TOTUS TUUS, MARIA !

Bepaalde brieven zijn tijdelijk niet oproepbaar. Volgens de wensen van de Meesteres van alle zielen zullen deze geleidelijk aan worden geplaatst.

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
526-600

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 528.
Beantwoording van een opmerking in verband met de gebedsdagen ten behoeve van de dieren

Deze antwoordbrief is tot stand gekomen naar aanleiding van een mail, waarin wordt geschreven: "Met alle respect voor de Schepping en vooral voor de dieren, hangt ons Zielenheil niet in de eerste plaats af van de dieren, ook al spelen deze een grote rol voor de mensen. Misschien zou U ook moeten oproepen tot een gebedsdag tegen de vervolging der christenen".

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw mail.

De Moeder Gods laat mij Uw brief onmiddellijk beantwoorden met de bedoeling, één en ander duidelijk te stellen, omdat U – ondanks het feit dat Uw opmerking in verband met gebed tegen de vervolging der christenen vanzelfsprekend gegrond is – blijkbaar de ware zin van het hele project van de Koningin des Hemels ten behoeve van de dieren, met de gebedsdagen evenals met het geschrift De Beekjes van het Heil, niet helemaal correct hebt begrepen.

De noodzaak van gebed tegen de vervolging der christenen is mij heel zeker bekend. Dit moge overigens blijken uit het geheel van de geschriften op de Maria Domina Animarum website. Graag één en ander als toelichting, in de hoop dat de beweegredenen van de Koningin des Hemels hierdoor de zielen in het algemeen wat beter begrijpelijk mogen worden:

  • Niet ik, doch de Koningin des Hemels beslist over datgene waartoe op de MDA-website wordt opgeroepen. Vele zielen houden onvoldoende rekening met het feit dat dit Apostolaat zowel in zijn bron als in zijn effecten geen werk van mensen is. Elke publicatie en elke oproep gebeurt bijgevolg op inspiratie vanwege de Eeuwige Wijsheid, Die alles ziet en die ook in absolute volmaaktheid alle gevolgen kan inschatten, die elke ontsporing in deze wereld op het Heil van de zielen kan hebben, respectievelijk reeds heeft gehad;

  • De zielen die zich werkelijk in de hele materie van de op de website van onze Hemelse Koningin aangeboden geschriften verdiepen, zien meteen in, dat ons christelijk erfgoed nood heeft aan bescherming door gebed, alleen reeds wegens het feit dat het de drager van Gods enige Waarheid is. Naarmate de zielen zich daadwerkelijk tot een Ketting van Licht aan elkaar laten smeden, zoals de Meesteres van alle zielen het zo vurig verlangt, zal het christendom als vanzelf tot een burcht van Licht worden, die zich niet meer laat innemen. Daartoe is echter de beleving van het ware, traditionele christendom nodig, zoals dit in het geschrift Testament van het Verbond wordt uiteengezet;

  • Er zijn in de geschiedenis diverse duidelijke voorbeelden geweest van gebeurtenissen waarbij het aanroepen van de Moeder Gods vanwege groepen van zielen, die zich in Geloof aan elkaar sloten, zware bedreigingen van het christendom met één klap brak. Wellicht hebt U begrepen dat Maria’s oproep tot het vormen van een Ketting van Licht, zoals Zij dit doorheen alle geschriften op deze website laat verkondigen, uiteindelijk niets anders is dan een uitnodiging aan de christenen om zich aan elkaar te sluiten met als doelstelling: het behoud van het ware christendom en de verlamming van elke duistere kracht, die zich tegen het Licht van Christus richt;

  • De Meesteres van alle zielen heeft de gebedsdagen ten behoeve van de dieren om een wel zeer gerechtvaardigde reden ingesteld. Terwijl vele zielen weliswaar de noodzaak zien van vele dingen die de mensenzielen rechtstreeks aanbelangen, zien slechts uiterst weinigen hoezeer de hele wereld zou veranderen indien meer respect en vooral heel wat meer zachte Liefde jegens de dieren mocht worden betoond. In deze zin wordt in de Beekjes van het Heil evenals in de oproep tot de gebedsdagen ten behoeve van de dieren een leemte opgevuld, die door veruit de meeste zielen zelfs nooit wordt gezien noch beseft, en dit met nefaste gevolgen voor de hele Schepping.

    Ik kan verstaan dat, om deze oproep te begrijpen, misschien de schokkende ervaring van visioenen nodig is, in dewelke men de Moeder Gods ziet wenen omwille van het immense verlies aan genaden op deze wereld wegens de wijze waarop met de dieren wordt omgegaan. Jammer. Laten wij niet vergeten dat deze oproep niet slechts de dieren baat, doch uiteindelijk de staat van genade van de mensenzielen ten goede komt, en wel in een mate waarvan de Moeder Gods mij heeft verzekerd, dat geen mens zich deze kan voorstellen. Ik voor mijn part heb na deze mystieke ervaringen Maria’s instructie om tot een maandelijkse gebedsdag ten behoeve van de dieren op te roepen, met tranen van vreugde verwelkomd;

  • Mij doet elk onbegrip in verband met de oproep tot de gebedsdagen ten behoeve van de betrekkingen tussen de zielen en de dieren pijn, evenals elk onbegrip in verband met dat prachtige geschenk van het boek De Beekjes van het Heil, en misschien nog wel het diepst om deze reden: Dat uit de Ware Liefde tot de dieren in hoge mate de ontwikkeling af te lezen valt, die een mensenziel in het Goddelijk Leven heeft bereikt. Dit is niet mijn persoonlijke mening, doch de stelling van de Hemel zelf, zoals dit klaar en duidelijk blijkt uit De Beekjes van het Heil. Ik kan U derhalve verzekeren, dat ik met deze woorden absoluut geen evaluatie van Uw persoonlijke spirituele ontwikkeling beoog: Een dergelijke evaluatie komt mij allerminst toe, en bovendien begrijp ik dat het niet in Uw bedoeling ligt, met Uw opmerking de waarde van de gebedsoproep ten behoeve van de dieren neer te halen;

  • Zegt niet reeds het Evangelie dat men heel goed het ene kan doen en het andere niet laten? Van harte verwelkom ik elke inspanning van zielen om te bidden in verband met de vervolging van de christenen. Daartoe werd ikzelf reeds vele jaren geleden door de Moeder Gods opgeroepen, en daartoe heeft Zij mij ook diverse gebeden geïnspireerd (bekijkt U slechts de categorie van de Myriam-Kroontjes, en U zult vaststellen hoezeer de Moeder Gods via mijn kleine ik reeds lang geleden heeft opgeroepen tot gebed tot versterking van het christendom). Graag geef ik in dit verband nog deze beide aansporingen tot overweging uit het Hart van de Hemelse Koningin mee:

  1. Elke ziel die zich vurig aan Maria toewijdt en haar leven als toegewijde in alle details van het dagelijks leven ernstig neemt, verzamelt automatisch genaden die worden verleend ter versterking van het christendom, en op basis waarvan God Zijn vesting van het Ware Geloof bouwt. De juist beleefde totale Mariatoewijding is immers volledig op de definitieve overwinning van het Licht over de duisternis gericht. Indien méér zielen dit correct mochten inschatten, zouden ook méér zielen inzien hoe gerechtvaardigd het feit is, dat de Meesteres van alle zielen onophoudelijk oproept tot totale toewijding aan Haar. Een ziel die de totale Mariatoewijding op de juiste wijze waarlijk beleeft, is als een levend gebed, dat precies volgens Gods oordeel wordt gebruikt voor en tegen datgene, wat Hij op elk ogenblik passend acht;

  2. Laten wij niet vergeten dat de vervolging van de christenen niet slechts uitgaat van niet-christenen, doch ook (en in Gods ogen is dit nog veel erger) van zielen binnen onze eigen geloofstraditie, die diegenen aanvallen, die zich inzetten voor het behoud of de terugkeer van het traditionele christendom, waarin slechts God en Zijn oeroude (tijdloze) waarden centraal staan. Wie de stellingen van de Wetenschap van het Goddelijk Leven in de breedte en in de diepte bestudeert, weet heel goed wat de Moeder Gods hiermee bedoelt.

  3. Elke christen die zich in deze door liberalisme gekenmerkte wereld inzet voor de verkondiging van de volheid van de Waarheid, d.w.z. van de op de traditionele christelijke wortels gebaseerde onderrichtingen en inspiraties van de Heilige Geest, die precies bij deze traditie passen, wordt vervolgd. De Meesteres van alle zielen heeft ook mijn kleine ik de zwaarste vervolgingen voorspeld, en Zij heeft gelijk gekregen. Zo is het, omdat dit precies binnen Gods Plan past. Zo werkt de duisternis nu eenmaal.

    De duisternis rust nooit zolang zij Licht bemerkt, en elke ziel die het christelijk erfgoed oprecht in het hart heeft gesloten, stelt ook in een zekere (onderling verschillende) mate Christus tegenwoordig. Voor de duisternis is dit echter een aanstoot. Laten wij niet vergeten:

  • dat de christen automatisch blootstaat aan het risico op vervolging, vanwege de aard en de bron van zijn levensbeschouwing;
  • dat de vervolging vele gezichten heeft. Velen maken zich ook in ons midden schuldig aan vervolging zonder dat zij dit inzien (omdat zij het Ware Licht miskennen, respectievelijk niet elk aspect ervan herkennen en dus in een bepaalde mate verblind zijn);
  • dat wij het grotendeels aan de vervolgingen der christenen doorheen de eeuwen te danken hebben dat wij nog het christendom kunnen beleven. Jezus Zelf zou men als het ware als 'de eerste vervolgde christen' kunnen beschouwen. Hij moest Zijn vervolgingen aanvaarden en doorstaan, opdat het zaad der Verlossing in de zielen zou kunnen worden gezaaid.

Lieve broeder, mij is duidelijk dat Uw opmerking uit een oprecht hart afkomstig is, en dat U deze niet als een verwijt hebt bedoeld. Niettemin heeft de Moeder Gods Uw brief te baat genomen om alle zielen één en ander duidelijk te maken dat gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. Maria laat er tot besluit op wijzen, dat Haar desbetreffende antwoord in geen geval mag worden aangegrepen als een aanleiding tot enige vorm van polemiek. Met onderhavige antwoordbrief heeft Zij slechts één en ander willen laten verduidelijken opdat elke ziel moge zien, dat evaluaties en oordelen van ons, mensen, heel vaak naast de Waarheid liggen, vanwege het feit dat wij nooit de volheid van het perspectief kunnen zien, vanuit hetwelk God Zelf, respectievelijk de Moeder Gods, de staat van genade van de zielen en de ontwikkeling van Gods Heilsplan bekijken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 533.
De Ware Hoop, Gods verborgen Liefde, en de verborgen schatten der beproevingen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

(...) Aan U ligt het absoluut niet, dat ik nog niet eerder heb geschreven, wel integendeel, ik heb steeds het gevoel dat U met hart en ziel in de spirituele groei en in de inspanningen daartoe zit, en precies dat is het, wat mij zo zeer verheugt. U behoort tot de zielen die dit werk de moeite waard maken.

Het verheugt mij dat Uw man dit heeft meegemaakt (U begrijpt vast wel wat ik bedoel, uiteraard niet voor het leed dat hij heeft moeten ervaren om ook dat 'andere' te zien, dat waarlijk een wereld op zich is, zo ver van de 'gewone' verwijderd). Inderdaad, God heeft zo Zijn wegen, en pas later begrijpt de mens waar iets goed voor is geweest. Dergelijke ervaringen zijn soms de wekker die afloopt, als om te zeggen "word wakker, het Ware Leven moet nu voor jou beginnen".

Ik kan mij best voorstellen dat Uw werk in (...) nu pas goed moeilijk is geworden. Ja, men verandert niet steeds op slag zijn leven wanneer men daartoe zin heeft, zovele factoren spelen voortdurend hun rol. Maar het goede is, dat men met een nieuwe lading aan spiritualiteit ook in zijn 'oude' leven plots een andere bries kan laten waaien. Zelfs indien de omgeving daar niet op reageert zoals men dit zou willen, toch is men bezig, de bodem om te spitten voor een nieuwe vruchtbaarheid, eerst in de eigen tuin, daarna geleidelijk aan in deze van de buren, enzovoort... U begrijpt het beeld vast wel.

Ik zie U steeds als een gezin dat heel hard werkt om de verontreinigingen van de wereld van zich af te houden en af te wassen, en over één en ander niet gelukkig is, en eigenlijk is dat de enige juiste houding. Precies deze houding is het overigens, die het U in de wereld vaak moeilijk maakt, doch weest U gerust, dit is een goed teken. Wie doorheen deze wereld stapt in een onverdeelde vreugde over alles, mist diepgang. Vreugde moeten we hebben, alleszins, maar het moet een vreugde zijn die wortels heeft geschoten in de Ware Hoop, doordat de ziel weet dat er ergens 'iets' leeft dat de echte werkelijkheid is, en dat precies daar het ware levensdoel, de echte zin van dit leven ligt. Al het wereldse is niet het ware doel of de ware zin van dit leven, het is slechts de invulling van de weg van de vervolmaking in alle deugden.

Ik heb vanaf Uw allereerste brief, intussen een hele tijd geleden, met vreugde vastgesteld dat U deze gesteldheid in zich draagt, en dat is het, wat U individueel en als gezin steeds zal laten bloeien, ondanks (dankzij!) de vele tegenwind. Soms kan tegenwind voor een lichte koerswijziging zorgen, die men niet zo heeft bedoeld, maar waarin Gods Voorzienigheid haar Wijsheid fluistert. De ziel die dat begrijpt, heeft de kunst van het gelukkig-zijn gevonden: Zij beseft dat God inderdaad met haar bezig is, op Zijn eigen manier – zacht, begripvol, teder, oneindig geduldig, en in vurige Liefde.

Lieve zus, ik herinner mij heel goed Uw uiteenzetting in de vorige brief, in verband met het leven in (...) dat voor U zo zwaar is geworden. Dat gevoel dat 'op mijn eigen hart oversloeg', heeft mij niet meer losgelaten. Ik had U gewoon willen omhelzen en (zoals een moeder dat zou doen) zeggen 'aan elke berg komt een eind, daarna bol je zonder moeite naar het dal: vele kilometers zonder één inspanning', maar ik weet zelf ook wel, dat men die top pas bereikt in het uur van de overgang naar het 'ander Leven' (bemerk de grote L). En toch... is deze troost geen ijdel woord: Eigenlijk werkt die 'afdaling', die ware vooruitgang als op vleugels, zich nu, hier beneden, reeds uit in de ziel die de Ware Hoop koestert. U weet wat Maria steeds opnieuw laat schrijven: In de Ware Hoop is de 'voltooide werkelijkheid' reeds verwezenlijkt, met andere woorden: Datgene wat ons door God is beloofd, leeft in waarheid nu reeds in het tijdloze, en in de Ware Hoop leeft de ziel reeds een stuk in dat tijdloze, want diep vanbinnen weet zij dat alles goed komt.

Weet U, voor mij is het dubbel verheugend, U dit zo te mogen formuleren, omdat wegens de jarenlange ervaring van de mystiek dat gevoel voor mij een tweede (eerste?) natuur is geworden, en ik dus heel goed weet dat het geen hersenspinsel is, doch een realiteit, die de ziel alleen jammer genoeg niet constant kan vasthouden (wegens dat monster dat 'de wereld en zijn schreeuwende invloeden' heet). Dit alles wordt reeds gauw de echte levenstaak: de constante innerlijke strijd tegen de omgeving, die ons wil laten geloven dat wij het niet bij het rechte eind hebben (of erger, dat wij 'niet normaal' zijn). Hoezeer toch wordt dit woord verkeerd bekeken: 'Normaal' = 'volgens de norm'. Indien daarmee de norm van het wereldse wordt bedoeld, mag deze echter geen mikpunt of geen referentie zijn, want de norm van het wereldse denken en streven en willen, is HEEL ver afgeweken van datgene wat God met de zielen voorhad...

Die berg, die wij moeten beklimmen, lijkt op sommige dagen eindeloos, en zelfs troosteloos: Het dal en zijn bloemen lijken zo ver weg, de vertrouwde geluiden vallen het ene na het andere weg, de wind begint te suizen en werkt soms wat beangstigend, en de diepte naast ons laat ons duizelen. En toch ligt daarin juist het goud verborgen: De prijs krijgen wij pas op de top, maar wij werken aan die prijs tijdens de beklimming. De arbeider ontvangt zijn loon niet vooraf, doch na de doorstane inspanningen en het leed dat er vaak mee gepaard is gegaan.

Opmerkelijk toch, dat U deze brief schrijft op de feestdag van Maria, Vrijkoop der slaven. Zij kan ons vrijkopen uit de gevangenschap jegens de wereld. Zij zal ons niet noodzakelijk 'van de wereld verlossen', maar zeker wel van de beklemmingen der wereld die ons hart wurgen. Anders gezegd: Maria kan ons een vernieuwd hart geven, dat zijn lasten anders bekijkt, er anders mee omgaat, zodat zij plotseling ergens lichter en zinvoller lijken, en dit daardoor ook echt worden.

Stelt U zich even een prachtig siertuintje voor, vol kleurige bloemen, rotspartijtjes, een klaterend beekje tussen keien... Het is best mogelijk dat, wanneer U dit tuintje vanuit welbepaalde hoeken bekijkt, U hoofdzakelijk stenen ziet, achter dewelke de bloemen en het water verborgen zitten. Wellicht meent U dan, dat aan dat tuintje niet veel bijzonders te bekijken valt. Stapt U echter een paar tientallen meters verder, dan kan het best zijn, dat zich voor Uw ogen een beeld ontvouwt van een ongelooflijke bloemenpracht met een beekje, een vijver, en diezelfde stenen van daarnet, doch nu helemaal opgenomen in de harmonie van het geheel. Wat voelt Uw hart nu? "O, wat past dit alles wonderlijk samen, alles heeft zijn plaats en zijn zin". Ja, ook de stenen horen erbij, zonder hen 'ontbreekt iets', en is het geheel onvolledig. De stenen, opgenomen in het totaalbeeld, worden zelfs tot bron van extra verrukking.

Deze tuin is het beeld van een mensenleven. De bloemen zijn de vruchten der genade, het water (de tranen!) is noodzakelijk om deze genaden bloeiend te houden en te vermeerderen, de stenen (de moeilijkheden, beproevingen) zijn de verrukkingen, die slechts als dusdanig worden herkend mits men ze vanuit bepaalde hoeken bekijkt, en die de grondstof vormen voor het goud, dat de ziel later krijgt uitbetaald, indien zij de stenen op de juiste wijze (in Liefde, Geloof, Hoop, aanvaarding en toewijding) heeft gedragen. Elke steen die men in dit leven weggooit (de beproeving die men van zich afwerpt, niet aanvaardt, absoluut kwijt wil, verafschuwt...) kan niet meer in goud worden omgezet en verkleint het kapitaal voor het Ware Leven hierna.

Lieve zus, voor mijn hart zou het een feest zijn indien deze beelden Uw hart mogen raken als wat zij werkelijk zijn: Omhelzingen vanwege de Koningin van alle Hoop, de Vrijkoop der slaven, de Moeder van de Eeuwige Liefde. In al mijn kleinheid voeg ik aan dit alles graag mijn eigen liefde toe, die – zoals alles hier beneden – nog volop de molen moet voeden door dewelke de diamant van de ziel geslepen wordt opdat zij moge kunnen dienen als enigszins waardige bruidsschat voor God in het uur van haar intrede in de eeuwigheid.

Ja, ons tuintje kan mooi zijn ondanks de stenen, of eerder dankzij de stenen, ze horen erbij, en God verbergt precies in hen Zijn grootste schatten. Laten wij het zo bekijken: God heeft zo Zijn wegen om te achterhalen in hoeverre de ziel uit de oppervlakkigheid van het wereldse kijken, voelen en streven weg groeit, en vooral wil groeien. Hij weet, dat de werelds voelende ziel eerst de bloemen (de in het oog springende schoonheden) zal bekijken, betasten, onderzoeken. Echt Geloof echter, bloeit in de ziel die er werkelijk rekening mee houdt dat God Zijn Hart eveneens in de stenen heeft gelegd, want dat ook deze van Hem afkomstig zijn. Gods schoonheidsideaal is niet identiek met het onze, precies daarom moeten wij hier en daar leren 'anders' denken, zien, voelen, streven...

Lieve zus, aarzelt U niet, Uw hart te luchten wanneer zich daartoe de noodzaak aandient. De Moeder Gods staat steeds open voor de ziel die drijft op de wil om Haar onderrichtingen in de praktijk om te zetten. Slechts in de ziel in deze gesteldheid kan Haar zaad tot bloei komen. Laten wij nooit vergeten dat in dit zaad alles vervat zit, ook de mogelijkheid om de stenen des levens lief te hebben als schatkistjes die zich pas laten ontsluiten zodra de ziel totaal doordrongen is van het Geloof in Gods neiging om op alles de handtekening van Zijn Liefde te plaatsen, heel vaak nog het duidelijkst op de dingen waar de werelds denkende ziel overheen zou kijken, of die door haar het snelst worden veracht.

Ik omhels U in de Liefde van de Moeder Gods, Gods Waterval van Liefde, Hoop en Waarheid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 534.

Over onverschilligheid ten aanzien van dierenleed, en onbegrip ten aanzien van de stelling van de Hemel in dit verband

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw mail. Ik begrijp heel goed wat U bedoelt. Ook ik ben diep bezorgd over de ingesteldheid van talloze zielen ten aanzien van de dieren, en in het bijzonder over de ingesteldheid van diegenen, die op grond van hun roeping op een heel bijzondere wijze Gods Liefde zouden moeten vertegenwoordigen. Precies om deze reden heeft de Hemelse Koningin mij de unieke inspiratie De Beekjes van het Heil laten schrijven, opdat het standpunt van de Hemel met betrekking tot de ongevoeligheid jegens dierenleed eens en voor altijd aan de wereld bekend zou worden gemaakt.

Heel veel mensenzielen zien dit niet in, respectievelijk (wat nog veel erger is!) willen dit niet inzien, maar met de Moeder Gods als Getuige bevestig ik U deze Waarheid: In het uur van haar aardse dood verzwaart een mensenziel het oordeel over haar pas geëindigde leven op aarde door elk leed dat zij medeschepselen (ook dieren) heeft toegebracht, en verlicht zij haar oordeel door elke akt van Liefde, die zij jegens haar medeschepselen (ook dieren) heeft gesteld. Deze regel zou zo ongeveer als de rode draad kunnen worden beschouwd, die doorheen de boodschap loopt, die in de Beekjes van het Heil aan de mensheid wordt overgebracht.

Dit alles zou toch heel begrijpelijk moeten zijn voor elke ziel die de Wet van Gods Liefde heeft begrepen. Dieren zijn, evenzeer als mensen, schepselen van God. Zij zijn uit Zijn Liefde voortgekomen, en hebben binnen de Schepping een belangrijke rol te vervullen. Deze rol – die, nota bene, ook het Heil van de mensenzielen betreft! – wordt in de Beekjes in vele details uiteengezet. Niettemin is gebleken dat er zielen zijn, die zichzelf als christenen bestempelen, die deze uiteenzettingen zo volledig verkeerd verstaan, dat men niet meer bekomt van de verbazing bij het lezen van datgene, wat zij daarover denken, respectievelijk hoe zij deze uiteenzetting wel hebben begrepen.

Ik wil het daarom nogmaals klaar en duidelijk zo formuleren: Het is de Schepper en Heiland een gruwel wanneer mensenzielen dieren leed berokkenen. De dieren zijn door Hem geschapen om de mensenzielen vreugde te bereiden door hen reeds hier op aarde duidelijke tekenen van Zijn Liefde te laten voelen – tekenen die duidelijk en ondubbelzinnig zijn doordat zij zelfs met de zintuigen kunnen worden waargenomen, in de natuur rondom de zielen.

Het gebrek aan zichtbare Liefde bij sommige diersoorten en de redenen daarvoor, heb ik in de Beekjes eveneens vanwege de Hemelse Koningin op zeer goed te verstane wijze mogen bespreken, respectievelijk moeten bespreken. Deze tekenen doen in geen enkel opzicht afbreuk aan de stelling over de dieren als kanalen (beekjes!) van Gods Liefde, en dus van het Goddelijk Leven.

De dieren zijn onderdelen van het netwerk van Gods Liefde, dat de hele Schepping omspant. Wie dieren leed berokkent, bewust en onverschillig, verminkt in werkelijkheid uitingen van Gods Liefde, dit wil zeggen: Hij verminkt Werken van God. Laten wij nooit vergeten:

  1. Slechts de Liefde maakt het leven op aarde mogelijk;
  2. Slechts de Liefde bepaalt of, en in welke mate, de mensenziel reeds op aarde het geluk vindt;
  3. Slechts de Liefde bepaalt in welke mate de mensenziel in de eeuwigheid zal delen in het Heil.

Hoe kunnen mensen, en heel in het bijzonder dezen, die zich als christenen beschouwen, zich er nog over verwonderen dat de ellende op aarde blijft toenemen, wanneer zij er nauwelijks bij stilstaan, en er in vele gevallen zelfs niet eens in geloven:

  • dat in de Schepping alles pas door de genade Gods leeft, en de fundamentele genade deze van de Liefdesstroom is, die Hij onophoudelijk doorheen de hele Schepping laat vloeien;
  • dat de stroom van de Goddelijke Liefde voor de hele Schepping pas zijn effect krijgt door de wijze waarop de mensenzielen met deze Liefde omgaan;
  • dat Gods geschenken van Liefde op aarde slechts zeer beperkt op hun echte waarde worden geschat, respectievelijk zeer ondergewaardeerd blijven;
  • dat elk teken van Gods Liefde een (vaak gecamoufleerde) schat van Heil voor de zielen in zich draagt.

Slechts de Liefde van God, en vanwege de mensenzielen het juiste begrip en de volhardende, onzelfzuchtige toepassing ervan, kan de wereld en de zielen redden. De redding zal niet eenvoudig door een tussenkomst van Boven komen, zij moet door de zielen worden bewerkt, en wel door volle benutting van de genade en de opperste verheerlijking van de Liefde in ons dagelijks leven. Deze 'noodkreet' van Gods wege in de harten te laten doordringen, is de opdracht en de ware zin van dit Apostolaat van de Hemelse Koningin.

Niet alleen verstaan vele zielen de tekenen van Gods Liefde niet meer, respectievelijk nog niet, en wordt wereldwijd dag na dag miljarden malen de Wet van de Liefde overtreden, boven dit alles heeft de Hemel de zielen nog het unieke manifest De Beekjes van het Heil als volkomen onverdiende uiteenzetting over het diepste wezen van de Goddelijke Liefde gegeven, en zelfs dit geschenk heeft enkele zielen er niet van weerhouden, Myriam aan te vallen met redeneringen die slechts uit de diepste duisternis en verblinding kunnen zijn geput. Zo zij het: Ik doe uitsluitend datgene, waartoe de Moeder Gods mij oproept, en wel precies met de invulling die Zij mij ingeeft. Daarom bedroeft mij dit niet omwille van mijn nietigheid, doch vanwege de ingesteldheid van bepaalde zielen jegens de Moeder Gods, deze Stem van de Waarheid en Moeder van de Mens geworden Liefde.

Bepaalde 'christenen' hebben zich bovendien aangematigd, de beslissing van de Moeder Gods voor belachelijk te houden, toen Zij ertoe liet oproepen (en ertoe blijft oproepen), op de vierde dag van elke maand een gebedsdag ten gunste van de dieren te houden. Ik verzeker U dat ik in alles, wat Zij mij heeft gezegd en in mij heeft uitgewerkt, met diepe droefheid heb ingezien dat nauwelijks een ziel kan begrijpen vanuit welke nood vanwege de zielen Maria deze oproep heeft laten verkondigen, en dat geen woorden ooit voldoende kunnen uitdrukken hoe belangrijk deze oproep voor de mensheid wel is. In de plaats daarvan hebben sommige zielen in dit verband Myriam zelfs uitgelachen. De mensenziel, door God bedoeld als kroon op de Schepping, lacht over Gods maatregelen, die erop gericht zijn, hun Eeuwig Geluk te redden, waar zijzelf blijkbaar onverschillig tegenover staan...

Ongeacht hoe bepaalde instanties tegenover dit thema staan, ik beklemtoon dat ik in de Beekjes van het Heil, zoals in alle geschriften, de volle, onverdeelde Waarheid heb geschreven, zoals de Hemelse Koningin mij deze in gesproken woorden en in vele beelden heeft medegedeeld. Ik heb daaraan noch om het even wat zelf toegevoegd, noch om het even wat weggelaten, waarvan de Hemelse Moeder mij heeft verzocht, het door te geven. Derhalve getuig ik met heel mijn wezen dat elke regel die in de Beekjes van het Heil staat geschreven, Gods Waarheid vertegenwoordigt. Ik herhaal in dit verband, en zal niet ophouden te herhalen, dat het mij heel goed bekend is, welke veroordeling mij wacht voor het geval ik niet de volle Waarheid zou schrijven zoals de Meesteres van alle zielen mij deze onderricht, en die ik niet uit mijzelf doch uitsluitend in Haar opdracht mededeel, in de Beekjes van het Heil evenals in alle geschriften die via het Maria Domina Animarum Apostolaat worden verspreid.

Het is waarlijk de hoogste tijd dat de zielen, en in de eerste plaats de christenen – die immers op grond van hun navolging van Christus, de Eeuwige Liefde, daartoe nog het meest geroepen zijn – er zich heel ernstig over bezinnen, dat op hen de verantwoordelijkheid rust om het zaad van Gods Liefde te laten openbloeien. Wij zijn hier op aarde om geen andere reden dan deze, in dit tranendal Gods Rijk tot bloei te helpen brengen. De aarde is niet door Gods Liefde tot een tranendal geworden, doch doordat deze Liefde ontelbaren onverschillig laat, en het zelfs vele christenen onverschillig laat, wat met de Schepping als geheel en met de individuele schepselen – mensenzielen en dieren, stuk voor stuk Werken uit Gods hand – gebeurt.

Op ons rust de heilige plicht, geen zaadje uit Gods Hart verloren te laten gaan. Om deze plicht – die voor de kroon op de Schepping het toppunt van vreugde en derhalve een uniek voorrecht zou moeten zijn – te kunnen vervullen, is er geen andere weg dan deze van de onzelfzuchtige inzet voor de vruchtbaarheid van Gods geschenken van Liefde. Zolang de mens niet het immense belang van de Liefde in de omgang met de dieren heeft beseft, en hij deze niet in de praktijk van het dagelijks leven toepast, en wel met heel zijn hart, kan slechts een fractie van het zaad van Goddelijk Leven in de mensenzielen openbloeien.

Vele christenen maken zich terecht zorgen over het feit dat zovelen voor de eeuwigheid verloren gaan. Hoe zou dit anders kunnen, wanneer niet eens onder ons, christenen, de Ware Liefde wordt begrepen? Ik ben U dankbaar, lieve broeder, dat U Uw hart in verband met dit thema hebt uitgestort, want – om het zo ongeveer met de woorden van Jezus te zeggen – niet vlees en bloed hebben U tot deze ingesteldheid geïnspireerd, doch de Geest van God, en de Koningin des Hemels heeft in dit antwoord absoluut nog een woord over dit thema willen spreken, want niet velen hebben dit totnogtoe correct begrepen: Het aandeel van onze ingesteldheid jegens de dieren in de ontwikkeling van de ellende op aarde, respectievelijk in het bijsturen ervan, is aanzienlijk groter dan de mensenzielen bereid zijn, het zich voor te stellen. In dit besef ligt één van de belangrijkste lessen van de dringende Hemelse oproep, die in de Beekjes van het Heil is belichaamd. Laten wij ons met volle kracht ervoor inzetten dat deze oproep de door de Allerhoogste beoogde vruchten moge kunnen opleveren, om het even wat sommige zielen, ook in de door U vermelde kringen, daarvan denken. Laten wij nooit vergeten: Wij vervullen onze roeping niet terwille van de bevrediging van eigen impulsen, doch omdat de Hemel ons daartoe oproept en omdat de Werken van Gods Liefde ons heilig zijn. Zalig zij die dit hebben begrepen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam