TOTUS TUUS, MARIA !

MARIA, SCHRIK DER DUIVELEN

Oproep vanwege de Meesteres van alle zielen
tot speciale gedachtenis aan Haar hoedanigheid
als Schrik der duivelen

door Haar gedicteerd aan Myriam van Nazareth

in de nacht van 7 op 8 mei 2025

Maria, de Meesteres van alle zielen, is in de volle zin van het woord de Schrik der duivelen, Diegene Die de satan en zijn gevolg met de grootste vrees vervult omdat Haar levenslange absoluut volmaakte zondeloosheid Haar een eeuwigdurende onoverwinnelijke macht over alle duisternis heeft verleend. Haar hele aardse leven lang, vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis tot in het uur van Haar Opneming ten Hemel, overwon Zij elke bekoring, waardoor Zij blijk gaf van een totale en onaantastbare macht over de duivelen.

Precies op grond van Haar volmaakte vervulling van de Goddelijke Wet werd Zij gedurende Haar leven ontelbare malen door duivels zwaar bekoord en aangevallen. In elk van deze gevallen werden deze duivels door Haar overwonnen, en zoals Zij onder meer getuigt in Haar buitengewoon krachtige onderrichting Het miskende Licht, beval Zij bij diverse gelegenheden duivels letterlijk om zich aan Haar voeten op de knieën neer te werpen, een bevel dat zij zonder enige aarzeling moesten gehoorzamen omdat zij eenvoudig verdrukt werden door de ervaring van Haar totale macht over hen. Elk dergelijk bevel symboliseerde, en symboliseert nog steeds, de totale macht van de Vrouw over hen, en werd/wordt door hen ervaren als de ultieme vernedering voor Haar, voor Wie zij nooit spontaan hebben willen neerknielen.

De duivelen vrezen Haar Tegenwoordigheid en Haar werking in zielen als een kracht waartegen zij niets vermogen. De Hemelse Koningin lichtte reeds meermaals de gesteldheid toe, die duivels innerlijk ervaren wanneer zij aan Haar Tegenwoordigheid worden onderworpen, en onderstreepte daarbij dat het belang van een volkomen besef van Haar totale macht over de duivels onmogelijk kan worden overschat.

Op grond van de herhaalde ervaring van hun volslagen machteloosheid tegen de beschikkingen van de Koningin van Hemel en aarde jegens hen, vrezen de duivels Haar boven alles. De Heilige Maagd wees er reeds bij herhaling op, dat zij Haar in zeker opzicht als het ware nog méér vrezen dan God Zelf, omdat het hen verbijstert dat een geschapen wezen doorheen alle eeuwen een zo totale macht over hen kon demonstreren, dat zij geen enkele weerstand blijken te kunnen bieden aan om het even welk bevel dat Zij aan om het even wie van hen geeft. Zij blijken even totaal in Haar macht te zijn als in de macht van God Zelf.

De Koningin des Hemels verklaarde reeds meermaals dat de grenzeloosheid van Haar macht is gebaseerd op de Goddelijke Beschikking die zegt dat de macht van een ziel toeneemt volgens de mate waarin deze ziel haar wil ten volle en onvoorwaardelijk laat versmelten met de Wil van God. Omdat de Wil van de Hemelse Meesteres absoluut één was, en altijd zal blijven, met de Wil van God, is ook Haar macht absoluut onbegrensd. Om deze reden drukte de Meesteres van alle zielen het reeds meermaals zo uit, dat Zij in de orde der Genade almachtig is over alle elementen van de duisternis: Haar doelstellingen zijn exact en zonder uitzondering dezelfde als deze van de almachtige God Zelf, en Zij is bekleed met een onbegrensde Goddelijke Volmacht om deze doelstellingen te verwezenlijken door alle maatregelen ten uitvoer te leggen, die tot deze verwezenlijking kunnen leiden.

Om deze reden oefent God Zijn macht over de duisternis bij voorkeur uit via de Hemelse Koningin, Die Hij ver boven al het geschapene heeft verheven en die derhalve de onbetwistbare Meesteres is over al het geschapene, met inbegrip van alle duivels. Ooit was Lucifer de hoogste in rang van alle engelen en daardoor na God het tweede machtigste wezen in de Schepping. Toen Lucifer wegens zijn opstand tegen God uit de Hemel werd verbannen, werd hij op deze tweede plaats vervangen door Aartsengel Michaël.

Toen God de ziel van Maria schiep en Haar voorbestemde om, mits Zij volmaakt aan de daartoe vereiste voorwaarden zou voldoen, de Moeder van de Zoon van God in de gedaante van de God-Mens, de Messias en Verlosser, te worden, verhief Hij Haar tot de tweede in macht in de hele Schepping. Dit betekende dat alle engelen en alle andere wezens, dus met inbegrip van de duivels (die oorspronkelijk engelen waren doch met Lucifer, vanaf dat uur Satan geheten, uit de Hemel waren verbannen), nu voor eeuwig aan Maria werden onderworpen, en dat Zij aldus de Meesteres van al het geschapene werd.

De satan en zijn volgelingen hebben Maria nooit aanvaard als hun Meesteres, in tegenstelling tot de engelen die God trouw zijn gebleven: Deze laatsten wierpen zich bij de verkondiging van Gods Beschikking over 'de Vrouw' aan Haar voeten neer en beleden hun eeuwigdurende trouw en onderwerping aan Haar. Voor hen werd Zij de hoog vereerde Volmachtdraagster van de God van al het geschapene, voor de volgelingen van de satan werd Zij de titularis van een verpletterende macht tegen dewelke zij niets vermogen, en die hen daarom met een zeer diepe angst vervult. Bovendien is hen het Goddelijk Decreet bekend, volgens hetwelk 'de Vrouw' in Gods Uur al hun werken onder Haar voeten zal verbrijzelen en de volheid van Haar macht zonder enige belemmering in haar volheid, en zichtbaar voor de hele Schepping, over hen zal ontplooien.

Reeds lange tijd beklemtoont de Meesteres van alle zielen jegens Myriam het onschatbaar belang van Haar nog veel te weinig bekende hoedanigheid als Schrik der duivelen, een hoedanigheid die één van de grootste componenten van Haar ongeëvenaarde macht onderstreept. In de nacht van 7 op 8 mei 2025 sprak Zij nu tot Myriam als volgt:

Maria, Meesteres van alle zielen: "Ik wil dat je Mijn verlangen kenbaar maakt, dat Ik speciaal zou worden herdacht en geprezen in Mijn hoedanigheid als de Schrik der duivelen, omdat dit de strijd tegen de duisternis een extra kracht kan verlenen in de mate waarin zielen die Mij als dusdanig aanroepen, waarlijk een onwankelbaar en totaal vertrouwen koesteren in Mijn onbegrensde macht over de duivelen en al hun werken en plannen van duisternis, zowel in de individuele levens van mensenzielen als in de Schepping als geheel.

Ik verlang deze gedachtenis op twee dagen in de loop van elk jaar:

● op 23 augustus, opdat deze gedachtenis een eenheid zou vormen met het feest van Mijn Kroning in de Hemel als Koningin en Meesteres van al het geschapene op 22 augustus. Reeds in Mijn Openbaring van 22 augustus 2006 dicteerde Ik je de woorden van de Allerheiligste Drievuldigheid bij Mijn Kroning na Mijn Opneming in de Hemel. In deze Goddelijke toespraak verwees de Godheid naar Mijn eeuwigdurende soevereine en onbegrensde macht over alle duisternis. Ik werd onder meer tot Koningin van Hemel en aarde gekroond omdat mijn hele leven op aarde één doorlopend getuigenis was geweest van een ziel die geen enkele nederlaag jegens de duisternis had geleden omdat Zij de duisternis geen enkele overwinning over de Goddelijke Wet vergunde.

Ik verwijs in dit verband naar Mijn Openbaringen opgenomen in De Allerheiligste Drievuldigheid over Maria;

● op de dag na Mijn gedachtenis als 'de Vrouw', die Ik heb verlangd op de laatste zaterdag vóór het feest van Mijn Onbevlekte Ontvangenis op 8 december (zie Mijn onderrichting Vijftien mijlpalen van de unieke macht van de Heilige Maagd Maria), omdat God Mij voor alle tijden heeft uitgeroepen tot 'de Vrouw' als symbool voor de onbegrensd machtige Moeder van de God-Mens Jezus Christus, de volmaakte tegenhangster van Eva, de volmaakte Draagster van het Goddelijk Leven en de unieke sleutel tot ontsluiting van de Verlossingswerken van de Christus en daardoor tot de definitieve ontsluiting van Gods Rijk op aarde.

Met deze macht kon Ik slechts worden bekleed op grond van een totale macht over alle werken en plannen der duisternis en de uitwerkingen van deze werken en plannen, waardoor Ik op Gods Tijd de definitieve overwinning van de Liefde over alle duisternis zichtbaar zal maken.

Het feit dat Ik deze gedachtenis op twee dagen verlang, geeft uitdrukking aan het immense belang van deze hoedanigheid in de strijd tegen de duisternis en voor de totale en definitieve ontsluiting van Mijn onbegrensde macht over de satan, zijn gevolg en al zijn werken en plannen. Ik herinner tevens aan het feit dat zielen alle Goddelijke Genaden slechts tot hun volle werking kunnen brengen in de mate waarin zij de macht van God openlijk en oprecht belijden. Deze belijdenis omvat eveneens de macht waarmee Hij Mij heeft bekleed als Zijn Gevolmachtigde voor de concrete tenuitvoerlegging van veel elementen van de Goddelijke macht.

In verband met de gedachtenis van Mijn hoedanigheid als de Schrik der duivelen verwijs Ik tevens naar Mijn Speciale Openbaring uit maart 2007: Belijdenis van een duivel op Maria’s bevel.

Maak Mijn verlangen bekend, als een bijdrage tot de vervroeging van het uur van Mijn Triomf over de duisternis, via dewelke tevens de ontsluiting van de vruchten van de Verlossingswerken van Mijn Zoon Jezus Christus, en daardoor de grondvesting van Gods Rijk op aarde, vervroegd kunnen worden".

De Hemelse Meesteres laat in deze context eveneens verwijzen naar de gebedsbloemen nr. 257, 1307, 1373 en 1715.

Myriam, in dienst van de Meesteres van alle zielen en Schrik der duivelen, mei 2025.