TOTUS TUUS, MARIA !

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
76-150

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 76
Over de homeopathie (1)

TOTUS TUUS, MARIA !

Eerwaarde en lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief.

De hele hetze over, respectievelijk tegen, de homeopathie is mij bijzonder pijnlijk.

Ten eerste ben ikzelf reeds getuige geweest van ontelbare prachtige resultaten met deze geneeswijze.

Ten tweede verbiedt Maria mij formeel, mij op elke polemiek met betrekking tot medische thema’s in te laten, omdat (ik citeer nu Hemelse woorden) "geen enkel gebied van de moderne maatschappij zo door de duivel wordt bespeeld als de geneeskunde". De reden hiervoor is begrijpelijk, omdat de meeste mensen hun hele dagelijks leven rond hun lichamelijk welbevinden opbouwen.

Maria laat mij Hemelse stellingen en standpunten openbaren, vaak pas naar aanleiding van brieven vanwege zielen die met bepaalde thema’s niet overweg kunnen. Zij verbiedt mij echter om op vele details, bijvoorbeeld op het gebied van de geneeskunde, in te gaan, omdat dit geen deel uitmaakt van mijn roeping en omdat ik mij daardoor ten prooi geef (zo drukt de Hemel het uit!) aan een strijd die "voornamelijk met commerciële achtergronden te maken heeft, wat de reden is waarom de duivel daarin zo heftig tekeer gaat".

Desondanks wil ik graag in dit verband, met Maria’s toestemming, het volgende vermelden. Ik hoed mij ervoor, een soort medisch verdedigingsschrift ten gunste van om het even welk genezingsprincipe te schrijven, daar mijn roeping uitsluitend te maken heeft met de verkondiging van de spirituele Waarheid. Wat ik echter nu moet schrijven, heeft in elk geval diepe spirituele wortels:

De stelling dat de werking van homeopathie 'wetenschappelijk niet bewezen kan worden' is eenvoudigweg absurd en misleidend, omdat de 'gevestigde' wetenschap toch al absoluut niet in staat is om werkingen aan te nemen die zij niet empirisch kan meten. De homeopathische geneesmiddelen zijn nu eenmaal niet gebaseerd op meetbare stoffelijke substanties. In een heel recente brief heb ik er vanwege Maria moeten op wijzen, dat de homeopathie op volkomen niet-stoffelijke krachten is gebaseerd; een verdund middel (vooral in de hogere potenties) bevat als het ware helemaal niets meer van de oorspronkelijke grondstof. Het principe van de potentiëring wordt binnen de klassieke geneeskunde ook al verkeerd of totaal niet begrepen, omdat het gebaseerd is op een denkweg die voor deze laatstgenoemde medische richting ongewoon is. Het is derhalve vanzelfsprekend dat een wetenschappelijk denken dat slechts het stoffelijke als basis voor de Schepping aanneemt en derhalve in de eerste plaats God Zelf volledig verloochent omdat Hijzelf de Belichaming is van het onstoffelijke, een genezingsprincipe bestrijdt dat:

  1. niet stoffelijk bewezen en niet empirisch gemeten kan worden;
  2. een zeer grote bedreiging vormt voor de gevestigde klassieke geneeskunde, die immers door een miljardenindustrie en een verpletterende lobby in de rug wordt gedekt.

De stelling dat na homeopathische behandeling geen blijvende resultaten merkbaar zouden zijn, verraadt reeds dat het nog steeds om een economische strijd gaat. Over de resultaten met een blijvende werking door homeopathische behandelingen zijn miljoenen bewijzen voorhanden, doch de klassieke geneeskunde doet deze af alsof ze niet eens bestonden.

Wat het zogenaamd 'duivels karakter' van de homeopathie betreft, moet in elk geval het volgende duidelijk worden gesteld. Is het soms beter met God verenigbaar dat precies de geneeskundige stroming die zich zo heftig tegen de homeopathie verzet, bijna uitsluitend middelen toepast die tegen de Goddelijke Intelligentie, tegen de ware levensstromen in werken, en noch in de diepte kunnen genezen (omdat zij tenslotte uit louter menselijke intelligentie geboren zijn, die daarenboven onophoudelijk door zucht naar winst wordt verontreinigd), noch de ziel het behoud van haar spiritueel welbevinden kunnen waarborgen? Genezing in de diepte, en verbetering van het spiritueel welbevinden, zijn uitgerekend de doelstellingen van de homeopathie bij elke behandeling.

Maria toont daarentegen aan, hoe de meeste alternatieve medische stromingen (onder andere de homeopathie) zich laten verenigen met de Goddelijke Intelligentie met betrekking tot het leven, en hoe zij het leven bevorderen zonder schade te kunnen berokkenen, mits zij op de juiste wijze worden toegediend, wat trouwens voor alles geldt. Waar is hier de duivelse component te vinden? De klassieke geneeskunde heeft zich steeds dieper en dieper laten inschakelen in de cultuur van de dood (ik herinner aan dit begrip dat Paus Johannes Paulus II zo graag gebruikte). Zij misleidt zielen met zogenaamde 'genezingen' die weinig anders zijn dan verschuiving en verdoezeling van het probleem, bijvoorbeeld het verschuiven van symptomen (een component daarvoor schuilt reeds in de ontelbare bijwerkingen van de geneesmiddelen). Daarenboven spiegelt zij de zielen de belofte voor, dat het kruis (het lijden) uit hun leven zal verdwijnen (terwijl het kruis nochtans de enige bron van onze Verlossing is), indien nodig zelfs door toepassing van praktijken die voor God afschuwwekkend zijn, zoals euthanasie en abortus. Tonen de woorden van de Moeder Gods, dat alternatieve geneesmiddelen niet werken wanneer dit niet binnen de Goddelijke Voorzienigheid past, doch zij in dat geval ook geen onheil aanrichten, niet klaar en duidelijk aan, dat het hier niet gaat om leugenachtige principes doch om principes die in overeenstemming zijn met Gods Wil?

De zo-even vermelde belofte over het wegwerken van het kruis is bovendien nog gebaseerd op een bewuste leugen, want de klassieke geneeskunde weet heel goed dat zij beloften doet, doch in werkelijkheid streeft zij hoofdzakelijk commerciële doelstellingen na en leidt zij tegelijkertijd zielen van Gods Plannen weg. Niet de wil tot genezen staat op de eerste plaats, doch de zucht naar winst. Heel erg wordt het pas echt wanneer zij daarbij geneeskundige denkstromingen die de zielen wel degelijk in de mogelijkheid stellen om hun door God verlangde rol binnen Zijn Heilsplan te vervullen, in hun wezenskern verdacht maakt terwijl deze de door God voorziene levensstromingen niet in het gedrang brengen of bruuskeren. De onwetende zielen laten zich met een gerust hart van God wegleiden en laten zich dan leiden door de dwaalgedachte dat zij bezig zijn, door het gebruik van alternatieve geneesmiddelen in hun dagelijks leven hun ziel aan de duivel uit te leveren.

Opdat het opzet volledig zou mogen slagen, en volledig zou zijn, worden vele alternatieve geneesprincipes eenvoudig van het etiket 'esoterisch' voorzien. Het is toch niet omdat er alternatieve genezingsprincipes bestaan die op esoterisch denken gebaseerd zijn, dat dit ook bij homeopathie het geval zou zijn. De zielen zouden intussen moeten weten hoezeer de Meesteres van alle zielen de esoterie als weg van misleiding door de duivel aan de kaak stelt. Anderzijds gaat het ook niet op, elke stroming die men in een slecht daglicht wil stellen, als 'esoterisch' af te schilderen. Jammer genoeg worden echter sommige alternatieve geneeskundige stromingen tegen hun oorspronkelijke bedoeling in, bij de esoterie betrokken, doordat men de beide in één en eenzelfde boek voorstelt, in één en dezelfde winkel verkoopt, enzovoort. Geen middel wordt geschuwd om Gods Liefde in de zielen onwerkzaam te maken, respectievelijk haar voor de zielen ontoegankelijk te maken.

Lieve broeder, ik zou boeken kunnen schrijven over wat mij in de loop der jaren aan onbeschaamde leugens over de alternatieve geneeskunde, onder andere over de homeopathie, ter ore is gekomen: uitspraken die iemand de haren ten berge zouden doen rijzen wanneer men deze beschouwt tegen de achtergrond van de enige Waarheid zoals de Moeder Gods deze verkondigt. Men kan werkelijk niet anders dan inzien dat het hier gaat om een zeer goed georganiseerde hetze, die van de duisternis uitgaat. Hoeft het U dan te verwonderen dat dit alles mij zo met afschuw vervult, in het licht van het feit dat ik reeds jarenlang vanwege de Moeder Gods het ene element na het andere van Gods Waarheid mag vernemen om het te verspreiden? Dit apostolaat is – zo noemt Maria het Zelf – het apostolaat van de bemoediging, de Hoop en de Waarheid. Onze strijd is gericht tegen elke onwaarheid, elke verblinding, elke dwaling en misleiding, en beoogt enkel en alleen de ontmaskering van de strategieën en leugens door dewelke de duivel onze wereld en de individuele zielen sinds de erfzonde aan het vergiftigen is. De ontelbare bronnen en wegen van de huichelarij behoren daar ook toe.

Waar houdt de verblinding toch op? Mochten de zielen even gelovig zijn met betrekking tot de Hemelse Waarheid als zij het zijn ten aanzien van de misleidingen vanwege de duivel, dan had deze wereld reeds lang de overwinning van het Ware Licht gezien. Mij verontrust het ten zeerste dat zoveel zielen zich zo gemakkelijk laten wegtrekken van iets dat volgens Hemels getuigenis als een geschenk van God moet worden beschouwd, en zich zo gemakkelijk laten misleiden door gedachtegoed dat duidelijk de werken van de duivel dient.

Des te onbegrijpelijker is deze hetze voor mij omdat de ziel die ons de brief heeft geschreven in antwoord op dewelke antwoordbrief 74 is ontstaan, van haar bisschop mocht vernemen dat de homeopathie 'een geschenk van God' is. Moet men dan soms aannemen dat de Kerk hier op een dwaalweg zou zijn?

Helaas moet ik aan dit alles nog toevoegen dat deze hetze onder andere uitgaat van bewegingen voor dewelke ik persoonlijk door onze Hemelse Moeder met klem ben gewaarschuwd. Het is mij echter van Harentwege niet toegestaan, hierover details bekend te maken.

Ik hoop dat U mijn beklemming begrijpt, aangezien ik mij evenzeer als U tussen twee vuren bevind. Ik heb slechts één enkele taak: de mij door Maria medegedeelde Waarheden aan de wereld door te geven. Soms moet ik mij daarbij op domeinen begeven, op dewelke ik door mijn taak, die ik slechts in gehoorzaamheid tracht te volbrengen, op vijandige reacties stuit. Ik draag dit alles in Liefde voor de Hemel, maar mag voor het overige geen enkel verder standpunt over dit thema innemen, omdat ik hier immers niet mijn persoonlijke opvattingen ingang tracht te doen vinden, doch deze welke mij door de Moeder Gods als de enige Waarheid worden ingestort.

Mij kwelt deze zaak buitengewoon erg, omdat ik weet, dat het in deze hetze om leugens en verblinding gaat, en omdat ik eveneens weet, dat ik slechts datgene schrijf wat Maria Zelf zegt. Telkens ik lees dat zielen, soms zelfs priesters, de homeopathie zo belasteren, lijkt mijn hart leeg te bloeden, omdat ik weet dat deze zielen totaal verblind zijn en zij Maria Zelf door hun uitspraken ten diepste pijnigen. De pijn gaat des te dieper omdat dergelijke kritieken bij mij binnenstromen in een hart dat – op grond van de mystieke eenheid met het Hart van de Smartvolle Moeder – de achterliggende verblinding moet ervaren. Zo is het in dit geval: Het is het Hart van Maria dat bloedt door deze hetze. Ik kan dit eenvoudigweg nooit voldoende benadrukken.

Het is mij meer dan bekend dat het soms de ondankbaarste opgave is, in een wereld van duisternis en verblinding de Waarheid te verkondigen. Dan zij het maar zo, wanneer ik daardoor ten minste hier of daar een ziel op Gods Liefde en Zijn ware geschenken kan wijzen. Liever verlies ik aan geloofwaardigheid bij de zielen die niet voor de volheid van het Licht kunnen kiezen, dan dat ik de Liefde verlies van Haar voor Wie ik deze werken volbreng, want de Meesteres van alle zielen heeft een werktuig nodig dat zich ook op de wegen van de Waarheid waagt wanneer het daardoor meer doornen dan rozen oogst. Tenslotte heb ik er persoonlijk niet in het minst belang bij – bijvoorbeeld – de homeopathie in spiritueel opzicht te verdedigen. Ik weet slechts dat ik niets anders verkondig dan datgene waarvan ik weet, dat het mij door de Meesteres van alle zielen Zelf geopenbaard is.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 77
Over de homeopathie (2)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag beantwoord ik Uw tweede brief, zoals steeds, op Gods Tijd. Eén ding wil ik echter nu reeds aanstippen, omdat Uw opmerking op een zeer betreurenswaardige leugen is gebaseerd, die – God weet waarom – in omoop schijnt te zijn. Ik wil met klem opmerken dat dit ons ook zeker niet hoeft te verwonderen, want wij mogen nooit vergeten dat de duivel geen middel schuwt om in deze Laatste Tijden al het goede verdacht te maken. Uw opmerking dat velen beweren dat homeopathie duivels is, wordt door de Moeder Gods met grote stelligheid bestreden. Ik verwijs naar de brief die U zeer binnenkort op deze website zult kunnen lezen, waarin ik vanwege Maria de stellingname van de Hemel over homeopathie openbaar heb mogen maken.

De opvatting dat homeopathie duivels zou zijn, is ooit in omloop gebracht op grond van het feit dat de grondlegger van deze medische stroming, Dr. Samuel Hahnemann, zogenaamd vrijmetselaar was. Toen ik dit jaren geleden vernam, heb ik de Moeder Gods hierover precieze vragen gesteld, omdat ik:

  • ten eerste uitsluitend en alleen Gods Waarheid wilde volgen en verspreiden, en
  • ten tweede in mijn eigen leven en in mijn omgeving reeds vele uitmuntende resultaten door behandeling met homeopathie heb kunnen vaststellen.

Een deel van Maria’s antwoord zult U in de voormelde brief kunnen lezen. Ik wil echter graag op dit punt enkele uitbreidingen toevoegen. Ik beklemtoon dat ik dit zoals steeds niet op eigen initiatief doe, doch in het kader van de gehoorzaamheidsdiscipline aan dewelke ik jegens Maria onderworpen ben.

Eerst en vooral moeten de verdachtmakingen aan het adres van Dr. Hahnemann worden beschouwd binnen het kader van de in zijn tijd heersende maatschappelijke ontwikkelingen. Deze arts en onderzoeker werd hevig aangevallen vanuit de kringen der klassieke geneeskunde, omdat zijn 'nieuwe principes van genezen' deze laatstgenoemde zware financiële schade begonnen te berokkenen. De medische successen die Dr. Hahnemann boekte, waren in één woord fabelachtig. Om deze reden sloten een groot aantal artsen van de zogenaamde klassieke geneeskunde zich aan elkaar met de bedoeling, deze 'gevaarlijke concurrent' onwerkzaam te maken. Hiervoor bestaan historische bewijzen.

Om één voorbeeld van succes te vermelden: De beroemde generaal Radetzky werd door dokter Hahnemann genezen van een hersentumor, uitsluitend en alleen met homeopathische middelen. Op grond van zijn resultaten begon men Dr. Hahnemann schaamteloos zwart te maken, en men stelde werkelijk alles in het werk om hem in een slecht daglicht te stellen. Onder andere werd de stelling verspreid dat hij 'vrijmetselaar zou zijn', en dat zich 'tot een arts met een zo onchristelijke basis toch geen mens kon wenden zonder zijn eigen ziel in gevaar te brengen'. Nooit werd bewezen dat dokter Hahnemann tot de vrijmetselarij zou hebben behoord. Zeer velen zijn ervan overtuigd dat deze bewering een sprookje is dat binnen de kringen van zijn vijanden in de wereld is geholpen.

De Heilige Maagd heeft mij verzekerd dat de homeopathie "niets in zich heeft, wat door de Hemel niet zou kunnen worden toegelaten". Wij moeten steeds goed voor ogen houden dat ook in onze huidige tijd de strijd tussen klassieke geneeskunde en de alternatieve stromingen (onder andere de homeopathie) nog steeds zeer heftig woedt, indien al niet nog veel erger is geworden dan in de dagen van Hahnemann, omstreeks het jaar 1800. Geen middel is zo doeltreffend om de strijd wegens economische belangen voor de onwetende leek gerechtvaardigd te laten schijnen, als de verdachtmaking aan het adres van een (commercieel) 'gevaarlijke' concurrent. Daarom bestaat ook vandaag nog de neiging om succesrijke medische principes, die van deze van de gevestigde wetenschap en industrie afwijken, als leugenachtig en onzuiver af te schilderen.

Overigens, wat doet de homeopathie? Zij geneest het gelijke met het gelijkende: Ziektebeelden worden (heel vaak met zeer goed resultaat) bestreden door een middel toe te dienen dat, indien het niet onder toepassing van bijzondere procedé’s zou worden verdund, precies ditzelfde ziektebeeld zou kunnen doen ontstaan. Een voorbeeld: Ziektebeelden die door een slangenbeet veroorzaakt worden, worden met goed resultaat door homeopathisch verdund slangengif genezen. Dit werkt buitengewoon, omdat het lichaam (en in voorkomend geval de geest) op de toediening van dit middel precies reageert alsof het onverdund toegediend zou zijn geworden. Het gevolg is een reactie die het lichaam ertoe aanzet, zichzelf 'in de diepte te genezen'. Het lichaam reageert op het middel (dat op zich helemaal zo goed als niets stoffelijks van de oorspronkelijke grondstof meer bevat) en ruimt het ziektebeeld op. Volgens de Heilige Maagd is dit principe rein en zuiver: Een complex van ziekteverschijnselen wordt door de eigen lichaamskrachten genezen omdat deze er door uiterst minimale prikkels (vanuit het homeopathisch middel) toe aangezet worden om op de ziekteverschijnselen te reageren. Het homeopathisch middel bevat alles behalve duivelse krachten. Het is integendeel drager van de Goddelijke Intelligentie (Ik citeer hiermee nogmaals de Allerheiligste Maagd Maria).

Lieve zus, staat U mij een randbemerking toe: Jezus werd in de wereld gestuurd opdat Hij "aan de mens gelijk gemaakt" de sporen der zonde zou genezen. Is dit eigenlijk niet ook een beetje 'spirituele homeopathie'? Het geneesmiddel (Jezus) wordt 'aan de mens gelijk gemaakt' om de ziekte (de gevolgen van de zonde) weg te werken. Inderdaad, een homeopathisch geneesmiddel wordt zo bewerkt dat het zo goed als niets materieels van de grondstof meer in zich draagt, alleen nog het werkingsveld, dat niet stoffelijk, maar doorheen de hogere stromingen van het menselijk wezen (de spirituele krachten) werkt. Zo was ook Jezus 'gelijk aan het menselijk wezen, maar vrij van de zonde' en toch in staat om op het spirituele vlak de gevolgen van de erfzonde te ontwortelen. Dit kan een vreemd beeld lijken, maar misschien toch ook weer niet zo ver gezocht?

De slechte ervaring die U zelf met homeopathie hebt doorgemaakt, kan trouwens eenvoudig worden verklaard door het feit dat een zeer hoge homeopathische potentie daadwerkelijk ongunstige reacties kan oproepen wanneer zij niet voor de volle honderd procent bij het ziektebeeld past. De reden hiervoor is, dat deze hogere potenties op de hogere niveaus van ons wezen, en daardoor zeer diep en langdurig, inwerken. Daarom zouden hoog gepotentieerde homeopathische geneesmiddelen slechts door bijzonder bekwame homeopaten toegediend mogen worden. Homeopathische middelen, in het bijzonder de hoogst gepotentieerde, werken ofwel uitstekend, ofwel totaal niet, in sommige gevallen echter ook ongunstig. Het is absoluut nodig dat de arts zowel het ziektebeeld als de individuele constitutie van de patiënt heel precies kent, anders passen de door het middel opgewekte krachten helemaal niet bij datgene wat in de patiënt op de hogere niveaus van zijn wezen gebeurt.

Ik zou dit heel goed kunnen vergelijken met de aanwending van mystieke begaafdheid. Wanneer men, louter menselijk beschouwd, met een mens te maken heeft, van wie men denkt dat hij zus of zo is, zal men die mens nauwelijks kunnen helpen, want de kans dat men zich vergist, is aanzienlijk. Wanneer men echter vanuit mystieke begeleiding een mens vóór zich heeft, wordt men door de Hemel Zelf op een aantal zeer specifieke spirituele kenmerken van deze ziel gewezen, en vanuit deze kennis en inzichten zal de beschouwende ziel deze wel degelijk kunnen helpen. Men zou het zo kunnen bekijken: Het eerste geval kan men met een homeopathische behandeling vergelijken, die op een verkeerde inschatting gebaseerd is. Het tweede geval is vergelijkbaar met een homeopathische behandeling bij dewelke het precies passende middel wordt toegediend.

Rekening houdend met het feit dat ik formeel kan getuigen dat ik met deze opvattingen uitsluitend de stellingname van de Moeder Gods vertegenwoordig – Zij zou mij helemaal niet toestaan, andere stellingen dan de Hare te verspreiden – ben ik dan ook zo vrij, U erop te wijzen dat de opvattingen die U tijdens de vermelde exercities (gebedsoefeningen gedurende enkele dagen) ter ore zijn gekomen, gebaseerd zijn op onwaarheid, misleiding en fantasie, die om welke reden dan ook worden verspreid, doch niet op basis van Hemelse inspiraties. Ik ga er overigens van uit, dat niet zij die deze exercities leiden, verantwoordelijk zijn voor de door hen verspreide opvattingen, doch de personen die op hen hebben ingepraat.

Lieve zus, dit Werk is door de Heilige Moeder Gods in het leven geroepen om Liefde, bemoediging en Ware Hoop te verspreiden en de ontelbare onwaarheden en onbeschaamde leugens die door de duivel in de wereld zijn gestuurd en nog steeds worden gestuurd, te ontmaskeren, en daartegenover de Hemelse Waarheid te stellen. Om deze reden heeft Uw opmerking mij zowel diep pijnlijk getroffen alsook verheugd, want zij geeft mij de gelegenheid, er ook op dit gebied te kunnen op wijzen hoezeer de duivel ermee bezig is, zielen te verblinden en hen zo in zijn duisternis te hullen, dat velen zich ervan laten overtuigen dat het bij die leugens wel degelijk over de waarheid gaat.

Zo worden steeds weer miljoenen zielen in dwaling gebracht en ervan weerhouden, Hemelse geschenken als zodanig te herkennen en deze in dankbaarheid aan te nemen als wat zij daadwerkelijk zijn: wonderen van Liefde uit Gods Hand. Zeer veel leugenachtige stellingen worden, vermomd als 'de waarheid', verspreid, omdat het geloof in deze stellingen de werken van de duivel bevorderen. De laster aan het adres van de homeopathie en van andere alternatieve medische stromingen zijn daar voorbeelden van. Ik druk U, in opdracht van de Moeder Gods, met klem op het hart: Deze stellingen hebben niet de geringste spirituele achtergrond, doch slechts achtergronden die in de hoogste mate door de duivel worden gemanipuleerd, in de eerste plaats commerciële achtergronden.

De Moeder Gods gebruikt mij nu reeds jarenlang om op de meest uiteenlopende gebieden van het menselijk leven de volheid van Gods Waarheid te verspreiden, en die hele massa aan (vaak listig vermomde) leugens, verdraaiingen van de waarheid en allerlei manipulaties vanwege de duivel voor de zielen aan het licht te brengen, opdat de zielen zouden zien, hoe de duivel in deze wereld aan het werk is om talloze miljoenen zielen van de echte Waarheid te verwijderen, teneinde hen ertoe te brengen, niet meer in Gods Liefde te geloven en zich door de boosheid van de wereld te laten verpletteren. Dit proces heeft slechts één doel: dat de zielen zich de ene na de andere zo zouden laten ontmoedigen, dat spoedig geen enkele nog in de uiteindelijke overwinning van het Goddelijk Licht zou geloven. Daarom deze bede tot slot: Bidt U dagelijks tot de Heilige Geest dat Hij ons allen in het Licht van Zijn Liefdesvuur moge leiden, opdat wij mogen herkennen hoe de duivel ons van God tracht te verwijderen. De Meesteres van alle zielen laat de zielen zoveel prachtige onderrichtingen toevloeien opdat zij de misleidingen vanwege de vijanden van de Waarheid zouden kunnen ontmaskeren. Laten wij deze onderrichtingen toch niet onbenut.

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 78
Over de gebreken van de wetenschap – over de studie van leerstellingen die niet met de Leer van Christus verenigbaar zijn – over de correcte uitoefening van een beroep – over de verplichting die voortvloeit uit de kennis van de Waarheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met betrekking tot de licentiethesis

U bent van plan, een licentiethesis te schrijven die is gebaseerd op een geschrift van Freud, doch U hebt nu in dat verband bezwaren omdat Freud atheïst was en U zich juist zo zeer naar Maria toe getrokken voelt.

Vaak moet de ziel tijdens een studie met stellingen en gedachtegoed zien om te gaan, die haar in een innerlijke strijd kunnen storten. De wetenschap is nu eenmaal in al haar geledingen vervuld van gedachtegoed dat niet met de beleving van de christelijke waarden verenigbaar is. De meeste stromingen van het menselijk denken zijn in de meest uiteenlopende mate getekend door dwalingen. Dat komt doordat reeds het uitgangspunt groeit op een bodem die slechts met een minuscuul klein deeltje van de volledige werkelijkheid rekening houdt. Inderdaad, alles wat met God en Zijn Mysteries samenhangt, kan noch met het verstand worden verklaard, noch met de zintuigen worden waargenomen. Hoe zou de wetenschap dan vanuit een dergelijke gebrekkige basis Gods Waarheid kunnen bevatten?

Bovendien is datgene wat wij wel van de werkelijkheid kunnen waarnemen, slechts een fractie van de totale werkelijkheid. In de Schepping zijn ontelbare krachten aan het werk die niet zichtbaar zijn. De Goddelijke Wetten en de Goddelijke Intelligentie, die alles leiden en bezielen, zijn niet tastbaar. Bovendien worden deze krachten en elementen van de werkelijkheid nog niet eens stilzwijgend ingecalculeerd. Zij worden verbannen omdat zij voortkomen uit de Bron waarin niet wordt geloofd: God en Zijn onmetelijke Werken.

Wat dit alles betreft, moet het U duidelijk zijn dat het bestuderen van ideeën en stellingen die U niet met de Wetenschap van het Goddelijk Leven en met de Leer van Christus kunt verenigen, U niet noodzakelijk tot een afvallige ziel maken. Zolang U dergelijke kennis met de geest opneemt met de bedoeling, een opleiding in een bepaalde studierichting te kunnen voltooien, doch U er zich duidelijk van bewust bent, dat het gaat om kenniselementen die niet dienstbaar zijn voor Gods Werken, bent U niet met hart en ziel aan deze kennis verknocht. Het is steeds de gesteldheid van hart die een werkzaamheid tot een deugd, respectievelijk tot een ondeugd maakt. Bijvoorbeeld:

  • Het bestuderen van de evolutieleer van Darwin om te kunnen slagen voor een examen biologie, maakt de ziel niet tot een ketter.
  • Het bestuderen van de leer van Karl Marx om te kunnen slagen voor een examen geschiedenis, maakt de ziel niet tot een atheïst.
  • Het bestuderen van de basisprincipes van het hindoeïsme om te kunnen slagen voor een examen etnologie, maakt van een ziel geen Hindoe, enzovoort, tenzij deze studie in het hart een omwenteling veroorzaakt die leidt tot het verlies van het christelijk Geloof.

Het is heel belangrijk voor U, in Uzelf vast te stellen of het fundament van Uw Geloof sterk genoeg is om zonder schade deze kennis in U op te nemen, in het bewustzijn dat deze op een foute basis steunt of noodgedwongen tot foutieve conclusies kunnen leiden, omdat zij de alomvattende factor van de Goddelijke Aanwezigheid en bezieling niet in zich dragen.

Dit is de raad die de Moeder Gods U laat geven:

1. Wijdt U Uw studies en de licentiethesis vurig toe aan Maria, en legt U in het bijzonder die kennis, welke op een niet-christelijke basis steunt of in strijd is met de Goddelijke Waarheid, aan Haar voeten neer, met de smeekbede dat Zij, terwijl U deze kennis verwerkt en moet toepassen, Uw hart zou vervullen met het Licht van de Goddelijke Wijsheid en met onderscheidingsvermogen. Smeekt U Maria eveneens dat Zij nu nog Gods Licht zou afsmeken over alle invloeden die God niet dienen en die door deze kennis sinds haar verspreiding in zielen zijn uitgeoefend. U weet waarschijnlijk dat de Meesteres van alle zielen beklemtoont dat alle duisternis die door de eeuwen heen over de zielen is gekomen, door vurige toewijding nu nog van een gedeelte van haar werking beroofd kan worden.

2. Wijdt U Uw hart en geest toe aan Maria. Smeekt U Haar dat deze door geen enkele invloed geschaad zouden worden. Smeekt U ten slotte dat de reeds opgenomen, respectievelijk nog op te nemen kennis er voortaan nog slechts zou toe bijdragen, Uw levensweg zo vorm te geven, dat deze Gods Werken kan dienen. De ziel kan elke soort kennis voor het goede inzetten. Alles hangt slechts van de gesteldheid van hart af, en van het vaste voornemen, de vrije wil steeds ten dienste van God te stellen.

Met betrekking tot Uw werk

Ieder mens is uiteindelijk voor zijn beroepskeuze verantwoordelijk. In Gods ogen telt echter, eveneens in deze context, dat de gesteldheid van hart op het ogenblik van de beroepskeuze, evenals tijdens de uitoefening van het beroep, doorslaggevend is.

Er zijn omstandigheden die het in Gods ogen aanvaardbaar maken dat een ziel in een bepaalde firma tewerkgesteld is en daar bepaalde taken te vervullen heeft. Ergens past alles binnen Gods Heilsplan. Het komt er echter op aan hoe de ziel zich op de haar aangeboden plaats gedraagt. U moet zich bijvoorbeeld de vraag stellen of er, met het oog op Uw woonplaats en de plaatselijke werkgelegenheid in het algemeen, concrete mogelijkheden zijn om van werk te veranderen, respectievelijk een ander beroep uit te oefenen.

Verder moet in overweging worden genomen met welke gesteldheid van hart U de concrete taken vervult, die van U worden verlangd. Daarenboven kan de ziel altijd wel ergens een weg zoeken om zich gedurende de uitoefening van de beroepsmatige taken zo tegenover de medemens te gedragen, dat zij stralen van Goddelijk Licht over de zielen verspreidt. Er zijn in de geschiedenis goede voorbeelden geweest van zielen die zich in het kader van werkzaamheden binnen een organisatie die in Gods ogen absoluut misdadig of duister was, op gevaar van lijf en leden zo wisten te gedragen, dat zij bepaalde medemensen (bijvoorbeeld gevangenen) het leven een stuk draaglijker maakten, en zo hun eigen schuld voor Gods Gerechtigheid hebben verminderd.

U vraagt zich af of U door het verrichten van deze werkzaamheden [het 'verkopen van sterren'] op één of andere wijze mensen bedriegt. Objectief zou deze vraag bevestigend beantwoord kunnen worden. Desondanks is er misschien een mogelijkheid om U, tijdens de gesprekken met de mensen aan de telefoon, zo door Maria, de Allerzuiverste, te laten leiden dat U de 'waren' of 'diensten' in een volledig ander licht aanprijst? Misschien slaagt U er nu en dan zelfs in, Uw gesprekspartners erbij te helpen, hun kijk op de dingen te veranderen en datgene wat zogenaamd hun 'eigendom' wordt, meer te gaan beschouwen als de aanschaffing van een geestelijke ster, dit wil zeggen: als uitdrukking van een verlangen om voor de ster van een deugd geopend te worden. Wellicht lukt dit niet altijd, maar toch bestaat er voor U een mogelijkheid om deze werkzaamheden op een hoger niveau te brengen, en wel als volgt:

  • Doet U datgene wat van U wordt verlangd, maar wijdt U daarbij elk telefoongesprek toe aan Maria met de woorden: Koningin van de Zuiverheid, de Waarheid en de Wijsheid, spreekt U toch door mij. Ik wijd U mijn hart en het hart van mijn gesprekspartner toe. In de mate waarin U zich voor Maria openstelt, zal de Moeder Gods U laten veranderen in een spiegel van Licht en warmte: warmte, doordat U de zielen liefdevol en bemoedigend tegemoet zult treden, en Licht, doordat U zult leren, op Haar inspiratie tot de zielen te spreken met woorden die hen tot het ware Licht en het ware inzicht kunnen helpen brengen. Daartoe moet U zich waarlijk totaal aan Maria overleveren.
  • Beschouwt U de werkzaamheden in het kader van Uw beroepsuitoefening als een akt van gehoorzaamheid.
  • Wijdt U Uw toekomst toe aan Maria, en smeekt U de Meesteres van alle zielen dat Zij U op Gods Tijd de gelegenheid van een beroepsverandering moge bekomen.

Met betrekking tot Uw vraag of het erger is, niet alle verlangens van Maria te kunnen vervullen, dan wanneer U totaal niet zou hebben geweten of U iets verkeerds doet.

Dit is duidelijk een kwestie van moraal. De Goddelijke Gerechtigheid is minder streng voor een ziel die onwetend iets verkeerds doet dan voor een ziel die de waarheid op dit vlak kent. Nu Maria U het één en ander duidelijk heeft gemaakt en U de juiste weg heeft getoond, kijkt God naar Uw hart. Hij weet absoluut dat de ziel zwak is en om diverse redenen kan struikelen, dag na dag. Niet elke vorm van struikelen maakt de ziel in dezelfde mate schuldig. Ten slotte komt alles neer op de mate aan Liefde die in het hart leeft, en op het doel dat zij uit vrije wil beoogt. Wanneer Maria U de weg heeft getoond, maar U desondanks niet al Haar verlangens onberispelijk kunt bevredigen, zal Gods Gerechtigheid deze toestand beoordelen met inachtneming van:

  • de begeleidende omstandigheden: Soms heeft de ziel zo goed als geen mogelijkheid om een bepaald gedrag of een bepaalde situatie meteen volledig te veranderen, in andere gevallen zou zij dit eigenlijk wél kunnen...
  • de oprechte wil: God doorgrondt de diepten van het hart en weet heel precies hoezeer U al dan niet bereid bent om een bepaald gedrag, respectievelijk een bepaalde situatie te veranderen.
  • Uw voorkeuren: God houdt rekening met Uw neiging om ofwel voor Zijn Werken ofwel voor de bevrediging van Uw eigen plannen en belangen te kiezen.

U kunt zich (tijdelijk, niet levenslang) van schuld bevrijden door nu tot Maria te zeggen (en U kunt dit smeekgebed gerust elke dag herhalen):

(hier volgt gebed nr. 1146)

De genadewerking heeft het mij mogelijk gemaakt, Uw moeilijkheden te kunnen begrijpen. Ik dank de Meesteres van alle zielen daarvoor, want dit inzicht stelt mij nu in staat, U op een zo vruchtbaar mogelijke wijze op deze zo bijzondere feestdag van de Intrede van Maria als Kind in de Tempel (21 november) heel speciaal aan Maria toe te wijden. Maria is tenslotte Zelf bij uitstek de Heilige Tempel van God. Precies daarom kan een ziel vandaag op bijzondere wijze aan Maria worden aangeboden, vergelijkbaar met de intrede in Gods Tempel voor een leven ten dienste van het Licht. Wanneer dit vandaag als bijzondere toewijding aan Maria wordt uitgevoerd, kan de ziel op grond van de naastenliefde en haar eigen geloof in de macht van Maria, de genade van een leven in volkomen eenheid met de Onbevlekte Lelie van het Paradijs verkrijgen.

Steeds van harte bereid,

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Uw Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 79
Over het onvermogen om nu reeds het hiernamaals te zien – over het Geloof en de Hoop – over de weg van de mystiek – hoe nemen wij na onze dood de andere zielen waar? – over de terugkeer van een gestorven dier in het Hart van God – over de omgang met een ziekte

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Heel graag heb ik Maria gesmeekt om woorden die U wellicht verder kunnen helpen. Uw vragen raken vlakken van het leven aan, waarmee de meesten onder ons op een bepaald punt op de weg naar hun bestemming te maken krijgen. Ik wil Uw vragen daarom graag de ene na de ander toelichten op grond van wat Maria mij heeft vergund, te zien.

Met betrekking tot het onvermogen om in het hiernamaals te kunnen zien

Ooit maakte de Moeder Gods jegens mij de plaats van de mensenziel binnen de alomvattende werkelijkheid aanschouwelijk via het volgende beeld:

De ziel is als een klein huisje van God te midden van een gigantische paradijselijke tuin. Het huisje heeft normaal gesproken slechts één heel klein venstertje, zodat de gemiddelde ziel slechts een heel klein deeltje van het paradijs daarbuiten kan zien. Wanneer zij door het venstertje kijkt, ziet zij wel het één en ander, maar voor het overige heeft zij slechts een vermoeden van wat in het paradijs daarbuiten zoal te zien is. Nochtans is het huisje van de ziel door een Goddelijk Paradijs omgeven. De ziel kan drie verschillende houdingen aannemen:

  1. Zij kijkt door het venstertje naar buiten en gelooft dat alles wat zij daar ziet, de gehele werkelijkheid is, doch op zekere dag verrukt deze aanblik haar uit louter gewoonte niet meer echt, of
  2. Zij kijkt doorheen het venstertje naar buiten, gelooft vast dat de paradijselijke tuin om het huisje heen verder loopt, maar zij is enigszins ontstemd omdat zij het overgrote deel van het paradijs nooit kan zien, of
  3. Zij kijkt doorheen het venstertje naar buiten, gelooft in het bestaan van de paradijselijke tuin om het huisje heen, zij is verrukt over de gedachte dat haar huisje in een dergelijk paradijs mag liggen, en zij dankt en is gelukkig, omdat zij reeds aan de belofte denkt, dat zij dit alles (de volledige werkelijkheid) ooit zal mogen zien.

De meeste zielen vallen onder categorie 1 of 2. Om volmaakt te zijn, moet de ziel echter van harte houding nummer 3 koesteren, want in een dergelijke gesteldheid bemint zij God voor dit geschenk (danken betekent eigenlijk ook steeds: diegene beminnen die men dankt), zij gelooft in het feit dat zij te midden van een oneindige Goddelijke Werkelijkheid leeft, EN zij hoopt op de volheid van de bevrediging in het hiernamaals. De deugd van de Hoop is volmaakt waar de ziel zich oprecht verheugt in de verwachting dat het mooie pas na dit leven komt. Daardoor zweeft zij als het ware lichtvoetig over de hobbelige, stenige weg naar het land van Bestemming, waar de avondzon van het volmaakte Geluk haar tegemoet straalt.

Het overgrote gedeelte van Gods Werkelijkheid onttrekt zich aan de ogen van de mens. Mocht dit niet zo zijn, dan zou de ziel geen enkele aanspraak kunnen maken op de verdienste van het Ware Geloof. Jezus zegt: "Uw Geloof heeft U gered". De ziel die verder mag schouwen, zoals dit in de mystiek het geval is, verliest hierdoor een gedeelte van deze verdienste, en moet dit verlies compenseren door des te meer Liefde te verspreiden. Concreet betekent dit, lieve zus, de noodzaak van de totale zelfverloochening.

Wanneer God een ziel in staat stelt om gedeelten van een werkelijkheid te zien die normaal gesproken voor de zielen op aarde verborgen blijven, heeft Hij daarmee een bepaalde bedoeling. De wegen van de mystiek, van het 'rechtstreeks zien', de 'minder dan gewoonlijk belemmerde communicatie' tussen God, respectievelijk Maria, en een ziel, worden slechts ontsloten voor zielen die een bepaalde opdracht te vervullen hebben. Aan het vermogen om verder te kunnen zien dan onze werkelijkheid, in Gods en Maria’s Mysteries en in de geheimen van de zielen, hangt een prijskaartje. Niet elke ziel is bereid om deze prijs een leven lang te betalen. Om deze reden beproeft God, soms via Maria, aanvankelijk de ziel, met de bedoeling, te ontdekken of deze ziel bereid is om zichzelf volkomen te verloochenen, indien nodig zelfs door levenslang lijden en offers. Pas nadat de ziel gedurende een lange tijd steeds intenser is beproefd, worden voor haar deuren en vensters geopend, door dewelke zij grotere gedeelten van de 'bovennatuurlijke' werkelijkheid mag zien. Op dat punt heeft de ziel zelf reeds begrepen dat zij hier op aarde geen eigen wil meer mag hebben, maar dat zij uitsluitend voor het welzijn van anderen en voor de voltooiing van Gods Heilsplan leeft.

U schrijft dat voor U het leven op deze planeet veel gemakkelijker zou zijn indien U in de wereld van het hiernamaals zou mogen kijken. Volgens de Goddelijke Wet is het echter totaal onmogelijk, de weg van de mystiek te gaan zonder daarbij aan steeds intensere beproevingen te worden onderworpen. Datgene wat men in een leven op de weg van de mystiek in een meer dan gemiddelde mate ontvangt (de gave van het 'zien', en andere gaven) wordt namelijk betaald doordat men ook bereid moet zijn om boven de gemiddelde mate te geven, zonder beperkingen.

De wereld verkeert in chaos. Ik begrijp daarom ook heel goed dat U ernaar verlangt, zelf een blik te mogen werpen in de geheimen van het leven na de dood. Deze blik zal U vergund worden in het uur na Uw overlijden. Tot dan toe is er de grote verdienste van het Geloof. Eén van de grootste geschenken die de Moeder Gods op dit ogenblik voor U zou kunnen bereiden, is deze van de innerlijke vreugde over wat nog zal komen. De student doorstaat de examenperiode gemakkelijker wanneer hij aan de vakantie denkt, die er onmiddellijk op volgt, en een sportman houdt beter vol wanneer hij tijdens de inspanning aan de eindstreep denkt, die steeds naderbij komt.

Denkt U nu reeds aan het uur, waarin ook U ooit, (wanneer, ligt voorlopig in Gods Wijsheid geborgen) vóór Uw Schepper zult staan, de Godheid en Maria zult zien, en doorheen de Poort het Paradijs zult mogen binnengaan. In dat uur zult U zeggen: "Dank U, mijn God, dat ik U het geschenk van al mijn beproevingen op aarde kan geven, want van wat mij door U is bereid, had ik geen idee. Indien ik het had geweten, zou ik op aarde nog veel meer hebben willen lijden". Lieve zus, op ons wacht iets onbeschrijflijks. Nog slechts een vergankelijke tijd van beproevingen, en dan volgt de eeuwigheid van het volmaakte Geluk.

U zou zo graag Uw familieleden en Uw dieren zien, die nu reeds in het hiernamaals zijn. Dat begrijp ik maar al te goed. Tot mijn grote vreugde kan ik met zekerheid zeggen, dat U hen alle zult zien. Opdat de tijd van het wachten wat verlicht zou worden, druk ik U op het hart: Gaat U naar Maria, volledig en zonder enige terughoudendheid, in totale overgave, want Maria vertegenwoordigt ALLES wat ooit door God is geschapen. De Liefde, de geborgenheid, de troost, de ondersteuning, de innerlijke Vrede kan Zij voor U bereiden, nu reeds hier op aarde. Zij verwacht van U slechts Uw totale overgave in de beproevingen.

Wat is daaronder te verstaan, dat de overleden hond in het Hart van God is teruggekeerd?

De kern van elk levend wezen is het zogenaamde levensprincipe.

Bij de mens wordt dit 'de ziel' in de enge zin genoemd. Het lichaam is slechts het gedeelte van het wezen dat wij met onze ogen kunnen zien. Het lichaam dient slechts om te kunnen handelen en bewegen op aarde. Datgene wat werkelijk ononderbroken met God en Zijn Werken in verbinding blijft, is het levensprincipe. Daarom is het dit levensprincipe dat naar God terugkeert. Het is niet stoffelijk. Een overleden dier bestaat dus absoluut nog in het hiernamaals, doch wordt daar met de ogen van de ziel waargenomen. Wanneer wij in de Hemel komen, zullen wij ook onze overleden medemensen van ziel tot ziel waarnemen. Ook de engelen zien elkaar van ziel tot ziel, niet in een stoffelijk lichaam. De gelukzaligen (overleden mensen) zien elkaar eveneens van ziel tot ziel. God en Maria worden met de ziel waargenomen, dus in een verheerlijkte gedaante. Zo verloopt nu eenmaal de waarneming op het bovennatuurlijk niveau. Wanneer Maria Zich aan een ziel op aarde toont, gebeurt dit ook gewoonlijk niet in een gestalte van vlees en bloed.

Wanneer wij onze medeschepselen van ziel tot ziel mogen zien, zullen wij hen zien zoals God hen oorspronkelijk had bedoeld, dus veel mooier dan op aarde. Dit is dus allesbehalve 'erg' (zoals U het noemt), doch een ware verrukking, het toppunt van gelukzaligheid: Wij kunnen als het ware doorheen het wezen van onze geliefde medeschepselen kijken, en zien dit precies zoals God het ziet.

Over het bestaan van een afzonderlijk paradijs voor dieren heeft Maria mij (nog) niets gezegd. De Hemelse Koningin heeft mij altijd al gezegd dat alle levende wezens wier zonden volkomen uitgeboet zijn, elkaar in het hiernamaals terugzien via de bovennatuurlijke waarneming van ziel tot ziel, of van ziel tot levensprincipe. Aangezien dieren niet kunnen zondigen, heeft dit uitboeten slechts betrekking op de mensenzielen. Wat de dieren betreft, zei Maria mij een paar jaar geleden uitdrukkelijk: "Geen onschuldig levend wezen gaat verloren". Een overleden dier keert in het Hart van God terug als levensprincipe. Het levensprincipe is 'drager' van de Goddelijke Intelligentie, die het groeiproces en de instroming van levenskracht van God uit, in het wezen regelt, en als het ware een 'ontwerp van het levensplan' van het betreffende levende wezen bevat. Dat alles maakt het levensprincipe tot een echt wonder uit Gods Hand. De Schepper laat dit niet verloren gaan.

Maria heeft mij niet woordelijk gezegd, maar mij wel te verstaan gegeven, dat de mensenziel in het Paradijs ook de levensprincipes van de overleden dieren zal kunnen waarnemen, en hen zo kan herkennen als waren zij lichamelijk aanwezig. Men zou het zich eigenlijk zo kunnen voorstellen, dat men daar zijn hond, zijn poes, zijn konijntje enzovoort, zonder meer zou kunnen herkennen, niet omdat deze lichamelijk vóór ons staan, doch omdat de ziel in de heerlijkheid een volkomen ontsloten waarneming bezit. Volgens ditzelfde systeem zou nog iets anders kunnen worden verklaard, dat Maria mij ooit in het kader van een mystieke ervaring heeft laten zien: Dat de ziel in de Hemel elke andere ziel onmiddellijk herkent (alle engelen, alle gelukzaligen, de Koningin van de Hemel enzovoort). Hoe komt dit? Doordat de ziel in het Paradijs een volkomen waarneming bezit en door mystieke kennisoverdracht de vaardigheid verwerft om 'in andere zielen te kijken'. Men zou het zo kunnen zien, dat de ziel in de heerlijkheid vele dingen bij benadering zal kunnen zien zoals God Zelf deze ziet, en dat zij onmiddellijk weet, 'wie zij vóór zich heeft'.

Over het lijden van Uw moeder en de dreiging van de eenzaamheid

Lieve zus, het zal U intussen bekend zijn hoe immens groot de waarde van het offer is. Ik deel graag met U wat Maria mij tijdens het gebed voor U en Uw moeder heeft laten optekenen. Deze mededeling bedoelt Maria trouwens voor alle zielen in een situatie zoals de Uwe, want U bent absoluut niet de enige die een dergelijk lijden doorstaat. De Hemelse Moeder laat hierdoor de zon van de Hoop stralen:

Totale, diep beleefde toewijding aan Maria bewerkt een overvloeiing van Uw hart in het Hart van Maria. Daardoor neemt Maria steeds meer bezit van Uw wezen, en vervult Zij Uw hele wezen met Haar heiligste en Vrede schenkende Tegenwoordigheid. U kunt daardoor zozeer door Maria gedragen worden dat U nooit meer het gevoel zult hebben, alleen te zijn. Eén van de grootste wonderen van de totale toewijding aan Maria ligt hierin, dat de ziel geleidelijk van wereldse gehechtheden losgemaakt wordt en desondanks steeds minder eenzaamheid voelt, en dat daarenboven alles in haar leven steeds meer door de Goddelijke Voorzienigheid geregeld wordt. Maakt U zich minder zorgen. Zolang de ziel zich zorgen blijft maken, heeft God het gevoel dat de ziel bezig blijft, zelf te zoeken naar oplossingen voor allerlei dingen. Zodra de ziel zich geen zorgen meer maakt, doch zij zich totaal, met haar volledige verdere levensweg, aan Maria overlevert, wordt zij door Maria op wegen geleid, die haar zorgen totaal onverwacht oplossen. Zelfs wanneer de dag komt, waarop Gods Plan het beschikt dat Uw moeder U moet verlaten, zult U ervaren, dat U deze nieuwe toestand op onverwachte wijze zult kunnen dragen, en dan zal Uw moeder U zelfs nog veel méér nabij zijn dan zij het nu op aarde kan zijn, want in het Paradijs leeft de ziel in een onbelemmerde toestand.

Aan Uw moeder geeft Maria de volgende raad:

Beschouwt U Uw strijd tegen de kanker vanaf vandaag als een strijd tegen de duisternis in de zielen, en Uw dagen zullen in Gods ogen een nog oneindig veel grotere waarde krijgen. De strijd verandert dan namelijk van een strijd voor een betere lichamelijke gesteldheid in een strijd voor de reiniging van de wereld. Wat U dan zult geven, is zelfverloochenende naastenliefde, en precies deze is de volkomen navolging van Christus, en derhalve een werkelijk vruchtbaar leven.

De ware genezing is niet het vrij-worden van onze lichamelijke lasten, maar de bevrijding van elk spoor van onvrede en spanning in ons hart, door volledige aanvaarding van ons lot. Het spreekt vanzelf dat U met de natuur mag meewerken en Uw lijden draagbaar mag helpen maken. Alleen zal dit U pas de volkomen innerlijke Vrede bereiden wanneer U de weg vanaf vandaag tot in de kleinste details samen met Maria gaat. Spreekt U voortdurend tot Haar en smeekt U Haar om kracht en Licht.

De kanker op zich kunt U Maria aanbieden met de smeekbede dat deze ziekte op grond van alle ermee gepaard gaand lijden ertoe mag bijdragen, de kanker van onze samenleving te genezen. Er heerst onuitsprekelijk veel kanker in de zielen (woekering van de duisternis en de uitwerkingen van de ontelbare wereldse invloeden in de zielen). U kunt nu nog van Uw verschrikkelijk lijden van de afgelopen jaren een offer maken dat door Maria, de Middelares van alle genaden, in bouwstoffen voor stralen van Licht voor vele zielen kan worden omgevormd. Een dergelijk offer zou de vruchtbaarheid van Uw leven in Gods ogen in hoge mate doen toenemen. U hoeft daartoe slechts te zeggen:

(hier volgt gebed nr. 1144)

U vraagt of U mij een geschenk kunt geven?

Slechts één ding ter wereld kan mij vreugde schenken: Dat een ziel zich onbeperkt aan Maria overgeeft en zich totaal in het van God voor haar voorbereide Plan laat inpassen, want een dergelijke ziel is een bloem aan de voeten van de Meesteres van alle zielen, een diamant in Haar kroon, en een vrucht in de Boomgaard van God. Een mooier geschenk zou U mij helemaal niet kunnen geven. Ik sluit U beiden in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Uw Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 80
Over de Biecht – over de verantwoordelijkheid van de ouders – over de onthouding – over het Sacrament van het huwelijk

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met betrekking tot Uw Biecht

Een echt bevredigende Biecht spreken, is in onze tijd inderdaad niet meer gemakkelijk. Ik kan U echter op dit vlak in elk geval geruststellen: De volheid van de genade van dit Sacrament wordt ook verleend wanneer de ziel over het verloop van haar Biecht niet helemaal tevreden is. Volgens wat Maria mij over de Biecht heeft gezegd, zijn de volgende elementen doorslaggevend:

  • De ziel moet haar zonden, misstappen, nalatigheden, fouten, tekortkomingen enzovoort (kortom: alles in haar gedrag waardoor zij van Gods Wet is afgeweken) oprecht berouwen.
  • De ziel moet de oprechte wil koesteren om zich met God te verzoenen.
  • De ziel moet in haar Biecht eerlijk en oprecht zijn, in het bewustzijn dat zij deze eigenlijk spreekt tegenover de Barmhartige God, aangezien de priester tijdens de Biecht God vertegenwoordigt.
  • De priester moet vrijspraak verlenen voor de gebiechte zonden.
  • De priester moet een boete opleggen, die door de ziel heel precies en met onbeperkte overgave moet worden vervuld. Dit element is bijzonder belangrijk, omdat in Gods ogen de verzoening met Hem nog niet volledig is na eenvoudige vergeving, doch de ziel ook goedmaking moet leveren, opdat ook de achtergebleven sporen van de zonde weggewassen worden.
  • De ziel moet het oprechte voornemen koesteren, te trachten, dezelfde fout voortaan niet te herhalen.

Wat de inhoud van de U bij de Biecht opgelegde boete betreft, is het mij niet toegestaan, enige uitspraak te doen, omdat onze Hemelse Meesteres mij niet toestaat, om het even welk oordeel te vellen over priesterlijke beslissingen. In de diepste gehoorzaamheid beschouw ik daarom deze beslissingen als door God gewenst, of ten minste door Hem toegelaten, om redenen die op één of andere wijze binnen Zijn Heilsplan dienstbaar zijn.

Het is inderdaad heilzaam, zich geregeld te bezinnen over wat God van ons wil. In zekere zin is dit een dagelijkse opgave voor elke ziel. Zo bevalt het bijvoorbeeld de Meesteres van alle zielen zeer wanneer de ziel zich ’s avonds een poosje in het eigen hart terugtrekt om de balans over haar spirituele leven van de voorbije dag op te maken, opdat zij naar de inwendige leiding moge kunnen luisteren met betrekking tot wat haar te doen staat, zodat haar levensweg vruchtbaar moge blijven, respectievelijk vruchtbaarder zou worden. De ziel mag echter in geen geval haar relatie met haar medeschepselen uit het oog verliezen, want wij mogen nooit vergeten dat elk schepsel (zij het mens of dier) op onze levensweg komt omdat God met dit contact een bedoeling heeft. Dat kan iets gerings of van korte duur zijn, doch ook iets groots en van langere duur. Elke seconde is van belang. Dit betekent dat elke onachtzaamheid in ons gedrag reeds de kwaliteit van onze levensvrucht in het gedrang kan brengen. Het is een mooie akte van Liefde jegens God, steeds met deze regel rekening te houden, want wat zou het doel van een leven anders zijn dan dit: vruchten voort te brengen met dewelke God werkelijk iets kan doen. Geen enkele ziel leeft voor zich alleen, zij leeft steeds in de eerste plaats voor Gods Heilsplan, en het hoofddoel is steeds: vruchtbaarheid door zuivere Liefde.

Met betrekking tot de verantwoordelijkheid jegens de ouders en anderen

Het is geen toeval dat een ziel uitgerekend deze ouders of specifiek deze kinderen heeft. God voorziet dit alles precies zo, omdat Hij de totale voltooiing van Zijn Heilsplan beoogt: Hij wil zoveel mogelijk zielen de weg van de heiliging zien voltooien om Zijn Rijk van de volmaakte Vrede op aarde te kunnen grondvesten. Daarom schept God elke ziel met een specifieke uitrusting, en brengt Hij die en die ziel samen, omdat Hij met een bepaalde combinatie van vermogens, talenten én zwakheden een welbepaalde bedoeling heeft. Het contact tussen vermogens, talenten, zwakheden, intenties, enzovoort, zet zielen ertoe aan, bepaalde gedragspatronen te ontwikkelen. God heeft het zo beschikt dat wanneer een ziel erin slaagt, haar gedrag volledig op de Goddelijke Wetten van de Liefde te richten, deze ziel daardoor de optimale voorwaarden voor haar eigen heiliging én (op onrechtstreekse wijze) voor de ontwikkeling van de zielen in haar omgeving schept. Wanneer U het zo beschouwt, zou de conclusie, dat U voor Uw ouders medeverantwoordelijk bent, gerechtvaardigd zijn. Er moet echter op gewezen worden dat elke ziel voor zichzelf in de hoogste mate verantwoordelijk is voor haar eigen Heil.

Dit betekent concreet dat U Uw ouders niet helemaal in de steek mag laten – vooropgesteld dat zij bereid zijn, Uw invloed in hun leven ten minste te aanvaarden – maar dat vader en moeder desondanks hun eigen weg moeten gaan, op dewelke zij slechts de heiliging van hun ziel zullen kunnen verwezenlijken in de mate waarin zij hun eigen vrije wil ten dienste van God stellen. Daar houdt dan Uw eigen verantwoordelijkheid eigenlijk op, lieve zus. Het moet absoluut mogelijk zijn om als volwassene Uw eigen weg te gaan en dus niet bij de ouders te blijven, ook al zouden de ouders dit ergens wensen, of dat het voor hen op één of andere wijze een hulp zou zijn dat U er, in welke zin dan ook, voor hen bent. Wat U echter in geen enkel geval mag nalaten, is voor Uw ouders te blijven bidden opdat zij Gods leiding zouden mogen voelen en aannemen, en zij bereid mogen zijn om deze te allen tijde te volgen. Laten wij nooit vergeten dat de meest waardevolle hulp die men een medemens kan bieden, vaak niet deze van de lichamelijke nabijheid is, doch deze van de gebeden en offers die men net zo goed vanop een afstand kan verrichten.

Met betrekking tot de seksuele onthouding

Eén van de redenen waarom Maria (evenals God Zelf) een grote waarde hecht aan de seksuele onthouding, is deze, dat elke behoefte die met het lichamelijk gedeelte van het menselijk wezen te maken heeft, ertoe neigt, de ziel aan de wereld vast te ketenen. Op de weg van de heiliging kan de ziel zich slechts met het Hart van Maria en met God verbinden in de mate waarin zij zich reeds van alle gehechtheden kan bevrijden. Zolang de ziel aan de seksuele behoefte vasthoudt, richt zij haar aandacht niet ten volle op de ontwikkeling van haar verbond met Maria, respectievelijk met God.

De Meesteres van alle zielen wijst erop dat vele zielen de van God gekregen levenskracht in een te grote mate aan de lichamelijke functies besteden, zodat relatief weinig kracht overblijft voor de ontwikkeling van haar spirituele functies. Zo verklaart Zij dat een ziel, om de toewijding aan de Meesteres van alle zielen tot volle vruchtbaarheid te brengen, zou moeten trachten, lichamelijk heel sober te leven: geregeld vasten, matigheid in elke zin, verregaande seksuele onthouding. In het kader van mijn mystieke vorming in de totale dienst aan Maria heeft Zij mij veel geleerd met betrekking tot het Mysterie van de verheffing van de levensfuncties op steeds hogere niveaus. Slechts het volgende mag ik op dit tijdstip in dit verband daarover schrijven:

Wanneer een ziel tot de volledige dienst aan Maria wordt geroepen (en op één of andere wijze is elke ziel dit, rekening houdend met het feit dat Maria van God de leiding over Zijn Heilsplan heeft gekregen, en dat elke dienst aan Maria gelijktijdig ook totale dienst aan God is) moet zij er actief aan meewerken, haar innerlijke gewaarwordingen zo door Maria te laten omvormen, dat bijvoorbeeld de seksuele behoefte geleidelijk door akten van volkomen dienstbaarheid wordt vervangen. Zeer kort samengevat:

Ooit vergeleek Maria jegens mij de mystiek van de eenwording met Haar met de eenwording in een bruidskamer, waar de ziel zich, op uitnodiging van Maria, in volmaakte overgave van haar vrije wil, helemaal met het wezen van Maria laat versmelten om vruchten van verschillende soorten voort te brengen. Deze eenwording kan zich in vele vormen voltrekken: door mystieke verrukking, door akten van boete of onthechting, enzovoort. Dit betekent concreet dat de eenwording zich zowel in de beleving van de verrukkelijkste Liefde als in de ervaring van het diepste lijden kan voltrekken. Voorwaarde voor de spirituele eenwording is een in hoge mate ontwikkelde bereidheid tot de beleving en tot de daadwerkelijke ervaring van de drie elementen LIEFDE + LIJDEN + GEHOORZAAMHEID.

Maria zegt bovendien nog dat de gewaarwording die het lichaam in de seksuele eenwording najaagt, haar volmaakte tegenhanger in de ziel ontvangt in de toestand waarin de ziel door totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria, diep innerlijk de weg heeft gevonden om het offer te beleven als een verrukking. Tot op zekere hoogte kan elke ziel, ook buiten de mystiek, dit vaststellen, want de sleutel tot de ontsluiting van deze ervaring ligt in de wil om de vervolmaking in de Liefde na te streven. De in de praktijk beleefde totale toewijding aan Maria is derhalve de weg van zich steeds opnieuw herhalende akten van eenwording met Maria. De ziel die de volmaaktheid nastreeft, moet haar seksualiteit geleidelijk trachten in te ruilen tegen deze spirituele eenwording met Maria (en in Haar, automatisch met Jezus).

Om de onthouding vóór het huwelijk vol te kunnen houden, moet U vurig tot Maria smeken dat Zij U de genade zou bekomen, de lichamelijke eenwording slechts in het kader van het Sacrament te voltrekken, omdat God de lichamelijke eenwording slechts heeft voorzien als een onderdeel van Zijn Plan voor de zielen die door de genade van het Sacrament van het huwelijk zijn samengebracht. Het huwelijk is een Sacrament, en als dusdanig mag het niet lichtzinnig worden gesloten, want met elk Sacrament raakt God de ziel aan en neemt Hij haar op een unieke wijze in Zijn Heilsplan op. Daarom is het sacramenteel huwelijk een verbond dat de huwende zielen met elkaar én met God aangaan.

Om deze reden moet ik U de raad geven, de beslissing tot een huwelijk pas na langere tijd van bezinning en gebed te nemen. Tot dan moet U ook daarom zoveel mogelijk in onthouding leven (en vurig tot Maria bidden om kracht daartoe), omdat slechts de onthouding de ziel totaal kan openen voor de onmiskenbare leiding op het niet-stoffelijk niveau. Als reden daarvoor verklaarde de Meesteres van alle zielen mij, dat de onthouding op het lichamelijk niveau het de ziel mogelijk maakt om het grootste gedeelte van de levenskracht die God haar elke dag schenkt, voor de ontwikkeling en zuivering van de hogere levensniveaus te gebruiken. Precies op deze niveaus voltrekt zich het rechtstreeks contact tussen God en de ziel. Daarom is ook een leven op de weg van de mystiek onmogelijk zolang ongeremd wordt toegegeven aan de lichamelijke noden, omdat het kanaal via hetwelk de inspiraties en de mystieke openbaringen in de ziel worden geleid, slechts zuiver en open kan worden gehouden wanneer de levenskracht volledig op de hoogste niveaus van de ziel wordt geleid.

Wanneer U zult begrijpen hoe belangrijk het leven op een hoger zielsniveau voor de vruchtbaarheid van het leven is, zult U de gesteldheid van een leven in onthouding steeds beter gestalte kunnen geven. Opdat deze inspanning ook vrucht moge dragen, moet U absoluut ook voor Uw vriend bidden, opdat ook hij de kracht mag vinden om deze omwenteling te aanvaarden, opdat hij samen met U uit dit offer een machtig wapen voor de spirituele verdieping zou kunnen bereiden. Zonder vurig gebed is deze strijd te zwaar, doch in het kader van een onwankelbaar verbond met Maria kunt U deze winnen, want de Meesteres van alle zielen is ons vooral gegeven om ons te helpen, onze innerlijke zwakheden te overwinnen, opdat wij de ware heiligheid steeds dichter mogen kunnen benaderen. De Meesteres heeft alle macht om een ziel volkomen om te vormen. De sleutel tot de ontsluiting van deze macht is de standvastige vrije wil van de ziel om een leven te leiden dat Gods belangen dient. In het spirituele leven is ALLES tenslotte een kwestie van Ware Liefde.

Lieve zus, de vele vragen die U momenteel bezighouden, zijn uitnodigingen van God aan U, opdat U zich over één en ander zou bezinnen, en U zou beslissen om U totaal en onvoorwaardelijk weg te geven aan de weg die Hij voor elke ziel in deze moeilijke Laatste Tijden heeft voorzien: de weg van de totale toewijding aan Zijn boven alles verheven Dochter. Zij heeft de macht ontvangen om U op elke meter van Uw levensweg te leiden en U precies daar te brengen, waar God op U wacht. Stelt U Hem toch niet teleur, want Zijn geschenken van Liefde overstijgen het gewicht van Uw huidige beproevingen en kwellingen duizendvoudig. In de mate waarin U zich met vertrouwen aan Maria zult overgeven, in elk detail van Uw leven, zult U de juiste oplossing voor al Uw vragen op de bodem van Uw eigen hart kunnen lezen, want Maria zal deze oplossingen daarop schrijven met de gouden letters van Haar volmaakte Liefde.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 81
Over het liberalisme in de maatschappij – over zonde en bekoring – over het verschil tussen het mannelijk en het vrouwelijk geslacht – over de zonde van geslachtsverandering – over de Biecht – over de zelfaanvaarding

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Op uitnodiging van onze Hemelse Meesteres gebruik ik deze aanspreking. U zult uit deze brief begrijpen waarom. Het verheugt mij dat U zo openhartig over Uw probleem hebt geschreven. Ten eerste schrijft ee ziel, die zich tot dit Werk wendt, eigenlijk aan Maria Zelf, en ten tweede heeft Maria Haar Werk in het leven geroepen om een apostolaat van echte Hoop te zijn. Met dit voor ogen, heb ik de Meesteres van alle zielen de onderrichting afgesmeekt, die ik U nu graag op het hart druk.

U hebt een geslachtsverandering laten uitvoeren met het doel om, als vrouw geboren, het lichaam van een man te verkrijgen, en vraagt nu om de visie van de Hemel daarover, en 'hoe U door God geoordeeld zult worden'.

Onze moderne maatschappij is zeer liberalistisch geworden. Om deze reden zijn er steeds minder wettelijke belemmeringen, bijvoorbeeld betreffende de in de geneeskunde toegepaste processen. De mens wil vrij zijn in die zin, dat hij zich een eigen persoonlijke moraal wil opbouwen die door geen enkele christelijke of Kerkelijke beperking kan worden bedreigd, omdat Gods Wet buiten spel wordt gezet. Deze gedachte wil ik al meteen vermelden, want deze schildert de maatschappelijke situatie die reeds aan de basis van de mogelijkheid ligt, een geslachtsverandering te laten uitvoeren.

Doordat de liberalistische gedachte een dergelijke maatschappelijke situatie schept, en het mogelijk maakt dat deze zich ongeremd uitbreidt, misleidt zij zeer vele zielen en maakt zij hen volkomen blind voor Gods Wetten, die in elk hart geschreven staan. Dan ontstaat de misleiding dat handelingen die min of meer erkend worden, en zich daardoor inburgeren en in meer en meer gevallen zelfs wettelijk toegelaten worden, juist zijn en geen voorwerp van enig bezwaar zouden mogen zijn. In deze zin is 'het in de maatschappij gangbaar geworden denken', het algemeen moreel gevoel, medeverantwoordelijk voor de toename van het zondige handelen.

Maria nodigt mij uit, Uw probleem in twee fasen te beantwoorden:

1. Ja, de op Uw verzoek uitgevoerde handeling is zondig. Ik deel U onmiddellijk de door Maria onderrichte spirituele achtergronden mede, opdat U zou kunnen begrijpen hoe het komt dat God deze als zonde beoordeelt.

2. Ik mag ook U een straal van Ware Hoop doorgeven. Meteen daarover meer.

Ten eerste: De geslachtsverandering als zonde

In de eerste plaats moet ik duidelijk vermelden wat volgens de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen onder 'zonde' moet worden verstaan.

Een ziel begaat een zonde wanneer zij ingaat op een ingeving op grond van dewelke zij tot een afwijking van Gods Wet wordt aangezet, hetzij door een handeling, hetzij door een woord, door een gevoel, door een gedachte, door een verlangen of door een verzuim.

Deze 'ingeving' zelf noemt Maria de bekoring. Maria voegt daar nog het volgende aan toe: "De ziel gaat vrijwillig in op de bekoring, omdat in haar de hoop op bevrediging van een persoonlijke behoefte is gewekt, of omdat de bekoring een dergelijke behoefte zo sterk laat voelen, dat deze plots een allesbeheersende macht over de ziel krijgt, zodat de ziel geen rust meer vindt, tot zij aan de bekoring heeft toegegeven".

Zonde heeft dus te maken met een gebruik van de vrije wil in afwijking van Gods Wet. In principe gaat het bij de zonde daarom steeds over een gebrek aan Liefde tegenover God en om een gebrek aan gehoorzaamheid.

Mag ik met U Uw persoonlijke situatie in ogenschouw nemen:

God heeft U als vrouw geschapen. Hij had daarmee een welbepaalde bedoeling. Elke ziel wordt uitsluitend in de wereld gezonden om Gods Heilsplan voor de zielen te helpen verwezenlijken, opdat Gods Rijk van de volmaakte Vrede en de volmaakte Liefde op aarde gegrondvest zou kunnen worden.

Elke ziel heeft slechts ditzelfde levensdoel. De bestemming is dezelfde (heiliging op basis van de volledige verwezenlijking van de Verlossing). De weg is echter verschillend. Geen twee zielen doorlopen dezelfde levensweg. Nochtans heeft dit alles nog niets met het geslacht te maken.

Het specifieke van elk der beide geslachten, in spirituele zin, heeft Maria ooit als volgt omschreven, dat in God een mannelijk en een vrouwelijk principe werkzaam zijn. Het mannelijk principe is de wil, het vrouwelijk principe is de Liefde. Maria stelt dat de 'vrouwelijke macht', de Liefde, tegenwoordig moet zijn en moet bereid zijn, de 'mannelijke macht', de wil, te ontvangen, zodat om nieuw leven te scheppen, de Goddelijke Liefde door de Goddelijke Wil moet worden bevrucht.

Het spirituele verschil tussen de geslachten bij de mensenzielen verduidelijkt Maria op gelijkaardige wijze:

In spiritueel opzicht is de vrouw als een voorraadkamer van vruchtbaarheid, de man is als het ware de sleutel tot deze kamer. Merkt U wel op, dat Maria hier verwijst naar de spirituele eigenheid van de geslachten. De vrouw heeft hierbij de taak, de Liefde als de essentie van het ware leven en de vruchtbaarheid in het Goddelijk Leven in zich te voeden en in volmaakte zuiverheid te bewaren.

Dit betekent niet, dat er in spirituele zin taken zouden bestaan die enkel de man of enkel de vrouw te vervullen zouden hebben, want man en vrouw hebben precies hetzelfde doel: de reis naar het Hart van God op een zo vruchtbaar mogelijke wijze te voltooien.

Wat Maria met deze woorden echter wil beklemtonen, is het feit dat de geslachten binnen het kader van Gods Heilsplan specifieke rollen te vervullen hebben, en het voor God niet 'om het even' is of men man of vrouw is. Hij stort de ziel ofwel in een mannelijk of in een vrouwelijk lichaam, en in elk geslacht werkt de Goddelijke Intelligentie, die het individuele levensplan een mensenleven lang richting tracht te geven, zich op een verschillende wijze uit. Dit in overweging te nemen, is belangrijk, want het toont aan waarom man en vrouw weliswaar hetzelfde spirituele doel moeten nastreven, doch desondanks totaal verschillende gedragspatronen, interesses enzovoort, ontwikkelen, en waarom God ten aanzien van de geslachten verschillende verwachtingen koestert.

Kort gezegd: De zonde van de geslachtsverandering bestaat hierin, dat God deze handeling beschouwt als protest tegen Zijn Beschikkingen. Of een ziel als man of als vrouw door het leven moet gaan, betekent voor haar belangrijke verschillen in de levenssituaties. Wanneer de ziel zichzelf van geslacht laat veranderen, eigent zij zich levenssituaties toe, die niet voor haar voorzien waren, en wijst zij andere, die wel voor haar voorzien waren, af. Zij verandert daardoor in grote mate het Plan dat God met haar had. Concreet betekent dit dat de ziel, die een geslachtsverandering laat uitvoeren, een volkomen eigen weg gaat, die voor het Goddelijk Heilsplan niet meer ten volle dienstbaar is.

Met betrekking tot Uw opmerking dat U zich steeds méér man dan vrouw hebt gevoeld, moet ik beklemtonen dat ongeacht Uw gevoelens, God de ziel zo blijft beschouwen zoals Hij haar heeft voorzien. De geboren vrouw blijft voor Hem vrouw. Dit betekent onder andere, dat Hij de omstandigheden van Uw leven tegen de achtergrond van het feit evalueert, dat Uw leven als leven van een vrouw was bedoeld.

De beslissing om als geboren vrouw, man te worden, is niet omkeerbaar. Nochtans zou Maria niet de Morgenster, de Dageraad van de Eeuwige Hoop zijn, indien er ook voor U geen Barmhartigheid zou zijn. Dit brengt mij tot de concrete adviezen van de Meesteres van alle zielen voor U:

Ten tweede: Wat moet U doen?

God zou niet de Barmhartige God van Liefde zijn, indien Hij voor U geen deur naar het Ware Leven zou openen. Om deze genade voor U te kunnen bereiden, verlangt de Meesteres van alle zielen van U vier maatregelen:

1. Spreekt U een Levensbiecht

De enige geldige Biecht is deze welke de ziel individueel tegenover een priester spreekt. Maria nodigt U tot een Levensbiecht uit, tijdens dewelke U openhartig spreekt over Uw handeling, met inbegrip van de daaraan voorafgegane jarenlange gevoelens en wensen. Wanneer de gang van Uw leven U vergeven wordt, kan dit voor U de eerste deur naar het Ware Leven openen. De voorwaarde voor de ware vergeving is een oprecht berouw Uwerzijds en het vaste voornemen, een volkomen nieuw leven te beginnen. Ik kom hierop meteen nog terug. Houdt U zich vast voor ogen dat een goed gesproken Levensbiecht, tijdens dewelke aan alle voorwaarden is voldaan, de ziel voor het Eeuwig Leven kan redden, want een oprechte Biecht is in Gods ogen een bewijs voor het feit dat de ziel zich met God wil verzoenen.

2. Spreekt U tegenover Maria een akte van zelfaanvaarding uit

Uw leven was tot nu getekend door een houding van protest tegen de Goddelijke Beschikking dat U binnen het kader van Zijn Heilsplan een levensweg als vrouw af te werken had. De ziel die zichzelf niet aanvaardt zoals zij door God is gemaakt, wordt door God zo beschouwd als zou zij eveneens Zijn in haar werkzame Intelligentie en de aard van het levensprincipe dat zij van Hem heeft ontvangen, niet liefhebben. De ziel moet zichzelf volledig kunnen accepteren. Dit betekent dat zij weliswaar tegen haar zwakheden en zondige neigingen moet strijden, maar het geslacht en de bouw van haar lichaam als kansen moet aannemen, die God haar schenkt om daarmee iets te doen.

In dit geval benadrukt Maria, dat U moet leren, met heel Uw hart vrouw te willen zijn. De Moeder Gods verwijst hierbij naar de heel speciale rol van de vrouw als 'behoedster van de zuivere Liefde en de (eveneens spirituele!) vruchtbaarheid voor Gods Plannen en Werken'. Ik geef U hiermee een akte van zelfaanvaarding, die onze Hemelse Moeder U schenkt. Deze akte luidt:

(hier volgt gebed nr. 1161)

3. Wijdt U zich volkomen aan Maria toe

Om in de diepste zin van het woord een nieuw leven te kunnen beginnen, is het heel belangrijk dat U zich totaal, onvoorwaardelijk en voor altijd toewijdt aan Maria. Op onze website vindt U veel keuzemogelijkheden om dit te doen. Pas dan kan Maria U in elk detail van Uw leven inwendig leiden, U begeleiden, en over elk vlak van Uw wezen heersen.

De Meesteres van alle zielen kent al Uw zwakheden én Uw begaafdheden, Uw verleidbaarheden én Uw sterke punten, Uw diepste gevoelens en verlangens, alle punten via dewelke U gemakkelijk in de vallen van de duisternis terecht kunt komen. Een goed beleefde toewijding aan Maria kan worden vergeleken met het uitstrooien van bloemen op de dorre gedeelten van de levensweg, zodat deze voor God steeds aantrekkelijker wordt. Het is alsof elke bladzijde van Uw levensboek door Maria wordt gecorrigeerd en verfraaid.

4. Brengt U eerherstel

Deze maatregel sluit nauw aan bij punt 3. De Meesteres van alle zielen beoogt voor elke ziel die zich totaal aan Haar overgeeft, een groot doel: de heiliging. Tot verwezenlijking van dit doel zal Zij de aan Haar gewijde ziel leiden op wegen van eerherstel voor datgene waaraan zij zich schuldig heeft gemaakt. In de mate waarin U Maria er vurig om smeekt, zal Zij in U het vermogen tot rijping brengen om U in spirituele zin werkelijk 'vrouw te voelen'. Zij zal Zichzelf in U uitstorten in Haar prachtige spirituele vrouwelijkheid. Bedenkt U toch eens, hoezeer Maria de waarde van de vrouwelijkheid na de erfzonde heeft verheven, en hoe bijzonder het is, in navolging van Maria vrouw te zijn. De vrouwelijkheid heeft absoluut niets minderwaardigs. Zou God anders een vrouwelijke mensenziel tot het machtigste schepsel aller tijden hebben verheven?

In U heeft van kindsbeen af de bekoring wortel geschoten, dat de mensenziel zich slechts als man kan laten gelden en de drang naar handelen slechts als man kan verwezenlijken. Van U verwacht God voortaan echter, dat U zich onder de zo innig mogelijke leiding van Maria diep over de aard en de specifieke opdracht van de vrouwelijke natuur bezint;

Lieve zus, U hebt gevraagd hoe U door God geoordeeld zult worden. Op deze vraag kan niemand antwoord geven, want het antwoord rust als geheim in het Hart van God. God oordeelt naar andere maatstaven dan de mensen. Eén zekerheid wil ik U echter niet onthouden: De ziel die, zelfs na de zwaarste zonde:

  • oprecht berouw voelt,
  • in alle openhartigheid en waarheidsgetrouw biecht,
  • de oprechte wil koestert, eerherstel tegenover God en – indien dit van toepassing is – goedmaking tegenover haar medeschepselen te brengen,
  • zich totaal aan Maria toewijdt en een nieuw leven in Haar dienst begint,
  • zich in volkomen zelfvernedering vóór Maria’s voeten neerwerpt en Haar vurig om Haar Voorspraak en Haar leiding voor een totale bekering smeekt,

zal Gods Barmhartigheid en de onbegrensde macht van Maria ervaren en het Licht van de Ware Hoop in zich voelen. Wanneer een ziel erin slaagt, zich werkelijk met hart en ziel naar het Licht toe te wenden, wordt zij gered. God laat geen enkele ziel verloren gaan wanneer deze zich door haar goede wil Zijn Liefde waardig heeft getoond. Het is nooit te laat. Het blijft slechts nacht wanneer men niet meer in de nieuwe morgen gelooft.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 82
Over de angst voor totale toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief van eergisteren. Op enkele zinnen wil ik graag nogmaals antwoorden.

U hebt zulke angst voor de toewijding. Ik begrijp U volkomen, en ergens vind ik het ook heel verstandig, pas met iets te beginnen wanneer men mag voelen, het tot een goed einde te zullen kunnen brengen. Ik kan U echter verzekeren (erewoord) dat er geen beter geneesmiddel bestaat tegen angst, onzekerheid en onrust dan de toewijding aan Maria. Van zodra de ziel met zekerheid besluit om tot totale toewijding over te gaan, is het alsof een onbekende deur opengaat, door dewelke een eveneens onbekende zon haar stralen in het hart laat schijnen. Graag schilder ik U het specifieke van de volmaakte toewijding in het volgende beeld:

Wanneer men in een wereldse context met iets nieuws begint, ervaart men dit soms als een stap in de schemering. Wat zal op mij afkomen? Zal ik erin slagen? Wat wanneer het niet lukt? Dat is eigenlijk de toestand die U zo correct beschrijft als 'niet helder kunnen denken'. Wanneer een ziel echter beslist, zich volkomen en onvoorwaardelijk aan Maria toe te wijden, gebeurt iets totaal anders. Men moet zich er echter van bewust zijn, wat deze stap voor de ziel betekent, want uiteindelijk gaat het om een verbond met de Hemel. Maar... in plaats van onzekerheid voelt de ziel veeleer iets als een voordien volkomen onvermoede steun.

In de mate waarin U vast besloten bent, dit heilig verbond te sluiten, komt Maria U tegemoet. Ik zou het als volgt kunnen uitdrukken: Wanneer U naar Maria tien stappen zou moeten zetten, gaat U er één, en intussen heeft Maria Zelf de andere negen reeds naar U toe gezet. De reden hiervoor is, dat God op een bijzondere wijze zorgt voor diegenen die hun leven voor de dienst aan Zijn Heilsplan willen inzetten, want zij moeten de steunpunten in de strijd voor de grondvesting van Zijn Rijk vormen. Maria begint meteen met de vervulling van Haar taak binnen het verbond: Zij vormt de aan Haar toegewijde zielen, dag na dag, al naargelang de taken die Zij voor de ziel heeft voorzien. Dat is iets zo moois! Ik wil U graag op het volgende wijzen:

  • Geen twee toegewijde zielen krijgen dezelfde taken in het leven. Van de ene worden zware offers verwacht, van de andere soms slechts kleine, maar daarom niet minder belangrijke taken in het dagelijks leven. Bij sommige toegewijde zielen bestaat hun taak eigenlijk hoofdzakelijk hierin, flink aan zichzelf te werken op het vlak van één of meer deugden (geduld, overgave, vertrouwen en andere). God verwacht van de ziel niet steeds opvallende heldendaden, maar wel heldhaftigheid in de zelfoverwinning. Wanneer de ziel ondanks een duistere leefomgeving dagelijks goede en liefdevolle gedachten en gevoelens tracht te koesteren, is zij in Gods ogen reeds waardevol, want dan verspreidt zij ongemerkt het echte Geluk om zich heen.
  • Wat ook van de toegewijde ziel wordt verwacht, zij zal steeds ook de inwendige kracht en de leiding ontvangen om haar taak vruchtbaar te volbrengen. Angst of twijfel mogen hier geen plaats krijgen, want deze gesteldheden wijzen op een gebrek aan geloof in de Liefde en de macht van Maria.

De angsten, respectievelijk de gevoelens van onzekerheid waaronder U lijdt, komen hoofdzakelijk voort uit het feit dat onze wereld zo chaotisch is en de duisternis zich op duizenden verschillende wijzen laat merken. Van U wordt nu verlangd dat U zich steeds voor ogen houdt, dat de macht van Maria onbeperkt is. Hoe meer U zich aan Haar overgeeft, des te volkomener kan Zij over Uw leven heersen. U zult daardoor een volledig nieuw Licht van Hoop en bemoediging in Uw hart vinden, een warmte van ware geborgenheid, en U zult begrijpen hoe alles om U heen slechts uit vergankelijke schijn bestaat, die de duivel op een listige wijze heeft gesmeed. De duivel maakt de wereld zo onzeker mogelijk, opdat zoveel mogelijk zielen ongerust zouden worden, en het leven onmogelijk zou lijken te worden.

Ik wil U met klem op het hart drukken: Schenkt U toch aan de wereldse indrukken zo weinig mogelijk aandacht. Houdt U zich steeds verder en verder weg van nieuwsberichten, massamedia, geklets van mensen op straat, enzovoort... want de duivel gebruikt alles om de menselijke dwaasheid te verspreiden. 'Menselijke dwaasheid' is al datgene wat door mensen wordt gedacht, gedaan en gezegd, en niet op de Goddelijke Wijsheid en Waarheid is gebaseerd, wat dus leidt naar conclusies die noch met Gods Werken, noch met de waarde van de dingen voor Gods Heilsplan rekening houden. De uitingen van menselijke dwaasheid worden enkel en alleen met dit ene doel verspreid: de zielen onzeker te maken, en te bekomen dat zij geen rekening meer zouden houden met het feit dat:

  • Gods Licht steeds het laatste woord heeft, en
  • de duisternis met haar eigen wapens verslagen kan worden, wanneer de zielen er toch maar zouden toe komen, al hun beproevingen en lichamelijke en spirituele pijnen vol vertrouwen aan Maria toe te wijden.

Het is aan de verspreiding van de 'menselijke dwaasheid' toe te schrijven dat zeer veel zielen tegenwoordig het gevoel hebben, in een spinnenweb gevangen te zitten. Maria kan dit web ontwarren, zodat U bevrijd kunt worden en de ware vrijheid kunt genieten, niet meer geleefd te worden, maar te leven.

Eén van de grootste eisen die het moderne leven aan de zielen stelt, is zonder enige twijfel deze: ononderbroken de blik van het hart op het Licht van de Hoop gericht te houden. Zolang dit niet lukt, verdrinkt de ziel in de bedreigende wateren van de wereldse indrukken, die het hart voortdurend van richting willen doen veranderen, opdat het nog slechts in de macht van de duisternis zou kunnen geloven. Er is een macht die oneindig veel groter is: deze van het Kruis van Jezus Christus en van de Meesteres van alle zielen, die zeer innig met het Kruis verbonden is, omdat Zij door God Zelf volkomen in de voltooiing van het Verlossingsmysterie is opgenomen, en de macht en de opdracht heeft, in deze Laatste Tijden het Verlossingsmysterie in de individuele zielen tot zijn volle verwezenlijking te brengen.

Ik dank U van harte voor de lectuur uit Moeder Theresa, maar moet er U jammer genoeg op wijzen dat de Meesteres van alle zielen mij niet toestaat, om het even welke lectuur door te nemen, tenzij Zijzelf mij deze in rechtstreeks contact oplegt. Ik citeer uit het voorschrift van Maria hierover aan Haar Myriam: "Ik wil je hart en je geest als een onbeschreven blad papier". Maria wil dat ik mij ver weg houd van alle indrukken, behalve van deze, die rechtstreeks van Haar uitgaan. Wat de wereldse indrukken betreft, doet Zij dit 'opdat mijn hart en geest niet verontreinigd zouden worden'; wat spirituele teksten betreft, doet Zij dit 'opdat ik al mijn kennis van de Hemelse lessen en de Mysteries uitsluitend rechtstreeks van Haar zou ontvangen, opdat mijn hart en geest niet gevuld zouden worden met informatie die het ontvangen en doorgeven van de woorden van Maria door mij op om het even welke wijze zou kunnen beïnvloeden'. In de diepste gehoorzaamheid mag ik derhalve niet aanvaarden, hoewel ik U dank voor Uw aanbod. Ik hoop dat U mij dit niet kwalijk neemt.

Ik zal zeker graag voor U bidden opdat U heel spoedig de moed mag kunnen opbrengen om de deur naar het prachtige landschap van de toewijding aan Maria te openen, opdat de Liefde en de macht van Maria kunnen beginnen, de wereldse belastingen van Uw ziel weg te wassen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 83
Hoe gaat de duivel tegenover de mensenzielen tewerk

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Heel graag benut ik Uw brief als gelegenheid om onze Hemelse Meesteres te dienen, en naar ik hoop, U verder te kunnen helpen.

Ik wil derhalve graag dieper op de door U gestelde vragen ingaan, op basis van de inzichten die de Moeder Gods ons door Haar Liefde biedt:

Ik zou graag weten hoe de duivel ons, mensen, beïnvloedt.

Een antwoord op deze vraag vindt U in diverse van onze geschriften, onder andere in Stormschrift nr. 20. Het is belangrijk dat wij ons er steeds van bewust zijn, dat de strategie van de duivel zich richt naar onze zwakheden. Omdat geen twee mensenzielen precies dezelfde zwakheden hebben, gaat hij bij geen twee zielen op precies dezelfde wijze tewerk. Ik beschrijf U graag het volgende beeld, omdat het mij jaren geleden door onze Hemelse Koningin Zelf werd getoond:

Wanneer men zich een ziel voorstelt als een burcht met muren die opgebouwd zijn uit de deugden, kan men zich de krachten der duisternis voorstellen als niet-stoffelijke wezens, die onophoudelijk om de burcht heen sluipen, aan elke steen morrelen, en zodra zij een zwakheid, een opening enzovoort vinden, onmiddellijk trachten, een bres te slaan. Dit doen zij zonder onderbreking, en wel op alle niveaus van ons wezen tegelijkertijd. De duivel is als een virus: Tegen hem bestaat eigenlijk geen definitief geneesmiddel, men kan slechts trachten, het eigen immuunsysteem te versterken, opdat men zo weinig mogelijk geïnfecteerd zou worden.

Wanneer is een persoon van een duivel bezeten en wanneer niet?

Bezetenheid is een begrip dat men niet zwart-wit mag beschouwen. In principe zou men elke mensenziel in verschillende mate als bezeten kunnen beschouwen, en wel wanneer men van het volgende uitgaat:

In de breedst mogelijke zin van het woord zou men een ziel als 'bezeten' kunnen beschouwen zodra deze het de duivel mogelijk maakt, haar te manipuleren, haar op om het even welke wijze te beheersen. Wanneer U rekening houdt met het feit:

  • dat elke ziel dagelijks wel ergens van Gods Wet van Liefde afwijkt;
  • dat elke afwijking van deze wet ofwel een ondeugd of een zonde is (ik zal deze begrippen onmiddellijk definiëren, opdat alles duidelijk begrepen zou kunnen worden) en
  • dat, zodra de ziel ten prooi is aan ondeugd of zonde, de duivel reeds een overwinning over haar heeft behaald,

zou kunnen worden gezegd dat elke ziel op één of andere wijze ten prooi is aan de duivel, en hij daardoor op één of andere wijze van de ziel bezit neemt. Er moet onmiddellijk op gewezen worden dat in 'ten prooi zijn aan' oneindig vele schakeringen mogelijk zijn. In de meest strikte zin van het woord kan worden gezegd, dat een ziel bezeten is wanneer zij in zo hoge mate ten prooi is aan zijn werken in haar, dat zij in alles zijn slavin wordt, en zij zijn werken bevordert in haar hele gedrag, in alles wat zij doet, zegt, denkt, voelt en verlangt.

Maria heeft ondeugd en zonde als volgt gedefinieerd:

Ondeugd = elke gesteldheid of handeling, die de vruchtbaarheid van de ziel voor Gods Werken n voor het Goddelijk Heilsplan vermindert.

Zonde = Een ziel begaat een zonde wanneer zij ingaat op een duistere influistering, op grond van dewelke zij tot een afwijking van Gods Wet wordt aangezet. Dit kan gebeuren door een handeling, door een woord, door een gevoel, door een gedachte, door een verlangen of door een nalatigheid. Het is daarbij belangrijk, er rekening mee te houden dat, om sprake te zijn van 'zonde', de ziel vrijwillig moet ingaan op de bekoring (= verkeerd gebruik van de vrije wil!) omdat in haar de hoop op bevrediging van een persoonlijke behoefte is gewekt, of deze influistering een dergelijke behoefte zo sterk laat voelen, dat deze plots een alles beheersende macht over de ziel krijgt, zodat de ziel geen rust meer vindt tot zij aan de bekoring heeft toegegeven.

U hebt zich afgevraagd of U tijdens een bepaalde periode van Uw leven bezeten was, omdat Uw ziel toen verschrikkelijk bevuild aanvoelde, en U tegen één van de geboden bleef zondigen. Wat dit betreft, kan ik U zeggen dat de ziel ook vaak kan zondigen zonder in de ware zin van het woord bezeten te zijn. Zelfs wanneer de ziel regelmatig zondigt, is het niettemin mogelijk dat in haar hart het verlangen leeft om uit deze 'kooi' bevrijd te worden, want de verleidbaarheid is als een gevangenis. Wanneer de ziel werkelijk bezeten is, worden haar gevoelens, gedachten en verlangens in zo hoge mate door de duivel bestuurd en vertekend, dat de ziel steeds minder in staat is, zich innerlijk op Gods Licht in te stellen.

Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Wanneer de ziel zondigt, zal de Zon van Gods Licht boven haar zich achter een wolk verbergen, maar de atmosfeer in de ziel blijft desondanks in wisselende mate deze van overdag. Wanneer de ziel echter bezeten is, wordt het eenvoudigweg nacht in haar: Het hart is 'omgepoold'. Zolang de ziel zich bevuild voelt, is zij nog draagster van het Ware Leven, want dit gevoel is een waarschuwingssignaal van het geweten. Het geweten is als een geopende kopie van Gods Wetboek. Wanneer dit boek in de ziel gesloten wordt, kan men het geweten als dood bestempelen en sterft meteen elk zondegevoel. De ziel voelt zich vuil, omdat het geweten haar eraan herinnert dat het de hoogste tijd is om haar vroegere gedrag en/of haar huidige innerlijke gesteldheid in de diepste bezinning aan de bladzijden van het Goddelijk Wetboek (dat zij in zich draagt) te spiegelen.

Kan de duivel ieder van ons op elk ogenblik iets kwaads influisteren, of zijn de mensen die meer Licht in hun ziel dragen, daar beter tegen beschermd?

Elke ziel staat enigszins voor de duivel zoals een soldaat in de oorlog, die in open veld onder vuur ligt. Dit betekent: Geen enkele ziel is volledig beschermd tegen de invloeden van de duivel. De wezenskern van de ziel echter, wordt zeer zeker beschermd, zo lang de ziel het zelf wil. God zou ons geen dienst bewijzen door elke bekoring ver van ons weg te houden, want (om nogmaals het beeld van de oorlog te gebruiken – uiteindelijk is de strijd van de satan tegen de zielen van God niets anders dan een spirituele oorlog), de bekoring is als een mijn, die men in de lucht moet kunnen laten gaan zonder zelf in de lucht te gaan. Men laat haar in de lucht gaan (= brengt haar tot ontploffing) door haar te overwinnen én haar werking, die zij in de ziel en in het hart heeft laten voelen, onmiddellijk aan Maria toe te wijden, opdat Zij dit alles in Licht (lees: in genaden voor de eigen ziel en voor de mensheid als geheel) moge kunnen omzetten.

Men gaat zelf in de lucht wanneer men ingaat op de bekoring, en zondigt. Om het beeld nog verder te ontwikkelen: Naargelang het om een 'lichte' of een 'zwaardere' zonde gaat, wordt men licht(er) of zwaarder gewond.

God laat de bekoringen toe, omdat zij voor de zielen als 'gecamoufleerd' goud zijn. Zij berokkenen de zielen lijden, maar zijn voor hen dragers van belangrijke lessen in spiritueel zelfbehoud en deugdzaamheid, evenals gelegenheden om zich volkomen in Gods Plan te laten inschakelen, volgens hetwelk een ziel die zich tegen een werk van de duivel verzet, zichzelf verder heiligt en genaden voor de hele mensheid helpt voortbrengen, zodat Gods Heilsplan zich steeds verder kan verwezenlijken.

Elke overwinning die de ziel op de duivel behaalt, brengt haar op een hoger niveau van heiligheid. Het proces van de heiliging van de ziel kan men zich namelijk voorstellen als het beklimmen van een trap die bestaat uit zeer vele treden. Elke bekoring aan dewelke de ziel toegeeft, brengt haar één of meer treden dieper, maar elke overwinning op een bekoring brengt haar wat hoger, enzovoort. Hoe heiliger de ziel wordt, des te sterker wordt zij tegen de bekoringen, omdat het Goddelijk Licht Zich als het ware voortdurend in haar vermenigvuldigt en, om zo te zeggen, een muur van Licht vóór haar optrekt. Volledig immuun tegen de bekoring kan echter geen enkele ziel zijn, die met de erfzonde geboren is, dus geen enkele.

Maria werd als enige zonder de erfzonde ontvangen, en zelfs Zij was niettemin ook niet beschermd tegen de bekoring! Vele zielen weten dit helemaal niet. Maria heeft mij in vele visioenen uit Haar aardse leven laten zien hoe heftig Zij door de duivel aangevallen is. Haar macht over hem was echter totaal. Ik heb meermaals mogen zien, hoe Zij hem vóór Haar voeten op de knieën beval, en hij niets anders kon dan Haar te gehoorzamen. Maria’s macht over de duivels is altijd absoluut geweest, omdat Haar heiligheid volmaakt was. Zij wilde niet zondigen, omdat Haar Liefde tot God volmaakt was.

Is het juist dat God voor elk kind dat geaborteerd wordt (ook door voorbehoedsmiddelen) een duivel op de aarde vrijlaat en de wereld reeds bijna volledig verduisterd is door hen?

Op grond van alles wat Maria mij reeds over de Goddelijke Mysteries heeft geleerd, weet ik dat God niet rekent zoals de mensen. Daarom kan niet worden gezegd of deze uitspraak letterlijk moet worden opgevat. Wat in elk geval waar is, is dat ontelbare duivels vrij op de aarde werken. In spiritueel opzicht is de aarde zeer sterk verduisterd. U moet zich dit zo voorstellen: Hoe meer zielen een zo heilig mogelijk leven leiden, des te meer Licht wordt over de wereld verspreid, omdat al deze zielen een vermenigvuldiging van dit Licht in zichzelf mogelijk maken. Hoe meer en hoe ernstiger gezondigd wordt, des te meer sluit de mensheid zich af van het Licht, en des te duisterder wordt de wereld.

De zonde zou men als een rookgordijn kunnen beschouwen. Dagelijks worden door de mensheid in totaal miljarden zonden bedreven. Hierdoor vormt zich een 'duister wolkendek', dat steeds dikker wordt, doch waarvan kleine deeltjes loskomen telkens wanneer een ziel weerstand weet te bieden aan een bekoring, en telkens wanneer een ziel een deugd in de praktijk omzet. Hoe dikker het wolkendek, des te moeilijker wordt het voor zielen om het Goddelijk Licht in zich op te nemen. Wanneer een ziel vooral op wereldse invloeden gericht is, laat zij zich als het ware volledig onder dit wolkendek glijden. Wanneer een ziel zich volledig op Gods belangen richt, opent zich in de kern van de ziel als het ware een kanaal, door hetwelk zij het Licht in zich kan opnemen, ondanks de duisternis in haar omgeving.

Ik moet er bovendien op wijzen dat abortus (wat jaarlijks wereldwijd miljoenen malen gebeurt) inderdaad buitengewoon veel duisternis over de mensheid brengt.

Hoe is het met de heiligen. God heeft bij enkelen toegelaten, dat de duivel zich van hen meester maakt opdat zij door de strijd van het lijden nog meer schatten bij God zouden verwerven. Betekent dit dus, dat slechts wanneer God dit wil, een mens bezeten kan zijn, of wanneer de mens zich bijvoorbeeld met occulte praktijken inlaat, duivels zich van zijn lichaam meester kunnen maken?

Het is waar, dat God heiligen ertoe kan roepen, zware strijd te leveren met de duivel om genaden van bevrijding te verwerven voor andere zielen. Alles hangt af van de specifieke roeping van de ziel, en van datgene wat op elk gegeven tijdstip voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan nodig is, alsook van de vraag, in hoeverre de daartoe geroepen ziel de strijd wint of niet. God wil niet, dat zielen ten prooi vallen aan bezetenheid, maar wanneer de duivel erin slaagt, een ziel volledig in zijn greep te krijgen, kan het gebeuren dat God dit toelaat. Een tijdelijke bezetenheid met het oog op uitboeting zal God in principe slechts toelaten bij zielen die spiritueel voldoende gevormd zijn om deze fase op een vruchtbare wijze te kunnen doorstaan. God levert geen enkele ziel zonder meer over aan de slangenkuil.

Ik moet steeds weer beklemtonen, hoe belangrijk het is dat de ziel zich tijdens haar spirituele groei totaal aan Maria zou toewijden, onder andere wegens het feit dat de volledige heerschappij van Maria in de ziel in deze laatste de echte bezetenheid onmogelijk maakt, tenzij God dit offer precies vanwege deze ziel echt nodig heeft, of de ziel zich vrijwillig aan de duisternis uitlevert (in dit laatste geval staan Maria, en ook God Zelf, met gebonden handen). Laten wij ons steeds voor ogen houden, dat een ziel in volle spirituele groei van steeds meer Licht wordt vervuld, en dat een steeds sterker schitterend Licht de krachten der duisternis wekt. In dat geval zal de ziel de bescherming van God heel goed gebruiken, maar zij moet er Hem zelf om vragen.

Het is in elk geval juist dat een ziel die zich met occulte praktijken inlaat, zichzelf aan de duivel uitlevert. Door dergelijke praktijken betreedt de ziel vrijwillig het rijk van de duisternis. Wanneer men al als ziel van goede wil zwaar wordt bekoord, hoezeer nodigt men dan door occulte praktijken de duivel met open armen uit...

De ziel van de mens kan toch niet bezeten zijn, slechts het lichaam, of toch?

In principe is bezetenheid: bezetenheid van de ziel, omdat het lichaam voor de duivel, net zoals voor God, geen eeuwige betekenis heeft. Nochtans bedient de duivel zich doorgaans van het menselijk lichaam. Bezetenen worden er gewoonlijk door hem toe gedwongen, hun lichaam als werktuig of als spiegel voor zijn eigen gesteldheden te laten gebruiken, en ook om met hun lichaam zijn werken te dienen. Dat kan onder andere tot uitdrukking komen doordat een bezetene opvallend obscene handelingen of lichaamshoudingen laat zien, godslasterlijke woorden uitspreekt en veel meer. Het is er de duivel steeds om te doen, de mensen als tempel van God te ontwaardigen, en wel op een zodanige wijze dat ook andere zielen dit kunnen waarnemen. Wij mogen nooit vergeten dat de duivel Gods Werken wil verwoesten, of hen ten minste zou willen ontwaardigen, opdat de beloofde overwinning van het Licht zo lang mogelijk uitgesteld zou worden, en opdat zoveel mogelijk zielen aan de almacht van God zouden twijfelen.

Mag ik vragen of God dit bij U ook toelaat?

Maria heeft mij dertien jaar geleden geroepen, en heeft mij geleidelijk aan steeds méér opdrachten gegeven. Vele daarvan moet ik in het verborgene vervullen. Slechts het volgende mag ik U hierop antwoorden: De strijd tegen de machten der duisternis hoort erbij, en wel onder enkele specifieke vormen. Maria heeft mij een lange reeks visioenen en private openbaringen over de werken der duisternis geschonken, alsook over hoe de duivel te werk gaat, de 'relatie' tussen Haar (Maria) als de Leidster van de strijd tegen de duisternis, en de duivels, en de onvoorstelbare macht van Maria over de duivels. Op sommige dagen verlangt Zij van mij met betrekking daartoe dat ik bijzondere taken volbreng. De Meesteres van alle zielen staat mij niet toe, daarover op deze plaats meer bekend te maken. Slechts dit: De macht van Maria over de krachten der duisternis is nog oneindig veel verpletterender dan de meeste zielen het zich zouden kunnen voorstellen. Ik schrijf dit ter verheerlijking van God en als een straal van Ware Hoop voor ons allemaal, die nu nog zeer zwaar lijden onder de ellende die door de krachten der duisternis wordt veroorzaakt. Houdt U de moed erin.

Wat is er met mijn moeder, die boze stemmen van de buurvrouw hoort, terwijl zij er helemaal niet zijn? Zijn dit duivels, die mijn moeder kwellen?

Het is mij niet toegestaan, hierover enige uitspraak te doen. Tenslotte is de werkelijkheid van een dergelijke waarneming een zaak tussen God en de betrokken ziel. Geen mens heeft het recht, zich daarover uit te laten, want daardoor zou men de 'private verbindingsweg' tussen God en deze ziel betreden, evenals de Werken die God in deze ziel zou willen voltrekken. Stelt U zich daarover geen vragen. Bidt U tot Maria, opdat Uw moeder door de tussenkomst van Haar Liefde en Haar macht kan worden bevrijd. Zo stelt U een akte van naastenliefde, die, zoals bekend, vele sloten kan openen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 84
Over het Maria Domina Animarum Werk en de Wetenschap van het Goddelijk Leven – over 'boodschappen' met een dreigend karakter – over materiële welstand – over de vele boodschapen en visioenen wereldwijd

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik wil niet nalaten, U gerust te stellen. Sedert bijna dertien jaar begenadigt onze Hemelse Koningin mij met Haar verrukkelijke Tegenwoordigheid. Om ons heen worden steeds méér dreigende boodschappen verspreid. Soms vraag ik aan Maria waarom Zij mij eigenlijk nooit boodschappen, openbaringen, visioenen, enzovoort, geeft met betrekking tot de gebeurtenissen die naar verluidt in deze Laatste Tijden zouden plaatsvinden... Haar antwoord luidt dan: "Jij bent apostel van de Meesteres van alle zielen, apostel van de macht van Maria. Het Maria Domina Animarum Werk is Mijn Apostolaat van Hoop, van bemoediging en van Liefde". Ooit zei Zij mij privaat: "God is Liefde. Welk nut zou Hij erbij hebben, de zielen, de natuur, de Werken van Zijn handen, te vernietigen of zelfs maar schade toe te brengen. God verlangt slechts dat de zielen de enige Waarheid in zich opnemen, en bereid zijn, Haar te volgen".

Daarom onderricht Zij de zielen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, want (zo zegt Maria Zelf) "Ik wil in de individuele zielen de Verlossing verwezenlijken, en hen naar de heiligheid brengen doordat zij erkennen waarom zij werkelijk leven, wat God van de zielen verwacht, hoe de Goddelijke Wetten functioneren, en hoe deze zielen de grootste vruchtbaarheid voor Gods Rijk kunnen verwezenlijken".

Maria waarschuwt mij sedert jaren voor 'boodschappen' met een dreigend karakter. Zij drukt de zielen op het hart, naar de wortels van de Leer van Christus terug te keren, maar een radicale houding afdwingen, is nutteloos, omdat slechts datgene wat de ziel in het hart voelt en uit vrije wil tracht te verwezenlijken, vruchten voor Gods Heilsplan voortbrengt. Wanneer Jezus tot de rijke jongeling zei dat hij al zijn rijkdommen moest verkopen en pas dan terug kon komen om Hem te volgen, deed Hij dit vanuit de volgende beweegreden: Jezus doorgrondde het hart en de ziel van deze jongeling, en Hij zag dat deze zijn hele leven lang in het hart op zijn goederen gericht zou blijven. Een welvarend mens hoeft voor God niet noodzakelijk al zijn goederen te verkopen. Wanneer de ziel erin slaagt, een vergeestelijkt leven te leiden (wanneer zij dus niet materialistisch ingesteld is) en haar bezittingen voor goede doelen gebruikt, kan zij, ondanks haar rijkdom, absoluut in het Paradijs binnengaan. Waarom zegt Jezus dan dat het voor een kameel gemakkelijker zou zijn, door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke om in de Hemel te komen? Omdat de meeste rijke mensen er niet in slagen, zich in het hart van hun rijkdom te scheiden, dit betekent: God boven hun bezittingen te stellen.

De Meesteres van alle zielen zegt dat rijkdom niet op zich slecht is. Het komt er echter op aan, wat men met die rijkdom doet, en hoe deze de ziel beïnvloedt. Niet de rijkdom op zich verdoemt de ziel, maar wel de gesteldheid van hart in contact met rijkdom, omdat rijkdom in de handen van de grote verleider een geweldig wapen is. U weet het: De macht van de duivel is precies zo groot als de zwakheid van de door hem aangevallen ziel. Wanneer de ziel haar materiële rijkdom 'spiritueel' onder controle heeft, is er geen enkel probleem. Rijkdom wordt door de Hemelse Meesteres als een bepaalde bagage vanwege de Goddelijke Voorzienigheid bestempeld, net zoals armoede een bepaalde bagage vanwege de Goddelijke Voorzienigheid is.

God zendt een ziel in de wereld in een welbepaalde omgeving, in bepaalde levensomstandigheden, in bepaalde gezinsrelaties, met bepaalde lichamelijke kenmerken, enzovoort. Dan kijkt Hij toe: Wat doet deze ziel met dit alles? Hoe haalt zij uit dit alles het hoogste rendement (voor Gods Rijk)? Wanneer de rijke zijn rijkdom zodanig kan relativeren dat zij voor hem geen afgod wordt, doch hij deze volkomen gebruikt voor de spirituele roeping die hij diep in zich voelt, zal hij rijper zijn voor het paradijs dan de arme, die omwille van zijn armoede God vervloekt en zondigt zonder ophouden.

Lieve broeder, het is mij niet toegestaan, over openbaringen, boodschappen, visioenen en dergelijke, individuele uitspraken te doen. Het volgende wil ik U echter wel toevertrouwen:

Er is een enorme hoeveelheid aan boodschappen, visioenen, enzovoort, die men alleen al niet zou mogen geloven omdat zij door de duisternis in de wereld geholpen zijn, met de bedoeling, de zielen onrustig te maken en de chaos in de wereld, die op zich reeds zo enorm is, op de spits te drijven. Dit zeg ik niet uit mijzelf, dit zijn de woorden waarmee Maria mij vele jaren geleden van alles heeft weggeleid, wat niet door Haar persoonlijk tot mij wordt gezegd. De rode draad is deze :
  1. Satan heeft God de oorlog verklaard.
  2. God heeft hierop geantwoord met de verlossende Kruisdood van Jezus.
  3. God heeft Maria voor de Laatste Tijden tot Aanvoerster in de strijd tegen de duisternis verheven.
  4. De ziel moet het Verlossingswerk van Christus individueel in zichzelf voltooien.
  5. Daartoe stuurt God Maria naar de zielen in Haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen met de opdracht, de zielen naar de heiligheid te leiden doordat Zij:
  • de zielen uitnodigt tot de totale toewijding aan Haarzelf;
  • de zielen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht, opdat zij inzicht in de diepe zin en het doel van de oorspronkelijke Leer van Christus, en in Gods Wetten en Mysteries mogen verkrijgen.

God wil zoveel mogelijk zielen bij Zich in het Paradijs hebben, want precies daarin ligt de bekroning van Zijn Werken. Aangezien de Goddelijke Wet het zo heeft voorzien, dat de zielen in de Verlossing moeten geloven en de heiliging in zichzelf moeten verwezenlijken om toegang tot het Paradijs te kunnen krijgen, tracht God alle zielen naar Maria te leiden, de Gouden Brug over de onstuimige wateren van het aardse leven naar de oever van de vervolmaking.

Zielen en de natuur vernietigen, zou betekenen dat God (de volmaakte Liefde) de Werken van Zijn eigen Liefde zou vernietigen, en Zich jegens de duivel gewonnen zou geven, want de vernietiging van zielen en van de natuur van Gods wege zou betekenen dat God Zelf de werken van de duivel bekroont. Wie zou daarin een Hemelse Logica kunnen terugvinden, rekening houdend met datgene wat wij over Gods Heilsplan weten? Een God van Liefde, Bron van alle Liefde, die Zelf vernietiging en duisternis zou zaaien...? Maria heeft steeds al tot mij gezegd: Wantrouw elke 'boodschap', in dewelke de werken der duisternis verheerlijkt worden. De duivel breekt af en laat ruïnes achter. God en Maria zullen weliswaar iets afbreken wanneer het nodig is, doch in dat geval bouwen Zij daarna meteen iets nieuws op, dat veel waardevoller is. Zo is het ook voor boodschappen: Wanneer zij alleen maar afbreken, komen zij niet voort uit de Bron van de Eeuwige Liefde en de Eeuwige Hoop. Liefde en Hoop zijn de dageraad na de nacht, de zonnestralen na de storm. God en Maria geven de zielen steeds nieuwe Hoop, geen atmosfeer van godendeemstering (ondergang van de wereld en van God Zelf).

Het verheugt mij steeds weer mateloos, dit verrukkelijk Licht uit het Hart van de Hemelse Koningin aan de zielen te mogen doorgeven. Vertrouwt U totaal op Maria, de Meesteres van alle zielen, en U zult nog in dit leven hier op aarde mogen ervaren, dat het Licht van de Ware Hoop een Licht is dat geen schaduwen werpt, omdat het oppermachtig en overal tegenwoordig is, net zoals alles wat van God uitgaat.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 85
Over de Liefde

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw brief heeft mij diep geraakt, en wel doordat U deze zo openhartig hebt geschreven. Dat is belangrijk, omdat ik elke brief die een ziel mij laat toekomen, niet vanuit enig psychologisch perspectief analyseer, doch ik mij ten eerste heel diep in het Hart van onze Hemelse Meesteres laat verzinken, en ik ten tweede met de toelating vanwege de Hemelse Koningin de ziel van de schrijver van de brief zich voor mij laat ontvouwen. Dat is één van de belangrijkste genaden die Maria mij ooit heeft geschonken: Het inzicht in zielen en hun diepere gesteldheden, beweegredenen, doelstellingen enzovoort. Zo werkt de Meesteres van alle zielen door mij, Haar nietige dienares. Doordat U zo openhartig schrijft, word ik in staat gesteld, U de betekenis van de gewaarwordingen in het diepste van Uw ziel beter te helpen begrijpen.

U bent op Uw lerares verliefd geworden. Liefde is een uiterst complexe gewaarwording. Hoe zou het ook anders kunnen, aangezien de Liefde toch de essentie van het ware leven van de ziel is, en de essentie van het Wezen van God Zelf? De Hemelse Koningin heeft mij vele jaren lang via lange reeksen van mystieke ervaringen precies in de diepste wezenstrekken van de Liefde gevormd. Mijn hart heeft onbeschrijflijke gewaarwordingen leren kennen, telkens met betrekking tot Maria, tot het Wezen van God, tot de Goddelijke Mysteries, tot de diepste wezenstrekken van de schepselen (mensenzielen, dieren, bloemen,...).

Ik heb de Liefde leren kennen als een fenomeen dat ik met een roos zou willen vergelijken: Bij elke nieuwe gewaarwording, elke nieuwe ervaring van Liefde, ontvouwt zich een bloemblaadje, en zo steeds verder. Het is alsof elke ervaring in het hart wordt opgeslagen, en bij elke verdere ervaring wordt aangewakkerd en versterkt, terwijl de roos in het hart een nieuw bloemblaadje ontvouwt. Telkens de Meesteres het wil, flakkert de verrukking zo intens op, dat het hart het nauwelijks nog kan uithouden, en aan de ziel de indruk wordt gegeven dat deze Hemelse roos op zich een oneindigheid van elkaar gedeeltelijk overlappende lagen (bloemblaadjes) zou zijn, die naarmate hun aantal vergroot, de ziel dieper laten doordringen in het middelpunt van het grootste geheim, dat Gods Wezen in zich bergt.

Lieve zus, ik schilder U dit beeld omdat ik graag zou trachten, U nader te verduidelijken wat eigenlijk in U omgaat. 'Verliefdheid' is in principe eerder 'op het IK gericht'. De ziel voelt iets in de medemens, dat in haar bijzondere gevoelens opwekt, die er echter op één of andere wijze op gericht zijn, in zichzelf een leemte op te vullen. Een stap verder gaat de Ware Liefde, die weliswaar eveneens een bevrediging zoekt, doch het wezenlijk verschil ligt hierin:

  • De door de Ware Liefde nagestreefde bevrediging ligt veeleer op het spirituele vlak, in die zin dat de ziel (onbewust in de diepste wezenskern) weet, dat de Ware Liefde draagster van het Ware Leven is. U weet dat het 'Ware Leven' het Goddelijk Leven is, doordat de gewaarwordingen en het bewustzijn van de ziel steeds dieper in de sferen van de Goddelijke bezieling, van de Goddelijke ingevingen en van de versmelting met de Wil van God verzinken; en
  • De Ware Liefde, precies door haar verbondenheid met het Goddelijk Leven, zoekt in de eerste plaats het welbevinden van het geliefde wezen en diens tevredenheid of bevrediging. Om deze reden gaat de Ware Liefde steeds gepaard met een grote offerbereidheid. Een klein voorbeeld: Op Jezus en Maria wordt men niet gewoon 'verliefd', en men zoekt in Hen niet gewoon maar naar datgene wat men zelf nodig heeft, doch men wil Hen boven alles ter wereld dienen, men wil voor Hen zijn eigen leven geven. Vandaar: Totale toewijding aan Maria is slechts volledig vruchtbaar wanneer zij op de basis van een onbeperkte zelfgave gegrondvest is. De totale toewijding aan Maria, wanneer deze in het dagelijks leven diep wordt beleefd, hoort tot de allerhoogste vormen van de Ware Liefde, omdat zij steeds met onzelfzuchtige overgave is verbonden, en zij zichzelf en de eigen behoeften in de hoogste mate terzijde schuift.

Misschien zou ik het zo kunnen uitdrukken: Bij verliefdheid verwondert de ziel zich over de schoonheid van de Hemelse roos, wier beeld zij in zich waarneemt. Zij tracht deze te winnen, en komt door haar ook in verrukking, doch in principe voelt zij niet de neiging of de behoefte, eraan te werken dat de roos zich verder ontvouwt. De Ware Liefde daarentegen, wil tot elke prijs tot in de wezenskern van de roos trachten door te dringen, en werkt eraan mee dat zij zich helemaal kan ontvouwen.

Lieve zus, verliefdheid is niettemin niet noodzakelijk als egoïstisch te begrijpen. God heeft deze gewaarwording voorzien met de intentie, dat de ziel de verliefdheid gemakkelijk kan gebruiken om de zo complexe gewaarwording van de Liefde (die voor de ziel onontbeerlijk is, want de Liefde is de brandstof van het Goddelijk Leven) in zich kan laten rijpen en ontwikkelen. U ondergaat in deze dagen de beide uitersten van de gevoelsscala: zowel het brandende hart alsook de hartverscheurende pijn. U kunt aan deze gevoelens een bijzondere zin verlenen door er de Meesteres van alle zielen, de Hemelse Moeder, om te smeken dat Zij deze gevoelens zodanig zou sturen en leiden dat zij in Uw hart de ware roos helpen ontplooien.

Het is van heel groot belang dat U weet – zoals U zelf schrijft – dat de verliefdheid als eindpunt niets oplevert. Maria Zelf nodigt U ertoe uit, al Uw gevoelens op Haar (de Moeder en Meesteres) te richten. Dat betekent niet dat U zich tegenover de lerares 'anders' zou moeten gedragen, want in dat geval zou U plots ten prooi vallen aan een gebrek aan spontaneïteit, waardoor Uw gevoelservaringen niet langer op een realiteit, maar op een illusie gebaseerd zouden zijn. Dit zou niet bevorderlijk zijn voor de 'genezing'. Ook het 'niet-meer-zien' (de poging om de lerares zoveel mogelijk uit de weg te gaan), zou niet de beste oplossing zijn, want daardoor zou een door Gods Voorzienigheid gegeven kans onbenut afgestoten worden. U mag nooit uit het oog verliezen dat alles wat zich op onze levensweg afspeelt, om een welbepaalde reden op ons afkomt. Wij moeten met alles iets doen, en wel tot het heil van onze spirituele ontwikkeling. Ik tracht nu mij zo duidelijk mogelijk uit te drukken:

Aan Uw lerares bevalt U zo bijzonder haar uitstraling, haar warmte, haar glimlach, haar stem, haar zachtheid en... haar autoriteitspositie. Bedenkt U eens: Dit alles wordt ook, en wel in volmaakte mate, in Maria, de Hemelse Meesteres belichaamd. U vindt in de lerares de uitdrukking van de ongecompliceerde Liefde, omdat U deze in Uw leefwereld zozeer mist. Maria is echter de Koningin van de Ware Liefde. Momenteel heeft de lerares inderdaad een onbeperkte macht over U. Deze macht heeft de Hemelse Meesteres ook, en Zij oefent deze macht uit door de volmaakte Hemelse Liefde.

Lieve zus, ik mag mij in de huidige golven van Uw hart inleven, en mij is het inzicht in de oorzaak ervan vergund. Ik verbind deze met de verlangens die de Allerheiligste Maagd Maria jegens U koestert, en ik kan U daardoor op het hart drukken dat U Uw huidige gewaarwordingen als een droombrug naar het Hart van Maria zou kunnen gebruiken, wanneer U vanaf vandaag vurig tot Haar smeekt om kracht, leiding en besturing.

Ik spreek uit eigen (mystieke) ervaring wanneer ik zeg dat Maria daadwerkelijk de oppermachtige Meesteres van het hart wordt zodra men zich volledig aan Haar geeft en zich totaal door Haar laat leiden en beheersen. Zij oriënteert dan alle inwendige gewaarwordingen en gemoedsbewegingen zodanig dat zij Haar volkomen dienen, en de ziel van dag tot dag vruchtbaarder maken. Wanneer U er Maria vurig om smeekt, zal Zij U erbij helpen, de huidige verliefdheid in Uw hart zo tot ontplooiing te brengen, dat deze geleidelijk aan tot een 'springplank' naar de Ware Liefde wordt omgevormd. De gevoelens van gewone geborgenheid zullen omgevormd worden tot een vermogen om zelf Ware Liefde te geven, en wel op zo vruchtbare wijze dat de ziel werkelijk nieuw opgebouwd wordt.

De ontwikkeling die U dan zult doormaken, zal deze zijn, die menselijke afhankelijkheid geleidelijk omvormt in Hemelse bezieling. Alles wat U voelt, zal op een hoger niveau worden getild, op een niveau waarop de spirituele vruchten rijper worden en daardoor ook de innerlijke Vrede van hart en de innerlijke rust veel vaster wortel zullen kunnen schieten. De innerlijke stormen zullen daardoor omgevormd worden in een groeiend innerlijk evenwicht. Ziet U het verschil?

Bij verliefdheid is de inwendige gesteldheid onvast, bij Ware Liefde worden er richting en doel aan gegeven.

Om deze reden kan verliefdheid zeer onproductief zijn, terwijl Ware Liefde dienstbaar is voor Gods Plannen.

Verliefdheid kan productief worden, zodra men deze aan Maria toewijdt, opdat Zij deze een richting en invulling zou geven.

Bij verliefdheid zweeft het hart als het ware ongecontroleerd heen en weer, terwijl bij de Ware Liefde het hart vast gericht is op de noden van Gods Wet, want de Ware Liefde is altijd onbaatzuchtig en vindt haar diepste bevrediging in de zelfopoffering.

Mijn lieve zus, Uw huidige gevoelens zijn niet noodzakelijk een kruis en hoeven al zeker niet zoiets als een levenslange last te worden.

Net zoals bij alles wat de ziel kwelt, is er een mogelijkheid om deze kwelling in een zegen om te vormen. Alles wat pijn doet, kan naar een wedergeboorte leiden. Daartoe is slechts één ding noodzakelijk: dat men de gouden Brug over de zee van de pijn gebruikt, de Brug die naar de oever van de ware vrijheid, van de spirituele wedergeboorte leidt. Deze gouden Brug is de Hemelse Meesteres, Maria. Zij is de Gezagspersoon, op wie elke ziel verliefd zou moeten worden, omdat Zij de ziel door de poort van de Hemel kan binnenleiden. Maria zal U diep in het hart leren hoe U elk gevoel jegens de lerares van haar af kunt wenden naar Maria toe, terwijl U met de lerares omgaat zoals gebruikelijk. Het is heel belangrijk dat U zich niet actief verzet tegen Uw gevoelens, maar dat U deze aan de voeten van Maria legt. Probeert U het eens als volgt:

Bij elke opwelling van 'vlindergevoelens' zegt U tot Maria: 'O mijn Hemelse Meesteres, ik bemin U zo zeer'.

Bij elke pijn wanneer U Uw lerares mist, zegt U tot Maria: 'O mijn Hemelse Meesteres, ik mis U zo', enzovoort.

Tracht U zich bij dit alles de Hemelse Koningin visueel voor te stellen. In de mate waarin U ernaar verlangt, al Uw gevoelens op de Koningin van de harten te projecteren, zal Maria in U de omvorming voltrekken, die U in staat zal stellen, de huidige gevoelens volledig vruchtbaar te maken. Het is goed mogelijk dat 'de grote verleider' U de jongste tijd heeft willen afleiden, maar tegenover de Meesteres van alle zielen is hij voIledig machteloos. U kunt hem nu met zijn eigen wapens verslaan, door Uzelf nu nog vuriger aan Maria over te geven dan ooit voordien.

U zegt het zelf: Maria en God zouden voor U moeten volstaan. Slechts Zij kunnen U de volheid van de Ware Liefde in het hart storten. Wees toch niet te streng voor Uzelf, want U hebt niet bewust een fout begaan. U bent met een samenspel van gevoelens geconfronteerd, waarmee U nog niet op een wijze kon omgaan, die vruchten voor God zou opleveren. Dit zal vanaf vandaag veranderen wanneer U volledig kiest voor de Hemelse Koningin. Wijdt U Haar alles toe, elk detail van elke dag. Schaamt U zich ook absoluut niet om steeds inwendig met Maria spreken, alsof U alles zou doen in overleg met Haar.

Dit zal U helpen om Uw leven volkomen door Maria vorm en invulling te laten geven. U zult bovendien een Liefde leren voelen zoals U er nog nooit één hebt ervaren. U zult de Ware Liefde leren kennen, die overheerst wordt door het vurig verlangen, eerst en vooral te geven.

Maria zal U stap voor stap leren dat Zij de macht heeft om U alles honderd- en duizendvoudig terug te geven. Alles wat U aan Maria geeft, veredelt Zij met Haar volmaakte Liefde, en geeft het dan terug. De ervaring die daaruit ontstaat, is deze van een wedergeboorte. De Ware Liefde maakt van de mens een nieuwe ziel: Het zwakke wordt door het Liefdesvuur verbrand, en de echte begaafdheden voor het Heil van de ziel komen aan het licht, worden in de vlammen gelouterd en omgezet in Licht voor zichzelf, voor de omgeving en voor God. Ik wens U deze wondermooie openbaring met heel mijn hart toe.

Op Uw vraag met betrekking tot de hoofdbedekking tijdens de Heilige Misviering zal ik later, na gebed in verband met dit thema, terugkomen. Ik zal U daarover graag nog schrijven in een andere brief.

Graag zal ik voor U tot onze Hemelse Meesteres smeken, opdat Zij aan U het wonder van een wedergeboorte uit de Liefde en voor de Liefde moge voltrekken. Benut U toch de ontwikkelingen van Uw innerlijk leven op een zodanige wijze, dat zij weldra ten dienste van iets veel hogers ingezet kunnen worden. Slechts daartoe zijn wij allen geschapen. Moge Maria U op deze weg innig begeleiden en vervullen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 86
Over de hoofdbedekking voor vrouwen gedurende een Heilige Misviering

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Gisteravond ontving ik in gebed tot de Meesteres van alle zielen het inzicht tot het beantwoorden van Uw vraag in verband met het dragen van een hoofddoek gedurende de Heilige Mis.

Over het dragen van een hoofddoek door vrouwen schijnt in onze Rooms-Katholieke kerk niet echt een duidelijke regel te bestaan. Het is mij bekend dat in het zuiden vaker een hoofddoek gedragen wordt, en dat priesters in bepaalde streken er nadrukkelijk de voorkeur aan geven. Over de gewoonten op dit gebied in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland zijn mij geen details bekend. In mijn vaderland (Vlaanderen, het Nederlandstalig deel van België) is het dragen van een hoofddoek door dames in de kerk niet zeer gebruikelijk. Ik ben er dan ook van uitgegaan dat slechts onze Hemelse Koningin Zelf mij een antwoord zou kunnen geven. Dat heeft Zij in al Haar Liefde ook gedaan. Aangezien Maria mij het antwoord – zoals Zij dit wel vaker doet – niet met woorden, maar in beelden via kennisoverdracht heeft gegeven, moet ik deze beelden naar hun betekenis weergeven.

Zij zeggen het volgende:

Voor de vrouw in onze maatschappij is het haar, respectievelijk de haardracht, gemiddeld genomen belangrijker dan voor de man. Wanneer een vrouw in de kerk een hoofddoek draagt om haar haren te verbergen, geeft zij naar God toe hierdoor een blijk van bereidheid, afstand te doen van iets wat normaal gesproken voor haar belangrijk is, namelijk van de belangstelling die haar medemens mogelijkerwijs voor haar zal opbrengen, omdat de haren tot de meest opvallende aspecten van haar lichamelijk voorkomen behoren. Doordat zij hieraan verzaakt, kiest zij openlijk voor God als middelpunt van haar belangstelling. Dit geldt nog méér wanneer de vrouw in kwestie de haren lang draagt.

De Meesteres van alle zielen bestempelt daarom het dragen van een hoofddoek door de vrouw in de kerk als een akte van afstand of van verzaking. Het bevalt de Hemelse Koningin zeer wanneer een vrouw in de kerk haar haren bedekt. Voor de Meesteres is het belangrijkste in ieder geval het feit dat deze gesteldheid van verzaking vast in het hart leeft. Wanneer een vrouw in de kerk haar haren slechts bedekt als een handeling zonder inhoud, heeft dit in Gods ogen geen bijzondere betekenis. De wil, voor God te kiezen en bewust te verzaken aan de bevrediging van enige eventuele behoefte aan menselijke aandacht of bewondering, of aan het in stand houden van Uw 'zelfbeeld', moet oprecht aanwezig zijn.

Steeds bereid!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 87
Nieuw leven voor de Kerk via de door Maria verlangde 'Ketting van Licht' – ondersteuning van onze zielenherders

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is de zielen intussen bekend, dat het mij door de Moeder Gods strikt verboden is, uitspraken te doen over stellingen en standpunten van de Kerk of over het gedrag van gewijde leden van de Kerk van Christus. Ik wil dit overigens ook al om die reden niet doen, dat het geen enkele ziel toekomt, over een andere ziel te oordelen. De zwakheden van de menselijke ziel op aarde zijn een gevolg van de erfzonde, die het fundament van het spiritueel leven heeft ondergraven. Uit zichzelf is elk ziel zoals een slachtoffer in een moeras: Zij kan nauwelijks op eigen krachten elke verleidbaarheid in zichzelf volledig verlammen. Zij kan zich uit de zuigende krachten van het slijk slechts met hulp van buitenaf bevrijden.

Zoals het voor elk van de vele geschenken van God het geval is, zo is het eveneens voor de overwinning van de lichamelijke verleidbaarheid van de mensenziel: Deze genade moet 'ontsloten' worden. De ontsluiting van een genade is steeds de vrucht van de ontmoeting tussen de Wil van God en de wil van de ziel. De 'bruiloft' tussen de Wil van God en de wil van een mensenziel wordt als het ware bezegeld door een kracht die ons bekend is als de naastenliefde. Derhalve is het zo, dat bijvoorbeeld het voornemen van een ziel om helemaal in God over te vloeien en Zijn Wetten zo strikt mogelijk na te leven, pas echt vruchtbaar wordt wanneer een andere ziel de Liefde opbrengt om dit voornemen te bevorderen door bijkomend tot God te smeken om het vrijmaken van de afgesmeekte genaden.

Aangezien de Kerk van Christus wereldwijd door vele gewijde leden gevormd wordt, die vanzelfsprekend alle, net zoals alle mensenzielen, moeten leren, met hun lichamelijkheid overweg te kunnen, roept de Meesteres van alle zielen hier en nu zoveel mogelijk zielen ertoe op, de handen in elkaar te slaan in een strijd tegen de vijand, die geen andere bedoeling heeft dan deze, de Kerk van Christus, Gods Gedenkteken tot voltooiing van Zijn Liefde en Zijn Waarheid en het waarschuwingsteken voor de komende, definitieve verlamming van alle werken van de duisternis, in haar fundament te vernietigen.

De Kerk van Christus is gebaseerd op de volmaakte heiligheid van Christus, het Goddelijk Voorbeeld van de volmaakte vergeestelijking. Slechts in haar aanvankelijk bedoelde toestand van vergeestelijking kan de ziel het maximum van haar vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan verwezenlijken. Om deze reden roept Maria de zielen op om zich met Haar, de Moeder van de Kerk, te verenigen in een vurige strijd voor de gezamenlijke overwinning van de grootste hindernis op de weg naar de volmaakte spirituele vruchtbaarheid: deze van de lichamelijkheid met al haar behoeften, die de ziel er kunnen van weerhouden, de volheid van het Licht in zich te laten bloeien en om zich heen te verspreiden.

Jezus heeft de Kerk als een instelling van vergeestelijking voorzien, omdat het Goddelijk Leven slechts in haar volheid bloeit waar de Goddelijke Levenskracht, die naar de ziel toestroomt door de genade, de Werken van de Goddelijke Voorzienigheid en de Sacramenten, in een zo hoog mogelijke mate voor het niveau van de hogere spirituele levensprocessen wordt benut. Maria heeft het daarover reeds in diverse van onze geschriften gehad. De zich achter dit systeem verbergende Goddelijke Wijsheid is de reden zonder meer, waarom de Kerk tot in haar wortels de oorspronkelijke voorschriften en het oorspronkelijke voorbeeld van Jezus Christus moet volgen. Het gaat hierbij om een zo grote genade, dat het absoluut niet vanzelfsprekend is dat de mensenziel daaruit het volle nut kan halen. De Kerk van Christus heeft daartoe nood aan een nooit geziene opleving vanuit de door Maria gewenste Ketting van Licht.

Tot ons als leken richt Zich nu Gods verlangen, onze herders ten volle te ondersteunen met gebed, maar ook met daadwerkelijke offers, want de macht van de eerder vermelde hindernis kan slechts worden gebroken wanneer wij door de almacht van de oprechte naastenliefde en in de vaste wil, de Overwinning van het Licht van Christus te verwezenlijken, de Kerk opnieuw helpen opbouwen door offers die ons ook lichamelijk iets kosten. De zieken onder ons kunnen bijvoorbeeld hun lijden voor de versterking van onze herders in hun strijd voor het Licht en tegen de duisternis offeren.

Laten wij ons nu als een muur achter onze herders opstellen, want hoe krachtiger zij weerstand kunnen bieden aan de aanvallen van de duivel, des te vruchtbaarder zullen hun werken zijn. U weet dat de Meesteres van alle zielen er vroeger reeds heeft op gewezen, dat de genaden die door afwijkingen in de Kerk niet of onvoldoende worden opgewekt, door de Goddelijke Barmhartigheid moeten worden aangevuld. Hoe meer wij onze herders in de aanvallen van het dagelijks leven helpen dragen, des te genaderijker kan hun dienstwerk ten gunste van de Kerk worden en des te meer genaden kan de Barmhartige God rechtstreeks voor de vestiging van Zijn Rijk op aarde vrijmaken. De verplettering van de kop van de helse slang is ons aller verantwoordelijkheid. Laten wij dus over niemand oordelen, maar allen liefhebben, want slechts door de Liefde en de solidariteit kan de overwinning worden behaald. Meer dan ooit is thans het uur aangebroken waarop wij moeten verenigen, niet verdelen.

Ik leg Uw verzoek graag voor aan Maria, de Meesteres van alle zielen en Moeder van de Kerk. Aan een zo grote Liefde kan Zij geen weerstand bieden. Bidt U toch alstublieft opdat de Meesteres mij de genade moge bekomen om datgene te doen, waar U in Uw brief om vraagt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 88
Over de aanbeveling van Myriam-geschriften als voorbereiding op de Biecht – over de mogelijkheid om door het eigen voorbeeld naar Maria te verwijzen – over de namen Jezus en Maria als voornaam

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag wil ik de overige vragen uit Uw brief beantwoorden. Het is U wel bekend dat de beantwoording van een brief op Gods tijd gebeurt.

Ik wil U vragen of het niet mogelijk is, op Uw homepage een lijst met de tien geboden weer te geven, vooral met een bijkomende uitleg, opdat ik zou weten wat gebiecht moet worden

Op onze homepage verschijnen alle voor het publiek bestemde geschriften en gebeden die door de Moeder Gods aan Haar Myriam geschonken worden, evenals geleidelijk de vertalingen ervan. Op de homepage wordt daarom in principe niets gepubliceerd wat niet rechtstreeks door Maria aan Haar Myriam is geopenbaard, respectievelijk nog wordt geopenbaard. Tot nu toe heeft Maria nog geen bijkomende toelichting over de tien geboden gegeven. Mocht Zij dit op zekere dag doen, dan zal deze uitleg, in om het even welke vorm deze ook geopenbaard zou worden, zo spoedig mogelijk daarna gepubliceerd worden.

Wat ik U met het oog op de voorbereiding van een grondige Biecht in elk geval ten zeerste kan aanbevelen, is een aandachtige studie van het boek Kruistocht naar de ziel, dat U onder de Onderrichtingen kunt vinden. Het bestaat uit 40 hoofdstukken, indachtig de veertig dagen van de Vastentijd. Maria roept ertoe op, dit boek jaarlijks gedurende de Vasten ter hand te nemen. De ziel die dit boek voor het eerst ontdekt, kan het gerust op vruchtbare wijze ook buiten de Vastentijd bestuderen. Het biedt een waardevolle leidraad voor het ontsluiten van de diepten van de ziel.

Ook de tekst De Gouden Weg naar de heiligheid, die U eveneens onder de Onderrichtingen kunt vinden, kan U hierbij zeer behulpzaam zijn. Deze tekst is een verzameling uit voormelde Kruistocht naar de ziel, en een ander boek: Wedergeboorte van het Aards Paradijs.

Vóór zes jaar werd nog een ander boek geschreven, in de vorm van een grondiger studie van de deugden, de bouwstenen van de heiligheid, dat heel goed als spiegel voor een Levensbiecht kan worden gebruikt: Het heet Lentebloesems aan de Levensboom.

Moet men in een gesprek met mensen die helemaal niet in God geloven en ook niets over Hem willen weten, trachten de aandacht naar Maria te leiden?

Naarmate U inniger met Maria wil leven en Haar volkomen wil toebehoren, zult U kunnen vaststellen dat al Uw handelen, spreken en zelfs denken, voelen en verlangen door Haar geleid worden. Maria is het meest werkzame kanaal van inspiratie en dagelijkse leiding. Zij wordt niet voor niets de Bruid van de Heilige Geest genoemd. Wanneer U zich totaal aan Haar zult overgeven, zult U daarover nog verbaasd staan. Hoe meer men God en Maria bemint en zich tot de dienst aan Hem of Haar geroepen voelt, des te meer zal men ertoe neigen, over Hen te spreken. Dat is een natuurlijke behoefte, omdat de ziel reeds spoedig slechts een gevoel van bevrediging ervaart wanneer over datgene gesproken wordt, dat zij zelf heeft ervaren als de voedingsbron voor haar eigen leven.

In het licht daarvan moet men nochtans omzichtig te werk gaan, in die zin dat men zich er steeds van bewust moet zijn dat een ziel meestal vooral wordt bewogen door datgene wat zij zelf waarneemt of vaststelt. U kunt tot een ziel die niet gelooft, over God of Maria spreken, maar U zult waarschijnlijk reeds snel ervaren dat zij zich voor Uw woorden afsluit, U niet goed begrijpt, of niet goed wil begrijpen, of zelfs door Uw woorden geprikkeld wordt. Er bestaat ook een andere manier, die (ofschoon ook meestal niet onmiddellijk, maar wel op termijn), méér succes kan opleveren: de weg van het voorbeeld.

Het is mogelijk dat de ziel die U bezig ziet en die in Uw houding en de wijze waarop U naar buiten toe overkomt, iets voelt, dat op haar overkomt als 'opmerkelijk' of als 'gedrag dat in de wereld van vandaag niet gebruikelijk is, en dat zij zich vragen begint te stellen. Wanneer dan deze ziel Uw gedrag of voorkomen met het 'leven van een christen' in verband kan brengen, is het mogelijk dat zij nieuwsgierig wordt. Deze nieuwsgierigheid kan ertoe aanleiding geven dat zij 'haar spirituele deur opent'. Zij heeft dan de indruk dat zij zelf heeft ontdekt dat daar iets bijzonders aan de hand is, en dat zij dit uit vrije wil zelf wil uitproberen. Voorbeelden zeggen meer dan duizend woorden. Een ziel die zich niet wil openstellen voor datgene wat U graag zou zeggen omdat U van de waarheid van Uw ervaringen terecht overtuigd bent, wordt onmiddellijk geprikkeld wanneer U erover spreekt.

Elke ziel, ook zij die niet wil (of kan) geloven, moet men trachten lief te hebben. De Liefde is de onontbeerlijke sleutel tot elke ziel, omdat elke ziel slechts via de Liefde haar levenskracht ontvangt. Precies daarom is een ziel in wie de Liefde sterft, letterlijk een dode ziel.

Om de deur van elke ziel gemakkelijker, respectievelijk vlugger te kunnen openen, is het verstandig, deze ziel in het verborgene van het eigen hart aan Maria toe te wijden. Deze ziel haalt dan reeds nut uit de werking die Maria als 'secundaire genade' bestempelt: Mocht de ziel zichzelf op eigen initiatief aan Maria toewijden, dan zou zij de 'primaire genade' verwerven, in het andere geval komt de genade niet via de rechtstreekse weg doch door het kanaal van de naastenliefde. De primaire genade vindt een gunstige 'toegangsweg' in het feit dat de ziel reeds de eigen vrije wil op God gericht heeft, en daarna om iets vraagt. Bij de secundaire genade is de vrije wil van de ziel niet op het ontvangen van de genade ingesteld: Iemand anders vraagt voor haar om deze genade, maar de ziel die de genade zou moeten opnemen, is niet op de hoogte, respectievelijk vraagt er zelf niet om. Desondanks wordt echter ook op deze wijze reeds de toegangsweg geplaveid.

Ik weet dat het verkeerd is, 'Jezus' als voornaam te hebben, maar kan men zijn dochter laten dopen met de naam Maria, of beledigt men daarmee de Moeder Gods?

'Jezus' als voornaam komt vooral wel eens voor in de Spaanstalige gebieden van de wereld (geschreven als 'Jesus'). Zielen die hun nakomelingen graag deze naam willen geven, doen dit gewoonlijk uit respect, respectievelijk uit Liefde voor God. Aangezien God aan elke handeling de waarde toekent die wordt bepaald door datgene, wat in het hart van de ziel omgaat terwijl zij de betreffende handeling verricht, doen de zielen, die kinderen 'Jesus' noemen, niet noodzakelijk iets verkeerds.

Louter menselijk beschouwd, zou men tegen de naam 'Jesus' voor een gewoon mens het bezwaar kunnen opperen, dat het voor God pijnlijk zou kunnen zijn wanneer de ziel die deze naam draagt, zondigt. Aangezien geen enkele ziel haar leven lang zonder zonde blijft...

Verkeerd, in de zin van ondeugd of zonde, is deze naam voor een schepsel slechts wanneer een ziel deze naam aan een mens (of aan een dier, alles is mogelijk) zou geven met de bewuste intentie, met God te spotten of een ander mens daardoor de kans te geven, bewust bepaalde eigenschappen van het aldus genoemde schepsel met Jezus in verbinding te brengen, om Jezus te ontwaardigen.

Met betrekking tot de naam 'Jezus' voor een mens, heeft Maria mij tot nu toe niets anders gezegd dan datgene wat ik net heb geschreven. Wat de naam 'Maria' betreft, weet ik, dat het de Moeder Gods, evenals Jezus, verheugt wanneer een kind met deze naam gedoopt wordt. Maria ermee beledigen, zou men slechts kunnen doen onder dezelfde omstandigheden die ik daarnet met betrekking tot de naam 'Jezus' respectievelijk 'Jesus' heb vermeld. Wanneer men een dochter doopt met de naam 'Maria', stelt men haar daardoor als het ware onder de machtige bescherming van de naam die door God Zelf met zoveel buitengewone eigenschappen is bekleed.

Steeds bereid. Ik wens U heel veel Licht op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, volgende dinsdag.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 89
Over de genade van het Doopsel – over de noodzaak van onze medewerking met de genade

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw vraag luidt: Is het niet zo dat wij door de genade van het Doopsel van alle zonden, dus ook van de erfzonde, worden bevrijd, en wij opnieuw geboren worden als 'nieuwe schepping' in Christus, als adoptiekinderen van God?

De Goddelijke Barmhartigheid heeft het zo beschikt dat Jezus Christus als God-Mens in de wereld moest komen om voor alle zielen de volheid van de Verlossing mogelijk te maken, en wel op grond van dit zo machtig instrument dat alle deuren naar het Paradijs kan openen: Het lijden in de volheid van de Liefde en de gehoorzaamheid. Toen het Hart van de Verlosser op het Kruis werd doorboord, stroomden daaruit zijn allerlaatste Bloed en Water. Dit Water kunnen wij als de oorspronkelijke Bron van de Barmhartigheid voor het Eeuwigdurend Nieuw Verbond beschouwen, en wel als voorafspiegeling van het doopwater voor de zielen van alle tijden, die zichzelf weggeven in de navolging van Christus. Bovendien heeft Jezus aan Zijn volgelingen de Heilige Geest beloofd. Wij ontvangen de Heilige Geest voor het eerst bij het Sacrament van het Doopsel. Eigenlijk kunnen wij het zo beschouwen, dat de ziel door het Sacrament van het Doopsel door de Heilige Geest voor de volheid van de Barmhartigheid wordt ontsloten.

Gods Beschikkingen en Decreten hebben eeuwigdurende geldigheid, en krijgen daarbij hun volle uitwerking. Om deze reden kan met zekerheid worden gezegd dat het Doopsel voor de gedoopte ziel de volheid van de Verlossing krachtens bevrijding van de erfzonde mogelijk maakt. Het volgende moeten wij echter duidelijk voor ogen houden:

God heeft met de zielen het Nieuw Verbond gesloten. Een verbond wordt door twee partijen aangegaan, waardoor ook beide aan specifieke verplichtingen onderworpen zijn. De volheid van de Verlossing, de bevrijding uit de effecten van de erfzonde en andere zonden, is van Gods wege door Jezus Christus binnen het bereik van iedere ziel gesteld, maar deze moet door elke ziel via haar individuele medewerking in haar eigen leven ten volle worden benut doordat de ziel, door navolging van het voorbeeld van Christus, deze vrucht in zich tot rijping brengt.

'Verlossing' is te verstaan als de 'bevrijding uit de definitief verwoestende gevolgen van de zonde'. Zij mag niet als kant-en-klaar geschenk worden beschouwd, dat geen nood meer heeft aan enige inspanning vanwege de ontvanger. Om het eens zeer vereenvoudigend uit te drukken: Het geschenk van de Verlossing is zoals een bouwdoos die men krijgt: De doos bevat alles. Zelfs de gebruiksaanwijzing wordt erbij gegeven, mits de ontvanger daar belangstelling voor toont. Het opbouwen moet men echter zelf doen. Wel kan men hiervoor bij een expert te rade gaan (Maria).

Wanneer de Kerk zegt dat de ziel door de Doop wordt bevrijd van de erfzonde en de andere zonden, moet dit als volgt begrepen worden: Aan de ziel wordt niet langer automatisch de intrede in het Paradijs geweigerd. In elk geval blijft de ziel verantwoordelijk voor haar eigen handelen, en moet zij, volgens de Goddelijke Wet, nog steeds elke zonde goedmaken, en wel in die mate waarin deze niet door de Goddelijke Barmhartigheid is weggeveegd of door de oppermachtige Voorspraak van Maria en/of door uitboetingen, toegewijde offers en lijden en gebeden van andere zielen zijn goedgemaakt. De volledige bevrijding uit de effecten van de erfzonde en de andere zonden is een volledige bevrijding van een verdoeming, die anders niet te vermijden zou zijn. Deze bevrijdt ons echter niet noodzakelijk van een individuele reiniging in het vagevuur.

Ondubbelzinnig uitgedrukt: Wanneer de Kerk over bevrijding (Verlossing) spreekt, bedoelt Zij bevrijding van de hel, niet noodzakelijk van het vagevuur. God bevrijdt geen enkele ziel 'tegen haar vrije wil'. Zodra een ziel tegenover de Goddelijke Wet 'ja' zegt, en leeft overeenkomstig de voorschriften van de Goddelijke Wet, wordt zij bevrijd (definitief verlost). Zegt de ziel echter niet 'ja', met andere woorden: zondigt zij teugelloos, dan wordt dit door God beschouwd als de uitdrukking van haar vrije wil om niet verlost te worden. Ondanks de Kruisdood van Christus ontsluit een dergelijke ziel de Verlossing niet in zichzelf. Indien dit niet zo zou zijn, zou elke gedoopte ziel automatisch bevrijd zijn van alle nawerkingen van alle zonden, maar dat zou neerkomen op een overtreding van Gods wege tegen de door God als heilig geschapen vrije menselijke wil.

Aangezien het verschil tussen hel en vagevuur voor een ziel toch al onmetelijk is, kan men wel zonder meer van een 'volledige bevrijding door het Doopsel' spreken. Wij mogen echter nooit vergeten dat de uiteindelijke vrucht van elke Goddelijke Belofte is gebaseerd op de bereidwilligheid van de ziel: Zij dient haar medewerking aan haar eigen Verlossing volledig vorm te geven door de bouw van haar eigen driehoek LIEFDE + LIJDEN + GEHOORZAAMHEID. Precies daarom beklemtoont de Meesteres van alle zielen steeds weer de noodzaak om al onze beproevingen (= LIJDEN) aan Haar toe te wijden, deze toewijding in het dagelijks leven te beleven (= GEHOORZAAMHEID) en dit alles zonder enig protest, maar uit zuivere LIEFDE tot de Goddelijke Wet.

Het kan nooit te sterk beklemtoond worden: De uitspraak "Jezus Christus heeft ons van de zonde verlost" betekent niet dat wij niet meer zouden kunnen zondigen, en evenmin dat wij ondanks onze misstappen automatisch zonder meer in het Paradijs kunnen binnengaan. Wij moeten ons steeds voor ogen houden dat elke afwijking van de Goddelijke Wet op één of andere wijze gecompenseerd moet worden, ofwel doordat wij deze afwijking zelf goedmaken, of dank zij een toereikende tegemoetkoming vanwege de Goddelijke Barmhartigheid, samen met andere (zoals vroeger vermelde) hulpmiddelen. Volmaakte Liefde betekent echter, de uitwerkingen van deze middelen niet als vanzelfsprekend te verwachten, doch God het geschenk van onze eigen toegewijde beproevingen zonder enige beperking aan te bieden.

Wij mogen bovendien niet vergeten dat de ziel de verlossende werking van haar Doopsel ook door haar eigen gedrag negatief kan beïnvloeden. Het Doopsel opent inderdaad de deur naar de grote Belofte, maar om ook daadwerkelijk doorheen deze deur naar binnen te kunnen gaan, moeten wij heilzame wegen gaan. Precies daarom is Maria ons als Meesteres van alle zielen gegeven: Zij kent deze heilbrengende wegen en leidt de ziel van binnen uit, mits deze zich volledig aan Haar overgeeft. Ons Doopsel is pas het begin van een weg op dewelke wij moeten bewijzen in hoeverre wij daadwerkelijk de Liefde kunnen, respectievelijk willen, opbrengen om de Kruis dragende Christus te volgen.

Wij zijn inderdaad opnieuw geboren als adoptiekinderen van God, maar wij moeten door een juist gebruik van onze vrije wil (dit betekent: een gebruik ervan in overeenstemming met Gods Wil) aantonen, deze Goddelijke Nalatenschap waardig te zijn. De door God uitverkoren Beheerster van deze Nalatenschap is Maria.

Zoals U schrijft, zegt de Kerk verder dat later begane zonden door de genade van Christus en de Sacramenten gedelgd kunnen worden. Dit is zo, maar ik moet ook hier verwijzen naar mijn bovenstaande toelichting: De delging van zonden is de vrucht van de Goddelijke Barmhartigheid, zij wacht nog op de zielen en hun eigen bijdrage. Ziet U, de hele communicatie binnen het Heilsgebeuren is een prachtige wisselwerking tussen de Schepper en de schepselen. God schenkt de Ware Liefde als zaad, de ziel benut het opdat het zou rijpen en nieuwe vruchten zou opleveren. Elk Werk van God is als een sleutel die steeds weer een slot zoekt, dat hem opneemt en zich door hem laat openen, opdat een deur zou opengaan.

Gods Werken zijn zaad van volmaakte vruchtbaarheid. Opdat dit daadwerkelijk gewassen voor Gods Rijk zou opleveren, moet het echter in de akker van een ziel opgenomen worden, en rijpen onder de zon van de Wijsheid en Voorzienigheid, en de regen van de genade, en in wisselwerking met de gesteldheid van de zielenbodem (= het beleven van de deugden!). Gods Almacht en Intelligentie + bereidheid en medewerking van de ziel = vruchtbaarheid, nieuwe Schepping. Zo ver gaat Gods Liefde, dat Hij liever niets tot stand brengt alvorens Hij de handtekening van de ziel onder het contract (het Nieuw Verbond) kan zien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 90
Over de remming om over te gaan tot totale Mariatoewijding – over het belang van gebed voor de huwelijkspartner – over volharding in het gebed – over de levensreis, haar moeilijkheden en kansen – over eenzaamheid

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

De remming die U dezer dagen ten aanzien van de totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen voelt, is niet noodzakelijk een ongunstig teken, wel integendeel. Deze remming wijst erop dat U zich ervan bewust bent, dat het hier niet gaat om een beslissing die men lichtzinnig mag nemen. Het is wel juist dat men de stap naar de totale toewijding aan Maria liever pas zet wanneer men een zekere vrijheid in het hart voelt. Dit geldt uiteindelijk ook voor het huwelijk, en tussen een totale toewijding en een huwelijk zijn er minder verschillen dan de meeste zielen zouden geloven. Alleen zijn de aard van de relatie en de vormgeving ervan anders, omdat zij op een verschillend niveau worden beleefd.

Nochtans is het belangrijk, dat de ziel ook kan beslissen om tot deze stap over te gaan wanneer het leven haar zwaar valt. Eén voorwaarde voor een vruchtbare toewijding is het blinde vertrouwen in het feit dat Maria de ziel door alle bossen en woestijnen, over alle bergen en stromen begeleidt, als Schild, als Beschermster, als Leidster, als Spiegel van Gods Licht, Kracht en Warmte. Zij is daarbij tegelijkertijd zon en verkwikkende bries. Net zoals de ziel niet hoort te wachten met bidden of liefhebben tot haar gebed of haar Liefde volmaakt zijn – want dan zou zij helemaal niet tot bidden of liefhebben komen – zo geldt ook dat de ziel er beter niet op wacht, zich helemaal aan Maria toe te wijden tot alles in haar leven haar gemakkelijk valt, want dan zou zij helemaal niet meer tot toewijding komen.

Net zoals Jezus verkondigde dat Hij niet gekomen was voor de gezonden, omdat deze geen dokter nodig hebben, maar voor de zieken, omdat deze wel een dokter nodig hebben, zo zou eveneens gezegd kunnen worden dat Maria als de Meesteres van alle zielen er vooral is om de zielen die het met zichzelf het moeilijkst hebben, het Ware Licht te tonen, opdat zij nieuwe Hoop zouden vinden. Hoewel het verbond van de toewijding niet lichtzinnig mag worden aangegaan, is het ook zo, dat de ziel precies door de toewijding totaal nieuwe inzichten en perspectieven kan ontvangen. Maria gaat niet bij elke ziel op dezelfde wijze tewerk, maar wat wel opvalt, is het feit dat Zij doorgaans als eerste stap elke duisternis in de innerlijke gesteldheid van de ziel aan het licht brengt, opdat de ziel er zich zou van bewust worden, en dat Zij dan nieuwe wegen toont.

De mate waarin dit procedé spoedig succes oplevert, hangt in de eerste plaats af van de mate van het vertrouwen dat de ziel in Maria stelt. Ik verzeker U dat ik er voor U ben, wanneer U de sprong naar de onbekende oever waagt. Maria heeft mij tot kleine brug aangesteld voor elke ziel van goede wil. Uw twijfel over Uzelf is normaal. Wanneer de ziel iets meemaakt dat heel haar leven door elkaar haalt, zal zij in de eerste plaats met aanpassingsmoeilijkheden af te rekenen krijgen: Zij zal plots vele situaties in haar leven anders moeten benaderen. De ziel leert in zichzelf gedrags- en reactiepatronen kennen, die voor haar ten dele nieuw zijn. Zij stelt zwakheden vast, die voordien voor haar verborgen zijn gebleven. Het is alsof er een volledig nieuw leven vóór haar staat, of also zij een reis doorheen een volkomen vreemd land begint, en zij plots ontdekt dat zij minder op haar auto kan vertrouwen dan zij tot nu toe meende. Wanneer bovendien nog eens veel tijd voorbijgaat zonder dat de situatie duidelijk verandert, zal de ziel ook gemakkelijker vatbaar worden voor bekoringen door de duivel, die haar wil laten geloven dat zij, en zij alleen, de schuld van alles draagt, en die haar daarenboven tot negatieve gedachten en gevoelens inspireert over diegene die aan de basis ligt van de nieuwe situatie. De ziel ervaart al deze gevoelens als tekenen van verontreiniging, en krijgt geleidelijk een hekel aan zichzelf.

Geeft U toch het gebed voor Uw man niet op, want het Sacrament van het huwelijk is in Gods ogen een schat van goud. Hoe de kist er aan de buitenkant ook mag uitzien, zij is en blijft draagster van goud. U begrijpt wel wat ik bedoel. Een Sacrament is een raakpunt tussen God en de ziel. Zolang men het onderhoudt, wordt men door God aangeraakt. Houdt U dit beeld voor ogen. Ook wanneer Uw man niet zou bidden voor het huwelijk (of hij het doet of niet, zal Maria ons nooit verklappen, omdat dit een zaak is tussen zijn ziel en God), het is belangrijk dat U het wel doet. Beschouwt U zichzelf als diegene die de schatkist dagelijks poetst. Dit zal U verdiensten opleveren, omdat de schatkist van het Sacrament van het huwelijk voor God als een heiligdom is. Geeft U het nooit op, voor Uw man te bidden. Vergeet U nooit dat de waarde van een handeling in Gods ogen niet wordt bepaald door wat deze handeling op aarde al dan niet oplevert, doch door wat zij voor Zijn Heilsplan te betekenen heeft. Op grond hiervan is het heel waardevol, volhardend te bidden voor een wankelend huwelijk. Het gebed is de poetsdoek waarmee U de schatkist poetst, het lijden dat met de situatie gepaard gaat, is het poetsmiddel.

U schrijft het zelf: Wanneer U het gebed nu zou opgeven, vreest U, een leven zonder God en Zijn geboden te zullen beginnen. Inderdaad, dit gevaar is concreet, en wel omdat precies het Sacrament van het huwelijk één van de belangrijkste draden is door dewelke Uw ziel met God verbonden blijft. Vergeet U ook niet dat een ziel er gemakkelijk toe neigt, een toestand die zij zelf schept, ook van haar eigen wetten te voorzien, die maar al te vaak van Gods Wet afwijken. Zodra zij Gods Wet buiten kracht heeft gezet, zal zij reeds spoedig op elk vlak zo handelen, alsof er helemaal geen Goddelijke Wet meer zou bestaan.

Precies zo gaat het met de zonde: Wanneer de ziel eenmaal zondigt op een vlak waarop zij tot dan toe zuiver placht te zijn, zal zij reeds heel gauw dezelfde zonde, of een gelijkaardige, opnieuw begaan, en de boom van de dwalingen krijgt steeds weer nieuwe takken. Men zou het zo kunnen beschouwen, dat in de ziel door de zonde een geul wordt gevormd. Zodra deze geul één maal is gebruikt, vindt het water meteen opnieuw dezelfde afloop, en verdiept deze steeds verder, dit betekent: De zich herhalende zonde verwondt de ziel steeds dieper.

De reis doorheen een hachelijke situatie op de levensweg heeft niets te maken met een bestraffing wegens vroegere zonden. Elke meter op de levensweg is uniek. God straft de zielen niet, integendeel, Hij geeft hen steeds nieuwe kansen. Beschouwt U eens het volgende beeld:

De levensreis van een ziel is een trektocht, op dewelke zij elke dag welbepaalde zaden moet uitstrooien. Deze zaadjes bestaan uit de werken, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens, bestrevingen, lijden in lichaam en hart, beproevingen, offers, boeteakten, akten van aanbidding, gebeden, enzovoort, door dewelke de ziel moet bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan. De Goddelijke Voorzienigheid schenkt haar deze zaadjes van het ene ogenblik op het andere, slechts in uitzonderingstoestanden voor een verder gelegen punt in de toekomst.

Wanneer U nu op bepaalde plaatsen op Uw levensweg niet het zaad hebt uitgestrooid waarvan God verwachtte, dat U het zou doen, zal Hij door Zijn onfeilbare Voorzienigheid wegen zoeken om U een nieuwe kans te geven om deze nalatigheden weer goed te maken, want het komt erop aan, alles op alles te zetten om het zaad dat U te Uwer beschikking hebt gekregen, de kans te geven, in bloemen voor Gods Rijk te veranderen. Herinnert U zich nog hoe het zaad is samengesteld? Inderdaad: Het gaat om werken, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens, bestrevingen, lijden in lichaam en hart, beproevingen, offers, boeteakten, akten van aanbidding, gebeden, enzovoort. Wat betekent dit derhalve concreet in Uw leven?

U krijgt de kans om de bijdragen tot de Lente van Gods Rijk, die U door om het even welke fouten hebt verzuimd, goed te maken. Het betreft daarbij de bloemen die zich uit het langs Uw levensweg ter beschikking gestelde, door U uit te strooien zaad, hadden kunnen ontwikkelen. Ooit heeft de Meesteres van alle zielen het jegens mij zo uitgedrukt, dat elke ziel door haar beproevingen op aarde een deel of het geheel van het voor haar eventueel noodzakelijke lijden in het vagevuur reeds op aarde volbrengt, indien zij de beproevingen van haar levensweg zonder protest aanvaardt. Dit betekent niet dat U daadwerkelijk zo zwaar zou hebben gezondigd, dat Uw huidige beproevingen nodig zouden zijn om Uw ziel te reinigen. Het betekent echter wel, dat God U ook door het huidige lijden kansen op een Eeuwig Geluk wil bereiden, dat dankzij een liefdevolle aanvaarding van dit lijden groter kan worden dan U het ooit zou hebben vermoed.

Vergeet U niet, dat de mate waarin een ziel te lijden krijgt, geen indicatie is voor de mate van haar zondigheid. God tracht voortdurend, elke ziel een overmaat aan gelegenheden te bieden om het aan haar toevertrouwde zaad uit te strooien. In sommige gevallen loopt het daarop uit, dat een ziel méér mag uitstrooien dan de mate, die overeenstemt met de hoeveelheid en ernst van haar zonden of fouten. De overmaat aan uitgestrooid zaad moeten wij beschouwen als kansen om de ware heiligheid te verwerven. Ik zeg U daarom met klem dat in de beproeving Gods Aanschijn de ziel nog stralender toelacht dan in een uur van Geluk.

Een ziel kan leren vertrouwen, door de waarde van elke seconde van haar leven niet langer te meten aan de hand van wat deze seconde haar aan (aards) geluk heeft opgeleverd, of aan de hand van het geluk dat zij wegens deze seconde ervaart, doch aan de hand van het Geloof, dat elke met aanvaarding en Liefde tot God, tot Maria en tot de medeschepselen doorgebrachte seconde van lijden (in ziel, lichaam, hart of geest) voor God is als een gouden zaadje waaruit een gouden bloem opbloeit. Dit is geen illusie, doch een basisparagraaf uit het Wetboek van de Goddelijke Gerechtigheid. Zalig de ziel, die rotsvast in de waarheid van deze Wet gelooft.

De opmerkingen, respectievelijk vragen van medemensen, of U reeds een andere man hebt gevonden, moet U absoluut beschouwen als bekoringen vanwege de duivel, die alles in het werk zal stellen om het beeld dat U na al deze beproevingen en schokkende ervaringen over Uzelf hebt, nog negatiever te maken. Uw ontmoediging zou voor hem nieuw 'zaad' zijn... voor doornen met dewelke hij Uw hart helemaal zou willen verscheuren. Luistert U toch nooit naar dergelijk gepraat, omdat het slechts wereldse dwaasheid verkondigt, en laat U zich toch niet scheiden om 'een nieuwe vrijheid' te verkrijgen, want deze handeling zou integendeel de funderingssteen worden voor een kerker voor het Eeuwig Geluk. De ware vrijheid kan de ziel zich slechts verwerven door trouw te blijven aan Gods Wet. De ware volmaakte vrijheid is de heiligheid. Deze kan niet worden bereikt door de band van een Sacrament los te maken. Zich laten scheiden, zou betekenen: inbreuk plegen op de heiligheid van het Sacrament, een voor God afgelegde eed breken, en het kruis als persoonlijke bijdrage tot de Verlossing afwerpen.

Een hart dat zich overweldigd voelt door de eenzaamheid, kan gemakkelijk ten prooi vallen aan een wolk, maar de eenzaamheid is ook een open deur voor de zon van Gods Aanwezigheid. Jezus bad zo graag boven op een berg, in de eenzaamheid. Maria verschijnt bij voorkeur op bergen en op afgelegen, stille plaatsen. Wanneer U erin slaagt, de neiging tot denken aan banden te leggen, en het hart helemaal voor Maria te openen, zult U Licht in ongekende schakeringen leren kennen. Dit Hemels Licht zal het zaad van vroeger en van vandaag tot rijpen brengen. Het bevat het Groeiplan dat Gods Wijsheid erin heeft gestort, en het wacht er slechts op, dat de ziel zich voor het Hemels Licht zou openstellen, om het tot bloeien te brengen. Vertrouwt U zich onbeperkt toe aan Maria. U zult het niet berouwen. Ik help U graag nieuwe vensters in Uw hart te bouwen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 91
Over de angst voor de hel – over het uitboeten van misstappen

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve ziel in Jezus en Maria,

Angst voor de hel hoeft geen enkele ziel te hebben wanneer zij de instructies van de Koningin des Hemels volgt. Angst is een niet-productieve gesteldheid: Zij levert niets op, doch verlamt het goede dat wij eigenlijk zouden willen doen. De absolute tegenpool van angst is de Ware Liefde (de niet-zinnelijke Liefde die men recht uit het hart aan God en Zijn Werken in de Schepping schenkt). De Liefde is ook precies die ene gouden munt waarmee wij ons de Eeuwige Gelukzaligheid kopen.

Uw wil om het goede te doen, zal, wanneer U zich niet van Uw voornemen laat afleiden, Uw ziel stap voor stap reinigen. Ik wijs hier op het korte maar zo uitzonderlijk krachtige smeekgebed dat de Meesteres van alle zielen ons twee jaar geleden heeft geleerd, en dat in het boek De Dageraad van Gods Rijk op aarde is gepubliceerd, samen met de bijhorende wondermooie belofte vanwege de Moeder Gods. Het smeekgebed luidt: Maria, machtige Meesteres van alle zielen, bekom ons totale vergeving, reiniging en wedergeboorte. Maria vraagt ons, dit kleine smeekgebed dagelijks 33 maal aandachtig en met Liefde te verrichten, gelijktijdig voor zichzelf en voor de gezinsleden. Dit betekent dus: U spreekt het uit (dit mag in de stilte van het hart gebeuren) en de ziel(en) die bij U leeft/leven, doet/doen het, indien mogelijk, eveneens.

Voor het overige verwacht Maria van U dat U de verlangens vervult die Zij in de vorige brief aan U heeft laten overmaken. De totale gehoorzaamheid tegenover de Meesteres van alle zielen is het grootste uitboetingsmiddel voor onze misstappen, omdat deze gehoorzaamheid in Gods ogen gelijkstaat aan rechtstreekse gehoorzaamheid tegenover Zijn Wetten. De uitwerkingen van de misstappen die niet meer goedgemaakt kunnen worden, kan de ziel slechts door gehoorzaamheid, Liefde en de innigste toewijding van alle hartenpijn en de beproevingen van het dagelijks leven aan Maria, geleidelijk helpen compenseren.

Bemint U God en Maria in alles, in elk mens, in elk dier, in elke beproeving, in elke vorm van leed en pijn, en verspreidt U de onderrichtingen van Maria, want zij zijn Gods wapen tegen de duisternis van deze Laatste Tijden. De Goddelijke Barmhartigheid en de Voorspraak en leiding vanwege Maria zullen U ten deel vallen. De Moeder Gods heeft beloofd dat geen enkele ziel die zich werkelijk met lichaam en ziel aan Haar overgeeft, en die al Haar onderrichtingen en aanwijzingen (die tenslotte in overeenstemming zijn met de Goddelijke Wet) volgt, voor het eeuwig Heil verloren gaat. Zij wacht op U. Stelt U Haar toch niet teleur, want Maria’s Liefde is onuitsprekelijk verheven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 92
Over het gevaar van het geld – over het gebed voor de overledenen – over de bestemming van de ziel na de dood – over het Rozenkransgebed

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

In Uw leven ervaart U hoe de Goddelijke Voorzienigheid de zielen dermate richting kan geven, dat zij situaties doormaken die hen iets te leren hebben. Gods Wijsheid beschikt het vaak zo, dat zielen door veranderingen in hun levensomstandigheden tot bezinning worden gebracht, opdat zij één en ander met andere ogen zouden waarnemen. Het is daadwerkelijk eigen aan het geld dat het in de ziel, zolang deze niet vastberaden heeft gekozen voor een leven ten dienste van Gods Heilsplan, de behoefte naar het wereldse wekt, en deze behoefte tot overheersende beweegreden voor alle doen en laten laat worden. U doet er goed aan, met dit inzicht rekening te houden wanneer U een ziel financiële hulp biedt. Het zou raadzaam zijn, zorgvuldig te overleggen of er een bepaalde mate aan financiële hulp is, die deze ziel helpt om rond te komen, zonder haar de gelegenheid te bieden, daardoor in de vroegere ondeugden te vervallen.

De Moeder Gods zal U hierover geen precieze voorschriften geven, omdat van elke ziel wordt verwacht, dat zij uit de situaties in de praktijk van het dagelijks leven haar lessen trekt. Voorgevormde oplossingen op materieel vlak zouden voor God overeenkomen met een inperking van de vrije wil. Deze hulp volledig stopzetten, zou ook in spiritueel opzicht in elk geval niet de beste oplossing zijn, omdat deze inspanning in deze fase van Uw leven wel van U wordt verwacht. Het komt er echter op aan, de gulden middenweg te vinden.

Met betrekking tot de overleden buurman vraagt U of men voor mensen over wie men niet weet of zij in het vagevuur of in de hel zijn, moet bidden, aangezien dit voor de mensen in de hel geen effect heeft.

De Goddelijke Wijsheid en de Goddelijke Liefde zijn jegens de zielen onvoorstelbaar zorgzaam. Aangezien voor God het leven op aarde niet het belangrijkste is, werkt Zijn zorgzaamheid over de grenzen van de aardse dood heen onbeperkt verder. Opdat elke ziel zich tot het uiterste zou inzetten voor Gods Werken, heeft God ons echter de kennis over de bestemming van de zielen na de aardse dood ontnomen. Enkele zielen hebben weliswaar op een bepaald tijdstip de gave ontvangen, nadere informatie over de bestemming van bepaalde zielen te ontvangen, maar dit was duidelijk een mystieke begaafdheid, geen 'gewone toestand'. Deze begaafdheid schenkt God uiterst zelden, precies opdat de verspreiding van dergelijke kennis zeer beperkt zou blijven. Weest U, wat dit betreft, trouwens uiterst voorzichtig. De Moeder Gods heeft mij ervoor gewaarschuwd dat veruit de meeste zielen die beweren, de bestemming van zielen na de aardse dood te kennen, deze begaafdheid niet hebben ontvangen, respectievelijk deze niet uit Hemelse Bron hebben ontvangen (U begrijpt vast wel wat ik bedoel).

Dit betekent dat men nooit met zekerheid kan zeggen of een overleden ziel van wie men zo goed als met zekerheid kan uitsluiten dat deze in de Hemel zou kunnen zijn, zich in het vagevuur of in de hel zou bevinden. De Goddelijke Barmhartigheid, Maria’s oppermachtige Voorspraak en de door zielen op aarde aangeboden boeteakten, offers, toegewijde beproevingen, gebeden en Heilige Misoffers samen kunnen een ziel, die op grond van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid voor eeuwig verdoemd zou zijn, toch nog van de hel redden en naar het vagevuur verwijzen. Het verblijf in het vagevuur neemt, zoals bekend, ooit een einde, en van daaruit is er slechts één uitweg: deze naar het Paradijs, na de nodige loutering in het Vuur van de Liefde.

Concreet betekent dit dat elke ziel op aarde, die, wanneer zij werkelijk de deugden van barmhartigheid, mildheid, naastenliefde en Hoop wil beoefenen, er goed aan doet, ervan uit te gaan dat de overledene X of Y, enzovoort, zich in het vagevuur bevindt, niet in de hel, ook al zou de betrokken ziel nog zo zondig hebben geleefd. Op grond van deze instelling doet U er goed aan, de overledene nu nog twee, indien mogelijk drie geschenken aan te bieden :

  1. Bidt U voor hem.
  2. Wijdt U aan Maria de hele aardse levensweg van de overledene toe, met al zijn beproevingen, ziekten, leed, zorgen, en met alle goede daden die hij zonder enige twijfel ooit heeft verricht (zelfs in het verborgene van zijn hart of achter gesloten deuren). Maria kan op grond van deze toewijding voor de overledene nu nog een verkorting van zijn eventuele louteringstijd bekomen.
  3. (indien mogelijk): Wendt U zich tot een priester en laat deze vertegenwoordiger van Christus een Heilige Mis voor de overledene opdragen. De uitwerking ervan is gelijkaardig aan deze van punt 2.

Maar wat indien deze ziel zich toch in de hel bevindt? Dan heeft zij jammer genoeg geen baat meer bij Uw inspanningen, doch deze krijgen dan op drie andere gebieden een uitwerking:

  1. De aangeboden gebeden, toewijding, het Misoffer, enzovoort, worden omgezet in genaden voor andere zielen, hetzij op aarde, hetzij in het vagevuur.
  2. U draagt door dit alles bij tot de verheffing van de staat van genade van de mensheid als geheel.
  3. Uzelf verwerft de verdienste, een akte van naastenliefde en van vertrouwen in de Goddelijke Barmhartigheid en in de macht van de Koningin des Hemels te hebben volbracht.

Zegt U eens diep in Uw hart tot Maria hoe graag U deze buur wel had, en dat U hem nu nog zijn misstappen vergeeft. Deze beide kleine zinnetjes, in alle oprechtheid in het Hart van Maria gelegd, worden tot gouden lichtstralen.

Blijft U trouw aan Uw gewoonte, een Weesgegroet te bidden voor elke ziel over wie U verneemt, dat zij overleden is. Deze gewoonte verspreidt Gods Licht, en helpt de betrokken ziel(en) daadwerkelijk bij hun oordeel vóór de Rechterstoel van God.

Wat Uw volgende vraag betreft: "Welk Rozenkransgebed heeft meer effect: het Kroontje tot de Goddelijke Barmhartigheid volgens Zuster Faustina, of de gewone Rozenkrans met de vier Geheimen? Ik geef de voorkeur aan deze van Zuster Faustina, omdat men daarmee speciaal voor anderen bidt".

Alle gebeden zijn voor God en Maria als honing in de bittere kelk, die Jezus onophoudelijk ledigt voor de mensheid. De wijze waarop Maria Zelf het Rozenkransgebed beschouwt, zou de vruchtbaarheid van dit gebed voor U immens kunnen verhogen: U zou zich er kunnen aan wennen, ervan uit te gaan, dat ook het Rozenkransgebed een gebed is dat men voor anderen bidt, en wel voor de hele mensheid van alle tijden. Ik geef U graag de gouden regel met betrekking tot de Rozenkrans, zoals onze Koningin des Hemels hem mij reeds twaalf jaar geleden gaf: Het Rozenkransgebed met de grootste vruchtbaarheid voor Gods Rijk, en wel met uitwerking op het Goddelijk Heilsplan voor alle tijden, is:

  1. dit waarbij men aan elk Weesgegroet een overweging toevoegt, die betrekking heeft op het betreffende Mysterie (bijvoorbeeld op de Terugvinding van Jezus, op de Kruisiging, op de Kroning van Maria, enzovoort...);
  2. het gebed dat men uitdrukkelijk schenkt aan Maria zonder enige eigen intentie(s). Dit betekent dat men het volledig en zonder beperking aan Maria overlaat, wat Zij met deze Rozenkrans wil doen. Maria vraagt hierom met klem, want anders staat Zij met gebonden handen. Wanneer U Maria smeekt, dit Rozenkransgebed voor Mijnheer X of Mevrouw Y of voor een bepaald gebeuren te gebruiken, dan zal Zij deze gebedsintentie toevoegen aan de verzameling van alle gebedsintenties van de hele wereld van alle tijden. Deze verzameling wordt voortdurend verbonden met de beschikbare genaden, die binnen een gegeven tijdsspanne kunnen worden verleend. Wanneer Uw intentie, om welke reden dan ook, niet (of niet op dat tijdstip) binnen de intenties van de Goddelijke Voorzienigheid en/of binnen de ontwikkeling van het Goddelijk Heilsplan op het betreffende ogenblik past, en/of de ziel, voor wie het Rozenkransgebed aangeboden wordt, niet klaar is voor het ontvangen van deze genade op dat bepaalde tijdstip, of de Goddelijke Voorzienigheid het passend acht, dat deze ziel nog gedurende een bepaalde tijd een bijzondere beproeving zou doormaken, kan de door U geformuleerde gebedsintentie niet vruchtbaar worden gemaakt.
Maria vraagt daarom de biddende christelijke zielen uitdrukkelijk, dat zij het zich tot gewoonte zouden maken, het Rozenkransgebed in de handen van Maria te leggen, zonder er eigen intenties aan toe te voegen, opdat Maria als oppermachtige Middelares van alle Genaden en Meesteres van alle zielen, met een volledig overzicht over de staat van alle zielen, over de ontwikkelingen binnen het Goddelijk Heilsplan en over de intenties van de Goddelijke Voorzienigheid, Zelf moge kunnen beslissen op welk vlak dit Rozenkransgebed de hoogste vruchtbaarheid kan bekomen. Wij zielen hebben slechts een beperkt blikveld, Maria echter leeft in de meest innige verbondenheid met de Goddelijke Drievuldigheid. Precies daarom wordt Zij tevens de Meesteres van de Voorzienigheid genoemd.

Uw Liefde tot het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid kan ik zeker begrijpen, omdat ook ikzelf van dit Kroontje houd, net zoals ik in het bijzonder houd van elk gebed dat verband houdt met het Lijden van Christus en de Smarten van Maria, en met de offerande ervan.

Wanneer U vraagt welk van beide gebeden het meest doeltreffend is, moet ik daarop zeggen: Men kan nooit zonder meer appelen met peren vergelijken. De beide gebeden hebben ieder een bijzonder hoge waarde voor Gods Plannen en Werken.

Het specifieke van deze gebeden ligt hierin:

  • Het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid verwijst rechtstreeks naar de machtige verlossende waarde van het Kruisoffer, en brengt ons in herinnering dat bij uitstek het Kruisoffer van Jezus voor alle tijden Gods Hart ertoe aanzet, Zich onbeperkt over de zielen uit te storten.
  • De 'gewone' Rozenkrans is het gebed aller gebeden (zo heeft Maria het Zelf genoemd), want het bergt in zich de totaliteit van de genadevolle mijlpalen uit het leven van de Verlosser en van de Moeder Gods. Doordat de ziel zich met deze gebeurtenissen in het hart verbindt, opent zij zich steeds opnieuw voor de instorting van de door God Zelf met deze gebeurtenissen verbonden genaden tot Verlossing en heiliging. Bovendien is de Rozenkrans hoofdzakelijk samengesteld uit het Onze Vader en het Weesgegroet, die beide, wanneer men hen voldoende diep beschouwt, zo rijk aan inhoud en genade zijn.

Wanneer men de Rozenkrans bovendien bidt voor de intenties van Maria (wier intenties die van God Zelf zijn), krijgt dit gebed nog de bijkomende waarde van een toewijding. God heeft behoeften die betrekking hebben op het Heil van alle zielen. De zielen op aarde kunnen de bevrediging van deze behoeften het beste vrijkopen door hun belangeloos aangeboden gebeden, door hun Liefde en het bestreven van een deugdzaam leven, en door de beschikking over het kapitaal van een lichaam dat lijden en beproevingen kan doorstaan, net zoals Jezus Christus Zelf in Zijn menselijk Lichaam. Hier toont zich de waarde van de volmaakte navolging van Christus.

Eén ding zou ik U graag op het hart drukken: Bidt U, indien mogelijk, de beide gebeden regelmatig, omdat elk van deze beide machtige stromen van Licht ontsluitt, zonder dewelke nog veel méér zielen in de afgrond zouden vallen.

Geeft U de strijd van het leven nooit op, want het leven is een goudmijn voor Gods Werken. Belegt U deze schat op de juiste wijze.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 93
Over het verschil van de effecten van indrukken uit de natuur en uit het kunstmatig geschapen gedeelte van de wereld op de ziel – over het verschil tussen de Hemelse verlangens en wereldse verlangens – over de heiligings- en bevrijdingswerken van de Meesteres van alle zielen – over de Liefde als bevrijdende kracht – over de vrijheid van de Hemel en de tirannie van de wereld

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De wereld staat bol van indrukken. Wanneer wij van nabij bekijken waar deze vandaan komen, herkennen wij gemakkelijk twee grote bronnen van indrukken:

  1. Diegene, die uit de natuur voortkomen. Hier gaat het om indrukken die voortkomen uit de dieren- en plantenwereld, evenals deze, welke door niet-levende landschapselementen (stenen, bodemgesteldheid uit geologisch oogpunt beschouwd, enzovoort) worden overgebracht (kleuren, vormen, geluiden, geuren, smaken);

  2. Diegene, die door menselijke tussenkomst worden opgewekt. Het gaat hierbij om het door mensen 'geschapen' gedeelte van het landschap (industriezones, gebouwen, straten, enzovoort), evenals de ontelbare indrukken uit onnatuurlijke geluiden, opdringerige reclame, televisie en andere media.

Oppervlakkig beschouwd, zou men er kunnen van uitgaan dat het om het even is, waaruit een indruk stamt: kleur is toch kleur, geluid is toch geluid, enzovoort. Een enorme dwaling! De mensenziel is met een 'mechanisme' uitgerust, dat men met een sensor, een voeler, zou kunnen vergelijken. Deze 'sensor' lijkt voortdurend de omgeving in dewelke de ziel (in het fysiek lichaam) zich bevindt, af te tasten en de waarde van deze omgeving voor de spirituele ontwikkeling te onderzoeken en te bepalen. Deze 'sensor' bemerkt al gauw of een indruk die zich aandient, uit de door God geschapen natuur of uit een kunstmatige, door mensenhanden 'geschapen' bron komt. Het natuurlijke wordt als 'levenschenkend en levendragend' geëvalueerd, terwijl het kunstmatige, het onnatuurlijke, het menselijke, als 'spiritueel dood' wordt ervaren. Onder andere om deze reden kan het zijn, dat de ziel zich in het drukke verkeer, in een industriezone en gelijkaardige omgevingen, niet goed voelt.

Lieve broeder, deze informatie is belangrijk, omdat zij ons de mogelijkheid biedt om Uw probleem gemakkelijker in de spirituele zin te begrijpen.

De indrukken die uit de menselijke bron op de ziel afkomen, zijn niet slechts 'spiritueel dood', zij zijn ook verontreinigd, doordat zij slechts op de bevrediging van stoffelijke behoeften zijn gericht. De wereld belooft de zielen oneindig veel, letterlijk 'de hemel op aarde'. Deze 'hemel' is een luchtspiegeling, vluchtig als de geur van een door mensen gefabriceerd parfum, dat door de wind wordt verwaaid. Nochtans verkopen ontelbaren letterlijk hun ziel voor deze 'hemel op aarde'.

Het uiteindelijk doel van elke wereldse 'schepping', die een dergelijke indruk wekt in de ziel, is de financiële winst. Uit deze bestreving worden industrie, reclame en media geboren, of ten minste zeer ver boven de mate van het noodzakelijke ontwikkeld. Deze 'ontzielde' hartsgesteldheid, uit dewelke derhalve dagelijks miljarden indrukken in de wereld worden gebracht, berooft ontelbare zielen van het Goddelijk Leven, en vernietigt op termijn elk zaad uit hetwelk dit Goddelijk leven in de zielen tracht open te bloeien. Zo moet U de gesteldheid begrijpen, die momenteel Uw hart overweldigt.

U verdrinkt in de schulden, U gaat gemakkelijk in het rood, maar U wilt graag voor altijd vrij van schulden worden, en smeekt daarom Maria om ondersteuning. Zij zal U deze niet weigeren. De Koningin des Hemels vraagt U slechts om het volgende: Legt U elke bekoring, die U er wil toe brengen, U naar de wereld en haar ettelijke schijnbehoeften toe te wenden, onder Haar voeten. Lieve broeder, tracht U zich het volgende beeld voor ogen te houden:

Elk verlangen dat de Meesteres van alle zielen via de geschriften bekend maakt, kan met een wondermooie bloem vergeleken worden:

  • Het betovert door schoonheid: De ziel wordt diep inwendig – in de eerder vermelde 'sensor' – verrukt, omdat zij Gods Tegenwoordigheid in dit verlangen voelt;

  • Het betovert door de geur: De ziel ervaart het diep inwendig als een weg naar de heiligheid;

  • Het draagt in zich het bloemenstuifmeel, drager van de vruchtbaarheid en van het (Goddelijk) Leven.

Dit Hemels verlangen werkt in de diepste kiem van de ziel als zuivere voeding. Diep inwendig verlangt de ziel naar inzicht in de verlangens van de Meesteres, die volkomen en restloos met de verlangens van God Zelf overeenkomen.

Elk verlangen daarentegen, dat U uit de wereld wordt opgedrongen, en dat slechts beoogt dat U in de mallemolen van wereldse behoeften (en ontelbare kunstmatig in het leven geroepen schijnbehoeften) terecht zou komen, die ieder op zich slechts de dwaasheid van het werelds denken onderstrepen, is niets méér dan een bloem uit plastic:

  • De oorspronkelijke verwondering over haar 'schoonheid' verandert reeds gauw in teleurstelling en in het gevoel, bedrogen te zijn, want deze schoonheid is kunstmatig en niet bezield, zij is leeg en inhoudsloos;

  • geuren, doet zij helemaal niet, want daartoe ontbreekt het haar aan bestanddelen, die zij op grond van de Goddelijke Intelligentie en van een ingebouwd groeiplan had kunnen ontwikkelen;

  • zij draagt geen Leven in zich, en heeft de ziel derhalve niets te bieden.

De behoeften naar de dingen van de wereld, die men zich met geld kan en moet verwerven, zijn als een onverzadigbare honger, die steeds een gevoel van onbevredigd-zijn nalaat, en het hele wezen krachteloos maakt. Door de onophoudelijke jacht naar ware voeding heeft de ziel geen tijd over om haar werkelijke roeping na te gaan. Al haar inspanningen besteedt zij aan vergankelijke bezigheden en aan het verwerven van vergankelijke voorwerpen, die haar niets opleveren dat haar dichter bij haar doel zou kunnen brengen. Het enige doel van het leven is de Poort naar de Eeuwige Gelukzaligheid, die de ziel voor zichzelf op wegen van ware vruchtbaarheid voor Gods Werken moet verwerven.

Lieve broeder, de dingen van de wereld voeden het spirituele leven niet. Zij worden heel gemakkelijk gewenst en verworven om de eigen zwakheden nog verder te voeden, zodat deze uiteindelijk de ziel met vuistdikke ketenen vastbinden, zoals in een kerker: gescheiden van alle Licht, van elke blijvende vreugde, ver van alle Leven. Het enige werktuig dat de ziel uit haar zwakheden kan bevrijden, is de Ware Liefde. De Ware Liefde wordt in de ziel tot leven gewekt zodra de ziel het inzicht van haar bestemming als kind van God verwerft. Dit inzicht moet zij echter niet met het verstand verwerven, maar met het hart.

Houdt U zich vast voor ogen:

  • dat God U in de wereld heeft gestuurd opdat U zou deelnemen aan het plukken van de vruchten voor Gods Rijk op aarde;

  • dat Hij U daartoe wonderbare talenten als rugzak op de weg tussen de fruitbomen heeft geschonken, die Hij dagelijks door de uitstorting van Genaden en de wenken van Zijn Voorzienigheid tracht te voeden;

  • dat Hij weliswaar de bevrediging van behoeften toelaat, die het lichaam in stand houden, maar dat deze als middel tot zelfontplooiing (heiliging) zijn bedoeld, en in geen geval tot doelen op zich mogen worden;

  • dat Hij voor U het loon van de erfgenaam van de Goddelijke Nalatenschap klaar houdt, die bestaat uit de Eeuwige Goddelijke Gelukzaligheid, in dewelke men echter slechts door een leven van onthechting kan binnengaan. De reden hiervoor is, dat God de wereldse gehechtheden als een beslissing ten gunste van de wereld en ten nadele van Zijn eeuwige Geschenken beschouwt.

  • dat de wereldse gehechtheden sterker worden naarmate de Liefde in de ziel zich laat verlammen;

  • dat de Meesteres van alle zielen de Ware Liefde tot God, tot Gods Werken en Plannen en tot de medeschepselen honderd- en duizendvoudig kan aanwakkeren, en dat Zij daarvoor slechts de navolging vanwege de ziel nodig heeft: De ziel die Haar onderrichtingen en instructies in de dagelijkse praktijk omzet, wordt door de Meesteres naar de toppen van de heiligheid geleid. Deze ziel wordt in de eerste plaats zo omgevormd, dat haar vermogen tot liefhebben, tot hopen en tot geloven vele malen wordt versterkt. Onder de onvermoede voordelen van deze ontwikkelingen zijn de volgende de meest opvallende:

  1. Hoe groter de Liefde wordt, des te gemakkelijker komt de ziel ertoe, de wereld de rug toe te keren en haar leven tot in alle details ten dienste van de hogere dingen te stellen.
  2. Hoe groter de Hoop wordt, des te sneller zal de inwendige Vrede van de ziel groeien, omdat zij dan in alles vanuit de vaste overtuiging leeft, dat dit leven met al zijn beproevingen slechts als een storm in een glas water is, die zij moet doorstaan om de volmaakte Gelukzaligheid in het Eeuwig Paradijs te erven.
  3. Hoe groter het Geloof wordt, des te onmiskenbaarder wordt voor de ziel de ervaring van Gods Tegenwoordigheid in alle kruisen, in elke versterving, in elke onthechting, zodat zij zich op zekere dag méér over een tekort aan wereldse bevredigingen dan over de vervulling van de meeste behoeften zal verheugen, want zij zal dan hebben begrepen dat negentig procent van de wereldse behoeften slechts schijnbehoeften zijn, die haar van God verwijderen, net zoals negentig procent van de werkelijkheid voor de ziel niet zintuiglijk waarneembaar is, en de noden van de materie derhalve zijn zoals een monster dat erin slaagt, de zielen ertoe te brengen dat zij negentig procent van Gods gaven ongeïnteresseerd afwijzen, en dan nog wel die negentig procent waarin de meeste onvergankelijke genaden werkzaam zijn.

Lieve broeder, de wereld is een tiran. Hoe meer de ziel zich daaraan weggeeft, hoe meer zij tot slaaf ervan wordt. De Koningin des Hemels wordt ons, zielen van de Laatste Tijden, getoond als de Meesteres Die de macht heeft om ons te bevrijden. Maria voltooit de Verlossing van de zielen van goede wil in de mate waarin de ziel zich volledig aan Haar overgeeft en Haar richtlijnen nauwgezet volgt. De Verlossing is geen passief proces. Het is een kwestie van actieve inzet, en wel vooral op het niveau van de overwinning van de eigen zwakheden. Precies daarom hebben de zielen nu de Meesteres van alle zielen nodig: Zij bevrijdt de harten, opdat de werkelijk aan Maria toegewijde zielen de kracht en de moed mogen vinden om de Verlossingswerken van Jezus in zich te voltooien. De Heilige Paulus herinnerde er ons reeds aan, dat de Verlossing een kwestie van de aanvulling van de Werken van Christus is. Nu, in onze dagen, wordt ons heel precies geschetst hoe wij deze aanvulling op de meest vruchtbare wijze kunnen verwezenlijken.

Lieve broeder, U hoeft niet meer bang te zijn. U hebt zich volledig aan Maria overgegeven. Het is de duivel die tracht, U bang te maken. Vreest U niet omwille van Uw zwakheden, want precies om hun nederlaag te bezegelen, heeft de Meesteres van alle zielen zich over U ontfermd. Binnenkort zal het enige dat U nog zou willen verwerven, de vervolmaking van de Liefde zijn, en zult U nog slechts het geld van Uw opofferingen uitgeven, waarmee de ziel zich letterlijk alles kan kopen wat haar werkelijk voor eeuwig rijk maakt. Op mijn inzet in het gebed bij de Koningin des Hemels kunt U vast rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 94
Bemoediging voor zielen die af te rekenen hebben met de negatieve instelling van hun omgeving in verband met het Geloof – over het bidden voor beelden of afbeeldingen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer de nood hoog is, wordt zelfs het zachtste gefluister in Gods oor tot een schreeuw, omdat het hart dan heel nadrukkelijk naar de Tegenwoordigheid en de werking van God verlangt. Zo heeft de Bron van de Eeuwige Liefde ook U in Uw lijden aanhoord en gezien. Uw verlangens heb ik met alle Liefde aan de Meesteres van alle zielen overgegeven. Zij verheugt Zich bijzonder over Uw volharding. Het is niet vanzelfsprekend dat een ziel in een omgeving waarin volop vijandigheid en onbegrip heersen, standvastig in het Licht en de Liefde kan blijven geloven.

Ik wil U daarom graag met deze zonnestraal uit het Hart van onze Hemelse Meesteres bemoedigen, wanneer Zij zegt, dat de verdiensten van een ziel des te groter worden naarmate zij méér met de negativiteit van het dagelijks leven te kampen heeft. Velen trachten U van Uw Geloof te verwijderen. Laat U zich niet ontmoedigen. Laat U zich nooit van deze schat beroven, want hij is de zon, die U steeds van binnenuit zal verwarmen wanneer het leven schijnbaar niets anders te bieden heeft dan regen en wolken. Vergeet U nooit dat zielen die U van het Geloof en van de verering van Maria trachten weg te leiden, gevangenen zijn van de duisternis. Zij doen dit hoofdzakelijk omdat zij zelf de Vrede niet hebben gevonden, die U bezit terwijl U tot Maria spreekt. De Tegenwoordigheid van de Meesteres van alle zielen kan niemand U ontnemen, behalve Uzelf wanneer U niet meer zou geloven dat de Koningin des Hemels U zeer liefheeft en U beschermt. Precies dit is het wat ik U op uitdrukkelijke uitnodiging van onze Hemelse Meesteres bij deze graag wil bevestigen.

Op het volgende punt wil ik U nog geruststellen. Men heeft U gezegd dat U in de hel zult belanden omdat U tot beelden en afbeeldingen bidt. De zielen die dit beweren, hebben klaarblijkelijk niet begrepen dat de Rooms-katholieke christen noch tot gips, hout of steen (voor beelden), noch tot cellofaan of papier en inkt (in afbeeldingen) bidt, doch tot het Wezen dat door de afbeelding wordt voorgesteld. Men verafgoodt niet het materiaal uit hetwelk de afbeelding is gemaakt, doch men vereert het Hemelse Wezen dat men met de hulp van de afbeelding voor ogen tracht te houden. De zuiverste vorm van contact tot God, respectievelijk Maria, is deze, bij dewelke wij in het hart op Hen gericht zijn, met Hen contact opnemen met al onze gevoelens en onze hele voorstellingskracht (de meeste zielen kunnen zich bij Maria eigenlijk weinig concreets voorstellen, bij God nog minder). Wanneer het bidden vóór een beeld of een afbeelding, terwijl men zich in het hart volledig tot God, respectievelijk tot Jezus of Maria, enzovoort, richt, een hulp is om zich bij dit contact beter te kunnen concentreren, is daaraan niets verkeerds.

Neemt U het deze zielen desondanks niet kwalijk, zij weten niet wat zij zeggen. Bidt U voor hen om Licht, opdat ook zij ooit leren, het Ware Geluk in Maria te zoeken. Wanneer zij van goede wil zijn, zal hen deze genade niet onthouden worden. Ten laatste na dit leven op aarde zullen deze zielen zien dat U het juiste hebt gedaan.

Houdt U zich vast aan datgene, waarin U nu gelooft. De Meesteres van alle zielen kent Uw verlangen om Haar volkomen toe te behoren, en Zij zal U daarom nooit in de steek laten. Hoezeer Uw omgeving U ook bespot of neerhaalt, of U tracht te isoleren, weest U er steeds van bewust, dat U dit alles precies meemaakt omdat U zich op de weg naar het Ware Licht bevindt. Op deze weg reist men wel vaker alleen, maar werkelijk eenzaam zal men daar nooit zijn, want de hele Hemel staat aan de zijde van hen, die op deze weg volharden.

Ik neem U van harte met mij mee naar de Meesteres van alle zielen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 95
Over de bruidskamer van de ziel – over de driehoek van de spirituele vruchtbaarheid – over de spirituele evaluatie van de seksualiteit

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen met betrekking tot seksualiteit bij de mens, want deze vragen zijn van belang voor alle zielen. Eerst en vooral zou ik graag enkele belangrijke standpunten vanwege de Koningin des Hemels doorgeven (die de seksualiteit in het juiste spirituele Licht zouden kunnen plaatsen).

Als uitgangspunt wijst de Moeder Gods erop, dat Jezus en Zijzelf gedurende Hun aardse leven de zielen een levend voorbeeld hebben gegeven voor de wijzen waarop zij alle lichamelijke behoeften en processen op een hoger niveau kunnen brengen. Zij hebben Hun leven op aarde doorgebracht zonder het geringste teken van enige seksuele gewaarwording. Dit betekent niet dat Jezus en Maria dergelijke gewaarwordingen niet hadden kunnen hebben, maar wel, dat Zij deze geen levenskracht hebben vergund (dit betekent: dat Zij hen niet tot leven hebben laten komen).

Deze opmerkingen zijn niet eenvoudig gebaseerd op de Evangelieteksten, die ons slechts een globaal beeld geven over het leven van Jezus en Maria, doch voornamelijk op de talrijke visioenen en openbaringen (ten dele openbaar, ten dele privaat) die Maria mij tot op heden met betrekking tot Hun aardse leven en het menselijk aspect van Hun natuur heeft vergund. Ik richt mij nu op Maria, omdat Zij mij spiritueel vormt, onder andere aan de hand van het voorbeeld van Haar eigen leven op aarde. Omdat Maria ten innigste met Jezus is verbonden, mogen wij met absolute zekerheid aannemen dat dit voorbeeld een spiegel van de gesteldheden van Jezus vormt. Het ideaal wordt door Maria gesteld als volgt:

De ziel moet tot het uiterste gaan om zodanig te leven, dat haar hele wezen een bruidskamer wordt. Het is mij toegestaan, U dit te verduidelijken op grond van uitvoerige mystieke onderrichtingen, die mij privaat zijn meegedeeld, maar die ik hierbij (hoewel zeer ingekort en strikt toegepast op Uw vragen) tracht weer te geven. Maria leert de ziel die tot de mystieke weg is geroepen, hoe elke beproeving kan worden omgezet in een vereniging met God – via de wezenskern van Maria. Dit gebeurt door een volhardend bestreven van een Liefde die zo zeer het hele wezen van de ziel beheerst, dat de ziel tot in de zogenaamd laagste niveaus van haar wezen (op het lichamelijk vlak) in vuur en vlam komt te staan, en die de hele levenskracht van de ziel volledig op de hoogste niveaus van haar wezen richt. Dit proces is moeilijk te beschrijven, maar kan worden geleerd in de mate waarin de ziel zich in alles op de Ware Liefde oriënteert, en zij deze door inzet van al haar krachten, en door totale overgave aan Maria, niet wil laten verontreinigen.

Maria opent als het ware Haar eigen Ziel voor de ziel alsof Zij (de Koningin des Hemels) een Bruidskamer zou zijn. De akte door dewelke een beproeving, een opoffering, een boete-akte, enzovoort, in een Vuur van Liefde aan Maria wordt overgedragen, wordt door de Moeder Gods gesublimeerde (vergeestelijkte) vereniging genoemd. In duidelijke taal uitgedrukt: Een vereniging op een hoog niveau van de spirituele gewaarwording, volledig vrij van lichamelijke gewaarwordingen. Men kan daarbij zelfs het punt bereiken, waar pijn of lijden van om het even welke vorm steeds meer 'in dit Liefdesvuur opgenomen worden' (erin opgaan).

Maria spreekt vaak over de genadevolle driehoek van de spirituele vruchtbaarheid: Liefde + lijden + gehoorzaamheid/overgave. Welnu, precies de vervolmaking van deze driehoek, waarbij de bestanddelen stap voor stap op een steeds hoger niveau worden gebracht, terwijl zij ononderbroken zeer innig met elkaar verweven blijven, vormt het hoogste doel van de mystieke vorming, die Maria in de ziel ten uitvoer brengt. Zij oefent de ziel hierin, en wel door haar de meest uiteenlopende situaties te laten doormaken, in dewelke de ziel moet trachten, de drie elementen in de meest uiteenlopende verhoudingen zeer bewust te beleven en in de diepste overgave te vergeestelijken, tot zij ertoe in staat is, de Liefde, het lijden en de gehoorzaamheid/overgave zeer innig op de hogere zielsniveaus en zo weinig mogelijk in het lichaam te beleven.

Zo gaat de Hemelse Meesteres tewerk bij een mystieke vorming. Ik moet hierbij beklemtonen dat voor Maria de mystiek niet zoiets is als een domein van verschijnselen en gewaarwordingen, dat totaal naast het 'normale' leven staat, doch dat Zij de mystiek beschouwt en behandelt als 'dé vorm van communicatie bij uitstek', die tussen alle geschapen zielen was voorzien, en dat de Hemelse Koningin precies daarom sommige zielen op deze weg vormt, opdat zij:

  • bepaalde Goddelijke Mysteries wat dieper zouden leren doorgronden en begrijpen, omdat deze kennis en dit inzicht de werken, die Maria via de mystieke zielen in andere zielen wil volbrengen, kunnen dienen;
  • in zichzelf leren ervaren hoe de ziel de hele lichamelijke leefwereld op steeds hogere niveaus kan gewaarworden, terwijl zij voor de met dit leerproces gepaard gaande offers een steeds grotere vruchtbaarheid binnen Gods Heilsplan voor alle zielen kan bekomen.

Met andere woorden: Het zou Maria verheugen indien de zielen stap voor stap naar het oorspronkelijke ideaal zouden terugkeren, zoals God het aanvankelijk heeft verlangd.

Laten wij nu na deze korte excursie terugkomen op de bruidskamer. Maria leert de mystieke ziel hoe zij alle beproevingen als vereniging met Maria, en via Haar met God, moet beschouwen. De ziel laat daarbij al haar offers, samen met haar Liefde en haar gehoorzaamheid tegenover Maria/God en totale overgave aan Maria/God in de bruidskamer van de ziel (of het Hart) van Maria volledig versmelten met Maria’s onbeschrijflijke macht. Deze macht bestaat uit de volgende componenten:

  1. de onovertrefbare Liefde van Maria, die zich reeds tijdens Haar leven op aarde in een absolute volmaaktheid van alle deugden heeft vertakt;
  2. de door veruit de meeste zielen onvermoede Smarten van Maria tijdens Haar leven. Deze Smarten waren zowel van spirituele aard (de beroemde Smarten van Maria, die zeer grof onderschat worden, omdat niet eens één procent daarvan door de zielen gekend is) als van lichamelijke aard (Maria heeft mij Haar ontelbare vermoeidheden, tot uitputting toe, geopenbaard. Bovendien heeft Zij een leven van ontelbare offers, vasten en boete geleid. Tijdens Haar laatste levensfase was Zij lichamelijk buitengewoon verzwakt);
  3. de onovertroffen overgave van Maria tijdens Haar leven. In alle details van Haar leven op aarde heeft Maria de volkomen eenheid tussen Haar vrije wil en de Wil van God in stand gehouden. Haar ja-woord heeft oneindig veel méér betekend dan de meeste zielen denken.

Ziet U, lieve zus, hier zijn weer de drie grote elementen van de driehoek van de spirituele vruchtbaarheid, met de bijzonder belangrijke les: De vervolmaking van deze driehoek in de spirituele gesteldheid van een ziel bepaalt haar macht op het Hart van God, omdat die ziel, naarmate haar vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan de allerhoogste graden nadert, in al haar verlangens onmiddellijk de kracht van God Zelf in gang zet. Precies dit verklaart ook de wonderwerken van de heiligen op aarde. Welnu, deze onovertroffen macht van Maria vangt de opofferingen van de ziel in zich op, zoals in een vereniging in de bruidskamer, om in deze versmelting het menselijk offer volkomen te 'veredelen', en zo vruchten voor het Goddelijk Heilsplan voort te brengen.

Hoe staat dit nu in verband met de spirituele evaluatie van seksualiteit? God verlangt intens dat de zielen zich zouden inspannen om hun lichamelijkheid te verheffen. Deze verheffing is slechts mogelijk door het opwekken van Ware Liefde, die draagster is van het Goddelijk Leven. Adam en Eva leefden aanvankelijk in een gesteldheid van volkomen verhevenheid boven hun lichamelijkheid uit. Zij werden door de duivel verleid tot ongehoorzaamheid tegenover God. Dit betekent: Zij werden ertoe gebracht, hun mens-zijn naar een lager niveau te laten afzakken, want door de ongehoorzaamheid tegenover God was het voor hen niet meer mogelijk, een volkomen vergeestelijkt leven in ware heiligheid te leiden. Door toe te geven aan de bekoring, herkende ieder van hen plots in de partner het lichamelijk niveau van het wezen, met de erbij horende stoffelijke eigenschappen en kenmerken. Herinnert U zich dat in het boek Genesis staat, dat zij plots bemerkten dat zij naakt waren. Dit betekent dat zij elkaar plots niet langer met spirituele ogen zagen, doch met de ogen van het lichaam.

Ik herinner U daarbij aan mijn uiteenzetting over het feit, dat de zielen in de Hemelse sferen elkaar in hun verheerlijkt lichaam waarnemen, niet in een fysiek lichaam.

Net zoals de zielen in Hemelse sferen met elkaar op een niet-lichamelijke wijze communiceren, zo zouden de zielen op aarde zich moeite moeten getroosten om steeds minder via de kanalen van hun lichamelijk wezen met elkaar om te gaan.

Onze Hemelse Meesteres leert de zielen verder dat de seksualiteit ertoe neigt, de levenskracht van de ziel naar lichamelijke gewaarwordingen te trekken, terwijl het voor een zo ongeremd mogelijk stromende spirituele ontwikkeling en ontplooiing noodzakelijk is, dat de levenskracht zich voor een zo groot mogelijk gedeelte op de hogere niveaus van het wezen zou uitwerken. Het menselijk wezen ontvangt zijn levenskracht via de hogere niveaus van de ziel, maar laat deze onder invloed van tal van factoren doorgaans in hoge mate naar de lagere niveaus afzakken, waardoor deze kracht zich vooral in de lichamelijke gewaarwordingen uitwerkt. Daardoor ontstaat in ontelbare zielen een 'onderontwikkeling' van de spirituele vermogens, onder andere:

  • een verontreiniging van de communicatie met God, respectievelijk Maria;
  • een verminderd vermogen om zich helemaal voor de inspiraties van de Heilige Geest open te stellen;
  • een onvermogen om de onvermoede vermogens in de kern van de ziel (waar God de grootste geheimen van de ziel en van het Goddelijk Leven heeft verborgen) tot ontplooiing te helpen brengen (het zijn precies deze, welke Maria ons wil helpen ontsluiten).

Telkens wanneer de ziel zich volledig aan de seksualiteit overgeeft, worden levenskrachten vrijgemaakt, die zich op het lichamelijk niveau van het wezen uitwerken. Wij mogen nooit uit het oog verliezen dat in het menselijk wezen, al naargelang zijn gedrag, bepaalde wegen worden gevormd: Hoe vaker de ziel seksueel actief is, des te gemakkelijker zal haar levenskracht naar dit niveau worden geleid, waardoor de hogere niveaus van het spirituele leven relatief ondervoed raken. Wanneer de ziel zich meer naar de hogere processen richt, zullen de 'wegen naar beneden' geleidelijk minder aandacht krijgen. Wanneer wij de ziel zouden vergelijken met een bloem, zouden de hogere spirituele processen de delen zijn, die de geur, de schoonheid en de vruchtbaarheid van de bloem bepalen. Welke waarde heeft een bloem nog wanneer deze drie elementen onvoldoende gevoed worden?

Wanneer U dus in Uw brief opmerkt dat God de seksualiteit tot vreugde van de mens heeft geschapen, moeten wij concluderen dat dit niet helemaal juist is. Het moet duidelijk gesteld worden dat God de seksualiteit noch veroordeelt, noch dat Hij het fenomeen op zich als slecht beschouwt. De moeilijkheid is echter: Veruit de meeste zielen slagen er niet in, de seksualiteit zodanig onder controle te krijgen dat zij haar op de juiste wijze (dit betekent: in volkomen harmonie met Gods verlangens) kunnen ervaren en beleven. De seksuele beleving op zich kan in hoge mate gesublimeerd (veredeld, verheven) worden, zogezegd als een soort van overgave aan God. Zo was dit bijvoorbeeld, zoals onze Hemelse Meesteres mij heeft geopenbaard, het geval bij de seksuele vereniging tussen de Heilige Joachim en de Heilige Anna, wier vereniging zich in zo buitengewone mate in een zuiver spirituele verrukking voltrok, dat deze voor het ontvangen van de unieke heilige vrucht 'Maria' geschikt was. Hier was werkelijk sprake van een volkomen vereniging in de Bruidskamer van de Heilige Geest, het Gouden Tabernakel van alle Heiligheid, uit hetwelke de Onbevlekte Ontvangenis van Maria zou voortkomen. Deze hoogveredelde vereniging was absoluut noodzakelijk opdat de kiem van de Onbevlekte Ontvangenis, deze unieke Edelsteen uit de Bron van het Goddelijk Leven, in de schoot van Anna zou kunnen worden ontvangen.

U vraagt of gehuwden slechts geslachtsverkeer zouden mogen hebben wanneer zij een kind willen verwekken. In deze context wijst Maria op het volgende: Het geslachtsverkeer is principieel slechts toegestaan binnen het Sacrament van het Huwelijk. Het Sacrament van het Huwelijk is in Gods ogen de bruidskamer, in dewelke twee zielen die vóór Gods ogen een Heilig Verbond zijn aangegaan, zich voor het ontvangen van een ziel ter beschikking stellen. In duidelijke bewoordingen:

  • Slechts een man en een vrouw (nooit twee zielen van hetzelfde geslacht) kunnen in Gods ogen een geldig huwelijk aangaan;
  • Aan deze beide zielen is het slechts toegestaan, samen lichamelijk één te worden;
  • Wanneer een dergelijke eenwording wordt aangegaan, moet dit worden beschouwd als het betreden van de Goddelijke Bruidskamer;
  • Als gevolg daarvan moet het voor de zielen duidelijk zijn dat hun eenwording zich zogezegd op het fundament van een Sacrament (dit betekent: een aanraking met God) voltrekt, waarbij de Schepper – indien dit binnen Zijn Heilsplan past – deze vereniging met een nieuwe ziel kan bekleden.

Wanneer men dit proces dus op het spirituele niveau beschouwt, komen wij tot de conclusie dat gehuwden bij elke vereniging zouden moeten beseffen dat deze vereniging een vorm van verbond met God is, binnen hetwelk God kan beslissen, een kiem van nieuw leven toe te wijzen, en waarbij de gehuwden de plicht op zich nemen, deze Goddelijke beslissing te aanvaarden als een uiting van Goddelijke Voorzienigheid en Wijsheid. Slechts zo kunnen de beide zielen zich volkomen ten dienste stellen van Gods Heilsplan.

Waarom laat God zwangerschappen ontstaan bij gebroken huwelijken?

De basisregel voor elk gebeuren op aarde is deze, dat iets door God wordt toegestaan wanneer het Zijn Plannen dient. Aangezien het de zielen niet is toegestaan, een volledige kennis van alle elementen van dit Plan te verwerven, kan deze vraag in elk voorkomend geval zelden met zekerheid tot in alle details worden beantwoord. Wanneer ons Geloof volmaakt moet worden, moeten wij van één ding steeds overtuigd zijn: Voor God heeft alles zin, ook wanneer het ons vaak ergens onverklaarbaar toeschijnt.

Is de seksualiteit van de mens een uiting van de erfzonde?

Neen. De gewaarwording van de seksualiteit op het lichamelijk vlak is dit wel. Deze vloeit namelijk voort uit een verlaging van de gewaarwordingen naar een lager, niet meer vergeestelijkt niveau.

Is het voor de mens beter, alleen te blijven en zich toe te wijden aan Maria, dan een huwelijk met een medemens aan te gaan?

Dit hangt helemaal af van de individuele roeping. De ziel kan ongehuwd blijven en toch in de meest uiteenlopende graden vruchtbaar of onvruchtbaar worden, of zij kan huwen en eveneens in de meest uiteenlopende graden vruchtbaar of onvruchtbaar worden, want de vruchtbaarheid van een ziel voor Gods Heilsplan wordt op ontelbare verschillende wijzen opgewekt. Wanneer de ziel huwt, moet zij zich in ieder geval inspannen om de lichamelijke gewaarwording van haar vereniging met de huwelijkspartner zo veel mogelijk te vergeestelijken, en om zich in zo hoog mogelijke mate aan de Goddelijke regels over te geven. De reden hiervoor is eenvoudig: De ziel is slechts op aarde om zich spiritueel zo ver mogelijk te ontplooien. Dit is één van de moeilijkste opgaven van de gehuwde ziel, maar het is absoluut niet onmogelijk, deze te vervullen. Doorslaggevend voor dit vermogen zijn de ontwikkeling van de oprechte Liefde voor Gods Werken en Plannen, en de overgave hieraan. De Meesteres van alle zielen tracht deze in elke Haar totaal toegewijde ziel tot de hoogste graden van rijping te brengen.

Dit beantwoordt tevens het element van Uw vraag met betrekking tot de noodzaak van toewijding: Ja, God verlangt ernaar, dat elke ziel zich volledig aan Maria toewijdt, omdat de ziel precies in de handen van Maria doorheen de moeilijkste opgaven van haar leven, over de hobbeligste stukken van haar levensweg wordt gedragen, en wel in de mate waarin de ziel zich werkelijk aan Maria overgeeft.

Hoe kan ik beoordelen of de ziel van mijn vriend met mijn ziel voor de eeuwige dingen werkzaam zal zijn?

Dit zult U nooit volledig kunnen beoordelen. Beoordelen, is een kwestie van inschatting, en dit komt alleen God toe, omdat Hij de alomvattende Wijsheid bezit en een overzicht heeft over alles wat in de ziel omgaat. Alvorens de grote stap met hem te wagen, kunt U zich enkel en alleen de volgende vragen stellen:

  1. Wat verwacht ik van een leven met mijn vriend in het kader van een Sacramenteel huwelijk?
  2. Wat verwacht hij er zelf van?
  3. Is ieder van ons ertoe bereid, het huwelijk in de strikt christelijke zin van het Sacrament te beleven, met inachtneming van Gods regels en verwachtingen met betrekking tot dit Sacrament?

Wanneer U allebei voor dit heilig verbond kiest, neemt U de verplichting op zich, U in te zetten om U zo diep mogelijk aan Maria over te geven, opdat Zij over alle niveaus van Uw gewaarwordingen en over elk element van Uw onderlinge relatie zou kunnen heersen. God verwacht van U niet van vandaag op morgen het resultaat van een volkomen heilige spirituele relatie, maar wel de inspanning in deze richting, en de bereidwillige overgave. Een Sacramenteel huwelijk in de schoot van een totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria is een buitengewoon gezegende levenssituatie.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 96
Over de zin van het lijden – over de omgang met ziekten – God is geen God van wraak die ellende en leed veroorzaakt – de spirituele zin van enkele ziektebeelden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uit de onderrichtingen en openbaringen is het U intussen zonder enige twijfel bekend dat onze ziekten, hoe moeilijk wij het in wereldse zin soms ook met hen hebben, een spirituele noodzaak zijn. Sedert de erfzonde 'geniet' elke ziel het voorrecht, te mogen meehelpen om het onevenwicht dat door de zondigheid van de mensen in de Schepping is gekomen, goed te maken. Dit is buitengewoon belangrijk, omdat het tenslotte gaat om de staat van de Ware Vrede (dit betekent derhalve: om de ervaring van het ware onbeperkte Geluk!) in de zielen.

Lieve zus, eigenlijk is ons lijden niets anders dan Gods antwoord aan de veroorzaker van alle ellende op aarde (de duivel). Door ons lijden kunnen wij het Geluk, de innerlijke Vrede (de Vrede van Christus, die Jezus ons heeft beloofd), en het toppunt van de Ware Liefde vrijkopen, voor onszelf en voor andere zielen. Jezus heeft ons de werking van dit systeem in de praktijk aangetoond: Hij leed onbeschrijflijke pijnen voor de vrijkoop van de zielen van goede wil, dit betekent: Door het Lijden van Jezus zou onder het Nieuw en Altijddurend Verbond elke ziel die bereid is, haar leven naar Gods Wil te richten en Gods Wet van de Ware Liefde zo getrouw mogelijk te gehoorzamen en deze in het eigen leven vorm te geven, de kans krijgen om in de Hemel binnen te gaan, nadat deze wegens de zondigheid voor de zielen gesloten was.

Laten wij toch eens het wonderbare van dit geschenk beschouwen: het op liefdevolle wijze en in gehoorzaamheid aanvaarde leed als gouden muntstukken voor de vrijkoop uit de verwoestende uitwerkingen van de zonde. De mens draagt dus in zijn eigen lichaam de schat, die hem op grond van weinige jaren of enkele tientallen jaren van ongemakken een eeuwigheid van Gelukzaligheid kan opleveren en intussen nog de grondvesting van Gods Rijk van de Ware Vrede en de ware en volmaakte Liefde op aarde kan helpen bespoedigen. De duisternis (van de zonde) wordt als het ware door andere duisternis (het lichamelijk en emotioneel lijden) in volmaakt Licht omgevormd. Zoiets kan toch slechts een volmaakt liefhebbende God bedenken.

De schat in ons lichaam moet ontsloten worden, en de Goddelijke Intelligentie maakt dit op ontelbare wijzen mogelijk. Eigenlijk liggen in het veelvoud aan ziektebeelden, die de mensheid teisteren, ontelbare symbolen besloten die het de lijdende mogelijk maken, het eigen specifieke lijden op een uiterst zinvolle wijze aan Maria toe te wijden, opdat Zij het volledig in Gods Heilsplan moge kunnen inbouwen tot verlossing van velen uit hun specifieke zonden en zwakheden. Maria spreekt in mij voortdurend in beelden. Zij doet dit ook met betrekking tot ziekteverschijnselen. Enkele voorbeelden die U wellicht zullen interesseren:

  • Verstopping zou de ziel zeer zinvol kunnen toewijden om zielen te helpen bevrijden, die het wereldse en het verleden niet kunnen loslaten (de onderste spijsverteringsorganen kunnen gemakkelijk op al het wereldse betrokken worden);
  • Hoofdpijn zou de ziel zeer zinvol kunnen toewijden om zielen te helpen bevrijden, die voortdurend denken, die dus hun leefwereld te veel vanuit het analyserend verstand benaderen;
  • Slapeloosheid zou de ziel zeer zinvol kunnen toewijden om zielen te helpen bevrijden, die op het spirituele vlak ingeslapen zijn en daardoor eveneens spiritueel in duisternis leven;
  • Misselijkheid zou de ziel zeer zinvol kunnen toewijden opdat de zielen walging zouden mogen voelen tegenover de zonde.

Wat het specifieke type van reuma betreft, waaronder U lijdt, zou U alle ermee gepaard gaande pijnen heel goed dagelijks aan Maria kunnen toewijden met de smeekbede dat Zij deze zou willen gebruiken om genaden op te wekken voor zielen die spiritueel verstard zijn, dit betekent: die er niet schijnen in te slagen, aan hun standpunten ook maar het geringste te veranderen, en die ten gevolge daarvan doorheen de jaren spiritueel niet groeien. God verlangt van elke ziel groei. Of een ziel nu heel begenadigd is of nauwelijks enig talent lijkt te bezitten, God verwacht van elke ziel dat zij op het vlak van de spirituele ontwikkeling vandaag verder staat dan vijf of tien jaar geleden, en dat zij vijf jaar later nog verder staat, enzovoort. Een ziel die op het spirituele vlak niet lijkt te groeien, kan vergeleken worden met een mens die zich ten gevolge van pijn aan het hele bewegingsapparaat nauwelijks kan bewegen.

God of Maria zullen slechts zelden woordelijk zeggen waarom een ziel precies moet lijden. De reden hiervoor is eenvoudig: Indien Zij een aanleiding of reden zouden vermelden, zou dit kunnen neerkomen op een oordeel over om het even welke ziel. Het zou er bijvoorbeeld kunnen toe leiden dat een lijdende ziel met de vinger gaat wijzen naar één of meer schuldige(n) ("Ik moet lijden vanwege het gedrag van mijn dochter", enzovoort). Het is wel heel verdienstelijk, op eigen initiatief Uw lijden aan te bieden voor de zielen van wie U zonder meer kunt vaststellen dat hun gedrag God niet bepaald kan dienen. Het is slechts belangrijk, daarbij niet te oordelen, doch de opoffering slechts als akte van oprechte naastenliefde te willen aanbieden.

Ik moet U vanwege onze Hemelse Moeder en Meesteres met klem waarschuwen met betrekking tot de uitspraak vanwege de zogenaamde 'ziener', volgens dewelke Uw beide kinderen hun Geloof ontnomen is omdat U bepaalde geneesmiddelen zou hebben gebruikt. Ik schrijf U letterlijk de woorden van Maria in dit verband opdat U zonder enig spoor van twijfel zou weten, hoe U met zijn informatie moet omgaan:

  • God is geen God van wraak of vergelding die X noodzakelijkerwijs met Y bestraft. Dit betekent: Wanneer een ziel een misstap begaat (aangenomen dat het hier werkelijk om een misstap gaat, wat bij U zeker niet het geval is geweest, wel integendeel), zal God daarop niet reageren met een specifiek lijden;
  • God berokkent zielen geen ellende, geen straffen, geen lijden. Ik heb dit systeem reeds op bepaalde plaatsen in de geschriften mogen toelichten: Het is de zondige aard van de mensheid die duisternis en ellende over de wereld trekt, niet God;
  • God maakt een ziel geen directe verwijten over een misstap, in de zin van "Je hebt X misdaan, dus zal daarom nu Y met jou gebeuren". Ten eerste gaat het in Uw geval, zoals hierboven vermeld, helemaal niet om een misstap (dus heeft deze ziener zich in elk geval niet door de Hemel laten inspireren). Ten tweede geeft God helemaal niet dergelijke verklaringen zolang de ziel haar levensweg nog aan het afleggen is. God laat geen informatie doorgeven waardoor de ziel, aan wie deze informatie wordt gegeven, bepaalde verdiensten zou kunnen verliezen. Dit zou helemaal niet bevorderlijk zijn voor Gods Heilsplan.

Lieve zus, het geloofsverlies van Uw beide dochters heeft helemaal niets te maken met enige vroegere gedraging van Uwentwege. Deze beide zielen hebben hun beslissing uit vrije wil genomen, en worden dagelijks door de Heilige Geest geïnspireerd om hun stap te betreuren. Voorlopig geven zij geen gehoor aan deze Goddelijke Genadewerking. De toewijding van Uw lijden (bijvoorbeeld van Uw reuma, opdat zij van hun spirituele verstarring en 'onbeweeglijkheid' mogen worden genezen), zal U rijkelijk verdiensten opleveren, want U smeekt daardoor voortdurend om de opwekking van Licht. Of en wanneer Uw dochters tot het Ware Geloof zullen terugkeren, zal in de eerste plaats afhangen van de bereidheid van Uw dochters zelf om hun vrije wil te gebruiken ten dienste van God. Men kan een paard naar het water leiden, maar men kan het niet dwingen, te drinken.

De staat van genade van Uw man kunt U helpen verbeteren door zijn goede eigenschappen aan Maria toe te wijden met de intentie dat Zij hem op grond van het Licht dat ook van hem uitgaat, moge openen voor de volheid van het Goddelijk Licht. Deze vorm van toewijding is zeer krachtig, omdat U daarmee niet tot Maria zegt dat Uw man ergens schuld aan heeft, maar dat Uw man, naar Uw mening, een goed mens is en daardoor toch eigenlijk drager van het Ware Licht zou kunnen zijn. In Gods ogen is dit belangrijk, want U zegt dan louter goede dingen over Uw medemens.

Het kan U uit vroeger gepubliceerde brieven duidelijk geworden zijn, dat U over het gebruik van homeopathie verkeerd geadviseerd bent. Ik verwijs hier graag naar deze brieven. De Meesteres van alle zielen laat mij te Uwer geruststelling nog slechts het volgende met klem zeggen: De Moeder Gods Zelf zegt reeds jaren nadrukkelijk tot mij dat het gebruik van homeopathie door de Hemel absoluut voor honderd procent wordt toegestaan, en volkomen in overeenstemming is met Gods Wet, wat van bepaalde andere geneeswijzen niet gezegd kan worden. Maria is hierover formeel, ongeacht wat bepaalde zielen daarover ook aan tegenovergestelde meningen mogen verspreiden. Elke ziel die U van het tegenovergestelde tracht te overtuigen, wordt niet door een Hemelse Bron geïnspireerd, en dient dus ook niet Gods Werken (zo luiden de woorden van de Hemelse Koningin). Deze geneesmethode heeft geen enkele duistere bedoeling, zij werkt volledig in overeenstemming met de Goddelijke Intelligentie, en zij waakt op een prachtige wijze over het lichamelijk kapitaal dat de ziel van God heeft ontvangen, onder de enige voorwaarde, dat zij correct en oordeelkundig wordt gebruikt – wat zonder meer voor elke geneesmethode het geval is. Méér mag ik van de Moeder Gods over dit thema niet meer schrijven, omdat ik reeds uitvoerig de enige Hemelse Waarheid hierover heb mogen verkondigen en aan deze Waarheid niets meer toegevoegd kan worden.

Heel graag zal ik de Meesteres van alle zielen om kracht vragen, opdat U Uw kruis zou mogen kunnen dragen. Tracht U te volharden: Elke dag brengt U dichter bij Uw doel, en bereidt voor de mensheid stralen van het Licht der genade. Moge dit inzicht U erbij helpen om de komende Passiedagen in het licht van een nieuwe zingeving te kunnen doorbrengen. Jezus en Maria voelden Zich in die dagen van weleer letterlijk 'gebroken'. U kunt zich in dit gevoel ongetwijfeld inleven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 97
Over de zogenaamde Verrijzenisdienst in de Kerk – over de waarde van de gedachtenis van het Verlossende Lijden van Christus in de Kerk – over de onjuistheid om bij manifestaties in het kerkgebouw de mens centraal te stellen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Zoals U intussen bekend zal zijn, staat de Moeder Gods mij buiten de rechtstreeks door Haar geschonken Publieke Openbaringen slechts zelden toe, mij over specifieke kerkelijke thema’s uit te spreken. Met betrekking tot de door U gestelde vraag over de zin van de zogenaamde verrijzenisdienst in vergelijking tot de traditionele zielendienst als kerkelijke viering ter ere van een overledene, laat Maria mij in elk geval het volgende schrijven. Zij heeft met deze toelichting niet de bedoeling, dat de zielen over deze kerkelijke diensten zouden oordelen, doch wil slechts wat licht werpen op de spirituele achtergrond ervan.

De verrijzenisdienst is een enigszins gemoderniseerde vorm van nagedachtenis. Om begrijpelijke redenen zegt U zelf: "Er is slechts één Verrezene: Jezus Christus". Inderdaad, door de verrijzenisdienst wil de Kerk het hoopvolle feit benadrukken, dat elke ziel ertoe geroepen is, verheerlijkt te worden, en aldus haar eigen verrijzenis te beleven. Op zich is dit niet verkeerd, doch één ding wil Maria klaar en duidelijk benadrukken: Het leven van de ziel op aarde is een reis naar de verheerlijking door lijden, door hetwelk de ziel in zich de volkomen navolging van Christus moet verwezenlijken en daardoor de schat van de Verlossing in zich moet ontsluiten. Het Verlossingsmysterie ziet eruit zoals het nu eenmaal is, ten gevolge van de erfzonde, die God ertoe heeft aangezet, Zijn Zoon in de wereld te zenden om door een volmaakte heiliging van alle menselijk lijden, dit lijden te bekleden met de kracht om de Verlossing van de in lichaam, geest of hart lijdende ziel te bekomen, in eenheid met het Lijden van de Verlosser.

Lieve zus, aanvankelijk heeft Maria mij geroepen in Haar hoedanigheid van de Moeder van Smarten. Dit was in de Paastijd van dertien jaar geleden. In deze hoedanigheid heeft Zij mij jarenlang gevormd en mij vele elementen van het onvoorstelbaar rijke Verlossingsmysterie ontsloten, en Zij heeft mij tevens vanuit steeds andere hoeken in de beleving van de Passie ondergedompeld. Ik kan U op grond daarvan verzekeren dat het voor Maria en Jezus bijzonder pijnlijk is dat het merendeel van de zielen de neiging heeft, het liefst zo snel mogelijk over het Lijden van Jezus en de Smarten van Maria heen te stappen, en indien mogelijk de volle aandacht louter en alleen op de heuglijke gebeurtenissen te richten.

De mens wil ook niet aan de mogelijkheid van eigen lijden herinnerd worden, evenmin als aan het lijden van zijn overleden medemensen, omdat dit hem eraan herinnert dat de levensweg ook uit elementen bestaat, die niet als zonneschijn worden ervaren. Ooit vertrouwde Maria mij in tranen toe, dat de christen van vandaag zich niet meer wil bezighouden met de Passie van Christus, en dat hij op Pasen de hele atmosfeer van de Passie reeds volledig vergeten is. Ware Liefde koestert ook het lijden van de geliefde, zelfs in de gedachtenis van de verheerlijking.

Maria heeft niet de intentie om de zielen ervan te weerhouden, zich over de Verrijzenis te verheugen, wel integendeel. Zij wil echter benadrukken dat de zielen nooit mogen vergeten dat het Lijden hen verlost heeft, en dat de mate waarin de zielen de hele Passie-atmosfeer in zich trachten te beleven en deze bewust in zich tot leven weten te wekken, in hoge mate de graad van hun heiliging bepaalt. Om deze Hemelse stelling diep in mij te drukken, ontvouwt Maria elk jaar opnieuw, vooral in de laatste twee weken van de Vastentijd, in mij een onvoorstelbaar rijke waaier aan gevoelens die met de Passiegebeurtenissen van destijds en met de ermee gepaard gaande hartsgesteldheden van Jezus en Maria in verband staan.

Ik getuig op deze plaats dat ik deze gevoelens, hoe ongemeen pijnlijk zij ook kunnen zijn, heel sterk zou missen indien zij van mij weggenomen zouden worden, omdat de beleving van de Passie in de meest innige eenheid met de Harten van Jezus en Maria in de eigen ziel een onbeschrijflijke rijkdom aan gewaarwordingen losmaakt, die de inzichten in het Verlossingsmysterie op ongekende wijze ontsluiten. Hoe kan de ziel ooit de lijdende Jezus waarlijk liefhebben wanneer zij geen enkel idee van de gesteldheden van de Passie heeft, noch ook maar de geringste belangstelling ervoor kan opbrengen om in het eigen wezen aan deze gesteldheden deel te hebben?

Deze gewaarwordingen laten de ziel diep in de Harten van Maria en Jezus verzinken, tot heel dicht bij de Bron van de Verlossing. De atmosfeer die dit alles in het eigen hart opwekt, valt helemaal niet te beschrijven. Wat in de mystieke beleving van de Hemel uit met een ziel wordt gedeeld, mag niet tot deze ziel beperkt blijven: God verlangt dat elke ziel zich ten minste openstelt voor deze beleving, en voor zichzelf de genade afsmeekt, door groeiende Ware Liefde tenminste een verdieping van haar begrip van de Passie, en van de Liefde tot de Passie, te mogen verwerven. De traditionele zielendienst kan hierbij een hulp zijn, de verrijzenisdienst veel minder.

U wijst erop dat vaak de levensweg van de overledene aan de hand van foto’s in de kerk tentoon wordt gesteld, en men er met eigen gebeden een eredienst omheen bouwt. U vraagt, hoe de Hemel het wenst.

Totaal afgezien van het feit dat wij er moeten van uitgaan, dat de priester steeds met goede voornemens is bezield, luidt het standpunt van de Hemel als volgt:

Elke eredienst, met inbegrip van elk evenement binnen een kerkgebouw, moet onvoorwaardelijk God en het eeuwig heil van de zielen in het middelpunt stellen. Ook wanneer het om het overlijden van een ziel gaat, mogen het aardse leven en de aardse persoonlijkheid van de overledene nooit in het middelpunt van de aandacht staan. Belangrijk zijn slechts de Verlossing van deze ziel voor het Eeuwig Rijk, en de belangen van het Goddelijk Heilsplan, in hetwelk deze ziel door haar aardse leven de rol heeft gespeeld, die door God voor haar was voorzien. Elke manifestatie waardoor de aardse persoonlijkheid en eventuele aardse verwezenlijkingen van de overledene onder de aandacht worden gebracht, behoort buiten de eredienst en buiten het kerkgebouw plaats te vinden.

Maria wijst er trouwens op, dat voor elke soort kerkelijke viering, of deze nu in verband staat met een begrafenis of met een viering in een andere context, geldt, dat een wereldse viering of een wereldse nagedachtenis, om het even of deze in de kerk plaatsvindt of niet (de Hemel wenst zonder meer dat dergelijke vieringen niet in een kerkgebouw worden georganiseerd!) in geen enkel geval de traditionele Heilige Misviering kan vervangen. De zielen mogen zich niet laten misleiden tot de idee dat een door leken aangeboden viering, zelfs in een kerkgebouw (wat dus toch al ongewenst is) volwaardig zou zijn, want dat is niet het geval. Het Sacrament, door een volgens de regels gewijde priester gevierd en bedeeld, is altijd onvervangbaar, en vormt de enige Bron van de volheid der Genade.

Lieve zus, ik hoop dat U door deze Hemelse toelichtingen geholpen bent. Maria waarschuwt ons steeds opnieuw voor het gevaar, de mens in het middelpunt te plaatsen en God naar het achterplan te verwijzen. Elke trek van modernistische aanpassing (dit betekent: een aanpassing door dewelke de belangen van God ondergeschikt worden gemaakt aan de belangen van de wereld) loopt uit op een verlies aan genaden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 98
Over Maria als de Gouden Sleutel van de Poort naar het Eeuwig Rijk – over de totale toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik kan mij Uw gevoelens heel levendig voorstellen. Eigenlijk zouden wij moeten bidden en offeren opdat zoveel mogelijk zielen Maria zouden mogen herkennen zoals Zij werkelijk IS: als een Ster van Bethlehem, die ononderbroken naar het Licht der wereld wijst en die de zielen van goede wil naar de plaats wil brengen, waar zij werkelijk thuishoren. Zodra een ziel zich werkelijk onbelemmerd voor het bezielende Licht van de Eeuwige Waarheid opent, wordt zij als het ware 'een Wijze uit het Oosten': Zij herkent datgene wat werkelijk telt voor haar definitieve ontplooiing, en bewoont als het ware het morgenland, het land in hetwelk de zon (= Gods Licht) opgaat. Eén ding slechts, moet zij wel willen opbrengen: een reis door het winterse landschap van de beproevingen aan te vatten, en zichzelf tot een grot te laten omvormen, een kleine tempel die weet dat hij eenvoudig en koud is, maar bereid is om zich totaal aan Maria over te geven, opdat Zij hem grondig zou schoonmaken en het Ware Licht in Zijn volheid in hem zou baren. Wie zichzelf ziet als een eenvoudige grot, wordt omgevormd tot een tempel, waar de Liefde als Bron van Licht en warmte kan stralen. De nederigheid is, om zo te zeggen, het stro waarop in de ziel het Kind Jezus wordt geboren.

Lieve broeder, ik zal ervan getuigen tot in het uur van mijn overgang naar het Eeuwig Heiligdom: Maria is de Gouden Sleutel van de Poort naar het Eeuwig Rijk. Indien ik Haar niet in die hoedanigheid had leren kennen (door openbaringen, visioenen en verschijnselen van mystieke vereniging), zou ik wellicht niet in staat zijn, dit getuigenis dag na dag zo onvermoeibaar af te leggen. Maria verandert het leven totaal, op voorwaarde dat de ziel zich totaal aan Haar overgeeft. Ik heb ooit het beeld van de totale toewijding beschreven als volgt:

Totale toewijding betekent, de deur te openen voor Maria, en zichzelf heel dicht tegen de muur aan te drukken, opdat Maria, wanneer Zij binnentreedt, de hele ruimte van het huis te Harer beschikking moge hebben. Met andere woorden: Volkomen toewijding betekent, zichzelf zo nietig klein maken, dat Maria Zich in de ziel volledig kan ontplooien en er het wonder van Haar Hemelse Liefde volledig kan uitwerken. Deze Liefde herschept alles in de ziel.

Uw voornemen, U totaal aan Maria toe te wijden, is als een ware roeping te beschouwen, want de totale toewijding ontsluit de ziel voor de volledige onbeperkte heerschappij van Maria over de gehele levensweg, en Maria zal vanaf dat ogenblik trachten, de uitstraling van Haar verrukkelijke schoonheid en Liefde door U heen merkbaar te maken. Dit betekent, dat Uw omgeving deze 'stralen' geleidelijk aan zal kunnen voelen. Zo gaat Maria tewerk: Zij wacht op Uw toewijding, en Zij wacht er eveneens op, dat Uw verloofde gelijktijdig 'op secundaire wijze' wordt toegewijd. Dit betekent dat de ziel het verbond van toewijding weliswaar niet uit vrije wil aangaat, maar dat zij deelachtig wordt aan de secundaire genadewerking op grond van de toewijding door een andere ziel, en dat zij daardoor op een bijzondere wijze door Maria kan worden beïnvloed in de richting van een eigen ontsluiting. Dit is onmiskenbaar één van de grootste geheimen van deze Laatste Tijden, zoals Maria het mij heeft geopenbaard. Het gaat hier om grote dingen, want zij belichamen Gods Plan om zoveel mogelijk zielen te redden door de Verlossingswerken van de Goddelijke Messias in hen door toedoen van Maria volledig te laten ontsluiten.

Wat Uw arme buurvrouw betreft, zou ik U willen voorstellen, dat wij ons van een ander groot wonder zouden bedienen: de toewijding van het lijden van een ziel, die dit lijden zelf niet kan toewijden. Laten wij deze beide zielen aanbevelen aan de Meesteres van alle zielen, opdat zij bescherming en Licht mogen ervaren, en opdat de ziel die dit leed veroorzaakt, tot het inzicht moge komen dat zij zich door de duisternis laat leiden.

Laten wij op deze Kerstavond aan de voeten van de Moeder Gods verschijnen met een hart dat al onze lijdende en dwalende medemensen omhult met de zuiverste Liefde, opdat Maria hen in de heilige Wieg moge leggen tot begin van een nieuw leven. Niets anders dan de Ware Liefde kan voor deze zielen de wedergeboorte bewerken. Bestaat er wel een mooiere weg dan in het Bethlehem van onze ziel de deuren te openen voor de Heilige Familie, die toch reeds voor zovele gesloten deuren heeft gestaan?

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 99
Over het Sacrament van het huwelijk – over dit Apostolaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen. Ik zal deze, zoals gewoonlijk, door de genadewerking trachten te beantwoorden in de volgorde waarin U ze hebt gesteld.

Mag men bidden om met een bepaald meisje een vaste relatie te kunnen beginnen? Wat zou de Hemel daarover zeggen?

Niet alleen de inhoud van een smeekbede bepaalt of men deze al dan niet aan de Hemel kan voorleggen. De gesteldheid van het smekende hart, evenals de intentie met de ermee gepaard gaande verhoring, bepalen of een gebed 'goedgekeurd kan worden' of 'toelaatbaar is'.

U zou een bepaald meisje graag beter leren kennen, omdat zij met Uw 'ideaal' overeenkomt: Zij is ernstig gelovig, zij woont, net zoals U, de Tridentijnse Heilige Mis bij, en U wenst slechts een degelijk katholieke vrouw tot echtgenote. Omdat Uw intenties, evenals Uw gesteldheid van hart, principieel in overeenstemming zijn met de Wil van God, staat niets een gebed in deze zin in de weg.

Het Sacrament van het huwelijk is in Gods ogen als een heilig bed waarop een gezin kan groeien, terwijl Hij elk gezin beschouwt als een kleine cel in het organisme dat de mensheid vormt. Net zoals in het menselijk lichaam elke cel haar functie heeft, en op de gezondheid van elke afzonderlijke cel de gezondheid van het hele organisme is gebaseerd, zo is het ook in de maatschappij: Hoe meer gezonde 'cellen' (gezinnen) er zijn, des te gezonder wordt het geheel. Wat is nu voor God een 'gezonde' cel (gezin)? Het is een cel die zich rechtstreeks aan de stroom van Zijn Liefde voedt, en die in overeenstemming met Zijn Wetten wil functioneren, met andere woorden: een cel die de traditionele christelijke Leer volgt, en God en Zijn Werken en Plannen tot middelpunt van haar leven, haar denken en haar bedoelingen maakt. Zalig daarom de ziel die het verlangen koestert, zich met het oog op het stichten van een gezin een partner te zoeken met wie precies dit mogelijk wordt. Een dergelijk paar brengt reeds de solide bouwstenen samen om een sterk fundament voor een gezin te bouwen, dat tot een sterke tempel voor Gods Werken kan uitgroeien.

Wijdt U daarom Uw verlangen toe aan Maria als de Koningin van de gezinnen, en smeekt U de Koningin dat Zij Uw beide harten op een eerste contact op Gods Tijd moge voorbereiden. Wanneer een echte relatie binnen de Plannen van de Goddelijke Voorzienigheid past, zal Zij de eerste stappen zetten om het eigenlijke contact vruchtbaar te maken. Wanneer U dit meisje zonder deze spirituele voorbereiding aanspreekt, kan Uw handeling als voortvarendheid worden bestempeld en zal deze handeling haar doel missen, omdat zij niet op Gods Tijd is gesteld. Ik ondersteun U hierin graag in gebed, want de opbouw van Gods Rijk steunt onder andere op de verbetering van de gezondheid van zijn toegangswegen, namelijk de contacten tussen zielen die samen iets positiefs kunnen bijdragen tot Gods Werken.

De Kerk erkent de bezetenheid tot uitboeting van zonden, zoals deze werd ondergaan door Anneliese Michel, niet. Weet U hier meer over? De duivels werden tenslotte in de Namen van Jezus en Maria gedwongen om de waarheid te zeggen en de uitspraken (geen Handcommunie, geen kringvorming rond het altaar, enzovoort) klinken oprecht. Wat is Uw mening hierover?

Omdat mij van bij het begin van mijn roeping, nu 13 jaar geleden, vanwege de Meesteres van alle zielen slechts is toegelaten, datgene in mij op te nemen of te lezen waartoe Zijzelf mij uitnodigt, of wat Zij uitdrukkelijk van mij verlangt, is mij over Anneliese Michel niet veel bekend. Zelfs indien ik er méér zou over weten, zou de kans niet heel groot zijn dat Maria mij zou toestaan, mij hierover uit te spreken. De Koningin des Hemels schenkt mij over vele dingen inzichten, maar staat mij slechts in weinige gevallen toe, daarover een uitspraak te doen, omdat Zij mij veel informatie slechts meedeelt ten bate van mijn eigen vorming in Haar dienst, en niet om in het openbaar daarover iets te zeggen of te schrijven. De redenen hiervoor zijn:

  1. Het is de zielen niet toegestaan, over andere zielen of hun werken te oordelen. Uitzonderingen zijn deze, waarin de Koningin een vruchtbaar voorbeeld wil stellen of, integendeel, een duidelijke misleiding door de duivel aan de kaak wil stellen.
  2. God heeft met alles Zijn bedoelingen en voor alles Zijn redenen, en Hij gebruikt alles voor de voltooiing van Zijn Werken. Een uitspraak vanwege een ziel kan deze bedoelingen en Gods Werken schaden, of hen 'van richting doen veranderen' doordat een dergelijke uitspraak er kan toe bijdragen, dat andere zielen daardoor van mening veranderen en zich volgens die veranderde mening gaan gedragen. In bepaalde gevallen betekent dit, dat deze zielen hun hele leven veranderen, en desgevallend daardoor de vruchtbaarheid van hun werken voor Gods Heilsplan laten verminderen.
  3. Ik ben onderworpen aan een eed van strikte gehoorzaamheid tegenover Maria. Deze eed is uitgebreid tot de houding en de standpunten van de Rooms-katholieke Kerk. Dit betekent dat ik mij zeer strikt moet houden aan de uitspraken van de Heilige Kerk. Zolang de Heilige Kerk tegenover een gebeurtenis geen officieel standpunt inneemt, mag ik wel sympathie of afkeur voelen, maar mag ik onder geen enkel beding daarover een uitspraak doen. Wanneer de Kerk iets (nog) niet erkent, geldt voor mij hetzelfde.

De standpunten en uitspraken van de Heilige Kerk moeten wij niet noodzakelijk als iets definitiefs beschouwen, in die zin, dat de Kerk vaak na bepaalde tijd haar standpunt tegenover een situatie, een gebeurtenis of een persoon verandert. Intussen dragen wij de verplichting, de huidige situatie te aanvaarden. Dit betekent helemaal niet dat de Kerk onstandvastig zou zijn, of dat één of andere ziel de onfeilbaarheid van onze Heilige Vader de Paus moet, respectievelijk mag, in twijfel trekken. De enige reden voor een dergelijke 'verandering van mening' ligt in het feit dat de Geest van God bepaalt wanneer Gods Tijd voor een eventuele erkenning van bepaalde werken of gebeurtenissen gekomen is. Wanneer de volheid van de tijd daarvoor gekomen is, spreekt Gods Geest ten voordele van een dergelijke erkenning.

Dit is bijvoorbeeld het geval bij vele mystieke werken: Vele worden in eerste instantie verketterd omdat zij binnen de erkende Leer van de Kerk (nog) geen plaats schijnen te hebben. Na bepaalde tijd (niet zelden is dat pas na tientallen jaren, soms ook eeuwen) wordt het werk of de gebeurtenis, of het spirituele product van een ziel, plots in een nieuw licht gezien, en de Kerk spreekt er een gunstig oordeel over uit.

Wat Anneliese Michel betreft, is het mogelijk dat de Kerk eventueel nog haar standpunt herziet. Wanneer een dergelijke verandering van houding binnen Gods Plan past, zal deze op Gods Tijd intreden.

Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Boetelijden wordt op zeer verschillende wijzen verlangd. Wat over het lijden van Anneliese Michel gedacht kan worden, ligt voorlopig in Gods Wijsheid besloten. Laten wij het voorlopig beschouwen als een teken van de strijd tussen het Licht en de duisternis, dat wij (nog) niet kunnen evalueren.

Ik zal graag voor al Uw intenties bidden. Laten wij het Licht volop in onze zielengrotten binnenstralen, opdat het Kind Jezus in ons geboren kan worden. Dat kan slechts wanneer Zijn Heilige Moeder Zich in ons werkelijk thuis voelt, en Zij onze grot kan inrichten zoals Zij haar graag zou hebben.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 100
Over de schuchterheid – over het eerste contact met een medemens

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Schuchterheid kan de mens wel verhinderen, een bepaald doel sneller te bereiken, maar het beschermt hem toch voor bepaalde overhaaste beslissingen. Dit betekent: Zij verhindert dat de mens de ontwikkeling 'een handje zou helpen'. Deze eigenschap helpt de ziel, zich gemakkelijker neer te leggen bij Gods Wil, in plaats van tot elke prijs de bevrediging van de eigen verlangens na te jagen. Eigenlijk helpt zij de ziel, meer te vertrouwen op de Goddelijke Voorzienigheid, die op Gods Tijd ongemerkt in het leven kan ingrijpen, en wel des te méér naarmate de ziel zich volledig aan Maria overgeeft (want Zij baart dag na dag het Ware Licht, drager van Gods Plannen, in de ziel die Haar werkelijk wil toebehoren).

Wanneer een contact vol vertrouwen en overgave aan Maria wordt toegewijd, zal Zij ervoor zorgen dat de betreffende harten op dit contact voorbereid worden. U zult diep in Uw hart voelen wanneer het juiste moment gekomen is om dit meisje aan te spreken. Een eerste contact hoeft niet eens lang te duren, temeer omdat bij een eerste contact doorgaans het hart veel meer spreekt dan de mond. De reden hiervoor ligt bij het feit dat de ziel al haar vermogens dan zo ver mogelijk opent omdat zij tracht, de andere ziel te doorgronden, opdat deze zich zo goed mogelijk bij deze (spirituele) aanraking zou kunnen aanpassen, zij zich, indien nodig, zo goed mogelijk moet kunnen beschermen, en wanneer de gevoelens reeds bij voorbaat uitgesproken gunstig zijn (wat hier het geval is), de ziel de golven uit haar hart volledig de vrije loop kan laten.

Een eenvoudig woord in de juiste toon, een oprechte glimlach, een helpende hand, dit alles kan de deur helpen openen. Om het even wanneer dit moment lijkt te naderen, treedt U dan dit contact tegemoet met Maria vast in Uw hart, dan zal bij de ontmoeting Maria door U spreken, glimlachen, sympathie uitstralen... Wanneer Gods Tijd voor dit nieuw begin werkelijk gekomen is, zal het hart van het meisje dit ogenblik vanuit het Hart van Maria beleven. Dit zal vooral het geval zijn wanneer U vooraf aan onze Hemelse Meesteres vraagt, volledig in het hart van het meisje te willen heersen (dit ligt reeds in de buurt van een kleine toewijding).

Ik verheug mij met U op een nieuw begin. In afwachting daarvan wens ik U een gezegend en van Licht en innerlijke Vrede vervuld Kerstfeest.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 101
Over de aanbidding – over de Myriam-teksten en gebeden – over de genade en de kracht van het priesterschap

TOTUS TUUS, MARIA !

Eerwaarde en lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw brief heeft in mij een grote vreugde opgewekt. Hoe verheugend is het toch steeds weer, van een zielenherder te mogen vernemen dat hij zijn lammetjes de kans geeft, elke dag een aanbidding te kunnen bijwonen. Aanbidding laat immers een zo wonderbare verbinding tussen de ziel en God tot stand komen. Tijdens de aanbidding zoekt het schepsel actief zijn Schepper, en belijdt het jegens Hem Zijn Heerlijkheid. God heeft het zo beschikt dat de ziel mag delen in de verdiensten, respectievelijk in de eigenschappen van wezens in de Heerlijkheid, in de mate waarin zij ernaar verlangt, deze verdiensten of eigenschappen in zich te verwezenlijken, respectievelijk deze eigenschappen vast erkent. Op basis van deze ingesteldheid kan Hij de ziel bijzonder begunstigen wanneer zij Zijn Heerlijkheid erkent.

Aanbidding wordt aldus tot een bijzondere geloofsbelijdenis en tot een vorm van verzuchting die zoveel zegt als: "Mijn God, ik verlang naar U, en ik bemin Uw hoedanigheden". In deze verzuchting leest God in de ziel de vreugde over Zijn bestaan, en over het feit dat Hij is zoals Hij is, met al Zijn Werken. Ik bid heel graag om de gunst dat Uw lammetjes de waarde van dit geschenk werkelijk mogen beseffen. U bereidt de Moeder Gods hiermee in elk geval een bijzondere vreugde.

Aanbidding is als het antwoord van de zielen op een straal van Goddelijk Licht. De ziel in aanbidding maakt zichzelf als het ware tot een spiegel. God straalt ononderbroken Zijn Licht naar de zielen. Dit Licht is drager van het ware Goddelijk Leven. Zodra een ziel haar Schepper, Verlosser en Heiligmaker in de aanbidding verlangt te ontmoeten, wordt zij tot een spiegel die dit Goddelijk Licht begint verder te stralen. Mochten de zielen dit wonder toch kunnen zien, en begrijpen wat het voor God en het Heilsplan voor de zielen betekent wanneer Goddelijk Licht onbelemmerd kan stromen... Zij zien niet dat deze stromen ook henzelf (= deze zielen) kunnen reinigen en nieuw Leven kunnen inblazen.

Wat de gebeden betreft: Aangezien de keuzemogelijkheid aan Duitse teksten en gebeden op onze website intussen reeds aanzienlijk is aangegroeid, zou U wel kortere gebeden kunnen verzamelen, die dan aan de zielen ter keuze voorgelegd kunnen worden. Wellicht kan dit hen langzaam doen hongeren naar méér? Een ziel die deze gebeden aandachtig beschouwt, zal reeds spoedig ontdekken dat elke zin een diepe bodem bezit, die vaak zelfs uit verscheidene lagen bestaat, die zich de ene na de andere voor de biddende ziel ontvouwen, zodat deze laatste steeds diepere betekenissen achter de zinnen ontdekt.

Het wonderbaarlijke is, dat de Koningin des Hemels de gebedsteksten zo bezielt dat deze steeds aan tenminste één Geloofsmysterie uitdrukking geven en heel vaak in weinige regels een grote hoeveelheid heel diepe spirituele informatie overbrengen. Vooral de ziel die eveneens de boeken, onderrichtingen en boodschappen bestudeert, zal tot onvermoed diepe inzichten komen.

In hun totaliteit vormen de Myriam van Nazareth-teksten en gebeden een concept dat erop is gericht, de doorgaans veel te oppervlakkig, respectievelijk totaal niet, gekende elementen van ons prachtig geloof, in een sluitend systeem te verdiepen. Het kan werkelijk een bijzondere vreugde bereiden wanneer de ziel tot deze inzichten komt, want zij ervaart dit reeds spoedig als een ontdekkingsreis doorheen een wondermooi, paradijselijk land: het land van de Goddelijke Mysteries. Het inzicht in deze Mysteries maakt, zoals Maria heeft geopenbaard, deel uit van de beleving van de Eeuwige Gelukzaligheid van de ziel in de Hemel, omdat dit inzicht de ziel ertoe brengt, zich tot in haar diepste fundamenten te ontplooien.

De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft, ervaart op zekere dag dat het openstellen van het eigen zielenleven voor de leiding vanwege de Meesteres van alle zielen in elk detail van het dagelijks leven werkt zoals het openen van een deur naar een andere wereld. Daarbij wordt inderdaad het vermogen ontsloten om de geuren uit de vlekkeloze Tuin van de Heilige Geest in het eigen hart waar te nemen. Maria leidt de Haar volkomen toegewijde ziel op wegen die de Eeuwige Vader méér bevallen dan welke andere wegen dan ook. Daarom smeek ik de Meesteres van alle zielen dat Zij Uw hart zodanig met Haar eigen lichtvolle gedachten en gevoelens zou vervullen dat U er mag in slagen, in Uzelf een diepe innerlijke Vrede te verwezenlijken, die U ertoe in staat zal stellen om heel spontaan zoveel Licht om U heen te verspreiden dat Uw lammetjes U graag in alles zullen volgen.

Elke ziel bezit een ingebouwde neiging om het Licht te zoeken. De dwaallichten van de wereld hebben de neiging, de ogen van de ziel te verblinden, waardoor velen blind worden voor het Ware Licht dat Leven verwekt. Wanneer U echter, die op grond van de wonderbare genade van Uw priesterwijding het vermogen tot navolging van Christus in hoge mate in Uw ziel gebrand hebt gekregen, erin slaagt, vanuit een diepe innerlijke Vrede het Licht van Christus tegenwoordig te stellen, zouden zonder de geringste twijfel zielen zich voor de door U verlangde genade laten ontsluiten. De priester die zich in de handen van Maria geeft, en boven alles verlangt om Haar Zoon in woord en daad te vertegenwoordigen, zal zijn krachten door de kracht van Maria vermenigvuldigd zien worden, want Maria zal in deze priester de eenheid tussen Haar en Haar Zoon reproduceren. Stelt U zich eens voor, welke krachten daarbij in U vrijgemaakt zouden worden.

Er bestaat geen grotere kracht om voor de zielen de genade van vruchtbaarheid te bekomen, dan de innerlijke Vrede van Christus, die uit de leidinggevende herder stroomt wanneer deze zich door Maria beheerst weet. Vertrouwen, volledige overgave en een onwankelbaar geloof in de werkingen van de Heilige Geest en de onbeperkte leidende macht van Maria doen daarbij dienst als de sleutels. Precies zoals Jezus tot Zijn apostelen zei dat zij zich geen zorgen hoefden te maken over wat zij zouden zeggen, omdat de Geest van de Vader op het geschikte ogenblik door hen zou spreken, zo zult U zeker de juiste woorden, de juiste handelingen en de passende houding vinden, via dewelke U in de zielen het zaad uit vrije wil tot bloei zult brengen, want het uur zal komen, waarin Maria door U zal spreken, en wel door datgene, wat U naar de zielen toe zult vertegenwoordigen. Dat is het wonder van de totaal beleefde toewijding aan Maria. Dat is in de diepste zin van het woord 'Werken in de wijngaard van de Heer': U zult de druiven van Uw eigen innerlijke strijd uitpersen, maar de zielen zullen niets anders merken dan dat de wijn van de genade naar hen toestroomt. Dat kan men slechts bekomen door de volledige overgave aan Maria.

Smeekt U toch om deze geschenken tijdens de ochtendaanbidding. De dageraad is het symbool voor het doorbrekende Licht als overwinning op de duisternis. Hij is eveneens het symbool voor de ontwikkeling van tot op heden ongekende vermogens in de ziel. Ten slotte is hij ook het symbool voor de openbaring van de volheid van de macht van Maria als Meesteres van alle zielen. Biedt U God bij de aanbidding Uw verlangen aan om aan dit wonder te mogen deelhebben, en Hij zal de ochtendaanbidding maken tot brug voor de ontplooiing van Uw lammetjes, want in hen wacht een potentieel aan Licht dat nooit voordien is aangestoken.

Mag ik in de diepste nederigheid vragen om Uw priesterzegen voor het Apostolaat en mijzelf, opdat de lentebloesems voorboden voor een rijke zomerse oogst mogen zijn, want alles wat groeit en bloeit, verwezenlijkt zich pas in zijn volheid wanneer God er welwillend op neerziet.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 102
Over het Sacrament van het huwelijk – over een moeilijke relatie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve mij te verontschuldigen dat ik Uw brief nu pas kan beantwoorden, maar alles berust op genadewerking. Ik volg in alles strikt de voorschriften van de Meesteres van alle zielen, en mag daarbij steeds ervaren dat alles wat de ziel op Maria’s tijd doet, rijkelijker gezegend en vruchtbaarder is dan wat zij doet op het ogenblik waarop het haar zelf bevalt. Ik hoef slechts te herinneren aan de zogenaamde driehoek van de spirituele vruchtbaarheid Liefde-lijden-gehoorzaamheid/overgave. Gehoorzaamheid is één van de grote componenten waaruit de vruchtbaarheid van de ziel bestaat.

Uit werelds oogpunt is het buitengewoon moeilijk, raad te geven aan een kennis die door de partner slecht behandeld wordt en daardoor alle houvast dreigt te verliezen, omdat zij bovendien zwanger is en in haar hoedanigheid als buitenlandse slechts in het land kan blijven zolang zij bij de partner blijft. Laten wij dus de situatie zuiver spiritueel bekijken. Om te beginnen, zal Maria nooit oplossingen voorschrijven, want daardoor zou Zij inbreuk plegen op de vrije wil van de betrokken ziel, wat Zij nooit zal doen. Ten tweede zal Zij nooit wereldse adviezen verstrekken, doch slechts spiritueel gefundeerde raad geven, dit wil zeggen: een raad die Gods Heilsplan niet tegenwerkt.

Met elke situatie, ook al is zij nog zo pijnlijk, heeft God een bedoeling, die uit werelds oogpunt soms moeilijk te begrijpen is, of waarvan de ziel niet steeds de zin inziet. Wanneer de ziel in kwestie wil handelen volgens Gods Wil, kan zij twee heel verschillende wegen volgen:

1. Indien deze ziel met de partner gehuwd is, dient zij, wanneer zij werkelijk bereid is, zich aan Gods Wil te onderwerpen, de heiligheid van het Sacrament in stand te houden. Het is weliswaar mogelijk, een vorm van kerkelijke scheiding aan te vragen, wat erop zou neerkomen dat de ziel zich lichamelijk van haar partner mag scheiden doch niettemin aan de regels van het Sacrament van het huwelijk onderworpen blijft. Aangezien het huwelijk een Sacrament is, blijft het in Gods ogen echter voor eeuwig geldig. Op de keper beschouwd, betekent dit dat de ziel alles wat haar binnen het kader van het huwelijk overkomt, in deugdzaamheid en offerbereidheid dient te dragen. De heilsgeschiedenis kent voldoende voorbeelden waarbij een ziel een huwelijk in zware levensomstandigheden als boeteleven ter harte heeft genomen. Kan de ziel in kwestie dit niet, of liggen de omstandigheden zo, dat dit haar het leven onmogelijk zou maken, dan zou zij er goed aan doen, hierover met een begripvolle priester te spreken.

2. Indien deze ziel niet met de partner gehuwd is, is de situatie in spirituele zin totaal anders, want dan is zij niet aan de regels van het Sacrament gebonden. In dit geval zou er geen bezwaar zijn om zich van de partner los te maken, op voorwaarde dat zij sociale bijstand kan ontvangen of op één of andere wettelijke regeling kan terugvallen.

Normaal gesproken geeft de Hemel er de voorkeur aan, dat de ziel zich ten volle aan haar lot onderwerpt. Er zijn echter omstandigheden in dewelke de Hemel een scheiding van de mishandelende partner toestaat. Wanneer bijvoorbeeld mishandeling het leven van de ongeboren vrucht bedreigt, of wanneer blijkt dat het de ziel totaal onmogelijk wordt gemaakt om haar christelijk Geloof te beleven, kan een scheiding in overweging worden genomen. Het kan ook verdedigbaar zijn dat de ziel zou overwegen om zich van de partner los te maken om deze niet langer aan de zonde van herhaalde mishandeling bloot te stellen.

Het is heel belangrijk, en dit wil ik beklemtonen, dat Maria in ingewikkelde zaken heel vaak de raad geeft dat de ziel zich zou onderwerpen aan het oordeel van de Kerk. Concreet betekent dit dat de betrokken ziel het beste wordt aanbevolen, zich te wenden tot een priester die haar vertrouwen geniet, en hem haar situatie voor te leggen. Dit is ook het advies van Maria voor deze situatie, omdat veel ervan afhangt, hoe de ziel in het hart met de hele situatie omgaat, en wat zij precies van de toekomst verwacht. Bij elke beslissing moet doorslaggevend zijn dat elke verandering van situatie de ziel in staat moet stellen, een zo deugdzaam mogelijk leven te leiden.

Behalve deze raad te geven, kunt U verder nog slechts één ding doen: de hele situatie van deze ziel, de ziel zelf, de ziel van de partner, en de levensweg van deze beide zielen aan Maria toe te wijden met de smeekbede dat Zij uit al dit leed, verenigd met Haar oneindige Liefde en Haar zo machtige Voorspraak, nieuw Licht zou bereiden.

De beslissing die U met betrekking tot Uw relatie met X. hebt genomen, is zuiver en heilvol. Laat U zich niet van deze weg afleiden.

Hebt U het volste vertrouwen in de Goddelijke Barmhartigheid en in de machtige tussenkomst van Maria. Ook deze moeilijke situatie heeft een (weliswaar nu nog verborgen) zin binnen Gods Heilsplan. Houdt U zich steeds voor ogen: God – het Eeuwige Geluk en de volmaakte Liefde – heeft ALTIJD het laatste woord. Geen enkel element van duisternis blijft stand houden of overwint definitief. Op Gods Tijd wordt alle duisternis in Licht omgevormd. Hij heeft daarvoor slechts nodig: onze totale toewijding, ons vast Geloof en onze Liefde. Hult U daarom ook de levensweg van de betreffende ziel in Licht, door slechts het goede te zeggen, te denken en te wensen. Oordeelt U niet, maar wees mild. Mildheid en vergeving zijn buitengewone wapens tegen de duivel. De strijd tegen de duisternis mag ons nooit laten vergeten, ook voor het Licht te strijden. Ik strijd met U mee.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 103
Voorstel van een minimaal dagelijks gebedsplan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In het licht van de grote hoeveelheid Myriam-gebeden stellen zielen zich geregeld de vraag, welke gebeden een ziel absoluut zou moeten verrichten en/of hoe men tewerk moet gaan wanneer men, bijvoorbeeld, een heel druk beroepsleven heeft en de tijd voor gebed noodgedwongen beperkt is. Precies omdat dit probleem zo vaak oprijst, heb ik de Moeder Gods reeds vaker gevraagd, een soort gouden regel te mogen ontvangen. Wat ik hierna wil, respectievelijk moet, schrijven, geldt daarom niet slechts voor U, doch eigenlijk voor alle zielen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden.

Maria dwingt geen enkele ziel tot het volgen van een zeer strikt gebedsplan. De grote hoeveelheid aan Myriam-gebeden spruit in de eerste plaats voort op de intentie van onze Meesteres om de zielen een heel brede waaier aan keuzemogelijkheden te bieden, uit dewelke elke ziel datgene kan kiezen wat haar persoonlijk aanspreekt. De gebeden zijn overigens tevens bedoeld als leermateriaal: De meeste gebeden bevatten lessen voor het spirituele leven, in de praktische beleving van de deugden, enzovoort. Zij zijn bovendien bedoeld als sleutels via dewelke de Moeder Gods de harten voor de schoonheid van het Goddelijk Leven en de Goddelijke Liefde wil ontsluiten. Het spreekt vanzelf dat het voor geen enkele ziel mogelijk is, al deze gebeden zelfs maar bij benadering regelmatig te verrichten. Het is belangrijk dat elke ziel zich ook door het eigen hart laat leiden, omdat de ontvankelijkheid voor de dieperliggende 'boodschap' die in elk gebed vervat zit, in de eerste plaats door de hartsgesteldheid van het ogenblik wordt bepaald. Een gebed kan vandaag nauwelijks een vonkje opwekken, morgen daarentegen het hart in vuur en vlam zetten, omdat voor de ziel nu eenmaal morgen Gods Tijd is gekomen om het betreffende gebed in zich op te nemen.

Niettemin heeft de Moeder Gods mij een aanwijzing gegeven over hoe een minimaal dagelijks gebedsplan er voor een aan Haar toegewijde ziel kan uitzien. Het gaat daarbij om een schema, uit hetwelk de ziel dagelijks zoveel mogelijk van deze punten zou moeten kiezen, omdat elk van deze punten in zich de heel bijzondere kracht bergt, de ziel voor de genade van haar ontwikkeling te ontsluiten. Maria vraagt in ieder geval met klem dat geen enkele ziel zich zou laten verleiden, er te gemakkelijk vanuit te gaan, dat zij nauwelijks tijd heeft om te bidden. Toewijding is steeds een kwestie van Liefde van de ziel tot Maria en tot Gods Heilsplan.

Ik geef de aanbevelingen van de Moeder Gods in punten weer, die geen aanleiding mogen geven tot de conclusie dat, bijvoorbeeld, punt 1 belangrijker zou zijn dan punt 2 enzovoort, of omgekeerd. De nummering van de punten slaat ook niet op een welbepaalde volgorde van gebeden doorheen de dag.

De belangrijkste gebedsoefeningen (natuurlijk afgezien van de Heilige Rozenkrans) van dewelke er elke dag zo weinig mogelijk zouden mogen ontbreken, zijn de volgende:

1. Ten eerste beklemtoont Maria de aanroeping die U reeds elke dag trouw tot Maria richt: de 33 maal te herhalen aanroeping: Maria, machtige Meesteres van alle zielen, bekom ons totale vergeving, reiniging en wedergeboorte. Het is U bekend dat deze dagelijkse gebedsoefening buitengewoon belangrijk is. Elke ziel kan in het manifest De Dageraad van Gods Rijk op aarde de motivering van het belang ervan vinden.

2. De dagelijkse drie Weesgegroeten tot bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde: In Haar openbaring van 20 april 2007 vroeg de Meesteres van alle zielen het volgende: "Ik vraag aan Mijn dienaren dat zij samen met Mij de tuin willen aanleggen die zal uitgroeien tot het centrum van het Rijk Gods op aarde. Ik vraag dat zij dit doen door elke dag drie rozenbollen in de bodem van hun ziel te planten in de vorm van drie Weesgegroeten voor de bespoediging van het Rijk Gods op aarde. Na elk van deze drie Weesgegroeten zullen zij zeggen: Laat het Rijk Gods nu op aarde komen."
De ziel doet er goed aan, zich elk van deze 'rozenbollen' voor te stellen als het groeiprincipe van een deugd in de eigen ziel, want hoe weelderiger de bloemen der deugd in de ziel bloeien, des te heiliger wordt de ziel, en des te meer kracht ontwikkelt haar gebed op het Hart van God.

3. Maria nodigt ertoe uit, elke dag, bij voorkeur ‘s morgens, drie Weesgegroeten te bidden met een intentie die voor elke dag van de week verschillend is. Mij heeft Zij in dit verband reeds jaren geleden het volgende patroon voorgesteld:

Maandag

  • eerbetoon aan de Goddelijke Barmhartigheid, en
  • eerherstel voor de zonden van alle tijden. Daarenboven nodigde Zij mij uit, Haar erom te smeken, dat alle zielen in het vagevuur die dag onder Haar leiding één uur van hun lijden zouden opofferen voor de bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Dinsdag

  • eerbetoon aan de koren der engelen, met de smeekbede om hun Licht en hun bescherming, en
  • eerherstel voor alle heiligschennissen tegen de engelen.

Woensdag

  • eerbetoon aan de Heilige Jozef, met de smeekbede om zijn steun in de dagelijkse aangelegenheden, in de totale toewijding aan Maria (de Heilige Jozef was in de diepste zin van het woord de eerste toegewijde van Maria!), en in het sterven aan ons wereldse 'ik' (de Heilige Jozef is de Patroonheilige van de stervenden; hier wordt dit in de strikt spirituele zin beschouwd), en
  • eerherstel voor alle heiligschennissen tegen de Heilige Jozef.

Donderdag

  • eerbetoon aan de lijdende Jezus in de Hof van Gethsemani, en
  • eerherstel voor alle heiligschennissen tegen de Sacramenten, en voor elke uiting van modernisme in de Kerk.

Vrijdag

  • eerbetoon aan de lijdende Jezus tussen Gethsemani en Golgotha, en aan het Heilig Kruis van Verlossing en Waarheid, en
  • eerherstel voor alle heiligschennissen tegen het Heilig Hart van Jezus en tegen het Heilig Kruis.

Zaterdag

  • eerbetoon aan het Onbevlekt Hart van Maria en aan al Haar hoogverheven eigenschappen, en
  • eerherstel voor alles wat de Smarten van Maria voor alle tijden noodzakelijk heeft gemaakt, noodzakelijk maakt en nog noodzakelijk zal maken, met inbegrip van alle heiligschennissen tegen Maria Zelf.

Zondag

  • eerbetoon aan de Goddelijke Drie-eenheid, en
  • eerherstel voor alle heiligschennissen tegen de Godheid.

4. Een ochtendtoewijdingsgebed. Hiervoor zijn in Maria’s Bloementuin (de verzameling van Myriam-gebeden) een hele waaier aan keuzemogelijkheden voorhanden.

5. Een dagelijks gebed naar vrije keuze. U neemt de gebedenverzameling ter hand en smeekt Maria of de Heilige Geest om leiding naar het gebed dat U precies op dat ogenblik nodig hebt, en dan kiest U het.

6. Spreek zoveel mogelijk tot Maria, diep in Uw hart. Deel Haar gerust al Uw indrukken mede terwijl U zich op straat bevindt, in de natuur, thuis, op het werk, enzovoort. U zult merken dat dit reinigend werkt, en dat U steeds minder nood zult hebben aan wereldse contacten en uitwisseling van wereldse gedachten. U zult daardoor ook leren, geleidelijk aan op een steeds hoger niveau van spirituele gewaarwording te leven. U zult ook kunnen vaststellen dat dit 'vertellen' of 'toevertrouwen' eigenlijk niets anders is dan toewijding: U wijdt eigenlijk al Uw indrukken, alles wat U voelt of waarneemt, toe aan Maria, op voorwaarde dat U Haar werkelijk alles toevertrouwt vanuit een zuiver hart dat over niemand oordeelt, doch slechts verlangt dat alles en iedereen onder de machtige bescherming van Maria wordt geplaatst.

Naarmate U dit vaker en zuiverder doet, wijdt U in principe geheel Uw dag toe aan Maria, en zo wordt Uw hele dag tot één ononderbroken gebed. U kunt op deze wijze een punt bereiken, waarop U in gedachten en gevoelens eigenlijk nog slechts in Maria verzonken leeft. Maria Harerzijds zal U misschien niet hoorbaar antwoorden (dat doet Zij slechts in het kader van een mystieke roeping, maar een dergelijke roeping wordt slechts in het kader van een welomlijnd Goddelijk Plan in het leven geroepen en ingevuld), maar Zij zal op grond van Uw verlangen om in Haar verzonken te leven, Uw hart stap voor stap zo omvormen dat Uw hele innerlijk leven steeds dieper en zuiverder wordt. Dit zal U helpen, een totaal nieuwe innerlijke Vrede te ontdekken. De reden hiervoor is, dat Uw ziel steeds sterker de teder liefhebbende en leidende nabijheid van Maria zal voelen, en zij de nieuwe wijze om doorheen de dag te gaan, zo zal ervaren, alsof zij pas nu voor het eerst haar werkelijke levensroeping heeft gevonden.

7. Oefent U zich erin, elk ogenblik van de dag in alle details de deugden te beleven (geduld, verdraagzaamheid, naastenliefde, zorgzaamheid, zuiverheid van hart en mond, enzovoort). Een deugdzaam leven is als het ware op zich een constant gebed. Inderdaad, bidden betekent: met God communiceren. Bewust deugdzaam leven, is precies dit: het hart constant op God richten, en het openen voor de inspiraties van de Heilige Geest.

8. Tracht U, indien mogelijk, dagelijks gebed 820 tot Maria te richten. Dit gebed is tamelijk kort, maar toch hoort het (zo zegt Maria) tot de meest krachtige die ooit geschreven zijn.

9. Kort en krachtig zijn tevens de gebeden 1168 en 1169.

10. Bij alles wat U ziet of hoort (een landschap, een bloem, vogelgezang, enzovoort) en wat U bijzonder bevalt, zegt U vanuit de kern van Uw hart tot Maria: Alstublieft, mijn Hemelse Moeder en Meesteres, schenk toch nu mijn hart vol dankbaarheid aan mijn God, Die dit voor mij heeft geschapen en er door Zijn Voorzienigheid voor zorgt, dat ik dit op dit moment mag zien (horen). Verheerlijking en dankzegging ontsluiten buitengewone genaden van groei voor de ziel en voor de ontsluiting van andere zielen, die de hen kosteloos geschonken schoonheden niet eens merken.

Lieve zus, ik hoop met heel mijn hart dat U met deze richtlijnen geholpen bent. Ik ben ervan overtuigd dat U bij het gebruik van dit schema zult voelen dat het door de Koningin des Hemels gezegend is, want Zij schenkt de zielen slechts woorden en aanwijzingen, die van dien aard zijn dat zij de poorten van de Goddelijke Barmhartigheid wijd kunnen openen. Of dit werkelijk gebeurt, hangt van het Vuur in de biddende mensenziel af.

Steeds bereid,

In Liefde, ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 104
Wat kunnen wij doen voor een geliefd persoon die pas overleden is?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Onmiddellijk bij het lezen van Uw brief heb ik U en Uw moeder met aandrang aan het Hart van Maria overgedragen. Ik beloof U een zo spoedig mogelijk antwoord op Uw vragen (indien de Hemel ons genadig is), want deze zijn bijzonder belangrijk voor alle zielen. Er is mij bovendien alles aan gelegen dat U opnieuw de Vrede van hart mag ervaren, want Maria houdt veel meer van U en Uw moeder dan U ooit zult kunnen vermoeden.

Ten eerste wil ik U graag de eerste aanbeveling van de Moeder Gods doorgeven: Maria wenst dat U vanaf vandaag met gebed nr. 249: Novene tot de Moeder van Smarten zou beginnen. Maria zal U daardoor kracht schenken en U helpen om één en ander in het hart te verwerken.

Ten tweede vraagt Maria U, al het lijden van Uw moeder, samen met Uw eigen leed, aan Haar over te dragen, met de smeekbede dat Zij het volledig vruchtbaar moge maken om voor Uw moeder en Uzelf rijke genaden te bekomen. U zult voor Uzelf en Uw moeder daardoor een schat vergaren.

Zegt U nu nog eenvoudig tot Maria, terwijl Uw overleden moeder nog lichamelijk bij U thuis aanwezig is: "Lieve Moeder Maria, machtige Voorspreekster voor ons bij God, ik draag bij deze mijn moeder en mijzelf, evenals al ons lijden van de voorbije tijd, aan U over. Wil onze zielen op grond van deze overgave volkomen ontsluiten voor de oneindige Liefde van God. Wil toch nu mijn moeder en haar hele voorbije leven op aarde met U meenemen naar Gods Troon, als getuigenis van onze Liefde. Wil voor mijn moeder de wedergeboorte in de eeuwige Gelukzaligheid bekomen".

Ten derde wil ik U erop wijzen dat het morgen zaterdag is, dit is de dag aan Maria toegewijd. Beschouwt U het gebeuren van morgen (de begrafenis) niet als een afsluiting, maar als een nieuw begin voor uw beide zielen, want wie zich volledig aan Maria overgeeft, wordt werkelijk opnieuw geboren, in de Hemel en op aarde.

Ten vierde heb ik U en Uw moeder onmiddellijk aan de Meesteres van onze zielen toegewijd met de bijzondere intentie van een eeuwigdurende Vrede en een ware wedergeboorte in Gods Hart. Op 2 februari zal ik U beiden (ja, ook Uw moeder) op een bijzondere wijze aan Maria overdragen.

Lieve zus, deze woorden wil ik U zonder meer onmiddellijk doorgeven. Ik sluit U en de ziel van Uw lieve moeder zeer innig in mijn hart, en beantwoord Uw brief verder zodra de tijd het mij vergunt en het past in de opdrachten die Maria mij dagelijks toevertrouwt.

Ik bid voor Uw moeder, die God en Maria intussen van aangezicht tot Aangezicht heeft mogen zien.

Houdt U zich steeds goed voor ogen: U bent niet alleen. Gods Liefde omhult U ononderbroken, en Maria zal U doorheen deze moeilijke periode dragen. Spreekt U toch met Haar, alsof Zij zichtbaar bij U zou zijn, want Zij is bij U, zeer nabij.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 105
Over het inzicht in de levensroeping binnen Gods Heilsplan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De weg die een ziel moet gaan, is voor geen twee zielen gelijk. Dit zou overigens binnen het kader van Gods Heilsplan ergens weinig zinvol zijn: Elke ziel heeft heel specifieke taken te volbrengen, heeft zeer specifieke talenten en begaafdheden, moet ook zien af te rekenen met zeer specifieke zwakheden, en vindt op haar weg haar eigen bekoringen, evenals haar eigen ervaringen. Met dit alles moet zij iets specifieks doen. Dit is het, wat wij 'roeping' noemen: de hele bijdrage die de ziel moet leveren tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Niet slechts de roeping is zeer specifiek op die ene ziel afgestemd, ook het ogenblik waarop zij haar eigenlijke roeping met zekerheid ontdekt, is van ziel tot ziel totaal verschillend.

Het gebeurt zeer zeker dat een ziel haar echte roeping pas laat in haar leven ontdekt. Velen menen reeds in hun jeugdjaren dat zij hun roeping gevonden hebben, en kiezen een studierichting of een beroep die, respectievelijk dat, bij deze 'roeping' past. Vele zielen begrijpen echter sommige prikkels op hun levensweg verkeerd: Het verlangen naar een bepaalde activiteit heeft vaak niets te maken met een roeping in de spirituele zin. De ware roeping heeft volledig betrekking op de levensinvulling zoals God Zelf deze op onze levensweg zou willen zien, en hangt op grond daarvan heel vaak absoluut niet samen met de beroepsuitoefening. Een roeping kan met een ontwerp van onze levensweg vergeleken worden, met een stippellijn op de blinde kaart van ons leven, een voorafbeelding van datgene, wat ooit zou kunnen worden. Inderdaad: 'zou kunnen worden', want het hangt ervan af, wat de ziel doet met de inspiraties die God haar elke dag schenkt met de intentie, haar leven vorm te geven naar de hoogste vruchtbaarheid toe.

De roeping is zoals een Goddelijk ontwerp voor onze weg, maar op ontelbare plaatsen van ons leven beginnen wij zelf alternatieve wegen te bouwen. Aangezien deze wegen niet doorheen de landschappen lopen, die Gods Wijsheid voor onze ziel heeft beschikt, omdat zij precies deze landschappen voor haar ontwikkeling nodig heeft, draait het wel eens daarop uit, dat zich voor de ziel in moeilijke uren een woestenij ontsluit, in plaats van de oase waarin zij het levende water en de vruchten der genade kan vinden.

Soms duurt de zoektocht naar de roeping echt lang. God heeft daarmee een bedoeling: Vooral in deze chaotische wereld is het mogelijk dat de ziel langere tijd nodig heeft om zichzelf beter te leren kennen. Aangezien wij blootgesteld zijn aan een veelvoud aan indrukken, en wij van dag tot dag minder vaste, onveranderlijke oriëntatiepunten schijnen te hebben, hoeft het ons helemaal niet te verwonderen dat ons denken en voelen vaak aan het wankelen wordt gebracht. Dit kan een weerslag hebben op ons zelfbeeld, evenals op datgene wat wij van ons leven verwachten. Wanneer de ziel echter doorheen dit hele proces op God gericht blijft, kan zij intussen het evenwicht en de rijpheid verwerven, die haar in staat stellen, zich van de wereldse ballast te ontledigen en Gods stem steeds duidelijker in zich te horen weerklinken. Een ware roeping is op spirituele ontwikkeling gericht, want de ziel kan haar persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan slechts leveren door haar eigen funderingen op stevige grond te leren bouwen.

Hoe moet men dan tewerk gaan? De inwendige Vrede die de ziel nodig heeft om een duurzame vruchtbaarheid te ontwikkelen, kan de ziel slechts in stand houden in de mate waarin zij op Gods leiding vertrouwt. De zoektocht duurt bij U reeds langere tijd, omdat God de vestiging van Uw spiritueel fundament veilig wil stellen. Het tijdstip waarop U duidelijkheid zult ontvangen, nadert. Het blinde vertrouwen, zoals Maria deze steeds onderricht, is als een sprong in het onbekende. Indien men de moed heeft, deze sprong met gesloten ogen te nemen, en met een hart dat volledig is vervuld van Maria, en overtuigd is van Haar volmaakte Liefde en leidende macht, dan blijkt reeds vlug dat het een sprong omhoog is.

Blind vertrouwen is een gesteldheid die de ziel met absolute zekerheid naar de top van haar vruchtbaarheid voor Gods Rijk brengt. Dit komt doordat de ziel in deze gesteldheid zichzelf niet langer struikelstenen in de weg legt. Zij gelooft dan zo rotsvast in de volkomen doelmatige werking van de Voorzienigheid dat zij in principe eigenlijk helemaal niet meer gelooft dat er een steen zou kunnen bestaan, die haar op haar reis naar het Hart van God zou kunnen tegenhouden. Eigenlijk leeft de ziel in een dergelijke gesteldheid met haar inwendige blik op de oneindigheid georiënteerd: Zij richt haar aandacht op de belangen van de Hemel, en stemt haar hele handelen af op de verwezenlijking van hogere doelen.

Op een dag ontvangt de ziel in deze gesteldheid de roep, een bepaalde richting te kiezen, en al haar verdere beslissingen door deze eerste beslissing verder te laten bepalen. Zij heeft de voor haar voorziene richting gevonden, en wil er niet meer van afwijken, omdat de innerlijke leiding haar ervan overtuigt, dat al het andere niet in overeenstemming is met Gods Wil. Op dat ogenblik kan men zeggen dat de ziel haar roeping heeft gevonden. De meest vruchtbare levenswegen zijn deze, waarvan de invulling niet door het verstand of door de bewuste beslissingen, maar door het hart wordt bepaald. Het bewijs daarvoor vindt U in de mystieke roeping: De ziel wordt diep in het hart als door een Hemelse bliksem aangeraakt, en staat er nauwelijks bij stil: Zij ondergaat een spiritueel proces dat uitsluitend door de gesteldheid van haar hart wordt geleid, waar slechts de Hemelse kracht werkt, die haar geroepen heeft.

Betekent dit dat de ziel geen recht van inspraak heeft? Dit betekent het allerminst, want de ziel wordt tot niets gedwongen, zij ervaart slechts datgene wat in haar omgaat als Goddelijke leiding, en laat de eigen wil overvloeien in datgene, wat zij ervaart als bron van verrukkelijke kracht.

Betekent dit bovendien dat de ziel zelf helemaal niets zou moeten doen? Ook dat is niet zo. De ziel die haar roeping plots herkent, moet dan de beslissing nemen die voor een mensenziel gewoonlijk het moeilijkst valt: deze, afstand te doen van haar vrije wil. Het concrete besef van de persoonlijke roeping loopt uiteindelijk hierop uit, dat de ziel haar vrije wil in overeenstemming brengt met de Wil van God. Vanaf dat moment wordt de vruchtbaarheid van haar levensweg vermenigvuldigd, want zij offert dan het ene wereldse belang na het andere op ten bate van Gods Plannen, die zich dan voortaan door haar heen zullen kunnen uitwerken. Wanneer de Goddelijke Wijsheid Uw spiritueel fundament als gevestigd beschouwt, zal Zij Zich in Uw ziel beter voelbaar laten worden dan ooit. Het spiritueel fundament wordt het best en het duurzaamst gevestigd door de dagelijks beleefde toewijding aan Maria. Uiteindelijk is dit hele proces een kwestie van toepassing, diep in het hart en op de levensweg, van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, die in deze tijd door de Meesteres van alle zielen wordt onderwezen.

Vaak zal de ziel ertoe bekoord worden, te denken dat zij vooruitziend moet plannen. Nochtans is er veel dat dit tegenspreekt. In elk geval kan, respectievelijk moet, de ziel al het mogelijke doen om haar dag zodanig vorm te geven, dat zij geen enkele door God aangeboden kans onbenut laat. Maria verwacht van de ziel dat zij zo bewust mogelijk doorheen de dag gaat, omdat zelfs de kleinste details van het dagelijks leven steeds weer mogelijkheden in zich bergen om zich in de deugden te vervolmaken. U hoeft slechts aan de momenten te denken, waarop U aan een bus- of tramhalte, of op een treinperron, op aansluiting wacht: schijnbaar banaal, 'want er gebeurt niets', maar wat gebeurt er intussen niet allemaal in de ziel! Bovendien kan het uitstippelen van onze toekomst nauwelijks tot volmaakt spirituele vruchtbaarheid leiden, aangezien geen verstand of geen analyse de wegen kan voorzien, die God met de ziel na de volgende en de daarna volgende bocht op haar levensweg beoogt. De Goddelijke Wijsheid geeft richting aan de begeleidende omstandigheden op onze levensweg volgens onbekende principes, en Zij gebruikt de ontelbare omstandigheden en contacten van elke dag om onze ziel te vormen, te ontwikkelen, en haar dienovereenkomstig op bepaalde doelstellingen te richten. Dit alles kan met zich meebrengen dat de ziel meent dat zij naar iets toe moet werken, terwijl God dit 'iets' slechts als een tussenstap op de weg naar iets totaal anders heeft bedoeld.

De gouden regel luidt derhalve: blind vertrouwen, zich van dag tot dag, van uur tot uur laten leiden, maar zelf actief en bewust het beste van alles maken, opdat de ziel op zekere dag klaar moge zijn om de onhoorbare stem van de roeping ondubbelzinnig in zich waar te nemen. Deze klinkt altijd op Gods Tijd, maakt zich via bepaalde tekenen bemerkbaar, die weliswaar van ziel tot ziel verschillend zijn, maar die door de ziel steeds als dusdanig worden herkend, op voorwaarde dat de ziel met een geopend hart op God gericht leeft. De ziel die onverstoorbaar en vastberaden Maria als Meesteres van alle zielen volgt, heeft een reiskaartje voor de juiste trein.

Het gebeurt, dat de ziel de Hemelse roep onmiskenbaar voelt, maar desondanks door wereldse omstandigheden wordt verhinderd, de weg te kiezen die zij eigenlijk zou willen volgen. Er zijn bijvoorbeeld zielen die priester zouden willen worden, maar die deze weg niet kunnen kiezen omdat de woekering van het modernisme hen in de weg staat. Dit is absoluut te begrijpen, maar het loont de moeite, zichzelf de volgende vraag te stellen: Is het niet mogelijk dat God mij net op deze weg roept omdat Hij de specifieke gesteldheid van mijn ziel op deze weg nodig heeft om bepaalde veranderingen op gang te brengen, die voor Zijn Plan nodig zijn? Laten wij eens aannemen dat er in het land enkele tientallen zielen zijn die zich van de priesterroeping afwenden omdat zij bang zijn om in de huidige modernistische atmosfeer onder te gaan. Wat zou dan gebeuren, wanneer deze tientallen zielen toch de heilige stem zouden volgen en priester zouden worden? Zou dit niet hierop neerkomen, dat de afbrokkelende stenen van het modernisme in het fundament van de Kerk door enkele tientallen solide traditionele stenen vervangen worden? Zo kan de ziel, doordat zij voor de Goddelijke leiding kiest, de omvorming van de Kerk naar haar traditionele wortels vorm helpen geven.

Elke terugkeer naar God en Zijn principes moet beginnen bij de zielen die precies in de eigen roeping Zijn stem volgen, want de bewuste vormgeving van de eigen roeping betekent: het eigen leven in gehoorzaamheid jegens God te organiseren, en precies de gehoorzaamheid helpt de mensheid om de verwoestende werkingen van de erfzonde om te keren. Zoals bekend, is de erfzonde immers de zonde van de ongehoorzaamheid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 106
De reden voor de vijandigheid tegen de Tongcommunie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De Goddelijke Voorzienigheid is een prachtig systeem, via hetwelk God Zijn Schepping in een zodanige richting tracht te leiden dat zij door de strikte navolging van de Wet van haar Schepper het toppunt van haar vruchtbaarheid kan verwezenlijken. Een klein wonder van de Goddelijke Voorzienigheid is tevens de navolgende openbaring, die ik naar aanleiding van Uw brief voor het eerst openbaar mag maken. Deze openbaring heeft Maria mij in 2003 geschonken, toen ik nog door Maria in Haar hoedanigheid als de Moeder van Smarten gevormd werd. De openbaringen van Maria als Meesteres van alle zielen zouden pas twee jaar later beginnen. Derhalve zijn de navolgende woorden nooit in het kader van de openbaringen van de Meesteres van alle zielen bekend gemaakt. Nu staat Maria toe dat zij geopenbaard worden, in antwoord op Uw vragen met betrekking tot de Tongcommunie. Deze woorden zouden Uw vragen reeds op niet mis te verstane wijze moeten beantwoorden:

In december 2003 smeekte ik de Koningin des Hemels om een antwoord op de vraag, die blijkbaar bij vele zielen leefde, of het toch niet om het even is, of men de Tongcommunie of de Handcommunie ontvangt. Op 24 december ontving ik een visioen in hetwelk ik Maria Magdalena zag, toen zij meteen na de Verrijzenis van Jezus, de Verlosser bij Zijn graf aantrof. Bij dit beeld sprak de Allerheiligste Maagd de volgende woorden:

"Na Zijn Verrijzenis zei Mijn Jezus tot Maria Magdalena: Raak Mij niet aan.... Hij bedoelde daarmee dat Hij sedert het volbrengen van Zijn grote Offer van Verlossing aan het Kruis niet meer door niet-gewijde mensenhanden aangeraakt mocht worden. Zijn apostelen mochten dit na Zijn Verrijzenis wel, omdat zij als eersten de priesterwijding hadden ontvangen".

Na het uitspreken van deze woorden verklaarde Maria mij dat het Lichaam van Jezus vanaf Zijn Verrijzenis een verheerlijkt Lichaam is, en dat het in de Heilige Communie tot in de eeuwigheid om hetzelfde verheerlijkte Lichaam gaat.

Omdat dit visioen en de erbij horende woorden mij zo diep hadden geraakt, smeekte ik Maria, mij bij de Tongcommunie diep inwendig te laten voelen wat het voor de Hemel eigenlijk betekent wanneer zielen de Tongcommunie ontvangen. Ik smeekte Haar tevens dat God bij de Communie mijn ziel als kleine vertegenwoordigster van de hele mensheid zou willen beschouwen, als het ware alsof in mij de hele mensheid gelijktijdig de Tongcommunie zou ontvangen. Twee dagen later kreeg ik mijn antwoord, en wel in een bijzonder verrassende vorm: Op 26 december knielde ik vóór de Communiebedelende priester neer, mijn hart gericht op mijn ziel als vertegenwoordigster van alle mensenzielen. Toen de Heilige Communie op mijn tong werd gelegd, ontving ik een visioen van Jezus, Die Zich aan mij vertoonde met een tak witte lelies in de hand, en de volgende woorden sprak: "Nu is de vereniging met Christus volkomen", alsof Hij wilde zeggen: "Mogen diegenen onder jullie, die Mij tot nu toe in de hand hebben ontvangen, voortaan het verschil beseffen, want hier ben Ik, met de bloementuil van de Hemelse Bruiloft, symbool van opperste zuiverheid voor de ziel". Dit was voor mij een onvergetelijke ervaring.

Lieve broeder, ik heb het in de geschriften reeds vaker over de Hand- respectievelijk Tongcommunie gehad. Vele zielen, zelfs diegenen die er vast van overtuigd zijn dat aan de beleving van hun christen-zijn niets ontbreekt, begrijpen niet waarom er verschil zou zijn tussen Handcommunie en Tongcommunie. Vele priesters begrijpen dit verschil ook niet meer. Deze zielen zijn niet kwaadwillig, zij zijn slechts slachtoffers van een bijzonder hardnekkige kruistocht vanwege de duivel die reeds eeuwenlang alles op alles zet om de Tongcommunie steeds opnieuw te ontwaardigen. In deze tijd, vooral sedert de intrede op grote schaal van het modernisme in de Kerk, omstreeks het eind van de jaren '60, heeft hij zijn inspanningen in dit verband met een groot cijfer vermenigvuldigd, precies omdat hem niet veel tijd meer vergund is. Hij weet heel precies dat hij, door de influisteringen om de Heilige Communie te ontvangen in een vorm die afwijkt van deze, welke door God met de volheid van de genade is bekleed, de zielen van enorme massa’s aan genaden kan beroven.

U wijst erop, dat het bedelen van de Handcommunie reeds in de vierde eeuw schriftelijk gedocumenteerd werd. Over de volheid van de genade van de Tongcommunie heb ik reeds op andere plaatsen mogen schrijven. Maria staat mij nu slechts toe, erop te wijzen dat ook in de eerste eeuwen na Christus de duivel reeds aan het werk was om de oneindige superioriteit van de Tongcommunie in vergelijking met de Handcommunie te verdoezelen en zelfs schriftelijk te laten verloochenen. Bedenkt U toch eens hoeveel er de duivel aan gelegen is dat de zielen zich zo ver mogelijk van Gods verlangens zouden verwijderen. Nog tijdens Zijn Leven hier op aarde werd Christus ten hevigste aangevallen, belasterd, als godslasteraar en ondermijner van de Goddelijke Wet afgeschilderd en ervan verdacht, een werktuig van de duivel (Beëlzebub) te zijn.

Onmiddellijk na Zijn Dood reeds, werden de christenen bloedig vervolgd. De Evangelies moesten zo ver mogelijk buiten de openbaarheid geschreven worden, de Heilige Missen moesten in de Catacomben opgedragen worden, onder gevaar van de doodstraf). De duivel heeft steeds één enkel doel voor ogen gehad: Het echte christendom moest uitgeroeid en de Leer van Christus moest als ketterij afgeschilderd worden. In onze dagen kan een geloofsgemeenschap niet meer zo gemakkelijk worden uitgeroeid, maar wordt zij op een veel geraffineerdere wijze ondermijnd, onder andere door de meest genadevolle gebruiken en overgeleverde geschenken van God zo veel mogelijk te ontwaardigen en te ontwijden. Zo gebeurt het thans met de Heilige Communie. Ik zou het nooit te sterk kunnen beklemtonen:

De enige vorm van Communie waar de Hemel voor ijvert, en die met de volheid der genade is bekleed, is deze, welke aan de drie volgende voorwaarden voldoet:
  1. Zij moet rechtstreeks in de mond ontvangen worden;
  2. Tijdens het ontvangen ervan moet de ontvanger geknield zijn;
  3. Zij mag uitsluitend door een volgens de regels van de Kerk gewijde priester bedeeld worden.

De enige toegelaten uitzondering die de genaden niet in het gedrang brengt, is deze met betrekking tot punt 2, waarbij de ontvanger om lichamelijke redenen niet kan knielen. In dit geval mag de Communie in een andere houding worden ontvangen, maar ook in dit geval dient het hart van de ontvanger in de diepste nederigheid vóór God te knielen. Dit alles zijn aanwijzingen van de Moeder Gods.

Nu U over de kloostergemeenschappen schrijft, waar men de traditionele Tongcommunie in stand heeft gehouden, laat de Meesteres van alle zielen mij tot uitdrukking brengen in welke onbeschrijflijke mate het Jezus en Haarzelf verheugt wanneer priesters trouw blijven aan de traditionele vorm, de Heilige Communie uitsluitend rechtstreeks op de tong te bedelen. Zij belooft deze priesters, respectievelijk deze kloostergemeenschappen, buitengewone spirituele genaden voor zichzelf en voor de zielen aan dewelke zij de Heilige Communie bedelen, respectievelijk voor de spirituele ontplooiing van de betrokken kloostergemeenschappen en hun leden. Ook wanneer deze genaden niet altijd hier op aarde opgemerkt zullen worden – vaak zelfs integendeel – in het Eeuwig Leven krijgen zij hun volle uitwerking. Het is zeer belangrijk dat de ziel, zodra zij de Goddelijke Inspiratie tot het uitsluitend ontvangen van de Tongcommunie in zich volkomen tot rijping heeft gebracht, de moed kan opbrengen, ook in kerken waar men geen Tongcommunie bevordert, een voorbeeld te stellen, door bij het ontvangen van de Heilige Communie met gevouwen handen te knielen. De ziel kan in een dergelijke kerk om zo te zeggen de bloei van het enige ware Licht vertegenwoordigen. Maria geeft de ziel echter de raad, daarbij de navolgende regel te volgen:

Wanneer blijkt dat het ontvangen van de Tongcommunie op luid, respectievelijk op enige andere wijze opvallend protest stuit, doet de ziel er goed aan, met inwendige rust en zonder het ontvangen van de Heilige Communie naar haar plaats terug te keren, het gebeuren aan Maria toe te wijden, voor de onwillige priester te bidden, en voortaan de Heilige Mis niet meer in dezelfde kerk bij te wonen, tenzij zij de kans krijgt om later, onder vier ogen, een zinvol gesprek met deze priester te hebben, tijdens hetwelk zij hem op haar motieven voor het ontvangen van de Tongcommunie wijst, en waarbij zij zich in alle vrede niet van haar gewoonte laat afbrengen – Instructie van de Moeder Gods.

Lieve broeder, ik wens U een ware Hemelse kracht en de volharding om het inzicht dat U door de Hemel werd geschonken, op zijn juiste waarde in de praktijk om te zetten, en Jezus alleen nog de rechtstreekse kus van de Tongcommunie te geven. Ik bid samen met U en allen die met deze gewetensvraag – en heel vaak met het 'monster' van het menselijk opzicht bij het ontvangen van de Tongcommunie – af te rekenen hebben, want ik heb het verschil tussen Tongcommunie en Handcommunie voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan en voor de heiliging van de individuele zielen, op niet mis te verstane wijze mogen zien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 107
Over het verband tussen muziek, klanken en spiritualiteit – over het gezang van Maria tijdens Haar leven op aarde – over de Myriam-gebeden – bekendmaking van de Mysteries rond Maria – over Maria als Behoedster van de sleutels tot alle antwoorden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw vragen betreffende verbanden tussen muziek en spiritualiteit verheugen onze Hemelse Moeder en Meesteres, omdat alle zielen met deze domeinen van de Schepping in contact komen. Muziek speelt in het leven op deze aarde een zo grote rol, dat velen het bestaan ervan voor vanzelfsprekend houden. Nochtans gaat het hier om een element in de natuur dat God niet zomaar heeft geschapen. Ik heb onze Hemelse Koningin naar het diepe wezen van de muziek gevraagd. Zij heeft mij hierover het volgende geleerd.

Wat betekent muziek eigenlijk, in de spirituele zin?

God laat elke mensenziel op aarde leven in een fysiek lichaam. De mens maakt gebruik van zijn vijf zintuigen (zien, horen, ruiken, smaken, voelen) om via deze kanalen informatie uit zijn omgeving op te nemen, opdat deze informatie hem behulpzaam zou zijn om op de juiste wijze met de omgeving om te gaan en zich daaraan aan te passen. Deze processen zijn noodzakelijk voor het leven in een fysiek lichaam. De zielen zijn er zich echter veel minder van bewust dat de vijf zintuigen bovendien ook een spirituele rol spelen:

Wanneer de mens iets ziet, wordt deze informatie niet slechts door de hersenen geregistreerd om van daaruit een bepaald gedrag op gang te brengen. De informatie uit datgene wat gezien wordt, heeft ook een uitwerking op de ziel. De ziel is bijzonder gevoelig voor zintuiglijke indrukken (schoonheid, kleur, licht respectievelijk duisternis, vorm, gestalte, de opeenvolging van indrukken, klanken en hun onderlinge relatie, enzovoort), want God heeft de zintuigen eveneens als deuren voor de ziel voorzien.

Zo kunnen klanken absoluut in de ziel aanleiding geven tot bepaalde veranderingen. Er zijn klanken, maar ook samenstellingen van klanken (dit wil zeggen: klanken in een bepaalde volgorde, met een bepaald ritme, enz.), die de ziel heel plots en onvoorbereid in een volledig andere gesteldheid of gemoed kunnen brengen dan kort voordien. Klanken kunnen iemand droevig maken, in een positieve gemoedsgesteldheid brengen, maar zij kunnen ook rechtstreeks op de ziel inwerken, als 'brug naar het bovennatuurlijke'. Het is reeds vaak voorgekomen dat de Meesteres van alle zielen mij heel diep in de ziel een reeks klanken laat horen, die mij onmiddellijk op een mystiek contact voorbereiden. Dit was vooral in de eerste jaren van mijn mystieke 'opleiding' door Maria een vaak door Haar gebruikte 'sleutel' tot mijn ziel. Het ging duidelijk om een 'oefening' om te leren, zo vlug mogelijk op een volledig ander niveau van spirituele waarneming te komen, omdat dit in mystiek contact onontbeerlijk is.

Eveneens tijdens de beginfase maakte ik ooit mee, dat ik tijdens de Heilige Mis, waarin de kloosterzusters in het Latijn het Gloria zongen, plots visioenbeelden van Maria ontving, terwijl in de achtergrond het Gloria door engelen verder gezongen werd. De klanken waren zo 'bovenaards' dat ik hevig begon te wenen, en zelfs de hele Mis lang niet meer kon ophouden, terwijl mijn hart zo hevig in mijn borst brandde, dat ik meende dat ik in deze kloosterkapel zou sterven. Maria heeft zich toen dus van twee 'sleutels' bediend: een zichtbare (het beeld van Haar majestatische, Hemelse schoonheid) en een hoorbare (de opeenvolging van 'bovenaards' mooie klanken).

Dergelijke ervaringen – en deze zijn reeds talrijk geweest en doen zich nog steeds voor – hebben mij er ook steeds weer toe gebracht, mij de vraag te stellen, wat het toch kan zijn dat een ziel in klanken zo raakt en dergelijke innerlijke veranderingen kan laten ontstaan?

Bepaalde inzichten heeft Maria mij reeds geschonken. Klanken gaan gepaard met uiteenlopende trillingen. Bepaalde klanken en opeenvolgingen van klanken neigen ertoe, de ziel op een heel speciale wijze te openen, dit betekent: haar ontvankelijk te maken voor de instroming van buitenzintuiglijke gewaarwordingen. Andere klanken op hun beurt, sporen de ziel er eerder toe aan, zich relatief 'af te sluiten', of zich 'onwel' te voelen. Een ziel voelt zich onwel wanneer zij de stromen van Goddelijk Leven (de volmaakte Liefde) onvoldoende in zich kan opnemen. Wij zouden derhalve kunnen zeggen dat er klankpatronen moeten bestaan, die de stroming van de Goddelijke Liefde méér bevorderen dan andere. Ook het menselijk stemgeluid kan iets opwekken dat de inhoud van wat wordt gezegd, ver overschrijdt. Men kan op een stem verliefd worden, en 'zweeft' als het ware wanneer men deze hoort (het hoeft niet om gezongen klanken te gaan, ook een stem op gesprekstoon kan dit reeds veroorzaken).

Hetzelfde geldt voor 'bovenaardse' stemmen. De stem van Maria is betoverend, melodieus, en vervuld van trillingen van Liefde. Hoe komt het dat zij deze uitwerking heeft? Ik geloof dat het het samenspel is tussen wat zij overdraagt, in combinatie met de klanken. Ook muziekstukken kunnen veel overdragen, eenvoudig op grond van de klanken. In het centrum van onze ziel kunnen klanksignalen één en ander opwekken dat ons laat dromen of integendeel gewoonweg met afschuw vervult. Vaak lijkt het alsof klanken en samenstellingen ervan, heel automatisch beelden én gevoelens doen opwellen. De inwerkingen kunnen zeer sterk zijn.

Graag geef ik U nu Maria’s antwoorden op Uw afzonderlijke vragen. Zij heeft deze niet woordelijk beantwoord, maar heeft mij tijdens stille beschouwing over deze thema’s in de gesteldheid verplaatst in dewelke ik – zoals heel vaak het geval is – de spirituele achtergronden van de voorgelegde thema’s mag 'zien', dit betekent dat zij mij in hun onderlinge verbanden in beelden worden getoond. Dit proces is heel abstract, maar het brengt grote massa’s aan informatie in korte tijd over.

Zijn wij het, die muziek scheppen, of is het God die ons de ideeën instort?

Bepaalde opeenvolgingen van klanken bezitten het vermogen om in het hart de aanwezigheid van het 'Goddelijke' aan te raken. Het is derhalve absoluut mogelijk dat bepaalde muzikale composities 'van boven' komen. De mens kan deze inwerkingen niet met het verstand bevatten, het is het hart dat deze composities op ingeving kan ontvangen. Dit betekent dat dergelijke composities als het ware spontaan het daglicht zien in een gesteldheid waarin de musicus ongeremd 'op het andere niveau' afgestemd is. In een dergelijke gesteldheid leeft de musicus om zo te zeggen in twee werelden tegelijkertijd: Hij voelt en wordt gewaar, volledig onbewust, en tegelijkertijd 'vertaalt' hij datgene wat hij gewaar wordt in klanken. Het lijkt hem dan alsof 'iets of iemand in hem' zijn handen heeft bewogen, en hij als het ware 'van buiten af wordt geleefd'. Zoals U zelf schrijft, zou dit min of meer kunnen worden vergeleken met schrijven op ingeving.

Wat men echter niet steeds op het eerste gezicht herkent, is de oorsprong van een dergelijke inspiratie. Wanneer de musicus geen 'ingestudeerde' opeenvolging van klanken voortbrengt, dit betekent: klanken die hij op één of andere wijze met het verstand beredeneert, laat hij zich gewoonlijk leiden door een drang, die niet in hem zelf ontstaat. Een echte 'inspiratie' is een schepping die buiten de eigen geest ontstaat, en in de eigen ziel binnengeleid wordt. De oorsprong ervan kan van goede of slechte aard zijn. Maria nodigt ertoe uit, alle handelingen aan Haar toe te wijden opdat Zij de ziel voor kwaadaardige 'inspiraties' moge kunnen behoeden. Van doorslaggevend belang is de werkelijke zielstoestand op het tijdstip van de creatie, en de wil om zich uitsluitend en alleen op Hemelse 'inspiraties' in te stellen. De Meesteres van alle zielen adviseert, bij elke muzikale creatie of oefening de Heilige Aartsengel Gabriël aan te roepen, die, zoals bekend, instaat voor de uitzuivering van de communicatie tussen God en de ziel.

Zijn wij het dus, die scheppen? Hoe meer de musicus op de Hemelse inspiraties ingesteld is, en met de wil bezield is, de Goddelijke Liefde doorheen heel zijn werk te laten stromen, des te groter zal het Hemelse aandeel in zijn creaties zijn. Wanneer de musicus er tijdens het componeren in slaagt, zich van alles te ontledigen, bestaat absoluut de kans dat hij volkomen door krachten buiten hem bewogen wordt. Indien hij dit onvoldoende kan verwezenlijken, kunnen eventuele Hemelse inspiraties zich met onbewuste inhouden van zijn geest zoeken te vermengen, en daardoor mogelijk grotendeels 'vertalingen' van zijn eigen zielsgesteldheid zijn. Tijdens de interpretatie van een bestaand muziekstuk is de situatie enigszins anders, doordat de musicus binnen bepaalde grenzen moet blijven. Niettemin is het mogelijk dat hij iets onverwachts voortbrengt, omdat het wondere van de muziek er nu eenmaal uit bestaat, dat zij 'ongrijpbare' elementen kan overbrengen. Dit ongrijpbare is inderdaad van spirituele oorsprong.

Wanneer God iemand een talent voor muziek geeft, in hoeverre moet deze persoon dit gebruiken?

Alles hangt af van de roeping, de eigenlijke levensopdracht. Er zijn vanzelfsprekend verschillende categorieën: Sommige zielen musiceren graag af en toe 'voor hun plezier', andere voelen zich geroepen om intensiever met muziek bezig te zijn. Op Gods Tijd zal dit hen geopenbaard worden, op voorwaarde dat zij zich voortdurend openen voor de Hemelse inspiraties. Heel belangrijk om hieromtrent duidelijkheid te krijgen, is, zoals steeds, de innerlijke rust. Elke spanning in de verwachtingen werkt remmend op het kanaal doorheen hetwelk inspiraties kunnen komen. Net zo is het bij de mystieke beleving: Elke spanning blokkeert die ziel in verregaande mate. Naarmate men meer ontspannen de Hemelse inspiratiebron benadert, des te meer beheerst deze bron de ziel. Ook hier heet het recept dus: 'Overgave', en inderdaad: geloof in de bovennatuurlijke werkelijkheid, en in het feit dat de ziel hiermee in contact kan worden gebracht, en dat dit des te gemakkelijker gebeurt wanneer de ziel zich opent.

Muziek is voor mij zoals een spiegel van de ziel, een vorm van bovennatuurlijke communicatie. Doch hoe leidt men zoiets in de juiste, door God gewilde richting?

Ten eerste doordat men de ziel zo zuiver mogelijk houdt en alles wat men doet, ten dienste van God stelt. Eigenlijk zou elke musicus zich volkomen aan Maria moeten toewijden, en vaak mediteren met de bedoeling, de zintuigen en de 'toegagsdeuren' tot de ziel te zuiveren en te openen. Heel belangrijk zou zijn, dat de musicus zou leren aanvoelen, welke inwerking bepaalde klanken in de ziel opwekken. Dat zou eigenlijk via de mystieke weg vastgesteld moeten worden, en daar ligt de moeilijkheid: De mystiek is geen empirische wetenschap, men kan haar niet in meetbare wetten vastleggen, en zij vereist een heel open geest van diegenen, die met resultaten uit deze bovennatuurlijke bron in aanraking komen.

Hoe moet een musicus tegenover zijn muziek staan? Welk doel zou men zich moeten stellen? Vele mensen neigen er ook toe, te zeggen: de moderne muziek is slecht. Kan men dit zo algemeen zeggen?

Eigenlijk zou deze vraag heel eenvoudig beantwoord kunnen worden. Met ALLES wat een ziel in dit leven doet, kan zij slechts één enkel doel nastreven wanneer zij een vruchtbaar leven wil leiden: Zij zou alles uitsluitend moeten doen ten dienste van Gods Heilsplan. Hoe doet men dit concreet met muziek? Door de composities uitsluitend zo te creëren, dat zij slechts positieve gevoelens in de zielen opwekken. Hier stuiten wij op een probleem dat zijn wortels vindt in de heilsgeschiedenis. Inderdaad: Ieder mens heeft een andere muzikale smaak, maar: In den beginne bestond slechts één smaak. De menselijke ziel was zo uitgerust, dat haar gewaarwordingen volledig op God en Zijn voorkeuren waren gericht. De erfzonde heeft de persoonlijke voor- en afkeuren voortgebracht, zodat de gewaarwordingen van zeer vele zielen volledig vervormd zijn.

Op welke smaak moet de musicus zich dan richten om voor God dienstbaar te zijn? Natuurlijk enkel en alleen op de onbezoedeld zuivere smaak. Dat is deze, welke in de ziel het verlangen naar het Goddelijke opwekt. Een bijkomend probleem ligt hierin, dat dit door vele zielen nauwelijks nog op de juiste wijze kan worden gevoeld, omdat hun waarneming té sterk verontreinigd is. Uit eigen ervaring kan ik met klem zeggen: In een gesteldheid van innigste eenheid met het Hart van Maria is de ziel er bijzonder gevoelig voor, of muzikale composities God bevallen of niet. Tijdens de uren van mystieke eenheid met Maria is het alsof Maria Zelf in mij jubelt of weent. Wie weet – indien dit in overeenstemming zou zijn met de Goddelijke Wil – krijgt ooit nog ergens een ziel een mystieke roeping met de opdracht, in de fasen van de grootste mystieke openheid schriftelijk uiting te geven aan haar gewaarwordingen in dit verband.

Ik zou graag duidelijk stellen wat ik bedoel met 'positieve ingesteldheden opwekken'. Een positieve ingesteldheid is niet gelijk te stellen met wereldse vrolijkheid. carnavalsmuziek, samba en dergelijke, behoren niet tot de composities die een door God bedoelde positieve ingesteldheid opwekken, omdat zij in de ziel de verbinding met het lichamelijke en wereldse oproepen. Een 'Hemelse' compositie, zoals bijvoorbeeld vele Gregoriaanse thema’s, spreekt veel hogere niveaus van spirituele beleving aan, en herinnert als het ware de ziel aan haar oorsprong bij haar Schepper.

Hoe komt het dat bepaalde zielen zich bij bepaalde composities of klankgewaarwordingen plots als 'in de Hemel' voelen? Omdat de diepe kern van de ziel zich daarbij haar eenheid met God herinnert. Dit betekent dus duidelijk, dat God in de klanken en in de opeenvolging en het ritme waarmee deze voortgebracht worden, informatie verborgen heeft. Deze informatie kan blijkbaar slechts worden ontsleuteld door een ziel die 'afgestemd is op een golflengte' die zo dicht mogelijk bij deze van de hartslag van God ligt. Ik gebruik dit woord niet toevallig, doch weloverwogen, omdat de stroming van het Goddelijk Leven door de 'hartslag van God' doorheen de hele Schepping vloeit. De hartslag van God moet men daarbij als de ononderbroken uitstorting van de Goddelijke genaden beschouwen.

Is de moderne muziek slecht?

Men kan of mag nooit veralgemenen. Eén ding wil ik in ieder geval uit eigen mystieke ervaring zeggen: De moderne muzikale composities met diepe snel opeenvolgende slagen werken heel negatief in op de ziel. Het is mij reeds vaak overkomen dat ik mij onbehaaglijk begin te voelen wanneer een auto aan mij voorbij komt vanuit dewelke een diep, snel bonzend 'dum-dum-dum' weerklinkt. Het is mij vaak overkomen dat ik bij het horen van een dergelijke compositie de satan kon ruiken. Ik beklemtoon dit doelbewust, en wijs erop, dat één van de gaven die de Hemelse Koningin mij heeft bekomen, hieruit bestaat, dat ik de tegenwoordigheid van de satan en al zijn werken via verschillende kanalen mag (moet) voelen. Doorgaans voltrekt zich dit 'voelen' op bovennatuurlijke weg (ik voel mij dan zeer onwel, of zie 'hem' in een inwendig visioen), vaak echter begeleid door zintuiglijke waarneming, bijvoorbeeld door een misselijk-makende geur.

Zegt U mij alstublieft waarom God bepaalde mensen het talent geeft, en op welk vlak men het moet benutten, zonder de satan te dienen?

Om welke reden een ziel een bepaald talent heeft ontvangen, zou slechts vanuit Gods oogpunt te verklaren zijn, omdat het verband houdt met datgene, wat God met deze specifieke levensweg van plan is. Wanneer een ziel met het oog op de staat van Heil van de mensheid en de voor haar voorziene levensweg een positieve bijdrage kan leveren tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan, doordat zij God door muziek kan verheerlijken en/of in andere zielen het contact met Gods Hart door muziek kan bevorderen, kan God beslissen, deze ziel met muzikale begaafdheid uit te rusten. Wanneer het een echte begaafdheid betreft, en de ziel zich werkelijk zuiver weet te houden en zij zich werkelijk aan Gods Werken wijdt, zal zij ervoor behoed worden, met haar composities de satan te dienen. Men kan geen twee meesters dienen: God en de duivel.

Hoe kan het maken van muziek verenigd worden met het navolgen van Gods Moeder, die waarschijnlijk eerder in de stilte tot God zong?

Maria zong wondermooi. Ik heb Haar tijdens visioenen over Haar leven op aarde horen zingen: zacht, melodieus, verrukkelijk, gedragen op vlammen van de vurigste Liefde. Men kan Haar in het musiceren navolgen, wanneer men zich de moeite getroost, composities met zachte, hemelse klanken voort te brengen. Toen Maria zong, ging Zij helemaal in God op (zoals altijd, want Zij was zo onvoorstelbaar diep in God verzonken). Ik heb gezien hoe, terwijl Zij zong, engelen zich aan Haar voeten neerwierpen, omdat Zij als het ware volledig in God leek te veranderen. Maria was reeds tijdens Haar aardse leven de Meesteres en Koningin van de engelen. Wanneer Zij sprak of zong, vielen de engelen gewoon aan Haar voeten neer, omdat Zij daarbij zodanige klankencomposities voortbracht, dat Zij de zielen liet ontvlammen en God naar de zielen toe trok.

Is het naar Uw mening denkbaar dat er een heilige musicus kan bestaan, ook wanneer deze woorden gebruikt en niet slechts instrumentale stukken?

Dit is voor Maria denkbaar, en wel vooropgesteld dat deze musicus zich door Haar laat leiden. Wist U dat Maria tijdens Haar aardse leven vele honderden gebeden heeft gemaakt? Zij heeft deze echter nooit op schrift gesteld. Deze welden zomaar uit Haar op. In de beginjaren van mijn roeping vertrouwde Zij mij eens toe, dat Zij het plan had, dit via mij verder te doen. Dat Zij woord heeft gehouden, kunt U uit de Myriam van Nazareth-gebedenlijst opmaken. Op dezelfde wijze welden uit Haar zomaar muziekstukken op, die Zij op dat moment 'improviseerde'. Dit waren doorgaans lofprijzingen, uniek van tekst én muziek. Zij heeft daardoor bewezen dat er heilige zangers/musici kunnen bestaan.

Lieve broeder, de mensheid heeft vele vragen. Zeer vele (indien niet alle) sleutels tot de antwoorden zijn vervat in het aardse leven van de Moeder Gods. Over dit verrukkelijke, hoogheilige leven is nog veel te weinig bekend, omdat Gods Tijd voor de ontsluiering van deze wonderbare Mysteries nog niet gekomen was. Het uur van de ontsluiering is stilaan aangebroken, en onder andere in Wedergeboorte van het Aards Paradijs onthult Maria veel over Haar dagelijks leven en de gesteldheden van Haar wondermooie ziel tijdens Haar leven op aarde. Kunnen wij ooit inschatten met welke rijkdom wij begiftigd zijn, hierover geïnformeerd te worden en nauwelijks een vraag te kunnen stellen waarop Zij geen antwoord geeft, recht uit de Bron van de Eeuwige Wijsheid, die tot in de diepste hoeken van de ziel van Maria doorgedrongen is? Het uur is gekomen, waarin de zielen Maria zo mogen leren kennen zoals Zij werkelijk was, omdat ook het uur heeft geslagen om Haar volledig na te volgen, opdat de duisternis in de zielen ontmaskerd en verjaagd moge worden. Er is geen grotere verheerlijking van het Kruis en van de Verlosser dan deze.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle Zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 108
Over de nederigheid – beproevingen als 'bouwstenen tot omvorming van de ziel' – over het lijden in het verborgene – over de kracht van het vurig verlangen naar Goddelijke Liefde – volmaakte Liefde als het verbreken van de ketting der gehechtheden – verschil tussen het lijden van een toegewijde ziel en dat van een ongelovige

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw brief heeft mij verheugd, en wel nog het meeste wegens de vaststelling dat U Uw moeilijkheden in de spirituele zin beschouwt, in plaats van deze louter werelds te analyseren. Een wereldse analyse zou U immers slechts op dwaalwegen brengen, want geen menselijk verstand kan precies verklaren wat God met de ziel van plan is en in haar uitwerkt.

Inderdaad, God laat vaak lijden toe, respectievelijk laat het langere tijd duren, opdat de ziel zich zou vernederen. Hij doet dit niet omdat Hij er op Zichzelf zoveel behagen zou in scheppen dat de ziel over zichzelf een negatief beeld zou ontwikkelen, doch omdat nederigheid een onmiskenbaar teken is voor het feit dat de Ware Wijsheid in de ziel wortel heeft geschoten. Een nederige ziel heeft begrepen dat zij uit zichzelf niets is, want dat het enige dat ervoor zorgt dat zij ook zelfs maar bestaat, het levensprincipe is, dat uit Gods hand komt.

Beschouwen wij een prachtige bloesem aan een boom in de lente. Deze bloesem, mocht hij het vermogen van het menselijk denken en begrijpen bezitten, zou ermee kunnen pronken dat hij mooi is. Nochtans is alles een kwestie van perspectief en afhankelijkheid: De bloesem zou er niet zijn zonder de twijg, de twijg zou er niet zijn zonder de tak, de tak zou er niet zijn zonder de boom, de boom zou er niet zijn zonder de bodem met precies de juiste gesteldheid, en de bodem zou er niet zijn zonder... inderdaad: God. Alles op deze wereld leeft slechts door Gods genade, niets bestaat op zichzelf. Zalig de ziel die dit heeft begrepen, want in haar giet God onafzienbare genadenstromen uit. Genaden zijn tenslotte de bouw- en voedingsstoffen van het spirituele leven, die uiteindelijk de Eeuwige Gelukzaligheid vorm helpen geven, want van de mate waarmee de ziel zich met de genaden voedt, hangt haar ontwikkeling af. Deze ontwikkeling bepaalt op haar beurt in welke mate de Ware Liefde en het Goddelijk Leven in de ziel tot ontplooiing komen. De Liefde en het Goddelijk Leven, ten slotte, zijn de sleutels tot de hemelpoort en tot het Hart van God.

De ziel in wie de nederigheid geen wortel schiet, vindt nooit de ware relatie tot haar wortels, tot de Bron uit dewelke zij voortkomt. Het verheugt mij heel bijzonder dat U deze relatie opnieuw hebt ontdekt. In heel veel zielen (eigenlijk zou ik moeten schrijven: 'In alle zielen, hoewel slechts in wisselende mate') woedt op dat niveau een grote innerlijke oorlog: Alvorens de bloesem begrijpt, wie, respectievelijk wat zij is, hoe het met haar is gesteld, welke gaven zij heeft, maar ook welke zwakheden, moet vaak eerst in de boomstam worden gehakt. Veel van wat in de ziel aanwezig is, heeft eigenlijk geen verblijfsvergunning. Het komt op onwettige wijze van ergens aangewaaid. Het hoort echter niet bij God, maar bij de wereld en haar dwaasheden. Dit alles moet er vroeg of laat uit, want deze maatschappij bestaat niet uit vrienden van de ziel, maar uit verraders. U begrijpt ongetwijfeld wat ik bedoel.

Vaak blaast de ziel het eigen zelfbeeld door wrok op: Zij protesteert inwendig tegen zeer veel dingen, en tracht zich daardoor op kunstmatige wijze een plaats te bemachtigen, die er eigenlijk helemaal niet is, respectievelijk die geen bestaansreden heeft, want zij heeft dan niet begrepen dat het er hier op aarde niet om gaat, groter, mooier, beter of sterker te zijn dan de medemens, doch dat de ziel met de wortels van haar leven (God) verbonden blijft. Wat heeft het dan te betekenen wanneer men hier op aarde bespot, ontwaardigd, vernederd of gehoond wordt? Ten eerste ontstaat dit alles slechts uit menselijke dwaasheid, en ten tweede heeft Jezus dit ook allemaal doorstaan, omdat Hij nu eenmaal voor zeer velen een last was door Zijn spreken, handelen, voorkomen en denken, dat te veel Licht in zich droeg. Dit is ook van toepassing op de nederige ziel: Zij is inwendig draagster van hetzelfde Licht, maar het enige verschil tussen haar en Jezus is, dat Jezus het Licht was en is, terwijl de nederige ziel weet dat haar Licht slechts zo lang blijft stralen als zij aan de stroomkring van God aangeschakeld blijft.

De verslaving onder dewelke U zo zeer hebt geleden, en van dewelke Uw ziel dezer dagen door Maria genezen wordt (ik vertegenwoordig hier heel bewust de stem van de gerechtvaardigde Hoop, want ik heb in het binnenste van Uw ziel mogen kijken), heeft U een zelfbeeld van pure ellende voorgespiegeld. Een tijd lang hebt U gedacht, er nooit van te zullen genezen worden, dat God nooit van U zou houden, en dat er voor U geen Hoop zou zijn. Maar net het tegendeel is waar: God heeft deze strijd voor U zo lang toegelaten omdat Hij in Zijn onfeilbare Wijsheid wist dat precies de tak van de hoogmoed van Uw zielenboom afgestoten moest worden, omdat hij te veel voedingsstoffen voor zich opeiste en niet de bloesems voortbracht, voor dewelke hij geschapen was. Dit 'afstoten' heeft pijn gedaan, en het genezingsproces van de boom is zich nog steeds aan het voltrekken, maar het geweldige verschil is, dat U nu weet dat deze verslaving noch zinloos noch inhoudsloos was: Zij was de zaag via dewelke de eigenzinnige tak van de boom moest worden gescheiden, opdat de boom opnieuw gezond en vruchtbaar zou worden. Dit inzicht hebt U slechts verkregen omdat in U het spirituele denken en het geloof in, respectievelijk de hoop op, God en Maria nooit gestorven zijn.

Bij het wieden van onkruid ziet het er aanvankelijk uit alsof een gedeelte van de tuin sterft. Nochtans wordt hij daardoor pas opnieuw gezond. Het afzagen van een wegrottende tak van een boom lijkt alleszins ook een beetje op sterven, en toch zal de boom nadien mooiere bloesems en meer en betere vruchten dragen. Precies zo vergaat het U momenteel. Verheugt U zich, ja zelfs over de tijd gedurende dewelke U niet eens meer in de spiegel kon kijken, want zelfs toen, in die dagen, was U niet aan de duivel uitgeleverd, maar was U 'een Werk van God in uitvoering'. Blijft U zich te allen tijde van dit beeld bewust, het zal U helpen om de Liefde van God in Uw hart te ervaren, vooral telkens wanneer de duivel U met negatieve herinneringen bezwaart.

Bedenkt U toch eens: Wie komt nu in verrukking bij het zien van losse stenen en planken? Nochtans, wanneer deze tot één geheel samengevoegd worden, kan men zich toch door een mooi huis laten verrukken. Zo is het ook met Uw ziel geweest: Zij kreeg een volledig nieuwe vorm. U hebt de aanblik van de losliggende onderdelen gezien en ervaren, maar U hebt deze voor louter puin gehouden, terwijl U nu in werkelijkheid opnieuw wordt opgebouwd tot een heel mooie ziel. Ik verheug mij zozeer voor U en met U.

Heeft God getracht, Uw ego, Uw eigen wil, te vernietigen? Laten wij het eerder zo beschouwen: Hij heeft een nieuw bouwplan voor Uw 'ik' voorzien, omdat Hij wist dat U Zijn Heilsplan voor alle zielen, evenals Zijn Plan voor U persoonlijk, op totaal andere wijzen veel beter zou kunnen dienen. De stenen die toch al te veel door de tegenstander, de duivel, geslepen en omgevormd waren, moesten eruit. Dat is, als U het zo wilt noemen, een verwoesting van het 'ik', maar het zou nog méér met Gods Waarheid overeenstemmen wanneer wij het als een nieuwe schepping zouden beschouwen. God breekt slechts iets af met de bedoeling, iets waardevollers op te bouwen, iets dat veel meer op Hem gelijkt. Van bouwvallige huizen maakt Hij villa’s. Hij beschikt daartoe over de nodige materialen. Hij maakt deze immers eigenhandig. De Bouwmeesteres (Maria) hebt U ook reeds binnengelaten, dus ontbreekt er werkelijk niets meer, en is het nog slechts een kwestie van tijd, en van volharding Uwerzijds.

U merkt terecht op dat het ongelooflijk is, hoezeer men in de ziel kan lijden zonder dat iemand daar iets van merkt. U hebt daardoor een ervaring beleefd, die ook het leven van onze Hemelse Meesteres en Koningin zo sterk heeft getekend. Sedert dertien jaar schenkt Maria mij geregeld visioenen, onder andere uit Haar eigen aardse leven. Het is nauwelijks bekend dat Maria op aarde bijna geen enkele dag zonder hartenpijn en lichamelijk lijden heeft doorgemaakt. Nochtans heeft geen enkele ziel dit ooit gemerkt (met uitzondering van – uiteraard – Jezus, de Heilige Jozef en de apostel Johannes. Dit had eigenlijk twee redenen:

1. De Smarten van Maria waren in de hoogste mate van mystieke oorsprong. Mystiek lijden kan zich soms tamelijk onopvallend voltrekken, in het bijzonder doordat de ziel die tot dit niveau van ervaren wordt geroepen, doorgaans totaal anders met het lijden omgaat dan de meeste andere zielen.

2. Maria was zo totaal op een heilvol gedrag in het kader van het Goddelijk Heilsplan ingesteld, dat Zij vooral de blijmoedigheid uitstraalde, waardoor de meeste zielen meenden dat 'die Vrouw' nooit ziek was. Bovendien wilde Maria te allen prijze vermijden dat anderen zich om Haar zorgen zouden maken.

In onze huidige tijd liggen de zaken nog anders: De zielen zijn dezer dagen zozeer met zichzelf bezig, dat het hen wel eens ontgaat wanneer anderen ook moeilijkheden hebben. Bovendien is het de één en de ander ook ontgaan dat U het zo moeilijk had, omdat het grootste gedeelte van Uw leed zich in de ziel afspeelde, in het domein van het leven dat eigenlijk slechts voor God toegankelijk is, én omdat iets in U niet heeft willen laten merken dat U leed. Dit was, om het zo uit te drukken, Uw kleine oorlog tegen de krachten die trachtten, U Uw waardigheid te ontnemen.

Het lijden, ook al biedt het zich aan als kwellende schaduwen, bewerkt in de ziel eigenlijk ook steeds het begin van een nieuwe zonsopgang. Lijden bevat steeds het zaad van Goddelijk Leven, Goddelijk Licht en Goddelijke Liefde. Slechts de ziel die naar de Ware Liefde verlangt, zal dit zaad ontdekken, en zal het dit zaad mogelijk maken om open te bloeien. U hebt deze Liefde in Uzelf gevoeld, krachtig als een vurig Hemels verlangen. Het is dit verlangen dat U de genezing brengt. U hebt zelf kunnen ervaren hoe dicht de verrukking en het lijden naast elkaar liggen in de beleving van de Ware Liefde. Dit samengaan van beide gewaarwordingen heeft U ertoe gebracht, het dagelijks leven en de wereld te willen ontvluchten. Ja, de zoektocht naar de Ware Liefde ontsluit de ziel geleidelijk voor het Ware Licht, en in de mate waarin in de ziel de lagere belevingsniveaus 'opgeofferd worden', wordt in haar alles gedood, behalve het verlangen naar het Hemelse.

Het verlangen naar de verlossing uit lichamelijk lijden kan tot uitdrukking brengen dat de ziel naar spirituele verlossing verlangt. Wanneer de ziel tot het juiste inzicht over haar ware gesteldheid komt, is het mogelijk dat zij zich plots met volle teugen van veel ballast kan ontdoen, en dat zij daardoor begint, Gods Licht in krachtige stromen in zichzelf binnen te trekken. Het gevolg is een openbloeien in een nieuwe lente, die voor de eerste maal in het leven ook werkelijk door een zomer wordt gevolgd. Ziet U het beeld: De lentebloesems worden tot zomervruchten, en uit deze vruchten wordt de wijn voor het Eeuwig Leven bereid.

De haat tegen het materiële en lichamelijke is om deze reden dan ook begrijpelijk. De ziel die van de hogere dingen heeft mogen proeven, kan door de lagere nauwelijks nog worden verleid. Het materiële is bron van alle ellende. Al het materiële is zaad van menselijke dwaasheid: De gehechtheid aan de materiële aspecten van het leven verleidt de ziel tot handelen, denken en verlangen buiten elke Goddelijke Wijsheid. De gesteldheid van onze moderne wereld toont dit ten volle aan.

Aangezien U reeds zo lang tracht naar de Ware Liefde, wil ik graag met U een beeld delen dat de Koningin des Hemels mij ooit gedurende een beschouwing schonk: In de Hemel komt men slechts als ziel. Dit betekent: Zolang de ziel aan wereldse gehechtheden vasthoudt, is het alsof zij met een reiskoffer rondloopt. Bij haar intrede in de Hemel moet zij van deze koffer afstand kunnen doen. Ik herinner U hierbij aan de woorden van Jezus tot Zijn apostelen: "Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reiszak, geen voedsel en geen geld, en niemand van u mag dubbele kleding hebben". Met andere woorden: "Hecht U aan niets meer, slechts aan het Hemelse". De ziel die absoluut niet wil scheiden van alle wereldse gehechtheden, toont daarmee aan dat zij Gods Werken en Plannen niet in het middelpunt van haar leven heeft geplaatst.

Weet U, eigenlijk kan men zich het vagevuur voorstellen als de plaats waar alle 'reiskoffers' verbrand worden in het Vuur van de Liefde en het berouw, opdat de ziel naar God moge terugkeren in de vorm waarin Hij haar heeft geschapen: naakt, zuiver, zonder ballast, en vervuld van Liefde. De 'koffer' op zich wijst reeds op een onvolmaaktheid in de Ware Liefde. De volmaakte, Ware Liefde betekent: Onthechting van al het wereldse, en onbeperkte overgave aan God. Wie heeft nood aan iets werelds wanneer hij vóór God staat? U kunt Uw leed van de voorbije jaren met een gerust hart beschouwen als een poging om Uw koffer nu reeds te verbranden. Een verlies is dit nooit, wel integendeel: Naderhand vliegt de ziel veel sneller naar haar eigenlijke bestemming (omdat zij tenslotte geen overbodige lading meer aan boord heeft) en het vuur waarin Uw koffer wordt verbrand, kan niets anders zijn dan de oplaaiende vonk van de Ware Liefde, die zich in het middelpunt van de ziel heeft kunnen bevrijden. Dit vuur verspreidt veel licht om zich heen, en brengt voldoende warmte voort om de ziel zelf een nieuw gevoel van geborgenheid te geven.

Nog tijdens het lezen van deze regels zult U dit kunnen voelen, omdat de Meesteres van alle zielen het U belooft. Ja, de volmaakte Liefde betekent: Het verbreken van kettingen waarmee U aan wereldse dingen, gedachten en verlangens vastzit. Zolang de ziel wereldse dingen, gedachten en verlangens méér liefheeft dan God en haar spirituele ontwikkeling, is haar Liefde niet volmaakt. Het verbreken van deze kettingen is nu precies de strijd van het leven, die ons zo veel ellende kan bezorgen, vooral wanneer wij bepaalde kenmerken in onszelf als medeschuldigen aan onze toestand hebben herkend.

Inderdaad, soms heeft de ziel de indruk dat anderen gelukkig en tevreden zijn, en succes hebben, terwijl zij zelf ontelbare smarten doorstaat. Nochtans moet men bij deze beschouwing met één en ander rekening houden:

  • Vele zielen lijken gelukkig, terwijl zij inwendig met zichzelf en met vele andere dingen een zware strijd voeren;
  • Vele zielen lijken gelukkig omdat zij nu eenmaal onder het wereldse bedolven zijn, en zij eenvoudigweg de stekker van de alarminstallatie van hun ziel (= het geweten en het gedeelte van de ziel dat de hogere doelen nastreeft) hebben uitgetrokken, zodat zij er geen idee van hebben dat er nog hogere doelen zijn, en dat de ziel niet op aarde is voor het wereldse;
  • Vele zielen doen al het mogelijke om zich boven hun medemensen te verheffen. Indien nodig, doen zij dit zelfs door aan anderen te tonen 'hoe goed zij alles in het leven hebben gedaan'. Voor geen geld ter wereld zullen zij toegeven dat hun lege, in spiritueel opzicht levenloze bestaan hen niets heeft opgeleverd;
  • In vele gevallen wordt de ziel zich zo sterk van haar eigen ellende bewust, dat zij er gemakkelijk zou toe neigen, wrok te koesteren tegen ieder die ook maar in de geringste mate gelukkig lijkt (ook wanneer deze dit helemaal niet is).

Weest U zich er steeds heel goed van bewust dat U, wanneer U in ellende ondergedompeld bent (doch ook wanneer het beter gaat, maar U de dagelijkse strijd tegen de eigen ontoereikendheid bewust verder zet), weliswaar de doornen zult voelen, maar niettemin gouden rozenblaadjes aan Gods (Maria’s) voeten zult neerleggen, terwijl diegenen die in een jubelstemming doorheen een volledig werelds bestaan dansen, en zich de rozenblaadjes zo begerig toe-eigenen, na dit leven best wel eens alleen nog de doornen zullen oogsten. Helpt U Uzelf uit te groeien tot een heldin in de naastenliefde, en bidt U voor deze zielen, want zij zijn hun eigen grootste vijanden, doch meestal weten zij dit niet. Dat is heel bedroevend.

Daarom, lieve zus, is het een onmiskenbaar teken van spirituele nood, ja het is een noodkreet, wanneer een ziel tot U zegt: 'Jij bidt zoveel en lijdt niettemin zoveel. Ik bid niet en ik lijd niet.' Werpt U zich met deze woorden in Uw hart aan de voeten van Maria neer, en wijdt U deze ziel toe aan Maria, want haar ziekte heet 'verblinding'. Er bestaat geen ongeneeslijker blindheid dan deze van de ziel die haar eigen spirituele gesteldheid niet ziet. Nochtans bestaat ook hier een geneesmiddel, en U hebt de sleutel van het medicijnkastje: Dit geneesmiddel bestaat uit de bestanddelen 'Liefde, Hoop, Geloof en toewijding'. De Messias heeft blinden genezen, ook hen die spiritueel blind waren. Maria heeft van God eveneens de macht tot het bewerken van genezing ontvangen.

U hebt Uw levenstaak begrepen: God verlangt inderdaad van U dat U niets meer verlangt en ook niets meer wil zijn. Hij verlangt dit ook van mij, en van ieder van ons, want de onvoorwaardelijke opoffering van onze vrije wil brengt de wedergeboorte van het Goddelijk Leven in de ziel. Hoe kleiner onze wil wordt, des te groter wordt in ons de Wil van God, en de Wil van God is de Bron van de scheppende, verlossende en heiligende macht. Hij zal Uw genezing voltooien.

Heel terecht schrijft U dat het wezen van de nederigheid eigenlijk overeenkomt met 'op een andere wijze gaan denken', van willen hebben naar niet willen hebben. Alleen de formulering kan nog iets beter gesteld worden: De volkomen nederigheid is een omschakeling in het denken van 'hebben en willen zijn' naar 'niets buiten God willen hebben'. De nederige ziel verlangt naar de inwoning van God en Zijn Werken in haar, en wel in een zo nadrukkelijke mate dat zij zichzelf totaal kan vergeten. 'Ik leef niet meer, slechts mijn God leeft in mij', luidt de formule die elke ziel regelmatig voor zichzelf inwendig zou moeten herhalen, terwijl zij ook daadwerkelijk gelooft in de realiteit ervan. Deze spirituele gesteldheid is een open deur naar de heiligheid.

U hebt het goed begrepen, God verlangt van U veel gebed. Alleen kunt U de vorm nog vruchtbaarder maken. Blijft U bij Uw gewoonte, verscheidene Rozenhoedjes te bidden, maar vult U deze oefening aan met twee bijkomende elementen:

  1. Stelt U zich levendig voor, dat elk Weesgegroet een roos zou zijn, die U aan de voeten van Maria legt. De doornen ervan zal Zij in Haar Hart verbranden, en daarmee een Vuur van Ware Liefde in U ontsteken. Van de blaadjes zal Zij een parfum bereiden, waarmee Zij Uw hele leefomgeving en Uw hele levensweg zal besprenkelen. Een Rozenkrans op deze wijze gebeden, zal U een volledig nieuwe levensbeschouwing opleveren.
  2. Wijdt U elke dag alles wat in Uzelf en in Uw omgeving omgaat, toe aan Maria. Zo wordt Uw dag tot één enkel voortdurend gebed. Er bestaat nauwelijks een gebed dat heilvoller zou zijn.

Met betrekking tot Uw vraag of God U graag gelukkig zou zien, kan ik U een hoopgevend antwoord formuleren. God garandeert geen enkele ziel het geluk op aarde (aangezien elke ziel een schakel is van de hele ketting van Heil, en zij derhalve ook door beproevingen haar bijdrage moet leveren), maar wel na dit leven, op voorwaarde dat de ziel haar aardse leven in een gesteldheid van totale toewijding beleeft. Wanneer een ziel zich waarlijk aan Maria toewijdt, worden haar beproevingen niet minder moeilijk. Dit heeft echter een welbepaalde zin: Maria maakt de ziel, die zich daadwerkelijk en met volharding aan Haar geeft, vruchtbaar voor haar beide levensdoelstellingen.

Elke ziel heeft slechts twee levensdoelstellingen:
  1. haar eigen heiliging;
  2. een zo groot mogelijke bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor alle zielen;

Deze doelstellingen kunnen met volledige vruchtbaarheid worden verwezenlijkt wanneer de ziel al haar beproevingen aan Maria toewijdt. Maria vormt de ziel dan zo volledig om, dat zij haar beproevingen helemaal anders leert te bekijken. Ja, zij lijdt nog steeds, maar zij wordt zich bewust van de eeuwige zin van dit lijden, en beleeft daardoor de opgang van de nooit meer ondergaande zon van de Ware Hoop boven haar levensweg. Het verschil met haar vroegere situatie wordt daardoor enorm groot. Lijden en boeten moeten wij allemaal, onvoorwaardelijk, maar welk verschil maken toch de ogen, door dewelke men dit alles beschouwt...

Lieve zus, wanneer over U of Uw levensweg een vloek is uitgesproken, dan komt deze slechts van de duivel. God vervloekt niet. Hij kan toch niet het Werk van zijn eigen handen vervloeken. 'Vervloeken' betekent, strikt genomen, kwaad toewensen. Zou het dan denkbaar zijn dat God het Werk van Zijn handen, dat Hij zozeer voor eeuwig in Zijn nabijheid wil hebben, in de handen van de duivel terecht wil laten komen? Aangezien dus slechts de duivel vervloekt, kunnen wij gerust zijn, want wat kan hij tegen de Koningin des Hemels doen? Haar macht over de duivel is onbeperkt. Alleen ons geloof in Haar bepaalt, hoeveel van deze macht Zij daadwerkelijk kan uitoefenen (alles is immers een kwestie van het juiste gebruik van de vrije wil).

De Meesteres van alle zielen heeft mij ooit, naar aanleiding van een geweldige aanval vanwege de duivel, een aanroeping geschonken die buitengewoon krachtig is. Ik ben hiervan in mijn eigen leven getuige geweest. Het is mij nu toegestaan, deze nu aan U mede te delen, alsook overigens aan alle zielen. Gebruikt U deze aanroeping vrijmoedig, vooral wanneer U aan bekoringen ten prooi valt, of wanneer de duivel zich op één of andere wijze manifesteert. Ik heb de aanroeping van Maria in het Latijn ontvangen. Ik geef ze U zo door, samen met de vertaling:

Laudate Mariam, potentissima Domina diabolorum!
(Ik prijs U, Maria, allermachtigste Meesteres over de duivelen)

Laten wij nu voor altijd de handen in elkaar slaan in een ketting van Licht, als teken van ons toebehoren aan God door Maria, de Brug van onze Hoop.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 109
Over de bestemming van ongeboren en niet gedoopte kinderen na hun leven op aarde – over het Doopsel – over miskraam

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Begin en einde der dingen zijn voor de mens altijd een geheim, omdat zij in het Hart van God rusten. Bepaalde van de belangrijkste vragen hebben betrekking op datgene wat na ons leven op aarde volgt. Zo interesseert het de zielen vanzelfsprekend hoe de bestemming van de ongeboren kinderen en deze van niet gedoopte kinderen er uitziet.

De Kerk leert dat slechts het Sacrament van het Doopsel de ziel van de erfzonde bevrijdt. Dat staat boven alle twijfel. De Meesteres van alle zielen wil daarbij de volgende verduidelijking aanreiken, die Gods Liefde voor de zielen op een bijzondere wijze laat stralen:

De verwoestende effecten van de erfzonde moeten gedelgd worden opdat de ziel de vruchten van het Verlossingswerk van Christus en de Heiligingswerken van de Heilige Geest in zich moge kunnen laten rijpen. Het moet de zielen echter duidelijk zijn dat de 'effecten', de uitwerkingen, van de erfzonde pas in werking treden in het uur waarin de ziel in een stoffelijk lichaam ter wereld komt, dus bij de eigenlijke normale geboorte, omdat volgens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, voor de ziel vanaf dat uur het eigenlijke contact met de wereld begint, en de ziel vanaf dat uur 'verontreinigd' wordt. Vanaf dat uur begint derhalve de eigenlijke strijd tegen de zonde, de levenslange strijd tijdens dewelke de ziel zich de heiliging moet verwerven.

Wanneer de ziel echter als ongeboren foetus geaborteerd wordt, of door een ongelukkige samenloop van omstandigheden via een miskraam ter wereld komt, worden de effecten van de erfzonde – welke in de ziel immers in de kiem aanwezig zijn – niet ontsloten. De ziel die geaborteerd wordt, of die ter wereld komt via een miskraam, heeft nooit kunnen zondigen. Zij wordt dan ook zonder meer in de schoot van God opgenomen.

Elk leven, ook het ongeborene, wordt door de Rechtvaardige en Barmhartige God gevolgd (dit wil zeggen: in alle details geobserveerd). Bij de ongeborenen wordt in de eerste plaats de onmiddellijke omgeving (ouders...) geoordeeld.

Men kan een dergelijke ziel met terugwerkende kracht dopen, in voorkomend geval in de vorm van een lekendoop, waarbij het doopsel in de eerste plaats als een toewijding aan de Allerheiligste Drievuldigheid, en daardoor als een verheerlijking van God moet worden beschouwd, die deze ziel heeft geschapen en met haar een bedoeling had. Een dergelijke nooddoop is eveneens nuttig omdat alle zielen van alle tijden samen de mensheid als geheel vormen, en elke ziel tot de verheffing van de staat van genade van de hele mensheid kan bijdragen. Een nooddoop kan aldus eveneens worden beschouwd als een akte van eerherstel tot goedmaking voor zielen die zich vrijwillig niet laten dopen. Een vrijwillige weigering van het Sacrament van het Doopsel door een ziel in wier leven zich daadwerkelijk de gelegenheid tot een Sacramenteel Doopsel voordoet, komt overeen met een weigering om zich van de effecten van de erfzonde te bevrijden, met andere woorden: het belijden van de verlossende en heiligende Werken van God. Het is belangrijk, daarvoor eerherstel aan te bieden.

Lieve zus, Uw kind is het slachtoffer geworden van een miskraam omdat dit Gods Plan op één of andere wijze moest dienen. Wanneer een vrouw spontaan een kind verliest, heeft zij in Gods ogen in elk geval twee verdiensten verworven:

  1. Zij heeft zich tegenover God bereid getoond om Zijn Plan te helpen bevorderen door het verwachte kind geboren te laten worden, want God heeft met elk kind een Plan.
  2. Zij heeft de naastenliefde beoefend door dit kind in de moederschoot te dragen, het te voeden en het met liefdevolle gedachten te omgeven, en wel gedurende de door God voorziene tijd.
Vergeet U nooit dat het Gods Plan van Heil voor alle zielen is, dat het einde van elk leven bepaalt, zolang dit leven zijn natuurlijk verloop krijgt. Slechts menselijk ingrijpen (abortus, euthanasie en dergelijke) kan hierin verandering brengen, maar vormt dan wel een overtreding van de Goddelijke Wet, want bij menselijk ingrijpen kan niet Gods Wil zich uitwerken, doch de wil van één of meer zielen, die niet denken en handelen volgens Zijn intenties.

Dit leven, dat strikt genomen nooit begonnen is, is niet zinloos geweest. Het heeft hoofdzakelijk gediend om U en Uw omgeving te oefenen in verscheidene deugden, en om zich op een specifieke wijze in Gods Heilsplan te laten inschakelen. Voor God gaat het hier helemaal niet om een onbeschreven blad, doch om een boek dat 'af' is. Niet het volume van een boek bepaalt zijn schoonheid en waarde. Een gedicht van één bladzijde brengt vaak veel meer Licht in de harten dan een dik boek. Zo is het ook voor een leven dat zich slechts in het verborgene van de moederschoot heeft afgespeeld, slechts zichtbaar voor God, weinige maanden lang.

Tracht U zich met Uw kind te verheugen, want het aanschouwt thans Gods Heerlijkheid en zal Uw hele verdere leven lang voor U een voorspreker zijn.

U kunt op mijn liefdevol gebed rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 110
Over het laten inslapen van dieren – over de roeping tot een kloosterleven – over de goede moordenaar en de reden voor zijn vergeving – over het betalen van geld voor Heilige Missen – kan men Maria met een 'godin' vergelijken?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met bijzondere vreugde heb ik Uw vragen vóór de Meesteres van alle zielen gebracht. Voor onze Hemelse Meesteres bestaat er nauwelijks een grotere verrukking dan deze, van zielen vragen te krijgen die Haar de gelegenheid bieden om wegen naar het Licht te ontsluiten. Daartoe is Zij in deze Laatste Tijden immers geroepen: De zielen te helpen, alle details van hun dagelijks leven vanuit Gods ogen te bekijken, en elke vraag waarop het antwoord de zielen dichter bij Gods Licht kan brengen, om te vormen tot steeds nieuwe wegen van Licht. Deze werkzaamheid van de Koningin des Hemels is vol geheimen, en voor alle zielen bijzonder openbarend. Laten wij Uw navolgende vragen dus verbinden met het Licht, dat ons door de Hemelse Meesteres wordt overgebracht.

Ik citeer Uw vragen letterlijk:

Ik geloof dat het een zonde is, dieren te laten inslapen, ook wanneer zij moeten lijden en niet zonder medicijnen verder kunnen. Het is toch God die Zelf bepaalt wanneer Hij het leven terugneemt?

Dit is juist. Het is in overeenstemming met de Wet van de Liefde dat men zijn dier(en) niet graag ziet lijden. Het is derhalve zeker te begrijpen wanneer zielen een doodziek dier laten inslapen. Toch is er een mogelijkheid die in het kader van Gods Heilsplan vruchtbaarder is. Uit ervaring weet ik dat de Moeder Gods er de voorkeur aan geeft dat de zielen de Wil van God in staat stellen, zich vrij uit te werken, doordat zij tot Maria bidden dat Haar tussenkomst moge bekomen dat het lijdende dier spoedig door God zou worden verlost. Ik heb jaren geleden zelf mogen ervaren dat dit werkt.

Zou ik als kloosterzuster vruchtbaarder zijn voor de Meesteres dan wanneer ik een 'normaal' leven zou leiden?

De vraag of een ziel in een bepaalde positie of rol vruchtbaarder zou zijn dan in een andere, hangt volledig van de roeping van deze ziel af, alsook van datgene, wat God voor haar met het oog op haar specifieke levensomstandigheden van het ogenblik beschikt. Het antwoord op deze vraag kan dus niet worden veralgemeend. Niet elke vrouwelijke ziel zou als kloosterzuster noodzakelijkerwijs vruchtbaarder zijn dan wanneer zij een 'normaal' leven zou leiden. In Uw geval moet ik echter de vraag bevestigend beantwoorden, zij het onder de volgende voorwaarde: U kunt als kloosterzuster vruchtbaarder worden omdat U in het hart en in Geloof voldoet aan de juiste voorwaarden om een goede kloosterzuster te zijn. De voorwaarde is deze: U moet precies de juiste kloosterfamilie vinden, opdat Uw Geloof, zoals dit momenteel is, niet door wereldse, modernistische invloeden in het gedrang zou worden gebracht. Dat is dezer dagen niet meer vanzelfsprekend.

Wanneer U werkelijk zou beslissen, in het klooster in te treden, dan moet U deze stap in Uw hart voorbereiden door Uzelf, evenals deze belangrijke beslissing, aan Maria toe te wijden en Haar om precieze leiding te smeken. Gaat U met overleg tewerk, beslist U niets overijld, laat U zich in alles leiden en let U daarbij nauwkeurig op elk teken op Uw weg. Weest U in elk geval voorzichtig met het interpreteren van alles, want jammer genoeg worden vele zielen in verregaande mate door eigen interpreteringen op dwaalwegen geleid, en worden zeer vele tekenen per vergissing als tekenen van de Hemel beschouwd. Wanneer iets werkelijk 'van boven' komt, zal Uw hart U dit verraden door U een heel diepe Vrede en een diepe Liefde te laten voelen.

U dient er overigens ook op te letten dat Ware Liefde iets totaal anders is dan dweperij: De dwepende ziel lijkt op een wolk te zweven, maar zodra de regen van de beproeving valt, is zij niet bepaald offerbereid jegens Diegene die zij 'zo hartstochtelijk liefheeft' (God, Jezus, Maria).

Hoe was het precies bedoeld toen Jezus tot de veroordeelde aan het kruis naast Hem zei: "Vandaag nog zult gij met Mij in het Paradijs zijn". Was dit werkelijk zo bedoeld, dat al zijn zonden op dat moment waren afgelost en hij reeds in het Paradijs kon binnengaan, hoewel hij een misdadiger was?

Op dat ogenblik heeft Jezus door dit gebaar duidelijk willen maken hoe ver Gods Barmhartigheid gaat wanneer het hart, zelfs nog in het stervensuur, rouwmoedig wordt. Oprecht berouw heeft steeds met Liefde tot God te maken, hetzij rechtstreeks tot God hetzij onrechtstreeks in de vorm van Liefde tot één of meer schepselen (die tenslotte Werken van God zijn). Een ziel kan voor zichzelf geen omvangrijkere vergeving van Gods wege bekomen, dan door:

  • oprecht berouw te ontwikkelen, en dit berouw indien mogelijk met een sacramentele Biecht te bekronen (wij zouden het zo kunnen zien, dat de goede moordenaar vanuit het hart, meer dan met woorden, tegenover Jezus berouw heeft getoond en Hem zijn zondig leven, evenals zijn hoop op Gods Liefde, in de handen heeft gelegd);
  • haar medeschepselen onvoorwaardelijk te vergeven. Eigenlijk schonk de goede moordenaar zijn beulen vergeving door te zeggen, dat hij zijn straf had verdiend;
  • alle beproevingen en leed in Liefde aanvaardt en toewijdt. De goede moordenaar aanvaardde de doodstraf, en bracht nog de Liefde tot God op, om te zeggen dat de Man naast hem (Jezus) het niet verdiend had, hetzelfde lot als hij te ondergaan.

Voor Heilige Missen moet geld worden betaald. Dit betekent echter dat meer begoede mensen het Paradijs vlugger kunnen helpen ontsluiten voor hun familieleden, terwijl arme mensen die mogelijkheid niet hebben. Waarom aanvaarden priesters hiervoor geld?

Wij moeten ons voor ogen houden dat God het Paradijs niet met werelds geld laat betalen, en dat een ziel die zo arm is dat zij in haar hele leven nooit een Heilige Mis kan betalen, vaak vlugger in de Hemel komt dan een ziel die in de loop van haar leven honderden Heilige Missen heeft betaald. Het geld dat voor een Heilige Mis wordt betaald, moeten de zielen als offergave beschouwen. Voor God heeft niet het geld op zich een waarde, maar het feit dat een ziel heeft besloten om wat geld voor een spiritueel doel te gebruiken, en daardoor datzelfde geld niet voor iets werelds te bestemmen. De echte munt is hier dus niet het geld op zich, maar datgene wat in het hart omgaat. Om deze reden kan een arme ziel God dan ook de waarde van vele Heilige Missen schenken doordat zij Hem alle Liefde van haar hart geeft, verenigd met haar hartenpijn vanwege het feit dat zij te arm is om werkelijk een Heilige Mis te laten opdragen, en door een deugdzaam leven te leiden.

Een priester mag geld aannemen voor een Heilige Mis omdat dit het offer symboliseert. Mocht hij dit niet doen, dan zou in het hart van vele zielen met het vieren van de Heilige Mis niet dezelfde waarde verbonden zijn. Het staat de priester echter vrij om van een ziel, van wie hij weet dat zij werkelijk arm is, geen geld aan te nemen. De werkelijke waarde van een Heilige Mis wordt daardoor niet in het gedrang gebracht, omdat een Heilige Mis steeds de gedachtenis van het Lijden en de Kruisdood van Jezus in zich sluit, en dus principieel een oneindige waarde heeft (alles wat Goddelijk is, is oneindig). Iets wat oneindig is, blijft onder alle omstandigheden oneindig. Men kan de waarde ervan niet vergroten, noch verminderen. Voor God is het in elk geval om het even of er geld is betaald of niet, omdat voor Hem slechts de beweegredenen in het hart tellen.

U schrijft dat sommigen Maria als een godin beschouwden. In de Oudheid waren er vele godinnen, zoals Aphrodite, Athene, Venus, enzovoort. Is Maria niet al deze godinnen samen, of is het afgodendom of heidens denken wanneer men Haar met alle godinnen vergelijkt?

Maria kan en mag men niet met de godinnen uit de Oudheid vergelijken. Het denken in de Oudheid was inderdaad gekenmerkt door heidendom en afgodendienst. De zielen van die tijd kenden de ene ware God niet, evenmin als de waarheid over de Schepping, noch datgene wat Jezus ons heeft geleerd, en wat Maria ons in de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht. De zielen van toen trachtten, in hun leefwereld alles zo te organiseren, dat het voor hen een zin kreeg. Zij schreven de processen, bewegingen en veranderingen in hun leefwereld, vooral deze, welke zij niet konden verklaren, toe aan wezens die zij goden en godinnen noemden: zogenaamde mannelijke of vrouwelijke wezens die door een specifieke macht gekenmerkt werden. Maria is met een dergelijk wereldbeeld absoluut niet verenigbaar. Zij is van nature een geschapen ziel, die in de orde der Genade met de volmaakte heiligheid is bekleed. Zij draagt in Zich de absolute volmaaktheid in alle door God geschapen eigenschappen van al het levende. Niettemin mag men Haar niet als 'godin' bestempelen, want het Wezen van Maria past niet bij dit begrip:

Er kan slechts één God zijn, omdat er slechts één enkel 'Wezen' kan zijn, waaruit alles ontspringt. God is het begin van alle dingen, dus is alles uit Hem voortgekomen. Binnen dit 'alles' kan er dus geen enkel wezen meer bestaan dat als god of godin kan worden bestempeld, want het 'Wezen' dat men 'God' noemt, is volledig zelfstandig. Het heeft geen bron uit dewelke het voortkomt, want het is Zelf oorsprong van alles. Kenmerkend voor dit Wezen, dat men 'God' noemt, zijn precies dit zelfstandig karakter, evenals de absolute, door niets bepaalde of van niets afhankelijke macht, de absolute beschikkingsmacht over alles, die Hem toekomt omdat Hij alles Zelf heeft geschapen. Maria is door God met een vrijwel onbeperkte macht bekleed, doch deze macht is in principe nog steeds afhankelijk van iets buiten Haarzelf, namelijk van God, die Haar deze macht heeft geschonken.

Hebt U opgemerkt dat ik geschreven heb "met een vrijwel onbeperkte macht", omdat de uitoefening van de macht van Maria met twee voorwaarden is verbonden:

  • met de beperkingen, die aan Haar machtsuitoefening worden opgelegd vanwege de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid tegenover elke individuele ziel: Soms mag een bepaalde ziel gedurende een bepaalde tijdsspanne een bepaalde genade niet bekomen, en
  • met de mate waarin de vrije menselijke wil de uitoefening van deze macht mogelijk maakt: Wanneer de ziel zich niet volledig aan Maria overgeeft, kan Maria Haar macht in deze ziel niet volledig uitwerken.

Welnu:

De Meesteres van alle zielen heeft de onbeperkte macht gekregen om over alle zielen te heersen en een onvoorstelbaar grote invloed op alle heilprocessen uit te oefenen. Nochtans kan Zij niet 'godin' worden genoemd, omdat zij niet zelfstandig, dit wil zeggen: niet uit Zichzelf, bestaat.

Een andere reden waarom Maria niet met de 'godinnen' uit de Oudheid kan worden vergeleken, is deze, dat de voormelde 'godinnen' geen reële wezens waren. Zij waren slechts uitvindingen van menselijke geesten die door deze 'wezens' hun leefwereld trachtten te ordenen. Maria daarentegen bestond, respectievelijk bestaat, daadwerkelijk. Zij werd door vele zielen met wie Zij in contact kwam, als een koningin behandeld (vooral na de Hemelvaart van Jezus) en door bepaalde zielen zelfs als een godin beschouwd, omdat Zij een buitengewone macht en waardigheid uitstraalde. Haar uitstraling verborg Zij nochtans graag achter Haar absoluut volmaakte nederigheid. Slechts in het verborgene, in het bijzonder in contact met engelen en duivels, bleek Haar macht in niets te verschillen van de Goddelijke macht, omdat Haar Wil honderd procent identiek was met Gods Wil.

Ooit heeft Maria mij toevertrouwd dat God Haar een zo omvattende macht heeft geschonken, dat Zij reeds tijdens Haar aardse leven, indien Zij dit zou hebben gewild, 'als een godin' onbeperkt over alles had kunnen heersen. De reden waarom Zij over een dergelijke macht beschikte, lag in het feit dat Zij in Zich de volmaakte heiligheid droeg, die volmaakte versmelting met Gods Wil betekent. Zij heeft mij verzekerd dat Zij de ware omvang van Haar macht tijdens Haar leven op aarde nooit in de openbaarheid heeft laten gelden, noch deze heeft laten merken. De meest uitgebreide ontplooiing van Haar macht heeft Maria in contact met mensenzielen nooit ontwikkeld.

Hoort twijfel tot het Geloof? Wanneer men niet twijfelt, gelooft men ook niet, of is dit een gebrek aan ware Liefde tot God?

Bij het Ware Geloof hoort geen twijfel. Het is echter wel zo, dat elke twijfel deel uitmaakt van het ontwikkelingsproces naar het Ware Geloof toe. De ziel kan zichzelf er door elke twijfel toe aanzetten om bepaalde elementen van haar onzekerheden voor altijd uit de weg te ruimen. In de mate waarin de ziel in heiligheid groeit, maakt zij zich los van alle twijfel. Zodra in een ziel twijfel opkomt, vermindert haar heiligheid. Inderdaad: Wat is heiligheid? Heiligheid is de mate waarin de ziel Heil over de schepping brengt, door haar handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens en bestrevingen. Heiligheid is derhalve een maatstaf voor de vruchtbaarheid van de ziel, voor de opbrengst van de ziel ten gunste van Gods Heilsplan. Elke twijfel geeft uitdrukking aan een element van onzekerheid, en toont aan dat de ziel niet honderd procent van de volmaaktheid van Gods macht, Liefde en Wijsheid overtuigd is. Daardoor is het geloof in God in de twijfelende ziel niet volkomen.

Is dit een gebrek aan ware Liefde tot God? In principe, ja. Wanneer de Liefde tot God volkomen is, gelooft de ziel ook volkomen in Hem. Zodra de ziel ook maar het geringste spoor van twijfel aan God koestert, zal zij ertoe neigen, Hem niet volkomen lief te hebben, want dan zal zij het gevoel hebben dat God er onder bepaalde omstandigheden of voorwaarden niet of onvoldoende voor haar zal zijn. Wanneer men ervan uitgaat dat een geliefd wezen niet voor honderd procent berekenbaar is, is de Liefde tot dit wezen verontreinigd.

Lieve zus, moge Gods Geest U verder verlichten, U tot die vragen inspireren, welke Uw hart voor de grootste genaden zullen ontsluiten, en moge de Meesteres van alle zielen Haar triomftocht doorheen Uw ziel voltooien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 111
Over de effecten van de godvijandige atmosfeer op de kinderziel – over de liefdevolle omgang met een 'opstandig' kind – over de christelijke opvoeding van kinderen – over het verschil qua rol en verantwoordelijkheid van de man en de vrouw in het gezin

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer een ziel geschapen wordt, komt zij uit het Hart van God, om zo te zeggen uit de Bron van de Schepping, volmaakt vervuld van alles waarvan God haar heeft voorzien. Wanneer zij dan in een stoffelijk lichaam ter wereld komt, ervaart de ziel de enorme schok van het verschil tussen de atmosfeer van haar oorsprong bij God en de atmosfeer van de zondige wereld. Voor de jonge ziel is deze ervaring reeds het onderwerp van haar eerste innerlijke strijd. U moet zich nu voor ogen houden, dat God elke ziel met een kiem van heiligheid uitrust, die in de eerste levensjaren nog relatief zuiver blijft en derhalve fel reageert op elke duistere invloed van de wereld. De erfzonde maakt de jonge ziel gevoelig voor bekoringen, terwijl de kiem van heiligheid de ziel voor de zonde tracht te behoeden.

Tot de duistere invloeden van de wereld behoren onder andere:
  • de zonden en elk onchristelijk gedrag van elke ziel in de leefwereld van het jonge kind;
  • de innerlijke strijd van elke ziel in de leefwereld van het jonge kind;
  • de bedrukkende en verwarrende atmosfeer van de wereld in het algemeen;
  • elke onenigheid tussen de zielen waarmee het kind zich door de Goddelijke Voorzienigheid ten nauwste verbonden weet. Dit zijn in eerste instantie de ouders.

Aangezien de hierboven vermelde oorzaken van duisternis in de leefomgeving van een klein kind in onze moderne, in steeds hogere mate godvijandige maatschappij steeds vaker algemeen voorkomen, heeft zich in onze wereld een atmosfeer opgebouwd die voor de jonge, relatief zuivere zielen van kleine kinderen bijna ondraaglijk overkomt. Maria heeft mij enkele jaren geleden geopenbaard dat dit gegeven voor vele ontsporingen verantwoordelijk is, onder andere:

  • ziekelijke hyperactiviteit (die gedeeltelijk door de spirituele schok, maar ook gedeeltelijk door ontwaardigde voedingsmiddelen en toevoegingen, bijvoorbeeld bepaalde kleurstoffen in vele voedingsmiddelen, wordt veroorzaakt. Wij mogen hierbij niet vergeten dat ook de ontwaardiging van voedingsmiddelen in de moderne maatschappij berust op afwijkingen ten aanzien van de Goddelijke Intelligentie, en dat deze afwijkingen uitboetingen noodzakelijk maken);
  • opstandigheid, weerbarstigheid. Deze is toe te schrijven aan de innerlijke strijd tussen het aangeboren inzicht in elke afwijking van het Goddelijke enerzijds, en anderzijds de conflictsituaties die het kind in zijn leefwereld ervaart. Wij mogen bovendien nooit uit het oog verliezen dat onze wereld door een atmosfeer van opstandigheid wordt getekend, omdat opstandigheid nu eenmaal de handtekening van de duivel is.

Naarmate de jonge ziel zich méér van haar leefwereld bewust wordt, groeit in haar geleidelijk ook het vermogen om de zonde (of in bredere zin: elke afwijking in het gedrag of de gesteldheid van zielen tegenover de Goddelijke Wet) te herkennen. Het zich vormende geweten van de jonge ziel kan hierop heftig reageren. Omdat het hier om een spiritueel proces gaat, wordt deze kiem van gedragsstoornissen bij jonge kinderen door de wetenschap doorgaans over het hoofd gezien. De Meesteres van alle zielen heeft Haar Myriam via beelden vele processen in zielen laten zien. Slechts om deze reden heb ik inzicht mogen verwerven in spirituele ontsporingen bij kleine kinderen, die nog niet in staat zijn om hun innerlijke gesteldheden of hun innerlijke strijd tot uitdrukking te brengen. De Allerheiligste Maagd wijst erop, dat elke innerlijke strijd in de zeer jonge ziel heel gemakkelijk door de duivel wordt misbruikt, omdat de jonge ziel nog niet tussen goed en kwaad kan onderscheiden. Vanaf de leeftijd van ongeveer zeven jaar is het geweten enigszins volledig gevormd.

Intussen kan het kind de 'rebellie', de opstandigheid, als een soort gedragspatroon aannemen. Doorgaans kan het gesproken woord hieraan weinig veranderen, maar het liefdevolle voorbeeld kan dit wél. Het krachtigste geneesmiddel zou eruit bestaan dat U als moeder bidt om de ontwikkeling van een grote innerlijke Vrede. Wanneer het rebellerende kind de Vrede in de moeder merkt, vergroot de kans, dat het voor haar gesteldheid kiest en tot rust komt. God heeft de moeder als een haven van geborgenheid voorzien. De ziel van Uw kind weet dit onbewust, en het verlangt ernaar.

Lieve zus, gedragsstoornissen bij jonge kinderen worden doorgaans medicamenteus en/of door psychologisch advies bestreden. Maria heeft mij ooit toevertrouwd dat veel gedragsstoornissen echter in de eerste plaats een spirituele oorzaak hebben en daardoor het best door vertrouwvol gebed bestreden worden.

Deze stoornissen komen tenslotte voort uit een onevenwicht in de Schepping, dat ontstaan is door de zonden van de mensheid. Zolang dit onevenwicht niet door een tegengewicht via de spirituele weg (gebed, offers, toewijding...) wordt genivelleerd, kan de oorsprong (de zonde) niet uit de wereld worden weggewerkt, en derhalve evenmin de effecten van dit onevenwicht (in dit geval: de gedragsstoornissen bij kinderen).

Van de ouders wordt daarbij verwacht dat zij voor hun kind het modelvoorbeeld van oprechte Liefde zouden zijn, door de wijze waarop zij leven en bestaan. Liefde is het absolute tegendeel van de werken van de duivel, omdat zij met Goddelijke kracht geladen is. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat deze stoornissen in vele gevallen tamelijk lang kunnen duren omdat God hen kan toelaten als een wijze om vooruitgang te boeken in de deugden. Het is zonder meer heel goed te begrijpen dat bij vele moeders het geduld ontbreekt om ononderbroken liefdevol om te gaan met weerspannige kinderen. Wanneer wij ons echter voor ogen houden welke verkramping door het ongeduld van miljoenen ouders over de hele mensheid wordt gebracht, is het niet moeilijk te begrijpen dat Gods onfeilbare Wijsheid vele moeders ertoe oproept, het offer te dragen, zich te vervolmaken in de Liefde jegens hun kind met gedragsstoornissen.

Het wordt bijzonder moeilijk wanneer de beide ouders het niet eens zijn over de opvoeding van de kinderen. Men moet er daarbij rekening mee houden dat de duivel elke onenigheid uitbuit. In de situatie die vóór ons ligt, is het zeer goed mogelijk dat Uw zoon er door de spanningen in huis toe aangezet wordt om zich in een eigen wereld terug te trekken, en dat het hem volslagen onverschillig laat hoe anderen daarover denken.

U voelt zich verantwoordelijk voor het feit dat één en ander mank is gelopen in de relatie met Uw zoon. U hoeft zich hierover niet schuldig te voelen. Inderdaad, God beschouwt de man als hoofd van het gezin, maar dat heeft wel spirituele consequenties:

God heeft beide ouders de opdracht gegeven, de kinderen samen op te voeden. 'Opvoeden' betekent niet alleen, de kinderen de waarden van het leven in de maatschappij bij te brengen en ervoor te zorgen dat de kinderen in de wereld kunnen functioneren, maar vooral dat de kinderen als christenen kunnen leven, met een dagelijkse praktische toepassing van de deugden en het juiste inzicht in goed en kwaad. Wanneer nu de moeder er alles aan doet om de kinderen een christelijke opvoeding te geven, maar de vader niet deelneemt aan deze inspanningen, wordt hij door God moreel aansprakelijk gesteld wanneer de kinderen niet kiezen voor de goede waarden en zij van mening zijn dat zij deze niet moeten volgen, omdat zij 'toch maar van de moeder' afkomstig zijn. Maria stelt met klem dat de man de eerste verantwoordelijkheid voor de concrete processen binnen het gezinsleven en binnen het huwelijk draagt: voor de richting die voor de opvoeding van de kinderen gevolgd wordt, voor het seksueel gedrag in het kader van het huwelijk, enzovoort. Wat betekent dit concreet?

  • dat de vrouw in Gods ogen slechts verantwoordelijk is voor fouten in de opvoeding van de kinderen in de mate waarin zij actief deel heeft aan de fouten van de man, en/of wanneer zij persoonlijk een verkeerde opvoeding 'doordrukt'. Wanneer, bijvoorbeeld, de vrouw zich tot absolute baas van het gezin maakt, draagt zij vanzelfsprekend elke verantwoordelijkheid. Wanneer de inzichten en inspanningen van de vrouw in conflict komen met deze van de man, en de vrouw uiteindelijk moet toegeven, draagt zij geen verantwoordelijkheid wanneer niet-christelijke beslissingen worden genomen, want God weet dat haar hart lijdt onder het feit dat zij het goede beoogt, doch het in de praktijk niet kan doorzetten.
  • dat de vrouw die eigenlijk voor seksuele onthouding heeft gekozen doch door haar man op dat gebied onder druk wordt gezet, door God wordt beschouwd alsof zij helemaal geen seksuele betrekkingen meer zou hebben, op voorwaarde dat zij deze betrekkingen in het hart daadwerkelijk oprecht afwijst.

God oordeelt naar de gesteldheid van hart, meer dan naar de concrete daad, omdat de morele verantwoordelijke van een daad in vele gevallen een andere persoon is dan diegene, die de daad werkelijk uitvoert. Zo is het vaak in een oorlog, en zo is het ook vaak in een gezin. Zolang U in het hart lijdt omdat in de ziel van Uw zoon iets niet in orde is, en/of in de relatie tussen Uzelf en Uw zoon iets niet goed gaat, en U weet dat daarvoor omstandigheden en gebeurtenissen verantwoordelijk zijn, aan dewelke U niets kunt veranderen en die U in het hart oprecht betreurt, treft U in Gods ogen geen schuld. In een dergelijk geval kunt U niets beters doen dan de hele toestand, samen met Uw pijn, aan Maria toe te wijden, en te smeken om de genade dat Uw man zijn fout zou mogen inzien en ertoe bereid zou zijn, deze goed te maken.

Aanroept U hiertoe Maria in Haar hoedanigheid als Moeder van Smarten, die al Haar vreselijke Smarten en hartenpijnen met oneindige vruchtbaarheid heeft doorstaan, en als de Meesteres van de ziel van Uw man. Zelfs wanneer Uw man de zin van bekering nu nog niet inziet, zal de genade hem toestromen om op een later tijdstip de Waarheid te zien en deze aan te nemen. Wij leven niet voor dit leven, maar voor de eeuwigheid. Zalig de ziel die zich troost met de gedachte aan die eeuwigheid, en die ervoor kan bidden dat haar levensgezel zich zou mogen bekeren voor het Eeuwig Leven, wanneer hij dit tijdens dit leven niet kan. Een dergelijk gebed ontspringt aan een hart in een toestand van totale overgave, en ontplooit een bijzondere macht op het Hart van God.

Onthoudt U bovendien deze waarheid, die Maria mij ooit met klem op het hart drukte: God mag dan de man als gezinshoofd hebben voorzien, de vrouw beschikt in elk geval over een geweldige spirituele macht. Zolang zij haar hart zuiver houdt, kan zij krachtige genadenstromen van God verkrijgen. De reden hiervoor ligt bij het feit dat Maria de heiliging van de vrouwelijke ziel heeft bezegeld. Het is opmerkelijk dat de machtigste ziel aller tijden een vrouw is: Maria is boven alle zielen verheven. Haar macht is een spirituele macht. De Eeuwige Vader weigert Zijn uitverkoren Dochter niets, Jezus weigert Zijn verheven Moeder niets, en de Heilige Geest weigert Zijn volmaakte Bruid niets. De vrouw vertegenwoordigt de Liefde en de kracht om het leven te voeden (zoals in de moederschoot). Indien U er niet in slaagt om U tegen Uw man door te zetten, kunt U desondanks de ware macht in het gezin uitoefenen door alles, elke overtreding tegen de regels van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, vurig aan Maria toe te wijden. U zult daardoor in het verborgene 'op knoppen drukken' die Hemelse krachten in beweging zetten. De effecten van deze handelingen zijn echter pas op Gods Tijd zichtbaar. Dit kan vroeg zijn, of later.

U hebt gepoogd, Uw man te bekeren. Doet U dit niet meer met het verstand. Het analyseren en doordenken zijn vaak werkterreinen van de duivel. Een ziel bekeren, kunt U slechts vanuit het hart, met Liefde, offers, uitboetingen en gebed. Omdat Uw man zich tegenover U superieur voelt, zal hij Uw argumenten niet aannemen. De genaden die echter uit de inspanningen van Uw volhardende toewijding en overgave aan Maria ontstaan, zullen aan de deur van zijn ziel kloppen, en deze zijn dan niet voorzien van Uw handtekening. Omdat God de vrije wil respecteert, trapt Hij geen deuren in. Het is derhalve passend dat U de vrije wil van Uw man toewijdt aan Maria. Hoe meer U zich voor Maria vernedert en Haar macht verheerlijkt, des te meer zal Zij deze macht ontplooien, ook in de ziel van Uw man. Laat U Maria maar begaan, er kan veel gebeuren waardoor Uw man van ingesteldheid verandert. Door voor Maria te kiezen, kiest U voor de veruit machtigste zijde.

Prent U zich goed in dat U tegen Uw man niet mag 'strijden'. Hij is niet de vijand, doch slechts een arme misleide ziel. U mag slechts voor de ontplooiing van het Licht strijden, dat ook hij in zich draagt, maar dat hij onwerkzaam heeft laten maken. U zult leren, Uw man met de Liefde van Maria te benaderen. Het is belangrijk voor Uw innerlijke genezing dat U een heldin van vergeving tracht te worden. De duivel verliest elke kracht wanneer zielen elkaar in het hart vergeving schenken. Smeekt U Maria elke dag dat Zij U de genade zou bekomen, Uw man te kunnen beschouwen zoals in de eerste dagen, nadat U hem ooit voor het eerst hebt ontmoet. Wanneer het 'kosmisch onweer' (zoals U het noemt) bij Uw samenzijn, bij U op een vonk van oprechte Liefde stoot, zou er wel eens een nieuwe lente kunnen ontluiken.

Ik leg vandaag nog Uw zoon en Uw man aan de voeten van onze Meesteres neer, en smeek Haar dat Zij hen beiden in de ziel zou genezen en hen van het Ware Licht zou vervullen. U persoonlijk wordt er door Maria toe uitgenodigd om aan Haar voeten neer te knielen en Uw hart en alle pijnlijke herinneringen onder Haar heerschappij te stellen. Spreek met Haar van moeder tot Moeder, Zij houdt daar bijzonder veel van. Ik zal eveneens met Haar spreken van dienares tot Meesteres, opdat Zij mij wegen moge tonen om U verder spiritueel te ondersteunen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 112
Hoe moeten de zielen te werk gaan, die zich aan de Meesteres van alle zielen willen toewijden, doch zich door de teksten overstelpt voelen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen en broeders in Jezus en Maria,

Het is van groot belang dat elke ziel die zich op zekere dag volledig aan Maria wil toewijden:

  1. Terdege beseft wat toewijding werkelijk betekent;

  2. Eveneens beseft dat God van haar niet vanaf de eerste dag wonderen verlangt. De omvorming van de ziel voltrekt zich in vele lagen, volgens een golfpatroon. Elke groei in de ziel is een proces met successen en tegenslagen. Moeilijke momenten zijn noodzakelijke uitnodigingen om het hoofd te bieden aan een uitdaging. Om het met een beeld te schilderen: Wanneer men de bloemen in een wondermooie, hoog omheinde tuin wil zien, moet men vooreerst over de omheining klimmen, wat een inspanning vergt, en waarbij men zich dan ook nog pijn kan doen. Zo ongeveer is het in het leven in totale toewijding: De toegewijde krijgt wondermooie bloemen te zien, maar de ziel kan deze niet benaderen of ervan genieten zonder inspanningen te leveren.

God is geduldig, want Hij beschikt over de eeuwigheid. Belangrijk voor de toegewijde ziel is vooral:

  1. Een zuivere Liefde die haar de kracht geeft, ook in de moeilijke uren vol te houden;

  2. Een onwankelbare Hoop die haar diep in het hart toefluistert dat men voor de toekomst in de eeuwigheid geen inspanning uit de weg mag gaan;

  3. Een inwendig oog dat onophoudelijk op het doel is gericht, opdat zij beschermd mag zijn tegen dwaling;

  4. Oprechtheid tegenover zichzelf (de eigen zwakheden), opdat zij steeds bereid zou zijn, aan zichzelf te werken;

  5. Geduld met zichzelf.

Om op deze vijf punten steeds sterker te worden, moet de ziel dagelijks tot Maria bidden. Zonder gebed en een levenswijze die zo veel mogelijk op de toekomstige belangen van de ziel is gericht, kan de prachtige bedoeling van de toewijding niet verwezenlijkt worden. De ziel op zich is zwak, omdat zij dagelijks met vele dingen geconfronteerd wordt. Met Maria echter, kan zij onoverwinnelijk worden. Alles hangt van de innerlijke ingesteldheid en van de mate van volharding en Liefde af.

Wanneer de ziel te gemakkelijk over zichzelf ontgoocheld is, kan zij de beleving van een totale toewijding niet volhouden. Zij moet zich steeds voor ogen houden dat de volledige toewijding aan Maria het meest diepgaande verbond met de Hemel is, dat God ooit heeft voorzien. Maria stelt Zich tot doel, de ziel van goede wil naar de heiligheid te brengen, en Zij werkt onophoudelijk aan de verwezenlijking van dit doel. Van de ziel verlangt Zij slechts een actieve, betrouwbare medewerking en een rotsvast vertrouwen in Haar als Meesteres van alle zielen, vooral tijdens de uren van beproeving die niemand bespaard blijven.

Van de ziel wordt één ding verwacht: dat zij Maria’s richtlijnen en onderrichtingen gehoorzaamt, deze zo goed mogelijk tracht toe te passen, doch bij elke misstap in alle rust tot Maria zegt: "Maria, mijn Hemelse Meesteres, U Die de volmaakte heiligheid belichaamt en de macht, de Wijsheid en de Liefde bezit om mij naar de Hemelpoort te begeleiden, schenk mij de kracht, opdat ik uit Liefde tot U, tot God en tot de hele Schepping opnieuw kan beginnen en het elke dag beter moge doen". Vooral tijdens de beginfase kan het voor de ziel zeer nuttig en motiverend blijken, deze woorden regelmatig langzaam en diep in het hart te herhalen, alsof zij licht zou inademen. De ziel zal spoedig merken dat zij gedragen wordt. In de rust ligt de kracht, want alleen in de rust vindt de ziel de ware Vrede van Christus. Een ziel in innerlijke Vrede wordt een burcht van kracht, omdat zij geen energie meer verspilt door veeleer haar innerlijk gebrek aan Geloof in de greep te krijgen en haar eigen verleden en de begane fouten te bestrijden, dan werkelijk op de weg van de heiligheid vooruit te komen.

De ziel die zich totaal aan Maria geeft, hoeft niet het gevoel te hebben dat van haar te veel wordt verlangd, want zij is geborgen in de machtigste Burcht van Liefde Die God ooit heeft geschapen: Maria. De vele onderrichtingen mogen niet worden beschouwd als een wetboek in hetwelk bij elke paragraaf met een straf wordt gedreigd, doch als tuilen van de prachtigste, Hemelse bloemen, waarvan elke de zielen aan de verrukkingen herinnert, die Jezus reeds heeft beloofd.

Moge elke ziel die zich weldra aan Maria wil overgeven, elk van deze bloemen met vreugde kunnen ruiken. Kan een geurige bloem iemand bang maken? Zij is geschapen om vreugde, Vrede en Liefde over te brengen. Dat is precies wat Maria, de Meesteres van alle zielen, wil verwezenlijken in elke ziel in dewelke Zij kan heersen: Zij wil deze omvormen tot een tuin vol vreugde, Vrede en Liefde. Een bloem heeft niet het gevoel dat te veel van haar wordt verlangd, zij volgt slechts het plan dat God in haar heeft verborgen.

Ik heb U allen lief, en bid voor ieder van ons.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen.

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 113
Over de levensweg – de gelijkenis van de Romeinse imperator en imperatrix

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het spirituele leven is, zoals alles uit Gods hand, onderworpen aan de Goddelijke Wetten. Wij hoeven slechts in de natuur om ons heen te kijken en regelmatig de ontwikkelingen van de natuur te observeren, om te kunnen vaststellen, dat alles voortdurend verandert. Niets blijft zoals het is. Beschouwt U eens een boom of een bloem. Uiterlijk alleen al, is er veel gaande, en wanneer wij het van dichtbij bekijken, kunnen wij dit ook vaststellen. Wat wij nauwelijks kunnen zien, is datgene wat zich binnenin deze boom of in deze bloem afspeelt, en nog minder welke wetten dit alles richting geeft, en welk doel met dit alles wordt beoogd. Alle veranderingen in de natuur hebben een welbepaald doel, en zolang de mens niet in deze groei ingrijpt, werkt deze fabelachtige Intelligentie, die eraan ten grondslag ligt, zich precies uit zoals God haar in Zijn onfeilbaarheid leidt.

Wanneer God Zich de moeite getroost om een hele Schepping van miljarden bomen, bloemen, dieren, enzovoort, van seconde tot seconde door Zijn Wijsheid en via Zijn Voorzienigheid zo precies te leiden en in hun ontwikkeling te ondersteunen (nogmaals gezegd: Zolang de mens deze processen niet door eigen ingrijpen van koers laat veranderen), hoeveel moeite zou Hij Zich dan niet getroosten om de mensenziel, de kroon op Zijn Schepping, het bevoorrechte wezen dat als enige geheiligd kan worden, elke seconde te leiden en steeds op het Ware Licht te richten?

Gods Wegen leiden steeds naar hetzelfde doel: het Eeuwige Licht in het Rijk van de onveranderlijke Gelukzaligheid. Alle wegen van God leiden naar dit ene doel. Wij hoeven slechts het volgende te beschouwen: De oude Romeinen zeiden: "Alle wegen leiden naar Rome." Rome gold toen als het centrum van het wereldimperium, en uiteindelijk golden alle wegen als verbindingen, via dewelke iedereen zich vanuit elk gebied (dat natuurlijk van Rome afhankelijk was) naar het 'middelpunt van de wereld', de ultieme bestemming van alles, kon begeven. Het landschap door hetwelk elke weg liep, was echter voor geen twee wegen gelijk, en alle hadden zij hun eigen specifieke moeilijkheden, zowel op grond van de bodemgesteldheid als door het ononderbroken dreigend gevaar van rovers, wilde dieren, enzovoort.

Lieve zus, is dit beeld niet precies op onze levensweg van toepassing? Geen enkele levensweg is vrij van rovers (schadelijke elementen van buitenaf), wilde dieren (bedreiging door onze eigen zwakheden en misstappen, die onze ziel schade kunnen toebrengen), slechte gesteldheid van de bodem en slechte weersomstandigheden (beproevingen), enzovoort. God heeft echter alle levenswegen zo ontworpen, dat zij op het Rome van het Eeuwig Rijk georiënteerd zijn, waar wij de Imperator of Keizer (God) en de Imperatrix (Maria, de Keizerin van het Eeuwig Rijk op kracht van de volmaakte mystieke Bruiloft met het Hart van de Drievoudige God) van aangezicht tot aangezicht zullen ontmoeten.

Laten wij dit beeld nog wat verder ontwikkelen. Wanneer een Romeinse keizer een onderdaan naar Rome ontbood voor een zeer belangrijke missie, werd naar deze persoon een bode met een cohorte soldaten gestuurd, opdat de geroepene veilig naar Rome geëscorteerd zou worden. Zo heeft God het voorzien voor elke ziel. Hij stuurt haar een cohorte engelen opdat zij veilig in het Eeuwig Rijk zou aankomen, en... wij hebben de genade ontvangen, te mogen meemaken dat de Keizerin (de Meesteres van alle zielen) Zelf tot ons komt om ons de keizerlijke voorschriften te overhandigen.

Lieve zus, wanneer de Keizerin Zelf U naar Rome wil begeleiden, wordt dan de weg niet plots alle moeite waard? Stelt U zich eens levendig voor, wat zich daar op de levensweg afspeelt: De Keizerin van het Eeuwig Rijk bezoekt U, en overhandigt U de keizerlijke richtlijnen. Met Haar lieftalligheid en Haar nooit geziene schoonheid betovert Zij Uw hart zodanig, dat U de hele weg lang Uw ogen niet van Haar zou kunnen of willen afwenden. De rovers (schadelijke elementen van buiten af) daar buiten zijn tegenover Haar volledig machteloos, want Zij draagt het Zegel van de Keizer en Zij vertegenwoordigt Zijn macht. De wilde dieren (zwakheden en misstappen) zijn in Haar macht, en worden door Haar getemd zodra zij de ziel naast de Keizerin besluipen, in de mate waarin de ziel dit van de Keizerin heeft afgesmeekt. U dient natuurlijk nog steeds zelf het hoofd te bieden aan de bodemgesteldheid en de weersomstandigheden (beproevingen), maar met de verrukkelijke Keizerin aan Uw zijde zult U alles op alles zetten om de blijmoedigheid niet te verliezen, en zult U steeds weer spoedig op krachten komen. U gaat immers naar Rome (in dit geval het Eeuwig Rijk), en dan nog wel in het allerhoogste Gezelschap...

Lieve zus, ik geloof dat U zult begrijpen waarom onze Hemelse Meesteres mij deze beelden laat zien om Uw brief te beantwoorden. Vat toch steeds weer moed wanneer alles niet zo goed lijkt te lukken, want U bent op de weg naar het Rome van de eeuwige verrukkingen, en de Keizerin en Meesteres wil niet van Uw zijde wijken. Onderweg zal Zij U onophoudelijk uit de Keizerlijke Decreten voorlezen, die als goud in de ziel binnenvloeien, dat zich daar tot onvermoede schatten vermenigvuldigt.

Van U verlangt de Keizerin van het Eeuwig Rijk dat, telkens U onderweg een ziel ontmoet, U deze met de Keizerin en de keizerlijke richtlijnen bekend maakt, dat U deze ziel raad geeft op basis van de kennis die de Keizerin in de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderwijst, want de Wetenschap van het Goddelijk Leven bestaat uit de onderrichtingen over het Wetboek van de Goddelijke Keizer.

De bestemming van Uw reis is U bekend, de keizerlijke Begeleidster zult U dag na dag beter leren kennen, en Haar geur, Haar prachtige gewaden en Haar betoverende schoonheid zullen zich dag na dag voor U verder ontvouwen. Wendt U Uw ogen niet van Haar af, en U zult merken dat de landschappen en de vele gevaren U niet meer zullen kunnen deren. U zult de beproevingen voelen, maar U zult deze te boven kunnen komen in de mate waarin U hen aan de Keizerin van het Eeuwig Rijk toewijdt. De Goddelijke Keizer heeft Haar de macht geschonken over alle wegen naar Rome. Alles is aan Haar onderworpen, en Zij stelt alles in Haar dienst, vooropgesteld dat Haar reisgenoten Haar daarom smeken.

U zult ervaren dat de Hemelse Keizerin U onderweg bepaalde van Haar prachtige gewaden zal laten aanpassen, en dat U, naarmate U dichter tot het Rome van de eeuwige verrukkingen nadert, des te mooier gekleed zult zijn. De ziel wordt in de innigste eenheid met de Meesteres van alle zielen op onovertroffen wijze opgesmukt. Met de ogen op de handen van de Meesteres gericht, zal ook het soms troosteloze landschap onderweg tot een zee van bloesems worden, want de kern van Uw ziel zal het landschap met andere ogen leren bekijken.

Lieve zus, ook Uw weg leidt naar Rome, en U zult merken, dat zelfs een bij vergissing ingeslagen weg U niet noodzakelijk van Rome zal wegleiden, vooropgesteld dat U steeds weer de hand van de Meesteres zoekt. Een vruchtbaar leven is een leven waarin de wegen voortdurend door gebieden lopen die 'door Rome bezet zijn', met andere woorden: die door de vrije wil van de ziel aan de Hemelse Keizerin overgedragen zijn en daardoor bezit van de Keizer zijn. Wijdt U alle moeilijkheden samen met Uw gemoedsgesteldheden toe aan Maria, en Zij zal U wegen tonen om elke woestenij in een boomgaard om te vormen, want de beproeving met Maria in Liefde en nederigheid gedragen, wordt tot voedingsbron voor velen, en zij zal voor U de deur van de Eeuwige Stad openen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 114
Over de strijd tegen de eigen zwakheden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Mocht de Schepping een op zichzelf bestaand systeem vormen, dan zou er voor de zielen geen Hoop bestaan. Wie zou in dat geval het Licht van de gerechtvaardigde Hoop laten schijnen? Geen ziel bezit het vermogen om de loop van de dingen eigenhandig te veranderen. Er is echter een Wezen dat over ieder van ons waakt, en dat zo volmaakt en alomvattend is, dat het ieder van ons kan behoeden en dit ook doet, elke seconde van de dag en de nacht. Precies de ziel in hoogste nood zou deze blijde boodschap onder ogen gebracht moeten worden, want zij is zelfs nog 'reëler' dan de gebeurtenissen van ons dagelijks leven. Gods Werken zijn absolute zekerheden. Ik getuig hiervan met klem uit eigen ervaring, precies omdat ik ertoe geroepen ben, op grond van een voortdurende mystieke vorming getuigenis af te leggen over Gods Liefde en over de echtheid van het Licht van de Ware Hoop. Datgene wat de ziel in het dagelijks leven overkomt, is zelfs minder zeker dan Gods Liefde, want datgene wat wij in het dagelijks leven beleven, wordt meestal zowel door onze zintuiglijke waarnemingen als door de herinneringen aan voorbije ervaringen in hoge mate vertekend.

De ziel kan God, respectievelijk Maria, niet om de tuin leiden, omdat Gods, respectievelijk Maria’s waarneming van de werkelijkheid op aarde tot in de verste hoeken van elke ziel, volkomen en onfeilbaar is. God kent dus Uw zwakke punten, en weet heel precies waar hun wortels liggen. Niettemin is Uw vrijmoedige bekentenis daarover niet onbelangrijk, want de bekentenis van eigen zwakheden brengt om twee redenen Heil over de ziel:

1. De ziel opent daardoor de deur naar haar bevrijding uit deze zwakke punten. De ziel kan haar zwakheden op twee verschillende wijzen in zich opsluiten, zoals gevangenen in de kern van de ziel, en wel:

  • ofwel doordat zij door de duivel zozeer voor deze zwakheden wordt verblind dat zij zich van hun bestaan niet bewust is;
  • ofwel doordat zij haar zwakheden wel kent, doch zij de realiteit ervan nog niet wil erkennen.

In deze beide gevallen zullen deze zwakheden aan de ziel vreten. Zij gedragen zich als gevangenen, die in de ziel vastzitten doch deze van binnen uit steeds verder verzwakken, en zo op hun beurt de ziel tot hun gevangene maken.

Zodra de ziel zich van haar zwakheden bewust wordt en deze toegeeft (ten minste tegenover God, respectievelijk Maria), maakt zij als het ware deze inwendige rebel los, niet om deze te laten begaan, maar om hem definitief te kunnen verwijderen. Op dat punt heeft de ziel nood aan een intrede van de Goddelijke Liefde, want zwakheden zijn als schaduwen: Men krijgt ze slechts weg wanneer zij door het Licht 'overweldigd' worden. Dit Licht vindt de ziel doorgaans niet, of niet in voldoende mate, in zichzelf, temeer daar de inwerking van langdurige zwakheden haar vaak van de moed, de Hoop, soms zelfs van het geloof in Gods Liefde berooft.

2. De ziel maakt daardoor de ontplooiing van de Goddelijke Barmhartigheid mogelijk. God wacht erop, U te bevrijden uit de zwakke punten onder dewelke Uw ziel lijdt. De bewustwording en het toegeven van deze zwakke punten heeft voor U nu reeds de deur van de genaden geopend.

Lieve broeder, weest U toch niet bang. Hoe zou God, respectievelijk Maria, U in de steek kunnen laten? Hij wil immers Zijn Rijk op aarde grondvesten, en Hij heeft daartoe toch elke ziel nodig, met al haar tekenen van goede wil en al haar inspanningen om zichzelf te overwinnen. Nu bent U nog de gevangene van Uw zwakheden, maar Uw noodkreet heeft zich laten horen bij Diegene, Die over alle leven waakt. In veel gevallen wordt Uw wil nog steeds door de tirannie van Uw beide zwakke punten overwonnen, die U toegegeven hebt, doch U hoeft er niet van uit te gaan dat dit een definitieve toestand zou zijn. Op eigen kracht kan de mens nooit zijn zwakheden definitief overwinnen, omdat de ziel, die op zich weliswaar de heilige kiem van God bevat (de zogenaamde kiem van heiligheid), niettemin door haar zwakheden wordt ondermijnd. Daardoor ontstaat dus een situatie die veel gemeen heeft met het 'Baron van Münchhausen-fenomeen': De ziel kan zichzelf niet uit het moeras bevrijden. Precies daarom hebben wij drie krachtige hulpmiddelen gekregen:

  • het gebed, dat aangewend kan worden om God om hulp te vragen. Het is de volmaakte Liefde, die alle herscheppende krachten in de Schepping in beweging zet. De herschepping waar God Zich het liefst voor inzet, is de omvorming van een mensenziel. Om deze omvorming bekommert Hij Zich, bij voorkeur door Maria, in het levenslange proces dat wij 'heiliging' noemen;
  • onze vrije wil, die heel vaak voor de zonde wordt ingezet, maar ook een sterk wapen in de strijd voor de zuivering en de wederopbouw van de ziel kan worden, en:
  • de Meesteres van alle zielen. Lieve broeder, Maria is ons meer dan ooit als Gouden Brug tot heiliging geschonken. Wijdt U Uw vrije wil aan Haar toe. U kunt daartoe de gebeden met nummers 910, 985 en 1160 gebruiken. Dit beantwoordt meteen Uw vraag, of de ondersteuning van Maria hier hulp zou kunnen bieden. Alleen door Hemelse interventie kan de ziel uit haar ketenen bevrijd worden, zij het echter met Uw voortdurende medewerking. Daartoe hebt U slechts vertrouwen, een rotsvast Geloof en onwrikbare Hoop nodig.

Twijfelt U er nooit aan dat Maria, respectievelijk God, er net zo goed is voor U als voor elke andere ziel. Bedenkt U dat God elke ziel van een kiem van heiligheid heeft voorzien. Deze kiem zou men kunnen beschouwen als een programma dat bestaat uit Goddelijke richtlijnen en Goddelijke gaven. Elke ziel bezit deze kiem. Zou God, die toch de volheid der volmaaktheid belichaamt, dan dat ene deeltje uit Zijn scheppende hand meer of minder liefhebben dan elk ander? Zou Hij ooit iets dat uit Hem is voortgekomen, verloren laten gaan zonder Zich daar iets van aan te trekken? Waarom zou Hij dan nu, in dit uur, niet op U wachten? Geeft U zich vertrouwvol over aan Maria. Zij zal U van binnenuit volledig opnieuw opbouwen. De gave van Uzelf aan Maria is uiterst waardevol met het oog op de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Onthoudt U Haar deze gave toch niet.

Ik herinner U aan de woorden van de Heilige Paulus: "In mijn zwakheid ligt mijn kracht". Een zwakheid komt op de ziel wel eens over als een sleutel op de deur naar de verdoeming. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Alleen de duivel wil U dit laten geloven. Nu wordt van U verlangd, dat U Uw zwakheden in kracht helpt om te zetten door deze aan Maria toe te wijden, opdat Zij hen systematisch moge kunnen afbreken. De zwakheden die men betreurt, worden tot lijden, en leed dat men aan Maria toewijdt, wordt tot bouwstenen voor een nieuwe zielentempel. Daarom wil ik U graag vanwege de Meesteres van alle zielen uitnodigen om U inwendig vertrouwvol voor te bereiden op de totale toewijding van 2 februari. Tracht U zo vlug mogelijk een diepgaande Biecht te spreken. Laat U zich door niets of niemand ontmoedigen, en geeft U zich op 2 februari over aan de Meesteres van alle zielen. Indien elke ziel zou wachten tot zij volmaakt is alvorens zich aan Maria toe te wijden, zou op aarde geen enkele ziel aan Maria toegewijd zijn, en zou het Rijk Gods nooit tot ons komen. Maria verlangt heiligen, maar zielen die bereid zijn om samen met Haar de heiliging in zichzelf te bewerken. Het leven is een constante strijd tussen het Licht en de duisternis. Wanneer de wil op het goede, op het Licht, gericht blijft, is alles wat van de ziel uitgaat, bruikbaar voor de wederopbouw van onze dwalende wereld.

Laat U zich niet langer ontmoedigen. De ontmoediging werkt in de ziel zoals een aangetrokken handrem in een rijdende auto: De auto raakt oververhit, onwerkzaam, raakt uitgeput en bereikt zijn bestemming niet. Gaat U de strijd aan met overgave en in nederigheid. Strijdt U daarbij niet alleen tegen Uw zwakheden, doch eveneens voor de tekenen van Licht, die Maria in U zichtbaar zal maken. Werkt U naar de vervolmaking van de Liefde in Uzelf toe: Liefde tot God, tot Maria, tot de Schepping, en U zult vaststellen dat het U geleidelijk aan gemakkelijker zal worden om elke gelegenheid bij dewelke U de neiging om aan een zwakheid toe te geven, kunt overwinnen, zo te beschouwen alsof U Maria een roos hebt gegeven. U zult zich reeds spoedig over het aangroeien van Uw rozentuil verheugen.

Ik draag U graag over aan het Hart van Maria.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 115
Wanneer men het leven als een overbelasting ervaart – over het gevoel van eenzaamheid, droefheid, zwakheid – over de inwerking van de Heilige Geest in de ziel – over het lijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het leven voltrekt zich zo vaak in een merkwaardig mengsel van de meest uiteenlopende gevoelens en indrukken, en eigenlijk kan dat ook nauwelijks anders: Wij leven op een aarde vol levende wezens, die alle met hun eigen zorgen en gedachten bezig zijn. Vergeet U nooit dat een levend wezen niet als een geïsoleerd systeem bedoeld is, doch als een systeem dat in voortdurende wisselwerking met zijn omgeving leeft. Precies daarom worden tussen levende wezens, in het bijzonder tussen de mensenzielen, zulke massa’s aan niet-zintuigelijk waarneembare indrukken uitgewisseld. God heeft dit zo voorzien omdat Hij daarmee de constante, ononderbroken stroming van Zijn Liefde door de zielen beoogde: Elke mensenziel ontvangt stromen van Goddelijke Liefde, en moet deze stromen in zich tot nut maken én deze doorgeven in positieve handelingen, positieve woorden, positieve gedachten en gevoelens, positieve verlangens en positieve innerlijke gesteldheden, die ongemerkt op haar leefwereld afstralen.

U, als individuele ziel, leeft dus in deze constante uitwisseling van een niet te overziene hoeveelheid aan (waarneembare en niet waarneembare) informatie en U voelt zich plots overweldigd omdat Uw ziel, die eigenlijk slechts de innerlijke Vrede in eenheid met God zoekt, eenvoudig niet meer kan volgen. Elk gevoel van overweldigd-zijn, van verwarring, van depressie, ontspringt uiteindelijk (vaak onbewust) uit het besef, dat er een kloof is tussen datgene waarnaar Uw ziel op zoek is, en datgene wat zij daadwerkelijk in de wereld en in Uw onmiddellijke omgeving aantreft, waarmee zij niet tevreden kan zijn, omdat de kiem van heiligheid in de kern van de ziel heel goed weet dat de wereld niet Gods wegen gaat, en dat elke ziel gehinderd wordt om haar weg vrij volgens de Goddelijke Wet vorm te geven.

Wat kunt U doen om Uw spirituele strijd vruchtbaar te maken? Wijdt U alle duisternis om U heen, aan Maria toe, en smeekt U de Hemelse Meesteres dat Uw gevoelens van depressie, van overweldiging, van hartenpijn om alles wat U uit Uw omgeving pijnlijk valt en U met walging vervult, ertoe mogen helpen dienen, Licht in de harten te brengen. Maria heeft dergelijke toewijdingen dringend nodig.

Lieve zus, U lijdt onder gevoelens van eenzaamheid, droefenis, zwakheid. Is het U nooit opgevallen, welke gelijkenis deze combinatie met het Lijden van Jezus in de Hof van Gethsemani vertoont? Vele zielen lijden onder deze verschijnselen, doch de meesten gaan hieraan voorbij zonder er iets vruchtbaars mee te doen.

U weet dat het Lijden van Jezus in de Hof van Gethsemani ertoe diende:
  1. de zonden van alle zielen door de hevigste hartenpijn over deze zonden uit te boeten, alvorens dit Offer door het hevigste lichamelijke Lijden aangevuld zou worden;
  2. elke vorm van hartenpijn en verdriet van alle zielen van alle tijden te heiligen.

U zou er daarom goed aan doen, Uw hartenpijn met het Lijden van Jezus in Gethsemani te verenigen, aangezien de ware navolging van Christus hierin bestaat, dat de ziel Zijn Lijden in haar eigen leven 'aanvult'.

Het Lijden van Christus + het eigen lijden = de Verlossing

en wanneer de ziel haar opofferingen werkelijk ten volle tot volmaaktheid wil brengen, betrekt zij er het beste ook de Smarten van Maria bij.

Ooit heb ik in één van mijn geschriften geschreven dat ik mij nooit méér één voel met Maria, de Moeder van Smarten, als in de grootste pijn in hart en lichaam. Ik heb dit reeds ontelbare malen zo moeten (mogen) ervaren, omdat God de zielen wil tonen dat in het aanvaarde lijden, Zijn Liefde het sterkste stroomt. Ik kan uit eigen ervaring getuigen, hoezeer de ziel precies door het lijden dat zij met de diepste Liefde en overgave aan Maria’s voeten legt, wordt gesterkt. Het is reeds enkele malen voorgekomen, dat ik ten zeerste bedroefd was wanneer Maria mij plots van een lijden bevrijdde, omdat ik er juist in geslaagd was, zo ver boven mijn lichamelijke gewaarwordingen uit te stijgen, dat ik het lijden werkelijk als een verrukking in de ziel begon te genieten. De Moeder Gods had mij eenvoudig de ervaring geschonken, dat de ziel zich pas in het lijden het meest ontplooit, zoals een roos die zich na lange droogte ver opent wanneer het begint te regenen, omdat zij dat water nodig heeft. Welnu, de ziel heeft heel vaak het dringendst datgene nodig waaronder de geest of het lichaam lijden. De ziel weet tenslotte dat het lijden haar dichter bij God brengt, omdat God het lijden beschouwt als goud, waarmee Hij voor de stervende zielen genaden van Leven kan bereiden.

Gods Liefde voor de ziel die lijden en beproevingen met oprechte Liefde aanvaardt, is ronduit grenzeloos. Ik heb vaak mogen ervaren welk een instorting van overweldigende Liefde mij vanwege de Moeder Gods ten deel viel, nadat ik Haar tijdens lijden had toevertrouwd, Haar de roos van de beproeving te willen schenken en de doornen voor mijzelf te willen houden. Misschien genoot ik daar het voorrecht van de mystieke ervaring, maar deze ervaring toont in elk geval aan, dat in het verborgene van de ziel een veelvoud van datgene, dat wij geven, in ons wordt teruggelegd. In ruil voor elke roos van lijden die U aan Maria schenkt, krijgt U honderd Hemelse rozen terug, die in eeuwigheid niet verwelken. Kunt U eens uitrekenen, welke tuinen U voor Uzelf in het Eeuwig Leven vergaart, wanneer U de kans krijgt, Maria elke dag opnieuw rozen van lijden aan te bieden? Doet U al wat mogelijk is om te volharden, want het is de moeite waard, en hoe! Ik bid voor U om kracht, want het zou U het geschenk der geschenken kunnen opleveren.

Ook Maria heeft veel eenzaamheid gekend. Toen de Heilige Jozef het leven verliet, had Maria alleen nog Jezus. Toen Jezus Zijn Openbaar Leven begon omdat de Geest Hem daartoe had geroepen, bleef Maria vaak wekenlang alleen achter. Zij gebruikte elke eenzame minuut om Zich heel diep in het Hart met God te verenigen. Spreekt U zoveel mogelijk tot Maria. Zij zal Uw beleving van de eenzaamheid omvormen, zodat U het gevoel zult krijgen dat steeds iemand bij U aanwezig is. Zo is het ook werkelijk, want Maria kan heel veel tot U zeggen, doorgaans niet door gesproken woorden, maar door de meest uiteenlopende gevoelens in het hart. Aangezien God de mens tot niets wil dwingen, moet Uzelf als eerste de stap zetten en Maria aanspreken, heel diep in het hart, in alle situaties, zelfs in de schijnbaar meest banale, tot het voor U een gewoonte is geworden, Maria bij alles te betrekken. U zult in Haar de beste en de meest betrouwbare Vriendin vinden, die U ooit hebt gehad.

U vreest dat de Heilige Geest, gezien Uw huidige gesteldheid, niet werkelijk in U kan werken. De Heilige Geest werkt in alle zielen. Het is echter wel zo dat Hij Zijn Werken pas vruchtbaar kan maken wanneer Hij in een ziel een bodem aantreft die 'ontsloten' is, zo ongeveer zoals een akkerbodem niet al te zeer aangestampt mag zijn. Een ontsloten ziel is een ziel met een vrij en ontspannen gemoed. Deze gesteldheid heerst vooral in de ziel wanneer deze de innerlijke Vrede heeft gevonden. Zij kan dan als het ware opgelucht ademen, voelt zich vrij, en ontvouwt zich volledig voor het Goddelijk Licht. In deze zin zou het vruchtbaar zijn, Maria erom te smeken, Uw hart van alle duisternis te bevrijden en van Uw hart het Rijk van Maria te maken, opdat het Licht elke duistere hoek moge kunnen verlichten. Het Goddelijk Licht is het enige Licht dat geen schaduwen werpt. Dat komt doordat dit Licht gelijktijdig uit alle richtingen schijnt. Daarom zal in een hart waarin Maria werkelijk kan heersen, de blijmoedigheid volmaakt worden.

Het drukt U terneer, dat U Jezus niet vaker kunt ontvangen in de Hostie. De Hemelse Meesteres raadt U aan, dit lijden te verenigen met het ogenblik waarop Jezus aan het Kruis uitriep: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Beschouwt U toch eens de parallel: U verlangt naar de Eucharistische Jezus, terwijl Jezus verlangde naar de voelbare Tegenwoordigheid van Zijn Goddelijke Vader.

Jezus was de God-Mens, maar Hij werd tijdens het Grote Lijden tot het alleruiterste toe tot de 'zwakke mens' gemaakt, omdat dit nodig was om de mensenzielen te verlossen. Op dat ogenblik ervaarde de Lijdende Jezus het zo, alsof Hij door al het Goddelijke verlaten was. Volgens de Goddelijke Wet, waarop het Verlossingsmysterie is gebaseerd, moest Hij deze woorden op dat ogenblik uitspreken om de mensenzielen eraan te herinneren dat zij elk ogenblik van lijden met God moeten delen, opdat het werkelijk vruchtbaar zou worden. Vandaar de immense waarde van de toewijding van alle lijden aan Maria, de Gouden Brug tussen ons lijden en de volheid van de Verlossing en de heiliging.

Maria verlangt dat U elke dag dat U Jezus niet in de Hostie kunt ontvangen, aan Haar schenkt, met de smeekbede dat Zij Uw pijn daarover zou gebruiken voor de ontsluiting van zielen die:

  1. God, respectievelijk Maria, nooit bij hun lijden betrekken, want dergelijk lijden is onvruchtbaar, en/of
  2. nooit naar de Eucharistische Jezus verlangen.

Het is begrijpelijk dat U graag zou verhuizen om vaker de kans te krijgen om te communiceren. Nochtans zou dan deze prachtige gelegenheid wegvallen om dit offer samen met de Gekruisigde Jezus en met de Moeder van Smarten aan de voet van het Kruis op te dragen. Houdt U zich de verschrikkelijke Smarten van Maria voor ogen, toen Jezus deze woorden sprak: "Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?". Zij was als om te sterven, want Zij begreep de diepe betekenis van deze woorden volkomen: Zij had een absoluut volmaakt inzicht in alle aspecten en achtergronden van het Verlossingsmysterie ontvangen, en was er in Haar Hart volkomen mee versmolten.

Smeekt U Maria er vurig om, dat Zij U de kracht van Haar eigen Smartvol Hart bekomt, opdat U er moge kunnen in slagen, Uw dagelijks kruis in de gesteldheid van Jezus Zelf te dragen. Toen Jezus onmiddellijk na Zijn doodvonnis vóór de Romeinse burcht in Jeruzalem het Kruis zag, dat Hij op Zijn schouder moest laden en naar Golgotha moest dragen, viel Hij op de knieën, omarmde het Kruis en snikte van brandende Liefde, de Eeuwige Vader dankend voor deze Gezel waarmee Hij de Bruiloft van de Eeuwige Liefde mocht aangaan om zielen te redden. Overweegt U dit tafereel. Ik heb het ooit op een Goede Vrijdag op mystieke wijze mogen zien, en ik voelde mij daarbij als om van Liefde en hartenpijn ter plekke te sterven. God neemt U deze ogenblikken van zwakheid niettemin absoluut niet kwalijk, omdat Hij weet hoe moeilijk het de zielen op aarde valt om zich steeds weer boven hun lichamelijke gewaarwordingen te verheffen.

Het is eveneens begrijpelijk dat U verlangt naar een meer stabiele gezondheidstoestand, opdat U vaker de Heilige Communie zou kunnen ontvangen. Nochtans is Uw toestand zoals hij is, omdat God precies met deze gesteldheid en precies in deze fase op Uw levensweg heel veel met Uw desbetreffende opofferingen kan doen. Uw leven is nu eenmaal zoals het is, omdat het voor U en voor Gods Heilsplan voor de zielen zo het vruchtbaarst kan worden. Het is onder andere mede om deze reden niet Gods Wil, dat U in de stad in plaats van op het platteland zou leven. God heeft nood aan de meest uiteenlopende offers. Daarom leeft de ene ziel hier, de andere daar, beleeft de ene ziel dit en de andere dat, enzovoort. Dit alles heeft een diepe zin, die zelfs de tijd overschrijdt. Wat U hier en nu aan offers brengt, heeft zijn waarde op Gods Tijd en op de door Hem gekozen plaats. Door Uw lijden kunt U zielen voor het Licht winnen, in Uw nabije omgeving en in de zeer nabije toekomst, maar ook in een ander deel van de wereld en over vijftig jaar; het kan ook dienen als compensatie voor zonden, die decennia geleden zijn bedreven door zielen die U nooit hebt gekend. Zo alomvattend is Gods Heilsplan.

Lieve zus, ik hoop ten zeerste dat het Licht van de Ware Hoop en de moed van de innigste Tegenwoordigheid van Maria U nooit meer zullen verlaten. Ik kan er uit eigen ervaring slechts bij U op aandringen dat U Maria in de diepste zin van het woord de Meesteres van Uw hart zou laten zijn, en U zult een diepe innerlijke Vrede en Geluk vinden, waarvan U het bestaan niet had kunnen vermoeden. Weest U gelijktijdig Maria’s vriendin, dienares en bezit, en Zij van Haar kant zal U toebehoren. Ik zou niet weten welke schat groter, mooier en waardevoller zou zijn, want:

Een leven in en met Maria, de Meesteres van alle zielen, is een leven in de voortuin van het Paradijs. Al groeit zelfs het lijden in deze voortuin, dit lijden ruikt reeds naar het Hart van God, en wekt in de ziel de ervaring van de eeuwige Bestemming.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 116
Over de effecten van verwensingen – hoe kan men zich tegen verwensingen en rituelen van zwarte magie beschermen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U gehoor hebt gegeven aan de aansporing van de Goddelijke Voorzienigheid om U uit het woestijnzand op te richten en op zoek te gaan naar de Hemelse Oase.

Staat U mij toe, meteen reeds het volgende duidelijk te stellen: De Koningin des Hemels staat mij niet toe, de juistheid over de uitspraak in verband met de over U uitgesproken voodooverwensing openlijk te bevestigen, noch deze te ontkennen. Daarom druk ik mij in deze brief voorzichtig uit, en geef ik gehoor aan de uitnodiging van onze Hemelse Meesteres om U één en ander over de verdediging tegen magische verwensingen, vervloekingen en vernietigingsrituelen mede te delen.

Een verwensing, evenals elke daad met een gelijkaardige intentie, werkt in de ziel als het ware als een 'zwart gat', door hetwelk de stromen van Goddelijk Leven wegvloeien, opdat zij voor de opbouw, respectievelijk voor de ontwikkeling van de spirituele vermogens verloren zouden gaan. Bijgevolg brengt een verwensing, respectievelijk een ritueel van zwarte magie, de nacht in de ziel: De ziel wordt van haar hoogste wezensniveaus af tot in de diepste wezensniveaus ondergraven, tot nog slechts duisternis in haar denken, voelen en verwachten overblijft. De oorzaak en uitvoerder is in al deze rituelen, praktijken of negatieve gesteldheden in het hart van diegene die de verwensingen uitspreekt, enkel en alleen de duivel. Hij is, zoals algemeen bekend, de tegenpool van het Goddelijk Licht, en al zijn werken zijn erop gericht, alle Licht door duisternis te vervangen. Dit is dan ook wat hij doet in de ziel wanneer over haar een vloek wordt uitgesproken, en zij zich niet afdoende daartegen weet te beschermen. Zij neigt geleidelijk tot depressie, krachteloosheid, negatieve en duistere gesteldheden. Zo tracht de satan, zielen voor zijn plannen te winnen: Tegelijkertijd wint hij de ziel die de vloek uitspreekt, én de ziel die het slachtoffer wordt van deze vloek.

Doorgaans gaan zielen ervan uit, dat men aan een verwensing of aan de effecten van zwarte magie machteloos overgeleverd is. Niets is minder waar. Wie is het sterkst: de duivel of God?

Hoe kan de ziel zich tegen deze rituelen of andere verwensingen beschermen, ongeacht de bron van waaruit deze vertrekken?

Hierna volgen de richtlijnen van de Meesteres van alle zielen

Ik moet meteen op de laatste woorden wijzen, die U pas hebt gelezen: 'De Meesteres van alle zielen'. Maria heeft van God een onbeperkte macht ontvangen over alle zielen, ook over alle effecten die uit de bronnen der duisternis ontspruiten. Ik verwijs in dit verband naar de Openbaring Belijdenis van een duivel op Maria’s bevel. Dergelijke visioenen worden ons als bronnen van Ware Hoop geschonken. Er is geen enkele ziel, hetzij op aarde, hetzij onder de aarde, die ook maar het geringste tegen de Koningin des Hemels kan doen. Opdat Maria Haar voor het gevolg van de satan en de werken der duisternis zo verschrikkelijke macht ten volle zou kunnen ontvouwen, is het echter noodzakelijk dat de ziel:

  1. zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toewijdt, en deze toewijding in elk detail van haar dagelijks leven en elke seconde van haar dagen bewust beleeft. Zeer strikte toewijding aan Maria, die in het volste vertrouwen wordt beleefd, is absoluut noodzakelijk voor een succesrijke uitdrijving (hetzij door priesterlijk exorcisme, hetzij door leken of door de betreffende ziel zelf, door vurig gebed en boete), waarbij men ook de tussenkomst van Maria inroept. Maria bezit de macht, de ziel zodanig onder Haar invloed en Haar leiding te brengen, dat deze bij de uitdrijving niet in een leegte belandt, die haar ten prooi zou laten aan een aanpassingscrisis.
  2. oprecht naar de ontplooiing van de macht van Maria over haar levensweg verlangt. Zij kan dit, behalve door de toewijding, eveneens doen door de gebeden 824, 843, 998 en 1006. Het is aan te bevelen, deze gebeden dagelijks te verrichten wanneer men redenen heeft om aan te nemen dat men door gerichte duistere werken wordt bedreigd.
  3. regelmatig de aanroeping herhaalt, die Maria onlangs heeft laten publiceren: Laudate Mariam, potentissima Domina diabolorum (Ik prijs U Maria, allermachtigste Meesteres over de duivelen). Ik kan getuigen, dat ik zelf door deze aanroeping de prachtigste resultaten heb mogen beleven.
  4. zich van elke angst bevrijdt, en deze door Liefde vervangt. Zij kan dit doen door zich volledig aan Maria over te geven met een blind vertrouwen op Haar Liefde en Haar macht. Maria’s bescherming over de ziel is als een vuur dat de ziel op al haar levensniveaus (ziel, lichaam, geest, hart) omhult. Deze “omhulling” wordt dikker, en brandt intenser, in de mate waarin de ziel zich uitsluitend aan Maria toevertrouwt en Haar beschouwt als datgene, wat Zij werkelijk is: Diegene die in deze Laatste Tijden de macht van God concreet in de zielen kan uitwerken. Angst sluit het hart, terwijl de ziel precies via het hart de stromen van Goddelijk Leven ontvangt, die haar voor alle Hemelse bescherming tegen de duisternis moeten ontsluiten.

De Meesteres van alle zielen heeft mij er steeds op gewezen, dat Zij (Maria) bij elke gerichte strijd tegen de duivel, hetzij door exorcisme, hetzij via een andere weg, betrokken moet worden. De bevrijding uit de effecten van een vloek of een duister magisch ritueel moet op twee pijlers gebaseerd zijn:

  1. op de Gekruisigde en Verrezen Christus, onder vermelding en aanbidding van Zijn Wonden en Zijn Bloed;
  2. op Maria als Koningin van Hemel en aarde, Meesteres van alle zielen, respectievelijk Meesteres over alle duivelen en Overwinnares over alle werken der duisternis. Maria is het absolute Meesterwerk van God, totaal onoverwinnelijk voor de duivel, zijn werken en zijn bekoringen. De ziel zelf, die van een verwensing moet worden bevrijd, doet er goed aan, Maria bovendien in Haar hoedanigheid als Medeverlosseres mee in te schakelen. Maria is de Medeverlosseres, onder andere omdat Zij de Verlossing in elke individuele ziel, die werkelijk naar de voltooiing van de Verlossing in zichzelf verlangt, kan helpen verwezenlijken. Maria kan Haar werken op dit vlak slechts met macht in de ziel ontvouwen in de mate waarin deze zich volledig en vol vertrouwen aan Haar overgeeft. De hoedanigheid van Maria als Medeverlosseres is voorlopig nog geen officieel erkend kerkelijk dogma. Nochtans heeft deze hoedanigheid in de loop van de jongste eeuw door verscheidene pausen in hun geschriften vermelding gevonden. Derhalve moet elke ziel er zonder meer van uitgaan dat deze hoedanigheid krachtens ingeving van de Heilige Geest als Waarheid geldt. In verscheidene geschriften heb ik op inspiratie vanwege de Koningin des Hemels Zelf mogen aantonen waarom aan de waarheid van de hoedanigheid van Maria als Medeverlosseres niet mag worden getwijfeld.

Voor een daadwerkelijke bevrijding uit de ketenen van een verwensing, is vergeving heel belangrijk: Zelfs wanneer de ziel niet weet van wie de verwensing of de vloek uitgaat, moet zij het werktuig, door hetwelk de uitwerking van de verwensing of de vloek aan haar is voltrokken (de oorzaak is immers de duivel zelf, het werktuig is een ziel, respectievelijk verscheidene zielen) vergeven. Precies deze akte van vergeving laat de macht van de duivel in dit werk in elkaar storten, want vergeving opent de Poort van de Hemel en roept genaden af over de onzichtbare band die door de verwensing is ontstaan, zodat deze met Licht wordt vervuld.

Ik moet er met klem op wijzen dat de aan Maria toegewijde ziel voor geen enkele duistere inwerking hoeft te vrezen, want deze ziel kan zich tegen alles beschermen. Wanneer zij Maria in zich laat heersen, kan niemand haar raken, want tegen de macht van Maria houdt geen macht op aarde of onder de aarde stand. Om het even waar een kracht vandaan moge komen, die op de ziel inwerkt, Maria zal niet toelaten dat de ziel hierdoor geschaad wordt, zolang de ziel vast in de macht van de Meesteres van alle zielen gelooft.

Ik ben graag bereid, U in deze strijd te ondersteunen. Daartoe heb ik alleen Uw toestemming nodig.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 117
Over de strategieën van de satan, en Maria’s antwoorden hierop – over de reïncarnatieleer van sekten of andere godsdiensten – over de verkondiging van 'te verwachten rampenscenario’s'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw huidige levenssituatie – of de ontwikkeling van Uw leven, want de huidige situatie is slechts een momentopname in een ononderbroken doorlopend proces – is als een modelvoorbeeld voor de strategie van de duivel in ontelbare levens in deze wereld: verwarring en dwaling. Wanneer deze beide elementen zich met lijden vermengen, groeit daaruit een combinatie, door dewelke de duivel zeer vele zielenakkers zo grondig omwoelt, dat het geheel van onze moderne wereld er uitziet als ware Gods Rijk op aarde een land vol kraters.

Maria heeft mij in de afgelopen jaren heel veel over de werkwijzen van de satan geleerd. Hij bestudeert constant elke ziel, waarbij hij in het bijzonder veel belangstelling heeft voor de specifieke zwakheden van elke ziel, en hij houdt rekening met het feit dat de meeste zielen gemakkelijk kunnen worden verleid tot een negatieve levensinstelling (dit betekent: tot een gesteldheid die in spirituele zin onvruchtbaar is, of die de ziel zelfs schade toebrengt) zodra lijden en beproevingen op hun levensweg komen. Precies deze drie elementen: verwarring, misleiding, lijden vormen samen zo ongeveer het beginpunt voor de missie van Maria in deze laatste tijden, als Meesteres van alle zielen. Inderdaad:

  • tegenover de verwarring stelt Zij het onderricht in de ondubbelzinnige voorschriften van het Goddelijk Leven;
  • tegenover de dwaling of misleiding stelt Zij het onderricht in de volle Waarheid van God en Zijn wonderbare Mysteries;
  • tegenover het lijden stelt Zij het onderricht in nieuwe wijzen om het lijden te beschouwen, zodat de ziel er op een heel andere, meer vruchtbare wijze leert mee omgaan.

De ervaringen die U in verband met het zogenaamde genadeoord hebt opgedaan, dragen onmiskenbaar de handtekening van de duivel in zich. Hij bedient zich bij voorkeur van een atmosfeer die voor zijn werken de volmaakte dekmantel vormt: een atmosfeer die religieuze werken laat vermoeden. Reeds de beide hierna aangeduide kenmerken van dit oord zeggen eigenlijk alles:

• De werken die daar plaatsvonden, werden verricht door een 'wedergeboren Paulus' en een 'wedergeboren Mattheüs'. Het geloof in de wedergeboorte van een ziel vormt één van de gevaarlijkste misleidingstactieken van de satan.

God schept elke ziel voor één enkel leven op aarde. De ziel moet binnen de haar toegemeten tijd haar levensopgave vervullen. Wanneer God de ziel tot Zich terugroept, wordt over de mate van vruchtbaarheid van haar beëindigde aardse leven geoordeeld, en de ziel gaat de weg, die uit het resultaat van het Goddelijk Oordeel voortvloeit. Dit alles is eenmalig.

Een ziel wordt niet voor een tweede maal naar de wereld gestuurd. Tegen de achtergrond van Gods Wijsheid en Zijn Werken ware dit volledig absurd, aangezien elke ziel haar unieke eigenheid bezit, en zij op grond van de verbinding tussen haar eigenheid en de beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid op haar levensweg, haar spirituele ontwikkeling naar de volmaaktheid toe moet laten groeien. Dit alles moet zij echter binnen het bestek van één enkel leven voltooien.

Elke ziel wordt daartoe speciaal op een specifiek tijdstip en op een specifieke plaats geboren, omdat zij precies in deze tijdsruimte en op die plaats een taak heeft, die Gods Plannen moet dienen. Paulus en Mattheüs hebben hun specifieke taak bijna 2000 jaar geleden voltooid, en leven nu in de Eeuwige Gelukzaligheid. Aan te nemen dat zij nu opnieuw in een stoffelijk lichaam op aarde zouden leven, zou neerkomen op een totale verloochening van Gods Liefde, en is volkomen onverenigbaar met Gods onfeilbare Wijsheid. Maria drukt de zielen eens en voor altijd op het hart:

"Wanneer in om het even welke context sprake is van gereïncarneerde, wedergeboren zielen, moeten de zielen zich zonder meer onmiddellijk van de betreffende werken of de betreffende idee losmaken, en deze beslist als ketterij afwijzen. Het leven van elke ziel is een eenmalig geschenk van God". (Maria, Meesteres van alle zielen)

• De werken in het zogezegde 'genadeoord' gaan samen met de verkondiging van catastrofetheorieën of de verwachting van rampenscenario’s. Ik heb mij daarover in opdracht van Maria reeds herhaaldelijk geuit: U hebt trouwens zelf moeten ervaren – en U bent absoluut niet de enige – wat dergelijke verkondigingen in de zielen teweeg brengen: depressies, angstpsychosen, paniek, de neiging om zichzelf met andere zielen te vergelijken (zal deze of gene de zuivering van Gods wege mogen overleven? Is deze het dan waard, door God gespaard te worden?...) Dit alles past prachtig binnen het kader van de werkwijzen van de satan. De zielen worden volkomen onvruchtbaar gemaakt doordat zij enkel en alleen nog met de voormelde catastrofen bezig zijn, zich voortdurend overgeven aan allerlei speculaties, en daarbij helemaal de opdrachten vergeten, die God elke dag opnieuw via Zijn Voorzienigheid naar hen wil laten toekomen. De zielen worden dus verlamd in hun spirituele groei naar God toe. Uiteindelijk keert de ziel zich dan van God en van het Ware Geloof af, omdat zij zozeer over 'het gebrek aan Liefde in Gods Hart' ontgoocheld is, en voor haar de hele christelijke Leer ongeloofwaardig is geworden.

Ik blijf beklemtonen:

God heeft er geen belang bij, dat zielen van de aardbodem worden weggeveegd. Elke ziel moet binnen de haar toegemeten tijd trachten, de staat van heiligheid te verwerven. God heeft er slechts belang bij, dat zoveel mogelijk zielen dit tijdens hun leven weten te verwezenlijken. Een uitroeiing van zielen op grote schaal brengt de voltooiing van Zijn Heilsplan geen stap vooruit. In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen brengt Maria de zielen kennis en inzichten met betrekking tot Gods Werken en tot het wezen van Zijn grote Heilsplan, opdat zij zouden begrijpen dat vele tegenwoordige onheilsverkondigingen niet van God afkomstig zijn.

Het is volkomen begrijpelijk dat U niet goed weet, wat God met Uw leven van plan is. Een mensenleven laat nooit een heel precieze voorspelling toe. God zou dit eenvoudigweg niet toelaten, omdat de ziel die de loop van haar leven vrij precies zou kunnen voorspellen, alle verdiensten zou verliezen, die zij slechts op grond van een constante aanpassing aan de steeds veranderende situaties kan verwerven. Wanneer de ziel dus met het steeds wisselende landschap van haar levensweg wordt geconfronteerd (op grond van de vele bochten in deze weg) en er bovendien nog de niet te voorziene weersomstandigheden (de veelheid en verscheidenheid aan beproevingen) op de koop toe moet bijnemen, kan zij zeker in verwarring komen.

De vermoeidheid van vele zielen heden ten dage is tegelijkertijd een lichamelijke, een spirituele en een emotionele vermoeidheid. De zielen staan constant bloot aan massa’s zintuiglijke indrukken en elkaar tegensprekende informatie. Dit betekent meteen, dat de ziel voortdurend af te rekenen krijgt met informatie die zij ervaart als 'niet in overeenstemming met Gods Wet'. Om een beeld te gebruiken dat U als arts duidelijk zal zijn: De ziel reageert op alle indrukken van buitenaf zoals het immuunsysteem reageert op allergenen, virussen, bacteriën, enzovoort. In het licht van de hoeveelheid aan indrukken, kan het immuunsysteem overrompeld worden. Iets gelijkaardigs gebeurt ook in de ziel. Wat betekent dit nu met het oog op Uw huidige gezondheidstoestand?

U bent ten prooi aan de uitputtingstoestand die men 'burn-out' noemt. Dit syndroom vertoont niet toevallig gelijkenissen met de spirituele toestand van zeer veel zielen: Zeer velen zijn op het spirituele niveau als uitgeblust. U kunt Uw lijden zeer zinvol en vruchtbaar maken door het aan Maria op te offeren om voor wegkwijnende zielen nieuwe levenskracht te bekomen. Eén van de methodes via dewelke Maria de zielen tot nieuwe inzichten en beschouwingswijzen tracht te leiden, bestaat hierin, dat Zij in oneindig veel beelden duidelijk maakt hoe zielen hun beproevingen, ziekten, enzovoort, vruchtbaar kunnen maken, welke diepe spirituele betekenissen deze kunnen hebben, enzovoort. Een dergelijk inzicht kan in de ziel de ommekeer teweeg brengen van het gevoel, gevangene van haar lot te zijn, naar een gevoel van een volledige bevrijding. Maria verlangt ernaar dat, bijvoorbeeld, de vele zielen die onder 'burn-out', chronisch vermoeidheidssyndroom of fibromyalgie lijden, hun chronisch lijden aan de Koningin des Hemels zouden aanbieden om vele zielen op een hoger niveau van spiritueel inzicht en van het Goddelijk Leven te helpen tillen. Hierdoor zou dit chronisch lijden een diepe zin krijgen. Tot dit doel worden deze lijdenden dan ook geroepen.

Uw chronische rugpijn zou U heel vruchtbaar kunnen maken door deze aan Maria toe te wijden om de genade te bekomen voor vele zielen die weigeren, hun dagelijkse kruisen te dragen: Deze zielen werpen de beproevingen van het dagelijks leven van hun rug af, of zij beklagen zich erover dat de kruisen te zwaar op hen drukken. Het is alsof Uw rugspieren zich verzetten tegen de last die op U rust, en constant gespannen staan. Dit betekent niet dat U dit zo ervaart, doch dat God U er voorzichtig toe uitnodigt, eerherstel te brengen voor deze noden binnen Zijn Heilsplan. Dit eerherstel zal U in het verborgene de genade van een spirituele groei en de daarmee gepaard gaande innerlijke Vrede opleveren.

Maria benadrukt steeds opnieuw hoe belangrijk het is dat zielen zouden beseffen dat hun beproevingen en lijden geschenken zijn, via dewelke God hen de kans geeft, zich spiritueel te verheffen en de voltooiing van Zijn grote Heilsplan naderbij te helpen brengen. Het uiteindelijke doel is toch de grondvesting van Gods Rijk van Liefde en Vrede, en derhalve de ontworteling van alle ellende op aarde.

Zo zult U geleidelijk ervaren dat de volledige overgave aan de Meesteres van alle zielen, en het in de praktijk omzetten van Haar openbaringen, ook op Uw levensweg de landschappen mooier zal maken. Het mogen dan dezelfde bomen blijven, toch zult U bloesems ontdekken waar U deze voordien niet zou hebben vermoed.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 118
Over de roeping tot het kloosterleven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De roep tot een leven in een klooster, wanneer het om een echte roeping gaat, is heel mooi, en men dient hieraan gevolg te geven, omdat de roep die een echte roeping in zich draagt, in de ziel datgene ontsluit waartoe de ziel tenslotte in de wereld is gekomen. Gevolg geven aan een ware roeping, komt neer op het ontgrendelen van de deur naar het eigenlijke Leven. Achter deze deur is de schat verborgen waaruit de ziel haar Eeuwig Heil moet opbouwen. Deze schat moet men zich voorstellen als het geheel aan genaden, die God specifiek voor de vormgeving van de levensweg vrijmaakt, wanneer de ziel haar weg precies wil richten naar de Plannen die God met haar leven heeft.

Hoe kan de ziel weten of de roeping tot het kloosterleven, die zij voelt, reëel is?

Haar hart zal het haar verraden. Wanneer de roep tot een leven in het klooster echt is, zal het hart zich verheugen over de componenten van dit leven, die God in een dergelijk leven zou willen vinden. Ik druk het precies zo uit, omdat er een verschil is tussen wat God met iets beoogt en datgene, wat de wereld daar in vele gevallen van gemaakt heeft. De enige atmosfeer die in Gods ogen geschikt is voor een klooster, is deze welke de ziel de kans geeft:

  • zich in de stilte te ontplooien;
  • zich aan bezinning over te geven;
  • een zo zuiver en zo rechtstreeks mogelijk contact met God tot stand te brengen, en dit contact als het uiteindelijke doel van al haar bestrevingen en interesses te koesteren;
  • aan de wereld te verzaken;
  • alle deugden in zich tot bloei te laten komen;
  • de vergeestelijking in zichzelf stap voor stap te voltooien, en
  • de Liefde voor het gebed, de boete en de aanbidding te laten bloeien.

In vele kloosters worden niet langer al deze noden van de ziel, die een atmosfeer van Gods onmiddellijke nabijheid in zich wil beleven, bevredigd. Dit zal vooral niet het geval zijn in die kloosters binnen dewelke de invloeden van de wereld, respectievelijk van het modernisme, wortel hebben geschoten. In de mate waarin in een klooster de oude traditie heerst, zullen precies die zielen zich vervuld voelen, die de roep tot een kloosterleven als een ware roeping hebben ervaren. God heeft bij de roeping eveneens de passende ingesteldheid ingestort, die dit leven voor Zijn plannen vruchtbaar kan maken. De ziel verlangt dan naar een levensatmosfeer die overeenstemt met de zo-even vermelde atmosfeer, die door God als bij een klooster passend wordt beschouwd.

De roeping tot het kloosterleven is een ervaring waardoor de ziel zich aangespoord voelt om zich van de wereldse gehechtheden los te maken en het rechtstreeks contact met God te zoeken, evenals naar een levensatmosfeer die haar naar de werken voor de eeuwige dingen toe trekt. Wanneer de ziel tracht, zich inwendig een leven in de 'passende kloosteratmosfeer' voor ogen te houden, en zij daarna in haar binnenste kijkt en naar haar hart luistert, en zich in een steeds dieper wordende Vrede ondergedompeld voelt worden, moet zij ervan uitgaan dat Gods Geest heeft gesproken. Het is tenslotte Gods Geest die in het hart de juiste gesteldheid voorbereidt, op grond van dewelke de ziel in dat specifieke leven de vruchtbaarheid moet bereiken. Wanneer de ziel bij een dergelijke beschouwing eerder angst, onrust of twijfel voelt, gaat het niet om een echte roeping, want dan is er geen sprake van overeenstemming tussen de Wil van God voor de levensweg en de innerlijke gesteldheid van de ziel. Dit betekent, dat de Geest van God deze ziel niet voor het kloosterleven 'heeft voorbestemd'.

De volkomen Vrede ervaart de ziel bij het 'in-zichzelf-kijken' slechts in die gevallen, waarin de innerlijke gesteldheid volkomen met Gods Plan overeenkomt, met andere woorden, wanneer de ziel haar eigenlijke roeping heeft gevonden.

Bij dit 'in-zichzelf-kijken' moet de ziel bovendien vooraf een kleine balans opmaken: Wat kan ik van mijn innerlijke gesteldheid maken? Welk zaad draag ik in mij, en hoe kan ik dit laten bloeien? Welke zijn mijn zwakheden, en in hoeverre kunnen deze mij het kloosterleven moeilijk maken? Welke verwachtingen heb ik: In welke mate geloof ik, dat ik mijn zwakheden in voldoende mate kan overwinnen om de kloof tussen mijn huidige gesteldheid en mijn ideaal te overbruggen?

Lieve broeder, op dat ogenblik ontsluit zich voor U als aan Maria toegewijde ziel de geloofstest: Geloof ik vast genoeg:

  • in de macht van Maria, die alles voor mij kan doen, en de Liefde van Maria, die alles voor mij wil doen?
  • in mijn Liefde voor Maria, omdat het van deze Liefde zal afhangen hoe ver ik in mijn inspanningen bereid ben te gaan om de hand te reiken aan mijn Hemelse Meesteres, die op de tegenoverliggende rand van de kloof op mij wacht om mij in het land van de vervolmaking als monnik binnen te leiden?
  • in de werking van de Goddelijke Voorzienigheid die mij heeft geroepen, en mij dus niet in het niemandsland zal willen achterlaten. De stem van de Heilige Geest heeft niet in mij gefluisterd opdat ik mij in een avontuur zou storten waarvan zelfs Hij niet eens zou geloven dat ik ertegen opgewassen ben.

Lieve broeder, wanneer God een ziel roept, doet Hij dit slechts omdat Hij er zeker van is:

  • dat de ziel zal slagen (omdat Hij Zelf immers de ziel heeft uitgerust);
  • dat de door Hem getoonde weg de weg van de hoogst mogelijke vruchtbaarheid voor de ziel is;
  • dat de ziel op de getoonde weg precies de plaats zou bekleden waarop Hij haar heeft voorzien, voor het welzijn van het geheel van Zijn Heilsplan.

God wil voor elke ziel slechts de heiligheid, en verlangt ernaar dat zij datgene zou doen, wat Zijn Plannen voor het Heil van de hele schepping het beste kan dienen.

Nu volgen de concrete adviezen van de Meesteres van alle zielen voor U:

  • Wijdt U zich nogmaals heel diep en met heel Uw hart toe aan Maria. Indien dit U een hulp kan zijn, sluit ik mij graag bij deze toewijding aan, door haar in het hart voor U te helpen bekrachtigen.
  • Volgt U alle onderrichtingen van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, want dit is zaad voor een Hemelse Boomgaard voor elke ziel.
  • Kijkt en luistert U gedurende een bepaalde tijd zo regelmatig mogelijk naar Uw binnenste, waar de Meesteres van alle zielen U inzicht in Uzelf zal schenken, dat U nodig zult hebben om Uw werkelijke leven te beginnen, het leven van Uw ware roeping;
  • Indien U er dan al de gelegenheid toe krijgt: Verblijft U eens gedurende een korte tijd in een klooster. Laat U Uw ziel onderdompelen in de atmosfeer aldaar, en kijkt U daarbij voortdurend in Uw hart. Ontdekt U bij Uzelf tekortkomingen, smeekt U dan de Meesteres van alle zielen in alle nederigheid om leiding en om het Vuur van Haar volmaakte Hemelse Liefde. Indien mogelijk, herhaalt U deze ervaring nogmaals in een ander klooster, opdat U Uw innerlijke reacties op de eventuele verschillen zou kunnen testen. Deze vergelijking zou wel eens heel veelzeggend kunnen zijn;
  • Zodra U een beslissing hebt genomen, verzoekt U dan een priester om zijn zegen, geeft U zich volledig in de handen van Maria, en meldt U zich aan bij de poort van het klooster waar U opgenomen kunt worden, en waar U graag zou leven. Dit zal het begin zijn van een leven, dat U als een echte wedergeboorte zult kunnen ervaren in de mate waarin U het in alle details samen met Maria leeft.

Tracht U vanaf nu steeds minder naar de geluiden van de wereld te luisteren, en steeds meer naar de stilte van Uw eigen hart. In de stilte fluistert Gods Geest Zijn Eeuwige Wijsheid, die Heil in de ziel instort. Op mijn vurig gebed om Maria’s leiding kunt U rotsvast vertrouwen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 119
Over de wereldse rechtspraak – over de spirituele omgang met een 'lopend gerechtelijk proces' en met het uiteindelijk vonnis van een wereldse rechtbank

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Een rechtszaak is gebaseerd op het zoeken naar wereldse gerechtigheid. De wereldse gerechtigheid komt niet altijd overeen met de Goddelijke Gerechtigheid. Nochtans bestaat in dit verband een gouden regel, die U naar Gods maatstaven met zekerheid Gods welbehagen kan opleveren.

Beschouwt U eens de situatie:

Er bestaat een kans dat U een huis wordt toegewezen, in hetwelk zich meermaals een gebeurtenis van spirituele waarde heeft voorgedaan. Omdat Uw erfenis aangevochten wordt, moet hierover nu door een rechtbank worden beslist. U bent ervan overtuigd dat, indien dit erfdeel U desondanks toegewezen wordt, U mogelijk aanzienlijke kosten zult moeten maken, want het huis is bouwvallig.

Voor Uzelf en Uw gezin is de wachttijd een ware beproeving, die U door de Hemel wordt opgelegd. Met het oog op de toestand van het huis had U afstand kunnen doen van de erfenis. U hebt dit echter niet gedaan omdat U de genegenheid van de eigenares tijdens haar leven, en haar vertrouwen in Uw zorgen na haar heengaan, niet wil verloochenen. In Gods ogen is dit een heel belangrijke, deugdzame beslissing, want U hebt gekozen voor de naastenliefde, zelfs over de grenzen van de dood heen.

De Meesteres van alle zielen dwingt U tot geen enkele stap, in welke richting dan ook. Dat zou Zij nooit doen, omdat Uw vrije beslissing voor God niet in het gedrang mag worden gebracht. Zij laat mij U echter enkele stappen doorgeven die U, samen met het genadenrijke fundament dat U door Uw deugdzame ingesteldheid hebt verworven, in spirituele zin de hoogst mogelijke vruchtbaarheid kunnen opleveren. U weet immers dat de Hemel geen aardse, doch slechts spirituele vruchten beoogt:

  • Wijdt U het leven van de overleden eigenares met al haar Liefde, haar verwachtingen, haar Hoop en haar lijden toe aan Maria;
  • Wijdt U de persoon die de erfenis heeft aangevochten, toe aan Maria, in het bijzonder haar materiële ingesteldheid, opdat haar hart gereinigd moge worden en haar ziel op het Licht van de Liefde en de Wijsheid mogen worden gericht;
  • Wijdt U Uw eigen verwachtingen, twijfels, Hoop, spanningen, zorgen, de hele reeds doorstane twist en alle negatieve ervaringen en kwetsuren, alsook Uw onrust over het onbekende dat op U afkomt, toe aan Maria;
  • Wijdt U de dames en heren rechters, die in deze aangelegenheid beslissingen moeten nemen, toe aan Maria, opdat zij op de beslissende dag uitsluitend door het Licht van de Heilige Geest mogen worden geleid.

Na deze toewijdingen spreekt U elkaar als gezinsleden moed in, en legt U jegens elkaar de belofte af, louter en alleen positief en liefdevol over deze zaak, over de dame die de erfenis betwist, over de rechtbank en over de toekomst te spreken, en U helpt elkaar wederzijds om aan deze belofte trouw te blijven. Let wel, dit zal helemaal niet zo gemakkelijk blijken te zijn, maar U zult daardoor de ideale atmosfeer voor een Hemelse tussenkomst scheppen.

De eigenlijke vuurproef zal komen op de dag van de gerechtelijke beslissing, omdat uit deze beslissing de Wil van God zichtbaar zal worden. De gouden regel op dewelke ik aanvankelijk heb gewezen, luidt:

Wanneer alle aspecten van een probleem vurig en in volledige overgave aan Maria toegewijd worden, en de gesteldheid waarin deze toewijding gebeurt, onvoorwaardelijk in stand wordt gehouden, moet de ziel de beslissing door dewelke over de toegewijde situatie uitspraak wordt gedaan, zodanig beschouwen alsof zij door de Goddelijke Voorzienigheid zou zijn getroffen.

Dit betekent dat, ongeacht hoe de rechtbank over de toewijzing van het huis beslist, U de nieuwe situatie moet aanvaarden.

Wordt het huis U niet toegewezen, dan moet U ervan uitgaan dat God Uw motivatie om de erfenis aan te nemen omdat daar iets spiritueels is gebeurd, met vreugde en welgevallen heeft aangenomen, en dat U daarvoor Uw loon in de eeuwigheid zult ontvangen, doch dat Hij het in Zijn onmetelijke Wijsheid beter heeft geoordeeld, dat de last van deze erfenis niet langer op U zou rusten. Wij weten niet altijd waarom iets 'niet mag zijn', respectievelijk 'absoluut beter wel zo is', maar Hij weet wat spiritueel goed is voor ons en wat niet.

Met een gerechtelijke beslissing vrede nemen, is natuurlijk altijd zonder meer een deugd. Wanneer een dergelijke beslissing na vurige toewijding van alle details en het in stand houden van een positieve atmosfeer desondanks ongunstig uitvalt, kan dat wel eens pijnlijk aankomen, in bepaalde gevallen zelfs een lichte geloofscrisis uitlokken. Het is echter heel belangrijk dat de ziel in een dergelijk geval haar vertroosting zoekt in de waarheid, dat:

God nooit iets laat gebeuren, dat niet gunstig zou zijn voor onze ziel – soms echter pas na enige tijd – en dat Hij ook negatieve, ogenschijnlijk zelfs schadelijke effecten van een gebeurtenis zo omvormt, dat deze voor onze eeuwige ontplooiing zeer genadenrijk worden. De enige voorwaarde opdat dit systeem van de barmhartige compensatie zich ten volle zou uitwerken, is de overgave vol vertrouwen, de aanvaarding en de Hoop vanwege de ziel.

Is de rechterlijke uitspraak echter gunstig voor U, en vloeien daaruit dan de voorziene kosten voort, dan mag U ervan overtuigd zijn, dat de Goddelijke Voorzienigheid U in alles zal bijstaan. God laat de Zijnen niet in de steek. Jammer genoeg kan het ons vaak één en ander kosten vooraleer wij de tekenen herkennen. Zelfs wanneer wij in wereldse zin 'bloeden', toch moeten wij er altijd met recht en reden van uitgaan dat dit 'bloed' (in overdrachtelijke zin) door 'bloed van Goddelijk Leven' zal worden vervangen, met andere woorden: Alles wat hier op aarde bitter smaakt, wordt in de ziel omgezet tot honing, op voorwaarde dat in de kelk van de ziel reeds de zoetkracht van de Ware Liefde en de overgave aanwezig is.

Wanneer U Uw probleem, zoals trouwens elk aards probleem, louter in de spirituele zin beschouwt, kunt U alleen maar winnen: Voor de ziel die alles met God deelt en Zijn leiding oprecht en liefdevol aanvaardt, zijn er helemaal geen verliezen. Tenslotte leven wij niet voor het aardse, doch slechts voor het eeuwige.

Ik zal heel graag voor U om ondersteuning bidden, vooral omdat deze ervaring voor U allen is zoals een semester in 'de school van de vervolmaking in de deugd'. Dergelijke ervaringen kunnen de spirituele ontwikkeling voor de eeuwigheid in hoge mate in de hand werken. Daarom is het heel belangrijk dat U met deze fase van Uw leven op de juiste wijze omgaat. U staat echter niet alleen in de strijd, want wij vormen toch een ketting van Licht. Ik wens U veel succes voor Uw zielen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 120
God oordeelt niet naar de prestatie, doch naar de gesteldheid van hart

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het spijt mij dat U de toewijding op 2 februari hebt moeten missen. Het spreekt vanzelf dat de Moeder Gods U hierin heeft opgenomen, omdat U er in Uw hart naar hebt verlangd, eraan deel te nemen. God oordeelt een ziel niet in de eerste plaats op grond van haar werkelijke prestatie, doch op grond van haar gesteldheid van hart. Datgene wat een ziel doet, of net niet doet, krijgt juist zijn waarde door wat in haar hart leeft, of daar net niet leeft. Zo kan een ziel die oprecht verlangt, iets goeds te doen, doch dit door omstandigheden buiten haar wil om, niet kan doen, niettemin de volle verdienste van de beoogde handeling verwerven. Zo ver gaat Gods Barmhartigheid.

De gesteldheid van hart is steeds doorslaggevend. Eigenlijk hoeft dit ons helemaal niet te verwonderen. Het hart is de haard van de Liefde, het centrum waardoor de stroming van de Goddelijke Liefde actief en welbewust in de ziel wordt opgenomen, en van waaruit deze Liefde eveneens naar de medeschepselen toestroomt. Om deze reden bepaalt de gesteldheid van dit centrum de werkelijke toestand van de ziel en de werkelijke waarde van de meeste, indien al niet van alle, spirituele processen. De mate waarin gedurende spirituele processen Liefde wordt ervaren, bepaalt de mate aan Licht die van de ziel uitstroomt. Dit Licht is onzichtbaar voor de medeschepselen, maar het kan door sommige mystiek begaafde zielen heel precies worden aangevoeld. Voor God, Maria en de engelen is dit Licht ongeremd waarneembaar. Wanneer de ziel in haar verlangen ten aanzien van deze goede handeling wordt teleurgesteld, vermengt zich dit Licht met het vuur van de pijn, en wordt het voor God, indien mogelijk, nog waardevoller.

Alles is Goddelijke Voorzienigheid. God streeft met alles de verwezenlijking na van een welbepaald Plan. Soms blijkt op zekere dag het missen van een kans, waarvan de ziel schijnbaar niets dan goeds kon verwachten, een zegen te zijn geweest. Door de gemiste kans in aanvaarding te dragen, betoont U tegenover God, respectievelijk Maria, gehoorzaamheid jegens een beschikking van de Voorzienigheid. Misschien blijkt Uw deelname aan de toewijding van 25 maart voor U genadenrijker te zijn, omdat U nu de kans krijgt, de toewijding nog beter voor te bereiden.

Uw verlangen, de deugden nog meer in de diepte te leren kennen en beleven, zou wel eens in vervulling kunnen gaan door bestudering van het boek Lentebloesems aan de Levensboom.

De Meesteres van alle zielen verheugt Zich over U voor de nakende toewijding. Beschouwt U die gelegenheid gerust als een bijzondere verbintenis met Haar, en de voorbereidingstijd tot die dag als het aanpassen van het juiste kleed voor de bijzondere gelegenheid, want men biedt zich bij de Koningin van Hemel en aarde slechts aan op zijn paasbest.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 121
Over de begrensdheid van de psychologie –
hoe kan men een depressieve ziel helpen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ondanks sommige onmiskenbare verdiensten die de psychologie heeft verworven, raadt Maria in de meeste gevallen met klem af om psychologisch advies in te winnen. Ik onderstreep onmiddellijk dat ik met deze woorden geen enkele persoonlijke mening tot uitdrukking breng, doch zoals steeds uitsluitend datgene verwoord, wat Maria mij via de mystieke weg heeft geleerd.

Wij moeten deze stelling zo begrijpen (en hiermee verkondig ik de onderrichting van de Moeder Gods) dat:

  1. de psychologie een complex van menselijke kennis vertegenwoordigt, die steeds heel onvolledig is. De menselijke geest is zo complex dat enkel en alleen God deze volledig kan doorgronden. De mens zal steeds slechts een klein gedeelte van de diepten en processen van de menselijke geest kunnen doorgronden. Op grond daarvan is de kans zeer groot dat psychologische adviezen zeer onvolledig, indien al niet volledig verkeerd zijn.
  2. de analyse van de geest (psychoanalyse) niet strookt met de Goddelijke Wet, volgens dewelke het terugkeren naar het verleden, niet om de herinnering slechts tot nut te maken als les voor de toekomst, doch om deze werkelijk tot in de details te ontleden, de ziel en haar ontwikkelingsprocessen volledig lam legt. De ziel die zich in haar eigen geestelijke processen uit het verleden begint te verdiepen, leeft niet meer in het heden. In deze gesteldheid kan zij zich niet meer openstellen voor de opdrachten die God haar elke dag opnieuw schenkt.

Wij moeten ons overigens voor ogen houden dat God alles op onze levensweg zo leidt, dat het volgens Zijn onfeilbare Wijsheid voor ons het vruchtbaarst is. Elke gebeurtenis, elke situatie in het leven, kan door de ziel volledig vruchtbaar worden gemaakt, vooral de beproevingen. De gouden Wet van de volledige toewijding aan Maria zegt bijvoorbeeld, dat de ziel precies het beste van de dagelijkse gebeurtenissen maakt door deze dagelijks aan Maria toe te wijden en hen verder te laten rusten. Beschouw het volgende beeld, door hetwelk Maria de juiste toewijding voorstelt:

Een gebeurtenis of situatie aan Maria toewijden, kan men daarmee vergelijken, dat men deze gebeurtenis of situatie begraaft in de bodem van het Hart van Maria. In deze heilige grond groeien op grond van deze toewijding Hemelse bloemen, omdat de toewijding immers gewoonlijk tevens de dagelijkse beproevingen bevat. Wanneer de ziel nu naar deze gebeurtenissen of situaties terugkeert met de bedoeling, zich deze steeds weer precies in herinnering te brengen en/of deze grondig te analyseren (denken wij daarbij aan de psychoanalyse), is het alsof de ziel de bodem van Maria’s Hart begint om te woelen. Dit betekent:

  1. dat de ziel zich schuldig maakt aan beschadiging van Maria’s eigendom;
  2. dat de ziel de bloemen vernietigt, die op het zaad van haar toegewijde beproevingen gegroeid zijn, omdat de beproevingen zich door de toewijding met de Liefde van Maria hebben vermengd en door Gods Genade in levenskracht voor de eigen ziel en andere zielen omgevormd zijn.

Wat kan men nu concreet doen?

Ikzelf zou deze familie graag door een bijzondere toewijding aan de voeten van onze Hemelse Meesteres en Moeder neerleggen. Deze toewijding zal samengesteld zijn uit het leven, de beproevingen, de radeloosheid, de vertwijfeling, de angsten, de hopeloosheid, de ontmoediging, de teleurstellingen, en in het algemeen alle leed van dit echtpaar samen met dat van hun kinderen. Van Uzelf, en indien mogelijk ook van andere vrome zielen die aan deze gebedskring willen deelnemen, verlangt Maria vurig gebed met de intentie dat deze ongelukkige zielen mogen worden bevrijd van elke gespannenheid en hopeloosheid, en zij zich mogen kunnen openstellen voor het ware Licht van de Hoop, de moed, en de echte levenskracht. Het is daarbij heel belangrijk dat de moeder geen medicijnen inneemt, want deze remmen vaak de inwerking van de genade. Ik schrijf dit niet uit mijzelf, doch op grond van de lange ervaring met mystieke inwerkingen van de Moeder Gods in zieke zielen, vooral in die gevallen waar de geest zwaar belast is.

Het is uiterst belangrijk, dat van alle zielen die met deze mensen in contact komen slechts rust, vertrouwen en innerlijke Vrede uitgaan. Een ziel die angstig is, of door depressieve gedachten verduisterd, heeft om zich heen het Licht van liefdevolle en vertrouwvolle zielen nodig, die niet zozeer door woorden doch vooral door hun gedrag en hun hele uitstraling het Ware Leven voelbaar maken. In de Schepping stroomt de ware levenskracht tussen de zielen. Een sterkere ziel kan een minder sterke slechts 'opnieuw tot leven helpen wekken' in de mate waarin zij het Licht van de Ware Liefde, de Ware Hoop en bemoediging, en het ware geloof in de toekomst, om zich heen uitstraalt.

Houdt U zich goed voor ogen dat elke ingesteldheid die gepaard gaat met depressie, angst, vertwijfeling, zelfmoordgedachten en dergelijke, in de ziel werkt zoals een 'zwart gat' dat alle levenskracht in zich opzuigt, zodat slechts een grote leegte achterblijft. Aldus lijkt deze ziel zich met haar eigen duisternis te voeden, wat haar steeds zwakker maakt. De ziel lijkt werkelijk leeg te lopen, het Ware Leven te verliezen. In principe is er slechts één kracht die deze toestand kan omkeren: de Ware Liefde. Het gaat namelijk om ingesteldheden die door de krachten der duisternis worden opgewekt en daarom slechts door het Goddelijk Licht gecompenseerd en omgekeerd kunnen worden. De ware draagster van het Goddelijk Licht is de Ware Liefde. Tracht U naar deze zielen toe deze kracht te vertegenwoordigen. U zult dit echter slechts kunnen wanneer U deze zielen tegemoet treedt met Maria in Uw hart. Vertrouwt U deze zielen toe aan Maria. Zij kan deze situatie omkeren, maar Zij wacht op de inzet van verscheidene zielen die vertrouwen op de overwinning van het Licht. Gebeden, en indien mogelijk bepaalde offers, zullen het Licht en de ware levenskracht over dit ongelukkige gezin afsmeken.

Steeds graag bereid,

In Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 122
Over de individuele vorming van een ziel die tot de mystiek geroepen is – over het verenigen van beproevingen met de Passie van Christus – hoe kan men een ziel helpen die 'werktuig van de duivel' is? – over het verlaten van de ene ware Katholieke Leer ten gunste van andere godsdiensten – over de Mariatoewijding – over dit Apostolaat

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Om te beginnen, wil ik graag ingaan op Uw vraag, of – met het oog op de grote hoeveelheid aan geschriften – Myriam werkelijk één persoon is, of een apostolische groep. U hebt deze vraag niet louter toevallig gesteld, want de Moeder Gods verheugt Zich erover, het volgende duidelijk te kunnen stellen:

Vanzelfsprekend is Myriam één enkele persoon. Een mystieke roeping is altijd strikt individueel. Een roeping tot welbepaalde verkondigingen, zoals in dit geval, zou absoluut niet anders dan individueel vorm kunnen krijgen. Wanneer God aan de zielen een welbepaald pakket aan kennis en inzichten wil meedelen, zoekt Hij daartoe een ziel, die vervolgens intensief naar dit doel toe wordt gevormd. Dit zou zich helemaal niet door verscheidene zielen als groep kunnen voltrekken. God, respectievelijk Maria, werkt niet doorheen een meervoud aan zielen naar hetzelfde doel van verkondiging toe. De ware mystiek is een strikt individuele zaak tussen een Hemels Wezen en een individuele ziel op aarde. Een ziel die voor een mystiek doel wordt gevormd, wordt daartoe langsheen een heel specifieke weg geleid, op dewelke zij – op basis van de specifieke gaven, ervaringen en innerlijke gesteldheden waarover zij beschikt – in een bepaalde richting wordt gestuurd, terwijl zij steeds opnieuw wordt getest, en wel zo lang, tot duidelijk is dat zij voor het specifieke Goddelijk Werk is geschikt, voor hetwelk zij geroepen en gevormd is.

De ziel in mystieke vorming, wordt getest op zuiverheid, Liefde, gehoorzaamheid, overgave, weerstand tegen beproevingen en het vermogen van onderscheiding tussen Licht en duisternis, tussen Waarheid en onwaarheid. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou de mystieke ziel gemakkelijk ten prooi kunnen vallen aan de duivel, want de volledige opening van het mystieke kanaal maakt de ziel meteen bijzonder gevoelig voor de beide zijden van de bovenaardse werkelijkheid: de Hemel, en de andere zijde. Zodra de ziel zo ver is, zich van het ene ogenblik op het andere voor de aanrakingen en ingevingen van Boven te kunnen openen, is zij ook zeer gevoelig voor de tegenwoordigheid van de duivel. Mocht zij niet het vermogen bezitten om onmiddellijk en heel scherp doorheen de vermommingen van de duivel heen te kunnen kijken, dan zou zij zijn als een werktuig dat steeds de muren afbreekt van Diegene, die Zich van haar bedient. God kan en wil Zich dit niet veroorloven.

Daarom is het ronduit een maaksel van de duivel wanneer zielen beweren dat zij samen met een andere ziel 'één en dezelfde mystieke taak' hebben, alsook wanneer zielen beweren dat zij de mystieke taak van een andere ziel hebben overgenomen nadat deze om één of andere reden (bijvoorbeeld overlijden) deze taak niet meer kan uitvoeren.

Gelooft U mij, ik schrijf dit, zoals steeds, niet uit mijzelf, doch omdat mijn Hemelse Meesteres mij de opdracht daartoe heeft gegeven. Dit Apostolaat is tenslotte in de eerste plaats een Apostolaat van de volle Waarheid van God.

Gedurende haar vormingstijd wordt de ziel op de mystieke weg in de belevingen en de innerlijke gesteldheden van de mystieke ervaring gevormd, en worden de fundamenten van haar 'persoonlijkheid' dusdanig gesterkt, en indien nodig omgevormd, dat zij het hoofd kan bieden aan de eisen van een mystiek leven, zowel op het lichamelijke als op het geestelijke vlak. Dit alles is de gemiddelde mens niet bekend. Aangezien geen twee zielen identiek zijn, noch identieke kenmerken hebben, noch identieke levenswegen af te leggen hebben, noch een identieke levensopdracht te vervullen hebben, noch identiek reageren op een leven in intensief mystiek contact, kan God eenvoudigweg geen twee zielen gelijktijdig voor dezelfde taak inzetten. Om deze reden zou een apostolaat met een bedoeling en een doelstelling zoals dat van de Meesteres van alle zielen onmogelijk anders kunnen, dan zich baseren op de Werken, die God via één enkele ziel volbrengt. U kunt hierover meer lezen op deze website in de teksten die U kunt aantreffen onder het menupunt Maria Domina Animarum

Met betrekking tot het probleem met Uw schoonzoon, wil Maria U het volgende op het hart drukken. Tegenwoordig worden heel veel zielen blind gemaakt voor hun eigen gesteldheden. Deze zielen lijken helemaal geen zelfkennis te bezitten. Hierdoor zondigen zij onbeteugeld, en worden zeer gemakkelijk tot gesels in de handen van de duivel. Ik wil mij graag van het beeld bedienen, dat de Moeder Gods mij toont, omdat het een diepe betekenis heeft voor de wijze waarop U hiermee het vruchtbaarst kunt omgaan. Eigenlijk zou men kunnen zeggen: "U wordt tegenwoordig (en dat reeds jaren lang) door de betreffende persoon 'spiritueel gegeseld'."

Nu kan men een situatie op twee totaal verschillende wijzen, uit twee totaal verschillende invalshoeken, bekijken. Ofwel beschouwt men haar vanuit het menselijk oogpunt, en dan zal men trachten, de situatie te analyseren, de redenen uit te pluizen, te zoeken of er eigenlijk logica achter zit, en tenslotte zal men er doorgaans tegen protesteren. Het resultaat is over het algemeen, dat de ziel zichzelf opvreet, zoals een kankergezwel dit doet in het lichaamsweefsel. Men kan het echter ook uit het spirituele oogpunt bekijken. In dat geval tracht men zichzelf en de door de situatie geleden pijnen terzijde te schuiven, en op hen neer te kijken alsof men dit alles door Gods ogen zou zien: Wat kan ik met deze situatie aanvangen, opdat zij mij niet volkomen opvreet, doch integendeel vruchten oplevert voor Gods Plannen en Werken?

De Meesteres van alle zielen belooft U de kracht om deze beproeving te dragen, maar vraagt U in ruil daarvoor gebed om de inwendige Vrede te kunnen terugvinden. Tot ondersteuning deel ik U graag iets mee uit de rijke schat via dewelke Maria mij jaren geleden onderrichtte over de wijze waarop beproevingen volledig met de Passie van Jezus kunnen worden verbonden, opdat hun vruchtbaarheid grenzeloos zou kunnen toenemen. Aangezien het bij U gaat om een 'spirituele geseling', beschrijf ik U graag heel kort iets uit de gesteldheid van Jezus gedurende Zijn geseling op de ochtend van Goede Vrijdag. In een Openbaring van Jezus, die deel uitmaakt van het nieuwe geschrift De Oogst van de Eeuwige Liefde, liet Jezus mij gedeelten horen van de gedachten, die Hij (tijdens de geseling) 'naar de Eeuwige Vader toe stuurde':

Jezus gedurende de geseling, vanuit de diepte van Zijn ziel:
"O Vader, moge één van de vruchten van deze kwelling deze zijn: dat de zielen al hun beproevingen zouden aanvaarden door het bewustzijn dat niets, geen enkele kwelling, een leven op zich leidt, noch een eindpunt betekent: Aan alles komt een einde, en na de kwelling in dienst van God volgt gelukzaligheid, ja deze wordt tijdens de kwelling bereid, zoals de druif eerst geperst moet worden om daarna te verblijden als de wijn die kracht schenkt".

Bij elke geselslag stelde Jezus Zich levendig voor, dat de zweep de hel in tweeën spleet. U kunt dit naar Zijn Goddelijk voorbeeld in Uw dagelijks leven ook doen.

Lieve broeder, het is Maria gegeven, U de kracht te verlenen om deze geseling nog even vol te houden. Hoe lang het nog zal duren, kan en mag niemand zeggen, omdat dit proces deel uitmaakt van Gods Heilsplan, en derhalve in de sfeer van het Mysterie is gehuld. Misschien is het korte inzicht in de gesteldheid van Jezus gedurende de geseling U enigszins tot hulp. Houdt U zich steeds voor ogen dat alles steeds ergens binnen Gods Heilsplan past. Zelfs de persoon, van wie de duivel zich nu bedient om U 'het vuur aan de schenen te leggen', speelt door zijn handelingen een rol binnen Gods Heilsplan. Het toppunt van onze geloofservaring bestaat echter hierin, dat de kern van onze ziel zich er ondanks alle pijn steeds van bewust blijft, dat God met ons leed is begaan, en er het beste (dit wil zeggen: het meest vruchtbare) van maakt.

God kan aan alles een andere wending geven. Hij wil daartoe echter onze vrije wil kunnen gebruiken, en wacht derhalve op onze eerste stap. Ziet Hij een volhardend streven naar liefdevolle 'samenwerking' met Zijn Plannen, dan opent Hij alle deuren voor de genadestromen. Een maximum aan samenwerking met God zou er nu uit bestaan, dat U de hele situatie met al Uw pijn en alle hartenpijn aan Maria toewijdt. Geeft U Uw hart en de harten van alle betrokkenen, maar ook het hart van Uw schoonzoon, over aan Maria, opdat Zij deze harten zowel moge kunnen genezen als moge kunnen zuiveren.

Een zuiver hart is als een instrument dat het Goddelijk Licht vermenigvuldigt. Maria definieert de zuiverheid immers als de mate waarin de ziel ertoe in staat is, Gods Licht onbelemmerd door te geven, zoals een spiegel zonder enige smet. Eén van de krachtigste wijzen om de zuiverheid van de zielenspiegel in stand te houden, is de oprechte vergeving. Vergeving neemt de duivel heel veel wind uit de zeilen, zij verlamt zijn stormen.

Zou U graag dit werktuig van de beproeving tot bekering helpen brengen, dan is volkomen liefdevolle vergeving absoluut noodzakelijk. Deze kan gerust in de stilte van het hart worden geschonken, want voor een confrontatie van aangezicht tot aangezicht is deze ziel nu nog niet klaar. Hebt U overigens gemerkt dat ik deze ziel bewust als 'werktuig van beproeving' aanduid? Inderdaad, de oorzaak van deze beproeving is niet de schoonzoon, maar de duivel. De schoonzoon is een gevangen ziel. Wanneer U deze ziel – zelfs diep in Uw hart – verwijten maakt, legt U haar een bijkomende ketting om de hals. Slechts de volheid van de vergeving kan haar ketenen breken, en haar bevrijden. Wanneer zij eenmaal uit haar ketenen is losgemaakt, moet zij nog een hek van de kerker openen: deze van de trots op het moment waarop deze ziel U de hand moet reiken. Onderschat U ook deze strijd niet. Het zal veel Liefde vragen om deze duisternis van ketenen en tralies te doorbreken. Alleen kan een ziel dit niet doen, maar met Maria kan zij dit wel. Dit zijn de wonderen die God in deze Laatste Tijden het liefst volbrengt, liever dan deze van een lichamelijke genezing of een ommekeer van materiële moeilijkheden.

Uw tweede dochter wordt door God gebruikt om een teken te stellen. Zij werd in het ene Ware Geloof, onder de effecten van de rooms-katholieke Leer van Christus geboren, doch laat zich op grond van een 'mysterieuze' dwaling op een andere weg leiden, aanvankelijk niet op basis van religieuze motieven. Reeds snel is echter gebleken dat zij een afwijkend geloof aanhangt. Klaarblijkelijk heeft zij zich door het gezang van de nachtegaal laten betoveren. Ooit zei Maria tot mij: "Wanneer het haar plannen blijkt te kunnen dienen, zingt de duivelse slang als een nachtegaal".

Zo bekoort de duivel talloze zielen door hen opwindende opvattingen en wereldbeelden voor te spiegelen. Door de gespannen verwachtingen gaan deze zielen dwalen, en zodra zij aan de betovering ten prooi zijn gevallen, worden zij in verkeerde geloofsopvattingen ondergedompeld.

Op deze wijze verliest de Kerk van de ene Waarheid van God bijvoorbeeld vaak zielen aan de oosterse wereldbeschouwingen: De betovering van het Oosten werkt zich uit in het beeld dat de ziel van God, Zijn Mysteries en het Goddelijk Leven heeft.

De strijd voor het behoud en de verdieping van de basiswaarden vormt precies één van de redenen waarom God in deze Tijd Maria als de Meesteres van alle zielen bekendmaakt, die aan de zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht, opdat zij hun spirituele erfenis op haar juiste waarde zouden weten te schatten, en zij hun hart zouden richten op datgene, waar het werkelijk moet slaan: in de kern van de ene Waarheid van God.

In het geval van Uw dochter gaat het dan weer om een godsdienst die principieel de volheid van de Transsubstantiatie afwijst.

Een leer die dit fenomeen (de Transsubstantiatie of verandering van het brood en de wijn in het Lichaam en het Bloed van Jezus Christus in de Consecratie tjdens de H. Misviering) afwijst, leidt de ziel onvermijdelijk weg van de Waarheid, want wanneer de ziel compromissen toelaat over de Waarheid van de eeuwigdurende Tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie, verloochent zij meteen ook de volmaaktheid van de Goddelijke Liefde. Wanneer Gods Liefde echter niet in haar volheid wordt aangenomen, wordt er eigenlijk van uitgegaan, dat God slechts voorwaardelijk met Zijn schepselen bezig is. Dit zou meteen betekenen, dat de Schepping niet onbeperkt onder Gods controle zou staan... Een gevaarlijke dwaalweg.

Hoe kunt U op een vruchtbare wijze aan deze pijn het hoofd leren bieden? Door deze aan Maria te offeren tot bekering en inzicht voor zielen die het ene Ware Geloof verloochenen om zich naar andere godsdiensten te wenden. God laat zielen op een bepaalde plaats geboren worden, omdat zij precies daar een taak te vervullen hebben. Wanneer nu een ziel geboren wordt in een land waar de enige godsdienst heerst, die de Schat van de Goddelijke Waarheid in haar volheid in bewaring heeft (het rooms-katholieke christendom), wordt van deze ziel verwacht, dat zij zich helemaal geeft voor het behoeden van deze schat. Op ons, christenen, rust een buitengewone verantwoordelijkheid, doch de christenen van deze tijd zijn zich daar nauwelijks nog van bewust. Wij zouden moeten erkennen dat de ziel die deel mag hebben aan de bewaring van het Goddelijk Goud, later ook aan het bezit van dit Goud deel zal hebben. Om de Eeuwige Gelukzaligheid waardig te zijn, moeten wij de wegen die naar het Rijk van deze Gelukzaligheid leiden, verdedigen en onderhouden.

God heeft ontelbaar vele offers nodig, omdat tenslotte ontelbaar vele zonden van de meest uiteenlopende soorten worden begaan. Doorgaans zal een ziel zich met méér volhardende inzet kunnen overgeven aan het bestrijden van een bepaalde vorm van duisternis, wanneer precies deze vorm van duisternis zich in haar eigen leven kenbaar maakt. Om deze reden mag U het als een genaderijke taak beschouwen, alle pijnen en ontgoochelingen die hiermee gepaard gaan, dagelijks aan Maria aan te bieden. Zij is de Moeder van de Kerk, de Moeder van de Eucharistie, de Moeder van de dwalenden, de Meesteres van alle zielen.

De bewust christelijke ziel wordt vaak als werknemer op Gods Wijnberg bestempeld. Maria gaat hierin een stap verder: Zij bestempelt ons allen als druiven op deze Wijnberg. Onze beproevingen zijn de wijnpersen. Dit betekent: Wij worden gewond, en tot de laatste druppel van ons wezen uitgeperst. Zijn er andere wijzen om God het materiaal aan te bieden, waaruit Hij de wijn van de Verlossing en de heiliging van Zijn Rijk kan bereiden? Kan men dan aanspraak maken op de wijn, zonder zelf druiven te leveren? Vele zielen zouden maar al te graag een held zijn. Het ware heldendom bestaat echter hierin, zich met alle beproevingen liefdevol en in ware overgave aan Maria toe te wijden, om daardoor zielen van de eeuwige dood te redden. De totale toewijding aan Maria is het absolute toppunt van de vervulling van Jezus’ Woorden: "Geen grotere Liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden". Totale toewijding aan Maria is een overgave van ons leven, onze levenskracht, onze pijnen en vreugden, om in een zodanig verregaande mate aan onszelf te sterven, dat wij constant Leven opwekken.

Tot besluit moet ik er nog op wijzen dat U mij jammer genoeg niet kunt bezoeken, aangezien de Moeder Gods mij elk publiek contact verbiedt. Maria werkt hiermee een plan uit, dat Zij reeds dertien jaar geleden met mij is begonnen: De vorming van een ziel tot de uitsluitende dienst aan Maria als bijdrage tot de schittering van Gods en Maria’s Heerlijkheid. Het belang van dit doel wordt precies aangetoond door het feit dat de Moeder Gods mij tegen elke verontreiniging wil beschermen. Om dezelfde reden zijn mij strikte gedragsregels opgelegd in verband met lectuur en vele andere dingen. Weest U er echter van overtuigd dat ik U ook steeds rechtstreeks via de spirituele weg kan bijstaan, wanneer de Meesteres van alle zielen mij dit contact van ziel tot ziel toestaat.

Ik draag U en Uw gezin, zowel de lijdenden als diegenen die nu nog 'bruggen van hartenpijn' zijn, graag verder in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 123
Over de opvoeding van een kind – over de omgang met
de leerproblemen van een kind

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Hemel geeft nooit vaste voorschriften voor de dagelijkse problemen. Hoedt U er zich dus voor, wanneer een ziel U op maat gesneden oplossingen voorspiegelt. De Moeder Gods wil U echter het volgende ter overweging geven:

Onderwijs aan een jonge ziel moet steeds veel méér zijn dan een overdracht van wereldse kennis. In de eerste plaats moet de ziel zo gevormd worden dat zij rijp is voor een leven als christen. Wanneer U Uw zoon observeert terwijl hij zijn huiswerk maakt of over de gebeurtenissen op school vertelt, kunt U veel achterhalen over wat in zijn ziel omgaat, welke invloed zijn schoolomgeving op zijn vorming als mens en als jonge christen heeft, welke bronnen van inwendige spanning, mogelijk zelfs van weerstand of ontevredenheid, van verwarring of stil verdriet in hem werkzaam zijn.

Eerst en vooral zou overwogen kunnen worden, hoe volgens U de toekomst van Uw zoon er op het wereldse vlak zou kunnen uitzien, rekening houdend met zijn talenten, begaafdheden, zwakheden en motivaties. Wanneer er tekenen merkbaar zijn dat hij nog boven zijn huidige geestelijke capaciteiten zou kunnen uitgroeien, doch U wil bekomen dat dit kan gebeuren zonder dat hij daarbij volledig overspannen raakt, zou de “Förderschule” (= vergelijkbaar met een school voor buitengewoon lager onderwijs) niet de beste keuze zijn. Dit zou zij evenmin zijn wanneer Uw zoon door deze overgang ongelukkig zou worden. Heeft hij er zelf nog niet over gesproken? Tracht U er eens met hem over te spreken, heel liefdevol en met heel eenvoudige woorden. Het is heel belangrijk dat hij zich begrepen voelt, en kan voelen dat zijn moeder zich helemaal in zijn situatie kan inleven.

Indien mocht blijken dat een toekomst die het verwerven van bijzondere kennis veronderstelt, niet zonder meer in aanmerking komt, moet U Uw aandacht vrijwel uitsluitend op het bevorderen van de spirituele waarden van Uw kind richten. Dit zou betekenen dat U bij de schoolopleiding precies zou moeten observeren, hoe de belevingswereld van Uw kind zich ontwikkelt. Voor elk kind, in om het even welk onderwijssysteem, geldt dat elke persoon met een opvoedende rol (ouders, leerkrachten, geestelijken...) datgene moet doorgeven, wat het kind niet via kennisverwerving in zich kan opnemen: de christelijke waarden. Dit mag niet slechts door woorden gebeuren, maar vooral door het stellen van een voorbeeld via het eigen gedrag. Voor een kind in een ongewone situatie wat de opname van kennis betreft, geldt dit des te meer. Een kind in deze toestand is vaak gevoeliger, omdat het op basis van vele reacties in zijn leefwereld gemakkelijk gevoelens van falen ontwikkelt, die zich in zijn spirituele ontwikkeling kunnen uitwerken: opstandigheid, hyperactiviteit, stemmingswisselingen, gevoelens van vereenzaming die tot uitdrukking komen in apathie, enzovoort.

Houdt U zich steeds voor ogen dat Uw kind in geen enkel opzicht minderwaardig is. Zelfs al zou blijken dat het in de wereld geen 'bijzondere' rol kan vervullen, toch heeft het in het kader van Gods Heilsplan wel degelijk een rol te vervullen, die net zo belangrijk is als deze van elke andere ziel. Een gezonde spirituele ontwikkeling veronderstelt een opvoeding die door Liefde en innerlijke Vrede getekend is.

Uw zoon draagt veel Liefde in zich, maar hij kan deze niet steeds gemakkelijk uiten. Doet U alles wat U kunt om deze Liefde te bevorderen.

Liefde is de brandstof van de ziel. Wanneer zij niet kan stromen, bevordert zij de innerlijke ontwikkeling van de ziel niet. De Liefde stroomt tussen de zielen doordat zij uitgewisseld wordt in woorden, door de lichaamstaal (glimlachen, enzovoort), in het hele gedrag (dienstbaarheid, hulpvaardigheid, tederheid, zelfverloochening ten gunste van het medeschepsel, enzovoort). Elke uiting van positieve gesteldheden (blijmoedigheid, zachtmoedigheid, bemoediging, tekenen van begrip, enzovoort) bevordert de stroming van de Liefde. Negatieve gesteldheden (depressie, haat, nijd, jaloersheid, wrok, ongeduld, enzovoort) blokkeren deze stroming.

In de mate waarin U erin slaagt, de Liefde van Uw zoon verder te ontwikkelen en deze dagelijks vanuit Uw eigen gesteldheden te voeden, zult U precies datgene vervullen, wat God U als levensopdracht heeft gegeven. De huidige moeilijkheden in verband met Uw zoon passen heel precies in Gods Plan met hem, met U, met Uw omgeving. Dit alles is heel belangrijk, en heeft een grote waarde binnen het grote Goddelijke Plan.

Maria verlangt nu van U, dat U vurig zou bidden opdat U de innerlijke rust zou vinden, de Liefde in Uzelf en Uw zoon volledig tot bloei zou mogen komen, en U een andere kijk zou mogen krijgen op Uw huidige beproeving. Wijdt U deze hele situatie in verband met Uw zoon toe aan Maria, opdat Zij alle moeilijkheden moge kunnen omvormen in materiaal voor de genaden, die U nu nodig hebt. Weest U er zich van bewust, dat U in deze situatie eigenlijk helemaal niets kunt verliezen. Zelfs indien zou blijken dat Uw zoon zijn leermoeilijkheden niet kan overwinnen, kunt U de ware innerlijke Vrede in Uzelf terugvinden door U voor ogen te houden dat hij een Goddelijk Plan vervult. God heeft ook zielen nodig, die niet de weg van de kennis gaan. Uiteindelijk is alle kennis menselijk, en derhalve vergankelijk. Wat blijft, zijn de spirituele waarden, de waarden door dewelke de ziel zich het Heil verwerft.

Het is voor Uw zoon en voor Uzelf in ieder geval belangrijk, te weten dat ook een achterstand in de schoolopleiding een doel en een zin kan hebben, en dat U hiervan zeker het beste kunt maken. God zal U en Uw zoon niet oordelen op grond van de kennis die hij verwerft, doch op basis van de inspanningen die hijzelf en U leveren om het Heil te verwerven.

Elk niveau van verstandelijke begaafdheid is als een formulier dat ingevuld moet worden. Eén enkel talent dat men heeft, oppoetsen, is voor God net zo belangrijk als het ontwikkelen van tien talenten omdat men nu eenmaal tien talenten heeft gekregen.

U en Uw zoon kunnen absoluut allebei een geslaagd leven leiden door U eenvoudig volledig in te zetten voor de spirituele ontwikkeling van deze jonge mens. Tenslotte is dit de hoofdopdracht van elke ziel op aarde.

Dit is het advies van Maria, Uw Hemelse Moeder, omdat Zij als geen ander weet, welke waarden voor God het meest waardevol zijn. Niet wat de wereld (de mensen) belangrijk of geslaagd vindt, is noodzakelijkerwijs juist in Gods ogen, en omgekeerd. Laat U Uw spanningen los, en maakt U het Maria mogelijk, U te leiden. Diep in Uw hart zult U de tekenen verstaan, die het dagelijks leven zelf U stelt, in de mate waarin U zich vol vertrouwen aan Maria overgeeft.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 124
Over de groeicrisis in het leven van de ziel – over de volmaaktheid en de Ware Liefde, de Ware Hoop en het Ware Geloof

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het verheugt mij in hoge mate dat zich in U spirituele omwentelingen en veranderingen uitwerken, omdat deze in Uw geval duidelijk wijzen op een overgang naar een hoger plateau op de berg van de spirituele groei. De levensweg van de ziel lijkt eigenlijk op vele plaatsen op het beklimmen van een berg. Deze beklimming is geen ononderbroken proces, en zij verloopt niet rechtlijnig. Wanneer de ziel werkelijk bezield is met de wil om God en Zijn Werken te dienen, en zij de ware Liefde in zich sterk weet te ontwikkelen, kan zij op vele stijgende stukken met volharding vorderen. De ziel ontplooit zich relatief snel. Men moet er daarbij wel rekening mee houden dat, hoe sneller de ziel stijgt, hoe sneller zij ook 'aan de ijler wordende lucht moet wennen'. Concreet moet dit zo begrepen worden: De ziel moet, naarmate zij zich verder ontplooit, op adem komen, de ontwikkelingen op zichzelf tot rijping laten komen, opdat Zij kan wennen aan het leven op een hoger spiritueel niveau.

Sommige zielen zullen daarover wellicht verbaasd zijn, maar een snelle omschakeling op een hoger niveau van spiritueel leven en spiritueel bewustzijn is niet zo vanzelfsprekend, en kan de ziel wel degelijk aanzienlijke moeilijkheden opleveren. Er is dan sprake van een 'groeicrisis'. Doorgaans gaat een dergelijke crisis in een ziel gepaard met gevoelens van onzekerheid over zichzelf. Heel vaak wordt het crisisgevoel versterkt doordat de ziel zich plots met nog méér nadruk van haar zwakheden, tekortkomingen en vroegere misstappen bewust wordt. Wij moeten dit zo verstaan, dat de ziel op elke hogere trap van haar ontwikkeling andere inzichten verwerft, zodat het perspectief vanuit hetwelk zij zichzelf kan beschouwen, breder is dan datgene van waaruit zij de dingen kon bekijken toen zij zich nog een trede lager bevond. Een hoger bewustzijnsniveau gaat met een hoger zelfbewustzijn gepaard, omdat de ziel op een hoger ontwikkelingsniveau, om zo te zeggen, een groter aandeel aan de Goddelijke Waarheid ter beschikking krijgt dan op een lagere trap.

God, die volmaakt is, doorziet alles, omdat Hij nu eenmaal de Waarheid IS. Zijn beschouwingsperspectief is alomvattend. Een zich heiligende ziel heeft een bepaald aandeel aan dit beschouwingsperspectief. Dit verklaart waarom de ziel die zich totaal niet voor haar spirituele groei interesseert, de realiteit van alle dingen (met inbegrip van deze met betrekking tot de toestand van haar eigen ziel) slechts zeer vertekend waarneemt, en derhalve vaak nauwelijks beseft hoe zondig zij is. Om deze reden neigt een spiritueel nauwelijks ontwikkelde ziel er vaak toe, eerder ingebeeld te zijn en zich vrij van zonden en zelfs uitverkoren te voelen. Het verheugt mij steeds wanneer een ziel beseft, dat zij op veel punten voor ontplooiing en verbetering vatbaar is. Heel vaak begint precies daar haar eigenlijke groei, op voorwaarde dat zij erin slaagt, zich niet te laten ontmoedigen, en haar geloof in Gods Werken in zichzelf niet te verliezen.

De grootste vijanden van de spirituele groei zijn de verslavingen, de gehechtheden en de wereldse bindingen. In principe zou men zich kunnen afvragen of er tussen deze begrippen wel enig verschil is, want stuk voor stuk hebben zij alles te maken met een relatieve nederlaag van de Liefde tegenover de aantrekking van het wereldse. Volmaaktheid is steeds volmaaktheid in de Liefde, want het is de Liefde, die de ziel tot beeld en gelijkenis van God laat uitgroeien. God is volmaakt, en Zijn Werken zijn volmaakt, omdat Hij de Liefde IS. Welnu, de Ware Liefde zaait in de eerste plaats het zaad van de ware vrijheid in de ziel. Wij gebruiken dit begrip – de 'Ware Liefde' – zo vaak, maar wat is eigenlijk de Ware Liefde? Laat wij eens de begripsbepaling beschouwen, die de Meesteres van alle zielen mij over de Ware Liefde geeft:

De Ware Liefde is het vermogen van de ziel om in elk medeschepsel de ervaring van Gods Tegenwoordigheid op te wekken. De Ware Liefde komt daarom tot uitdrukking in de ervaring die de ziel beleeft wanneer God Zelf bezit van haar neemt, of wanneer zij onderduikt in de atmosfeer van Zijn Tegenwoordigheid, die wordt gekenmerkt door innerlijke Vrede, geborgenheid, blijmoedigheid, inwendige rust, volmaakte Hoop, en volmaakt geloof in Gods goedheid.

Wanneer U deze begripsbepaling meer van nabij beschouwt, zult U begrijpen waarom de ziel tijdens haar ontwikkeling groeicrisissen moet doormaken: Het wordt haar duidelijk hoe ver zij in bepaalde opzichten nog van Gods ideaal verwijderd is, en hoe weinig de roos van haar Liefde zich tot op heden heeft geopend. Het komt er dus op aan, de Ware Liefde in haar ontwikkeling te bevorderen. Uiteindelijk zal steeds blijken dat dit slechts door de Hoop en het Geloof mogelijk wordt. De Ware Hoop kunnen wij beschouwen als het vurig verlangen naar het nooit uitdovende Licht. Het Ware Geloof is de onwankelbare zekerheid dat Gods Werken bezig zijn, zich in de ziel te ontplooien. Precies deze zekerheid wekt inderdaad het rijpen van het zaad van Gods Werken in de ziel op, zodat datgene waarin de ziel gelooft, zich ook daadwerkelijk in haar verwezenlijkt. Het Ware Geloof is als de afdruk van Gods voet in de ziel: God tekent de ziel door Zijn Tegenwoordigheid, en zij laat Zijn Werking volledig en onbelemmerd in zich tot stand komen. Dit alles bevordert de Liefde, omdat de hopende en gelovende ziel zich daadwerkelijk met God en Zijn Werken en Plannen laat versmelten, en daardoor aan de Roos van het ware Goddelijk Leven het allerbeste voedsel geeft. Zij 'drinkt' als het ware Gods Wezen in zich op, dat de volheid van de Liefde en van het Goddelijk Leven draagt.

Wanneer U nu schrijft dat U met de wereldse dingen en met de mammon geen compromissen meer kunt aangaan, en U zich helemaal aan de Heilige Geest wil overgeven, duidt U daarmee precies de weg aan, op dewelke U de beklimming van de berg naar God toe – en daardoor naar de ware innerlijke Vrede – op de meest doelmatige wijze kunt voltooien, zonder daarbij in ademnood te komen. De adem van de Heilige Geest houdt de ziel staande wanneer zij door de beproevingen, door de nieuwe inzichten in de Waarheid, en door haar teleurstellingen over zichzelf, aan gevoelens van verstikking ten prooi valt. Houdt U zich daarbij vast voor ogen, dat het in deze Laatste Tijden Maria is, die de Heilige Geest in de bereidwillige zielen binnendraagt. Zij is het, Die elke inwendige ontwikkeling en elke innerlijke strijd in de ziel zo gebruikt, dat de ziel volledig omgevormd kan worden. Zij is het ook, die U het voor U geschikte en voor U voorbestemde pad op de berg zal tonen én met U naar de top zal klimmen, in de mate waarin U Haar dit toestaat, en in de mate waarin U in Haar macht en Haar Liefde gelooft.

De hoogste vruchtbaarheid bereikt de ziel steeds daar, waar Gods Plan haar wil hebben. Plannen, kan men dit niet. Tracht men dit niettemin te doen, dan vermindert men steeds de effecten van Gods Werken in zich, omdat men dan de voorkeur geeft aan het volgen van de eigen wil boven de Goddelijke Wil, en men als het ware zelf een nieuw ontwerp voor zijn leven wil tekenen. Wanneer U alles wat U dagelijks op Uw weg vindt, zo getrouw mogelijk in overeenstemming met de deugden en de richtlijnen van de Meesteres van alle zielen tracht te volbrengen, zult U precies datgene doen, wat God dag na dag van U verlangt. Zoekt U niet naar de weg, want 'zoeken' ontaardt gemakkelijk in een verstandelijk proces. Opent U eenvoudig Uw hart, dan zullen de plaatsen, op dewelke U het Hemelse Zaad moet uitstrooien, U inwendig worden getoond. De ware vruchtbaarheid rijpt steeds in het hart, niet in het verstand.

Vanzelfsprekend leg ik Uw innerlijke strijd aan de voeten van Maria neer, want Zij is het, Die U bij de hand wil leiden om U te helpen, U in een leven met steeds ijler wordende lucht te wagen. Vreest U niet. Hoe ijler de lucht om U heen, des te geringer de invloed van de wereld, en des te voller de lucht in de kern van de ziel zal worden. Wanneer U zich in nederigheid inwendig laat leiden, zal dit gelijktijdig uitgroeien tot een ervaring waarbij U er getuige van zult zijn, hoe ook de slang van de bekoringen en van de inwendige onvrede bij gebrek aan zuurstof stikt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 125
Over de Benedictusmedaille – over de rust – hoe put men kracht uit rust?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U tekenen mag ontvangen die U tonen hoe de Goddelijke Voorzienigheid in het leven van een ziel kan werken. Soms, wanneer wij verlangen naar meer rust, neemt de Hemel onze smeekbeden zo ernstig dat wij met een ziekte gezegend worden. God blijkt dus zelfs in Zijn humor nog heilvol te werken...

Een ander teken van de Goddelijke Voorzienigheid is U ten deel gevallen wanneer U een Rozenkrans ontving, die louter uit Benedictusmedailles bestaat. U vraagt zich af of deze Rozenkrans voor U op Uw weg als kind van Maria een bijzondere betekenis heeft. U kunt dit vanuit het volgende perspectief begrijpen. Het is U intussen wellicht bekend dat Maria ons leert dat de ware vruchtbaarheid van een gebed tot een bepaalde heilige daarin ligt, dat elke heilige tijdens haar, respectievelijk zijn, aardse leven heel specifieke verdiensten heeft verworven, en dat de biddende ziel de voorspraak van deze heilige kan inroepen om gelijkaardige verdiensten te kunnen verwerven. De Heilige Benedictus bijvoorbeeld, is vooral gekend om zijn volhardende strijd tegen de duivel. Het is U waarschijnlijk ook bekend dat een Benedictusmedaille is voorzien van verscheidene inscripties, die elk op zich samengesteld zijn uit een letterwoord. Elk van deze letterwoorden staat voor een Latijnse formule, die op zichzelf een macht oproept om de duivel en zijn werken te exorceren. Een voorbeeld: VRS (= Vade Retro Satana = '(Ga) Terug, satan!').

Welke rol kan dit spelen in het leven van een kind van Maria?

De Benedictusmedaille, in het bijzonder wanneer deze wordt gedragen of gebruikt bij het bidden met een hart vervuld van geloof in de oneindige macht van het Licht over de duisternis, verleent een bijzondere bescherming tegen de duivel. Het is U intussen waarschijnlijk wel bekend dat de satan vooral de kinderen van Maria rauw lust. Gebruikt U dus gerust deze bijkomende bescherming. Gebruikt U deze echter bij voorkeur samen met Maria, dit wil zeggen: in het bewustzijn dat Zij de Meesteres van alle zielen is, dus Diegene, Die eveneens macht heeft over alle duivels en elke duistere kracht, en dat U Uw gebed tot de Heilige Benedictus ook vόόr Maria kunt neerleggen als een belijdenis van Uw geloof in het feit dat God zielen kan bekleden met het vermogen om de duivel te overwinnen (zoals de Heilige Benedictus heeft gedaan).

De Moeder Gods heeft mij een blik in Uw zielsgesteldheid vergund, opdat ik U zou kunnen zeggen dat Uw innerlijke strijd in de hoogste mate samenhangt met een tijdelijk onvermogen om geestelijk 'de knop om te draaien'. Het analyserende verstand komt niet tot rust, en elke bijkomende zintuiglijke waarneming veroorzaakt een koorts in de geest. Het gevolg daarvan is een onrust die niet van U wijkt. Deze berooft U van zoveel kracht, dat U op bepaalde dagen Uzelf niet herkent en het gevoel krijgt dat de wereld letterlijk aan U voorbij raast. Ademt U regelmatig diep en langzaam in en uit, terwijl U tijdens het inademen in Uzelf zegt: 'kracht' en tijdens het uitademen: 'door rust'. Tracht U zich daarbij de betoverende gestalte van de Moeder Gods voor ogen te houden. Zij zal Haar hand boven U houden en U de Vrede van Haar Zoon, de Vrede van Christus, inblazen. Probeert U het eens, en U zult merken dat in de rust inderdaad kracht ligt, en U zult eveneens merken dat het vermogen om Uw geest wat vakantie te gunnen, terugkeert, en dat U Uw hart kunt openstellen voor het zachte gefluister van de Hemelse Vrede.

Houdt U zich bij alles wat U in onrust brengt, voor ogen, dat alles in onze leefwereld, ook het minder aangename, ergens in Gods Plan past. Hij gebruikt dit alles om datgene te volbrengen wat Hij met de Schepping uiteindelijk beoogt. Vele onaangename gebeurtenissen of ontwikkelingen worden door de Goddelijke Voorzienigheid gebruikt als aansporing voor ons, opdat wij bepaalde offers zouden brengen, bepaalde gebeden ter hand zouden nemen, onszelf met volharding aan Maria zouden toewijden, ons met heel onze levensweg in de oven van het Goddelijk Heilsplan zouden werpen, om een tegengewicht aan Licht en warmte in de wereld te kunnen brengen.

Weest U er zich steeds van bewust, dat U bij alles wat negatief of overweldigend op U inwerkt, de volgende eenvoudige formule inwendig kunt uitspreken: O mijn Hemelse Meesteres ik leg deze doornen als brandhout aan Uw voeten. Gewaardig U, deze in een vuur van Liefde voor deze wereld te laten ontbranden en dat deze formule zo veel Licht uit Gods Hart laat stromen, dat in het onzichtbare een groot gedeelte van de duisternis van het negatieve wordt verlamd. Dit bewustzijn zou U wel eens kunnen bevrijden van het gevoel, passief te moeten toezien hoe de wereld zich verdoemt. U, ik en elke eenvoudige ziel, wij allen kunnen veel meer tegen de duisternis doen dan wij geneigd zijn te geloven. Maria heeft ons dit voorgeleefd.

Onze tijd op aarde is te kort en te kostbaar om hem door gevoelens van onrust of onvrede te verspillen. Elke seconde komt slechts één maal bij ons langs. Laten wij hem laden met Licht. Zo zal een eeuwigheid van Licht ons deel zijn, want de ziel verzamelt in haar eigen leven de lichtdeeltjes, waaruit in haar hart elke dag opnieuw de zon opgaat.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 126
Over Gods Liefde – over de zin van beproevingen en de rol van de duivel bij de beproevingen – beproevingen zijn geen straf van God – over zuiver en verontreinigd gebed

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw brief. Wanneer het lijden een gezin tot in zijn grondvesten treft, opent zich voor God een burcht vanuit dewelke Hij zeer veel Licht kan verspreiden, op voorwaarde dat de betrokken harten en zielen zich helemaal aan Zijn Plannen overgeven. Klaarblijkelijk is dit bij U allen het geval. Daarom wil ik graag meteen duidelijk stellen dat al deze tegenslagen geen gevolg zijn van een vloek, wel integendeel.

U draagt allen het hart op de juiste plaats, ook in spiritueel opzicht. Houdt U zich steeds duidelijk voor ogen dat God een God van Liefde en de God van het Ware Leven is. Dit betekent dat God slechts Liefde en het Ware Leven uit Zich laat stromen, opdat Zijn Werken in zoveel mogelijk zielen vruchtbaar zouden worden. Om deze reden dragen al Zijn handelingen het zegel van de vruchtbaarheid. Ware vruchtbaarheid is steeds gebaseerd op Ware Liefde. God kan helemaal niets anders dan Liefde geven. Mocht Hij dit niet doen, dan zou Hij Zichzelf verdriet bezorgen. Als moeder kent u dit gevoel. Nu en dan bent U niet zo goed in staat om Uw Liefde volledig te geven, en meteen doet dit U verdriet. Hoe zou het God dan vergaan, indien Hij Zijn Liefde onvoldoende zou laten stromen? Zijn Liefde is absoluut volmaakt, en daarom gaat Zijn pijn over elk tekort aan vrucht in het stromen van de Liefde ook veel dieper. Hij zal dus ook geen enkele ziel ooit Zijn Liefde weigeren. Een vloek gaat nooit uit van God, slechts de duisternis vervloekt. U kunt er dus van verzekerd zijn, dat God U nooit van Zijn Liefde gescheiden heeft, en dit ook nooit zal doen.

Wat gebeurt er eigenlijk? Is het een kwelling vanwege de duivel?

Wanneer wij Gods Heilsplan in de diepte bekijken, zoals de Meesteres van alle zielen het ons leert, gaan wij begrijpen dat God nood heeft aan de beproevingen van mensenzielen om in onze wereld één en ander volgens Zijn opvattingen te kunnen veranderen. Vrijwel oneindig zijn de soorten zonden, misstappen, misdrijven, bekoringen en zwakheden aan dewelke steeds weer toegegeven wordt. God heeft op dit alles Zijn antwoorden: Oneindig verscheiden zijn namelijk ook de beproevingen van mensenzielen, want zij zijn het materiaal waaruit God de verlossende genaden bereidt. Tot zover moeten wij dus aannemen dat beproevingen op werkingen van Gods Voorzienigheid berusten. Nochtans veroorzaakt God ons lijden niet. Hij tracht slechts door de beschikkingen van Zijn onfeilbare Voorzienigheid, alle levenswegen zo te leiden dat deze het vruchtbaarst worden voor de individuele zielen én voor het grote Heilsplan als geheel.

De weg van de hoogste vruchtbaarheid naar de volheid van de voor ons door Jezus vrijgekochte Verlossing, en naar de heiliging, voert noodgedwongen over de doornen der beproevingen. Jezus Zelf is hier het grote Voorbeeld, alsook Maria, want ook Haar aardse leven was buitengewoon vol van kwellingen en Smarten.

Speelt de duivel hierin dan geen rol? Toch wel, en wel in zeer hoge mate: De duivel doet er alles aan opdat de hele omlijsting van onze beproevingen zo zou worden gevormd, dat wij zo vlug mogelijk onder de druk ervan verpletterd zouden worden, maar hij slaagt hierin niet wanneer wij de juiste instelling tegenover het lijden in ons vruchtbaar laten worden. De duivel veroorzaakt ontmoediging, gevoelens van falen, onenigheid tussen zielen (die op zich al gevoeliger worden wanneer zij ten prooi vallen aan toestanden, die hen in hart en lichaam zeer te lijden geven). In die zin hebt U gelijk, want indien U het vanuit dat oogpunt bekijkt, is het de duivel die U kwelt. Mag hij U kwellen? Ja, omdat hij volgens een Goddelijk Decreet toegang krijgt tot de mensenzielen. Dit is de bedroevende erfenis van de erfzonde. Bent U machteloos aan hem overgeleverd? Dat allerminst! Dit tracht de Meesteres van alle zielen nu precies aan te tonen in alle geschriften die Zij door Haar Myriam laat schrijven. U kunt de vele diepe pijnen van deze beproevingen hun volle vruchtbaarheid verlenen door deze met overgave aan Maria toe te wijden.

U hebt Uw overgave eigenlijk drie jaar geleden reeds in de praktijk gebracht, toen U zichzelf en het leven van Uw kinderen aan Jezus hebt overgegeven. Het feit dat kort daarop het noodlot U heeft getroffen, is een duidelijk bewijs voor het feit dat deze overgave ten volle is aanvaard, en dat God Zich tot doel heeft gesteld, U via deze weg naar de hoogst mogelijke vruchtbaarheid te leiden. God doet geen halve dingen. Kijkt U nu toch eens: Hij zorgt ervoor dat vanaf het ogenblik van het ongeval steeds meteen hulp voorhanden is. Hij leidt Uw zoon in die zin, dat hij geestelijk alert blijft. Hij beproeft U tot op de grens van Uw uithoudingsvermogen, omdat Hij Uw hartsgesteldheid kent: de Uwe, die van Uw echtgenoot, en die van Uw beide zonen. Hij heeft deze reeks van zware beproevingen nodig, en Hij weet dat U deze vruchtbaar kunt maken, en omdat Hij geen halve dingen doet (kan doen), zal Hij U helpen om deze beproeving ook als een afgerond geheel te voltooien.

God gelooft in ieder van U, en Hij verlangt vurig dat U niet door de vermoeidheden en de schijnbaar eindeloze druk op Uw harten, Uw lichamen en Uw zielen ontmoedigd zou raken of zou ontsporen. U kunt er dus terecht van uitgaan dat God heel goed weet dat U de kracht hebt om dit alles te doorstaan, in de mate waarin U zich dagelijks voor de instorting van de genade opent. God schenkt Zijn genaden immers niet ineens voor een langere tijd, maar dag na dag. Dit is zo om diverse redenen, onder andere:

  1. Omdat Hij van dag tot dag het menselijk hart peilt, de schommelingen in de hartsgesteldheden inschat, en Zijn genadegaven hierbij aanpast;
  2. Omdat de ziel in de hoogste mate flexibel moet zijn om vruchtbaar te kunnen zijn. Om deze reden moet de ziel van dag tot dag leven en niet trachten, haar leven ver vooruit vast te leggen. In Gods ogen is elke dag immers een wedergeboorte, een stuk van de levensweg dat volop moet worden beleefd. Dus doet de ziel er goed aan, elke dag opnieuw op God (bij voorkeur door Maria, de Meesteres van alle zielen) te vertrouwen, en alles dag na dag in zich in te bouwen, opdat elke dag (een geschenk van God) volop tot nut zou worden gemaakt, en tevens nieuwe aanpassingen aan Gods Voorzienigheid mogelijk blijven.

Ik wil graag ingaan op Uw opmerking dat God U misschien via deze beproeving heeft gestraft voor een zondig leven (dat U vroeger hebt geleid). Deze gedachte mag U als een poging tot ontmoediging vanwege de satan beschouwen. Elke ziel moet haar weg gaan. Geen enkele ziel is zo volkomen dat zij haar levensweg zonder zonden, fouten, dwalingen of nalatigheden zou kunnen gaan. God neemt nooit wraak, alleen is Zijn Liefde zo volmaakt, dat Hij de ziel steeds de beste kansen biedt om zich te heiligen.

Door de Werken van Zijn Voorzienigheid biedt God de ziel de kans om vroegere misstappen goed te maken. God doet echter net hetzelfde met zielen die een zo heilig mogelijk leven trachten te leiden. Alles houdt verband met de soort levensweg die God voor de ziel heeft voorzien. U hebt gehoor gegeven aan de oproep van de Heilige Geest om U aan de voeten van Jezus neer te werpen en om vergiffenis te vragen. Hij is daarna met de zuiveringswerken begonnen, wat er reeds op wijst dat Hij de zelfofferande met het oog op een wedergeboorte heeft aangenomen. Het zuiveringswerk is steeds pijnlijk, doch dit betekent in geen geval dat God U zou hebben gestraft. Integendeel, een pijnlijk zuiveringsproces betekent veeleer dat God een 'krachtig wasmiddel' gebruikt omdat Hij met U iets bijzonders van plan is.

Uw zondig verleden mag U in die zin vergeten, dat U dit gebiecht hebt, en dat God de toewijding ervan duidelijk heeft aangenomen, terwijl Hij er nu mee bezig is, U voor Zijn Werken in te zetten en Uw ziel door de beproevingen te zuiveren en te sterken. Dat lijkt neer te komen op een wedergeboorte voor het Ware Licht. Wanneer berouw over begane zonden zich met daadwerkelijke uitboeting en goedmaking verbindt, telt voor God alleen nog de toekomst. Ten aanzien van het verleden oefent Hij geen wraak.

U vreest dat Uw kleinste telg niet voldoende aan zijn trekken komt, omdat U dag en nacht de handen vol hebt met de verlamde oudere zoon. Tracht U Uw hartsgesteldheid op het Licht te richten: U betreurt dat U niet méér tijd en inspanningen aan de kleinste kunt besteden. Maakt U ook van die situatie het beste, en smeekt U Maria om het volgende:

  1. dat Zij Uw spijt en Uw hartenpijn in het Licht van de Liefde omvormt opdat de kleinste bijkomende kracht moge ontvangen. U zult merken, hoe hij 'gedragen' wordt;
  2. dat Zij in het verborgene het gedeelte van de verzorging overneemt dat U wegens tijdsgebrek niet kunt opbrengen. Weest U ervan verzekerd dat Maria in het verborgene de volmaakte moederrol vervult wanneer een moeder Haar daarom vraagt.

U vraagt zich af waarom het kleine kind omwille van Uw zonden moet lijden. U moet goed begrijpen dat elke ziel op aarde een heel specifieke weg heeft af te leggen. Aan U is dit ongeval 'vergund' geweest omdat deze gebeurtenis, samen met alles wat daaruit is voortgevloeid, een rol binnen Uw levensplan te vervullen had. De oudste zoon is het ongeval overkomen omdat dit in zijn levensplan een rol te vervullen heeft. Bepaalde kinderen worden geboren met leukemie, of met hartdefecten, enzovoort. Dit betekent niet dat deze kinderen, of hun ouders, dit omwille van hun zonden zouden hebben 'verdiend', doch dat deze zielen en diegenen, die over hen waken, deze specifieke weg moeten gaan, omdat Gods Wijsheid weet dat deze weg voor hen de mooiste eeuwige bloemen kan opleveren. Beschuldigt U zichzelf niet, doch tracht U ondanks alles, Gods onfeilbaarheid en Zijn Liefde te loven.

Mag U om genezing bidden? Ja, maar doet U dit op een andere wijze, dan de zielen het gewoonlijk doen. Ziekte of tegenslag onder om het even welke vorm moet men beschouwen als een element dat voor Gods Heilsplan nuttig, soms zelfs onontbeerlijk is. Wanneer U er dan om smeekt dat dit van U weggenomen zou worden, is het mogelijk dat God deze bede verhoort. Dit zou echter met zich meebrengen dat dit element wegvalt voor de verwezenlijking van het Heilsplan. God zal dan een andere weg moeten vinden om de mogelijke effecten van dit weggevallen element te compenseren. Dit zou er dan op neerkomen dat, ofwel, U een andere beproeving te verwerken krijgt, ofwel ergens een andere ziel een bijkomende beproeving met gelijkaardige effecten te dragen zou krijgen. Voor het overige is het zo dat de ware genezing in Gods ogen niet deze van het lichaam is, maar deze van de ziel. Het hoeft U om deze redenen dus niet te verwonderen dat Uw gebed om genezing niet kan worden verhoord. Het is echter mogelijk (maar zoiets kan men niet vooraf weten, omdat Gods Heilsplan een bijzonder complex systeem is, en grotendeels in Goddelijke Mysteries gehuld) dat Uw smeekbede toch ooit verhoord wordt, omdat:

  1. op dat ogenblik de volheid van Gods Tijd daarvoor gekomen is. Dit betekent dat in Gods ogen de inspanningen, die nodig zijn om deze genade te kunnen verlenen, zijn geleverd;
  2. het tijdstip van de verhoring vervroegd kan worden doordat het gebed bloemen van Ware Liefde oplevert. De Ware Liefde kan de noodzakelijke duurtijd van een offer verkorten. Op dit systeem is bijvoorbeeld de verkorting van de louteringstijd van een ziel in het vagevuur gebaseerd. Het is belangrijk, niet te bidden om een verkorting van eigen lijden, doch opdat het kind uit zijn lijden verlost moge worden. Slechts in het tweede geval gaat het om een 'niet verontreinigd' gebed. Gebed om genezing moet op ware, onzelfzuchtige Liefde tot God, tot Maria, tot de medeschepselen gebaseerd zijn, anders is het verontreinigd en kan het niet worden verhoord. Dit is één van de belangrijkste redenen waarom ontelbare gebeden om genezing niet worden verhoord, en in Gods ogen zelfs van weinig nut zijn, zowel voor de intentie zelf, als voor Zijn Heilsplan in het algemeen.

Jezus heeft om een kapel voor Zichzelf gevraagd. Maria laat mij in dit verband ondubbelzinnig het volgende zeggen: Het zou heel mooi zijn, indien het U mocht lukken, ooit een kapel op te richten, doch gezien het feit dat de Goddelijke Voorzienigheid het toestaat dat U reeds zo lang deze zware kosten voor medische verzorging moet dragen, zou het God heel welgevallig zijn indien U de verwezenlijking van dit voornemen samen met Uw echtgenoot aan Maria zou toewijden, want wat Maria allereerst zou willen doen, is het volgende: Zij wil Uw zielen tot kapellen omvormen, tot oorden van diep beleefde lofprijzingen, van zuiverheid in de offergave, van heilige uitboeting, van gebed vol vertrouwen en in een gesteldheid van volkomen toewijding aan de Meesteres van alle zielen. In deze hoedanigheid wil Maria elke ziel in een tempel (in een kapel) omvormen. Jezus is er Zich ten volle van bewust, dat en waarom U nog geen kapel hebt kunnen bouwen. Er bestaat meer dan één vorm van kapellen: Deze uit stenen en deze uit niet-stoffelijke gesteldheden (de ziel als kapel op zich). De tweede soort kan op zichzelf bestaan, de eerste kan eigenlijk slechts werkelijk bestaan, wanneer ook de tweede aanwezig is, indien niet, is zij slechts een hoopje stenen.

Over de data van de geboorte van de oudste zoon en deze van het ongeval heeft Maria niets gezegd. Soms hebben data een spirituele betekenis, andere keren ligt hun betekenis slechts daarin, dat de feiten zich op de betreffende dag hebben voorgedaan omdat dit nu eenmaal zo binnen Gods Heilsplan paste.

Lieve zus, ik wil U allen graag namens alle zielen danken omdat beproevingen die op de juiste wijze worden doorstaan, het geschenk van nieuwe genaden voor de hele mensheid opleveren. U bent ermee bezig, Jezus het Verlossing brengende Kruis te helpen dragen. Verliest U nooit de moed, nu onze Hemelse Meesteres Zich zo over U verheugt. De dag komt, waarop U zult zien, waartoe dit alles heeft gediend. Vanzelfsprekend draag ik U allen graag in het hart verder.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 127
Over de inspiratie voor de Myriam-brieven – over de natuurlijke geboorteregeling en seksualiteit – het volstaat niet, de zonde te vermijden om heilig te worden – over kunstmatige bevruchting – hoe moet men het begrip 'antichrist' verstaan – over de Apocalyps

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wil ik U van harte danken dat U zo geduldig bent geweest tot ik nu Uw brief kan beantwoorden. Sedert Maria mij heeft geroepen, kan ik niet meer vrij over mijn tijd beschikken. 'Mijn' tijd is Maria’s Tijd. Zo moet het ook zonder meer zijn, omdat pas dan alles op Gods Tijd gebeurt en daardoor de door God beoogde vruchtbaarheid in zich draagt. Voor bepaalde brieven inspireert de Koningin des Hemels mij heel spoedig een antwoord, voor andere brieven laat Zij mij een zekere tijd wachten. Op Haar teken beantwoord ik dan ook die brieven. De zielen mogen ervan verzekerd zijn dat de intenties van de brieven, die ik uit gehoorzaamheid of door een veelvoud van omstandigheden niet onmiddellijk kan beantwoorden, echter onmiddellijk door gebed op de genadewerking vanwege de Meesteres van alle zielen worden voorbereid. Ik laat geen enkele intentie los. Wanneer dan de inspiratie komt, verheug ik mij daarover als over de bloei van een nieuwe bloem na de winter.

Aldus is het mij nu een vreugde, Uw vragen te beantwoorden, om te beginnen deze over de natuurlijke geboorteregeling. U merkt op dat de Encycliek 'Humanae Vitae' een natuurlijke anticonceptie toestaat gedurende de vruchtbare dagen, en vraagt zich af wat Maria daarover zegt. Ten eerste moet ik algemeen opmerken, dat wanneer een ziel zich richt naar pauselijke voorschriften, zij daardoor in Gods ogen niet kan zondigen, omdat een pauselijk voorschrift gebaseerd is op een ingeving van de Heilige Geest. De Moeder Gods accepteert uiteraard elk pauselijk voorschrift als zou dit van Haar eigen Zoon Jezus afkomstig zijn. Maria verheugt Zich niettemin over elke akte van seksuele onthouding, in om het even welke fase van de vrouwelijke cyclus, omdat deze vorm van onthouding tot de allersterkste wapens tegen de macht van de duivel over de zielen behoort. Een ziel die haar seksuele aandriften leert beheersen, wordt in hoge mate tevens heerseres over de manipulaties van de duivel naar haar toe.

De seksualiteit behoort tot de sterkste behoeften van het menselijk wezen. Zalig de ziel die deze behoefte onder controle krijgt, want zij bedwingt daardoor één van de kettingen die elke ziel aan wereldse gewaarwordingen tracht vast te ketenen. De seksualiteit hoort bij de menselijke natuur, maar precies daardoor is zij ook één van de domeinen op hetwelk de ziel haar vorderingen op de weg naar de heiligheid het beste kan meten. Om Uw vraag dus concreet te beantwoorden: Ja, de natuurlijke geboorteregeling kan kerkelijk toegelaten worden. De beperking van de seksuele activiteit op de niet-vruchtbare dagen van de cyclus zou dus verdedigbaar zijn, en geen zonde. Niettemin gaat het er voor Maria niet slechts om, de zielen van zonden te weerhouden, doch vooral hierom, de zielen naar de heiligheid te leiden. Tussen deze beide gaapt nog een brede kloof: De zonde vermijden, levert op zich geen heiligheid op, omdat de heiliging de vrucht is van een actief en bewust proces, waaraan de ziel ononderbroken moet werken.

De seksualiteit is een door God toegestane activiteit, op voorwaarde dat zij zich voltrekt tussen personen met een verschillend geslacht, in het kader van het Sacrament van het Huwelijk, en (in het ideale geval) slechts met de intentie, kinderen te verwekken. Dit 'ideaal' is het na te streven kader. De ziel die dit kader nog niet voor zichzelf kan verwezenlijken, bevindt zich niet noodzakelijk in staat van zonde. Of en in hoeverre de ziel dit kan verwezenlijken, is in de eerste plaats een kwestie van Liefde tot God, respectievelijk tot Maria. Ik verduidelijk dit graag.

Een zo ver mogelijk gaande onthouding bevordert de heiliging omdat zij de ziel in de mogelijkheid stelt, zich geleidelijk boven de wereldse, stoffelijke component van haar wezen en haar bestaan te verheffen. Precies om deze reden spoort Maria de zielen ertoe aan, hun seksualiteit onder de macht van de Hemelse Meesteres te stellen, opdat Zij het behoeftepatroon van de ziel zodanig zou kunnen omvormen, dat deze steeds hogere doelen nastreeft en zich steeds verder van de stoffelijke behoeften kan losmaken. Maria verbiedt niet, Zij nodigt uit tot het hogere, omdat Zij weet welke genadestromen de ziel die in onthouding leeft, zich kan verwerven. In de mate waarin de Liefde tot God en tot Maria in de ziel groeit, zal zij bewust en doelgericht inspanningen leveren om datgene na te streven, waarvan zij weet dat het God, respectievelijk Maria het meeste bevalt. Zij zal zich er daarbij van bewust zijn, dat God precies datgene het meest verlangt, wat voor de ziel het vruchtbaarst is, en wat haar dus ook de meeste eeuwige bloemen oplevert.

Wij mogen nooit vergeten dat bepaalde kerkelijke voorschriften zich enigszins bij de menselijke natuur aanpassen, wegens — zo heeft Jezus het ooit geformuleerd — 'de hardheid van jullie harten'. Dit betekent dat de ziel uiteraard een kerkelijk voorschrift mag volgen, waarin haar iets wordt toegestaan, maar dat zij zich er desondanks moet in oefenen, de volmaaktheid in de Liefde tot God na te streven. Wanneer de ziel weet dat God er een groot belang aan hecht dat de ziel een zo groot mogelijke onthouding nastreeft, is het, zoals gezegd, een kwestie van Liefde in hoeverre zij zich inspant om God deze genoegdoening te schenken. Voor mijzelf geldt bij alles als richtlijn: "Wat zou mijn Hemelse Meesteres het meest bevallen?" Afhankelijk van het antwoord in het hart, en volgens het voorbeeld van Haar aardse leven, tracht ik dienovereenkomstig te handelen. Soms bemerkt men dan, dat bijkomend gebed of één of andere boeteakte nodig zijn om over de heuvel heen te komen. Precies deze inspanning verheft de ziel echter naar een hogere trap.

Met betrekking tot Uw vraag of natuurlijke geboorteregeling toegestaan is wanneer men, bijvoorbeeld, te weinig geld heeft voor een kind? Moet de vrouw zoveel mogelijk kinderen krijgen, ook wanneer zij te weinig geld heeft om veel kinderen te voeden?

God tekent als het ware een voorontwerp voor elke levensweg. Hij weet hoe elke ziel het beste Zijn Plan kan dienen, over welke vermogens de ziel beschikt, en hoe groot (of hoe klein) haar wil is om zich te verenigen met het Plan dat Hij met betrekking tot haar wil volgen. Nooit zal God een ziel tot iets dwingen, maar Hij zal nu en dan door tekenen van Zijn Voorzienigheid haar weg zachtjes aanraken. De weg concreet gestalte geven, doet de ziel zelf. Daarbij moet zij welbepaalde regels volgen, die haar in de Leer van Christus, in de voorschriften van de rooms-katholieke Kerk en in de Wetenschap van het Goddelijk Leven worden geleerd. God heeft nooit het verlangen tot uiting gebracht, dat een vrouw zoveel mogelijk kinderen zou krijgen. Het komt er altijd op aan, welk plan God met een individuele ziel heeft.

Moet kunstmatige bevruchting als zonde worden bestempeld? God laat tenslotte toch toe dat op deze wijze kinderen ontstaan?

Over kunstmatige bevruchting is God niet onverdeeld gelukkig, omdat deze in moreel opzicht eigenlijk niet in het Sacrament van het Huwelijk past. Een kind moet ontstaan uit de lichamelijke vereniging van een man en een vrouw die door het Sacrament van het Huwelijk verenigd zijn. Bij kunstmatige bevruchting valt het element van de lichamelijke vereniging tussen de beide huwelijkspartners weg. Deze bevruchting wordt derhalve gereduceerd tot een louter biologisch proces. Hierbij ontbreekt de spirituele component van de sacramentele vereniging.

Inderdaad, op deze wijze ontstaan ook kinderen, maar niet alles wat zich voordoet, gebeurt omdat God het wil. Vele dingen gebeuren omdat zij door God toegelaten worden omdat Hij ook daarmee een bedoeling heeft. God wil de zielen op aarde ook via de meest uiteenlopende ervaringen de gelegenheid schenken om zijn Wetten, Zijn voorkeuren en afkeuren te leren kennen. Op aarde heerst ook veel ellende omdat vele dingen gebeuren die weliswaar door God toegelaten worden (omdat Hij de vrije wil van de ziel respecteert), doch zich niet volgens Zijn Wetten voltrekken en daardoor ook niet door Hem gezegend zijn. Dergelijke gebeurtenissen kunnen wij als 'niet heilig' bestempelen, omdat 'heilig' betekent: 'Van zodanige aard, dat daaruit Heil voor de zielen kan voortkomen'.

Wanneer een ziel (of in het geval van de kunstmatige bevruchting gewoonlijk twee zielen) haar, respectievelijk hun, vrije wil ertoe gebruikt en/of gebruiken om voor kunstmatige bevruchting te kiezen, is het mogelijk dat God het biologisch proces van de inplanting in het vrouwelijk lichaam 'bezielt', en dat daaruit leven voortkomt. Dit mag niet als een formele toestemming vanwege God worden opgevat, doch slechts als een kans voor de zielen in kwestie om een beproeving te doorstaan die, precies zoals bij elke andere beproeving, als wegwijzer naar God moet dienen. Zij moeten zich er in elk geval van bewust zijn, dat dit een situatie is, die niet in overeenstemming is met wat God als wenselijk of als 'natuurlijk' beschouwt. Daardoor draagt de kunstmatige bevruchting ook niet de genaden die rusten op een bevruchting in het kader van een vereniging die zich binnen het Sacramenteel Huwelijk voltrekt.

Openbaart Maria net nu in deze Laatste Tijden Haar heerlijkheid en macht omdat de antichrist nu spoedig komt?

De ware verhevenheid van Maria wordt nu geopenbaard omdat Gods Heilsplan dit voor deze Tijd van duisternis heeft voorzien. De komst van de antichrist moet men niet in de eerste plaats zien als een gebeurtenis, doch veeleer als een heilsontwikkeling. De antichrist, de satan, de duivel, werkt reeds sinds het begin van de heilsgeschiedenis naar de ondermijning en vernietiging van de mensenzielen toe. Eigenlijk moet men zich de komst van de antichrist voorstellen als een toestand die zich ononderbroken herhaalt, en wel in elke ziel die geen praktiserend christelijk leven leidt en geen moeite meer doet om een deugdzaam leven na te streven.

De komst van de antichrist op grote schaal is eigenlijk een ononderbroken proces, dat zich reeds vele eeuwen lang voltrekt, en waarvan slechts de omvang steeds verandert: Steeds méér zielen verkiezen een leven volgens de waarden en normen van de wereld, in plaats van voor een leven in de dienst van God te kiezen.

God openbaart Maria nu in Haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen als het grootste offensief van het Licht dat de wereld sedert de Kruisdood van Jezus ooit heeft gezien, en door hetwelk deze Kruisdood precies tot de volheid van zijn effect in de zielen moet worden gebracht. Maria is oneindig veel machtiger dan de antichrist, maar op basis van de listige strategieën van laatstgenoemde (deze vindt U op vele plaatsen in de Myriam-van-Nazareth-geschriften toegelicht) én op basis van de menselijke natuur, die nu eenmaal gemakkelijk de voorkeur geeft aan de schijnbaar aantrekkelijke wereldse oplossingen voor de levensproblemen, werken ontelbare zielen, ook onder de christenen, de werken van de duivel ongebreideld in de hand.

U vermeldt de Apocalyps, in dewelke de Apostel Johannes schrijft over de barensweeën en rampen. De Meesteres van alle zielen heeft erop gewezen dat de paragraaf over de barensweeën als volgt moet worden verstaan (ik citeer uit de Publieke Openbaring van 23 december 2006):

"In het Boek Apocalyps wordt erop gewezen dat in het visioen van Johannes de Maagd kreet in Haar barensweeën. Dit is niet in tegenstrijd met de waarheid dat Ik Jezus zonder enige pijn heb gebaard. De barensweeën die Mijn geliefde Johannes in zijn openbaringen schouwde, verwijzen naar de vele hindernissen die Ik als het grote Teken, de Onbevlekte Koningin, ja de Meesteres van de zielen, de Overwinnares over de duisternis, in deze allerlaatste tijden ontmoet in Mijn werken als Moeder van het Rijk Gods op aarde.
Ik ben hoogzwanger van de laatste stappen in de voltooiing van Gods Heilsplan voor de zielen. De onwil van de zielen echter, bezorgt Mij barensweeën die in niets te vergelijken zijn met de verrukkingen die Ik heb gekend bij de Geboorte van Hem die het zaad van dit Heilsplan in Gods aarde kwam zaaien".

Wij mogen bovendien niet vergeten dat God verlangt naar de wedergeboorte van zoveel mogelijk zielen uit Maria als de Meesteres van alle zielen, opdat deze een volledig nieuw leven volgens de Wetenschap van het Goddelijk Leven zouden kunnen leiden. Wanneer een ziel die zich weliswaar aan Maria toewijdt, de instructies van Maria echter in de praktijk niet naleeft, kan men zich in overdrachtelijke zin voorstellen dat Maria omwille van deze ziel lijdt in barensweeën, omdat het hier gaat om een pijnlijke en moeilijke 'wedergeboorte'.

Inderdaad, de rampen nemen steeds meer toe. Ik verwijs hier naar de teksten in dewelke Ik heb mogen schrijven hoe deze toestand door de zondelast van de mensheid is ontstaan. Zo beschouwd, zou inderdaad kunnen worden gesteld dat de 'komst van de antichrist' (ik zou dit liever 'heerschappij van de antichrist in een groot gedeelte van de zielen' noemen) met de toenemende frequentie van de rampen gelijk loopt. De Apocalyps biedt ons het beeld van een ondergaande wereld. Deze ondergang moet men zich in de eerste plaats in de spirituele zin voorstellen als de ondergang van de heiligheid in steeds méér zielen. In de mate waarin de heiligheid in een toenemend aantal zielen ondergaat, gaat de Schepping zoals God haar had voorzien, inderdaad onder. Dit alles gaat in zeer veel harten gepaard met een atmosfeer van 'Götterdämmerung' ('godendeemstering', volgens het begrip uit de opera van Wagner waarmee wordt uitgedrukt dat 'de goden' hun macht verliezen en sterven) omdat de zielen denken dat een dergelijke chaos en zo veel ellende slechts kunnen bestaan wanneer God Zelf ondergaat. Dat wil de duivel, de antichrist, ons laten geloven. Christenen, ontwaakt, want de aartsleugenaar kent jullie twijfels en hij vervormt jullie waarneming, tot jullie geloven dat het met Gods Rijk afgelopen is. Wij mogen nooit vergeten, lieve zus, dat het Licht slechts in de waarneming van de ziel ondergaat, nooit in Gods Werkelijkheid.

Het komt er nu op aan, ervan overtuigd te zijn, en ons ervan bewust te blijven, dat:

God nu de zielen de Meesteres van alle zielen schenkt, met Haar zo machtige leiding naar de voltooiing van de Verlossing en de heiliging toe, en met haar onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, omdat Maria voor deze Laatste Tijden is voorzien als de Dageraad, die de definitieve overwinning van het Licht over de duisternis aankondigt. Van elke ziel die zichzelf in deze tijden aan Maria toewijdt, en Haar strikt navolgt, maakt Zij een bouwsteen voor Gods Rijk op aarde.

Steen voor steen bouwen wij daaraan. Laten wij niet voortdurend onze bouwwerken onderbreken om op de uitkijk te staan voor het oprukken van de vijand, doch blijmoedig verder bouwen, opdat de vestingmuren klaar zouden zijn wanneer de vijand denkt dat hij de zielen de genadestoot kan geven.

Het Licht zal overwinnen, dat is de grote Belofte van God, en het Grote Teken Maria kondigt deze overwinning nu aan, en geeft haar vorm in elke ziel van goede wil. Daarom is de Meesteres van alle zielen doorheen ons Apostolaat meteen het grote Teken van Hoop.

Met betrekking tot Uw vragen in verband met de vormgeving van Uw huidig leven geeft de Moeder Gods U geen vaste voorschriften. Eén ding benadrukt Zij echter: Het is voor U een verborgen zegen dat U Uw werk hebt verloren, omdat de werkomgeving voor Uw ziel niet langer vruchtbaar was. Indien het mogelijk is voor U, ware de beste oplossing, Uw studies te beëindigen zonder een bijkomende beroepsactiviteit, omdat Uw ziel zich door oververmoeidheid niet zo kan ontplooien zoals God het voor U had voorzien. Wat U nu in de eerste plaats nodig hebt, is een rotsvast vertrouwen in Maria, Die U de weg zal tonen. Mocht X. bij U kunnen wonen, dan zou U van een grote bron van spanning verlost kunnen worden, maar dan zou U beiden tot een goede verstandhouding met Uw ouders moeten kunnen komen, én dan zou er bovendien een situatie ontstaan die Maria niet welgevallig is, want dan zou U buiten het Sacrament van het Huwelijk samenleven.

De enige oplossing die spiritueel volledig te verdedigen zou zijn, is, dat X. werk vindt, dat U huwt, en pas daarna samen gaat wonen, terwijl U naar een oplossing zoekt die ook voor de ouders zinvol is (in een atmosfeer van naastenliefde, verdraagzaamheid en een gezonde vorm van hulpvaardigheid jegens de ouders), en dat U zich volledig op Uw studies concentreert. U zult op één en ander een betere greep krijgen omdat U een duidelijk teken voor ogen zal staan. Bespreek dit alles eens met X., en U zult allebei nieuwe kracht vinden. Wanneer U met Maria verder leeft zoals U het nu doet, zult U Haar zachte leiding in Uw hart voelen. Het spreekt vanzelf dat ik U steeds, waar ik ook maar kan, wil bijstaan. Ik wens U een groot, vertrouwen schenkend Licht en heel veel Liefde.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 128
Over de omgang met een ziel die ontevreden is over zichzelf

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Onze Hemelse Meesteres heeft mij een inzicht in de spirituele gesteldheid van Uw moeder toegestaan, dat ons verder zou kunnen helpen. Ik ben ervan overtuigd dat U zult begrijpen dat Maria mij niet toestaat, inzichten in zielen aan andere zielen mede te delen, omdat het ons niet is toegestaan om zielen te oordelen. Eigenlijk is dit zelfs niet noodzakelijk om de weg vrij te maken voor oplossingen.

Maria laat mij tot U allen een voorstel richten. Met 'U allen' bedoelt Zij: Uzelf, Uw echtgenote, Uw beide dochters en Uw vader. Eerst en vooral moet ik echter het volgende verduidelijken, slechts in essentie, omdat deze kennis noodzakelijk is om de uitnodiging van Maria juist te kunnen begrijpen:

Uw moeder doorstaat momenteel een beproeving, via dewelke God beoogde, haar de genade te schenken om tijdens de jaren van haar levensavond via de weg van de bezinning inwendige Vrede te verwerven. Deze beproeving bestaat uit lichamelijke lasten die haar tot een inwendige zuivering zouden moeten brengen, op grond van dewelke de beleving van haar leefwereld zich in de richting van de vergeestelijking zou moeten ontwikkelen. Deze ziel wordt bij deze beproeving echter in haar levensbeschouwing door de duivel aangevallen, en zij heeft in het Geloof niet de kracht gevonden om aan deze bekoring weerstand te bieden, omdat haar Geloof te oppervlakkig was. Daardoor heeft deze beproeving haar aan het wankelen gebracht. Ten gevolge daarvan heerst nu algemene onvrede.

Hoe gaat het vanaf dit punt verder?

Van U allen verlangt de Meesteres van alle zielen het volgende:

  1. dat U allen (ik heb reeds aangeduid wie bedoeld is) indien mogelijk samen dagelijks de gebeden 998 en 1047 zou verrichten, die buitengewoon krachtig zijn tegen elke influistering van de duivel;
  2. dat U haar allen van harte vergeeft. U mag dit in de stilte van Uw hart doen door haar deze huidige ingesteldheid te vergeven. Spreekt U deze gedachten, vervuld van Licht, tegenover de Meesteres van alle zielen uit, en smeekt U Haar op grond van deze gemeenschappelijke vergeving om de genade van bevrijding voor Uw moeder, want zij is de gevangene van haar eigen ingesteldheden. Weest U er zich van bewust, dat niet zij zelf doch de duivel de atmosfeer van onvrede heeft doen ontstaan. Uw moeder is niet de oorzaak, maar wel het eerste slachtoffer van de toestand. Ik kan U verzekeren, dat zij momenteel een hekel aan zichzelf heeft.
  3. doet U er alles aan om uw moeder met Liefde te omringen. Dit zal niet gemakkelijk zijn, want de duivel zal alles in het werk stellen om haar tegen U allen op te hitsen. Wanneer U er echter allen in slaagt om in deze liefdevolle ingesteldheid te volharden, zal dit voor Uw moeder vele genaden van verlossing en bevrijding opleveren. Biedt U toch Uw gezamenlijke inspanningen hiervoor aan Maria, als offergave voor de bevrijding van Uw moeder uit de klauwen van de duivel.
  4. dat U allen alle leed dat U door Uw moeder reeds hebt moeten doorstaan, aan Maria toewijdt. Vertrouwt U eenvoudigweg alles wat in U opkomt, aan Maria toe. Ik beloof U dat ook ik de hele toestand, met inbegrip van de gesteldheid van Uw moeder, aan de Hemelse Meesteres zal toewijden, opdat zij bevrijd moge worden en U allen de Ware Vrede zou terugvinden. Slechts als ketting van gelovige, liefhebbende, biddende zielen zullen wij hierin slagen.

Het is belangrijk dat U dit alles zoveel mogelijk samen doet, en dat Uw vader hierover ingelicht wordt, opdat hij door toewijding van al zijn lijden van de jongste tijd aan Maria ten volle aan alles moge kunnen meewerken.

Elke toestand van gebrek aan inwendige Vrede kan slechts met Liefde omgekeerd worden. Vergeving is één van de belangrijkste onderdelen van de Ware Liefde. Gelooft U allen rotsvast in de alles overwinnende macht van de Meesteres van alle zielen, en in de mate waarin U dit Geloof en deze Ware Liefde in uw harten beleeft, zult U van het wonder kunnen getuigen.

Op mijn medewerking mag U rekenen. Het komt er nu op aan, de duivel te confronteren met de onbeperkte macht van de Meesteres van alle zielen. Het is werkelijk een teken vanwege de Goddelijke Voorzienigheid dat wij hem op de vooravond van het feest van de Onbevlekte Maagd van Lourdes de oorlog kunnen verklaren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 129
Over autogene training en positief denken – over positief denken verbonden met het spirituele – God verleent aan elk woord een bepaalde kracht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U schrijft in Uw brief over autogene training en positief denken, en U vraagt mijn mening daarover.

Autogene training beoogt, door positief denken en het inprenten van positieve formules krachten in de geest vrij te maken, door dewelke de mens voor zichzelf een positieve ingesteldheid kan verwerven. Op zich is dit natuurlijk niet slecht. Niettemin moet ik van de Meesteres van alle zielen op de navolgende regels wijzen, die gelden voor elke toegewijde ziel die haar toewijding op de juiste wijze beleeft:

  • Of een therapie, een geneesmiddel, of zelfs een formule helpt of niet, wordt door de Goddelijke Voorzienigheid bepaald, omdat de toegewijde ziel haar vrije wil heeft afgegeven om volledig volgens Gods Heilsplan te kunnen leven. Derhalve is het absoluut mogelijk dat de ziel ondanks het innemen van een geneesmiddel of zelfs het gebruiken van een zelbevestigingsformule, geen genezing vindt. In dat geval moet zij er desondanks zeker van zijn dat God, respectievelijk Maria, haar vast in de hand houdt en dat haar huidige gesteldheid God juist van dienst is. Wanneer Gods Tijd voor een definitieve (of tijdelijke...) genezing is gekomen, zal deze ook plaatsvinden. God weet dan dat de ziel zich bij al Zijn Beschikkingen neerlegt, omdat zij haar vrije wil aan Hem heeft afgestaan. Dit is de succesformule voor een leven in de hoogste vruchtbaarheid voor de eigen heiliging en voor Gods Heilsplan.
  • Het is een ziel absoluut toegestaan, te trachten, haar spirituele gesteldheid naar een hoger niveau te verheffen. De Wetenschap van het Goddelijk Leven leert ons dat positieve instellingen het hart kunnen openen voor de binnenstromende Goddelijke Liefde als Draagster van Levenskracht. Maria verlangt echter van de ziel dat zij de positieve suggesties, die zij zich tracht in te prenten, van een spirituele inhoud moet voorzien, en wel zodanig dat deze tot formules van verheerlijking, eerbetuiging of eerherstel omgevormd worden, bijvoorbeeld: "Mijn ziel wordt genezen, want Maria heerst in mij" of "Ik voel nieuwe kracht in mij, want ik ben een bloem in de tuin van Maria", of "Niets kan mij deren, want Gods Liefde laat mij niet verloren gaan", enzovoort...

Slechts de spirituele inhoud maakt een formulering tot bron van genaden en Heil. Een voorbeeld: Een van de krachtigste formules, die de ziel werkelijk kan genezen en omvormen, is eenvoudig Laudate Mariam! (= Ik prijs U, Maria). Een andere wordt eenvoudig gevormd door het steeds herhalen van de namen "Jezus - Maria - Jezus - Maria -..." Het is steeds belangrijk dat deze formules langzaam en diep in het hart verzonken uitgesproken of inwendig gedacht worden. In dat geval roept elk van deze formules een lichtstraal over de Schepping af. Zelfs het ene woord 'Maria' is met kracht geladen. God Zelf heeft deze naam gemaakt (in de moedertaal van Jezus en Maria: 'Mer-i-am'), en hij betekent 'Oceaan van Liefde, macht en heiligheid'. 'Jezus' (in de moedertaal van Jezus en Maria: 'Yeshua') is zonder meer een Goddelijk Woord.

Gods genadeschatten kunnen door sleutels van de meest uiteenlopende aard ontsloten en vrijgemaakt worden:

  1. door de Wil van God, die de motor is van elke scheppingsakte of elke omvorming of herschepping;
  2. door de Wil van Maria, aangezien de Wil van Maria volledig identiek is met de Wil van God, en Maria boven alle zielen verheven is. Om deze reden is Maria de Middelares van alle genaden en de Meesteres van alle zielen, en beschikt Zij over een macht die door de engelen, de gelukzaligen en de duivels als 'Goddelijk' wordt ervaren: Alles wat Zij zegt, stemt volledig overeen met de Wil van God. Daarom heeft de Allerheiligste Drievuldigheid bij de Kroning van Maria in de Hemel aan alle Hemelbewoners medegedeeld dat zij voor alle eeuwigheid aan elk bevel van Maria gevolg moeten geven.
  3. door woorden. Men kan het zo stellen, dat binnen de Goddelijke Wet elk woord drager is van een bepaalde kracht. Deze kracht kan variëren over een enorme waaier, gaande van 'nietig' (oneindig gering) tot 'herscheppend groot'. De kracht van een woord wordt in hoge mate bepaald door de gezindheid van hart in de ziel die het woord uitspreekt, én door haar heiligheid. Zo kan hetzelfde woord, gesproken door een zeer zondige en nauwelijks rouwmoedige ziel bijvoorbeeld een kracht = 1 ontwikkelen, terwijl het door een tamelijk heilige ziel gesproken een kracht = 20 zou kunnen ontwikkelen, en door de Meesteres van alle zielen uitgesproken een kracht = 5000. Op grond van deze wet is het bijvoorbeeld te begrijpen dat een Heilige Mis volgens de Tridentijnse ritus met strikt traditionele Consecratieformules en door een werkelijk heilige priester gecelebreerd, een zeer veel grotere genadekracht kan ontwikkelen dan een Heilige Mis waarin onder modernistische invloed niet aan de traditionele formuleringen wordt vastgehouden. God verleent aan elk woord een bepaalde kracht. Elk woord – hetzij in het dagelijks leven, hetzij tijdens de Transsubstantiatie gedurende de Heilige Mis – wekt bepaalde krachten op: De woorden werken alle als sleutels op de genadeschatten in Gods Hart, alleen is de kracht van hun uitwerking zeer verschillend.

Het woord wordt door de hartsgesteldheid versterkt, of juist verzwakt. Een hart dat brandt van Liefde, is als een ononderbroken zuig- en persmechanisme, door hetwelk de stromen van het Goddelijk Leven zich ongehinderd verder laten bewegen en daarbij de genaden in staat stellen om zich volledig uit te werken.

Suggesties zonder spirituele inhoud werken in hoge mate als gemiste kansen: De ziel spreekt hen uit, en zij kunnen op zich wel een goed gevoel laten ontstaan, maar zij wekken geen genadewerking op, en brengen daardoor geen duurzame levenskracht in de ziel, noch over andere zielen. Uiteindelijk werken zij in de ziel als een leeg omhulsel. Om het in een misschien nog duidelijker beeld te stellen: Beschouwt U twee vruchten. De eerste is op zeer rijke grond gegroeid, de tweede op zeer arme grond. Uiterlijk merkt U misschien nauwelijks een verschil, maar wanneer men de vruchten analyseert, blijkt dat het gehalte aan vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen in de eerste vrucht vele malen hoger ligt dan in de tweede. Het lichaam wordt dus door de tweede nauwelijks gevoed: Het vult zich bij het eten ervan met bijna lege ballast.

Het is bovendien belangrijk, ons voor ogen te houden, dat ons vertrouwen steeds op God en Maria gericht zou moeten zijn. Daar ligt het Heil, daar liggen de genadeschatten, daarheen zouden onze dienstbaarheid en onze aandacht moeten gaan.

Lieve zus, er bestaan tamelijk veel methoden om het lichaam gezonder te laten worden, om de geest tot rust te brengen en om een grotere inwendige Vrede te bewerken. Er moet echter op gewezen worden dat, ook wanneer deze methoden soms op zich niets verkeerds laten vermoeden, de ziel zich niet te gemakkelijk door hen mag laten verleiden. De reden hiervoor ligt in het feit dat het doorgaans deze methoden kenmerkt dat zij de ziel wegleiden van God en Zijn Werken en dat zij de zielen ertoe aanzetten, de regeling van alle levensprocessen in eigen handen te nemen, of dat zij in vele gevallen de ziel op wegen leiden, die haar schade kunnen berokkenen, doordat zij de ziel van de ene ware God en van de enige Waarheid wegleiden. Het gevaar is tweeledig:

  1. Ofwel is de methode op zich leeg, omdat zij geen contact legt met het Goddelijke en de mens in het middelpunt van zijn eigen universum plaatst;
  2. Of zij is als een springplank naar ideeën en naar een wereldbeeld die niet in overeenstemming zijn met het enige juiste wereldbeeld, dat uit de enige Waarheid van God ontstaat en de vervulling van de Goddelijke Mysteries in de ziel beoogt.

Genadevol zijn slechts de zelfbevestiging en de genezingsformules door dewelke de ziel God zoekt, Hem en Zijn Werken en Plannen in het middelpunt stelt, en Hem tracht te dienen. Methoden zoals autogene training zijn in die zin egoïstisch, dat de mens hierbij alleen met zichzelf bezig is. Spreekt de ziel daarentegen formules uit via dewelke zij God of Maria verheerlijking, Liefde, dank enzovoort betuigt, dan bidt zij niet slechts om bevrijding uit haar ellende, zij levert – wanneer zij dit met de juiste hartsgesteldheid doet – vooral een bijdrage tot de verzameling van genaden, uit dewelke Heil voor de hele Schepping kan worden vrijgemaakt. Een dergelijk proces bouwt de ziel in de ware zin van het woord op, en alle Heil, ook lichamelijk of geestelijk, dat haar op grond van dit proces eventueel te beurt valt, is duurzaam en wordt haar met Gods zegen geschonken omdat de ziel aan Hem heeft gedacht.

Het spreekt vanzelf dat ik U in mijn nietigheid graag zal ondersteunen. Op de dag die U in Uw brief vermeldt, zult U de verrukkelijke nabijheid van onze Meesteres voelen. Haar hand zal alles leiden en beheersen. Natuurlijk sta ik altijd te Uwer beschikking.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 130
Wat is de werkelijk beleefde toewijding? – over de effecten en grenzen van de macht van Maria – Maria, voorbeeld der huisvrouwen – Hoe wordt een vrouw 'een goede huisvrouw'?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De totale toewijding van een ziel aan Maria is één van de grootste, mooiste, maar ook steeds weer één van de minst goed begrepen Goddelijke Mysteries. De toewijding aan Maria is geen toverformule die ons onmiddellijk helemaal omvormt of ons onmiddellijk van al onze zwakheden bevrijdt. De werkelijk beleefde toewijding is, zoals deze woorden reeds zeggen, een contract, een heilig verbond met de Koningin des Hemels, door hetwelk wij ons volledig in Haar handen leggen, opdat Zij ons helemaal op de vruchtbaarst mogelijke wijze voor de Werken van God kan inzetten. Precies daaruit wordt ons Geluk bereid. Daartoe moeten wij ons echter volledig aan Haar overgeven, in alle details van ons leven. Dit verbond is een verbond van samenwerking met Maria: Zij heeft de macht om van een ziel als het ware een totaal andere ziel te maken, zodat geleidelijk gaat blijken dat deze helemaal anders op haar leefwereld reageert en zij de kunst verstaat, totaal anders met haar moeilijkheden om te gaan. Uit deze veranderingen put de ziel dan geleidelijk de kracht, zich van binnenuit volkomen te laten veranderen en zich van veel ballast te laten reinigen. Aangezien zij op grond van haar toewijding Maria toebehoort (zij is Haar bezit geworden om in Haar en onder Haar machtige bescherming op een heilige wijze in het Hart van God te kunnen overvloeien), zal dit inwendig proces zich in haar zacht en zonder al te hevige schokken kunnen voltrekken.

Maria’s deel van het verbond bestaat hierin, dat Zij voor de heiliging van de ziel borg staat, en Zij haar oneindig grote macht kan inzetten om de ziel te helpen, deze grootste der doelstellingen te bereiken. Uiteindelijk is het de ziel zelf, die de aansporingen en inspiraties vanwege Maria in de concrete situaties van het dagelijkse leven in de praktijk moet omzetten. Hoewel de Meesteres van alle zielen een onbeperkte macht bezit om zielen te heiligen, moet de ziel steeds zelf actief aan deze heiliging meewerken. Mocht Maria Haar macht in zo verregaande mate gebruiken dat de ziel de volheid van de genade ten geschenke krijgt, dan zou de ziel elke kans om verdiensten te verwerven (die zij nodig heeft om de Eeuwige Gelukzaligheid te verdienen), verliezen. Maria’s macht, zoals Zij deze van God heeft ontvangen, is onbeperkt. Aan de effecten (de uitwerkingen) van deze macht zijn echter vanuit diverse hoeken begrenzingen gesteld:

  • door de Goddelijke Gerechtigheid, die de verspreiding van genaden slechts kan toelaten in de mate waarin de mensheid deze Goddelijke Geschenken aanneemt, indien zij deze dan al aanneemt. Ontelbare zielen openen zich niet of nauwelijks voor de Goddelijke Genaden;
  • door de mate waarin de individuele ziel zich daadwerkelijk aan Gods Werken overgeeft. God is er niet voor de wereldse noden van de zielen, maar de zielen zijn er voor de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan, want het Goddelijk Heilsplan is het volmaakte systeem waaruit het Eeuwig Geluk en de Ware Vrede moeten voortkomen.

Toewijding aan Maria is in de eerste plaats een kwestie van het juiste gebruik van de eigen vrije wil door de ziel. Wanneer de ziel zich inspant om volkomen datgene te doen, wat God met haar leven beoogt, en zij alle daarbij optredende moeilijkheden aan Maria toewijdt, en deze met Haar tracht meester te worden, opent zij zichzelf voor de instorting van de genade van de totale omvorming: Zij is dan klaar om een ander mens te worden. Zodra de ziel zich ertoe kan bewegen, haar vrije wil volledig ten dienste van God te stellen, en slechts naar de bevrediging van Zijn noden te zoeken (de grondvesting van Zijn Rijk op aarde door de heiliging van zoveel mogelijk zielen) wordt zij door Maria in zo verregaande mate veranderd dat zij als vanzelf begint, haar taken stap voor stap anders te vervullen, namelijk: meer in overeenstemming met de deugden, meer Heil brengend, vreedzamer. Al haar werken worden vruchtbaarder. Dat is precies wat Maria met de aan Haar toegewijde zielen beoogt: Hun vruchtbaarheid voor Gods Werken voortdurend te laten groeien, opdat zij steeds heiliger zouden worden en zich daardoor de Eeuwige Gelukzaligheid kunnen verwerven.

Beschouwen wij Maria gedurende Haar aardse leven. Zij was geen vrouw die slechts van ‘s ochtends tot ‘s avonds op de knieën zat te bidden. Zij was ook huisvrouw. Al Haar handelingen verrichtte Zij met God en voor Hem. Al Haar woorden sprak Zij met God en voor Hem. Deze onovertroffen eenheid met het Hart van God deed in Haar een geweldige kracht en een volmaakte inwendige Vrede ontstaan. Wanneer Zij het huis schoonmaakte, deed Zij dit met God en voor Hem, en Zij schonk Hem Haar handelingen opdat daarmee zielen van het stof van de wereld gereinigd zouden worden. Wanneer Zij Haar duiven voederde, schonk Zij God deze handeling, opdat zielen daardoor spiritueel voedsel zouden ontvangen, enzovoort. Wanneer Maria Zich lichamelijk niet in orde voelde (en dit was veel vaker het geval dan de zielen weten), bood Zij Haar onwel-zijn aan God aan, opdat Hij daardoor zielen met spirituele moeilijkheden en zwakheden zou mogen genezen. De Wil van Maria was zo totaal één met de Wil van God dat Zij alles aanvaardde, en er in elke situatie van uitging dat alles goed was, omdat God het zo beschikte. Een modelvoorbeeld voor elke ziel. Voor Haar was alles zoals het moest zijn, omdat God daarmee wel voor om het even wie iets zou kunnen doen.

Maria’s geheim als mens bestond hierin, dat Zij alles met Liefde en voor de Liefde deed, en uit eerbetoon aan God. Zo bracht Zij zelfs door de meest eenvoudige huistaken Licht over de hele Schepping.

Maria is Uw Hemelse Meesteres. Belijdt U deze hoedanigheid, aan Haar voeten geknield, en belijdt U Haar macht om U om te vormen, en Zij zal Uw inwendige gesteldheden overal genezen waar dit maar nodig kan zijn. De totale toewijding aan Maria kan van U een vrouw maken die in het huishouden wordt als een bloem, als een Licht dat aantrekt. Voor God is het niet belangrijk dat de huisvrouw vandaag zoveel linnen wast, dat zij morgen zoveel vensters poetst en overmorgen zoveel hemden strijkt. Voor God is slechts belangrijk, dat de huisvrouw dagelijks Licht om zich heen verspreidt, dat zij naar haar man toe Gods Liefde vertegenwoordigt. Hoe zij haar handelingen verricht, is inderdaad wel belangrijk, maar... niet in de wereldse zin van het woord, doch in de spirituele zin, namelijk: In hoeverre doet de ziel alles in deugdzaamheid en MET MARIA?

Daar ligt ook Uw specifieke taak, lieve zus: Wordt U een goede huisvrouw door te leven als een fontein van Licht, Liefde en blijmoedigheid. Wanneer enige negatieve ervaring U kwelt, legt U deze aan de voeten van Maria en smeekt U Uw Hemelse Meesteres: Maria, Meesteres van mijn ziel en mijn leven, neem toch deze vlek van duisternis uit mijn hart aan, en raak haar aan met Uw voet, want onder Uw voeten wordt alle duisternis onwerkzaam gemaakt.

Lieve zus, U bent huisvrouw omdat God U in deze levenssituatie heeft gewild, precies omdat U in deze situatie voor Zijn Plannen en Werken het vruchtbaarst kunt worden. Een 'goede huisvrouw' in Gods ogen kunt U pas zijn wanneer U zich totaal aan Maria overgeeft, wanneer U Haar vaak in Uw hart zoekt, en al Haar instructies volgt. In dat geval zult U geleidelijk beginnen leven zoals Zij heeft geleefd. Als huisvrouw was Maria in de eerste plaats een stralend Licht, dat diepe Vrede, innige vreugde en een immense kracht in de harten bracht. Zij deed dit door Haar uitstraling, door Haar onvoorwaardelijke Liefde tot alle schepselen en tot God. Elke ziel die Maria zag, voelde onmiddellijk: "Hier is God aanwezig". Inderdaad, Maria had op alle schepselen de uitwerking van een constant aanwezige wolk van Hemelse geuren, die alle levende wezens in verrukking bracht. Deze 'geur' (slechts op het spirituele niveau waarneembaar) was de vrucht van de volmaakte versmelting tussen Gods Tegenwoordigheid en de Wil van Maria. Hij was de uitdrukking van de volmaakte heiligheid, die rijpt in de zielen die zich volledig aan de verwachtingen van God hebben overgegeven.

Tracht U dit voorbeeld na te volgen, en God zal Uw leven als geslaagd beschouwen. U zult het echter slechts kunnen doen in de mate waarin Maria in U heerst, omdat niet U zult leven en spreken, maar Maria door U. In U, zoals trouwens in elke andere ziel, is Hemels zaad gezaaid. Van elke ziel wordt verwacht dat zij dit zaad laat rijpen, tot het zich uiteindelijk in bloesems en naderhand in vruchten omvormt. Deze omvorming kan zich slechts in die mate voltrekken, waarin de wil van de ziel om onder Maria’s heerschappij te veranderen, groeit. Hoe meer U zich naar het voorbeeld van Maria richt, des te meer zult U op Haar gaan lijken.

Ik sta natuurlijk graag tot Uw dienst om aan de voeten van de Hemelse Meesteres de ontsluiting van Uw zielentuin te mogen helpen verwezenlijken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 131
Over de grenzen van de macht van de satan – de Wetenschap van het Goddelijk Leven als encyclopedie van het Ware Geluk, de Ware Hoop en de Ware Liefde – over gebed en gebedsverhoring – over de aanvaarding van opofferingen en beproevingen – over de vrije wil – over de bekering in het stervensuur

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het lijkt de duivel nooit aan inspiratie te ontbreken wanneer hij Gods Werken wil ondermijnen. Uit zichzelf zou hij dit nooit kunnen, aangezien hij tegen God en tegen de Moeder Gods helemaal niets vermag. Ik heb het reeds herhaaldelijk op uitnodiging van de Koningin des Hemels mogen schrijven: De macht van de duivel is slechts zo groot als de zwakheid van de mensenziel. Wanneer de ziel toegeeft aan zijn bekoringen, groeit de macht van de satan over haar. Wil de ziel niet toegeven, dan kan hij niets doen. Lieve zus, indien de mensenziel geen vrije wil zou hebben, zou er ook geen zonde zijn, want dan zou elke ziel onberispelijk Gods Wil volgen. Gods Liefde is echter zo groot dat Hij de zielen een vrije wil heeft geschonken, en deze in geen enkel geval op eigen initiatief in om het even welke richting tracht te dwingen.

Hoezeer kan een hart toch lijden wanneer het merkt hoe gemakkelijk de dwaalwegen zich vermenigvuldigen, en hoe vlug zij worden gevolgd. En toch is het niet eens een onoplosbaar raadsel, hoe de ziel zich tegenover de bekoringen behoort te gedragen. Wij hebben het onvoorstelbare voorrecht, te worden onderricht in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Deze Wetenschap zouden wij zo ongeveer kunnen vergelijken met een encyclopedie van het Ware Geluk, de Ware Hoop en de Ware Liefde. Onze pijn bestaat hierin, dat niet elke ziel zich voor de genadestromen wil openstellen, en derhalve ook niet de weg naar het Geluk vindt. Vele zielen trachten vluchtwegen uit hun constante ontevredenheid te vinden door handelingen te stellen, die voor hen 'opwindend' werken, doch in werkelijkheid volkomen leeg zijn. Bepaalde dingen zijn voor sommige zielen opwindend en aantrekkelijk, terwijl zij door God evenwel worden betreurd. Hierdoor komt het, dat sommige levens helemaal weggegooid worden.

Hoe U zich tegen de listen en valstrikken van de duivel kunt beschermen, onderricht de Meesteres van alle zielen in vele van de geschriften. Ik kan alleszins begrijpen hoe U zich voelt, wanneer U vanaf de eerste gebeden tegen een boosaardige ontwikkeling in Uw leefwereld, onmiddellijk ziek wordt. Daarom laat ik u graag de volgende bemoediging toekomen.

Eerst en vooral moet ik U de raad van de Meesteres van alle zielen mededelen, dat U Haar (Maria) actief bij Uw gebed moet betrekken. U hebt de aanbeveling gekregen, voor Uw intentie drie maanden lang de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid te bidden. Dit is een prachtig gebed. Ook ik houd ervan, want het is heel waardevol. U kunt Uw inspanningen echter vele malen vruchtbaarder maken, door:

  1. deze Rozenkrans weliswaar elke dag te bidden, doch hem niet actief met Uw intentie te verbinden, "dat deze dwalende ziel zich zou mogen bekeren". Concreet betekent dit: Smeekt U de lijdende Verlosser, dat Hij de dwalende zielen (meervoud) met Zijn Barmhartigheid zou besproeien. Uw gebed wordt daardoor 'onzelfzuchtig';
  2. geen tijdslimiet vast te stellen. De mensenziel neigt er gemakkelijk toe, een inspanning in een bepaalde, precies afgebakende tijdsspanne te plaatsen. Op één of andere wijze helpt het soms, een duidelijk overzicht over zijn handelingen te krijgen, wanneer men het 'zichtbaar tentoonstelt', zoals in een hok. God kan dit echter als een 'voorwaardelijk' gebed beschouwen. De ziel kan de deur van de genade pas volledig openen, wanneer zij God te kennen geeft, dat voor haar alles open staat. De reden is eenvoudig: Dit werkt in Gods ogen zoals een signaal, dat Hem zegt: 'Voor mij is alles goed, doet U er maar het beste mee', en dat is Hem bijzonder aangenaam. Wanneer U zich nu voorneemt, dit gebed voor deze intentie drie maanden lang te bidden, is het in zekere zin alsof U tot God zou zeggen: "Na deze drie maanden verwacht ik van U een resultaat". De Hemel kan weliswaar gedurende een bepaalde tijd een bepaald gebed verlangen, maar dan betreft het een minimum, niet een afgesloten geheel. Dat komt doordat voor God de werkelijkheid tijdloos is. Alleen de zielen neigen ertoe, zo lang zij op aarde leven, te rekenen met dagen, uren, enzovoort, omdat het leven op aarde nu eenmaal volgens de tijd is georganiseerd;
  3. Maria bij Uw gebed te betrekken. Wanneer U het Hart van Jezus echt wil openen (voor de genade), smeekt U dan 'in naam van Zijn Moeder' en 'met de intentie, Haar een genoegen te kunnen doen'. Ik kan U dit aanbevelen uit eigen ervaring, omdat Maria Zelf dit steeds weer tot mij zegt. Zo gaat het immers met de genadewerking in deze Laatste Tijden: alles door de Poort van de Genade – Maria –. Een voorbeeld: U wilt Jezus smeken dat Uw kind zich van de zonde zou afwenden. Smeekt U Hem dan op de volgende wijze: "Lieve Jezus, ik smeek U om het Licht en de Liefde van Uw Barmhartigheid, opdat X Uw en mijn Moeder Maria niet langer door zijn gedrag Smarten zou bezorgen". God verlangt vurig dat de ziel alles door Maria afsmeekt.

Het is belangrijk dat U zich ook niet te snel gewonnen geeft, indien het resultaat schijnbaar op zich laat wachten. Maria beklemtoont steeds weer dat in het verborgene van de harten veel gebeurt dat niet onmiddellijk waarneembaar is. Daarom hebben de woorden van Jezus "Uw Geloof heeft U gered" een zo diepe betekenis. De grootste verdienste verwerft de ziel door ervan uit te gaan dat God voortdurend liefdevol met haar intenties bezig is, dat het grootste gedeelte van de werkelijkheid niet zichtbaar is, en dat God precies in dat gedeelte van de werkelijkheid Zijn belangrijkste wonderen volbrengt.

Tracht U, telkens de aanvaarding en de opoffering van beproevingen U moeilijk valt, met heel Uw hart te zeggen: "Ik dank U, mijn God, want vandaag schrijft U heilsgeschiedenis in mij". Maria heeft mij deze aanroeping geschonken om mij in de moeilijkste uren eraan te herinneren dat de ziel precies het vruchtbaarst wordt wanneer zij lijdt. Zij herinnert er de ziel ook aan,

dat elk lijden voor God, en daarom ook voor het Eeuwig Heil van de ziel, een diepe betekenis heeft. Het betreft hier een geschenk dat achter het gouden voorhangsel van Gods Hart voor de ziel wordt bereid, om haar er later mee in verrukking te brengen. Elke beproeving is voor God als een onontbeerlijke grondstof uit dewelke Hij genaden kan bereiden. Om deze reden kan men zeggen dat God via elke beproeving heilsgeschiedenis in de lijdende ziel schrijft: De ziel geeft zich aan Zijn Plan over, opdat Hij de ontwikkeling van dit Plan moge bevorderen.

Uit welke bron de ziekteverschijnselen van bij het begin van Uw gebeden voor deze intentie ook vandaan mogen komen, voor U komt het er nu op aan, U daarover geen vragen te stellen, doch de huiduitslag aan Maria toe te wijden, met de smeekbede dat Zij dit verschijnsel moge gebruiken voor de reiniging van de bedoelde ziel. Beschouwt U het beeld: Deze ziel heeft door deze tatoeëring haar huid, die zij van God heeft gekregen, laten veranderen. Uzelf lijdt nu aan huidverschijnselen. Smeekt U Maria dat deze verschijnselen voor de bedoelde ziel een spirituele reiniging mogen bekomen. Slechts zo kunt U alles een zin geven. De lichamelijke huid laat zich normaal gesproken na een tatoeëring niet meer veranderen, de ziel echter wel.

U vreest dat U zich misschien niet voldoende beschermt. Stelt U zich volledig en onvoorwaardelijk onder de machtige bescherming van de Meesteres van alle zielen, en Zij zal alles zo leiden, zoals het voor Gods Heilsplan moet zijn. Deze waarheid staat absoluut vast, omdat het bij de volledige toewijding om een Goddelijke Wet gaat. Alleen, zoals reeds vermeld, mogen wij geen tijdslimiet stellen. Daardoor verwerven wij echter wel het voorrecht dat onze liefdevolle en met volle vertrouwen toegewijde inspanningen zelfs over de grenzen van de dood heen werkzaam kunnen blijven: Een ziel voor dewelke wij bidden, verneemt soms na vele jaren, veelal zelfs pas in het uur van haar levensoordeel, de vruchten van Uw opofferingen.

Wij laten vaak vandaag vruchten van Heil in de enorme Goddelijke korf met bouwstoffen voor genaden achter, en vernemen zelf na onze dood dat God deze vruchten gebruikt voor ontwikkelingen die wij tijdens ons leven niet hebben mogen meemaken. Zo werkt dit: De absolute volmaaktheid van de Goddelijke Liefde, niets gaat veloren, zelfs niet de geringste pijn of de kleinste toegewijde inspanning, die wij zelf na korte tijd vaak reeds zijn vergeten.

Is er een terugweg voor diegenen die zich aan de duivel hebben overgegeven? Het antwoord is ondubbelzinnig: 'ja'. Er is altijd een weg terug wanneer de vrije wil voor God kiest. Er was reeds in de Bijbel sprake van "mensen van goede wil". Een ziel "van goede wil" is een ziel die haar vrije wil volkomen op God richt, zodat haar handelingen, haar verlangens en gedachten zo volkomen mogelijk één worden met die van God Zelf. Aan de vrije wil van een dwalende ziel kunt U niets opdringen, U kunt deze ziel tot niets dwingen. Zelfs indien U dit zou kunnen doen, zou deze ziel niet de geringste verdienste voor haar Verlossing of haar heiliging hebben, want God oordeelt alles met het oog op het vrijwillig gebruik van de vrije wil. De ziel moet zelf 'ja' zeggen tot God. Zij moet Hem vanuit zichzelf leren liefhebben. Zij moet de dingen doen, omdat zij deze met heel haar hart aan God wil schenken, en niet omdat anders een medemens ontevreden over haar zou zijn.

Dit vooruitzicht kan weliswaar ietwat ontmoedigend overkomen, maar: Houdt U zich vast voor ogen dat deze ziel zich misschien nog op aarde voor de genade afsluit, dat vele verblinde zielen echter ten laatste in het uur van hun dood, op grond van de vele gebeden en opofferingen die door mensenzielen voor hen zijn aangeboden, zulke enorme instortingen van genaden in zich ervaren, dat zij dan nog tot God zeggen: "Ja, ik wil van U zijn, en ik smeek om vergeving voor mijn blindheid, want nu weet ik, wat ik heb gemist. Mocht ik naar de aarde kunnen teruggaan, dan zou ik alles anders doen". Deze woorden, lieve zus, zijn de sleutels van de redding. U helpt deze sleutels vervaardigen, onder andere door Uw pijn over datgene, wat U hebt vernomen.

Ja, er zijn zielen die zich pas in hun stervensuur bekeren. Soms is het voor de biddende, lijdende ziel verleidelijk om daarop te zeggen: "Wat heb ik daar nog aan, wanneer deze bekering pas optreedt in zijn, respectievelijk haar, stervensuur?" In de mate waarin U niet meer voor de wereldse dingen, doch voor de dingen van de Eeuwigheid leeft, zal de gedachte aan de mogelijkheid van een zo late bekering U troosten. Het is niet belangrijk dat de ziel de vruchten van haar inspanningen kan waarnemen, het is gewoon belangrijk dat deze vruchten rijpen. Het is niet goed dat een vrucht van de boom in de korf valt vooraleer zij volledig rijp is. Geen ziel heeft er dan iets aan. Ik kan U met klem op het hart drukken: In het uur van haar levensoordeel, onmiddellijk na de aardse dood, ziet elke ziel Maria, haar Hemelse Moeder en Meesteres. Ik kan U verzekeren, dat van deze aanschouwing een zo intense liefdesgloed uitgaat, dat de vrucht daarbij in één seconde tijd méér rijpt dan in tientallen jaren op aarde.

Lieve zus, de donkere wolken van onze beproevingen en leed kunnen wij niet tegenhouden. Zij trekken aan de hemel boven onze levensweg voorbij, en voor ons is het zelden bij voorbaat duidelijk of zij een ommekeer in onze spirituele gesteldheid met zich mee zullen brengen, of zij de bodem van onze levensweg in slijk zullen veranderen, enzovoort. Eén ding echter is voor de ziel, die vertrouwt, een vaststaand feit: De volkomen beleefde toewijding aan Maria zorgt er steeds voor dat de gesteldheid van onze zielenbodem zodanig wordt omgevormd, dat alle regenbuien van de beproevingen de ziel niet laten verdrinken, doch haar integendeel maken tot een oase, een oord van innerlijke Vrede, waar nooit meer gebrek is aan Hemels Voedsel.

Ik draag U graag in mijn hart verder.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 132
Is er in de Hemel verdriet? – over de rol van het dier in de Schepping – hebben individuele heiligen in de Hemel deel aan het Lijden van Jezus en Maria?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Aangezien Uw brief volledig is gericht op het Lijden van Christus, heeft hij mijn hart doen ontvlammen. Het Lijden van Christus en de mystieke betekenis ervan stonden van bij het begin van mijn roeping centraal in mijn mystieke vorming. Toen de Moeder Gods mij voor het eerst verscheen, was dit onmiddellijk in Haar hoedanigheid van Moeder van Smarten. Zij heeft in mij een brandende Liefde voor de Lijdende Jezus, de Smarten van Maria, het Kruis en de hele atmosfeer van de Passie ingestort. Ieder jaar opnieuw trekt Zij mij in de laatste paar weken van de Vastentijd met mijn hele wezen in de atmosfeer van de Passie, zoals deze zich destijds werkelijk heeft voorgedaan. Zij doet dit nog steeds, hoewel Zij de kern van mijn werken (die in werkelijkheid Haar Werken zijn) sedert ruim vijf jaar naar de verkondiging van Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen heeft verlegd. De beleving in de kern van mijn hart en ziel is tijdens elke Passietijd steeds weer zeer verrijkend en niet in woorden uit te drukken. Ik begrijp om die reden absoluut Uw fascinering met betrekking tot de Wonden van Christus.

Het is daarom voor mij een vreugde, U hiermee reeds te kunnen aankondigen, dat ik momenteel net een nieuw manifest schrijf (De Oogst van de Eeuwige Liefde), dat betrekking heeft op de mystieke achtergronden van de Passie van Christus. In de nabije toekomst, op Gods tijd, zult U dit geschrift kunnen leren kennen. Alles hangt ervan af, wat de Meesteres van alle zielen van dag tot dag van mij verlangt, want Zij bepaalt het tijdstip voor het schrijven en het publiceren van elk geschrift.

Met betrekking tot Uw vraag: Er wordt gezegd dat er in de Hemel geen verdriet meer is. De engelen lijden niet. Maria en Jezus lijden tot het einde der tijden. Hoe kunnen wij dat begrijpen?

Inderdaad, in de Hemel is er geen verdriet, omdat de verheerlijkte toestand van de ziel een toestand is van volmaakte gelukzaligheid in de tegenwoordigheid van de volmaakte Goddelijke Liefde. Nochtans lijden Jezus en Maria inderdaad tot het einde der tijden. Dit is niet met elkaar in tegenstrijd. Hoe moeten wij dit dan begrijpen? Jezus is de Verlosser in de orde der natuur. Maria is de door God geroepen Medeverlosseres in de orde der genade. De zielen van Jezus en Maria zijn voor alle tijden volledig in het Verlossingsmysterie ingeschakeld, dat pas in de volheid van de tijd als definitief voltooid zal gelden.

'In de volheid van de tijd' betekent concreet: 'Op het tijdstip wanneer binnen het Goddelijk Heilsplan de volheid van de genade verwezenlijkt is, met andere woorden: zodra voor de verwezenlijking van de betreffende ontwikkeling in voldoende mate en met voldoende verlossende Liefde is gestreden, opdat het in overeenstemming met Gods Wet gerechtvaardigd zou lijken om de nodige genaden (in dit geval: de volheid van de genade van de Verlossing) vrij te maken".

Dit alles betekent dat:

Jezus en Maria zonder onderbreking het geheel van de gevoelens van elk schepsel in hart en lichaam in Zich meedragen. Nog preciezer uitgedrukt: Jezus en Maria voelen elke pijn, elk hartenleed, elke vermoeidheid, elke ziekte, de effecten van elke beproeving op elk menselijk lichaam, elk menselijk hart, elke menselijke geest en elke menselijke ziel (en zelfs van elk dier), omdat Zij met het oog op de voltooiing van de Verlossing volledig met elk levend wezen zijn verbonden.

Dit betekent meteen dat de ziel Jezus en Maria helemaal niet om de tuin kan leiden. Zij voelen heel precies ALLES wat zich in ons hele wezen afspeelt. Zij zijn dus absoluut in staat, onze bijdragen tot het lijden in te schatten zoals deze werkelijk zijn. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou God, om zo te zeggen, geen idee hebben over de mate waarin elke ziel op grond van haar lijden werkelijk tot zijn Heilsplan bijdraagt. Hij zou dan ook geen idee hebben over de mate van oprechte Liefde van elke ziel. Jezus en Maria voelen daarom elke gewaarwording van elke mensenziel. Elke mensenziel neemt rechtstreeks deel aan het Verlossingsmysterie.

Nog ongewoner is echter dat Jezus en Maria bovendien elke gewaarwording van elk dier kunnen voelen. Dit bevestigt de volmaaktheid van de Goddelijke bekwaamheid om elke mensenziel op onfeilbare wijze te oordelen. Inderdaad, het geheel aan verdiensten, aan heiligheid, aan misstappen en aan onvolmaaktheden van elke ziel wordt mede bepaald door de wijze waarop zij met de dieren op haar levensweg omgaat! De meeste zielen weten niet, respectievelijk houden er geen rekening mee, hoe belangrijk in Gods ogen de omgang met de dieren op hun levensweg is. Maria heeft mij enkele jaren geleden toevertrouwd dat elk dier na de aardse dood naar God terugkeert als drager van, onder andere, alle ervaringen die het met mensenzielen heeft opgedaan.

Hebt U een poes, een hond, een papegaai, een konijntje, een paard, enzovoort, dan worden in deze dieren alle ervaringen 'opgeslagen', die zij met U hebben opgedaan. Elke streling, elke uiting van Liefde en zachtheid, elk lief woord, maar ook elke daad van liefdeloosheid, elke terechtwijzing, elke mishandeling van mensenhand wordt in een dier 'opgeslagen'. Bij de dood van dit dier wordt het niet, zoals de mensenziel, geoordeeld, want een dier valt buiten de rechtstreekse effecten van het Verlossingsmysterie en kan ook niet zondigen. De Verlossing en de zonde hebben slechts hun uitwerking in de mensenziel. Elk dier speelt echter wel een rol in de onrechtstreekse effecten van het Verlossingsmysterie: Door haar omgang met alle dieren die zij op haar levensweg ontmoet, wordt elke mensenziel ook mede door deze dieren spiritueel 'gevormd'. Haar omgang met alle dieren op haar levensweg draagt dus bij tot de staat van heiligheid, van verdiensten of van schuld van de ziel tegenover God.

Om deze reden beschikken Jezus én Maria over de onbeperkte bekwaamheid om de lichamelijke en emotionele gewaarwordingen van elk dier aan te voelen. Wanneer een dier sterft, 'leest' God in diens 'levensprincipe' (= de tegenhanger van wat bij de mens als “ziel” wordt aangeduid) alles (elke afzonderlijke gewaarwording) wat dit dier met mensen heeft meegemaakt, met welke mensenziel het dit heeft beleefd, en hoe elke individuele gewaarwording moet worden geëvalueerd (als toegevoegde Liefde, respectievelijk als berokkend leed). Dit alles betekent dus dat de Liefde voor een dier (of dit nu een huisdier of zelfs 'slechts' een tuinvogel is, enzovoort) kan bijdragen tot het ontsluiten van de Verlossing en heiliging van een mensenziel, maar ook dat elke mishandeling van een dier in Gods ogen absoluut een zonde is, omdat een dergelijke handeling uitdrukking geeft aan een gebrek aan Liefde tegenover een werk van God, en dit Zijn Heilsplan op indirecte wijze negatief beïnvloedt.

Wij mogen nooit vergeten dat elk dier in de Schepping een rol heeft te spelen, dat het om deze reden voor God belangrijk is, en dat elk gebrek aan Liefde vanwege een mensenziel de stroming van de Liefde en dus ook van het Goddelijk Leven doorheen de Schepping op een bepaald punt verandert. Wanneer U dit alles beschouwt, zult U begrijpen hoe het komt dat Jezus en Maria alle Liefde maar eveneens alle leed van de hele Schepping onbeperkt kunnen aanvoelen. Alle leed dat mensenzielen elkaar én dieren aandoen, vormt samen het eeuwigdurende Lijden van Jezus en Maria.

De belangrijkste redenen waarom dit zo is, zijn dus de volgende:

  1. God zou anders niet de precieze staat van genade en ongenade van elke ziel kunnen vaststellen en evalueren;
  2. Jezus en Maria zijn tot het einde der tijden volledig onderdeel van de 'kringloop' van de Verlossing. Zij zouden nooit deel van dit systeem kunnen zijn, indien Zij niet volledig aan de effecten van de wederzijdse relaties tussen alle schepselen deel zouden hebben, respectievelijk indien Zij deze effecten niet in Hun eigen Wezen konden aanvoelen.

In die zin zijn ook de volgende woorden te begrijpen, die zeggen dat Jezus Zijn Kruis voor alle tijden draagt, en dat Maria voor alle tijden over de mensheid weent.

Met betrekking tot Uw vraag: Zijn er, behalve Maria, heiligen die ook in de Hemel aan het Lijden van Jezus deel hebben? Lijden de heiligen die bij God in de Hemel zijn, misschien toch nog op het spirituele vlak onder de onwil van de mensen op aarde?

In de 'normale toestand' zijn de heiligen in de Hemel van de gewaarwording van het leed op aarde uitgesloten. De reden hiervoor is eenvoudigweg deze, dat in de werkelijke zin van het woord slechts Jezus en Maria de Verlosser en de Medeverlosseres zijn. Wij mogen nooit vergeten dat elke mensenziel ertoe geroepen is om, in de breedste zin van het woord, een medeverlosseres te zijn, in die zin dat alle beproevingen van elke ziel in de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan worden ingeschakeld, en zij hier een gewicht aan toevoegen dat wordt bepaald door de mate waarin deze beproevingen met Liefde en in gehoorzaamheid, met aanvaarding en in toewijding worden gedragen.

Deze rol van medeverlosseres eindigt in principe op het ogenblik van de overgang van de mensenziel naar het hiernamaals, dit betekent dus: Op het ogenblik waarop de ziel van het fysieke lichaam wordt gescheiden. Jezus en Maria daarentegen, blijven Verlosser en Medeverlosseres tot de volheid van de tijd is gekomen. Niettemin kan het een gelukzalige tijdelijk worden vergund, het lijden op aarde aan te voelen. Door een Goddelijk Mysterie gebeurt dit zonder hun gewaarwording van de Gelukzaligheid in het gedrang te brengen. Deze gewaarwording kan deze gelukzalige onder andere worden vergund met het oog op diens voorspraak. Dit is echter, zoals reeds vermeld, niet de 'normale toestand'.

Ik moet over dit systeem nog het volgende mededelen: Hoewel de gelukzaligen in de Hemel niet langer de lichamelijke gewaarwordingen van het stoffelijke menselijk lichaam kunnen voelen, kunnen hen dergelijke gewaarwordingen via mystieke weg in de ziel worden vergund. Op grond van mijn mystieke vorming door Maria kan ik U dit kort uitleggen, in zoverre dit mij door onze Meesteres wordt toegestaan:

De menselijke ziel beschikt over het vermogen om lichamelijk lijden buiten het fysieke lichaam te voelen. De ziel voelt daarbij precies wat op het lichamelijke, emotionele, geestelijke en spirituele vlak, enzovoort, in een andere ziel omgaat. Het eigen lichaam kan dit lijden gewaarworden, maar het kan zich ook op een niet-stoffelijk niveau van de ziel 'projecteren'. De ziel kan dan heel precies zeggen wat de andere ziel scheelt, in welke mate en waar, terwijl zijzelf, afhankelijk van hoe Maria het wil (zo functioneert het bij mij), ofwel lichamelijk alles mee voelt of alles 'slechts' in de ziel voelt, wat even pijnlijk is, maar 'anders' aanvoelt. Maria staat mij sedert jaren geregeld dergelijke ervaringen toe. Precies daarom kan ik deze verduidelijking overbrengen. Dit zou anders niet mogelijk zijn, want men moet dit in het eigen wezen hebben ervaren om het op de juiste wijze te kunnen begrijpen of verklaren. Op een gelijkaardige wijze kan het ook aan de gelukzaligen in de Hemel worden toegestaan.

Wanneer dergelijke gewaarwordingen een ziel op aarde worden vergund, dienen deze slechts het Goddelijk Heilsplan, omdat deze ziel daardoor in een soort medeverlossend lijden wordt ondergedompeld, en bovendien in de vervolmaking in de Liefde tot haar medeschepselen kan worden gevormd. Precies tot ditzelfde doel kan aan de ziel zelfs het aanvoelen van het lijden van een dier, maar ook van de Smarten van Maria (op een hoog mystiek niveau) worden vergund. Dit laatste was één van de rode draden doorheen de beginjaren van mijn eigen mystieke roeping. Dergelijke ervaringen leren een ziel de ware diepte van Gods Liefde kennen.

Onder de onwil van de zielen op aarde lijden de gelukzaligen in elk geval, omdat voor hen elke afwijking van de Ware Liefde buitengewoon pijnlijk is. In de Hemel beleeft de ziel immers de volheid van de absoluut volmaakte Liefde.

Ik hoop, lieve broeder, U reeds een beetje te hebben geholpen. Moge het komende geschrift Uw behoefte nog verder bevredigen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 133
Over het ontdekken van de eigen roeping

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor de brief die U aan onze Hemelse Moeder hebt geschreven, en in verband waarmee Maria U nu het volgende antwoord laat toekomen:

De roeping kennen, is voor elke ziel een essentiële zaak. Wat is de roeping van een ziel? Onder 'roeping' moet de ziel verstaan: De opdracht die zij in dit leven van Gods wege ontvangt, en die zij derhalve op zodanige wijze moet volbrengen, dat zij daarmee Gods Plannen dient.

Elke ziel heeft haar eigen, specifieke roeping. Elke ziel vervult haar eigen rol binnen het grote systeem dat 'Gods Schepping' heet. Al zou Uw opdracht in dit leven uit het menselijk oogpunt nog zo onbelangrijk lijken, in Gods ogen is zij altijd belangrijk, en Hij volgt met aandacht en geduldige Liefde hoe de ziel haar taak volbrengt. Hoe onbelangrijk de taken die zij moet volbrengen, schijnbaar ook mogen zijn, het is de Liefde waarmee de ziel deze volbrengt, die bepaalt, hoe belangrijk zij werkelijk zijn, want een ziel die bij alles wat zij doet en zegt, en zelfs bij alles wat zij denkt en voelt, oprechte Liefde tracht te verspreiden, is groot in Gods ogen.

Uw roeping kan pas dan ontdekt worden, wanneer U diep in Uzelf met aandacht luistert, in de stille bezinning, en die ogenblikken tijdens dewelke U met zo weinig mogelijk afleiding rekening moet houden. Gods Geest zal Uw roeping in de diepten van Uw ziel fluisteren, zodra U de juiste 'verbinding met het Hart van God' in Uzelf tot stand kunt brengen. Het is hiertoe belangrijk dat U zich geleidelijk tracht los te maken van de invloeden die uit Uw leefwereld op U afkomen. Dit betekent: Alle zintuiglijke indrukken, meningen van medemensen enzovoort, mogen er slechts toe dienen om aan Maria te worden toegewijd, opdat de Moeder Gods deze zou zuiveren en de elementen van Licht die zij bevatten, in U zou kunnen inbouwen tot groei van Uw ziel. Voor het overige komt het erop aan, dat U moet trachten, deze indrukken zo weinig mogelijk op U te laten inwerken, en zo innig mogelijk met Uw hart op God gericht te leven. Doet U eenvoudigweg ALLES met Maria. Smeekt U Haar eenvoudig dat Zij Uw handen zou leiden, Uw mond, Uw gedachten en gevoelens richting zou geven. Naargelang U op deze wijze dichter bij Gods verwachtingen komt, zal Hij U de ingevingen laten toekomen die U op elk moment nodig hebt om Uw ware roeping te kennen en deze de juiste vorm te kunnen geven.

Zelfs Uw huidige plaats in het leven kan reeds iets van Uw roeping verraden. Elke ziel wordt daar geplaatst waar God van haar verwacht dat zij 'iets doet' dat Zijn Werken bevordert. Dat kan zeer veel zijn, soms is het bijvoorbeeld slechts nu en dan een kleine oprechte glimlach die medemensen bemoedigt of ergens een traan wegwist. Soms is het zelfs 'niets méér' dan het voeden van een hongerig dier, of het uitspreken van een woord van Hoop. Het beste te maken van zijn levenssituatie, is voor de mens reeds een belangrijke opgave: Steeds daar te zijn waar men precies nodig is, met wat zonlicht in het hart, dat om de betreffende mens heen straalt. Zo kan elke ziel het hare ertoe bijdragen om een betere, 'God-vriendelijkere' wereld te scheppen. Zegt niet reeds het spreekwoord: "Laat ieder vóór zijn eigen deur vegen"? Let U eens op het werkwoord: Het komt erop aan, de eigen ziel te zuiveren, opdat Gods Licht steeds beter en vollediger in de eigen spirituele processen kan worden ingebouwd, en daardoor ook krachtiger en in een zuiverder vorm om zich heen kan worden verspreid. Zo veegt U als het ware al het stof (= de wereldse resten in de diepten van de ziel!) weg, om plaats te maken voor de dingen die belangrijk zijn en die U de eeuwige Lente kunnen opleveren.

Ook Uw talenten kunnen U een tip nopens Uw roeping geven, want God heeft ze U geschonken met het oog op het leven dat Hij van U verwacht, dus ook op de taken die U zult moeten volbrengen.

De Goddelijke Voorzienigheid heeft de Myriam van Nazareth-geschriften op Uw levensweg gebracht opdat U er iets zou mee doen. Bestudeert U deze (niet met het verstand, maar met het hart), en U zult er een sleutel vinden met dewelke U het geheim van Gods verwachtingen met betrekking tot Uw levenstaken kunt ontsluiten. Maakt U goed gebruik van deze geschenken, want God heeft ze ook voor U gemaakt, opdat U nog sneller dichter tot Hem zou kunnen naderen.

God heeft U lief, en Maria heeft U lief. De gesteldheden van Uw hart, Uw liefdevolle intenties en Uw pijn om Uw zwakheden zijn God niet onbekend. Daarom stroomt ook de genade nu helemaal naar U toe. In het licht hiervan verzeker ik U van mijn gebed, dat ik in de diepste Liefde aan de voeten van Maria neerleg, elk ogenblik van elke dag.

Moge onze Hemelse Moeder en Meesteres U beschermen en Uw weg verlichten. U zult spoedig vinden wat U reeds zo lang zoekt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 134
Kunnen wij over het verblijf van een bepaalde ziel na de dood informatie ontvangen? – over de kracht van het gebed en Heilige Missen voor de zielen in het vagevuur en voor Gods Heilsplan – kan de ziel in het vagevuur haar geliefden op aarde zien en horen, kan zij zich verplaatsen, enzovoort?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij, te lezen dat U voor Uw overleden moeder Heilige Missen volgens de Tridentijnse ritus hebt laten opdragen. Deze Heilige Missen roepen de hoogste mate aan genaden af. U vraagt of deze Missen iets bewerkt hebben, waar Uw moeder zich bevindt, en hoe het haar gaat.

Om te beginnen, moet ik meteen duidelijk stellen dat Heilige Missen steeds en zonder uitzondering iets bewerken, omdat elke Heilige Mis het Verlossingsmysterie van Christus tegenwoordig stelt, dat, zoals bekend, de Hoofdbron der Genaden is. Er kan geen Heilige Mis worden gevierd zonder dat de deur van de Schatkamer der genaden zich opent. Dit zou eenvoudigweg indruisen tegen de Wet van de Goddelijke Barmhartigheid en tegen de Belofte van Jezus, dat Hij altijd bij de zielen zou zijn. De Tegenwoordigheid van Jezus brengt altijd heiliging in één of meer elementen van de Schepping met zich mee.

Met betrekking tot Uw vraag moet ik U antwoorden dat geen enkele ziel met zekerheid precieze informatie over het verblijf van een bepaalde ziel na de dood kan geven. U vermeldt in dit verband Maria Simma. Het is mij niet toegestaan, enige uitspraak te doen over de begenadiging van Mevrouw Simma, alleen dit: Het is niet uit te sluiten dat er in de loop van de heilsgeschiedenis een ziel is geweest, of zielen zijn geweest, die over het verblijf van een ziel op een bepaald tijdstip na de dood, informatie heeft, respectievelijk hebben mogen doorgeven. Ik moet echter in opdracht van onze Hemelse Moeder en Koningin beklemtonen dat deze vorm van informatie doorgaans in het Rijk van Gods Geheimen blijft verborgen. De reden hiervoor wordt heel begrijpelijk wanneer wij deze vanuit een zuiver spiritueel oogpunt bekijken:

Indien vele zielen over het verblijf van bepaalde zielen op om het even welk tijdstip na de dood informatie over hen zouden kunnen verkrijgen, zou dit Gods Heilsplan in hoge mate kunnen beïnvloeden, omdat zielen vaak de informatie over dewelke zij beschikken, zo gebruiken, dat deze hun verdere handelen beïnvloedt. Gods Heilsplan is in hoge mate gebaseerd op het Geloof van de zielen op aarde. Staat U mij toe, het verschil door een voorbeeld te verduidelijken:

Elke dag sterven over de hele wereld ongeveer 150.000 mensen.

Aangezien ongeveer een derde van de wereldbevolking christenen zijn, zullen enkele tienduizenden van de dagelijks overlijdenden christenen zijn. Christenen laten gewoonlijk Heilige Missen voor hun overledenen opdragen. Nemen wij nu aan dat elke ziel met zekerheid te weten zou kunnen komen, waar al die overledenen zich op een bepaalde dag na hun dood bevinden. Het is absoluut mogelijk dat onder alle vandaag stervende mensen over, laten wij zeggen, een jaar, een paar duizenden zich in de Hemel bevinden. Welk effect heeft nu het weten of het niet-weten op Gods Heilsplan?

  • Wanneer de zielen het verblijf van deze duizenden zielen precies kennen, zullen zij waarschijnlijk ophouden, voor deze zielen te bidden of Heilige Missen voor hen te laten opdragen.
  • Wanneer deze zielen echter niets weten over het verblijf van deze overledenen, zullen zij gewoonlijk verder voor hen bidden en/of Heilige Missen laten opdragen.

In het tweede geval zal de staat van genaden van de hele mensheid voortdurend worden verhoogd. In het eerste geval worden bronnen van verheffing van de staat van genade plots drooggelegd. Duidelijk gesteld: Wanneer de zielen geen zekerheid over het verblijf van een overleden ziel kunnen krijgen, zullen zij hun inspanningen voor deze ziel niet zo gemakkelijk opgeven als indien zij zouden denken dat hun inspanningen 'overbodig zijn geworden' doordat zij wel zekerheid zouden hebben. Hier toont zich reeds één enkel aspect van de onvoorstelbare waarde van het Geloof: Duizenden zielen bidden dagelijks voor overleden geliefden (die deze gebeden misschien zelfs niet meer nodig hebben omdat zij reeds in de Hemel zijn) of laten in totaal duizenden Heilige Missen opdragen (die dan strikt genomen 'overbodig zijn geworden'). Maar... deze 'overbodige' heilshandelingen worden door God naar andere doelen 'afgeleid'. Het gevolg daarvan is, dat dagelijks vele genaden over de Schepping kunnen komen, die in het andere geval (zonder gebeden en Missen) niet vrijgemaakt zouden kunnen worden, alleen reeds doordat vele zielen niet weten waar hun overleden geliefden zich bevinden.

Dus, lieve zus, is het een zegen dat de Hemel niet op grote schaal toelaat dat wij over het verblijf van de overledenen uitsluitsel kunnen geven. Mij is dit in elk geval niet toegestaan, en sinds Maria mij steeds diepere inzichten over bepaalde Goddelijke Mysteries schenkt, bid ik zelfs vurig dat mij nooit inzichten over het verblijf van overleden zielen zouden worden geschonken, omdat ik weet hoezeer de vruchtbaarheid van de ziel door dergelijke kennis in het gedrang kan worden gebracht, en dat door de verspreiding van dergelijke inzichten bovendien de vruchtbaarheid en de verdiensten van andere zielen in het gedrang kunnen worden gebracht. Dit alles kan de staat van genade van de hele mensheid doen dalen.

Lieve zus, opdat Uw ziel een zo hoog mogelijke vruchtbaarheid zou kunnen bereiken, moet ik dus zeggen, hoezeer dit mij ook spijt en hoe goed ik Uw vraag ook begrijp, dat van U nu een akt van vast vertrouwen en Ware Liefde tot God wordt verlangd, in die zin, dat U de pijn over de onwetendheid in het Hart van Maria begraaft en tot Haar zegt:

Mijn lieve Hemelse Moeder en Voorspreekster, via U geef ik de God van de Ware Liefde mijn pijn over het feit dat mij nog niet bekend is, waar mijn moeder zich nu bevindt, doch tevens ook mijn vertrouwen in Zijn en Uw Werken ten gunste van de ziel van mijn moeder en mijn Liefde tot God en tot Zijn Werken van Heil voor alle zielen.

Uw pijn + Geloof + vertrouwen + Liefde, offert U dan aan Maria ten gunste van de bestemming van Uw moeder, en daarna bidt U gewoon verder voor Uw moeder. Hierdoor verzamelt U zowel voor Uw moeder, als voor Uzelf en voor de staat van Heil van de hele mensheid rijke verdiensten. De ware verrukkingen worden ons niet op aarde, maar voor Gods Aanschijn vergund. Later zal de logica die zich hierachter verbergt, U worden verduidelijkt. Deze logica is een vrucht van de volmaakte Goddelijke Liefde, die ons tot de hoogste vruchtbaarheid wil brengen, omdat deze ook het toppunt van de Gelukzaligheid met zich meebrengt. De hoogste vruchtbaarheid verwerft de ziel die blind vertrouwt, hoopt, bemint, en alle hartenpijn aan Maria toewijdt.

Hoe het met Uw overleden moeder gaat, is een vraag op dewelke het antwoord als een verrukkelijke geur uit een Hemelse bloem stroomt: Elke ziel van goede wil die in oprecht Geloof en in oprechte zuivere Liefde deze wereld verlaat, maakt het goed na de dood, omdat zij op de golven van Gods Wijsheid naar haar uiteindelijke bestemming wordt gedragen. De zielen in de Hemel genieten het toppunt van verrukking in Gods en Maria’s Tegenwoordigheid. De zielen in het vagevuur van hun kant, voltooien hun loutering en vervolmaking in de Liefde overeenkomstig de Goddelijke Wet en Zijn Heilsplan. Ook deze zielen maken (tijdelijk nog voorwaardelijk) deel uit van de Eeuwige Tuinen, in de navolgende zin:

  • De zielen in de Hemel zou men zich als volledig ontloken bloemen kunnen voorstellen.
  • De zielen in het vagevuur zijn bloemen in de knop, die nog een bijkomende ontwikkeling van liefdeswarmte (vanuit hun eigen hart) nodig hebben om zich definitief te kunnen openen. Zij gaan doorheen dit proces in overeenstemming met het Goddelijk groeiplan, waarbij van hen wordt verwacht dat zij de stromen van het Goddelijk Leven ten volle benutten opdat hun vervolmaking in de Liefde snel zou worden verwezenlijkt.

Van de zielen op aarde wordt een rotsvast Geloof in de volmaakte Liefde van God verlangd, die zich volledig ten gunste van elke ziel uitstort. Zo heeft Jezus Christus het ons in Zijn Lijden bewezen, en zo werkt de Eeuwige Vader het in het verborgene uit voor U, voor mij, voor Uw overleden moeder, voor elke ziel die deze regels leest.

Met betrekking tot Uw vraag: Kan een overleden ziel in het vagevuur de zielen van haar geliefden zien en horen? Wat gebeurt in het vagevuur? Zitten de zielen daar te lijden, of hebben zij ook een bezigheid? Kunnen de zielen zich ondanks hun leed, vrij bewegen?

De waarneming van een ziel in het hiernamaals mogen wij ons niet volgens onze menselijke wijze voorstellen. Ten eerste horen en zien de zielen in het hiernamaals ons niet met lichamelijke ogen of oren, maar worden hen bepaalde inzichten toegestaan, die hen rechtstreeks in de ziel worden ingegoten. De belangstelling van deze zielen is niet langer van wereldse aard, maar louter spiritueel. In vergelijking met de onze is hun waarneming heel sterk verbreed. De ziel in het hiernamaals beschouwt alles vanuit een zeer veel breder perspectief, dat eveneens een enorm gedeelte van Gods Waarheid omvat, dat voor ons op aarde verborgen blijft, omdat wij in het tegenovergestelde geval minder verdiensten zouden kunnen verwerven.

Wat een ziel in het vagevuur over ons waarneemt, wordt in het bijzonder bepaald door wat zij volgens Gods onfeilbaar oordeel 'nodig heeft' om waar te nemen. De ziel in het vagevuur is bijvoorbeeld niet in dezelfde zin geïnteresseerd in onze dagelijkse problemen als wijzelf, omdat de ziel in het vagevuur weet dat de beproevingen van ons dagelijks leven in het uur van ons levensoordeel onmiddellijk na de dood zijn als goud, op voorwaarde dat wij God kunnen aantonen dat wij deze in Liefde en aanvaarding hebben gedragen, en wellicht aan Maria hebben toegewijd. De Moeder Gods heeft mij echter toevertrouwd dat een ziel in het vagevuur ervan in kennis kan worden gesteld wanneer wij op aarde dwaalwegen bewandelen, die de genadestaat van onze ziel in gevaar kunnen brengen. God beoogt hiermee een heel bijzonder doel, en wel het volgende:

De ziel in het vagevuur lijdt. Ik heb in vroegere teksten en brieven reeds mogen verduidelijken hoe en waarom. Het tijdstip van hun bevrijding uit het vagevuur hangt af van de mate van de door hen opgebrachte Liefde. Het komt voor, dat een ziel in het vagevuur iets over dwaalwegen of zware zonden van een geliefde ziel op aarde mag vernemen, en dan als het ware voor de keuze wordt gesteld, of zij haar lijden verder voor haar eigen loutering wil gebruiken, of het gedurende een bepaalde tijd wil gebruiken voor het verwerven van de genade van bekering voor de dwalende ziel op aarde. Wanneer deze ziel in het vagevuur kiest voor de laatste mogelijkheid, dan wordt de voltooiing van haar eigen loutering uitgesteld, maar dan kan haar de Barmhartigheid worden bewezen, dat zij omwille van deze daad van zelfverloochening haar eigen loutering kan verkorten. Tenslotte heeft de loutering van een ziel in het vagevuur alles te maken met haar ontwikkeling in de onvoorwaardelijke Liefde.

Dus, kort samengevat: De ziel in het vagevuur kan in principe zielen op aarde 'waarnemen'. De wijze waarop, en de omvang van deze waarneming, worden echter door de Goddelijke Wet en door de eisen van hun loutering bepaald.

Wat gebeurt nu in het vagevuur? De zielen lijden daadwerkelijk, maar zij weten waarom en waarvoor, omdat zij in het uur van hun overgang uit dit aardse leven de volheid van Gods Waarheid en de Wet van de Goddelijke Liefde hebben mogen aanschouwen, en omdat zij in dat uur hun eigen voorbije leven op aarde door Gods ogen hebben mogen zien, zodat zij nu van elk detail van dit leven precies weten, welke waarde het voor Gods Heilsplan heeft gehad, welke verdiensten zij daardoor hebben verworven, respectievelijk met welke schuld zij zich daardoor hebben beladen.

Hebben de zielen in het vagevuur een bezigheid? Hun 'bezigheid' houdt verband met het werk aan hun vervolmaking. Zij interesseren zich eigenlijk alleen voor het delgen van hun eigen schuld tegenover de volmaakte Liefde van God, en voor het brengen van eerherstel voor datgene dat zij God tijdens hun leven te weinig of in te onzuivere vorm hebben geschonken, respectievelijk hebben onthouden, omdat hun belangen te werelds waren en daardoor niet bevorderlijk waren voor Gods Heilswerken.

Kunnen de zielen in het vagevuur zich vrij bewegen? De 'beweging' van een wezen in dat gedeelte van de werkelijkheid dat wij (doorgaans, behalve in een bepaalde mate en op bepaalde tijdstippen in het kader van mystieke waarneming) niet mogen waarnemen, mag men zich niet als een verandering van plaats van een fysiek lichaam voorstellen. Onder 'beweging' is voor een ziel in het vagevuur eerder de verheffing van het ene louteringsniveau naar het volgende te verstaan. Wij moeten ons dus geen voorstellingen maken over figuren die zich in vlammen bewegen, doch ons eerder het beeld voor ogen houden van een ziel die steeds mooier wordt, wier gesteldheid dus in Gods ogen steeds meer gelijkenis vertoont met datgene, wat Hij met elke ziel beoogt.

Lieve zus, ik heb volle begrip voor Uw vragen. Het verheugt mij echter dat ik U ook op enkele redenen heb mogen wijzen waarom het soms beter is, te vertrouwen op ons zuiver Geloof. Met al onze kennis moeten wij iets doen, en wel niet voor de bevrediging van om het even welke wereldse behoefte, doch ten gunste van Gods Heilsplan en voor onze heiliging. Kennis schept verantwoordelijkheid. God schenkt Zijn kennis slechts in de mate waarin de ziel deze kan dragen, dit betekent: In de mate waarin zij deze ten gunste van de bevordering van de Goddelijke Werken weet aan te wenden. De ziel wordt in de eerste plaats geoordeeld naar de mate van haar Ware Liefde. Gaat U dus gerust verder, God gebeden en Heilige Missen aan te bieden. Zodra de ziel van Uw moeder zich in de staat van volmaakte Liefde bevindt, en zij geschikt wordt bevonden voor het Eeuwig Leven in het Paradijs, zullen al Uw verdere inspanningen Uzelf en andere zielen ten goede komen.

Vanzelfsprekend ondersteun ik U graag in mijn eigen gebeden, tenslotte heeft de Meesteres van alle zielen mij daartoe geroepen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 135
Over de beproevingen – over gebed voor een dwalende ziel – over de kracht van het gebed van kinderen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het is veelbelovend dat U Uw huidige beproevingen tegemoet treedt zoals U het in Uw brief beschrijft. Deze zijn daardoor zo vast op de wegen van het Kruis ingebed dat zij vruchtbaar moeten worden. Wanneer de mensenziel in haar dagelijks leven de gelijkenis met de lijdende Christus in al haar gesteldheden juist beleeft, kan de beproeving haar doel niet missen. Geen enkele ziel weet wanneer het doel wordt bereikt, dat is Goddelijk Mysterie en hangt af van vele factoren, maar één ding moet elke ziel met zekerheid weten: Een beproeving, gedragen in eenheid van hart met de kruisdragende Jezus en met Maria, de Moeder van Smarten, heeft het effect van een Werk van God. Elk Werk van God wordt ooit voltooid, want God doet geen halve dingen.

Eén van de elementen die de beproeving het meest bemoeilijken, is het gebrek aan kennis over het tijdstip wanneer de vrucht is uitgerijpt. Precies deze onwetendheid brengt de ziel de echte verdienste. Hoe minder de ziel weet, des te meer erft zij van het goud van het Ware Geloof. Indien de zielen tijdens hun beproevingen iets méér Geloof hadden en zich niet zouden bezighouden met gepieker over datgene wat eigenlijk op Gods bodem groeit, namelijk over het wanneer, het waarom en het resultaat van hun beproevingen, dan zou de tempel van Gods Rijk niet langer in zijn fundamenten staan, maar zou de mensheid reeds op het punt staan om het dak op de afgewerkte muren te leggen. Ik geloof dat U dit ondanks (of juist dankzij) de zware beproevingen zeker hebt begrepen. Dat verheugt mij zeer, omdat U om deze reden ook reeds in Uzelf het juiste zaad draagt om Hemelse vruchten te oogsten. Dit is het beeld dat de Meesteres van alle zielen mij over Uw huidige gesteldheid toont.

De belofte van de ouders bij het Doopsel, namelijk dat zij hun kinderen in het Geloof volgens de rooms-katholieke Kerk zullen opvoeden, is inderdaad heilig. Het gaat hier om een verbond via hetwelk God de verspreiding en de overlevering van de enige Waarheid wil veilig stellen. Door deze belofte nemen de ouders de verplichting op zich, over het zielenheil van hun kinderen te waken, hen te leren in de ware deugdzaamheid te leven, hen wanneer en waar ook maar enigszins nodig tegen dwalingen in de toepassing van de christelijke leer te beschermen, en bovendien de kinderen op de gevaren van dwaalwegen te wijzen. In deze zin is het belangrijk, in een toestand als deze in dewelke U zich nu bevindt, een gouden middenweg te vinden. Kinderen zijn spiritueel bijzonder kwetsbaar, in het bijzonder wanneer het gaat om personen met wie zij van nature een vertrouwensrelatie hebben, zoals bijvoorbeeld vader of moeder. Daarom ook de hiernavolgende raadgevingen vanwege de Moeder Gods:

Het is belangrijk, de kinderen vóór elk gesprek met betrekking tot de huidige dwaalwegen van hun moeder aan Maria toe te wijden, waarbij U tegenover Maria de huidige kwetsbaarheid van de kinderen met nadruk naar voor brengt. Dit betekent: Smeekt U Maria er vurig om dat Zij de geest en het hart van de kinderen in die mate verlicht en verwarmt, dat zij bereid zijn, te luisteren naar de feiten over de desbetreffende ontwikkelingen, dat zij dit alles in ware Vrede in zich opnemen en daarbij een zuiver hart bewaren (zonder gevoelens van wrok en dergelijke).

De kinderen moeten de waarheid vernemen. Deze moet hen echter in een zo vredig mogelijke atmosfeer worden medegedeeld, en zo objectief mogelijk, zonder rechtstreekse verwijten aan hun moeder. Er moet hen op het hart worden gedrukt dat hun moeder op dwaalwegen is geleid en nu tijd nodig heeft om zelf zonder dwang van buitenaf de juiste weg terug te vinden. Gedurende dit gesprek moet de waarheid beetje bij beetje worden verteld, dit wil zeggen: De feiten moeten de kinderen in hun essentie worden bijgebracht, met zo weinig mogelijk details, maar wanneer bij hen vragen rijzen, moeten deze in eenvoudige woorden worden beantwoord.

De toevloed aan informatie naar de kinderen toe moet dus afhangen van de mate waarin zij deze blijken te kunnen verwerken. Het is belangrijk dat het gesprek eindigt met het voorstel naar de kinderen toe, dat zij samen met papa een gebedsverbond zouden vormen ten gunste van mama, dat zij mama verder zouden liefhebben, ongeacht wat nog volgt, want dat mama slechts kan worden bevrijd wanneer zij onvoorwaardelijk wordt bemind. Het geloof van een kind in Gods tussenkomst kan zo buitengewoon groot zijn, zo onwankelbaar, dat hun voortdurend verlangen en bidden een veelvoud aan genaden kan bewerken.

Van de kinderen verlangt men het beste geen andere gebeden dan het Weesgegroet, en elke uiting die zij uit zichzelf spontaan tot Maria en Jezus richten. Het zou in elk geval zegenrijk zijn, de kinderen bij te brengen dat zij in vele situaties van het leven kleine offertjes voor mama kunnen brengen, dat deze offertjes door de engelen in de Hemel op een Hemels spaarboekje voor mama worden gezet, en dat de lieve God daarmee mama de juiste weg kan tonen, maar dat zij toch wel wat geduld zullen moeten hebben. Men zou dit alles zelfs met de groei van een boom kunnen vergelijken, en erop wijzen dat de boom uit een heel klein zaadje ontspringt, waarna dit zaadje veel regen en zon nodig heeft om tot een grote boom uit te groeien, en dat zijzelf voor mama door hun gezamenlijke gebeden en offertjes samen met papa als het ware voor de zon en de regen moeten zorgen.

Door het hen op een zodanige wijze duidelijk te maken, zouden de kinderen reeds de toepassing van de kern van de christelijke leer leren: onvoorwaardelijke Liefde, vergeving, geduld, offerbereidheid, gebed, Geloof, vertrouwen op God... In deze zin kunt U deze situatie als een bijzondere opdracht voor Uzelf beschouwen, een vorm van beproeving in de vervolmaking, zowel in Uw rol als vader als in Uw hoedanigheid als ziel op de weg naar de volmaaktheid in de deugdzaamheid.

Omdat de duivel hier overduidelijk een rol speelt, zou het gunstig zijn, dagelijks gebed 1047 te bidden, dat door de Moeder Gods speciaal aan de zielen is geschonken tot verlamming van duistere krachten door tussenkomst van de oneindige macht van Maria. Dit gebed heeft reeds wonderbare resultaten opgeleverd. Verder zou het gunstig zijn, lieve broeder, dat U Uw echtgenote in haar hoedanigheid als moeder toewijdt aan Maria met de smeekbede dat Maria haar in het hart op een zachte, stille wijze aan de volheid van de moederliefde zou herinneren. De Hemel blijft voor dergelijke gebeden niet doof, want de onvoorwaardelijke uitoefening van de moederrol is voor God een essentiële Wet, op dewelke één van de belangrijkste pijlers van Zijn Rijk moet zijn gegrondvest.

Het spreekt vanzelf dat ik U allen in mijn nietigheid van harte in deze strijd wil ondersteunen. Verliest U in ieder geval nooit de Hoop, want in de Hemel is reeds veel in beweging gezet opdat Uw gezin opnieuw een gelukkige en heilvolle cel in het organisme van Gods Rijk zou worden. Vergeet U nooit dat, zoals de Meesteres van alle zielen zegt, meer dan negentig procent van Gods Werkelijkheid voor de menselijke waarneming is verborgen, en dat zich daardoor ook in Uw leven zeer veel voltrekt ten gunste van een nieuwe Vrede, vele dingen die U nu nog niet kunt zien. Bedenkt U toch eens: De nieuwe lente ziet U ook pas voor het eerst wanneer plots de dagen warmer worden en de knoppen zich beginnen te openen. Nochtans is op dat tijdstip de natuur reeds maandenlang aan deze wedergeboorte aan het werken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 136
Over geesteszieke zielen en hoe deze geholpen kunnen worden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U hebt sedert jaren het gevoel alsof Uw ziel zich beweegt in een zwarte wolk die U nauweIijks laat ademen. Het is mijn opdracht, maar ook mijn bijzondere vreugde, het Licht van de dageraad van een prachtige zomerdag in zo vele in nevel gehulde harten binnen te leiden, en precies dat is het, wat ik ook naar U toe wil doen, want de Meesteres van onze zielen heeft Zich tot doel gesteld, verdriet en duisternis uit de zielen te verbannen.

U hebt Uw hartenpijn aan Maria toevertrouwd, een lijden dat zijn oorsprong vindt in de duisternis van de geest van drie door U zo beminde zielen. Het verheugt mij dat U bij de beschrijving van de toestand van deze zielen eveneens melding maakt van het feit dat zij lijden in de ziel, en dat zij alle drie op zeer jonge leeftijd voor het laatst hebben gebiecht. Precies deze woorden wil de Meesteres van alle zielen gebruiken om op het navolgende te wijzen, opdat U op de opgang van het Licht in Uw hart voorbereid zou zijn:

Een geestesstoring is nooit 'slechts' een louter psychologisch proces. In de meeste gevallen zijn duidelijk uitgesproken componenten werkzaam die de handtekening van de duivel dragen. Beschouwen wij de gesteldheid van een geesteszieke ziel, zoals Maria mij deze heeft laten vaststellen:

Een ziel die geestesziek is, lijdt in principe aan een gebrek aan aanpassingsvermogen. Elke ziel krijgt elke dag af te rekenen met een massa invloeden en indrukken van buiten zichzelf. Deze invloeden en indrukken komen uit diverse bronnen op de ziel af, maar zij worden door God toegelaten. Dit betekent meteen dat zij in hun geheel de handtekening van Gods Voorzienigheid dragen. Ook deze, welke van duistere oorsprong zijn, kunnen door God toegelaten worden, omdat zij nuttig kunnen zijn voor de ontplooiing van onze weerstand tegen de duisternis en tegen de verleidbaarheid. Wanneer zich in de ziel een onwil, respectievelijk een onvermogen manifesteert om de werkelijkheid zoals deze zich jegens haar aandient, in haar leven in te bouwen, dit betekent: ermee om te gaan, bevindt zij zich derhalve in een gesteldheid van protest tegen de Wil van God. Volhardt zij in deze gesteldheid, dan begint zij voor zichzelf geleidelijk (soms echter ook tamelijk snel) een eigen wereld op te bouwen, in dewelke zij haar eigen regels, gedragsnormen, enzovoort, maakt. Zij bevindt zich dan in een gesteldheid van constante ongehoorzaamheid tegenover God. Zij neemt Zijn werkelijkheid, deze, welke moet dienen tot haar spirituele ontwikkeling, en die speciaal daartoe door Gods Wijsheid voor haar is bestemd, niet meer aan.

Deze ziel leeft dan in een fantasiewereld, in dewelke zij in vele gevallen totaal opgaat. In deze fantasiewereld gelden niet langer Gods Wetten doch de wetten die de ziel zich voor haar eigen leefwereld heeft geschapen. In de geesteszieke leven veel elementen die de ziel spiritueel in een bedenkelijke situatie brengen. Bij de hiernavolgende kenmerken van de geesteszieke ziel gaat het om algemeen voorkomende trekken, die vanzelfsprekend van ziel tot ziel in zeer verschillende mate naar voor komen:

  • De ziel trekt zich in een eigen fantasiewereld terug, en verbant derhalve alle beschikkingen die God voor haar heiliging heeft toegelaten, uit haar leven;
  • De ziel gaat helemaal op in haar eigen, zelfgebouwde wereld, en wordt in vele gevallen onbekwaam om normale contacten met de buitenwereld te onderhouden. Dit betekent dat in deze gevallen ook God niet de kans krijgt om deze ziel via haar medeschepselen het Licht van Zijn Liefde te laten toekomen. De vrije wil van de geesteszieke ziel heeft zich immers afgesloten voor elke inwerking van buiten zichzelf;
  • De ziel die zich in hoge mate heeft teruggetrokken, is doorgaans niet in staat om zich in de geestelijke en emotionele gesteldheid van andere zielen in te leven, en eigenlijk interesseert de gesteldheid van andere zielen haar ook niet. Daardoor sluit zij zich af voor de stroming van het Goddelijk Leven, dat God op een zodanige wijze doorheen alle elementen van Zijn Schepping tracht te leiden, dat deze samen een netwerk vormen, een systeem in hetwelk elk element dat de stroming niet verder leidt, een blokkade opwerpt, die op het geheel een negatieve uitwerking kan hebben;
  • Het feit dat deze ziel voor zichzelf volledig nieuwe wetten schept, volgens dewelke zij haar eigen wereld inricht, brengt haar in een toestand in dewelke het geweten uitgeschakeld wordt. Het geweten is, zoals Maria het onder andere reeds in de Stormschriften heeft onderricht, het waarschuwingssysteem van God, door hetwelk de ziel elk ogenblik kan worden geïnformeerd over de staat in dewelke zij zich in Gods ogen bevindt, en over de mate in dewelke zij voldoet aan de verwachtingen die God jegens haar koestert. In de mate waarin het geweten wordt uitgeschakeld, wordt de ziel zich minder van de zonde bewust. Om deze reden schijnt de geesteszieke ziel vaak in een op zichzelf bestaande wereld te leven, in dewelke zij zelf is als God. Zij maakt andere zielen, en zelfs God Zelf, als het ware tot haar dienaren, en zij is er zeker van dat zij zelf boven de zonde verheven en derhalve absoluut volmaakt is;
  • De ziel aanvaardt niets meer, dat niet past binnen de voorstellingen die zij voor haar wereld heeft geschapen. Dit leidt tot een volledig vertekende kijk op de waarneming van haar omgeving, maar ook van haar eigen verleden: Zij bouwt voor zichzelf een verleden dat slechts in haar eigen voorstelling leeft. Aangezien zij volgens haar eigen voorstelling volmaakt is, verdringt zij veel van wat zij niet heeft kunnen of willen verwerken, van wat haar in een slecht daglicht zou kunnen stellen, van wat op een eigen schuld of zonde kan wijzen, en van wat zij ooit andere schepselen heeft aangedaan. Zij is haar eigen God, en derhalve is zij vrij van zonde en onfeilbaar, en bepaalt zij zelf wat mogelijk is of wat niet mag. Elk schepsel dat ook maar het geringste zegt of doet, wat niet bij haar voorstelling past, wordt ofwel gemeden ofwel bespot, beschimpt, gelasterd, in een slecht daglicht gesteld of agressief behandeld;
  • De ziel lijkt naar een lager ontwikkelingsniveau af te zakken. Deze kunstmatige aanpassing ontstaat uit de onwil om nog enige verantwoordelijkheid op zich te nemen, want verantwoordelijkheid opnemen, zou betekenen, zich opnieuw aan de regels van de werkelijkheid in de buitenwereld te moeten aanpassen. Aangezien de ziel niets meer met de werkelijkheid buiten zichzelf te maken wil hebben, moet zij haar intelligentie uitschakelen, omdat deze in haar nog steeds het vermogen wakker zou houden om de elementen van deze werkelijkheid te overwegen en deze in zichzelf in te bouwen;
  • De ziel is blind voor haar eigen gesteldheid. Omdat zij haar geweten uitgeschakeld heeft, is in haar eveneens het vermogen gedoofd om zichzelf als in een spiegel waar te nemen, zoals een spiritueel gezonde ziel dit kan. Om deze reden ontbreekt haar het vermogen om het eigen gedrag van richting te doen veranderen, om zichzelf te corrigeren of om zich over zichzelf te schamen.

Lieve zus, al deze kenmerken van geesteszieke zielen hebben spirituele gevolgen. Door de onwil om zich nog langer aan de door God voor haar voorziene werkelijkheid aan te passen, en door het uitschakelen van het geweten, onttrekt de ziel zich als het ware aan de Goddelijke Rechtspraak, en bouwt zij voor zichzelf een 'alternatieve levensweg' die God niet voor haar heeft voorzien. Dit betekent dat deze ziel niet de verdiensten noch de vruchtbaarheid verwerft, die haar de genaden van heiliging kunnen instorten. Het is belangrijk dat wij dit voor ogen houden. De wijze waarop God deze zielen oordeelt, is een mysterie, en wordt door God bepaald al naargelang het geval en de omstandigheden. Er is echter hoop. Zo dadelijk meer hierover.

Maria laat mij erop wijzen dat er zielen zijn, die overeenkomen met de voorstelling van een geesteszieke ziel, maar toch in vele aspecten van het leven de schijn wekken, 'tamelijk normaal' te zijn. Deze zielen functioneren nog in de wereld, vaak zelfs in hoge mate, maar zij zijn nauwelijks nog via verstand of logica te bereiken. Deze zielen lijken zeer verward, vertonen een opgewonden fantasie, en passen alles aan hun fantasiewereld aan. Zij zijn doorgaans blind voor eigen fouten, houden vast aan voorstellingen die zij voor zichzelf hebben gemaakt, laten niet gemakkelijk hun wereldse gehechtheden los (de verwezenlijking van ooit ontstane voorstellingen blijft vaak een leven lang het doel van hun hele handelen), zij schrikken er niet voor terug, zielen schaamteloos te lasteren wanneer deze niet met hun fantasieën meespelen, zij dulden geen terechtwijzingen, zij spreken zichzelf voortdurend tegen, enzovoort. Soms leven zij ook in een wereld van pseudomystiek, in dewelke zij er vast van overtuigd zijn dat zij een bijzondere uitverkiezing hebben, terwijl hun gedrag voortdurend aantoont dat zij helemaal niet door Hemelse krachten worden bewogen. Deze zogenaamde 'uitverkiezing' gebruiken zij om zichzelf als onfeilbaar te beschouwen. Ook dergelijke zielen vertonen derhalve vaak een aanzienlijk verlaagd zondebewustzijn.

Het grote verschil tussen een echte geesteszieke ziel en een ziel van de laatstgenoemde categorie, ligt hierin dat de laatstgenoemde volkomen bewust aan haar gedrag vasthoudt, omdat dit haar eigen zelfbeeld en haar voorstelling over haar rol in de wereld dient. Deze zielen worden door de duivel zeer gemakkelijk tot zijn slaven gemaakt, omdat zij:

  • volharden in de hoogmoed en vasthouden aan een zelfbeeld van volmaaktheid, wat hen zeer ontvankelijk maakt voor het bedrijven van vele ondeugden;
  • hun fantasiewereld niet willen opgeven, en daardoor niet luisteren naar raadgevingen die hen naar het ware Licht kunnen leiden;
  • blind blijven voor hun eigen gesteldheid en voor de Waarheid, omdat zij de werkelijkheid van hun leven niet willen aannemen.
    Maria benadrukt dat geesteszieke zielen niet louter 'geestelijk gestoord' zijn, dit betekent dat hun probleem niet slechts ontspruit uit de geest, maar dat zij in werkelijkheid oorspronkelijk hebben geluisterd naar inspiraties van de duivel. Dit hoeft niet noodzakelijk bewust te zijn gebeurd. Vaak is deze 'uitlevering' vooral een kwestie van levensinstelling:
  • De ziel hecht veel te veel belang aan haar wereldse behoeften en gehechtheden, en wil deze niet loslaten. Daardoor wordt zij bijzonder gevoelig voor zeer uiteenlopende vormen van bekoring, en komt zij nauwelijks tot een echte spirituele ontwikkeling;
  • Vaak begint de ziekte doordat de ziel een bijzondere beproeving niet kan aannemen. In plaats van deze het hoofd te bieden, trekt zij zich in een eigen wereld terug. Op deze wijze wordt een ziel vooral gevoelig voor geestesziekte wanneer zij niet bereid is om de beproeving voor zichzelf spiritueel tot nut te maken.

Is een geestesziekte onomkeerbaar, respectievelijk kan de ziel deze ziekte niet voorkomen?

Maria verduidelijkt dat het bij geestesziekte gaat om een 'verkeerde beslissing', die zich grotendeels in het onderbewustzijn voltrekt, maar dat de ziel reeds 'in spiritueel opzicht is verdwaald'. Dit laatste voltrekt zich niet in het onderbewustzijn. Maria wijst erop dat de ziel zich onbeschermd aan de vijand uitlevert wanneer zij:

  • tegen haar lot, haar beproevingen en kruisen protesteert. Een houding van protest tegen Gods Beschikkingen op de levensweg, nodigt de duivel zonder meer in de ziel uit;
  • zich afsluit voor de werkelijkheid van haar levensweg en zij voor zichzelf een andere werkelijkheid bouwt, die volgens haar zienswijze beter bij haar behoeften en verlangens past;
  • God en de ware eeuwige noden van haar ziel de rug toekeert. Het wordt pas echt gevaarlijk wanneer de ziel niet langer in de waarheid en de waarde van de Sacramenten (Biecht, Communie) gelooft, want daarna volgt reeds spoedig een vermindering van het zondebewustzijn en de uitschakeling van het eigen geweten. Uit al het voorgaande volgt gewoonlijk de vrijwillige onderbreking van de verbinding tussen de ziel en de Heilige Geest, de Goddelijke inspiraties en de 'bezieling' door de stromen van het Goddelijk Leven. De ziel neemt spoedig nog nauwelijks de Ware Liefde in zich op.

In een ziel die zich inzet om haar Geloof te versterken, inzicht te verwerven in het mechanisme door hetwelk God Zijn Liefde in de zielen instort, en om de vele tekenen te herkennen voor het feit dat het absoluut gerechtvaardigd is, op God en het Ware Geluk te hopen, zullen geestesziekten, depressies en dergelijke zelden een kans krijgen.

De Meesteres van alle zielen vraagt:

  • dat geesteszieke zielen aan Haar zouden worden overgedragen, opdat Zij hen voor de intrede van het Ware Licht moge kunnen ontsluiten;
  • dat alle beproevingen en verwondingen die voor deze zielen aanleiding kunnen zijn geweest om zich in een eigen wereld terug te trekken, aan Haar toegewijd worden, opdat deze stap voor stap nog hun effecten mogen verliezen. Dit is de macht van toewijding in het tijdloze;
  • dat men Haar zou smeken om over de onbewuste geestelijke processen te heersen, opdat Zij deze van elke duisternis zou kunnen bevrijden. Maria wijst erop dat Zij onder andere de 'Koningin van de nacht' wordt genoemd omdat Haar macht over alle duisternis onbeperkt is. Zij vraagt erom, de kans te krijgen om in geestelijk verduisterde zielen (zielen die 'in een nacht zijn gehuld') de volle maan te kunnen zijn, die de ziel aan Gods Licht herinnert.

Geesteszieke zielen kan men nauwelijks nog via de zintuigen bereiken, omdat zij zich afsluiten voor alle indrukken en invloeden uit de buitenwereld. Om deze reden kan men hen bijvoorbeeld nauwelijks nog door het gesproken woord 'wekken'. Dergelijke zielen kunnen weliswaar in de kern van hun wezen worden bereikt, maar dit kan zich slechts door tussenkomst van de Goddelijke Liefde voltrekken. Daarom is het noodzakelijk, deze zielen aan Maria toe te wijden, met de offerande van hun hele verleden en hun onvermogen om met de beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid in hun leven om te gaan. Bij deze toewijding zou het nuttig zijn dat de biddende ziel zich zo één maakt met Maria dat zij zelf van Liefde ontbrandt, opdat de wil om de zieke ziel te helpen ontsluiten, zich als het ware moge verenigen met de macht van Maria, Die dit kan, wanneer Zij daartoe vanwege de ziel het 'liefdesmateriaal' ontvangt. Wij mogen niet uit het oog verliezen dat de geesteszieke ziel zichzelf in principe buiten de Goddelijke Wet heeft gesteld, en dat deze beslissing moet worden goedgemaakt. Om deze reden kunnen veel vurig gebed en offers noodzakelijk zijn om geesteszieke zielen voelbaar te helpen.

Het hoeft U dan ook niet te verwonderen, lieve zus, dat U naast deze beproeving ook nog aan andere beproevingen het hoofd dient te bieden. De beproeving van de seksuele onthouding die op Uw weg is gekomen, werd U weliswaar niet door God opgelegd, maar is ook geen toeval. U kunt deze beproeving aan Maria aanbieden als een krachtig werktuig voor de ontsluiting van de geest van Uw dierbaren. Beschouwt U toch de parallel: De geestelijke ziekte van deze zielen is een uiting van het feit dat deze zielen zich tegen alles hebben gekeerd, wat de wereld (de werkelijkheid) op hen liet toekomen. Uzelf wordt er echter nu door de omstandigheden toe gedwongen, aan een wereldse behoefte te verzaken. Het is alsof de Goddelijke Voorzienigheid voor U een beproeving heeft bereid, die geschikt zou zijn om genoegdoening te schenken aan de Goddelijke Wet, waar Uw dierbaren dit hebben nagelaten. Biedt U Uw pijn daarover aan Maria tijdens een toewijding aan, en Zij zal dit offer met bijzondere vreugde in ontvangst nemen. Bovendien betekent dit ook, lieve zus, dat U ervan verzekerd mag zijn dat deze 'gedwongen' verzaking niet aan U ligt.

Voor U wordt nu de taak bereid, zo sterk in zeer innig beleefde Liefde te groeien, dat U bij elk contact met deze zielen een atmosfeer kunt scheppen die zo door de Liefde is getekend, dat zij zich gemakkelijker voor deze genade kunnen openstellen. Een geesteszieke ziel heeft als het ware haar wortels in een bodem die niet door de Goddelijke Wijsheid voor haar was bestemd. Zij kan zichzelf niet 'ontwortelen', alleen God kan dit, bij voorkeur door Maria. De Moeder Gods heeft daartoe in elk geval Uw volledige medewerking nodig, die op een bed van Liefde, aanvaarding, overgave en ontzegging gebaseerd moet zijn, omdat precies deze elementen in de geesteszieke ziel niet tot ontplooiing zijn gebracht. Het is vanzelfsprekend dat ik mij graag aan de Koningin van de Nacht aanbied als kleine brug om voor deze zielen nieuwe wegen naar het Licht te helpen ontsluiten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 137
Over erfelijk bepaalde geestesziekten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Onlangs gaf de Moeder Gods een uiteenzetting over de spirituele achtergronden van geestesziekte. In dit verband zou men zich de vraag kunnen stellen, hoe wij deze informatie moeten plaatsen wanneer het om erfelijk bepaalde ziekte gaat. Daarom heb ik Maria om bijkomende verduidelijking gevraagd.

Ziekten die erfelijk bepaald zijn, vinden hun oorsprong in genetische veranderingen. Dergelijke veranderingen treden op zeker ogenblik voor het eerst in de genen van een mens op, en worden door deze mens aan mensen uit latere generaties overgeërfd. De persoon bij wie deze veranderingen voor het eerst optreden, kan deze op uiteenlopende wijzen oplopen, bijvoorbeeld via virusinfecties, vergiftigingen, voedingsinvloeden, door bepaalde chemicaliën (met inbegrip van drugs en alcohol), door tumorvorming, zelfs door ongevallen. Hoe moeten wij dit in spiritueel opzicht beschouwen?

Elk ziekteproces bij de mens, dat zijn oorsprong vindt in factoren aan dewelke de mens in kwestie absoluut niets kan veranderen, sluit de mens in kwestie in Gods ogen van alle verantwoordelijkheid uit. Maria heeft erop gewezen, hoe een geestesziekte in principe gebaseerd is op een aanpassingsstoornis, bij dewelke de vrije wil van de betreffende ziel de beslissing neemt, zich terug te trekken uit de wereld die God voor haar had voorzien, om voor zichzelf een eigen wereld met eigen wetten op te bouwen. Voor de ziel die door factoren wordt overvallen, die hetzij plots, hetzij geleidelijk, in haar genen ingrijpen, ligt het anders. In dit geval berust de 'spirituele omvorming' niet op een vrijwillige beslissing, doch op een zich wijzigende 'besturing' vanuit het genenpakket. Men zou deze toestand min of meer met de werking van een computervirus kunnen vergelijken, dat ongewone, niet bij het 'normale programma' passende processen met zich meebrengt.

Er bestaat nu een verschil in de mate waarin de ziel de factor, die in haar de geestelijke verandering bewerkt, zelf vrijwillig kan beïnvloeden. Wanneer de ziel zelf het proces dat de schade veroorzaakt, kan beïnvloeden, wordt haar eigen verantwoordelijkheid groter naarmate haar persoonlijke mogelijkheden tot beïnvloeding groter zijn. Enkele voorbeelden:

  • De mens wordt door een virus geïnfecteerd, dat zijn genenpakket zo verandert dat zich een geestesziekte ontwikkelt. Aangezien de mens tegen virusinfecties weinig kan ondernemen, en hij deze ook doorgaans niet ziet aankomen, is de ziel hier niet verantwoordelijk voor haar ziekte. Hier is geen sprake van een zich vrijwillig terugtrekken in een zelf geschapen wereld.
  • De mens wordt vergiftigd door chemische substanties die aanleiding kunnen geven tot genetische veranderingen of orgaanstoornissen die in een geestesziekte uitmonden. God zal oordelen in hoeverre de ziel haar ziekte eventueel had kunnen voorkomen. In hoeverre was zij over de werking van de betreffende substanties geïnformeerd? Had zij concrete mogelijkheden om er iets aan te doen?
  • De mens wordt ziek door de gevolgen van een hersentumor waardoor zich een geestesziekte ontwikkelt. Hier treden gelijkaardige vragen aan de dag als in voorgaand punt. Had de ziel kunnen weten dat zich een hersentumor aan het ontwikkelen was, welke de veroorzaker van deze tumor was en welk effect deze in het lichaam heeft? Bestond er voor de ziel ook maar enige kans om iets te doen?
  • De mens wordt slachtoffer van een verkeersongeval met zware hersenbeschadiging tot gevolg. Er ontwikkelt zich een geestesziekte. In dit geval had de ziel duidelijk niets kunnen doen, tenzij zij het ongeval vrijwillig heeft uitgelokt (bijvoorbeeld in het kader van een zelfmoordpoging), of zij zelf wegens grove nalatigheid schuldig is aan het ongeval.

Indien de ziel op de hoogte was van het feit dat zich in haar een geestesziekte aan het ontwikkelen was, en over de risico’s van bepaalde invloeden in haar leven, en zij zelf iets had kunnen doen om de ziekte te voorkomen, kan God haar voor haar geestesziekte verantwoordelijk stellen. De mate waarin dit werkelijk het geval zal zijn, wordt slechts door God bepaald.

Wat de volgende generaties betreft, wordt het nog moeilijker. In dit geval heeft de ziekte zich in het genenpakket ingenesteld. Indien de ziel ervan op de hoogte is dat er sinds vroegere generaties geestesziekte in de familie voorkomt, en zij mogelijkheden kent om ofwel het optreden ervan op te schorten, of om de kans van optreden ervan te verkleinen, dan moet de ziel zich de inspanning getroosten om de ziekte, indien mogelijk, niet tot ontwikkeling te laten komen.

In de gevallen waarin aantoonbaar is dat een geestesziekte erfelijk bepaald is, en dat met voldoende grote zekerheid uit te sluiten is dat deze ziekte kan worden voorkomen of dat zij gunstig zou kunnen worden beïnvloed, is de zieke ziel bevrijd van elke verantwoordelijkheid. Het gaat hier dan niet om een vrijwillige afwijzing van de Goddelijke beschikkingen, doch om een toestand die door God Zelf om één of andere reden binnen Zijn Heilsplan voor de ziel wordt gewenst. De geesteszieke ziel vervult dan een rol die door God in het kader van Zijn Plan is voorzien, zodat haar geen schuld treft. In de andere gevallen kan God een ziel volledig of gedeeltelijk verantwoordelijk stellen voor haar geestesziekte. De 'schuld', of de graad ervan, wordt bepaald door de hartsgesteldheid van de ziel, en door haar concrete mogelijkheden om zelf een geestelijke ziekte te verhinderen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 138
Hoe kunnen wij bijdragen tot een goede voorbereiding van de Eerste Communie van een kind? – Wat kunnen wij als dooppeter en doopmeter bij het Heilig Vormsel doen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria

De zorg om de christelijke ontplooiing van onze kinderen moet inderdaad in ons hart leven, aangezien onze wereld zeer chaotisch is geworden en wij nooit mogen vergeten dat de jeugd van vandaag de volwassenen van morgen levert. Toen God de mensenziel schiep, leefde in Zijn Hart het verlangen dat dit meesterwerk van Zijn Handen zich zou blijven vermenigvuldigen, en dat het de waarden van de ene ware God volledig en vlekkeloos verder zou blijven overleveren. Indien de mensenziel ongeschonden en vlekkeloos was gebleven, zou er in onze beschouwing van de wereld, van het leven en van Gods Waarheid sedertdien helemaal niets veranderd zijn.

Nochtans wordt de ziel die zich door de Meesteres van alle zielen laat leiden, geleidelijk naar de oorspronkelijke staat van beschouwing van de Waarheid teruggebracht, en verwerft zij de kennis die noodzakelijk is om zich, ondanks de valstrikken van de duivel op haar weg, tot grote vruchtbaarheid te verheffen. Met deze overtuiging bezield, heb ik Uw vragen aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neergelegd, opdat Zij vanuit het Hart van God de woorden zou spreken die Uw weg kunnen verlichten. Ik zal Uw vragen chronologisch ter hand nemen, opdat alles correct begrepen moge worden.

Ik zou mijn kinderen heel graag op de juiste manier op de Eerste Communie en het Vormsel voorbereiden. Hoe wenst Maria dat dit gebeurt? De voorbereiding in de scholen is in deze tijd om bij te wenen (...). Wat is het essentiële dat zij moeten weten om goed op de Sacramenten voorbereid te zijn?

Aangezien het bij de Eerste Heilige Communie om de eerste ontmoeting met Christus op sacramentele wijze gaat, is het absoluut noodzakelijk dat de jonge ziel eerst het Sacrament van de Biecht ontvangt. Het belang van de Heilige Biecht wil ik U graag door een vergelijking verduidelijken.

God heeft de Allerheiligste Maagd Maria ertoe voorbestemd, de Moeder van Christus de God-Mens te worden. Met het oog op deze gebeurtenis, die pas later zou plaatsvinden, schiep Hij Haar met het voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis, opdat Zij zonder enige vlek Haar aardse leven zou kunnen beginnen. Aangezien Zij Zich volledig vrij van zonde wist te houden, bleef Maria zoals een absoluut vlekkeloos Tabernakel. Toen Zij door de Heilige Geest overschaduwd werd en de kiem van Jezus in Haar Maagdelijke Schoot werd gelegd, bevond Maria Zich in staat van volmaakte heiligheid.

Beschouwen wij nu de jonge mensenziel: Zij wordt niet onbevlekt ontvangen, en zij kan gedurende de eerste jaren van haar aardse leven zeker zondigen, respectievelijk zich schuldig maken aan vele ondeugden. Bij het eerste contact met de Sacramentele Christus is de ziel dus alles behalve een heilig tabernakel. Het blijkt dus absoluut gerechtvaardigd dat de kinderziel, hoe 'onschuldig' zij ook vaak wordt genoemd, in het Sacrament van de Biecht wordt gereinigd, alvorens zij Jezus in zich kan ontvangen. Tenslotte verlangt God van elke ziel, dat zij Christus in een zo zuiver mogelijke tempel in zich kan dragen.

Dit zou de eerste stap zijn. Bovendien moet de jonge ziel met de Leer van Christus, met enige kennis met betrekking tot het christelijk leven en de deugden in contact worden gebracht. Rekening houdend met het feit dat heden ten dage dit alles in de scholen in verregaande mate wordt verwaarloosd, is het de plicht van de ouders, zich deze taak tot doel te stellen. Hoewel voor de jonge ziel een groot gedeelte van de Goddelijke Waarheid nog niet goed – of nog niet in de details – te begrijpen is, is het kind daarentegen wél des te gevoeliger in de kern van de ziel, omdat het in bepaalde opzichten gewoonlijk nog niet zo diep door de maatschappelijke invloeden verontreinigd is. Daarom is het van het grootste belang, in de eerste plaats de kinderen het werkelijk christen-zijn voor te leven.

Verduidelijkingen met woorden zullen soms wenselijk zijn, doch deze moeten in de kindergeest zo vaak mogelijk met voorbeelden uit hun eigen dagelijks leven verbonden kunnen worden, opdat de theorie correct zou worden ingeprent, en het belang ervan in voldoende mate zou doordringen. Doorgaans is het heel doeltreffend, een kind iets bij te brengen aan de hand van afbeeldingen. Toont U het afbeeldingen van Jezus en Maria, van engelen, enzovoort. Nodigt U het kind ertoe uit, zich over elke afbeelding te uiten, opdat zijn fantasie kan werken, en vertelt U aan de hand van de afbeeldingen op een zodanige wijze over Jezus en Maria dat het kind Gods Liefde kan leren kennen. Wanneer U dit in de juiste, warme, liefdevolle atmosfeer kunt doen, zal God Zelf door Uw kind laten merken welke informatie het in zich kan opnemen, en voor welke de tijd nog niet is gekomen.

Wat is het essentiële dat een kind moet weten om goed op de Sacramenten voorbereid te zijn? Ten eerste moet het kinderhart er rotsvast van overtuigd zijn dat God Liefde is, en dat alles ook in zijn eigen kleine wereld gebeurt zoals het nu eenmaal gebeurt omdat God hem of haar vurig liefheeft. Wanneer een kind niet door zijn moeder (die voor het kind de spiegel van de Ware Liefde is!) met klem, en telkens opnieuw, hoort dat God Liefde is, niets anders dan Liefde geeft, en dat Hij elk kind en elk schepsel zeer liefheeft, kan het niet de noodzakelijke ingesteldheid van hart ontwikkelen om:

  • Jezus met een zodanige Liefde te ontvangen dat de Verlosser het kind onmiddellijk alle kinderschulden kan vergeven;
  • zijn kleine vrienden, zijn huisdieren, zijn ouders en andere opvoeders, zijn broers en zussen, enzovoort, in de ware christelijke deugd te behandelen, en in een ware christelijke gezindheid over deze medeschepselen te denken en te voelen (namelijk in een gesteldheid van Liefde, vergevingsgezindheid, behulpzaamheid, gehoorzaamheid, echte vriendschap, volgzaamheid...);

Vergeet U nooit dat de ziel is zoals een boom, die zich tijdens zijn ontwikkeling voortdurend vertakt, bloesems en vruchten moet kunnen voortbrengen, maar daartoe nood heeft aan vruchtbare grond om wortel te schieten en zich te voeden. De christelijke opvoeding en de voorbereiding op de Eerste Ontmoeting met Christus de Verlosser, moet in de eerste levensjaren gezonde wortels kunnen vormen. De jonge ziel leeft bovendien veel intensiever vanuit het hart dan vanuit het verstand. Omdat zij vele dingen nog niet kan begrijpen, benadert zij de wereld als het ware automatisch vanuit haar gevoelens. Wanneer zij dan de lucht kan inademen, die haar door de Heilige Geest wordt ingeblazen, zal de Liefde (en derhalve alle deugden, want alle deugden vloeien voort uit de Liefde) in haar tot bloei komen.

Houdt U zich daarbij voor ogen, dat de eerste bloem die in een kinderziel bloeit, haar een leven lang bijblijft als een 'schat uit vervlogen dagen', die heel vaak richting geeft aan het hele leven, aan alle wensen en alles wat het nastreeft. Wanneer het kind de christelijke waarden leert kennen in een atmosfeer, die het in het hart met Liefde en geborgenheid kan verbinden, dan zal 'iets' in hem of haar steeds verder naar deze waarden blijven verlangen.

Het essentiële dat een kind zou moeten weten, zou ik derhalve als volgt kunnen samenvatten: Het kind moet weten wie Jezus Christus en Zijn Moeder Maria geweest zijn, en het moet Jezus en Maria leren kennen zoals Zij werkelijk waren, als levende Liefde. Wijst U Uw kind er gerust in alle voor hem of haar moeilijke situaties van het dagelijks leven op, hoe Jezus en Maria met dergelijke situaties zouden zijn omgegaan en hoe Zij deze zouden hebben opgelost. De informatie om deze kennis door te geven, vindt U zelf in de U intussen bekende geschriften.

Kunnen wij als ouders een bepaalde genade afsmeken voor het kind dat zijn Eerste Communie doet of het Heilig Vormsel ontvangt?

In Gods ogen bestaat er niets waardevollers dat U als ouder voor Uw kind kunt verlangen, dan dit: Dat het zijn levensweg in overeenstemming met Christus moge afleggen, steeds de bescherming en de leiding van Maria moge herkennen en aanvaarden, en daar moge naar handelen, en dat de Ware Liefde in hem of haar zo diep wortel moge schieten dat de boom van zijn of haar ziel door geen storm van wereldse beproevingen geveld en de vruchten ervan nooit weggeroofd mogen worden.

Heeft een kind dat voor de eerste maal Jezus ontvangt, doch heeft geleerd om dit ook voortaan steeds via de HANDcommunie te doen, nooit deel aan de genaden die wij via de Tongcommunie verkrijgen?

Toch wel, en wel omdat de jonge ziel niet kan weten wat God op dit gebied zozeer van haar verlangt. De morele schuld voor een verlies aan genaden ligt nooit bij het kind. Derhalve schenkt God het kind in ieder geval de volheid van de genade. Zoals U terecht schrijft, zijn vele van onze kinderen slachtoffers van het modernisme in de Kerk. God zal hen daarvoor niet veroordelen. U, als ouders, hebt daar ook geen schuld aan. U hebt zeer zeker het recht om, indien mogelijk samen met andere ouders die de hoogste eerbied jegens God belangrijk vinden, op de priester toe te stappen en hem Uw verzoek in verband met het bedelen van Tongcommunie voor te leggen. Om het even wat de priester dan beslist, U en Uw kinderen zal van Gods wege de verdienste toekomen, datgene te hebben betracht, wat God het meest behaagt en wat de hoogste mate aan Heil over de Schepping afroept.

Later, wanneer Uw kinderen volwassen zijn en hun verdere weg zelf vorm moeten geven, berust op hen de verplichting, zelf voor het juiste te kiezen. Nu echter, moet U zich er in elk geval bij neerleggen dat bepaalde zaken in de voorbereiding op school niet in overeenstemming met de verlangens van Jezus Zelf lopen.

Tracht U ondanks alle ontgoocheling ook, de kinderen niet tegen eventuele betreurenswaardige beslissingen vanwege een priester te 'vergiftigen'. De kinderen mogen nooit in een gesteldheid van protest of onenigheid opgroeien. Vroeg of laat zullen de kinderen het conflict merken tussen datgene, wat U hen tracht te leren, en datgene, wat in de Kerk op grote schaal aan de gang is. U zult hen dan beetje bij beetje de redenen moeten bijbrengen, waarom het er in de Kerk niet steeds aan toe gaat zoals mama het hen heeft geleerd. Heel belangrijk is, dat U de kinderen dan bijbrengt dat zij niet tegen de beslissingen van de priester in protest komen, doch dat zij zouden bidden dat de Heilige Geest Jezus in de door God gewenste omstandigheden naar de zielen kan brengen.

Benadrukt U daarbij steeds dat God altijd de volheid der genade schenkt zolang de ziel in het hart naar een volkomen eerbetoon aan God verlangt. Zo zult U de kinderen oefenen in de ontwikkeling van een gesteldheid die kan dienen als een as, waar omheen elke ziel in alle omstandigheden moet draaien: de gesteldheid van aanvaarding, van gebed, van Liefde, en van geloof in de volmaakte Liefde van God, die altijd slechts oordeelt volgens de gesteldheid van het hart, niet volgens de omstandigheden van buitenaf.

Wat verlangt de Moeder Gods qua gebed wanneer wij als dooppeter of doopmeter de vormeling de hand opleggen? Wat zou het zuiverste gebed zijn, door hetwelk de vormeling voor de genade van uitstorting van de Heilige Geest ontsloten kan worden?

Maria verlangt hier het volgende smeekgebed, dat een antwoord op deze beide vragen in zich sluit:

Maria, Heilige Moeder van Christus en Bruid van de Heilige Geest, ik smeek U om een levenslange leiding en begeleiding van deze ziel door de Heilige Geest op de weg in navolging van Christus. Voor mijzelf smeek ik om de verlichting om voor deze ziel een waardige spiegel van Goddelijke deugd te zijn en te blijven.

Omdat dit gebed op het betreffende ogenblik moeilijk kan worden uitgesproken, mag het ook meteen vóór het ritueel in de stilte van het hart aan Maria’s voeten worden neergelegd. Maria beklemtoont dat dit gebed kan worden beschouwd als een toewijding aan de Heilige Geest, en vraagt dat het kind zou worden bijgebracht dat het zich in alle moeilijkheden vol vertrouwen tot Maria zou wenden, van Wie bekend is dat Zij het Tabernakel van de Heilige Geest is.

Hoe moeten wij ons als dooppeter en doopmeter jegens het kind gedragen? Hoe kunnen wij het beste de taak vervullen, die God ons bij het Doopsel van het kind heeft toevertrouwd?

De dooppeter en doopmeter nemen jegens God de taak op zich, de christelijke vorming van het kind vorm te helpen geven. Maria vraagt slechts één ding, dat echter een levenslange opdracht in zich bergt, en in bepaalde omstandigheden niet gemakkelijk zal zijn: Dat de dooppeter en doopmeter in de eerste plaats door het eigen gedrag, door de eigen levenswijze en (wanneer de gelegenheid daartoe gunstig blijkt) door het gesproken woord, voorbeelden van christelijke deugd zouden blijven. Op het ogenblik waarop aan het kind het Sacrament van het Vormsel wordt toegediend, worden de werking en de inwoning van de Heilige Geest, Die bij het Doopsel in de kinderziel Zijn intrek heeft genomen, in deze ziel als het ware bestendigd. De ziel geldt dan in spiritueel opzicht als 'klaar voor het leven als christen'. In datzelfde ogenblik smeedt God tevens een band tussen de vormeling en de dooppeter en doopmeter. Het is heel belangrijk dat de jonge ziel in haar (vrijwel) onmiddellijke nabijheid voorbeelden heeft, in dewelke zij de christelijke waarden weerspiegeld vindt. Krachtens de band die onder het zegel van een Sacrament door God is gesmeed, zal in de jonge ziel steeds een zekere ontvankelijkheid voor deze voorbeelden bestaan.

Hoe kunnen wij zelf het beste de taak van dooppeter of doopmeter vervullen, wanneer bij de ouders van de vormeling geen openheid bestaat?

Zoals U schrijft, komt het voor, dat de ouders in onvrede komen wanneer U de vormeling aan de wonderbare wereld van Maria wil laten deelhebben. Het spreekt vanzelf dat het kind in geen geval tegen zijn eigen ouders mag worden opgezet, of dat het niet tegen hen in opstand mag worden gebracht. Dit zou indruisen tegen de christelijke norm. Zelfs wanneer de ouders zich niet om een waarlijk christelijke opvoeding bekommeren, mag U de vormeling geen aanleiding geven tot negatieve gevoelens jegens zijn ouders. Als wenken van Gods Voorzienigheid mag U slechts de gelegenheden beschouwen, bij dewelke U de vormeling over Jezus, Maria en de christelijke deugden en waarden kunt vertellen, zonder daarbij de ouders op enigerlei wijze tegen de borst te stoten.

Voor het overige geldt Uw opdracht in Gods ogen als vervuld, wanneer U bij elk contact met de jonge ziel Uw toewijding aan Maria onbeperkt beleeft. Stelt het kind zich vragen, beantwoordt U deze dan vrijmoedig. Leert U de jonge ziel daarbij, dat zij er goed aan doet, alles wat zij van U verneemt, in het hart te bewaren, zoals Maria dit deed. Deze ingesteldheid heeft helemaal niets te maken met ongehoorzaamheid of met opstandigheid tegen de ouders, doch U leert het kind daardoor, zijn beproevingen in het verborgene van zijn hart tot bloei te brengen, zoals de ware christen dit behoort te doen. Belangrijk is in elk geval, dat uit Uw mond geen negatief woord over de ouders komt, doch louter woorden van Liefde en mildheid, opdat het kind zou leren, geen wrok jegens zijn ouders te koesteren, doch hen in Liefde aan Maria toe te wijden en voor hen te bidden en offers voor hen te brengen.

Wanneer het eigen kind het Vormsel ontvangt, en de handopleggende dooppeter en doopmeter zijn niet gelovig of beleven hun Geloof niet echt, kan men dan in de plaats van deze mensen de genaden afsmeken die normaal door hen moet worden afgesmeekt, of hoe verlangt Maria dat men dan bidt?

Ook in dit geval wordt deze wonderbare Goddelijke Wet van kracht, volgens dewelke heel veel 'op plaatsvervangende wijze' kan worden afgesmeekt, en vele genaden ondanks 'gebrekkige omstandigheden' in de volheid worden toegekend, wanneer de ziel die oprecht naar deze genaden verlangt, met heel haar hart verlangt dat de omstandigheden God ten volle mogen behagen. U mag in de door U geschetste omstandigheden absoluut tot Maria het gebed richten, dat ik U hierboven vanwege de Koningin des Hemels heb mogen aanreiken. De kracht van de Liefde, die op dat ogenblik van Uw hart uitgaat, zal mede bepalend zijn voor de genadewerking.

Lieve zus, mijn hart doet pijn bij de steeds terugkerende vaststelling, aan welke chaos onze wereld ten prooi is, en hoezeer onze kinderen daarin gevangen zitten. De Meesteres van alle zielen is ons echter als een machtig Teken van Hoop geschonken. Tegen deze achtergrond beloof ik U mijn gebed, en vraag ik U met aandrang, nooit de moed te verliezen. De definitieve overwinning van het Licht is ons beloofd. Tot deze zich kenbaar maakt, moeten wij onszelf beschouwen als rozenplukkers, die weliswaar voortdurend hun handen aan de doornen openhalen, doch intussen de bloemblaadjes verzamelen, uit dewelke het parfum wordt bereid dat ooit de meester van de chaos zal verdrinken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 139
Over de kracht van het lijden tegen de krachten der duisternis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw brief heeft mij bijzonder verheugd. Begrijpt U mij alstublieft niet verkeerd omdat ik dit zo uitdruk, maar mijn vreugde vindt haar oorsprong in het feit dat Maria mij erop wijst welke symbolische waarde Uw lichamelijke tegenslagen van de jongste maanden hebben.

Op basis van een klaarblijkelijke tussenkomst vanwege de Meesteres van alle zielen in Uw toestand hebt U besloten, ons bij het apostolaatswerk te helpen. U had echter rugklachten en bent daarvan als door een wonder genezen. Toen U onlangs voor ons Apostolaat met iets wilde beginnen waarvoor U vooral Uw ogen nodig zou hebben, hebt U plots een oogziekte opgelopen die het U voorlopig onmogelijk maakt, iets voor het Apostolaat te doen. Dit heeft U zo getroffen dat U vreesde, iets verkeerds te hebben gedaan. De reden is echter iets heel anders. Laat U zich deze door Maria Zelf verduidelijken:

Door de hevige rugklachten heeft de Hemel toegelaten dat Uw ziel U haar inwendig lijden onder de last van het aardse dagelijks leven liet merken. Door U zo onverwachts van Uw rugklachten (in Uw geval een symbool voor het gewicht van een kruis dat de ziel verdrukte) te bevrijden, heeft de Meesteres van alle zielen Haar macht getoond om U erop te wijzen dat de volledige overgave aan Haar (Maria) de volledige bevrijding van de ziel inleidt. De ziel in wie Maria werkelijk Meesteres is, voelt zich ondanks de lasten van het dagelijkse leven vrij van de verpletterende uitwerkingen van deze lasten omdat de ziel voortaan baadt in de Ware Hoop.

Dan beslist U, deel te nemen aan de werken ten dienste van de Meesteres van alle zielen. U zult daarbij in de eerste plaats Uw ogen moeten gebruiken, en... U wordt door een oogziekte overvallen. De reden: De duivel heeft Uw deelname willen verhinderen omdat hij verschrikkelijk bang is voor de verkondiging van de Meesteres van alle zielen. Dit heeft Maria mij reeds enkele jaren geleden toevertrouwd, en dit bevestigt Zij nu met klem tegenover U. De Meesteres van alle zielen wil U nochtans tonen hoezeer Haar voeten 'met de helse slang' aan het spelen zijn, want door deze woorden openbaart Zij U dat U door deze ziekte de kans krijgt om elke dag lichtstralen voor de verduisterde, blinde zielen te bewerken.

Elk uur van lijden in overgave aan de Meesteres van alle zielen wekt nieuwe uitingen van Haar onbeperkte macht over de duisternis op. Op deze wijze keert Maria elke aanval van de duivel meteen tegen hem, en gebruikt Zij deze om Haar macht over hem nog duidelijker te onderstrepen. Zij zorgt er als het ware voor, dat de duivel door elke aanval op Maria en Haar toegewijden 'in zijn eigen vlees snijdt'. Daartoe heeft Maria echter nood aan de bewuste overgave en toewijding vanwege de lijdende zielen. Ooit verduidelijkte de Meesteres van alle zielen mij dat dit één van de hoofdcomponenten van Haar definitieve en verpletterende overwinning over de duisternis zal blijken te zijn: "Ik zal de duivel Mijn onoverwinnelijke macht over hem bewijzen door elk van zijn aanvallen tegen Mij op hem terug te laten slaan, zodat hij als het ware zijn eigen werken vernietigt. Ten tweede zal Ik hem Mijn macht bewijzen door Mij als Meesteres van alle zielen een rijk van zo toegewijde dienaren uit te bouwen dat Mij zodanige schatten van liefdevolle opofferingen aan de voeten liggen, dat het rijk van de duivel onder de stromen van Licht zal splijten". (aldus de Meesteres in een private openbaring).

Welk machtig symbool: Het is alsof U nu genaden vrijkoopt voor het onvermogen van zielen om het Ware Licht in zich op te nemen en het daadwerkelijk te herkennen. Daarom is hier sprake van een buitengewoon verdienstelijke handicap.

De Meesteres van alle zielen waarschuwt voor de conclusie dat aanverwant lijden in elk geval dezelfde zopas vermelde betekenis zou hebben, maar beklemtoont dat Zij in Uw geval, lieve zus, reeds de hele tijd bezig is met het stellen van tekenen om te tonen hoe in de ziel die zich in Haar dienst stelt, precies datgene gebeurt wat Zij wil, omdat dit binnen Gods Plannen zo moet zijn. Zij heeft U willen leren dat Haar heerschappij de ziel volledig bevrijdt en haar tot doorgeefkanaal voor het Ware Licht maakt. Verheugt U zich, want ik kan U verzekeren dat niets de ziel méér vervult dan het besef en het bewustzijn dat de Meesteres van alle zielen haar volledig in Haar dienst heeft opgenomen.

Neemt U gerust de tijd om degelijk te herstellen, en benut U elk uur om in het diepste bewustzijn Uw lichamelijke gewaarwordingen samen met Maria te beleven, opdat U voor verblinde zielen zoveel mogelijk Licht moge kunnen opwekken. Maakt U zich geen zorgen, want in deze toestand bent U voor het Apostolaat een onuitspreekbaar grote hulp op de verborgen wegen van het bewust toegewijde lijden. Ik bid tot onze Meesteres dat Zij U de kracht moge geven om elk uur van Uw genezingsproces aan Haar voeten neer te leggen als rozen van onvoorwaardelijke Liefde tot Haar.

In de naam van Maria dank ik U voor het geschenk van Uw overgave, dat in de handen van Maria tot bouwstoffen voor genaden wordt omgevormd.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 140
Over spiritueel onvruchtbare handelingen – over het kijken in de ziel – over de angst als tegenpool voor de Liefde – over het gevaar, zich met een andere ziel totaal te verbinden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik beantwoord graag Uw verdere vragen, voor zover dit mij door de Koningin des Hemels wordt toegelaten en mogelijk wordt gemaakt. Een vraag die uit een oprecht hart opwelt, en waarvan het antwoord iets tot het Heil van zielen kan bijdragen, is altijd belangrijk, omdat een dergelijke vraag zou kunnen worden vergeleken met een zaadje uit hetwelk een nieuwe straal van Licht voor de Schepping geboren kan worden.

Het is een begrijpelijk gevoel dat twee mensen die van elkaar houden, na een lange scheiding ook lichamelijk naar elkaar verlangen. Nochtans geldt voor de Koningin des Hemels zonder uitzondering de regel, dat elke lichamelijke vereniging tussen mensen buiten het Sacrament van het huwelijk spiritueel onvruchtbaar is.

Spiritueel onvruchtbare handelingen noemt Maria "een gebrekkig beheer van Gods Tijd". Elke ziel krijgt van God een bepaalde tijdsruimte toegemeten, binnen dewelke de ziel moet trachten, haar levensopdracht te volbrengen, die hieruit bestaat, de eigen spirituele vermogens zo verregaand mogelijk te ontplooien, en bovendien zoveel mogelijk Heil voor de hele Schepping te bewerken, opdat de grondvesting van Gods Rijk op aarde kan worden bevorderd.

Alleen God is rechter over de wijze waarop elke ziel de haar toegemeten tijd benut. Elk 'tijdverlies' dat wordt veroorzaakt doordat de ziel handelingen verricht die noch voor God, noch voor de Schepping, noch voor zichzelf iets opleveren dat voor de ontwikkeling van het Goddelijk Heilsplan bevorderlijk zou zijn, verhindert de ziel, haar talenten volledig te laten renderen.

Werkelijk vruchtbare handelingen voor de bevordering van Gods Heilsplan zijn deze, welke om de Ware Liefde heen zijn gebouwd. De Ware Liefde is draagster van Goddelijk Leven. Vruchtbare handelingen zijn dus handelingen die het Goddelijk Leven doorheen de Schepping laten stromen en het binnen in de schepselen tot ontplooiing kunnen brengen. Deze handelingen worden bovendien precies volgens de Goddelijke Wetten gesteld (= gehoorzaamheid), en brengen hun Hemelse vruchten vaak voort op een basis van ontberingen, onthechtingen, verzakingen, beproevingen en lijden voor de ziel die deze handelingen stelt.

Net zoals Jezus door Zijn Lijden de Verlossing van ontelbaren kon bewerken, kunnen de ontberingen, onthechtingen, verzakingen, beproevingen en lijden van een ziel Verlossing en heiliging van andere zielen op gang brengen. Een 'lichamelijke verrukking' aan dewelke men op aarde met Liefde verzaakt, levert voor de eeuwigheid honderd verrukkingen op die eeuwigdurend zijn.

Niet elke 'tijdverspilling' wordt door God met dezelfde waarde gequoteerd. Sommige vormen van 'tijdverspilling' zijn relatief minder zwaar, andere zijn bovendien nog met ondeugden belast. Smeekt U de vlekkeloze Hemelse Lelie dat Zij in U beiden de genade moge bekomen, de Liefde op een steeds hoger niveau van spirituele beleving te kunnen brengen. De volledig zuivere, niet lichamelijke Liefde is onbeschrijflijk veel mooier en verrukkelijker dan de 'liefde' waarin de lichamelijke component de hoofdrol speelt. Ik kan dit vanuit de ervaring met de mystieke Liefde getuigen. De zuivere Liefde is de enige die werkelijk bevrijdt. Ik bid vurig mee voor Uw intentie, opdat het moge lukken.

Met het 'in de zielen kijken' moet men steeds voorzichtig zijn. Vaak meent een ziel, een andere ziel te kunnen doorschouwen, doch is deze indruk gebaseerd op een geestelijk verwachtingsproces: Ziel A ontmoet ziel B, leert haar steeds beter kennen en vormt zich (gedeeltelijk onbewust) een model dat volgens haar 'ziel B' is. Geleidelijk begint zij alle gedragingen van B in dit ontwerp in te bouwen. Tegen de achtergrond van dit model interpreteert zij dan spoedig het hele wezen van B. Vele dingen mogen dan aan de oppervlakte in elkaar lijken te passen, toch zal ziel A zich noodgedwongen vaak in haar interpretaties vergissen, want God zal niet toelaten dat een ziel een andere ziel volledig doorgrondt. Waarom niet? Omdat:

  • God Zijn meesterwerken (elke ziel is een meesterwerk van God) nooit tot in de details zal laten doorgronden. Vele zaken zullen altijd een geheim blijven dat in Gods Hart rust, tot hetwelk slechts Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen vrij toegang heeft;
  • Mocht een ziel een andere ziel volledig kunnen doorgronden, dan zou daaruit een vertekende relatie tussen de beide zielen kunnen ontstaan: A zou elke gedraging van B vooraf kunnen vermoeden, en het spontane in de wisselwerking tussen de beide zielen zou volledig verloren gaan. God zal dit nooit toelaten omdat het precies de spontaneïteit is, die het de ziel mogelijk maakt, verdiensten te verwerven om zich in alle deugden te vervolmaken. Spontaneïteit heeft namelijk alles te maken met het gebruik van de vrije wil. Precies op dit systeem is het hele Goddelijke Heilsplan gebaseerd.

In het kader van een mystieke roeping wordt het 'in de zielen kijken' in bepaalde omstandigheden wel door God mogelijk gemaakt. Dit is echter slechts het geval wanneer een ziel in het kader van een mystieke roeping de taak heeft gekregen om andere zielen tot het uiterste te ondersteunen bij de groei naar steeds hogere niveaus van Heil. God kan dan de mystiek geroepen ziel de gave van het 'in de zielen kijken' schenken, opdat zij deze gave zou gebruiken:

  • strikt in het kader van haar opdracht ten dienste van de zielen, dus bijvoorbeeld nooit voor zichzelf of voor wereldse doelstellingen;
  • onder de meest verregaande zelfverloochening. Voor elk misbruik van een dergelijke gave moet de ziel tegenover God verantwoording afleggen. Concreet betekent dit dat de ziel, aan wie God deze gave heeft geschonken, deze gave slechts voor het Heil van de zielen en ter verheerlijking van God en Maria mag gebruiken. Ik beklemtoon hierbij dat Myriam deze gave slechts mits uitdrukkelijke toestemming vanwege de Meesteres van alle zielen, of op Haar uitnodiging, mag gebruiken. De mystiek is een domein dat door zeer strikte wetten wordt geregeld.

Met betrekking tot Uw vraag hoe U met Uw geliefde kunt samenzijn terwijl U bang bent voor hem? Angst is de absolute tegenpool van de Liefde. Zolang men voor een wezen angst voelt, kan de Liefde tot dit wezen niet volkomen worden, respectievelijk kan deze Liefde zich niet spontaan ontwikkelen. Liefde betekent volledige vrijheid in de ziel, het wegvallen van elke remming om zich aan het andere wezen te geven en zich voor dit wezen van alles te kunnen ontledigen. Ware Liefde is het vermogen – zelfs het vurig verlangen – om zich totaal te ontledigen opdat men zoveel mogelijk van de ander in zich zou kunnen opnemen. Dat kan men slechts doen wanneer men er rotsvast van overtuigd is dat de ander slechts dingen te bieden heeft die men zelf nodig heeft of absoluut in zich wil dragen. Wanneer de ziel tegenover het andere wezen angst voelt, ervaart zij dit wezen als een bron van mogelijk onheil voor het eigen wezen, als een bron vanuit dewelke schade voor haar kan ontstaan.

Overlegt U eens bij Uzelf, maar pas na vurig gebed tot Maria en wel zeer intensief, waarvoor U bij Uw geliefde bang bent. Wanneer U bij elk opkomend 'trefwoord' heel eerlijk bent, niets tegenover Uzelf wegmoffelt en werkelijk naar Uw hart luistert, kunt U precies datgene vinden waaraan Uw relatie mank gaat. Wanneer U dan op grond van deze nieuw verworven kennis vooruit kijkt (in een gezamenlijke toekomst) en U vraagt zich af, welke spirituele vruchten deze basis U én Uw geliefde voortaan kan opleveren, of net niet, zal Uw hart een richtlijn ontvangen met behulp van dewelke U kunt beslissen wat U te doen staat. Ik smeek hier en nu dat U de genade van een precies inzicht zou worden vergund.

Uw volgende vraag betreft Uw broer en zijn relatie tot U. U dient in dit verband te weten dat Uw broer U zeer vereert, en dat hij U beschouwt als een parel die hij tracht te beschermen. Hij zal werkelijk tot het uiterste gaan om deze taak te vervullen. Neemt U hem dit niet kwalijk. Een probleem zou hij slechts kunnen hebben indien hij U helemaal niet kan loslaten. Wanneer een ziel een andere ziel niet kan loslaten, remt zij haar eigen spirituele ontplooiing: Zij legt zichzelf aan de ketting. De ziel die zich zo totaal met een andere ziel verbindt dat zij zelf is als de schaduw van deze ziel, ontwikkelt in zich geen enkele deugd, want het is alsof zij 'het leven van de andere ziel meeleeft': Zij verwerft dan geen verdiensten, ontplooit geen enkel spiritueel vermogen, én komt niet dichter bij haar God.

God verlangt dat elke ziel zich in de eerste plaats op HEM richt, niet op andere zielen. Hoe ver dit gaat, heeft Maria mij geleerd in het kader van de mystieke vorming, die Zij aan mij heeft voltrokken: Verenigingsmystiek met Maria betekent 'zo verregaand mogelijke onthechting van al het wereldse en een volledige overvloeiing in Maria'. De mystiek is geen uitzonderingstoestand, maar het domein aan hetwelk God oorspronkelijk alle mensenzielen deel wilde laten hebben. Vergeten wij daarbij niet dat Gods Wetten eeuwigdurende geldigheid hebben. Wat Hij voor Adam en Eva had voorzien, geldt ook nog heden voor U en mij.

U vraagt zich af of U met betrekking tot Uw broer het goede doet?

Er is één ding dat Maria in dit verband in U graag nog meer uitgesproken tot uitdrukking zou zien komen: Dat U er alles aan doet om in Uw broer het zelfvertrouwen te stimuleren. Het verleden heeft hem in bepaalde opzichten van zijn vertrouwen beroofd. Tracht U hem op overtuigende wijze in te fluisteren dat de waarde van een ziel door veel méér wordt bepaald dan wat mensen in de voorbije jaren over hem hebben gedacht en wat hij in werelds opzicht (school enzovoort) heeft gepresteerd. De waarde van een ziel wordt bepaald door de mate van haar vermogen om de Ware Liefde naar haar medeschepselen (mens en dier) én naar God te laten stromen.

Op Uw verdere vragen ga ik graag verder in op de door de Meesteres vastgestelde tijd. Intussen sluit ik U graag in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 141
Over het Laatste Oordeel en de eeuwige verdoeming – over de bijbelpassage waarin Maria Jezus heeft verloren en Hem in de Tempel terugvindt – Hoe sprak Jezus Maria aan? – Hoe ver moet de naastenliefde gaan?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met betrekking tot Uw vraag: Is het mogelijk dat, wanneer de aardse tijd van de mens is beëindigd, wij door ons gezamenlijk lijden de duivel en de hele hel eveneens zouden kunnen verlossen, opdat wij allen bij God zouden kunnen zijn, of vormt de vrije wil hier toch een onoverbrugbare hindernis?

Jammer genoeg is dit niet mogelijk. Een ziel komt in de hel omdat zij zich volgens de Goddelijke Wet voor altijd van Gods Liefde afsnijdt. Wanneer, volgens Gods onfeilbare Wijsheid, de tijd is gekomen om een ziel uit het aardse leven weg te nemen (op het ogenblik dat wij als 'de dood' bestempelen), verschijnt deze ziel voor de troon van de oordelende God. Op dat moment (zo heeft Maria het mij medegedeeld) wordt aan de ziel als in één flits 'de film van haar voorbije leven' getoond, en wel vanuit Gods perspectief. Dit betekent dat de ziel haar hele leven in alle details precies zo ziet, zoals God het (in Zijn alomvattende en volmaakte waarneming) de hele tijd lang heeft gezien. God volgt elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk verlangen, elke bestreving, elke onthechting, alle leed, alle offers, alle boete-akten, alle gebeden, elke biecht, elke Heilige Communie, elke aanbidding, werkelijk alles, tegen de achtergrond van Zijn onfeilbare Wetten die de hele Schepping regeren. Liefde, Wijsheid, Gerechtigheid, Barmhartigheid en Voorzienigheid zijn de vijf hoofdcomponenten via dewelke God alles bekijkt, naar waarde schat en beoordeelt. Wat gebeurt er verder?

Vereenvoudigd zou kunnen worden gezegd dat alle details van het voorbije mensenleven de ziel een bepaald cijfer opleveren, dat X-positief of X-negatief kan zijn (X moet men als een evaluatie beschouwen, men zou kunnen zeggen: 1, 2, 3 enzovoort). Daarbij geldt eerst en vooral, dat de evaluatie van elk detail van een mensenleven wordt gemeten volgens datgene, wat dit detail voor Gods Werken heeft opgeleverd. In hoeverre heeft elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk gevoel, elk verlangen en elke bestreving de ziel in haar ontplooiing gestimuleerd, respectievelijk gehinderd, en in hoeverre heeft het Gods Heilsplan bevorderd respectievelijk gehinderd? Het hele leven dient zich derhalve aan de ziel aan in de vorm van een totaalcijfer. Daarmee is echter niet alles gezegd: God zou God niet zijn, wanneer alles slechts een kwestie van rekenwerk zou zijn. Een veelvoud aan bijkomende factoren beïnvloedt zelfs op dat ogenblik nog de definitieve globale evaluatie van het voorbije leven, onder andere:

  • de Voorspraak van Maria;
  • eventuele gebeden, opofferingen en Heilige Missen die voor deze ziel zijn aangeboden;
  • de totale, diep beleefde toewijding van familieleden van deze ziel, aan Maria;
  • de mate van berouw van de ziel;
  • de diepgang van het geloof van deze ziel in de Liefde en de Werken van God;
  • de mate van verlangen van deze ziel naar Gods Tegenwoordigheid.

Zelfs nadat de globale evaluatie over het voorbije leven met deze bijkomende factoren is verbonden, krijgt de ziel nog de vrije keuze om ofwel voor God of tegen God te kiezen. De Meesteres van alle zielen heeft mij ooit medegedeeld dat er zielen zijn die, hoewel zij op grond van alle factoren strikt genomen volgens de Goddelijke Wet verdoemd zouden moeten worden, op kracht van een buitengewoon machtige tussenkomst van Maria niettemin van de hel werden gered, en desondanks niet voor God kozen. Deze zielen verdoemen letterlijk zichzelf. God respecteert altijd de vrije wil. Zelfs de redding voor de eeuwigheid dringt Hij geen enkele ziel op. Wanneer het echter voor een ziel op grond van alle genoemde factoren niet mogelijk is om ooit de volmaakte Liefde in zich te verwezenlijken, kan deze ziel niet gered worden.

U mag nooit vergeten dat het Eeuwig Leven in de Gelukzaligheid geen vanzelfsprekendheid is. Niet alleen moet deze 'verdiend' worden, zij moet bovendien ook nog 'door de ziel worden verdragen'. Deze woorden kunnen op het eerste gezicht onbegrijpelijk zijn, maar U moet het volgende begrijpen:

De ziel kan slechts in de Hemel leven wanneer zij de volmaakte Liefde in zich heeft verwezenlijkt. De heiligheid is een mate van verwezenlijking, ontplooiing en beleving van de Ware Liefde in de ziel. Precies om deze reden kan de ziel in het vagevuur pas haar loutering definitief voltooien wanneer in haar de Ware Liefde volkomen is geworden, omdat de ziel, zolang zij in de Liefde niet volkomen is, het in de Hemel 'niet zou uithouden'. Zij zou, om het zo uit te drukken, steeds met zichzelf in conflict komen, en het Vuur van de Goddelijke Liefde zou haar als het ware 'verbranden'.

Zolang de ziel nog een beetje Liefde in zich draagt, dat gereinigd kan worden en waardoor de ziel toch nog tot heiliging kan worden gebracht (zij het vaak pas na een lange loutering), kan zij voor zichzelf in het vagevuur nog haar vervolmaking bewerken. Is echter in de ziel alle Liefde dood, en elke vonk voor God uitgedoofd, dan is in deze ziel het Goddelijk Leven uitgeblust. Een dergelijke ziel kan niet worden gered, omdat het gebrek aan Liefde haar volledig van God lossnijdt. Op deze wijze moet het begrepen worden dat een ziel in de hel definitief verloren is. Deze ziel heeft zichzelf voor de Verlossing buiten spel gezet.

Uw vraag: Zijn Jozef en Maria onder het Sacrament van het Huwelijk (in een kerk) getrouwd? Het huwelijk tussen Jozef en Maria werd volgens het toenmalige joodse ritueel voltrokken. Eigenlijk ging het om een 'verlovingsfeest', dat vroeger bij de joden overeenkwam met het huwelijk zoals wij het kennen. Huwen in het kader van een Sacrament in de strikte zin van het woord, was voor Jozef en Maria niet mogelijk omdat zij nog niet volgens de christelijke ritus konden trouwen.

Uw vraag: Ik zou de passage in de Bijbel, toen Jezus voor de eerste maal in Gods Tempel predikte, graag beter kunnen begrijpen. Hoe is het mogelijk dat Maria niet onmiddellijk heeft geweten waar Jezus was? Zij was toch voortdurend in de geest met Hem verbonden?

In deze drie zo moeilijke dagen voor het Hart van Maria heeft God aan de zielen zeer grote dingen geopenbaard. Volgens de joodse wet was Jezus pas meerderjarig geworden, en mocht Hij dus met Zijn ouders naar het Pascha-feest te Jeruzalem gaan. Pas op de terugweg uit de stad valt Maria en Jozef op dat de jonge Jezus Zich nergens onder de terugreizenden bevindt. Zij keren dus naar Jeruzalem terug, en na dagenlang zoeken, vinden ze Hem in de Tempel, waar Hij voor een verbluft publiek van schriftgeleerden spreekt. Hij verduidelijkt hen tekstgedeelten uit de Bijbel vanuit een perspectief dat voor hen nieuw is, en verwijst met nadruk naar de Messiaanse Tijd. Jezus kondigt daar Zijn ware rol op de wereld aan, hoewel Zijn publiek dit op dat moment niet inziet. Dat is de eerste betekenis van deze gebeurtenis. Maria heeft mij ooit in de Passiedagen geopenbaard dat één van de schriftgeleerden die Jezus op die dag heeft horen spreken, bij de Kruisdood van Jezus door Goddelijke Verlichting heeft mogen beseffen dat deze Gekruisigde, en de verbazingwekkende Jongen van toen, één en dezelfde Persoon waren. Deze ziel heeft dus de diepe betekenis van het toenmalige gebeuren in de context van de Hemelse Missie van Christus begrepen.

Hoe komt het dat Maria niet onmiddellijk wist waar Hij was? Omdat God deze kennis voor Haar verborg: De Goddelijke Wijsheid heeft het zo beschikt, dat Maria daar een groot teken zou stellen voor de latere zielen. Wanneer de ziel God (Christus) verliest, moet het haar enige zorg zijn, Hem terug te vinden. Waarmee zij ook bezig moge zijn, zij moet zich omkeren en zich naar 'de stad van God' begeven om Christus te vinden.

Begrijpt U het beeld? Maria 'keerde terug' (Zij ging in de tegenovergestelde richting terug; dit is vergelijkbaar met een 'bekering' voor de zielen) en Zij begaf Zich naar de Godsstad (Jeruzalem). Voor de zielen is de 'Godsstad' echter Maria. De zielen moeten naar Maria gaan om daar Jezus in Zijn volheid terug te vinden. Zij zullen Hem in Maria vinden, terwijl Hij de Goddelijke Wijsheid en de Belofte van het Messiaanse Tijdperk (Gods Rijk op aarde) predikt. Zo heeft Maria mij ooit deze gebeurtenis verduidelijkt. Een heel belangrijke les voor alle zielen. (in Edelstenen der Genade, deel 22, wordt dit beeld nog verder aangevuld).

Maria was inderdaad voortdurend in Hart en Geest met Jezus één, maar het kwam wel voor, dat God deze inwendige gewaarwording tijdelijk opschortte. Toen Maria Jezus niet onmiddellijk vond, maakte Zij Zich de grootste verwijten over het feit dat Zij Jezus (de Zoon van God!) had verloren. Nochtans was Zij helemaal niet nalatig geweest. God Zelf had het zo gewild, dat Haar aandacht een ogenblik lang niet op Jezus was gericht, en dat Zij drie dagen lang niet inwendig met Hem was verbonden. Zeer veel zielen verliezen Jezus voortdurend, elke dag opnieuw, in de spirituele zin.

Uw vraag: Hoe sprak Jezus Maria aan? Heeft Jezus als kind Maria 'mami' genoemd? Ik heb in visioenen enkele malen contact tussen de jonge Jezus en Maria mogen zien. Wanneer het gaat om visioenen tijdens dewelke men ook klanken en geluiden hoort (dit is niet altijd het geval), hoort men dus ook stemmen en woorden. Doorgaans heb ik Jezus en Maria onder elkaar in de Aramese taal horen spreken. Aramees was de moedertaal van Maria en Jezus. Dit fenomeen is zeer merkwaardig, omdat ik elk woord in het Aramees hoorde, maar gelijktijdig diep in de ziel, het hele gesprek eveneens in mijn eigen moedertaal (Nederlands) hoorde. Daaruit bleek dat Jezus Maria aansprak met een Aramees woord, dat ik intussen ben vergeten, maar dat inderdaad betekent 'Mami', of 'liefste Mamaatje'. Hij sprak het steeds met zoveel lieftalligheid uit, dat het als een waarachtige verering overkwam.

Uw vraag: De machtige Meesteres werd zonder zonde ontvangen. Heeft Haar moeder Anna Haar op dezelfde wijze ontvangen als Maria Zelf later Haar Zoon Jezus ontving? U hebt geschreven dat de vereniging tussen Joachim en Anna zich in buitengewone mate in zuiver spirituele verrukking voltrok. Betekent dit dat zij lichamelijk geen vereniging hebben gehad?

Deze wonderbare gebeurtenis heb ik reeds in antwoordbrief 52 mogen verduidelijken. Vindt U voor uw vraag daar geen antwoord, dan zal ik hierop graag verder ingaan, op voorwaarde dat de Meesteres het mij toestaat. U hoeft het slechts te vragen.

Uw vraag: Vaak vragen mensen zich af wie Kaïns vrouw was. Was dit zijn zus of toch Eva? Had God toen nog andere mensen geschapen?

Op deze vraag heb ik jammer genoeg nog geen antwoord mogen ontvangen. Aangezien God met alles een bedoeling heeft, neem ik aan dat Hij het niet nodig vindt dat de zielen het antwoord kennen. Ik kan U daarom helaas slechts trachten te troosten in het vooruitzicht van een antwoord in latere tijden: Wanneer wij het geluk mogen smaken, ooit door de Hemelpoort te mogen gaan, zal ons ook dit antwoord worden geopenbaard. Sommige dingen mag de ziel pas vernemen wanneer zij aan de andere zijde van dit tranendal is aangekomen.

Uw vraag: Ik vraag mij vaak af hoe ver de naastenliefde moet gaan. Moet men voor zijn naaste werkelijk alles opzij zetten, ook al kost het veel moeite, zelfs zo veel dat men daardoor zelfs soms lichamelijk en geestelijk volledig overspannen raakt? Moet men niet ook zichzelf liefhebben, of hoe ver moet naastenliefde gaan?

Ja, wij moeten onszelf liefhebben, doch slechts in onze hoedanigheid als werk van God. Onze ziel, ons hele wezen, is een bouwwerk uit Gods handen, en moet als dusdanig door anderen worden bemind en gerespecteerd. Zichzelf liefhebben in de christelijke zin, betekent de Heilige Drievuldigheid in zich liefhebben, want God leeft in Zijn bouwwerk, en werkt erin, opdat het verlost en geheiligd moge worden. In deze betekenis zichzelf niet liefhebben, zou voor God neerkomen op onverschilligheid, respectievelijk afkeer tegenover Zijn Werken in ons en Zijn Plannen met ons.

De naastenliefde moet onbeperkt zijn. Zodra de ziel hieraan grenzen stelt, verliest zij een groot gedeelte van haar werking binnen Gods Heilsplan, en evalueert God de Liefde van deze ziel als gebrekkig.

De absoluut volmaakte naastenliefde is deze waarbij de ziel zichzelf zo overstijgt dat het haar niets uitmaakt dat zij zelf moet lijden, wanneer zij maar weet, of ten minste kan vermoeden, dat het haar medeschepsel (mens of dier) goed gaat. In de zelfverloochening stroomt de Liefde als een waterval, omdat zij dan als het ware vanaf de hoogste toppen van de spirituele gewaarwording op de hele leefwereld neerstort. De stroming gaat in dat geval zo snel omdat zij niet door de zorg om het eigen welbevinden wordt opgehouden.

Tot slot zou ik U graag, met betrekking tot Uw dankwoorden aan mijn nietigheid omwille van de beantwoording van Uw vroegere vragen, met klem smeken dat U slechts Maria zou danken. Ik doe slechts wat Zij mij zegt, en ik doe het in het Vuur van een Liefde die Maria Zelf ooit in mij heeft doen ontvlammen. Mijn opdracht is het, elke ziel oneindig, onbeperkt en eeuwigdurend lief te hebben, en vanuit deze Liefde het verlangen naar het eeuwige welzijn van elk schepsel in mij levend te houden. Mocht in mij de Liefde voor om het even welk schepsel van God niet meer branden, dan zou dit voor mij een teken zijn voor het feit dat het Hart van onze Hemelse Meesteres zou hebben opgehouden, in mij te kloppen. Die dag zou mijn laatste zijn, want mijn eigen hart is mij reeds jaren geleden ontnomen. Weest U voor altijd verzekerd van mijn Liefde, die de Liefde van de Koningin des Hemels is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 142
Over de identiteit van Myriam – over de geestelijke Communie – waarom mag Myriam zich niet uiten over andere zielen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

In een openbaring van enkele jaren geleden vergeleek de Meesteres van alle zielen God met de zon, en Zichzelf met de stralen die het zonlicht naar de zielen brengen. Het verheugt mij steeds opnieuw, te mogen vaststellen hoe deze stralen daadwerkelijk steeds meer levenswegen verlichten en verwarmen. Zo heeft God het verlangd toen Hij Maria als de Gouden Stem uit het Paradijs en de Gouden Brug voor de zielen op hun weg naar Hem heeft voorbestemd.

Allereerst laat onze Meesteres mij op een opmerking in Uw brief inpikken, die op zich niet belangrijk zou zijn, ware het niet dat Maria deze aanleiding wil gebruiken om de zielen op iets te wijzen:

Het blijkt dat er zielen zijn die graag méér zouden weten over de wereldse identiteit van Myriam. Maria laat mij er met klem op wijzen dat de naam van Haar Myriam deel uitmaakt van een Goddelijk Plan. Maria heeft Myriam in 1997 tot Haar dienst geroepen en Myriam onmiddellijk onderworpen aan een mystieke vorming in de eenheid met de Koningin des Hemels. Het gaat daarbij om een levenslange roeping en een levenslange opdracht. Maria heeft Myriam Haar eigen Aramese naam gegeven (fonetisch klinkt deze ongeveer als 'Mär-i-am') om hiermee een teken van volkomen mystieke vereniging te stellen. De Meesteres van alle zielen heeft de wereldse identiteit van Myriam in Haar Hart opgenomen en begraven, zodat Myriam ook in en voor de Hemel 'Myriam' is, zoals deze ziel door Maria is gevormd, en nog dagelijks verder wordt gevormd (omdat een mystieke vorming een levenslange opdracht is). Daarom nodigt Maria er alle zielen nadrukkelijk toe uit, zich geen vragen te stellen over de wereldse identiteit van Haar Myriam. De aandacht van de zielen mag niet naar de persoon van Myriam worden afgeleid, doch moet volop naar de onderrichtingen gaan, die van de Koningin des Hemels naar de zielen toe vloeien.

Reeds spoedig na de roeping heeft Maria voor Myriam het Hemelse Plan ontvouwd, dat Myriam zich zo volkomen ter beschikking van de Koningin des Hemels zou stellen dat het mogelijk zou worden, ten volle door Maria te worden beheerst. Daartoe moest ook de wereldse identiteit voortaan als onbestaande worden beschouwd. Er zou nog slechts sprake zijn van de ziel die door Maria 'Myriam van Nazareth' zou worden genoemd. In en door Haar Myriam zou Maria Zichzelf aan de zielen geven. Dit zou zich echter slechts kunnen voltrekken door de medewerking van een ziel die zich totaal in Maria zou laten opnemen – aldus de verklaring van de Hemelse Meesteres. Het ja-woord van Myriam werd het begin van een leven van Mariale verenigingsmystiek.

Van de weinige zielen die de wereldse identiteit van Myriam hebben gekend, respectievelijk kennen, verlangt Maria de belofte – jegens de Koningin des Hemels – dat zij deze identiteit voortaan eveneens als onbestaande beschouwen en deze ook tegenover niemand onthullen. Maria verwijst ernaar dat het hier een Werk van Maria betreft, dat 'door mensenzielen niet mag worden aangeraakt'. De Meesteres verlangt dit als een belijdenis van respect voor een Hemels Plan, dat momenteel nog niet kan worden doorgrond en dat Zij (ik citeer de woorden van Maria) "door Mijn beekje wil volbrengen, het beekje dat Ikzelf voor eeuwig Mijn Naam heb gegeven".

De Meesteres van alle zielen volbrengt Haar Werken door Haar Myriam in de hoedanigheid van mystieke ziel in staat van vergeestelijking. Maria gebruikt Myriam als spreekbuis, door dewelke de woorden afkomstig uit de Goddelijke Bron als water van Goddelijk Leven naar de zielen toe vloeien, op de door Maria uitgekozen tijdstippen en in de door Haar bepaalde dosissen.

Om deze redenen, zegt Maria met klem, is het totaal onbelangrijk, zich vragen te stellen over de wereldse identiteit van Myriam van Nazareth. De Meesteres zou willen dat de zielen "niet langer door speculaties de kostbare tijd verspillen, die God hen heeft gegeven om hun Eeuwige Gelukzaligheid voor te bereiden". Het enige wat belangrijk is, zijn de Werken die Maria door Haar beekje volbrengt. Maria schenkt de zielen namelijk het volgende beeld ter overweging:

De Meesteres van alle zielen schenkt de zielen alle onderrichtingen, openbaringen, gebeden en brieven in het kader van Haar Myriam van Nazareth-Apostolaat (thans definitief Maria Domina Animarum Werk genaamd). Daarbij is:

  • de Bron = God

  • de Verzamelvijver = Maria

  • het Water van Goddelijk Leven = alle werken die door het Maria Domina Animarum Werk ten gunste van de zielen worden volbracht

  • het beekje door hetwelk dit water naar de zielen vloeit, is Myriam.

Maria stelt de vraag: Is de identiteit van het beekje dan belangrijk? Niet de identiteit bepaalt de werkzaamheid en de deugdelijkheid van de stroming: Belangrijk is slechts "dat Ik dit beekje heb gevormd, en het Mijn Naam heb gegeven", en de gesteldheid van het beekje. Deze is enkel en alleen Maria’s bekommernis, aangezien Zij het beekje voortdurend zuivert en de gesteldheid ervan bewaakt en beschermt.

Nu ik in de voorafgaande paragrafen gevolg heb gegeven aan het verlangen van de Meesteres van alle zielen om dit punt even te verduidelijken, ga ik graag in op Uw belangrijke vraag met betrekking tot de geestelijke Communie.

De geestelijke Communie is eigenlijk iets bijzonders. Jezus liet de zielen Zijn Lichaam en Zijn Bloed na in de Sacramentele Communie. Het feit dat ook een geestelijke Communie mogelijk is, biedt ons een bijkomend bewijs voor Gods Liefde. De Sacramentele Heilige Communie is een wonderbaar geschenk. De ziel mag Christus Zelf tot zich nemen en daarin het bewijs vinden voor het feit dat de grote Belofte van Jezus (dat Hij voor altijd bij ons zou zijn) geen lege woorden zijn. De geestelijke Communie is eigenlijk een categorie op zich. Terwijl de ziel in de Sacramentele Communie op kracht van haar Geloof het tastbare bewijs van Christus ontvangt, wordt zij er in de geestelijke Communie toe uitgenodigd, haar Geloof naar een nog hoger niveau te brengen: Daar is niets tastbaars meer, dat haar aan de Belofte van Christus kan herinneren. De ziel wordt er in de totaal vergeestelijkte wereld van Gods Tegenwoordigheid ondergedompeld.

Bij de geestelijke Communie wordt van de ziel verwacht, dat zij zich zo volledig en zo uitsluitend op God oriënteert, dat Hij in haar geest en in haar hart de waarneming en de beleving zo kan omvormen, dat zij overtuigd wordt van de realiteit van de intrede van Christus in haar ziel. De ziel verheft zich tijdens de geestelijke Communie door het feit dat zij haar beleving in de atmosfeer van de Goddelijke Tegenwoordigheid laat opgaan, als het ware op het hoger niveau van de innerlijke waarneming en van het Goddelijk Leven: op een niveau op hetwelk het Geloof, in de diepste zin van het woord, tot blinde overtuiging wordt. Wanneer de ziel erin slaagt, dit proces in een gesteldheid van vurig verlangen naar eenheid met Christus te beleven, kan daardoor voor haar een volledig nieuwe belevingswereld worden ontsloten.

De geestelijke Communie is om diverse redenen een bijzonder geschenk van Goddelijke Barmhartigheid:

  • Zij biedt een aansporing tot vergeestelijking;

  • Zij vormt een mogelijkheid om zich ook buiten het Sacrament met Christus te verenigen;

  • Zij is een Bron van grote verdienste: De geestelijke Communie verleent de ziel een bijzondere kans om God haar verlangen te tonen om met Hem één te zijn. Dit verlangen komt overeen met een volledige overgave van de vrije wil aan Gods Wil. De vereniging van de vrije wil met Gods Wil is voor God als een ja-woord, evenals een belijdenis dat de ziel liever niet meer zou zondigen, want Gods Wil waarlijk in zich opnemen, betekent in principe: in alles Zijn Wil volbrengen. Wanneer de ziel volledig Gods Wil volbrengt, kan zij niet meer zondigen.

Dat de waarde van de geestelijke Communie wordt miskend, is eigenlijk eveneens te wijten aan het feit dat zij zich zonder stoffelijke tussenstap voltrekt. Bij de Sacramentele Communie is er namelijk nog de stoffelijke tussenstap van de geconsacreerde Hostie. Indien Jezus de Sacramentele Communie niet had ingesteld, dan zou het voor vele zielen wellicht heel moeilijk zijn geweest, zich voor te stellen dat Jezus ook zonder een stoffelijk teken in hen kan binnentreden. Herinneren wij ons aan de gebeurtenis toen Jezus een blinde genas door hem een mengsel van aarde en Zijn speeksel op de ogen te strijken. Toen de apostelen Hem hierover privaat naar het recept vroegen, verklaarde Hij hen dat Hij daarvoor dat speeksel en die aarde helemaal niet nodig had, maar dat Hij deze had gebruikt ter ondersteuning van het Geloof.

Gods tussenkomsten voltrekken zich steeds in de kern van de ziel, waar het leven dus helemaal niets stoffelijks heeft. Zo is het ook met de geestelijke Communie. Het spreekt vanzelf dat de ziel er steeds moet naar verlangen, Christus in het Heilig Sacrament van de Eucharistie te ontvangen. Kan zij hieraan echter om welke gegronde redenen dan ook niet – of niet regelmatig – deelnemen, dan mag zij de geestelijke Communie als een geschenk van de Goddelijke Voorzienigheid beschouwen.

Wij zouden de geestelijke Communie eigenlijk zelfs als een voorbereiding op het rechtstreekse, niet-stoffelijke contact met God in het Eeuwig Leven kunnen beschouwen. Zij kan de ziel er namelijk toe uitnodigen, zich volledig op de hoogste spirituele niveaus op Jezus in te stellen. Het is daarbij heel gunstig indien de ziel er ooit in slaagt, zich de Intrede van Jezus in haar diepste wezenskern levendig voor te stellen. God heeft ons niet zomaar met dit wonderbaarlijke mechanisme uitgerust, door hetwelk wij krachten in gang kunnen zetten door eenvoudig vurig naar hun verwezenlijking te verlangen. Een geconcentreerde geestelijke Communie is voor de Hemel als een oprechte schreeuw uit een hart dat God bij zich – ja zelfs in zich zou willen hebben.

Op Uw vraag betreffende de zieneres, staat Maria mij geen antwoord toe. Het gebeurt zo goed als nooit dat de Hemel zich publiek over zieners of zieneressen uitspreekt. Dat heeft twee hoofdredenen:

  1. Geen enkele ziel mag ertoe uitgenodigd worden, over een andere ziel te oordelen. Dit geldt zo mogelijk nog meer wanneer het om zielen gaat, die iets beter bekend zouden kunnen zijn;

  2. Het waardeoordeel over een ziel zou het oordeel van andere zielen over deze ziel kunnen beïnvloeden, respectievelijk kunnen veranderen, wat overeenkomt met een inbreuk op de onschendbaarheid van de vrije wil.

Naar aanleiding van deze vraag waarschuwt de Meesteres van alle zielen overigens met klem voor negatieve waardeoordelen, die zogenaamd 'door de Hemel' over een ziel worden uitgesproken. De Hemel doet zoiets nooit. Openlijke kritiek over een ziel, zij het een ziener of andere zielen, die zogenaamd door Jezus of Maria wordt verkondigd, moet zonder meer als menselijk oordelen worden beschouwd.

Ik draag U graag in het hart verder. Ik wens U een ware Lente in de ziel.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 143
Wat kan men bij het waarnemen van onverklaarbare, gewoonlijk niet zichtbare fenomenen doen? Hoe vind ik mijn werkelijke roeping? Over de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank dat U mij over Uw ervaringen hebt bericht. Over de achtergronden ervan worden mij door de Moeder Gods geen uitspraken toegestaan. Zij laat mij slechts in zeldzame gevallen toe, mij over persoonlijke ervaringen te uiten, omdat datgene wat zich in een ziel op dat gebied voordoet, een kwestie tussen deze ziel en God is. God brengt in elke ziel veel tot uitwerking, en veel daarvan kan dan nog heel verschillend van aard zijn, al naargelang het plan dat God met de specifieke ziel heeft, en een uitspraak daarover kan de ontwikkeling van de communicatie tussen een ziel en God soms in een richting doen afbuigen, die op het betreffende tijdstip niet wenselijk is. Om al deze redenen mag ik U dus geen verduidelijkingen geven. Een algemeen advies laat Maria mij echter geven aan elke ziel die zich om welke reden dan ook vaak vragen stelt over de bron of de aard van bepaalde ervaringen, die haar als niet verklaarbaar voorkomen:

Wat een ziel ook moge zien, horen of voelen dat niet zonder meer tot het normaal waarneembare kan worden gerekend, moet zij steeds aan Maria toewijden. Een gepaste formule aan de hand waarvan zij dit kan doen, luidt: Maria, mijn Hemelse Moeder en Meesteres, ik draag deze waarneming aan U over. Ik smeek U, deze van elke duisternis of van elke intentie tot misleiding te bevrijden, opdat zij mijn ziel niet kan schaden. Moge zij op Uw woord slechts in de Naam van Jezus Christus tot mij komen. Na het uitspreken van deze woorden, hardop of in het hart, maakt U een kruisteken. Laat U niets aan het toeval over.

Het feit dat sommige onverklaarbare fenomenen niet noodzakelijk onaangenaam aanvoelen, sluit niet uit dat zij uit een bron kunnen stammen die geen draagster is van Gods Liefde. U hoeft daarom niet verontrust te zijn: Indien het gaat om een godvijandige kracht, zal deze door Maria onwerkzaam worden gemaakt. Komt zij echter uit een door God toegelaten bron, dan zal zij U toch al niet schaden. Het is slechts belangrijk dat U in de machtige bescherming van de Koningin des Hemels gelooft. U mag zich deze gerust als een U omhullend Vuur voorstellen.

Uw verlangen om uitsluitend voor Uw roeping te kunnen leven, is absoluut begrijpelijk. Zodra de roep van God in het hart sterker wordt dan elk werelds verlangen, verlangt de ziel ernaar, zich geheel en al aan de noden van het Rijk Gods over te geven. Gods roep in het hart is eigenlijk een zacht gefluister. De Goddelijke Wijsheid zou Zich niet eens luidkeels laten uitschreeuwen: Ten eerste zou God dit als een schending van de vrije wil van de ziel beschouwen, en ten tweede wil Hij kunnen vaststellen in hoeverre de ziel zich werkelijk voor Hem heeft geopend. Zolang de ziel naar de geluiden van de wereld luistert (nieuwsberichten, het geschreeuw van de reclame, al het menselijk gepraat, de bewegingen van het eigen hart met betrekking tot wereldse noden en belangen, enzovoort), wordt zij zich van de Aanwezigheid en de werking van God in het eigen hart nauwelijks bewust. In de mate waarin al het wereldse in de ziel 'stiller wordt gemaakt', begint de ziel het 'andere' deel van Gods werkelijkheid in zich te merken, en hoort zij ook duidelijker en méér onmiskenbaar de richtlijnen van God. Het is op deze zelfde weg dat de ziel de eigen roeping kan leren ontdekken.

Zodra de ware roeping, de ware levensopdracht, zich in de ziel duidelijk aftekent, komt het erop aan, deze ook te verwezenlijken. De eerste hindernis op de weg is deze van de wilskracht om zich werkelijk helemaal aan de roeping over te geven. Er zullen reeds op elk niveau beproevingen zijn, die soms door God Zelf op de weg worden gebracht, in andere gevallen door de duivel tevoorschijn worden 'getoverd' met de intentie, de ziel te hinderen bij de verwezenlijking van haar voornemen, omdat deze verwezenlijking haar leven vruchtbaarder zou maken. Ook wanneer deze beproevingen niet door God in gang zijn gezet, zal Hij deze niettemin doorgaans toelaten, omdat de wijze waarop de ziel ermee omgaat, Hem toont in hoeverre de ziel zich heeft voorgenomen, Zijn Stem in alle details van het dagelijkse leven te volgen. Met andere woorden: God wil Zich ervan overtuigen of de ziel geschikt is om zaaister van Zijn zaad te worden, eerst en vooral met het oog op haar eigen ontplooiing, en snel daarna met het oog op de bevruchting van andere zielen, want elke ziel is uiteindelijk geroepen om voorbode van de Lente van het Rijk Gods te zijn.

De beslissing om zich helemaal aan de ware, door God voorziene levensroeping over te geven, wordt genomen op het ogenblik dat de ziel werkelijk voor Gods belangen kiest. Aangezien elke ziel zich echter in zekere mate binnen een voorgevormd levensmodel moet bewegen (beroep, menselijke relaties...) is het vaak niet gemakkelijk, zich onmiddellijk helemaal aan de roeping over te geven. Gewoonlijk werkt dit gegeven op de ziel in als een onbegrijpelijke hindernis. Nochtans laat God dit toe omdat de ziel vaak een 'wachttijd' kan gebruiken om de nieuwe ervaringen op de juiste wijze 'in zich te kunnen inbouwen'. Ten bate van de spirituele ontwikkeling is het gunstig dat dit niet te snel verloopt. Wanneer de ziel op grond van haar nieuwe ervaringen haar leven te snel radicaal een nieuwe vorm wil geven, is het mogelijk dat zij de vervulling van Gods intenties eerder bemoeilijkt dan dat zij deze bevordert. Men kan een auto toch ook niet in drie seconden tijds van 20 naar 120 km per uur brengen...

De tijdsspanne in dewelke U Uw voornemen, zich volledig voor Gods Werken in te zetten, nog niet volledig kunt verwezenlijken, kan voor U vruchtbaar blijken. U kunt deze mogelijk verkorten door Uw pijn daarover aan Maria toe te wijden met de smeekbede dat Zij deze pijn zou mogen helpen omzetten in een versterking, een versteviging van Uw spirituele ontwikkeling. Zodra Gods Tijd voor een grondige wending in Uw leven is gekomen, zult U dit voelen, en wel zowel aan innerlijke als aan uiterlijke tekenen:

  • Uw ziel zal beter voor de nieuwe taak uitgerust zijn;

  • De inzichten die U voor een vruchtbaar werken in het kader van een spirituele opdracht nodig hebt, zullen klaar en duidelijk zijn;

  • Er kunnen zich op Uw levensweg ontwikkelingen voordoen, die voor U een 'koerswijziging' op gang helpen brengen, enzovoort. Daaruit zullen de werkingen van de Goddelijke Voorzienigheid zichtbaar worden, die het Plan dat God concreet met Uw leven heeft, dag na dag trachten vorm te geven.

Ik kan U er slechts toe aanmoedigen, de spirituele weg waarnaar U verlangt, te volgen. U moet deze weg echter wel vurig toewijden aan Maria en hem onwankelbaar met Haar gaan. De ziel kan de weg van een spiritueel leven wel alleen gaan, doch zonder ondubbelzinnige begeleiding vanwege de Moeder Gods zal dit niet gemakkelijk zijn, en bovendien zal ook de vruchtbaarheid ervan bedenkelijk zijn. Maria voegt aan elke handeling en elke weg zegen, Wijsheid, Licht, bescherming en leiding toe. Houdt U zich daarbij goed voor ogen dat Maria’s onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven de door God voorziene vervulling brengen: Zij schrijven in de ziel, die hen aanneemt en hen volgt, de Goddelijke Wet, die het bouwplan bevat voor alles wat de ziel in haar leven zou willen opbouwen. Leeft U intussen naar de dag toe, op dewelke U Uw voornemen in vervulling kunt brengen. De gezonde Hoop op de komst van deze dag zal reeds Gods Licht op het 'bouwontwerp' laten stralen.

Met betrekking tot Uw vraag in verband met de toewijdingsgebeden moet ik U twee dingen aanbevelen:

  1. Wanneer U zich aan Maria toewijdt, is het belangrijk, deze toewijding dagelijks te bekrachtigen. De reden hiervoor is tweeledig:

    ● God beschouwt elke dag als een nieuw begin, een wedergeboorte. Om deze reden beklemtoont Maria steeds opnieuw dat de ziel slechts vruchtbaar kan zijn in de mate waarin zij haar verleden aan Maria overdraagt, en Haar erom smeekt dat Zij dit verleden in de Bodem van Haar Onbevlekt Hart zou begraven (dit echter bij voorkeur nadat dit verleden onderwerp van een grondige Biecht is geweest). Na deze 'begrafenis' moet de ziel zich inspannen om zo weinig mogelijk naar haar verleden terug te kijken, alsof het er nooit zou zijn geweest. Aldus moet de ziel als het ware elke dag opnieuw beginnen met een dergelijke toewijding, alsof zij er nog nooit tevoren één zou hebben uitgesproken.
    ● Voor de ziel zelf kan het belangrijk zijn, zichzelf er dagelijks actief aan te herinneren dat zij eigenlijk eigendom van Maria is en dat zij via Maria op de meest heilige wijze die mogelijk is, aan God en Zijn Werken toebehoort, en zij zichzelf het beste als een bouwsteen in het fundament van Gods Rijk beschouwt. Een bouwsteen stelt zich geen vragen, en hij verzet zich ook niet tegen de handen die hem inmetselen, maar hij is er gewoon, waar en wanneer men hem nodig heeft.

  2. Het allerbelangrijkste is, de toewijding in het dagelijkse leven te beleven. Het uitspreken van het toewijdingsgebed is zoals het bouwplan van de dag ("Maria, ik wil vandaag mijn huis op U bouwen, volgens die en die richtlijn"), terwijl het beleven van de toewijding neerkomt op de werkelijke opbouw van de dag. Elke handeling, elk woord, elke beslissing, elke gedachte, elk gevoel, elk verlangen, elke inwendige reactie, enzovoort, zijn de bouwverrichtingen (zij zijn het aanslepen van stenen, het aannagelen van elke plank, enzovoort) waarbij elke afzonderlijke handeling precies in overeenstemming moet zijn met de bouwvoorschriften (de Wetenschap van het Goddelijk Leven) en conform het bouwplan (de volledige toewijding aan Maria), opdat het eindresultaat werkelijk een huis van God zou zijn. Ja, een dag in de dienst van de Meesteres van alle zielen is het bouwen van een heilige tempel.

Lieve zus, U zult merken dat een levensweg met Maria in de diepste zin van het woord een weg is op dewelke dagelijks zaad wordt gestrooid dat geleidelijk tot een spoor van Hemelse bloemen moet worden. De weg is niet gemakkelijk, en dat kan hij ook niet zijn, precies omdat hij zo genadevol is en daarom ook de duisternis prikkelt. Op zekere dag zult U zich echter van de geur van deze bloemen bewust worden, niet omdat deze geur er voordien niet was, maar omdat Uw ziel tot dan toe nog niet in staat was, deze waar te nemen (omdat zij daartoe onvoldoende geopend was en omdat zij zich nog te veel aan de wereld hechtte). U zult ook merken dat het niet om het even is waar het Hemelse zaad valt, maar dat Maria U precieze adviezen in het hart zal fluisteren. Hoe meer U deze blind gehoorzaamt, des te vruchtbaarder zal Uw leven worden. De eerste voorwaarde daartoe is de zelfverloochening. Deze is als de drempel naar de gouden poort van de heiligheid. De Meesteres verlangt niet veel van de ziel, Zij verlangt alles. Zij geeft de ziel daarom ook niet veel, maar alles: de Eeuwige Gelukzaligheid.

Ik wens U heel veel dagtempels en een levensweg vol bloemen, want deze beide brengen Maria’s handtekening op de muren van Uw ziel tot uitdrukking.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 144
Over de beproevingen van de aan Maria toegewijde ziel – over de omgang met teleurstellingen

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag stel ik U met deze brief reeds een regenboog voor ogen, opdat U zou weten dat God en Maria de tranen om alle leed met het Licht van de Ware Liefde bestralen.

Uit werelds oogpunt spijt het mij werkelijk voor U dat datgene waarop U zozeer had gehoopt, niet heeft mogen zijn. Uit spiritueel oogpunt echter, wil ik U absoluut meteen mededelen dat U misschien een groter leed bespaard is gebleven. Heel vaak krijgen wij – ondanks onze gebeden – niet datgene waarnaar wij verlangen, omdat God weet dat dit op het betreffende tijdstip niet het beste voor ons is. Dat kan vele redenen hebben. Doorgaans worden de meeste redenen hiervoor niet aan ons geopenbaard, omdat de gebeden in Gods Hart rusten, wachtend op iets anders, iets beters. Uw gebeden zijn niet verloren. Bij God, respectievelijk bij Maria, valt niets in een zwart gat. Al Uw gebeden en leed van de jongste tijd, evenals Uw pijn over deze tegenslag, vormen nu een deel van het verzamelbekken van genaden die klaar zijn om te worden verdeeld. Zij kunnen binnen het kader van het Goddelijk Heilsplan voor ontelbare doelstellingen worden gebruikt. Ten tweede staat Uw naam voor altijd bij deze genaden geschreven als diegene, die deze genaden mogelijk heeft gemaakt.

Wat U heden begrijpelijkerwijze als teleurstelling terneerdrukt, is in werkelijkheid zaad voor latere bloemen, die niet zullen verwelken. In geen geval mag U ingaan op de bekoring dat God en Maria U geen Geluk of succes zouden gunnen. Dit is absoluut wel het geval, hoewel datgene wat wij op aarde 'Geluk' of 'succes' plegen te noemen, vaak niet overeenkomt met Gods opvattingen over deze begrippen, omdat Hij slechts het allerbeste met ons voorheeft, al is dat vaak op heel andere vlakken dan diegene, waarop wij gewoonlijk denken, voelen of verlangen.

De prijs voor het feit dat U voor Maria hebt gekozen, heet niet 'ongeluk' maar 'beproevingen'. Het verschil tussen deze beide is enorm groot. Beproevingen kunnen ons op 'werelds' vlak ongelukkig maken, spiritueel echter nooit, tenzij wij ons daartoe laten verleiden. Een beproeving is als een drank die bitter smaakt op de tong, maar die diep in ons in honing verandert. Vele aantrekkelijke gebeurtenissen daarentegen, werken als een honingzoete drank die in de ziel bitter wordt. Beschouwen wij het verschil:

De beproeving werkt afstotend. De ziel die haar echter niettemin drinkt, wordt inwendig met de balsem van God getroost, en wel in die mate waarin zij zich voor de Heilige Geest openstelt. Aangezien de wereldse gewaarwording diegene is, die zich als eerste laat voelen, is de ziel er vaak toe geneigd, deze als de complete, afgewerkte gewaarwording te beschouwen. Wanneer de ziel echter dieper op de gewaarwording ingaat, zal zij deze bijvoorbeeld aan Maria aanbieden, zal zij haar aan Maria toewijden en/of smeekt zij dat deze met het Lijden van Christus moge worden verenigd. Op deze wijze ontsluit zij een hoek van de zielentuin die door zeer veel zielen nooit wordt ontdekt, omdat zij niet diep genoeg in de tuin doordringen om ooit de kleine deur naar deze hoek te vinden, daar deze zich achter begroeiing verbergt.

De verheugende gebeurtenis trekt aan. Soms is dit nog steeds zo nadat zij in de ziel is binnengedrongen, omdat zij 'onschuldig' is en aan de ziel geen schade toebrengt. In andere gevallen wordt zij daar echter bitter, omdat de ziel inziet dat deze gebeurtenis geen draagster van Goddelijk Leven is, maar voor het Zielenheil werkt als een paard van Troje: een schijnbaar geschenk dat zich echter als vijand van het zielenleven ontpopt.

Het is voor ons, zielen, niet steeds mogelijk, in te zien waarom iets waarnaar wij intens hebben verlangd, niet mag plaatsvinden. De ziel die zich aan Maria weggeeft, moet zich in die mate zien te ontwikkelen, dat zij zich zonder meer door Haar, de Meesteres, kan laten beheersen, en zij zich ergens zelfs over elke tegenslag kan verheugen. Dat is de moeilijkste opgave die een aan Maria toegewijde ziel ten deel kan vallen, en deze zal elke aan Maria toegewijde ziel vroeg of laat ten deel vallen, en wel bij herhaling. Jezus zei: "Uw Geloof heeft U gered".

De totale toewijding aan Maria is een zaak van blind Geloof. De ziel die zich aan Maria weggeeft, wordt steeds weer door Haar op blinde gehoorzaamheid, blind vertrouwen, blind Geloof en onbeperkte Liefde beproefd. Deze beproevingen hangen automatisch samen met lijden, hetzij lichamelijk, hetzij emotioneel, hetzij spiritueel. Elke met vrucht doorstane beproeving brengt de ziel een trede hoger op de lange trap naar de volmaaktheid. Omdat dit 'opstijgen' steeds met zelfoverwinning te maken heeft, maakt dit soms onzeker, en krijgt de ziel vaak de indruk, in een enorme leegte rond te zweven. In deze atmosfeer wordt zij heel vatbaar voor teleurstellingen, twijfel, angst om verder op te stijgen.

De ziel die zich blind aan Maria weggeeft, wordt door Haar veilig naar de tuin van de nooit verwelkende rozen geleid, maar zij zal tijdens de reis moeten vaststellen dat de weg daarheen met zeer veel doornen is bezaaid, omdat elke levenssituatie nu eenmaal uit wereldse componenten is samengesteld, die op zich onvolmaakt en dus voor de ziel pijnlijk zijn, omdat de ziel van nature naar volmaakte Goddelijke dingen verlangt. Precies omwille van deze doornen is een voortdurende ontwikkeling in de ware onvoorwaardelijke Liefde onontbeerlijk: Het is de Liefde die het Vuur moet aansteken om de doornen op de weg te verbranden, opdat de ziel zich niet aan hen zou kunnen verwonden.

De deugdelijkheid van de ziel kan niet aan het aantal van haar teleurstellingen of tegenslagen worden afgemeten. Het aantal teleurstellingen of tegenslagen van een aan Maria toegewijde ziel vormt dan nog veeleer een maatstaf voor het feit dat de Meesteres van alle zielen haar zeer doelmatig tracht te heiligen.

Beschouwen wij Jezus als God-Mens. Hij leidde een leven van gebed, lijden, beproevingen, naastenliefde, overgave aan Gods Wil. Met elke ademtocht, met elk van Zijn woorden en elk van Zijn handelingen was Hij enkel en alleen op het welzijn van alle zielen van alle tijden gericht. Hoe werd Hij 'beloond'? Met onbeschrijflijk Lijden en de Kruisdood. Betekent dit dat Hij door God niet bemind werd, of dat de Eeuwige Vader Hem geen Geluk gunde? De verdiensten van Jezus waren onmetelijk. Hij heeft er als Mens Zelf niets aan gehad, maar ontelbaar veel zielen hebben aan Hem hun Eeuwige Gelukzaligheid te danken. Ook voor Maria, een geboren mensenziel, geldt dat Zij op aarde een onbeschrijflijk zwaar leven heeft geleid, en een ononderbroken strijd tegen de duivel heeft moeten voeren om hem aan Haar voeten te houden omdat hij nooit ophield, te trachten, Haar op ontelbare wijzen te verleiden. Op ons rust de zalige plicht, Jezus en Maria na te volgen. Ons Ware Geluk zal niet van deze wereld zijn. Heilsgeschiedenis wordt slechts geschreven door de ziel die zichzelf uit Liefde offert opdat andere zielen van het zaad van haar liefdevol aanvaarde beproevingen zouden mogen leven, en God en de Meesteres door de schoonheid van haar deugdzaamheid mogen worden geprezen en verheerlijkt.

Vraagt U zich niet af wat U verkeerd doet. Het is gezonder en waardevoller, zich af te vragen was men juist kan doen. Wanneer de ziel met een zuiver hart zich oprecht moeite getroost om datgene te volbrengen wat Maria van haar verlangt, is zij zelfs verdienstelijk wanneer haar voornemens geen goed resultaat opleveren. De beproevingen komen niet op de weg van de oprecht toegewijde ziel omdat zij iets verkeerds heeft gedaan, maar omdat Maria Zich waarlijk over de ziel heeft ontfermd en haar naar de volmaaktheid wil leiden. De ziel bereikt de volmaaktheid door de wijze waarop zij met alle moeilijkheden in deze wereld omgaat. Eigenlijk moet U het zich zo trachten voor te stellen, dat elke beproeving een kans is, die Maria voor U bewerkt om een duivel te kunnen ketenen, hetzij in de wereld, hetzij diep in Uzelf (in de persoonlijke zwakheden, zoals elke ziel die heeft). Hoe meer duivels U zo kunt ketenen (dit betekent: hoe meer beproevingen U in deugdzaamheid, Liefde en overgave kunt doorstaan en aan de voeten van Maria kunt neerleggen), des te meer wordt Gods Schepping van alle ellende gezuiverd.

Het bovenstaande beeld komt overigens precies met de werkelijkheid overeen: Elke doorstane beproeving brengt Gods Rijk van Liefde en volmaakte Vrede op aarde dichter bij ons. God moet beproevingen toelaten omdat Zijn Heilsplan – de heiliging van zielen en de grondvesting van Zijn Rijk op aarde – zich slechts door toegewijde en liefdevol doorstane beproevingen kan verwezenlijken. Precies om deze reden is het een voorrecht, te mogen lijden, hetzij lichamelijk, hetzij in het hart, door tegenslagen of hoe dan ook.

Bekijkt U het eens zo: U hebt zich aan Maria gegeven als Haar dienares. De Meesteres van alle zielen heeft van God de opdracht en de macht ontvangen om de wereld te zuiveren, opdat de Verlossingswerken van Christus zich mogen kunnen voltooien. Zij zal niet vertrouwen op een dienares op wie Zij niet kan rekenen, maar wel op iemand die zich volledig geeft.

De door U zozeer verlangde Verlossing wordt precies afgekocht in situaties zoals deze, welke U de jongste jaren hebt meegemaakt. Ik smeek U, lieve zus, U de hand te mogen reiken, want ook ik kan niet gelukkig zijn wanneer U ergens op de weg achterblijft. De Meesteres van alle zielen verlangt er zo naar dat U zich opnieuw opricht, want zonder U is het voor Maria niet hetzelfde. Voor Maria is de aanwezigheid van elke afzonderlijke ziel bij Haar op zich het volmaakte Geluk. Geeft U toch nu niet op, nu U reeds zoveel hebt overwonnen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 145
Het leven van een aan Maria toegewijde ziel – de effecten van de toewijding

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Met vreugde in het hart mag ik ook aan U en Uw familieleden de zonnestralen uit het Hart van de Moeder Gods laten toekomen. Ik heb U allen met Liefde aan Maria overgedragen. Het spreekt vanzelf dat Zij Zich over U allen zal ontfermen.

De Liefde van de Meesteres van alle zielen is iets wonderbaars. Wanneer Zij over een ziel kan waken – dit betekent, wanneer een ziel zich uit vrije wil in Haar handen geeft, met alle details van haar levensweg – stelt Maria Zich tot doel, deze ziel op de meest vruchtbare wijze in Gods Heilsplan in te schakelen. Precies dat is de sleutel tot het Eeuwig Geluk, want een ziel die alles aan Maria toewijdt, liefdevol alle gebeurtenissen van haar leven met Maria deelt, en Haar adviezen en onderrichtingen navolgt, kan God na haar aardse leven een bijzondere schat aanbieden: deze, dat zij haar hele leven door Maria richting heeft laten geven.

Het boek van een mensenleven kan er veel mooier en waardevoller uitzien wanneer Maria sommige regels of zelfs sommige bladzijden mag herschrijven. Dat is precies wat Zij doet wanneer Zij de gelegenheid krijgt om elke handeling, elk woord en elke gedachte van een ziel te helpen richten. U zult kunnen vaststellen dat, wanneer U Maria bij Uw beslissingen en werken betrekt, Zij Uw innerlijke gesteldheden en verlangens kan richten in de mate waarin Uw hart werkelijk naar Haar ondersteuning verlangt.

Het leven van een aan Maria toegewijde ziel kan zeer vruchtbaar worden. Alleen verlangt Maria dat U één en ander in Uw leven anders zou inrichten. Een mens komt in zijn dagelijks leven met vele situaties in aanraking in dewelke hij beslissingen moet nemen. Het spreekt vanzelf dat hij er automatisch van uitgaat, dat hij deze alleen maar zelf kan nemen. De genomen beslissingen blijken soms weinig vruchtbaar te zijn. Dit geldt niet alleen wat de gevolgen op het wereldse vlak betreft, maar nog meer met betrekking tot het Eeuwig Leven, het ware Heil van de ziel en het Heil van de hele Schepping. Inderdaad, wij vergeten dit gemakkelijk, maar al onze handelingen, woorden, en zelfs onze gedachten, gevoelens en verlangens en datgene wat wij nastreven, heeft zijn uitwerking op de Schepping als geheel. Of wij met dit alles vruchtbaarheid voor de Schepping en ons spirituele Heil leveren, kunnen wij meestal niet vaststellen, omdat de spirituele vruchtbaarheid zich niet met de zintuigen laat waarnemen.

Op dit punt doet het Ware Geloof zijn intrede. De ziel die zich in al haar handelingen, gesproken woorden, gevoelens, gedachten en bestrevingen richt naar de richtlijnen van Maria, zoals Zij ons deze als Meesteres van alle zielen schenkt, strooit als het ware voortdurend Hemels zaad om zich heen. Dit betekent: Zij verspreidt Licht (Gods Waarheid!), Liefde, warmte, vreugde, Vrede. Bovendien zal Maria Zich inzetten om deze ziel door inspiraties diep in het hart zo te richten, dat de ziel (gewoonlijk onbewust) steeds vaker precies die beslissingen neemt, die haarzelf en de hele Schepping Heil opleveren. Met andere woorden: De ziel bevordert in alles Gods Werken en doet datgene wat God van haar verlangt.

Dit is nu net de taak die Maria voor elke aan Haar toegewijde ziel op Zich neemt. Eigenlijk zou ik het eenvoudigweg als volgt kunnen formuleren: Wanneer de ziel zich volledig aan Maria overgeeft, in totale en onvoorwaardelijke toewijding, en deze toewijding in alle situaties van het dagelijkse leven beleeft door haar hart zuiver en op Maria’s adviezen gericht te houden, en zij steeds opnieuw om Haar bescherming en Haar leiding smeekt, zal deze ziel er steeds meer toe neigen, niet langer automatisch slechts haar persoonlijke wil te volgen, maar zij zal innerlijk een wegwijzer voelen, iets dat zij misschien zelfs niet kan verklaren, maar dat haar in alles de richting toont. Deze wegwijzer is Maria. Zij zorgt ervoor dat de ziel steeds méér Gods Wil volgt, en haar eigen verlangens minder en minder belangrijk vindt.

Vaak is het deze innerlijke omwenteling die de mensen ertoe aanzet, de indruk te krijgen dat de aan Maria toegewijde ziel 'veranderd is': De ziel die de Koningin des Hemels de kans geeft, in haar te heersen en er tot volle ontplooiing te komen, is als een ontluikende bloem: Zij straalt plots iets uit, wat er voordien niet (of niet in dergelijke mate) was. Dit 'iets' bestaat uit Ware Liefde, zachtmoedigheid, blijmoedigheid, vertrouwen, moed, Hoop, Geloof en zuiverheid, dit wil zeggen: uit Maria. Zij is het, Die Zich in de ziel uitstort. Dat is het effect van een goede toewijding. Dit effect is precies datgene wat 'wedergeboorte' wordt genoemd. Maria baart in de ziel de ware Kiem van Christus en roept de Heilige Geest over de ziel af.

Dit alles leidt de ziel in een nieuw leven binnen, een leven met en in Maria, de Bloementuin van het Paradijs. Het geheim ligt eigenlijk eenvoudig in de bereidheid om de eigen wil door Gods Wil te willen laten vervangen. De ziel die zich werkelijk aan Maria overgeeft, geeft Haar daardoor in de eerste plaats de sleutel tot zichzelf (ziel, hart, geest, lichaam en wil). Maria gebruikt dit geschenk niet om de ziel tot Haar gevangene te maken, maar om de ziel volledig te bevrijden. Zij doet dit door in de ziel alles te vernieuwen, en wel in de mate waarin de ziel Haar dit mogelijk maakt. Maria probeert steeds, de ziel die zich volledig aan Haar geeft, zo om te vormen dat Zij Zich in deze ziel goed kan voelen. Daarom bevrijdt Maria de ziel in de eerste plaats van al datgene wat haar kan hinderen, zich volledig te ontplooien voor Gods Werken: van onvruchtbare neigingen en gewoonten, van alle effecten van negatieve herinneringen, van negatieve toekomstbeelden, van gehechtheden aan wereldse dingen en belangen, en dergelijke.

U moet het zo beschouwen: Maria maakt van de aan Haar toegewijde ziel een tempel waarin Zij kan wonen. Daarom richt Zij deze tempel zo in, dat hij aan Haar noden voldoet. Maria’s noden zijn vooral Liefde, zuiverheid, onbeperkte gerichtheid op Gods Werken en Gods Wil, en ononderbroken lofprijzing aan God. Dit alles vindt Zij graag terug in de ziel die Haar 'toebehoort'. Zodra Zij de zielentempel naar Haar eigen model heeft kunnen omvormen, bekleedt Zij de muren met de Heilige Geest en brengt Zij daarin Jezus’ Werken ten uitvoer. Zolang U zich in Maria’s handen overgeeft, en U Haar de ware leiding over Uw hele wezen laat overnemen, en U precies datgene volgt wat Zij U onderricht, hoeft U niet bang te zijn voor de hel. De ziel die Maria volgt, neemt stap voor stap Haar deugden over, en wordt ook op de meest uiteenlopende wijzen door Haar gewaarschuwd voor bekoringen.

De ziel zelf zal steeds moeten beslissen of, en in welke mate, zij aan de bekoringen toegeeft. God heeft het zo voorzien, dat de ziel wordt getrokken naar de toestand in dewelke zij zich zou willen bevinden, en in dewelke zij steeds meer kan gaan gelijken op de Ziel Die zij zich tot voorbeeld heeft gesteld. In de mate waarin U wil zijn zoals Maria Zelf is, zult U meer op Haar gaan gelijken, en in de mate waarin U eens en voor altijd bij God en Maria in het Paradijs wil zijn, zal Uw ziel datgene trachten te doen, wat U precies daarheen kan leiden. Maria zal hierbij Uw onfeilbare Wegwijzer zijn. Geeft U Haar de kans om het te zijn, Zij verlangt er zo vurig naar, U en al Uw geliefden voor altijd onder Haar hoede naar de gouden Poort te kunnen leiden, een leven lang. Ik help U van harte om op deze niet steeds gemakkelijke weg te volharden, en breng U allen de vurige Liefde van Maria.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 146
Over de 'mislukking' in het wereldse leven en de betekenis hiervan
voor het Eeuwig Heil

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Onze Hemelse Koningin heeft dit ogenblik gekozen om Uw vraag te beantwoorden.

Ons leven op aarde is gevuld met vele dingen die wij niet goed kunnen begrijpen, omdat God andere doelstellingen nastreeft dan wij. De mensenziel neigt ertoe, de waarde van haar leven af te meten naar datgene, wat zich op het werelds vlak voor haar afspeelt. Het gebrek aan materiële welstand of succes in zaken, bijvoorbeeld, mag in ons niet het gevoel achterlaten 'dat ons leven zonder succes zou zijn'. God evalueert ons leven volgens totaal andere maatstaven.

Lieve broeder, vaak gaat achter het gebrek aan bepaalde relaties, bijvoorbeeld in het zakenleven, in werkelijkheid Gods zegen schuil. Zo vaak stelt een mens zich tot doel, dit of dat te verwezenlijken 'opdat het hem goed zou gaan'. In vele gevallen, wanneer dit niet is gelukt, blijkt op zekere dag waarom het eigenlijk niet mocht lukken: Omdat het ons spiritueel leven zou hebben benadeeld. Sommige gebeurtenissen of contacten, om dewelke onze medemensen ons zelfs zouden benijden, worden op zekere dag ontmaskerd als de deur naar onze spirituele ondergang. De mens echter, ziet dit in zijn spirituele verblinding vaak anders. Hij laat niets aan het toeval over, probeert letterlijk alles om 'succesrijk' te zijn, maar op één of andere wijze wordt hij door tegenslagen overspoeld. Doorgaans wil God de mens daarmee iets zeggen, namelijk dat de door de mens beoogde loop der dingen vaak niet met Zijn voorstellingen overeenkomt. God wil slechts één ding: Dat wij in de Eeuwigheid gelukkig zijn. Soms moeten wij in ruil daarvoor iets aan werelds 'geluk' opofferen (let U op de aanhalingstekens).

Lieve broeder, ik zou U graag met de volgende woorden een straal van gerechtvaardigde Hoop doorgeven: Biedt U vandaag nog Maria al Uw 'mislukte' zakelijke inspanningen van de afgelopen jaren aan, met de smeekbede dat Zij daaruit genaden voor Uw ziel zou bereiden. Slechts op deze wijze krijgen al deze inspanningen een eeuwige zingeving. Maria zal dan al Uw inspanningen in het Goddelijk Heilsplan opnemen, waardoor zij voor U een akt van Goddelijke Barmhartigheid op gang zullen brengen. Deze zullen voor U een totaal onvermoede inwendige Vrede bewerken, en U zult op een totaal andere wijze op Uw verleden terugblikken. U zult Uw levensweg (verleden, heden en toekomst) met andere ogen bekijken, en de nieuw gewonnen Vrede zal in U de kracht bewerken om als het ware opnieuw geboren te worden. Precies deze nieuwe innerlijke Vrede zal U volledig ontsluiten en U nieuwe wegen tonen.

Alles wat U hebt gedaan en beleefd, is na een diepe toewijding aan Maria niet langer zinloos, en zeker ook niet zonder succes. Weest U ervan verzekerd dat God Uw leven niet zal beoordelen naar datgene, wat U aan zakelijk succes hebt gehad, doch naar Uw inspanningen en naar de wijze waarop U met de tegenslagen omgaat, en naar de mate waarin U, ondanks deze tegenslagen, in Zijn Liefde blijft geloven, en U deze Liefde om U heen verspreidt: tegenover Uw echtgenote, Uw kinderen, medeschepselen van alle mogelijke soorten...

Wat U nu doormaakt, is een beproeving van volledige overgave aan de Werken van de Goddelijke Voorzienigheid. Hoe onzekerder de inkomsten of de financiële toestand zijn, des te minder kan men namelijk zelf zijn leven regelen wat de materiële behoeften betreft. Men is dan volledig op de Goddelijke Voorzienigheid aangewezen. Hoe mooi zei toch Jezus het reeds: "Bekommer U eerst om het Rijk Gods en Zijn gerechtigheid, dan wordt al het andere U erbij gegeven". Daarin ligt ook precies het geheim van het spiritueel succes voor de ziel die haar moeilijk verleden en haar huidige toestand aan Maria toewijdt: Zij geeft zich door Maria volledig over aan Gods Heilsplan, en wordt op haar beurt in haar eigen noden ook nooit in de steek gelaten. Bedenkt U toch eens: Wanneer U zichzelf, Uw levensweg en al Uw werken volledig aan God overgeeft, hoe zou God het dan kunnen nalaten, U te ondersteunen? Gods Plannen kunnen tenslotte nooit worden verwezenlijkt indien elke ziel die zich aan deze Plannen overgeeft, door God verwaarloosd zou worden.

Het is opmerkelijk dat vroeger, toen onder de arbeiders zulke schrijnende armoede heerste, het Geloof bij velen ook de as was waaromheen het leven zich draaide. Deze zielen wisten maar al te goed dat zij nauwelijks iets konden verwachten van mensen en menselijke oplossingen, en zij hoopten op God. De sociale strijd van de arbeiders heeft binnen Gods Heilsplan zijn zin gehad, en de volheid van deze zin kunnen wij nu nog helpen verwezenlijken door alle ellende die gepaard ging met de uitbuiting en de strijd, vurig aan Maria toe te wijden. Aangezien Gods Heilsplan tijdloos is, ontnemen wij de duivel door deze toewijding nu nog vele effecten van zijn toenmalige overwinningen in vele zielen, die door louter ellende hun Geloof hebben verloren. God heeft in Zijn Eeuwig Paradijs diegenen rijkelijk beloond, die ondanks alles op Hem hebben vertrouwd. Zij wisten niet of en wanneer hun ellende een einde zou kennen, maar hun martelaarschap is niet voor niets geweest.

Lieve broeder, in de onzekerheden van ons leven op het materiële vlak zijn wij allen ergens een beetje martelaar. Precies de onzekerheden van het leven zijn echter de zaadbedden van onze verdiensten voor de Eeuwige Gelukzaligheid. Op hen groeit ons Geloof. Wanneer wij het graan van ons Geloof voortdurend met een volledige overgave en toewijding voeden, zullen wij ooit worden verzadigd met het brood dat zich eeuwigdurend zal vermenigvuldigen.

God bereidt voor hen die in nood vast in Hem geloven, steeds opnieuw de wonderbare broodvermenigvuldiging, omdat zij anders onderweg (door de beproevingen op de levensweg) zouden kunnen bezwijken. Dat is precies wat Hij nu met U van plan is, want het leven heeft vele waarden die heel wat hoger zijn dan U tot nu toe kon vermoeden.

Ik bid graag tot onze Meesteres, opdat Zij U van Haar wonderbare Tegenwoordigheid bewust moge maken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 147
Over de God welgevallige uitoefening van een beroep

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw woorden. Uw ingesteldheid verheugt mij bijzonder, want het komt niet vaak voor, dat een ziel zo rechtlijnig kiest ten gunste van wat God verlangt, vooral wanneer Gods verlangen met de beroepsuitoefening in conflict zou kunnen komen.

Het grootste verlangen van de Moeder Gods, en dus ook dat van God Zelf, is dat elke ziel haar beroep uitoefent op een vruchtbare wijze. Het is U bekend dat God het leven van een ziel op aarde vruchtbaar vindt in de mate waarin deze ziel haar eigen heiliging weet te bevorderen, en in de mate waarin zij de van haar verlangde bijdrage voor Gods Heilsplan voor alle zielen levert. Deze vruchtbaarheid wordt voor het overige nog bepaald door de mate aan oprechte Liefde en overgave waarmee zij haar bijdrage weet te leveren.

Het beroep is één van de belangrijkste domeinen van het dagelijkse leven. In tegenstelling tot wat vele zielen denken, is het beroep niet slechts het kanaal via hetwelk de ziel haar leven op het materiële vlak vorm kan geven, omdat het haar het nodige geld opbrengt. Het beroep heeft zeer zeker een spirituele component:

Het beroepsleven is niet alleen een domein van werkzaamheid, het is ook een systeem van talrijke wisselwerkingen tussen zielen. De economische component ligt voor de hand, de spirituele component blijft voor vele ogen verborgen. Voor God is alleen de laatste component belangrijk. Wanneer de ziel deze laatste verwezenlijkt, rekening houdend met Gods noden, komt God haar in elk geval in haar economische noden tegemoet. Alleen staat het gebrek aan Geloof van de ziel de verwezenlijking van deze tegemoetkoming vaak in de weg.

Zo kan God de beroepsuitoefening van twee gelijkwaardige werknemers in een bedrijf (hetzij een fabriek, een kantoor, een ziekenhuis of wat dan ook) totaal verschillend evalueren. Werknemer A kan, bijvoorbeeld, zeer ijverig zijn en aan de economische noden van zijn chef en het bedrijf in het algemeen onberispelijk tegemoet komen, zonder meer. Werknemer B daarentegen, doet precies hetzelfde, werkt evenzeer onberispelijk, maar hij is bovendien als een opgaande zon voor iedereen. Hij brengt Vrede, vreugde en rust, is behulpzaam jegens iedereen en herinnert onbewust bij elk contact aan datgene wat elke ziel in Gods ogen moet vertegenwoordigen: Gods Tegenwoordigheid.

Het verschil tussen de beide werknemers is niet economisch meetbaar, maar wel spiritueel (niet voor de mensen maar voor God): Werknemer B levert niet alleen een bijdrage tot het economisch welzijn van de onderneming en de maatschappij, hij levert ook zijn bijdrage tot de bevordering van Gods Heilsplan en zijn eigen heiliging, hij schept een zonnige atmosfeer om zich heen en brengt daarbij nog secundaire genaden op gang door andere zielen inwendig dermate te beïnvloeden, dat deze op hun beurt in hun eigen leefwereld een grotere Vrede kunnen uitstralen. Eén enkele ziel, één enkele beroepsactiviteit, maar zeer veel positieve gevolgen, enkel en alleen omdat deze ene ziel de Liefde – de kracht van het Goddelijk Leven – om zich heen verspreidt en al haar activiteiten evenals haar hele aanwezigheid met Liefde vervult.

Lieve broeder, bedenkt U toch eens hoe U als ziekenverpleger op zielen kunt inwerken, wanneer U op elk vlak een 'werknemer B' bent. U gaat dagelijks om met zieke mensen, vooral met zieken die de inwendige Vrede, de oprechte vreugde en de herinnering aan Gods Liefde heel erg nodig hebben, temeer daar zij in een emotionele noodtoestand leven. U kunt op vele zielen in werkelijke nood het effect hebben van een godsgeschenk.

Hoe staat dit alles nu in verband met Uw vraag?

De ziel die zich aan Maria geeft, wordt door Haar naar de hoogst mogelijke vruchtbaarheid geleid. Het is geen toeval dat de brief waarin een thema voorkwam dat op Uw persoonlijke beroepsuitoefening betrekking heeft, op Uw weg is gekomen. U hebt in die brief de opvattingen van de Moeder Gods mogen vernemen, door dewelke Zij een andere ziel onderricht hoe deze de waarde van de (op zich niet slechte) autogene training in Gods ogen met een veelvoud kan doen toenemen door deze training slechts met zuiver spirituele formules aan te vullen. U krijgt daardoor de kans, God in een nog hogere mate naar de zieke zielen te brengen, en in deze zielen het opklimmen naar een hoger niveau van het Goddelijk Leven voor te bereiden.

Maria zal U geen beslissing opdringen, maar Zij belooft U wel in elk geval Haar volledige ondersteuning wanneer U voor een zuiver christelijk-spirituele vormgeving van Uw beroepsleven kiest, en U Uw superieur hierover aanspreekt. Op mijn gebed kunt U zeker rekenen. Wijdt U nu Uw voornemen toe aan Maria en smeekt U Haar om het volgende:

  • dat Zij voor U de mogelijkheid moge scheppen, dit voornemen in de praktijk te kunnen omzetten,

  • dat Zij Uw superieur moge verlichten wanneer U hem daarover aanspreekt, en

  • dat Zij U moge helpen om ofwel Uw huidige beroepsuitoefening nog waardevoller vorm te kunnen geven, ofwel U een nieuwe weg te tonen die voor U even vruchtbaar kan zijn.

Weest U er in elk geval van overtuigd, dat wat er ook moge gebeuren, het voor Uw spirituele welzijn het beste zal zijn, want:

Wanneer een ziel een voornemen, dat op zich God welgevallig is en Zijn Werken kan bevorderen, aan Maria toewijdt, maar er desondanks niet in slaagt, deze stap in de praktijk om te zetten, betekent dit steeds dat God voor deze ziel iets in petto houdt dat voor haar spiritueel welzijn nog beter is. De verdienste van Uw huidige voornemen wordt hoe dan ook in Uw levensboek opgetekend. Ik hoop met heel mijn hart dat het U zal worden toegestaan, de opvattingen van de Moeder Gods beroepsmatig in de praktijk om te zetten. Het zou vele zielen eeuwig nut kunnen opleveren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 148
Over de ware betekenis van de totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria – over de ware vreugde als gevolg van de totale toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

U kunt zich, geloof ik, nauwelijks voorstellen hoe gelukkig het mij heeft gemaakt, een brief als de Uwe te lezen. De wijze waarop U de toewijding aan de Meesteres van alle zielen in de praktijk van elke dag beleeft, en de wijze waarop U naar Uw levensweg kijkt, zijn waarlijk voorbeeldig.

Inderdaad, verleden en toekomst zijn voor de aan Maria toegewijde ziel niet belangrijk, omdat de ziel weet dat haar levensweg in de handen van Maria ligt. Het Ware Geloof, de Ware Hoop en de Ware Liefde bewerken voor de ziel een zodanige inwendige Vrede, dat zij zich helemaal in het Hart van Maria begraven voelt. Dit 'begraven-zijn' is daarbij niet als een gevolg van de dood te beschouwen, doch integendeel als een opname op het absoluut hoogste niveau van het Goddelijk Leven, zoals dit heerst in het Hart van Maria.

Totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria vindt haar bekroning in de levensfase in dewelke de ziel er bijna niet meer is, in deze zin dat zij blind en vredevol genoegen neemt met het feit dat zij nog slechts leeft, kan handelen, spreken, voelen en denken omdat Maria in haar leeft en heerst. De ziel voelt zich dan als een werktuig in Maria’s hand. Dit werktuig doet allerlei dingen, doch alleen maar omdat het door Maria wordt bewogen en geleid. Haar werken zijn dan eigenlijk Maria’s Werken, en de ziel voelt zich hierover echt gelukkig. Dit alles wijst op datgene wat wij zelfverloochening noemen. De werkelijk toegewijde ziel zoekt in alles uitsluitend Maria’s eer. Zij klaagt over niets, want zij weet dat haar beproevingen bloemen zijn waaruit haar Meesteres parfum kan maken omdat Zij daartoe als Middelares van alle Genaden de macht heeft. Derhalve lijdt de ziel van de toegewijde in een gesteldheid van inwendige Vrede, in de Vrede van Christus: de zuiverste gelatenheid als bron van opperste vruchtbaarheid voor Gods Werken.

Het Hart van Maria zou men zich in een beeld als een paradijselijk oord met verrukkelijke geuren kunnen voorstellen. Wanneer de ziel uit vrije wil daar haar hele verleden en toekomst achterlaat, zal Maria:

  • Het verleden zo diepgaand reinigen, dat het er voor God helemaal anders uitziet dan vóór de Koningin van de Volmaaktheid elk blad van het levensboek van Haar handtekening heeft voorzien. In de volmaakt heilige en zo machtige handen van de Koningin des Hemels zijn er geen kwetsuren uit vervlogen dagen meer, geen littekens die het hart aan vroeger leed en de daarmee gepaard gaande ontgoochelingen herinneren. In deze handen wordt alles tot bron van dankbaarheid. De ziel die dit werkelijk heeft begrepen, kan nog slechts tot haar God fluisteren: "Dank U, mijn God, dat U in mij heilsgeschiedenis hebt geschreven. Dankzij het aantal en de mate van mijn beproevingen is mijn leven voor U niet voor niets geweest".

  • De toekomst in de regenboog van de Ware Hoop hullen. De ziel laat Maria pas helemaal Meesteres zijn wanneer zij zich over de toekomst geen vragen meer stelt, doch blind vertrouwt dat Maria haar langsheen de wegen van het Licht zal leiden. De ziel die zich werkelijk aan Maria heeft overgegeven (toegewijd), is er eenvoudigweg van overtuigd dat Maria haar doorheen alle beproevingen zal dragen, dat de rozenblaadjes daarbij nog verrukkelijker zullen ruiken en dat in Maria’s begeleiding de doornen niet langer stekels zijn die verwonden, maar brandhout door hetwelk het Vuur van de Liefde steeds hoger zal kunnen opflakkeren. Ja, de Liefde is zonder meer de verlossende en heiligende kracht. Zij is het toegangskaartje tot het Eeuwig Paradijs. Zonder de doornen van onze levensweg zouden wij niet eens het hout bij elkaar kunnen krijgen om het vuur te kunnen aansteken. Daartoe moeten de doornen echter ook werkelijk worden verbrand (= toegewijd aan Maria) en in protestloze aanvaarding worden gedragen. Doornen die niet worden verbrand, belanden vroeg of laat in de ziel en verwonden haar.

Na totale en goed beleefde toewijding aan Maria wordt de toekomst steeds méér tot bron van steeds nieuwe kansen tot vervolmaking. Dat is zij altijd, maar de ziel beleeft dit doorgaans pas goed nadat zij zich ervan heeft overtuigd dat elke onzekerheid of angst voor datgene wat zou kunnen komen, slechts een vrucht is van werelds denken. Volledige overgave aan de allermachtigste en zo innig liefhebbende Koningin van de Hemel is volledig onverenigbaar met twijfel, angst en gepieker in verband met de toekomst. Maria is de opperste Gezante van God. Hoe zou Zij de zielen in de steek kunnen laten, die zich aan Haar hebben overgegeven om veilig bij God te komen? Het verbond van de totale toewijding is voor Maria veel heiliger dan voor bepaalde toegewijde zielen. Wanneer Maria Haar zin zou krijgen, zou elke Haar toegewijde ziel volmaakt worden geheiligd.

Maria is nooit verantwoordelijk voor gevoelens van ongelukkig zijn, alleen de ziel zelf, wanneer zij zich niet onvoorwaardelijk aan Maria heeft overgegeven. De volledige overgave aan de Meesteres van alle zielen strooit in de ziel het Hemels zaad dat het haar mogelijk moet maken, steeds meer op Maria te gaan lijken. Daarom zal de werkelijk toegewijde ziel zich door een diepe inwendige Vrede onderscheiden: Zij weet immers dat de Meesteres van alle zielen haar doorheen elke storm navigeert. Zij mag echter in geen geval zodanig in paniek geraken dat zij het roer in eigen handen neemt (= alles in haar leven voortvarend wil regelen uit angst dat Maria de volgende ijsberg wel eens niet gezien zou kunnen hebben).

Inderdaad, lieve zus, zoals U het zo hartverwarmend uitdrukt: Door de toewijding weten wij waarvoor wij lijden en leven. Zo is het. De totale, onvoorwaardelijke toewijding aan Maria geeft alles een zeer diepe zin. Alles wat de ziel aan Maria toewijdt en zonder protest aanvaardt, wordt in het geschiedenisboek van Gods Heilsplan opgetekend. Alles wat de ziel niet aan Maria toewijdt en waartegen zij protesteert of waarover zij zich beklaagt, wordt niet in dit eeuwige, door God gewijde boek opgetekend, doch als afval verbrand: God kan hiermee eenvoudigweg niets aanvangen, want de ziel heeft het voor zichzelf gehouden in plaats van het de Middelares van alle Genaden – en via Haar, God – in handen te geven als materiaal voor nieuwe genaden. Gods Heilswerken worden via twee tussenstappen bevorderd:

  1. Doordat God deze genaden kan verlenen. Daartoe heeft Hij de toegewijde offers, boetedoening en gebeden nodig, die Hij met het eeuwig geldige Kruisoffer van Jezus, de eeuwig geldige verdiensten van Maria en de verdiensten van alle zielen uit verleden en heden kan verenigen;

  2. Doordat de zielen de verworven genaden tot nut maken door deze voor de ontwikkeling van hun spirituele gesteldheden en voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan (bijvoorbeeld door daden van naastenliefde) te gebruiken.

Hebt U gemerkt welke wonderbare kringloop zich hier aftekent? De zielen wijden toe en offeren, leveren daardoor materiaal voor genaden, God verleent genaden, de zielen gebruiken deze ten bate van Gods Heilsplan en voor de eigen heiliging, worden daardoor verdienstelijk en bieden daardoor nieuw materiaal voor genaden, enzovoort... De kringloop van het Goddelijk Leven, de stroming van de Liefde.

Ik bid ervoor dat U het inzicht in de werkelijke waarde van de toewijding aan Maria Uw hele levensweg lang als bron van bemoediging in zich mag dragen. Dit inzicht is als de bloemengeur die ons reeds op aarde vanuit het Paradijs tegemoet waait, omdat de adem van de Heilige Geest nooit ophoudt, de zielen te beademen. Niet elke ziel, zelfs niet elke aan Maria toegewijde ziel, voelt deze adem, deze bloemengeur in zich, omdat deze maar al te vaak door de stormen van de wereld wordt verwaaid. Hij laat zich wel degelijk opmerken, zodra de ziel Maria werkelijk in de praktijk van het dagelijkse leven in zich laat heersen, Maria, Die alle winden van de wereld heeft overwonnen en deze triomf in alle zielen wil herhalen. Daarom is Zij ook de Meesteres van alle zielen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 149
Over spirituele belastingen op grond van ondeugden in de werkomgeving

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hartelijk dank voor Uw woorden, die als een noodkreet uit een lijdend hart in Gods Hart overvloeien. Heel veel mensen lijden tegenwoordig onder hun werkomstandigheden. Dit hangt natuurlijk samen met het economisch klimaat van onze maatschappij. Heel moeilijk wordt het pas echt wanneer de ziel heel diep redenen begint te voelen die het haar bijna onmogelijk maken om zich nog langer bij haar werkomstandigheden neer te leggen. Heel vaak is het moeilijk, meteen de juiste beslissing te nemen over welke stappen moeten worden gezet. Het bevalt God ten zeerste, wanneer de ziel al het mogelijke tracht te doen om van haar levensomstandigheden het beste te maken, omdat deze vanzelfsprekend deel uitmaken van het Plan dat Hij met de zielen heeft,

maar:

Er zijn omstandigheden waarbij de ziel er niet lijkt in te slagen, haar werkomstandigheden in zich vruchtbaar te maken, zich bij deze omstandigheden aan te passen, hen als het ware zo 'deel van zichzelf te maken' dat de ziel hen voor zichzelf 'tot nut kan maken' (dit wil zeggen: voor haar spirituele ontwikkeling).

In principe kan dit om twee redenen het geval zijn:

  1. Het is mogelijk dat in de ziel een houding van protest heerst, dat zij om enige reden niet geneigd is, zich over bepaalde moeilijkheden heen te zetten;

  2. Het is echter ook mogelijk dat diep in de ziel in de omstandigheden iets wordt herkend dat door de ziel in spirituele zin niet kan worden toegelaten. Het lijkt de ziel dan alsof zij 'lek' zou zijn, en al het leven uit haar zou wegvloeien. Dit laatste is bij U het geval. U lijdt lichamelijk en geestelijk onder de druk van bepaalde ondeugden in Uw omgeving, en onder een atmosfeer die volgens Uw opvatting niet met Gods Werken verenigbaar is.

Om deze reden vraagt de Koningin des Hemels mij, U ertoe uit te nodigen, Haar erom te smeken, voor U een werkverandering mogelijk te maken. Maria raadt U dit niet aan om enige gevoelens van ontevredenheid in U te versterken of om bepaalde medewerkers te beginnen beoordelen, maar opdat U uit Uw inwendige verkramping bevrijd zou kunnen worden, want deze verhindert U spiritueel, zich te ontplooien zoals God het voor U had voorzien. U lijkt in deze dagen op een mooie bloem op dewelke een steen is gelegd, zodat deze bijna stikt en helemaal niet meer rechtop komt. Nu en dan drinkt zij nog een enige druppel water van het Goddelijk Leven, maar zij kan deze slechts gebruiken om in leven te blijven, en niet meer om te groeien en de betoverende geuren te ontwikkelen die men van haar zou kunnen verwachten.

Lieve zus, deze steen bestaat uit economische druk en een geladen atmosfeer, die arm is aan Ware Liefde. Er zijn in Uw omgeving een paar zielen die U door hun gebed en hun hartenpijn helpen dragen. U kent deze zielen. De Meesteres van alle zielen toont hen ook aan mij opdat ik voor U het volgende beeld zou kunnen ontvouwen. Ik verenig mij bij deze gelegenheid met heel mijn hart met deze zielen.

U verlangt eigenlijk sterk naar spirituele ontplooiing. Wanneer U erin slaagt, deze steen van U af te werpen, dan zult U niet alleen groeien en zich ontplooien, maar eveneens heel snel Uw zaad uitstrooien en om U heen een tuin met Hemelse bloemen laten bloeien. Er gaat veel in U om dat U wil verwezenlijken. Een bepaalde angst verhindert U om deze ideeën te verwezenlijken. Angst en Liefde staan echter tegenover elkaar als duisternis en Licht: De ene sluit de andere uit. Ik zou U daarom graag het volgende voorstellen:

Laten wij (Uzelf en ik) gedurende de resterende dagen van deze meimaand, de Mariamaand, in het bijzonder tot de Meesteres van alle zielen bidden dat Zij het offer van Uw pijnen, zorgen, angsten, evenals van Uw lichamelijk lijden in de grond van Haar Onbevlekt Hart moge begraven, opdat Zij deze met Haar volmaakte Liefde zou vermengen, die zaad van nieuw Leven voor U oplevert.

Slechts de toewijding van alle totnogtoe doorstane leed aan Maria kan U deze wedergeboorte opleveren. Nadat U het Haar hebt gevraagd, zal Maria het U mogelijk maken, werk te vinden waarbij U zich veel vrijer zult kunnen ontplooien. De nieuw verworven vrijheid zal Uw ziel opgelucht laten ademen, en net zoals de zuurstof in ons fysieke lichaam de afvalstoffen verbrandt, zullen in Uw ziel de giftige effecten van Uw verleden worden verbrand. Voedt U Uw toewijding aan Maria met alle werken die U ten bate van zieke en lijdende mensen hebt verricht en nog steeds verricht, en vraagt U op grond van deze verzamelde offers om een volledige en grondige zuivering van Uw hart, Uw geest en Uw ziel. U zult dan zelfs lichamelijk opnieuw openbloeien, en Uw ziel zal de vruchtbaarheid bereiken waarvan U steeds hebt gedroomd.

Door omstandigheden hebt U lang moeten wachten op de aanblik van deze regenboog van Hoop uit het Hart van de Meesteres van alle zielen, die U uit deze brief toestraalt. Maria had daarmee een Plan. Beproevingen hebben steeds een rijpingsproces, en net zoals bij de gewassen op het veld en de vruchten aan de bomen kan in dit proces niets worden afgedwongen: Gods Wijsheid werkt er zich in uit. Uw volharding in de beproeving en Uw aanvaarding van de afstand die U tot Uw bevrijding nog moet afleggen, zal door Maria worden gebruikt als kracht via dewelke Zij het sap uit de bodem in het zaad van een wedergeboorte zal trekken. Uw vertrouwen in het – voorlopig verborgen – werken van Maria in Uw leven, zal U weldra van vele spanningen bevrijden, en deze aanzet tot ontspanning zal in Uw ziel het effect hebben van een venster dat zich opent: U zult verse lucht krijgen en U zult zich geleidelijk beter voelen (ondanks de voorlopig nog aanhoudende druk) en dit opgelucht ademen zal U pas echt voor een grondige ommekeer openstellen.

U kunt van mijn Liefde en van mijn verlangen naar Uw bevrijding verzekerd zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 150
Over Gods Wil en de zelfverloochening – over de gehoorzaamheid in het kloosterleven – over het knielen bij het ontvangen van de Communie – over de 'prostratio' vóór het ontvangen van de Heilige Communie

TOTUS TUUS, MARIA!

Lieve zus in Jezus en Maria,

De zin waarmee U Uw brief met betrekking tot Uw vriendin, de kloosterzuster, besluit, zou eigenlijk de gesteldheid tot uitdrukking kunnen brengen, om dewelke het in het christendom gaat. U schrijft: "Zij spant zich intensief in om de Wil van God te zien". De Meesteres van alle zielen heeft mij ooit in dit verband een beeld getoond, dat ik met U wil delen:

De Wil van God zou men zich kunnen voorstellen als een wondermooie paradijselijke tuin vol vruchtbare bloemen. De Goddelijke Wil is als het ware de motor van Zijn scheppende, verlossende en heiligende Werken. In dit beeld wordt dit tot uitdrukking gebracht doordat deze bloemenrijke tuin zich in de zielen uitzaait. Dit Goddelijk zaad moet in de zielen het Goddelijk Leven laten ontbloeien in de vorm van Hemelse bloemen van deugdzaamheid. Wanneer de ziel "ernaar verlangt, de Wil van God te kennen", tracht zij, om zo te zeggen, de geuren uit deze paradijselijke tuin reeds in zich op te nemen. Hoe intenser zij naar de waarneming van deze geuren verlangt, des te weelderiger zullen de zaden zich ontsluiten om daadwerkelijk te worden veranderd in Hemelse bloemen.

De essentiële betekenis van dit beeld: In de mate waarin de ziel naar de eenheid met God verlangt, zal deze zich in haar uitwerken. Zij ruikt dan als het ware reeds de bloemen vóór deze zich in haar volledig uit het zaad hebben ontwikkeld, omdat zij in haar hart eigenlijk reeds in de Tuin van God verblijft. Waar het hart is, is de ziel thuis. Voor de ziel die er vurig naar verlangt om in alles de Wil van God te volbrengen, staat niet veel meer in de weg om de heiliging in zich te verwezenlijken. Zij kent de Wil van God een dermate grote betekenis toe, dat deze de eigen wil stap voor stap vervangt. Dit proces is eigenlijk precies wat wij zelfverloochening noemen. De ziel die zichzelf verloochent, leeft niet meer vanuit de eigen wil of vanuit het eigen hart: In haar klopt Gods Hart, dat slechts heilige dingen kan voortbrengen.

Het is Uw vriendin niet toegestaan om de Heilige Communie geknield te ontvangen. Er is hier echter wel sprake van Tongcommunie, en vóór en na de Heilige Communie wordt een 'prostratio' verricht. Deze ziel maakt zich hierover klaarblijkelijk zorgen, en vraagt zich af, of dit volledig juist is. In teruggetrokken gebed verkondigde de Meesteres van alle zielen mij daarover de volgende stelling:

Deze zuster treft geen schuld. Zij handelt in gehoorzaamheid. Wanneer de Orde bepaalde gedragsregels voorschrijft, in voorkomend geval met het oog op de gelijkvormigheid onder de zusters, dan moet elke zuster deze regel gehoorzamen. In het kloosterleven is de gehoorzaamheid, zoals trouwens ook buiten het kloosterleven, heilig. In het kloosterleven heeft deze deugd echter bijkomende dimensies:

  • Zij moet de eenheid binnen de Kerk van Christus symboliseren en bevorderen door het gedrag van alle kloosterlingen op dezelfde regel te richten;
  • In het kloosterleven is de overste als het ware de vertegenwoordigster van God. Doordat elke zuster tegenover haar de gelofte van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aflegt, krijgt de zuster de kans om zich in vele deugden te vervolmaken, omdat onvoorwaardelijke gehoorzaamheid de ziel leert, zich naar de Wil van God te schikken, en wel in zo verregaande mate dat de innerlijke gesteldheid zich zozeer laat omvormen, dat de ziel ook steeds méér ongehinderd functioneert in de gevallen waarin de eigen wil zich volledig moet verloochenen.

In de verloochening van de eigen wil jegens God – en voor de aan Maria toegewijde ziel ook jegens Maria (die in en voor de aan Haar toegewijde ziel God vertegenwoordigt) – opent zich voor de ziel één van de meest doeltreffende wegen naar de spirituele vruchtbaarheid.

De belangrijkste reden waarom het ontvangen van de Heilige Communie geknield hoort te gebeuren, is deze, dat de ziel daardoor in de meest expressieve houding van nederigheid de intrede van Christus in zich begroet. Wat een symbool: God treedt in de ziel binnen, en in haar knielt de wil neer, opdat de Godheid over alle spirituele processen zou kunnen heersen en deze zou kunnen leiden. Wanneer de Heilige Communie op deze wijze en in dit bewustzijn wordt ontvangen, kan zij worden beschouwd als de meest plechtige uitnodiging vanwege de ziel om in overeenstemming met de Goddelijke Wetten de hoogst mogelijke vruchtbaarheid op te leveren, vooral wanneer de Heilige Communie rechtstreeks, zonder tussenstap, op de tong wordt ontvangen. Bij het ontvangen van de Heilige Communie beschouwt God de mond als een open poort, door dewelke Hij volgens Zijn eigen opvattingen en vanuit de Goddelijke Wil in de ziel kan binnentreden. De handen, daarentegen, beschouwt Hij als poortwachters die Hem tonen dat de ziel zelf wil bepalen waar Hij bij Zijn intrede in de ziel heengaat: De menselijke wil behoudt zich het recht voor, koning van de ziel te blijven.

Wat de 'prostratio' betreft: Deze gewoonte bevalt de Hemel buitengewoon. Wanneer de ziel zich voor God op de grond neerwerpt, vernedert zij zich en geeft zij zich aan God over in de mate waarin ook het hart zich op de grond neerwerpt. Zij maakt als het ware het eigen wezen zichtbaar zo klein mogelijk en zegt tot God: "U alleen kunt mij verheffen". Wanneer vóór het ontvangen van de Heilige Communie een 'prostratio' wordt verricht, de Communie echter niet geknield wordt ontvangen, kan de ziel desondanks in het hart hetzelfde effect bekomen als bij de geknielde Tongcommunie, door de zelfvernedering van de 'prostratio' in het hart niet te onderbreken, of anders uitgedrukt, door het in het hart zo te beleven alsof de Heilige Communie zich in een ononderbroken 'prostratio' zou voltrekken. De gesteldheid van hart gedurende het ontvangen van de Heilige Communie is altijd nog belangrijker dan de lichaamshouding, vooral in die gevallen wanneer de ziel niet vrij over haar lichaamshouding kan beslissen.

In deze ziel heerst de vaste wil om God officieel toe te behoren door zich zo snel mogelijk aan Hem aan te bieden als bruid. Aangezien de bisschop echter de mening is toegedaan, dat zij beter nog een jaar zou wachten, moet ook op dit vlak de gehoorzaamheidsregel in acht worden genomen. Dit betekent niet dat deze zuster in Gods ogen nog niet 'klaar' zou zijn om de eeuwige geloften af te leggen. Soms laat God dergelijke beproevingen echter toe opdat de ziel gedurende een bijkomende tijd zichzelf zou kunnen observeren. Een zeer belangrijk onderdeel van de vervolmaking van de ziel ligt in de wijze waarop deze met teleurstellingen omgaat. Aangezien bovendien slechts datgene wat precies op Gods tijd wordt volbracht, met de volheid der genade wordt bekleed, zou deze wachtperiode een teken van de Goddelijke Voorzienigheid kunnen zijn voor het feit dat het leven van deze ziel als kloosterzuster vruchtbaarder zal zijn wanneer het pas een jaar later onder de eeuwige geloften kan beginnen.

Ik wens deze mooie ziel van harte een vruchtbare levensweg als bruid van Christus, en verzeker haar van harte van de vurige Liefde van Maria.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam