TOTUS TUUS, MARIA !

CHRISTUS EN CHRISTEN-ZIJN

Openbaring van de Meesteres van alle zielen op Palmzondag 2020

aan Myriam van Nazareth

"Ik definieer je de essentie van wie en wat Jezus Christus en het ware christen-zijn waarlijk zijn:

Jezus Christus is de Brug van God, Die in de wereld is gezonden om de ravijn te overbruggen, die door de erfzonde was geslagen in de weg die leidt van het leven in de wereld naar het Leven in het Eeuwig Rijk. Daarom zegt Jezus Zelf: "Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij".

Deze Brug is lang, want de erfzonde heeft de zielen zeer ver van Gods Wil, Zijn Wet en Zijn verwachtingen verwijderd.

God legt deze Brug in elke individuele ziel aan, doch de ziel moet door eigen vrijwillige, spontane en actieve inzet de hele weg over deze lange Brug ten einde gaan door volhardende navolging van de Christus in Zijn Leer en al Zijn innerlijke gesteldheden, dit wil zeggen in volkomen praktische beleving van de Goddelijke Wet van de Liefde.

Zolang de ziel niet de hele weg over deze lange Brug heeft voltooid, en wel binnen de tijd die haar is gegeven – de duur van haar leven op aarde – blijft voor haar het risico bestaan dat zij in de ravijn valt, want de onophoudelijke bekoringen op de levensweg zijn zoals regen, sneeuw en stormwind, die de tocht over de Brug glad en moeilijk kunnen maken.

Daarom is het essentieel dat de ziel haar reis niet onderbreekt, en dat zij zich stevig op de Goddelijke Brug staande houdt. In Mij, Maria, de Koningin van Hemel en aarde, is haar door de Christus Zelf een stevige en absoluut betrouwbare railing geschonken. Mogen de zielen resoluut kiezen voor de Brug als weg doorheen hun aardse leven, en daarbij ook niet het geschenk van de railing versmaden, die hen wordt gegeven opdat zij hun reis in een veel grotere veiligheid en veel standvastiger mogen kunnen voltooien.

Begrijp zeer wel, dat Mijn hoedanigheid als railing in de Brug die Jezus Christus heet, tevens uitdrukking geeft aan de mystieke eenheid tussen de Christus en Maria, zoals deze door een Goddelijk Mysterie voor alle tijden tot stand is gebracht. Daarom ook, doet het feit dat de Christus de Brug naar de Eeuwige Gelukzaligheid is, geen afbreuk aan de waarheid van het feit dat Ik, Maria, de 'Brug tussen Hemel en aarde' word genoemd, daar Ik onder de geschapen mensenzielen de enige ben, die op grond van Haar Onbevlekte Ontvangenis én van Haar absoluut volmaakte beleving van de gesteldheden van de Christus een vast onderdeel is van de Brug naar de Eeuwige Gelukzaligheid.

De ziel die de railing waardeert en haar volop benut, geeft daardoor ook haar volle waardering voor de Brug Zelf te kennen, en betuigt jegens God haar kleinheid en haar besef van het feit dat zij op de reis naar de Eeuwige Gelukzaligheid de grootste Hemelse ondersteuning nodig heeft".