TOTUS TUUS, MARIA !

DE HEILIGE MAAGD MARIA ALS SPIRITUELE ONTSLUITSTER

Onderrichting geïnspireerd door de Heilige Maagd Maria

naar aanleiding van gebed 1698 –
Stormaanroeping tot Maria voor een ziel in spirituele nood

via Myriam van Nazareth

Een ziel in spirituele nood is een ziel die, op welke wijze dan ook, veelvuldig handelingen stelt, woorden spreekt, gedachten, gevoelens, verlangens en/of bestrevingen koestert die deze ziel verontreinigen door haar te verwijderen van de ware levensopdracht die God voor elke ziel voorziet, namelijk een vruchtbaar werktuig te zijn voor de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Deze ziel ervaart dan spirituele nood omdat zij door haar afwijking van de Goddelijke Wet niet in harmonie verkeert met het Goddelijk Leven zoals God dit in elke ziel tot bloei wil brengen.

Spirituele nood wordt (vaak onbewust) ervaren als een gevoel van vage ontevredenheid, van 'zich niet goed voelen', van 'door God verlaten zijn', of als een gevoel van chaos in het innerlijk leven. De Heilige Maagd wijst erop, dat dergelijke gevoelens vaak uitdrukking geven aan het feit dat het geweten onbewust aanvoelt dat de ziel bezig is, het ware doel van het leven op aarde uit het oog te verliezen. Het ware doel van het leven van elke ziel op aarde ligt hierin, een oogst van werken van Liefde te verzamelen, via dewelke de Schepper en God van alle leven Zijn groot Heilsplan in de Schepping moet kunnen verwezenlijken.

De toestand van spirituele nood komt vaak tot uiting via gesteldheden die laten blijken dat het Licht van Gods Tegenwoordigheid in het innerlijk leven van de ziel (minstens gedeeltelijk) is gedoofd. Vaak betreft het hier een gebrek aan stille blijmoedigheid, die door de Hemelse Koningin wordt aangeduid als 'het Licht van de ziel', een gebrek dat aanleiding kan geven tot de meest uiteenlopende neigingen, gewoonten en gesteldheden, gaande van knorrigheid of van matheid in het gemoed en/of snel geïrriteerd-zijn tot en met strijdlust of agressiviteit (in daden en/of in woorden) en zelfs verwoestingsdrang.

De Hemelse Meesteres wijst erop, dat bijvoorbeeld op het vlak van de toppolitiek een hoge spirituele nood bij één of meer invloedrijke personages vaak de ware basis vormt voor dictatuur, oorlogszucht, drang naar uitbreiding van territorium, algemene agressie naar buurlanden toe, een atmosfeer van dreiging, grootschalige corruptie, onderdrukking, genocide en de meest uiteenlopende uitingen van schijnbaar officieel gewettigde duisternis (alle uitingen van sadisme, foltering, mishandeling). Doorgaans is een dictatoriaal of totalitair staatsregime, in de diepte beschouwd, gebaseerd op het feit dat een aantal invloedrijke figuren verduisterde gemoedsgesteldheden koesteren en deze gesteldheden over de hele samenleving laten overvloeien tot een atmosfeer van algemene duisternis binnen dewelke alle respect voor de waardigheid van Gods schepselen systematisch wordt uitgeroeid. De Koningin des Hemels wijst erop, dat precies deze atmosfeer een belichaming wordt van het rijk van de satan, dat is gegrondvest op de cultuur van de dood. In een dergelijke atmosfeer worden vaak miljoenen mensenzielen gevangenen van een wereld van verwrongen waarheden. Dergelijke zielen hebben een hoge nood aan ontsluiting.

Gebedsbloem nr. 1698 is door de Heilige Maagd Maria geïnspireerd als een buitengewoon krachtige smeking tot Haar om zielen in een dergelijke gesteldheid te helpen openen voor een ommekeer uit hun duistere neigingen of hun verduisterd innerlijk leven naar een ingesteldheid die – dit wil zeggen: een innerlijk leven dat – deze zielen (opnieuw) dichter bij de vervulling van de Goddelijke Wet kan brengen, zodat zij vruchten kunnen voortbrengen die niet langer Gods bedoelingen tegenwerken door de werken der duisternis in de wereld te helpen voeden. Dit gebed kan een ziel zowel voor zichzelf tot de Heilige Maagd richten alsook voor medemensen, ongeacht of zij deze persoonlijk kent of niet, zelfs voor politici die vaststelbaar zondigen tegen de menselijke waardigheid en andere principes die geworteld zitten in een gezonde beoefening van de Goddelijke Wet van de zelfverloochenende Liefde.

In de aanhef van gebedsbloem 1698 wordt van Maria afgesmeekt dat Zij de enige ware Meesteres van het innerlijk leven zou zijn. Toen de gekruisigde Christus vanop het Kruis sprak "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder", werd daardoor een verbond gesloten en geheiligd, door hetwelk voor alle tijden een speciale relatie werd gegrondvest tussen de Moeder van de God-Mens en alle geschapen mensenzielen. Maria werd hierdoor ten volle Brug tussen Hemel en aarde, en werd bekleed met een soevereine macht om zielen innerlijk te helpen ontsluiten voor een maximale opname van de vrucht van de Verlossingswerken die Jezus Christus heeft volbracht. Deze soevereine macht was derhalve noodzakelijk om de ziel van goede wil (dit wil zeggen: de ziel die onvoorwaardelijk bereid is om haar wil één te maken met de Wil van God Zelf) te begeleiden opdat zij de deur naar de Verlossing, die Jezus heeft bereid, daadwerkelijk zou kunnen openen.

De ziel spreekt hier derhalve de Moeder Gods aan vanuit de vaste overtuiging én de onvoorwaardelijke aanvaarding van het feit dat Maria de volheid van Haar ware Missie in het kader van de vervulling van Gods Heilsplan slechts kan vervullen in de mate waarin Zij ongeremd kan optreden als de ware Meesteres van het spirituele leven van de ziel. In dit verband is het nuttig, te wijzen op woorden die de Koningin des Hemels ooit privaat in Myriam sprak en die met Haar toelating op deze plaats openbaar mogen worden gemaakt:

"Vanzelfsprekend help Ik alle zielen waar en wanneer dit mogelijk is en binnen Gods Plannen en Werken kan worden gerechtvaardigd, want daartoe heb Ik alle macht. Weet echter, dat Ik Mijn rol als Beschermster, Begeleidster en Meesteres in het innerlijk leven van een ziel slechts kan vervullen in de mate waarin de ziel Mij daar uitdrukkelijk, vol vertrouwen en in volle aanvaarding van Mijn heerschappij in haar hart om vraagt. Om deze reden zijn Mijn Werken vruchtbaarder in een ziel die zich uitdrukkelijk aan Mij toewijdt én die Mijn hoedanigheid als haar Meesteres grenzeloos aanvaardt, én die deze toewijding en aanvaarding constant in haar hart beleeft. Toewijding aan Mij is geen gebed doch een volledige levensstijl, een volledige, praktisch beleefde levensideologie".

Deze soevereine macht, die de Moeder van de Christus van God Zelf heeft ontvangen, vormt de basis van de hoedanigheid die Maria in de volle zin van het woord maakt tot Meesteres van alle zielen: innerlijke Gids met een onaantastbare macht om de ziel optimaal te helpen ontsluiten voor een maximale vruchtbaarheid in dienst van Gods Werken, die slechts optimaal kunnen worden verwezenlijkt in de mate waarin de zielen de Werken van de Christus, alsook Zijn hartsgesteldheden, in hun eigen leven ten volle naleven, want precies dit is de volkomen vervulling van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde in de ziel.

Maria, de Moeder van Jezus Christus, laat Zich in gebed 1698 aankondigen als 'machtige Schrik der duivelen' en 'overwinnares over alle duisternis' omdat Zij de enige onder alle geschapen mensenzielen is die Haar hele leven op aarde heeft geleid en voltooid zonder ook maar één maal toe te geven aan een bekoring. Daarom kan terecht worden gezegd dat Zij een absoluut volmaakte macht over alle duivelen en al hun werken en plannen heeft gehad. Elke ziel heeft op aarde een levensroeping, die bestaat uit een volmaakte, onvoorwaardelijke toepassing van de Wet van de Ware Liefde. Maria heeft elk ogenblik van Haar leven op aarde met Haar hele innerlijke leven op absoluut volmaakte wijze aan deze levensroeping beantwoord. Omdat Haar innerlijke gesteldheden in absoluut volmaakte overeenstemming waren met Gods Wet en Zijn verwachtingen, kan worden gezegd dat Maria de enige volmaakt ontsloten ziel was.

Concreet betekent dit, dat Maria op geen enkele wijze en op geen enkel ogenblik ooit heeft toegegeven aan enige bekoring en dus nooit de geringste zonde heeft bedreven. God heeft Haar daarom aangesteld tot de onbetwistbare Koningin, Meesteres en Aanvoerster over de Legers van het Licht en tot Diegene, die de kop van de slang zal verpletteren, dit wil zeggen: Die alle werken en plannen der duisternis, en alle effecten van reeds uitgevoerde werken der duisternis, onwerkzaam, respectievelijk ongedaan zal maken en aldus de zwaar verstoorde Schepping in volmaakte harmonie met de Goddelijke Wet zal brengen. Hierdoor zal Zij de grondvesting van Gods Rijk op aarde mogelijk maken en dus de Werken van de Christus definitief helpen bekronen.

De volharding in de volmaakte beleving van de Goddelijke Wet maakt de Heilige Maagd terecht tot de volmaakte, onoverwinnelijke Beschermster en innerlijke Gids voor elke mensenziel. Met de uiteindelijke bedoeling, de ziel naar volmaakte navolging van Jezus Christus te leiden en haar aldus beter in staat te stellen om haar ware levensopdracht als kind van God te vervullen, bezit Maria de macht om elke ziel tot een oprechte zelfkennis, een groter innerlijk Licht en een ware Vrede van hart te brengen. Deze gesteldheden zijn van essentieel belang voor een ware rijping van de ziel tot een vrucht die in staat is om Gods Werken in de wereld te helpen voeden:

Zonder oprechte zelfkennis ontbreekt het de ziel aan inzicht in haar eigen fouten, tekortkomingen, ontsporingen en afwijkingen ten aanzien van Gods verwachtingen. Talloze zielen kennen zichzelf niet, dit wil zeggen: Zij zien niet in dat zij op diverse wijzen niet Gods Werken helpen verwezenlijken, respectievelijk dat zij op diverse wijzen bezig zijn, de werken der duisternis te helpen bevorderen. Dit gebeurt doorgaans via uiteenlopende ondeugden en neigingen waardoor de ziel tekortschiet in ware, zelfverloochenende Liefde of waardoor zij medeschepselen op uiteenlopende wijzen berooft van het Licht en de Vrede in hun harten of hen op welke wijze dan ook schade berokkent of hen het leven moeilijk maakt. Vele zielen ontbreekt het aan innerlijk Licht in die zin, dat zij zich niet bewust zijn van hun eigen duistere neigingen en/of dat zij de door God zozeer beminde blijmoedigheid vervangen door onvrede, neiging tot verzet tegen de omstandigheden van hun leven, een negatieve kijk op vele dingen, en allerlei duistere gesteldheden die henzelf doch ook hun medemensen beroven van innerlijk Licht en innerlijke warmte.

In de mate waarin de Heilige Maagd onvoorwaardelijk en onbetwist in het innerlijke leven van een ziel kan heersen, kan Zij Haar eigen gesteldheden van vlekkeloos Licht in deze ziel laten overvloeien, en kan Zij daardoor in deze ziel werkzaam worden als een ware ontsluitster: als een hand die de sleutel omdraait in een slot dat de ziel voordien gevangen hield in haar eigen duistere gevoelens, gedachten en verlangens. Een ziel in een verduisterd gemoed is zeer ontvankelijk voor inspiraties vanwege de krachten der duisternis. Zij sluit zich als het ware op in zichzelf en toont weinig inleving in medeschepselen of verwijst de gevoelens en behoeften van medeschepselen naar het achterplan van haar belangstelling doordat zij veel met zichzelf en haar eigen vermeende problemen bezig is, vaak ook omdat zij (meestal onterecht) het gevoel koestert, dat anderen of 'de wereld' of 'het leven' haar benadelen.

Een ziel die zich laat vervullen van Licht daarentegen, wordt ontvankelijker voor de instroming van positieve gevoelens en gedachten, en kan zichzelf helemaal veranderen in een bloembed van positieve verwachtingen, waardoor zij automatisch meer en meer spontaan zal kiezen voor werken van Liefde en Licht en zij tevens in een hoge mate kan beginnen loskomen van haar eigen verwachtingen, behoeften, en haar eigen denkwereld. Door een gevoel van toenemende innerlijke vrijheid zal een dergelijke ziel steeds minder behoefte voelen om alles voor zich op te eisen (zelfzucht, die vaak gepaard gaat met agressieve gesteldheden) en evenmin om negatieve verwachtingen en gevoelens te koesteren ten aanzien van vele dingen.

De Hemelse Meesteres vervult daarbij Haar ware rol als sleutel, als ontsluitster die in de ziel allerlei blokkades helpt opruimen. Een ziel kan als werktuig voor de verwezenlijking van Gods Werken en van Zijn Heilsplan op aarde niet vruchtbaar worden zolang zij de gevangene blijft van duisternis die zij door eigen ingesteldheid vasthoudt.

De Heilige Maagd bezat als mens op aarde een totale macht over elke duistere invloed die van buitenaf op Haar afkwam alsook over elke poging van de satan om Haar bekoringen tot om het even welke zonde of ondeugd in te fluisteren. Deze zelfde macht wil Zij delen met elke ziel die Haar daar om vraagt. Het betreft hier de macht om in elke situatie in het leven een gesteldheid te koesteren zoals deze, welke ligt besloten in de volgende woorden:

"Uit Liefde tot God en tot de Goddelijke Wet van de Ware Liefde wil ik niet toegeven aan enige innerlijke duisternis, ontmoediging, onvrede, negatieve verwachting, noch aan enige neiging om medeschepselen te schaden, te kwetsen, te ontmoedigen, te kwellen, in de steek te laten of hen achterop te stellen bij mijn eigen verlangens".

In de mate waarin een ziel erin slaagt, deze woorden tot de grote drijfveer van haar innerlijk leven te maken, komt zij meer en meer los van zichzelf, alsook van haar eigen verleden, dit wil zeggen van ervaringen uit haar eigen verleden die haar in het heden nog steeds belemmeren om het Ware Licht in haar hart te laten heersen. Omdat de Heilige Maagd totaal op God en Zijn Werken gericht bleef, kwam Zij op Haar medeschepselen over als een schitterend Licht en een bron van immense warmte. De Hemelse Meesteres beklemtoonde reeds herhaaldelijk dat een ziel Gods Tegenwoordigheid uitstraalt in de mate waarin zij het Licht in zich koestert en daardoor haar medeschepselen weet te vervullen met moed, Ware Hoop, vertrouwen, geborgenheid, levenslust en levenskracht.

Gebed 1698 wordt besloten met een smeking tot verzegeling van de betreffende ziel met het onoverwinnelijk Licht van de gekruisigde en verrezen Christus, omdat dit Licht de belichaming vormt van de almacht van God Die de ziel verlost uit de greep van de duisternis die zonder de Kruisdood en Verrijzenis van Jezus Christus de zielen eeuwigdurend van God zou hebben verwijderd. Dit zegel drukt bovendien uit dat de ware vervulling van de zin en het doel van elk mensenleven ligt in de volmaakte navolging van Jezus Christus, Die heeft aangetoond dat de ziel die de opperste beproevingen (deze van de Passie, of in het geval van elke geschapen ziel: de beproevingen van het leven in eenheid met Christus) beleeft in een gesteldheid van volmaakte zelfverloochenende Liefde, de verrijzenis voor het Eeuwig Leven in de Hemelse Gelukzaligheid oogst.

De Heilige Maagd en Moeder van Jezus Christus is de ontsluitster voor zielen in spirituele nood omdat God dit zo heeft beschikt. Haar volkomen eenheid van Hart met de Christus moest in deze functie als ontsluitster haar bevestiging en haar bekroning vinden. Zij tracht deze hoogheilige Missie te vervullen in elke ziel, doch kan en mag dit volgens de Wet der Goddelijke Gerechtigheid slechts doen in de mate waarin de ziel Haar dit uitdrukkelijk vraagt én Haar leiding onvoorwaardelijk aanvaardt en navolgt. Dit laatste is in wezen niets anders dan de praktisch beleefde totale toewijding van het hele leven en van het hele wezen van de ziel aan Haar.

Totale toewijding aan Maria heeft daadwerkelijk dit ene uiteindelijke doel: via Haar volmaakte begeleiding binnentreden in het Hart van Christus, dit wil zeggen: Christus volkomen leren navolgen.

Ware navolging van Jezus Christus is in wezen precies dit: de eigen ziel zo totaal weten te ontsluiten dat zij zich spontaan bevrijdt van alles wat de volkomen bloei van het zielenleven kan beletten. Daarom is de Meesteres van alle zielen in de ware zin de ontsluitster van de ziel, Diegene die de ziel kan openen voor een onbelemmerde overvloeiing in de Christus, wat de uiteindelijke zin is van het leven van elke ziel op aarde. Eenheid met Christus is vrij-zijn van alles wat de deur naar God gesloten houdt.

Myriam, december 2022