TOTUS TUUS, MARIA !

HET RIJK DER EEUWIGE BLOESEMS

Onderrichting vanwege Maria, de Koningin des Hemels,
over Gods Heilsplan en het Rijk Gods op aarde

aan Myriam van Nazareth

"Ik ben de Dageraad van het Rijk Gods op aarde. Ik kondig de eeuwigdurende zonovergoten zomerdag aan, de eeuwigheid waarin het Licht van Christus zal schitteren tot in de verste uithoeken van de Schepping.

In voorbereiding op de dageraad baant de zon zich reeds een weg in het verborgene, onder de horizont. Dit verborgen werk van de zon vóór zij zichtbaar opgaat, is het werk dat Ik nu, mede op grond van de toegewijde offers en beproevingen van Mijn dienaren, verricht.

Laten de zielen niet verontrust worden en niet wankelen omdat de duisternis van de nacht om hen heen nog niet lijkt te wijken. Dat zij niet vrezen: Meter na meter klimmen de lichtstralen van de strijdende zon naar de horizont. God is de zon, Ik ben de lichtbaan, Zijn stralen. Weldra bereiken Mijn voeten de einder van het nachtelijk fundament, en zal de zon zichtbaar worden doordat de duisternis onder Mijn voeten ligt.

Ik heb alle toegewijde beproevingen nodig als voetbank. Zo luidt de rechtvaardige Verordening van de Middagzon, de God van Licht, Liefde en Vrede". (woorden gesproken door de Meesteres van alle zielen op 22 december 2007)

God heeft Zijn Schepping bedoeld als een systeem binnen hetwelk alle elementen (alle schepselen) in een volkomen harmonie met elkaar samenleven en elkaar wederzijds aanvullen en ondersteunen. Gods bedoeling met dit sluitend geheel ligt hierin, dat alle elementen ervan samen zouden werken aan de voltooiing van Zijn groot Heilsplan, dat Hij heeft ontworpen tot grondvesting van Zijn Rijk op aarde.

Gods Rijk op aarde is de zijnstoestand waardoor de hele Schepping als het ware een spiegelbeeld van het Eeuwig Paradijs zal zijn. Deze toestand kan slechts worden verwezenlijkt in de mate waarin alle elementen van duisternis uit de Schepping verdwijnen, en alle effecten van de werken der duisternis teniet worden gedaan.

Het is van het grootste belang dat de mensenzielen beseffen dat de Schepping aanvankelijk een spiegel van Gods Hart was, dit wil zeggen: een systeem binnen hetwelk alle schepselen totaal waren ondergedompeld in de volmaakt liefdevolle en vredevolle atmosfeer van Gods voelbare Tegenwoordigheid en werking. Dit beeld is geschonden door de erfzonde en is steeds verder afgetakeld (dit wil zeggen: steeds verder van de gesteldheden van Gods Hart afgedreven) door de opstapeling van ontelbare miljarden afwijkingen, vanwege mensenzielen, ten aanzien van Gods bedoelingen die volledig en uitsluitend zijn gebouwd op de Wet van de ware zelfverloochenende Liefde en dienstbaarheid.

God heeft Zijn Heilsplan ontworpen als een Plan voor de verwezenlijking van een volmaakte wedergeboorte van de aanvankelijke toestand van de Schepping in een levensatmosfeer in dewelke alle schepselen baden in de volmaakte Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid die kenmerkend zijn voor de onverdeelde en onvoorwaardelijke heerschappij van Gods Wezen, dat volledig is opgebouwd uit absoluut volmaakte, onvoorwaardelijke, altijddurende zelfverloochenende Liefde.

Het Goddelijk Heilsplan of Plan van Heil is het Plan dat God met vrijwillige actieve medewerking vanwege mensenzielen in de wereld zoekt te verwezenlijken met het oog op de grondvesting van Zijn Rijk van volmaakte Liefde, volmaakte Vrede, volmaakt Geluk en volmaakte Gerechtigheid in en tussen alle schepselen op aarde. Het Heilsplan is voor alle tijden ontworpen in het Hart van God, en kan op grond van een Goddelijke Beschikking slechts worden verwezenlijkt – dit wil zeggen: worden omgezet in werkelijkheid – in de mate waarin zoveel mogelijk mensenzielen hun hele leven, al hun doen en laten, al hun gevoelens, gedachten, bestrevingen en gesteldheden van hart totaal laten leiden door de Wil van God en dit alles totaal afstemmen op de verwezenlijking van Gods doelstelling met de Schepping, die hieruit bestaat, dat de Schepping opnieuw een volmaakte spiegel van het Hart van God Zelf zou worden en blijven.

God wil voor de verwezenlijking van Zijn Plan van Heil voor de hele Schepping, met als doelstelling de grondvesting van Zijn Rijk op aarde, elke mensenziel kunnen inzetten. Elke mensenziel krijgt haar ene leven op aarde immers slechts voor dit ene doel: dat zij zich vrijwillig zou inzetten voor de verwezenlijking van het Heilsplan. God beschouwt aldus Zijn Heilsplan als een project dat moet moet worden verwezenlijkt met de volle medewerking van de mensenziel, die Hij van in den beginne heeft ontworpen als de kroon op Zijn Schepping.

Slechts in de mate waarin mensenzielen hun hele leven afstemmen op de verwezenlijking van Gods bedoelingen, kan de wereld een Rijk van volmaakte Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid worden, volkomen vrij van elk spoor van chaos, ellende, lijden, ongelukkig-zijn en elk spoor van duisternis in de innerlijke gesteldheden van de schepselen.

Het Goddelijk Heilsplan kan daarom slechts worden verwezenlijkt in de mate waarin mensenzielen hun wil gelijk maken met de Wil van God Zelf, dus in de mate waarin zij precies hetzelfde willen, verlangen en nastreven als wat God Zelf wil, verlangt en nastreeft.

Waarom wordt dit bijzonder ontwerp uit Gods Hart het Heilsplan of Plan van Heil genoemd?

Heil is de toestand in dewelke de ziel de volheid van de spirituele gezondheid, de volheid van de werkzaamheid van haar spirituele vermogens, zo dicht mogelijk benadert. Het Heilsplan is daarom Gods Plan om deze toestand in zoveel mogelijk zielen in een zodanige mate tot ontsluiting te helpen brengen dat de hele Schepping een staat moge bereiken, die wordt beheerst door een atmosfeer van volkomen spirituele gezondheid, dit wil zeggen een atmosfeer die wordt gekenmerkt door de heerschappij van wijzen van denken, voelen en verlangen die in volkomen overeenstemming zijn met de Geest van God Zelf.

Aangezien de Geest van God een Geest is van volmaakte zelfverloochenende Liefde, volkomen dienstbaarheid, volkomen Vrede van hart, volkomen Geluk, volkomen Gerechtigheid, van een totaal ontbreken van enige duisternis in denken, voelen en verlangen, en van een alles beheersend streven naar een volmaakt welzijn en geluk van alle schepselen, kan deze wereld slechts veranderen in een spiegelbeeld van Gods Hart in de mate waarin de Geest van God Zelf elke mensenziel totaal beheerst.

Dit 'beheersen' mag niet zo worden beschouwd alsof de mensenzielen Gods gevoelens en verlangens opgelegd zouden krijgen. Elke mensenziel moet een zodanige spirituele bloei weten te bereiken dat zij spontaan, vrijwillig, bewust en actief geneigd is om volmaakt in harmonie te leven met de Goddelijke Wet, dit wil zeggen spontaan en van nature te denken, voelen en verlangen zoals God Zelf, en aldus haar hele doen en laten helemaal te richten op de verwezenlijking van datgene wat God verwezenlijkt zou willen zien. In een dergelijke gesteldheid wordt de ziel spontaan gedreven door de Wil van God Zelf en wordt zij voor Hem een volkomen betrouwbaar werktuig. God kan dan zonder enige remming haar handen, mond, hart, geest en wil precies volgens Zijn verlangens en noden gebruiken. De ziel in een dergelijke gesteldheid wordt in hoge mate een spiegel van Gods Tegenwoordigheid voor al haar medeschepselen.

Gods Plan van Heil beoogt de grondvesting van Zijn Rijk in alle zielen, met als gevolg de definitieve en volledige overwinning van de Liefde over alle zonde, duisternis en ellende in deze wereld. Dit betekent meteen dat elke mensenziel in de wereld wordt gestuurd (dit wil zeggen: geboren wordt) met een uiterst belangrijke levensopdracht, namelijk dat zij door haar hele leven en alles wat een leven lang van haar zal uitgaan, in het bijzonder in alle (vaak vele miljoenen) contacten en ontmoetingen met medeschepselen (medemensen, dieren, zelfs het leefmilieu) én via al haar verborgen innerlijke gevoelens, gedachten en gesteldheden, Gods Heilsplan dichter bij zijn vervulling zou helpen brengen.

Hoe moet dit concreet gebeuren? Beschouwen wij het hele gebeuren in enkele korte stappen:

Gods enige doel en Wil is de grondvesting van Zijn Rijk van volmaakte Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid in en tussen alle schepselen op aarde.

Hij wil dit verwezenlijken via de mensenzielen.

Daarom is elke mensenziel slechts met één doel op aarde: om werktuig te zijn voor de vervulling van de Goddelijke Wet van de Liefde, want slechts via deze Wet kan Gods doelstelling worden verwezenlijkt. Deze hoedanigheid van elke mensenziel als werktuig voor de vervulling van Gods Wet – die als enige doelstelling de grondvesting van Zijn Rijk op aarde heeft – vormt tevens de enige ware zin van het leven in deze wereld.

Op 28 maart 2008 zei de Koningin van Hemel en aarde:

"Het leven is inderdaad een ontdekkingsreis. De ziel wordt op tocht gestuurd voor een reis die haar een groot aantal ervaringen moet geven, en een groot aantal situaties als middelen om verdiensten te verwerven voor de verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor de zielen. Deze reis moet door de ziel voltooid worden binnen de tijd die God haar heeft toegemeten, namelijk vóór het uur waarin haar overgang naar het Eeuwig Leven is beschikt".

Laten wij nooit vergeten dat de Schepping is gemaakt als een netwerk, waarin elk schepsel een knooppunt is en elke relatie en elk contact tussen schepselen de verbindende kanaaltjes vormen. Om deze reden moet de Goddelijke Wet worden vervuld door Ware Liefde, die in essentie is gebaseerd op zelfverloochening en dienstbaarheid: In de eerste plaats van elke mensenziel wordt verwacht dat zij al haar medeschepselen ondersteunt in de vervulling van hun respectieve levensopdrachten, opdat ook zij de rol die hen door de Schepper binnen het netwerk is toebedeeld, optimaal mogen kunnen volbrengen. In de mate waarin binnen het netwerk van de Schepping alle knooppunten (dit wil zeggen: alle schepselen) en alle kanalen die deze knooppunten met elkaar verbinden (dit wil zeggen: alle onderlinge contacten, ontmoetingen, houdingen en ingesteldheden van schepselen jegens elkaar) volledig kunnen worden beheerst door Gods Wet van de Ware Liefde, zullen onderlinge Liefde, dienstbaarheid, hulpvaardigheid en een verregaande neiging tot het achteruitstellen van de eigen vermeende behoeften en verlangens de hele werking van het netwerk bepalen. Dit betekent dat de Geest van God dan de hele Schepping vrij en onbelemmerd kan beheersen.

Laten wij ons bewust zijn van het feit dat God eveneens tot vervulling van Zijn Heilsplan Zijn Zoon in de wereld heeft gezonden als God-Mens, Messias en Verlosser. De bedoeling van de Christus was niets anders dan de verhoging van de vruchtbaarheid van de levens der mensenzielen in dienst van de vervulling van de Goddelijke Wet. Vandaar de heilige plicht van elke mensenziel om de vruchten van de Verlossingswerken van de Christus te helpen ontsluiten door Hem na te volgen in Zijn onderrichtingen en in Zijn Geest van onvoorwaardelijke dienstbaarheid, zelfverloochening en het uitdrukkelijk opdragen van alle beproevingen en kruisen van het leven voor de ontkrachting van alle effecten van de talloze werken der duisternis in de wereld.

Precies als gouden hulpmiddel om de ware navolging van Christus naar een toppunt te voeren en aldus de vervulling van Gods Heilsplan vanwege de mensenzielen te helpen verzekeren, ontwierp God het concept van de totale toewijding aan de Moeder van de Christus, Die op mystieke wijze zo intens één was gemaakt met de lijdende Messias, dat Zij met volle recht geldt als de Medeverlosseres, Diegene Die onder alle geschapen zielen op de meest uitgebreide en diepste wijze heeft gedeeld in de verlossende Smarten van de Christus en derhalve in de hoogst mogelijke mate heeft beantwoord aan Gods verwachting van navolging van de Christus en van aanvulling van de effecten van Zijn Verlossingswerken.

Maria’s hoedanigheid als Medeverlosseres op grond van Haar door God gemaakte mystieke eenheid met het Hart van Christus, de Goddelijke Verlosser, vormt één van de sterkste stenen in de fundering van het heilig contract van totale toewijding aan Maria als verbond via hetwelk een mensenziel zich op de diepst mogelijke wijze kan inzetten voor de vervulling van haar levensopdracht in dienst van de verwezenlijking van Gods Heilsplan en daardoor van de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Daarom zei de Meesteres van alle zielen reeds in juni 2006:

"De liefdevolle aanvaarding en toewijding van alle lijden en alle beproevingen vormt de fundering waarop het volledig Heilsplan van God is gebouwd. De Verlossing die Jezus aan het Kruis heeft afgekocht door Zijn Lijden in totale aanvaarding en brandende Liefde, kan pas haar volle uitwerking in de zielen krijgen in de mate waarin zij zelf het voorbeeld van Jezus navolgen. Verlossing blijft als het ware dood zolang de ziel deze niet echt in de kern van haar wezen beleeft, door alle beproevingen en kruisen zonder protest en met Liefde voor Jezus en Mijzelf te aanvaarden. Alleen dan leidt Verlossing naar haar bekroning: de heiliging. Dit is de diepe betekenis van het feit dat de Heilige Geest moest komen om het Werk van Christus af te ronden: Verlossing door Christus moet haar voltooiing vinden in heiliging door de Heilige Geest".

De levensopdracht van elk schepsel is een onderdeeltje van het grote Heilsplan. Om Gods Plan te helpen verwezenlijken, krijgt de ziel via de Goddelijke Voorzienigheid en de genadewerking het graan van Leven aangereikt, waarmee zij moet werken en waarmee zij zich moet voeden. Zij moet dit graan – dit zijn alle omstandigheden en invloeden uit haar leven en leefwereld – vermalen om de vruchtbare en voedzame korrels eruit vrij te maken. Dit vermalen gebeurt door de handelingen, alle doen en laten en alle innerlijke gesteldheden van de ziel. Daartoe is nodig dat de molen van de ziel de omhulsels van de graankorrels, evenals alle onzuiverheden, breekt, om daarna het geheel van gemalen meel, onzuiverheden en omhulsels te filtreren. De filter waarmee dit gebeurt, is opgebouwd uit het geweten en het verlangen om de ziel volkomen rein, deugdzaam en vruchtbaar te maken en te houden. Van het zuivere meel moet de ziel leven en ook haar leefomgeving voeden met uitingen van Gods Woord en met de uitstraling van Zijn heiligheid. Alle onzuiverheden echter, moet de ziel uit zich verwijderen door volhardende toewijding en totale onthechting.

Elke ziel heeft uiteindelijk slechts één doel: door bij te dragen tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan, dat onvoorstelbaar Plan dat God heeft ontworpen voor de redding, Verlossing en bevrijding van alle zielen, het Eeuwig Leven te verwerven en andere zielen naar het Heil te begeleiden.

De kwaliteit en aard van de actieve bijdragen van mensenzielen tot de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan zijn van het grootste belang. Om dit ten volle te begrijpen moet men zich het volgende voor ogen houden:

Gods Plan van Heil voorziet welbepaalde gebeurtenissen en ontwikkelingen, die zo uitgedacht zijn dat zij het Heil van de hele Schepping zouden bevorderen indien zij zich zouden voltrekken zoals Gods Eeuwige Wijsheid hen heeft voorzien. Doch de vrije wil van de mens kan elk Goddelijk Plan in de war sturen doordat deze vrije wil onaantastbaar is. God respecteert de vrije wil van de mens totaal, zelfs indien deze vrije wil de uitvoering van de Goddelijke Plannen hindert. Om deze reden zijn de zielen zelf verantwoordelijk voor alle ellende die in de wereld heerst. Alle ellende, alle onrust, heeft slechts één oorzaak: de mens die zijn vrije wil gebruikt op een wijze die niet overeenstemt met Gods inzicht en bedoelingen, en wel omdat de mens in een ongebreidelde mate ingaat op de ontelbare en zeer uiteenlopende bekoringen, influisteringen en misleidingen vanwege de duisternis.

Gods Plan van Heil met de zielen is een zeer complex geheel van ingrepen en beschikkingen vanwege de Voorzienigheid, waardoor Gods Wijsheid op onovertrefbare wijze inspeelt op omstandigheden, menselijke beslissingen, menselijke gedragingen, menselijke vermogens en menselijke roepingen. De zonde is elk effect dat tot ontwikkeling komt in, en uitgaat van, de ziel, waarin een afwijking van de eeuwige Goddelijke Waarheid vervat zit en waardoor Gods Plan van Heil voor de zielen bemoeilijkt, tegengewerkt of niet bevorderd wordt, of waardoor dit Plan in de ziel besmeurd wordt. De zonde is de verwezenlijking van de bekoring, de vrucht die groeit op het zaad van de bekoring. Elke bekoring moet worden beschouwd als giftig zaad, want zij bedreigt het Goddelijk Leven in de ziel. Men zou het zo kunnen beschouwen, dat elke zonde, elke overtreding tegen Gods Wet van de Ware Liefde, de bodem verziekt waarop God Zijn Rijk op aarde wil grondvesten. Op verziekte bodem bloeien geen Hemelse bloesems.

Gods Plan van Heil voor alle zielen is iets heel groots. In elke ziel ligt een diamant uit Gods Hart begraven. De mensheid als geheel is daarom voor God als een immense schatkist. Elk van deze diamanten moet ontgonnen, geslepen, gereinigd en veredeld worden. Dit alles te begeleiden, te beheren en te sturen, is de kern van Maria’s opdracht binnen Gods Heilsplan. Daartoe is Zij op de dag van Haar Onbevlekte Ontvangenis geroepen, en deze roeping heeft Zij met Haar eigen vrije Wil ondertekend door de woorden Mij geschiede naar Uw woord, toen de engel van God Haar instemming vroeg om de Moeder van de God-Mens te worden. Zij stelde daardoor tevens een teken voor alle mensenzielen die na Haar zouden komen, om hun hele leven totaal en onvoorwaardelijk in dienst te stellen van de verwezenlijking van het Heilsplan.

De levensopdracht van elke mensenziel gaat oneindig veel verder dan haar wereldse taken, en voltrekt zich ook op veel hogere vlakken. De ziel leeft niet voor zichzelf, noch voor de wereld. De ziel leeft voor de voltooiing van Gods Heilsplan. De schatkist moet in waarde verhogen, opdat zij de grondvesting van Gods Rijk op aarde moge kunnen afkopen en de Eeuwige Liefde de aarde moge kunnen omvormen tot een boomgaard van Gelukzaligheid.

De Hemelse Koningin spreekt geregeld over de Eeuwige Lente. De Eeuwige Lente symboliseert de gesteldheid van de ziel die door volhardende betrachting van een zo volkomen mogelijke Ware Liefde en toepassing van alle deugden een innerlijk leven leidt dat in Gods ogen, voor de verwezenlijking van Zijn Werken en Plannen zeer vruchtbaar is. Het is dus de gesteldheid die noodzakelijk is om een ziel zo vruchtbaar mogelijk te maken als werktuig voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Als mooiste symbool voor de Eeuwige Lente wees de Meesteres van alle zielen ooit op het volgende:

Toen God Haar ziel schiep zonder enig spoor van de erfzonde, plantte Hij hierdoor in het mensdom een Bloesem waarvan de bloemen nooit meer zouden verwelken. Terwijl de bloesem van Haar ziel onophoudelijk bleef bloeien en steeds nieuwe bloempjes kreeg zonder dat ook maar één ervan verwelkte, kreeg één ervan het vruchtbeginsel dat de hele heilsgeschiedenis totaal zou veranderen: de Vrucht van de God-Mens, de Christus. Uit Hem kwamen nieuwe bloesems voort (de waarlijk trouwe en Hem in de diepte navolgende christenen), en de ketting is tot op heden nooit onderbroken. In elke ziel die kiest voor een leven in belijdend christendom, bloeit een nieuwe bloesem, op voorwaarde dat zij ook daadwerkelijk de christelijke waarden ernstig neemt in alle omstandigheden van haar leven, en in het bijzonder sterk blijft in de beleving van een oprechte, zelfverloochenende Liefde en dienstbaarheid jegens al haar medeschepselen. Dat is Eeuwige Lente.

Nochtans verwelken zeer vele van deze bloesems voortijdig, vóór zij op hun beurt nieuwe bloesems kunnen voortbrengen, want lang niet elke ziel blijft Christus trouw in alle omstandigheden van haar leven en in al haar contacten met medeschepselen. De meest uitgelezen wijze waarop de bloesems hun frisheid kunnen bewaren, is deze van de totale, strikt beleefde toewijding aan Maria, de Onbevlekte Bloesem. Deze onverwelkbare Bloesem houdt de levenskracht van de aan Haar toegewijde ziel in stand door haar voortdurend te zuiveren, de dauw van de Heilige Geest over haar af te roepen, en de zon van de Goddelijke Liefde over haar te laten stralen. Onontbeerlijk echter, en dit verliezen vele zielen gemakkelijk uit het oog, is de actieve, bewuste, vrijwillige, spontane medewerking van de ziel zelf elk ogenblik van haar leven, in elke situatie en bij elk contact en elke ontmoeting met een medeschepsel alsook in haar diepste hartsgesteldheden, in dewelke zij nooit enig spoor van duisternis de kans mag geven om wortel te schieten en haar innerlijk leven te beginnen verontreinigen.

Zo komt de Meesteres van alle zielen ertoe, het Rijk Gods op aarde aan te duiden als het Rijk der eeuwige bloesems. Een Rijk dat gekenmerkt zal zijn door een volmaakte harmonie tussen alle schepselen, op grond van een vlekkeloze vervulling van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde, is een staat van leven die een spiegelbeeld moet vormen van het oorspronkelijke Aards Paradijs en daarom een stoffelijk spiegelbeeld van het Rijk der Hemelen, een Rijk waarin de bloesems van alle deugden onverwelkbaar zullen zijn geworden. De Hemelse Koningin verwijst met dit Rijk van de eeuwige bloesems, het Rijk Gods op aarde, derhalve naar niets anders dan het Messiaanse Tijdperk.

Het is een onbetaalbaar voorrecht, als mensenziel aan de bloei van dit paradijs op een bijzondere wijze te mogen meewerken door een leven in strikt toegepaste en beleefde totale toewijding aan de Vrouw, Die de grondvesting van dit Rijk zichtbaar zal bekrachtigen door de satan en al zijn werken van duisternis en hun uitwerkingen doorheen de Schepping onder Haar voeten te verpletteren. Zo zal Zij de grote Goddelijke Belofte in werkelijkheid helpen omzetten. Zij zal dit doen onder Haar onbegrensde macht als Gods grootste Wonderwerk van heiligheid in combinatie met het gewicht van alle offers en alle werken van Liefde die Haar zullen zijn aangeboden door alle zielen die het heilig contract van totale toewijding aan Haar hebben bekroond met een leven waarvan elk detail is geleid in totale overgave en dienst aan Haar.

Nooit heeft de Meesteres van alle zielen beweerd dat slechts diegenen die een leven hebben geleid in totale toewijding aan Haar, zullen worden beschouwd als actieve voorbereiders van Gods Rijk op aarde. Zij stelde van meet af aan dat totale toewijding aan Haar niet de enige weg is, die de ziel naar God kan brengen, maar dat zij wel de gouden weg van Gods voorkeur is. Met Haar eigen woorden uit augustus 2006: "De totale toewijding aan Mij is een Goddelijke Weg, de gouden weg naar de heiligheid", waarbij 'heiligheid' moet worden begrepen als de staat van de grootste vruchtbaarheid van de ziel voor de verwezenlijking van Gods Werken en Plannen. Maria is de Gouden Weg naar Christus, en derhalve de Gouden Weg voor de vervolmaking van de navolging van Christus en bijgevolg voor de voorbereiding van Gods Rijk op aarde.

In oktober 2008 zei de Hemelse Koningin: "Naarmate méér zielen sneller groeien in de Ware Liefde, zal de duisternis onwerkzamer worden. De totale toewijding aan Mij, de Meesteres van alle zielen, is de gouden weg om dit te bereiken", en wat later: "Laten de zielen begrijpen dat de Drie-Ene God Mij, Maria, aan de mensenzielen geeft als de Gouden Weg naar de verheerlijking van Zijn Werken. (...) Totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen, gevolgd door een leven in Mijn dienst, is de gouden weg naar de maximale vruchtbaarheid van de ziel, en de verwezenlijking van haar ware levensdoel: waarlijk kind van God te zijn, en zaad uit te strooien voor nieuwe vruchten van Goddelijk Leven".

Waarom zou de mensenziel de weg van Gods voorkeur versmaden door zich niet aan Maria te geven voor een leven in Haar totale dienst?

Een leven in totale toewijding aan Maria is de gouden weg naar het Hart van God en van actieve deelname aan de voorbereiding van Gods Rijk op aarde omdat Maria Gods grootste Wonderwerk van heiligheid is en daardoor onder alle geschapen zielen geldt als het ideaalvoorbeeld voor een leven naar Gods beeld en gelijkenis. Een leven in totale toewijding aan Haar is een leven van intense innerlijke vorming naar Haar Model, waardoor de ziel wordt gevormd in de innerlijke gesteldheden die de grootste kracht ontwikkelen in de strijd tegen alle duisternis in de wereld. Wanneer de innerlijke versmelting tussen de Koningin van Hemel en aarde en de ziel die haar leven leidt in innig beleefde toewijding aan Haar, een hoge graad bereikt, is daardoor sprake van een bruiloft tussen de verheerlijkte mensenziel en de mensenziel die nog in een stoffelijk lichaam leeft. Precies deze dagelijks beleefde bruiloft is het, die de rijkste vruchten verwekt voor Gods Rijk op aarde.

Voor de Christus wordt dit de bekroning van het woord dat Hij onder het hevigste Lijden aan het Kruis op Golgotha heeft verzucht: Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder. Door dit Kruiswoord werd het heilig contract ingewijd: Door een intense samenwerking tussen het onbevlekte Tabernakel van de God-Mens en de mensenzielen die hun hele leven en hun hele wezen aan Haar zullen hebben weggegeven in dienst aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan, zullen de Verlossingswerken van de Christus in het Rijk der eeuwige bloesems volkomen zijn ontsloten en zal de Eeuwige Liefde het bruidsboeket oogsten van de bruiloft tussen de volheid der Genade en de mensenzielen die de Wet van de Ware Liefde belangrijker hebben geacht dan de duisternis, en die het door de Christus zo rijk uitgestrooide zaad hebben begoten met een vruchtwater dat onder meer is gevoed door het heilig contract van de totale toewijding aan de vlekkeloos heilige Koningsdochter en Moeder van de Verlosser.

"Verheug je buitenmate, want onschatbaar groot is de genade van de bewuste en gewilde deelname aan de laatste en grootste strijd tot voltooiing van Gods Heilsplan: de strijd tussen de Vrouw en de slang, waarbij het meesterschap van de Vrouw bezegeld en verkondigd zal worden in de grondvesting van het Rijk Gods op aarde". (de Heilige Maagd Maria, Meesteres van alle zielen, tot Myriam op 28 april 2006)

Myriam, februari 2021

Bovenstaande tekst is door de Heilige Maagd Maria geïnspireerd als zelfstandige onderrichting, en is in Haar opdracht tevens opgenomen in het boek Het Heilig Contract tussen de ziel en Maria als hoofdstuk 8.