TOTUS TUUS, MARIA !

TIEN GEBODEN VOOR EEN VRUCHTBAAR DAGELIJKS LEVEN

Onderrichting door de Heilige Maagd Maria geïnspireerd als

Nieuwjaarsbeschouwing

Myriam van Nazareth

Omstreeks de jaarwisseling 2022-2023 inspireerde de Meesteres van alle zielen een richtlijn met de aanbeveling dat de zielen zich deze geregeld voor ogen zouden houden teneinde hun leven in spiritueel opzicht zo vruchtbaar mogelijk te maken. Deze richtlijn bevat als het ware het basisprogram voor een vruchtbaar christelijk leven in Gods welbehagen. Wat maakt een mensenleven spiritueel vruchtbaar?

De ware vruchtbaarheid van het leven van een mensenziel wordt bepaald door de mate waarin deze ziel concreet bijdraagt tot de verwezenlijking van Gods Werken en Plannen, door spontane, bewuste, actieve en onvoorwaardelijke beleving van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde jegens elk medeschepsel (elke medemens alsook elk dier).

In wezen wordt de vruchtbaarheid van een ziel hoofdzakelijk gedragen door de mate waarin zij al haar medeschepselen benadert vanuit een oprechte zelfverloochenende Liefde (in de zin van de onderrichting van de Heilige Maagd over de Ware Liefde) en met een onvoorwaardelijk respect voor de waardigheid van elk schepsel.

De Wet van de Ware Liefde is door de Heilige Maagd uitvoerig toegelicht in de onderrichting De Ware Liefde.

De Hemelse Meesteres gaf ooit de volgende basisreden waarom elke mensenziel elk medeschepsel onvoorwaardelijk respect verschuldigd is:

Elk schepsel (elke mens, elk dier, zelfs alle vegetatie) is lichamelijk gebouwd uit grondstof die door God is voorzien, is door Hem bezield met Leven en wordt in zijn groei, ontwikkeling en werking bestuurd door wetten die in hun onvervormde staat door Gods Intelligentie en Wijsheid zijn ingesteld. Het Leven is een uitsluitende gift van God en is drager van Zijn Goddelijke handtekening. Buiten God bestaat geen enkele kracht die Leven kan geven. Daarom zegt de Heilige Maagd dat elk levend wezen drager is van een kiem uit Gods Hart. Om deze reden bezit elk levend wezen een onschendbare waardigheid die het ontleent aan het feit dat het uit Gods Hart is voortgekomen. Deze waardigheid moet worden gerespecteerd, als een uiting van respect voor de Schepper van elk schepsel: God Zelf.

De Moeder Gods onderricht Haar Myriam sedert vele jaren in de noodzaak dat de mensenziel zich in de omgang met – of de behandeling van – elk medeschepsel, zowel medemens als dier, te allen tijde bewust zou zijn van het feit dat dit medeschepsel met al zijn kenmerken door God Zelf is ontworpen. Deze regel geldt zowel voor de behandeling van elk levend medeschepsel als voor de omgang met het stoffelijk lichaam ervan na zijn dood. Ook het stoffelijk overschot van een overleden medeschepsel blijft drager van een Goddelijk Mysterie in een lichaam dat is opgebouwd uit grondstoffen die slechts God alleen heeft gemaakt en dat, toen het nog in leven was, werd geregeerd door de Goddelijke Levenswetten.

De ziel vermindert haar vruchtbaarheid voor God door elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk gevoel, elk verlangen en elke bestreving waardoor zij leed (lichamelijk, geestelijk of moreel), ellende, chaos, ongeluk, onveiligheid, vrees, wanhoop of ontmoediging in het leven van een medeschepsel binnenbrengt.

Omstreeks nieuwjaarsdag 2023 sprak de Koningin des Hemels als volgt:

"Telkens een jaar voor eeuwig binnentreedt in het rijk der herinneringen en de werkelijkheid plaats maakt voor een nieuw jaar, maken de mensenzielen voornemens naar dewelke zij hun handelen alsook hun innerlijke leven zullen trachten te richten, in de hoop dat hun leven in het komende jaar beter in overeenstemming moge zijn met datgene wat zij van het leven verwachten.

Deze voornemens staan gewoonlijk in verband met wereldse doelstellingen, verlangens, verwachtingen en persoonlijke idealen met betrekking tot het leven in de wereld.

Ik geef elke ziel thans een richtlijn, waarvan Ik haar vraag dat zij deze onophoudelijk in overweging zou nemen en die zij dag na dag moge trachten te verwezenlijken, teneinde haar leven daadwerkelijk steeds vruchtbaarder te maken volgens datgene wat God van dit leven verwacht. Elke ziel kan deze richtlijn tevens benutten als een kleine doch uiterst waardevolle gids voor onderzoek van de ware gesteldheid van haar zielenleven:

Kind van God, leef, handel, spreek, denk, voel, verwacht, verlang en bestreef elk ogenblik zodanig dat je bij de afsluiting van elke dag oprecht en eerlijk tot God kunt zeggen:

Mijn God, ik geef U mijn voorbije dag als een geschenk van Liefde, in het verlangen dat elk ogenblik en elk element van deze dag in mijn leven de verwezenlijking moge dienen van de Werken en Plannen die U in de wereld zoekt te volbrengen teneinde voorgoed Uw Rijk van Ware Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid in en tussen al Uw schepselen op aarde te kunnen grondvesten.

Ik smeek U om verlichting van mijn hart en geest en om een oprecht inzicht in de diepste en meest verborgen gesteldheden van mijn ziel, opdat ik op Uw inspiratie in mijzelf een eerlijk antwoord moge vinden op de volgende vragen:

1. Heb ik vandaag elk medeschepsel dat op welke wijze dan ook mijn levensweg heeft gekruist, oprechte zelfverloochenende Liefde, medeleven en respect geschonken?

2. Heb ik vandaag op elk ogenblik zo gehandeld, gesproken, gedacht, gevoeld, verwacht, verlangd en nagestreefd dat ik geen enkel medeschepsel pijn, leed, schade of verdriet heb berokkend, doch heb ik er integendeel toe bijgedragen dat elk medeschepsel met hetwelk ik vandaag via handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, verwachtingen, verlangens of bestrevingen verbonden ben geweest, door mijn toedoen een goed gevoel, een gevoel van innerlijke Vrede, een gevoel van geborgenheid, van Hoop, bemoediging en vertrouwen kan hebben ervaren?

3. Heb ik ertoe bijgedragen dat elk medeschepsel met hetwelk ik vandaag op welke wijze dan ook verbonden ben geweest, mede door mijn toedoen is gesterkt in de innerlijke ervaring van Uw Goddelijke Tegenwoordigheid en van Uw diepe en onbegrensde Liefde voor dit schepsel, zodat het mede door mijn toedoen moge zijn gesterkt in de stille zekerheid dat het voor zijn God een betekenis en belang heeft dat het leeft?

4. Heb ik vandaag op elk ogenblik zo gehandeld, gesproken, gedacht, gevoeld, verwacht, verlangd en nagestreefd dat ik een kanaal van Licht en warmte ben geweest voor elk medeschepsel met hetwelk ik op welke wijze dan ook verbonden ben geweest, zodat ik voor dit schepsel niet een bron van leed, duisternis of dreiging ben geweest doch integendeel dit schepsel in aanraking met mij een bevestiging moge hebben ervaren van zijn waardigheid als bouwwerk van U, onze God?

5. Heb ik vandaag op elk ogenblik zo gehandeld, gesproken, gedacht, gevoeld, verwacht, verlangd en nagestreefd dat ik via een oprechte blijmoedigheid het leven van elk medeschepsel met hetwelk ik op welke wijze dan ook verbonden ben geweest, kan hebben verlicht, en ik noch de levensweg noch het hart van enig medeschepsel kan hebben verduisterd of bezwaard?

6. Heb ik vandaag in elk opzicht geleefd in een gesteldheid van oprechte zelfverloochening om medeschepselen hulp of een goed gevoel te bereiden, of heb ik eigen verlangens of vermeende noden voorrang gegeven?

7. Ben ik mij vandaag oprecht en ten volle bewust geweest van mijn ware positie en rol binnen het netwerk van Uw Schepping, zodat ik spontaan nederig en bescheiden ben geweest en geen enkel medeschepsel het gevoel kan hebben gegeven dat ik het lager of minder waard acht dan mijzelf? Heb ik mijzelf in geen enkele situatie te hoog geacht om elk medeschepsel van harte en ongeremd te dienen in zijn noden?

8. Heb ik vandaag elk medeschepsel spontaan behandeld met zachtmoedigheid en tederheid op grond van een waar besef van de broosheid van elk schepsel van God in lichaam en in gevoelens? Heb ik in elk contact met een medeschepsel ten volle beseft dat het gevoelens kan hebben en dat ik derhalve de stroming van de Liefde in zijn hart kan schaden door ongevoeligheid, tactloosheid, kwetsende woorden of gevoelloos gedrag?

9. Ben ik vandaag oprecht bezorgd geweest om het lot en de noden van mijn medeschepselen, of ben ik integendeel onverschillig geweest en slechts bekommerd om de bevrediging van mijn eigen vermeende behoeften, belangen en verlangens? Heb ik in daden, woorden, zelfs in mijn diepste gedachten, gevoelens en verlangens getracht om een positief verschil te maken in het leven van alle medeschepselen met dewelke ik vandaag op welke wijze dan ook verbonden ben geweest?

10. Heb ik vandaag oprecht berouw gevoeld over eigen fouten, tekortkomingen, nalatigheden of om het even welke overtreding tegen de Ware Liefde jegens om het even welk medeschepsel?

God verwacht van elke ziel dat zij betracht om in alle situaties, omstandigheden en gebeurtenissen van haar leven en bij elke ontmoeting met een medeschepsel Licht en warmte te verspreiden, zodat zij haar leefwereld kan bevruchten met rust, Vrede en geborgenheid. In de mate waarin de ziel dit alles weet te volbrengen vanuit een oprechte betrachting om het leven van haar medeschepselen niet nodeloos te verzwaren doch hen integendeel zo dicht mogelijk bij de ervaring van Waar Geluk te brengen, beantwoordt zij aan de eerste levensopdracht van elke mensenziel, die hieruit bestaat dat zij de God van de Ware Liefde voor elk medeschepsel voelbaar tegenwoordig zou stellen. De ziel kan dit slechts doen in de mate waarin zij de zon in haar hart niet laat doven. De zon die God in elk mensenhart tracht te doen stralen, bestaat uit het Licht van oprecht Geloof en oprechte Hoop en de warmte van oprechte Liefde.

De ziel die hieraan ten volle beantwoordt, weet met zekerheid dat God ononderbroken bezig is, de Schepping naar de eindoverwinning van het Licht en het Ware Geluk te leiden, en laat zich niet misleiden door de schijnbare macht van de duisternis in de wereld, want zij weet met zekerheid dat de enige waarlijk onoverwinnelijke macht in de Schepping deze van de Liefde is, daar de Ware Liefde een kracht is die rechtstreeks uit het Hart van God stroomt en die elke ziel doorheen de Schepping moet helpen verspreiden.

De ziel die zich oprecht tot levensdoel heeft gesteld, elk medeschepsel in staat te helpen stellen om in zijn leven het Licht en de warmte van de zon van Gods Tegenwoordigheid en werking te ervaren, beschouwt elke zwakheid of kwetsbaarheid in een medeschepsel als aanleiding om dit medeschepsel voluit ondersteuning, hulp en zelfverloochenende Liefde te geven. De vaststelling van een punt waarop een medeschepsel zwak of kwetsbaar is, mag in geen geval aanleiding geven tot uitbuiting en misbruik. De ziel die zwakheden en kwetsbaarheden in medeschepselen uitbuit of misbruikt, maakt zich tot werktuig van de duisternis.

De duisternis buit bijvoorbeeld de kwetsbaarheid van een lichaam uit om medeschepselen te folteren, vaak om dezen ertoe te dwingen om mee te werken aan de bevrediging van eigen duistere verlangens, en misbruikt om het even welke zwakheid in schepselen om hen op welke wijze dan ook te verwoesten, te vernederen, uit te schakelen of te misbruiken voor de verwezenlijking van eigen doelstellingen, die uiteindelijk de grondvesting van het rijk van de satan in de wereld beogen. Op grote schaal kan dit worden vastgesteld in totalitaire politieke regimes (dictaturen), die steeds onder meer worden gekenmerkt door foltering en verdrukking op grote schaal, een optreden via hetwelk de satan door een dergelijk regime zijn rijk van duisternis tracht te grondvesten en uit te breiden door verspreiding van angst voor lichamelijke, geestelijke en morele kwelling.

Leef te allen tijde in het besef dat God de ziel na haar leven op aarde oordeelt volgens de maat waarin zij jegens Hemzelf, jegens al Zijn Werken en Plannen en jegens al haar medeschepselen op aarde een ware, zelfverloochenende Liefde en dienstbaarheid heeft beoefend, en volgens de maat waarin zij in alle omstandigheden van haar leven heeft getracht om de waardigheid van al haar medeschepselen in stand te houden of te helpen verhinderen dat deze waardigheid op welke wijze dan ook zou worden geschonden. Uit dit alles trekt God onfeilbare conclusies over de maat waarin een ziel waarlijk heeft geleefd ten bate van Zijn Werken, of omgekeerd Zijn Werken heeft helpen schaden, de verwezenlijking ervan heeft tegengewerkt of deze Werken heeft helpen verwoesten. In het eerste geval heeft haar leven de cultuur van de Liefde, het Licht en het Leven gediend, in het tweede geval heeft het de cultuur van de haat, de duisternis en de dood gediend. In het eerste geval heeft de ziel in al haar medeschepselen gevoelens van Vrede, Geluk, levensvreugde, bemoediging en geborgenheid tot stand gebracht, in stand gehouden en/of bevorderd, in het tweede geval heeft zij in haar medeschepselen gevoelens van onvrede, ongeluk, neerslachtigheid, ontmoediging, onzekerheid en onveiligheid tot stand gebracht, in stand gehouden en/of bevorderd.

Tot elke ziel richt Ik met de grootste nadruk deze aansporing tot overweging: Kind van God, kun je Vrede vinden met je leven indien je niet alles hebt gedaan om te helpen zorgen dat geen enkel medeschepsel moet leven in een wereld van onvrede, waarin zoveel Liefde niet wordt uitgewisseld? De wereld moet worden gereinigd van immens veel duisternis. Van elke mensenziel verwacht God dat zij haar eigen leefwereld helpt vervullen van Licht en oprechte Liefde. Onder de leefwereld van de individuele ziel versta Ik het geheel van haar persoonlijke contacten, relaties en communicaties met elk medeschepsel dat haar levensweg op welke wijze dan ook kruist. De ziel wordt geacht, haar leefwereld met Licht en Liefde te vervullen via elke handeling, elk woord, elk gevoel, elke gedachte, elk verlangen en elke bestreving die van haar uitgaan en bij dewelke één of meer medeschepselen zijn betrokken. Dit betekent concreet dat elke mensenziel elke handeling, elk woord, elk gevoel, elke gedachte, elk verlangen en elke bestreving jegens – of in verband met – een medeschepsel, moet vervullen met Licht en oprechte Liefde en vrij moet houden van elke mogelijke bron of invloed van duisternis.

Slechts op deze wijze kan de ziel voor elk medeschepsel een kanaal van Licht, Liefde, Geluk, geborgenheid, veiligheid, Vrede, levensvreugde, bemoediging, kortom van goede gevoelens zijn en aldus waarlijk God en Zijn zuivere Liefde tegenwoordig stellen. Zo zal God kunnen oordelen dat haar leven in Zijn Schepping voor haar medeschepselen een positief verschil heeft gemaakt, dat mensen en dieren die Zijn Voorzienigheid op de levensweg van deze ziel heeft gestuurd, méér Licht, Liefde, Geluk, geborgenheid, veiligheid, Vrede en levensvreugde hebben ervaren omdat deze ziel in hun leven is geweest, hetzij voor langere tijd hetzij slechts kort.

Elke ziel kan deze richtlijn beschouwen als een aansporing tot vervolmaking van haar innerlijk leven als werktuig via hetwelk God Zijn Werken van Liefde op aarde zoekt te verwezenlijken, want dit is de ware levensroeping en levensopdracht van elke mensenziel. Daarom wil Ik het geheel van de punten in deze richtlijn tevens aanduiden als Tien Geboden voor een vruchtbaar dagelijks leven. De vervolmaking van de ziel in deze punten brengt haar in de diepste zin van het woord tot ware navolging van Christus".

Myriam, januari 2023

 
De Meesteres van alle zielen vraagt dat Haar bovenstaande onderrichting/richtlijn zou worden beschouwd in combinatie met Haar buitengewoon belangrijke onderrichting De Ware Liefde uit december 2021.