TOTUS TUUS, MARIA !

DE DAGERAAD VAN GODS RIJK OP AARDE

De Allerheiligste Maagd MARIA
openbaart het grootste Goddelijk Mysterie
van de Laatste Tijden:

De Glorie en Roeping van Maria als de
MEESTERES VAN ALLE ZIELEN

Manifest voor de Christenen van de Laatste Tijden
geschreven in opdracht van MARIA
 
Myriam van Nazareth

Opgedragen aan MARIA, Dageraad van Gods Rijk op aarde,
Gezegende Morgenster, Voorbode van de Eeuwige Lente
en
Meesteres van alle zielen door Goddelijke uitverkiezing


INHOUD

Inleiding

  1. Wortels van de Meesteres van alle zielen in de heilsgeschiedenis
  2. De fundamenten van de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen
  3. Het Tijdperk van de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen
  4. Verzet tegen de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen
  5. De positie van Maria binnen het christendom
  6. Wat behelst de roeping van Maria als Meesteres van alle zielen?
  7. Wat verwacht de Meesteres van alle zielen van U?
  8. Slotbeschouwing: De Dageraad van Gods Rijk op aarde

 

"Ik ben de Dageraad van het Rijk Gods op aarde. Ik kondig de eeuwigdurende zonovergoten zomerdag aan, de eeuwigheid waarin het Licht van Christus zal schitteren tot in de verste uithoeken van de Schepping". (MARIA – 22 december 2007)

"Het uur is aangebroken om het getal te vergroten van de zielen die Mij leren kennen in Mijn hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, omdat deze hoedanigheid de absolute bekroning vormt van de eeuwigdurende roeping die God Mij heeft gegeven. Je zult de bekendmaking hiervan bevorderen door het schrijven van een tekst waarvoor Ik je zal begeleiden in het hart. Je zult zo veel Licht ervaren dat deze bekendmaking waarlijk zal zijn vervuld van Gods Genade. Je zult daartoe Mijn eigen woorden gebruiken. Deze opdracht maakt deel uit van het grote offensief van het Licht tegen de duisternis". (MARIA tot Myriam – 13 december 2007)

Dit Manifest is door de Allerheiligste Maagd Maria geïnspireerd met als doelstelling, aan de zielen Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen te verkondigen en de onwrikbare Waarheid van deze hoedanigheid – die in deze tijd voor het eerst wordt geopenbaard – aan te tonen.

Op 22 mei 2007 ontving Myriam van Nazareth van de Allerheiligste Maagd Maria een visioen waarin de Hemelse Koningin Zich vertoonde in Haar waarlijk bovenaardse schoonheid. In de loop van het visioen veranderden de beelden van de verrukkelijk mooie vrouwelijke gestalte in beelden van een paradijselijke tuin van een eveneens op aarde ongekende schoonheid. Daarbij sprak de ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID de volgende woorden:

"Zie de Meesteres van alle zielen. Haar ziel zal een altijd bloeiende Tuin zijn, tot teken van het Goddelijk Leven. Haar grootheid zal onpeilbaar zijn, want Zij zal Draagster zijn van nooit geziene Glorie. Haar macht zal ongeëvenaard zijn onder al het geschapene, en Haar heiligheid volkomen. Zij zal de volheid van Ons welbehagen genieten, en Wij zullen Haar stellen tot Teken van lofprijzing voor de bewoners van het Hemels Paradijs, tot Teken van angst en verslagenheid voor de bewoners van de regionen des verderfs, en tot Teken van navolging voor de bewoners der aarde. Zij zal worden gediend en geprezen. Heiligheid en Licht zal Zij verspreiden, en alle uithoeken der Schepping zullen Haar grootheid schouwen en Haar macht ervaren in de volheid van de Tijd".

(ik zie nu een bron in de Tuin opwellen, en de stem spreekt verder):

"Zie de kern van het Wezen van je Meesteres: De nooit opdrogende Bron van Ons Goddelijk Leven draagt Zij in Zich, tot Haar soevereine beschikking. Zij zal het water van Goddelijk Leven laten stromen volgens Haar welbehagen, over de zielentuinen die ernaar verlangen, te delen in Haar heiligheid en de vruchten van Haar Tuin. Dit water zal de bodem der aarde klaarmaken voor de grondvesting van Ons Rijk, en de bodem der hel zal schudden onder de macht van Haar voeten. Zielen, drink uit de Bron die Wij in Haar hebben ontsloten voor tijd en eeuwigheid". (ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID – 22 mei 2007)

Op het ogenblik waarop deze buitengewone openbaring mij werd geschonken, was de hoedanigheid van Maria als Meesteres van alle zielen mij reeds bekend sedert de Allerheiligste Maagd Zich voor het eerst onder deze titel aan mij had geopenbaard op 26 november 2005. De Koningin van Hemel en aarde sprak daarbij: Het is Gods Wil dat Ik in dit uur aan de mensheid bekend word als de Meesteres van alle zielen. (MARIA – 26 november 2005)

Maria maakte toen duidelijk dat hiermee een nieuw luik in de Openbaringen over Haar figuur en hoedanigheid was geopend, want Zij voegde hier onder andere nog aan toe:

"Als Meesteres van alle zielen zal de oneindige macht worden geopenbaard die God Mij over de zielen heeft gegeven en waardoor Ik het Spiegelbeeld van God zal zijn in de harten. Ik regeer de harten die Mij volkomen zijn toegewijd. Ik pleeg Mijn macht uit te oefenen in het verborgene, omdat de wereld niet klaar was om Mijn soevereine macht te erkennen. Jou heb Ik geroepen, en vorm Ik, om Mijn macht uit de schaduw te laten treden". (MARIA - 26 november 2005).


1. Wortels van de Meesteres van alle zielen in de heilsgeschiedenis

Reeds in het Boek Genesis, het begin van de Bijbel, openbaart God 'de Vrouw', Die voor altijd de grote Vijand zal zijn van het serpent dat de eerste mensenzielen heeft aangespoord tot de erfzonde. De erfzonde was de zonde waartoe het eerste mensenpaar door de slang (de duivel) in het Aards Paradijs werd aangezet. Zij bestond uit de overtreding van het gebod dat God aan de eerste zielen had gegeven. De erfzonde was dus een zonde van ongehoorzaamheid en hoogmoed. Door de erfzonde verbrak de mens meteen het heilig verbond dat God voor alle tijden met hem had gesloten. Deze zonde werd 'erfzonde' genoemd omdat de effecten (uitwerkingen) ervan zouden blijven overgaan van generatie op generatie: Alle zielen na het eerste mensenpaar zouden vanaf hun ontvangenis worden getekend door een 'merkteken' dat jegens God zou blijven getuigen van de ongehoorzaamheid en de hoogmoed van de eerste mensenzielen.

Ongehoorzaamheid en hoogmoed waren precies de eerste uitwerkingen van de ontsporing van de duivel zelf: Lucifer (later de satan geheten), oorspronkelijk de hoogste in rang onder de engelen, verloor zijn heiligheid door zijn aanvankelijke Liefde tot God op zichzelf te beginnen richten. Liefde werd tot eigenliefde, zelfzucht, en daardoor tot hoogmoed, want Lucifer begon zichzelf zozeer te beminnen boven alles (God inbegrepen) dat sprake kan zijn van verafgoding van zichzelf. Hier werd de hoogmoed geboren, met als logisch gevolg de ongehoorzaamheid: Lucifer weigerde God nog langer te erkennen als zijn Meester, en begon God te beschouwen als een hinderpaal voor de bevrediging van zijn eigen verlangens, die niets minder beoogden dan de verovering van het hele Rijk Gods om het te veranderen in een rijk dat aan hem (de duivel) onderworpen zou zijn.

Omdat het Rijk Gods een Rijk van volmaakte Liefde, Vrede en harmonie is, en Lucifer talloze andere engelen wist te besmetten met zijn gesteldheid van haat, onvrede, wanorde, ongehoorzaamheid, hoogmoed en machtswellust, was voor hem en zijn gevolg geen plaats meer in de Hemel. De opstandige engelen werden uit de Hemel verstoten en zouden voortaan duivels heten. Zij zouden hun eigen rijk uitbouwen door mensenzielen in hun eigen navolging te bekoren tot ongehoorzaamheid jegens God. Dit was wat voor de eerste maal gebeurde met de erfzonde, die door alle verdere zonden van de mensheid doorheen alle eeuwen zou worden gevolgd. Door de erfzonde is in de mensenziel een verwonding opgetreden, die de mens vatbaar maakt voor verdere zonden. Wij kunnen het zo beschouwen, dat via deze verwonding de stroom van Liefde vanuit Gods Hart op onvolmaakte wijze in de ziel wordt opgenomen en verwerkt, en dat het gif van de bekoringen zich langs diezelfde weg zeer snel in de ziel verspreidt.

Lucifer en zijn gevolg richtten hun haat van meet af aan tegen de mens, omdat deze het voorwerp was van de opstand van Lucifer tegen God. De Allerhoogste had aan de engelen Zijn voornemen medegedeeld dat Hij de mens zou scheppen, een wezen dat van nature net onder de engelen zou horen te staan doch dat het voorrecht zou genieten om tot Gods beeld en gelijkenis te worden geheiligd. Daartoe zou God in de hoedanigheid van Zijn Tweede Persoon als Mens in de wereld worden gezonden om de menselijke natuur in het Goddelijk Leven op te nemen.

God verkondigde aan de engelen dat de Zoon Gods als God-Mens zou worden geboren in het vlees, uit een menselijke vrouw. Van deze vrouw werd hen reeds de kiem van de ziel getoond en werd hen verkondigd dat deze kiem 'de Vrouw' zou heten en dat Zij macht en heerschappij zou krijgen over al het geschapene (mensenzielen en engelen). Toen werd besloten tot de Menswording van de Tweede Goddelijke Persoon, Die als de Christus (Gezalfde) of Messias (Gezondene) van God de mensenzielen van goede wil uit de dodelijke uitwerkingen van de zonde zou verlossen, verkondigde de Allerhoogste aan de engelen de volgende Goddelijke Verordening (zoals geopenbaard aan Myriam in mei 2007):

"Nu de volheid van de Tijd daartoe is aangebroken, verordenen Wij, God van al het geschapene, dat Wij als God-Mens ter aarde zullen neerdalen om er gedurende de in Onze Wijsheid vastgestelde tijd een leven te leiden in het Vlees. Wij zullen Onze Godheid behouden doch tegelijkertijd het bewustzijn van alle menselijke zijnsniveaus aannemen. Wij zullen Ons te dien einde toevertrouwen aan de vlekkeloos heilige Schoot van de door Ons voor alle tijden uitgekozen 'Mèrjam', de Oceaan van macht en heiligheid ('de Vrouw'). Mits Zij Haar toestemming met de volvoering van Ons Goddelijk Raadsbesluit via Haar maagdelijk vlees aan Onze boodschapper kenbaar maakt, zal voor Ons in dit vlees de wordingsgang als 'de Mens' een aanvang nemen. Wij zullen het vlees omhelzen om het in al zijn zwakheden te heiligen door Onze vrijwillige Zelfofferande. Door deze Zelfofferande zullen Wij de mensheid verlossen uit de eeuwigdurende duisternis die zij over zich had afgeroepen.
Daartoe zullen Wij gedurende het vastgesteld aantal jaren niet toestaan dat de ervaring van het Mens-zijn zou worden verhinderd door Onze Godheid, Die nochtans evenzeer Ons ware Wezen zal blijven. Hierdoor zullen Wij de zielen de ware weg tonen om Onze Werken van Verlossing en heiliging in zich te voltooien, door hun navolging van Ons voorbeeld, want door de onaantastbaarheid van hun vrije wil zou, volgens de Wet van Onze Gerechtigheid, de Verlossing niet volkomen zijn indien zij aan de zielen werd opgedrongen zonder hun eigen aanvaarding en inbreng. De eerste aanzet tot deze aanvaarding en inbreng zal Ons worden gebracht door Haar Die Wij hebben uitgekozen tot de innigste eenwording met Ons in vlees en geest, en Die te dien einde door Ons is bestemd om de ware Koningin van het geschapene te zijn voor tijd en eeuwigheid". (ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID – mei 2007)

Bij deze aankondiging van de Menswording van de Zoon van God hoorde dus de voorstelling (aan alle engelen) van Haar Die Hem in het vlees zou dragen en baren: 'de Vrouw' (de Allerheiligste Maagd Maria). Op 8 december 2006 openbaarde Maria aan Myriam van Nazareth de woorden die God sprak bij de schepping van Haar ziel:

"Ziehier de mensenziel, hersteld in haar oorspronkelijke staat van heiligheid en bekroond met het Vuur van Onze Godheid. De Vrouw zal Zij zijn. Uit Vuur van Ons Vuur maken Wij Haar. Het diepe wezen van alles wat Wij hebben gemaakt en nog zullen maken, zal in Haar aanwezig zijn in de hoogste graad van volmaaktheid. Zij zal macht hebben over al het geschapene, Zij zal de volheid van het Leven dragen, Zij zal Onze Mysteries doorschouwen. Groot Teken zal Zij zijn, aanstoot en vernedering voor de duisternis, want het Licht zal in Haar wonen en aan Haar Hart ontvloeien. Al het bezielde zal Haar voeten verheerlijken, want alle werken der duisternis zullen onder Haar voeten vergaan tot stof. Leef en heers, Vuur van Ons Vuur, want in U zal komen die IS. In U zal Hij zijn, en Gij in Hem. Marjam zal Uw Naam zijn: Oceaan van Goddelijke macht, rijkdom en Glorie". (ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID – 8 december 2006)

In mei 2007 openbaarde de Meesteres van alle zielen aan Myriam van Nazareth bovendien de volgende aankondiging vanwege de Allerheiligste Drievuldigheid in verband met Haar pas geschapen ziel:

"Prinsen en dienaren van Ons Eeuwig Rijk, aanschouw Haar, Die Wij ertoe hebben beschikt om in de Laatste Tijden vóór de volheid van de Tijd Koningin en Meesteres te worden over alle bewoners van deze Hemelse regionen, over alle zielen die Wij nog zullen scheppen, en over alle oorden en zijnstoestanden waarin deze zich ook zullen bevinden. Zij zal Onze macht vertegenwoordigen jegens al het levende en het niet-levende, het bezielde en het niet-bezielde. Kniel nu voor jullie Meesteres, zoals alle zielen dit zullen doen in tijd en eeuwigheid". (ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID – mei 2007)

Deze Goddelijke opvordering werd voor de hoogmoedige en machtsbeluste opstandige engelen onder aanvoering en inspiratie van Lucifer de aanleiding voor hun definitieve afscheuring van God. Zij weigerden, een menselijke vrouw te erkennen als hun Meesteres en Haar voor alle eeuwigheid vlekkeloos en onvoorwaardelijk te moeten gehoorzamen. Gods Decreet stond echter voor eeuwig vast. Eeuwen later zou de ziel van Maria onbevlekt worden ontvangen, dit wil zeggen: gevrijwaard van de erfzonde, en dus volmaakt heilig, opdat Zij een waardig Tabernakel zou kunnen zijn waaruit de Christus als God-Mens kon worden geboren. Na een leven zonder enige zonde, fout, tekortkoming of nalatigheid jegens Gods Wetten, werd Maria met Lichaam en ziel ten Hemel opgenomen en voltrok de Allerhoogste aan Haar voor de ogen van het voltallig Hemels Hof de bekroning van Zijn Goddelijk Decreet. Op 22 augustus 2006 openbaarde Maria aan Myriam van Nazareth de volgende woorden die de Allerheiligste Drievuldigheid sprak bij de Kroning van Maria tot Koningin en Meesteres van al het geschapene. De Drie-Ene God verkondigde deze woorden aan alle gelukzaligen, die vóór Maria geknield lagen:

"Het is Onze Wil dat vanaf dit uur aan alle bewoners van deze Hemelse regionen, van de aarde, van het oord van loutering, en van de hel, verkondigd worde dat deze ziel, MARIA, de Onbevlekte Moeder van het Woord, in uitvoering van Ons Wilsbesluit dat vaststaat sedert eeuwen, de troon, de kroon en de scepter ontvangt van de ongeëvenaarde macht als Koningin over al het geschapene. Zij zal op soevereine wijze heersen en regeren over alle zielen en over al het niet-bezielde. Zij is bekleed met Onze onbetwistbare Wil en met Onze onaantastbare macht, en Zij zal heersen in Onze Allerheiligste Naam. Haar woorden zullen zijn als wetten die Hemel, aarde en alles onder de aarde binden. Haar macht vindt haar oorsprong in Onze Godheid, en Zij zal er vrij en soeverein over beschikken op grond van Haar onvergelijkbare verdiensten, verzameld in de uitvoering van de unieke roeping die Zij van Ons heeft ontvangen en met volmaakte benutting van de hoedanigheden, Genaden en Voorrechten die Zij uit de Bron van Ons Goddelijk Leven heeft kunnen putten en waarmee Zij als enige ziel is bekleed.

Het is Onze Wil dat Zij door alle zielen voor alle eeuwen zal worden gediend, gehoorzaamd en verheerlijkt. Zij zal alle macht hebben om te bevelen aan, en totale onderwerping en gehoorzaamheid te genieten vanwege, alle engelen, alle verheerlijkte zielen, alle zielen op aarde en alle verdoemde zielen. Geen element van Onze Schepping, hetzij ziel hetzij onbezielde stof, zal het vermogen bezitten om aan Haar macht en Haar bevelen, van welke aard of inhoud ook, te weerstaan. Daarom zal Zij Meesteres van al het geschapene worden genoemd, want Wij leggen alles onder Haar voeten. In Haar handen leggen Wij de voltooiing van Ons Plan van Heil voor de zielen, waarvan de vruchten door God de Zoon zijn ontsloten. Zij zal regeren en heersen met onbegrensde macht en met onfeilbare Wijsheid, op grond van Haar volheid aan Genaden. Na Onze Godheid zal Zij doorheen alle eeuwen het voorwerp zijn van het grootste eerbetoon.

Als Koningin over al het geschapene en Meesteres van alle zielen zal Zij een bemiddelende alsook een herstellende en een aanvullende rol vervullen bij de voldoening van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Zij zal daartoe vrij en soeverein kunnen beschikken over alle middelen uit de Bron van het Goddelijk Leven, alsook over alle zielen. Zij zal alle macht hebben over de uitwerkingen en vormgeving van Onze Goddelijke Voorzienigheid. Alle gehoorzaamheid, verheerlijking, eerbetoon en dienst jegens Haar, zal gelden als gehoorzaamheid, verheerlijking, eerbetoon en dienst jegens Onze Godheid, en alles wat Haar wordt onthouden, zal gelden alsof het aan Onze Godheid is onthouden, want deze Ziel vertegenwoordigt Ons naar alle zielen toe. In de Kroning van deze Ziel is het fundament van de voltooiing van Ons Plan van Heil volmaakt geworden. Geen enkele van Haar verlangens zal onvervuld blijven, en alles wat is en nog zal zijn, zal onderworpen zijn aan Haar onweerstaanbare macht. Zo luidt het Besluit van Onze onbetwistbare Goddelijke Wil". (ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID – 22 augustus 2006)

In visioenen is mij geopenbaard hoe, op het ogenblik waarop Maria de Hemel betreedt, alle engelen en gelukzaligen zich voor Haar op de knieën werpen. Gedurende de hierboven weergegeven aankondiging vanwege de Allerheiligste Drievuldigheid liggen deze als een onoverzienbare zee vóór Haar voeten geknield. Na de Kroning defileren alle hemelbewoners als in een eindeloze processie voorbij Maria’s troon om zich één voor één aan Haar voeten neer te werpen als akten van persoonlijke onderwerping, en verrichten zij ook diverse eedafleggingen van trouw en gehoorzaamheid jegens Haar als hun Koningin en Meesteres. De Heilige Aartsengel Michaël werpt zich als prins van de engelen negen maal vóór Haar op de knieën en legt jegens Haar nog een afzonderlijke gelofte af in naam van de negen engelenkoren.

Gedurende deze Hemelse plechtigheden wordt aan Maria de volheid van de kennis over alle eeuwen en alle zielen geopenbaard en schouwt Zij in een visioen ALLE zielen van alle eeuwen, over wie Zij bij Goddelijke volmacht de macht als Meesteres van al het geschapene zal bezitten: zeer vele miljarden engelen, mensenzielen en duivelen. De volle omvang van het Rijk van Maria (Gods Rijk waarin Zij Gods beschikkingen ten uitvoer kan leggen) en van de onvoorstelbaar grote macht die Zij hierdoor verwerft, wordt Haar getoond als de grootste uiting van Liefde die God ooit jegens een ziel heeft gesteld, en wel op grond van Haar leven in volmaakte heiligheid. Aan Haar wordt tevens de opdracht toevertrouwd om zielen te vormen volgens Haar model.

In mei 2007 openbaarde Maria als volgt aan Myriam van Nazareth het vervolg van de getuigenissen die God na Haar Kroning jegens alle hemelbewoners aflegde over de unieke grootheid van de Hemelse Koningin:

"In de laatste Openbaringen die Ik je heb geschonken tot bekendmaking van Mijn ware aard als Wedergeboorte van het Aards Paradijs heb Ik je in woord en beeld getoond hoe de Allerheiligste Drievuldigheid Mij rijk beloonde voor Mijn leven in volkomen eenheid met Gods Wet, door Mij na Mijn opname ten Hemel te kronen tot Koningin en Meesteres over al het geschapene. Eén van de allereerste verrukkingen die Ik in Mijn Hemels Leven genoot, bestond uit de langdurige visioenen die Mij werden geschonken tijdens de Kroning en onmiddellijk erna, terwijl miljoenen en miljoenen gelukzaligen en engelen zich vóór Mijn voeten neerwierpen in vurige verheerlijking van Mijn macht, Mijn verhevenheid en Mijn Glorie als Koningin en Meesteres van alle zielen. In deze visioenen schouwde Ik de vele miljarden zielen die God ooit had geschapen en nog zou scheppen, en waarvan Ik volkomen kennis kreeg en over wie Mijn absolute en soevereine macht zich zou uitstrekken. Terwijl als in een eindeloos rollende echo de stem van de Allerhoogste bleef weerklinken met de woorden: "Maria, aanschouw Uw dienaren" zag Ik vóór de ogen van Mijn ziel de grootheid, de onbeperktheid, de aard en de fundamenten van Mijn macht en alle gevolgen ervan.

Mij werd geopenbaard dat elk woord dat Ik over een ziel zou spreken, elke wenk die Ik jegens of met betrekking tot een ziel zou geven, en elk verlangen dat Ik tot God in verband met een ziel zou uiten, kracht van Wet zou krijgen en zou worden ingeschreven in het Boek der Goddelijke Gerechtigheid als een Decreet dat restloos vervuld moest worden. Mij werd getoond dat elke ziel, zonder enige uitzondering, op zeker ogenblik in de loop der tijden voor Mij zou neerknielen, zodat niet één ziel die God ooit heeft geschapen, niet ten minste één maal aan Mijn voeten zal liggen. Mij werd geopenbaard dat elke ziel zo totaal in Mijn macht zou zijn dat Ik met één 'ja' of één 'neen' haar hele leven en ontwikkelingsgang totaal zou kunnen veranderen. Dat is de diepe betekenis van de openbaring die Ik reeds vroeger aan de wereld verkondigde en die zegt dat Ik Gods Genaden uitdeel aan wie Ik wil, wanneer Ik het wil, voor zolang Ik het wil en in de mate waarin Ik het wil. (...) Deze macht met haar onoverzienbare uitingen maakt deel uit van de zichzelf eeuwigdurend vermenigvuldigende stroom van gelukzaligheden en verrukkingen die Mijn ziel geniet omdat zij Gods Wet tot enige drijfveer en doelstelling van al Haar doen en laten heeft gemaakt. Elke ziel kan reeds op aarde haar eeuwige gelukzaligheden vermenigvuldigen door Mij, als Vertegenwoordigster van de Goddelijke macht, te erkennen en belijden als de Meesteres van alle zielen, en Mij na te volgen in totale en onvoorwaardelijke toewijding". (MARIA – mei 2007)

Nadat Adam en Eva de erfzonde hadden bedreven, ging het Aards Paradijs verloren: De mensenzielen zouden niet langer leven in volmaakte staat van genade en heiligheid, in volkomen overvloeiing tussen Gods Hart en de zielen. De breuk van het heilig verbond waardoor de zielen in het Aards Paradijs zouden leven als in een uitbreiding van Gods Rijk, zou voor de zielen de verplichting tot goedmaking met zich meebrengen. De zielen zouden voortaan het lijden in het vlees, in het gemoed en in de geest ervaren. De Christus zou dit lijden op Gods Tijd komen heiligen (vruchtbaar maken) door het te bekleden met het zegel van Zijn Goddelijk Bloed. God had jegens de duivel wel een antwoord klaar op het verval van het Aards Paradijs: De Vrouw Die reeds aan alle engelen (toen nog met inbegrip van Lucifer en zijn volgelingen) was voorgesteld, zou Zelf het wedergeboren Aards Paradijs zijn (dit Goddelijk antwoord is zeer uitgebreid geopenbaard in het boek Wedergeboorte van het Aards Paradijs – Myriam van Nazareth, mei 2007).

Zo aanschouwen wij dus Maria, de Allerheiligste Maagd, als het grote Boegbeeld van de zielen en het verpletterend antwoord van God jegens de duivelen. In dit Manifest wil Maria alle zielen aantonen op welke grondvesten Haar roeping voor de Laatste Tijden als de Meesteres van alle zielen berust. Van het grootste belang is hierbij dat de zielen zich rekenschap geven van het feit dat God Zelf Haar deze titel en roeping heeft gegeven, en dat nu het uur is aangebroken waarin Maria uit de schaduw zal treden waarin Zij eeuwenlang heeft verkeerd – omdat Gods Plan dit vereiste, en omdat Zijzelf dit verkoos.

2. De fundamenten van de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen

Totnogtoe zagen de zielen Maria’s positie en rol hoofdzakelijk als Middelares van alle Genaden en Voorspreekster bij God. Voor het overige kennen de christenen de Allerheiligste Maagd vrijwel uitsluitend als een (weliswaar bijzondere) heilige met een eerder dienende rol: Moeder van Altijddurende Bijstand, Hulp der christenen, Toevlucht der zondaars, Troosteres van de bedroefden... Het 'revolutionaire' in Maria’s Openbaringen als Meesteres van alle zielen schuilt hierin, dat de zielen Maria nu plots leren kennen als Meesteres, wat betekent dat Zij macht heeft om te heersen en om zielen te leiden. Sommige zielen hebben er moeite mee om dit te verwerken, omdat zij het gevoel hebben dat hier een Maria verschijnt die niet helemaal past binnen het beeld dat zij zich steeds van Haar hebben gevormd. Maria Zelf zegt:

"Vele zielen hebben het er moeilijk mee, Mij als Meesteres te zien. De heersende, machtige Maria past niet in hun beeld van de kleine, nederige, zwijgzame en teruggetrokken dienstmaagd. Zeg aan de zielen dat Maria in alle eeuwen dezelfde was en is, doch dat Ik Mijn mantel van macht en heerlijkheid niet kon dragen zolang Ik nog op aarde leefde. Ik leefde op aarde als rechterhand van de Verlosser in de uitvoering van het Verlossingsmysterie. Na de Verrijzenis van de Verlosser echter, is Mijn rol in de uitvoering van het Mysterie van de heiliging der verlosten begonnen (...) Pas na de Hemelvaart van Mijn Zoon begonnen aspecten van Mijn macht aan de dag te treden, toen de apostelen Mij begonnen te benaderen als hun houvast, hun Toevlucht en hun Meesteres met de feitelijke doch steeds verborgen macht over de jonge Kerk. Weinige, diep verlichte zielen, lagen ook reeds in die dagen letterlijk aan Mijn voeten, omdat het Licht van Gods Geest hen een eerste begrip gaf van wie Ik werkelijk was.

In latere eeuwen is het aan bepaalde mystici en heiligen toegestaan, door de genade van Gods Geest elementen van Mijn ware Wezen te schouwen. Pas in deze dagen, slavin van Mijn macht, worden de Heerlijkheid, de Glorie, de ware macht en het ware Wezen van Maria geleidelijk onverbloemd onthuld, nu Ik Mij via jou tot de mensheid wend als de Meesteres van alle zielen. Ja, dit is de dageraad van grote tijden. De Vrouw treedt in het Licht omdat Gods Geest het uur heeft aangekondigd waarop Haar ware grootheid, de oneindigheid van Haar macht, Haar onvergelijkbare heiligheid en Haar ware roeping aan de slapende zielen moet worden geopenbaard. Thans treedt de Vrouw te voorschijn uit de schaduw van de onwetendheid van de verblinde zielen, bekleed met de mantel van de macht, om de voor Haar bestemde troon te bestijgen als de allermachtigste Meesteres van alle zielen, om te zetelen aan de rechterhand van de Christus Die de zielen zal oordelen". (MARIA – 23 augustus 2006)

Bij velen kan dit 'nieuw' beeld van Maria een houding van twijfel of ongeloof ten aanzien van de Openbaringen wekken, zelfs van verzet ertegen. Ik kom daar in punt 4 op terug. Via Myriam heeft Maria Zich van meet af aan kenbaar gemaakt als een figuur wier rol en functie veel verder gaan dan onder de meeste christenen bekend is. Doorheen alle geschriften van Myriam van Nazareth treedt de Allerheiligste Maagd aan de dag als Lerares en Gids die Zich duidelijk tot doel heeft gesteld om – in navolging van de roeping die God Haar heeft gegeven en in uitwerking van Zijn Plannen en Decreten – de christenen op te tillen uit de oppervlakkigheid van hun geloofsbeleving en hen te leren hoe zij actief kunnen meewerken aan hun omvorming tot stevige stenen in de fundering van het Rijk Gods op aarde.

Wie alle geschriften die Myriam van Nazareth in de loop der jongste jaren op inspiratie van Maria heeft geschreven, bestudeert, zal daarin een 'sluitend systeem' aantreffen: een geheel van kenniselementen die elkaar onderling aanvullen en bekrachtigen, en dat vele nooit eerder geopenbaarde aspecten bevat. Het 'nieuwe' bestaat ten dele hierin, dat Maria via Myriam spirituele Mysteries en kenniselementen openbaart waarover totnogtoe weinig of niets bekend is (over de ziel, over God, over Maria, over de strategieën van de duisternis, enzovoort), en ten dele hierin, dat Zij grote hoeveelheden ongebruikte kennis uit de christelijke Leer in het volle licht laat plaatsen en niet zelden vanuit ongewone hoeken leert kennen of 'herontdekken' (bijvoorbeeld over de deugden en alles wat de ziel ofwel dichter bij God brengt ofwel haar verder van Hem kan verwijderen, en de redenen hiervoor). Maria Zelf duidt dit geheel van kennis aan als de Wetenschap van het Goddelijk Leven:

"De woorden alsook de onderrichtingen en inzichten die Ik in jou leg, en die Ik je grotendeels gebied, op te tekenen, zijn leerstellingen die samen de Wetenschap van het Goddelijk Leven vormen, de Wetenschap van de ziel en haar vermogens om te leven als beeld en gelijkenis van haar Schepper". (MARIA – 25 oktober 2007)

De Wetenschap van het Goddelijk Leven kan dus ook worden beschouwd als een geheel van kennis over de Waarheid van God en van Zijn Plannen en Werken, waarvan ook de volle Waarheid over Maria deel uitmaakt. Het is duidelijk dat de Allerheiligste Maagd vanaf de eerste geschriften van Myriam van Nazareth bezig is, toe te werken naar een verbreding en uitdieping van de kennis die totnogtoe binnen de Kerk over Maria was verzameld, zodat de figuur van Maria steeds méér uit de schaduw treedt. Het gevolg is, dat de zielen nu kunnen leren hoe zij de ongekende eigenschappen, voorrechten, Glorie en macht van Maria kunnen aanwenden om – door totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Haar – tot volledige ontplooiing te komen en de onschatbare Werken van Christus ten volle te benutten voor hun ware Verlossing en heiliging. Precies vanwege het nieuwe in alle geschriften kon Maria zeggen:

"Ik heb jou geroepen om getuigenis af te leggen van de volle Waarheid over Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, de machtigste onder de geschapen zielen. Je roeping als apostel van de Meesteres van alle zielen is uniek". (MARIA – 27 mei 2006)

Hoe moeten de zielen omgaan met dit 'nieuw' beeld, dat hen Maria laat zien als een Burcht van macht, een Waterval van Wijsheid en verheven kennis, en een onuitputtelijke Bron van lering en onderricht in vele dingen die totnogtoe voor mensenzielen verborgen zijn gebleven? Maria Zelf heeft steeds uitgeblonken in de nederigheid. Om deze reden drong Zij er tijdens Haar leven op aan dat diegenen die toen waren geroepen om de enige Waarheid van God op te tekenen, de sluier die God over Haar had gespreid, nog niet zouden oplichten. Zij zouden daartoe overigens nog niet in staat zijn geweest, omdat Gods Geest Maria’s ware grootheid toen nog grotendeels verborgen hield. Zoals Maria mij heeft geopenbaard, was de apostel en evangelist Johannes de enige die de ware aard van Haar Wezen en Haar grootheid reeds tijdens Haar levensdagen op aarde met een grote diepgang doorschouwde. Ziehier een uittreksel uit Maria’s woorden:

"Reeds toen Jezus zijn apostelen vóór hun eerste ontmoeting met Mij over Mij vertelde, had dit bij Johannes een ware vervoering veroorzaakt. Zijn ziel was buitengewoon gevoelig voor het Goddelijke, en was door een speciale genadewerking reeds op Mijn ware aard voorbereid. Toen hij Mij zag, was datgene wat de ogen van zijn ziel waarnamen, dit: de vergoddelijkte ziel in haar volmaaktheid. Zijn vervoering was de diepe gelukzaligheid over de vaststelling dat een mensenziel de schoonheid van God Zelf in zo hoge mate in zich kan opdrinken dat zij ervan overloopt. Nochtans heeft de Allerhoogste de volheid van Mijn schoonheid nog getemperd zolang Ik op aarde leefde. De reden hiervoor was tweevoudig. Ten eerste zou de volle uitstraling van Mijn diepste, vergoddelijkte Wezen, verwarring hebben gezaaid in een nieuwe Kerk die moest worden opgebouwd rond Mijn Zoon Jezus Christus. De eerste volgelingen zouden de unieke schoonheid van de ziel van de Moeder van de Messias niet in de juiste orde hebben kunnen plaatsen. Ten tweede zou geen mensenziel in staat zijn geweest om de volheid van Mijn uitstraling te verdragen. Johannes was zo zuiver dat aan hem Mijn schoonheid in een hogere mate kon worden geopenbaard en dat hij hiervoor in een hogere mate ontvankelijk was". (MARIA – 16 augustus 2006)

Maria heeft Haar unieke macht uit de volgende bronnen geput:

  1. het Hart van God Zelf. Maria’s unieke macht berust op een eenmalig Goddelijk voorrecht. Dit blijkt reeds uit de Openbaringen waarin ik U in punt 1 heb laten delen.
  2. Haar onmetelijke verdiensten. Maria leidde op aarde een leven van onpeilbaar lijden in lichaam en ziel, een leven van onophoudelijke offers, boetedoening, verstervingen. Haar vlekkeloos heilig en absoluut volmaakt zondeloos leven was één doorlopend gebed. Dit alles heeft Haar een uniek recht verschaft op deelname in Gods macht, wat in de eerste plaats tot uiting komt in Haar eeuwigdurende rol als Middelares en Voorspreekster
  3. Haar volmaakte eenheid met Gods Wil. Alle verlangens en bestrevingen van Maria waren (en zijn voor eeuwig) identiek met deze van God, zodat Zij in al Haar daden, woorden, gedachten en gevoelens Gods Werken volbracht. Ik verwijs U hier naar de openbaring van 19 december 2007, die U verder in dit punt aantreft.

Maria openbaart dat God Haar als enige schepsel heeft bekleed met een brede waaier van elementen van Zijn macht. Waaruit bestaat de unieke macht van Maria?

  1. Als Koningin en Meesteres van de engelen heeft Maria de leiding gekregen over de strijd tegen de duisternis. De engelen zijn de vlekkeloze geesten die God heeft geschapen tot Zijn dienst en tot begeleiding en bescherming van de mensenzielen. Zoals eerder aangetoond, heeft God Maria nog vóór Haar schepping aan de engelen voorgesteld als hun Meesteres. Dit maakt Haar tot Leidster over alle Goddelijke Werken van begeleiding en bescherming ten bate van de mensenzielen. Deze functie verschaft Maria een onoverzienbare macht over de mensheid. Maria Zelf toont in Haar Openbaringen aan dat Haar woorden voor alle engelen gelden als bevelen en decreten die van God Zelf uitgaan, omdat zij Haar beschouwen als de onbetwistbare Vertegenwoordigster van Gods macht naar alle schepselen toe.

  2. Als Middelares van alle Genaden geniet Maria een ongeëvenaarde macht over het leven van alle zielen. Genaden zijn gaven die God schenkt om het leven van de mens op aarde mogelijk of vruchtbaarder te maken. Maria heeft van God de sleutel gekregen tot de schatkamer van Zijn Genaden. Dit betekent dat Zij de totale beschikkingsmacht bezit over het gebruik van deze schatten: Zij beslist welke ziel welke genaden krijgt, in welke vorm, wanneer, hoe, hoeveel en voor hoe lang. Het is in deze hoedanigheid dat Maria doorheen de eeuwen ontelbare miljoenen levens heeft veranderd door de weldaden die door Haar tussenkomst zijn bereid (genezingen naar lichaam en ziel, en ontelbare andere wonderen).

  3. Als Voorspreekster bij God oefent elk woord van Maria een onvergelijkbare macht uit op Gods Hart. Voorspraak is de handeling waardoor een ziel bij God pleit ten gunste van een andere ziel, zodat de zonden, fouten of nalatigheden van die andere ziel geheel of ten dele worden vergoed. God kan Zich door voorspraak laten aansporen tot herziening van Zijn oordeel over een ziel, niet omdat Zijn oordeel ongerechtvaardigd zou zijn geweest (want Zijn oordelen zijn onfeilbaar en dus boven alle mogelijke kritiek verheven), maar omdat Hij vertederd kan worden wanneer een ziel het opneemt voor een andere ziel. Maria’s rol als Voorspreekster treedt hoofdzakelijk aan de dag in het uur van het oordeel dat elke ziel ondergaat onmiddellijk na de beëindiging van haar leven op aarde.
    Maria Zelf omschrijft in diverse Openbaringen Haar Voorspraak als een koppeling van Haar volmaakte Liefde aan het onvermogen van de zondige ziel om lief te hebben. Het onmetelijk Vuur van Haar Liefde doet vóór Gods troon als het ware 'vele sporen van zonde wegsmelten'. De macht van Maria’s Voorspraak mag worden beschouwd als een vorm van almacht, doordat Haar Liefde volmaakt is en God Haar aldus geen enkel verlangen kan weigeren. Om deze reden zegt Maria in de Openbaringen dat Zij in Gods ogen 'almachtig is in de orde der Genade' (dit wil zeggen: niet van nature, want van nature is slechts God Zelf almachtig, doch bij Goddelijke volmacht – dit is de ware betekenis van de woorden die zeggen dat Maria 'vol van Genade is': Zij bezit de volheid van de Goddelijke Genade, zodat het Haar aan niets meer kan ontbreken).

  4. Maria heeft deel aan elementen van de macht van God Zelf. Als Medeverlosseres heeft Zij deel gekregen aan de verlossende macht, als Bruid van de Heilige Geest heeft Zij deel aan de heiligende macht. Op grond van unieke Mysteries heeft God Maria deelachtig gemaakt aan een buitengewoon verregaande overvloeiing (eenheid) tussen Haar Wezen en de Goddelijke Personen. Zo licht Zij toe:

"Ik ben geen godin, Ik ben een geschapen ziel, doch in de orde der Genade heeft God Mijn ziel toegerust met een opbouw en eigenschappen die Mij oneindig sterk van de gewone menselijke natuur hebben doen afwijken. Wat heeft Mij dan in Mijn leven op aarde de vermogens gegeven om op menselijke wijze te handelen? De noodzaak om te leven in een menselijk lichaam. De Schepper heeft Mijn lichaam en geest in zoverre bezield met een natuur die nog raakpunten had met het menselijke, dat Ik in staat was om een normaal leven te leiden in een menselijk lichaam, met gedragingen die door Mijn medemensen als menselijk herkend konden worden. Het Vuur dat Mijn lichaam en al Mijn gedragingen beheerste en bezielde, was echter van Goddelijke aard en uniek in Liefde en zuiverheid. Een gelijkaardig effect heeft God tot uitwerking gebracht in de Ontvangenis van Jezus in Mijn Schoot. Het enig verschil was dit, dat de ziel van Jezus Goddelijk was in de orde der natuur, en niet geschapen is, terwijl Mijn ziel 'vergoddelijkt' is in de orde der Genade, en wel geschapen is. Deze kennis openbaar Ik je thans opdat de mensheid moge begrijpen waarom reeds Mijn natuur rechtvaardigt dat Ik de enige, absolute en onbetwistbare Meesteres van alle zielen ben". (MARIA – 16 juni 2006)

In een andere Openbaring verklaart Maria:

"God heeft Mij steeds gewild als de tussenschakel tussen Hem en de zielen. In Mij zijn de beide naturen met elkaar versmolten: de menselijke en de Goddelijke. Ook in Jezus zijn de beide naturen met elkaar versmolten geweest toen Hij op aarde leefde. Hij is echter voor alle eeuwen Goddelijk in de orde der natuur. In Mijn Wezen is de opgang van de mensenziel naar haar Schepper vertegenwoordigd: de menselijke natuur die steeds méér eigenschappen van het Goddelijke kan verwerven in een opgang naar de hoogste toppen van de heiligheid. In Mij is de heiligheid absoluut volmaakt aanwezig vanaf Mijn Ontvangenis, en toch is Mijn natuur deze van de geschapen ziel. Dat maakt Mij tot de ideale, door God voorziene trap naar Gods Troon. Langsheen de talrijke treden van deze trap deel Ik de heiligmakende genaden uit, die oneindig veelsoortig zijn". (MARIA – 31 augustus 2006)

Nog later openbaart Maria:

"Mijn Glorie en macht zouden op het ogenblik van Mijn Kroning volkomen zijn en toch zich eeuwigdurend verder vermenigvuldigen. God verkondigde aan de engelen dat Mijn macht voor eeuwig ongeëvenaard zou zijn onder de schepselen, Hij noemde Mij 'Koningin over al het geschapene' en vaardigde het Goddelijk Wilsbesluit uit, dat dit aan alle bewoners van de Hemel, de aarde, het oord van loutering en de hel verkondigd zou worden. Wat Hij in wezen heeft gedaan, was de Goddelijke eigenschappen kronen in een ziel, als een onbetwistbaar teken dat Hij in deze Vrouw een schepsel had gemaakt dat de hoogst bereikbare overvloeiing in de Godheid had verwezenlijkt. 'Koningin' was de titel van Mijn Glorie, 'Meesteres' de titel van Mijn macht. Meesteres van alle zielen is de absolute bekroning van Mijn hoedanigheid als Koningin over al het geschapene. Ik ben Koningin over alles als teken van de volkomen verwezenlijking van Gods eigenschappen, als enige onder de schepselen, en Ik ben Meesteres over alles als uitdrukking van de opperste macht waarmee Ik ben bekleed". (MARIA – 22 december 2006)

Elders toont Maria aan:

"Ik ben één gemaakt met de gesteldheden van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en ieder van de Goddelijke Personen heeft Zich in Mij uitgestort tot en met de grenzen van wat mogelijk is in de Bruiloft tussen God en een geschapen ziel. De Vader heeft Mij gemaakt in de glorie van de Onbevlekte Ontvangenis, de Zoon is één geworden met Mij in de Moederschoot, en de Heilige Geest heeft de Menswording van Jezus in Mij voltrokken door een volkomen Bruiloft met Mij in ziel, Hart, geest en Lichaam. Ik ben het Tabernakel van de Heilige Drievuldigheid (...). Waarin ligt het verschil tussen Mijn natuur en deze van God Zelf? Het verschil ligt hierin, dat God geen begin heeft doch uit Zichzelf bestaat, terwijl Ik wél een begin heb, en dat dit begin Mij is gegeven door de scheppende God. God is uit niets buiten Hemzelf ontstaan, Ik ben uit God ontstaan. Gods Glorie bestaat uit Zichzelf en is uit Zichzelf ontstaan, Mijn Glorie is 'vergoddelijkt' en dus eveneens oneindig, doch Mijn Glorie heeft een beginpunt: Zij is ontstaan in Gods gedachten en heeft haar zaad gekregen in Mijn Onbevlekte Ontvangenis". (MARIA – 10 januari 2007)

Maria heeft naast Jezus een unieke rol gespeeld in de Verlossing van de zielen doorheen alle eeuwen. Deze onmetelijke verdienste heeft sterk bijgedragen tot de onbereikbaar hoge positie die Haar door God is toebedeeld. Desondanks weerklinkt nog steeds veel protest tegen Haar titel van Medeverlosseres. Ziehier het argument van Maria Zelf:

"Nog steeds gaan vijandige stemmen op wanneer sprake is van Maria als Medeverlosseres. Ik zeg de zielen met klem dat deze stemmen geïnspireerd zijn door de satan, die de volheid van Gods Waarheid voor de zielen wil verhullen. De sleutel tot Gods Heilsmysterie, dat via het grote Verlossingsplan ontsloten moest worden, moest door een mensenhand bediend worden. Zo heeft Gods Wet het van in den beginne beschikt. Zonder Mijn ja-woord kon de Verlossing niet voltrokken worden, want in overeenstemming met Gods Wet zou zij dan niet volkomen zijn geweest. Gods Wet voorziet dat alles wat tussen Hemel en aarde gebeurt en de zielen aanbelangt, met hun medewerking verwezenlijkt moet worden. Precies dát is de essentie, het diepe wezen, van het Nieuw Verbond. Er zou geen sprake zijn van een Nieuw Verbond zonder enige menselijke inbreng. Daarom moest Jezus de mensenzielen verlossen in een mensenlichaam en moest de sleutel tot de opening van dit Verbond bediend worden door de hand van een vrouwelijk mens. Zonder Mijn jawoord kon er dus geen Verlossing komen. Daarom ben Ik in volheid de Medeverlosseres van de zielen". (MARIA – 4 april 2007)

De eenheid en overvloeiing tussen God en Maria strekt zich dus uit tot de absoluut uiterste grens van de mate waarin dit voor een geschapen ziel mogelijk is. Maria deelt in de verlossende en heiligende macht van God. Wat dan met de scheppende macht van God? De scheppende macht berust bij de Eeuwige Vader, doch in het bijzonder voor de Laatste Tijden (de tijden waarin de definitieve overwinning van 'de Vrouw' op de slang – de satan – is voorzien, heeft God Maria bekleed met de herscheppende macht: Zij bezit de soevereine macht om leven te herscheppen, met andere woorden: te veranderen of te genezen. Zij heeft het eeuwigdurend recht ontvangen om deze macht uit te oefenen op soevereine wijze, dit wil zeggen eigenmachtig, volgens Haar eigen Wil. Dit voorrecht geniet Maria op kracht van Haar Onbevlekte Ontvangenis en van Haar eeuwige zondeloosheid. Zij zou niet de hoedanigheid van Meesteres kunnen bezitten indien Zij deze macht niet naar eigen goeddunken zou kunnen uitoefenen. Een ziel die geen enkele zonde bedrijft, leeft volmaakt in overeenstemming met Gods Wil. Hierover zegt Maria:

"De absolute oneindigheid en onbeperktheid van Mijn macht vloeit voort uit de totale eenheid van Mijn Wil met de Wil van God: Wat Ik wil, is exact wat God wil. Hoe zou God Mij dan kunnen weigeren wat Hijzelf wil? Elke akt van Mijn Wil ontspringt aan de Bron van Gods Wil. Daarom ben Ik bekleed met de volheid van de macht. God alleen is de Bron van de macht, Ik ben Uitvoerster ervan in de orde der Genade. Zo heeft de Allerhoogste het gewild, opdat Ik als Vertegenwoordigster van de geschapen zielen het Nieuw Verbond als heilig contract tussen God en de zielen, ten volle zou bekrachtigen in de overvloeiing tussen Gods Wil en de wil van de geschapen ziel. In en door Mij geeft God gestalte aan Zijn Wet die stelt dat in de Schepping niets verandert tenzij door de volle en vrijwillige samenwerking tussen God en de zielen, dit vanwege de heiligheid van de vrije wil van de zielen. In Mij is de vrije wil van de ziel tot het uiterste geheiligd, want geen enkele akt van Mijn Wil kan afwijken van de Wil van God". (MARIA – 19 december 2007)

Maria heeft dus Haar macht voor de eeuwigheid betrokken uit een Goddelijk Wilsbesluit. Hoe kan dit gerechtvaardigd worden? Hierover zegt Maria Zelf:

"Elke ziel kan macht verwerven op Gods Hart, in de mate van haar heiligheid. Hoe heiliger een ziel, des te groter de overeenstemming van haar verlangens met Gods eigen verlangens, en derhalve ook des te groter de macht van haar gebed en voorspraak. Hierin schuilt de basis van Mijn unieke macht:
  1. Mijn heiligheid was vanaf Mijn Onbevlekte Ontvangenis volmaakt, en aldus was Mijn Wil volmaakt één met deze van God Zelf.

  2. God heeft aan Mij vele unieke Mysteries voltrokken, die Mij oneindig boven de toestand van het gewone mens-zijn hebben verheven.

  3. God heeft Mij gemaakt met de bedoeling dat Ik Koningin van Hemel en aarde en Meesteres over alles zou zijn. Hij heeft alles onder Mijn voeten gelegd voor alle tijden". (MARIA – 4 april 2006)

Omdat Maria Haar oneindig verheven hoedanigheid en macht louter geniet als een voorrecht dat Haar rechtstreeks door God is geschonken, Gods beschikkingen onfeilbaar zijn, en God Zelf deze tijd heeft aangeduid als de tijd waarin het voor Zijn Plan van Heil noodzakelijk is om Maria te openbaren in de volheid van Haar natuur, moeten de zielen thans Maria erkennen, aanvaarden en dienen als de Meesteres van alle zielen.

3. Het Tijdperk van de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen

"Voor de zielen is nu een uniek tijdperk in de geschiedenis van het Heil ontsloten, want de geschriften en Openbaringen die Ik je inspireer, bevatten nooit eerder bekendgemaakte Waarheden die beogen, de volheid van de Waarheid over Mij, Meesteres van alle zielen bij Goddelijke Volmacht, te openbaren. Hierdoor heeft de Allerhoogste de laatste fase van de ontsluiting van Gods Rijk voor de zielen ingeluid". (MARIA – 2 augustus 2007)

Ondanks Maria’s verlangen om in de schaduw te blijven, heeft de Allerhoogste van meet af aan het Plan gekoesterd om Haar te bekleden met een grootheid en macht die ongeëvenaard zijn onder alle schepselen van alle tijden, en die op Gods Tijd bekend gemaakt moest worden. Maria wil U aantonen dat die tijd nu is aangebroken. Ik wijs alvast op Haar volgende woorden:

"De Allerhoogste verlangt in deze Laatste Tijden de openbaring van de onbegrensde en soevereine macht van Maria, de Onbevlekte Ontvangenis, als Meesteres van alle zielen. Hij wil de macht openbaren die Ik uitoefen over de mensenzielen en over de satan en zijn gevolg". (MARIA – 15 december 2005)

Telkens in de loop van de heilsgeschiedenis onbekende aspecten en elementen van Gods Waarheid zijn geopenbaard, hebben zielen zich de vraag gesteld waarom God de mensheid niet van in den beginne de volheid van Zijn Waarheid heeft geopenbaard, doch bepaalde dingen vele eeuwen lang verborgen heeft gehouden om deze dan plots kenbaar te maken wanneer Zijn Schepping reeds vele eeuwen oud is. Deze vraag kan nooit volkomen bevredigend beantwoord worden, omdat Gods beschikkingen over de tijd die het meest geschikt is voor bepaalde veranderingen, op zich reeds het voorwerp uitmaken van een Mysterie dat slechts uit Zijn onfeilbare Wijsheid is geboren. De zielen moeten echter begrijpen dat blind geloof grote verdiensten oplevert, zodat wij kunnen stellen dat geen ziel tot de ware Verlossing en heiliging zou komen indien de Heilige Geest alle kennis over Gods Mysteries en het Goddelijk Leven tegelijkertijd in alle zielen zou storten.

Overigens is niet elke ziel klaar om zoveel verheven kennis in haar leven in te bouwen en ernaar te leven. Inderdaad, de ziel die kennis krijgt van grote Waarheden, wordt door God geacht, haar leven bij deze bijzondere kennis aan te passen. Dus: Een meer diepgaande kennis van de Goddelijke Mysteries (die in de Wetenschap van het Goddelijk Leven worden onderricht) schept voor de ziel grotere verantwoordelijkheden jegens God en jegens de hele Schepping. Wanneer God beschikt dat nu het uur heeft geslagen waarin de unieke gesteldheden van Maria en de uitzonderlijke draagwijdte van Haar eeuwigdurende roeping stap voor stap moeten worden geopenbaard omdat Zijn Plan van Heil voor de zielen deze nieuwe ontwikkeling vereist om voltooid te kunnen worden, verwacht Hij van de zielen dat zij dit aanvaarden als een onfeilbare akt van Goddelijke Voorzienigheid. Om deze reden zegt Maria:

"Het Uur van de verheerlijking van Mijn macht in en door de zielen is aangebroken. Zo beschikt het Gods Plan van Heil voor de zielen". (MARIA – 20 maart 2006)

God is geduldig. Maria wijst erop dat Zij als Meesteres van alle zielen geroepen is tot de voleinding van een heilig verbond met de zielen dat reeds vele eeuwen in Gods Hart leeft en dat concreet is bezegeld door de gekruisigde Christus, en dat dit Werk nu naar zijn voltooiing moet worden geleid:

"Jezus heeft vanop het Kruis Mij aan de zielen gegeven, en de zielen aan Mij, en deze hoogheilige Nalatenschap is eeuwigdurend en onverbrekelijk. Nu is het uur aangebroken waarop de Allerhoogste de mensenzielen wil leren wat de engelen reeds vele eeuwen lang weten en aanvaarden: dat ik ook hun Meesteres ben. Over dit gegeven is de strijd tussen Licht en duisternis in werkelijkheid begonnen, want vele engelen zijn opstandig geworden doordat zij het absolute meesterschap van de Vrouw over hen niet konden aanvaarden". (MARIA – 1 april 2006)

De kennis over Maria als Meesteres van alle zielen, gebaseerd op vele totnogtoe onbekend gebleven aspecten van Maria’s hoedanigheid, werd nog nooit eerder geopenbaard omdat Gods Uur voor de openbaring ervan nog niet was gekomen, en God deze Openbaringen heeft bewaard voor de allerlaatste Tijden, die nu zijn aangebroken. Zie Maria’s verklaring hiervoor:

"Zie hoe de God van Liefde steeds méér toenadering zoekt tot de mensenzielen, ja, hen steeds méér bij Zijn Werken van Heil betrekt. Bemerk toch hoe de Eeuwige Vader in de eerste eeuwen van de tijd, gedurende de geldingstijd van het Oud Verbond, de wetgevende maar ook de uitvoerende macht in de Schepping vertegenwoordigde. Hij verkondigde Zijn Wetten en geboden door de profeten. Toen de volheid van de tijd voor de Verlossing van de mensheid was gekomen, stuurde Hij Zijn Zoon in de wereld, Die Vertegenwoordiger werd van de Goddelijke uitvoerende macht, en deze opdracht vervulde als God-Mens opdat de mensenziel een voorbeeld zou zien waarin zij iets van zichzelf, haar eigen aard, kon herkennen. Nu, in het bijzonder sedert Mijn verschijningen aan de Heilige Cathérine Labouré, is de Eeuwige Vader begonnen, Mij, de Koningin van Hemel en aarde, steeds nadrukkelijker op het voorplan te schuiven, om Mij uiteindelijk via jou kenbaar te maken als de machtige Meesteres van alle zielen, waarin Mijn uiteindelijke bestemming bekrachtigd wordt.

Voor deze Laatste Tijden heeft de Eeuwige Vader Mij, in wezen een mensenziel, bekleed met de uitvoerende macht van God. De Wilsbesluiten die God aanvankelijk Zelf kenbaar maakte, heeft Hij met het Nieuw Verbond scherp afgebakend en ten uitvoer gelegd in Zijn Zoon als God en Mens tegelijk, één geworden met Mijn lichaam en Hart, en in deze allerlaatste tijden regeert Hij tastbaar door de Kroon van Zijn Werken: Maria, de Mensendochter, een mensenziel verheven tot onbereikbare hoogten. Het heeft de Allerhoogste behaagd, Mij alle macht in handen te geven en Mij deze over alle zielen te laten uitoefenen in Mijn ultieme hoedanigheid voor de Laatste Tijden: deze als de machtige Meesteres van alle zielen". (MARIA – 14 december 2006)

Voor sommige zielen is het moeilijk, hun leven in te richten volgens Goddelijke verwachtingen die gebaseerd zijn op een onzichtbaar verbond met een wezen (Maria) dat zij onvoldoende kennen. Wie is Maria, en wat maakt Haar zo bijzonder? De Heilige Schrift zegt uiterst weinig over Haar, om redenen die in dit Manifest reeds ter sprake zijn gekomen. Na het Oud Verbond moesten de zielen Christus leren kennen als de Zoon van God en de Stem van de ene Waarheid. Elke openbaring over de Moeder Gods als Meesteres van alle zielen zou grote verwarring hebben gezaaid in de geesten die toen reeds zo zwaar moesten strijden tegen de sporen van het verstard geraakte joodse denken. Het hoeft dan ook niemand te verbazen dat Maria nu Zichzelf, Haar ziel en Haar gesteldheden openbaart op een wijze die uniek is in de heilsgeschiedenis.

Zij is dit werk van onthulling reeds stap voor stap begonnen via vroegere geschriften van Myriam van Nazareth, zoals de Stormschriften en De Tempel van Maria, maar deed dit voor het eerst systematisch in het boek Wedergeboorte van het Aards Paradijs. Wandelingen doorheen de Ziel van Maria, de Lusttuin van de Heilige Geest. Dit boek, dat de grondige uitwerking vormt van een dagenlange ketting van visioenen en Openbaringen, die in Myriam werden voltrokken buiten en naast de intussen doorlopende Openbaringen van Maria als Meesteres van alle zielen, onthult vele geheimen over Maria’s inwendig Wezen. In vele opzichten is het derhalve geschikt om in zielen het Vuur te ontsteken dat zij nodig hebben om zich totaal aan Maria als Meesteres te geven opdat Haar Werken, die de Werken van God Zelf zijn, kunnen worden voltooid, tot grondvesting van Gods Rijk op aarde. De Openbaringen van de Meesteres van alle zielen vullen deze verheven kennis aan met de onthulling van vele Mysteries over het Wezen van de ziel en de unieke Glorie en macht van Maria. Waarom worden al deze schatten nu pas geopenbaard?

"Elke echte openbaring gaat over de aarde wanneer Gods Tijd daartoe aangebroken is". (MARIA – 28 maart 2006)

De natuur van de ziel van Maria en Haar hoedanigheid en eigenschappen zijn zo verheven dat, indien deze ineens in hun totaliteit zouden zijn geopenbaard, geen ziel dit zou hebben kunnen verdragen. Maria zegt:

"Ik heb je gezegd dat je als apostel van Mijn macht de Glorie van je Meesteres zou zien schitteren boven de mate van het voorstelbare. Aan de zielen zeg Ik slechts dit: God wacht slechts op het uur dat binnen Zijn Eeuwige Wijsheid het meest geschikt blijkt voor de verwezenlijking van Zijn Beschikkingen. In dat uur zullen de zielen hun Meesteres en Koningin zien zoals Zij werkelijk is. De verwondering van de zielen zal nog groter zijn dan deze van de engelen op het ogenblik waarop zij Mijn Glorie, schoonheid en macht voor het eerst hebben aanschouwd. Weet, dat zelfs de engelen nog dagelijks nieuwe, hen onbekende eigenschappen van hun Meesteres ontdekken. Indien de volheid van Mijn Wezen hen in één ogenblik was geopenbaard, zouden zelfs zij deze verrukking niet hebben kunnen verwerken". (MARIA – 13 juli 2006)

Over het uniek karakter van Haar Openbaringen als Meesteres van alle zielen, en over het waarom van deze Openbaringen in deze tijd, zegt Maria het volgende:

"Zielen herkennen zelden de tekenen van hun eigen tijd, en evenzo begrijpen zij zelden de ware draagwijdte en de ware diepgang van de Werken die God in hun eigen dagen aan de mensheid openbaart. Als de Meesteres van alle zielen heb Ik je tot kroongetuige gemaakt van de uitwerkingen van een buitengewone fase in de heilsgeschiedenis van de mensheid. Ik openbaar nu via jou Waarheden, Mysteries en Plannen die de Allerhoogste voor deze tijd heeft bewaard. Geen heilige, geen profeet heeft deze dingen ooit geschouwd op de wijze waarop Ik ze voor jouw geestesoog ontvouw, omdat Gods Uur daartoe nog niet gekomen was. Dit is de tijd van de grote openbaringen over Maria en Haar ware Wezen, een tijd die samenvalt met de laatste voorbereidingen op de definitieve nederlaag van de satan in Gods Schepping. Geen ziel begrijpt op dit ogenblik de draagwijdte van de dingen die Ik bezig ben, via jou uit te werken. Deze Werken zijn uniek in de heilsgeschiedenis. Onpeilbaar is deze Genade. Bid tot de Heilige Geest om Licht in de zielen die Ik naar de bronnen leid die Ik doorheen de tuin van je hart laat vloeien, want de zielen hebben nog niet begrepen dat zij getuige zijn van zeer grote dingen.

Ik ben het Grote Teken, de Vrouw Die de dageraad laat gloren op het einde van de nacht der zielen. In Mij zijn onmetelijke rijkdommen verzameld, schatten van Goddelijke Mysteries, oceanen van glorie die zichzelf onophoudelijk blijven vermenigvuldigen, en via jou, apostel van de Meesteres van alle zielen en van de macht van Gods Uitverkorene voor alle tijden, ben Ik de voltooiing begonnen van de laatste fase van de Goddelijke Openbaring tot algehele bevrijding van de mensheid uit de verstikkende greep van de nacht: de Openbaring van de ware hoedanigheden, Glorie en macht van Maria, de Meesteres van alle zielen. Via jou openbaar Ik aan de zielen de wegcode, het verkeersreglement, voor hun navigatie doorheen de wildernis van verwarringen, dwalingen, misleidingen en onwetendheid van de zielen. Ik geef hen de veilige reisweg naar de ware heiligheid die God voor alle tijden voor de zielen had bestemd doch die door de erfzonde onbereikbaar was geworden.

Nu maakt de Schepper de cirkel van Zijn Werken rond: Hij schiep Mijn ziel met de unieke Onbevlekte Ontvangenis, Hij stuurde Zijn Zoon Jezus Christus in de wereld om de Verlossing te voltrekken, Hij stortte de Heilige Geest over de Kerk uit, en thans wijst Hij de zielen de weg naar de voeten van de Onbevlekte, Wier ware grootheid Hij tot deze allerlaatste Tijden versluierd heeft gehouden omdat de volheid van de Tijd voor de Openbaring der openbaringen nog niet aangebroken was.

Nu heeft Hij beschikt dat het Uur heeft geslagen voor de openbaring van de volheid van Zijn Plannen, en openbaart Hij aan de zielen hun ware Meesteres, Die door Haar eeuwenlange verdiensten en op kracht van Haar Onbevlekte Ontvangenis en de Haar bij Haar Kroning geschonken volheid van de macht thans opstaat als de Heerseres Die de zielen moet leiden naar de volheid van heiligheid, Wijsheid en kennis van Zijn grote Werken en Plannen, opdat zij door hun fiat aan de voeten van de Meesteres van alle zielen Haar macht zouden doen schitteren in de glans van hun overgave, tot definitieve Triomf over de prins van leugen, bedrog en dwaling. Volk van Christus, sta op, en ontwaak voor de grootheid van de dingen die Ik in en voor jullie voltrek. Het uur van de Waarheid is aangebroken". (MARIA – 8 januari 2007)

Wij beleven dus nu het tijdperk waarin Gods Heilsplan in vervulling moet gaan. De zielen zelf zijn verantwoordelijk voor de snelheid waarmee dit alles zich kan voltrekken. Van hen wordt in de eerste plaats een totale en diep doorleefde toewijding aan Maria verwacht, opdat Zij kan voltrekken waartoe Zij voor het Heil van de zielen is geroepen. De tijd is nu gekomen om Haar onderrichtingen en Openbaringen als Meesteres van alle zielen ter harte te nemen. Luister naar drie vermaningen die Jezus in dit verband tot Myriam heeft gesproken:

"Zeg aan Mijn lammeren dat Mijn Moeder voor deze Laatste Tijden de onbeperkte macht heeft ontvangen om met onbetwistbare Goddelijke volmacht te heersen over alle zielen, de mensenzielen volkomen met de Godheid te verzoenen, en over de grote vijand van de zielen te heersen tot zijn definitieve verplettering onder Haar gezalfde voeten. Maria is de soevereine Meesteres van de mensheid. Het ontbreekt Haar aan niets om de mensheid te zuiveren van alle kwaad. Dien Haar met heel je leven en sterven. Zij werkt in jou een Plan uit dat de mensenzielen niet kunnen vatten". (JEZUS – 21 december 2006)

"Mijn Moeder regeert de zielen met Onze macht en Wijsheid. Alles wat Zij doet en zegt, heeft een zin die voor menselijke ogen verborgen moet blijven. De Genade van elke openbaring hierover is door Mij afgekocht aan het Kruis, en door Haar aangevuld door Haar volhardende volmaaktheid. De uitwerkingen van dit alles zijn voorbehouden voor deze allerlaatste Tijden. Zielen, ontwaak!". (JEZUS – 7 februari 2007)

"Zij (= MARIA) wil elke ziel omvormen tot voedsel voor Mijn Goddelijk Hart. Dát is het diepe wezen van de herscheppende macht die voor eeuwig aan Mijn Moeder is gegeven. Zielen, gehoorzaam Haar in elk woord dat Zij jullie geeft. Bestudeer Haar woorden tot zij jullie vlees en bloed worden, want in deze woorden zit de sleutel verborgen die ieder van jullie kan ontsluiten voor de Eeuwige Gelukzaligheid, de sleutel tot de ware zelfkennis". (JEZUS – 28 november 2007)

4. Verzet tegen de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen

De Openbaringen door en over Maria als Meesteres van alle zielen zijn nu nog vatbaar voor kritiek en betwisting, omdat zij, zoals Maria Zelf uitvoerig aantoont, zeer hoge Waarheden bevatten die nooit eerder zijn geopenbaard en daardoor (nog) niet helemaal passen binnen het theologisch denken van deze tijd. Om deze reden kunnen de Openbaringen van Maria als Meesteres van alle zielen op dit ogenblik door sommige zielen nog niet begrepen, door andere nog niet op hun juiste waarde geschat, en door nog andere nog niet aanvaard worden. Maria Zelf noemt alle kritiek op deze Openbaringen een 'uitdaging aan de Goddelijke Gerechtigheid', zoals blijkt uit het volgende betoog tegen hen die Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en de Openbaringen die Zij in deze hoedanigheid geeft, bestrijden:

"Er zijn misleide zielen die menen dat een totale overgave aan Mij als Meesteres van alle zielen een dwaling is. Aan deze zielen zeg Ik het volgende: God heeft voor alle tijden een Plan beschikt voor het Heil van alle mensenzielen, opdat zij gered zouden worden uit hun zonden en naar Hem terug mogen keren in staat van genade. Dit Plan van Heil is door de Allerhoogste in Mijn handen gelegd om onder Mijn leiding ten uitvoer te worden gebracht in alle zielen. Daartoe heeft Hij Mij Zijn Wijsheid en Zijn macht geschonken. Hij heeft Mijn ziel als enige mensenziel onbevlekt in een lichaam gestort opdat Ik de Christus, de Verlosser, de Verkondiger van Gods Waarheid, zou kunnen dragen en als Mens zou kunnen baren in volmaakte zuiverheid. Hij heeft Mij onmetelijk ver verheven boven al het geschapene. Hij heeft Mij alle macht gegeven om de satan, de bron van alle verderf voor de zielen, totaal en restloos te vernederen en te overwinnen. Hij heeft Mij voorbeschikt tot Meesteres van alle zielen, om in deze Laatste Tijden de laatste fase van de voorbereiding op de grondvesting van het Rijk van Christus op aarde vorm te geven. Dit alles is het Werk van God Zelf.

Nu de Goddelijke Barmhartigheid de klok luidt voor de bekendmaking van Mijn grootheid en Mijn macht als de Meesteres van alle zielen, wordt deze onbegrijpelijke uiting van Gods Liefde door verontreinigde harten en door tongen die de duisternis dienen, aangevallen en verguisd omdat zij door een mensenziel wordt geopenbaard op bevel van de Meesteres van alle zielen, Vertegenwoordigster van God in de zielen. Elke ziel die de totale overgave aan Mij en de totale onderwerping aan Mij als de machtige Meesteres van alle zielen lastert, wijs Ik erop, dat zij zich schuldig maakt aan een ondankbaarheid jegens Gods beschikkingen van onverdiende Liefde, en dat zij hierdoor de Goddelijke Gerechtigheid uitdaagt. Aan hen die menen en verkondigen dat de diepste verering en gehoorzaamheid aan de voeten van de Meesteres van alle zielen een uiting van dwaling of zelfs heiligschennis zou zijn jegens de Allerheiligste Drievuldigheid, richt Ik een dringende oproep tot diepe bezinning. Tot hen zeg Ik met nadruk dat de ziel die weigert, zich aan Mijn voeten te vernederen, hiervoor verantwoording zal moeten afleggen bij de troon van Gods Gerechtigheid.

Ik herhaal dat het de Allerhoogste Zelf is, Die Mij, Maria, de Onbevlekte Ontvangenis en Medeverlosseres van de zielen, heeft verheven en aangesteld tot Uitvoerster van Zijn macht in deze Laatste Tijden, en dat Hij Mij daartoe vereerd, gehoorzaamd en gediend wil zien als de machtige Meesteres van alle zielen". (MARIA – 30 mei 2006)

Het moge duidelijk zijn geworden dat elk verzet of ongeloof jegens Maria’s Openbaring als Meesteres van alle zielen de verwezenlijking van Gods Plan afremt. Ook met de volgende woorden wil Maria dit beklemtonen:

"Zeg aan de zielen dat de miskenning van de Meesteres van alle zielen, Maria, de Medeverlosseres naast Christus, een miskenning van Gods Plannen en Werken is. De zielen kunnen niet worden bevrijd uit hun ellende zolang zij niet Gods Beschikking aanvaarden door dewelke Ik ben aangesteld tot hun Meesteres met Goddelijke macht, tot Koningin over alle schepselen, Vertegenwoordigster van God bij de zielen, en Brug tussen Hemel en aarde". (MARIA – 13 juni 2006)

Eén van de grote oorzaken voor verzet jegens de bekendmaking van Maria’s hoedanigheid als Meesteres van alle zielen schuilt hierin, dat sommige zielen betwijfelen of kennis die pas nu, in deze tijd, wordt geopenbaard, en bijvoorbeeld niet reeds door Jezus Zelf als God-Mens op aarde is onderricht, wel uit de Bron van Gods Waarheid ontspringt. Ik heb er reeds op gewezen dat God voor alles Zijn tijd heeft. Gods Eeuwige Waarheid bestaat uit ontelbare elementen. Zolang een element van de Eeuwige Waarheid niet aan de mensheid bekend is gemaakt of niet aan de mensheid wordt verklaard of kan worden verklaard, spreken wij van een Mysterie. De unieke verhevenheid en natuur van de Allerheiligste Maagd Maria vormt een voorbeeld voor een Goddelijk Mysterie. Maria’s hoedanigheid als Meesteres van alle zielen is het meest verheven aspect en de absolute kern van dit Mysterie, omdat deze hoedanigheid de bekroning van Maria’s eeuwigdurende roeping vormt. Welnu, opdat Gods Plannen en Werken de volle vruchtbaarheid kunnen verwerven die God voor hen heeft voorzien, is het noodzakelijk dat zij kunnen worden verwezenlijkt op welbepaalde tijdstippen, afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de Schepping en de noden van de Goddelijke Voorzienigheid ten aanzien van de zielen.

Zo is nu de tijd gekomen voor de bekendmaking van vele totnogtoe onbekende kenniselementen over Maria. Deze kennis maakt precies het voorwerp uit van de geschriften die Maria inspireert aan Myriam. De nog steeds doorlopende Openbaringen van Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen vormen binnen deze geschriften een soort bekroning, omdat Maria Zelf deze Openbaringen beschouwt als een mijlpaal binnen de heilsgeschiedenis, zoals moge blijken uit Haar woorden van 6 november 2007 (zie punt 6 van dit Manifest). Over de twijfels van zielen in verband met de oprechtheid van de Openbaringen van Maria als Meesteres van alle zielen zegt Maria Zelf:

"Ik heb je reeds meermaals gezegd dat vele zielen het moeilijk zullen hebben om te aanvaarden en te erkennen dat in deze tijden openbaringen worden gegeven die nooit eerder tot de kennis van de christelijke geloofsleer hebben behoord, en dat deze zielen Mijn Openbaringen als Meesteres van alle zielen hardnekkig zullen bestrijden met de stelling dat deze niet kunnen ontspruiten aan Gods Waarheid, want dat deze kennis anders reeds vele eeuwen eerder bekend zou zijn gemaakt. Tot deze zielen zeg Ik het volgende: Jezus zei dat Hij niet gekomen was om de Wet op te heffen, maar om deze tot voltooiing te brengen. Zo ook ben Ik gezonden om de voltooiing van de openbaring van de Waarheid aan te kondigen, omdat Gods Tijd daartoe is gekomen". (MARIA – 4 juli 2007)

Eerder reeds had Maria in dit verband gewaarschuwd:

"Het maakt een wezenlijk deel uit van jouw levensopdracht, de zielen te onderrichten over de juiste plaats van Maria binnen Gods Plan. Daartoe wordt jou kennis geopenbaard die in alle eeuwen onbekend is gebleven. Dit zal mede aan de basis liggen van veel ongeloof en wantrouwen". (MARIA – 7 april 2006)

Een grote oorzaak van twijfel aan de echtheid van deze unieke Openbaringen ligt uiteraard in de oorsprong van deze nieuwe kennis: Vele elementen van de Openbaringen zijn voorlopig nog niet voor alle ogen zichtbaar, omdat zij van mystieke oorsprong zijn. Laten de twijfelende zielen zorgvuldig de woorden van Maria in de beide volgende Openbaringen overwegen:

"Wie de volle Waarheid over Maria niet aanvaardt, aanvaardt hierdoor ook niet de diepste uitdrukking van de Goddelijke Liefde jegens de zielen. De ziel die bij de openbaring van de overweldigende macht van Maria niet wordt aangegrepen door het Vuur van de vreugde en het Licht van de Hoop, doch eerder door de duisternis van het ongeloof en de kilte van de afgunst jegens Mij, laat zich leiden door krachten die niet Gods Werken doen" (MARIA – 25 mei 2007)

"Ik, Maria, de Moeder van Christus Die de enige Waarheid van God kwam verkondigen, ben de Bron van al je woorden, geschriften en handelingen. Waarom zouden zij dan aanleiding moeten geven tot twijfel? Je eet en drinkt uit Mijn Hart, Ik heb je alles geleerd. Wie aanstoot neemt aan jou, neemt ook aanstoot aan Mij. Gods enige Waarheid heeft eeuwigdurende geldigheid. Louter en alleen de traditionele, oorspronkelijke Leer en voorschriften van Christus dragen het ware voedsel in zich. Zijn woorden zijn in uren die door God zijn voorbeschikt, aangevuld geweest door openbaringen van tot aan die uren onbekende elementen van de Eeuwige Waarheid. Mijn apostel is niet geroepen tot het verkondigen van schijnwaarheden naar mensenmaat". (MARIA – 28 mei 2006)

Een verdere belangrijke oorzaak van verzet en ongeloof ten aanzien van de bekendmaking van Maria’s hoedanigheid als Meesteres van alle zielen is deze, dat deze Waarheid veel schade kan toebrengen aan de satan. De satan en zijn hele gevolg hebben reeds vóór Maria’s Onbevlekte Ontvangenis de eed gezworen dat zij alle Werken van God en van 'de Vrouw' en Hun volgelingen zouden verwoesten. Gods macht (en dus ook de macht van Maria, Die door God is bekleed met Zijn macht in uitvoering van Zijn Heilsplan) zal dit feilloos verhinderen. Heeft Jezus niet beloofd dat de poorten der hel Zijn Kerk (en dus Gods Eeuwige Waarheid) nooit zouden overweldigen? Deze belofte betekent meteen ook, dat de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen op zeker ogenblik erkend en aanvaard zal worden. Op grond van de eeuwigdurende eed die de duisternis heeft gezworen tegen Maria, en van de belofte dat Maria’s voet de kop van de satan zal verpletteren, stelt de prins der duisternis zich tot doel om de Openbaring van Maria in Haar ultieme hoedanigheid van Meesteres van alle zielen met vuur te ondermijnen en haar zo lang en zo brutaal mogelijk af te remmen. Maria stelt onomwonden waarom:

"Het verzet van de satan is evenredig met de schade die hij vreest. De Openbaringen van de Meesteres van alle zielen zijn voor hem vernietigend". (MARIA – 13 januari 2007)

Maria gaat in de uitbouw van Haar argumenten zo ver dat Zij Myriam op zekere dag beelden toont van een duivel die op Haar bevel aan Haar voeten neerknielt en het volgend getuigenis aflegt (de volgende woorden vormen een kort uittreksel uit de volledige openbaring uit maart 2007):

"Voor ons is het een kwelling wanneer wij de blinde onderwerping van de engelen tegenover de Vrouw moeten aanzien. De aanschouwing van MENSENZIELEN geknield aan Haar voeten, is voor ons echter een onuitsprekelijke marteling, want elke vrijwillige onderwerping van een mensenziel jegens de Vrouw vergroot de uitwerkingen van Haar grenzeloze macht. Het aanhoren van een mensenziel die Haar in diepe zelfvernedering begroet als 'Meesteres', maakt ons waanzinnig. Daarom zou de erkenning van Haar als 'Meesteres van alle zielen' door vele mensen, voor ons het absolute einde zijn.

Als ooit het uur komt waarin de mensenzielen begrijpen en erkennen dat de Vrouw hun Meesteres is, zal Haar macht de hel in twee splijten en zullen wij allemaal voor Haar voeten liggen tot in de eeuwigheid... Ik beken en belijd: de Vrouw is de onbegrensde Meesteres over alles wat leeft. Zij heeft alle macht, ook over ons, duivelen. In het uur waarin de mensenzielen dit erkennen en ernaar leven, zal de hele Schepping op haar fundamenten schudden en beven, en is ons rijk voorbij".

(NIET BIJ NAAM GENOEMDE DUIVEL, OP MARIA’S BEVEL)

Laten wij goed begrijpen dat dit betekent: Naarmate méér zielen de volheid van Maria’s macht erkennen, aanvaarden en belijden, kunnen de concrete uitwerkingen van Haar macht over de zielen toenemen, en wordt de macht van de duisternis aan banden gelegd. Bedenk dat deze woorden dus niet moeten worden beschouwd als de valse uitlatingen van een volgeling van de aartsleugenaar (de satan), doch als een getuigenis dat op Maria’s bevel – en dus onder Haar macht – is afgelegd. Het getuigenis drukt een onwrikbaar vaststaande Waarheid uit, want hoe meer zielen zich totaal aan Maria geven, des te meer wordt de mensheid op het pad van het Licht, de Liefde en de heilige deugdzaamheid geleid, zodat de macht van de zonde – en dus van de werken van de satan – automatisch stap voor stap aan banden wordt gelegd. Hoe kan de duisternis deze Openbaringen (gedurende een bepaalde tijd) met succes bestrijden en ongeloofwaardig laten lijken, terwijl zij toch van God afkomstig en door Hem zijn gewild?

"De satan maakt misbruik van de onwetendheid van de zielen ten aanzien van Gods Waarheid, en van het feit dat zij daardoor gemakkelijk worden misleid. Zo leidt hij zielen naar het geloven in, en verkondigen van, de dingen die zijn plannen dienen. Zo leidt hij eveneens zielen naar vurig verzet tegen Mijn woorden. Wanneer jij de Waarheid openbaart die Ik jou heb medegedeeld, zal hij alles in het werk stellen om jouw woorden aan de schandpaal te nagelen. Indien hij dit niet zou doen, zouden jouw woorden hem zware schade toebrengen. Weet daarom dat de satan velen tegen jou zal ophitsen en hen de leugen zal doen verspreiden dat de door jou op schrift gestelde openbaringen ongeloofwaardig, ja van de duivel afkomstig zijn. Heeft Jezus niet in het Evangelie gezegd dat het rijk van de duivel niet stand kan houden wanneer de duivel zijn eigen werken vernietigt, bijvoorbeeld wanneer hij een ziel de macht en de opdracht zou geven om een duivel uit te drijven? Hoe zou jij dan de duivel kunnen dienen door zijn grote Tegenstandster, Maria, de Meesteres van alle zielen, te verheerlijken en Haar grootheid met zoveel Vuur te verkondigen?" (MARIA – 20 mei 2006)

Bovendien waarschuwt Maria ervoor dat ieder die weigert, de Waarheid over Maria aan te nemen of die deze bestrijdt, bijdraagt tot de beschadiging van Gods Werken:

"(...) Anderen echter, zullen zich heftig tegen deze openbaringen afzetten, ze bestrijden en alles in het werk stellen om ze, en jou zelf, als ongeloofwaardig af te doen. (...) Wie de macht van Maria en alle tekenen, uitingen en bewijzen ervan bestrijdt, spant zich voor de ploeg van de satan. Deze ploeg maakt akkers niet vruchtbaar, doch scheurt ze open, vermengt de grond met vergif, en haalt alle stenen naar boven om de bodem ondoordringbaar te maken voor het zonlicht van de Liefde en de Wijsheid en de regen van de genade. Deze Openbaringen zullen je méér dan ooit tot mikpunt van de woede van de satan maken. Tegenover Mij is hij machteloos". (MARIA – 13 september 2006)

Op zekere dag brengt Maria de zielen de verregaande gevolgen van verzet tegen de Openbaringen voor ogen met de woorden:

"Velen zullen zich op allerlei wijzen verzetten tegen Mijn Openbaringen over Mijn macht. Ik zeg de zielen dat zij er goed aan doen, zich erover te bezinnen dat elk verzet tegen de openbaringen van nooit eerder vrijgegeven kennis over de heerlijkheden, de unieke hoedanigheden en de macht van Maria gelijkstaat met, enerzijds, verloochening van een Werk van de Heilige Geest, Die dit uur heeft gekozen voor de laatste en bekronende fase in de verheffing van Zijn Onbevlekte Bruid, en anderzijds met een miskenning van het hele Scheppingswerk van God. Inderdaad, de Allerhoogste heeft alles geschapen, en als absolute en onovertrefbare kroon op al het geschapene heeft Hij Mij voorzien. In Mij heeft Hij alle volmaaktheden gelegd. In Mij zijn als het ware alle elementen van de Schepping verzameld en tot hun respectieve volmaaktheid gevoerd. Wie Mijn grootheid miskent, miskent daarom alle volmaaktheden die God in Zijn Schepping heeft voorzien, en derhalve miskent hij ook de macht van God Zelf". (MARIA – 25 augustus 2006)

De Koningin van Hemel en aarde laat de zielen tot besluit in beschouwing nemen dat de Openbaring van totnogtoe onbekende Mysteries in verband met Haar natuur niet alleen Waarheid is, doch tevens een beslissende fase binnen de strijd tegen de duisternis inluidt:

"Sommige zielen zijn in de war over Mijn rol in de Laatste Tijden, en over de waarheid van de Openbaringen in dit verband. Deze zielen worden door duistere invloeden geïnspireerd tot de dwaling dat de Meesteres van alle zielen de eeuwigdurende Missie van Jezus Christus als Verlosser en Bron van Heil in de weg zou staan. Deze opvatting wordt door de satan in deze zielen gelegd om Mijn rol als de Meesteres van alle zielen ongeloofwaardig te maken. Hij doet dit omdat hij terecht vreest dat Mijn macht nooit eerder zo sterk zal schitteren als in het tijdperk dat nu is ingetreden. Dit tijdperk is begonnen in het uur waarin God Mij heeft laten openbaren als de Meesteres van alle zielen. Ja, Ik herhaal met klem dat Mijn profeet door Mijzelf is gekozen om Mij te openbaren als de Meesteres van alle zielen omdat God het uur daartoe had beschikt". (MARIA – 13 december 2007)

Over de relatie tussen Maria en Jezus binnen het Heilsplan van God spreekt de Meesteres van alle zielen Zich uit in het volgende punt.

5. De positie van Maria binnen het christendom

Evenals alle onderrichtingen die Maria via Myriam van Nazareth aan de zielen geeft, stellen ook de Openbaringen van de Meesteres van alle zielen Maria centraal. Dit betekent niet dat al deze geschriften Jezus Christus zouden beschouwen als een achtergrondfiguur die ondergeschikt is aan Maria. Het betekent wel dat de roeping van Myriam van Nazareth bestaat uit de bekendmaking van de Waarheid over Maria. De grootheid van Jezus Christus is in de spirituele literatuur uiteraard voldoende gedocumenteerd. Over de grootheid van Maria ontbreken echter nog hoofdstukken. Maria heeft Haar Myriam geroepen om enkele van die hoofdstukken te schrijven, onder Haar intense bezieling.

Binnen de openbaring van de unieke natuur, hoedanigheid, gesteldheden, rol en roeping van Maria vormt Haar Openbaring als Meesteres van alle zielen een zodanig grote mijlpaal – die de kennis over de Allerheiligste Maagd in zo hoge mate uitbreidt – dat het voor sommige zielen kan lijken of Myriam van Nazareth Jezus Christus verwaarloost. Deze zielen hebben de opdracht die Maria aan Myriam heeft toevertrouwd, niet begrepen. Het christelijk Geloof behelst de enige Eeuwige Waarheid van God. In het middelpunt ervan staat Jezus Christus. Terecht, want Jezus is in de wereld gezonden om het Nieuw Verbond tussen God en de zielen af te kondigen in Zijn woorden en in het voorbeeld van Zijn allerheiligste Leven, en dit Verbond te bezegelen met Zijn Bloed. Het Nieuw Verbond betrekt de zielen op de meest innige wijze bij Gods Werken. Om dit aan te tonen, kwam Jezus niet als onstoffelijke God maar in mensengedaante in de wereld. Wanneer het allerheiligste, Nieuw en Altijddurend Verbond tussen God en de zielen is bezegeld door de Christus, en door Zijn Kerk wordt bestendigd, waar moeten wij dan Maria als Meesteres van alle zielen situeren, en wat is Haar positie en Haar rol binnen Gods Plan van Heil voor alle zielen?

Van elke ziel wordt verwacht dat zij het Nieuw Verbond in zichzelf tot voltooiing zoekt te brengen. Dit wil zeggen: dat zij zich door een zo heilig mogelijk leven beijvert om de Leer van Christus en Zijn levensstijl van Verlossing door aanvaard en opgeofferd lijden en zelfverloochenende dienst aan God en aan de medeschepselen strikt na te volgen. De gouden regel luidt dus: eenwording met de Werken van Christus, in het eigen leven. Daarom spreekt de Heilige Paulus over de plicht van de christen om in zijn eigen leven 'aan te vullen wat nog ontbreekt aan het Lijden van Christus'. Het Lijden en alle Werken van Christus zijn volmaakt, doch elke ziel moet zich de verdiensten ervan tot nut maken in haar eigen leven, door een leven te leiden in staat van genade (dus in de deugd). Waar ontmoeten wij in dit alles Maria?

Maria als Meesteres van alle zielen minimaliseert in geen enkel opzicht de rol van Jezus Christus, Zij vult deze rol aan en voleindigt Gods Werken in de zielen. Net zoals het 'aanvullen wat nog ontbreekt aan het Lijden van Christus' geen afbreuk doet aan de volmaaktheid van Gods Werken, zo doet Maria’s roeping als Meesteres van alle zielen evenmin afbreuk aan de volmaaktheid van Gods Werken. Beschouw de volgende beelden:

  1. Zie water dat vanuit een bron naar een vijver stroomt. In dit beeld is:

    Christus = de Bron; Maria = de beek; de zielen = de vijver

    God schept het water der genade, Maria laat het naar de zielen stromen.

  2. Zie de aarde die baadt in het zonlicht. In dit beeld is:

    Christus = de zon; Maria = de zonnestralen; de zielen = de aarde.

    God zendt Zijn licht en warmte (Zijn levenskracht) naar de zielen door Maria. Via Maria bereikt de kracht van het Goddelijk Leven de zielen.

Deze beide beelden hebben met elkaar gemeen dat zij Maria laten zien als een noodzakelijke Brug tussen het Goddelijke en de zielen. Maria’s roeping is deze van Draagster (Overbrenger) van het Goddelijk Leven naar de zielen toe. Daarbij vervult Zij tevens een unieke rol als Omvormer (Transformator) van deze kracht opdat deze door de zielen zou kunnen worden opgenomen. In punt 6 zal ik nader ingaan op Maria’s sleutelfunctie binnen de uitvoering van Gods Werken. Uit de geschetste beelden moge alvast blijken dat Maria als Meesteres van alle zielen de voltooiing van de Werken van Christus brengt. Zij die menen dat de Meesteres van alle zielen niets méér is dan een denkbeeld dat verwarring sticht en Christus in de schaduw tracht te stellen, verkeren dus in dwaling.

Laat ik klaar en duidelijk stellen: Zonder de Werken van Jezus Christus zou de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen geen fundament hebben gehad, want de Meesteres van alle zielen komt voltooien wat door Jezus Christus mogelijk is gemaakt. God is de Schepper van het Nieuw Verbond en van het Goddelijk Heilsplan, Maria is door God aangesteld en bekleed met een unieke macht om bij Goddelijke volmacht op te treden als Uitvoerster van de laatste fase van dit Heilsplan. Dit verklaart mede waarom Maria’s grootheid en ware natuur gedurende Haar leven op aarde en de daaropvolgende eeuwen verborgen konden blijven (ja, moesten blijven: op grond van de juiste orde voor het verloop van alle stappen van Gods Heilsplan). Beschouw de volgende woorden van Maria Zelf:

"Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, is niet een ketterse vervanging van Jezus Christus, het Licht der wereld: Zij is de door God Zelf voorbestemde Voltooiing van het Plan van Heil en Verlossing dat door Jezus Christus als God-Mens is ingeluid en waarvoor Hij aan het Kruis het Verbond met de mensheid heeft bezegeld. Toen Jezus aan het Kruis de woorden sprak: "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder", ontsloot Hij in werkelijkheid de verborgen kern van het Goddelijk Plan van Heil en Verlossing dat Mij sedert alle eeuwen had bestemd tot Meesteres, Leidster en Gids van alle zielen. Mijn rol als Meesteres van alle zielen bestaat uit de begeleiding en verdieping van de zielen op de weg van de heiliging, die de voltooiing is van de door Jezus afgekochte Verlossing en de weg naar de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Ziehier het beeld dat de zielen zich voor ogen moeten houden: Jezus Christus is de Bron van het Licht, Ik ben de Meesteres van het Licht. Dit betekent dat het Licht uit God stroomt, doch dat Ik de volkomen en onbegrensde beschikking over de ontplooiing van het Licht in de zielen heb gekregen. Hoe zou Ik dan een concurrente, een hindernis, voor Jezus kunnen zijn? Zielen, begrijp dit wel: Door een Goddelijk Mysterie zijn de Harten van Jezus en Mijzelf één gemaakt opdat Bron en Stroom, Oorsprong en Voltooiing, het Goddelijk Licht langs volmaakt Goddelijke wegen naar de bedoelde bestemming zouden kunnen voeren: de vestiging van Gods Rijk in de zielen, die bestemd zijn om beeld en gelijkenis van God te worden. Als de Meesteres van alle zielen draag Ik de sleutel tot de ontsluiting van de volmaakte Gelukzaligheid van de zielen". (MARIA – 13 december 2007)

Met betrekking tot de aanvang en de ware aard van Haar rol in de voltooiing van de Werken van Christus (of algemeen gesteld: van God) geeft Maria de volgende opmerkelijke uiteenzetting:

"Weinig zielen hebben ooit begrepen dat Jezus met Zijn kruiswoord '...zoon, ziedaar uw Moeder' in wezen de sleutel gaf tot de voltooiing van Zijn Verlossingswerk. God heeft de mensheid via drie wegen willen verlossen uit de heerschappij van de satan, die door het ingeven van de erfzonde de mensheid voor alle tijden onder zijn slavernij heeft weten te brengen:
  • De eerste weg was deze van het Lijden en de Kruisdood van Jezus,
  • de tweede zou de voortdurende inwerking van de Heilige Geest zijn, en
  • de derde de totale toewijding van de zielen aan Mij, Maria.

In de Meesteres van alle zielen heeft Hij Zijn macht en Zijn Wijsheid gelegd. Door Haar worden de vruchten van de Boom des Levens, de gekruisigde Christus, in de zielen tot rijping gebracht en onophoudelijk gevoed met de vruchten van Haar eenheid met de Heilige Geest. Zij bekroont in de zielen de Verlossing en de heiliging, door hen te herscheppen volgens de inzichten die Zij bezit en die volkomen passen binnen Gods Plan van Heil met de zielen, het Goddelijk Plan waarvan Zij tot Uitvoerster met Goddelijke macht is gemaakt.

Daarom is Zij verheven tot de absolute Meesteres van alle zielen en heeft Zij alle macht over hen gekregen, opdat Zij hen zou kunnen regeren, besturen en begeleiden in de tijden van de laatste strijd tegen de duisternis. Door Mij zal de mensheid worden gezuiverd en geopend voor het ware Licht van Christus, en naar haar definitieve bevrijding worden gevoerd, in de mate waarin zij Mij vrijwillig daartoe de deur opent. Om hun bevrijding waarlijk te voltooien, is het noodzakelijk dat de zielen in drie punten vast geloven:

  1. de verlossende macht van het Kruisoffer van Jezus Christus, en van alle kruisen en beproevingen in het eigen dagelijks leven;

  2. de bezielende macht van de Heilige Geest: Zijn kracht om de zondige ziel nieuw Leven in te blazen;

  3. de voorbestemming van Maria als de Meesteres van alle zielen, en Haar oneindige macht tot bevrijding van de hele mensheid en van elke ziel afzonderlijk uit de duisternis". (MARIA – 13 juli 2006)

Laten wij voor ogen houden dat de Missie van Christus – de Verlossing van de zielen – onmogelijk zou zijn geweest zonder Maria. Haar 'Mij geschiede naar Uw woord' opende de deur naar de Menswording van de Christus in Haar Schoot. Ziehier de woorden van de Moeder Gods:

"God heeft Mij gekozen om Zijn Heilsplan te beginnen door Mijn ja-woord dat de Menswording van de Verlosser mogelijk maakte. Hij heeft Mij ook de macht gegeven om het te voltooien door de onschatbare Nalatenschap van Jezus in de zielen tot vrucht te brengen. Ik ben de Koningin en Meesteres van de Eindtijd, de Gids voor elke levensweg, het Tabernakel van de macht van God Zelf". (MARIA – 26 december 2006)

Zodra de Christus als God-Mens in Maria’s Schoot werd ontvangen, ontstond een situatie die uniek is in de geschiedenis van het Heil: Een schepsel werd één gemaakt met de Allerheiligste Drie-Eenheid en zou een leven leiden in eenheid van Hart en zelfs van mystiek Lijden met de God-Mens. Om deze reden is de hoedanigheid van Maria als Medeverlosseres van de zielen een onbetwistbare Waarheid. Haar hele aardse leven lang zou Maria de Werken en verwezenlijkingen van Christus op volkomen wijze doorheen Haar eigen gesteldheden, opgeofferde beproevingen en verdiensten in talloze zielen laten doordringen door deze zielen totaal te ontsluiten voor de Goddelijke Genade. Hierdoor verrichtte Zij jarenlang werken van voltooiing van Verlossing, heiliging en herschepping van deze zielen (dit alles wordt onder meer uitgebreid aangetoond in Wedergeboorte van het Aards Paradijs). Maria’s sleutelrol in de voltooiing van Gods Werken in de zielen wordt onder meer verduidelijkt in de woorden 'De Meesteres van alle zielen is de voltooiing van Gods Werken' (29 november 2006), en verder in de volgende uitspraak:

"God heeft voor alle tijden een Plan beschikt voor het Heil van alle mensenzielen, opdat zij gered zouden worden uit hun zonden en naar Hem terug mogen keren in staat van genade. Dit Plan van Heil is door de Allerhoogste in Mijn handen gelegd om onder Mijn leiding ten uitvoer te worden gebracht in alle zielen. Daartoe heeft Hij Mij Zijn Wijsheid en Zijn macht geschonken. Hij heeft Mijn ziel als enige mensenziel onbevlekt in een lichaam gestort opdat Ik de Christus, de Verlosser, de Verkondiger van Gods Waarheid, zou kunnen dragen en als Mens zou kunnen baren in volmaakte zuiverheid. Hij heeft Mij onmetelijk ver verheven boven al het geschapene. Hij heeft Mij alle macht gegeven om de satan, de bron van alle verderf voor de zielen, totaal en restloos te vernederen en te overwinnen. Hij heeft Mij voorbeschikt tot Meesteres van alle zielen, om in deze Laatste Tijden de laatste fase van de voorbereiding op de grondvesting van het Rijk van Christus op aarde vorm te geven. Dit alles is het werk van God Zelf". (MARIA – 30 mei 2006)

Wij mogen nooit vergeten dat het Nieuw Verbond tussen God en de zielen berust op een Wet van samenwerking: God wil alles doen met de zielen en in overeenkomst met hen. Maria is de Brug tussen Hemel en aarde, Die God vertegenwoordigt naar de zielen toe en Zijn genaden naar de zielen toe leidt, en de zielen naar God toe poogt te voeren:

"Als Meesteres van alle zielen wil Ik de harten klaarmaken voor het Rijk dat Mijn Zoon op aarde heeft gepredikt en waarvan Hij de standaard in de aarde heeft geplant in Zijn Kruis. Zo wil Ik het werkelijke Goddelijk Leven in de zielen brengen. Mijn macht zal herscheppen wat in puin ligt, want Ik ben de Brug tussen Hemel en aarde". (MARIA – 26 november 2005).

Maria wijst erop hoe Zij werd uitverkoren om aan de basis te liggen voor de komst van Jezus als God-Mens, en hoe Zij ook werd uitverkoren om Zijn Werken in de zielen te voltooien:

"God had de effecten van de erfzonde Zelf eigenhandig kunnen verbreken, doch Hij heeft uitdrukkelijk voorzien dat een mensenziel deze overwinning zou bekrachtigen door Haar medewerking in elk facet van de strijd. Daarom heeft Hij Mij tot Moeder van Christus gemaakt, met behoud van Mijn maagdelijkheid. Zo zou een Vrouw rechtstreeks aan de basis liggen van de Verlossing door de Mens geworden Zoon van God. Als de Meesteres van alle zielen zet Ik deze rol van de allerhoogste uitverkiezing voor altijd voort". (MARIA – 13 juni 2006)

Wie de sleutelrol van Maria voor de afronding van Gods Heilswerken miskent, sluit zich voor de volheid van Gods Waarheid, de werkelijke toedracht van Zijn eeuwig geldende Beschikkingen:

"Ik roep de zielen op tot opening van hun hart voor de volheid van de Waarheid, dus ook voor de pas in deze dagen geopenbaarde Waarheid over Mij, voor een begrip van de onoverzienbare draagwijdte van de erfzonde en al haar gevolgen, van de verwoestende werken van de satan en zijn gewillig gevolg onder de gevallen engelen zowel als onder de zielen die nog op aarde leven, en van de grove miskenning van Mijn ware hoedanigheid. De Allerhoogste openbaart Mij nu in de volheid van Mijn Glorie en macht als een zoveelste akt van grenzeloze Barmhartigheid opdat de zielen hun vrije wil mogen gebruiken voor het maken van de juiste keuze (...) God heeft Mij nu geopenbaard als de Meesteres van alle zielen om de Werken van Jezus Christus in de zielen te voltooien". (MARIA – 21 januari 2007)

Zo wordt één van de grootste punten van verzet, één van de grootste argumenten voor hen die kritiek leveren op de positie die Maria als Meesteres van alle zielen binnen Gods Heilsplan bekleedt, volledig ontkracht. Om redenen die geen enkele grond van waarheid bezitten, zijn zelfs onder de christenen Mariavijandige krachten aan het werk. Sommige zielen lijken niet overweg te kunnen met het denkbeeld dat Maria macht zou kunnen bezitten en uitoefenen. Hun verwijten jegens de zielen die hun hele wezen en hun hele levensweg in totale toewijding (of zoals Maria het Zelf geregeld noemt: in 'slavernij' jegens Haar Liefde) aan Maria weggeven, variëren gewoonlijk van 'dweperij' via 'sektegedrag' of 'ketterij' tot 'afgoderij'. Deze houding is volkomen onzinnig en berust op onwetendheid, ten dele soms op onwil om de Waarheid onder ogen te zien.

Wat de onwetendheid betreft: Om deze te genezen, geeft Maria Haar onderrichtingen (in het bijzonder dit Manifest). Wat de onwil betreft: Deze kan slechts worden genezen door de ingesteldheid in de eigen ziel te genezen in de richting van totale openheid voor de weldaden van Gods Liefde. De uniek verheven positie van Maria is inderdaad een onmetelijk groot geschenk van God aan de mensheid. Maria kan Jezus niet in de weg staan, noch Zijn plaats innemen, noch kan enige ziel met recht zeggen dat een dagelijkse spirituele beleving die is gericht op de totale toewijding aan Maria als Meesteres van alle zielen een dwaling is, want God Zelf heeft Maria in Zich opgenomen in de allerhoogste mate die voor een schepsel mogelijk is. Maria Zelf zegt hierover:

"In Mij is de volmaakte Bruiloft gesloten tussen de Godheid en een mensenziel. De Allerhoogste heeft hiervan getuigenis afgelegd jegens de engelen nog vóór Mijn Ontvangenis als mens. Hij heeft dit nogmaals gedaan ter gelegenheid van Mijn Onbevlekte Ontvangenis, bij de Menswording van Zijn Zoon in Mijn Schoot, bij Mijn Opneming ten Hemel met Ziel en Lichaam, bij Mijn Kroning als Koningin van Hemel en aarde, en Hij zal dit nogmaals herhalen wanneer Hij Mij aan de zielen zal voorstellen als Zij Die hun Meesteres was vóór alle tijden en dit zal blijven voor alle eeuwen der eeuwen. De ziel die in het Goddelijk Leven wil worden opgenomen op de wijze zoals door de Allerhoogste voorzien, moet dit daarom voorbereiden door Mij in staat te stellen, haar in Mij op te nemen en op Mijn beurt totaal in haar te heersen en te leven. Dit voorrecht komt Mij toe als haar Meesteres en Koningin en Vertegenwoordigster van God, Draagster en Uitvoerster van Zijn macht". (MARIA – 21 maart 2006)

Later zou Maria met klem zeggen:

"Bij de Menswording van Jezus in Mijn Moederschoot werd Ik, Die voorbestemd was om Tabernakel van God te worden, één gemaakt met Christus". (MARIA – 15 oktober 2006)

Enkele dagen eerder had Maria reeds Haar eenwording met Jezus benadrukt met de woorden:

"Ik heb het Sacrament der Sacramenten in Mij gedragen en ben ermee versmolten: Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser en Licht der wereld. Zielen, kijk naar Mij. Ik heb de volheid van het Goddelijk Leven in Mijn hele Wezen ontvangen. Ik deel in Gods Liefde, heiligheid, macht en Glorie". (MARIA – 9 oktober 2006)

Maria vertoont Zichzelf als Tabernakel van de Allerheiligste Drie-Eenheid, als Ark waarin God in Zijn volheid leeft, zodat Zij totaal van het Goddelijke doordrongen is:

"De Allerhoogste heeft Mij gemaakt tot een Tabernakel voor Zichzelf door Mijn Onbevlekte Ontvangenis. Hij heeft dit Tabernakel drie maal verzegeld:
  1. het 1e zegel was Mijn Goddelijk Moederschap, het uniek voorrecht van totale eenwording met de Godheid in Mijn Moederschoot met behoud van Mijn maagdelijkheid;

  2. het 2e zegel was Mijn hoedanigheid als Medeverlosseres gedurende de Passie van de Christus, waarbij Ik als enige ziel volmaakt, volkomen en absoluut één was met de volmaakte offerande van het Lijden van de God-Mens in Diens Verlossingwerk;

  3. het 3e zegel was Mijn Kroning tot Koningin van de hele Schepping en de voltooiing van Mijn bekleding met de Goddelijke macht als de Meesteres van alle zielen.

Door deze drie zegels heeft de Allerhoogste het Tabernakel dat 'Maria' heet, op unieke wijze laten delen in de volheid van het Goddelijk Leven". (MARIA – 1 januari 2007)

De diepe zin van de totale toewijding aan Maria wordt door Haar Zelf trouwens duidelijk gemaakt met het volgend betoog:

"God dringt de zielen niets op. Zij delen slechts in de Goddelijke genaden in de mate waarin zij deze vrijwillig aanvaarden en in zich opnemen. Om die reden is de Verlossingsdaad van Jezus in Zijn Lijden en Kruisdood geen voltooid gebeuren, doch slechts het zaad dat in elke ziel afzonderlijk moet uitrijpen tot een bloem. Of een ziel daadwerkelijk verlost wordt, hangt af van haar eigen inzet. Zij moet eerst de vrije keuze maken om Jezus Christus in alles te volgen. Om waarlijk bevrijd, geheiligd, te worden, volstaat het niet dat de oorlog voor haar gewonnen wordt, zij moet zelf meegestreden hebben om de vijand diep in zichzelf te overwinnen. Om een gelijkaardige reden kan een ziel zich niet toegewijde van Maria noemen zodra zij een toewijdingsgebed heeft uitgesproken, zelfs al herhaalt zij dit gebed dagelijks. De ziel wordt pas Mijn toegewijde wanneer zij door een eigen vrije keuze weloverwogen heeft beslist om haar hele levensweg met Mij te gaan, Mij in alles na te volgen en Mij te dienen in totale verloochening van zichzelf". (MARIA – 23 januari 2007)

De meest treffende omschrijving van Haar relatie tot Jezus Christus gaf Maria wellicht in de volgende openbaring:

"Het Rijk Gods op aarde is vergelijkbaar met een boom. Ikzelf ben de grond waarin de boom is geplant. Ik ben doordrongen van alle Goddelijke eigenschappen, voedingsstoffen, bestanddelen en gesteldheden die nodig zijn om de boom in staat te stellen om in Mij wortel te schieten. De boom zelf is Jezus Christus. Aan de boom ontspringen bloesems en vruchten, die zonder de boom niet zouden kunnen bestaan. Begrijp dit beeld wel: De 'Boom Jezus' wordt niet gevoed vanuit de 'grond Maria', doch heeft op basis van een Goddelijke Verordening gekozen om in Mijn grond wortel te schieten als een teken naar de zielen toe: Zij vinden in Mij het voedsel dat zij nodig hebben om de kiem van hun heiligheid (de bloesems en vruchten) tot rijping te brengen, en de eigenschappen en gesteldheden die hen ertoe kunnen brengen om beeld en gelijkenis van God te worden. De Boom Jezus groeit en bloeit uit Zijn eigen kracht, want Zijn stam bevat de volheid van het Goddelijk Leven en draagt dus de volwaardige kiem van de vruchtbaarheid. Zijn relatie tot Mijn grond is geen relatie van AFHANKELIJKHEID, doch een relatie van EENHEID VAN DOEL: De 'Boom Jezus' bloeit slechts vanuit Mijn grond omdat Hij Zich met Mij één heeft willen maken omdat dit Gods Plan dient, want het grote doel – de grondvesting van Gods Rijk op aarde – moet worden verwezenlijkt in de vlekkeloze eenheid tussen God en de zielen. Welnu, Ik vertegenwoordig de zielen naar God toe, zoals Ik God vertegenwoordig naar hen toe. Zie, Ik ben de Brug tussen de Schepper en Zijn Schepping. De Schepper heeft de grond van Mijn ziel geschapen en heeft deze zo diepgaand met Zichzelf bekleed dat hij de passende gesteldheid zou bezitten om de Boom van het Goddelijk Leven te dragen tot voeding voor alle zielen". (MARIA – 26 december 2007)

De bekroning op de weerlegging van alle kritiek op de erkenning van Maria als volwaardige Uitvoerster van de Werken van Christus:

"Er zijn zielen die er aanstoot aan nemen dat jij Waarheden over Mij verkondigt. Zij pogen hun dwaling te staven met de stelling dat het christendom een Leer is waarin Jezus Christus in het middelpunt hoort te staan. Tot deze zielen zeg Ik, Maria: Nooit heb Ik, noch heeft Mijn slavin, apostel van de Meesteres van alle zielen, beweerd dat Jezus niet het middelpunt van de Christelijke Leer of van Gods Heilsplan zou zijn. Waarom menen deze zielen dat het een heiligschennis of dwaling of ketterij is wanneer Mijn slavin haar Meesteres aan hen openbaart in Haar grootheid en heerlijkheid? Laat hen het volgende in overweging nemen:
  1. Door een eenmalig wonder, een uniek Mysterie, heeft God Mij, Maria, één gemaakt met de Zoon van God, Die uit Mij in het Vlees is geboren en Mij hierdoor totaal en volmaakt deel heeft gegeven aan het Leven in God.

  2. God Zelf heeft Mij bekleed met Zijn macht, Zijn Mysteries en al Zijn eigenschappen met uitzondering van één eigenschap waardoor Hijzelf uniek is en altijd uniek zal blijven: deze, dat Hij geen begin heeft. God is oneindig in de meest absolute zin. Ik daarentegen, ben op een bepaald ogenblik door Hem geschapen en heb dus wel een begin. In de uitwerkingen, de effecten, in de orde der Genade, ben Ik echter bekleed met de volheid van Zijn macht, omdat Hij Mij volkomen één met Hem heeft gemaakt. God bezit de almacht van nature. Ik bezit haar eveneens, doch in de orde der Genade, dit wil zeggen: omdat zij Mij door God Zelf is verleend voor de uitvoering van Mijn opdracht en in het kader van Mijn eeuwigdurende heerlijkheid. Tussen God en Mij, Maria, bestaat een volmaakte, absolute, totale Hemelse Bruiloft.

  3. God heeft Mij aangesteld tot absolute Meesteres, Bestuurster en Uitvoerster van Zijn Plan van Heil met alle zielen. Jezus Christus is als een zon, Ikzelf ben als de stralen van die zon, het effect van Zijn Lichtbron. Kan men oneer doen aan de zon door haar stralen te prijzen?

  4. Mijn slavin handelt in haar verkondigingen in opdracht van, en in gehoorzaamheid en onderwerping aan, Maria, Die door God is verheven tot de Meesteres van al wat is geschapen, Zij Die heerst als de Vertegenwoordigster van God, geplaatst aan de rechterhand van Jezus Christus, en zetelend in Zijn Goddelijk Gerecht in het uur van het oordeel". (MARIA – 16 juli 2006)

De eenheid tussen Maria en Jezus Christus in de orde der Genade kan niet worden geloochend. Deze eenheid is reeds lang bekend waar sprake is van de 'Verenigde Harten van Jezus en Maria'. Het enige verschil is dit, dat de concrete uitwerkingen van deze eenheid onmetelijk veel dieper reiken dan totnogtoe werd vermoed. Dit is wat de Openbaringen van Maria als de Meesteres van alle zielen maakt tot het fundament voor een aanzienlijke verbreding van de beleving van ons christen-zijn. Lof en eer aan God, Die in deze overweldigende Openbaringen van Maria als Meesteres van alle zielen in deze tijd een onschatbaar geschenk aan de zielen zichtbaar maakt: In de totale overgave aan Maria als Meesteres van alle zielen openen zich voor de ziel ongekende wegen naar de voltooiing van de Verlossing en de heiliging. In het volgende punt bekijken wij de inhoud van Gods Plan met en door Maria in de Laatste Tijden, als Meesteres van alle zielen.

6. Wat behelst de roeping van Maria als Meesteres van alle zielen?

Het is een Goddelijke Wet dat God voor al Zijn Werken de vrijwillige medewerking van de mensenzielen nodig wil hebben. Zonder deze vrijwillige medewerking van de mens doet God niets, want elk Goddelijk ingrijpen in het verloop der gebeurtenissen en de ontwikkelingen in de wereld zonder vrijwillige medewerking van mensenzielen, zou betekenen dat God Zijn eigen Wil aan de zielen zou opdringen. God heeft de zielen een vrije wil geschonken, en respecteert deze vrije wil tot het uiterste toe. Welnu, opdat de zielen hun vrije wil op vruchtbare wijze zouden inschakelen in Gods Werken, was na de zondeval in het Aards Paradijs nodig dat de mens door God zou worden onderricht in Zijn Wetten.

Om deze reden schonk God via Zijn profeet en werktuig Mozes aan de mensheid de Tien Geboden. Hiermee werd het Oud Verbond tussen God en de zielen gegrondvest. Toen na een geschiedenis van eeuwen van menselijke zonden het uur had geslagen voor de Menswording van Gods Zoon Jezus Christus uit de Onbevlekt ontvangen Maagd Maria, verkondigde de Christus de voltooiing van het Verbond met de zielen. Hij leerde hen Gods Eeuwige Waarheid en stelde hen met Zijn eigen Leven en Lijden het voorbeeld van Verlossing door onvoorwaardelijke Liefde en opgeofferd Lijden. Hiermee was de fundering gelegd van het Nieuw Verbond, dat werd bezegeld door de instelling van de Sacramenten, de grondvesting van de Kerk van Christus, de Dood aan het Kruis, de Verrijzenis en Hemelvaart van Christus, de Eerste Komst van de Heilige Geest, en een tweede getuigenis van Gods intentie tot verheerlijking van de mensenziel in Maria’s Opneming ten Hemel met Lichaam en Ziel. Jezus heeft de Verlossing voltrokken. Zijn Kruisdood is echter slechts de sleutel in het slot van de hemelpoort. Elke afzonderlijke ziel moet deze sleutel zelf omdraaien om de hemelpoort voor zichzelf te openen, maar kan dit slechts op doeltreffende wijze doen in volkomen overgave en toewijding aan Maria, want ziehier Haar woorden:

"Dit is een tijd van Openbaringen over de draagwijdte van Mijn macht. Dit is nodig opdat de zielen zouden weten dat Ik waarlijk Gods Gevolmachtigde ben om in deze allerlaatste Tijden Zijn Plannen tot voltooiing te brengen. Jezus heeft door Zijn Komst op aarde en alle Werken die Hij er heeft volbracht, de sleutel in het slot geplaatst. Mijn opdracht is het, de sleutel om te draaien en voor de zielen het panorama op een herboren Schepping te ontsluiten". (MARIA – 26 januari 2007)

Om dit met vrucht te kunnen doen, moet de ziel weten hoe zij moet leven in overeenstemming met Gods Wil, Gods Wet en Gods Plannen. Deze kennis is door Jezus aangereikt, doch de ziel is zwak, en ook blind voor vele aspecten van de Waarheid. Daarom heeft zij nood aan tastbare begeleiding en ondersteuning in de toepassing van deze heilige kennis in haar dagelijks leven. Hiertoe heeft Jezus vanop het Kruis Maria aan de zielen, en de zielen aan Maria gegeven. Als Vertegenwoordigster van de zielen en Gods Gevolmachtigde beschikt Maria over een onbegrensde Wijsheid, kennis en macht om elke ziel van goede wil te leiden naar de voltooiing van haar Verlossing en heiliging, en daarbij Gods Plan voor de grondvesting van Zijn Rijk op aarde te voltooien. Daarom heeft God Maria reeds vóór Haar Ontvangenis voorbestemd om de Meesteres van alle zielen te zijn en in deze hoedanigheid te worden geopenbaard. Het uur voor deze bekendmaking is nu aangebroken. Jezus Christus is in de wereld gezonden om de cultuur van de duisternis te breken en te vervangen door de cultuur van het Licht.

Inderdaad, door ongebreidelde zonden heeft de mensheid eeuwenlang de gesteldheden van Gods tegenpool in zich opgedronken. Jezus kondigde de komst van Gods Rijk op aarde aan: de belofte van het Rijk van Licht, Vrede en Liefde. Men kan het zo beschouwen, dat Jezus het zaad van de cultuur van het Licht heeft uitgestrooid in de bodem waaruit de zielen hun spiritueel voedsel moeten trekken. Vanop het Kruis heeft Hij verwezen naar Maria als diegene Die de zielen onder Haar hoede zou krijgen opdat het Nieuw Verbond de voorbestemde vruchtbaarheid zou krijgen. Maria heeft dus de opdracht, de zielen te leiden en hen te onderrichten in de wegen naar opname en benutting van het zaad van het Licht. Anders gezegd: Wat Jezus door Zijn Leven en Kruisdood is begonnen voor het geheel van de zielen, moet Maria in de individuele zielen tot voltooiing brengen, met hun actieve medewerking. Ziehier de verkondiging van deze opdracht door Maria Zelf:

"Maria is, in de orde der Genade, Draagster van de glorievolle eigenschappen van de Allerheiligste Drie-Eenheid: Ik ben de Brug tussen God en de zielen, de Meesteres Die is bekleed met de volheid van de macht, de Liefde en de Wijsheid van God voor de vervulling van Haar ultieme opdracht: in de allerlaatste tijden de Verlossing en de heiliging in de zielen te voltooien. Daartoe ben Ik door de Vader uitgerust, heeft de Zoon de weg vrijgemaakt over de weg van het Kruis, en heeft de Heilige Geest met Mij de absoluut voltooide Hemelse Bruiloft gesloten. De Vader heeft de Wet gemaakt, de Zoon heeft de Wet onderricht, de Geest ontsluit de zielen voor het begrip van de Wet, en Maria, de Meesteres van alle zielen, is door een Goddelijk Raadsbesluit verheven tot Uitvoerster van de Wet in de Laatste Tijden". (MARIA – 7 augustus 2007)

U kunt Maria’s functie binnen Gods Heilsplan beter begrijpen door U dit beeld voor ogen te houden: Wanneer U Gods Werken ten bate van de zielen ziet als een schatkamer, is Maria als Meesteres van alle zielen de sleutel tot die schatkamer: Zij is het gouden middel tot ontsluiting van alle schatten die God voor Uw ziel heeft bereid. Dit beeld hoeft geen verbazing te wekken wanneer U bedenkt dat van Maria als Middelares van alle Genaden ook reeds wordt gezegd dat Zij de schatten uit de Schatkamer der genaden over de zielen verdeelt volgens de spirituele noden van elke ziel, met andere woorden met het oog op het in staat stellen van elke ziel om haar eigen specifieke levenstaak te volbrengen. Dit betekent dat Maria onbeperkt toegang heeft tot de Goddelijke schatkamers, en dat Haar hele Wezen en al Haar verdiensten werken als een sleutel om deze te openen.

Intussen moge duidelijk zijn dat God Maria zo ver boven alles heeft verheven met deze bedoeling: dat Zij de vermogens zou bezitten om de Werken van Zijn Zoon Jezus Christus in de zielen te voltooien (de zielen zodanig te kneden, te bewerken en te begeleiden dat zij – ieder naar eigen vermogens, ingesteldheden en levenstaak – deze Werken in zich tot nut zouden kunnen maken), dit alles met als uiteindelijke doelstelling: de grondvesting van Gods Rijk op aarde, want daartoe was de Schepping bestemd vóór zij door de zonde werd verontreinigd en hierdoor door de geest der duisternis werd ingepalmd. Het geheel van alle Goddelijke Werken tot grondvesting van het Rijk Gods in de zielen, heet Gods Heilsplan. Het behelst de eeuwenlange strijd tegen de duisternis die zich de zielen onrechtmatig toe-eigent. Het is een onophoudelijke strijd voor de Verlossing en heiliging van de zielen. Niet zonder reden zegt Maria reeds in de eerste weken van Haar Openbaringen als Meesteres van alle zielen:

"Ik ben de Uitvoerster van Gods Heilsplan. Daarom verwacht God nu méér dan ooit dat de strijdende Kerk Mij erkent en belijdt als de Meesteres van alle zielen. Mij zo te noemen, is een kaakslag aan de satan. Totale onderwerping van een ziel aan Maria maakt hem waanzinnig van machteloosheid. Zeg aan de zielen dat, telkens zij Mij met Liefde en de diepste verering aanroepen als 'machtige Meesteres van alle zielen', Ik de duivel gebied om aan Mijn voeten neer te knielen". (MARIA – 11 december 2005)

Om Gods Heilsplan tot zijn voltooiing te brengen, is daarom nodig dat de zielen zich totaal aan Maria toewijden, opdat Zij volkomen over hen kan beschikken:

"Zie, Ik heb Christus voor de wereld gebaard. Hij is naar de wereld gekomen. De tijd is aangebroken waarin de wereld naar Christus moet komen, in totale navolging van Hem. Daartoe moet Ik, Die door God ben voorzien als de Meesteres van de Laatste Tijden en de Uitvoerster van de laatste fase van Zijn Heilsplan, nu worden gediend tot het uiterste toe". (MARIA – 26 december 2006)

God dringt Zijn weldaden niet op. De zielen moeten hun verlangen naar bevrijding uit zonde en ellende te kennen geven, door zich in al hun werken en alle beproevingen van hun levensweg over te leveren aan Maria, Die door God is bestemd om de zielen voor te gaan op de weg naar het Rijk Gods op aarde:

"Doorheen al deze Openbaringen spreekt God tot de zielen als volgt: 'Zielen in de strijdende Kerk, aanschouw jullie Meesteres, bekleed met Onze macht en Wijsheid. Zij is het Die jullie Ons Rijk op aarde zal binnenleiden. Zij is het Die de vijanden van Ons Rijk onder Haar voeten zal vernederen en verlammen. Ken Maria in de volheid van Haar hoedanigheden, en volg Haar in het diepste Geloof en vertrouwen. Leef en sterf voor Haar, want Zij is bekleed met het Goddelijk Zegel'." (MARIA – 17 februari 2007)

Vroeger is wel eens sprake geweest van het 'Rijk van Maria'. Als Meesteres van alle zielen heeft Maria deze term ook reeds gebruikt. De ware betekenis is deze:

"Wat is het Rijk van Maria? Het is niets anders dan het Rijk Gods op aarde, doch de Allerhoogste wil met de term 'Rijk van Maria' de harten richten op de volheid van Zijn Waarheid in deze allerlaatste Tijden: Het Rijk Gods zal worden gegrondvest door Haar Die alle macht heeft gekregen om God in Zijn Werken te vertegenwoordigen als de Meesteres van alle zielen. Het resultaat van Haar verwezenlijkingen zal Gods Rijk op aarde zijn, want dat is de voltooiing van Gods Plan, waarvan één der grootste componenten bestaat uit de voleinding van de openbaring van Mijn grootheid als Gods Meesterwerk". (MARIA – 3 februari 2007)

Wat behelst de uiteindelijke roeping van Maria? Tot welke functies is Zij door God geroepen, in het bijzonder in deze Laatste Tijden? Maria’s roeping is steeds deze geweest van de zorgende Moeder, de stille Toevlucht die de zielen kan verzoenen met God en hun hart dichter bij God kan brengen. God heeft Haar echter van meet af aan voor nog veel diepere dingen bestemd. Nu is de tijd aangebroken om Haar in Haar ware grootheid uit de schaduw te laten treden. Maria’s opdracht als Meesteres van alle zielen is deze van Uitvoerster van de laatste fase van Gods Heilsplan. Daartoe is Zij bekleed met Goddelijke volmachten. In wezen kan de roeping van Maria voor de Laatste Tijden worden gevat in de volgende vier punten: Bij Goddelijke Volmacht is Zij voor alle zielen Lerares en Gids, Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid, Omvormster en Leidster.

1) Lerares en Gids. Op 1 juni 2006 zei Maria dat de Verlossing door Christus haar bekroning moet vinden in de heiliging door de Heilige Geest, en dat Zijzelf de Gids is Die de zielen doorheen elk van de fasen leidt. Doorheen de Openbaringen die Maria als Meesteres van alle zielen geeft, wil Zij de zielen klaarmaken voor hun volle medewerking aan de ontsluiting van de vermogens van heiligheid die de Schepper in ieder van hen heeft gelegd. Maria’s onderrichtingen omvatten nooit eerder geopenbaarde Waarheden betreffende Goddelijke Mysteries, Mysteries over het diepe wezen van de ziel, over de unieke aard en macht van Maria, inzichten in het diepe wezen van alle deugden en ondeugden, wegen naar diepere zelfkennis en naar de ontdekking van het diepe wezen en de diepe doelstellingen van Gods Heilsplan en van de werkwijzen der duisternis om Gods Heilsplan te ondermijnen in en tussen de zielen. Maria wijst de zielen de weg naar het Ware Geluk, door ontmaskering van talrijke misvattingen en dwalingen en onderricht in alle elementen van Gods Waarheid en in de diepe betekenis van de Leer van Christus. Als Meesteres van alle zielen bestaat Maria’s roeping hierin, dat Zij de zielen begeleidt naar het diepe en juiste begrip van de ware christelijke beleving van hun levensweg. Maria zegt in dit verband onder andere:

"De Waarheid is Licht. Ik ben door God gezonden om in deze Laatste Tijden de Waarheid te openbaren in een diepgang en een klaarheid zoals deze nooit eerder geopenbaard is, omdat de volheid van de tijd daartoe nog niet gekomen was. Ik ben Gods Morgenster. In Mij is de volheid van de Waarheid. In Mij is de volheid van het Licht. In Mij is in de orde der Genade de volheid van de macht. In Mij is in de orde der Genade de volheid van de Wijsheid. Alles is Mij door Gods Geest geopenbaard. Voor Mij heeft de Schepping geen geheimen. Daarom ben Ik naar de zielen gezonden als de Dageraad die de duisternis verdringt". (MARIA – 20 oktober 2007)

Onderricht in de volheid van de Waarheid betekent ontmaskering van alle duisternis, van alle dwaling. Daarom vatten de beide volgende Openbaringen goed samen wat de Meesteres van alle zielen als Lerares en Gids voor de zielen komt doen:

"Mijn Zoon Jezus zei dat Hij was gekomen om het zwaard te brengen. Hij bedoelde daarmee dat Zijn Missie, die het ware Goddelijk Licht over de zielen zou spreiden, tot resultaat zou hebben dat de duisternis in haar vele vormen onbelemmerd zou worden gewekt. Hetzelfde kan worden gezegd van Mijn Missie in de Laatste Tijden, als Meesteres van alle zielen: Ook Ik ben bezig, het zwaard te brengen. Mijn Missie ontketent een sedert Jezus nooit meer gezien offensief van het Licht tegen de duisternis. Doorheen de geschriften die Ik in je hart zaai, verkondig Ik de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Deze Wetenschap brengt niets minder dan een systematische ontmaskering van alle duisternis en van al haar strategieën en valstrikken. De Wetenschap van het Goddelijk Leven beoogt alle zielen te wekken:
  • voor Gods Wetten,
  • voor de verwachtingen die God koestert ten aanzien van alle zielen,
  • voor de ware zin van het leven,
  • voor de onophoudelijke strijd tussen het Licht en de duisternis,
  • voor Mijn uitzonderlijke rol binnen deze strijd, en
  • voor de onbekende diepten van hun eigen wezen.

God heeft Mij de leiding van de strijd van het Licht tegen de duisternis toevertrouwd. Ik moet de zielen van het Licht voorbereiden voor de grondvesting van het Rijk Gods op aarde. Dit alles vergt van de zielen een inspanning om boven zichzelf uit te groeien. De uiteindelijke zin van elk leven als ziel op aarde is niets anders dan dit: de offerande van haar hele wezen en levensweg voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Het uur is aangebroken waarin de zielen zich ervan bewust moeten worden dat een vruchtbaar leven een leven is van onophoudelijke strijd tegen de oppervlakkigheid in de beleving van hun christen-zijn. Ik ben gezonden om de zielen naar de diepten van hun eigen wezen te leiden. De ware dienst, het ware eerbetoon aan God en aan Mij, zijn deze van de ziel die onophoudelijk werkt aan haar eigen verdieping, aan haar heiliging. Deze is slechts mogelijk door een voortdurende kruistocht tegen alle ondeugden en tegen de eigen zwakheden en verleidbaarheden. Elke ziel die de missie van de Meesteres van alle zielen bestrijdt of deze niet aanvaardt, verloochent de zin van haar eigen leven". (MARIA – 11 december 2007)

"Jezus zei dat Hij in de wereld was gekomen om het zwaard en vuur te brengen. Ziehier ook de Missie van de Meesteres van alle zielen: In deze hoedanigheid zal Ik strijd verwekken tussen hen die de volheid van de Waarheid verafschuwen, en hen die hongeren naar de volheid van de Waarheid, het ware, pure en ongeremde Goddelijk Licht. Mijn Openbaringen in Mijn hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen zullen vele slangen wekken en vele wolven doen opstaan, want met deze Openbaringen ben Ik begonnen met de stelselmatige ontmanteling en ontkrachting van alle onwaarheden, misleidingen, dwalingen, misvattingen en waandenkbeelden die in de loop der tijden door de krachten der duisternis in de zielen zijn gezaaid, en die in deze tijden een nooit geziene vruchtbaarheid hebben verworven, zelfs in de harten van talloze zielen die zichzelf als christenen beschouwen". (MARIA – 6 november 2007)

Om de voltooiing van de Werken van Christus in de zielen te brengen, heeft de Meesteres van alle zielen dus de Goddelijke volmacht en bevoegdheid tot onderrichting van de zielen in de volheid van de Waarheid. Alle duisternis en onwetendheid verhindert de zielen om dragers van het Goddelijk Licht te worden. Wat behelst dan het onderricht van de Meesteres van alle zielen? Naast diepgaande analyses van de meest uiteenlopende aspecten van het zielsleven en de ontmaskering van ontelbare schijnwaarheden, misvattingen en dwalingen die in de harten en geesten van vele christenen heersen, keert in Maria’s onderrichtingen voortdurend de volgende rode draad terug: de noodzaak tot een intense beleving (in alle aspecten van de dagelijkse levensweg) van de combinatie van Liefde, lijden en gehoorzaamheid.

Op 15 februari 2006 zei Maria dat "de driehoek Liefde – lijden – gehoorzaamheid een gouden sleutel tot de heiligheid in de ziel legt". Maria maakt duidelijk dat het hele Verlossingsmysterie berust op deze drie elementen: de Liefde als draagster van het Goddelijk Leven, het oprecht aanvaard en toegewijd lijden als betaalmiddel voor Verlossing en Heil, en de gehoorzaamheid/onderwerping als bron van vergoeding jegens de Goddelijke Gerechtigheid en als enige weg om de ziel volkomen in overeenstemming te brengen met Gods Wil. Laten wij enkele van de meest treffende uitspraken van de Hemelse Koningin in dit verband bekijken en overwegen:

"Liefde - lijden - gehoorzaamheid/onderwerping. Dit zijn tevens de drie elementen die de onoverzienbare schuldenlast van de zielen jegens de Goddelijke Gerechtigheid moeten aflossen. De Liefde is de essentie van de hele Schepping, de kracht van God Zelf. Het lijden is de sleutel tot de algehele Verlossing, zoals Jezus Zelf deze op aarde is komen brengen. De gehoorzaamheid en onderwerping zijn de grote tegenhangers van de erfzonde. De erfzonde is de grootste wonde die ooit is toegebracht aan Gods Hart". (MARIA – 12 juni 2006)

"De drie gesteldheden, de heilige driehoek, die Ik je heb aangetoond als het fundament van de ware heiligheid: Liefde - gehoorzaamheid/onderwerping - lijden. Wie deze driehoek doorschouwt, kan een begin maken met het begrijpen van Mijn volmaaktheid en van de natuur van Mijn ziel. De ziel die werkelijk op Mij wil gelijken, moet zich daarom door Mij laten kneden tot volmaaktheid in deze drie gesteldheden en hun onderlinge samenwerking. Elk van deze drie staat in nauw verband met de beide andere:

  1. Liefde met gehoorzaamheid: De onderwerping kan pas volmaakt worden in de mate waarin de Liefde tot de meerdere totaal is.

  2. Liefde met lijden: Alle kruisen moeten worden gedragen met Liefde, anders hebben zij geen nut tot Verlossing noch tot heiliging van zielen.

  3. Lijden met gehoorzaamheid: De totale aanvaarding van alle beschikkingen van Gods Voorzienigheid zal voor de ziel lijden en beproevingen met zich meebrengen.

Het voortdurend en volmaakt samengaan van Liefde, gehoorzaamheid/ onderwerping, en aanvaarding van alle lijden en smarten maakt de ziel tot een spiegel van Gods Wil en hierdoor tot een volkomen instrument van Gods Plan van Heil. Spiegel van Gods Wil te zijn, betekent spiegel te zijn van Zijn drijvende kracht en Zijn Licht. Daarom bepaalt de groei naar de volkomenheid in de combinatie en het samenspel van Liefde, lijden en gehoorzaamheid in wezen de zuiverheid van de ziel. Het is de volmaaktheid in dit samenspel dat Mijn onbevlekte natuur tot volle rendement heeft laten komen". (MARIA – 28 juni 2006)

"De meest doeltreffende sleutel voor het ontsluiten van Mijn macht is steeds deze waarin de gezegende elementen Liefde – lijden – gehoorzaamheid/ onderwerping vervat zitten". (MARIA – 1 november 2007)

"Ik verkondig de Hemelse driehoek Liefde – gehoorzaamheid – lijden omdat voor de zielen geen andere weg naar de heiliging bestaat. Jezus predikte niets anders dan dat". (MARIA – 4 juni 2007)

Een ander punt dat in Maria’s Onderrichtingen duidelijk naar voor treedt, is de leerstelling dat God niets vernietigt (hoe zou de God van Liefde Zijn eigen Schepping, draagster van Goddelijke Liefde en Goddelijk Leven, kunnen verwoesten?) doch alles wat van Zijn Wet afwijkt, zoekt te veranderen. Daarom ook heeft Hij Maria met de herscheppende macht bekleed, opdat Zij dit Werk zou kunnen leiden en alles wat zich niet in overeenstemming laat brengen met het Licht, zou kunnen veranderen (genezen).

De Meesteres van alle zielen predikt de uiterste en onvoorwaardelijke Liefde voor God, voor Maria, voor alle medeschepselen (mens én dier) en voor het offer. Zij beklemtoont sterk de waarde van zelfverloochening, zuiverheid van hart, van geest, van mond en van daden. Doorheen de Openbaringen straalt onveranderlijk het Licht van de Hoop, de bemoediging, de troost en het vertrouwen in de overwinning van het Licht op de duisternis. Het is duidelijk dat de Meesteres van alle zielen alle twijfel, ontmoediging, en elke gesteldheid die de ziel onwerkzaam maakt en/of verontreinigt, wil uitroeien en wil vervangen door de Hoop, moed en vertrouwen die de wortels zijn voor een wedergeboorte in de ziel. Maria benadrukt hoezeer de ziel die groeit in Liefde, Geloof en Hoop, als eerste vruchten in zichzelf het licht van de blijmoedigheid, de warmte van de zachtmoedigheid en de kracht van de geestdrift zal vinden.

De Meesteres van alle zielen waarschuwt bij herhaling tegen de vele kettingen der wereld: allerlei gehechtheden, banden, gewoonten, herinneringen en vaste patronen in gedrag en verwachtingen. In de Openbaringen is duidelijk dat de hoofdbetrachting van de Meesteres van alle zielen ligt in de heiliging van alle zielen. De heiliging is de voltooiing van het Verlossingswerk van Christus, van het Heilsplan van God. Heiligheid betekent namelijk de volkomen vruchtbaarheid van de ziel voor Gods Plannen en Werken: Alles wat de heilige ziel doet, zegt, denkt, voelt, verlangt, nastreeft, of niet doet of zegt, brengt Heil voor alle zielen en vergoeding voor Gods Gerechtigheid. Zo openbaart Maria op zekere dag:

"Ik geef je Mijn Tien Sleutels tot ontsluiting van de heiligheid in de ziel om haar tot bron van Licht voor de wereld te maken. De ziel kan zich van deze Tien Sleutels bedienen door de richtlijnen te volgen die Ik haar voor ieder ervan zal geven. Het inbouwen van deze richtlijnen in het dagelijks leven, zal de ziel naar de volmaaktheid leiden en haar in staat stellen om het aanschijn van de wereld te helpen veranderen. Bedenk dat de volharding in het naleven van deze richtlijnen voor de ziel de ware Weg naar de Eeuwige Gelukzaligheid opent:
  1. Uitboeting van alle sporen van zonden van het hele leven (na levensbiecht)
  2. Vergeving aan en verzoening met alle medemensen die de ziel ooit schade, pijn of verdriet hebben berokkend
  3. Loskomen van het eigen verleden
  4. Onthechting van wereldse invloeden, gewoonten, behoeften, banden met de wereld, materialisme, te veel aandacht voor het lichamelijke, alle genotzucht
  5. Aanvaarding van alle kruisen en beproevingen
  6. Bestrijding en bevrijding van eigen zwakheden
  7. Bestrijding van alle uitingen van eigenliefde
  8. Bevorderen van het goede, de medemens stimuleren in het goede, en in alles een positieve instelling naar de medemens toe betrachten
  9. Bevorderen van Vrede van hart bij zichzelf en de medemens
  10. Bevorderen van de eenheid en de Vrede". (MARIA – 3 juni 2006)

Deze Openbaring zou later het onderwerp worden van een afzonderlijke tekst, eveneens geïnspireerd door Maria. Als Meesteres van alle zielen is Maria niet alleen Lerares en Gids door Haar onderrichtingen in woorden, Zij is het zo mogelijk nog méér door de onpeilbare invloed van Haar manier van zijn, Haar gesteldheden, het overweldigend voorbeeld van Haar leven. Zij maakt dit op onovertroffen wijze duidelijk in Wedergeboorte van het Aards Paradijs. In de Openbaringen zelf zegt Zij in dit verband:

"Ik kan zielen herscheppen tot afstralingen van Mijzelf. Welke schatten huizen in de totale navolging van Mij. Ik verlang zozeer, Mijn eigen Hart en geest uit te storten in Mijn vurigste dienaren, opdat hun handen en hun woorden Mijn werken op aarde verder zetten. Laten zij nooit vergeten dat het Ware Leven slechts bloeit in de schaduw van het Kruis en aan de voeten van Haar Die door God is gemaakt tot de Meesteres van alle zielen, Die het voorrecht heeft genoten om een totale macht te verwerven op het Hart van de Allerhoogste". (MARIA – 7 januari 2006)

Het voorbeeld van Maria’s leven volgen, betekent in de eerste plaats een leven leiden in onvoorwaardelijke dienst aan Gods Plannen en Werken:

"Ware navolging van Jezus en Maria is het uitspreken van een volmondig ja-woord: 'zie, ik ben gekomen om Uw Wil te doen' of 'mij geschiede naar Uw woord'. Ik kan voor de zielen oneindige genaden bekomen in de mate waarin zij Mij daadwerkelijk willen volgen door hun eigen ja-woord in liefdevolle aanvaarding van al hun beproevingen. Slechts dat is totale toewijding aan Mij: liefdevolle aanvaarding van alle beproevingen, in rust en Vrede van hart, wetende dat dit alles voorbij gaat. Waarom zich bekommeren over dingen die voorbij gaan? Slechts één ding gaat nooit voorbij: een Eeuwig Leven in duisternis of in het Licht van Gods Aanschijn. Deze keuze maakt de ziel door de wijze waarop zij haar leven op aarde leidt". (MARIA – 25 maart 2007)

Omdat Maria de absoluut volmaakte heiligheid bezit en is uitgerust met de volkomen kennis van de weg naar het Licht, kan elke ziel haar eigen bestemming (de heiliging) niet beter bereiken dan door zich door Maria te laten begeleiden in de navolging van Haar Die zelfs de engelen in heiligheid ver overtreft. Zo luidt ook Maria’s verlangen:

"Het is Mijn betrachting, dat alle zielen worden omgevormd tot Mijn beeld en gelijkenis, opdat zij aldus tot Gods beeld en gelijkenis veranderen. Naarmate de inhoud van de ziel sterker op de inhoud van Mijn ziel begint te gelijken, groeit Mijn daadwerkelijke macht over haar. Bedenk dat, naarmate Mijn macht over een ziel zich méér kan uitwerken, deze ziel vrijer en vrijer wordt: De overweldigende macht van Mijn Liefde breekt haar los van de kettingen van haar gehechtheden aan de wereldse invloeden. Het water van Mijn Liefde verdrinkt in de ziel alles wat niet in Mij kan overleven: ondeugd, bekoring, zonde, slechte en voor de ziel schadelijke gewoonten, alles wat in strijd is met de Ware Liefde. In dit water bloeit een nieuw Leven: bloemen van deugden, bomen van Goddelijke levenskracht. Zo wordt de ziel herschapen in een Hemelse tuin vol Goddelijk Leven en zuurstof van de Heilige Geest. Waar het ware Goddelijk Leven heerst, sterft alle eenzaamheid, want de ziel die het ware Leven heeft gedronken en ernaar blijft verlangen, wordt totaal van Mij vervuld". (MARIA – 2 juni 2006)

2) Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. De Meesteres van alle zielen is de grote Wegwijzer die God op elke levensweg heeft geplaatst. In de Stormschriften inspireerde Maria Haar Myriam ooit tot de volgende definitie: De Goddelijke Voorzienigheid is het regelmechanisme binnen de concrete uitvoering van Gods Plan. De Goddelijke Voorzienigheid bepaalt wat gebeurt, op welk ogenblik, en door wie, niet door dwang doch door zachte aansporingen van Godswege in het hart van de mensen die in een bepaalde situatie een rol kunnen spelen. Over dit hele mechanisme heeft Maria macht ontvangen. Zoals Zij Zelf zegt:

"Ik ben Meesteres van de Voorzienigheid. Ik bezit de macht om levenswegen te hertekenen door Mijn beschikking over Gods genaden". (MARIA – 7 januari 2006)

U moet dit zo zien: Gods Wijsheid bepaalt het ontstaan, de richting en de bestemming van de ontelbare inspiraties die vanuit Gods Hart naar de zielen toe stromen. Maria heeft volkomen deel aan de Goddelijke Wijsheid, en op grond van Haar rol als Middelares van alle Genaden en de onbegrensde macht die Haar als Meesteres over alle zielen is geschonken, kan Zij vrij beschikken over de toepassing van alles wat van God uitstroomt. Maria maakt duidelijk dat Zij deze macht in de praktijk hoofdzakelijk aanwendt jegens de zielen die zich aan Haar hebben toegewijd. Zo zegt Maria bijvoorbeeld:

"De zielen moeten zich steeds voor ogen houden dat de tijd alleen God toebehoort. De zielen hebben de tijd slechts in bruikleen. God organiseert het gebruik van de tijd via de werkingen van Zijn Voorzienigheid. Hij heeft Mij aangesteld tot Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. Zodra een ziel zich aan Mij wil geven, heers Ik over de invulling van haar tijd". (MARIA – 14 november 2006)

Maria omschrijft Haar werking als Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid als volgt:

"Wanneer een ziel een probleem met Mij deelt, zijn twee ontwikkelingen mogelijk: Ofwel bekom Ikzelf haar daadwerkelijk de genade van een totale oplossing, ofwel zet Ik krachten in werking waaruit situaties kunnen ontstaan die gelden als tekenen voor de ziel, waardoor zij kunnen weten of voelen dat het ogenblik gekomen is om een bepaalde stap te zetten. Zo begeleid Ik zielen naar de oplossing voor hun problemen". (MARIA – 20 juli 2007)

Maria’s hoedanigheid als Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid berust onder meer op Haar vereniging met de Heilige Geest. De grote macht van Maria als Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid bestaat hierin, dat Zij de levensweg van de zielen die zich in totale toewijding vrijwillig aan Haar overgeven, in een verrassende mate richting kan geven. Daarom kan elke ziel die haar toewijding aan Maria waarlijk in de diepte beleeft, bevestigen dat haar leven buitengewoon verrassende en vrijwel onmogelijk lijkende wendingen vertoont. Maria drukt dit alles heel mooi uit in Haar volgende woorden:

"Ik ben de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. De zielen die zich aan Mij hebben weggegeven en hun toewijding beleven volgens de regels en onderrichtingen die Ik hen heb gegeven, ontsluiten voor zichzelf de schatkamer van het Geluk op aarde in de mate waarin zij Mij volledige heerschappij over hun leven geven. Ik stel Mij tot opdracht, voor elke ziel het levenskleed te weven dat het best bij hun roeping en hun levensopdracht past. Ik ben de Weefster, de ziel levert Mij de wol door toewijding van al haar doen en laten, gedachten, gevoelens, woorden, verlangens en vrije wil, en door vurige strijd tegen haar eigen zwakheden, ondeugden en onheilzame gewoonten. Het is noodzakelijk dat Ik kan weven volgens Mijn inzichten, want de ziel kent niet het patroon van het kleed dat Ik voor haar heb bestemd. Het is eveneens noodzakelijk dat de ziel geen enkel plukje wol achterhoudt, want dan kan ik Mijn taak niet voleindigen. Met andere woorden: Ik wil alles, elke detail van de dagelijkse ervaringen van de ziel, vóór Mijn voeten neergelegd weten. Zalig de ziel die na haar offerande naar dit alles niet meer omkijkt, wetende dat de Meesteres bezig is, voor haar een wonderwerk te verrichten". (MARIA – 2 augustus 2007)

Maria’s rol als Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid beoogt slechts de verwezenlijking van het hoogst mogelijke nut van alle aspecten en gebeurtenissen van elke levensweg voor de voltooiing van Gods Heilsplan. Daarom kan Zij zeggen:

"Alle beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid kunnen door Mij worden bestuurd om hun volle vruchtbaarheid te verkrijgen. Hierdoor komt het dat Ik mensenzielen bij elkaar kan brengen, of dieren naar mensenzielen toe kan leiden om hun levensweg samen verder te zetten. Omdat alle gesteldheden van alle schepselen Mij bekend zijn, kan Ik beoordelen welk nut schepselen voor elkaar kunnen hebben, dit alles met het oog op de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor de zielen". (MARIA – 11 september 2007)

3) Omvormster. De Meesteres van alle zielen heeft van God de macht ontvangen om zielen te 'herscheppen', dit wil zeggen: hen zo grondig te veranderen, te genezen, te kneden en te bewerken dat zij optimaal geschikt worden om te renderen binnen Gods Heilsplan. De herscheppende macht van Maria is een waarlijk unieke gave die God aan niemand buiten Maria heeft geschonken. Reeds in het begin van de Openbaringen wees Maria op dit voorrecht:

"In het bijzonder voor deze eindtijd heeft God Mij bekleed met de herscheppende macht: Ik bezit de soevereine macht om leven te herscheppen, met andere woorden: te veranderen of te genezen. Totnogtoe is aan de mensheid niet als dusdanig geopenbaard dat Ik, Maria, deze macht bezit en het eeuwigdurend recht heb ontvangen om haar uit te oefenen op soevereine wijze, dit wil zeggen volgens Mijn eigen Wil. Dit voorrecht geniet Ik op kracht van Mijn Onbevlekte Ontvangenis en van Mijn eeuwige zondeloosheid". (MARIA – 7 december 2005)

Weinig later wees Maria overigens op onbekende uitwerkingen die deze macht kan ontplooien ten gunste van de zielen die zich totaal aan Haar willen geven:

"Mij is macht gegeven om alles te veranderen, te herscheppen. Daarom verlang Ik zozeer dat alles aan Mij wordt toegewijd. Wanneer iets onder Mijn voeten wordt gelegd, verandert het onherroepelijk. Wat in overeenstemming is met Gods Plan, wordt onder Mijn voeten geheiligd. Wat niet in overeenstemming is met Gods Plan, wordt onder Mijn voeten vernietigd*. Zo heb Ik de macht om nieuw Leven te geven, en om datgene wat Leven bedreigt, aan banden te leggen. Indien de zielen de macht van toewijding aan Mij zouden begrijpen, zouden zij alles aan Mijn voeten leggen, ook zichzelf. Dan zou Ik werkelijk over alles kunnen heersen, en zou Mijn Rijk zich spoedig uitbreiden. Dan zouden de zielen begrijpen dat alle ellende die zij ervaren, de vrucht is van onwetendheid en hoogmoed.(...) Leer de zielen Maria kennen, en leer hen dat Maria hun Meesteres is. Slechts wanneer zij Mij kennen, kunnen zij Mij waarlijk liefhebben. De echte kennis over Maria zal een getuigenis worden tegen hun hoogmoed". (MARIA – 5 januari 2006)
(* Met 'vernietigen' bedoelt Maria 'onwerkzaam maken, zodat het niet meer rendeert voor de krachten der duisternis').

Uit de bovenstaande woorden blijkt dat Maria de macht bezit om zielen op intense wijze te begeleiden naar hun uiteindelijke bestemming: te groeien tot beeld en gelijkenis van God, door zich onder Maria’s invloed te laten omvormen. In de volgende Openbaring verduidelijkt Maria waarom het voor de verwezenlijking van Haar roeping als Meesteres van alle zielen noodzakelijk was dat Zij de herscheppende macht zou bezitten:

"Ik heb je gezegd dat God Mij de volheid van de herscheppende macht heeft gegeven. Dit betekent niet dat iets wat door Hem is geschapen, nood heeft om te worden hervormd. Herscheppende macht is de macht om een geschapen element ten bate van dat element zelf en als een tegemoetkoming van Barmhartigheid beter geschikt te maken voor de vervulling van Gods uiteindelijke doelstellingen, niet omdat God onvermogend zou zijn om Zijn Schepping onmiddellijk in een definitieve vorm te brengen, doch omdat Hij er behagen in schept dat mensenzielen een aandeel krijgen in de Werken van Zijn handen.

Omdat Ik door God ben verheven tot Koningin en Meesteres van al het geschapene, Gevolmachtigde van God tegenover de zielen, heeft Hij Mij bekleed met de volheid van de macht om aan alles volgens Mijn soevereine Wil en welbehagen een eigen inbreng toe te voegen in naam van de mensenzielen. Zie, de Vader zond Zijn Zoon in de wereld, en deed dit door Hem als God-Mens in een menselijke kiem in Mijn Moederschoot te storten. Hij wilde een menselijke vrouw nodig hebben om aan Zijn Verlossingswerk deel te nemen. God schiep de menselijke kiem, bekleedde deze met de niet-geschapen Godheid van Zijn Zoon, en bracht deze versmelting in aanraking met de macht die alleen de vrouw bezit: deze om het geschapen Leven in zich op te nemen en tot ontwikkeling te laten komen. Dit is reeds een uiting van de herscheppende macht.

Mijn macht was uniek, eenmalig: de Vrouw als door God gekozen, noodzakelijke overgang tussen de onstoffelijke Godheid en de Godheid in een menselijk lichaam om de mensenzielen te verlossen. (...) De zielen begrijpen niet welke overweldigende uiting van macht dit unieke voorrecht in zich sluit. Mijn herscheppende macht heeft zich vanaf dat ogenblik ook verder gezet in het louter onstoffelijke: Ik heb de macht om de gesteldheden van zielen, harten en geesten volkomen te veranderen. God schept, bewust met allerlei zwakheden en onvolkomenheden, niet omdat Zijn Werken onvolmaakt zouden zijn, doch om twee redenen:

  1. De onvermijdelijke effecten van de erfzonde, die de geschapen mensenziel onmiddellijk bekleedt met invloeden die afwijken van de volkomen heiligheid.
  2. Met de bedoeling dat elke ziel de verdiensten zou verwerven om door welbepaalde gedragingen, bestrevingen en werken haar eigen specifieke onvolkomenheden te overwinnen om door eigen medewerking tot de heiligheid te komen.

Mijn macht bestaat hierin, dat Ik, als Vertegenwoordigster van God jegens de zielen, deze veranderingen van onvolkomenheid tot heiligheid in elke ziel kan voltooien door loutere akten van Mijn Wil, via allerlei tussenkomsten, invloeden en werken. Ik ben de gouden Weg naar de heiligheid voor elke ziel. Daartoe heeft God Mij voorbestemd: God is het mannelijk principe, de scheppende macht. In Mij heeft Hij het vrouwelijk principe tot absolute volmaaktheid gebracht: de herscheppende macht, de macht om het geschapen Leven te voltooien opdat het de uiteindelijke doelstelling van alle Leven in zich zou verwezenlijken: de heiliging". (MARIA – 1 oktober 2006)

Maria zoekt Haar herscheppende macht in elke ziel uit te werken, in de concrete noden van hun leven:

"Ik heb van God de herscheppende macht ontvangen. God schept zielen en rust deze uit met een welbepaald pakket aan kenmerken. De ziel wordt geacht, dit pakket te benutten om naar een zo hoog mogelijk niveau van heiligheid te groeien. Vele zielen berusten in hun tekortkomingen, zwakheden en verleidbaarheden door te zeggen 'ik ben nu eenmaal zo en niet anders'. Zielen, hiertoe heeft God jullie een Meesteres geschonken Die is bekleed met volmaakte Wijsheid, volmaakte Liefde en onbegrensde macht. Volhard in de smekingen tot Mij, want Ik kan al jullie tekortkomingen, zwakheden en verleidbaarheden totaal veranderen, op grond van jullie vaste wil en jullie onverdroten inspanningen uit louter Liefde tot God, tot Mij en tot jullie medeschepselen". (MARIA – 2 november 2007)

Ook Jezus maakte melding van de herscheppende macht van Maria, door in een aansporing van de zielen tot strikte navolging van Maria als volgt over Haar te spreken:

"Zij wil elke ziel omvormen tot voedsel voor Mijn Goddelijk Hart. Dát is het diepe wezen van de herscheppende macht die voor eeuwig aan Mijn Moeder is gegeven". (JEZUS – 28 november 2007)

Op zekere dag verwees Maria naar de Goddelijke oorsprong van Haar herscheppende macht door deze woorden:

"De Heilige Geest oefent Zijn herscheppende macht op volmaakte wijze uit via Mij. Hij doet dit slechts omdat Ik volmaakt één ben met Hem. Hij heeft aan Mij Hemelse Bruiloft voltrokken, en heeft al Zijn goederen en al Zijn vermogens met Zijn Bruid gedeeld. Hij leeft en heerst als Goddelijk Persoon, en ook Zijn Bruid leeft en heerst, als Meesteres over al Zijn goederen en vermogens". (MARIA – 8 juni 2006)

4) Leidster. God heeft Maria voor eeuwig een unieke macht over de zielen verleend opdat Zij de voltooiing van Zijn Heilsplan zou kunnen leiden door in elke ziel de specifieke vermogens te wekken en tot bloei te helpen brengen, voor een optimaal rendement voor Gods Werken. Als Leidster stuurt Maria de ingevingen van de Heilige Geest langs welbepaalde wegen in en doorheen de individuele ziel en tussen de zielen onderling. Zij moet daarbij één barrière doorbreken: de vrije wil van de zielen, die vaak een hindernis vormt om deze Hemelse leiding te aanvaarden en te volgen. Om de Haar toegewezen leiding over de laatste fase van Gods Heilsplan daadwerkelijk vruchtbaar te kunnen maken, moet Maria elke ziel afzonderlijk kunnen leiden. Daartoe moet Zij macht kunnen uitoefenen over hun gedrag, hun denken en voelen, de woorden die zij spreken, en al hun innerlijke gesteldheden, gewoonten, herinneringen, verlangens, enzovoort. Opdat Zij deze macht tot voordeel van de zielen zou kunnen ontplooien, moeten deze oprecht bereid zijn om Haar te aanvaarden als hun Meesteres, als Diegene die hen leidt in alle omstandigheden.

Maria is de Meesteres van elke ziel, maar om deze hoedanigheid te kunnen ontplooien tot nut van de ziel, moet de ziel deze hoedanigheid totaal aanvaarden en ernaar leven. Dit is wat werkelijk wordt verstaan onder totale toewijding aan Maria. Maria’s hoedanigheid als Leidster aanvaarden, kan slechts door U totaal aan Haar toe te wijden en al Haar onderrichtingen en lessen in Uw leven toe te passen. Daarom wil Maria zielen onderrichten doorheen de geschriften van Haar Myriam, en Zich doorheen deze geschriften in elk hart individueel uitstorten, opdat als het ware het Hart van Maria in elke ziel moge kloppen. Maria leidt U van binnen uit, zodra U Haar daartoe de kans geeft. Dit is een onschatbaar voorrecht, een Hemels geschenk zoals de mensheid er zelden één heeft gekregen. Maria zegt hierover onder meer:

"Doordat de mensheid zeer ver is afgedwaald van de koers die God voor haar had voorzien, zijn zware inspanningen nodig om haar opnieuw bij te sturen. Ik heb je de Eeuwige Waarheid geschonken om deze in geschriften te verkondigen. Ik blijf haar in jou uitbreiden". (MARIA – 24 mei 2006)

"In alle geschriften die Ik in je hart heb gezaaid, heb Ik Gods Waarheid ontsloten, de Wet van Gods Rijk, zovele Mysteries die nooit eerder aan mensenzielen kenbaar zijn gemaakt. Deze zaden bezitten een kiemkracht die niet van deze wereld is. Daarom zijn zij een aanstoot voor de krachten der duisternis" (MARIA – 2 augustus 2007)

"Reeds jarenlang maak Ik je tot getuige van grote mysteries. Ik stort onophoudelijk Hemelse zaden in je hart, en terwijl deze in jou rijpen, word je van verrukking naar verrukking geleid omdat de oneindigheid van de Goddelijke Waarheid die erin verborgen zit, zich in je eigen zielentuin ontvouwt. Ja, Ik bedoel de geschriften die Ik in jouw hart tot rijping breng doordat Ik je hart gebruik om ze te scheppen. Welke onafzienbare schatten heb Ik in jou gestort terwijl Ik je de eerste maal riep om je leven op te offeren in Mijn dienst. Als onbekende bloemen schieten zij op, en terwijl je de diepe Waarheden afleest in je eigen hart, zie je hoe de bestanddelen ervan zich eindeloos vermenigvuldigen. De woorden die Ik baar onder Mijn handtekening (terwijl Zij deze woorden uitspreekt, toont Maria mij in sierlijke letters mijn spirituele naam Myriam van Nazareth), zullen zich eeuwigdurend blijven ontvouwen zoals rozen die zich blaadje na blaadje openen: De ware diepgang van hun betekenis is zo onmetelijk dat deze zich als het ware tot in het oneindige vermenigvuldigt zoals alles wat voortkomt uit de Bron van het Goddelijk Leven". (MARIA – 16 november 2007)

Een leidster is iemand die anderen voorgaat, die de moeilijke wegen baant die deze laatsten moeten gaan om hun bestemming te bereiken. Als Leidster van de zielen is Maria precies dát: een Boegbeeld, een Voortrekster, een Spits die de kracht bezit om als eerste doorheen de frontlijn te trekken. Overweeg deze woorden, want zij drukken precies uit wat Gods Heilsplan is: een oorlog tegen alle duisternis die de zielen bedreigt. Maria als Leidster moet totaal over de ziel kunnen heersen om haar doorheen alle gevaren te loodsen en haar bruikbaar te maken voor de strijd van het leven, een strijd die nooit ophoudt. De ziel moet de strijd zelf leveren, uit vrije wil en met liefdevolle inzet (dus ook zonder protest), maar zij moet het doen in totale overgave en gehoorzaamheid aan Maria, en in totale navolging van Haar zielsgesteldheden en Haar Hemelse onderrichtingen. In het volgende punt bekijken wij wat de Meesteres van alle zielen van elke ziel verwacht.

7. Wat verwacht de Meesteres van alle zielen van U?

De belofte die God in en doorheen de Meesteres van alle zielen openbaart, is de grootste sedert deze van de Menswording van Jezus. De Bijbel spreekt over het Messiaans Tijdperk. Dit is niets anders dan de tijd van de voltooiing van Gods Heilsplan. De voltooiing van de unieke Missie van de Meesteres van alle zielen behelst niets minder dan de afronding van de onvolprezen Werken van Christus. Evenals elke ziel het Verlossingswerk van Jezus in zich tot rijping moet brengen door het kruis van haar Levensweg te dragen in de gesteldheid waarmee Jezus het Kruis van onze Verlossing droeg (Liefde – volkomen aanvaarding van het lijden – gehoorzaamheid en verlangen naar de vervulling van Gods Werken), zo moet elke ziel evenzeer het 'herscheppend Werk' van Maria in zich tot rijping brengen door zich volledig open te stellen voor de volle ontplooiing van Haar macht op de eigen levensweg. Uit de Openbaringen kunnen twee dingen duidelijk worden afgeleid:

  • Maria verlangt dringend de medewerking van de zielen;

  • Zij openbaart de wijze waarop dit moet gebeuren. Wij kunnen daarbij vijf punten onderscheiden:

1) Totale, onvoorwaardelijke, eeuwigdurende toewijding aan Maria
Reeds in het Manifest De Tempel van Maria (Myriam van Nazareth) liet Maria duidelijke richtlijnen verzamelen voor de zielen die zich totaal, met hun hele wezen en hun hele levensweg, aan Haar weggeven. Als Meesteres van alle zielen beklemtoont Maria heel sterk de noodzaak dat zielen kiezen voor een leven in Haar totale dienst. Slechts in de ziel die Haar totaal wil toebehoren, kan Maria de wonderen van 'herschepping' voltooien, die noodzakelijk zijn om volkomen bruikbaar te worden in dienst van Gods Heilsplan. Ziehier enkele opmerkelijke uitspraken van de Meesteres van alle zielen, die naar één van de kernpunten van Haar roeping verwijzen en daarom helpen verduidelijken wat wordt verwacht van de zielen opdat zij op de meest doeltreffende wijze Gods Heilsplan kunnen helpen verwezenlijken. Ik geef U deze Openbaringen zonder nader commentaar, omdat de woorden Hemelse schatten bevatten. Overweeg ze heel zorgvuldig:

"Door de genade van totale toewijding van mensenzielen aan Mij, heeft de Allerhoogste een mogelijkheid geschapen om het getal van de gevallen engelen te beginnen compenseren". (MARIA – 11 januari 2006)

"Omdat toewijding in de eerste plaats een zaak is van totale overgave aan Gods Heilsplan voor de zielen, bestaat het wezen van totale toewijding aan Mij uit een totale offerande van de ziel in al haar lijden en beproevingen aan Mij als diegene Die dit lijden en deze beproevingen kan heiligen en ze in Gods Heilsplan kan inpassen opdat zij daarin hun juiste plaats zouden innemen om zo veel mogelijk vrucht te dragen". (MARIA – Goede Vrijdag 2006)

"De ware toedracht van een totale toewijding aan Mij is de zielen nog veel te weinig bekend. De toewijding van een ziel aan Mij (...) is een heilig verbond tussen die ziel en Mij. Dit verbond wordt opgetekend in het Boek des Levens en geldt voor eeuwig. Het is onverbrekelijk. Indien de toegewijde dit verbond achteraf verloochent, het uitdrukkelijk afzweert, of er eenvoudig niet naar leeft, blijft het verbond bestaan doch wordt de betreffende ziel beschouwd als ontrouw aan Mij". (MARIA – 13 juni 2006)

"Totale toewijding aan Mij moet er steeds op zijn gericht, zo volledig met Mij te versmelten dat het voor de ziel lijkt alsof er niets anders bestaat dan haar Meesteres. Al haar gedachten, al haar gevoelens, al haar verlangens, al haar handelingen, alles moet op Mij gericht zijn. De ziel moet Mij betrekken bij elk detail van haar leven, ook bij de meest alledaagse dingen. Alleen dan kan Mijn macht waarlijk alles doordringen, en kan Ik de ziel naar de ware Vrede van hart voeren. Ja, de ziel kan reeds op aarde een voorsmaak proeven van de Gelukzaligheid van de Hemel, want wanneer Ik totaal en soeverein over en in haar kan heersen en regeren, draagt zij de Koningin en Meesteres van al het geschapene in zich, Haar Die na God de enige bron van verrukking is voor de engelen. Vergeet niet dat Ik nooit de dagelijkse handelingen van de ziel in de weg sta, integendeel, wanneer de ziel Mij bij dit alles betrekt, zal zij Mij vinden in alles, en alle handelingen zullen haar tot bronnen van vreugde worden omdat Ik onzichtbaar naast haar zal staan". (MARIA – 18 juni 2006)

"Elke ziel die zichzelf aan Mij offert in totale toewijding, geeft zichzelf aan het Licht als een teken tegen de duisternis". (MARIA – 19 juni 2006)

"De ziel die de Liefde kan opbrengen om zich totaal aan Mij te geven in een totale toewijding van haar hele leven en haar hele wezen, en deze toewijding zeer diep te beleven, zal ervaren dat zij spoedig in intenser contact met de Bron van het Ware Leven zal komen. In deze ziel zullen ongekende uitingen en ervaringen van de Liefde worden opgewekt, en haar leven zal een totaal nieuwe zin en betekenis krijgen, omdat zij opnieuw in overeenstemming zal verkeren met Gods Wil. De zielen moeten worden teruggebracht naar de oorspronkelijke toestand van de mensenziel in volkomen staat van genade: de toestand van vóór de erfzonde, de staat van oorspronkelijke heiligheid, één met Gods Wil en daardoor volkomen in de Liefde, en draagster van het ware Goddelijk Leven. Mijn ziel heeft steeds in absolute volmaaktheid in deze Goddelijke staat gedeeld. Ik zal geen rust kennen eer Ik op aarde zielen heb kunnen vormen naar Mijn eigen model". (MARIA – 7 juli 2006)

"Bij haar schepping is de ziel klaar om de volmaaktheid te verwezenlijken. De invloeden der wereld verstoren deze toestand heel spoedig, en vaak ook buitengewoon grondig. Het levensboek van de ziel wordt als het ware volgeschreven met woorden die niet meer passen in Gods Plan met de ziel. Door totale toewijding aan Mij geeft de ziel Mij het boek van haar leven in handen. Ik begin het te herschrijven door het verleden van de ziel in Mijn Hart te sluiten, en haar heden en toekomst onder Mijn macht te brengen. Indien de ziel haar toewijding aan Mij diep beleeft en Mij in haar alles laat doen wat Ik wil en zoals Ik het wil, zal het boek van haar leven in het uur van haar dood rechtstreeks uit Mijn handen aan God worden overhandigd, en God zal vaststellen dat Ik dit boek heb herschreven volgens Mijn inzichten: Talloze woorden zullen zijn vervangen door andere, talloze schrijffouten zullen zijn gecorrigeerd, en alles zal zijn geschreven in Mijn handschrift, dat de bekoorlijke schoonheid van Mijn handen in zich draagt.

Overweeg dit zorgvuldig: Wees als een boek in Mijn handen. Verzet je ook niet indien Ik beslis om de bladzijden met je persoonlijke plannen en verlangens uit het boek te scheuren, ze vóór je ogen te versnipperen en ze te vervangen door nieuwe bladzijden, die als titel zullen dragen: 'De verlangens van mijn Meesteres'. Laat je uiteindelijke levensdoel steeds dit zijn: dat je boek voor God aangename lectuur moge worden wanneer Hij het in het uur van je oordeel openslaat. Bedenk tevens dat Hij Mijn mooie handschrift slechts zal zien op de bladzijden die handelen over de punten in je leven waarin je Mij volmaakt en totaal, zonder enig verzet en met Liefde hebt gehoorzaamd". (MARIA – 16 juli 2006)

"Diep doorleefde totale toewijding aan Mij betekent: zichzelf en alle mogelijke beïnvloeding door de wereld en de satan onder Mijn macht stellen". (MARIA – 18 oktober 2006)

"Totale toewijding is een levensdoel en een levensinvulling die niet lichtzinnig mogen worden benaderd, want het betreft een verbond dat rechtstreeks verband houdt met het grote Verbond dat God met Zijn volk heeft gesloten door het verlossend Lijden van Jezus. Totale toewijding is een verbond waardoor de ziel zich bereid verklaart om totaal, onvoorwaardelijk en eeuwigdurend te worden ingepast in de voltooiing van het Nieuw Verbond. De ziel die zich aan Mij wil toewijden, moet zich eerst drie vragen stellen:

  1. Ben ik bereid, mijn leven tot in de details op te offeren aan de noden van God en van Maria, en dus een leven te lijden van aanvaarding van alle kruisen en beproevingen, zonder protest of verzet?
  2. Ben ik bereid om Maria te erkennen als mijn absolute Meesteres, en Haar met overgave te dienen in blinde onderwerping en in zelfverloochening in al mijn doen en laten?
  3. Heb ik wensen en gewoonten ten aanzien van dewelke ik niet bereid ben, er afstand van te doen? Zolang het antwoord hierop niet onverdeeld 'neen' is, moet de ziel mij bidden om de Genade van het vermogen om haar leven en haar levensvisie totaal door Mij te laten veranderen volgens Mijn Wil en welbehagen. Zolang zij hiertoe niet in staat is, kan zij Mijn toegewijde niet zijn, want de Meesteres van alle zielen kan slechts werken met dienaren die Haar op al Haar wenken dienen, op welk ogenblik dan ook en op welke wijze dan ook.
    Het leven als totaal aan Maria toegewijde ziel is vergelijkbaar met het leven zoals God het oorspronkelijk van de mensenzielen had verwacht: een leven dat totaal is afgestemd op de verwezenlijking van Gods Plannen en de voltooiing van Zijn Werken. Sedert de instelling van het Nieuw Verbond is dit méér dan ooit een leven in uitsluitende dienst van Gods Heilsplan voor de voltooiing der Verlossing in alle zielen. De ziel die bereid is, eigen wensen en gewoonten onder Mijn voeten te leggen, zal spoedig ervaren dat zij niets verliest, doch integendeel oceanen van Geluk en blijmoedigheid oogst, en daarna een eeuwigheid van onbeschrijflijke Gelukzaligheid in de Hemel". (MARIA – 19 november 2006)

"Op een bepaald punt in haar spirituele ontwikkeling kan de ziel zich de vraag stellen: 'Wat kan ik God teruggeven voor alles wat Hij mij heeft geschonken en nog dagelijks schenkt?' Het antwoord dat Gods Geest deze ziel zal geven, zal luiden: 'Aanvaard de Kelk van het Heil'. Dit betekent dat het grootste geschenk vanwege de ziel aan God hierin bestaat, dat zij alle beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid in haar leven, dus alle beproevingen, aanvaardt in overgave, om zo de Kelk van de Verlossing der zielen samen met Christus te drinken. Hoe groot is in Gods ogen de ziel die dit doet. Wat kan de ziel Mij geven als geschenk der geschenken? Precies hetzelfde: alles aanvaarden wat Gods Voorzienigheid op haar pad brengt. Ik ben de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. Ik verlang slechts één ding: totale, onverdeelde, onvoorwaardelijke toewijding en overgave aan Mij. Dat is niets anders dan het aanvaarden van de Kelk van het Heil. Ja, totale toewijding en overgave aan Mij is identiek met volmaakte navolging van Christus". (MARIA – 10 januari 2007)

"Zielen, Ik heb jullie meermaals onderricht dat Gods Werken naar de zielen toe slechts hun uitwerking krijgen indien, en in zoverre, de zielen hiertoe jegens God hun verlangen betuigen. De gouden weg van betuiging van dit verlangen, is de totale toewijding van de ziel, van heel haar wezen met al zijn gesteldheden en van heel haar levensweg, aan Mij. Door haar toewijding aan Mij, en de dagelijkse beleving daarvan, stelt de ziel zich onder Mijn leiding, heerschappij en bescherming, zodat de genaden uit de Bronnen van Gods Liefde in hun meest veredelde vorm naar de zielen kunnen stromen om hen werkelijk naar hun Verlossing en heiliging te begeleiden". (MARIA – 20 november 2007)

2) Totale navolging van Maria. De totale navolging van Maria was totnogtoe niet tot in de details mogelijk, doordat over Haar leven en diepere gesteldheden heel weinig bekend was. In Haar Openbaringen als Meesteres van alle zielen, en evenzeer in Wedergeboorte van het Aards Paradijs, geeft Maria diepere inzichten in Haar verheven en allerzuiverste ziel. Totale navolging van Maria is daarom het voorrecht, maar ook de plicht, van de zielen aan wie via de geschriften van Myriam van Nazareth deze verheven kennis is vergund. Totale navolging van Maria is één van de grootste genaden die een ziel kan verkrijgen. Zij heeft onvoorstelbare gevolgen voor de ziel, want volkomen navolging van de heiligste van alle geschapen zielen brengt de ziel heel dicht bij God. Luisteren wij naar de woorden van de Gids en Leidster Die door God Zelf aan de zielen is gegeven:

"Je hart heeft Mij zo gretig in zich opgezogen dat Ik je overvloedig met Mijzelf heb kunnen vervullen. Je verering voor Mij heeft spoedig zodanige hoogten bereikt dat je jezelf in Mijn Tegenwoordigheid zo klein hebt gemaakt dat Ik alle plaats in jou kan innemen. Dat is de sleutel tot de volkomen navolging van de Meesteres van alle zielen. Ikzelf heb Mij zo intens in de armen van de Allerhoogste geworpen dat Hij in Mij alle plaats innam. Hij heeft Mij totaal met Zichzelf bekleed. Hij is als de Verlosser zelfs één geworden met Mij in Mijn Moederschoot. De Vrouw met wie God Zich als Mens één heeft willen maken, heeft de meest verregaande overvloeiing van Zijn kracht en Zijn Wezen in Zich ervaren. Hij heeft Mij bekleed met Zijn macht en met de uitwerkingen van Zijn grootste Mysteries. Hij heeft Mij de macht gegeven over al het levende en het levenloze. Hij heeft Mij gemaakt tot Heerseres over alles, Koningin van Hemel en aarde". (MARIA – 20 maart 2006)

"De ziel die zich totaal aan Mij weggeeft in totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding, deelt in Mijn verdiensten en wordt geheiligd. De ziel kan in Mijn navolging in toenemende mate delen in het ware Goddelijk Leven, in de mate waarin zij zich echt aan Mij geeft. Het wonder voltrekt zich in de ziel die dit werkelijk verlangt met al haar krachten. Daartoe zijn slechts nodig: de bereidheid tot volmaakte overgave, onthechting van eigen verlangens en wereldse behoeften, en een oprechte, kinderlijke Liefde tot Mij". (MARIA – 9 oktober 2006)

3) Verwezenlijking van de driehoek Liefde-lijden-gehoorzaamheid. Ik heb het hierover reeds gehad. Jezus en Maria hebben de zielen het voorbeeld van volmaaktheid in de Liefde, het lijden en de gehoorzaamheid voorgeleefd. Het is duidelijk dat de zielen de grondvesting van Gods Rijk op aarde slechts kunnen bespoedigen in de mate waarin zij hun levensweg benaderen volgens het model van Jezus en Maria: leven van en voor de Ware Liefde tot God en alle medeschepselen (mens én dier, zoals Maria in een aantal Openbaringen tijdens de zomer van 2007 duidelijk heeft gesteld), oprechte aanvaarding en toewijding van alle beproevingen en kruisen op de levensweg, en gehoorzaamheid aan alle onderrichtingen van het Evangelie en van de Meesteres van alle zielen. Dit is de grote opdracht voor elke ziel, in elk uur van haar dagelijks leven, op elke meter van haar levensweg.

4) Dagelijkse aanroepingen en gebeden. Sedert het begin van Haar Openbaring in deze hoedanigheid heeft de Meesteres van alle zielen vele aanroepingen kenbaar gemaakt die met een speciale kracht zijn geladen. Enkele daarvan heeft Zij daarbij op een bijzondere wijze in het licht gesteld, omdat zij alles te maken hebben met de verwezenlijking van Haar roeping (de voltooiing van Gods Heilsplan in de zielen). Allereerst maakte Maria duidelijk welke macht verscholen zit in de aanspreking Maria, machtige Meesteres van alle zielen:

"Zeg aan de zielen dat, telkens zij Mij met Liefde en de diepste verering aanroepen als machtige Meesteres van alle zielen, Ik de duivel gebied om aan Mijn voeten neer te knielen". (MARIA – 11 december 2005)

De eerste aanroeping die Maria als Meesteres van alle zielen gaf, luidde: Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik vertrouw op U.

Maria zei dat deze aanroeping werkt als een sleutel op Haar Hart, en vele genaden voor zielen kan vrijmaken.

De grootste belofte die de Meesteres van alle zielen ooit met een aanroeping heeft verbonden, is deze in verband met de woorden: Maria, machtige Meesteres van alle zielen, bekom ons totale vergeving, reiniging en wedergeboorte.

Maria spreekt hierover als volgt:

"Ik wil nu aan de zielen openbaren dat elke ziel die de gelofte aflegt om gedurende haar hele verdere leven elke dag 33 maal met Liefde en aandacht de aanroeping:

MARIA, MACHTIGE MEESTERES VAN ALLE ZIELEN,
BEKOM ONS TOTALE VERGEVING, REINIGING EN WEDERGEBOORTE

uit te spreken, op een buitengewone wijze Gods Barmhartigheid zal ontsluiten voor zichzelf en haar gezin. Door deze aanroeping zal Ik zielen redden voor de Eeuwige Gelukzaligheid. Ik druk de zielen op het hart dat zij zich door deze aanroeping kunnen reinigen van alle sporen van zonde, fouten, tekortkomingen, nalatigheden, ziekmakende herinneringen en uitingen van ondeugd uit hun hele verleden en zo verder lopend tot het uur van hun dood, en dat zij hierdoor uit Mij opnieuw kunnen worden geboren. Door de aanroeping dagelijks 33 maal te verrichten, laat de ziel zich actief, bewust en gewild inschakelen in de voltooiing van de Verlossing in haar.

De vrucht van deze levenslange dagelijkse praktijk is een buitengewone uitstorting van Gods Barmhartigheid in de vorm van een alomvattende vergeving. De drie bijkomende voorwaarden zijn deze:

  1. dat de ziel op liefdevolle wijze geregeld gebruik maakt van de heilige Sacramenten;
  2. dat zij zich totaal aan Mij toewijdt en deze toewijding daadwerkelijk beleeft;
  3. dat zij zich volhardend inspant in de beleving van alle deugden.
    Elke inspanning van de ziel om haar zwakheden te overwinnen, zal door de aanroeping zo totaal en absoluut worden aangevuld dat zij hierdoor volledige vrijspraak van al haar schulden kan bekomen. Begrijp dit wel: Door deze aanroeping zal Ik zielen redden voor de Eeuwige Gelukzaligheid". (MARIA – 28 februari 2007)

Later verduidelijkt Maria wat onder 'bekom ons' moet worden verstaan:

"Deze dagelijkse gebedsoefening moet Mij door de ziel worden opgedragen voor zichzelf en haar gezin. De genaden die eraan zijn verbonden, werken ook over de grenzen van de dood heen". (MARIA – 14 juni 2007)

Maria roept de zielen ook op tot een gezamenlijke dagelijkse gebedsactie tot bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde:

"Ik vraag aan Mijn dienaren dat zij samen met Mij de tuin willen aanleggen die zal uitgroeien tot het centrum van het Rijk Gods op aarde. Ik vraag dat zij dit doen door elke dag drie rozenbollen in de bodem van hun ziel te planten in de vorm van drie Weesgegroeten voor de bespoediging van het Rijk Gods op aarde. Na elk van deze drie Weesgegroeten zullen zij zeggen:

Laat het Rijk Gods nu op aarde komen.

(MARIA – 20 april 2007)

Op dezelfde dag herinnerde de Meesteres van alle zielen aan de vorming van een ketting van Licht, zoals Zij reeds eerder had aangekondigd:

"De ware Kerk van Christus is de ketting van Licht die Ik tussen alle harten onderling en tussen elk hart en Mijzelf wil smeden. Deze ketting, de ware Kerk, vormt de fundering van de tempel van het Rijk Gods op aarde. Het cement tussen de stenen van de zielen die deze fundering moeten vormen, bestaat uit de deugd van de solidariteit. Deze deugd leefde buitengewoon sterk in de jonge Kerk in de eerste decennia na de Hemelvaart van Jezus. Door allerlei veranderingen in de mentaliteit van de zielen is veel hiervan verloren gegaan. Het is Mijn taak, deze fundering te bezielen met het Licht en de macht van God Zelf". (MARIA – 20 april 2007)

Tot de 'ketting van Licht' werd voor het eerst opgeroepen in het Manifest De Tempel van Maria, in januari 2006. Toen luidde de oproep als volgt:

"Het is van het grootste belang dat alle aan Maria toegewijde zielen de handen in elkaar zouden slaan en door hun doorgedreven gebeden, offers en toegewijde beproevingen en lasten een Ketting van Licht zouden vormen om het kwaad aan banden te leggen.

Later, in Haar Openbaringen als Meesteres van alle zielen, zal Maria stelselmatig aansporen tot de uitbouw van de Ketting van Licht, zoals hier:

"Ik roep de zielen ertoe op dat zij alle kritiek op de Kerk en op de bedienaren van het H. Misoffer zouden staken, en dat zij zich aan elkaar zouden sluiten in een Ketting van Licht om elkaar te versterken en aan te sporen tot gebed en offers voor de wederopbouw van de ene ware Kerk van Christus, de enige Hoedster van Gods Waarheid, en voor de terugkeer van de H. Eucharistie naar de basisvoorschriften die Mijn Zoon heeft nagelaten". (MARIA – 9 augustus 2007)

En verder in dezelfde openbaring:

"Ik roep jullie op om een Ketting van Licht te vormen door jullie manier van zijn, door jullie omgeving te tonen dat het Licht van het ware christendom nog niet is gedoofd en dat God méér dan ooit aanwezig is en werkt in de zielen die werkelijk verlangen om deel te krijgen aan Zijn Nalatenschap". (MARIA – 9 augustus 2007)

Uit de beide volgende openbaringen blijkt de uiteindelijke doelstelling van de Ketting van Licht:

"Het ware Messiaans Tijdperk is dat van de gelouterde zielen, die samen een zodanig krachtige Ketting van Licht en van heilige verlangens ontwikkelen dat God Zijn Geest over de zielen begint uit te storten met een waar sneeuwbaleffect, zoals golven van heiligende genaden die over de zielen zullen rollen en het Licht op aarde steeds intenser laten schitteren, tot Jezus en Ikzelf volkomen heersen in een voldoende groot aantal zielen om Gods Rijk daadwerkelijk af te kondigen". (MARIA – 19 augustus 2007)

"Ik verlang een Ketting van Licht en Vuur, Waarheid en warmte. De ware solidariteit onder Mijn zielen zal de schakels van deze ketting in elkaar laten klikken, Ikzelf zal het Vuur in de ketting sturen: het Vuur van de ware Goddelijke Liefde. Alle onwaarheid, dwaling en verborgen negatieve gevoelens zullen onder Mijn voeten worden gebroken, tot in deze zielen niets meer overblijft dan de warme gloed van de echte en onvoorwaardelijke Liefde". (MARIA – 1 december 2007)

De Meesteres van alle zielen getuigt van de uiteindelijke doelstelling van Haar roeping door de oproep tot de aanroeping Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik lever alle duisternis over aan Uw macht. Zij zegt hierover:

"De intentie 'ik lever alle duisternis over aan Uw macht' werkt als een sleutel op de deur naar de oneindige schatkamers van Mijn macht. Alle duisternis is overgeleverd aan Mijn macht, doch om haar volle uitwerking te kunnen krijgen, moet Mijn macht worden ontsloten, zij moet worden gewekt". (MARIA – 1 november 2007)

Later geeft Maria hierbij nog de volgende toelichting:

"Maak onophoudelijk gebruik van Mijn macht, die over jullie gespreid ligt als een deken van Hemelse kracht en Hemels Licht dat jullie kan beschermen tegen alles wat niet verenigbaar is met Gods Plannen en Werken. Maak veelvuldig gebruik van de aanroeping die Ik jullie heb gegeven:

Maria, machtige Meesteres van alle zielen,
ik lever alle duisternis over aan Uw macht.

Deze aanroeping wekt Mijn vreeswekkende macht over alle duisternis zoals een explosie van Licht in een donkere nacht. Zij brengt Gods kracht tot leven op elke levensweg die in duisternis en ellende is gehuld". (MARIA – 16 november 2007)

In een nog latere Openbaring koppelt Maria deze aanroeping rechtstreeks aan de strijd voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde:

"Deze aanroeping behelst de kern van de roeping van elke ziel in deze Laatste Tijden: de terugverovering van het terrein van Gods Rijk dat door de duisternis is bezet, en de overdracht ervan aan Mijn macht, aangezien God Mij de leiding over de strijd tegen de duisternis heeft toevertrouwd". (MARIA 21 december 2007)

Maria wil de zielen leiden naar een zo innig mogelijke eenheid en samenwerking met Haar in hun leven. Zij beoogt dit onder andere met aanroepingen die de zielen kunnen ondersteunen in hun totale toewijding aan Haar:

"De kracht van toewijding van alles aan Mij, kan niet worden overschat. Daarom vraag Ik de zielen dat zij bij elke beproeving, bij elk kruis, bij elke pijn of ongemak en bij elk verdriet, vanuit hun hart tot Mij zouden zeggen: 'Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik lijd dit voor U'. De zielen die dit doen, zullen Mijn Tegenwoordigheid in hun leven leren voelen". (MARIA – 1 juni 2006)

5) Dagelijkse strijd voor het Licht en tegen de duisternis. Als Meesteres van alle zielen roept Maria de zielen ertoe op, dat zij waakzaam zouden blijven ten aanzien van alles wat het Zielenheil, in zichzelf en in de medemens, bedreigt. De strijd tegen de duisternis begint met een strijd tegen de vijand binnen in Uzelf. Deze stelling vormt reeds het fundament van het boek Kruistocht naar de ziel (Myriam van Nazareth). Maria maakt in de Openbaringen duidelijk dat deze dagelijkse strijd moet worden gevoerd vanuit een stevig fundament van solidariteit onder de christenen. Zij roept meermaals op tot de wedergeboorte van de gesteldheid van de eerste christenen in de tijd die onmiddellijk volgde op de Hemelvaart van Jezus: een mentaliteit van sterke solidariteit en naastenliefde, waarbij elke ziel bereid was om voor elke andere – en voor de jonge Kerk als geheel – doorheen een vuur te gaan. Maria maakt de zielen bovendien duidelijk dat de hechte solidariteit zelfs zover moet gaan dat mensenzielen deze strijd voeren samen met de engelen en met de zielen in het vagevuur, zodat de Kerk als geheel (strijdende, zegepralende en lijdende Kerk) onder aanvoering van de Koningin van Hemel en aarde alle duisternis zou bestrijden en Gods Rijk zou terugveroveren op de krachten die dit Rijk op onrechtmatige wijze hebben ingepalmd (elke kracht van duisternis, bekoring en zonde). Maria laat Zich onder andere als volgt hierover uit:

"Indien God de duisternis Zelf zou overwinnen zonder enige inmenging van de mens, zou de overwinning van het Licht een opgedrongen overwinning zijn, een overwinning en een bevrijding die de zielen niet zelf hebben gevraagd. Daarom wil de Allerhoogste deze strijd tegen de duisternis voeren met volle medewerking van de zielen, ja, Hij wil de duisternis overwinnen via de zielen zelf. Hij heeft Mij tot voorbeeld en boegbeeld gesteld. In Mij is de erfzonde overwonnen. In Mij is elke dagelijkse zonde overwonnen. In Mij heeft God het Licht op de wereld gebracht. Door Mij zal de satan definitief overwonnen worden". (MARIA – 13 juni 2006)

"De hemelbewoners zijn voortdurend bezig met de strijdende Kerk, de op aarde levende zielen. Een groot gedeelte van hun smekingen tot Mij is erop gericht dat Ik over de mensheid genaden van volharding zou uitstorten opdat ook de mensenzielen de strijd voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan niet zouden opgeven. Gods Heilsplan betreft de Eeuwige Gelukzaligheid van de mensenzielen. Niettemin zijn de mensenzielen er minder mee bezig dan de engelen en heiligen in de Hemel". (MARIA – 1 juni 2006)

"Ik herhaal dat het Uur heeft geslagen waarin engelen en mensenzielen samen onder Mijn aanvoering de laatste strijd tegen de tirannie van de helse legioenen beslechten". (MARIA – 22 december 2006)

De dagelijkse strijd voor het Licht en tegen de duisternis is precies het diepe wezen van een leven in en met Maria en in dienst van de Werken die Zij bij Goddelijke Volmacht voltrekt. Het leven in strikte navolging van de Meesteres van alle zielen is een leven dat wordt bezield door dezelfde drijfveer als deze welke Maria Zelf vooruit brandt in Haar bestreving om Gods Heilsplan tot voltooiing te brengen. Vergeet nooit dat Zij – volgens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid – deze opdracht slechts kan (mag) bekronen indien Zij hiervoor de vrijwillige inzet van mensenzielen oogst. Deze inzet moet er één zijn van totale zelfverloochening in dienst van Gods grootste verlangen: de grondvesting van Zijn Rijk op aarde. Overweeg daarom tot besluit van dit punt de volgende woorden:

"Paaszaterdag is tevens de dag waarop de doopgeloften worden hernieuwd. Door deze geloften verzaakt de ziel aan alle navolging van het kwaad. Dat is precies de basis voor alle toewijding aan Mij: Wie kiest voor een leven in Mijn dienst, verzaakt aan de navolging van Mijn tegenstander, de satan. Een toegewijde die zijn toewijding onvoldoende beleeft, leeft te oppervlakkig en verzinkt spoedig in allerlei ondeugd". (MARIA – Goede Vrijdag 2006)

De Meesteres van alle zielen gebruikt graag beelden die naar de natuur verwijzen. De verwezenlijking van Haar grote opdracht in een ziel kan worden vergeleken met de komst van de Eeuwige Lente waarbij alle 'zaad' (= levenskracht) in de zielen bloeit vanuit Maria’s grond. Beschouw het volgende beeld, waarbij de lente kan gelden als symbool voor de overwinning van het Licht op de duisternis in de natuur:

"Wat maakt de ware Lente? Wat wekt het nieuw Leven in de door God geschapen bodem? De zon die Jezus heet, en de warme bries van de Heilige Geest wekken tot leven wat door de Eeuwige Vader is begiftigd met het vermogen om te leven. Naarmate het zielenzaad zich méér voedt uit de bodem van Mijn ziel, bloeit het open tot een geuriger bloem, doordrongen van Mijn heiligheid. De ware Lente van Gods Rijk op aarde zal komen wanneer onder de zon van Christus en de warme bries van de Heilige Geest de geuren van Mijn waarlijk trouwe dienaren zich over de wijde akkers der harten zullen verspreiden. Zalig de zielen die dit beeld begrijpen zoals het in alle diepte is bedoeld". (MARIA – 2 september 2007)

8. Slotbeschouwing: De Dageraad van Gods Rijk op aarde

"Op grond van Mijn roeping in deze allerlaatste tijden is het Uur aangebroken waarin God aan de zielen hun Meesteres, Haar hoedanigheden, Haar eigenschappen en Haar macht kenbaar wil maken. Ga dus, en verkondig de komst van het Rijk van Maria, dat de voltooiing van Gods Rijk op aarde zal zijn". (MARIA – 29 maart 2007)

Sedert de erfzonde is Gods Schepping in duisternis gehuld. Elke zonde, elke ondeugd, maakt deze duisternis dichter en drukkender. Elke daad van oprechte Liefde en deugdzaamheid verlicht haar. De greep van de wereldse duisternis op de zielen is zo omvattend en zo wurgend geworden, dat geen ziel nog op eigen kracht het ongerepte Licht in haar leven kan laten stralen. God heeft ons de Weg getoond naar de Waarheid en het Goddelijk Leven: JEZUS CHRISTUS. Door een Goddelijke Verordening worden Zijn Werken in deze Laatste Tijden in de individuele zielen voltooid door MARIA, de Moeder van Christus. Door Maria is het Licht (Christus) naar de zielen gekomen, door Maria moeten de zielen nu naar het Licht gaan, opdat de cirkel (symbool voor de Goddelijke oneindigheid en volmaaktheid) zich zou sluiten. Maria is de Ochtendzon die opgaat boven het rijk van de duisternis, om deze laatste steeds verder terug te dringen tot de Ochtendzon (Maria) overvloeit in de Middagzon (Jezus Christus) op het toppunt van de overwinning. Ziehier hoe Maria tot uiting brengt dat tussen Jezus Christus en Haar tegelijkertijd eenheid en onderlinge overvloeiing bestaan:

"Wie de zomerdag wil prijzen, looft ook reeds zijn dageraad. Zo zal ook de ziel die de Middagzon Jezus Christus in haar leven wil zien stralen, de Dageraad Maria met verrukking begroeten". (MARIA – 7 januari 2008)

Maria verwijst met deze woorden duidelijk naar de titel van dit Manifest, waarin de Meesteres van alle zielen wordt voorgesteld zoals God Haar heeft bestemd: als de Dageraad van Gods Rijk op aarde. Jezus Christus is het Licht. De Meesteres van alle zielen komt, in uitvoering van Gods Verordening voor deze Laatste Tijden, de zielen klaarmaken om het Licht in zich op te nemen, door hen inwendig te veranderen (door Haar herscheppende macht die geneest, omvormt en tot nieuwe bloei brengt) en hen de diepere aspecten van Gods Waarheid te openbaren (zoals in de Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt onderricht), opdat de zielen door een betere opname van het Licht:

  • hun eigen duisternis kunnen herkennen;

  • de valstrikken en strategieën van de duisternis kunnen herkennen;

  • het Goddelijk Leven in zich tot bloei kunnen laten komen.

Door de uitvoering van deze opdracht beoogt de Meesteres van alle zielen, de ziel in staat te stellen om open te bloeien in de volheid van de mogelijkheden en vermogens die God haar heeft meegegeven. Het gevolg van deze bloei is de voltooiing van de Verlossing en de heiliging, en de stelselmatige ontkrachting van de macht van alle duisternis in de wereld (die bron is van alle ellende). Doorheen dit alles betracht de Meesteres van alle zielen de daadwerkelijke grondvesting van Gods Rijk op aarde, die de voltooiing van Gods Heilsplan voor de zielen betekent. In dat uur zal zich de grote doelstelling van God Zelf verwezenlijken: dat Zijn Rijk komt en dat Zijn Wil geschiedt op aarde zoals in de Hemel, want Hemel en aarde zullen dan samen Gods Rijk vormen, het Rijk van Licht, Liefde en Vrede als antwoord op de duisternis, haat, onverschilligheid en onvrede die deze wereld reeds eeuwenlang beheersen. In dat uur zal de macht der duisternis worden gebroken onder de voet van de Vrouw, Die voorbestemd is om de kop van het serpent te verpletteren.

Geen mensenziel kan dit: Dit kan slechts gebeuren door Gods macht. God Zelf kan slechts zeggen dat Maria de kop van het serpent zal verpletteren indien Hij Haar heeft bekleed met Goddelijke macht. Wij kunnen dus met zekerheid stellen dat God in deze belofte de roeping van de Meesteres van alle zielen heeft bevestigd. Van de mensenzielen wordt verwacht dat zij dit gebeuren voorbereiden in de strijd van hun eigen levensweg. Zij die passief afwachten tot de duisternis onder de macht van Maria’s voet wordt vernederd, zullen aan deze overwinning geen deel hebben.

"Onschatbaar groot is de genade van de bewuste en gewilde deelname aan de laatste en grootste strijd tot voltooiing van Gods Heilsplan: de strijd tussen de Vrouw en de slang, waarbij het meesterschap van de Vrouw zal worden bezegeld en verkondigd in de grondvesting van het Rijk Gods op aarde en de regering van de Meesteres van alle zielen over alle zielen". (MARIA – 28 april 2006)

De gouden weg voor de zielen om deze grote wonderen in zich te laten voltrekken, is deze van de totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria als Meesteres van alle zielen.

"Als de Meesteres van alle zielen openbaar Ik je kennis en Waarheden die nooit voordien in deze omvang en diepgang zijn geopenbaard. Ik doe dit omdat Gods Uur daartoe nu is aangebroken. Nooit voordien zijn aan de mensheid dergelijke inzichten in het wezen en de elementen van Mijn macht over alle zielen - engelen, mensenzielen en duivelen - geopenbaard. Het uur van Mijn grote en ultieme verheerlijking nadert, het uur waarin alle zielen de ware hoedanigheid van Maria zullen zien". (MARIA – 11 september 2006)

De boodschap die de Meesteres van alle zielen aan alle zielen brengt, is een boodschap van ongeëvenaarde Hoop: de definitieve overwinning van het Licht op de duisternis is zeer nabij, en elke ziel kan ertoe bijdragen dat deze overwinning wordt bespoedigd, door strikte naleving van Maria’s onderrichtingen, die de ziel leren:

  • haar eigen Verlossing en heiliging te voltooien onder Maria’s leiding;

  • via deze weg opgenomen te worden in het Goddelijk Leven, en

  • het Rijk Gods in zichzelf te helpen grondvesten, en – door een zelfverloochenende naastenliefde en solidariteit onder de christenen – het Rijk Gods over de hele wereld te helpen grondvesten.

Als Meesteres van alle zielen is Maria de voltooiing van de mensenziel: volmaakt heilig, en Draagster van het Goddelijk Leven in zijn volheid, dus volkomen beeld en gelijkenis van God. Bedenk daarbij dat God Zijn Heilsplan heeft willen voltooien in samenwerking met de mensenzielen. De grote tussenstap is de Menswording van Gods Zoon Jezus Christus om als God-Mens de poort naar de Verlossing te ontsluiten. De voltooiing dient zich nu aan in Maria als Meesteres van alle zielen, geschapen mensenziel van nature. In Haar wil God nu het ultieme Teken stellen: de overwinning van Gods Plan op de duisternis, onder de leiding van een Ziel Die is bekleed met de volheid van het Licht... De ultieme vernedering van de satan. Zalig zij die de Meesteres bij zich in huis nemen, want zij zullen het Rijk Gods in zichzelf ervaren.

"De Meesteres van alle zielen heeft de macht om de Eeuwige Lente in de zielen te brengen. Zij is Draagster van het Licht van Christus, van de warmte van de echte Goddelijke Liefde, en van het zaad van de veelkleurige en veelsoortige bloemen der deugden. De ziel die zich aan Mij overlevert, ontvangt het ware Goddelijk Leven in zich. In de mate van haar overgave, haar vertrouwen, haar Geloof, haar onderwerping en haar bereidheid om met ware en oprechte aanvaarding haar kruis te dragen, zal Ik in deze ziel heersen. Het voedsel dat zij uit Mijn handen ontvangt, zal het sap van de Goddelijke Liefde zijn. Het Vuur van Mijn Liefde zal in de ziel alles verbranden wat van de wereld is. Alle onkruid en alle kaf zullen in haar hart verschroeien, en aan Mijn voeten zal zij de Ware Vrede vinden, het Ware Geluk van de kinderen Gods". (MARIA – 20 april 2006)

De kinderen Gods zijn zij die de Waarheid liefhebben – de Waarheid in al haar aspecten, ook deze welke God heeft verkozen, pas in deze tijd te openbaren. De Meesteres van alle zielen is de absolute kroon op Gods Schepping. Zij getuigt daarom in Haar woorden evenals in Haar Wezen op volmaakte wijze van de volle Waarheid van God, en heeft Zich uit Liefde tot Haar Schepper één laten maken met Zijn Wil om de Waarheid uit te storten in ALLE zielen.

"Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, is de eerste en grootste Erfenis van het Licht van Christus, en zal als de Dageraad schitteren in de prachtigste kleuren die de zielen ooit hebben gezien. Zij zullen zien dat deze Dageraad de macht en de eigenschappen van de Middagzon in zich draagt. Zo zullen ook zij die het volle Licht van de Middagzon niet verdragen, getuigen worden van Gods macht en Glorie, in een Licht dat de ogen van hun ziel zal klaarmaken voor de volle Waarheid". (MARIA – 23 april 2006)

TOTUS TUUS, MARIA, DOMINA ANIMARUM
(ik ben geheel van U, Maria, Meesteres van alle zielen)

Voor de Meesteres van alle zielen – Myriam – januari 2008

"Bij deze openbaar Ik je tevens dat het Mijn wens is dat 22 augustus, de feestdag van Mijn Kroning tot Koningin van Hemel en aarde, eveneens de feestdag zou worden van Maria als de Meesteres van alle zielen". (MARIA – 26 juli 2006)

"Talloos zijn zij die dwepen met Mijn naam, doch niet bereid zijn om Mijn aanwijzingen te volgen. Zij zoeken in Mij diegene Die hun lasten zal verlichten, doch verafschuwen de gedachte dat Ik in werkelijkheid hun Meesteres ben. Zo heeft de Allerhoogste het beschikt, doch hun beeld van de werkelijkheid is niet in overeenstemming met Gods Wet. Zeldzaam zijn de zielen die deze realiteit aanvaarden. Zalig zijn zij, want zij zien reeds tijdens hun leven op aarde een Waarheid die elke ziel vanaf het uur van haar oordeel zal moeten erkennen". (MARIA – 14 augustus 2006)
 
In de zomer van 2021 liet de Hemelse Meesteres een in de loop der jaren door Haar geïnspireerde buitengewone argumentatie voor de Hemelse oorsprong van alle door Haar via het Maria Domina Animarum Werk verspreide woorden, alsook voor de grote wenselijkheid van totale toewijding aan Haar in deze Laatste Tijden, vrijgeven in een boek dat in Haar opdracht de titel De Poort van Gods Rijk kreeg. Het boek kan in diverse opzichten worden beschouwd als een aanvulling op De Dageraad van Gods Rijk op aarde. Studie ervan is zeer aanbevolen. U kunt het hier vinden.