. Ik wil hen diep in hun hart onderrichten in de woestijn van versterving aan zichzelf. Ik heb hun lichaam nodig als Mijn onverdeeld bezit, als werktuig waarmee Ik genaden voor de zielen kan bereiden. Ik wil hun geest ledigen van alles wat werelds is. Hun hart wil Ik voorbereiden op de bruiloft met de Ware Liefde op Goede Vrijdag, en hun ziel op een nieuwe Lente bij de Verrijzenis. Jij zult het slachtoffer van Mijn Liefde blijven. (...)"


3 maart 2006

"De mens is blootgesteld aan zoveel verwarrende en onreine invloeden dat hij vaak het gevoel heeft dat zijn hart leeft in een dicht web dat verlamt, wurgt, en de ziel vervuilt. Deze gevoelens mogen niet verward worden met enige onzuiverheid of zonde van binnenuit. Ook Jezus heeft gelijkaardige gevoelens gehad in de Hof van Gethsemani: Hij was ten prooi aan een verstikkende droefheid over de onreinheid van de mensheid van alle tijden. Nochtans was Hijzelf het onschuldigste Lam. (...)".


4 maart 2006

"Ik ben de Meesteres van alle zielen. Een ziel kan delen in de vruchten en uitwerkingen van Mijn meesterschap in de mate van haar bereidheid om zich met hart en ziel aan Mijn voeten neer te werpen. Daartoe moet zij bereid zijn om zich los te maken uit de greep van de wereldse invloeden en gehechtheden. Mijn belangen moeten haar tot bron van vreugde zijn, zoals dit het geval is voor de engelen in de Hemel, want Ik heb geen andere belangen dan deze van God Zelf. In elke tempel waar Ik werkelijk heers, waait een wind die de stormen der wereld doet luwen: de wind van Gods Geest. Deze wind is als een verrukkelijke bries op een zomeravond, een strelende wind die Leven brengt, die opwekt, en die drager is van het dronken makend parfum van de Bloem van het Hemels Hof, een bries die drager is van Gods Woorden van Leven. Zoals je Meesteres in jouw hart spreekt en Zich aan jou vertoont, zo wil Zij dat in al Haar tempels kunnen doen. Overeenkomstig de Wet van de Genade kan Zij dit echter slechts ten uitvoer brengen in de mate waarin een tempel zijn muren laat bekleden met het banier van Haar macht en heerschappij: het blauwe banier waarop de heilige naam van de Onbevlekte Koningin van Hemel en aarde staat gegrift met gouden letters van Vuur.

Mijn heerschappij in een zielentempel wordt pas volkomen op de dag waarop alle relikwieën uit het aardse leven in zijn voorhof worden verbrand in het Vuur van het verlangen naar Mijn troonsbestijging voor het altaar van haar hart, en van het verlangen om daar alle roerselen van hart, geest, ziel en lichaam zonder enige terughoudendheid aan Mijn voeten neer te leggen. Ik verlang dat de zielen geen enkele verrukking meer tot leven laten komen buiten deze, Mijn heerschappij in zich te zien stralen als de middagzon en Mijn macht over zich te voelen en te koesteren als een onbetaalbare schat. Mijn Rijk is het Rijk van het Kruis vanaf hetwelk Mijn Zoon Jezus Christus de hele mensheid, alle zielen, aan Mij heeft gegeven".


9 maart 2006

"(...) De komst van Gods Rijk op aarde zal zijn als de troonsbestijging van de machtige Meesteres van alle zielen als Heerseres over de mensheid. Op die dag zullen alle engelen en alle mensenzielen aan Mijn voeten, en alle duivelen onder Mijn voeten liggen, als de absolute verheerlijking van Mijn macht en als de trofee van Mijn overwinning. Op die dag zullen de zielen Mij kennen in Mijn verheerlijkte, door God voorbeschikte grootheid (...)".


18 maart 2006

"(...) Ik wil dat je weet dat in alle eeuwen ontelbare zielen gedurende lange tijd in het vagevuur hebben gezucht omdat zij zich tijdens hun leven op aarde nooit aan Mijn voeten hadden neergeworpen. Mijn macht is zo groot dat een ziel van de eeuwige verdoeming gered kan worden door zich één maal tijdens haar leven op aarde met Vuur aan Mijn voeten voor Mij te vernederen. Op dit ogenblik verblijven ontelbare zielen in het vagevuur, mede omdat zij Mij hebben versmaad en Mijn macht hebben miskend. Gods Gerechtigheid is streng voor zielen die Mijn grootheid negeren, betwisten of bestrijden. God wil de zielen aan Mijn voeten zien omdat Ik Draagster ben van elementen van Zijn macht, van Zijn grootste Mysteries en van Zijn grootste Wonderwerken van heiligheid. Zeg aan de zielen dat zij zich voor Mij vernederen en Mij aanroepen als hun Meesteres en Koningin. Indien zij deze woorden aanvaarden en ernaar leven, zullen zij zichzelf daardoor redden. Boet voor hen die Mij niet willen erkennen als hun Meesteres, opdat zij zich tenminste in hun stervensuur aan Mijn voeten neerwerpen, desnoods in de geest, wanneer Ik Mij aan hen zal openbaren met een teken van Mijn macht die slechts overtroffen wordt door de scheppende macht van God. (...)".


20 maart 2006

"Zoals een lentezon zullen Mijn woorden de vruchten in de zielen doen rijpen. Zij die overwoekerd zijn door het dorre struikgewas van wereldse gevoelens en gedachten, hebben zich voor de zon van Mijn Liefde afgesloten. Jouw volkomen overgave aan Mijn voeten zal Mijn voet ertoe bewegen om dit struikgewas te breken. Geloof in de macht van Mijn Liefde. Met de aanraking van één vinger kan Ik een bos van kreupelhout laten ontbranden. De vruchtboom die Ik louter voor Mij wil behouden, zal door dit vuur niet vergaan, doch gelouterd worden. Zalig de ziel die haar Meesteres weet te smeken om deze brand.

(...) de vernedering van de satan: Zijn dagen zijn geteld. Hij is voorbeschikt om Mijn voetbank te worden, maar Ik wil dat Mijn dienaren er getuige van zijn dat Ik macht heb om hem te temmen. Mijn verheerlijking zal volkomen zijn zodra Mijn dienaren hem eigenhandig aan Mij uitleveren, door hun totale overgave, onderwerping, lijden en Liefde voor en jegens de Meesteres van alle zielen (...). De ziel heeft de neiging om toe te groeien naar diegene die zij liefheeft, en wel des te inniger en volkomener naarmate die Liefde echte verering wordt. Zo kunnen geliefden op elkaar gaan gelijken, elkaars eigenschappen en kenmerken beginnen te delen. Zij vloeien als het ware in elkaar over.

(...) Ikzelf heb Mij zo intens in de armen van de Allerhoogste geworpen dat Hij in Mij alle plaats innam. Hij heeft Mij totaal met Zichzelf bekleed. Hij is als de Verlosser zelfs één geworden met Mij in Mijn Moederschoot. De Vrouw met Wie God Zich als Mens één heeft willen maken, heeft de meest verregaande overvloeiing van Zijn kracht en Zijn Wezen in Zich ervaren. Hij heeft Mij bekleed met Zijn macht en met de uitwerkingen van Zijn grootste Mysteries. Hij heeft Mij de macht gegeven over al het levende en het levenloze. Hij heeft Mij gemaakt tot Heerseres over alles, Koningin van Hemel en aarde. De engelen, de meest ontwikkelde wezens onder de schepselen, heeft Hij voor de eeuwigheid tot Mijn slaven gemaakt. Zij hebben zich in de diepste verrukking aan Mijn voeten neergeworpen en beschouwen Mij na God als de grootste Bron van hun Gelukzaligheid.

Indien de mensenzielen wisten welke extases een engel ervaart terwijl hij aan Mijn voeten ligt, inwendig smekend en biddend om uit Mijn mond een bevel te ontvangen, of terwijl hij Mij aanschouwt en Mijn schoonheid prijst met woorden die de hele Hemel in verrukking brengen... Deze verrukkingen kunnen ook de mensenzielen beleven indien zij Mij ten volle erkennen en belijden als hun almachtige Meesteres. Ja, Ik ben almachtig in de orde der Genade, want elk door Mij gesproken woord geldt in de Hemel als een onaantastbare wet omdat Mijn Wil volmaakt één is met de Wil van God. Op Mijn woord stromen ontelbare genaden en verrukkingen over de aarde en bijkomende zaligheden over de engelen en heiligen. Op Mijn woord zouden ook ontelbare straffen worden toebedeeld, want Gods Gerechtigheid heeft Mij daartoe alle macht geschonken, doch de volmaakte Liefde van Mijn Onbevlekt Hart maakt het Mij onmogelijk om van deze macht gebruik te maken. De Liefde van God Zelf is in Mij tot volmaaktheid gekomen.

Alleen Mijn ware, persoonlijke slaven leg Ik geboden, verboden of beperkingen op die zij in bepaalde gevallen als 'straffen' kunnen ervaren, omdat Ik hen de ware gehoorzaamheid wil leren en hun ziel wil vormen naar Mijn model. Ach, hoezeer verlang Ik dat de zielen hun Meesteres werkelijk leren kennen en Haar in staat stellen om de volheid van Haar macht over hen uit te oefenen. Jij zult Mij dienen om de Wet der Goddelijke Gerechtigheid in zodanige mate genoegdoening te verschaffen dat deze onmetelijke Genade voor de mensheid werkelijkheid kan worden. Mijn Rijk, dat het Rijk van God Zelf is, is op komst, maar het is een Genade die slechts gekocht kan worden door de grootste offers van totale zelfverloochening, onderwerping, lijden en Liefde. (...)".


21 maart 2006

"In Mij is de volmaakte Bruiloft gesloten tussen de Godheid en een mensenziel. De Allerhoogste heeft hiervan getuigenis afgelegd jegens de engelen nog vóór Mijn Ontvangenis als mens. Hij heeft dit nogmaals gedaan ter gelegenheid van Mijn Onbevlekte Ontvangenis, bij de Menswording van Zijn Zoon in Mijn Schoot, bij Mijn Opneming ten Hemel met ziel en Lichaam, bij Mijn Kroning als Koningin van Hemel en aarde, en Hij zal dit nogmaals herhalen wanneer Hij Mij aan de zielen zal voorstellen als Zij die hun Meesteres was vóór alle tijden en dit zal blijven voor alle eeuwen der eeuwen. De ziel die in het Goddelijk Leven opgenomen wil worden op de wijze zoals door de Allerhoogste voorzien, moet dit daarom voorbereiden door Mij in staat te stellen, haar in Mij op te nemen en op Mijn beurt totaal in haar te heersen en te leven. Dit voorrecht komt Mij toe als haar Meesteres en Koningin en Vertegenwoordigster van Gods beeld, Draagster en Uitvoerster van Zijn macht. De engelen in de Hemel beleven dit Mysterie elke dag in zijn volheid, en Ik schenk dit voorrecht ook reeds aan Mijn uitverkoren slaven in de mate waarin de mensenziel op aarde in staat is om dit voorrecht in zich tot uitwerking te laten brengen, en in de mate waarin de ziel Mij dit door haar ingesteldheid mogelijk maakt. (...)"


22 maart 2006

"Er zijn vele wijzen waarop Mijn dienaren de satan onder Mijn voeten kunnen leggen. Eén daarvan is de Liefde voor het lijden. Menselijk lijden is voor de satan een feest, omdat hij weet dat de meeste van Mijn dienaren Mij in het lijden ontrouw worden. (...) Wanneer je alle lijden beschouwt als een geschenk van Mijn Wil, (...) breng je de satan voor Mij op de knieën. Wanneer je Mij dankt en verheerlijkt om je lijden, maak je hem waanzinnig van onmacht. Wanneer je Mij bovendien smeekt om je lijden (...) te bestendigen, leg je hem totaal verlamd als een speelbal onder Mijn voeten. Dát is de Triomf van het kruis zoals Jezus deze aan de christenen heeft willen onderrichten, doch waaraan nauwelijks nog enig belang of Geloof wordt gehecht.

De satan in jezelf overwinnen, betekent in de eerste plaats je eigen lichaam overwinnen, bijvoorbeeld in het lijden. Volmaakte trouw aan Mij zal steeds gegrondvest zijn op een ware, diepe Liefde voor Mij, een Liefde die alles overstijgt. Alleen indien de Liefde voor Mij elke andere gewaarwording in de schaduw stelt, zullen Mijn dienaren in staat zijn om hun lijden in vreugde, Vrede en dankbaarheid te aanvaarden. God heeft Mij de troon bereid van de Koningin en Meesteres over alles. In de Hemel is deze troon zichtbaar. Op aarde kan hij zichtbaar worden voor ogen die daartoe het Licht van de Heilige Geest in zich hebben toegelaten. Mijn troon op aarde wordt gevormd door Mijn trouwe dienaren en liefdesslaven. Op hen ben Ik gezeten in heerlijkheid. Op het fundament van hun woorden en handelingen regeer Ik zichtbaar. In hun leven blijkt Mijn heerschappij. De wonderen die Ik door hen verricht, zijn als de wetten en decreten die Ik vanaf deze troon verkondig, want zij zijn de vervullingen van Gods Wil. Poets nu Mijn troon door alle zielen aan Mijn voeten neer te leggen. Overweeg deze woorden als een verwijzing naar Mijn herscheppende macht".


23 maart 2006

"Engelen en mensenzielen zijn onder Mijn heerschappij geplaatst. Ik heb je gezegd dat de engelen zich als Mijn slaven beschouwen en daarover in verrukking verkeren. Slaven heb Ik ook onder de mensenzielen. Mijn slaven zijn zij die zich totaal, in al hun doen, laten, denken, voelen en verlangen aan Mij weggeven, en niets anders verlangen dan Mij toe te behoren en Mij volmaakt te dienen. Hoewel de gehoorzaamheid van de engelen jegens Mij deze van de meeste mensenzielen ver overtreft, zijn Mijn slaven in mensengestalte Mij meer waard dan Mijn Hemelse slaven, omdat de ziel in een menselijk lichaam een veel grotere weerstand moet overwinnen om de slavernij jegens Mij te aanvaarden, en bovenal omdat zij deel heeft aan de voltrekking van het Verlossingsmysterie. (...)".


24 maart 2006

"Toen de Aartsengel Gabriël Mij de Boodschap van de Menswording overbracht, begroette hij Mij met een knieval. Hij is pas opgestaan toen hij Mij opnieuw verliet. Ik was hem bekend als zijn Koningin en Meesteres, en hij herkende in Mij de unieke eigenschappen die de Allerhoogste in Mij had gestort. Voor de engelen ben Ik de Vertegenwoordigster van God. Nooit zouden zij het aandurven, in Mijn Tegenwoordigheid overeind te blijven, noch zouden zij ooit verzuimen om ogenblikkelijk gevolg te geven aan het geringste woord of handgebaar van Mij of één enkele blik uit Mijn ogen. Voor hen ben Ik onbetwistbaar de Meesteres met soevereine macht, omdat hen bekend is dat er geen verschil bestaat tussen Mijn Wil en de Wil van God. Hetzelfde gedrag verwacht God van de mensenzielen. Zalig de weinigen die dit hebben begrepen.

Voor de engelen zijn de lauwheid en de onverschilligheid van de meeste mensenzielen jegens Mij een ware kwelling. Zij trachten Mij hiervoor te troosten door zich nog méér voor Mij te vernederen, doch de pijn blijft, want het mensenkind dat zich nooit voor Mij vernedert, beledigt God Zelf. Zeg de zielen dat Ik door de Allerhoogste Zelf tot hun Meesteres ben gemaakt, en dat Hij van hen verwacht dat zij daar naar handelen. De bevrijding van de mensheid uit haar ellende zou zelfs vandaag nog volkomen plaatsvinden indien in dit uur een groot gedeelte van de zielen zich aan Mijn voeten zou neerwerpen, Mij eerbetoon en eerherstel zou brengen, en Mij zou smeken om de vergiffenis van de Allerhoogste om het grote verzuim, Mij niet te hebben behandeld als de Meesteres van alle zielen, Draagster van elementen van een Goddelijke macht. (...).

De zielen zullen begrijpen dat Mijn titel als 'machtige Meesteres van alle zielen' samenhangt met het wezen van hun Verlossing. Zij moeten erkennen en belijden dat Ik hun Meesteres ben, door de Allerhoogste hiertoe verheven, en dat zij onderworpen zijn aan Mijn macht. Bid opdat de Heilige Geest hen moge begenadigen met het inzicht dat zij niet slechts Mijn macht zouden trachten af te roepen voor hun bevrijding uit stoffelijke noden, doch dat het hun heilige plicht is, Mij te vereren, te belijden en te dienen als hun Meesteres, en de uitwerkingen van Mijn macht af te smeken voor de onvergankelijke noden van de ziel.

Je bent geroepen om de apostel van de Meesteres van alle zielen te zijn. De verheerlijking en het afsmeken van Mijn macht behoren tot je voornaamste opdrachten. Door Mijn macht, dat unieke voorrecht dat de Allerhoogste Mij voor alle eeuwen heeft geschonken, te verheerlijken, ondermijn je de macht van de satan. Verheerlijking van de onoverwinnelijke macht van de Meesteres van alle zielen over alles, zet krachten in werking die slechts de engelen en heiligen in de Hemel kennen, en die Ik stap voor stap aan jou openbaar, volgens Mijn Wil en de behoeften van Mijn Plan. Verheerlijking van Mijn macht is als een sleutel op de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, waardoor de gebruikmaking van deze macht verantwoord wordt ten opzichte van de onmetelijke schuld die de mensheid jegens deze Wet op zich draagt.

Het is Mij toegestaan, Mijn macht naar eigen goeddunken te gebruiken, doch Ik zou daardoor de schuld van de mensheid nog verzwaren, want de meeste genaden die Ik haar wil bereiden, verdient zij niet op grond van haar eigen gedragingen. Verheerlijking van Mijn macht, is tevens verheerlijking van de Bron van deze macht, die in het Hart van de Allerheiligste Drievuldigheid ligt. Wanneer Mijn macht niet slechts met woorden doch in akten van de diepste onderwerping, lijden en vurige Liefde wordt verheerlijkt door een ziel die zich bij herhaling in volkomen zelfverloochening aan Mijn voeten voor Mij ter aarde werpt, worden hierdoor ongekende genaden vrijgekocht, wordt de satan in zijn werken verlamd, en wordt de eindfase van zijn definitieve vernedering voorbereid. Verheerlijking van de machtige Meesteres van alle zielen is als een tapijt van bloemen onder de voeten die zijn voorbestemd om de kop van de satan te verpletteren".


27 maart 2006

"(...) De volheid van Mijn macht over de hele mensheid zal worden geopenbaard wanneer het voorbeschikte uur daartoe aanbreekt. (...)

(...) De slavernij van de engelen jegens Mij, hun Koningin en Meesteres, is een vaststaand gegeven. Zij kunnen noch willen ooit nog hun verbond van trouw en gehoorzaamheid aan Mij breken. Daarom heers Ik in de Hemel met soevereine en absolute macht over deze ontelbaren. Hun trouw is zo volmaakt dat zij het als een zware straf ervaren wanneer Ik hen één dag lang geen enkel bevel geef. In hun ogen betekent dit dat Ik oordeel dat zij hun vorige opdracht op onvolkomen wijze hebben uitgevoerd. Zij raken hierover echter niet ontmoedigd, doch zij beschuldigen zichzelf, geknield aan Mijn voeten, en smeken Mij om Mij te mogen dienen.

Hoe anders is het gesteld met de meeste mensenzielen die menen dat zij Mij toegewijd zijn. De slavernij van een mensenziel jegens Mij is Mij een veel groter genot dan deze van de engelen. Wanneer Ik een mensenziel roep tot een leven in Mijn totale dienst, is dat een grote uitverkiezing. Wanneer deze oproep aanvaard en volkomen nageleefd wordt, is dit voor de ziel een uitgelezen weg naar vervolmaking. Voor Mijzelf is het een ware verheerlijking van Mijn macht, want de totale navolging van Maria en de gewillige zelfofferande aan Mijn voeten zijn slechts mogelijk door een constante overwinning op de wereld in de ziel. Precies dát is Mijn roeping: de totale heerschappij over de zielen zodat zij de wereld in zich kunnen overwinnen".


28 maart 2006

"(...) Intense smekingen om de openbaring en ontplooiing van de Mij door God gegeven macht moeten van de zielen uit naar de troon van de Allerhoogste toe stromen, want het is op de grondvesten van Mijn macht dat het Rijk Gods op aarde gefundeerd zal worden. De grondvesting van Gods Rijk op aarde betekent tevens de volle openbaring van Mijn hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen. (...). (Maria onderricht de aanroeping Macht en overwinning zij U, Maria, Meesteres van Hemel en aarde, en licht toe): Velen zullen kritiek uiten tegen deze lofprijzing. Velen zullen niet aannemen dat zij uit Hemelse bron stamt. De satan zal alles in het werk stellen om datgene te laten honen dat hem het meeste schaadt. Wanneer de engelen Mij 'Meesteres van Hemel en aarde' noemen, doen zij hiermee niet aan godslastering, wel integendeel: de Allerhoogste Zelf heeft Mij tot Uitvoerster van Zijn macht gemaakt, in de Hemel en op de aarde. Wanneer mensenzielen deze lofprijzing uit hun hart tot Mij richten, worden hierdoor letterlijk Hemel en aarde in beroering gebracht, en siddert de hel. (...)

Lasterende tongen zullen het ongeloofwaardig achten dat deze lofprijzing, indien zij zo krachtig is, nooit eerder aan de mensheid geopenbaard is. Aan hen zeg Ik: Elke echte openbaring gaat over de aarde wanneer Gods Tijd daartoe aangebroken is. Ik heb jou uitgekozen om haar openbaar te maken omdat jij jezelf en je hele leven aan Mij hebt opgedragen. Ik heb voor deze missie een ziel nodig die Ik totaal in Mijn macht heb, en die zichzelf helemaal aan Mijn verlangens heeft weggegeven. (...)".


29 maart 2006

"Hoe groot toch is het verzet van de duisternis wanneer Ik een ziel 'Mijn slavin' noem, en hoezeer neemt dit verzet nog toe wanneer deze ziel dit aanvaardt. Het is zo door God beschikt dat alle zielen Mijn slaven zijn, doch het uur waarop zij klaar zijn om deze gesteldheid te begrijpen en te aanvaarden, is nog in voorbereiding. Daartoe ben jij geroepen als wegbereider, apostel van de Meesteres van alle zielen.

Tot dat uur, het uur waarin Mijn volledige openbaring als de Meesteres van alle zielen, is aangebroken, geldt als slaaf van Maria de mens die:

  1. de werken van zijn Meesteres op aarde voortzet en in al zijn doen en laten de uitvoering en verwezenlijking van Gods Heilsplan, waarover Ik de leiding heb, bevordert;
  2. zijn Meesteres volkomen navolgt in Haar wijze van leven, spreken, denken, voelen en verlangen, met betrachting van al Mijn deugden;
  3. zijn Meesteres blind en absoluut gehoorzaamt met de inzet van heel zijn leven en in totale verloochening van zijn eigen behoeften en verlangens;
  4. uitsluitend leeft voor zijn Meesteres en voor niets of niemand buiten Haar, tenzij God;
  5. volkomen aanvaardt, Maria’s slaaf te zijn in heel zijn wezen en in elk detail van zijn leven, en zichzelf als niets anders beschouwt dan als Haar slaaf".


30 maart 2006

"Ik kan een zielentempel bezoeken in drie verschillende hoedanigheden:

  1. als schoonmaakster, om hem te reinigen van de invloeden der wereld,
  2. als reparatrice, om hem te herstellen en om wonden te genezen,
  3. als Meesteres, om er te heersen.

In deze derde hoedanigheid word Ik uiterst zelden toegelaten, want veruit de meeste zielen zijn te zelfzuchtig om Mij te dienen, en te hoogmoedig om voor Mij te knielen telkens Ik Mij in hun tempel vertoon. Zielen bidden voornamelijk tot Mij om Mij iets anders te laten zijn dan één of meer van deze drie hoedanigheden: Zij willen Mij slechts als Uitdeelster van stoffelijke gaven en Bevrijdster uit alle lijden. Zeg aan de zielen dat Ik in deze laatste hoedanigheden niet in de werkelijke zin van het woord bij hen op bezoek kom, want een ziel die tot Mij bidt met één van deze beide laatste intenties, nodigt Mij niet in haar leven uit. Er is van die ziel uit naar Mij toe geen liefdesrelatie. Ik kan een ziel slechts het Ware Geluk brengen wanneer Ik haar mag reinigen, herstellen, genezen en uiteindelijk totaal over en in haar kan heersen en regeren. Daartoe ben Ik geroepen, Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen.

Gehoorzaamheid is slechts volkomen, en ontplooit slechts haar verlossende en genade brengende kracht, in de mate waarin zij bezield wordt door de Ware Liefde. De gehoorzaamheid van de engelen in de Hemel is volmaakt, niet alleen omdat zij zich bij elke toenadering tot Mij of bij elke benadering van Mij uit naar hen toe, zonder enige aarzeling aan Mijn voeten neerwerpen en zelfs bidden en smeken om Mijn bevelen, in de wetenschap en aanvaarding dat elk woord uit Mijn mond in de Hemel evenzeer wet is als de woorden van God Zelf, doch vooral omdat hun totale onderwerping en onderdanigheid jegens Mij gegrondvest is op een vlekkeloze en vurige Liefde voor Mij.

Daarom verlang Ik zozeer dat de mensenziel die aan Mijn voeten neerknielt, dit doet omdat zij bezield is met een ware, diepe en oprechte Liefde voor Mij. Ware Liefde is gesteund op een diep verlangen om elk verlangen van de geliefde te vervullen, zelfs ten koste van eigen leed. Zeg de zielen dat zij deze Liefde voor Mij afsmeken van hun engelbewaarder, en via hem van de Heilige Geest.

(...) De engelen zijn de Hemelse strijdkrachten. Ieder van hen heeft eigen opdrachten, maar elk van deze opdrachten heeft te maken met dienst aan God en Mijzelf, en met de strijd voor de verspreiding van het Licht op aarde en de bestrijding van de duisternis. Ik ben de Aanvoerster, de Koningin en Meesteres van deze Hemelse legers. Een gedeelte van de oneindige, onbegrensde macht die de Allerhoogste Mij heeft gegeven, oefen Ik uit over de engelen en via de engelen. Volgens Mijn Wil en Mijn belangen geef Ik hen Mijn bevelen die dienstbaar zijn om Mijn werken op aarde ten uitvoer te helpen brengen, en Ik verwacht van hen blinde en stipte gehoorzaamheid aan Mijn woord. Zij weten dat de geringste ongehoorzaamheid of het geringste teken van gebrek aan onderdanigheid en onderwerping jegens Mij hen door de Allerhoogste kan worden aangerekend als ongehoorzaamheid aan de Goddelijke Wet, en zij weten dat precies dit de oorzaak is geweest voor de verdrijving van de opstandige engelen uit de Hemel.

Zo komt het dat op ieder ogenblik een gedeelte van de engelen werkzaam is met allerlei opdrachten jegens de mensheid, een ander gedeelte opdrachten van Gods wege vervult, en een derde gedeelte bezig is, Mij te dienen. God heeft het zo beschikt dat op ieder ogenblik grote aantallen engelen aan Mijn voeten geknield liggen, want God verlangt ononderbroken eerbetuiging aan de Koningin en Meesteres van Hemel en aarde, en ononderbroken eerherstel voor de onoverzienbare scharen van opstandige engelen, de duivelen, die Mij eeuwenlang niet hebben gediend doch integendeel Mijn werken met al hun kracht hebben bestreden. Ik heb het reeds eerder gezegd: hun getal moet gecompenseerd worden, en daartoe heb Ik echte slaven nodig onder de mensenzielen, slaven die tijdens hun leven op aarde in vurige Liefde, in totale onderworpenheid en in verlangend lijden aan Mijn voeten liggen en hun leven aan en voor Mij geven. (...).

Indien de engelen Mij prijzen met de aanroeping Macht en overwinning zij U, betekent dit niet dat iemand ook maar het geringste kan toevoegen aan Mijn macht, want deze is reeds onbegrensd. Doch door deze aanroeping kunnen wel de reusachtige Schatkamers van Mijn macht geopend worden volgens een Mysterie dat slechts wordt geregeld door de Wetten van Gods Gerechtigheid, waarop Mijn Wil een onbegrensde invloed kan uitoefenen. Aan Mij alleen is het gegeven om te beslissen of, hoe, wanneer, hoe lang, voor wie en in welke mate Mijn macht zich voelbaar ontplooit.

Teneinde Gods Wet in evenwicht te houden, zijn ver doorgedreven smekingen en akten van onderwerping, Liefde en lijden aan Mijn voeten noodzakelijk. Dit is één van de redenen waarom permanent grote aantallen engelen aan Mijn voeten geknield liggen. Geen ogenblik van de dag of de nacht is de Hemel niet vervuld van lofprijzingen aan Mij. Begrijp goed dat de engelen Mij dag en nacht smeken om de genade van inzicht in, en diepe verering van, Mijn macht door mensenzielen. In de Hemel is de openbaring van Mijn macht totaal, zoals onder meer tot uiting komt in het gedrag van de engelen jegens Mij.

Op aarde wordt de openbaring van Mijn macht zeer sterk geremd door de onophoudelijke vloed van zonden, die onder de Wet van Gods Gerechtigheid vallen. Indien Ik deze invloeden zou negeren, zou Ik misbruik maken van Mijn macht. Daarom moet Mij door al Mijn dienaren in de diepste zelfvernedering, met de vurigste Liefde en in dankbaar aanvaard lijden worden gesmeekt om de volle ontplooiing van Mijn macht, die het Ware Geluk brengt, en moet Mijn macht geprezen en verheerlijkt worden, niet alleen door de engelen, doch vooral door mensenzielen. (...)".


31 maart 2006

"(...) De mensheid moge tot inkeer komen over Mijn ware Wezen, in het besef dat de engelen in hun volkomen zuiverheid de slavernij jegens Mij aanvaarden en ze beminnen als een schat van verrukkingen. De mensenziel die, ondanks haar zondigheid, te trots is om voor Mij te knielen, terwijl zij door de Allerhoogste niet waardig wordt gekeurd om in Mijn Tegenwoordigheid overeind te blijven, volgt de stem van Mijn tegenstander en verwijdert zich ver van het Eeuwig Heil".


1 april 2006

"Sommigen zullen in verwarring komen omdat zij menen dat de Meesteres van alle zielen streng is, en dit niet past in het beeld dat zij van Maria hebben. Zeg aan de zielen dat Ik steeds hun tedere Moeder zal blijven. Jezus heeft vanop het Kruis Mij aan de zielen gegeven, en de zielen aan Mij, en deze hoogheilige Nalatenschap is eeuwigdurend en onverbrekelijk. Nu is het uur aangebroken waarop de Allerhoogste de mensenzielen wil leren wat de engelen reeds vele eeuwen lang weten en aanvaarden: dat Ik ook hun Meesteres ben. Over dit gegeven is de strijd tussen Licht en duisternis in werkelijkheid begonnen, want vele engelen zijn opstandig geworden doordat zij het absolute meesterschap van de Vrouw over hen niet konden aanvaarden. Elk lid van de engelenscharen dat niet bereid was om zeer diep aan Mijn voeten neer te knielen en een eed van trouw en onderwerping aan Mij als zijn Meesteres en Koningin af te leggen, werd door de trouwe engelen onder aanvoering van de Aartsengel Michaël uit de Hemel verdreven en in de hel gestort. Sedertdien zijn de engelen die Mij toen aanvaardden als hun Koningin en Meesteres, Mijn trouwste slaven. Dat zijn zij, bij Gods Genade, en zij handelen ernaar tot in de kleinste bijzonderheden.

Sedert de zondeval van het eerste mensenpaar zijn de mensenzielen zelf het voorwerp van de strijd tussen Licht en duisternis. Van hen verwacht de Allerhoogste dezelfde trouw jegens Mij als de engelen die hun eed van trouw aan Mij hebben afgelegd. Om de strijd tussen Licht en duisternis, tussen het vooruitzicht van de Eeuwige Gelukzaligheid enerzijds en de ervaring van alle ellende op aarde anderzijds, tot een goed einde te brengen met de grondvesting van het Rijk van Liefde op aarde, moeten de zielen mij volledig, onbeperkt en onvoorwaardelijk erkennen als hun Meesteres, en Mij tot het uiterste dienen in alle bijzonderheden van hun leven. Om het leven op aarde te zuiveren en te bevrijden van alle ellende, moet de bron van deze ellende, de satan, aan Mijn voeten worden uitgeleverd door Mij waarlijk te erkennen en te aanvaarden als de Meesteres van alle zielen".


4 april 2006

"Elke ziel kan macht verwerven op Gods Hart, in de mate van haar heiligheid. Hoe heiliger een ziel, des te groter de overeenstemming van haar verlangens met Gods eigen verlangens, en derhalve ook des te groter de macht van haar gebed en voorspraak. Hierin schuilt de basis van Mijn unieke macht:

  1. Mijn heiligheid was vanaf Mijn Onbevlekte Ontvangenis volmaakt, en aldus was Mijn Wil volmaakt één met deze van God Zelf.

  2. God heeft aan Mij vele unieke Mysteries voltrokken, die Mij oneindig boven de toestand van het gewone mens-zijn hebben verheven.

  3. God heeft Mij gemaakt met de bedoeling dat Ik Koningin van Hemel en aarde en Meesteres over alles zou zijn. Hij heeft alles onder Mijn voeten gelegd voor alle tijden.

Bedenk dat de roep in een ziel om zich aan Mij toe te wijden, een onuitsprekelijke Genade en een buitengewoon voorrecht is. Indien de ziel die Mijn verheven status kent, en weet dat God Mij heeft gesteld op een positie die oneindig verheven is boven al wat leeft, van mensenzielen tot en met de hoogste engelen, Mij desondanks niet trouw weet te dienen en het niet vermag om resoluut voor Mij te kiezen boven alles wat de wereld en het aardse leven toebehoort, begaat deze ziel een zeer grote vergissing en maakt zij zich schuldig aan een gebrek aan Liefde jegens haar Meesteres.

Begrijp wel dat gebrek aan Liefde voor Mij in Gods ogen even pijnlijk is als gebrek aan Liefde voor Hem Zelf, omdat Hij Mij tot Zijn Vertegenwoordigster naar de zielen toe heeft gemaakt en Mij heeft bekleed met elementen van Zijn macht en ontelbare unieke eigenschappen. Ontrouw van Mijn dienaren jegens Mij is het breken van een Hemels Verbond, en staat in Gods ogen gelijk met afwijzing van een buitengewone Genade: een Genade die, mits zij voluit wordt aanvaard, een gouden sleutel tot de Eeuwige Gelukzaligheid en tot de redding van anderen betekent. De toegewijde die niet onvoorwaardelijk en in alle omstandigheden voor Mij weet te kiezen, is voor God een dienaar die niet knielt aan de voeten van zijn door God aangestelde Meesteres, wat voor Hem neerkomt op een pijnlijke belediging, een gebrek aan waardering voor Gods goedheid. (...)".


6 april 2006

"(...) Mijn voeten zijn door de Allerhoogste gewijd en ten aanschouwen van het hele Hemels Hof gebalsemd als de symbolen bij uitstek van Mijn macht. Om die reden ook heb Ik je getoond dat de Aartsengel Michaël Mij elke dag de voeten kust ten teken van totale onderwerping van het hele Hemels Hof aan Mij, want hij, de prins van de engelen, stelt deze handeling in naam van de ontelbare engelenscharen. Reeds toen de Allerhoogste Mij aan de engelen voorstelde als hun Koningin, nog vóór Ik als mens geschapen werd, had Hij Mijn voeten bekleed met de macht om onbegrensd over het Hemels Hof te heersen. Bij Mijn Onbevlekte Ontvangenis werden Mijn voeten bekleed met de macht om de duivelen restloos aan Mij te onderwerpen. Bij Mijn Kroning in de Hemel, na de voltooiing van Mijn aardse reis, werden Mijn voeten gebalsemd als de diepste en unieke verering van Mijn grenzeloze macht over het Hemels Hof, de mensenzielen en de duivelen.

Mijn voeten zijn bestemd om de satan te verpletteren onder de druk van Mijn macht. Voor hem zal de ultieme vernedering hieruit bestaan dat zijn macht over de mensheid definitief gebroken zal worden, niet rechtstreeks door een handeling van God, doch onder de voeten van een Vrouw. In Mij zijn alle echte belangen van de hele mensheid verenigd. Elke dag worden deze voeten, symbolen van Goddelijke macht, bevuild door lage wereldse handelingen, gedachten, gevoelens, bestrevingen, verlangens en woorden. Het zicht van Mijn voeten verlamt de satan van angst, omdat hij weet waartoe Mijn Wil hen zal gebruiken zodra de mensheid hen ten diepste vereert. (...)".


8 april 2006

"Meesteres van alle zielen kan alleen Zij zijn, Die alle zwakheden en bekoringen die het leven van de mens bedreigen, heeft overwonnen. Elk ogenblik van Mijn leven heeft de satan onder Mijn voeten gelegen. Niettemin hield hij ook in die positie van totale vernedering niet op, zijn giftige pijlen op Mijn Hart te richten. Vanaf Mijn prille kinderjaren moest hij erkennen dat Ik een buitengewone, unieke macht over hem had. Bij het Kruis van Calvarie is hem duidelijk geworden dat Ik de Vrouw was Die hem eeuwen voordien door de Allerhoogste was voorgesteld als zijn Meesteres voor de eeuwigheid, doch voor Wie hij toen weigerde te knielen. Daar, bij het Heilig Kruis, heeft hij de macht van Mijn voet in haar volheid ervaren. De ziel die in de zwaarste beproevingen in het Hart van de Allerhoogste geworteld blijft, heeft macht over alle kwaad.

Elke ziel kan de satan verlammen door zich in de ogenblikken van duisternis aan Mijn voeten neer te werpen en te belijden dat Ik haar Meesteres ben. Deze ziel zal delen in Mijn macht, Mijn Licht, Mijn heiligheid. Mij in de beproevingen belijden als de Meesteres van alle zielen, en zich totaal aan Mij overleveren, vergt een grote rijping in alle deugden. De meeste zielen ontbreekt het daarbij aan Liefde, Geloof, vertrouwen en nederigheid. Door hun verbeten groei in deze gesteldheden moeten de zielen Mijn troonsbestijging als de Meesteres van alle zielen voorbereiden. In het uur van Mijn troonsbestijging zullen alle zielen voor Mij knielen, en het eerste decreet van de Meesteres van alle zielen zal dit zijn waardoor de satan en zijn gevolg naar hun oord van gevangenschap onder Mijn voeten verwezen zullen worden. (...)".


10 april 2006

"De offerande van de meeste aan Mij toegewijde zielen lijkt op woestijngrond. Precies daarom is ook Mijn dorst onlesbaar: Ik ween stromen van Tranen over de zielen, doch de stroom van Liefde vanuit de zielen bereikt nauwelijks Mijn Hart, zij wordt uitgestort in de woestijngrond van de wereld. Het hart en de geest van de meeste van Mijn toegewijden zijn zo zeer aan wereldse gevoelens, gedachten en verlangens verpand dat deze zielen vergelijkbaar zijn met een bruidegom die zijn bruid kust doch tezelfdertijd aan een ander denkt. (...).

Tijdens de avondtoewijding aan Maria worden mij voortdurend beelden getoond over Betyhanië in contrast met Jeruzalem. Jezus, de apostelen en de heilige vrouwen uit Galilea verbleven de laatste dagen vóór de Passie in Bethanië op het grote landgoed van Lazarus. Zij bleven er telkens ’s avonds en ’s nachts, terwijl Jezus en de apostelen overdag naar Jeruzalem trokken voor gebed en prediking. Maria toont mij nu de volgende contrasten:

BETHANIE JERUZALEM

Vrede van hart

lijden en onrust

prachtige landschappen, de geur van rozen, fruitbomen in bloesem

gewoel van mensen, en een voorgevoel van de geur van lijden en dood
rust en Vrede

constante aanvallen op hart, geest en lichaam

geborgenheid en vriendschap (Jezus vindt er het troostend gezelschap van Maria en Lazarus)

vijandschap en verraad (Jezus stoot onophoudelijk op de giftige tongen van farizeeën en schriftgeleerden, en op de sfeer van het verraad). Intussen legt Judas daar ook de contacten voor het nakend verraad

Bethanië is vergelijkbaar met het Hart van Maria.

Jeruzalem is vergelijkbaar met het hol van de satan


12 april 2006

"Ikzelf heb gedurende die laatste levensdagen van Jezus eveneens zwaar geleden in het Hart, vanwege het vooruitzicht van de gebeurtenissen die op komst waren. Mijn Hart deelde volkomen in het Lijden in Jezus’ Hart, want Ik bezat de gave om in zielen te kijken. Jezus had voor Mij geen geheimen, en ook Zijn Hart was een open boek voor Mij. Zo had de Eeuwige Vader het beschikt, want Ik moest de Medeverlosseres naast Jezus zijn. (...)"


Goede Vrijdag 14 april 2006

"Waarlijk nut hebben deze hoogheilige uren van de Passie voor een ziel slechts in de mate waarin zij de Genade van deze uren in zich laat uitwerken door zich totaal open te stellen voor de bewustwording over haar eigen gesteldheid. De Passie moet zodanig worden beleefd dat de ziel op grond van deze beleving zichzelf waarlijk leert kennen, haar zwakheden, haar grenzen en beperkingen leert herkennen en toegeven, al haar banden met het wereldse leert zien als onbelangrijk en ze toevertrouwt aan het Kruis om ze in het hart ter dood te brengen. De banden der wereld in het hart ter dood brengen, betekent dat de ziel weliswaar haar wereldse verplichtingen nakomt, doch deze geen enkele kans meer geeft om haar gevoelswereld en haar verlangens te beheersen.

De Genade van de Passie is deze van de Verlossing. Ware Verlossing is bevrijding van alles wat niet op het Eeuwig Leven gericht is en aldus nog steeds de weg vrijhoudt naar bekoring, ondeugd en zonde. De gouden weg naar deze bevrijding is deze van het Kruis, de eenmaking van het dagelijks leven en het hele wezen van de ziel met het leven en het Wezen van Jezus en Mijzelf. Deze weg wordt op geen enkel ogenblik duidelijker aan de zielen geopenbaard dan in de hoogheilige uren van de Passie. (...).

Paaszaterdag is de drempel van de Opstanding van het Licht. De onmetelijke stroom van de Genade der Verlossing wordt afgerond in Mijn medeverlossende Smarten van Paaszaterdag. Omdat toewijding in de eerste plaats een zaak is van totale overgave aan Gods Heilsplan voor de zielen, bestaat het wezen van totale toewijding aan Mij uit een totale offerande van de ziel in al haar lijden en beproevingen aan Mij als Diegene die dit lijden en deze beproevingen kan heiligen en ze in Gods Heilsplan kan inpassen opdat zij daarin hun juiste plaats zouden innemen om zo veel mogelijk vrucht te dragen. (...)

Paaszaterdag is tevens de dag waarop de doopgeloften worden hernieuwd. Door deze geloften verzaakt de ziel aan alle navolging van het kwaad. Dat is precies de basis voor alle toewijding aan Mij: wie kiest voor een leven in Mijn dienst, verzaakt aan de navolging van Mijn tegenstander, de satan. Een toegewijde die haar/zijn toewijding onvoldoende beleeft, leeft te oppervlakkig en verzinkt spoedig in allerlei ondeugd. (...)".


PASEN 16 april 2006

"Welke wolk is bestand tegen het Licht van de Verrijzenis? Alleen deze van de onwil. Bedenk (...) dat het Vuur van het verlangen in het hart, de zucht naar de Ware Liefde, elke nevel oplost en het Licht van de verrezen Christus in zijn volheid in de ziel laat binnentreden. (...).

Vandaag is Jezus opgestaan uit het Graf, nadat Hij alle ondeugden en zonden van de mensheid in Zijn Lichaam had getrokken om ze te laten geselen, bespotten en kruisigen. Hij heeft aangetoond hoe de ziel, ontdaan van alle zonde en ondeugd, in ongeschonden toestand verrijst. Deze uitboeting van zonden en ondeugden gaat nog steeds verder, in de Heilige Eucharistie, in Mijn eeuwigdurende Smarten, en in de toegewijde boete en offers van zielen op aarde. Wanneer het lijden toegewijd wordt, sluit het de bruiloft met de Heilige Geest. (...)

Bedenk dat de bevrijding, het Ware Geluk van een wedergeboorte in de Heilige Geest, hoofdzakelijk steunt op een volkomen bloei van de Liefde, blijmoedigheid, zachtheid, verdraagzaamheid, mildheid, geduld, soepelheid, en aanvaarding van Gods Plan in de concrete invulling van elke dag. De Heilige Geest maakt vrij van elke verstarring en brengt hierdoor Ware Vrede en rust in de harten. Op dit fundament van onwankelbaarheid zal Hij Gods Rijk uitbouwen door Mij, de Meesteres van alle zielen, de heerschappij te laten uitoefenen over de harten. In Mij hebben Verlossing en Heiliging de volmaakte bruiloft gesloten. (...)".


19 april 2006

"Wat menselijk is, is vergankelijk. Wat daarentegen in Gods Waarheid is, is eeuwigdurend. Zo leeft de Christus verder in de Heilige Communie. Zo ook zal Ik voor eeuwig de Meesteres van alle zielen zijn. Waarom toch verbaast dit de mensen zozeer? Was Ik niet reeds de ware Meesteres ten tijde van de jonge Kerk na de Hemelvaart van Jezus? Heb Ik Mijn meesterschap niet reeds getoond in ontelbare genezingen, bekeringen en onvergankelijke gunsten? Door de leerlingen van de jonge Kerk werd Ik beschouwd en behandeld als een Koningin, ware Vertegenwoordigster van Gods Wijsheid en macht. Elke ziel, tot en met Petrus, knielde aan Mijn voeten neer, gehoorzaamde elk woord uit Mijn mond en vereerde Mij met de diepste eerbied en Liefde. Ikzelf heb Mij teruggetrokken in de nederigheid.

Het is God Zelf Die heeft doen schitteren wat Hij Mij voor altijd had toevertrouwd. Zo zal het voor eeuwig zijn. Als de Meesteres van alle zielen zal veel van Mij geopenbaard worden dat steeds verborgen was, doch door heilige zielen in alle tijden op kracht van de bezieling vanwege de Heilige Geest is herkend en door sommigen onder hen ook is verkondigd. Aan jou heb Ik reeds zoveel over Mijzelf geopenbaard en wil Ik nog veel openbaren. De wereld is nog niet klaar om deze hoogverheven kennis zonder meer te ontvangen en te aanvaarden (...)".


20 april 2006

"De Meesteres van alle zielen heeft de macht om de Eeuwige Lente in de zielen te brengen. Zij is Draagster van het Licht van Christus, van de warmte van de echte Goddelijke Liefde, en van het zaad van de veelkleurige en veelsoortige bloemen der deugden. De ziel die zich aan Mij overlevert, ontvangt het ware Goddelijk Leven in zich. In de mate van haar overgave, haar vertrouwen, haar Geloof, haar onderwerping en haar bereidheid om met ware en oprechte aanvaarding haar kruis te dragen, zal Ik in deze ziel heersen. Het voedsel dat zij uit Mijn handen ontvangt, zal het sap van de Goddelijke Liefde zijn. Het Vuur van Mijn Liefde zal in de ziel alles verbranden wat van de wereld is. Alle onkruid en alle kaf zullen in haar hart verschroeien, en aan Mijn voeten zal zij de Ware Vrede vinden, het Ware Geluk van de kinderen Gods.

Het Ware Geluk en de volkomen Vrede van hart kunnen slechts worden gebouwd op een diepe en oprechte Liefde. Wanneer de aan Mij toegewijde ziel alles in haar leven beschouwt als goedgekeurd door Mijn Wil, zal zij ook Vrede hebben in de beproevingen. Voorwaarde om dit te kunnen, is dat de ziel Mij oprecht en vurig liefheeft. Welke zaligheid zal de ziel door zich heen voelen stromen wanneer zij zich niet langer door de beproeving bedreigd voelt doch deze leert zien als een gebeuren of situatie waarover haar Meesteres macht heeft".


21 april 2006

"Wat brengt een ziel in dwaling? Gebrek aan wortel. De meeste zielen slaan wortel in het wereldse, in de moerasgrond van de genietingen van het lichaam en zijn schijnbehoeften. Wortels die in de aarde vastzitten en hun voedsel daaruit betrekken, zijn zeer broos: zij worden vanuit de aarde aangevreten door het ongedierte van de hartstochten en door de knaagdieren van de bekoringen. De ziel in Mijn dienst mag slechts wortel schieten in het niet-wereldse, in de bodem van Mijn Hart, waar zij haar voedsel kan putten uit niets anders dan de ware Hemelse Liefde. Wie zich met de Liefde voedt, verandert in Liefde. Wie zich met de aarde voedt, verandert in aarde. Dwaling is een gebrek aan wortel in de Ware Liefde.

De Meesteres van alle zielen heeft de aarde, haar ongedierte en haar knaagdieren onder Haar voeten gelegd. Uit Haar stroomt niets dan de Liefde en de Wijsheid van Gods Geest. De ziel die zich aan Mijn voeten toevertrouwt, zal bevrijd worden van alles wat haar wortels aanvreet. In Mij, de machtige Meesteres van alle zielen, zijn Vrede, vrijheid en heiligheid. De ziel die zich aan Mij weggeeft, zal gereinigd worden van alle slijk en stof dat haar belet om de Leven schenkende bries van de Heilige Geest te voelen, en zal de onmetelijkheid van Gods schatten bezitten. Mijn troonsbestijging in een ziel betekent het einde van haar slavernij. Slavin/slaaf te zijn van Maria, betekent de totale vrijheid erven van het Rijk der Hemelen. Een groot gedeelte van alle dwaling en ongeloof komt voort uit de hoogmoed. (...)".


22 april 2006

"De onderwerping aan Mij vindt haar volmaaktheid op het toppunt van de Liefde, en dit toppunt wordt langs de zuiverste weg bereikt in het lijden. (...) Ik verlang dat zij die zich aan Mij weggeven in totale toewijding, zich geen vragen meer stellen over hun lijden, doch aanvaarden dat Ik hun lichaam beheers in de mate waarin zij Mij dit toelaten door zich daadwerkelijk aan Mij weg te schenken, en afstand te doen van zichzelf om Mijnentwil. Zo wordt lijden tot een vreugde. Niet het lijdende lichaam verheugt zich, wel de diepste kern van de ziel, de troonzaal van je wezen waarin God bij de schepping van je ziel de kiem van de heiligheid heeft gelegd en waarin alle communicatie tussen je ziel en God in beide richtingen bestuurd wordt, tevens de kamer waarin Ik de troon van Mijn Rijk in de ziel bestijg en van waaruit Ik heers en regeer als de Meesteres van je hele wezen. (...)".


23 april 2006 (Barmhartigheidszondag)

"Begroet in Mij de dageraad van de Eeuwige Lente. Jezus heeft voor de zielen de Ware Liefde, het Ware Geloof en de Ware Hoop opnieuw geboren laten worden. Hij heeft dit gedaan door het Lijden in een Lichaam en Bloed dat Hij door Gods Beschikking uit Mijn lichaam en bloed had verkregen voor een leven als God en Mens tegelijk. Daarom heeft Hij Mij bekleed met de voltooiing van de Liefde, het Geloof en de Hoop in de zielen. Christus, de Middagzon, zal door Gods Barmhartigheid worden bekrachtigd in de Dageraad van de Meesteres van alle zielen, opdat zij die het ware Licht niet hebben herkend, er opnieuw aan herinnerd zouden worden dat God hen het ware Licht heeft geschonken om hun aandeel te worden voor de Eeuwigheid. Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, is de eerste en grootste Erfenis van het Licht van Christus, en zal als de Dageraad schitteren in de prachtigste kleuren die de zielen ooit hebben gezien. Zij zullen zien dat deze Dageraad de macht en de eigenschappen van de Middagzon in Zich draagt. Zo zullen ook zij die het volle Licht van de Middagzon niet verdragen, getuigen worden van Gods macht en Glorie, in een Licht dat de ogen van hun ziel zal klaarmaken voor de volle Waarheid".


24 april 2006

"(...) Aan Mijn voeten wordt de slang een worm. Kan een worm je schade berokkenen? Reeds tijdens Mijn leven op aarde heb Ik de satan getemd. Bedenk dat hij door het diep verlangen van Mijn echte slaven niets méér is dan een speelbal voor Mijn voeten. Geloof totaal in Mij. Ten tijde van de 'Handelingen van de Apostelen' was de jonge Kerk van Christus nog in vorming. De Leer van Christus was nog jong en moest zijn weg vinden in harten die gewend waren om anders te denken, te voelen en te zien. De eerste christenen hadden een levend voorbeeld nodig om hen in het Geloof te verstevigen. De Allerhoogste had Mij beschikt om dat voorbeeld te zijn. Hij bediende Zich daarbij van de onvergelijkbare macht en de unieke eigenschappen waarmee Hij Mij had bekleed. Vele pas bekeerden werden bij hun eerste kennismaking met Mij zo diep geraakt dat zij meenden dat zij een godin vóór zich zagen. Ja, toen reeds oefende Ik Mijn roeping en macht als de Meesteres van alle zielen uit.

(...), zeg aan de zielen hoe Ik door de eerste christenen benaderd werd. Velen genazen in ziel en lichaam, louter door Mij te zien of te horen. Zij wierpen zich spontaan voor Mij neer en kusten Mij de voeten. Velen waren diep onder de indruk bij het zien van de onderdanigheid en eerbied waarmee de apostelen van Jezus Mij behandelden. Velen namen het Ware Geloof, het christendom, aan toen zij vernamen dat Ik de Moeder van de Christus was, en getuigden dat de Zoon van deze Vrouw Die zozeer schitterde van macht en heiligheid, niemand anders kon zijn geweest dan de Messias. (...) de bevrijding die de Christus in hen [= de zielen] wil voltrekken, kan door Mij voltooid worden. Wie kan Mij weerstaan wanneer Ik iets wil? Noch mens, noch engel, noch duivel. Zeg het hen, want de Kerk van Christus moet nu naar haar wortels terugkeren".


26 april 2006

"In hun relatie tot Mij kunnen zielen Mij beschouwen op drie verschillende niveaus, al naargelang zij Mij hoger en zichzelf lager achten:

  1. Maria als dienares: De ziel die Mij ziet als haar dienares, doet op Mij een beroep om hulp in bepaalde situaties. Zij verwacht van Mij een oplossing voor haar moeilijkheden en beproevingen, en ziet Mij slechts als iemand die verplichtingen heeft jegens haar. Deze ziel rolt weliswaar een loper voor Mij uit, maar doet dit niet om Mij te eren doch om Mijn welwillendheid in stand te houden.
  2. Maria als Koningin: De ziel die Mij ziet als Koningin, plaatst Mij op een troon, en erkent in zekere mate Mijn verhevenheid, doch zij plaatst zich niet volkomen onder Mijn heerschappij: Zij bewaart haar hart grotendeels voor zich, en blijft zoveel mogelijk op een afstand van Mij vandaan.
  3. Maria als Meesteres: De ziel die Mij ziet als Meesteres, geeft zichzelf volledig aan Mij over of tracht er oprecht naar om dit te doen, en legt zich voor Mijn voeten neer. Zij erkent Mij als haar Gebiedster en Meesteres in alle omstandigheden, en aanvaardt dat Ik over en in haar heers en regeer. Zij is bereid, Mij in alles te gehoorzamen, en zoekt werkelijk toenadering tot Mij: Zij opent haar hart voor Mij en levert het totaal aan Mij uit. Zij aanvaardt Mijn Wil als haar wet en gebod.

Zeer talrijk zijn de zielen die Mij beschouwen en benaderen als hun dienares. Deze zielen roepen Mij aan zonder veel Vuur.

Reeds minder talrijk zijn de zielen die Mij benaderen als hun Koningin. Zij erkennen Mijn meesterschap in bepaalde omstandigheden en knielen dan voor Mij omdat zij soms voelen dat dit zo hoort, doch zij betrekken Mij nauwelijks bij de gesteldheden van hun hart.

Zeer weinigen beschouwen en benaderen Mij als hun MEESTERES. Voor hen ben Ik niet alleen de Heerseres in alle omstandigheden, Ik ben ook de Meesteres van hun hart, want zij hebben de kern van hun wezen aan Mij weggegeven. Slechts uit deze, zeer kleine, categorie kies Ik Mijn ware slaven, hen die Ik begenadig met het voorrecht, slechts te leven door, met, in en voor het verlangen naar een leven aan Mijn voeten. Deze begenadiging kan Ik geven aan wie Ik wil, doch de Goddelijke Gerechtigheid rechtvaardigt slechts de uitverkiezing van zielen die deze grootste der Genaden aankunnen, ze in hun leven weten in te bouwen, en de volharding, de persoonlijkheid en de levensbeschouwing bezitten om ze met het grootste Vuur na te leven en er in de diepste onderwerping aan te beantwoorden.

Een leven aan Maria’s voeten is een onvergelijkbare Genade, doch brengt ook een immense verantwoordelijkheid met zich mee. Het is een heilig verbond waaraan slechts zeer weinigen weten te beantwoorden, want de aanvallen van de satan tegen deze zielen zijn ongenadig. Zeg de zielen dat Ik naar méér slaven verlang, en dat zij zich moeten openstellen voor deze Genade door in alle omstandigheden Mij na te volgen in Mijn grote deugden: Liefde, zuiverheid, zachtmoedigheid, blijmoedigheid, nederigheid en totale zelfverloochening, en aanvaarding van alle kruisen in overgave en blind vertrouwen. Het is op het fundament van Mijn ware slaven dat het Rijk van de Meesteres van alle zielen gegrondvest wordt. (...).

Zie, de zielen die Mij beschouwen als hun dienares, zijn volkomen onbruikbaar voor de grote opdrachten die Ik van Mijn uitverkorenen verlang. De zielen die Mij beschouwen als hun Koningin, kunnen Mij van nut zijn als dienaren voor welbepaalde opdrachten, doch vervallen doorgaans spoedig in onstandvastigheid en zijn daarom onbetrouwbaar voor de behartiging van Mijn noden. Zij houden nog veel voor zichzelf achter en willen nog steeds de zekerheid dat zij zich aan Mijn macht kunnen onttrekken.

Zij, daarentegen, die zich met hart en ziel, met geest en lichaam aan Mij weggeven en Mij dienen als hun Meesteres, zijn diegenen in wie Ik Mijn vertrouwen kan stellen voor grote en langdurige opdrachten: Zij zijn de enigen die Mij dienen vanuit de kern van hun hart en door wie de Ware Liefde stroomt op een meer constante wijze. Zij zijn in hoge mate standvastig in de beproeving. Van hen weet Ik dan ook dat zij berekenbaar zijn omdat zij alles doen wat Ik wil. Telkens wanneer Ik hen nodig heb, liggen zij aan Mijn voeten in het verlangen, Mij alles van zichzelf te geven, omdat zij gedreven worden door een vurige Liefde voor Mij. Zij zijn Mijn groot genot, de instrumenten van Mijn macht. Zij hebben hun hart door Mij laten temmen, zodat zij slechts verlangen en nastreven wat Ik wil. Zij leven werkelijk voor Mij, en alleen voor Mij, en wanneer Ik dat wil, sterven zij ook voor Mij. Hun leven is voorbode van Mijn Rijk, en doorlopende verheerlijking van Mijn macht. Volgens Mijn Wil onderwerp Ik hen geregeld aan beproevingen, opdat moge blijken dat Zij daadwerkelijk Mijn bezit en eigendom zijn, en hun wil voorgoed onder Mijn voeten hebben gelegd".


27 april 2006

"(...) Elke ziel draagt in zich de kiem van Gods Wil. De Allerhoogste heeft deze kiem in elke ziel gelegd opdat zij in staat zou zijn om de richtlijnen en ingevingen van God te kunnen ontvangen. Wanneer jij, als Mijn uitverkoren apostel van de Meesteres van alle zielen, je aan Mijn voeten neerwerpt voor een eerbetoon, een lofprijzing, een akt van onderwerping, een liefdesbetuiging of een uiting van dank, en je wijdt deze Vlam van Liefde toe aan de Meesteres van alle zielen in de Goddelijke Wil, dan geldt jouw akt als een bliksemflits die in alle zielen de kiem van de Goddelijke Wil doet oplichten, ook al voelen de meesten dit niet, zodat God en Ikzelf in alle zielen deze lichtpunten kunnen waarnemen. Voor Mij is het dan alsof daadwerkelijk alle mensenzielen zich aan Mijn voeten neerwerpen. (...) De waarde van een dergelijk boeteceremonieel kan geen ziel op aarde bevatten.

(...) Bedenk: Elke akt van onderwerping en gehoorzaamheid aan de Meesteres van alle zielen is als goud voor de ziel. (...).

Gisteren zei Ik je dat slechts uiterst weinigen Mij beschouwen en benaderen als hun Meesteres. Begrijp wel: Meesteres ben Ik, eeuwig en onbetwistbaar, jegens alle zielen, doch de ziel kan pas de voordelen van haar slavernij jegens Mijn Liefde ervaren in de mate waarin zij Mij daadwerkelijk als haar Meesteres erkent en aanvaardt. (...) Leer de zielen dat zij ook zelf hun contacten met Mij horen te bekleden met de allerdiepste eerbied. Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen in de orde der Goddelijke Genade. Wie Mij in deze hoedanigheid benadert, behoort dit te doen in de diepste onderwerping en eerbied, wat betekent dat gedurende een dergelijk contact, voor de ziel niets of niemand anders mag bestaan dan Ik, de Meesteres van alle zielen".


28 april 2006

"(...) Met grote verwachting kijkt de Allerhoogste naar zielen die met Mij het hoogheilig verbond aangaan dat hen voorbereidt op een leven in de kern van het Verlossingsmysterie, de strijd voor de voltooiing van Gods Werken en Plannen. Elke gelegenheid waarbij een ziel op aarde een zegen brengende beproeving met Liefde omhelst, wordt in de Hemel geprezen als een wonder van de Voorzienigheid. Als de Meesteres van Gods Voorzienigheid word Ikzelf dag en nacht geprezen voor de grote dingen die Mijn macht tot stand brengt in zielen die het verbond van de totale slavernij jegens Mij hebben getekend als een getuigenis tegen hem die de bron is van alle ellende.

Verheug je buitenmate, want onschatbaar groot is de genade van de bewuste en gewilde deelname aan de laatste en grootste strijd tot voltooiing van Gods Heilsplan: de strijd tussen de Vrouw en de slang, waarbij het meesterschap van de Vrouw bezegeld en verkondigd zal worden in de grondvesting van het Rijk Gods op aarde en de regering van de Meesteres van alle zielen over alle zielen. Voor de engelen en heiligen in de Hemel wachten bij de definitieve afkondiging van Mijn volmaakt en totaal meesterschap nog grotere zaligheden.

Voor de zielen op aarde die zich voor Mijn voeten neerwerpen, wacht het Ware Geluk, de Ware Vrede en tot slot de verheerlijking. Voor de duivelen wacht de restloze vernedering onder Mijn machtige voet. Hemel, aarde en hel zullen beven wanneer de volheid van de Mij door God gegeven macht geopenbaard zal worden. (...) Weet dat het de satan niet is toegestaan om te vernietigen wat Mij in handen is gegeven, noch wat door Mijn handen vorm heeft gekregen. Vrees niet wat mensen doen of zeggen, want hoe groter de schade die zij je willen toebrengen, des te groter je verdienste indien jij de beproevingen door je aanvaarding en Liefde laat afstralen op de Werken die Ik door jou wil volbrengen. Zo schept de duisternis door haar eigen werken een sterker Licht, op voorwaarde dat de duisternis niet met duisternis wordt beantwoord".


29 april 2006

"Heb Ik ooit iets anders in de zielen gebracht dan Hoop, Vrede en vreugde? De heerschappij van de Meesteres van alle zielen kenmerkt zich door een algehele bevrijding van de ziel. Op het ogenblik waarop een hart zich totaal aan Mij overlevert, bestijg Ik er de troon van het Rijk van de Liefde. Mijn eerste regeringsact is de afkondiging van Mijn Grondwet die is opgebouwd op het fundament van de Ware Liefde en van alle deugden die uit de Liefde voortvloeien. Mijn eerste verordening vanop de troon is het bevel van Jezus aan de woelige baren van het meer van Galilea: Ik breng in het hart alle stormen tot zwijgen.

Alles gehoorzaamt Mij, want Ik heb macht over alles. De enige tegenstand tegen Mij bestaat uit de neiging van de ziel om haar eigen wetten te maken en deze te volgen: De zielen durven of willen zich zo vaak niet voor Mijn Wil buigen. Waarom vrezen zij Mij, of waarom vertrouwen zij niet totaal op Mijn macht en Mijn allesvermogende Liefde? Hoeveel tekenen verlangen zij nog om te geloven in Mijn macht, Mijn Liefde en Mijn Wil om hen de volmaakte Vrede van hart te schenken? (...) Volmaakte overgave aan de Meesteres van alle zielen schept volkomen Vrede in het hart.

Zeg aan de zielen dat zij Mij vurig liefhebben, dat zij vurig naar Mij verlangen. Ik zal Mijn schoonheid in hun hart en in de ogen van hun ziel branden, zodat zij betoverd worden, opdat zij alles wat van de wereld is, verachten. (...) Hoe meer de ziel zich voor Mij vernedert, des te meer kan Ik Mij in haar laten gelden als haar ware en absolute Meesteres. Hoe totaler Mijn heerschappij in en over een ziel wordt, des te dieper kan ik graven om uit haar alle wortels te rukken van gesteldheden en invloeden die haar binden aan het werelds denken, voelen en handelen.

Het zijn deze gesteldheden en invloeden die onvrede in het hart brengen, die de ziel in innerlijke strijd brengen en de geest aan verwarring prijsgeven. Wanneer Ik van een ziel verlang dat zij zich voor Mijn voeten neerwerpt, is dit opdat Ik de volheid van Mijn macht over haar zou kunnen laten gelden, om haar binnen de grenzen en voorwaarden van de Wet van Gods Gerechtigheid de algehele bevrijding te kunnen schenken. De ziel zoals God haar heeft bedoeld, is de ziel die de ware vrijheid bezit, opdat zij waarlijk naar Zijn beeld en gelijkenis zou leven en zijn. Zo is de ziel wanneer zij uit Mijn handen komt nadat zij zich totaal heeft overgeleverd aan de macht van de Meesteres van alle zielen. (...)".

(over de zielen in het vagevuur): "(...) Velen van hen hebben Mij tijdens hun leven op aarde niet erkend als hun Meesteres, en hebben nooit van harte voor Mij geknield. Weet dat een ziel zich zelfs van de Eeuwige Gelukzaligheid kan verzekeren door één maal in haar leven op aarde van harte aan Mijn voeten neer te knielen. Dit is één van de grootste doch meest onbekende uitingen van Mijn macht over de zielen: de mate van hun onderdanigheid en Liefde jegens Mij kan beslissen over hun eeuwig lot. Heb Ik niet gezegd dat Ik de volheid van Mijn macht over een ziel kan laten gelden in de mate waarin zij zich voor Mij vernedert?".


1 mei 2006

"(...) Algehele vergeving en verzoening tussen de harten betekent: letterlijk alle onkruid in het hart prijsgeven aan Mijn handen, alle slangen tussen het koren prijsgeven aan Mijn voeten, en alle ongedierte in de grond van de ziel laten verdelgen door het parfum van de heiliging door de meest intense toewijding van dit alles aan Mij. Er is geen wijze om het hart beter voor te bereiden op een vruchtbare ontvangst van de Heilige Geest. Algehele vergeving en verzoening betekent: alle wrok, wrevel, bitterheid, onverzoenlijkheid, haat, slechte gedachten en negatieve gevoelens laten ontwortelen. Dit schept in het hart een totale bevrijding en ontspanning. Wanneer Ik een ziel betreed, wil Ik in haar kunnen heersen vanaf het eerste ogenblik, teneinde er Mijn grote Werken te kunnen voltrekken.

Een ziel vervuld van negatieve gevoelens ten aanzien van medemensen uit verleden of heden is niet een ziel die haar Meesteres ontvangt in vrijheid, Vrede en vreugde. De ziel bemoeilijkt Mijn Werken in haar zolang zij enig negatief gevoel of herinnering koestert jegens een medemens. Wanneer een ziel van Mij verlossing uit haar ellende verlangt, moet zij Mij willen toebehoren. Zolang zij negatieve gevoelens koestert, dient zij niet Mij, maar de satan. Wat Ik wil, is niet bloemen bij Mijn beeltenis, doch bloemen van oprechte Vrede in de harten. Pas dan kunnen de andere bloemen Mij werkelijk troost en vreugde bereiden.

(...) Van al Mijn toegewijden verlang Ik dat zij hun hart klaarmaken voor algehele zuivering van gevoelens van wrok, wrevel of andere negativiteit jegens hun medemensen die hen ooit iets hebben misdaan of hen hebben gekwetst of benadeeld. Het is hen toegestaan, daarbij concreet aan welbepaalde mensen te denken. Zij zullen Mij dagelijks smeken om de kracht om ware vergeving te kunnen schenken en bevrijd te worden van alle gevoelens die niet verenigbaar zijn met ware naastenliefde. Zeer geschikt zijn aanroepingen zoals Ik deze heb geschonken aan jou, Mijn liefdesslavin, in het Kroontje voor mijn vijanden (Kroontjes, K11) (...).

(...) Vergevingsgezindheid en bereidheid tot volmaakte verzoening jegens alle medemensen is een onvergelijkbaar grote kracht voor de volkomen zuivering van de ziel.

In de mate waarin de ziel haar medezielen van harte vergeeft, wordt ook aan haar vergeven. In een ziel die niet of onvoldoende vergevingsgezind is, kan Gods Voorzienigheid ook niet werken, want gebrek aan vergevingsgezindheid vormt een zware hindernis voor de stroming van de Ware Liefde, en het is de Liefde die alles in werking stelt. Gods Voorzienigheid is niets anders dan de uitwerking van een ongehinderd stromende Liefde. Vergevingsgezindheid ruimt bovendien elke hindernis op die de satan op levenswegen legt. (...)".


2 mei 2006

"(...) Teken van tegenspraak te zijn, is een uitverkiezing. Het is als een boom te mogen zijn die door een Hemelse hand midden in de woestijn wordt geplant. Deze boom is als een klein paradijs voor de zielen die zich de moeite getroosten om de woestijn te doorkruisen op zoek naar Gods enige Waarheid (...)".


3 mei 2006

"Het Rijk Gods wordt gebouwd op het bloed van de martelaren. Hiertoe behoort ook het vele onzichtbare bloed van smarten, beproevingen en pijnen die geleden worden in naam van Jezus Christus en in Mijn dienst. Zelfs al zou je het gevoel krijgen dat je de enige ziel op aarde was die nog voor het goede strijdt, geef ook dan niet op, integendeel. De oppervlakkigheid van de geloofsbeleving onder de christenen is schrijnend. De Christus wordt méér verloochend in Zijn eigen rangen dan daarbuiten. De geest van Judas leeft ook vandaag in ontelbare christenen. (...)

De Goddelijke Gerechtigheid schreeuwt om genoegdoening. De redding van talloze zielen, ook onder de zogenaamde christenen, is nu afhankelijk van de uitzonderlijke inzet van de zeer weinigen die Mij hun eeuwige trouw hebben beloofd en die daar ook werkelijk naar leven. Zolang zij aan Mijn voeten liggen, kan Gods Liefde blijven stromen. Wee de mensheid wanneer deze zaligen de zoete kettingen van hun slavernij jegens Mij afleggen. (...).

Jezus Christus leeft op aarde verder in de twee grote elementen van Zijn Nalatenschap: ten eerste in de Heilige Eucharistie in de geconsacreerde vormen van brood en wijn, en ten tweede in Mij, Zijn Moeder. Het christendom veilig stellen en daardoor de absolute doelstelling van de Leer van Christus, de definitieve grondvesting van Gods Rijk op aarde, tot verwezenlijking brengen, hangt daarom af van twee grote Werken:

  1. De Kerk van Jezus Christus terugvoeren naar haar wortels: de strikte beleving van de traditionele, oorspronkelijke Leer van Jezus, en binnen de Kerk de strikte eerbiediging van de traditionele liturgie;
  2. De christenen het evangeliewoord in herinnering brengen, dat zegt: "en van dat ogenblik af nam de leerling Haar bij zich in huis". Maria bij zich in huis nemen, betekent: Haar totaal toebehoren, je hele wezen zodanig inrichten dat Zij er werkelijk thuis kan zijn, en zorgen voor al Haar noden. Mijn noden heb Ik je bekend gemaakt. De Allerhoogste wil de toepassing van Mijn heerschappij in alle zielen. (...)

(...) Hoe groter het getal der zielen die zich waarlijk en duurzaam aan Mijn voeten neerwerpen, des te groter zal de druk van Mijn machtige voet op de kop van de slang worden. (...)".


5 mei 2006

"De Allerhoogste heeft Mij gemaakt tot de Hoedster van Zijn Goddelijk Lam. Deze opdracht blijf Ik vervullen voor alle lammeren die uit het Lam Gods zijn voortgekomen. Hoezeer lijdt Mijn Hart onder de vaststelling dat Ik in deze tijden méér wolven dan lammeren moet hoeden. (...), het Goddelijk Lam heb Ik eerst in, en daarna op Mijn Schoot gedragen en gekoesterd. Hetzelfde herhaalt zich met de zielen die zich volmaakt aan Mij weggeven. Wolven, echter, laten zich niet op de schoot dragen: Zij volgen slechts hun eigen wetten, deze van de roofzucht en het eigenbelang. De Meesteres van alle zielen is ertoe geroepen, de wolven te temmen met de zweep van de Hemelse Liefde, hen door de Genade te herscheppen tot lammeren, en hen dan op Haar schoot te nemen om hen te onderrichten in de ware navolging van het Lam Gods".

"Ik ben de Bloem der bloemen. In Mij heeft God alle heerlijkheden van de zichtbare en onzichtbare Schepping verenigd. Mijn reinheid en schoonheid is vergelijkbaar met een kleed dat uit een oneindig aantal lagen bestaat: telkens een laagje wordt weggeslagen, openbaart zich een nieuw laagje van een andere kleur en stof, en zelfs indien gedurende duizend jaren elke dag duizend laagjes werden weggeslagen, zouden nog steeds niet alle Mysteries van Mijn schoonheid en onbevlekte heiligheid zijn onthuld. Ik ben als een Bloem die nooit verwelkt en wier geur de eeuwigheid doordringt als een verrukking brengend parfum dat alles beheerst waarmee het in aanraking komt. De ziel die dit parfum verafschuwt omdat het zich niet met haar gesteldheid laat verenigen, zal het nooit ruiken noch erdoor verrukt worden. Deze ziel zal zich niet openen voor de eindeloze stromen van Genaden die van Mijn heiligheid over de zielen uitstromen. De ziel die dit parfum begeert, zal ermee besprenkeld worden in de mate waarin zij deze Goddelijke essence waardiger wordt.

De Tuin der Mysteries van Maria kan op deze aarde niet volkomen doorgrond worden. Het Mysterie van Mijn heiligheid en schoonheid is zo machtig dat alle engelen en heiligen eeuwigdurend in verrukking aan Mijn voeten kunnen liggen, bedwelmd en betoverd door steeds nieuwe openbaringen ervan. Dit Mysterie is oneindig zoals God Zelf, want het is in Zijn Bron geschapen en is bedoeld om er voor de eeuwigheid te blijven uitstromen. Daarom is Mijn heerlijkheid als een eeuwigdurende, eindeloze stroming: tegelijkertijd reeds volkomen en toch zichzelf onophoudelijk verder vermenigvuldigend.

Elke mensenziel die het Rijk der Hemelen betreedt, werpt zich aan Mijn voeten neer en belijdt Mij in de diepste verrukking als haar Koningin en Meesteres, want uit Mij stralen de verrukkingen die God in Mij heeft gelegd in een mate die alle andere verrukkingen van de Hemel samen duizendvoudig overtreft. Elke ziel in de Gelukzaligheid van de Hemel krijgt er aandeel in, op zeer uiteenlopende wijzen. Zalig de zielen die reeds op aarde Mijn slaven willen zijn. Smeek Mij in je boete-offerande van alle mensenzielen aan Mij, dat één druppel uit de oceaan van Mijn heerlijkheden over de mensheid gesprenkeld mag worden, en zeer velen zullen reeds de kiem ontvangen van de Genade om Mij te belijden als de ware Meesteres van alle zielen. Bedenk dat deze ene druppel reeds zo kostbaar, zo Goddelijk is, dat de mensheid niet de vereiste staat van genade bezit om dit genot in de zielen te rechtvaardigen, en dat de Wet der Goddelijke Gerechtigheid daarom veel lijden, vurige Liefde en de diepste akten van onderwerping jegens Mij verlangt om deze Genade te kunnen toekennen. Geef je dus totaal aan Mij, tot bekering van velen. (...)".


6 mei 2006

"Zeg aan de arme kudde van Jezus dat zij niet willoos overgeleverd is aan de macht van de satan. Net zoals Ik Mijn macht als de Meesteres van alle zielen pas ten volle kan ontplooien in de mate waarin de ziel zich werkelijk aan Mij geeft, kan ook de satan slechts zijn vernietigende macht ontplooien in de mate waarin de ziel zich aan hem geeft. Uit God stroomt niets dan Leven. De satan daarentegen, is als een magneet die alle Leven uit de ziel wegtrekt, zodat zij zieker en zieker wordt, steeds minder levenslust en levenskracht vertoont, en in bepaalde gevallen totaal niet meer levensvatbaar is.

Naarmate het Leven uit de ziel wegvloeit, krijgt zij het moeilijker om het Licht te volgen. Dat komt doordat het wegvloeien van het Leven uit de ziel een compensatie zoekt in het najagen van behoeften die schijnbaar nieuw Leven in de ziel brengen doch in werkelijkheid slechts de macht van het materiële verhogen: De lichamelijke lusten en de behoeften aan alles wat met geld verkregen kan worden, maken zich dan tot machthebbers in de ziel. In werkelijkheid zijn dit de machtsmiddelen waarmee hij regeert die de tiran der tirannen is: de satan. Ik bezit de macht om zijn zweep onder Mijn voeten te leggen en te houden. Zeg aan de zielen dat Ik slechts wacht op hun smekingen tot Mij, de ware Meesteres van alle zielen, om de macht en de heerschappij over hen in handen te nemen en hen te bevrijden uit de koorts der bekoringen die gepaard gaat met de ziekte van de ziel. Zeg dat zij Mij veelvuldig en met volle kracht aanroepen met de woorden: Maria, onbevlekte Meesteres van alle zielen, bevrijd mij van alles wat mijn ziel bedreigt, want ik wil U toebehoren. Schenk Mij het Ware Leven. Deze woorden, tot Mij gericht vanuit een hart dat waarlijk verlangt naar het Ware Leven, zullen de volheid van Mijn macht ontbinden".

"Vandaag is de eerste zaterdag van de maand. Het is Mijn dag, symbool voor de overwinning van Mijn Onbevlekte Ontvangenis op alle kwaad. Daarom wil Ik de zielen speciaal onderrichten opdat Mijn Werken in hen een vruchtbare bodem mogen vinden. Welke tekenen wijzen erop dat een ziel bezig is, het Ware Leven te verliezen, en dus de ziekte in zich draagt? Zij brokkelt af in haar drie grootste pijlers: de Liefde, het Geloof en de Hoop.

  1. Zij verliest de Ware LIEFDE: de ziel wordt onverschillig, zelfzuchtig, stelt zichzelf en haar eigen behoeften in het middelpunt van haar bestrevingen, valt ten prooi aan afgunst, nijd, jaloersheid, haat, wrok, wrevel, wordt onverzoenlijk, kan moeilijk vergeven, wordt ongevoelig voor de noden en het lijden van haar medemens. Zij ziet haar medemens gemakkelijk als een concurrent of een struikelblok. Er ontstaat een neiging tot hoogmoed, zelfverering en eigenliefde. De ziel verliest de zachtmoedigheid, de zin voor tact, de eerbied voor haar medemens, de verdraagzaamheid, de mildheid. Zij neigt tot het spreken van kwetsende woorden, sarcasme, spot, laster, roddel, verdachtmaking. De ziel wordt wraakzuchtig, laat zich snel verleiden tot ruzie, woordentwist en alle vormen van onvrede, agressiviteit en hardvochtigheid. Zij neigt ertoe, behagen te scheppen in het leed van haar medemens, en zelf haar medemens leed of schade te berokkenen door bedrog, leugen, en toe-eigening van dingen die haar niet toekomen. Zij neigt ertoe, haar medemensen te bespelen in hun gevoelens om daar zelf beter van te worden. Zij verliest ook het respect voor dieren en natuur.
  2. Zij verliest het GELOOF: de ziel keert zich steeds méér naar de wereld toe en houdt steeds minder rekening met het leven van de ziel, het Eeuwig Leven. Zij twijfelt aan het bestaan en de werking van God en Zijn Voorzienigheid, gelooft ook niet echt in het bestaan en de werking van de satan, de zonde en de bekoring, of houdt met dit alles weinig rekening. De behoeften van het lichaam en de ijdele glorie van vergankelijke dingen worden tot middelpunt van haar leven en verlangens, en de ziel leeft alleen nog voor het wereldse. Zij valt ten prooi aan allerlei uitingen van onzuiverheid, doordat zij elke controle vanwege Gods Gerechtigheid negeert of miskent. Zij neigt ook tot ongeduld door het gevoel dat de mens beter alles zelf regelt dan te vertrouwen op een onzichtbare kracht in zijn leven. Zij raakt snel geïrriteerd doordat zij in alle beproevingen weinig of geen houvast vindt in het bovenwereldse. Zij neigt ook tot roekeloosheid en onvoorzichtigheid doordat zij zelfs ten koste van alles zo veel mogelijk uit het leven wil halen tot bevrediging van haar genotzucht. De ziel aanvaardt niet gemakkelijk haar kruisen en beproevingen, en komt snel in protest en ontevredenheid. Zij klaagt over vele dingen, als uiting van ontevredenheid met haar lot. De ziel vertoont ook de neiging om de christelijke leerstellingen uit te leggen op een wijze die haar gedrag en denkwijze moet goedpraten. Zij wordt heel gemakkelijk misleid en als het ware betoverd door allerlei dwaling in haar leven en in de Kerk.
  3. Zij verliest de HOOP: de toekomst verliest haar aantrekkingskracht, het leven verliest zijn zin en zijn doel, de ziel valt ten prooi aan wanhoop, vertwijfeling, ontmoediging, bijt zich gemakkelijk vast in teleurstellingen, begint te neigen tot neerslachtigheid en tot zelfbeklag, verliest de geestdrift om zich voor het goede en het welzijn van de eigen ziel en haar medemensen in te zetten. Zij verliest de blijmoedigheid en komt hierdoor over als mat en onbezield. De ziel neigt ertoe, overmatig met haar verleden bezig te zijn, en wordt daarbij ofwel melancholisch ofwel angstig. Zij neigt steeds méér tot zonde vanwege een gevoel dat zij toch niet in staat is om te verbeteren.

Niet al deze tekenen komen onmiddellijk in hun volle duidelijkheid tot uiting. Het gif van de satan sluipt en sijpelt soms langzaam, en de uitwerking ervan kan afgeremd worden zolang de ziel nog enigszins openstaat voor de influisteringen van Gods Geest. Heel vaak blijkt het beginnend verval onder meer uit een gebrek aan Liefde tot Mij en Geloof en vertrouwen in Mij. De Meesteres van alle zielen heeft alle macht om de satan onder Haar voeten te vernederen en te verlammen. Om deze reden wordt zijn gif ook in de eerste plaats ingespoten in die zielenvezels die nog gevoelig zijn voor de uitwerkingen van Mijn macht. Waarschuw de zielen voor deze gevaarlijke dwaling.

De enige weg terug naar het Licht voor een ziel die langere tijd onder de invloed van het gif van werelds denken en voelen is geweest en hierdoor sterk is verzwakt in Liefde, Geloof en Hoop, bestaat hierin dat in haar het verlangen wordt gewekt om opnieuw voeling te krijgen met Gods enige en eeuwigdurende Waarheid: de Leer van Jezus Christus. Alleen dan kan de Heilige Geest opnieuw een open deur vinden om Zijn Werken in deze ziel te hervatten. Prent de zielen in dat de sleutel tot hun bevrijding uit alle ellende, onvrede, radeloosheid en verlies van zingeving aan hun leven in Mijn handen ligt.

Een ziel die tot Mij komt, levert Mij hierdoor het materiaal waarmee Ik de wegen bouw langs dewelke zij kan ontsnappen uit de gevangenis die de satan rond haar heeft gebouwd, en die bestaat uit de muren van de uitzichtloosheid, de prikkeldraad van allerlei misleidingen en bekoringen, en de wachttorens van andere zielen die eveneens in de valstrikken der wereld zijn getrapt en hierdoor de ziel verhinderen om terug te keren naar haar vrijheid. Ja, een gevangen ziel houdt op haar beurt andere zielen gevangen. Zo vormt de satan zijn slaven: Het gif van zijn onvrede verspreidt zich van ziel tot ziel, en schept in al deze zielen de vrees dat hun terugkeer naar het Licht bij hun medemens zal overkomen als verraad. Laat Mij je Liefde zo volkomen maken dat je hart in staat is om regenbogen te vormen boven de wolken van de zielen die menen dat hun gevangenschap eeuwigdurend moet zijn. Zeg het hen: In Mij is redding, Ik kan de zon laten opgaan boven hun muren, Ik kan hun prikkeldraad veranderen in hagen van rozen, en Ik kan de wachttorens veranderen in heiligen die hen de weg naar de vrijheid kunnen wijzen.

Mij is de macht gegeven om de zielen naar de volle beleving van de Leer van Jezus Christus te leiden, de Heilige Geest over hen af te roepen, en hun hart zodanig te zuiveren dat in hen het brandhout klaargemaakt kan worden voor het Vuur van de Ware Liefde. Dit brandhout zal bestaan uit hun kruisen en beproevingen van elke dag, en uit de ondeugden die zij onder invloed van Mijn macht zullen leren verafschuwen. Ja, de Meesteres van alle zielen is de Brug: Zij kan elke ziel over de kolkende stroom der bekoringen en dwalingen leiden naar de Ware Liefde, het diep Geloof en de bevrijdende Hoop die in God Zelf hun oorsprong vinden. Zeg het hen: Ik ben hun Meesteres, en Ik ben almachtig in de orde der Genade, want niets dat ooit door Gods hand is geschapen, kan zich aan Mijn macht onttrekken. Alles wat Ik vraag, is Ware Liefde voor Mij, Geloof in Mijn macht, en Hoop op Mijn tussenkomst zodra Gods uur, zoals beschikt door Zijn Voorzienigheid, daartoe is aangebroken".


8 mei 2006

"Laat de zielen niet bevreesd worden wanneer Ik hen oproep tot volmaakte overgave aan Mij. 'Engel van Maria zijn', betekent niet dat zij niet meer mogen toegeven aan de ware behoeften van hun lichamelijk leven. Het betekent wel dat zij hun hele gevoels- en denkwereld moeten laten leiden door Mijn Wil, door intens te verlangen naar Mijn totaal en absoluut meesterschap in hen, en dat zij hun lichamelijke behoeften met vertrouwen onder Mijn voeten moeten leggen opdat Ik er volmaakt over zou heersen en Ik de gelegenheid zou krijgen om te beslissen wat Ik wel of niet in hen wil behouden".


9 mei 2006

"(...) De ziel die zelf actief bezig blijft met het scheppen van allerlei afwikkelingen voor haar leven, vergeet Mijn macht, die alles voor haar kan regelen op Mijn Uur. Totale overgave aan Mij betekent: datgene wat nodig of nuttig wordt geacht voor het eigen leven, aan Mijn voeten leggen met Liefde, vertrouwen, Geloof, geduld en diepe vreugde in het hart. Een ziel die dit betracht, leeft in een gesteldheid van ware innerlijke Vrede. Deze gesteldheid is voor Mij als een magneet die stromen van Genade uit Mijn Hart aanzuigt. (...)

De Allerhoogste heeft alle zielen aan Mij toevertrouwd. Mij is de macht gegeven om in alle zielen te heersen in de mate waarin zij bereid zijn om met Mijn Plannen mee te werken. Mij is ook het vermogen geschonken om alle zielen volmaakt te doorgronden. Je kunt het zo beschouwen, dat Ik met alle harten verbonden ben door fijne kanalen. Naarmate een hart zich inniger met Mij laat verenigen, stroomt méér Licht doorheen het kanaal tussen dat hart en Mij. Ontelbare van deze verbindingskanalen blijven donker. Uitermate zeldzaam zijn de kanalen die werkelijk schitteren. Dat is het geval tussen Mij en Mijn zo zeldzame ware liefdesslaven. Help Mij, Mijn Rijk als Meesteres van alle zielen voor te bereiden door alle kanalen in vuur en vlam te zetten. (...).

De kenmerken van de ware slaaf/slavin van Maria zitten verscholen in de vorming die Ik jou sedert een zestal maanden met de grootste intensiteit laat ondergaan: Mijn ware slaaf/slavin laat zich kneden tot volmaaktheid in de Liefde, het lijden en de onderwerping. Dit zijn de drie Vlammen die het kanaal vanuit de ziel naar de Meesteres 'brandbaar' houden:

  1. Liefde: Mijn ware slaven branden van Liefde tot Mij, en geven deze Liefde ook gestalte in hun omgang met hun medezielen, door oprechte naastenliefde, voorkomendheid, verdraagzaamheid, mildheid, zachtmoedigheid, zuiverheid van hart en mond, en onvoorwaardelijke vergevingsgezindheid.
  2. Lijden: Mijn ware slaven aanvaarden alle beproevingen met Liefde en dankbaarheid, in de wetenschap dat deze gesteldheid Mij boven alles behaagt, dat zij Heil en zegen over de zielen brengt, en dat zij het fundament van het Rijk van de Meesteres van alle zielen helpt bouwen.
  3. Onderwerping: Mijn ware slaven leven en sterven uitsluitend voor Mij en voor de verwezenlijking van Mijn Werken, die deze van God Zelf zijn. Totale, volmaakte onderwerping komt tot uiting in de bereidheid om alles te doen wat Ik verlang, en in de onvoorwaardelijke overgave aan Mijn beschikkingen in elk detail van het leven, want deze beschikkingen ontspringen uit het Hart van de Heilige Geest".


10 mei 2006

"De staat van genade van de zielen als geheel is uitermate bedenkelijk geworden. Daarom kan de wereld niet langer gered worden door gebeden alleen. Een zeer groot gedeelte van de gebeden wordt mechanisch, zonder veel gevoel of Liefde, verricht. Bovendien stroomt ook die andere grote voedingsbron van de Genaden, de Heilige Eucharistie, niet meer onbelemmerd, want vele Genaden gaan hier verloren doordat de traditionele liturgie op grote schaal ontwricht wordt. Daarom zei Ik je reeds eerder dat de mensheid twee zeer grote behoeften heeft (Maria verwijst hier naar de Openbaring van 3 mei): de terugkeer naar de oorspronkelijke staat van de Kerk van Christus, en een intense toewijding aan Mijzelf.

Geef Mij niet slechts gebeden, Ik wil zielen. Laat Mij de troon bestijgen als Meesteres van alle zielen, en de mensheid zal een explosie van Mijn macht ervaren die haar zal tonen wat er gebeurt wanneer het kwaad van de aardbodem verbannen wordt: De regering van Maria in de harten betekent het einde van alle leed. De eerste stap die hiertoe noodzakelijk is, is Mijn troonsbestijging in de zielen afzonderlijk. Wanneer Ik in een ziel de troon bestijg, leg Ik daar de satan onder Mijn voeten en begin dan het grote werk van uitzuivering van alle gesteldheden in denken en voelen.

De door Mij beheerste ziel wordt draagster van het ware Licht, en wordt zachtmoedig, blijmoedig, vreugdevol, hoopvol, vertrouwvol, vrij van alle angst en vrees, behulpzaam, een bron van bemoediging en een zon voor haar medemensen. Zij ontwikkelt een afkeer van alles wat duister of negatief is, onzuiver of liefdeloos. De ware heerschappij van Maria in de ziel schept Ware Vrede, ontspannen gelatenheid en een diepe zin voor overgave. Dit is wat Ik nodig heb: zielen die zich volmaakt aan Mij overgeven. Zij zijn Mijn ware werktuigen, en naarmate zij Mij volkomener toegewijd zijn, worden zij Mijn echte dienaren en uiteindelijk Mijn ware slaven. Voor Mijn slaven ben Ik alles. Zij leven slechts voor Mij, en gehoorzamen Mij zelfs vóór Ik hen Mijn verlangens uitdrukkelijk kenbaar maak, omdat zij zodanig in Mij overvloeien en zo zeer voor Mij ontvankelijk zijn, dat zij automatisch meer en meer in overeenstemming leven met Mijn Wil. De echte slaaf heeft in zekere zin geen bevelen meer nodig, want de vurige Liefde dwingt hem ertoe, met niets anders meer begaan te zijn dan met het vervullen van alle verlangens van zijn Meesteres. De uitverkiezing van Mijn liefdesslaven is een buitengewone Genade. (...)".


11 mei 2006

"Elke zonde brengt een smet op de ziel. Je zou dit kunnen vergelijken met een wonde waarop zich een litteken vormt. Op de plaats van een litteken ondervindt de bloedstroom een hindernis. In de ziel ontstaat een wonde door de zonde. Elke zonde berust op een tekortkoming, dus een belemmering, in de Ware Liefde, en veroorzaakt op haar beurt een verdere belemmering in de doorstroming van de Ware Liefde. De Liefde is de draagster van Gods kracht, het Ware Leven, zoals in het stoffelijk lichaam het bloed de drager is van voedsel en zuurstof voor de cellen".


12 mei 2006

"De mensheid leeft in zware staat van ongenade. Elke genade die in deze omstandigheden aan de zielen wordt verleend, moet worden betaald uit verschillende bronnen: Liefde, geofferd lijden, akten van gehoorzaamheid en verheerlijking, akten van eerherstel, en heilige eredienst. Een zeer groot aandeel in de aanvulling van de Schatkamer der Genaden wordt geleverd door Mijzelf, de Meesteres van alle zielen. Van Mijn dienaren, en vooral van Mijn liefdesslaven, verlang Ik intense medewerking hierbij, met de inzet van hun hele leven. (...)".


13 mei 2006

"Zeer veel zielen begrijpen niet echt waarom of wanneer zij behoren te knielen. Knielen is een uitdrukking van zelfvernedering: De knielende maakt zich zichtbaar kleiner. Wanneer je, zoals Ik jou van meet af aan heb opgedragen, diep neerknielt, met het voorhoofd tot tegen de grond, breng je op symbolische wijze je geest en je hart zo laag mogelijk tegen de aarde, waarmee je Mij in werkelijkheid zegt: 'Tegenover U ben ik niets méér dan stof voor Uw voeten'. Knielen is een diep eerbetoon. God heeft het zo beschikt dat door een dergelijk eerbetoon schuld jegens de Goddelijke Gerechtigheid vergoed kan worden. Elke zonde of nalatigheid jegens God of de Schepping legt een bepaalde mate van schuld op de zondige of nalatige ziel en op de mensheid als geheel, een schuld tegenover God, de Schepper van alle zielen en van alle dingen.

Wanneer moet een ziel neerknielen? Bij elk contact met het Goddelijke, want het is jegens God dat de ziel schulden maakt, en ook schulden jegens een medeziel zijn uiteindelijk in wezen steeds schulden jegens God Zelf. De ziel is eerbied verschuldigd tegenover alles wat heilig is, omdat het heilige door Gods hand is aangeraakt om het volkomen te maken in Zijn dienst. Knielen echter, verlangt God slechts uitdrukkelijk ten overstaan van de Godheid Zelf en voor Mij, Maria. Het is de meeste zielen niet bekend dat zij voor Mij moeten knielen. De ziel die om redenen van lichamelijk beletsel niet in staat is om daadwerkelijk te knielen, behoort haar hart en geest aan Mijn voeten te leggen als een knieling in de geest, want het zijn in de eerste plaats hart en geest die zichzelf moeten vernederen.

Waarom moet de ziel voor Mij knielen?

  1. Omdat Ik als enige Wezen buiten God bekleed ben met Goddelijke eigenschappen: Ik ben Draagster van Goddelijke macht, Goddelijke Wijsheid en de volmaakte Liefde, en Ik ben de enige onbevlekt ontvangen Ziel, wat aan Mijn Wezen een Goddelijke zuiverheid heeft verleend.

  2. Omdat Ik door God uitdrukkelijk verheven ben tot Koningin van Hemel en aarde, en Hij al het zichtbare en onzichtbare onder Mijn voeten heeft gelegd.

  3. Omdat God Mij heeft aangesteld tot Meesteres van alle zielen, met een onbegrensde macht. Alles wat Ik wil, wordt door God verwezenlijkt, omdat Mijn Wil volmaakt overeenstemt met Gods Wil. Als Middelares en Voorspreekster heb Ik een onoverzienbare macht over alles en over alle zielen.

  4. Omdat Ik het enige Wezen ben dat van God de totale beschikking heeft gekregen over zielen van Haar eigen keuze. Ik heb het recht en de macht ontvangen om zielen voor Mijzelf voor te behouden als Mijn slaven, slaven van Mijn Liefde, en totaal en soeverein over hen te heersen. Jij bent één van hen die door Mij zijn uitgekozen voor Mijn persoonlijke dienst.

  5. Omdat Ik door God aangesteld ben tot Uitvoerster van Zijn Heilsplan. Vooral in deze Laatste Tijden ben Ik bestemd om de definitieve overwinning over de duivelen te voltrekken. Hiertoe staan alle engelen Mij ter beschikking, evenals, op rechtstreekse wijze, de zielen die daartoe door God zijn voorbestemd, en op onrechtstreekse wijze alle andere zielen, want alle mensenzielen worden geacht, mee te werken aan de verwezenlijking van Gods Plannen. Ik heb het bevel over de uitvoering ervan, en beschik over de aanwending van alles wat daartoe bijdraagt: boeten, offers, toegewijde beproevingen en lijden, gebeden, akten van verheerlijking, eerherstel en gehoorzaamheid".

"(...) de begroetingen die Ik van de engelen ontvang: Zij werpen zich aan Mijn voeten neer, met het gelaat ter aarde, richten zich pas op wanneer Ik hen dat uitdrukkelijk opdraag, blijven diep geknield voor Mij liggen zolang Ik dat wil, richten slechts het woord tot Mij om Mij te verheerlijken, te prijzen, Mijn verhevenheden te bezingen, Mij te danken, of Mij te smeken om gunsten voor mensenzielen of om de toelating om een opdracht uit te voeren. In tegenstelling tot mensenzielen worden de engelen deze akten van de diepste onderwerping niet moe, integendeel, het is hun grootste verrukking, Mij urenlang te smeken. Geen bevel uit Mijn mond te ontvangen, is voor hen een straf, en in deze toestand vernederen zij zich nog dieper voor Mij, in een vurig verlangen om Mij te mogen dienen. (...) Indien de mensenzielen de engelen konden aanschouwen in hun slaafse doch zo vurige onderdanigheid jegens Mij, zouden zij een ander begrip krijgen van jouw totale zelfgave aan Mij. Zalig zij die deze Openbaringen in hun leven en in hun denkwereld weten in te bouwen".

"Wat geeft een ziel macht? Omdat God de Bron van alle kracht is, ontwikkelt een ziel macht in de mate waarin haar wil, haar verlangens en haar bestrevingen méér in overeenstemming zijn met deze van God Zelf. De ziel bereikt deze volkomen overeenstemming bij haar intrede in de Hemel, omdat zij dan een volkomen kennis verwerft van de Eeuwige Waarheid en van de Wil van God, en zij bij haar intrede in de Eeuwige Gelukzaligheid volkomen gezuiverd is van alles wat haar van Gods Wil kan doen afwijken. Om deze reden bezit een heilige in de Hemel macht op het Hart van God. Dit geldt ook voor zielen die reeds tijdens hun leven op aarde een hoge graad van heiligheid bereiken.

Wat is dan het verschil tussen de heiligen en Mij? Waarom wordt Mijn macht door geen enkele heilige geëvenaard, en kan dit ook nooit het geval zijn?
  1. Omdat de overeenstemming van Mijn Wil met Gods Wil absoluut, volmaakt en totaal was vanaf Mijn Ontvangenis. Dit is bij geen enkele heilige het geval, en kan ook nooit het geval zijn.

  2. Omdat de macht van een ziel ook bepaald wordt door haar verdiensten, en Mijn verdiensten deze van alle heiligen ver overtreffen. Verdiensten zijn de effecten van handelingen, woorden, offers, gebeden, gedachten, verlangens en bestrevingen, die bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen met de zielen. Door Mijn Moederschap over de Verlosser alleen reeds, overtreffen Mijn verdiensten deze van alle andere zielen.

  3. Omdat Ik als enige Ziel onbevlekt ontvangen ben. De Onbevlekte Ontvangenis maakt Mijn ziel tot een spiegel van God, en werkt als het ware als een magneet die zonder ophouden de eigenschappen van God Zelf naar Mij toetrekt en in Mij laat overstromen.

  4. Omdat Ik door een Wilsbeschikking van de Allerhoogste voor alle tijden onbereikbaar boven alles en alle zielen verheven ben.

De engelen, die de Waarheid van God en de ware toedracht van Zijn Wetten kennen, begrijpen volkomen de grondslagen van Mijn onaantastbare macht over alle zielen, en nooit zou bij hen de gedachte rijzen om zich daaraan te onttrekken. De opstandige engelen hebben dat wél gedaan, en zijn uit de Hemel verstoten. Hun lot heeft de engelen nog dieper doordrongen van Mijn macht. Bovendien zijn zij getuigen geweest van het feit dat God talloze nieuwe, voordien onbestaande, heerlijkheden heeft ontsloten om Mij daarmee te bekleden, opdat Mijn koningschap nog méér zou schitteren.

De gelukzaligen leren deze waarheden geleidelijk kennen bij hun intrede in de Hemel. Verder openbaar Ik ze aan wie Ik wil: Mijn trouwste slaven, zij die een buitengewone opdracht voor Mij te vervullen hebben. Omdat Mijn macht gebouwd is op eigenschappen die uniek zijn buiten het Wezen van God Zelf, verlangt de Allerhoogste dat Mij passend eerbetoon en blinde gehoorzaamheid worden bewezen. Mijn titel 'machtige Meesteres van alle zielen' behelst in wezen een eerbetoon aan de Goddelijke eigenschappen – dit wil zeggen: de eigenschappen die uitdrukking geven aan absoluut volmaakte Goddelijke Wonderwerken – waarmee Ik ben bekleed. Deze titel drukt beter dan al Mijn vroegere titels uit hoe hoog God Mij boven alles verheven heeft".


14 mei 2006 (Moederdag)

het Goddelijk Moederschap van Maria als zielenopener

"Mijn Goddelijk Moederschap was naar de mensen toe reeds een voorafspiegeling van Mijn hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen. Jezus was God en Mens tegelijk. Gedurende Zijn verborgen leven bleef Zijn Goddelijke natuur naar buiten toe op de achtergrond. Gevolg gevend aan een Goddelijke Beschikking, stelde Hij gedurende dertig jaren Zijn Wezen vrijwillig onder Mijn meesterschap. Hij was het toonbeeld van gehoorzaamheid, onderdanigheid, volgzaamheid. Hij gedroeg Zich jegens Mij als het ware als een dienaar. Zelfs tijdens Zijn Openbaar Leven, toen Zijn Goddelijke natuur geopenbaard werd, was Hij tijdens de ogenblikken van persoonlijk contact met Mij onder vier ogen nog even gehoorzaam jegens Mij. Zijn apostelen volgden Zijn voorbeeld. Zelfs voor de oudsten onder hen was Ik de Moeder maar ook de Meesteres, en dat zou vooral na de Hemelvaart van Jezus ten volle tot uitdrukking komen.

Het heeft steeds een diepe indruk op de apostelen gemaakt dat Jezus Mij niet gewoon als een moeder benaderde. Diegene onder hen die het diepst doordrongen was van Gods Geest, Johannes, wierp zich bij zijn eerste ontmoeting met Mij voor Mijn voeten neer en kuste Mijn voeten. Hij stond pas op toen Ik hem bij de arm nam en hem aanspoorde om overeind te komen. De blik in zijn ogen maakte een diepe indruk op de omstaanders. Hij had begrepen dat God Mij tot een ongewone roeping had bestemd. Hij was ook diegene die Mij sedertdien het vaakst aansprak als 'Meesteres'.

Ook binnen het huisje van Nazareth werd Ik vereerd als een koningin. Hoewel Ik de Heilige Jozef als het hoofd van ons gezinnetje beschouwde, koesterde hij voor Mij een buitengewone verering en beschouwde hij Mij in werkelijkheid als de Meesteres van zijn ziel, zelfs reeds toen Ik nog een jong meisje was. (...), de ziel die zich waarlijk door Gods Geest laat bezielen, doorschouwt Gods Waarheid en ziet verder dan de oppervlakte. Onder de zielen die Mij tijdens Mijn leven op aarde ontmoetten, waren het deze welke de roep tot de heiligheid beantwoordden, die Mij te voet vielen en Mij beschouwden als hun ware Meesteres.

Dat was het geval met de apostelen, waarvan dit bij Johannes als eerste in de hoogste mate het geval was. Dat was ook zo met Maria Magdalena na haar bekering. Dat is ook nog met anderen het geval geweest. Zo is het ook in deze tijd: Zij die zich openstellen voor Gods Waarheid en voor Zijn Plannen, zijn ook diegenen die Mij het eerst erkennen als de ware Meesteres van alle zielen. Zij zijn het, die na Mijn intrede in hun hart Mijn Aanwezigheid het eerst aanvoelen als een kracht die hen waarlijk beheerst en die hun ziel kan openen voor het Ware Leven. De zielen kunnen zich openen door Mij te benaderen als hun ware Moeder, zodat Ik daadwerkelijk voor hun Heil kan zorgen. Aanvaarden dat Ik waarlijk hun Meesteres ben, gaat echter verder: Als Meesteres van de ziel maak Ik haar tot Mijn eigendom en valt zij binnen het volle bereik van Mijn macht, zodat Ik haar groei volkomen kan leiden".


15 mei 2006

"De openbaring van Mijn macht aan de zielen zal gebeuren vanaf de berg van de intenties die Ik door de eeuwen heen onder Mijn voeten heb gelegd of door engelen, heiligen of op aarde levende zielen onder Mijn voeten heb laten leggen. De berg van alles wat door Mijn macht overwonnen is, is hoger dan de hoogte van alle bergen op aarde samen. Mijn verheven luister schittert precies hierdoor, dat alles wat onder Mijn voeten wordt gelegd, gelouterd wordt. Wat niet te redden is, wordt er verpulverd, al het overige wordt gevoed door Mijn onbevlekte heiligheid en opgericht tot nieuw Leven. Alles wat levend onder Mijn voeten vandaan komt, behoort totaal en volkomen Mij toe. Dit is ook het eerste wat Ik doe met hen die Ik uitkies en vorm tot Mijn slaven: Ik leg hun hele wezen, hun denken en voelen, onder Mijn voeten, zuiver het tot Mijn dienst, en maak het restloos tot Mijn bezit en eigendom om volgens Mijn Wil ingezet te worden".

"Na alle eerbetoon dat Mij is ontzegd door de weigering van de opstandige engelen om Mij te dienen en voor Mij te knielen, is het gelijkaardig verzuim vanwege de mensenzielen doorheen de eeuwen gevolgd. Daarbij komen nog alle heiligschennissen jegens Mij. Alle gebrek aan eerbetoon jegens Mij vanwege de mensenzielen zou reeds volstaan opdat het mensengeslacht er door de Wet van Gods Gerechtigheid toe veroordeeld zou worden om tot stof te worden herleid. Zo groot is jullie Meesteres in de ogen van de Allerhoogste, want Zij belichaamt Zijn grootste Wonderwerken. Slechts de verdiensten van Mijn eeuwigdurende Smarten en de eerherstellende handelingen en eerherstellend lijden en boete vanwege Mijn dienaren doen hierbij nog dienst als bliksemafleiders. (...).

In Mijn Hart zijn de stromen van Liefde en de stromen van Smart steeds één geweest. Wanneer de Liefde opvlamt, vlamt tevens de smart op, want elke opflakkering van de Liefde laat het hart begrijpen hoe weinig de Ware Liefde beantwoord wordt en hoe diep zij door de mensheid reeds gekwetst is. Zo ook laat elke opflakkering van de smart tevens de Liefde opflakkeren, want smart die op de juiste wijze wordt aanvaard en gedragen, wakkert de Liefde aan jegens Diegene met en voor Wie men deze smart draagt: God, of Mijzelf.

Begrijp dit wel: In Mij zijn de Liefde en de Smart steeds volkomen geweest, doch in hen die één van hart worden met Mij, voltrekt zich een trapsgewijze ontwikkeling waarbij de ervaring en doorleving van Liefde en smart op steeds hogere niveaus worden gebracht. Zij worden steeds vuriger in de Liefde en in de Smart tegelijk. Met elke beproeving die Ik voor Mijn dienaren toelaat, stort Ik tevens stromen van Liefde in hun hart, en zo ook vloeien met nieuwe stromen van Liefde tevens nieuwe smarten of een diepere beleving van de smart in hen over. Zo kun je letterlijk spreken van 'verwondingen van Liefde' en van 'vurige Smart'.

Eén worden met het Hart van Maria, betekent de intrede in een Mysterie van uitersten die in golven naar elkaar toe kunnen vloeien om op hun toppunt te versmelten: De diepste smarten en de vurigste verrukkingen van Liefde en Gelukzaligheid smelten samen tot één Vuur dat het hart verteert. (...) Totale overgave aan de Meesteres van alle zielen veronderstelt: het hart laten voorbereiden op de uiterste Liefde door de grondigste reiniging, zuivering en loutering, en tevens aanvaarding van elk kruis dat Ik voor de aan Mij toegewijde ziel toelaat. De beide zijn niet van elkaar te scheiden".


16 mei 2006

"Alle heerlijkheden uit Gods hand zijn in Mij verenigd. In al het geschapene, engel, mensenziel, dier, plant of niet-levende materie, bestaat geen enkele heerlijkheid die niet ook in Mij aanwezig is in haar heiligste en meest volmaakte vorm. Ja, in Mij zijn zelfs talloze heerlijkheden die buiten Mij in geen enkel element van Gods Schepping terug te vinden zijn. De Allerhoogste heeft letterlijk voor Mij alleen nieuwe Hemelen ontsloten. Al deze heerlijkheden zijn bronnen van Genaden, omdat zij eeuwigdurende akten van verheerlijking jegens Gods grootheid vormen.

Mijn Tegenwoordigheid vormt een levende, nooit opdrogende bron van glorie aan God. De ziel die zich aan Mijn voeten neerwerpt met ware verachting van zichzelf, kan uit de genadebronnen van Mijn heerlijkheden drinken, want deze ziel vernedert zichzelf in de aanbidding van Gods Glorie, die uit Mijn voeten stroomt in golven van Goddelijke macht en heiligheid. Vurige Liefde en de diepste onderwerping en onderdanigheid jegens Mij zijn als magneten die Gods genaden naar de ziel toe trekken. Zij maken de ziel tot een spons die de Genaden en de heiligheid in zich opzuigt waarvan in Mij onuitputtelijke bronnen zijn ontsloten. Ik ben 'vol van Genade'. (...).

Wanneer de ziel Mij tot begin van de dag begroet als haar soevereine Meesteres, en zichzelf met Liefdesvuur en diep verlangen naar Mij totaal aan Mij overlevert, begroet zij Mij in wezen als de opgaande zon, de bron waaruit zij die dag haar levenskracht zal putten, de warmte die haar doorheen alle beproevingen zal voeren, en het licht dat haar op de weg naar haar Schepper zal begeleiden. Zij zal dan de stralen van de opgaande zon in de kern van haar hele wezen voelen overvloeien. Zo zal zij vanaf de eerste zonnestralen van de dag steeds intenser één worden met de Liefde van God Zelf. In Mij wordt zij één met Christus, het Licht der wereld. Slaaf zijn van de Meesteres van alle zielen, betekent volkomen dienstbaarheid aan Gods Plannen, en aldus eenwording met Gods Wil, die de dragende kracht van alle Leven is, één met de Liefde, de brandstof voor het Eeuwig Leven".

"Gods heerlijkheid en Glorie zijn volmaakt, oneindig en alomvattend. Niets kan er iets aan toevoegen, noch er afbreuk aan doen. Aan Mijn heerlijkheid en Glorie kan evenmin ook maar iets toegevoegd worden, althans niet door de zielen. De Allerhoogste heeft het zo beschikt dat Mijn heerlijkheid en Glorie tegelijk voltooid zijn en toch ononderbroken verder uitgebreid worden, vergelijkbaar met de steeds uitdeinende kringen rond de plaats in het water waarin een steentje wordt geworpen. Dit alles is Mysterie. Waarom dan verlangt de Allerhoogste een ononderbroken eerbetoon aan Mijn heerlijkheden en Glorie? Omdat elk eerbetoon aan Mij, de Meesteres van alle zielen, een akt van aanbidding van de Glorie van God Zelf vormt.

In Mij, Gods Meesterwerk, wordt de Schepper Zelf aanbeden. Daarom heeft elke akt van diepe zelfvernedering aan Mijn voeten een reddend effect op de zielen, en bezit zij de kracht om de Goddelijke Gerechtigheid te vergoeden. Slechts zeer weinigen hebben de keuze aanvaard om Mijn slaaf te zijn en hun leven op te offeren voor de dienst aan Mijn voeten. Dat komt doordat Mijn heerlijkheden te weinig bekend zijn. Zo heeft de Allerhoogste het totnogtoe beschikt, omdat de volledige openbaring van Mijn Glorie door de Heilige Geest de verdiensten van de zielen zou verminderen. De grootste verdiensten kan de mensheid verwerven door gehoor te geven aan de openbaringen die Ik thans geef, omdat Gods Uur daartoe aangebroken is.

Zo berust de verspreiding van, en het geloof in, deze bovennatuurlijke kennis op een vrijwillige aanvaarding ervan door de zielen. Indien deze kennis door de Heilige Geest in alle zielen werd gestort, zou de mensheid weinig verdiensten verwerven door zich aan Mij te geven in totale slavernij. Indien zij dit geleidelijk doet door het voorbeeld te volgen van de zeldzame zielen die door Mij hiertoe geroepen zijn, zullen de genaden stromen in onstuitbare golven. Deze genaden moeten dan echter afgekocht worden door stromen van Liefde, lijden en onderwerping. Begrijp de onpeilbare diepgang van je levensopdracht. De heerlijkheden van de Meesteres van alle zielen zijn zo onmetelijk dat zij slechts geopenbaard kunnen worden en slechts kunnen overvloeien in de zielen indien sommigen onder hen zichzelf volkomen aan Mij opofferen in een totale, onvoorwaardelijke, eeuwigdurende en zelfverloochenende slavernij aan de voeten van Haar Die door God is verheven boven alles dat buiten Hem Zelf staat, en indien de zelfofferande van Mijn slaven in zich de offerande van alle zielen sluit. Vergeet daarom nooit, Mij al je offeranden te brengen in naam van alle zielen van alle tijden".

"Wanneer Ik in een ziel heers, verbouw Ik haar helemaal tot een tempel waarin Ik Mij thuis voel. Alles wat van die ziel uitgaat, gaat dan door Mij. Wanneer zij een beproeving opoffert, wordt deze in werkelijkheid aan God aangeboden in de gouden, geparfumeerde Kelk van Mijn Hart, schitterend van heiligheid. Alles wat aan God aangeboden wordt vanuit het Hart van de Koningin van Hemel en aarde, wordt door Hem waargenomen als een parfum van aanbidding, en zet Goddelijke krachten in werking. Laat de zielen begrijpen hoe groot het is, elke dagelijkse beproeving aan Mijn voeten neer te leggen met de woorden Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik leg dit kruis aan Uw voeten neer.

(...), toen Ik te Lourdes verscheen, was elk van Mijn voeten getooid met een roos. Een bloem is symbool van leven en van schoonheid. De roos, als koningin van de bloemen, is bovendien symbool van Liefde. Aan Mijn voeten wordt alles opgewekt tot Hemels Leven en veranderd in Ware Liefde. Mijn voeten zijn ook symbolen van heiligheid en macht. Uit Mijn voeten vloeien stromen van genade van kracht en bevrijding. Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. De wereldbol is onder Mijn voeten gelegd omdat Ik macht heb over alles. Alle kwaad zal tot gevangene van Mijn voeten worden, en alles wat naar God verlangt, zal aan Mijn voeten opgericht worden. Verwaarloos deze kennis niet. De Meesteres van alle zielen is geroepen om Leven in de zielen te brengen".


17 mei 2006

"De Meesteres van alle zielen bouwt tempels opnieuw op nadat Zij de oude muren heeft afgebroken. Dit is één van de grootste uitingen van Mijn herscheppende macht. De zielentempels waarin de Meesteres van alle zielen waarlijk leeft en heerst, kunnen nooit rechtop blijven indien zij opgebouwd zouden worden met de oude stenen van menselijk, werelds denken, voelen en verlangen. Bij Mijn intrede in een zielentempel begin Ik alles af te breken wat niet in overeenstemming is met Mijn Plannen, en trek Ik tezelfdertijd nieuwe muren op die bestaan uit stenen van Hemelse makelij: zij zijn opgebouwd uit onvergankelijke Liefde, onaantastbaar voor de invloeden der wereld op voorwaarde dat de ziel Mijn heerschappij totaal en onvoorwaardelijk aanvaardt.

In de mate waarin Mijn heerschappij in de tempel groeit, en Ik er langer op de troon kan zetelen, wordt de lucht er dieper doordrongen van Mijn heilige, zoetgeurende adem, die de stenen steviger en steviger maakt. De geur van Mijn adem schrikt de slangen van de bekoringen en de insecten van de dwaling en misleiding af, zodat de hele tempel waarlijk een Hemels paleis wordt.

Drie dingen zijn nodig om de tempelmuren, werk van Mijn handen, sterk te houden en ze te doen schitteren tot getuigenis tegen de duisternis:

  1. het Sacrament van de Biecht, waardoor de muren gereinigd worden van alle stof en van alle invretende invloeden vanuit de wereld.
  2. het Sacrament van de Heilige Communie, dat de muren sterk houdt door rechtstreeks Goddelijke kracht.
  3. de totale overgave aan Mij, de Meesteres van alle zielen, waardoor de muren bekleed blijven met prachtige gordijnen die bestaan uit het heiligste Licht uit Mijn Hart, dat alle duisternis afschrikt.

"Wanneer Ik een zielentempel betreed, ga Ik na in welke mate de ziel bereid is om zich aan Mijn heerschappij te onderwerpen.

De ziel wordt niet in de wereld gezonden voor het nalopen van wereldse genietingen, comfort en gemak, doch om er haar bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Hiertoe moet de ziel leren wat deze Plannen en Werken inhouden, door zich open te stellen voor de Heilige Geest en naar Zijn inwerking te verlangen. Vervolgens moet zij zich inspannen om haar bijdrage te leveren, volgens haar vermogens, talenten en roeping. Niemand kan haar hierbij beter leiden dan Ik. Daartoe is het noodzakelijk dat de ziel Mij aanvaardt als haar Meesteres.

De ziel kan slechts één Meesteres hebben: Maria, de door God voorbestemde Meesteres van alle zielen, Vertegenwoordigster van God Zelf. Zodra Ik in de tempel op de troon wordt toegelaten, wil Ik er de alleenheerschappij: Mijn Wil wordt er de enige wet, de wetten van het werelds gedrag en het werelds denken worden nietig verklaard, Mijn macht wordt er de enige regering. De ziel moet zichzelf wegcijferen, voor Mij neerknielen en zich volkomen aan Mij onderwerpen. Waar Mijn Wil Wet is, heerst de ware Hemelse Liefde. Zodra de ziel aan Mijn voeten ligt, begin Ik het echte werk in haar: Ik richt haar tempel opnieuw in, volgens Mijn verlangens en noden. De muren tussen de vele kamers breek Ik één vóór één af, zodat de hele tempel doordrongen wordt van dezelfde lucht: het parfum van Mijn Liefde, zuiverheid en heiligheid. Ik richt deze tempel zodanig in dat hij geen enkel privévertrek meer herbergt waarin de ziel zich onder invloed van bekoringen zou kunnen terugtrekken in een poging om zich aan Mijn toezicht en meesterschap te onttrekken.

Het enige privévertrek dat Ik er soms toesta, is het bruidsvertrek dat Ikzelf er kan inrichten indien Ik de ziel wil roepen tot een zeer intieme relatie met Mij omdat zij Mij in een dergelijke relatie het beste kan dienen. Dit bruidsvertrek behoort dan niet de ziel toe, doch Mij alleen, want het is het vertrek waar Mijn macht zich het sterkst laat voelen. Om deze reden zijn de zeldzame zielen die door Mij geroepen worden tot de mystieke bruiloft, zo totaal en zo streng aan Mijn macht onderworpen dat zij bij uitstek Mijn slaven zijn. Zij leven niet meer zelf, Ik zet in hen Mijn leven verder in de meest absolute zin van het woord.

In de tempel waarin Ik heers, is alles van Mij, en in elk hoekje van de tempel wordt de ziel beheerst door de uitwerkingen van Mijn macht. Het Rijk van de Meesteres van alle zielen is geen dictatuur: het is een Rijk van volmaakt Geluk en volmaakte Vrede. De ziel wordt niet door Mij op de knieën gedwongen, zij legt zichzelf voor Mijn voeten neer zodra zij heeft gevoeld en begrepen wat Mijn meesterschap in haar teweeg brengt. Zalig de ziel die Mij smeekt om de zoete kettingen van de slavernij jegens Mij, de Meesteres van alle zielen. In en door jou zal Ik dit bewijzen".


18 mei 2006

"Beleef de gouden regel: Hoe kleiner de ziel zich aan Mijn voeten maakt, en hoe méér zij doordrongen is van Haar nietigheid ten overstaan van Mijn onbegrensde macht, des te groter zullen de weldaden zijn die Ik over haar zal uitstorten, omdat Ik dan alle ruimte in haar kan vullen. Zo zijn de prachtigste genaden méér weggelegd voor Mijn slaven dan voor Mijn dienaren, méér voor Mijn dienaren dan voor hen die Mij slechts kennen voor hun eigen belangen, en in de minste mate zijn zij beschikt voor hen die Mijn grootheid bestrijden. Indien deze laatsten echter niettemin deelachtig worden aan een grote genade, is dit omdat hun bekering Mij dient: Het besef van hun dwaling zal hen aan Mijn voeten brengen en Mijn verhevenheid in alle luister doen schitteren. Ik beschik over middelen om Mijn bestrijders in een oogwenk tot Mijn slaven te maken. Deze wonderen moeten echter door veel lijden, de vurigste Liefde en intense akten van onderwerping vanwege Mijn getrouwen worden vergoed. Zo wil het de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid.

Eerherstellende boete is noodzakelijk opdat de Genaden over de zielen mogen blijven stromen. Vele zielen beschouwen eerherstel als nutteloos of overbodig, als een weinig zinvolle compensatie voor gebeurtenissen of verzuimen uit het verleden, of een activiteit die weinig te maken heeft het werkelijk leven van vandaag. Dat is een grote vergissing. Elke heiligschennis, elke nalatigheid in eerbetoon aan God of aan Mij, blokkeert een deeltje van de stroom der Genaden naar de zielen toe, doordat de Goddelijke Gerechtigheid beledigd wordt. Deze beledigingen zijn als wonden die genezen moeten worden, zoals lekken die gedicht moeten worden. Dit moet gebeuren door eerherstellende boete en gebeden".

"Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. Ik ben de enige ziel die door God in een lichaam op aarde is gezonden zonder draagster te zijn van de erfzonde. Adam en Eva, de eerste mensenzielen, waren bij hun schepping eveneens onbevlekt. God legde hen in het Aards Paradijs één beperking op. Zij werden door de satan bekoord om deze beperking naast zich neer te leggen, en gingen op deze bekoring in. De zonde die zij hierdoor bedreven, was de eerste zonde van het menselijk geslacht. Zij bedreven de zonde van ongehoorzaamheid jegens Gods Wet, want zij overtraden het enige verbod dat God hen had opgelegd.

Deze zonde bracht zware schade toe aan hun ziel, want er trad hierdoor een plotse breuk op in de overeenstemming tussen de verlangens van God en de verlangens van de mensenziel. De mens verloor dus het element van de gelijkenis met God dat hem als een erfrecht was gegeven. Hierdoor werd de overerving van dit recht op de gelijkenis met Gods beeld in de mensenzielen van geslacht op geslacht, voorgoed verbroken. Wij spreken hier van de erfzonde. Alleen in Mijn ziel werd deze breuk opgeheven: Mijn ziel werd volmaakt heilig en ongeschonden in een lichaam gestort, zodat zij haar volkomen gelijkenis met het beeld van God bewaarde.

Hierin ligt de eerste basis voor Mijn verhevenheid en Mijn macht. Ik ben het eerste schepsel waarin de doorstroming van de Liefde steeds volmaakt en ongestoord is geweest. Omdat alle deugden uiteindelijk uit de Liefde ontspringen, en alle deugden samen de graad van heiligheid bepalen, betekent dit dat Mijn ziel als enige volmaakt heilig was. Doordat in Mij de eenheid van verlangens met deze van God Zelf volmaakt was van bij Mijn Ontvangenis, was Mijn Wil identiek met Gods Wil. Deze volmaakte en absolute eenheid van Wil, samen met de volmaakte doorstroming van de Liefde tussen God en Mij in de beide richtingen, heeft Mij verhinderd om gedurende Mijn hele leven op aarde ook maar de geringste zonde te bedrijven.

Bedenk hierbij dat de Liefde het wezen van de Goddelijke kracht is, en dat Gods Wil de motor is waardoor deze kracht in werking wordt gesteld, en je zult begrijpen dat Mijn Onbevlekte Ontvangenis Mij méér 'Goddelijk' dan menselijk maakt. Daarom ben Ik terecht voorbestemd om de Meesteres van alle zielen te zijn. Een ziel die geen enkele verwonding heeft opgelopen, noch bij haar ontvangenis noch daarna, is een ziel die vrij is van elke menselijke zwakheid, dus een ziel die werkelijk deel heeft aan alles wat Goddelijk is.

Elke ziel draagt een Goddelijk element in zich, doch moet een harde strijd leveren om dit element tot volle ontplooiing te laten komen. In Mijn ziel is dit Goddelijk element steeds het enige werkzame geweest. Ook Ik ben door de satan bekoord en zwaar aangevallen, doch Ik voelde niet de behoefte om de volmaakte kringloop van de Goddelijke Liefde te verlaten.

Mijn verdienste heeft hieruit bestaan dat Ik Mijn Hart ononderbroken heb opengesteld om de eindeloze stromen van Goddelijke Genaden waaraan Ik deel had, naar alle gewonde mensenzielen af te leiden opdat de hele mensheid de door de erfzonde ontstane kloof met Gods Hart zou kunnen overbruggen. Mijn Moederschap over de Christus, de Verlosser, maakt wezenlijk deel uit van deze levensopdracht".


19 mei 2006

"Er heersen veel negatieve gevoelens jegens Mij. Vele zielen zijn onverschillig. Velen komen tot Mij in de hoop dat Ik hun kruisen zal wegnemen. Anderen benijden Mij, in de mening dat alles Mij in de schoot is gestort. Weliswaar heb Ik reeds tijdens Mijn leven op aarde gedeeld in de uitwerkingen van de onmetelijke heerlijkheden waarmee God Mij had bekleed. Niettemin heb Ik in Mijn Hart geleden in een mate die het menselijk bevattingsvermogen overstijgt.

Mijn kruis was dat van de volmaaktheid in de Liefde. Inderdaad, volmaakte Liefde gaat gepaard met volmaakt lijden, want hoe vuriger de Liefde, des te gevoeliger wordt het hart voor de onvoorstelbare verwondingen die aan Gods Hart worden toegebracht door de ontelbare zonden van de mensheid, dag na dag, jaar na jaar, eeuw na eeuw. Miljarden en miljarden beledigingen, heiligschennissen, kwetsuren, onverschilligheden, ondankbaarheden. Ik heb ze allemaal gevoeld.

Wanneer Ik Meesteres van alle zielen ben, is dat ook omdat Ik de enige Ziel ben die het menselijk hart en de menselijke geest, de menselijke verlangens en alle mogelijke vormen van bekoring, misleiding, dwaling en verleiding door en door heeft doorgrond. Mij is alles geopenbaard. De Allerhoogste heeft Mij deze kennis ingestort, en heeft Mij een innerlijke blik geschonken die alles ziet. Ik bezat deze gaven reeds toen Ik nog op aarde leefde, zelfs reeds als heel jong meisje.

Het vergt een volmaakte Liefde om onder de last van deze bovennatuurlijke kennis en inzichten nog met mensen te kunnen omgaan en elk ogenblik van de dag voor de mensheid te blijven bidden, offeren en boeten. Ja, Ik heb een leven geleid van onvergelijkbaar veel boetedoening. De onmetelijkheid van Mijn levenskruis ging schuil achter Mijn aangeboren zachtmoedigheid en blijmoedigheid. Wat mensen die Mij ontmoetten, vóór zich zagen, was een vrouw die straalde van tederheid, zachtheid, blijheid, voorkomendheid, behulpzaamheid. Velen waren op de eerste blik diep onder de indruk van Mijn voorkomen, omdat de overmaat van Goddelijke Liefde uit Mijn ziel over hen heen stroomde.

Achter Mijn zachte, lichtjes weemoedige, van Liefde stralende ogen zat het kruis der wereld verborgen. Ik heb dit kruis Mijn leven lang gedragen in Mijn Hart, Jezus heeft het uitgeboet in Zijn Lichaam én in Zijn Hart. Ook Ik heb veel geleden in Mijn lichaam, want alle hartenpijnen zochten uitwegen in lichamelijke ongesteldheden en vermoeidheden. Niettemin merkten weinigen hier iets van, want de mantel der Goddelijke Liefde verleende Mij een Hemelse uitstraling, een zachte schoonheid die betoverde. De mensheid begrijpt de ware diepgang van Mijn titel als Moeder van Smarten niet.

Evenmin begrijpt zij waar Ik 'het recht vandaan haal om Mij de Meesteres van alle zielen te laten noemen'. Het is de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid die voor Mij deze titel heeft voorzien. Het zijn de menselijke kortzichtigheid en het schrijnend gebrek aan kennis van Gods Waarheid, die dit verzet in de mensenharten opwerpen. (...)

De vrouw neigt er soms toe, zich te verzetten tegen Mijn meesterschap uit een zekere afgunst omdat een geslachtsgenote zoveel macht heeft en zo onmetelijk hoog boven alles verheven is. De man verzet zich omdat hij het als een vernedering en een oneer ervaart, aan de voeten van een vrouw te moeten neerknielen en totaal in Haar macht te zijn. Slechts de ogen van verlichte zielen zullen de uitstraling van Mijn Goddelijke gaven herkennen.

(...) Genaden kunnen pas ten volle vrucht dragen naarmate de ziel dieper doorheen de daarbij horende beproevingen reist. De ware vruchten der genade groeien in een boomgaard die de ziel pas bereikt via een weg van grind en doornen. Ik ben de Opzichtster van deze boomgaard. De maat van de Liefde van de ziel tot Mij zal bepalend zijn voor haar volharding en haar wil om deze moeilijke reis te voltooien".

Myriam: "Mijn lieve Meesteres, was U Zich reeds tijdens Uw aardse leven bewust van Uw verhevenheid?"

Maria: "Ja, hoewel deze kennis Mij niet in haar volle omvang ineens ten volle bewust werd gemaakt. Ik merkte reeds als heel jong meisje dat Ik macht had over vele dingen. Ik merkte ook dat Ik onbeperkte macht had over engelen. Deze begroetten Mij steeds geknield, en wierpen zich bij elk contact voor Mijn voeten neer, waarbij zij tot op de grond vooroverbogen. Zij gehoorzaamden zonder enige aarzeling elk woord dat Ik sprak. Ik bezat ook een volkomen macht om wonderen te verrichten. Ik stond hier niet bij stil, omdat het Mij normaal toescheen dat er een volkomen overvloeiing bestond tussen God en Mijzelf. Intussen heersten in Mij een volmaakte nederigheid en eenvoud, waardoor Ik nooit Mijn vermogens beschouwde als uitingen van 'macht'.

In Mij heerste een spontane overtuiging dat Ik Mijn vermogens volmaakt moest beheersen teneinde geen onevenwicht te scheppen in de uitvoering van Gods Heilsplan. Ik wist dat, indien Ik dit wilde, slechts één woord uit Mijn mond volstond om vele dingen in een oogwenk te veranderen. Ja, Ik wist diep in Mijn Hart dat de hele Schepping aan Mijn voeten lag, doch Ik wist eveneens dat het oneindig veel méér voldoening gaf om de dingen die Ik verlangde, af te dwingen via de normale weg van de Wet der Goddelijke Gerechtigheid, door gebed en boete.

Voor Mij was dit vanzelfsprekend, omdat Ik door gebed en boete uiting kon geven aan Mijn alles verterende Liefde voor God en voor de zielen. Indien Ik Mijn verlangens had bevredigd door wonderen te verrichten, waartoe Ik nochtans de volle en absolute macht bezat, zou het Mij hebben geleken alsof Ik Mij gedroeg als een godin. Dat wilde Ik niet. Ik wist dat Iemand anders bestemd was om als middelpunt van alle bestrevingen in de zielen deze taak op Zich te nemen: de Messias. Later, bij de Aankondiging door de Aartsengel Gabriël, begreep Ik dat Ik de Messias ter wereld zou brengen, en dat Mijn macht berustte op deze unieke voorbestemming.

Door Mijn weigering, Mijn hele aardse leven lang, om te zwichten voor de talloze bekoringen en aanvallen vanwege de satan, behield Ik Mijn absolute macht over hem. Deze macht ontving Ik reeds ver vóór Mijn Ontvangenis, toen God het ontwerp van Mijn ziel aan de engelen voorstelde, en een gedeelte van de engelen weigerde om Mij als hun Meesteres te erkennen. Hun aanvoerder, Lucifer, later de satan genoemd, was dus reeds voorbestemd om in Mijn macht te zijn. Na Mijn Onbevlekte Ontvangenis werd hij in Mij geconfronteerd met een Ziel over dewelke hij geen enkele invloed kreeg. Hij zag tevens hoeveel engelen God in Mijn dienst had gesteld, en stelde met verbazing en woede tegelijk vast hoe deze Mij zo stipt, zo totaal en zo onvoorwaardelijk gehoorzaamden alsof zij Mijn slaven waren.

Het was hem lange tijd niet bekend dat Ik Diegene was die ertoe was voorbestemd om zijn Meesteres te zijn. Pas toen de ware missie van Jezus hem duidelijk werd, zeer kort vóór de Kruisdood, begreep hij dat Ik de Vrouw was voor Wie door de Allerhoogste Zelf de heerschappij over de zielen was beschikt. Mijn macht over de satan is absoluut en totaal gebleven. Thans nadert het uur waarin hij daadwerkelijk en voor het oog van alle zielen door Mijzelf gedwongen zal worden om zich aan Mijn voeten neer te werpen en Mij het eerbetoon te brengen dat hij zovele eeuwen geleden heeft geweigerd, te brengen.

Mijn macht zal schitteren in haar volle Goddelijke luister wanneer de satan voor het oog van alle zielen, door Mij aan Mijn voeten gedwongen zal worden, voor aller oren diep voor Mij geknield zal belijden dat Ik zijn Meesteres ben en dat hij het is geweest die Gods grootheid en Mijn macht door alle tijden heen heeft bestreden en zielen ertoe heeft aangezet om niet in Mijn macht te geloven, en dan onder Mijn voeten gelegd zal worden om in de diepste vernedering vertrapt en van al zijn invloed ontdaan zal worden, zodat alle zielen zullen zien en belijden dat Ik de machtige Meesteres van alle zielen ben. Dit zal het uur zijn waarop God Zelf Mij voor alle eeuwen in ere zal herstellen ten aanschouwen van alle zielen, omdat in Mij alle volmaaktheid van Zijn heerlijkheden heeft geheerst sedert het ontwerp van Mijn ziel in Zijn Geest voltooid werd. (...) de wereld is in de wurggreep van de satan, doch de wereld is Mij samen met de meester van zijn verderf tot voetbank gegeven. (...)"


20 mei 2006

"Wat is absolute en onvoorwaardelijke trouw aan de Meesteres van alle zielen? Het is de gesteldheid waardoor de ziel haar handtekening plaatst onder het verbond dat God heeft geschapen als een toegangsakt tot de Eeuwige Gelukzaligheid. Deze handtekening wordt geplaatst met gouden letters, in de inkt van het lijden en met de pen van het Liefdesvuur. Dit verbond, dit heilig contract, leg Ik de ziel voor bij elke beproeving. Ontelbaar zijn de zielen die dit contract bij elke beproeving onder Mijn ogen in stukken scheuren als een getuigenis tegen Mijn Liefde (...).

De satan maakt misbruik van de onwetendheid van de zielen ten aanzien van Gods Waarheid, en van het feit dat zij daardoor gemakkelijk misleid worden. Zo leidt hij zielen naar het geloven in, en verkondigen van, de dingen die zijn plannen dienen. Zo leidt hij eveneens zielen naar vurig verzet tegen Mijn woorden. Wanneer jij de Waarheid openbaart die Ik jou heb medegedeeld, zal hij alles in het werk stellen om jouw woorden aan de schandpaal te nagelen. Indien hij dit niet zou doen, zouden jouw woorden hem zware schade toebrengen.

"Weet daarom dat de satan velen tegen jou zal ophitsen en hen de leugen zal doen verspreiden dat de door jou op schrift gestelde openbaringen ongeloofwaardig, ja van de duivel afkomstig zijn. Heeft Jezus niet in het Evangelie gezegd dat het rijk van de duivel niet stand kan houden wanneer de duivel zijn eigen werken vernietigt, bijvoorbeeld wanneer hij een ziel de macht en de opdracht zou geven om een duivel uit te drijven? Hoe zou jij dan de duivel kunnen dienen door zijn grote Tegenstandster, Maria, de Meesteres van alle zielen, te verheerlijken en Haar grootheid met zoveel Vuur te verkondigen? Prijs je zalig om deze laster en leugens, want uitgerekend zij wijzen erop hoezeer je Mijn werken doet en Mijn woorden spreekt en openbaart.

De zielen beleven thans de tijd van de schijnoverwinningen van de satan, die de wereld zozeer in zijn greep heeft dat hij de ware meester van de mensheid lijkt. Om die reden verwekken Hemelse woorden in deze tijd zoveel opschudding en worden zij tot ware stenen des aanstoots. Mijn tegenstander, de meester van verwarring en leugen, maakt misbruik van de onvrede in vele harten om ongelukkigen zijn stenen in de hand te leggen waarmee zij Mijn werktuigen stenigen. Jouw enige zorg moet deze zijn, jezelf te offeren voor hun uiteindelijke bekering, opdat zij het Licht van inzicht mogen verkrijgen. Bedenk dat de eerste verlichte werktuigen voor de zaak van God nooit het grote Licht uit het oog verloren, dat het Paradijs zelfs zichtbaar voor hun ogen opende toen zij op het punt stonden, hun laatste offer voor hun vervolgers te brengen. Ik ben de Meesteres van alle zielen.

Wat God heeft beschikt, zal in vervulling gaan. Het zaad dat Ik via jou in de zielen uitstort, zal de vruchten opleveren waartoe het is bestemd. Indien het wordt toevertrouwd aan akkers die het versmaden, zal het op de vleugels van de Heilige Geest overgebracht worden naar grond die wel gehoorzaamt aan Gods Wet. Knielen zullen alle zielen voor Mij. Zalig zij die het doen uit Liefde, en uit gehoorzaamheid aan Gods Geest, en niet in het uur van hun oordeel, uit rouwmoedigheid of angst".


21 mei 2006

"(...) De engelen geven Mij weliswaar volmaakte Liefde en volmaakte onderwerping en gehoorzaamheid, doch slechts de mensenziel kan Mij lijden schenken. Hoe dierbaar is Mij het lijden van Mijn getrouwen, wanneer zij ernaar verlangen zoals Jezus naar Zijn Kruis verlangde, en in de diepste onderwerping en Liefde die hun hart voor Mij laat verteren. Dit is een gouden genade waarom Mij zo zelden wordt gesmeekt. (...).

(...) Zijn de engelen niet oneindig veel deugdzamer dan de meeste mensenzielen? Zij genieten de eeuwigdurende aanschouwing van Gods Aanschijn en verkeren in de volmaakte Gelukzaligheid. Niettemin zijn zij door de Allerhoogste tot Mijn slaven gemaakt, want zij staan ononderbroken in Mijn dienst en zijn gebonden door een heilige eed van trouw, gehoorzaamheid en volmaakte onderwerping jegens Mij. Zij voeren stipt al Mijn bevelen uit ten gunste van het mensengeslacht. Zij doen dit echter niet alleen omdat Ik hen tot Meesteres ben gegeven, doch uit volmaakte Liefde tot Mij. Ook zij zijn slaven van Mijn Liefde. Ook elke mensenziel is geroepen tot de liefdesslavernij jegens Mij, in dienst van het Plan van Heil dat God jegens de mensheid heeft beschikt en waarover Ik de leiding en de uitvoeringsmacht bezit.

Wanneer de ziel de Eeuwige Gelukzaligheid van de Hemel mag binnengaan, zal zij ook slavin van Maria zijn. De enige zielen die nooit Mijn slaven zullen zijn, zijn deze welke zichzelf verdoemen voor de eeuwigheid. Zij zullen een andere meester hebben, die hen zal regeren met een scepter van eeuwigdurende kwelling en haat. Zalig de ziel die Mijn roep tot een leven aan Mijn voeten tijdens haar aardse leven beantwoordt. Haar verdienste zal onmetelijk zijn. De uitverkiezing als slavin/slaaf van Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, is zo groot, dat zelfs de engelen niet weten hoe zij dit Mysterie moeten bevatten. Zij, de engelen, zijn verrukt over elke mensenziel die zich voor de eeuwigheid aan Mijn voeten neerwerpt en zichzelf op Mijn uitnodiging belijdt als slavin van Maria, want zij weten dat de verdienste van de mensenziel die deze hoedanigheid met Vuur aanvaardt en beleeft, oneindig veel groter is dan de verdienste van de engelen, die door een Goddelijk Wilsbesluit van nature Mijn slaven zijn, ook al beantwoorden zij deze lotsbestemming met volmaakte Liefde.

Het vervult de engelen met de grootste verbazing wanneer een mensenziel, die op aarde ten prooi is aan eindeloze beproevingen en de vreselijke invloeden van de satan en zijn gevolg, zich aan Mijn voeten neerwerpt voor een leven van slavernij aan hun Meesteres en Koningin. Zij verheugen zich erover dat de Schepper hierdoor een weg heeft voorzien om de natuur der mensenzielen en de natuur der engelen dichter bij elkaar te brengen. Ja, slaaf te zijn van Maria, is een onmetelijk voorrecht, dat zich pas echt verwezenlijkt in de mate waarin Mijn slavin/slaaf de natuur van de engel in zich tot bloei laat komen. (...)

Indien het voor de engelen een onpeilbaar diepe bron van verrukking en verwondering is, vast te stellen dat Ik onder de mensenzielen slaven vorm, en de meest getrouwen onder deze zielen Mijn slavin blijven voor de eeuwigheid en deze uitverkiezing met diepe dankbaarheid aanvaarden en naleven, hoe moeilijk is het dan voor verblinde mensenzielen om te bevatten dat in hun midden leden van hun eigen mensengeslacht verkeren, die daadwerkelijk leven als slavin/slaaf van Maria? Het moge de zielen duidelijk zijn dat dit Mysterie geen andere verklaring heeft dan deze, dat Ik de macht bezit om in zielen een zodanige mate van Liefde te wekken dat deze hun leven en wezen totaal en onvoorwaardelijk onder Mijn voeten leggen. Zij leven voor Mij, zij sterven voor Mij, zij gehoorzamen elk woord en elke verzuchting van Mij, en het zou hun dood betekenen indien zij het gevoel mochten krijgen dat Ik hun diensten niet tot nut kan maken voor de verwezenlijking van Mijn werken.

De ziel die niet begrijpt dat een mensenziel een leven als Mijn slavin kan leiden en betrachten, heeft ook de Ware Liefde niet begrepen. De ziel echter, die de uitverkiezing van een medeziel tot liefdesslavin van Maria bestrijdt, bespot, belastert of ongeloofwaardig zoekt te maken, maakt zich schuldig aan belediging van Gods Barmhartigheid en van Mij, de Meesteres van alle zielen. Een dergelijke ziel verkondigt hierdoor dat zij niet gelooft in Mijn macht, noch in Gods Plan van Bestemming voor de mensheid. Ik herhaal dat Ik bestemd ben voor de volmaakte heerschappij over alle zielen in Gods Rijk op aarde".


22 mei 2006

"De ziel die in Mijn dienst treedt, wordt door Mij omhuld met het kleed van Mijn Rijk. Daartoe wordt deze ziel eerst binnengeleid in Mijn voorhof, waar zij ontdaan wordt van haar oude kleren. In deze voorhof leert zij haar eerste lessen over datgene wat zij kan verwachten wanneer zij zichzelf voorgoed aan Mij wil weggeven. Ontdaan van haar oude kleren, haar sterkste wereldse verlangens, wordt zij dan, aan Mijn voeten geknield, omhuld met het kleed van het Hof van de Meesteres van alle zielen. Dit is een licht kleed dat de ziel niet belast of hindert, doch streelt en verwarmt, en waarvan de geur haar regelmatig aan haar Meesteres zal herinneren. Mijn ware getrouwen zal Ik hieraan herkennen, dat de lelie die Ik in hun kleed heb gebrand, steeds méér zal schitteren, want zij zal tot leven komen door hun Liefde en hun zuiverheid. Deze zielen zullen Mij verheerlijken door de geur van hun aanwezigheid bij Mijn Troon".


23 mei 2006

"Ik word vandaag gevierd als de Moeder, de Koningin, van de Eucharistie. Het behoort tot Mijn vele taken, te waken over de erfenis van Mijn Goddelijke Zoon in de Sacramenten. De onmetelijke Genaden die God heeft verbonden met de Heilige Eucharistie zoals Jezus deze oorspronkelijk heeft ingesteld, worden in deze tijd grotendeels versmaad. Het modernisme in de Kerk is een scherpe doorn in Mijn Smartvol Hart, en verzwaart het Kruis dat Jezus nog dagelijks draagt voor de wereld. De mens wil wijzer zijn dan de Eeuwige Wijsheid. Hoe kan de mens zijn God aanbidden door de door Hem ingestelde woorden en handelingen ten dele te negeren en ten dele te vervangen door woorden en handelingen die op de behoeften van de mens gericht zijn?

De mens is bezig, God uit Zijn eigen Kerk te verbannen. De Goddelijke Gerechtigheid verlangt hiervoor vergoeding, want de verwatering en ontwrichting van de Heilige Eucharistie vormt een grote bron van ellende voor de mensheid, die ongemerkt bezig is, de Kerk aan satans voeten te leggen. Waar is de Liefde in de harten van priesters die de Kerk lenen tot een eredienst die de gelovigen berooft van de overgrote stroom van Genaden die Jezus in Zijn traditionele Eucharistie heeft gelegd? Hoe willen zij zo de satan uit zijn rijk op aarde verbannen en het door Jezus beloofde Rijk Gods op aarde voorbereiden? Ik verlang dat de mensheid niet langer het Offer van Golgotha versmaadt, want de Heilige Eucharistie is bedoeld om dit Offer der offers waardig voort te zetten zolang de wereld duurt. (...) In Gods Hart ben Ik reeds de ware Meesteres van de wereld sedert Hij Mijn ziel in Zijn gedachten had. Hij heeft de wereld reeds vóór Mijn Ontvangenis onder Mijn voeten gelegd. De wereld heeft Mijn voeten verkleumd door het gebrek aan Liefde in de zielen. (...)".


24 mei 2006

"Ik ben de machtige Hulp der Christenen. Het christendom is steeds voorwerp geweest van hevige vervolgingen, omdat de Leer van Jezus Christus de enige Waarheid van God behelst en daardoor de grote steen des aanstoots vormt voor de satan en zijn gevolg op aarde. Alles wat drager is van het ware Licht van God, en hierdoor in strijd is met de dwalingen, misleidingen, verblinding en leugens die door de satan geïnspireerd worden, wordt het voorwerp van laster, verdachtmaking, vervolging en genadeloze bestrijding. Ik ben de Meesteres van alle zielen, de Vrouw aan Wie alle macht is gegeven voor de uitvoering van Gods Plan van Heil voor de zielen.

Om Mijn Rijk te vestigen, is Mij door de Allerhoogste de beschikking gegeven over Zijn macht, over de engelen, en over mensenzielen die Ikzelf uitverkies om hen te vormen en te kneden tot Mijn liefdesslaven op aarde. Op hen berust de taak, met inzet van al hun werken en woorden de vervolgers van het christendom onder de voeten van hun Meesteres te leggen opdat Zij hen onder de invloed van Haar onbegrensde macht tot inzicht en bekering kan brengen. Doordat de mensheid zeer ver is afgedwaald van de koers die God voor haar had voorzien, zijn zware inspanningen nodig om haar opnieuw bij te sturen. Ik heb je de Eeuwige Waarheid geschonken om deze in geschriften te verkondigen. Ik blijf haar in jou uitbreiden. (...).

Ik ben de Hulp der Christenen. Hoe weinig christenen maken een juist gebruik van Mijn macht. Hoe kan de ziel Mijn onbegrensde macht in haar leven tot volle ontplooiing laten komen? Door in de eerste plaats zichzelf helemaal aan Mij te geven, al Haar doen en laten op Mijn noden af te stemmen, rotsvast in Mij te geloven, en haar Liefde tot Mij zodanig te laten ontwikkelen dat zij liever aan Mij geeft dan van Mij te willen krijgen. Hoe intenser een ziel Mij liefheeft, des te méér zal Ik Mijn macht aanwenden om haar veel méér te geven dan zij kan vragen. Ik heb alle macht gekregen om alles te geven wat Ik wil, doch de Wijsheid, die in Mij volmaakt is, legt Mij de beperkingen op die worden gesteld door de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid: Hoe groter de zondenlast van de mensheid als geheel of van een ziel op zich, des te minder verantwoord is het volgens de Eeuwige Wijsheid dat Ik ononderbroken buitensporige genaden over de zielen zou afroepen.

Daarom verlang Ik zware inspanningen van hen die geroepen zijn om Mijn ware slaven te zijn: Hoe méér dezen zichzelf aan Mijn voeten vernederen in ware zelfverloochening, hoe méér zij Mij smeken in ware onzelfzuchtigheid, hoe vuriger zij hun Liefde over Mijn voeten uitstorten in zeeën van Vuur, en hoe méér zij Mijn voeten strelen met het Vuur van hun lijden en van het verlangen om alles voor Mij te lijden, des te méér kan Ik echte wonderen verantwoorden. Ik heb alle macht om soeverein te beslissen waarvoor Ik alle offers van Mijn liefdesslaven gebruik. Vergeet nooit: De sleutel tot Mijn Hart is de Liefde. Naarmate de Liefde tot Mij vuriger wordt, zal de ziel de uitwerkingen van Mijn macht ervaren. (...).

(...) De christenen kunnen Mijn machtige hand ertoe bewegen, de sleutel om te draaien in de onmetelijke Schatkist der genaden die Ik in Mijn Hart draag. De eerste vereiste is deze, dat zij zich aan Mijn voeten neerwerpen in het Vuur van de Liefde, en dat zij elk ogenblik van de dag aan Mij geven in totale en doorleefde toewijding. Indien de christenen zouden beseffen dat Mijn macht oneindig en onbegrensd is, en zij hun leven, hun gebed, hun offers en hun dienst aan Mij daarnaar zouden richten, zouden zij een ware wedergeboorte van het christendom en een totale heropleving van hun eigen Geluk en Vrede ervaren.

Ook al is Mijn macht onbegrensd, en kan Ik in een oogwenk alles veranderen volgens Mijn Wil, toch kan de Hulp der Christenen de christenen slechts werkelijk helpen voor zover zij hun deuren voor Mij openstellen. Elke ziel heeft een vrije keuze, maar bepaalt daardoor ook haar eigen lot voor de eeuwigheid. De ziel die op aarde weigert, voor Mij te knielen, zal het in het uur van haar oordeel moeten doen, doch zal ook de gevolgen van haar weigering dragen, want de Goddelijke Gerechtigheid heeft in Haar Wet geschreven dat alle zielen zullen knielen aan de voeten van de Vrouw Die door God tot Meesteres van alle zielen is gemaakt. De ziel die op aarde wél voor Mij knielt, in een gesteldheid van oprechte onderdanigheid en Liefde, stelt daardoor haar akker open voor het zaad van Mijn macht. Dit zaad is drager van het Ware Geluk en van de Eeuwige Gelukzaligheid. Maria, de Hulp der Christenen, kan alles, maar Zij moet hiertoe bij de christen de oprechte bereidheid aantreffen om uit Haar hand alle nodige weldaden te aanvaarden.

Wie de christenen en het christendom vervolgt, vervolgt in werkelijkheid Jezus Zelf. Zo zei Mijn Zoon het reeds tot Saul, later Paulus genaamd, op weg naar Damascus. Vervolging komt op vele wijzen tot uitdrukking. Uiteindelijk komt het er steeds op neer dat hij die vervolgt, het de christen moeilijk maakt om zijn christen-zijn te beleven zoals Jezus dit verwacht en zoals zijn roeping het hem ingeeft. Dit gebeurt door kritiek, laster, verdachtmaking, spot, discriminatie op allerlei wijzen, en door pogingen om de vervolgde voor te stellen als een ziel die Gods Waarheid geweld aandoet, terwijl deze ziel juist strijdt voor de bevordering en uitbreiding van de kennis en beleving van die Waarheid onder de zielen.

Om dit doel te bereiken, schuwt de vervolger geen enkel middel: leugens, dwaalleer, misleiding van zielen die weinig diepgang hebben in hun spirituele beleving en hierdoor gevoelig zijn voor leugens over de vervolgde en zijn uitspraken, handelingen, levensstijl of geschriften. De vervolger deinst er zelfs niet voor terug om zich te bedienen van zogenaamde uitlatingen van Jezus of Mijzelf, om de vervolgde ongeloofwaardig te laten lijken.

De christelijke Leer is van meet af aan een struikelblok geweest voor hen die willen leven zonder enige beperking in de bevrediging van werelds genot. Doordat een dergelijke levensstijl ook met kracht in de rangen van de christenen zelf is binnengeslopen, gebeuren de vervolgingen niet zelden vanuit de rangen van de talloze zogenaamde christenen tegen hun broeders die veel vuriger zijn dan zij. Leg in het bijzonder deze categorie van vervolgers, zij die een zekere christelijke basis hebben doch in hun hele levenswijze op drift geslagen zijn, onder Mijn voeten, want zij drijven de scherpste doornen in Mijn Smartvol Hart en slaan de langste spijkers doorheen de handen en voeten van Jezus".


26 mei 2006

"(...) Zie, wat uit Mijn handen komt, volgt de Wetten van God. Kijk Mij aan, in Mij is de Wet van het Goddelijk Leven tot volmaaktheid gekomen. In Mij zijn bladeren, die beschutting verlenen en verkoeling brengen. In Mij zijn bloesems, die de geur der volmaakte heiligheid verspreiden. In Mij zijn ook de eeuwigdurende vruchten, die voeden en verrukking en het Ware Leven schenken. (...) het Vuur, de Liefde, de Wijsheid en de macht van de Allerhoogste stromen door Mijn handen en voeten, omdat Hij de Bronnen van het Ware Leven in Mijn Hart gekopieerd heeft om de zielen te regeren. Ik ben de Meesteres van alle zielen. Ik heb macht om bloesems te vormen, macht om vruchten te baren, en macht om elke zielenbodem te zuiveren door het gif der wereld in Mijn wortels te zuigen opdat het in aanraking met het sap van Eeuwig Leven vernietigd zou worden.

Waarom toch schrikt het zielen zozeer af, zich totaal aan Mij over te geven en slechts te leven voor de vervulling van Mijn Wil? Weten zij dan niet dat zij dan het Ware Leven vinden, doordat zij dan putten uit de Bronnen die God in Mij heeft gelegd? Het leven in Mijn dienst is zwaar, maar de ziel, de ware kern van het mens-zijn, beleeft dan het paradijs op aarde. Aan Mijn voeten, in volkomen zelfverloochening om Mij te dienen, proeft de ziel het water dat onophoudelijk stroomt tussen God Zelf en Mijn Hart. De ziel leert dan de wereld te zien vanuit Mijn Hart, en leert daardoor hoe onbelangrijk alles in haar leven is in vergelijking met het alomvattend Plan dat God met dat alles heeft. (...)".


27 mei 2006

"Ik ben de Koningin van de Apostelen. Jezus was de Messias, de Gezondene van de Vader. Hij heeft de enige Eeuwige Waarheid van God, de Leer van Gods Wet, onder de zielen gezaaid. Een apostel is een ziel die uitgezonden wordt om van die Waarheid te getuigen in woord en leven. Ik was in werkelijkheid de eerste Apostel van Christus. Ik was ook de enige Die Gods Waarheid in haar volheid bezat. (...).

De ziel bestaat uit een aantal lagen, of 'verdiepingen', die zich in feite als het ware door elkaar heen kunnen bewegen. Het is in de diepste kern van de ziel dat God de kiem van de heiligheid heeft gelegd, als een uitnodiging voor het menselijk schepsel om de reis van de zelfontplooiing nooit op te geven. In deze diepste kern zoek Ik Mijn troon als Meesteres van de ziel te vestigen. In die kern wordt ook Hemelse Bruiloft gesloten tussen Jezus of Mijzelf en de ziel indien deze tot die weg is geroepen. Het is ook in deze kern dat Jezus na de Heilige Communie zoekt neer te dalen.

"De diepste, heilige, kern van de ziel wordt door de overgrote meerderheid van de zielen nooit ontdekt. De contacten met alle aardse invloeden, beelden, woorden, geluiden, situaties, alsook eigen herinneringen, verbeelding, fantasieën, gedachten en andere factoren, leggen stof en slijk omheen de ziel en vermengen zich in en tussen alle lagen ervan. Hierdoor wordt de heiliging een moeilijk proces, en wel des te moeilijker naarmate de ziel vasthoudt aan wereldse gewoonten, genietingen, herinneringen, gesteldheden, manieren van denken, schijnbehoeften. Heiliging van de ziel is daarom in de eerste plaats een zaak van zuivering: alle stof en slijk moet uitgegraven en verwijderd worden. Dit gebeurt door gebed, offers, boetedoening, betrachting van een leven in alle deugden, en gebruikmaking van de heilige Sacramenten in diep Geloof en eerbied. De ziel kan dit niet alleen.

Zuivering is enigszins zoals het graven van een tunnel naar de kern van de ziel om deze te bevrijden. Hierbij moeten onderweg alle aarde, stof, slijk en onreinheden verwijderd worden. Dit verwijderen gebeurt door toewijding ervan aan Mij: het uitdrukkelijk opdragen van elke verontreinigende situatie en gebeurtenis van het leven in verleden en heden, en van elke verontreinigende herinnering, gedachte, gevoel, gesteldheid, beproeving, elk element uit het dagelijks leven dat onvrede in het hart kan brengen of tot ondeugd of zonde aanleiding kan geven. Het uiteindelijk doel van het graaf- en zuiveringswerk is het blootleggen van de kern van de ziel, opdat de heilige kiem nieuwe zuurstof zou krijgen: de adem van de Heilige Geest. De stuwende kracht van al dit graaf- en opruimingswerk is de Liefde. Ik heb onbegrensde macht over dit hele proces, doch het is noodzakelijk dat de ziel Mij toelaat om Mijn macht in haar te ontplooien, door haar inspanningen op drie gebieden:

  • onthechting van al het aardse dat niet strikt levensnoodzakelijk is, en van alle ballast uit haar verleden;
  • beheersing van haar geest: gedachten, verbeelding, fantasieën, gepieker en herinneringen; en
  • zelfverloochening, de bereidheid om haar eigen belangen achterop te stellen bij deze van God, van Mij, en van de naasten.

Ziedaar de sleutels tot de opening van de deur tot de diepste kamer van de ziel, de kern die oorspronkelijk is geschapen en bedoeld als het heiligdom, het tabernakel van de ziel. Zodra Mij deze drie bereidheden in handen worden gegeven (onthechting van al het aardse, beheersing van de geest, en zelfverloochening) kan Ik Mij van Mijn troon verheffen en Mijn Wet in de ziel afkondigen. De zo zeldzame heiligen onder de zielen zijn deze welke in hun spirituele ontwikkeling ver gevorderd zijn op de reis naar hun tabernakel, en die een tunnel hebben gegraven die het volle Licht van de Heilige Geest ononderbroken in dat tabernakel laten schijnen. Zij zijn het, in wie de grootheid van Maria kan schitteren en in wie de kracht van de Heilige Communie haar volheid bereikt".


28 mei 2006

"(...) Beschouw datgene wat de Schepper vanwege de mensenzielen verwacht, als een grote vijver. Elke knieling of knieval voor Mij, elke kus op Mijn voeten, elke zelfvernedering van een ziel voor Mij, laat een druppel in die vijver vallen. Indien geen enkele ziel deze dingen zou doen, zou de vijver op zeker ogenblik droog staan, omdat mede uit deze vijver genaden voor de zielen worden bereid. Dat zou het einde van de wereld betekenen, tenzij de overmaat van Liefde van de Goddelijke Barmhartigheid de Wet der Gerechtigheid zozeer zou veranderen dat het verantwoord zou worden om deze overmaat van schuld vanwege de mensheid jegens God totaal kwijt te schelden. Doordat Gods Wetten eeuwigdurend zijn en vóór het begin der tijden zijn gemaakt, is dit onwaarschijnlijk, en zou een dergelijke toenadering vanwege de Goddelijke Barmhartigheid een zware bijkomende schuldenlast op de zielen leggen.

Slavin van Mijn Liefde, bekijk de vijver van de verdiensten door eerherstellende handelingen en eerbetoon. Het water dat in deze vijver verzameld wordt, kan Ik gebruiken om het vuur van de bekoringen te blussen. Weet dat Mijn macht zo ver strekt dat Ik bij elke vurige knieval of knieling aan Mijn voeten het vuur van een bekoring in een andere ziel kan blussen. Ik heb de macht om de satan aan Mijn voeten te doen neerknielen telkens jij dit doet met Vuur, in brandende Liefde en met een diep verlangen om Mij te dienen en te verheerlijken. Zo kan Ik, telkens jij Mij de druppel van een akt van onderwerping schenkt, hem beletten om ergens ter wereld een ziel in bekoring te brengen".

Myriam: "Mijn machtige Meesteres, hoe kan men beïnvloeden wat in een ver verleden is verzuimd?"

Maria: "God is Heer van de tijd. Dit alles is Mysterie. Weet echter dat, omdat Gods Heilsplan niet gebonden is aan de menselijke opvatting over tijd, de satan vandaag nog door Mij gestraft kan worden doordat een overwinning die hij eeuwen geleden heeft behaald door een ziel te verleiden tot ongehoorzaamheid of verzuim van eerbetoon, nu nog van haar effecten ten aanzien van de Goddelijke Gerechtigheid beroofd kan worden door een daad van totale zelfvernedering vanwege een ziel voor Mij, de machtige Meesteres van alle zielen. Wanneer men met Vuur Mijn voeten kust, verliest de satan zelfs nu nog een element van de uitwerkingen van de macht die hij eeuwen geleden over een ziel heeft uitgeoefend door haar te verleiden tot een zonde, ondeugd, of verzuim van eerbied.

Beschouw een andere vijver: elke geslaagde bekoring voegt een druppel toe aan de vijver van de macht en de overwinningen van de duivelen over de mensenzielen. Deze vijver is opgebouwd uit alle overwinningen van de duivelen op alle zielen doorheen alle eeuwen. Wanneer jij je vandaag met Vuur aan Mijn voeten neerwerpt, laat het Vuur van je Liefde en van je onderwerping jegens Mij een druppel uit de vijver der duivelen verdampen, terwijl deze akt van Liefde en onderwerping de vijver van Mijn macht in datzelfde Vuur laat glinsteren. De macht van de Meesteres van alle zielen kan niet aangevuld worden, want zij is oneindig, doch de schittering ervan, haar uitstraling in de uitwerkingen van Gods Heilsplan, kan wel benadrukt worden tot Heil van de zielen. Tevens kan door een akt van diepe onderwerping en Liefde een genade worden verleend waardoor bepaalde andere zielen tot Geloof en vertrouwen in Mijn macht worden gebracht: deze zielen 'zien' als het ware plots de vijver van Mijn macht voor hun innerlijk oog glinsteren, waardoor zij Mij voortaan met andere ogen bekijken.

(...) Van hen die lichamelijk in staat zijn om te knielen, verlang Ik dat zij, telkens de omstandigheden dit niet onmogelijk maken, tijdens het uitspreken van de woorden 'Maria, machtige Meesteres van alle zielen', neerknielen en met het voorhoofd de grond raken. Indien dit onmogelijk of moeilijk is, kunnen zij trachten, dit ten minste twee maal per dag te doen: bij het begin van de dag, en op het einde van de dag, en daarbij de hele komende dag of de hele voorbije dag aan Mijn voeten neerleggen. De waarde hiervan kunnen zij nu nog niet begrijpen, maar zeg hen dat dit voor de zielen een verschil maakt. Van de ziel die niet in staat is om te knielen, verlang Ik oprechte Liefde en oprechte bereidheid om zichzelf volledig in Mijn handen te leggen en alle gebeurtenissen en situaties voor Mij te aanvaarden.

Aan hen die zich tegen jou afzetten omdat je strikt traditioneel denkt en schrijft, zeg Ik het volgende: Ik, Maria, de Moeder van Christus Die de enige Waarheid van God kwam verkondigen, ben de Bron van al je woorden, geschriften en handelingen. Waarom zouden zij dan aanleiding moeten geven tot twijfel? Je eet en drinkt uit Mijn Hart, Ik heb je alles geleerd. Wie aanstoot neemt aan jou, neemt ook aanstoot aan Mij. Gods enige Waarheid heeft eeuwigdurende geldigheid. Louter en alleen de traditionele, oorspronkelijke Leer en voorschriften van Christus dragen het ware voedsel in zich. Zijn woorden zijn in uren die door God zijn voorbeschikt, aangevuld geweest door openbaringen van tot aan die uren onbekende elementen van de Eeuwige Waarheid. Mijn apostel [Myriam] is niet geroepen tot het verkondigen van schijnwaarheden naar mensenmaat.

Ik ben de Meesteres van alle zielen. Ik ben voorbestemd om over de zielen te heersen, opdat zij klaar mogen zijn voor het leven in Gods Rijk op aarde. Mijn Wetten zijn deze van God. In de zielen waarin Ik volkomen heers, is geen plaats voor aanpassingen of afwijkingen van Gods Eeuwige Waarheid. Alle modernisme moet onder Mijn voeten worden gelegd, want het komt niet van de Heilige Geest. Het is bron van veel ellende, want omdat het Gods Waarheid aanpast bij de noden van de mens, dient het de plannen en werken van de duisternis. Elke modernistische gedachte in een zielentuin die Ik tot de Mijne wil maken, beschouw Ik als onkruid dat Ik zonder genade ontwortel. (...)".


29 mei 2006

"(...) Wanneer Ik in een ziel alle ruimte kan innemen, kan Ik in haar alles doen wat Ik wil, zodat Ik haar werkelijk in aanraking kan brengen met de effecten van Gods Tegenwoordigheid, want in Mij heeft God Zijn kracht gelegd zoals in geen enkele andere ziel. De Meesteres van alle zielen kan elke ziel naar ongekende hoogten leiden, op voorwaarde dat Zij Haar Rijk in die ziel kan vestigen, Haar Wetten in die ziel kan afkondigen, en er Haar regering kan ontplooien in een atmosfeer van absolute en totale gehoorzaamheid.

Jij hebt Mijn schoonheid aanschouwd. De schoonheid van de ziel wordt in hoofdzaak bepaald door haar Liefde en haar zuiverheid. De zuiverheid bepaalt in welke mate de ziel het Licht van God kan doorgeven. Ik ben het volmaakt model van het beeld en de gelijkenis van God. Ik ben zoals een kleurrijk brandglasraam: Gods Licht straalt zo volkomen door Mij heen dat Mijn ziel een aanblik als een onvergelijkbare kleurenpracht biedt. Mijn Tegenwoordigheid brengt verrukking in de zielen, want de diepe kern van de ziel ziet Mij zoals Ik ben. De Liefde bepaalt in welke mate de ziel de warmte en het Vuur van God kan doorgeven. Ik ben als een zon. (...) Een heilige ziel is een ziel die voor de inwendige ogen van andere zielen schoonheid uitstraalt en gevoelens verspreidt die gaan van blijheid, vreugde, tot diepe Vrede, stil Geluk, zelfs verrukking in het hart van andere zielen.

De schoonheid van een ziel vermindert naarmate zij belast is met zonden, maar ook met hardnekkige zwakheden, want zwakheden in de deugden zijn als spatten op vensterglas: ze laten het licht niet meer volkomen door, en werpen schaduwen op de plaats waarop het licht valt dat doorheen het glas straalt. Zo werpt een niet volkomen reine ziel schaduwen op zielen die met haar in contact komen. Wanneer zielen met een sterk uiteenlopende graad van zuiverheid en Liefde elkaar ontmoeten, kunnen zij zich allebei onbehaaglijk voelen: de zuiverste en meest liefdevolle, omdat zij bij de andere niet haar eigen Licht en/of warmte aantreft, en de minst zuivere of minst liefdevolle, omdat zij het Licht en/of de warmte van de andere ziel niet kan verdragen. Een ziel die afwijkt van het beeld en de gelijkenis van God, kan inderdaad aanstoot beginnen te nemen aan elke contact met heiligheid.

De grootste verrukking ontstaat wanneer twee waarlijk heilige zielen met elkaar in aanraking komen. Zij vinden in elkaar een zekere afstraling van het Goddelijke terug, dat zij in zichzelf reeds hebben ontdekt als een bron van Vrede van hart en stil Geluk. Wanneer Ik Mij aan een ziel vertoon, hetzij uitwendig hetzij inwendig zichtbaar, is de verrukking in de ziel gewoonlijk zo groot dat zij spontaan op de knieën gaat bij de aanblik van een schoonheid die op aarde niet bekend is. De ziel herkent in Mij de heilige kiem in de absolute volheid van zijn ontwikkeling. Niettemin kan Mijn aanblik voor een ziel die in hoge mate ten prooi is aan de satan, een intense kwelling met zich meebrengen, omdat de satan dan de ziel in verzet brengt tegen Mijn uitstraling van Hemelse schoonheid, en hij bovendien in deze ziel kronkelt als een worm in een poging om aan Mijn verpletterende macht te ontsnappen. Het resultaat is uiteindelijk echter steeds dit: Mijn Tegenwoordigheid brengt volmaakte Vrede, want daartoe ben Ik geroepen. Mogen de zielen begrijpen dat ook zij geroepen zijn om Vrede in de harten te zaaien, en dat zij dit slechts kunnen in de mate waarin zij zelf groot worden in zuiverheid en Liefde. Ziedaar de eerste taak van de ziel die wordt geroepen als Mijn apostel: Zij draagt de heilige plicht, de volkomenheid in de zuiverheid en de Liefde te betrachten. Indien zij deze gesteldheden niet betracht met de inzet van haar hele wezen, kan zij Mijn Werken niet voortzetten".


30 mei 2006

"Er zijn misleide zielen die menen dat een totale overgave aan Mij als Meesteres van alle zielen een dwaling is. Aan deze zielen zeg Ik het volgende: God heeft voor alle tijden een Plan beschikt voor het Heil van alle mensenzielen, opdat zij gered zouden worden uit hun zonden en naar Hem terug mogen keren in staat van genade. Dit Plan van Heil is door de Allerhoogste in Mijn handen gelegd om onder Mijn leiding ten uitvoer te worden gebracht in alle zielen. Daartoe heeft Hij Mij Zijn Wijsheid en Zijn macht geschonken. Hij heeft Mijn ziel als enige mensenziel onbevlekt in een lichaam gestort opdat Ik de Christus, de Verlosser, de Verkondiger van Gods Waarheid, zou kunnen dragen en als Mens zou kunnen baren in volmaakte zuiverheid. Hij heeft Mij onmetelijk ver verheven boven al het geschapene. Hij heeft Mij alle macht gegeven om de satan, de bron van alle verderf voor de zielen, totaal en restloos te vernederen en te overwinnen. Hij heeft Mij voorbeschikt tot Meesteres van alle zielen, om in deze Laatste Tijden de laatste fase van de voorbereiding op de grondvesting van het Rijk van Christus op aarde vorm te geven. Dit alles is het werk van God Zelf.

Nu de Goddelijke Barmhartigheid de klok luidt voor de bekendmaking van Mijn grootheid en Mijn macht als de Meesteres van alle zielen, wordt deze onbegrijpelijke uiting van Gods Liefde door verontreinigde harten en door tongen die de duisternis dienen, aangevallen en verguisd omdat zij door een mensenziel geopenbaard wordt op bevel van de Meesteres van alle zielen, Vertegenwoordigster van God in de zielen. Elke ziel die de totale overgave aan Mij en de totale onderwerping aan Mij als de machtige Meesteres van alle zielen lastert, wijs Ik erop, dat zij zich schuldig maakt aan een ondankbaarheid jegens Gods beschikkingen van onverdiende Liefde, en dat zij hierdoor de Goddelijke Gerechtigheid uitdaagt.

Aan hen die menen en verkondigen dat de diepste verering en gehoorzaamheid aan de voeten van de Meesteres van alle zielen een uiting van dwaling of zelfs heiligschennis zou zijn jegens de Allerheiligste Drievuldigheid, richt Ik een dringende oproep tot diepe bezinning. Tot hen zeg Ik met nadruk dat de ziel die weigert, zich aan Mijn voeten te vernederen, hiervoor verantwoording zal moeten afleggen bij de troon van Gods Gerechtigheid. Ik herhaal dat het de Allerhoogste Zelf is, die Mij, Maria, de Onbevlekte Ontvangenis en Medeverlosseres van de zielen, heeft verheven en aangesteld tot Uitvoerster van Zijn macht in deze Laatste Tijden, en dat Hij Mij daartoe vereerd, gehoorzaamd en gediend wil zien als de machtige Meesteres van alle zielen. (...).

Wat wil de Meesteres van alle zielen? Zij wil een totale, onverdeelde, onvoorwaardelijke en altijddurende heerschappij in de ziel. (...) Ik kan de ziel pas echt aan Mijn voeten houden wanneer Ik haar HART beheers. Meesteres van het HART ben Ik wanneer Ik het hele gevoels- en gemoedsleven van de ziel beheers. In de meest absolute zin is dit het geval bij de ziel die daadwerkelijk slavin is van Mijn Liefde. Deze ziel gehoorzaamt blind en stipt elke, zelfs de geringste, verzuchting van haar Meesteres. Ik leg in haar al Mijn verlangens, alles wat Ik wil, en zij gehoorzaamt Mij omdat zij niet anders kan: zij is verslaafd aan Mijn Liefde, zij kan niet meer leven zonder de ervaring, het aanvoelen in de kern van haar wezen, van Mijn oneindige Liefde voor haar. Mijn Liefde is haar enige voedsel, de drijfveer achter al haar handelen, louter en alleen doordat zij het zou besterven indien zij het gevoel kreeg dat zij Mij heeft mishaagd.

Zoals dit onder verliefden het geval is, is de ziel in het diepste van haar hart steeds met Mij bezig. Zij verlangt naar Mij, Ik word alles voor haar. Pas wanneer de ziel Mij in staat stelt om waarlijk Meesteres van haar hart te zijn, kan Ik volkomen op haar rekenen voor het volbrengen van Mijn Werken, want zij heeft zich aan Mij gebonden met de gouden ketting van de Liefde. Er bestaat geen sterkere binding dan deze. De ziel gehoorzaamt Mij niet alleen omdat Ik macht over haar heb, doch ook, en zelfs in de eerste plaats, omdat het voor haar een gevoelsmatige noodzaak is dat zij Mijn Wil doet: zij is in de diepste zin van het woord aan Mij verslaafd. Zij is in de ban van Maria. Wanneer Ik daadwerkelijk Meesteres ben van het hart, is de ziel bereid om voor Mij te leven en te sterven. Ik kan alles van haar gedaan krijgen, want zij geeft zich totaal om Mij te behagen.

Daarom: Wanneer Ik een ziel wil roepen tot medewerking aan Mijn Plannen en Werken, vestig Ik eerst en vooral Mijn macht in het volledige bereik van haar gevoelsleven. Ik onderwerp al haar hartstochten en alle van Gods Plannen en bedoelingen afwijkende gevoelens aan Mijn Wil, roei ze uit, en dicteer haar Mijn Wil, die steunt op de Wet van de Ware Liefde. Wanneer de ziel deze aanvaardt, ligt zij als vanzelf aan Mijn voeten. De grootste hindernis die zij hierbij moet overwinnen, is deze van haar wereldse gehechtheden en haar eigenliefde. De ziel die de wereld en wereldse behoeften voorrang geeft op Mijn Wil en Mijn Liefde, is ongeschikt voor de dienst aan de Meesteres van alle zielen. Met de smeking 'Wees de Meesteres van mijn HART' smeekt de ziel in feite om de totale heerschappij van Mijn Liefde en Mijn eigen gevoelens in haar".


31 mei 2006

"Eén van de zuiverste tekenen van Mijn absoluut meesterschap in een ziel is dit, dat zij alles aanvaardt wat met haar gebeurt, hetzij lichamelijk, hetzij emotioneel, hetzij geestelijk, hetzij in haar relaties met haar medemensen. Begrijp goed wat het betekent indien Ik daadwerkelijk in alle zielen zou heersen: er zou geen enkele ziel meer verloren gaan. Het verschil tussen onderdanigheid jegens de Meesteres van alle zielen, en onverschilligheid of weigering om voor Haar te knielen, is het verschil tussen Eeuwige Gelukzaligheid en mogelijke teloorgang van de ziel. Begrijp dus ook heel goed waarom het verzet van de satan en zijn gevolg tegen de openbaringen van de Meesteres van alle zielen zo heftig is. Dien Mij tot het uiterste toe. Ik wil in alle duidelijkheid stellen: Zelfs indien een ziel haar hele leven lang niets anders zou doen dan in de diepste verering aan Mijn voeten geknield te liggen, zou haar leven door God als een succes worden beoordeeld. Zo groot is Mijn macht, zo verheven is voor God de vurige dienst aan Mij".

Myriam: "Mijn machtige Meesteres, kan één ziel werkelijk een groot verschil maken tegenover een wereld die bevolkt is met miljarden zielen?"

Maria: "Ik maak je duidelijk waarom dit kan, en onder welke voorwaarden. Elke ziel draagt in zich de kiem van de heiligheid, een heel klein deeltje van het Goddelijke. Indien een ziel erin slaagt, de uitwerkingen van deze kiem in haar hele wezen tot een hoge mate van ontplooiing te laten komen, kan deze ene ziel met haar smekingen, boetedoening, werken, enzovoort, een zeer groot verschil maken, omdat zij dan deelt in Gods macht. Zie het voorbeeld van je Meesteres: Mijn ziel heeft steeds de absolute volmaaktheid en heiligheid bezeten, en zie hoe machtig Ik ben. Ik ben een schepsel, doch God volbrengt al Mijn verlangens, al Mijn woorden. Hij heeft Zijn eigen macht in Mij gelegd, zodat Ik kan heersen en regeren over de hele Schepping. Alles wat Ik wil, is wet.

Daarom is er sprake van 'het Rijk van Maria': Hemel en aarde, alles buiten God, is aan Mijn voeten gelegd. Ook de hel wordt volkomen door Mij bedwongen. Voor de zielen geldt, dat ook zij macht over de Schepping en over de voltrekking van Gods Wetten verwerven in de mate van hun heiliging. (...) Eén ziel kan reeds Gods Plannen beïnvloeden. Dit kan echter slechts in de mate waarin deze ziel in God Zelf overvloeit. Begrijp zo waarom Ik zielen vorm en kneed tot de volkomen eenwording met Mij, Vertegenwoordigster van God naar de zielen toe, en waarom Ik de eigen wil van Mijn liefdesslaven onder Mijn voeten breek opdat slechts Mijn Wil in hen zou regeren: Wanneer zij door Mijn Wil geregeerd worden, zullen ook zij wonderen verrichten voor de zielen. Wie geroepen is tot een totale offerande van zichzelf aan Mijn voeten, zal de vele daarbij horende offers dragen in de diepste dankbaarheid, want deze deelt in Mijn Wezen, dat zelfs de Allerhoogste in verrukking brengt.

Mijn macht is groter dan de som van deze van alle mensenzielen van alle tijden samen. Alles ligt aan Mijn voeten. Ik kan totaal en onbegrensd over alles beschikken, en bezit de macht om alles volgens Mijn Wil te veranderen, met als enige begrenzing: de noodzaak om het evenwicht binnen de Schepping in stand te houden met inachtneming van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Deze begrenzing is relatief, niet absoluut. Hiermee bedoel Ik, dat Ik gebonden ben aan bepaalde grenzen die de Goddelijke Gerechtigheid Mij stelt in functie van de staat van genade of ongenade van de mensheid, doch dat Ik deze grenzen slechts moet respecteren omwille van de Wijsheid, en niet omdat Mijn macht op zich beperkt zou zijn.

Dit zou duidelijk aangetoond worden indien de staat van genade van de mensheid als geheel volkomen zou zijn: In een wereld waarin de mensheid als geheel geen zondeschuld meer zou hebben jegens de Goddelijke Gerechtigheid, zou Ik de volheid van Mijn macht kunnen uitoefenen, zonder enige beperking. In een dergelijke wereld zou de mensheid getuige zijn van het feit dat de Meesteres van alle zielen waarlijk Draagster is van Gods macht. Let wel: Het uur van dit getuigenis komt nog, want het is het Uur van de grondvesting van Gods Rijk op aarde, het Uur waarop de Waarheid over de Meesteres van alle zielen in de zielen gestort zal worden".


1 juni 2006

"In de Hemel is elke begroeting die engelen Mij brengen, een feest van verrukking, zowel voor hen als voor Mij alsook voor de heiligen. Een begroeting in de Hemel is als een explosie van Liefde. Bovendien is de onderworpenheid, de onderdanigheid, de overgave waarmee de engelen Mij begroeten als hun Koningin en Meesteres, een zichzelf steeds weer vernieuwende eed van trouw aan Mij, een soort bekrachtiging van hun bereidheid om Mij te dienen bij de uitvoering van Gods Heilsplan. De hemelbewoners zijn voortdurend bezig met de strijdende Kerk, de op aarde levende zielen. Een groot gedeelte van hun smekingen tot Mij is erop gericht dat Ik over de mensheid genaden van volharding zou uitstorten opdat ook de mensenzielen de strijd voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan niet zouden opgeven.

Gods Heilsplan betreft de Eeuwige Gelukzaligheid van de mensenzielen. Niettemin zijn de mensenzielen er minder mee bezig dan de engelen en heiligen in de Hemel. In de Hemel is Mijn Rijk als de Meesteres van alle zielen nu reeds volmaakt: Ik heers over de engelen en heiligen met een onbetwist meesterschap, en zij geven Mij volmaakte Liefde, totale onderwerping en volkomen inzet. Deze ingesteldheid tracht Ik te scheppen in mensenzielen die Ik roep tot Mijn dienaren, en in een zo volmaakt mogelijke mate in hen die Ik roep tot Mijn slaven. Dag en nacht bidden ontelbare engelen en heiligen om dit waar te maken. Dag en nacht liggen ontelbaren van hen aan Mijn voeten te smeken om deze genaden vrij te maken voor de zielen op aarde. Ik verlang zozeer dat de zielen op aarde zich hierbij aansluiten.

Een ziel op aarde zou méér kunnen bereiken dan de smekingen van de engelen en heiligen, omdat een ziel op aarde over het machtigste middel beschikt om Mij te smeken om de genaden van verlossing, bevrijding uit zonde en ellende, en de verwezenlijking van Gods Plan dat een nieuwe wereld beoogt: De ziel op aarde heeft een lichaam dat in staat is om te LIJDEN. Elke ziel krijgt dagelijks kansen om dit wapen te benutten, door allerlei beproevingen en kruisen. Slechts een ontstellende minderheid van deze kruisen wordt werkelijk tot nut gemaakt, want de lijdende ziel offert veel te weinig deze kruisen aan Mij op. De kracht van toewijding van alles aan Mij, kan niet overschat worden. Daarom vraag Ik de zielen dat zij bij elke beproeving, bij elk kruis, bij elke pijn of ongemak en bij elk verdriet, vanuit hun hart tot Mij zouden zeggen: Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik lijd dit voor U. De zielen die dit doen, zullen Mijn Tegenwoordigheid in hun leven leren voelen".

"De liefdevolle aanvaarding en toewijding van alle lijden en alle beproevingen vormt de fundering waarop het volledig Heilsplan van God is gebouwd. De Verlossing die Jezus aan het Kruis heeft afgekocht door Zijn Lijden in totale aanvaarding en brandende Liefde, kan pas haar volle uitwerking in de zielen krijgen in de mate waarin zij zelf het voorbeeld van Jezus navolgen. Verlossing blijft als het ware dood zolang de ziel deze niet echt in de kern van haar wezen beleeft, door alle beproevingen en kruisen zonder protest en met Liefde voor Jezus en Mijzelf te aanvaarden. Alleen dan leidt Verlossing naar haar bekroning: de heiliging.

Dit is de diepe betekenis van het feit dat de Heilige Geest moest komen om het Werk van Christus af te ronden: Verlossing door Christus moet haar voltooiing vinden in heiliging door de Heilige Geest. Ikzelf ben de Gids in elk van deze fasen. (...)

Bedenk steeds dat beproevingen aan de zielen geschonken of voor hen toegelaten worden door de inwerkingen van de Goddelijke Voorzienigheid, die eveneens onder Mijn leiding is gesteld, en dat dit gebeurt omdat zij op dat ogenblik een nut hebben voor deze zielen. Om deze reden komt elk verzet of protest tegen de kruisen van het leven neer op ondankbaarheid, zelfs ongehoorzaamheid.

De grootste vijanden van de ziel zijn haar menselijke zwakheden. Zwakheden zijn alle gesteldheden of neigingen die de ziel kunnen aanzetten tot gedrag dat niet in staat is om de verwezenlijking van Gods Heilsplan te bevorderen of om de noden en behoeften van de Meesteres van alle zielen te bevredigen. Het toegeven aan een zwakheid, is in feite een kortstondige onderbreking in de stroom van de Liefde: De ziel geeft op dat ogenblik toe aan een eigen behoefte of aan een impuls die als behoefte aangevoeld wordt, maar is op dat ogenblik niet bezig met de betrachting van de noden van haar Meesteres, of stelt zich niet de vraag of het gedrag dat zij stelt, wel nut heeft om Gods Plan van Verlossing en heiliging van de zielen te dienen.

Zelfs in de gevallen waarin het toegeven aan zwakheden geen schade toebrengt aan andere zielen, is er sprake van een kortstondige val van de ziel, omdat zij dan om zo te zeggen de gave van haar Liefde tijdelijk opschort. Laat de zielen geregeld tot de Heilige Geest of tot Mij smeken om bevrijding van de gesteldheden of neigingen die in haar de Liefde tot God en tot Mij kunnen verzwakken of onderbreken. Deze gesteldheden kunnen beschouwd worden als verslavingen, want zij krijgen op geregelde ogenblikken macht over de gedragingen van de ziel. Een zwakheid is een wreedaardige meesteres: zij slaat de ziel ongenadig in ketenen en dwingt deze om louter voor haar bevrediging te leven.

Telkens de zwakheid een toppunt bereikt in de uitoefening van haar macht over de ziel, brengt zij de ziel in een geestelijke koorts waardoor deze in gedachten, gevoelens en verlangens met niets anders meer bezig is dan met het werken aan de bevrediging ervan. Elk ogenblik waarin deze koorts de ziel in haar greep houdt, is een ogenblik dat Mij, de Meesteres van alle zielen, ontstolen wordt. (...)".


2 juni 2006

"In deze wereld is veel eenzaamheid, omdat het Vuur van de Liefde kwijnt. Eenzaamheid heeft niet in de eerste plaats te maken met het ontbreken van de lichamelijke nabijheid van een medemens, maar met een gebrek aan overvloeiing van Liefde tussen harten. De ziel die diep verlangt om één te zijn met Mij, wordt bevrijd van gevoelens van eenzaamheid. Ik ben met alle zielen verbonden zoals een onmetelijk groot waterbekken van waaruit buisjes vertrekken naar alle zielen. Dit systeem is zo gemaakt dat zodra een ziel werkelijk en oprecht naar Mij verlangt, een schuifje opengaat zodat water dat uit Mij vloeit, in deze ziel kan binnenstromen. Dit water is zuivere Liefde. Het is het verlangen van de ziel dat de voeding met het water van de Liefde uit Mij naar haar toe op gang brengt.

Zodra de ziel niet meer naar Mij verlangt, gaat het schuifje opnieuw dicht, en wordt de voedende stroom tijdelijk onderbroken. Uit Mij blijft weliswaar Liefde naar de ziel stromen, doch de toegangsdeur van de ziel is dan gesloten. De macht van Mijn Liefde is zo overweldigend dat zij die deur in een oogwenk kan openen, doch dit zou een onevenwicht in het systeem brengen, want een ziel die niet of onvoldoende naar Mij verlangt, doch gedwongen wordt om zich voor Mij open te stellen, zou hierdoor ontwricht worden. Het is de wil van de ziel die de deur bedient. De deur blijft pas constant geopend wanneer de ziel haar wil één maakt met Mijn Wil: dan blijft de Liefde zonder onderbreking stromen, en vloeit zoveel van Mij in de ziel over dat zij méér en méér op Mij begint te lijken.

Het is Mijn betrachting, dat alle zielen omgevormd worden tot Mijn beeld en gelijkenis, opdat zij aldus tot Gods beeld en gelijkenis veranderen. Naarmate de inhoud van de ziel sterker op de inhoud van Mijn ziel begint te gelijken, groeit Mijn daadwerkelijke macht over haar. Bedenk dat, naarmate Mijn macht over een ziel zich méér kan uitwerken, deze ziel vrijer en vrijer wordt: De overweldigende macht van Mijn Liefde breekt haar los van de kettingen van haar gehechtheden aan de wereldse invloeden. Het water van Mijn Liefde verdrinkt in de ziel alles wat niet in Mij kan overleven: ondeugd, bekoring, zonde, slechte en voor de ziel schadelijke gewoonten, alles wat in strijd is met de Ware Liefde. In dit water bloeit een nieuw Leven: bloemen van deugden, bomen van Goddelijke levenskracht. Zo wordt de ziel herschapen in een Hemelse tuin vol Goddelijk Leven en zuurstof van de Heilige Geest. Waar het ware Goddelijk Leven heerst, sterft alle eenzaamheid, want de ziel die het Ware Leven heeft gedronken en ernaar blijft verlangen, wordt totaal van Mij vervuld.

(...) De Boomgaarden in de Tuin van Mijn Hart zijn onuitputtelijk. De oogst is overweldigend en schept verrukking in de harten van engelen en heiligen, want de bodem waaruit deze oogst ontspringt, is van Goddelijke oorsprong. Ik heb echter liefdesslaven nodig om de vruchten te plukken en de talloze ondervoede harten, aan wie het aan ware levenskracht ontbreekt, ermee te verkwikken. De vruchten uit Mijn Boomgaard dragen het enig ware Goddelijk voedsel in zich: de Ware Liefde, alle deugden, het sap van de ware heiligheid. (...).

(...) De mens heeft zijn geest gekregen als zetel van zijn verstandelijke, intellectuele, redeneer- en denkvermogens. De geest draagt in hoge mate bij tot de menselijke waardigheid, doch heeft door de eeuwen heen aan de basis gelegen van de meest uiteenlopende zonden zonder tal. De mens heeft zijn geest zo vaak gebruikt voor het bedenken van middelen en wegen om zichzelf voordeel te verschaffen ten nadele van zijn broeder. Het denken en redeneren heeft de neiging om de mens vast te binden aan alles wat werelds is. De geest kan de mens ook niet in verbinding brengen met God en de belangen van de ziel. Alleen met het hart kan de mens God vinden. Heel vaak wordt de geest tot instrument van de duivel. De ziel die werkelijk wil groeien tot een volwaardig element binnen Gods Heilsplan, moet zich totaal weten te ontwikkelen in het hart, en de geest door Mij laten bedwingen.

Wanneer Ik een ziel betreed, wil Ik het hart helemaal voor Mij winnen. Ik zal daar in slagen in de mate waarin de geest zich aan banden laat leggen. De geest vormt hier vaak een grote hindernis omdat hij zetel is van hoogmoed, trots en eigenwaan. Het bedwingen van de geest maakt de geboorte van de ware nederigheid mogelijk, die noodzakelijk is om God tot Gezel te krijgen. De intellectueel ingestelde ziel is vaak ongeschikt voor Mijn Plannen, tenzij zij helemaal openbloeit in het hart. Van hen die Mij alleen toebehoren, verlang Ik dat zij afstand doen van de neiging om alles te beredeneren, te analyseren, te willen doorgronden en met het verstand te begrijpen.

De geest aan banden laten leggen, betekent in wezen: blind vertrouwen, en blind aanvaarden dat Gods Wijsheid de dingen beschikt zoals zij moeten zijn, en aanvaarden dat het niet steeds noodzakelijk is om de dingen met de geest te bevatten. Het is zelfs zo dat de verdienste groter is indien de geest de dingen niet helemaal doorgrondt, want alleen in dat geval kan het Geloof heldhaftig worden. Een actieve geest vormt een groot gevaar voor de ziel, want de satan zaait veelvuldig verwarring en chaos in het denken, waardoor de ziel spoedig verleid wordt tot dwalingen, misleidingen, twijfels, onzekerheid, ontmoediging, besluiteloosheid, dus onvruchtbaarheid. Het is ook door de overheersing van de geest dat vele gelovigen de schat van hun Geloof laten verkommeren en ten slotte hun Geloof de rug toekeren, omdat zij het Goddelijke niet kunnen begrijpen en dus in de bekoring kunnen raken om het bestaan ervan te beginnen ontkennen. De ziel die God en Mij werkelijk wil leren kennen, zal dit niet kunnen met de geest, doch louter met het hart, want het is in het hart dat Ik de bovennatuurlijke kennis van Mijn ware Wezen uitstort".


3 juni 2006

"Dankzegging aan God of aan Mij is noodzakelijk. Vele zielen begrijpen niet waarom. Dankzegging houdt de stroom der Genaden open. God respecteert steeds de vrije wil van de mens. Hij dringt niets op, zelfs niet Zijn weldaden. Ik ben aan diezelfde regel gebonden, want zo wil het de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Dankzegging vanwege een ziel betekent in feite 'Mijn God, ik waardeer wat U voor mij doet'. Zo verklaart de dankende ziel zich als het ware akkoord met een verdere toestroming van genaden. Wat jij doet door de kus op Mijn linkervoet waarbij je zegt Machtige Meesteres van alle zielen, ik dank U in naam van alle zielen van alle tijden, is niets minder dan een bijdrage tot het openhouden van de stroom van weldaden die Ik als Middelares van alle Genaden over alle zielen van alle tijden laat neerkomen. Deze eenvoudige handeling, een geknielde voetkus met een dankzegging, draagt bij tot de instandhouding van de stroom der Genaden over de mensheid.

Zeg aan de zielen dat elke eenvoudige handeling van dank en eerbetoon, in een gesteldheid van echte Liefde tot Mij of tot God, een verschil maakt. Herinner hen er tevens aan dat de Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel niet alleen wordt verdiend door heldendaden, doch ook door eenvoudige handelingen, gesteld in diepe Liefde, die genaden afroepen over de hele mensheid. Daarom zijn ook dergelijke handelingen in wezen uitingen van echte naastenliefde. Slavin van Mijn Liefde, het is de Liefde die de sleutel tot het Koninkrijk bedient.

Ik toon je de diepe werkelijkheid achter de dingen. De engelen schenken hun Meesteres volmaakte Liefde en absolute, vlekkeloze onderwerping. Deze gesteldheid komt tot uiting als bloemen die zij over Mijn voeten strooien als een waarlijk Hemels eerbetoon. Bloemen zijn bij uitstek de symbolen van het Ware Leven. De Liefde die van de Bron van het Goddelijk Leven uitstroomt naar de zielen, wordt slechts in stand gehouden wanneer zij in het hart restloos opgenomen en in de kern van de ziel ingebouwd wordt als voeding voor de kiem van de deugden. Wanneer zij echter hoofdzakelijk of uitsluitend met de geest benaderd wordt, zoals dit bij mensenzielen zeer vaak het geval is, wordt zij bevlekt, en de bloemen verwelken. Zo wordt de stroom van de Liefde, en dus de stroom van het ware Goddelijk Leven, onderbroken. De ziel die leeft vanuit het hart, en die de geest, het denken, weet te bedwingen, zal de Ware Liefde die zij ontvangt, doorgeven in woorden en handelingen die zijn als Hemelse bloemen. Het zijn deze zielen, zij die de Liefde aanvaarden in hun hart, haar daar in de diepte beleven en in zich verwerken, die de stromen van het Goddelijk Leven in stand houden en daardoor een tegengewicht vormen tegen het toenemend onevenwicht in de Schepping. Bedenk dat alleen de Liefde en al haar uitingen de wereld zal redden. Het denken, redeneren, analyseren, piekeren en verstandelijk uitleggen, voert Gods Werken naar de afgrond, en wekt aldus uiteindelijk de Goddelijke Gerechtigheid".

"Ik geef je Mijn Tien Sleutels tot ontsluiting van de heiligheid in de ziel om haar tot bron van Licht voor de wereld te maken. De ziel kan zich van deze Tien Sleutels bedienen door de richtlijnen te volgen die Ik haar voor ieder ervan zal geven. Het inbouwen van deze richtlijnen in het dagelijks leven, zal de ziel naar de volmaaktheid leiden en haar in staat stellen om het aanschijn van de wereld te helpen veranderen. Bedenk dat de volharding in het naleven van deze richtlijnen voor de ziel de ware Weg naar de Eeuwige Gelukzaligheid opent:

MARIA’S SLEUTELS TOT ONTSLUITING VAN DE
HEILIGHEID IN DE ZIEL

  1. Uitboeting van alle sporen van zonden van het hele leven (na levensbiecht)

  2. Vergeving aan en verzoening met alle medemensen die de ziel ooit schade, pijn of verdriet hebben berokkend

  3. Loskomen van het eigen verleden

  4. Onthechting van wereldse invloeden, gewoonten, behoeften, banden met de wereld, materialisme, te veel aandacht voor het lichamelijke, alle genotzucht

  5. Aanvaarding van alle kruisen en beproevingen

  6. Bestrijding en bevrijding van eigen zwakheden

  7. Bestrijding van alle uitingen van eigenliefde

  8. Bevorderen van het goede, de medemens stimuleren in het goede, en in alles een positieve instelling naar de medemens toe betrachten

  9. Bevorderen van Vrede van hart bij zichzelf en de medemens

  10. Bevorderen van de eenheid en de Vrede


4 juni 2006 (PINKSTEREN)

"Het is passend voor de waardigheid van de ziel dat zij een cenakel wordt. Ik wil in de ziel kunnen heersen, opdat zij een tabernakel zou worden. De ziel omvormen tot een permanent cenakel, betekent dat zij tezelfdertijd drie dingen wordt:

  1. een plaats waar het Laatste Avondmaal wordt gevierd en waar Jezus Zichzelf voor eeuwig tegenwoordig maakt in het Allerheiligst Sacrament. Zo wordt de ziel zoals een geconsacreerde Hostie en als een Kelk van Bloed dat Verlossing brengt.

  2. een plaats waar Ikzelf intens in gebed ben en de allerzuiverste verbindingswegen met de Allerheiligste Drie-Eenheid tot stand breng.

  3. een plaats waar de Heilige Geest Zijn grote uitstorting van Goddelijke Gaven voltrekt, omdat Ik er zetel als een koningin.

Waar de Meesteres van alle zielen Haar Rijk vestigt, zal ook de Heilige Geest Zijn Rijk hebben. Pinksteren is als de openbloeiing van de kiem van de heiligheid in de zielen. Pinksteren is de dageraad van het Rijk Gods in de zielen. Het is de rijzende zon van Gods kracht die de zielen bestraalt om de kiem van de heiligheid die de Eeuwige Vader in hen heeft gelegd, te bevruchten. Pinksteren is voor elke ziel die zich daarvoor ontvankelijk maakt, de herhaling van de Menswording van Christus in Mijn Schoot: De Heilige Geest stort zich in de ziel uit om het Goddelijke in haar tot bloei te brengen. Om die reden heeft de ziel Mijn absolute heerschappij in zich nodig, want het is Mijn heerschappij in de ziel die deze bevruchting door de Heilige Geest vorm zal geven in de groei van Jezus Christus in de ziel.

Eén van de duidelijkste uitingen van de handtekening van de Heilige Geest in de ziel is deze: Hij houdt de ziel een spiegel van zichzelf voor, zodat zij zichzelf, soms in een kortstondig ogenblik, soms langdurig, soms ook blijvend, begint te zien door de ogen van God Zelf. Zij ziet zichzelf in zekere mate zoals God Zelf haar ziet, met haar zwakheden, fouten en onvolkomenheden. Zodra een ziel niet in staat is om deze te zien en niet bereid is om te aanvaarden dat deze in haar aanwezig en werkzaam zijn, draagt zij de Heilige Geest niet echt in zich. Als de Meesteres van alle zielen is het Mijn taak, dit bewustwordingsproces in de ziel in de juiste banen te leiden, opdat zij er niet door geschokt zou worden doch het op kracht van de Liefde zou aangrijpen als een springplank naar bekering of vervolmaking".


5 juni 2006

"Het Leven bloeit zonder menselijke inmenging, en vertoont zich overal waar God een teken wil stellen. Kijk naar een ruïne in een verlaten landschap. Hoe vaak kun je ook daar een verloren bloempje aantreffen, eenzaam, heen en weer wiegend op elk windje. Een bloem is een wereld op zich, een wereld waarin Gods grootheid tot uiting komt. Een verlaten landschap is vrij van mensen, als door God vergeten. Een ruïne is een overblijfsel van vergane menselijke glorie, van menselijke aanwezigheid in een verleden dat voorgoed voorbij is. Maar het bloempje bloeit er, omdat God ook daar tegenwoordig is. Verheug je over elk bloempje dat je aantreft op een voor het overige vergeten plaats, want het zingt zijn eigen lof tot de Schepper en tot Mij. Bedenk dat God elk plekje van de aardbol gezegend heeft. Overal kun je Zijn kracht aanroepen.

Overal kun je ook Mij begroeten als de Meesteres van Hemel en aarde, Haar aan Wie de Schepper de concrete uitoefening van Goddelijke macht heeft toevertrouwd. Het eenzame bloempje acht het niet nutteloos, een leven te leiden voor God en Mij alleen. Zo ook moge geen ziel het nutteloos achten, zich aan Mij alleen weg te geven, en te bloeien tot Mijn behagen".


6 juni 2006

"(...) Alle zielen zijn op onzichtbare wijze met elkaar verbonden. Om deze reden schaadt hij die lastert of vervolgt, op onrechtstreekse wijze ook steeds zichzelf, niet alleen door de zonde die hij bedrijft doch ook via een door hem opgewekte verzwakking van het hele netwerk van alle zielen, waarvan hij zelf ook deel uitmaakt. Om reden van de onderlinge verbondenheid van de zielen is kwaadsprekerij, laster, roddel of verdachtmaking ten aanzien van een medemens, zelfs indien deze medemens dit nooit te weten komt, vergelijkbaar met een messteek in die ziel. In Gods ogen komt dit neer op schade die wordt toegebracht aan een Werk van Zijn handen. Vergeet niet dat elke ziel draagster is van de kiem van de heiligheid, het vruchtbeginsel van datgene wat de ziel kan laten uitgroeien tot Gods beeld en gelijkenis. Negatieve woorden over een medemens zijn slechts vrij van onzuiverheid indien voldaan wordt aan drie voorwaarden:

  1. indien zij uitgesproken worden zonder de intentie om een oordeel te vellen.

  2. indien zij uitgesproken worden zonder de bedoeling om de medemens te schaden of in een slecht daglicht te stellen.

  3. indien zij bedoeld zijn als een oproep om deze medemens te helpen bevrijden door gebed of offers vanwege diegene tot wie men deze woorden spreekt.

Wanneer je bekend is dat een medemens voorwerp is van vervolging, laster of kwaadsprekerij, bid dan voor deze ziel in de vorm van toewijding aan Mij: Leg deze ziel onder Mijn voeten, opdat Ik haar kan ontdoen van alles wat haar van buitenaf bevuilt of schade toebrengt. Elke ziel is voor God een diamant. Indien zij bevuild wordt of zichzelf bevuilt, beschadigd wordt of zichzelf beschadigt, moet zij rechtstreeks aan Mijn heerschappij toevertrouwd worden. Door Mijn herscheppende macht kan Ik haar opnieuw maken tot een diamant in de oorspronkelijke staat.

(...) Wanneer je alle zielen aan Mijn voeten neerlegt, worden zij hierdoor niet in de werkelijke zin van het woord tot Mijn slaven of dienaren. Wat wél gebeurt, is dat deze zielen omhuld worden met de kracht van de naastenliefde en van een verlangend gebed. Je kunt het zo beschouwen dat een op dergelijke wijze aan Mij opgedragen ziel omhuld wordt met een Licht dat haar tekent met een voorrecht. Voor God geldt een dergelijke ziel als het ware als het voorwerp van een voorrangsbehandeling: Voor zover het te verantwoorden is binnen Gods Heilsplan op dat ogenblik, zal een dergelijke ziel sneller in aanmerking komen voor een bijzondere genade. Bovendien wordt deze ziel door je akte van toewijding reeds omhuld met een kracht die de weg naar haar bevrijding openstelt.

Hierin ligt de kracht van boete, gebed en toewijding voor zielen: Zij worden door akten van naastenliefde uitdrukkelijk tot voorwerp van begenadigingen gemaakt. God heeft dit zo beschikt omdat hij wil dat het de naastenliefde is die voor zielen de bevrijding mogelijk maakt. Hierdoor worden de onzichtbare verbindingen tussen zielen versterkt, want deze verbindingen worden dan doorstroomd met de grote kracht van God Zelf: de Liefde. Het zijn de verborgen akten van naastenliefde door gebed, boete, offers en toewijding van zielen, ook onbekende, die de mensheid naar een hogere staat van genade moeten optillen. In het geval van de offerande van alle zielen van alle tijden, breng je bovendien een alomvattend eerherstel aan Mij als de Meesteres van alle zielen, en via Mij aan de Schepper van al deze zielen".


7 juni 2006

"Ik heb Jezus Christus, het Licht der wereld, naar de zielen gebracht. Zoals alles wat van God komt, is het Licht dat Ik ook nu nog in de zielen breng, veelzijdig. Ik breng het Licht van God:

  1. als middernachtzon, door hen die het Geloof verloren hebben of niet bezitten, opnieuw naar God te voeren.

  2. als regenboog, door Hoop te brengen in harten die vertwijfeling of ontmoediging ervaren.

  3. als liefdesvlam, door het Vuur van de Liefde aan te steken in verkoelde harten.

(...) Ik baar Christus opnieuw in elke ziel, door haar te bevruchten met Geloof, Hoop en Liefde. Alle Licht stroomt uit God. Daarom heb Ik alleen de macht om het Licht van het Ware Leven in de zielen aan te steken. Door Mij te vereren als de Meesteres van alle zielen, maakt de ziel zichzelf klaar om het ware Licht te ontvangen.

(...) Wanneer de ziel zich totaal voor Mij opent, in een allesoverheersend verlangen om Mij te dienen, te gehoorzamen en te beminnen, leest zij Mijn Wil alsof het de hare was. Zij wordt dan zo scherp door Mijn Wil geregeerd dat Ik haar elke gedraging kan bevelen zonder zelfs een woord tot haar te spreken. Dat is totale overvloeiing, eenwording van hart. (...)".


8 juni 2006 (Feest Maria Zetel van Wijsheid)

"(...), God is almachtig van nature. Ik ben almachtig in de orde der Genade, omdat Mijn volmaakte eenheid met de Goddelijke Wil Mij de macht heeft geschonken dat geen enkel van Mijn woorden zonder uitwerking blijft. Ik heb deze macht van God ontvangen voor de eeuwigheid. Het zou echter in strijd zijn met de Wet der Gerechtigheid indien Ik deze macht zou hebben gekregen zonder enige bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van Gods Plan met de zielen. Vele zielen verwachten alles van God, of van Mij, zonder een speciale inspanning te leveren om zichzelf te laten groeien in de deugd. Een ziel kan niet heilig worden door passief afwachten van de instorting van Genaden van Gods wege.

Bekijk een bloem. Indien je een bloem van buitenaf zou besprenkelen met parfum, zou zij de geur van dit parfum verspreiden. Dit effect zou echter kortstondig zijn. Een bloem maakt haar eigen parfum op grond van de gaven die zij van God ontvangt, door deze gaven, die zij uit de bodem haalt, op een bijzondere wijze in zich te verwerken en aldus stoffen aan te maken die typisch zijn voor die bepaalde bloemsoort. Hieruit maakt zij het parfum dat zij dan uit zichzelf verspreidt. Zo moet het ook gebeuren in de ziel: Zij moet Gods gaven in zich opnemen en verwerken om ze dan 'om te zetten' tot heiligheid. Indien God haar de heiligheid in afgewerkte vorm zou opdringen, zou zij daarvan geen nut hebben, omdat zij deze niet zelf in zich verwerkt heeft. Zij zou bovendien geen enkele verdienste kunnen voorleggen, zodat haar heiligheid een kleed zonder vulling zou zijn.

Zeg de zielen dat zij aan Mijn voeten smeken om de grondstoffen voor hun heiliging, en om de kracht om deze grondstoffen door eigen inspanningen en beproevingen te bewerken tot ware heiligheid. Ik ben de Zetel van Wijsheid. De Heilige Geest heeft met Mij een volmaakte Mystieke Bruiloft gesloten en Zich totaal in Mij uitgestort. De bloem van Mijn ziel heeft deze versmelting in zich verwerkt door een totale openheid en een totale overgave. Elk ogenblik van Mijn aardse leven heb Ik deze gaven dieper en dieper in Mij wortel laten schieten door een betrachting van de volmaakte stroming van de Liefde in en doorheen Mijn ziel. Volmaakte doorstroming van de Liefde betekent totale aanvaarding van elke beproeving, zonder verzet, zonder protest, in dankbaar besef dat de kruisen elke dag opnieuw de ziel voeden met grondstof tot haar heiliging. Heiligheid is volkomen vrijheid van de ziel. Bedenk dus dat de ziel haar eigen bevrijding koopt met de inspanningen om de Ware Liefde in zich tot volmaaktheid te laten komen. God voorziet, Ik verdeel, en de ziel neemt op. Uit deze volmaakte doorstroming wordt de heiliging geboren.

Hoe kan de bloem van de ziel de aanmaak van het parfum van de heiligheid op gang brengen en in stand houden? Zij zal dit slechts kunnen zolang zij geworteld blijft in bodem die haar de Goddelijke grondstoffen blijft leveren. De rijkste door God hiertoe voorziene bodem ben Ik, de Meesteres van alle zielen. God heeft Mij aan de zielen gegeven als voedingsbodem. Zeg de zielen dat zij zich totaal aan Mij geven. Indien een bloem haar wortel zou opsplitsen, en één of meer delen ervan zou losmaken van de bodem, zou zij spoedig verzwakken en geen parfum meer aanmaken.

Zo ook gebeurt het met zielen die hun wortel niet onverdeeld met Mij in aanraking willen laten komen of die slechts ten dele tot Mij naderen. De Allerhoogste schenkt Zijn gaven in veel grotere veelzijdigheid aan de zielen die Mij tot voedingsbodem aanvaarden. Ik herhaal: Mij is alle macht gegeven. Indien méér zielen dit mochten erkennen en aanvaarden, en zich in nederigheid aan Mij zouden onderwerpen, zouden zij de schatten van het Ware Geluk vinden, die zij nu vruchteloos najagen.

Ik ben de Zetel van Wijsheid, de Troon van de Heilige Geest. Een troon is een symbool voor de plaats vanaf dewelke macht wordt uitgeoefend. De Heilige Geest oefent Zijn herscheppende macht op volmaakte wijze uit via Mij. Hij doet dit slechts omdat Ik volmaakt één ben met Hem. Hij heeft aan Mij Hemelse Bruiloft voltrokken, en heeft al Zijn goederen en al Zijn vermogens met Zijn Bruid gedeeld. Hij leeft en heerst als Goddelijk Persoon, en ook Zijn Bruid leeft en heerst, als Meesteres over al Zijn goederen en vermogens. Voor de Goddelijke Personen zijn alle handelingen die Ik stel en alle woorden die Ik spreek, als door God gestelde handelingen en door God gesproken woorden. Zij maken geen enkel onderscheid tussen Hun eigen optreden en het Mijne. Ik ben Hun Volmachtdraagster.

Ik heb de macht om jegens de zielen bindende besluiten te treffen. Dit betekent dat alle zielen, die van nature Gods slaven genoemd kunnen worden - werktuigen tot verwezenlijking van Zijn Heilsplan -, in de orde der Genade Mijn slaven zijn. Alle zielen zijn jegens Mij onderwerping en gehoorzaamheid verschuldigd zoals zij dit jegens God Zelf zijn. Ik ben gezonden om deze Waarheid te verkondigen. Elke ziel zal deze Waarheid in haar volle diepgang en omvang vernemen in het uur van haar oordeel. Zalig zij echter, die deze Waarheid in zich opnemen terwijl zij nog in de wereld zijn, en er naar handelen. Ik ben de Troon vanaf dewelke de Heilige Geest alle Gaven en Genaden laat uitstromen. Ik ben aldus de Zetel van Gods regering. Bedenk, dat de Allerhoogste Zijn allerheiligste schatten slechts in bewaring kan geven aan een ziel die de zuiverheid en heiligheid bezit om deze schatten ongeschonden in zich op te nemen. Precies daarom moeten de zielen Mij benaderen als de hoogst verhevene der zielen.

Ik benadruk dat de zielen moeten begrijpen dat van hen wordt verwacht dat zij voor Mij knielen als de Schatbewaarster van alles wat Goddelijk is, en dus eveneens als de Schatbewaarster van alle zielen, want elke ziel is draagster van een element van de Godheid. Laat de zielen al hun beproevingen en al hun verdiensten aan Mij in bewaring geven, want alles wat zij op aarde ervaren en weten te verwezenlijken, kan voorwerp worden van heiliging. Laten zij daarom alles aan Mij geven in volkomen toewijding en diepe onderwerping. Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen. Ik heb macht over het eeuwig lot van elke ziel".


9 juni 2006

"Ik ben de maagdelijke Moeder van de Genade. Maagdelijkheid kan worden beschouwd als vrij-zijn van wereldse inmenging of beïnvloeding, of van schending door een tussenkomst van wereldse oorsprong. In die zin beschouwd, kan elk van Mijn dienaren Mij volgen in de maagdelijkheid. Het is het vrij-zijn van elke wereldse inmenging, dat aan de maagdelijkheid haar Hemelse geur verleent. Maagdelijkheid is niet in de eerste plaats een toestand, het is veeleer een levenshouding. Zo is maagdelijkheid in het lichaam door afwezigheid van lichamelijke gemeenschap niet op zichzelf heiligend, zij is dit pas voor zover het hart deze gesteldheid daadwerkelijk betracht.

Van Mijn dienaren verwacht Ik in de eerste plaats een maagdelijkheid in het hart en in de geest: dat zij hun denk- en gevoelswereld zo volkomen mogelijk afstemmen op de dingen van de eeuwigheid. Wereldse invloeden kunnen weliswaar niet in absolute zin vermeden worden, maar de houding van Mijn dienaren er tegenover kan elke toestand heiligen. Elke wereldse inmenging of beïnvloeding die vermeden kan worden, moet bewust vermeden worden. Voor zover dit mogelijk is, verwacht Ik van de ziel dat zij haar reinheid verdedigt en bewaart in gevoelens, gedachten en verlangens.

Ook dat is de diepe betekenis van het negende gebod 'wees steeds kuis is uw gemoed'. Maagdelijkheid in hart en geest, en zo mogelijk in het lichaam, voor zover zij steunt op de diepe betrachting van de reinheid, houdt de ziel vrij van de besmetting van de wereld, en stelt haar hierdoor vrijer ter beschikking van een diepe beleving van haar ware noden: deze voor de eeuwigheid, de noden waarover zij in de kern van haar wezen onderricht wordt door de Heilige Geest, de noden die haar in overeenstemming brengen met Gods Wil. Een maagdelijke ziel is een ziel die zich bewust en gewild totaal laat onderdompelen in de dingen van de Hemel, en die de dingen van de wereld van nature leert te schuwen en te verachten.

Een uitgelezen weg om de ziel naar het niveau van de ware maagdelijkheid te verheffen, is de kuisheid in het lichaam. Kuisheid in het lichaam snijdt één van de krachtigste banden door waarmee de ziel nog gevoed kan worden door wereldse invloeden. Kuisheid is bevrijding van het lichaam uit zijn gehechtheid aan bewuste en gewilde wereldse beïnvloeding, aan bevrediging door wereldse inmenging. De kuisheid verzegelt de ziel met Mijn zegel: Zij omhult het lichaam met Mijn mantel, zodat het op bovennatuurlijke wijze in Mij opgenomen wordt. Het voortplantingsapparaat is het niveau waarop God in het lichaam de kiemkracht voor nieuw leven instort. Door het verbreken van bewuste en gewilde stoffelijke invloeden op dit niveau, wordt verhinderd dat deze kiemkracht, die draagster van het Ware Leven wordt, zou worden besmet door de invloeden van gevoelens, gedachten en verlangens die hun wortels hebben in de wereld, en dus in de wil van een mens.

Kuisheid maakt dit niveau van het lichamelijk bewustzijn tot heilige grond waarop de lelies van het ware Goddelijk Leven ontspringen. Ook al brengt onkuisheid geen rechtstreekse schade toe aan de medemens, zij schendt het verbond dat de mens bij zijn schepping had gesloten met de Schepper, en waardoor de mens zich er toen voor alle tijden toe heeft verbonden, zijn seksuele vermogens te vrijwaren voor ontheiliging: Het geslachtelijk leven zou voor altijd louter en alleen gestuurd worden door het bewustzijn van de verplichting van de mens om zijn seksualiteit uitsluitend ten dienste te stellen van Gods Werken. Het is om deze reden dat de seksualiteit tot de grootste terreinen van manipulatie door de satan behoort. Het zijn de overtredingen en schendingen van dit eeuwig verbond, die de mens hebben ontrukt aan zijn oorspronkelijke bestemming: de staat van de engelen te evenaren, en zelfs, na de zondeval, door verdiensten te overtreffen. De ziel die niet meer de staat van maagdelijkheid in het lichaam bezit, kan deze staat in zijn daadwerkelijke effecten herstellen, door:

  1. zich totaal aan Mij toe te wijden met de uitdrukkelijke gelofte, ook in het lichaam Mij alleen volmaakt toe te behoren. Deze gelofte stelt Mij in staat om een eerste omheining te plaatsen rondom de tuin van het geslachtelijk bewustzijn;

  2. door dagelijkse boete, offers en gebed aan het lichaam te versterven in een zo hoge mate dat de behoeften ervan volkomen aan Mijn genade overgeleverd zijn. Ik ben dan de soevereine Meesteres van het lichaam, en plant er Mijn rozen, waarvan de geur de satan verlamt naarmate de rozen groeien en bloeien;

  3. gerichte smekingen om eenwording met Mijn hele Wezen en om een dagelijks leven vanuit het bewustzijn dat leeft in Mijn eigen maagdelijk Hart.

De ziel zal deze devotie pas tot volle vrucht zien komen zodra zij de sleutel tot haar seksueel leven onvoorwaardelijk en voor eeuwig onder Mijn voeten legt. Dit is de ware Hemelse kuisheidsgelofte, waardoor Ik de tuin van de seksuele beleving volledig uit de wereld kan wegrukken en hem in Mijn Hart kan opnemen om hem over te dragen naar het Paradijs als een trofee van Mijn macht over een ziel. Het bewijs van Mijn totale en absolute macht over een ziel is pas geleverd zodra zij vrijwillig haar lichaam onder Mijn voeten heeft gelegd.

(...) Zeer vele zielen hebben hun lichaam aan de satan verpand. Deze wereld beleeft thans het rijk van het lichamelijk genot. IJdelheid, vrije seksualiteit, prostitutie, ontelbare vormen van onkuisheid, pornografie, en het ongeremd gebruik van allerlei middelen en praktijken die de zedeloosheid gemakkelijker maken en hierdoor ook vaak het geweten restloos vermoorden, zoals anticonceptie en abortus, zijn nu de machtsmiddelen via dewelke de satan zijn rijk van onbeschaamde heerschappij over de mensheid uitbreidt en het getal van zijn slaven schrikbarend laat aangroeien tot in de rangen van de zogenaamde christenen.

Doordat de mens gemakkelijker herinnerd wordt aan zijn lichamelijke behoeften dan aan deze van zijn ziel, heeft de macht van de satan zich kunnen uitstrekken tot in alle sferen van het leven. Door de zielen onophoudelijk, vaak als in een onblusbare koorts, te herinneren aan hun lichamelijkheid, en hen genadeloos te bekoren om aan alle lichamelijke gevoelens toe te geven, maakt de satan de mens tot zijn slaaf. Hij weet de mens zozeer te binden aan de tirannie van het lichamelijk genot dat de ziel zich nauwelijks nog kan losmaken van alles wat het lichaam tot voeding kan dienen om de steeds verder groeiende genotzucht te bevredigen: genotmiddelen, alcohol, drugs, seksualiteit, voeding in hoeveelheden en variaties die het levensnoodzakelijke zo ver overschrijden dat het lichaam totaal ontwricht wordt omdat het niet meer wordt gevoed in overeenstemming met Gods bedoelingen bij de schepping van het menselijk lichaam.

De zielen liggen bij talloze miljoenen aan de voeten van de satan en aanbidden hem in zijn vele afgoden van seksualiteit, materialisme, genotzucht en onmatigheid, doch zij herkennen in deze verlokkingen niet de satan, die bezig is, hen in ketenen te slaan voor de eeuwigheid. Het is Mijn taak, de zielen te bevrijden uit de slavernij van de wereldse invloeden om hen naar het Ware Leven te voeren. Dat kan slechts in de mate waarin zij Mij erkennen als hun ware Meesteres, Zij Die hen terugvoert naar de heerschappij over zichzelf, weg uit de slavernij jegens de satan, die hun lichamelijke zwakheden groter en groter maakt door allerlei bekoringen en misleidingen om hen via deze zwakheden aan zijn grillen te onderwerpen voor de eeuwigheid. Hij laat hen genietingen najagen die vergankelijk zijn, en die hij hen voorspiegelt als de enige zin en het enige doel van hun leven op aarde, en als de beloning voor allerlei gehechtheden aan wereldse banden. In werkelijkheid maakt hij deze zielen tot zijn slaven door hun behoeften eindeloos aan te wakkeren, als een gloeiende oven.

Bekijk de moderne samenleving met haar ijdele voorspiegelingen en listig bedrog in reclame en massamedia en in de vele andere vormen van misleiding. Ik wil de zielen erop wijzen dat zij door dit alles van al hun waardigheid worden beroofd. De zielen zijn zo hoogmoedig geworden. Door schijnbare successen in wetenschap en techniek hebben zij zichzelf tot goden verheven. Doch zij zien niet hoe zwaar zij dagelijks door de satan vernederd worden via al hun wereldse gehechtheden en schijnbehoeften. Als de Meesteres van alle zielen zoek Ik gelegenheden om de zielen vrij te maken door Mijn Rijk in hen te vestigen. Daartoe is noodzakelijk dat Ik de volle beschikking krijg over hun lichaam. De ware vrijheid kan de ziel pas bereiken voor zover zij aan Mij afstand doet van al haar lichamelijke belevingen, en voor zover zij haar lichamelijkheid aan Mij toewijdt. Geef Mij het lichaam, en Ik zal de ziel veranderen in een bloem, zoals God haar oorspronkelijk, vóór de zondeval, had bedoeld".


10 juni 2006

"Ontvang Mijn rozentuil voor vandaag. Zalig de ziel die zich aan Mijn voeten neerlegt in het verlangen om uit Mijn handen precies datgene te ontvangen wat Ik wil. Hoe zwaarder het lichaam beladen lijkt, des te vrijer wordt de ziel. Bemerk toch hoe prachtig een roos schittert in de ochtendzon, omdat zij het licht toelaat. Bemerk hoe zalig een roos geurt in de avondzon, nadat zij het licht en de warmte van de zon de hele dag lang in zich heeft opgedronken.

Zo vergaat het ook de ziel: Hoe prachtig oogt zij terwijl zij Mij met Liefde begroet als de Morgenster, en hoe zalig geurt zij nadat zij de hele dag lang Mijn heiligheid en Mijn Liefde heeft gedronken, want in Mij liggen de Mysteries van de Eeuwige Vader, het Licht van Christus en het Liefdesvuur en de Wijsheid van de Heilige Geest. Welke ziel neemt hieraan in hogere mate deel dan zij die zichzelf heeft begraven in Mij, de Meesteres van alle zielen Die gezonden is om de Verlossing van de zielen te bekronen in de brandende stralen van de liefdevolle ontbranding van het lichaam nadat dit met verlangen onder Mijn voeten is gelegd?"

"De Goddelijke Barmhartigheid heeft een systeem voorzien waardoor voor de zondige ziel een buitendeur geopend kan worden om de vlucht naar haar Verlossing aan te vatten. Sedert de erfzonde heeft de mensheid een collectieve schuld jegens de Goddelijke Gerechtigheid. De ziel die een zondeschuld op zich laadt, belast hierdoor tevens het systeem als geheel, want alle zielen zijn door een onzichtbaar netwerk met elkaar verbonden, en bij elke bedreven zonde is het alsof vanuit de zondigende ziel een giftige vloeistof in het netwerk stroomt, die in zekere zin de hele mensheid belast. Doch zo ook is het voorzien dat het geheel van alle boete, gebeden, offers, eerbiedig gebruik van een Sacrament, en akten van naastenliefde en van onderwerping en gehoorzaamheid jegens God en Mij, een voedende en reinigende vloeistof in het hele netwerk kan laten overvloeien. Wanneer deze boete, gebeden, offers enzovoort, aan Mijn voeten neergelegd worden, wordt die voedende en reinigende vloeistof waarlijk heilig.

Zo kunnen deze handelingen, woorden en akten, gesteld en gesproken door een ziel in staat van genade en in diepe onderwerping aan Mij, het effect van zonden vanwege andere zielen helpen teniet doen: Wanneer deze voedende en heiligende akten uitgaan van een ziel die zichzelf heeft neergelegd onder Mijn voeten als de Meesteres van alle zielen, kan Ik een buitengewone herscheppende macht ontplooien, die het hele netwerk beïnvloedt. Ja, indien Mijn macht beter bekend was, zouden alle zielen nog in dit uur aan Mijn voeten liggen.

Eén van de fundamenten van Mijn ongeëvenaarde macht wordt hierdoor gevormd, dat Ik vrij kan beslissen langs welke kanalen Gods genaden naar en tussen zielen stromen. Ik bezit de macht om zielen te bevrijden en te begenadigen zoals Ik het wil, omdat Mij de leiding over de verwezenlijking van Gods Plannen in handen is gegeven. Om deze reden ben Ik de Meesteres van Gods Voorzienigheid: De knopjes waardoor de kanalen der genade worden geopend, worden door Mijn handen bediend. Weet dat Ik vele knopjes vaker en langduriger indruk dan op grond van Gods Gerechtigheid verdiend zou zijn, en dat om deze reden miljoenen zielen in het vagevuur Mij dag en nacht in de diepste deemoed verheerlijken omdat Ik hen van de eeuwige verdoeming heb gered.

Mijn macht is een macht van overmatige Liefde. Het zijn in de eerste plaats Mijn trouwe liefdesslaven die deze uitoefening van Mijn macht moeten afsmeken door zich dag en nacht onder Mijn voeten te leggen. De lasten die zij ondergaan terwijl zij hun Meesteres tot voetbank dienen, betaalt de uitoefening van Mijn bevrijdende macht over de zielen, en hun eigen verheerlijking. Zij die de druk van Mijn voet het meest voelen, zijn zij die Ik nog binnen dit leven van al hun wereldse ketenen wil verlossen. Daarom zijn zij geroepen tot een leven van lijden. Mijn Liefde zal hun loon zijn.

Ik heb je gezegd dat alle zielen met elkaar verbonden zijn zoals een netwerk. Wanneer een ziel bidt voor een bepaalde andere ziel, is het mogelijk dat het gebed schijnbaar zonder resultaat blijft. Dat kan zo zijn omdat de biddende ziel weinig Leven, weinig Vuur, ontwikkelt. Het kan echter ook zo zijn omdat Ik, Die beslis over de verdeling der genaden, de vrucht van het gebed wil gebruiken voor een andere ziel dan diegene voor wie het gebed eigenlijk bedoeld was. Je weet dat Ik alle macht heb over de regelmechanismen binnen het netwerk. Met één vinger kan Ik de stroom der genaden van richting doen veranderen. Vaak beslis Ik dat de vrucht van een gebed nuttiger is voor een andere ziel dan deze voor dewelke het gebed is verricht. Ik beslis dit met volmaakte Wijsheid, want Ik ben één met de Heilige Geest.

Bedenk echter dat dit gebed ook in dat geval onrechtstreeks ten goede komt aan de ziel voor wie het eigenlijk was bedoeld, want de voedende en reinigende kracht van alle gebeden, offers, boeten, eerherstel, akten van gehoorzaamheid en naastenliefde, en eerbiedig en vurig gebruik van de Sacramenten, heeft op één of andere wijze steeds een afstraling op het netwerk als geheel. Zeg de zielen dat zij zich aan Mijn beslissingen als de Middelares en Verdeelster van alle Genaden moeten onderwerpen, als een akt van gehoorzaamheid aan de Meesteres van alle zielen. Ik ben Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid.

Mijn beslissingen zijn niet vatbaar voor hoger beroep, zij zijn bindend zoals deze van een gerechtshof van de hoogste graad. Met volmaakte Liefde en Wijsheid laat Ik genaden toestromen naar punten waar Ik oordeel dat zij het hele netwerk het beste kunnen dienen. (...) Zeg de zielen dat zij Mij steeds onderdanig blijven, want Ik heb de macht om hun leven te veranderen. Met één vinger kan Ik de rozen in hun tuin doen bloeien. Zeg hen dat Ik zeer gevoelig ben voor hen die in oprechte Liefde en onderwerping aan Mijn voeten liggen. Ik ben Meesteres over alles. Eer de Allerhoogste, Die Mij deze macht heeft gegeven".


11 juni 2006

"Mijn woorden 'Mij geschiede naar Uw woord', die Ik sprak tot de aartsengel Gabriël terwijl deze aan Mijn voeten geknield lag, hebben de heilsgeschiedenis van de zielen totaal veranderd. (...) God wilde nood hebben aan deze woorden uit Mijn mond, omdat zij de ondertekening vormden van het Verbond dat Hij met Mij had gesloten. (...)"


12 juni 2006

"De drie bouwstenen van de volmaaktheid in de slavernij jegens Mij zijn je bekend: Liefde - Lijden - Gehoorzaamheid/Onderwerping. Dit zijn tevens de drie elementen die de onoverzienbare schuldenlast van de zielen jegens de Goddelijke Gerechtigheid moeten aflossen. De Liefde is de essentie van de hele Schepping, de kracht van God Zelf. Het lijden is de sleutel tot de algehele Verlossing, zoals Jezus Zelf deze op aarde is komen brengen. De gehoorzaamheid en onderwerping zijn de grote tegenhangers van de erfzonde. De erfzonde is de grootste wonde die ooit is toegebracht aan Gods Hart. Elke akt van onderwerping en gehoorzaamheid die je jegens Mij stelt, is als een druppel balsem op het Hart van God Zelf. Je hebt nu op je weg een punt bereikt waarop je Mij het meest kunt dienen.

Meer dan ooit ben Ik nu voor jou de Meesteres. Ik verlang van jou onderwerping en gehoorzaamheid tot in de absolute zelfverloochening. Je zult lijden wanneer en zoals Ik het wil, en je enige smeking tot Mij voor jezelf zal deze zijn om steeds méér Liefdesvuur. Je zult aan Mijn voeten opbranden, opdat Mijn Plan met jou in vervulling zou gaan. Ik wil in jou een model van onderwerping zien, elk uur van de dag en de nacht. Mijn kracht, de kracht van de Meesteres van alle zielen, is in jou. Om Mijn Plan te vervullen, zul je een onberispelijk instrument van Mijn Wil en Mijn macht zijn, want het vruchtwater van de Meesteres van alle zielen stroomt slechts in de tempels van Haar welbehagen. Ben Ik op aarde iets anders geweest dan levende Liefde, smart, lijden en nederigheid? Was Jezus niet de vleesgeworden Liefde, lijden en nederigheid? (...).

(...) Boete of gebed om zielen tot bekering te helpen brengen, is enigszins vergelijkbaar met water gieten in een vat tot het vol is. Het is echter zo dat de onwil van de ziel om haar levenshouding te veranderen, dienst doet als een luik dat tracht te beletten dat het water in het vat terechtkomt, terwijl het water dat niettemin binnenloopt, opnieuw kan weglopen naarmate de ziel blijft zondigen. Daarom is bekeringswerk vaak zo langdurig en zo zwaar. De maat van de Liefde, de aanvaarding van het lijden en de diepte van de onderwerping van de ziel die de boete of het gebed aanbiedt, bepaalt echter de hoeveelheid water die in het vat wordt gestort, alsook de kracht waarmee het tegen de afschermende luiken drukt, en kan ook de gaten helpen dichten door dewelke het water opnieuw uit het vat wegvloeit. Houd deze beelden voor aan elke ziel die zich inzet voor de bekering van medemensen".


13 juni 2006

"De zielen zijn het voorwerp van een aanhoudende strijd tussen het Licht en de duisternis. De overwinning van het Licht is een vaststaand gegeven, want God is onoverwinnelijk. Waarom duurt deze strijd voort ondanks Gods almacht? Omdat God de mens een vrije wil heeft gegeven, en de mens de duisternis méér blijft beminnen dan het Licht. Dat komt omdat de duisternis de mens het paradijs voorspiegelt op aarde, in genot en bevrediging van lichamelijke, stoffelijke, tastbare behoeften. De ontastbare schatten van de ziel zijn voor de verblinde, zozeer afgedwaalde mensheid van weinig of geen tel. Zie, Ik ben de Meesteres van alle zielen, de Moeder van Christus Die het Licht opnieuw kenbaar heeft gemaakt aan de zielen. Indien God de duisternis Zelf zou overwinnen zonder enige inmenging van de mens, zou de overwinning van het Licht een opgedrongen overwinning zijn, een overwinning en een bevrijding die de zielen niet zelf hebben gevraagd.

Daarom wil de Allerhoogste deze strijd tegen de duisternis voeren met volle medewerking van de zielen, ja, Hij wil de duisternis overwinnen via de zielen zelf. Hij heeft Mij tot voorbeeld en boegbeeld gesteld. In Mij is de erfzonde overwonnen. In Mij is elke dagelijkse zonde overwonnen. In Mij heeft God het Licht op de wereld gebracht. Door Mij zal de satan definitief overwonnen worden. Waarom toch aanvaarden zovele zielen Mijn uitverkiezing niet? Zeg aan de zielen dat de miskenning van de Meesteres van alle zielen, Maria, de Medeverlosseres naast Christus, een miskenning van Gods Plannen en Werken is.

De zielen kunnen niet bevrijd worden uit hun ellende zolang zij niet Gods beschikking aanvaarden door dewelke Ik ben aangesteld tot hun Meesteres met elementen van Goddelijke macht, tot Koningin over alle schepselen, Vertegenwoordigster van God bij de zielen, en Brug tussen Hemel en aarde. God had de effecten van de erfzonde Zelf eigenhandig kunnen verbreken, doch Hij heeft uitdrukkelijk voorzien dat een Mensenziel deze overwinning zou bekrachtigen door Haar medewerking in elk facet van de strijd. Daarom heeft Hij Mij tot Moeder van Christus gemaakt, met behoud van Mijn maagdelijkheid. Zo zou een Vrouw rechtstreeks aan de basis liggen van de Verlossing door de Mens geworden Zoon van God. Als de Meesteres van alle zielen zet Ik deze rol van de allerhoogste uitverkiezing voor altijd voort. Op Mijn beurt kies Ik zielen tot Mijn uitsluitende dienst, en bereid Ik hen voor om dit Werk samen met Mij te verrichten. Niet omdat het Mij aan macht zou ontbreken, doch omdat de rechtstreekse betrokkenheid van zielen op aarde nog steeds noodzakelijk is volgens Gods Wet. (...)

De zielen kunnen slechts bevrijd worden uit alle ellende van de duisternis door de rechtstreekse deelname van mensenzielen aan de strijd tegen alle kwaad en alle dwaling en verblinding. Ikzelf ben voor altijd het boegbeeld voor de mensenzielen. (...).

De ware toedracht van een totale toewijding aan Mij is de zielen nog veel te weinig bekend. De toewijding van een ziel aan Mij, ook wanneer deze gebeurt door een andere ziel doch met volle medeweten en instemming vanwege de ziel die toegewijd wordt, is een heilig verbond tussen die ziel en Mij. Dit verbond wordt opgetekend in het Boek des Levens en geldt voor eeuwig. Het is onverbrekelijk. Indien de toegewijde dit verbond achteraf verloochent, het uitdrukkelijk afzweert, of er eenvoudig niet naar leeft, blijft het verbond bestaan doch wordt de betreffende ziel beschouwd als ontrouw aan Mij. Zij heeft een gelofte jegens de Meesteres van al het geschapene gebroken. Dit heeft zware gevolgen bij de Goddelijke Gerechtigheid. Deze dagelijkse boete waarmee je alle door jou aan Mij toegewijde zielen elke ochtend opnieuw aan Mijn voeten neerlegt, is van het grootste belang, want:

  1. zij smeekt genaden af over Mijn dienaren;

  2. zij smeekt barmhartigheid af over hen die deze gelofte breken;

  3. zij brengt eerherstel aan Mij, Die zij niet meer erkennen als hun Meesteres".


14 juni 2006

"Mijn zwangerschap van Jezus was de vrucht van de allerheiligste Bruiloft die de Heilige Geest aan Mij heeft voltrokken. De zielen worden geacht, ernaar te verlangen om het bruidsvertrek van hun Meesteres te betreden. De toenadering van de ziel tot haar Meesteres voltrekt zich op drie niveaus, met een steeds toenemende diepgang en intensiteit van het contact met Mij, en ieder met hun eigen verantwoordelijkheid en vereisten voor de ziel. De ziel kan zich ten opzichte van haar Meesteres bevinden:

  1. in Mijn voorhof: Hier bevindt zich de ziel die zich oprecht inspant om tot Mij te bidden. Om in Mijn voorhof te verblijven, moet de ziel met Mij in gebed treden met voldoende diepgang, oprechtheid en Liefde. De ziel die hoofdzakelijk tot Mij bidt om de vervulling van intenties die te maken hebben met het werelds, stoffelijk leven, zal in Mijn voorhof nooit stand houden, want zij zal in haar hart op gestelde tijden de roep voelen om verder te gaan: zij zal de geur waarnemen die uit Mijn tempel stroomt, en in deze geur tevens de uitnodiging voelen tot het volbrengen van wat Ik werkelijk wil. Deze uitnodiging schrikt zeer velen af. Van de ziel in Mijn voorhof verlang Ik dat zij voldoende uitstraling zou bezitten om zielen aan te trekken die Mij en Mijn macht niet echt kennen.
  2. in Mijn tempel: Hier bevindt zich de ziel die is ingegaan op het verlangen dat Ik in haar heb gelegd om zich daadwerkelijk aan Mij toe te wijden en daarnaar te leven. In Mijn tempel komt de ziel in nauwer contact met Mij. Zij wordt er ingewijd in de ware dienst aan Mij. Zij leert er de ware gehoorzaamheid en onderwerping jegens Mij, want bij het altaar ziet zij Mij met de ogen van haar hart als haar Meesteres, Diegene die voortaan haar leven zal beheersen. De ziel kan slechts in Mijn tempel verblijven in de mate waarin zij Mij het offer van haar hele leven en al haar beproevingen geeft. Ik draag er al haar beproevingen op het altaar van Mijn Smartvol Hart op aan Gods Heilsplan, en de ziel zelf wordt er uitgenodigd om deze offerande aan Mijn voeten neer te leggen in oprechte en vrijwillige toewijding. Zij draagt er de verantwoordelijkheid om zich met al haar kruisen in te zetten voor Mijn Werken. In Mijn tempel wordt de ziel ervan doordrongen dat haar ware levensdoel erin bestaat, Mij te dienen door liefdevolle aanvaarding en toewijding van alle kruisen van haar leven.
  3. in Mijn bruidsvertrek: Hier bevindt zich de ziel die door Mij wordt geroepen tot de voltrekking van de Bruiloft met Mij. De ziel kan eenmalig, kortstondig, op sommige ogenblikken, of in zeer uitzonderlijke gevallen voor eeuwig in Mijn bruidsvertrek geroepen worden, al naargelang Mijn Wil, en volgens Mijn Plan met de ziel. De ziel wordt slechts tot de bruidskamer van haar Meesteres toegelaten indien zij zichzelf totaal aan Mij heeft gegeven en zij Mij in staat stelt om haar totaal om te vormen volgens Mijn Wil. In Mijn bruidsvertrek kan slechts de ziel verblijven die haar hele wezen totaal onder Mijn voeten heeft gelegd. De Bruid van de Heilige Geest kan door de ziel slechts op intieme wijze benaderd worden nadat deze laatste zich aan de strengste gehoorzaamheid heeft onderworpen, in een zelfverloochenende offerande van alles wat de ziel is, heeft, en beleeft. In Mijn bruidskamer ben Ik voor de ziel tegelijkertijd Bruid en soevereine Meesteres. De ziel leeft er letterlijk aan Mijn voeten, klaar voor de bevrediging van elk van Mijn verlangens, en onder de verplichting van de meest strikte onderwerping aan al Mijn instructies en aan al Mijn verwachtingen. Haar verantwoordelijkheid is zeer groot, want de totale overvloeiing tussen de Hemelse Bruid en de ziel maakt de ziel tot offerlam van de Liefde. De ziel kan slechts aanhoudend in Mijn bruidsvertrek verblijven wanneer zij geroepen is om uitsluitend voor Mij te leven.

"Ik wil de zielen bevrijden door hen in contact te brengen met de Ware Liefde van God. Wanneer een ziel lijdt onder beklemming van om het even welke aard, komt dit in wezen steeds doordat zij gewond is door een plotse scheiding van Gods Liefde. Zij wordt dan angstig en onzeker, onrustig of droefgeestig. Het enige geneesmiddel voor de ziel in deze toestand bestaat uit de Hoop: Zij moet opnieuw rekening houden met de realiteit van de dageraad die zal volgen op de nacht, de lente die zal volgen op de winter, de zon die door de wolken zal breken, en dan zullen de ogen van het hart zich opnieuw openen voor de regenboog die straalt tegen de donkere regenlucht omdat de zon van de Liefde opnieuw doorgebroken is.

Ik herinner de lijdende of gekwetste ziel opnieuw aan God, Die ook doorheen elke beproeving bewijst dat Hij het beste voorheeft met de ziel, want elk kruis op aarde wordt in de eeuwigheid geruild tegen Gelukzaligheid, indien de ziel bereid is om zich te openen voor Gods Eeuwige Waarheid: Zijn bekommernis om alles te benutten voor het goed van alle zielen. Leer de zielen in Mij geloven, want Ik breng hen schatten die zij nu nog niet kunnen bevatten. Bereid hun harten voor op deze schatten, door hen Mijn zachtheid, Mijn tederheid en Mijn Licht te brengen. In jou zullen zij op tastbare wijze ervaren wat zij niet meer zagen: dat God leeft".


15 juni 2006

JEZUS: "Nog steeds wordt Mijn Lichaam gekruisigd, maar het kruis wordt verafschuwd. Nog steeds vloeit Mijn Bloed op de rotsen der harten, maar zij weigeren te breken om het Bloed der Verlossing binnen te laten. Wie kan een Moeder zien wenen? Breek de Hemel open. Draag alle kruisen der zielen en alle Bloed op de altaren der wereld op aan het Hart van je Meesteres, de Medeverlosseres voor alle tijden. Aan Haar voeten zal de Verlossing voltooid worden. Aan Haar voeten zullen de kruisen bezaaid worden met bloemen, die door Mijn Bloed geheiligd zullen worden tot begroeting van de Eeuwige Lente".

MARIA: "Ik ben de ware Meesteres aan Wie de voltooiing van het Heil is toevertrouwd. Mijn Zoon heeft je erop gewezen hoezeer Ik de Brug ben Die de belangen van Hemel en aarde met elkaar verbindt. Alle kruisen, alle beproevingen en lijden, moeten in Mijn Hart worden gelegd tot verheerlijking van het oorspronkelijk Kruis van Verlossing, het Kruis van Golgotha. Het Bloed der altaren is zowel het Bloed van Jezus in het allerheiligst Sacrament, alsook het zichtbaar en onzichtbaar bloed van alle lijden der zielen. Wanneer de zielen hun lijden aan Mij toewijden, wordt het zoals een offerande van geheiligd bloed op het altaar van Mijn Hart. Heb Ik niet bij herhaling gezegd dat elk woord en elke handeling van de Meesteres van alle zielen bekleed is met het zegel van God Zelf? God is de Wetgever, Ik ben de Uitvoerster. Aan Mijn voeten wordt de Verlossing voltooid. (...)".


16 juni 2006

"Vuur is op zich het zuiverste wat bestaat. Vuur kan op zichzelf niet onzuiver zijn, maar iets dat brandt, kan wel onzuivere verbranding hebben. Je zou de ziel kunnen vergelijken met een vlam. Elke mensenziel wordt geschapen als een vlam uit de Bron van het Goddelijk Leven, het Hart van de Allerhoogste, de onuitputtelijke Bron van de Eeuwige Liefde. De ziel draagt echter ook een 'fundering' met zich mee, die ongeveer vergeleken kan worden met het erfpakket van het lichaam. Deze 'fundering' van de ziel is weliswaar niet stoffelijk, maar zij is wel draagster van de menselijkheid, de menselijke natuur van de ziel. Deze wordt als het ware geactiveerd bij de ontvangenis van de ziel in de versmelting van de zaadcel van de vader met de eicel van de moeder.

Door een uniek Goddelijk Mysterie is bij Mijn Ontvangenis deze activering in Mij ziel niet verlopen zoals bij elke andere ziel. God had Mijn ziel geschapen als zuiver en uitsluitend Vuur, als draagster van vergoddelijkte, volmaakt heilige eigenschappen en zonder de gebruikelijke 'fundering', het brandhout voor de vlam, dat bij elke ziel ook de erfzonde bevat, want het is drager van de menselijke natuur. Mijn ziel is onbevlekt ontvangen, en is hierdoor louter en alleen Vuur, zonder brandhout. Om deze reden konden al Mijn handelingen geen product zijn van 'onzuivere verbranding'.

Dit verklaart Mijn absolute volmaaktheid in alle deugden. Mijn ziel kon vanaf het begin niets anders uitstralen dan volmaakte heiligheid, volmaakt Licht, volmaakte warmte, en was hierdoor ook volmaakt vruchtbaar in alles wat van haar uitging. Hierop berust Mijn totale macht op Gods Hart. Hij herkende van meet af aan in Mij niets anders dan de volheid van de volmaaktheid die Hij bij de schepping in elke ziel legt, zonder de bijmenging van effecten van de menselijke natuur.

Hoe komt het dan dat Mijn leven op aarde meer verdiensten heeft opgeleverd dan alle andere mensenlevens samen? Omdat Mijn handelingen Goddelijke kracht ontwikkelden, en Ik onderhevig ben geweest aan oneindig zware beproevingen, want de satan voelde reeds tijdens Mijn eerste levensjaren dat hij op Mij geen enkele vat kreeg, en had daarom de eed gezworen dat hij Mij, op welke wijze ook, zou vernietigen. Vanwege de unieke kenmerken van de schepping van Mijn ziel, kon het effect van de conceptie in de schoot van Mijn heilige moeder Anna omzeild worden.

Om deze reden hebben sommige verlichte zielen terecht over Mij gesproken als de 'Goddelijke' Maria. Ik ben geen God, Ik ben een geschapen ziel, doch in de orde der Genade heeft God Mijn ziel toegerust met een opbouw en eigenschappen die Mij oneindig sterk van de gewone menselijke natuur hebben doen afwijken.

Wat heeft Mij dan in Mijn leven op aarde de vermogens gegeven om op menselijke wijze te handelen? De noodzaak om te leven in een menselijk lichaam. De Schepper heeft Mijn lichaam en geest in zoverre bezield met een natuur die nog raakpunten had met het menselijke, dat Ik in staat was om een normaal leven te leiden in een menselijk lichaam, met gedragingen die door Mijn medemensen als menselijk herkend konden worden. Het Vuur dat Mijn lichaam en al Mijn gedragingen beheerste en bezielde, was echter van Goddelijke aard en uniek in Liefde en zuiverheid.

Een gelijkaardig effect heeft God tot uitwerking gebracht in de Ontvangenis van Jezus in Mijn Schoot. Het enig verschil was dit, dat de ziel van Jezus Goddelijk was in de orde der natuur, en niet geschapen is, terwijl Mijn ziel 'vergoddelijkt' is in de orde der Genade, en wel geschapen is. Deze kennis openbaar Ik je thans opdat de mensheid moge begrijpen waarom reeds Mijn natuur rechtvaardigt dat Ik de enige, absolute en onbetwistbare Meesteres van alle zielen ben".

(Zoals uit andere Openbaringen klaar en duidelijk blijkt, bestrijdt Maria in geen geval Gods heerschappij over de zielen. Zij wijst er slechts op, dat Zij onder de Godheid de absolute Meesteres van alle zielen is).


17 juni 2006

"Ik ben door de Eeuwige Vader gevrijwaard van alle effecten van de erfzonde en tot Meesteres van alle zielen verheven. Ik heb de Zoon van God in Mijn Schoot gedragen en Hij heeft Mij als Zijn Moeder erkend en Mij vereerd. De Heilige Geest heeft Mij tot Zijn Bruid gemaakt en heeft Mij bezield met de uitwerkingen van Goddelijke Mysteries die zelfs de engelen onbekend waren. Zo ben Ik opgenomen in het Goddelijk Leven. Daarom is het geen ziel toegestaan, Mijn bruidsvertrek te betreden tenzij op Mijn uitnodiging en met de tekenen van de diepste onderdanigheid. Ik ben de verzegelde Bron, de geheime Tuin van God. In Mijn bruidsvertrek straalt uit Mij de volheid van Mijn hoedanigheid en macht als Meesteres. Het is de allerheiligste plaats waar Gods Werken ten uitvoer worden gebracht, waarover Ik alleen de leiding in handen heb.

Het is daarom passend dat de ziel de genade van de eenwording met Mij slechts ontvangt terwijl zij diep geknield aan Mijn voeten ligt. De voltrekking van een bruiloft is de eenwording van bruidegom en bruid. God heeft het huwelijk ingesteld als het grote middel om Zijn Heilsplan te verwezenlijken. De zielen zijn geroepen om samen met Mij, de Meesteres van alle zielen, de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid, de Middelares van alle Genaden, bekleed met elementen van Goddelijke macht, Gods Plan tot verwezenlijking te brengen. Het is noodzakelijk dat zij dit doen in een gesteldheid van onderlinge samenwerking en oprechte naastenliefde. God heeft het huwelijk ingesteld als de meest intieme relatie tussen mensen, om op grond van deze intieme band een stevige fundering te bouwen voor het grote bouwwerk dat Hij wil optrekken: het Rijk Gods op aarde.

Man en vrouw moeten samenkomen, een verbond van onverbrekelijke wederzijdse trouw aangaan, één worden tot in het vlees, en de vruchten van deze volledige gave van zichzelf aan elkaar opvoeden in de geest van Gods Plannen en Werken en van de Leer van Christus, en hen de waarden van de deugden en het liefdevol samenleven bijbrengen. Alle handelingen die worden gesteld in het kader van het verbond van het huwelijk, moeten heilig zijn. Dit betekent dat zij gesteld moeten worden in een gesteldheid van zuivere Liefde, deugdzaamheid, en met als enig doel de verwezenlijking van Gods Plan van Heil met de zielen. Om deze reden heeft God dit verbond bezegeld met een Sacrament. Daarom is elke uiting van ontrouw binnen het huwelijk een schending van een heilig verbond.

God heeft voorzien dat de man de leiding over de uitvoering van het verbond zou dragen, doch deze verplichting stelt de man tevens verantwoordelijk voor elke beslissing en elke handeling in het kader van de uitvoering van het huwelijksverbond. Op de vrouw rust de plicht en het recht om haar man door haar voorbeeld richting te helpen geven in zijn beslissingen. Voor elke onverantwoorde handeling die door de beslissing van de man in het kader van het huwelijksverbond wordt gesteld of opgedrongen, draagt de man elke morele verantwoordelijkheid. De vrouw wordt geacht haar man te volgen, doch zal slechts verantwoordelijk worden gesteld in de mate waarin zij in haar hart de beslissing van de man steunt. Deze regels gelden eveneens met betrekking tot de vereniging van man en vrouw in het vlees.

Daarom ook kan, indien de vrouw toestemt in een lichamelijke vereniging met de man om redenen van gehoorzaamheid of naastenliefde doch onder moreel verzet in haar eigen hart en met betrachting van de zuiverheid in haar hart en geest, deze vrouw niettemin worden beschouwd als maagdelijk in het hart. Elke vereniging in het vlees die door de man wordt opgedrongen tegen de wil van de vrouw, valt onder de morele verantwoordelijkheid van de man. Hemelse Bruiloft is eveneens door God ingesteld, voor uitzonderlijke gevallen waarin een ziel geroepen wordt tot een duurzamere eenwording met het Goddelijke, omdat dit noodzakelijk of wenselijk is voor de vervulling van de levensopdracht van de ziel. Dit kan onder verschillende vormen. Eén uiting hiervan is eveneens bezegeld in een Sacrament: het priesterschap. Een andere vorm is deze van het kloosterleven met eeuwigdurende geloften. Veel minder bekend, eerder uitzonderlijk en ook anders van vorm en invulling, is de Hemelse Bruiloft tussen de lekenziel en Jezus, en zeer uitzonderlijk is deze tussen de lekenziel en Mij, Maria. (...).

(...) Zeg aan de zielen dat Ik Mijn Wonderwerken slechts kan voltrekken aan de ziel die zich volkomen en zonder enige weerstand aan Mijn voeten neerlegt en in alles op Mij vertrouwt".


18 juni 2006

"(...) Groot is Mijn genot terwijl een engel zich aan Mijn voeten neerwerpt in zelfverloochenende onderwerping en brandende Liefde, want dit zijn de grootste en vruchtbaarste deugden. Wanneer een mensenziel Mij diezelfde handeling schenkt, wordt Mijn genot echter tot Hemelse verrukking. De mensenziel die zich tot Mijn slavin laat maken door Mij vurige Liefde, diepe onderwerping, blinde gehoorzaamheid en protestloos lijden te schenken, vervult Mijn Hart met de ervaring van de Hemel zelf.

Totale toewijding aan Mij moet er steeds op gericht zijn, zo volledig met Mij te versmelten dat het voor de ziel lijkt alsof er niets anders bestaat dan haar Meesteres. Al haar gedachten, al haar gevoelens, al haar verlangens, al haar handelingen, alles moet op Mij gericht zijn. De ziel moet Mij betrekken bij elk detail van haar leven, ook bij de meest alledaagse dingen. Alleen dan kan Mijn macht waarlijk alles doordringen, en kan Ik de ziel naar de ware Vrede van hart voeren. Ja, de ziel kan reeds op aarde een voorsmaak proeven van de Gelukzaligheid van de Hemel, want wanneer Ik totaal en soeverein over en in haar kan heersen en regeren, draagt zij de Koningin en Meesteres van al het geschapene in zich, Haar Die na God de enige bron van verrukking is voor de engelen.

Vergeet niet dat Ik nooit de dagelijkse handelingen van de ziel in de weg sta, integendeel, wanneer de ziel Mij bij dit alles betrekt, zal zij Mij vinden in alles, en alle handelingen zullen haar tot bronnen van vreugde worden omdat Ik onzichtbaar naast haar zal staan. God heeft de ziel zo gemaakt dat zij volkomen op Hem afgestemd is. Hijzelf is de onuitputtelijke Bron van alle Leven. De ziel is onverzadigbaar ten aanzien van het ontvangen van dit Leven. Zij zal uit de Bron drinken voor alle eeuwigheid. Elke beproeving, elke pijn, elk lijden die in Liefde en zelfverloochening aan Mijn voeten worden neergelegd, stort een druppel honing in de kelk van Gethsemani. (...)"


19 juni 2006

"(...) Ik kan alle zielen in de hel tegelijkertijd voor Mij laten knielen. Ik bezit daartoe alle macht. Dit zou echter geen vergoeding brengen jegens de Goddelijke Gerechtigheid, want deze zielen zijn geen draagsters meer van de ware levenskracht en kunnen dus in de werkelijke zin van het woord geen vergoedende akten meer stellen. Zij zijn vanaf het uur van hun oordeel uitgesloten van het vermogen om eerherstel te brengen. Een duivel of verdoemde ziel dwingen tot zelfvernedering voor Mij, kan slechts één waarde hebben: deze, dat het Mijn macht nog méér laat schitteren, en dat het de satan herinnert aan zijn machteloosheid tegenover Mij. Bij de grondvesting van het Rijk Gods op aarde zal het ook de waarde krijgen van een definitief getuigenis van Mijn hoedanigheid als de ware Meesteres van alle zielen. In dat uur zullen alle duivelen voor Mij knielen als de ultieme vernedering voor het oog van alle verdoemden, die voor de satan hebben gekozen. Ik ben de Koningin van het Rijk van het Licht.

God heeft Mij uitgekozen om het Licht der wereld, Jezus Christus, te baren. Hij heeft Mij daartoe uitgerust met een absolute heiligheid, volmaaktheid in de Liefde en Wijsheid, en een onbegrensde toegang tot de Goddelijke macht. Zeg daarom aan de zielen dat elke ongehoorzaamheid, onverschilligheid, heiligschennis of miskenning ten aanzien van Mij, de Koningin van Hemel en aarde, in Gods ogen een even grote zonde betekent als deze jegens God Zelf. Ik ben Vertegenwoordigster van God naar de zielen toe, en aangesteld tot de Meesteres van Zijn Rijk. Vertegenwoordigster van God ben Ik in die zin, dat Ik Zijn grootste Wonderwerk tegenwoordig stel. Alle genaden komen tot de zielen via Mijn handen. Elke ziel die zichzelf aan Mij offert in totale toewijding, geeft zichzelf aan het Licht als een teken tegen de duisternis.

Elke ziel die niet van harte en in een gesteldheid van de diepste onderwerping voor Mijn voeten neerknielt, stelt zichzelf bloot aan de giftige pijlen van de duisternis. Alleen de ziel die zich vrijwillig en oprecht aan Mijn voeten neerlegt, kan door Mij werkelijk beschermd, geheiligd en bevrijd worden. Alleen deze ziel kan Ik verlossen uit haar ellende. De bodem van een ziel die zich met hart, geest en lichaam onder Mijn voeten heeft gelegd, wordt door Mij bevrijd van het zaad van alle onkruid. Hoe meer Mijn voeten over deze grond kunnen lopen, des te heiliger en vruchtbaarder zal hij worden. Bedenk goed wat deze woorden betekenen: De ziel die zich restloos aan Mijn Wil overlevert en zich tot Mijn slavin laat maken, zal de eeuwige vrijheid bezitten".


20 juni 2006

"Elke dag wordt het Offer van Jezus op de altaren van Zijn Kerk hernieuwd. Waar Hij echter zozeer naar verlangt, is dat naast Zijn Lichaam en Bloed ook veel méér kelken zouden worden gevuld met de liefdevolle offers van zielen. Veel méér zielen moeten zichzelf, al hun kruisen en beproevingen en al hun Liefde, in de allerheiligste Kelk van Mijn Smartvol en Onbevlekt Hart uitstorten om hun offerande door Mijn machtige handen ten Hemel te laten opheffen. Geen ziel kan bevatten welke kracht van Licht uitgaat van de gezamenlijke offerande van het Lichaam en Bloed van Christus met de totale zelfgave van een ziel. Elke ziel zou de hel op haar grondvesten kunnen doen beven indien zij zich in alle beproevingen, lijden, smarten en pijnen met Vuur aan Mijn voeten zou neerwerpen met de smeking:

"O Maria, machtige Meesteres van alle zielen en Medeverlosseres van de mensheid, laat al mijn lijden, kruisen en beproevingen, en alle Liefde waarmee ik ze voor U draag, overvloeien in de Kelk van Uw Hart, en wil ze in eenheid met het Lichaam en Bloed van Jezus Christus opdragen aan God, tot vestiging van Zijn Rijk op aarde".

De ziel die zich tot in haar lichaam en al haar lijden en smarten totaal en volkomen overlevert aan Mij, de machtige Meesteres van al het geschapene, kan door een dergelijke offerande deel krijgen aan de oneindige verlossingsmacht van Christus en aan Zijn Goddelijk Leven. Ik ben de ware Medeverlosseres van de mensheid, en deze functie vindt haar bekroning in de uitoefening van Mijn functie als Meesteres van alle zielen. De Meesteres van alle zielen zal Haar absolute en totale macht over de zielen die zichzelf aan Haar opofferen als slaven van Haar Liefde, aanwenden om het Verlossingsmysterie tot zijn volle verwezenlijking te brengen. Zo breng Ik het Offer van Christus in verbinding met het offer van de ziel die zich volkomen aan Mij heeft gegeven.

In de vereniging tussen dit Goddelijk Offer en het menselijk offer, samengesmolten in de Kelk van het Hart van de Meesteres van de mensheid, zal de Bron ontspringen van het Leven dat de zielen waarlijk zal bevrijden. Het Lichaam en Bloed van Christus bezitten deze macht reeds uit zichzelf, doch zoals God Mij nodig wilde hebben voor de Menswording, zo wil Hij elke ziel nodig hebben om de Menswording haar ware vruchten te schenken. Zoals in alles, komt Mijn roeping als Brug tussen Hemel en aarde ook hierin tot uiting. Zo heeft de Allerhoogste het beschikt: Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, zal de Goddelijke Mysteries in hun concrete uitwerking naar de zielen toe voltooien".


21 juni 2006

(Ik hoor inwendig, steeds langzaam herhaald, de naam 'Myriam'. Ik hoor de naam zacht, onbeschrijflijk mooi doch tezelfdertijd op indrukwekkende wijze uitspreken, alsof hij door een zachte bries gedragen werd). Maria zegt:

"Ik laat je Mijn Hemelse Naam horen met de oren van je ziel, opdat je zou voelen welke oneindige macht ervan uitgaat. Je hoort hem zoals hij werd uitgesproken in Mijn moedertaal, maar je hoort hem uitgesproken worden vanuit het Hart van God Zelf. Mijn Naam is drager van een ongekende macht. Hij is opgebouwd uit een opeenvolging van klanken die samen waarlijk Goddelijke krachten opwekken. Het woord 'Myriam' of 'Maria' vormt op zichzelf reeds een gebed, want het wekt Gods Hart in de volheid van Zijn majesteit. In feite is dit woord 'Myriam' of 'Maria' geen menselijk woord, het is een schepping van God Zelf. Het woord draagt verschillende betekenissen, onder meer 'zee van genaden', 'oceaan van macht', 'oceaan van schoonheid'.

Mijn Naam geeft in feite uitdrukking aan de overvloed van Goddelijke eigenschappen die in Mij verzameld zijn. Hij bergt in zich de sleutel van Mijn Goddelijke oorsprong. Hij duidt aan dat Ik rechtstreeks uit Gods Hart ben ontstaan, vervuld van eigenschappen die Mij een natuur moesten verlenen die oneindig veel dichter bij het Goddelijke dan bij het menselijke ligt. Ik heb gewild dat jij Mijn Naam als spirituele schuilnaam zou dragen, om je in staat te stellen om open te bloeien tot een vrucht van Mijn welbehagen. Ik wil in jou kunnen verder leven. Daarom heb Ik Mijn Naam om je ziel heen gevleid als een mantel van bloemen. Draag hem met waardigheid en in nederige dankbaarheid".

Myriam: "Mijn machtige Meesteres, heeft God deze wonderbare Naam voor U voorbehouden?"

Maria: "Mijn Naam werd ook reeds gedragen door zielen vóór Mijn geboorte in het vlees. God zoekt voor alle grote dingen voorafspiegelingen. Verlichte zielen beginnen aan de hand hiervan later de grootheid van Gods Plannen te begrijpen, doordat zij bij de verwezenlijking van die Plannen de bekroning en voltooiing van de voorafspiegelingen zien. De Allerhoogste heeft in Mij ongekende oceanen van Mysteries ontsloten. In Mijn Naam heeft Hij het bestaan van deze oceanen tot uiting gebracht voor de harten die verlangen om het ware Licht achter de dingen te zien.

God heeft in Mijn ziel oneindige nieuwe werelden ontsloten, paradijzen vervuld van Mysteries, Wijsheid, Liefde, macht, heiligheid, schoonheid en genadeschatten. Dit alles heeft Hij onder Mijn uitsluitende macht en beschikking gesteld. Geen menselijk verstand kan Mij bevatten in de volheid van Mijn Wezen. Mijn hele Wezen is één en al verheerlijking van de grootheid en de scheppingsmacht van de Allerhoogste. Precies daarom is het volgens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid een absolute noodzaak dat de zielen jegens Mij de allerdiepste eerbied betrachten. (...)

Zie, God heeft Mij macht gegeven over alles. Dit aandeel in de Goddelijke macht was voor Mij voorzien vanaf de Schepping. Zij bestond reeds in ontastbare vorm als een Mysterie in Gods Hart. Ik openbaar je, dat net zoals Gods Zoon bestemd was om de Koning der zielen te zijn en dit koningschap te bezegelen in een leven op aarde als God-Mens, Ik, Maria, van in den beginne bestemd ben tot Koningin en Meesteres van alle zielen. In deze hoedanigheid heeft God Mij aan de engelen voorgesteld. Bij Mijn Onbevlekte Ontvangenis werd Mijn koningschap voor het eerst gekoppeld aan de materie, de kiem van het mens-zijn. Bij Mijn geboorte werd het zegel van Mijn koningschap in de aarde gedrukt. Op de dag van de Ontvangenis van Jezus als God-Mens bij de boodschap vanwege de engel Gabriël aan Mij, sloot de Heilige Geest op formele wijze de Bruiloft tussen de Godheid en Mijn Wezen, en werd Mijn meesterschap voorgoed bezegeld. Bij de Opneming van Mijn Lichaam en ziel ten Hemel en Mijn Kroning tot Koningin, kreeg het Hemels Hof het tastbaar bewijs van Mijn verheven koningschap.

Nu nadert het uur waarop alle zielen de openbaring van Mijn soeverein meesterschap op onmiskenbare wijze zullen ontvangen. Ja, al het geschapene zal weldra zijn Meesteres leren kennen en Haar voeten strelen met het diepste eerbetoon. In dat uur zal Gods verheerlijking volkomen zijn.

Zo zie je dat letterlijk alle zielen, vanaf de eerste mens, onder het teken van Mijn meesterschap vallen. Ook al was dit Goddelijk Mysterie niet bekend aan de zielen van het Oud Verbond, in Gods Hart was hun Meesteres reeds op de voor Haar voorbestemde troon geplaatst. Daarom is het gerechtvaardigd, alle zielen van alle tijden aan Mijn voeten neer te leggen. Gods verheerlijking vanuit de mensenzielen kan niet volkomen zijn indien niet alle zielen aan de voeten van hun door God aangestelde Meesteres zijn neergelegd, ten minste op plaatsvervangende wijze. (...).

Elk stofje, elk nietig klein deeltje van de geconsacreerde Heilige Hostie bevat de volheid van het Lichaam van Christus. Op enigszins vergelijkbare wijze zou je de mensheid van alle tijden als geheel kunnen beschouwen als een alomvattende hostie, een alomvattend geheel van mogelijkheden om offers te brengen die ingeschakeld kunnen worden voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor de zielen. Elk van die zielen bevat op zich een kiem van heiligheid, een stofje van het Goddelijke. Zoals God erom bekommerd is dat geen enkel stofje van de Heilige Hostie verloren gaat of miskend zou worden, zo is Hij er evenzeer om bekommerd dat geen enkele ziel verloren zou gaan, want elke teloorgang van een ziel betekent de afscheiding van een takje van de Levensboom die vruchten moet dragen voor Gods Plannen en Werken.

Ik heb je gisteren gesproken over de vereniging tussen, enerzijds, het Offer van het Goddelijk Lam, en anderzijds de offers van mensenzielen door toegewijde kruisen en beproevingen. Op gelijkaardige wijze vormt elke teloorgang van een stofje van de Heilige Hostie en van een enkele mensenziel, een belemmering voor de verwezenlijking van het globaal, allesomvattend offer aan de Allerheiligste Drievuldigheid. Het is Mijn taak als de Meesteres van alle zielen, alle zielen bij elkaar te brengen en te houden in banden van Liefde en Vrede, en hen in verbinding te houden met de Boom des Levens, Jezus Christus. Ik heb daartoe de volheid van de Goddelijke macht, doch volgens een beschikking van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid moet de vrije wil van de ziel gerespecteerd worden. Door de totale offerande van jezelf aan Mijn voeten moet jij bruggen helpen slaan tussen, enerzijds, de vrije wil van alle zielen, en anderzijds, de Wil van God Zelf, opdat de zielen zichzelf in overeenstemming laten brengen met Gods Plannen, en Ik de volheid van Mijn macht als Meesteres van alle zielen kan ontplooien tot grondvesting van Gods Rijk van Liefde op aarde".


22 juni 2006

"Zeg de zielen dat Zij Gods Heilsplan tegenwerken wanneer zij kiezen voor het wereldse in plaats van voor Mij en het leven samen met Mij. Wie de onderdaan van Gods Rijk, ja zelfs de vijand, boven de Koningin van dit Rijk stelt, dient niet de belangen van het Rijk. Dien de onderdanen in naastenliefde, maar laat je nooit door hen beïnvloeden indien zij niet onverdeeld handelen en spreken ten dienste van de Koningin. De banden met wereldse belangen maken de ziel tot gevangene van de vijand van haar Meesteres. Waarom toch hechten de zielen zoveel waarde aan vergankelijke belangen die hen tot slaaf maken voor de eeuwigheid, terwijl zij een Meesteres hebben gekregen Die hen de vrijheid geeft die de Ware Gelukzaligheid voor eeuwig kan schenken?

Elke ziel heeft uiteindelijk slechts één doel: door bij te dragen tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan, het Eeuwig Leven te verwerven en andere zielen naar het Heil te begeleiden. Gedenk dat het aardse leven niet oneindig is. Het is gedurende het leven in een stoffelijk lichaam dat in staat is om te lijden, dat de ziel haar verdiensten moet verwerven. Wacht nooit tot de dag van morgen om datgene te doen waartoe Gods Geest je roept. Ja, de ziel kan haar tekortkomingen uitwissen in het vagevuur, doch de verdiensten moet zij gedurende haar leven op aarde verwerven. Dat komt doordat de ziel slechts tijdens haar aardse leven aangewezen is op het Geloof. In het vagevuur is zij niet langer aangewezen op het Geloof, want in het uur van haar oordeel bij Gods troon heeft zij Gods Waarheid over zichzelf, haar voorbije leven en vele andere dingen gezien, zodat het Geloof vervangen is door het weten. Met het weten houdt de verdienste grotendeels op, althans na het leven op aarde.

Op aarde is dit in mindere mate het geval, omdat zelfs de ziel die langs bovennatuurlijke weg kennis verwerft over Gods Mysteries, en dus weet, blootgesteld wordt aan beproevingen van een andere aard, en grotere verantwoordelijkheden te dragen krijgt, en hierdoor een mogelijk relatief verlies aan verdiensten kan compenseren. In het vagevuur belijdt elke ziel Mij als de Meesteres. Hoezeer verlang Ik dat geen ziel nog zou wachten tot in het uur van haar oordeel om zich aan Mijn voeten neer te werpen. In het uur van het oordeel worden aan de ziel Mijn grootheid en macht geopenbaard, en wel in de mate waarin de ziel daartoe waardig wordt bevonden. Aan elke ziel wordt in dat uur echter voldoende van Mijn verhevenheid en luister geopenbaard om zich spontaan voor Mij te vernederen. Zelfs door één enkele flits van Mijn verheerlijkt aanschijn wordt elke ziel aan Mijn voeten op de knieën gedwongen. Talloos zijn zij die dan aan Mijn voeten smeken om Mijn Voorspraak, of Mij aan Mijn voeten danken alvorens voor de hen toegemeten tijd naar het oord van uitzuivering te worden verwezen.

Ja, de Goddelijke Gerechtigheid eist vergoeding voor alle lofprijzing en eer die aan de Meesteres van alle zielen niet is gebracht. Deze vergoeding kan worden gebracht op plaatsvervangende wijze door Mijn liefdesslaven en dienaren op aarde, doch moet steeds worden aangevuld door de in gebreke blijvende zielen zelf. In het vagevuur gaan deze zielen verder met het prijzen van Mijn macht en heerlijkheid, en met bidden opdat de talloze verblinde zielen op aarde ten minste één maal met Liefdesvuur en oprechte nederigheid voor Mij zouden knielen. Druk de zielen op het hart dat zij niet zouden wachten tot morgen om Mij te dienen en te prijzen. De ziel die haar Meesteres niet met al haar krachten eert, dient en bemint, dient en bemint ook haar Schepper niet. Deze wetenschap wordt door talloze zielen verwaarloosd of niet geloofd.

Ik herhaal dat elke ziel slechts in de wereld gezonden wordt om Gods Plan van Heil voor de zielen te helpen verwezenlijken. Aangezien Ik aangesteld ben tot Uitvoerster en Meesteres van dit Plan, ben Ik automatisch de Meesteres van alle zielen. Leg hen voor Mijn voeten neer, en smeek Mij om de Genade dat zij zich voor Mij openen als bloemen die de dauw begroeten die hen komt laven voor een nieuwe dag in de zomerzon, opdat zij God kunnen verheerlijken met hun kleur en hun geur".


24 juni 2006 (Feest van het Onbevlekt Hart van Maria)

"Beschouw vandaag Mijn Onbevlekt Hart. Mijn Hart wordt onbevlekt genoemd omdat Mijn gevoelsleven steeds volmaakt vrij van hartstochten is geweest. Ik was onbevlekt ontvangen, dus vrij van de erfzonde. Daarna heb Ik op aarde een leven geleid waarbij Mijn Hart in alle omstandigheden vrij is geweest van gevoelens en verlangens die afwijken van datgene wat God van de mensenzielen verlangt. Al Mijn bestrevingen waren slechts gericht op de bevordering van Gods Werken. Ik was volmaakt in de Liefde en in alle deugden. Ik ben de Meesteres van de Ware Liefde, de Liefde die slechts gericht is op God en op het Eeuwig Heil van de zielen, zonder enige bijmenging van wereldse belangen of stoffelijk of lichamelijk genot.

De ziel die de Ware Liefde bezit, is als een schatbewaarster van Gods Genaden. Elke ziel kan stromen van genaden over de wereld afroepen in de mate waarin zij de Ware Liefde bezit. Als Meesteres van de Ware Liefde heb Ik alle macht over Gods Genaden gekregen. Alles is aan Mijn voeten gelegd omdat Mijn Hart onbevlekt is gebleven. Door Mijn Onbevlekt Hart ben Ik in volmaakt absolute, totale eenheid met Gods eigen Hart en met al Zijn Plannen, Werken en bestrevingen gebleven. Precies daarom geldt elk woord uit Mijn mond voor eeuwig als wet (*).

De zielen beroepen zich vaak op het feit dat zij niet onbevlekt ontvangen zijn, om hun gebrek aan Ware Liefde te verontschuldigen. Dat is een vergissing. Het is de plicht van elke ziel, te streven naar vervolmaking in de Ware Liefde. Dit streven is het streven naar de heiligheid. De ziel zal groeien in de Ware Liefde naarmate zij verlangt naar Mijn heerschappij over haar. De ziel die Mij in zich laat leven en heersen door Mij bij alles te betrekken en te trachten, Mij in alles na te bootsen, zal ook bevrucht worden door Mijn vermogen tot liefhebben op onbevlekte, smetteloze wijze: Het liefhebben zonder voorwaarden te stellen, tot het uiterste toe, in ware verloochening van zichzelf, en met als enige streefdoel de verheerlijking van God en het eeuwig welzijn van de medemens.

Een volmaakt onbevlekt hart kan Ik Mijn dienaren niet geven, omdat zij niet onbevlekt ontvangen zijn. Wat Ik hen wel kan geven, is een hart dat meer en meer voelt, verlangt en streeft in overeenstemming met Mijn eigen Hart en daardoor de onbevlektheid zo dicht benadert dat het spoor van de erfzonde het enige is dat hun hart nog van het Mijne laat afwijken. Hiervoor is echter nodig dat Ik volmaakt en totaal in Mijn dienaren kan heersen, ja dat zij bereid zijn om in de diepste zin van het woord Mijn slaaf te zijn (**).

De Meesteres van alle zielen bezit alle macht om elk hart in overeenstemming te brengen met Haar eigen Hart. God heeft Mij tot Zijn absoluut Meesterwerk gemaakt. Mijn Onbevlekt Hart is hiervan de eeuwigdurende uitdrukking. Ik verlang dat de zielen deze toewijding totaal beleven tot in de kleinste details van hun dagelijks leven, en dat zij Mij aanhoudend smeken om deel te mogen krijgen aan de bewegingen en gesteldheden van Mijn Onbevlekt Hart.

Op Mijn Tijd, zodra dit in overeenstemming is met het Heilsplan waarover Ik de leiding heb, kan Ik hen deze genade schenken. Over het algemeen zullen zij deze genade in verschillende fasen ontvangen. Indien Ik de ziel de volheid van deze genade ineens zou schenken, zou de kans groot zijn dat zij zodanig ontwricht zou worden dat zij niet meer in staat zou zijn om zich bij een normaal dagelijks leven aan te passen. Indien de roeping van een ziel een plotse instorting van ingrijpende genaden verantwoordt, zal deze ziel hierbij door Mij op totaal nieuwe wegen worden geleid.

God heeft Mij alle zielen gegeven opdat Ik in hen kan leven, over en in harten kan heersen, en hen kan leiden naar hun ware bevrijding. Alleen de ziel die zich daadwerkelijk uit vrije wil aan Mij geeft in volledige en echt doorleefde toewijding, is een ziel die Gods Beschikkingen aanvaardt. Strikt genomen, verkeert een ziel die de genade van de roep om toewijding aan Mij afwijst, of zij die zich eerder ondoordacht aan Mij toewijdt doch zich niet als Mijn dienares beschouwt, in ongehoorzaamheid tegenover God. In elke ziel moet het verlangen branden om werkelijk aan Mij toe te behoren (...)".

Opmerkingen:

(*) De woorden "Precies daarom geldt elk woord uit Mijn mond voor eeuwig als wet" zou op sommige zielen een vreemd effect kunnen hebben. De Meesteres van alle zielen verwijst met deze woorden naar het feit dat God Haar over alle zielen (engelen, mensenzielen en demonen) een macht heeft geschonken, die – naar de vorm beschouwd – slechts ondergeschikt is aan deze van God Zelf. Zoals Maria in andere teksten heeft verduidelijkt, moet daarbij worden opgemerkt dat de feitelijke macht van de Hemelse Koningin (dit wil zeggen: deze macht in haar feitelijke uitwerking) eigenlijk volkomen onbegrensd is, omdat Haar Wil honderd procent identiek is met de Wil van God. Om deze reden geldt alles wat Zij zegt voor God precies zoals een woord uit Zijn eigen mond, en alles wat Zij beveelt, voor God precies als Goddelijke bevelen. Dit betekent dat de Meesteres van alle zielen precies zo stipt, zo onbeperkt en zo onvoorwaardelijk moet worden gehoorzaamd als God Zelf. Bijgevolg kan zonder meer worden gezegd, dat Maria’s woorden eeuwig geldig zijn, als waren Haar woorden Wetten.

(**) Wanneer de Meesteres van alle zielen ertoe oproept, dat zielen Haar 'slaven' zouden worden, bedoelt Zij dit, zoals uit de Myriam-geschriften uitdrukkelijk blijkt, in de zin zoals Zij het reeds de H. Grignion de Montfort liet toelichten: dat deze zielen zich zo totaal aan Haar toewijden, en hun leven zo totaal in Haar dienst stellen (dit wil zeggen: zich door restloze overgave aan Maria onbeperkt ten dienste van de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan stellen, daar Maria met het oog op de voltooiing van het Heilsplan de leiding over de strijd tegen de duisternis heeft gekregen), dat in wezen sprake is van een 'slavernij' jegens Maria.


25 juni 2006

"Ik ben de Koningin van de Vrede. Ik kom de zielen de ware Vrede van Christus in het hart zaaien. De ware Vrede van Christus is de Vrede van hart. Vrede van hart is vrij-zijn van alle onrust, wrok, wrevel, bitterheid, afgunst, jaloersheid, nijd, haat, achterdocht en alle bewegingen in het gevoelsleven waardoor een hart de stroming van de Ware Liefde belemmert. Ware Vrede van hart is totale berusting in Gods beschikkingen. Een ziel bezit de Ware Vrede zodra zij alles aanvaardt wat in haar leven gebeurt, in het volle vertrouwen dat de Goddelijke Voorzienigheid alles gebruikt om de ziel naar een hoger niveau van ontwikkeling te verheffen.

De ziel kan de Ware Vrede, de totale aanvaarding van alles zonder protest of ergernis, via geen enkele weg sneller en doeltreffender bereiken dan door zich aan Mij over te leveren. Wanneer Ik in haar leef en heers, klopt Mijn Hart in haar, en benadert zij de dingen geleidelijk méér vanuit Mijn Hart dan vanuit haar eigen hart. Zo wordt haar kijk op de dingen zuiver en Hemels, steeds minder bevlekt door de invloeden der wereld die onrustig maken en die verlangens opwekken die het hart in een toestand van koorts brengen. Het is precies deze koorts die de ziel tot slavin van wereldse behoeften maakt. Mijn troonsbestijging in een hart brengt de bevrijding, want Ik maak elk hart vrij van de ketenen van de satan, die de wereld zodanig heeft georganiseerd dat deze tot een spinnenweb van valstrikken voor de zielen is geworden. Deze toestand ligt aan de basis van alle vormen van onrust, ontevredenheid en wanorde in de meeste harten. Het is uit deze gesteldheden dat alle onvrede, onenigheid, na-ijver, oorlog en vervolging geboren worden".


26 juni 2006

"Terecht ben Ik de Meesteres van alle zielen, want door Mijn ja-woord is de Menswording, en hierdoor de Verlossing van de zielen, mogelijk gemaakt.

De groei naar eenwording met de Meesteres van alle zielen is een reis naar de kroon van de Hemelse Roos. Zeg aan de zielen dat de kern van een roos vanaf de grond slechts bereikt kan worden door de beklimming van de stengel en het trotseren van de doornen. Zeg hen ook dat deze reis pas echt begint wanneer zij zich aan Mijn voeten neerwerpen, want Mijn voeten zijn de plaats waar de stengel uit de bodem komt. Wie zich aan Mijn voeten neerwerpt door een volkomen onderwerping aan Mijn aanwijzingen, begint de klim die hem van de aarde, de beïnvloeding vanuit de wereld, losmaakt, en hem via beproevingen naar de Hemelse sferen kan voeren.

De kern van de Hemelse Roos ontsluit zich slechts voor de ziel die verlangt te leven in volkomen onderwerping aan Haar, die het lijden om Harentwil niet schuwt, en die de rozengeur van de heiliging als het absolute doel van haar leven heeft gesteld. Geen ziel kan Mijn verblindende schoonheid en de verrukkingen van Mijn heiligheid genieten zonder de wereld te overwinnen, zowel in zichzelf als in haar omgeving. Tijdens de klim naar de kern van de Roos zal de ziel reeds rozenblaadjes aantreffen als tekenen van Mijn macht, Mijn Liefde en Mijn bescherming. Hoe hoger zij op de stengel klimt, des te beter zal de bries van de Heilige Geest voor haar voelbaar worden. In de bloemkroon zal zij totaal opgenomen worden in het leven van Mijn Hart".


27 juni 2006 (Feest Maria Moeder van Altijddurende Bijstand)

"Ziedaar de diepste zin van Mijn rol als de Vrouw van Altijddurende Bijstand: de satan is volkomen in Mijn macht. Het is voor hem een verschrikkelijke kwelling wanneer Ik hem dwing om in Mijn nabijheid te verblijven, en wanneer Ik hem dwing om aan Mijn voeten neer te knielen, wordt hij inwendig verschroeid door het verlangen om weg te vluchten, doch hij kan dit niet doen alvorens Ik hem dit toesta. Je hebt hem zien beven van angst voor Mij. Dat komt omdat hij weet dat één woord van Mij hem naar de hel kan verbannen voor de tijdsduur die Ik wil.

Ik kan deze genade toestaan aan de ziel die zich totaal aan Mij geeft: Ik kan de satan voor een bepaalde tijd verbieden, deze ziel te kwellen. Ik doe dit echter slechts in bepaalde omstandigheden die Mijn Plan dienen, want in de weerstand tegen de kwellingen schuilt voor de ziel een grote bron van verdiensten. Ik wil dat de zielen Mij veel vaker in deze zin zouden smeken: als de Vrouw van Altijddurende Bijstand verlang Ik vooral, de zielen de genade te verlenen dat zij heilig en sterk zouden worden in alle beproevingen en bekoringen. Mijn macht wordt nog méér verheerlijkt in de ziel die in alle omstandigheden vrijwillig kiest voor Mij, haar Meesteres, dan in een ziel die gevrijwaard blijft van beproevingen en bekoringen.

(...) Zolang op de wereld zelfs maar één ziel aan Mijn voeten ligt, kan Ik Mijn onvoorstelbare macht laten gelden om de satan te verhinderen om deze wereld helemaal te verwoesten en alle zielen voor zijn plannen in te zetten. Zolang Ik op aarde slaven heb zoals Ik ze heb in de Hemel, kan Ik op een wijze die gerechtvaardigd is binnen de Wet der Goddelijke Gerechtigheid, de satan tot Mijn slaaf maken. De wereld zal dit zien zodra het uur der vergelding jegens hem gekomen is. (...)"


28 juni 2006

"De ziel die Mij in staat stelt, haar te verbouwen tot Mijn Tempel, zal door Mij omgevormd worden tot Mijn heiligdom in de mate waarin Ik daadwerkelijk in haar kan heersen. Uit Mijn Tempel laat Ik Hemelse geuren stromen over de omliggende landerijen. Beschouw het Bijbelse beeld van het water dat uit de tempel stroomt. Uit Mijn Tempel stroomt Mijn vruchtwater, dat de omgeving van de Tempel bevloeit en bevrucht, want het is drager van alle deugden en van het Licht van Christus. Mijn Rijk is het Rijk van Eeuwig Leven. Mijn Tempel is het gezegend raakpunt tussen Hemel en aarde. Ik bouw hem in de ziel, in het hart, in de geest, en Ik breid hem uit tot het lichaam en alle stoffelijke behoeften, tot het hele wezen van de geroepene zich aan Mijn voeten heeft neergelegd in volkomen overgave.

Op de grond die Mij toebehoort, bloeien Mijn rozen. Zij houden niet op, Mij te verheerlijken, want zij kennen hun Meesteres en weten dat Zij hen in Haar macht heeft. De Meesteres van de Tempel zal niet rusten alvorens de hele omgeving van Haar Tempel aan Haar voeten ligt. Begrijp dit wel: De ziel waarin Ik Mijn Tempel vestig, wordt Mijn dienares, en indien dit binnen haar roeping past, Mijn slavin. Van deze ziel uit bewerk Ik alle zielen die met haar in contact treden. Zalig de grond die Mijn voeten mag kussen.

(...) Voor alle tijden ben Ik voorbestemd om de vruchten van elk kruis te helpen rijpen. God had Mij voorbestemd om de Medeverlosseres naast Jezus, de Verlosser, te zijn. Mijn hele leven is een bolwerk van smarten en beproevingen geweest. Ik heb ze allemaal overwonnen en tot Hemelse vruchten laten uitrijpen, vruchten die ook vandaag nog alle zielen helpen voeden. Alle lijden is in Mijn macht geweest, en deze macht oefen Ik nog steeds ten volle uit in hen die zich totaal aan Mij geven. Elk lijden, elk kruis, elke smart, elke pijn, elke ziekte, elke beproeving, elke vermoeidheid, elke verwonding van het hart, die aan Mij toegewijd wordt, wordt door deze toewijding tot bron van Heil.

Wanneer een ziel erin slaagt, haar lijden te aanvaarden met Liefde, stelt zij hierdoor een teken voor het feit dat zij in Mijn macht is, want Ik leg Mijn eigen gesteldheden in de ziel die zich vrijwillig aan Mijn voeten neerlegt, in de mate van haar openheid en haar bereidheid om zichzelf te vergeten. Zie toch welke bron van Geluk Ik voor deze ziel laat ontspringen: al haar ellende wordt onder Mijn voet verpulverd tot stof. Zij lijdt nog steeds, ja door de genadewerking lijdt zij vaak veel intenser dan de ziel die haar lijden niet onder Mijn macht heeft gesteld, doch zij draagt dit lijden op een heilige wijze, met Liefde en aanvaarding, zonder protest, zonder opstandigheid, en met geduld. Wanneer Ik heers over het lijden van een ziel, wordt zij tot medeverlosseres naast de eeuwige Moeder van Smarten. Het lijden dat door Mij wordt beheerst, wordt veranderd in een heilige offerande aan het Kruis van Christus, want het wordt totaal opgenomen in Mijn Hart, dat een heilige Offerkelk is.

Ik word voor Mijn dienaren en liefdesslaven tot een allerheiligst Altaar waarop zij al hun lasten tot nut van vele zielen maken. In Mijn meesterschap over het lijden van Mijn getrouwen gaat het Verlossingsmysterie zelf in vervulling. Daarom verlang Ik dat alle kruisen en beproevingen aan Mij toegewijd zouden worden met de woorden: 'Maria, machtige Meesteres van alle zielen, wees de Meesteres van mijn lijden. Wil dit kruis voor mij heiligen. Vermeerder mijn Liefde, opdat ik het voor U zou dragen met oprechte aanvaarding'. Omdat de ziel gedurende haar leven in een stoffelijk lichaam zo nadrukkelijk aan haar lichamelijkheid herinnerd wordt, vormt het voor haar een zeer verdienstelijke zelfoverwinning wanneer zij zich in het lijden en de beproeving totaal voor Mij weet weg te cijferen en de moed vindt om Mij in diepe deemoed Meesteres over haar kwellingen te laten zijn.

Onbeschrijflijk veel lijden wordt door de satan veroorzaakt in een poging om de zwakke mens te breken tot in de ziel. Wanneer de lijdende ziel zich aan Mijn voeten neerwerpt in overgave en dank ondanks het lijden, kan zij hierdoor deze wapens van de satan tegen hemzelf keren, zodat Ik zijn plannen kan vernietigen met zijn eigen wapens. Indien de mensheid uit de ellende bevrijd wil worden, moge zij dan niet de satan verder voer geven en zijn macht nog vergroten door onvrede over het lijden, doch het lijden in aanvaarding, geduld en nederigheid aan Mijn voeten neerleggen. Zeer grote dingen kan Ik er voor de hele mensheid mee doen. Zoveel lijden heeft door de eeuwen heen tot niets anders gediend dan tot verscherping van de klauwen van de satan. Laten de zielen Mij daadwerkelijk erkennen als de Meesteres van alle zielen, en hun eigen gelukzaligheid, reeds op deze aarde, zal hen tonen aan Wie door God Zelf de macht is toegewezen. De satan heerst omdat de zielen hem dit toelaten. De Meesteres van alle zielen is geroepen om te heersen omdat God dit zo heeft beschikt.

Gehoorzaamheid is de deugd die God hanteert als maatstaf om het nut van de ziel binnen Zijn Plan te meten. Gehoorzaamheid is het involgen van Gods Wil of van Mijn Wil als Gods Vertegenwoordigster. Gehoorzaamheid is de neiging van de ziel om, tot welke prijs dan ook, handelingen te stellen die de verwezenlijking van Gods Plannen kunnen bevorderen, en handelingen achterwege te laten die de verwezenlijking van Zijn Plannen kunnen schaden. Gehoorzaamheid maakt de ziel één van hart met God en met Mij. Zij is daarom één van de deugden die een sleutelrol vervult bij de groei naar de heiligheid.

De ziel kan door ongehoorzaamheid zelfs een verworven of een ingestorte heiligheid verliezen. Dat is gebeurd met Adam en Eva bij het bedrijven van de erfzonde. Iets gelijkaardigs is ook gebeurd met Lucifer, het hoofd der engelen, toen hij in opstand kwam tegen God en uit de Hemel verstoten werd. Voortaan zou hij Satan heten, hoofd der duivels. De ware gehoorzaamheid is een gesteldheid van overgave, verloochening van eigen belangen, behoeften, welbevinden of doelstellingen ten voordele van deze van Hem of Haar Die men als zijn meerdere aanvaardt. Ware, doorleefde gehoorzaamheid kan slechts bloeien op een voedingsbodem van oprechte Liefde, en brengt onvermijdelijk lijden met zich mee. Zo zie je opnieuw de drie gesteldheden, de heilige driehoek, die Ik je heb aangetoond als het fundament van de ware heiligheid:

Liefde - gehoorzaamheid/onderwerping - lijden.

Wie deze driehoek doorschouwt, kan een begin maken met het begrijpen van Mijn volmaaktheid en van de natuur van Mijn ziel. De ziel die werkelijk op Mij wil gelijken, moet zich daarom door Mij laten kneden tot volmaaktheid in deze drie gesteldheden en hun onderlinge samenwerking. Elk van deze drie staat in nauw verband met de beide andere:

  1. Liefde met gehoorzaamheid: De onderwerping kan pas volmaakt worden in de mate waarin de Liefde tot de meerdere totaal is.

  2. Liefde met lijden: Alle kruisen moeten gedragen worden met Liefde, anders hebben zij geen nut tot Verlossing noch tot heiliging van zielen.

  3. Lijden met gehoorzaamheid: De totale aanvaarding van alle beschikkingen van Gods Voorzienigheid zal voor de ziel lijden en beproevingen met zich meebrengen.

Het voortdurend en volmaakt samengaan van Liefde, gehoorzaamheid, onderwerping, en aanvaarding van alle lijden en smarten, maakt de ziel tot een spiegel van Gods Wil en hierdoor tot een volkomen instrument van Gods Plan van Heil. Spiegel van Gods Wil te zijn, betekent spiegel te zijn van Zijn drijvende kracht en Zijn Licht. Daarom bepaalt de groei naar de volkomenheid in de combinatie en het samenspel van Liefde, lijden en gehoorzaamheid in wezen de zuiverheid van de ziel. Het is de volmaaktheid in dit samenspel dat Mijn onbevlekte natuur tot volle rendement heeft laten komen".


29 juni 2006

"Door Mijn ja-woord is de heilsgeschiedenis totaal veranderd. De Allerhoogste had Mij een alles verterend verlangen naar de komst van de Messias in het Hart gelegd. Toen de Aartsengel Gabriël zich voor Mijn voeten neerwierp om Mijn toestemming te vragen voor de instorting van de kiem van het Lichaam van Christus dat de mensheid zou verlossen van het doodsvonnis dat over de zielen lag door de zondeval van het eerste mensenpaar, heb Ik in enkele ogenblikken begrepen welk onvergelijkbaar kruis Mijn aanvaarding op Mij zou leggen. Doch Ik begreep eveneens de onvoorstelbare invloed die Mijn ja-woord op het lot van de mensheid zou krijgen. Op het ogenblik van de Boodschap vanwege de engel is Mij alle macht over het lot van alle zielen in handen gegeven. In zekere zin is in dat uur tussen God en Mijn ziel het heilig verbond ondertekend waardoor Ik voor eeuwig de Meesteres van alle zielen zou zijn".


30 juni 2006

"Ik ben de Morgenster die je toestraalt vanuit de Hemelpoort. Kijk naar Mij zodra je ontwaakt, en Ik zal je de richting aanwijzen die Ik je voor de dag wil zien volgen. Ik breng je het eerste Licht van God na de nacht. Ik doe dit ook na de nacht van de beproeving. De gesteldheid van het hart gedurende het eerste uur van de dag is bepalend voor de wijze waarop je de gebeurtenissen van de dag tegemoet treedt. Daarom is het van groot belang dat de zielen zich elke ochtend komen laven en voeden aan de voeten van hun Meesteres. Zij schenkt kracht, vreugde en Vrede voor de dag. Laat je betoveren door de geur van Mijn heiligheid in je hart. Ware overgave aan de Meesteres van alle zielen bestaat ook hierin, dat de ziel elke ochtend haar hart volkomen aan Mij geeft om het te vullen met het zaad van het Ware Leven.

Ik geef Mijn dienaren bij dageraad het zaad waarvan Ik wil dat zij het die dag uitstrooien. In de mate waarin zij zaaien voor de grondvesting van Mijn Rijk, dat het Rijk van Jezus Christus is, het Rijk van de ene ware God, bewerk Ik intussen hun eigen grond. Zo zal de ziel ontdekken dat, hoe vuriger zij Mij helpt om andere akkers klaar te maken voor het zaad van het Ware Leven, des te rijker intussen haar eigen akker wordt. Wie de gaven van zijn eigen hart in andere harten gaat uitstorten, zal bij zijn thuiskomst merken dat zijn eigen tuin in bloei staat. Begrijp dit wel: Wie de Vrede, de vreugde, de blijmoedigheid, de Hoop, het Geloof, het vertrouwen, de moed en de Ware Liefde in de harten zaait, zal merken dat in zijn eigen hart Mijn Hemelse Vrede haar troon vestigt. De Koningin Die op die troon zetelt, is de Meesteres van alle zielen, Zij Die door God geroepen is om in de zielen te heersen met een scepter van Vuur en bloemen.

Vermoeidheid in het lichaam kan een sleutel zijn tot opening van het hart. Wie zich in de vermoeidheid totaal aan Mij overgeeft en op Mij vertrouwt als de Bron van zijn kracht, geeft Mij de gelegenheid om zijn hart te vervullen met Mijn Liefde, die draagster is van de ware levenskracht. Het lichaam kan van zijn vermoeidheid bevrijd worden via aardse wegen, doch deze bevrijding is geen draagster van de ware levenskracht. Ik kan het hart vervullen met een nieuwe blijheid, een nieuwe levenslust, een stille Vrede, die het hele wezen doorstroomt tot in de kern van de ziel en aldus het lichaam een nieuwe bezieling kan geven.

Blijf er bij de zielen op aandringen dat zij Mij bij alles zouden betrekken, en in al hun moeilijkheden tot Mij moeten komen. Ik bezit de macht om hen te kunnen helpen, de Liefde om hen te willen helpen, en het verlangen om hen te zullen helpen. De satan ondermijnt in deze tijd op nooit geziene wijze de harten van hen die zich aan Mij hebben toegewijd, zodat de meesten zich spoedig van Mij afkeren, en bij de trouweren het geloof in Mij wankel wordt. Het ontbreekt hen aan echte Liefde voor Mij, aan geloof in Mijn macht. Het is alsof Ik in hun leven geen plaats van belang heb gekregen, zodat zij slechts in weinige omstandigheden aan Mij denken. Elke tegenwind haalt hen onderuit, want zij beschouwen Mij slechts als iets waar ze kunnen op terugvallen wanneer al het andere niet helpt, en niet als een Vriendin met Wie zij alles willen delen of een Moeder naar Wie zij in alles willen luisteren, en nog het minste als de Meesteres Die zij met hun hele leven moeten dienen.

Deze onstandvastige zielen, deze afvallige en wankele toegewijden, verstaan de tekenen niet: Hoe zwaarder de schuldenlast van de zielen jegens de Goddelijke Gerechtigheid, des te zwaarder wordt de greep van de satan op de zielen, de harten, de geesten en de lichamen. De satan weet dat wankele zielen Mij niet echt willen erkennen als hun Meesteres, dat zij voor alles steeds naar wereldse oplossingen zoeken en dat zij de fundering van hun tempel bouwen op de zandgronden van de wereld, die in wezen door hem wordt beheerst omdat de zielen hoogmoedig en genotzuchtig zijn.

De wankele en de ongelovige zielen hebben de klauwen van de satan voortdurend scherper gemaakt, zodat hij nu zijn macht van terreur, angsten, onzekerheden, twijfels, ontmoediging, zedeloosheid en verwarring uitoefent in talloze zielen. Zijn klauwen rijten letterlijk de harten aan flarden. (...) Het echt, diep doorleefd Geloof in God is een zeldzaamheid geworden. De verlokkingen der wereld zijn hiervoor verantwoordelijk. Toch zouden deze verlokkingen niet zo aantrekkelijk zijn indien de zielen de Ware Liefde voor God zouden kennen.

Het ware, diepe vertrouwen in Mij is even gering. Het is zelfs zwak bij de meeste van Mijn toegewijden. Ik word zo zelden echt nagevolgd. Zielen geven zich zelden aan Mij over. In deze wereld waarin alles met het verstand bewezen moet worden, ben Ik te weinig 'tastbaar'. Nochtans geven de zielen zich wel in grote aantallen over aan de satan. De ontelbare zielen die beweren dat hij niet bestaat, dienen hem voluit in al zijn machtsmiddelen: vrije seksualiteit, materialisme in zijn talrijke uitingen, ongenadige concurrentie, genotzucht, inhoudsloze vrijetijdsbestedingen en zo vele andere. Hoe blind zijn de zielen toch geworden. Hun zintuigen volgen de dwaallichten van de wereld, doch de ogen van hun ziel vinden het ware Licht van God niet meer. Het is dát Licht dat Ik hen als de Meesteres van alle zielen wil brengen. Ik herhaal: Het is Mijn verlangen, de zielen waarlijk vrij te maken.

(...) Jaloersheid, afgunst, nijd, het misgunnen van om het even wat aan een medemens omdat men zich tekort gedaan of miskend voelt, dit alles zijn gesteldheden van onzuiverheid en onvrede in het hart. Een ziel die de Ware Liefde tussen God en zichzelf voelt stromen of zich terdege bewust is van het bestaan daarvan, vervalt niet in dergelijke gesteldheden, want zij voelt zich bemind en wenst daarom op haar beurt ook de echte Liefde en het Ware Geluk toe aan haar medemens. Indien de jaloersheid betrekking heeft op materiële zaken, wijst dit op een oppervlakkig zielsleven. Indien zij te maken heeft met niet-stoffelijke zaken zoals Liefde, wijst zij vooral op een gewond hart.

In de beide gevallen echter, is de ziel hierbij ten prooi aan de bekoring van het zich door God en de mensen verlaten, miskend en onbegrepen voelen. De ziel lijdt dan onder een verwrongen beeld van de werkelijkheid, want zij voelt niet dat zij bepaalde zaken of gevoelens op dat ogenblik moet ontberen omdat dit voor haar zielenheil beter is. Zij heeft niet begrepen dat alles wat een ziel op een bepaald ogenblik krijgt of niet krijgt, ervaart of niet ervaart, steeds een genade is, een geschenk met het oog op haar Eeuwig Heil. (...) Jaloersheid en elke aanverwante gesteldheid van het hart houdt verband met onvrede in het hart en met een zekere mate aan zelfzucht, op-zichzelf-betrokken-zijn. Deze gesteldheden hinderen Mijn heerschappij in de harten. Help Mij daarom, deze in de zielen te breken. Dat is wat Ik van jou verlang. Van elke ziel verlang Ik bij wijze van reiniging van het eigen hart en tot herstel van de stroming in de naastenliefde, dat zij Mij smeekt om genezen te worden van elke trek van jaloersheid, afgunst, nijd, het zich tekort gedaan voelen, of elke andere uiting van negatieve gevoelens jegens haar medemens".


1 juli 2006

"Elke ziel is op de wereld om Gods Plan van Heil, Liefde en Vrede voor de zielen te helpen verwezenlijken door de grondvesting van het Rijk Gods op aarde tot stand te helpen brengen. Wat heeft de ziel nodig om deze levenstaak te kunnen vervullen?

  1. De Ware Liefde, want zij is de kracht van God Zelf. Zij is de essentie die alles doorstroomt en doordringt, als adem van het Leven zelf. Zonder deze kracht, deze essentie van het Leven, is er geen Schepping, geen Verlossing, geen heiliging, geen genezing, geen Leven. Het wegvallen, het niet opnemen of de verloochening van de Liefde leidt tot de dood van de ziel, het verlies van het uitzicht op de Eeuwige Gelukzaligheid wegens gebrek aan levenskracht voor het Eeuwig Leven.
  2. Gehoorzaamheid, onderdanigheid, nederigheid, onderwerping jegens God en jegens Mij, Die als allermachtigste Meesteres van alle zielen de Uitvoerster ben van Gods Plan van Heil, en alle macht heb ontvangen om Gods Rijk op aarde te vestigen. Gehoorzaamheid, onderwerping en onderdanigheid zijn de gesteldheden van de ziel waardoor al haar deuren en ramen zich totaal en onbelemmerd openen om de kracht van God, de Liefde, in zich op te nemen. Zelfs de geringste belemmering in gehoorzaamheid en onderwerping aan God en aan Mij, de Uitvoerster van de macht, blokkeert reeds een gedeelte van deze stroom van Gods kracht naar de ziel.
  3. Zuiverheid, reinheid in hart, geest, lichaam en mond. De zuiverheid bepaalt de hoeveelheid kracht die de ziel in zich kan opnemen, vasthouden, verwerken en op haar beurt uitstralen naar haar medemens toe. Een zuivere ziel is een spiegel die het Licht van God in grote mate en in hoge kwaliteit naar andere zielen toe kan laten weerkaatsen.
  4. Bereidheid tot lijden. Aanvaarding van alle beproevingen, kruisen, lijden, lasten en vermoeidheden van het leven. Hierdoor wordt Gods kracht in de ziel vermenigvuldigd, zodat in de ziel zelf een overmaat aan Liefde ontstaat en op bovennatuurlijke wijze over andere zielen uitgestort kan worden. Denk aan Mijn onderrichting over het netwerk van zielen (Openbaring van 10 juni 2006). Door het aanvaarde lijden deelt de ziel, op kracht van één van de prachtigste Goddelijke Mysteries, in het vermogen om als het ware zelf 'Liefde te scheppen'.

Hoe kan de ziel zich dan klaarmaken voor de vervulling van haar levenstaak?

  1. Door dagelijks te bidden om de genade van een groter Liefdesvuur, en zich in te zetten voor de medemens. De betrachting om oprechte Liefde te geven, versterkt het vermogen om zelf geopend te worden voor het ontvangen en geven van Liefde.

  2. Door zich veelvuldig aan Mijn voeten te vernederen.
    De verheerlijking van Mijn heerschappij in allerlei omstandigheden van het dagelijks leven zal de ziel helpen openen voor de genade van Mijn daadwerkelijke regering in haar. Ik herhaal dat de grootste wonderen en de grootste Genaden uit Mijn voeten stromen over de zielen die zich aan Mijn voeten hebben neergeworpen. De grond vóór en onder Mijn voeten is de voorhof van het Paradijs. De ziel wordt er steeds meer één met Mij. Alle hoogmoed wordt er onder Mijn voeten verpletterd als een kind van de satan, bron van alle onheil.

  3. Door elke onreinheid te schuwen als het gif van de satan. Laat de zielen toch tot Mij komen opdat Ik hen zou wassen in het heilig sap van de Lelie der Hemelse reinheid. De ziel moet in zichzelf elke neiging tot negatieve gedachten, roddel, laster, nijd, jaloersheid, hoogmoed, trots, en alle mogelijke onzuiverheid bestrijden.

  4. Door het lijden te leren zien als spaargeld voor de Eeuwige Gelukzaligheid voor zichzelf en vele medemensen. Lijden in aanvaarding, zonder opstandigheid, is ware navolging van Jezus. Bedenk dat de grootste vormen van verheerlijking bestaan uit liefdevol lijden, en totale en diep doorleefde toewijding aan Mij als de Meesteres van alle zielen. Vergeet niet dat Jezus de mensheid heeft verlost door Zijn Lijden in een menselijk lichaam. Op dat ogenblik was Hij eerder Mens dan God, en slechts Zijn gesteldheid van volmaakte aanvaarding en Liefde in Zijn verschrikkelijk en alomvattend Lijden heeft de Verlossing van de zielen van alle tijden voltrokken".

"Wie begrijpt dat alles gebeurt met een positieve bedoeling, door God gewild of toegestaan voor het Heil van de ziel, heeft ook het wezen van de Goddelijke Voorzienigheid begrepen: dat geniaal mechanisme van Gods Wijsheid dat voor elke ziel het beste beoogt voor het Eeuwig Heil. Wanneer dit begrip werkelijk leeft in de ziel, zal zij niet meer zo vatbaar zijn voor de bekoring van jaloersheid. Zij weet dan dat voor haar gezorgd wordt, en zij verheugt zich bij de vaststelling dat ook voor de medemens gezorgd wordt. Deze ziel weet dat God goedheid is, en dat Ik een Meesteres ben Die niet heerst door angst maar door Liefde en Wijsheid".


2 juli 2006

"Zie hoe de Goddelijke kracht van de Liefde zelfs Mijn lichaam doorstraalde. Een Goddelijke schoonheid straalde zelfs uit Mijn huid, Mijn handen, Mijn aangezicht, Mijn ogen, Mijn voeten. Mijn hele lichaam leek omgeven door een gloed die mensen als het ware betoverde. Niettemin werd dit slechts in zijn ware diepte geschouwd door hen die Mij zagen door de ogen van de ziel. Zij zagen en voelden Mijn bovennatuurlijke schoonheid, die ontspringt uit de Bron van Gods kracht, de Bron van het Goddelijk Leven. Hoe méér God van een ziel verwacht, des te méér kan deze ziel uit die Bron putten. Daarom ook zul je nooit uitgeput raken wanneer je je ziel laat doordringen van de kracht die Ik haar geef. Wend bij grote vermoeidheid je aandacht nog méér af van je lichaam. Smeek Mij, hier aan Mijn voeten, om verteerd te worden door het Vuur dat Mijn Hart je wil toezenden. Totale eenheid met Mij betekent, ook in de zware vermoeidheid branden als een toorts, omdat je Meesteres je enige Liefde is en Zij macht heeft over je hele wezen. Ik heb je dit zopas nog laten merken. Je hebt Mij gesmeekt om nog méér Liefde, omdat deze de essentie is van de kracht van God, het Ware Leven, en je bent boven je lichaam uitgestegen. Wat de vervolmaking van Haar getrouwen betreft, is je Meesteres heerszuchtig: Zij wil alles onder Haar voeten voelen. Alleen zo kan Zij in Haar dienaren en liefdesslaven de ware en absolute vrijheid van de totale heiligheid grondvesten".

"Hoe meer de ziel zichzelf vergeet, hoe meer zij alleen voor Mij leeft, en in Mij haar leven met God verbindt, des te volmaakter kan Ik Mijn heerschappij over haar uitoefenen. Alle lasten van het leven in de materie, het stoffelijke, het lichaam en al zijn behoeften, maak Ik dan tot gevangenen van Mijn voeten. Het loon van de ziel zal Mijn zelfgave aan haar zijn. Zelfs in de zwaarste lasten wordt het leven vederlicht wanneer Ik het totaal beheers en het hart bestuur. Ik ben niets dan Liefde. Liefde is de essentie, de kracht van het Goddelijk Leven. De ziel die Mij in zich draagt, leeft met een extra paar handen, voeten, ogen, en een Hart en geest die delen in Gods oneindigheid. Ik heb de macht om werelden te bedwingen met één voet, werelden te dragen met één hand, werelden te overschouwen met één oog, werelden te voeden met één hartenklop, en werelden te bevelen met één akt van Mijn Wil en met één gedachte. Wat zou je dan tekort komen wanneer je Mij bezit? Ik ben een Schatkamer van Hemelse diamanten.

Zeg de zielen dat zij vurig verlangen om van Mij te zijn, opdat Ik op Mijn beurt hen kan toebehoren".

"In de Heilige Communie zit alles vervat waarvan de ziel moet leven: het Lichaam van Christus dat vrij maakt van zonde, het Bloed van Christus dat Verlossing en Eeuwig Leven draagt, maar ook het sap van de Hemelse Lelie dat Hemelse zuiverheid kan schenken, en het stuifmeel van de Hemelse Lelie dat vruchtbaarheid schenkt. Indien de Heilige Communie op de juiste wijze voorbereid wordt, stort zij zelfs de Heilige Geest in de ziel uit, Die haar de kracht schenkt om haar zwakheden te overwinnen. Wie achter alles de Genade ziet die achter de dingen en gebeurtenissen schuilgaat, zal nooit ten prooi vallen aan ontevredenheid. Elke uiting van ontevredenheid is de vrucht van bekoring".


3 juli 2006

"Ik ben een brandende rozenstruik, Hemels Liefdesvuur. Een hart dat Mij zoekt te benaderen met een diep verlangen naar Mij, wordt in Mij verteerd, zodat Ik alleen in dat hart verder leef. Niet elke ziel is klaar om de overmaat van Mijn Liefde in zichzelf in te bouwen. Mijn Vuur brandt des te beter en des te doeltreffender naarmate Ik het hart, de geest, de ziel heb kunnen zuiveren. Daarom is de roeping tot de liefdesslavernij zoals een kruistocht naar de kern van de ziel: alle vijanden, alle indringers, alle haarden van het vuur der bekoringen, alle struikrovers van wereldse behoeften, dit alles moet uit de ziel verwijderd worden. Dit vergt een constante strijd en een heldhaftige zelfoverwinning. Daarna vestigt de Koningin van de Ware Vrede Haar paleis in de bevrijde ziel, en ontsteekt er Haar overwinningsvuur om aan het hele wezen te verkondigen dat Zij er voortaan de ware Meesteres is.

De ziel die geroepen is tot de liefdesslavernij, wordt door Mijn Hart volkomen verteerd, door Mijn handen volkomen gekneed naar Mijn Wil, en onder Mijn voeten gezuiverd van alles wat Ik niet wil. Haar leven zal getekend zijn door Vuur en bloed, Liefde en lijden. Onder Mijn voeten zal zij getemd worden tot Mijn eigen zachtmoedigheid. Zeldzaam zijn de zielen die bereid zijn om aan deze roeping te beantwoorden. Nog zeldzamer zijn zij die het Vuur voldoende lang in stand weten te houden om de school van de zelfverloochening aan Mijn voeten te voltooien. Zalig zij die er vurig naar verlangen, want zij zullen ook zelf brandende rozen en geurige lelies zijn".

"Elke ziel is geschapen met één doel: het Plan van Heil te helpen verwezenlijken, dat onvoorstelbaar Plan dat God heeft ontworpen voor de redding, Verlossing en bevrijding van alle zielen. Om deze taak te vervullen, moet de ziel voortdurend op God gericht leven. Elk ogenblik waarin het hart volledig in de dingen der wereld verzonken is, is voor de ziel een gemiste kans om verdiensten te verwerven. Vergeet nooit dat elke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan in Gods ogen neerkomt op de grootste en mooiste akt van Liefde naar God en naar de medemensen toe. Elke positieve bijdrage die een ziel hiertoe levert, kan een verschil maken voor één of meer zielen en hun Eeuwig Heil. De zielen laten zich echter vaak ongemerkt in de kettingen der wereld slaan, die hen verhinderen om op God gericht te blijven. Zeg aan de zielen dat zij waakzaam blijven op de vele verborgen kettingen. Deze zijn de gevaarlijkste, want zij maken de ziel ongemerkt tot slavin van de satan. Tot de meest voorkomende verborgen kettingen behoren:

  1. Nieuwsgierigheid. De neiging om alles te volgen wat in de eigen levensomgeving gebeurt, houdt het hart gevangen in het wereldse en houdt de geest bezig met wereldse gedachten, speculaties en veronderstellingen. De ziel blokkeert hierdoor de stroom der Genaden die de Goddelijke Voorzienigheid naar haar toe laat stromen, want zij houdt zich bezig met gebeurtenissen en ontwikkelingen waarmee God een welbepaald Plan heeft, dat niet vóór Zijn Tijd onthuld zal worden.
  2. Onverdraagzaamheid. Vele zielen besteden veel tijd aan het analyseren van het gedrag van hun medemens, zijn uitspraken, zijn gebreken. Deze jacht op de splinters in de ogen van de medemens leidt de ziel af van het werken aan zichzelf, het verwerven van inzicht in eigen gedragingen en reacties, en sluit de deur van het hart voor de lofprijzing en zelfofferande aan God. Onverdraagzaamheid komt neer op kritiek ten aanzien van Gods Werken en Plannen, want ook het minder positieve wordt op Zijn Tijd benut voor het Heil.
  3. Menselijk opzicht. Vele zielen zijn veelvuldig bezig met het vooruitlopen op mogelijke reacties en uitspraken van hun medemens op hun eigen gedrag of levenssituatie. Dit alles is van geen enkel belang. De uitlatingen en reacties van de medemens maken deel uit van de eigen kruisen en beproevingen die Gods Genade voor de ziel heeft voorzien. Aanvaard ze, en bid voor de medemens en zijn eventuele kritiekzucht. De ziel hoeft slechts één zorg te hebben: dat zij zelf in het reine is met God, en met Mij, haar Meesteres.
  4. Verstarde kijk op de medemens. Vele zielen lijden aan een gebrek aan soepelheid, eerlijkheid en openheid in hun kijk op hun medemens. De ziel die tegenover bepaalde medemensen automatisch negatief ingesteld is, zit vast in werelds denken en voelen, en dient de plannen van de satan die inspireren tot onverzoenlijkheid en onzuiverheid van hart. Gods Geest inspireert niets anders dan volkomen onbevangenheid en openheid voor het goede in de medemens. Ook indien dit goede niet duidelijk aan de oppervlakte treedt, is het toch aanwezig, en is Gods Voorzienigheid in het verborgene bezig, te werken aan de ontwikkeling ervan. Daarom laat Gods Geest de ziel in alle omstandigheden verlangen om iets positiefs in de medemens te kunnen vaststellen, daar actief naar te zoeken, en aan de ontplooiing ervan mee te werken door gebed en offers.
  5. IJdel tijdverdrijf. Vele zielen besteden ongemerkt veel tijd aan het vastkleven, op onbewaakte ogenblikken, aan televisie en andere media. Dat komt omdat zij hun ware levensdoel onvoldoende duidelijk aanvoelen. De ziel die haar ware roeping duidelijk herkent, voelt het doelloos volgen van televisiebeelden, radioprogramma’s of kranten snel aan als een zinledige tijdvulling, een bekoring die de geest afleidt van God en die Hem kostbare tijd ontrooft, want elk ogenblik van een mensenleven is kostbaar. De zielen moeten vooral waakzaam blijven ten aanzien van de invulling van de vele 'verloren' ogenblikken in de loop van een dag.


4 juli 2006

"Voor de zegepralende Kerk, de bewoners van het Hemels Paradijs, bestaat in de werkelijke zin van het woord geen dag en geen nacht. Voor de strijdende Kerk, de zielen die nog hun leven op aarde leiden, is elke dag zoals een nieuwe Schepping. Elke nieuwe dag is als een nieuwe kans die de Schepper geeft om te verheerlijken, te vereren, zichzelf te vervolmaken. Daarom is het passend dat de hele Schepping elke ochtend opnieuw de Vrouw begroet Die tot haar Meesteres is verheven. Indien dit niet zou gebeuren, zou het zijn alsof het geschenk van de nieuwe dag niet in dankbaarheid werd aanvaard".


5 juli 2006 (feestdag Zeven Vreugden van Maria)

"Zoals de zomerzon de bloedvaten in het lichaam doet uitzetten, zo laat het Vuur van Mijn Liefde de toevoerkanalen naar het hart uitzetten, opdat het gevoed zou worden met de Ware Liefde, de essentie van het Goddelijk Leven. Om deze reden verhoogt de beleving van de ware vreugde, de ware blijheid, ja soms de Hemelse verrukking, naarmate Ik totaler over een hart heers. Dit hart wordt door niets anders meer gevoed dan door Mijn bloed en het parfum van Mijn zaligheden. Vandaag nodig Ik je uit om Mijn Vreugden in je hart te sluiten. Het zijn gebeurtenissen waarin, tijdens Mijn leven op aarde, de beleving van de Hemelse werkelijkheid Mijn aardse realiteit totaal en volmaakt overstemde. Mijn leven is volledig gekenmerkt geweest door een gelijktijdige ervaring van de absolute uitersten van het gevoelsleven, de diepste Hemelse verrukking zij aan zij met de meest intense Smart. De eerste was de vrucht van de gelukzaligheid over Gods Liefde, de tweede was de vrucht van de diepe pijn over de beschaming van die Liefde door de zielen. Het is Mij vergund geweest, deze beide uitersten ononderbroken samen te beleven, omdat Mijn levensopdracht in wezen hieruit bestond, de diepste afgronden van de zielen op te trekken naar de hoogste toppen van het Goddelijk Leven, en tegelijkertijd het zaad der Goddelijke Genaden met handenvol in de onvruchtbare ravijnen uit te strooien, opdat ook zij klaargemaakt zouden worden voor Gods Rijk, dat Mijn Zoon Jezus op aarde kwam brengen. In wezen verlang Ik de voortzetting van deze Werken door de zielen die door Mij geroepen zijn tot slaven van Mijn Liefde".


6 juli 2006

"(...) Nooit zal een mensenmond kunnen verkondigen dat de Meesteres van alle zielen geen erbarmen heeft met de onvolkomenheden en zwakheden van de menselijke natuur. Daarom kan niets Mij méér bewegen tot de aanwending van Mijn onoverwinnelijke macht dan een smeking om méér Liefde. Laat de zielen nooit vragen of bidden dat Ik hun lasten of kruisen zou wegnemen, doch om méér Liefde om ze met Vuur en vreugde te kunnen dragen. Deze laatste smeekbede vervult Mijn Hart met een diep Geluk, want Ik herken er Mijn eigen gebeden in, die zoveel Vuur en bevrijding over de wereld hebben gebracht".

"De wereld heeft geen nood aan grote aantallen schijnchristenen, doch aan een ketting van hoog oplaaiende Vlammen. Zelfs weinige, maar waarlijk heilige, slaven van Mijn Liefde, kunnen reeds deze ketting vormen. Om één van deze Vlammen te zijn, moeten in een ziel steeds verenigd worden:

  1. Brandende, zuivere en oprechte Liefde.

  2. Grote aanvaarding en oprechte opoffering van lijden en beproevingen.

  3. Totale zelfverloochening en onderwerping jegens Mij.

(...) "De strijd tussen Licht en duisternis is in een beslissende fase beland. Daarom is nu het uur aangebroken waarin Ik totaal moet kunnen heersen in een aantal zielen die bereid zijn om de bestorming vanwege de legioenen der hel te trotseren om het Vuur voor hun Meesteres door te geven. In deze zielen zullen het lijden, de Ware Liefde en de onderwerping volmaakt worden".


7 juli 2006

"God is de enige krachtbron. Zijn Wil is de generator, die stroom produceert. Die stroom is de Liefde. Deze Liefde wordt naar de zielen geleid, en wordt in hen omgevormd tot Leven. De ziel put levenskracht in de mate waarin zij vrijwillig haar stekker in het stopcontact van de Goddelijke Liefde steekt. De stekker is het hart, het centrum van de gevoelsbelevingen, dat het Ware Leven ontvangt voor lichaam en ziel. Wat beweegt een ziel ertoe om haar stekker in het stopcontact te steken? Haar ingebouwd verlangen naar God en naar het ware, bovennatuurlijke Leven. De ziel die dit verlangen niet ervaart, of het in te geringe mate ervaart, vertoont spoedig tekenen van afnemende levenskracht: gebrek aan geestdrift, gebrek aan levenslust, gebrek aan vreugde en blijmoedigheid, gebrek aan naastenliefde, gebrek aan inzet voor het goede, neiging tot neerslachtigheid of droefgeestigheid, gebrek aan Hoop en vertrouwen, gebrek aan belangstelling voor de behoeften van de ziel en voor de bovennatuurlijke kennis en wijsheid, neiging tot wrevel, geïrriteerdheid, wrok, ontevredenheid, bitterheid, haat, nijd, jaloersheid, afgunst, roddel, laster, achterklap, pessimisme, vertwijfeling, wanhoop, ongeloof, onverschilligheid, vlucht in materialisme en allerlei uitingen van genotzucht, allerlei vormen van verslavingen en gewoonten die schadelijk zijn voor lichaam en ziel, onzuiverheid in vele vormen, neiging tot het stichten van verwarring en onenigheid, neiging tot het wegnemen van de Vrede van hart bij de medemens, enzovoort.

Ik, de Meesteres van alle zielen, ben geroepen om de zielen tot nieuw Leven te brengen door in hen het verlangen te wekken naar het Ware Leven, naar de bevrediging van de bovennatuurlijke behoeften van de ziel. De ziel die de Liefde kan opbrengen om zich totaal aan Mij te geven in een totale toewijding van haar hele leven en haar hele wezen, en deze toewijding zeer diep te beleven, zal ervaren dat zij spoedig in intenser contact met de Bron van het Ware Leven zal komen. In deze ziel zullen ongekende uitingen en ervaringen van de Liefde opgewekt worden, en haar leven zal een totaal nieuwe zin en betekenis krijgen, omdat zij opnieuw in overeenstemming zal verkeren met Gods Wil. De zielen moeten teruggebracht worden naar de oorspronkelijke toestand van de mensenziel in volkomen staat van genade: de toestand van vóór de erfzonde, de staat van oorspronkelijke heiligheid, één met Gods Wil en daardoor volkomen in de Liefde, en draagster van het ware Goddelijk Leven.

Mijn ziel heeft steeds in absolute volmaaktheid in deze Goddelijke staat gedeeld. Ik zal geen rust kennen eer Ik op aarde zielen heb kunnen vormen naar Mijn eigen model. Deze zielen zullen echter een buitenmate grote draaglast te verwerken krijgen, die voortvloeit uit de gevolgen van de zware zondenlast jegens de Goddelijke Gerechtigheid. Zij zullen een groot aandeel krijgen in de noodzaak tot uitboeting van alle afwijkingen die de mensheid in de loop der tijden ten aanzien van het ware Goddelijk Leven tot stand heeft gebracht. Er is geen andere weg terug naar het Heil voor de zielen als geheel".


9 juli 2006

"Ik heb je gezegd dat de strijd tussen Licht en duisternis, tussen Kruis en goddeloosheid, tussen de ongeëvenaard machtige Vrouw en de leugenachtige helse draak, in een beslissende fase komt.

Een oorlog kan niet gewonnen worden zonder een goed georganiseerde frontlijn en een stevige band tussen de strijdende eenheden. Daarom wil Ik nu, meer dan ooit, een volmaakt gestroomlijnde naastenliefde, solidariteit, eensgezindheid en onderlinge bijstand tussen Mijn dienaren. Ik wil dat Mijn toegewijden terugkeren naar de ingesteldheid die heerste in de jonge Kerk van Christus in de tijd onmiddellijk na de Hemelvaart. De jonge Kerk streed onder Mijn leiding voor de uitbouw van Gods Rijk en de verspreiding van het Licht. Ik wil dat Mijn toegewijden:

  1. Elkaar versterken in het Geloof, en elkaar onderrichten in Gods enige Waarheid.

  2. Elkaar voortdurend bemoedigen en niets dan hoopvolle woorden en gevoelens uitwisselen, en dat zij elkaar voortdurend bevrijden van alles wat verontrust.

  3. Elkaar dragen in de Ware Liefde van Jezus en Maria.

  4. Elkaar aanmoedigen en ondersteunen in het lijden, de kruisen en de beproevingen.

  5. Voor elkaar zijn als zonnestralen van blijmoedigheid, begrip, zachtmoedigheid, verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid.

  6. Onder elkaar leven in volkomen Vrede en eensgezindheid.

  7. Bij zichzelf de tekenen van de werken van de satan herkennen: gezindheid van tweedracht, materialisme, onzuiverheid van hart en mond, zelfzucht, onverschilligheid, jaloersheid, verwarring, irritatie, ontevredenheid, neiging tot analyseren en piekeren, oordelen en veroordelen, lichtzinnige kritiek zonder fundering, verspreiding van onheilsboodschappen, valse vleierij, onoprechtheid.

  8. Mij erkennen en belijden als hun ware Meesteres en Leidster. Dit betekent dat zij hun toewijding aan Mij diep en totaal moeten beleven, op de wijze zoals Ik heb onderricht in De Tempel van Maria.

  9. Al hun beproevingen en lasten uitdrukkelijk aan Mij opdragen, en ze zonder protest aanvaarden met Liefde. Alle lijden van het leven op aarde is kort in vergelijking met het loon in de Hemel.

  10. Zich zoveel mogelijk losmaken van wereldse gehechtheden en werelds denken en voelen, en hun hart volledig op Mij richten, opdat Ik hen de kracht kan geven om te volharden in de strijd. (...)"


10 juli 2006

"Mij wordt door God niets geweigerd, omdat Ik tot Hem spreek vanuit de volmaakte Goddelijke Wijsheid en vanuit een Hart dat volmaakt in de Goddelijke zuiverheid is overgevloeid. Zo wordt de kracht van de voorspraak en het gebed van elke ziel bepaald door de mate waarin zij zich tot God of tot Mij richt vanuit de Eeuwige Wijsheid, en bezield is door Goddelijke zuiverheid. De Wijsheid en de zuiverheid ontwikkelen zich in de ziel naarmate zij in haar hart en verlangens één is met Gods Wil, met Zijn Plannen en bedoelingen. Daarom ook, wordt de ziel die zich zonder de geringste weerstand, in volmaakte overgave en onderwerping, aan Mijn voeten heeft neergelegd, tot een bolwerk van kracht en Licht, want deze ziel vloeit over in de Meesteres van alle zielen, Wier Hart een Oceaan van Goddelijke macht en Liefde is. Vergeet nooit dat de ware roeping van elke ziel hieruit bestaat, dat zij Heil en zegen over haar medemensen zou weten te brengen. De mate waarin zij dit betracht, bepaalt Gods oordeel over haar leven. Gods oordeel is het gunstigst over de zielen die zich totaal aan Mij hebben gegeven, en die hun leven waarlijk in Mijn dienst hebben geleid. Deze zielen worden ook in de hoogste mate vervuld van alles wat de ziel nodig heeft om de Eeuwige Gelukzaligheid te bereiken. Het is voor de ziel heel moeilijk om haar ware vervulling te vinden, zowel op aarde als in de eeuwigheid, indien zij zich niet tot dienares van Maria heeft laten maken".


11 juli 2006

"Het is de plicht van elke ziel, God te prijzen en te danken. Wanneer de Ware Liefde in het hart stroomt, ervaart de ziel deze opdracht niet langer als een plicht, doch als een voorrecht. Waarom behoort het prijzen en danken tot de levenstaken van de ziel? God prijzen, betekent in wezen dat de ziel er blijk van geeft, Zijn eigenschappen, Zijn hoedanigheden en Zijn Werken en Plannen te waarderen, en dat zij uiting geeft aan haar instemming daarmee. Voor God komt het prijzen hierop neer, dat de ziel reeds de deur openstelt voor de eenmaking van haar eigen wil met Gods Wil, want de ziel die prijst, betoont in wezen aan God haar goedkeuring met Zijn beschikkingen. God danken, ligt in dezelfde lijn, want de ziel die dankt, betuigt zo haar blijheid over de gang van zaken in haar leven en over de beschikkingen en regelingen van Gods Voorzienigheid. God danken, opent de deur voor verdere stromen van de Goddelijke Genaden. Dankbaarheid jegens God getuigt van rijping in de ziel, mits de dankzegging geen mechanische handeling, geen betekenisarm uitspreken van woorden, maar een ware verzuchting van Liefde is.

De Allerhoogste verlangt eveneens naar lofprijzing en dank aan Mij, als de Meesteres van alle zielen, omdat Hij al Zijn Plannen en Werken in Mij heeft gelegd, Mij heeft bekleed met eigenschappen en hoedanigheden die voor alle eeuwen uniek zijn onder al Zijn schepselen, en Mij macht heeft gegeven over alles. In Mij prijst en dankt de ziel alle Werken van de Goddelijke Voorzienigheid. Ik heb de macht om deze Werken in de ziel tot voltooiing te brengen. Zeg aan de zielen dat zij dit gedenken wanneer zij tot Mij komen. (...) De zelfvernedering aan de voeten van de Meesteres van al het geschapene, Zij Wier macht met geen woorden te beschrijven is, Zij aan Wier voeten het hele Hemels Hof zich zonder de geringste aarzeling heeft neergeworpen, is een absolute noodzaak voor de instandhouding van de leefbaarheid van de Schepping. Indien het uur zou komen waarin geen ziel nog de voeten van de Meesteres van alle zielen zou kussen, zou in Gods Hart de klok luiden voor de nacht over de mensheid. In dat uur zou Gods Gerechtigheid haar volle uitwerking krijgen".

"De diepste verering van de Meesteres van alle zielen is voor God een noodzaak, zoals de aanbidding van Zijn Wezen een absolute noodzaak is, omdat Hij in Mij het absoluut hoogtepunt van Zijn volmaakte Werken verwezenlijkt heeft. Gods grootste vreugde is de vaststelling dat de zielen Zijn Schepping waarderen. Dit kan op geen enkele wijze beter dan in de lofprijzing jegens Mij, want in Mij heeft God alles gelegd. Voor de schepping en uitbouw van Mijn Wezen heeft Hij zelfs talloze Werken volbracht die Hij in geen enkel ander schepsel volbracht heeft.

In Mij heeft God letterlijk nieuwe werelden geschapen, uitwerkingen en Geheimen waarvan Hij Mij tot Meesteres heeft gemaakt. Oneindige, paradijselijke tuinen heeft Hij geschapen en onder Mijn voeten gelegd. Met op aarde nooit geziene bloemen heeft Hij Mijn voeten gesierd. Zijn ontelbare engelen heeft Hij Mij als Mijn persoonlijke slaven toegewezen. Dit alles om jegens alle zielen van alle tijden te getuigen van Mijn macht. Ja, Ik ben waarlijk de Koningin en Meesteres, en Mijn macht op het Hart van de Koning is onbegrensd. Geen lofprijzing aan God is daarom groter en omvattender dan deze jegens Mij, de Meesteres over alles.

In Mij heeft het beginsel van de menselijke natuur de bruiloft gesloten met de absolute volmaaktheid in de heiligheid. Daarom ben Ik de Brug tussen Hemel en aarde. Geen enkele weg voert de ziel op een méér doeltreffende wijze naar God dan deze van de overvloeiing van de ziel in Mijn Wezen. De ziel die zich totaal aan Mij geeft, kan door Mij boven zichzelf getild worden, zodat zij zelfs in de beproevingen het Ware Geluk kan ervaren.

Elke ziel moet onophoudelijk werken aan de opruiming van haarden van onzuiverheid in zichzelf. Elke zwakheid in de ziel wordt geactiveerd door een onzuiverheid die zich plots laat gelden. Wanneer bijvoorbeeld een ziel de neiging vertoont om snel geïrriteerd te raken, is dat een zwakheid. Deze zwakheid kan plots actief worden, aan de oppervlakte treden, zichtbaar worden, doordat de ziel niet volkomen zuiver van hart is. Door een gebeurtenis die slecht verwerkt wordt of die de ziel plots overweldigt, is de ziel tijdelijk niet in staat om Gods Liefde en Licht volkomen door zich heen te laten stromen, en als gevolg hiervan raakt zij geïrriteerd in plaats van de gebeurtenis te laten verteren in het Vuur van de Liefde. Zij blijkt hieraan op dat ogenblik weinig weerstand te kunnen bieden, tenzij eerst de haard van onzuiverheid weggewassen wordt. Dat kan alleen door de stroom van de Liefde in zich te herstellen, hetzij doordat de ziel met tederheid en zachtmoedige Liefde benaderd wordt, hetzij doordat zij zelf Mij smeekt om geopend te worden voor de Ware Liefde zodat Ik haar kan zuiveren door golven van Liefde uit Mijn eigen Hart. Alle zwakheden van de menselijke natuur kunnen slechts genezen worden door aanhoudende zuivering en een diepe beleving van de Ware Liefde, zowel tussen de zielen onderling als tussen de zielen en God en Mijzelf. De aanroeping Maria, machtige Meesteres van alle zielen, genees ons gewond hart, (...) is een machtig hulpmiddel om zowel zwakheden als onzuiverheden uit de zielen te helpen verwijderen.

Het is belangrijk dat elke ziel haar zwakheden leert kennen, alsook dat zij zich voortdurend zuivert in hart, geest en mond. Zo zal zij stap voor stap de stenen verwijderen waarover zij op haar weg kan vallen, en een basis scheppen voor een nieuw leven zonder ellende die zij zichzelf berokkent".


12 juli 2006

"Elke ziel is geschapen voor een leven in dienst van de dingen van de ziel, niet voor een overmaat aan aandacht voor de dingen van het stoffelijk leven. Zeg aan de zielen dat het een bekoring is wanneer zij toegeven aan de influistering om in de geest bezig te zijn met vergankelijke gebeurtenissen. Laat dit alles aan Mij over, Ik ben de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. Hoe méér de zielen afstand doen van alles wat in hun leven gebeurt, des te méér kan Ik alles in de juiste banen leiden. Van de zielen wordt niets anders verwacht dan dat zij zich totaal aan Mij overgeven, alle dagelijkse gebeurtenissen loslaten, en het ware Goddelijk Leven in zich binnenlaten. Ik heers niet waarlijk in een ziel die in de geest bezig blijft met alle gebeurtenissen, uitspraken, ontwikkelingen en menselijke contacten. Onmiddellijk nadat de ziel deze heeft ervaren, glijden zij reeds over in haar verleden, dus in een niemandsland dat geen betekenis meer heeft.

Elke gebeurtenis in het leven, en elk contact met een medemens, is niets anders dan een invulling van het leven dat de ziel leidt in de stoffelijke, vergankelijke wereld, omdat de Goddelijke Voorzienigheid deze invulling voor dat welbepaald ogenblik heeft voorzien. Op dat ogenblik heeft dit alles een betekenis, voor de vorming van de ziel en voor de uitwerking van Gods Plannen met de hele mensheid. Daarna wordt dat alles opgenomen in het tijdloze, en moet de ziel zich ervan reinigen door alles aan Mij toe te vertrouwen. Ik leg het onder Mijn voeten, waar het een definitieve dood sterft. Heb Ik niet reeds eerder gezegd dat Ik macht heb over de tijd? Ook Mijn heerschappij over alle voorbije dingen die aan Mij overgeleverd worden, getuigt hiervan. De onrustige ziel kan dat alles echter opnieuw tot leven wekken door ermee bezig te blijven. Ik wil niet dat een ziel zich toe-eigent wat Ik onder Mijn voeten heb gelegd, noch dat zij de tijd en energie die zij nodig heeft om Mij te dienen, verspilt door bezig te zijn met dingen die niet meer tot het rijk van het levende behoren. (...)"

"Ik heb reeds meermaals gesproken over de levenskracht. Ik wil de zielen in dit verband wijzen op een mogelijke misleiding. Levenskracht staat niet gelijk met werklust of met een actief leven. Een ziel die voortdurend bezig is met werken en activiteiten in de wereld van het stoffelijke, doch niet wordt bezield door een verlangen om Mij te dienen en zich aldus ten dienste te stellen van Gods Plannen, bezit niet de ware levenskracht. Zij wordt vooruitgedreven door verlangens die verband houden met haar materiële behoeften of met haar aanzien in het oog van haar medemens. Haar energiebron is niet de Ware Liefde, doch de zelfzucht in haar uiteenlopende vormen. Deze schijnbare levenskracht is een kracht die de ziel niet ontvangt uit de Bron van de Goddelijke Liefde, doch uit de aandrift van haar menselijke wil, die met verbetenheid blijft putten uit de elementaire levenskracht die haar wordt vergund zolang de Goddelijke Wijsheid het uur van beëindiging van de levensweg nog niet gekomen acht".


13 juli 2006

"Weinige zielen hebben ooit begrepen dat Jezus met Zijn kruiswoord 'Zoon, ziedaar uw Moeder' in wezen de sleutel gaf tot de voltooiing van Zijn Verlossingswerk. God heeft de mensheid via drie wegen willen verlossen uit de heerschappij van de satan, die door het ingeven van de erfzonde de mensheid voor alle tijden onder zijn slavernij heeft weten te brengen. De eerste weg was deze van het Lijden en de Kruisdood van Jezus, de tweede zou de voortdurende inwerking van de Heilige Geest zijn, en de derde de totale toewijding van de zielen aan Mij, Maria. In de Meesteres van alle zielen heeft Hij Zijn macht en Zijn Wijsheid gelegd. Door Haar worden de vruchten van de Boom des Levens, de gekruisigde Christus, in de zielen tot rijping gebracht en onophoudelijk gevoed met de vruchten van Haar eenheid met de Heilige Geest. Zij bekroont in de zielen de Verlossing en de heiliging, door hen te herscheppen volgens de inzichten die Zij bezit en die volkomen passen binnen Gods Plan van Heil met de zielen, het Goddelijk Plan waarvan Zij tot Uitvoerster met Goddelijke macht is gemaakt. Daarom is Zij verheven tot de absolute Meesteres van alle zielen en heeft Zij alle macht over hen gekregen, opdat Zij hen zou kunnen regeren, besturen en begeleiden in de tijden van de laatste strijd tegen de duisternis. Door Mij zal de mensheid gezuiverd en geopend worden voor het Ware Licht van Christus, en naar haar definitieve bevrijding worden gevoerd, in de mate waarin zij Mij vrijwillig daartoe de deur opent. Om hun bevrijding waarlijk te voltooien, is het noodzakelijk dat de zielen in drie punten vast geloven:

  1. de verlossende macht van het Kruisoffer van Jezus Christus, en van alle kruisen en beproevingen in het eigen dagelijks leven;

  2. de bezielende macht van de Heilige Geest: Zijn kracht om de zondige ziel nieuw Leven in te blazen;

  3. de voorbestemming van Maria als de Meesteres van alle zielen, en Haar oneindige macht tot bevrijding van de hele mensheid en van elke ziel afzonderlijk uit de duisternis.

Er zijn zielen die Mij beminnen en zich inspannen om het goede te doen, en desondanks niet de ware Vrede van hart schijnen te vinden. In de meeste gevallen komt dit doordat deze zielen niet volkomen in het reine zijn met hun verleden en met zichzelf. Bepaalde gebeurtenissen en ervaringen uit hun leven, alsook het beeld dat zij van zichzelf hebben op grond van bepaalde ervaringen of op grond van teleurstellingen of van fouten, tekortkomingen of gebreken waarover zij geen Vrede vinden, blijven over deze zielen hangen zoals een verontreinigend kleed dat onfrisse geuren verspreidt. Zij nemen deze geuren waar, en worden zo voortdurend herinnerd aan de dingen die hen belemmeren om zich volkomen te openen voor de genezende Liefde. Als gevolg hiervan zijn deze zielen regelmatig ten prooi aan gesteldheden die hun innerlijk geestelijk lijden nog vergroten: walging over zichzelf, prikkelbaarheid, steeds terugkerende vage gevoelens van ontevredenheid. Het kleed dat zij dragen, drukt hen terneer alsof het een stalen harnas was. Deze gesteldheden wekken in deze zielen een verlangen naar Liefde dat tot een kwelling wordt. Deze zielen lijden niet zozeer door een gebrek aan Liefde, doch aan een onvermogen om de Liefde volkomen in zich op te nemen en te verwerken.

Wanneer op een bevuild kleed parfum wordt gesprenkeld, zal het hierdoor niet frisser ruiken, het zal in vele gevallen nog méér weerzin opwekken. Deze zielen kunnen slechts genezen worden door hun verleden en hun zelfbeeld totaal onder Mijn voeten te leggen, zichzelf over te leveren aan Mijn macht. Zij zijn er zich doorgaans niet van bewust, maar zij houden zelf aan deze gesteldheid vast, want zij durven hun onrein kleed niet uit te trekken uit vrees dat de geur dan hun hele wezen zal overweldigen. Deze zielen geven er zich geen rekenschap van, maar het ontbreekt hen nog aan volkomen overgave aan Mij. Hun kleed is een ketting die hen aan het werelds leven, denken en voelen vastbindt. Het is een juk dat hen zo zwaar drukt dat zij het gevoel krijgen dat de vlucht naar de echte vrijheid van hart niet voor hen weggelegd is. Het is absoluut noodzakelijk dat zij Mij smeken om bevrijding van zichzelf en van hun verleden, dat zij de ogen sluiten voor alles wat op hen afkomt en hen ertoe bekoort om zich nog méér aan de wereld en aan het menselijk opzicht vast te ketenen, en dat zij zich een totaal nieuwe wijze van denken en voelen en kijken aanwennen. Drie dingen moeten zij zich inprenten:

  1. "Mijn verleden is een verboden, giftige vrucht. Uit Liefde tot Maria zal ik er nooit meer in bijten";
  2. "Ikzelf leef niet meer, voortaan leeft Maria in mij";
  3. "Alles wat mij verontrust, komt niet van God. Ik laat het niet meer toe in de heilige tempel van mijn hart, want daar heerst Maria, de Koningin van de Ware Vrede".

Deze zielen kunnen slechts genezen van hun wonden naarmate zij hun verleden, hun zelfbeeld, hun zwakheden en alle wereldse toestanden en gebeurtenissen leren zien zoals dit alles werkelijk is: zeer relatief en totaal onbelangrijk. Deze dingen brengen de zielen geen enkel nut, zij remmen integendeel in hoge mate hun levenskracht en daardoor hun doeltreffendheid als Mijn dienaren. Deze zielen moeten eens en voor altijd een rustpunt in hun leven vinden. Zij kunnen en zullen het vinden door een totale wedergeboorte in, door, met, voor en uit Mij.

Het leven is een reis van de ziel naar het Heil. De door God voorziene trein is de totale toewijding aan Maria, Meesteres van alle zielen. Het uitspreken van een toewijdingsgebed, is slechts het instappen in de trein, doch het brengt de ziel geen meter verder op haar reis. De reis zelf voltrekt zich in de concrete beleving van de toewijding. Pas op het ogenblik waarop de ziel zich daadwerkelijk voor Mij begint in te zetten, trek Ik de trein op gang, want hij gehoorzaamt slechts aan Mijn bevelen. Telkens de ziel een eigen leven begint te leiden en zich niet in Mijn dienst stelt, laat Ik de trein stoppen. Gedenk dat het eindstation bereikt moet worden binnen de door God voorziene tijd.

Ik heb je gezegd dat je als apostel van Mijn macht de glorie van je Meesteres zou zien schitteren boven de mate van het voorstelbare. Aan de zielen zeg Ik slechts dit: God wacht slechts op het uur dat binnen Zijn Eeuwige Wijsheid het meest geschikt blijkt voor de verwezenlijking van Zijn Beschikkingen. In dat uur zullen de zielen hun Meesteres en Koningin zien zoals Zij werkelijk is. De verwondering van de zielen zal nog groter zijn dan deze van de engelen op het ogenblik waarop zij Mijn glorie, schoonheid en macht voor het eerst hebben aanschouwd. Weet, dat zelfs de engelen nog dagelijks nieuwe, hen onbekende eigenschappen van hun Meesteres ontdekken. Indien de volheid van Mijn Wezen hen in één ogenblik was geopenbaard, zouden zelfs zij deze verrukking niet hebben kunnen verwerken. (...)".


14 juli 2006

"De reis naar de kern van Mijn Hart is een reis naar de geheime Tuinen van Gods Paradijs. Het is de ziel niet toegestaan, deze hoogheilige grond te betreden met voeten die het stof der wereld met zich meedragen. Daarom beschikt Gods Wet dat elke voltrekking van de Hemelse Bruiloft met je Meesteres gepaard zou gaan met lijden tot reiniging van alles wat de menselijke natuur aan wereldse elementen in zich draagt. Dit lijden zal aangevuld worden door de diepste zelfvernedering aan de voeten van je machtige Meesteres, en zal voltrokken worden in het Vuur van de brandende Liefde. Dit Vuur kan door niets anders aangestoken worden dan door de aanraking tussen Mijn Wil en jouw volkomen zelfverloochening en brandend verlangen om Mij te dienen in de overlevering van je hele wezen.

De ziel die zich onder Mijn voeten legt met geen enkel ander verlangen meer dan dit, Mij volmaakt te dienen en te behagen, wordt elke seconde opnieuw geboren, uit Mijn Hart, want zij wordt bezield door Mijn Wil, die de tijdloze kracht van God Zelf in zich draagt. Het Hemels Hof staat versteld over de wijze waarop de mens, de bekroning van Gods Schepping, Haar benadert Die de Meesteres is van al het geschapene. Weet dat de engelen Mij benaderen door zich trillend van eerbied languit voor Mijn voeten neer te werpen. (...)".


15 juli 2006

"De ziel van Maria is een Rijk van paradijselijke tuinen. Ontelbare bloemen van deugden en heerlijkheden bloeien er dag en nacht, eeuw na eeuw, onder de volle zon van de Allerheiligste Drievuldigheid en gevoed uit een bodem van Goddelijke krachten en unieke voorrechten die de Allerhoogste aan Mij heeft voorbehouden. Op de bries van de Heilige Geest worden hun Hemelse geuren over de zielen verspreid in Mijn onderrichtingen, in Mijn bevelen, in Mijn machtige Voorspraak en bemiddeling, en in Mijn tedere verzuchtingen. Maria is verrukking zonder einde. Haar stem is als een lied van duizenden engelen dat alle bekoringen verjaagt. Haar handen zijn als Hemels fluweel dat tedere warmte over zielen en lichamen uitspreidt. Haar voeten zijn als geurige bloemen die heersen over alle onkruid van ondeugd en zonde. De schoonheid van Haar hele Wezen brengt zelfs de Allerhoogste in verrukking, en is een aanstoot voor de duisternis. De heerlijkheden van de Meesteres van alle zielen zijn toegankelijk voor de ziel die zich voor Haar voeten vernedert als een stofje. Zo heeft de Allerhoogste het beschikt. De gelukzaligheden van de ziel die zich restloos overlevert aan Mijn macht, zijn niet meer van deze wereld. Daarom ervaren Mijn ware liefdesslaven reeds in de aardse beproevingen de eerste verrukkingen van het Rijk dat onder Mijn voeten is uitgespreid. Dien Mij tot het uiterste. Verheerlijk Mij in het hart dag en nacht. Dank Mij voor alles, ook voor het lijden. Onschatbaar is het loon van de ziel die zich onder Mijn voeten legt als een tapijt van onderwerping en overgave.

Niets anders heeft de ziel nodig om te leven, dan het Vuur van de Liefde, het Licht van het Geloof, en de adem van de Hoop. Ik, de machtige Meesteres van alle zielen, kan haar dit alles geven volgens een Plan dat zijn wortels heeft in de bodem van de Eeuwige Wijsheid. Eén voorwaarde slechts moet vervuld worden: dat de ziel zich volkomen aan Mij onderwerpt, in de meest absolute en totale toewijding".


16 juli 2006

"Sedert de schepping van de eerste mens is de mensenziel het voorwerp van een machtsstrijd tussen het Licht en de duisternis, tussen God en de satan. Ik, de Meesteres van alle zielen, heb van God de macht in handen gekregen om deze strijd voor het Licht te leiden. De overwinning van het Licht staat vast. Zij wordt echter uitgesteld omdat de mensenziel zelf de zwakke schakel is in deze strijd. De mens bezit een onaantastbare vrije wil. Hij kiest gemakkelijker voor de duisternis dan voor het Licht, omdat de duisternis hem mooiere beloften voorhoudt dan het Licht, althans voor de bevrediging van de menselijke drang naar genot in de materie, in het lichaam en alles wat er verband mee houdt. De mens laat zich verleiden door de belofte van kortstondig genot boven het vooruitzicht van Eeuwige Gelukzaligheid. Ja, Ik heb de macht. Ik heb alle macht. Ik kan alles verwezenlijken wat Ik wil, met één handbeweging, één oogopslag, één gedachte, één verzuchting van Mijn Wil. Paradijselijke zaligheden kan Ik de zielen schenken, reeds tijdens hun aardse leven, op voorwaarde:

  1. dat zij bereid zijn om resoluut te kiezen voor het Licht en de Eeuwige Gelukzaligheid boven het kortstondig werelds schijngenot;

  2. dat zij erkennen dat Ik door God aangesteld ben tot hun Meesteres met elementen van Goddelijke macht;

  3. dat zij zich aan Mijn voeten neerwerpen tot verheerlijking van het Licht. Laten zij niet vergeten dat Ik de Moeder van het vleesgeworden Licht ben.

Er zijn zielen die er aanstoot aan nemen dat jij Waarheden over Mij verkondigt. Zij pogen hun dwaling te staven met de stelling dat het christendom een Leer is waarin Jezus Christus in het middelpunt hoort te staan. Tot deze zielen zeg Ik, Maria: Nooit heb Ik, noch heeft Mijn slavin, apostel van de Meesteres van alle zielen, beweerd dat Jezus niet het middelpunt van de Christelijke Leer of van Gods Heilsplan zou zijn. Waarom menen deze zielen dat het een heiligschennis of dwaling of ketterij is wanneer Mijn slavin haar Meesteres aan hen openbaart in Haar grootheid en heerlijkheid? Laat hen het volgende in overweging nemen:
  1. Door een eenmalig wonder, een uniek Mysterie, heeft God Mij, Maria, één gemaakt met de Zoon van God, Die uit Mij in het Vlees is geboren en Mij hierdoor totaal en volmaakt deel heeft gegeven aan het Leven in God.

  2. God Zelf heeft Mij bekleed met elementen van Zijn macht, Zijn Mysteries en al Zijn eigenschappen met uitzondering van één eigenschap waardoor Hijzelf uniek is en altijd uniek zal blijven: deze, dat Hij geen begin heeft. God is oneindig in de meest absolute zin. Ik daarentegen, ben op een bepaald ogenblik door Hem geschapen en heb dus wel een begin. In de uitwerkingen, de effecten, in de orde der Genade, ben Ik echter bekleed met de volheid van Zijn macht, omdat Hij Mij volkomen één met Hem heeft gemaakt. God bezit de almacht van nature. Ik bezit haar eveneens, doch in de orde der Genade, dit wil zeggen: omdat zij Mij door God Zelf is verleend voor de uitvoering van Mijn opdracht en in het kader van Mijn eeuwigdurende Heerlijkheid. Tussen God en Mij, Maria, bestaat een volmaakte, absolute, totale Hemelse Bruiloft.

  3. God heeft Mij aangesteld tot absolute Meesteres, Bestuurster en Uitvoerster van Zijn Plan van Heil met alle zielen. Jezus Christus is als een zon, Ikzelf ben als de stralen van die zon, het effect van Zijn Lichtbron. Kan men oneer doen aan de zon door haar stralen te prijzen?

  4. Mijn slavin handelt in haar verkondigingen in opdracht van, en in gehoorzaamheid en onderwerping aan, Maria, Die door God verheven is tot de Meesteres van al wat geschapen is, Zij Die heerst als de Vertegenwoordigster van God, geplaatst aan de rechterhand van Jezus Christus, en zetelend in Zijn Goddelijk Gerecht in het uur van het oordeel. Mijn Voorspraak en bemiddeling heeft kracht van Wet in elk geval waarin dit binnen de grenzen gesteld door de Wet der Goddelijke Gerechtigheid toelaatbaar is. Elke kritiek aan Mijn slavin zal daarom onderworpen worden aan Gods oordeel of deze kritiek al dan niet gerechtvaardigd is. Indien niet, zullen zij die kritiek op onterechte wijze hebben geuit, zich schuldig maken aan ongehoorzaamheid jegens de Meesteres van alle zielen.

(...) Zalig de ziel die alle vergankelijke verlangens van haar aardse leven prijsgeeft om slechts Mijn verlangens in vervulling te helpen brengen. (...) De ziel die Mijn verlangens tot voorwerp van al haar handelingen en bestrevingen maakt, en Mijn Wil aanvaardt als de motor van al haar doen en laten, zal haar eigen verlangens duizendvoudig vervuld zien in de Gelukzaligheid van de Hemel. Welke verrukkingen toch laat Ik ontvlammen in het hart van de ziel die bewust kiest voor een leven aan Mijn voeten, een leven in volmaakte gehoorzaamheid aan al Mijn verzuchtingen. Alleen deze keuze staat gelijk met een leven in overeenstemming met Gods Wil en Gods Plannen. Zodra Ik de wil en alle verlangens van de ziel volkomen beheers, wordt zij een volkomen instrument van Mijn Wil, en geeft zij op Mijn woord haar leven voor Mij. Dat kan in vele opzichten en op vele wijzen het geval zijn.

De diep doorleefde totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Mij is daar een concrete uitwerking van: de ziel zoekt hier in alles slechts Mijn Wil en welbehagen. De restloze overgave van de eigen wil is in zeker opzicht de bekroning van de overdracht van de macht aan Mij: De ziel doet afstand van haar zelfbestuur en maakt Mij tot soevereine Koningin, absolute Heerseres. Ik bestijg de troon van haar wil, het instrument waardoor zij al haar handelingen stelde volgens eigen goeddunken. Vanaf dat ogenblik ben Ik Meesteres over alles wat zij nastreeft en zoekt, dus ook over haar aandacht, de bewegingen van haar hart, alle aspecten van haar Geluk. In deze ziel dicteer Ik in de diepste zin van het woord de wet. Geen mens kan zich in waarheid Mijn dienaar of Mijn toegewijde noemen, noch in alle oprechtheid zeggen dat hij Mij aanvaardt als zijn Meesteres, indien hij Mij niet de volle vrijheid gunt om zijn eigen verlangens en zijn wil onder Mijn voeten te leggen. Bij hen die Ik roep tot Mijn slaven, wek Ik het onbedwingbaar verlangen om hun wil aan Mij af te staan en Mij te smeken om Mijn Wil te kennen, zoals de engelen dit doen. Zalig zijn zij, want zij dragen de Parel van Gods kroon in zich.

Elke verontreiniging van Mijn heilige Naam, elke heiligschennis tegen Mij, elke belediging aan Mijn adres, vergroot niet alleen de schuldenlast van de hele mensheid jegens de Goddelijke Gerechtigheid, doch sluit ook meer en meer de poorten tot de Schatkamers der Genaden. Indien de ontelbare onreinheden en tekortkomingen in de verering en de eerbied jegens Mij onvoldoende gecompenseerd worden, loopt de mensheid het risico dat de genaden, die niets anders zijn dan vruchten uit de Boomgaard van het ware Goddelijke Leven, in hoge mate opgeschort worden, zodat de ellende op de wereld nog groter zou worden. Laat de zielen begrijpen dat zij hun eigen afgronden van ellende graven. Daarom is één van de grootste weldaden die Ik de zielen in deze duistere tijd kan vergunnen, deze: de roeping van echte slaven van Maria, zielen die aan Mijn voeten liggen voor een totale zelfofferande aan Mij, de Meesteres van alle zielen, en die bereid zijn om alles, al hun wereldse verlangens, op te geven voor een leven aan Mijn voeten. (...).

Het enige geheim achter de schoonheid van de ziel is de Liefde. Als mens op aarde bezat Ik een fascinerende, betoverende schoonheid, omdat de Liefde in Mij tot volmaaktheid gebracht was. Geen enkel schietgebedje bevalt Mij méér dan dit Maria, machtige Meesteres van alle zielen, vermeerder mijn Liefde. De verhoring van deze smeking bereidt onvoorstelbare wonderen in de ziel. Of zij voelbaar verhoord wordt, hangt af van de ontvankelijkheid van de ziel. Het ontvangen van het vermogen om lief te hebben, veronderstelt een grote openheid en een grote overgave aan de Bron van de Liefde: God, en de eindeloze, allerzuiverste rivier die uit de Bron wegstroomt naar de zielen toe: Gods Vertegenwoordigster, Maria, de allermachtigste Meesteres van alle zielen. Vraag slechts om het vermogen tot liefhebben op de juiste wijze, in totale zuiverheid en zonder enige zelfzucht, en je zult al het andere erbij krijgen. (...)

Vele zielen zouden hun leven radicaal kunnen veranderen indien zij dit zouden begrijpen. De meest waardevolle dingen kan de ziel pas echt in zich opnemen zodra zij zich heeft ontledigd van zichzelf. De ziel moet zich leegmaken van elke gedachte aan zichzelf, van elk eigenbelang, van elk verlangen naar de bevrediging van enige eigen behoefte, en zich daarna aan Mijn voeten neerwerpen in volkomen overgave. Zij zal jegens Mij belijden dat zij Mijn wil aanvaardt als haar wet, en dat zij klaar en bereid is om Mij totaal te dienen. Daarna zal Ik haar zuiveren van de sporen en invloeden van de wereld, opdat zij klaar zou zijn om de Genaden in zich te ontvangen, te bewaren en tot vrucht te brengen. Nadat Ik alles wat Mij niet behaagt, onder Mijn voeten heb gelegd, zal Mijn hand de sleutel tot de Schatkamer omdraaien, om de ziel te overspoelen en onder te dompelen in de oceaan van Mijn Liefde.

Bij haar schepping is de ziel klaar om de volmaaktheid te verwezenlijken. De invloeden der wereld verstoren deze toestand heel spoedig, en vaak ook buitengewoon grondig. Het levensboek van de ziel wordt als het ware volgeschreven met woorden die niet meer passen in Gods Plan met de ziel. Door totale toewijding aan Mij geeft de ziel Mij het boek van haar leven in handen. Ik begin het te herschrijven door het verleden van de ziel in Mijn Hart te sluiten, en haar heden en toekomst onder Mijn macht te brengen. Indien de ziel haar toewijding aan Mij diep beleeft en Mij in haar alles laat doen wat Ik wil en zoals Ik het wil, zal het boek van haar leven in het uur van haar dood rechtstreeks uit Mijn handen aan God overhandigd worden, en God zal vaststellen dat Ik dit boek herschreven heb volgens Mijn inzichten: Talloze woorden zullen vervangen zijn door andere, talloze schrijffouten zullen gecorrigeerd zijn, en alles zal geschreven zijn in Mijn handschrift, dat de bekoorlijke schoonheid van Mijn handen in zich draagt. Overweeg dit zorgvuldig: Wees als een boek in Mijn handen. Verzet je ook niet indien Ik beslis om de bladzijden met je persoonlijke plannen en verlangens uit het boek te scheuren, ze vóór je ogen te versnipperen en ze te vervangen door nieuwe bladzijden, die als titel zullen dragen: 'De verlangens van mijn Meesteres'. Laat je uiteindelijke levensdoel steeds dit zijn: dat je boek voor God aangename lectuur moge worden wanneer Hij het in het uur van je oordeel openslaat. Bedenk tevens dat Hij Mijn mooi handschrift slechts zal zien op de bladzijden die handelen over de punten in je leven waarin je Mij volmaakt en totaal, zonder enig verzet en met Liefde hebt gehoorzaamd".


17 juli 2006 (feestdag Maria, Koningin van de Nederigheid)

"Ik ben geroepen om de zielen terug te voeren naar hun staat van genade van vóór de erfzonde. Om geen andere reden dan deze, onderwerp Ik jou aan de strengste disciplines in gehoorzaamheid. De erfzonde was een zonde tegen de gehoorzaamheid: Het eerste mensenpaar heeft een verbod van God overtreden omdat in deze zielen de hoogmoed geboren was onder de influistering van de satan. Jou houd Ik op de strengste wijze aan Mijn voeten als een teken tegen de duisternis, een teken van de onoverwinnelijke macht van de Vrouw over alles wat menselijk is. Ik wil de zielen de drie wegwijzers voor de terugkeer naar de toestand van vóór de erfzonde tonen:

  1. vurige Liefde voor God en voor Mij, de Draagster van elementen van Gods macht;

  2. aanvaarding, zonder verzet of protest, van alle beproevingen en lijden, om de gevolgen van de erfzonde te helpen vergoeden, want het aanvaarde lijden brengt Verlossing uit de zonde;

  3. diepe en onbegrensde onderwerping aan Mij, Die de leiding over Gods Plan van Heil voor de zielen in handen heb.

Terugkeer naar de toestand van vóór de erfzonde betekent voor de zielen totale bevrijding uit de klauwen van de satan. Deze klauwen zijn het symbool voor zijn macht: hij plant deze in de zielen, en rijt hen ermee aan flarden. Ik ben de enige Die deze wonden kan genezen, en ook de enige Die de zielen zonder verdere schade uit deze klauwen kan bevrijden. Het enige wat Ik verlang, is dat de ziel niet langer knielt voor het 'beest', maar voor Mij, Gods Vertegenwoordigster en de enige Die rechtmatig de Meesteres van de ziel is. Ik ben de Koningin van de nederigheid. Nederigheid betekent dat de ziel zichzelf zodanig leegmaakt van elke gedachte aan zichzelf en eigen belangen en behoeften, dat God en Ikzelf alle plaats in haar kunnen innemen. Reeds om die reden krijgt de satan weinig vat op de nederige ziel: Hij stoot er op de machtige Meesteres van alle zielen voor Wie hijzelf op de knieën moet. In de hoogmoedige, trotse of verwaande ziel daarentegen, vindt hij een rijke voedingsbodem voor alle bekoringen, want deze ziel staat Mijn ware en onverdeelde heerschappij in zich niet toe. In deze ziel maakt de satan zichzelf ongemerkt tot heer en meester. (...)

Totale overgave aan Mij gaat verder dan de zielen het zien. Zij voltrekt zich in twee fasen:

  1. De ziel stelt zichzelf te Mijner beschikking, en laat Mij steeds méér over haar tijd beschikken;
  2. De ziel concentreert haar inspanningen op het afstand-doen van haar persoonlijke zwakheden en fouten. Zo kan een ziel niet zeggen dat zij Mij volkomen toebehoort omdat zij zich helemaal in Mijn dienst heeft gesteld, terwijl zij echter nog steeds vervalt in allerlei hartstochten zoals opvliegendheid, geïrriteerdheid, ongeduld, alle uitingen van onvrede, gebrek aan blijmoedigheid, protest tegen onvoorziene of voor haar eigen plannen storende gebeurtenissen of toestanden, opwinding over dingen die niet verlopen zoals zij zou willen, alle uitingen van onzuiverheid in hart en mond, enzovoort. Pas zodra deze hartstochten onder Mijn voeten gelegd zijn en de ziel zich niet meer door de satan laat bespelen op grond van dingen die te maken hebben met de loop van haar dagelijks leven, zal zij de vruchten dragen van Mijn heerschappij over haar, en kan zij stellen dat zij leeft in ware overgave aan Mij. Ware slavernij jegens Maria is niet verenigbaar met hartstochten. Met hartstochten bedoel Ik alle ongeregeldheden in het gevoelsleven en elke uiting van onvrede in het hart".


18 juli 2006

"Vele zielen begrijpen niet waarom zoveel slechte dingen gebeuren in een wereld die nochtans gemaakt is en bestuurd wordt door een almachtige God Die niets dan vurige Liefde en onfeilbare Wijsheid is. Dat zij echter dit bedenken: Gods Plan van Heil voorziet welbepaalde gebeurtenissen en ontwikkelingen, die zo uitgedacht zijn dat zij het Heil van de hele Schepping zouden bevorderen indien zij zich zouden voltrekken zoals Gods Eeuwige Wijsheid hen heeft voorzien. Doch de vrije wil van de mens kan elk Goddelijk Plan in de war sturen doordat deze vrije wil onaantastbaar is. God respecteert de vrije wil van de mens totaal, zelfs indien deze vrije wil de uitvoering van de Goddelijke Plannen hindert. Om deze reden zijn de zielen zelf verantwoordelijk voor alle ellende die in de wereld heerst. Alle ellende, alle onrust, heeft slechts één oorzaak: De mens die zijn vrije wil gebruikt op een wijze die niet overeenstemt met Gods inzicht en bedoelingen, en wel omdat de mens in een ongebreidelde mate ingaat op de ontelbare en zeer uiteenlopende bekoringen, influisteringen en misleidingen vanwege de satan.

Oorzaak van deze verleidbaarheid van de mens is zijn gebrek aan openheid voor de Ware, Goddelijke Liefde. In de mate waarin de ziel zich ontvankelijk houdt voor de ware, zuivere Liefde, wordt zij tevens bevrucht door de ware Wijsheid, en handelt en denkt zij volkomen zoals God Zelf zou handelen en denken. Ik, de Meesteres van alle zielen, heb de macht en de opdracht gekregen om deze onoverzienbare grote dwaling van de hele mensheid bij te sturen en aldus de zielen opnieuw in overeenstemming te brengen met het Heilsplan van God, dat erop gericht is om het Ware Geluk, de Ware Vrede, op aarde tot stand te brengen. Dat is het Geluk en de Vrede zoals deze heersten in de eerste zielen vóór zij de erfzonde bedreven. Indien alle zielen stipt zouden gehoorzamen aan Mijn onderrichtingen, zou de satan in drie dagen tijd onder Mijn voeten compleet onwerkzaam worden. Met verwijzing naar Jezus zou Ik aldus kunnen zeggen dat Ik de tempel van het Rijk Gods op aarde in drie dagen zou kunnen opbouwen.

De ziel kan ook aan het eigen hart wonden toebrengen. Vaak gebeurt dit op grond van een sluimerende onvrede. Onvrede vormt in de ziel een negatieve, afbrekende kracht die men kan vergelijken met een bijtende stof. Wanneer deze kracht aangewakkerd wordt door het vuur van de bekoring van jaloersheid, afgunst, nijd en dergelijke, kan deze bijtende stof als het ware gaten branden in het hart. Concreet betekent dit dat de stroming van de Liefde volledig ontwricht wordt doordat de toegangswegen voor Gods Liefde naar de ziel toe, gewoonweg onbruikbaar worden gemaakt. De ziel maakt het zichzelf onmogelijk om nog normaal te functioneren, want het ontbreekt haar steeds méér aan nieuwe levenskracht.

Onvrede in het hart, in welke vorm dan ook, is een bijtend gif dat wonden veroorzaakt. Spoedig is de ziel nauwelijks nog in staat om lief te hebben, noch om Liefde in zich op te nemen. De ziel met een gewond hart kan het soms niet eens meer verdragen dat een medemens lief, teder, vriendelijk, zacht of blijmoedig met haar omgaat. Zij raakt erdoor geprikkeld en verteert zichzelf nog méér. Ik ben hiervoor het ware Geneesmiddel, doch vaak moet Ik Mijn genezingswerk in het verborgene verrichten, opdat de ziel zichzelf niet nog méér schade toebrengt door aanstoot te nemen aan Mijn Tegenwoordigheid. Bid voor een ziel die verteert in het vuur van de onvrede van hart, door Mij te smeken Maria, machtige Meesteres van alle zielen, genees het gewond hart van ..... (naam)."


19 juli 2006

Myriam: "Mijn Meesteres, kunnen engelen gestraft worden?"

Maria: "Hun grootste straf is deze, niet door Mij uitgekozen te worden voor een opdracht die zij vurig hebben verlangd, voor Mij te zullen mogen uitvoeren. Dit wekt echter in hun hart bijkomende Vlammen van Liefde tot hun Meesteres op, want zij hunkeren er vurig naar, Mij zo spoedig mogelijk opnieuw totaal te behagen. (...).

Dit is de les die Ik alle zielen wil geven: De gouden sleutel tot de Schatkamer der gelukzaligheden, reeds tijdens het leven op aarde, ligt in de totale en onvoorwaardelijke overgave en zelfvernedering met als enig motief voor alle handelingen: de Meesteres van alle zielen volmaakt te dienen, te behagen en te bevredigen. Zolang de ziel zelfs nog maar één gedachte of verlangen op zichzelf, op de eigen belangen richt, kan Ik haar niet vervullen met de verrukkingen van de volheid van Mijn Liefde, want dan kan Ik niet totaal in haar heersen. Zodra de ziel volkomen onder Mijn voeten ligt, als een overwonnene, kan Ik met haar alles doen wat Ik wil, en zwelt Mijn Hart zodanig van Hemels genot dat de golven van Mijn verrukking in deze ziel overvloeien. De zielen moeten leren dat het genot en het Geluk dat zij najagen, nooit gevonden kunnen worden in een angstvallig terughouden van hun eigen wil voor de regeling en organisatie van hun gedrag en hun leven. Zodra zij hun wil voorgoed onder Mijn voeten leggen en op niets of niemand vertrouwen dan op Mij, Mijn Liefde, Mijn macht en Mijn Wijsheid, kunnen zij beginnen te leven met de Hemelse verrukkingen en gelukzaligheden uit Mijn voortuin.

Wanneer een mens die sport bedrijft, een wedstrijd absoluut wil winnen, balt hij door dat verlangen alle krachten van zijn wezen samen in zijn concentratie op dat ene doel, alsof daarbuiten niets anders meer bestond. Hetzelfde verlang Ik van alle zielen: dat zij zodanig intens naar Mij zouden verlangen dat al hun krachten erop gericht zijn, met Mij één te worden. Dat is het geheim van een vruchtbare slavernij jegens Maria: Buiten de Meesteres mag voor de slavin/slaaf niets meer bestaan dat haar/hem nog echt kan boeien, niets meer dat nog een deel van haar/zijn hart werkelijk beheerst. In het hart van de slavin/slaaf heerst de Meesteres, en niets of niemand anders. Dat is de eerste wet van het heilig Verbond van de totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Mij".


20 juli 2006

"Een boete voor bekeringen is zoals zwaar landbouwwerk: De soms zeer harde, met stenen beladen bodem van zielen moet omgeploegd worden om nieuw zaad van Leven in zich te kunnen opnemen. Je Meesteres kan dit bekomen in een oogwenk, doch tot bevrediging van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid is het noodzakelijk dat een ziel van de strijdende Kerk, dus een ziel die nog op aarde leeft in een lichaam, deze genade afkoopt door eigen lijden, gebed, offers, Liefde en onderwerping aan Gods Wetten en aan de Meesteres van alle zielen. Indien de Goddelijke Gerechtigheid dit aannemelijk maakt, kan hetzelfde worden bereikt door rechtstreekse bovennatuurlijke tussenkomst, bijvoorbeeld door een woord van Mij. Dat is dan een handeling die wordt gesteld onder de Goddelijke Barmhartigheid. In de meeste gevallen moet de normale weg gevolgd worden. Meestal wordt voor bekeringen gebeden, soms geofferd. In zeldzame gevallen wordt er voor geboet. Dit boetewerk behoort tot de opdrachten van Mijn ware slaven. Zodra zij de bodems van zielen voldoende hebben omgeploegd door de gave van hun eigen lichaam, strooit hun Meesteres het zaad in de bewerkte grond. Waarom is bekeringsboete zo zwaar?

  1. Omdat de bodem zeer hard kan zijn door allerlei verstarde en zondige gewoonten;

  2. Omdat de aardkluiten taai, stevig en kleverig kunnen zijn, zodat de ploeg spoedig bevuild raakt. Dit verwijst naar sterke wereldse gehechtheden;

  3. Omdat de grond vol stenen kan zitten: allerlei hindernissen in het vermogen van de ziel om lief te hebben en om Liefde in zich op te nemen. De stenen belemmeren de opname van de regen der Genaden in de ziel;

  4. Omdat de bodem vol kan zitten met taaie, verdroogde wortels: dit is het geval wanneer de ziel het Ware Leven verloren heeft;

  5. Omdat de bodem bewerkt moet worden tegen het opnieuw opschieten van onkruid en distels, en tegen een overmaat van ongedierte: allerlei ondeugden en een grote vatbaarheid voor bekoringen.

Bij deze werken wordt Mijn slavin/slaaf gevoed uit Mijn handen en voortgedreven door de zoete zweep van Mijn Liefde. Haar/zijn grote drijfveer is het vooruitzicht, diep in het hart, van de uiteindelijke triomftocht van haar/zijn Meesteres doorheen het opschietende graan op deze akker. De Hemelse Graanschuren zullen haar/zijn eeuwig loon zijn. Tot hen die niet door Mij geroepen zijn tot de ware slavernij jegens Mij, zeg Ik dat ook zij deel kunnen krijgen aan dit lonend werk, door hun gebeden en hun verdraagzame Liefde, die de werken op de akker kunnen voorbereiden, en door hun blijmoedigheid en zachtmoedigheid waardoor zij de stralen van de zon naar deze akker toe kunnen trekken. (...)".


21 juli 2006

"Breng Mij eerherstel voor heiligschennissen. Heiligschennis roept duisternis en ellende over de zielen af, doordat zij de Liefde van God versmaadt. Elke schending van Gods Naam of Mijn Naam, een heiligdom, een sacraal voorwerp, het Allerheiligste Sacrament, en gebrek aan eerbied en verering tijdens Consecratie en de Heilige Communie, ontering van beelden of afbeeldingen die God of Mij vertegenwoordigen, enzovoort, komt neer op schade die wordt toegebracht aan een uiting van Gods Liefde. Wie de Liefde schendt, wekt de haat en vergroot de macht van de satan over de zielen. Ik wil daarom dat jij, slavin van Mijn Liefde, aan Mijn voeten geknield in de naam van alle zielen van alle tijden om vergiffenis smeekt voor heiligschennissen die door de eeuwen heen zijn gepleegd. Na deze smeking zal Ik je de toelating geven om vergoeding te brengen in de vorm die het krachtigste tegengewicht voor heiligschennis vormt: ononderbroken knievallen voor Mijn voeten, tot Ik je zeg om op te houden. Doe nu wat Ik verlang.

(...) Zelfverloochenende Liefde die verrukking brengt, veronderstelt een bereidheid om zichzelf zoals een tapijt uit te spreiden onder de voeten van de Meesteres: plat, strelend zacht, en zonder een eigen wil. Zalig het tapijt dat de Meesteres van Hemel en aarde mag dragen".


22 juli 2006

"De maan is niet in staat om uit zichzelf licht te geven, en toch verlicht zij soms het hele landschap van een donkere nacht, omdat de zon, die op dat ogenblik verborgen is, haar bestraalt. Op gelijkaardige wijze ben Ik in deze uren van duisternis en beproeving bezig, de beproefde harten te bestralen. De harten zien noch de stralen, noch de bron ervan, evenmin als men de zon kan zien terwijl zij de maan bestraalt. Laat de zielen nooit twijfelen aan Mijn onovertrefbare macht: Zij uit zich in vele genaden die voorlopig in het verborgene moeten blijven omdat Mijn Liefde dit noodzakelijk maakt. Een verborgen genade werpt vaak grotere vruchten af en maakt meer verdiensten mogelijk, omdat zij onttrokken blijft aan de invloedssfeer van Mijn tegenstander.

Op dit ogenblik lijkt de macht van de satan duidelijker dan Mijn macht. Dit komt doordat hij inspeelt op het waarneembare, omdat dit voor hem de snelste resultaten oplevert: Het effect van zijn invloed op waarneembare dingen en gebeurtenissen is het meest indrukwekkend. Mijn macht daarentegen, werkt bij voorkeur in op het niet waarneembare, dat echter schatten voor de eeuwigheid verzamelt omdat het de ziel steen voor steen heropbouwt. Mede daarom is Mijn macht onaantastbaar: Zij beïnvloedt diepliggende elementen waaraan de satan niets kan veranderen, op voorwaarde dat de ziel hen terdege laat afschermen. Zij kan dit slechts op één manier bekomen: door doorheen elke beproeving en ondanks alle uiterlijke schijn rotsvast in Mij te blijven geloven. Geloof in Maria verlamt de satan. In elke beproeving kan de ziel zichzelf afgrendelen voor de satan door met Vuur te herhalen: Ik ben van Maria. Zij is mijn enige Meesteres. Zij beheerst alles. Ja, ook het negatieve, het schijnbaar uitputtende, heeft waarde, want het kan een immense krachtbron worden in de fundering van de ziel, waar de schatten voor het Eeuwig Leven en de Hemelse Gelukzaligheid bewaard worden".


26 juli 2006

"(...) Augustus is de maand van Mijn verheerlijking. In die maand ben Ik met ziel en Lichaam ten Hemel opgenomen, en ben Ik gekroond tot Koningin van Hemel en aarde. Deze buitengewone en unieke verheerlijking is voor alle eeuwen op de mensheid afgestraald in buitengewone genaden. Niet toevallig wordt de maand augustus besloten met de feestdag van Mijn hoedanigheid als Middelares van alle Genaden. (...)

Bij deze openbaar Ik je tevens dat het Mijn wens is dat 22 augustus, de feestdag van Mijn Kroning tot Koningin van Hemel en aarde, eveneens de feestdag zou worden van Maria als de Meesteres van alle zielen.

(...) Augustus laat Maria zien in Haar unieke eigenschappen, Haar macht, Haar Glorie, Haar verhevenheid boven al het geschapene. Het is de maand van de verheerlijking van Gods grootheid die een mensenziel heeft vergoddelijkt door Haar te bekleden met de volmaaktheid in alle deugden, met elementen van Zijn macht, met Zijn schoonheid, met Zijn Mysteries. Ik wil dat de zielen gedurende de maand augustus smeken om de genade, steeds méér herschapen te worden naar Mijn voorbeeld. Augustus moet een maand van intense heiliging zijn. Beschouw in dit licht ook de feestdag van 13 augustus, die Mij eert als de Toevlucht der zondaars: Maria heeft de macht om de vervallen ziel te herscheppen tot een heilige ziel. (...)".


27 juli 2006

"Wanneer je tot Mij zegt Maria, machtige Meesteres van alle zielen, mij geschiede naar Uw woord, volg je Mijn voorbeeld na. Met de woorden 'Mij geschiede naar Uw woord' beleed Ik ten overstaan van de aartsengel Gabriël Mijn bereidheid om op volkomen wijze ingeschakeld te worden in Gods Heilsplan voor de zielen. Jij doet met deze woorden hetzelfde jegens Mij. Je belijdt hierdoor je bereidheid om alles te ondergaan wat Ik wil, voor het Heil van de zielen. Deze woorden betekenen dat je je rekenschap geeft van de noodzaak om met heel je wezen en heel je leven ter beschikking te staan van Mijn verlangens, tot verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Met deze woorden schakelt de ziel haar eigen verlangens uit, zij geeft als het ware haar eigen leven prijs om Leven te helpen geven aan zielen die bezig zijn, het Ware Leven te verliezen door de zonde. Met heel je hart belijden 'mij geschiede naar Uw woord', is in wezen de deur openen naar de ware volmaaktheid in de Liefde, want geen groter Liefde kan men hebben dan deze, dat men zijn leven geeft voor zijn medemens. De woorden 'Mij geschiede naar Uw woord' vormen in wezen de handtekening onder een heilig Verbond van zelfverloochening tot verwezenlijking van Gods Heilsplan. Er is niets groters dan dat. Deze woorden zijn bovendien voor alle eeuwen geheiligd, omdat Ik ze voor het eerst heb uitgesproken.

Ziekte is niet een opschorting van het leven, zoals vele mensen denken. Ziekte is een andere vorm van leven, een aansporing tot inkeer of toewending van de beschouwing naar de kern van het hart. In de ziekte kan de ziel nieuwe wegen ontdekken om het Ware Leven terug te vinden, of om haar reis naar haar ware levensdoel nog efficiënter te maken. Daarom sta Ik in hen die zich totaal aan Mij weggeven, niet toe dat ziekte voortijdig opgeheven wordt, want Ik wil dat zij hun ziekte ten volle en bewust benutten om een aantal dingen van zich af te gooien die bezig waren, hun reis te hinderen. Ziekte is een zuiveringsproces in het lichaam. De zielen mogen echter nooit uit het oog verliezen dat zij slechts leven voor de noden van de ziel, en dat het lichaam hieraan volkomen ondergeschikt is. Het lichaam is één van de grootste middelen via dewelke de noden van de ziel tot bevrediging gebracht kunnen worden. Om deze reden moet ziekte eveneens beschouwd en beleefd worden als een weg naar zuivering voor de ziel en voor de wegen naar de verwezenlijking van haar levensroeping. Tijdens ziekte tracht Ik de onder Mijn hoede gestelde ziel te voeden met inzichten voor de aanpassing van bepaalde levenspatronen die ertoe neigen, dwaalwegen voor de ziel te openen. Vooral in de zielen die Ik waarlijk tot Mijn eigendom heb gemaakt, sta Ik dit laatste niet toe, want zij zijn ertoe geroepen om Mijn Werken te volbrengen. (...)"


28 juli 2006

"(...) Zie hoe de satan de lichamen tot zijn rijk poogt te maken. Beschouw het pentakel als een zwaard met vijf scherpe punten waarmee de satan ongenadig de zielen verwondt vanuit het lichaam, en wel via:

  1. Onkuisheid. De ongebreidelde betrachting en beleving van het seksuele op wijzen en voor doelstellingen die afwijken van Gods bedoelingen. Ik stel hier tegenover de maagdelijkheid, de lichamelijke reinheid. Ik wil van Mijn getrouwen, in de mate van hun mogelijkheden in hun concreet dagelijks leven, de sleutel tot hun lichaam ontvangen, opdat hun reinheid voor altijd in Mijn bewaring kan blijven.
  2. Genotzucht. De ongebreidelde betrachting van de bevrediging van alle behoeften die met de beleving van de lichamelijkheid verband houden. Ik stel hier tegenover de soberheid, de offerbereidheid, de zin voor versterving, de verloochening van een zo groot mogelijk aandeel van de lichamelijke behoeften, die vaak slechts schijnbehoeften zijn en wier bevrediging dus niet levensnoodzakelijk is.
  3. IJdelheid. De neiging om te pronken met lichamelijke schoonheid, of om door bepaalde lichamelijke kenmerken behagen of zelfs erotische prikkeling op te wekken bij de medemens. Ik stel hier tegenover de eenvoud van het uiterlijk voorkomen. Ik vraag toewijding van lichamelijke schoonheid aan Mij tot verheerlijking van God, doch gereserveerdheid in het vertoon van de lichamelijkheid aan de medemens.
  4. Onmatigheid. De neiging om geen grenzen te stellen aan de opname van stoffen in het lichaam, maar ook van indrukken in de geest. Hierdoor krijgen het lichaam en de zintuigen de gelegenheid om de hele belevingswereld te overheersen en de ziel te verslaven aan alles wat de wereld te bieden heeft. Onmatigheid richt de ziel zo totaal op het stoffelijke van buitenaf dat zij losgesneden wordt van elke inwendige beleving, van elk contact met het Hemelse. Ik stel hier tegenover de matigheid, de onthechting van het stoffelijke als enige bron van voeding voor de ziel.
  5. Onvoorzichtigheid. De neiging om met het lichaam om te gaan op wijzen die niet bevorderlijk zijn om het in stand te houden in de toestand waarin de Schepper het heeft bedoeld. Dat kan gebeuren door handelingen, gedragingen of het gebruik van stoffen waarvan de ziel weet of hoort te weten dat deze schadelijk zijn voor de gezondheid. Onvoorzichtigheid ontspringt aan bekoringen waarmee de satan beoogt, de ziel vanuit het lichaam te ondermijnen opdat het lichaam niet langer zijn door God beoogde rol zou kunnen spelen. Ik stel hier tegenover een gezond respect voor het lichaam zoals het is, zonder moedwillige risico’s of oververmoeidheden en met een gezonde zin voor boetvaardigheid.

Ik wil dat Mijn getrouwen Mij hun lichaam in bewaring geven, en dat Ik alleen de sleutel ervan in handen krijg, opdat Ik alle controle en macht kan uitoefenen over hun lichaamskapitaal, hun seksualiteit, hun lichamelijke relaties met hun medemens, hun behoeftenbevrediging, hun voedingsgewoonten. Ziehier de diepste betekenis van de maagdelijkheid: de betrachting om het lichaam in een zodanige gesteldheid te bewaren, dat het een gezonde voedingsbodem voor reine, waarlijk Hemelse vruchten kan worden door dewelke de ziel niet verzwakt doch met nieuw Leven gevoed kan worden.

In het Aards Paradijs had de Schepper een boom voorzien die het grote symbool voor het Goddelijk Leven zou zijn. God had de eerste mensenzielen het voorschrift opgelegd, niet te raken aan de vruchten van die boom. Zo zou deze boom een zichtbaar getuigenis afleggen voor de heiligheid van de mensenzielen, want het ongerept-blijven van de boom zou tegenover de satan getuigen van de gehoorzaamheid van de mens, en dus van zijn volkomen Liefde jegens de Schepper. De satan zelf en zijn gevolg, hadden immers reeds hun heiligheid als engelen van God verloren door ongehoorzaam te worden. De satan nam aanstoot aan dit getuigenis, en heeft in de gedaante van een slang de boom van de heiligheid verontreinigd door zijn tegenwoordigheid en door vanuit deze boom met succes de eerste zonde, de erfzonde van de ongehoorzaamheid, aan de eerste vrouw in te geven.

De vrouw heeft op haar beurt de eerste man deelachtig gemaakt aan deze zonde. Daarom zou de vrouw binnen het Oud Verbond als onrein gelden, en zou de overdracht van het leven van vrouw op kind voor altijd verontreinigd zijn en met barensweeën gepaard gaan. God heeft in Zijn barmhartige Liefde de poging tot heiliging van de mensheid en tot getuigenis voor deze heiligheid vernieuwd:

  • tegenover de boom van de heiligheid, die door het gebrek aan Liefde vanwege de eerste mensenzielen verontreinigd was, heeft Hij de Boom van het Nieuw en Altijddurend Verbond gesteld: het Kruis van Golgotha;

  • tegenover de zondige vrouw heeft Hij de allerheiligste, allerzuiverste, onbevlekte, voor eeuwig zondeloze Vrouw gesteld: Mij, Maria, de ware en eeuwige Meesteres van alle zielen;

  • tegenover de overdracht van de zonde van de vrouw aan de man, stelde Hij de doorgave van het Verlossing brengend Bloed tussen de machtige Vrouw en Haar Zoon in het Vlees, de Christus, de ware Boom des Levens;

  • tegenover de intriges van de helse slang die het leven vernietigt en de zonde baart, stelde Hij de almachtige voet van de Vrouw Die vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis de slang zou onderwerpen aan de onoverwinnelijke macht van Haar Liefde en Haar volmaaktheid in alle deugden, en Die de zonde onder Haar voeten verplettert en het Ware Leven baart in navolging van Haar maagdelijk Moederschap over Gods Zoon, het Leven Zelf;

  • tegenover de geschonden vrucht van de boom uit het Aards Paradijs stelde God de vergoddelijkte, onschendbare vrucht van de Onbevlekte Ontvangenis;

  • tegenover de erfzonde zelf als de overerving van de dood van de zielen, stelde Hij de Nalatenschap van de Christus: de Kerk en het Evangelie als de overerving van het Leven van de zielen.

Eva, de eerste vrouw, liet de zon over de zielen ondergaan. Ik, Maria, de nieuwe Eva, heb de Zon laten opgaan over de zielen voor een dag die geen einde meer zou kennen. Daarom ben Ik voor alle eeuwen de ware, machtige Meesteres van alle zielen. Zeg aan de zielen dat God Liefde is en het Ware Leven voor hen mogelijk maakt, doch dat zij zelf de dood over zich afroepen door de slang een plaats te geven in het paradijs van de ziel.

Zeg de zielen dat hun ellenden ontstaan uit het gif van de vruchten van een leven vol wereldse genoegens en gehechtheden, en dat hun enige redding ligt in een wedergeboorte van de Liefde tot de Boom des Levens, Jezus Christus, tot het Kruis van hun Verlossing en de kruisen uit hun eigen leven die een afdruk vormen van het grote Kruis van Christus, en tot de Vrouw Die de macht bezit om de slang uit hun zielenboom te verwijderen.

God schonk de mens het Aards Paradijs. Hij gaf hem de Boom des Levens, de Verlosser. Nu wil Hij hem de derde en grootste uiting van Zijn onovertrefbare Liefde geven: het Rijk Gods op aarde. Ik, de nieuwe Eva, heb het zaad ervan in Mijn handen. Eva is de koningin van de dood geworden. Ik ben de Koningin en Meesteres van het Leven. Help Mij, de bodem van het Rijk klaar te maken, opdat Ik het zaad van Leven voor dit laatste Paradijs kan uitstrooien".


29 juli 2006

"Jezus heeft aan de zielen het Nieuw en Eeuwigdurend Verbond nagelaten, dat zij telkens opnieuw ondertekenen bij het ontvangen van de Heilige Communie. Hoe lichtvaardig toch wordt deze heilige handeling doorgaans gesteld. Ik wil dat elke ziel die de Heilige Communie ontvangt, terdege begrijpt dat zij hierdoor in wezen drie dingen bezegelt:

  1. Zij belijdt haar persoonlijk aandeel in de schuld aan de Heilige Wonden en het Lijden van Christus. De gezamenlijke schuld van alle zielen heeft dit Lijden noodzakelijk gemaakt;

  2. Zij verklaart zich bereid om deel te hebben aan het Lijden van Christus, met andere woorden: Zij belijdt dat zij het kruis zal aanvaarden dat Gods Heilsplan voor haar persoonlijk heeft voorzien, zodat zij in de ware zin en ten volle deelneemt aan het Verlossingswerk, samen met Christus en tot ondersteuning van Zijn Lijden;

  3. Zij vraagt actief om de vruchten van het Lijden van Christus. Dit betekent echter dat zij haar leven ter beschikking stelt van God, opdat het Verlossingswerk daadwerkelijk in haar zijn effecten kan krijgen. Mogen de communicerende zielen begrijpen dat Ik, Maria, de leiding heb ontvangen over de concrete uitwerking van de Verlossing in de zielen, en dat zij zich door het ontvangen van de Heilige Communie dus in wezen ook bereid verklaren om hun leven in Mijn dienst te stellen. Ja, Jezus heeft in Zijn Nieuw en Altijddurend Verbond, Zijn Testament aan de zielen, op deze wijze de erkenning voorzien van Zijn Moeder als de Meesteres van alle zielen en Uitvoerster van het Heilsplan van God".


30 juli 2006

"(...) Het leven voltrekt zich op verschillende niveaus: het lichamelijke is het laagste niveau. Van de grootste waarde is op zich de gehoorzaamheid in de kern van de ziel. Dit betekent een blinde navolging van elke ingeving en aanwijzing die uit Mijn Hart overstroomt in het middelpunt van je wezen. De gehoorzaamheid in de concrete handelingen van het lichaam is op zich de laagste vorm. Het is slechts op grond van de erfzonde dat deze een zo grote meerwaarde heeft verworven, omdat de mens sedertdien zijn hele leven heeft geconcentreerd op het lichamelijke. God heeft dit nooit zo bedoeld. Daarom echter, vormt elke lichamelijke uiting van onderwerping, zoals bijvoorbeeld de zelfvernedering door zich op de knieën te werpen, een zo duidelijk teken van de algehele overgave. De gezuiverde, geheiligde mens gehoorzaamt in de eerste plaats vanuit ziel en hart. Door de erfzonde zijn de tekenen van zelfverloochening in het lichaam zo waardevol geworden, als tekenen van versterving aan het niveau van leven dat door de invloed van de zonde op kunstmatige wijze is opgetrokken van het laagste naar het schijnbaar hoogste: de lichamelijke beleving van de leefwereld. Oefen je daarom, zolang Ik het wil, in de gehoorzaamheid in ziel en hart, en laat de lichamelijke uitingen ervan naar Mij toevloeien volgens Mijn aanwijzingen. Ik ben de Meesteres van je lichaam, je lijden en alle lichamelijke noden en beperkingen".


31 juli 2006

"(...) De ziel wil diep vanbinnen vaak heel andere dingen dan datgene waarvan zij zich bewust is. In elke ziel, zelfs de meest zondige, brandt nog steeds het begin van een vlammetje dat verlangt naar het bovenwereldse, een behoefte aan het bovennatuurlijk leven. Zeer vele zielen zijn zich hiervan echter reeds jarenlang niet meer bewust. (...).

De weg van de verheerlijking is een weg van rozen. Terwijl het lichaam lijdt onder de doornen, ruikt het hart de bloemen en zien de ogen van de ziel hun pracht. Gods gaven worden steeds in hun geheel geschonken, zoals Hij ze heeft geschapen. Wanneer Hij rozen uitstrooit, dragen zij ook nog hun doornen, omdat de gave anders niet volkomen zou zijn. De ware graad van de heiligheid van de ziel blijkt uit de richting van haar blik. Schenkt zij vooral aandacht aan de doornen, dan blijkt hieruit dat zij nog aan de wereld vastzit. Kijkt zij in de eerste plaats naar de bloemblaadjes, dan leeft zij in wezen reeds in Mijn wereld. In het laatste geval zal zij wel degelijk ook de doornen zien, maar zij zal deze niet als doornen beschouwen, doch als geschenken van Liefde en tekenen van een Hemels voorrecht. Kijk Mij aan. Zie je niet eerst Mijn schoonheid? Niettemin draagt Mijn Hart méér doornen dan alle rozen van de wereld samen. Je zult ze niet zien, omdat zij omgeven zijn door een Vlammenzee van Liefde. Zo wil Ik het ook in de zielen van Mijn getrouwen. Dat zij Mij onophoudelijk smeken om méér Liefde, opdat hun doornen mogen branden. De hitte van het Liefdesvuur zal het parfum uit de bloemen vrijmaken en de Hemel in de ziel ontsluiten".