TOTUS TUUS MARIA !

DE GRONDWET VAN HET WARE GELUK

Onderrichting van de Allerheiligste Maagd Maria
over de wegen naar het Ware Geluk in dit aardse leven

Myriam van Nazareth

Het is eigen aan ieder levend wezen van de meer ontwikkelde soorten, dat het gedurende zijn leven op aarde voortdurend wordt gedreven door het verlangen, het Geluk te vinden ('gelukkig te zijn'). Vaak is het levend wezen niet bewust bekend wat 'geluk' eigenlijk is. In de brede zin van het woord kan 'geluk' voor een levend wezen worden beschouwd als een 'zijnstoestand waarin het gemoedsleven wordt overheerst door situaties die als aangenaam worden ervaren'. Strikt genomen voor de mensenziel, moeten wij het Ware Geluk specifieker beschouwen. De Meesteres van alle zielen definieert het Ware Geluk als de gesteldheid van innerlijke Vrede die ontstaat in de ziel wanneer deze voelt dat zij bezig is, naar het ware doel van het leven toe te werken, of anders uitgedrukt: dat zij bezig is, haar taak in het kader van de verwezenlijking van Gods Heilsplan te vervullen, door handelingen, woorden, gedachten en verlangens die volkomen in overeenstemming zijn met de ware zin van het leven waartoe God haar in de wereld heeft gezonden.

Deze omschrijving leert ons dat het Geluk niet iets is wat buiten de ziel staat, doch een innerlijke ervaring: De ziel komt in de gesteldheid die wij 'geluk' noemen, doordat 'iets' in haar voortdurend bezig is, de wijze te beoordelen waarop de ziel met de situaties van het leven omgaat. Valt dit oordeel positief uit, dan voelt de ziel zich gelukkig. Valt dit oordeel niet onverdeeld positief uit, dan ervaart de ziel gevoelens die variëren van de vage indruk dat 'iets niet helemaal in orde is in haar leven' tot en met het ronduit ongelukkig-zijn.

In deze beschouwing schuilt een klein probleem: Laat men tien mensen een gelijkaardige situatie beoordelen, dan krijgt men wellicht tien verschillende oordelen. Daarom is de ene ziel gelukkig met een levenssituatie die bij een andere ziel ontevredenheid zal oproepen. Dit heeft in wezen twee redenen:

1) de levenshouding van de ziel: Een ziel die het geluk zoekt in wereldse dingen, zal 'geluk' anders aanvoelen dan een ziel die zich op het bovenwereldse oriënteert;

2) de gesteldheid en ontwikkelingsgraad van de ziel: Naargelang een ziel zuiverder is, en in spiritueel opzicht hoger ontwikkeld, zal zij bepaalde levenssituaties als minder of meer bevredigend aanvoelen dan een andere ziel.

Het is precies daarom, dat de Allerheiligste Maagd hier uitdrukkelijk spreekt over 'het Ware Geluk'. Onder Waar Geluk verstaat Zij het Geluk zoals de kiem van de heiligheid in de kern van de ziel dit inschat. In talloze zielen is de kiem der heiligheid onder een flinke laag wereldse invloeden bedolven. In dit geval voelt de ziel niet langer nauwkeurig aan welke plaats zij bekleedt binnen Gods Heilsplan, welke rol zij derhalve binnen dat Plan te spelen heeft, wat de ware zin en doelstelling van haar leven op aarde is, en wat God werkelijk van haar verlangt in het leven en in elke afzonderlijke situatie binnen dat leven.

Dit betekent meteen, dat het vinden van het Ware Geluk – het Geluk zoals dit slechts bestaat in de ervaring van de overeenstemming tussen de ziel enerzijds en Gods Wet anderzijds – in de eerste plaats een zaak is van zelfkennis evenals van kennis van Gods Wet.

Elke vorm van 'geluk' die niet gegrondvest is op een voldoende diepgaande kennis van zichzelf en van Gods Wet, zou men 'onecht geluk' kunnen noemen. Dit is het schijngeluk dat vele zielen ervaren als 'geluk' doordat zij hun wereldse behoeften voorrang geven op datgene wat de kern van elke ziel nodig heeft, namelijk de ervaring van de harmonie tussen haar innerlijke gesteldheid en Gods Wet. Onecht geluk is zeer vergankelijk, het Ware Geluk niet. Ook al kan het in de loop van een mensenleven schommelen, het is onvergankelijk, omdat het leeft van de genade van Gods Eeuwige Wet. God stoot geen ziel af, die Zijn nabijheid, de eenheid met Zijn Wet en de vervulling van haar opdracht binnen Zijn Heilsplan zoekt.

Omdat elke ziel op zoek is naar geluk, doch slechts het Ware Geluk de vervulling van het aardse leven is, onderricht Maria de zielen de Grondwet van het Ware Geluk in twaalf punten. Wij zouden deze twaalf punten kunnen beschouwen als de twaalf sleutels op de poort van het Ware Geluk.

  1. Grondige zelfkennis. Een ziel die zichzelf niet kent zoals zij werkelijk is, zal het Ware Geluk niet vinden. De reden hiervoor is eenvoudig deze, dat de ziel de ervaring van harmonie met Gods beschikkingen voor haar leven slechts kan beleven indien zij precies weet wat haar specifieke levensroeping is, en welke bagage zij precies heeft of zou kunnen verwerven om die roeping op bevredigende wijze te vervullen. Zolang zij zich van dit alles niet bewust is, dobbert zij eerder doelloos doorheen het leven, en zal gemakkelijk een zekere ontevredenheid de kop opsteken.

    Om zichzelf werkelijk te leren kennen, moet de ziel inzicht verwerven in:

    (1) haar zwakheden. Er is ook eerlijkheid voor nodig om de eigen zwakheden voor zichzelf te willen en kunnen toegeven. Zodra de ziel op kracht van gebed en overgave aan Maria in staat is om haar zwakheden te herkennen, moet zij deze, eveneens samen met Maria, bestrijden. In de mate waarin zij daarin slaagt, sluit zij de poorten naar de bronnen van de verleidingen en bekoringen waarvoor zij het meest vatbaar is. De ervaring van het Ware Geluk heeft veel te maken met de mate waarin de ziel haar zwakheden weet te overwinnen, want slechts hierdoor kan zij het gevoel krijgen dat zij vooruit komt op de weg naar het Licht die God voor haar heeft bestemd.

    (2) haar sterke punten. Zodra de ziel haar sterke punten, haar begaafdheden en talenten, ontdekt, komt het erop aan dat zij deze ten volle weet te benutten als springplanken naar het welslagen van haar levensopdracht. Bedenk steeds dat God U bepaalde talenten en gaven schenkt met een bepaald doel. Een bepaalde begaafdheid is niet noodzakelijk een uitnodiging om op het desbetreffend gebied een beroep uit te oefenen, zij kan heel goed zijn bedoeld opdat de ziel door benutting van haar gaven een grotere spirituele vruchtbaarheid zou kunnen verwerven. Vergeten wij nooit dat voor God slechts onze spirituele ontwikkeling van belang is, niet onze wereldse beroepskeuze.

    (3) haar wereldse behoeften. Observeer Uzelf aandachtig, en U zult spoedig merken waar Uw belangstelling telkens opnieuw naartoe gaat, welke voorkeuren U blijkt te hebben, en welke vormen van bevrediging U telkens opnieuw zoekt. Tracht vervolgens, Uw wereldse behoeften geleidelijk aan kleiner en kleiner te maken, door Uzelf erin te oefenen, er op de kracht van intens gebed tot Maria minder en minder aan toe te geven. Zo kunt U het punt bereiken waarop U begint te voelen dat de 'hogere' lagen van Uw wezen (de kern van Uw ziel, de haard van het spiritueel leven) macht over Uw lichamelijke gesteldheden krijgen. Wereldse behoeften zijn de kettingen waarmee Uw ziel door Uw eigen lichaam aan de wereld vastgeketend wordt, zodat zij niet kan opstijgen naar het ware Goddelijk Leven. Streef ernaar dat de volgende orde zich als een natuurlijke orde in Uw wezen moge instellen: Geef Maria de kans, waarlijk Uw Meesteres te zijn, maak Uw ziel tot landvoogd in Maria’s dienst, en Uw lichaam tot slaaf van de beide vorige. Indien U Maria waarlijk over U laat heersen, zal Zij U meer en meer regeren via Uw ervaring van de behoeften. Dit kan een zware strijd worden, doch het loont de moeite, want de ziel die haar wereldse behoeften overwint, overwint zichzelf, en is waarlijk groot en vruchtbaar in Gods ogen.

    (4) haar ware roeping. Maria definieert de ware roeping van een ziel als de opdracht waartoe God haar roept om te volbrengen als haar persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan, en die zij moet zien te volbrengen binnen de tijd die haar op aarde is toegemeten. Zij is het geheel van de specifieke taken die de ziel in de loop van haar leven in het kader van Gods Heilsplan moet volbrengen. De roeping is dus een spirituele opdracht, die niet mag worden verward met de beroepskeuze van een ziel tijdens haar leven op aarde, want een beroepskeuze staat normaal gesproken in verband met de werkzaamheden voor dewelke zij wordt vergoed om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Zodra een ziel haar ware roeping ontdekt, weet zij precies op welk doel al haar handelingen, werken, verlangens en gedachten afgestemd moeten worden. Pas dan kan zij actief met Gods Voorzienigheid meewerken om haar levensweg zo efficiënt mogelijk te voltooien, zonder onnodige dwaling of doelloos rondzwerven op de weg naar het Eeuwig Leven.

  2. Grondige kennis van Gods Waarheid. De ziel kan het Ware Geluk nooit vinden op wegen die niet zijn gedrenkt in de ene Waarheid van God, die ons wordt aangereikt in de Leer van Jezus Christus. De Meesteres van alle zielen maakt deze Leer in deze Laatste Tijden nog toegankelijker voor de zielen door de Goddelijke Leer en de Mysteries van het Ware Leven te onderrichten in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Verwerf deze kennis niet slechts met het verstand, doch brand haar in Uw hart als een kostbare schat die zich blijft vermenigvuldigen, want slechts in Uw hart kan deze kennis Uw ziel heropbouwen. In de Leer van Christus en de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen vindt de ziel de wegwijzers van God Zelf naar de poort van het Ware Geluk. Versmaad deze genaden niet.

  3. Omgang met Uw verleden. Elke ziel draagt onvermijdelijk haar hele leven lang haar levensgeschiedenis met zich mee. Hoewel onze geest in principe in staat is om alles vast te houden, wordt slechts een klein gedeelte van alle bijzonderheden van onze levensgeschiedenis blijvend in ons bewustzijn toegelaten, zodat wij in feite het grootste gedeelte van onze ervaringen reeds spoedig lijken te vergeten. Dat is een uiting van Goddelijke Intelligentie. Indien de ziel voortdurend haar hele levensweg tot in alle details voor ogen mocht kunnen houden, zou het leven in het heden onmogelijk worden, en zouden negatieve ervaringen de ziel aanzienlijk hinderen in haar opgang naar God toe. Het is nodig dat de ziel kan en wil vergeten.

    De levensloop van een ziel op aarde is een ketting die bestaat uit miljarden schakels (elke ervaring of indruk, zelfs de geringste of kortstondigste, is een schakeltje). Deze schakels vormen samen het uitzicht van Uw levensweg, maar van belang zijn niet de afzonderlijke schakels, doch de algemene loop van de ketting: Op welk doel wordt zij afgestemd, en hoe loopt zij naar dit doel toe? Elke ziel wordt in een bepaalde mate door haar verleden belast, omdat elke levensweg nu eenmaal doorheen een wildernis van wereldse gebeurtenissen loopt, en deze wildernis bevlekt is door talloze elementen van duisternis. Hoe moet de ziel met dit alles omgaan om niettemin een vruchtbaar leven te leiden?

    Ooit bestempelde Maria het verleden als 'een ongedekte cheque bij een bank die niet meer bestaat', met andere woorden: De ziel kan er niets mee kopen. Nut heeft het slechts als materiaal voor toewijding aan Maria: Zij heeft de macht, elk detail te gebruiken als grondstof voor de vrijmaking van genaden. Elk verleden, hoe dit er ook moge uitzien, kan zelfs nog achteraf vruchtbaar worden gemaakt. Dank God voor Uw verleden, hoe zwaar het ook moge zijn geweest, want U kunt het nu nog de volle waarde geven die God ermee heeft beoogd. Ziehier de vijf stappen naar bevruchting van Uw verleden:

    (1) spreek een grondige levensbiecht. Zeer behulpzaam hierbij is het boek Lentebloesems aan de Levensboom, aan de hand waarvan U Uzelf grondig kunt onderzoeken op de mate waarin U de deugden en de weg naar de heiligheid beleeft volgens Gods voorschriften. Niet zonder reden worden in dat boek de deugden de 'bouwstenen van het Geluk en van de Vrede van hart' genoemd. Een grondige levensbiecht kan Uw ziel en hart van heel veel ballast bevrijden, die het Ware Geluk in de weg staat.

    (2) maak Uw fouten goed. Bid de Heilige Geest om leiding en inspiratie om U de fouten te herinneren die U hebt gemaakt en die als onopgeloste ballast in Uw ziel achtergebleven zijn. Bid vervolgens om inzicht in mogelijke wegen om deze goed te maken. In vele gevallen mag deze goedmaking in het verborgene gebeuren, zonder dat U bepaalde mensen werkelijk aanspreekt. Vergeving en verzoening beginnen bijvoorbeeld vaak het beste van U uit, om na intens gebed en offers ook vanuit de andere richting beantwoord te kunnen worden.

    (3) wijd Uw verleden aan Maria toe. Hierdoor krijgt elk detail zijn volle zin binnen Gods Heilsplan. Vergeet nooit dat het enige nut van een mensenleven dit is: dat het zou bijdragen tot de verwezenlijking van Gods grote Plan met alle zielen van alle tijden. Vraag Maria dat Zij Uw hele levensweg wil bewandelen, vanaf dit ogenblik terugkerend tot het uur van Uw geboorte, en dat Zij overal het onkruid wil vervangen door bloemen. Concreet betekent dit, dat Maria elk niet goed doorgebracht ogenblik van Uw leven in Haar Hart sluit om het daar met Haar volmaakte Liefde te bekleden, zodat dit ogenblik er in het uur van Uw levensoordeel in Gods ogen veel beter en zuiverder zal uitzien.

    (4) laat Uw verleden los. Herinner U de uitspraak over de ongedekte cheque. Zodra U Uw verleden aan Maria hebt toegewijd, heerst Zij erover. Beschouw al Uw herinneringen als voorwerpen die U hebt begraven in de bodem van Maria’s Hart. Beschouw elk ogenblik waarin U naar herinneringen terugkeert, als een inbraak in Maria’s eigendom. Aan aangename ogenblikken mag U gerust nu en dan terugdenken bij wijze van stimulans in de moeilijkheden van het heden, mits U niet aan de herinneringen 'verslaafd' raakt, dit wil zeggen: mits zij niet Uw heden van zijn vruchtbaarheid beroven (want lang stilstaan bij herinneringen, is stilstand voor de ziel op haar weg). De negatieve uitwerkingen van het minder aangename kunt U ontkrachten door het op te dragen als lijden en smarten in eenheid met Jezus en Maria, en er daarna niet meer naar terug te grijpen.

    (5) vergeef Uw medemensen van harte. Vaak drukt het verleden zwaar op de ziel omdat het overschaduwd wordt door conflicten of geestelijke verwondingen. Leer Uw 'schuldenaren' van harte vergeven, want wrok, haat en onverzoenlijkheid houden de macht van de duisternis over Uw leven en Uw ziel in stand, en in de duisternis kan een ziel het Ware Geluk niet vinden. De ziel leeft van het Licht dat God in Haar wil storten opdat het daar elke bouwstof voor het Goddelijk Leven zou doordringen.

  4. Vraag niet voortdurend 'waarom' of 'hoe'. Gewoonlijk vraagt de mens zich over de gebeurtenissen op zijn levensweg af 'waarom' deze zich voltrekken. Hij stelt zich die vraag in verband met het verleden en het heden. De ziel moet zich voor ogen houden dat alle dingen die in haar leven gebeuren, ergens in Gods Heilsplan besloten liggen. Elk detail van Uw leven speelt een rol binnen dit Plan. Leer daarom gewoon aanvaarden wat gebeurt, wees U ervan bewust dat alles door Gods Wijsheid is beschikt voor Uw eeuwig welzijn, onderga datgene wat van U wordt verlangd, en maak er het beste van – steeds met het oog op het Heil van Uw eigen ziel en dat van andere zielen. Laat het voor U voldoende zijn dat Maria met elk detail iets kan doen voor de verwezenlijking van Gods Plan met de wereld, op voorwaarde dat U het aan Haar toewijdt in overgave en gehoorzaamheid. Tracht niet steeds alles zelf te regelen. Wees ervan overtuigd, en geloof blind, dat alles in Uw leven een zin heeft binnen Gods grote Plan.

    Wat de toekomst betreft: Stel U niet steeds de vraag, 'hoe' dit of dat moet gebeuren of tot stand gebracht moet worden. Laat Uw handen, Uw geest, Uw hart en Uw mond gebruiken door Maria. Zij zal door U heen werken met de bezieling en de brandstof van de Heilige Geest. Van U wordt slechts één ding verwacht: Geloof blind in de Goddelijke Voorzienigheid.

    Uw verleden en heden krijgen hun volle zin zodra U van harte en oprecht via Maria tot God weet te zeggen: "Ik aanvaard alles omdat het uit Uw handen tot mij is gekomen. Ik vertrouw op Gods Wijsheid, Die met dit alles een Plan heeft, en stel mijzelf ten dienste van de verwezenlijking van dit Plan". Uw toekomst wordt een weg van vruchtbare boomgaarden zodra U de vraag 'hoe' begint te vervangen door "Ik aanvaard alles wat U voor mij zult beschikken. Ik vertrouw erop dat mijn voeten door U bewogen zullen worden volgens de wegwijzers die U in mijn hart zult planten, en ik geloof dat ik altijd en overal Uw bescherming zal genieten". Gepieker en zorgen worden niet uit Goddelijke inspiraties geboren, zij zijn kinderen van de duisternis, die U van het Ware Geluk willen beroven.

  5. Omgang met de wereldse aspecten van het leven. Vele zielen vinden nooit het Ware Geluk omdat zij zich door de veelvuldige wereldse gebeurtenissen laten overweldigen. De indrukken der wereld zijn zoals een dikke laag aarde die zich over de ziel spreidt, zodat deze niet meer kan bewegen noch ademen. Ziehier Maria’s vier gouden regels:

    (1) Laat U niet misleiden door de schijn der dingen. Ik herinner hier aan de Mariabloempjes 8 en 9. Een verblinde ziel kan het Ware Geluk nooit vinden.

    (2) Laat U niet verleiden door wereldse invloeden. Wereldse invloeden en indrukken zijn leeg aan Goddelijk Leven. Daardoor verzieken zij hart en geest, ontmoedigen gemakkelijk, maken lusteloos, en houden de ziel bezig met dingen die haar ontwikkeling tot stilstand brengen of zelfs achteruit doen gaan. Ware gifbronnen voor de ziel zijn de media (televisie, pers): zij verspreiden de geest van ontmoediging, negatief denken, oordelen en veroordelen, pessimisme, en scheppen een wereldbeeld dat rond duisternis is opgebouwd. Zij houden de zielen gedrags- en denkpatronen voor die op vele punten diep doordrongen zijn van ondeugden, en scheppen zo een beeld van 'de mens' dat zeer ver afwijkt van het beeld dat God met de mens had bedoeld. Zo versperren zij ook hierdoor de weg naar het Ware Geluk.

    (3) Staar U niet blind op details van het dagelijks leven, want zij hebben voor de ontwikkeling van Uw ziel geen belang indien U hen benadert vanuit totale toewijding aan Maria. Bovendien worden zij in hoge mate gemanipuleerd door krachten die niet met God verenigbaar zijn. Derhalve zijn zij vaak geen dragers van de Eeuwige Waarheid. Fixeer U dus ook niet op beproevingen en lasten, want een dergelijke ingesteldheid zorgt ervoor, dat Uw gemoedsleven spoedig door negatieve gevoelens overheerst zal worden. Uw hart benadert dan het leven spoedig als een nooit ophoudende last zonder enig lichtpunt. Een hart dat zwaar aan beproevingen tilt, pleegt moord op de deugd van de Ware Hoop, en in vele gevallen ook op het Ware Geloof. Deze dubbele moord geeft ook de bloei van het Ware Geluk geen kans.

    (4) Geef niet toe aan menselijk opzicht, met andere woorden: Hecht zo weinig mogelijk belang aan wat mensen over U zeggen of denken (of eventueel zouden kunnen zeggen of denken). Deze houding maakt de ziel tot gevangene van sociale regels, die sterk gemanipuleerd worden door de duisternis en door traditie (die ook al door duisternis beïnvloed is: herinner U de ontwikkeling van de maatschappij, zoals Maria U aantoont in, onder andere, Haar onderrichting De Hemelse Bronnen).

  6. Werk niet voor de wereldse rozen, doch voor de Hemelse. Vele zielen vinden nooit het Ware Geluk omdat hun hart volkomen op het wereldse gericht is. Van alles wat gebeurt, meten zij de waarde voor henzelf af volgens het voordeel of de schade die zij er in werelds opzicht van kunnen verwachten. De ziel die volkomen beseft dat zij niet voor het aardse doch voor het eeuwige leeft, en dat alle gebeurtenissen op de levensweg slechts tussenstapjes vormen naar het werkelijk Leven hierna, ijvert er niet voor, wereldse gerechtigheid in haar leven te verkrijgen. Zij aanvaardt zelfs de vele momenten van ongerechtigheid die in haar leven voorkomen. Ten eerste zijn deze ogenblikken stuk voor stuk schatkistjes van Eeuwig Heil (mits U hen aan Maria toewijdt en in overgave draagt), en ten tweede krijgt U het rijkelijk vergoed in het Eeuwig Leven, en kunt U erdoor bijdragen tot de ontsluiting van andere zielen. Hoe meer U louter leeft voor de dingen der eeuwigheid, des te meer zult U Hemelse bijstand ervaren in Uw aardse noden. Deze bijstand kan tot uitdrukking komen in wonderbare leiding, draagkracht, onvermoede oplossingen voor Uw moeilijkheden, en de ervaring van het Ware Geluk door een grote innerlijke Vrede en rust.

    De ziel die het spirituele niet centraal stelt in haar leven, en haar hart niet constant op de belangen van het Eeuwig Leven gericht houdt, kan nooit de weg naar een zonnig hart vinden. Daarbij moet worden opgemerkt, dat vele zielen een oppervlakkige façade van blijmoedigheid tentoon spreiden, die echter vele diepgewortelde bronnen van onvrede verbergt. Deze zielen vinden niet het Ware Geluk, want zij leven voortdurend in de spanning tussen hun oppervlakkige schijn enerzijds, en hun verborgen conflicten anderzijds. Het gevaar bestaat, dat deze conflicten zich in het verborgene uiten in vele ondeugden.

  7. Geloof blind in de macht van het kruis. Jezus is aan het Kruis gestorven voor ons Ware Geluk, zowel in het Eeuwig Leven alsook reeds op aarde. De Gekruisigde heeft voor ons de genade afgekocht, dat wij Hem in alles zouden kunnen volgen, ook in de kruisweg van onze eigen beproevingen, omdat onze beproevingen het losgeld zijn waarmee wij de grote schat van onze Verlossing in ons kunnen ontsluiten. Jezus’ Lijden en Kruisdood, samen met de Smarten van Maria, is het zaad voor de bloei van de ziel naar het toppunt van datgene waartoe zij door God is uitgerust. Om dit zaad echt te laten kiemen en opschieten, moeten wij onze eigen kruisen en smarten aan deze van de Verlosser en Medeverlosseres toevoegen, of nauwkeuriger uitgedrukt: Hen ermee één laten worden, zodat zij de volle bloeikracht van het Goddelijk Leven in zich dragen. Geloof in deze macht, en het Kruis zal alle duisternis uit Uw leven en uit Uw hart verjagen.

  8. Vervolmaking van de Ware Liefde. Alle geschriften die de Meesteres van alle zielen in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven in de zielen zaait, behandelen de Ware Liefde. Dit zou niet anders kunnen, daar de Liefde de essentie van het Goddelijk Leven is. Maria wil hier echter nog op de volgende drie punten wijzen:

    (1) Onderschat niet de zuiverende en Leven schenkende werking van de Liefde. Elke eenvoudige handeling of woord dat Ware Liefde draagt, verheft Uw eigen ziel: een oprechte kus aan een medemens, een knuffel aan een dier, het voederen van een dier in de wijde natuur, een bemoedigend woord aan een ziel die het moeilijk heeft...

    (2) Ware Liefde bestaat in feite uit alle inspanningen om het Geluk van elk medeschepsel te bevorderen. Tracht Uw gedrag zoveel mogelijk te richten op het welbevinden van elke mens en elk dier op Uw levensweg. Zelfs een eenvoudige handeling zoals het voederen van een dier in de wijde natuur in de winter, een liefhebbende verzorging van een gewond dier, een teder woord jegens een mens of een dier, maakt Uw eigen hart vrij en verhoogt de ervaring van het Ware Geluk, want terwijl U zelfs een nietig vogeltje verzorgt, wordt U door de God van Liefde omhelsd.

    (3) Ware Liefde is ook: leren dienen. Stel Uw hele wezen en Uw hele leven in dienst van God, van Maria, en van God in elke medemens en zelfs in elk dier. Geef Uw nietige 'ik' aan God, en Hij zal in ruil daarvoor Zichzelf in Zijn alomvattende grootheid aan U geven. Waarlijk dienen, is zichzelf verloochenen ten bate van de ander. Er is geen grotere uiting van Liefde dan deze. Op geen enkele andere wijze rendeert Uw levenskapitaal méér dan door een leven van volkomen dienstbaarheid aan God en aan elk schepsel. Daarom is diep beleefde totale toewijding de grootste akt van Liefde, want toewijding aan Maria is een leven van dienst en zelfverloochening. Totale toewijding is eigenlijk: onze hele levensweg en ons hele wezen door Maria in brand laten steken, en dan opbranden als brandstof voor Gods Heilsplan. De vlam in deze brand, is de Liefde.

  9. Communicatie met God. God is geen dood 'iets', doch de onverwoestbare, onvergankelijke Belichaming van alle Leven, Bron en Bestemming van al het levende dat uit Hem voortkomt. Het Ware Geluk schuilt in een onderhouden communicatie met Hem, want slechts zo houdt de ziel haar toegangspoort open voor de instroming van het Licht dat het Goddelijk Leven draagt. De ziel die alle communicatie met God afbreekt, kwijnt weg zoals een bloem die geen zon, geen water en geen verse lucht krijgt. Communiceren met God, gebeurt door gebed, door God en Maria bij alles in Uw leven te betrekken, door met Hem te spreken door de taal van de Liefde terwijl U teder, zacht en zorgzaam omgaat met elk medeschepsel (mens en dier), door Uw hart volledig open te stellen terwijl U doorheen de natuur wandelt en de Schepping bewondert, enzovoort. Een bijzondere vorm van contact met God ligt in de volgende sleutel:

  10. Gebruik van de Sacramenten. Maria noemde de Sacramenten ooit 'raakpunten tussen Hemel en aarde, waarin God naar de ziel toe komt'. Zij vormen belangrijke onderdelen van de Nalatenschap van Jezus aan de ene ware Kerk van God: de Rooms-katholieke Kerk. Eigenlijk hoeft het dus weinig betoog waarom het gebruik van de Sacramenten geldt als één van de twaalf sleutels op de poort naar het Ware Geluk: Het Ware Geluk leeft slechts in Gods onmiddellijke nabijheid. Van de zeven Sacramenten zijn er normaal gesproken slechts twee toegankelijk voor zeer regelmatig gebruik: de Biecht en de Communie.

    * de sacramentele Biecht is de gelegenheid waarbij de ziel tegenover een priester, die op dat ogenblik waarlijk geldt als vertegenwoordiger van de barmhartige God, haar zonden, ondeugden, fouten, nalatigheden, misstappen en dwalingen uitspreekt alsof zij dit rechtstreeks tot God deed, in een gesteldheid van oprecht berouw over deze afwijkingen van Gods Wet die zij heeft begaan, omdat deze afwijkingen haar met een schuld tegenover Gods Wet hebben beladen. Een geldige Biecht is een loutering van het geweten, dat beladen is met de bewuste en onbewuste kennis van alle door de ziel begane overtredingen ten opzichte van Gods Wet. Het geweten van de ziel werd door Maria in Stormschrift nr. 47 gedefinieerd als 'het systeem dat de mens in staat stelt om berouw te voelen over zijn overtredingen tegen Gods Wetten, het verlangen te krijgen om deze overtredingen weer goed te maken (boetvaardigheid), en voortaan deze overtredingen te vermijden'. Een beladen geweten is als ballast voor de ziel, die haar belemmert om normaal te functioneren en haar weg naar God (de heiliging) op een doeltreffende wijze en met vrucht te voltooien. Daarom kan een beladen geweten in aanzienlijke mate de ervaring van het Ware Geluk bemoeilijken. Een vruchtbare Biecht kan vergeleken worden met een wassing van de ziel door de Heilige Geest, waarna zij door de Barmhartige God wordt bekleed met een kleed van nieuwe Hoop en kracht.

    * de Heilige Communie: de verwezenlijking van Jezus’ belofte, dat Hij altijd met de zielen zou zijn. Voorwaarde is, zoals steeds, een correct gebruik van de vrije wil van de ziel zelf: de ziel moet Jezus’ Tegenwoordigheid willen. Jezus komt in de Heilige Communie op plechtige wijze op bezoek bij de ziel die oprecht gelooft in Zijn Godheid, in de Werken die Hij als God-Mens op aarde heeft volbracht (in de eerste plaats in het Verlossingsmysterie op grond van Zijn Lijden, Kruisdood en Verrijzenis), en in de Goddelijke oorsprong van de ene ware Kerk van Christus, de Rooms-katholieke Kerk.
    Dit Geloof is strikt noodzakelijk, want het werkt in de ziel als sleutel om zich waarlijk te openen voor de wonderen die Jezus door de Heilige Communie in de ziel wil komen voltrekken (een bezegeling van het Nieuw Verbond van Verlossing, een voorwaarde voor de ware heiliging van de ziel).
    Noodzakelijk is ook oprechte Liefde voor God, wat neerkomt op Liefde voor het Licht en al Zijn Werken en een voornemen van afkeer van alle duisternis.
    Tot slot is noodzakelijk een gesteldheid van Ware Hoop, namelijk de oprechte overtuiging dat God door het Sacrament reeds in de ziel wil overwinnen en er Zijn Rijk van het Ware Geluk wil grondvesten. Dit veronderstelt dat de ziel vast gelooft in de transsubstantiatie: het feit dat het brood en de wijn tijdens de Heilige Eucharistie (waarvan de viering de mystieke wederbeleving is van het Verlossingsmysterie) veranderen in Lichaam en Bloed van Jezus Christus, en daardoor ook dragers worden van de onverdeelde Godheid.

    De Heilige Communie kan slechts het Ware Geluk in de ziel helpen ontsluiten indien zij wordt ontvangen in de eerbied die de ziel aan God verschuldigd is: geknield, op de tong, en uit de handen van een priester. Maria beklemtoont hoezeer de Hemel treurt om elke andere wijze van ontvangst van de Heilige Communie, wegens het gebrek aan eerbied dat hieruit spreekt, en wegens het groot verlies aan genaden dat gepaard gaat met een Communie die niet aan de drie genoemde voorwaarden voldoet (geknield, op de tong, en uit de handen van een priester).

  11. Beschouwing van Uw medemens. Elke ziel ervaart wel eens hoe de aanblik van bepaalde medemensen negatieve gevoelens opwekt. Dat komt omdat de geest deze medemens in verband brengt met onaangename ervaringen. Van deze neiging kan de ziel slechts genezen in de mate waarin zij de beschouwing van haar omgeving 'op een hoger niveau' weet te brengen. De ziel kan bidden om 'andere ogen', een andere wijze van kijken naar haar omgeving, zodat de aanblik van een medemens in haar niet langer werkt als een ketting die haar aan wereldse gedachten, gevoelens en herinneringen vastmaakt. Zodra de ziel er door gebed en verlangen naar inwendige zuivering toe komt, haar medemens die haar aan iets negatiefs herinnert, niet langer te bekijken als een 'schuldige', doch als 'een arme, misleide ziel', zal zij daardoor haar innerlijke bevrijding bespoedigen. De ervaring van het Ware Geluk is slechts mogelijk in een ziel die zich van elk negatief oordeel over haar medemens heeft bevrijd. Door de medemens niet als 'schuldige' te beschouwen, doch als 'arme misleide', kan de ziel ertoe komen, deze niet langer als vijand te zien, doch als 'een ziel die door de ware vijand misleid is'. Hierdoor kan zij haar houding veranderen van protest en negatief denken en voelen, naar inzet om deze ziel te bevrijden. Deze veranderde houding is een omkeer van de duisternis naar het Licht. Het Ware Geluk bloeit niet in een ziel die elementen van duisternis vasthoudt.

  12. Totale toewijding aan Maria. Door zich totaal, onvoorwaardelijk en voor altijd aan Maria te geven, zodat haar hele wezen, alles wat in haar omgaat en wat van haar uitgaat, en elk detail van haar leven volledig ter beschikking van de Meesteres van alle zielen wordt gesteld, geeft een ziel de opperste zin aan alles in haar leven, ook aan het onaangename en schijnbaar zinloze. Wij zouden het zo kunnen uitdrukken, dat de ziel zich door deze levenshouding 'tot het Ware Leven bekeert': Alles krijgt inhoud en zin, zodat ook het lijden en de zogenaamd nutteloze details van het leven plots kunnen worden beschouwd als door God voorziene blokjes in het grote puzzelwerk van de levensweg, namelijk als onderdeeltjes zonder dewelke het geheel niet volledig zou zijn. Deze overtuiging kan de ziel innerlijk op buitengewone wijze zuiveren en verheffen, want zij kan hierdoor een enorme groei in Liefde, Hoop en Geloof doormaken. Een diep doorleefde toewijding aan Maria brengt tevens een onbegrensd vertrouwen in de toekomst met zich mee, want de echte toegewijde van Maria gelooft rotsvast in de onbegrensde macht en Liefde van de Meesteres van alle zielen.

    Een op de juiste wijze beleefde toewijding aan Maria kan een leven in alle details grondig veranderen en met een totaal nieuwe innerlijke Vrede vervullen. Ik heb er in het verleden steeds opnieuw op gewezen dat een leven in totale dienst van Maria een gouden weg naar Gods Hart is. Zij stort handenvol zaad van het Ware Geluk in de ziel die Haar volkomen toebehoort zodat deze ontsloten wordt voor een voorsmaak op het Geluk waarvan de volksmond zegt, dat het niet van deze wereld is.

Zo tekent zich dan de weg af naar de poort achter dewelke het Ware Geluk bloeit. Eén ding moet elke ziel zich daarbij steeds voor ogen houden: Het Geluk wordt niet zozeer bepaald door de loop en de inhoud van het leven, doch vooral door de wijze waarop de ziel zelf op deze loop en deze inhoud reageert. Sommige zielen slagen erin, zich oprecht gelukkig te voelen ondanks het feit dat hun levensweg hen vele ontberingen brengt en zij vele lasten en lijden te dragen krijgen. Andere zielen leven in welstand en blijven relatief vrij van tegenslagen, en vinden niettemin geen ogenblik van echte innerlijke Vrede. Het geheim ligt in de mate van innerlijke verbondenheid met de eeuwige dingen (God en Zijn Mysteries, Maria als de Brug naar al het Goddelijke, de bloei van het ware Goddelijk Leven in de ziel).

Ik herinner tot besluit aan de

TWAALF SLEUTELS OP DE POORT VAN HET WARE GELUK:

  1. Grondige zelfkennis
  2. Grondige kennis van Gods Waarheid
  3. Omgang met Uw verleden
  4. Niet voortdurend vragen naar het 'waarom' of 'hoe' van
    gebeurtenissen
  5. Omgang met de wereldse aspecten van het leven
  6. Niet werken voor de wereldse rozen, doch voor de Hemelse
  7. Blind geloof in de macht van het Kruis
  8. Vervolmaking van de Ware Liefde
  9. Communicatie met God
  10. Gebruik van de Sacramenten
  11. Beschouwing van Uw medemens
  12. Totale toewijding aan Maria

Myriam, november 2009