Deze categorie bevat alle Openbaringen vanaf 1 augustus tot 30 december 2006 in de enige authentieke vorm zoals door de Meesteres van alle zielen vrijgegeven voor publicatie. Elke aanduiding '(...)' verwijst naar passages die door Maria niet voor publicatie werden toegelaten omdat zij verband houden met private onderrichtingen aan Myriam.


TOTUS TUUS, MARIA !

PUBLIEKE OPENBARINGEN VAN
DE HEILIGE MAAGD MARIA
als de
MEESTERES VAN ALLE ZIELEN

aan Myriam van Nazareth

2006-II


1 augustus 2006

"De naastenliefde is een engel. Deze engel moet in een bed van bloemen worden gelegd, niet op een steen. Het bed van bloemen is de gehoorzaamheid, de steen is de wereld. Naastenliefde komt pas volkomen tot haar recht indien zij wordt bedreven in totale gehoorzaamheid aan God of aan Mij. Naastenliefde om de naastenliefde, zonder rekening te houden met de beperkingen die opgelegd kunnen worden door de gehoorzaamheid aan Mijn Plannen, is een deugd die verontreinigd wordt door de wereld.

(...) Mijn verheerlijking na de voltooiing van Mijn eigen aardse reis was voor de satan een even grote vernedering als deze van de Dood en Verrijzenis van Jezus. Zijn derde zware vernedering zal deze van Mijn meesterschap bij de grondvesting van Gods Rijk op aarde zijn. Mijn liefdesslaven genieten, méér dan welke ziel ook, het voorrecht, dit grote uur te mogen voorbereiden met de inzet van hun hele wezen. Zij kunnen dit niet zonder te proeven van de bittere inhoud van de Kelk der Goddelijke Gerechtigheid. Het gif uit deze Kelk moet verteerd worden. Jezus en Ikzelf drinken er nog dagelijks van, om het te verteren in de Vuurzee van Ons Hart. Onze geroepenen zullen het ook in hun lichaam moeten verteren. Dit offer kan niet volkomen zijn indien het niet tegelijkertijd wordt gedragen in het lichaam en in het hart. Mede om deze reden gaat zeer veel lichamelijk lijden verloren, omdat het niet of onvoldoende wordt aanvaard, en niet gepaard gaat met de Ware Liefde: Liefde voor het offer, en Liefde voor God en voor Mij, en voor de Plannen en Werken die Wij tot voltooiing zoeken te brengen in de zielen en lichamen die nog op aarde leven".


2 augustus 2006

"Met het feest van Mijn meesterschap over de engelen van God begint de gedachtenis aan Mijn verheerlijking. Meesteres en Koningin van de engelen was Ik reeds in Gods gedachten vóór Mijn Ontvangenis. Het uur waarin God Mij in deze hoedanigheid aan de engelen voorstelde, was tevens het uur van de geboorte van de hoogmoed in zielen die normaal gesproken nooit zondigen: deze van engelen. Moge de opstand van deze ontrouwe engelen de mensenzielen tot voorbeeld zijn voor de onovertroffen waarde van de nederigheid en de Ware Vrede van hart als fundament voor de Ware Gelukzaligheid. De ziel, hetzij mens hetzij engel, die zich totaal en zonder enig verzet aan Mij weggeeft in volkomen onderwerping en dienstbaarheid, ervaart het ware Geluk, omdat zij in overeenstemming met Gods Plan verkeert.

Jezus zei tot Nicodemus dat de mens opnieuw geboren moet worden, uit de geest. Mogen de zielen begrijpen dat Ik de Moeder ben, door de Allerhoogste aangesteld, om de zielen in Mijn allerheiligste Schoot te dragen voor deze wedergeboorte. De ziel die zich in volkomen zelfverloochening en overgave aan Mijn voeten neerlegt, wordt in Mij opgenomen om uit Mij opnieuw geboren te worden voor een leven in vergeestelijking. Ook op deze wijze en via deze weg, voltooi Ik wat Jezus begonnen is.

Elk eerherstel en elk eerbetoon gebracht aan Mij als de Koningin en Meesteres van de engelen, is in wezen een eerherstel voor alle kwaad van alle tijden, want de weigering van de opstandige engelen om Mij te erkennen als hun Meesteres, is het begin geworden van het pakt dat de satan heeft gesloten om Mij voor eeuwig te bestrijden en God te beledigen door de mensenzielen te vangen in zijn net van zonde. De gewillige bereidheid van de mensenzielen in de dienst jegens de satan, heeft dit pakt zijn volle uitwerking geschonken. Daarom berust de verplichting tot eerherstel voor de opstandige engelen in de eerste plaats bij de mensenzielen. Dag en nacht liggen engelen aan Mijn voeten tot goedmaking voor deze schandelijke toestand. Hoe zeldzaam zijn echter de mensenzielen die zelfs slechts één uur van hun leven opofferen om aan Mijn voeten dit eerherstel vorm en inhoud te geven. In jou wil Ik een voorbeeld stellen. Help de engelen in hun werk om Hemel en aarde, engelen en mensenzielen, met elkaar in verbinding te brengen als een eindeloze overvloeiing van hart tot hart. In de ogenblikken waarin je Mij dit eerherstel brengt mede in naam van de gevallen engelen, leg je hen, de duivelen, aan de ketting.

Engelen kunnen niet in de werkelijke zin van het woord zonden vergoeden. De engelen kunnen niet lijden in een lichaam. Weliswaar zijn zij in staat om droefheid te voelen over de zonden der mensen, doch zij kunnen hier niets anders tegenover stellen dan eerherstel door hun Liefde en hun onderwerping. De vergoeding van de zonde moet gebeuren door lijden in het lichaam en lijden in hart en geest door de mensenziel, die nog niet volkomen gedragen wordt door de Gelukzaligheid, doch ten prooi is aan de strijd tegen de invloeden van de wereld en tegen de eigen behoeften in het vlees. Begrijp zo het onuitsprekelijk belang van goedmaking door de mensheid zelf. Help dit kruis te dragen. De engelen bidden dag en nacht om mensenzielen die deze grote opdracht aanvaarden en ten uitvoer willen helpen brengen. Van deze uitvoering gaat zoveel Licht uit dat de engelen de mensenziel benijden, die deze opdracht op de schouders wil nemen.

Zie, dit is wat Ik wil in Mijn ware slaven: dat zij Mijn engelen worden. Elke mensenziel die zich vrijwillig tot Mijn slaaf laat maken, treft de engelen met verbazing en herinnert hen aan de opstand van de afvallige engelen. Wanneer engelen, die niets dan Gelukzaligheid en Liefde ervaren, in opstand kunnen komen tegen hun Schepper, en een verbond van eeuwigdurende strijd sluiten tegen hun door God aangewezen Meesteres, hoe groot is het dan wanneer een mensenziel, die zoveel lasten, gebrek aan Liefde, en zware tegenkantingen vanwege de krachten der duisternis ervaart, alles wil opgeven voor een leven aan de voeten van de Meesteres van alle zielen. Indien de mensheid kon zien wat de liefdesslavernij jegens Mij opwekt aan Licht en Goddelijke krachten, en welke vreugde dit opwekt bij de engelen in de Hemel, in het Hart van God Zelf, en in Mij. Deze vreugde herinnert aan de grote uren van de Verlossingsdaad van Jezus Zelf, en aan de andere grote heilsgebeurtenissen zoals de Verrijzenis en de Hemelvaart van Jezus, of Mijn eigen Kroning in de Hemel. Ja, er gebeurt zoveel boven de hoofden der mensen.

Een engel is Licht, niets anders. De mensenziel is Licht in de mate waarin zij afstand weet te doen van haar lichamelijkheid. Op volkomen wijze kan zij dit niet, doch zij kan dit wel in een mate die zij zelf voor onmogelijk houdt. Heiliging betekent: veranderen in Licht. Tijdens elk eerbetoon aan Mijn voeten flakkert het Licht in de ziel op. Op elk ogenblik van pure menselijkheid in gedrag en hart, lijkt deze vlam te krimpen. Mogen de zielen Mij veelvuldig smeken om de genade, omgevormd te worden tot Mijn engelen".


3 augustus 2006

"Zovele zielen zijn tempels van verderf en duisternis geworden. Ik kom als de Meesteres van alle zielen om deze ruïnen te herscheppen tot tempels van Licht, Liefde en aanbidding. In deze herschapen tempels wil Ik Meesteres, Tabernakel en Hogepriesteres tegelijk zijn. Het altaar zal Ik bekleden met de sluier van Mijn heiligheid, opdat een ononderbroken offerande van dagelijkse kruisen aan de Allerheiligste Drievuldigheid mogelijk wordt. Hiertoe is het noodzakelijk dat de tempel zich volkomen volgens Mijn Wil laat reinigen van alle stof en van alle webben. Vaak zal dit moeten gebeuren met het water van vele tranen".


7 augustus 2006

"Heiligheid is vervulling van het hart met de oneindige macht van de eeuwige stilte, de gelukzalige rust en Vrede die alle hartstochten bedwingt en die hart en geest betovert met visioenen van de ware Hemelse schoonheid. Gedurende haar heiliging ademt de ziel steeds méér de wereld, haar spanningen en valstrikken uit, en laat zij zich vullen met het bedwelmend parfum dat haar aanspoort tot totale en onvoorwaardelijke overgave. Heiligheid lijkt daarom op een baby die zich laaft aan moeders borst en daarbij wegglijdt in een zoete en vredige slaap. Heiligheid is als de atmosfeer onder de strelende avondzon na een warme zomerdag, die het parfum uit alle bloemen losmaakt en de zielen bedwelmt met de ervaring van de diepste Vrede. Heiligheid is de restloze overgave aan de oneindige macht en de oneindige eeuwige Wijsheid van God, in het besef en de overtuiging dat de ziel waarlijk thuisgekomen is. Dit alles kan de ziel vinden bij de bronnen van Mijn Hart, in de aanblik van de betoverende schoonheid van haar Meesteres in haar eigen tempel, in de mate waarin de ziel verlangt naar Mijn totale heerschappij in en over haar. Jij kent de diepgang van al deze woorden. Ik heb ze je geopenbaard in het uur waarin ooit de eerste stralen uit Mijn ogen hun weg boorden naar de kern van je wezen, het uur waarin Ik je tot Mijn slavin heb gemaakt.

De sleutel tot een diepe Vrede van hart, met een begin van Gelukzaligheid, zelfs tijdens beproevingen, lasten, kruisen, vermoeidheden, ligt in een intensieve en bewuste beleving van elk ogenblik, waarbij de ziel alle gewaarwordingen van lichaam, hart, geest en verlangens diep in zich opneemt en deze onmiddellijk overdraagt aan Mijn Wil, als een ononderbroken geschenk aan Mij, een volledige zelfverloochening. De ziel kan dan de genade ontvangen, haar belevingen zo te ervaren alsof Ik in haar leef en zij aldus al deze ervaringen werkelijk met Mij deelt. Dit betekent dat zij de lasten slechts ten dele zal voelen, en wel innig vermengd met een voor haar onverklaarbare vreugde, die haar oorsprong vindt in Mijn blijheid over Mijn betrokken-zijn bij het intieme leven van de ziel, de strikt persoonlijke beleving van elk ogenblik waarin zij 'met zichzelf alleen is'. Inderdaad, zij is dan werkelijk niet meer alleen, zij deelt dan alles met Mij, zodat Ik in de diepste zin van het woord in haar leef, en zij in Mij.

De diepe Vrede die de ziel hierbij zal ervaren, houdt verband met het feit dat zij in deze toestand zichzelf en haar eigen verlangens, gedachten en gevoelens volkomen terzijde heeft geschoven en in feite bezig is, louter en alleen voor, door, met en in Mij te leven. Haar eigen lasten lijken haar niet langer persoonlijke lasten doch gedeelde lasten, en bovendien krijgt zij een fundament van ware Hemelse vreugde ingestort, waardoor zij die lasten op een totaal andere wijze kan benaderen. Het gevolg is een beleving van elk ogenblik vanuit een Hemels Licht. De ziel die zo leeft, zal begenadigd worden met een bijzonder inzicht in haar levenssituatie, zodat zij veel meer vat zal krijgen op de diepere zin ervan. Zo zal zij in de diepe zin van het woord méér boven dan in de wereld beginnen te leven. Zij zal als het ware leren, van bovenaf naar zichzelf te kijken, en te leven alsof zij in werkelijkheid reeds 'in de andere werkelijkheid' verbleef: deze van na het leven op aarde. Zo kan de ziel leren, ondanks lichamelijk lijden te leven in diepe Vrede en vreugde. Deze ziel proeft reeds de voorsmaak van de vruchten van het Eeuwig Leven".


8 augustus 2006

"(...) De wereld kan niet opgebouwd worden tot het Rijk Gods door de genezing van ziekten en de bevrijding van zielen uit hun lichamelijke lasten, doch louter en alleen door de onophoudelijke toewijding van ziekten, lasten en vermoeidheden aan Mij. Geen grotere verheerlijking van Mijn macht als Meesteres van alle zielen is mogelijk dan deze, dat de zielen aan Mijn voeten met Vrede van hart en met blijmoedige overgave belijden dat zij bereid zijn om voor Mij alles te lijden, louter uit Liefde. In deze gesteldheid brengt de ziel de absolute bekroning van de Liefde tot uitdrukking: totale zelfverloochening om Mij te behagen en te dienen. Er is geen groter getuigenis tegen de duisternis, en er is geen grotere verdienste voor de ziel. Gods Gerechtigheid kan door niets volkomener bevredigd worden dan door de totale zelfverloochening van de ziel tot en met het lichaam ten dienste van de Meesteres van alle zielen en ter verheerlijking van het Kruis van Jezus Christus".


9 augustus 2006

"Begrijp wel met hoeveel verbazing de engelen vaststellen hoe terughoudend talloze zielen zijn in de overgave aan Mij. Bedenk toch welke macht de Allerhoogste Mij reeds als mens op aarde had gegeven. Hij legde de uitvoering van Zijn Plan van Verlossing op Zijn Tijd in de handen van een jong meisje. Van Mijn ja-woord aan de engel was afhankelijk of de Menswording van Jezus op de door God voorziene Tijd kon plaatshebben of niet. Indien Ik het ja-woord niet had gesproken of om uitstel had verzocht, had God Zijn Plan moeten uitstellen. Ja, Hij zou dit gedaan hebben, want in Zijn onaanvechtbare Wijsheid had Hij deze macht onvoorwaardelijk in Mijn handen gelegd. Hierdoor heeft de Allerhoogste jegens de engelen en jegens de mensenzielen van alle tijden een overweldigend getuigenis afgelegd voor de omvang van de macht die Hij Mij had gegeven.

Ik heb inderdaad het lot van de mensheid in Mijn handen gekregen, en door Mijn ja-woord op het voorziene ogenblik hebben miljoenen zielen de kans gekregen om op de door God voorziene Tijd de Hemel geopend te vinden. Mijn ja-woord aan de engel heeft God aangetoond dat Mijn wil volmaakt in overeenstemming was met de Zijne. Daarom verwacht de Allerhoogste een nooit ophoudende dankbetuiging en eerbetoon aan Haar Die Haar unieke macht heeft aangewend tot voordeel van ontelbare zielen en in totale verloochening van Zichzelf, en Die in dat uur door Hem is bevestigd als de ware en soevereine Meesteres van alle zielen. Zeg aan de zielen dat de noodzaak om Mij te eren en te danken, voor hen niet is bedoeld als een dwangmaatregel doch als een bron van de grootste heerlijkheden en Hemelse Genaden. De verheerlijking van de Meesteres van alle zielen opent voor hen onvermoede schatkamers.

Een goede apostel moet zijn zoals een zonnecollector, die de zonnewarmte opvangt en doorgeeft aan een systeem waardoor verwarming opgewekt wordt. De apostel moet de stralen van de Hemelse Liefde in zich opnemen en vlekkeloos weten door te geven aan zijn omgeving. Bovendien moet hij zijn hart zodanig openstellen dat hij in zijn ziel een ononderbroken zomer schept, zodat hij de stralen van de Liefde zonder onderbreking kan blijven opvangen en zijn hele omgeving verliefd kan maken op de Bron van deze stralen: God, en in de orde der Genade Ikzelf, de Meesteres van alle zielen Die macht heeft over de harten".


10 augustus 2006

"Niets is ooit definitief zoals het is. Alles verandert van dag tot dag, van uur tot uur. Zo heeft ook Gods Heilsplan voor de zielen weliswaar één eeuwigdurend en onveranderlijk doel, doch is de uitvoering ervan gekenmerkt door voortdurende veranderingen, aanpassingen, bijsturingen. Gods Eeuwige Wijsheid spoort aan tot voortdurende koerswijzigingen in de gedragingen van de zielen die hun toestemming hebben gegeven tot medewerking aan de verwezenlijking van Gods Plannen. Daarom verlang Ik in de eerste plaats van Mijn dienaren en slaven een onbegrensd aanpassingsvermogen, een volmaakte soepelheid. Omdat de noden voor het bewaren van het evenwicht in Gods Schepping voortdurend veranderen, zijn de uitwerkingen van de Goddelijke Voorzienigheid nooit twee dagen gelijk, en stelt de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid ook van dag tot dag andere eisen. Zorgen voor de instandhouding van een leefbaar evenwicht binnen de Schepping, is de grote opdracht van Mijn dienaren en slaven. Daarom verlang Ik van hen de meest absolute onderwerping aan Mijn ingevingen en aansporingen. (...)

Ik heb nood aan slaven die bereid zijn om hun eigen levensbehoeften, verwachtingen, bestrevingen en verlangens totaal op te geven voor Mij, en op Mijn woord hun gedragingen en de vormgeving van hun dagen aan te passen bij Mijn Wil, zonder enige voorwaarde te stellen en zonder enig verzet. Mij gehoorzamen, moet voor hen de grootste bron van genot worden, zoals het voor Mij de grootste bron van genot is, hen in totale overgave aan Mijn voeten te weten. Bedenk dat daarom de meest totale overgave, zelfverloochening en onderwerping de sleutel is tot de gehele bevrijding van de zielen".


11 augustus 2006

"Er zijn zielen, en deze zijn talrijk, die niet begrijpen, en daarom ook afwijzen, dat Ik zo veel macht heb gekregen dat God al Mijn verlangens zonder aarzelen inwilligt, zodat Ik in de orde der Genade daadwerkelijk over de hele Schepping kan heersen.

Elke ziel bezit het vermogen om macht te verwerven op Gods Hart. Deze macht is groter naarmate de ziel méér in overeenstemming verkeert met Gods Plannen en met Zijn Wil. Deze overeenstemming was in Mij vanaf Mijn Ontvangenis volmaakt en absoluut. Om deze reden kan terecht worden gesteld dat Ik almachtig ben in de orde der Genade. Mijn macht over de zielen is absoluut en onbetwistbaar. Jegens de engelen is de uitwerking van Mijn macht volkomen.

Jegens de mensenzielen is deze uitwerking slechts volkomen vanaf het uur van hun oordeel na hun leven op aarde.

Zolang de mensenziel op aarde leeft, worden de uitwerkingen van Mijn macht verhuld door de vrije wil van de ziel. Naarmate de ziel haar vrije wil prijsgeeft in totale en onvoorwaardelijke toewijding, treden de uitwerkingen van Mijn macht over deze ziel méér aan de dag. Ik beklemtoon dat het Geluk en de Vrede in de ziel toenemen naarmate zij Mijn macht over haar tot uiting laat komen. Daarom groeien het Geluk en de Vrede van hart naar een toppunt onder hen die Mij totaal toegewijd zijn, en in het bijzonder onder Mijn ware slaven: Zij zijn het, in wie de tekenen van Mijn macht onverhuld te voorschijn treden. Om deze reden verlang Ik zozeer dat Mijn getrouwen in de kern van hun wezen tot Mijn engelen zouden worden. In hen is Mijn Rijk volkomen geworden, en zij beleven in de diepte de wetten van Mijn Wil en Mijn macht, die alle wereldse onvolmaaktheid kunnen herscheppen tot volkomen Liefde, Vrede en Geluk.

Vaak stellen zielen zich de vraag, waarmee zij Mij het meest kunnen behagen of Mij de grootste vreugde kunnen bereiden. Zij neigen er dan tot Mijn teleurstelling toe, hun antwoord te zoeken in de sfeer van het stoffelijke. Laat Ik daarom met duidelijkheid stellen dat niets Mij een grotere vreugde verschaft en Mij tot groter nut kan zijn, dan de totale zelfgave van de ziel aan Mij. Geen groter geschenk kan een ziel Mij bereiden dan dit, dat zij Mij de beschikking geeft over haar hele leven en over haar hele wezen, hart, geest, lichaam en wil. Dit geschenk wordt Mij heel zelden gegeven, en van hen die zichzelf wél aan Mij weggeven, trekken velen dit geschenk vroeg of laat terug om opnieuw weg te vluchten in de wereld en zijn verlokkingen en beloften van vergankelijk heil. De ziel die zich totaal, onvoorwaardelijk en voor altijd aan Mij weggeeft, en dit geschenk ook werkelijk haar leven lang waarmaakt, verwerft de oneindige verdienste van een volkomen verheerlijking van de Meesteres van alle zielen en van een leven dat op de meest volkomen wijze in Gods Heilsplan ingeschakeld kan worden. Bedenk dat precies dit de uiteindelijke zin van elk mensenleven is".


12 augustus 2006

"Een heilige ziel is een ziel die Gods Waarheid in zich heeft opgenomen en deze in zichzelf, in de kern van haar wezen, ervaart en beleeft. Zij ontdekt de Eeuwige Waarheid en begint haar te doorschouwen zoals men tot de kern van een bloem zou doordringen door bloemblaadje na bloemblaadje te verwijderen zodat de kern van de bloem steeds beter zichtbaar wordt. De blaadjes van de bloem zijn hierbij de elementen van de Waarheid, de elementen waaruit de heiligheid is opgebouwd, de deugden, de bouwstoffen van de Ware Liefde, ja de bouwstoffen van het Wezen van God Zelf.

Het diepste Wezen van God kan niet gekend worden, omdat het diepste wezen van de Liefde, de essentie van het Leven zelf, het Mysterie der Mysteries is. God heeft het gemaakt als basis voor Zijn hele Schepping. Indien men het wezen van de Liefde en het Leven tot in alle bijzonderheden kon bevatten, zou God Zelf geen enkel geheim meer hebben. Het maakt echter deel uit van de Eeuwige Gelukzaligheid van de ziel in de Hemel, dat haar ontdekkingstocht doorheen de schoonheden van God zelfs in alle eeuwigheid niet voltooid kan worden.

Niettemin laat Gods Waarheid zich steeds dieper doorschouwen naarmate de ziel groeit in heiligheid. Hierin ligt het wezen van de aantrekkingskracht van de heiliging: zij ontsluit een eindeloze reeks van steeds nieuwe gelukzaligheden voor de ziel, reeds tijdens haar leven op aarde.

Mij was het gegeven om vanaf Mijn Onbevlekte Ontvangenis met volle teugen en zonder de geringste belemmering te drinken uit de Bron van Gods Waarheid, zodat Mijn heiligheid vanaf het eerste uur volmaakt was. Toch zijn de Mysteries Mij niet allemaal vanaf het eerste uur in hun totaliteit onthuld. De kennis en het begrip ervan zijn Mij volledig ingestort, doch slechts stap voor stap tot Mijn bewustzijn toegelaten.

Nog tijdens Mijn leven op aarde heb Ik de Waarheid in haar volheid geschouwd en in Mijn ziel beleefd. Indien dit niet het geval was geweest, was Ik niet met Lichaam en ziel ten Hemel opgenomen geweest. Bij Mijn overgang uit dit leven naar het Eeuwig Leven ben Ik als enige ziel niet onderworpen geweest aan het oordeel voor Gods Gerechtigheid. Mijn ziel moest niet geoordeeld worden, want zij was reeds bij de Ontvangenis volmaakt in overeenstemming gebracht met Gods Waarheid.

Bij het oordeel van de ziel wordt Gods Waarheid haar in haar volheid geopenbaard, doch bepaalde Mysteries worden zelfs nog in de loop van het Eeuwig Leven geleidelijk aan de ziel onthuld. Mijn ziel is de enige die voor alle eeuwen een volmaakte kennis bezit van Gods Mysteries. Dit was noodzakelijk, opdat Gods Beschikking zich zou kunnen verwezenlijken, volgens dewelke Ik de Meesteres van alle zielen zou zijn, Heerseres met elementen van Goddelijke macht. Om met gebruikmaking van de Goddelijke macht en Wijsheid een volmaakte heerschappij over alle zielen uit te oefenen, moest Ik een volmaakte kennis van Gods Waarheid bezitten. Hierin ligt de sleutel van Mijn onvergelijkbare macht over alle zielen. Het is niet alle zielen gegeven om dit te begrijpen.

Wanneer een mens een onweerstaanbaar verlangen koestert om in het water te springen, zal dit ook gebeuren. Wanneer hij een onweerstaanbaar verlangen koestert om iets te eten, zal dit ook gebeuren. De wil richt zich zo intens op het verlangde, dat alle gedachten en handelingen erop gericht zijn om het tot realiteit te maken. Zo ook, wanneer een ziel een onweerstaanbaar verlangen koestert om in Mij opgenomen te worden, zal Ik haar in Mij opnemen. Het onweerstaanbaar verlangen om zich in Mij onder te dompelen en als het ware van Mij te eten, opent de deur naar de eenheid tussen Mij en de ziel.

De eerste voorwaarde is, dat dit in overeenstemming is met Mijn Wil, die identiek is aan de Wil van God. Deze voorwaarde vervult zichzelf reeds in het feit dat Mijn grootste verlangen erin bestaat, alle zielen zodanig te beheersen dat zij niet meer van Mij kunnen noch willen loskomen, opdat Ik hen kan klaarmaken voor het ware Goddelijk Leven. Het enige verschil in de concrete verwezenlijking van deze eenheid bestaat hierin, dat niet elke ziel dezelfde roeping heeft en ook niet elke ziel dezelfde ontvankelijkheid of gevoeligheid verwerft voor het bovennatuurlijk contact. Mijn Wil en het verlangen van de ziel zelf, zijn hier dus bepalend.

De tweede voorwaarde is, dat het verlangen naar Mij voor de ziel een alles overheersend verlangen moet zijn. Wanneer de ziel brandt van verlangen naar Mij, zal in dit Vuur elk ander verlangen verbrand worden. Dan zal de ziel zich daadwerkelijk volkomen in Mijn water kunnen reinigen, en Mijn Wezen kunnen 'eten'. Hoe méér de ziel van Mij eet, Mij met Vuur in zich opneemt, des te groter zal haar honger naar Mij worden, want de Hemelse smaak van Mijn Heerlijkheden zal haar zo verliefd op Mij maken dat zij spoedig volkomen in Mijn macht zal zijn. Dan zal zij geen rust meer kennen alvorens zij de volgende hap in zich heeft opgenomen.

Hap na hap zal Ik in haar groter worden, en zij kleiner. Zo kan Ik in deze ziel Mijn Tenhemelopneming herbeleven. Dit betekent dat de ziel nog tijdens haar leven op aarde zal voelen hoe zij van het wereldse loskomt en haar gevoelens, gedachten en verlangens steeds verder boven het wereldse zullen uitstijgen. Dan word Ik in deze ziel verheerlijkt en zal zij delen in Mijn Heerlijkheid.

Ja, de sleutel tot het grootste Geluk op aarde ligt in het diep, alles overheersend verlangen naar Mij. Diep en vurig verlangen naar Mij, staat gelijk met de wil om één te worden met Mij. De ziel die haar wil op dit doel richt, vloeit automatisch over in de Wil van God, en opent zo voor zichzelf de smalle deur naar de heiligheid. Deze ziel zal kennis verwerven van de kern van Gods Waarheid: de kennis van de Liefde als brandstof van de hele Schepping en het Ware Leven. Alles wat afwijkt van de Liefde, wijkt af van Gods Wil, en betreedt dus het terrein van zonde en ondeugd.

In Mij is geen enkele zonde, geen enkele ondeugd, doch niets dan vlekkeloze heiligheid. De ziel die vurig verlangt om Mij totaal in zich op te nemen, zal door Mij en Mijn eigenschappen en hoedanigheden overheerst worden. Dit vurig verlangen is de eerste stap.

De tweede is deze, dat zij Mijn heerschappij onvoorwaardelijk moet toelaten. Dit kan zij slechts door zich totaal aan Mij over te geven, in verloochening van zichzelf.

De derde stap is deze, dat zij Mijn heerschappij niet ervaart als een juk, doch als een bevrijding, en dat zij zich in diepe vreugde en dankbaarheid voor Mij neerwerpt.

Opdat dit proces ononderbroken moge doorgaan, moet de ziel in dit alles volharden en Mij in alles zoeken, elk ogenblik van de dag.

Ziehier dus de voorwaarden die vervuld moeten worden opdat de ziel de volle vrucht zou plukken van een bestreving van de heiligheid:

  1. Vurig, alles overheersend verlangen naar Mij. Uit dit verlangen wordt vanzelf een bestreving van totale zuiverheid en de Ware Liefde geboren.

  2. Totale overgave en zelfverloochening. Dit is ook de voorwaarde voor een vruchtbare toewijding aan Mij. Hieruit groeit verder het verlangen naar onthechting van al het wereldse, en een totale aanvaarding van alle kruisen en beproevingen.

  3. Totale en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Naarmate Ik Mijn macht in de ziel kan laten gelden, zal zij ook duidelijker voelen wat Ik wil.

  4. Aanhoudend contact met Mij in volhardend gebed en via alle wegen waarop zij zich voor de genade kan blijven openstellen: boete, offers, vasten, beleving van alle deugden".

De ziel kan de heiliging ook verwezenlijken door een vurig verlangen naar Jezus. Waar Jezus is, ben Ik, en waar Ik ben, is Jezus. Bedenk echter dat in Gods ogen elke verdienste haar ware volmaaktheid bereikt wanneer zij wordt verworven in dienstbaarheid aan Mij. Zo heeft Hij het beschikt. De totale toewijding aan Mij is een Goddelijke Weg, de Gouden Weg naar de heiligheid"


13 augustus 2006

"(...) Gedenk vandaag dat Ik de Toevlucht der zondaars ben. Aan Mijn voeten is de ziel geborgen en in veiligheid, ook nadat zij gezondigd heeft. Mochten toch alle zielen beseffen dat niets een grotere macht kan opwekken tot vergeving van elke zonde, dan de volgende twee handelingen: een vurige kus op de beeltenis van de gekruisigde Jezus, en een smeking om vergeving, geknield voor Mijn beeltenis. God vergeeft alles aan een ziel die Hij aan Mijn voeten aantreft, in rouwmoedigheid en Liefde. Hierin ligt één van de grootste uitingen van Mijn macht: Bij vele miljoenen zielen heb Ik in het uur van hun oordeel het verschil gemaakt tussen eeuwige verdoeming of redding, door één woord dat Ik spreek ten bate van hen die Mij tijdens hun leven oprecht eer hadden bewezen.

Ik herhaal dat, indien de zielen de ware omvang van Mijn macht zouden kennen en deze in geloof, Liefde en overgave zouden erkennen, zij vele uren aan Mijn voeten zouden liggen. Weet dat de satan siddert en beeft van angst bij de gedachte aan de macht die Ik bezit. Hij kent die macht, en hij weet dat zijn rijk op aarde in één ogenblik totaal in elkaar zou storten indien Ik Mijn macht in haar volheid mocht kunnen ontplooien. Daarom besteedt hij zoveel energie aan de bestrijding van alle kennis van, en geloof in, Mijn onvoorstelbare macht over het lot van de zielen.

In Mijn hoedanigheid als Toevlucht der zondaars is Mijn macht over de satan en al zijn werken bezegeld. Spoor daarom de zielen aan om Mij veelvuldig geknield te smeken om de genade van zuivering van hun hart en geest, en van bescherming van hun ziel tegen alle zonde, ondeugd en bekoring. Ik ben de Toevlucht, de sleutel tot de redding voor elke ziel die het ware berouw weet te koesteren. Ik bezit de macht om de bekoring en haar effecten van de zielen af te wenden, en na begane zonden een wedergeboorte mogelijk te maken. Niets is ooit verloren voor de ziel die in diepe nederigheid tot Mij komt".


14 augustus 2006

"In de gehoorzaamheid, onderwerping en overgave bereikt de Liefde haar volmaaktheid. Zo was het in Jezus als God-Mens, zo was het in Mij toen Ik op aarde leefde, en zo moet het ook in jou zijn. Een ziel kan niet zeggen dat zij Mij werkelijk liefheeft indien zij niet bereid is om Mij te belijden als haar Meesteres, noch om voor Mij neer te knielen met een hart dat vervuld is van overgave en toewijding aan Mij. Zei Jezus niet 'Gij zijt Mijn vrienden als gij doet wat Ik u gebied'? Talloos zijn zij die dwepen met Mijn Naam, doch niet bereid zijn om Mijn aanwijzingen te volgen. Zij zoeken in Mij Diegene die hun lasten zal verlichten, doch verafschuwen de gedachte dat Ik in werkelijkheid hun Meesteres ben. Zo heeft de Allerhoogste het beschikt, doch hun beeld van de werkelijkheid is niet in overeenstemming met Gods Wet. Zeldzaam zijn de zielen die deze realiteit aanvaarden. Zalig zijn zij, want zij zien reeds tijdens hun leven op aarde een Waarheid die elke ziel vanaf het uur van haar oordeel zal moeten erkennen.

Mijn Opneming ten Hemel en Mijn Kroning tot Koningin van de hele Schepping zijn de grootste uitingen van verheerlijking die God ooit een ziel te beurt heeft laten vallen. Elke ziel kan deze verheerlijking aan Mij opnieuw voltrekken, door Mij op te nemen in haar eigen stukje hemel, en Mij daar te kronen tot soevereine Koningin en ware Meesteres over zichzelf, haar hele leven en alles wat haar toebehoort. De ziel kan voor Mij een hemel openen door zichzelf zo totaal voor Mij open te stellen dat de kiem van heiligheid die God bij haar schepping in haar heeft gelegd, zich open en naakt aan Mij vertoont. Dat kan alleen door alle stof van wereldse invloeden, rondtollende gedachten, gepieker over verleden, heden of toekomst, alle bronnen van verleiding en dwaling, kortom alles wat de ziel naar het wereldse toe trekt, prijs te geven aan Mijn machtige voeten. De ziel moet Mij smeken dat Ik dit alles zou verpletteren, en het aldus aan Mijn macht zou onderwerpen. Wanneer Ik daadwerkelijk Koningin van een ziel word, vertrap Ik in haar alles wat werelds is, want Ik wil in Mijn Rijk niets dat niet in overeenstemming is met de Hemelse werkelijkheid. Al het menselijke herkneed Ik volgens Mijn Wil en Mijn inzichten. Alles wat niet geheiligd kan worden, sterft een zekere dood onder Mijn voeten.

Om Mij waarlijk te verheerlijken, moet de ziel betrachten om de engelen na te volgen toen zij Mij in de Hemel verwelkomden en spoedig daarop getuige waren van een nooit geziene plechtigheid: Mijn Kroning, de vervulling van Gods Beschikking uit het uur waarop Hij, vóór de opstand van Lucifer, de kiem van Mijn Wezen aan de engelen vertoonde als hun Meesteres voor alle eeuwen. Bij Mijn intrede in de Hemel straalden de engelen van blijheid, extatische vreugde. Zij brandden van Liefde bij de aanschouwing van Mijn Wezen. Zij wierpen zich onder de vurigste lofprijzingen aan Mijn voeten neer en bleven daar liggen. Zij smeekten Mij om voor eeuwig Mijn dienaren te mogen zijn, en legden bij Mijn Kroning een eeuwigdurende gelofte van onderwerping jegens Mij af. Dit alles omdat zij in Mij de absolute bekroning van Gods Plannen en Werken herkenden. Daarom, om Mij waarlijk in haar hemel op te nemen en Mij als haar Koningin te kronen, moet de ziel worden tot een paradijs van blijmoedigheid, zachtmoedigheid, Liefde, overgave, onderwerping, totale en onvoorwaardelijke toewijding, offerbereidheid, lofprijzing, dienstbaarheid, en geduld.

In de Hemel voltrekt alles zich in het tijdloze. Geduld is de deugd die alle spanning verdrijft die uitgaat van de druk van de tijd. Geduld is de deugd die de ziel aanspoort om te leven volgens Gods Voorzienigheid, waardoor de geest vrijer wordt. Op aarde zijn sommige verplichtingen weliswaar aan een bepaalde tijd gebonden, doch zelfs in deze gevallen kan de ziel verlichting ervaren wanneer zij zich in alle rust overgeeft aan de tussenkomst van Gods Voorzienigheid op Zijn Tijd. God tekent het tracé van elk leven op grond van Zijn Eeuwige, onfeilbare Wijsheid, die rekening houdt met de vermogens van de ziel, haar roeping, haar omgeving, alle invloeden die zich dag aan dag aan haar opdringen, alle veranderingen in haar leefwereld, en zovele elementen die geen mensengeest kan overzien noch voorzien. Daarom is Gods Tijd de enige passende, vruchtbare en heilzame voor de ziel.

De Hemelse sfeer is een realiteit van rust, Vrede en Liefde. Alle onrust, onvrede en gebrek aan Liefde, ontspringt uit bronnen die niet dragers zijn van het Ware Leven, doch van verzieking en dood voor de ziel. Wanneer de ziel Mijn hulp inroept, zal Ik haar herscheppen tot een engel. De engelen zijn Mijn volmaakte slaven. Naar hun model wil Ik ook de mensenzielen vormen. Dat kan, in de mate waarin zij bereid zijn om zich van de invloeden der wereld te laten bevrijden. Zij moeten zich daartoe ook laten bevrijden van de bronnen van werelds genot en door hun blinde overgave bewijzen dat zij het geloof bezitten dat zij in Mij kiezen voor een Hemels genot zonder einde. Geen engel zou bereid zijn om één minuut aan Mijn voeten in te ruilen voor alle genietingen der wereld samen. Het wezenlijk verschil tussen de engel en de mensenziel is precies dit: het verschil tussen de Hemelse sfeer en de wereldse sfeer. De eerste is de adem van de volmaakte Goddelijke Liefde, de tweede is het onnatuurlijk en daardoor na korte tijd weerzinwekkend parfum van de zucht naar stoffelijk genot.

Ik had in Mijn Hart tekenen gevoeld voor het naderen van het uur van Mijn overgang naar het Eeuwig Leven. Reeds enige tijd leefde Ik nog slechts in Mijn lichaam op aarde, Mijn Hart en geest waren totaal ondergedompeld in de Hemelse werkelijkheid, zo mogelijk nog méér dan voordien gedurende Mijn leven. Het was alsof in Mijn geest niets anders meer leefde dan de visioenbeelden van die andere werkelijkheid die Ik inwendig onophoudelijk schouwde. In Mij was het alsof Mijn voorbije leven zich in versneld tempo opnieuw afspeelde, doch Ik zag nu alles uitsluitend in het Licht van de bovennatuurlijke Mysteries die achter alle gebeurtenissen en situaties schuilgingen, en dit alles, al deze elementen van de Eeuwige Waarheid die nu samenvloeiden tot één geheel dat getuigenis aflegde voor de onfeilbare Goddelijke Wijsheid, maakte Mij steeds zieker van Liefde en van verlangen naar de Hemel

Ja, (...) diep in Mijn Hart was Ik reeds lange tijd aan het sterven. De zeer ongewone dingen die deze avond in jouw hart omgaan, zijn uitvloeisels van Mijn eigen gesteldheid. Je lichamelijke gewaarwordingen symboliseren de versterving aan al het wereldse. De Liefde verteerde Mij als een Vuur dat alles verbrandt doch tezelfdertijd totaal nieuw Leven schept: Hemels Leven dat als een onophoudelijke reeks blikseminslagen in het hart alle aardse leven vervangt, tot de ogen nog slechts zien vanuit de ziel. Eén ding nog slechts verbond Mij aan Mijn wereldse omgeving: het verschroeiend verlangen om deze zaligheden te delen met hen die Mij zo dierbaar waren. Kom, laat Mij in je hart leven en heersen als de enige werkelijkheid".

(gedurende deze woorden zie ik onophoudelijk Maria, in beelden die wellicht verwijzen naar Haar laatste uren in deze wereld).


16 augustus 2006

"Naarmate de ziel zich openstelt voor het Goddelijke, kan zij erdoor vervuld worden. De ziel die een krachtige overvloeiing van Goddelijk Leven naar de kern van haar wezen mogelijk maakt door een intens verlangen naar de Eeuwige Waarheid, de Eeuwige Wijsheid, de Ware Liefde, de vlekkeloze zuiverheid, en een intense beoefening van de totale en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, wordt geleidelijk zo sterk opgenomen in de bovenmenselijke werkelijkheid dat zij letterlijk vervuld wordt van de Goddelijke eigenschappen. De laatste weerstand tegen dit proces komt steeds vanuit de vrije menselijke wil. Zodra de ziel haar eigen wil totaal prijsgeeft, staat niets nog haar vervulling met het Goddelijk Leven in de weg. Zij wordt in zo hoge mate vervuld van het Goddelijke dat zij dit ook begint uit te stralen over haar omgeving. Zo is het in Mij geweest zoals in geen ander wezen, reeds op grond van Mijn Onbevlekte Ontvangenis.

Ik heb je reeds geopenbaard hoezeer gevoelige zielen onder de indruk kwamen van Mijn uitstraling. Ik was tot in Mijn lichaam totaal doordrongen van het Goddelijke. Niet elke ziel nam dit waar. Slechts de ziel in dewelke het aanvoelen van het Goddelijke een aanvang heeft genomen, wordt door de aanblik van het Goddelijke echt geraakt. Het duidelijkst heb Ik dit tijdens Mijn leven op aarde waargenomen bij de apostel Johannes. Toen deze Mij voor het eerst zag, viel hij vóór Mij op de knieën, kuste Mij de voeten, en baadde ze in zijn tranen van vervoering. Toen Ik hem aanspoorde om overeind te komen, kon hij zijn ogen niet van Mij afwenden. Hij keek Mij aan met ogen die niet meer van deze wereld leken. Hij leek als door een bliksem getroffen. Ik bezat het vermogen om elke ziel volkomen te doorgronden, en wist hierdoor volmaakt wat zich in Johannes afspeelde. Mijn aanblik had bij hem de uitwerking alsof hij de Hemel had zien opengaan. Over hem was Mijn macht volkomen. Reeds toen Jezus Zijn apostelen vóór hun eerste ontmoeting met Mij over Mij vertelde, had dit bij Johannes een ware vervoering veroorzaakt. Zijn ziel was buitengewoon gevoelig voor het Goddelijke, en was door een speciale genadewerking reeds op Mijn ware aard voorbereid. Toen hij Mij zag, was datgene wat de ogen van zijn ziel waarnamen, dit: de vergoddelijkte Ziel in haar volmaaktheid. Zijn vervoering was de diepe gelukzaligheid over de vaststelling dat een mensenziel de schoonheid van God Zelf in zo hoge mate in zich kan opdrinken dat zij ervan overloopt.

Nochtans heeft de Allerhoogste de volheid van Mijn schoonheid nog getemperd zolang Ik op aarde leefde. De reden hiervoor was tweevoudig. Ten eerste zou de volle uitstraling van Mijn diepste, vergoddelijkt Wezen, verwarring hebben gezaaid in een nieuwe Kerk die moest opgebouwd worden rond Mijn Zoon Jezus Christus. De eerste volgelingen zouden de unieke schoonheid van de ziel van de Moeder van de Messias niet in de juiste orde hebben kunnen plaatsen. Ten tweede zou geen mensenziel in staat zijn geweest om de volheid van Mijn uitstraling te verdragen. Johannes was zo zuiver dat aan hem Mijn schoonheid in een hogere mate kon worden geopenbaard en dat hij hiervoor in een hogere mate ontvankelijk was, en toch lag zelfs hij als gevolg hiervan als verlamd aan Mijn voeten. Zo is het zelfs met de engelen gebeurd toen Ik ten Hemel werd opgenomen: Zij waren ondanks hun vlekkeloze zuiverheid zo zwaar getroffen door Mijn unieke schoonheid dat zij zich spontaan voor Mijn voeten neerwierpen en Mij zonder ophouden met lofprijzingen, gezangen en eerbetoon overlaadden. Ook zij waren onmiddellijk volkomen in Mijn macht, en ook zij konden het nauwelijks verdragen, Mij in de ogen te kijken. Overweeg dit alles zorgvuldig in deze dagen die leiden naar het feest van Mijn Kroning, dat tevens het feest van de Meesteres van alle zielen is".


17 augustus 2006

"De erfzonde kan vergeleken worden met een ziekte die overgeërfd wordt. Een lichaam dat een ziekte erft, begint zijn leven vanuit een verzwakte basis. Zo is het met alle mensenzielen sedert de zondeval van het eerste mensenpaar. Op grond van Mijn Onbevlekte Ontvangenis heb Ik deze verzwakking niet geërfd. Mijn ziel is volkomen heilig geweest vanaf haar ontvangenis, en door een vlekkeloos leven heb Ik haar volkomen heilig kunnen bewaren.

De verzwakte toestand van de ziel door de erfzonde vormt echter geen verontschuldiging voor een leven dat niet leidt naar de staat van heiligheid. Gods Barmhartigheid schept onophoudelijk wegen en gelegenheden voor elke ziel om de gevolgen van de erfzonde in zich te compenseren en ondanks deze hindernis de ware heiligheid te bereiken. Ik heb alle macht om de ziel zodanig te kneden, te voeden en te onderrichten dat de wonde van de erfzonde geleidelijk aan vervangen kan worden door een gezond, heilig fundament. De aanroeping die je elke dag veelvuldig geknield tot Mij richt Maria, machtige Meesteres van alle zielen, herschep ons naar Uw beeld, is bij uitstek de smeking om deze genade te verkrijgen.

Een tempel die door Mijn voeten betreden wordt, kan niet onrein blijven, want Mijn totale heerschappij is niet verenigbaar met onzuiverheden. Daarom bestaan slechts twee soorten zielentempels: deze welke zich niet echt aan Mij geven, en deze waarin Ik alle macht uitoefen. Er is geen tussenweg. Wanneer niet alles aan Mij uitgeleverd wordt, kan Ik Mijn Werken niet voltooien. Ik wil alles onder Mijn voeten voelen. Iets wat niet onder Mijn voeten ligt, kan niet geheiligd en van onzuiverheden bevrijd worden. Totale en onvoorwaardelijke heerschappij van Maria, schept Gelukzaligheid en Vrede. Ik ben de enige Draagster van Christus, de Vorst van de Ware Vrede. De Vrede van Christus kan slechts waarlijk in een ziel heersen zodra deze ziel onder Mijn voeten ligt als een verovering van de Meesteres van alle zielen. Zalig de ziel die heeft begrepen en aanvaard dat Ik in deze Laatste Tijden de ware macht over Gods Schepping uitoefen. Ik doe dit door Gods beschikking als de Voorspreekster, de Middelares van alle Genaden, als Meesteres van Gods Voorzienigheid, als Koningin van Hemel en aarde en als Schrik der duivelen. Ik ben de soevereine Meesteres van alle zielen.

Verkondig het aan de zielen: Aan Maria, de Meesteres van alle zielen, is de macht voorbehouden om de vestiging van Gods Eeuwig Rijk op alle niveaus van de Schepping te voltooien. Dit beslissend Werk tot voltooiing van Gods Heilsplan voor de zielen is begonnen door Mijn Zoon Jezus Christus. De voleinding ervan is door Hem aan Mij overgedragen. Deze overdracht heeft plaatsgevonden bij het Kruis van Calvarie. Alle macht hiertoe was reeds bij het begin der tijden voor Mij voorbehouden, doch is op een voor mensenzielen verborgen gebleven niveau daadwerkelijk in Mij ontsloten bij Mijn Kroning in de Hemel, toen ook de vervulling van Mijn roeping als Meesteres van alle zielen definitief werd bekrachtigd. Door een onbetwistbaar Wilsbesluit heeft de Allerhoogste beschikt dat uit Zijn handen geen enkele ziel is voortgekomen die niet vóór het einde der tijden aan Mijn voeten zal liggen. Zo zal de macht van Maria, Meesteres van alle zielen, voor de ogen van alle zielen - engelen, mensen én duivelen – worden bezegeld. De macht van Maria is de macht van God Zelf, en zal de verheerlijking van de Drie-Ene God voor tijd en eeuwigheid voltooien.

Gods macht bestaat in de orde der natuur: God is tegelijk Bron, Essentie en Verwezenlijking van alle macht. Mijn macht is de vrucht van de uitstroming van deze macht in de orde der Genade. God IS de macht, terwijl Ik, Maria, GESCHAPEN BEN IN de macht. Dit betekent, dat God van nature heerst en regeert, en dat Ik, Maria, door Hem aangesteld ben om in Zijn naam in zielen te heersen en regeren tot verheerlijking van de macht en de Genade. De Allerhoogste heeft het zo voorzien dat bij de voleinding van Zijn Heilsplan de volmaaktheid en oneindigheid van Zijn Genade aan de hele Schepping geopenbaard zal worden, en dit zal gebeuren door aan alle zielen het Model, de Parel, van Zijn Werken te tonen: MARIA, Meesteres van alle zielen, Uitvoerster van de Goddelijke macht tot voltooiing van Gods Plan van Eeuwig Heil voor de zielen. Daarom zal de macht van Maria voor aller ogen onbetwistbaar aangetoond en ontplooid worden.

De verwezenlijking van dit Goddelijk Wilsbesluit voltrekt zich in diverse stappen:

  1. de engelen in de Hemel waren reeds bij Mijn Ontvangenis totaal en onvoorwaardelijk in Mijn macht. Sedert Mijn leven op aarde zijn zij Mij ter beschikking gesteld als Mijn slaven. Sedert Mijn glorierijke Opneming ten Hemel liggen zij dag en nacht aan Mijn voeten en voeren zij al Mijn bevelen uit tot verwezenlijking van Gods Plan dat onder Mijn macht is gesteld;

  2. onder de mensenzielen zijn er zij die Ik reeds tijdens hun aardse leven tot Mijn liefdesslaven heb uitgekozen, die nu reeds aan Mijn voeten liggen, en Mij hun hele leven en al hun werken hebben gegeven om aan Mijn verlangens te voldoen. De grote meerderheid van de mensenzielen echter, zullen zich ten laatste in het uur van hun oordeel aan Mijn voeten neerwerpen. Zij die tot de Hemel toegelaten worden, zullen Mij prijzen als hun Koningin en zich aansluiten bij de engelen in Mijn dienst. Zij die naar het vagevuur verwezen worden, zullen Mij prijzen om Mijn Voorspraak en Mij hun lijden in het oord van uitzuivering aanbieden ter vergoeding van de toewijding die zij Mij tijdens hun aardse leven niet hebben geschonken;

  3. de duivelen en verdoemden zullen Mijn macht vervloeken omdat dit overeenstemt met de eed die zij met hun meester, de satan, tegen Mij hebben gezworen. Ik herinner echter aan hun uiteindelijke lotsbestemming, die Ik je eerder heb geopenbaard: Gods Eeuwige Gerechtigheid heeft het zo beschikt dat in het uur van de openbaring van Mijn definitieve Triomf over alle kwaad de satan op Mijn bevel zal belijden dat Ik zijn Meesteres ben, en hij en zijn hele gevolg van duivelen en verdoemden Mijn slaven zullen zijn voor alle eeuwen. Ik herinner je eraan dat Ik je eerder heb gezegd dat de verdoemden nooit Mijn slaven zullen zijn. Neen, dit is niet in tegenspraak met datgene wat Ik je vandaag openbaar. De diepe betekenis hiervan is deze, dat ook de verdoemden van nature Mijn slaven zijn, doch deze hoedanigheid slechts zullen ervaren in een akt van totale vernedering in Gods Uur, dat ook het Uur van Mijn totale Triomf zal zijn. Voor het overige zullen zij de straf van het eeuwigdurend meesterschap van de satan ondergaan.

Inderdaad, bedenk bij dit alles dat de slavernij van deze drie groepen van zielen jegens Mij van een verschillende aard is:

  1. de engelen zijn Mijn slaven van nature, want zij zijn door God onbegrensd in Mijn dienst gesteld op dezelfde wijze als zij in Zijn dienst staan, omdat Ik de Uitvoerster van Gods Plannen ben, met gebruikmaking van de Goddelijke macht. Hun slavernij jegens Mij is een verbond van totale zelfgave ter verwezenlijking van Mijn Werken, en Mijn macht over hen geldt Mijn totale verheerlijking;

  2. de mensenzielen kunnen Mijn slaven worden in de orde der genade, wanneer zij gevolg geven aan een uitverkiezing die een buitengewone genade voor hen is. Alle mensenzielen zijn van nature tot Mijn slaven gemaakt doordat de Allerhoogste Mij voor alle tijden had voorzien als hun Meesteres. Deze slavernij van nature zal voor de grote meerderheid onder hen echter pas effectief worden in het uur van hun oordeel bij Gods Troon, na hun aardse leven. Hun slavernij is, voor hen die reeds op aarde aan Mijn oproep tot slavernij jegens Mij hebben beantwoord, evenals voor de engelen een verbond van totale zelfgave ter verwezenlijking van Mijn Werken. Zij verheerlijken Mijn macht op een buitengewone wijze, méér nog dan de engelen, omdat zij hun slavernij jegens Mij beleven in een lichaam dat onderhevig is aan lijden, dat zij uitdrukkelijk dragen in onderwerping aan Mij. Voor de andere mensenzielen is hun uiteindelijke slavernij jegens Mij grotendeels een akt van eerherstel;

  3. de duivelen en verdoemden waren eveneens van nature bestemd om Mijn slaven te zijn, want ook zij zijn zielen, en dus ben Ik hun Meesteres. Voor hen geldt echter dat voor hen een lot is voorzien van totale vernedering aan Mijn voeten. Hun uiteindelijke belijdenis, ten diepste aan Mijn voeten neergeknield, ten aanhoren van alle engelen, mensenzielen en duivelen, dat Ik ook hun Meesteres ben, zal een zo overweldigende verheerlijking van Mijn macht en van Gods heerlijkheid betekenen dat de zwaar beledigde Goddelijke Gerechtigheid hierdoor haar ultieme goedmaking zal verkrijgen. God heeft deze akt van totale vernedering van de duivelen aan de voeten van de Vrouw voorzien als een totale en definitieve verheerlijking van de Goddelijke macht en Glorie, want aan Mijn voeten zal Maria, het grootste Werk van Gods Schepping, macht en Genade, worden geprezen en verheerlijkt door hen die voor alle tijden hadden gezworen, Gods Werken restloos te zullen vernietigen."


18 augustus 2006

"Geen ziel kan zeggen dat zij Mij werkelijk als haar Meesteres heeft aanvaard, tenzij zij Mij heeft geprezen en gedankt in het lijden, en zij haar lichamelijke gevoelens volkomen heeft verloochend in een betrachting om Mij te behagen. Het lichaam heeft de neiging om, vooral in het lijden, alle aandacht op te eisen. De Wil van de Meesteres van alle zielen te doen, betekent ook: de eigen lichamelijke gevoelens totaal terzijde schuiven om Haar verlangens te bevredigen door alle aandacht op Haar te richten. (...) Zodra de lijdende mens zijn aandacht van het lijden kan afwenden en zijn gewaarwordingen laat overheersen door de vreugde in de onderwerping aan Mijn verlangens, bewijst hij Mij dat hij Mij vóór alles stelt. Hierin schuilt de volmaaktheid in de onderwerping aan de Meesteres van alle zielen: De ziel moet zich in vurige Liefde aan Haar overleveren, met verloochening van eigen gevoelens, verlangens en lijden. Slechts dan aanvaardt de ziel Mij werkelijk als haar Meesteres, en verheerlijkt zij Mijn macht. Dit is ook wat echte Liefde onderscheidt van dweperij. (...)".


19 augustus 2006

"De zielen moeten afstand doen van hun vrije wil door hem volkomen in Mijn Wil te laten verdrinken, hem één te maken met Mijn Wil. Zij moeten Mij gehoorzamen, Mij dienen, zich totaal aan Mij toewijden en ernaar leven, zich voor Mij vernederen in woord en daad, in hart, geest, lichaam en wil, en zij moeten Mij vereren met heel hun wezen, en Mijn macht verheerlijken. Er is geen andere weg. Dit is de weg die God Zelf voor hen heeft gemaakt.

(...) Talloze zielen zijn nog niet klaar om Mij als hun Meesteres te aanvaarden. De mens was vrij en onbevangen van hart en geest geschapen, en stond volkomen open voor de Eeuwige Waarheid van God. De satan heeft de eerste mensen verleid tot de erfzonde, en hun val heeft hun hart gesloten voor grote luiken van deze Waarheid, deze Goddelijke kennis en Wijsheid. De satan kende Gods Plan om Mij tot Meesteres van alle zielen te maken, zodat Ik, een vrouw met menselijke natuur, onbeperkte macht zou krijgen over al het geschapene, dus ook over hem, de meester der duivelen. Het vooruitzicht, te moeten knielen voor een vrouw, Haar in alles te moeten gehoorzamen, Haar te moeten dienen in zelfverloochening, zich voor Haar voeten te zullen moeten vernederen, in alles onderworpen te zullen moeten zijn aan Haar macht, was voor de satan onaanvaardbaar en deed hem in woede ontsteken. Hij heeft om deze reden zijn haat tegen God in de eerste plaats op Mij en Mijn ware dienaren gericht. Hij heeft de harten en geesten van de mensenzielen zodanig verziekt dat talloze zielen zich niet kunnen openstellen voor Mijn verhevenheid en Mijn heerschappij. Daarom, wanneer een mensenziel gruwt bij de verkondiging van Mijn macht over alle zielen, is dit een onmiskenbaar teken voor het werk van de satan. De koninklijke weg naar de opening van de verstarde harten is deze van de vurigste verheerlijking aan Mij. (...).

De volledige geschiedenis van het Heil van de zielen ligt in de handen van God. De Eeuwige Vader heeft alles geschapen. De Zoon heeft de vervallen mensheid opnieuw opgericht, en haar de kans gegeven om het Eeuwig Heil in de Hemel te vinden. De Heilige Geest wil de heiliging voltooien. God heeft de mens willen betrekken bij al Zijn Werken na de scheppingsdaad. De vrucht van de deelname van de mensenziel aan Gods Werken is des te groter naarmate de ziel heiliger is. Daarom heeft God in Mij het effect, de uitwerking, van de medewerking van de hele mensheid samengebald. In Mij heeft Hij de voltooiing van de heiligheid gelegd. Om deze reden ben Ik ooit de vleesgeworden Vertegenwoordiging van de Heilige Geest op aarde genoemd: In Mij zijn alle deugden, de eigenschappen van de Godheid, als het ware zichtbaar tot leven gekomen. De Allerhoogste heeft Mij deel gegeven aan het Verlossingswerk van Jezus Christus, Die Zijn Zoon was in de geest en Mijn Zoon in het vlees. Hij heeft Mij deel gegeven aan het Heiligingswerk van de Heilige Geest.

De schepping van de zielen kon niet anders dan het uitsluitend Werk van God alleen zijn, omdat God het Begin van alles is, de Oorsprong, de Bron. Zonder Hem is niets van datgene wat er is. De Verlossing en de heiliging moesten echter door de medewerking van de zielen zelf bekrachtigd worden, en God wilde dat deze Werken zich zouden voltrekken via Mij, als Vertegenwoordigster van Hemzelf naar de zielen toe en als Vertegenwoordigster van de zielen naar Hem toe. Ik ben de Poort door dewelke alle Heilswerken zich voltrekken. Alle Goddelijke Werken moeten door de zielen bezegeld worden, via Mij, en alle menselijke bijdragen moeten door God bezegeld worden, via Mij. Dit is wat Mij zoveel macht heeft gegeven. Ik heb de macht over de voltooiing van alle Werken van het Heil. Daarom heeft God Mij zo hoog verheven en hecht Hij zoveel belang aan al Mijn woorden, en daarom zijn de zielen Mij zoveel verheerlijking en verering verschuldigd. Dit is wat Ik eerder bedoelde toen Ik je zei dat de ware, feitelijke macht in deze Laatste Tijden in Mijn handen ligt.

Eén van de vruchten van de werken van de satan ligt hierin, dat zeer veel zielen het moeilijk hebben om Mij te aanvaarden als Medeverlosseres van de mensheid. Bedenk dat de Allerhoogste Zijn Werken pas als voltooid beschouwt wanneer Godheid en mensenziel zich in deze Werken totaal bij elkaar aansluiten. De Godheid en de mensenzielen zijn als een sleutel en een slot: De beide moeten volmaakt in elkaar klikken, en dan door een volmaakt in elkaar overvloeiende wil in elkaar omgedraaid worden om de deur te openen. Jezus was als Zoon van God de Mens geworden Godheid. Ikzelf was als Onbevlekte Ontvangenis als het ware de vergoddelijkte mensheid. Jezus was van nature God, en werd Mens voor de Verlossing. Ik was van nature mens, en werd verheven tot Goddelijke hoogten. In de Verenigde Harten van Jezus en Maria zijn de eucharistische woorden bezegeld: 'Gij deelt ons mens-zijn en neemt ons op in Uw Goddelijk Leven'.

Ik herinner tevens aan de bijbelwoorden die zeggen dat op het einde de macht aan Jezus overgedragen zal worden. Hij zal de zielen oordelen. Dit voorrecht komt Hem toe, omdat Hij de zielen onderricht heeft in God Waarheid, en hen verlost heeft in Zijn Vlees en Bloed. Ik wijs erop, en dit openbaar Ik voor het eerst via jou als de apostel van Mijn macht, dat Ik bij dit oordeel aan Zijn zijde zal staan, en dat alle zielen in dat uur niet alleen voor Hem zullen knielen, doch voor de Verenigde Harten van Jezus en Maria. De Allerhoogste zal getuigenis afleggen van de Goddelijke macht die in Mij is gelegd en waardoor in Mij de volmaaktheid van Zijn Werken haar volle schittering heeft ontvangen. De apostel Johannes werd aangeduid als 'de leerling die Hij beminde'. Jezus’ enorme voorliefde voor Johannes ontsproot uit het feit dat deze apostel jegens Mij de gesteldheid van de ware slaaf bezat. Hij heeft daardoor de basis van één van de grootste Goddelijke Mysteries doorschouwd. Maak de zielen klaar voor deze Waarheid: de mensheid kan niet gered worden zolang zij niet onverdeeld ook voor Maria knielt. De grootheid van God ligt in Zijn macht. Aan deze macht heeft Hij Mij volkomen deel gegeven, met uitzondering van de scheppingsmacht, die het Wezen van de Godheid Zelf uitmaakt en dus Zijn uniek voorrecht is. De grootste verheerlijking van God echter, voltrekt zich aan Mijn voeten. (...)".


20 augustus 2006

"Ik hou zo van de stilte. In de stilte openbaart God Zijn geheimen aan de ziel. Hij wacht erop dat haar zintuigen, haar communicatiekanalen vanuit de buitenwereld, zich zouden afsluiten, en de geest tot rust zou komen, om aan de ziel de schoonheden van Zijn Schepping te tonen. De grootste schoonheden zijn deze welke niet door de ogen van vlees gezien worden, doch door de ogen van de ziel, die in de diepte kunnen leren schouwen. Het zijn deze beschouwingen die de ziel tot vervoering kunnen brengen omdat zij de bronnen van de ware Gelukzaligheden aan de ziel openbaren. Zeg daarom aan de zielen dat zij geen tijd verliezen met langdurige gesprekken. In deze situaties voel Ik Mij overbodig en kan Ik de ziel niet vervullen met de schatten der Hemelse Genaden. O welke pijn lijdt Mijn Hart wanneer Ik niet de kans krijg om de overmaat van Mijn Liefde in de zielen te storten. In de stilte fluistert Gods Geest. In de stilte fluister Ik Mijn verzuchtingen van Liefde. In de stilte stroomt Gods Wijsheid in de harten. Vandaag een jaar geleden gaf Ik je als gebod dat Ik jou wil zien als Mijn abdij, Mijn burcht van ingetogenheid, Vrede en stilte, waarin Ik en niets anders regeer en de Wet dicteer en waarin niets gebeurt dat er niet op gericht is, Mij volmaakt te dienen, een uit de wereld losgemaakte stad waarin alles leeft voor de bevrediging van Mijn noden en verlangens. (...)".


21 augustus 2006

"De ziel die zich werkelijk aan Mij heeft gegeven, vindt slechts de Ware Vrede in het hart en de ware rust in de geest in de mate waarin zij Mijn Wil aanvaardt en volbrengt, en in het uiterste geval, zoals Ik het in Mijn ware liefdesslaven wil, in de mate waarin zij ernaar smacht om voor Mij te leven en te sterven, en in de mate waarin zij in alles slechts het goede zoekt en ziet. De ziel die het goede zoekt, vindt Mij en Jezus. De ziel die licht geneigd is om het slechte of het minder goede te zien, vindt als eerste de satan en zijn werken, en stelt zich hierdoor bloot aan verwondingen, onrust en de hieruit voortvloeiende onvrede. Keer in jezelf, en voel de gesteldheid van je hart in deze beproeving.

Ja, zoet smaakt de gehoorzaamheid aan de Koningin en Meesteres van de Liefde. Hoe zalig voelt zich het hart dat zich aan Mijn voeten laat temmen. Laat je wil voor eeuwig Mijn gevangene zijn, en Mijn verlangens en bevelen zullen jouw enige bronnen van vervoering zijn.

De herdenking en verering van Mijn Kroning tot Koningin van Hemel en aarde maakt ongekende stromen van Genaden vrij. Omdat het feest van Mijn Kroning samenvalt met de bekroning van Mijn roeping tot Meesteres van alle zielen, is de verheerlijking die Mij door zielen in Mijn hoedanigheid als Meesteres en Koningin van al het geschapene wordt gebracht, buitengewoon genadevol voor de mensheid als geheel. Omdat Ik alle macht heb over de verdeling van Gods Genaden, is Mij beter dan wie ook bekend via welke wegen de verheerlijking jegens Mij deze genaden kan vrijmaken. Zeg aan de zielen dat Ik verheerlijkt wil worden door hun:

  1. lofprijzingen aan Mijn hoedanigheid en macht als Meesteres van alle zielen, en knielingen aan Mijn voeten.
  2. aanvaarding van al hun beproevingen en kruisen, want deze worden voor de ziel beschikt op grond van een onfeilbare Wijsheid die niets anders beoogt dan het eeuwig welzijn van de ziel.
  3. totale toewijding en overgave aan Mij, in alle handelingen van het dagelijks leven.
  4. blijmoedigheid in alle omstandigheden, want blijmoedigheid is het kind van de aanvaarding van alle beschikkingen van Gods Voorzienigheid voor de ziel.
  5. blinde gehoorzaamheid aan al Mijn voorschriften.
  6. naastenliefde in al haar uitingen: hulpvaardigheid, zelfverloochening, verdraagzaamheid.
  7. zuiverheid in gevoelens, gedachten, handelingen, woorden en verlangens.

Dit zijn de zeven sleutels van de koninklijke deur naar Mijn troon. (...).

Het geheel van het nooit eerder geziene eerbetoon dat Mij is gebracht in de Opneming van Mijn ziel en Lichaam ten Hemel en Mijn Kroning, is van God uit een getuigenis geweest voor de Heerlijkheden waarmee de verdiensten van een mensenleven bekroond kunnen worden. Het is eveneens een grote demonstratie geweest voor de macht waarmee Ik voor alle eeuwen bekleed ben. Elke ziel die doorheen de poort van het Eeuwig Rijk gaat, zal getuige worden van een overweldigend vertoon van Mijn macht. Het maakt deel uit van de eerste gelukzaligheden die de verloste en volledig gelouterde ziel in het Rijk der Hemelen te beurt vallen, dat zij als het ware een tijdloze ervaring krijgt van de grote gebeurtenissen uit de heilsgeschiedenis, dus ook van Mijn Opneming ten Hemel en Mijn Kroning.

(Op dit punt begin ik inwendig een visioen met prachtige beelden te ontvangen, die duidelijk betrekking hebben op de intrede van Maria in de Hemel, en de voorbereiding op Haar Kroning).

De ziel zal ten diepste aangegrepen worden door de ervaring van vele miljoenen engelen die aan Mijn voeten liggen in de diepste verrukking, onder eindeloze lofprijzingen en akten van trouw en gehoorzaamheid, overstraald door hun Meesteres en Koningin Die boven hen troont in een licht als van duizenden zonnen, en uit Wier handen, voeten en Hart heerlijkheden stromen in de vorm van wervelende regenbogen. Bovendien zal elke ziel bij het betreden van het Eeuwig Rijk getuige zijn van de bestendiging van dit machtsvertoon bij de aanschouwing van het onophoudelijk heen-en-weer van eindeloze rijen van engelen die Mij dienen als slaven, en de promptheid waarmee zij elk woord uit Mijn mond, elke wenk van Mijn handen, elke beweging van Mijn voeten en elke blik uit Mijn ogen gehoorzamen, sneller dan de bliksem. Deze aanblik, evenals de invloeiing van de kennis van de Eeuwige Waarheid over de Meesteres van alle zielen, maakt elke ziel in één oogwenk tot Mijn slavin. Geen enkele ziel heeft ooit op haar oordeel bij God verzuimd om zich bij de aanblik van Mijn verheerlijkt Wezen in een oogwenk voor Mijn voeten neer te werpen. De ervaring van de volheid van Mijn macht en schoonheid gedurende één ogenblik wekt eindeloze vervoeringen in de ziel op.

Het unieke eerbetoon dat Mij bij Mijn intrede in de Hemel te beurt viel, was slechts het begin van Gods antwoord op de verdiensten die Mijn ziel op aarde had verworven. De wereldse werkelijkheid is zo beperkt. De uitwerkingen van de heerlijkheid zijn op aarde slechts een schaduw van het immens Licht dat zij in de Hemel doen ontstaan. Mijn verdiensten en de effecten ervan zijn aan zeer weinig zielen ooit vertoond of geopenbaard. Weet, dat behalve op de onvoorstelbare verdiensten van het Lijden en de Dood van Jezus, de bloei van de jonge Kerk door God is gebaseerd op Mijn verdiensten. Hoewel Petrus alle beslissingen nam, berustte de feitelijke macht in de jonge Kerk in Mijn handen, want Petrus nam geen beslissingen zonder Mijn goedkeuring. De uitoefening van de feitelijke macht over de jonge Kerk van Christus was niet Mijn initiatief, wel integendeel, het was de Heilige Geest Die de apostelen leidde in de overtuiging dat Ik de ware Meesteres van de Nalatenschap van Christus was. Hoezeer toch is dat Licht in de wereld verduisterd geraakt. (...).

De Goddelijke Gerechtigheid is een sluitend systeem, dat zichzelf langs vele mogelijke wegen zoekt te bevredigen en in evenwicht zoekt te brengen, vaak in de loop van vele eeuwen. Gods Wijsheid heeft dit zo beschikt. Zie bijvoorbeeld het eerbetoon dat op grond van Gods Wet aan Mij gebracht moet worden. De engelen in de Hemel bevredigen Mij ten volle. Onder de mensenzielen wordt Mij door zeer weinigen genoegdoening verschaft tijdens hun leven op aarde. Zeer velen moeten dit goedmaken gedurende een louteringstijd in het vagevuur. Vele anderen verdoemen zichzelf door de vruchten van de Verlossing te weigeren. Hun aandeel in de verering jegens Mij zullen zij uiteindelijk, vaak met eeuwen uitstel, leveren wanneer zij onder Mijn voeten zwaar vernederd zullen worden. Zij zullen dit ook dan niet doen uit vrije wil doch op Mijn bevel, als willoze slachtoffers van Mijn macht, overgeleverd aan de Vrouw in het uur van Haar definitieve Triomf over Haar vijanden, die de vijanden van God zijn.

Omdat veel eerbetoon pas eeuwen later wordt gebracht dan het uur waarin de aanleiding daartoe is ontstaan, verkeert het systeem van de Goddelijke Gerechtigheid vaak in een staat van onevenwicht. In deze tijd is deze toestand zelfs gevaarlijk wankel geworden. Om deze reden lijdt de Schepping onder de meest uiteenlopende uitingen van ongeluk en ellende. Wat de noodzaak van de verering van de Koningin en Meesteres van al het geschapene betreft, rekent de Goddelijke Gerechtigheid op de zelfofferande van Mijn liefdesslaven op aarde. Daarom verlang Ik zoveel van hen. Onnoemelijk veel lijden en offers zijn nodig om het aandeel aan verering te bevredigen dat Gods Wet jegens Mij had voorzien. Er is geen krachtiger middel hiertoe dan de weg waartoe Ik jou heb geroepen. De totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende gave van jezelf aan Mij in absolute zelfvernedering aan Mijn voeten. Brand voor Mij in Liefde, lijd voor Mij tot het uiterste toe, en leid een leven onder Mijn voeten, in bereidheid om in jou op plaatsvervangende wijze te laten verpletteren wat Mij in de hele mensheid mishaagt, ziedaar de belasting die aan de Koningin verschuldigd is om de Werken tot getuigenis van Haar macht te doen schitteren. Hoe méér Haar onderdanen Haar dienst ontvluchten, des te zwaarder zal Haar troon drukken op de weinige liefdesslaven die Haar in Haar Rijk moeten ronddragen. Bedenk echter dat zij die bereid zijn om aan de voeten van de Koningin te leven, zullen delen in het rijkste voedsel uit Haar handen".


22 augustus 2006

"Dag en nacht liggen ontelbare engelen, niet steeds dezelfde, aan Mijn voeten, omdat God dat wil maar ook omdat zij daar zelf intens naar verlangen. Hun taak bestaat erin, Mij zo lang Ik het wil, te smeken voor talloze intenties in verband met de mensheid, en Mijn macht te verheerlijken. Het is Gods Wil dat doorheen alle eeuwen onophoudelijke verheerlijkingen en lofprijzingen aan Mijn Heerlijkheden en Mijn macht dag en nacht de Hemelse sferen vervullen, als een genoegdoening aan God Zelf en aan Mij, als een teken voor alle zielen die de Hemelse sferen voor het eerst betreden, en als een teken naar de gevallen engelen toe. Ja, ook aan hen wordt dit overweldigend machtsvertoon te Mijner eer getoond. Het is voor hen een bron van onuitsprekelijke kwelling, en vervult hen sedert eeuwen met afgunst en haat jegens Mij. Kijk naar de gedragingen van de engelen jegens Mij, en naar Mijn omgang met hen, en je zult in de diepte begrijpen hoe ver Mijn woorden reiken wanneer Ik zeg 'Wees Mijn engel'. Zo lang reeds deel je méér en méér in hun leven. Nu zie je het met de ogen van je ziel.

De engelen in Mijn dienst kennen geen ander leven dan dat van de lofprijzing, de smekingen en de uitvoering van Mijn bevelen. Hun verrukking is ondoorgrondelijk en eindeloos. Ook hun Liefde is volmaakt. Geen engel zou het wagen, Mij vragen te stellen over een bevel dat Ik geef. Hij gehoorzaamt onmiddellijk, in een flits. Wat Ik aan een engel ook beveel, het is hem genoeg dat Ik het hem bevolen heb. De engelen doen alles voor Mij, op Mijn woord, om het even wat Ik wil. Dát is de totale gehoorzaamheid en onderwerping die Ik ook in Mijn liefdesslaven op aarde zoek te bereiken. Bij hen echter, moet Ik eerst hun eigen wil temmen alvorens Ik hen heb waar Ik hen hebben wil. (...).

(...) In Mij aanbidden de engelen Gods Glorie die al deze verrukkelijke Heerlijkheden, verblindende schoonheid en bedwelmende macht in Mij tot stand heeft gebracht. Alle Goddelijke Mysteries, alle macht en schoonheid van God zien zij in en doorheen Mijn verheerlijkt Wezen stromen. Deze vervoering vermindert voor een engel geen ogenblik, zelfs al ligt hij dagenlang slechts aan Mijn voeten. Dit, en oneindig veel méér, kan het aandeel worden van de mensenziel die de Eeuwige Gelukzaligheid verdient door een leven in dienst van Gods Plannen en Werken.

Je ziet Mij wanneer Ik pas gekroond ben tot Koningin over alles, en je ziet en hoort eerbetuigingen en eedafleggingen vanwege alle engelen en heiligen, aan Mijn voeten geknield. Luister nu naar de woorden die de Allerheiligste Drievuldigheid op dat ogenblik heeft gesproken

"Het is Onze Wil dat vanaf dit uur aan alle bewoners van deze Hemelse regionen, van de aarde, van het oord van loutering, en van de hel, verkondigd worde dat deze ziel, MARIA, de Onbevlekte Moeder van het Woord, in uitvoering van Ons Wilsbesluit dat vaststaat sedert eeuwen, de troon, de kroon en de scepter ontvangt van de ongeëvenaarde macht als Koningin over al het geschapene. Zij zal op soevereine wijze heersen en regeren over alle zielen en over al het niet-bezielde. Zij is bekleed met Onze onbetwistbare Wil en met Onze onaantastbare macht, en Zij zal heersen in Onze Allerheiligste Naam. Haar woorden zullen zijn als wetten die Hemel, aarde en alles onder de aarde binden. Haar macht vindt haar oorsprong in Onze Godheid, en Zij zal er vrij en soeverein over beschikken op grond van Haar onvergelijkbare verdiensten, verzameld in de uitvoering van de unieke roeping die Zij van Ons heeft ontvangen en met volmaakte benutting van de hoedanigheden, Genaden en Voorrechten die Zij uit de Bron van Ons Goddelijk Leven heeft kunnen putten en waarmee Zij als enige ziel is bekleed.

Het is Onze Wil dat Zij door alle zielen voor alle eeuwen zal worden gediend, gehoorzaamd en verheerlijkt. Zij zal alle macht hebben om te bevelen aan, en totale onderwerping en gehoorzaamheid te genieten vanwege, alle engelen, alle verheerlijkte zielen, alle zielen op aarde en alle verdoemde zielen. Geen element van Onze Schepping, hetzij ziel hetzij onbezielde stof, zal het vermogen bezitten om aan Haar macht en Haar bevelen, van welke aard of inhoud ook, te weerstaan. Daarom zal Zij Meesteres van al het geschapene worden genoemd, want Wij leggen alles onder Haar voeten. In Haar handen leggen Wij de voltooiing van Ons Plan van Heil voor de zielen, waarvan de vruchten door God de Zoon zijn ontsloten. Zij zal regeren en heersen met onbegrensde macht en met onfeilbare Wijsheid, op grond van Haar volheid aan Genaden. Na Onze Godheid zal Zij doorheen alle eeuwen het voorwerp zijn van het grootste eerbetoon.

Als Koningin over al het geschapene en Meesteres van alle zielen zal Zij een bemiddelende alsook een herstellende en een aanvullende rol vervullen bij de voldoening van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Zij zal daartoe vrij en soeverein kunnen beschikken over alle middelen uit de Bron van het Goddelijk Leven, alsook over alle zielen. Zij zal alle macht hebben over de uitwerkingen en vormgeving van Onze Goddelijke Voorzienigheid. Alle gehoorzaamheid, verheerlijking, eerbetoon en dienst jegens Haar, zal gelden als gehoorzaamheid, verheerlijking, eerbetoon en dienst jegens Onze Godheid, en alles wat Haar wordt onthouden, zal gelden alsof het aan Onze Godheid is onthouden, want deze Ziel vertegenwoordigt Ons naar alle zielen toe. In de Kroning van deze Ziel is het fundament van de voltooiing van Ons Plan van Heil volmaakt geworden. Geen enkele van Haar verlangens zal onvervuld blijven, en alles wat is en nog zal zijn, zal onderworpen zijn aan Haar onweerstaanbare macht. Zo luidt het Besluit van Onze onbetwistbare Goddelijke Wil". (ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID – 22 augustus 2006)


23 augustus 2006

"(...) Zie, Ik wil dat de zielen weten dat zij Mijn Vrede, Mijn rust, Mijn blijmoedigheid kunnen ervaren in alle omstandigheden, in de mate waarin zij zich in alle omstandigheden aan Mij weggeven in totale onderworpenheid, zonder enig verzet tegen Mijn Wil, en in blind vertrouwen op Mij. Elk spoortje van twijfel, van onrust, van gepieker, van ontevredenheid, van inwendig gevoerde twistgesprekken, van onvrede in het hart of in de geest, wijst op een gebrek aan totale overgave aan Mij. Echte, totale overgave aan Mij baart echte gemoedsrust, Vrede van hart en blijmoedigheid, omdat echte overgave betekent dat de ziel werkelijk gelooft in Mijn macht die alles kan, en in Mijn Liefde die tot alles bereid is. Zodra de ziel zich voor Mij neerwerpt in volle overgave en blind vertrouwen, sta Ik van Mijn troon op om in haar de Wet te dicteren. In deze ziel ben Ik waarlijk de Meesteres. Niets kan Mij weerstaan, want Mijn wil draagt Gods zegel, en Mijn woorden worden door de engelen opgetekend als wilsbesluiten van God Zelf. Zou Zij, Die miljarden engelen aan Haar voeten heeft en alle duivelen volgens Haar willekeur aan Haar voeten kan doen knielen, niet de macht hebben om de banale beproevingen van een aards, vergankelijk leven te beheersen opdat deze in alles het Eeuwig Heil van de ziel zouden dienen? (...).

Ik heb je in deze dagen van de grote verheerlijking van Mijn verhevenheid veel geopenbaard over de hoedanigheden van Mijn macht als Meesteres en Koningin over al het geschapene. Vele zielen hebben het er moeilijk mee, Mij als Meesteres te zien. De heersende, machtige Maria past niet in hun beeld van de kleine, nederige, zwijgzame en teruggetrokken dienstmaagd. Zeg aan de zielen dat Maria in alle eeuwen dezelfde was en is, doch dat Ik Mijn mantel van macht en Heerlijkheid niet kon dragen zolang Ik nog op aarde leefde. Ik leefde op aarde als rechterhand van de Verlosser in de uitvoering van het Verlossingsmysterie. Na de Verrijzenis van de Verlosser echter, is Mijn rol in de uitvoering van het Mysterie van de Heiliging der verlosten begonnen. Verlossen, kan men in werkelijkheid slechts door deel te hebben aan de natuur van hen die Verlossing nodig hebben. Heiligen, kan men slechts indien men daartoe zelf de heiligheid bezit. Alleen Ik heb de macht om dit Goddelijk Werk te leiden. Als heersende Koningin met macht over alles, zou Ik overigens niet de oneindige verdiensten hebben kunnen verwerven die Mijn roeping als Medeverlosseres van de zielen tot vrucht moesten brengen.

Indien Ik tijdens Mijn leven op aarde Mijn werkelijke macht, die Ik reeds bezat in de orde der Genade, had gebruikt, had Ik al het geschapene aan Mijn voeten kunnen dwingen, doch dan had Ik niet de oneindige verdiensten van het lijden, de nederigheid, de menselijke overwinning op de beproevingen, de aanvaarding van de dagelijkse lasten en kruisen en de zorgende naastenliefde verworven. De engelen waren ook toen reeds in Mijn macht, doch Ik heb van deze macht slechts gebruik gemaakt in zeldzame gevallen die Gods Heilsplan dienden, en in het verborgene en rekening houdend met de beperkingen die opgelegd werden door de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Pas na de Hemelvaart van Mijn Zoon begonnen aspecten van Mijn macht aan de dag te treden, toen de apostelen Mij begonnen te benaderen als hun houvast, hun toevlucht en hun Meesteres met de feitelijke doch steeds verborgen macht over de jonge Kerk. Weinige, diep verlichte zielen, lagen ook reeds in die dagen letterlijk aan Mijn voeten, omdat het Licht van Gods Geest hen een eerste begrip gaf van Wie Ik werkelijk was: een Bolwerk van Goddelijke Gaven.

In latere eeuwen is het aan bepaalde mystici en heiligen toegestaan om door de genade van Gods Geest elementen van Mijn ware Wezen te schouwen. Pas in deze dagen, slavin van Mijn macht, worden de Heerlijkheid, de Glorie, de ware macht en het ware Wezen van Maria geleidelijk onverbloemd onthuld, nu Ik Mij via jou tot de mensheid wend als de Meesteres van alle zielen. Ja, dit is de dageraad van grote tijden. De Vrouw treedt in het Licht omdat Gods Geest het Uur heeft aangekondigd waarop Haar ware grootheid, de oneindigheid van Haar macht, Haar onvergelijkbare heiligheid en Haar ware roeping aan de slapende zielen geopenbaard moeten worden. Thans treedt de Vrouw te voorschijn uit de schaduw van de onwetendheid van de verblinde zielen, bekleed met de mantel van de macht, om de voor Haar bestemde troon te bestijgen als de allermachtigste Meesteres van alle zielen, om te zetelen aan de rechterhand van de Christus Die de zielen zal oordelen.

Naast het pad naar Haar troon bloeien Haar dienaren als bloemen van troost, en op het pad naar Haar troon spreiden zich Haar liefdesslaven uit als een tapijt onder Haar voeten, en in hen zal Zij de satan en zijn gevolg onder Haar voeten vertrappen, vernederen en tot zwijgen brengen. Ja, op de zelfverloochenende Liefde, de restloze onderwerping en het lijden van Haar slaven, en getroost door Haar trouwe dienaren, zal de Meesteres van alle zielen de troon van de Haar door God voorbehouden heerschappij bestijgen om er het Rijk van de Waarheid en de Liefde te verkondigen, en alle zielen in de Hemel, op de aarde en onder de aarde zullen aan Haar voeten Haar grootheid, Haar macht, Haar overwinning en Gods eeuwige Glorie belijden".


24 augustus 2006

"(...) Wanneer je aan Mijn voeten ligt, is dit niet alleen een teken van je diepste onderwerping aan Mij, doch ook een akt van zelfofferande op het Altaar van Mijn Smartvol Hart. De dienaar die zich in alle details van zijn leven totaal en zonder verzet overlevert aan de Wil en de beschikkingen van zijn Hemelse Meesteres, legt hierdoor al zijn kruisen neer aan Haar voeten, die het Calvarie van de verheerlijking vertegenwoordigen. Je hebt gehoord hoe de Allerheiligste Drievuldigheid bij Mijn Kroning in de Hemel verkondigde dat alles onder Mijn voeten is gelegd. Laten de zielen toch bedenken dat Ik ook de macht heb om hun verheerlijking te bespoedigen, ja zelfs om hen te vrijwaren voor de eeuwige kwelling. Daartoe echter, moeten zij zonder verzet aan Mijn voeten liggen.

(...) Het is de mensheid niet bekend dat Ik op grond van de zelfofferande van Mijn menselijke liefdesslaven, onder de vele miljoenen duivelen die voortdurend over de aarde ronddwalen, individuen of groepen kan uitkiezen om deze aan demonstraties van Mijn macht te onderwerpen". (Opmerking van Myriam: De Meesteres van alle zielen heeft mij in een aantal visioenen getuige gemaakt van dergelijke demonstraties).

(...) De satan is weliswaar de meester van de duivelen, doch Ik kan verboden en geboden uitspreken die ook in de hel gelden als Wet. Ik heb lijden, Liefde en onderwerping nodig, Ik heb echte slaven nodig, want de dageraad gloort, waarop Ik alle duivelen aan Mijn voeten op de knieën zal ontbieden, hun meesters onder Mijn allermachtigste voeten zal verpletteren en ieder van hen naar de diepe regionen van de hel zal verbannen. (...)".


25 augustus 2006

"(...) Zeg aan alle zielen: Maria heeft de macht in handen. Ik kan alle duivelen onder de ogen van de hele Schepping laten belijden dat zij Mijn slaven zijn, doch opdat dit enig nut zou hebben voor de voltooiing van Gods Heilsplan, moet Ik méér mensenzielen krijgen die bereid zijn tot een leven als Mijn slaven.

(...) Naarmate de zielen Mijn macht leren kennen, kan het fundament van Mijn leger versterkt worden. De strijd tussen de Vrouw en het serpent is in de beslissende fase gekomen. Het Uur heeft geslagen waarin de dienaren en slaven van de Vrouw de ware grootheid van hun Meesteres moeten zien, opdat zij mogen weten aan Wie zij zich hebben overgeleverd voor een zo belangrijke strijd. (...) De satan kan slechts uit de wereld verdreven worden door Mijn tussenkomst, en daartoe is een totale overgave, totale en diep doorleefde toewijding van de zielen aan Mij noodzakelijk. Totale overgave, zelfverloochening, diep doorleefde toewijding, zeer innig samenleven met Mij tot in de kleine details van het dagelijks leven in handelen, denken, voelen en spreken, is de enige weg naar de bevrijding van de wereld en van het eigen hart. Leven in overgave aan Maria is leven in de ware vrijheid en Vrede van hart en in de ware rust van de geest.

Velen zullen zich op allerlei wijzen verzetten tegen Mijn openbaringen over Mijn macht. Ik zeg de zielen dat zij er goed aan doen, zich erover te bezinnen dat elk verzet tegen de openbaringen van nooit eerder vrijgegeven kennis over de Heerlijkheden, de unieke hoedanigheden en de macht van Maria gelijkstaat met, enerzijds, verloochening van een Werk van de Heilige Geest, Die dit uur heeft gekozen voor de laatste en bekronende fase in de verheffing van Zijn Onbevlekte Bruid, en anderzijds met een miskenning van het hele Scheppingswerk van God. Inderdaad, de Allerhoogste heeft alles geschapen, en als absolute en onovertrefbare kroon op al het geschapene heeft Hij Mij voorzien. In Mij heeft Hij alle volmaaktheden gelegd. In Mij zijn als het ware alle elementen van de Schepping verzameld en tot hun respectieve volmaaktheid gevoerd. Wie Mijn grootheid miskent, miskent daarom alle volmaaktheden die God in Zijn Schepping heeft voorzien, en derhalve miskent hij ook de macht van God Zelf".


26 augustus 2006

"Ik wil je aandacht vestigen op een toestand die aanduidt hoezeer de mensenziel van Gods bedoelingen is afgeweken. Ik heb je deze maand geheimen onthuld in verband met Mijn drie grote machtssferen als de Meesteres van alle zielen: Mijn heerschappij over de engelen, deze over de mensenzielen, en deze over de duivelen. Je hebt zelf gezien en gehoord hoe, bij Mijn Kroning in de Hemel, de Allerheiligste Drievuldigheid Mijn onbegrensde macht over alles, de zielen en het niet-bezielde, heeft afgekondigd, en hoe alle engelen en heiligen aan Mijn voeten geknield liggend, Mijn lof verkondigden en Mij met de titel van 'allermachtigste Meesteres van alle zielen' hebben aangesproken. Een 'allermachtigste meesteres' is een vrouw die alle macht heeft en die haar wil kan opleggen aan al diegenen die onder haar gezag zijn gesteld.

God Zelf heeft alles onder Mijn gezag gesteld. Vind je het niet opmerkelijk dat de engelen alles doen wat Ik wil, dat Ik de duivelen alles kan laten doen wat Ik wil, maar dat de mensenzielen Mij in ontelbare aantallen miskennen? Ja, ook onder hen die met Mij dwepen, zijn er ontelbaren die zich niet in de werkelijke zin aan Mij hebben gegeven. Zij dienen Mij niet en gehoorzamen Mij niet. God respecteert de vrije wil van de mens. Mij te dienen of niet te dienen, is dus voor de mens een vrije keuze. Mij te dienen is echter een Goddelijk gebod. De mensenziel die niet Mijn dienares wil zijn, verkeert dus in ongehoorzaamheid. Er bestaat dus voor deze zielen een gevaarlijke situatie, want de gehoorzaamheid jegens Gods voorschriften bepaalt de mate waarin de ziel het ware Goddelijk Voedsel kan opnemen. Een ziel in staat van ongehoorzaamheid is een ziel die niet meer openstaat voor de stroming van de Goddelijke Liefde: Zij dient noch God noch Mij, en heeft dus ook geen echte Liefde voor God noch voor Mij. Zo kan zij ook geen deel meer krijgen aan de eigenschappen van het ware Goddelijk Leven, zodat haar fijngevoeligheid voor de beleving van de deugden steeds verder vermindert.

Ik roep de zielen met aandrang op dat zij de plaats zouden innemen die God voor hen heeft beschikt: deze aan Mijn voeten, in onderwerping aan Mij. Een mensenleven kan pas de volheid van zijn nut verwerven wanneer het wordt geleid in volkomen overeenstemming met de Orde zoals God deze in Zijn Wijsheid heeft geschapen. Welnu, de door God voorziene Orde in de Schepping plaatst Mij, Maria, op de troon als de onbetwistbare Meesteres van al het geschapene, bepaalt dat alle zielen onderworpen zijn aan Mijn macht, dat alles onder Mijn voeten ligt, en dat dus ook de mensheid Mij onvoorwaardelijk hoort te dienen. Dit is de enige weg naar de bevrijding uit alle ellende van het aardse leven. Laat de zielen zeer goed begrijpen dat de macht van de satan zeer relatief is: Indien de mensenzielen zijn ingevingen niet zouden volgen, zou de macht van de satan onbestaande zijn. Tegenover Mij, Maria, zijn de duivelen niets méér dan wormen. Ik kan hen op elk ogenblik onder Mijn voet gevangen zetten, hun bewegingen en handelingen totaal aan Mijn Wil onderwerpen, hen volgens Mijn welbehagen onder Mijn voet laten kronkelen, hen verlammen (...) God wacht erop dat de zielen zich totaal overgeven aan de Vrouw Die deze onbegrensde macht bezit. (...).

Vandaag ben Ik herdacht als het 'Heil van de zieken'. Ziekte in het lichaam kan een zeer groot Heil voor de ziel worden, wanneer zij met Liefde aanvaard en aan Mij toegewijd wordt. Na een oprechte toewijding van een ziekte of pijn wordt zij Mijn eigendom, voorwerp van de uitoefening van Mijn Wil en Mijn macht. Aangezien Ik Mijn Wil en Mijn macht uitsluitend aanwend voor het Heil van de zielen, kan ook een ziekte of pijn die met Liefdesvuur onder Mijn voeten wordt gelegd, een groot verschil maken voor de Eeuwige Gelukzaligheid van een ziel. Miljoenen mensen smeken Mij om genezing van hun lichamelijke ziekten, pijnen, ongemakken en gebreken. Ik betreur dit. Weliswaar verricht Ik talrijke genezingen naar het lichaam, doch Ik doe dit in de hoop dat de genezen zieke zijn nieuwgewonnen levenskracht zal benutten om zich voor Gods Plan van Heil in te zetten. Dat gebeurt echter zelden voluit.

Een ziel die waarlijk in overgave en toewijding aan Mij leeft, zal niet langer zoeken naar genezing van lichamelijke ziekte. Dat komt doordat Ik in deze ziel leef en heers, en zij dus Mijn Wil dient, die de Wil van God is. Lichamelijke genezingen op zich zijn meestal niet in overeenstemming met Mijn Wil, omdat deze mensheid die zo sterk van de heiligheid is afgeweken, zo verziekt is in de zielen dat zij nog slechts de ware gezondheid, deze van de ziel, kan terugvinden door de offerande van veel lijden in het lichaam. Jezus heeft dit aan de zielen voorgedaan. Heil van de zieken ben Ik in de werkelijke zin wanneer de zieken in de ware zin van het woord Mijn dienaren willen zijn. Zij zullen dan door Mij het Heil verwerven, en eveneens door Mij veel Heil over de mensheid helpen brengen. Ik wil in de eerste plaats het Heil van de zieken van ziel zijn".


27 augustus 2006

"Terwijl het serpent onder Mijn voeten kronkelt van machteloosheid jegens Mij, zullen de slagen van deze kronkelingen eerst diegenen treffen die op elk ogenblik van de dag en de nacht klaar staan om Mijn voeten te kussen. (...)"


28 augustus 2006

"Ik heb je gezegd dat God het zo heeft beschikt dat de hele Schepping als het ware in Mij vertegenwoordigd is, dat in Mij alle elementen van het geschapene in hun volmaaktheid tot uitdrukking komen, ontdaan van zwakheden of tekortkomingen. Wanneer je alle titels bekijkt waarmee Ik vereerd word, kun je vaststellen dat er geen enkel aspect in het spiritueel leven denkbaar is waarin Ik niet op de voorgrond ben geplaatst. De Allerhoogste heeft Mij als hoogtepunt, bekroning en voorbeeld voor alles gewild. Ja, Ik ben de Koningin en Meesteres van alle zielen en van al het niet-bezielde, en eveneens van al het niet-tastbare, het leven van de ziel in al zijn elementen en aspecten. Ik heb gezegd dat augustus bij uitstek de maand is om Mijn Heerlijkheid te gedenken en te vereren. De gedenkdagen van deze maand maken dit duidelijk. Ik ben met Lichaam en ziel ten Hemel opgenomen om er gekroond te worden tot Koningin en Meesteres over alles (15 en 22 augustus), Ik ben de Meesteres van de engelen (2 augustus), Ik ben de Toevlucht der zondaars (13 augustus), en niet toevallig wordt deze maand van verheerlijking afgesloten met de verering van één van de grootste en toch van de meest miskende getuigenissen van Mijn onvatbare macht over de zielen: Ik ben de Middelares van alle Genaden (31 augustus).

De Allerhoogste heeft de mensenziel bedoeld voor een leven in heiligheid, zodat zij na haar leven op aarde onmiddellijk het Eeuwig Leven in de Hemel zou binnengaan. De menselijke zwakheid staat deze bedoeling echter in de weg, want door de zondeval van het eerste mensenpaar hebben de mensenzielen niet meer het vermogen bewaard om hun heiligheid in stand te houden. Zij hebben het Verlossingswerk van de Christus en het medeverlossend Werk van hun Meesteres nodig gehad als sleutel om de Hemelpoort opnieuw te openen, en God heeft Zijn systeem van genaden voorzien. De genaden zijn tegemoetkomingen van God aan de menselijke zwakheden. Ik wil de genaden ook noemen: wegwijzers naar de Hemelpoort. Zonder genaden vindt de door de erfzonde verblinde mensenziel de weg naar de Hemelpoort niet meer terug. Genaden zijn alle gaven, geschenken en hulpmiddelen waarmee God het leven van de mens richting helpt geven. Genaden zijn niet altijd de dingen die als aangenaam worden ervaren. Vaak worden deze Goddelijke hulpmiddelen ervaren als pijnlijk in het stoffelijk leven. Voor de ziel echter, zijn genaden steeds edelstenen. Deze edelstenen worden geput uit de oneindige Schatkamers van Gods Liefde. Ik ben door God aangesteld tot de enige Meesteres van deze Schatkamers. Ik heb de sleutels ervan in handen. Ik heb alle macht gekregen om ze naar Mijn welbehagen te gebruiken of niet te gebruiken. Of een ziel een welbepaalde genade ontvangt of niet, is afhankelijk van Mijn Wil. Wanneer, in welke hoeveelheid, in welke vorm, en voor hoe lang, beslis Ik. Ik ben de Schatbewaarster en Uitdeelster van alle Genaden. Deze hoedanigheid is een uitvloeisel van Mijn positie als Koningin en Meesteres van al het geschapene. Zij heeft Mij een voor mensen niet te overziene macht over alle zielen gegeven. Ik zou niet in de diepste zin van het woord Meesteres van alle zielen kunnen worden genoemd indien Ik de zielen niet in Mijn macht had door de controle over de genaden die zij ontvangen, want dit geeft Mij een zeer verregaande macht over de vormgeving van hun leven. Weet echter dat Ik deze macht uitsluitend gebruik met het Eeuwig Heil van de ziel voor ogen. Wanneer Ik een ziel een bepaalde genade weiger te geven, doe Ik dit omdat Ik oordeel dat deze genade haar op dat ogenblik schade zou toebrengen. Ik gebruik Mijn macht over de zielen op grond van Mijn totale en volmaakte Liefde en Wijsheid. Dank Mij daarvoor.

(...) Bij Mijn Kroning in de Hemel heeft de Allerheiligste Drievuldigheid onder de ogen van alle engelen en heiligen Mijn voeten gezalfd als symbool voor de totale en onbegrensde macht die Ik voor alle eeuwen zou dragen. Sedertdien vertegenwoordigen de voeten van Maria ook Goddelijke macht. Weet dat mede om deze reden alle zielen aan Mijn voeten moeten knielen. Ik verlang van al Mijn toegewijden dat zij dagelijks Mijn voeten kussen, op een beeld of afbeelding, in een gesteldheid van de diepste onderwerping. Mede om deze redenen verlang Ik dat smekingen tot Mij om invloeden en werkingen van de satan te bestrijden, aan Mijn voeten geknield gebeuren. Weet echter dat zij die lichamelijk niet in staat zijn om te knielen, dit onvermogen kunnen vergoeden door hun smekingen te verrichten in een gesteldheid van diepe onderwerping jegens Mij. Ik herhaal dat het uur is aangebroken waarop de mensenzielen de plaats moeten innemen die door de Allerhoogste voor hen is beschikt: aan Mijn voeten, dit wil zeggen: in de meest intens beleefde toewijding aan Mij. (...)".


29 augustus 2006

(Ik zie visioenbeelden van de Hemelse Meesteres, en Zij spreekt als volgt tot mij): "Het verbaast je enigszins dat de engelen en heiligen die je ziet, Mij begroeten als drie maal heilig, zoals dit normaal gesproken is voorbehouden aan de Heilige Drievuldigheid. Wees niet verbaasd. Mijn Hemelse dienaren groeten in Mij alle eigenschappen waarmee de Drie Goddelijke Personen Mij hebben bekleed, zodat Ik een Tabernakel van ieder van de Goddelijke Personen ben. De gouden scepter in Mijn rechterhand is een symbool van koninklijke macht. De bloem in Mijn linkerhand is symbool voor het Leven en vertegenwoordigt alle schepselen. Ik heb dus alle schepselen in Mijn hand, en om deze reden is de bloem ook wijd geopend: de zielen ontvangen stromen van Leven door Mijn tussenkomst via uiteenlopende wegen. De edelstenen zijn symbolen voor Mijn volheid aan Genaden, en deze Genaden stralen in talloze verschillende vormen naar de aarde toe. Mijn voeten zijn omgeven van een gouden gloed als symbool voor Goddelijke waardigheid en macht. Het gouden licht dat uit Mijn tenen straalt, is de uitstraling van Mijn macht. De hele omgeving vóór en naast Mijn voeten is in Mijn macht, alle dingen en alle zielen aan Mijn voeten zijn onder de invloed van Mijn Wil. Al het geschapene buigt zich zonder enig verzet voor Mijn Wil, want hij is de Wil van God. Alle engelen en mensenzielen worden aan Mijn voeten geraakt door de onweerstaanbare uitstraling van Mijn macht. Duivelen, daarentegen, worden door de uitstraling van macht uit Mijn voeten vreselijk gekweld omdat zij er gedwongen worden om Mij als marionetten in alles te gehoorzamen, en zodra Ik dat wil, worden zij er verlamd.

(...) Daarom treedt Mijn Liefde waarlijk buiten haar oevers wanneer Ik vaststel dat een beekje dat naar Mij verlangt, zich niet door een tijdelijke droogte of het ontij der wereld laat verwoesten. Hoe ongenadiger de steppewind heeft geblazen, des te groter dorst de droge bedding van dit beekje naar het water van Leven. Hoog zwiepen de golven in de oceaan van Mijn Hart wanneer in Mij het verlangen groeit om Mij in dit beekje uit te storten. Zie, reeds kun je de afdruk van Mijn verlangende voeten in je bedding zien als getuige van Mijn heersende tegenwoordigheid. Zeg aan de zielen dat grond die alle seizoenen verdraagt als bouwwerken van Gods Voorzienigheid, en vurig verlangt naar de voeten van zijn Meesteres, vruchtbaar wordt zoals de tuin der Hemelen zelf, want dit verlangen maakt deze grond ontvankelijk voor alle gaven van Leven die zijn Meesteres zo vurig verlangt, hem te geven. Daartoe is Zij geroepen, daartoe komt Zij"


30 augustus 2006

"(...) Wanneer een dienaar in een beproeving aan Mijn voeten blijft liggen, is hij waarlijk Mijn dienaar, die echt verlangt dat hem zou geschieden naar Mijn woord en dat Mijn Wil zijn Wet zou zijn in alle omstandigheden. Indien hij zich in de beproeving echter opricht, betekent dit dat hij het leven aan Mijn voeten nog niet heeft aanvaard als de enige waarde van zijn leven.

Ik weet dat je zwaar lijdt onder het vele dat je Mij zou willen geven doch niet kunt geven, op grond van uiteenlopende omstandigheden. Weet dat het leven zelf steeds onvolkomen is. Daarom geldt voor de toestand van de ziel veeleer datgene wat diep in het hart oprecht leeft dan datgene wat de ziel werkelijk tot stand brengt of doet. Kan aan een wandelaar in het open veld worden verweten dat hij geen grotere afstanden aflegt wanneer hij urenlang tegen stormwinden in vooruit poogt te komen? Wijst een moeder haar klein kind af wanneer het haar geen bloemen geeft indien dit kind niet het zakgeld heeft om dit te doen? Moet de wandelaar niet van boven af de kracht krijgen om sterker te worden dan de stormwind? En moet het kind niet eerst van moeder zelf zakgeld krijgen om hiermee bloemen voor haar te kopen? Bepaalde dingen te kunnen volbrengen om deze aan Mij te kunnen geven, vereist speciale tegemoetkomingen van Gods Voorzienigheid. Indien deze zich op het verlangde ogenblik niet in voldoende mate verwezenlijken omdat Gods Plan dit voor dat ogenblik niet voorziet of omdat de vrije wil van sommige medemensen een resultaat verhindert, zal de Genade de verlangende ziel op andere wijzen tegemoet komen".


31 augustus 2006

"(...) Door Mij heeft de Allerhoogste Leven onder de zielen gebracht op drie niveaus:

  1. het zaad voor hun Verlossing, als Moeder van de Messias, de Christus;

  2. de bloemen van de heiliging, als Middelares van alle Genaden Die de zielen op de weg naar het Eeuwig Leven begeleiden en hun dwalingen bijsturen;

  3. het parfum uit deze bloemen, door hen als Voorspreekster de verheerlijking in de Hemel te bekomen.

Genaden zijn alles waarmee God de mensheid tegemoetkomt, op alle vlakken van hun leven. Genaden zijn als een ijsberg: Je ziet slechts een heel klein gedeelte ervan, het overgrote deel ervan blijft verborgen. Sommige genaden treden pas na jaren te voorschijn. Andere worden pas in hun volheid herkend in het uur van het oordeel. De zielen moeten echter weten dat Ik hen oneindig veel méér geef dan zij zich bewust zijn. Als Middelares van alle Genaden komt Mijn grenzeloze macht over de zielen in een zeer hoge mate tot uitdrukking, doch de zielen herkennen haar niet (...).

In Mijn hoedanigheid als Middelares van alle Genaden blijkt Mijn sleutelrol in het concreet verloop van de heilsgeschiedenis. Zie, Ik toon je een huis. Het bestaat uit drie kamers. De kamer aan de ene zijde is God, de middenste kamer ben Ik. De kamer aan de andere zijde is een ziel. God kan de ziel via twee wegen bereiken. Hij kan naar buiten gaan om aan de andere zijde van het huis bij de ziel binnen te treden, of Hij kan in de warme geborgenheid van het huis blijven en doorheen Mij (de middenste kamer) naar de kamer van de ziel gaan. Welke weg ligt het meest voor de hand?

Myriam: "God zal het liefste door U naar de ziel toe gaan".

Maria: "Zo is het, en zo heeft Hij het van meet af aan voorzien. Hij is door Mij naar de mensheid toe gekomen bij de Menswording van Jezus, en Hij heeft de mensheid herinnerd aan deze tweerichtingsweg toen Jezus op het Kruis de woorden sprak: 'Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar uw Moeder'.

God heeft Mij steeds gewild als de tussenschakel tussen Hem en de zielen. In Mij zijn de beide naturen met elkaar versmolten: de menselijke en de Goddelijke. Ook in Jezus zijn de beide naturen met elkaar versmolten geweest toen Hij op aarde leefde. Hij is echter voor alle eeuwen Goddelijk in de orde der natuur. In Mijn Wezen is de opgang van de mensenziel naar haar Schepper vertegenwoordigd: de menselijke natuur die steeds méér eigenschappen van het Goddelijke kan verwerven in een opgang naar de hoogste toppen van de heiligheid. In Mij is de heiligheid absoluut volmaakt aanwezig vanaf Mijn Ontvangenis, en toch is Mijn natuur deze van de geschapen ziel. Dat maakt Mij tot de ideale, door God voorziene trap naar Gods Troon. Langsheen de talrijke treden van deze trap deel Ik de heiligmakende genaden uit, die oneindig veelsoortig zijn. Voortdurend ben Ik met de zielen en hun Eeuwig Heil bezig. Ik doe dit via twee grote wegen:

  1. In het mystiek contact met de door Mij uitverkoren instrumenten werk Ik rechtstreeks in de intimiteit van het hart;

  2. Buiten de mystiek, dus in het overgroot gedeelte van de gevallen, werk Ik in zielen via andere zielen en via omstandigheden, als Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid (...)".

Laat Ik ook het volgend beeld gebruiken. God is de Boomgaard. Alle vruchten in die Boomgaard, zo talrijk en in de grootste verscheidenheid, zijn de Genaden. De Boomgaard is ommuurd, want hij bevindt zich op hoogheilige grond. Ik ben de enige Toegangsdeur tot de Boomgaard. Ik heb dus alle macht over de voeding van alle hongerige zielen, die buiten de Boomgaard leven, want alle vervoer van het voedsel uit Gods Boomgaard naar de zielen is afhankelijk van Mijn werking. De Boomgaard is hun enige mogelijke Bron van voedsel. Jij, de apostel van Mijn macht, mag gebruik maken van de sleutel tot de Toegangsdeur - het Hart van de Meesteres. Je mag deze sleutel echter slechts diep geknield in het slot omdraaien. Indien jij je niet volmaakt zou schikken naar Mijn Wetten en bevelen, zou de sleutel vervormd raken en niet meer in het slot passen. Je zou dan geen genaden meer kunnen bekomen voor de zielen, en de intimiteit tussen jou en Mij zou onmogelijk worden: de sleutel zou niet meer één kunnen worden met de deur. Jij moet 'in Mij klikken' om Mijn macht in beweging te brengen ten gunste van de zielen.

Zie, elke ziel krijgt op bepaalde ogenblikken even deze sleutel in handen, en wordt dan uitgenodigd om hem ten bate van één of meer medemensen in het slot van de deur te stoppen om de Boomgaard te ontsluiten. Op deze ogenblikken kan de ziel grote verdiensten verwerven. Het is ook in die ogenblikken dat zij veel te lijden kan krijgen. Zeg aan de zielen dat zij alle beproevingen en kruisen beschouwen als gelegenheden om vruchten te bekomen voor hun hongerende medezielen. Beproevingen zijn ogenblikken waarin de ziel tot een diepere intimiteit met Mij kan komen, ten bate van haar medemens en van zichzelf. Ja, het zou mogelijk zijn om de Boomgaard te betreden zonder de deur te openen, door over de muur te klauteren. Dit betekent dat de ziel zich de vruchten der genade zou trachten toe te eigenen met totale miskenning van Mij. Bedenk echter dat deze ziel in Gods ogen een inbreker is. De ziel die Maria negeert, is voor God een vreemde. Niemand hoort in de Boomgaard thuis indien hij niet eerst de Meesteres van de Boomgaard op de knieën heeft begroet om met Haar toestemming de heilige grond te betreden.

Ik ben de grote Middelares van het Heil geworden bij Mijn toestemming om de Moeder van Christus te worden, met de woorden 'Mij geschiede naar Uw woord'. Ik heb hierdoor de poort tot de Genade der Genaden geopend: de Verlossing. Zonder Mijn ja-woord zouden miljarden zielen nooit meer de kans hebben gekregen om de Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel binnen te gaan. Dit is één van de redenen waarom Mij voor alle eeuwen zoveel macht is gegeven. Ik ben als de Graanschuur van God. In Mij stort Hij alle graan dat de zielen tot voedsel moet dienen. Ik heb de macht om Mijn deur te openen wanneer Ik het wil en voor wie Ik het wil. Zo bekomen de zielen Gods graan uit Mijn Schoot. De eerste Graankorrel werd Mij in de Schoot gestort bij Mijn ja-woord: de Christus, de Verlosser, Die de zielen kwam voeden voor de eeuwigheid. Deze Graankorrel is tot Brood van Eeuwig Leven gekneed bij de instelling van de Eucharistie op de avond van Witte Donderdag, en gebakken tussen de Hof van Gethsemani en het Kruis van Golgotha.

Als Middelares van alle Genaden draag Ik nog steeds het Graan van Leven in Mij. De zielen moeten het nu, met de hulp van de Eucharistische Jezus en van Mijn leiding in hun leven, door hun beproevingen en kruisen zelf bakken nadat zij het in zichzelf hebben laten kneden. Ja, op Mijn woord hebben de zielen het levend Brood ontvangen, op Mijn woord kregen de zielen te Kana wijn voor het lichaam, op Mijn woord werd het mogelijk dat zij later, op Golgotha, Brood en Wijn voor de ziel zouden krijgen. Op Mijn woord blijven de zielen Brood en Wijn ontvangen, door de eeuwigdurende gedachtenis van de Eucharistie, door Mijn onophoudelijke bemiddeling in de genaden, en via Mijn liefdesslaven die in antwoord op Mijn woord van roeping in hun hart een leven aanvaarden van zelfofferande onder Mijn voeten, om daardoor bij Mij genaden af te smeken voor hun medezielen".


2 september 2006

"Ik ben de Hemelse Moeder van Troost, de Troosteres van de bedroefde en bedrukte zielen. Ware troost is een tegemoetkoming aan zielen die bezig zijn, hun levenskracht te verliezen doordat zij ontmoedigd zijn geraakt door een beproeving, een kruis, een last die hen bedrukt. In de bedrukte ziel heeft de invloed van de wereld of van een omstandigheid die verband houdt met het werelds leven tijdelijk de regering overgenomen: Deze invloed beheerst op dat ogenblik alle gevoelens en gedachten in deze ziel. Ware troost is daarom een toenadering tot deze ziel die haar helpt om de dingen opnieuw in hun juiste orde te kunnen zien. Ware troost helpt de ziel om de echte Waarheid opnieuw de overhand te helpen krijgen in al haar doen en laten, in al haar voelen, denken en verlangen. De bedrukte ziel moet opnieuw zien waarvoor zij werkelijk leeft: De ware behoeften van het zielsleven moeten opnieuw herkend worden. Ware troost leert de ziel opnieuw de echte Waarheid van God te zien achter alle wereldse invloeden. De ziel is bedrukt omdat een wereldse gebeurtenis of situatie haar innerlijk leven begint te overheersen. In deze gesteldheid werkt Gods kracht niet meer door, de ziel leeft onder het juk van de bekoorder die Gods Licht in de ziel tracht te doven. De ziel die ingewijd wordt in Gods Eeuwige Waarheid, wordt niet meer zo licht ontmoedigd in alle tegenkantingen van het aardse leven: zij weet waarvoor zij leeft, en waartoe haar kruisen dienen. Ik kom om de zielen deze Waarheid te openbaren, in voortzetting van de Werken van Jezus. Daarom ben Ik de Moeder van Troost".


3 september 2006

"Ware Liefde is betrachting van eenheid met de geliefde. De ziel die stelt dat zij Mij bemint, moet bij zichzelf nagaan in hoeverre zij één wordt met Mij. De maatstaf voor de eenwording met Mij is deze, dat de ziel niet langer leeft met de bevrediging van haar eigen verlangens voor ogen, doch met de bevrediging van Mijn verlangens voor ogen. De Ware Liefde tot Mij blijkt dan ook uit de mate waarin de ziel in al haar doen en laten, in al haar woorden, gedachten, gevoelens en bestrevingen, gedreven wordt door het verlangen om Mij te bevredigen. Wanneer deze drijfveer haar hele leven, haar hele gedrag, haar hele manier van zijn beheerst, wijst dit erop dat zij zichzelf volkomen terzijde heeft geschoven, zich in Mij heeft ontledigd en Mijn Hart volkomen in zich laat kloppen. Zij ervaart dan Mijn verlangens als Haar eigen verlangens. (...)

Wie Mij waarlijk bemint, zoekt de bevrediging van al Mijn verlangens, en vergeet eigen noden om de Mijne te verheerlijken. Deze ziel laat haar oude wensen aan Mijn voeten ter dood brengen, omdat zij weet dat Ik onbegrensde macht heb om haar het Ware Leven te bekomen. Zoete dood, die intreedt onder Mijn voet nadat Ik de kettingen van de wereldse behoeften onder Mijn macht heb verbrijzeld en ze in het Vuur van Mijn Liefde heb gesmolten".


4 september 2006

"Mijn macht over de duivelen is onbegrensd en totaal. Zij is dit altijd geweest, ook reeds gedurende Mijn leven op aarde. Ik ben voor geen enkele bekoring bezweken. Nochtans heeft de satan Mij geen rust gelaten. Weet dat elke ziel macht kan verwerven over de duivelen, in de mate waarin zij groeit in de heiligheid. Hoe heiliger een ziel, des te groter haar macht over de duivelen. Concreet betekent dit dat een ziel die leeft in consequente en volhardende beoefening van alle deugden en in totale overgave aan Gods Wil, in overeenstemming met Gods Plannen, Werken en bedoelingen, door haar eigen inzet een grote weerstand verwerft tegen alle bekoringen en tegen alles wat werelds is. Dat komt doordat een ziel, naarmate zij groeit in heiligheid, steeds méér leeft vanuit Gods Hart, vanuit Zijn verlangens. Deze ziel wordt zozeer ondergedompeld in de Hemelse realiteit dat zij geen behoefte meer heeft om aan bekoringen toe te geven. Bekoringen zijn pogingen van de satan om de ziel naar het wereldse, het stoffelijke, toe te trekken.

De ziel die zich in de dingen des Hemels laat onderdompelen, heeft steeds minder belangstelling voor de wereldse dingen. Zij vindt deze dingen smakeloos, onaantrekkelijk, banaal, dwaas. Zij beschouwt de dingen van de wereld als een belediging aan de waardigheid van de ziel. Hoe terecht doet zij dit, want de ziel is een Bouwwerk van God, en in haar heiliging wordt een ziel tot een prachtige tempel van een betoverende schoonheid, een paleis van Hemels Licht waarop Ik verliefd kan worden. De macht over de duivelen begint daar: in het gebrek aan belangstelling, zelfs minachting, voor alle waardeloze verlokkingen die zij de ziel voorhouden. Hoe kan iemand macht hebben over jou wanneer hij je niets kan geven dat jij absoluut begeert, of wanneer hij je alleen maar kan beroven van iets waar je toch geen belangstelling voor hebt?

DE MACHT VAN DE SATAN OVER DE ZIEL WORDT BEPAALD DOOR DE MATE WAARIN DE ZIEL VERLEIDBAAR IS.

Verleidbaar is de ziel slechts in de mate waarin de satan haar behoeften kan manipuleren. Wanneer de ziel deze behoeften weet te overwinnen, heeft de satan geen macht meer over haar. De ziel die zich uit de greep van de satan wil bevrijden, moet haar behoeften aan materiële dingen, aan seksuele bevrediging en aan lof en eer kleiner en kleiner weten te maken. Zij moet dus alles schuwen wat in haar het materialisme, de ijdelheid, de genotzucht, de geldingsdrang, de hoogmoed en de heerszucht aanwakkert.

Nederigheid, kuisheid, zuiverheid van gemoed, en Liefde tot vergeestelijking en Wijsheid, vormen de grote wapens waarmee elke ziel de duivelen aan haar voeten kan krijgen. Bovendien moet de ziel een Ware Liefde tot de beproevingen, kruisen en lasten van het leven betrachten. Laat geen kans voorbij gaan om te offeren. Draag elke last, elke pijn, elk hongergevoel, elke vermoeidheid, elke ziekte, elke tegenslag op voor het Heil van je broeders en zusters in Jezus en Maria, en voor bekeringen.

Ziedaar de eenvoudige maar overweldigende wapens in de oorlog tegen de duivelen, en dus tegen alle ellende der wereld. Ziedaar dus ook de sleutels tot de poort van het Ware Geluk. De Meesteres van alle zielen komt voltooien wat Jezus begonnen is: de kruistocht voor de Ware Vrede en blijheid in de harten en de ware rust in de geesten, en hierdoor voor het Ware Geluk in de wereld".


5 september 2006

"Zalig de ziel die drinkt van de wateren die over haar akker vloeien. De Goddelijke Voorzienigheid heeft een Plan met elke ziel afzonderlijk en met de zielen als geheel. Zij zoekt dit Plan uit te werken in de talloze grote en kleine dingen die zij de ziel dagelijks laat toevloeien, en kijkt met verlangen toe hoe de ziel met deze kansen zal omgaan. Zal de ziel van dit water drinken telkens Gods Voorzienigheid dit voor haar beschikt tot Heil van haarzelf en van andere zielen met wie zij op één of andere wijze, zelfs onrechtstreeks, in contact komt, of niet? Zo ja, in welke mate zal zij dit doen? Of zal de ziel dit water van Leven afwijzen omdat zij voor zichzelf een ander plan heeft ontworpen, en haar water putten uit bronnen die niet van Goddelijke oorsprong zijn, en op ogenblikken die niet of weinig geschikt zijn? De ziel die haar eigen plan van leven ontwerpt, leeft niet volgens de Wetten van Gods onfeilbare Wijsheid. Het water van Leven zijn de druppels van elke beproeving, elk kruis, alles wat de ziel overkomt, elke dag opnieuw, om het even of zij dit ervaart als aangenaam of als minder aangenaam. De ziel leeft voor de verwezenlijking van twee doelstellingen:

  1. de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor de hele mensheid, en

  2. haar eigen heiliging.

Hoe meer zij zich inzet voor de verwezenlijking van de eerste doelstelling, des te beter verwezenlijkt zij vanzelf ook de tweede. Zeg aan de zielen dat de grote vijanden voor de verwezenlijking van hun twee levensopdrachten de bekoringen zijn, die leiden tot ondeugd, zonde en ontmoediging, en hierdoor tot negatieve werkzaamheid of tot onwerkzaamheid. De meest bedreven zonde, en toch de minst bekende, is deze van de niet-aanvaarding van het lot van elke dag, het protest of verzet tegen de beproevingen, de ontevredenheid over alles wat niet als aangenaam ervaren wordt, en het vasthouden aan de gebeurtenissen in het leven, het stilstaan erbij, en het gepieker erover. Talloos zijn de zielen die morren over vele dingen die hen overkomen. Deze gesteldheid, de ontevredenheid in de geest met onvrede in het hart, staat gelijk met niet-aanvaarding van Gods beschikkingen, en dus van Zijn geschenken voor het Eeuwig Leven. De ziel mag nog zoveel devotie betrachten, indien zij haar beproevingen niet volkomen oprecht en van harte aanvaardt, heeft zij in het uur van haar oordeel weinig verdiensten voor te leggen en kan zij volgens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid niet ontsnappen aan de noodzaak van loutering alvorens haar intrede te doen in Gods Paradijs.

Aanvaarding – Gehoorzaamheid – Liefde – Overgave – Blijmoedigheid in alle omstandigheden van het leven: Ziehier de bezems die de ziel schoonvegen van alle onreinheden. Hoeveel ondeugden worden door Gods Barmhartigheid vergeven aan de ziel die dag aan dag haar beproevingen aanvaardt met Liefde en in blijmoedigheid. Deze gesteldheid in de ziel geeft blijk van Liefde jegens God, gehoorzaamheid, en Wijsheid. Deze ziel heeft begrepen waarvoor zij werkelijk leeft. Zij heeft de basis van Gods Heilsplan begrepen, en heeft dit inzicht benut als cement voor het bouwen van een tempel waar slechts Gods Wil alles bestuurt. Zalig zal zij zijn voor eeuwig.

Vele christenen vestigen al hun hoop en verwachtingen op de Goddelijke Barmhartigheid. Dat doen zij terecht, maar dit groot Goddelijk geschenk wordt jegens de ziel slechts te gelde gemaakt in de mate waarin de ziel zelf bepaalde voorwaarden vervult. Als Meesteres van alle zielen geef Ik je:

De gouden sleutel tot een VOLMAAKTE ONTPLOOIING VAN DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID:
  1. Aanvaard alle beproevingen, lasten, tegenslagen en kruisen van elke dag met Liefde, zonder protest, bitterheid of ontevredenheid.

  2. Draag al deze beproevingen, lasten, tegenslagen en kruisen uitdrukkelijk op aan Mij, Maria, als offerande voor het Zielenheil van je medemensen.

  3. Dank elke avond voor ALLES wat de voorbije dag heeft gebracht.

  4. Verloochen zoveel mogelijk je eigen stoffelijke behoeften, en cijfer jezelf zo volledig mogelijk weg voor je medemensen.

  5. Betracht een vlekkeloze zuiverheid van hart en mond: Wees blijmoedig, koester geen wrok, wrevel, haat of jaloersheid, en verspreid geen roddel, laster, achterklap, verdachtmaking, leugens noch onreine woorden.

  6. Beoefen een volkomen vergevingsgezindheid jegens je medemensen, en wees verdraagzaam en mild tot het uiterste toe.

  7. Vel geen oordelen over zielen of situaties.

De ziel die deze zeven punten met inzet van al haar krachten zoekt te verwezenlijken in haar leven van elke dag, zal Gods vergeving wekken voor vele fouten die zij in haar leven heeft begaan. Deze vergeving kan totaal worden wanneer deze ziel haar tekortkomingen in deze zeven punten zelf tot voorwerp maakt van een diepgaande, berouwvolle biecht en daarna in totale toewijding aan Mij smeekt om de genade van vervolmaking op elk van deze punten".


7 september 2006

"De enige Waarheid van God is een zon die de hele Schepping doorstraalt. Haar Licht maakt het Leven mogelijk. Elke straal is een element van die Waarheid. Al deze stralen ontspringen aan dezelfde bron: de Bron van het Leven, de Eeuwige Waarheid, het Goddelijk Licht. De ene straal bestaat niet zonder de andere. Elke straal bevat op zich de volheid van de Waarheid, zoals ook elk stofje van de Heilige Hostie de volheid van de Godheid bevat. Bedenk (...) dat één van die stralen de kennis van Mijn ware natuur is, de Waarheid over Maria, de machtige Meesteres van alle zielen, de Uitverkorene van God, de Volmachtdraagster van de Allerheiligste Drievuldigheid. De zonnestralen van Gods Waarheid bereiken in steeds minder zuivere toestand de zielen, want de satan, de bron van alle onwaarheid, chaos, verwarring en misleiding, spuit wolken van stof over de aarde.

De Meesteres van alle zielen is gezonden om de wind van de Heilige Geest over de zielen af te roepen, opdat de zonsverduistering teruggedrongen moge worden en de stralen van de Waarheid opnieuw de zielen mogen verlichten en verwarmen. Jouw levensopdracht is deze, de Waarheid over Maria, de allermachtigste Meesteres van alle zielen, de Heerseres over al het geschapene bij Goddelijke volmacht, in de zielen te helpen storten. Je woorden en geschriften zullen stormen veroorzaken, beukende winden van vervolging, onbegrip, laster, veroordeling en verdachtmaking. Verdraag ze uit Liefde tot je Meesteres. Zij heeft de macht om jou overeind te houden in deze stormen, want zij zijn noodzakelijk om het stof van de leugen boven de zielen weg te blazen.

Nog is de wereld niet klaar voor de volle Waarheid over Maria, de allermachtigste Vrouw uit Genesis. Jij zult leven en sterven voor Mijn verheerlijking en voor de verspreiding en verkondiging van de Waarheid over Maria, de Heerseres over alles bij de volheid van Gods Genade. (...)

Open de harten voor de stralen van Gods Waarheid, opdat zij ontvlammen voor de Wonderwerken van de Allerhoogste, het Meesterwerk van Zijn handen mogen ontdekken, en zich aan Haar voeten mogen overgeven aan de schoonheid van het Ware Leven. (...)

Laat de stormen over jou neerkomen, zij zullen Mijn parfum over de zielen verspreiden op de wervelende winden van Mijn macht".


8 september 2006

"Zodra de Allerheiligste Drievuldigheid het Goddelijk Besluit had verordend dat de mensheid door de Menswording van Gods Zoon verlost zou worden van het meest dramatische gevolg van de erfzonde, begon Zij de voorbereiding van de concrete uitwerking van dit Heilsplan, waarvan de verwezenlijking zou duren tot het einde van de tijd zoals de mensheid deze kent.

De eerste concrete stap was de keuze van de menselijke moeder, de Vrouw die Gods Zoon als Kind zou dragen en ter wereld zou brengen. De Godheid had Mij in gedachten, reeds lange tijd vóór Mijn Ontvangenis. Ik zou de volmaakte Vrouw worden, de absolute bekroning van de mensheid, de Vrouw in Wie alle trekken en elementen van de absolute, volmaakte heiligheid en schoonheid vertegenwoordigd en voltooid zouden zijn.

Op de gestelde tijd werd Mijn ziel onbevlekt ontvangen, en negen maanden later werd Ik geboren in het vlees. De engelen bezongen deze gebeurtenis als de dageraad van de Verlossing van de mensheid. Het Kind Maria was de vleesgeworden heiligheid Die voor het eerst sedert Adam en Eva vóór hun zondeval, alles belichaamde wat aan Goddelijke eigenschappen in een mensenlichaam ter wereld kon komen.

In het uur van Mijn Geboorte werd de hele Schepping doorstraald van een Licht dat zelfs de hel deed beven. De satan wist dat ooit de mensheid verlost zou worden. Het was hem echter niet bekend dat het zopas in Nazareth geboren Meisje, Wier Geboorte zulke krachten in de Schepping in beweging bracht, Diegene was Die de Messias, Gods Zoon, als Mens ter wereld zou brengen, noch dat Zij het was Die hem als Koningin en Meesteres over alles was voorgesteld toen hij nog een engel was en Ik nog slechts bestond als kiem in Gods gedachten. Van dat kleine Meisje ging een zodanige, nooit geziene macht en schoonheid uit dat de duivelen in de grootste verwarring verkeerden. Zie, aanschouw en vereer je pasgeboren Meesteres. (...)

Ja, Ik was toen reeds de Meesteres en Koningin van de engelen. Mijn Schoot was een besloten Tuin, voorbehouden aan God voor de voltrekking van het grootste Mysterie: de Menswording van Gods Zoon. Mijn hele Wezen was de vertegenwoordiging van de grootste Hoop voor de mensenzielen. Deze Hoop is voorgesteld door de regenboog. Het schitterende gouden hart is het symbool voor de grootste heiligheid. Je ziet hoe stralen van genaden over de wereld verspreid worden, en stralen van gebed ten Hemel opstijgen. Louter door Mijn Aanwezigheid in volmaakte heiligheid heb Ik vanaf het ogenblik van Mijn geboorte de Hemel bestormd met gebed. O, indien de zielen wisten welke macht van Mij uitging vanaf het uur van Mijn geboorte. Louter door Mijn Tegenwoordigheid op de wereld werd Gods Hart onophoudelijk gedwongen om stromen van genaden over de wereld uit te storten. Zonder Mijn Aanwezigheid zou de wereld vergaan zijn onder de verwoestende invloed van de zonden.

Nooit in de geschiedenis van de mensheid heeft een ziel zelfs reeds als pasgeborene een zo overweldigende macht uitgeoefend. Je ziet al deze engelen om Mij heen geknield liggen. Het was hen bekend dat Ik hun Meesteres was. Zij waren in afwachting van Mijn bevelen. Weet dat Ik reeds als pasgeborene volmaakt was, en het vermogen bezat om bewust te denken, te voelen, en inwendig te spreken tot de engelen en tot alle zielen. Toen reeds gaf Ik bevelen aan de engelen, want Ik bezat de aangeboren kennis van Mijn hoedanigheid als hun Meesteres, en van het feit dat Ik een onbegrensde en onaantastbare macht over hen bezat. Ik ondervond ook dat zij al Mijn woorden stipt gehoorzaamden, dat zij al Mijn verlangens in een oogwenk bevredigden, en dat zij als het ware onder elkaar wedijverden om Mijn gunst. Ik zag de engelen met de ogen van Mijn ziel, en geregeld nam Ik hen ook werkelijk in zichtbare vorm waar. Heel vaak kwam het voor dat Ik als klein meisje engelen aan Mijn voeten zag liggen. Zij dienden Mij zoals slaven dit doen.

De kennis over Mijn uitverkiezingen werd Mij niet ineens in haar volheid bewust. God bracht deze kennis geleidelijk aan in Mijn bewustzijn. Zo wist Ik als klein meisje niet dat Ik de Moeder van de Messias zou worden. Wel bleek Mij dat Mijn macht buitengewoon en uniek was. Ik ben de Dageraad van het Rijk van het Licht, dat met Jezus Christus voorgoed zijn bloei zou beginnen. Dit is zelfs letterlijk op te vatten, want met Mijn geboorte begon een immense schittering van Licht de Schepping te doorstralen (Maria toont mij opnieuw inwendig beelden).

Bij de schepping van het eerste mensenpaar baadde de hele Schepping in een stralend Licht. Bij de zondeval, het bedrijven van de erfzonde, kwam een sluier van schemering over de Schepping, waardoor de zielen geen zuivere waarneming meer hadden van Gods Licht. Bij Mijn geboorte ging opnieuw een intense schittering doorheen de Schepping. Mijn geboorte was het ochtendgloren na een eeuwenlange nacht. Met de geboorte van de Christus uit Mijn Schoot zou de Zon werkelijk opgaan, om bij de Kruisdood op haar toppunt te komen. De mensheid heeft dit echter nooit kunnen waarnemen doordat de satan massa’s stof in de zielen heeft gestrooid door de ontelbare bekoringen, misleidingen en dwaalleringen. De zielen deden door het ingaan op de bekoringen en misleidingen dit stof tot dichte wolken samenpakken. Slechts heilige zielen hebben deze verschijnselen kunnen leren aanvoelen.

Ik ben de besloten Tuin van de Godheid. Ik ben de enige mens Die in ziel en lichaam de volheid van God heeft mogen aanraken. Alle macht is Mij gegeven, omdat Ik heb toegestemd om Mijn hele leven in dienst van Gods Heilsplan te stellen. Zie, God heeft een grenzeloos respect voor Zijn eigen Schepping. Hij heeft de mens een vrije wil gegeven en beschouwt die vrije wil als heilig en onaantastbaar, zelfs al wordt deze door alle zielen misbruikt bij elke bedreven zonde. Daarom heeft Hij ook in het diepste respect voor Mijn Wil gevraagd of Ik wilde de Moeder van Zijn Zoon worden, ook al zou dit van Mij vergen dat Ik Mijn hele leven en alle menselijke behoeften totaal zou verloochenen om de allergrootste heiligheid te kunnen bewaren die noodzakelijk was om de Moeder van Gods Zoon te kunnen zijn.

Als dank voor Mijn toestemming heeft Hij Mij alle macht over alle schepselen gegeven. Ik was voorbestemd om de macht in handen te krijgen, want daarom was ook Lucifer, de latere satan, gedwongen geweest om ten diepste aan Mijn voeten neer te knielen. Deze macht was voor Mij alleen voorbestemd. Ik heb de volheid van het recht om deze macht te gebruiken, echter gekregen bij Mijn ja-woord. Dat is de volmaakte Liefde van God, Zijn trouw jegens de zielen. Volmaakte heiligheid is ook de vervulling van beloften door de eeuwen heen. Daarom kijk je nu naar het machtigste meisje dat ooit geboren is, de vleesgeworden Meesteres over alles. De satan merkte Mijn ongewone heiligheid. Hij zag met verbazing en afgunst hoe engelen aan Mijn voeten lagen en welke macht Ik over hen uitoefende. Hij begon onmiddellijk zijn aanvallen op Mij, die spoedig driester en driester werden. Hij merkte ook zijn machteloosheid tegenover Mij. Niettemin is hij in verwarring en onzekerheid over Mijn ware hoedanigheid gebleven doordat Mijn nederigheid hem misleidde. Hij kon niet begrijpen dat een vrouw die een zo verpletterende macht bezat, deze macht niet gebruikte om de hele wereld met wellust aan Haar voeten te dwingen om over dit alles te heersen tot eigen nut en voordeel. Ik heb van Mijn macht inderdaad weinig zichtbaar gebruik gemaakt. Dit heeft de satan doen twijfelen of Ik wel de Meesteres was Die hij zozeer vreesde en aan Wier voeten hij ooit ten diepste vernederd zou worden. Pas bij het Kruis van Golgotha heeft hij hierover zekerheid gekregen.

Mijn Schoot was ertoe bestemd om de allerzuiverste kelk te zijn waarin de Mens geworden God ontvangen en gedragen zou worden, de kelk voor de alles omvattende Offerande van het Goddelijk Lam. De kelk zou stap voor stap overgebracht worden naar het Altaar van Mijn Hart over een regenboog van de grootste Hoop voor de zielen. De regenboog is gevormd door de vermenging, Mijn hele leven lang, van het Goddelijk Licht en de volmaakte heiligheid van Mijn Onbevlekte Ontvangenis met Mijn menselijke Tranen. Bij het Kruis van Golgotha vertrok dan het Offer der offers vanuit Mijn Hart in eenheid met het Hart van Jezus naar de Eeuwige Vader toe. Ik moest in de wereld komen om de komst van de Verlosser mogelijk te maken. Door Mij is Hij naar de zielen gekomen. Om Jezus werkelijk te kunnen navolgen, moet de ziel op haar beurt uit Mij wedergeboren worden en vanuit Mijn Hart aan God opgedragen worden. De ziel kan de volheid van het Heil pas verwerven in totale toewijding aan Mij, in een totale offerande van zichzelf in volkomen eenheid met Mij. Daarom ben Ik de ware en onbetwistbare Meesteres van alle zielen, en daarom is Mij alle macht over de zielen gegeven. Wanneer de ziel haar leven leidt zonder zich aan Mijn voeten over te leveren, is het alsof zij de voor haar klaargemaakte weg negeert om haar reis te voltrekken doorheen ondoordringbaar struikgewas.

Mijn onbegrensde en totale macht en Mijn volmaakte Liefde zijn twee vruchten aan één tak. De ziel die poogt, aan Mijn macht te ontsnappen, zal ook niet de volheid van Mijn Liefde kunnen ervaren. De ervaring van Mijn macht is een noodzaak voor de ware heiliging van de ziel. De koninklijke weg naar God loopt langs Mijn voeten. De ziel die aan Mijn voeten weigert te knielen, zal haar weg naar de verheerlijking niet op deze wereld voltooien, doch tijdens de loutering na haar oordeel de Waarheid over haar Meesteres moeten ervaren".


9 september 2006

"Ik wil je laten delen in Mijn gevoelens bij het betreden van vele zielentempels. Hun bodem is zo koud dat Mijn voeten verkleumen. Mijn Hart brandt echter van Liefde en verlangen om in die tempels alle onverschilligheid en gevoelloosheid te verdrijven op de adem van Mijn vurigste verzuchtingen van Liefde. (...)"

Myriam: "Allermachtigste Meesteres, voelt U een verschil bij de uitoefening van Uw macht over engelen, mensenzielen of duivelen?"

Maria: "Ja. Engelen aan Mijn voeten te zien, verschaft Mij het genot van het zuiver eerbetoon aan Gods Meesterwerk. Duivelen aan Mijn voeten te zien, verschaft Mij het genot, de vijanden van het Licht te vernederen. Mensenzielen aan Mijn voeten te zien, verschaft Mij het genot, een gouden kans te krijgen om zielen op Mijn Voorspraak te kunnen binnenleiden in het Rijk van Gods Gelukzaligheden".

Myriam: "Mijn Meesteres, geven deze ervaringen van Uw macht U een gelijkwaardige voldoening?"

Maria: "Het grootste genot is Mij de macht die Ik over mensenzielen uitoefen, want zij maken nog het voorwerp uit van de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Zij zijn het die Gods vreugde kunnen vergroten door Zijn Rijk waardig te blijken. Niettemin vormt de ervaring van Mijn grenzeloze macht over de duivelen Mij eveneens een bron van intens genot, want zij staat in rechtstreeks verband met de voltooiing van Gods Heilsplan. Elke vernedering van een duivel aan Mijn voeten is een getuigenis van de grootste verheerlijking van Mijn macht in de Hemel, op de aarde en onder de aarde. De Allerhoogste heeft het bij Mijn Kroning aangekondigd: de Vrouw zal gediend en gehoorzaamd worden op al Haar woorden.

Het genot van de ervaring van Mijn macht over de duivelen (*) is van een andere aard dan dat van de ervaring van Mijn macht over engelen of mensenzielen. Mijn macht over de duivelen is de enige die Ikzelf volgens Mijn willekeur afdwing. Onder de mensenzielen zullen alleen zij die Ik tot Mijn liefdesslaven heb uitgekozen, ook opgelegde uitingen van Mijn macht ervaren. Voor het overige geldt onder de mensenzielen steeds de vrije wil die hen ertoe kan aansporen, Mij al dan niet te gehoorzamen, op hun eigen verantwoordelijkheid. Bij de engelen zijn de uitingen van Mijn macht hoofdzakelijk uitvloeisels van Gods Wet die op volmaakte wijze in hun eigen hart leeft: Zij ondergaan Mijn macht in de vurigste Liefde omdat dit voor hen als het ware een brandstof van leven is, een natuurlijke drijfkracht voor hun gedrag. (...)

(*) De Meesteres van alle zielen laat in verband met deze woorden verduidelijken: "Ik genoot, respectievelijk geniet, van het aanvoelen van de uitwerkingen van Mijn macht over de duivels om één enkele reden: Deze, dat zich in deze vaststelling de voltooide werkelijkheid met betrekking tot de Goddelijke Belofte aan Mij vertoont, volgens dewelke 'de Vrouw' alle werken der duisternis zal verpletteren en de duivel restloos zal vernederen. Het betreft hier de uiterste bekroning van de Verlossingswerken van de Christus en derhalve de uiterste verheerlijking aan God. Voor Mij betekent dit alles de voltooiing van Mijn Missie in dienst van de bevrijding der zielen. In dat ogenblik, naar hetwelk sedert eeuwen wordt uitgekeken, zal Ik de Bron van alle heiligheid het grootste geschenk aanbieden waarnaar Hij verlangt". In opdracht van de Koningin des Hemels verwijzen wij op deze plaats tevens naar de buitengewone Belijdenis van een duivel, die kan worden gevonden bij de Speciale Openbaringen.

Zo zou je het diep effect van Mijn macht over de duivelen kunnen beschouwen, terwijl Ik hen aan Mijn voeten houd. Zij voelen Mijn heersende Aanwezigheid aan als Vlammen die hen inwendig verschroeien: Goddelijke Liefde, het felste Licht. Zo ervaren zij Mijn bevelen: als verschroeiend. Mijn woorden scheuren hen als het ware doormidden, omdat zij volkomen machteloos zijn tegenover Mij en niet anders kunnen dan gehoorzamen aan de Vrouw Wier woorden zij zozeer verafschuwen. Bestaat er een grotere kwelling dan zich slaaf te weten van de macht van iemand die men haat?

Ik schep er behagen in, via Mijn apostel nooit eerder geopenbaarde geheimen en uitingen van Mijn macht aan de zielen bekend te maken, omdat deze kennis wezenlijk deel uitmaakt van de strijd tussen Licht en duisternis in deze Laatste Tijden en deze hen in deze strijd kan bemoedigen.

Als de apostel van de Meesteres van alle zielen rust op jou de opdracht, de zielen te wapenen in de strijd tegen de grote vijand van de zielen door hen de Waarheid kenbaar te maken over, in het bijzonder, deze vier punten:
  1. Wie is Maria werkelijk, wat is Haar ware natuur?

  2. Waarom is Maria de Meesteres van alle zielen?

  3. Waarop is Maria’s macht als de Meesteres gegrondvest, en hoe komt deze macht tot uiting?

  4. Wat is de ware aard van de ziel, welke ware noden heeft de ziel, en welke gevaren bedreigen haar?

Ik ben de Meesteres van alle zielen. Er zijn drie grote categorieën van zielen: de engelen, de mensen, en de duivelen. Het hele Heilsplan van God voltrekt zich rond de mensenzielen. Omdat de strijd om de voltooiing van de Verlossing en heiliging van de mensenzielen gericht is tegen de duivelen, die de mensenzielen aan God trachten te onttrekken, is het in deze Laatste Tijden noodzakelijk dat de mensenzielen kennis verwerven over hun vijand, en dat zij bemoedigd worden door een groter inzicht in Mijn onbeperkte macht over deze vijand. Het is niet door enige begrenzing of tekortkoming in Mijn macht dat de strijd tegen het kwaad zo moeizaam verloopt, doch louter door het feit dat de mensenzielen hun vrije wil over het algemeen verkeerd gebruiken door de wegen van de bekoring en de wereldse belangen te volgen. (...)".


11 september 2006

"Als de Meesteres van alle zielen openbaar Ik je kennis en Waarheden die nooit voordien in deze omvang en diepgang geopenbaard zijn. Ik doe dit omdat Gods uur daartoe nu aangebroken is. Nooit voordien zijn aan de mensheid dergelijke inzichten in het wezen en de elementen van Mijn macht over alle zielen - engelen, mensenzielen en duivelen - geopenbaard. Het Uur van Mijn grote en ultieme verheerlijking nadert, het Uur waarin alle zielen de ware hoedanigheid van Maria zullen zien. De engelen kennen Mijn macht over alle duisternis, en sidderen aan Mijn voeten in diepe, onpeilbare vervoeringen. De duivelen kennen eveneens Mijn macht, en sidderen aan Mijn voeten van angst en machteloze woede over de vernederingen en straffen die Ik hen op bepaalde ogenblikken volgens Mijn welbehagen opleg. (Myriam werd hiervan in een reeks visioenen tot getuige gemaakt). Bij de mensenzielen is de kennis over Mijn macht nog zeer gering.

Mijn openbaringen over Mijn macht over de duivelen behoren tot de grootste genaden die over de mensheid uitgestort kunnen worden, want zij bevatten de grootst mogelijke boodschappen van bemoediging in een strijd die anders hopeloos zou kunnen lijken: de strijd tegen het ongeluk en de ellende van het leven op aarde, dat zozeer door de satan en zijn gevolg getiranniseerd wordt. Het is belangrijk dat de zielen er zich rekenschap van geven dat zij aan de vernedering van de duivelen kunnen en moeten meewerken. Zonder Mij kan de ziel tegen de satan niets beginnen, want door de erfzonde is haar weerstand tegen bekoringen te zeer verzwakt. Door volmaakte onderwerping aan Mij echter, kan de ziel Mij in de mogelijkheid stellen om Mijn grenzeloze macht over de duivelen ook daadwerkelijk uit te oefenen, want daartoe ben Ik in deze Laatste Tijden geroepen.

Waarom verlang Ik zozeer naar de uitoefening van de volheid van Mijn macht over de duivelen? Om de mensheid te bevrijden uit de slavernij jegens de satan, en tot eerherstel voor de Allerhoogste en voor Mijzelf. Precies daarom is het zo belangrijk dat de mensenzielen deze interventies van Mij jegens de duivelen rechtvaardigen door Mij te bewijzen dat zij zelf kiezen voor Mij boven de satan en zijn wereldse verleidingen. Dit alles maakt deel uit van het grootste offensief dat ooit tegen de krachten der duisternis is gevoerd, in voorbereiding op de definitieve overwinning van het Licht, onder Mijn aanvoering. Daarom is het zo genadevol dat de zielen bevrijd worden uit de onwetendheid over Maria, de Meesteres van alle zielen, en dat hen geopenbaard wordt welke macht hen oproept tot de definitieve keuze tussen de Vrouw en de satan. (...)".


12 september 2006

"(...) Zeg aan de zielen dat zij van al hun lasten bevrijd kunnen worden door Mij Meesteres over hun leven te laten zijn. Ik kan alles zodanig regelen dat de dagelijkse activiteiten van de ziel verlopen als een wonder, omdat zij het ritme, de opeenvolging en de onderlinge harmonie aannemen die overeenstemmen met Mijn Wil (...)".

Opmerking: Zoals uit andere Openbaringen moge blijken, bedoelt de Meesteres van alle zielen met deze woorden niet dat de aan Haar toegewijde ziel geen lasten meer te dragen krijgt, doch dat Zij in het leven van deze ziel Gods Voorzienigheid op een speciale wijze kan leiden en dat deze ziel bovendien haar lasten op een heel ander wijze leert dragen en beschouwen.


13 september 2006

"(...) Zeg aan de zielen dat zij in de eerste plaats aan hun eigen heiliging moeten werken, met de hulp van de vele inzichten die Ik, ook via Mijn apostel, aan hen geef, en dat zij gebruik moeten maken van Mijn macht over de duivelen door Mij met Vuur te smeken om Mijn tussenkomst in elke bekoring en bij elke uiting van het kwaad in hun leven. Laat hen hiertoe veelvuldig gebruik maken van de gebeden 842, 843 en 844, en van de volgende aanroepingen: Maria, allermachtigste Meesteres, verneder de duivelen aan Uw voeten en Ik verheerlijk U, Maria, allermachtigste Meesteres over de duivelen.

Zeg aan de zielen ook dat zij niet aarzelen om Mij te smeken dat Ik de duivelen die hen in een bepaalde bekoring kwellen, zou verbieden om hen ooit nog lastig te vallen, zelfs om ooit nog op aarde werkzaam te zijn. Weliswaar zal Ik deze smeking niet altijd verhoren, omdat de Wet der Gerechtigheid zijn beloop moet krijgen en omdat elke bekoring ook nut kan hebben voor de vorming van de ziel. Niettemin moet de ziel tot Mij komen met volle vertrouwen in Mijn macht, en het zal haar niet ontbreken aan genade.

Het Licht is steeds een teken van tegenspraak. Zo zullen Mijn openbaringen over Mijn macht over de duivelen een duidelijke scheiding aftekenen: Sommige zielen zullen erover verrukt zijn, er kracht, vreugde, Hoop en bemoediging uit putten. Zij zijn diegenen die Mij werkelijk liefhebben. Anderen echter, zullen zich heftig tegen deze openbaringen afzetten, ze bestrijden en alles in het werk stellen om ze, en jou zelf, als ongeloofwaardig af te doen. Vrees nooit. De tweede categorie zijn zielen die niet door de Geest Gods bezield zijn. Wie de macht van Maria en alle tekenen, uitingen en bewijzen ervan bestrijdt, spant zich voor de ploeg van de satan. Deze ploeg maakt akkers niet vruchtbaar, doch scheurt ze open, vermengt de grond met vergif, en haalt alle stenen naar boven om de bodem ondoordringbaar te maken voor het zonlicht van de Liefde en de Wijsheid en de regen van de genade. (...)".


15 september 2006

"(...) Betreed met Mij het Rijk van de Verlossing. Werp je voor Mijn voeten neer op Golgotha, de Troon van Gods Rijk op aarde, waar de Moeder van Smarten met de Goddelijke Verlosser heerst als de Koningin, bekleed met de Goddelijke schoonheid van de zondeloosheid. De ruwe grond onder het Kruis en onder de voeten van de Koningin van het Kruis is de hardheid van de mensenharten waarin de zonde woekert, want alle zonde ontspringt uit gebrek aan Ware Liefde. De zonde is de enige vrucht van de dorre en harde rotsgrond van het hart dat getekend is door de erfzonde en dat het water van de genade onvoldoende in zich heeft opgenomen en gekoesterd.

Zie hoe de Schepper de zonde onder Mijn voeten heeft gelegd. Hij heeft Mijn ziel volmaakt onbevlekt geschapen, Hij heeft haar ten huwelijk gegeven aan de Heilige Geest, en Hij heeft Mij de Goddelijke Verlosser laten baren. Toen de Vrucht van Mijn Goddelijke Bruiloft aan de mensenzielen te eten werd gegeven, stond de Tafel van deze Hemelse Maaltijd hoog verheven op de Berg van de zonden. De Allerhoogste heeft Mij samen met de Heilige Tafel rechtop geplaatst, met alle zonden der eeuwen als overwonnen en alle zondige zielen als geheiligd onder Mijn voeten.

Drie uren lang heb Ik er met God Zelf geheerst: het Uur van eerbetoon aan de Schepping, het Uur voor de Verlossing en het Uur voor de Heiliging. Prijs Mij, heersend op deze Berg, met onder Mijn door God gezalfde voeten de dorheid van de liefdeloosheid, de stenen van de zonde, en tussen al deze stenen de slangen van alle bekoringen van alle eeuwen. Ik ben de Koningin van Vuur en Tranen. Het Vuur van Mijn Liefde verbrandt alle onreinheid onder Mijn voeten. De Tranen van Mijn Smart storten oneindige stromen van Genaden van nieuw Leven in deze grond.

Ik ben de wenende almacht. Mijn Tranen zijn het kleurloos bloed uit Mijn Onbevlekt Hart, dat zich voor alle eeuwen vermengt met het Bloed van Jezus tot Verlossing der zielen. In Mijn Tranen worden harten gereinigd van de zonde. Smarten die aan God opgedragen worden tot verwezenlijking van Zijn Heilsplan, zijn geen tekenen van zwakheid doch kogels die de vesting van de satan beschieten.

Niet opgeofferde, niet toegewijde smarten verstikken de ziel. De tranen uit dergelijke smarten verzieken de bodem van de ziel en brengen ongezonde, zelfvernietigende gesteldheden voort: bitterheid, wrok, gebrek aan vergevingsgezindheid, zelfbeklag, sarcasme, depressie. In een ziel in dergelijke gesteldheden wordt het Vuur gedoofd en dringt Gods Licht niet meer door. Smarten die aan Mij toegewijd worden, vormen echter één geheel met Mijn Tranen, en vloeien samen in een zee waarin de plannen van de satan verdronken worden.

De Moeder van Smarten komt de zielen niet leren om aan droefheden vast te houden, Zij komt de zielen leren hoe zij hun droefheden kunnen gebruiken als een wapen tot bevrijding van zichzelf en van vele anderen. De ziel hoeft zich geen vragen te stellen hoe dit gebeurt: De volle benutting van haar toewijding ligt in Mijn macht. De Moeder van Smarten komt de zielen ook leren, niet te wenen over wereldse zaken, doch zoals Zijzelf alleen te wenen over de zonde, de dingen die de ziel raken.

Zie toch hoe machtig de Moeder van Smarten is. Door een leven van constante opoffering van eindeloze Smarten, beproevingen en kruisen hield Ik de duivelen onder Mijn voeten. Hoezeer zij ook tekeer gingen, daar zijn zij gebleven: onder Mijn voeten, als Mijn slaven, onvermogend tegenover Mijn macht. Op Golgotha stond Ik, als in een Hemels symbool, als een regerende Koningin rechtop met alle uitwerkingen van de satan, de zonden der wereld, onder Mijn voeten zoals slaven overgeleverd aan de onbegrensde macht van hun Meesteres. Nu, in deze Laatste Tijden, openbaar Ik Mij via jou als de allermachtigste Meesteres van alle zielen. (...).

De Moeder van Smarten is Medeverlosseres geworden: Zij heeft samen met God Zelf de mensheid verlost. In deze hoedanigheid is Haar macht over het kwaad in haar totaliteit tot uiting gekomen. Als de allermachtigste Meesteres van alle zielen krijgt Zij nu de gelegenheid om de Goddelijke Beschikking ten uitvoer te leggen, krachtens dewelke Haar totale, onbegrensde en soevereine macht over alles, dus ook over de duivelen bekend gemaakt wordt. (...)

Begrijp dit wel: Hoe lager de ziel zinkt, des te nietiger is zij in vergelijking met datgene wat door God is bekleed met het Zijne. De Allerhoogste heeft het zo beschikt dat er een hemelsbrede kloof bestaat tussen Maria, Parel en Kroon van de Schepping, en alle andere schepselen. Onder deze andere schepselen echter, bestaan ook grote verschillen. De engelen staan het dichtst bij Mij, maar zijn niettemin in Gods ogen niet méér dan een zandkorrel aan Mijn voeten. De mensenzielen zijn door God zo gemaakt dat zij op grond van heiligende verdiensten zelfs boven de engelen kunnen uitstijgen, doch blijven over het algemeen ver onder het niveau van de engelen. De duivelen zijn zielen in absolute verwording. (...)".


18 september 2006

"De smekingen van de engelen aan Mijn voeten zijn volmaakt, omdat hun Liefde en hun onderwerping en gehoorzaamheid volkomen en absoluut zijn, en hun intenties volmaakt zuiver. Niettemin bestaat de waarde van hun smekingen in de eerste plaats in de verheerlijking: Doordat zij dag en nacht tot Mij smeken, verheerlijken zij Mijn macht over alles. Zij smeken in de eerste plaats voor ontelbare intenties die de mensenzielen betreffen. Opdat hun smekingen behalve Mijn macht te verheerlijken ook waarlijk verhoring mogen verkrijgen, is het noodzakelijk dat zij gesteund worden door smekingen van mensenzielen. Opdat Ik Mijn onbegrensde macht werkelijk met recht zou aanwenden om de smekingen der engelen te verhoren en stromen van genaden over de mensenzielen vrij te maken, verlang Ik dat mensenzielen zich in hun smekingen tot Mij zouden aansluiten bij de smekingen der engelen, door hen bij hun gebeden te betrekken en door hen na te volgen door Mij te smeken in de diepste onderwerping, vurige Liefde, en zo mogelijk geknield. (...).


20 september 2006

"Ik heb het reeds vaker gezegd: De drijvende kracht in de Schepping, de kracht door dewelke God alles heeft gemaakt en in stand houdt, is de Liefde. Als de Meesteres van alle zielen bestaat Mijn eerste taak hierin, dat Ik de zielen wil bevrijden uit hun ellende, die veroorzaakt wordt door hun eigen zwakheden, hartstochten, van Gods bedoelingen afwijkende verlangens. Ik wil hen bevrijden door hen de weg naar het ware Goddelijk Leven te tonen en hen het begaan van deze weg in de praktijk te leren ervaren. Door hun zwakheden geven zij toe aan de influisteringen van de satan. Ik kan hen hieruit alleen bevrijden door hun eigen medewerking. De gouden sleutel is ook hierbij de Liefde. God moet het middelpunt van het leven van de ziel zijn. Laat de zielen Mij smeken om de genade dat zij werkelijk op Mij verliefd worden, want Ik ben geroepen om hen alle Genaden van God te geven voor hun ware bevrijding. De ziel die echt verliefd is op Mij, maakt Mij tot centrum van al haar handelen, denken, voelen, verlangen en spreken. In deze ziel heers en regeer Ik volkomen, zodat Ik haar kan laten delen in Mijn verdiensten, hoedanigheden, eigenschappen, macht en heiligheid. De ziel waarin Ik werkelijk heers, verzaakt door de genade aan haar zwakheden en schijnbehoeften. Zij wordt bevrijd van alles wat niet bijdraagt tot haar heiligheid. Zij vindt de ware vrijheid, vreugde en Vrede, en leeft uiteindelijk alsof zij geen behoeften meer had buiten deze, één te zijn met Mij, en door Mij, met God.

Zoals de ziel op Mij verliefd moet worden, zo moet zij ook verliefd worden op Jezus om de ware verdiensten van de Verlossing in zich te kunnen opnemen wanneer zij Jezus ontvangt in de Heilige Communie. Zie, wanneer de ziel Jezus in de Heilige Communie ontvangt op een mechanische wijze, zonder veel gevoel, neemt zij Hem niet echt in zich op. Ik zou het verschil als volgt kunnen aantonen: De ziel die Jezus werkelijk verlangt te ontvangen, krijgt Hem echt bij zich op bezoek met heel Zijn Wezen en al Zijn Genaden. De ziel echter, die Jezus in de Heiige Communie ontvangt zonder veel gevoel, is zoals iemand die naar een vriend kijkt op een foto: De vriend komt niet echt bij hem binnen, er is geen communicatie tussen hen, en de eenzaamheid blijft. Een foto kan de ziel niet omhelzen, noch haar laten delen in alles wat de vriend in levenden lijve te bieden heeft. Bij de schepping heeft God een uitzonderlijke band gesmeed tussen Zichzelf en elke ziel.

Hoezeer toch is de ziel afgedwaald, dat zij deze band niet in stand weet te houden noch hem beantwoordt door werkelijk naar Gods nabijheid te verlangen. Dit blijkt ook heel duidelijk uit de geringe mate waarin de christenen nog de Heilige Sacramenten ontvangen, en uit de onverschilligheid waarmee zij het zo vaak doen indien zij deze toch ontvangen. Welke pijn, teleurstelling en belediging voor onze God, die Zichzelf totaal verloochent om Zijn schepselen al Zijn Liefde te blijven geven. Als de Meesteres van alle zielen moet Ik wijzen op de onmogelijkheid om de ware bloei en bevrijding van de ziel te bereiken zonder het ware verlangen naar God in het leven van elke dag".


21 september 2006

Jezus: "De mensenzielen hebben Mij voor alle eeuwen een overvolle kelk aangereikt. Zalig zij die maaltijd met Mij willen houden terwijl zij nog in hun stoffelijk lichaam leven. Zij zullen met Mij uit deze kelk drinken, maar zij zullen er ook hun uitnodiging ontvangen voor de feestmaaltijd in het Rijk der Hemelen, waar zij uit Mijn handen de Kelk van de Wijn der Hemelse Bruiloft zullen ontvangen".

Maria: "Mijn Zoon heeft je gesproken over de kelk waaruit de zielen reeds tijdens hun aardse leven kunnen drinken. Begrijp wel dat er drie kelken bestaan:

  1. De kelk van de wereldse feestmalen: Wanneer de ziel eruit drinkt, proeft zij honing, die echter in bijtende bitterheid verandert zodra de inhoud de ziel bereikt. Het betreft hier de verlokkingen van het werelds leven;

  2. De kelk van de offers, boetedoening, verstervingen en lijden: Wanneer de ziel hieruit drinkt, proeft zij steeds een zekere bittere smaak, doch in de mate waarin haar Liefde, overgave en gehoorzaamheid groeien, wordt de nasmaak zoeter en zoeter;

  3. De Kelk van de Hemelse Bruiloft, die niets dan honingsmaak biedt, en zelfs nog zoeter wordt naarmate de ziel in het Eeuwig Leven dieper doordrongen wordt van de Tegenwoordigheid van God en van de Meesteres en Koningin van de Hemelse sferen".

Echte liefdesslavernij jegens Mij, is je lichaam voor Mijn voeten neerleggen opdat Ik er alles kan uittrekken dat Ik nodig heb om Mijn Plan te voltooien. Elk lichaam draagt in zich een 'onstoffelijke grondstof' die gebruikt kan worden om de genaden van Heil en bekering te betalen voor zielen. Die onstoffelijke grondstof is het vermogen van het lichaam om te lijden. De kwaliteit van die grondstof, en aldus de waarde ervan als betaalmiddel, wordt bepaald door drie eigenschappen:

  1. haar schoonheid, schittering, glans: Dit is de mate van Liefde waarmee het lijden wordt bekleed: Liefde voor Mij, voor God, voor de medemensen die door het lijden genaden zullen verkrijgen ;

  2. haar kneedbaarheid of verwerkbaarheid: Dit is de mate van aanvaarding, gehoorzaamheid, onderwerping in het lijden;

  3. haar duurzaamheid, de mate waarin de grondstof in stand gehouden kan worden zonder aan waarde te verliezen of te bederven: Dit is de mate waarin de lijdende ziel verlangt om te dienen.

Op geregelde tijdstippen wil Ik Mijn slaven onderwerpen aan zware beproevingen om hen in staat te stellen om in zich deze drie eigenschappen naar een hoger niveau te brengen. Deze drie samen bepalen de mate van zelfverloochening en totale offerbereidheid waartoe Mijn liefdesslaaf of Mijn dienaar in staat is. (...)".


22 september 2006

"Wanneer de ziel voor Mij lijdt met Liefde, aanvaarding en blijmoedigheid, maakt zij zichzelf voor Mij tot een voetbank met een zodanig rijke en fluweelzachte bekleding dat Mijn macht door haar verheerlijkt wordt. Haar loon is de permanente aanraking door de heilige voeten van haar Hemelse Meesteres, die haar op volmaakte wijze zullen omvormen. Stap voor stap verbouw Ik deze ziel tot een tempel van Mijn heerlijkheden. Op zekere dag zal zij vaststellen dat zij inderdaad een tempel is: een bouwwerk dat weliswaar gedragen wordt door stoffelijke stenen, doch dat volkomen geheiligd is door datgene wat zich er binnenin voltrekt: heilige offeranden op een altaar van Liefde met een kelk van verlangen naar de aanraking met Diegene die het offer heiligt, en een tabernakel dat niets minder is dan de troon van macht en heiligheid van haar Meesteres.

Het lichaam is niets anders dan een instrument dat de zonden der wereld door lijden kan omvormen tot Heil voor de zielen. Daarom moet alle lijden beschouwd worden als Goddelijk, als heilig. Heiligheid en Goddelijkheid moeten echter benaderd worden met de uiterste Liefde. Indien dit niet het geval is, getuigt de ziel hierdoor dat zij haar ware bestemming niet heeft begrepen, en dat zij ook Gods Liefde niet heeft begrepen. Lijden met Liefde is ware navolging van God Zelf in het beeld dat Jezus Christus de zielen heeft voorgehouden.

Door Mijn ja-woord aan God om de Moeder van de Verlosser te worden, heb Ik het voorrecht gehad, te beslissen over het lot van alle mensenzielen van alle tijden, want door Mijn toestemming op dat ogenblik om mee te werken aan de voltrekking van het Goddelijk Plan voor het Verlossingsmysterie is het openen van de Hemel voor de door de erfzonde verdoemde mensheid mogelijk geworden. Je zou het zo kunnen beschouwen, dat de Allerhoogste Mij als loon voor Mijn volmaakte zelfverloochening ten bate van het Eeuwig Heil van alle zielen de totale heerschappij over alle zielen in handen heeft gegeven. Zeg daarom aan de zielen dat zij Mij danken voor het ja-woord dat Ik heb gesproken, want in Gods ogen is dit naast de Kruisdood van Jezus de grootste daad van zelfverloochenende Liefde die ooit op aarde is gesteld. Van de zielen vraag Ik navolging van dit voorbeeld van zelfverloochening: dat zij de moed en de Liefde opbrengen om zichzelf weg te cijferen voor het Heil van hun medemensen".


23 september 2006

"De engelen kennen, ondanks hun Gelukzaligheid en verrukkingen, één element van droefheid: Zij verlangen vurig om te kunnen lijden in een lichaam: Slechts het lijden in een stoffelijk lichaam ontbreekt hen opdat hun allervurigste smekingen en gebeden kracht van Verlossing voor de dwalende mensenzielen zouden verwerven. Indien de engelen konden lijden, en de mensenzielen de vurige Liefde van de engelen tot uitdrukking brachten, zouden engelen en mensenzielen samen de wereld naar zijn Verlossing brengen. In de natuur der engelen kan echter niets veranderen: Zij kunnen niet het vermogen verwerven om verlossend lijden op te brengen. Om die reden draagt de mensenziel de kiem om uit te groeien boven de engelen: De mensenziel draagt in zich het zaad van een vergoddelijkte Liefde. Indien deze tot volle ontwikkeling zou komen, en bij het vermogen tot lijden in het lichaam wordt gevoegd, zou de mensenziel de engelen overtreffen in welbehagen bij God. Daarom, indien de mensenziel de hoogste toppen van de heiligheid wil bereiken, moet zij zich twee leefregels tot wet maken:

  1. de Liefde van de engelen betrachten;

  2. alle lijden in het lichaam met dankbaarheid en blijmoedigheid aanvaarden, en het met Vuur aan Mijn voeten neerleggen in innig doorleefde toewijding voor het Heil van de hele mensheid. In deze aanvaarding schuilt reeds de gehoorzaamheid van de engelen.

Wanneer de ziel deze regels vurig naleeft, zullen de engelen haar op handen dragen en haar dienen in alle omstandigheden.

Zie het geheim van het Ware Leven: Elke plant, elke bloem, elke boom draagt reeds in het zaad het Plan voor de groei die God voor dit schepsel had voorzien, en dit Plan is verschillend voor al die ontelbare miljarden planten, bloemen en bomen op de hele wereld. En zo gebeurt het: Het door God voorziene Plan werkt zich op volmaakte wijze uit, tenzij de mens hierop ingrijpt: Bloemen worden geplukt, planten worden met pesticiden bewerkt, bomen worden omgehakt, struiken worden gesnoeid, groenten en fruit worden op kunstmatige wijze gemanipuleerd in hun groei en voortplanting. Ook elke mensenziel draagt in zich het Plan voor haar ontwikkeling zoals God deze voorziet: haar roeping, haar voorbestemde levensweg. In tegenstelling echter tot de plant, de bloem, de boom of struik, zorgt de vrije wil van de mens veelvuldig voor grote afwijkingen van dit Goddelijk Plan. Om deze reden dragen zeer veel mensenzielen nauwelijks nog het Ware Leven in zich. Het water van de genade wordt zodanig uit zijn door God voorziene loop weggeleid dat de akker van deze zielen droger en droger wordt en op zeker ogenblik geen vruchten meer draagt. Ware heiligheid is: Gods Plan de kans geven om zich ten volle uit te werken, zodat de ziel waarlijk kan uitgroeien tot Gods beeld en gelijkenis".


26 september 2006

"(...) Hoeveel tekenen stelt God toch aan de zielen. Zie, in de herfst schudt de natuur alles wat onbruikbaar is geworden en het leven heeft verloren, van zich af onder de invloeden van regen, wind en kilte. De herfstregens drenken de aarde, en terwijl alles lijkt te sterven, bereiden zij reeds de aarde voor op het nieuw leven dat in de lente zichtbaar zal worden. Zo gaat het ook in de ziel. De stormen van wereldse invloeden teisteren het Ware Leven, de regen van droefheden reinigt de bodem en doordrenkt hem om hem klaar te maken voor nieuw leven. Op het toppunt van de beproevingen sterft de ziel voor een deel aan zichzelf, indien zij het contact met de Schepper bewaart. Beproevingen bereiden de ziel voor op het nieuwe, Ware Leven, op voorwaarde dat zij deze aan Mij opdraagt. Ik ben de Belofte van de Nieuwe Lente. Ik wil ook voor elke beproefde ziel de Leidster van het aan-zichzelf-sterven zijn, want Ik kan pas nieuw Leven bekomen voor de ziel die zich in Mijn handen heeft gelegd om aan zichzelf en aan de wereld te sterven. Hoe gezegend zijn toch de kruisen die aan Mij worden toegewijd. Moge elke ziel Mij Meesteres over haar leven laten zijn, want Ik heb het Ware Leven in Mijn Schoot gedragen. Ik ben de Draagster van het Leven, het Licht, de heiligheid en de macht. Ik kan de kracht van God Zelf in de ziel leggen om nog tijdens de herfst van de beproeving en de winter van de totale onthechting van zichzelf, de lente van de wedergeboorte uit Mijn Hart voor te bereiden. De Meesteres van alle zielen brengt nieuwe vruchtbaarheid voor het Ware Leven, het Goddelijk Leven".


27 september 2006

"De macht van de satan over de ziel groeit naarmate deze méér zelfzuchtig is. Een ziel die ten prooi is aan zelfzucht, verliest het vermogen om waarlijk lief te hebben. Zelfzucht is een drang tot zelfbehoud. Deze neiging is gericht op de bevrediging van eigen behoeften en schijnbehoeften. De zelfzuchtige ziel neemt het bestuur over zichzelf volkomen in eigen handen en sluit daardoor haar deuren voor alles wat God in haar poogt te verwezenlijken. Haar behoeften worden de wetten die al haar doen en laten bepalen en over haar regeren met stok en zweep. Volgens deze wetten begint de ziel zichzelf te aanbidden. De eigen persoon wordt tot afgod gemaakt. De enige weg die de ziel hieruit kan bevrijden, is deze van de zelfverloochende Liefde. Zeg aan de zielen die zich door de satan verstrikt voelen, ten prooi aan hun eigen behoeften, zwakheden, verslavingen, dat zij zich in volle overgave voor Mijn voeten neerwerpen en Mij smeken om een toenemend vermogen tot liefhebben. Hoe vuriger de Liefde, des te vrijer zal de ziel zich voelen.

De satan zoekt toegang tot de harten via diverse wegen. Zeer gevoelig en kwetsbaar wordt de ziel hiervoor wanneer zij:

  1. zich begraaft in haar eigen behoeften, noden en verlangens, en deze tot de grote motieven voor al haar handelen begint te maken. Deze neiging vormt een open deur naar materialisme.

  2. zich blootstelt aan de invloeden der wereld door er met de zintuigen en de geest bewust op in te gaan. Overmatige aandacht voor wat om de ziel heen gebeurt, maakt haar onder meer gevoelig voor zinnenprikkelende invloeden.

  3. zich door een medemens of een toestand gekwetst voelt. Een gekwetst gemoed breekt de weerstandsmuur van de ziel af door het ontstaan van uiteenlopende mogelijke reacties: wrok, ontmoediging, bitterheid, wraakzucht, onverschilligheid jegens de medemens in het algemeen, wrevel, haat, sarcasme.

  4. zich niet losmaakt van ervaringen en gebeurtenissen in haar verleden. De ziel die veelvuldig in het verleden leeft, wordt onproductief in het heden, en wordt vaak gekenmerkt door algemene ontevredenheid.

  5. overmatig aandacht schenkt aan het eigen lichaam en aan allerlei uiterlijkheden van het leven. In deze gesteldheid blijft de ziel steken in een oppervlakkigheid die haar belemmert om boven het wereldse uit te stijgen".


28 september 2006

"Morgen worden de Heilige Aartsengelen gevierd. Ik wil je binnenleiden in enkele Mysteries betreffende hun wezen en opdrachten (...)

De Heilige Aartsengel MICHAËL is de Kroonprins van het Hemels Hof. Hij was de aanvoerder van de engelenscharen die God trouw bleven toen Lucifer, die later de satan zou heten, tegen Gods Plannen en Werken in opstand kwam en grote scharen engelen met zich meetrok in de ongehoorzaamheid en in de weigering om Mij te aanvaarden als de latere Koningin en Meesteres van alle zielen met inbegrip van de engelen. Michaël is voor alle eeuwen de aanvoerder van de strijdende engelen. Aan hem is de opdracht toevertrouwd om te waken over het Zielenheil van de mensenzielen, en hen te verdedigen tegen alle duistere invloeden die dit Zielenheil kunnen bedreigen door bekoringen en door rechtstreekse aanvallen vanwege de duivels. Ik wil dat de mensenzielen het Heil en de bescherming van hun ziel aan Michaël toevertrouwen. Zoals hij voor alle eeuwen waakt over de zuivere strijdkracht van alle engelen voor de overwinning van het Licht, en waakt over de gehoorzaamheidsdiscipline onder de engelen, kan hij dit ook doen in de mensenzielen.

De Heilige Aartsengel RAFAËL begeleidt de engelen die een genezende opdracht hebben. Aan hem is de opdracht toevertrouwd, de mensenzielen te ondersteunen in het lichaam en in hun geestelijke vermogens. Hij waakt erover dat de mensenzielen die hem hierom vragen, hun lichaam op de juiste wijze in dienst zouden stellen van Gods Heilsplan, dat ziekten genezen worden in de mate waarin dit voor de ziel en voor Gods Plannen nuttig of noodzakelijk is, en dat de mensenziel haar geest gebruikt voor het dienen van Gods enige Waarheid. Aanroep Rafaël om de Kerk te beschermen tegen de dwalingen van allerlei ketterijen en modernisme, die het christendom ondermijnen zoals een kanker. Hij helpt de mensenziel, haar verstand optimaal in te zetten voor de verwezenlijking van Gods Werken en Plannen, en een gezond evenwicht te vinden in alle zaken van lichaam en geest, telkens met het oog op Gods noden.

De Heilige Aartsengel GABRIËL begeleidt de engelen die een dienende opdracht hebben. Hij waakt over de diepgang en zuiverheid van de devotie en van de uitvoering van alle bevelen die door God en door Mijzelf aan de engelen worden gegeven. Zijn opdracht bestaat er ook in, de mensenzielen te zuiveren in het hart, opdat zij zich op optimale wijze zouden kunnen openen voor alle contact met God en met Mij. Hij ondersteunt en zuivert de mensenzielen die hem hierom vragen, opdat zij de Hemelse ingevingen en boodschappen zouden ontvangen en begrijpen zoals zij bedoeld zijn, en kan de gebeden, smekingen en dienstbetoon van de zielen aan God en aan Mij in een optimale vorm voor God en voor Mij brengen. Hij kan de ware communicatie tussen mensenzielen optimaal helpen verlopen door de harten te zuiveren en op elkaar in te stellen.

De zielen kunnen zijn hulp inroepen om de Vrede tussen elkaar te herstellen of te bevorderen. Gabriël is ook de engel van de ware, diepe toewijding aan Mij, van de zuivering en begeleiding van de mystieke beleving, en van het zuiver aanvoelen van alles wat Goddelijk is. (...) Hij versterkt in Mijn toegewijden het verlangen om Mijn slaven te worden. Hij heeft de taak, in de mensenharten de ware, Hemelse Liefde tot grote hoogten aan te wakkeren zodat zij boven het menselijke kunnen uitstijgen. Hij is ook de Aartsengel die de mensenziel kan helpen om zich totaal van het wereldse te onthechten. Samen met Rafaël kan hij alle verslavingen helpen breken. (...).

Indien de zielen Mij veelvuldiger en intenser mochten smeken om bijstand vanwege de engelen, zouden op de aarde grote wonderen gebeuren. Ik zou de engelen op nog veel doeltreffender wijze inzetten voor de verdeling van genaden onder de mensenzielen. Het dagelijks leven van de zielen op aarde zou in hoge mate in overeenstemming worden gebracht met Gods Plannen. Alles wat Ik aan de engelen beveel, wordt in een oogwenk uitgevoerd. Dagelijks worden echter miljoenen bevelen niet gegeven omdat mensenzielen Mij daar niet om smeken, of Mij niet op de juiste wijze of niet met de juiste intentie smeken. Zo worden dagelijks vele miljoenen mogelijke gunsten niet verleend, en krijgen de duivelen vele miljoenen gelegenheden om situaties en gebeurtenissen voor hun plannen te benutten, want de zielen bieden hen weinig weerstand.

Ik benadruk de noodzaak dat de zielen de hulp van de Aartsengelen inroepen. Deze Prinsen van het Hemels Hof werpen zich dagelijks aan Mijn voeten neer om Mij in vurige smekingen de noden van mensenzielen toe te vertrouwen en Mijn bevelen te ontvangen om de engelen in hun dienst te organiseren voor de opdrachten die zij op Mijn bevel zullen uitvoeren. De Aartsengelen waken er zorgvuldig over dat elke opdracht van de engelen uitgevoerd wordt volgens de letter van Mijn bevelen, precies zoals Ik het wil en op het ogenblik waarop Ik het wil. Ik wil je een aantal intenties kenbaar maken die de zielen met vrucht aan de Aartsengelen kunnen toevertrouwen:

  • Bid om tussenkomst van de Heilige Aartsengel MICHAEL bij:
    • elk geval van misdaad

    • bedreiging naar lichaam en geest

    • angst die haar oorsprong vindt in gedragingen of woorden van een medemens

    • bekoringen

    • mishandeling

    • elke situatie van geweld, foltering, kwelling in lichaam en geest.

  • Bid om tussenkomst van de Heilige Aartsengel RAFAEL bij:
    • zware vermoeidheid

    • gevoelens van lichamelijk onvermogen om een bepaalde taak of plicht te volbrengen

    • elke lichamelijke zwakheid

    • neiging tot onkuisheid

    • geestelijke verwarring, onrust in de geest

    • twijfels en onzekerheden

    • neiging tot neerslachtigheid

    • elke verslaving aan genot- of voedingsmiddelen of aan bepaalde slechte gewoonten

    • neiging tot overmatig verstandelijk redeneren en analyseren.

  • Bid om tussenkomst van Heilige Aartsengel GABRIEL bij:
    • elke uiting van onvrede, onenigheid, onverzoenlijkheid, ruzie

    • wrok, bitterheid, onvermogen om te vergeven

    • onverschilligheid jegens God of Mij of medeschepselen

    • lauwheid in gebed

    • gebrek aan aanvaarding van het levenslot

    • neiging tot materialisme of teveel aandacht voor de dingen van de wereld.

    • aanroep hem ook voor de wereldvrede".


29 september 2006

De Heilige Aartsengel MICHAEL: "Slavin van de Meesteres van alle zielen, ik ben de Kroonprins van de engelen. Ik kom jegens de mensenzielen een getuigenis afleggen voor de onbegrensde macht van onze Koningin, en voor de totale onderwerping die alle zielen Haar verschuldigd zijn. Ik doe dit als woordvoerder van het Hemels Hof, de eerste in rang na Maria, onze ongenaakbare en allermachtigste Meesteres. In de Hemel is alles tijdloos. Niettemin worden door een Goddelijk Mysterie bepaalde gebeurtenissen gelijkgesteld met bepaalde tijdstippen volgens het aards tijdsbegrip. Zo kan gesteld worden dat ik, samen met de andere Aartsengelen, dagelijks op het middaguur en om middernacht vóór onze hoogverheven Meesteres verschijn als in een Hemelse audiëntie, waarbij ik mij in naam van alle engelen negen maal aan Haar allermachtigste voeten neerwerp en Haar de beide voeten kus. Ik beschouw dit uiterste eerbetoon niet als een vernedering doch als een buitengewoon voorrecht dat voor mij bronnen van de diepste verrukkingen ontsluit...

GETUIGENIS VAN DE HEILIGE AARTSENGEL MICHAEL over

de MACHT VAN MARIA, de allermachtigste Meesteres van alle zielen,
en zijn ONDERWERPING AAN HAAR

Ik getuig dat ik, Kroonprins van het Hemels Hof, brand van verlangen om deze akt van onderwerping en overgave aan onze Meesteres te mogen verrichten (de Aartsengel verwijst naar de knievallen en voetkussen die hij samen met de andere Aartsengelen dagelijks op het middaguur en om middernacht jegens Maria verricht). Indien Zij dit wilde, zou Zij ons dit voorrecht kunnen weigeren, doch dit zou alle engelen in diepe droefheid onderdompelen, want in deze akt van overgave bekrachtig ik ons aller volmaakte gehoorzaamheid en onderwerping aan Haar onbegrensde macht.

Mogen de mensenzielen hieruit beginnen te begrijpen hoe onvoorstelbaar en alomvattend de macht is van Haar Die ook hun Meesteres is: Ik, de Kroonprins der engelen, die door onze God was voorzien als aanvoerder van het hele Hemels Hof nadat de oorspronkelijke kroonprins, Lucifer, uit de Hemel verbannen was, werp mij neer aan de voeten van de MENSENDOCHTER, kus Haar de voeten en smeek diep geknield om Haar bevelen. Mensenzielen, open jullie ogen voor de verheven grootheid, de onuitsprekelijke majesteit en de onovertrefbare macht van Maria, Meesteres van al het geschapene. Dien Haar tot het uiterste toe. Zij bezit de macht om over jullie lot te beslissen zoals Zij alle macht heeft over ons, engelen. Geen mens noch engel is tegenover Haar méér waard dan een zandkorrel onder Haar voeten. Geef jullie leven voor Haar, in de meest innige toewijding en zelfverloochening, Liefde en onderwerping, en maak gebruik van dat onschatbaar geschenk dat jullie bezitten doch wij, engelen, nooit kunnen krijgen: het lijden in een lichaam, om Haar macht te verheerlijken tot het uiterste toe.

Zo kunnen jullie op zinvolle en buitengewoon waardevolle wijze aanvullen wat ontbreekt aan onze vurige Liefde en vlekkeloze gehoorzaamheid. In naam van de ontelbare engelenscharen over wie ik de leiding heb en die ik elke dag en nacht opnieuw neerleg aan de machtigste voeten van Hemel en aarde buiten deze van God Zelf, roep ik alle mensenzielen op om met ons, engelen, een heilig verbond te sluiten tot verwezenlijking van Gods wonderbare, voor jullie onbevattelijke Plannen voor het Eeuwig Geluk van de mensenzielen, door een restloze zelfverloochening, de vurigste Liefde, en de diepste zelfvernedering aan de voeten van de Meesteres van alle zielen".

MARIA: "Het feest van de heilige Aartsengelen is onder meer de gelegenheid waarbij in de Hemel de grote overwinning wordt herdacht van de Hemelse legerscharen onder aanvoering van de Heilige Aartsengel Michaël over Lucifer en zijn volgelingen: de opstandige of gevallen engelen. Die strijd was een strijd om de eer van God, maar ook om de eer van de Meesteres van alle zielen. Lucifer en de zijnen weigerden zich te vernederen voor een vrouw, een mensenziel, Maria, toen nog niet geboren in het vlees doch reeds levend in de kiem van Gods Heilsplan voor de zielen als de uiteindelijke Uitvoerster ervan in de zielen. Lucifer als de kroonprins van de Hemel kende in grote trekken Gods intentie met Mij: Hij die slechts God boven zich had, zou voortaan ook dienaar worden aan de voeten van de Vrouw. Hij reageerde op de verkondiging van deze Goddelijke Beschikking met haat, jegens God, jegens Mij, en jegens alle zielen die Mij wel zouden dienen. Voor hem was het ondenkbaar dat hij onderdaan zou worden van een Meesteres Die een onbegrensde macht over hem zou hebben en Wier Wil hij onvoorwaardelijk zou moeten uitvoeren.

Mijn eer werd verdedigd door Michaël en de engelen die zijn gevoelens deelden. De trouwe engelen werden ontvlamd van Liefde voor Mij, en werden in wezen Mijn eerste toegewijden. Vandaag genieten de trouwe engelen op een bijzondere wijze de verrukkingen van Mijn Aanschijn en Mijn Tegenwoordigheid in de schittering van Mijn ongeëvenaarde schoonheid en macht. Ik wil deze gunst ook laten uitstromen over Mijn trouwe toegewijden op aarde, om hen vuriger te maken voor de dienst aan Mijn voeten. (...)

De Kroonprins van Mijn dienaren, de Heilige Aartsengel Michaël, heeft je deze ochtend over Mij gesproken als 'de Mensendochter'. Met deze benaming heeft het hoofd der engelenscharen Mij kenbaar gemaakt in het ware wezen van Mijn natuur. Jezus werd de Mensenzoon genoemd. Hij was de Zoon van God, Goddelijk van nature doch in het vlees geboren uit Mijn lichaam en bloed. Wanneer Michaël Mij 'de Mensendochter' noemt, verwijst hij hiermee naar de vergoddelijkte kiem waaruit Mijn Wezen is ontstaan. Mijn ziel is anders geschapen dan de andere mensenzielen. Mijn ziel is gevormd uit de Bron van het Leven doch met bijmengingen van de Goddelijke aard, die niet meer van de menselijke aard van de ziel gescheiden konden worden, evenmin als je melk en water na hun vermenging nog uit elkaar kunt halen: Je blijft de aard van melk zien, smaken en ruiken, en het mengsel gedraagt zich in alle opzichten zoals melk. Zo is Mijn ziel ingestort in de kiem van een menselijk lichaam.

Elke mensenziel die wordt geschapen, wordt omkleed met de menselijke natuur. Dit wil zeggen dat zij alle wezenskenmerken van 'de mens' als dragers krijgt. Deze wezenstrekken bestaan uit de eigenschappen die God heeft voorzien als kenmerkend voor het wezen 'mens', doch krijgen hun definitieve vorm onder invloed van alle mogelijke veranderingen die deze eigenschappen ondergaan door inwerking van de staat van genade waarin de mensheid als geheel verkeert. Daarbij komen dan nog de erfelijke eigenschappen die de toestand van het stoffelijk lichaam bepalen, en op hun beurt in wisselwerking treden met de kenmerken van de ziel om samen het wezen van het individu te bepalen. De grootste van de veranderingen is deze welke uitgaan van de erfzonde. Door Mijn ziel bij haar schepping los te maken van deze invloeden van de staat van genade van de hele mensheid, kon de Schepper Mijn ziel vrijwaren van heel wat vervormende menselijke trekken, en was Mijn ziel van meet af aan draagster van een buitengewoon groot aandeel aan loutere, onbevlekt heilige, zelfs ongerept Goddelijke kenmerken.

De Aartsengel verwijst hiernaar door zijn Meesteres 'de Mensendochter' te noemen: Zij die in unieke 'vergoddelijkte' toestand in het vlees van een mens werd gestort en zo 'Dochter van de mens' werd terwijl Zij een uniek aandeel aan Goddelijke eigenschappen in Zich bleef dragen, onaantastbaar voor elke verzwakkende en verontreinigende invloed, omdat Zij voorbestemd was tot het allerdiepste contact, de volmaakte versmelting, met de volheid van de Godheid van Jezus en van de Heilige Geest. Jezus was de Mensenzoon omdat Hij als God uit een mens werd geboren voor het leven in een stoffelijk lichaam. Ik ben de Mensendochter omdat Ik op allerzuiverste wijze ontsproten ben aan de Bron van de Goddelijke macht, en met een minimaal aandeel aan menselijke kenmerken, net voldoende opdat Ik nog als mens herkenbaar zou blijven, in het vlees geboren ben. Mijn natuur is menselijk, doch in zo buitengewone mate bekleed met de Godheid dat Ik op het vlak van de hogere vermogens van ziel, hart en geest beschouwd kon worden als 'Dochter van God, in het vlees geboren uit een mens'.

De benaming 'Mensendochter' duidt op een unieke vereniging van, enerzijds, Goddelijke invloeden in ongerepte vorm, en anderzijds het noodzakelijk minimum aan wezenstrekken van een vrouwelijke mens, volmaakt of 'vergoddelijkt' tot en met bepaalde lichamelijke kenmerken. Daarom ben Ik volmaakt heilig. 'Heilig' moet je begrijpen als 'in volkomen overeenstemming met de uiteindelijke doelstellingen die God beoogt met het Heil'. Een volmaakt heilige ziel is een ziel waarin de doelstellingen van Gods Heilsplan volmaakt zijn verwezenlijkt. Deze ziel is in zo hoge mate ontdaan van de belemmeringen van de menselijkheid dat zij steeds dichter de wezenskenmerken van God Zelf benadert. In de ware heiligen wordt deze toestand verwezenlijkt in de loop van hun leven op aarde. In Mij was deze toestand reeds verwezenlijkt vóór Mijn geboorte in het vlees, en alle trekken van de Godheid bleven zich in Mij verder en verder ontvouwen naarmate alle Mysteries van Gods volmaaktheid in Mij wijder en wijder ontloken en tot vervulling kwamen.

Deze ontwikkeling kon zich in Mijn ziel razendsnel voltrekken omdat Ik niet de remmende invloed van de erfzonde in Mij meedroeg. Door dit alles is te verklaren waarom het Wezen van de Godheid, dat ondoorgrondelijk is, slechts door kennis over Mijn Wezen enigszins gevat kan worden. Wat in God niet te achterhalen is omdat het als het ware wegvloeit in de oneindigheid, kan in Mijn Wezen nog net in de kiem gevat worden op grond van Mijn raakpunten met de menselijke natuur. Niettemin is deze kennis niet eerder geopenbaard, en zal zij slechts begrepen worden door de zielen van wie Ik wil dat zij Mij waarlijk benaderen. Alle kennis van grote Mysteries brengt voor de kennende ziel verantwoordelijkheden met zich mee. Deze verantwoordelijkheden kunnen alleen niet schadelijk worden wanneer de ziel die kennis gebruikt om te groeien in Liefde, onderwerping en totale toewijding, ook in het lijden, dus in heiligheid of overeenstemming met de doelstellingen van het Heil. (...)".


30 september 2006

"Omdat zelfs voor vele van Mijn dienaren de betekenis van Mijn woorden van vorige nacht omsluierd zal blijven, zal Ik ze toelichten met een beeld. De Mensendochter is niet God, maar Zij draagt in zich de kenmerken van de hoogste graad van 'vergoddelijking' die voor een geschapen ziel mogelijk is. Wanneer je een verlichte ruimte bekijkt, zie je de effecten van het licht, terwijl het licht zelf in zijn wezen onvatbaar blijft. Wanneer je de prachtige regenboog ziet die op een muur of op een vloer wordt getoverd door een prisma waar het zonlicht doorheen schijnt, zie je de verschillende elementen waaruit het zonlicht bestaat, terwijl het licht zelf onvatbaar blijft. Niet alleen blijft het diepe wezen van het licht verborgen, bovendien kan zonder de tussenvoeging van het prisma niet achterhaald worden dat dit licht uit een aantal verschillende kleuren is opgebouwd. Zo voel je ook de warmte van het zonlicht, zonder dat de bron van dit alles en het wezen van die warmte helemaal tot in de kern doorgrond kunnen worden. Nooit kunnen alle vragen over het diepe wezen ervan opgelost worden, want uiteindelijk strandt het verstand op het ongrijpbare, onstoffelijke, het mysterie dat een onzichtbare toevoeging is van Gods hand. Zo is het ook met Mijn Wezen: Ik maak het Goddelijke tastbaarder voor de zielen zonder dat de diepste geheimen van Mijn Wezen op menselijke wijze verklaard kunnen worden. (...)".


1 oktober 2006

"Ik heb je gezegd dat God Mij de volheid van de herscheppende macht heeft gegeven. Dit betekent niet dat iets wat door Hem geschapen is, nood heeft om hervormd te worden. Herscheppende macht is de macht om een geschapen element ten bate van dat element zelf en als een tegemoetkoming van Barmhartigheid beter geschikt te maken voor de vervulling van Gods uiteindelijke doelstellingen, niet omdat God onvermogend zou zijn om Zijn Schepping onmiddellijk in een definitieve vorm te brengen, doch omdat Hij er behagen in schept dat mensenzielen een aandeel krijgen in de Werken van Zijn handen. Omdat Ik door God ben verheven tot Koningin en Meesteres van al het geschapene, Gevolmachtigde van God tegenover de zielen, heeft Hij Mij bekleed met de volheid van de macht om aan alles volgens Mijn soevereine Wil en welbehagen een eigen inbreng toe te voegen in naam van de mensenzielen.

Zie, de Vader zond Zijn Zoon in de wereld, en deed dit door Hem als God-Mens in een menselijke kiem in Mijn moederschoot te storten. Hij wilde een menselijke vrouw nodig hebben om aan Zijn Verlossingswerk deel te nemen. God schiep de menselijke kiem, bekleedde deze met de niet-geschapen Godheid van Zijn Zoon, en bracht deze versmelting in aanraking met de macht die alleen de vrouw bezit: deze om het geschapen Leven in zich op te nemen en tot ontwikkeling te laten komen. Dit is reeds een uiting van de herscheppende macht. Mijn macht was uniek, eenmalig: de Vrouw als door God gekozen, noodzakelijke overgang tussen de onstoffelijke Godheid en de Godheid in een menselijk lichaam om de mensenzielen te verlossen. Je zou kunnen stellen dat God Mij in de Menswording van Jezus als het ware bekleedde met de unieke macht om onstoffelijke Godheid te 'herscheppen' tot God-Mens. De zielen begrijpen niet welke overweldigende uiting van macht dit uniek voorrecht in zich sluit. Mijn herscheppende macht heeft zich vanaf dat ogenblik ook verdergezet in het louter onstoffelijke: Ik heb de macht om de gesteldheden van zielen, harten en geesten volkomen te veranderen. God schept, bewust met allerlei zwakheden en onvolkomenheden, niet omdat Zijn Werken onvolmaakt zouden zijn, doch om twee redenen:

  1. De onvermijdelijke effecten van de erfzonde, die de geschapen mensenziel onmiddellijk bekleedt met invloeden die afwijken van de volkomen heiligheid.

  2. Met de bedoeling dat elke ziel de verdiensten zou verwerven om door welbepaalde gedragingen, bestrevingen en werken haar eigen specifieke onvolkomenheden te overwinnen om door eigen medewerking tot de heiligheid te komen.

Mijn macht bestaat hierin, dat Ik, als Vertegenwoordigster van God jegens de zielen, deze veranderingen van onvolkomenheid tot heiligheid in elke ziel kan voltooien door loutere akten van Mijn Wil, via allerlei tussenkomsten, invloeden en Werken. Ik ben de gouden weg naar de heiligheid voor elke ziel. Daartoe heeft God Mij voorbestemd: God is het mannelijk principe, de scheppende macht. In Mij heeft Hij het vrouwelijk principe tot absolute volmaaktheid gebracht: de herscheppende macht, de macht om het geschapen Leven te voltooien opdat het de uiteindelijke doelstelling van alle Leven in zich zou verwezenlijken: de heiliging. God maakt hiermee duidelijk dat het volgens Zijn Wet een natuurlijke noodzaak is dat het mannelijke het vrouwelijke nodig heeft om samen de volheid van het Leven te verwezenlijken.

Ik benadruk dat dit uiting geeft aan de Goddelijke Wet dat man en vrouw absoluut evenwaardig zijn en elkaar op gelijke voet behoren aan te vullen. Aan deze Waarheid wordt geen afbreuk gedaan door de eveneens door God ingestelde taakverdeling volgens dewelke de man, om redenen van organisatie, hoofd van het gezin is. Deze taakorganisatie schept geen minderwaardigheid van de vrouw in de zaken van de ziel. Dit heeft de Allerhoogste aangetoond door Mij, een vrouw, tot de allermachtigste van alle geschapen zielen te maken, absoluut onbereikbaar verheven boven elke man. Zo heeft de Allerhoogste een vrouw gemaakt tot de Vrouw, opdat de mensenzielen Gods Werken door eigen inbreng tot voltooiing kunnen helpen brengen, in de mate waarin zij bereid zijn om zich aan de macht van de Vrouw te onderwerpen.

(...) Hoe zag Mijn leven als mensenziel eruit? Ik verkeerde onophoudelijk in gebed. Ik sprak vanuit de diepten van Mijn Hart voortdurend met God en met de vele engelen die Mij als dienaren waren toevertrouwd. Ik knielde veelvuldig en langdurig tot eerherstel en voor smekingen tot vestiging van Gods Rijk op aarde. Ik leidde een verborgen leven, kwam zo weinig mogelijk buitenshuis, werd geregeld door mensen opgezocht maar zocht Zelf vrijwel nooit mensen op, omdat God Mij tot Zijn besloten Tuin had gevormd. Ik was blijmoedig als een kind, hoewel Ik heel veel leed in het hart om alle zonden der wereld en onder elke uiting van liefdeloosheid, onder elke afwijking van de zachtmoedigheid en blijmoedigheid in mensenharten. Ik leed ook heel veel in het lichaam als plaatsvervangend en uitboetingslijden. Ik was veelvuldig ongesteld omdat God deze offers op mystieke wijze van Mij verlangde. Ik deed veel boete, ook ’s nachts. Ik werd veelvuldig begunstigd met diepgaande visioenen en allerlei mystieke ervaringen. Alle huishoudelijk werk wijdde Ik uitdrukkelijk toe om zelfs de banaalste handelingen te laten heiligen. Alles in Mijn leven was doordrenkt van gebed en blijmoedige samenspraak met God. Ik was geroepen tot een leven in uitsluitende dienst van Gods Heilsplan, en leefde voor niets anders dan om Mijn roeping te vervullen. Ik maakte eindeloze reeksen van gebeden en lofprijzingen, die uit Mijn Hart opwelden als uit een Bron die nooit opdroogde. Mijn hele leven lang heerste in Mijn Hart een gesteldheid zoals deze van een verliefd meisje: een onblusbare brand die Mij méér in Hemelse sferen dan op aarde liet leven. Alles bereidde Mij vreugde, want Ik zag alles als geschenken uit Gods hand, en leefde als in een constante voltrekking van de Hemelse Bruiloft met de Allerheiligste Drievuldigheid. (...)".


2 oktober 2006

"Ja, de ruim zes miljard engelbewaarders van de mensenzielen die op aarde leven, vormen één van de pijlers van Mijn macht. Voeg daarbij de ontelbare andere engelen in de Hemel, en je krijgt een eerste fragment van een beeld van de macht van de Meesteres van alle zielen: ettelijke miljarden engelen die aan Mijn voeten liggen, wachtend op Mijn bevelen. Weet dat dit alles inderdaad slechts een deeltje uitmaakt van Mijn macht. Je weet dat Ik ook de ontelbare duivelen in Mijn macht heb. Indien de mensenzielen blijk gaven van oprecht verlangen naar bevrijding, zou Ik met één bevel de hele aarde in enkele ogenblikken tijd door elkaar schudden. Niets zou Mij een diepere voldoening geven dan deze demonstratie van Mijn macht, want de macht is Mij gegeven ten bate van de verwezenlijking en totale vervulling van Gods Heilsplan.

Ik heb je gezegd dat God als grote functie van de vrouw had voorzien dat zij draagster zou zijn van leven, en het geschapene naar zijn volle ontplooiing zou brengen. Zo zou de vrouw de noodzakelijke bekroning vormen op al het geschapene. Eva, de eerste vrouw, was geschapen als stammoeder en koningin van het menselijk geslacht. Zij was voorbestemd om op volkomen heilige wijze het Leven in haar schoot te ontvangen en de heiligheid van deze kiemen in stand te houden. De vrouw zou inderdaad de hoedster van de heiligheid onder de zielen worden. De satan heeft dit Plan verijdeld door aan Eva de eerste ongehoorzaamheid jegens God in te fluisteren. Hij is in zijn verwoestend opzet geslaagd door Eva te bevlekken met machtswellust. Hij wakkerde in haar de hoogmoed aan en wist haar ervan te overtuigen dat de vrouw over de man macht kan uitoefenen waaraan de man geen weerstand kan bieden, dat zij over haar gezel een zodanige macht bezat dat deze haar zou gehoorzamen boven God. Zo heeft zij haar man verleid tot de erfzonde. Dit heeft aanleiding gegeven tot een Goddelijke zielswet volgens dewelke de vrouw als onrein beschouwd zou worden.

Ofschoon God de vrouw als gelijkwaardig aan de man is blijven beschouwen, zou zij uitgesloten worden van de uitoefening van de eredienst, en zou zij ook na het Verlossingswerk van Jezus in de Kerk van Christus geen toegang krijgen tot de bediening van de Sacramenten. Dit betekent weliswaar niet dat de vrouw in Gods ogen minderwaardig zou zijn in zaken van het zielsleven, maar deze beschikking is door de Schepper voorzien als een eeuwigdurend eerherstel voor het aandeel van de eerste vrouw in de erfzonde. Wel heeft God de vrouw zelf in de orde van het zielsleven in eer hersteld door Mij op aarde te zenden als de nieuwe Eva, onbevlekt ontvangen, in alles tegengesteld aan de eerste vrouw. Maria werd bekleed met een macht die duizendvoudig deze van Eva overtrof, en die de aanstichter van de val van Eva, de satan, aan Haar voeten zou brengen. De satan wist Eva te overtuigen van haar macht over haar gezel. God Heeft Mij overtuigd van Mijn macht over de satan.

Waarom dan blijft de vrouw uitgesloten van de bediening van Gods Sacramenten, terwijl toch de Vrouw de macht over al het geschapene, dus ook over alle mannen, heeft gekregen? Omdat God de Sacramenten niet kan prijsgeven aan een verontreiniging die nog steeds verwijst naar de erfzonde. Zie, de satan zet zijn werken in de vrouw verder: Nog steeds verspreidt hij in de vrouw het gif van de machtswellust, die zich nog steeds op grote schaal uitwerkt op het terrein van de erotiek, de seksualiteit, de lichamelijke ijdelheid. Ik ben de Vrouw in Wie de uitoefening van de macht gericht is op het breken van de macht van hem die Gods Plan met de vrouw als draagster van het ware Goddelijk Leven heeft willen verijdelen. Ik ben de Draagster van het Ware Leven, Christus, in alle zielen op aarde, en van de macht tot heiliging. Daarom is er voor eeuwig vijandschap tussen de Vrouw en de satan".


3 oktober 2006

Om 22.10 u., tijdens het gebed van het laatste tientje van de Rozenkrans: de Kroning van Maria, zie ik in een visioenbeeld plots in letters van vuur de Naam MARIA als een letterwoord, waarbij elke letter van de Naam van mijn Meesteres de beginletter vormt van een Latijns woord. Maria zegt:

"Aanschouw de diepe betekenis van Mijn hoogheilige Naam, hij sluit Mijn ware roeping in zich":

Maria

Augustissima

Regina

Imperatrix

Animarum

De Naam MARIA is dus opgebouwd uit

"MARIA AUGUSTISSIMA REGINA IMPERATRIX ANIMARUM",

wat betekent:

Maria hoogstverheven Koningin en Heerseres van de zielen.

Enkele ogenblikken na dit kort visioen zegt Maria:

"Het uitspreken van deze vijf woorden na elkaar vormt reeds een buitengewoon krachtig gebed".


4 oktober 2006

Ik hoor engelen in koor verschillende Latijnse lofprijzingen herhalen:

"Salve Maria, Imperatrix caelorum, mundi Domina et Regina angelorum" (gegroet, Maria, Heerseres van de Hemel, Meesteres van de wereld en Koningin der engelen)

"Laudate Mariam, augustissima Regina et potentissima Domina animarum omnium" (lof zij U, Maria, hoogstverheven Koningin en allermachtigste Meesteres van alle zielen)

"Sancta, sancta, sancta Maria, Regina et totius creaturae Domina" (heilig, heilig, heilig, Maria, Koningin en Meesteres van alle schepselen)

"Salve Maria, Regina, Domina et Imperatrix Angelorum et totius creaturae" (gegroet Maria, Koningin, Meesteres en Heerseres over de engelen en over alle schepselen)


5 oktober 2006

"De Aartsengel Gabriël begroette Mij bij de Verkondiging van de door God geplande Menswording van Jezus als 'vol van Genade'. Dit betekent dat God Mijn ziel zozeer van Zijn eigenschappen en Gaven had vervuld dat deze reeds op dat ogenblik in overvloed uit Mij wegstroomden om zich over de mensheid te verbreiden tot voorbereiding van de wegen van de Messias. Ik was als een kruik die vol is en toch steeds méér water toegevoerd krijgt en in zich ontvangt, zodat het water zonder ophouden over de rand blijft stromen en de bodem om de kruik heen verder en verder doordrenkt. Zo is het ook vandaag nog. De stromen der Genaden blijven zich voor eeuwig in Mij vermenigvuldigen, zoals een roos die blaadje na blaadje ontvouwt zonder dat dit proces ooit helemaal voltooid zou raken. Omdat Ik volkomen doordrongen ben van Gods Genaden, Gaven, eigenschappen, macht, heiligheid, Wijsheid en Mysteries, en Mijn Wezen de absolute volmaaktheid reeds had bereikt tijdens Mijn leven op aarde, blijven deze zich eindeloos vermenigvuldigende genadestromen uit Mij naar de zielen vloeien. Maar het grootste gedeelte van deze stromen bereikt de zielen niet, omdat zij zich niet voorbereiden op het ontvangen en in zich inbouwen ervan.

Een ziel kan Gods Genaden slechts in zich opnemen in de mate waarin zij daarvoor ontvankelijk is, en die ontvankelijkheid wordt bepaald door haar openheid naar God toe, en door de mate waarin de ziel bereid is om haar leven in te richten in overeenstemming met Gods Plannen en verwachtingen. De grootste belemmering daartoe wordt gevormd door de gehechtheid van de ziel aan wereldse dingen, het materiële, geld, goederen en bezittingen en alle verlangens en bestrevingen die op wereldse doelstellingen gericht zijn: eigendom, eer, aanzien, genot, carrière. Dit alles zijn stroppen rond de hals. Wanneer de ziel uiteindelijk het Licht ziet, en tot het besluit komt dat zij zich uit deze stroppen moet bevrijden, ondergaat zij de pijn van de lus waar het hoofd nauwelijks nog doorheen kan. Ik kan elke lus met één vinger losmaken en de schaafwonden van het touw genezen.

Zodra de ziel doordrongen raakt van het banale van wereldse bestrevingen, en zich totaal aan Mij overgeeft in innig doorleefde toewijding, wordt zij vrij, en openen zich haar poorten voor de instroming van de Genaden. Ik bezit eindeloze oceanen van Genaden en macht, en deze groeien onophoudelijk verder. De Bronnen van Gods Hart blijven Mij onophoudelijk vervullen met Gaven die Mijn macht, die reeds oneindig is, nog verder doen uitdijen, zoals een plas waarin het dag en nacht, jaar na jaar, blijft regenen. De lofprijzingen en liefdevolle zelfvernederingen van de ontelbare engelen aan Mijn voeten bestendigen de uitwerkingen van Mijn macht dag en nacht. De vernederingen die Ik de duivelen opleg, bekrachtigen Mijn macht steeds verder.

Wat nog ontbreekt, is de mogelijkheid om Mijn macht ten volle aan te wenden in de mensenzielen, omdat zij te zeer gesloten zijn. Zoals een radiotoestel pas een welbepaalde zender ontvangt naarmate het nauwkeuriger op die zender afgestemd is, zo moeten de zielen zich beter en fijner instellen op de zender der Genade, die God voor alle tijden in Mijn Hart heeft ingeplant. Pas wanneer zij dit ten volle doen, uit eigen vrije wil, zullen zij de volheid der Hemelse klanken ontvangen. Daarbij mogen zij zich niet laten afschrikken door het gekraak en de storingen in de ontvangst die op bepaalde tijdstippen zullen optreden ten gevolge van onweer in de atmosfeer van het dagelijks leven. Begrijp dit wel: De beproevingen en kruisen kunnen op bepaalde ogenblikken de ontvangst der genaden bemoeilijken, doch zij kunnen het radiotoestel van de ziel niet schaden indien de ziel zelf dit niet toestaat".


6 oktober 2006

"Eén van de gouden sleutels tot een aanhoudende blijmoedigheid is deze: leven in het volle bewustzijn van elk ogenblik. De ziel die elk ogenblik van het dagelijks leven zoekt te beleven in de diepte, leert de waarde van elk detail van het leven zien. Zij wordt zich bewust van de verlossende en heiligende waarde van vele dingen waaraan zij anders achteloos voorbij zou gaan. Zij zal zich ook de neiging aanwennen om het beste van elk ogenblik te maken, zodat zij zich bewuster zal inspannen om in de deugden te leven: Zij zal elke situatie niet zo gemakkelijk beschouwen als een last, een vervelende sleur of een tegenslag, doch zal haar tegemoet treden met een groeiende blijmoedigheid, geestdrift, als een kans om naastenliefde te bedrijven of zich nuttig te maken, indien niet rechtstreeks voor de medemens, dan ten minste voor Gods Plannen en Werken.

Elke uiting van blijmoedigheid in de beleving van een op zichzelf banale situatie, schept een grote waarde voor de bevordering van Gods Werken, want deze gesteldheid vormt een akt van ware navolging van Christus: De ziel in deze gesteldheid neemt met Liefde en aanvaarding haar kruis op en verklaart zich hierdoor akkoord met de beschikkingen van Gods Voorzienigheid. Elke situatie die wordt aanvaard in blijmoedigheid, oefent de ziel in de ware gehoorzaamheid. Het zijn de akten van aanvaarding, van blijmoedigheid, van Liefde voor alle uitingen van het lot, die de wereld moeten bevrijden uit de greep van de duisternis, want zij bestendigen het Licht van Christus in de zielen. De ziel kan dit slechts bereiken door elk ogenblik van het dagelijks leven echt bewust te beleven. Deze gesteldheid laat de ziel ontwaken uit de slaap die alle deuren opent voor de ondeugd en voor het bezwijken voor allerlei bekoringen. Deze gesteldheid vormt een doorlopend eerbetoon aan God, Die ook de meest banale situaties in het leven toestaat als onderdelen van Zijn Plan met elke ziel afzonderlijk.

Door te trachten, elk ogenblik heel bewust te beleven, zegt de ziel als het ware tot haar Schepper: 'Ik vind alles de moeite waard, omdat het door U voor mij is voorzien uit Liefde'. Deze houding schept geestdrift, en geestdrift schept blijmoedigheid. Bedenk dat 'geestdrift' betekent: 'gedreven worden door de Geest Gods'. In de geestdriftige, blijmoedige ziel is de Heilige Geest de Motor van alle doen en laten. Zolang zij volkomen geopend blijft voor de richtinggevende aanwijzingen van de Heilige Geest, zal de blijmoedige, bewust levende ziel niet van Gods wegen afwijken. De Meesteres van alle zielen is de Wegwijzer van God. Om tot een levenshouding van bewust leven, blijmoedigheid, geestdrift en volkomen aanvaarding te komen, moet de ziel in totale toewijding uit Mij herboren worden".


7 oktober 2006

"De diepe symbolische betekenis van de Rozenkrans ligt hierin, dat dit gebed een krans van rozen hoort te zijn. De roos is een symbool voor Liefde. Een krans is een cirkel die zich sluit. De cirkel staat symbool voor de oneindigheid en vertegenwoordigt daarom het Goddelijke. De Rozenkrans is dus bedoeld als een symbool voor de oneindige, eeuwigdurende, Goddelijke Liefde en voor Liefde tot God en tot de Goddelijke kenmerken waarmee Ikzelf bekleed ben.

Een cirkel heeft geen begin en geen einde. Hij staat symbool voor een stroming die tegelijkertijd vanuit alle punten vertrekt en naar alle punten terugkeert, zonder op te houden. Ik wil dat de christenen de Rozenkrans leren zien als een akt van zuivere Liefde in alle richtingen: van hen uit naar Mij en naar God toe, en van Mij en God naar hen toe, maar ook onder elkaar: alle punten, alle zielen, alle harten van Hemel en aarde, zijn in de stroming betrokken. Om deze reden wil Ik dat de Rozenkrans wordt gebeden voor Mijn intenties, die de hele mensheid betreffen. Doordat deze stroming in wezen begonnen is door een Goddelijke inspiratie, vloeit de Goddelijke kracht voor eeuwig in deze stroming mee. De ziel die de Rozenkrans bidt, mag dit nooit uit het oog verliezen, want de eeuwigdurende aanwezigheid van de Goddelijke Liefde in dit gebed moet haar aansporen tot diepe eerbied en oprechte Liefde. Laat het Rozenkransgebed daarom nooit verworden tot een zielloos, gevoelloos opdreunen van woorden zonder betekenis. Beschouw elk 'Onze Vader' als een akte van dank aan de Allerheiligste Drievuldigheid, elk 'Weesgegroet' als een akte van Liefde en van nederige onderwerping aan Mij, en de beschouwing bij elk Weesgegroet als beantwoording aan Mijn uitnodiging om deel te hebben aan Mijn en Jezus’ leven.

Gisteren sprak Ik over de bewuste beleving van elk ogenblik. Dit geldt eveneens voor het gebed. Een bewust doorleefd Rozenkransgebed neemt de ziel op in de Harten van Jezus en Maria, en daardoor in het Ware Goddelijk Leven, dat de ziel opwekt en bezielt. Om deze reden verlang Ik dat het Rozenkransgebed opnieuw op grote schaal ingang zou vinden binnen de gezinnen en onder de priesters van Jezus, want de Rozenkrans is gezegend met Goddelijke krachten, en bezit het vermogen om de zuivering van de zielen in te leiden. In de ziel die met overgave en vreugde de Rozenkrans bidt, vestig Ik Mijn Tempel en ontplooi Ik Mijn macht die leven en bevrijding schenkt".


8 oktober 2006

"Deze ochtend heb Ik voor jou een teken gesteld voor de gesteldheid die de Meesteres van alle zielen in Haar dienaren wil zien: vurige Liefde, totale toewijding die de Meesteres de eerste plaats geeft in elk detail van het leven, blind vertrouwen in Haar macht, onvoorwaardelijke en absolute onderwerping, en gehoorzaamheid aan al Haar verlangens, zelfs indien deze soms ten koste gaan van eigen welbehagen of gemak. In de ziel die deze gesteldheden op volhardende wijze in zich verenigt, dicteert de Meesteres van alle zielen waarlijk de wetten. In deze ziel worden de eigen verlangens omgevormd tot de Wil van de Meesteres, zodat deze ziel begint te delen in Haar macht, en wel des te méér naarmate de ziel meewerkt aan haar heiliging door zich volkomen door de Meesteres te laten kneden volgens Haar Wil, Haar inzichten, Haar verlangens en Haar Plannen. De Meesteres van alle zielen voltrekt de grote wonderen van Haar macht in de ziel die in volkomen overgave de eigen wil onder Haar voeten heeft gelegd opdat de eigen wil verpulverd zou worden onder de herscheppende macht van de Meesteres. De ware liefdesslaaf van Maria is willoos. Zijn leven wordt tot een Vuur dat gevoed wordt door de Liefde, de Wil en de macht van zijn Meesteres, en door niets anders".


9 oktober 2006

(* deze Openbaring moet samen met de Openbaring van 15 oktober 2006 worden gelezen, omdat Maria op 15 oktober een belangrijke verduidelijking gaf)

"De zielen geven zich er te weinig rekenschap van, welk groot gebeuren de Heilige Eucharistie is, en wat deze voor hen betekent. De Heilige Eucharistie is niets minder dan de 'herschepping' van het Leven van Jezus als God-Mens. De Offerande in de Heilige Eucharistie zou je kunnen beschouwen als de inleiding van de Menswording van Christus. Het zou zeer heilzaam zijn voor de ziel indien zij zich tijdens de Offerande van brood en wijn het beeld voor ogen hield waarbij de onbevlekt ontvangen Maria Haar ja-woord uitspreekt, zodat de Heilige Geest het Zaad van de God-Mens in Haar kan uitstorten. Op dat ogenblik treedt een door de zielen weinig begrepen element van Mijn macht tot uiting: Door Mijn ja-woord beslis Ik over het begin van het Heil voor alle zielen. Nooit eerder, en nooit daarna, heeft de Allerhoogste een mensenziel een dergelijke onbegrensde macht gegeven over het lot van alle andere zielen. Ja, het brood is klaar om in Christus te veranderen. Begrijp echter dat het brood ook Mijn lichaam is, dat klaar is om één te worden met de Zoon van God.

Om die reden moet ook de nog niet geconsacreerde Hostie met eerbied benaderd worden, want zij is bestemd om de effecten van de Menswording te ondergaan en staat op dat ogenblik reeds symbool voor het onbevlekt Tabernakel, het maagdelijk lichaam van Maria dat de Godheid in zich zal ontvangen. Het wacht slechts op de uitstorting van de Heilige Geest tijdens de Consecratie om in Lichaam van Christus te veranderen. Mijn Moederschoot is klaar om over te vloeien in Christus, en Hij in Mij. Negen maanden lang zal het Lichaam van Christus volmaakt één zijn met het lichaam van Maria, en daarna, wanneer de beide lichamen gescheiden worden met de geboorte van de God-Mens, duurt de eenheid voor eeuwig verder in de ziel. Laat de zielen zich tijdens de Offerande bewust worden van de Aankondiging van de Aartsengel Gabriël aan Mij, en begrijpen dat, bij het begin van de Consecratie, Ik Mijn ja-woord herhaal, opdat tijdens de Consecratie de Menswording zich zou kunnen herhalen.

Door de wet van de tijdeloosheid van alles wat Goddelijk is, vloeit de Menswording samen met de Zelfofferande van Christus vanaf het Laatste Avondmaal tot op het Kruis van Golgotha. In enkele minuten tijd wordt het hele fundament van het Verlossingsplan, vanaf Mijn ja-woord tot de Kruisdood van Jezus, tegenwoordig gesteld. Van Offerande tot en met Consecratie herhaalt zich telkens weer het Mysterie van het Heil, en wordt Mijn deelname aan dit Mysterie als de Medeverlosseres bekrachtigd. Bedenk dat de Allerhoogste in die ogenblikken de zielen er eveneens aan herinnert dat Ik de Meesteres van alle zielen ben, want tussen Mijn ja-woord en de Verrijzenis van de Verlosser heeft Mijn macht over alle bezielde schepselen een groot gedeelte van haar fundament gekregen. Bedenk dat de ziel in de Heilige Communie niet alleen de Christus ontvangt, doch door de bovennatuurlijke eenheid van de Personen van de Drie-Ene God tevens de volheid van de Allerheiligste Drievuldigheid, maar dat zij ook Mij, Maria, ontvangt, op grond van Mijn eeuwigdurende eenheid met de Godheid, die bij de Menswording van Jezus in Mijn Schoot bezegeld is. Ik ben volkomen één met Christus. Ik ben ook volkomen één met de Heilige Geest, evenzeer als het Evangelie zegt dat man en vrouw onscheidbaar zijn, één van vlees als zij geworden zijn: de Heilige Geest heeft aan Mij de volmaakte Hemelse Bruiloft voltrokken. Ik ben ook één met de Eeuwige Vader, Die Mij met Zichzelf heeft bekleed om Tabernakel van de God-Mens te kunnen worden.

Ik herhaal dat Mijn Onbevlekte Ontvangenis reeds de vergoddelijking van Mijn ziel vertegenwoordigde. Overweeg dit alles bij het ontvangen van de Heilige Communie. Daarom is het tegennatuurlijk dat vele zielen de Heilige Communie ontvangen en niettemin weigeren om zich aan Mij toe te wijden om een leven te leiden van dienstbaarheid en overgave aan Mij.

God heeft Mij tot Teken gesteld voor datgene waartoe Hij de mensenziel had voorbestemd, doch dat door de erfzonde nooit verwezenlijkt kon worden: de volledige deelname aan het Goddelijk Leven. Tijdens de Heilige Eucharistie zegt de priester 'Gij deelt ons mens-zijn en neemt ons op in Uw Goddelijk Leven'. Inderdaad, de mensenziel kan opgenomen worden in het Goddelijk Leven door een oprechte en liefdevolle deelname aan de Heilige Communie. Ik heb het Sacrament der Sacramenten in Mij gedragen en ben ermee versmolten: Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser en Licht der wereld. Zielen, kijk naar Mij. Ik heb de volheid van het Goddelijk Leven in Mijn hele Wezen ontvangen. Ik deel in Gods Liefde, heiligheid, macht en Glorie. Alles is Mij onder de voeten gelegd: de engelen, de wereldbol, en de slang die de wereld in haar wurggreep houdt. Ik heb ook de maan onder Mijn voeten. De maan is een symbool voor het Licht in de duisternis, wat betekent dat Ik alle deugden volmaakt beheers. De Vrouw met de maan onder Haar voeten betekent de volmaakt heilige Vrouw. De duivelen zijn voorbestemd om Haar slaven te worden, en de door hen veroorzaakte effecten, de bekoringen, misleidingen en dwalingen, kreunen nu reeds onder de ongenadige druk van Haar machtige voeten.

Ik ben de zielen niet tot Teken gesteld opdat zij Mij werkeloos zouden bewonderen, doch opdat zij Mij zouden navolgen. De remmende invloeden van de erfzonde mogen hen daarbij niet dienen tot verontschuldiging om niet te volharden in de inspanning, want de ziel die zich totaal aan Mij weggeeft in totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding, deelt in Mijn verdiensten en wordt geheiligd. De ziel kan in Mijn navolging in toenemende mate delen in het ware Goddelijk Leven, in de mate waarin zij zich echt aan Mij geeft. Het wonder voltrekt zich in de ziel die dit werkelijk verlangt met al haar krachten. Daartoe zijn slechts nodig: de bereidheid tot volmaakte overgave, onthechting van eigen verlangens en wereldse behoeften, en een oprechte, kinderlijke Liefde tot Mij. Ziehier de geneesmiddelen voor de diepe, etterende wonde van de erfzonde: Liefde, overgave en onthechting. Deze drie volstaan om een onstuitbare stroom van genezende, heiligende effecten op gang te brengen, waaronder nederigheid, gehoorzaamheid en zuiverheid van hart de grootste zijn. Dit alles is niets anders dan het 'leven als een engel' waartoe Ik Mijn getrouwen oproep. Neen, het is niet onmogelijk. Het kost volhardende inspanning, want de ziel die dit betracht, moet boven haar menselijkheid uitstijgen, maar onmogelijk is het slechts voor de ziel die er niet met al haar krachten naar verlangt".


10 oktober 2006

"De scheppende macht van God is een Mysterie. God houdt Zich bepaalde doelstellingen voor ogen: de Plannen die Hij beoogt te verwezenlijken. Die Plannen zijn opgebouwd uit een aantal elementen. Gods Werken zijn de concrete stappen die Hij voltrekt om Zijn Plannen in vervulling te doen gaan. De Allerhoogste schept via akten van Zijn Wil. Wanneer Hij Zich een bepaald iets of een bepaalde situatie voor ogen houdt, en beschikt dat dit 'iets' of die situatie tot stand moet komen, dan wordt dit verwezenlijkt. Dit zou in een flits van een seconde kunnen gebeuren. Zo was het ook bij de oorspronkelijke Scheppingsdaad. Doch sedert Hij de mens heeft geschapen en deze met een eigen vrije wil heeft begenadigd, verlopen de scheppende daden van God veel langzamer. Vaak komen de Goddelijke Plannen pas in de loop van eeuwen tot stand. Dit is een onvatbare uiting van Gods Liefde voor de mens: Hij offert als het ware de uitingen van Zijn almacht ten dele op om rekening te houden met de onaantastbare vrije wil van Zijn eigen schepselen. Al die uiteenlopende uitwerkingen van de vrije wil van miljarden mensenzielen geven evenveel afbuigingen aan de loop der dingen, zodat het lijkt alsof God niet almachtig is. Dit is een blaam voor de mensenzielen.

Indien de mensenzielen hun oorspronkelijke, heilige vrije wil hadden bewaard, zouden alle menselijke wilsuitingen zo volkomen gelijk lopen met Gods Wil dat de almacht van God nog steeds alle dingen in een flits tot stand zou brengen. Dit zou betekenen dat geen enkele uiting van het kwaad op aarde nog enige kans zou krijgen. Het is bovendien de afdwaling van de vrije wil van de ziel ten opzichte van God, die de uiteindelijke oorzaak vormt van de menselijke zwakheden: Elke afwijking ten opzichte van Gods Wil doet de ziel in de zonde vervallen, en zorgt er tevens voor dat zij geen greep meer krijgt op de situaties in haar eigen leven. De afgedwaalde mens heeft geen macht over de dingen. Waarom is Mijn macht zo oneindig, zo onvoorstelbaar? Omdat Ik volmaakt hetzelfde wil en verlang als datgene wat God Zelf wil en verlangt. Mijn Wil is zozeer identiek met deze van God, dat Ik alles in Mijn macht heb en alles vermag door één gedachte, één verlangen, één woord. Maar... Ik ben aan dezelfde grenzen gebonden als deze welke God Zichzelf in Zijn Liefde voor de mens heeft gesteld: deze afgedwongen door de vrije wil van alle zielen.

Je hebt zelf reeds gezien met de ogen van je ziel hoe onmetelijk ver Mijn macht reikt in Mijn contacten met de engelen en met de duivelen. Dat komt omdat bij die contacten geen menselijke wil betrokken is. Mijn Wil werkt zich in die contacten volkomen vrij uit. Het gevolg hiervan is dat alles op een eenvoudig woord, bevel of verlangen van Mij in een flits aan Mijn voeten ligt, en dat alles gebeurt wat Ik wil, zoals Ik het wil en wanneer Ik het wil, met de vrije wil van de mensenzielen als enige beperking. Wat gebeurt dan wanneer een woord van Mij op de onwil van de mensenziel stuit? Het woord krijgt dan zijn effecten voorlopig slechts op een onzichtbare wijze. Ik zei je vroeger reeds dat elk woord van Mij in vervulling gaat. Vele van Mijn woorden en verlangens rusten aanvankelijk in de Schatkamer der Genaden, wachtend om op zichtbare wijze in vervulling te gaan. In Gods ogen gaat elk woord van Mij onmiddellijk in vervulling, al zullen vele effecten ervan pas in de Allerlaatste Tijden merkbaar worden. Ware macht vloeit voort uit de volmaakte overeenstemming tussen de eigen wil en Gods Wil. Deze overeenstemming maakt de ziel heilig.

Precies om deze reden bewerkt een heilige ziel wonderen: Haar verlangens en haar wil zijn volmaakt op Gods Plannen afgestemd, en zoeken deze eveneens te verwezenlijken door vlekkeloze deelname aan Gods Werken, met onthechting van eigen wereldse verlangens. Alle macht stroomt uit God voort. Daarom kan de geschapen ziel slechts macht ontwikkelen uit haar overeenstemming met Gods Wil. Beschouw het zo, dat wanneer de ziel haar wil uitgiet in de grote stroom die Gods macht draagt, zij hierdoor tegelijkertijd haar eigen wil ontledigt en overal meedrijft waarheen Gods Wil vloeit. Zij krijgt dan aandeel aan de effecten van de Wil van God Zelf. Waarom behaalt de satan nog zoveel overwinningen terwijl Ik hem nochtans totaal in Mijn macht heb? Omdat de meeste effecten van Mijn macht en van de akten van Mijn Wil jegens hem pas tot uiting zullen komen naarmate de mensenzielen Mij daar uitdrukkelijk om smeken. Het verschil tussen de uitingen van Mijn macht over de engelen en deze over de duivelen, bestaat in het feit dat Ik Mijn macht over de engelen vrij en ongeremd kan uitoefenen, terwijl Ik jegens de duivelen stuit op het gebrek aan medewerking vanwege de vrije wil van de mensenzielen. Dit komt doordat de duivelen de vrije wil van de mensen beïnvloeden, terwijl de engelen dit niet doen. De mensenzielen moeten de uitingen van Mijn macht over de duivelen verdienen door hun vurig verlangen, smekingen, offers en boetedoening".


12 oktober 2006

"(...) Reeds sedert de erfzonde bezit de mens het vermogen om stromen van Licht te ontwikkelen door lichamelijk lijden. Sedert het Verlossingswerk van Jezus heeft dat lijden, in de mate waarin het toegewijd wordt, ook waarlijk verlossende kracht. (...) Wanneer lichamelijk lijden intens wordt, kan dit het gehele zielsleven overheersen. De ziel verliest dan een groot gedeelte van haar levenskracht aan het terugvinden van een evenwicht in de innerlijke beleving. Zodra zij zich volledig laat gaan aan Mijn voeten, in vertrouwen op Mij alleen en in ongeremde overgave, wordt in de ziel als het ware een verstopt kanaal geopend. De overvloeiing van Liefde tussen Mij en haar maakt haar vrij en brengt nieuwe levenskracht in haar. Het vertrouwen op Mijn bevrijdende macht en op Mijn genezende Liefde is als een rode loper: Wanneer Ik deze zie, betreed Ik het hart. Mijn Tegenwoordigheid laat alle duisternis verdwijnen. In Mijn hoedanigheid als Meesteres van alle zielen verlang Ik naar uitoefening van Mijn macht, omdat deze bijdraagt tot bevrijding.

De ziel die zich totaal aan Mij geeft, met vertrouwen op Mij alleen, zal Mijn macht voelen. Ik zal in haar Mijn troon vestigen en haar omvormen tot Mijn Rijk van Liefde. In dat Rijk worden alle elementen van duisternis tot Mijn slaven gemaakt, en heerst niets anders dan Liefde, Vrede, vreugde, blijmoedigheid en vertrouwen. Daarom gelden alle uitingen van vurige Liefde, Vrede van hart, vreugde, blijmoedigheid en onwankelbaar vertrouwen in een ziel als onmiskenbare tekenen voor het feit dat zij in Mijn macht is. Een ziel die Mijn macht ten volle aanvaardt, krijgt een grote weerstand tegen alle bekoringen, en tegen de tekenen van de macht van de satan over de ziel: zwakke Liefde die voorwaarden en grenzen stelt, gebrek aan Vrede van hart, wankelmoedigheid, gebrek aan blijmoedigheid, twijfels of wantrouwen ten aanzien van de Werken der Voorzienigheid in de breedste zin van het woord. Zodra één of meer van deze tekenen voelbaar worden, moet de ziel zich ervan bewust worden dat zij ten prooi is aan de vergiftigende inspiraties van de satan".


13 oktober 2006

"Het Ware Geloof is de overtuiging dat de werkelijkheid veel breder is dan het beperkt gedeelte ervan dat de mens met zijn zintuigen kan waarnemen. Zoveel voltrekt zich buiten de waarneming en buiten het bewustzijn van de mens. De Goddelijke werkelijkheid is het terrein van de vele Mysteries die zich voltrekken in het onzichtbare. De Goddelijke Wijsheid en Zijn Voorzienigheid besturen dit alles. Vrijwel Mijn hele machtsuitoefening situeert zich in het onzichtbare. Al Mijn relaties tot de engelen, tot de duivelen en tot de levenskern van alle zielen ontvouwen zich in het onzichtbare. De realiteit van de wereld vormt slechts een kleine fractie van dat geheel. Geloof in Mij, en weet dat Mijn Liefde en Mijn macht, die Ik uit Gods handen heb ontvangen, voortdurend het welzijn van elke ziel beogen. Aanvaard daarom alles wat je overkomt als onderdelen van Mijn Werken.

Het wezen van Mijn taak is dit: alles wat afwijkt van Gods Plannen, opnieuw zijn plaats te geven binnen de Goddelijke Orde. De Allerhoogste heeft Mij zoveel macht gegeven omdat het binnen de uitvoering van Zijn Wet van het grootste belang is dat de mensenzielen deel hebben aan Gods Werken. Ik ben voor God de grote Vertegenwoordigster van de mensenzielen, de Brug tussen de zielen en hun Schepper. Daarom zijn in Gods ogen alle Werken die Ik volbreng, als Werken die volbracht worden door Hemzelf en in naam van alle zielen. Ik heb de beschikking over Goddelijke macht, en Ik gebruik deze in naam van alle mensenzielen. Hiervoor moet echter één voorwaarde vervuld blijven: Ik moet onder de mensenzielen een getal aan echte liefdesslaven en dienaren hebben: zielen die zich zo totaal en vrijwillig aan Mij onderwerpen dat zij door God beschouwd kunnen worden als Mijn vertegenwoordigers naar de zielen toe en als vertegenwoordigers van de zielen naar Mij toe. Wanneer Ik onvoldoende echte toegewijden bezit, die ook werkelijk tot in de kleine bijzonderheden als Mijn toegewijden leven, kan Ik weliswaar nog steeds Mijn onbegrensde macht uitoefenen, doch dan zal zij weinig bijdragen tot de bevrijding van de mensheid uit de ellenden van zonde en kwaad. (...).

Totale overgave is een bron van bevrijding voor de ziel. Dat komt omdat de ziel die zich volkomen aan Mij overgeeft, in totale toewijding, met de bereidheid om voor Mij lijden en lasten te dragen, hierdoor in feite afstand doet van het gedeelte van haar wezen dat haar met het wereldse in verbinding houdt. Het grootste gedeelte van de bewuste beleving van de mensenziel houdt doorgaans verband met het lichamelijke en alle behoeften die ermee te maken hebben. Wanneer de ziel haar diep verlangen naar volkomen overgave te kennen geeft in akten van diepe toewijding, wordt zij als het ware opgenomen in de sfeer van het Hemels leven, waardoor zij steeds méér afstand leert te doen van haar lichamelijke behoeften, en zich ook niet langer de gevangene voelt van haar lijden en lasten. Dit luidt het einde in van de heerschappij van de lichamelijkheid en het begin van het rijk van de ziel. Daarom wordt een akt van diepe, oprechte overgave van zichzelf ten bate van de medemens, tot bron van vreugde, blijheid, en van bevrijding van het hele wezen uit de omklemming door de eigen behoeften.

De ziel die eigen lijden opoffert voor het Heil van een medemens, komt los van de neiging om zichzelf en de eigen behoeften belangrijk te achten. Hierdoor wordt zij in de mogelijkheid gesteld om haar aandacht op andere, meer verheven doelstellingen te richten: het Heil van de medemens, en het eigen zielsleven. Gods Geest, Die op deze beslissing vanwege de ziel heeft gewacht, neemt deze gelegenheid te baat om de ziel naar een hoger niveau van beleving te voeren. Hoe hoger de ziel aldus boven haar oude 'ik' weet uit te stijgen, des te méér zal zij de uitwerkingen van Mijn onvergelijkbaar heilzame macht ervaren. De ziel in dewelke de Meesteres van alle zielen de ware macht uitoefent, krijgt deel aan Haar eigenschappen en wordt volgens Haar inzichten door Haar omgevormd tot een spiegel van Haarzelf. Dit is in wezen wat wordt bedoeld met de 'ware navolging van Christus'. Niets kan de ziel dieper in het Hart van Christus binnenleiden, dan de totale overgave aan de macht van Maria. Moge dit inzicht de zielen dieper laten begrijpen waarom het voor hen nuttig is om voor Mij neer te knielen. Niet alleen zijn zij Mij dagelijks deze akt van onderwerping verschuldigd omdat de Allerhoogste Mij tot hun Meesteres met elementen van Goddelijke macht heeft gemaakt, maar bovendien kan Ik de onoverzienbare waaier van Mijn macht slechts uitspreiden over de ziel terwijl zij in de diepste onderwerping aan Mijn voeten ligt. Ik bedoel dit letterlijk en figuurlijk. Voor de goede orde: Wat is overgave? Overgave is de gesteldheid waarin de ziel zich totaal voor Mij ontledigt, zichzelf totaal aan Mij geeft, in verloochening van haar eigen behoeften en met als enige verlangen, Mij en Mijn werken te dienen. Vooral in het lijden kan de ziel vaststellen of haar overgave totaal is.

Bedenk hoe waardevol het lijden is voor het Heil der wereld, indien het op een heilige wijze wordt gedragen in aanvaarding, in blijmoedigheid en met Liefde. Zo heeft Jezus het de zielen voorgedaan. Zo heb ook Ik het in het verborgene gedaan. Indien God niet zou toestaan dat Zijn getrouwen, de echte toegewijden, de apostelen van de Laatste Tijden, veel te lijden zouden krijgen, zou dit rampzalige gevolgen hebben voor de mensheid als geheel. De heilige zielen, en deze welke naar een heilig leven verlangen, worden bevoorrecht met lijden in vele vormen omdat zij de enige zijn die dit lijden bewust opofferen voor het Heil van de zielen. Zij lijden daarom vervolging in allerlei vormen, worden gekweld door allerlei soorten overlast, en soms komt het hen voor alsof zij een kruis te dragen hebben dat onredelijk zwaar is. Velen gaan hierdoor twijfelen aan Gods Liefde en bescherming. Laten de zielen niet in dwaling vervallen. Zij worden aangezocht voor een zware levensweg omdat zij hierdoor een verschil kunnen maken.

De Goddelijke Gerechtigheid wordt dagelijks zwaar beledigd. Om de genaden te bekomen om deze belediging enigszins te vergoeden, moet veel geleden en geofferd worden in de juiste gesteldheid van hart. God weet dat Hij dit niet hoeft te verwachten van de lauwen. Ook zij lijden, omdat ook zij de gevolgen ondergaan van het groot onevenwicht waaronder de Schepping gebukt gaat ten gevolge van de zondestroom, maar zij offeren dit lijden niet op. Zelfs indien zij zich aan Mij toewijden, leven zij er niet naar, omdat de ware zin van hun toewijding onbestaande blijft. Naar wie kan God zich wenden tenzij naar de enige nog resterende lichtpunten? Men kan geen twijg aansteken aan een uitgedoofd vuur. Om het vuur te verspreiden, moeten twijgen aangestoken worden aan levendige vlammen. Slechts Mijn ware toegewijden kunnen het Hemels Vuur doorgeven. Zij doen dat door hun vurige woorden, vruchten uit vuurovens van harten, en door het Vuur van hun gebeden, offers, boete en lijden. God weet dat het niet baat, de olie der genade uit te gieten over gedoofde as. Hij zal deze olie des te overdadiger uitgieten over het hout dat brandt met vlammen die waarlijk licht en warmte om zich heen verspreiden. Deze olie der genade is het lijden: Het zal slechts waarlijk vrucht dragen in de ziel waarin het Vuur in leven is gebleven. In de waarlijk heilige ziel zal het Vuur nog hoger oplaaien wanneer de olie van het lijden het begroet. Bedenk dit alles wanneer het lijden zwaar wordt".


14 oktober 2006

"Ziekte en lijden kunnen worden tot een bed van Verlossing voor vele zielen. Hoe behoort een ziel om te gaan met het lijden van een medemens, zelfs terwijl deze terminaal ziek is? Het is belangrijk dat de ziel een gesteldheid van zuivere Liefde en aanvaarding betracht, om vanuit deze gesteldheid een zuivere offerande te kunnen verrichten van het lijden van de medemens. De lijdende ziel zal zich hierdoor gesterkt en gedragen voelen, en het offer van het lijden zal op wolken van Liefde naar de Hemel worden gevoerd. Deze wolken van Liefde en aanvaarding vormen dan het fundament van het bed van Verlossing. Het is eveneens belangrijk dat de lijdende omgeven wordt door een atmosfeer van Hemelse gevoelens, en dat wereldse invloeden van hem weggehouden worden, teneinde zijn offer niet te verontreinigen, want het hart van de lijdende moet één kunnen worden met dat van de lijdende Christus en de Smartvolle Maria.

Wanneer Ik tot een ziel zeg 'Wees Mijn engel', bedoel Ik hiermee niet dat zij aan geen enkele lichamelijke behoefte mag toegeven. Dat zou tegennatuurlijk zijn. De mens heeft een lichaam ontvangen, en moet het onderhouden. Wat Ik wel bedoel, is dat de lichamelijke behoeften en de aandacht daarvoor geen leven op zich mogen leiden: Zij mogen geen doel op zich worden. Van elke ziel die Mijn dienares wil zijn, verwacht Ik dat zij zich meer en meer onthecht van de belevingswereld van het lichamelijke, door soberheid, matigheid, beoefening van allerlei vormen van onthouding. Dit alles is noodzakelijk om het grootste gedeelte van de levenskracht vrij te maken voor de ziel en de hogere vermogens van hart en geest. De ziel die in hoge mate bezig blijft met de belangen van het lichaam, blijft het lichamelijke voeden met stromen van levenskracht die nodig zijn om de ziel te bevrijden van de invloeden der wereld en haar te heiligen.

Het lichaam heeft een bepaald gehalte aan levenskracht nodig. Alles wat boven dit gehalte aan het lichaam wordt toegevoerd, verhoogt niet langer het welzijn doch maakt de ziel tot gevangene van het eigen wezen. Daarom zeg Ik tot de zielen: Verzorg het lichaam, onderhoud het, geeft het niet prijs aan roekeloosheden en onvoorzichtigheden, maar maak het tot dienaar van de ziel. Zo heeft God het bedoeld: De mens is een ziel en heeft een lichaam, niet omgekeerd. Het is de ziel die het ware wezen van de mens uitmaakt. God heeft het zo voorzien dat de ziel de meesteres van het menselijk wezen zou zijn, niet de slavin van het lichaam, zoals het over het algemeen het geval is. Ikzelf was op aarde gezegend met een ongewone lichamelijke schoonheid, doch deze heeft Mij er niet toe verleid om Mijn lichaam te laten heersen over Mijn ziel, noch over mijn medemens door ijdelheid of door enige uitoefening van erotische macht. Mijn ziel is steeds de ware Meesteres van Mijn hele Wezen geweest, en de belangen en behoeften van Mijn ziel dicteerden de wet in al Mijn handelingen en bestrevingen. Volg Mij na.

De Meesteres van alle zielen is niets dan allerzuiverste, zachtmoedige, tedere Liefde. Jij weet, en Ik wil dat je aan de zielen zegt, dat wanneer Ik op gebiedende toon tot de zielen spreek, dit louter en alleen uiting geeft aan de bedwingende macht die Ik uitoefen over alle sporen en invloeden van de wereld die de zielen in zich dragen. Met dergelijke woorden dwing Ik de duivel in de ziel voor Mij op de knieën. Zodra de ziel zelf in oprechte eerbied en nederigheid voor Mij neerknielt, ligt ook de duivel in haar aan Mijn voeten en belijdt hij Mijn onbegrensde macht over hem. Indien Ik niet louter Liefde was, hoe zouden dan de engelen de diepste vervoeringen ervaren terwijl zij Mijn bevelen ontvangen, en zich in des te diepere extasen aan Mijn voeten neerwerpen naarmate Mijn bevelen strenger zijn? Bevend liggen zij voor Mij, niet uit angst, ondanks hun bewustzijn van Mijn grenzeloze macht over hen, doch uit brandende Liefde en in een allesoverheersend verlangen om Mijn macht te verheerlijken. Neen, in de engelen zijn geen sporen van de wereld, noch invloeden van de duivelen, doch ook tot hen spreek Ik gebiedend wanneer Ik hen wil bezielen met Mijn allervurigste macht over de duivelen. Mogen de zielen elk gebiedend woord van Mij aannemen als een genade, want dit woord ontplooit in hen een dubbele werking: het overspoelt hen met Mijn Hemelse Liefde, en dwingt in hen elke invloed der duisternis op de knieën. Wanneer Maria optreedt als de ware Meesteres, beven de poorten der hel. Mogen de zielen hierop reageren zoals de engelen, en zich met Vuur aan Mijn voeten neerwerpen".


15 oktober 2006

"Enkele dagen geleden sprak Ik over de mysterievolle gebeurtenissen tijdens de Consecratie in de Heilige Eucharistie. Omdat Mijn woorden aanleiding kunnen geven tot verkeerd begrip, wil Ik met klem stellen dat Ik niet zeg dat 'Maria tijdens de Consecratie in Christus zou veranderen'. Wat Ik wel bedoel, is dat tijdens de Consecratie de door God voorbereide eenwording tussen Jezus en Maria als het ware opnieuw voltrokken wordt. God kan een eenwording met een ziel voltrekken zonder dat deze ziel 'God is' of 'God wordt'. De eenwording tussen God en de ziel betekent dat de beide, binnen de grenzen die worden gesteld door de menselijke natuur, 'in elkaar overvloeien' of 'met elkaar versmelten'. Concreet betekent dit dat God een ongewone instroming van Zijn eigenschappen en krachten naar de ziel toe voltrekt. Bij de Menswording van Jezus in Mijn Moederschoot werd Ik, Die voorbestemd was om Tabernakel van God te worden, één gemaakt met Christus. Dit gebeuren loopt in de Heilige Eucharistie parallel met de transsubstantiatie waardoor het brood verandert in Christus: De materie van het brood wordt tot onstoffelijke Godheid, terwijl tegelijkertijd Maria één wordt met Christus: Mijn geschapen ziel wordt opgenomen in de Godheid. De gedachtenis aan dit Mysterie loopt parallel met de transsubstantiatie, de verandering van het brood in Christus.

De Ware Liefde moet steeds uitmonden in onthechting, het loskomen van de banden met de wereld. De reden hiervoor is deze, dat de ziel die waarlijk liefheeft, brandt van verlangen om opgenomen te worden in het Goddelijk Leven. Deze opname kan zich slechts voltrekken in de mate waarin de ziel bereid is om afstand te doen van haar wereldse gehechtheden: de wereld van het materiële, het geld en de andere middelen die haar wereldse, stoffelijke noden kunnen helpen lenigen. De Ware Liefde is ontastbaar, zij is de voltooiing van de ervaring van Gods Tegenwoordigheid in het leven. Zij is even ongrijpbaar als de zon: De zon verwarmt en verlicht, en maakt hierdoor het leven mogelijk in de materie. De Liefde is hiermee vergelijkbaar in de sfeer van het niet-stoffelijke. Wanneer de Liefde haar bekroning vindt in de onthechting, is zij volmaakt.

Ik ben de Meesteres van de Voorzienigheid. Totale aanvaarding van Mijn Beschikkingen en Werken is de gouden poort tot het Ware Geluk op aarde, want in haar [= de aanvaarding] werpen zich alle wereldse belangen en bestrevingen als slaven voor Mijn voeten neer. Mijn Rijk, dat het Rijk van God Zelf is, is niet van deze wereld, maar van de hogere dingen die de ziel binnenleiden in het Goddelijk Leven".


16 oktober 2006

"Vandaag wordt Mijn zuiverheid gevierd. Echte zuiverheid is een volmaakt open venster naar het Goddelijk Licht toe. Zuiverheid is de gesteldheid waardoor de ziel Gods Licht in zich kan opnemen en het zo getrouw mogelijk aan andere zielen kan doorgeven. De grootste graadmeters voor de zuiverheid van een ziel zijn de zachtmoedigheid, blijmoedigheid en Vrede van hart. Een zuivere ziel neemt Gods kracht en eigenschappen in getrouwe vorm in zich op en verwerkt deze in zichzelf om er helemaal door omgevormd te worden.

Zuiverheid en Liefde vormen de ware bouwstenen voor de heiliging. Deze beide geven de Schepper en Mij, de Meesteres van alle zielen, een buitengewone verheerlijking, want een ziel die de Ware Liefde en een grote zuiverheid in zich tot rijping laat komen, laat zich hierdoor in de ware zin van het woord vormen en kneden tot Gods beeld en gelijkenis, en gelijkt steeds méér op Mij, waardoor in Gods Hart grote verrukkingen tot stand gebracht worden. Zuiverheid is de gesteldheid waarin de ziel handelt, spreekt, denkt, voelt en verlangt zoals God Zelf en Ikzelf dit zouden doen. Zuiverheid maakt hierdoor de ziel in doen en laten gelijkvormig aan Gods ideaalbeeld van de ziel.

Wanneer je een lange reeks van opeenvolgende gebeurtenissen beschouwt, kun je het zo zien dat het tweede element, het tiende, het twintigste element, enzovoort, uiteindelijk steeds voortgebracht zijn uit het eerste van de reeks. Op gelijkaardige wijze zijn alle mensen uiteindelijk het product van Eva, de eerste vrouw. Elke mensenziel is daarom een vrucht van de erfzonde. God heeft de mensheid niet alleen de Verlossing geschonken in Zijn en Mijn Zoon Jezus Christus. Hij heeft alle zielen ook de gelegenheid geboden van een wedergeboorte in de ziel uit Mij, de Vrouw en Meesteres van alle zielen, de nieuwe Eva, de nieuwe Moeder van de ware heiligheid. In Eva is de zuiverheid verontreinigd geraakt. In Mij is de zuiverheid naar Gods beeld en gelijkenis 'herschapen' en volmaakt in stand gehouden.

Een wedergeboorte uit Mij is een nieuwe geboorte van de ware heiligheid. De zielen kunnen het zo beschouwen dat zij door de Heilige Geest worden geroepen tot de wedergeboorte in de zuiverheid, dat hen daarbij de inspiratie wordt ingestort dat dit slechts kan door zich over te leveren aan de Meesteres van alle zielen, en dat zij de keuze hebben om op deze Goddelijke aansporing in te gaan of niet. Wanneer zij dit doen, worden zij geacht, zich in overgave aan de voeten van hun Meesteres neer te leggen, om in Haar Schoot te worden gesloten, in Haar hervormd en herkneed te worden en vervolgens uit Haar opnieuw geboren te worden als ware dienaren van het Licht. Wanneer zij hun nieuwe gesteldheid als kind van de Meesteres niet eren, vervallen zij in de ziel opnieuw in hun status van kind van Eva, die slavin van de zonde is geworden. Het kind van de slavin bestemt zichzelf voor tot een leven als slaaf.

Het kind van de Meesteres daarentegen, dat zijn Moeder niet alleen ziet als Moeder doch Haar dient als zijn Meesteres, bestemt zichzelf voor tot een leven als prins of prinses van de ware deugden. Dit kan slechts door totale, onvoorwaardelijke, eeuwigdurende en diep doorleefde toewijding aan de nieuwe Eva, Maria, de Meesteres van de zuiverheid Die de gevolgen van de erfzonde onder Haar voeten heeft gehouden en diezelfde macht kan uitoefenen over de gevolgen van de erfzonde in Haar kinderen en dienaren.

Laat Mijn woorden en deze van Jezus je werkelijkheid vormen. Deze woorden ontvouwen in je hart de ware Mysteries van het Leven. Elk hart dat zich waarlijk aan Mijn voeten legt en Mij over zich laat heersen, zal begrijpen. In deze Laatste Tijden is alleen Mij de taak en de macht gegeven om de ware Goddelijke Wijsheid in de harten te ontvouwen.(*) Weet jezelf buitengewoon bevoorrecht, de Goddelijke werkelijkheid te leren uit de mond van de Meesteres van alle zielen".

(*) Het spreekt vanzelf dat Maria met deze woorden niet Jezus uitsluit als Ontplooier van de Goddelijke Wijsheid in het hart. Jezus en Maria zijn op mystieke wijze één.


17 oktober 2006

"Het gevoel van ongelukkig-zijn, dat vele zielen in de greep houdt, is een vrucht van hun eigen onvermogen, en soms onwil, om afstand te doen van hun wijze om naar hun leefwereld te kijken. Deze zielen houden zodanig vast aan hun wereldse gehechtheden, gewoonten en menselijk opzicht, dat hun werkelijkheid daarmee eindigt. Zij komen van dit alles niet los. Indien deze zielen Mij voluit mochten aanvaarden als hun Meesteres met elementen van Goddelijke macht en Goddelijke Liefde, en Mij tot een wezenlijk deel van hun dagelijkse werkelijkheid zouden maken, zou Ik hun leefwereld zodanig uitzuiveren dat Ik de kern van hun belevingen zou worden. Dan zou het Goddelijk Leven voor hen geen theorie maar doorleefde werkelijkheid worden. Al hun gehechtheden en gewoonten zou Ik aan Mijn Wil en Mijn Werken onderwerpen. Ik zou hun leefwereld steeds dieper beheersen. Het gevolg zou zijn, dat zij totaal bevrijd zouden worden uit de kerker die zij voor zichzelf hebben gebouwd. Dan zullen zij begrijpen en inzien hoe onbelangrijk alles is wat zij nu nog als hun enige werkelijkheid beschouwen. Ik herhaal dat de heerschappij van Maria in een ziel de ware bevrijding en het Ware Geluk brengt. Hiervoor is niets anders nodig dan een totaal vertrouwen in Mijn onbegrensde macht en in Mijn allerzuiverste Liefde, en een bereidheid om Mij en alles wat Hemels is, ver boven de wereld en zijn belangen en behoeften te stellen".


18 oktober 2006

"Waarom is het voor de duivelen een vreselijke kwelling wanneer een mensenziel zich diep voor Mij vernedert? Begrijp wel, dat de satan zich alle macht over de zielen tracht toe te eigenen. Wanneer een ziel aan Mijn voeten neerknielt, vervult dit de satan met haat en afgunst, omdat Ik voor alle tijden zijn Tegenstandster ben en elke verheerlijking van Mijn macht hem zowel afschuw als angst inboezemt. Elke erkenning van Mijn macht maakt hem waanzinnig. Begrijp bovendien dat, wanneer een mensenziel aan Mijn voeten neerknielt, zij hierdoor op symbolische wijze haar menselijkheid, haar gebondenheid aan de wereld en aan elke beïnvloeding vanwege de duivelen onder Mijn voeten legt en dit alles overlevert aan Mijn macht. Wanneer een mensenziel voor Mij neerknielt, ervaren de duivelen dit alsof zij zelf aan Mijn voeten geknield zouden liggen. Wanneer de ziel vol overgave en oprechte Liefde voor Mij knielt, levert zij dus het machtsgebied van de satan aan Mij uit. Om deze reden worden de duivelen verlamd terwijl een ziel met Vuur voor Mij geknield ligt. Daarom ook wordt Mijn macht in hoge mate verheerlijkt wanneer een ziel zeer diep voor Mij knielt. Mogen de zielen beseffen dat zij actief kunnen meewerken aan de strijd tegen de duivelen door zich voor Mij te vernederen, en vooral door zich totaal en onvoorwaardelijk aan Mij toe te wijden, want diep doorleefde totale toewijding aan Mij betekent: zichzelf en alle mogelijke beïnvloeding door de wereld en de satan onder Mijn macht stellen.

(...) Vergeet nooit dat ook de duivelen Mijn onderdanen zijn in de orde der Genade. Ik herinner je aan de toespraak van de Allerheiligste Drievuldigheid in het uur van Mijn Kroning tot Koningin over alles, zoals Ik je deze op 22 augustus heb geopenbaard. God heeft daarin onmiskenbaar verklaard dat Ik alle macht heb over alle zielen in de Hemel, op aarde en onder de aarde. De duivelen zijn ertoe voorbestemd om in de Allerlaatste Tijden ten aanschouwen van alle schepselen openbaar aan Mijn heerschappij overgeleverd te worden en hun machteloosheid jegens Mij openlijk te belijden. (...) Ja, de ware macht in de Schepping wordt bij Goddelijk decreet uitgeoefend aan Mijn voeten: Daar dicteer Ik Mijn verordeningen aan de engelen, daar geef Ik Mijn bevelen aan Mijn liefdesslaven op aarde, en daar regeer Ik met verpletterende macht over alle doen en laten van de duivelen die Ik voor de tijdsduur van Mijn welbehagen tot gevangenen van Mijn Wil wens te maken. (...)"


20 oktober 2006

"God heeft de mens heilig geschapen. In de kern van haar wezen is de mensenziel dus niet slecht, want zij draagt sporen van Gods eigenschappen in zich. Deze sporen zijn door een Goddelijk Mysterie en een eenmalig voorrecht in Mij miljoenvoudig versterkt en volmaakt in stand gehouden doordat Mijn ziel gevrijwaard is van de erfzonde. Bovendien is in Mij de volmaakte Goddelijke vruchtbaarheid gelegd waardoor alle Goddelijke eigenschappen en Mysteries waarmee Ik ben bekleed, zichzelf eeuwigdurend blijven vermenigvuldigen. Je zou je dit kunnen voorstellen als het effect dat je ziet wanneer een steentje in water wordt geworpen: De kringen om de plaats van inval van het steentje breiden zich steeds verder uit. In dit geval zou je kunnen stellen dat de kringen zich eeuwigdurend blijven uitbreiden, zodat zij de hele aarde, het hele zonnestelsel enzovoort, tot in het oneindige, omvatten. God is oneindig en onmetelijk. Omdat in Mij ontelbare Goddelijke eigenschappen zijn gelegd in de hoogst mogelijke graad van volmaaktheid die door een geschapen ziel omvat kan worden, is de essentie van Mijn Wezen eveneens oneindig en onmetelijk in zijn effecten. Ik bedoel hiermee dat Mijn eigenschappen, wezenstrekken, Gaven en Genaden zichzelf oneindig blijven vermenigvuldigen. Het is alsof Mijn heiligheid, Mijn Heerlijkheden en Mijn macht onophoudelijk blijven aangroeien.

Niets kan iets toevoegen aan God. Aan Mij, Zijn Volmachtdraagster, kan evenmin iets worden toegevoegd, want de aard en ontwikkeling van Mijn Wezen zijn in volmaakte overeenstemming met Gods Plannen en eeuwigdurende Werken. Bij elke andere mensenziel heeft de zonde haar intrede gedaan door de erfzonde van het eerste mensenpaar. Zie toch wat een ziel van God vervreemdt. De uiteindelijke oorsprong van de zonde ligt bij de satan. Hij zaait het zaad van zonde en ondeugd in de zielen: Hij fluistert ongehoorzaamheid en onverschilligheid in, en verzwakt de ziel in haar oorspronkelijke wijze van denken, voelen en verlangen, zodat haar gedachten, gevoelens en verlangens niet meer in overeenstemming zijn met de wijze van denken, voelen en verlangen die God in haar heeft gelegd. Zodra de standvastigheid van de ziel in haar overeenstemming met Gods Plan voldoende ondermijnd raakt, schiet de bekoring wortel. De ziel begint meer en meer te denken, voelen en verlangen zoals de satan dit wil, en niet meer zoals God wil. De ziel volgt de stem van de bekoring en vervalt in ondeugd, en geleidelijk aan ook in echte zonde. Het ondermijningswerk van de satan draagt zijn vruchten in de ziel.

Doordat de satan de ziel met alle mogelijke middelen in dit nieuw patroon van denken, voelen en verlangen zoekt vast te houden, neemt zij dit nieuwe patroon aan als gewoonten. Zodra dit het geval is, is er sprake van zwakheden: De ziel krijgt steeds minder weerstand tegen de bekoringen en vervalt in een patroon van systematische ondeugd. Dit komt mede doordat de inwerkingen van de satan de levenskracht in de ziel zodanig verzwakken dat de ziel steeds minder strijdlust voor het goede ontwikkelt, tenzij haar Ware Liefde voor God en de medemens voldoende sterk blijft. De ziel is dan ten prooi aan allerlei verslavingen: Zij wordt letterlijk tot slavin van de ondeugd, slavin van de satan die de ondeugd in haar heeft gelegd en steeds méér macht krijgt over het doen en laten, spreken en voelen, denken en verlangen van de ziel. Op elke uiting van de wil van de satan geeft zij zich over aan de bekoringen. Zij zondigt, of begaat ondeugden, telkens de satan dit wil. Begrijp wel dat de ziel in deze fase niet de kracht bezit om deze duistere macht uit zichzelf te overwinnen.

Aan de zielen is echter een instrument van macht geschonken dat oneindig sterker is dan deze van de bron van alle bekoringen. Deze macht heet MARIA, de ware Meesteres van alle zielen door Goddelijke uitverkiezing. Ja, Ik ben de ware Meesteres. Hij die zich meester maakt van de zielen, siddert en beeft bij de aanblik van Mijn voeten. Zielen uit Gods hand, werp toch jullie hele wezen met al jullie zwakheden, verslavingen en gebrek aan weerstand tegen alle bekoringen aan Mijn voeten neer, belijd voor Mij dat Ik jullie ware Meesteres ben, en smeek Mij dat Ik, de enige ware Meesteres door Gods beschikking, de meester van jullie gedragingen en neigingen zou onttronen. Zoveel openbaringen heb Ik jullie reeds gegeven over Mijn verpletterende macht over deze worm die het waagt, jullie aan zich te onderwerpen. Ik kan deze meester tot Mijn slaaf maken, maar God verlangt hiertoe een vrijwillige akt van onderwerping van de ziel aan Mij.

Ja, slaaf van Maria is de satan nu reeds. Hij is niets méér dan speelgoed voor Mijn voeten. Doch de effecten van deze werkelijkheid worden pas concreet zichtbaar zodra de ziel daadwerkelijk belijdt dat zij de satan als slaaf van Maria beschouwt. Zeg aan de zielen dat van hen een keuze wordt gevraagd: Blijven zij het roofdier dat hen inwendig dieper en dieper aanvreet en tot zijn slaven maakt, verdragen en dienen als hun meester, of kiezen zij voor een slavernij die hen vrij maakt en tot de kracht van de ware heiligheid zal voeren: de zoete slavernij jegens de Meesteres die God Zelf voor hen heeft voorbestemd, Maria, de Koningin van al het geschapene? Laat Mij in de kern van jullie wezen Mijn troon oprichten, Mijn Rijk vestigen, Mijn wetten uitvaardigen en Mijn macht ontplooien, die jullie valse meester aan Mijn voeten zal doen smeken om erbarmen, want de ware Meesteres zal hem aan Haar voeten gevangen zetten en hem op Haar Tijd voorgoed verlammen. Geef Mij elke dag jullie zwakheden, opdat in Mijn Rijk in de zielen geen enkele grenspost meer tot een ruïne vervalt en doorgang geeft aan de indringer. In Mijn Rijk is geen plaats meer voor de slang.

De ziel beschikt over een almachtig wapen tot bescherming tegen dit alles: MARIA. Wie Mij aanroept, zal ondanks al deze invloeden stand houden. Deze uitingen van de werken van de satan jegens de jeugd zijn machteloos tegenover Mij, de Meesteres van alle zielen. Ik geef je twee aanroepingen, die je aan ouders en kinderen kenbaar zult maken:

Voor de kinderen: "Lieve Moeder Maria, wees mijn Hemelse Meesteres. Bescherm mij tegen alle kwaad, tegen alle bekoringen en tegen alle gevaren".

Voor de ouders: "Lieve Moeder Maria, ik stel ..... (naam van het kind) onder Uw almachtige leiding. Wil hem/haar beschermen tegen alle kwaad en slechte invloeden. Bewaar zijn/haar reinheid in ziel en lichaam".

Het is belangrijk dat deze aanroepingen dagelijks worden uitgesproken, bij voorkeur door ouders en kind samen. Prent de kinderen in dat zij geen enkele angst hoeven te koesteren wanneer zij Mij tot hun Beschermster kiezen en vast in Mij geloven"


21 oktober 2006

"Zie hoe de Meesteres van alle zielen de drie categorieën van Haar onderdanen in Haar macht heeft: De engelen ervaren niets dan intense Liefde, die hen als dronken maakt, verslaafd aan hun Meesteres die hen Goddelijke vervoeringen schenkt. De mensenzielen ervaren loutering tot in de diepste kern van hun wezen, die hen via lijden in lichamelijke en gevoelsbeleving uiteindelijk naar de Vrede en het Geluk voert. De duivelen ervaren niets anders dan gedwongen, willoze onderwerping. Zij zijn totaal in Mijn macht, net zoals alle andere zielen, maar zij ervaren deze toestand als een vreselijke kwelling. Waar vinden deze verschillen hun oorsprong? Engelen verkeren reeds in de volmaakte Liefde en zuiverheid. Hierdoor ervaren zij onderwerping en gehoorzaamheid jegens Mij als intens genot. Mensenzielen ervaren verschillende gradaties van Liefde en zuiverheid, en moeten hierin groeien via het lijden in allerlei vormen. Hoe verder zij evolueren, des te hoger de graad van hun Liefde en zuiverheid, des te méér ervaren zij het lijden als genot, tot het uiteindelijk overvloeit in de toestand van volkomen Vrede en Gelukzaligheid: De gehoorzaamheid en onderwerping worden beleefd als een zegen. Voor de duivelen is onderwerping en gehoorzaamheid jegens Mij een toestand van dwang. Zij liggen aan Mijn voeten omdat Ik dat wil ter ere van God, en zij ervaren niets anders dan het willoos-overgeleverd-zijn aan Mijn macht over hen. Gehoorzaamheid en onderwerping zijn dood en onbezield wanneer zij niet gedragen worden door Liefde en zuiverheid. Liefde en zuiverheid zijn draagsters van het Goddelijk Leven. Zij zijn totaal afwezig in de ziel die dood is voor het Goddelijk Leven, zoals dit het geval is bij de duivelen, en ook in wisselende mate het geval kan zijn bij de mensenzielen.

In de mate waarin de ziel werkelijk leeft in het Goddelijk Leven, heeft zij een groter vermogen van Liefde en zuiverheid, en zijn haar onderwerping en gehoorzaamheid méér bezield. Begrijp dus dat Liefde, zuiverheid en gehoorzaamheid de drie deugden zijn in dewelke de ziel elk contact met het Goddelijke, de macht van het Ware Leven, ervaart, en dat Liefde en zuiverheid de beide deugden zijn die bepalen in welke mate dit contact ook echt Leven aan de ziel geeft. Zodra deze beide totaal ontbreken, zoals in de ziel van de duivelen, blijft niets anders over dan gedwongen onderwerping in het contact met de Goddelijke macht. De duivelen gaan in het contact met Mij op de knieën omdat Ik hen dit beveel, en zij Mijn macht over hen ervaren zoals een voet die hen omlaag drukt. Bij hen brengt onderwerping geen nieuw Leven. Bij de mensenziel wel: Zij brengt in hen de Liefde en zuiverheid tot ontwikkeling.

Ik kan Mijn macht uitoefenen door Liefde, door bevelen en door straf. Tegenover duivelen kan Ik dit niet doen door Liefde, omdat zij volkomen dood zijn voor de Liefde. Daarom oefen Ik jegens hen Mijn macht uit door hen te bevelen, en hen bij elk spoor van gebrek aan gehoorzaamheid te straffen omdat elke aarzeling in de onderwerping aan Mij gelijkstaat met een blaam aan de Goddelijke macht. Zo dwing Ik hen tot totale onderwerping aan Mijn Wil, die één is met de Wil van God. De Liefde is de essentie, de ware kracht, van het Goddelijk Leven. De zuiverheid is het vermogen om deze kracht in zich op te nemen en door te geven. Gehoorzaamheid en onderwerping vormen het vermogen om zich in overeenstemming te brengen met de beschikkingen van de Bron van het Goddelijk Leven: God, en Zijn Gevolmachtigde, Maria. Begrijp wel, dat bij de duivelen geen sprake is van spontane, vrijwillige onderwerping: Zij gehoorzamen Mij omdat de uitstraling van Mijn macht hen verplettert, en elke uiting van slaafse onderwerping bij hen ontspringt aan de angst die Mijn straffen in hen opwekken. Zij kennen geen spoor van Liefde noch van zuiverheid, zij kennen slechts de angst en zorg om hun eigen persoonlijk lot, het besef en de vrees dat elk gebrek aan onderwerping jegens Mij, Mij ertoe kan bewegen om hun lot oneindig te verzwaren.

Terwijl het voor engelen, en voor gevorderde mensenzielen, een waar genot en een ervaring van Liefde betekent, zich aan Mij te onderwerpen, is de ervaring van Mijn macht voor de duivelen een juk waaronder zij zuchten en kreunen. Wanneer zij aan Mijn voeten kronkelen, is dat geen uiting van diep eerbetoon doch van drang tot zelfbehoud en van betrachting om Mij ertoe aan te sporen, Mijn macht in hun voordeel aan te wenden door Mijn straffen jegens hen te milderen. Gehoorzaamheid en onderwerping kunnen slechts volkomen worden in de mate waarin zij gedragen worden door Liefde en zuiverheid. Voor de mensenzielen speelt de gehoorzaamheid een sleutelrol in hun Verlossing, omdat zij bepaalt in welke mate zij hun lot, hun lijden, aanvaarden, en omdat zij een middel vormen om hun Liefde en zuiverheid te laten groeien. De mensenziel die gevoelloos voor Mij neerknielt, heeft hierbij weinig méér baat dan de duivelen. Wie voor Mij knielt met Liefde en met het verlangen om Mij te dienen, benadert de belevingswereld van de engelen. Het zijn de Liefde en de zuiverheid die bepalen in welke mate de ziel waarlijk leeft, in welke mate zij draagster is van Goddelijk Leven dat haar tot Gods beeld en gelijkenis maakt.

Vurige onderwerping aan Mij kan de ziel naar ware eenheid met Mij voeren. Door de uitoefening van Mijn macht over een ziel kan Ik elementen van Mijn eigen gesteldheid in de ziel laten overvloeien, waardoor zij van Mij doordrongen wordt. Je zou het zo kunnen beschouwen, dat Ik door elke akt van Mijn Wil en elke uitoefening van Mijn macht over een ziel, een zekere hoeveelheid van Mijn levenssap naar die ziel toe laat vloeien, die door deze ziel kan opgezogen worden zoals een spons water zou opnemen. Zo voedt de ziel zich met Mij, in de mate waarin zij er ook daadwerkelijk naar verlangt om Mij in zich op te nemen. Om deze reden wordt een ziel die leeft van diepe onderwerping aan Mij, zo diep in Mij omgevormd dat zij uitgroeit tot Mijn spiegelbeeld, indien zij de Ware Liefde en zuiverheid in zich in stand weet te houden".


22 oktober 2006

"Sommigen zullen het steeds moeilijk hebben om Mij te aanvaarden als de machtige Meesteres van alle zielen, omdat zij geen overeenstemming vinden tussen de hoedanigheid van de machtige, heersende Maria enerzijds, en anderzijds het beeld van Maria dat zij kennen uit de Bijbel.

Mogen deze zielen begrijpen dat Ik in de levensdagen van Jezus niet door God kon worden bekendgemaakt als de Meesteres van alle zielen, omdat dit de eerste christenen in de war zou hebben gebracht. Eerst moest de Verlossing voltrokken worden. Nu, nadat de mensheid zich twintig eeuwen lang heeft kunnen voeden aan de wortels van de Leer van Jezus Christus, de kern van de Goddelijke Waarheid, heeft de Eeuwige Wijsheid het passend geoordeeld, Mij in de volheid van Mijn ware hoedanigheid bekend te maken en aan de mensenzielen Mijn verhevenheid, Glorie en macht te openbaren. Gedurende twintig eeuwen heeft de wijn der Verlossing kunnen rijpen. Nu wordt aan de zielen de kruik getoond waarin de wijn ontvangen is, opdat de maaltijd van de heiliging aangericht kan worden. Indien wijn niet in de kruik werd bewaard, zou hij verloren lopen. De Allerhoogste heeft Mij de macht gegeven om de vrucht van de Verlossing in de zielen te brengen. Wie de wijn tot zich wil nemen, moet ook de kruik op zijn tafel dulden, haar eren en met respect behandelen. Wordt niet vaak de lust in de wijn gewekt door de betovering die uitgaat van de schoonheid van de kruik? Dit is het uur van de openbaring van verborgen Waarheden. Mogen de zielen tot heiliging komen door de volheid van de Waarheid te aanvaarden. Mensheid, ziehier uw Meesteres voor tijd en eeuwigheid.

Slavin van de Meesteres van alle zielen, Ik kom je voor al Mijn getrouwen een boodschap van zuivere Liefde en Hoop brengen. De maand november is in aantocht. November is de maand van Allerheiligen en Allerzielen. Ik wil op een bijzondere wijze in alle zielen heersen, doch kan dit slechts met vrucht doen in de mate waarin zij Mij de gelegenheid geven om hun tempel volkomen te reinigen.

De grote reinigingsmiddelen voor de ziel zijn de belangeloze, zelfverloochenende naastenliefde, de oprechte en onvoorwaardelijke vergevingsgezindheid en de groothartige mildheid. Daarom wil Ik dat Mijn toegewijden gedurende de maand november volledig in het reine komen met al hun medemensen, met alle relaties van hun leven, verleden en heden. In het reine komen met alle aspecten van het verleden en alle sporen en herinneringen die overblijven van vroegere contacten met medemensen, zelfs de meest vluchtige, is als een totale verbouwing van de funderingen van de tempel der ziel, waardoor deze veel sterker wordt tegen de stormwinden en aardbevingen van het leven. In de loop van de komende dagen zal Ik je een Plan geven waarvan Ik wil dat het volgens Mijn verlangens gevolgd wordt. Elke ziel zal voor de diverse categorieën van haar medemensen bidden en offers brengen, volgens het door Mij voorgesteld Plan. De bedoeling is, dat de ziel met al haar medemensen tot innerlijke Vrede zou komen. Het is niet noodzakelijk dat zij deze medemensen bezoekt, noch op een bijzondere wijze met hen in contact zoekt te treden: de uitzuivering van al deze relaties moet verlopen in de beslotenheid van het eigen hart. Wanneer de gebeden en offers aan Mijn voeten worden neergelegd in oprechte Liefde en bezield met de wil om te vergeven, te verzoenen, het ware Heil toe te wensen, zal Mijn macht deze intenties een veelvoud van hun oorspronkelijke kracht verlenen en een Vuur van loutering over de zielen uitstrooien.

Indien alle zielen zichzelf totaal aan Mij mochten geven, zou Ik Mijn grenzeloze macht zo volledig over al hun doen en laten kunnen uitspreiden dat de wereld in één dag tijd herschapen zou worden tot een paradijs van Liefde, Vrede en Geluk. Omdat tallozen Mij nooit één van hun handelingen, woorden, gesteldheden, gevoelens, zwakheden, ellenden, enzovoort, geven, moeten plaatsvervangende offeranden aan Mij worden verricht. (...).

De haard van het Geluk ligt in de kern van de ziel. Alles wat daarbuiten ligt, zijn mogelijke invasiewegen voor de satan. Alle zintuiglijke indrukken, alle gepieker, alle emoties, dit alles trekt de ziel naar de buitenwereld toe, waar de satan zijn troon heeft gevestigd. In de kern van de ziel ligt de kiem van de heiligheid, die ingebed ligt in een heilige stilte, een leegheid aan indrukken, niets anders dan de hartenklop van God Zelf. De enige indrukken die in de ziel nog mogen leven, zijn de schoonheid van Mijn Wezen, de geur van Mijn handen en voeten, de Hemelse hymne van Mijn stem met haar onveranderlijke boodschap van Hoop en Liefde. Dit alles is volstrekt leeg aan wereldse inhouden, en daarom waarlijk heilig en waarlijk voedsel voor de ziel".


24 oktober 2006

"Wanneer de ziel lichamelijk lijden benut om uitgerekend tijdens dit lijden een totale offerande van haar lichamelijkheid aan Mij te voltrekken, wordt zij dermate opgenomen in de stroom van de Hemelse Liefde dat zij hierin de kracht vindt om boven zichzelf uit te stijgen. Dat komt doordat zij door deze offerande van haar lichamelijke gewaarwordingen een gevoel van bevrijding uit de materie ervaart. De ziel stijgt dan als het ware naar een hoger belevingsniveau. Het is deze kracht die de heilige martelaren en heiligen het vermogen verleent om hun lichaam prijs te geven aan een totale deelname aan het Verlossingsmysterie, en dit te doen in blijmoedigheid, zelfs in gelukzaligheid. Deze toestand is wat Ik beoog wanneer Ik je opdraag, Mijn engel te zijn.

De offerande van de eigen lichamelijkheid en alle lijden dat ermee samenhangt, is een noodzaak voor elke ziel die deel wil hebben aan het Eeuwig Heil. Jezus reikt elke ziel Zijn Kelk aan om deze met Hem te drinken aan de tafel van de Hemelse Bruiloft. Uit de Kelk van het Heil drinken, betekent dat de ziel haar beproevingen aanvaardt in de enige gesteldheid die passend is voor de Bruiloft: blijmoedigheid, vreugde en Liefde. De ziel die uit de Kelk van het Heil drinkt, hoe bitter deze ook soms lijkt, zal ervaren dat elke druppel ervan in de kern van haar wezen verandert in een zon van licht en warmte. Van deze ervaring zal zij zich niet noodzakelijk tijdens haar aardse leven bewust worden, doch zij moet haar leven beschouwen als de noodzakelijke voorbereiding op de Bruiloft. Zie, kan de bruid naar haar bruiloft vertrekken zonder eerst haar bruidskleed aan te trekken? Welnu, nuttigen van de Kelk van het Heil is als het aantrekken van het bruidskleed: De bruid bekleedt zich met de tooi van zuiverheid en schoonheid, want hoe mooier zij voor haar bruidegom verschijnt, des te meer zal zij de bruidegom ervan overtuigen dat zij gelooft dat de bruiloft de ware zin van haar leven is".


25 oktober 2006

"De ziel mag niet blijven stilstaan bij om het even welke gebeurtenis uit haar leven. Beschouw de ziel als een akker, en het leven als het bewerken van die akker. De ziel krijgt van God een bepaald potentieel mee: een akker met een welbepaalde samenstelling in zijn ondergrond. De ziel moet hiervan het beste maken: Zij moet de akker, dus zichzelf, bewerken. Geregeld zal zij daarbij op onkruid stoten, evenals op stenen, glasscherven of andere voorwerpen die in haar ondergrond terecht zijn gekomen door de wederwaardigheden van het leven, en die het omploegen bemoeilijken.

Zodra de ondergrond uitgezuiverd is, moet de ziel afstand doen van de neiging om nog verder te spitten en te ploegen. De regen der genaden zal vallen, de zon van Gods Liefde zal de akker bestralen, en Gods Geest zal op Zijn Tijd het zaad voor vruchtbare werken ter beschikking stellen. Wanneer de ziel Mij tot Meesteres van de landerijen maakt, zal Ik dat zaad met Mijn eigen handen in de akker strooien. In Mijn door God geschonken Wijsheid ken Ik de gunstigste zaaitijd. Terwijl het zaad in de bodem rijpt, mag de ziel niet opnieuw beginnen te spitten of ploegen, of zij doet alle werk van de genade en Gods Voorzienigheid teniet.

Begrijp dit wel: Zodra de ziel een stuk van haar levensakker heeft omgeploegd door zichzelf in een bepaalde fase van haar leven te onderzoeken en een geldige biecht te spreken, maakt Gods Voorzienigheid het werk af, waarbij elke noodzakelijke verdere stap in de ziel volgens de klok van Gods Wijsheid wordt gepland en ten uitvoer gelegd. Van de ziel wordt dan nog één ding verwacht: waakzaamheid in zuiverheid, zoals een goede landbouwer die zorg draagt voor de ingezaaide akker. De landbouwer begint na het zaaien ook niet opnieuw te ploegen, want hij weet dat de natuur nu haar werk moet kunnen doen, en dat door opnieuw te ploegen alle zaad opnieuw uit zijn bedding zou worden gewoeld en door de vogels zou worden weggeroofd. Zodra de ziel de aan Mij toevertrouwde elementen uit haar leven die eveneens uitgezuiverd zijn in het Sacrament van de Biecht, opnieuw begint te herkauwen, doet zij de vruchtbaarheid van Gods Werken in haar teniet.

Een ziel in overgave is een ziel die slechts één maal achterom kijkt: met het oog op toewijding en Biecht, en daarna niet meer. De oogst ligt in de toekomst, en wordt voorbereid in het heden. Het verleden moet dood zijn zodra het aan God toevertrouwd is, door het onder Mijn meesterschap te stellen. De ziel is licht geschapen. Zij is niet berekend op het dragen van de lasten van een jarenlang verleden.

Beschouw de ziel als een vogeltje: Het vliegt met één twijgje of één plukje stro naar zijn nest, en al zijn inspanningen zijn gericht op het resultaat tot verzekering van het rendement van zijn vruchtbaarheid. Het piekert niet over zijn vorige vluchten. Zo blijft het licht. Het sleurt niet de ballast van alle seizoenen met zich mee. Ook de ziel moet zijn zoals een vogeltje: licht, en klaar om op te stijgen op elk ogenblik waarop Gods Voorzienigheid het daartoe oproept. En zie, elke ochtend en avond zingt het blijmoedig zijn lied voor de Schepper.

De mensenziel daarentegen, begiftigd met verstandelijke vermogens die uniek zijn onder de schepselen, misbruikt deze gaven door te piekeren, het verleden te blijven opgraven, en zo haar vlucht naar de Hemelse sferen te bezwaren door toe te staan dat de ballast der jaren haar aan de aarde vastketent. Beschouw elke dag als een wedergeboorte uit Mij, een totaal nieuwe start, alsof er nooit een gisteren was geweest. Dan zal elke dag een immense waarde krijgen, die getooid zal zijn met de kroon van de blijmoedigheid die de volmaakte verheerlijking schenkt aan de Schepper en aan de Meesteres van alle zielen, de Maker en de Uitvoerster van de Goddelijke Voorzienigheid".


26 oktober 2006

"De meest opvallende kenmerken van de ziel die volkomen door Mij beheerst wordt, zijn blijmoedigheid, zachtmoedigheid, zuiverheid en Liefde. Zij zijn de onderdelen van Mijn handtekening op de wanden van het hart, de bestanddelen van Mijn Hemels parfum in de ziel. Zij zijn de vruchten van de Ware Vrede van hart die uit Mij in de ziel stroomt. De Vrede van hart is de ware essentie van het leven op het niveau van de engelen. Hoe zou zij dan andere vruchten kunnen dragen dan Hemelse? Daarom is de Vrede van hart het mikpunt van alle duivelse aanvallen. De duivelen ondermijnen de Vrede in het mensenhart door de geest onrustig te maken. Een onrustige geest valt ten prooi aan gepieker, twijfels, ontmoediging, wanhoop, zwaarmoedigheid en de neiging tot koortsachtig redeneren en analyseren. De ziel begint dan haar hele leefwereld aan te voelen als bedreigend en vijandig. Zij komt in onvrede met zichzelf en begint trekken van onzuiverheid te vertonen: haat, bitterheid, nijd, afgunst, jaloersheid, achterdocht, sarcasme, laster, roddel, achterklap, oordelen en veroordelen, hardvochtigheid, het spreken van kwetsende woorden, neiging tot spotten en schandvlekken, onreine gedachten, wrevel, wrok, zelfzucht of juist de neiging tot zelfvernietiging in gedachten en soms in daden – tot en met de neiging tot zelfmoord. Verder de neiging om alles en iedereen in haar leefwereld te vernietigen of schade toe te brengen in de materie, in het hart en in de ziel. De ziel verliest alle blijmoedigheid en zachtmoedigheid, wordt nors, bitsig, onvriendelijk, eerder gevoelloos in woorden en handelingen, zij verliest alle tederheid en slaat nog weinig acht op de gevoelens van haar medemens wanneer zij met hem communiceert. Er gaat van deze ziel steeds minder Licht en warmte uit.

Daarom vormt een ziel met onvrede in het hart een gevaar voor haar medemensen: Zij draagt het zaad van haar eigen onvrede, dat in wezen zaad van de duivel is, over op het hart van haar medemensen, en ondermijnt ook hun innerlijke Vrede. Hierin ligt de grote strategie van de satan. Zo zaait hij zijn zaad in de zielen en zorgt hij ervoor dat het tot rijping komt en zich verder uitzaait. De ziel die haar eigen onvrede overdraagt op andere zielen, gaat lijnrecht in tegen de Werken van de Heilige Geest, want Hij is het Die de Ware Vrede van hart in zielen zaait. Ik, de Meesteres van alle zielen, heb alle macht gekregen over het beheer van dit zaad. Zeg aan de zielen dat zij zich aan Mijn voeten neerwerpen zodra zij in zichzelf enig teken van onvrede bemerken: gebrek aan blijmoedigheid, gebrek aan zachtmoedigheid, onvermogen om oprecht lief te hebben, gebrek aan mildheid of verdraagzaamheid, en onzuiverheid in gevoelens, gedachten, woorden of daden. Ik kan dit zaad van verderf onder Mijn voeten verpulveren en intussen het Hemels zaad in de zielsakker uitstrooien: blijmoedigheid, zachtmoedigheid, zuiverheid en Liefde. Geen kracht op aarde of onder de aarde kan Mijn handtekening uitwissen in een hart dat werkelijk en oprecht verlangt om Mij totaal toe te behoren.

Elke ziel zou intens lichamelijk lijden moeten beschouwen als een Vuur waaraan zij haar lichamelijkheid met alle zwakheden vandien, kan toevertrouwen om verbrand te worden als in een oven van Liefde. Intens lijden is een buitengewone kans die de ziel krijgt om banden met de wereld te laten verbranden, en opnieuw geboren te worden op een hogere trap van heiligheid. Dat is waarom je Mij op zeker ogenblik hebt gesmeekt. Deze smeekbede heeft Mij zeer verheugd. Ja, dit lijden uit Mijn hand is een uiting van Hemelse Bruiloft, een ervaring van eenheid met Mij in de Eeuwige Liefde die herschept en die het hele wezen boven zichzelf uittilt. Volkomen heiliging is uitsluitend mogelijk door liefdevolle aanvaarding van lijden, en het toewijden daarvan in een gesteldheid van vreugde over de buitenkans om zeer innig met Mij één te zijn. Gedurende het intens lijden is de ziel genoodzaakt om alle werk te verminderen of te staken, en krijgt dan de gelegenheid om de hand te reiken aan de hogere macht die haar doorheen de beproeving kan leiden. Ik heb je deze namiddag Mijn voeten getoond, en de duivelse gedaanten die aan Mijn voeten lagen. Je hebt begrepen. Ja, alles wat werelds en onzuiver is, met inbegrip van de bron van alle onzuiverheid, de satan en zijn gevolg, wordt door niets doeltreffender bestreden dan door de totale offerande van het lichaam in de moeilijkste omstandigheden".


27 oktober 2006

"Beschouw de ziel als een fruitboom. Hij is geplant in Mijn grond wanneer de ziel zich aan Mij heeft toevertrouwd. Hoe intenser zij ernaar verlangt, waarlijk één met Mij te zijn, des te steviger zal de boom zijn wortels in Mijn grond verankeren, in een poging om door geen enkele storm uit Mij weggerukt te worden. Om dit te bereiken, zal de boom zich bekleden met alles wat hem aan Mij herinnert: De ziel richt zich in elk detail van haar leven op Mij, spreekt voortdurend tot Mij, zoekt Mij in alles, wordt als het ware hopeloos verliefd op Mij, tot zij zich zonder Mij totaal verloren voelt. De wortels worden steeds dikker, steviger en langer. Zij trekken het sap van Mijn gedachten, gevoelens en verlangens in zich, zodat Mijn hele Wezen en al Mijn gesteldheden het enige voedsel voor de boom worden. De vruchten rijpen. Zij zullen aangevreten worden door insecten: de bekoringen. De stormen zullen opsteken: de satan zal de ziel trachten te ondermijnen en te ontwortelen uit Mijn grond. Bedenk dat, hoe méér de boom zich louter en alleen voedt met het voedsel uit Mijn grond, des te méér Mijn eigenschappen in zijn vruchten zullen doordringen en des te meer de insecten afgeschrikt zullen worden.

De ziel die door en door van Mij doordrongen is, wordt sterk tegen alle bekoring, want zij ontwikkelt een zo vurige Liefde en een zo grote zuiverheid dat Mijn eigen kracht uit haar straalt. De vruchten blijven onaangetast, en de ziel verwezenlijkt datgene waartoe zij geroepen is: bron van voedsel te zijn voor haar medemensen, God te verheerlijken door haar schoonheid, en Mij te verheerlijken door Mijn schoonheid volkomen in zich over te nemen. En zie het grote Mysterie van de onvergelijkbare macht van het ware Goddelijk Leven: De verwoestende kracht van de stormen die de satan opwekt, wordt lamgelegd door het zacht ritselen van de bladeren wanneer de boom in zich het sap van Mijn innerlijk Leven laat vloeien: de betrachting van de stilte, het ingetogen in-zichzelf-gekeerd leven, in de stille aanschouwing van de schoonheid van de bodem waarin de wortels hun weg zoeken: het Hart van de Goddelijke Tuinierster, een Hart zonder hartstochten doch louter en alleen bezield door de brandende Liefde tot God, de Goddelijke Mysteries, Werken en Plannen, het Eeuwig Heil van alle zielen, en de afkondiging van het Rijk Gods op aarde. Hoezeer verlang Ik dat Mijn toegewijden de eerste bomen worden van dit Rijk van de vlekkeloze schoonheid. Laat Mij de zielen omvormen tot Mijn tuinen".


28 oktober 2006

"Zowel het lichamelijk als het spiritueel leven verloopt in golven, ongeveer vergelijkbaar met de seizoenen in de natuur. Een nieuwe lente komt pas na de herfst en de winter, perioden van relatieve rust. Bedenk nochtans dat de 'dood' van de natuur in de winter slechts een schijndood is: In de ondergrond gaan heel wat levensprocessen ongemerkt verder. Zo is het ook in de tuin van jouw ziel. Ik ben de Meesteres van de zichtbare en onzichtbare processen in je zielenleven. Zeg aan de zielen dat zij, telkens zij een periode van schijnbare stilstand en onwezenlijke beleving doormaken, hun zielsakker totaal kunnen openstellen voor de genade van de nieuwe lente door herhaaldelijk tot Mij de aanroeping te richten: Maria, Meesteres van mijn hele wezen, wek mij tot nieuw leven. Ik ben de Dageraad, de Morgenster, de Belofte van een nieuwe lente. Ik draag het Licht in de zielen. (...).

Zelden komt het voor dat het Goddelijk Licht in zijn volheid de diepste regionen van de ziel bereikt en deze helemaal doorstraalt. Dit Licht wordt zo vaak verontreinigd door allerlei onzuiverheden die het reeds aan de oppervlakte van de ziel ontmoet. Weliswaar is het Goddelijk Licht almachtig in zijn uitwerking, doch het heeft elke uiting van de menselijke wil als natuurlijke barrière aanvaard. Zie toch hoe belangrijk het is dat de ziel haar eigen wil in Mijn handen zou leggen en hem totaal onder Mijn heerschappij zou stellen. Voor zover zij dit niet doet, blokkeert zij de instroming van de ware levenskracht in zichzelf. Zo zie je het wezenlijk kenmerk van de heilige ziel: zij is doorstraald van Goddelijk Licht, van Goddelijke levenskracht. Vanuit een ziel die vervuld is van Licht en Leven, wordt het hart doorstraald van Ware Vrede en diepe overgave, de geest van diepe rust, en de wil om één te blijven met de Bron van alle heiligheid".


29 oktober 2006

"Ik wil Mijn toegewijden wijzen op het groot belang van een regelmatige, oprechte, sacramentele Biecht. Het Sacrament van de Biecht kan beschouwd worden als herstellingswerken aan de fundering van de tempel van de ziel. De zonde, maar ook elke ondeugd, verzwakt een zielentempel door zijn fundering aan te vreten. Om deze reden zal de ziel sneller wankelen wanneer de stormwinden van het leven op haar muren inbeuken. Een oprechte Biecht verstevigt de fundering van de tempel, en pas wanneer die herstelling is doorgevoerd, heeft het zin om de muren te versterken door het Sacrament van de Heilige Communie. De Heilige Communie ontvangen in een relatieve staat van ongenade, is niet alleen een belediging aan God, het kan bovendien vergeleken worden met een poging tot het verstevigen van de muren van een tempel waarvan de fundering bezig is, te verzakken.

Deze verstevigingswerken zullen de tempel geen baat brengen, integendeel, zij zullen de wegzakkende fundering nog zwaarder belasten, zodat de zielentempel elk ogenblik totaal ontwricht kan raken. Hetzelfde geldt voor de toewijding zelf, die de ziel jegens Mij verricht. Wanneer de toewijding aan Mij niet wordt gedragen door een sterke fundering doordat de toegewijde ziel zich regelmatig laat reinigen in het Sacrament van de Biecht, wordt zij eveneens ontwricht. Zie, wanneer Ik, de Meesteres van alle zielen, uitgenodigd word in een tempel met een aangevreten fundering, zal deze op zijn grondvesten wankelen, want van Mijn Tegenwoordigheid gaat een zodanige macht uit dat de ziel zich niet meer behaaglijk zal voelen in haar eigen tempel zolang deze niet over een stevige, gezuiverde fundering beschikt. Bedenk dat het elke Goddelijke Wet zou tarten indien Ik in een dergelijke tempel Mijn troon zou oprichten. Slechts stevige grond is in staat om Mijn troon met waardigheid te dragen.

Aanvallen vanwege de satan spuiten een sluipend gif in de ziel. De enige verdediging die de ziel hiertegen kan opwerpen, bestaat uit een versterking van haar weerstand. Het tegengif heet 'Liefde'. Hoe meer de ziel doordrongen is van de Ware Liefde, des te sterker wordt zij tegen alle pogingen van de satan om haar te ondermijnen en te verzwakken. De Liefde is de brug tussen de ziel en God. Zolang deze brug intact blijft en stevige pijlers in stand houdt, stroomt Gods kracht in de ziel als een nimmer dovend Licht dat de duivelen waarschuwt voor Gods Tegenwoordigheid en Werken. Wee de ziel die de Liefde in zich laat verstikken door allerlei onzuiverheden in het hart: bitterheid, afgunst, nijd, haat, jaloersheid, achterdocht, onverdraagzaamheid, ongeduld en onzuivere wensen ten aanzien van de medemens en zijn Geluk. Ik herinner de zielen eraan dat zij een gezel aan hun zijde kunnen krijgen wanneer zij zich niet langer goed in hun huid voelen: de Heilige Aartsengel Gabriël. Laten de zielen om zijn bijstand en begeleiding vragen telkens zij het gevoel krijgen dat zij niet meer overweg kunnen met hun dagelijks lot, dat het leven hen te veel wordt en zij geen vreugde meer vinden. De Aartsengel Gabriël kan hun hart openen voor de Ware Vrede, en hen opnieuw in verbinding brengen met de kracht van God, Die steeds via het hart werkt en spreekt. Gabriël kan nieuwe bruggen bouwen tussen de ziel en God.

De mens vergeet zo gemakkelijk dat hij een lichaam heeft doch een ziel is, en niet omgekeerd. De ziel is de wezenskern van de mens. Het zijn dan ook de noden van de ziel die het menselijk wezen horen te regeren, niet de behoeften van het lichaam. Zodra het lichaam de macht grijpt en koning wordt, wat bij ontelbaren het geval is, valt de mens ten prooi aan zonde en ondeugd, zwakheden en dwalingen. Wanneer de ziel koningin over het menselijk wezen blijft, heersen in de mens de noden van God, en stemt de mens al zijn gedragingen af op de verwezenlijking van Gods Plannen. De behoeften van het lichaam moeten beheerst worden. Om deze reden kunnen slechts matigheid, vergeestelijking en boetvaardigheid leiden tot de heiligheid die God voor elke ziel verlangt. Zodra de ziel toegeeft aan lichamelijke behoeften boven de mate die nodig is om te leven, stelt zij zich bloot aan de verleidingen van de genotzucht in al zijn vormen, en hierdoor aan het risico dat zij de plannen van de satan begint te dienen.

Hoe minder belang de ziel hecht aan alles wat het lichaam betreft en het lichaam op welke wijze dan ook bevrediging kan schenken boven het levensnoodzakelijke uit, des te méér zal zij groeien in gelijkmoedigheid en onverstoorbaarheid, des te minder zal zij vatbaar worden voor allerlei hartstochten, en des te méér zal zij immuun worden voor de invloeden der duisternis. De ware heilige kenmerkt zich hierdoor, dat zijn lichaam slaaf is van de ziel, en deze laatste koningin en meesteres van zijn hele wezen is, die met onwankelbare macht regeert. De ziel die slavin wordt van het lichaam, krijgt kettingen omgelegd die haar beletten om de reis naar de Hemelse Tuinen verder te zetten. Nochtans is deze reis niets minder dan het enige levensdoel dat God voor de zielen heeft voorzien. Zij moeten deze reis gestalte geven met werken die de verwezenlijking van Gods Plannen bevorderen. Zij kunnen dit slechts zolang de ziel meesteres over het hele wezen blijft, en het lichaam onder haar voeten wordt gehouden. Zo hebben Jezus en Ik het de zielen voorgedaan".


31 oktober 2006

"Ziel en lichaam zijn nauw met elkaar verbonden. Het lichaam krijgt zijn levenskracht via de ziel, want de ziel is het centrum van het hele wezen, de plaats waar God Zijn kracht legt. Het lichaam kan op zijn beurt echter de kwaliteit en de stroming van de levenskracht in en vanuit de ziel beïnvloeden. Onmatigheid, verslavingen, allerlei misbruiken van het lichaam, vermoeidheid en andere toestanden in het lichaam kunnen de hogere belevingsniveaus van het menselijk wezen hinderen of verontreinigen: het emotioneel leven, geestelijke vermogens, tot en met de spirituele beleving. Zie, je kunt de relatie tussen ziel en lichaam enigszins vergelijken met deze tussen een boom en de bodem waarin hij geworteld staat. De bodem is de ziel, de plaats waarin God de levenskrachten legt. De boom is het lichaam. De boom haalt zijn voedsel uit de bodem, en dit voedsel dient hem tot levenskracht in samenwerking met de invloeden vanuit de lucht: zon, licht, temperatuur, regen, zuurstof. Deze laatste kun je beschouwen als de voortdurende inwerking van de Heilige Geest op het hele wezen.

Die dagelijkse inwerking is noodzakelijk om het voedsel, de levenskracht, uit de bodem werkelijk te laten renderen, vruchtbaar te maken in de boom. Wanneer de bodem verziekt, wordt ook de boom zwak en ziek. Doch omgekeerd geldt ook dat, wanneer de boom vanuit zichzelf verziekt, dit een negatieve invloed heeft op de bodem. Wat zou er gebeuren indien iemand bij herhaling gif in de boom zou spuiten? De boom zou het voedsel niet meer op de juiste wijze verwerken, en zijn bladeren zouden verzieken, verdorren en afvallen. Deze bladeren zouden echter dragers zijn van gifstoffen, die nu in de bodem opgenomen zouden worden. De bodem wordt ook ziek.

Of beschouw wat er gebeurt wanneer iemand in de boom begint te hakken of te kerven. De voedingskanalen van de boom worden geopend, en de boom verliest voedsel, begint misschien uit te drogen of wordt door ongedierte aangevreten. De boom kan bladeren verliezen door ondervoeding, en deze bladeren, die nu weinig of geen voedingsstoffen dragen, vallen in de bodem en geven weinig of geen verwerkte voedingsstoffen aan de bodem terug, waardoor deze armer begint te worden. Ja, ook het lichaam kan de levenskracht die het vanuit de ziel ontvangt, in verwerkte, veredelde vorm aan de ziel teruggeven. Dit gebeurt wanneer het lichaam zijn levenskracht oordeelkundig verwerkt in een gezonde offerzin: De offers scheppen op hun beurt nieuw Leven, dat de ziel verrijkt. Weet dat de heilige mens in die zin deel heeft aan de scheppende kracht van God, dat hij het vermogen bezit om door heilige handelingen en gesteldheden, die hij in vele gevallen tot stand brengt via zijn lichaam, de 'grondstof' voor nieuw Leven in de ziel kan helpen bereiden. Deze 'grondstof' wordt dan door Gods zegen tot werkelijk Leven bezield.

(...), een zwaar vermoeid lichaam begint de ziel te vergiftigen. Een vergiftigde ziel wordt verzwakt tegen de aanvallen van de satan, en kan door hem uit de deugdzaamheid worden gehaald. Bovendien verliest zij vroeg of laat het zuiver contact met de Bron van alle Leven, omdat zij geestelijk ondervoed raakt. Ja, de ziel kan ook ondanks aanhoudende lichamelijke vermoeidheid heilig zijn en blijven door de genadewerking van de Heilige Geest en de wil en inspanningen van de ziel zelf om deze genaden in zich te laten renderen. Niettemin zal het haar zware inspanningen kosten om deze genadewerking onbelemmerd en zuiver in zich vruchtbaar te laten worden. Het is daarom noodzakelijk dat elke ziel een gezond evenwicht vindt tussen haar offers en de noodzaak om tot rust te komen. Zij zal daarom bidden dat zij met haar leven en gesteldheden op vlekkeloze wijze ingebouwd moge worden in de werkingen van Gods Voorzienigheid. Dit betekent dat haar overgave aan Mij zo totaal moet zijn dat zij zich door Mij laat leiden in de totale zelfofferande doch tevens de gehoorzaamheid zal betrachten om gehoor te geven aan Mijn wenken om haar lichaam in stand te houden voor de dienst die Ik van de ziel wil ontvangen. Rust is geen luiheid wanneer zij door Mij bevolen wordt, en genoten wordt met de intentie, Mij daarna nog vuriger te dienen. Geef alles, elke gesteldheid van lichaam en ziel, hart en geest, aan Mij, opdat Ik dit alles volmaakt zou beheersen en de richting kan geven die Ik wil, opdat dit alles ten dienste kan worden gesteld van het Rijk Gods.

Slavin van Mijn Liefde, dit is de vooravond van de maand november. Het Gebedsplan dat Ik Mijn getrouwen heb voorgesteld, vormt een grootscheeps offensief tegen onze gemeenschappelijke vijand, de satan. De zielen kunnen nauwelijks bevatten welke draagwijdte de uitvoering van dit Gebedsplan heeft. In feite komen de effecten ervan neer op een spiritueel Vuur dat over duizenden zielen zal neerregenen. Elke ziel heeft in de loop van haar leven contact gehad met duizenden andere zielen. Deze delen allemaal in de effecten van dit Gebedsplan. De enige voorwaarde is, dat Mijn getrouwen dit Plan gewetensvol en met oprechte Liefde volbrengen. Hoe groter en oprechter het verlangen van de ziel om met deze gebeden en offers het Vuur en het Licht van de Goddelijke Liefde over haar medemensen af te roepen, des te groter zal de kracht zijn die zij ontwikkelt.

De verdiensten van de ziel die dit programma gedurende de hele maand november met Liefde uitvoert, zijn onvoorstelbaar groot en kunnen onoverzienbare golven van Barmhartigheid uit Gods Hart vrijmaken. Zo zullen Mijn dienaren Vlammen opwekken die voor de duivelen verschroeiender zijn dan het vuur van de hel. Voor het Hemels Hof zullen deze Vlammen zijn als concrete vruchten van hun voortdurende gebeden voor de mensheid. Voor de mensheid zelf zullen zij zijn als een vuuroven waarin de barmhartige God vele zonden en ondeugden zal werpen om ze voor eeuwig te vergeten. Bedenk inderdaad dat de ziel die zich dertig dagen lang verzoent met alle medemensen met wie zij ooit in contact is geweest, door God vergeven zal worden voor vele van haar eigen zonden, opdat het woord van het Onze Vader zich zou verwezenlijken, dat de ziel door God vergeven zal worden in de mate waarin zij haar eigen schuldenaren heeft vergeven. Dit gebedsprogramma is zo groot, dat het verzet van de satan evenredig groot zal zijn.

Zeg daarom aan de zielen dat zij het programma moeten uitvoeren samen met Gods engelen. Ik beloof bijzondere bescherming voor hen die de oprechte wil hebben om het te volbrengen. (...)".


1 november 2006

"Allerheiligen is in wezen een feest van verheerlijking van Gods Glorie. Een heilige ziel is een ziel die de voleinding van een welbepaalde genadewerking heeft verwezenlijkt. Voor elke ziel is een specifieke levensopdracht voorzien. Zij is hiertoe uitgerust met welbepaalde talenten en Gaven, en zal genaden krijgen naargelang de wegen die zij gaat om deze talenten en Gaven tot vruchtbaarheid te brengen. Zo kan de ziel verdiensten verwerven en steeds hogere graden van ontwikkeling in bepaalde deugden bereiken.

De hoge graden van deugdzaamheid kan de ziel slechts verwerven in de mate waarin zij haar levensopdracht weet te vervullen door gedragingen en verwezenlijkingen in overeenstemming met Gods Plannen, en door het bewandelen van wegen die door God gezegend zijn omdat zij dienstbaar zijn voor het bereiken van doelstellingen die Zijn Werken helpen voltooien. Er is geen andere wijze om heilig te worden.

Zie toch welke verheerlijking Gods Glorie ontvangt in een ziel die tijdens haar leven op aarde de staat van heiligheid bereikt, en zie toch welke pracht en luister uitgaan van de gemeenschap van alle heiligen in de Hemel: Samen vertegenwoordigen zij als het ware de volledige waaier van heerlijkheden die God in zielen tot voltooiing kan brengen. Omdat alle zielen als in een netwerk van Licht met elkaar in verbinding staan, kan elke ziel op aarde deel krijgen aan de effecten van het Licht dat alle heiligen samen vertegenwoordigen.

De ziel op aarde die intens verlangt naar vereniging met alle heiligen in de Hemel, kan door Mij, de Koningin der heiligen, met dit netwerk van Licht en Glorie in verbinding worden gebracht, en kan hierdoor louteringen in zich laten voltrekken die zij niet voor mogelijk acht.

De zielen doen er goed aan, dagelijks tot de volledige gemeenschap der heiligen in de Hemel te bidden opdat de voorspraak der heiligen de kanalen van hun ziel volkomen zou openstellen voor genadewerkingen die hun ziel in elke deugd kunnen laten groeien. Gods Voorzienigheid kan de ziel laten delen in de meest veelsoortige effecten van de genade. Bedenk, dat de verdiensten der heiligen niet met hen in het graf zijn verdwenen, doch in het Eeuwig Leven verder leven en over de zielen op aarde uitgespreid kunnen worden zoals een regen van verkwikking en reiniging. De effecten der genade zijn eeuwigdurend. Vraag erom, met verzuchtingen van verlangen en Liefde.

Zeg aan de zielen dat de heiligen er niet in de eerste plaats zijn om hen bij te staan in hun wereldse noden en verlangens, doch vooral om hen te helpen en te begeleiden in de ontwikkeling van hun eigen heiligheid, en dat zij dit niet alleen kunnen doen door hun voorspraak en gebed, doch ook door de talloze aspecten van de deugd die zij zelf op aarde hebben verwezenlijkt, ter beschikking te stellen van de zielen die nog hun aardse reis volbrengen. Dit alles werkt over de grenzen van de dood heen.

De heiligen zijn geen dode zielen. Zij leven, en wel in de volheid van het Goddelijk Leven. Maak gebruik van het voorrecht, met hen in communicatie te treden van ziel tot ziel. Bid tot hen als geheel, als gemeenschap, om hulp om hen na te volgen. Zij kennen wegen en middelen om hun eigen zielsgesteldheden in zekere zin in de zielen op aarde te reproduceren, rekening houdend met de specifieke levensopdracht van de ziel die hen daarom vraagt.

De diepe zin van het feest van Allerheiligen ligt daarom hierin, dat het de zielen op aarde moet herinneren aan Gods Glorie en aan de verwezenlijkingen van Zijn Werken van Liefde doorheen de eeuwen, doch ook dat het de zielen bewust moet maken van het feit dat zij volkomen ondergedompeld kunnen worden in de oceaan van deze verwezenlijkingen, als een ongeëvenaard middel om Gods Werken ook in zichzelf tot voltooiing te laten komen.

Allerheiligen is een uitnodiging van de Goddelijke Liefde aan de zielen om zich totaal te laten verteren in het Vuur van totale loutering dat wordt gevormd door alle heiligen samen, want zij zijn de voorbeelden van de Werken die God volbrengt in de ziel die zich laat onthechten van alles wat niet in overeenstemming is met Gods Plannen, en die datgene wat na deze totale onthechting overblijft, tot volmaaktheid weet te brengen door volharding in de beleving van de Wet van de Liefde".


2 november 2006

"Allerzielen is in de eerste plaats een dag om te gedenken dat van de zielen die zichzelf niet voor de eeuwigheid verdoemen door een leven dat de paden van het Licht verloochent, de grote meerderheid pas de Eeuwige Gelukzaligheid betreedt na een periode van loutering in het vagevuur. Deze dag moet de zielen aansporen om zich te bezinnen over het uur van het oordeel dat de Goddelijke Rechter zal spreken over hun leven op aarde zodra dit beëindigd is. In het uur van het oordeel over elk individueel leven treedt de oneindigheid van Mijn macht op vaak indrukwekkende wijze te voorschijn.

Zoals op 31 augustus Mijn hoedanigheid en macht als Middelares van alle Genaden wordt gevierd, zou op 2 november Mijn hoedanigheid en macht als Voorspreekster bij de Troon der Goddelijke Gerechtigheid moeten worden gevierd. Talloze miljoenen zielen zijn door Mijn Voorspraak gered van de eeuwige verdoeming, doordat Mijn macht datgene heeft aangevuld dat hen ontbrak om, strikt volgens de Wet van Gods Gerechtigheid, aan de hel te ontsnappen. Heb Ik je niet eerder gezegd dat ontelbaren zich in het uur van hun oordeel aan Mijn voeten neerwerpen uit dank omdat zij door Mij zijn gered van een afschuwelijk lot dat eeuwig zou duren?

Om deze reden wordt ook in het oord van loutering, het vagevuur, Mijn macht geprezen op een wijze die de verering vanwege de zielen op aarde aan Mij ver overtreft. Slavin van Mijn Liefde, begrijp wel wat het betekent wanneer een ziel die in verregaande mate de Liefde heeft verloochend, niettemin op termijn tot de aanschouwing van Gods Glorie wordt toegelaten omdat louter Mijn woorden de Wet der Gerechtigheid bevredigen, terwijl deze door die ziel zwaar beledigd is. Bedenk dan wat het betekent wanneer dit ontelbare miljoenen malen gebeurt, en je zult een beeld krijgen van een klein deeltje van Mijn onoverzienbare macht.

Voor ontelbare miljoenen zielen ligt de beslissing over leven en dood aldus uiteindelijk in Mijn macht, doordat Ik velen van hen wier ziel zich in de schemerzone van de verdoeming bevindt, naar de Eeuwige Gelukzaligheid toe kan trekken. Ik beschik daartoe over vele middelen. Eén daarvan is dit, dat Ik vele zielen in hun laatste levensuur tot bepaalde inzichten kan brengen, waardoor zij een begin van berouw ontwikkelen in de laatste ogenblikken vóór hun overgang.

Een ander middel is de oneindige, onpeilbare macht van Mijn woord op Gods Hart, waarbij Ik Mijn eigen, in Gods ogen onafzienbare, verdiensten aanbied tot aanvulling van datgene wat in de ziel ontbreekt om de Eeuwige Gelukzaligheid te verdienen. Weet echter, dat dit alles genaden zijn die mede afgekocht moeten worden door zielen op aarde. Mede daarom verlang Ik vele offers en zelfverloochening van Mijn getrouwen.

Ik kan en mag niet alle zielen van de verdoeming redden, want dit zou de Wet der Goddelijke Gerechtigheid volkomen buiten spel zetten, een totale ontwrichting van de Schepping met zich meebrengen, en de mensheid beroven van zeer veel mogelijke verdiensten tot heiliging.

Elke zonde, elke ondeugd, elke zwakheid, elke fout, moet op één of andere wijze vergoed worden. De Allerhoogste staat niet toe dat de volle last van deze vergoeding gedragen zou worden door de Koningin en Meesteres van al het geschapene. Het verschaft God een grotere Glorie wanneer de vergoeding komt vanwege zielen die zelf ten prooi zijn aan de strijd tegen de effecten van de erfzonde, dus alle zielen buiten Mij.

Ontelbare zielen kunnen dus niet de volle uitwerking van Mijn Voorspraak in hun voordeel zien aanwenden, omdat hun dwaling zo groot is dat zij ook door een langdurige loutering in het vagevuur niet vergoedbaar is. Dagelijks gaan zeer velen verloren, ten prooi aan de nooit eerder geziene dwalingen en verleidingen van deze wereld, waaraan zij onvoldoende weerstand hebben geboden. Weet dan, dat het getal der geredden nog ontstellend lager zou zijn indien niet de effecten van miljarden zonden opgevangen zouden worden door het Lijden en de Kruisdood van Jezus en door Mijn eeuwige Smarten en Mijn oppermachtige Voorspraak.

Ik druk de zielen op het hart dat Ik mede door de onmetelijke uitwerkingen van Mijn Voorspraak tijdens de oordelen der Goddelijke Gerechtigheid over alle zielen onmiddellijk na hun aardse leven, met recht Medeverlosseres van de mensheid moet worden genoemd, want ontelbare miljoenen worden door Mijn Voorspraak gered van de eeuwige dood. Het fundament van deze macht berust op Mijn Onbevlekte Ontvangenis, Mijn eeuwigdurende Smarten en verdiensten, Mijn zichzelf onophoudelijk vermenigvuldigende Glorie en Heerlijkheden, en uiteindelijk op de oneindige, eeuwigdurende verdiensten van het Verlossingswerk van Jezus Christus, Zoon van de Allerhoogste en van Mij".


3 november 2006

"Een gebed moet uitgesproken worden in diep bewustzijn van elk woord. De reden hiervoor schuilt niet alleen in het feit dat het anders oneerbiedig is jegens Diegene tot Wie het gericht wordt, doch ook in het volgende. Het ware gebed, de werkelijke 'boodschap' van het gebed, ligt niet slechts in de woorden op zich, doch in de eerste plaats in de gesteldheid van het hart, datgene wat uit het hart naar God of naar Mij toe vertrekt. Wanneer een gebed in diep bewustzijn, diep doorleefd, wordt uitgesproken, zou je het zo kunnen beschouwen dat zich in de ziel 'receptoren' openen: kanalen die de ziel ontvankelijk maken voor de krachten van God. De ziel beleeft dan werkelijk de betekenis die schuilgaat achter de woorden die de mond uitspreekt. Hierdoor ontstaat in de ziel een verlangen naar de verwezenlijking, het 'werkelijkheid-worden' van de uitgesproken woorden, waardoor de ziel gaat reageren zoals een bloem die hunkert naar het zonlicht: zij opent zich voluit. Om die reden kan de ziel die diep en heel bewust bidt, zich intens één beginnen voelen met God of met Mij. In haar verlangt alles naar het Hemelse, en het Goddelijk Licht stort zich voluit in deze ziel uit. Dit effect zal de ziel nooit ervaren wanneer zij snel, zonder veel gevoel, mechanisch of automatisch bidt.

Dit verschijnsel verklaart trouwens mede waarom een ziel die hiertoe geroepen wordt, tijdens beschouwend, contemplatief gebed toestanden van ware vervoering kan ervaren: De verlangens van de ziel kunnen zozeer identiek worden met de verlangens van God en van Mijzelf, dat de ziel als het ware volmaakt overvloeit in Ons, en hierdoor begint deel te krijgen aan de volmaakte Vrede van hart die kenmerkend is voor Gods Hart en Mijn Hart. Vrede van hart wordt in wezen gekenmerkt door overvloeiing van Gods Wil of Mijn Wil in deze van de ziel. Om deze Vrede te bereiken, moet de ziel als eerste stap verlangen naar eenheid met Ons, en zich inspannen om alle wereldse beleving uit zich te laten wegvloeien. Om deze reden ook, moet de ziel zich weten te ontledigen om tot een vruchtbaar gebed te komen. Dit gegeven ligt mede aan de basis van de realiteit dat heilige zielen zulke indrukwekkende verhoringen bekomen wanneer zij zich tot God of tot Mij richten. Zij weten hun ziel als in een flits zo totaal af te stemmen op Gods Hart en Mijn Hart, dat Wij in deze zielen stortvloeden van genaden kunnen laten stromen, zonder enige belemmering".


5 november 2006

"(...) O, de schoonheid van een ziel die in Maria ondergedompeld is... o Hemelse verrukking... Welke zaligheid doorstroomt de ziel die onder Mijn voeten haar laatste werelds denken en voelen loslaat. Niets kan haar nog verontrusten (...)".

"(...) Ik ben de Meesteres van alle zielen, de voorafspiegeling van de voltooiing van Gods Werken, en voor altijd de Hoop op het Ware Leven. Elke druppel uit Mijn bronnen schenkt Vrede, vreugde, Hoop, vertrouwen, Liefde, warmte, tederheid. (...)".


6 november 2006

"Ik ben de eerste onder de zielen die het verlossend Lijden van Christus in zich voortzetten om de rijping van de vruchten ervan in stand te houden. Ikzelf wil Mijn leven voortzetten in Mijn slaven(*) op aarde. Op aarde heb Ik een leven geleid van medeverlossend lijden. De engelen verdringen elkaar als het ware aan Mijn voeten om al Mijn verlangens te bevredigen. Zij hunkeren naar Mijn bevelen. Eén ding echter, kunnen zij Mij niet geven: lijden in het lichaam. Mijn verlangen naar uitboetend lijden tot bestendiging van het Kruisoffer van Jezus, wil Ik door de door Mij uitgekozen slaven bevredigd zien (...)".

(* In diverse openbaringen licht de Meesteres van alle zielen toe, wat Zij precies onder Haar 'slaven' verstaat)

"Ik vertrouw je toe dat het voorkomt dat engelen, trillend van vervoering terwijl zij aan Mijn voeten smeken om Mijn bevelen, jegens Mij verzuchten dat slechts één ding ontbreekt aan hun Gelukzaligheid: het feit dat Ik hen niet de voldoening kan schenken om één dag te lijden in een lichaam. De engelen kennen de volheid van Gods Waarheid en van de uitwerkingen van Zijn Heilsplan. Zij weten precies welke oneindige waarde het menselijk lijden heeft in de mate waarin het in Mijn handen wordt gelegd en wordt aanvaard in blijmoedigheid en onderwerping. Mocht het de mensenzielen gedurende één minuut toegestaan zijn, deze Waarheid te zien zoals de engelen deze zien, de wereld zou op zijn grondvesten schudden, want alle lijden zou onthaald worden op tranen van vervoering.

(...) Zeg aan de zielen dat ook zij een ervaring van diepe Vrede kunnen krijgen in de mate waarin zij hun lijden leren zien als de vervulling van Mijn verlangen. Herinner hen aan de drie tanden van de sleutel tot Mijn Hart: Lijden – Liefde – Onderwerping/gehoorzaamheid/aanvaarding van alles wat Ik als Meesteres van alle zielen voor elke ziel beschik".


7 november 2006

"Vergeef steeds tot het uiterste toe. Wees steeds een zon van Liefde, Hoop en vertrouwen voor alle zielen. Volg Mij na. Oneindig veel leed is Mij en Jezus aangedaan, zowel tijdens Ons leven op aarde als daarna. Nu heb Ik macht over alle zielen in Mijn handen. Indien Ik dat zou willen, zou Ik de zielen kunnen straffen voor al dat leed, doch zien zij uit Mij iets anders vloeien dan stromen van Liefde en genaden? Besef, zoals Ik, steeds dat alles wat zielen elkaar aandoen, geïnspireerd wordt door de satan. Ik verlang dat de zielen hun teleurstellingen over elkaar zouden omzetten in verbeten gebed tot het breken van de macht van de satan. Daarvoor hebben zij Mij nodig. De ziel die leed berokkent, heeft vergeving nodig, Liefde, geduld. Alleen zo kan zij bevrijd worden, want zij is het slachtoffer van de werken der duisternis. Indien ook haar medemensen haar hun Liefde onthouden, wordt zij een tweede maal slachtoffer. Dat is een tweede overwinning voor de satan.

Indien de mensheid de duivelen onder Mijn voeten wil zien kronkelen, moet zij afstand doen van alle haat, wrok, wrevel, hardvochtigheid, verbittering en onverzoenlijkheid. Lever de duivelen aan Mij uit met gebonden handen. De touwen zijn gevlochten uit de vezels van de vergevingsgezindheid, de blijmoedige naastenliefde en de zelfverloochenende dienst aan alle medeschepselen.

Dit alles is de diepe zin van het gebeds- en offerprogramma voor november(*)".

(* Maria verwijst hier naar Haar zogenaamd 'Novemberplan', dat het voorwerp uitmaakt van een afzonderlijke tekst).

"De Heilige Hostie kan worden beschouwd als een volle maan, volkomen afstraling van het licht van de zon die symbool staat voor de Goddelijke Liefde, en Licht van Hoop in de duisternis van de beproevingen".


8 november 2006

(Over de satan): "Hoezeer zou hij alles willen vernietigen dat de mensenzielen in kennis stelt van de ongekende diepgang en uitwerkingen van Mijn macht over hem en zijn dienaren".

"Het Gebedsplan voor november is opgebouwd rond totale verzoening en vergeving. Bij herhaling reeds heb Ik gezegd dat het verleden niet meer van tel is. De ziel moet met haar verleden in het reine komen door:

  1. het aan Mij toe te wijden;

  2. haar zonden, fouten, nalatigheden, verzuim of misstappen te biechten, en

  3. de medemensen die zij eventueel kan hebben gekwetst of die zij pijn of schade kan hebben berokkend, te vergoeden door voor hen te bidden en offers voor hun Zielenheil aan te bieden.

Indien bij deze medemensen voldoende oprechte openheid van hart aanwezig is, kan de ziel zich van aangezicht tot aangezicht met hen zoeken te verzoenen. Indien deze openheid ontbreekt, moet de verzoening gebeuren in de geest, door in het verborgene en via gebed tot Mij, aan deze zielen vergiffenis te vragen voor eventueel leed dat hen is aangedaan: verstervingen, boete, een pijn die speciaal voor deze zielen toegewijd wordt, of gebeden. De ziel moet Mij ook kracht vragen om zelf aan deze medemensen te vergeven en oprecht in het hart te kunnen zeggen 'kind van God, ik bemin je'. Vergeving schenken en verzoening betrachten, is buitengewoon heilzaam voor de eigen ziel en voor de zielen van deze medemensen.

Zeg aan de zielen dat, wanneer zij zich in hun hart volkomen weten te verzoenen met alle medemensen met wie zij ooit onaangename ervaringen hebben opgedaan, zij hierdoor alles toevoegen wat nog ontbreekt om ook jegens God in het reine te komen met hun verleden. Zolang geen verzoening is betracht, geen of onvoldoende oprechte vergeving is geschonken, en geen zoenoffers en gebeden zijn opgedragen ten bate van de medemensen uit het verleden, draagt de ziel in Gods ogen nog steeds schemerzones in zich. Oprechte vergeving, verzoening in het hart, en goedmakende offers en gebeden, brengen Licht in deze schemerzones, zuiveren deze uit en stellen de Goddelijke Gerechtigheid in staat om Zich met de ziel te verzoenen.

De ziel die haar verleden toewijdt, die biecht wat zij eventueel aan medemensen kan hebben misdaan, en die zich met deze medemensen en met de onaangename situaties uit haar verleden verzoent, zelfs in het verborgene van het eigen hart, wordt door God vrijgesproken van schuld. Zodra de ziel deze dingen heeft gedaan, moet zij vergeten. Concreet betekent dit, dat zij alle herinneringen aan onaangename situaties en aan de medemensen die met deze situaties in verband kunnen worden gebracht, aan Mij moet toewijden en vanaf dat ogenblik overtuigd moet zijn dat Ik over dit alles heers, dat dit alles in Mijn macht is en dat Ikzelf dit alles dan gebruik voor het Heil van alle betrokken zielen. Wanneer de ziel in hart en geest blijft teruggrijpen naar deze herinneringen, door wrok, wrevel, bitterheid, gepieker of twijfels, rooft zij deze dingen, die op dat ogenblik Mijn bezit geworden zijn, uit de Schatkamers der Genaden weg, want na biecht, toewijding en offers en gebeden wordt dit alles door Mij omgezet in grondstoffen waaruit Ik genaden bereid voor de zielen. Het verleden loslaten, is een grote akt van Geloof: geloof in Gods Liefde, en in Mijn macht als Middelares van alle Genaden".


9 november 2006

"Ik heb heimwee naar de gesteldheid van de harten van de eerste christenen, en verlang zo dat deze gesteldheid opnieuw geboren zou worden onder Mijn trouwe toegewijden: vurig gezamenlijk gebed, geestdriftige uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied van de christelijke Waarheden, onverwoestbare solidariteit, zelfverloochening, onderlinge hulp en bijstand, en een wederzijdse versterking van het Geloof, het vertrouwen en de Hoop. Deze jonge gemeenschap werd slechts geregeerd door de Wet van de Liefde. De adem van Mijn Zoon deinde nog als een verkwikkende zomerbries over de harten, en alle ogen waren gericht op de dingen des Hemels. (...) Een wedergeboorte van de mentaliteit die de jonge Kerk de kracht gaf om met Vuur stand te houden onder de zwaarste vervolgingen, vormt het ware fundament voor het komend Rijk Gods op aarde. Tot jullie allemaal zeg Ik: Reik elkaar méér dan ooit de hand, sla samen de ogen ten Hemel, kijk naar Mij, en volg Mij onverschrokken. De zon zal nooit ondergaan waar de ware geest van Christus opnieuw tot leven komt".


10 november 2006

"Een leven is kort. Elk ogenblik dat uitdrukkelijk aan Mij wordt gegeven, duurt echter voort tot in de eeuwigheid. De uitwerkingen ervan blijven in de ziel verder leven, en de Eeuwige Wijsheid kan hen uit de ziel aflezen in één oogopslag. Voor de mensenziel lijkt het soms alsof het leven elke avond ophoudt om de volgende ochtend opnieuw verder te gaan. (...) Ik ben de Koningin van de nacht. Mijn Wil en Mijn heerschappij gelden bij nacht evenzeer als gedurende de dag. In de Hemel geldt het onderscheid tussen dag en nacht slechts in zoverre dat Wij inspelen op de wisselende noden van de mens, die anders kunnen zijn tijdens de nacht dan tijdens de dag, doch voor het overige stel Ik in de Hemel geen andere daden van heerschappij over de engelen en heiligen tijdens de nacht dan tijdens de dag. Het Goddelijk Leven is totaal onafhankelijk van deze cycli die gebonden zijn aan het tijdelijke. Mijn macht over de engelen en heiligen in de Hemel is eeuwigdurend en onveranderlijk, en wordt steeds op gelijkaardige wijze uitgeoefend. Hetzelfde geldt voor Mijn heerschappij en macht over al het geschapene op de aarde en onder de aarde. (...) De nacht is symbool voor relatieve dood, het ontbreken van het Licht van het Goddelijk Leven. De satan is symbool voor de duisternis voor de zielen, hem ontbreekt alle Goddelijk Leven, alle Licht, alle Liefde. De Koningin van de nacht heerst met Haar macht die totaal vervuld is van Goddelijk Leven, Goddelijk Licht, Goddelijke Liefde. Deze ervaring is voor de duivelen een onuitsprekelijke kwelling. (...) Ik kan ongekende stromen van Liefde, Licht en heiligheid in de ziel brengen, nieuw Leven, een wedergeboorte uit Maria, zaad van Gods Rijk.

Het is belangrijk dat alle mensenzielen aan Mijn voeten worden neergelegd ter verheerlijking van de heerschappij en macht die de Allerhoogste Mij over alle zielen heeft gegeven voor alle tijden en zonder de geringste beperking of voorwaarde. Slechts dan kan Ik in de werkelijke zin van het woord Brug zijn tussen Hemel en aarde, tussen het Goddelijk Licht en de wereldse duisternis, tussen de Bron der Genaden en de dorstige zielen. De Meesteres van alle zielen zal Zich waarlijk van Haar troon van macht verheffen wanneer de toewijding van de hele mensheid van alle tijden met volharding aan Mij voltrokken wordt, dag en nacht".


11 november 2006

(Maria verwijst naar visioenen waarin Zij mij toonde hoe Zij een reeks duivels afstrafte, en spreekt):

Voor velen zal het beeld van de machtige, voor de satan en zijn gevolg schrikbarende Meesteres niet verenigbaar zijn met het Bijbelse beeld van de dienstmaagd. Nochtans ben Ik nu de dienstmaagd in de diepste zin van het woord, want als de Meesteres van alle zielen en de Schrik der duivelen dien Ik ten volle Gods verheerlijking. Zeg dit aan alle zielen die de oprechtheid van deze openbaringen zouden betwijfelen. Weet overigens dat God in de hoogste mate verheerlijkt wordt in de gedragingen van de duivelen aan Mijn voeten: Zij smeken tot, en ongewild verheerlijken zij, de almacht van God die in Mij is gelegd(*) opdat het Eeuwig Heilsplan tot verwezenlijking zou kunnen worden gebracht. Dit is de totale vernedering en onderwerping van alle kwaad.

(* Met de woorden 'de almacht van God die in Mij is gelegd', verwijst Maria naar de onbegrensde macht die Zij van God heeft ontvangen tegenover de satan en zijn gevolg, op grond van de eenheid van Haar Wil met deze van God Zelf)

Ik ben het centrale Altaar waarop de heilige offeranden aan de Allerheiligste Drievuldigheid worden opgedragen. Mijn Smartvol Hart is de Offerkelk, Mijn ziel is het Tabernakel waarin God in Zijn volheid leeft, heerst en werkt (...).

Elke offerande van lijden in Liefde en gehoorzaamheid, die met diep verlangen in de Kelk van Mijn Hart wordt gelegd, wordt aan de Allerheiligste God opgedragen, en de effecten ervan worden geborgen in het Tabernakel van Mijn ziel als een voortdurend teken van aanbidding en verheerlijking aan de Allerhoogste, tegelijk Schepper, Verlosser en Heiligmaker".


12 november 2006

"Vele zielen zijn als een bunker van beton. Ik wil de zielen echter als tempels, waarvan de stenen bestaan uit deugden en verdiensten, en het cement uit de vaste wil om sterk te zijn in heiligheid. Wanneer Ik één vinger leg op de metersdikke wanden van een bunker, valt deze in een oogwenk tot stof in elkaar, niet om een ruïne van puin en leegheid achter te laten, doch om tegelijkertijd omgevormd te worden tot een tempel naar Mijn welbehagen. Eén ding vraag Ik: het verlangen van de bunker om tempel te worden. Bedenk dat de bunker gesloten is voor de zon, het licht en de warmte, terwijl de tempel leeft in de prachtige, kleurrijke stralen van de zon die doorheen zijn ramen naar binnen schijnen. In een tempel wil God leven, want Hij herkent daar eigenschappen van Zijn eigen Hemel. De bunker daarentegen, is een vesting van duisternis, kilte en schimmel. Geluk en Vrede kunnen slechts bloeien in de tempel van een hart dat openstaat voor de Gaven van Gods Geest.

De mensenziel is onvolmaakt in effect. Dit betekent dat zij als werk van Gods handen volmaakt is, doch verontreinigd is geworden. De menselijke onvolmaaktheid stamt uit de erfzonde, die grote gedeelten van de stromen van het Ware Leven voor de ziel afsnijdt. De erfzonde heeft in de ziel als het ware het effect van een bodemloze put: vele genaden, en een groot gedeelte van de ware Goddelijke levenskracht, worden er als het ware door opgeslorpt, zodat zij in de ziel niet hun volle uitwerking kunnen krijgen. De gevolgen zie je dagelijks om je heen: de menselijke zwakheden, het toegeven aan bekoringen, gebrek aan levenslust en geestdrift. Dit alles bestond niet vóór de zondeval van het eerste mensenpaar. Dit alles heeft ook nooit bestaan in Mij, Die onbevlekt ontvangen ben. Ik heb reeds eerder gezegd dat de Meesteres van alle zielen de opdracht heeft, de mensenzielen door Haar totale heerschappij over hen te leiden naar de ware heiligheid. Ik wil de effecten, de uitwerkingen, van de erfzonde in de zielen zozeer bedwingen dat de mensheid terug kan keren naar een staat van genade die gelijkaardig is aan deze van Adam en Eva vóór zij de erfzonde bedreven. Jezus heeft de mogelijkheid hiertoe afgekocht aan het Kruis, Ikzelf wil van Zijn parels van Bloed de kroon maken die de mensheid opnieuw de uitstraling geeft die Gods Glorie doet schitteren tot aan de poorten der hel".


14 november 2006

"De zielen moeten zich steeds voor ogen houden dat de tijd alleen God toebehoort. De zielen hebben de tijd slechts in bruikleen. God organiseert het gebruik van de tijd via de werkingen van Zijn Voorzienigheid. Hij heeft Mij aangesteld tot Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. Zodra een ziel zich aan Mij wil geven, heers Ik over de invulling van haar tijd. De tijd is voor de mens vaak als een goed dat hij in een tas bij zich draagt en waar hij naar believen gebruik van maakt. Wanneer de ziel echter vraagt om toegelaten te worden tot Mijn troonzaal door zich aan Mij toe te wijden, wordt zij in de voorkamer ontkleed en gehuld in Mijn kleding, de kleding van Mijn dienaren of, naar Mijn keuze, van Mijn slaven. Zij wordt dan ook verzocht om haar reistas onder Mijn hoede te stellen. Haar tijd wordt Mijn Tijd, wat hij in werkelijkheid ook is, want Ik ben Meesteres over Gods Voorzienigheid.

Om deze redenen zou de ziel het kunnen beschouwen als diefstal jegens God, en jegens Mij als Zijn Volmachtdraagster, wanneer zij haar tijd gebruikt op een wijze die afwijkt van Gods Plannen, door langdradigheid, overbodige redeneringen, gepieker, eindeloos herkauwen van het verleden, louter wereldse bezigheden. Mogen de zielen Mij laten heersen over alles, opdat zij volkomen in overeenstemming zouden komen met de Werken van de Goddelijke Voorzienigheid".


15 november 2006

"Waarom twijfelen Mijn toegewijden toch zo gemakkelijk en aan zo vele dingen? Waarom toch raken zij zo snel in verwarring? Waarom toch besteden zij zoveel tijd aan het uitwerken van allerlei plannen die betrekking hebben op hun dagelijks leven? Waarom toch al die zorgen en alle gepieker? Ik heb je bij herhaling getoond met welk gemak Ik de duivels aan Mij onderwerp door straffen, vernederingen, bevelen en verboden. Ieder van hen kan Ik tot slaaf maken van Mijn Wil, op de wijze waarop Ik dit wil en voor de tijdsduur die Ik wil, zelfs voor eeuwig. Ik ben voor Mijn beslissingen aan niemand verantwoording verschuldigd: Ik heers soeverein over hen. Mogen deze tekenen, die Ik via de aan jou geschonken visioenen aan de zielen kenbaar maak, dienen tot bemoediging van hen die Mij willen volgen. Indien zij wisten hoe vaak Ik in hun leven van elke dag een duivel op de knieën dwing, en hoeveel dingen daardoor heel anders lopen dan deze zielen zouden verwachten. Het ontbreekt Mijn toegewijden aan Geloof en vertrouwen in Mijn onbegrensde macht. (...)

De zielen die het voorrecht genieten, te delen in jouw uitverkiezing als apostel van Mijn macht, roep Ik op om samen een bolwerk van rotsvast geloof in de Meesteres van alle zielen te vormen. Zij zullen zijn als een burcht waarop de brandende pijlen van de satan geen vat meer krijgen, opdat hij moge ervaren dat Mijn verschrikkelijke macht over hem zich verder uitwerkt in Mijn dienaren op aarde. Mijn macht wordt in hoge mate verheerlijkt in de bestraffingen waaraan Ik duivelen aan Mijn voeten onderwerp, doch deze verheerlijking wordt waarlijk volmaakt in de weerstand van Mijn dienaren tegen de werken van de satan, wanneer zij hem bewijzen hoezeer zij in Mijn macht geloven en hoezeer Ik werkelijk hun Meesteres ben tot in de kleinere dingen van hun leven. Zij zullen dit teken stellen in hun afwijzing van alle twijfel, onzekerheid, gepieker, en van alle neiging om zelf hun hele levensweg te regelen. Ik verlang slechts blind vertrouwen in Mijn Werken, die deze van God Zelf zijn.

Elke ziel die in dwaling verkeert, op welke wijze dan ook, en die de wegen der wereld volgt, is een gevangene in een kerker van de grote vijand van alle heiligheid. Deze ziel moet vrijgekocht worden door alle middelen die heiligheid over de ziel brengen: gebed, offers, verstervingen, boete, smekingen, onthechting van wereldse gewoonten en genoegens. Vaak is veel olie nodig om de met roest beladen grendel van de vrije wil van de dwalende te ontdoen van het roest van zijn genotzucht, opdat de grendel weggeschoven en de kerker geopend kan worden. Er moet licht in de kerker schijnen: het ware Licht, niet de dwaallichten van de verleidingen".


16 november 2006

"Een volkomen dienaar van Maria is als een borstel in Mijn handen: Ik gebruik hem voor het schoonmaken van zielen doordat zijn hele leven ten dienste komt te staan van het Heil van de zielen. Bovendien is een borstel een willoos instrument dat zich louter buigt naar de wil van diegene die hem gebruikt. Nooit is het gehoord dat een borstel zich verzette tegen de hand die hem bewoog. Evenzo verwacht Ik van Mijn dienaren, en in de meest absolute zin van Mijn liefdesslaven, dat Ik Mij van hen kan bedienen zoals Ik wil, wanneer Ik wil en zo lang Ik wil. De borstel in Mijn hand verslijt niet, want Ik heb macht om hem te vormen, te kneden, te veranderen en te herstellen op de meest volmaakte wijze. Kan een volmaakte hand onvolmaakte dingen doen? Net zoals voor het Scheppingswerk van God geldt ook voor alles wat in Mijn handen ligt, dat het slechts onvolmaakt kan zijn in zijn uitwerkingen in de mate waarin de wereld toegestaan wordt om er vat op te krijgen. Een echte dienaar van Maria wordt bekleed met een mantel van zijn Meesteres. Hoe meer hij verlangt om op Haar te lijken, des te meer zal Zij Zich daadwerkelijk in hem uitstorten. Deze vereniging baart vruchten die blijvend zijn".


18 november 2006

"Ik ben de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. (...) [Er zijn] talloze zielen die andere wegen gaan dan deze welke hen door Gods Voorzienigheid worden aangeduid, omdat zij hun eigen behoeften, of wat zij als behoeften beschouwen, tot enige meesters van hun leven maken. Deze zielen verwonden zich de voeten aan het puin van deze wegen die niet geschikt zijn voor de gezondheid van de ziel, zij worden door en door koud omdat dergelijke wegen niet bestraald worden door de zon die het Goddelijk Licht verspreidt, en zij worden vergiftigd doordat zij op die wegen eten van de vruchten die zij aan de wegrand vinden en die vergiftigd zijn omdat langsheen alle wegen die niet door Gods Voorzienigheid voor de zielen zijn beschikt, alles groeit op een bodem die niet langer onder Gods hoede staat doch door de satan is bewerkt (...)".


19 november 2006

"Echte, totale, onvoorwaardelijke, diepe toewijding aan Mij, begint met een wedergeboorte van de ziel uit Mij. De ziel die verlangt om in Mijn Moederschoot opgenomen te worden om uit Mij opnieuw geboren te worden, moet weten dat Mijn Moederschoot slechts toegankelijk is via één weg: de weg die onder Mijn voeten loopt. Pas nadat de ziel zich in zelfvernedering onder Mijn voeten heeft gelegd, kan zij uit Mij opnieuw geboren worden. Onder Mijn voeten wordt de ziel omgevormd tot diepe nederigheid, gehoorzaamheid, onderwerping, en wordt zij gereinigd van alles wat ongeschikt is om met het allerheiligste Tabernakel van Mijn Schoot in aanraking te komen. Onder Mijn voeten verpletter Ik alles wat duister en kil is, alles wat door de satan tijdens zijn werken van verwoesting in de ziel is achtergelaten. Voor de duivelen zijn Mijn voeten instrumenten van bestraffing en vernedering, voor de mensenzielen zijn zij instrumenten van loutering en heiliging.

De ziel die de onverdeelde bereidheid heeft gevonden om, zolang Ik dit noodzakelijk of wenselijk acht, onder Mijn voeten te liggen, ondergaat daar de uitwerkingen van Mijn macht en van de instroming van veelzijdige genaden. Zodra zij door deze invloeden voldoende gekneed en bewerkt is om waarlijk Mijn dienares te zijn, kan Ik haar opnemen in Mijn Moederschoot, waar zij kan beginnen te delen in Mijn leven, het Goddelijk Leven. Wanneer het ogenblik is aangebroken waarop Ik haar kan baren, is zij voor de wereld onherkenbaar: Zij is dan klaar voor een leven dat niet meer van de wereld is. Sommigen baar Ik als Mijn slaven, indien Ik hen wil gebruiken met al hun eigenschappen, gesteldheden en ervaringen, en hun hele wezen en leven tot niets anders meer dient dan tot verwezenlijking van Mijn Werken en Plannen en tot Mijn bevrediging en de verheerlijking van Mijn macht.

Deze zielen zullen daartoe bevrucht worden met Mijn bloed, Mijn Tranen, een overmaat aan genaden, en door Mij verzocht worden om de cirkel rond te maken en aan Mijn voeten terug te keren voor een leven in absolute liefdesslavernij jegens Mij. Zij zullen met Mij een hoogheilig verbond ondertekenen. Totale toewijding is een levensdoel en een levensinvulling die niet lichtzinnig benaderd mogen worden, want het betreft een verbond dat rechtstreeks verband houdt met het groot Verbond dat God met Zijn volk heeft gesloten door het verlossend Lijden van Jezus. Totale toewijding is een verbond waardoor de ziel zich bereid verklaart om totaal, onvoorwaardelijk en eeuwigdurend ingepast te worden in de voltooiing van het Nieuw Verbond. De ziel die zich aan Mij wil toewijden, moet zich eerst drie vragen stellen:

  1. Ben ik bereid, mijn leven tot in de details op te offeren aan de noden van God en van Maria, en dus een leven te lijden van aanvaarding van alle kruisen en beproevingen, zonder protest of verzet?

  2. Ben ik bereid om Maria te erkennen als mijn absolute Meesteres, en Haar met overgave te dienen in zelfverloochening en blinde onderwerping in al mijn doen en laten?

  3. Heb ik wensen en gewoonten ten aanzien van dewelke ik niet bereid ben, er afstand van te doen? Zolang het antwoord hierop niet onverdeeld 'neen' is, moet de ziel mij bidden om de genade van het vermogen om haar leven en haar levensvisie totaal door Mij te laten veranderen volgens Mijn Wil en welbehagen. Zolang zij hiertoe niet in staat is, kan zij Mijn toegewijde niet zijn, want de Meesteres van alle zielen kan slechts werken met dienaren die Haar op al Haar wenken dienen, op welk ogenblik dan ook en op welke wijze dan ook. Het leven als totaal toegewijde aan Maria is vergelijkbaar met het leven zoals God het oorspronkelijk van de mensenzielen had verwacht: een leven dat totaal is afgestemd op de verwezenlijking van Gods Plannen en de voltooiing van Zijn Werken. Sedert de instelling van het Nieuw Verbond is dit méér dan ooit een leven in uitsluitende dienst van Gods Heilsplan voor de voltooiing der Verlossing in alle zielen. De ziel die bereid is, eigen wensen en gewoonten onder Mijn voeten te leggen, zal spoedig ervaren dat zij niets verliest, doch integendeel oceanen van Geluk en blijmoedigheid oogst, en daarna een eeuwigheid van onbeschrijflijke Gelukzaligheid in de Hemel.

Sommige zielen zijn als een noot: Zij hebben een harde schaal rond hun kern. Deze zielen hebben nood aan een straal van Liefde die hen van hun boom losmaakt en mogelijk maakt dat zij breken wanneer zij in hun val in aanraking komen met de harde grond van hun wereldse gehechtheden. Voor zover de aanraking tussen de Liefde en hun wereldse gehechtheden niet voldoende is om hen open te breken, zal Ik de schaal laten barsten onder de druk van Mijn voet. Waar Mijn macht samengevoegd wordt met de Liefde, moet de wereld wijken".


21 november 2006

"Toen Ik als heel klein meisje in de Tempel aan God opgedragen werd, was Ik reeds begenadigd met een doorzicht in vele van de Goddelijke Mysteries. Op grond van deze uitzonderlijke kennis werd Ik in staat gesteld om deze toewijding zeer bewust en weloverwogen te begrijpen en te beleven. Voor Mij begon toen een fase die men zou kunnen omschrijven als Mijn 'verborgen leven': Twaalf jaren van teruggetrokken leven in de Tempel, een omgeving die Mij in staat stelde om de bijzondere gesteldheden van Mijn Hart hun volle uitwerking te vergunnen.

Na die fase zou spoedig de dag aanbreken waarop Ik door de Aartsengel Gabriël werd bezocht, waardoor Ik Mijn rol als Moeder der moeders zou beginnen vervullen. Ook Jezus zou Zijn grote Missie laten voorafgaan door een leven in relatieve teruggetrokkenheid in Zijn Verborgen Leven. Alle grote verwezenlijkingen die de ziel tot stand kan brengen in het kader van Gods Plan van Heil, moeten voorafgegaan worden door een fase van teruggetrokkenheid. Het is niet steeds mogelijk om zich uit de wereldse invloeden terug te trekken. Niettemin kan de ziel zich met Mijn hulp zodanig in het eigen hart terugtrekken dat zij als het ware nog slechts Hemelse invloeden in zich toelaat. Dat is het geheim van de vereniging met Mij: Zelfs in de woeligste tijden kan de ziel zich in zichzelf leren terugtrekken om in de tempel van haar diepste wezen met God en met Mij te leven.

Jezus en Ik hebben dit de zielen voorgedaan. Laat de zielen tot Mij bidden om het vermogen, Mij steeds binnen in zich te vinden voor een 'verborgen leven' dat hen zuivert en heiligt, en hen klaarmaakt voor alle grote dingen die Ik van hen kan verlangen. De ziel kan pas volkomen geheiligd worden in de mate waarin zij een innerlijk leven betracht. Alle invloeden, alle stormen van buitenaf, worden dan spoedig als banaal en onbelangrijk bevonden, want de ziel zal leren dat het Ware Leven zich binnen in hen voltrekt, in de innige relatie tot God en tot Mij.

In ware vervoering betrad Ik als klein meisje de Tempel om er aan God toegewijd te worden. Met eenzelfde hooggespannen verwachting betreed Ik elke dag opnieuw de tempels van de aan Mij toegewijde zielen in de hoop, daar het Goddelijke te vinden. Welke vreugde bereidt het Mij wanneer Ik mag vaststellen dat Mijn eigen voetafdrukken niet uitgewist zijn door sporen van de slang. Waar Mijn voeten de bodem hebben geraakt, schittert een voor de zielen onzichtbaar Licht. Dit Licht dooft geleidelijk naarmate het verontreinigd wordt. Koester Mijn voetstappen, en houd de tempel heilig, badend in Mijn Licht".


22 november 2006

"Ik heb je gesproken over de grote noodzaak van innerlijk leven, het intens en bewust beleven van het contact met het Goddelijke diep in de kern van de ziel. De grote vijanden hiervan zijn de zintuigen, of de wijze waarop deze worden gebruikt. God heeft de zintuigen bedoeld als instrumenten waardoor de ziel informatie over de buitenwereld kan verzamelen. Dit verzamelen van informatie over de buitenwereld is echter niet langer een middel ten dienste van de ziel, het is tot doel op zich gemaakt. Zie hoe de wereld de ziel naar zich toetrekt en zijn web om haar heen weeft. Door allerlei kleurenspel, flitsende lichten en snel bewegende beelden worden de ogen weggetrokken van innerlijk schouwen. Allerlei voedselcombinaties trekken de aandacht door steeds nieuwe en steeds méér prikkelende geuren, smaken en gezichtsindrukken. Muziek met opdringerige klankcombinaties en wild ritme maakt de ziel tot gevangene van verslavende geluidsindrukken. Erotische prikkelingen wekken driften op die het hele zielsleven beheersen. De mens verlegt onophoudelijk de grenzen van de zintuiglijke waarneming.

De ziel is op al deze overprikkelingen en de vele combinaties ervan niet berekend. In een poging om dit alles verwerkt te krijgen, is de ziel dag en nacht bezig om deze overmaat aan onnatuurlijke indrukken te kunnen vatten en een plaats te geven in de ervarings- en begripswereld. Er is geen tijd en geen energie meer voor innerlijk leven en contact met het Goddelijke. Ik roep de zielen met aandrang op tot een terugkeer in zichzelf, een ontdekkingsreis naar hun waar innerlijk wezen, de enige plaats waar zij de echte Waarheid kunnen terugvinden. De wereld zoals deze zich elke dag aan de zielen opdringt, is niet de Goddelijke realiteit doch een maaksel van mensen, op inspiratie van de satan die de zielen van het Goddelijke tracht te verwijderen en de zielen hun waardigheid wil zien verliezen.

Zolang de ziel niet terugkeert naar haar ware innerlijke wezen, zal zij de ware Verlossing en de ware heiliging niet vinden en kan zij niet klaargemaakt worden voor de intrede in Gods Rijk. Daarom vinden ontelbare zielen de Ware Vrede, de Ware Liefde en het Ware Geluk niet meer: Zij hebben alle voeling met het Ware Leven, het Goddelijk Leven, de ware levenskracht, verloren. Kroon Mij tot Koningin in de kern van jullie zielen, en Ik zal al deze indrukken die de ziel van haar waardigheid beroven, onder Mijn machtige voeten verbrijzelen, opdat jullie het Ware Leven en Gods realiteit terug zouden vinden. Ken jullie vijand en zijn werken.

Alle ervaringen en gebeurtenissen van het leven moeten begraven worden, opdat zij de zielen niet blijven bezighouden. Wanneer zij gedeeld worden met mensen, worden zij begraven in wereldse grond en kunnen zij op elk ogenblik door mensen opnieuw opgegraven worden. Daarom wil Ik dat zij begraven worden in de heilige grond van Mijn Hart, waar zij Mij alleen toebehoren en voorgoed van Mij blijven. Ik sta de zielen niet toe dat zij in Mijn grond spitten, want in deze heilige grond laat Ik alles verteren in de oneindige kracht van de Liefde, om een waardig offer voor de zielen te worden. De zielen moeten zich aanwennen om hun ervaringen niet eindeloos met mensen te delen, doch met Mij. Ik ben de Meesteres van alle zielen. Alle roerselen van ziel en hart behoren Mij toe".


23 november 2006

"Zware wolken kunnen op verschillende wijzen verdwijnen: Zij kunnen uitregenen, zij kunnen door de wind verdreven worden, of zij kunnen opgelost worden door de kracht van de zonnestralen. Zo vergaat het ook de wolken in een ziel die blind is voor het Licht van Gods Waarheid: Het ontbreekt de Zon van Gods Licht niet aan kracht, doch de ziel kan hardnekkig aan haar verblinding vasthouden omdat zij meent, daar werelds voordeel bij te hebben. Daarom is vaak wind nodig om de wolken te verjagen die het Licht voor de ziel verbergen. Deze wind is de Heilige Geest, die Zijn werking in de zielen ontplooit door alle wolken en nevelen weg te blazen. Deze wind wordt opgewekt door de kracht van gebeden, offers, boete, innig doorleefde toewijding, en de vurige beleving van de Heilige Sacramenten.

In bepaalde gevallen zal het voor de ziel gunstig zijn dat wolken gewoon ter plaatse uitregenen. Dit gebeurt wanneer de ziel aangegrepen wordt door berouw of droefheid over zichzelf: De regen van de tranen valt op de bodem van de ziel en maakt deze vruchtbaarder.

Hoe kunnen de wolken in een ziel uitregenen? Dat kan onder invloed van de zonnestralen van de Goddelijke Voorzienigheid. Het kan ook door inwendige temperatuursveranderingen binnen in de ziel, wanneer in haar een strijd ontstaat tussen haar gebruikelijke kilte en de eerste opwellingen van het Vuur van Ware Liefde. Hierdoor kan de atmosfeer in de ziel onweerachtig worden, zodat de wolken zich ontladen.

Droefheid zowel als onweer in een ziel kunnen voortekenen zijn van haar reiniging. Deze kan zich echter slechts uitwerken volgens Gods Plan indien zij ondersteund wordt door innig gebed, opdat de wind van de Heilige Geest de buien zou verspreiden, en de regen die niettemin uitvalt, niet tot overstroming doch tot vruchtbaarheid moge leiden".


25 november 2006

"(...), overmorgen word Ik herdacht als de Moeder van talloze Genaden via de Wonderdadige Medaille. Aan Mijn lieve dochter Cathérine Labouré zei Ik destijds dat de veelkleurige stralenbundels uit Mijn handen de veelzijdige genaden vertegenwoordigen, die door Mijn tussenkomst over de mensheid uitstralen, doch dat deze stralen onderbroken worden door donkere banen die symbool staan voor de talrijke genaden die Mij niet gevraagd worden. Aan jou onthul Ik vandaag dat deze niet gevraagde genaden vervat zitten in het geheel van de openbaringen die Ik je heb gegeven op 3 juni en 4 februari van dit jaar: de Tien Sleutels tot ontsluiting van de heiligheid in de ziel, en Mijn vijf grote intenties. In deze tien plus vijf punten zit alles vervat dat Mij zeer zelden wordt gevraagd doch juist van het allergrootste belang is om Gods Rijk van Liefde, Vrede en Gelukzaligheid op aarde te vestigen. (...), naarmate méér zielen Mij met Vuur zullen smeken om de genaden die in deze beide openbaringen zijn onthuld, zullen de stralenbundels uit Mijn handen voller worden. De bevrijding van de mensheid kan pas voltooid worden zodra uit Mijn handen de volheid van het Goddelijk Licht over de aarde straalt. Dit kan pas gebeuren zodra de zielen Mij daar zelf om vragen. Zij moeten dit beschouwen als de versmelting van hun eigen ja-woord, hun eigen akt van verlangen naar het Goddelijk Leven, met Mijn ja-woord en verlangen. Deze versmelting zal de ware Verlossing in de zielen voltooien".

"Ik heb nu via jou Mijn openbaringen aan de Heilige Cathérine Labouré voltooid(...)".


26 november 2006

"Talloze zielen zijn ten prooi aan onvrede in het hart. Deze gesteldheid treedt te voorschijn telkens de wereldse realiteit in de ziel de bovenhand krijgt op de Hemelse realiteit. Een ziel die volkomen in Mij geworteld zit, weet de stormen van het leven buiten de muren van het hart te houden. In dit hart is het als een aangename zomeravond: windstil, warm, met een prachtige blauwe hemel, een lucht die zwanger is van het parfum van duizend bloemen, alom Vrede en rust, alsof de wereld stilstaat. Wolken schuiven in dit landschap binnen telkens de zielsprocessen enige duisternis toelaten, die het Licht van God verbergt. Telkens de ziel veel waarde hecht aan een menselijk woord, een oordeel uit mensenmond, of met de geest begint in te gaan op gebeurtenissen en situaties uit het leven, haalt de wereldse belevingssfeer de bovenhand en begint het hart onrustig te worden. Dat komt doordat de ziel dan, bewust of onbewust, de neiging voelt om zelf, door denken of redeneren of voorbarig handelen, haar leefwereld te analyseren of te beïnvloeden.

Hierdoor maakt zij de geest tot beheerser van het hart, wat betekent dat zij het wereldse, dus het terrein van de satan, heerschappij verleent over het centrum waar God Zijn Werken en Plannen zoekt te voltooien. De ziel snijdt zichzelf hierdoor af van het Licht der Genade, het ware Goddelijk Leven. Het resultaat is onrust in de ziel, het gevoel van een zeker gemis of gebrek: de ziel krijgt plots geen Hemels voedsel meer. Hierdoor komt het hart in onvrede. Onvrede van hart is dan ook de gesteldheid van het hart dat niet meer klopt op het ritme van Gods Hart. Je kunt je dit proces zo voorstellen: Bij elke 'hartenklop' van God Zelf, stuurt de Schepper een golf van Leven naar de zielen toe. Wanneer een hart klopt op datzelfde, rustige ritme, opent de deur van dat hart zich telkens precies op het ogenblik waarop die golf van Goddelijk Leven de ziel bereikt. Het gevolg is een gestroomlijnde golfbeweging tussen God en de ziel. De ziel is dan in volkomen harmonie met haar Schepper, en ervaart deze harmonie als diepe Vrede, stil Geluk, voldaanheid, dankbaarheid, blijheid, rust, tevredenheid.

De golven van Goddelijk Leven stromen als een rustige, kristalheldere beek doorheen de ziel. Indien het hart zich laat meeslepen door het ritme van de wereld en van alle menselijke gebeurtenissen, gedachten en overwegingen, begint het te kloppen op een ritme dat niet meer gelijk loopt met het ritme van Gods Hart. Het gevolg is, dat de deuren van het hart zich openen op ogenblikken waarop geen Goddelijke stroming naar de ziel toevloeit, en zich sluiten op het ogenblik waarop dit wél het geval is. Het hart vangt de stromen van het Goddelijk Leven nog slechts gedeeltelijk op. De ziel raakt ondervoed, en voelt een gemis: Waar is God? Waar is het voedsel dat mijn Schepper voor mij bereidt? De ziel wordt onrustig, krijgt te weinig voedsel en te weinig Hemelse zuurstof. Zij wordt hongerig, zwak, krijgt het benauwd. Het hart laat geen zacht vloeiende beek van Goddelijk Leven meer door, doch ongelijkmatige stromingen die tegen de deuren klotsen en zwiepende golven veroorzaken: De ziel is haar eigen grootste vijand geworden, want door de neiging om zelf de situaties te regelen, op de dingen zelf in te grijpen, heeft zij zichzelf afgesneden van de stromen van het ware Goddelijk Leven, en zij komt geleidelijk aan terecht in de bruisende golven van allerlei hartstochten. Zij verzwakt steeds méér tegen de aanvallen van de satan, die met zijn koortswekkend vuur op deze wateren blaast en ze laat kolken tot het hart een poel van ondeugd en zonde wordt. Zielen van God, jullie Meesteres spreekt tot jullie, en roept alle zielen op om zich opnieuw in hun hart terug te trekken, daar de ware rust, Vrede en stilte te zoeken, en de gierende winden der wereld te bekijken voor datgene wat zij werkelijk zijn: banale, onbelangrijke pogingen om de zielen weg te trekken van de zalige ervaring van Gods zomeravond binnen in de kern van hun wezen.

Zeg aan de zielen dat zij Mij met Vuur uitroepen tot hun Meesteres, en Mij de gelegenheid geven om hun innerlijke golven te bedaren. Ik fluister Mijn Liefde in alle harten, maar Mijn zacht gefluister wordt overstemd zodra de ziel in onrust raakt. Geef alles aan Mij, blijf niet zelf met alles bezig. Laat Mij heersen en word echt gelukkig, zo luidt Mijn dringende oproep tot alle zielen die op zoek zijn naar het Ware Geluk, en die door duizend gebeurtenissen en situaties uit het veld worden geslagen. Keer dit alles de rug toe, leg het aan Mijn voeten, en kijk alleen naar Mij, Ik kan elke koorts van geest en hart genezen.

God heeft de graankorrel niet gemaakt om een leven op zich te leiden. Elke graankorrel draagt in zich reeds Gods intentie, het Plan van Bestemming dat de Schepper aan de korrel meegeeft: Hij moet de hele weg afleggen vanaf de inzaaiing tot en met de inwerking in het gebakken brood. Zo gaat het ook met elke ziel: Zij draagt op haar levensweg op aarde reeds Gods Plan van Bestemming voor haar in zich. Om deze bestemming te verwezenlijken, zal zij in de wereld gezaaid moeten worden, alle weer en ontij doorstaan, en uiteindelijk de hitte van de oven moeten verduren. Haar uiteindelijke bestemming is deze, deel uit te maken van het 'brood des levens' voor andere zielen. Zo voedt zij Gods Verlossingsplan, en dus in overdrachtelijke zin God Zelf, want Gods Hart leeft als het ware van de vruchten die rijpen in de zielen die Jezus heeft willen verlossen door Zelf gezaaid, gemalen, gekneed, gebakken en, in elke Eucharistie, verteerd te worden".


29 november 2006

"Indien de vestiging van Gods Rijk op aarde afhankelijk zou zijn van de verhouding tussen het aantal ware gelovigen en het aantal dwalenden, zou dit Rijk nooit komen, want het aantal der ware gelovigen wordt steeds kleiner, en het aantal dwalenden steeds groter. Zo is het echter niet. Mijn macht is zo onbegrensd dat zelfs een handvol vurige dienaren van de Meesteres van alle zielen de komst van Gods Rijk kunnen bespoedigen. Ziehier de sleutel: Doe alles met Vuur, doe het voor Mij, en doe het in naam van alle zielen van alle tijden. Dergelijke offeranden van zelfs de meest banale handelingen, worden opgenomen in de kern van Mijn Hart, daar met Mijn onbeperkte macht bevrucht, en zo voor God neergelegd, omgeven door het uniek parfum van de Koningin van Hemel en aarde. De kracht van dergelijke offeranden kan door menselijk verstand niet bevat worden. Weet dat de engelen zelfs een overmacht van duivelen kunnen bedwingen door Mij tijdens hun strijd tegen deze verdoemden hardop en met Vuur te prijzen en te verheerlijken. Zij bestrijden hun tegenstanders onder de aanroeping van de macht van Jezus Christus, van het Kruis, en van de Meesteres en Koningin van al het geschapene. Volg hen na...

...Prent in alle zielen dit strijdplan, dat hen zal bekleden met een schild van Licht en hen zal omgorden met een zwaard van Vuur. Met deze wapenrusting zullen zij het Rijk Gods doen oprijzen op deze vervallen aarde:

  1. Laat geen kans voorbij gaan om een medemens te dienen met daden en met woorden, doe dit uit Liefde voor Mij, en doe het met Vuur, en in de naam van alle zielen van alle tijden. Zeg bij alles wat je dagelijks doet: Maria, machtige Meesteres van alle zielen, ik doe dit uit Liefde voor U, en in naam van alle zielen van alle tijden;

  2. Herhaal dagelijks meermaals: Geprezen zij de almacht van Jezus Christus, van Zijn Kruis van Verlossing, en van Maria, de Koningin en Meesteres van al het geschapene (*)

Ik benadruk dat dit de sleutels zijn waarmee de zielen de poorten van het Rijk Gods op aarde zullen openen".

(*) Opmerking: Wanneer Maria Zichzelf 'almachtig' noemt, verwijst Zij hiermee naar het feit dat God Haar niets weigert, omdat Zij volmaakt één is met Zijn Wil. Daarom geldt alles wat Maria wil, voor de hele Schepping als gelijkwaardig met een Goddelijk bevel (zie o.a. het manifest De Dageraad van Gods Rijk op aarde).

"Ik word vandaag herdacht in Mijn verschijningen te Beauraing, als de Koningin met het Gouden Hart. Mijn Hart bestaat uit het zuiverste goud van de volmaakte heiligheid. Dit goud is eveneens symbool voor het Goddelijke. Ik openbaar je daarom dat Ik met het beeld van het gouden Hart niet alleen heb willen aantonen dat Mijn Liefde onbegrensd en volmaakt is, doch ook dat de kern van Mijn Wezen volkomen doordrenkt is van Goddelijke macht en van de volheid der heiligheid die toegang geeft tot de totale opname van Gods Wil in de eigen ziel, waardoor deze deelt in Gods macht. De Meesteres van alle zielen is de voltooiing van Gods Werken".


30 november 2006

"Begrijp wel het verband tussen de smeking om genaden enerzijds, en de boete voor Mijn intenties: Al Mijn intenties sluiten massa’s genaden in zich, die Ik op grond van de Wet van Gods Gerechtigheid niet steeds vrij over de zielen kan uitstorten, omdat dit de Gerechtigheid geweld kan aandoen. Deze boete brengt eerherstel voor onvoorstelbare hoeveelheden geblokkeerde genaden, voor onoverzienbare gebreken in de Liefde en de overgave, en smeekt Mij om de Genaden die het aanschijn van de wereld zelf radicaal zouden veranderen: de totale toewijding van alle zielen aan Mij, en Mijn totale erkenning als de Meesteres van alle zielen (...)".


1 december 2006

"Een ziel die door Mij geroepen is voor een bijzondere opdracht, is vergelijkbaar met een zogende moeder. De moeder geeft haar melk aan haar baby. Door een natuurwet van Gods Intelligentie vloeien krachten hoofdzakelijk van de sterkere naar de zwakkere. Zo zal de baby zo lang mogelijk voedsel aan de moeder onttrekken. Indien de moeder zich onvoldoende voedt, raakt zij zelf op termijn uitgeput. Zo is het ook in het zielsleven. Een ziel met een bijzondere apostolische roeping kan slechts zielenvoedsel aan andere zielen blijven geven in de mate waarin zij zelf voedsel blijft opnemen. Deze ziel moet de gelegenheid krijgen om zich te blijven voeden aan de bronnen van Gods Wijsheid: door contact met Mij in de stilte van beschouwend gebed, door diepe geestelijke lectuur, en door gebruikmaking van de Sacramenten met een maximaal geopend hart. (...)

Aan alle zielen die Mij willen volgen, zeg Ik het volgende: Bid, maar vergeet ook niet de dagelijkse voeding door diepe geestelijke lectuur. Dit voedsel zal de ziel dermate versterken dat zij haar gebeden veel meer inhoud zal kunnen geven. De ziel kan slechts doorvoede gebeden schenken in de mate waarin zij voedsel heeft opgenomen. Het gebed zelf voedt eveneens, doch slechts in de mate waarin de ziel zich kan oefenen in het opnemen van Hemels voedsel. Dit laatste kan zij slechts leren door Mijn leringen in zich op te nemen. Mijn woorden vormen de ziel, en leren haar, haar ingesteldheden te veranderen op een zodanige wijze dat zij in staat is om te beantwoorden aan datgene wat God werkelijk van haar verlangt en verwacht.

Het ontvangen van de Heilige Communie door een ziel die zich niet eerst ten diepste heeft opengesteld voor reiniging en verzoening, is als het leggen van een prachtig en kostbaar tapijt op een vervuilde bodem die voordien niet is gereinigd: De kamer zal vervuld raken van onfrisse geuren, en het tapijt zal aangevreten worden door schimmel en bederf, zodat het de kamer eerder tot een aanstoot zal maken dan tot een plaats van koninklijke waardigheid. Druk de zielen op het hart dat zij hun Verlosser niet zouden ontvangen in een hart dat aangevreten wordt door de schimmel van onreine gevoelens, bitterheid of gebrek aan Ware Hoop, waarachtig Geloof en echte Liefde.

(...) Mogen [de zielen] zich voor ogen houden dat Kerstmis in het hart in drie stappen verloopt:

  1. Het diep verlangen naar de Komst van Jezus in het hart;

  2. Mijn intrede in het hart als de zwangere Moeder, opdat de Goddelijke Vrucht mede gevoed kan worden door de golven van Liefde in dat hart;

  3. De Geboorte: Ik baar de kleine Jezus in het hart, dat nu de hoede krijgt over het Kind. Voed Het met alle Liefde die je kunt opbrengen, door heldhaftig te worden in de naastenliefde en de Liefde tot God, en door zelfverloochening.

Elke vorm van vrijzinnigheid betekent een verloochening van de Christelijke Leer als de enige Waarheid van God. Het protestantisme dwaalt door miskenning van een aantal van de diepste Goddelijke Mysteries. Het Jodendom van zijn kant wacht nog steeds op de Messias, want het heeft Jezus niet herkend als de enige Verlosser. Voor deze drie strekkingen is Kerstmis daarom niet in de ware zin van het woord een feest van Verlossing, wat het volgens Gods enige Waarheid wel degelijk is (...)".


2 december 2006

"Alle deugden zijn heilige neigingen die bij de schepping van de ziel in haar worden gelegd als voorschotten op de grote erfenis die de ziel van de Eeuwige Vader zal ontvangen. Elke deugd op zich vormt een aspect van de beleving van Gods Wijsheid en geeft uiting aan het feit dat de ziel het zaad van Gods Waarheid in zich draagt. Ik zal je een voorbeeld geven: Wanneer de ziel in een situatie komt waarvan zij zou mogen verwachten dat op een bepaald ogenblik iets gebeurt of verandert, doch deze gebeurtenis of verandering vindt niet plaats op het verwachte ogenblik, zal zij, zolang zij de stem van haar ingeboren wijsheid volgt, de deugd van het geduld beoefenen: De ziel voelt aan dat Gods uur voor deze gebeurtenis of verandering nog niet is gekomen, en gehoorzaamt onmiddellijk en onvoorwaardelijk aan dit gevoel, deze ingeboren zekerheid. Zodra dit vlekkeloos aanvoelen van de Eeuwige Goddelijke Waarheid bevlekt wordt door werelds denken, dat steeds door de satan beïnvloed wordt, volgt de ziel de innerlijke stem van Gods Wijsheid niet meer, en vervalt zij in de ondeugd van ongeduld. Zo kan het gaan met alle deugden. De ziel die veelvuldig verschillende deugden niet navolgt, geeft hierdoor blijk van het feit dat haar innerlijk aanvoelen van de enige Waarheid gestoord is, en dat het haar eveneens ontbreekt aan een vlotte stroming van de Ware Liefde, die de motor van alle innerlijke bewegingen is (...)".


3 december 2006

"Een ziel die in de wereld van de materiële belangen geworteld zit, is zoals een magneet die ijzer naar zich toetrekt: Het is alsof zij zichzelf blijft verzwaren, zodat zij steeds moeilijker van de invloeden van de wereld loskomt. Dit heeft een weerslag op de diepere processen van de ziel: Zij zal ook neigen naar zwaarmoedigheid, en zal deze geladenheid om zich heen verspreiden. Om deze reden kun je je leeggezogen voelen wanneer je in contact komt met een ziel die in gevoelens, gedachten en bestrevingen veel met het wereldse bezig is: Een dergelijke ziel trekt alles naar zich toe, en geeft haar eigen zwaarte in ruil. Je kunt dit effect ervaren in contact met een ziel die veelvuldig piekert, voortdurend bezig is met de dingen van het dagelijks leven als een doel op zich, en daarbij te weinig met hart en geest op de dingen der Eeuwigheid gericht is, en ook met een ziel die zich over allerlei dingen zorgen maakt of die zich niet kan losmaken van haar verleden. Al deze zielen hebben iets gemeen: Zij trekken al het vergankelijke in zich, vervullen hun hart ervan, en verzwaren het tien-, honderd- of zelfs duizendvoudig door hun neiging tot zwaarmoedigheid, hun wereldse wijzen van denken en hun gebrek aan Geloof en vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid. Hiertegen bestaat slechts één geneesmiddel: de Ware Liefde, het Vuur dat al deze aardse ballast in brand steekt en niets overlaat dan as die vervliegt in de wind, en een ijle lucht die ten hemel opstijgt, licht als hij is geworden door de hitte. Zie het beeld: De ziel die haar aardse ballast toevertrouwt aan het Vuur van de Ware Liefde tot God, tot Mij, en tot haar medeschepselen, wordt gezuiverd door de vlammen en wordt zo licht dat zij de vlucht naar het Hemelse kan beginnen, de lichtheid van de onwereldse belevingssfeer waartoe elke ziel geroepen is (...)".


4 december 2006

"(...) Zeg aan de zielen dat 8 december een feest moet zijn van diepe ingetogenheid en bezinning over de wonderen van Gods Schepping, en dat zij de oneindige schoonheid van het Wonderwerk dat Maria heet, slechts kunnen beginnen te begrijpen indien zij op die feestdag heel diep bidden om inzicht in de zonde en de ondeugd, de deugd en de heiligheid, en indien zij elk ogenblik van stille beschouwing koesteren als een schat uit de Hemel. Alleen zo kan Ik de zielen naar de Wijsheid voeren die hen Gods Waarheid zal laten zien en in hun leven zal laten inpassen".


6 december 2006

"De ziel die het Licht heeft gezien, moet het om zich heen verspreiden. Dat is de betekenis van het woord dat zegt dat de Kerk van Jezus Christus een apostolische Kerk is. Het Licht zien, betekent kennis ontvangen over de Waarheid van God, over de diepte van de christelijke Leer, de Goddelijke Mysteries, en de Waarheid over de zo weinig bekende macht van Maria binnen Gods Heilsplan. Het Licht zien, betekent ook: het Licht in zich niet laten doven, doch het laten schijnen in alle hoekjes van zijn tempel, over alle doen en laten, alle gedachten, gevoelens, bestrevingen en woorden (...)".

In de loop van de namiddag laat Maria mij in beelden zien waarom zielen hun zorgen en alles wat in hen omgaat, beter niet herhaaldelijk toevertrouwen aan hun medemensen, doch louter en alleen aan Maria. Haar toelichting bij de beelden luidt als volgt:

De ziel moet de roerselen van haar hart en alles wat in haar omgaat, met Vuur overdragen aan Maria, in innige toewijding. Vanaf dat ogenblik worden deze gesteldheden als het ware begraven in grond die Maria toebehoort, en zijn zij uitsluitend Haar bezit en eigendom. Alleen Maria heeft er dan nog macht over, en kan dit alles gebruiken volgens Haar welbehagen. De ziel heeft er geen recht meer op, met andere woorden zij komt er beter niet meer op terug, want dit zou zijn alsof zij met een schop in Maria’s grond begint te spitten om die hartsgesteldheden opnieuw op te graven. Wij moeten het spitten overlaten aan Maria, Die weet waar Zij de schop in de grond kan steken zonder risico. Wanneer wij zelf beginnen te graven (dit wil zeggen: over onze zorgen blijven piekeren in een poging om ons van de herinneringen of storende gedachten te zuiveren), lopen we het gevaar dat we niet alleen onkruid opgraven maar ook de wortels van de goede planten vernietigen.

Wanneer wij dit alles met medemensen beginnen te delen door onze gesteldheden aan anderen te vertellen of onszelf steeds weer in het middelpunt te plaatsen, is het alsof wij deze medemensen de schop in handen geven opdat ook zij in de grond zouden kunnen woelen. Zij kunnen dit dan ook doen zonder ons medeweten, door erover te roddelen met nog anderen, of door zich bovenmatig met onze zaken te beginnen bemoeien. Het resultaat hiervan is, dat de grond totaal verwoest en onvruchtbaar wordt, de zorgen niet meer verteren, doch ons nog méér beginnen te achtervolgen. Het is alsof zij in die verwoeste grond beginnen te woekeren en alles beginnen te verzieken: De hele ziel raakt ondermijnd en ontwricht. Zorgen en beklemmende ervaringen moeten dus aan Maria worden toegewijd, Zij alleen moet de schop in handen krijgen en Zij moet Koningin van de grond worden. Om zelf nog op die ervaringen terug te kunnen komen, zou de ziel dus aan Maria de toelating moeten vragen om dit te doen, en Zij zal deze toelating zeker weigeren, uit Liefde voor de ziel.


7 december 2006

"De scharen van de opstandige engelen waren talrijk. Zij zijn uit de Hemel verdreven op grond van hun opstand tegen Gods beschikkingen, onder andere deze waardoor Ik tot onbetwistbare Meesteres van alle engelen werd verklaard. God schreef alle engelen voor dat zij Mij voor alle eeuwen onvoorwaardelijk zouden dienen en gehoorzamen, en zich ten teken van hun vlekkeloze onderwerping aan Mij dagelijks vóór Mijn voeten ter aarde zouden werpen en Mij zouden prijzen en verheerlijken, omdat Ik voor hen Spiegelbeeld en Vertegenwoordiging van de Goddelijke macht zou zijn. Door hun opstandigheid en hun verdrijving hebben deze zeer talrijke scharen God en Mij dus reeds tientallen eeuwen lang niet gediend, niet gehoorzaamd, niet verheerlijkt, niet bemind, en niet geprezen, doch integendeel hun Schepper en hun soevereine Meesteres bestreden met al hun krachten.

Ontelbare biljoenen akten van eerbetoon, Liefde en onderwerping zijn hierdoor nooit aan God noch aan Mij geschonken. Volgens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid moeten deze leemten opgevuld worden. Dit kan alleen gebeuren door mensenzielen. Het getal der gevallen engelen moet opnieuw opgevuld worden door heiligen, ja het getal van de niet geschonken akten van Liefde in de meest uiteenlopende vormen moet goedgemaakt worden door gelijkaardige akten gesteld door heilige zielen terwijl deze in een stoffelijk lichaam leven. Daarom bestaat één van Mijn grootste opdrachten hieruit, echte heiligen te vormen. De Allerhoogste heeft het zo beschikt dat de Wet van Zijn Gerechtigheid in evenwicht moet worden gebracht en dat het Meesterwerk van Zijn Schepping, Maria, de Meesteres van alle zielen en Koningin van de Hemel, het getal van liefdesslaven zal hebben dat voor Haar was voorzien. Dit betekent dat de miljoenen gevallen engelen vervangen moeten worden door miljoenen heilige mensenzielen. Hun heiligheid moet van de hoogst mogelijke graad zijn, vergelijkbaar met deze van zuivere engelen.

De heiligheid wordt in de eerste plaats bepaald door de graad waarin de Liefde in de ziel wordt beleefd, ontwikkeld en uitgestraald. Wat een mensenziel door haar leven in een stoffelijk lichaam kan ontberen aan zuiverheid en overgave, moet zij compenseren door aanvaard en bemind lijden, wat de hoogste vorm van Liefde is voor de ziel in een stoffelijk lichaam.

Om deze reden zullen de zielen die door Mij worden geroepen tot ware heiligheid, door Gods Voorzienigheid worden geleid op wegen van martelaarschap in vele vormen, en door Mij worden gekneed tot zij in onverstoorbare blijmoedigheid, Vrede van hart en oprechte aanvaarding buigen voor elke uiting van Mijn Wil. Ik stel deze zielen tot teken en voorbeeld van onderwerping, gehoorzaamheid en Liefde, opdat de wereld moge zien wat de Meesteres van alle zielen vermag, welke noden de wereld werkelijk heeft om het Ware Heil te bereiken, en tot teken van vernedering voor de gevallen engelen, de duivelen, opdat deze zouden zien dat de zelfvernedering aan de voeten van de Meesteres van al het geschapene bij Gods volmacht, die zij niet wilden opbrengen, wél wordt opgebracht door mensenzielen die geacht worden, zoveel zwakker te zijn dan de engelen.(...).

Druk de zielen op het hart dat zij met elk aanvaard lijden, met elke aanvaarde tegenslag, met elke boetedoening, met elke versterving die zij zichzelf opleggen, met elke inspanning en vermoeidheid die met Liefde aan Mij worden opgedragen, bijdragen tot:

  1. het herstel van het onevenwicht in de Schepping;

  2. de bevrediging van de Goddelijke Gerechtigheid;

  3. de aanvulling van de ontelbare akten van Heil die nooit zijn gesteld vanwege de val van miljoenen engelen.

Zeg hen dat Ik, de Meesteres van alle zielen, vurige dienaren en slaven nodig heb om het Verlossingswerk van Mijn Zoon Jezus Christus te voltooien, want dat is de grote roeping van Maria in deze Laatste Tijden. De vervollediging van het getal der heiligen betekent de voleinding van Gods Plan van Heil voor alle eeuwen. Daar deze heiligen aan Mijn voeten gekneed zullen worden, zullen zij de trofeeën van Mijn macht zijn wanneer de opstandige engelen voorgoed voor Mij op de knieën gedwongen zullen worden".


8 december 2006

"Mijn Onbevlekte Ontvangenis was het eerste overweldigend getuigenis van het Licht tegen de duisternis. Zij was reeds aan de engelen aangekondigd vóór de schepping van de mens, al werd hen toen nog niet de diepgang van het Mysterie geopenbaard. Zij is het ware begin geweest van het Heilsmysterie, het grote Verlossingsplan. Eerst moest een mensenziel totaal vervuld worden van het Goddelijk Licht en hierdoor volmaakt en voor tijd en eeuwigheid worden gevrijwaard van alle duisternis, opdat vanuit deze Oceaan van Goddelijk Licht [Maria], reeds tegelijk mens en als het ware vergoddelijkt, het Licht der wereld Jezus Christus de Verlossing kon voltrekken. In Mijn Onbevlekte Ontvangenis was Ik de 'vergoddelijkte' mens, uit Mij is de Mens geworden God geboren. De volmaakte bruiloft tussen God en de mens werd dus in Mij begonnen, in de Mens geworden Jezus voltooid, en zal in Mij als Meesteres van alle zielen voor eeuwig worden bekrachtigd.

Elke ziel ontmoet drie mijlpalen op de weg naar de voltooiing van het Goddelijk Leven: de Schepping, de Verlossing, en de Heiliging. In Mij zijn deze drie reeds totaal in elkaar versmolten bij Mijn Onbevlekte Ontvangenis. Mijn Onbevlekte Ontvangenis behelsde de absolute voltooiing van de ziel. Men zou dus kunnen stellen dat het Goddelijk Leven in Mij reeds was voltooid vóór Mijn geboorte in een lichaam. Daarom heb Ik niet een leven moeten leiden tot verwezenlijking van het doel waartoe elke ziel wordt geschapen: haar deelname aan de voltooiing van Gods Plan met haar.

Mijn leven op aarde had slechts één doel: het baren van de Verlosser, opdat alle zielen via het aanvaarden van en het meewerken aan de tweede stap, de Verlossing, konden groeien naar de derde, de Heiliging. In Mijn Onbevlekte Ontvangenis had Ik van de Allerhoogste alles meegekregen wat voor Mijn unieke levenstaak noodzakelijk was. Ik moest dit echter zelf bezegelen door Mijn ja-woord aan de Aartsengel Gabriël. 'Mij geschiede naar Uw woord' waren de woorden waarmee Ik het heilig contract ondertekende dat de Goddelijke Schatkamer van Mijn Onbevlekte Ontvangenis tot haar volle rendement moest voeren. Mijn ja-woord was de akt waarmee Ik Mijn in zo hoge mate vergoddelijkte ziel totaal liet versmelten met het vermogen van Mijn menselijk lichaam om te lijden voor het Heil der zielen. Ik had het leven van een Koningin kunnen leiden. Ik was onbevlekt ontvangen, volmaakt heilig, en dus zelfs buiten de noodzaak van Verlossing geplaatst. Miljoenen en miljoenen engelen waren Mij als slaven aan de voeten gelegd. Ik had macht gekregen over alles, over zielen en over het onbezielde. Door Mijn ja-woord heb Ik echter, net zoals Jezus dit later ook zou doen, een leven van dienstbaarheid aanvaard.

Ik had Mijn aardse leven niet nodig om verdiensten van eigen Verlossing en heiliging te verwerven, Ik wilde het louter en alleen opofferen voor het Heil van alle anderen. In dit alles is Mijn leven en de zin en doelstelling ervan, volkomen vergelijkbaar met deze van Jezus. Voor de Hemelse regionen was Ik echter ook toen reeds de Koningin.

Mijn Onbevlekte Ontvangenis was de gouden scepter van Mijn macht. De kroon zou Ik later ontvangen, bij Mijn Opneming ten Hemel. Het zou een kroon worden die ook bezaaid was met de edelstenen van het lijden in een lichaam, Hart en geest. Dit alles heeft Mij oneindig en onbereikbaar ver boven alle engelen verheven: De volmaakte heiligheid van de Onbevlekte Ontvangenis werd in Mij als het ware nog verveelvoudigd door de verdiensten van een aards leven van lijden, Smarten, zondeloosheid en volmaakte zelfverloochening. Deze laatste verdiensten kunnen door de engelen niet worden ingevolgd omdat zij geen leven leiden in een stoffelijk lichaam en in een omgeving die wordt beïnvloed door de zonde en bekoring onder duizenden vormen (...).

Het ongewone van de schepping van Mijn ziel schuilt in het volgende: Op elke mensenziel past God bij de schepping van die ziel de Wet van Zijn Gerechtigheid toe. De Goddelijke Gerechtigheid is zwaar ontwricht door de erfzonde, en deze ontwrichting is verder toegenomen door alle latere zonden, waarvan het aantal niet te becijferen valt. Geen mensenhart zou het één seconde lang overleven indien het de berg van alle zonden van alle tijden te zien kreeg vanuit Gods ogen of vanuit Mijn ogen, en de weerzinwekkende stank ervan zou waarnemen. Elke ziel wordt in de wereld gezonden om in een stoffelijk lichaam het lijden en de lasten te ondergaan die deze ontwrichtingen ongedaan moeten helpen maken en de zondenberg moeten helpen verteren.

Daarom tekent God elke ziel die Hij schept, met een merkteken, vergelijkbaar met een litteken, als spoor van de oorspronkelijke wonde die het eerste mensenpaar heeft aangebracht in hun ziel die volmaakt heilig was geschapen. Zij hebben een schuld op de mens geladen, die van generatie op generatie wordt doorgegeven en zo op het hele mensengeslacht blijft rusten, en die de verantwoordelijkheid is van elk lid van de mensheid. God heeft met dit merkteken de noodzaak verbonden om bepaalde verdiensten te verwerven, opdat de effecten van dit merkteken in de eigen ziel teniet zouden worden gedaan en opdat tegelijkertijd eerherstel zou worden gebracht voor de grove belediging van Gods Liefde door de erfzonde. Elke ziel moet haar eigen bijdrage leveren om de hele mensheid van alle tijden opnieuw tot de staat van volkomen genade te verheffen. Bij de schepping van Mijn ziel heeft God echter dit merkteken niet aangebracht. Zo stelde Hij Mij volkomen vrij van deze noodzaak om Mijn eigen heiliging te bewerken door lijden. Hij deed dit om een teken te stellen, een wederwoord aan de satan, om hem te tonen dat Hij, de God van Leven en Liefde, een vrouw had gemaakt die absolute macht zou hebben over alle gevallen engelen en hun werken en plannen. Daarom werd Mijn ziel gemaakt uit 'grondstof' van de Drievuldige Godheid:

In Mij werd uitgestort:

  1. de volheid van Gods Wil, met alle effecten die van deze Wil uitgaan, namelijk elementen van de Goddelijke macht. De Schepper behield Zichzelf slechts één effect van die macht voor: deze om zielen te scheppen. Dit deed Hij met recht, want alleen God Zelf is zonder begin en einde. Alleen Hij is het Basisprincipe Zelf van alle Leven.
  2. de volheid van de Goddelijke Liefde, dus van de essentie van het Goddelijk Leven. De volheid van Goddelijk Leven betekent de totale afwezigheid van alles wat het Leven aantast en in kracht vermindert, namelijk alle ondeugd. Ik was dus van meet af aan volmaakt in deugd en heiligheid, en vrij van alle zonde en zondige neigingen.
  3. de volheid van de Goddelijke Wijsheid, het vermogen van de volmaakte kennis, de alwetendheid, in combinatie met de volmaakte richtingaanwijzers voor alle gedragingen, gedachten, gevoelens, woorden en bestrevingen. Deze derde instorting werd Mij in opeenvolgende etappes bewust gemaakt, zodat deze in de loop van Mijn aardse leven in Mij tot volmaakt bewustzijn werd gebracht.

Door deze drievoudige instorting werd Ik Draagster van Goddelijke eigenschappen, van elementen van de Goddelijke macht, van de volmaakte heiligheid en Wijsheid".

"Hoor de woorden die de Allerhoogste sprak bij de schepping van Mijn ziel:

ALLERHEILIGSTE DRIEVULDIGHEID: "Ziehier de mensenziel, hersteld in haar oorspronkelijke staat van heiligheid en bekroond met het Vuur van Onze Godheid. De Vrouw zal Zij zijn. Uit Vuur van Ons Vuur maken Wij Haar. Het diepe wezen van alles wat Wij hebben gemaakt en nog zullen maken, zal in Haar aanwezig zijn in de hoogste graad van volmaaktheid. Zij zal macht hebben over al het geschapene, Zij zal de volheid van het Leven dragen, Zij zal Onze Mysteries doorschouwen.

Groot Teken zal Zij zijn, aanstoot en vernedering voor de duisternis, want het Licht zal in Haar wonen en aan Haar Hart ontvloeien. Al het bezielde zal Haar voeten verheerlijken, want alle werken der duisternis zullen onder Haar voeten vergaan tot stof. Leef en heers, Vuur van Ons Vuur, want in U zal komen die IS. In U zal Hij zijn, en Gij in Hem. Marjam zal Uw naam zijn: Oceaan van Goddelijke macht, rijkdom en Glorie". (N.B.: zoals ik het hoor uitspreken, ligt de klank van de eerste 'a' in 'Mar-jam' ergens middenin tussen onze 'a' en onze 'i', het klinkt dus bijna als 'Mèr-jam').


10 december 2006

"(...) Ziehier de gouden sleutel tot het Ware Geluk op aarde: het lijden te ervaren als de instroming van de grootste Genade, en daardoor als de voltrekking van de bruiloft tussen de eigen ziel en de ziel van haar Meesteres. De engelen zouden Mij een eeuwigheid lang smeken om deze verrukking, die zij niet uit eigen ervaring kennen omdat zij geen stoffelijk lichaam bezitten.

Naarmate de Liefde groeit naar volmaaktheid, worden gehoorzaamheid en onderwerping grotere verrukkingen. Daarom beleven de engelen terwijl zij aan Mijn voeten geknield liggen in lofprijzing of om Mijn bevelen te ontvangen, de meest onvoorstelbare vervoeringen. Hun Liefde voor Mij is absoluut, volmaakt en vlekkeloos. Hun onderwerping jegens Mij is eveneens absoluut, volmaakt en vlekkeloos. (...) Het kruis is de sluitsteen van alles. De wijze waarop het gedragen wordt, bepaalt de stevigheid en de duurzaamheid van de tempel der Verlossing.

Ik ben de Koningin van het Nieuw Verbond. Het Nieuw Verbond is het Verdrag waardoor het Rijk Gods de aarde heeft veroverd. Gods Zoon en Mijn Zoon Jezus Christus heeft dit Verdrag bevochten en ondertekend met Zijn Bloed. Mijn opdracht is deze: in de Laatste Tijden te heersen over de onderdanen van dit Rijk, en steeds nieuwe veroveringen te doen. Ik heb daartoe strijders nodig die de wapenrusting van Jezus aanleggen en Mijn troon in de tempel van hun ziel aanvaarden. Ik ben de Heerseres van de Laatste Tijden, door Mij moet het Rijk Gods, dat in weinigen bloeit met bloesems van de Eeuwige Lente, naar zijn zomer worden gevoerd: de oogst van de vruchten. Dit zal gebeuren naarmate de vijanden van dit Rijk aan Mijn voeten vernederd worden, door de zelfvernedering van Mijn dienaren (...)".


12 december 2006

"Van al Mijn dienaren verlang Ik dat zij elke dag de duivelen onder Mijn voeten leggen, als trofeeën van Mijn macht. Zij kunnen dit doen door elke overwinning op zichzelf. Elke neiging tot ondeugd, elke toegeving aan een bekoring in welke vorm dan ook, kan overwonnen worden indien de Liefde voor Mij en voor de gekruisigde Jezus voldoende groot en oprecht is. De zielen moeten ervan overtuigd zijn dat elke overwinning op een zwakheid iets groots is, en vreugde verwekt in de Hemelse sferen. Dat komt doordat elke overwinning op een menselijke zwakheid een straal van Licht over de hele mensheid laat schijnen en een vernedering betekent voor de satan en zijn gevolg. Telkens een ziel tijdens een bekoring zegt Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, ik lever de duivel die mij hiertoe tracht te bekoren, aan Uw voeten uit, wordt de vernedering voor de satan volkomen, want dan dwing Ik hem voor Mij op de knieën. (...)

Mijn voeten zijn voor de duivelen bronnen van de grootste angst en kwelling. Niets in de hele Schepping vrezen zij méér dan Mijn voeten. Weet dat geen ziel machteloos is tegen de bekoring, dat geen ziel uitgeleverd is aan de willekeur van de bekoorder, indien zij de bekoorder zelfs nog maar bedreigt met Mijn voeten. Ik heb de zielen hiervoor reeds aanroepingen en gebeden geschonken. (Maria verwijst in de eerste plaats naar de gebeden nrs. 842, 843 en 844). (...) Ik ben de macht die alle duisternis verdrijft. Alles wat Ik wil, is volmaakte overgave aan Mij.

Het is goed voor de ziel dat alles waarvan zij waarlijk leeft, niet met de zintuigen waarneembaar is. Indien dit wél het geval was, zou het ware Goddelijk Leven door de menselijke geest verlaagd worden tot het niveau van het werelds leven, en zou het vele effecten van zijn sacrale macht verliezen".


14 december 2006

"Tegenover Liefde staat haat, doch de Liefde heeft nog een tweede tegenpool: de angst. Waar angst heerst, is geen echte Liefde, en waar echte Liefde is, kan geen angst bestaan. Ware Liefde inspireert innerlijke Vrede, vreugde, rust, geborgenheid en vertrouwen. In deze gesteldheid ruimt de ziel geen plaats voor angst. Wanneer de ziel in Mijn nabijheid een ware, oprechte Liefde voelt, zal zij een diepe Vrede, een warme vreugde, geborgenheid, vertrouwen en rust ervaren. Deze ziel kan niet bang zijn voor Mij. Wanneer een ziel angst voor Mij of voor God voelt, is haar Liefde onvolkomen of wordt zij verontreinigd. Deze verschillen komen duidelijk te voorschijn in de beleving van de gehoorzaamheid.

Beschouw de relatie van de engelen tot Mij, en deze van de duivelen tot Mij. Engelen gehoorzamen al Mijn bevelen uit zuivere Liefde tot Mij. Duivelen gehoorzamen al Mijn bevelen uit angst voor Mij. Wanneer duivelen rechtstreeks met Mij in aanraking komen, werpen zij zich voor Mij neer en gehoorzamen zij elk woord van Mij uit angst voor straf. Zij vrezen Mijn totale macht over hen. (...) Zij verlangen niet, Mij te dienen, zij verlangen slechts om van Mijn Tegenwoordigheid bevrijd te worden en de verwezenlijking van hun eigen plannen en doelstellingen verder te kunnen nastreven, plannen en doelstellingen die totaal onverenigbaar zijn met de Mijne. Een engel aan Mijn voeten, trilt van vervoering om de nabijheid van zijn grote Liefde en het vooruitzicht, Haar te mogen dienen. In deze vurige betrachting om Mij te dienen, zoekt hij de ultieme verwezenlijking van zijn diepste verlangen: totaal in Mij over te vloeien door volmaakte eenwording van wil. Een duivel aan Mijn voeten, beeft van angst in het voor hem verschrikkelijke doembeeld dat Ik met elk woord, met elk bevel, met elke beweging, met elke wenk, met elk gebaar, een act over hem kan uitvaardigen die dezelfde geldigheid heeft als een Goddelijk Wilsbesluit: Al Mijn woorden en verlangens hebben kracht van Wet in de hele Schepping.

Elke duivel weet dat al Mijn Wilsbesluiten lijnrecht tegengesteld zijn aan zijn belangen en verlangens. Wanneer je een duivel aan Mijn voeten ziet knielen in slaafse onderworpenheid, gebeurt dit louter en alleen omdat hij zijn eigen toekomst voor ogen heeft, niet Mijn belangen en verlangens. De onderwerping van een duivel jegens Mij bevat geen enkel element van Liefde. De mensenzielen zitten steeds tussen deze beide uitersten in: ofwel neigen zij méér naar de gesteldheid van de engelen, ofwel méér naar deze van de duivelen. Naarmate de mensenziel meer gezuiverd en geheiligd wordt, groeien in haar de echte Liefde, de ware Vrede van hart, de stille vreugde, het blind vertrouwen, de zalige en onverstoorbare geborgenheid en de vrije wil om Mij te dienen om Mijnentwil.

Laten de zielen zich steeds voor ogen houden dat gehoorzaamheid oneindig machtig is als kracht van Heil en Verlossing, doch alleen indien zij geïnspireerd wordt door, en bezield is met, de Ware Liefde. Gehoorzaamheid en navolging van Gods Wetten en geboden uit angst om verloren te gaan, heeft geen heiligende kracht voor de ziel. Ik herinner aan de woorden van Jezus die zegt dat niet ieder die zegt 'Heer, Heer', wordt gered. Inderdaad, onderwerping is nutteloos wanneer zij niet wordt gedreven door de Ware Liefde.(...)"

"Zie hoe de God van Liefde steeds méér toenadering zoekt tot de mensenzielen, ja, hen steeds méér bij Zijn Werken van Heil betrekt. Bemerk toch hoe de Eeuwige Vader in de eerste eeuwen van de tijd, gedurende de geldingstijd van het Oud Verbond, de wetgevende maar ook de uitvoerende macht in de Schepping vertegenwoordigde. Hij verkondigde Zijn Wetten en geboden door de profeten. Toen de volheid van de Tijd voor de Verlossing van de mensheid gekomen was, stuurde Hij Zijn Zoon in de wereld, Die Vertegenwoordiger werd van de Goddelijke uitvoerende macht, en deze opdracht vervulde als God-Mens opdat de mensenziel een voorbeeld zou zien waarin zij iets van zichzelf, haar eigen aard, kon herkennen. Nu, in het bijzonder sedert Mijn verschijningen aan de Heilige Cathérine Labouré, is de Eeuwige Vader begonnen, Mij, de Koningin van Hemel en aarde, steeds nadrukkelijker op het voorplan te schuiven, om Mij uiteindelijk via jou kenbaar te maken als de machtige Meesteres van alle zielen, waarin Mijn uiteindelijke bestemming bekrachtigd wordt.

Voor deze Laatste Tijden heeft de Eeuwige Vader Mij, in wezen een mensenziel, bekleed met de uitvoerende macht van God. De Wilsbesluiten die God aanvankelijk Zelf kenbaar maakte, heeft Hij met het Nieuw Verbond scherp afgebakend en ten uitvoer gelegd in Zijn Zoon als God en Mens tegelijk, één geworden met Mijn lichaam en Hart, en in deze Allerlaatste Tijden regeert Hij tastbaar door de Kroon van Zijn Werken: Maria, de Mensendochter, een mensenziel verheven tot onbereikbare hoogten. Het heeft de Allerhoogste behaagd, Mij alle macht in handen te geven (*) en Mij deze over alle zielen te laten uitoefenen in Mijn ultieme hoedanigheid voor de Laatste Tijden: deze als de machtige Meesteres van alle zielen. Luister nu naar de woorden van Mijn meest verheven dienaar".

(*) Zoals elders in deze Openbaringen blijkt, bedoelt Maria met 'alle macht', dat God Haar de vrijheid heeft geschonken tot uitvoering van Zijn Beschikkingen, doch dat de Eeuwige Vader de scheppende macht voor Zich heeft behouden.

Ik zie nu de Aartsengel Michaël in zijn indrukwekkende schoonheid en uitstraling. De heilige Aartsengel zegt:

Heilige Aartsengel MICHAEL: "Ik ben de prins van de engelenkoren."

Er treedt een korte pauze op, tijdens dewelke ik de Aartsengel diep zie neerknielen vóór de voeten van mijn Meesteres, met het voorhoofd tegen de grond. Dit is een beeld van verrukkelijke pracht. Maria kijkt met een heel zachte blik neer op de mooie gestalte aan Haar voeten, en de Aartsengel spreekt verder in mijn hart:

HEILIGE AARTSENGEL MICHAEL: "Zeg aan de zielen dat in deze Allerlaatste Tijden de daadwerkelijke macht wordt uitgeoefend aan de voeten van Maria, de allermachtigste Meesteres van Hemel, aarde, en de sferen onder de aarde. De hele wereld is onder Haar voeten gelegd, de talrijke miljoenen engelen liggen als slaven aan Haar voeten (...) Zij regeert en heerst soeverein, in volmacht voor de Goddelijke Majesteit. Als de Meesteres van alle zielen kondigt Zij Wetten en Decreten af die volmaakte uitvloeisels zijn van Gods Wil. Zij is bekleed met de macht om Gods Heilsplan voor de zielen tot voltooiing te brengen. Hiertoe regeert en heerst Zij soeverein over alle engelen, oefent Zij de volheid van de Goddelijke macht uit over de duivelen in de mate waarin de mensenzielen daar naar verlangen en dit verlangen door hun gedrag en offers onderbouwen, en is Haar alle macht gegeven over de mensenzielen. Elke dag opnieuw, worden Haar voeten verheerlijkt met miljoenen knievallen door engelen en wordt Zij door hen miljoenen malen op al Haar wenken gehoorzaamd.

Elke dag opnieuw belijden duivelen, in aantallen volgens Haar willekeur, aan Haar voeten dat Zij de ware Meesteres is en dat zij door Haar verslagen zijn, en worden zij door Haar bevolen om Haar macht te verheerlijken in woorden en daden. Haar macht is miljoenen malen groter dan deze van alle andere zielen samen. Zij is de ware Heerseres van de Laatste Tijden. Alle engelen staan Haar ter beschikking om de mensheid te bevrijden uit de wurggreep van onze helse vijanden. Met één woord, met één wenk, kan onze Meesteres ons met de volheid van onze kracht over de mensenzielen uitstorten om de tirannie van de satan en zijn gevolg te breken. Wij, engelen, wachten slechts op de offerande van de vrije wil van de mensenzielen zelf aan onze Meesteres, in een leven van TOTALE TOEWIJDING AAN HAAR. Mensenzielen, het uur heeft geslagen om jullie neer te werpen aan de voeten van onze Koningin en Meesteres, en Haar te smeken om bevrijding van de wereld.

Onoverzienbare Hemelse legers staan klaar om op Haar bevel Gods Rijk op aarde te grondvesten door de zielen te veroveren op de invasie van de duivelen, die zich de mensenzielen onrechtmatig toe-eigenen. De ware macht over de duisternis berust bij Goddelijke volmacht bij de Meesteres van alle zielen. Met één hand regeert Zij over ons, engelen. Met één voet bedwingt Zij de hel. Verneder jullie voor Haar, want de Allerhoogste heeft Haar bestemd tot jullie bevrijding. Haar scepter is de lelie der opperste zuiverheid in woorden, handelingen, gedachten, gevoelens en verlangens. Haar teken is het Kruis van Jezus Christus. Maak jullie kruisen één met het Kruis van Jezus Christus, opdat zij niet verloren mogen gaan doch jullie mogen maken tot ware dienaren van de Koningin van de Laatste Tijden. Laat het zaad van de ware, zuivere Liefde, dat de Schepper in jullie heeft gezaaid, eindelijk bloeien voor Zijn Aanschijn".


15 december 2006

"Als Meesteres van alle zielen ben Ik vergelijkbaar met cement dat het bouwwerk van Gods Schepping stevig moet houden. Ik breng alle zielen bij elkaar. In Mij zullen engelen en mensenzielen elkaar de hand reiken, want de ware diepe zin van hun leven is dezelfde: werken aan de voltooiing van Gods Plannen met de Schepping. Daarom verlang Ik in deze Laatste Tijden een zeer nauwe samenwerking tussen engelen en mensenzielen. Deze laatsten vormen hierin de zwakste schakels: De mensenzielen moeten aansluiting zoeken bij de engelen door zuiverheid en Liefde in hun leven centraal te stellen, hun gebeden te verenigen met deze van de engelen, en te bidden tot de engelen om hun voortdurende leiding en hulp in het dagelijks leven".


16 december 2006

HEILIGE MARIA MAGDALENA: "(...) De zielen hebben nood aan vertrouwen en rouwmoedigheid. Wanneer een bloem groeit in een bodem die van buitenaf verziekt raakt, hoeft zij daarom niet te sterven. Zo ook moet de ziel die haar leven moet leiden in een atmosfeer die door wereldse invloeden verontreinigd wordt, de moed vinden om dieper wortel te schieten in Gods bodem, opdat zij Gods voedsel moge blijven vinden. De wereld is verziekt, doch hij is oorspronkelijk door God gemaakt, en Zijn handtekening staat nog steeds in de bodem gedrukt.

Ik kan de zielen helpen om aansluiting te vinden naar het Goddelijk leven. Zij kunnen dit doen door zich te reinigen van alle vervuiling door wereldse invloeden, indien zij vurig bidden om oprechte Liefde en rouwmoedigheid, zodat zij de enige Waarheid diep in hun hart mogen leren voelen. Deze ervaring zal het hen onmogelijk maken om zich nog door de wereld te laten overrompelen: De ziel die dit in haar hart heeft ervaren, kán zich niet meer aan wereldse invloeden gewonnen geven.

Ik ben de patroonheilige van de rouwmoedigheid. Ja, zo beschouwt de Allerhoogste mij. Laat mij de brug zijn die de overgang naar het Ware Leven voor vele zielen gemakkelijker maakt. O welke macht kunnen zij over de satan verwerven door rouwmoedigheid, door zich vastberaden naar het Ware Licht toe te wenden ondanks de vele donkere wolken in hun leven. Laat hen hun kruisen zien als bronnen van bevrijding, en laat hen kiezen voor de totale dienst aan Maria.

Laten zij Maria zien zoals ook ik Haar zag terwijl ik nog met Haar kon omgaan op aarde: als Moeder, Vriendin en Meesteres tegelijk. Als Moeder schenkt Zij tederheid en troost, als Vriendin schenkt Zij bemoediging en vertrouwen, en als Meesteres voert Zij door Haar onvoorstelbare en onvolprezen macht naar de ware vrijheid en het echte Goddelijk Leven. (...)".


17 december 2006

"Gehoorzaamheid is een onschatbare deugd. Het diepe wezen van de gehoorzaamheid komt neer op een totale verloochening van de eigen verlangens. Weet dat de mensenziel heel vaak gedreven wordt door eigen voorstellingen over de invulling van haar dagelijks leven, en dat zij daarop ook onbewust reageert door haar menselijke drijfveren te volgen, die zo vaak ongemerkt door de satan geïnspireerd, beïnvloed en gekleurd worden. Totale onderwerping aan Mij is daarom in wezen niet minder dan de uitlevering van de duivel aan Mij: De gehoorzame ziel levert zichzelf uit aan Mijn macht, en levert daardoor ook elke duivelse beïnvloeding die in haar kan leven of in haar sporen kan hebben nagelaten, over aan Mijn macht. (...)".


18 december 2006

"Zelfverloochening van de ziel om Mijnentwil is als een zalige bries die dichte nevelen verjaagt: hij doet de duisternis wijken en geeft de zon de kans om haar licht in de harten te brengen. Evenzo, brengt zelfverloochening warmte en Licht over zielen. Onbaatzuchtige Liefde is daarom een sleutel tot bevrijding van de ziel zelf die haar bedrijft, en voor vele andere.

In de ziel die waarlijk verlangt dat Ik Meesteres over haar lichaam zou zijn, liggen alle driften, alle behoeften, ook deze in het kader van de seksualiteit, aan Mijn voeten, en valt de ontlading of bevrediging ervan onder de wetten van Mijn macht. Elke zwangerschap moet voorbereid worden in de ziel, opdat Gods zegen erop moge rusten, en de conceptie moge gebeuren in het volle Licht van God en volkomen vruchtbaar moge zijn binnen Gods allesomvattend Plan".


19 december 2006

"(...) In de mate waarin [de zielen] zich totaal aan Mij overleveren in de meest absolute toewijding, en hun totale zelfofferande aan Mij bekleden met de intentie dat Ik Mijn intenties tot verwezenlijking zou brengen, kan Ik de bronnen van alle kwaad en ellende onder de rechtstreekse invloed van Mijn macht trekken. Dit is de rechtstreekse voorbereiding van de grote Triomf van Maria, de Meesteres van alle zielen. Ik wacht erop, dat Mijn dienaren hun vrije wil aan Mij afstaan opdat Ik Mij van Mijn troon kan verheffen en de satan tot getuige kan maken van de nadering van zijn definitieve nederlaag".


20 december 2006

"De grootste genade die Ik een ziel kan bekomen, is deze van de ontsluiting van haar hart. Zodra een ziel zich licht van hart begint te voelen, kan zij alles aan, want zij ziet dan het relatieve van alles, en begrijpt dan hoe vaak zij zich zorgen maakt om vergankelijke dingen die niet echt belang hebben voor de ziel en haar Eeuwige Gelukzaligheid. Daarom is het Mij oneindig veel aangenamer wanneer een ziel Mij vraagt om opening van het hart, dan wanneer zij Mij vraagt om verlichting van haar dagelijkse lasten. Die lasten zijn beschikt door de Goddelijke Voorzienigheid als voedsel voor de ziel, om haar te voeden en te heiligen. Waarom zou de ziel Mij dan vragen dat Ik haar voedsel van haar zou wegnemen? Een ziel met een ontsloten hart, is een ziel die klaar is om in blijmoedigheid en dankbaarheid de lasten van de dag in zich te aanvaarden en deze aan Mij te geven als geschenken van Liefde. Hoe zalig is het voor Mij, te zien hoe een ontsloten hart omgaat met de dagelijkse beproevingen, als een volwaardig eerbetoon aan de Kruis dragende Jezus. De ziel die haar kruisen niet aanvaardt, ze van zich wil afwerpen of erover mort, legt deze kruisen bovenop het Kruis van Jezus. Dat is niet navolging van Christus, doch een messteek in Zijn Hart.

Wanneer een ziel een intense, vurige Liefde koestert tot een ander wezen, schept zij hierdoor vanuit haar hart naar het geliefde wezen een onzichtbare baan van Vuur. Doorheen deze baan vloeien als het ware al haar edelste vermogens naar het geliefde wezen toe, op voorwaarde dat de Liefde zuiver is. Zo kan de vurige Liefde tot God, tot Jezus, tot Mij, tot een heilige of tot een engel, beschouwd worden als een baan van Vuur tussen het hart van de ziel die deze Liefde koestert, en het hart van het geliefd Hemels wezen. Doorheen deze baan zal de liefhebbende ziel als het ware zichzelf ontledigen naar de Hemelse sferen toe, en via dezelfde baan zal zij zelf vervuld worden van het Goddelijk Leven dat in het geliefde wezen aanwezig is. Om die reden kan zuivere, vurige Liefde in een ziel de motor van een snelle heiliging worden. Door het Vuur dat zij zelf opwekt, en dat zijn oorsprong vindt in het zaad van de heiligheid dat zij sedert haar schepping in zich draagt, verbrandt zij in zich alles wat werelds is, en trekt zij geleidelijk aan elk element van Goddelijk Leven naar zich toe. Zo zal de ziel die zich in brandende Liefde tot Mij aan Mijn voeten neerwerpt in een alles verterend verlangen om Mij toe te behoren, zozeer vervuld worden van Mijn gesteldheden, dat zij stap voor stap omgevormd wordt tot een kopie van Mijzelf. Deze ziel ontledigt zich zo diep, dat zij tot in de kern van haar wezen vervuld kan worden van de heiligmakende genade".


21 december 2006

JEZUS: "(...) Zeg aan Mijn lammeren dat Mijn Moeder voor deze Laatste Tijden de onbeperkte macht heeft ontvangen om met onbetwistbare Goddelijke volmacht te heersen over alle zielen, de mensenzielen volkomen met de Godheid te verzoenen, en over de grote vijand van de zielen te heersen tot zijn definitieve verplettering onder Haar gezalfde voeten. Maria is de soevereine Meesteres van de mensheid. Het ontbreekt Haar aan niets om de mensheid te zuiveren van alle kwaad. Dien Haar met heel je leven en sterven. Zij werkt in jou een Plan uit dat de mensenzielen niet kunnen vatten. De grootheid van dit alles zal pas later aan het licht worden gebracht, doch wordt reeds door een bovennatuurlijk Licht in jouw ziel onthuld. (...) Verloochen Haar nooit, want Maria is de Troon van God Zelf".


22 december 2006

"Er zijn zielen die Mijn hoedanigheid als Meesteres van alle zielen niet in vereniging kunnen brengen met Mijn hoedanigheid als Moeder. Daarom wijs Ik erop dat Ik voor eeuwig Moeder van alle mensenzielen blijf, doch dat de aanvaarding van Mijn hoedanigheid als Meesteres van alle zielen voor deze Laatste Tijden absoluut noodzakelijk is. Zolang de ziel Mij uitsluitend als Moeder aanvaardt, gaat zij ervan uit dat Ik de bevrijding van de mensheid Zelf bewerk, zoals een moeder vele dingen regelt zonder enige inbreng van haar kind. In deze Laatste Tijden echter, moet de grote vijand van de mensenzielen van de wereld verdreven worden, en dit moet gebeuren met volle, actieve medewerking en deelname vanwege de zielen. Zo verlangt het de Eeuwige Wet van Gods Gerechtigheid. Daarom moeten de zielen Mij beschouwen als de Meesteres, de Aanvoerster van de strijdende Hemelse krachten, zoals Ik dit sedert jaar en dag ben van de engelen. Ik herhaal dat het uur heeft geslagen waarin engelen en mensenzielen samen onder Mijn aanvoering de laatste strijd tegen de tirannie van de helse legioenen moeten beslechten. (...).

Weinige zielen stellen zich de vraag waarom God het zo heeft gewild dat een welbepaalde mensenziel op zeker ogenblik gekroond zou worden tot Koningin van Hemel en aarde, daar Hijzelf toch de Koning van Zijn Schepping is. Dit heeft een diepe betekenis. De Allerhoogste heeft hierdoor een groot teken willen stellen. Adam als stamvader van het mensenras zou de 'koning' van de mensenzielen zijn, omdat uit hem alle volgende generaties geboren zouden worden. Door de zondeval van Adam ten gevolge van de aanvankelijke ongehoorzaamheid van Eva, zijn vrouw, ontnam God Adam zijn koningschap over de mensenzielen.

De Allerhoogste beschikte dat in de volheid van de Tijd een Vrouw geboren zou worden die Koningin over de mensenzielen zou zijn, door Hem hiertoe voorbestemd en na Haar leven op aarde formeel door Hem aldus gekroond. Die Vrouw was Ik. God noemde Mij nog vóór Mijn Ontvangenis 'Koningin', niet alleen over de mensenzielen doch ook over al het geschapene in de Hemelse sferen: alle engelen, en alle heiligen die na de verlossende Kruisdood van Gods Zoon tot de Hemel zouden worden toegelaten. God maakte Mij vlekkeloos heilig, en bekleedde Mij met een Glorie en een macht waarvan Hij beschikte dat zij dag na dag, jaar na jaar, eeuw na eeuw groter zouden worden. Mijn Glorie en macht zouden in hun evolutie zijn als spiegelbeelden van de Goddelijke Glorie en macht: zichzelf eeuwigdurend en eindeloos vermenigvuldigend.

Dit is het wezenlijk Mysterie van de Godheid en Zijn eigenschappen: Zij zijn tegelijkertijd volmaakt en blijven desondanks zichzelf oneindig vermenigvuldigen. Zo beschikte Hij ook voor Mij, als enige onder de geschapen zielen: Mijn Glorie en macht zouden op het ogenblik van Mijn Kroning volkomen zijn en toch zich eeuwigdurend verder vermenigvuldigen. God verkondigde aan de engelen dat Mijn macht voor eeuwig ongeëvenaard zou zijn onder de schepselen, Hij noemde Mij 'Koningin over al het geschapene' en vaardigde het Goddelijk Wilsbesluit uit, dat dit aan alle bewoners van de Hemel, de aarde, het oord van loutering en de hel verkondigd zou worden. Wat Hij in wezen heeft gedaan, was de Goddelijke eigenschappen kronen in een ziel, als een onbetwistbaar teken dat Hij in deze Vrouw een schepsel had gemaakt dat de hoogst bereikbare overvloeiing in de Godheid had verwezenlijkt. 'Koningin' was de titel van Mijn Glorie, 'Meesteres' de titel van Mijn macht. 'Meesteres van alle zielen' is de absolute bekroning van Mijn hoedanigheid als Koningin over al het geschapene. Ik ben Koningin over alles als teken van de volkomen verwezenlijking van Gods eigenschappen in het geschapene, als enige onder de schepselen, en Ik ben Meesteres over alles als uitdrukking van de opperste macht waarmee Ik ben bekleed".


23 december 2006

"Hoe méér de helse slang onder Mijn voet kronkelt in het besef van haar verslagenheid en machteloosheid, en moet erkennen Wie haar ware Meesteres is, des te harder slaat zij haar staart naar de zielen die haar onder Mijn voet hebben gelegd, en spuwt zij haar gif in de richting van de zielen die deze vernedering mogelijk hebben gemaakt. Lijd dit alles voor Mij met vurige Liefde, want het Vuur van de Ware Liefde is het onuitroeibaar tegengif voor het gif van de vijand der zielen.

Zoals in de Hemel twee soorten zielen het Eeuwig Leven ervaren, namelijk enerzijds de engelen, die nooit in een stoffelijk lichaam hebben geleefd, en anderzijds de heiligen, die als mens op aarde hebben geleefd, zo ook is de hel bevolkt met twee categorieën van zielen: enerzijds de opstandige, gevallen engelen, en anderzijds de verdoemde mensenzielen. De eersten hebben nooit in een stoffelijk lichaam geleefd, want tot hun verstoting uit de Hemel waren zij engelen. De tweede categorie wordt gevormd door de talrijke miljoenen zielen die in een stoffelijk lichaam als mens op aarde hebben geleefd, doch zichzelf door een leven in staat van niet-goedgemaakte zonde hebben verdoemd. Om die reden moeten de zielen begrijpen dat Ik strikt de eerste categorie van duivelen bedoel wanneer Ik het heb over de opstandige engelen die Mij alle eerbetoon hebben geweigerd. Alleen zij waren aanwezig toen de kiem van Mijn Wezen door God werd voorgesteld als de toekomstige Koningin van Hemel en aarde. (...)

De leden van de eerste categorie bekleden in de hel de hogere rangen. De satan, de voormalige Lucifer, is de meester van de helse regionen. Hij was vóór de val van de opstandige engelen ook in de Hemel de hoogste in rang van de opstandigen. De andere gevallen engelen zijn de gewezen engelen die de satan gevolgd zijn in zijn verzet tegen God. Zij kwamen uit elk van de negen engelenkoren. In de hel bekleden zij de hogere posities. Zij behandelen de verdoemde mensenzielen als hun slaven. De duivelen die over de aarde uitgestuurd worden om de verwoestende plannen van de satan ten uitvoer te brengen, komen uit elk van de beide categorieën. (...) Over het algemeen worden alleen duivelen uit de rangen van de opstandige engelen door de satan ingewijd in zijn strategieën en plannen, op een schaal die varieert volgens de rang die zij in de hel bekleden en volgens hun functie. Men zou deze duivelen kunnen vergelijken met de officieren in een leger. (...)".


24 december 2006

"De volheid van Mijn leven als ziel begon toen de kiem van Jezus in Mij werd gestort. De Heilige Geest overschaduwde Mij en stortte het volle Goddelijk Leven in Mij. Door Mijn Onbevlekte Ontvangenis was Ik een volmaakt Tabernakel, een voltooid paleis voor de Godheid. Dit paleis werd ten volle tot leven gebracht met de Menswording van Jezus. Negen maanden lang hield Mijn Lichaam de Godheid in het vlees omsloten. Mijn bloed voedde Hem, en werd op zijn beurt gevoed met de volheid van het Goddelijk Leven. Ik ontving Zijn levenskracht, Zijn gesteldheden en Zijn macht tot in de uiterste hoekjes van de maagdelijke Tempel van Mijn Lichaam. Geen kracht ter wereld kan de effecten van deze volmaakte versmelting teniet doen, noch hen in kracht laten verminderen. Daarom draag Ik Gods macht en Gods Wil in alle lagen van Mijn Wezen: ziel, geest, handen, voeten... Alles waarop Ik Mijn ogen laat rusten en waaraan Ik Mijn Wil hecht, kan herschapen worden volgens de bevelen die het uit Mijn Wil in zich opneemt. Zie toch wat Ik kan doen voor de ziel die Mij hierom vraagt. In overeenstemming met de voorwaarden die vervuld moeten worden jegens de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, moeten de volgende elementen aanwezig zijn:

  1. de ziel moet zich uit vrije wil, met vurige Liefde tot Mij en met verlangen naar herschepping, aan Mijn voeten neerwerpen;

  2. zij moet tot Mij smeken met volharding en in onwankelbaar vertrouwen op Mijn allesvermogende macht;

  3. haar Liefde, haar verlangen en haar onderwerping jegens Mij moeten zoveel Licht uitstralen dat zij Mijn ogen naar de ziel toe trekken en Mij ertoe bewegen om over haar het decreet van de Meesteres van alle zielen uit te spreken, dat luidt: 'Ik wil, het zij zo'. Geen enkele kracht in de Hemel, op aarde of onder de aarde kan Mijn Wil één millimeter laten afbuigen van de weg waarop Ik hem stuur tot verwezenlijking van Mijn decreten. Alleen God zou dit kunnen, doch doet dit nooit, want Hij weigert Mij niets, omdat Mijn Wil volmaakt samenvloeit met Zijn Wil.

Ik kan het ware Goddelijk Leven in elke ziel brengen. De enige hindernissen liggen bij de ziel zelf: de oprechtheid van haar verlangen naar het Goddelijk Leven, haar zwakheid, de intensiteit van haar Liefdesvuur, de graad van haar onderwerping jegens Mij, de motieven van al haar handelingen en gedachten, en de mate van haar onthechting ten aanzien van het wereldse en ten aanzien van haar eigen verleden en haar eigen verlangens. Hoe méér Ik in, over en door de ziel kan heersen, des te groter zullen Mijn Werken in haar worden, en des te minder zal zij uiteindelijk aan zichzelf gelijk blijven: Zij zal opgenomen worden in het ware Goddelijk Leven.

Een mensenziel moet zijn zoals een grot: eenvoudig, zonder ramen die uitzien op het wereldse van haar omgeving, en klaar om Mij te ontvangen wanneer Ik als hoogzwangere Uitverkorene van God door het Plan van Zijn Voorzienigheid naar de ziel word geleid om er de Christus te baren. Bij Mijn intrede wordt in de ziel het Vuur aangestoken, de bodem en de wanden worden gereinigd van het vuil en stof der jaren dat de buitenwereld in haar heeft achtergelaten en dat door haar eigen innerlijk leven is vastgehouden en vaak nog verder is aangetast, lekken worden gedicht, en de kern van het wezen ziet niets anders meer dan Mij, hoogzwanger van de Godheid in Mijn allerheiligste Schoot. Laat Mij Hem baren, want zovele schijnbaar rijke huizen willen Hem niet, ook al weten zij dat Ik hoogzwanger ben. Laat Mij binnenkomen, want Ik ben de Koningin, God Zelf heeft Mij het land van de grotten in heerschappij gegeven.

Opnieuw klop Ik deze nacht aan miljoenen zielentempels aan, in de hoop dat Ik er het Licht mag komen baren. De Geboorte van Jezus was voor Mij een uur van allerdiepste vervoering. Geen pijnen, geen barensweeën, doch een genot dat oneindig veel dieper ging dan de zielen bevatten. Uit Mij straalde het Goddelijk Licht de wereld in, terwijl in Mij het Goddelijk Licht voor Mijn geestesoog alles ontvouwde wat dit gebeuren voor de mensheid betekende. Mij werd de onmetelijke diepgang getoond van het volledig Verlossingsplan van God, wat in Mijn ziel Hemelse verrukkingen opwekte.

In het Boek Apocalyps wordt erop gewezen dat in het visioen van Johannes de Maagd kreet in Haar barensweeën. Dit is niet in tegenstrijd met de waarheid dat Ik Jezus zonder enige pijn heb gebaard. De barensweeën die Mijn geliefde Johannes in zijn openbaringen schouwde, verwijzen naar de vele hindernissen die Ik als het grote Teken, de Onbevlekte Koningin, ja de Meesteres van alle zielen, de Overwinnares over de duisternis, in deze Allerlaatste Tijden ontmoet in Mijn Werken als Moeder van het Rijk Gods op aarde.

Ik ben hoogzwanger van de laatste stappen in de voltooiing van Gods Heilsplan voor de zielen. De onwil van de zielen echter, bezorgt Mij barensweeën die in niets te vergelijken zijn met de verrukkingen die Ik heb gekend bij de Geboorte van Hem Die het zaad van dit Heilsplan in Gods aarde kwam zaaien.

Ik kom deze nacht opnieuw aan de zielentempels aankloppen, met een Hart vervuld van Genaden om het zaad eindelijk tot bloei te brengen. De enige remedie tegen Mijn barensweeën, is de zalving die Mijn Moederschoot ontvangt bij elke handeling van totale en onvoorwaardelijke toewijding. Laat de mensheid Mijn geschenken aanvaarden. Een moeder wil geven. Het enige wat zij voor zichzelf verlangt, is dat haar kinderen haar geschenken aannemen en dat zij zich deze tot nut maken".


26 december 2006

"De zielen beleven de Allerlaatste Tijden. Dit is geen tijd meer voor oppervlakkigheid. Ik heb jou geroepen als apostel van de Meesteres van alle zielen om instrument van verdieping te zijn. Ik heb jou geroepen en omgevormd tot Mijn abdij als een teken tegen de wereld en zijn oppervlakkigheden. Ik heb je geroepen om Mijn macht te laten schitteren voor de zielen. Zeg aan de zielen dat Ik zorg voor al hun dagelijkse zorgen en bekommernissen, op voorwaarde dat zij zich totaal aan Mij geven en een leven willen leiden van verdieping. Ik verlang dat de zielen Mijn Hart zoeken, en dat zij al hun wereldse zorgen in Mijn Hart begraven. Van Mijn apostel verlang Ik onderrichting aan de zielen in de wegen om deze diepgang in hun leven te vinden. Ik verlang dat jij je niet zou laten overhalen om in enig contact met de zielen wegen te volgen die Mijn Plannen en Werken niet bevorderen. Dit is geen tijd meer voor praatjes over dagelijkse beslommeringen. Ik wil in jou naar de zielen toe een teken stellen voor datgene wat voor God van belang is: De strijd tegen de vijand der zielen. Deze strijd kan slechts gewonnen worden zodra de zielen zelf de genade daartoe verwerven, door een grote spirituele verdieping na te streven, zich te wapenen tegen alle ondeugd en tegen alle mogelijke wereldse verleidingen, en door zich totaal aan Mij toe te wijden. Ik verlang van de zielen volkomen navolging van Christus, door hun kruisen met Vuur op hun schouders te nemen. (...) Dit is niet langer een tijd om de zielen te ontlasten van hun wereldse bekommernissen, het uur heeft geslagen om hen te begeleiden naar de diepgang in hun leven die God van hen verwacht.

Zie toch hoe essentieel de gehoorzaamheid is. De gevallen engelen zijn voor eeuwig uit de Hemel verbannen wegens hun ongehoorzaamheid jegens God. Adam en Eva zijn uit het Aards Paradijs verdreven wegens hun ongehoorzaamheid jegens God, en hebben hierdoor het merkteken van de erfzonde in alle mensenzielen van alle tijden nagelaten. Ongehoorzaamheid is verloochening van Gods Wil. Bedenk echter dat Gods Wil de Bron van alle Leven is. God schept door Zijn Wil. Daarom kan ongehoorzaamheid worden beschouwd als een verloochening van het Leven zelf. De ziel die ongehoorzaam is jegens Gods beschikkingen, dient krachten die de dood in de ziel brengen. Daarom kan ongehoorzaamheid worden beschouwd als een stalen deur die tussen de ziel en het Eeuwig Leven komt te staan.

Leer daarom de zielen hoe groot hun verantwoordelijkheid is wanneer zij zich aan Mij toewijden. De ziel die zich aan Mij toewijdt, kiest voor een leven aan Mijn voeten en is Mij volkomen gehoorzaamheid verschuldigd. De Meesteres van alle zielen weerspiegelt de Goddelijke macht en de Goddelijke Wil jegens de zielen. De toegewijde ziel die zich niet in alle elementen van haar dagelijks leven aan Mijn richtlijnen onderwerpt, berooft zichzelf van de levenskracht die God in haar heeft gelegd. God heeft Mij gekozen om Zijn Heilsplan te beginnen door Mijn ja-woord dat de Menswording van de Verlosser mogelijk maakte. Hij heeft Mij ook de macht gegeven om het te voltooien door de onschatbare Nalatenschap van Jezus in de zielen tot vrucht te helpen brengen. Ik ben de Koningin en Meesteres van de Laatste Tijden, de Gids voor elke levensweg, het Tabernakel van de macht van God Zelf. De Allerhoogste heeft Mij niet alleen aan de engelen voorgesteld als hun Meesteres die Hem in alles zou vertegenwoordigen en aan Wie zij totale onderwerping en volgzaamheid verschuldigd waren omdat Zij met buitengewone opdrachten was bekleed, Hij heeft Mij diezelfde heerschappij gegeven over alle zielen.

In de Hemel heers Ik over alle legioenen der engelen. Mijn Rijk omvat ook alle legioenen der duivelen, doch om dit zichtbaar tot uiting te brengen, moet de mensheid eerst Mijn totale heerschappij over zichzelf aanvaarden. Ik herinner daarom aan Mijn vierde en vijfde grote intentie (Maria verwijst naar de openbaring van 4 februari 2006): toewijding van alle mensenzielen aan Mij, en Mijn erkenning als Meesteres van alle zielen. Zie, Ik heb Christus voor de wereld gebaard. Hij is naar de wereld gekomen. De tijd is aangebroken waarin de wereld naar Christus moet komen, in totale navolging van Hem. Daartoe moet Ik, Die door God ben voorzien als de Meesteres van de Laatste Tijden en de Uitvoerster van de laatste fase van Zijn Heilsplan, nu gediend worden tot het uiterste toe. Totale toewijding is blinde gehoorzaamheid. Zij is het zaad van het Ware Leven".


27 december 2006

HEILIGE APOSTEL JOHANNES: "(...) Toen Jezus voor het eerst tot ons, Zijn apostelen, sprak over Maria, was het voor mij alsof ik engelen hoorde zingen. Ik was op slag verliefd op Haar. Toen ik Haar de eerste maal ontmoette, viel ik als betoverd vóór Haar voeten neer. (...) Hoe buitengewoon was Haar Liefde voor mij. Ons hele leven lang zijn wij op buitengewone wijze tot elkaar aangetrokken geweest. Wij hebben elkaars hart kunnen peilen in de allerhoogste Smart van Golgotha en in de vervoeringen van de Verrijzenis en Hemelvaart van Jezus en van de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksteren. Ik heb Haar bij mij in huis genomen, en Zij is jarenlang de Meesteres van mijn huis geweest, maar ook van het huis van mijn ziel. Maria’s Aanwezigheid bij mij was als een uitstorting van duizend hemelen in mijn hart. Vaak heb ik geweend van verrukking over Haar nabijheid (...)".


29 december 2006

"De zonde komt in de zielen door een samenspel van drie factoren:
  1. de behoeften van de mens
  2. de zwakheid van de mens
  3. de vrije wil van de mens

De mens leeft op aarde in een stoffelijk lichaam dat allerlei behoeften heeft, die tot op zekere hoogte bevredigd moeten worden om in leven te blijven. Ook zijn gevoelsleven heeft allerlei behoeften. Al deze behoeften vormen de eerste kruispunten waarop de ziel kan ontsporen. Zolang de ziel de ware meesteres over het lichaam en zijn behoeften en over het hart en zijn behoeften blijft, kan de mens zijn lichamelijke en gevoelsmatige behoeften onder controle houden. De ziel verliest echter veelvuldig de heerschappij over de menselijke natuur door de ingeboren zwakheid van de mens. Deze zwakheid is in wezen niets anders dan de neiging van de mens om zijn stoffelijke belevingswereld voorrang te geven op zijn spirituele belevingswereld. Zo ontstaan de machtsgrepen van de lichamelijke behoeften, die leiden naar genotzucht in vele uiteenlopende vormen, en van de gevoelsmatige behoeften, die leiden naar hartstochten. Hartstochten zijn alle ongeregeldheden in het gevoelsleven, alle vormen van onvrede in het hart, alle gevoelens die niet bevorderlijk zijn voor Gods Plan met de mens.

Elke toegeving aan het wereldse is een zwakheid, want wanneer de ziel meesteres is over de menselijke natuur, en niet het lichaam, behoudt de mens de controle over zijn behoeften en zullen de noden van de ziel nagestreefd worden boven de noden van het lichaam. De zwakheid is in de mens geslopen door de erfzonde, de eerste toegeving aan de influisteringen van de satan, die steeds verleidt tot de heerschappij van de stoffelijke noden.

Volledig in overeenstemming leven met Gods bedoelingen, is zuiverheid. Met de erfzonde heeft de onzuiverheid haar intrede gedaan in de menselijke neigingen. Om deze reden kan zwakheid beschouwd worden als de tweelingzus van de onzuiverheid. Toegeven aan stoffelijke behoeften en wereldse gehechtheden, is niet een gedrag waartoe de mens gedwongen wordt: Hij kiest ervoor, soms onbewust wanneer de toegeving aan het wereldse een gewoonte is geworden.

God heeft de mens een vrije wil gegeven opdat hij in vrijheid zou kunnen kiezen voor de ervaring van het Goddelijk Leven. God dringt Zijn weldaden en geschenken niet op, de mens moet er zelf naar verlangen. Wanneer de stoffelijke behoeften en de hartstochten niet beheerst worden, en de mens zijn leven begint op te bouwen rond de dingen der wereld in plaats van rond de noden van de ziel, gebruikt hij zijn vrije wil om uit vrije keuze het wereldse tot meester van zijn leven te maken. Hij wordt dan slaaf van zijn lichamelijke leefwereld, en hierdoor ook slaaf van de duivel, die de mens steeds naar zijn lichamelijkheid toedrijft opdat hij zijn ziel zou vergeten, want de ziel bevat het zaad van zijn heiliging en is de zetel van het Goddelijk Leven in de mens. Zo wordt een leven geboren dat gericht is op de verwezenlijking van de werken van de satan, dus een leven van zonde. De mens vergeet dan zijn oorspronkelijke bestemming: een leven te leiden dat op positieve wijze bijdraagt tot de verwezenlijking van de Werken en Plannen van God, opdat de Verlossing en het Heil van alle zielen voltooid moge worden en Gods Rijk op aarde kan bloeien.

De meeste zielen begrijpen niet hoe zonde kan ontstaan in een wereld die geschapen is door een God Die niets anders is dan Liefde en volmaaktheid. Zij stellen zich de vragen: Hoe kan het kwaad ontstaan, indien alles van God afkomstig is? Leeft het kwaad dan ook in God Zelf? Heeft God ook het kwaad geschapen, en waarom? De zielen benaderen deze dingen verkeerd. Zie, de zonde is oorspronkelijk in de wereld gekomen door de ongehoorzaamheid van het eerste mensenpaar jegens God. Aanschouw echter het allereerste begin, de absolute kiem, van alle kwaad. God had de engelen gemaakt nog vóór Hij de mens schiep. De engelen waren dragers van niets anders dan heilige eigenschappen en gesteldheden die God in hen had gelegd. In hen was geen spoor van kwaad.

Zie nu Lucifer, in den beginne het hoofd der engelen. Hij genoot de heerlijkheden van het leven in de Hemelse regionen. Op zekere dag maakte God Zijn verdere Plannen aan deze hoofdengel kenbaar, evenals aan andere hooggeplaatste engelen, en zo verder langsheen de opeenvolgende rangen der engelen. Beschouw nu de hartsgesteldheden van de beide hoogsten in rang: Lucifer, en onmiddellijk onder hem Michaël.

Michaël werd aangegrepen door niets dan zuivere Liefde en de behoefte om te dienen. In hem kwam de kiem van alle deugden tot volle bloei door deze praktische toets aan een veranderde toestand: Michaël zag het toekomstig Heilsplan van God, hij zag Mij als toekomstige Koningin en Meesteres van alle engelen en mensenzielen voor alle tijden, en hij was verrukt over Gods Werken, Plannen en Liefde. Hij koos voor God en voor zijn latere Koningin en Meesteres, Die hij wilde dienen met heel zijn wezen.

Ik toon je nu de hartsgesteldheid van Lucifer. Hij genoot dezelfde heerlijkheid als Michaël, doch beschouwde deze heerlijkheid niet als middel om Gods Plannen en Werken te dienen, doch als een doel op zich. Hij was de hoogste in rang onder God, en had deze positie tot een doel op zich gemaakt. Het vooruitzicht van de schepping van een nieuw wezen, de mens, die zou mogen streven naar de volkomenheid van het Goddelijk Leven, en van een Vrouw, Maria, aan Wier voeten hij, de prins van de Schepping, zou moeten neerknielen in totale onderwerping en gehoorzaamheid, werd door Lucifer aangevoeld als een bedreiging van zijn macht, die voor hem tot doel op zich was geworden, en niet langer werd ervaren als middel om Gods Plannen uit te voeren. Het Goddelijk geschenk van de heerlijkheid is in Lucifer tot doel op zich geworden. Hij bezat alles om eeuwigdurend volmaakt gelukzalig te zijn, doch maakte genot en macht tot streefdoel van zijn bestaan. Hij begon op zichzelf gericht te leven, in plaats van op God gericht.

Dit toont niet aan dat uit Gods hand iets kwaadaardigs is voortgekomen, doch dat het schepsel zelf het kwaad in het leven heeft geroepen door een Goddelijk geschenk verkeerd te gebruiken, namelijk door het te gebruiken voor de eigen noden in plaats van voor deze van God. Door deze vrije keuze berooft het schepsel het Goddelijke als het ware van zijn volmaaktheid, met andere woorden: van de volmaakte glans van Zijn Liefde, en kan het kwaad ontstaan.

Kwaad is alles wat niet meer de Plannen en Werken van God bevordert. In Lucifers hart heeft deze verkeerde keuze zozeer de heerschappij over zijn hele wezen gegrepen, dat hij al zijn inspanningen begon te richten op de verwoesting van Gods Werken en Plannen. Uit de ene ondeugd werd de andere geboren: Zelfzucht en egocentrisme leidden tot ongehoorzaamheid, verder tot de hoogmoed van de overtuiging dat hij Gods Beschikkingen kon dwarsbomen en teniet kon doen. Liefde werd tot haat in zijn vele verschijningsvormen, Licht werd tot duisternis. Lucifer heeft deze gesteldheid door misbruik van zijn ongeëvenaarde geestelijke vermogens op miljoenen andere engelen weten over te dragen, door hen te inspireren tot zijn eigen hoogmoed, ongehoorzaamheid, haat en alle andere uitingen van onvrede. Na zijn val en verstoting uit de Hemel zou hij dezelfde strategie toepassen jegens de mensenzielen. Zo ontstaat het kwaad, en vermenigvuldigt het zich: doordat het schepsel zijn hart niet meer op God richt, doch op zichzelf. Via de erfzonde heeft Lucifer, vanaf dan de satan geheten, macht gekregen over alle mensenzielen van alle eeuwen, behalve over Mij, de Vrouw, de Koningin en Meesteres van alle zielen. Dit is de ware ontstaansgeschiedenis van het kwaad".


30 december 2006

"Een mensenziel die valt, vertoont in haar innerlijke gesteldheid opmerkelijke overeenkomsten met deze van Lucifer ten tijde van zijn val: De ziel valt ten prooi aan onvrede in het hart, voelt zich tekort gedaan in vergelijking met anderen, is licht geneigd tot jaloersheid, is volledig gericht op haar eigen behoeften ten nadele van deze van God en van haar medeschepselen, en stelt zich niet meer ten dienste van Gods Plannen en Werken. Zij begint steeds méér voor zichzelf te leven, en stelt genot en macht tot streefdoel van haar belevingen. Zij doet dit door allerlei manipulaties jegens haar medeschepselen en haar hele leefwereld.

De maatstaf van haar gedragingen is niet de bevordering van het Heil van de zielen, doch de mate waarin zij voor zichzelf nut en voordeel kan halen uit haar gedrag en uit alle situaties in haar omgeving. Deze ziel wil niet meer dienen, zij wil gediend worden, door haar medeschepselen en door de omstandigheden van het leven, dus ook door God Zelf en door Mij, Zijn Gevolmachtigde, want deze ziel maakt zichzelf tot een god en tot middelpunt van haar leefwereld. Zij laat zich niet leiden door het hart of de Liefde. Zij laat zich leiden door allerlei hartstochten die haar gevoelsleven van God laten wegdrijven, en door de geest, het berekenend verstand en het denken, gepieker, en door allerlei zorgen, want zij gelooft niet echt in de Goddelijke Voorzienigheid doch zoekt alles in haar eigen greep te krijgen en alles zelf te regelen.

Om deze reden aanvaardt de vallende ziel geen bovennatuurlijk gezag. Diep in haar hart is God haar een aanstoot, en de idee van Maria als oppermachtige Meesteres wekt in haar de geest van verzet. Alle regels van de christelijke deugd ervaart zij als een keurslijf dat haar berooft van de vrijheid die zij zich heeft toegeëigend door zichzelf tot god van haar leefwereld te maken. Zie het globaal beeld: Zo is het bij Lucifer geweest, en ditzelfde vuur van inwendige en uitwendige verwoesting heeft hij in de menselijke natuur aangestoken via zijn inspiraties tot de erfzonde".