TOTUS TUUS, MARIA !

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
1-75

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 1
Over de volmaaktheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De vele opdrachten die de Moeder Gods mij gedurende de laatste weken vóór Pasen gewoonlijk oplegt, hebben het mij totnogtoe niet mogelijk gemaakt om U deelachtig te maken aan de Liefde van Maria. Dat wil ik thans echter absoluut doen.

Op elke ziel rust jegens God de verplichting, te streven naar de volmaaktheid, en het is een bijzonder verheugend teken wanneer een ziel zich deze verplichting nauwgezet voor ogen houdt. Niettemin moet met het volgende rekening worden gehouden:

De Meesteres van alle zielen leert ons dat de volmaaktheid vanuit een dubbel perspectief kan worden bekeken.

Er bestaat een absolute volmaaktheid, namelijk deze welke de ziel volkomen tot beeld en gelijkenis van God moet omvormen, doch ook een relatieve volmaaktheid. Maria wijst erop dat elke ziel eigen specifieke gaven en talenten bezit en eigen specifieke opdrachten te vervullen heeft. Vanwege persoonlijke beperkingen kan de ziel normaal gesproken hier op aarde de absolute volmaaktheid niet verwezenlijken, omdat het zielsleven 'voortdurend in beweging is'. Van de ene seconde op de andere kan de ziel overvallen worden door zwaarmoedigheid, bekoringen, negatieve gevoelens, enzovoort, die haar reeds van de absolute volmaaktheid verwijderen.

De relatieve volmaaktheid daarentegen is deze welke de ziel kan verwezenlijken doordat zij haar eigen zwakheden zo gewetensvol mogelijk bestrijdt en tracht te overwinnen, met hulp van de genade.

Precies dat is het, wat Maria U nu op het hart wil drukken. Het gebeurt wel eens, dat God (of Maria) een ziel langsheen een bepaalde weg stuurt, op dewelke zij de taak krijgt om zich in de engste zin van het woord te vervolmaken. Daarbij gaat het om absolute volmaaktheid, die deze ziel zich tot doel hoort te stellen, omdat God, respectievelijk Maria, haar voor welbepaalde (om zo te zeggen 'buitengewone') doeleinden nodig heeft. Over het algemeen verlangt God van elke ziel in de eerste plaats dat zij de relatieve volmaaktheid nastreeft: Zij moet trachten, met zichzelf in het reine te komen en wegen te vinden om de beproevingen en bekoringen op een deugdzame wijze tegemoet te treden. Wanneer zij daar in slaagt, is het volstrekt mogelijk dat zij nog ver van de absolute volmaaktheid verwijderd is, doch niettemin in Gods ogen een volkomen lofwaardig leven leidt, omdat zij de wil had om volmaakt te worden in de zin van datgene wat God van haar verwacht.

Geeft U zichzelf de tijd om stap voor stap te groeien in de vervolmaking van de ziel. Nadat U zichzelf aan Maria hebt gegeven, zal Zij U de pap lepel per lepel aanreiken, en pas na de vertering van de eerste lepel zal Zij U de tweede geven. Voor Maria is belangrijk dat U bij elke opdracht die Zij U dagelijks geeft, gewetensvol meewerkt en daarbij Haar richtlijnen nauwgezet opvolgt. Zo laat Maria U als het ware dagelijks naar een niveau van volmaaktheid streven dat telkens een tikje hoger ligt dan dat van de dag voordien, en zo steeds verder. Van U wordt nu één ding verwacht: vertrouwen, en ook geduld met Uzelf. Geleidelijk zult U merken dat de vele dingen waaraan U in Uzelf een hekel hebt, in aantal verminderen en uiteindelijk verdwijnen. Maria en Jezus onberispelijk dienen, betekent niet noodzakelijk 'volmaakt' zijn, doch de eigen mogelijkheden onderzoeken en vervolgens deze grenzen voortdurend beetje bij beetje verleggen.

Maria gebruikte jegens mij ooit het volgend beeld:

"De groei van de 'slaaf' van Maria (als 'slaaf' duidt Maria een ziel aan, van dewelke Zij een buitengewone gehoorzaamheid jegens Haar verlangt, omdat deze voor de levensopdracht en de roeping van deze ziel in de uitsluitende dienst aan Maria absoluut noodzakelijk is) moet zijn zoals een triomftocht naar Mijn troon. De ziel verlangt brandend naar haar Meesteres, omdat zij weet dat zij zonder Haar niet kan leven, daar haar leven door een Goddelijke beschikking van Mij afhankelijk is gemaakt. Om deze reden schuwt zij geen enkele inspanning om zo snel mogelijk tot Mijn troon te kunnen naderen. Pas wanneer deze ziel aan Mijn voeten ligt, kan Ik haar de volheid van de door Mij beoogde genaden bekomen. Deze ziel onderneemt deze triomftocht vol vreugde en getroost zich daarbij alle moeite. De ene dag zal Ik haar een kleine opdracht geven, de andere dag een bijzonder zware, doch ook wanneer zij de kleine opdracht in overeenstemming met Mijn Wil en met inachtneming van elke deugd vervult, is zij in Mijn ogen die dag 'volmaakt' geweest en ligt haar hart reeds aan Mijn voeten. Dat volstaat voor Mij om haar met alles te vervullen dat zij nodig heeft om het Plan dat God met haar heeft, te kunnen vervullen".

Houdt U zich dit beeld voor ogen. Zodra de Hemel bijzondere opdrachten van U verlangt, zult U dat merken. Nu is belangrijk dat U met Uzelf in het reine komt, en elk contact als een opgave beschouwt, die zo voor U gemaakt is, dat zij U naar de volmaaktheid kan helpen leiden, want elke situatie uit het dagelijks leven is telkens opnieuw een uitdaging om nader tot God te komen. Leert U intussen, inzicht te verwerven in Uw specifieke zwakheden, en smeekt U Maria dat Zij U de kracht moge schenken om van dag tot dag méér boven Uzelf te kunnen uitstijgen. Een dag die in alle details met Maria wordt doorgebracht, in vertrouwen, in gehoorzaamheid, in totale toewijding aan Haar en in Liefde, is voor God een geslaagde dag.

Wanneer U de berg van de spirituele groei stap voor stap en zonder aarzeling bestijgt, komt U sneller ter bestemming, want boven is de heerlijkheid van Gods en Maria’s Tegenwoordigheid, doch om de top te bereiken, moet de reis een solide fundament krijgen, en aan solide fundamenten moet hard doch langzaam worden gewerkt. U zult er verbaasd over staan hoe snel het plotseling kan gaan wanneer Maria U op zekere dag op een bijzondere wijze tegemoet komt. Wees vertrouwensvol... U bent op de juiste weg, zet U hem verder in blijmoedigheid.

Ik bid heel bijzonder voor U, opdat de vruchten van de Passiedagen U naar een verrijzenis mogen voeren. Hebt U geduld, ook de mooiste zomerdag begint met een voorzichtige zonnestraal op frisse, bedauwde weiden.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 2
Over de heiligheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Dank U wel voor Uw vragen. Vragen, na rijp beraad gesteld, zijn steeds de vruchten van verlichting.

Als Moeder van God was Maria vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis bij voorbaat verlost. Precies daarin ligt het principe van Haar Onbevlekte Ontvangenis: Zij was 'van de erfzonde verlost' als door een 'voorschot' op de Verlossingswerken van Christus. Om deze reden kon Zij tot een uniek Paradijs van deugden openbloeien. Op grond van vele visioenen uit het leven van Maria, zowel uit Haar kinderjaren alsook uit Haar jaren als jong meisje, als rijpe en als 'volrijpe' vrouw, getuig ik dat Haar heiligheid en onverleidbaarheid legendarisch waren. U weet dat de heiligheid de trap der volmaaktheid in de effecten van de Verlossing vormt.

In het Magnificat verheerlijkt Maria God precies omwille van dit voorschot aan voltooide heiligheid. Maria is er Zich heel goed van bewust dat Zij door Goddelijke tussenkomst op een unieke wijze 'voortijdig' verlost is. Indien dit niet zo was geweest, had Zij nooit Gods Zoon in Zich mogen dragen. God is aldus ook Haar Redder, daar Zij tot het menselijk ras behoort. Bovendien mag men niet uit het oog verliezen dat Maria het Magnificat heeft gezongen als een voorbeeld van verheerlijking, en dat Zij dit (wat nauwelijks bekend is) in naam van alle zielen van alle eeuwen heeft gedaan, omdat Haar heel goed bekend was welke verlossende waarde de verheerlijking bezit, en Haar eveneens bekend was dat gebed, verheerlijking, lijden en akten van Liefde, volbracht in de naam van anderen, voor deze anderen secundaire genaden vrijmaakt (dit betekent: genaden die op grond van de naastenliefde van een medemens naar een ziel kunnen toevloeien, en die werkzaam worden in de mate waarin deze ziel zich openstelt voor de genadewerking). Ja, Maria was vanaf Haar kinderjaren daadwerkelijk de Medeverlosseres!

De heiliging is een complex proces. Een ziel is niet 'ofwel heilig ofwel niet heilig', er zijn ontelbare trappen van heiligheid, enigszins vergelijkbaar met een roos die zich openvouwt, blad na blad. Maria heeft oneindige verdiensten verzameld, doch heeft deze in hun geheel opgedragen ten bate van de zielen. Zij 'groeide onophoudelijk in heiligheid' in die zin, dat Zij door Haar unieke verdiensten Haar heiligheid, die reeds volkomen was, steeds krachtiger liet stralen. Men moge zich herinneren dat Maria ook in Haar openbaringen als Meesteres van alle zielen aantoont hoe Haar heiligheid tegelijkertijd volkomen is en toch eeuwigdurend en onophoudelijk groter wordt. Zij noemt dit een Goddelijk Mysterie, waaraan buiten God slechts Zij alleen deel heeft. Op een bepaalde plaats zegt Zij dat alles wat Goddelijk is, volmaakt is, doch niettemin in zijn uitwerkingen onophoudelijk groter wordt, en dat Zij, Die bij wijze van uniek voorrecht deel mocht hebben aan bepaalde Goddelijke eigenschappen, eveneens in Haar heerlijkheid, macht en heiligheid onophoudelijk 'verder groeit' in alle eeuwigheid...

Lieve broeder in Jezus en Maria, hoe gelukkig zijn wij, nu reeds een voorsmaak van deze Hemelse schoonheden te mogen krijgen.

Laten wij voor elkaar bidden, opdat wij deze genaden enigszins waardig mogen zijn.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 3
Over de mystiek, het lijden en de rol van de dieren

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Sedert de Heilige Maagd mij twaalf jaar geleden tot Haar dienst riep, heb ik het voorrecht genoten, door Haar op een brede mystieke weg te mogen worden gevormd. Vele dingen heeft Zij mij reeds laten zien, horen en voelen, en over heel veel Mysteries heeft Zij mij verklaringen gegeven, die zich steeds verder blijven openvouwen. Zo heeft Zij mij, zowel door de ingevingen als via de vele andere wegen waarop Zij mij in het 'Goddelijk Leven' vormt, laten begrijpen waarom verschillende mystici soms 'verschillende' dingen zeggen. Afgezien van het feit dat vele 'mystici' niet de stellingen van de Hemel verkondigen (Paus Johannes Paulus II zei ooit dat 90 procent van diegenen die zogenaamd Hemelse stellingen verkondigen, 'valse profeten' en dus helemaal geen mystici zijn), verkondigen ook authentieke mystici soms opvattingen die schijnbaar niet volkomen met elkaar overeenstemmen.

Ik heb, vooral in de beginjaren van mijn vorming door Maria, mijn Hemelse Meesteres in dit verband vaak om toelichting gebeden, en op zekere dag zei Zij mij, dat dit in Gods Plan past, en verband houdt met het feit dat mystici die werkelijk door de Hemel zijn uitgekozen, verschillende taken te vervullen hebben, en op grond van het Plan van Gods Voorzienigheid met de zielen verschillende klemtonen kunnen leggen. Verder verzekerde Zij mij dat dit alles precies in elkaar zal passen zodra de Volheid van de Tijd gekomen is. Bovendien, aldus Maria, heeft niet elke mysticus de taak, omvattende onderrichtingen te geven.

Zo kan ik U het volgende zeggen (waarbij ik wil benadrukken dat het mij door Maria verboden is om de geschriften van andere mystici te bestuderen omdat Zij mij – ik citeer – 'volkomen rein van hart en met een geest zoals een onbeschreven blad papier' wil, en ik 'slechts naar HAAR stem mag luisteren', dit wil zeggen: naar de mij rechtstreeks door Haar gegeven onderrichtingen en ingevingen; ik ken derhalve de geschriften van X helemaal niet):

Deze ziel heeft gelijk. Ik weet heel goed dat in de Laatste Tijden de grootste verzoening uit de Liefde zal ontspruiten. Waarom beklemtoont de Meesteres van alle zielen dan zo zeer de verlossende waarde van het Lijden?

Het één en ander moge U duidelijker worden wanneer ik U mededeel dat mijn roeping in 1997 begon met een lange reeks visioenen van Maria, in dewelke de Heilige Maagd Zich aanvankelijk aan mij vertoonde in Haar overweldigende schoonheid als glorierijke Koningin (zij noemde Zichzelf toen jegens mij reeds 'je Meesteres', doch nog niet 'Meesteres van alle zielen'), doch geleidelijk aan steeds vaker als de Moeder van Smarten. Als de Moeder van Smarten begon Zij mijn mystieke vorming, en riep Zij mij uitdrukkelijk tot een leven van boete en 'medeverlossend lijden', dat van Haar vele vormen kreeg, die telkens op basis van uiteenlopende gaven of ook van uiteenlopende opdrachten werden opgebouwd. Zij nodigde mij uit om mijn ja-woord met het Hare te verbinden, en dit te doen op een totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende wijze, want Zij 'had heel bijzondere plannen met mij'. Maria gaf mijn vorming in Haar dienst steeds nadrukkelijker vorm op basis van het lijden, maar ... Zij begon mij ook systematisch te onderrichten in de school van de volmaakte Liefde.

(...)

Ik weet op grond van datgene wat Maria mij heeft geleerd, dat de grootste eenheid van het lijden met de Liefde op de eerste plaats wordt ontwikkeld in de door Haar geroepenen, doch God verlangt er intens naar, dat in elke ziel deze eenheid in een zekere mate tot ontplooiing komt. De ziel ontvangt daartoe het vermogen naarmate zij er werkelijk naar verlangt, de eenheid met de lijdende Christus en de medeverlossende Maria in zich te verwezenlijken, en naarmate zij Maria en Jezus werkelijk boven alles bemint, tot in de volkomen zelfverloochening. De 'bruiloft tussen God en de ziel', zoals U het in Uw mail noemt, is de mystieke bruiloft waartoe slechts weinige zielen op aarde komen, omdat de grondvesting van deze zielsgesteldheid niet in elke ziel lukt, en dit om de meest uiteenlopende redenen én omdat tot deze gesteldheid in de eerste plaats zielen worden geroepen, die heel specifieke taken te vervullen hebben:

Een mystieke roeping omvat gewoonlijk taken op het gebied van de verkondiging van Gods Waarheid en van het boetelijden in eenheid met Jezus of Maria (soms met beiden). Deze taken veronderstellen het vermogen en de bereidheid van de ziel om zichzelf te verloochenen, opdat het kruis van de roeping daadwerkelijk vruchtbaar moge worden. Vanzelfsprekend geldt de Liefde derhalve als de hoogste vorm van verzoening: Zonder Liefde is elk lijden volkomen onvruchtbaar. De Liefde is immers de essentie van het Goddelijk Leven. Jezus heeft Goddelijk Leven via uiteenlopende wegen over de zielen afgeroepen, onder andere via het Kruis, dat ons niets anders leert dan de allerhoogste Liefde: de zelfverloochening tot in de dood, opdat de anderen het in hun ziel beter mogen hebben en Gods Plan zich zou kunnen verwezenlijken. Daartoe stelt Maria Zich immers aan ons allen voor als de Meesteres van alle zielen en de Lerares in de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

Wat Uw tweede vraag betreft. Inderdaad, vele dieren lijden door de hand van mensen. Een ware gruwel in Gods ogen: Dieren als geschenken van Zijn Liefde worden veracht en op de meest uiteenlopende wijzen behandeld zoals slechts de duivels zelf dit kunnen doen. Welke waarde heeft het lijden der dieren? Zoals de Meesteres van alle zielen onderricht, heeft het lijden van dieren op zich geen verlossende waarde, omdat de dieren op zich buiten het Goddelijk Heilsplan staan, MAAR... De dieren worden op de levensweg van mensen gebracht opdat de mensenzielen door hun omgang met dieren vele dingen zouden leren. De wijze waarop een ziel met dieren omgaat, toont God in welke mate deze ziel ontwikkeld is in de Liefde.

Laten wij niet vergeten dat de ziel na dit leven wordt geoordeeld op grond van de LIEFDE die zij heeft opgebracht!

Op zich is het lijden van een dier zinloos in de zin van 'rechtstreeks verlossende kracht bezittend', tenzij mensenzielen dit lijden bewust opofferen. Maria benadrukt het belang en de grote waarde van toewijding van het lijden van dieren aan Haar. Deze waarde is gebaseerd op het principe dat de aanblik van een lijdend dier, wanneer deze aanblik in een mensenziel pijn opwekt, een mechanisme in gang zet door hetwelk stromen van Liefde beginnen te vloeien: De ziel lijdt nu voor het dier op plaatsvervangende wijze, of anders uitgedrukt: De ziel trekt het lijden van het dier in zich, d.w.z. in de ziel, die binnen het Heilsplan wel degelijk een actieve rol speelt. Het lijden wordt dus als het ware door een niet deelnemende levenskiem (van het dier) overgedragen op een deelnemende ziel (van de mens), waardoor dit lijden helemaal in het Goddelijk Verlossingsplan ingeschakeld wordt.

(Opmerking – achteraf hier ingelast: In verband met de 'zinloosheid' van dierenleed is later een reactie gekomen, die blijk gaf van een groot misverstand. In antwoordbrief 32 is daarop diep ingegaan).

Buitengewoon waardevol en prachtig zou het zijn, en daartoe wil ik met nadruk oproepen, indien elke ziel zich zou aanwennen om bij de aanblik van een lijdend dier, hetzij in het dagelijks leven, hetzij op de televisie, hetzij zelfs bij het horen van verhalen over dierenleed, zich onmiddellijk in haar hart op Maria te richten en vurig tot Haar te bidden als volgt;

"Maria, Koningin van al het geschapene, ik offer U al mijn hartenpijn over het lijden van dit dier, opdat het dit lijden kan doorstaan in de ervaring van de Goddelijke Liefde, en dit lijden op grond van mijn hartenpijn en mijn Liefde voor dit schepsel van God moge veranderd worden in genaden voor de wereld".

Wanneer het daarbij klaarblijkelijk gaat om lijden dat door mensenhand is veroorzaakt, voegt men er nog aan toe: "Moge dit gebed de veroorzaker van dit lijden bevrijden uit alle duisternis, en hem genezen door de uitstorting van de Ware Liefde".

Een waar spiritueel offensief tegen dierenmishandeling (in al haar, zo vaak gecamoufleerde en zelfs gelegaliseerde vormen) zou hierin bestaan dat zielen regelmatig samen een dergelijk gebed tot Maria richten en het vooral bij elke gelegenheid zouden verrichten.

Ik wens U een gezegende Paastijd. Moge de ervaring van de voorbije Passiedagen ons allen de opstanding uit het graf van onze duisternis brengen, en mogen wij allen de hoogste graad van toewijding aan Maria in ons verwezenlijken, die immers hieruit bestaat dat wij zo totaal in Haar overvloeien dat ons 'ik' helemaal sterft om uit Maria opnieuw geboren te worden naar de Geest, zoals een wederopstanding uit het graf van de menselijke onvolkomenheden voor het Ware Goddelijk Leven.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 4
Over de tegenstander (de satan)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik heb de Heilige Moeder Gods om adviezen voor U gesmeekt. Ik mag nu van harte het resultaat van deze smekingen met U delen.

Wat de winkel in Uw stad betreft: Het zou vanzelfsprekend mooi zijn indien U een priester kon verzoeken om een zegengebed over deze winkel uit te spreken. Er stelt zich hierbij evenwel een probleem: Normaal gesproken, wordt een priesterzegen ter plaatse uitgesproken, wat in dit geval niet onopvallend kan gebeuren en daarom ook niet zonder risico is. Daarom zou het prachtig zijn indien U, eventueel samen met andere zielen van goede wil, het wondermooie gebed 1047 ook met betrekking tot deze winkel zou bidden. Dit zou Maria buitengewoon behagen, omdat U daardoor een grote akt van Geloof en vertrouwen jegens Haar zou stellen. De macht van de Meesteres van alle zielen is zo onschatbaar groot – ik heb met betrekking tot Maria’s 'relatie' tot de krachten der duisternis vele dingen rechtstreeks van Haar gehoord en gezien, tot de bekendmaking waarvan Maria mij (nog?) niet heeft uitgenodigd – dat waarlijk onbeschrijflijke dingen kunnen gebeuren wanneer zielen zich vertrouwensvol inzetten voor de bevordering van datgene wat Gods Plannen kan dienen, en daarbij vurig bidden om de ontplooiing van Maria’s macht. Vanzelfsprekend geldt hetzelfde voor de strijd tegen bands en muziekgroepen met duistere drijfveren en duistere 'vruchten'. Dat zoveel tegen Maria Zelf gericht is, hoeft ons helemaal niet te verbazen: Het bewijst ons slechts dat de satan Haar inderdaad als zijn grote Tegenstandster beschouwt.

Of de satan weet wat U denkt? In dit verband kan ik U antwoorden op basis van datgene wat Maria mij sedert jaren leert. De satan heeft van God de toelating gekregen om de zielen te beproeven en te bekoren. Op dit feit is ook het systeem van de verdiensten gebaseerd, die elke ziel kan verwerven, en van het Heil dat elke ziel voor de hele mensheid kan helpen bekomen: In de mate waarin een ziel zich door een juist gebruik (dit wil zeggen: een gebruik volgens Gods Wil) van haar vrije wil, tegen de bekoringen verzet, kan zij positieve bijdragen leveren tot de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan. De satan laat geen middel onbeproefd, en beschikt over het vermogen, tot de menselijke geest en het menselijk gevoelsleven door te dringen. Dit vermogen werd hem verleend toen hij nog de hoogste prins van de engelen was.

Men moet zich voor ogen houden dat de engelen niet, zoals wij, 'van mond tot oor' communiceren, doch 'van hart tot hart', via overdracht van gevoelens. Engelen hebben daardoor de mogelijkheid om gevoelstoestanden en gedachten te 'analyseren' (zo heeft Maria mij dit in mystieke contacten laten waarnemen). Precies op grond van dit vermogen bestuderen en doorgronden de satan en zijn gevolg onze innerlijke gesteldheden. Maar, ik moet erop wijzen dat hen op grond van een genadewerking ten gunste van zielen in dit verband beperkingen kunnen worden opgelegd. Deze genade kunt U daadwerkelijk afsmeken. U kunt Maria om de genade smeken, dat Zij op een voelbare wijze de tempel van Uw ziel in een zo hoge mate moge beheersen, dat Uw zintuigen, Uw gedachten en gevoelens volkomen door Haar beheerst en bestuurd zouden mogen worden.

Ik moet hieraan toevoegen dat een volledige afscherming van de zintuigen, gedachten en gevoelens voor alle duisternis zelden of vrijwel nooit langdurig aan een ziel zal worden toegestaan, omdat een dergelijk ingrijpen – ook al bezit Maria daartoe alle macht! – de ziel van elke verdienste zou beroven, welke zij door actieve bestrijding van elke bekoring kan verwerven. De grote verdienste van een mensenziel bestaat immers precies hierin, dat zij haar vrije wil gebruikt om zich actief tegen de bekoringen te verzetten, te kiezen voor de Werken van het Licht, en zich helemaal aan God en aan Maria (als de Vertegenwoordigster van Gods Werken in de Laatste Tijden) te geven (zoals de ziel het in de doopgeloften voor zich laat uitspreken).

God schept er buitengewoon veel welbehagen in wanneer een ziel Hem belooft dat zij zich tegen alle kwaad, elk werk van duisternis, elke bekoring wil verzetten, en zij daartoe helemaal Maria wil toebehoren, de Leidster in de strijd tegen de duisternis, om door Haar tegen de invloeden van de satan op haar geest en haar hart beschermd te worden en onder Haar heerschappij open te bloeien zoals een bloem van heiligheid. Heiligheid is de gesteldheid van de ziel die 'Heil' brengt met alles wat zij doet, zegt, denkt, voelt en nastreeft. Jezus is de Weg, Maria de Gids op deze Weg; Jezus is de zon, Maria de zonnestraal die het Licht van God in de ziel binnenvoert. Waar Zij heerst, hebben de schaduwen geen macht meer, want Gods Licht werpt helemaal geen schaduwen, omdat het uit alle richtingen tezelfdertijd naar de ziel toe straalt.

Wat U concreet kunt doen? Het komt mij niet toe, U voorschriften op te leggen, aangezien elke ziel haar eigen vrije wil vrij moet gebruiken, in overeenstemming met Gods Wet. Wat ik U echter zou willen adviseren, is een uitdrukkelijke toewijding van Uw zielentempel aan Maria. Daartoe heeft Maria mij het navolgende gebed ingegeven, dat Zij als nummer 1114 in de reeks der Bloemen uit Haar Hemelse Tuin opgenomen wil zien.

Ik sluit U met al Uw intenties graag in mijn hart, en ondersteun U vanzelfsprekend in gebed.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

(hier volgt gebed nr. 1114)


www.maria-domina-animarum.net

Brief 5
Over de bevrijding uit een pact met de satan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

God heeft U reeds Zijn barmhartigheid betoond. Met heel mijn hart wil ik deze stralen van bemoediging, die Maria mij voor U heeft ingestort, aan U doorgeven.

U hebt ooit een pact met de duisternis gesloten, doch hebt dit gedaan in onwetendheid, en hebt er berouw over. Uw bedoeling bestond erin, een 'beter' mens te worden. De weg die U wilde volgen om dit doel te bereiken, was echter niet juist. Als zonde zou het U aangerekend worden indien U, nadat U werkelijk tot het besef was gekomen van wat Uw daad betekent, niettemin nog steeds achter Uw beslissing van toen zou staan. Dan zou een situatie ontstaan waarin U tot dienares van de duisternis zou worden. Leest U de volgende regels heel aandachtig, niet slechts met het verstand, doch veeleer met het hart, want MARIA spreekt nu tot U.

God heeft U niet verlaten, nooit, geen enkel ogenblik. Aangezien U enkele jaren geleden een verkeerde beslissing hebt genomen, hebt U door het daaruit voortgevloeide lijden de gelegenheid gekregen om deze foute beslissing 'uit te boeten'. Daarom wil ik U in de eerste plaats uitnodigen om Uw lijden van de voorbije tijd tot op dit ogenblik aan Maria toe te wijden, opdat Zij het voor U kan omzetten in genade van totale bevrijding. Eén van de attributen van de macht van Maria bestaat hierin, dat Zij het lijden van de Haar oprecht en totaal toegewijde zielen kan gebruiken om deze zielen uit alle duisternis te bevrijden. Hebt U vertrouwen, want Zij zal dit doen, met Uw medewerking. Roept U vanaf vandaag veelvuldig tot Maria. Hoe meer U de allerheiligste Naam van Maria diep in Uw Hart uitspreekt, des te nadrukkelijker zal Maria bezit van U nemen, met de bedoeling, U voortaan de weg naar een nieuw leven te tonen.

Het feit dat God U ondanks Uw fout nooit in de steek heeft gelaten, blijkt hieruit, dat het precies de Goddelijke Voorzienigheid is, die U heeft ingegeven om deze mail te sturen, want in werkelijkheid hebt U deze mail aan de Moeder Gods Maria gestuurd. Dat was meteen de eerste stap naar Uw definitieve genezing.

Toen U het pact sloot, was de eerste verkeerde inschatting eigenlijk deze, dat U zichzelf een te strak programma oplegde. Als de Meesteres van alle zielen onderricht Maria de zielen om uiterst soepel te zijn. Zij doet dit omdat een ziel door flexibiliteit aan Maria de gelegenheid geeft, deze ziel te veranderen zoals Zij het nodig acht (op basis van Haar Wijsheid en Haar Plannen. Het is U bekend dat Maria de leiding heeft over de strijd tegen alle duisternis. Zij gebruikt derhalve alles wat Haar door de zielen wordt gegeven, om de duivels definitief te verlammen). De ziel moet daarom buigzaam zijn. Men zou het zo kunnen uitdrukken: De ziel moet zo soepel zijn dat de bries van de Heilige Geest haar in elke gewenste richting kan laten plooien, want Hij wil haar op de juiste weg houden, respectievelijk haar naar de juiste weg toe leiden. De enige juiste houding is deze, dat U zich door Maria laat leiden en diep in Uzelf kijkt om daar aan te voelen wat Zij van U verlangt, dag na dag. Uw geweten zal U waarschuwen wanneer in Uw gedrag iets verkeerd loopt. U voelt immers ook dezer dagen aan dat in Uw leven iets niet in orde is, en wat aan deze wanorde ten grondslag ligt. Ook dit inzicht wijst er trouwens op, dat God U nooit losgelaten heeft.

God heeft de zielen een vrije wil geschonken. Door deze vrije wil hebt U de macht, vrij te beslissen wat U doet of juist niet doet, en hoe U iets doet. Slechts tegenover God bent U de rechtvaardiging over al Uw doen en laten schuldig. Ziehier de volgende stap: Wijd aan Maria Uw vrije wil toe, en smeek de Meesteres van alle zielen, dat Zij Uw leven moge beheersen, opdat U op de weg van de ware vrijheid en van de innerlijke Vrede zou komen. Wijdt U Maria bovendien zelfs nu nog het tijdstip toe, waarop U de beslissing hebt genomen om het betreffende pact te sluiten. Zegt U eenvoudig tot Haar:

"Maria, mijn Hemelse Moeder en Meesteres van alle zielen,
Wil de ware Meesteres van mijn geest, mijn hart, mijn wil en mijn lichaam zijn, opdat ik slechts zou doen wat U van mij verlangt, tot mijn heiliging en zuivering.
Ik geef U nu nog het uur waarin ik deze beslissing heb genomen, die zowel mij als U zoveel leed heeft berokkend.
Wil dat uur bestralen met het Licht van Gods Barmhartigheid, opdat elk spoor van duistere invloeden uit dat uur verwijderd moge worden, en wil met mij nogmaals in de geest de weg gaan van de tijd die sedertdien is verstreken, opdat U alle stenen op deze weg door bloemen kunt vervangen".

Gelooft U hierin rotsvast, het is doeltreffend! Onze woorden zijn niet slechts lucht, zij zetten krachten in werking. Wijdt U zich totaal aan Maria toe, en beschouwt U vanaf deze toewijding de werkingen van Maria in Uw ziel zoals in het volgende beeld:

U zou zich elke twijfel aan Maria’s werking zo kunnen voorstellen, dat U met Uw rug naar de zon toe gekeerd staat. U ziet de zon niet, want deze bevindt zich achter U. Hoe kunt U echter met zekerheid vaststellen dat de zon daadwerkelijk schijnt? Door het feit dat U precies vóór U op de grond Uw eigen schaduw ziet. Deze schaduw staat symbool voor de duisternis in Uw leven. U ziet de duisternis, doch deze bewijst juist dat de zon bezig is, U te beschijnen. Het grote verschil dat vanaf Uw vertrouwvolle toewijding aan Maria merkbaar zal worden, is dit: Maria zal dan niet langer de zon achter U laten schijnen, doch in U. Een lichtbron die in U schijnt, werpt geen schaduwen op Uw weg, want Uw hart zal voelen dat U de weg niet langer alleen gaat, doch in Hemels gezelschap.

Geeft U Uw toewijding aan Maria zodanig gestalte dat U ALLES samen met Maria doet. Een heel toepasselijk voorbeeld (wegens Uw eetstoornis): Eet U samen met Maria, dit betekent: Nodigt U Haar uit dat Zij met Haar heilige, allerzuiverste handen het voedsel in Uw lichaam zou binnenleiden en het daar ten volle zou laten verwerken. Houdt U zich intussen voor ogen dat U niet slechts voedsel tot zich neemt, doch het genezende Licht van God. Met elke hap neemt U Goddelijke kracht in zich op, die geleidelijk elk spoor van duisternis uit U verwijdert – uit Uw lichaam, uit Uw geest, uit Uw hart. Elke maaltijd wordt dan tot bron van vreugde en Vrede, Liefde en innerlijke rust. Dag na dag zult U meer en meer Licht uitstralen, omdat U zelf inwendig met meer en meer Licht gevuld zult worden.

Lieve zus, ik ervaar de Liefde van Maria sedert twaalf jaar in een onbeschrijflijke mate. Ik druk U op het hart: deze Liefde is overweldigend. Wanneer men deze nabijheid in haar volheid voelt, houdt het hart dit nauwelijks uit. De tijd is aangebroken, waarin Uzelf deze Liefde zo sterk zult aanvoelen, dat U erdoor genezen zult worden.

Heel belangrijk is tevens, dat U elk schuldgevoel en elk negatief zelfbeeld aan Maria overdraagt met de smeekbede dat Zij dit onder Haar voeten zou breken zoals de harde dop van een noot. Zodra U werkelijk totaal Maria wil toebehoren, zal Zij Uw hele wezen en Uw levensweg beheersen, en zal Zij U dag na dag naar Haar eigen beeld beginnen omvormen. Zo kunt U het zich spoedig nauwelijks nog veroorloven, Uzelf te verafschuwen, want daardoor zou U datgene verafschuwen dat Maria, met Uw medewerking, van U wil maken.

Het Licht heeft steeds het laatste woord, niet de duisternis. De ziel moet er slechts vast in geloven. De machtigste akt van Geloof is deze van de totale toewijding aan Maria. God beoogt voor U een nieuw leven. Hij geeft U nu ook een opdracht, die U samen met Maria moet vervullen: een voorbeeld van totale verandering te worden voor Uw vier vriendinnen. God (respectievelijk de Meesteres van alle zielen, daar U dit Apostolaat kent) heeft U ertoe uitgenodigd om een mail te sturen aan de Meesteres van Uw ziel, opdat U tegenover Uw vriendinnen tot een licht van genezing, van Hoop en van bemoediging zou worden. Wanneer U nu 'ja' zegt tot Maria, zult U in Uzelf een zodanig grote kracht tot ontwikkeling voelen komen, dat U de macht van Maria zult laten uitstralen, en de vreugde zult ervaren, deze kracht aan anderen door te geven. Hoe meer Licht U uitstraalt, des te rijker aan Licht zult U worden.

Ik bid van harte voor U en Uw vriendinnen. Laten wij de handen in elkaar slaan, in volle overgave aan Maria. Ik getuig van Haar macht en Liefde. Spoedig zult U er ook getuigenis van kunnen afleggen, in de mate waarin U in Maria gelooft. Beschouwt U Uw verlangen naar volkomen genezing als een akt van Liefde tot Maria. Verlangt U ernaar, Maria’s kind te zijn, en vraagt U Haar:

"Hemelse Moeder en Meesteres, wil mij in U opnemen en mij in Uw allerheiligste Moederschoot dragen, opdat ik uit U opnieuw geboren kan worden".

Deze wedergeboorte zal neerkomen op datgene wat Jezus bedoelde toen Hij tot Nicodemus zei dat de mens naar de Geest opnieuw geboren moet worden. Maria is de Bruid van de Heilige Geest. Zij bekomt voor elke ziel die God wil toebehoren, een nieuw leven.

In Liefde en vertrouwen neem ik U en Uw vriendinnen in mijn hart op. Ik blijf heel graag bereid, U te vergezellen op de Weg van het Licht.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 6
Over de roeping van Myriam – over de Katholieke Kerk als de ene ware Kerk –
over de mystiek

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

1. Hoe ik uitgekozen ben?

De achtergrond bij de uitverkiezing van een ziel door Maria (of door Jezus) is een mysterie. U moet weten dat God elke ziel tot iets bijzonders 'uitkiest'. God had met de eerste mensenzielen het plan dat zij op aarde zouden leven in een toestand van gelukzaligheid, voortdurend in de onmiddellijke Tegenwoordigheid van God, dus in volkomen Liefde en Vrede. Toen het eerste mensenpaar de erfzonde had begaan, verloor de mensenziel de haar aangeboren heiligheid. God moest trachten, de menselijke natuur opnieuw te heiligen, opdat de zielen de toestand der gelukzaligheid opnieuw zouden kunnen veroveren. Om deze reden zond Hij Zijn Zoon Jezus in de wereld, Die de Verlossing moest voltrekken. Volgens deze Goddelijke Wet moest de mensenziel evenwel aan alles wat God haar wilde laten toekomen, zelf actief meewerken.

Elk Goddelijk Mysterie blijft zonder effect wanneer de mensenziel niet zelf 'het contract met God ondertekent'. In het geval van het Verlossingsmysterie betekent dit: zelf meewerken via de opoffering van onze dagelijkse beproevingen. In het geval van het Mysterie van de toewijding aan de Moeder Gods betekent het: zelf actief Maria volgen, door Haar richtlijnen en onderrichtingen stipt na te volgen, enz.

God had een Heilsplan voor de mensheid. Overeenkomstig dit Plan moest de mensheid opnieuw geheiligd worden. Daartoe waren noodzakelijk:
  1. de Verlossingswerken van Jezus;

  2. de Medeverlossingswerken van Maria, doordat Zij Zich volkomen en onvoorwaardelijk aan Gods Plannen overgaf, en dit Verbond door de verschrikkelijkste Smarten en pijnen in ziel en lichaam bezegelde;

  3. de toewijding van alle werken van zielen aan God. Hoe? De beste weg is deze, dat de mens zich met lichaam en ziel, en met het verloop van alle details van zijn dagelijks leven, aan Maria toewijdt, en strikt de Wetten van God gehoorzaamt.

het bovenstaande derde punt is op het volgende gebaseerd:

God schept zielen. Elke ziel heeft eigen, specifieke taken te vervullen binnen het grote Goddelijk Heilsplan. Het geheel van deze taken noemen wij de levensroeping van de ziel. Om in de loop van Uw leven, dag na dag, al datgene te volbrengen wat God van U in dit enige leven op aarde verwacht, bereidt God voor U specifieke begaafdheden, eigenschappen, en gesteldheden van geest en hart. Deze moet U zodanig gebruiken dat zij Uw ziel zo recht mogelijk op het doel kunnen afsturen, dat U volgens de Goddelijke Voorzienigheid met betrekking tot Uw ziel moet bereiken. God heeft alle zielen met een zo onfeilbare Intelligentie geschapen en met specifieke begaafdheden enz. voorzien, dat het geheel eigenlijk in staat behoort te zijn om de mensheid in de kortst mogelijke tijd volkomen te heiligen. Dit gebeurt niet, omdat vele zielen niet de Goddelijke Wet volgen: Zij geven toe aan te vele bekoringen. Doch ELKE ziel moet haar eigen taken volbrengen.

Indien men het geheel van de Schepping zou vergelijken met een wagen, zou men kunnen zeggen: De ene ziel is bedoeld als een schroef, een andere als onderdeeltje van een band, nog een andere als onderdeeltje van de remleiding, enz. In Gods ogen zijn AL deze functies EVEN BELANGRIJK. Zelfs de kleinste schroef kan, wanneer zij niet correct meer werkt, de werking van de wagen als geheel negatief beïnvloeden.

Zo kom ik bij de vraag: Waarom wordt een ziel door Maria uitgekozen? Niemand weet het. De gesteldheid van de 'uit te verkiezen' ziel kan heel verschillend zijn. Ik kan eigenlijk slechts voor mij persoonlijk het volgende zeggen: Maria heeft mij in het begin (in de lente van 1997) gezegd dat Zij mij reeds bij mijn geboorte 'voor Zich heeft gekozen': Zij heeft mij vanaf mijn geboorte stap voor stap op de eigenlijke roeping (een leven in Haar totale dienst) voorbereid. Toen Zij mij werkelijk riep, had ik een buitengewoon intense mystieke ervaring, die meer dan een uur lang duurde. Toen ik uit de extase (vervoering met totale uitschakeling van het bewustzijn) bijkwam, lag ik op de grond, baadde in tranen en was zo totaal 'anders' dat ik dagen lang nodig had om mijzelf 'terug te vinden'. Ik bleek plotseling een waaier aan mystieke gaven te bezitten, en het bleek dat mij een grote hoeveelheid spirituele kennis ingestort was, die ik voordien niet had bezeten.

Met deze geheel nieuwe 'reisbagage' voor mijn verdere levensweg begon Maria intensief in mij te werken. Zij verlangde ook steeds méér, dat betekent: Op mij rustte nu de verplichting, steeds méér van al het wereldse afstand te doen, en Haar blind te volgen voor een leven in totale dienst aan Haar, Die Zichzelf jegens mij onmiddellijk 'je Meesteres' noemde. Dus: alles voor Maria, met Maria, door Maria, in Maria. Vaak kwamen mystieke contactervaringen, jaren lang. Maria stortte Zichzelf daarbij steeds overvloediger in mij uit, en voltrok op zekere dag tijdens een bijzondere mystieke ervaring wat Zij noemde 'de mystieke Bruiloft' tussen Haar en mij. Dit betekent: Zij sloot met mij het heilig verbond dat ik nog slechts Haar werken zou doen, met afstand van eigen behoeften en met volle overgave in alle beproevingen aan dewelke Zij mij zou onderwerpen. Waarom ik? Ik weet het niet. God moet het zo hebben voorzien, en mij bij mijn geboorte onder Maria’s heerschappij hebben gesteld. Zij heeft dan kennelijk op het voor Haar (en voor mij) meest geschikte ogenblik gewacht om Zich aan mij te vertonen in al Haar overweldigende schoonheid en verhevenheid, om mijn ja-woord aan Haar in ontvangst te nemen.

2. Bevatten de visioenen aanwijzingen voor het feit dat de Katholieke Kerk de enige ware is, en dat men naar de Paus moet luisteren?

De visioenen als zodanig schenkt Maria mij om twee redenen:

  • voor mijn persoonlijke vorming als Haar instrument;

  • als fundament voor de vele teksten (geschriften) die ik in Haar opdracht schrijf.

Tijdens de visioenen, evenals tijdens mystieke contacten van een andere aard (openbaringen, inwerkingen in het hart, enz.) zaait Maria om zo te zeggen het zaad van spirituele kennis in mijn ziel (het kennissysteem dat Zij als de Wetenschap van het Goddelijk Leven aanduidt). Dit zaad brengt Zij op gestelde, strikt en soeverein door HAAR vastgestelde ogenblikken ogenblikken tot rijping. Ooit zei Zij mij:

"Ik heb in jou het zaad van Mijn eigen Hart gestrooid, en zal dit blijven doen. Elke fractie van dit zaad bevat bepaalde kenniselementen. Telkens je er vurig naar verlangt, in Mij over te vloeien en Mij aldus in staat stelt om volkomen één met je te zijn, bloeit een nieuw zaadje open".

Ik begreep spoedig wat Zij bedoelde: Het openbloeien van een zaadje is het schrijven van een nieuw geschrift of van een nieuw gebed, of het uitspreken van een ochtendtoewijding als 'vertaling' van een mij door Maria geschonken beeld in de kern van mijn ziel, enz. Daar komen nog de gesproken openbaringen bij, die eveneens gewoonlijk met beelden gepaard gaan. Uit al het 'reeds opengebloeide zaad' vormt zich geleidelijk een zich steeds verder uitbreidend landschap, dat ik voor een groot gedeelte met de zielen moet delen. Dit 'landschap' leert de zielen hoe de enige Waarheid van God eruit ziet.

Het geheel toont onmiskenbaar dat de Katholieke Kerk de enige ware Kerk is, omdat zij door Jezus gegrondvest is en door Hem ook de bezieling van de Heilige Geest heeft ontvangen. De traditionele basis van de Katholieke Kerk weerspiegelt de wortels van de Leer van Christus.

Aangezien de Paus het hoofd van deze enige ware Kerk is, moet elke ziel hem volgen. Daar God ALLES in het leven op deze wereld door de tussenkomsten van Zijn Voorzienigheid zoekt te sturen, moeten wij ervan uitgaan dat alles wat de Paus aan de zielen voorschrijft, de 'vertaling' van Gods Wil is. Precies deze basis brengt met zich mee dat de Paus op deze wereld de enige autoriteit is die wij moeten volgen. Elke afwijking van de Katholieke Kerk komt neer op een afwijking van de basisregels van de Leer van Christus. De Leer van Christus moet daarbij worden verstaan als:

  1. het Evangelie;

  2. de kerkelijke dogma’s, bijvoorbeeld deze met betrekking tot Maria;

  3. de mystieke openbaringen, voor zover deze daadwerkelijk van God uitgaan, en voor zover deze principes voor de uitbreiding van de kennis over God en Zijn Mysteries opleveren.

Zelfs binnen het christendom bestaan zijtakken die gevaarlijk zijn en in grove dwaling verkeren. Dit geldt in de eerste plaats voor de protestantse geloofsgemeenschap, die onder andere:

  • Maria niet in Haar ware grootte en erkende eigenschappen wil erkennen;

  • de Paus van zijn geloofwaardigheid berooft;

  • de Sacramenten niet erkent. Hoe kan een ziel zichzelf nog 'christen' noemen wanneer zij niet gelooft in de verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Christus, en het Sacrament van de Biecht verloochent?

Lieve zus, God heeft slechts één Waarheid: deze welke door Christus is onderwezen. Hij breidt deze stap voor stap uit, volgens de noden van Zijn Heilsplan, via de dogma’s en richtlijnen van Rome en via bepaalde mystieke contacten met zielen die ertoe geroepen zijn, zich totaal aan het ontvangen en verspreiden van deze kennisuitbreidende elementen te wijden. Alles wat niet uit deze bronnen komt, komt niet van God.

Volg deze principes, en geef U helemaal aan Maria (Die voor de zielen de Wijsheid en de innerlijke gesteldheden bekomt die nodig zijn om Haar Zoon te kunnen navolgen) en U zult de juiste weg bewandelen. Tracht eveneens de teksten te lezen die op deze website verschijnen. Meter na meter zult U verder doordringen in het wondermooie landschap van de Moeder Gods. Haar Wezen en de uit Haar stromende woorden vormen de vertegenwoordiging van een paradijs zoals geen ziel op aarde er één kent. Elk woord uit Haar Hart is een verzuchting van Hemelse Liefde.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 7
Over de gehoorzaamheid (1)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het heeft mij verheugd, van U te vernemen dat Paus Benedictus in feite bevestigt wat de Meesteres van alle zielen zegt over het verlangen, en over de waarde van de geestelijke communie. Mij was dit niet bekend omdat Maria mij ver van lectuur weghoudt, met uitzondering van strikt door Haar opgelegde teksten. Zij doet dit – zoals Zij mij Zelf heeft gezegd – met de bedoeling, de contacten tussen mij en Haar volkomen zuiver en onbeïnvloed te houden. Zo wil Zij Zich ervan vergewissen dat mijn hart en geest voor Haar als een onbeschreven blad zijn. Om deze reden was deze pauselijke uitspraak mij niet bekend.

Jezus predikte steeds de eenheid der harten. Wie onenigheid predikt, bevordert dus niet Gods Werken. Precies daarom is het heel belangrijk, steeds de regel van de gehoorzaamheid te volgen.

Uw pijn over de onmogelijkheid om de volheid van de Heilige Communie en van de Biecht te kunnen ervaren, kan ik absoluut begrijpen. Daarom wil ik U graag vertroosten met de verzekering dat God heel goed weet dat dit niet Uw schuld is. Ik zou U een voorbeeld willen geven aan de hand van een uitspraak van mijn vroegere geestelijke leider, die intussen overleden is. Stel, een ziel heeft een zware zonde begaan, zij heeft daar een werkelijk oprecht berouw over en neemt zich voor, te gaan biechten. Zij begeeft zich daadwerkelijk op weg naar een priester, met een rouwmoedig hart, doch onderweg verongelukt zij en komt om het leven. Zij verschijnt voor God om het oordeel over haar aardse leven te ontvangen.

God zal haar deze niet gebiechte zonde vergeven, omdat zij het vast voornemen had om te biechten, en zij haar zonde werkelijk heeft berouwd. God wist heel goed dat zij zou sterven – Hij heeft immers toegelaten dat haar leven dan en daar zou eindigen. Alles wat in het hart leeft en van het hart uitgaat, bepaalt de staat van heiligheid van de ziel, veeleer dan de feitelijke omstandigheden van het leven dit doen. De Sacramenten helpen de ziel op haar weg naar de heiliging, doch indien de ziel buiten haar wil om, niet aan de Sacramenten kan deelnemen, neemt God de begeleidende omstandigheden in aanmerking en oordeelt Hij haar volgens de ware gesteldheid van haar hart. In deze zin geniet U in Uw toestand dus van een speciale uitstorting der genade, die zo lang kan aanhouden als U het oprecht verlangen naar de volheid van de sacramentele gaven in Uzelf levendig houdt.

Inderdaad, zoals U schrijft: Vele heiligen hebben hun familie verlaten of hebben zich tegen hun familie verzet, en Jezus zegt dat elke ziel, om Hem te volgen, alles moet opgeven. In dit verband mag U echter niet de context uit het oog verliezen. Er zijn heiligen geweest, die hun ouders hebben verlaten omdat zij Jezus, respectievelijk God, werkelijk boven alles wilden plaatsen, zoals het hoort. Het gaat in dit geval echter duidelijk om een specifieke roeping. Deze zielen – zoals, bijvoorbeeld, de apostelen Johannes, Jacobus, Petrus en Andreas – verlieten niet zonder meer hun gezinnen, zij waren door Jezus uitgekozen voor een leven van verkondiging. Zo zijn er ook reeds doorheen alle eeuwen vrouwen geweest die hun gezinnen verlieten om in het klooster in te treden, omdat zij zich er door God toe geroepen voelden om het spiritueel huwelijk met Jezus te sluiten, en zij deze roeping geen vorm konden geven indien zij een gezinsleven zouden blijven leiden. Al deze zielen hebben zich echter onderworpen aan de regels der gehoorzaamheid. Bovendien golden nog de volgende omstandigheden:

  • In het geval van de heiligen en de kloosterzusters ging het gewoonlijk om zielen wier ouders eveneens christenen waren, van wie precies om deze reden door God werd verwacht dat zij de keuze van hun zoon of dochter zouden respecteren, omdat zij absoluut behoorden te weten dat Jezus in elk leven op de ereplaats behoort te staan, en niet één of ander familielid;

  • In het geval van de eerste apostelen gold dat de ouders een ander geloof aanhingen dan hun zoon, die Jezus volgde. Zo is het ook met U in relatie tot Uw vader. Voor de apostelen echter, gold dat zij Jezus moesten volgen, omdat de Goddelijke Voorzienigheid hen ertoe had uitgekozen, Jezus bij de grondvesting en de verspreiding van het ene Ware Geloof – het christendom – behulpzaam te zijn. Ook hier is dus sprake van een roeping.

Tot Uw roeping behoort zonder enige twijfel de taak, om te gaan met een toestand die U hartenpijn bezorgt, doch die precies daarom heilzaam kan worden. De Goddelijke Voorzienigheid heeft U tot een positie geroepen waarin U offerlijden kunt opofferen voor alle gelijkaardige gevallen waarin zielen lijden ten gevolge van geloofsverschillen binnen hun gezin. Onderschat U deze taak niet, want zij is belangrijk. U kunt daardoor een groot Heil over Uzelf en over vele andere zielen afroepen. Uiterst belangrijk is, dat U deze taak vastberaden samen met Maria vervult. Wijd U geheel aan Haar toe, elke dag opnieuw, en leef heel strikt volgens deze toewijding.

De ziel kent dag noch uur waarop zij naar de Vader teruggeroepen zal worden. Daarom kan niemand weten of, en wanneer, in Uw toestand met betrekking tot de Sacramenten iets zal veranderen. Het is heel belangrijk dat U deze toestand (dus 'voorlopig') accepteert, en elke dag ten volle Uw toewijding beleeft, dit wil zeggen, de taken tracht te vervullen zoals deze op Uw weg komen. In deze overgave ligt het geheim van een gelukkig leven. Geef U volledig en onvoorwaardelijk aan Maria, en Zij zal U zo leiden dat U precies de weg kunt gaan die God voor U heeft voorzien. De ziel die daarin slaagt, leidt in Gods ogen een geslaagd leven. De tekorten die U op Uw levensweg moet ervaren, zijn precies de betaalmiddelen door dewelke U de ware verdiensten van Uw levensopdracht kunt afkopen.

Een nooddoop is een goede oplossing, doch vooral waar het om kleine kinderen gaat, die er zich zelf niet van bewust zijn wat met hen gebeurt. In Uw geval is een nooddoop door een leek niet echt noodzakelijk, daar U hetzelfde effect kunt bekomen door een geestelijk doopsel. Een nooddoop door een priester zou vanzelfsprekend iets heel anders zijn, maar dan zou U in Gods ogen iets van het effect ervan verliezen, omdat deze in een toestand van ongehoorzaamheid zou worden voltrokken.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 8
Over de gehoorzaamheid (2) – over het Doopsel – over de mystiek

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Dankzij de onderrichtingen van onze Hemelse Moeder en Meesteres kan ik U een enigszins verheugend antwoord toesturen.

Het Doopsel is een Sacrament, en als dusdanig niet in de ware zin van het woord vervangbaar. Ik wil U echter enkele elementen van kennis mededelen, welke Maria mij in de loop der jaren heeft geschonken, en die in dit verband echt wel bemoedigend zijn.

Omdat Uw vader U niet toestaat, gedoopt te worden, kunt U dit Sacrament (nog?) niet ontvangen. God heeft de beide ouders van een ziel als het ware als Zijn 'vertegenwoordigers' jegens hun kinderen voorzien. De beide ouders zijn er door God toe geroepen om hun kinderen op te voeden in de zin van de Wet van de ene ware God – de Eeuwige Vader, de Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest. Dat is hun plicht. De Uwe, als kind, is deze van de gehoorzaamheid. Dit betekent dat, wanneer Uw vader U verbiedt om een Sacrament te ontvangen, U dit moet aanvaarden. De beslissing van de vader moet gerespecteerd worden, doch jegens God is hij verantwoording verschuldigd voor zijn beslissing. God, Die Uw hart en de in Uw hart levende verlangens kent, weet heel goed dat U er echt naar verlangt, gedoopt te worden, doch dit verlangen niet kunt bevredigen, omdat U uit gehoorzaamheid tegenover Uw vader dit verlangen niet kunt inlossen. In dit geval wordt de Wet van de Goddelijke Barmhartigheid van kracht: God zal U echter – ook al kunt U niet in de formele zin het Sacrament ontvangen – in effect, dus qua uitwerking, als gedoopt beschouwen, indien U het volgende doet (zo zegt de Meesteres van alle zielen):

  1. U wijdt zich totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig toe aan Maria.

  2. U zegt tot Maria dat U er vurig naar verlangt, het Doopsel te ontvangen, doch dat U tegen Uw wil gedwongen wordt om afstand te doen van het Sacrament van het Doopsel;

  3. Dan zegt U tot Maria: "Mijn Hemelse Moeder en Meesteres, ik aanvaard dit verbod vanwege mijn vader alsof het een verbod zou zijn dat U mij hebt opgelegd; ik bied U alle lijden aan dat om deze reden mijn hart pijnigt; en ik vergeef mijn vader van harte";

  4. U smeekt tot Maria: "Mijn Hemelse Moeder en Meesteres, omdat ik U mijn hele leven lang wil toebehoren, smeek ik U vurig: Wil Uw macht en Uw Liefde aanwenden om mij te bekomen dat de Drie-Ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, mij de effecten van een geestelijk doopsel wil instorten, opdat ik dezelfde bescherming en leiding tegen alle kwaad moge genieten alsof ik daadwerkelijk gedoopt zou zijn".

  5. Tot besluit smeekt U Maria: "Mijn Hemelse Moeder en Meesteres, ik smeek U vurig, ooit in de toekomst, op een door God Zelf gekozen tijdstip, het Sacrament van het Doopsel te mogen ontvangen. Indien de dood mij zou treffen vóór ik dit Sacrament heb ontvangen, smeek ik U, mijn Voorspreekster te willen zijn, opdat mijn ziel voor Gods Troon door de genadewerking van het Doopsel zou kunnen worden beschouwd als gereinigd en als voor de Verlossing ontsloten".

Eventueel kunt U Maria vervolgens nog een gebed voor geestelijk doopsel aanbieden. Maria heeft mij verscheidene jaren geleden een dergelijk gebed geïnspireerd (bedoeld is gebed nr. 379).

Gods Liefde is onbeperkt. Wanneer Hij weet dat een ziel iets verlangt dat haar ontwikkeling gunstig kan beïnvloeden en dat bovendien Zijn Werken zou bevorderen, doch dat de ziel dit wegens omstandigheden buiten haar wil om, niet kan bekomen, komt Zijn Barmhartigheid aldus tot uiting dat Hij deze ziel daarvoor niet zal veroordelen. Zij heeft immers geen schuld aan dit 'verzuim'. Belangrijk is echter, dat de ziel aantoont dat zij deze genade waardig is, en dat zij blijft bidden om de mogelijkheid, het Sacrament ooit te mogen ontvangen. Bid daarom dagelijks tot Maria dat Zij U zeer innig moge begeleiden.

Wat Uw vragen in verband met de visioenen betreft, kan ik U geen eenvoudig antwoord geven. Maria schept Haar mystieke contacten met mij op uiteenlopende wijzen. Het verloop van deze contacten is moeilijk te beschrijven omdat dit alles zich voltrekt op een niveau dat al het wereldse ver te boven gaat. Het 'procedé' volgens hetwelk Maria Zich bij voorkeur aan mij vertoont, is dat van het zogenaamd abstract visioen. In het abstract visioen sluit Maria alle zintuiglijke waarneming, evenals alle 'normale' gedachten, tijdelijk volledig af, en vertoont Zij Zich daarop 'vóór de ogen van de ziel'. Zij kan daarbij ofwel hoorbaar spreken (zoals – onder andere – in de openbaringen), ofwel onhoorbaar heel grote hoeveelheden diepe spirituele kennis op mijn ziel overdragen. Dit betekent dat na afloop van een dergelijk visioen blijkt dat ik plotseling een grote kennis bezit over onderwerpen waarover ik nooit iets heb gehoord, gelezen of gestudeerd.

Tijdens visioenen speelt zich nog veel méér af. Ik zou een boek nodig hebben om alles te beschrijven. Ik wil in ieder geval benadrukken dat de Meesteres van alle zielen onuitsprekelijk mooi is en dat Zij de ziel waarlijk betovert door Haar Liefde, waarvoor geen woorden bestaan. Ik benadruk dit tegenover U opdat U nooit zou ophouden, Haar te volgen, in het volle besef dat Zij U steeds zal beschermen, en alles in gang zal zetten om U de genade te bekomen waarnaar U zozeer verlangt. Houd nooit op, Haar met al Uw krachten lief te hebben.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 9
Over de onmetelijke zin van Mariaverering – Maria zoals Zij werkelijk is –
de vijandigheid tegen Mariaverering

(antwoord aan een ziel die bezorgd is over wat tegenstanders van Mariaverering beweren)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met betrekking tot de Mariaverering zijn ongelooflijk veel dwalingen in omloop. Ik zou allereerst reeds willen benadrukken dat al diegenen, die een ziel van de verering jegens Maria willen wegtrekken, Gods Plannen en Werken in heel hoge mate tegenwerken. Indien dit niet het geval was, zou mijn eigen roeping, die ik van Maria Zelf heb ontvangen, op zichzelf volslagen zinloos zijn, en zou ik ervan moeten uitgaan dat Maria Zelf, de Allerzuiverste, mij op een dwaalweg zou hebben gestuurd. Aannemen, dat Maria zielen op dwaalwegen stuurt, zou zo ongeveer de zwaarste aanstoot zijn die men God zou kunnen geven. Ik wil U aantonen dat de tegenstanders van Mariaverering een grote dwaling verspreiden, die vele zielen naar de afgrond kan drijven.

Kent U de Franse heilige Louis Marie Grignion de Montfort? Deze priester, die leefde omstreeks het einde van de 17de – begin van de 18de eeuw, werd op zekere dag door de Moeder Gods geroepen om de zielen nader bekend te maken met Haar ware eigenschappen. Maria was vanzelfsprekend bekend als de Moeder van Christus, en binnen de Heilige Kerk waren reeds mooie teksten over de grootheid van Maria ontstaan, zowel vanwege pausen als vanwege verscheidene heiligen (Alphonsus Maria de Liguori, Bonaventura, Bernardus e.a.). Hoe komt het dan, dat over de ware grootheid van Maria nog zo weinig overeenstemming onder de zielen bestond?

In de eerste plaats is dit aan Maria Zelf toe te schrijven, en wel meer bepaald aan Haar nederigheid. U weet dat precies de nederigheid en de brandende Liefde tot God en tot Zijn Plannen en Werken de ware heiligheid van een ziel aantonen.

Vanop het Kruis zei de stervende Jezus tot Zijn apostel Johannes: "Zoon, ziedaar Uw Moeder". Door deze woorden vertrouwde Jezus niet slechts Zijn Moeder aan Zijn geliefde apostel toe, doch ondertekende Hij tevens een eeuwig verbond met de zielen. Krachtens dit verbond werd Maria aan de zielen gegeven en werden de zielen aan Maria toevertrouwd. Maria werd daardoor de Brug tussen Hemel en aarde.

Toen vele jaren na de Dood van Jezus, nadat ook Maria reeds ten Hemel was opgenomen, de apostel Johannes als laatste zijn Evangelie begon te schrijven, stond hij op het punt, de grootheid van Maria te onthullen. Buiten Jezus en de Heilige Jozef was Johannes de enige geweest, die de ware grootheid van Maria correct had ingeschat, doordat hij deze op mystieke wijze had mogen doorschouwen. Zijn verering voor Maria was om deze reden zo onbeperkt dat hij van oordeel was dat hij de christengemeente een dienst zou bewijzen indien hij deze grootheid bekend zou maken. Toen verscheen hem echter de Moeder Gods, en Zij verbood hem, behalve het absoluut noodzakelijke minimum aan toespelingen op Haar ook maar het geringste woord over Maria op te tekenen. Haar woorden luidden als volgt:

"Dat, Mijn zoon, is voor latere tijden. Eerst moet de Kerk van Christus groeien, en moet de Figuur van Jezus als enige centraal blijven".

Het resultaat was, dat de Evangelies nauwelijks iets tastbaars over Maria vermelden. De vraag bleef: Wie en hoe was eigenlijk deze bijzondere Vrouw?

Doorheen de eeuwen groeide de kennis over Maria geleidelijk, via visioenen en openbaringen die door de Hemel aan mystici werden geschonken. Pas aan de Heilige Grignion de Montfort werd echter vergund om een enigszins systematische kijk op Maria te ontwikkelen. Niettemin bleef veel nog versluierd.

Toen Maria mij in 1997 op mystieke wijze tot Zich riep, en mij volledig in Haar dienst stelde, begon Zij geleidelijk, mij via jarenlange reeksen van visioenen, ingevingen en openbaringen in Haar Mysteries in te wijden: Stap voor stap toonde Zij mij wie Zij was, hoe Zij was, met welke unieke kenmerken God Haar had bekleed, enzovoort. Ik mocht Haar 'observeren' tijdens Haar leven op aarde (zie o.a. De Wedergeboorte van het Aards Paradijs uit 2007), ik mocht stap voor stap dieper in Haar Mysteries doordringen. Eind 2005 begon Zij mij Haar Openbaringen als Meesteres van alle zielen te geven. Intussen inspireerde Zij mij de ene tekst en onderrichting na de andere. Een waarlijk sluitend systeem begon zich te ontwikkelen, alsof Maria Zichzelf voor Mij ontvouwde zoals Zij werkelijk was, zonder verdere terughoudendheid. Dit stortte mij vaak in verbazing. Het geheel van deze geschriften en onderrichtingen (op het ogenblik waarop deze brief wordt geschreven, omvatten alle geschriften in mijn moedertaal, het Nederlands, nagenoeg 3000 bladzijden) bestempelde Zij als de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

In de winter 2007-2008 dicteerde Maria mij het plan voor de uitwerking van een geschrift dat, zoals Zij Zelf zei, 'een explosie van Licht' teweeg zou brengen. Zij zou via dit geschrift Gods Plan voltooien, dat eruit bestond, dat "God het ogenblik als gekomen beschouwde, om de werkelijke aard, de werkelijke grootheid en verhevenheid van Maria aan de zielen te verkondigen". In een private openbaring vertrouwde Maria mij toe:

"Je zult veel te lijden hebben, want dit geschrift wordt een geweldig teken van tegenspraak. Maar het moet thans volbracht worden. De tijd is aangebroken om Mij aan de zielen bekend te maken zoals Ik werkelijk ben, zonder enige beperking. Dit alles past binnen de Goddelijke strijd tegen de werken der duisternis, over dewelke de Allerhoogste Mij de leiding in handen heeft gegeven".

Het geschrift werd in enkele weken tijd voltooid en kreeg de door Maria gewenste titel De Dageraad van Gods Rijk op aarde. In dit geschrift wordt op systematische wijze de ware aard van Maria bekend gemaakt. Elk woord komt uit de mond van Maria. Ook Jezus Zelf, en de Heilige Aartsengel Michaël, hebben mij enkele stellingen verkondigd, die in dit geschrift verwerkt zijn.

De verhevenheid van Maria is dus door God Zelf aangetoond. Waarom dan de vijandigheden tegen Maria? Om een heel eenvoudige reden: Maria heeft van God de leiding over de strijd tegen de werken der duisternis gekregen. De krachten der duisternis gebruiken precies daarom sedert eeuwen Maria als favoriete schietschijf via de stellingen van hun dwaalleer. Zij verketteren elk mogelijk eerbetoon aan de Moeder Gods, en trachten de ziel die Maria vereert, voor dom en naïef te laten doorgaan. Deze strategie werd reeds binnen de evangelische (= protestantse) geloofsgemeenschap bedreven, en wordt eveneens door de strekkingen der vrijzinnigheid gehanteerd: De rol van Maria moet geminimaliseerd worden, opdat niemand nog de grote Waarheid zou geloven.

Lieve zus, ik zeg U met klem: Volg hun wegen niet, want zij dwalen. Zij verketteren in werkelijkheid God Zelf, Die Maria door de Heilige Geest tot Zijn Bruid heeft verkozen, Die Haar door de mond van de stervende Jezus aan de zielen tot Moeder en Meesteres heeft gegeven, Die Haar met de allerhoogste onderscheidingen, gaven, eigenschappen en voorrechten heeft bekleed, en Die nu, in onze tijd, door de armzalige dienares van God Myriam van Nazareth, Zelf verkondigt dat elke ziel die Maria niet erkent zoals Zij werkelijk is, in al Haar verheven eigenschappen en Haar unieke aard, in werkelijkheid Gods Meesterwerk verloochent.

Jezus Zelf zei mij ooit dat de zielen Hem (Jezus) door geen andere liefdeloosheid zo diep zouden kunnen kwetsen als door Zijn Moeder niet als datgene te erkennen, dat Zij werkelijk is. Wat Zij werkelijk is, wordt ons nu geopenbaard.

Maria zei mij enkele jaren geleden dat het Myriam-Apostolaat (vanaf Pasen 2012: Maria Domina Animarum Werk) de voltooiing vormt van het apostolaat van Haar geliefde Franse heilige Grignion de Montfort, in de verkondiging van de volle, onbeperkte Waarheid over Maria, omdat de tijd daartoe NU aangebroken was. Ons apostolaat is dus blijkbaar een nieuw keerpunt in de heilsgeschiedenis, dat door een 'mystieke explosie' wordt opgewekt. Welk nooit eerder gezien voorrecht valt ons hier als geschenk uit Gods hand in het hart! Zie daarenboven toch, wat Maria op grond van Gods Wil verkondigt: De bekroning van de ware aanbidding van God ligt hierin, dat de ziel Zijn Werken prijst, en deze met de diepste eerbied koestert.

Ik herhaal in dit verband: MARIA is het MEESTERWERK van God. In geen enkel ander van Zijn Werken heeft God ALLE volmaaktheden van Zijn scheppende prestaties verzameld. In MARIA heeft Hij juist dat gedaan. Zij is de Schatkamer der Goddelijke Mysteries. Zij is 'vol van Genade', wat betekent dat ALLE Goddelijke genaden en gaven in Haar verzameld zijn. God heeft Maria geschapen als Zijn onfeilbaar antwoord op de erfzonde (het 'meesterwerk' van de satan). God beoogde, in Maria een Wezen te scheppen waarvan de aanblik Hem in één enkel ogenblik alle schoonheden van al Zijn Werken zou kunnen laten zien. Daarom geldt in de volheid van het woord: Wie Maria tot zijn Meesteres kiest (dit wil in wezen zeggen: wie de Goddelijke Beschikking aanvaardt volgens dewelke Maria de Meesteres van alle zielen IS), geeft aan God ALLE ruimte, want Maria belichaamt precies al het Goddelijke, voor zover God Zich aan de zielen wil openbaren. Zij brengt het Goddelijk Licht in de zielen, in een vorm en intensiteit die door de zielen (zwak als zij door de erfzonde zijn) kan worden opgenomen.

Zo wordt Maria pas goed tot Brug tussen God en de zielen: Zij leidt het Goddelijk Licht naar ons toe in een door ons opneembare vorm, laat het zich in ons helemaal ontvouwen, en voert ons dan in de voltooiing van de voor ons door Jezus bekomen Verlossing naar God terug. Ieder die dit door God Zelf gekozen systeem miskent, verkeert in dwaling, want wie Gods Beschikkingen slechts ten dele wil volgen (bijvoorbeeld door Maria niet te erkennen zoals Zij in Haar volheid IS) bewijst daardoor dat zijn Liefde tot God gebrekkig is: Hij bemint niet de ware aard van Zijn Meesterwerk, en verloochent aldus God Zelf.

Om de begrippen hun juiste plaats te geven, geef ik U Maria’s woorden:

"Slechts God mag aanbeden worden, een geschapen ziel wordt niet aanbeden, zij mag slechts vereerd worden. Waarom toon Ik je dan telkens opnieuw de engelen die onder lofprijzing aan Mijn voeten liggen? Omdat zij in Mij het Meesterwerk van God en al Zijn Beschikkingen aanbidden".

Ziet U het verschil? Maria verlangt geen 'aanbidding', Zij wijst er slechts op, dat het Haar roeping is, de zielen bij hun heiliging te begeleiden en te ondersteunen, onder andere door hen de Wetenschap van het Goddelijk Leven te onderwijzen, en dat eenvoudig om deze reden op Haar de verplichting rust, van de zielen te verlangen dat deze zich ook aan Haar (= Maria’s) voeten neerwerpen, om in Haar het Meesterwerk van God en al Zijn Mysteries te aanbidden. Maria heeft deel aan de meeste Goddelijke Mysteries, omdat God Haar aan Zijn grootste Werken deelachtig heeft willen maken, en wel in een buitengewone en voor een geschapen ziel unieke mate.

Lieve zus, staat U mij toe, Uw ziel het grootste geschenk te bereiden dat ik U ooit zou kunnen geven: Geloof voor altijd en onomstotelijk dat Mariaverering niet slechts juist is, doch absoluut noodzakelijk voor de ziel die God haar Liefde wil bewijzen. Vergeet nooit dat elke ziel na dit leven aan een oordeel van Gods wege wordt onderworpen, dat in de eerste plaats gebaseerd is op het principe: "Hoeveel Liefde heeft deze ziel Mij geschonken, zowel rechtstreeks als via de Werken van Mijn handen?" Gods grootste Liefde is Maria. Aan de ziel die Maria vurig liefheeft, wordt door God uiteindelijk ALLES vergeven, want deze ziel heeft God bemind in Zijn Meesterwerk, en de brandende Liefde tot God is een Vuur dat de sporen van vele zonden en zwakheden uitwist. Deze ziel zal zich bovendien mogen verheugen in de onbegrensd machtige Voorspraak van de Meesteres van alle zielen. Elke ziel die U van de verering van Maria poogt weg te trekken, moet zonder meer worden beschouwd als een grote vijand van Uw Zielenheil.

De tegenstanders van de Mariaverering baseren hun dwaalleer graag op het gebrek aan bewijzen voor het tegendeel. Nu verkeert de openbaring over de ware aard van Maria nog in de fase van de mystiek. Heel vaak worden inzichten die via de mystieke weg naar de zielen toe worden gebracht, decennia lang zeer hevig bestreden. Daarna, wanneer de Volheid van de Tijd is gekomen, worden zij dan aanvaard. Grignion de Montfort werd heel hevig bestreden, doch werd lang na zijn dood door de Heilige Stoel heilig verklaard. Maria heeft mij beloofd dat Haar erkenning als Meesteres van alle zielen er zal komen, wanneer de volheid van Gods Tijd daartoe gekomen is... Van mij verwacht Zij reeds een levenslange totale zelfopoffering in de strijd voor deze Waarheid, die de absolute bekroning van de Leer over Maria moet brengen.

Wat betekent dit eigenlijk: "wanneer de volheid van Gods Tijd gekomen is"? Dit betekent: wanneer binnen Gods Heilsplan voor de zielen de volheid der genade is verwezenlijkt, met andere woorden: zodra voor de verwezenlijking van de betreffende Goddelijke Beschikking voldoende is gestreden om deze volheid aan genaden te bekomen, en deze Beschikking door een voldoende aantal zielen geaccepteerd en erkend is. In ons geval betekent dit onder andere de strijd tegen de stellingen van de tegenstanders van de Mariaverering, die in de openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen haar absolute bekroning moet krijgen, krachtens een Goddelijk Decreet.

Tot besluit wil ik U nog het volgende ter overweging meegeven. De Heilige Gertrudis, die in de 13de eeuw te Hefta woonde, wendde zich op zekere dag vol schaamte tot Jezus, omdat zij tijdens het schoonmaakwerk in de kloosterkapel voortdurend inwendig tot Maria had gesproken, en plots vreesde dat zij wel eens Jezus verwaarloosd kon hebben. Jezus antwoordde haar als volgt:

"Mijn dochter, hoe zou het Mij kunnen behagen indien je voortdurend tot Mij zou spreken en Mijn hoogheilige Moeder zou vergeten? Ten bewijze voor het feit dat het Mij zeer verheugt dat je voortdurend tot Mijn Moeder hebt gesproken, gebied Ik je, de volgende dagen voor elk beeld van Mijn Moeder neer te knielen en Haar het hoogste eerbetoon te brengen, en gedurende al deze dagen tijdens je schoonmaakwerk niet tot Mij te spreken, behalve de akt van aanbidding telkens je bij het Tabernakel voorbij komt".

Woorden van God Zelf, met betrekking tot de door Hem gewenste gesteldheid jegens Maria...

Steeds graag bereid. Ik smeek van onze Hemelse Meesteres voor U om de kracht van een volhardende doch vreedzame innerlijke weerstand tegen elke stem die tracht, U van Maria weg te trekken. Bid ook zelf tot Maria dat Zij U de genade moge bekomen, haar standvastige soldaat te worden. Voor Maria en Haar eer strijden, betekent de overwinning van het Goddelijk Licht op actieve wijze bevorderen. God zal het U bovenmate lonen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 10
Over minderwaardigheidscomplexen – over de Myriam-gebeden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Minderwaardigheidscomplexen zijn vruchten uit het zaad dat de prins der duisternis in alle zielen tracht te storten. Wanneer U de onderrichting van de Meesteres van alle zielen Het Zaad van het Paradijs leest, zult U zich ervan kunnen vergewissen hoe de satan zich inspant om zielen van hun waardigheid te beroven.

Elke mensenziel draagt het zaad van haar Schepper in zich, en is precies op grond van deze schat, die zij in zich draagt, in staat om één te worden met Christus. Precies daarom moet de ziel trachten zichzelf ervan te overtuigen dat elk gevoel van minderwaardigheid niet op waarheid berust. De satan is de meester van de leugen. Hij streeft ernaar, de ziel van God te verwijderen. De ziel die zich minderwaardig voelt, durft soms niet meer tot God te naderen, terwijl uitgerekend Hij haar het Licht des Levens wil bereiden. Hij doet dit heel graag via Maria, Zijn volmaakte Dochter, Die de ziel de Ware Vrede doorgeeft. De Ware Vrede is de basis van een grote vruchtbaarheid. Gevoelens van minderwaardigheid remmen de vruchtbaarheid van de werken van een ziel, doordat zij niet echt meer in de waarde van haar eigen werken gelooft. Om deze reden ontbreekt aan deze werken vaak de kracht van de onbelemmerde geestdrift.

Indien elk werk dat de ziel verricht, een pijl zou zijn, zou de geestdrift een maat zijn voor de scherpte van deze pijl. Werken die voortkomen uit een geest van innerlijke Vrede (met zichzelf), zijn als scherpe pijlen die diep doordringen in het doel dat de ziel zich heeft gesteld. Precies daarom tracht Maria de aan Haar toegewijde ziel een gezond zelfvertrouwen te schenken.

Heel belangrijk is, dat U er Maria dagelijks om bidt dat Zij U diep in Uw hart moge herinneren aan het feit dat U een kind van God bent, bloeiend uit Zijn zaad zoals een bloem die ertoe bestemd is, op Zijn Tijd geplukt te worden voor het Paradijs der Hemelse bloemen.

Vaak worden zielen gehinderd om zichzelf te aanvaarden zoals zij zijn, door invloeden uit hun omgeving. Vaak worden ons eigenschappen verweten als 'slecht' of 'minderwaardig', niet omdat zij dit werkelijk zijn, doch omdat diegenen die deze verwijten uiten, hun wereld beschouwen vanuit een perspectief dat niet door het Goddelijk Licht is geïnspireerd. Zij volgen in dit verband de ingevingen der duisternis, die de zielen van hun waardigheid wil beroven.

Tracht, met Maria’s hulp, Uw gedachten niet te richten op de eigenschappen die U in Uzelf moeilijk vallen, doch eerder Uw duidelijke talenten voor ogen te houden. ELKE ziel heeft er, en wel vaak in een hogere mate dan zij het durft aan te nemen. Wie zich totaal aan Maria weggeeft, zal stap voor stap zozeer openbloeien dat de goede gaven steeds vruchtbaarder worden. Zoals een tuin zal Uw ziel openbloeien: Datgene wat U steeds als een soort woestenij had beschouwd, zal zich met steeds méér bloemen vullen, om de eenvoudige reden dat Maria een ziel zo omvormt dat deze niet slechts tegen haar relatief ongunstige zijden strijdt, doch noch méér haar gunstigere zijden tot bloei leert te brengen. Op zekere dag stelt de ziel dan vast dat zij intussen met een aantal zaken veel beter kan omgaan. Maria heeft haar namelijk geleerd, Christus in haarzelf terug te vinden en Hem daar ten volle werkzaam te maken.

De Myriam-gebeden

Alle Myriam van Nazareth gebeden zijn vruchten van Hemelse ingeving. De Moeder Gods zaait deze als zaad in mijn hart en laat hen onder de zon der Liefde openbloeien. In fasen van de innigste eenheid met Maria 'springen de knoppen open' en wordt het gebed geboren. Soms ontspringen de gebeden uit de bodem van een concrete behoefte: Een ziel worstelt met één of ander probleem in haar dagelijks leven, Maria leidt deze ziel op één of andere wijze naar mij toe, ik wijd deze ziel aan Maria toe, en de Hemelse Meesteres geeft een gebed in. Zo is het ook net voor U gebeurd. Ik kan U aldus tot mijn grote vreugde de volgende Hemelse bloem aanbieden, door dewelke Maria U diep in Zich wil opnemen en U wil genezen.

Houdt U zich steeds voor ogen dat God U gemaakt heeft zoals U bent, omdat U precies met deze eigenschappen, gaven, talenten en zwakheden een welbepaalde, strikt persoonlijke en unieke taak binnen Zijn Heilsplan moet vervullen. De effecten van Zijn genaden zullen alle eventuele leemten in Uw vermogens steeds vereffenen en aanvullen in de mate waarin U gevolg geeft aan de tekenen van Gods Voorzienigheid in Uw leven. Uw unieke persoonlijkheid is een schat uit Gods Hart. Laat U hem renderen door hem, verrijkt met Uw Liefde, geestdrift en vertrouwen, met inbegrip van Uw geloof in de leiding van de Meesteres van alle zielen, ten volle te benutten door regelmatig bij Uzelf te herhalen:

"Ik ben een uniek zaadje in een unieke bodem. Ik geloof in mijn eigen bloeikracht, want ik wil voor God een zo mooi mogelijke bloem worden".

Bloeit U, voor Jezus en Maria. Ik ondersteun U van harte in het dagelijks gebed in de innigste eenheid met Maria. Steeds graag bereid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

(hier volgt gebed nr. 1111)


www.maria-domina-animarum.net

Brief 11
Over de Liefde – Wat verwacht God van elke ziel? – over de dood van een dier en het rouwen erover – over de struikelstenen van het leven en totale toewijding aan Maria – over het Boek des Levens

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U mij op dit kruispunt op Uw levensweg Uw innerlijke strijd toevertrouwt, want in werkelijkheid heeft de Heilige Geest U de ingeving geschonken, een brief aan de Heilige Maagd Maria te schrijven. Wat ik U in deze brief antwoord, zijn woorden die Maria mij in het hart heeft gelegd.

Op deze plaats wil ik U er met nadruk op wijzen dat U zich noch schuldig noch minderwaardig hoeft te voelen over alles wat in Uw leven reeds is gebeurd. Uw ziel heeft de sterke behoefte gevoeld om Liefde te geven en Liefde te vinden, omdat slechts de oprechte Liefde tussen zielen innerlijke Vrede kan brengen. Vanuit deze drijfveer hebt U naar een gedragspatroon gestreefd dat U juist achtte en waarvan U terecht verwachtte dat het U de innerlijke Vrede zou opleveren. U hebt dit patroon herhaaldelijk moeten bijsturen, omdat U steeds weer vaststelde dat U op het punt stond om op de weg te verdwalen, terwijl omstandigheden van buitenaf op U inbeukten als stormwinden. Deze herhaalde koerswijzigingen hebben U met de indruk opgezadeld dat U een slecht mens zou zijn. Deze gedachte is volstrekt onjuist.

Elke ziel sluit om zo te zeggen met God een contract waarmee de ziel een clausule onderschrijft in de zin van: "ik beloof U, mijn God, dat ik van het leven dat ik van U heb gekregen, het beste zal maken, volgens de ingevingen die U mij dag voor dag zult schenken, en volgens mijn eigen bekwaamheden. Dat alles met UW hulp". U sluit dit contract niet met de belofte dat U bepaalde resultaten zult verwezenlijken, doch met de belofte dat U zich zult inspannen.

Tussen deze beide ligt een hemelsbreed verschil. God weet heel goed om welke redenen U niet alles hebt kunnen doen zoals U had gehoopt, en dat Uw ziel absoluut niet gelukkig is over alles wat in Uw leven is gebeurd. God oordeelt elke ziel en de waarde van haar leven volgens één enkele maatstaf: "Wat heeft deze ziel met haar leven willen doen, hoe heeft zij het gedaan, en met welke mate van Liefde heeft zij het gedaan?" Indien alle van U uitgegane handelingen, woorden en reacties niet waren ontstaan uit Uw behoefte aan Liefde, zou de balans van Uw leven ongunstig zijn geworden. Nu hebt U er echter voortdurend naar gestreefd, Liefde te geven en om U heen een atmosfeer van Liefde te scheppen, en telkens dit niet lukte, is in U iets gewond geraakt. Vanuit deze verwonding (ontgoocheling!) hebt U gereageerd zoals U het nu eenmaal hebt gedaan. Beter had U het in Gods ogen nauwelijks kunnen doen.

Kijkt U toch eens hoe God op dit alles heeft gereageerd: Hij heeft een hond op Uw levensweg gebracht. Een dier is oprecht in zijn liefde, en geeft (zoals de Meesteres van alle zielen het onderricht) Gods Liefde door in een zuiverder vorm dan de meeste mensenzielen dit doen. Dit dier heeft U bemind zoals U was. Waarom? Omdat het heeft gevoeld dat in Uw ziel de Ware Liefde op de eerste plaats stond. En U hebt op Uw beurt Uw hond heel erg liefgehad.

Ik herinner U aan wat Maria ooit in een openbaring heeft gezegd:

De mens heeft een ziel, het dier heeft geen ziel in de werkelijke zin van het woord, doch de 'kiem van een ziel', een levensprincipe. Wanneer het dier sterft, keert dit levensprincipe naar God terug, beladen met alles wat het dier in zijn betrekkingen met mensenzielen heeft meegemaakt, dit wil zeggen: met alle lijden dat het door mensenhanden heeft ondergaan, EN met alle Liefde, tederheid en verzorging die het vanwege mensenzielen gedurende zijn leven heeft gekregen.

Dit betekent concreet dat Uw hond nu bij God is, en bij Hem getuigenis aflegt voor het feit dat U, lieve K., er in hoge mate toe in staat bent geweest om datgene door te geven wat voor God het waardevolste is: de Liefde. God heeft U via dit dier willen helpen om alle geestelijk lijden in Uw leven te boven te komen, en in de oneindige macht van de Liefde om te vormen tot een genezende kracht.

Het dier is in geen geval van U weggenomen omdat U slecht zou zijn, noch omdat God U niet zou liefhebben, doch slechts om de eenvoudige reden dat Gods Plan met dit dier verwezenlijkt is. In Uw hond was Gods Liefde belichaamd. Aangezien alle gaven van God eeuwig en onvergankelijk zijn, zal dit geschenk in U een leven lang blijven doorwerken. Door Gods Voorzienigheid is in Uw leven een hoofdstuk beëindigd dat U met glans hebt doorstaan. U hebt God als het ware bewezen dat U er absoluut toe in staat bent om Ware Liefde om U heen te verspreiden.

U kunt de dood van Uw hond heel goed tot een heilzaam keerpunt maken door nu tot Maria, de Meesteres van alle zielen en Uw teder liefhebbende Hemelse MOEDER te zeggen (en ik zeg het samen met U):

"Lieve Hemelse Moeder Maria, ik wijd U het leven van ..... (spreekt U hier de naam van Uw hond uit) toe, met alle Liefde die ik hem heb gegeven, met alle vreugde die hij mij heeft gegeven, en met mijn hartenpijn vanwege zijn dood, en ik smeek U vurig: Wil mij de genade bekomen, dat de ervaring van Liefde die mij met dit dier vergund is geweest, mijn ziel volkomen moge helpen genezen. Laat mij toch uit U opnieuw geboren worden".

Een dergelijk gebed zijn geen lege woorden, doch geeft uitdrukking aan het verlangen van een ziel om op grond van de Liefde waarnaar zij steeds heeft verlangd, doch tot nog toe slechts in één enkel aspect van het leven in zuivere vorm heeft mogen beleven, genezing te vinden. Deze woorden zullen U erbij helpen, van alles de zin te ontdekken.

Weet U, twee jaar geleden heb ik zelf een poes verloren, die ik zeer liefhad. Zij was bijna twaalf jaar oud en was gedurende de laatste twee weken van haar leven ziek. Terwijl zij op mijn schoot lag te sterven, leek in mijn hart iets te scheuren. Maria verklaarde mij daarna:

"Het sterven van een geliefd levend wezen wekt in het hart een explosie van Liefde op. Het is deze explosie die de ziel de indruk geeft alsof zij van verdriet zou sterven. Juist deze liefdeservaring ontplooit in de ziel echter een onovertroffen genezende kracht".

Deze kracht wordt, wanneer de ziel daaraan meewerkt (bijvoorbeeld, ja zelfs bij voorkeur, door totale toewijding aan Maria) gebruikt om in de ziel een nieuwe, gezondere orde te scheppen.

Op dit ogenblik komt het U voor alsof Uw wereld gewoonweg in elkaar is gestort. Dit betekent dat U regelmatig uitwendig, nog vaker eigenlijk inwendig (onzichtbaar) weent. De geweende EN niet geweende tranen ontspringen uit een mechanisme dat God heeft voorzien om de ziel te wassen. Gaat U deze weg niet alleen. Ik reik U graag de hand om U via gebed en alles waartoe Maria mij wil uitnodigen, tot steun te zijn. Vooral wil ik U het grootste van alle wapens voor een wedergeboorte in de hand geven: Vraag regelmatig de Moeder Gods dat Zij in Uw hart moge leven en heersen, en U daar tot leidend Licht moge zijn. U zult klaarheid krijgen over alles wat U al hebt meegemaakt. U zult bovenal de innerlijke Vrede terugvinden.

Alles heeft tijd nodig, maar wie de weg in innige eenheid met Maria gaat, zal merken dat de stenen op de weg er niet meer liggen om over te struikelen, doch om er lessen uit te leren. Wie de weg alleen wil gaan, zal merken dat de stenen hem bij elke val het vlees dreigen open te rijten; wie de weg met Maria gaat, zal de stenen spoedig met andere ogen bekijken, want zij zijn voor hem de middelen die ertoe bijdragen dat hij een nieuw leven vindt. Maria zegt steeds dat elke steen (= beproeving, pijnlijke ervaring) op de levensweg aan HAAR gegeven moet worden, opdat Zij hem ofwel onder Haar machtige voet zou vergruizen (= de beproeving uit de weg zou helpen ruimen) ofwel hem door Haar heilige aanraking zou veranderen in goud (= de ziel via de beproeving een les zou geven, die haar geleidelijk aan in een nieuw leven binnenleidt). Wat Maria precies met de respectieve stenen doet, hangt ervan af wat Zij voor de ontwikkeling van de ziel op elk gegeven ogenblik het beste vindt.

Alle lijden dat U hebt doorstaan, zal U niet ondermijnen, tenzij U de strijd opgeeft. Ik moet U echter zeggen dat Uw ziel te kostbaar is om het uitgerekend op deze plaats van Uw levensweg op te geven, nu U reeds zoveel lijden is 'toevertrouwd'. Jawel, toevertrouwd, want het lijden levert de goudstukken die voor de ziel haar intrede in het Paradijs afkopen. Opdat de deur van het Paradijs zich zou openen, moet de ziel dit lijden echter aan Maria toewijden, opdat het zijn volle nut kan krijgen. Maria vergelijkt vaak het leven met een boek (het levensboek van de ziel). Elke gebeurtenis is daarin een bladzijde. De ziel kan de bladzijden vullen met mooie letters, of zij kan fouten schrijven, of zij kan hier en daar een bladzijde scheuren, enzovoort. Elke gebeurtenis die door de ziel met Liefde wordt benaderd, werpt een gouden glans op een bladzijde van het levensboek. Na het afsluiten van het aardse leven neemt God het levensboek ter hand, leest het, en maakt de balans op.

Wat gebeurt nu, wanneer de ziel op zekere dag de beslissing neemt om zichzelf en haar hele levensboek totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toe te wijden en deze toewijding echt te beleven, in elk detail van het dagelijks leven? Maria neemt het levensboek en begint de fouten te verbeteren, woorden te schrappen en deze in Haar wondermooi handschrift opnieuw te schrijven. Elke bladzijde die samen met Haar wordt geschreven, voorziet Zij van Haar handtekening. Na dit leven op aarde draagt ZIJ met Haar eigen handen het levensboek aan God over. Hij slaat het open, en ziet alle bladzijden met de verbeteringen door Maria, met de handtekening van Maria, met Haar wondermooi handschrift, enzovoort. Wat doet Hij? Hij slaat het boek dicht en zegt: "Dit leven is voor Mij in orde, want het is samen met Mijn volmaakte Dochter geleefd". Dit is de onovertroffen macht van de totale toewijding aan Maria.

Ter wille van Uw goede gestorven vriend (de hond) zou U nu meer dan ooit moeten strijden voor een wedergeboorte, een leven in het teken van de Ware Hoop en de Ware Liefde. Telkens U aan hem denkt, zult U er onder invloed van Maria toe in staat zijn om een grotere Liefde te ontplooien dan U dit voordien ooit zou hebben gekund, maar het zal precies de Liefde zijn die U altijd al om U heen had willen verspreiden.

Prent U zich in, dat alles vergankelijk is, en dat niet de afzonderlijke gebeurtenissen van het leven belangrijk zijn, doch ALLEEN datgene wat U ermee doet. De gebeurtenissen van het leven, met al zijn ontgoochelingen, zijn slechts de middelen die God toelaat om ons naar ons doel te voeren. Het doel is de heiliging, en deze wordt slechts bepaald door datgene wat U met de gebeurtenissen doet. Het resultaat hebben wij niet steeds in de hand, de inspanningen en goede bedoelingen en voornemens echter wel. Schuld hebt U slechts wanneer U niet het goede beoogt. Ook door de meningen en opvattingen van mensenzielen mag U zich niet laten ontmoedigen. Vergeet niet dat precies de heiligste voornemens op de zwaarste kritiek stuiten, omdat de duisternis niet wil dat U in het goede gesterkt en bemoedigd zou worden.

Zegt U vanaf vandaag dagelijks geregeld bij Uzelf:

"Ik ben een kind van de allerheiligste Moeder van Jezus. Zij leeft en heerst in mij, ik word volkomen veranderd in Hemels Licht, en terwille van Haar wil ik dit Licht vruchtbaar maken, zowel binnenin mij als om mij heen".

U zult de vreugde van een wedergeboorte uit Maria beleven. Laat U zich leiden door de onderrichtingen, openbaringen en gebeden op www.maria-domina-animarum.net. Deze zaaien in de zielen de onverwelkbare bloemen van de Ware Hoop.

Steeds graag bereid. Ik sluit U in mijn hart, waar ik een onverbrekelijk verbond tussen U en Maria zou willen voorbereiden. Geeft U zich vandaag nog met alle leed, maar ook met alle gerechtvaardigde Hoop, aan Maria over.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 12
Over Maria’s Ketting van Licht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het verheugt mij, U in Maria’s Ketting van Licht te mogen verwelkomen. Het houdt verband met de aard van de roeping van de Hemelse Koningin voor de Laatste Tijden, dat Zij voortdurend tracht, alle zielen bij elkaar te brengen, met de bedoeling, de Werken van Christus op aarde te voltooien. Wat een mooie uitdrukking van Gods Liefde: Jezus heeft er Zijn leven voor gegeven dat de Verlossing voor elke ziel toegankelijk zou worden. Nog terwijl Hij aan het Kruis hing te sterven, wendde Hij Zich tot Johannes, de apostel van de Liefde, en sprak Hij de wonderbare woorden door dewelke Maria, de schakel tussen Hemel en aarde, en de hele mensheid in Johannes, het voorbeeld van volkomen navolging van Christus, aan elkaar werden toevertrouwd. Wij, die zo armzalig zijn, mogen nu Maria leren kennen in het laatste en hoogste aspect van Haar unieke roeping: als Meesteres van alle zielen.

Sedert enkele jaren roept Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen de zielen ertoe op, zich met elkaar te verbinden tot een Ketting van Licht, om via een volkomen, onvoorwaardelijke dienst aan Maria de Werken van Christus in zichzelf te voltooien. Dat is immers de uiteindelijke roeping van de Meesteres van alle zielen: Zij moet in elke individuele ziel de door Jezus volbrachte Verlossing vruchtbaar maken, doch Zij beklemtoont dat Zij daartoe de volledige overgave van de vrije wil van de zielen aan Haar – de Meesteres van alle zielen – nodig heeft.

Eigenlijk heeft de Ketting van Licht de volgende bedoeling: dat zielen bereid zouden zijn om in zichzelf de heiligheid aan te wakkeren – wat zij via de totale toewijding aan Maria zouden moeten nastreven, want wij kunnen het absoluut zo beschouwen dat Jezus er aan het Kruis de mensheid toe oproept, zich aan Maria over te geven, om van Haar te leren om op Hem, de Christus, te gelijken –, en dat zij vanuit de eigen groeiende heiligheid tot steeds helderder stralende lichten zouden worden, die zich dan volgens de wet van de naastenliefde en de solidariteit (zoals in de jonge Kerk gedurende de eerste jaren na de dood van Christus) aan elkaar sluiten om de duisternis te overwinnen. Iets heel groots! De zielen groeien onder Maria’s leiding in heiligheid, verbinden zich volgens de wet van de eenheid, zoals Jezus het heeft onderricht, en laten de bedoelingen van hun harten bekleden met de absoluut volmaakte Liefde van Maria, opdat de Goddelijke Genade volop gewekt moge worden. Zo moet het Rijk Gods, waarvoor Jezus zozeer heeft geleden, eindelijk geboren worden – uit Maria, Wier ziel zelf de voorbeeldige Vrucht van de Heilige Geest is.

Hoe moet de Ketting worden gevormd? Zoals God Zelf haar heeft voorzien: van hart tot hart, in de volste gehoorzaamheid jegens Maria en in vurige Liefde tot God en tot Zijn Werken, die in Maria hun volmaaktheid hebben bereikt, en die als uiteindelijk doel de grondvesting van Gods Rijk op aarde beogen. Is het niet prachtig?

God heeft het zo beschikt dat Zijn Zoon op aarde uit Maria moest worden geboren. Opdat de navolging van Christus en daardoor de Verlossing van de individuele ziel volkomen zou zijn, moet nu elke ziel zich uit Maria (opnieuw) geboren laten worden, Die immers de Brug tussen God en de zielen is, en opdat de Brug tussen Hemel en aarde waarlijk voltooid moge zijn, moet nu ook het Rijk Gods op aarde uit Maria geboren worden, Die met alles wat Zij baart, meteen ook het Kruis als Levensboom ter wereld brengt, steeds opnieuw.

Zo voorziet God al het nieuwe van Zijn handtekening, want Hij heeft Maria als de Meesteres van alle zielen de volmacht geschonken om de Werken Gods in deze Laatste Tijden concreet vorm te geven. Zij doet dit naar het beeld van Haar Goddelijke Zoon en met Zijn Kruis als Zegel van heiligheid, opdat de duisternis moge begrijpen dat het hier wel degelijk om Werken gaat, die de kiem der Verlossing reeds in zich dragen.

Zo wordt Maria’s Ketting van Licht gevormd:

  • Wij geven ons totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen;

  • Wij richten al onze inspanningen op de ontdekking van onze eigen zwakheden en de overwinning ervan, onder de leiding en onderrichting van Maria;

  • Wij sluiten ons aan elkaar tot de Ketting van Licht, van hart tot hart, door te bidden voor de intenties van Maria, Die toch niets anders wil dan de definitieve bevrijding van alle zielen uit de macht van de duisternis, en door onze bereidwilligheid om voor deze intenties te lijden;

  • Zo nemen wij ten volle deel aan de Werken der Verlossing, zodat wij de woorden van de Heilige Paulus vervullen: "datgene te doen, wat nog ontbreekt aan het Lijden van Christus". Het enige, wat daaraan 'ontbreekt', is de overgave van ieder van ons aan God via Maria;

  • Wij offeren onszelf voor elkaar op, want wat wij dan werkelijk doen, is: ons opofferen voor Christus in de medemens.

God ziet alles in het verborgene. Hij kent de gesteldheid van alle harten, en Maria is er volop mee bezig, alle lammetjes van Christus te verzamelen. Zij is zoals een satelliet die alle lichten met elkaar verbindt, opdat wij allemaal deel zouden hebben aan het grote Licht van God, en dit Licht over de hele wereld zouden laten stralen. Eigenlijk is het vormen van de Ketting van Licht en de deelname hieraan de grote taak van de zielen in deze tijd. Dit is één van de belangrijkste boodschappen die de Meesteres van alle zielen ons brengt.

In het licht hiervan wens ik U en alle lammetjes die door Gods Voorzienigheid onder Uw hoede zijn gesteld, het volle Licht, de bemoedigende warmte en de kracht van de Heilige Geest, opdat U met de vervulling van deze opdracht zou kunnen meewerken aan de bloei van de Eeuwige Lente die Maria ons belooft wanneer wij bereid zijn om Haar zonder meer te volgen.

In de naam van Jezus Christus en in de onvoorwaardelijke dienst aan Maria, de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 13
Over de zonsopgang van een nieuwe lente in de ziel – over vagevuur en hel –
over Myriam

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer ’s morgens de zon opgaat, zeggen wij: "Het wordt een mooie dag". Wij stellen dit vast met onze ogen, die deze waarneming met onze herinnering in verband brengen, waar op grond van dit proces eenvoudig tot de conclusie wordt gekomen dat de dag daadwerkelijk veelbelovend is. Wat de ziel helaas niet ziet, is het werk dat Maria als Meesteres van alle zielen in haar voltrekt, dag na dag.

U bevindt zich momenteel op een moeilijk stuk van Uw levensweg. Het leven en de herinneringen 'drukken op U'. U sleept een last met U mee, die vrij oude wortels heeft. Ik breng U echter de blijde boodschap, dat Uw huidige gevoelens precies zo nadrukkelijk boven komen en Uw hart pijnigen, omdat Uw ziel de zonsopgang van een nieuwe lente in zich heeft horen verkondigen. De ziel die Maria heeft leren kennen als de verwezenlijking van de Ware Hoop, als de Regenboog na de storm, als de Vertroosting op de weg naar de voltooiing, wordt gevoeliger, doordat in haar de ene kamer na de andere geopend wordt. Bij elke nieuwe kamer die geopend wordt, ontvangt de ziel meer Licht in zich. U begint als het ware Uzelf opnieuw (of nu pas voor het eerst echt) te ontdekken. Het verleden wordt letterlijk in een nieuw Licht gezien, en ook het heden ziet er geleidelijk anders uit. De schijn wordt herkend, evenals datgene wat werkelijk belangrijk is.

Zodra U Maria als Meesteres van Uw ziel aanvaardt (dat is belangrijk, anders kan Zij niets doen!), verheft Zij Zich in Uw ziel van Haar troon en kondigt Zij als het ware de nieuwe Wet af: de Wet van het Goddelijk Leven. Alles wat in de ziel het openbloeien van de nieuwe Lente van Gods Rijk op één of andere wijze in de weg staat, wordt steen na steen afgebroken, en meteen wordt met de bouw van een nieuwe zielentempel begonnen. Tijdens deze bouwwerken voelt U zich ellendig (kijkt U maar eens diep in Uw hart), omdat U er nog geen idee van hebt dat U zich precies zo voelt OMDAT de Meesteres van alle zielen U een nieuwe tempel bouwt en U in Uw binnenste voorlopig niets anders aantreft dan steenslag, gaten en ruïnes. Op zekere dag zullen echter de nieuwe muren, het dak enz. klaar zijn. Dan breekt het uur aan waarop U zich 'anders' begint te voelen. Nu ziet U dat nog niet, omdat Uw hart zo beklemd is, doch in het verborgene bekleedt de Meesteres van alle zielen reeds de muren van Uw tempel met het behang van Hoop en bemoediging, van vertrouwen en waar, onwankelbaar Geloof.

Uw tempel wordt eveneens voorzien van nieuwe ramen: ramen door dewelke het zonlicht voortaan in de meest uiteenlopende kleuren zal binnentreden, zodat U op alles een volkomen andere kijk zult krijgen. Ook de kelderverdieping (het verleden) van de tempel wordt verbouwd: Op de gelijkvloerse verdieping (het heden) zult U niet langer onaangename geuren waarnemen die uit de kelder afkomstig waren, want de schoonmaak van de kelder (het verleden) zal zo grondig aangepakt worden, dat de moeilijkheden en de beklemmende herinneringen U niet eens meer zo belangrijk zullen lijken. DAT ALLES is het Wonder van Maria als Meesteres van alle zielen. Tijdens de schoonmaak voelt de ziel zich beklemd en slechts half levend. Op zekere dag echter, schijnt een nieuw licht in het hart, en kan de lente beginnen.

Deze woorden meteen te Uwer bemoediging. Deze beelden heeft mijn Hemelse Meesteres mij geschonken voor U, opdat U de volgende woorden met een vreugdevol hart in zich zou kunnen opnemen. Daar Maria mij doorlopend Haar beelden uit de wereld van de Eeuwige Lente in het hart laat stromen, vormen ook de volgende woorden Maria’s antwoord op Uw vragen.

Ja, ALLES kan weer goedgemaakt worden. Gods Tijd is niet de onze. De tijd in het Goddelijk Leven is (paradoxaal uitgedrukt) een 'tijdloos continuüm'. Indien dit niet het geval was, had Jezus nooit voor ALLE zielen de Verlossing kunnen afkopen, aangezien Hij op een welbepaald tijdstip Zijn Verlossend Lijden volbracht voor de zielen van ALLE eeuwen.

Eén van de prachtigste boodschappen die de Meesteres van alle zielen ons in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven brengt, is deze, dat het voor de ziel mogelijk is, haar hele leven te bevrijden van de effecten van het kwaad, op voorwaarde dat zij haar leven volkomen onder Maria’s macht stelt. Te dien einde leert Zij ons de totale toewijding van het hele leven, waarbij Zij de ziel uitnodigt om haar hele levensweg aan Maria te geven. De concrete stappen zien er als volgt uit:

  1. U trekt zich in de diepste kamer van Uw hart terug, laat het in U waarlijk stil worden, en richt AL Uw innerlijke gesteldheden op Maria;

  2. U spreekt diep in Uzelf de woorden: (hier volgt de tekst die later als gebed nr. 1143 gepubliceerd werd)

Spoedig zult U een nieuwe rust, een nieuwe Vrede vinden. Liefde – Toewijding – Berouw – Vergeving – Hoop: de sleutels van de poort naar een nieuwe wijze om het leven te ervaren.

Gebed voor de zielen in het vagevuur vormt een mooie akt van naastenliefde. Het zijn de gebeden van de zielen op aarde, die het wonder moeten voltrekken. De gebeden van de zielen op aarde zijn in Gods ogen de belangrijkste, omdat zij worden verricht op het fundament van een ziel die nog volop kan lijden in het lichaam. Om deze reden hebben onze gebeden een verlossende waarde.

Helaas hebben gebeden voor de zielen in de hel geen nut. Dit wil zeggen: U krijgt voor een dergelijk gebed wel het loon van een akt van naastenliefde, doch voor deze zielen is het van geen nut meer. De reden is de volgende: De zijnstoestand van de hel is onomkeerbaar. De ziel in de hel heeft zich tijdens haar leven op aarde volledig van Gods Liefde losgerukt, en heeft zichzelf in spiritueel opzicht gedood. De 'dode' ziel is niet meer in staat, iets op te nemen. De Liefde, die immers de ware levenskracht, de essentie van het Goddelijk Leven is, leeft in deze ziel totaal niet meer, zodat tussen haar en de God van alle Leven een onoverbrugbare kloof bestaat. Het grote verschil met de ziel in het vagevuur ligt hierin: De laatstgenoemde vervroegt haar Verlossing in de mate waarin haar Liefde tot God en Zijn Werken merkbaarder brandt. Ja, de LIEFDE verlost, het LIJDEN verlost, en de GEHOORZAAMHEID verlost, maar zij moeten gecombineerd worden. Lijden zonder Liefde en zonder gehoorzaamheid (zoals in de hel) blijft zonder effect.

De ziel in de hel lijdt verschrikkelijk, maar zij vervloekt God en al Zijn Werken en sluit met de satan het verbond dat zij alle Werken van God voor eeuwig zal ondermijnen en dat God en Zijn Brug naar de zielen (Maria) voor eeuwig haar grote vijanden zijn.

Het effect van de hel kan dus nooit omgekeerd worden. De grote troost die ons op dat gebied blijft, is deze: te weten dat Maria als de Voorspreekster doorheen de eeuwen reeds miljoenen zielen van de eeuwige verdoeming heeft gered, zodat deze na hun aardse dood niet naar de hel zijn verwezen, doch naar het vagevuur (in vele gevallen weliswaar voor een duur van eeuwen, maar toch!). Dit kleine detail geeft ons reeds een heel klein idee van de onvoorstelbare macht van Maria. Een bijkomend lichtpunt gaat nog van deze wetenschap uit, namelijk dat sommige zielen van wie wij vrezen dat zij nauwelijks aan de hel kunnen zijn ontsnapt, zich nu misschien door de gouden Voorspraak van Maria 'slechts' in het vagevuur bevinden.

Wat Uw vraag betreft, of Myriam geconsulteerd kan worden, moet ik het volgende zeggen. Maria heeft mij twaalf jaar geleden tot Haar dienst geroepen. Gedurende de eerste jaren heeft Zij mij 'gevormd' in de mystiek, opdat ik de vele effecten van de mystieke vereniging met het Hart van Maria nog enigszins met een aards leven zou kunnen combineren. Na enkele jaren begon een leven van verkondigingsapostolaat, maar Maria heeft van meet af aan verkondigd dat Zij niet wil dat Haar 'profeet' naar de wereld getrokken zou worden. Om deze reden kennen slechts heel weinig zielen mijn adres en contactmogelijkheden. Zo heeft Maria Zelf het gewild.

Niettemin vraag ik Maria nog vandaag om de toelating, 'een brug te mogen bouwen' naar U toe, omdat ik de beklemming van Uw ziel aanvoel (één van de eerste gaven die ik ooit van Maria kreeg, was deze, 'in de zielen te kijken'. Dat heeft voordelen, doch ook grote schaduwzijden, doch ik aanvaard deze als een gave van Liefde aan mijn God en aan mijn Hemelse Meesteres). Er is een tijd geweest waarin Maria mij toestond om deze gave met een andere gave te combineren: deze om zielen op een zodanige wijze aan Maria toe te wijden dat deze zich vaak volledig bevrijd voelden. Genezingen in ziel en lichaam kwamen in die periode vaak voor. Vanwege enkele misbruiken staat Maria mij deze vormen van ingrijpen nog slechts toe in uitzonderlijke gevallen. Ik wil Haar wel de opening van een weg afsmeken. Ik hoop dat U zult begrijpen dat ik AL mijn handelingen uitsluitend stel op uitnodiging, op bevel of op toestemming van Maria, daar Zij van meet af aan heeft benadrukt dat mijn gehoorzaamheid jegens HAAR doorslaggevend zou zijn voor de vruchtbaarheid van het Apostolaat. Ik leid derhalve een leven van uiterste gehoorzaamheid jegens Maria, en mag (en wil) niets doen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de Meesteres van alle zielen.

Alle lijden dat dit weliswaar met zich meebrengt, kunt U ook aan Maria toewijden als 'losprijs voor vrijkoping', opdat U zich spoedig bevrijd moge voelen. Vergeeft U bovendien, hoe moeilijk dit ook moge zijn. Vergeving is een heldendaad in de Liefde.

Ik beloof U dat ik van mijn Hemelse Meesteres vurig afsmeek dat Zij de poort tot Uw nieuwe tempel spoedig moge openen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 14
Over de betekenis van het contact tussen zielen – over de verzoening

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In de eerste plaats wil ik er reeds op wijzen dat elk antwoord dat ik aan zielen geef met betrekking tot hun vragen, verzoeken of opmerkingen, mij door de Allerheiligste Maagd, mijn Hemelse Meesteres, wordt geïnspireerd, respectievelijk door Haar wordt toegestaan om aan de zielen door te geven. Ik hou niet van persoonlijke opinies, omdat Maria Zich 12 jaar geleden via mystieke weg met mijn hart heeft verenigd, en deze vereniging na een 'proeftijd' (zo noem ik dat wel eens) in de lente van 2005 met de formele mystieke bruiloft met mijn ziel heeft bezegeld. Ik schrijf dit in alle bescheidenheid, slechts opdat U de geruststelling zou ervaren dat in deze woorden Maria Zelf tot U zal spreken. Maria heeft U lief zoals geen mensenziel dit ooit zou kunnen.

Lieve zus, eerst en vooral wat de priester betreft. Het begrip 'zielsverwant' is enigszins dubbelzinnig. Zoals Maria onderricht, worden het contact met, respectievelijk de relatie tot, een ziel volkomen door de Goddelijke Voorzienigheid bestuurd. Concreet betekent dit dat een ziel een andere ziel ontmoet om welbepaalde redenen, omdat God met deze ontmoeting iets concreets beoogt. God kent deze ziel door en door. Hij weet welke talenten zij bezit, welke zwakkere punten zij heeft, wat zij nodig heeft om zich te vervolmaken, enzovoort. Het doel van het leven is: de terugkeer naar God in staat van genade. De staat van genade kan slechts gehandhaafd blijven in de mate waarin de ziel erin slaagt om van haar talenten en zwakheden het beste te maken, voor zichzelf, voor de medeschepselen en voor Gods Plan. Het feit dat deze priester op Uw levensweg gekomen is, betekent in de eerste plaats dat Uw ziel en de ziel van de priester elkaar wederzijds één en ander te leren hebben, of dat beide zielen elkaar nodig hebben om bepaalde elementen van hun levenstaken beter te kunnen volbrengen.

Bij een 'toevallige' ontmoeting (toeval bestaat eigenlijk helemaal niet, want alles is Voorzienigheid) betekent dit soms iets gerings – dat echter grote gevolgen kan hebben – zoals bijvoorbeeld een kleine oefening in een bepaalde deugd. Zo kunnen wij iemand ontmoeten, die ons zodanig op de zenuwen werkt dat het ons ware zelfoverwinning kost om geduldig en liefdevol te blijven... Wanneer de ontmoeting zich herhaalt en er zelfs een zekere genegenheid groeit, moet men erop bedacht zijn dat God hiermee een ietwat intensievere les beoogt. Vele dingen in het zielsleven spelen zich lange tijd (soms ook uitsluitend) in het verborgene af. Niettemin heeft elk detail van een contact een betekenis, want God doet geen zinloze dingen. Hij tracht de zielen derwijze te besturen dat zij van alles het beste zouden maken voor hun ontwikkeling naar het Goddelijk Leven toe.

Ik zou willen beklemtonen dat U zich over de genegenheid geen zorgen hoeft te maken. Zielen die pogen, U daarvan terug te houden, laten zich leiden door wereldse gedachten. Zolang U beiden met elkaar betrekkingen onderhoudt die uitsluitend gegrondvest zijn op een zuivere, niet wereldse Liefde, is daaraan absoluut niets verkeerd. Vele dingen die betrekking hebben op menselijke relaties, vallen onder een Goddelijk Mysterie. In Uw geval gaat het echter om een oefening in zuivere, belangeloze Liefde, die voor de beide zielen heel vruchtbaar kan zijn. Ik zou U willen voorstellen dat U al Uw gewaarwordingen en gevoelens in dit verband aan Maria toewijdt met de vurige smeking dat Zij over U en de priester moge waken opdat de 'relatie' heel vruchtbaar zou kunnen zijn voor Uw zielen, zo ongeveer zoals de relatie tussen de Allerheiligste Maagd en de apostel Johannes volkomen zuiver en vruchtbaar was: een stroming van Goddelijk Licht in beide richtingen.

Smeekt U Maria dat Zij tijdens elk contact Uw harten door de hartslag van de Koningin des Hemels Zelf moge regeren. Wijdt U zich met al Uw gevoelens aan Maria toe, en nodigt U de Heilige Maagd ertoe uit dat Zij Zelf aan elk contact zou deelnemen. Het resultaat daarvan zou een heel ongedwongen, vreugdebrengende betrekking zijn. Van een 'stopzetting' van deze 'relatie' zou vanuit de Hemel slechts sprake kunnen zijn wanneer zich hier iets onzuivers zou afspelen. Omdat het contact met Uw echtgenoot U niet volkomen bevredigt, en de priester nu eenmaal een priester is, kan en zal de tegenstander van Maria en Jezus (de satan) vanzelfsprekend pogen, U beiden op dwaalwegen te sturen, doch wanneer U beiden zich heel goed voor ogen houdt wat God met alle contacten tussen zielen beoogt, namelijk de groei naar HEM toe, zult U met behulp van Maria deze moeilijkheden overwinnen en verrijkt uit deze ervaring te voorschijn komen. De overwinning op de aanvallen van de duivel levert de ziel verdiensten op die haar tot grondstof voor verdere groei dienen.

Wat de relatie tot Uw echtgenoot betreft, vraag ik U dat U het als de hoofdopdracht van Uw leven zou beschouwen, een heldin te zijn in de bereidheid tot verzoening. Wil er samen met mij voor bidden dat de duivel er niet moge in slagen, U tegen Uw man op te zetten, evenmin als omgekeerd. Houdt U zich vast voor ogen: Wanneer U erin slaagt, te volharden in de vergeving, en liefdevol te zijn, zal God U een onoverwinnelijk wapen voor de bekering van Uw echtgenoot in handen geven. God heeft U en Uw man bij elkaar gebracht omdat U de geschikte persoon bent om het Licht in zijn ziel binnen te leiden. Echtgenoten worden bij elkaar gebracht omdat zij elkaar horen aan te vullen. Daarom mogen zij elkaar nooit in de steek laten. De voorwaarde is, dat U zelf het Licht met flinke teugen opdrinkt, opdat U het in overvloed zou bezitten en zou kunnen doorgeven. Deze opdracht is bijzonder zwaar, doch niet onmogelijk voor een ziel die alles MET MARIA DOET.

Smeekt U Maria dat Zij Uw levensweg met U zou gaan en zelfs Uw verleden inzake de betrekking tot Uw echtgenoot volkomen zou zuiveren. De zuivering van het verleden schept in de ziel een steviger fundament waarop opnieuw gebouwd kan worden. Indien het U zou lukken om Uw man bij de volgende ontmoeting te behandelen alsof het om de allereerste ontmoeting ging, dan zou U zo ongeremd zijn dat hij op één of andere wijze in U een licht zou opmerken, dat in hem iets op gang zou brengen. Gods Licht (het Licht van de onvoorwaardelijke Liefde en vergeving is Goddelijk!) overwint elke duisternis. Hij zal onbewust trachten, zich daar tegen te verzetten, omdat hij niet zo goed weet, hoe daar mee om te gaan, doch binnen in hem zal iets gebeuren. Daarom komt het erop aan dat U vandaag zoveel mogelijk tot Maria bidt, opdat:

  • Zij U kracht en stromen van de zuiverste Liefde moge geven;

  • Zij Uw man in het hart op het volgend contact zou voorbereiden (bidt U in dit verband ook om de aanwezigheid van de Heilige Aartsengel Gabriël, die instaat voor de betrekkingen tussen mensenzielen en tussen de zielen en God);

  • Zij (Maria) bij het contact voelbaar aanwezig moge zijn.

Ik heb het volste vertrouwen in Maria, de Meesteres van onze zielen. Wees ook vertrouwensvol. Zij die zich aan Maria vastklampen, hebben altijd gelijk.

Ik bid van harte voor U. Verliest U nooit de moed, want elke dag kan de wedergeboorte van een nieuw leven worden, eerst in ons eigen hart, daarna in onze leefwereld. Deze wedergeboorte is echter slechts voorbehouden aan hen die vast in God en Maria geloven, Die immers slechts LIEFDE over de zielen willen uitstrooien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 15
Over vergeving – over moeilijkheden in het huwelijk – over de waarde van lof –
over de dood van een mens

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Laat U zich er nooit toe verleiden, te denken dat U schuld zou hebben aan het gedrag of de ingesteldheid van Uw echtgenoot. Deze vrees is de vrucht van een bekoring. Derhalve mag U zich er niet door laten leiden (lees: misleiden). Hoe een mens zich jegens een medemens gedraagt, hangt van vele factoren af: van de omstandigheden, van de verwachtingen en de bedoelingen van de persoon van wie het gedrag uitgaat, van de innerlijke gesteldheid van deze persoon, maar ook – en het is heel belangrijk dat U dit voor ogen houdt – van de Goddelijke Voorzienigheid! In vele gevallen is het gedrag van een ziel moeilijk te begrijpen omdat de ziel, hetzij onbewust, hetzij op één of andere wijze door haar zelf eigenlijk niet zo bedoeld, tot bepaalde gedragspatronen gedreven wordt, omdat zij door dit gedrag tot een bepaald begrip moet komen (dit wil zeggen: omdat God de ziel iets tracht te laten inzien) of omdat de ziel via dit gedrag een medemens in een bepaalde richting moet sturen.

Waarom? Omdat God met alles een welbepaald Plan heeft. Om één of andere reden kan het zijn, dat God voor Uw leven een plan heeft, voor de verwezenlijking waarvan U bepaalde ervaringen moet opdoen. Sommige zielen worden op een weg van herhaalde vernedering geleid, niet omdat zij slecht zouden zijn of iets zouden moeten uitboeten, doch eenvoudig omdat zij daardoor ervaringen moeten opdoen tot vervolmaking in bepaalde deugden. Een heel gezonde, heilzame benadering zou voor U hierin bestaan, dat U deze moeilijke en langdurige beproeving dag na dag aan Maria toewijdt, en daarbij tot Haar zou zeggen:

"Hemelse Meesteres van mijn levensweg, ik schenk U al mijn pijnlijke ervaringen en alles wat ik op grond daarvan in mijn hart voel. Wil mij de kracht bekomen, deze beproevingen met volharding aan te nemen en uit Liefde tot U en tot God te dragen, opdat zij mij heiligen, ter verheerlijking van God en tot bekering van de ziel die mij te lijden geeft. Ik vergeef ...... (naam) met heel mijn hart, want hij weet nu nog niet wat hij doet".

U zult geleidelijk aan een gevoel van bevrijding ervaren. Vergeet nooit dat vergeving, gepaard met de inspanning om alle pijnen van het dagelijks leven in Liefde te aanvaarden, een geweldige verlossende macht vrijmaakt. Vergeet bovendien nooit dat het gedrag van een ziel jegens U, hoe pijnlijk dit ook moge zijn, nooit als een straf van God mag worden beschouwd. Dit zou trouwens indruisen tegen de wijze waarop God Zijn Heilsplan zoekt uit te werken, want Hij maakt van alles het beste voor alle betrokken zielen. Voor Uw echtgenoot dienen zich elke dag nieuwe kansen aan om zich van zijn gedrag en de effecten ervan in Uw hart bewust te worden, en voor U ontstaan daarbij gelegenheden om een heilige vormgeving te verlenen aan een geestelijk martelaarschap, wat bijzonder verdienstelijk kan worden, zowel voor U als voor Uw echtgenoot. Vaak ligt precies in de pijn reeds de Verlossing verborgen. Zo heeft God het beschikt en heeft Jezus het ons voorgeleefd, omdat daarin het geheim van de hoogste Liefde vervat zit.

Tracht ook, U niet te laten bedrukken door de veronderstelling dat Uw echtgenoot U heeft bedrogen, respectievelijk U bedriegt. De grote vijand van God tracht U door deze veronderstelling onrustig te maken. Tracht God Rechter te laten zijn, en eventuele misstappen vanwege Uw echtgenoot op dit gebied als een zaak tussen hem en God te beschouwen: God oordeelt, en schenkt genaden. Indien Uw echtgenoot tegen het Sacrament van het huwelijk heeft gezondigd, zal hij spoediger tot berouw komen wanneer U voor hem die genade bekomt door te trachten, hem samen met Maria vergeving en Liefde te geven. Vergeving en Liefde zijn zoals bommen op de stellingen van de satan. Wanneer U eenvoudig Uw plicht tot oprechte Liefde tracht te vervullen, zult U van Maria de kracht krijgen om een deugdzaam leven te leiden. Indien U ook zichzelf tot enige negatieve gesteldheden laat verleiden, overwint de satan twee maal. Gunt U hem deze bevrediging niet.

Wat het gebrek aan enige lof betreft, moet ik U met het volgende troosten: Lof die men vanwege mensen oogst, oogst men niet meer van God (en deze laatste is miljoenen malen waardevoller). Ik kan Uw pijn echter wel begrijpen, want niemand wordt graag in zijn werk 'over het hoofd gezien'. Niettemin: Tracht U zich voor ogen te houden, dat dit leven slechts een 'springplank' naar het Eeuwig Leven is, en dat God U alles geeft wat U door zielen niet gegeven wordt, en wel in een volmaakte vorm.

Bid veel voor Uw echtgenoot tot Maria, dat Zij hem leiding door de Heilige Geest moge bekomen. Wees er rotsvast van overtuigd dat uitgerekend Uw pijnen op grond van zijn gedrag hem de Verlossing zullen bekomen. De Goddelijke Gerechtigheid compenseert letterlijk alles, op Gods Tijd. Alles wat U in Liefde verdraagt, zal U in overvloed worden vergoed.

Aan de dood van Uw kind hebt U vanzelfsprekend geen schuld. God bepaalt het tijdstip van de aardse dood, en wel op grond van vele factoren, waarvan de meeste ons tijdens ons leven op aarde niet bekend mogen worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor de handicap van Uw ander kind. God heeft Zijn Plan met leven en dood, met handicaps enz. Alles is erop gericht, zo veel mogelijk zielen naar de volmaaktheid te voeren. Alles hangt ervan af, wat God met de ziel beoogt, omdat alles op één of andere wijze een plaats heeft binnen Zijn groot Heilsplan. Tenzij op grond van grove nalatigheid of van een rechtstreeks ingrijpen (men hoeft slechts aan moord te denken, enz.) heeft een ziel geen schuld aan het sterven van een andere ziel. Het is absoluut begrijpelijk dat U inwendig onrustig bent, maar het is belangrijk dat U zou weten waarom: U leeft sedert jaren onder zware druk. Alleen kunt U dat nauwelijks dragen, en de bekoorder weet dit. Daarom poogt hij met alle middelen, U met schuldgevoelens en twijfels in uiteenlopende vormen te beladen. Laat U daardoor niet uit het veld slaan, en houd U voor ogen (herhaalt U het zelfs met de volgende woorden, of met woorden van deze strekking):

"Alles wat in mijn leven is gebeurd en nog zal gebeuren, stroomt uit Gods Wil, omdat het binnen het grote Heilsplan zo hoort. Mijn ziel en de zielen van mijn gezinsleden zullen hieruit veel nut halen. Dank U, mijn God, voor deze geschenken, maar laat mijn hart één worden met het Hart van Uw volmaakte Dochter, Maria, opdat ik het leven zou leren beschouwen doorheen de ogen van Maria, en daarin de Vrede moge vinden, die ik nodig heb om deze genaden waardig te zijn en hen volledig tot vrucht te brengen. Maria, mijn Hemelse Moeder en Meesteres, ik leef voortaan voor U. Wil in mij leven, opdat ik mijn kracht kan putten uit de Bron van Uw Hart".

Deze woorden heeft Maria mij laten schrijven, omdat Zij elke meter van Uw levensweg kent, en weet waarom God deze weg voor U heeft gekozen. De Moeder Gods wacht nu op Uw totale toewijding aan Haar, opdat Zij deze weg in U zou kunnen gaan en Zij voor U de bloemen van een vruchtbaar leven kan laten bloeien.

Wees ervan overtuigd dat U steeds hebt gedaan wat in Uw macht lag. Het leven is niet gemakkelijk wanneer men voor de weg van het Licht heeft gekozen. Moge het U troosten, te bedenken dat God alles helemaal anders ziet dan de mens. Voor Hem gelden vooral de innerlijke waarden en de goede bedoelingen. Dat niet alles gebeurt zoals men het heeft gehoopt, weet Hij heel goed, maar Hij beoordeelt de oprechte voornemens in het hart en de liefdevolle inspanningen, niet de resultaten (want deze laatste hebt U meestal niet in de hand).

In het licht hiervan wens ik U de warmte van de lente in het hart, en het Licht van de Ware Vrede in de geest. Geef U volkomen aan Maria, en Zij zal Zich volkomen aan U geven. Zij bezit de macht en de Liefde om U naar de horizont der belofte te voeren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 16
Over de laster jegens Maria tijdens Haar leven op aarde – over ons dagelijks lijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U nu meer Licht hebt gevonden in datgene wat U bezig hield.

Mag ik te Uwer bemoediging het volgende zeggen:

Slechts heel weinig zielen weten dat Maria, de Moeder van Jezus, ondanks Haar volmaaktheid, tijdens Haar aardse leven door talrijke zielen niet helemaal ernstig werd genomen. Dit was nu eenmaal één van de punten van lijden die Zij moest dragen om de Medeverlosseres te kunnen zijn. Haar hele leven lang werd Zij beschimpt omdat velen geloofden dat Haar Zoon een opstandeling of zelfs een waanzinnige was. In vele visioenen heeft Maria mij beelden uit Haar aardse leven getoond, en heb ik Haar tijdens Haar leven horen spreken. Weet U dat Zij, de Allerzuiverste, door sommige zielen werd beschouwd als een prostituee, omdat Zij vanaf het laatste levensjaar van Jezus goed bevriend was met Maria Magdalena? Zij heeft dit alles met Liefde en vol overgave doorstaan, uit Liefde tot God, tot Jezus en tot de zielen. Een prachtig voorbeeld.

Waarom hebt U dit alles te lijden, en waarom hebt U de indruk dat U het alleen moet doorstaan? Een ziel die zich helemaal weggeeft aan Gods Plannen en Werken, wordt langsheen wegen geleid waarop zij zoveel mogelijk te lijden kan krijgen, OMDAT precies dit lijden de verdiensten van de ziel doet toenemen. Laten wij ook niet vergeten dat een ziel, hoe meer Licht zij mag doorgeven (doordat zij bijvoorbeeld veel te lijden heeft en dit samen met Maria doet), des te sterker door de satan wordt aangevallen (door zielen in haar omgeving, door omstandigheden in het dagelijks leven, enz). God bemint hen die zich helemaal aan Hem geven zozeer, dat Hij er alles aan doet om hun verdiensten zo groot mogelijk te maken, opdat Hij hen na hun aardse leven nog rijker zou kunnen bedelen.

Wees U er bovendien van bewust dat U deze strijd niet alleen voert. Ik zal U toevertrouwen wat Maria mij op zekere dag, enkele jaren geleden, zei, nadat ik Haar in een ogenblik van krachteloosheid had gevraagd waarom Zij mij in de steek had gelaten, want ik had het gevoel gekregen dat ik onder de lasten verpletterd werd. Zij zei:

"Ik zal je zeggen waarom je denkt dat je nu alleen bent. Totnogtoe ging je je weg met Mij aan de hand. Je wist aldus, dat Ik naast je liep. Nu is de tijd aangebroken waarin Ik niet meer naast je loop, doch in je blijf. Daarom zie je Mij niet meer naast jou, en denk je dat Ik je verlaten heb".

Bedenkt U deze woorden, zij gelden ook voor U...

Ik wens U bergen van kracht, en sluit U steeds in mijn gebeden tot de Meesteres van alle zielen. Vanzelfsprekend blijf ik steeds bereid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 17
Richtvraag voor onze beslissingen – over de beslissing in verband met een bevredigende activiteit – over de roeping tot een gebedsleven –
over Myriams roeping

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het aardse leven is een weg, die de ziel moet gaan om naar God terug te keren. God heeft van elke levensweg welbepaalde voorstellingen. De concrete vormgeving van deze weg wordt echter in hoge mate door de ziel zelf bepaald. Belangrijk is, dat de ziel zich inspant om in elk detail van het dagelijks leven de rijping van het zaad te bevorderen, dat God haar heeft toevertrouwd.

Hoe God de waarde van ons leven inschat, valt niet gemakkelijk te zeggen, omdat vele dingen Goddelijk Mysterie zijn. Desondanks kan de ziel eigenlijk zelf een kleine balans opmaken wanneer zij zich op elk klein kruispunt (elke beslissing in het dagelijks leven) de vraag stelt: "Welk nut, respectievelijk welk nadeel, zal de te stellen handeling of het te spreken woord voor mijn Zielenheil en voor Gods Rijk opleveren?" Eigenlijk kan deze richtvraag U er ook mee helpen, voor een welbepaalde richting in de vormgeving van Uw beroepsleven te kiezen.

Vanzelfsprekend ligt de beslissing met betrekking tot de keuze van Uw werkzaamheden bij U, en Maria zal U in dit verband ook geen bepaalde beslissing opleggen, omdat dit tegen de onschendbaarheid van de vrije wil zou indruisen. Ik kan U echter wel de liefdevolle aanwijzingen van Maria mededelen.

Het onderwijs is vanzelfsprekend een zinvolle werkzaamheid. In dit verband rijst evenwel de vraag, of een beroepsuitoefening als lerares U de gelegenheid biedt, niet slechts kennis over te dragen, doch tevens zielen te vormen. U begrijpt vast het verschil. Kennis is vergankelijk, de vorming van zielen heeft echter een eeuwigdurend effect.

Stervensbegeleiding zou U zeker de gelegenheid kunnen bieden, een zekere mate aan spirituele begeleiding te verschaffen. De ziel van de mens in stervensnood is heel ontvankelijk. Wanneer U, tegen de achtergrond van de onderrichtingen vanwege de Moeder Gods en de door Haar onophoudelijk in overvloed geschonken Hoop, bemoediging en Liefde, de gelegenheid te baat neemt om iets van al dit zaad in dergelijke zielen uit te strooien, zou U zich voor Gods Rijk bijzonder verdienstelijk kunnen maken door deze werkzaamheid aan te vatten.

Een teruggetrokken gebedsleven heeft een heel bijzondere waarde. Om deze richting haar volledige vruchtbaarheid te geven, moet de ziel echter eerst en vooral in zichzelf kijken om te ontdekken of zij tot een dergelijk leven geroepen is. Een contemplatief (beschouwend) leven benadert al een beetje het leven van een mystieke ziel. Uit eigen ervaring kan ik getuigen dat dit leven eisen stelt waarvan de meeste zielen zich werkelijk geen voorstelling kunnen maken. Om een beschouwend leven vruchtbaar te maken, moet de ziel bereid zijn, en ertoe in staat zijn, om van vele dingen afstand te doen. Zij moet in staat zijn om de stilte, de rust en de Vrede in haar binnenste te vinden en daar vast te houden. Belangrijk is daarbij ook, dat de ziel niet al te veel contacten met de buitenwereld in stand houdt.

Dat is de algemeen geldende regel. Geen twee gevallen zijn echter gelijk. Ikzelf ben door Maria tot de weg van de mystiek geroepen, heb van Haar een bijzonder strenge 'vorming' gekregen, word door Haar aan heel strikte regels onderworpen, en ben Haar een volmaakt stipte gehoorzaamheid verschuldigd. Zij heeft mijn geest en mijn hart speciaal gevormd om voor HAAR noden dienstbaar te kunnen zijn. Voor dat doeleinde heeft Zij mij grondig omgevormd, zij het met volle benutting van vele eigenschappen die reeds tijdens mijn jeugd in mij aanwezig waren, doch die ten dele als het ware 'slapend waren'. Maria heeft mij van meet af aan gezegd dat God mijn ziel bij mijn geboorte uitsluitend te HARER beschikking heeft gesteld, en zo heeft Zij mij vanaf mijn jeugd stap voor stap op mijn huidige leven en het Mariaal Apostolaat voorbereid. Mijn eigenlijke roeping vond twaalf jaar geleden plaats.

Ik bedoel slechts: Een teruggetrokken leven heeft veel met roeping te maken. Anders kan het voor God niet van nut worden. Van mij verlangt Maria diepe teruggetrokkenheid. Contacten met de buitenwereld moet ik zo veel mogelijk beperken tot briefwisseling die uitsluitend de Meesteres van alle zielen en Haar Plannen en Werken kan dienen.

Bid tot Maria, opdat Zij U de weg moge tonen waarop U het zaad voor Gods Rijk tot de hoogst mogelijke vruchtbaarheid kunt brengen. U zult het antwoord diep in Uw hart voelen, misschien pas na enige tijd, misschien ook reeds spoedig.

Heel gunstig is het feit dat bij U de openheid, de ontvankelijkheid voor Gods Licht, groot is. Indien dit niet het geval was, zou U deze vragen niet hebben gesteld, doch een – misschien voortijdige – beslissing hebben genomen.

Tracht U voor elke U ter beschikking staande mogelijkheid de balans van het nut voor het Heil van velen op te maken. Maria zal U daarbij maar al te graag helpen. Ik zal voor U om verlichting bidden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 18
Over de levensweg – over de werking van de satan – over de beproevingen –
over de Moeder Gods

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Elke levensweg volgt een plan dat door God is ontworpen, en is precies zoals hij is, omdat hij juist in die welbepaalde vorm Gods Plannen voor het Heil van de zielen het beste dient. Vele zielen leven vanuit voorstellingen en verwachtingen die Gods Plannen niet dienen, omdat deze zielen er juist van uitgaan dat alles wat zij doen, op de bevrediging van hun eigen behoeften moet worden gericht. Velen geloven dat dit leven alles is wat bestaat, en dat men het dan ook zodanig moet invullen dat het zoveel mogelijk aardse vruchten kan opleveren.

Zalig de zielen die begrepen hebben dat er een andere werkelijkheid is, of wellicht beter uitgedrukt: dat de werkelijkheid zoals wij deze via onze zintuigen waarnemen, slechts een fractie van de alomvattende werkelijkheid uitmaakt, die om ons heen bestaat. Wij, die de genade hebben ontvangen om met dit feit rekening te houden, zijn ertoe geroepen, geleidelijk door te dringen in de volheid van het Goddelijk Leven.

Wij mogen nooit uit het oog verliezen dat ook de satan in een ver verleden deel had aan het Goddelijk Leven, dat hem bekend is welke verrukkingen dit Goddelijk Leven in zich draagt, en hoe de ziel van goede wil zal openbloeien in de mate waarin zij de ontplooiing van deze Goddelijke werkelijkheid diep in zichzelf beleeft. Vergeten wij ook niet dat de satan ons haat en ons compleet van ons stuk wil brengen, en wel des te heviger naarmate wij ons aan Maria geven en Haar smeken om ons langsheen de wegen van het Goddelijk Leven te leiden, die Zijzelf met zoveel glans heeft voltooid.

Hoe kan hij dit verhinderen, of anders uitgedrukt: Hoe kan hij hopen, dit te verhinderen? Door de openbloeiende ziel zo krachtig mogelijk af te remmen, te trachten haar te ontmoedigen, en haar met vruchten van zijn eigen duistere werken in aanraking te brengen.

Het resultaat zien wij allemaal: De jeugd lijkt losgeslagen te zijn, onze apparatuur laat het afweten, onverklaarbare verschijnselen van de meest uiteenlopende aard doen zich in ons dagelijks leven voor, financiële zorgen kwellen ons, en de stem van de bekoorder lijkt zich eindeloos te herhalen: "Hoe moet dit alles verder gaan ... is dit niet allemaal begonnen toen ik begon deel te nemen aan deze Hemelse Werken ... zijn dat dan de vruchten van Gods bescherming?" Enzovoort....

Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven, en als WEG naar de Eeuwige Heerlijkheid, als WAARHEID van God, en als Principe van het Goddelijk LEVEN zegt Hij zonder meer:

"Kijk eerst naar het Rijk Gods en Zijn Gerechtigheid, en al het andere zal u erbij gegeven worden".

Dit zijn niet de woorden van een bedrieger, doch van de Messias, Die gekomen is om ons de volheid van Gods Liefde te betuigen en ons de volheid van het Eeuwig Heil te ontsluiten.

Het voorbeeld van het leven van Jezus leert ons hoe precies de beproevingen voor ons het Heil ontsluiten, en derhalve beschouwd moeten worden als heilige stenen waarmee wij de weg naar het Hart van God moeten plaveien. Gods Plan werkt steeds naar één doel toe: het Heil van zoveel mogelijk zielen, en de instandhouding van het evenwicht binnen de Schepping.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken, brengt de Goddelijke Gerechtigheid alles in evenwicht, en heeft elke beproeving een verlossende waarde gekregen.

Het onaangename in ons dagelijks leven opent meteen een tegenhanger in de orde der genade. God kan ons in de beproevingen slechts troosten met het vooruitzicht voor latere tijden. Vele zielen vinden daarin geen troost omdat zij niet in staat zijn, te geloven in datgene wat ons op het niveau van de realiteit van dit leven hier op aarde normaal gesproken verborgen blijft. De grote verdienste van de christen ligt hierin, dat hij gelooft wat hij nog niet kan weten. Dit is zo, omdat het Geloof steeds tezelfdertijd een belijdenis van Geloof in de volmaakte Liefde van God is. Onze Schepper, Verlosser en Heiligmaker is bijzonder gevoelig voor deze belijdenis. Dit is één van de dingen die Maria ons tracht te leren: de wegen naar het Hart van God, de omgang met de Liefde, opdat deze Gods Hart volkomen zou openen en ons de stromen van genade zou bekomen, die ons zullen opnemen in het Goddelijk Leven.

Lieve zus,

de Moeder Gods, door een Goddelijk Mysterie voor eeuwig gelijktijdig Meesteres en Dienares, is ons door Jezus Zelf gegeven als Gouden Sleutel op de Poort van het Heil. Zij is de ongerepte Tuin van het Paradijs, de Draagster aller bloemen die God ooit heeft geschapen. Zij draagt de volheid van de Goddelijke Mysteries, omdat Zij deze in Zichzelf tot volle groei heeft gebracht. God heeft Haar een oneindige macht en Wijsheid geschonken om ons ertoe uit te rusten, precies de wegen te voltooien die Zij Zelf is gegaan: wegen van heiligheid, wegen die alle duisternis beschamen. Gods Voorzienigheid heeft ons met Haar in verbinding gebracht opdat wij aan Haar onderrichtingen gevolg zouden geven en opdat in ons de Hoop moge groeien.

De zuivere Hoop is het vermogen om de werkelijkheid om ons heen zo te beschouwen alsof Gods Gerechtigheid in haar reeds elk onevenwicht had weggewerkt. Dit is nu Uw grote opgave:

Smeek Maria om de kracht, de bloem van de Ware Hoop zo sterk en onverwelkbaar in U te laten opbloeien, dat U in rust en innerlijke Vrede de ontwikkelingen van Uw kinderen zou kunnen volgen in het rotsvast vertrouwen dat zij dit stuk van hun levensweg moeten voltooien omdat de opgedane ervaringen hen (en U als moeder) van nut zullen zijn om innerlijk volledig gezuiverd te worden. Het doel daarvan is, dat de zielen van Uw kinderen op een stevige basis herschapen zouden kunnen worden. Maria ZAL U daarbij helpen, en vanuit een nieuwe Vrede zult U zoveel nieuwe kracht en rust op de kinderen kunnen afstralen, dat ook in hen de inwendige stormen zullen bedaren.

Wanneer zal het zover zijn? Vanuit een menselijk oogpunt kan deze vraag niet beantwoord worden, wel vanuit het Goddelijk oogpunt: wanneer de volheid van Gods Tijd voor deze wedergeboorte gekomen zal zijn.

De volheid van Gods Tijd, betekent concreet: op het ogenblik waarop binnen Gods Heilsplan de volheid van de genade verwezenlijkt is, met andere woorden: zodra voor de verwezenlijking van de betreffende ontwikkeling in voldoende mate en met voldoende verlossende Liefde gestreden is opdat het overeenkomstig Gods Wet gerechtvaardigd zou blijken om de noodzakelijke genaden vrij te maken.

Wees U ervan bewust dat elke beproeving die U in oprechte overgave en vol vertrouwen aan Maria aanbiedt, de volheid van Gods Tijd voor de wedergeboorte van Uw kinderen zal bespoedigen.

Maria heeft mij een nieuw gebed ingegeven, dat bijzonder voor Uw intentie geschikt is. Bidt U het zo mogelijk in de vorm van een novene, en combineert U het bij voorkeur met het buitengewoon krachtig gebed 1047, dat door Maria Zelf het krachtigste lekenexorcisme is genoemd. Ook de gebeden 173 en 194 zouden voor U geschikt kunnen zijn.

Heel graag sluit ik U en Uw intenties in mijn hart, waar onze Hemelse Meesteres hen met volmaakte Liefde zal begieten, opdat zij vruchtbaar mogen worden voor Gods Rijk. Moge Zij Haar machtige Hart, vervuld van Goddelijk Leven, in U laten kloppen op deze weg van beproeving. Houd U intussen voor ogen dat elke beproeving vergankelijk, doch de bloem die uit deze beproeving openbloeit, onverwelkbaar is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

(hier volgt gebed 1112)


www.maria-domina-animarum.net

Brief 19
Over het lijden als bron van Heil – over Myriam

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw brief verheugt mij, en wel om een heel bijzondere reden. Uw ziel bevindt zich in een innerlijke strijd die berust op het feit dat de Goddelijke Voorzienigheid U naar een levensweg heeft geleid, die U een schat aan verlossingspotentieel ter beschikking stelt. Zodra U erin slaagt, deze schat op de juiste wijze te ontginnen, dit wil zeggen: hem te laten opbloeien tot de volle vruchtbaarheid die hij in zich draagt, wordt Uw leven tot een bom op de stellingen der duisternis. Lijden dat ter wille van God wordt aanvaard en in Liefde gedragen wordt, brengt in de eigen ziel, alsook binnen het Heilsmysterie als geheel, een explosie van Licht tot stand. Om deze reden wordt U momenteel ontmoedigd. Deze innerlijke gesteldheid is echter de vrucht van een bekoring.

Het feit dat U Uw innerlijke strijd tot uiting brengt in een brief aan het Apostolaat dat door de Moeder Gods Zelf is gegrondvest met als doel, Liefde, Hoop en bemoediging in de zielen te laten oprijzen zoals een lentezon na de donkere winter, toont aan dat Gods Licht in U op het punt staat, U naar de Bronnen van het ware Goddelijk Leven toe te trekken. Ik wil er graag op dit punt reeds op wijzen dat elk woord dat ik aan zielen schrijf, uit het Hart van Maria opborrelt. Maria kent U door en door. Zij kent elke meter die U op Uw levensweg hebt afgelegd, en deze brief mag U als een persoonlijk antwoord van Maria beschouwen, want in elk woord stort Zij Haar Liefde uit, en doorheen deze woorden wil Zij in de meest verborgen hoeken van Uw ziel de effecten van Haar onvermoede macht tot ontplooiing brengen.

De mens leidt zijn leven in een lichaam dat blootstaat aan ontelbare invloeden, indrukken en gewaarwordingen.

Door de erfzonde had de mensenziel zich van God verwijderd. Om deze kloof opnieuw te overbruggen, heeft God het menselijk lichaam, dat vóór de erfzonde in feite een verheerlijkt lichaam was, toegerust met het vermogen om te lijden. Zo verkreeg de mens de mogelijkheid om via de dagelijkse gewaarwordingen in het vlees offers te brengen, die de verloren heiligheid kunnen terugwinnen. God heeft jegens de mensheid getuigenis van deze Waarheid afgelegd door de Menswording van Zijn Zoon, Die uitsluitend onder ons is gezonden om ons de weg naar God te onderrichten vanuit een nieuw oogpunt (de Blijde Boodschap) en ons het menselijk lijden als bron van Heil te demonstreren.

Vanuit menselijk oogpunt zijn lichamelijk en geestelijk lijden niet verheugend. Vanuit menselijk oogpunt stelt de mens grenzen aan het lijden door het als pijnlijk te ervaren en zelfs ten prooi te vallen aan de bekoring dat lijden een straf van God zou zijn, of ten minste een vrucht van gebrek aan Liefde van Gods wege. Laten wij ons er steeds van bewust zijn, dat het hierbij gaat om een menselijke wijze van kijken, die op listige wijze door de satan beïnvloed wordt, die niet wil dat de mens zijn lijden aanvaardt. Zodra de mens zijn lijden aanvaardt, verlamt het immers de werken der duisternis!

Het lijden is de hoogste vorm van Liefde. Het lijden verleent uitdrukking aan de zuiverste Liefde doordat het de mens de gelegenheid biedt om buiten zichzelf te groeien. Door het lijden wordt de mens in staat gesteld, zijn lichamelijkheid op te offeren en daarbij de zuivere vergeestelijking te benaderen. Laten wij nooit uit het oog verliezen dat wij niet met ons lichaam naar Gods oordeel gaan, doch met onze ziel. Ons lichaam wordt ons krachtens een Goddelijk Decreet (dat door God na de erfzonde is uitgevaardigd als antwoord op de satan) geschonken als een potentieel dat erop wacht, ontsloten te worden. In de mate waarin dit potentieel daadwerkelijk ontsloten wordt doordat de mens zijn lichaam aan de Goddelijke Liefde als een offer aanbiedt, ontvouwt dit potentieel zich als een bloem die zich blaadje na blaadje opent. Hoe meer blaadjes zich openvouwen (dit wil zeggen: hoe meer de mens zijn dagelijkse beproevingen van harte aanvaardt en uitdrukkelijk aan Maria toewijdt) des te heerlijker geurt deze bloem.

Bij een ziel die haar lichamelijk en geestelijk lijden in Liefde aan Maria – en via Haar aan God – aanbiedt, betreft het geleidelijk aan een Hemels parfum, dat Gods Hart ertoe aanzet om Zich zodanig te openen dat stromen van genaden over de mensheid worden uitgestort. Het resultaat hiervan is tweeledig:

  1. Een stap vooruit in de strijd van het Licht tegen de duisternis, die precies bron van alle ellende is;

  2. De heiliging van de lijdende ziel zelf, die precies de navolging van Christus in het eigen dagelijks leven tot leven wekt en daardoor God de grootste verheerlijking schenkt. Precies de mate waarin de ziel tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken bijdraagt, bepaalt de 'waarde' van deze ziel binnen Gods Heilsplan.

Het lijden als hoogste vorm van Liefde is een proces dat zich in beide richtingen uitwerkt. Het lijden wordt nooit door God veroorzaakt, maar wordt wel ten volle door Hem toegelaten, OMDAT Hij de buitengewone waarde ervan kent (het betreft hier immers een Mysterie dat ten bate van de mensenzielen uit Zijn hand is gevloeid). In deze 'toelating' stroomt reeds de volheid van de Goddelijke Liefde. Ook van mensen uit naar God toe stroomt de Liefde in alle lijden dat zonder protest aanvaard wordt.

De mate waarin de mens bereid is om zijn lichamelijk welbevinden (dat voor het menselijk wezen toch zo belangrijk is) aan Gods Plannen op te offeren, vormt meteen de maatstaf volgens dewelke God de Liefde van deze ziel afmeet. Zo ontwikkelt zich tussen God en de zielen een kringloop van Liefde, die tot basis van het evenwicht binnen de Schepping wordt. De Schepping bevindt zich in deze tijd precies in een vreselijk onevenwicht doordat veel te weinig zielen hun beproevingen met Liefde aanvaarden en aan God aanbieden, bij voorkeur door de handen van Zijn volmaakte Dochter, de Smartvolle Moeder en Medeverlosseres Maria.

Wij moeten ons voortdurend voor ogen houden dat het absoluut mogelijk is, vreugde in het lijden te vinden. Uit menselijk oogpunt is dit volkomen uitgesloten, omdat de menselijke geest door de duisternis in een nacht is ondergedompeld en derhalve Gods Waarheid met betrekking tot de ongelooflijke waarde van het lijden niet meer vat. Zodra de ziel zich echter totaal, onvoorwaardelijk en eeuwigdurend aan MARIA toewijdt, en deze toewijding in alle details van haar dagelijks leven werkelijk totaal beleeft, gaat een totaal nieuwe wereld open, alsof de ziel dag na dag nieuwe landschappen uit een haar voordien onbekende wereld te zien krijgt, landschappen die haar tonen dat er een werkelijkheid bestaat, die ver boven de menselijke waarneming uitstijgt. De ziel bemerkt dan dat onze opvatting over 'vreugde' vervormd is: De ware vreugde is deze welke ons vanuit het Hart van God toestroomt, en die Hij ons in de Laatste Tijden in een bijzonder hoge mate via MARIA laat toekomen. Ware vreugde is een bron van water van Goddelijk Leven. De 'vreugde' uit menselijk perspectief echter, is geen water doch waterdamp: Zij vervliegt onder de hitte van elke bekoring.

Zolang de ziel zich niet volledig heeft bevrijd van de menselijke wijze om vreugde en lijden te bekijken, valt zij onvermijdelijk steeds weer ten prooi aan ontmoediging. Uiteindelijk wordt alles haar te veel. In dit verband wil ik U iets toevertrouwen dat U zou kunnen helpen om niet langer te vertrouwen op de vervliegende waterdamp, doch het water van Goddelijk Leven te drinken:

Vóór mijn roeping door Maria was ikzelf gedurende vele jaren geregeld ziek, en op zekere avond moest ik op het laatste ogenblik uit een dreigende dood gereanimeerd worden. Ik dacht dat het leven een aaneenschakeling van lijden was, door hetwelk ik mij geleidelijk aan zo zwaar beklemd voelde, dat ik voor vele dingen en ontwikkelingen werkelijk bang begon te worden. Ik kan daardoor heel goed begrijpen wat U nu doormaakt. In de lente van 1997 echter, verscheen Maria mij voor de eerste maal. In een lange ketting van overweldigende mystieke ervaringen begon Zij, mij tot Haar dienst te vormen. Zij deed dit aanvankelijk in Haar hoedanigheid als Moeder van Smarten. Na enige tijd sloot Zij met mij een verbond: Zij nodigde mij ertoe uit, voor Haar te lijden, met de bedoeling, zo veel mogelijk bekeringen te helpen bewerken. Zij vroeg mij of ik daarmee akkoord ging. Ik kon en wilde niets anders dan op Haar uitnodiging ingaan, omdat ik Haar overweldigende Liefde voelde, en Zij mij in een visioen de verschrikkelijke kwellingen van Haar eigen Hart om de zonden der wereld liet voelen. Ik ervoer deze uitnodiging derhalve als een buitengewoon geschenk, want ik werd in de mogelijkheid gesteld om de weg van Christus en Maria te gaan: Verlossing, Liefde en Licht te helpen brengen op grond van zelfopoffering.

Mijn ja-woord werd de aanleiding tot een ongelooflijke explosie van Liefde in mijn hart. Daarop begon Maria mij gedurende lange tijd uitvoerig te onderrichten in de waarde van het lijden en in de kennis van het Verlossingsmysterie. Deze vorming zou uiteindelijk (in 2005) leiden tot de bekroning van mijn roeping, toen Maria mij tot 'apostel van de Meesteres van alle zielen' maakte. Dagelijks onderwerpt de Hemelse Koningin mij aan een strikte gehoorzaamheidsdiscipline, evenals aan een boeteplan, dat – en dit schrijf ik louter te Uwer bemoediging, om te beklemtonen wat ik voorheen schreef – voortdurend lijden in lichaam en ziel met zich meebrengt. Steeds weer onderwerpt Zij mij aan beproevingen die er onder andere moeten toe dienen, het overwicht van de lichamelijke gewaarwording binnen mijn ziel steeds verder terug te dringen.

Het resultaat is, dat ik vaak heb ervaren hoe ik naar de grens van het draagbare word gedreven, en ik er door de kracht van de vurige toewijding van mijn lichamelijke gewaarwording aan Maria, samen met de wil om deze beproevingen voor Maria (en daardoor ook voor God en voor alle zielen) op te brengen, kon toe komen, zelfs aan de grens van de uitputting echte vreugde te ervaren. Maria verklaarde mij deze ervaring door te stellen dat de combinatie van een waarlijk opbloeiende Liefde met een wil tot blinde gehoorzaamheid en een aan Maria toegewijd lijden, in de kern van de ziel volkomen onvermoede krachtbronnen ontsluit, die louter het resultaat zijn van het feit dat Liefde + lijden + gehoorzaamheid samen stromen van Goddelijke genaden ontsluiten, die in de ziel voelbaar worden als nieuwe kracht.

Het is goed, ons ervan bewust te zijn, dat beproevingen de meest uiteenlopende oorzaken kunnen hebben. Vele menselijke beproevingen worden door toedoen van mensen teweeg gebracht. Tot deze categorie behoort in elk geval het lijden dat de mens in het kader van een verkeerde medicamenteuze behandeling ondergaat. Zeer veel klassieke medische ingrepen worden door God NIET goedgekeurd, omdat zij Zijn Plannen niet dienen. Elk lijden dat via natuurlijke weg ontstaat, kan genadestromen opleveren in de mate waarin het uitdrukkelijk aan God wordt toegewijd (bij voorkeur via Maria). Deze beproevingen zijn dan wel 'van natuurlijke oorsprong', omdat zij rechtstreeks bij de ontwikkelingen van Gods Heilsplan voor de zielen passen. Op onnatuurlijke wijze teweeggebracht lijden, zoals de bovenvermelde verkeerde behandelingen, worden weliswaar door God benut, maar worden in geen geval door Hem gepland.

Jezus en Maria zouden ons maar al te graag van alle lijden bevrijden en genezen. Zij willen het lijden niet, Zij hebben het echter nodig, opdat de mensheid van de sporen van de zonde genezen zou kunnen worden. De Verlossing van een ziel is noodgedwongen de vrucht van een samenwerking tussen de Goddelijke genade en het menselijk lijden. God zou ons van alles kunnen bevrijden, zal dit echter nooit doen zonder onze medewerking, daar slechts het juiste gebruik van de vrije wil door de ziel haar kan verlossen. De ziel kan haar vrije wil slechts juist gebruiken door tot God te zeggen: "Ik ben ertoe bereid, mijn lot te dragen, wat het mij ook moge brengen, omdat ik vast geloof dat UZELF het mij hebt bereid, omdat het mij op de weg zal brengen die mij het meeste baat".

Maria heeft mij oneindig veel over het wezen van het Heils- en Verlossingsplan geleerd. Zij lijdt onuitsprekelijke Smarten wegens het lijden der mensen!!!

Houdt U zich voor ogen, dat Maria (en vanzelfsprekend geldt dit eveneens voor Jezus) een alles omvattend bewustzijn bezit. Dit betekent, dat Zij ALLE lijden van ALLE schepselen tegelijkertijd Zelf kan voelen. Precies om deze reden kan de mens God niets voorspiegelen: God – en door Goddelijke beschikking ook Maria, als Zijn Vertegenwoordigster naar de zielen toe – wordt elk gevoel, elk lijden, elk verdriet, elke vreugde van elk schepsel (mens en dier) gewaar.... Wat ieder van ons in het lichaam, het gevoelsleven, de geest en in de ziel gewaarwordt, wordt door God en Maria eveneens in alle details waargenomen.

Het is dus vanzelfsprekend dat Maria en Jezus wensen dat geen schepsel meer zou lijden. Het lijden is echter een resultaat van de erfzonde, en de sporen van de erfzonde moeten doorheen de eeuwen door alle zielen 'uitgeveegd' worden.

Jezus en Maria wensen voor elke mens slechts vreugde, Geluk, Liefde, Verlossing, Heil, of in één woord: eenheid met het Hart van God. Daartoe is het heiligingsproces nodig, en dit kan slechts door Liefde + Lijden + Toewijding (= aanvaarding + opoffering) voltooid worden. Er is geen andere weg. Net zoals alles wat uit Gods Hart komt, volmaakt is, is ook dit systeem volmaakt. De ziel die op de weg van de mystiek wordt gevormd, leert spoedig, dit in te zien en het in dankbaarheid te aanvaarden.

De Goddelijke Liefde valt niet te scheiden van het lijden. De Kruisdood van Jezus is de absoluut voltooide bruiloft van de Liefde met het lijden. Is het Kruis niet het symbool van onze levenshouding? Dat is het, en terecht. Het verlost ons, in de mate waarin wij de weg van Christus gaan. Elke stem die zich als Jezus zou willen camoufleren en ons de Liefde zonder kruis zou beloven, zou niet van Jezus afkomstig zijn, doch van de aartsleugenaar, die ons een leven van genot als heilzaam wil voorspiegelen. Laten wij heel voorzichtig zijn, want wanneer het haar plannen dient, kan de slang zingen zoals de nachtegaal...

God laat niets verloren gaan. Ook de dieren leven niet zomaar. Zegt ook de Meesteres van alle zielen niet, dat de levenskiem van een dier na de dood naar God terugkeert, bekleed met de Liefde die, en alle leed dat, het vanwege mensenzielen te beurt is gevallen? Hierdoor leggen ook de dieren bij Gods troon getuigenis af van ons gedrag jegens hen, en derhalve van de gesteldheid van onze ziel. Wanneer God alles voor de dieren zo volkomen heeft geregeld, hoe zou Hij Zich dan kunnen vergissen door ons te laten lijden, tenzij dit ons de Eeuwige Gelukzaligheid bij Hem verschaft?

Mij boodschappen toe te sturen, moet ik met dank afwijzen, daar Maria mij niet toestaat om boodschappen van andere zielen te lezen. Zij wil mijn hart zuiver als een onbeschreven blad papier, opdat ik zonder enige invloed van buitenaf in mijn hart slechts woorden zou dragen die Zij mij rechtstreeks vanuit de Bron van Haar Hart laat toestromen. Mijn enige levenstaak is deze, mij in alle details van het dagelijks leven ten dienste van Maria te stellen, in gebed, in de verkondiging, in de boete, in het schrijven, en in elke opdracht die het Haar behaagt, mij te geven. Het leven van een apostel is niets anders dan de zelfofferande ten dienste van Gods Heilsplan voor de zielen. Ik dank onze Koningin en Meesteres op de knieën dat ik voor dit verheven doel mag lijden, en uit Liefde tot Haar, tot de Allerheiligste Drievuldigheid en tot al het geschapene heb ik geleerd, het lijden werkelijk lief te hebben.

Dan rest mij nog slechts, U op het hart te drukken dat U van verrukking zou opspringen indien U wist hoe zeer Maria elke ziel liefheeft.

Tot besluit zou ik U graag de aanbeveling van Maria voor U persoonlijk mededelen:

Houdt U zich in de eerste plaats voor ogen, dat God van de zielen geen resultaten verlangt, doch inspanningen. Het resultaat van onze daden hebben wij zelf niet in de hand, omdat dit wordt bepaald door de Goddelijke Voorzienigheid met betrekking tot alle zielen, evenals door de ontwikkeling van de dingen op zich. De inspanning vormt echter een uiting van de wil om zich voor God totaal op te offeren. De inspanning wordt door God aangerekend als gerechtigheid zelfs indien zij niet het verlangde resultaat oplevert.

Van U wordt slechts één ding verwacht: dat U ALLE lijden dat U in de loop der jaren reeds hebt doorstaan, eens uitdrukkelijk aan MARIA toewijdt. Bidt U tot Maria met woorden in de volgende zin:

(hier volgen de woorden waarop later gebed 1147 werd opgebouwd)

Een gebed in deze strekking stelt Maria in staat om Uw levensweg in de geest te herscheppen. Zij voorziet dan elke bladzijde van Uw levensboek met de handtekening van de Koningin van Hemel en aarde, zodat God ziet dat U de moeilijke weg met Maria hebt willen gaan. Maria draagt de sleutel van de poort naar de Eeuwige Gelukzaligheid. Vergeet U dit NOOIT. Wijd vandaag nog Uw lichaam, geest, hart en wil aan Haar toe, opdat Zij over Uw hele wezen zou kunnen heersen. U zult de ware innerlijke Vrede en de genezing in de diepte vinden. Het lijden zal niet langer in staat zijn om U de indruk te geven alsof U de gevangene van het lot bent, doch U zult een nieuw leven kunnen beginnen, waarin het ware zonlicht zelfs in de duisternis der beproevingen volop schijnt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 20
Over het Maria Domina Animarum Apostolaat – over het verschil tussen de openbaringen en de onderrichtingen – over de totstandkoming van de Myriam-geschriften

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag licht ik U het verschil toe tussen de openbaringen, respectievelijk boodschappen, enerzijds, en de onderrichtingen anderzijds. Om één en ander vanuit het juiste perspectief te kunnen beschouwen, moet ik erop wijzen dat het hele Maria Domina Animarum Apostolaat is gebaseerd op het fundament van de mystieke bruiloft tussen de Moeder Gods en Myriam. Na acht jaar van mystieke 'vorming' voltrok Maria in het jaar 2005 aan Myriam de formele mystieke bruiloft (of 'Hemelse bruiloft'). De doelstelling van de roeping van Myriam is de verkondiging van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, een geheel van kennis dat uit het Hart van Maria via Haar 'apostel van de Meesteres van alle zielen' over de zielen wordt uitgestrooid. De Moeder Gods beoogt hiermee, de zielen de Ware Hoop en bemoediging te schenken, die hen in staat zal stellen om de kennis van de Wetenschap van het Goddelijk Leven in zich tot de hoogst mogelijke vruchtbaarheid te brengen, in totale toewijding aan Maria. Zo wil Maria de zielen buitengewone wapens in de strijd tegen de drieste werken der duisternis ter hand stellen. Aan Maria is, zoals U bekend is, in deze Laatste Tijden de leiding over deze strijd toevertrouwd.

Met het oog op deze unieke weg van evangelisatie heeft Maria vanaf het begin in 1997 Haar 'apostel' onmiddellijk op de mystieke weg gevormd. Vanaf het begin werden gebeden geïnspireerd. Vele van deze gebeden laten reeds iets van deze ongewone oorsprong merken: Vele werden – respectievelijk worden – tijdens of meteen na een mystiek contact geschreven. Spoedig na de aanvangsjaren van de vorming begon Maria, Myriam ook te inspireren tot het schrijven van andere geschriften. Dit brengt ons nu tot Uw vraag over het verschil tussen onderrichtingen en openbaringen.

Maria Zelf gebruikt tegenover mij het beeld van een bloem, respectievelijk van een zaadje. Een openbaring noemt Zij een bloem, die in voltooide vorm in mij wordt gelegd. Een onderrichting, een boek, een meditatietekst of een gebed noemt Zij een zaadje, dat nog in mij moet openbloeien, om vervolgens aan de zielen geschonken te worden. In de openbaringen spreekt Maria woordelijk. Zij reikt de zielen hierdoor dus een 'voltooide bloem' aan. Over de precieze oorsprong van de inhoud van de andere categorieën van geschriften heeft Zijzelf jegens mij ooit het volgende beeld geschetst:

Tijdens een lange reeks diep-mystieke contactervaringen met Maria stortte de Moeder Gods mij vanaf het jaar 1997 onoverzienbare hoeveelheden spirituele kennis in, die ik voordien niet bezat en met betrekking tot welke ik ook nooit voordien iets had gelezen. Toen ik na enkele jaren de steeds groeiende behoefte merkte om teksten over Maria en over spirituele onderwerpen te schrijven, was ik zo uitermate verbaasd over de kennis, de inzichten en het begrip die ik buiten mijn weten over spirituele mysteries bleek te bezitten, dat ik Maria vroeg waar ik al die dingen toch wel vandaan kon hebben. Haar antwoord luidde, dat Zij Zelf mij tijdens de eerste mystieke contacten die Zij mij had vergund, deze ongewone kennis via bovennatuurlijke kennisoverdracht had ingestort, omdat Zij met mij een uniek plan van verkondiging had, dat Zij mij daarbij Haar eigen Hart ter beschikking had gesteld, en dat Zij in mij onpeilbare schatten aan mystieke kennis had gezaaid.

Zij noemde al deze verborgen kennis 'mystiek zaad', en drukte mij op het hart dat ik over dit zaad zou kunnen beschikken in de meest intense eenheid met Haar Zelf. Maria zei op zekere dag in dit verband nog:

"Wanneer Ik er behoefte toe heb, bepaalde kenniselementen naar de zielen toe te leiden omdat de volheid van Gods Tijd daartoe aangebroken is, zal Ik in je hart een brandend verlangen opwekken om je diep in jezelf terug te trekken, en daar bepaalde Hemelse zaadjes tot rijping te brengen, en Ik zal je hart daartoe benutten. In jou zullen op dat ogenblik sluimerende kenniselementen gewekt worden, en Ik zal je hart ertoe gebruiken om dit zaad in een geschrift te laten openbloeien".

Zo verklaarde Maria Zelf mij de geboorte van elke onderrichting of boek, bijvoorbeeld Kruistocht naar de ziel, De Wedergeboorte van het Aards Paradijs, Testament van het Verbond, Stormschriften, De Maan in de Nacht, enzovoort: Het gaat daarbij niet om woordelijke uitspraken van Maria, doch om verborgen mystieke kennis, die op het tijdstip van Maria’s Wil daartoe, in de kortste tijd in Haar Myriam volledig opbloeit. Toen Maria Zich in 2005 voor het eerst jegens mij de Meesteres van alle zielen noemde, werd mij helemaal duidelijk waarom Zij sedert 1997 bezig was geweest, mij op te leiden in het mystiek contact met Haar: Zonder deze innigste eenheid met Maria zou deze soort verkondiging helemaal niet mogelijk zijn.

Zo ontstond in de winter van 2007-2008 ook op bovennatuurlijke wijze het geschrift De Dageraad van Gods Rijk op aarde: De Meesteres van alle zielen meldde mij, dat het tijdstip was gekomen waarin God Haar voor de Laatste Tijden aan de zielen wilde verkondigen in de volheid van Haar heerlijkheid en Haar macht. Zij gaf mij het structuurplan in, dat ik moest volgen voor de ontwikkeling van Haar bedoelingen in dit geschrift. Zij herinnerde mij aan vele van de openbaringen die Zij (en die ook God Zelf) mij voordien reeds had geschonken, en Zij bracht in mij het begrip van de relatie tussen alle kenniselementen tot bloei. Het resultaat is de zielen bekend, die De Dageraad lezen.

Zo werkt Maria door Haar Myriam: In fasen van de innigste eenheid van hart, door rechtstreekse ingevingen en door het aanwakkeren van een mystiek Vuur dat nooit dooft en dat het Hemels zaad precies op het ogenblik tot bloei brengt, waarop Maria dit wil. Geen enkel geschrift wordt geboren op een ander ogenblik dan datgene dat Maria Zelf voor dit geschrift bepaalt.

Derhalve kan ik zeggen dat er met betrekking tot de oorsprong van de inhoud van een boodschap of een onderrichting of een ander geschrift geen echt verschil bestaat: ALLES wat door Myriam van Nazareth wordt neergeschreven, stamt uit de Bronnen der Eeuwige Wijsheid, en wordt door Diegene, van Wie Myriam haar naam heeft gekregen (*), hetzij woordelijk geschonken, hetzij onder Haar strikte leiding volkomen waarheidsgetrouw uitgewerkt.

(*) 'Myriam' is de Aramese versie van de naam van 'Maria'; Maria gaf mij Haar naam als getuigenis voor de mystieke vereniging tussen Haarzelf en Haar Myriam.

Op uitnodiging van de Moeder Gods heeft Myriam met Maria reeds in de jaren negentig een verbond gesloten, krachtens hetwelk Maria dag en nacht over Myriam beschikt, en Myriam een totaal teruggetrokken leven leidt (zoals Maria Zelf het uitdrukte: "Je zult Mijn abdij zijn") en een volkomen zuiver hart moet bewaren, zoals een onbeschreven blad papier. Om deze reden is het Myriam bijvoorbeeld niet toegestaan om andere openbaringen te lezen: Zoals Maria het uitdrukt:

"Ik wil je hart voor Mij alleen, vrij van elke stem buiten de Mijne en buiten datgene, wat Ik persoonlijk in jou wil uitwerken".

Daar Maria in de Wetenschap van het Goddelijk Leven vanzelfsprekend slechts kennis schenkt, die de grootste stromen der genade kunnen opwekken, spreekt Zij woorden, respectievelijk laat Zij de stellingen neerschrijven, die de zielen er soms toe aanzetten, de moeilijkste beslissingen te nemen. Zij doet dit evenwel met de bedoeling, de zielen de hoogste mate aan genaden te kunnen laten toestromen.

Een voorbeeld: In Testament van het Verbond laat Maria met klem mededelen, dat de Tridentijnse Heilige Mis de enige is, die de volheid der Genade oplevert. Maria verkondigt dit omdat Zij de zielen die een keuze hebben, in staat wil stellen om te kiezen voor de vorm die de grootste genaden oplevert. MAAR... Maria beklemtoont ook herhaaldelijk, in alle geschriften die Zij Haar Myriam laat schrijven, dat God de ziel oordeelt volgens datgene, wat deze met haar vrije wil doet. Dit betekent: Heeft de ziel de keuze EN de mogelijkheid (gezien de praktische vormgeving van haar dagelijks leven) om de Tridentijnse Heilige Mis bij te wonen, en doet zij dit desondanks niet, dan heeft zij uit eigen vrije wil gekozen voor een lager niveau van genaden. Heeft de ziel geen keuzemogelijkheid noch enige praktische gelegenheid, dan zal God het haar niet als ongerechtigheid aanrekenen indien zij geen Tridentijnse Heilige Missen bijwoont. Wanneer in een hart het verlangen heerst om Tridentijnse Heilige Missen bij te wonen, dan compenseert God Zelf de onmogelijkheid om dit in de praktijk te doen, door een uitstorting van de genaden die door deze onmogelijkheid ontbeerd worden. Zo ver gaat Gods Liefde. God oordeelt de ziel niet slechts volgens haar daden, Hij oordeelt haar zelfs nog méér volgens de gesteldheden van haar hart. Zo kan de ziel verdiensten verwerven, die soms veel groter zijn dan haar daadwerkelijke handelingen zouden laten vermoeden. Wonderbare Goddelijke Liefde!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 21
Over het Tweede Vaticaans Concilie – over de traditie – over het Tridentijns Misoffer

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

In verband met het Tweede Vaticaans Concilie moet ik helaas antwoorden dat Maria mij systematisch verbiedt om in welke zin dan ook uitspraken te doen met betrekking tot kerkelijke beslissingen en decreten. In dit verband zei Zij mij reeds vele jaren geleden dat God met alles een Plan heeft, en dat de plicht van elke ziel eenvoudig hieruit bestaat, zich dermate naar het Licht toe te wenden dat dit Plan zo vlot mogelijk zijn bedoelde vruchtbaarheid moge verkrijgen.

Met 'Terugkeer naar de Tridentijnse traditie' wordt in Testament van het Verbond in de bredere zin van het woord bedoeld: Terugkeer naar de wortels van het oorspronkelijk gedachtegoed binnen de Kerk. Paus Pius V reageerde, zoals bekend, tegen de dreigende chaos in de vormgeving van de liturgie door zijn voorschriften over de juiste wijze om het Misoffer op te dragen. Maria, als Meesteres van alle zielen, roept immers ook voortdurend op om naar de wortels van de jonge Kerk van Christus terug te keren, omdat in die wortels het enige juiste en 'verteerbare' voedsel voor de zielen vervat zit. Zonder enige twijfel mogen noch de letterlijke woorden van Maria noch de inspiraties, die Zij in mijn hart uitwerkt, als een veroordeling van het Concilie worden geïnterpreteerd, want Maria – Die toch over de alles omvattende kennis van de achtergronden en de uiteindelijke vormgeving en uitwerkingen van deze kerkelijke stellingen beschikt – zal hierover nooit een 'oordeel' vellen. Wat Maria evenwel absoluut beoogt, is dit: de zielen zodanig te onderrichten in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, dat zij er steeds beter mogen in slagen om zelf te zien of, en wanneer, en hoe, iets in overeenstemming is met Gods bedoelingen, of niet, en dat zij tevens steeds beter mogen begrijpen waarom, concreet uitgedrukt: dat de zielen steeds méér "leren denken en voelen zoals God Zelf denkt en voelt".

U schrijft zelf, dat het Concilie dagelijks verraden wordt. Maria doet hierover geen uitspraken, en het is mij door Haar niet toegestaan om in dit verband een standpunt in te nemen, doch het staat in elk geval vast dat Maria ons in staat wil stellen om met de ogen van de ZIEL te zien, wat met de oorspronkelijke bedoelingen van een beslissing uiteindelijk gebeurt. Wij moeten voor ogen houden dat er twee verschillende dingen zijn: Er is de beslissing van een Paus, van dewelke wij moeten aannemen dat deze op grond van een ingeving van de Heilige Geest is genomen, en er is een onoverzienbare (ten dele zelfs onzichtbare) reeks van invloeden op de concrete vormgeving van deze beslissing, en deze invloeden komen eigenlijk op zich ook reeds uit drie verschillende richtingen: Sommige betreffen van Licht vervulde pogingen om – rekening houdend met de concrete omstandigheden in een geografisch gebied – het beste van een zaak te maken. Andere betreffen 'ontsporingen' in de praktijk (die daarom niet noodzakelijk slecht bedoeld waren). Nog andere zijn ronduit door de duivel geïnspireerd. Het resultaat is een vervlechting van ontwikkelingen, die voor vele zielen negatieve effecten krijgen, omdat zij uitlopen op chaos.

Maria ziet dit alles ook. Zij weet waar het vandaan komt, en Zij oordeelt niet, doch tracht via een injectie van nieuw Licht in de zielen een wedergeboorte van het denken en voelen tot stand te brengen. Dat is trouwens op alle vlakken Haar grote bedoeling als Meesteres van alle zielen. In feite fluistert Zij in Haar verheven hoedanigheid als Meesteres van alle zielen onophoudelijk in de harten: "Geef je aan Mij, volg Christus en Mijn onderrichtingen, begraaf je oude 'ik' in de grond van Mijn Hart, en laat Mij over jou heersen, opdat Ik je opnieuw kan baren voor het Ware Licht". Onvermoeibaar zegt Maria steeds opnieuw: "Vergeet het verleden – ook gisteren behoort reeds tot het verleden – en geef Mij de gelegenheid om jullie elke dag opnieuw te baren, opdat jullie elke dag een nieuw leven kunnen beginnen". Om diezelfde reden doet Maria ook geen uitspraken over beslissingen uit vroegere jaren – hetzij kerkelijke beslissingen hetzij beslissingen van andere overheden. Zij wil slechts één ding: opnieuw opbouwen, en het 'bouwmateriaal' (de zielen) daarvoor klaar maken.

Wij moeten ons erover verheugen dat de Paus de geknielde tongcommunie zichtbaar toepast. Wij mogen dit zonder meer als een zichtbaar gemaakte ingeving van de Heilige Geest beschouwen, als een akt van goedmaking voor verloren (verspilde?) genaden. Op grond van diverse invloeden hanteert de Kerk helaas geen ondubbelzinnig standpunt in de zin van "ALLEEN geknielde tongcommunie... ALLEEN Tridentijnse Heilige Mis... enz.". Men kan Gods Licht echter op verschillende wijzen zichtbaar maken. De Paus doet dit binnen de hem geboden mogelijkheden en gelegenheden.

Maria tracht voortdurend, de zielen te laten inzien wat Gods Hart vreugde bereidt. Toen ik in de lente van 2005 in het manifest Testament van het Verbond deze passage in verband met het modernisme en de onoverzienbare genaden van het Tridentijns Misoffer op schrift had gesteld – en dat is gebeurd in een gesteldheid van de innigste eenheid met het Hart van Maria, zeg maar: 'in geestvervoering' – was mijn geestelijk leider zeer verheugd. Ook hij trof in die tijd voorbereidingen om uitsluitend nog Tridentijnse Heilige Missen op te dragen. Ik moet daarbij benadrukken dat mijn geestelijk leider alles behalve modernistisch ingesteld is. Hij is een oud-missionaris van het Heilig Hart van Jezus, die uitsluitend Latijnse Heilige Missen opdraagt en uitsluitend geknielde tongcommunie toepast, en wel uitsluitend na sacramentele Biecht. De Hemelse Koningin biedt vaak extra motivaties om definitief voor het allerbeste te kiezen.

Maria oordeelt niet, Zij herbouwt. De Heilige Katholieke Kerk zou er ten zeerste mee gediend zijn indien alle zielen klaar en duidelijk voor ogen mochten houden dat elke pauselijke beslissing als de formulering van een aansporing vanwege de Heilige Geest moet worden beschouwd, dat op grond van een grote hoeveelheid invloeden de concrete uitwerkingen echter niet steeds uitdrukking verlenen aan Gods gedachten, doch dat de zielen dit in geen geval mogen aangrijpen als motivatie om zich als rechter over de Kerk en kerkelijke beslissingen op te werpen. Een ziel is niet noodzakelijk slecht omdat zij zich eens heeft vergist, want zij blijft de kiem van Christus in zich dragen. Hetzelfde geldt voor de Kerk, en wat de kerkelijke beslissingen betreft, moeten wij absoluut overtuigd blijven dat deze in hun principes gebaseerd zijn op Hemelse inspiraties. Indien dit niet het geval was, zou het woord van Christus betekenisloos zijn, waar Hij zegt dat de poorten der hel de Kerk nooit zullen overweldigen.

Wij moeten steeds voor ogen houden dat elk werk, het mag nog zo heilig zijn – ja, misschien zelfs vooral dan – steeds ook de wolven (of de helse slang) wekt. Maria drukte dit als Meesteres van alle zielen ooit zo mooi uit als volgt: "Wanneer de zon opgaat, verlaten de adders hun holen".

Het getuigt van grote Wijsheid dat de Pausen Johannes Paulus II en Benedictus XVI over Vaticanum II spreken met respect en genegenheid. Zij spreken immers over een steen in het bouwwerk van de Goddelijke Voorzienigheid, en hun Liefde is in deze genegenheid op de Goddelijke interventies van de Heilige Geest gericht. Heiliger zouden hun reacties aldus nauwelijks kunnen zijn. Bovendien zal Gods Geest ons er steeds toe bewegen, ons te laten drijven op de kracht van de zuivere Liefde wanneer wij deelhebben aan de opbouw van een heilig werk. Hoe meer wij de adders uitdagen, des te sneller zullen deze ons bijten, en wie baat het wanneer wij onze kracht verspillen aan genezing van het gift uit hun beten, in plaats van stap voor stap behoedzaam tussen de adderholen door verder te gaan naar de uiteindelijke bestemming die God moet verheerlijken? Zo leert de Heilige Geest het toch aan ieder die ertoe geroepen is, zielen met zich mee te voeren naar de eindbestemming.

U vraagt of Vaticanum II een succes of een catastrofe is. Het komt geen ziel toe, daarover te oordelen. Zegt de Meesteres van alle zielen niet dat de ziel met God geen contract afsluit waarin staat dat zij successen zal boeken, doch een contract waarin staat dat zij zich tot het uiterste toe en met Gods genade zal inspannen? Dit geldt voor elke ziel, en dit geldt ook voor de kerkelijke beslissingen. Hoe een inspanning uiteindelijk uitdraait, hebben wij eigenlijk vrijwel nooit in de hand. Om een voorbeeld te geven: Kan een ziel het helpen wanneer zij een andere ziel van de verdrinkingsdood redt, en deze laatste zich vijf minuten later van een rots in een dal stort en sterft? In het hart heeft de eerstgenoemde ziel een leven gered, en God zal haar dit als gerechtigheid aanrekenen. Zo staat ook ergens in het boek van de heilsgeschiedenis in het Goddelijk Archief een aantekening over de auteur van elke kerkelijke beslissing... U begrijpt vast wel wat ik bedoel.

Lieve broeder, wees ervan overtuigd dat ik geen enkel ogenblik het gevoel heb gehad dat U kritiek op mij of op het Apostolaat wilde uiten. Maria stelt mijn hart volledig open voor elke brief of mail die mij wordt toegestuurd, zodat ik in staat word gesteld om tussen de regels door, de gesteldheid van de ziel van de auteur aan te voelen. Ik weet aldus absoluut met welke Liefde en met welk verlangen om God te dienen, U Uw beide mails hebt geschreven.

Met betrekking tot het visioen van Rosa Quatrini over Paus Paulus VI mag ik helaas geen uitspraak doen. De bekendmaking van een visioen is een zaak tussen de betreffende ziel en God. Slechts die ziel is daarvoor verantwoordelijk, en datgene wat in het visioen wordt gezien, drukt een inhoud uit, die God aan deze ziel heeft willen mededelen. God heeft met alles een bedoeling, die op de verwezenlijking van Zijn Heilsplan is gericht. Ik mag in dit verband vanwege de Meesteres van alle zielen slechts één ding zeggen: Wanneer wij aannemen, dat een visioen authentiek 'van Boven' afkomstig is, moeten wij ervan uitgaan dat de betreffende ziel het visioen in die welbepaalde vorm en op dat welbepaalde tijdstip heeft ontvangen, omdat de volheid van Gods Tijd daarvoor gekomen was en de inhoud juist de elementen bevat, die voor de vorming van zielen noodzakelijk of nuttig waren.

Lieve broeder in Jezus en Maria, ik hoop, U enigszins behulpzaam te hebben mogen zijn, en ik sluit U, Uw gezin en Uw kennissen, alsook al Uw werkzaamheden, graag in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

P.S.: Anekdotische opmerking: Het Testament van het Verbond werd 'toevallig' juist in de tijdsruimte omstreeks de dood van Paus Johannes Paulus II en de verkiezing van Paus Benedictus XVI geschreven.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 22
Over uitputting en moedeloosheid – over de heilige kiem van de ziel –
over verzoening – over vriendschap

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U hebt Uw hart van heel wat 'stof' bevrijd en hebt daardoor de rem blootgelegd, die U dezer dagen zo uitput, zo moedeloos maakt, U van alle energie berooft. Wat nu in U gaande is, zou men eigenlijk in een beeld kunnen uitdrukken: In U brandt een Vuur dat U zou willen voortstuwen, doch een zekere ontevredenheid remt al Uw geestdrift af, zodat dit Vuur, dat U juist tot grote prestaties in staat zou kunnen stellen, U in zekere zin eerder inwendig opbrandt. De stootkracht van Uw ziel wordt als het ware eerder in een remmende kracht veranderd. U zou het ook zo kunnen zien: Wanneer U in een wagen gas geeft, doch daarbij de handrem aangetrokken laat, zal Uw wagen nauwelijks vooruit komen, doch veeleer na enige tijd verhit raken en veel energie verspillen. Ook in de ziel kan iets gelijkaardigs gebeuren.

Waarom reageert Uw ziel op deze wijze?

Onze ziel wordt door de brandstof van God aangedreven. Deze brandstof is de Ware Liefde, die de essentie van het Goddelijk Leven is. Het 'Goddelijk Leven' is in feite het Ware Leven van de ziel zoals God het in de ziel heeft voorzien, op basis van de onophoudelijke ingevingen van de Heilige Geest, met een fijngevoeligheid die de ziel ertoe in staat stelt, datgene wat juist is en de enige volle Waarheid van de Goddelijke Mysteries, steeds dieper te doorschouwen, zodat de ziel als het ware volledig en uitsluitend door de Wil van God wordt bewogen, en zij al haar beslissingen treft op grond van deze beleving. Een ziel die het Goddelijk Leven in zich werkelijk tot ontwikkeling en ontplooiing laat komen, leeft zoals God het voor deze ziel heeft voorzien.
 
De ziel bezit een heilige kiem, die het vermogen bezit om Gods Wil echt te voelen. Heel vaak wordt deze kiem met wereldse invloeden bedekt, zodat als het ware een laag stof of slijk over deze kiem wordt uitgespreid. Hierdoor verliest deze kiem zijn natuurlijke vermogens. U moet weten dat de werking van deze kiem gelijkaardig is aan deze van een magneet: Hij trekt als het ware God en alle Goddelijke invloeden naar de ziel toe, en houdt de communicatie tussen de ziel en al het Goddelijke in stand. Deze heilige kiem bevat onder andere het geweten. Hij bezit ook een vermogen om de eigenlijke roeping van de ziel te voelen. De 'roeping' mag niet worden verward met 'het beroep'. De roeping in de werkelijke, spirituele zin van het woord, is datgene waartoe God de ziel in de wereld heeft gezonden: Het is de rol die de ziel volgens het grote Plan van God in dit leven (het enige leven dat wij hebben!) moet vervullen.

Dit brengt ons tot de volgende vaststelling:

De relatieve ontevredenheid, die Uw ziel beklemt, komt hieruit voort, dat Uw ziel voelt dat Uw leven een wending heeft genomen die niet in overeenstemming is met de roeping die God voor U heeft voorzien. U moet zich ervan bewust zijn, dat de heilige kiem van de ziel gewaarwordingen zoals een onpeilbaar gevoel van ongelukkig-zijn kan opwekken: het gevoel van 'ik ontbeer iets, maar weet niet zeker, wat het is'. Deze vaststelling voltrekt zich doorgaans in de diepe processen van het zielsleven, zodat men wel vaker heel moe, lusteloos of futloos wordt (zelfs lichamelijk), zonder te weten waarom. De vermoeidheid lijkt dan een leven op zich te leiden, en neigt ertoe, steeds erger te worden.

De Goddelijke Voorzienigheid heeft U een akt van Liefde betuigd, door U met een goede vriendin te zegenen. Een mooie vriendschap is een Godsgeschenk. Wat tussen U en Uw vriendin gebeurt, waardoor de relatie wat verwrongen raakt, moet U eenvoudig als een bekoring vanwege de duisternis beschouwen, die iets moois steeds wil verwoesten en onwerkzaam wil maken. Hieraan kan iets worden gedaan, wat Uw leven een volledig nieuw fundament zou kunnen geven: 'Biecht' U eenvoudig eens tegenover Uw vriendin. Stort Uw hart voor haar uit, opdat zij zou weten, dat U er zich van bewust bent dat U haar onrechtvaardig behandeld hebt en dat het U oprecht spijt. Tracht U haar uit te leggen waarom U gespannen was of bent. Omhelst U haar gewoon eens, en ontlast U daardoor Uw eigen hart EN het hart van Uw vriendin. Houd U zich steeds voor ogen dat spanningen de neiging hebben, zich samen te ballen en daardoor te verergeren. Op zekere dag blijkt dan, dat tussen de betrokken zielen een sfeer heerst die zo ontvlambaar is dat geen partij haar nog kan verdragen en haar ook niet meer in de greep heeft. Een 'biecht' jegens een ziel die men onrechtvaardig heeft behandeld, kan buitengewoon mooie wonderen bewerken. Verzoening kan een vriendschap in het leven roepen, die zelfs hechter is dan ooit voordien. Een dergelijk houvast hebt U nu nodig, en Uw vriendin eveneens.

Nu is vooral het volgende voor U noodzakelijk:

1. Uw hart werkelijk van alles te bevrijden wat het bedrukt. Poetst U daarom Uw relatie met Uw vriendin op; verstevigt U de fundering van deze vriendschap. Spreekt U zich wederzijds rustig uit, en gaat U daarbij zeker niet de 'knopen' uit de weg. Hoe meer probleemgebieden U samen kunt oplossen, des te sterker zult U zich allebei daarna voelen. Er zal U van Boven uit een bijzondere kracht geschonken worden, omdat U door verzoening en solidariteit Gods Werken bevordert;

2. Kijkt U allebei eens diep in Uzelf, om in alle eerlijkheid te kunnen vaststellen of U met Uw opleiding de juiste weg bewandelt, en indien U daar een muur aantreft waar U blijkbaar niet met goed gevolg of met een gevoel van diepe tevredenheid overheen kunt, bezint U zich dan ernstig of er geen andere weg mogelijk is. Neemt U die beslissing niet te lichtvaardig, en neemt U haar vooral niet op basis van louter menselijke, wereldse overwegingen, doch op basis van de vervulling van Uw zielsleven! Indien U beslist, van opleiding te veranderen, en U krijgt daartoe de mogelijkheid of de gelegenheid, aarzelt U dan niet vanwege de mening dat U een paar jaren zou hebben weggegooid. Tracht U de 'verloren' tijd te zien zoals deze werkelijk is: een stuk van Uw levensweg, die voor de vorming van Uw ziel nut heeft gehad. De ziel heeft een zekere hoeveelheid en verscheidenheid aan ervaringen nodig om zich te vormen in de deugdzaamheid. U moet immers de kunst leren, met anderen en met God te leven. Dit past in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

3. Wijdt U zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria, de Meesteres van alle zielen, en verricht U deze toewijding indien enigszins mogelijk samen met Uw vriendin. Samen de hogere macht van God en van Zijn Vertegenwoordigster Maria belijden, zal een onvermoede kracht in U beiden vrijmaken. Gelooft U mij, ik beklemtoon deze woorden en getuig van hun waarheid. Maria wacht erop, Uw leven op het door God gekozen pad te kunnen leiden. Zij heeft daartoe Uw oprechte toewijding aan Haar nodig. Hoe U dit doet, kunt U gemakkelijk vinden op www.maria-domina-animarum.net. Indien nodig, help ik U daarbij van harte. Maria kan en zal Uw leven veranderen. Zij zal U de kracht van het Ware Leven instorten, en Uw geest zodanig verlichten dat U zult leren, vele dingen helemaal anders te bekijken. Uw hart zal van een U voordien onbekende vreugde worden vervuld, en de innerlijke spanningen zullen uit U wegvloeien. Uw zielsleven zal worden zoals een bloem die blaadje na blaadje ontvouwt en daarbij steeds mooier en geuriger wordt.

Wees ervan overtuigd dat de loop van Uw leven geen straf van God is. God bestraft niet hen die Hem vergeten, doch wacht op hen met onbeperkte Liefde. Alleen zo kan Hij een ziel helpen, de oneindige macht van de Liefde en van de inkeer in zichzelf te leren voelen. Indien Hij een ziel zou bestraffen, zou deze ziel niet van de Heer Zelf kunnen leren hoe de onbeperkte, volmaakt zuivere Liefde werkt en hoe zij aanvoelt. God heeft ons Maria gegeven als de onfeilbare Gids op de weg naar het Ware Geluk. Laten wij Hem danken door dit geschenk met Liefde aan te nemen.

Lieve zus, geeft U zich totaal aan Maria, en leert U daardoor de effecten van de Ware Liefde kennen. U zult in een geurige roos voor Uw omgeving veranderd worden. Geeft U Haar deze kans, uit Liefde tot Haar en tot Jezus, en geeft U daardoor eveneens Uzelf de kans om werkelijk gelukkig te worden. U zult het Licht krijgen om Uw levensvragen de ene na de andere op te lossen, en wel met tevredenheid en met vruchtbaarheid. Ik verheug mij reeds, op zekere dag van U te mogen vernemen dat het gelukt is.

Heel graag bid ik voor U, opdat U samen met Uw vriendin spoedig tot de gelukkigen moge behoren, die in het Hart van Maria een nieuw en waarlijk vervullend leven hebben gevonden.

In alle Liefde, en in dienst van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 23
Over de Biecht – over de Levensbiecht – over de 'abstracte' wijze om te biechten –
over het bewijzen van het bestaan van God en van het Eeuwig Leven –
over het Geloof

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Maria is de Koningin van de Vrede. Er bestaat geen betere weg om de ware innerlijke Vrede te vinden dan deze via een levensbiecht naar de ware totale toewijding aan Maria.

Gewoonlijk menen zielen dat een levensbiecht zonder succes blijft indien zij er niet in slagen, daarbij zoveel mogelijk details uit hun leven te berde te brengen. Dat is niet zo. Maria leerde mij verscheidene jaren geleden dat de totale toewijding aan Haar een kwestie is van dagelijkse wedergeboorte, en dat het leven een reis is doorheen een weelderig landschap, maar dat de ziel tijdens die reis niet vaak meer achterom mag kijken (= terugblikken op het verleden), en ook slechts zo weinig mogelijk naast zich mag kijken (= aandacht schenken aan wereldse dingen uit het heden). Op zekere dag vroeg ik Maria daarom, wat dan moet gebeuren met de Biecht, aangezien een Biecht steeds met het verleden te maken heeft. Mijn Meesteres antwoordde mij:

"Wanneer een ziel zich aan MIJ toewijdt, begraaft zij zichzelf in de bodem van Mijn Hart. Alles wat zij Mij toewijdt, wordt eveneens in deze bodem begraven. De bodem behoort Mij alleen toe, en in deze bodem wordt alles wat daar begraven is, geleidelijk verteerd in de Goddelijke Liefde. Wanneer de ziel daarna nog in deze bodem begint te woelen, tracht zij Mij iets te ontnemen dat Mijn uitsluitend bezit is. In de Biecht begraaft de ziel elementen die haar op zekere dag hebben geschaad, in de bodem van het Barmhartige Hart van God. Zij kijkt daarna beter niet meer achterom".

Met betrekking tot een Levensbiecht leerde Maria mij dat het niet absoluut noodzakelijk is, zich alle details van het verleden te herinneren, aangezien het voor de Haar toegewijde ziel niet wenselijk is, aan haar verleden te blijven vasthangen. Zo zegt Zij dat een Levensbiecht een oefening in zelfonderzoek moet zijn, waarbij de ziel zichzelf en vooral de diepere beweegredenen van haar handelen en denken nader moet leren kennen, om aldus haar eigen gedragspatronen beter te begrijpen en via deze weg tot veranderingen ervan te kunnen komen. Maria heeft mij geleerd, meer in beelden te biechten. Mogelijk werkt dit niet voor elke ziel, voor mij werkt deze 'abstracte' wijze van biechten in ieder geval prachtig. Misschien heb ik in dit verband het voordeel dat Maria mij reeds jarenlang vormt in het mystieke schouwen, zodat mijn geest en hart eigenlijk nog bijna uitsluitend in abstracte beelden en voorstellingen 'denken' of 'waarnemen'. Hoe dan ook: Een 'abstracte' wijze van biechten bestaat hierin, dat men de te biechten elementen in een 'systeem' zoekt te vatten, dat tijdens de Biecht naar voor gebracht wordt.

Een voorbeeld: Veronderstellen wij dat U zich meent te herinneren dat het (wellicht zelfs meermaals) kan zijn voorgekomen dat U een medemens een kwetsend antwoord hebt gegeven. U herinnert zich geen details en wordt wat onrustig omdat U geen enkele van deze gelegenheden 'ongebiecht' wil laten. In dit voorbeeld zou een abstracte Biecht ongeveer als volgt gebeuren:

"Ik betuig mijn spijt over elke gelegenheid, in mijn hele leven, waarbij ik een medemens op welke wijze dan ook kan hebben gekwetst, hetzij door daden, hetzij door een gesproken woord of zelfs in verborgen gedachten, gevoelens en verlangens"

(men kan ook in gedachten, gevoelens of verlangens zondigen!). Het resultaat van deze Biecht is, dat U ALLE gelijkaardige gelegenheden in één enkele zin hebt samengebracht en meteen veel meer hebt gebiecht dan U het ooit via een opsomming van details zou hebben gekund. Soms is het op deze wijze mogelijk, een hele Levensbiecht in slechts enkele veelomvattende zinnen te verrichten.

Een ander voorbeeld: U hebt het gevoel dat U zich jegens één of meer medemensen geregeld zo gedraagt dat deze in Uw tegenwoordigheid als verlamd lijken (zich blijkbaar niet helemaal kunnen ontplooien). In dit geval is het absoluut mogelijk dat U in Gods ogen schuldig bent aan verscheidene ondeugden. Waarschijnlijk is Uw eigen gedrag dan voor Uzelf zo gecompliceerd dat U niet precies zou weten, hoe te biechten. Welnu, hier zou U het als volgt kunnen doen:

"Ik betuig mijn spijt over het feit dat ik bij vele gelegenheden in mijn leven zielenbloemen van levenskracht heb beroofd".

Wanneer U zich aan iets concreets herinnert, of de biechtvader uitdrukkelijk om een voorbeeld vraagt, kunt U het beeld nog toelichten, doch het voornaamste is, dat U tegenover God een persoonlijkheidstrek, een zwakheid, in haar volle omvang hebt betreurd...

Maria zei mij reeds meermaals:

Bij de Biecht komt het niet aan op de details van het gesproken woord, doch op het heersende gevoel van het hele hart terwijl de ziel biecht. Wanneer in het hart een diep en oprecht berouw heerst, een pijn over de pijnen die men God, de Moeder van Smarten en de medeschepselen heeft bereid, een brandend verlangen om alles opnieuw goed te maken, en een brandende Liefde, waarmee de ziel werkelijk Gods Hart wil kussen, schenkt God ook volle vergeving met betrekking tot de 'niet herinnerde, respectievelijk niet uitdrukkelijk uitgesproken details'. Na de Biecht wordt alles uitgeboet door een werkelijk doorleefde toewijding aan Maria, doordat deze totale toewijding de ziel op wegen tot goedmaking wijst. Een prachtig systeem, dat de Biecht kan maken tot een bijzonder verrijkende ervaring!

Wat X betreft, kan in elk geval worden gezegd dat de jeugd in deze moderne maatschappij een bijzondere genade nodig heeft om nog stand te houden tegen de godvijandige krachten. De academische opleidingen, vooral in de natuurwetenschappen, sluiten zonder meer alle geloof in alles wat van Goddelijke herkomst is, uit: in de eerste plaats het Geloof in het bestaan van God. In 2007 heb ik een boek geschreven over de ziel van Maria, de persoonlijkheid zoals Zij werkelijk was. Maria schonk mij voor het schrijven van dit boek vele lange visioenen, en gaf mij onpeilbaar diepe inzichten. Het resultaat was het boek Wedergeboorte van het Aards Paradijs. In hoofdstuk 16 van dit boek wordt onder andere een argumentatie gebracht voor het aantonen van het bestaan van God.

X. vraagt zich af waarom hij op de wereld is, en wat de zin van het leven is. In dit verband zou U absoluut eens de tekst Waarom leeft de mens? ter hand kunnen nemen. U vindt deze hier. Deze tekst zou best wat meer duidelijkheid of ten minste aansporingen tot nadenken kunnen bieden.

X eist bewijzen voor een leven na de dood. Dit te 'bewijzen', is eigenlijk hier op aarde nauwelijks mogelijk. Ik bedoel dit in de zin van een 'wetenschappelijk steekhoudend bewijs'. De bewijzen zijn er alleszins, alleen moet de ziel daartoe begenadigd worden met de gave van het mystieke schouwen. Indien er geen leven na de dood zou zijn, ware het Maria Domina Animarum Apostolaat volslagen zinledig, ja inhoudsloos. De Wetenschap van het Goddelijk Leven is immers volkomen op de bovennatuurlijke kennis over de aard en de doelstellingen van de ziel gegrondvest.

Natuurwetenschappelijk (bijvoorbeeld in de zin van de fysica) kan het leven na de dood niet worden aangetoond, precies omdat het hier gaat om het verder leven van het niet stoffelijke levensbeginsel, terwijl de wetten van de fysica zich bezighouden met het stoffelijke, het tastbare en het zintuiglijk waarneembare. Het leven na de dood maakt volledig het voorwerp uit van het Geloof. Datgene, waarvan God van ons verlangt dat wij het geloven, is principieel niet gebaseerd op dingen en principes die men uit natuurlijke, zintuiglijke ervaring zou kunnen weten, want anders zou niet de grote verdienste van het Geloof bestaan. Indien de ziel God zichtbaar op straat kon zien lopen, zou zij geen enkele verdienste kunnen verwerven. Dat zou catastrofaal zijn, want in dat geval zou geen enkele ziel nog in de Eeuwige Heerlijkheid kunnen binnentreden.

Het Geloof is het in vaste overtuiging aanvaarden dat:
  1. er een God bestaat;
  2. deze God voortdurend met de Schepping bezig is;
  3. dit 'bezig zijn' uitsluitend het eeuwig welzijn van de mensenzielen beoogt.

In deze drie punten geloven, betekent concreet: er vast van overtuigd zijn, dat

  1. er een almachtig Wezen bestaat;
  2. dit Wezen boven al het geschapene staat;
  3. dit Wezen over vermogens beschikt die al het menselijke, respectievelijk al het geschapene, ver overstijgen, en dat dit Wezen alle geschapen vermogens in zich bevat en deze zonder meer kan sturen en richting kan geven;
  4. het 'bestaan' van dit Wezen geen begin en geen einde KAN hebben;
  5. de Werken van dit Wezen slechts voortkomen uit de volmaakte Liefde, slechts Liefde voortbrengen, en slechts de ontplooiing en vermenigvuldiging van de Liefde in de Schepping beogen.

Dit betekent dus: Van elke ziel – door deze God geschapen – wordt verlangd en verwacht, dat zij gelooft in het bestaan van God, en in het feit dat de essentie van deze God LIEFDE is. Dit te geloven, betekent meteen: rekening houden met het feit, dat de Schepping en alles wat bestaat, de Liefde als grondbeginsel en als leidmotief moet hebben. Daar begint alles: God oordeelt de ziel op basis van de mate waarin zij de Liefde in zich en om zich heen verwezenlijkt. De eerste stap is deze: geloven dat God, Zijn Werken en Zijn aard respectievelijk het levensprincipe (de Liefde) bestaan. Dit betekent dus ook, dat deze eerste stap van de ziel zelf moet uitgaan: De wijze waarop de ziel haar vrije wil gebruikt, bepaalt haar eeuwige toekomst en de mate waarin zij tot God kan naderen. Zodra het Geloof vaststaat, komt God de ziel tegemoet, en begint de ware genadewerking.

Het zou mooi zijn indien X. dit systeem eens goed bij zichzelf kon overleggen en daarbij met het hart in zichzelf zou kijken, niet met het (door de wetenschappelijke vorming op nauwe denkwegen gestuurde) verstand. God kan niet met het verstand gevat worden, Hij laat Zich slechts met het hart ontdekken.

Lieve zus, Maria zou U deze kleine taak willen geven: Als moeder is U de macht toevertrouwd, de ziel van Uw zoon mee richting te kunnen geven. Hieruit bestaat een essentieel gedeelte van de opvoedingsplicht. God heeft elke moeder met dit vermogen uitgerust. U is de beproeving geschonken (jawel, een beproeving verbergt steeds een geschenk van God), in Uw zoon de 'strijd' tegen de overheersing van het werelds denken in het dagelijks leven te moeten aanknopen.

Maria zou willen, dat U deze beproeving voor U en X. tot nut zou trachten te maken, door vanaf vandaag tot de Heilige Aartsengel Gabriël te bidden dat hij X. de genade zou bekomen, zijn hart en geest te kunnen openen voor het bovennatuurlijke, het Goddelijke, opdat Maria zijn denken en voelen volkomen zou kunnen ontsluiten. Vraagt U de Aartsengel daar werkelijk om, want Gabriël kan instaan voor de zuiverheid en doeltreffendheid van de communicatie tussen het mensenhart en God. Maria geeft mij voor deze intentie het volgende gebed:

(hier volgt gebed nr. 1117)

Lieve zus, ik leg al Uw zorgen aan de voeten van de Meesteres van alle zielen, Die er slechts op wacht dat wij Haar oneindige Liefde en macht zouden belijden, opdat Zij in ons leven de mooiste wonderen zou bewerken. Heel graag in gebed verenigd, en vanzelfsprekend steeds bereid,

Ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 24
Over het gebed voor de priesters

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Heilige Maagd Maria heeft mij tijdens gebed geïnspireerd tot het volgende gebed voor Uw intentie. Onze Hemelse Moeder en Meesteres beklemtoont dat het Haar bijzonder zou verheugen wanneer U met gelijkgezinde zielen samen dit gebed voor de betreffende priester tot Haar zou richten. Aangezien hierin net die woorden voorkomen, die de Moeder Gods graag uit zoveel mogelijk harten zou horen, kunnen wij er met zekerheid van uitgaan dat dit een heel krachtig gebed is, dat Haar precies datgene ter hand kan stellen, waarmee Zij de nodige genaden kan bekomen.

Deze ervaring heeft mij zeer verheugd, omdat Uw brief aanleiding is geweest voor de geboorte van een gebed dat nog vele priesters kan helpen, hun lasten in waardigheid te dragen, en vooral de innerlijke gesteldheden te kunnen bewaren die zij nodig hebben om Gods Licht in vlekkeloze toestand in de zielen binnen te leiden, want zij zijn tenslotte toch voor dit doel geroepen.

Tegen de achtergrond van de onderrichtingen die Zij zelf de Wetenschap van het Goddelijk Leven noemt, wijst Maria erop, dat Zij de macht heeft, ook het schijnbaar onmogelijke te verwezenlijken, maar dat Zij daarvoor echter de inzet van zielen nodig heeft, en vooral de juiste ingesteldheid. Bid voor deze priester, oordeel hem niet, wijd hem met een zuiver hart toe aan Maria. Elke slechte gedachte en elk negatief gevoel beïnvloeden de waarde van het gebed en maken het mogelijk dat de greep van de duisternis nog sterker wordt.

De Heilige Maagd adviseert het bidden van het navolgend gebed door diverse zielen gelijktijdig als een vorm van gebedsverbond ten gunste van een bepaalde ziel. Priesters kunnen het ook voor elkaar bidden, enzovoort. Zo kan het als het ware een net van Licht over de Kerk van Jezus uitspreiden.

Wees ervan overtuigd, dat ik Uw intentie verder met klem aan de voeten van onze Hemelse Koningin zal leggen, en dat ik meteen ook U, lieve zus, aan Maria zal toewijden, opdat al Uw voornemens Heil en zegen over Uw medeschepselen mogen brengen.

In Liefde, in het licht van de Hoop op Maria, de Morgenster, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

(zie gebed 1119 Toewijding van een priester aan Maria)


www.maria-domina-animarum.net

Brief 25
Over de taak van Myriam

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik verheug mij zeer over de wens (toegewijd te worden aan Maria) die in Uw hart leeft. Deze toewijding is zeer belangrijk in het kader van Gods Heilsplan, evenals voor Uw ziel. Uw hele leven kan hierdoor veranderd worden.

Het is mij sedert enkele jaren door Maria niet meer toegestaan, in de fysieke tegenwoordigheid van een ziel een persoonlijke toewijding uit te spreken. De reden hiervoor is de volgende: Toen Maria mij in 1997 op de mystieke weg riep, verleende Zij mij onder andere de gave om op mystieke wijze zielen te doorgronden. Op basis van deze gave bestond één van mijn taken eruit, zielen aan Maria toe te wijden in een strikt persoonlijke toewijding, die gegrondvest was op heel diepe inzichten in de verborgen gesteldheden van de betreffende ziel. Een dergelijke toewijding werd in de aanwezigheid van de betreffende ziel geknield liggend uitgesproken, en duurde meestal tussen 10 en 20 minuten.

In 2005 voltrok Maria aan Myriam de hoogste trap van de mystieke bruiloft. In het kader van deze ontwikkeling gaf Maria mij nog meer opdrachten, en onderwierp Zij mij aan de regel, voortaan 'Haar abdij' te zijn, dit betekent, een leven in het verborgene te leiden: Zo weinig mogelijk contacten (behalve met mijn geestelijke leider en enkele zielen in de oude kleine kring rond mijn geestelijke leider, en beperkt tot deze laatsten). Elk telefonisch of fysiek contact werd mij verboden. Ik mocht nog slechts een zekere mate aan schriftelijk contact onderhouden, strikt binnen de context van mijn spirituele levensopgave. Mijn taak bestaat er immers uit, geschriften en gebeden te schrijven, die tot stand komen in mystieke vereniging met Maria, en die enkel en alleen door Haar gevoed worden. Dit brengt verder met zich mee, dat ik zelfs geen spirituele lectuur mag lezen indien Maria mij deze niet persoonlijk oplegt. De achterliggende reden, door Maria Zelf aangegeven: "Ik wil dat je hart en je geest als een onbeschreven blad papier zijn, klaar om op elk moment Mijn woorden en inspiraties in volledige zuiverheid en onbeïnvloed te ontvangen, en elke innerlijke mystieke beweging in de diepten van je ziel kristalhelder aan te voelen, te verwerken en tot bloei te brengen".

Wat mij echter absoluut is toegestaan, is de toewijding aan Maria van zielen die hiernaar verlangen, in een toewijding die nu verloopt in de beslotenheid van het mystiek gebed. Deze toewijding is bijzonder krachtig en werkzaam, alleen hoort de ziel deze niet. Ik kan nooit uitsluiten dat Maria mij voor de betreffende ziel iets persoonlijk meedeelt, maar ik kan dit nooit beloven, aangezien Maria met alles de vervulling van een plan nastreeft, dat precies past binnen Gods grote Heilsplan.

Wil mij dus verontschuldigen dat ik aan Uw verlangen niet in de door U gewenste vorm kan voldoen. Ik ben ervan overtuigd dat U dit zult begrijpen wanneer U er rekening mee houdt dat dit onvermogen berust op een beschermende maatregel van de Meesteres van alle zielen, Die er enkel en alleen wil voor zorgen dat Haar Myriam zuivere werken moge kunnen volbrengen.

Ik sluit U vanzelfsprekend graag in mijn hart en neem U in mijn gebeden op, en ik wijd U met al Uw contacten en Uw hele levensweg toe aan de Meesteres van alle zielen. Opent U zich voor de instromende genaden en volgt U de aanwijzingen en onderrichtingen van onze Hemelse Meesteres. Vele wondermooie teksten en geschriften moeten nog in het Duits vertaald worden. U zult deze op Gods Tijd leren kennen. Mogen zij Uw hart met Licht en diepe Vrede vervullen.

In Liefde en in dienst aan de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 26
Over de vrije wil – over de vertalingen van de Myriam-teksten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het is steeds van groot belang dat de vrije wil op geen enkele wijze ingeperkt wordt. Slechts dan zal Gods zegen volledig op deze beslissing en op de zich daaruit ontwikkelende samenwerking rusten. Onze Hemelse Meesteres werkt vaak door zielen en hun beslissingen. Ikzelf heb in mijn leven op dit vlak reeds onvoorstelbare wonderen meegemaakt. De ontwikkelingen schijnen U iets te willen zeggen. U weet immers dat het 'toeval' niet bestaat: Op één of andere wijze is alles ergens Goddelijke Voorzienigheid. God schrijft het ontwerp van ons levensboek, maar wij worden verondersteld, dit ontwerp, deze voordruk, 'op te vullen'. Hoe meer wij Gods ideeën kunnen benaderen, des te heiliger is ons leven. Dit geldt niet alleen voor de grote dingen, doch eveneens voor de details van het leven.

Houd U zich steeds voor ogen dat elk woord, dat een ziel schrijft of vertaalt, een straal van Licht over de wereld brengt, op voorwaarde dat dit woord met echte Liefde geschreven is. Teksten zijn oneindig veel méér dan een opsomming van woorden, en woorden oneindig veel méér dan een opsomming van letters: In een tekst leest een mystiek begaafde ziel vaak de ingesteldheid van de schrijver ervan op het tijdstip waarop deze de tekst geschreven heeft. Een brief of een mail kunnen, wanneer Maria het wil, zijn als een zich volledig openende bloem, via dewelke de ziel van de lezer de geestelijk-morele en spirituele gesteldheid van diegene 'leest', die deze brief of mail heeft geschreven. Zo is het ook met een te vertalen tekst: Deze kan iets overbrengen dat volledig buiten de woorden staat. Dit alles is Goddelijk Mysterie, en behoort tot de vele wonderen van het onzichtbare in de Schepping: Een nauwelijks tastbaar element van de Wetenschap van het Goddelijk leven. Men kan dit slechts enigszins begrijpen wanneer men er rekening mee houdt dat de engelen niet met woorden, doch via een uitwisseling van gevoelens met elkaar communiceren...

Wij streven allen slechts één enkel doel na: de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Wij genieten het voorrecht, via het Maria Domina Animarum Apostolaat een teken van solidariteit tussen vele naties te mogen stellen, een klein model van de Vrede, die God op aarde beoogt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 27
Over de gebrekkige gezondheidstoestand als oproep tot bezinning en spirituele beschouwing – over de ontdekkingsreis door het verborgen landschap van de ziel – over de uitwerking van de beleefde toewijding op de omgeving

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik heb Uw brief in nederige Liefde aan de voeten van onze Hemelse Koningin gelegd. Niet toevallig vieren wij vandaag, op de dag waarop Uw brief aan Maria werd overgedragen, Maria als Zetel der Wijsheid.

Uw voornemen is mooi, en rust op een bed van Liefde. Onze Hemelse Meesteres vraagt mij echter, U het volgende mede te delen.

Uw huidige gezondheidstoestand is een teken van God dat de tijd aangebroken is, een leven van bezinning en spirituele beschouwing te gaan leiden. Gods Geest zal U daarbij de juiste richting tonen, en Maria zal U leiden. De weg van de bezinning is een weg op dewelke de ziel in bepaalde periodes van het leven – soms voor de rest van haar leven! – geroepen kan worden, met de bedoeling, in het reine te komen met het eigen verleden, en de eigen ziel dieper te leren doorgronden. Een dergelijke roeping gaat niet zelden gepaard met een gezondheidstoestand die tot een 'nieuw levensritme' uitnodigt.

Wat Maria nu van U verlangt, is dat u een ontdekkingsreis door de verborgen landschappen van Uw ziel maakt, zo vaak mogelijk in stille bezinning. De bedoeling is: in Uzelf een totnogtoe onvermoede Vrede te ontdekken, die U zo veel over de onbekende aspecten van Uw echte roeping en Uw spiritueel leven zal leren, dat U spoedig als een compleet ander mens zult overkomen. Wanneer U erin slaagt, deze 'ontdekkingsreis' intensief samen met Maria te ondernemen, zal de Hemelse Meesteres U omvormen. U zult veel dichter bij Gods Waarheid kunnen komen dan ooit voordien, omdat vele dingen die Uw innerlijke ontplooiing totnogtoe in de weg stonden, zullen wegvallen, of preciezer gezegd: door Uw ziel zelf als ballast afgeworpen zullen worden, omdat Uw ziel dit alles niet langer in zich wil laten uitwerken alsof het iets belangrijks ware.

Uw ziel verkeert reeds geruime tijd in onrust. De reden hiervoor is niets anders dan dat U iets anders zoekt dan datgene, wat het leven totnogtoe voor U in petto leek te houden. Aangezien een ziel in een moderne leefwereld niet steeds gemakkelijk uit de activiteit kan stappen, kan Gods Voorzienigheid haar hierbij te hulp komen, in die zin, dat de ziel zich om zo te zeggen zelf een nieuw gevoelspatroon gaat scheppen: De ziel stelt zich open voor de dingen voor dewelke zij zich maar al te vaak afgesloten heeft. Zij maakt van haar levensreis gewoon het beste, door het landschap aan de rand van haar levensweg met andere ogen te leren bekijken. Met de hulp van de Meesteres van alle zielen kan de ziel in deze gesteldheid van innerlijk schouwen, er absoluut in slagen, geleidelijk aan dwars doorheen de oppervlakkige schijn van de dingen te kijken, en aspecten van de dieper liggende Waarheid van God te voelen. Deze Waarheid zit precies vervat in dat gedeelte van de werkelijkheid, dat meestal voor onze 'normale' waarneming verborgen blijft. Niettemin bevat net Gods Waarheid alle Geluk, alle Vrede, alle schoonheid, alle vreugde en alle verrukkingen van het innerlijk leven. Hoe kunt U dan deze wonderen echt ontdekken?

Maria is U daarop aan het voorbereiden. Zij doet dit door ervoor te zorgen dat U zich van Uw innerlijke onrust bewust wordt. Deze onrust kwelt U momenteel, en probeert U van richting te doen veranderen, niet noodzakelijk wat de positie binnen Uw leefwereld betreft, maar inwendig, in het hart. Maria doet dit verder door de vele onderrichtingen, openbaringen, gebeden en geschriften, met dewelke Zij U in aanraking brengt, en waarin het zaad van het Goddelijk Leven aanwezig is. Ten derde doet Maria dit, door U ervan bewust te maken wat Uw gezondheidstoestand U tracht duidelijk te maken: Ontziet U het lichaamskapitaal van Uw wezen door Uw lichamelijk lijden aan de voeten te leggen van Maria, de Meesteres van alle zielen. Wijd het Haar met Vuur toe, en smeek tot Haar als volgt:

"Maria, machtige Meesteres van mijn hele wezen, bewerk in mij de genade, mijn lijden bewuster waar te nemen, niet in angst of onrust, doch in vreugde, overgave, Hoop en Liefde, want in dit lijden is mij een schatkist aan munten tot Verlossing van vele zielen uit de zonde in de schoot gelegd".

Uw lijden kan voortaan de basis voor een nieuw leven worden: een leven in navolging van Jezus en Maria in het lijden. Zodra U erin slaagt, Uw geest tot rust te brengen, Uw hart volledig op de noden van Uw ziel te richten, Uw ziel werkelijk te doorgronden door regelmatige bezinning en beschouwing, en Uw lichaam door Maria te laten gebruiken als een werktuig in de strijd tegen de duisternis, zal voor U een tuin van innerlijk leven opengaan, waarvan het bestaan U totnogtoe niet bekend was.

Wat God momenteel van U verlangt, is niet in de eerste plaats het oprichten van een religieuze gemeenschap, maar de ontdekking van Uw diepe 'Ik' en de volledige overgave van Uw lijden in een totale, heel diep beleefde toewijding aan Maria. Het is lofwaardig wanneer een ziel er alles aan doet om over haar eigen schaduw te springen en zelfs lichamelijke beperkingen te overwinnen om zich volledig aan een idee over te geven die, op de keper beschouwd, Gods Plannen kan helpen bevorderen. Op de ziel rust echter de verplichting, de signalen van haar lichaam als wenken van de Goddelijke Voorzienigheid te beschouwen, omdat ook de instandhouding van het lichaamskapitaal voor God belangrijk is. De ziel die geen aandacht schenkt aan dit kapitaal, overtreedt de deugd van de voorzichtigheid. Ook met deze overweging moet U nu rekening houden.

U zult kunnen vaststellen, dat U door de ontdekking van Uw diepere 'Ik' en de volledige overgave van Uw lijden in een totale, heel diep beleefde toewijding aan Maria, geleidelijk inspirerend op Uw omgeving zult werken, en wanneer U Maria de kans geeft, volledig over dit proces te heersen, kan dit de basis vormen van een ketting van bezinning en beschouwing. Met andere woorden: U zult in het verborgene in zielen gewaarwordingen opwekken, die hen op hun beurt tot een ander leven zullen inspireren. U zult inwendig een zo grote Vrede leren voelen, dat U deze met anderen zult delen, in woorden en in de stille uitstraling van Uw hart. Wat daaruit voortkomt, is niets anders dan een ... religieuze gemeenschap, niet in een formele vorm, doch in effect.

Gods Geest beoogt via sommige zielen onvoorzienbare effecten, wanneer zielen elkaar bewust de hand reiken. Effecten in het verborgene, van ziel tot ziel, kunnen langer en doelmatiger beschermd worden tegen verontreiniging. Niet slechts de zichtbare vormgeving van een idee zaait het Hemels zaad in de harten, ook inwendige gewaarwordingen doen dit, door uitstraling uit het hart, dat dan tot troon van Maria is geworden.

Koester geen twijfel. Wees dankbaar voor de wendingen die Uw leven genomen heeft, want zij hebben zich niet voor niets zo voorgedaan.

U staat voor een kruispunt. Maria is de Hemelse Wegwijzer. Ook daar waar geen enkele ziel zich nog waagt, is Zij nog steeds de Koningin, Die over alles heerst en voor Wie alles, wat niet met God verenigbaar is, bevreesd is. Waarheen durven de meeste zielen niet meer gaan? Naar de weg der beproevingen, en ook vaak naar de weg van de inwendige waarneming, omdat deze weg hen doorheen een veel te weinig gekend landschap voert, en de geschenken van de zelfontdekking vele zielen onzeker maken. Tracht gedurende negen dagen (dus in de vorm van een novene) de gebeden 1010 en 1089 te bidden, die U op www.maria-domina-animarum.net kunt vinden. Geeft U Maria de kans, op grond van Uw totale toewijding aan de Moeder Gods Uw levensweg (verleden, heden en toekomst) volledig vruchtbaar te maken, en beleeft U werkelijk elke dag en nacht met Haar. Zij zal U de weg tonen, niet ineens voor jaren, doch dag na dag, omdat flexibiliteit voor de ziel uiterst belangrijk is, en de ziel zich elke dag en elk uur op die plaats beschikbaar moet houden, waar zij de grootste vruchtbaarheid kan ontwikkelen.

Ik verheug mij met U op de geboorte van het Ware Geluk, en neem Uw intentie en Uw innerlijke strijd op in mijn hart, opdat deze volledig door Maria opgenomen kunnen worden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen.

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 28
Over het tijdstip van de dood – over de levensweg en het hele wezen van de ziel als kapitaal op de rekening in de Hemel – over de ziel als bloem – over het gebed van een moeder voor haar kind

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het tijdstip van de dood van ieder mens is voor ons een geheim, en dat heeft een reden. God heeft dit in Zijn onfeilbare Wijsheid zo beschikt, omdat wij anders ten prooi zouden kunnen vallen aan de bekoring, ons door die kennis te laten leiden bij alles wat wij doen of nalaten, en in de wijze waarop wij met alles omgaan. De nog resterende levenstijd wordt slechts door de Goddelijke Voorzienigheid bepaald, en wel volgens datgene, wat van de betreffende ziel wordt verwacht: Welke rol heeft zij binnen Gods Heilsplan (nog) te spelen? Wat moet zij nog volbrengen opdat de voor haar voorziene levensopgave als vervuld moge gelden? Elke gedachte aan de dood of aan de tijd die wij mogelijkerwijs nog op aarde dienen te volbrengen, maakt de ziel onvruchtbaar. Deze ingesteldheid met rationeel denken tegemoet treden, belooft weinig succes, want in dit verband volgt de betroffen ziel niet meer volledig de 'natuurlijke' wetten van het denken en voelen, die God in elke ziel heeft gedrukt.

Toen ik gisteren en deze morgen Uw hartenpijn en X aan de voeten van onze Hemelse Koningin legde, schonk Zij mij enkele wonderbare beelden, die ik heel graag met U deel, want ik ben ervan overtuigd, dat deze U kunnen helpen om deze nieuwe beproeving met kracht te dragen.

De levensweg en het hele wezen van een ziel vormen samen het kapitaal waarover deze ziel gedurende haar aardse leven kan beschikken: Dit bestaat dus uit alles wat het leven U biedt, evenals Uw lichaam, Uw geestelijke processen, Uw gevoelens enz. Dit kapitaal staat echter op een Hemelse rekening, waarin de ziel geen inzage krijgt. Alles wat de ziel doet, zegt, denkt, voelt en verlangt, bergt in zich de mogelijkheid, intresten op te brengen. Het is belangrijk dat de ziel zich steeds voor ogen houdt, dat ALLES wat in haar omgaat (zelfs een banale gedachte), en ALLES wat van haar uitgaat (zelfs een eenvoudige glimlach), nieuwe intresten opbrengt op de Hemelse rekening. Het is daardoor heel goed mogelijk dat de ziel een schat bezit waarvan het bestaan haar niet eens bekend is, en waarvan zij evenmin weet, hoe groot hij wel is.

De belangrijkste factor voor intresten op de Hemelse rekening is het lijden onder om het even welke vorm. Een concreet voorbeeld: Alles waarover een moeder verdriet heeft, kan het bedrag op haar Hemelse rekening verhogen, op voorwaarde dat zij haar leed deelt met de Middelares van alle Genaden, de Koningin en Meesteres van alle zielen. Maria is Diegene, die zo oneindig machtig is, dat Zij elke ziel, die zich met al haar lijden aan HAAR geeft, kan verrijken door het lijden van de aan Haar gewijde ziel te bekronen met de boven alles verheven Smarten van Maria. Het is daarbij heel belangrijk, te weten dat de moeder elke genade die zij door haar aan de Hemelse Meesteres opgeofferd lijden kan verwerven, mag aanbieden voor het openbloeien, de wedergeboorte van haar kind...

Tweede beeld:

De ziel is een bloem. Deze bloem lijdt dagelijks onder de meest uiteenlopende weersomstandigheden. Het is noodzakelijk, er Maria dagelijks om te vragen dat Zij de zielenbloem zou begieten met het water van Goddelijk Leven, dat sterk maakt en een grote weerstand tegen al datgene biedt, wat het Ware Leven in de ziel bedreigt. Maria zal ook de uitstorting van de zon van de Heilige Geest (het Licht van het begrip en de warmte van de Ware Liefde) over de zielenbloem afroepen. Hoe intenser de zielenbloem het water, het Licht en de warmte uit deze Hemelse Bron in zich opneemt, des te groter zullen haar bloeikracht en haar schoonheid zijn, en des te betoverender haar geur. Met andere woorden: De volledige toewijding aan Maria zal de ziel een bijzondere groei in de heiligheid opleveren. In de mate waarin de heiligheid in de ziel toeneemt, zal zij een grotere kracht van voorspraak voor anderen ontwikkelen. Precies daardoor kunnen heiligen wonderen helpen bewerken: Hun voorspraak dringt ongehinderd tot het Hart van God door, omdat deze voorspraak opwelt uit een hart dat zich volledig één heeft gemaakt met de Wil van God, en alle door Hem geschonken genaden in zich heeft opgenomen.

Momenteel is X’s blik verduisterd of ingeperkt: Iets in hem dwingt hem, zijn inwendige blik op een zeker punt te richten, en alles wat op hem afkomt, wordt op één of andere wijze verwerkt overeenkomstig dit beperkte denken en voelen. Dit is een poging van de satan om de vruchtbaarheid van zijn levensweg te verminderen. Een ziel die in nevel ronddwaalt, kan niet op eigen kracht de weg terug vinden. Een andere ziel moet haar te hulp snellen. U kunt door de toewijding van Uw hartenpijn de zonnestralen op X’s levensweg helpen versterken, opdat de nevelen zich zouden oplossen. U moet zich steeds voor ogen houden dat het gebed en de offers van een moeder voor haar kinderen bijzonder krachtig zijn, vanwege de door God geheiligde band tussen gezinsleden. X. kan zich niet op eigen krachten uit zijn huidige gesteldheid losmaken. Daarvoor is de macht van Maria nodig. Wat kunt U nu concreet doen?

  1. Maakt U geregeld een kruisteken, en doet U het in zijn naam. Houd U zich daarbij levendig voor ogen dat elk kruisteken een zonnestraal van Hemels Licht in zijn hart en ziel laat binnenstralen.

  2. Verheerlijkt U regelmatig en heel spontaan de macht van Maria over alle duisternis. Een dergelijke akt van verheerlijking ontplooit onvermoede uitwerkingen. Ik kan daarover getuigen op grond van talrijke eigen ervaringen. Houdt U zich levendig voor ogen dat elke akt van verheerlijking van Maria X een stap dichter bij de troon van de Hemelse Koningin brengt. Hoe dichter een ziel bij deze troon komt, hoe meer de krachten der duisternis onwerkzaam kunnen worden gemaakt, op voorwaarde dat deze ziel door de offers en de heilige Liefde van de ziel, die Maria met een vast Geloof en ware Hoop verheerlijkt, wordt gedragen. Van onze Hemelse Koningin en Meesteres gaat een gloed uit, die de krachten der duisternis aan Gods Belofte herinnert, dat geen duisternis iets tegen de kracht van het Licht vermag. In Maria heeft God een macht verzameld, die alles buiten God oneindig ver te boven gaat. Gebed 1047 wil precies dat aspect overbrengen. Bid het regelmatig en wijd X toe aan de Meesteres van alle zielen, opdat Zij hem in Zich kan opnemen, hem van alles zou reinigen wat zijn denken en voelen doet verstarren, en hem op een wedergeboorte voor het Ware Licht voorbereidt.

De basisregel, die dit alles tot vruchtbaarheid moet brengen, is deze: Wees een voorbeeld in Uw ingesteldheid tegenover het leven, en een levend teken van Hoop en moed. Een diep doorleefde toewijding aan Maria als Meesteres van alle zielen brengt in de ziel het heiligste zaad tot bloei, en de omgeving merkt dit op één of andere wijze (vaak onbewust). De ziel begint iets genezends om zich heen uit te stralen. Dit is in elk geval de beste hulp die U X kunt geven, in het bijzonder wanneer hij kan voelen dat in U oprecht vertrouwen leeft.

Graag bid ik voor U, opdat U deze opgave op vruchtbare wijze mag kunnen volbrengen. Het uur komt, waarin X het Licht in zijn hart terug zal vinden.

Steeds bereid, in Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 29
Over het onvoorwaardelijk vertrouwen in Maria in het licht van een nakende
beproeving in het leven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Gods Voorzienigheid brengt nu en dan wegen samen, of scheidt wegen voor een bepaalde tijd. Men kan deze werking in vele details van het dagelijks leven opmerken, en zich er aldus vaak van vergewissen hoezeer God toch met ons bezig is. Met alles streeft Hij de verwezenlijking van bepaalde intenties na. Momenteel heeft Hij het zo geschikt, dat U medische hulp nodig hebt, en U op twee verschillende vlakken volledig op Hem moet vertrouwen: op het vlak van de medische hulp en genezing, en in Uw zorgen om Uw echtgenoot en de kinderen.

De volledige overgave is een buitengewoon verdienstelijke ingesteldheid. God is heel gevoelig voor de wijze waarop wij met de wendingen van Zijn Voorzienigheid omgaan. Deze wendingen ontspruiten uit zijn onfeilbare Wijsheid: Hij brengt hen op onze weg omdat zij voor onze spirituele ontwikkeling iets kunnen betekenen, en zij ons bovendien wonderbare gelegenheden bieden om via spiritueel, moreel, geestelijk en lichamelijk lijden genaden voor onze medemensen te helpen vrijmaken. U krijgt nu de kans om de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen in de praktijk om te zetten, door U volledig en onvoorwaardelijk aan Haar te geven. Ooit zei Maria tot mij in een ietwat onaangename situatie:

"Ik schenk je nu de gelegenheid, Mij te tonen in welke mate je nu enkel en alleen op Mij vertrouwt. Dit komt je voor als een afgrond. Sluit je ogen en spring".

Omdat ik sprakeloos was, voegde Zij eraan toe:

"Volledig op Mij vertrouwen, betekent: de ogen te sluiten, te springen en niet alleen te geloven, maar daadwerkelijk te weten, dat Ik op de bodem van de afgrond sta en alle macht heb over jouw neerstorten".

Ik heb blind op Haar vertrouwd – ofschoon dit uit menselijk oogpunt heel riskant leek – en Zij heeft woord gehouden...

God volgt nu met spanning hoe U met het oog op de nabije toekomst, Uw hart zult 'programmeren'. In Uw plaats zou ik nu tot Maria zeggen:

"O Maria, Meesteres van mijn ziel, God heeft U aan mij gegeven als de onfeilbare Wegwijzer doorheen de komende tijd. Meer dan ooit voordien stel ik mijzelf, de artsen die mij behandelen, mijn man en de kinderen onder Uw hoede. Leid mijzelf en al deze zielen, opdat ieder van ons precies het Plan vervult dat God nu met hem of haar heeft. Ik smeek U vol vertrouwen: Wil de volheid van Uw macht over onze zielen aanwenden".

Herhaalt U deze woorden regelmatig, en voelt diep in Uzelf hoe Uw hart met Vrede vervuld wordt. Ik kan U uit ervaring verzekeren, dat onze Meesteres zo zeer in het hart kan heersen, dat men alles zo leert beschouwen alsof het reeds voorbij was, en alles reeds op zijn best verlopen is. Dat is precies de machtige uitwerking van de Ware Hoop: alles zo leren zien, dat het lijkt alsof men vanuit de hoogte op de eigen levensweg neerkijkt. Het lichaam, de geest en het hart beleven de ontwikkelingen van het wereldse dagelijks leven, maar de ziel kijkt als het ware op alles terug en verheugt zich reeds over de doorstane beproeving en de bloemen van de verdiensten die deze heeft opgeleverd.

Uw man zal zich over een bijzondere Hemelse leiding mogen verheugen, wanneer U er Maria vurig om smeekt. Ik zou er boeken over kunnen schrijven, hoe Maria werkt wanneer de ziel volledig op Haar vertrouwt. In mijn eigen leven heb ik ontelbare malen mogen meemaken, dat de macht van Maria mij werkelijk met verbazing geslagen heeft.

Wat betreft de ingreep en de artsen, kan ik U ten warmste aanbevelen, onder Maria’s leiding om begeleiding en leiding van de Heilige Aartsengel Raphaël te smeken, opdat hij bij de ingreep en de nabehandeling aanwezig zou zijn. Voor X en de kinderen kunt U om begeleiding van de Heilige Aartsengel Gabriël smeken, opdat hij deze zielen zou openen voor de instroming van het Goddelijk Licht.

Onvermoede schatten omringen ons. De meeste zien wij nooit, tenzij in het kader van mystieke ervaringen. Net daardoor levert het Ware Geloof echter zo veel genaden op: Wanneer wij de realiteit van Gods inwerking in alles kunnen aannemen zonder deze te kunnen waarnemen, betekent dit dat wij ervan uitgaan dat God voortdurend met ons welzijn bezig is. Dit betekent meteen dat wij onze leefwereld als uitdrukking van Gods Liefde beschouwen. In Gods ogen is deze benadering, deze wijze van beschouwen, heel groot: Zij wijst erop dat wij, ondanks alle beproevingen en alle schijn van onze levensomstandigheden en de dingen om ons heen, toch betuigen dat daarin een God van Liefde aan het werk is. Deze ingesteldheid maakt de zielen gelijk aan engelen.

Wat ik nu ten zeerste voor U verlang, en daarom zal ik vurig smeken, is net deze ingesteldheid terwijl U deze vóór U liggende levensfase binnentreedt. Zegt U met alle vertrouwen:

"Mijn Meesteres en Moeder, ik geef mij in Uw handen. Moge deze fase voor mij en mijn beminden een wedergeboorte uit U betekenen".

Hoe zou het mogelijk zijn, dat Maria U niet verhoort? U schenkt Haar immers de bouwstoffen uit dewelke Zij de mooiste tempels kan bouwen: Ware Liefde, Waar Geloof en Ware Hoop.

Ik leg Uzelf, Uw man en Uw kinderen en alle komende gebeurtenissen en dagen aan de voeten van onze Meesteres. Reikt U mij de hand in gemeenschappelijk gebed?

Ik wens U een wonderbare wedergeboorte toe.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 30
Over de Myriam-gebeden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Hartelijk dank voor Uw vraag met betrekking tot het Kroontje K5.

Het spreekt vanzelf, dat U op de kleine parels ook het "Wees gegroet, Maria" mag bidden. Het is slechts belangrijk dat de aangegeven zin niet ontbreekt, aangezien deze door Maria Zelf een bijzondere waarde heeft gekregen, die op de verwezenlijking van het gestelde doel georiënteerd is.

Dit geldt eveneens voor alle gebeden waartoe Maria Haar Myriam inspireert.

Het is U wellicht reeds opgevallen, dat alle Myriam-gebeden zo geschreven zijn, dat zij de mogelijkheid bieden, eveneens voor meditatiedoeleinden gebruikt te worden. Dit wordt hierdoor mogelijk gemaakt, dat elk gebed in een gesteldheid van zeer innig contact met Maria geschreven wordt en daardoor drager wordt van de oneindig machtige stromen uit het Hart van de Meesteres van alle zielen. Daarom ook is het belangrijk, de gebeden langzaam en aandachtig te bidden, niet met het verstand, doch met het hart.

U zult voelen dat in alle gebeden diepere betekenissen verborgen liggen, zodat het bidden met het hart, diep in het hart steeds nieuwe 'schuiven' kan openen. Het wonder van de Myriam-gebeden bestaat eigenlijk hierin, dat ieder van hen de ziel volledig kan openen. Op grond hiervan kan men zeggen dat de gebedenverzameling een vast bestanddeel van de Wetenschap van het Goddelijk Leven is, zoals onderricht door Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen. In de gebeden wordt dus niet slechts om iets welbepaalds gevraagd, zij bevorderen tevens binnenin de ziel de spirituele ontwikkelingsprocessen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Kroontje K5. De ziel die dit gebed oplettend en met een open hart bidt, zal reeds vlug gaan voelen, hoe daardoor in de ziel mysteries ontsloten worden. Zij leert ook zichzelf beter kennen. Elk gebed is als een cocktail van Liefde, Hoop, bemoediging en kennis van de Goddelijke Waarheid.

Neemt U de gebeden met vertrouwen ter hand als bronnen van spirituele ontwikkeling en als raakpunten met Gods Hart, om zo te zeggen: als deurtjes naar Zijn wonderbare Wereld, die wij normaal gesproken (nog) niet mogen zien. Door de woorden van de gebeden, die in het parfum van de Hemelse Liefde ondergedompeld zijn (die Maria in hen verbergt), kunnen de ogen van de ziel echter reeds iets zien van deze onvermoede schoonheden. Laat U deze gelegenheid niet aan U voorbijgaan.

Ik draag U graag in Liefde verder in mijn hart, en bied Uw ziel aan onze wonderbare Hemelse Meesteres aan.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 31
Over toewijding aan Maria als sleutel tot omvorming van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Maria is ons door God geschonken als de opgaande zon na de troosteloze nacht. Uw eigen leven, lieve zus, is een levend teken voor de overwinning van het Licht op de duisternis. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou U op dit punt van Uw levensweg niet op Gods Liefde hopen.

U hebt reeds een leven vol ontgoochelingen en pijn achter de rug. Nu kunt U echter aan alles uit Uw verleden nog een zin geven, die alle ellende in verdiensten omvormt. Precies door de volledige overgave en toewijding van alle ellende uit een mensenleven kan de Moeder Gods voor de ziel genaden bewerken, die de ziel nodig heeft om waarlijk vooruit te komen.

Een ziel in wier leven de tegenslagen niet lijken op te houden, verlangt gewoonlijk naar iets totaal anders, iets waarvan zij zelfs niet zou kunnen beschrijven hoe dit er dan wel zou moeten uitzien. Dit verlangen is eigenlijk de behoefte van de ziel naar een wedergeboorte, niet om een gelijkaardig leven opnieuw te beginnen, maar om het leven op een volledig ander niveau te beginnen, op een volledig nieuwe basis, met andere denk- en gevoelspatronen. Eigenlijk kan de ziel dit slechts doen wanneer zij zich laat 'omvormen'. Maria heeft de macht ontvangen om een dergelijke 'omvorming' te bewerken. De sleutel die deze macht werkzaam kan maken, heet: 'volledige en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria', want door Maria behoort de ziel helemaal God toe.

God is de enige Lichtbron die geen schaduwen werpt: Zijn Licht omhult de ziel tegelijkertijd van alle kanten, en doorstraalt haar innerlijk. Dit levert het resultaat op, dat de ziel zichzelf leert kennen en in zichzelf hoeken en kanten ontdekt, waarvan zij het bestaan niet eens had vermoed. Daarom heeft de ziel Maria nodig als Gids op de levensreis, die in de eerste plaats een reis door de ziel zelf is. In een ziel, die zich vol vertrouwen in het Hart van Maria werpt, wordt geleidelijk heel veel veranderd. Eén van de belangrijkste veranderingen bestaat hierin, dat droefheid wordt omgevormd in vreugde. Dit komt hierdoor, dat Maria Gods Licht door de ziel laat stralen, zodanig dat inwendige schaduwen oplossen en het inwendig oog van de ziel al heel gauw vele dingen anders leert zien.

Heel vaak gebeuren in het leven dingen, die ons op onze eigenlijke levensopgave moeten voorbereiden. De ziel begrijpt dit niet steeds onmiddellijk, want meestal heeft zij de neiging, de dingen als doelen op zich of afgewerkte mijlpalen op de levensweg te beschouwen en te ervaren. Duidelijker uitgedrukt, betekent dit dat een negatieve gebeurtenis in het leven geleidelijk een eigen leven begint te leiden: Zij wordt op onze levensweg geboren, en lijkt in ons hart groter te worden, tot zij soms 'groter wordt dan de ziel'. Dit betekent: tot zij ons volledig overheerst in ons doen en laten, in ons denken en voelen, in ons willen en onze verwachtingen ten aanzien van het verdere leven. Wanneer dit het geval is, hebben wij het punt bereikt, vanaf hetwelk wij 'met verlies beginnen te leven'. De ziel geeft als het ware gas en verspilt massa’s brandstof, maar zij komt nauwelijks nog vooruit, en bovendien rijdt zij haar banden lek op de ontelbare stenen van haar levensweg. Begrijpt U het beeld? Wij hebben maar één enkele wagen (de ziel) en één enkele levensweg. Brandstof (Goddelijk Leven) hebben wij echter zonder enige beperking: deze heet 'Goddelijke Liefde', en die krijgen wij gratis wanneer wij:

  1. erom vragen (het contact met God nooit opgeven) en
  2. onze wagen EN onze levensweg (onze ziel en ons leven: verleden – heden – toekomst) volledig aan Maria toewijden.

Zij heeft de macht om:

  • onze wagen (ziel) op alle plaatsen waar nodig, om te vormen;
  • ons te voorzien van nieuwe brandstof, dit betekent: ons in staat te stellen om Gods Liefde in veel grotere mate in ons op te nemen dan ooit voordien, en ons het vermogen te bekomen, deze Liefde heel doelgericht in ons te verwerken, waardoor wij een volledige ommekeer doormaken en vruchtbare werken kunnen volbrengen;
  • onze levensweg van stenen te bevrijden.

Een kleine verduidelijking hierbij:

De levensweg zal nooit volledig vrij zijn van stenen (in een wereld, in dewelke de krachten der duisternis God zielen wil ontroven, is dit niet mogelijk), maar de ziel, die haar weg MET EN IN MARIA gaat, ervaart die stenen niet langer als schadelijke voorwerpen, doch als hulpmiddelen om de ziel op haar weg vooruit te brengen. De eerste taak, lieve zus, die Maria U geeft, is deze: dat U Uw hele leven, dit wil zeggen: Uw moeilijk verleden, Uw heden vol schaduwen (vanwege de huidige zorgen) en de toekomst, die U momenteel als bedreigend ervaart, in Maria’s handen zou leggen. U kunt dit doen met de volgende woorden:

"Lieve Hemelse Moeder Maria, de rugzak van mijn herinneringen is zwaar geworden.
Vele donkere wolken bedekken de tuinen van mijn voorbije jaren.
Mijn levensweg heeft mij zo vaak tot struikelen gebracht, dat mijn ziel mij voorkomt als ongeneeslijk gewond.
Ik smeek U: Aanvaard mijn wil om te genezen, opdat ik werkelijk moge voelen dat ik slechts U toebehoor.
Ledig mijn rugzak van alles wat mijn hart vergiftigt en mijn geest belast, en vervang dit alles door het voedsel van Uw volmaakte Moederliefde, opdat ik opnieuw kan openbloeien.
Wil de vele stenen op mijn weg in Uw handen nemen, opdat zij in goud veranderen, want alles wat door U is aangeraakt, kan mijn ziel slechts de rijkdommen van het Ware Geluk bereiden.
Richt mijn ogen op de zon aan het einde van mijn weg, die straalt uit de poort van het Paradijs, opdat de wolken mij niet langer kunnen bedreigen.
In Uw Liefde zal ik geloven, en geen storm zal mij nog doen wankelen.
Leer mij, U lief te hebben zoals U mij hebt liefgehad in de uren waarin ik U vergeten was, want wanneer de Liefde onze harten één maakt, zult U de Hemelse Bron van mijn Geluk zijn".

Lieve zus, het is de Liefde van God die zo vele moeilijke gebeurtenissen en ontwikkelingen op gang brengt. God is nooit de oorzaak van onze ellende of ons lijden, maar Hij stuurt de ontwikkelingen zo, dat zij onze ziel uiteindelijk helpen, haar eigenlijke doel naderbij te komen. Elke beproeving draagt reeds in zich de bloem van een nieuwe verwezenlijking van ons spiritueel leven. U zou het zo kunnen beschouwen, dat Gods Liefde het zo beschikt, dat uit het zaad van onze ellende uiteindelijk een tuin van Geluk ontstaat, want alle ellende is vergankelijk, maar de bloemen die zij in onze zielentuin laat bloeien, staan daar en blijven daar staan, om ons voor eeuwig te verheugen.

De bloemen die op Uw levensweg zullen bloeien, zodra U deze weg met al zijn stenen, dit wil zeggen: ook met alle wonden van het verleden, aan Maria hebt toegewijd, en zodra U zich de moeite getroost, Uw leven voortaan volhardend samen met Maria en in Haar dienst te leiden, mag U nu nog niet zien. God heeft dit zo beschikt, omdat de ziel die alles ziet zoals het in werkelijkheid is (namelijk met alle genaden die met de beproevingen verbonden zijn, zodra de ziel hen draagt zoals God het verlangt: met aanvaarding en oprechte Liefde) geen verdiensten meer kan verwerven.

Van U wordt nu echter verlangd, dat U de bloemen die op de bodem van Uw vele beproevingen groeien, met de ogen van het Ware Geloof inwendig tracht te zien, en dat U er absoluut van overtuigd bent, dat Uw ziel omhuld is met hun Hemelse geur. Dit is werkelijk zo, omdat de Koningin der Hemelse Bloemen, Maria, hen met Haar volmaakte Liefde zal aanraken. Zij kan dit echter slechts doen in de mate waarin U Haar deze bloemen werkelijk ter beschikking stelt.

Laat Maria de Koningin en Meesteres van Uw leven zijn, en Zij zal U de ware zin van Uw levensweg tonen, tot in vele details.

Dit inzicht zal voor U de deur naar het Ware Geluk openen.

Ik neem U en Uw intenties graag in mijn hart op, om alles aan Maria aan te bieden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 32
Over de dieren

(de reactie in antwoord waarop deze antwoordbrief is geschreven,
betrof antwoordbrief nr. 3)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uit Uw brief leid ik af dat met betrekking tot de Hemelse woorden over dierenleed blijkbaar een misverstand bestaat.

Allereerst wil ik duidelijk stellen dat Maria alle leed dat dieren door mensen wordt aangedaan, bijzonder scherp veroordeelt. Opdat alles zou worden begrepen zoals het werkelijk bedoeld is, moet ik nu de volgende punten rechtzetten:

1. Vanzelfsprekend zegt de Leer van de Kerk dat dieren 'levende zielen' zijn. Noch Maria noch ikzelf hebben dit ooit tegengesproken. U mag niet uit het oog verliezen dat hier wordt uitgegaan van het Latijnse woord 'anima', wat echter zowel 'ziel' als 'levensprincipe' kan betekenen. Maria maakt hier een duidelijk onderscheid, in die zin dat de mens een ziel in de werkelijke zin bezit, terwijl bij dieren sprake is van een levensprincipe. De 'ziel' in de enge betekenis van het woord is eigen aan de mens, omdat zij het 'sturend beginsel' is, dat het leven richting geeft, terwijl het menselijk wezen nog zijn weg naar God aflegt. Slechts de mens neemt actief deel aan het Verlossingsmysterie, en kan geheiligd worden. Dit brengt ons bij het tweede punt:

2. Wanneer Maria zegt dat het leed van dieren geen verlossende waarde op zich heeft omdat dieren niet actief deelnemen aan het Verlossingsplan, respectievelijk aan Gods Heilsplan, bedoelt Zij daarmee ALLERMINST dat de mens de vrije hand zou hebben om dieren te mishandelen of enig leed te berokkenen, wel integendeel! Zij beklemtoont met deze uitspraak precies dat de mens zijn verantwoordelijkheid moet nemen, want:

a) doordat dieren geen 'ziel' hebben in de werkelijke, enge betekenis van het woord, kunnen zij zelf niet zondigen. Derhalve moet de mens tegenover God verantwoording afleggen wanneer iets met dieren, in de relatie tussen mens en dier, niet verloopt in overeenstemming met Gods Wet, namelijk wanneer deze relatie niet getekend is door de volle Liefde. Ik neem aan, dat dit – onder andere – overduidelijk blijkt uit de onderrichting Het Vuur des Hemels evenals uit diverse openbaringen van de Meesteres van alle zielen;

b) God heeft de mens voorzien als vertegenwoordiger van God jegens de Schepping. Dit betekent onmiskenbaar dat de mens tegenover de dieren de Goddelijke eigenschappen hoort te vertegenwoordigen: onvoorwaardelijke Liefde, zorgzaamheid, tederheid, zachtheid, warmte en Licht.

c) God heeft de dieren geschapen uit Liefde voor de mens, opdat de mens vreugde aan de dieren zou hebben, en opdat de dieren als anders geaarde levende wezens de mens zouden dienen tot bron van onderricht in de deugden. Maria zegt dit op niet mis te verstane wijze. Dit betekent zonder meer dat de mens die zich aan dieren vergrijpt, voor zijn gedrag ter verantwoording zal worden geroepen, en wel voor het Aanschijn van de Goddelijke Rechter, Die hem tot hoeder van de Schepping, dus ook van de dieren, heeft aangesteld.

3. In een openbaring zegt de Meesteres van alle zielen klaar en duidelijk dat

de mens verantwoordelijk is voor alles wat in de Schepping, zelfs in de dierenwereld, verkeerd loopt. Vanwege de zonden der mensen zijn bepaalde dieren agressief, vanwege de zonden der mensen eten dieren elkaar op, vanwege de zonden der mensen is de verhouding tussen mensen en dieren zo zwaar verstoord dat vele dieren geen vertrouwen in de mens hebben, dat zij vluchten wanneer zij door een mens worden benaderd, enz... Ja, zelfs vanwege de zonden der mensen eten vele diersoorten slechts, of overwegend, vlees!

Dit alles zijn Maria’s woorden.

Lieve broeder, mijn hart bloedt wanneer ik vaststel hoe dieren lijden onder de wreedaardigheid en onverschilligheid van mensen. Mijn hart bloedt evenzeer wanneer boodschappen en onderrichtingen van de Hemelse Koningin van de Schepping en van de Liefde in deze zin verkeerd begrepen worden dat zielen deze Hemelse woorden zouden beschouwen als rechtvaardigingen om wreedaardig gedrag van mensen jegens dieren goed te praten!

Maria bepleit nooit dat men mensen die dieren leed berokkenen, zo maar moet laten begaan, wel integendeel.

Mocht U de genade worden vergund om gedurende één enkele seconde één te mogen zijn met het Hart van Maria terwijl Zij leed ervaart dat door mensen aan dieren wordt aangedaan, lieve broeder, dan moge God U bijstaan om deze seconde te overleven. Mocht ooit een ziel menen dat de Hemelse Koningin geen hart heeft, onder meer wat de betrekkingen tussen mens en dier betreft, dan moge God deze ziel in het uur van haar levensoordeel bijstaan wanneer Zijn Barmhartigheid haar de volheid van de Waarheid laat voelen, ook in verband met het gedrag dat God van de mens tegenover de dieren verwacht...

Lieve broeder, ik heb steeds vurig van de dieren gehouden. Sedert de Meesteres van alle zielen mij de Schepping en sommige Mysteries uit Gods Hart element na element op mystieke wijze laat schouwen, laait dit Liefdesvuur jegens de dieren in mij nog hoger op, daar ik nu in het Hart van Maria Gods Liefde voor de dieren heb mogen ervaren. Ik heb deze Liefde precies om deze reden mogen ervaren, dat ik anders nooit in staat zou zijn, in de onderrichtingen de diepgang van Maria’s intenties in de juiste woorden te vatten.

Het feit dat Maria zovele oproepen tot een radicale ommekeer in de instelling van de mens tegenover de dieren laat horen, moge U bewijzen hoeveel Haar eraan gelegen is dat mensen hun mentaliteit in dit verband drastisch zouden veranderen.

Mij is van andere openbaringen – dus buiten deze welke Maria in mij zelf uitwerkt – niets bekend.

Er is mij echter toevertrouwd dat de Hemel zich nooit voordien zo klaar over dit thema heeft uitgesproken als dit nu via Myriam van Nazareth het geval is. Dit zou ons toch één en ander moeten laten begrijpen, met name:
  1. dat de relatie tussen mens en dier voor de Hemel buitengewoon belangrijk is;

  2. dat de betrekkingen tussen mens en dier voor de ontwikkelingen van Gods Heilsplan VEEL belangrijker moeten zijn dan de meeste mensen denken;

  3. dat de stand van zaken in dit verband in onze tijd aanzienlijk erger moet zijn geworden.

Lieve broeder, Maria roept de mensheid op tot een volkomen nieuw, onvoorwaardelijk en totaal liefdevol gedrag tegenover de dieren, en Zij beklemtoont steeds weer hoezeer de levenssfeer op aarde in de gunstige zin zou veranderen indien de mens tegenover de dieren daadwerkelijk God zou vertegenwoordigen zoals Hij werkelijk is: als Bron van Liefde. Ik betreur daarom uitermate alle misverstanden over dit onderwerp, die mij het hart verscheuren. Ik hoop vurig dat deze woorden, die mij eveneens door Maria zijn geïnspireerd, U gerust mogen stellen, en dat U daardoor de Vrede van hart terug moge vinden.

Ik stel U voor dat U en ik ons vanaf vandaag in hart en ziel verenigen in de zo buitengewoon belangrijke strijd voor de onvoorwaardelijke Liefde jegens de dieren, met inzet van onze hele toewijding aan Maria, de Meesteres van alle zielen en Koningin van de Schepping. Wees ervan verzekerd dat ik voor dieren mijn leven zou geven. Zo heb ik het de Meesteres van alle zielen beloofd, daar Zijzelf deze ingesteldheid in mijn hart heeft gebrand. Het is nu werkelijk de hoogste tijd dat de mensheid zich erover zou bezinnen welke schade zij de effecten van de Goddelijke Liefde berokkent door met de dieren om te gaan zoals dit nu gebeurt (commercieel, doch ook maar al te vaak in de sfeer van het private leven). De Liefde is de brandstof van het Ware Leven. De ziel die deze versmaadt of in haar eigen gedrag verloochent, kan dit in Gods ogen niet rechtvaardigen. Alles wat door God is geschapen, draagt elementen van Liefde in zich. Wee de ziel die Werken van God poogt te verminken. Aldus luidt Gods Wet.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 33
Over de dieren (2)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat één en ander over het lot van de dieren is opgelost. In verband met Uw laatste vraag, wat met de dieren gebeurt na hun aardse leven, kan ik U het volgende mededelen, dat mij door de Hemelse Koningin is gezegd.

Ik begrijp heel goed Uw onrust bij de gedachte dat dieren er zelfs weinig aan hebben dat hun leed ten goede kan komen aan mensenzielen (mits er zielen zijn die veel Licht voortbrengen door hun totale toewijding en hun vurige gebeden). Ook ikzelf was ooit heel bedroefd wegens diezelfde gedachte. Toen mij enkele jaren geleden echter enkele opmerkelijke (mooie) ervaringen met diverse dieren te beurt vielen, voelde ik mij daarover zo ongewoon, dat ik heel vurig tot de Meesteres van alle zielen bad om toelichting in verband met vragen die bij mij waren gerezen. Ik deel graag met U de essentie van Haar antwoord in verband met een poes, omdat het uiterst belangrijk is.

Op zekere dag werd één van de beide huispoezen ziek. Het viel mij op dat dit dier zich plotseling heel merkwaardig begon te gedragen: Het leek erop alsof dit dier tekenen wilde stellen, het ene na het andere. Na volhardende smekingen verklaarde Maria mij dat deze poes in haar ziekte daadwerkelijk 'van Boven werd gebruikt' om bepaalde dingen duidelijk te maken over haar innerlijk wezen, en over de mate waarin God Zelf ook in een dier werkzaam is. Op Vaderdag, een dag die ik als het feest van de Eeuwige Vader in de Hemel beschouw, wijdde ik deze poes aan de Eeuwige Vader toe, uit dankbaarheid voor de buitengewone ervaringen die mij tijdens haar ziekte waren vergund. Klokslag middernacht (dus op het tijdstip waarop de 'dag van de Eeuwige Vader' ten einde liep) stierf zij, liggend op mijn schoot, terwijl ik ononderbroken tot Maria bad en tot de poes woordjes van Liefde sprak, waarop zij met een buitengewone rust reageerde. Dit stervensuur kwam op mij over als een teken voor het feit dat Maria de toewijding van de poes en van alle met haar in verband staande ervaringen van de voorafgaande dagen aan de Eeuwige Vader – en dit alles tegen de achtergrond van datgene wat Maria mij tijdens die dagen had toevertrouwd – wilde bevestigen. Iets eigenaardigs was overigens het feit dat de poes, met het oog op de aard van haar plotse ziekte en van de symptomen ervan, eigenlijk logischerwijze zwaar had moeten lijden, doch dat zij niettemin ongewoon vredig en rustig overkwam, tot en met haar stervensuur. Wat had Maria gezegd?

Maria zei mij dat een lijdend dier zijn lijden geheel anders draagt dan de meeste lijdende mensen dit doen. De mens laat zich gemakkelijk zodanig door zijn verstand leiden, dat zijn eigen geestesprocessen spoedig tot zijn ergste vijand worden: Zijn leed wordt vele malen zwaarder doordat hij erover piekert of het begint te analyseren en zich allerlei toekomstbeelden in het hoofd begint te halen. Het dier daarentegen laat zich met Gods Hart verbinden, zomaar, zonder meer. Het lijdt, daadwerkelijk, doch gaat hier volkomen anders mee om, zodat het lijden als het ware een heel andere zin krijgt. Men zou bijna kunnen zeggen: 'Onbewust en ongeweten wijdt het dier zijn lijden van harte aan God toe'.

Vanzelfsprekend maakt dit het wangedrag van mensen die een dier doen lijden, op geen enkele wijze goed. Integendeel:

God vangt niet slechts de pijnen en ongemakken van het lijdende dier op, doch ook de oorsprong ervan. Dit betekent dat het lijden van het dier in Gods Hart wordt 'uitgestort', om zo te zeggen 'voorzien van de handtekening van diegene, die dit lijden veroorzaakt'. Door een Mysterie kan men het zo uitdrukken dat God, hoewel Hij de volheid der heerlijkheid belichaamt, onder dit alles verschrikkelijk lijdt. Zijn oneindige Liefde heeft in die zin een 'compensatie' voorzien, dat het lijdende dier, dat toch al 'op een zuivere wijze' met het Hart van God is verbonden, en Zijn Liefde 'op een zuivere wijze' ervaart, nog dieper in Gods Hart wordt opgenomen.

Wat dan wanneer het dier sterft? Maria zei mij dat, wanneer een dier sterft, het naar zijn Schepper terugkeert, 'geladen' met alles wat het vanwege mensen in zich draagt. Het levensprincipe (om zo te zeggen 'de ziel' – Latijn 'animus/anima') van het dier keert voor eeuwig in Gods Hart terug, en beleeft daar om zo te zeggen op zijn manier ook datgene wat voor mensenzielen de 'Hemel' wordt genoemd.

In de dieren toont God ons pas goed hoezeer Hij met Zijn schepselen bezig is. De dieren begrijpen dit intuïtief veel sneller en dieper dan de meeste mensenzielen dit begrijpen. De mensenzielen kunnen zo veel van de dieren leren, doch minachten deze zo vaak. Ook op dat punt kan niet geloochend worden dat God er de voorkeur aan geeft, in het heel eenvoudige te spreken en er Zijn Geheimen in te verbergen. Voor de mensenzielen is de grote les zonder twijfel deze: dat zij van hun troon van eigendunk moeten afdalen om opnieuw aansluiting met God en de Mysteries van het Ware Geluk te vinden door opnieuw te leren letten op de echte wonderen van de Schepping: niet op datgene wat door wetenschap en technologie wordt nagejaagd, doch op datgene, wat God aan ongelooflijk veelzijdige schatten van Liefde in de 'kleine' levende wezens (dieren, bloemen...) verborgen heeft.

Laten wij samen bidden om de lichtstraal van inzicht zoals deze ooit Saul op zijn weg naar Damascus trof. Moge deze straal een onuitwisbare stempel op al onze harten drukken, opdat wij Gods Liefde mogen ontdekken, die zich in zovele dingen op onze levensweg bemerkbaar maakt, zelfs in de kleinste bloem, in een zwervende hond, in een huiskat, enzovoort... Met elk element van een Goddelijk Mysterie dat aan een hart wordt geopenbaard, ontvouwt zich als het ware een nieuwe laag van de roos van de volmaakte Liefde van God voor Zijn Schepping. Waarom blijft dan toch uitgerekend de 'kroon op de Schepping', de mensenziel, vaak een leven lang totaal blind voor dat alles?

Gods Liefde is even prachtig als de mensenziel blind is geworden. Moge God onze blindheid genezen, opdat ook ons hart moge genezen. Onmetelijk veel heeft Hij ons gegeven. Bijna evenveel hebben wij zelf onder de aarde van onze wereldse gehechtheden begraven.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 34
Over de modernistische en de Tridentijnse H. Mis – over de tongcommunie –
over andere godsdiensten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen, die ik zal beantwoorden in de volgorde waarin U hen stelt. Uw vragen gaan niet slechts van Uzelf uit, zij zijn door de Heilige Geest ingegeven, omdat zij voor de christenen van deze Laatste Tijden heel belangrijk zijn. Ik wil meteen benadrukken dat ik, zoals steeds, met elk woord in deze brief de stellingen van de Allerheiligste Maagd tot uitdrukking breng.

Hoe staat U tegenover de Mis?

Sedert vele jaren bedrukken mij vele dingen in het kader van de Heilige Mis. Om één en ander duidelijk te maken, moet ik allereerst op het volgende wijzen.

Twaalf jaar geleden werd ik door de Moeder Gods opgeroepen tot de mystieke eenheid met Haar Smarten. Uit dit verbond vloeiden spoedig gevolgen voort, die veel verder reiken dan men zich ooit zou kunnen voorstellen. Eén van deze gevolgen is dit:

Elke toestand, elke situatie, elke gebeurtenis, maar ook elk gesproken woord, elke handeling, elke gedachte, elk gevoel of elk verlangen, is steeds doordrongen van een welbepaalde atmosfeer. Door genadewerking laat Maria mij dergelijke atmosfeer in het hart voelen. De gesteldheid van een ziel op elk ogenblik, de met een gebeurtenis gepaard gaande atmosfeer, enz., laat Zij mij telkens voelen 'in eenheid met Haar Hart' (zo heeft Zij het mij verzekerd). Daaruit ontstaat het verschijnsel waarbij elk contact met zielen, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, visueel of auditief (op het gehoor af), enz., in mijn hart sporen nalaat, die zich verder ontvouwen in de mate waarin Maria dit op elk gegeven ogenblik wil. Dit betekent dat, indien en voor zover Maria dit nuttig of wenselijk acht, ik heel diep in zielen en situaties mag kijken. Dat klinkt misschien opwindend, doch is vaak uiterst pijnlijk. Daarop wil ik nu wijzen:

Tijdens de eerste Heilige Missen die ik bijwoonde nadat de Moeder Gods mij onder een waaier van genadegaven de voormelde mystieke gave had geschonken, voelde ik mij moreel als om te sterven. Bij elke nieuwe 'messteek' in mijn hart lichtte Maria mij toe waarom ik dit of dat had gevoeld, en om welke reden ik daaronder zo zwaar leed. Deze gewaarwordingen heeft Zij na enkele ervaringen gemilderd, omdat (aldus Maria) ik deze niet lang in hun volheid zou hebben volgehouden. Ik leed de smarten van Maria op Calvarie. Heel veel heeft de Moeder van Smarten mij met betrekking tot de ontelbare afwijkingen van de moderne Missen ten opzichte van de door Jezus met de Heilige Sacramenten beoogde doelstellingen verklaard. Bepaalde dingen mag ik (nog?) niet kenbaar maken, andere elementen zijn onder andere reeds in Testament van het Verbond gepubliceerd, doch één ding staat Maria mij toe, in deze brief in dit verband te benadrukken:

Onuitsprekelijk vele genaden gaan verloren doordat traditioneel door Jezus doorgegeven en daarna overgeleverde gedachten, visies, woorden en rituelen in vele Misoffers helemaal niet meer, respectievelijk heel vervormd, respectievelijk ingekort weergegeven worden. Maria weent onuitsprekelijk veel tranen wegens elke uiting van modernisme in de Kerk. Zij doet dit omdat Zij weet hoeveel geschenken God de zielen zou willen geven, die echter niet ten volle benut worden. Zij doet dit ook omdat Zij moet vaststellen hoezeer de Nalatenschap van Haar Zoon misvormd wordt.

Laten wij nooit vergeten: Het Heilig Misoffer is de mystieke herhaling van het Lijden, de Dood en de Verrijzenis van Christus. Laten wij in dit verband overigens ook niet vergeten dat het Lijden van Jezus bij Zijn Geboorte is begonnen en een leven lang zoals Zijn schaduw aan Hem is blijven kleven. Elk element in dit gebeuren is zo rijk aan inhoud en betekenis dat slechts een zo getrouw mogelijke belichaming van de bedoelingen van Jezus in een Misoffer een relatieve volheid van de genade bewerkt. Aansprakelijk voor afwijkingen is in de eerste plaats de kerkelijke instantie die deze afwijkingen concreet als voorschrift vastlegt, respectievelijk deze opzettelijk deze welbepaalde vorm geeft, dit kan dus de priester zijn, doch ook een hogere instantie. God alleen is Rechter met betrekking tot de morele verantwoordelijkheid. Al bij al is de situatie met de in onze tijd gevierde Heilige Missen, op een minderheid van uitzonderingen na, in Gods ogen bedroevend.

Dit brengt ons tot Uw volgende vraag.

Bezoekt U de nieuwe Mis of de Tridentijnse?

Ik woon uitsluitend Tridentijnse Missen bij. Ik heb verscheidene jaren lang geen andere Missen kunnen bijwonen dan moderne, wat mij heel veel pijn heeft berokkend. De Goddelijke Voorzienigheid heeft het zo beschikt, dat ik sedert enkele jaren slechts Tridentijnse Missen mag en kan bijwonen.

Hoe ziet U de Tridentijnse Mis?

Ik heb in Testament van het Verbond moeten schrijven dat de Tridentijnse Mis de enige is in dewelke daadwerkelijk de volheid der Genade wordt uitgestort. Ik moet meteen zeggen dat in Gods ogen de leek niet aansprakelijk is indien hij niet de gelegenheid of mogelijkheid heeft, Tridentijnse Missen bij te wonen. Heeft hij die gelegenheid toch, dan verlangt God van de leek dat hij voor de Tridentijnse Mis kiest.

In het kader van deze vraag verwijs ik meteen naar Uw opmerkingen dat in de nieuwere Misvorm zovele liturgische misbruiken zitten en dat U de Handcommunie ondraagbaar vindt. Ik stem daar ten volle mee in, en spoor U er voluit toe aan, aan deze gevoelens vast te houden, want de navolging van de oude, traditionele liturgische gebruiken, alsook het geknield ontvangen van de Tongcommunie zijn oneindig veel belangrijker dan de meeste zielen zouden geloven.

Vele zielen klagen over de snel toenemende ellende in deze wereld. Ik beklemtoon dat heel veel ellende op deze wereld in rook zou opgaan indien alle christenen zich onwankelbaar aan elkaar zouden sluiten in het ontvangen van de Tongcommunie. Dit is de stelling van de allerheiligste Koningin des Hemels, en aldus van Christus Zelf. De reden is tweeërlei:
  1. de Tongcommunie, evenals het strikt respecteren van de oude, traditionele liturgische gebruiken, woorden, enz., openen zulke geweldige bronnen van genade dat door deze werking alleen reeds het Licht voor duizenden bekeringen naar de aarde zou worden getrokken;

  2. de instandhouding van de oude liturgie en het ontvangen van de Tongcommunie veronderstellen een spirituele groei en een rijping van de Ware Liefde, de Ware Hoop en het Ware Geloof in de ziel. Dit betekent niets minder dan dit: dat deze ontwikkeling (oude liturgie + Tongcommunie) – indien deze op grote schaal toegepast zouden worden – de gemeenschap der christenen buitengewoon grondig zou heiligen.

De Tridentijnse Misvorm is de enige in dewelke de volheid van de aanbidding van de Godheid besloten ligt.

Herinneren wij ons er voortdurend aan dat de aanbidding in de breedste zin van het woord krachten op gang brengt waarvan het effect op de duisternis verpletterender is dan de zielen het zich kunnen voorstellen. Bid vurig voor elke leek en priester die de moed heeft, uitsluitend Tridentijnse Missen bij te wonen, respectievelijk op te dragen, want God verheugt Zich bovenmatig over deze zielen. In deze zielen kan Hij pas goed Zijn Plannen naar hun voltooiing voeren, want zij geven zich over aan de weg naar Zijn Hart. Bid ook vurig voor de zielen die nog geen gelegenheid hebben om Tridentijnse Missen bij te wonen, of die de mening van hun medemens vrezen en het daarom nog niet aandurven, deze zozeer van Licht vervulde beslissing te nemen. (...)

Hoe staat U tegenover andere godsdiensten?

In dit verband kan ik kort zijn. De Moeder Gods heeft mij tot dit Apostolaat geroepen als de 'apostel van de Hoop, de bemoediging, de Liefde en de verkondiging van Gods enige Waarheid'. De Rooms-katholieke Kerk van Christus is de enige Vertegenwoordigster van Gods Waarheid. Wij moeten daaruit de conclusie trekken dat een godsdienst of belijdensvorm die niet op de Rooms-katholieke geloofsleer steunt, niet mag worden gevolgd. Godsdienst is steeds onderdeel van een cultuur, dit wil zeggen van een geheel van regels, normen en gebruiken, door dewelke mensen met hun leefwereld trachten om te gaan. Slechts één enkele godsdienst is niet op menselijk denken gebaseerd: het traditionele (dit wil zeggen: precies zoals door Jezus Christus ingestelde) Rooms-katholieke christendom, dat door God Zelf gegrondvest is.

Graag bid ik met U voor de uitstorting van het Goddelijk Licht in onze harten, opdat wij nooit zouden verdwalen op de wegen der genade.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 35
Over de fundamenten van Myriams roeping

(Antwoord op de vraag "Behoort Myriam tot de Katholieke Kerk?")

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U de ingeving van de Heilige Geest bent gevolgd om in Uzelf de Hemelse bloem te zaaien, die de Heilige Maagd Maria ons met het Testament van het Verbond heeft geschonken.

Ik kan U en Uw vriendin geruststellen. Ik ben absoluut Rooms katholiek, en wel van de volkomen traditionele strekking. In 1997 riep de Heilige Maagd mij tot Haar uitsluitende dienst. De Hemelse Koningin vormt een ziel die Zij ten dienste van Haar Werken in de zielen roept, uitsluitend volgens het streng traditioneel Rooms-katholiek patroon, daar slechts deze richting uitsluitend uit de Bron van de Eeuwige Waarheid wordt gevoed en het originele Hemelse zaad ter verwezenlijking van Gods Heilsplan in zich bergt. De Meesteres van alle zielen zou Zich nooit van een instrument bedienen dat op om het even welke wijze een band koestert met een stroming of een organisatie die niet voor de volle honderd procent door Rome wordt gedekt of goedgekeurd. Met respect voor de Pius Broederschap, maar Myriam van Nazareth heeft daar niets mee te maken.

Ik beklemtoon bij deze formeel dat elke verdenking als zou Myriam van Nazareth banden hebben met om het even welke organisatie of met om het even welke denkrichting die ook maar in het geringste van de streng Rooms-katholieke wortels afwijkt, volkomen ongegrond is. Mijn roeping is gebaseerd op uitsluitend mystieke fundamenten, en door het Maria Domina Animarum Apostolaat wordt geen enkel woord verspreid dat niet uit het Onbevlekt Hart van de Koningin des Hemels ontspringt.

Aangezien mijn roeping van meet af aan uitsluitend op de mystieke weg vorm heeft gekregen, worden door Myriam van Nazareth nu en dan gedachten verspreid die wat 'ongewoon' kunnen aandoen. Dit houdt op geen enkele wijze verband met enige afwijking ten opzichte van de streng christelijke Leer, doch slechts met de aard van de bron: de mystiek, die, zoals bekend, geregeld het kerkelijk gedachtegoed aanvult, doch anderzijds aanvankelijk soms met enig wantrouwen wordt bekeken.

Ik dank U voor de gelegenheid, hierover eens en voor altijd klaarheid te kunnen scheppen, opdat voortaan geen enkele ziel nog zou twijfelen over de aard en zuiverheid van de bron, want Bron en Kanaal van de boodschap van Hoop en Liefde die door het Maria Domina Animarum Apostolaat wordt gebracht, is slechts de Hemelse Koningin Maria, Moeder van het Eeuwig Woord.

Ik wens Uw ziel de Eeuwige Lente en de eeuwige vruchtbaarheid toe.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 36
Over het nieuw en altijddurend Verbond van Verlossing en heiliging

(Antwoord op de vraag: "Iemand beweert dat Jezus verkondigd heeft dat Hij de Hemel zal sluiten. Wat moeten wij als christenen daarvan denken?")

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

God heeft de zielen geschapen voor een leven op aarde dat slechts één enkel einddoel kan hebben: de terugkeer naar Hem in de Eeuwige Heerlijkheid. Reeds de eerste mensenzielen werden door Gods tegenstrever, Zijn absolute tegenpool, de satan, van het Eeuwig Heil verwijderd. De satan verleidde de eerste zielen tot de erfzonde, die het verbond van heiligheid tussen de zielen en God verbrak. De zielen verspeelden hierdoor voor alle tijden het vermogen om op aarde in een staat van heerlijkheid te leven tot God hen in het Eeuwig Paradijs zou opnemen.

Gods Liefde is zo oneindig, dat Hij vanaf het begin geen enkele ziel zonder meer aan de vorst der duisternis wilde overleveren. In Zijn onfeilbare Wijsheid stelde God het Mysterie in, krachtens hetwelk de mens zou kunnen lijden in lichaam en ziel, en waarbij dit lijden, mits gedragen met een hart dat vrijwillig op God en Zijn belangen gericht zou blijven, de ziel zelf en andere zielen zou helpen verlossen uit de noodlottige effecten van de erfzonde. Doorheen de eeuwen zouden de zonden zich echter blijven opstapelen. Gods antwoord hierop was de Menswording van Jezus Christus, Die als God-Mens in een menselijk lichaam elke vorm van menselijk lijden in Zich zou trekken en dit alles zou heiligen, opdat het de volheid van de kracht der Verlossing zou krijgen. God sloot hierdoor een Nieuw Verbond met de mensenzielen, een nieuw en altijddurend Verbond van Verlossing en heiliging. Jezus verzegelde dit Verbond op het Kruis, nadat Hij de effecten van dit Verbond had vereeuwigd met de instelling van de Eucharistie op de avond van Witte Donderdag.

Lieve zus, laten wij eens even overwegen:

God heeft een Nieuw en altijddurend Verbond ingesteld waardoor elke mensenziel van goede wil – dit wil zeggen: elke ziel die haar van God gekregen vrije wil gebruikt in volmaakte overeenstemming met de Wil van God Zelf om Gods Werken naar hun voltooiing te helpen leiden – in zichzelf de Verlossing en heiliging kan bekronen. Jezus heeft het Verbond verzegeld, dit wil zeggen: Hij heeft het voor eeuwig onaantastbaar vastgelegd met het Goddelijk Zegel dat door geen kracht op aarde noch onder de aarde verbroken kan worden. Een verzegeling met het Goddelijk Zegel betekent een bekrachtiging vanwege God, dat Hij het verzegelde met zekerheid zal uitvoeren: Het heeft kracht van Goddelijke Wet gekregen, en elke Goddelijke Wet moet en zal vervuld worden. God heeft het zo gewild, en heeft het in het Lijden en de Dood van de Goddelijke Messias zo vastgelegd voor alle eeuwigheid: Het contract voor de Verlossing werd door het Lijden en de Dood van Jezus Christus aan alle zielen aangereikt. Elke ziel afzonderlijk moet slechts met haar eigen bloed (dit wil zeggen: met haar eigen lijden en beproevingen) dit heilig contract ondertekenen om de Verlossing in zichzelf volledig werkzaam te maken. Wij zouden het zo kunnen beschouwen: De door Jezus voltrokken Verlossing is Goddelijk zaad dat in elke ziel is gestrooid, en in elke ziel die dit zaad echt tot vrucht wil brengen door een leven volgens Gods regels, bloeit dit zaad open tot een Hemelse bloem.

Zie toch hoe groot dit is: De ziel die in Jezus Christus als Verlosser en in Zijn Verlossingswerken gelooft en bereid is om deze na te volgen, voltooit in zichzelf deze Verlossing. God bewijst hier dat Hij een God met eeuwigdurende, onvergankelijke principes is, omdat alles wat Goddelijk is, volmaakt is en daardoor automatisch eeuwigdurende geldigheid verwerft: Ten tijde van het Aards Paradijs heeft Hij het Mysterie van de Verlossing door het lijden ingesteld, en tientallen eeuwen later bevestigde Hij dit met klem in de Werken van Zijn Messias op aarde.

Laten wij nu bekijken wat hier precies is gebeurd: Op het Kruis van Golgotha heeft Jezus Christus, Zoon van God, voor eeuwig de Hemel voor elke ziel geopend, met als enige voorwaarde, dat de ziel dit geschenk zou aanvaarden door als het ware het ontvangstbewijs ervan te ondertekenen. Door het eigen lijden, de eigen beproevingen van het leven op aarde, met Liefde te aanvaarden en met het Lijden en de beproevingen van de Verlosser Jezus Christus te verenigen, zegt de ziel als het ware tot God: "Mijn God, ik erken hiermee dat ik het geschenk van mijn Verlossing heb ontvangen en dat ik het aanvaard door te geloven dat de Gever van dit geschenk van U afkomstig is, en dat dit dus een Goddelijk geschenk is".

Kijk eens naar het volgend beeld: Jezus hangt te sterven aan het Kruis, waarvan de top naar de Hemel wijst, alsof het wil zeggen: "Bedenk, alle zielen, wat God Zich veertig eeuwen geleden heeft voorgenomen en wat Hij nu vóór jullie ogen in vervulling laat gaan: Hiermee verklaart de Godheid de Hemel voor eeuwig voor geopend".

Een Goddelijke Wet is onverbrekelijk. Elke Goddelijke Wet, elk Goddelijk Raadsbesluit, gaat in vervulling. Nooit laat God een belofte onvervuld. Waarom? Omdat elk Goddelijk woord ontspringt aan de Bronnen der Eeuwige Wijsheid, en dus volmaakt en onvoorwaardelijk op de voltooiing van Zijn eeuwigdurend Heilsplan met de zielen gericht is. God kan op geen enkele belofte terugkomen. Vergeet nooit dat de hele ontwikkeling van de heilsgeschiedenis gekenmerkt is door de onophoudelijke strijd tussen Gods Licht en satans duisternis. God verkondigt Zijn Wetten van Heil met als enige bedoeling, de duisternis definitief te overwinnen. Indien Hij op de essentie van Zijn Heilswerk zou terugkomen, namelijk op de belofte van de voor eeuwig geopende Hemel, zou dit in werkelijkheid betekenen dat God Zich tegenover de satan gewonnen geeft en zegt "zie, Ik geef je alle zielen, al die Wonderwerken uit Mijn handen, draagsters van de kiem der heiligheid, voor eeuwig prijs, en Ik geef Mijn droom van de grondvesting van Mijn Eeuwig Rijk van Liefde en Vrede op aarde voor eeuwig op. Wees voortaan heer van Mijn Schepping".

Lieve zus, hiermee kom ik bij Uw vraag terecht, en verkondig jegens alle zielen de stelling van onze Hemelse Meesteres in dit verband:

Wijs uitspraken als deze, dat Jezus heeft gezegd dat Hij de Hemel zal sluiten, met kracht van de hand als een ketterse aanvechting van het ware fundament van het Goddelijk Verlossingsmysterie en van Gods Heilsplan, als een zware belediging aan Gods Barmhartigheid, en als woorden die ontspringen aan de bron der duisternis. Deze uitspraak bevat de zichtbare handtekening van de satan, want zij bevat elk element uit zijn bekende strategie (ik verwijs naar vele onderrichtingen en openbaringen die U door de Meesteres van alle zielen zijn geschonken):

  • zij zaait verwarring en chaos;
  • zij ontneemt de zielen alle Hoop;
  • zij ontkracht de Waarheid van Gods absolute, volmaakte Liefde;
  • zij ondermijnt elk fundament van Gods Eeuwig Heilsplan dat elke ziel van goede wil onherroepelijk de Eeuwige Gelukzaligheid waarborgt;
  • zij voorspelt niets minder dan de definitieve overwinning van de duisternis over Gods Werken;
  • zij laat de conclusie trekken dat de Menswording en het Lijden en de Kruisdood van Jezus een zinloze dwaasheid zou zijn geweest, en het Nieuw en altijddurend Verbond een leugen. Hierdoor wordt dus de Eeuwige Waarheid voorgesteld als een loutere illusie.
Maria, de Meesteres van alle zielen, verwijst hier met de grootste nadruk naar alle via dit Apostolaat verspreide woorden uit Haar allerzuiverste mond, het heiligste kanaal dat het water van Goddelijk Leven uit de Eeuwige Bron naar de zielen brengt, en wijst erop, dat Haar Maria Domina Animarum Apostolaat Haar kanaal van eeuwigdurende Hoop, bemoediging en Liefde is, dat in deze Laatste Tijden is gegrondvest om de zielen te herinneren aan de Werkelijkheid van de naderende voltooiing van Gods Werken en Plannen, en om hen zodanig in de Eeuwige Waarheid te onderrichten en te vormen dat elke ziel die bereid is, Haar onderrichtingen in haar eigen leven toe te passen, hierdoor het Nieuw en Altijddurend Verbond aan zich voltrekt, met de Eeuwige Gelukzaligheid als loon. Een boodschap van Hoop en Licht dus.

Wat moeten wij als christenen dus van deze uitspraak denken? Verwerp deze woorden als de zoveelste list van de satan, bedoeld om de grondvesting van Gods Rijk op aarde uit te stellen en vele zielen te ontmoedigen om hun weg van heiliging voort te zetten. Bid vurig voor de misleide zielen die deze uitspraak in de wereld hebben gebracht en/of haar verspreiden, opdat het Licht van het Ware Geloof in hen hersteld moge worden. Laten wij, als Maria’s Ketting van Licht, meer dan ooit de zon van Gods Liefde over de aarde laten stralen tot in de diepste afgronden der duisternis.

Lof zij Jezus Christus, het onoverwinnelijk Licht in de duisternis, en Maria, de Meesteres van alle zielen, geroepen om het Ware Licht in elke ziel tot vrucht te brengen en elke ziel over de Gouden Brug van Haar Onbevlekt Hart naar God te leiden, Bron en Bestemming van alle dingen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 37
Over de weg naar Jezus door Maria – totale toewijding aan Maria
is geen verwaarlozing van Jezus!

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag kom ik U te hulp in verband met Uw opmerking dat U volledig op Jezus gericht leeft en U zich helemaal niet aan Maria kunt toewijden. U vraagt om toelichting met betrekking tot Uw ingesteldheid.

Eigenlijk zou ik in verband met deze vraag, respectievelijk opmerking, heel kort kunnen zijn, omdat immers in heel veel passages in de geschriften die Maria via Myriam van Nazareth aan de zielen schenkt, sprake is over de zozeer onderschatte rijkdommen van de totale toewijding aan Maria. Niettemin zou ik graag nogmaals gericht op enkele kernpunten van de diepe zin van toewijding aan Maria wijzen.

  • Op de eerste plaats wil ik erop wijzen dat in hoofdstuk 5 van De Dageraad van Gods Rijk op Aarde dieper wordt ingegaan op de relatie tussen Jezus en Maria, in het bijzonder voor deze Laatste Tijden. Leest U deze bladzijden aandachtig, niet in de eerste plaats met het verstand, doch met het hart. Slechts in het hart openbaart de Heilige Geest het Ware Licht;

  • Het is een grote vergissing, te menen dat men voor Jezus iets terughoudt door zich aan Maria toe te wijden. Voor Jezus is er, behalve het volharden in de zonde, geen grotere belediging en geen grotere pijn denkbaar dan deze, Zijn Moeder te miskennen of Haar niet het eerbetoon, de Liefde en het vertrouwen te bewijzen die Zij in Gods ogen waardig is. Denkt U maar aan de Heilige Gertrudis (einde van brief 9).

  • Jezus heeft Zelf de wortels van de toewijding aan Maria gelegd toen Hij vanaf het Kruis de woorden sprak:

    "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar uw Moeder".

    Hij vertrouwde met deze woorden de hele mensheid aan Maria toe, en maakte Zijn Moeder op deze wijze tot Brug tussen de zielen en hun eindbestemming: het Hart van God. Totale toewijding aan Maria is derhalve niets anders dan gehoorzaamheid jegens Jezus, en drukt uit dat men Zijn laatste Geschenk aan de zielen apprecieert, het Geschenk dat Hij ons uitgerekend in de laatste fase van de voltrekking van het Verlossingsmysterie heeft bereid. Om welke reden zou de ziel, die van God Zelf een voltooide Brug aangereikt krijgt, absoluut liever zwemmend doorheen het kolkende water van het leven naar God toe spartelen?
  • Als 'geestelijke vader' van de totale toewijding aan Maria moet de Heilige Grignion de Montfort worden beschouwd. De leer van deze heilige is door de Kerk in de hoogste mate erkend.

  • God heeft mij geroepen tot een leven in rechtstreekse dienst aan Maria. Maria Zelf heeft mij geroepen tot een leven van strijd in Haar dienst en van verkondiging van de volle Waarheid over Haar, en heeft mij speciaal tot dat doel 'gevormd'. Men kan er toch nauwelijks van uitgaan dat God Zelf een ziel op dwaalwegen zou sturen.

  • In het Evangelie werd erop gewezen hoe Jezus tot Nicodemus zei dat de mens opnieuw geboren moet worden, en wel uit de geest. Wanneer in onze geschriften sprake is van een wedergeboorte, heeft dit niets met reïncarnatie te maken, doch met de vervulling van de stelling van Jezus: God heeft via de totale toewijding aan Maria de zielen de gelegenheid geboden voor een uitgelezen wedergeboorte uit de geest, want de ziel die zich totaal aan Maria weggeeft, wordt door Haar volledig omgevormd, zoals in een wedergeboorte voor een nieuw leven met een totaal nieuwe levensbenadering.

  • De effecten van de totale toewijding aan Maria vormen één van de grote Mysteries van de Laatste Tijden. God heeft deze weg voor een vervuld leven precies voorbehouden voor de tijden die Hij als de ergste uit de hele mensengeschiedenis had voorzien: de tijden in dewelke de satan zou pogen, de zielen massaal te verslinden. God heeft ons deze wondermooie weg in en met Maria bereid om ons in staat te stellen om deel te hebben aan de volheid van Zijn Verlossingsmysterie. De ziel die er niet toe bereid is, zich volkomen aan Maria te geven, laat hierdoor jegens God blijken dat zij niet geïnteresseerd is in de volheid van Zijn geschenken.

  • God biedt de zielen de gelegenheid om zich totaal aan Maria toe te wijden als een prachtige weg doorheen de wildernis van het aardse leven. De ziel die deze zachte, vredebrengende Tegenwoordigheid en leiding op haar levensweg voelt, voelt een zodanig verschil dat zij niet begrijpt hoe zij vroeger doorheen de verpletterende chaos van het leven is geraakt. Vanzelfsprekend verbiedt God geen enkele ziel, rechtstreeks naar Jezus te gaan. Hij laat echter wel in deze Laatste Tijden verkondigen dat het nog meer Heil brengt, de weg in eenheid met Maria te gaan, omdat Zij de belichaming van de volmaaktheid in een geschapen ziel en daardoor het grote Teken van Hoop is. In Maria wordt aan de zielen het Teken gesteld dat er een weg is om als geschapen ziel het kwaad te overwinnen en de roos der heiligheid onbeperkt te laten ontvouwen. Zonder enige twijfel bestaat ook voor de ziel die in alles naar Jezus alleen gaat en daarbij in het leven van elke dag in hoge mate de deugdzaamheid beleeft, de volheid der Verlossing, maar waarom aarzelen zielen eigenlijk om de weg te betreden die hen op de zachtst mogelijke wijze naar Gods Hart kan leiden en daarbij jegens God laat blijken dat de ziel dit grootste van Zijn geschenken erkent en waardeert? De totale toewijding aan Maria is de absolute bekroning van de Goddelijke Barmhartigheid. Kan men het toppunt der Barmhartigheid verwerven door de Moeder van de mensgeworden Barmhartigheid te omzeilen?

  • U schrijft dat U zich niet aan Maria kunt toewijden omdat U 'vrij wil zijn'. Alle geschriften van Myriam van Nazareth verklaren echter precies hoezeer de totale toewijding aan Maria de grootste vorm van bevrijding is. De ziel wordt pas vrij in de mate waarin zij geheiligd is. Juist de heiliging is de bedoeling van de totale toewijding aan Maria. Maria is immers de Brug van de ziel naar God toe, van het litteken van de erfzonde naar genezing door deugdzaam leven in het Hart van de Koningin van de Liefde, de Brug van de slavernij jegens werelds denken, voelen en leven naar de volmaakte vrijheid van de ziel in eenheid met Maria, de Gouden Poort op Gods Hart. Wanneer Maria over Haar 'heerschappij' spreekt, en over de zielen als 'dienaren' of zelfs 'liefdesslaven', bedoelt Zij precies dit: De ziel moet Maria de kans geven om in haar alle verleidbaarheid en zwakheid te beheersen, en moet zich zo totaal in dienst van Maria willen stellen, dat zij zichzelf daardoor kan helpen bevrijden.

    Ik schets U graag het volgend beeld, dat Maria mij ooit voorhield: De ziel zit gevangen in een kerker van wereldse verleidbaarheid, zwakheid en ondeugd. Maria wacht buiten vóór de deur met alle genaden die de ziel nodig heeft om nieuw Licht, voedsel, Vrede en Geluk te verkrijgen en volkomen vrij te worden van haar wereldse gehechtheden. Doch de deur van de kerker kan slechts van binnen uit geopend worden. De ziel zelf moet door haar wil om door Maria bevrijd te worden, de grendel wegschuiven. Doet zij dit (door het verbond van dienstbaarheid jegens Maria te ondertekenen), dan treedt Maria binnen en beheerst Zij in de ziel stap voor stap alles wat de ziel gevangen houdt. Ik moet er trouwens op wijzen dat God Zelf deze toestand zo heeft beschikt: Hij heeft Maria tot Leidster over de Hemelse legerscharen aangesteld, opdat de satan door een geschapen ziel vernederd zou worden. De voltooiing van het Heilsplan wordt verwezenlijkt door ons ten dienste van Maria te stellen teneinde de door Jezus afgekochte Verlossing in ons eigen individu te voltooien, want Maria heeft de macht gekregen om dit heilsproces in elke ziel die zich helemaal aan Haar weggeeft, te begeleiden en voortdurend bij te sturen, tot de ziel het Hart van God bereikt. Een prachtig geschenk...

Graag besluit ik deze brief met de laatste alinea uit Stormschrift 44, die eigenlijk alles zegt:

"U kunt onmogelijk Maria miskennen en tezelfdertijd Jezus volgen, want Maria is een deel van Jezus: Zij heeft Hem Zijn Lichaam en Bloed gegeven, is één van Hart met Hem, en heeft Zijn macht, Wijsheid en volmaakte heiligheid ontvangen. Jezus kan Zich niet volkomen geven aan een ziel die onvoldoende Liefde en eerbied voor Maria heeft. God heeft Maria bedoeld als het grote Voorbeeld voor alle mensen. Wie Haar niet als zodanig aanvaardt, kan zich geen christen noemen en kan niet volkomen geheiligd worden".

Lieve broeder, ik zou zielsgraag het wonder beleven waarover de hele Hemel, en precies op de eerste plaats Jezus Zelf Zich bovenmate zou verheugen: dat weer een ziel is begonnen, in de kern van haar hart de onschatbare waarde van de zelfgave aan Maria te ontdekken.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 38
Over de mystiek – Maria’s stem in de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen, die zo ongeveer het hartje van het leven in totale toewijding aan Maria raken en derhalve nooit vanuit het menselijk verstand beantwoord kunnen worden. Onze Hemelse Moeder en Meesteres gebruikt Uw vragen dan ook graag als aanleiding voor een onderrichting die voor elke ziel nuttig kan zijn. Ik zal Uw vragen één voor één toelichten in de mate waarin de genade mij dit toestaat.

Hoe spreekt Maria in zielen? Hoe kan men Maria’s stem vernemen?

Hoewel het verschijnsel waarop deze vraag betrekking heeft (de innerlijke waarneming van Maria’s stem) voor de ziel op de mystieke weg een vast bestanddeel van het dagelijks leven is, is deze vraag uitzonderlijk moeilijk om te beantwoorden, precies omdat het hier een bovennatuurlijk fenomeen betreft.

Allereerst moet duidelijk worden gesteld dat de stem van Maria ook voor de ziel die op de mystieke weg is gevormd, niet steeds een met de gehoorzin waargenomen stem is. In bepaalde gevallen is dit wel zo, in andere gevallen niet. In deze laatste gevallen is het mystieke contact merkwaardig genoeg vaak het diepst. Daar wil ik nu net heen: Het 'volmaakt' contact met Maria (voor zover dit voor een sterfelijke ziel op aarde bestaat) is dit, waarbij de ziel Maria op een volkomen bovennatuurlijk, niet via de zintuigen waarneembaar niveau hoort. Dit horen gebeurt dan niet via de gehoorzin, doch rechtstreeks in de ziel.

Maria heeft mij gevormd in de bovennatuurlijke waarneming via diverse kanalen. In het bijzonder zijn dit: het zien met de ziel, het horen met de ziel, en het ruiken met de ziel. Enkele onder de vele uitingen hiervan zijn de zeer frequent optredende inwendige visioenen, het eveneens regelmatig voorkomende inwendig horen, en (zeldzamer) het inwendig ruiken. Om de beide uitersten van het inwendig waargenomen inwendig ruiken telkens met een voorbeeld toe te lichten: Ik mag, respectievelijk moet, nu en dan de zonde 'ruiken', evenals de nabijheid van de duivel, mag echter nu en dan ook de nabijheid van onze Meesteres 'ruiken'. Bij het inwendig ruiken betreft het heel duidelijk te onderscheiden geuren die in de ziel waargenomen worden, zonder dat de neus er op enige wijze bij betrokken is.

Maria spreekt (althans tot mij) zelden zintuiglijk hoorbaar, doch heel vaak inwendig waarneembaar, soms in enkele woorden, vaak echter in hele stromen, waarbij de woorden onmiskenbaar onderscheiden kunnen worden, niet door de oren, doch helemaal inwendig, als het ware rechtstreeks in de ziel. Ik licht dit meteen nog nader toe.

De mystiek is een kanaal waarvan de Hemel zich bedient met de bedoeling, via de daartoe gekozen ziel andere zielen (of liever: alle zielen die er oren naar hebben) te onderrichten. Vanuit menselijk oogpunt is de mystiek het rechtstreeks contact tussen God, respectievelijk een Hemels wezen, en een ziel, iets buitengewoons. Een ziel moet daartoe speciaal, bijvoorbeeld door Maria, gekozen en gevormd worden, dit wil zeggen: In deze ziel moet één en ander volledig 'omgevormd' worden, opdat de ziel de gewone zintuiglijke waarneming volgens de behoefte (op vordering vanwege haar Meesteres) plotseling zou kunnen uitschakelen en in heel korte tijd naar het niveau van de niet-zintuiglijke waarneming zou kunnen omschakelen. Ik zou dit bijna kunnen vergelijken met de plotselinge omschakeling van het zielsleven op een 'alternatief stroomcircuit'. Hoe verder de vorming van de mystieke ziel vordert, des te veelvuldiger en des te sneller voltrekt zich dit hele proces, en des te meer tijd brengt de ziel op dat 'andere niveau' door. Ik bedoel, de ziel laat zich zo totaal door Maria’s Tegenwoordigheid beheersen, dat zij deze op den duur inderdaad vrijwel ononderbroken waarneemt.

Waarom schets ik dit proces? Omdat het iets opmerkelijks bevat: Vóór de erfzonde waren de beide eerste mensenzielen via de mystieke weg met God verbonden, en namen zij ook elkaar via deze weg waar. Adam en Eva bekeken elkaar met de ogen van de ziel. Dat hoeft ons eigenlijk niet te verwonderen, want – zoals onze Meesteres het mij ooit zei – meer dan negentig procent van alle communicatie binnen de hele Schepping verloopt via mystieke kanalen. God, Maria, de engelen en gelukzaligen in de Hemel communiceren onder elkaar op niet-zintuiglijke weg. Engelen spreken niet met elkaar van mond tot oor, doch van ziel tot ziel. Maria spreekt met de engelen van ziel tot ziel, Zij vertoont Zich aan hen in Haar verrukkelijke, prachtige verheerlijkte gedaante (dit wil zeggen: Zij projecteert Zichzelf op het 'oog van de ziel' van de engelen) enz. Precies zo 'spreekt' ook de duivel in onze ziel (ontelbare miljarden bekoringen spreekt hij de mensenzielen overal ter wereld elke dag onhoorbaar in). Welnu, dit contact op het bovenzintuiglijk niveau is eigenlijk voor God de 'normale weg'. Wij in onze menselijke gedaante kennen deze communicatievorm slechts in het kader van de mystieke begenadiging.

Desondanks kan elke ziel leren, Maria te 'horen', dit wil zeggen: Haar Wil binnen in zichzelf waar te nemen. De versterker voor de inwendige stem van de Moeder Gods wordt gebouwd op grond van drie componenten:

  • de Liefde: de ziel moet Maria meer liefhebben dan haar eigen leven.
  • de zuiverheid: de ziel moet zich zuiver houden in daden, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens.
  • de overgave: Maria laat Haar Wil (die steeds de spiegel van Gods Wil is) des te duidelijker voelen, naarmate Zij Zich ervan verzekerd weet dat de ziel bereid is om Haar na te volgen.

Naarmate de ziel zich inwendig weet te zuiveren van wereldse gehechtheden, en zij met het hart op Maria gericht leeft, zal zij inwendig met toenemende zekerheid worden bestuurd. Dat brengt mij bij Uw volgende vraag:

Hoe kan de stem van Maria worden onderscheiden van andere stemmen?

Merkwaardig is, dat de ziel op de mystieke weg zelfs vanaf het eerste contact 'weet' wie tot haar spreekt, alsof de inwendige stem meteen van een handtekening zou zijn voorzien. Maria was de eerste Die ooit tot mij sprak. Toen later Jezus, de Heilige Aartsengel Michael, de apostel Johannes, de Heilige Maria Magdalena en mijn engelbewaarder voor het eerst in mij spraken, merkte ik onmiddellijk verschillen. Op één of andere wijze heeft elk wezen in de Gelukzaligheid blijkbaar een andere soort uitstraling. Ik kan dit nauwelijks onder woorden brengen, omdat deze verschijnselen zich op het niveau van de ziel voltrekken en deze ervaringen zich volkomen aan onze woordenschat onttrekken. Met zekerheid kan ik het zo zeggen: Wanneer de duivel in het hart spreekt, gebeurt daar iets helemaal anders. Soms tracht hij zich te camoufleren, maar staat U mij toe, U de volgende ervaring te schetsen bij wijze van voorbeeld:

Ooit, enkele jaren geleden, zag ik vóór het inwendig oog van mijn ziel een wondermooie vrouw, een waarlijk verrukkelijke verschijning. Zij geleek opvallend sterk op Maria. Op één of andere wijze had ik echter niet het gevoel dat bij mystieke contactervaringen gebruikelijk is. Deze vrouw zei tot mij: "Kniel voor mij neer!" Daar ook Maria deze woorden wel vaker uitspreekt, gehoorzaamde ik. Zij beval mij, te schrijven. Ik begon dus datgene op te tekenen dat zij in mij uitsprak. Na enkele woorden kreeg ik in het hart een zodanig ongewoon gevoel, dat ik, in plaats van verder te schrijven, het papier verscheurde en zei: "Maria, mijn Hemelse Meesteres, help mij, Uw Wil te doen!" De gedaante verdween plots, en na weinige seconden verscheen de ware Maria, de Hemelse Koningin. Het gevoel was nu helemaal anders. Maria zei mij dat ik de satan gezien had, die had gepoogd, mij om de tuin te leiden. Nooit zal ik dit verschil vergeten: Maria is LIEFDE, de duivel kan geen Liefde uitstralen.

Ziehier de les: De Tegenwoordigheid van Maria in het hart gaat gepaard met een rustige, geborgen warmte en oprechte Liefde. Neemt men ofwel een kilte ofwel een koortsachtige hitte waar, die helemaal onrustig maakt, dan is de duivel aan het werk. Ik moet hier wel onmiddellijk aan toevoegen, dat het wel vaker voorkomt dat zielen onrustig worden wanneer zij juist Hemelse woorden horen of lezen, precies omdat de duivel absoluut wil verhinderen dat deze zielen de Hemelse herkomst van deze woorden zouden herkennen. Over het algemeen gaat het daarbij om zielen die niet diep in het Hart van Maria geworteld zijn, en aldus niet werkelijk aan Haar toegewijd zijn.

Liefde, overgave aan Maria, zuiverheid. Ziehier de gesteldheden die in de ziel moeten groeien en steeds dieper gelouterd moeten worden. Elke ziel kan Maria respectievelijk God in zich leren gewaarworden, ook buiten de leefwereld van de eigenlijke mystiek. Tenslotte, zoals gezegd, dekt dit de toestand zoals God deze had voorzien, die echter door de erfzonde verloren is gegaan en die wij in de Hemel opnieuw zullen leren kennen als de normale toestand.

Op welk niveau kan een ziel de Wil van haar Meesteres herkennen?

Eigenlijk heb ik deze vraag in zekere zin reeds mede beantwoord. De ziel herkent de Wil van haar Meesteres in haar hart: niet met het verstand, doch met het gevoel. Wellicht zou men kunnen zeggen: Men kan het via intuïtie, voor zover intuïtie betrekking heeft op het vermogen, onze 'inwendige radio' op Gods golflengte af te stemmen.

De Wil van onze Meesteres kunnen wij dus op twee niveaus leren kennen:

  1. in elk van Haar onderrichtingen en openbaringen;
  2. in ons eigen hart.

Om de zielsontwikkeling te vervolmaken, behoort de ziel gelijktijdig met de opname van kennis op het eerste niveau, zich tevens op het tweede niveau te oefenen, want daar voltrekt zich het proces van het groeiende zelfbewustzijn, het inzicht in het eigen wezen. Vergeten wij in dit verband niet: Bidden, is 'spreken met', doch ook 'luisteren naar God in het eigen hart', want elke ziel draagt in haar kern een kiem van heiligheid, die onder andere van een soort afschrift van Gods beschikkingen is voorzien. Alleen is dit 'afschrift' sedert de erfzonde en onder invloed van de andere zonden meestal als het ware met een laag slijk bedekt. Deze laag kan slechts door het overwinnen van onze wereldse gehechtheden en regelmatige Biecht worden verwijderd. Bij verregaande verwijdering ervan worden Gods Wetten geleidelijk opnieuw leesbaar, respectievelijk de verlangens van onze Meesteres 'hoorbaar'.

Hoe beleeft men de bovennatuurlijke eenheid met de Moeder Gods? Wij mensen beleven deze door Haar alles toe te wijden. Dat is de richting 'van de ziel naar Maria toe'. Hoe ziet het er echter in de omgekeerde richting uit?

Ons aandeel aan de verwezenlijking van het heilig verbond van totale toewijding aan Maria bestaat uit onze inspanningen om al Haar woorden en onderrichtingen in ons leven toe te passen, en bovenal lief te hebben, lief te hebben en nog méér lief te hebben (God en al Zijn schepselen). Van Maria uit, is er de belofte dat Zij de ziel die zich aan Haar weggeeft, zal heiligen, en wel in de mate waarin de ziel zich daartoe klaar maakt. Van ons wordt volkomen openheid verwacht. Het allermoeilijkste is de verloochening van de eigen wil. De ziel die werkelijk het wonder van de Tegenwoordigheid van Maria en de effecten daarvan in haar leven, en vooral in haar hart, wil ondervinden, moet de Hemelse Koningin zo innig liefhebben, dat zij tot alles bereid is om zich ten dienste te stellen van de werken van Maria.

De gouden regel luidt (en ik zou overgelukkig zijn indien alle zielen zich deze regel stevig zouden inprenten en ernaar zouden leven): Gaan wij naar Maria, vergeten wij dan niet met Wie wij te doen hebben. Laten wij van één ding verzekerd zijn: Om het even hoeveel wij Maria ook trachten te geven, Zij is steeds het duizendvoudige waard, en zodra Zij Zich aan ons geeft, staan wij ondanks onze zelfgave aan Haar meteen duizendvoudig bij Haar in de schuld, want Zij is het Tabernakel van al het Hemelse. Aan de ziel die zich aan Maria weggeeft, geeft Zij Zich op Haar beurt weg, en Haar geschenk zal dat van de Haar toegewijde steeds ver overtreffen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 39
Over de totale toewijding aan Maria en haar immens belang –
over de aanvallen van de satan tegen de toegewijde –
verklaring van een visioen van een aan Maria toegewijde ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Hoe vreemd het ook moge klinken: Uw brief verheugt mij, in die zin, dat de Meesteres van alle zielen blijkbaar de gelegenheid heeft geschapen om een probleem aan te kaarten dat zich bij totale toewijding wel vaker voordoet.

Sedert Uw toewijding aan Maria bent U in een diep gat gevallen. Het innerlijk Vuur voor het Geloof is zoals uitgeblazen, alles vanbinnen is donker, nevelig en dor. U kunt nauwelijks nog bidden zonder verward of afgeleid te zijn. Er rijzen twijfels over Uw levensweg en Uw levenssituatie. Laat U Maria Zelf de Gids doorheen deze beproeving zijn, via de volgende woorden die Zij tot U en tot alle zielen wil spreken, die met gelijkaardige moeilijkheden te kampen hebben:

De totale toewijding aan Maria is een heilig verbond. De ziel geeft zich weg aan Maria met alles wat zij heeft en wat zij is, met haar gesteldheden, haar voornemens, haar doen en laten, zelfs met haar allerdiepste gedachten en verlangens, en met haar hele levensweg vanaf haar lichamelijke geboorte tot en met het uur van haar overgang naar het Eeuwig Leven. Maria van Haar kant, neemt in ruil daarvoor de innigste begeleiding van de ziel op de weg naar de heiliging op Zich. Dit is iets oneindig veel groters dan de meeste zielen zich gewoonlijk voorstellen.

Voor God is elke ziel oneindig kostbaar, zo kostbaar dat Jezus voor de voltooiing van de Verlossing van elke individuele ziel Zijn Verlossingswerk opnieuw zou willen doorstaan – vandaar ook Zijn Evangeliewoorden, dat de Goede Herder zijn schapen, die Hij in veiligheid weet, tijdelijk alleen laat om een enkel verdwaald schaap te zoeken, tot welke prijs dan ook.

De toewijding is derhalve een weg naar vervolmaking van de ziel, een weg naar verwezenlijking van Gods intentie dat elke ziel naar Zijn beeld en gelijkenis zou uitgroeien. De krachten der duisternis hebben echter de eed gezworen dat zij God van elke ziel zouden beroven en Zijn Werken, Plannen en Voornemens dermate zouden trachten te ondermijnen en te verwoesten, dat de allergrootste intentie van God – de grondvesting van Zijn Rijk op aarde – nooit verwezenlijkt zou worden.

Een volgend element dat beschouwd moet worden: De toewijding aan Maria als weg naar verwezenlijking van dit Goddelijk verlangen is een door God Zelf aangereikte weg naar vervolmaking. Maria is door God tot Leidster over de voortdurende strijd tussen het Licht en de duisternis uitverkoren, en tot dat doel tot Koningin en Meesteres van alle zielen verheven. In de volheid van deze hoedanigheid openbaart God de Heilige Maagd precies in onze Laatste Tijden.

Welnu, wat gebeurt bij een totale toewijding aan Maria?
Een ziel merkt in zich de roep van Maria om zich aan Haar toe te wijden. Deze ziel geeft aan deze roepstem gevolg. De Hemel verheugt zich hierover zeer, want een ziel – klein meesterwerk uit Gods hand – heeft zich klaar gemaakt om de Verlossingswerken van Christus in zich tot voltooiing (= tot volledige ontsluiting) te laten brengen door haar vrije wil te gebruiken voor een smeekbede tot God, dat de door Hem uitverkoren Meesteres van alle zielen haar inwendig zodanig moge veranderen dat zij stap voor stap gezuiverd zou worden van de sporen van alle wereldse invloeden, zij zich van alle ballast zou kunnen onthechten, en zij haar hart, haar geest, haar zintuigen, haar lichaam, ja haar hele wezen ten dienste van God zou kunnen leren stellen – dit alles door het volmaakte Voorbeeld: Maria, Die Zelf de Verlossing en Heiliging onbeperkt en volmaakt in Zich heeft verwezenlijkt en de meest innige vereniging met de Goddelijke Drievuldigheid aan Zich heeft laten voltrekken.

Door de totale toewijding aan Maria wordt dus een zaadje in de bodem van Gods Rijk op aarde gestrooid, dat alles in zich draagt om een heilige vrucht voort te brengen. Deze gebeurtenis lokt in de strijd tussen Licht en duisternis een reactie uit: De duisternis ervaart dit als een nieuwe bedreiging. De satan, die zich in zijn hoogmoed de meester van de Schepping waant, richt nu bijkomende krachten tegen de betrokken ziel, die voor hem een nieuwe belichaming van de op handen zijnde overwinning van het Licht vormt, en die de verhevenheid en heerlijkheid van de echte Meesteres van alle zielen kan beklemtonen in de mate waarin de ziel het Maria daadwerkelijk mogelijk maakt, haar volledig om te vormen.

De gevolgen laten niet op zich wachten: De ziel komt in een oogwenk in een oorlog terecht, die haar zwaarder op de proef stelt dan zij dit ooit voordien in haar leven heeft meegemaakt. De satan valt haar steeds driester aan.

Laten wij ons vast voor ogen houden dat de satan weet:
  • dat de mens zwak is,

  • dat de mens onder de invloed staat van een enorme hoeveelheid wereldse indrukken die hem van God kunnen wegleiden,

  • dat de mens in hoge mate blind is en het grootste gedeelte van de spirituele ontwikkelingen om zich heen (bijvoorbeeld van de strijd tussen Licht en duisternis, van de Werken van Gods Voorzienigheid, van de tussenkomsten van Maria, enz.) niet eens merkt,

  • dat de mens zich in veruit de meeste gevallen in de eerste plaats tracht te bevrijden van alle lijden en steeds naar de ervaring van het aangename op zoek is, en

  • dat de mens om al deze redenen heel gemakkelijk verleid kan worden om zich helemaal van God en van zijn eigen voornemens in het kader van de toewijding aan Maria af te wenden. De onverbloemde waarheid is deze: De satan haat de aan Maria toegewijde ziel, omdat deze zijn werken enorm kan schaden. Elk werk, hoe banaal het de mens ook moge toeschijnen, dat in vereniging met Maria wordt volbracht, wordt door de macht van Maria bekrachtigd.

Zo ontstaat de geschikte fundering voor een spirituele groeicrisis.

Vele zielen lijden onder dit verschijnsel. De totale toewijding aan Maria is iets buitengewoon groots, en vordert van de ziel een volhardende inzet, een rotsvast Geloof, een onwankelbaar vertrouwen in de macht van Maria en in Gods Liefde, en een rechtlijnige Hoop die de ziel in staat stelt om zich onophoudelijk met overtuiging voor ogen te houden dat elk element van haar alledaagse belevingen en ervaringen vanaf haar toewijding een buitengewone waarde kan krijgen voor de bespoediging van de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Maria heeft de macht gekregen om zelfs het geringste element van onze beproevingen en verwezenlijkingen zodanig te verdelen dat het honderdvoudig in waarde toeneemt. Zij doet dit door de onpeilbare macht van Haar volmaakte Liefde met dit menselijk element te verbinden, zodat de zandkorrel van een menselijke verwezenlijking tot een gouden bal wordt.

Er zijn zielen die spoedig na hun toewijding capituleren omdat zij geloven dat de toewijding 'hen geen goed doet'. Andere zielen geven het op omdat zij zich op basis van verkeerde voorstellingen aan Maria hebben toegewijd. Totale toewijding aan Maria is door God inderdaad niet bedoeld om de wereldse problemen van zielen op te lossen of de zielen uit de beproevingen te bevrijden, want beproevingen zijn absoluut noodzakelijk voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde, omdat de mensheid zich sedert de erfzonde nog slechts voor de volheid van de heiliging – de absolute doelstelling van het leven op aarde – klaar kan maken door de verlossende macht van haar eigen beproevingen in vereniging met het Verlossingswerk van Christus, en door een juist gebruik van haar vrije wil (dit wil zeggen: een gebruik ervan ten dienste van Gods Werken). Er is geen andere weg naar de heerlijkheid dan het rozenpad: de rozenblaadjes als eeuwige belofte, die echter op de bodem met doornen zijn vermengd. De doornen van de beproevingen zijn echter, zoals ons bekend is, het brandhout waaraan de ziel zich moet warmen om de volheid van de Liefde te leren ervaren en aanvoelen en de eenheid met Jezus Christus in zich te kunnen verwezenlijken.

De totale toewijding aan Maria is uitsluitend als gouden sleutel tot voltooiing van de heiligheid in de ziel bedoeld. De heiligheid kan zich echter slechts verwezenlijken op de weg die ons door Jezus is uitgetekend: op de weg van het Kruis, van de deugd en van de overgave, anders uitgedrukt: door voltooiing van datgene wat de Meesteres van alle zielen aanduidt als de

Driehoek van de spirituele vruchtbaarheid:
LIEFDE-LIJDEN-GEHOORZAAMHEID

Inderdaad:

LIEFDE = de weg van de deugd

LIJDEN = de weg van het Kruis

GEHOORZAAMHEID = de overgave. De bekroning van de overgave is de totale toewijding aan Maria.

De totale toewijding aan Maria is een herhaling van de woorden van Maria: "Mij geschiede naar Uw woord". Met deze woorden stelde Maria Zich onbeperkt met Haar leven en Wezen ten dienste van het Verlossingsplan. Hetzelfde gebeurt wanneer wij ons volkomen aan Maria toewijden. Evenals bij Maria opent zich daarbij een deur naar een leven met een onvermoed verlossingspotentieel, en daarom ook een leven van beproevingen. Ik herinner aan de openbaring van de Meesteres van alle zielen van 20 december 2009, over de gelijkenis van het woud van het Rijk Gods.

Voor Uw huidige moeilijkheden kunnen twee oorzaken worden aangewezen:

  1. een vermeerdering van de aanvallen van de satan;
  2. de effecten van de inwendige aanpassingen. In de ziel van de aan Maria toegewijde worden zodanige veranderingen teweeggebracht, dat de ziel zich soms echt 'verloren' kan voelen. Maria vergeleek ooit deze 'crisis' met een bouwwerf: De ziel ziet om zich heen niets dan puin, steenslag, putten, vocht en koude. Zij lijkt geen beschutting te vinden, en haar wereld lijkt wel een land dat plat gebombardeerd is. Deze beproeving is een gevolg van de omvormingswerken die Maria in de ziel voltrekt. De ziel heeft zich aan Haar gegeven, Zij verandert deze nu volgens het concept van een ziel in volle heiliging. Zij richt de ziel opnieuw in, op de plaatsen waar deze nood heeft aan reiniging en verbouwing. Tezelfdertijd wordt deze fase beschouwd als een proeftijd.

Indien de ziel dit volhoudt, levert zij hierdoor Maria het bewijs dat zij de overgave aan de Koningin des Hemels niet lichtvaardig heeft voltrokken, doch daadwerkelijk nog slechts voor de bevrediging van Gods Plannen wil leven. Zo heeft Maria het ons voorgeleefd. Zo heeft ook de God-Mens Jezus Christus het ons voorgeleefd. Voor de ziel vormt deze fase een ware opleiding in de Ware Hoop: Er wordt haar als het ware aangetoond dat men een berg slechts ten volle kan overwinnen wanneer men hem beklimt vanuit het diepste van het dal. Na het diepste punt gaat het bergop. Wees ervan verzekerd dat de ziel tijdens deze aanvankelijke 'toewijdingscrisis' immense onvermoede krachten kan krijgen. Alles hangt ervan af hoe zij met de schijnbaar verpletterende situatie omgaat. De overwinning op elke volgende crisis zal niet slechts gebaseerd zijn op de steeds nieuwe krachten die Maria de ziel schenkt, doch ook op het feit dat de ziel, die ondanks de crisis werkelijk voor de voortzetting van deze weg kiest, een volledig nieuwe fundering ingeplant krijgt van waaruit zij crisissen en beproevingen steeds beter zal kunnen benaderen.

Maria maakt dit mogelijk omdat Zij heel goed weet dat de ziel, naarmate in haar de Hoop zijn volmaaktheid nadert, 'lichtvoetiger' doorheen de komende beproevingen zal gaan. U hoeft slechts te denken aan de heilige martelaren, wier Hoop zo sterk ontwikkeld was dat zij de op handen zijnde dood in alle oprechtheid als een godsgeschenk konden beschouwen. Dit betekent dat deze beproeving der beproevingen hen niet meer uit hun evenwicht kon halen. Een ander voorbeeld: Toen Jezus tot de Kruisdood werd veroordeeld, omarmde Hij het Kruis alsof het Zijn beste vriend was.

In de volmaakte Hoop sluit de beproeving de Hemelse bruiloft met de verwachting van datgene wat op de beproeving zal volgen, en deze bruiloft levert een kind op, dat de naam draagt: 'de ware innerlijke Vrede'.

De enige bijdrage die van de ziel in een dergelijke crisis wordt verwacht, is deze van de vertrouwensvolle overgave aan Maria, van het gebed, en van de stille toewijding van de innerlijke gesteldheid. In de eerste plaats behoort de ziel te bidden om kracht, om vertrouwen, en om inspiratie om haar beproevingen zo vruchtbaar mogelijk te maken teneinde haar inwendige zuivering te voltooien. Gedurende de zuivering van het lichaam kan dit laatste zich ziek voelen. In de ziel is dit precies hetzelfde. De ziel wordt dag na dag door zovele wereldse invloeden beklemd, dat haar behoefte aan zuivering op het ogenblik van haar toewijding aan Maria gewoonlijk heel groot is. Bij 'behoefte aan zuivering' hoeft men niet in de eerste plaats aan een 'beladen-zijn met zonden' te denken, daar een dergelijke beladenheid door een regelmatige Biecht te verhelpen is, doch aan de veelzijdige effecten van de 'herprogrammering' die door de erfzonde en de dagelijkse zonden in de ziel bewerkt wordt. De zuiverheid wordt door Maria immers gedefinieerd als de mate waarin de ziel 'spiegel van God' is. Welnu, de spiegel van de ziel kan in een mensenleven zeer vele duizenden malen bespat worden met de slijkdeeltjes van elke afwijking van de ziel jegens Gods Wet.

U bent bang dat Uw huidige toestand en gesteldheid God zou beledigen. U hoeft deze angst niet te koesteren. Vrees niet de effecten van een zuiveringscrisis, die toch door de Goddelijke Voorzienigheid op gang is gebracht. U hoeft slechts te vrezen, God te beledigen, indien U op zekere dag Maria niet meer zou toelaten dat Zij het heilig verbond met Haar in U vorm zou geven, en U bij dit verheven werk niet meer zou meewerken. Het lijden onder de druk van de verbouwing van de ziel beledigt God nooit, wel integendeel, Hij kan daar heel veel mee doen. Wanneer U voor de werken der duisternis en/of voor de beproevingen zou capituleren, zou U Hem wel kunnen beledigen, omdat U daarmee uitdrukking zou verlenen aan een volharding in de menselijke zwakheid, terwijl Hij (God) de ziel toch net een gouden weg uit deze situatie heeft aangeboden.

De krachtigste weg uit de crisis, naast de totale overgave, is de Liefde gebleken. Tracht in elke situatie van het dagelijks leven Liefde op te brengen, in elk woord, in elk gebaar, in elke handeling, in elke gedachte, in elke gelaatsuitdrukking. Doe dit jegens elk schepsel (mens en dier). U zult ondervinden hoe reinigend dit werkt en welke krachten U hierdoor in de kern van Uw ziel laat vrijmaken. In de ziel die zich in alle rust inspant om Gods Liefde door te geven, wordt het zaad tot rijping gebracht, dat God in haar heeft gelegd. De ziel verandert hierdoor geleidelijk in een bloeiende tuin, en ervaart dit ook beetje bij beetje zelf. Het is alsof zij de geur van de nieuwe bloesems zelf begint waar te nemen in de mate waarin zij deze geur om zich heen verspreidt: een prachtig Goddelijk Mysterie, dat het fundament voor de groei van het Goddelijk Leven vormt.

Het visioenbeeld dat U is geschonken, is echt. Het wordt mij bevestigd als van de Hemel afkomstig. In zeer vele gevallen is het mij niet toegestaan om visioenen van zielen toe te lichten. Vaak komt dit doordat de Moeder Gods mij zegt dat het geen echt visioen doch inbeelding betreft. In andere gevallen komt dit doordat Maria de beelden niet aan Haar Myriam toelicht om redenen van bescherming van de privacy van de betreffende ziel. Nog andere malen laat Maria mij de beelden van andere zielen niet toelichten hoewel Zij mij de verklaring ervan wel geeft. Doorgaans doet Zij dit om Haar Myriam te beschermen. In Uw geval is het mij toegestaan om toelichting te geven, omdat het visioen inderdaad Uw toestand nader verklaart. Ik geef U daarom hierna de toelichting van Maria. Ik gebruik daarbij stap voor stap Uw eigen formulering van datgene wat U hebt gezien:

  • U staat in een ondergesneeuwd landschap: Hier wordt de inwendige koude gesymboliseerd, evenals het feit dat de ziel zichzelf niet herkent: alles is ondergesneeuwd, dus onherkenbaar veranderd.

  • U staat midden op 5-6 sporen: Hier wordt de levensweg gesymboliseerd, evenals Uw onzekerheid. Een spoor wordt meestal in de beide richtingen bereden. De ziel is niet meer zeker in welke richting zij moet gaan, noch uit welke richting zij het volgende gevaar moet vrezen. Er zijn verscheidene sporen, wat nog nadrukkelijker wijst op een onzekerheid over het verloop en de richting van Uw leven, evenals op het feit dat een veelvoud van invloeden op U inwerken, die U onbewust als bedreigend ervaart.

  • Uit de verte ziet U een trein naderbij komen. U rent snel naar een ander spoor, opdat hij U niet zou raken: Het gevaar wordt zichtbaar, en U wil Uzelf in veiligheid weten.

  • Tezelfdertijd echter, komt reeds uit de tegenovergestelde richting een andere trein. Wegens de aanvankelijk grote afstand van de treinen kunt U meestal niet precies uitmaken op welk spoor zij aangereden komen: Hier symboliseert zich de onzekerheid van het leven in het algemeen, het feit dat de bedreigingen vanuit de wereld moeilijk ingeschat kunnen worden.

  • U wilt weglopen om uit te wijken, doch U merkt dat Uw benen heel zwak zijn en beginnen te knikken: De ziel is zich bewust van haar huidige zwakheid, en ervaart de bedreiging als overweldigend. U wordt er zich van bewust dat U zichzelf eigenlijk ervaart als zijnde helemaal aan dit gevaar uitgeleverd, wat U nog banger maakt. Hier wordt op prachtige wijze gesymboliseerd hoe de ziel na totale toewijding aan Maria al het wereldse als bedreigend en vijandig begint te ervaren. Dit is een goed teken, omdat het de ziel ertoe aanspoort om zich niet meer bezig te houden met de dingen der wereld, die zij voortaan als onheilzaam zal ervaren.

  • Met Uw laatste krachten rolt U zich terzijde voor de zwarte stoomlocomotief, die zonder enige aarzeling aan U voorbij raast en U zonder te remmen overreden zou hebben: De ziel doorstaat nu het toppunt van de ervaring dat de wereld een locomotief is die de ziel zonder meer wil verpletteren, zonder zich ook maar in het geringste te storen aan de Goddelijke Wet van de Liefde.

  • U ligt nu midden in de sneeuw op Uw buik. Er komt opnieuw een trein. Vanuit de verte kunt U niet inschatten waar hij vandaan komt. Vanwege de krachteloosheid kunt U niet meer uitwijken. Uw lichaam laat zich niet meer bewegen, en er is geen uitweg meer: De ziel komt tot het inzicht dat haar eigen krachten niet meer volstaan, dat de strijd met de wereld eindeloos is en dat men deze niet met menselijke krachten kan winnen. In de ziel wordt de fase van de totale overgave voorbereid.

  • U ligt nu bewegingloos in de sneeuw, in afwachting van de dood, terwijl de trein op U toegeraasd komt. U wordt zich er intens van bewust dat U een aan Maria toegewijd kind van God bent: De Wil van God overwint in U, want hier geeft de eigen wil zich gewonnen. Alles hangt nu van God af, en de ziel heeft dit ten volle begrepen. In werkelijkheid wacht de ziel op de 'dood van de wereld' in zich. Gods Voorzienigheid geeft de ziel te verstaan dat zij de macht bezit om door echte overgave de duisternis via de werken der duisternis zelf te verwonden: De duisternis (= de locomotief) staat op het punt, de laatste sporen van de werken der duisternis in een ziel te overrijden, en maakt hierbij zichzelf onwerkzaam.

  • Precies op het ogenblik waarop deze gedachte in U opkomt, staat de trein op het punt om over U heen te rijden. Doch bij het opflitsen van deze gedachte stopt hij onmiddellijk vóór Uw hoofd, en kan niet meer verder. U weet dat hij vanuit een snelheid van 80 km/uur onmiddellijk tot staan is gebracht: DE OVERWINNING VAN MARIA IN U KONDIGT ZICH AAN. Dit is een buitengewoon prachtig beeld voor de onvoorstelbare macht van Maria, Die het klaarspeelt om het volle geweld van de duisternis in één enkele seconde onwerkzaam te maken, op voorwaarde dat de ziel zich willoos aan Haar uitlevert, op de overwinning van het Licht vertrouwt, en er zich ten volle van bewust wordt dat de ziel de zware strijd op eigen kracht niet kan winnen.

Er is U een geweldig teken voor de levensweg, de gevaren op deze weg, de aard van de totale toewijding, en een teken van Ware Hoop geschonken. Zowel de weg (vertrouwvolle, onbeperkte overgave) alsook het eindpunt (de restloze overwinning van het Licht) is U getoond. Het beeld toont eveneens dat U zich moet inspannen, maar dat, wanneer de overgave volkomen wordt, uiteindelijk de kracht van God er steeds zal zijn om de duisternis tot staan te brengen. Dit betekent: U zet een stap, en God zet reeds de volgende. Zodra Uw eigen krachten het laten afweten, blijft nog de laatste kracht over: de overgave. Het spreekwoord zegt dat het laatste wat sterft, de Hoop is. Zo gaat het ook in de spirituele groei: De ziel blijft vruchtbaar zolang zij waarlijk hoopt. Toewijding aan Maria krijgt haar volle vruchtbaarheid in de Ware Hoop, en zelfs wanneer de ziel in zichzelf geen kracht meer vindt, is zij nog niet verloren zolang zij zich volkomen aan Maria overgeeft. Dit 'zich aan Maria overgeven' is de muur die alle wereldse en duistere krachten tegenhoudt. Zij is de Hoop Die het ware Leven in de ziel laat openbloeien en dit leven tot het uiterste beschermt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 40
Over de mystiek – over de taak van de mystiek begenadigde ziel,
en de prijs die voor deze begenadiging moet worden betaald

Deze brief is Maria’s antwoord op de vraag "Waarom verschijnt de Heilige Maagd mij niet?" en het verzoek "Vraagt U de Heilige Maagd dat Zij mij zou verschijnen!"

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

ik heb Uw vraag en Uw verzoek aan de voeten van de Heilige Maagd neergelegd, en deel U bij deze het antwoord mede, dat Zij U tevens door middel van een onderrichting wil toelichten.

God heeft de mensenziel oorspronkelijk geschapen om in een toestand van relatieve heerlijkheid op aarde te leven. De werkelijkheid van de oorspronkelijke ziel was dan ook omvattender dan deze welke wij kennen. Dit wil zeggen: Tussen God en de ziel bestond een communicatie die heel wat opener en rechtstreekser verliep dan wij dit thans kennen. God communiceerde open met het eerste mensenpaar, en het was hen toegestaan en ook mogelijk gemaakt, Zijn Tegenwoordigheid rechtstreeks waar te nemen.

Deze communicatie in onverhulde vorm bestaat nog steeds in de Hemel, dit wil zeggen: in het leven in de staat van Eeuwige Heerlijkheid. Op aarde heeft de mensenziel dit vermogen en dit voorrecht door de erfzonde verloren.

De erfzonde heeft het de mensenzielen onmogelijk gemaakt om God, respectievelijk Zijn boden (de engelen, en in voorkomend geval de heiligen) en de Allerheiligste Maagd Maria rechtstreeks te zien en te horen, omdat de erfzonde de ziel heeft beroofd van de staat der heiligheid als Godsgeschenk. De heiligheid is sedert de erfzonde een toestand van de ziel die deze laatste zich door eigen inspanning moet verwerven, en wel door de zwaarste beproevingen, die worden volbracht op een Heil brengende wijze. Heiligheid is de toestand waarin de ziel door handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, haar wil en haar innerlijke gesteldheden Heil over de Schepping brengt. In deze toestand vloeit de ziel als het ware in het Hart van God over, en is zij zo verregaand één met Zijn Heil en Leven brengende Wil, dat Hij haar – op kracht van Zijn Wet der Gerechtigheid – deel laat hebben aan vele van Zijn Mysteries en zelfs aan elementen van Zijn eigen Wezen. Het grote Voorbeeld voor deze overvloeiing in een mate die in de orde der genade volmaakt was, is Maria, de Allerheiligste Maagd en Meesteres van alle zielen.

Laten wij nu het volgende beschouwen:

Wat is de zin van het leven op aarde, en in welke relatie staat deze zin tot de uitwerkingen der Goddelijke genade in verband met de communicatie tussen de ziel en God?

De enige zin van elk mensenleven op aarde bestaat hierin, dat de ziel gedurende de haar toegemeten tijdsspanne een welbepaalde bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan moet leveren. Precies deze vaststelling brengt ons tot de vraag: Waarom ziet en/of hoort een ziel de Heilige Maagd Maria, en een andere ziel niet?

Sedert de erfzonde, op grond van de zondige aard van het menselijk wezen, heeft geen enkele mensenziel nog 'van nature uit' het recht om de werkelijkheid in haar volle omvang waar te nemen en er onbegrensd inzicht in te krijgen. U moet zich daarbij voor ogen houden, dat meer dan negentig procent van de werkelijkheid 'bovenaards' is, dit wil zeggen, niet via de vijf menselijke zintuigen waarneembaar is. Normaal gesproken zou het geen enkele ziel toegestaan zijn, noch zou enige ziel in staat zijn, de Allerheiligste Maagd Maria te zien en/of te horen, rechtstreekse inzichten met betrekking tot de Goddelijke Mysteries te verkrijgen, enzovoort. Gods Voorzienigheid en Wijsheid staan hierop heel weinig uitzonderingen toe, en deze dienen slechts één enkel doel: Aan een heel klein aantal zielen is het toegestaan en mogelijk gemaakt om met Maria contact te onderhouden in een mate die van de regel afwijkt, omdat God deze zielen heeft bestemd tot een leven met ongewone opdrachten binnen Zijn Heilsplan. Het gaat hier om de categorie van zielen die geroepen zijn tot een mystiek leven.

De mystiek is het domein van het rechtstreeks contact met het gedeelte van de werkelijkheid dat niet met de zintuigen waarneembaar is, en van het rechtstreekse inzicht in gedeelten van de werkelijkheid die onder normale omstandigheden versluierd blijven. God heeft het waarnemingsvermogen van de ziel drastisch ingeperkt, omdat het voor de ziel die door de erfzonde en de daaruit ontstane vatbaarheid voor de duisternis is aangetast, gevaarlijk zou zijn, met de volheid van het Licht in contact te komen.

Om deze reden treft God voorzorgen: De ziel die tot de weg van de mystieke waarneming wordt geroepen, wordt uitgerust met een aantal gaven, opdat zij tegen haar opdracht opgewassen zou zijn, doch zij wordt ook geconfronteerd met de zwaarste beproevingen, opdat zij zou kunnen aantonen dat zij ertoe in staat en bereid is om op deze weg te volharden. U mag nooit vergeten dat de weg van de mystiek geen leven in een droomwereld is, doch een zeer hard leven onder onophoudelijke intense beschietingen vanwege de satan, die de mystiek als een groot gevaar beschouwt: Aan de ziel op de weg van de mystiek kunnen immers inzichten worden verleend, die deze ziel een volkomen nieuwe kijk verschaffen op de wereld, het leven, de beproevingen enzovoort. Daarom kan de ziel met een mystieke roeping, al naargelang haar specifieke opdracht, inzicht verkrijgen in gedeelten van de volledige Waarheid van God, die de zielen gewoonlijk niet bekend zijn, en deze kennis verspreiden. Het gaat daarbij om elementen van de Waarheid die door hun onbekendheid door de satan gebruikt kunnen worden als elementen voor zijn verblindingswerken. De ziel kan immers gemakkelijker worden misleid met betrekking tot zaken die zij niet zelf kan waarnemen. De satan weet dit, haat daarom de ziel met een mystieke roeping in een buitengewone mate, en doet er alles aan om deze ziel onwerkzaam te maken.

Precies met dit doel wordt een ziel tot de weg van de mystiek geroepen: om voor andere zielen de weg naar het Licht te vergemakkelijken doordat deze via de tussenkomst van de mystieke ziel nader kennis kunnen maken met gedeelten van Gods prachtige werkelijkheid die voor hen niet ontsloten zijn, zodat zij op deze wijze gemakkelijker tot de volheid van het Geloof kunnen komen.

Dit alles brengt mij tot het eigenlijke antwoord op Uw vraag en Uw verzoek: Het wordt een ziel slechts toegestaan en mogelijk gemaakt, met de Heilige Maagd in contact te treden via de mystieke weg, eventueel soms zelfs via zintuiglijke waarneming, indien God dit met het oog op de specifieke levensopdracht van deze ziel heeft voorzien. Ik moet in dit verband beklemtonen: Het contact met 'Boven', bijvoorbeeld met de Heilige Maagd, is geen spel waaraan de ziel voor haar eigen genoegen deelneemt of mag deelnemen. Het gaat om een relatie door dewelke God welbepaalde bedoelingen binnen Zijn groot Heilsplan voor de zielen nastreeft. De ziel die daarbij als 'brug' tussen Maria en de zielen wordt gekozen, wordt aan zware beproevingen, en desgevallend aan een zware 'opleiding' onderworpen, en de zonder enige twijfel verrukkelijke relatie tussen Maria en deze ziel houdt slechts stand in de mate waarin de ziel doorheen een zekere proefperiode aantoont dat zij in staat en bereid is om zichzelf totaal te verloochenen. Maria vertoont Zich aan de ziel slechts in het kader van een 'werkrelatie' ten gunste van alle zielen. De 'uitverkoren' ziel is Maria daarbij de striktste gehoorzaamheid verschuldigd, en leidt vanaf het begin van deze bijzondere relatie uitsluitend een leven waarin zij totaal aan Maria uitgeleverd is, dit wil zeggen: Deze ziel vraagt niets voor zichzelf, tenzij een bloeiende heiligheid teneinde haar Meesteres steeds waardiger te worden, voor het overige smeekt zij uitsluitend voor de andere schepselen, en zij doet dit met inzet van alles wat zij is en wat zij heeft.

Derhalve moet ik U schrijven dat Uw verlangen dat Maria U zou verschijnen, slechts in vervulling kan gaan mits:

  1. God dit rechtstreeks contact met de Koningin des Hemels voor U noodzakelijk acht, met het oog op datgene wat Hij zowel met U als met de mensheid als geheel voorheeft. Dit plan moet bovendien worden beschouwd op de tijdslijn: De ontwikkeling van het Goddelijk Heilsplan is een Werk waaraan alle zielen doorheen alle eeuwen moeten meewerken, en waarbij God op welbepaalde tijdstippen welbepaalde wendingen voorziet. Om deze wendingen te verwezenlijken, zoekt Hij zielen die op het juiste tijdstip op de juiste plaats precies de tekenen en inspiraties van de Goddelijke Voorzienigheid volgen die juist noodzakelijk zijn om Gods Werken naar hun vervulling te voeren. Indien op een welbepaald ogenblik een Mariaverschijning noodzakelijk is, zal deze toegestaan worden, mits de begenadigde ziel bereid is om precies datgene te doen wat met deze verschijning beoogd is.

  2. U zich er ten volle van bewust bent dat een verschijning van Maria nooit rechtstreeks de ziel zelf, doch alle andere zielen dient. De 'begenadigde ziel' zelf is een brug van dewelke veel wordt verlangd; zij dient er uitsluitend toe, haar Meesteres over zich heen naar de zielen toe te laten gaan, en de zielen in de mogelijkheid te stellen, over haar heen over het kolkende water van het aardse leven veilig naar het Licht toe te gaan.

  3. U zich er ten volle van bewust bent dat een mystiek leven geen leven van louter verrukkingen is, en blijkt dat U ertoe bereid bent, zich volledig te laten omvormen en Uw leven en Uw hele wezen en werken uitsluitend ten dienste van het Goddelijk Heilsplan te stellen. Vanaf Uw desbetreffende ja-woord beschikt Maria over Uw lichaam, Uw geest, Uw gevoelsleven, Uw relaties, Uw levensweg, Uw tijd, en over de mate van al Uw beproevingen. In dit verband heersen vele valse voorstellingen.

Is het leven in innig contact met Maria dan iets verschrikkelijks? Dat is het allerminst, doch ik moet het volgende duidelijk stellen:

Wanneer een ziel in de 'sfeer van de intimiteit met Maria' wordt getrokken, wordt zij zodanig omgevormd, dat zij aan de eisen die spoedig aan haar worden gesteld, tegemoet kan komen. Dit komt principieel neer op een ware zelfverloochening: De ziel moet er zich ten volle van bewust zijn dat zij niets is. Nederigheid, zichzelf opzij zetten, totale overgave, en verheerlijking van de Meesteres die al deze wonderwerken doorheen deze ziel wil voltrekken.

Elk contact met Maria is een Hemelse verrukking, die echter noodgedwongen steeds weer wordt gevolgd door nieuwe contacten met de wereld. Deze contacten wekken na de Hemelse aanraking een zodanige walging op, dat de ziel het nauwelijks kan dragen om op het aardse niveau te moeten blijven leven. Doordat daar spoedig de zware lichamelijke, morele en andere beproevingen bij komen, evenals de snel toenemende aanvallen van de satan, belandt de ziel spoedig in een soort schemerzone, in dewelke zij met een zware innerlijke strijd af te rekenen kan krijgen. Deze ervaring is een grote beproeving op zich, want hier wordt het Geloof zelf van de mystieke ziel op de proef gesteld: Is zij tegen dit leven nog opgewassen, met andere woorden, hoe diep is zij doordrongen van de overtuiging dat een mystiek leven slechts vruchtbaar kan worden in de mate waarin zij zichzelf totaal verloochent?

Het aardse leven van de mystieke ziel is eigenlijk in zekere zin een leven als 'non-persoonlijkheid': Vooral op het niveau van de totale mystieke bruiloft kan de ziel in zo verregaande mate door Maria opgeslorpt worden dat zijzelf in zekere zin niet meer lijkt te bestaan. Dat is precies wat Maria met mij heeft gedaan: Zij heeft mij Haar Aramese naam (Myriam) gegeven, om aan te duiden dat ik helemaal niet meer besta. Zo heeft Zij het mij zelf ruim tien jaar geleden verklaard. Ik verzeker U, dat in het leven van de mystieke vereniging heel vele dingen een aanzienlijke aanpassing vergen.

Hoe gaat Maria dan tewerk?

De Hemelse Koningin is een onvoorstelbaar geduldige en tedere Meesteres en Lerares, maar de door Haar gekozen ziel moet zich totaal aan Haar weggeven, zonder de geringste beperking. Hoe groter het Plan dat Maria, respectievelijk God, met de roeping van de gekozen ziel heeft, des te zwaarder en langer wordt de ziel op de proef gesteld alvorens het eigenlijke werk via haar echt van start gaat. Maria vormt en onderricht de ziel zodanig, dat deze een aantal opeenvolgende lagen doorloopt. De mystieke eenheid met Maria moet ontwikkeld worden, want geen ziel is daarop voorbereid. Derhalve worden in de ziel de sporen van het aardse leven geleidelijk steen na steen afgebroken. Concreet betekent dit: versterving en onthechting, stap na stap, op alle vlakken van het leven.

Bij elke ontwikkelingslaag horen beproevingen en oefeningen, die met Liefde, gehoorzaamheid en lijden te maken hebben. Het streefdoel van de ontwikkeling is, in de gekozen ziel het vermogen te ontwikkelen, zich op elk gewenst tijdstip zo zeer met vreugde, gelatenheid en innerlijke Vrede uitsluitend voor de bevrediging van de behoeften van haar Meesteres in te zetten, dat zij in alles vruchtbaar wordt. Zo worden haar innerlijke gewaarwordingen steeds hoger verheven, opdat de ziel in staat zou worden gesteld om het harde leven van de zelfverloochening te ervaren als het geschenk der geschenken. Maria wil Haar 'brug' zo ver krijgen dat deze een burcht van Liefde, Geloof en Hoop wordt, die klaar is om Licht uit te stralen, zelfs midden in de nacht der beproevingen.

Lieve zus, ik zou over deze ervaringswereld boeken kunnen schrijven. Het belangrijkste voor U is, te weten dat de meeste zielen geen enkel idee hebben, wat zij vragen, wanneer het om mystiek contact (bijvoorbeeld met Maria) gaat. Wanneer aan dit verzoek daadwerkelijk gevolg wordt gegeven, is dit het begin van een onvermoede levensreis, die wondermooi wordt indien deze ene voorwaarde vervuld wordt: dat de ziel bereid is om een harde weg te gaan uit louter Liefde tot God, tot Maria, en tot alle schepselen, in het bewustzijn dat daarbij haar eigen Geluk zal afhangen van haar vermogen om haar eigen belangen met volhardende Liefde onder Maria’s voeten te leggen. Vergeet U nooit: Wij zijn hier slechts om te dienen (net zoals de engelen) en als tegenhangers van de satan, die nooit heeft willen dienen.

Moge met U datgene gebeuren wat Gods Voorzienigheid voor U beschikt, en troost U zich met deze zekerheid:

Het komt er niet op aan, hier op aarde tijdens dit korte leven Maria te zien; het komt erop aan, Haar voor de eeuwigheid te mogen zien. Wij leven niet voor de tijd, doch voor de eeuwigheid. De ziel, die precies tracht te vervullen wat God van haar verwacht, krijgt deze eeuwig durende verrukking ten geschenke. Aanvaardt U zonder aarzelen wat God voor U beschikt, en U zult het zaad voor deze eeuwige bloemen met elke beproeving en elk werk uitstrooien. Indien de aanschouwing van Maria U hier op aarde nooit wordt geschonken, wees U er dan van bewust dat God dit om een onfeilbare reden het beste heeft geoordeeld.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 41
Over de Biecht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoe mooi is het wanneer de ziel zich ervan bewust is, wat de Heilige Communie eigenlijk betekent. Stelt U zich eens voor, dat Jezus in Uw huis op bezoek zou komen. Zonder enige twijfel zou U alles in het werk stellen om Uw huis zo rein mogelijk te maken, degelijk te ventileren, en zo mogelijk voor verse bloemen te zorgen. Kortom: U zou geen rust kennen vóór Uw huis iets echt uitnodigends zou uitademen, een sfeer die het in huis echt gezellig maakt, iets dat de Bezoeker zodanig zou aantrekken dat Hij niet eens meer weg zou willen gaan. Precies deze gesteldheid is het, die U ertoe aanzet, zo mogelijk vóór elke Heilige Communie te biechten.

Het Heilig Sacrament van de Biecht is al het bovenvermelde tegelijk: een schoonmaak, een ventilatie, verse bloemen, een behaaglijke atmosfeer in de ziel. De Biecht schept in de ziel inderdaad zuiverheid, zuurstof, bloemengeur en Hemelse vrede, mits de ziel haar misstappen liefdevol en met een rouwmoedig hart belijdt. De Barmhartige God kan namelijk niet eens de kleine tempel van onze ziel betreden wanneer wij niet vrijwillig de deur voor Hem openen. De vrije wil om zich met God te verzoenen omdat men het gevoel heeft dat in de ziel iets onzuivers wortel heeft geschoten, heeft een gelijkaardig effect als het openen van onze deur voor de intrede van de Heilige Geest, die in de ziel het juiste inzicht in zichzelf schept. De rouwmoedigheid zou het water zijn, dat men de Heilige Geest ter beschikking stelt opdat Hij de ziel zou kunnen wassen. Dit water zijn de tranen die de ziel (vaak onmerkbaar!) weent wanneer zij de indruk heeft dat zij zich van God heeft losgetrokken.

U lijdt onder het gebrek aan gelegenheden om te biechten. Het kenmerkt onze tijd, dat de zonde en haar ontwrichtende effecten op de staat van de ziel, en hierdoor ook op de gewaarwording van het gelukkig-zijn, miskend worden. De waarde van het Sacrament wordt eveneens miskend, terwijl de Sacramenten nochtans de aanrakingspunten tussen Hemel en aarde zijn. Niettemin is er een lichtpunt voor U (en voor ons allemaal):

Zoals de Meesteres van alle zielen ooit zei, werkt de Goddelijke Barmhartigheid zich ten volle uit waar Zij het oprechte verlangen van de ziel aantreft om zich volkomen één te maken met Gods Wil. In dit geval betekent dit het volgende. Wanneer de ziel:
  1. inziet dat zij gezondigd heeft;
  2. ernaar verlangt, de begane misstappen goed te maken, en
  3. zich met die bedoeling naar de Biecht begeeft,

gaan de deuren der Barmhartigheid reeds open. Nu kunnen twee dingen gebeuren :

  1. Ofwel is de ziel inderdaad in staat om te biechten. Zodra zij oprecht de zonden, ondeugden, fouten en nalatigheden, die zij in zich heeft herkend, heeft gebiecht, zij God een oprecht berouw aanbiedt, de opgelegde penitentie volbrengt, en indien mogelijk nog haar fouten rechtstreeks goedmaakt jegens de schepselen tegen wie zij heeft gezondigd, wast de Goddelijke Barmhartigheid de ziel en wist God deze misstappen uit haar levensboek uit. Deze misstappen gelden dan voor God alsof de ziel deze nooit zou hebben begaan.
  2. Ofwel kan de ziel niet biechten. Aangezien zij de oprechte bedoeling had (en nog steeds heeft) om zich met God te verzoenen, dient zich hier voor haar een toestand aan, waaraan zij persoonlijk niets kan veranderen. Volgens de Goddelijke Gerechtigheid wordt de ziel niet gewassen, maar aangezien God de ziel in de eerste plaats oordeelt op grond van de huidige gesteldheid van haar hart en haar vrije wil, worden de effecten van de Goddelijke Gerechtigheid in dit geval door de effecten van de Goddelijke Barmhartigheid vervangen. Het hart verlangt naar Gods Liefde en vergeving, en wil Hem haar liefde en bereidheid tot goedmaking aanbieden, maar kan dit niet doen, wegens omstandigheden buiten haar wil om. God oordeelt hier alsof de ziel de Biecht toch gesproken had.

Wat betekent dit concreet voor U, lieve zus? God kent Uw innerlijke strijd. Hij ziet Uw geweende en niet geweende tranen hierover, Hij kent Uw lichamelijke toestand, die het U niet langer mogelijk maakt om van kerk naar kerk, van parochie naar parochie, van stad naar stad te reizen om telkens weer een priester te vinden die niet van oordeel is dat U nog maar pas hebt gebiecht en dit dus niet alweer hoeft te doen, en het is Hem maar al te goed bekend met welke toestand de zielen van goede wil zich dezer dagen geconfronteerd weten. Dit betekent, dat telkens wanneer U zou willen biechten alvorens de Heilige Communie te ontvangen, en U wegens omstandigheden buiten Uw wil om, geen Biecht kunt spreken, U via niet-sacramentele weg de vergeving van de Barmhartige God zult verkrijgen. De Meesteres van alle zielen stelt U slechts de volgende voorwaarden:

  1. Er moet een oprecht berouw over elke misstap of elke nalatigheid aanwezig zijn.
  2. De intentie om het Sacrament van de Biecht te ontvangen, moet onophoudelijk aanwezig zijn, opdat de Goddelijke Voorzienigheid op de onvoorstelbaar machtige Voorspraak van Maria verder voor U gelegenheden moge kunnen bewerken om alsnog te biechten.
  3. U moet elke pijn over het feit dat U alweer een Heilige Communie moet ontvangen zonder voorafgaande Biecht, aan Maria toewijden, opdat Zij U op grond van deze pijn en op grond van een volhardende goede wil de genaden moge kunnen bekomen, steeds opnieuw de tussenkomst van de Goddelijke Barmhartigheid te verkrijgen. Belangrijk is bovendien, dat U over het gebrek aan gelegenheden om te biechten weliswaar pijn voelt, doch geen wrok koestert. Wrok tegen eventuele gebreken in de Kerk is een valstrik van de duivel, die de zielen van vele genaden berooft. Gods Barmhartigheid kan zich niet meer volop uitwerken wanneer wrok en andere negatieve gesteldheden in het hart werkzaam zijn. Wanneer dit toch het geval is, schakelt de Goddelijke Gerechtigheid zichzelf opnieuw in, en deze oordeelt volgens de letter van de Goddelijke Wet, dit wil zeggen: alsof U daadwerkelijk niet hebt gebiecht en dus geen vergeving hebt verkregen.
  4. U moet vast in de oneindige macht van de Meesteres van alle zielen geloven, die Uw ziel vóór elke Heilige Communie zuivert wanneer U deze in de juiste gesteldheid ontvangt.

Maria heeft mij verder voor U en voor de zovele zielen in een gelijkaardige situatie het volgende gebed gegeven, dat telkens gebeden kan worden wanneer vóór de Heilige Mis geen Biecht kan worden gesproken:

(hier ontstaat gebed nr. 1154)

Lieve zus, U hoeft niet bang te zijn. Angst is zoals een strop, die om de hals van de ziel wordt gelegd, zodat deze ofwel verlamd wordt en niet meer vooruit komt, of bij elke poging om zich desondanks te bewegen, zichzelf begint te wurgen. Maria is daarentegen zoals nieuwe zuurstof, die de ziel opnieuw laat ademen. Haar Liefde is zo volmaakt, zo prachtig, en schenkt zoveel nieuw Leven, dat de ziel die rotsvast in Haar gelooft, als opnieuw geboren wordt. Legt U zichzelf met Uw hele levensweg in Haar handen, en Zij zal U een innerlijke Vrede bekomen zoals U er nooit voordien één hebt ervaren. In Maria is de eeuwigdurende lente, de tuin vol rozen die nooit verwelken. Met Maria in het hart mag de ziel steeds blijmoedig naar Jezus toe gaan en Hem met vertrouwen in zich uitnodigen. Al Haar woorden zijn zoals zaad voor de tuin van de ziel. Laat U Maria zaaien, en zorgt U er slechts voor, dat de Koningin des Hemels steeds totaal over de grond van Uw ziel kan beschikken. Deelt U elke minuut met Haar, en U zult rijker worden dan ooit voorheen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 42
Over de zonde – over het geweten – over de reiniging en herschepping van de ziel door Maria – over de beproevingen en hun benutting door Maria – over de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Bij de ontvangst van Uw eerste brief een paar dagen geleden, schonk de Meesteres van alle zielen mij reeds een blik in de diepten van Uw ziel, en dat heeft mij verheugd. Hoezo? Omdat duisternis slechts duisternis blijft zolang het Licht nog niet klaar is om op te gaan. Dit is echter precies wat bij U op gang is gebracht. Uw ziel legt zich niet eenvoudig neer bij de elementen die U in duisternis doen leven: Zij verzet zich, zij verlangt naar de zonsopgang van de nieuwe morgen en wekt deze daardoor ook op. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou U Uw brief niet eens geschreven hebben.

Het lot kan ons verpletteren, het kan ons intimideren. Er kan zo veel op ons afkomen, dat wij gaan geloven dat er aan de nacht nooit een eind zal komen. Houd U zich echter voor ogen dat deze gedachte een misleiding is, die van de duivel afkomstig is. Het verheugt mij zeer dat U klaarblijkelijk voor de Tegenwoordigheid van de Moeder Gods in Uw leven hebt gekozen. Dit is uiterst belangrijk, want precies daarin ligt de sleutel van de deur naar een nieuw leven. Maria heeft U nooit losgelaten, omdat Zij een echte Moeder is en omdat Zij diep in Uw ziel datgene heeft gezien, wat U echt beweegt.

U hebt gezondigd. Wie – buiten God en Maria – kan zeggen dat hij/zij boven de zonde staat? Hoe ongelooflijk het ook moge lijken: Vaak wordt de ziel precies tot ondeugd, zelfs tot zonde gedreven, doordat zij slechts het beste voor had. Wanneer U voor iedereen slechts het goede wil doen, zult U er rekening mee moeten houden, dat ongevraagde hulp niet altijd welkom is. Bovendien heeft God in elk hart een mechanisme geborgen, dat op de duisternis in de leefwereld reageert. Het gebeurt heel zeker dat zielen zozeer over de hen omringende duisternis ontgoocheld zijn, dat zij door de ontgoocheling en de hartenpijn gedachten en gevoelens beginnen te koesteren, die 'op de keper beschouwd' niet deugdzaam zijn. Is dat een zonde? Eigenlijk niet, het is een zwakheid, een onvolmaaktheid. Het is geen zonde, omdat de ziel niet in de ware zin van het woord kan zondigen wanneer zij uit oprechte, Ware Liefde handelt. Slechts God komt het toe, te oordelen of de beweegreden van de ziel in een bepaalde omstandigheid werkelijk zuivere Liefde is. Ziet U echter hoe God zelfs in de duisternis een kiem van Hoop kan verbergen?

U hebt een moeilijk leven achter de rug, en het landschap naast Uw weg is nog steeds met distels bezaaid, maar ik mag U op een verborgen boodschap wijzen, die God in dit beeld heeft verborgen: Is het U bekend welke genezende kracht sommige distelsoorten dragen? Wist U bijvoorbeeld dat de mariadistel een sterk natuurlijk levermedicijn is? Bedenk nu toch eens: Een plant die op grote schaal als onkruid wordt verdelgd, geneest de zieke lever. Waartoe dient de lever? Tot reiniging, tot ontgifting van het lichaam. Begrijpt U de parallel. De distels langsheen onze weg (de beproevingen!) zijn de reinigende en ontgiftende geneesmiddelen voor de ziel! Men zou het zo kunnen bekijken, dat onze ziel over 'een lever' beschikt, een 'orgaan' dat ons zielenleven zuiver moet houden. Deze 'lever van de ziel' is het geweten. Kijken wij nu in de andere richting: Wanneer ons geweten ons waarschuwt, wordt de ziel 'ziek in de lever' en vervuilt en vergiftigt zichzelf. Wanneer wij echter naar ons geweten luisteren, zal Gods Geest ons helpen, opnieuw op het juiste spoor te komen.

De ziel die naar Maria verlangt, wordt door Haar stil en zacht geopend voor het Licht van de Heilige Geest. Het kan absoluut pijnlijk zijn wanneer de ziel op zekere dag de eigen innerlijke gesteldheid leert kennen. Sommige dingen komen naar boven en de ziel begint zichzelf te verafschuwen. Zij meent dat er voor haar geen Heil meer bestaat. Lieve zus, U bent net bij deze bocht van Uw levensweg aangekomen. Wanneer U voorzichtig – dit betekent: met Maria en in innigste toewijding aan Haar – deze bocht neemt, zult U kunnen zien hoe het landschap verandert. Sommige dingen langs de wegrand zult U nogmaals zien, doch nu vanuit een volledig ander gezichtspunt, en het zal U duidelijk worden dat het landschap dat U niet meer beviel, er vanuit deze andere hoek helemaal anders kan uitzien.

Wanneer Maria Zich door een lijdende ziel uitgenodigd voelt, zal Zij toestemming vragen om in deze ziel te mogen binnenkomen met een bezem, een zeemlap, een emmer en water. Zij begint de ziel grondig te reinigen, wat heel pijnlijk kan zijn, want sommige plaatsen in de ziel vertonen korsten door de hardnekkige invloeden van de wereld, pijnlijke herinneringen, begane fouten, enzovoort. Maria opent ook de vensters, opdat een andere wind door de ziel zou kunnen waaien, nieuwe zuurstof in haar binnenstroomt, en de zon van de Heilige Geest haar innerlijk kan bestralen. En... het wonder geschiedt. Dit gebeurt niet steeds van de ene dag op de andere, maar stap voor stap, want Uw ziel zou dit anders niet uithouden. Dat is de Ware Liefde van Maria: Zij reinigt, zij verlicht, zij beademt, zij herstelt de innerlijke waardigheid. Het wonder van de Hemelse Liefde.

God heeft de ziel in een onderdeel van een seconde geschapen. Dit betekent: Een nieuw Licht van Goddelijke oorsprong is als een bliksemflits ontstaan. De krachten der duisternis hebben vele jaren nodig gehad om dit wonderwerk op sommige plaatsen te vervormen. Dan is echter de dag gekomen, op dewelke de Goddelijke Voorzienigheid U de ware macht van Maria heeft laten kennen. Dit was een akte van Goddelijke Barmhartigheid, die diegenen te beurt valt, die van goede wil zijn. 'Van goede wil' zijn, betekent: van plan zijn, zo te leven zoals God het wil. De blijde boodschap bestaat voor U dus hieruit, dat God U nooit in de steek heeft gelaten, omdat Hij nog steeds in U gelooft. Momenteel wacht Maria, Vertegenwoordigster van God naar de zielen toe, er slechts op, dat U al Uw beproevingen, alle schijnbaar uitzichtloze elementen van Uw leefwereld, met heel Uw hart en vol vertrouwen aan Haar toewijdt.

De wonderen die voortvloeien uit een oprechte toewijding aan Maria, zijn vaak als een aaneenschakeling van vonken die samen een lichtexplosie in de ziel bewerken. De ziel leert haar leefwereld met andere ogen te zien. Zij leert vooral zichzelf met andere ogen te zien. Sommige zielen houden al hun zorgen en ontgoochelingen zo in zich opgekropt, dat zij zwaarlijvig worden, of water beginnen op te houden, of lucht inslikken en daardoor opblazen. Toewijding werkt bevrijdend, en de bevrijding kan zich op ontelbare wijzen bemerkbaar maken. Doorgaans blijkt de bevrijding uit het feit dat de ziel de beproevingen des levens met andere ogen begint te zien, en er op een totaal andere wijze mee kan omgaan. Maria kan met Uw beproevingen zeer veel doen. Zij kan onder andere voor U een nieuw leven ontsluiten. Het wonderbare bestaat hierin, dat de omstandigheden van het leven ofwel kunnen veranderen (omdat U een nieuw Licht om U heen verspreidt, want Maria zal in U heersen), of ook niet, maar dat in het laatste geval Uw waarneming van de werkelijkheid totaal verandert. De beproevingen worden niet langer als ballast ervaren, omdat zij op een bed van ware Liefde kunnen rusten. Dit bed wordt nu in U gebouwd.

Luistert U niet naar stemmen die noch de Liefde van God doorgeven, noch het Licht van de Ware Hoop laten stralen. Dit Apostolaat is door Maria als Meesteres van alle zielen in het leven geroepen om, op grond van de ongekende macht en heerlijkheid van Maria, tot onuitputtelijke bron van Liefde, Hoop en Bemoediging te worden, want Liefde is de warmte van de zon, Hoop is het zonlicht, en de Bemoediging is de levenbrengende bries. Deze drie elementen vermengen zich met de milde druppels der genade, om alle samen de tuinen van de zielen tot nieuw Leven op te wekken. Wanneer Maria de Meesteres van de zielentuin is, wordt Jezus tot Levensboom in het midden van de tuin. Dan verandert het hele verdere leven in een vruchtbare boomgaard, en wordt het persoonlijke verleden tot bodem, op dewelke precies deze vruchtenbomen groeien.

Lieve X., U draagt de kiemen van deze vruchtbaarheid reeds in zich. De oogst zal gevormd worden door bloemen van Waar Geluk, indien U deze kiemen van nu af door Gods Geest laat bestralen en door Maria laat verzorgen. Geeft U zich volledig aan Maria, en Zij zal Zich volledig aan U geven. Bedenk dat wanneer de Meesteres van alle zielen Zich volledig aan een ziel geeft, deze ziel deel heeft aan oneindige Goddelijke geschenken. De vele beproevingen zijn reeds geschenken, maar worden echter pas als als zodanig herkend wanneer Maria de ogen van de ziel voor de ware rijkdom heeft kunnen openen. Wees intussen als een bron van Liefde voor Uw omgeving, en veel zal in de juiste plooi vallen. Vergeet U nooit dat elke ziel in haar leefwereld draagster is van een heilige kiem, en daardoor ontvankelijk is voor het Licht. Drinkt U het Ware Licht van de volledige toewijding aan Maria, opdat U dit Licht in zijn volheid zou kunnen doorgeven.

Ik draag U vanzelfsprekend heel graag mee in gebed naar de voeten van de Meesteres van alle zielen. Bid bovendien vurig het gebed nr. 1047.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 43
Over dit Apostolaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Van harte dank voor deze getuigenissen van Gods Liefde.

Dit Apostolaat is door de Allerheiligste Maagd Maria in het leven geroepen als een levend teken van Liefde, Hoop en bemoediging naar de zielen toe, omdat precies deze drie krachten het Ware Leven in de zielen kunnen doen bloeien. De Liefde is als de warmte van de zon, de Hoop is als het licht van de zon, de bemoediging is als de bries van de Heilige Geest. Wanneer deze drie elementen door God worden bezegeld door de zachte druppels der genade, kan de zielentuin tot de bloei van de Eeuwige Lente worden gebracht. God heeft de zielen in deze Laatste Tijden het grootste geschenk na de Verlossing door de Levensboom Jezus Christus gebracht: Maria als Meesteres van alle zielen, want in deze hoedanigheid is Zij de Tuinierster van elke zielentuin die zich totaal aan Haar weggeeft.
Myriam is door Maria geroepen om deze boodschap naar de zielen te brengen, en hen Maria’s onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven over te brengen.

Het verheugt mij zeer dat zovele zielen internationaal de weg hebben gevonden naar dit buitengewoon geschenk uit Gods hand. Elk hart dat zich helemaal weet te openen, kan in dit Apostolaat de hartenklop van de Koningin van Hemel en aarde voelen en horen, Haar Hemels parfum ruiken, en Haar unieke schoonheid leren waarnemen in de woorden die Zij als bloemen in Haar Myriam zaait om ze met de zielen te delen.

Maria heeft dit Apostolaat jarenlang voorbereid, om het op Gods tijd als Hemels parfum in de harten te gieten opdat zij een voorsmaak van de Hemel mogen ervaren en zodanig zouden openbloeien dat zij samen het Rijk Gods op aarde zouden kunnen uitbouwen. Wil ons helpen, dit waar te maken, door Maria’s onderrichtingen te bestuderen en onze werken kenbaar te maken, want het zijn stuk voor stuk Hemelse geschenken, en Maria heeft beklemtoond (zie onder andere De Dageraad van Gods Rijk op aarde) dat Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en het onderricht in de Wetenschap van het Goddelijk Leven de absolute bekroning van Haar unieke roeping tot heiliging van de zielen in deze Laatste Tijden vormen. Wil daarom Gods grootheid en Liefde verheerlijken door onze site bekend te maken.

Myriam zelf is sedert het begin van de openbaringen van de Meesteres van alle zielen door Maria geroepen tot een teruggetrokken leven van contemplatie in totale dienst aan de Meesteres van alle zielen. Slechts vanuit deze afzondering kunnen de opdrachten voor Maria, en tussen Haar en de zielen, worden volbracht. Het verheugt mij, ieder van U ten dienste te mogen staan, en U allen door het verlangen van mijn eigen hart naar Maria’s verheerlijking naar de voeten van de Meesteres van alle zielen te mogen begeleiden, waar ikzelf de volkomen vervulling van mijn leven heb mogen vinden.

Om Maria volkomen te dienen, wil ik ook ieder van U dienen, want elke ziel is een diamant die God pas volkomen bevredigt zodra zij de kroon van Maria siert en het Kruis van Christus in haar hart draagt als het teken van haar overgave aan Gods Werken.

In alle Liefde, en in de dienst van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 44
Over de Myriam-teksten: Wetenschap van het Goddelijk Leven – over echte en onechte visioenen – over zogenaamde genezers en buitengewone genezingen – over de grote betekenis, niet genezen te worden – over zogenaamde wonderbare foto’s – over de betekenis van onze inspanningen en het juiste tijdstip

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Elke zin die door een ziel met een oprecht hart aan mij wordt gericht, ervaar ik als een Hemels feest. Dit komt doordat de Moeder Gods verheugd is wanneer de ziel zich vrijwillig tot Haar richt. Het is U bekend, dat Maria Haar buitengewoon grote macht slechts in het leven van een ziel kan ontplooien wanneer de ziel Haar daartoe gelegenheid biedt door actief met Maria mee te werken aan de vormgeving van haar leven. Dat ik U nu pas kan antwoorden, is toe te schrijven aan een beschikking van de Goddelijke Voorzienigheid, want alles moet zich voltrekken op Gods Tijd om vruchtbaar te worden. Ik volg ook hierin enkel en alleen de stem van onze Hemelse Koningin.

De toewijding van Uw familieleden neem ik natuurlijk van harte op bij het grote feest van de toewijding van onze zielen aan de Moeder Gods op 2 februari. In het manifest De Tempel van Maria kunt U de noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagd leven als toegewijde van Maria op de juiste wijze in U opnemen. Mijn taak in dit verband eindigt niet met het aanbieden van een ziel aan Maria, doch begint daarmee pas goed, want Maria verlangt van mij daadwerkelijke ondersteuning van de door mij aan Haar toegewijde zielen. Deze ondersteuning voltrekt zich op uiteenlopende wijzen, waarvan de meeste verborgen moeten blijven. Dit beklemtoon ik hier slechts opdat U zich constant gedragen zou weten wanneer U vol goede wil de vaak moeilijke doch bijzonder veel voldoening schenkende levensweg van de aan Maria toegewijde ziel betreedt.

Het hoeft U niet te verwonderen dat, zoals U het uitdrukt, de veelzijdigheid en het volume van de teksten U soms de indruk geeft dat U niet al te goed bezig bent. Ik zou mij eerder zorgen maken indien dit niet het geval zou zijn. Maria heeft ons in deze laatste tijden zo overweldigend veel te leren (Wetenschap van het Goddelijk Leven), dat het voor geen enkele ziel gemakkelijk kan zijn, dit alles in een oogwenk te verwerken. Het gaat hier dan ook om iets unieks in de heilsgeschiedenis: De Almachtige openbaart Maria als de Meesteres van alle zielen in de volheid van Haar heerlijkheid en verhevenheid, met de volledige erkenning van de werkelijke rol van Maria in de heilsgeschiedenis, en laat Haar de zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderrichten. Eigenlijk is dit een onbegrijpelijk wonder, waarvan wij kroongetuige mogen zijn.

Wat het visioen van Uw schoonmoeder betreft, laat Maria mij het volgende zeggen. Vooreerst moet ik echter meedelen, dat het vaak gebeurt, dat het mij door Haar niet toegestaan wordt, visioenen of buitengewone ervaringen of gebeurtenissen te verklaren, omdat deze vaak voortkomen uit persoonlijke ervaringen, die de ziel op haar geloofsweg naar God toe moet doormaken, en een verklaring door een derde persoon (in dit geval Haar Myriam) vaak het eigen spiritueel ontwikkelingsproces van de betrokken ziel kan verhinderen om zijn eigen door God voorziene natuurlijke verloop te volgen. Bovendien moet worden gezegd, dat vele zogezegde visioenen helemaal geen visioenen zijn, doch zich ofwel op psychologische fenomenen baseren, of op natuurkundige processen (natuurverschijnselen, optisch bedrog, enzovoort). Voor Uw schoonmoeder wordt mij echter een antwoord toegestaan, omdat de Moeder Gods het juist oordeelt, dat U dit weet: Uw schoonmoeder heeft inderdaad een engel gezien, en wel om de volgende reden:

De ziel van Uw schoonmoeder bevond zich in de laatste fase van haar aardse leven in een zware innerlijke strijd. Vele zaken uit haar verleden (bepaalde dingen zelfs uit haar jeugd) heeft zij nooit echt kunnen verwerken, en tenslotte is in haar het geloof in Gods Liefde aan het wankelen gebracht. De verschijning van de engel is een poging van de Goddelijke Wijsheid geweest om Uw schoonmoeder opnieuw te overtuigen van de bovenaardse werkelijkheid. In het verborgene van haar ziel heeft deze genade haar voorbereiding op de laatste ontmoeting met de Eeuwige Liefde op gang gebracht. Verheug U daarover, want sommige zielen weten bijzondere genaden die zij hebben ontvangen, zelfs nog in het uur van het oordeel over hun voorbije leven op de juiste wijze te benutten, en daardoor dit oordeel een aanzienlijk gunstiger vorm te geven. God doet al het mogelijke om elke ziel in haar laatste uur een zo groot mogelijke Gelukzaligheid waardig te maken.

Wat Uw vraag met betrekking tot de persoon, het werken en de vriendenkring van Bruno Gröning betreft, valt het mij zwaar, te antwoorden, omdat Maria mij principieel verbiedt, mij openlijk in een zodanige zin over zielen te uiten, dat dit als een oordeel zou kunnen overkomen. Maria laat mij, wat dit betreft, slechts het volgende schrijven:

God zou graag elke ziel bij Zich hebben in het Paradijs, en haar ten volle deel laten hebben aan de oneindige verrukkingen van de Gelukzaligheid. Omdat God elke ziel een vrije wil heeft gegeven, dringt Hij ook niemand iets op. Het is bijzonder waardevol wanneer een ziel volledig uit eigen vrije wil aan haar eigen heiliging en Verlossing meewerkt. De belangrijkste sleutels tot Verlossing en heiliging zijn de Liefde, het lijden en de gehoorzaamheid. Deze drie, die door Maria samen de driehoek van de spirituele vruchtbaarheid worden genoemd, moeten samen ontwikkeld worden. Deze ontwikkeling bereikt haar hoogtepunt in de volkomen navolging van Jezus en Maria. Deze navolging betekent absoluut dat de ziel zich ervan bewust is, dat haar leven op aarde in zekere zin een soort kopie van Jezus’ Kruisweg vormt: De kruisdragende Jezus vertegenwoordigt de absoluut volmaakte Liefde, de absoluut volmaakte gehoorzaamheid en het absoluut volmaakte lijden, samen de absoluut volmaakte voorwaarde voor de volkomen Verlossing en heiliging van zielen. Wat betekent dit nu concreet?

Dit betekent dat de ziel, om haar rol binnen Gods Heilsplan met de hoogst mogelijke vruchtbaarheid waar te maken, de beproevingen van het leven niet uit de weg mag gaan, want zij worden aan de ziel geschonken als munten uit de goudmijn van de Eeuwige Gelukzaligheid: Bij elke beproeving krijgt de ziel de kans om:

  • God haar Liefde te bewijzen, want Hij bedoelt de beproeving als een nieuwe druppel brandstof om de ziel dichter bij Hem te brengen;
  • Jezus na te volgen, doordat zij Hem kan zeggen: "Mijn Verlosser, U hoeft niet op te komen voor mijn fouten en deze van mijn medemensen, terwijl ik slechts naar rust en genot verlang. Ik wil de weg naar het calvarie van mijn Verlossing (liefst met zeer veel zielen) samen met U gaan" Dit is protestloze aanvaarding van het lijden;
  • God haar gehoorzaamheid te bewijzen, want de ziel is dan volkomen volgzaam ten aanzien van elke beschikking waardoor de Eeuwige Liefde haar slechts aan de eeuwigdurende verrukkingen van Gods Tegenwoordigheid deel wil laten hebben. Door de erfzonde moet nu eenmaal elke ziel haar bijdrage leveren aan de verwezenlijking van het Heilsplan voor de hele Schepping. Als christenen hebben wij de verplichting – men leze hier echter: het zeer verheugende voorrecht – contractpartij te zijn in het Nieuw Verbond, krachtens hetwelk wij deel mogen hebben aan Gods’ onovertroffen Nalatenschap, en wij, op onze beurt, nog andere erfgenamen mee in deze grenzeloze Nalatenschap mogen opnemen.

Wanneer de ziel met dit alles rekening houdt, voelt zij het zelf als de enige juiste handelwijze aan (omdat zij ook de enige vruchtbare is), de beproevingen (bijvoorbeeld lichamelijk lijden) van het leven niet uit de weg te gaan door deze op om het even welke wijze van haar te laten wegnemen. Elke beproeving die door een andere ziel van een ziel wordt weggenomen – zelfs wanneer dit van 'Boven' toegelaten wordt – moet op één of andere wijze door één of andere ziel worden uitgeboet. Dit vloeit voort uit het feit dat elke beproeving slechts één reden van bestaan heeft: Compensatie te brengen voor de ontelbare elementen die Gods Schepping in onevenwicht brengen (zonden, ondeugden, misstappen, nalatigheden...).

Elke genezing vereist ergens in de Schepping een compensatie, een 'vereffening'. Deze vereffening kan van de genezer zelf worden verlangd, doch ook van andere zielen. Ook de Moeder Gods geneest velen, zelfs lichamelijk, maar Gods Gerechtigheid heeft in ruil daarvoor inspanningen, zelfs offers, nodig die deze genezingen 'helpen afkopen'. Bovendien is, met het oog op het Eeuwig Leven, niet de lichamelijke genezing belangrijk, doch de genezing van de ziel. Wanneer een ziel die lichamelijke genezing verkrijgt, deze nieuw verworven kracht niet gebruikt voor een overgang naar een spiritueel hoger ontwikkelingsniveau, is deze lichamelijke genezing voor de ziel eerder een hypotheek dan een verrijking. Maria zegt dit met klem omdat vele zielen zich onvoldoende van deze waarheid bewust zijn.

Heel in het algemeen waarschuwt de Moeder Gods er trouwens voor, dat zeer vele genezers helaas slechts zelfbenoemde 'mystici' zijn, die niet van 'Boven' voor deze weg uitgekozen zijn, doch om de meest uiteenlopende redenen zeer gevoelig zijn voor de inspiraties van de andere zijde (de duivel). Maria zei mij ooit uitdrukkelijk, dat de duivel zijn kennis van het feit misbruikt, dat ontelbare mensenzielen om elke prijs van hun kruis verlost willen worden, en dat de duivel daarom zelfs genezingen laat gebeuren door zielen, die vaak volkomen verblind zijn voor het feit dat zij door de duivel misbruikt worden om zijn plannen te dienen. Wees ook daarom steeds voorzichtig. De ziel die werkelijk begrepen heeft waar het hier op aarde om gaat, kiest in alle omstandigheden voor de volledige ontsluiting van haar spirituele vruchtbaarheid, en aanvaardt dat deze laatste zich slechts kan verwezenlijken op de wegen van de Liefde, de overgave / gehoorzaamheid / toewijding en het lijden.

In het lijden hoeft de ziel niet noodzakelijk 'te lijden', indien U begrijpt wat ik bedoel: Precies in het lijden krijgt de ziel van goede wil de sleutel aangereikt, waarmee zij de heerschappij van haar ziel over haar lichaam kan ontsluiten. Achter de deur die met deze sleutel wordt geopend, ligt de vervolmaking van de ziel verborgen. Wij mogen nooit vergeten dat de mate waarin de ziel dichter bij deze vervolmaking wil komen, de mate van haar Eeuwige Gelukzaligheid en van de Vrede voor de hele Schepping bepaalt.

Wat de bijzondere gevoelens, die U lichamelijk nog kunt waarnemen, betreft: deze zijn ongetwijfeld echt. Dergelijke waarnemingen kan ook de Moeder Gods Zelf U bereiden, wanneer U zich in volledige toewijding aan Haar overgeeft. Of, wat, wanneer en in welke mate een ziel in Tegenwoordigheid van Maria iets voelt, hangt af van wat de Hemel op elk ogenblik met deze ziel van plan is. Elk bovennatuurlijk gevoel wordt slechts aan een ziel gegeven wanneer deze bereid is, daarmee iets concreets te doen, met het oog op haar ontwikkeling naar God toe.

Ik mag eveneens geen uitspraak doen over de foto-opname. Enerzijds bevatten sommige foto’s inderdaad Hemelse 'boodschappen', anderzijds waarschuwt Maria ervoor, dat vaak het grote gevaar bestaat, dat de waarnemer er zijn eigen gedachten in legt. Sommige vermeend spirituele elementen zijn vaak toe te schrijven aan optische fenomenen. Het is vooral gevaarlijk wanneer de opvallende, onverwachte tekenen op een foto zo wazig of dubbelzinnig zijn, dat bijna elke ziel daarin iets anders kan zien. Maria waarschuwt trouwens alle zielen voor de valstrik, zich bezig te houden met de interpretatie van onduidelijke tekenen, of een te grote aandacht te schenken aan bijzondere verschijnselen in de lucht, op foto’s, enzovoort. Te veel zielen zijn steeds weer op jacht naar uiterlijke tekenen en vergeten daarbij wat werkelijk telt: werken aan zichzelf, aan de ziel. Ik kan, respectievelijk mag, over deze foto dus helaas geen uitspraak doen.

Wat Uw omgang met datgene wat U belast, betreft, kunt U de ware innerlijke Vrede vinden wanneer U zich het volgende voor ogen houdt:

God voorziet elke ziel van specifieke gaven en talenten, en vervolledigt deze in de loop van het leven – naargelang de omstandigheden van het dagelijks leven – door de tussenkomsten van Zijn Voorzienigheid. Met al die bagage moet de ziel haar levensopdracht, haar roeping, ten volle verwezenlijken. Dat betekent: Alles wat God van de ziel verwacht, moet zij binnen de haar toegemeten tijd trachten te volbrengen. Derhalve komt het er voor elke ziel op aan, zich al naargelang de kansen voor elke dag, in te spannen om stap voor stap dichter bij de verwezenlijking van haar levensopdracht te komen. Niet slechts de inspanningen zijn echter van belang, doch ook het tijdstip waarop elke stap moet worden gezet.

Bekijkt U het zo: Een landbouwer stelt zich tot doel, in de loop van het jaar aardappelen of graan te oogsten. Wanneer hij ongeduldig is, en het graan enkele weken te vroeg inzaait, zal hij zijn doel nauwelijks bereiken. Hij spant zich weliswaar in (misschien zelfs 'te veel'), doch oogst nauwelijks iets. Waarom niet? Omdat de bodem op het tijdstip van het inzaaien nog niet in de optimale gesteldheid is om goed op te nemen, en de weersomstandigheden misschien niet de beste zijn om het zaad tot rijping te brengen.

Iets dergelijks speelt zich voortdurend af in onze ziel: Wij moeten ons inspannen, doch moeten nu en dan aanvaarden dat Gods Tijd voor die welbepaalde inspanning nog niet gekomen is. Vele zielen branden bijvoorbeeld in hun spirituele ontwikkeling volledig op doordat hun inspanningen weinig vruchtbaar blijken. Een gebrek aan succes is echter niet steeds aan de ziel gelegen, maar soms aan de omstandigheden, aan een verkeerde inschatting van de tijd, aan een beschikking van God, aan de totaliteit van de ontwikkelingen in Gods Heilsplan, enzovoort. De ziel ziet dit niet altijd in, beschouwt zichzelf als een mislukking, en strijdt niet verder. Dit is eigenlijk tragisch, want wat God in de ziel geïnvesteerd had, rendeert niet meer, terwijl de ziel toch van goede wil was. Wat betekent dit concreet voor U?

Tracht U met één en ander in het reine te komen. Neemt U wat meer tijd voor de dingen. Vertrouwt U op de Moeder Gods als Gids op Uw levensweg en oefent U zich in de overgave. Wanneer U diep in Uzelf kijkt, zult U bemerken dat in U een niet herkende rem werkzaam is: In Uw binnenste woedt een (ten dele onbewuste) strijd tussen de wereld en Uw wil om spiritueel vooruit te komen. De wereldse ontwikkelingen om U heen vermoeien U meer dan U totnogtoe gemerkt hebt. Bid tot Maria om kracht en om het vermogen, niet zozeer tegen de duisternis om U heen te strijden, doch voor het Licht dat in U wil bloeien. Begrijpt U het verschil? Een pas gezaaid zaadje volgt – zonder erbij na te denken! – de Goddelijke Intelligentie, die in hem de Goddelijke Wet van het groeien en rijpen tracht uit te werken. Het zaad strijdt als het ware voor de ontwikkeling van het Licht in zich, veeleer dan tegen de bedreigende omstandigheden van buitenaf (weer, bodemdieren, enz.).

Leert U Uzelf te zien als een kleine plant van God, die verlangt naar de lente van een grote vruchtbaarheid, en daarbij het Licht in zichzelf als sturende kracht zoekt. Alles in Uw leven zal in de plooi vallen, zo gauw U de inwendige rust gevonden hebt om de vele onderrichtingen van Maria één na één in U tot bloei te laten brengen. Beschouwt U de 'eenwording' van Uw ziel met de onderrichtingen in de positieve zin: Betreurt U niet overmatig wat nog niet lukt, doch verheugt U zich over datgene wat wél lukt, en smeekt U Maria dat Zij Uw ziel dag na dag verder moge ontsluiten, opdat dit Hemels Zaad steeds weelderiger tot bloei moge komen. Om het uit te drukken in termen van de bouw van Uw huis: Het is verstandiger, iets langer aan de fundering te werken, in plaats van de muren te vroeg op te trekken. In het laatste geval zou het huis niet stabiel kunnen blijken wanneer de windvlagen doorheen de tuin van de ziel razen.

Ik wens U de rijkste zegen van God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Haar Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 45
Over het gebed

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw vragen met betrekking tot de wijze waarop de aan Maria toegewijde ziel behoort te bidden, houden vele zielen bezig. Om deze reden wil de Moeder Gods heel graag klaarheid scheppen op dit enigszins beneveld stuk van de weg.

Gebed is communicatie met God. Aangezien de Schepper ons een vrije wil heeft gegeven, die voor Hem heilig en onschendbaar is, beschouwt Hij elk gebed ook als een uiting van de mate waarin de ziel vrijwillig met God in contact wil komen. Daarom is gebed één van de wijzen waarop een ziel de vruchtbaarheid van haar leven binnen Gods Heilsplan kan vergroten.

Maria leert de aan Haar toegewijde zielen dat zij hun vruchtbaarheid in hoge mate kunnen vergroten door zich via Haar (de Koningin des Hemels) tot God te wenden, omdat God elk gebed dat via Maria’s Hart tot Hem komt, als het ware in een wolk van Hemels parfum aangereikt wordt. Elk woord dat door Maria uitgesproken wordt, is met de volheid van de Goddelijke Wil en de Goddelijke Liefde geladen, omdat het Wezen van Maria bij Haar Onbevlekte Ontvangenis volledig in Gods Wil en Liefde ondergedompeld is, en Zij deze unieke gave een leven lang ten volle heeft laten renderen door de beleving van een volkomen deugdzaamheid. Wanneer Maria optreedt als Voorspreekster, hoort God om zo te zeggen de weerklank van Zijn eigen verlangens. Hij kan dergelijke woorden niet afwijzen.

Betekent dit, dat het aan de aan Maria toegewijde zielen niet toegelaten is, zich tot Jezus te richten? Dit betekent het absoluut niet. U stelt zelf twee mogelijkheden van gebed tot Jezus voor. Ik laat U graag het verschil in uitwerking zien, zoals Maria mij dit toont:

Eerste vorm van gebed: "Maria, gelieve onze Koning Jezus Christus in mijn naam voor deze dag te danken".

Tweede vorm van gebed: "Jezus, ik dank U door mijn Meesteres Maria, aan wie ik volkomen toegewijd ben, voor deze dag".

Opdat in de nu volgende toelichting één en ander duidelijk zou worden, wil ik er graag vooraf op wijzen dat God naar elk gebed luistert dat tot Hem komt uit een oprecht en liefdevol hart. Niet elke ziel is gezegend met de gave, zich in bloemrijke woorden uit te drukken. Niettemin is het mij bekend, dat het de Hemelse Koningin (en ook Jezus) ten zeerste bevalt, wanneer een ziel de juiste woorden tracht te kiezen, om de volgende reden: Elk woord in verbinding met de passende gesteldheid van hart, wekt een heel specifieke genadewerking op. Een klein voorbeeld: Het is God bijzonder aangenaam wanneer de ziel Maria als Medeverlosseres belijdt. Daarom wordt een nog grotere kracht ontwikkeld wanneer de ziel bij lichamelijk lijden tot God zegt: "Moge Maria, onze Medeverlosseres, mij bijstaan" dan wanneer zij gewoon zou zeggen "Moge Maria mij bijstaan". Nu concreet over de beide vormen van gebed:

De tweede vorm van gebed die U voorstelt, zou de meest efficiënte zijn. Dit op grond van het feit dat de ziel zich door de formulering "Jezus, ik dank U door mijn Meesteres Maria, aan wie ik voor deze dag volkomen toegewijd ben", tot God richt, en tegenover Hem haar toewijding aan Zijn Moeder in Haar hoedanigheid als Meesteres beklemtoont. Dit omvat tevens een instemming met de Goddelijke Beschikking, krachtens dewelke Maria de Meesteres van alle zielen is, en de Goddelijke Beschikking dat elke ziel die zich aan het Meesterwerk van de schepping (Maria) toewijdt, daardoor de volheid van de scheppende macht en Liefde van God erkent. In Maria is immers de totaliteit van de door God geschapen elementen zichtbaar vertegenwoordigd. De ziel die in een gebedsformule tegenover God Zelf uitdrukking geeft aan haar erkenning van het Meesterwerk van Zijn Schepping, schiet meteen in de roos, en wekt stromen van genade op. Het is heel genadevol, Maria te verheerlijken, en een heel krachtige wijze om dit te doen, is zich tot God/Jezus te richten door Maria in de gesproken woorden te prijzen. Een dergelijke wijze van bidden bevat zowel Liefde, gehoorzaamheid, overgave, lofprijzing als verheerlijking.

Waarom is deze tweede vorm van gebed in overeenstemming met de gebruikelijke procedés in het kader van de volkomen Mariatoewijding? Omdat Mariatoewijding altijd tezelfdertijd toewijding aan de Heilige Drievuldigheid betekent, terwijl echter de grootheid en verhevenheid van Maria uit vrije wil en met het hele hart rechtstreeks tegenover God beleden wordt.

In de loop der jaren sedert mijn roeping heeft de Hemelse Koningin mij zo gevormd, dat ik dag en nacht met Haar spreek. Zij antwoordt niet steeds hoorbaar, want dat zou mij van alle verdiensten beroven. Inderdaad, wanneer de ziel ononderbroken de aanwezigheid van een Hemels Wezen op zintuiglijke wijze zou kunnen waarnemen, zou het voor haar helemaal niet meer noodzakelijk zijn, te geloven. Het Geloof beoefent de ziel immers alleen in de ogenblikken waarop zij noch op zintuiglijke noch op bovennatuurlijke wijze kan waarnemen. Onze Koningin leidt mij echter in het hart zolang ik mijn hart doelbewust op Haar Hart gericht houd. Ik zou dit door een beeld kunnen verduidelijken: Wie naar een radio luistert, doch het toestel niet hard kan zetten, moet héél goed luisteren. Net zo is het bij mystieke communicatie, die in de stilte van het hart plaats heeft. Zodra men zich laat afleiden, zal men één en ander niet meer verstaan. Het komt er dus op aan, zich in te spannen om volledig te kunnen blijven volgen. De inspanning bij mystieke communicatie is geen houding van verkramping, doch een kwestie van oriëntering van de inwendige aandacht. Welnu, Maria heeft mij geleerd, als volgt tewerk te gaan:

  • In ALLE omstandigheden van het dagelijks leven richt ik mij rechtstreeks tot Maria;
  • ALLE vragen, alles wat ik waarneem, alles wat mij inwendig raakt, leg ik rechtstreeks voor aan Maria;
  • ALLES wat ik doe, zelfs de meest 'banale' handelingen, bijvoorbeeld water in een emmer gieten, wijd ik eenvoudig maar vanuit het diepste van mijn hart toe aan Maria, waarbij ik inwendig, bijvoorbeeld, het volgende zeg: "Voor U, mijn Hemelse Meesteres, moge deze handeling ergens ter wereld een ziel vullen met water van Goddelijk leven";
  • ALLE smekingen ten gunste van zielen bied ik Maria aan, aan Haar voeten geknield liggend;
  • ELKE akte van toewijding van mijzelf of andere zielen of situaties bied ik eveneens Maria aan, aan Haar voeten geknield liggend;
  • Ten behoeve van ELKE verdieping van mystiek contact werp ik mij aan Maria’s voeten neer. Ook in de omgekeerde richting ontvang ik elke openbaring, elk visioen of om het even welk bericht via mystieke weg, aan Maria’s voeten geknield liggend;
  • ALLE leed wijd ik toe aan Maria, met de smeekbede om kracht en leiding;
  • Voor ALLE beproevingen en leed, evenals voor om het even welke gunst, dank ik Maria;

Ik deel dus dit alles rechtstreeks met Maria, omdat Zij mij heeft gevormd om dit zo te doen, en omdat dit voor mij de meest natuurlijke wijze blijkt: Het is tenslotte Maria die in mij spreekt, mij visioenbeelden en inzichten schenkt, mij alle teksten inspireert, enzovoort. Niettemin wend ik mij in bepaalde gevallen rechtstreeks tot Jezus, niet omdat ik in die gevallen niet in de volkomen macht van Maria zou geloven, maar omdat mijn hart mij op dat ogenblik tot deze weg inspireert. Ik moet hier nog aan toevoegen dat ik gevolg geef aan elk verlangen van Maria, die mij via een heel brede waaier van gevoelens diep in de ziel Haar verlangens, bevelen, richtlijnen, voorkeuren en afkeuren mededeelt.

Rechtstreeks tot Jezus wend ik mij bij de Heilige Communie en onmiddellijk daarna, hoewel ik ook dan de woorden die ik tot Hem richt, uitdrukkelijk met Maria verenig. Ik spreek bijvoorbeeld vaak op volgende wijze tot Jezus: "Lieve Jezus, mag ik in naam van Maria, Uw en mijn Moeder en mijn Meesteres, om het Goddelijk Zegel voor mijn ziel smeken" enzovoort, of: "Lieve Jezus, op grond van de verdiensten van Uw Lijden en de Smarten van Maria, Uw en mijn Moeder en mijn Meesteres, smeek ik U, wil mijn beproevingen met de volheid van de vruchtbaarheid bekleden". Ik betrek dus altijd Maria bij mijn gebeden tot Jezus. Ooit zei Jezus dat dit Hem zeer aangenaam is, omdat ik zo de eenheid tussen de Harten van Jezus en Maria beklemtoon en ik mijn eeuwigdurende verbondenheid met Maria in de mystieke eenheid met de Meesteres van alle zielen rechtstreeks aan God aanbied.

Vanzelfsprekend is het bij de Heilige Communie gunstig, in rechtstreeks contact te treden met Jezus omdat het hier de verheerlijking van de Verlossingsdaad betreft, evenals onze dankbaarheid daarvoor. Gewoonlijk dankt men rechtstreeks diegene aan wie men dank verschuldigd is. Doordat men in dat geval ook Maria erbij betrekt, belijdt men tegenover God echter de eigen kleinheid en erkent men in alle nederigheid dat men veel meer nut ziet in het contact met God wanneer de Meesteres en Koningin er actief bij betrokken wordt.

Volgens Jezus is het bijzonder gunstig wanneer de ziel zich vernedert, vooral tegenover Maria, want Jezus is zeer gevoelig voor de instelling van een ziel tegenover Zijn Moeder, de Medeverlosseres, die Haar hele aardse leven heeft opgeofferd om aan Zijn zijde – en in Haar Hart ten volle met Hem mee lijdend – voor de zielen van goede wil de Verlossing te bewerken.

De zielen mogen nooit vergeten dat de Smarten, die Maria een leven lang heeft doorstaan, oneindig groter en veelzijdiger waren dan de meeste zielen zich kunnen voorstellen. In de beginjaren van mijn roeping verscheen Maria mij meestal in Haar hoedanigheid van Moeder van Smarten, en liet Zij mij in vele visioenen in Haar Smarten delen, respectievelijk liet Zij mij deze in kort op elkaar volgende tijdsafstanden samen met Haar in het hart beleven. Ik getuig bij deze met klem dat er in geen enkele menselijke taal ter wereld woorden bestaan die deze Smarten bij benadering zouden kunnen uitdrukken.

Aangezien de Heilige Mis het Verlossingsmysterie tot uitdrukking brengt, is het Jezus heel aangenaam wanneer de Heilige Communie in de meest innige eenheid met het Hart van Maria wordt ontvangen. Voor Jezus is het dan alsof Maria in de ziel Hem ontvangt. Ooit zei Maria mij, in Haar hoedanigheid als Moeder van Smarten, dat ik de Heilige Communie moest beschouwen alsof het Lichaam van Jezus, die net het Verlossingsmysterie had voltrokken, in het graf van Haar Moederschoot werd gelegd, waarbij ik mij zo innig mogelijk aan Haar moest overgeven, opdat mijn mond als het ware veranderd zou kunnen worden in Haar maagdelijke Moederschoot. Het is een uiterst aangrijpende ervaring, in deze bewustzijnstoestand Jezus in de Heilige Communie te ontvangen. Maria bereidt de kern van ons eigen wezen voor op deze 'graflegging', die slechts de noodzakelijke overgang naar de Verrijzenis is, en ontvangt hoogstpersoonlijk de Verlosser om in de ziel die deze Communie ontvangt, de verbinding tussen de Verlosser en de Medeverlosseres tot stand te brengen.

Verlosser
+
Medeverlosseres
+
intens verlangen van de ziel naar deelname aan deze eenheid
=
ontsluiting van de volheid van de heiliging

Op deze wijze wordt de ziel kroongetuige van de herhaling van het grootste Goddelijk Mysterie.

Volledige toewijding aan Maria betekent derhalve ook voor onze gebedsbeleving geen beperking, doch integendeel een onophoudelijke verbreding van onze horizont ten behoeve van ontsluiting van de volheid der genade.

Ik ben ervan overtuigd dat de Meesteres van alle zielen U zelf de wegen zal tonen langs dewelke de vruchten met de hoogste voedingswaarde groeien. Zij heeft tenslotte met God het verbond gesloten, elke ziel die zich volledig en onvoorwaardelijk aan Haar geeft, naar de deur van de Hemelse tuinen te begeleiden.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 46
Over de ziel onmiddellijk na de dood – over de 'dreigboodschappen'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Op de dag waarop U deze brief hebt geschreven, was Uw oma zopas ten grave gedragen, en U vraagt waar zij zich nu bevindt.

Helaas mag aan de zielen die na het overlijden van een geliefd mens op aarde worden achtergelaten, slechts heel zelden worden medegedeeld wat intussen met de overledene is gebeurd. De bestemming van de zielen na de aardse dood is een geheim dat eigenlijk alle mensen bezig houdt. Derhalve licht ik graag in het kort toe, wat de Meesteres van alle zielen over de weg van de ziel na de dood onderricht, alsook wat de achtergeblevenen kunnen doen om deze weg voor de overleden ziel vruchtbaar te maken.

Wanneer een mens sterft, is dit een teken voor het feit dat God de ziel tot Zich heeft geroepen, omdat volgens de beschikkingen van Zijn Heilsplan voor alle zielen, en volgens datgene wat God van het leven van deze ziel op aarde heeft verlangd, het tijdstip geschikt is om het aardse leven van deze ziel te beëindigen. Dit geldt slechts voor de natuurlijke dood. In gevallen zoals moord en euthanasie is sprake van menselijk ingrijpen in Gods Beschikkingen. Om deze reden zijn moord en euthanasie zonden: Zij druisen in tegen de beschikkingen van Gods Voorzienigheid en Wijsheid, die met deze ziel nog bepaalde bedoelingen had, doch deze door het menselijk ingrijpen niet meer heeft kunnen waarmaken. U weet dat God de vrije wil van de mens nooit schendt. Moord en euthanasie zijn uitingen van de wil van één of meer mensen, en stemmen nooit overeen met Gods Wil.

God leidt het natuurlijk overlijden van een mens in, door de levensstromen geleidelijk van het fysieke lichaam los te maken, zodat deze zich in de ziel samentrekken. Wanneer deze levensstromen beneden een bepaalde drempel zinken, verliest het lichaam zijn levenskracht, en het lichaam van de mens sterft. Onmiddellijk daarop wordt de ziel voor Gods Troon gebracht. Dit gebeurt doorgaans onder begeleiding van engelen, soms onder de begeleiding van Maria. De ziel verschijnt voor de Troon van God, waar haar als het ware in een film in weinige ogenblikken tijd haar hele leven op aarde wordt getoond, waarbij aan deze ziel de genade wordt geschonken, haar eigen leven tot in de allerkleinste details te bekijken door Gods ogen.

Dit betekent dat de ziel zichzelf, al haar handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens van haar hele leven ziet, hoort en doorschouwt vanuit de volheid van Gods Waarheid. Van elk van haar handelingen, van elk van haar woorden, van elk van haar gedachten, gevoelens en verlangens van haar voorbije leven wordt haar in een flits de positieve of negatieve waarde in Gods ogen getoond. De ziel voelt dus in enkele ogenblikken zelf, welke waarde haar leven op aarde heeft gehad. Dit betekent: Zij verneemt in alle details wat zij op aarde voor God heeft betekend, waardoor, hoe vaak, in hoeverre enz., zij God heeft beledigd, gekwetst, Hem vreugde heeft bereid, Hem in verrukking heeft gebracht, Zijn Plannen en Werken heeft bevorderd, of deze juist heeft tegengewerkt.

Dit alles, vele miljoenen elementen, wordt de ziel in weinige ogenblikken op onfeilbare wijze, volledig en volmaakt getoond. Intussen onderricht God aan de ziel de volledige Wet van Zijn Gerechtigheid en de volheid van de Waarheid, in zoverre deze kennis noodzakelijk is voor de volledige en foutloze beoordeling van haar voorbije leven. Omdat de ziel zichzelf in die weinige ogenblikken door Gods ogen heeft mogen zien, weet zij heel precies hoe het met haar is gesteld. Maria bekleedt bepaalde fouten met Haar oneindige Liefde en gebruikt Haar macht in Voorspraak, voor zover de Wet van Gods Gerechtigheid dit rechtvaardigt. Dit betekent, bijvoorbeeld: Maria kan een ziel niet bevrijden van de straf op grond van een begane doch nooit gebiechte moord, indien deze ziel geen berouw toont. Werpt deze ziel zich in de ogenblikken van het Goddelijk Oordeel echter aan Maria’s voeten neer, en smeekt zij Haar om Haar Voorspraak in een gesteldheid van oprecht berouw, dan kan Maria deze ziel op grond daarvan een strafvermindering bekomen. De Meesteres van alle zielen heeft mij dit in visioenen getoond, het is een buitengewoon indrukwekkend beeld, dat getuigt van de onvoorstelbare macht van Maria.

In wezen oordeelt de ziel over zichzelf: Zij weet volkomen hoe het met haar is gesteld, en zij aanvaardt wat op haar afkomt. Er zijn drie bestemmingen, die U bekend zijn. Twee daarvan zijn definitief, één (het vagevuur) niet: Dit eindigt steeds met de intrede in het Paradijs.

De zielen op aarde kunnen het oordeel over een ziel, respectievelijk de noodzaak van de loutering van een ziel na haar aardse dood, tot op zekere hoogte beïnvloeden. Door gebeden, offers, boetedoening, totale toewijding aan Maria, Heilige Misoffers enzovoort, kunnen zielen op aarde de Gelukzaligheid van de zielen van overledenen helpen evolueren. Belangrijk is de persoonlijke inzet van de ziel. Wanneer een ziel bijvoorbeeld een zeker aantal Misoffers ten gunste van een overledene laat opdragen, is het belangrijk, dat zij ten minste in haar hart vurig aan deze Misoffers deelneemt.

Hoe de bespoediging van de intrede van een overledene in de Gelukzaligheid precies gebeurt, is ten dele nog een mysterie. Maria heeft mij ooit toevertrouwd dat God bij het oordeel van een ziel bepaalde dingen in acht neemt op basis van datgene wat Hij van de achtergeblevenen 'verwacht'. Hij kent immers de innerlijke gesteldheid van elke ziel jegens een overledene. Van groot belang is de totale toewijding aan Maria. Volgens de woorden van Maria wordt een ziel in het vagevuur soms heel spoedig na de totale toewijding van een nabestaand familielid aan Maria, in de Eeuwige Gelukzaligheid toegelaten. Voorwaarde is, dat de toegewijde ziel meteen aantoont dat zij de vaste intentie heeft, deze toewijding aan Maria in haar dagelijks leven ten volle te beleven, vooral door de volharding in de beproevingen uit Liefde tot God, tot Maria en tot de hele Schepping.

De diep doorleefde toewijding aan Maria brengt zo veel Licht over de Schepping en bevordert de verwezenlijking van Gods Werken in zodanige mate, dat 'in ruil hiervoor' de ziel van een overleden vader, moeder, oma enz., op Maria’s Voorspraak vaak in korte tijd volkomen gelouterd is en derhalve in de Hemel wordt toegelaten. Het is de Liefde, die zielen in het vagevuur naar de voltooiing van hun louteringstijd voert. Liefde is het spirituele betaalmiddel. Elke daad van Liefde, die een ziel op aarde opbrengt, kan aan de Liefde van een ziel in het vagevuur worden toegevoegd en deze laatstgenoemde dichter bij haar vervolmaking brengen. Van de ziel in het vagevuur wordt daarbij slechts verlangd dat zij deze genade volledig in zich opneemt, door een grote groei in de Liefde.

Het 'vagevuur' wordt overigens zo genoemd omdat de ziel daar in een tweevoudig inwendig 'Vuur' wordt gereinigd: in het Vuur van haar berouw en in het Vuur van haar Liefde. Daar de ziel na haar overlijden tijdens het Goddelijk Oordeel de volheid van Gods Waarheid heeft mogen schouwen en ervaren, kent zij nu de ware, volmaakt zuivere Liefde (dus de Liefde die niet met de effecten van menselijke zwakheden is vermengd), en wordt zij door de smart over de misstappen en fouten van haar voorbije leven verteerd. Zij begrijpt nu hoeveel pijn zij God en Maria heeft berokkend, en betreurt deze met een kracht die honderd maal zo groot is als het berouw op aarde. Dit komt doordat de waarneming vanuit hun hart dan niet meer door aardse invloeden wordt beneveld.

Sommige zielen zijn er niet meer toe in staat, dit Liefdesvuur en dit berouw op te brengen. Dergelijke zielen zijn niet meer te helpen. Daarom is het heel belangrijk dat de zielen van de nabestaanden op aarde vurig zouden bidden dat de zielen van alle stervenden de Ware Liefde en het ware berouw kunnen opbrengen. Een ziel die daartoe in staat is, wordt niet verdoemd. Zij kan weliswaar een lang vagevuur moeten doorstaan, doch zij gaat niet verloren.

Het gebed voor de zielen in het vagevuur is een waardevolle daad van Liefde. Het effect van dergelijke gebeden bewijst hoezeer wij als zielen allemaal met elkaar verbonden zijn, over de grenzen van de dood heen. Alle zielen werken immers samen aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan met de mensheid. Derhalve moeten wij allen om de genade bidden, volmaakt te worden in de Liefde, en zelfs diegenen het Paradijs toewensen, die het ons op aarde moeilijk maken. Hoe meer zielen wij kunnen helpen vrijwaren voor de eeuwige ondergang, des te meer zullen wij de grondvesting van het Rijk Gods op aarde bespoedigen. Precies daarom is het zo belangrijk dat wij elke medemens volkomen leren vergeven, want vergeving is de meest verheven vorm van Liefde.

In verband met Uw vrees voor het teken van de duivel op Uw identiteitskaart, voor wat op de mensen afkomt, en wat de mensheid in de nabije toekomst te wachten staat, moet ik het volgende zeggen.

Sedert vele jaren is er sprake van, dat onheil van uiteenlopende aard op onze wereld afkomt, respectievelijk in de komende tijd in verhoogde mate op de wereld zal afkomen. Toen de Allerheiligste Maagd mij in 1997 tot Haar dienst riep, stelde ik Haar in dit verband meermaals vragen. In de loop der jaren schonk Zij mij over één en ander in dit verband toelichting. Sommige punten (onder andere met betrekking tot natuurrampen) werden tot voorwerp van onderrichtingen, die onder andere in enkele van de Stormschriften werden verspreid. In het algemeen moet ik in opdracht van de Moeder Gods over dit thema echter het volgende zeggen:

De Schepping zinkt sedert lange tijd weg in een steeds dieper wordende afgrond, en wel op grond van de voortdurend groter wordende last van zonden, die de mensheid begaat. Hierdoor heeft zich in de Schepping een onevenwicht gevormd, dat hierin bestaat, dat de onderlinge verhoudingen tussen de vele componenten van de Schepping niet meer zijn zoals God deze heeft voorzien. Elke zonde van een mensenziel verbreedt de kloof tussen de Goddelijke Wet enerzijds en de werkelijke toestand van de Schepping anderzijds.

De Hemel heeft daadwerkelijk reeds meermaals gewaarschuwd dat deze noodsituatie bestaat, maar spoedig is een ware lawine van boodschappen en waarschuwingen op gang gekomen, die (ik citeer Maria):

"voor ruim meer dan negentig procent door mijn tegenstander, de satan, geïnspireerd zijn, en slechts tot doel hebben, de zielen in een net van paniek en verwarring te vangen, hen van hun Geloof te beroven en hen ervan te weerhouden, aan zichzelf te werken. De ziel die dergelijke boodschappen volgt of deze zelfs najaagt, wordt spoedig tot gevangene van een zinloze speculatie, en rooft Gods Tijd. Zielen, verspil niet de tijd die God jullie geeft om jullie weg naar de heiligheid op vruchtbare wijze vorm te geven. Jullie zijn op aarde om jullie persoonlijke weg te voltooien, niet om jullie aan speculaties over te leveren. De toekomst ligt in Gods Hart besloten. Betreed niet een grond waarvan het betreden jullie door Gods Wijsheid is ontzegd (Maria bedoelt de kennis over de toekomst). Op weinige uitzonderingen na, zijn deze boodschappen inspiraties vanwege de duisternis, die zeer vele zielen ervan wil overtuigen dat de duisternis het laatste woord zal hebben. Schenk geen geloof aan dergelijke boodschappen. De zielen die bereid zijn om onder Mijn leiding vol Liefde en vertrouwen aan zichzelf te werken, hoeven niets te vrezen".

Bij andere gelegenheden verzekerde Maria mij dat God Haar juist nu, in deze Laatste Tijden, als de Meesteres van alle zielen laat verkondigen "opdat zo veel mogelijk zielen zich van de kanker van de dreigboodschappen zouden afwenden en zich ten volle op hun eigen zielsgroei zouden richten", en dat de voornaamste reden waarom Zij uitgerekend in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht, deze is, dat God in deze Laatste Tijden heilige zielen wil vormen, opdat de duisternis op het fundament van heilige zielen van de aarde verdreven zou kunnen worden. Het is het 'leger van de totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toegewijde zielen', dat de Schepping naar een nieuw evenwicht moet leiden. God wil niet dat zielen sterven (= verloren gaan), Hij wil dat zij zich bekeren. God heeft er geen enkel belang bij, dat zielen door rampen van welke aard dan ook fysiek gedood zouden worden. Dit zou de Schepping niet zuiveren, want het zou niets veranderen aan de oorzaak van de ontsporing (namelijk de ongeremdheid waarmee de mensheid zondigt). Het enige waarmee God en Zijn Heilsplan gediend is, is de heiliging van de mensheid. Waarom zou de God van de volmaakte Liefde dan ontelbare zielen bedreigen met dood en ellende?

Lieve ziel, ik heb U zonet de woorden van Maria doorgegeven. Vrees niet, doch neem U voor, meteen aan de heiliging van Uw ziel te werken en anderen te helpen, dit eveneens te doen. Het is nu de hoogste tijd dat wij allen elkaar de hand zouden reiken, naar de ons door God geschonken volmaakte Meesteres zouden opkijken, en met de blik vooruit naar Gods Licht toe zouden gaan. De grootste storm kan ons niet deren zolang wij in Maria’s macht geloven. Zij is ons precies gegeven opdat wij samen met Haar onszelf (onze zwakheden) zouden leren overwinnen en daardoor de dreiging van de duisternis terug zouden drijven.

Wat komt werkelijk op de mensheid af? Stormen, inderdaad, maar het betreft hier de stormen van de innerlijke omwenteling. De Meesteres van alle zielen onderricht de Wetenschap van het Goddelijk Leven als de ware levenskunst, de kennis van de zielsprocessen en van de wijze waarop de ziel Gods Licht in zich kan opnemen en daardoor de heiligheid kan verwerven. Zo wil God door de verkondiging van Maria in de volheid van Haar macht en verhevenheid als de Meesteres van alle zielen de mensheid doorheen de stormen geleiden, die door de duisternis worden opgewekt en in de jongste decennia (onder meer door de vele dreigboodschappen) in zeer hoge mate aangewakkerd zijn. Neemt U daarom dit geschenk in dankbaarheid aan, volgt U de aanwijzingen van de Meesteres van alle zielen en wees ervan bewust, dat dit de gouden weg naar de hemelpoort is. Precies door onze gezamenlijke inzet in navolging van de Meesteres van alle zielen kunnen wij de machteloosheid van de duisternis en de onwaarheid van haar manipulaties helpen bewijzen.

U vraagt hoe U kunt helpen om zo veel mogelijk zielen te redden. Er is geen betere weg dan deze: Volhardend en vol vertrouwen aan Uzelf te werken en een Licht en een zonnestraal te worden voor elk schepsel dat op Uw weg komt. Deze zonnestraal getuigt van de heerschappij van Maria in de ziel, want zoals dit bij Maria het geval was, brengt deze zonnestraal Jezus Christus op Uw omgeving over.

God kijkt naar U, naar mij, naar alle zielen die door Maria tot deze laatste strijd worden opgeroepen. Van ons verwacht Hij de tekenen van onze bereidheid om deze wereld in de heilige bloementuin te helpen veranderen, die Hij uit Liefde voor ons heeft voorzien. Maria heeft de macht om het tuinhek te openen. Het zijn onze inspanningen in de deugdzaamheid, de Ware Liefde, het Ware Geloof en de Ware Hoop, die de weg vóór Maria’s voeten zullen plaveien, opdat Zij naar het tuinhek toe kan gaan. Heb moed! Uw voornemens gelden voor God als uitnodigingen om Uw ziel te betreden met de bevrijdende geschenken van Zijn Genade.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 47
Over de diepe zin van totale, onvoorwaardelijke toewijding aan Maria – over de zin van natuurrampen – over het verschil tussen niet-toegewijd en toegewijd lijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Van harte dank voor Uw vragen, want deze leven dezer dagen in ontelbare zielen. Vanuit het menselijk perspectief kunnen deze vragen nauwelijks worden beantwoord. Zij hebben de Meesteres van alle zielen ertoe aangezet om de zielen de volgende verdieping van de kennis van het wezen en de doelstelling van de totale toewijding aan Maria te schenken.

Waarom laat God Maria uitgerekend in deze tijd verkondigen als de Meesteres van alle zielen? Omdat Zij in deze hoedanigheid meer dan ooit voordien de volheid van het Licht over de zielen moet brengen. Maria’s opdracht bestaat hierin, de zielen via Haar onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven en door individuele innerlijke leiding tot nieuwe inzichten in verband met een heilig leven te brengen. Slechts zo kan een volledige ommekeer in de mentaliteit van de zielen op gang worden gebracht, die de wijze van denken, voelen en handelen van zielen volledig kan veranderen.

Daarom leert Maria ons nu zo veel over de geheimen van het zielsleven en de Goddelijke Mysteries. Zij wil daardoor de macht van de Ware Liefde in de zielen tot bloei brengen, de macht van de gerechtvaardigde Hoop in hen laten groeien, en de macht van het Ware Geloof (dit wil zeggen: de praktische, dagelijkse beleving van de Leer van Christus en de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen) vrijmaken. Deze drie machten moeten Gods atoombom worden, die de door Maria beloofde explosie van Licht met zich mee moet brengen en de duisternis in haar fundering moet splijten.

Daarin ligt de diepe zin van de totale, onvoorwaardelijke toewijding aan Maria. De Meesteres van alle zielen wil in ieder van ons deze atoombom bouwen. Onze vrije wil zal haar ontsteken door ons ertoe aan te zetten, het heilig verbond van de totale toewijding aan Maria te ondertekenen. Het betreft hier precies het verbond van de totale zingeving.

Dit brengt mij tot de door U vermelde angst voor de totale toewijding aan Maria. Elke ziel moet in de diepte van haar eigen hart de balans opmaken of haar innerlijke gesteldheid een voldoende sterk fundament voor dit prachtig verbond met Maria heeft opgebouwd. De Meesteres van alle zielen geeft in dit verband ter overweging:

1. Dat de totale en onvoorwaardelijke toewijding van het hele wezen en het hele leven aan Haar de ziel in staat stelt om de mate van haar werkelijke Liefde tot God, tot Maria en tot alle schepselen vast te stellen. In de totale toewijding aan Maria geeft de ziel zich met alles wat zij is, en met haar hele levensweg, onbeperkt weg aan Maria, opdat Zij over dit alles zou beschikken.

Maria is door God voorzien als de Leidster in de strijd tegen de duisternis en voor de ontsluiting van de Verlossing in de individuele zielen. Alle Licht gaat van God uit. Elke akte van Licht krijgt haar volle vruchtbaarheid pas door de handtekening van één of meer zielen onder het contract dat God met Zijn Schepping wil sluiten met het oog op de verwezenlijking van Zijn Heilsplan voor ons allen. Telkens wanneer een ziel zich onbeperkt aan Maria weggeeft, en zij deze zelfgave in de concrete situaties van het dagelijks leven en in alle innerlijke gesteldheden en beslissingen in de praktijk omzet, wordt een lichtstraal over de Schepping gebracht en krijgt Maria nieuwe munitie in de strijd tegen alle ellende op deze wereld.

Totale en onbeperkt beleefde toewijding aan Maria is de grootste akte van Liefde jegens God en van naastenliefde, die een ziel zou kunnen opbrengen, want door de met volharding beleefde Mariatoewijding zegt de ziel elk ogenblik van haar leven tot God: "Ik wil U dienen in alles wat ik ben, in alle gesteldheden van mijn hart, en in alles wat van mij uitgaat" (gedrag, woorden, verlangens – alles wat God in haar kan lezen, en waardoor zij rechtstreeks of onrechtstreeks de stroming van de Liefde door de Schepping kan bevorderen).

2. Dat de totale, diep doorleefde toewijding aan Maria het sterkste 'tegengif' tegen de zware ziekte van onze wereld biedt, precies omdat een leven in dienst van de Moeder Gods de absolute bekroning van ons christen-zijn vormt, en derhalve het Licht van Christus doorheen de Schepping verder leidt. Jezus heeft door Zijn Lijden onze Verlossing ontsloten. Door onze aan Maria toegewijde beproevingen bekrachtigen wij in ons eigen leven steeds opnieuw het effect van het Lijden van Christus. Dat is buitengewoon belangrijk. Precies daarom zoekt God in elk tijdperk naar zielen die ertoe bereid zijn, zich in verregaande mate te laten heiligen: De heiligen in elk tijdperk zijn zielen, die zich in zo verregaande mate één laten maken met de Wil van God, dat al hun gesteldheden en alles wat van hen uitgaat, Heil over de Schepping kan brengen. Het is in de eerste plaats Maria, Die deze heiligen in elk tijdperk tracht te vormen.

In dit tijdperk doet Zij dit op een heel bijzondere wijze. Benut U deze gelegenheid. Ieder van ons heeft zijn eigen beproevingen. De beproevingen vormen heel vaak de fundamenten voor de werkingen van de duivel: Hij bedient zich ervan in zijn eindeloze pogingen om de ziel te ontmoedigen en haar ertoe aan te zetten, tegen God te kiezen. Wij hebben echter de macht ontvangen, deze werkingen tegen de duivel te gebruiken, door onze beproevingen aan Maria toe te wijden en Haar te smeken dat Zij deze volkomen vruchtbaar voor Gods Heilsplan zou maken. Zo worden onze beproevingen tegen de duivel gekeerd. Dit is precies de voet van Maria op de slang: Haar macht over de duivel, door Haar beschikking over ons leven en lijden, wanneer wij deze aan Haar toewijden.

Dit brengt mij bij Uw volgende vraag: Waarom wordt Haïti door een dergelijke ellende getroffen, terwijl dit land toch zovele armen telt?

Ook deze vraag kan onmogelijk vanuit menselijk perspectief worden beant-woord. De Moeder Gods heeft mij hierop een verbluffend eenvoudig antwoord gegeven: "Omdat de Schepping een indrukwekkend teken van wereldomvattende solidariteit en naastenliefde nodig heeft". Overweegt U deze woorden eens heel diep, er schuilt een zee van informatie voor de zielen in. Ik verkies daar niets aan toe te voegen, daar deze woorden gewoon alles zeggen. Slechts het volgende: Maria verzekert mij dat Zij Zich over het Zielenheil van de getroffen zielen ontfermt, en wel in de mate waarin wij ons zelf met dit doel voor ogen aan Haar weggeven.

Vele zielen stellen zich de vraag, waarom dit of dat gezin steeds opnieuw door allerlei ellende wordt getroffen. Geen mens kan dit beantwoorden. De reden zal steeds op een onfeilbare Goddelijke logica berusten, doch wij mogen deze reden niet doorschouwen zolang wij op aarde zijn. Alles zit op één of ander wijze ergens in Gods eeuwig Heilsplan geworteld, en dient welbepaalde doeleinden. Heel velen verliezen hun Geloof omdat zij menen dat God schuld heeft aan alles. Hij is immers almachtig... Ik verwijs in dit verband naar diverse geschriften in het kader van de onderrichtingen van onze Meesteres, onder andere naar verscheidene van de Stormschriften. Ik moet echter enkele dingen met klem duidelijk stellen.

God heeft geen lijden nodig, Hij heeft toegewijd lijden nodig. Ik herinner aan mijn woorden van zo-even. Er is een reuzengroot verschil. Aan toegewijd lijden is in onze wereld een heel groot gebrek. (Zoals steeds is Myriam hier spreekbuis van de Meesteres van alle zielen).

Precies daarom moeten wij, die de gelegenheid, ja het bijzondere voorrecht krijgen, door Gods Voorzienigheid met de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen in aanraking te komen, eens ernstig overwegen, wat ons eigenlijk zou kunnen tegenhouden om ons totaal en onbeperkt aan Maria weg te geven.

  • Is het het lijden, waartoe een toegewijde ziel wel vaker wordt uitgenodigd? Is dat dan zo belangrijk, wanneer wij in ruil daarvoor een eeuwigdurende bijzondere Gelukzaligheid verkrijgen?
  • Bestaat er een grotere vreugde dan deze, diep in ons hart te weten dat wij door de diep doorleefde toewijding God, Maria en de hele Schepping de grootste dienst bewijzen die een ziel ooit zou kunnen opbrengen?

Onze toewijding dient er precies toe, al deze ellende uit de wereld te helpen. Wanneer wij bereid zijn om een leven in volkomen toewijding te leiden, maakt dit misschien in de toekomst een nieuwe aardbeving, een nieuwe echtelijke ruzie, een nieuwe hongersnood enz., volkomen overbodig, respectievelijk onmogelijk. Ik herhaal: God heeft toegewijd lijden nodig. Jezus heeft ons dit voorbeeld voorgeleefd: De Kruisweg was een aan Gods Heilsplan toegewijd lijden. Maria heeft het ons voorgeleefd in al Haar verschrikkelijke Smarten en Haar verscheurende hartenpijnen. De martelaren en heel veel heiligen hebben het ons voorgeleefd (om er slechts één te vermelden, die wij allemaal kennen: Pater Pio). Lieve zus, voor God bent U niet 'X uit gemeente Y', doch 'een diamant aan verlossende kracht voor de wereld, die Ik dringend nodig heb'.

Totale toewijding aan Maria ontwikkelt zo veel Liefde, een zo machtig Licht op het onzichtbare, mystieke niveau van de Schepping, dat haar waarde gewoon niet overschat zou kunnen worden. Ik heb vroeger reeds meermaals geschreven over de driehoek van de spirituele vruchtbaarheid: Liefde-Lijden-Gehoorzaamheid/Onderwerping. Welnu, uit de dagelijks beleefde totale toewijding aan Maria vloeit een zo machtige stroom aan Liefde-Lijden-Gehoorzaamheid/Onderwerping, dat alle ellende op deze wereld hierdoor stap voor stap overbodig kan worden gemaakt, respectievelijk kan worden belemmerd.

God heeft inderdaad toegewijd lijden nodig om de Verlossing van de mensheid uit de duisternis te voltooien. De ellende vloeit voort uit de onvoorstelbare zondenlast van de hele mensheid van alle tijden. Het gevolg van deze zondenlast is een geweldige ontwrichting van het evenwicht binnen de Schepping als systeem van leven. Ruim méér dan negentig procent van alle ellende van deze wereld wordt nooit aan God respectievelijk aan Maria toegewijd, en blijft hierdoor onvruchtbaar en zonder effect. Het enige effect dat door niet-toegewijd lijden wordt gewekt, is een negatieve uitwerking: Velen begrijpen het lijden verkeerd, en geven God de schuld. De ware betekenis van het lijden der wereld kan slechts op basis van een juist inzicht in het Verlossingsmysterie worden begrepen. Hoe met dit lijden moet worden omgegaan, leert Maria ons in alle onderrichtingen over de deugden en een heilig leven.

Vanzelfsprekend mogen wij het leed van mensen betreuren. Wij moeten het echter tevens gebruiken als een aansporing om het om te zetten in vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan, opdat het zin moge krijgen. Zolang iets betreurenswaardigs geen zin lijkt te hebben, vormt het een dankbaar fundament voor bekoringen en dient het de werken der duisternis, onder andere door geloofsafval. Zodra het echter zin krijgt doordat wij het tegen de achtergrond van de bovenaardse Waarheid van Gods Heilsplan leren begrijpen, kan het de vruchtbaarheid verkrijgen die een herhaling van een gelijkaardige ellende in de toekomst overbodig kan maken.

De Meesteres van alle zielen nodigt de zielen ertoe uit, een ketting van gebed en naastenliefde te vormen, opdat de zielen in Haïti en de zielen die reeds een dergelijk lijden hebben ervaren, alsook zielen die binnen hun eigen gezin een zwaar leed te dragen hebben, in de kern van hun waardigheid ondersteund zouden worden en niet de Hoop noch het Geloof zouden verliezen. Dit alles maakt deel uit van een zware strijd tussen het Licht en de duisternis, en wij moeten door onze toegewijde inspanningen en lijden de effecten van het Licht steeds verder helpen ontsluiten.

Beschouwen wij alle ellende van deze wereld als een verzameling van uitnodigingen tot het toewijden van alle beproevingen, deze van onszelf en deze van onze medemensen. Indien wij de wereld vrij willen zien van ellende, laten wij dan vastberaden een ketting van aan Maria toegewijde zielen bouwen, die alle eigen beproevingen aan het Goddelijk Heilsplan opofferen. Hoe groter de beschikbare 'reserve' aan verzameld, toegewijd lijden wordt, des te krachtiger kan Gods Licht over de aarde stralen en de duisternis van alle ellende en elk gebrek aan Liefde van de aarde verdrijven.

Lieve zus, het Rijk Gods is het Rijk van de volmaakte Liefde, zonder ellende, zonder duisternis, zonder lijden. Wij moeten Maria de gelegenheid bieden, dit Rijk op te bouwen, op de fundamenten van de toewijding van ons eigen leven. Wij moeten Haar de stenen geven. Laten wij nooit de moed verliezen, want de overwinning is ons beloofd. Onze volharding zal God onze Liefde voor Hem en Zijn Werken betuigen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 48
Over de beproevingen – over ziekte

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wees dankbaar voor het verloop van Uw levensweg, die vol bloemen staat, want precies dát zijn onze wederwaardigheden, tegenslagen en zorgen: Bloemen van de meest uiteenlopende soorten. Heeft God het niet mooi geregeld: de schaduwzijde, de onderzijde van de wolken die wij boven onze levensweg zien, heeft haar lichtvolle tegenpool in het Eeuwig Leven... Elke pijn is reeds drager van een eeuwige glimlach, elke doorn ontplooit zich tot een roos met vele blaadjes, elke wolk is er slechts opdat wij haar vol vertrouwen zouden laten openbreken om de echte zon te vinden.

Ooit zei de Meesteres van alle zielen dat de beproevingen van het leven kunnen worden vergeleken met een wandeling door dichte mist. Mist kan door de zon worden opgelost, maar opdat de mist van de beproevingen volkomen opgelost zou kunnen worden, is de warmte van een zon nodig, die vanuit de kern van de ziel moet stralen op de wolk die haar omhult: de warmte van de onvoorwaardelijke Liefde. Mocht slechts Gods Licht op onze nevel stralen, dan zou dit betekenen dat God onze vrije wil, die Hij ons heeft gegeven, niet respecteert. Vandaar de noodzaak dat de ziel gelijktijdig met het Licht van bovenaf, ook zelf Licht moet opwekken, dat bestaat uit de Liefde, die zij van Gods wege opvangt. De ziel die de Ware Liefde in zich weet te ontwikkelen en deze naar God en naar haar medeschepselen doorstraalt, overwint met glansrijk succes alles wat haar beklemt.

Ik geloof dat U diep in Uzelf deze les uit Uw verleden hebt geleerd, en deze nu ten volle tot nut tracht te brengen. Elke levensles, hoe zwaar verteerbaar zij op het betreffende ogenblik soms ook moge zijn, is immers zoals een gecamoufleerde bloemenkorf. Hoezeer verheugt God Zich wanneer wij deze openen (dit wil zeggen: de beproeving zinvol benaderen), de bloemen vinden, en hun geur herkennen als Liefde van Goddelijke oorsprong. Pas wanneer wij onze beproevingen aan Maria toewijden, geven zij hun volle geur af, want vanaf dat ogenblik bekommert de Hemelse Tuinierster Zich niet slechts om de bloemen, doch ook om de tuin in dewelke zij opgenomen zijn.

Aarzelt U niet, U bij elke moeilijkheid eveneens tot Uw overleden kindje te wenden. U hebt hem jarenlang liefdevol verzorgd. Wees U ervan bewust dat hij U nu reeds helpt nog vóór de moeilijkheden opduiken. De Hemelse Liefde raakt Gods Hart immers nog steeds het diepst.

Ik neem U graag (en heel bijzonder ook X.) op in mijn gebed. Wat X. betreft: Een ziekte (ongeacht of deze acuut is of chronisch) kan steeds worden beschouwd als een nieuw begin, zoals een boom in de herfst: Het oude wordt vervangen door iets nieuws, iets fris, iets vruchtbaars, iets dat leven draagt. Laten wij in het licht van dit alles samen bidden voor X. Wijd ook gerust zijn chronische ziekte toe aan de Meesteres van alle zielen, en zij zal daardoor oneindig veel zinvoller zijn, want toewijding aan Maria verheft een ziekte op een hoger niveau als bron van genade.

Laten wij samen met volharding verder strijden, in het bewustzijn dat de Meesteres van alle zielen duizend maal machtiger is dan elke storm op onze levensweg.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 49
Over Maria als Medeverlosseres – over de roeping van elke ziel om medeverlosseres te zijn – over de levensweg van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve mij te verontschuldigen voor het enigszins laattijdige antwoord op Uw vragen, maar de Moeder Gods heeft met alles een bedoeling, ook met elke vertraging in de inspiraties waarin Zij Haar klein instrument laat delen.

Met betrekking tot de opmerking vanwege deze ziel, als zou Maria in de Kerk nooit als Medeverlosseres erkend worden, moet ik het volgende zeggen. Het is Gods uitdrukkelijke wens dat Maria op zekere dag officieel als de Medeverlosseres wordt erkend. De redenen hiervoor kan elke ziel in de door Haar geïnspireerde geschriften vinden, waarin op vele plaatsen de motiveringen voor de hoedanigheid van Maria als Medeverlosseres worden aangereikt. De rol van Maria als Medeverlosseres naast de Verlosser Jezus Christus is onmiskenbaar en overduidelijk. Elke ziel aan wie inzichten in het mystieke leven van Maria worden vergund, zou niet anders dan verbluft kunnen zijn over het feit dat Maria nog steeds niet als Medeverlosseres erkend is. Het lijden en de Smarten van Maria in ziel én lichaam zou geen mens zelfs maar bij benadering op schrift kunnen stellen. Slechts een nietig deeltje van Haar Smarten is bekend. Maria heeft mij in dit verband heel veel in visioenen getoond en ten dele in het hart laten ervaren. Ten dele, inderdaad, want geen mensenhart kan de volheid van deze Smarten doorstaan.

Het is nauwelijks bekend dat Maria de volkomen mystieke band met het hele Wezen van Haar Goddelijke Zoon bezat en daarom alle emotionele én lichamelijke pijnen in Haar eigen Hart en lichaam gewaar werd. Er bestaat een mystieke gave die de ziel, die hiermee is uitgerust, in staat stelt, het lijden van andere zielen haarfijn te ervaren, in het eigen hart respectievelijk in het eigen lichaam, soms 'gewoon' in de ziel. Dit lijden wordt dan als het ware in het lichaam of in de ziel van de mystiek begaafde gedrukt. Op kracht van deze gave kan deze ziel de pijnen van de andere ziel helpen dragen respectievelijk 'uitboeten'. In Maria was deze gave werkzaam in de graad der volmaaktheid. Maria’s krachten werden van Gods wege machtig ondersteund, opdat Zij aan de aan Haar gestelde vereisten zou kunnen voldoen. Gods Heilsplan voor de zielen van alle tijden had inderdaad Maria als Medeverlosseres voorzien.

In vele visioenen over het aardse leven van Maria werd mij getoond, en nu en dan in mijn eigen lichaam of ziel voelbaar gemaakt, hoe ver de versmelting tussen de gewaarwordingen van Jezus en deze van Maria ging. Toen Jezus nog Kind was, gebeurde het wel eens, dat Hij Zich tijdens het spelen verwondde. Maria werd dit in Haar eigen lichaam gewaar, de lichamelijke scheiding of afstand speelde daarbij niet de minste rol. Tijdens de Passie van Christus ervoer Maria in Haar eigen lichaam een 'projectie' (dit wil zeggen : een enigszins gematigde 'inprenting') van het Lijden van Jezus, terwijl Zij in Haar Hart samen met Jezus ten volle de verschrikkelijke kwelling over de zonden der mensheid onderging. Op een Goede Vrijdag vóór een twaalftal jaren werd mij in een diepe mystieke ervaring vergund, te ervaren hoe Maria op het ogenblik waarop het Hart van Jezus met de Romeinse lans werd doorstoken, een hartstilstand kreeg en gedurende een ogenblik klinisch dood was, doch onmiddellijk door God opnieuw tot leven werd gewekt. God voltooide aldus de rol van Maria als Medeverlosseres, door Haar als het ware op symbolische wijze eveneens te laten sterven.

U weet dat God geen enkel Werk onvoltooid, geen enkel Plan en geen enkel Goddelijk Decreet onvervuld laat. In de Volheid van de Tijd zal Maria derhalve als Medeverlosseres worden erkend. Daaraan twijfelen, kan men slechts doordat de werkelijke rol van Maria binnen het Goddelijk Heilsplan, evenals de aardse levensloop van Maria, totnogtoe slechts heel fragmentair bekend waren. Precies daarom laat de Allerhoogste juist in deze Laatste Tijden Maria verkondigen in de volheid van Haar hoedanigheden en verhevenheid. Deze verkondigingen, die eveneens deel uitmaken van de Wetenschap van het Goddelijk Leven (want zij tonen de zielen Maria als voorbeeld voor de volmaakte heiligheid van een geschapen ziel), vormen één der grootste genaden die ooit aan de zielen zijn geschonken, want zij maken het mogelijk, elk element van de spirituele blindheid van de mensheid stap voor stap bij de wortel uit te roeien. Juist deze nieuwe inzichten bieden de zielen de mogelijkheid om de kennis van Gods Heilsplan en van de effecten ervan uit te breiden, en de onfeilbare logica achter de erkenning van Maria als de Medeverlosseres te leren bevatten.

Ik heb er in diverse geschriften reeds moeten op wijzen hoe belangrijk de erkenning van Maria als Medeverlosseres is voor de voltooiing van de Verlossing der zielen (dit wil zeggen: van de totale ontsluiting van de vruchten van het Verlossingsmysterie) en de heiliging en bevrijding van de hele mensheid. Wanneer zal deze erkenning er dan komen? In de volheid van de door God daarvoor voorziene tijd, met andere woorden: wanneer het krachtens de Wet der Goddelijke Gerechtigheid gerechtvaardigd blijkt, deze genade ten volle te ontplooien, doordat de mensheid voldoende Geloof, gebeden, offers, boete-akten enz. heeft opgebracht om deze genade vrij te maken. De vrijmaking van elke genade hangt echter in de eerste plaats af van de mate waarin de zielen er vast in geloven dat deze genade de mensheid en de voltooiing van Gods Heilsplan dient, en zij ernaar verlangen dat God deze genade zou schenken. De vertraging in de erkenning van Maria als Medeverlosseres is een voorbeeld voor de pogingen van duistere krachten om datgene tegen te houden, dat de mensheid juist ten zeerste nodig heeft om uit alle ellende bevrijd te worden.

Met betrekking tot het ongeloof over de mogelijkheid om de zonde van anderen op zich te nemen, en met betrekking tot de stelling dat Jezus dit reeds voor alle zielen heeft gedaan, moet ik er met klem op wijzen dat alle mensenzielen van alle tijden heel nauw met elkaar verbonden zijn, en dat Jezus Zich als God-Mens op Zijn beurt met elke individuele ziel heeft verbonden. Jezus heeft zeker de zonden der zielen op zich genomen, MAAR:

  • Elke ziel moet de effecten van de Verlossingswerken van Christus in zichzelf tot rijping brengen. Jezus heeft het zaad in de zielen gestrooid. In de zielen moet dit zaad tot bloei worden gebracht, anders is het Verlossingswerk van Jezus van geen enkel nut. De bloei van het zaad der Verlossing steunt op de navolging van Christus. De ware navolging van Christus bestaat voor elke individuele ziel hierin, dat zij haar levensweg aan God aanbiedt als een Kruisweg. Dit betekent meteen, dat elke ziel het kruis van haar beproevingen niet slechts voor haar eigen loutering en rijping moet dragen, doch ook voor de loutering en rijping van alle andere zielen.
  • In elk tijdperk zoekt God – vaak via Maria – zielen die Hij ertoe uitnodigt om zich op een bijzondere wijze aan Zijn Heilsplan over te geven. Deze zielen worden uitdrukkelijk gevormd om al hun beproevingen en lijden op te dragen voor de voltooiing van de Verlossing van zielen. Globaal genomen, is dit één van de vaste doelstellingen van een mystieke roeping. Dit vormt precies één van de mooiste genaden die God de mensheid steeds opnieuw schenkt. In navolging van deze roeping worden deze zielen als het ware gevormd tot spiegels van de levens van Jezus en Maria.
  • God roept elke ziel ertoe op, in haar eigen leven een medeverlosseres te zijn, in een zo volkomen mogelijke navolging van Jezus en naar het voorbeeld van Maria. Elke ziel moet haar eigen zonden en misstappen door berouw, Biecht en uitboeting goedmaken, doch de effecten van de zonden der mensheid moeten door gemeenschappelijke uitboeting van alle zielen worden vereffend. Precies zo moeten Maria’s woorden worden verstaan, wanneer Zij zegt dat een ziel zonden van andere zielen op zich kan nemen. Dit proces delgt de zonden van deze andere zielen niet in die zin dat deze andere zielen hierdoor vrij zouden worden van zonden of deze niet meer zouden moeten goedmaken, doch wel in die zin dat de effecten van deze zonden kunnen gelden als goedgemaakt ten aanzien van de Wet der Goddelijke Gerechtigheid, op voorwaarde dat de ziel die uitboeting brengt, dit doet in de oneindige macht van een oprechte, onzelfzuchtige Liefde tot God en tot alle zielen, en – indien zij haar offer werkelijk volkomen wil maken – dat zij deze akte van uitboeting in totale toewijding aan Maria brengt. De medeverlossende macht van Maria werkt zich namelijk nog dagelijks uit doordat Zich alle elementen die aan Haar toegewijd worden, bekleedt met de mantel van Haar volmaakte Liefde, zodat deze worden tot heilige handelingen. Heilig betekent: de eigenschap bezittend, Heil over de zielen te brengen en Gods Heilsplan te bevorderen.

U stelt zich de vraag, of U iets verkeerd doet, daar U Maria niet meer voelt zoals voordien. Wij moeten er steeds rekening mee houden dat het leven van elke ziel nooit een rechtlijnig proces is. De levensweg ontwikkelt zich steeds volgens een golfpatroon. Dit zou onmogelijk anders kunnen, in het licht van het feit dat de Schepping uit miljarden levende wezens is samengesteld, die ieder ogenblik van elke dag zoals in een netwerk met elkaar verbonden zijn, als door onzichtbare draden doorheen dewelke voortdurend het Licht van het Goddelijk Leven stroomt. Aangezien elk levend wezen op zichzelf onophoudelijk onderhevig is aan veranderingen en ontwikkelingen, zowel in zijn fysiek lichaam als op de hogere niveaus van zijn wezen (vooral wat de mensenzielen betreft), biedt dit systeem een aanblik die aan een op de mystieke weg gevormde ziel in een wondermooi beeld getoond kan worden:

Ooit toonde Maria mij het systeem van de Schepping als een wondermooie, kleurrijke bol, waarin de ontelbare puntjes en vlekjes voortdurend van kleur veranderden, zodat het geheel elke seconde talloze malen van uitzicht verandert. Een waarlijk fascinerend beeld. Elk afzonderlijk element van deze 'bol' staat immers elke seconde bloot aan zeer veel invloeden, verandert uit zichzelf alsook in reactie op deze invloeden, neemt Liefde op en leidt Liefde verder (of doet dit juist niet), verheugt zich of is bedroefd of beklemd, prijst God of lastert Hem, enzovoort.

Welk verband is er tussen dit alles en het gevoel dat U momenteel beheerst? Onder deze voortdurend wisselende invloeden verandert Uw innerlijk leven voortdurend. De ziel verzamelt ervaringen, vormt onophoudelijk nieuwe gedragspatronen, toetst haar gedrag voortdurend tegen de achtergrond van haar geweten en van de nieuw verworven informatie, kennis en inzichten, en wordt zowel door God op de proef gesteld (als weg naar vervolmaking) alsook door de duivel bekoord (opdat zij op haar weg zou verdwalen). Dit alles verklaart waarom elke ziel zich wel eens niet te best voelt, respectievelijk ten prooi is aan gevoelens van verwarring. Deze gesteldheid hoeft in principe niet te betekenen dat de ziel bezig is, haar leven op een slechte wijze te leiden.

Het is echter wel belangrijk en genadevol, dat U zelf in Uw gedrag iets hebt vastgesteld waarover U niet gelukkig bent. Op grond van deze vaststelling walgt U geregeld van Uzelf. Beoordeelt U deze gesteldheid niet als een teken van veroordeling van Gods wege, doch als teken van Zijn Barmhartigheid, want via deze ervaring roept hij U ertoe op, te bidden om de kracht om deze zwakheid in U te overwinnen. Roept U te dien einde Maria aan, in Haar hoedanigheid als Meesteres van Uw ziel en als de vlekkeloze Lelie. Zij wacht erop, dat U Haar vurig en volhardend daarom zou smeken. Geleidelijk zal Zij Uw innerlijke gesteldheid trachten om te vormen. Zij zal U stap voor stap naar hogere niveaus van vergeestelijking trachten te voeren. Hebt U vooral geduld met Uzelf, maar laat U nooit na, naar de 'hogere' waarden van het zielsleven te verlangen, opdat U deze gehechtheden definitief zou kunnen overwinnen.

Het beste hulpmiddel bestaat hierin, dat U zich dag en nacht levendig voorstelt, dat Maria onmiddellijk naast U staat en loopt (want dat is werkelijk zo, alleen neemt U dit niet waar), en dat Zij het eigenlijke Hart van al Uw denken, voelen en verlangen zal zijn in de mate waarin U daar werkelijk naar verlangt. Het wonder van een wedergeboorte is vaak veel meer nabij dan de ziel durft te dromen, vooral wanneer haar eigen hart haar als beneveld of verduisterd voorkomt. Maria is de volle maan. Geen nacht blijft slechts duisternis waar Zij heerst.

Lieve zus, indien U mij toestaat, maak ik Uw verdere vragen tot voorwerp van de volgende brief, zoals onze Meesteres het mij voorstelt. In gehoorzaamheid besluit ik derhalve mijn bescheiden advies met het verlangen, U verder in mijn hart te mogen dragen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 50
Over de Liefde – over de gevoeligheid van hart – over het menselijk opzicht – over het 'zich aan Maria uitleveren'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Terwijl ik Uw dubbel antwoord las, ging (zoals zo vaak tijdens het lezen van brieven) opnieuw deze onzichtbare deur open, en kreeg ik iets te zien en te voelen, waarover mijn Hemelse Meesteres mij aanspoort, het U onmiddellijk mede te delen.

Ik weet heel goed hoe U zich voelt. Uw lijden in het hart, is lijden ten gevolge van een ontgoochelde Liefde. Daarmee bedoel ik daadwerkelijk de Ware Liefde, niet de wereldse. Wanneer het hart door de stralen van de Heilige Geest wordt aangeraakt en het hiervan drinkt met volle teugen, opent het zich stap voor stap, laag na laag. Het gevoelsleven zouden wij met een roos kunnen vergelijken, waarvan de blaadjes zich bij aanhoudend mooi weer laag na laag openvouwen. Met elke verdere laag die zich ontvouwt, stijgt het vermogen om licht en warmte op te nemen. Zo ongeveer vergaat het ons hart (of onze ziel) onder inwerking van de Heilige Geest. Het hart richt zich steeds dieper op de Ware Liefde, zou er steeds meer van willen verspreiden, enzovoort.

Welnu, wanneer het hart in dergelijke omstandigheden met een gebrek aan oprechte Liefde of een bewijs van onverschilligheid wordt geconfronteerd, krimpt het als het ware in elkaar van liefdespijn. God laat het op Hem georiënteerde hart deel hebben aan de pijn die Jezus en Maria in gelijkaardige omstandigheden hebben geleden en op mystieke weg nog steeds lijden. Het gaat hier dus absoluut om een heel zegenrijk lijden, maar ook om een volkomen verscheurende gewaarwording.

Ook dit maakt deel uit van de ervaringen die de ziel doormaakt van zodra zij openlijk voor de strijd tegen de duisternis kiest. De 'overgevoeligheid' van een hart dat voor God en Maria alles over heeft, is een geschenk van God, een pijnlijk maar desondanks gouden geschenk, omdat het de ziel aan uiterst verdienstelijk lijden laat deelhebben. Onder andere precies deze gewaarwordingen hebben Jezus in de doodsstrijd in de Tuin van Gethsemani bijna het Hart gebroken.

Zoals de Meesteres mij met betrekking tot Uw spirituele gesteldheid heeft getoond, heeft de Goddelijke Voorzienigheid ook met deze beproeving een plan: Van U verwacht de Schepper van de Liefde thans een vertrouwvol smeken tot Maria, dat Zij U de genade van de volledige zelfoverwinning moge bekomen. Uw persoonlijke bijdrage zal uit volhardend en vertrouwvol gebed bestaan, dat U Maria samen met uw hartenpijn en Uw angsten kunt aanbieden. Zij zal U de bescherming geven die U nodig hebt. Nu komt het erop aan, de wereldse aspecten van deze toestand aan Maria toe te wijden (namelijk de angst dat iemand iets zou kunnen vertellen dat U zou kunnen schaden), en Haar met overgave en vertrouwen te zeggen, dat U zodanig voor de werken van de Hemel en voor Uw eigen aandeel daarin kiest, dat het U nog maar weinig meer uitmaakt wat zielen over U zouden kunnen denken (of in voorkomend geval: zeggen). Deze uitspraak kan driest overkomen, maar zij is de grootst mogelijke akte van onderwerping, van vertrouwen en van nederigheid tegenover Maria, want wat U daardoor werkelijk doet, is tot Haar zeggen:

Mijn Hemelse Meesteres, U alleen beschikt vanaf dit ogenblik over mijn lot en over alle gevaren aan de rand van mijn levensweg. Ik ga mijn weg zonder angst omdat ik weet, dat U over hem heerst.

Maria zal U helpen, deze 'zwakheid' (want eigenlijk moet men dit zo noemen) te overwinnen, want het zal Haar verheugen, te zien hoe een ziel zich zonder meer in Haar handen geeft, om samen met haar Meesteres haar lot aan het Goddelijk Licht toe te vertrouwen. Vergeet U nooit: Zodra een wereldse gebeurtenis, een wereldse ontwikkeling, een spirituele gesteldheid of om het even wat, door vurige en totale toewijding aan Maria, de Meesteres van alle zielen, aan het Goddelijk Licht wordt uitgeleverd, wordt het Gods bezit. Weliswaar is alles van nature uit Gods bezit, maar in de uitwerking beschouwt God het pas als Zijn bezit zodra de mensenziel het Hem volledig heeft geschonken (de betekenis van de vrije wil!). Dan heerst Maria over dat alles, en Zij staat niet toe, dat Haar beschikkende macht door om het even welke invloed in het gedrang wordt gebracht, die niet in overeenstemming is met Gods Plannen.

Concreet betekent dit alles, lieve zus, dat Uw opgave er vooral uit bestaat, dat U zich tegen Uw onzekerheid te weer stelt door deze aan de macht van Maria uit te leveren. Laat U Maria Heerseres zijn over Uw innerlijk leven én over de invloeden van buitenaf, uit Uw leefwereld, en in Uzelf en Uw omgeving zullen wonderen gebeuren. De ziel die vurig tracht naar een explosie van de macht van Maria in haar leven, moet zich daadwerkelijk aan Haar overleveren. Bedenkt U, dat elk woord waarmee iemand tracht, U schade toe te brengen, niet Uw ziel kan schaden, zolang U dat niet toelaat. 'Niet toelaten' betekent hier: zolang U de duisternis niet met duisternis, maar met Licht tegemoet treedt. De toestand die U nu zo beklemt, is een voorbeeld voor de mate waarin God met de Zijnen bezig is. Hij houdt U mogelijkheden voor om een heldin in de Mariatoewijding te worden, omdat Hij weet (want Zijn Wet beschikt dit zo) dat de totale toewijding van iets, dat ons heel diep beklemt, werkelijk goud in de ziel legt.

Tracht U zich datgene wat U bang maakt, als een schaduw voor te stellen: Hij berooft U weliswaar van het licht, doch hij bestaat volledig uit niets. Een schaduw is een niet-materieel fenomeen. Wanneer wij er licht op laten schijnen, verdwijnt hij alsof hij er nooit zou zijn geweest. U hebt de lamp daartoe in de kern van Uw ziel: Zij heet 'Maria, de Meesteres van alle zielen'. Waar Zij verschijnt, verdwijnen alle schaduwen. Denkt U eens terug aan de slang onder de voeten van Maria. Ooit zei de Meesteres van alle zielen dat het bestrijden van een gevoel van onzekerheid overeenkomt met het volgende beeld:

Wanneer een slang (= symbool voor negatieve gebeurtenissen, bron van negatieve gesteldheden) in de tempel van een ziel binnensluipt, voelt de ziel dit in de vorm van een ondefinieerbare beklemming, angst, onzekerheid. Wanneer de ziel deze negatieve gevoelens aanpakt door hen aan Maria toe te wijden, en om verlichting en kracht smeekt, is het alsof de ziel deze slang in de richting van de voeten van Maria lokt. Maria vangt de slang, en maakt deze onder Haar voet tot Haar gevangene. Dit beeld dekt het precies: Zelfs een zo gevaarlijk schepsel als de slang is tegenover de Meesteres van alle zielen machteloos. Zo is het met Uw innerlijke beklemming: wijd deze toe aan de Meesteres van alle zielen, en Zij zal U helpen, haar op een hoger niveau te brengen, namelijk deze als iets te beschouwen, dat slechts toebehoort aan de wereld en U daardoor helemaal geen schade kan toebrengen aan datgene wat werkelijk belangrijk is: de staat van Uw ziel.

Voor het overige moge U als leidraad de gedachte behulpzaam zijn: "Ik ploeg voor het Licht, en ik kijk niet om naar de voren achter mij".

Heel graag strijd ik met U samen om Uw bevrijding, die Uw hart tot een burcht van Vrede zal maken. Wat ik U daarbij kan aanbieden, is mijn nietigheid, die echter de zin van haar bestaan slechts put uit een verzengend Vuur voor de Meesteres van alle zielen. Zij is mijn kracht, en het is Haar macht die het wonder zal bewerken, omdat Zij de volheid van de volmaakte Liefde in Zich draagt, de sleutel tot de bron van begin en einde van alles.

Steeds bereid, in Liefde, en in dienst van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 51
Over de dwaalwegen van het leven – over de esoterie en
de strijd tegen systemen zoals de esoterie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In onze moderne maatschappij is er overvloed van alles, en toch zijn de zielen nooit leger geweest. Zodra de ziel zich niet meer voedt met de ene Waarheid van God, begint in haar het langzame sterven van honger, want de door onze wereld aangeboden overvloed is in werkelijkheid nog leger dan lucht. Steeds meer zielen jagen naar de vervulling van hun leven en zoeken deze op de verkeerde plaats. Men kan een dergelijke ziel vergelijken met een mens die op zijn levensweg op een kruispunt komt. Hij bemerkt twee wegen, waarvan de eerste in een veld vol bloemen loopt, dat zich onder een blauwe hemel met witte wolkjes uitbreidt. De tweede weg leidt naar een woestenij die steeds meer dorheid vertoont. De kern van de ziel ziet wel het verschil, maar de menselijke wil kiest voor de weg in de woestenij, omdat hij ziet dat de zon daar straalt vanuit een diepblauwe hemel.

Waarom kiest de ziel voor die richting ? Omdat de menselijke wil door vele wereldse invloeden uit het verleden (ervaringen) en het heden (ontelbare dwalingen, samen met invloeden van menselijke dwaasheid, die, zoals bekend, vele gezichten heeft) is verblind. Wat gebeurt nu? De ziel trekt de woestenij in en verheugt zich aanvankelijk over de warmte. Reeds spoedig echter wordt die warmte een verzengende hitte, die de ziel steeds meer schade toebrengt.

Wat is eigenlijk het ware wezen van de innerlijke strijd die de ziel in een dergelijke toestand doormaakt?

De ziel verlangt naar warmte (= Goddelijke Liefde). Op de weg doorheen het bloemenveld (= het Goddelijk Leven, dat heilige geuren in de ziel brengt) wordt haar deze warmte in heilzame dosissen toegediend, en zal de ziel nu en dan regen (verborgen genaden) moeten verdragen. De Goddelijke Voorzienigheid wil de bloemen immers absoluut eeuwig laten bloeien, en zonder het water van de genaden is de eeuwige bloei ondenkbaar. Indien de ziel echter kiest voor de jacht naar het oppervlakkige welbevinden (de steeds stralende zon boven de woestenij), wordt de gewaarwording van de aangename warmte reeds spoedig tot een gevoel van koorts (inwendige hitte). Deze koorts komt hierdoor, dat precies zoals bij lichamelijke koorts, het 'immuunsysteem van de ziel' zich tegen de ziekte verzet en daardoor koorts wordt opgewekt. Deze 'koorts van de ziel' is eigenlijk een uiting van de strijd tussen enerzijds de jacht naar bevrediging van iets, dat op grond van de verblinding van de ziel ten onrechte als een behoefte wordt aangevoeld, en anderzijds het ontwaken van het geweten (= het controlemechanisme van de ziel, als het ware de inwendige zedenpolitie).

Lieve zus, dit wil ik nu aantonen: De zielen worden op de meest listige wegen naar plaatsen geleid, waar veelbelovende bevredigingen op hen wachten. Het zijn echter aantrekkelijke cactusbloesems, achter dewelke de woestijnslangen slapen. De esoterie is één van de gevaarlijkste vallen die de satan de zielen van deze tijd voorhoudt. Zij belooft een soort paradijselijke opvulling van de leegte van vele mensenlevens. Deze belofte wordt de zielen voor ogen gebracht opdat zij zich nog vaster aan de bedrieglijke wereldse schijn zouden vastklampen. De menselijke wil kiest vaak gemakkelijk voor deze richting omdat hij doorgaans door wereldse schijn is vergiftigd. De kern van de ziel evenwel, waarin onder andere het geweten leeft, voelt wanneer de wil zich van het stuurmechanisme van de ziel (waarin Gods Wil en de onbewuste kennis van Zijn Wetten en Plannen heerst) heeft losgemaakt, en reageert met een gevoel van onbehagen, dat onrust, onvrede en koorts van de ziel opwekt: De basis van het ongelukkig-zijn is geboren.

Heel gevaarlijk is de esoterie onder andere in die zin, dat zij de zielen een openbloeien van het hart belooft, waarin echter de ene Ware God geen plaats krijgt. De bloei van het gemoed kan echter slechts duurzaam zijn wanneer zij ontspringt aan een bloei van de spirituele vermogens (de praktische toepassing van de deugden in het dagelijks leven!), en deze bloei is totaal onmogelijk wanneer de ziel zich niet uit vrije wil stevig met de ene Ware God van de Christelijke Leer verbindt (nastreven van de Hemelse Bruiloft). De enige echte bevrijding is het kind van de heiliging. Aan de heiliging moet de ziel echter zelf werken, want zij is de vrucht van een gewilde harmonie met Gods Wetten. Bemerkt U dat 'gewilde' onderstreept is: De wil moet zich aan de leiding vanwege de kiem van heiligheid en het geweten in de kern van de ziel onderwerpen.

Wat staat ons te doen? Tegen de maatschappelijke ontwikkelingen kan met daden nauwelijks iets aangevangen worden. Ten eerste zou dit neerkomen op een vorm van 'revolutionair handelen', ten tweede verandert men de mentaliteit van onze op spiritueel gebied heel zieke maatschappij niet door daden, en ten derde moeten wij met het volgende rekening houden:

Maatschappelijke ontwikkelingen, ook al worden deze door nog zo duistere krachten op gang gebracht, passen op één of andere wijze altijd binnen Gods Voorzienigheid. De volmaakte Eeuwige Wijsheid benut deze op vele wijzen om op lange termijn de Goddelijke Plannen te verwezenlijken. Eén van deze wijzen is het gedrag van de individuele zielen tegenover deze ontwikkelingen. Elke ziel beschikt over een eigen vrije wil, die haar ertoe kan aanzetten, hetzij zus, hetzij zo met een situatie om te gaan. Elke afwijking die de maatschappij tegenover Gods Wil en de algemene zin van Zijn Plannen en Werken laat voelen, lokt in de ziel bepaalde handelingen, gedachten, gevoelens, woorden en verlangens uit. Deze afwijking wordt door God ook toegelaten omdat zij voor ons als oefenterrein voor de praktische toepassing van de deugden moet dienen. Geen enkele ziel zou zich nog kunnen heiligen, mochten er geen zielen meer zijn, die zich wenden naar oplossingen die hen van God laten afdrijven.

God heeft het in Zijn volmaaktheid zo beschikt, dat elke ontwikkeling in Zijn Schepping alle zielen kan dienen: Zij hebben uit elke ontwikkeling allemaal iets te leren, en elke ontwikkeling, met inbegrip van de ogenschijnlijk geringste, is als een zin in het Boek van de Eeuwige Waarheid. Zolang de ziel zich niet elke zin eigen heeft gemaakt, deze heeft verteerd en tot haar eigen vlees en bloed heeft laten worden, blijft zij van de absolute heiligheid verwijderd. Het doel van elk mensenleven is, deze absolute heiligheid zo dicht mogelijk te benaderen. Slechts God is van nature de belichaming van deze absolute heiligheid. De Heilige Maagd bezit de volmaakte uitwerkingen ervan in de orde der genade. Elke ziel draagt de verplichting, haar in zo hoog mogelijke mate in zichzelf te verwezenlijken.

Welnu, wat kunnen wij doen tegen de bloei van de esoterie in onze leefwereld? Drie dingen:

1. Wij moeten haar aan Maria toewijden opdat dit systeem in zijn geheel onder Haar voeten zou worden gelegd. Dit betekent: opdat dit systeem aan de uitwerkingen van Haar onbeperkte macht zou worden uitgeleverd. Maria heeft van God de onbeperkte macht over elke uitwerking en uiting van de duisternis ontvangen, doch onze vrije wil moet met volle kracht en met alle Liefde uit ons hart tot Haar zeggen dat wij ernaar verlangen dat Zij deze macht ertoe zou gebruiken om dit gif onwerkzaam te maken, omdat dit laatste niet verenigbaar is met Gods Licht.

2. Wij moeten een tegengewicht vormen door ons in ons eigen leven meer dan ooit in te spannen om elke onwaarheid uit ons eigen gedrag en spreken te verbannen, en elke gelegenheid te gebruiken om getuigen van de ene Waarheid te zijn, niet in de eerste plaats door onze woorden, maar door ons voorbeeld. God en Maria beminnen in het bijzonder de stille voorbeelden, de 'geluidloze' uitingen van heiligheid in het praktische, dagelijkse leven. Christen is men eerder door daden en een stille manier van zijn dan door woorden. Een heilig woord zet lichtvolle krachten in beweging, maar een heilig leven zet als het ware het leven van Christus Zelf verder. Hoe zouden duivelse krachten die tot dwaling verleiden, in leven kunnen blijven, wanneer zij omringd worden door evenbeelden van Christus?

3. Wij moeten een gezamenlijke ketting van gebed vormen. Tracht zo mogelijk samen met andere zielen van goede wil, het buitengewoon krachtvolle gebed 1047 te verrichten, dagelijks, met volharding en vol vertrouwen, terwijl U zich de concrete uitingen van de esoterie in Uw stad voor ogen houdt. Dit gebed is precies aan de zielen gegeven opdat zij de onvoorstelbare macht van Maria over de duisternis in hun dagelijks leven zouden leren ontsluiten.

Wanneer zielen voor de duisternis kiezen, grijpt God niet vanzelf in, omdat Hij niet zonder meer in de uitingen van de vrije wil tussenkomt. Wanneer zielen echter in Jezus’ Naam en ten dienste van de Meesteres van alle zielen elkaar de hand reiken, en met volharding en vertrouwen bloemen van Licht voor de troon van de Hemelse Koningin beginnen te zaaien, dan gebruikt Zij zonder meer Haar volmacht om de geuren van deze bloemen in de dwalende zielen binnen te leiden, waardoor deze uit zichzelf (vrije wil!) sneller tot het inzicht kunnen komen dat zij dwaalwegen bewandelen. U moet Maria er vooral om smeken, dat de betreffende zielen de moed zouden mogen ontvangen om boven zichzelf uit te stijgen en van hun fouten terug te keren. Vaak is dit de grootste hindernis voor een reis weg uit de duisternis en naar het Licht toe.

U kunt van mijn gebed verzekerd zijn. Wanneer U samen met andere zielen dit verbond met de Meesteres van alle zielen aangaat, zal ik in hart en geest bij U zijn, want onze Meesteres zal mij aan Uw strijd deel laten hebben. Wij zijn immers in de strijd voor het Licht met elkaar verbonden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 52
Over de oorsprong van Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Eerwaarde, en lieve broeder in Jezus en Maria,

In het licht van het feit dat de Koningin des Hemels mij als instrument van Haar verheerlijking en kleine stem van Haar verkondigingen heeft geroepen, bereidt Uw vraag mij een bijzondere vreugde. Inderdaad, op 8 december 2006 bracht de Meesteres van alle zielen mij in verrukking met de woorden die de Allerheiligste Drievuldigheid over Haar had gesproken, en waarin onder andere werd gezegd: "Uit Vuur van Ons Vuur scheppen Wij Haar". Een prachtige verkondiging, waarover Maria later nog zou zeggen: "In de Mariologie zal nog één en ander opnieuw bekeken moeten worden".

Ik bedien mij nu van de woorden uit Uw brief, omdat er een overweldigend Goddelijk Mysterie achter schuil gaat:

"Adam en Eva komen rechtstreeks uit de scheppende hand van God, zonder de medewerking van een mens.
De tweede Adam komt eveneens rechtstreeks uit Gods hand, via de overschaduwing door de Heilige Geest. De Zoon Gods heeft slechts één Vader, de Hemelse.
Zou dit ook niet bij Mar-Jam zo kunnen zijn, dat Zij slechts de Hemelse Vader tot vader heeft?"

Maria heeft mij reeds veel medegedeeld over Haar wortels, Haar Mysteries, het wezen van Haar prachtige ziel, enz. Bepaalde dingen uit deze schatten mag ik nog niet aan de zielen bekend maken, omdat zeer velen nog niet klaar zijn om de volheid van de Waarheid op de juiste wijze aan te nemen en te begrijpen (aldus zegt Maria Zelf). In antwoord op Uw verheugende vraag is mij echter de volgende verkondiging toegestaan, die de Meesteres van alle zielen mij laat overbrengen in de vorm van een onderrichting.

De allereerste mensenzielen, deze van Adam en Eva, waren onbevlekt ontvangen. God beoogde immers, de mensheid in het Aards Paradijs te laten leven tot zij in overeenstemming met Zijn bepalingen bij Hem in de Hemel terug zouden mogen keren. Als eerste geschapen zielen hadden zij op aarde noch vader noch moeder. God was daadwerkelijk de enige Vader van Adam en Eva. De tweede Adam, Jezus, had vanzelfsprekend eveneens slechts één Vader, de Hemelse. Hij kreeg een menselijke Moeder. Deze Vrouw, Maria, moest onbevlekt ontvangen worden, anders zou Zij niet in staat zijn om de Godheid in Zich te dragen voor een leven in het menselijk lichaam dat Hij nodig had om de Verlossing volgens Gods Wet te volbrengen.

In Maria schiep God voor het eerst na Adam en Eva – afgezien van Jezus, Die van nature Goddelijk was – een mensenziel die Hij zonder menselijke tussenstap zou toevertrouwen aan de moederschoot van een vrouw (Anna). Het is mij een eer en een vreugde, U nu te mogen laten delen in elementen uit de visioenen en onderrichtingen die mij in dit verband werden vergund:

Menselijk (biologisch) gesproken, had de Allerheiligste Maagd Maria de Heilige Anna als moeder en de Heilige Joachim als vader. Laten wij nu kort drie fasen beschouwen:

1. Vóór de bevruchting van Anna

2. Bij de bevruchting van Anna

3. Tijdens de zwangerschap van Anna

1. Vóór de bevruchting van Anna

God schiep de ziel van de Heilige Maagd zonder de geringste smet. Deze ziel was reeds als kiem aan de engelen vertoond als hun latere Meesteres en Koningin. Zij was ertoe voorbestemd, de Moeder van de Mens geworden Tweede Persoon van de Godheid te zijn. Intussen had God op aarde de laatste generaties van de geslachtslijn van Anna en Joachim systematisch geheiligd. Anna en Joachim zelf waren zielen die een deugdzaam leven leidden en zich steeds dieper in een gebedsleven terugtrokken, hoewel Joachim jarenlang heel veel schapen bezat, daarmee beroepshalve veel bezig was, en derhalve regelmatig contacten met andere zielen moest onderhouden.

Toen Gods Tijd gekomen was, onderwierp Hij deze beide zielen aan een grondige zuivering. Vooral de ziel van Anna werd helemaal op God georiënteerd, zodat zij nauwelijks nog ergens anders belangstelling voor had. Hoewel Anna en Joachim ooit zeer welstellend waren geweest, zouden zij later tamelijk snel vele bezittingen verliezen, en moesten zij derhalve steeds grotere gedeelten van hun schapenbestand verkopen.

Op zekere dag ontving Anna een visioen, waarin zij ertoe geroepen werd om zich met Joachim op een kind voor te bereiden.

2. Bij de bevruchting van Anna

De bevruchting van Anna voltrok zich als volgt. Anna en Joachim werden in een heel diepe verrukking gedompeld. Er had geen biologische vereniging plaats, doch dit werd aan het bewustzijn van Anna en Joachim onttrokken. Vanaf dat ogenblik bleef deze beide zielen nog slechts de gewaarwording (zoals een vage herinnering die zij niet in woorden konden uitdrukken) van een buitengewoon diep contact met God bij, zodat zij er volkomen van overtuigd waren dat het verwachte kind geen 'gewoon' kind was. Anna en Joachim mochten zich er niet van bewust worden dat tussen hen geen biologische vereniging had plaats gevonden, omdat volgens Gods Heilsplan in die tijd nog geen enkele ziel mocht weten dat Maria niet langs de 'normale' weg ter wereld was gekomen, en wel om twee redenen:

  1. Het tijdstip voor de komst van de Messias moest nog verborgen blijven, daar deze genade der genaden onder andere nog op het Geloof van het uitverkoren volk gefundeerd was;

  2. Volgens Gods Heilsplan was de tijd nog niet aangebroken om de ongewone natuur van Maria aan de wereld te openbaren. Zelfs tijdens Maria’s leven zouden slechts weinige, verlichte zielen de ware grootheid van Maria met de ogen van de ziel (dit wil zeggen, via de mystieke weg) mogen schouwen (in de eerste plaats de Heilige Jozef en de Apostel Johannes).

3. Tijdens de zwangerschap van Anna

Anna heeft gedurende negen maanden het voorrecht genoten, volkomen vrij te blijven van zonden. Haar ziel werd als het ware van elke zonde weggeleid, op basis van twee factoren:

1) op grond van het Goddelijk voorrecht, de moeder van de Moeder van God te worden;

2) op grond van de voortdurende uitwerkingen vanwege de volmaakt heilige ziel van Maria, Die zij in zich droeg. Volmaakte heiligheid is immer volmaakte Liefde, sluit elke zondige neiging uit, en houdt de ziel als in een ondoordringbaar Licht gehuld.

Met betrekking tot de Onbevlekte Ontvangenis openbaarde Maria mij nog het volgende:

God schonk Maria het unieke voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis omdat Zij de God-Mens in Haar Moederschoot moest dragen. Op deze Onbevlekte Ontvangenis grondvestte Hij eveneens de heiligheid van de totale toewijding aan Maria, zoals Hij deze eeuwen later zou laten verkondigen. De zielen die zich waarlijk totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toewijden, worden als het ware uit Maria herboren voor een nieuw leven. Het betreft hier een volkomen heilig verbond, dat door de Onbevlekte Ontvangenis van Maria is bezegeld, want deze belichaamt als het ware het zegel van God op elke ziel die door de praktische beleving van de toewijding (totale zelfgave) aan Maria zichzelf op de meest volkomen wijze ten dienste van het Verlossingsmysterie stelt, zoals Maria het Zelf heeft gedaan ("Mij geschiede naar Uw woord").

Maria zou nooit vlekkeloos hebben kunnen blijven indien zij uit een louter menselijke vereniging zou zijn geboren, want Haar Onbevlekte Ontvangenis zou zich dan niet in de volheid der heiligheid hebben kunnen uitwerken. Vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis was Maria vervuld van een oceaan van Goddelijke heerlijkheden (vandaar Haar naam, in het Aramees 'Mèr-i-am' = 'oceaan van macht, heiligheid en Glorie'). Mocht Joachim de daadwerkelijke vader zijn geweest, dan zou in Maria’s lichaam de kiem van de onbederfbaarheid niet van meet af aan ongeschonden zijn gebleven, want dan zou Maria menselijke eigenschappen uit de genen van twee ouders in zich hebben gedragen, zodat Haar lichaam aan de ontwikkelingswetten op basis van erfelijke menselijke eigenschappen onderworpen zou zijn geweest. Deze ontwikkeling heeft zich in Maria nooit voltrokken, omdat in Haar de volkomen onvergankelijke en onveranderlijke Goddelijke eigenschappen zich hebben kunnen uitwerken. Alles wat van nature Goddelijk is, bederft niet, doch blijft zich eeuwig vermenigvuldigen, zoals de Meesteres van alle zielen onderricht, zodat de heerlijkheid (die op zich reeds volmaakt is) in haar uitwerkingen steeds machtiger straalt.

Ik heb voor dit alles zelfs in visioenen de tekenen mogen zien: In een bepaald visioen, enkele jaren geleden, vertoonde Maria Zich aan mij in weinige ogenblikken tijd in opeenvolgende fasen van Haar leven, vanaf Haar kinderjaren tot kort vóór Haar 'overgang' naar de Hemel. Ik kon geen enkel teken van veroudering vaststellen. Het heel jonge meisje, de jonge vrouw, de volwassen vrouw en de 'oudere' vrouw vertoonde Zich aan mij met steeds diezelfde volmaakte, verblindende, 'bovenmenselijke' schoonheid. Haar wezenstrekken aan gelaat, handen en voeten (andere lichaamsdelen heb ik vanzelfsprekend nooit onbekleed gezien) waren steeds deze van een absoluut volmaakte schoonheid, die men hooguit met het voortschrijden der jaren als 'steeds rijper' zou kunnen aanduiden. God heeft er klaarblijkelijk willen voor zorgen dat Maria in elke fase van Haar aardse leven lichamelijk in de ogen van hen die Haar op aarde zagen, een 'enigszins normale ontwikkeling zou doormaken', omdat Gods Heilsplan het nog niet toestond dat zielen vóór Gods Tijd zouden kunnen merken dat Maria 'geen gewone vrouw' was. Zoals reeds aangestipt, begrepen tijdens Maria’s leven slechts heel weinigen dank zij een mystieke begenadiging dat Maria 'slechts aan de oppervlakte menselijk was'.

Maria’s volkomen onschendbaarheid was op twee ijzersterke fundamenten gebaseerd:
  • op de eigenschappen die Zij rechtstreeks van God had 'geërfd', en die derhalve onvergankelijk waren;
  • op Haar eigen onwankelbare Wil om niet in het geringste af te wijken van Gods Wil, zodat geen enkele zonde werd begaan, die Haar zou hebben kunnen aantasten.

Het antwoord op Uw vraag is derhalve ondubbelzinnig: Ja, Maria had slechts één Vader, de Hemelse. De grootste implicatie die hieruit voortvloeit, is wel deze: Zoals de Meesteres van alle zielen enkele jaren geleden verkondigde, is Zij 'in de orde der genade vergoddelijkt'. Ook dit onderstreept de logica van Haar verkondiging in deze Laatste Tijden als 'Meesteres van alle zielen'. Welke geschapen ziel zou een grotere heerlijkheid kunnen bezitten en een grotere macht over de zielen kunnen uitoefenen, dan deze welke rechtstreeks uit Gods Hart is gestroomd, die in de (voor een ziel) hoogst mogelijke mate Zijn eigenschappen heeft 'geërfd', en die zo totaal één met Jezus en de Heilige Geest mocht en mag zijn in Hun Werken, omdat Haar Wil van meet af aan identiek was met Gods Wil? Gods Wil is echter de Bron van alle schepping, Verlossing en heiliging. Zoals de Meesteres van alle zielen heeft verkondigd, heeft de Eeuwige Vader Zich slechts principieel de scheppende macht voorbehouden, omdat slechts het Wezen dat geen begin heeft, in de ware zin van het woord kan 'scheppen'.

Maria bezat de macht om wonderen te verrichten, eenvoudig doordat Zij in Hart, geest en ziel leefde in een volmaakte wederzijdse overvloeiing tussen God en Zichzelf. Elke gedachte van Maria bezat de macht van Gods Wil. Niettemin heeft Zij er God steeds om verzocht, zo te mogen handelen als had Zij nooit over deze macht beschikt, en deze derhalve zo zelden mogelijk te gebruiken. De buitengewone versmelting van volmaakte verhevenheid, macht, Liefde en nederigheid heeft de effecten van Maria’s Glorie nog vermenigvuldigd. Haar macht zou niet groter kunnen zijn dan zij is, vanwege Haar volkomen eenheid met Gods Wil.

Uit Vuur van Gods Vuur is Zij geschapen. Wie kan vuur van vuur scheiden, tenzij God alleen? Hoeft het ons dan te verbazen dat Maria aan alles deel heeft, wat Goddelijk is? In de Meesteres van alle zielen gaat het daadwerkelijk om het grootste geschenk van God aan de zielen sedert de Verlossingsdaad van Christus. Zalig zijn wij, die dit Mysterie mogen beleven. De grootheid van dit geschenk zullen wij pas in de Hemel kunnen peilen, want zoals met elk Goddelijk Mysterie het geval is, wordt de volheid van deze rijkdom voor de zielen niet zichtbaar zolang zij op aarde leven. Ook dit getuigt van de volkomenheid van Gods Liefde, want een alomvattend weten sluit het Geloof uit, en het is precies het Geloof, dat onze weg verdienstelijk moet maken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 53
Waarschuwing voor dwalingen in de spiritualiteit, voor verkeerde bestrevingen
in het zielsleven, en voor valse profeten en fantasten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Dank voor Uw brief. Jammer genoeg kan ik U niet helpen bij de interpretatie van Uw ervaringen, want Maria geeft uiterst zelden commentaar bij ervaringen van andere zielen. De redenen zijn even eenvoudig als begrijpelijk:

     1. ALLE ervaringen in het zielsleven zijn een strikt persoonlijke zaak tussen God en de betreffende ziel. Niemand anders heeft daar iets mee te maken. God laat elke ziel de ervaringen doormaken die zij voor haar spirituele ontwikkeling nodig heeft. Wat zich in een ziel afspeelt, is bezit en eigendom van God. Indien de ziel zich totaal aan Maria heeft toegewijd, is Zij (Maria) door Goddelijke volmacht de Meesteres van het innerlijk leven van deze ziel. Elke ziel die zich aanmatigt om ervaringen van een andere ziel te interpreteren, kan daardoor inbreuk plegen op Gods bezit en daarom door God worden beschouwd als een inbreekster. Maria stelt mij geregeld op de proef door mij glasheldere inzichten in de zielstoestand en spirituele ontwikkelingen van een ziel te schenken, doch mij tezelfdertijd te verbieden om hierover ook maar één enkel woord aan anderen mede te delen, ook niet aan de betreffende ziel. Ik doe dit in die gevallen dus ook nooit, want Maria’s verlangens zijn mij heilig;

     2. In vele gevallen (inderdaad, het is van Maria Zelf dat ik weet dat het gaat om ZEER VELE gevallen) berusten vermeende spirituele 'ervaringen' op inbeelding, en soms worden zij door de duivel geïnspireerd, en wel op een zo listig vermomde wijze dat de ziel ervan overtuigd is dat zij authentiek Hemelse ervaringen beleeft. Mede om die reden verbiedt Maria mij om commentaar of interpretatie te geven over ervaringen van andere zielen, omdat commentaren of interpretaties eigenlijk vaak een waardeoordeel in zich bergen, en ik heb niet het recht om iemands zielsleven te beoordelen. Het is dus niet uit slechte wil dat ik over Uw ervaringen geen uitleg vraag aan Maria, doch uit blinde gehoorzaamheid aan Haar Die mijn enige Meesteres is omdat ik mij, op Haar oproep, totaal aan Haar heb weggegeven.

Wellicht is U (van de website) bekend dat Maria in 2005 aan mij de Hemelse Bruiloft heeft voltrokken. Reeds vóór die tijd was Zij al jarenlang bezig, mij via de mystieke weg voor Haar dienst te vormen. In 2005 echter heeft Zij mij een aantal regels en geboden opgelegd voor een vruchtbaar apostolaat in Haar uitsluitende dienst, omdat Zij mij (arme ziel) wilde gebruiken voor – zoals Zij dit noemt – de uitvoering van de opdrachten die de absolute bekroning moeten worden van Haar unieke roeping voor de Laatste Tijden: Haar verkondiging als Meesteres van alle zielen. Sedertdien onderwerpt Zij mij aan een streng regime van boete, gehoorzaamheid en contemplatie. Mijn levenswerk bestaat uit niets anders dan de absolute verheerlijking van Maria’s Liefde en macht omdat Zij mij daartoe geroepen heeft. Wat ik schrijf aan elke ziel die met het Apostolaat contact opneemt, is louter en alleen door Maria geïnspireerd, omdat Zij Haar Hart totaal in mij heeft laten overvloeien.

Mijn hoofdopdracht bestaat in de verkondiging van de leerstellingen van Maria als Meesteres van alle zielen in het onderrichtingssysteem dat Zij de Wetenschap van het Goddelijk Leven noemt. In alle geschriften die U op onze website kunt vinden, worden deze leerstellingen verkondigd. Alles bij elkaar vormt een sluitend geheel dat U kan helpen, Uw eigen ziel tot ontwikkeling te brengen en de Wetten van het Goddelijk Leven in Uw leven te leren toepassen.

Maria heeft mij doorheen de jaren een grote waarheid geleerd, die tegenwoordig vaak wordt vergeten en die door vele stromingen in de spiritualiteit tegenwoordig zwaar wordt misbruikt, namelijk dat:

de waarde van de ziel in Gods ogen niet wordt bepaald door haar spirituele ervaringen, doch door de mate waarin de ziel zich inspant om strikt volgens Gods onderrichtingen te leven. Daarom beklemtoon ik bij elke ziel zozeer hoe belangrijk het is dat zij minder tijd zou besteden aan tekens en aan het najagen van bepaalde ervaringen of van boodschappen die de ziel in feite geen stap verder brengen, en zich volledig zou geven aan het bestuderen van die enorme schat aan onderrichtingen die Maria ons nu geeft (U zult wellicht hebben gemerkt dat onze website een enorme massa tekst bevat). Daarin, in die onderrichtingen, ligt de Ware Liefde van de Eeuwige Vader geborgen. Beschouw hen daarom als de zuiverste bewijzen voor de onvoorstelbare mate waarin Hij met de zielen bezig is. Hij heeft al Zijn Liefde samengebald in Jezus en Maria, en Zij strooien deze Liefde uit in hun Werken en woorden, als zaad dat wacht op de warmte van onze Liefde om tot bloei te komen.

Eet en drink van al de tekenen van Hemelse Liefde die Maria U in al die woorden laat toekomen, en wees BUITENGEWOON WAAKZAAM voor de talloze valse profeten en fantasten die tegenwoordig het ware vormingswerk tegenwerken of ongeloofwaardig maken, en die de zielen het gevoel trachten te geven dat zij de Hemel kunnen verdienen door dweperijen. Ik denk ook aan de stromingen die niets anders doen dan zielen zoet houden met lofprijzingen op hun 'voorbeeldig leven'. Wantrouw hen, want ik kan U rechtstreeks uit het Hart van Maria op het hart drukken: Zij worden door de duisternis geïnspireerd om de bloei van het Licht in de zielen tegen te houden.

Er is slechts één kracht die de ziel werkelijk in bloei kan brengen: het zeer hard aan zichzelf werken, dag na dag, om de volmaaktheid in alle deugden na te streven. De zaligheid ligt niet in het najagen van oppervlakkige tekenen en opwindende dingen, doch louter en alleen in de overwinning op de duisternis die elke seconde de ziel bedreigt. Laten wij daarom alle onderrichtingen van Maria bestuderen en zo strikt mogelijk toepassen, en de Liefde van onze God zal waarlijk ons deel zijn.

Dit alles vertrouw ik U toe als het grootste geschenk dat ik U zou kunnen geven, want het jarenlange werk in de Boomgaard en de Tuinen van Maria’s Hart heeft mij veel geleerd over de wegen naar het Ware Geluk.

Ik wens U alle Licht en Liefde van mijn Hemelse Meesteres toe!

In Haar dienst, Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 54
Over de strenge regels waaraan Myriam en het Apostolaat onderworpen zijn –
de door Maria gewilde teruggetrokkenheid van Myriam

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Myriam van Nazareth heeft van Maria het verbod gekregen om 'publiek te worden': Ik mag niet gericht 'in het publiek komen'. Ik mag geen brieven schrijven op eigen initiatief, doch louter in antwoord op zielen die mij als eerste hebben aangeschreven, en op voorwaarde dat Maria mij dit toestaat. Ik word vrijwel dagelijks aangeschreven door zielen uit uiteenlopende landen. In bepaalde gevallen mag ik niet antwoorden, om redenen die Maria mij dan geeft doch die ik aan niemand bekend mag maken.

Het fundament van het Apostolaat (vanaf Pasen 2012: Maria Domina Animarum Werk) is een teruggetrokken leven van gebed, offers en contemplatie. Dit alles is noodzakelijk voor het volbrengen van mijn uiteenlopende opdrachten naar de zielen toe: het schrijven van de teksten en gebeden, het ontvangen en optekenen van de openbaringen, het brievenapostolaat dat louter wordt gevoerd vanuit het Hart van Maria Zelf, en vele andere taken die zich afspelen tussen mijn ziel en Maria, en die niet geopenbaard mogen worden.

Het is heel belangrijk dat ik benadruk dat ik op eigen initiatief niets doe; alles wat van mij uitgaat, gebeurt in opdracht van Maria. Zo hoort het ook, want het MDA Apostolaat is een Hemels Werk, geen menselijk maaksel. Niet ik ben van tel, louter Maria en Hij Die door Haar wordt vertegenwoordigd: de Drie-Ene God. Persoonlijke reclame maak ik nooit. Dit zou Maria mij trouwens nooit toestaan. Van in het begin heeft Zij mij de regel opgelegd dat alles wat Myriam van Nazareth doet, zegt, schrijft of niet doet, zegt of schrijft, de uiting zal zijn van wat Zij wil. Het verbond dat tussen Haar en mij is gesloten, is heilig en voor mij onschendbaar, en geen enkele menselijke overweging zou daar ooit iets kunnen aan veranderen.

Ik heb ook afstand gedaan van alle menselijke behoeften of belangen: Ik leef om Haar – en via Haar, God – te dienen. Dat is de enige zin van mijn leven. De ware diepgang van dit alles zal nooit een mens kennen of begrijpen zolang hij hier op aarde is.

Voor alles wat vals is, word ik door Maria Zelf gewaarschuwd. Dit toont aan hoe belangrijk dit Werk voor de Hemel is. Mij vervult dit met de zekerheid dat wij mensen onszelf niet te belangrijk moeten vinden: Onze ware vervulling en Vrede ligt in de dienstbaarheid.

Ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 55
Over Gods Tijd – over de vrije wil – over de vergiffenis –
over het gebed voor de medemens

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Verontschuldigt U mij, dat ik Uw brief niet eerder kon beantwoorden, maar toen Uw brief bij mij aankwam, stonden wij op de drempel van het grote feest van de Meesteres van alle zielen, en U weet dat Maria mij voor elk woord op Haar Tijd inspireert. Ik verheug mij daar trouwens over, want slechts het zaad dat op Gods Tijd wordt gezaaid, ontplooit Gods vruchtbaarheid. Zo heeft God het in alles beschikt. Bekijkt U eens de natuur: De landbouwer weet dat hij niet vroeger zou kunnen oogsten door het zaad vroeger te zaaien, want het is dan heel goed mogelijk dat de natuur helemaal niet op het ontvangen van dit zaad is voorbereid. Zo is het ook voor elk woord dat Maria laat spreken, respectievelijk schrijven.

Lieve zus, het is trouwens geen toeval dat onze Meesteres mij uitgerekend vandaag laat antwoorden. Vandaag gedenkt de Kerk de Heilige Monica, de patrones van de moeders. Voelt U zich tegenover de priester eigenlijk niet een beetje als een moeder, die zich om iets zorgen maakt, dat niet verloopt zoals het eigenlijk zou moeten verlopen? Beschouwt U eens de Heilige Monica. Houdt U zich eens voor ogen, hoe zij zich zorgen maakte om haar zoon Augustinus, die ten prooi was aan zovele bekoringen, en voor wiens verderf zij zo lang heeft gevreesd. Wat zij echter nog niet kon vermoeden, was het feit dat haar zoon zich op Gods Tijd volledig naar het Goddelijk Licht zou toewenden (of behoorde toe te wenden, want zo had de Goddelijke Voorzienigheid het reeds beschikt – de Beschikkingen van de Eeuwige Wijsheid blijven voor de zielen doorgaans versluierd, opdat zij hun gedrag niet door deze Hemelse kennis zouden laten beïnvloeden: dit zou hen namelijk van elke verdienste beroven). De Heilige Augustinus werd een mijlpaal in de ontwikkelingsgeschiedenis van de verspreiding van het Heil.

Waar ik naartoe wil, is het volgende: De priester moet deze etappe van zijn levensweg afleggen, en hoe gevaarlijk deze dagen voor zijn ziel ook misschien mogen zijn (wij weten niet in welke mate, dat weet slechts God, die de diepten van de ziel doorgrondt), hij zal deze etappe pas achter de rug hebben wanneer de ontwikkelingen van deze etappe in zijn ziel datgene hebben gedaan waarvoor zij nu nog door God worden toegelaten. De ziel leert ook (en vooral) uit haar fouten, want pas na de duisternis van de nacht kan men het licht van de dageraad werkelijk op zijn juiste waarde schatten.

Ach, hoe zeer drukt het toch op ons hart wanneer wij zien, horen of innerlijk voelen, hoe een ziel die wij liefhebben (en zouden wij niet alle zielen oprecht moeten beminnen?) in de valstrikken van de duisternis terecht komt. De duivel is zoals een stroper. De zielen wandelen nietsvermoedend door het bos van het leven, en trappen soms in een val, die zo listig met mooie bladeren is bedekt, of zij worden getroffen door de kogels van de vele wereldse invloeden. Dan beginnen zij te bloeden, raken nauwelijks nog vooruit van de pijn, en... staan voor de keuze: Leren zij de les, of volgen zij hetzelfde pad verder, ondanks de loerende gevaren? God echter, houdt er geen ogenblik mee op, de ziel Zijn ingevingen te laten toekomen, en hen het Licht voor ogen te houden. In ontelbare gevallen pijnigt het God, dagelijks op zoveel plaatsen ter wereld te moeten zien hoe zielen met hun Eeuwige Gelukzaligheid spelen. Maar de vrije wil van de zielen is nu eenmaal heilig. De ziel moet zelf de beslissing nemen dat zij niet op het pad van de zonde of de ondeugd verder wil dwalen, ook al put zij zich op dit pad nog zo uit. God wacht af, wanneer en in hoeverre Zijn zaad wortel schiet.

Lieve zus, U kunt God erbij helpen, bij de priester op een heel bijzondere wijze op de deur te kloppen. Het geheim heet: 'onvoorwaardelijke Liefde, volharding en vertrouwen'. Smeekt U toch met Vuur en volharding tot Maria als de Meesteres van alle zielen ten gunste van de priester. Smeekt U toch dat Maria de priester van Haar Goddelijke Zoon zodanig met Haar eigen Hemelse Liefde moge omhullen, dat deze de weg door het bos van de stroper verlaat uit Liefde tot God, tot zijn heilige roeping, en tot zijn ziel. Maria is zo machtig, dat Zij de priester op dit ogenblik kan doen terugkeren. Zij heeft echter de 'inwilliging' van de ziel zelf nodig, en deze kan worden bespoedigd krachtens de wet van de naastenliefde. De zuivere naastenliefde is deze, welke geen voorwaarden stelt en geen oordelen velt. Lieve zus, bidt U tot Maria dat Zij Uw geest van elke negatieve gedachte moge bevrijden. Slechts dan kan de Liefde werkelijk haar onpeilbare kracht ontplooien. Het is heldhaftig, onze geest volledig te kunnen ontledigen wanneer wij getuige zijn van de ondeugd, doch precies daardoor kan ons gebed zo krachtig worden wanneer wij het vrij van elke gedachte aan Maria’s voeten neerleggen.

Wanneer een moeder haar kind na het spelen thuis ziet komen, en de sporen van vechten of kattenkwaad bemerkt, zal zij het wel de levieten lezen, maar zij zal het ook vergeven, omdat het haar kind is. Vergeven, betekent eigenlijk: niet meer stilstaan bij het aangerichte onheil, en niet oordelen. Op de één of andere wijze zouden wij dat eigenlijk steeds moeten doen wanneer wij in onze omgeving ondeugd vaststellen. Dit betekent niet dat wij deze ondeugd niet mogen betreuren, wel integendeel, maar het betekent dat wij, indien mogelijk, er in gedachten niet mogen mee bezig blijven (in die zin, dat wij er 'in ons hart niet over zouden oordelen') opdat wij in staat zouden mogen zijn, zo zuiver en onbezwaard mogelijk te bidden voor de bekering (dit wil zeggen: voor nieuwe eenheid met het Hart en de Wil van God). Dat is belangrijk. Slechts een zuiver, onbezwaard gebed bewerkt wonderen. Het zijn de Liefde, de onbevangenheid, het vertrouwen en het geduld, die deze wonderen voorbereiden.

Zo doet God met elke situatie het Zijne, ten gunste van de verwezenlijking van Zijn Heilsplan. Beschouwt U toch eens dit geval: De priester moet de les leren dat elk gedrag dat de mens van zijn roeping dreigt weg te leiden, de ziel ongelukkig maakt, omdat zij inwendig toch ergens voelt dat zij voor Gods Plan en voor de vruchtbaarheid van haar eigen levensreis onwerkzaam is geworden. De dame in kwestie moet de les leren, dat de ziel geen Heil mag verwachten wanneer zij het een andere ziel moeilijk maakt, haar roeping te vervullen. U, lieve zus, wordt de kans geboden, Uw gebeden en de Liefde die U inwendig voortstuwt, op een hoger niveau te brengen. Volledig zuiver gebed moet geleerd worden. Elke ziel kan het, want de kiem van heiligheid in de kern van onze ziel draagt deze kennis en dit vermogen in zich, doch deze kennis moet ontsloten worden, en dit vermogen moet ontwikkeld worden door de ervaringen des levens. Dit proces kan bespoedigd worden in de mate waarin de Liefde in de ziel zuiverder wordt.

Mag ik U hierin de hand reiken? Ik smeek de Meesteres van alle zielen met de intentie dat Zij Uw hart en geest zo verregaand mag bevrijden, dat in U de pijn, het lijden in het hart, niet langer remmend werken, want daarvoor is Uw verlangen dat de priester geheiligd moge worden, te mooi. Bidt U dan met Vuur dat Uw intentie werkelijkheid mag worden, maar probeert U het vanaf vandaag zoals volgt:

"Mijn Hemelse Meesteres, U Die ook de Meesteres van priester ... en Mevrouw ..., bent, wil toch deze zielen zo verlichten, dat zij op hun levensweg datgene leren, wat de Heilige Geest hen tracht te leren. Geef mij de kracht, mij nu reeds op Gods Tijd te mogen verheugen, waarop deze zielen de weg van het zuivere Licht vinden en deze zonder omwegen zullen volgen".

U zult voelen hoe de pijn wegtrekt, en de vreugde van de echte Hoop in U zal beginnen heersen. Zodra U dit gevoel gewaar wordt, kunt U er gerust van uitgaan, dat Uw gebeden zich van veldbloemen in rozen hebben veranderd. Houd U daarbij toch steeds voor ogen, dat Uw gebed niet slechts voor deze beide zielen geldt, doch voor de hele parochie – een priester die het Licht volledig in zich heeft laten ontsluiten, straalt het over alle zielen in zijn parochie uit – en tenslotte ook voor U: Een gebed, aangeboden met volharding, levert bijzondere verdiensten op. Weest U er zich bovendien steeds van bewust, dat Uw gebed eveneens bijdraagt tot een grotere verheerlijking van de macht van Maria.

In diepe Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 56
Over het lijden als kans op de spirituele weg

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Meesteres van alle zielen is verheugd over Uw vraag, en Zij wil U er tot bemoediging op wijzen dat het ware hart van de mens niet het lichamelijk orgaan is, doch de haard van de gevoelsprocessen in de ziel. Daar ontvangt de ziel de liefdesstromen die God naar haar toe laat vloeien. Wanneer de ziel 'deze Liefde in haar hele wezen opdrinkt', geeft zij richting aan het eigen heiligingsproces doordat zij de Liefde met de vrije wil verbindt, die zij daarbij op Gods belangen richt, en van daaruit stuurt zij de stromen van Liefde verder naar haar medeschepselen, in dienstbaarheid, in naastenliefde, in een teder gebaar, in een lief en bemoedigend woord, in een oprechte glimlach ...

Hoe vreemd het ook moge klinken, het uitblijven van beterschap na de hartoperatie is voor U tegelijkertijd een beproeving én een kans:

  • een beproeving omdat de beterschap waarop U had gehoopt, (nog?) niet is ingetreden, en dit in U twijfel naar de toekomst toe, alsook onzekerheid, zou kunnen opwekken. Wanneer een medische ingreep niet het verhoopte resultaat oplevert, betekent dit dat de ziel over bepaalde zaken 'anders moet gaan denken'. Zij moet bepaalde plannen uitstellen. Zij staat vóór een deur waarvan zij niet weet wat zich erachter verbergt. Zij bevindt zich dus in een soort 'niemandsland'. Men zou het leven kunnen vergelijken met een weg die doorheen een landschap loopt, dat constant verandert. Op bepaalde punten van deze weg verandert het landschap zo plots, dat de ziel elk houvast lijkt te verliezen. Waar bevindt zij zich eigenlijk? Alles lijkt haar vreemd, en zij durft het bijna niet aan, de volgende stap te zetten. Op het spirituele vlak zijn dit de punten waarop de ziel zich plots voor een volledig onverwachte situatie geplaatst ziet, waardoor zij tijdelijk niet meer normaal functioneert. In een dergelijke situatie bevindt U zich nu.

  • een kans omdat de wijze waarop de ziel met het verrassingseffect, dat bepaalde situaties op de levensweg met zich meebrengt, omgaat, voor God een graadmeter is die aantoont hoe ver de ziel zich op het spirituele vlak heeft ontwikkeld, en dit de ziel de kans biedt, zichzelf te observeren en één en ander in haar innerlijke gesteldheden bij te stellen, respectievelijk te zuiveren. Het is op dit punt van de levensweg dat de ziel ware spirituele heldendaden kan volbrengen. Deze punten zouden de ziel er gemakkelijk kunnen toe brengen, voor één of andere wereldse oplossing te kiezen omdat deze tastbaar is: De ziel heeft er een greep op, en zoekt in zichzelf gemakkelijk naar een compensatie voor het houvast dat zij door de verrassing juist heeft verloren. Wanneer de ziel echter spiritueel verder uitgerijpt is, kan zij erin slagen, reeds meteen na de eerste schok voor de spirituele waarden te kiezen: Zij doorschouwt de vergankelijkheid en het bedrieglijk karakter van wereldse oplossingen, en kiest er bewust voor, de nieuwe situatie in een ware spirituele vrucht om te vormen.

Lieve zus, U staat op het punt, voor de spirituele oplossing te kiezen, en U schenkt Maria daardoor veel vreugde. U vraagt zich af of U de oorzaak van het uitblijven van beterschap na de operatie moet uitpluizen, dan wel de situatie als een boete-offer zou aannemen, en ik voel dat U diep in Uw hart reeds voor de laatste weg hebt gekozen. Wees ervan overtuigd dat Maria U de kracht zal geven om deze beslissing tot volle vruchtbaarheid te brengen, in de mate waarin U deze beproeving in de meest innige eenheid met het Smartvol Hart van onze Meesteres beleeft. Maria wil de zielen graag op het volgende wijzen:

Het lichaam van de mens is een noodzakelijk werktuig om de ziel op ontelbare wijzen tot volmaaktheid te helpen brengen. De mens is verplicht, voor het lichaam te zorgen, maar: Zodra de mens de storingen in het lichamelijk functioneren van zijn wezen gebruikt om zijn lichaam en de inwendige processen te analyseren, door gedachten of gepieker te blijven stilstaan bij de oorzaak van deze storingen en/of daaraan alle tijd te besteden, therapieën achterna te lopen, vermindert reeds spoedig de vruchtbaarheid van de ziel voor Gods Heilsplan. Het lichaam mag nooit tot doel of middelpunt van alle handelen en denken worden.

Maria adviseert met klem, en dit geldt voor alle zielen: Besteed zo weinig mogelijk tijd aan vragen over Uw lichamelijke toestand, maar wijd deze toe aan de Meesteres van alle zielen en dank God voor deze nieuwe kans op Uw levensweg om Hemels zaad in zielen uit te strooien, want elk lichamelijk ongemak, gedragen met Liefde en aanvaarding, en aan Maria toegewijd, brengt vruchtbaarheid voor de heiliging van de ziel. Wanneer een ziel op deze wijze lichamelijk lijden benadert, toont zij tegenover God haar vast Geloof in de onfeilbaarheid van Zijn Beschikkingen, Zijn Wijsheid en de Goddelijke Intelligentie, Die de lichamelijke processen stuurt, ook bij ziekte.

Aangezien de mens gewoonlijk het grootste gedeelte van zijn bewust denken en voelen op het niveau van het lichaam vasthoudt, is het in Gods ogen iets buitengewoons wanneer de ziel er met volharding voor kiest, alle lichamelijke gevoelens aan Maria toe te wijden ten dienste van Gods Heilsplan, en elke gedachte, vooral elke onrust of gepieker daarover, absoluut en totaal los te laten.

Vandaar, terugkomend op Uw vraag: Vors niet naar de oorzaken van het verlengen van dit lijden, doch vertrouw volledig op Gods Wijsheid, Die met deze toestand een Plan heeft, dat zowel Uzelf als de hele mensheid op het spirituele niveau zal helpen groeien, in de mate waarin U hiermee op een zuiver spirituele wijze weet om te gaan: in aanvaarding, overgave, vertrouwen en Liefde. Wat er ook gebeurt, de ziel die zich in Gods handen legt, ligt in een bed uit hetwelk al het Ware Leven ontspringt.

Ik bid heel graag voor U om volharding in Uw beslissing, door dewelke U hebt gekozen voor het Licht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 57
Over het kijken in de zielen – over het lijden voor anderen – over de vergeving

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

De zielen bevinden zich in een chaos, en wel erger dan ooit voorheen. Het volgende wil ik met U delen, tot Uw bemoediging, niet om de aandacht op mijzelf te vestigen:

In 1998 (ongeveer een jaar na mijn roeping door Maria op de mystieke weg) smeekte ik de Moeder Gods vurig, Haar Smarten te mogen delen. Na enige tijd verhoorde Zij mijn lange smeken met de mededeling, dat ik voortaan één zou worden met Haar Smartvol Hart. Sedertdien – zo drukt Zij het Zelf uit – "ervaar ik de gesteldheid van zielen zoals Zij deze ervaart". Het resultaat is, dat het mij is toegestaan, en mogelijk is gemaakt, 'in de zielen te kijken'. Lieve zus, ik verzeker U dat mij sindsdien onuitspreekbare hartenpijnen ten deel zijn gevallen. Ik vang namelijk onmiddellijk elke spanning, elke ondeugd, vooral een massa nooit uitgesproken gesteldheden en gevoelens bij elke medemens op. Reeds bij het lezen van enkele zinnen worden in mijn hart die gesteldheden van de schrijver/schrijfster ontvouwd als een open boek. Dat mag wondermooi klinken, en ergens is het dat natuurlijk ook wel, maar in het overgrote deel van de gevallen zou men – menselijkerwijs gesproken – wensen, deze gave nooit te hebben ontvangen, want men voelt dagelijks veelvuldig pijnen, die het eigen hart in zijn werken voor de eigen levensopdracht bedreigen.

De zielen zijn zich er meestal niet van bewust, welke onvrede uit hen straalt. De Meesteres van alle zielen beschermt en sterkt mij in dit opzicht constant, en dat is absoluut noodzakelijk. Waarom schrijf ik dit? Om U te bemoedigen met de wetenschap dat deze gave gepaard gaat met de taak, de gesteldheden van de harten mee uit te boeten. Dat is precies wat ik met heel mijn hart voor U (...) doe. Deze mogelijkheid is een geschenk van Liefde, dat de Moeder Gods voor ons heeft bereid: U wordt in het hart mee 'gedragen', (...) en ikzelf mag met het onzegbaar zwaar lijdende maar bovenaards mooie Hart van Maria één zijn.

Liefde + Lijden = Licht en Hoop.

Wij leven op aarde niet voor de aardse dingen, maar voor het Eeuwig Heil (ons Heil en dat van onze medemensen). Uw moeilijkste, maar daardoor meest verdienstelijke opgave is nu deze: Dat U zich er dagelijks in oefent, Uw omgeving en de gesteldheid van Uw eigen gewonde hart met 'niet-wereldse' ogen te beschouwen. Dat kunt U zeker, doch slechts in eenheid met Maria. Smeekt U Maria erom. Zij wacht op Uw smeken, om U deze ervaring te schenken, die U geleidelijk zal bevrijden.

Het is voor U nu belangrijk, dat U het Sacrament van het huwelijk trouw blijft, dat in Gods ogen heilig is. Door Uw huwelijk in Uw hart te heiligen als een eeuwigdurend verbond tussen God, Uw echtgenoot en Uzelf, kunt U bewerken dat Uw echtgenoot in de kern van zijn ziel met U verbonden blijft, zodat de inwerkingen van het huwelijk in het spirituele leven gewoon verder lopen, zelfs wanneer Uw echtgenoot dit verbond in de praktijk van het dagelijkse wereldse leven niet meer beleeft. Het leven op aarde is kort, en gaat vlug voorbij. De inwerkingen van elk Sacrament zijn echter eeuwigdurend en onveranderlijk. Wanneer U kiest voor de heiliging ervan, hebt U in Gods ogen de juiste keuze gemaakt.

(...)

Bidt U voor Uw man en ook voor die andere vrouw, opdat zij tot de nodige inzichten mogen komen. Tracht U deze beide zielen te vergeven. Dat is absoluut een bijna bovenmenselijke opgave, maar er is geen andere weg om deze zielen te ontsluiten. Zij zijn namelijk de eerste gevangenen van hun dwaling, en hun ketenen kunnen slechts worden gebroken door hen onder de stralen van de echte Liefde te laten wegsmelten. U zou het zo kunnen zien: Een ziel die het slachtoffer wordt van een dwaling, is als een gevangene in een kerker, die niet van binnenuit geopend kan worden. Het slot moet van buitenaf worden geopend door de Liefde van een medemens die zijn inspanningen om buiten zichzelf te groeien en oprecht te vergeven, aan Maria aanbiedt, opdat Zij deze inspanningen in genaden van bevrijding moge kunnen omvormen. Zo smeedt Zij de sleutel tot de kerker. De ziel die dit kan opbrengen, zaait daardoor voor zichzelf een enorme bloementuin in het Eeuwig Leven, want de oprechte vergeving is de top van de Liefde. Het is de Liefde die bevrijdt en het Paradijs opent.

(...)

Ik ben er zeker van, dat deze ontwikkeling zal worden gekeerd tot Heil voor de betreffende zielen, omdat het ermee gepaard gaande lijden een onmetelijke rijkdom aan bevrijding en Verlossing in zich draagt wanneer het aan Maria wordt aangeboden. Zo heeft God het voorzien. Zou Hij een ziel niet bijstaan, die zich zo trouw en vol vertrouwen laat inpassen in dit systeem, terwijl er toch maar zo weinigen zijn, die het doen, en bovendien nog wel via de Gouden Weg tussen de zielen en God: Maria?

Lieve zus, meer dan ooit ben ik steeds bereid, in Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen, onze grote Hoop, de Dageraad van onze wedergeboorte.

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 58
Over het gekwetst-zijn en de verzoening

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Iedereen kent het spreekwoord: 'Wie wind zaait, zal storm oogsten'. Wij worden er thans echter in geoefend, dit spreekwoord vanuit een spiritueel oogpunt te bekijken: Beschouwen wij onze armzalige pogingen als wind, en het huwelijk tussen deze wind en de Liefde van God als de Bron van een geweldige storm, die op Gods Tijd vele zielen van vele dingen kan reinigen.

Uw echtgenote voelt zich wat gekwetst. Dit is mede toe te schrijven aan het feit dat littekens van vroegere wonden in moeilijke uren de stroming van de Liefde enigszins verstoren. Daaraan is geen van U beiden schuldig. Het is te wijten aan een relatief gebrekkig vermogen om de Goddelijke Liefde in de ziel haar plaats te geven en deze ten volle voor haar spirituele ontwikkeling te gebruiken. Dit komt geregeld tot uiting in het feit dat zij aan wereldse bekoringen ten prooi valt. De duivel weet dit voor zijn doelstellingen te benutten, en hij wacht bij voorkeur op spiritueel belangrijke momenten om dit te doen. De uren tijdens dewelke een ziel het gevoeligst is, worden dan gemakkelijk beslissende uren: Het hart ervaart een zekere chaos en is ontevreden over zichzelf. Dergelijke uren zijn geladen, zoals in de minuten vóór een onweer. Eén enkel negatief woord op een ongelukkig moment balt als in een bliksemflits negatieve krachten samen. Niemand wil het, en het wordt ook onmiddellijk betreurd, doch het is bijzonder moeilijk, de kracht te vinden om zichzelf te vergeven. Daardoor vergeeft men ook de ander niet gemakkelijk, want de Liefde schijnt haar zin te verliezen, of zelfs te sterven. Geen wolk is zo donker als deze, welke blijft hangen boven een hart dat tijdelijk niet meer met zichzelf kan leven.

Een gekwetste ziel zal er aanvankelijk niet gemakkelijk toe komen om te vergeven. Dat komt doordat in haar de Liefdesstroom tijdelijk geblokkeerd is. Een gekwetste ziel kan men vergelijken met een ziel, die in een moeras verzonken is. Zij kan zichzelf daaruit niet bevrijden, omdat zij een steunpunt buiten zichzelf nodig heeft.

Er kan een mooi wonder op U wachten, lieve broeder, wanneer U de eerste stap zet. Wanneer een gekwetste ziel oprechte Liefde ontmoet, opent zij zichzelf geleidelijk (soms ook plots!) van binnen uit. Op dit ogenblik ontbreekt haar daartoe nog de sleutel. U kunt haar deze aanreiken in de vorm van Liefde en begrip. In Gods ogen is dit zo groot, dat Hijzelf U een buitengewone kracht in de ziel zal schenken om de drempelvrees daartoe te helpen overwinnen. Het is in elk geval belangrijk dat U de verzoening voorbereidt met een vurig gebed tot Maria, de Koningin van de (innerlijke!) Vrede. Een menselijke Liefde kan de blokkering ten gevolge van een kwetsuur wel nog juist helpen opheffen, maar kan niet voldoende bijkomende levenskracht overbrengen om de gekwetste ziel in staat te stellen, zich daarenboven echt te ontsluiten. Gaat men echter naar deze ziel toe met het eigen hart verzonken in het Hart van Maria, dan kan de gekwetste ziel zichzelf plots genezen. Verzoening kan de gemoedstoestand in de medemens volledig omkeren. De Liefde stroomt dan namelijk spoedig in beide richtingen, en omdat de harten elkaar opnieuw wederzijds aantrekken, kan men het zo beschouwen, dat dan het kanaal tussen de harten door deze 'zuigbeweging' wordt gereinigd. Dit beeld zou zo uit de fysica kunnen komen, het is echter een beeld van een proces in de ziel, zoals Maria het mij heeft getoond.

Ik beloof U uit de grond van mijn hart, dat ik in mijn armzaligheid reeds begin, de weg voor U beiden te plaveien, door onmiddellijk vurig bij onze Meesteres voor Uw beide harten te smeken. Hoe zou Zij een smeking kunnen afwijzen, wanneer het om oprechte Liefde gaat?

Ik wens u veel geluk, en in de macht van de Ware Hoop weet ik nu reeds, dat alles heel snel in orde zal komen.

Machtige Meesteres van onze zielen en harten en onze levenswegen, wil de slangen vertrappen die wij door onze zwakheden soms zelf uitnodigen, omdat deze zich met ons ongeloof en onze spirituele blindheid voeden. Ik geef U alle Liefde en alle pijn van onze harten voor één enkel bevrijdend woord van U! Amen.

In volle Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 59
Over de ziel – over de ziel van Maria in vergelijking met de ziel van Jezus –
over de mystiek en de gevestigde opvattingen van de Kerk

TOTUS TUUS, MARIA!

Eerwaarde en lieve broeder in Jezus en Maria,

In Haar onderrichtingen en openbaringen in Haar hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen spreekt Maria vaak over de diepere Mysteries van het Goddelijk Leven en van de ziel. Opdat de lezer tot een enigszins diep inzicht in deze Mysteries zou kunnen komen, moet hij een kijk hebben op alle geschriften tezelfdertijd, en zelfs in dat geval zou er nog de moeilijkheid zijn, dat Maria mij bepaalde dingen privaat heeft geopenbaard, waarvan Zij van oordeel is dat de tijd nog niet is gekomen om deze te publiceren. Ik zal op deze plaats met vreugde en met de hulp van Maria als de Zetel van Wijsheid en de Bruid van de Heilige Geest, een poging ondernemen om Uw vraag zo duidelijk mogelijk te beantwoorden.

Wanneer Maria over 'de ziel' spreekt, bedoelt Zij de eigenlijke kern van het menselijk wezen, die zetel is van datgene wat Zij de 'kiem der heiligheid' noemt: het levensbeginsel, dank zij hetwelk het menselijk wezen kan leven en door hetwelk het de stromen van Goddelijke Liefde, de draagster van de 'brandstof van het Leven', in zich kan opnemen en verwerken. In dit levensbeginsel slaat God bij de schepping van de mens alle vermogens, de genaden, talenten, de specifieke wezenstrekken en al datgene op, dat de betreffende mens voor zijn door God vastgestelde levensweg nodig zal hebben.

De ziel is het principe waarin 'Gods handtekening' wordt achtergelaten, zodat de mens daadwerkelijk naar het beeld en de gelijkenis van zijn Schepper kan uitgroeien, d.w.z. zich kan 'heiligen'. Dit levensprincipe onderscheidt het menselijk wezen van alle andere schepselen, en is als het ware ook het 'certificaat voor ons deelgenootschap aan de vruchten der Verlossing' en derhalve het bewijs van het recht op onze eigen rechtstreekse deelneming aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Zonder onze ziel zouden wij niet eens actief aan Gods Heilsplan deel kunnen hebben, en zouden ons lijden en onze beproevingen zonder enige verlossende uitwerking blijven, zowel voor onszelf alsook voor andere zielen.

Maria onderricht ons, dat Haar eigen ziel 'in de orde der genade vergoddelijkt is'. Zij bedoelt daarmee dat God de natuur van Haar ziel zo volmaakt heeft geschapen, en op kracht van het unieke voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis zo volkomen en zo onbegrensd werkzaam en vruchtbaar voor Gods Werken heeft gemaakt, dat Haar natuur binnen Gods Heilsplan en in Haar relatie tot de elementen der Schepping, overkomt en zich uitwerkt als een (zij het weliswaar geschapen) spiegelbeeld van de wezenstrekken van God. Krachtens Haar Onbevlekte Ontvangenis werd Maria reeds vóór Haar leven op aarde Deelgenote aan de volheid der Verlossing, en Haar vlekkeloze, in de loop van Haar hele leven volkomen ongeschonden bewaarde ziel maakte Haar voor tijd en eeuwigheid tot de absolute belichaming van de heiligheid.

Omdat de zielen zich anders de vraag zouden kunnen stellen waarom Maria dan niet als 'absoluut Goddelijk' beschouwd mag worden, heeft Maria de vergelijking tussen Haar eigen ziel en de ziel van Jezus zo uitgedrukt, dat:

MARIA

menselijk is in de orde der natuur, en

vergoddelijkt is in de orde der genade

terwijl JEZUS

Goddelijk is in de orde der natuur, en

menselijk is in de orde der genade

Welnu, Maria zegt dat de ziel van Jezus Goddelijk is in de orde der natuur, en niet geschapen. Maria gebruikt hier het begrip 'ziel' precies terwille van de vergelijking, opdat de zielen een houvast zouden hebben om het verschil in wezen tussen Jezus en Maria enigszins te kunnen vatten. Wanneer Zij over de ziel van Jezus spreekt, verwijst Zij enerzijds naar het Levensprincipe van Jezus als 'Mens', en anderzijds naar de Wezenskern van Jezus als God. Over een ziel in de absolute zin van het woord zou men in wezen bij Jezus misschien niet als dusdanig mogen spreken, omdat een ziel wijst op iets dat geschapen is, en dit de eerste voorwaarde is opdat het schepsel (preciezer uitgedrukt: de mens) in staat zou zijn om een leven te leiden naar Gods beeld. Jezus heeft een 'ziel' in deze zin niet nodig, omdat Hij ook als 'Mens' niet van Zijn Goddelijke, dus niet-geschapen, wezenstrekken losgemaakt kan worden. De geschapen ziel van Jezus is 'niet Goddelijk', doch is niet van Zijn natuur los te maken. In zekere zin zou men kunnen zeggen dat God de 'ziel' van Jezus heeft moeten 'scheppen' opdat Hij als God-Mens op aarde zou kunnen leven. Anderzijds was deze 'ziel' volkomen in de Godheid verzonken.

In zekere zin kunnen wij zeggen: Zoals elk nietig stofje van de Heilige Hostie de volheid van Jezus bevat, zo verwijst elk deeltje van Jezus als God-Mens, zelfs elk deeltje dat met Zijn 'Mens-zijn' is verbonden, tevens onbegrensd naar Zijn Godheid.

Ook op Maria is van toepassing dat Haar Wezen ten volle in de Godheid verzonken is, doch Haar natuur – Haar 'oorsprong' – is anders. Maria’s ziel werd in haar werkingen, haar effecten, 'vergoddelijkt', terwijl de 'ziel' van Jezus onmiskenbaar Goddelijk IS, doch in haar werkingen, haar effecten, tevens 'voor het menselijk leven geschikt is gemaakt'.

Hoewel Maria het begrip 'ziel' in deze context klaar en duidelijk gebruikt terwille van de vergelijking tussen Jezus en Haarzelf, zou men in wezen voor Jezus vanuit taalkundig oogpunt een onderscheid moeten maken tussen twee begrippen:

1) de Wezenskern van Jezus, Die Hem laat herkennen als Goddelijk;

2) het Levensbeginsel van Jezus als datgene dat – gelijkaardig met de menselijke ziel in de eigenlijke zin van het woord – in Hem als 'Mens' werkzaam was, respectievelijk is.

Slechts zo kan men dit wonderbare Mysterie enigszins vatten: Vanuit Zijn Wezenskern was Jezus God, vanuit Zijn Levensbeginsel droeg Hij de kenmerken die Hem aan het leven als mens deel lieten hebben, en kon Hij ons aldus verlossen, want het is het 'Levensbeginsel' van Zijn Wezen dat zich met het verlossende menselijk lichaam laat verbinden. In het 'Levensbeginsel' slaat de mens al datgene op, wat hij uit zijn levenservaringen op aarde leert om voortaan deel van het fundament voor zijn zielsgedrag te worden.

Indien Maria in Haar verklaringen van dit tweedelig begrip 'Wezenskern van Jezus' – 'Levensbeginsel van Jezus' was uitgegaan, had Zij wellicht geen ziel kunnen laten begrijpen waar dan wel precies het verschil tussen de zielen van Jezus en Maria ligt (tenzij dan, dat elke ziel weet dat Jezus God, en Maria een schepsel is).

Toen Maria mij voor het eerst openbaarde dat Haar ziel zo uniek was uitgerust, dat in effect slechts weinig verschil te vinden is tussen Haar en de Godheid, voegde Zij er meteen aan toe: "Ik mag niet als 'Goddelijk' worden beschouwd, doch Ik zal je het verschil tussen de natuur van Jezus en Mijn eigen natuur als volgt uitdrukken (...)". Naar mijn bescheiden mening heeft Zij grote verwarring willen voorkomen. Wij mogen niet uit het oog verliezen dat Maria deze openbaringen en onderrichtingen niet in de eerste plaats voor theologen heeft bedoeld. Om deze reden ook, beklemtoont Zij steeds weer dat men Haar onderrichtingen "met het hart moet bestuderen, niet met het verstand", dit wil dus zeggen: hen op verlichting door de Heilige Geest begrijpen in plaats van hen puur theoretisch te analyseren. Niettemin heb ik er alle begrip voor wanneer er vragen rijzen, daar ik kan aannemen dat ook ketterijen zich soms een weg banen door zielen op grond van verkeerd gebruikte begrippen te misleiden.

Voor mij als ziel op de mystieke weg rijst steeds weer de moeilijkheid die Maria mij jaren geleden reeds heeft voorspeld: dat de mystiek onophoudelijk bron van vernieuwing van de opvattingen van de Kerk is, doch dat elk vernieuwend inzicht dat via de mystieke openbaring haar weg naar de harten moet zoeken, vanuit haar natuur op één of andere wijze steeds in botsing kan komen met de gevestigde opvattingen. Als mysticus of mystica is men hierdoor ononderbroken blootgesteld aan onbegrip en verdachtmaking. Ik heb nooit theologie gestudeerd, noch ooit over enig theologisch thema gelezen. Alle desbetreffende kennis en inzichten zijn mij door Goddelijke genade op de mystieke weg tijdens contacten met de Heilige Maagd ingestort. Ik kan mij voorstellen dat het begrip 'ziel' in deze openbaringen vanuit theologisch gezichtspunt soms wat paradoxaal kan overkomen. Wanneer men zich werkelijk inhoudelijk in deze verklaringen tracht 'in te leven met het hart', begrijpt men volkomen wat bedoeld is. Wanneer men zich echter louter op de vormelijke woordkeuze van de begrippen fixeert, die deze inhoud moeten aanduiden, kan men daarin eventueel aanleiding tot kritiek vinden.

In de hoop, U behulpzaam te zijn geweest, vraag ik bij deze om Uw hoog gewaardeerde priesterlijke zegen voor de zielen, voor het Apostolaat en voor mijn eigen kleinheid, want de weg is heel mooi, doch moeilijk, omdat hij door Gods Wijsheid doorheen open veld is getrokken.

Ik dank U van harte voor Uw levendige belangstelling.

In Liefde, ten dienste van de Meesteres van alle zielen, de Gouden Stem van Gods Wijsheid en het Morgenlicht van de Ware Hoop,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 60
Over het ware Mens-zijn van Jezus in Lichaam en ziel –
over de wedergeboorte uit Maria

TOTUS TUUS, MARIA!

Eerwaarde en lieve broeder in Jezus en Maria,

Achter de door U aangehaalde geloofsstelling sta ik in ieder geval volkomen, zowel vanuit mijn eigen kennis alsook vanuit het aanvoelen in mijn hart, en daarenboven op grond van het feit dat ik mij steeds onbeperkt aansluit bij elke officiële uitspraak van de Kerk. Ik begrijp ook heel goed waar Uw vraag vandaan komt. Zij stamt uit het verlangen naar inzicht in een Mysterie dat zo mooi is dat woorden, begrippen en verklaringen nooit zullen volstaan om het op een bevredigende wijze te vatten.

Het ware Mens-zijn van Jezus lag mij reeds bij het begin van mijn roeping heel nauw aan het hart. De reden is wellicht deze, dat Maria mij in de beginjaren zeer veel heeft laten schouwen met betrekking tot de Passie, en Zij mij toen herhaaldelijk riep en onderrichtte in Haar hoedanigheid als Moeder van Smarten. De Liefde tot de Smarten van Maria en het Lijden van Jezus heeft Zij mij onuitwisbaar diep in het hart gebrand, en steeds weer – vooral jaarlijks gedurende de laatste weken vóór Pasen – in lichaam en ziel laten beleven. Ik heb daarom dit Mysterie van het Mens-zijn van Jezus onuitsprekelijk lief, dit Mysterie dat Hem, de God-Mens, de ervaring van de menselijke natuur tot de dood toe heeft laten doorleven.

De door U aangehaalde woorden uit het Concilie van Chalcedon waren mij niet bekend. Ik heb deze uit Uw mail echter met brandende Liefde in mij opgenomen, omdat zij precies datgene dekken wat ik voor de Waarheid houd, daar Maria het mij precies zo heeft laten 'doorzien' (hierbij gaat het om wat Zij Zelf aanduidt als 'mystieke kennisoverdracht'; ik wist vóór mijn roeping door Maria niets méér dan de eenvoudige basiskennis van het christendom, zoals men deze nu eenmaal in de lagere school verwerft).

Men zou inderdaad kunnen zeggen dat Jezus 'twee maal geboren is': één maal verwekt door de Vader, dus in wezen Goddelijk, en de tweede maal naar het vlees uit Maria geboren om onderworpen te zijn aan de wetten van het Mens-zijn. Weet U, lieve broeder, wat mij daarbij zo buitengewoon verheugt? De gedachte dat Jezus tot Nicodemus zei dat de mens een tweede maal geboren zou moeten worden, en wel uit de Geest, en dat Maria als Meesteres van alle zielen zegt dat God zo verlangt naar een 'wedergeboorte van elke ziel uit Maria, naar Haar beeld'. Er wordt ons als het ware de mogelijkheid geboden om door volkomen en diep doorleefde toewijding aan Maria Jezus ook in deze wedergeboorte te volgen. Hij is daadwerkelijk naar het vlees uit Haar geboren, wij kunnen het 'slechts' naar de Geest, maar voor God zijn, wat de mens betreft, de gebeurtenissen op het vlak van de geest, respectievelijk van de ziel, dus op het niet-stoffelijk niveau, toch de doorslaggevende.

God is volmaakt in Zijn natuur. Jezus is het, evenzeer als de Vader en de Heilige Geest. De Vader heeft Hem echter als 'menselijke ziel' voor een aards leven geboren laten worden. De 'ziel' als levensbeginsel kunnen wij derhalve beschouwen als een 'entiteit' die het leven bestuurt, terwijl (zoals U het zelf uitdrukt) 'het menselijk wezen nog zijn weg naar God moet afleggen'. Dat betekent dat de 'ziel' iets is, dat tot de menselijke natuur behoort. De Godheid heeft geen ziel nodig, zij is één, en bestaat vanuit zichzelf, wordt dus niet geschapen, en heeft ook geen weg naar God af te leggen. Dus hoeft zij zich ook niet te 'vervolmaken' of te 'heiligen', noch zich open te stellen voor de Verlossing.

Indien Jezus ZONDER ziel op aarde was gekomen, zou Zijn Verlossingswerk niet de verdienste hebben die noodzakelijk is om Gods Heilsplan in positieve zin te beïnvloeden en verlossende genaden vrij te maken. Dit wil zeggen: Indien Jezus Zijn Werken op aarde vanuit Zijn Goddelijke natuur had voltrokken, was Hij niet in de werkelijke zin van het woord Verlosser geweest. Hij heeft deze Werken echter vanuit Zijn door een ziel bestuurde 'menselijke, respectievelijk lichamelijke + emotionele' component volbracht. Dit heeft het Verlossingswerk volkomen gemaakt, want een ziel is van een vrije wil voorzien (anders gezegd: de vrije wil is één van de vele zielsvermogens), en Jezus heeft Zijn vrije wil volledig, onbeperkt en onvoorwaardelijk op het volbrengen van Zijn Verlossings- en onderrichtingsopdracht gericht.

Eigenlijk zou Jezus vanuit Zijn ziel – indien Hij dit had gewild – hebben kunnen zondigen of Zijn vrije wil op andere dan de Goddelijke Werken hebben kunnen richten. Indien de mogelijkheid tot zondigen NIET open was geweest, was Zijn Verlossingswerk niet absoluut volkomen geweest, want het verlossingswerk van elke ziel bestaat hierin, dat de ziel vanuit haar vrije wil het besluit neemt, Gods Werken te doen, afstand te doen van de wereldse afwijkingen van deze Werken, en daardoor de Wet van de Liefde volledig in haar leven werkzaam te laten worden. Precies hierdoor kunnen wij allen deel hebben aan de bevordering van het Goddelijk Heilsplan, en daardoor Jezus volkomen navolgen. Precies dat is het, wat Maria ons thans leert: onze vrije wil zo zeer met Haar Wil één te laten worden dat wij de vruchtbaarheid van ons leven Haar vruchtbaarheid als de Allerheiligste Moeder van God kunnen laten benaderen. Jezus heeft nooit gezondigd. Ook vanuit Zijn ziel, dus in Zijn menselijke component, was Hij absoluut volmaakt.

Wanneer ik schrijf dat bij Jezus in de absolute zin van het woord misschien niet eens sprake zou kunnen zijn van een 'ziel', bedoel ik daarmee eenvoudig dat bij Jezus de 'menselijke' component, de ziel, volkomen met de Goddelijke natuur is verbonden, en dat in dit opzicht de ziel van Jezus als het ware 'niet Zijn enige natuur' vormde. Hoewel de Allerheiligste Drievuldigheid Jezus van een ziel had voorzien en Hem als mens geboren had laten worden, kan Jezus in geen enkel opzicht als een schepsel worden beschouwd. Vandaar mijn woordkeuze.

Eerwaarde broeder, ik hoop vurig dat deze stellingname Uw vraag enigszins beantwoordt. Mijn geloof in het ware Mens-zijn van Jezus, mijn Liefde tot dit Mens-zijn, en mijn overtuiging van de immense waarde van dit Mens-zijn voor de Verlossing van de zielen, ligt verborgen op vele plaatsen van de teksten die Myriam van Nazareth op de golven der verrukking over al dat mooie aan de zielen mag doorgeven. Indien Maria mij niet de genade had bekomen, iets van dat onuitsprekelijk geschenk van het ware Mens-zijn van Jezus in lichaam en ziel te mogen ervaren, dan zou mijn 'verkondigingswerk' niet méér zijn dan een holle stem. Nu echter, mag ik dit werk laten bezielen door een Vuur dat wellicht hier of daar in de woordenstroom verdwijnt, doch zonder meer onblusbaar brandt.

Er gaat geen dag voorbij waarop ik niet God via Maria dank om dit inzicht en dit aanvoelen. Precies dit inzicht in het ware Mens-zijn van Jezus, en het diep aanvoelen van de werkelijkheid ervan, vormt sedert twaalf jaar gedurende elke Vastentijd voor mij een verrukking van Liefde. Ook dat danken wij aan het ware Mens-zijn van Jezus.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 61
Over de rol van de vrouw – over de rol van de man – over de emancipatie – waarom vrouwen geen priester mogen zijn – over het versluieren van de vrouw – over het gebruik van make-up – over naaktheid in het publiek

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De vertraging bij het beantwoorden van Uw vragen met betrekking tot de rol van de vrouw in de Schepping, heeft de gebruikelijke reden: De Meesteres van alle zielen gebruikt elke vraag van zielen om de zielen onderrichtingen te geven, doch Zij beschikt soeverein over het tijdstip, wanneer Zij dit doet.

Met het oog op het feit, dat Uw vragen betrekking hebben op zeer specifieke elementen binnen dezelfde thema’s, heeft onze Meesteres mij geadviseerd om deze vragen de ene na de andere te beantwoorden.

Ik zou graag van Maria vernemen hoe de rol van de vrouw in de wereld gedefinieerd is

Deze vraag kan nauwelijks worden beantwoord zonder rekening te houden met de openbaring van de Meesteres van alle zielen uit december 2005. Ik citeer uit deze openbaring: "Ik heb je geleerd dat alle leven dat aan God welgevallig is, wordt geschapen door de vereniging van de Goddelijke levenskracht uit de Bron van de Goddelijke Wil als mannelijk principe met de Goddelijke Liefde als vrouwelijk principe. De vrouwelijke macht (de Liefde) moet aanwezig zijn en klaar om de mannelijke macht (de Wil) te ontvangen. Zo wordt de Liefde bevrucht door Gods Wil om nieuw leven te scheppen. Zo gaat het bij elk wonder uit Gods hand. (...)". Wij kunnen dus stellen dat, vanuit Gods oogpunt beschouwd (en dat is toch het enige dat telt), de rol van de vrouw eruit bestaat, de scheppende kracht van God in zich te ontvangen, deze met haar Liefde één te laten worden, en haar verder te voeden opdat zij de voor haar voorziene vruchtbaarheid moge kunnen ontwikkelen.

U kunt de voltrekking van deze werking reeds aan de vrouw als moeder zien:

  1. De vrouw ontvangt het mannelijk zaad, dat op elk tijdstip drager is van de Goddelijke Wil, namelijk de Wil volgens dewelke God de tempel van een nieuwe ziel wil scheppen: een lichaam, in hetwelk de nieuw-geschapen ziel een mensenleven lang kan wonen en bewegen, en door hetwelk de ziel met de stoffelijke wereld in aanraking komt en in relatie treedt;

  2. De vrouw ontvangt het zaad doorgaans in een gesteldheid van Liefde, en omhult de ontwikkeling van deze vereniging met een mantel van Liefde;

  3. De vrouw voedt de vrucht van deze vereniging tot deze volgens de Goddelijke Wet en de Goddelijke Intelligentie de volheid van haar vruchtbaarheid heeft bereikt, en deze vrucht ter wereld kan komen. Het is door diezelfde Liefde dat de vrouw de vrucht ook na de geboorte gedurende een bepaalde tijd op haar levensweg zal begeleiden. De duur van deze tijd wordt door de Goddelijke Voorzienigheid bepaald.

Dit proces breidt zich uit tot het niet-lichamelijk vlak van de werkelijkheid. De vrouw is ertoe voorbestemd, in de eerste plaats de macht van de Liefde te dragen en door deze macht constant de liefdesstroom, die vanuit Gods Hart naar elke ziel toevloeit, onveranderd verder te leiden.

Deze Liefde is de eigenlijke kern van het Goddelijk Leven. Daaruit vloeit voort, dat het de plicht is van de vrouw, het Goddelijk Leven in stand te houden, en wel in alle structuren waarvan zij deel uitmaakt: gezin, werk, opvoeding in het algemeen.

Dit betekent niet dat de man geen rol zou spelen in het doorgeven van de Liefde en het Goddelijk Leven. De rol van de vrouw moet eerder worden beschouwd als de factor die in stand houdt. Vereenvoudigd zou kunnen worden gezegd: De man speelt een scheppende rol, terwijl van de vrouw in het bijzonder wordt verwacht dat zij het geschapene in stand houdt en het tot bloei brengt door het ononderbroken met Liefde te voeden. Op deze wijze dient de vrouw spontaan de werken van de man, of ondersteunt zij deze.

Beschouwt U eens, wat in Genesis over het eerste mensenpaar staat geschreven: God schiep eerst de man, daarna schiep Hij echter de vrouw om de man te helpen en hem aan te vullen. Dit betekent dat God de man heeft voorbestemd om ontwikkelingen te laten ontstaan, ze in goede banen te leiden enz., maar dat de man in elk geval de vrouw nodig heeft om zijn werken aan te vullen, en om hem te helpen om deze werken op termijn tot hun ware vruchtbaarheid te helpen komen. Maria wijst erop, dat het vrouwelijk principe eigenlijk altijd in relatie staat tot het mannelijk principe (het tweede principe is er als het ware slechts omdat en indien het eerste bestaat): Het vrouwelijk principe schept niet (uit zichzelf), het heeft geschapen dingen nodig om deze vervolgens vruchtbaar te maken. Dit blijkt uit Genesis, maar is in onze dagen nog even geldig, omdat Gods Beschikkingen gelden voor alle tijden, en de Goddelijke Wet in eeuwigheid onveranderd blijft, omdat deze immers onfeilbaar en volkomen is.

Heeft de man een grotere waarde dan de vrouw? Moet de vrouw de man in alles gehoorzamen en in alles aan hem onderworpen zijn, en mag zij geen eigen mening hebben?

God heeft tussen de zielen geen enkel onderscheid in waarde voorzien. Mocht Hij een dergelijk onderscheid hebben voorzien, dan zou Zijn verlangen dat alle zielen één zouden zijn en dat er op aarde geen onenigheid tussen de zielen mag zijn, van meet af aan onvervuld blijven, want Hij zou dan meteen verschillen in rang scheppen. Nochtans heeft God de man als gezinshoofd voorbestemd. Hoe kan dit met de reeds vermelde stelling in overeenstemming worden gebracht?

Door de erfzonde was de mens plots genoodzaakt, in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Zo ontstond als het ware het principe van de arbeidsverdeling. Aangezien de man lichamelijk sterker is gebouwd dan de vrouw, rust op hem vooral het werk voor het levensonderhoud, en de bescherming en verdediging van het gezin. Dit alles heeft ertoe geleid dat de man 'van nature' aan het hoofd staat. De vrouw is daardoor ook afhankelijker geworden. God heeft de man deze positie als hoofd toegestaan omdat hij krachtens zijn 'scheppende' roeping eigenlijk in vele dingen automatisch aan het begin van de processen op de gemeenschappelijke levensweg van een gezin staat, terwijl de vrouw in vele gevallen pas ten volle optreedt nadat de man iets op gang heeft gebracht. Zo is het van nature.

Moet de vrouw de man in alles gehoorzamen? Het is God welgevallig, wanneer de vrouw de man in belangrijke aangelegenheden de beslissing laat nemen, omdat hij van nature uit, zoals toegelicht, aan het begin van de levensprocessen staat, en Gods Wil moet vertegenwoordigen. Moet vertegenwoordigen, inderdaad, doch in werkelijkheid is dit vaak niet het geval. Het is U bekend dat dit op de afwijkingen van Gods Wet door de zondigheid van de menselijke natuur berust. Van de man verwacht God echter, dat hij zijn vrouw in alles recht van inspraak verleent, en haar in geen enkel geval als minderwaardig behandelt, omdat zij dit voor God zeker niet is. De vrouw mag dus in elk geval een eigen mening hebben. Maria onderstreept zelfs dat de vrouw verplicht is, haar vermogen als draagster van Liefde, en als kracht die de vruchtbaarheid in alle levensprocessen tot ontwikkeling moet brengen, ten volle te benutten. Dit brengt mij tot het volgende:

Heeft de man alle macht over de vrouw? Deze vraag moet sterk genuanceerd worden beschouwd. God verleent een ziel nooit absolute macht over een andere ziel. Elke macht op aarde heeft betrekking op God, wordt door God gegeven en bestaat slechts in zoverre zij door God is toegelaten. Jezus zei dit reeds aan Pontius Pilatus: "U zou over Mij geen enkele macht hebben, indien deze U niet van boven gegeven was".

God verleent de ene ziel gezag over de andere, doch de eerstgenoemde is jegens Hem daarover verantwoording verschuldigd, en wel in de mate waarin zij dit gezag mag uitoefenen. Van de vrouw verwacht God dat zij zich richt naar de aanwijzingen van haar man als akt van gehoorzaamheid tegenover God. De man is daardoor de hoofdverantwoordelijke voor elke beslissing die binnen het gezin wordt genomen, tenzij de vrouw de man haar wil heeft 'opgedrongen'. In dit laatste geval is de vrouw de hoofdverantwoordelijke. Voor het overige verwacht God dat de vrouw haar man meedeelt wanneer deze zich, naar haar mening, vergist. Is dit laatste het geval in Gods ogen, en luistert de man niet naar zijn vrouw, dan is zij voor God van alle verantwoordelijkheid vrijgesproken.

Macht is vaak een kwestie van maatschappelijke organisatie. God heeft de relatieve macht van de man in de eerste plaats toegelaten op het economisch vlak. Er zijn ook hier veel uitzonderingen. Het komt geregeld voor, dat op het werk een vrouw de machtspositie bekleedt, als vrouwelijke chef, als directrice, als beheerster. Precies zoals wanneer een man 'chef' is, geldt dat deze vrouw haar machtspositie van God heeft gekregen, en mannen haar moeten gehoorzamen omdat zij immers door de Goddelijke Voorzienigheid deze plaats bekleedt. In een volledig andere context is het bijvoorbeeld zo dat de vrouw een grotere seksuele (erotische) macht bezit dan de man, omdat zij op grond van haar lichamelijke eigenschappen en bepaalde geslachtsgebonden gedragskenmerken vaak een veel grotere macht over zowel het opwekken als de bevrediging van de seksuele behoeften van de man uitoefent, dan omgekeerd. Deze macht bestaat uit twee componenten, die van verschillende oorsprong zijn:

  1. Een door God bepaalde component: God heeft de vrouw zo geschapen, dat zij de man doorgaans gemakkelijk seksueel kan prikkelen. God heeft deze eigenschap voorzien om de voortplanting van het menselijk geslacht te verzekeren. Wij mogen daarbij niet uit het oog verliezen dat God de lichamelijke eenwording van man en vrouw aan bepaalde regels en voorwaarden heeft onderworpen, die ook weer door de erfzonde naar de achtergrond van de menselijke gewaarwording zijn verwezen;

  2. Een component die door de satan wordt beïnvloed: De duivel heeft zich tot doel gesteld, de Goddelijke Voorschriften met betrekking tot de lichamelijke eenwording tussen man en vrouw constant aan te tasten. In de eerste plaats spoort hij vele vrouwen ertoe aan, hun lichamelijke kenmerken en gedragskenmerken zo overduidelijk en gewild opvallend te accentueren dat daardoor de seksuele behoeften van de man heel sterk verhoogd en veel gemakkelijker opgewekt kunnen worden. Via deze weg oefenen vrouwen vaak een enorme macht uit over mannen, wat echter de groei van de ondeugd in de wereld moet dienen. Deze vorm van machtsuitoefening is niet door God bedoeld geweest.

Uitgerekend een Vrouw (Maria) is de machtigste mensenziel aller tijden. Dit wijst er wel op, dat de vrouw als wezen in Gods ogen op zichzelf absoluut niet minderwaardig is.

Is de emancipatie van de vrouw goed of slecht? Eva, de eerste vrouw, wordt meestal negatief afgeschilderd. Zij heeft de mensheid ten val gebracht. Adam gaat meestal door voor de onschuldige.

De emancipatie is een maatschappelijk fenomeen. Dit betekent dat niet God dit heeft ingesteld, doch dat dit fenomeen zich op grond van maatschappelijke ontwikkelingen heeft doorgezet. Men kan tegen deze argumentatie inbrengen dat God dit fenomeen toch heeft toegelaten, aangezien deze anders toch nooit doorgevoerd had kunnen worden. Er moet evenwel op gewezen worden dat God vele dingen toelaat, ook slechte, omdat voor Hem de vrije wil van de zielen heilig en onschendbaar is en Hij slechts dan ingrijpt, wanneer zielen Hem met voldoende Liefde, offerbereidheid en gebed daarom vragen. Verder laat Hij deze ontwikkelingen toe omdat deze binnen Zijn Plan steeds hun plaats vinden en Zijn Plannen dienen. De zielen moeten uit elke maatschappelijke ontwikkeling hun conclusies trekken, en deze voor hun spirituele ontwikkeling benutten, al was het slechts als waarschuwingsteken voor hun geweten.

God heeft Zelf een bepaalde orde ingesteld, binnen dewelke de vrouw zeker rechten heeft en in elk opzicht als volwaardig moet worden beschouwd. De vrouw is draagster van een kiem van heiligheid, net zoals de man, en is derhalve draagster van een Goddelijk element. De vrouw is, net zoals de man, volle erfgename van de Verlossing en de heiliging. God oordeelt een zonde tegenover een vrouw in geen enkel opzicht als geringer dan een zonde tegen een man. Wanneer nu een vrouw zich wil 'emanciperen', doet zij dit vanuit een gesteldheid van protest, door hetwelk zij zich verzet tegen de maatschappelijke ontwikkelingen volgens dewelke de man in zekere mate als hoofdfiguur van de ontwikkelingen wordt beschouwd. Zij verzet zich daardoor echter ook tegen een Beschikking van de Goddelijke Voorzienigheid, die deze toestand tijdelijk toelaat.

Dit alles is dus slechts een kwestie van standpunt: Indien zowel de man als de vrouw hun respectieve posities binnen de maatschappij vanuit een spiritueel oogpunt zouden bekijken, zouden de beide geslachten met hun eigen rol tevreden zijn. Door vele invloeden vanuit de hoek van de duisternis zijn er in de geschiedenis vele vormen van massale uitbuiting geweest. De vrouw heeft zich hiertegen verzet via een strijd om emancipatie. Dit is menselijkerwijs te begrijpen, maar het is niet de weg die God de vrouw graag zou zien gaan. Hadden alle onderdrukte vrouwen ter wereld hun toestand aan Maria toegewijd, dan zou elke uitbuiting van de vrouw geen lang leven beschoren zijn geweest, aldus leert ons de Meesteres van alle zielen. De mens kan alles laten omkeren, indien hij slechts tot veel gebed, offers en toewijding bereid zou zijn.

Eva heeft de erfzonde ingeluid, Adam is haar hierin gevolgd. Daardoor werd de val van de mensheid voltooid. De enige twee mensenzielen die bestonden, hebben allebei hun vrije wil gebruikt voor een beslissing die niet Gods Wet diende. Adam heeft aldus eveneens schuld: deze, zijn vrije wil niet te hebben gebruikt om zijn gezellin op de dwaling tegenover de Wil van God te wijzen. Het komt slechts God toe, de precieze individuele mate van schuld van de beide eerste zielen vast te stellen.

Waarom mogen vrouwen geen priester worden?

De Meesteres van alle zielen stelt Zich op dit gebied ondubbelzinnig heel formeel op: Volgens Gods Wet is het niet toelaatbaar dat in de ene ware Kerk van God, de Rooms Katholieke Kerk van Jezus Christus, de vrouw priester zou worden. Maria was de Allerreinste, de Smetteloze, de enige ziel met volmaakte heiligheid. Op Golgotha vertegenwoordigde Zij, in spiritueel opzicht, de rol van 'Hogepriesteres' Die het Lichaam van de God-Mens aan de Eeuwige Vader opdroeg als het Offer der offers. God gaf aan een Vrouw de macht, de Medeverlosseres te zijn, duizenden malen reiner en volmaakter dan elke priester. Ik beschrijf U echter het gedrag van Maria tijdens een Heilige Misviering, opgedragen door de apostelen van Jezus:

In visioenen toonde Maria mij Zichzelf tijdens een Heilige Misviering, voorgegaan door Petrus en Johannes, enige tijd na de Hemelvaart van Jezus. Maria zat gedurende de hele dienst geknield. Op het tijdstip van de Heilige Communie stond Zij op, schreed waardig naar voor, knielde vóór Johannes neer, kruiste langzaam en bevallig de armen voor de borst, opende langzaam de mond en liet Zich de Heilige Hostie op de tong leggen. Zij, de volmaakt Heilige, raakte het Eucharistisch Lichaam van Haar eigen Zoon niet eens met de handen aan, omdat Zij Zich hiertoe 'niet waardig voelde' (woorden van onze Meesteres!). Kunt U zich nu nog voorstellen dat een vrouw, die niet onbevlekt ontvangen is en die geen volmaakt zondeloos leven heeft geleid, tot priester van de Kerk van Christus zou worden gewijd en daardoor rechtstreeks werktuig van de Transsubstantiatie zou worden? Kunt U zich nu nog voorstellen dat vrouwen de Heilige Communie zouden uitreiken? Kunt U zich tenslotte nu nog voorstellen dat zielen het Lichaam van Christus in de hand ontvangen, nu U weet dat de Onbevlekte Maagd, Die het Lichaam van Gods Zoon negen maanden lang in Haar Schoot heeft gedragen, dit Lichaam zelfs niet eens met de hand aanraakte?

Gods Wet, zijn betekenis, zijn basis, zijn redenen en zijn uitwerkingen zijn eeuwigdurend. Wanneer Jezus, in de volheid van Zijn Goddelijke Wijsheid, twaalf mannelijke apostelen uitkoos en elf van hen (omdat de twaalfde zichzelf en zijn Heer aan de duivel uitleverde) tot priester van Zijn Kerk wijdde, met welk recht en volgens welke wijsheid willen wij mensen dan absoluut vrouwen als priester toelaten?

Geen enkele vrouw werd door Jezus in de geheimen van het priesterschap ingewijd. De vrouw bekleedde in het apostolaat een dienende, helpende en ondersteunende functie, nooit deze van de bediening van het Sacrament. Zelfs de Moeder Gods, Die nochtans in de jonge Kerk van Christus na de Hemelvaart van Jezus een heel grote, duidelijk zichtbare macht bezat (leest U onder andere datgene wat mij in desbetreffende visioenen is getoond, en dat ik in Wedergeboorte van het Aards Paradijs daarover van Maria heb mogen schrijven) heeft nooit de rol van priesteres op zich genomen. Welke vrouw op deze wereld is gelijk aan Maria?

Moeten vrouwen zich versluieren zoals het de Islam voorschrijft? Maria wordt toch ook steeds met sluier afgebeeld.

Maria leefde in een cultuur binnen dewelke het gebruikelijk was dat de vrouw zich versluierde. In onze cultuur zou slechts als regel mogen gelden, dat de vrouw zich pas moet versluieren indien dit ooit door een Pauselijk voorschrift ingang zou vinden. Laten wij de voorschriften van de Kerk volgen, dan zullen wij de Heilige Geest volgen en in Gods Genade leven.

In zuiderse landen, zoals bijvoorbeeld Italië, is een hoofddoek voor de vrouw in de Kerk gebruikelijker dan, bijvoorbeeld, in mijn vaderland. Ik kan niet beoordelen in hoeverre dit in de Duitstalige landen gebruikelijk is. Ik sluit mij aan bij dit gebruik, omdat dit Maria welgevallig is. Onze Meesteres heeft mij in elk geval nooit gezegd dat een hoofddoek in Gods ogen in de Kerk absoluut nodig zou zijn. God wenst het echter wel. Het houdt allemaal verband met de vraag, of het nalaten van een dracht ondeugden verhindert of niet, naargelang het geval. Wanneer een vrouw namelijk haar haren bedekt omdat haar bekend is dat mannen hieraan veel aandacht plegen te besteden, dan zal dit Maria en God welgevallig zijn.

Is het verkeerd, make-up te gebruiken of het haar te verven?

Verkeerd zijn deze gewoonten op zich niet, maar het hangt ervan af wat de vrouw met deze handelingen beoogt, wat in haar hart omgaat wanneer zij het doet. Slechts dat bepaalt uiteindelijk of deze handelingen in Gods ogen al dan niet worden afgekeurd. Het beklemtonen van lichamelijke kenmerken is vaak gebaseerd op ijdelheid, en mag in dit geval niet worden gestimuleerd.

Is het verkeerd wanneer vrouwen halfnaakt rondlopen (bijvoorbeeld in badpak) of zich zelfs naakt in tijdschriften vertonen?

Ja, in die zin dat zij daardoor meestal rechtstreeks of onrechtstreeks de werken en plannen van de krachten der duisternis dienen, en daarenboven de lichamelijke schoonheid, die een geschenk van God is, ten dienste stellen van het materialisme: Werken uit Gods Hand worden tot middel van geldgewin gemaakt, en de erotische verleidbaarheid van ontelbare miljoenen mannen wordt opzettelijk geprikkeld, waardoor ettelijke mannen van hun deugdzaamheid worden beroofd die zij, vaak met veel moeite, in zich hadden gegrondvest. Dat het hier gaat om opzet van de duivel, kan worden vastgesteld aan het feit dat lichamelijke noden, die de ziel moet kunnen overwinnen alvorens zij in spiritueel opzicht volledig in vergeestelijking kan openbloeien, hierdoor worden opgewekt en geprikkeld, waardoor wereldwijd mannen (en vrouwen, want er zijn ook mannen die zich naakt laten fotograferen) ervan weerhouden worden, zich van hun lichamelijke noden los te maken.

Lieve zus, er zou in verband met Uw vragen nog veel kunnen worden geschreven. Ik heb echter getracht, U reeds iets wezenlijks mee te geven van wat Maria mij hierover heeft meegedeeld.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 62
Over de omgang met medemensen die de Mariaverering afwijzen – over de doorleefde toewijding in tijden van beproeving – over de betekenis van private openbaringen – over de waarheid van dit Apostolaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Hoe mooi zei Jezus het toch tot Martha: "Maria heeft het beste deel gekozen. Het zal haar niet ontnomen worden". U hebt eveneens voor het beste deel gekozen, en wanneer U het zich, ondanks alle pogingen vanwege de duisternis, niet laat ontnemen, zal het in U tot bloei worden gebracht. Waarlijk Hemels zaad vergaat niet, het bederft niet, het valt niet ten prooi aan de knaagdieren. De weg die U nu bewandelt, beantwoordt eigenlijk reeds Uw vraag, hoe U nog dichter bij Maria kunt komen: Gods Geest heeft U in de stilte van Uw hart uitgenodigd om nog verbetener te worden in Uw verering van de Moeder Gods naarmate Uw levensgezellin zich méér tegen Maria keert.

Inderdaad, wanneer men in het hart de roep heeft gevoeld om zich volkomen, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Maria toe te wijden, hoeft het geen verwondering te wekken dat de helse tegenstander in de onmiddellijke levensomgeving werktuigen zoekt die zich voor hem ter beschikking stellen om het Vuur te blussen. Met argumentaties bereikt men dan in de meeste gevallen nauwelijks iets, want de duivel wordt pas goed geprikkeld wanneer hij zich door de menselijke geest ontmaskerd weet. De echte strijd tegen de duisternis mag niet met het verstand worden gevoerd, hij moet in het hart beginnen, en met de lichtkogels van de Liefde worden gevoerd. Een ziel die zich aan de werken der duisternis heeft uitgeleverd, kan slechts worden bevrijd wanneer men haar:

  1. met Liefde omringt. Tracht U deze ziel in Uw hart in een bed van Licht en warmte te hullen, haar te vergeven en haar in het verlossend Bloed van Christus onder te dompelen. Liefdevolle gedachten en gevoelens jegens een dwalende ziel ontwapenen als het ware de duistere omgeving aan dewelke zij zich voedt. Zolang men jegens een dergelijke ziel wrok of om het even welke negatieve gedachten en gevoelens koestert, geeft men haar duistere omgeving als het ware zelf voedsel;

  2. aan Maria toewijdt. Ik herinner aan het buitengewoon machtige gebed nr. 1047, in hetwelk Maria Zelf op Haar ongekende macht over alle duisternis wijst. Lieve broeder, mij zijn ontelbare visioenen over de relatie tussen Maria en de duivels vergund geweest. Om diverse redenen heeft Maria mij tot op heden niet toegestaan, deze aan het grote publiek bekend te maken. Eén ding mag, respectievelijk moet ik met betrekking tot dit specifiek probleem echter alvast beklemtonen: Tegen Maria is, vanwege de duisternis, geen kruid gewassen. Wanneer men vele malen van de bewijzen hiervoor getuige is geweest, weet men met zekerheid dat de woorden van de Meesteres van alle zielen, zoals deze onder andere in De Dageraad van Gods Rijk op Aarde opgetekend staan, op waarheid en werkelijkheid berusten. Wijdt U dit alles aan Maria toe: Uw vrouw, haar hart, haar dwalingen, haar gevangenschap in de netten van de satan en zijn leugens, en Uw eigen innerlijke strijd en Uw eigen leed.
    Maria’s macht is nog onuitsprekelijk veel groter dan totnogtoe werd aangenomen. Maakt U gebruik van deze macht, door U werkelijk vertrouwensvol aan de Meesteres van alle zielen over te geven. Geen duistere macht vermag iets tegen U wanneer U werkelijk aan Maria wil toebehoren. Een innerlijke strijd die aan Maria wordt toegewijd, geeft Haar de grondstoffen uit dewelke Zij voor U een beschermende muur optrekt en Zij de vijand in zijn voornemens ondermijnt. Totale toewijding aan Maria is het machtigste wapen waarover een christen maar enigszins kan beschikken. Dit wapen wordt echter pas geladen wanneer de toewijding op een sterk Geloof is gegrondvest.

U ziet het juist wanneer U deze tijd met een dwalende ziel als proeftijd voor Uzelf beschouwt. Vele zielen wijden zich toe aan Maria, doch slechts weinigen zijn voor de concrete werken van Maria ook werkelijk bruikbaar. Dit komt doordat de meeste zielen die zich aan Maria toewijden, bij de eerste de beste beproeving de strijd opgeven: Onvoorstelbaar smartvol is voor Maria de vaststelling, dat vele van de Haar 'toegewijde zielen' zich van elk kruis en elke beproeving zo snel mogelijk willen laten bevrijden. Ooit zei Maria tot mij: "Soldaat wordt men niet door een uniform aan te trekken, maar door frontdienst. Welnu, de werkelijk in het dagelijks leven beleefde toewijding aan Mij is frontdienst in de strijd tegen de duisternis". Mochten de zielen toch weten hoeveel vreugde men kan ervaren wanneer men toch maar de Liefde kan opbrengen, zich zo ver door Maria te laten rijpen en vormen dat het lijden tot een ware vreugde wordt, alleen reeds doordat dit lijden dan in het hart wordt ervaren als rozen van Liefde!

De Meesteres van alle zielen verheugt Zich erover dat U vermeldt dat de betreffende verdwaalde ziel de katholieke liturgie volledig kent. Maria wil er namelijk met klemtoon op wijzen dat de schuld van een ziel die niet, of niet in wezenlijke mate, met de Leer van Christus in aanraking is gekomen, en die dwaalwegen bewandelt, geringer is dan de schuld van een ziel die deze Leer echt grondig heeft leren kennen of kan kennen. De eerstgenoemde ziel vormt haar geest namelijk rondom een wereldbeeld dat zij als praktisch bruikbaar beschouwt of dat in haar leefwereld iets kan betekenen. De laatstgenoemde ziel echter, heeft de instorting van de Heilige Geest ontvangen, doch heeft deze afgewezen en voor een onwaarheid ingeruild. De eerste heeft nooit het ware Licht gezien, en kan het dus ook niet naar waarde schatten. De tweede heeft het ware Licht gezien, doch heeft het uit haar leven verbannen ten gunste van een uiting van de duisternis. Deze vaststelling moge U ertoe aanzetten, er alles aan te doen, Uw vrouw van harte te vergeven, want de vergeving van Gods wege wordt vele malen bespoedigd wanneer de vergeving vanwege een ziel aan de Goddelijke vergeving voorafgaat. Voor U opent zich hiermee een deur naar een schatkamer van genaden voor Uw levenstaak, want vergeving schenken aan een ziel door wie men aanzienlijk moet lijden, is in Gods ogen een heldendaad.

De opmerking vanwege deze ziel, dat Mariaverering occult zou zijn, is één van de meest onbeschaamde beledigingen aan God, die een ziel ook maar zou kunnen bedenken. Wanneer Mariaverering occult (dit wil zeggen: duister) zou zijn, zou elke verering van God eveneens occult zijn, want er bestaat een mystieke eenheid tussen de Harten van Jezus en Maria, en een mystieke bruiloft tussen Maria en de Heilige Geest. Verder bieden alle onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen een groot aantal bewijzen voor het feit dat de hoogste graad van Mariaverering niet alleen absoluut volkomen gerechtvaardigd is, doch zelfs deel uitmaakt van de Goddelijke Wet die aan Zijn hele Heilsplan voor de zielen richting geeft.

Ik moet er in elk geval nog met klem op wijzen dat het begrip voor de volheid van de Mariaverering begint met een oprechte Liefde voor Maria. Bij alle zielen die de hoogste graad van de Mariaverering zoals deze door de Meesteres van alle zielen nu wordt verkondigd, als ketterij afwijzen of 'niet van de waarheid ervan overtuigd zijn', is er, wanneer men het wereldbeeld van deze zielen beschouwt, steeds sprake van een gebrek aan Ware Liefde voor Maria. Deze zielen begrijpen daarenboven helemaal niet hoezeer zij Jezus daardoor kwetsen. Sommige zielen bedienen zich van de stelling dat men met 'private openbaringen' zeer voorzichtig moet zijn en maar liever bij de Bijbel kan blijven. De tragedie van deze zielen bestaat echter hieruit, dat zij er zich niet van bewust zijn, hoe zeer zij ermee bezig zijn, hierdoor de Liefde van God te verloochenen, die Zijn Kerk met steeds nieuwe inzichten vervolledigt. De mystiek is niet dood, zij is het geschenk van het Ware Leven voor de Kerk. Zielen die dit geschenk van God verketteren, of die andere zielen ervan weerhouden, erin te geloven, maken zich bovendien schuldig aan een oordeel, want zij schilderen zonder meer het werktuig van de verkondiging van Maria’s verhevenheid af als een leugenaar.

Aannemen dat de Mariaverering occult zou zijn, komt neer op godslastering. Daarenboven brengt deze opmerking een ongehoorzaamheid tegenover de Kerk tot uitdrukking, want de Kerk heeft in de Mariale Dogma’s de verhevenheid van Maria als geloofspunt vastgelegd. Elke ziel die weigert, aan Maria de Haar toekomende verering te brengen, of die een dergelijke verering zelfs verkettert, ontkent de weergaloze heiligheid van de Onbevlekte Ontvangenis, de Belichaming van de volmaakte zondeloosheid, de Spiegel van vele Goddelijke eigenschappen zoals deze in de Meesteres van alle zielen verzameld zijn. Dergelijke verketteringen van het ware Wezen van Maria en van de Mariaverering dragen de handtekening van de satan. Biedt U hen aan de gekruisigde Jezus aan, want zij brengen steeds meer duisternis, steeds meer schuld, steeds meer ellende over de mensheid. Houdt U zich met zekerheid vast aan de kennis en de inzichten die U worden aangeboden in De Dageraad van Gods Rijk op Aarde, want deze zijn gebaseerd op Gods Waarheid zoals Hij Zich verwaardigt, deze in deze Laatste Tijden te verkondigen.

Wat verwacht Maria van U? Uw levensopdracht, Uw ware roeping, bestaat klaarblijkelijk in wezen hieruit, dat U de hele weg vanuit de spirituele onwetendheid tot en met de strijd tegen de dwalingen en de diepste duisternis zou gaan. Beschouwt U Uzelf als een zaaier die, met Hemels zaad beladen, een lange weg af te leggen heeft, dwars doorheen een woestenij. Het is zijn taak, dit zaad uit te strooien. Langsheen deze weg is er niets. Het hangt dus van zijn inspanningen af, of en in welke mate de weg en de wegrand vruchtbaar worden, want op grond van zijn inspanningen en zijn goede wil bevrucht de Heilige Geest het zaad met Gods Groeiplan en bereidt Hij de grond voor op de opname van het zaad. Van zijn volhardend werk hangt het af, welk landschap zich zal ontwikkelen. Hij staat voor een verscheurende keuze: Het zaad dat hij bij zich draagt, kan hij ook opeten. Hoe meer hij er echter van eet, hoe minder hij kan uitstrooien.

Begrijpt U het beeld? Van U wordt verlangd dat U Uw weg gaat in ware zelfverloochening. De woestenij symboliseert de spirituele dorheid om U heen. Vanuit de vlakte naast de weg waaien droge winden in vlagen naar U toe. Deze remmen U af, doen U pijn, en dreigen U uit te drogen. Zij bedreigen bovendien de vruchtbaarheid van Uw zaaiwerk, omdat U door de kracht van de wind nauwelijks de juiste plaatsen kunt bepalen waar het zaad zal vallen. Nu komt het er voor U op aan dat Uw Geloof zo sterk wordt dat U zich totaal weet over te geven, met het rotsvast vertrouwen dat het zaad nooit zal opraken, omdat U aan Gods werk voorrang hebt gegeven boven alles, en U zich onderweg door Maria hebt laten leiden. Wanneer het zaad nooit opraakt, betekent dit tevens dat U ook zichzelf met dit zaad (het Licht van de totale Mariatoewijding in Uw hart) zult kunnen voeden wanneer het echt moeilijk wordt, zonder daarbij de vruchtbaarheid van Uw werken in het gedrang te brengen.

U zult merken dat Maria U van dag tot dag zal leiden en sturen, en wel des te duidelijker naarmate U het Haar mogelijk maakt, Uw leven te beheersen. De flexibiliteit is één van de basisregels van de totale toewijding aan Maria. Zij dient ertoe, het vertrouwen van de ziel in Maria te versterken, want volkomen overgave is onmogelijk zonder blind vertrouwen.

Dit veronderstelt echter dat de ziel geen regels voor lange termijn-gedrag mag verwachten, maar dat zij bereid is, zich van de ene dag op de andere aan te passen, wanneer de ontwikkelingen van het Goddelijk Heilsplan dit noodzakelijk of wenselijk maken. De ziel is immers niets anders dan een klein radertje in een immens groot systeem, en zij leeft niet voor zichzelf, maar voor Gods Werken. Hoe meer deze laatste bloeien, des te mooier worden de bloemen voor diegenen die zichzelf voor deze Werken hebben verloochend.

De flexibiliteit in het spirituele leven is eigenlijk nauwelijks iets anders dan de situatie van een reiziger. Wanneer een reiziger zich op weg begeeft naar een plaats die zich duizend kilometer van zijn startplaats vandaan bevindt, zal hij toch ook niet onmiddellijk naar wegwijzers met de naam van zijn einddoel zoeken: Hoogstwaarschijnlijk vindt hij aanvankelijk slechts wegwijzers die hem 20 of 30 km verder kunnen leiden, en zo verder, tot hij na zowat 950 km een wegwijzer vindt die zijn einddoel aanwijst. Zo is het ook op de levensweg.

Gods Voorzienigheid is een volmaakt systeem dat elke ziel van voedsel voorziet voor enkele uren of dagen, doch nooit voor jaren. Gods Wijsheid kent immers het menselijk onvermogen om met grote hoeveelheden om te gaan, evenals de zwakheden die het vrijwel onmogelijk maken, het Hemels voedsel onderweg niet te verliezen of het niet te laten bederven onder de warmte van de koorts, die door de vele bekoringen wordt opgewekt.

Ik help U graag, rozen te kweken die Gods Tuin op aarde helpen vergroten. Wij hebben onszelf immers volledig aan de Hemelse Tuinierster overgegeven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 63
Over de toewijding van een botbreuk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met pijn in het hart lees ik over Uw lichamelijke tegenslag. Ik wil U daarom graag deze kleine zonnestraal uit het liefdevol Hart van Maria laten toekomen.

Alles krijgt een zo veel grotere zin wanneer wij de hoopgevende adviezen van onze Hemelse Koningin in verband met de toewijding volgen. Zo leert Zij ons, Haar bij alle details van ons leven te betrekken. U kunt nu bijvoorbeeld wondermooie verdiensten in navolging van de lijdende Jezus verwerven, door de breuk, die U opgelopen hebt, aan Maria toe te wijden, en wel op de volgende wijze:

(hier ontstaat gebed nr. 1135)

Ik wens met heel mijn hart dat U erin mag slagen, de herstelperiode tot een boomgaard met Hemelse vruchten te maken, die door de Moeder Gods, de Meesteres van Uw zielentuin, aan de zielen tot voedsel kunnen worden gegeven.

Moge het Licht van de Ware Hoop U bij deze ervaring steeds ondersteunen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 64
Over het Licht en de duisternis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik begrijp precies, wat U vandaag inwendig overkomt, en kan ook zien waarom.

Van één ding moeten wij steeds overtuigd zijn: Een ziel die zich aan het Licht overgeeft en zich ertoe bereid heeft verklaard, haar leven hierdoor zin te geven, dat zij nog slechts voor de verspreiding van het Licht wil leven, wekt de duisternis. Wie zich aan Maria – en in Haar ook automatisch aan de Allerheiligste Drievuldigheid – aanbiedt, moet er rekening mee houden dat hij/zij met de vijand van het Licht af te rekenen zal krijgen.

Dan moeten wij een keuze maken. Trekken wij ons terug om door de duisternis 'met rust te worden gelaten' (wat reeds als heel relatief moet worden bekeken), of melden wij ons onverschrokken voor de frontdienst, en zetten zo de strijd van Jezus Zelf verder? De keuze is voor ons, zwakke zielen, niet steeds vanzelfsprekend. Maar ziet U, de gevoelens van ongemak overvallen U precies met betrekking tot de Hoop (= Gods Morgenlicht, en derhalve de aankondiging van het einde der duisternis!) en dan nog wel door een gebed dat mij in een toestand van diepe verrukking werd ingegeven, door een verblindend mooie Hemelse Koningin Die dit gebed in mij heeft ingestort als een boodschap van Liefde en innerlijke Vrede. Dit zou de oorsprong van Uw innerlijke strijd wel eens overduidelijk kunnen verklaren.

Lieve zus, een strijd voor het Licht die niet met momenten van aarzeling gepaard gaat, zou ons zelfs bijna moeten verontrusten. Ik bedoel maar: Hoe meer wij ons voor de verspreiding van Gods Licht inzetten, des te meer zullen de krachten der duisternis zich laten voelen, omdat wij hen dan werkelijk schade kunnen toebrengen. Ik zou U dit heel graag duidelijk maken aan de hand van twee beelden, die Maria mij ooit in moeilijke ogenblikken (oververmoeidheid en overweldigende tegenslagen) heeft voorgehouden:

  1. Op 25 september 2007 zei de Meesteres van alle zielen tot mij: "Ook Mijn Hart heeft geleden onder de beten van de helse slang terwijl Ik niets anders beoogde dan Gods Licht te laten schitteren. Ja, wanneer de zon opgaat, verlaten de adders hun holen".

  2. Op 27 augustus 2007 sprak Maria privaat tot mij, doch een gedeelte van Haar woorden zou ik graag niettemin, met toestemming vanwege de Meesteres, met U delen, omdat zij U het één en ander duidelijk kunnen maken:
    "De satan spuwt zijn gif bij voorkeur op de grond heel dicht vóór Mijn voeten. Aangezien dat de plaats is waar Ik jou voor je hele leven heb gewild, zul je zijn gif veelvuldig moeten verwerken (...) Terwijl het serpent onder Mijn voeten kronkelt van machteloosheid jegens Mij, zullen de slagen van deze kronkelingen eerst diegenen treffen die op elk ogenblik van de dag en de nacht klaar staan om Mijn voeten te kussen".

De betekenis van deze beelden is klaar en duidelijk: De ziel die zich met haar leven en haar werken aan Maria overgeeft, staat bloot aan confrontaties met de duisternis, en deze zal de ziel vooral trachten te ontmoedigen wanneer de ziel, om welke reden dan ook, een moeilijke dag heeft. Wij mogen echter nooit vergeten: Werken leveren pas de hoogste verdiensten wanneer zij met lijden (in lichaam, ziel, geest of gemoed) gepaard gaan. Zo hebben onze Verlosser en de Moeder van Smarten het ons voorgeleefd.

Een belangrijk element van de verdiensten van Uw werken ligt in het verborgen karakter ervan. Wij allen in het Apostolaat staan borg voor de bescherming van Uw privésfeer (Uw naam enzovoort), niet slechts opdat niemand zou weten wie U bent, doch nog méér opdat Gods loon U in zijn volheid zou kunnen toevloeien.

Met het volste begrip voor Uw huidige gesteldheid van ziel neem ik U in het volste vertrouwen in mijn hart op, waar ik U graag aan de oppermachtige bescherming van de Meesteres van alle zielen toevertrouw.

In deze zin wens ik U nu de opgang van de ochtendzon van de Ware Hoop (dit betekent: de zekerheid over de overwinning van Gods Liefde in Uw leven). De ochtendzon is de voorbode van de middagzon, die restloos zuivert en die de ziel met de macht van de Goddelijke Liefde en de ware overgave en bezieling, en met een diep vertrouwen vervult. Precies de verdiensten van al Uw werken zullen U de genade opleveren, deze berg te kunnen beklimmen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 65
Over de roeping van de ziel – over de eenwording van de menselijke wil
met de Wil van God – over de wedergeboorte door Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor de vragen die U mij hebt laten toekomen. Gods Voorzienigheid werkt via de meest uiteenlopende wegen, en Uw vragen hebben alleszins betrekking op punten waarmee heel veel zielen worstelen. Dit hoeft ons niet te verwonderen, want de vragen in verband met de echte roeping en de vormgeving van onze levensweg liggen diep in het Hart van God geborgen en laten zich, zoals elke bloem, slechts door de zon van het ware Licht en de regen der genaden openen.

Is de ziel tot 'actio' (handelen) of tot 'contemplatio' (beschouwing) geroepen? Duidelijk tot beide. Er moet echter altijd rekening mee worden gehouden dat het handelen, wanneer wij het met de Goddelijke Wijsheid en Plannen in overeenstemming willen brengen (zou het anders ook maar enige zin hebben? De ziel leeft immers slechts om Gods Werken op aarde te helpen volbrengen), op het fundament van de beschouwing, de contemplatie, moet worden opgebouwd. Dit geldt voor elke ziel, zonder uitzondering. Waarom? Omdat de ziel haar kracht en 'bezieling' voor elk handelen en spreken, zelfs voor elk vruchtbaar denken, voelen en verlangen, slechts uit God Zelf kan putten.

God verbindt Zich via Zijn Heilige Geest met de wezenskern van elke ziel. Deze verbinding wordt, in het bijzonder in deze Laatste Tijden, op een heel bijzondere wijze door de Allerheiligste Maagd, de Meesteres van alle zielen, in de zielen vruchtbaar gemaakt, op voorwaarde dat de ziel zichzelf onbeperkt voor Haar Werken ter beschikking stelt.

In de beschouwing, de contemplatie, de bezinning, het stil en vreedzaam verwijlen van de ziel in Gods adem, ontvangt de ziel als het ware de signalen van de Goddelijke Wil. De Wil van God is het hart door hetwelk het bloed van de Goddelijke Liefde doorheen de Schepping wordt geleid, en is derhalve het aandrijfmechanisme voor het Goddelijk Leven, de enige krachtbron van de ziel. Op grond van de gewaarwordingen in dewelke God Zich aan de zielen verkondigt, voelt de ziel Gods nabijheid. Slechts in de gewaarwording van deze nabijheid kan de ziel haar handelen werkelijk ten dienste van Gods Plannen stellen.

Zodra de ziel erin slaagt, zich geestelijk steeds 'in deze sfeer van de Goddelijke nabijheid te bewegen', zal zij haar handelen zodanig richting weten te geven dat het vruchtbaar wordt, eenvoudig doordat zij dan in al haar handelen als het ware 'een paar handen van God op aarde' is. God werkt dan door haar, Hij beweegt haar handen, geeft richting aan haar denken, verfijnt haar aanvoelen, en legt haar Zijn Woorden in de mond.

God houdt er niet van, de handelingen van een ziel zodanig te leiden dat de ziel daarbij passief kan blijven. Dat zou haar namelijk geen verlossende en heiligende verdiensten opleveren. God tracht onophoudelijk, de ziel met een oprecht verlangen te vervullen om zich in alles helemaal op Zijn Hart te oriënteren. Zodra de ziel er bewust voor kiest, deze 'leiding' te volgen, richt zij daardoor haar vrije wil op de Wil van God. Deze versmelting tussen de menselijke en de Goddelijke Wil is de sleutel tot de schatkist der heiliging. Kiest de ziel er op eigen initiatief voor, zich door de inspiratie van het Goddelijk Licht in alles te laten leiden, dan wordt haar handelen vruchtbaar. Vruchtbaarheid is steeds 'efficiëntie binnen Gods Plannen', niet voor menselijke, aardse doeleinden.

God stuurt geen enkele ziel zonder bagage op haar levensweg. De bagage bestaat uit genaden, talenten en vermogens, en wordt bovendien nog door de Sacramenten en de inwerkingen van Maria in de ziel (onder andere door Haar Onderrichtingen en Openbaringen) aangevuld. De wegenkaart voor de reis bevindt zich steeds diep in ons. Het gaat daarbij om een 'blinde' kaart, die dagelijks door de Goddelijke Voorzienigheid verder uitgetekend wordt (steeds concreter vorm krijgt). De Goddelijke Voorzienigheid bedient zich van vele werktuigen. Ook opleidingen die wij hebben gevolgd, horen daarbij, want zij kunnen ons de grondbeginselen voor nieuwe gedragspatronen verschaffen, nieuwe wegen openen voor ons denken, enzovoort.

Nu rijst de vraag, wat de ziel met deze 'bagage' wil beginnen. Een opleiding die wij volgen, of een cursus die wij bijwonen, kunnen wij op diverse wijzen tot nut laten komen: in een bepaald beroep, in onderwijs aan anderen, maar ook doordat wij hen als een verrijking beschouwen, van dewelke wij ons bedienen om Gods Werken te bevorderen. Bijvoorbeeld: Een ziel kan zich voor medische kennis interesseren, omdat het binnen Gods Plannen past dat deze ziel ooit een opleiding tot arts zou volgen en mensen medische hulp zou kunnen bieden. Gods bedoeling kan echter ook daarin liggen, in deze ziel het verlangen te wekken, haar medemensen met medische raad bij te staan wanneer de gelegenheid zich voordoet, zonder het beroep van arts te kiezen. Zo zou men oneindig veel voorbeelden kunnen bedenken.

Kennis die men in de loop van het leven opdoet, kan altijd met volle vruchtbaarheid zo worden gebruikt, dat men zich dankzij deze kennis altijd en overal nuttig kan maken wanneer het erop aankomt, voor zijn medemens een Licht te zijn of concrete hulp te kunnen aanbieden. Kennis is een geschenk van God. Daardoor kan zij, wanneer men haar onderhoudt en haar op een passende wijze ontplooit en aanwendt, steeds Gods geur verspreiden. Om deze reden zegt mijn en Uw Meesteres: De vruchtbaarste weg voor U is de volgende:

Trekt U zich dagelijks in Uzelf terug, en luistert U goed naar Uw hart. In de mate waarin U Uw denken en voelen ten dienste van de Meesteres van alle zielen stelt, zal Zij U laten voelen, hoe U in Uw dagelijks leven het Hemels zaad kunt uitstrooien. Luistert U naar Maria wanneer en op de wijze waarop het U past, dan zal Zij naast U op de weg gaan, wachtend op elk heuglijk moment waarop Zij door U in Uw hart wordt toegelaten. Luistert U echter naar Maria als Haar dienares, dan zal Zij IN U de weg gaan. Bijgevolg zult U de gelegenheid krijgen, de zak met het Hemels zaad uit Maria’s Hart te openen om dit op al Uw wegen uit te strooien, en overal waar U gaat, bloemen te zaaien. Wanneer U dan op zekere dag op Uw levensweg, op Uw verleden, terugblikt, zult U bloemenvelden zien.

Maria zal U het inzicht verlenen, met welk doel God U deze opleiding heeft laten volgen. Het is niet belangrijk, in het uur van Uw levensoordeel tot God te kunnen zeggen: "Ik heb dit of dat beroep uitgeoefend op grond van deze of die opleiding", doch "Ik heb mijn kennis uit deze of gene opleiding tot nut gemaakt om dit of dat voor Uw Heilsplan te volbrengen".

Lieve zus, ik ben ervan overtuigd dat Uw hart reeds de voor U geschikte weg heeft vermoed. Deze toont zich reeds in het feit dat de zorg voor Uw gezin U zoveel vreugde schenkt, en... het sleutelwoord: een zo grote Vrede in U voelbaar maakt. De innerlijke Vrede is het gevoel door hetwelk Gods 'tevredenheid' zich aan de ziel kenbaar maakt. Dienst aan het gezin – en aan de medemens in het algemeen – kan zich als een absoluut bevredigende levensvervulling ontplooien. Het gebed wordt daardoor niet noodzakelijk achterwege gelaten, want de juiste gebedsgesteldheid voor de aan Maria toegewijde ziel is deze, waarbij deze ziel ononderbroken met het hart op het Hart van Maria gericht leeft. De ziel in deze gesteldheid stuurt ononderbroken signalen naar het Hart van Maria, die geleidelijk tot een soort van ononderbroken 'gesprek' met het Hart van Maria aanleiding geven. Dit betekent dat de Meesteres van alle zielen manieren zal zoeken om Haar Hemels Hart steeds beter voelbaar in U laten kloppen, zodat U aan de oneindige vruchtbaarheid van het spirituele Leven van Maria deel zult hebben.

Tot het gebed zijn alle zielen geroepen, in die zin, dat het ware gebed geen afgebakende activiteit is, doch een levensinstelling van ononderbroken eenheid met Gods Hart, bij voorkeur via Maria (zo heeft God Zelf dit het liefst). U zou moeten trachten, een levend gebed te worden, dit betekent: steeds te trachten, het Licht van Gods nabijheid in een zodanig hoge mate in Uzelf tot ontplooiing te brengen, dat het om U heen straalt, waardoor zowel mensenzielen als dieren in Uw omgeving Gods nabijheid zullen voelen. U hoeft daarbij niet krampachtig tewerk te gaan, want dan zou het hele proces onvruchtbaar blijven en zinloos zijn. Maria zal Uw hart zo herscheppen, dat Uw innerlijke gesteldheid U in staat zal stellen, een levende bron van blijmoedigheid, bemoediging en Hoop te zijn. De vruchtbaarheid van Uw dagelijks leven zal daardoor vele malen verhogen.

Wanneer U de wegen volgt die de Goddelijke Voorzienigheid U via Maria’s Hart zal tonen, zullen zich in U een volledig nieuwe wijze van denken, een nieuw hart (onvermoede gevoelens!) en nieuwe voorkeuren ontwikkelen. Precies deze zijn het, die in de ziel de wedergeboorte voorbereiden.

De wedergeboorte van de ziel die zich volledig en onvoorwaardelijk aan Maria heeft gegeven, voltrekt zich in wezen in 3 fasen:
  1. De kruisiging van het oude 'ik' met zijn wereldse gehechtheden en gewoonten;
  2. De graflegging in de Moederschoot van Maria, waar de ziel de ware rust, de echte Vrede en het Hemels voedsel uit het Hart van Maria vindt;
  3. De verrijzenis uit Maria als 'volledig herschapen ziel'.

U herkent in dit proces ongetwijfeld de weg die de Goddelijke Verlosser Zelf heeft doorlopen. De wedergeboorte uit Maria is daadwerkelijk ware navolging van Christus in Zijn 'meest vruchtbare' uren (indien God dan al andere uren zou kennen, dan vruchtbare, maar U begrijpt vast wel wat ik met deze woorden bedoel). Ik wil U bij dit proces van harte behulpzaam zijn, want in de Meesteres van alle zielen kunnen wij in die mate met elkaar verbonden zijn, dat wij ons met hetzelfde vlekkeloze Bloed laten voeden (= ons laten beheersen en ons laten omvormen). Ik schenk U graag mijn gebeden als kleine bezems met dewelke Maria reeds de wegen naar Uw doel kan helpen schoonvegen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 66
Over de vorming van Myriam door de Meesteres van alle zielen – over boodschappen buiten het Myriam-Apostolaat – over de globale boodschap van de Wetenschap van het Goddelijk Leven – over de belofte van Jezus dat de Heilige Geest tot ons zal komen en dat Jezus bij ons zal blijven tot het einde der wereld

TOTUS TUUS, MARIA!

Eerwaarde en lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik zou graag Uw beide laatste brieven samen beantwoorden, want het blijkt dat Gods Tijd voor dit antwoord nu is aangebroken. Voor de duidelijkheid zal ik de kern van Uw vragen aanhalen:

U hebt boodschappen uit verscheidene bronnen gevolgd en U vraagt zich nu af, hoe U aan al deze genaden kunt beantwoorden, waarop U zich nu het beste concentreert, en of U nu met een gerust geweten die vroegere genadegeschenken, die intussen op de achtergrond zijn geraakt, terzijde mag, respectievelijk moet, schuiven?

Toen Maria mij in de lente van 1997 tot Zich riep, speelde zich in mijn ziel zo overweldigend veel af, dat ik een bijzondere behoefte voelde, mij zo diepgaand mogelijk te informeren inzake de spirituele ontwikkeling en Gods Waarheid, alleen reeds vanwege het feit dat in mij ontelbare vragen rezen over alles wat op mij afkwam. Volgens mijn toenmalig inzicht waren drie wegen mogelijk om deze informatie te bekomen:

  • een priester consulteren;
  • bij Maria Zelf te rade gaan;
  • lectuur ter hand nemen.

Een priester vond ik vrij snel, en – door Maria’s leiding – meteen een waarlijk heilige Benedictijner monnik met een verbazingwekkende kennis en een onovertroffen vermogen om te luisteren, raad te geven, te begrijpen en te bemoedigen. Deze monnik, die in die beginperiode ongeveer 73 jaar oud was, bleek een waar godsgeschenk: Hij was buitengewoon mariaal, met een grote openheid tegenover mystieke fenomenen, en zeer traditioneel ingesteld.

Bij Maria te rade gaan: Zoals reeds snel bleek, hoefde ik niet lang en niet veel te vragen, want Zij begon mij reeds heel spoedig grondig te vormen, met de bedoeling, mij in lichaam en ziel voor te bereiden op een leven in de door en door bovennatuurlijke atmosfeer van de mystiek. Onmiddellijk sloot Maria Zelf mijn derde optie (deze van de lectuur) uit. Zij nodigde mij uit om een paar boeken en teksten te lezen die ik – aldus Maria – nodig had om mijn eigen ziel en al het ongewone, wonderbare dat daarin omging, beter te kunnen begrijpen.

Verder verbood Zij mij, om het even welke andere lectuur te raadplegen, in het bijzonder 'boodschappen' uit alle mogelijke bronnen, want – zo beklemtoonde Zij – "Ik wil je hart en je geest als een onbeschreven blad papier". Zij wilde ervoor zorgen dat ik niet door boodschappen, openbaringen en andere informatie van buitenaf beïnvloed zou kunnen worden, want "Ik ben iets groots met jou van plan". Aanvankelijk inspireerde Maria mij slechts gebeden. Zij sprak in mij, doch slechts strikt privaat, ten bate van mijn vorming in Haar dienst. Na een paar jaar inspireerde Zij mij tot de eerste korte teksten (onderrichtingen), vanaf omstreeks 2003 ook tot omvangrijkere geschriften, en vanaf de herfst van 2005 volgden de woordelijk gesproken Publieke Openbaringen, in dewelke Zij Zich als 'de Meesteres van alle zielen' bekend maakte.

Lieve broeder, ooit heb ik Maria gevraagd of Zij nog een andere reden had om mij te verbieden, andere boodschappen te lezen (dus boodschappen die Zij niet Zelf rechtstreeks in mij sprak). Zij antwoordde dat het hele systeem van de onderrichtingen en openbaringen van de Meesteres van alle zielen, dat Zij als Wetenschap van het Goddelijk Leven aanduidde, de bekroning van Gods openbaringen voor de Laatste Tijden vormt. Derhalve, aldus Maria, had ik het niet nodig, mij nog in andere openbaringen te verdiepen.

Toen ik op zekere dag vroeg of Zij mij een waardeoordeel wilde geven over de verschillende bronnen van openbaringen – die ik dus slechts kende van horen zeggen, niet uit eigen lectuur – antwoordde Maria, dat ik daar niet hoefde bij stil te staan. Spoedig werd mij, op grond van de onderrichtingen die Zij door Haar Myriam aan de zielen schenkt, duidelijk waarom Zij mij dit antwoord gaf: Het staat ons, zielen, niet toe, enig oordeel te vellen. God heeft met alles een bedoeling, en Hij laat vele dingen toe, omdat het op de één of andere wijze ergens binnen Zijn Heilsplan en in het kader van de ontwikkeling van vele zielen een plaats heeft.

Op grond daarvan mag ik U niet afraden, om het even welke van de door U vermelde bronnen van openbaringen te raadplegen, respectievelijk deze te blijven volgen. Ik weet slechts voor mijzelf als klein werktuig van de Moeder Gods, dat ik de logica van de onderrichtingen en openbaringen van de Meesteres van alle zielen als 'de bekroning van Gods openbaringen voor de Laatste Tijden' al heel spoedig als zo diep en grondig heb herkend, dat ik niet de minste behoefte voel, om het even welke boodschappen en dergelijke te lezen, die niet rechtstreeks door Maria in mij worden ingestort.

Het geheel van de openbaringen van de Meesteres van alle zielen is voor mij zo vervullend, zo alomvattend, dat dit voor mij is als 'het bloed van mijn ziel': Ik leef van datgene wat Maria dag na dag in mij uitwerkt, en ik leef voor datgene, wat Maria dag na dag in mij en door mij uitwerkt. Dit alles vormt voor mijzelf een volledige, afgeronde, gezonde wereld. Wat ik namelijk aanvankelijk in boodschappen had willen vernemen, zou ik – te oordelen naar wat zielen mij hebben verteld – in die boodschappen toch al helemaal niet hebben gevonden: bruikbare kennis die ons leert, ons spiritueel leven werkelijk te vormen, leidraden op de weg naar de heiligheid. Dit alles biedt de Meesteres van alle zielen juist in overvloed. Elke bron van openbaringen, vooropgesteld dat deze authentiek zijn (want dit is volgens de Hemelse Koningin zeer vaak niet het geval) heeft haar eigen 'boodschap'. De 'boodschap' van de Meesteres van alle zielen zou nu eenmaal als 'alomvattend' omschreven kunnen worden.

Het spreekt vanzelf dat ik absoluut begrijp dat U als priester op de hoogte tracht te blijven, en U daardoor soms boodschappen uit de meest uiteenlopende bronnen moet lezen. U kunt het zich nauwelijks veroorloven, niets zinvols te kunnen zeggen in verband met datgene, wat U in de Biecht of in om het even welk gesprek wordt toevertrouwd. U hebt tenslotte een rol als spiritueel opvoeder te vervullen. Mij is in de loop der jaren, op grond van datgene wat ik met betrekking tot boodschappen uit heel uiteenlopende bronnen van zielen heb mogen vernemen, echter één ding zonneklaar geworden:

De Meesteres van alle zielen heeft gelijk, want het ziet ernaar uit dat er nauwelijks een bron van openbaringen bestaat, die de zielen een alomvattende, systematische en echte voeding geeft, waarmee zij zich zodanig zouden kunnen opbouwen, zuiveren en omvormen, dat zij daardoor in staat zouden zijn, de lente van het ware Goddelijk Leven in zich tot bloei te laten brengen. De globale boodschap van de Wetenschap van het Goddelijk Leven verstrekt deze voeding wel degelijk:

De Wetenschap van het Goddelijk Leven leert de zielen, het Goddelijk Leven in zich op te wekken en dit onder de leiding van Maria zo te laten bevruchten, dat zij daadwerkelijk volledig tot beeld en gelijkenis van God kunnen uitgroeien. Met andere woorden: Zij leert de zielen hoe zij de immense belofte van Jezus in zichzelf tot voltooiing kunnen brengen: de volkomen Verlossing, niet slechts door het geloof in het Lijden van Jezus, doch ook door actieve deelname eraan, doordat zij nu leren hoe zij op hun eigen levensweg Jezus Christus werkelijk moeten navolgen. Daarbij komt nog de immense belofte van God, dat de zielen dit geschenk naar waarde zullen weten te schatten en het verdienstelijk zullen kunnen maken, door hun levensweg ten dienste van Maria te volbrengen en daardoor alles een zo veel grotere zin te kunnen geven.

De Meesteres van alle zielen wil – zo heeft Zij het mij jaren geleden toevertrouwd – de rijkste onder de vroegere onderrichtingen met betrekking tot het Wezen van Maria en over de Mariatoewijding (H. Grignion de Montfort en andere) door deze nieuwe weg (het Maria Domina Animarum Werk) tot hun voltooiing en een grondige verdieping leiden.

Ik durf deze woorden bijna niet te schrijven, want ik ben deze woorden niet waardig, maar zo heeft Maria het mij letterlijk beloofd. Waarom doet Zij dit? Het antwoord van Maria Zelf: "Omdat Gods Tijd voor de verwezenlijking van de door Mijn geliefde Grignion de Montfort geschreven woorden over 'de vorming, door Maria, van de heiligen van de Laatste Tijden' nu aangebroken is". Uit dit alles is het voor mij duidelijk geworden, dat het hier een apostolaat betreft, voor hetwelk het meer dan waard is, te leven en te sterven.

Lieve broeder, alle genadegeschenken komen op onze levensweg op het gepaste moment. Gods Wijsheid weet op onfeilbare wijze wanneer onze ziel welke voeding nodig heeft, en voor hoe lang. Vaak blijkt dat een genadegeschenk slechts één van de vele stenen is, die samen onze weg plaveien. Wij moeten deze stenen als onderdelen van een geheel beschouwen, want op zichzelf hebben zij niet dezelfde betekenis. Ik zou het zelfs zo kunnen uitdrukken: Voor God is 1+1=3 omdat Hij aan elk element van ons leven een meerwaarde toevoegt, die bestaat uit Zijn Liefde, Zijn Wijsheid en de Intelligentie van Zijn Groeiplan voor onze ziel. Derhalve zouden wij kunnen zeggen: Wanneer U de genadegeschenken uit het verleden nu laat rusten, legt U deze niet opzij, want U zult hen altijd met zich meedragen. Het is alleen niet langer nodig, U deze steeds bewust voor ogen te houden.

Tracht U het eens zo te zien: U hebt hen door de Goddelijke Voorzienigheid in een Groeiplan voor Uw ziel laten opnemen, waardoor zij nu in Uw ziel ingebouwd zijn. Dit betekent, dat zij vanuit Uw ziel op een onzichtbare wijze Uw levensweg richting helpen geven. Zij zullen U op de ene of andere wijze helpen om het overweldigend systeem van de ten dele nieuwe respectievelijk uitbreidende en verdiepende kennis en inzichten uit de Wetenschap van het Goddelijk Leven in Uw ziel op de juiste plaats in te bouwen en vruchtbaar te maken.

De totale toewijding aan Maria zal U deze vruchtbaarheid waarborgen in de mate waarin U de liefdesstroom in stand weet te houden. Genaden zijn als zaadjes: Onder de warmte van de Liefde brengen zij bloesems voort, en door de voeding uit de ononderbroken akten van een volledige toewijding brengen zij vruchten voort, want de toewijding houdt de ziel diep in de bodem van Gods Hart geworteld.

Met betrekking tot Uw vraag (ik citeer): "Bij het begin van Hoofdstuk 7 (in De Dageraad van Gods Rijk op Aarde) schrijft U: 'De belofte die God in en doorheen de Meesteres van alle zielen openbaart, is de grootste sedert deze van de Menswording van Jezus'."

U voegt daaraan nog toe: "Aan deze zin wil ik het volgende toevoegen: Hoe staat het dan met de belofte van Jezus, dat Hij de Vader zou vragen, ons een andere Helper te sturen, en de belofte van Jezus, dat Hij met ons zou zijn tot het einde der tijden?"

Lieve broeder, de Meesteres van alle zielen wil in dit verband graag één en ander verduidelijken. Vooraf wil ik alvast het volgende duidelijk stellen:

  • Jezus beloofde: "Ik ben bij u tot het einde der tijden".
    Steeds minder zielen slagen erin, dit geschenk in zichzelf tot volle nut te brengen. Dit is onder andere aan de woekering van het modernisme toe te schrijven, dat zo vele genaden verhindert om zich ten volle in de zielen uit te werken. De Meesteres van alle zielen komt nu de zielen wijzen op de noodzaak, naar de traditionele woorden en rituelen in de Kerk terug te keren, de Goddelijke oorsprong en waarde ervan waarlijk te herkennen, en Zij leert de zielen, welke wegen zij moeten gaan om één te kunnen worden met Jezus. In deze zin brengt de Meesteres van alle zielen ons niets minder dan de ontsluiting van de vervulling van de prachtige belofte van Jezus.

  • Jezus beloofde: "De Vader zal U op Mijn woord de Heilige Geest zenden".
    De Vader zendt de Heilige Geest nu in Zijn volheid in de Meesteres van alle zielen, want Zij onderricht de zielen nu meer dan ooit in alle Mysteries van de ziel, het zielsleven en de heiliging. Op deze wijze is Zij ook in dit opzicht de Voorbode van de voltooiing.

Vanzelfsprekend kan niets de beloften van Jezus (dat Hij bij ons zou blijven tot het einde der tijden en dat Hij de Heilige Geest zou sturen) in waarde overtreffen. Desondanks is de stelling in De Dageraad niet misplaatst. Beschouwt U eens het Heilsmysterie en het uiteindelijk doel dat God met Zijn Heilsplan beoogt:

  1. Jezus wordt mens, dank zij het ja-woord van Maria. Hiermee is derhalve reeds sprake van een bruiloft tussen de Wil van God en de wil van een geschapen ziel (Maria), Die tegenover de engel eigenlijk reeds als Vertegenwoordigster van de hele mensheid tot God zegt: "Ja, Ik geef Mij volkomen over aan Uw Plannen en Werken, opdat U datgene zou kunnen uitwerken, wat U met de mensheid van plan bent". Zoals de Heilsgeschiedenis ons leert, is dit het beginpunt van de vervulling van alle Goddelijke Beloften.
  2. Jezus ondertekent door Zijn Lijden en Zijn Kruisdood het Verbond der Verlossing. Maria ondertekent eveneens dit Verbond, wordt door Jezus aan de zielen gegeven, en ontvangt Zelf het geschenk van alle zielen ('Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder'). De Bruiloft tussen God en de zielen loopt dus verder.
  3. De Kerk, die Jezus net vóór Zijn Lijden grondvest, bekrachtigt de duurzame bruiloft tussen God en de zielen door de Sacramenten, die door Maria als 'Raakpunten tussen Hemel en aarde' worden aangeduid, alsof Zij wil zeggen dat telkens een Sacrament wordt toegediend, dit neerkomt op een vereniging tussen de Goddelijke Bruidegom en de geschapen ziel, waardoor de Kerk telkens weer wordt bevrucht, en de geboorte van een nieuwe genade voor de mensheid wordt voorbereid.
  4. De Heilige Geest komt op zichtbare wijze op het Eerste Pinksteren, komt daarna echter ontelbare malen onzichtbaar via de mystieke weg in de werken van de Kerk (encyclieken, enzovoort), de werken van heiligen, deze van de mystici en deze van zielen die aan een roeping van Jezus respectievelijk van Maria gehoor geven, met inbegrip van de priesters.
  5. In de verkondiging van Maria als Meesteres van alle zielen belooft God de voltooiing van alle Werken die Hij onder de punten 1 tot 4 stap voor stap heeft uitgewerkt of ontwikkeld, omdat Hij in de beloften van het geschenk van de Meesteres van alle zielen dit ene doel beoogt: de voltooiing van de Verlossing en de heiliging van de mensenzielen. Gods Heilsplan werkt slechts naar dit ene doel toe, omdat de voltooiing van de Verlossing en heiliging van de zielen in de definitieve grondvesting van Gods Rijk op aarde overvloeit. Met de Menswording beoogt God de Verlossing van de mensheid uit de nefaste uitwerkingen van de erfzonde. De Meesteres van alle zielen benadrukt echter dat de Verlossing als volgt moet worden beschouwd:
    Jezus heeft de sleutel in het slot omgedraaid, doch elke individuele ziel moet voor zichzelf de deur openen door een goed gebruik van haar vrije wil (dit wil zeggen: door zodanig te handelen dat haar vrije wil zich één laat maken met de Wil van God). Dit betekent: Zij moet de schat van het Verlossingswerk van Christus in zich ontsluiten. Hier is dus opnieuw sprake van een bruiloft tussen de Wil van God en de wil van een ziel.
De Meesteres van alle zielen is de Bekroning van de hoedanigheden van Maria. In deze hoedanigheid wordt Maria door God aan de zielen geopenbaard in de volheid van Haar verhevenheid, Haar Liefde, Haar Wijsheid, Haar macht, kortom: in de volheid van Haar vermogen om de ziel om te vormen naar Gods beeld en gelijkenis, opdat de ziel ertoe in staat zou zijn, op actieve wijze aan de volledige ontsluiting van haar Verlossing mee te werken. De volheid van de Verlossing is de heiligheid, de staat van de ziel in dewelke deze met alles wat zij doet, zegt, denkt, voelt, nastreeft en wil, enkel en alleen Heil over de wereld brengt, dit betekent: Gods Liefde en Gods Licht volledig en ongehinderd laat stromen en de verwezenlijking van Gods Plan helpt bevorderen.

Als Meesteres van alle zielen rust op Maria de taak, de voltooiing van Gods Heilswerken tot stand te brengen, samen met de zielen. Vandaar de absolute noodzaak van totale en onvoorwaardelijke toewijding van zo veel mogelijk zielen aan Maria. God beoogt dit te volbrengen door Maria nu aan de zielen te openbaren in de volheid van Haar verhevenheid, en door Haar de Wetenschap van het Goddelijk Leven te laten onderrichten, opdat de zielen zich bewuster zouden kunnen overgeven aan de Goddelijke Werken. Het komt er immers op aan, dat zoveel mogelijk zielen weten hoe zij hun levensweg vruchtbaar kunnen maken.

Dit alles omvat alles, bouwt op de Werken van Jezus voort, en tracht deze in de individuele ziel volledig te laten bloeien, door bewuste medewerking vanwege de ziel (want zonder het ja-woord bloeit niets: God dringt niemand Zijn geschenken op).

Wanneer de Meesteres van alle zielen laat zeggen dat God in Haar de grootste belofte brengt sedert deze van de Menswording van Jezus, dan wordt hiermee enkel en alleen bedoeld, dat in de Meesteres van alle zielen en in al datgene waar Haar werken voor staan, al de Werken van Jezus, die van de Heilige Geest en die van de Kerk tot vervolmaking moeten worden gebracht, en wel door de bekroning van de bruiloft tussen God en Zijn zielen. De Meesteres van alle zielen wordt ons overigens getoond als de 'absoluut volmaakte ziel', als het voorbeeld bij uitstek dat ons ertoe moet aanmoedigen om boven onszelf uit te groeien. Jezus heeft ons dit voorbeeld eveneens gesteld, doch in Maria werkt de bemoediging in deze zin anders, dat de ziel weet dat Maria van nature ook een geschapen ziel is.

Zij, de volmaakte Bruid van de Allerheiligste Drievuldigheid, de Ziel via dewelke de mensheid 'ja' heeft gezegd tot haar Verlossing, moet nu als het ware alle elementen van Gods Werken in de zielen tot voltooiing helpen brengen om de Verlossingswerken van Jezus te kronen en in de zielen Jezus Christus te brengen, het toppunt van de verheerlijking. Zo zal de Meesteres van alle zielen in Haar Belichaming van de volmaakte Bruiloft tussen God en de zielen, de kop van de slang verpletteren, doordat Zij als vlekkeloze Spiegel van Gods Licht, het Rijk Gods in de volheid van het Licht van Christus zal laten baden.

U vraagt verder, of U het goed begrijpt, dat in De Dageraad en eveneens in Testament van het Verbond met 'terugkeer van de Heilige Eucharistie naar de basisvoorschriften die Mijn Zoon heeft nagelaten' en 'Op ons als Christen rust de opdracht, te strijden voor de terugkeer naar de wortels van de Kerk van Christus' vooral de precieze consecratiewoorden bedoeld zijn?

Met 'basisvoorschriften' verwijst de Meesteres van alle zielen naar de Waarheid die Jezus nagelaten heeft, zonder om het even welke inmenging of beïnvloeding van wereldse oorsprong. In visioenen werd mij veel getoond over wat Jezus deed en zei, en nog veel meer dan dat: de hele atmosfeer van eerbied. Enkele malen liet Jezus mij bepaalde van Zijn gesteldheden tot in de kern zien en Zijn gedachten 'lezen', bijvoorbeeld gedurende de instelling van het Heilig Misoffer, gedurende de geseling, enzovoort. Maria verklaarde mij gewoonlijk datgene, wat ik daarbij in de kern van mijn ziel ervaarde. Zo heb ik mij – ondanks het gebrek aan enige theologische studie – enig beeld kunnen vormen over wat in Jezus leefde.

Daarbij komen nog de vele gelegenheden waarbij Maria mij, gedurende de Eucharistieviering, op elke plaats waar in de liturgie, bij de Consecratie, enzovoort, van Gods oorspronkelijke bedoelingen werd afgeweken, deel liet hebben aan Haar eigen smartvolle gevoelens. Ik heb door dit alles geleerd hoe ver de meeste Heilige Eucharistievieringen wel van Gods bedoelingen afwijken, waardoor zij nog slechts een fractie van de genaden opleveren, die God met de Eucharistieviering wil verbinden. Elk door Jezus gesproken woord of elke door Hem gestelde handeling heeft Hij precies zo gesproken of gesteld, omdat dit, respectievelijk deze, precies in die vorm de hoogste mate van genaden over de zielen kan afroepen.

Tijdens de Tridentijnse Eucharistieviering komt de Kerk opnieuw dichter bij dit oorspronkelijk ideaal: Latijnse liturgie, geknielde tongcommunie, de oorspronkelijke consecratiewoorden, de herhaalde kruistekens gedurende de viering, het ingetogen eerbetoon... Dit alles betekent een terugkeer naar de sacrale atmosfeer van de begintijd van de Kerk, tot dewelke geen wereldse invloeden werden toegelaten. Elke uiting van modernisme is een aanpassing van de Kerk (dus van Gods Werken!) aan de ideeën, voorstellingen en behoeften van de wereld, en dus een belijdenis als zou de mens wijzer zijn dan God, én als zou Gods Waarheid aan de tijd gebonden zijn. Elke afwijking van de aanvankelijke liturgische voorschriften, zoals deze in de wortels van de Kerk van Christus ingebed zijn, is niet alleen onzinnig, zij is ronduit gevaarlijk, want zij berooft de zielen van de volheid van Gods Licht van Genade en verhindert derhalve de voltooiing van de Verlossing in de individuele zielen.

Lieve broeder, de Meesteres van alle zielen heeft ons reeds heel veel laten inzien, en heel veel bereidt Zij nog dagelijks voor. Dit alles past in het kader van de strijd tussen Gods Licht en de duisternis van de onwetendheid met haar zondige vruchten.

Het was voor mij, zoals steeds, een eer, enkele inzichten met U te mogen delen, want precies de uitwisseling van inzichten gebruikt de Meesteres van alle zielen graag om de Wetenschap van het Goddelijk Leven in haar Waarheid te bevestigen en het Licht in de zielen dieper wortel te laten schieten.

Steeds graag bereid,

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 67
Over de pijn om de dood van een dier

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Nooit straalt het licht van de morgen feller dan na de donkerste nacht. God schenkt de ziel het vermogen, pijn te voelen, opdat zij naar Hem op zoek zou gaan als ware Hij het enige Licht in haar duisternis. Dat is Hij ook. De ziel vergeet dit alleen gemakkelijk, omdat het leven in de wereld haar dagelijks met duizenden indrukken bezig houdt, en terwijl deze verwerkt worden, verdwijnt in ons bewustzijn reeds gauw het ongrijpbare, het onzichtbare, dat nochtans de enige bron van Leven is. Tranen zijn op hun beurt door God voorzien als een stortbad voor de ziel.

De pijn wegens het verlies van een geliefd wezen kan tot een machtige bron van reiniging en Verlossing voor andere zielen en voor de eigen ziel worden. De dood van een geliefd wezen kan hartverscheurend werken. Dit gevoel bezit het vermogen, Liefde van een bijzonder hoge graad op te wekken, en wel in de mate waarin de ziel zich op het Hart van God oriënteert. De Liefde is precies de Levensbron van de hele Schepping omdat zij de Goddelijke kracht bij uitstek is. Wanneer U tot God bad opdat X (naam van de hond) niet zou sterven, heeft Hij U schijnbaar niet verhoord. Met de Meesteres van alle zielen tot getuige druk ik U echter op het hart wat in werkelijkheid op het bovennatuurlijk niveau is gebeurd:

Er was tussen U en het dier een sterke liefdesband. Op grond van deze verbinding 'van hart tot hart' vloeiden de tekenen van haar lijden in Uw eigen ziel over. In Uw ziel heeft Uw gehele kracht als liefhebbend wezen zich verzameld om God om hulp te smeken. Deze hulpkreet (die U meermaals naar boven hebt gestuurd) is in Gods Hart aangekomen als een Liefdesvuur. Wanneer het Vuur van de totale Liefde van een ziel de oneindige Vlammenzee van de Goddelijke Liefde aanraakt, wordt in het levensboek van de ziel van dewelke dit Liefdesvuur uitgaat, door een 'tweelingvuur' van menselijke en Goddelijke Liefde één en ander verbrand wat de ziel tot op dat ogenblik zou hebben kunnen verhinderen, haar vlucht opwaarts te voltrekken.

Geen sterkere vlam kan een mensenhart ontwikkelen, dan deze van de pijn om het lijden van een geliefd wezen, om het even of het om een mens of een dier gaat. De verbinding van twee harten (het tweede kan absoluut het hart van een dier zijn, dus in Uw geval het hart van X) maakt een ononderbroken overvloeien van gevoelens in beide richtingen mogelijk. Wanneer nu één van de schepselen doorheen een fase van pijn gaat, zal dit zich op één of andere wijze in het andere schepsel laten voelen, en zal het tweede onmiddellijk wegen en middelen zoeken om deze pijn te laten verdwijnen of – wat in Gods ogen oneindig veel groter is! – deze pijn zelf te dragen, opdat het andere schepsel de gewaarwording van het Geluk moge kunnen terugvinden. Hier worden Jezus’ woorden tot leven gewekt:

"Geen grotere Liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden".

'Zijn leven geven', voltrekt zich in zeker opzicht ook in de ervaring van de onvoorwaardelijke Liefde jegens een geliefd wezen, doordat men voor dit wezen elk offer brengt. De verlossende kracht van de Liefde krijgt hier haar volste uitwerking.

In deze beleving van de eenheid met het geliefde wezen ontplooit de ziel zich in een zo verregaande mate, dat zij buitengewoon gevoelig wordt. Op grond daarvan ontstaan in een dergelijke toestand zeer gemakkelijk gevoelens zoals berouw, schuld, spijt, enzovoort. Deze gevoelens zijn in spiritueel opzicht absoluut niet altijd terecht. Integendeel: De pijn die U momenteel voelt, en de schuldgevoelens, hebben in U krachtige verlossende werkingen opgewekt. God heeft Uw gebed wel degelijk verhoord, maar niet op de wijze zoals U menselijkerwijze hebt gehoopt. Hij heeft het lijden en het sterven van X. gebruikt om in U de Liefde zo hoog te laten oplaaien dat Uw hele ziel op een hoger niveau van loutering en vruchtbaarheid kon worden getild.

Er kan dus worden gezegd dat God U zeker iets tijdelijks heeft ontnomen, doch U tegelijkertijd een echte eeuwige schat heeft geschonken, die momenteel echter nog in de onzichtbare sfeer van Uw ziel verborgen ligt. Later zult U de volle waarheid hierover te zien krijgen. Nu moet dit voor U nog een geheim blijven, opdat U de kostbare verdienste van het ware Geloof niet ontnomen zou worden. Omdat de pijn U echter dreigt te verlammen, staat Maria wel dit kleine inzicht toe:

Lieve zus, U hebt geen fout begaan. Gods Voorzienigheid heeft U wegen getoond en U hebt besloten, de weg die U vanuit de wereld werd getoond, (chirurgie) niet te kiezen. Ik kan U verzekeren dat deze weg X totaal niet tot nut zou zijn geweest, want haar tijd was gekomen. Zij had het Plan vervuld, dat God met haar had. Wereldse handelingen zouden hier niets hebben opgeleverd dat spiritueel vruchtbaarder zou zijn geweest.

Ziekten, diagnosen of geneeswijzen uitpendelen, is door God niet toegestaan. Gods Voorzienigheid ziet deze weg als een poging om kennis te verzamelen die ons momenteel nog niet toekomt, en dan nog via wegen die ons van Gods Licht wegleiden. U zal deze misstap echter niet als zonde worden aangerekend, omdat Uw motief, spiritueel gezien, juist was: U werd bewogen door een oprechte Liefde, niet door het verlangen om aan God voorbij te gaan.

(...) Gods Wijsheid het leven van X. op de betreffende dag moest beëindigen, omdat haar leven de top van haar vruchtbaarheid had bereikt, onder andere voor Uw spirituele ontwikkeling.

De Liefde is 'het alomvattend gevoel' bij uitstek: Zij wekt in ons verrukking, zij wekt in ons droefheid, zij wekt in ons pijn op. Zij is echter boven alles de essentie van alles, wat God de ziel kan schenken (namelijk: bron van nieuw Leven) en dient daarom ook als sleutel tot het Rijk der Hemelen. X. is in het Hart van God teruggekeerd, omgeven met onuitsprekelijk veel Liefde uit Uw hart, en als getuige van Uw spirituele ontwikkeling. Haar leven is niet voor niets geweest, haar lijden nog minder. U hebt de beide uitersten van de liefdesbeleving mogen ervaren, omdat God daarmee Zijn bedoelingen had. Mag ik U ertoe uitnodigen, samen met mij Uw jaren met X. nu nog aan Maria, de Meesteres van alle zielen, toe te wijden, opdat zij de volheid van hun vruchtbaarheid mogen bereiken? Laten wij nu nog zeggen:

(hier volgt gebed nr. 1167)

Lieve zus, ik blijf vanzelfsprekend graag te Uwer beschikking. Daartoe, en tot niets anders, heeft de Meesteres van alle zielen mij tenslotte geroepen. Moge Maria Uw hart met Haar verrukkelijke Tegenwoordigheid vervullen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 68
Over de strijd om het Ware Geluk – Maria-vijandige woorden worden door de duivel geïnspireerd – Reden van bestaan van het Maria Domina Animarum Werk

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Elk leven heeft zijn mijlpalen, die de levensweg in een bepaalde richting schijnen te leiden. Het gaat hierbij om dagen over dewelke men later (wanneer men op het huidige stuk van zijn levensweg terugblikt) het gevoel krijgt: 'Toen is alles voor mij veranderd'. Het valt mij steeds weer op, hoe intens de onfeilbare Goddelijke Wijsheid met onze ziel bezig is, reeds vanaf het uur van onze geboorte, en hoe Zij alles zodanig tracht te richten dat wij ons naar het punt toe ontwikkelen, waar wij volgens Gods Heilsplan eigenlijk moeten zijn. Onze medeschepselen drukken op diverse wijzen een beslissende stempel op onze weg. Wijzelf nemen beslissingen over dewelke wij, vaak veel later, merken hoe doorslaggevend deze voor ons leven zijn geworden. Boven ons waakt de Eeuwige Wijsheid, en Zij hoopt dat wij de indrukken en ervaringen zo in ons zullen opnemen dat zij ons een stap dichter bij God brengen.

God zaait met elke gebeurtenis, met elke situatie in ons leven een zaadje in onze zielenbodem, en kijkt toe of wij de bodem voldoende vruchtbaar maken om uit dit zaadje een Hemelse bloem te laten bloeien. Op vele plaatsen op de akker van onze ziel schijnt zich onkruid te verzamelen, doch slechts de ogen van ons hart kunnen de volgende stap zien: dat dit 'onkruid' – net zoals dit in de natuur vaak het geval is – mooie en geurige bloesems krijgt en genezende werkingen ontwikkelt. De uren van de grootste kwellingen dragen in zich reeds genezing en de verrukking van de bevrijding.

Lieve zus, ik kan begrijpen hoe U zich voelt en hoezeer Uw ziel lijdt. De tijd die U met de beide zielen in X hebt doorgemaakt, is door God als een roos in Uw ziel gelegd, die U tot nu toe echter bij elke aanraking slechts met haar doornen heeft geprikt. Doordat Uw ziel niet heeft geweten hoe zij met deze roos moest omgaan, heeft zij slechts de doornen aangeraakt. Mag ik samen met U de doornen in de vuurgloed van Maria’s oneindige Liefde werpen, opdat wij samen de ware schoonheid van de rozenblaadjes zouden kunnen beschouwen?

Het betreffende jaar dat voor U 'noodlottig' is geweest, heeft God U om méér dan één reden geschonken. Een bepaalde ontevredenheid heeft gedurende Uw jeugdjaren in Uw hart wortel geschoten. U hebt sedertdien naar iets hogers verlangd, maar U bent er daarbij vaak toe bekoord, de Vrede te gaan zoeken waar deze niet in een vruchtbare vorm te vinden is. God kende het verborgen plaatsje in Uw hart, dat voor Maria klopte. De Lelie van de vlekkeloze zuiverheid heeft U daarom begeleid. De in X opgedane ervaringen waren voor U zo smartelijk omdat Uw ziel een bruuske spirituele ontsporing in haar omgeving nodig had om zich ervan bewust te kunnen worden hoezeer God en Maria in elke ziel verlangen naar de zuiverheid en de navolging van de Goddelijke Wil.

Op sommige dagen leek het U wel alsof alle Leven uit U wegvloeide. In U moest iets 'sterven', opdat U opnieuw geboren zou kunnen worden. Maria heeft daadwerkelijk in U gesproken om in Uw hart het verlangen naar het ware Leven van de ziel opnieuw tot leven te wekken. Uw innerlijke wedergeboorte moest genaden bewerken voor die beide zielen bij wie U woonde. Op grond van de grote dwaling van deze zielen hebt U dit proces niet in blijmoedigheid kunnen beleven, doch in de gewaarwording van een spiritueel sterven, dat zich eveneens in een verlies aan lichamelijk welbevinden liet voelen. Dit hoeft geen verwondering te wekken: Het lichaam wordt tenslotte via de ziel gevoed.

Maria heeft U voor de keuze gesteld, omdat van geen enkele ziel wordt verwacht dat zij tegen haar wil voor andere zielen lijdt. Het ja-woord is de sleutel in het slot op de deur van het zo buitengewoon rijke land van het medeverlossend boetelijden. Indien U had gevraagd, voortijdig van deze ervaring te worden bevrijd, zou ook Uw eigen reiniging en bevrijding niet volledig zijn geweest. De ervaring in X was immers pas het begin van Uw eigenlijke spirituele omwenteling, en weliswaar meteen zo veeleisend opdat Uw volharding en Uw echt Geloof op de proef gesteld kunnen worden. U hebt de nabijheid van Maria mogen voelen, omdat U deze beproeving nooit zou hebben kunnen doorstaan, en U op zekere dag zou hebben gemeend dat Uw lijden slechts aan lichamelijke en geestelijke storingen toe te schrijven was geweest. In elk geval zou U ongetwijfeld een verkeerde weg ingeslagen zijn: deze, die naar wereldse 'oplossingen' leidt.

Uw spirituele ervaring was geen inbeelding. Zij was een nieuw zaadje, dat Maria Zelf met Haar allerheiligste handen in Uw hart heeft gezaaid als een oproep om de weg voortaan hand in hand met Haar te gaan, omdat Zij macht heeft over al het slechte en omdat Haar volmaakte Liefde U kan genezen, op voorwaarde dat U zich nu volledig en onvoorwaardelijk aan de Meesteres van alle zielen overgeeft.

De conclusie die U hebt getrokken bij de waarneming van het onzelieveheersbeestje was gekleurd door Uw eigen verlangen: Maria geeft geen tekenen van deze aard om een beslissing, zoals U er daarna één hebt genomen, te bevestigen. Maria kan absoluut twee zielen samen brengen, maar Zij doet dit enkel en alleen wanneer deze eenheid volgens Haar oordeel spirituele vruchten kan opleveren. God zal U deze fout in ieder geval vergeven, omdat U in dit verband in onwetendheid hebt gehandeld, en U enkele begeleidende omstandigheden zonder enige kwade bedoeling 'anders' hebt geïnterpreteerd. U kunt dit alles nu nog volkomen met Maria goedmaken. Ik zal daar op het einde van deze brief nog op terugkomen.

Kijkt U eens hoe de duivel tewerk gaat: Gods Voorzienigheid brengt de ervaringen in X op Uw weg. Maria laat Zich zacht en rustig voelen in Uw hart. Zonder U daar volkomen van bewust te zijn, stelt U zich ten dienste van Maria, en... zielen van de protestantse overtuiging willen U laten geloven dat Mariaverering afgoderij, en zelfs duivels zou zijn. Wat is hier gebeurd? De duivel zelf heeft gesproken, omdat hij heeft gemerkt dat Maria Uw hart voor een instorting heeft behoed, en hij in U een ziel aantrof, die de Moeder Gods steeds bewuster begon te dienen. De duivel heeft deze woorden precies op het tijdstip uitgesproken waarop U zo verzwakt was, dat U vanuit een groeiende onverschilligheid de strijd dreigde op te geven. De ontelbare bewijzen voor het duivelse van deze uitspraak vindt U dagelijks op onze website. Ik zou het onmogelijk te sterk kunnen benadrukken:

Elke ziel die beweert dat Mariaverering verkeerd, afgoderij of duivels zou zijn, is een gevaarlijke vijand van Christus en een dienares van de duivel. Voor een dergelijke ziel moet gebeden, geofferd en geboet worden, want zij graaft voor zichzelf het eeuwige graf met haar eigen mond. Ik kan U op grond van de onderrichtingen, inspiraties en mystieke vorming, die de Moeder Gods mij nu reeds twaalf en een half* jaar lang schenkt, verzekeren dat in Gods ogen geen zwaardere verloochening van Jezus Christus mogelijk is dan deze, Maria niet in Haar ware grootheid te erkennen, en er nauwelijks een grovere godslastering bestaat dan Mariaverering als afgoderij of duivels af te schilderen, temeer daar God Zelf Maria als de absolute Bekroning van Zijn Schepping en als de Bekroning van Zijn strijd tegen de duisternis heeft voorbestemd (zie in dit verband onder andere het manifest De Dageraad van Gods Rijk op Aarde).

(* deze brief dateert van 2009)

Maria heeft U tot Zich geroepen opdat U opgenomen zou kunnen worden in de strijd, tot dewelke Zij ook mijzelf heeft geroepen: de strijd die God in deze Laatste Tijden door Maria tegen de duisternis voert. Precies om de zielen voor de zegevolle strijd van Maria tegen de bronnen van alle ellende klaar te maken, onderricht Maria ons nu in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

De bestaansreden voor ons Maria Domina Animarum Apostolaat is slechts deze: aan de oproep van God door Maria als Meesteres van alle zielen gevolg te geven, door de omvangrijke en diepgaande onderrichtingen van Maria naar de zielen te brengen, om hen uit te rusten voor de strijd onder Maria’s leiding, want het gaat nu om niets minder dan de bevrijding van zielen uit de verwoestende effecten van de erfzonde, die de macht van de duivel over de mensenzielen vorm heeft gegeven. Maria bezit een macht die oneindig groter is, maar elke ziel moet deze individueel belijden, opdat de laatste fase van het openbloeien van het Verlossingswerk van Christus voltooid kan worden.

Het is niet omdat men veel over Maria spreekt, dat dit zou betekenen dat men kloosterzuster zou moeten worden. Dit betekent eenvoudigweg dat de ziel heeft begrepen dat de Moeder Gods haar heeft geroepen om zich volledig aan deze strijd over te geven. U hebt de juiste keuze gemaakt. Laat U zich niet van deze oneindige schat van goud beroven door woorden die slechts menselijke dwaasheid verkondigen. Diegenen die nu trachten, U van Maria weg te trekken, zullen later zien dat U aan de stem van God gevolg hebt gegeven.

Of U met X mag huwen, is een vraag die Maria niet woordelijk beantwoordt. De belangrijkste vraag is hier, of U met hem een huwelijksleven kunt leiden dat voor de eeuwige dingen vruchten kan opleveren. Test U het Ware Geloof van deze ziel, en vooral zijn bereidheid om zich totaal in te zetten voor de strijd voor het Licht. Een huwelijk in totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria kan tot een vruchtbare verbinding uitgroeien en vruchten opleveren, die het wereldse ver overstijgen. Gaat U nauwkeurig bij Uzelf te rade, en ondervraag Uw hart gewetensvol. De belangen van God liggen steeds op het niveau van de spirituele vruchtbaarheid. Opent U Uw hart, en laat U Maria Uw Meesteres zijn, opdat Zij U in de juiste richting kan leiden.

Tot slot maak ik graag samen met U de wondermooie reis naar het Hart van de verrukkelijke Meesteres van alle zielen, dit Paradijs in het centrum van de Bron van alle Leven. Knielt U toch na het lezen van deze brief voor Maria neer en bidt U dan op de volgende wijze tot Haar:

(hier ontstaat gebed nr. 1145)

Lieve zus, met dit gebed, dat Maria zopas als een geschenk van Licht voor ons heeft bereid, kunt U van de Meesteres van alle zielen de volledige reiniging van Uw innerlijke gesteldheid afsmeken. Ik reik U graag de hand in de enige strijd op aarde die het Ware Geluk kan beloven: deze met Maria tegen de duisternis.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 70
Over de mystiek – over het leven van Myriam als apostel

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik kan Uw inwendige strijd gemakkelijk begrijpen. Uit eigen ervaring is mij heel goed bekend hoe moeilijk het voor een ziel kan zijn, na intens contact met het bovennatuurlijke zichzelf en vele andere dingen opnieuw in het juiste perspectief te plaatsen.

Wanneer onze zintuigen de dingen om ons heen waarnemen, trachten onze geest en ons hart de nieuwe gewaarwordingen die nu en dan met deze waarnemingen gepaard gaan, op te nemen, hen op één of andere wijze een plaats in het geheel te geven opdat wij precies zouden weten waar alles hoort, en hoe ons denken en voelen met deze ervaringen moet omgaan. Wanneer echter plots het totaal onbekende, normaal gesproken voor onze zintuigen verborgen landschap van de mystieke contacten met (in mijn geval) het Wezen van Maria, voor het hart open ligt, bestaat er geen enkele mogelijkheid om de nieuwe ervaringen op grond van ons denken in het juiste perspectief te plaatsten. Dit lukt slechts enigszins, geleidelijk aan, nadat een volledig nieuw kanaal van beschouwing en interpretatie ontsloten is. Het nieuw, bovenaards 'landschap' is noch toegankelijk voor de zintuigen, noch voor analyse met het verstand. Na de eerste ervaringen voelt de ziel zich alsof zij niet meer normaal zou zijn. De verwerking van deze nieuwe vorm van informatie kan niet op een wereldse wijze gebeuren. Men leert reeds snel dat er slechts één weg is: deze naar de Bron van de informatie Zelf, dit wel zeggen God, respectievelijk Maria. Dit was mijn ervaring. Ik licht U dit graag nader toe, omdat de volgende woorden het wonder van de Goddelijke Werken verheerlijken.

Toen ik na de allereerste mystieke ervaringen, in de lente van het jaar 1997, met mijn toenmalige geestelijke leider over deze dingen sprak, ervaarde ik pas goed hoezeer de ziel op de mystieke weg aan de genade overgeleverd is. Inderdaad: Mij werd allereerst reeds heel spoedig overduidelijk, dat de Hemel Zelf deze geestelijke leider op mijn weg had gebracht, want hoewel deze heilige monnik in zijn vertederende bescheidenheid benadrukte, zelf nooit mystieke ervaringen te hebben gehad, en zichzelf niet de geschikte persoon te achten om mij op dit vlak verder te helpen, sprak hij tot mij woorden die zo diep bezield waren, dat ik steeds weer heel gesterkt naar huis terug keerde.

Dat was het eerste teken voor het feit dat ik in Gods hand lag. Het tweede teken heeft Maria Zelf mij gegeven. Op mijn talrijke vragen antwoordde Zij ofwel in de diepte van mijn hart, of door nieuwe mystieke contacten, of door mijn geestelijke leider, zonder dat hij zich daarvan bewust was (doordat hij mij steeds op het juiste tijdstip vele dingen mededeelde, die ik uitgerekend op dat ogenblik moest weten).

De mystieke begaafdheden die Maria in een snelle opeenvolging van contactervaringen in mij tot stand bracht, waren veelzijdig, en enkele daarvan niet zo gebruikelijk. Eén daarvan, die voor mijn apostolaat onontbeerlijk is, is deze van de mystieke overdracht van kennis. Toen ik dit voor het eerst meemaakte, was Maria aan mij verschenen, en had Zij mij uitgenodigd, aan Haar voeten neer te knielen. Zij had enkele ogenblikken lang van heel dichtbij diep in mijn ogen gekeken. Het was een onvergetelijke ervaring. Mij leek het alsof zich voor mij in Haar onbeschrijflijk mooie ogen volkomen nieuwe werelden ontvouwden. Na deze ervaring bleek, dat ik een enorme spirituele kennis bezat, die ik nooit voordien bezeten had (omdat ik voordien nooit religieuze thema’s had bestudeerd). Gelijkaardige ervaringen hebben zich nog vaak herhaald, en telkens weer bleek mijn kennis over spirituele thema’s daarna groter te zijn geworden. Al die jaren lang is dit zich steeds weer blijven herhalen, alleen is de wijze van mystieke kennisoverdracht intussen enkele malen van vorm veranderd, respectievelijk heeft deze zich verder ontplooid.

Zo riep Maria mij korte tijd later ertoe op, met Haar één te worden in de Smarten van Haar Hart. Zij begon zielen op mijn weg te brengen, en tegen het einde van de jaren ’90 had ik een waar apostolaat, dat zich in de loop der jaren volgens de Wil van Maria, respectievelijk door Haar ingrijpen, meermaals van vorm heeft veranderd. Enkele jaren geleden voltrok de Moeder Gods aan mij, na acht jaar van innige mystieke verenigingservaringen en inwendige onderrichting, formeel de Hemelse Bruiloft met Haar.

In het middelpunt van datgene wat van de 'zeer intensieve werking' van Maria in mij naar buiten toe te voorschijn treedt, staan de geschriften. In 1997 begon het onmiddellijk met het schrijven van gebeden (die op deze site onder Gebeden – Maria’s Bloementuin opgenomen zijn). Reeds spoedig volgden onderrichtingen en boeken. De inspiratie blijft stromen, en wel in een tempo dat ik nauwelijks kan volgen. In mei 2008 is mijn apostolaat door het Internet internationaal geworden.

Ik vertel U dit om een bijzondere reden: Mijn leven als apostel van de Meesteres van alle zielen is een heel ongewoon leven, met een even ongewoon verloop. Aanvankelijk had ik heel veel vragen. Geen mens kon deze beantwoorden, omdat de weg op dewelke Maria mij onmiddellijk stuurde, en daarbij nog de snelle opeenvolging van de ontwikkelingen die Zij mij liet doormaken, zo 'uiterst ongewoon' waren (woorden van mijn eerste geestelijke leider), dat ik niets anders kon dan mij volledig aan Maria overgeven. Zij was werkelijk mijn enige Toevlucht. De Goddelijke Voorzienigheid heeft het derhalve zo ver gedreven, dat ik mij eenvoudig onbeperkt door de Hemel Zelf moest laten leiden. De aan mij gestelde eisen lagen bijzonder hoog, en dat is nog steeds onverminderd het geval, doch des te bevredigender is nu al datgene wat op mijn weg komt, omdat deze ervaringen mij in staat hebben gesteld, in mijzelf het kanaal van het mystiek contact met Maria bijzonder intensief te ontwikkelen.

Maria Zelf heeft al mijn vragen beantwoord, bepaalde door het gesproken woord, andere door visioenen, nog andere door tussenkomst van de Goddelijke Voorzienigheid. Zij heeft mij bewezen dat de totale overgave aan Haar, Haar in staat stelt, mijn leven zo volkomen te beheersen, dat ik in alles geleid word. Dit wil ik U graag op het hart drukken: Vertrouwt U toch volledig op de leiding van de Meesteres van alle zielen. Ik weet uit ervaring hoe Zij werkt, en tien boeken zouden nog niet volstaan om deze werking terdege te loven.

Dit brengt mij bij het thema, dat eigenlijk het middelpunt van deze brief moet zijn: de overgave. Maria verwacht van U een totale overgave aan Haar. Eigenlijk wijst reeds Uw eigen ervaring van de 'wereldse eenzaamheid' erop, dat God U tot een leven heeft geroepen, waarin Hij Zich op een bijzondere wijze in U wil uitstorten. Zo is het ook bij mij geweest: een toenemende wereldse eenzaamheid, opdat niet de indrukken van buitenaf, maar de innerlijke belevingen in het brandpunt van het spirituele leven geplaatst kunnen worden. Maria zei mij verscheidene jaren geleden dat Zij mij 'tot Haar abdij wilde maken, een oord van stilte, beschouwing, offers en heiligheid, in hetwelk slechts Maria voor altijd als Abdis leeft, heerst en door de zuilengangen schrijdt'. Zij onderwierp mij aan een reeks regels, die ik precies moet navolgen, onder andere deze van de teruggetrokkenheid. Deze en andere maatregelen heeft Zij genomen met het doel, 'mijn hart en mijn geest voor Haar te bewaren als een onbeschreven blad papier'.

Maria Zelf heeft mij verzekerd, dat God Haar in deze Laatste Tijden in Haar hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen bekend maakt, en letterlijk alles door Maria wil bewerken, omdat deze weg voor deze tijd binnen Zijn Heilsplan de meest vruchtbare is. Het hoeft U dan ook niet te verwonderen, lieve broeder, dat U zich juist in deze tijd zo bijzonder tot Maria aangetrokken voelt.

Of U priester dient te worden, of met Uw vriendin door het leven moet, respectievelijk mag gaan, zal Maria U Zelf in het hart laten voelen. Van U wordt nu verwacht, dat U zich helemaal openstelt voor de inwerking van de Moeder Gods, en dat U vooral bijzondere aandacht schenkt aan Uw eigen gewaarwordingen. Maria kan rechtstreeks spreken, maar ook communiceren in beelden. Zij spreekt echter ook heel graag onhoorbaar in het eigen hart. Wees alert op wat in U omgaat in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld in Uw omgang met mensen. Gedurende deze dagen zal God U op alle vlakken van Uw dagelijks leven testen, opdat Hij er een idee van zou kunnen krijgen, in hoeverre U bereid bent, U helemaal aan Hem over te geven. Binnenkort zal het uur komen waarop U de wegwijzer heel duidelijk zult zien. In de mate waarin U zich dezer dagen aan Maria als de Meesteres van alle zielen zult hebben overgeven, zal de Hemelse Koningin tevens de zielentuin van Uw vriendin ontsluiten, opdat zij Uw beslissing volledig zou kunnen accepteren.

Ziet U, in de zielen die zich totaal aan het Goddelijk Heilsplan overgeven, werkt God heel graag de meest vruchtbare stukken van Zijn heilsgeschiedenis nogmaals uit. Herinnert U zich hoe God Maria ertoe uitverkoos, de Moeder van de Verlosser te worden, en hoe Maria aanvankelijk gekweld werd over de vraag, hoe de Heilige Jozef dit zou benaderen. Jozef werd echter door de Heilige Geest zo op het ongewone voorbereid, dat Hij in het beslissende uur volledig voor het Wonder geopend was. Hij werd daardoor tot de trouwste dienaar van Maria en tot een grote pijler in de ontwikkeling van het Verlossingsmysterie.

Ik ben vervuld van de hoop dat U een absoluut vruchtbare weg zult inslaan, want God doet geen halve dingen, en de basisvereiste is ook reeds voorhanden (namelijk Uw eigen vrije wil om U ten dienste van God te stellen). Wanneer Hij U tot de stappen geroepen heeft, die U tot nu toe bent gegaan, en U – zoals blijkt – van heel nabij op deze weg begeleidt, dan moet Uw weg een weg naar het Licht zijn. Ik weet uit ervaring dat de weg met Maria (of met Jezus, want Zij zijn zo nauw met elkaar verbonden) een weg van uitersten is: wondermooi en verrukkelijk, maar tegelijkertijd een onophoudelijke, met niets te vergelijken beproeving. Ik weet echter ook dat de versmelting van deze bestanddelen een Licht voortbrengt, voor hetwelk het zich absoluut meer dan loont, te leven en te sterven, een Licht dat alles er totaal anders laat uitzien en dat in het hart het teken van God drukt, dat het absolute tegendeel van het 'non serviam' van Lucifer is, namelijk het brandend verlangen, liever dienend te sterven dan niet dienend te leven.

Lieve broeder, de Meesteres van alle zielen heeft mijn leven grondig ondersteboven gehaald, tot in de kleinste details. Het is een moeilijke weg, maar zelfs niet voor alle goud ter wereld zou ik een andere weg kiezen, want het leven in de schaduw van Maria is een voortdurend bewijs, een onophoudelijke innerlijke gewaarwording van de overwinning van het Licht. Geeft U zich volledig aan Maria over, en wees waakzaam voor de tekenen in de verborgen hoeken van Uw hart. U zult zien dat de onvoorwaardelijke toewijding aan Maria zelfs de verste uithoeken van Uw hart verlicht, want waar het Licht van de Meesteres, dat immers eveneens het Licht van Christus is, onbelemmerd straalt, bestaan geen schaduwen meer, en kunnen de beslissingen niet meer ten prooi vallen aan de duisternis.

U zult tevens ervaren dat de Aanwezigheid van Maria, respectievelijk Christus, zo totaal vervullend is, dat U zich ondanks wereldse eenzaamheid steeds volkomen in iets bijzonders opgenomen zult voelen. Hoe zou dit anders kunnen, gezien Maria en Jezus de volheid van de Goddelijke Tegenwoordigheid belichamen, een Tegenwoordigheid die als het ware de begrenzingen van het eigen wezen laat wegvallen, zodat de ziel zich één voelt met alles.

Heel graag verbind ik mijn hart met U op de verdere meters van Uw levensweg, opdat de Meesteres van alle zielen U voelbaar zou mogen beheersen, en U in het Licht van Haar verrukkelijke Tegenwoordigheid de beslissing moge kunnen nemen, die de poort naar het meest vruchtbare gedeelte van Uw levensweg zal openen. Moge Diegene, die Bron en Bestemming tegelijk is, U rijkelijk zegenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 71
Over de eerbied jegens Maria – over het menselijk opzicht –
over de geknielde Tongcommunie

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U zich met Uw vragen met betrekking tot de Sacramenten tot de Meesteres van alle zielen wendt, want een ziel die vraagt, is een ziel wier hart kiest voor het volgen van Gods Waarheid.

Wat de houding van Uw moeder betreft: Vergeeft U haar, want zij is nog niet klaar om de volheid van de Waarheid in zich op te nemen. Om die reden sluit zij er zich voor af. Het behoort tot Uw persoonlijke levensopgave, voor de ontsluiting van Uw moeder te bidden en offers te brengen. De pijnlijke ervaringen die U enkele jaren geleden hebt meegemaakt, zullen na vurige toewijding aan Maria door de Moeder Gods voor Uw reiniging en voor de ontsluiting van Uw moeder worden gebruikt. Er is een reden waarom bepaalde ouders met bepaalde kinderen verbonden worden: God heeft dit zo beschikt, omdat de betreffende zielen elkaar het één en ander te leren hebben. Zo leidt de Schepper Zijn Werken naar hun voltooiing.

Wat U in Jasna Gora hebt meegemaakt, is begrijpelijk. U hebt destijds de gebeurtenissen vanuit een werelds gekleurd oogpunt bekeken. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat een ziel in depressieve toestand in een wolk van duisternis is gehuld, en derhalve het ware Licht als afstotelijk ervaart. Toen U zag hoe de mensen zich op de knieën naar het altaar sleepten, hebt U zich afgevraagd of Maria zo vereerd wil worden? Het antwoord is klaar en duidelijk: Neen, Maria wil niet zo vereerd worden, maar Zij verlangt wel naar de hoogste eerbied tegenover God, want alles wat aan Maria wordt gegeven, wordt door Haar onmiddellijk aan het Eeuwig Licht aangeboden. In Haar hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen is elke ziel ook Maria bijzondere eerbied verschuldigd, want zo heeft God het beschikt. In het boek De Dageraad van Gods Rijk op aarde zult U de uitspraken van de Godheid met betrekking tot de door Hem gewenste houding van de zielen tegenover Maria kunnen lezen.

Jegens Maria geldt echter deze ene regel: De ware eerbied die een ziel tegenover God, respectievelijk Maria, opbrengt, is deze, die blijkt uit de gesteldheid van het hart op het moment waarop de eerbied wordt betoond. Concreet betekent dit dat de ziel Maria de grootste blijk van eerbied geeft door Haar aan Haar voeten geknield te begroeten, maar ook door een opflakkeren van het Vuur in het hart voor Maria. Niet in de eerste plaats de lichamelijke houding bepaalt de waarde van de eerbied, doch de gesteldheid in het hart. De zielen die Maria geknield aanroepen, stellen hiermee zeker een geweldig teken tegenover de duisternis, maar een arme ziel in een rolstoel, die nooit op de knieën kan zitten of liggen, kan hetzelfde bereiken door Maria in haar gedwongen lichamelijke positie (steeds zittend) met een zuiver hart haar oprechte Liefde aan te bieden.

Een ziel die Maria, respectievelijk Jezus, knielend begroet, doet dit doorgaans niet met de bedoeling, zich als heilig voor te doen. Hetzelfde geldt voor de ziel die de Communie geknield en op de tong ontvangt. Vergeet U niet dat de mens zich bij elk religieus gedrag voor een geweldige barrière geplaatst weet: deze van het menselijk opzicht. Wanneer een ziel het aandurft, het hoofd te bieden aan deze 'sociale controle' (deze sterke, remmende kracht die van de aanwezigheid van medemensen uitgaat) en ondanks spot en onbegrip eenvoudig vóór Jezus en Maria gaat knielen, is zij ermee bezig, zichzelf en het werelds gedeelte van haar omgeving te overwinnen. In Gods ogen is dit iets heel groots: De ziel kiest volledig voor Gods belangen boven de belangen van mensen in, die in hun zienswijze immers meer door de duisternis dan door het Licht gedreven worden, wat zich precies laat zien door de reacties van spot en onbegrip tegenover elke blijk van respect.

Rekening houdend met Uw huidige levenssituatie, het samenleven buiten het Sacrament van het huwelijk, moet ik U vanwege mijn Hemelse Meesteres op het hart drukken:

  1. Vurig tot Maria te bidden dat Zij voor U de genade mag bekomen, tot het voltrekken van het sacramenteel huwelijk zo volkomen mogelijk in onthouding te kunnen leven. Deze houding zal voor U ware genadestromen bewerken.

  2. Absoluut te gaan biechten, individueel tegenover een priester, en pas na het volbrengen van de opgelegde boete de volgende Heilige Communie te ontvangen. Van de mate waarin U een oprecht verlangen naar reiniging van Uw ziel koestert, en van de gehoorzaamheid tegenover de priester, zal de omvang van de genade afhangen, die in Uw ziel uitgestort zal worden. Precies deze genade zal de mate bepalen, waarin Uw ziel de geschenken van Jezus bij Zijn daaropvolgend bezoek zal kunnen opnemen.

Lieve zus, zou U werkelijk graag duidelijkheid willen krijgen over de chaos in Uw leven? Kiest U dan vanaf vandaag op ondubbelzinnige wijze voor de geknielde Tongcommunie. Doet U het voor Maria, Uw wondermooie en jegens U van Liefde brandende Hemelse Moeder, Die mij deze woorden aan U laat schrijven. De eerste Tongcommunie die men ontvangt, kan wel eens gepaard gaan met hartkloppingen en plankenkoorts. Ik zou U graag deel laten hebben aan een wonderbare ervaring, opdat U de waarde van de Tongcommunie en de zelfoverwinning in een Hemels beeld zou kunnen zien:

Ongeveer zeven of acht jaar geleden (deze brief dateert van 2009) woonde ik samen met een zeer geliefd persoon een Heilige Avondmis bij, waar ongewoon veel mensen aanwezig waren. In deze kleine kerk waren voor de Avondmis op vrijdag gewoonlijk zeven tot tien mensen aanwezig. Op die bewuste avond waren het er ongeveer zeventig. Het was voor de plaatselijke priester niet gebruikelijk, Tongcommunie te bedelen. Toen hij zich met het oog op de communiebedeling naar de trappen vóór het altaar begaf, stonden de geliefde persoon en ikzelf op, en begaven ons naar de altaartrap. Geen enkele van de andere aanwezigen ontving de Communie. Stelt U zich dit voor: Wij beiden gingen als enigen te Communie, nagestaard door zeventig paar ogen. Het gevoel was wel best akelig. Wij knielden neer op de trappen vóór het altaar met gevouwen handen, als teken voor het feit dat wij slechts de Tongcommunie wensten te ontvangen. Achter ons waren de merkwaardigste geluiden hoorbaar... Ik bad vurig tot Maria, dat Zij ons zou bijstaan, want achter ons was er die beroering en vóór ons een zeer verbaasde priester.

Wat gebeurde nu? Maria schonk mij een visioen, in hetwelk ik zag (symbolisch bedoeld) dat het dak van de Kerk zich opende, terwijl Maria Zelf boven ons verscheen en een regen van glinsterende sterren over alle aanwezigen uitstrooide. Intussen bedeelde de priester plotseling spontaan de Tongcommunie, alsof hij nooit iets anders had gedaan of gewenst. Buiten mij zag niemand dit visioen. Slechts de persoon aan mijn zijde merkte aan mij dat er iets buitengewoons was geweest. En de priester... was er klaarblijkelijk door Maria toe gebracht, ons zonder enige onaangenaamheden de Tongcommunie te bedelen. Maria Zelf heeft mij later verklaard dat Zij mij deze beelden heeft geschonken om mij duidelijk te laten zien hoe genaderijk de Tongcommunie, tegen de achtergrond van ongunstige wereldse omstandigheden, wel is.

Lieve zus, volgens Pauselijk voorschrift mag de priester U de Tongcommunie niet weigeren. Mocht U desondanks op onaangenaamheden stuiten, die U zouden kunnen beletten, met een zuiver hart de Tongcommunie te ontvangen, woont U dan indien mogelijk beter een Heilige Mis bij, gedurende dewelke U zonder poespas de Tongcommunie kunt ontvangen. Laat U er in geen enkel geval toe verleiden, op de reacties van de mensen om U heen te letten, want het ontvangen van de Tongcommunie is oneindig veel belangrijker dan ik U ooit zou kunnen beschrijven.

Bovendien moet U ook rekening houden met het volgende: Het maakt voor het Heil van Uw ziel een groot verschil uit, of U de Handcommunie of de Tongcommunie ontvangt. Wanneer U er uit menselijk opzicht voor kiest, de Handcommunie te ontvangen, moet U er wel rekening mee houden dat diegenen die U door hun woorden of blikken hebben verhinderd, de zo oneindig veel genaderijkere Tongcommunie te ontvangen, U niet zullen, respectievelijk kunnen, bijstaan wanneer U na Uw aardse leven vóór Uw Schepper zult staan en U Uw beslissing ten gunste van de Handcommunie moet verdedigen.

Bedenkt U toch eens, en vergeet U toch nooit, dat het niet om het even is, op welke wijze de ziel de Heilige Communie ontvangt. De wijze waarop men de Communie ontvangt, is niet zomaar een handeling, doch een uitdrukking van de gezindheid van hart. Nu U weet hoe belangrijk de Tongcommunie is, wordt de keuze ten gunste van de Tongcommunie in Gods ogen tot een akt van Liefde. Houdt U zich daarbij voor ogen dat de Liefde de maat is volgens dewelke de ziel na het aardse leven wordt geoordeeld.

Mag ik U erbij helpen, de juiste beslissing te nemen, door U ertoe aan te moedigen, vanaf vandaag elke Tongcommunie te beschouwen als een roos die U Jezus schenkt? Verheugt U zich bij elke verdere Tongcommunie over een nieuwe roos, die U bij de vorige voegt, en over het steeds verder groeien van de tuil. God zal U in ruil daarvoor niet te overziene rozentuinen in Zijn Rijk aanleggen. Vraagt U intussen Maria dat Zij de geur van elk van deze rozen over Uw zielentuin zou laten waaien om U erbij te helpen, U grondig van Uw verleden te reinigen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 72
Over de waarde van het lijden – over de duisternis in de wereld

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw lieve woorden. Ergens past Uw ervaring precies binnen het kader van Uw levensopgave: Op 12 september, net op de naamdag van Maria, en als draagster van de kloosternaam 'Maria Dolorosa', een botbreuk op te lopen, die U als het symbolisch breken met de sporen uit de wereld kunt beschouwen. Zo schenkt God ons wel vaker op symbolische wijze in het lijden gelegenheden om iets dat onvolledig is, een stap dichter bij zijn voltooiing te brengen. Voor wereldse oren kan dit vreemd klinken, maar in spirituele zin heb ik mij voor U verheugd, omdat mij de oneindige waarde van het lijden binnen het tijdloze Heilsplan van God absoluut bekend is. Wanneer dit lijden met Liefde wordt aanvaard en aan Maria wordt toegewijd, verandert het tot een zuiverende en zuurstofdragende wind, die door vele zielentuinen kan waaien.

Terecht hebt U opgemerkt dat de wereld daar buiten er slecht uitziet. Eigenlijk is het misschien nog preciezer uit te drukken: De hedendaagse wereld toont het afschuwelijk masker van de duisternis, en dit zal ons des te meer schokken naarmate wij ons hart naar het Licht willen richten. Hoezeer toch laven wij ons aan het Eeuwig Licht: de ochtendzon van de Hoop, de middagzon van de Liefde en de avondzon van het Geloof. De ziel, die tenslotte van de Bron van het Eeuwig Licht uitgaat, voelt zich in de gewaarwording van deze ervaringen als 'thuis'. Wanneer echter plots boven haar levensweg een donkere wolk tussen haarzelf en de zon schuift, zal zij reeds spoedig het verlies aan Licht (blijmoedigheid) en warmte (geborgenheid) opmerken, en zal tevens een inwendige strijd merkbaar worden.

Uw reactie tegenover Uw omgeving – waarbij U schietgebeden als bliksemflitsen in de harten schoot – is daarom des te verheugender, omdat deze reactie vergelijkbaar is met de geboorte van inwendig Licht met de bedoeling, het plotse gebrek aan buitenlicht goed te maken. Het door U gebruikte beeld is trouwens veelzeggend: Het is bekend dat de bliksem een bron van bevruchting is, omdat hij de bodem van stikstof kan helpen voorzien. De bliksem die van liefdevolle gebeden uitgaat, kan iets gelijkaardigs in de zielen bewerken.

Ik wens U van harte verder veel beterschap. Moge de genezing van de fractuur een teken zijn voor het feit, dat vele zielen genezen nadat hun wereldse bolster door de genadewerking is gebroken. Onze gebeden zullen elkaar omarmen in het Hart van Maria.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 73
Over het Maria Domina Animarum Apostolaat

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het verheugt mij steeds weer, en het is altijd een bijzondere ervaring, een straal van Licht te mogen doorgeven, temeer daar deze stralen rechtstreeks uit het Hart van de Moeder van het Licht stammen. Wij beleven nu een buitengewone tijd: de tijd van de openbaring van Gods onbegrensde Waarheid. Om deze reden wordt nu veel 'oude' kennis vanuit bijkomende perspectieven belicht, en met 'nieuwe' (dit betekent: pas nu in deze Tijd vrijgegeven) kenniselementen verrijkt. Precies daarom noemde Maria vóór enkele jaren Haar werking doorheen ons Apostolaat een 'explosie van Licht': de volledige ontplooiing van de Waarheid over het Goddelijk Leven als uiteindelijk doel van de zielen en van het Goddelijk Heilsplan.

Ons behulpzaam zijn, kunt U vooral door ons Apostolaat te helpen bevorderen waar mogelijk. Ik vraag U dit niet om mijzelf (God verhoede), maar uitsluitend omdat Maria mij bij het begin van dit Apostolaat de achtergronden en de doelstellingen ervan heeft laten zien, en Zij mij verzekerde dat Haar verkondiging als Meesteres van alle zielen de laatste en absoluut noodzakelijke stap is voor de voltooiing van Gods Heilsplan. God beoogt, de zielen klaar te maken voor hun volledige medewerking bij deze stap door de verkondiging van Maria als Meesteres van alle zielen. Deze verkondiging moet gebeuren op basis van de onderrichting in de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

Ontelbare mystieke ervaringen hebben mij de Waarheid van deze woorden bevestigd. Precies daarom ga ik voor dit Apostolaat door een vuur.

Ik dank U van harte voor de bereidwilligheid, ons de hand te reiken. Tenslotte volgen wij hetzelfde doel en bestrijden wij dezelfde vijand. Moge het Licht ons steeds van binnen uit verlichten, opdat geen nevel ons zou kunnen verblinden. Ik bid voor U en voor Uw werken, opdat deze verder boomgaarden mogen helpen ontstaan.

Steeds graag bereid,

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 74
Over alternatieve en klassieke geneeskunde

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus en Jezus en Maria,

Tijdens het lezen van Uw brief voelde ik die zo onmiskenbare gewaarwording van dewelke ik uit ervaring weet, dat zij uit het Hart van de Moeder Gods stamt. Maria verheugt Zich bijzonder over deze vragen met betrekking tot het gebruik van alternatieve geneeskunde, en Zij heeft mij daarom heel duidelijke inzichten geschonken, die ik nu met vreugde met U wil delen.

Omdat de menselijke ziel haar levensweg op aarde in een stoffelijk lichaam moet volbrengen, hebben de studie over de functies van dit lichaam en de geneeskunde in het leven van de mens steeds een grote rol gespeeld. Deze rol is steeds belangrijker geworden, niet alleen vanwege de ontwikkelingen in wetenschap en techniek, doch ook doordat de mens zich in snel toenemende mate van zijn lichamelijke kruisen wil bevrijden. Om deze reden hebben de geneeskunde en het gebruik van bestaande therapieën een spirituele component, die veel belangrijker is dan de meeste zielen vermoeden.

Ik wil nu reeds met klem stellen dat ik – zoals steeds – in deze brief geen menselijke stellingen zal hanteren, noch vanuit om het even welk menselijk oogpunt wil schrijven, doch uitsluitend het standpunt vertegenwoordig dat de Allerheiligste Maagd, de Meesteres van alle zielen, mij leert. In dit geval betekent dit, dat dit antwoord niet in de geringste mate aanleiding kan geven tot enige medische polemiek, omdat het volkomen deel uitmaakt van de door Maria onderrichte Wetenschap van het Goddelijk Leven.

Uw eerste vraag betreft de bioresonantie. Bij deze methode worden de energetische trillingen van het lichaam gemeten, en worden deze gebruikt als middel tot evaluatie met het oog op diagnosestelling. Zoals U vermeldt, is er een ontwikkeling in die zin, dat in deze methode vroeger een tensor (ongeveer vergelijkbaar met een pendel) werd gebruikt, terwijl nu met computerprogramma’s wordt gewerkt. In dit verband laat Maria het volgende zeggen:

Het gebruik van een pendel wordt door God niet toegelaten. Niet alleen wordt de pendel gewoonlijk gebruikt als instrument via hetwelk de mens huidige of toekomstige processen wil laten verklaren of wil laten voorspellen, wat toch al niet toegelaten is (in diverse Myriam-geschriften wordt verklaard waarom dit tegen Gods Wet indruist), doch bovendien wordt dit instrument – zo zegt de Moeder Gods met klem – heel gemakkelijk door de duivel beïnvloed. Het gebruik van de tensor in het kader van de bioresonantiemethode kan echter niet met een pendel worden vergeleken, omdat de tensor energiestromingen meet, en hierop reageert. Het gaat hier om reële stromingen, terwijl het bij 'stromingen' waarop de pendel reageert (in de meeste andere contexten) vaak gaat om beïnvloeding die met de reële natuurlijke energiestromingen niets te maken heeft – aldus Maria. In dit opzicht is zelfs het gebruik van de tensor in het kader van de bioresonantiemethode niet met het gebruik van een pendel te vergelijken.

Desondanks bestaat er bij het gebruik van een tensor nog steeds een risico op menselijke beïnvloeding. Het gebruik van een computerprogramma neemt dit risico weg. Dan blijft alleen nog de vraag naar de evaluatie van de vaststellingen. Dit is echter een kwestie van vakbekwaamheid, niet een kwestie van spirituele aard. Hierover is de Hemel heel ondubbelzinnig: De trillingen in een levend lichaam en om dit lichaam heen zijn reële fenomenen, die daadwerkelijk één en ander over de toestand van het lichaam vertellen. De metingen van deze toestanden zijn uit spiritueel oogpunt niet negatief te beoordelen. De Moeder Gods doet hierover echter een uitspraak, waarvan Zij met klem zegt dat het niet specifiek met de bioresonantie samenhangt, doch verband houdt met de spirituele achtergrond van elke diagnosestelling:

In de strikte zin van het woord zou het God meer welgevallig zijn indien de mens zich helemaal niet zou bekommeren om diagnoses. Elke toestand van het menselijk lichaam op om het even welk ogenblik past in het kader van Gods Wil, en houdt verband met datgene wat op elk tijdstip voor Gods Heilsplan voor de totaliteit van de zielen het nuttigst is. Dit betekent, dat bijvoorbeeld mens A zich op een bepaald tijdstip in een lichamelijke gesteldheid bevindt die voor zijn ziel én voor de totaliteit van de mensenzielen, op dat moment het beste binnen Gods Plan past. Spiritueel beschouwd, zou het ideaal zijn dat de ziel zich niet zou bekommeren over wat precies in haar lichaam gebeurt, of van welke naam deze toestand volgens de medische wetenschap zou worden voorzien.

In het ideale geval:

  • stelt de ziel haar lichamelijke gevoelens vast,
  • dankt zij God hiervoor,
  • wijdt zij dit alles toe aan Maria, opdat het volledig en doelmatig als middel tot Verlossing in het kader van Gods Heilsplan ingebouwd zou kunnen worden, en
  • staat de ziel er verder niet meer bij stil.

Maria zegt met klem dat, zodra de ziel begint na te denken over de precieze benaming van haar lichamelijke gevoelens, zij zich eigenlijk reeds een wereldse ketting laat aanleggen, die haar aan de wereld vastketent.

Lieve zus, veel over wat God welgevallig is of juist niet, leert Maria mij in de private sfeer van het beschouwend gebed en in het kader van de mij in deze gebedsoefeningen door Haar opgelegde opdrachten. Naar aanleiding daarvan kan ik U het volgende ter overweging meegeven:

Sedert jaren onderwerpt Maria Haar Myriam naar aanleiding van bepaalde liturgische periodes, feesten, of volgens Haar wensen ten gunste van zielen, aan de meest uiteenlopende lichamelijke gesteldheden. Aanvankelijk was ik daarover wel vaker enigszins verontrust, omdat deze lichamelijke gesteldheden doorgaans niet geïnterpreteerd kunnen worden, nooit bij een specifiek ziektebeeld passen, en heel vlug schommelen (zij kunnen zelfs binnen enkele uren volledig veranderen, plots optreden of met de klap verdwijnen). Aan de hand van deze volkomen 'onberekenbare' lichamelijke gesteldheden oefent de Meesteres van alle zielen mij in de 'meest doeltreffende en meest vruchtbare' spirituele instellingen onder lichamelijk uitzonderlijke condities. Zij oefent mij er systematisch in, mij geen vragen te stellen over het 'hoe' en 'wat', doch mij zo intens van de spirituele gewaarwordingen bewust te worden, dat de lichamelijke gevoelens voor mij onbelangrijk worden, ja zelfs tot bron van verrukking worden. Maria beoogt daardoor, mijn ziel tot soevereine heerseres over mijn wezen te maken, en mij volledig in Haar handen over te dragen, met een onberispelijk vertrouwen in Gods Voorzienigheid. Ooit verklaarde Maria mij, toen ik Haar over bepaalde aspecten van deze ervaringen vragen stelde: "Een diagnose is slechts een menselijk woord".

De mens laat diagnosen stellen omdat hij nieuwsgierig is naar datgene, wat in zijn lichaam omgaat. Heel veel echter, zo beklemt de Moeder Gods, zal nooit door medische kennis verklaard of geïnterpreteerd kunnen worden, omdat (ik citeer Haar woorden): "de lichamelijke processen uiteindelijk uit de behoeften van Gods Wet ontspringen", met andere woorden: Door de Goddelijke Intelligentie worden bestuurd, die Zich niet door de medische wetenschap laat voorspellen of verklaren, omdat Zij in het lichaam processen kan opwekken, die zich helemaal aan de bekende natuurwetten onttrekken. Dat is precies één van de grote lessen, die Maria mij via de mystieke oefeningen wil mededelen, en die ik bij deze met U deel. De wetenschap verklaart slechts een nietig klein deeltje van Gods Werkelijkheid, maar zij wil de mensheid laten geloven dat zij greep heeft op 'de alomvattende werkelijkheid'. Dit is een grove aanmatiging en een gevaarlijke dwaling. De ziel die aan de wetten van de mystieke beleving onderworpen wordt, ervaart pas goed hoe relatief al het wereldse is, en hoe oneindig ver Gods Werkelijkheid boven datgene uitstijgt, wat wij met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen en dat door de wetenschap (geneeskunde, enzovoort) kan worden gevat.

Natuurlijk is diagnosestelling niet 'op zichzelf verkeerd', omdat de vraag of iets in spiritueel opzicht juist of verkeerd is, ook ten dele wordt bepaald door de gesteldheid waarin, en de intentie waarmee, de diagnose wordt gesteld. Een voorbeeld: Het is mogelijk dat een arts overwegend door de wil wordt bezield, een mens gericht te helpen, en daarom absoluut wil ontdekken wat er met deze mens precies aan de hand is, omdat hij ervan uitgaat, dat hij het juiste kan doen zodra hij het ziektebeeld een naam heeft kunnen geven.

Wat het gebruik van therapieën betreft, geldt binnen Gods Wet een prachtige regel. Maria zei mij enkele jaren geleden het volgende: Wanneer een mens iets schort, en het volgens de Goddelijke Wet absoluut wenselijk of noodzakelijk is dat die ziel aan dit ziektebeeld lijdt (of het nu te zijnen gunste is of ten gunste van andere zielen, of ten gunste van het grote Heilsplan), zal geen geneesmiddel of therapie hem kunnen helpen. Dit betekent niet dat men dit betoog mag omkeren en ervan moet uitgaan dat het feit, dat niets helpt, ook betekent dat het ziektebeeld strikt door de Hemel wordt gewenst. Een voorbeeld: Wanneer een mens aan alcohol verslaafd is, en hij uiteindelijk (na lange tijd) geneeskrachtige planten begint te gebruiken, die de schade, aangericht door het gebruik van alcohol, kunnen helpen opheffen (dergelijke geneeskrachtige planten bestaan wel degelijk), kan het best zijn, dat deze niet meer kunnen helpen, omdat de schade onomkeerbaar is geworden. Dit feit betekent dan niet dat de lichamelijke schade door de Hemel gewenst was.

Voormelde regel werd ook mij persoonlijk op mystieke wijze aangetoond: Bij lichamelijk lijden (het gaat steeds om lijden van mystieke oorsprong) gebruik ik geen geneesmiddelen, omdat het tenslotte gaat om uitboetingslijden, dat zich in akkoord met de Meesteres van alle zielen voltrekt. Nochtans staat Maria mij soms toe (uitsluitend natuurlijke, dus alternatieve) middelen tot verzachting in te nemen, maar Zij gebruikt ook deze toelating om lessen in spirituele vorming te geven, want vaak helpen deze middelen onvoldoende, en dan zegt de Meesteres van alle zielen dat dit nodig is omdat de noden binnen Gods Heilsplan 'dit op het betreffende tijdstip niet toelaten'. Zo onderricht Maria via de mystieke ervaring en vorming onvoorstelbaar veel over de wetten van het Goddelijk Leven en over Gods voorkeuren, én vormt Zij de ziel zo, dat deze vanaf een bepaald tijdstip enkel en alleen nog 'op zielsniveau denkt, voelt, ervaart en wil'. Op zekere dag stelt de ziel dan vast, geen nood meer te hebben aan diagnosen, noch aan voortdurende verlichting van lijden. Dit leert de ziel veel over datgene wat werkelijk belangrijk is voor God, en daardoor ook over datgene wat de ziel, overeenkomstig de Goddelijke Wet, werkelijk vruchtbaar maakt.

Uw beslissing, te informeren naar de stelling van de Kerk met betrekking tot het gebruik van alternatieve geneeswijzen, is wijs. De tegenover U gesproken woorden van Zijne Excellentie de bisschop zijn volledig in overeenstemming met de Waarheid: Deze geneeswijzen zijn daadwerkelijk geschenken van God. De verwarring op dit vlak is onuitputtelijk. Vele prachtige natuurlijke geneeswijzen worden volkomen ten onrechte verguisd en afgeschilderd als uitvindingen van de duivel. Er zijn daadwerkelijk alternatieve geneeswijzen waarvan Maria het gebruik afraadt. Het is mij echter niet toegestaan, de openbaringen die Maria mij in dit verband privaat heeft geschonken, publiek te maken. De reden hiervoor ligt bij het feit dat deze methoden "momenteel hun plaats hebben binnen de ontwikkelingen van Gods Heilsplan en in het kader van de groei van het inzicht voor vele zielen" (woorden van de Meesteres). Nu U echter het voorbeeld van de homeopathie aanhaalt, of dat van de Bachbloesemremedies, kan ik U uitdrukkelijk verzekeren, dat de Hemel deze absoluut goedkeurt. De Moeder Gods leidt mij in dit verband naar twee opmerkelijke openbaringen, die Zij mij in 2004 privaat heeft gegeven, en die ik hierbij voor het eerst mag openbaren:

Maria aan Myriam van Nazareth op 7 januari 2004: "God heeft het lichaam voorzien van welbepaalde energiestromen, die samen het leven vormen. Klassieke medicijnen blokkeren bepaalde van die stromen, waardoor het tracé van het leven 'hertekend' wordt. Zo begint de levensenergie af te wijken van Gods Plan. Om die reden kan een mens nooit tot de ware lichamelijke gezondheid komen zolang hij klassieke medicijnen gebruikt, want de door God bezielde energie kan dan niet stromen zoals God ze heeft voorzien".

Maria aan Myriam van Nazareth op 5 december 2004: "Het menselijk wezen is opgebouwd uit verschillende levensvelden. Het laagste van die velden is datgene dat overeenstemt met de materie: het lichaam op stoffelijk niveau. Dit veld heeft de laagste 'trillingen'. De hogere velden hebben steeds fijnere trillingen. Deze hogere velden komen overeen met de geestelijke en emotionele vermogens van de mens. De hoogste en fijnste trillingen zijn deze van de ziel in strikte zin. Homeopathie werkt met verdunningen van stoffen. Hoe meer een stof verdund wordt, des te hoger wordt de trilling van het middel wanneer het in aanraking komt met de levensvelden van de mens die het middel gebruikt. Daarom past het middel des te beter bij de hogere levensvelden van de mens naarmate het meer verdund is. Om die reden zijn zeer hoge verdunningen van homeopathische middelen zeer geschikt om op de hoogste vermogens van het menselijk wezen (emoties – geest – ziel) in te werken.

Klassieke medicijnen zijn totaal onverdunde stoffen. Sommige dragen nog leven in zich, andere zijn volledig kunstmatig, maar alle zijn ruwe materie. Daarom grijpen zij vaak op brutale wijze in op het levensveld van de materie van het lichaam. Zij kunnen de mens nooit in de werkelijke zin van het woord genezen, want om volledig gezond te zijn, moet het menselijk wezen ook op de hogere niveaus positief beïnvloed worden, en ruwe materie bezit niet deze kracht. Terwijl zij op de laagste niveaus het effect van een schijngenezing verwekken, is de enige invloed die dergelijke middelen op de hogere niveaus uitoefenen, deze van verstoring van de hogere trillingen, doordat de lagere (op het lichamelijk niveau) op tegennatuurlijke wijze gebruuskeerd worden. Het gevolg op lange termijn is, dat ook het levensveld van het lichaam opnieuw verstoord wordt, omdat het niet meer gevoed wordt door de hogere velden".

Lieve zus, aldus Maria’s verklaring over de spirituele achtergrond bij de medische opvattingen (klassieke geneeskunde, respectievelijk alternatieve geneeskunde).

Dit brengt ons bij Uw laatste vraag: Wat met de klassieke geneeskunde? Mag die gebruikt worden? Wat dit betreft, heeft Maria in de loop van de jaren zeer revelerende openbaringen gegeven. Vooral in augustus en september 2007 heeft Zij de zielen hierover enkele rijke openbaringen geschonken. Op deze plaats kan ik op deze rode draad wijzen: In bepaalde situaties keurt de Hemel het gebruik van klassieke geneesmiddelen en ingrepen goed. In heel veel situaties echter, is de Hemel over dit gebruik om uiteenlopende redenen niet onverdeeld tevreden. In elk geval geeft de Goddelijke Wet de voorkeur aan het gebruik van natuurlijke geneesmiddelen.

Ik wil nog graag twee dingen met klem duidelijk stellen:

      1. Maria verbiedt niemand iets. Zij verkondigt Gods Wet op de meest uiteenlopende gebieden, met inbegrip van het medische. Zij geeft ons de redenen voor Haar mededelingen, en Zij laat daarna aan elke individuele ziel over, hoe deze beslist;

      2. Ik vertegenwoordig ook in dit geval evenmin als in alle andere gevallen een eigen mening. Ik verkondig datgene, waartoe mijn Hemelse Meesteres mij uitnodigt, te verkondigen, en deel al naargelang Haar uitnodiging informatie mede over datgene, wat Zij mij in het kader van mijn mystieke vorming zelf laat ervaren. Eén ding wil ik hierbij onderstrepen: Ook ikzelf krijg van Maria de gelegenheid, vrij te kiezen, doch in zeer vele levenssituaties tekent Zij mij klaar en duidelijk de wegen van Gods voorkeur, en verduidelijkt Zij mij dan ook de achterliggende Goddelijke Logica. Het hangt allemaal samen met het Goddelijk Heilsplan en met de Wetten van de Goddelijke Barmhartigheid en de Goddelijke Gerechtigheid. Op grond van deze lessen kan ik slechts naar waarheid zeggen, dat, wat de door U in Uw brief gestelde vragen betreft, ikzelf vanwege de Meesteres van alle zielen (ik zal dit voorzichtig formuleren) 'sedert vele jaren de gemotiveerde uitnodiging krijg om geen klassieke medicijnen te gebruiken, noch andere zielen tot het gebruik van deze medicijnen aan te sporen, en wel om ondubbelzinnige, uitsluitend spirituele redenen'. Precies omdat ik uiterst nauwkeurig de voorschriften van de Meesteres van alle zielen opvolg, sluit ik mij op strikt bevel van Maria, volledig af voor elke polemiek over dergelijke thema’s. Ik verkondig slechts de Waarheid zoals deze mij door de Moeder Gods Zelf wordt geleerd.

Lieve zus, ik hoop U met deze woorden behulpzaam te zijn geweest. Het medische is in het leven van elke ziel op aarde zo belangrijk, dat het van het grootste belang is, ons te richten naar de Hemelse voorschriften, niet naar deze van de wetenschap, die, zoals bekend, uiteindelijk weinig méér is dan 'menselijke dwaasheid'.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 75
Over de zin van het lijden – over boetelijden

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoezeer toch ben ik telkens weer verheugd wanneer onze Hemelse Meesteres mij een blik vergunt in de diepe zin van een langdurig lijden, en mij in beelden duidelijk maakt waarom God dit lijden toelaat en wat Hij ermee beoogt. Deze zingeving leert ons zo veel over de diepe zin van het leven zonder meer, en bergt derhalve in zich reeds een bedekte vreugde: De lijdende ziel vindt dan in deze zingeving een onvermoed Licht, waardoor zij meestal plots kan inzien hoezeer Gods Liefde werkelijk met haar begaan is. Deze zonnestraal wil ik U op dit zwaar stuk levensweg niet onthouden.

Het is U ongetwijfeld bekend, dat de slijmvliezen in ons lichaam een belangrijke rol in de stofwisseling spelen. Zij vervullen ook een beschermende functie. Onze Meesteres nodigt U nu tot het volgende uit:

Biedt U Maria vandaag nog in Liefde al Uw lijden aan, al Uw lasten, Uw angsten, Uw pijnen, de ongemakken, enzovoort, die U al deze tijd reeds hebt moeten dragen, en offert U deze op om genaden te bekomen voor de zielen die geen weerstand kunnen bieden tegen bekoringen (alsof het 'slijmvlies van hun ziel' niet meer zou functioneren), en die daardoor uitdrogen in de ZIEL en dan overgevoelig (allergisch) reageren op alle voeding die God hen wil schenken. Kunt U de parallel zien? God schenkt U de gelegenheid, boetelijden op te brengen voor vele zielen wier spirituele ziekte God in Uw lichamelijk lijden tot uitdrukking brengt.

Deze ziekte maakt het U niet mogelijk, de goede werken te doen die U zo graag zou volbrengen. Lieve zus, U geeft de zielen veel meer dan wat geld hen zou kunnen schenken. Wijdt U toch ook deze pijn van dit onvermogen aan Maria toe, met de smeekbede dat Zij het door U reeds zo lang gedragen lichamelijk lijden moge omzetten in Hemels geld van spirituele genaden voor diezelfde klasse van zielen, waarnaar ik daarnet reeds heb verwezen. Financiële hulp voor noodlijdenden is iets heel moois, maar desondanks moeten de zielen zich steeds voor ogen houden dat – ook al zijn zij nog zo arm of niet in staat om financiële steun te bieden – zij steeds iets met zich meedragen dat de zielen oneindig veel meer kan opleveren: het kapitaal aan lijden van hun hele levensweg. Jezus bezat helemaal niets, maar Hij schonk de zielen de Ware Liefde en de Wonderwerken, die steeds op niets anders dan de Ware Liefde gebaseerd zijn! Het toewijden van Uw lijden betekent derhalve niets minder dan dat U vele andere zielen aan een niet-stoffelijke rijkdom deel laat hebben. In Gods ogen is dit iets heel groots.

Lieve zus, een verblijf in het ziekenhuis zou U niet tot nut zijn, temeer daar deze ziekte in Uw geval ook een niet mis te verstane spirituele component bezit. Een lichamelijke genezing kan niemand U beloven, precies omdat Uw lijden voor Gods Heilsplan zo belangrijk is, op voorwaarde dat U alles met heel Uw hart en in dankbaarheid toewijdt aan Maria. In het lijden verbergt God schatten van goud. Elk lijden dat niet aan Maria wordt toegewijd, blijft onwerkzaam voor Gods Heilsplan. In de eigen ziel werkt toegewijd lijden bovendien als een spirituele reiniging, doordat het als het ware een tegengif vormt voor onze zonden, zwakheden, misstappen en nalatigheden, net zoals het Lijden van Jezus nodig was als tegengif voor de uitwerkingen van de erfzonde in de zielen doorheen alle eeuwen.

Genezing van een zware – medisch gesproken ongeneeslijke – ziekte, is slechts in de hiernavolgende gevallen mogelijk (ik verkondig met deze woorden niets anders dan stellingen uit de Goddelijke Wet, zoals de Meesteres van alle zielen mij deze onderricht):

  1. Wanneer Gods Wijsheid en Zijn Voorzienigheid, die Bron is van alle boetelijden, de tijd van de boete als vervuld beschouwt. Dit betekent: Wanneer het betreffende boetelijden voor de ziel de volheid van de door God met hen verbonden genaden heeft bekomen. Het tijdstip hangt af van een complex van factoren: Waartoe moet dit lijden (binnen Gods Heilsplan) precies dienen? In welke gesteldheid wordt of werd het door de lijdende ziel gedragen? Werd dit lijden degelijk en op een liefdevolle wijze in toewijding aan de voeten van Maria gelegd? Hoe ontwikkelt zich de staat van genade van de mensheid? Wat heeft God precies voor de levensweg van de lijdende ziel voorzien?

  2. Wanneer Maria, de Middelares van alle Genaden en Meesteres van alle zielen, Die door God is aangesteld om de strijd van het Licht tegen de duisternis aan te voeren, op grond van bepaalde factoren tussenbeide komt, en Haar herscheppende macht (over dewelke Zij beschikt) aanwendt. Deze macht kan zich onder andere uiten in de genezing van lichamelijke ziekten. Zij gebruikt deze macht soms wanneer zielen (bij voorkeur andere zielen dan deze, die lichamelijk ziek is) bijzondere offers, gebeden, inspanningen, toewijdingen of één of andere tussenkomst opdragen, door dewelke deze macht kan worden opgewekt. Het spreekt vanzelf dat ikzelf in mijn kleinheid en in de diepste gehoorzaamheid gevolg zal geven aan de aansporingen vanwege mijn Hemelse Meesteres, hoe deze ook mogen luiden.

  3. Wanneer ergens binnen Gods Heilsplan lijden wordt gedragen en toegewijd, dat het lijden van de betreffende ziel voor God 'overbodig' maakt. Dit punt kan men als een uitbreiding van punt 2 beschouwen, hoewel het op een ander niveau werkt dan punt 2 (omdat in punt 2 zielen deelnemen die hun tussenkomst aanbieden ten bate van de betreffende ziel, terwijl het in dit punt 3 gaat om zielen die niet specifiek de lijdende ziel voor ogen hebben, dus die in toewijding offeren voor de intenties van onze Meesteres).

  4. Wanneer God, op grond van de vele voortdurende ontwikkelingen binnen Zijn Heilsplan, plots een 'koerswijziging' in het leven van de betreffende ziel beschikt, en Hij daarom deze ziekte wegneemt. Doorgaans gebeurt dit slechts wanneer de betreffende ziel zich toch al heel verdienstelijk heeft gemaakt, en zich laat voorzien dat de genezing haar op haar verdere levensweg van dienst zal zijn. Vaak echter, is een lichamelijke genezing als 'vergif' voor de ziel. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de genezing de ziel aanleiding geeft om zich aan onmatigheden over te geven en 'van het leven te genieten'.

De verlatenheid die U momenteel voelt, kan vergeleken worden met de verlatenheid van Jezus aan het Kruis, waarbij Hij de zucht slaakt:

"Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?"

Jezus verzuchtte deze woorden tot heiliging van de ogenblikken waarin lijdende zielen het gevoel hebben dat God Zich om hen niet meer bekommert. In de lijdende Jezus laat zich in deze woorden herkennen hoe zeer Hij, de God-Mens, in het lijden niet in de eerste plaats 'Goddelijk' maar 'menselijk' was, met andere woorden: hoe zeer het lijden met de menselijke natuur verbonden is. De mens die lijdt, wordt diep in de kern van zijn menselijke, stoffelijke, wereldse gewaarwordingen getrokken.

Lieve zus, hoe belangrijk de juiste omgang met de lichamelijke gewaarwording tot Verlossing van zielen en tot verhoging van de staat van genade van de ziel is, heeft Maria mij sedert het begin van mijn roeping in Haar dienst geleerd, toen Zij mij in Haar hoedanigheid als de Moeder van Smarten begon te vormen. Later, toen Zij Zich als de Meesteres van alle zielen begon te verkondigen, beklemtoonde Zij de waarde van de juiste omgang met het lijden nog duidelijker. In de mystieke gewaarwording wordt de ziel er onder andere in geoefend, in het lichamelijk lijden een steeds hogere vorm van Liefde te ervaren, in het bewustzijn dat dit lijden uit zuivere gehoorzaamheid voortkomt.

Het is reeds voorgekomen, en dit gebeurt nog steeds geregeld, dat Maria mij boeteoefeningen oplegt, die met lijden gepaard gaan. Dit kan de meest uiteenlopende vormen aannemen. Zij laat dit lijden dan geleidelijk toenemen, tot de ziel (of het hart) zo ver is dat zij hierin een overweldigende, dronkenmakende Liefde kan herkennen en ervaren. Deze gewaarwording treedt meestal op zodra de kern van de ziel de totale heerschappij over het bewustzijn van het hele wezen heeft bereikt, wanneer zij de lichamelijke gewaarwordingen helemaal aan zich onderworpen heeft, en deze ervaring in het bewustzijn van dit ene beeld straalt als een leidend Licht. In het hart heerst dan dit ene bewustzijn, deze ene overtuiging: 'Ik lijd, omdat mijn Hemelse Meesteres het wil' (= volmaakte gehoorzaamheid). Op dat punt wordt het lijden tot verrukking, en is de ziel zo ver, dat zij zich in dankbaarheid aan de voeten van Maria neerwerpt.

Ik vertel U dit alles slechts om U erop te wijzen, hoe onvoorstelbaar belangrijk ons lijden voor God is, en welke golven van Liefde Hij in ruil daarvoor doorheen de diepste kamers van onze ziel laat stromen. Wanneer de ervaring van de verlatenheid zich laat voelen, moet U zich vast voor ogen houden dat God op dat ogenblik ver weg lijkt te zijn, omdat Hij juist dan IN U leeft (en U Hem daardoor niet meer kunt 'zien'). De Gekruisigde herhaalt Zijn Lijden in elke ziel die haar lijden liefdevol draagt. U zult de kracht krijgen. Ik verzeker U zelfs nu met klem dat U een opleving van krachten te wachten staat, omdat U zult voelen, hoe de Meesteres van alle zielen in U werkt. Gelooft U toch in Maria. Zij is veel méér dan de wenende Moeder!

Vergeeft U Uw man van harte, want hij handelt slechts uit onwetendheid, en omdat de duivel hem ertoe aanzet, U in Uw boetelijden ook moreel te ondermijnen. Probeert U voor hem een lichtpunt te zijn. Dit zal U waarschijnlijk onmenselijk zwaar lijken, maar U zult erover verbaasd zijn, hoe ver de kern van de ziel haar nieuwe kracht kan halen wanneer zij zich bewust in het Verlossingsplan van God heeft laten inschakelen.

Lieve zus, waar haalde de Kruisdragende Jezus Zijn kracht vandaan? Uit drie bronnen:
  1. uit het vast besef van het nut van het lijden voor de zielen;

  2. uit de Liefde voor de zielen en voor de Wil van God, van Wie Hij natuurlijk volkomen wist, dat deze de eigenlijke Bron van de Schepping is: Uit de Wil van God komt alles voort, en deze is ook bron van alle verandering, bijvoorbeeld van de omzetting van de verpletterende uitwerkingen van de erfzonde tot de Verlossing door lijden;

  3. uit de Tegenwoordigheid van Maria. De Moeder van Jezus was volkomen één met Zijn Hart. Zij leed Zijn Lijden mee op een verheven mystiek niveau, en verkeerde tijdens de Passie in een bijzondere ononderbroken uitwisseling van Hemelse Liefde met Jezus. De Liefde is, zoals bekend, de draagster van alle levenskracht.

Beschouwt U nu eens Uw levensweg. De Goddelijke Voorzienigheid heeft U Maria als de Meesteres van alle zielen laten kennen. U vindt de Meesteres nu op de kruisweg van Uw leven, met een totaal onvermoede macht. De Meesteres van alle zielen onderricht U in de geheimen van de Liefde en het inzicht in het Mysterie van het lijden. U bezit daardoor de drie componenten die Jezus tot in het uur van de Verheerlijking hebben gedragen. Uit deze componenten bestaat nu Uw geluk. Het Geluk dat niet door lichamelijke gewaarwordingen negatief wordt beïnvloed of bedreigd, zult U later leren kennen. Bedenkt U eens, dat U nu constant zaad voor Uzelf en voor anderen aan het uitstrooien bent, doch dat men aan het zaad nooit kan zien hoe mooi de bloemen zullen worden, die in dit zaad verborgen zitten. Zaad ziet er eenvoudigweg uit als stoffelijke korreltjes. Elk korreltje echter, is drager van de Goddelijke Intelligentie, van het groeiplan en van de richtlijnen voor de bloei en de stofwisseling van de toekomstige bloem of plant, en van de typische kenmerken van de soort: Dit alles zijn bewijzen voor de Goddelijke Tegenwoordigheid. Net zo is het voor het zaad van ons lijden.

Lieve zus, elke verdere dag is het geschenk van de Zaaister: De ziel krijgt in haar lijdend lichaam een nieuwe dagportie aan lijdenskapitaal, dat zij in de zielen kan uitstrooien zoals geld op een rekening, dat uiteindelijk bijdraagt tot de Verlossing en daardoor dient om een betere wereld voort te brengen.

In naam van de spiritueel zeer zwaar lijdende mensheid dank ik U voor elk zaadkorreltje dat U onder leiding van de Hemelse Koningin uitstrooit. Ik doe graag alles wat mij vergund wordt om ertoe bij te dragen dat tussen Uw hart en het Hart van Maria een vruchtbare brug in stand wordt gehouden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam