TOTUS TUUS, MARIA !

DE ZIELENVLAM

Myriam van Nazareth

God heeft niets materieels. God is Licht. Omdat Hij mijn ziel naar Zijn beeld heeft geschapen, is ook zij niets anders dan Licht.

Ik kijk nu diep in mijn ziel, en zie haar als een vlam. Welk wonder heeft toch de Schepper aan mijn ziel voltrokken. Als Licht is zij van Hem uitgegaan, en als Licht moet zij naar Hem terugkeren.

Het Licht van de ziel wordt voortdurend in leven gehouden door de Liefde, die van God uit ononderbroken naar mijn ziel wordt geleid.

Ik kijk nog dieper in mijn ziel, en zie dat zij als het ware een wereld op zich vormt. Zij is samengesteld uit ontelbare kamertjes die slechts uit Licht bestaan, in de meest uiteenlopende kleuren. Ik zie ook kamertjes die weinig of geen Licht bevatten: Deze zijn gevuld met invloeden uit mijn leefwereld, mijn verleden, mijn oude kwetsuren, mijn zwakheden en sporen van zonden. Ik zie hoe in deze kamertjes de stroom van Gods Liefde wordt gehinderd.

God heeft in mij een diep verlangen gewekt om mij totaal aan Maria over te geven, in volkomen toewijding van mijn hele wezen. Maria beantwoordt dit verlangen door Zichzelf op Haar beurt aan mij te geven.

Zij betreedt nu mijn ziel in de volheid van Haar volmaakte Liefde. Omdat ik zozeer verlang, de verduisterde kamertjes van mijn ziel opnieuw te laten vullen door de stromen van Gods Licht, fluistert Maria nu stil en zacht in mijn ziel:

"Voel toch hoe Ik van je hou. Zie hoe de schoonheden van Mijn eigen volmaakte ziel in jou overvloeien, als stralen uit de zon".

Ik zie nu hoe lichtstralen in de meest uiteenlopende kleuren uit Maria in mijn ziel binnenstromen. De kleuren zijn elementen van het Goddelijk Licht. Zij herinneren mij aan de regenboog, die is samengesteld uit alle elementen van het licht.

Opnieuw spreekt mijn Hemelse Meesteres zacht in mij:

"De regenboog staat symbool voor de Hoop. Hij wordt voortgebracht doordat het zonlicht schijnt op regendruppels. Kijk toch eens hoe Ik Gods Licht, Zijn volmaakte Liefde, laat huwen met de ontelbare tranen die Ik in je ziel heb gevonden. Het kind uit dit huwelijk is de regenboog van de Hoop. Ik wil dat hij in je ziel zou worden gebrand als een teken van je geloof in het feit dat jij opnieuw tot beeld van God moet worden. Wil je Mij helemaal toebehoren?"

Onder de onvoorstelbare macht van de Liefde van Maria ontsluit ik nu mijn hele wezen volledig voor Haar. Ik zie hoe Maria nu begint, de verduisterde kamertjes van mijn ziel één voor één aan te raken. Zij spreekt opnieuw:

"Kijk, omdat jij Mij totaal wil toebehoren, vorm Ik je volledig om volgens Mijn opvattingen, opdat jij dag na dag meer op Mij zou gelijken. Van alle invloeden uit je leefwereld, je herinneringen, je oude kwetsuren, je zwakheden en de sporen van zonde maak Ik brandhout, en dit brandhout ontsteek Ik aan het Vuur van Mijn Liefde. Kijk toch hoe Ik je ziel omvorm tot een Vlam, die mooier, feller en vuriger brandt dan voordien".

Nu verschijnt Maria in Haar prachtige schoonheid vóór mij en zegt:

"Omdat de ziel dag na dag wordt verontreinigd, wil Ik dit wonder elke dag in haar herhalen. Daarom vraag Ik jou, de Meesteres van je ziel te kunnen zijn, tot Ik je in Gods Hart kan binnenleiden, naar Zijn beeld, in de volheid van de Verlossing en van de heiligheid. Zie, Ik vorm je ziel volledig om, opdat zij moge worden zoals God haar had bedoeld.

O ziel van Mijn Hart, begrijp Mij goed: Tot dit doel ben Ik aan jou gegeven. Ik betreed je ziel. Het goede wordt door Mij geheiligd en opgewaardeerd, en het minder goede of onbruikbare wordt door Mij omgevormd. Ja, ook het minder goede is op één of andere wijze nuttig, want daaruit maak Ik brandhout, waarmee Ik het Licht in je ziel tot Leven wek.

Zie toch het wonder van de eenheid: God heeft je naar Zijn volmaakte Wijsheid geschapen, maar de wereld en zijn invloeden hebben je verontreinigd en hebben op bepaalde plaatsen in je ziel het Licht gedoofd. Daarom heeft God toegestaan dat Ik, het Meesterwerk van Zijn handen, één word met jou, om als een Brug tussen het Goddelijk Hart en je ziel het Verbond tussen God en Zijn schepsel volledig te herstellen.

De Meesteres van alle zielen vernietigt niets, Zij vormt om met Goddelijke Volmacht. Op deze wijze verbrandt Zij alle duisternis in het Vuur van de Liefde, opdat Gods grootheid zou worden geprezen. Ik, Maria, wek uit elke duisternis in de ziel nieuw Leven op. Uit alle tranen wek Ik regenbogen op. Met Mij in zich wordt de ziel tot een Vlam van Hoop, Geloof en Liefde, want in de meest innige eenheid met Mij weet zij, dat zij haar bestemming in Gods Hart zal bereiken, precies in de vorm waarin God haar voor eeuwig bij Zich in het Paradijs wil hebben...

Zo zuiver Ik de ziel, zo heilig Ik de ziel, zo maak Ik de ziel vrij van alles wat haar sedert lang bedrukt, opdat zij onbezwaard en mooi vóór haar Schepper kan verschijnen, indien zij Mij slechts deze ene voorwaarde vervult: Dat Ik in haar kan leven en heersen, en Ik de kracht en de schoonheid van haar zielenvlam mag zijn, dag en nacht.

Ik ben MARIA, de zuiverste Vlam uit de Bron van alle Leven. Hoe groter Mijn Vuur tijdens je leven in jou mag worden, des te groter zal het in jou zijn in het uur waarin je ziel naar de Schepper wordt teruggeroepen. Aan Mijn Vlam zal Hij herkennen dat jij de gaven, die je van Hem hebt ontvangen, ten volle hebt benut".

Myriam, februari 2011