TOTUS TUUS MARIA !

UW LAATSTE REDMIDDEL –
DE MACHT VAN MARIA TOT ONTWAPENING VAN HET KWAAD

Beschouwing over de zonde, heiliging en Mariatoewijding

Myriam van Nazareth

Vele moderne mensen geloven niet meer in het kwaad, de satan. Het is echter door hem te negeren dat hij zo sterk is geworden. Kijken we maar naar de wereld om ons heen. Hij kan met zijn intriges onze geest totaal ondermijnen en ons hart verstoppen. Zo worden velen koudhartig en ongelovig, en geven God de schuld voor al hun tegenspoed. Wij laten ons zo gemakkelijk meeslepen door gedachten in verband met wereldse dingen die belangrijk lijken doch dat niet helemaal zijn. Het is de vorst van de wereld, de kracht van de duisternis, die ons in die nevel vasthoudt teneinde ons van verheven denken en de beschouwing van God af te leiden. Zo wordt het kwaad sterker en sterker, de wereld steeds slechter, en de ellende van ieder van ons steeds groter. Het kwaad is niet iets ontastbaars dat buiten ons staat. Het tracht zonder ophouden, ook Uw eigen ziel te vergiftigen. Jezus zei het reeds bij herhaling: "Wees waakzaam! Herken de tekenen". U kunt leren, greep te krijgen op het kwaad om U heen, om zo Uw eigen ziel te zuiveren en Uw bijdrage te leveren om deze wereld klaar te maken voor het Rijk Gods.

Wat zijn de grote voedingsbodems van het kwaad? Liefdeloosheid en onzuiverheid. Dit is gemakkelijk te begrijpen: Liefde en zuiverheid vormen de fundamenten van de heiligheid. Het zijn dan ook die fundamenten die door het kwaad als eerste aangevallen worden.

Om het kwaad te bestrijden, is het noodzakelijk dat U eerst en vooral in Uzelf, in Uw eigen gedrag, gedachten, woorden, gevoelens en bestrevingen (verlangens), alles leert herkennen dat afwijkt van de geboden van Liefde en zuiverheid. Met andere woorden, ieder van ons moet zijn eigen zondebesef aanscherpen: zich beter bewust worden van zijn onvolkomenheden, fouten, zonden, teneinde steeds beter te kunnen voldoen aan het groot verlangen van Jezus 'Wees volmaakt zoals Uw Vader in de Hemel volmaakt is'. Jezus weet heel goed dat geen mens absoluut volmaakt kan zijn, maar Hij beoordeelt ieder mens wel naar de mate waarin die mens ernaar streeft om de volmaaktheid te benaderen, want die poging, die inspanningen, tonen aan hoeveel Liefde tot God en tot de naaste die mens wil opbrengen, en het is volgens de maat van haar Liefde dat de ziel geoordeeld wordt wanneer haar leven ten einde loopt.

Wat is zonde? Zonde is alles waardoor de mens afwijkt van Gods Wil, van de Goddelijke Wet die verwacht dat wij een heilig leven leiden. De fundering waarop de heiligheid is gebouwd, bestaat in de eerste plaats uit Liefde en zuiverheid.

Liefde betekent: zichzelf achter de medemens stellen, zichzelf wegcijferen voor de medemens, zich volledig geven opdat de medemens het beter zou hebben, om zijn last te verlichten en zijn kruis te helpen dragen. Bedenk steeds dat in ieder mens Jezus leeft. Door de medemens te helpen bij het dragen van zijn lasten, helpen wij in spirituele zin Jezus’ Kruis dragen.

Zuiverheid betekent: handelen, denken, spreken, voelen en willen zoals God van U verwacht, en aldus alles vermijden wat de ziel vervuilt en U van de toestand van heiligheid verwijdert.

Zonde is dus in de eerste plaats, alles wat afwijkt van de Liefde en de zuiverheid. Over het algemeen wordt het verschijnsel 'zonde' veel te eng bekeken. Vele mensen, ook mensen die zichzelf 'goede christenen' noemen, zijn van oordeel dat zij 'niet zondigen' omdat zij niet moorden, niet stelen, geen overspel plegen of geen andere zonden begaan die uitdrukkelijk uit de formulering van de Tien Geboden blijken. Doch om naar de volmaaktheid te groeien, is het ook noodzakelijk om op de talrijke 'kleinere' onvolkomenheden te letten die, alles bij elkaar, een ernstige smet op Uw ziel kunnen werpen. Een volledige opsomming geven van alles wat zonde is, is onmogelijk doch de volgende 33 punten werden mij ingegeven als een kleine leidraad om U een stap op weg te helpen bij een gewetensonderzoek (bedenk dat dit tevens een symbool is voor de 33 levensjaren van Jezus). Ga bij Uzelf na in welke mate U eventueel tekortschiet op de volgende punten (overtredingen tegen de Liefde en/of de zuiverheid):
  1. Kritiekzucht (op alles en iedereen wat aan te merken hebben, steeds weer de negatieve kantjes van iemand zien en die in het licht stellen)

  2. Negatieve dingen zeggen over de medemens

  3. Onverdraagzaamheid, vlug geïrriteerd zijn

  4. Onvriendelijk of nors zijn tegen de medemens (dit is doorgaans een uiting van onvrede in het hart, wat vaak wijst op een niet-aanvaarden van dingen die in Uw leven gebeuren, in plaats van deze dingen aan God op te offeren voor het Heil van zielen; hier schuilt soms ook gebrek aan vertrouwen in de Voorzienigheid achter)

  5. De medemens bespotten of beledigen, in het gezicht of achter de rug

  6. Roddel, laster, achterklap

  7. Neerbuigend spreken over de medemens, of hem neerbuigend of kleinerend behandelen

  8. Onoprechtheid (vriendelijk zijn in het gezicht, doch achter de rug negatieve dingen zeggen; ook dingen zeggen of vragen met bijbedoelingen…)

  9. Opvliegendheid, gebrek aan zachtmoedigheid (stel U steeds voor dat Jezus in de naaste leeft, en dat U dus in feite tot Jezus spreekt!)

  10. Geen gelegenheid voorbij laten gaan om over eigen tegenslagen of leed te klagen (dit betekent dat men zijn eigen kruis met onvoldoende Liefde draagt)

  11. Op andermans gevoelens spelen om daar voordeel uit te halen (dit is een vorm van bedrog, misbruik van de Liefde of het medeleven van de ander)

  12. Twistziek zijn, op alles vitten, gemakkelijk ruzie maken

  13. Verbittering, veelvuldig sarcasme in Uw woorden (dit zijn uitingen van ontevredenheid met de situatie waarin God U heeft geplaatst)

  14. Egoïsme, hebzucht in zijn talloze uitingsvormen

  15. Onmatigheid en begeerte (dit zijn ook vormen van egoïsme)

  16. Oneerlijkheid in zijn vele vormen

  17. Een negatieve ingesteldheid koesteren ten aanzien van het leven en Uw medemens, over alles in negatieve termen spreken (ook een neiging tot veelvuldige zwartkijkerij hoort hierbij)

  18. Gebrek aan blijmoedigheid

  19. Gebrek aan gelijkmoedigheid (zodat de medemens niet weet wat hij aan U heeft)

  20. Gebrek aan vertrouwen in de Voorzienigheid (dit wordt beschouwd als een zonde tegen het 1e gebod "Bovenal bemin één God")

  21. Opstandigheid tegenover de eigen levenssituatie

  22. Ondankbaarheid tegenover God en de medemens

  23. Onverschilligheid (is een gebrek aan Liefde)

  24. Gebrek aan vergevingsgezindheid, wrok, haatdragendheid (indien U de naaste niet vergeeft, zal God ook U niet vergeven!)

  25. De medemens in gevaar brengen door woorden of daden, of hem schade berokkenen

  26. Jaloersheid, afgunst, nijd, na-ijver

  27. Beloften of afspraken niet nakomen

  28. Geldingsdrang, U absoluut willen 'doorzetten' (wat men 'assertiviteit' noemt; dit is in feite een uiting van het feit dat U zichzelf belangrijker acht dan Uw naaste)

  29. Dingen verklappen die U in vertrouwen medegedeeld zijn (een uitzondering is: wanneer iemand U medeplichtig wil maken aan een onchristelijke daad)

  30. IJdel vermaak de voorrang geven op de Liefde tot God of de naaste, bijv. liever televisie kijken dan de naaste te helpen of te bidden

  31. De voorrang geven aan wereldse dingen op de belangen van de ziel. Wereldse dingen zijn vaak valstrikken van het kwaad om de mens in onzuiverheid te trekken. Hierbij horen alle verleidingen die te maken hebben met geld, bezit, seksualiteit, genotzucht

  32. Willen opvallen in gedrag en woorden (in tegenstelling tot ingetogenheid). Willen opvallen is een vorm van hoogmoed en zucht naar erkenning

  33. Oordelen en veroordelen. Dit komt alleen God toe. Wij kunnen zelfs niet over iets of iemand oordelen, want wij kunnen nooit alle factoren kennen die tot een situatie of een gedrag of woord hebben geleid.

Bedenk bij dit alles dat de zonde des te ernstiger wordt wanneer U met dergelijke 'overtredingen' een medemens meesleurt in de onzuiverheid en/of liefdeloosheid, bijvoorbeeld door te verwachten dat die ander U in het gelijk stelt. Wanneer U deze 33 punten zo stipt mogelijk in acht neemt, zult U steeds méér gelijken op Maria, Uw Hemelse Moeder, de enige mensenziel die volmaakt was. Zij is de allerheiligste 'Meesteres van alle deugden'. Laat daarom Uw ziel overspoelen door Maria’s heiligheid. Hoe? Door Haar beeltenis zo levendig in Uw geest te prenten dat Zij U constant voor ogen staat. Telkens U aan Haar denkt, treedt Uw ziel met Haar in contact, en bij elk contact 'werkt' Zij in U. Hoe langer die geestelijke aanraking duurt en hoe meer U Uw hart waarlijk in diepe Liefde voor Haar openstelt, des te dieper zullen de veranderingen zijn die Zij in Uw ziel bewerkt.

Hoe stelt U Uw hart open voor Maria? Door echt vurig naar Haar te verlangen. Denk aan Haar terwijl U intens verlangt dat Zij 'bij U op bezoek zou komen'. Wees ervan overtuigd dat Zij dat zal doen. Jezus zei reeds dat wij alles wat wij vragen en wat voor ons goed is, zullen krijgen. Verlangen naar Hemels bezoek in ons hart, is goed, zowel voor onze eigen ziel als voor het Heil van hen met wie wij in aanraking komen, dus hoeven wij niet te vrezen dat een dergelijk verzoek niet ingewilligd zou worden. Alleen moet daarvoor in Uw hart een betrachting van Liefde en zuiverheid leven. Wanneer dit het geval is, trekt U als vanzelf de Heilige Geest naar U toe, Die U de weg naar de volmaaktheid zal tonen. Maria zal Uw eeuwige Metgezellin op die weg zijn.

Wie vurig naar Maria verlangt, wordt bezield door de Ware Liefde. Liefde doet een ziel stralen, zij maakt haar tot een lichtende Vlam in deze wereld van duisternis.

Het Licht van de Liefde trekt Hemelse zielen aan. Maria wil alle vurig en totaal aan Haar toegewijde zielen met elkaar verbinden als een net van lichtende Vlammen, waarin het kwaad gestrikt zal worden om daarna onder de macht van Haar heilige voeten vernederd en verpletterd te worden in het teken van het Kruis van Jezus Christus. Ook U kunt een lichtpunt worden in dit net dat de wereld zal redden, door Uw vurig gebed, offers, boetedoening, verstervingen, aanhoudende Liefde en naastenliefde en volhardende zuiverheid, met andere woorden door Uw betrachting van heiligheid. En hier gaat het om: Wanneer wij de wereld van de ondergang willen redden, moet het kwaad gebroken worden, en dat zal des te sneller gebeuren naarmate ieder van ons ertoe bereid is, zijn/haar eigen ziel volledig te zuiveren en met Vuur de volmaaktheid en heiligheid te betrachten.

Bekeer U elke dag weer, want totale bekering is een groeiproces, en maak regelmatig gebruik van het Sacrament van de Biecht. U kunt, naast de Tien Geboden, ook de bovenstaande 33 punten hierbij tot leidraad nemen. God heeft de mensheid drie grote redmiddelen aangereikt om zich opnieuw te heiligen na de zondeval (de erfzonde). De meeste mensen zien deze redmiddelen niet, doch door vurig gebed worden zij voor U uitgetekend als een weg naar het Heil.

Het Eerste Redmiddel heeft God ons gegeven met de Menswording en het verlossend Lijden en Sterven van Zijn Zoon Jezus Christus, Die mens is geworden om in een mensenlichaam de zonden der mensheid uit te boeten. Ik verwijs hier naar de beschouwingen De waarde van lijden en gebed als wapens tot bevrijding van de wereld uit de zonde, Waarom is Jezus mens geworden? en Bekeer U, want het Rijk Gods is nabij. Dit eerste redmiddel is waarlijk het begin van een Nieuw Verbond geweest, een verbintenis tussen God en de mensheid tot redding en Eeuwige Gelukzaligheid van alle zielen die oprecht de weg van Christus willen gaan.

Het Tweede Redmiddel is ons eigen Doopsel, het feit dat wij als christenen geboren zijn en door het Doopsel een Verbond met de Heilige Geest hebben gesloten, Die ons door Zijn Gaven en Zijn inspiraties wil leiden naar de heiligheid. Opdat dit redmiddel vruchtbaar zou blijven, is het noodzakelijk dat wij onze christelijke erfenis in stand houden. Wij moeten dat doen door als ware christenen te leven, en dat kan alleen mits wij: de Geboden onderhouden (in de eerste plaats de Liefde en de zuiverheid!), zo vaak mogelijk de Eucharistie bijwonen (het Heilig Misoffer als de gedachtenis aan het Verlossingsoffer van Jezus aan het Kruis, met de Heilige Communie als Mystieke Vereniging met de Verlosser: 'Gij deelt ons mens-zijn en neemt ons op in Uw Goddelijk Leven…'), veelvuldig vurig gebed, het medeverlossend offer van al onze beproevingen, en regelmatig gebruik van het Sacrament van de Biecht tot zuivering van onze ziel.

Het Derde en laatste Redmiddel is de genade van de toewijding van Uzelf aan Maria, de Koningin van de Eindtijd. Zij is sedert Haar Onbevlekte Ontvangenis door God uitverkoren om een sleutelrol te spelen in het Goddelijk Heilsplan voor de mensheid. Zij werd geschapen zonder de erfzonde, dus in absoluut volmaakte heiligheid (vandaar de term Onbevlekte Ontvangenis: ontvangen zonder enige vlek op Haar ziel), omdat Zij waardig moest zijn om de Messias, Jezus Christus, de Zoon van God, ter wereld te brengen. Zij deed dit met volkomen behoud van Haar maagdelijkheid, zodat elke menselijke (dus bevlekte) inmenging bij de geboorte van de Verlosser uitgesloten was en geen twijfel kon rijzen over de uitsluitend Goddelijke oorsprong van de Messias. Tijdens het leven van Jezus op aarde was Maria reeds de Moeder van Smarten, want alle beproevingen van Haar heilig leven voegde Zij toen reeds bewust toe aan het grote Offer dat Haar Goddelijke Zoon voorbereidde: het Offer van Zijn eigen leven. Toen Hij dit op Golgotha aan het Kruis voltrok, werd Maria ten volle de Medeverlosseres: Terwijl Jezus aan het Kruis hing te sterven tot uitboeting van de zonden der mensheid, stond Maria aan de voet van het Kruis te sterven in Hart en ziel, want Zij was Zich ten volle bewust van de onpeilbaar diepe mystieke betekenis van wat zich vóór Haar ogen aan het voltrekken was: de Verlossing van de mensheid via een weg waarvan de bovennatuurlijke diepgang aan Jezus en Haar alleen ten volle was ontsloten. Vanop het Kruis maakte Jezus Haar tot Moeder van alle mensen. Zij die de Moeder van Gods Zoon was, werd nu ook Moeder van alle mensen, zodat de eenheid van alle mensen met God nu ook via Haar op mystieke wijze bezegeld werd.

God heeft gewild dat de mensheid alle genaden (dit zijn alle gaven die onze ziel nodig heeft om te groeien, en in bepaalde gevallen gaven die ons op het vlak van de dingen der wereld vooruithelpen) zouden ontvangen op Maria’s Voorspraak als onze Moeder. Daarom is Zij de Middelares van alle Genaden en Voorspreekster bij God. Maria’s macht is onbegrensd. Zij heeft door Haar verdiensten hier op aarde een onbeperkte invloed in handen gekregen. Niets wordt Haar geweigerd, vandaar dat bijvoorbeeld de heilige Montfort zei dat Maria in de orde der Genade almachtig is. Alles is aan Haar voeten gelegd. De volheid van de genade die Zij geniet, strekt zich verder uit tot het einde der tijden, want God heeft gewild dat de duivel, die sedert de schepping van de eerste mens de mensheid belaagt, door een mensenziel overwonnen zou worden. Jezus Christus heeft de duivel het laatste woord ontnomen door Zijn Lijden en Sterven aan het Kruis, want sedertdien staat de Hemel opnieuw voor ons open (het eerste redmiddel). Het is echter aan ieder individu afzonderlijk om van die Verlossing daadwerkelijk de vruchten te plukken door een oprecht christelijk leven (het tweede redmiddel). Doch nu de spirituele toestand van de mensheid als geheel zo diep is weggezonken en een verbijsterende meerderheid van de zielen de staat van genade (de heiligheid) niet eens meer benadert, berust de macht bij Maria, een mensenziel, om het kwaad de laatste slag toe te brengen. Zij is de Koningin van de Eindtijd.

In Jezus Christus heeft God de duivel overwonnen, doch in Maria zal ook de mensheid hem overwinnen, wat voor het kwaad een veel grotere vernedering betekent. Daarom is het van het grootste belang dat wij Maria erkennen als onze Medeverlosseres. Als derde en laatste redmiddel voor de mensheid en de wereld heeft God de mogelijkheid voorzien dat de mensenzielen zich achter Maria zouden scharen in Haar hoedanigheid van Medeverlosseres. Zodra dit gebeurt, kan het kwaad definitief vernietigd worden. God eerbiedigt de vrijheid die Hij de mens heeft gegeven, en grijpt niet ongevraagd in de gang van de wereld in. Zodra de mensheid zich echter massaal achter Maria schaart, houdt dit een erkenning in van de macht van Maria als Medeverlosseres. De taak van Jezus als Verlosser is volbracht. Maria heeft nu in zekere zin de rol overgenomen als Medeverlosseres, Die hiervoor verder blijft putten uit de nooit opdrogende Bron van Genaden die door Jezus aan het Kruis is ontsloten en die blijft vloeien op grond van de dagelijkse gedachtenissen aan dit Offer van de Verlosser in de Heilige Missen over de hele wereld. Bedenk dit goed, het is de sleutel tot een goed begrip van Gods Barmhartigheid in deze eindtijd. De grootst mogelijke dankbaarheid die U God voor Zijn Barmhartigheid kunt betonen, is Uw toewijding aan Maria.

Toewijding aan Maria betekent heel eenvoudig, op plechtige wijze tot Maria zeggen dat U Haar wilt toebehoren met ziel, geest, hart en lichaam, en dat Uw hele leven (verleden, heden en toekomst), alles wat U doet, zegt, denkt, voelt, verlangt en nastreeft, al Uw vreugden en verdriet, pijnen, ziekten, beproevingen, werkelijk alles, alleen nog Haar toebehoort:

Totus Tuus ego sum, Maria, et omnia mea Tua sunt
(Ik ben geheel van U, Maria, en al het mijne is van U).

Dan zal Zij U helemaal in Zich opnemen en U in alles leiden. U herhaalt dat verlangen bij voorkeur dagelijks, als een plechtige gelofte, en vooral: U moet hiernaar leven. Een leven als toegewijde is een constante vernieuwing van Uw doopbeloften (U merkt hoezeer de beantwoording aan dit derde redmiddel aansluit op het tweede redmiddel dat God U heeft gegeven), dus verzaking aan het kwaad, alle zonde en bekoringen trachten te vermijden en deze met kracht bestrijden. U wordt dan apostel van Maria en van het Kruis. Wanneer ieder van ons dit doet, ontstaat een ware Ketting van Licht, een machtig leger van Maria. Dan zal zich de Triomf van Maria voltrekken, de overwinning van het Licht op de duisternis, en kan God ingrijpen met de lang verwachte Wederkomst van Jezus en de vestiging van het Rijk Gods op aarde.

Zo heeft God het gewild: dat wij
  • Zijn eerste redmiddel aanvaarden (verbond met Jezus),
  • alsook Zijn tweede redmiddel (verbond met de Heilige Geest),
  • en tot slot Zijn derde redmiddel (verbond met Maria).

Jezus – de Heilige Geest – Maria: het hoogheilig Trio dat ook op Golgotha het groot Offer van Verlossing heeft voltrokken, geheiligd, en aan de Vader heeft aangeboden. Leg daarom jegens de Vader de gelofte af dat ook U deel wilt hebben aan dit driemaal heilig Verbond, tot ontwapening van het kwaad en tot redding van de wereld.

Myriam, november 2002