TOTUS TUUS, MARIA !

HET MARIA DOMINA ANIMARUM WERK


Belangrijk vooraf

Private Openbaring van de Meesteres van alle zielen aan Myriam

geschonken tijdens meditatie op 17 augustus 2015

HEILIGSTE MAAGD MARIA: "Slechts heel weinig zielen hebben doorheen de jaren de ware reden en de ware bedoeling van de roeping van Mijn Myriam begrepen.

Je roeping is de vrucht van een Mysterie dat zeer nauw verband houdt met deze tijd, die de tijd van de voltooiing van Gods Heilsplan is. Op kracht van de genaden die zijn voorbehouden voor deze bijzondere dagen van Mijn verheerlijking bij God (*) laat Ik je thans de ware reden en de ware bedoeling van je roeping als Mijn Myriam met Mijn woorden bekend maken:

De roeping van Mijn Myriam is niet gericht op individuele zielen en hun noden, zij is er rechtstreeks op gericht, de voltooiing van Gods Heilsplan voor de hele Schepping te helpen vervroegen, en is daarom helemaal georiënteerd op de verkondiging van de Grondwet van de Schepping: de Wet van de Ware Liefde in de volheid van haar componenten, eigenschappen en Mysteries.

De tegenstander van het Licht van Gods Waarheid heeft geen middel onbeproefd gelaten om het Werk dat Ik doorheen Mijn Myriam wil en moet volbrengen, te hinderen en dit Hemels Werk van verkondiging op wegen te sturen die niet door Mij waren bedoeld. Je roeping is derhalve door velen verkeerd begrepen en geregeld misbruikt.

Om deze reden heb Ik Mijn Myriam tussen de Paastijd 2012 en de Paastijd 2013 stap voor stap definitief uit de openbaarheid teruggetrokken, want deze roeping kan uitsluitend en alleen worden vervuld in het rechtstreeks contact tussen Mijn Hart en het jouwe, in de beslotenheid van je ziel waarin Ik het zaad heb uitgestort, en blijf uitstorten, dat slechts kan bloeien wanneer geen wolken der wereld zich tussen de stralen uit Mijn Hart en jouw hart kunnen schuiven.

Om deze reden ook, heb Ik het tijdperk vóór Ik je volledig zou terugtrekken, in 2012 afgesloten met de unieke inspiratie van De Beekjes van het Heil, want zie:

De roeping van Mijn Myriam is volledig gericht op de verkondiging van de Wet van de Ware Liefde en de onderrichting over de wegen voor een toepassing ervan die de mensenzielen tot ware gelijkenis moet brengen met het beeld dat hun Schepper van in den beginne ten aanzien van de mensenziel heeft gekoesterd. Gods Heilsplan kan slechts worden voltooid in de mate waarin de mensenzielen de Ware Liefde bewust, spontaan en onvoorwaardelijk in toepassing brengen jegens elk element van de Schepping: medemensen, dieren, en zelfs het leefmilieu.

Je volledige terugtrekking heeft Mij in staat gesteld, thans de uiteindelijke doelstelling van dit Werk naar haar bekroning te leiden, die is begonnen met De Beekjes van het Heil en zich sedertdien ten volle uitwerkt in de unieke inspiraties die Ik in deze tijd in jou uitstort, en die Ik op Gods Tijd aan de zielen zal vrijgeven.

Verkondig deze woorden als een Teken van Mijn macht over de duisternis".

(*) De Meesteres van alle zielen verwees ooit in een Openbaring naar de dagen tussen Haar feestdagen van 15 en 22 augustus als 'de dagen van Mijn verheerlijking'.

(Hier eindigt de Openbaring van 17 augustus 2015)

Voor nadere informatie over het wezen en de achtergronden van het Maria Domina Animarum Werk verwijzen wij tevens naar alle andere rubrieken in dit menupunt Maria Domina Animarum.
De Meesteres van alle zielen liet één en ander over de redenen en het wezen van de vele tegenwinden tegen het Apostolaat toelichten, o.a. in Antwoordbrief 524 alsook in de zeer revelerende tekst Toewijding en Jezus in het menupunt Toewijding aan Maria. De lectuur van de in betreffende brief vervatte antwoorden vanwege de Koningin des Hemels Zelf op de kritieken tegen het Apostolaat kan enig licht helpen werpen op datgene wat in deze rubriek wordt aangeboden.

Inhoud

Inleiding
1. Zin en doelstelling van het MDA Werk
2. Over de achtergrond van het MDA Werk
3. Opdracht en doelstellingen van het MDA Werk
4. Verkondiging van de Meesteres van alle zielen
5. De Meesteres van alle zielen als uniek Hemels Geschenk
6. Het MDA Werk als behoeder van een unieke schat
7. Het uniek karakter van het MDA Werk
8. Dringendheid van het MDA Werk
9. Op uitdrukkelijke verordening vanwege de Koningin des Hemels
distantieert het MDA Werk zich volkomen van dreigboodschappen en
alle profetieën met betrekking tot de eindtijd
Overwegingen tot besluit

Inleiding

In deze Laatste Tijden wordt MARIA door God aan de zielen voorgesteld als de Meesteres van alle zielen, met als roeping: de zielen van binnenuit zodanig te heiligen, dat zij daardoor de Werken van Jezus Christus in zichzelf kunnen voltooien, en samen, onder Maria’s leiding, de grondvesting van Gods Rijk op aarde kunnen verwezenlijken. Maria wil dit doen door bestrijding van de onwetendheid in de zielen over alle elementen van Gods Heilsplan, en door onderrichting aan de zielen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Wijd U daarom totaal, onvoorwaardelijk en eeuwigdurend toe aan Maria als de Meesteres van alle zielen.

In antwoordbrief 68 liet de Meesteres van alle zielen mij woorden schrijven die zouden kunnen gelden als zeer kort gevat antwoord op de vraag, waar het in het Maria Domina Animarum Werk eigenlijk om gaat. Deze woorden zullen in het verloop van deze rubriek dieper worden toegelicht. Wat in dit menupunt niet kan worden uitgedrukt – omdat een vrucht uit Hemelse Bronnen niet gemakkelijk met woorden kan worden beschreven – zal het geheel van de geschriften op deze website U in het hart schrijven.

"De bestaansreden voor het Maria Domina Animarum-Apostolaat is slechts deze: aan de oproep van God door Maria als Meesteres van alle zielen gevolg te geven, door de omvangrijke en diepgaande onderrichtingen van Maria naar de zielen te brengen, om hen uit te rusten voor de strijd onder Maria’s leiding, want het gaat nu om niets minder dan de bevrijding van zielen uit de verwoestende effecten van de erfzonde, die de macht van de duivel over de mensenzielen vorm heeft gegeven. Maria bezit een macht die oneindig groter is, maar elke ziel moet deze individueel belijden, opdat de laatste fase van het openbloeien van het Verlossingswerk van Christus voltooid kan worden. De motivatie voor deze doelstelling en de onderrichting over de wegen om dit doel te bereiken, vormen de ware bestaansreden van dit Werk" (uit antwoordbrief 68).

Het Maria Domina Animarum Werk werd door de Moeder Gods in het leven geroepen als Apostolaat van verkondiging, om de volheid van de Waarheid te verkondigen en de zielen te helpen, de talloze gecamoufleerde listen van de duisternis en haar strategie tot verblinding van de zielen te ontmaskeren. Dit Apostolaat neemt uitdrukkelijk afstand van 'Waarheden op maat' die gericht zijn op de meningen van mensenzielen, of die op dergelijke meningen gebaseerd zijn. Om deze reden zijn dit Werk en Myriam de jongste jaren geregeld schietschijven van onbeschaamde aanvallen, lastercampagnes en zelfs bedreiging geweest. De duisternis verdraagt noch de Waarheid noch de ontmaskering van menselijk, werelds denken en handelen. Dit alles zal ons er niet van weerhouden, de opdracht die Myriam reeds in 1997 vanwege de Koningin des Hemels heeft ontvangen, onverstoorbaar verder te vervullen. Indien dit een werk van mensen ware, dan zou het, tegen de achtergrond van zo veel teleurstellende duisternis – teleurstellend omdat deze uitgaat van zielen die zichzelf als christenen beschouwen – waarschijnlijk reeds lang deze strijd hebben opgegeven. Het gaat hier echter om een Werk van de Moeder Gods. Maria geeft Zich tegen de duisternis niet gewonnen. Uiteindelijk kan Zij immers helemaal niet door de satan worden overwonnen, maar God is geduldig. Maria strijdt voor het Geluk van de zielen, ook wanneer vele zielen dit Geluk niet aanvaarden. Zij zou niet anders kunnen, daar Zij de Moeder van de Ware Liefde is.

De bestaansreden van dit Werk zit diep geworteld in de bodem van het christendom zoals dit in deze tijd door zeer veel christenen wordt toegepast: Het christendom gaat te gronde aan menselijk, werelds denken. Om deze reden heeft dit Werk van de Moeder Gods de opdracht ontvangen, in de zielen het denken volgens Gods Wetten (en ten volle georiënteerd op God, niet op de mensen) aan te wakkeren, wat helaas zelfs in de meeste spirituele Werken slechts oppervlakkig, soms zelfs niet wordt bevorderd. Dit behoort tot de redenen waarom Myriam en het Maria Domina Animarum Werk door velen zo verkeerd of zelfs helemaal niet worden begrepen, en in bepaalde - schijnbaar waarlijk christelijke - kringen zelfs als een bedreiging worden beschouwd, die met alle mogelijke middelen moet worden bestreden. Alle denken, voelen, beschouwen en bestreven in onze moderne wereld zijn helaas in verregaande mate ten prooi gevallen aan de duisternis. De christen die zich hierdoor laat leiden, verliest alle voeling met de ware bedoelingen die God voor alle zielen koestert. Het Maria Domina Animarum Werk waarschuwt hier onophoudelijk voor, maar oogst in ruil hiervoor vanuit sommige kringen zeer harde vijandigheid.

Aan elke individuele ziel de keuze: Ofwel kiest zij voor God en de bevordering van Zijn Werken voor de zielen, ofwel kiest zij voor de wereld, het werelds denken en willen, en bevordert daardoor de werken der duisternis. Myriam heeft gekozen voor een leven in onverdeelde dienst van de Koningin des Hemels. Wanneer het om het Heil van de zielen gaat, zijn geen compromissen meer mogelijk.

Talrijk zijn de Werken, respectievelijk Apostolaten, die reeds door menselijk denken of door menselijke respectievelijk wereldse beïnvloeding werden en worden verwoest. Des te meer geldt dit voor een Werk waarvan de wortels volkomen in de mystiek liggen: Hier zijn menselijke opvattingen en menselijk-wereldse inmengingen als louter gif. Wie de vruchten van een mystiek Werk begint uit te leggen naar menselijke, respectievelijk wereldse opinies, hult dit Werk en zijn vruchten in een atmosfeer van onzuiverheid en spoort zielen ertoe aan om aan de echtheid van dit Werk en zijn Bronnen te twijfelen. Een dergelijke ziel doet niet Gods Werken.

In de lente van 1997 riep de Moeder Gods een ziel in Vlaanderen aan wie Zij naderhand Haar eigen Aramese naam Myriam schonk, tot een leven in Haar uitsluitende dienst. Vanaf de dag van deze roeping werd Myriam door de Heilige Maagd intensief als kanaal gevormd. Meer bijzonderheden in verband met Myriam als kanaal van de Meesteres van alle zielen worden voorgesteld in de rubriek Maria Domina Animarum > Myriam.

Het Apostolaat, dat aanvankelijk als 'Myriam van Nazareth-Apostolaat' bekend was, omstreeks Pasen 2012 echter op uitdrukkelijke wens van de Meesteres van alle zielen definitief werd omgedoopt tot Maria Domina Animarum Werk, ontstond vrijwel meteen, doch ontwikkelde zich gedurende langere tijd eerder in het verborgene, waarbij ook de klemtoon van de opdrachten die de Hemelse Koningin Haar Myriam toevertrouwde, zich in de loop van de tijd verplaatste.

Vooral na 2005, toen de Heilige Maagd Zich voor het eerst als Meesteres van alle zielen (Domina Animarum respectievelijk Domina Animarum Omnium) bekend maakte, werd het Apostolaat hoofdzakelijk een Apostolaat van verkondiging. Vanaf de Vastentijd van 2011 begon de Meesteres van alle zielen het Apostolaat stap voor stap grondig te herstructureren, zodat de organisatie ervan na enkele fundamentele veranderingen vanaf de Paastijd 2012 de vorm kon aannemen, die de Koningin des Hemels aanvankelijk voor Haar Werk had voorzien. Op dat ogenblik schreef de Meesteres van alle zielen Haar Werk tevens op het administratief gebied formeel de structuur en organisatie voor, die Zij van meet af aan voor Haar Werk had verlangd en die Zij nu volledig begon toe te passen. Daarbij ontstonden zowel voor Myriam persoonlijk als voor het MDA Werk in zijn geheel totaal nieuwe regels, respectievelijk een wedergeboorte van de oorspronkelijke regels uit de allereerste jaren, die nu op verordening van de Moeder Gods strikt werden toegepast. Ook dit werd/wordt door sommigen niet begrepen, omdat de geest der wereld de ware Geest Gods en Zijn bedoelingen nooit waarlijk zal begrijpen.

De verkondiging die de Hemelse Koningin via Haar Myriam doorvoert, heeft de onderrichting in de Wetenschap van het Goddelijk Leven tot middelpunt, evenals de verdieping van de kennis over het ware Wezen, de ware heerlijkheid en de in verregaande mate onbekende macht van de Moeder Gods, dit alles tegen de achtergrond van de onderrichting van diepe inzichten in Gods Heilsplan voor de zielen tot voorbereiding van Gods Rijk op aarde.

De Meesteres van alle zielen geeft vooral in Haar oproepen tot grondvesting van een Ketting van Licht, tot vorming van strikt traditioneel-Mariale gebedsgroepen en heel bijzonder in de antwoordbrieven uitdrukking aan Haar verlangen om heel dicht bij de zielen te blijven. Zij vraagt echter met nadruk dat de zielen zich in elk van de uiteenlopende rubrieken van de aangeboden geschriften zouden verdiepen, omdat deze allemaal onderling bijzonder nauw verbonden zijn en samen een volkomen sluitend systeem vormen. Indien men slechts hier en daar een fragment leest, kan men het gelezene gemakkelijk verkeerd begrijpen respectievelijk verkeerd uitleggen. In deze verkondiging wordt elk onderdeel pas goed door elk ander onderdeel verklaard, en moet derhalve alles worden beschouwd in zijn volle context. Deze verkondiging is precies zo omvangrijk omdat Gods Waarheid en de Mysteries van het Goddelijk Leven uit zeer veel elementen bestaan.

Laten wij enkele essentiële elementen van het Maria Domina Animarum Werk beschouwen, teneinde het in zijn juiste context te kunnen begrijpen:

1. De unieke zin en doelstelling van Maria Domina Animarum

Het Maria Domina Animarum Werk dankt zijn bestaan uitsluitend aan de roeping van Myriam door de Koningin des Hemels. Maria heeft het Werk ertoe voorbestemd om bij uitstek het Werk van verkondiging voor de Laatste Tijden te zijn, en bediende Zich van meet af aan van Haar werktuig Myriam om Haar voor de vorming van de zielen in de Laatste Tijden zo immens belangrijke onderrichtingen naar de zielen toe te brengen. Dit Werk van verkondiging is derhalve volkomen gebaseerd op mystieke inspiraties, en niet op enige vorm van menselijke redenering. Het Maria Domina Animarum Werk is om deze redenen ook niet te beschouwen als een menselijk werk, doch in de diepste zin van het woord als een Hemels Werk, dat bezit en eigendom is van de Allerheiligste Maagd, volledig door Haar geïnspireerd en niet door een menselijk verstand uitgeknobbeld. Maria is de ware Bron, de ware Auteur van deze verkondiging, evenals van alle regels en voorschriften volgens dewelke dit Werk functioneert. Ik heb dit onder andere in antwoordbrief 493 mogen aantonen. Myriam en het hele Maria Domina Animarum Werk worden in hun gedrag, in alle verkondigingen en in verband met het tijdstip en elke eventuele opgelegde beperking in verband met de verkondiging, uitsluitend door Maria Zelf bestuurd.

Maria wordt door dit Werk voorgesteld als de Meesteres van alle zielen, de hoedanigheid in dewelke Zij door God voor deze Laatste Tijden is voorzien.

De Hemelse Meesteres beschouwt het als Haar taak, de zielen van binnenuit in een zo verregaande mate te heiligen dat het voor hen mogelijk wordt, de Werken van Jezus Christus in zich te voltooien (dit wil zeggen: de vruchten ervan onder leiding van de Moeder van Christus en Bruid van de Heilige Geest in hun eigen innerlijk leven te ontsluiten) en aldus onder Maria’s leiding de grondvesting van Gods Rijk op aarde te verwezenlijken. Maria wil dit bereiken door de onwetendheid over alle elementen van Gods Heilsplan uit te roeien, en door onderrichting van de zielen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Bovendien roept de Hemelse Koningin de zielen onvermoeibaar op om zich totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Haar toe te wijden, opdat Zij het hele wezen en alle details van het leven van zo veel mogelijk zielen onbeperkt in de verwezenlijking van Gods Heilsplan moge kunnen inschakelen en de betreffende zielen naar de volkomen heiligheid moge kunnen leiden.

Waartoe heeft God Zich via Maria dit doel gesteld, respectievelijk welke opdracht heeft het Maria Domina Animarum Werk te vervullen?

De diepste en meest gestelde vraag is ongetwijfeld deze: Waarom leeft de mens eigenlijk?

Elke ziel moet hier op aarde voor God slechts twee doelstellingen verwezenlijken:

  1. bijdragen tot de grondvesting van Gods Rijk op aarde;

  2. door navolging van Christus de ware heiligheid in zichzelf tot stand brengen.

Deze beide doelstellingen hangen heel nauw met elkaar samen, en bepalen samen de verwezenlijking van het Heilsplan dat God voor alle mensenzielen heeft voorzien.

De mate waarin een ziel erin slaagt, zich te heiligen, bepaalt haar 'waarde' binnen Gods Heilsplan, want naarmate een ziel toeneemt in heiligheid, wordt zij een zuiverder spiegel van de eigenschappen van God Zelf, en wordt haar wil meer één met Gods Wil. Hierdoor worden haar bedoelingen, haar verlangens en bestrevingen, en al haar doen en laten, zozeer bekleed met Gods Wil dat het lijkt alsof alles wat van deze ziel uitgaat, van God Zelf uitgaat. Daarom ontwikkelt de heilige ziel zoveel kracht binnen Gods Werken. In een absoluut volmaakte mate is dit het geval voor Maria, Moeder van Christus en Koningin van Hemel en aarde. Daarom werd Zij door God verheven tot Meesteres van alle zielen, in welke hoedanigheid Zij Zich via Myriam van Nazareth in 2005 voor het eerst aan de zielen openbaarde.

Maria is als een Spiegel van God. In Haar heeft de heiligheid de absoluut hoogste top bereikt die voor een geschapen ziel mogelijk is. Daarom is Zij voor de zielen de Gouden Weg naar Gods Hart. God heeft in Zijn Heilsplan de mogelijkheid voorzien dat zielen zich totaal aan Maria toewijden. Door totale toewijding aan Maria geeft de ziel zichzelf, al haar gesteldheden, alles wat zij doet, en haar hele leven met alles wat haar overkomt, aan Maria, opdat Zij dit alles zou kunnen 'bewerken' en met de oneindige verlossende en heiligende kracht van Haar volmaakte Liefde zou verrijken. Dit betekent dat God Haar een buitengewone macht heeft gegeven om over de zielen te beschikken. Zo kan Maria onbeperkt heersen in de zielen die zich totaal aan Haar toewijden en deze toewijding in hun dagelijks leven actief beleven. De twee enige beperkingen in de concrete uitoefening van de macht van de Meesteres van alle zielen ligt in:

  • de eventuele onwil van de ziel om zich totaal aan de Werken van God te geven;
  • de beperkingen die door de Wet der Goddelijke Gerechtigheid opgelegd kunnen worden.

De aan Maria toegewijde ziel wordt met haar hele wezen en haar hele leven tot grondstof voor de schepping van genaden voor de hele mensheid, tot verwezenlijking van Gods Heilsplan. Maria voltrekt deze 'omzetting' door bemiddeling van genaden, door Voorspraak bij Gods Gerechtigheid, en door 'herschepping' (grondige omvorming) van zielen.

Gods Heilsplan heeft het zo voorzien dat Maria als Meesteres van alle zielen in de Laatste Tijden een onbeperkte macht zou uitoefenen als Leidster van de engelen en de mensenzielen in de strijd van het Goddelijk Licht tegen de duisternis (de krachten van het kwaad). In Haar Openbaringen aan Myriam van Nazareth licht Maria toe waarom Haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen pas in deze tijd aan de mensheid bekendgemaakt wordt.

In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen heeft Maria uiteindelijk tot taak, in de Laatste Tijden de Verlossing van de mensheid, die door Jezus Christus is volbracht, in elke individuele ziel te voltooien in de mate waarin een ziel haar vrije wil aan Maria opoffert als een teken voor haar verlangen, haar volle medewerking aan deze Hemelse Werken te verlenen.

Op 11 oktober 2008 definieerde Maria via Myriam de heiligheid als volgt:

"Zielen van Mijn Hart. Ik word door God naar jullie gezonden om jullie de Wetenschap van het Goddelijk Leven te onderrichten. Het Goddelijk Leven is het leven in volmaakte overeenstemming met Gods Wet, het leven in ware heiligheid. Heiligheid is de toestand van de ziel die in staat is om 'Heil' te brengen over de Schepping door alles wat zij doet en zegt, en zelfs door haar meest verborgen gedachten, gevoelens en verlangens".

Op 12 augustus 2006 zei de Meesteres van alle zielen reeds:

"Een heilige ziel is een ziel die Gods Waarheid in zich heeft opgenomen en deze in zichzelf, in de kern van haar wezen, ervaart en beleeft. Zij ontdekt de Eeuwige Waarheid en begint haar te doorschouwen zoals men tot de kern van een bloem zou doordringen door bloemblaadje na bloemblaadje te verwijderen zodat de kern van de bloem steeds beter zichtbaar wordt. De blaadjes van de bloem zijn hierbij de elementen van de Waarheid, de elementen waaruit de heiligheid is opgebouwd, de deugden, de bouwstoffen van de Ware Liefde, ja de bouwstoffen van het Wezen van God Zelf".

Maria noemt de heiliging een ontdekkingsreis naar het Wezen van God, dat weliswaar nooit volledig doorschouwd kan worden, doch tijdens deze reis een bron van eindeloze heerlijkheden ontsluit. Op deze ontdekkingsreis leert de ziel meer en meer zichzelf zien zoals zij werkelijk is, dus eigenlijk zoals God Zelf haar ziet. Zij ontdekt de gevaren die het heiligingsproces bedreigen, de oorzaken en de aard van de zonde, de eigen zwakheden van de ziel, de verwachtingen die God aan de ziel stelt (zowel in het algemeen als aan elke individuele ziel volgens haar specifieke roeping), en de wegen naar de bevrijding van de ziel. Precies dit alles maakt deel uit van de 'leerstof' in de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

Ware heiligheid is volkomen vrijheid van de ziel, onthechting van de meest uiteenlopende gehechtheden behalve één enkele: deze jegens GOD. Precies deze ervaring, volkomen in Gods Hart geborgen te zitten, bevrijdt de ziel uit haar gevoelens van angst en hulpeloosheid. Zij kan streven naar de eenwording met het Hart van God door de vervolmaking in alle deugden.

Hoe verder de ziel vordert in de eenheid met Gods Hart, des te meer wordt zij bevrijd uit het (meestal onbewuste) gevoel, de gevangene te zijn van het leven. Dit gevoel wordt veroorzaakt door de gehechtheden aan al het wereldse: behoeften waaraan de ziel weinig of geen weerstand kan bieden, maar ook – onder andere – nieuwsgierigheid, en alle herinneringen aan het eigen verleden, kortom: alles wat de ziel in handelingen, gedachten en gevoelens vasthoudt aan het stoffelijke, namelijk de signalen die haar eigen lichaam haar geeft, alle zintuiglijke waarnemingen in verband met haar leefwereld, en alle gebeurtenissen uit haar hele leven. De ziel kan niet tezelfdertijd bezig zijn met het stoffelijke EN met het niet stoffelijke (de spiritualiteit, alles wat verband houdt met God en Zijn Werken en met de ontwikkeling van het zielenleven). Het behoort tot de doelstellingen van de Meesteres van alle zielen, elke ziel tot het inzicht en het verlangen te brengen om voluit te kiezen voor een leven ten dienste van het niet stoffelijke (dit wil zeggen: God te dienen, en niet de mammon).

Precies de groeiende kennis van Gods Waarheid leidt de ziel stap voor stap naar haar bevrijding. Deze kennis die de christelijke zielen van hun prachtige Geloof – de Leer van Christus als het enige fundament van Gods Waarheid – dragen, is echter vaag geworden. Derhalve voelen de meeste zielen zich niet vrij, doch verward en belast. Zij slagen er niet in, zich uit hun gevangenschap jegens het stoffelijke te bevrijden. God verkondigt daarom Maria als de Meesteres van alle zielen, om aan de zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven, de wegen naar de volledige innerlijke vrijheid, en ontelbare onbekende of vergeten elementen van Gods Waarheid te onderrichten, en hen onder de totnogtoe nauwelijks bekende, onbegrensde macht van Maria van binnen uit grondig te veranderen. Maria, de Meesteres van alle zielen, wordt ons door God gegeven als de Leidster van de innerlijke omvorming en als de Gids op de weg naar de ware heiligheid, en derhalve naar de volkomen vervulling van de roeping van elke ziel, en wel deze: een voor Gods Werken en Plannen vruchtbaar leven te leiden. Hierdoor voltooit de ziel het Verlossingswerk van Christus in zichzelf. Aldus wordt het Ware Geluk voor de ziel ontsloten – reeds stap voor stap op aarde. Laten wij de hand nemen die God ons daartoe aanreikt in de Meesteres van alle zielen, de Dageraad van Gods Rijk op aarde en de Voortrekster van de volmaakte innerlijke Vrede en van het onverwelkbaar Geluk.

In 1997 riep Maria Myriam ertoe op om via een weg van mystieke vorming uiteindelijk de dienst als 'apostel van de Meesteres van alle zielen' op te nemen. Via dit instrument onderricht Maria de zielen sedert een aantal jaren in de mystieke kennis die Zij in 2007 voor het eerst aanduidde als de Wetenschap van het Goddelijk Leven, 'de Wetenschap van de ziel en haar vermogens om te leven naar het beeld en gelijkenis van haar Schepper'. Zij doet dit via een omvangrijk volume aan geschriften: boeken, kortere onderrichtingen, gebeden, en heel veel openbaringen, waarin Maria de diepten van het zielenleven ontsluit met de bedoeling, de zielen naar de verwezenlijking van hun roeping als kinderen Gods te leiden. De Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht de zielen over heel veel dingen die hen in hun dagelijks leven als christenen tot nut kunnen zijn: Wat gaat in zielen om, en waarom; wat verwacht God concreet van de zielen; hoe kan elke ziel haar 'bagage' (talenten, maar ook beproevingen enz.) op haar levensweg ten volle benutten; wat belooft totale toewijding aan Maria de zielen, en om welke redenen vormt deze toewijding de Gouden Weg van de navolging van Christus, en zeer vele andere dingen. Een steeds bredere waaier aan elementen van de Goddelijke Waarheid wordt stap voor stap naar de zielen toe gebracht. Daarom kunnen wij zeggen dat de onderrichtingen en openbaringen van de Meesteres van alle zielen de lentezon laten opgaan boven de zielen. Zij beogen, in elke ziel de Eeuwige Lente te grondvesten. Zij brengen de zielen:

  • het Licht van de Ware Hoop;
  • de warmte van de volmaakte, Hemelse Liefde van Maria;
  • de schoonheid van nieuwe bloesems in de eigen ziel;
  • nieuwe vruchtbaarheid van het zielenleven.

Om deze redenen kunnen de onderrichtingen en openbaringen van de Meesteres van alle zielen worden aangeduid als wegwijzers naar een volkomen nieuw leven: een leven in Ware Hoop, in Ware Liefde, in Waar Geloof, in vertrouwen, in de ware Vrede van hart, en daarom in Geluk. De ziel die zich de leringen van de Meesteres van alle zielen eigen maakt, komt waarlijk thuis in de haven van innerlijke rust die Jezus heeft geopend voor de zielen van goede wil. Een ziel van goede wil is een ziel die ernaar streeft dat haar wil gelijk wordt aan de Wil van God. De Wil van God is de Bron van alle Leven.

Als Meesteres van alle zielen IS Maria de Wegwijzer naar deze Bron, omdat Zij Jezus Christus, de Middagzon, voor eeuwig in Zich draagt. Derhalve is Maria de Dageraad, de Belofte van de Eeuwige Lente. Zij wil elke ziel laten delen in Haar eigen eeuwige lentezon, via de onderrichtingen, openbaringen en gebeden, die Zij als de Meesteres van alle zielen aan Myriam inspireert.

In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen wordt Maria daarom nu aan de zielen gegeven als het laatste Redmiddel voor de mensheid, die kwijnt onder de last van kwaad, ongeloof en modernisme. In Haar antwoordt God met de grote wapens van:

  • bewustmaking van de zielen ten aanzien van zichzelf, de strategieën van het kwaad, de wegen der zonde en de talloze verleidingen van het wereldse leven;
  • immense verdieping van de kennis van de Goddelijke Waarheid (de Wetenschap van het Goddelijk Leven);
  • terugkeer naar de traditionele wortels van Gods Wet.

De unieke zin en doelstelling van het Maria Domina Animarum Werk bestaat hierin, dat het door Maria Zelf in het leven geroepen is om deze Goddelijke wapens onder de zielen te verspreiden en in werking te stellen, opdat Gods Rijk op aarde gevestigd moge worden.

2. Over de achtergrond van het Maria Domina Animarum Werk

In 2011 inspireerde de Moeder Gods Myriam de volgende korte onderrichting, door dewelke Zij beoogde, de achtergrond van Haar Werk wat nader toe te lichten. Hier volgt deze korte toelichting in haar geheel:

Ut adveniat Regnum Dei, adveniat Regnum Mariae
(opdat Gods Rijk kome, moge het Rijk van Maria komen)

GEEN NACHT ZONDER DAGERAAD

Het Apostolaat Myriam van Nazareth (*) –
Een door God geschonken Weg naar het Paradijs van de Eeuwige Hoop

(*) sedert Pasen 2012 door Maria definitief omgedoopt tot
Maria Domina Animarum Werk

In deze Laatste Tijden laat God Maria, de Moeder Gods en Koningin van Hemel en aarde, via Myriam van Nazareth verkondigen als de Meesteres van alle zielen.

Dit Apostolaat is door een roeping vanwege de Hemelse Koningin gegrondvest. Zijn Werken zijn uitsluitend gebaseerd op mystieke inspiraties.

De uiteindelijke doelstelling van dit Apostolaat is de bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Gods Rijk op aarde is het Rijk van de volmaakte Liefde, de volmaakte Vrede en de volmaakte heiligheid van de zielen, een Rijk waarin de Schepping wordt hersteld naar haar oorspronkelijke staat van volmaakte heiligheid en volmaakte harmonie tussen alle schepselen. Deze harmonie is door de erfzonde van het eerste mensenpaar verloren gegaan, en is door de zonden van alle eeuwen steeds verder ontwricht. De grondvesting van Gods Rijk op aarde betekent de troonsbestijging van God in de mensenzielen, door een omvorming van de gesteldheden in de richting van de Ware Liefde, om te komen tot de volheid van Gods Waarheid en de verzaking aan alle werken van duisternis.

Hoe kan Gods Rijk op aarde worden gegrondvest?
God laat Maria via Myriam oproepen tot de volkomen, gewetensvol toegepaste toewijding aan Maria en navolging van Maria in Haar hoogste, alomvattende, thans door God verkondigde hoedanigheid als Meesteres van alle zielen (Domina animarum omnium). In deze hoedanigheid bewerkt Maria nu in de zielen die bereid zijn om zich volledig aan Haar weg te geven, een diep ingrijpende herschepping naar de hoogst mogelijke vruchtbaarheid in dienst van Gods Heilsplan toe, waarvan de doelstelling en de voltooiing zullen liggen in de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Hoe gaat de Meesteres van alle zielen tewerk?
Zij bedient Zich in Haar werkzaamheden via Haar Apostolaat, dat Zij bestempelt als "Mijn Apostolaat van de Laatste Tijden, Apostolaat van de Ware Liefde, de Ware Hoop, de bemoediging en de volheid van de Waarheid" hoofdzakelijk van drie wegen:

  • de innerlijke omvorming van zielen. De Meesteres van alle zielen beoogt in elke ziel de voltooiing van de Werken van Christus, doordat Zij de onmetelijke verdiensten van deze Verlossingswerken in de individuele ziel zoekt te ontsluiten en te bevruchten. Daartoe is de volledige overgave van de vrije wil van de ziel aan Maria noodzakelijk. Deze volledige overgave is de smalle brug naar de totale toewijding aan Maria.
  • de onderrichting in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Met dit begrip verwijst de Meesteres van alle zielen naar het omvangrijk geheel van de door Haar aan Myriam geïnspireerde geschriften, Openbaringen, antwoordbrieven, gebeden, instructies enz. De Wetenschap van het Goddelijk Leven onderwijst de zielen in het spiritueel leven en de ziel van Maria, verschaft kenniselementen over Gods Heilsplan en Zijn Werken, en onderricht de gouden wegen naar de heiligheid.
  • de grondvesting en bezieling van de Ketting van Licht. Onder 'Ketting van Licht' verstaat de Koningin des Hemels de harmonieuze aaneenschakeling van zielen die elkaar vinden in gebed en uitwisseling over de Wetenschap van het Goddelijk Leven in de geest van de dienst aan Gods Heilsplan. Dit 'elkaar vinden' hoeft niet in de eerste plaats te worden verstaan in de zin van een fysieke nabijheid, doch vooral in de zin van een verbondenheid in het hart en in de gemeenschappelijke doelstellingen. Maria beoogt via de Ketting van Licht eveneens een wedergeboorte van de volkomen solidariteit onder de zielen, zoals deze ten tijde van de Handelingen der apostelen bestond onder de christenen van de jonge Kerk. Toen werden de wortels van het christelijk leven gevestigd door de jonge christenengemeenschap. De Meesteres van alle zielen verlangt er vurig naar, via de Ketting van Licht dit fundament van weleer opnieuw geboren te zien worden. Over Haar Ketting van Licht liet de Koningin des Hemels mij de zielen informeren in het menupunt Maria’s Ketting van Licht.

Wat is het Maria Domina Animarum Werk respectievelijk wat is de Wetenschap van het Goddelijk Leven NIET?
Over het door dit Apostolaat verspreide Werk worden geregeld onzinnigheden in omloop gebracht. De Meesteres van alle zielen en de door Haar geïnspireerde Leer hebben helemaal niets te maken met het volgende:

  • Wij verspreiden geen esoterie. De Wetenschap van het Goddelijk Leven en de verkondiging van de Koningin des Hemels als Meesteres van alle zielen is geen esoterie, doch de vrucht van zuiver katholieke mystiek. De Meesteres Zelf laat integendeel op vele plaatsen in de geschriften elke uiting van esoterie scherp veroordelen en aan de kaak stellen als een val van de duisternis en een werk van verblinding. Doorheen alle geschriften worden alle werken van duisternis blootgelegd en strategieën ter bestrijding ervan uiteengezet. De door Myriam verspreide stellingen zijn gebaseerd op zuiver christelijke kennis, die op grond van Gods Genade door de Koningin des Hemels wordt verdiept;
  • Wij verspreiden geen ketterijen. De Meesteres van alle zielen laat op diverse plaatsen in de geschriften uiteenzetten dat dit Werk volkomen op de mystiek is gebaseerd, en derhalve heel veel verdiepingen, respectievelijk aanvullende perspectieven met betrekking tot het christelijk gedachtegoed aanbiedt. De mystiek wordt precies hierdoor gekenmerkt, dat zij ook verdiepingen, uitbreidingen en perspectieven biedt, die op het tijdstip van hun verkondiging nog geen deel uitmaken van het algemeen gangbaar denken. Dit komt doordat Gods Geest in ieder tijdperk precies datgene laat verkondigen, wat in dat tijdperk bevorderlijk is voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Het betreft derhalve geen verspreiding van ketters gedachtegoed, doch kennis en denkperspectieven die pas nu als Hemels zaad aan de zielen worden vrijgegeven.
    Voorwerp van onbegrip is vaak de wijze waarop Maria aan de zielen wordt voorgesteld, in Haar unieke verhevenheid en heerlijkheid als de Meesteres van alle zielen. Wij wijzen erop, dat er vele heiligen zijn geweest, die Maria hebben beschreven in een verhevenheid die ver boven het Bijbelse beeld van de Moeder van Christus uitstijgt. Het betreft daarbij alles behalve uitspraken die in tegenspraak zijn met de Bijbel, doch integendeel een Hemelse verkondiging die nu, in onze tijd, door God als absoluut onontbeerlijk en dringend wordt beschouwd.

  • Dit Werk doet niet aan Mariale dweperij. Dweperij is een schijnverheerlijking, die op ingebeelde Liefde is gebaseerd. Dit Werk verspreidt daarentegen onderrichtingen in de gouden weg naar de heiligheid. Deze weg is de weg van de volkomen navolging van Maria, en derhalve van de volkomen navolging van Christus, want Maria is de Spiegel van de volmaakte Liefde, de Belichaming van de volmaakte Verlossing en heiliging, en de Bruid van de Heilige Geest, en als volmaakt beeld en gelijkenis van God het Grote Teken van de door God gewilde versmelting met het Hart van Christus. Slechts Haar volheid van Genade heeft Haar Goddelijk Moederschap mogelijk gemaakt. De dweperij loopt ten einde waar de beproevingen zich aandienen. De ziel die niet boven het niveau van de dweperij kan uitstijgen, aanvaardt de beproevingen van het leven niet van harte, omdat zij niet de daartoe vereiste onzelfzuchtige Liefde kan opbrengen. De door het Maria Domina Animarum Werk verspreide geschriften onderrichten precies dit: Ware Liefde, aanvaarding en toewijding van alle beproevingen als geschenken van God.

  • Het Maria Domina Animarum Werk is geen sekte, wel integendeel, het gaat in dit Apostolaat om een rechtstreeks door de Moeder van Christus in het leven geroepen Werk, dat precies de verdieping van het begrip van, en het inzicht in, de Leer van Christus beoogt. In antwoordbrief 330 mocht ik nader op dit thema ingaan.

Het Maria Domina Animarum Werk is erop gericht, de volheid van Gods Waarheid te verspreiden, niets méér en niets minder. Elk woord in de geschriften wordt door de Meesteres van alle zielen geschonken, wat de verspreiding van duisternis meteen uitsluit. Om deze reden zegt de Koningin des Hemels Zelf, dat in elke opzettelijk verkeerde interpretatie ten aanzien van dit Apostolaat in werkelijkheid niet 'slechts' het Apostolaat respectievelijk Myriam wordt aangevallen, doch Zij Zelf, Maria. De leefregels aan dewelke de Meesteres van alle zielen Haar werktuig heeft onderworpen, waren van meet af aan het fundament waarop het hele Werk sedert 1997 is opgebouwd.

Het Werk richt zich tot elke individuele ziel, omdat God elke individuele ziel wil laten deelhebben aan Zijn Rijk. Het is vanuit de volheid van Zijn Liefde dat God de zielen in deze goddeloze en duistere tijd dit onschatbaar geschenk bereidt. Het staat elke ziel vrij, dit geschenk niet te aanvaarden respectievelijk het als 'niet uit een Hemelse Bron afkomstig' te belasteren. Wij oordelen niemand. Elke ziel moet echter haar beslissing en het daaruit voortvloeiende gedrag jegens God Zelf verantwoorden. Slechts dit willen wij ter overweging meegeven: Een Werk van God is te groot en te verheven om te worden genegeerd, laat staan dat men het als leugenachtig zou afschilderen, en zeker indien men niet ten minste een representatieve doorsnede van de geschriften met het hart in zich heeft opgenomen.

De zonde heeft de nacht van alle ellende over de Schepping afgeroepen. God is Licht. In de Meesteres van alle zielen toont Hij de zielen de Dageraad, de Zonsopgang van de volledige wedergeboorte in de hele Schepping en in zichzelf. Het Maria Domina Animarum Werk heeft als enige reden van bestaan, deze Dageraad en de wegen erheen te verkondigen. Derhalve verkondigt de Meesteres van alle zielen in dit Werk het tijdperk van de Ware Hoop, en geeft Zij dit gestalte.

3. Opdracht en doelstellingen van het MDA Werk

Om de opdracht, de doelstellingen en het wezen van het Maria Domina Animarum Werk werkelijk en correct te verstaan, verdient het aanbeveling en is het nuttig, rekening te houden met de volgende informatie:

  1. Bij de roeping in 1997 ontving Myriam van de Koningin des Hemels deze opdracht: met inzet van het eigen leven en van het hele eigen wezen Maria’s aanwijzingen en onderrichtingen aan de zielen doorgeven, en deze opdracht van verkondiging door een teruggetrokken leven van gebed, offers en dagelijkse beschouwing in innig contact met de Koningin des Hemels mogelijk helpen maken.
     
    De Moeder Gods verklaarde steeds op ondubbelzinnige wijze dat Myriam zich in het hele Werk in de context van de roeping uitsluitend en alleen jegens God moet verantwoorden, niet jegens mensen.

    De opdracht van het Maria Domina Animarum Werk ligt hierin, de aan Myriam geschonken inspiraties, onderrichtingen en aanwijzingen vanwege de Koningin des Hemels exact in de woorden van Maria Zelf aan de zielen van goede wil te verspreiden, en Myriams roeping door gebed, offers en alle werkzaamheden waartoe Maria Zelf oproept, te ondersteunen, dit alles heel precies volgens de verordeningen van de Moeder Gods en op Haar Tijd.

  2. De Moeder Gods vormde Myriam van meet af aan volgens Haar eigen model van gesteldheden en volgens het model van Haar eigen innerlijk leven. Het hele Maria Domina Animarum Werk heeft van Maria de opdracht ontvangen, ten overstaan van de zielen eveneens spiegel van dit model te zijn, opdat de zielen dit model op hun eigen spirituele vorming van toepassing zouden kunnen brengen. De Koningin des Hemels gaf Haar MDA Werk deze opdracht met de grootste nadruk bij het begin van de volledige herstructurering van het Werk omstreeks Pasen 2012, toen Zij Myriam Haar bedoeling bekend maakte, Haar Werk restloos terug te voeren naar de wortels van de beginperiode ervan na 1997. Over deze volledige herstructurering ging onder andere de Open Brief van de Koningin des Hemels aan de zielen.
  3. Het hele Maria Domina Animarum Werk is is een vrucht die door de Koningin des Hemels ter wereld is gebracht, uitsluitend door Haar wordt gevoed, en derhalve uitsluitend door Haar behoort te worden bestuurd. Dit laatste was in de beginjaren ten volle het geval, werd in bepaalde fasen van de geschiedenis van dit Werk in het gedrang gebracht, maar werd omstreeks Pasen 2012 door Maria definitief in regels vastgelegd. Het Werk is volledig gebaseerd op de geschriften die door de Moeder Gods via Myriam aan de zielen worden gegeven. Van Myriam werd van meet af aan veel gevergd: het begrip 'totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria' werd door de Moeder Gods meteen tot in zijn uiterste consequenties in Myriams eigen leven toegepast. Maria bestemde er Myriam toe – zoals Zijzelf dit noemde – Haar 'abdij' te zijn, dit wil zeggen in volledige teruggetrokkenheid en uiterste gehoorzaamheid, en in volledige overgave aan de Meesteres van alle zielen de taken te volbrengen die Maria van Myriam verlangt, en waarvan slechts een klein gedeelte in het Apostolaatswerk zichtbaar is. Maria stak het van meet af aan niet onder stoelen of banken dat Myriams gehoorzaamheid doorslaggevend zou worden voor de vruchtbaarheid van het Apostolaat, een vruchtbaarheid die slechts in het verborgene van de innerlijke gesteldheden der zielen aan de dag treedt en die uiteindelijk moet berusten op de vaste wil van elke ziel om de onderrichtingen daadwerkelijk in het eigen leven in praktijk te brengen.

Op grond van de mystieke vorming werd Myriam 'voorgeprogrammeerd' voor een contemplatief leven in eenheid met het Hart van de Koningin des Hemels. Maria zei Zelf bij herhaling dat Zij Myriam wilde hebben 'als een onbeschreven blad papier', zo ver mogelijk verwijderd van indrukken uit de buitenwereld, opdat de inspiraties vanwege de Moeder Gods in zo groot mogelijke zuiverheid zouden kunnen worden ontvangen en zo getrouw mogelijk zouden kunnen worden weergegeven. Inspiraties die worden geschonken via de weg van de mystiek, zijn bovendien zeer gevoelig voor wereldse invloeden, en worden bijvoorbeeld bij vertaling heel gemakkelijk onnauwkeurig weergegeven, precies omdat de mystieke taal in wezen bovenaardse fenomenen in wereldse woorden tracht te vatten, wat de oorspronkelijke onderrichtingen zeer gemakkelijk kan ontwrichten. Een verregaande aanraking met invloeden van buitenaf wordt daarom door Myriam ervaren als gif – omdat de Moeder Gods Zelf dit zo wil: Zij heeft Myriams hart van meet af aan omgevormd volgens het model van Haar eigen Hart, en stelt alles in het werk opdat deze eenheid zich voortdurend verder moge verdiepen. Slechts op deze wijze kan Myriam zelf elke afwijking meteen in het eigen hart gewaarworden.

Om deze reden, en bovendien omdat Myriams opdrachten voor de Meesteres van alle zielen heel wat omvangrijker zijn dan de zielen kunnen vermoeden, deelde Maria Haar Myriam in de loop van 2012 mede dat Zij Myriam opnieuw in toenemende mate uit elk contact met de buitenwereld zou terugtrekken, en bijvoorbeeld het systeem van de publieke antwoordbrieven en de contacten met Myriam via antwoordbrieven en mails stap voor stap zou afbouwen. Myriam ontving zeer veel brieven en mails, mocht echter in toenemende mate een groot gedeelte daarvan vanwege de Moeder Gods helemaal niet, en een ander gedeelte slechts privaat beantwoorden, om redenen die bijvoorbeeld in Belangrijke info in verband met de antwoordbrieven worden toegelicht. De gepubliceerde antwoordbrieven vormen derhalve slechts een fractie van alle correspondentie die Myriam in die jaren in beslag nam.
Hoewel uit deze antwoordbrieven een ware goudmijn aan onderrichtingen is voortgekomen, is Maria van oordeel dat de briefwisseling en het schrijven van de antwoorden, de vervulling van de overige opdrachten voor Myriam in hoge mate heeft bemoeilijkt en Haar MDA Werk enigszins heeft gedwongen tot een oorspronkelijk niet bedoelde koerswijziging, die Zij nu geleidelijk opnieuw wilde bijsturen. Sedert 2012 golden met betrekking tot de briefwisseling met Myriam in elk geval strikte regels en beperkingen, die eveneens werden aangestipt in Belangrijke info in verband met de antwoordbrieven.

In 2013 werd de mogelijkheid om Myriam te bereiken, definitief afgesloten, tot radicale bescherming van de wortels en kanalen van dit Hemels Werk.

Toelichting over de doelstellingen van het Werk

  1. Maria noemt het Maria Domina Animarum Werk Mijn Apostolaat van de Ware Liefde, de onwankelbare Hoop, de bemoediging en de volheid van de Waarheid. Voor de werkzaamheden en doelstellingen van het MDA Werk betekent dit concreet:
  • Ware Liefde: Alle geschriften leggen getuigenis af voor de onvoorstelbare Liefde van God en beogen, in alle zielen deze ware, onzelfzuchtige, zuivere Liefde tot God, tot de Moeder Gods, tot alle Werken en Plannen van God en tot alle medeschepselen tot bloei te brengen en voortdurend aan te wakkeren, alsook in elke ziel alle wegen te ontsluiten, via dewelke de ziel deze Liefde kan leren ontdekken, aanvoelen, ten volle tot nut brengen en doorgeven;
  • Ware Hoop en bemoediging: Alle geschriften tonen aan, dat niets verloren gaat, mits het door vurige toewijding naar het Hart van de Koningin des Hemels wordt geleid, en dat zielen om zich heen slechts de schijnrealiteit van de werken der duisternis waarnemen, die hen wil laten geloven, dat voor hen alles verloren is. Myriams geschriften wijzen op het feit dat in de voltooide werkelijkheid van God alle duisternis reeds door God via Maria, de Vrouw met de slang onder Haar voeten, is overwonnen;
  • de volheid van de Waarheid: De geschriften van Myriam onderrichten de Waarheid over Gods Mysteries, over de ware aard van de Moeder Gods in de volheid van Haar Heerlijkheid, en ontsluieren alle mogelijke vormen van dwaling, misleiding, verblinding, alsook de talloze leugenachtige strategieën van de duivel, en vele andere dingen. Door deze kenniselementen, die in een unieke diepgang voor de zielen worden toegelicht, beoogt de Meesteres van alle zielen de ontsluiting van vele zielen voor Gods Werken van de Laatste Tijden, niet slechts opdat zij deze beter zouden kunnen begrijpen, doch vooral opdat zij actief aan hun verwezenlijking zouden kunnen meewerken.

De betiteling van het Maria Domina Animarum Werk als Apostolaat van de Ware Liefde, de onwankelbare Hoop, de bemoediging en de volheid van de Waarheid liet de Meesteres van alle zielen in antwoordbrief 502 in een buitengewone gelijkenis uitwerken, naar dewelke ik hierbij graag verwijs.

  1. In de Myriam-geschriften is geregeld sprake van de Driehoek van de spirituele vruchtbaarheid: Liefde – Lijden – Gehoorzaamheid. Het MDA Werk heeft de opdracht, de zielen te helpen, de effecten van deze driehoek in zich te versterken:
  • Liefde: Zoals hierboven vermeld, is de Ware Liefde uiteindelijk het thema van alle geschriften van de Wetenschap van het Goddelijk Leven. De Ware Liefde is immers de essentie van God en derhalve de essentie van al Zijn Werken. Bijgevolg zijn alle Goddelijke Mysteries en alle geheimen van het zielenleven uiteindelijk gebaseerd op de Liefde. Om deze reden is de Wetenschap van het Goddelijk Leven in wezen een onderrichtingssysteem over het diepe wezen van de Liefde en de toepassing ervan in het leven van de ziel.
  • Lijden: In de geschriften wordt voortdurend de onovertroffen verlossende en heiligende waarde van de toewijding van alle beproevingen en alle lijden aan de Meesteres van alle zielen belicht;
  • Gehoorzaamheid: Het Maria Domina Animarum Werk zelf functioneert ten volle volgens de regel van een strikte gehoorzaamheid jegens de Hemelse Meesteres, de ware Auteur van dit Werk. In de strikte gehoorzaamheid draagt de ziel ertoe bij, het 'non serviam' ('ik zal niet dienen') van de gevallen engelen te compenseren. Om deze reden vormt de strikte gehoorzaamheid een machtig tegengewicht voor elke bekoring waaraan op deze wereld wordt toegegeven. Over de waarde van de gehoorzaamheid is in de Myriam-geschriften op diverse plaatsen sprake.
  1. Het MDA Werk is ertoe geroepen, zielen te helpen om 'anders te leren denken', opdat zij afstand mogen kunnen doen van werelds denken en voelen, en zich het denken en voelen in de navolging van Jezus en Maria mogen aanwennen. Dit is de weg naar de vergeestelijking. Het feit dat de Koningin des Hemels dit voor buitengewoon belangrijk houdt, verklaart onder andere de vastberaden ingesteldheid van Myriam tegen alle modernisme: Het modernisme in al zijn uitingen wordt door de Moeder Gods ten zeerste betreurd, onder andere omdat het zielen op gecamoufleerde wijzen van God wegleidt om de mens in het middelpunt van de aandacht te stellen, en omdat het Gods Barmhartigheid in hoge mate draineert, in die zin, dat veel genaden moeten worden vrijgemaakt om het verlies aan genaden dat door modernistische gesteldheden en Misvieringen teweeg wordt gebracht, voor de zielen te compenseren. De redenen vinden de zielen op diverse plaatsen in de Myriam-geschriften op niet mis te verstane wijze toegelicht.
  2. Het MDA Werk heeft de opdracht, de verantwoordelijkheidsgevoelens van zielen jegens God aan te wakkeren en deze te helpen vormen. De Wetenschap van het Goddelijk Leven biedt de zielen de uiterste vorming in de heiliging. De Moeder Gods verwacht van elke ziel die met deze geschriften in aanraking komt, dat zij de in deze teksten aangeboden stellingen tracht toe te passen. Een ziel die met deze geschriften in aanraking komt, en deze desondanks de rug toekeert om zich opnieuw bezig te houden met oppervlakkiger vormen van spiritualiteit – dit gebeurt heel vaak, doorgaans omdat de ziel zich niet opgewassen voelt tegen de haar in de Wetenschap van het Goddelijk Leven gestelde opdrachten, respectievelijk zij niet bereid is om de inspanning op te brengen om zich te wijden aan een leven van volhardende heiliging – draagt daarvoor jegens God een verantwoordelijkheid. Tenslotte heeft God Zelf dit uniek geschenk op haar weg gebracht tot voltooiing van haar Verlossing.

  3. Myriam ontving pas na enkele jaren van de Koningin des Hemels de opdracht om de inspiraties, die aanvankelijk in een kleine kring werden gebruikt, te verspreiden. Voor de verspreiding van de geschriften in gedrukte vorm gaf Maria pas na lange tijd Haar toestemming. In eenvoudige vorm, en strikt tegen kostprijs, werden vanaf de lente van 2012 bepaalde geschriften gedrukt, naar aanleiding van de volledige herstructurering van de hele administratie van het Apostolaat, die volkomen op verordening van de Koningin des Hemels in opeenvolgende stappen werd doorgevoerd. Op het Maria Domina Animarum Werk rust vanwege de enige Meesteres van het Werk, de Koningin van Hemel en aarde, geen enkele verplichting tot verspreiding van teksten in gedrukte vorm, daar onze hoofdopdracht heel andere accenten heeft. Precies om deze redenen is ook de verspreiding van gedrukte geschriften stap voor stap door de Hemelse Koningin opnieuw afgebouwd. Overigens is gebleken dat de verspreiding van zogenaamde 'Myriam'-geschriften via kanalen die niet uitgaan van de enige ware Apostolaatsadministratie (deze in België), de ware bedoelingen van de Meesteres van alle zielen reeds lange tijd schade berokkent.

Het Maria Domina Animarum Werk en Myriam staan uitsluitend borg voor de geschriften die op deze website kunnen worden opgeroepen en/of die door het Belgisch Apostolaat sedert de lente van 2012 worden verspreid, en die zijn voorzien van onze huidige identiteitsgegevens (naam, Belgisch adres...). Voor nadere informatie in dit verband verwijzen wij naar de belangrijke uiteenzetting in het menupunt Copyright.

4. Verkondiging van de Meesteres van alle zielen

Op zaterdag 26 november 2005 maakte de Heilige Maagd Maria Zich voor het eerst via Myriam van Nazareth bekend als de 'Meesteres van alle zielen', met de woorden:

"Het is Gods Wil dat Ik in dit uur aan de mensheid bekend word als de Meesteres van alle zielen. (...) Als Meesteres van alle zielen wil Ik de harten klaarmaken voor het Rijk dat Mijn Zoon op aarde heeft gepredikt en waarvan Hij de standaard in de aarde heeft geplant in Zijn Kruis. Zo wil Ik het werkelijke Goddelijke Leven in de zielen brengen. Mijn macht zal herscheppen wat in puin ligt, want Ik ben de Brug tussen Hemel en aarde (...)"

In deze 'hoedanigheid der hoedanigheden' (als Meesteres van alle zielen) is Maria ertoe geroepen, in deze Laatste Tijden de definitieve overwinning van God over de duisternis vorm te geven, zoals Zij dit in een openbaring van dinsdag 30 mei 2006 toelicht:

"God (...) heeft Mij alle macht gegeven om de satan, de bron van alle verderf voor de zielen, totaal en restloos te vernederen en te overwinnen. Hij heeft Mij voorbeschikt tot Meesteres van alle zielen, om in deze Laatste Tijden de laatste fase van de voorbereiding op de grondvesting van het Rijk van Christus op aarde vorm te geven. Dit alles is het werk van God Zelf".

Om dit Werk te voltooien, nodigt de Meesteres van alle zielen de zielen nu uit om hun hele wezen en hun hele levensweg totaal en onvoorwaardelijk aan Haar toe te wijden, en zich door Haar te laten onderrichten en vormen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Maria tracht dit alles te volbrengen in een Werk via hetwelk Zij alle zielen op een basis van volkomen solidariteit, Ware Liefde en onwankelbare Hoop en bemoediging bij elkaar brengt in een ketting van Licht.

Over de fundamenten en het wezen van Haar alomvattende hoedanigheid als Meesteres van alle zielen had Maria het uitvoerig in De Dageraad van Gods Rijk op aarde.

Precies omdat de hoedanigheid van de Moeder Gods als Meesteres van alle zielen pas in deze tijd bekend wordt gemaakt, wekt deze geregeld kritiek op. Elke kritiek is zonder uitzondering te herleiden tot een gebrekkig begrip van de Hemelse logica die achter de geschriften schuilgaat. Maria heeft deze kritieken op diverse plaatsen in de geschriften op een volkomen sluitende wijze weerlegd. Onder andere in de rubriek Eeuwige Lente wordt de echtheid van de via dit Werk verkondigde stellingen op ondubbelzinnige wijze aangetoond. Ooit, nog vóór dit Apostolaat internationaal werd, zei de Meesteres van alle zielen privaat tot Myriam:

"Sommige zielen zullen aanvankelijk door de onderrichtingen die Ik hen door jou wil laten toekomen, worden afgeschrikt. Vanuit de gebruikelijke staat van kennis en inzicht in verband met Gods Waarheid zal hen de te overschrijden drempel soms zeer hoog lijken".

Zij heeft gelijk gekregen. Er is gebleken dat er zielen zijn die zich niet kunnen losmaken van hun oude opvattingen over Gods Heilswerken en over vele dingen met betrekking tot de Heilsmysteries, onder andere (of in het bijzonder) deze in verband met Maria, respectievelijk die zich hiervan niet durven los te maken. Het valt zielen soms zwaar, bij het bestijgen van deze lange trap naar de volheid van de Waarheid boven bepaalde treden uit te stijgen. De heilsgeschiedenis heeft aangetoond hoe lang het vaak duurt, eer kennis die van Boven via de mystieke weg aan zielen wordt geschonken, algemeen wordt aanvaard. Het Werk van de Meesteres van alle zielen is het kanaal van de verkondiging van de hoogste hoedanigheid van de Koningin des Hemels, een hoedanigheid die pas nu, twintig eeuwen na Christus, door God bekend wordt gemaakt.

De weerstand van vele zielen tegen de inhoud van deze verkondiging vloeit voort uit een combinatie van factoren:

  1. uit het feit dat deze kennis pas nu, na zo lange tijd van christelijke evangelisatie, wordt verkondigd. Sommige zielen betwijfelen om die reden of deze verkondiging wel van God kan komen. Waarom zou God deze kennis zo lang voor de zielen verborgen houden, wanneer deze uit de Waarheid voortkomt? Het antwoord hierop ligt geborgen in het geheel van de teksten, die op ondubbelzinnige wijze de Hemelse logica aantonen die achter Maria’s hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en achter het hele systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven schuilgaat.
  2. uit het feit dat Maria via dit kanaal een totaal nieuw licht werpt op het beeld dat de zielen totnogtoe hadden over Haar figuur en Haar rol binnen de heilsgeschiedenis en het Heilsmysterie. Deze 'nieuwe' kennis is niet 'nieuw', alleen wordt zij nu pas voor de zielen ontsluierd in de volheid van haar componenten, omdat deze ontsluiering nu Gods Plannen en Werken dient. De uitdrukking 'in de volheid van haar componenten' moet hier worden beschouwd als een 'werk in opbouw': Het betreft hier een zich geleidelijk aan ontvouwende roos met zeer veel blaadjes.

Het is in Haar hoedanigheid als Meesteres (dus ook als Meesteres over de werken van de satan en zijn gevolg), dat Maria de kop van de slang zal verpletteren, dit wil zeggen de werken der duisternis definitief onwerkzaam zal maken en de meester van de leugen, de duisternis en de ellende aan Haar voeten zal vernederen. Deze akt moet de bekroning van de Verlossingswerken van Christus worden, maar moet worden voorbereid doordat de mensenzielen eerst Maria moeten leren kennen zoals Zij werkelijk is, in de volheid van Haar Wezen, Haar hoedanigheden en Haar Werken binnen het Heilsplan. God schept alles, maar wil Zijn Werken steeds weer 'aangevuld' zien worden door de vrijwillige inzet van mensenzielen. Om deze reden moet elke ziel de Verlossingswerken van Christus in zichzelf voltooien. Om diezelfde reden moest Maria de Moeder Gods worden. Om diezelfde reden ook, moeten de zielen nu Maria leren kennen en aanvaarden zoals Zij in de volheid van Haar Heerlijkheid en macht werkelijk is, omdat:

  • Gods Heilsplan nu de laatste fase van zijn ontplooiing heeft bereikt;
  • Maria als Meesteres van alle zielen nu de volheid van Haar macht moet uitoefenen, omdat Zij de Leidster in de strijd tegen de duisternis is;
  • de zielen in deze strijd voluit moeten meewerken, daartoe echter diepere inzichten in het Goddelijk Leven en in de Waarheid en het immens belang van de hoedanigheid van Maria als Meesteres van alle zielen nodig hebben.

Nu komt de Meesteres van alle zielen dit alles onderrichten, omdat God Haar naar ons toe zendt en de zielen zonder deze bijkomende kennis helemaal niet opgewassen kunnen zijn tegen de laatste veldslagen met de steeds listiger wordende duisternis. Omdat de heftige weerstand van bepaalde zielen tegen deze verkondiging (ondanks het feit dat het hier een volkomen sluitend systeem betreft) mij aanvankelijk een innerlijke strijd kostte, stelde ik de Meesteres daar toen vragen over. Zij antwoordde:

"Deze zielen zijn er noch door hun geweten noch door de Heilige Geest voor gewaarschuwd dat het in deze verkondiging om een onwaarheid zou gaan, zij zijn integendeel door de satan tot hun verzet opgehitst, omdat de verkondiging van de Meesteres van alle zielen en van de Wetenschap van het Goddelijk Leven de satan heel wat zal kosten, daar deze geldt als de laatste voorbereiding op de definitieve overwinning van de Vrouw over de slang".

Geregeld wees de Meesteres van alle zielen erop, dat de satan zich met razend geweld tegen de openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen evenals tegen de als Wetenschap van het Goddelijk Leven bekend gemaakte kennis verzet omdat hij daarin een enorm gevaar voor de instandhouding van zijn rijk van duisternis vreest. De Myriam-geschriften vallen in talloze passages de misleidingen vanwege de duisternis aan, ontmaskeren deze volledig en tonen wegen om deze te herkennen. Om deze reden behoort de Wetenschap van het Goddelijk Leven zonder enige twijfel – zo bevestigt de Koningin des Hemels het Zelf telkens weer – tot de wapens die de satan het meeste kosten. Het behoeft derhalve geen ziel te verwonderen dat het Maria Domina Animarum Werk voortdurend onder beschieting ligt. De satan kan het zich niet veroorloven dat dit Werk de vruchtbaarheid zou ontwikkelen die de Hemelse Koningin voor dit Werk heeft voorzien, en vindt gemakkelijk zielen die vallen voor zijn inspiraties tegen dit Apostolaat.

Ik citeer overigens graag het volgende uit antwoordbrief 337:

"Het komt geregeld voor, dat in de geschriften passages kunnen worden gevonden die afwijken van de als gebruikelijk bekende kennis. Dit kan één van de volgende redenen hebben, soms ook een combinatie van redenen:

  • God verkondigt niet alle componenten van Zijn Waarheid ineens. Dit zou niet bevorderlijk zijn voor Zijn Heilsplan. Om deze reden worden de elementen van de kennis over het Goddelijk Leven en over de Mysteries stap voor stap verkondigd. Elk van deze uitbreidingen van de 'gebruikelijke' kennis moet steeds weer de barrière van de aanvaarding doorbreken, omdat in de beginfase van een kennisoverdracht vele zielen de 'nieuwe' elementen niet als authentiek Hemels durven aannemen, respectievelijk zeer velen (nog) niet tot het besef komen dat het daarbij kennis uit de Bron van de Eeuwige Liefde betreft. Aangezien de Meesteres van alle zielen nu van God de opdracht heeft gekregen om vele verdiepingen van de spirituele kennis als een omvattend, sluitend systeem (de Wetenschap van het Goddelijk Leven) in relatief korte tijd aan de zielen te mede te delen, kan dit probleem jegens dit Apostolaat vaker en/of gemakkelijker opduiken.
  • Daar het in dit Apostolaat strikt om de verkondiging van deze omvattende, verdiepte Waarheid gaat, worden door de Meesteres van alle zielen zeer veel dwaalgedachten, wereldse bijmengingen en afwijkingen ten aanzien van de volheid van de Waarheid aan de kaak gesteld. Daar talrijke zielen deze wereldse bijmengingen en afwijkingen helemaal niet meer als dusdanig herkennen, kan de satan telkens opnieuw de verdachtmaking influisteren dat het bij Myriam van Nazareth zou gaan om onwaarheid, overdrijving of zelfs ketterij. U moet hierbij duidelijk voor ogen houden dat, zoals de Meesteres het ooit heeft uitgedrukt, dit Apostolaat door de satan zowel bijzonder wordt gehaat alsook bijzonder wordt gevreesd, daar het zijn plannen en strategieën stap voor stap ontmaskert en onophoudelijk waarschuwt voor de effecten van zijn vele werken in het wereldse leven.
  • Maria onderricht via dit Apostolaat met toepassing van een unieke methode: De Wetenschap van het Goddelijk Leven, dit geheel van de leerstellingen die Maria aan de zielen laat mededelen, wordt niet slechts theoretisch als systeem aangeboden, in de antwoordbrieven wordt zij daarenboven van toepassing gebracht op de spirituele problemen en vragen van zielen van goede wil. Daardoor helpt zij zeer velen, hun dagelijks leven en hun hele levensweg werkelijk zo in te richten dat de vruchtbaarheid van de ziel wordt vergroot en de ziel zich veel beter kan ontplooien. Ook dit uniek procedé kan bij sommigen vragen oproepen, omdat de vele vragen van spirituele aard, die de zielen bezighouden, op basis van dit systeem van verdiepte en uitgebreide kennis vaak helemaal anders worden beschouwd en opgelost dan de zielen gewend zijn. Dat kan helemaal niet anders, daar in de antwoordbrieven alle levensproblemen worden benaderd vanuit het perspectief van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, en vele componenten van deze wetenschap nog geen deel uitmaken van de op heden gebruikelijke opvattingen over Maria en over het spiritueel leven.

Dit alles leidt ertoe, dat dit Apostolaat bij de beschouwing van het leven lang niet steeds op de platgetreden paden blijft en derhalve door sommige zielen ofwel niet wordt begrepen, ofwel ervan wordt verdacht, niet de stellingen van de Hemel te vertegenwoordigen. (...)"

In antwoordbrief 43 mocht ik het volgend betoog aanvoeren:

"Het Maria Domina Animarum Werk werd door de Allerheiligste Maagd Maria als levend Teken van Liefde, Hoop en bemoediging jegens de zielen in het leven geroepen, omdat precies deze drie krachten het Ware Leven in de zielen tot bloei kunnen brengen. De Liefde is zoals de warmte van de zon, de Hoop is zoals het licht van de zon, de bemoediging is zoals de bries van de Heilige Geest. Wanneer deze drie elementen door God worden bezegeld met de zachte druppels der genade, kan de zielentuin tot de bloei van de Eeuwige Lente worden gebracht. God heeft de zielen in deze Laatste Tijden het grootste geschenk na de Verlossing door de Boom des Levens Jezus Christus gebracht: Maria als de Meesteres van alle zielen, want in deze hoedanigheid is Zij de Tuinierster van elke zielentuin die zich volledig aan Haar overlevert.

Myriam is er door Maria toe geroepen, deze boodschap naar de zielen te brengen en hen Maria’s onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven over te brengen. Het verheugt mij zeer, dat zo veel zielen internationaal de weg naar dit buitengewoon geschenk uit Gods hand hebben gevonden. Elk hart dat zich volledig weet open te stellen, kan in ons Apostolaat de hartslag van de Koningin van Hemel en aarde voelen en horen, Haar Hemels parfum ruiken, en Haar unieke schoonheid leren waarnemen in de woorden, die Zij zoals bloemen in Haar Myriam zaait om deze met de zielen te delen.

Maria heeft dit Apostolaat jaren lang voorbereid, om het op Gods Tijd als Hemels parfum in de harten te sprenkelen, opdat deze een voorsmaak van de Hemel zouden mogen krijgen en zodanig zouden mogen openbloeien, dat zij samen het Rijk Gods op aarde kunnen uitbouwen. Helpt U ons, dit te verwezenlijken, door de onderrichtingen van Maria te bestuderen en deze Werken bekend te maken aan zielen van goede wil, want elk van deze Werken is een Hemels Geschenk, en Maria heeft benadrukt (onder andere in De Dageraad van Gods Rijk op aarde), dat Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en de onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven de absolute bekroning van Haar unieke roeping tot heiliging van de zielen in deze Laatste Tijden vormen (...)".

5. De Meesteres van alle zielen als uniek Hemels Geschenk

Het typeerde van meet af aan het Maria Domina Animarum Werk, dat het de gezindheid van vele harten zichtbaar maakt en een teken van tegenspraak is. Het had reeds altijd hardnekkige tegenstanders evenals vurige voorstanders.

Met betrekking tot de vraag of de door het Maria Domina Animarum Werk verspreide geschriften werkelijk voor honderd procent uit een Hemelse Bron stammen, zou de lectuur van, onder andere antwoordbrief 499, wel eens een grote revelatie kunnen zijn.

Helaas hebben sommige zielen die zich voor christenen houden, niet ingezien dat in deze verkondigingen de stem van hun Hemelse Moeder weerklinkt. De Hemelse Koningin Zelf noemt de verkondiging van Maria als Meesteres van alle zielen een Hemels Geschenk. In Haar Openbaring van 2 augustus 2007 zegt Zij:

"(...) Herinner de zielen eraan dat God Mij aan hen heeft gegeven als Meesteres en als Gids. Ik ben het ultiem Geschenk van God aan de zielen. Ik dien hen als voorbeeld voor hun leven als mens, en Ik ben de Koningin Die de uitvoerende macht in Gods Rijk in handen heeft gekregen. Dit betekent dat Ik de zielen moet leiden naar een volmaakt begrip van Gods Wet en een volmaakte navolging ervan. Daartoe ben Ik door God aangesteld als de Meesteres van alle zielen.

Ik heb de macht om zielen te kneden en te vormen tot volkomen navolging van Gods Wet, opdat het Eeuwig Rijk van Liefde in de zielen gegrondvest moge worden. Ik heb de volle medewerking en openheid van zielen nodig. (...).

Vanaf het uur van je geboorte heb Ik nooit opgehouden, Mijn zaad in jou uit te strooien, want Ik heb je tot Mijn dienst bestemd. Tien jaar geleden heb Ik Mij in de volheid van Mijn Wezen in jou uitgestort en heb Ik Mijn wereld in al zijn schoonheid voor jou ontvouwd.

In alle geschriften die Ik in je hart heb gezaaid, heb Ik Gods Waarheid ontsloten, de Wet van Gods Rijk, zovele Mysteries die nooit eerder aan mensenzielen kenbaar zijn gemaakt. Deze zaden bezitten een kiemkracht die niet van deze wereld is. Daarom zijn zij een aanstoot voor de krachten der duisternis.

Om deze reden ondervind je een hevige tegenwind. De genaden van heiliging en Verlossing die van Mijn zaad uitgaan, zijn zo onschatbaar dat zij de toorn van de draak in ongeziene mate hebben gewekt. Omdat Mijn Hemels zaad, dat vanuit jouw hart aan de zielentuinen wordt toevertrouwd, zo uniek is, en dus nooit verloren mag gaan, drijf Ik jou tot de grens van je vermogens om voor alle zielen die met de geschriften en Openbaringen in aanraking worden gebracht, de genaden van inzicht, standvastigheid, doorzetting en zelfoverwinning te bekomen (...) opdat in steeds méér zielen het besef wortel moge schieten dat deze woorden eenmalig zijn in de geschiedenis van het Heil. Op hen zijn de woorden van Jezus van toepassing: Vele profeten hebben verlangd, deze dingen te horen en te zien, maar zij hebben ze niet gehoord en niet gezien.

Voor de zielen is nu een uniek tijdperk in de geschiedenis van het Heil ontsloten, want de geschriften en Openbaringen die Ik je inspireer, bevatten nooit eerder bekendgemaakte Waarheden die beogen, de volheid van de Waarheid over Mij, Meesteres van alle zielen bij Goddelijke Volmacht, te openbaren. Hierdoor heeft de Allerhoogste de laatste fase van de ontsluiting van Gods Rijk voor de zielen ingeluid. (...).

Ik ben de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. De zielen die zich aan Mij hebben weggegeven en hun toewijding beleven volgens de regels en onderrichtingen die Ik hen heb gegeven, ontsluiten voor zichzelf de schatkamer van het geluk op aarde in de mate waarin zij Mij volledige heerschappij over hun leven geven. Ik stel Mij tot opdracht, voor elke ziel het levenskleed te weven dat het best bij hun roeping en hun levensopdracht past. Ik ben de Weefster, de ziel levert Mij de wol door toewijding van al haar doen en laten, gedachten, gevoelens, woorden, verlangens en vrije wil, en door vurige strijd tegen haar eigen zwakheden, ondeugden en onheilzame gewoonten.

Het is noodzakelijk dat Ik kan weven volgens Mijn inzichten, want de ziel kent niet het patroon van het kleed dat Ik voor haar heb bestemd. Het is eveneens noodzakelijk dat de ziel geen enkel plukje wol achterhoudt, want dan kan ik Mijn taak niet voleindigen. Met andere woorden: Ik wil alles, elk detail van de dagelijkse ervaringen van de ziel, vóór Mijn voeten neergelegd weten. Zalig de ziel die na haar offerande naar dit alles niet meer omkijkt, wetende dat de Meesteres bezig is, voor haar een wonderwerk te verrichten".

Maria heeft het reeds vele malen beklemtoond: In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen is Zij een Godsgeschenk aan de zielen, met het oog op hun Eeuwige Gelukzaligheid, wegens het feit dat God Haar heeft uitgerust met alles wat Haar in de mogelijkheid stelt om in zielen de vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan volledig te ontsluiten. In deze zin is het te verstaan wanneer Maria Zich als 'het grootste Geschenk van God aan de zielen' betitelt. Deze uitspraak mag in geen geval worden begrepen als het neerhalen van de waarde van het door Jezus bereide geschenk van de Verlossing, wel integendeel. Maria is Maria, om het even in welke hoedanigheid men Haar beschouwt, maar in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen belichaamt de Moeder Gods de volheid van alles wat God ooit aan spirituele volmaaktheden heeft geschapen. In deze hoedanigheid is Zij een zo volmaakte Spiegel van God omdat de eenheid van Hart met Jezus in Haar volkomen tot uitdrukking kan komen. Als de Meesteres van alle zielen is Maria precies de kroon op het Werk van Jezus.

God heeft de mensenzielen zozeer lief, dat voor Hem Zijn Goddelijke – en derhalve voltooide – Werken pas gelden als volmaakt, wanneer zij door mensenzielen worden bekroond doordat één of meer mensenzielen deze Werken 'bevestigen' of 'aanvullen'. Zei niet reeds de Heilige Apostel Paulus dat de mens moet aanvullen wat nog aan het Lijden van Jezus 'ontbreekt'? Goddelijke Werken zijn uit zichzelf volkomen. Wat niettemin daadwerkelijk aan hen 'ontbreekt' (krachtens een Goddelijke Wet), is de bevestiging of 'aanvulling' vanwege de mensenziel. In Maria als Meesteres van alle zielen benadrukt God zeer krachtig Zijn verlangen dat de Goddelijke Werken door een mensenziel zouden mogen worden 'aangevuld' doordat deze mensenziel haar vrije wil volledig één maakt met Gods Wil en aldus de uitwerkingen van Zijn Werken zou bevorderen. God Zelf heeft Maria verheven tot de hoogst mogelijk staat die een geschapen ziel ooit kan bereiken, en heeft Haar de macht gegeven om het zaad van Gods Verlossingswerken in elke ziel tot bloei te brengen. In deze zin is Zij 'het grootste Geschenk van God aan de zielen'.

Maria wijst erop dat God Haar de uitvoerende macht heeft verleend. In zekere zin herinnert dit begrip aan een staatsoverheid. De uitvoerende macht in een staat wordt uitgeoefend door de regering, dit wil zeggen: grosso modo door het geheel van de ministers. In Gods Rijk zou men het zo kunnen beschouwen, dat God Zelf de wetgevende en rechterlijke macht uitoefent. Uit de heilige Schrift blijkt dat de uitvoerende macht in de handen van Jezus rust. Niettemin zijn deze woorden van de Meesteres van alle zielen geenszins te beschouwen als uit de lucht gegrepen. Men kan deze woorden echter slechts correct begrijpen wanneer men deze tegen de achtergrond van het geheel van de Wetenschap van het Goddelijk Leven beschouwt, waarin de Meesteres van alle zielen als het toppunt, de uiteindelijke bekroning, de mystieke eenheid tussen de Harten van Jezus en Maria wordt voorgesteld en aangetoond. Ik hoef slechts te verwijzen naar de vorige alinea, in dewelke naar de Meesteres van alle zielen in Haar functie als kroon op de Verlossingswerken van Jezus wordt verwezen.

Maria wijst erop, dat de Myriam-geschriften voor de duisternis een aanstoot zijn, omdat zij geladen zijn met Hemelse kiemkracht. De duisternis bedient zich trouwens gemakkelijk van het feit dat de in deze geschriften ontvouwde Leer (de Wetenschap van het Goddelijk Leven) geregeld elementen en/of perspectieven aanvoert, die momenteel nog nieuw of nog niet algemeen gangbaar zijn en derhalve gemakkelijk worden aangegrepen als reden tot kritiek.

Maria betitelt Zichzelf in de hierboven geciteerde Openbaring als Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid. Ook dit begrip kan, tegen de achtergrond van het geheel van de geschriften, helemaal niet verkeerd worden begrepen. Hoewel God de Meester der Voorzienigheid is, heeft Hij Maria bekleed met het vermogen om de effecten van Zijn Voorzienigheid onbeperkt richting te geven. Of... bijna onbeperkt: Maria wijst in de geschriften nogmaals op het feit dat aan Haar handelingen eigenlijk slechts twee beperkingen zijn gesteld:

  1. De Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, die het in bepaalde gevallen niet zou kunnen rechtvaardigen dat Maria (ja, zelfs God Zelf) bepaalde stappen ten gunste van een ziel zou zetten. Een voorbeeld: Een ziel kan met verscheidene niet gebiechte doodzonden, en zonder berouw erover, haar levensoordeel tegemoet gaan. Maria heeft een onbegrensde macht van Voorspraak (dit wil zeggen: God weigert Haar in wezen niets, omdat Maria’s Wil en Haar Liefde volkomen één zijn met de Wil en de Liefde van God), maar desondanks vergt de Goddelijke Gerechtigheid een goedmaking, een compensatie voor elke zonde. Derhalve kan de Gerechtigheid het niet toelaten dat deze ziel zonder meer wordt vrijgesproken van deze zonden. De macht van Maria’s Liefde is weliswaar zo groot dat Zij deze Liefde als gedeeltelijke goedmaking en compensatie kan aanbieden, doch de volkomen vrijspraak van deze ziel kan niet worden verantwoord: Indien deze plaats zou hebben, zou het evenwicht binnen de Schepping volledig worden ontwricht, omdat het aandeel aan Leven, dat door de zonde verloren gaat, bij gebrek aan compensatie nooit meer zou worden teruggewonnen. Enigszins vereenvoudigd zou men kunnen zeggen, dat dit de Goddelijke Barmhartigheid onophoudelijk zou uitputten, want deze laatste zou dit verlies voortdurend moeten blijven compenseren.
  2. De vrije wil van de zielen. Een ziel moet de werking van de macht van Maria in haar leven willen, deze aanvaarden, of de macht van Maria blijft zonder effect, vanwege de onschendbaarheid van de vrije menselijke wil.

Maria 'weeft voor elke ziel het levenskleed dat bij haar past'. Daartoe moet Zij echter Haar eigen doelstellingen kunnen uitwerken (die immers deze van God Zelf zijn).

Of Maria Haar onbegrensde macht over en in een ziel ten volle kan uitwerken, is louter een zaak van vertrouwen in Haar, Die van God voor ons welzijn is voorzien, want Zij is het, Die het zaad van de Verlossingswerken van Jezus in elke ziel tot bloei moet brengen. Dit is Haar opdracht voor de Laatste Tijden, waarin de zielen zich momenteel bevinden. Het heeft een buitengewoon diepe betekenis wanneer Maria zo vaak benadrukt dat de ziel die zich aan Haar toewijdt, Haar onbeperkt moet laten begaan, en dat de ziel, indien zij dit door volkomen beleefde toewijding daadwerkelijk doet, door Maria in een zodanige mate wordt omgevormd, dat in haar waarlijk het zaad van Verlossing tot een Hemelse bloem wordt.

Onze wereld is zo gecompliceerd geworden dat geen ziel meer de Ware Lente in zich tot stand kan brengen wanneer zij niet de stralen van de Zon (Christus) in passende dosis in zich kan opnemen door deze via de Spiegel van God (Maria, de Meesteres van alle zielen) op haar bodem te laten weerspiegelen. De Meesteres van alle zielen doet dit het liefst via vele kleine spiegels, die Zij in het geheel van de Myriam-geschriften verbergt. Zalig de ziel die bereid is om deze spiegels in zich op te nemen.

Maria heeft overigens in nog andere Openbaringen gesproken over Haar hoedanigheid als Hemels Geschenk aan de zielen. Zij deed dit bijvoorbeeld in de Openbaringen van 20 mei 2006, 29 maart 2007, en via de H. Maria Magdalena in een Openbaring op 14 april 2007. Deze Openbaringen staan in de rubriek Maria Domina Animarum > Myriam.

6. Het MDA Werk als behoeder van een unieke schat

De Meesteres van alle zielen maakte van meet af aan duidelijk dat Zij grote plannen met Myriam had. Na een paar jaren mystieke vorming, gedurende dewelke reeds gebedsbloemen werden geïnspireerd, begon de Koningin des Hemels inzichten, leerstellingen, inspiraties te schenken, waarvan spoedig bleek dat het geen losse ingevingen betrof, doch een buitengewoon, sluitend systeem van spirituele kennis. Deze inspiraties werden op zekere dag in hun geheel door de Hemelse Meesteres Zelf als de Wetenschap van het Goddelijk Leven betiteld. Voor elke ziel die ernaar streeft, zich in de geheimen van het zielenleven en van de heiliging, en in deze van Gods Werken, Plannen en Mysteries te verdiepen, vormen de via het Maria Domina Animarum Werk verspreide geschriften een unieke goudmijn. Opmerkelijk is evenwel, dat dit slechts wordt beseft door zielen die zich werkelijk inspannen om boven het wereldse uit te stijgen, zich te vergeestelijken, en in hun zielenleven diep onder de oppervlakte te graven, anders gezegd: door zielen die hebben begrepen dat de echte spiritualiteit niet komt zonder het kruis, en dat slechts God en Zijn belangen alle roerselen van hart en ziel zouden mogen bepalen.

De wil om zo te leven en zo aan te voelen, is de ware sleutel tot de heiliging en derhalve tot een leven dat in Gods ogen waarachtig vruchtbaar is. De beste Reisgids doorheen het land dat men te zien krijgt zodra men deze sleutel werkelijk gebruikt, krijgt de ziel aangeboden in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Geen ziel die werkelijk de heiliging en de ware spirituele vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan nastreeft, kan derhalve met het Maria Domina Animarum Werk in aanraking komen en in dit Werk niet het parfum van de Hemelse Bloem aller bloemen ruiken.

Opmerkelijk zijn in dit verband de volgende woorden van de Koningin des Hemels in Haar Openbaring van 30 januari 2008:

"(...) Je levenstaak bestaat uit het opgraven van vele ongekende schatten: opeenvolgende elementen van de volheid van de Waarheid over Maria. Deze schatten zijn voor deze Laatste Tijden voorbehouden, zoals Ik je doorheen De Dageraad van Gods Rijk op aarde heb laten openbaren. Mijn Hart leidt je naar al deze schatten. Je ziet hen met de ogen van je ziel. Je kunt ze in dit mystiek niemandsland slechts vinden tijdens de fasen van totale eenheid tussen jouw hart en het Mijne.

Velen twijfelen, en zullen twijfelen, aan de echtheid van deze schatten, omdat het bestaan ervan totnogtoe voor de mensenzielen verborgen was gebleven. Wanneer je de schatten kist na kist opgraaft en naar de zielen brengt, zullen velen hun waarde niet herkennen en ze dan ook versmaden. Anderen zullen de kisten aan de buitenkant onderzoeken en de beloften van de inhoud van de kisten beoordelen volgens het weinige dat zij aan de buitenkant kunnen vaststellen. Dit zijn de zielen die alles benaderen met de geest. Hun belangstelling zal spoedig vervliegen, zoals de geur van parfum uit een leeg flesje.

Nog anderen zullen de kisten openen, doch bij gebrek aan Ware Liefde voor Mij en aan inzicht in Mijn eenheid met het Goddelijk Hart zullen zij de kisten naar de zee van de wereld dragen en ze daarin gooien. Zo zullen velen de oneindige en unieke geschenken uit Gods Hart verloochenen. Ik ween over hen, zoals Jezus weende in de Hof van Olijven toen Judas Hem kuste tot afscheid, nadat hij drie jaar lang de inhoud van de schatkist der Waarheid had mogen schouwen, doch deze rijkdom verloochende bij gebrek aan Ware Liefde tot God.

Je ja-woord aan Mij heeft je in waarheid tot Mijn slavin gemaakt: Je graaft schatkist na schatkist op uit de uitzonderlijke bodem van je levensweg, tot verheerlijking van je Hemelse Meesteres, omdat je Haar hebt gezien zoals Zij werkelijk is. De waarde van deze schatten wordt echter door heel weinigen herkend en begrepen. Zalig, o zalig, de kleine lammeren die de dorre paden hebben getrotseerd om het jonge gras te vinden, want zij zullen waarlijk verzadigd worden.

Ik ween over hen die, nadat zij van het jonge gras hebben geproefd, niettemin heimwee krijgen naar de steppe waaruit Gods Liefde hen had weggetrokken. Ik smeek de lammetjes die Mij zijn gegeven, dat zij blijven bidden opdat zij de schatkisten niet zouden oordelen naar hun buitenkant, doch de inhoud ervan in de bodem van hun hart zouden begraven voor altijd. Het gaat om het Eeuwig Heil van velen. Laten zij nooit wankelen in het geloof dat Ik werkelijk de Dageraad van Gods Rijk op aarde ben, en zij de stralen van de jonge ochtendzon nodig hebben om de Eeuwige Lente in hun ziel te kunnen ervaren".

Na een vraag over deze laatste zin, antwoordt Maria:

"Ja, je hebt begrepen: De stralen van de jonge ochtendzon zijn Mijn onderrichtingen doorheen al je geschriften. Ik bemin jullie. Bid voor de lammeren die dwalen. Wie niet in de Dageraad gelooft, zal ook de lentedag niet herkennen".

De volgende dag, 31 januari 2008, vervolgde de Meesteres van alle zielen over hetzelfde thema:

"(...) Precies dát was het Lijden van Jezus in de Hof van Gethsemani: Jezus voelde Zich misselijk in ziel en lichaam, door de aanschouwing van de zonde en de niet-aanvaarding van de Waarheid doorheen alle eeuwen. Hij zweette bovendien Bloed, als een symbool voor het feit dat talloze zielen het Goddelijk Leven zouden afstoten.

(...) de satan verzet zich des te heftiger naarmate Mijn Werken gediend worden. Zeg aan de lammeren van Christus dat zij de volgende regel voor ogen houden: Elke kracht die zich verzet tegen de verkondiging van de volle Waarheid over Maria, wordt bestuurd door Mijn tegenstander, en is dus vijandig jegens Gods Geest. Blijf volharden, Gods Tijd zal jullie in het gelijk stellen. Wankel niet omdat de vijand brult, hij brult omdat hij de verpletterende macht van Mijn voet vreest. Houd jullie dit beeld voor ogen: Maria heeft de maan onder Haar voeten. De maan is de spiegel van Gods Licht in de duisternis. Ik ben Koningin en Meesteres over alle duisternis.

Ik ben jullie Meesteres. Elke ziel die deze Waarheid in zich opneemt, zal door de satan zwaar aangevallen worden, want de aanvaarding, door de ziel, van Mijn onbegrensde macht over de zielen, maakt de satan woest. Hij zal niet rusten tot hij deze ziel ervan heeft overtuigd dat zij in dwaling verkeert en bezig is, zichzelf te verdoemen.

Heb Ik er in De Dageraad van Gods Rijk op aarde niet laten voor waarschuwen dat Mijn vijand de onbeschaamde leugen zou verspreiden dat de volle Waarheid over Maria een dwaalleer is? Zo zal hij bepaalde zielen ervan overtuigen dat Mijn hoedanigheid als Meesteres van alle zielen een tegenbeweging tegen de Kerk van Christus is. Laten de zielen deze redenering beschouwen als de ultieme valstrik der duisternis, die hierdoor poogt, zielen af te schrikken voor de aanvaarding van Gods ultiem geschenk van Liefde aan de mensheid".

De Meesteres van alle zielen vergelijkt dus de vele nieuwe kenniselementen en uitbreidingen en verdiepingen van de inzichten die Zij brengt, met schatkisten die worden uitgegraven. In een private Openbaring vertrouwde Zij mij ooit toe, dat Zij de mystieke bruiloft tussen Haar en Haar Myriam zo heeft ingericht dat de schatten aan kennis over de Mysteries van het Goddelijk Leven, die Zij in hun volheid in Haar Hart draagt, Haar Myriam ter beschikking staan, doch dat daarbij twee voorwaarden gelden, onder dewelke deze kennis naar de zielen kan worden gebracht:

  1. Voor elk kenniselement geldt dat het slechts, en pas, op Gods Tijd mag worden vrijgegeven.
  2. Myriam kan elk van deze schatten slechts ontsluiten in de diepste mystieke eenheid met Maria’s Hart. Daartoe is noodzakelijk dat Myriam zich zo diep in het Hart van de Meesteres laat overvloeien dat de betreffende schat zich aan Myriams innerlijk oog kan vertonen. Dit procedé kan nauwelijks worden beschreven, omdat er niets werelds aan is. De basisvoorwaarde is in elk geval deze: Myriam moet een vurig verlangen koesteren om zich één te laten worden met Maria’s Hart. In reactie op dit verlangen — wat op zich reeds veronderstelt dat Myriam zich voor alle denken en alle zintuiglijke indrukken afsluit — antwoordt de Meesteres van alle zielen via de weg die Zij op het betreffend ogenblik verkiest en die Haar het best van dienst is.

Dit betekent dat een overdracht van kennis in zeer uiteenlopende vormen op gang kan worden gebracht en soms ook heel onverwachte mystieke processen tot gevolg heeft, dit alles precies zoals Zij het wil. Deze genadeweg wordt op grond van een liefdesgeschenk zo lang open gehouden als dit Maria’s Plannen kan dienen. Het liefdesgeschenk bestaat hieruit, dat elk nieuw geschrift in het kader van dit Apostolaat slechts op grond van mystieke kennisoverdracht tot stand komt, en derhalve slechts in een gesteldheid van de vurigste Liefde kan worden geschreven: Slecht een gesteldheid van de diepste Liefde in Myriams hart kan het mystiek contact open houden en Maria ertoe aanzetten om de zielen steeds nieuwe schatten ter beschikking te stellen. Dit behoort tot de basisvereisten voor dit Apostolaat.

Zoals reeds vermeld, betitelt de Meesteres van alle zielen Haar Maria Domina Animarum Werk als 'het Apostolaat van de Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid'. Bij deze vier basiselementen gaat het stuk voor stuk om fonteinen van Licht en derhalve om dragers van het Ware Goddelijk Leven voor de zielen. Waar het Licht opwelt, wordt ook de duisternis gewekt, omdat de satan heeft gezworen dat hij God geen enkele mensenziel zou laten. In de Meesteres van alle zielen herkent ook hij de volheid van de macht van zijn verheerlijkte Vijand, de uitverkoren Dochter van God, Die hij buitengewoon vreest omdat Zij hem van meet af aan reeds restloos overwon en omdat in Haar Gods Wil rust zoals in een Tabernakel van Goddelijke Mysteries.

Het is de satan maar al te goed bekend dat God hem in de Meesteres van alle zielen een antwoord heeft bereid dat hem zeer veel zielen kan kosten, temeer daar het Maria Domina Animarum Werk de zielen bemoedigt, hen de Ware Hoop biedt, hen de onbegrensde Waarheid onderricht en de meest uiteenlopende onwaarheden, leugens en misleidingen die door de satan in de wereld worden gebracht, ontmaskert. Het hoeft aldus niemand te verbazen dat de inspiraties vanwege de duisternis tot verzet tegen het Maria Domina Animarum Werk buitengewoon intens en listig zijn. Maria heeft Myriam hier reeds jaren geleden voor gewaarschuwd, maar heeft eveneens een ware explosie van Licht via dit Werk voorspeld. Deze explosie zal in eerste instantie niet voor menselijke ogen zichtbaar zijn, noch zal zij op enige wereldse wijze meetbaar zijn: Zoals geldt voor elk mystiek fenomeen, zal slechts Gods Hart de lichtsterkte van deze explosie waarnemen.

Maria vertoont Zich in Haar 'Hoedanigheid der hoedanigheden', deze als Meesteres van alle zielen, aan de zielen als de Dageraad na de nacht der duisternis, die over de aarde ligt, en als de Ochtendzon die de zielen zacht, mild doch in volle Waarheid voorbereidt op de volheid van het Licht van de Middagzon (de Christus). De duisternis zal vele zielen ertoe trachten op te hitsen om de stralen, die de Meesteres via ons Maria Domina Animarum Werk naar de zielen wil sturen, te verduisteren (als ongeloofwaardig af te schilderen), en lijkt daartoe over een zeer geschikte troef te beschikken: De onwetendheid van vele zielen met betrekking tot Gods Plannen en Werken, over de wijze waarop God de zielen in deze Laatste Tijden de voltooiing van het Heil wil bereiden, en de blindheid van de zielen die het zovelen onmogelijk maakt om de Hemelse herkomst en de prachtige Waarheid te herkennen, welke in de via dit Apostolaat verspreide geschriften wordt verkondigd.

De grootste boodschap van Hoop echter, is de belofte van de Meesteres van alle zielen, dat Zij uiteindelijk, op Gods Tijd, in deze hoedanigheid erkend zal worden en dat dit het einde van de ellende op deze wereld zal betekenen. Deze genade moet echter worden verdiend, door de harde strijd tegen besmeuring en verdachtmaking en voor de ontsluiting van de zielen die zichzelf momenteel nog op de oever van de beek laten verdorsten.

7. Het unieke karakter van het MDA Werk

Myriam is door Maria geroepen om de zielen voor te bereiden op de verrukkelijke gedachte dat ook zij mogen drinken uit de vijver van deze verrukkingen, die in Maria zijn verzameld. Druppel na druppel moet Myriam de met Hoop geladen woorden van Maria in de harten sprenkelen, en terwijl Myriam dit doet, ervaart zij ook zelf opnieuw de verrukkingen van de onuitsprekelijke aanraking met deze zuiverste aller zielen.

De Openbaringen die Maria via Myriam in woorden en beelden schenkt, bevatten niets minder dan de sleutel tot het Rijk Gods, die in de harten het Ware Geluk kan ontsluiten, niet zoals de wereld dit geeft, doch zoals God het geeft, in alle volmaaktheid. Elke ziel die de sleutel in haar eigen hart heeft gevonden, moet hem ook gebruiken, want Gods geschenken dienen slechts tot de vervolmaking van de ziel voor Zijn Rijk, dat ons thans door Maria en met Haar wordt verkondigd.

Op 5 december 2007 sprak de Moeder Gods de volgende woorden:

"(...) Zielen van Maria, verheug jullie eindeloos, want het voorrecht dat jullie wordt geschonken in alle woorden en onderrichtingen die Ik sedert enkele jaren via dit kanaal tot jullie richt, is uniek in de geschiedenis van het Heil. Nooit eerder is voor de zielen het Boek der Goddelijke Waarheid met de kennis van het Goddelijk Leven zo ver geopend. Nooit eerder hebben de zielen de genade ontvangen van een zo diepgaande vorming in de wegen naar Gods Hart (...)".

Onder andere in De Dageraad van Gods Rijk op aarde heeft de Meesteres van alle zielen laten aantonen dat Haar onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven enig in hun soort en uniek zijn. Het gaat hier om een Werk dat door God via de Moeder Gods voor deze Laatste Tijden is bestemd met het doel, zoveel mogelijk zielen door innerlijke omvorming krachtens totale toewijding en via intensieve diepe onderrichting op de meest doeltreffende wegen van de heiliging te winnen voor het Licht, dit wil zeggen: deze zielen uit de nefaste invloeden van de duisternis weg te rukken. Dit Werk is om diverse redenen uniek:

  • Het mag zich bedienen van omvangrijke onderrichtingen met een zeer ongewone diepgang, en die uitsluitend worden geput uit een mystieke Bron en precies op Maria's Tijd naar de zielen worden geleid;
  • Het betreft een Werk dat speciaal voor deze Laatste Tijden is bedoeld;
  • Het betreft geen vruchten van menselijk denken of willen, doch uitsluitend de verspreiding van Hemelse onderrichtingen.

In Haar Openbaring van 8 januari 2007 zegt de Meesteres van alle zielen:

"Zielen herkennen zelden de tekenen van hun eigen tijd, en evenzo begrijpen zij zelden de ware draagwijdte en de ware diepgang van de Werken die God in hun eigen dagen aan de mensheid openbaart. Als de Meesteres van alle zielen heb Ik je tot kroongetuige gemaakt van de uitwerkingen van een buitengewone fase in de heilsgeschiedenis van de mensheid. Ik openbaar nu via jou Waarheden, Mysteries en Plannen die de Allerhoogste voor deze tijd heeft bewaard. Geen heilige, geen profeet heeft deze dingen ooit geschouwd op de wijze waarop Ik ze voor jouw geestesoog ontvouw, omdat Gods uur daartoe nog niet gekomen was.

Dit is de tijd van de grote openbaringen over Maria en Haar ware Wezen, een tijd die samenvalt met de laatste voorbereidingen op de definitieve nederlaag van de satan in Gods Schepping. Geen ziel begrijpt op dit ogenblik de draagwijdte van de dingen die Ik bezig ben, via jou uit te werken. Deze Werken zijn uniek in de heilsgeschiedenis. Onpeilbaar is deze Genade.

Bid tot de Heilige Geest om Licht in de zielen die Ik naar de bronnen leid die Ik doorheen de tuin van je hart laat vloeien, want de zielen hebben nog niet begrepen dat zij getuige zijn van zeer grote dingen. Ik ben het Grote Teken, de Vrouw Die de dageraad laat gloren op het einde van de nacht der zielen. In Mij zijn onmetelijke rijkdommen verzameld, schatten van Goddelijke Mysteries, oceanen van Glorie die zichzelf onophoudelijk blijven vermenigvuldigen, en via jou, apostel van de Meesteres van alle zielen en van de macht van Gods Uitverkorene voor alle tijden, ben Ik de voltooiing begonnen van de laatste fase van de Goddelijke Openbaring tot algehele bevrijding van de mensheid uit de verstikkende greep van de nacht: de Openbaring van de ware hoedanigheden, Glorie en macht van Maria, de Meesteres van alle zielen. Via jou openbaar Ik aan de zielen de wegcode, het verkeersreglement, voor hun navigatie doorheen de wildernis van verwarringen, dwalingen, misleidingen en onwetendheid van de zielen. Ik geef hen de veilige reisweg naar de ware heiligheid die God voor alle tijden voor de zielen had bestemd doch die door de erfzonde onbereikbaar was geworden.

Nu maakt de Schepper de cirkel van Zijn Werken rond: Hij schiep Mijn ziel met de unieke Onbevlekte Ontvangenis, Hij stuurde Zijn Zoon Jezus Christus in de wereld om de Verlossing te voltrekken, Hij stortte de Heilige Geest over de Kerk uit, en thans wijst Hij de zielen de weg naar de voeten van de Onbevlekte, Wier ware grootheid Hij tot deze allerlaatste tijden versluierd heeft gehouden omdat de volheid van de tijd voor de Openbaring der openbaringen nog niet aangebroken was.

Nu heeft Hij beschikt dat het uur heeft geslagen voor de openbaring van de volheid van Zijn Plannen, en openbaart Hij aan de zielen hun ware Meesteres, Die door Haar eeuwenlange verdiensten en op kracht van Haar Onbevlekte Ontvangenis en de Haar bij Haar Kroning geschonken volheid van de macht thans opstaat als de Heerseres Die de zielen moet leiden naar de volheid van heiligheid, wijsheid en kennis van Zijn grote Werken en Plannen, opdat zij door hun fiat aan de voeten van de Meesteres van alle zielen Haar macht zouden doen schitteren in de glans van hun overgave, tot definitieve Triomf over de prins van leugen, bedrog en dwaling.

Volk van Christus, sta op, en ontwaak voor de grootheid van de dingen die Ik in en voor jullie voltrek. Het uur van de Waarheid is aangebroken".

Op grond van het unieke karakter van het Maria Domina Animarum Werk vroeg ooit een ziel aan Myriam om een toelichting in verband met de parallel tussen de verkondiging van de Meesteres van alle zielen enerzijds, en het Werk van de Heilige Grignion de Montfort omstreeks het jaar 1700 anderzijds. In antwoordbrief 217 mocht ik deze vraag als volgt beantwoorden:

"Dit Apostolaat is niet in de letterlijke zin een voortzetting van het werk van de Heilige Grignion de Montfort: Elke roeping is uniek, en het Myriam van Nazareth-Apostolaat [intussen definitief Maria Domina Animarum Werk genaamd] staat op zichzelf en heeft een eigen specifieke zin en een eigen specifiek doel. Nochtans is Uw opmerking niet helemaal onterecht. Sedert Maria mij in 1997 tot Haar dienst riep, heeft Zij in mij heel veel uitgewerkt. In 2005 voltrok Zij aan mij de Hemelse Bruiloft, die Zij de hoogste vorm van mystieke vereniging noemt. Heel spoedig daarop verkondigde Zij Zichzelf voor het eerst als de Meesteres van alle zielen, een hoedanigheid die Zij omschreef als de 'absolute bekroning' van Haar hoedanigheden, die echter pas toen voor het eerst aan de wereld werd verkondigd.

In deze hoedanigheid heeft Zij alles samengebracht wat Zij door mij vóór die tijd heeft laten verkondigen, en alles wat nog zou komen, en Zij noemde dit geheel de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Hierin verkondigt God Maria aan de zielen als de absolute top van de spirituele volmaaktheid, en worden de Mysteries verkondigd door dewelke de zielen het Goddelijk Leven (de top van de heiliging) leren kennen. De Meesteres van alle zielen is ertoe geroepen, in deze Laatste Tijden de zielen van binnenuit naar de heiligheid te leiden, en op deze weg de grondvesting van Gods Rijk op aarde, waarvan Jezus Christus de wortels heeft gezaaid, tot haar voltooiing te brengen.

De Meesteres van alle zielen wil dit 'Werk der Werken' in deze tijden door Myriam naar de zielen brengen, en heeft dit Werk inderdaad ooit de volledige uitwerking en verdieping genoemd van de principes, die Zij ooit door 'Haar geliefde zoon Grignion de Montfort' heeft laten neerschrijven. Deze heilige schreef ooit dat in de Laatste Tijden de volheid van de Waarheid over de Heerlijkheid en de rol van Maria bekend zou worden gemaakt. De Meesteres bevestigde mij in 2005 dat Zij in deze hoedanigheid en via de door Haar onderwezen Wetenschap van het Goddelijk Leven daadwerkelijk de vervulling brengt, die deze grote heilige heeft mogen profeteren.

Zo goed is God, dat wij in onze duistere dagen van dit wonder mogen getuigen. Alle duisternis wordt beantwoord door Licht. Dit zou het diepe wezen van ons Apostolaat kunnen samenvatten, dat door Maria het Apostolaat van de Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid wordt genoemd".

Enkele ideeën van de Heilige Grignion de Montfort kunnen inderdaad in de geschriften van Myriam worden teruggevonden, doch hier krijgen zij een ongewone verdieping. Begrippen zoals, bijvoorbeeld, 'liefdesslaaf' en verwijzing naar de Moeder Gods als 'Meesteres' kan men reeds in de geschriften van deze grote heilige aantreffen, doch zij krijgen de volheid van hun betekenis in de geschriften die Maria via Myriam aan de zielen laat toekomen, precies omdat Gods Tijd voor deze verdieping en voor de volle ontsluiting van deze kennis pas nu is aangebroken.

8. Dringendheid van het MDA Werk

Tegen de achtergrond van het feit dat het Maria Domina Animarum Werk speciaal voor de laatste fase van de strijd tegen de krachten van de duisternis in het leven is geroepen, en dat de Koningin des Hemels – de Leidster in de strijd tegen de duivel en zijn werken in de zielen – via dit Werk beoogt dat nog zoveel mogelijk zielen de weg naar de ware heiligheid mogen vinden, is het meteen begrijpelijk dat dit Werk een dringend karakter heeft. In Haar Openbaring van 26 december 2006 zegt Maria:

"De zielen beleven de allerlaatste tijden. Dit is geen tijd meer voor oppervlakkigheid. Ik heb jou geroepen als apostel van de Meesteres van alle zielen om instrument van verdieping te zijn. Ik heb jou geroepen en omgevormd tot Mijn abdij als een teken tegen de wereld en zijn oppervlakkigheden. Ik heb je geroepen om Mijn macht te laten schitteren voor de zielen.

Zeg aan de zielen dat Ik zorg voor al hun dagelijkse zorgen en bekommernissen, op voorwaarde dat zij zich totaal aan Mij geven en een leven willen leiden van verdieping. Ik verlang dat de zielen Mijn Hart zoeken, en dat zij al hun wereldse zorgen in Mijn Hart begraven.

Van Mijn apostel verlang Ik onderrichting aan de zielen in de wegen om deze diepgang in hun leven te vinden. Ik verlang dat jij je niet zou laten overhalen om in enig contact met de zielen wegen te volgen die Mijn Plannen en Werken niet bevorderen. Dit is geen tijd meer voor praatjes over dagelijkse beslommeringen. Ik wil in jou naar de zielen toe een teken stellen voor datgene wat voor God van belang is: de strijd tegen de vijand der zielen.

Deze strijd kan slechts gewonnen worden zodra de zielen zelf de Genade daartoe verwerven, door een grote spirituele verdieping na te streven, zich te wapenen tegen alle ondeugd en tegen alle mogelijke wereldse verleidingen, en door zich totaal aan Mij toe te wijden. Ik verlang van de zielen volkomen navolging van Christus, door hun kruisen met Vuur op hun schouders te nemen. (...) Dit is niet langer een tijd om de zielen te ontlasten van hun wereldse bekommernissen, het uur heeft geslagen om hen te begeleiden naar de diepgang in hun leven die God van hen verwacht".

9. Op uitdrukkelijke verordening vanwege de Koningin des Hemels distantieert het MDA Werk zich volkomen van dreigboodschappen en alle profetieën met betrekking tot de eindtijd

Doorheen de jaren werd Myriam meermaals verzocht, stelling te nemen in verband met de vele dreigboodschappen en profetieën over de eindtijd, die sedert verscheidene decennia de ronde doen en die vooral de jongste jaren vele zielen totaal opslorpen. Een dergelijke stellingname valt het Maria Domina Animarum Werk niet moeilijk: Wij verkondigen ook in dit verband uitsluitend het standpunt van de Moeder Gods Zelf. Maria heeft mij bij herhaling op het hart gedrukt dat ik mij met dit thema helemaal niet behoor bezig te houden, omdat Zij dit niet wil en omdat het de voltooiing van Gods Heilsplan krachtig tegenwerkt wanneer zielen hun tijd verspillen aan de verspreiding en het bestuderen van dergelijke boodschappen, respectievelijk zich veelvuldig in dergelijke boodschappen verdiepen.

Myriams standpunt in dit verband is ondubbelzinnig: Ik distantieer mij met klem van dergelijke boodschappen en profetieën, in gehoorzaamheid jegens de Koningin des Hemels, en omdat Zij mij de genade heeft geschonken van volkomen overtuigende argumenten voor het feit dat dergelijke boodschappen niet uit Hemelse Bronnen ontspringen. Ik benadruk met alle kracht: Dit standpunt is geen persoonlijke opinie, het is een onmiskenbare en nadrukkelijke verordening vanwege de Koningin des Hemels, Die met een onvoorstelbare droefheid en met volle kracht waarschuwt tegen dergelijke boodschappen.

Met dit standpunt, alsook door het verdedigen van de volheid van de Waarheid en door de ontmaskering van vele misleidingen, hebben Myriam en het Maria Domina Animarum Werk vijanden gemaakt. Het Werk, en de persoon van Myriam, zijn telkens weer ten prooi gevallen aan laster, verdachtmaking en zelfs bedreigingen, en dit nog wel vanuit kringen die zichzelf voor christelijk houden. Ik betreur dit, niet om mijn eigen persoon, doch omdat ik mij ernstig zorgen maak om de tallozen die zich telkens weer laten verblinden door de listen en de bijzonder sluw gecamoufleerde zetten van de duisternis. Het is juist kenmerkend voor het Maria Domina Animarum Werk dat één van zijn voornaamste doelstellingen hierin bestaat, de camouflages en listen van de duivel en van zijn werken in de zielen te ontmaskeren, aan de kaak te stellen, en gerichte wegen aan te reiken om zich uit de nefaste effecten van die zo vaak nauwelijks waarneembare boeien te bevrijden. Jammer genoeg is gebleken dat de duisternis gemakkelijk zielen vindt voor dewelke het christen-zijn duidelijk geen garantie betekent dat zij hun medemens niet bewust en met opzet trachten te vernietigen. Dit stelt ons zwaar teleur, temeer daar niet slechts mensenharten daaronder lijden, doch in de eerste plaats de Moeder Gods Zelf.

In dit Werk van de Meesteres van alle zielen gaat het uiteindelijk slechts om één ding: De zielen voorlichten, opdat zij de volheid van hun Verlossing en heiliging zouden kunnen verwezenlijken door alle valstrikken van de duisternis op hun levensweg, in hun eigen denken en voelen te leren herkennen en de oorsprong en de veroorzaker ervan te leren ontdekken en ontmaskeren, en derhalve de hen door God geboden vermogens en genaden ten volle te leren benutten; dit alles ter verwezenlijking van de beide levensdoelen (takken van de ware roeping) van elke ziel: de eigen heiliging, en het leveren van de door God van elke ziel gevraagde bijdrage tot de voltooiing van Zijn Heilsplan en tot de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Noch Myriam noch het Maria Domina Animarum Werk als geheel hebben ooit de bedoeling gehad om zielen of hun standpunten aan te vallen. Precies daarom neemt dit Werk in geen geval deel aan polemieken; dit mag het van de Moeder Gods trouwens helemaal niet. Wij verkondigen en verspreiden in gehoorzaamheid jegens Maria de Waarheid zoals Zij – de Moeder van Christus, de Eeuwige Wijsheid! – ons deze onderricht, niets minder en niets méér dan dat. Maria sprak tot mij verscheidene jaren geleden naar aanleiding van een golf van onbeschaamde aanvallen en lasteringen op zeer treffende wijze als volgt:

"Het is je taak, te verkondigen wat Ik je in het hart leg. Ik zaai in jou Hemels zaad en leid de zielen naar de bloemen die daaruit ontbloeien. Van jou vraag Ik dat je vooruit kijkt (d.w.z. naar Mij en de verwezenlijking van je opdracht), niet achterom (d.w.z. naar het verleden) en ook niet opzij (d.w.z. naar datgene wat om het even wie gelooft of je verwijt), en wel ongeacht wat komt, want dit alles past precies binnen Mijn Plan. Jij hoeft je jegens geen enkele sterveling te verantwoorden, Ikzelf zal getuigenis afleggen, op Gods Tijd".

Het Maria Domina Animarum Werk is er niet in het geringste in geïnteresseerd, in te gaan op enige discussie. Laster en zelfs bedreigingen zijn er steeds. Deze met wereldse wapens bestrijden, is niet de taak van een werktuig van de Koningin des Hemels. De duivel weet dit, en tracht daarom steeds weer, Myriam valstrikken te spannen. Dit is niets nieuws onder de zon, want het herinnert volop aan datgene wat de farizeeën onvermoeibaar met Jezus trachtten te doen. Discussies zijn iets werelds. Ons Werk echter, ontspringt aan een Hemelse Bron en vertegenwoordigt derhalve geen menselijke stellingen. Maria Domina Animarum is geen product van het menselijk verstand, doch een vrucht uit het Hart van de Moeder Gods. De duisternis neemt aanstoot aan vele dingen die van ons Werk uitgaan. Mochten wij ingaan op polemieken en laster, dan zou dit slechts één enkel resultaat krijgen: Wij zouden de kostbare tijd verspillen die wij aan de uiterst belangrijke verkondigingen in dienst van de Koningin des Hemels behoren te besteden, en zouden daardoor de werken der duisternis in de hand werken.

Elke negatieve instelling jegens het Maria Domina Animarum Werk begraven wij derhalve in het Hart van de Moeder Gods. Myriam oordeelt niemand, doch verlangt slechts één ding: de roeping invulling te geven, die haar voor de bevordering van het Ware Geluk van de zielen is geschonken, en dit in volkomen gehoorzaamheid jegens de Koningin des Hemels en uitsluitend overeenkomstig Haar aanwijzingen en ingevingen. Myriam laat zich niet beïnvloeden door zielen, en mag dit ook niet doen. Er wordt uitsluitend gevolg gegeven aan de richtlijnen van de Moeder Gods, en slechts Haar stellingen worden verkondigd. Om deze reden komt elke polemiek enerzijds neer op een kritiek op de Moeder Gods, en wordt deze anderzijds totaal overbodig.

Specifiek met betrekking tot de dreigboodschappen en profetieën over de eindtijd citeer ik hierna enkele argumenten die Maria mij in de loop van de tijd heeft laten schrijven. Eerst en vooral een tekst die Maria mij liet schrijven naar aanleiding van onrust waaraan zielen op grond van dergelijke boodschappen ten prooi waren gevallen:

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen en broeders in Jezus en Maria,

Uit reacties is gebleken dat zielen verontrust zijn geraakt door de verspreiding van waarschuwingsboodschappen.

Ons Werk benadrukt eens en voor altijd dat het zich met klem en definitief distantieert van elke mogelijke link met dergelijke boodschappen en apostolaten die zulke boodschappen verspreiden, omdat waarschuwing en bedreiging door de Meesteres van alle zielen formeel worden afgewezen.

Wij wijzen erop dat de Meesteres van alle zielen, zoals duidelijk zichtbaar is in diverse van de door ons Werk verspreide geschriften, bevestigt:

  • dat de mensheid zich in de Laatste Tijden bevindt;
  • dat deze Laatste Tijden zullen worden bekroond door de grondvesting van Gods Rijk op aarde;

Maar

  1. dat God niet de dood van de zondaar wenst, doch zijn bekering;

  2. dat precies daarom de Moeder Gods in de hoedanigheid die alle hoedanigheden in zich verenigt en bekroont (deze als Meesteres van alle zielen), in deze tijd door God naar de zielen is gezonden om zielen te onderrichten, te sturen, te leiden en hen innerlijk zo om te vormen dat zij de Verlossingswerken van de Christus door eigen overgave en toewijding in zich kunnen voltooien en de voor hen voorziene heiligheid kunnen verwezenlijken;

  3. dat alle chaos, onrust, dreiging en waarschuwing niet van God afkomstig zijn, doch dat God de zielen op fouten en zonden wijst en hen tezelfdertijd de wegen toont om deze zelf, door gebruikmaking van de door Hem onderrichte sleutels tot de heiliging, te helpen teniet doen;

  4. dat verontrustende boodschappen middelen zijn door dewelke de duivel beoogt, de zielen God als de schuldige voor te houden, Die alle ellende en verwoesting op deze wereld veroorzaakt;

  5. dat de duivel via deze chaos en deze angst beoogt, zielen te beroven van alle houvast en hen volkomen onproductief en onvruchtbaar te maken voor Gods Werken, hen te verleiden tot zinloze, ondeugdzame en tijdrovende speculaties, en al hun denken, spreken en handelen in dienst te stellen van zijn eigen werken van duisternis en ontwrichting;

  6. dat de duivel via dergelijke boodschappen zielen op een listig gecamoufleerde wijze misleidt over de duistere bron van de boodschappen door hen schijnbaar te laten oproepen tot gebed, doch in werkelijkheid beoogt dat massa's gebeden als niet meer bruikbaar verloren zouden gaan omdat zij aan God worden aangeboden uit angst en/of uit zelfzucht in plaats van uit Liefde en tot verwezenlijking van Zijn Heilsplan;

  7. dat God Liefde, Hoop, bemoediging en Waarheid is, in plaats van angst, verontrusting, verlamming en misleiding. De Meesteres van alle zielen beklemtoont zonder meer dat het niet Gods Plannen dient, zielen innerlijk door angst en verontrusting te ontwrichten en onwerkzaam te maken, daar Zijn enige wens deze is, dat elke individuele ziel op de wegen van de Ware Liefde en door ingrijpende zelfontplooiing voor altijd Gods Tegenwoordigheid zou vinden, in de tijd evenals in de eeuwigheid.

De Meesteres van alle zielen geeft de volgende punten ter overweging:

  1. Hoe zou een God, Wiens Wezen bestaat uit de zuiverste Liefde en Wiens Werken en Plannen uitsluitend dienen om in de mensenzielen het van Hem gekregen zaad van heiliging ten volle te ontplooien, boodschappen in de wereld kunnen zenden door dewelke Hij als dreigende God talloze zielen precies van deze zelfontplooiing alsook van elk werk ten gunste van de verwezenlijking van Zijn Plannen zou verwijderen?

  2. Hoe zou een God, Wiens belangen slechts gediend worden in de mate waarin zielen Hem erkennen als de Essentie van de Ware Liefde, boodschappen kunnen laten verspreiden door dewelke Hij uiteindelijk wordt voorgesteld als Bron van steeds nieuwe ellende op aarde?

  3. Hoe zou een God, Die de wereld en de zielen heeft geschapen als de alomvattende belichaming van Zijn Liefde, behagen kunnen scheppen in de vernietiging van gedeelten van Zijn Schepping door rampen? Onder meer in de Stormschriften 41 en 56 en in de Brieven 237 en 322 laat de Meesteres van alle zielen klaar en duidelijk verwijzen naar de ware oorzaken van de snel in aantal en hevigheid toenemende natuurrampen.

  4. Hoe zou een God, Die elke individuele ziel heeft voorzien van een kiem van heiligheid die een zaadje van God in zich draagt, ook maar één enkele ziel in door Hem veroorzaakte natuurrampen zonder meer kunnen uitleveren aan Zijn tegenstander? Dit zou gelijkstaan met een belijdenis via dewelke God Zich jegens de satan gewonnen zou geven. God levert geen Werken uit Zijn Allerzuiverst Hart uit aan de klauwen van het monster dat alle duisternis, alle onzuiverheid en alle verwoestingsdrang belichaamt. Zou een almachtige God, Die uit niets anders bestaat dan Ware Liefde, Zich laten beroven van de Werken uit Zijn handen en daarbij Zelf Zijn Wezen van de zuiverste Liefde verloochenen, wetend dat dit Hem als Voorbeeld van heiligheid en volmaakte Liefde totaal ongeloofwaardig zou maken?

  5. Geen woord werd door Jezus tijdens Zijn leven als Messias op aarde vaker gesproken als: "Vrees niet!" (cfr. ook de engelen jegens de herders te Bethlehem; de H. Aartsengel Gabriël jegens Maria te Nazareth; Jezus Zelf jegens Zijn apostelen op het Meer van Genesareth en na de Verrijzenis, enz...). Welke ziel kan zichzelf nog ernstig nemen als christen en tezelfdertijd boodschappen volgen die angst voor verwoesting en bedreiging met verwoesting verspreiden? Een dergelijke verloochening van het Geloof, de Liefde en de Hoop kan slechts voortkomen uit een geest die zich tot doel heeft gesteld, Gods Werken onwerkzaam te maken.

Wie dit alles in overweging neemt, en het beschouwt tegen de achtergrond van de leerstellingen van de Meesteres van alle zielen die niets aanreiken dan Hoop, Liefde en bemoediging, tegenover elke verwijzing naar de werken der duisternis een oplossing vol Licht stellen, en de duivel alle wind uit de zeilen weten te nemen, begrijpt eens en voor altijd wat het werkelijk betekent dat 'God Liefde is', wat waarlijk Gods Werken en Plannen zijn, en om welke redenen, met welke methoden en met welk doel de zielen worden misleid.

De Meesteres van alle zielen is naar de zielen gezonden om door de verdieping van de kennis over het Goddelijk Leven alle chaos op te ruimen en de zielen in staat te stellen om de duisternis te overwinnen, die bron van alle ellende op aarde is.

Woorden die:

  • een 'oplossing' voorspiegelen die niet de volhardende inzet van de zielen tot zelfontplooiing noodzakelijk maakt (bijvoorbeeld door zielen te leiden naar de veronderstelling dat zij slechts hoeven te wachten op de Komst van Jezus Die alles voor hen zal opruimen);
  • niet de wegen onderrichten via dewelke de zielen tot de heiligheid moeten en kunnen komen,

worden door de Meesteres van alle zielen ontmaskerd als onvruchtbaar, onproductief, en in de ergere gevallen als gevaarlijke misleidingen.

De Meesteres van alle zielen wijst erop, dat Jezus niet terugkomt om de 'goeden' zonder meer van de 'slechten' te bevrijden, doch om elke ziel te peilen en vast te stellen in hoeverre zij aan de eigen heiliging heeft gewerkt en zij God en haar medeschepselen waarlijk heeft liefgehad. In de mate waarin de ziel zal hebben getracht om de wegen van de heiliging te volgen, zal de Komst van Jezus daadwerkelijk een zeer verheugende gebeurtenis zijn. Geen ziel mag zich echter laten vangen door de veronderstelling dat zijzelf vanzelfsprekend klaar zou zijn voor deze prachtige ontmoeting, haar buurman echter niet. Moge elke ziel zich op deze Komst voorbereiden door met volharding in zich de geschenken in te bouwen die de Meesteres van alle zielen haar leert ontsluiten. De Wederkomst van Jezus is ons beloofd. Laten wij onze ziel op dit feest voorbereiden door de tekenen die God ons geeft, te herkennen voor wat zij waarlijk zijn:

  • de rampen als tekenen van de verstoring van het evenwicht in de Schepping ingevolge de zondelast van de mensheid, en
  • de werkzaamheden van de Meesteres van alle zielen als Gods antwoord van volmaakte Liefde op de duisternis.

De duivel heeft zich tot doel gesteld, Gods Werken te verwoesten en God zoveel mogelijk zielen te ontroven. Eén van de wegen via dewelke hij deze wereld tracht te beheersen, is deze van de ongebreidelde chaos, die hij op de listigste wijzen in de zielen tracht aan te zwengelen. Laten wij niet alleen verstandig zijn, doch laten wij vooral onze roeping als christen waardig zijn door jegens God in de praktijk van ons dagelijks leven de bewijzen te leveren van een Ware Liefde, een Waar Geloof en een Ware Hoop.

Om al deze redenen laat de Meesteres van alle zielen vragen dat niemand van ons de Hemelse geschenken zou verloochenen, die Zij de zielen laat toekomen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven. Wie God waarlijk liefheeft, neemt al deze Hoop ter harte en valt niet voor de klanken van de als nachtegaal gecamoufleerde slang.

Het Maria Domina Animarum Werk wenst ieder van U de kracht en de bereidheid om het gefluister van de Heilige Geest in Uzelf te herkennen en U door de Hemelse Koningin te laten leiden.

God is Liefde. Precies vanuit deze Liefde heeft Hij al deze geschriften laten schrijven opdat alle zielen zich uit de duisternis zouden kunnen bevrijden en verdere rampen zouden kunnen helpen afwenden. Laten wij ook deze geschenken niet onbenut liggen om ons door angstpsychosen in de boeien te laten slaan. Angst past niet bij de kinderen Gods. Wie God waarlijk liefheeft, weet dat Hij het laatste woord heeft en dat de Meesteres van alle zielen precies naar de zielen toe komt om hen klaar te maken om de angst samen met Haar, Die van meet af aan de bron van alle angst (namelijk de duivel en al zijn werken) onder haar voeten heeft gehouden, uit te roeien, eerst in zichzelf, en daardoor in de hele Schepping.

Nu volgt een uittreksel uit antwoordbrief nr. 46:

(...)

Reeds vele jaren lang is sprake van onheil van de meest uiteenlopende soort dat op onze wereld toekomt, respectievelijk dat in de komende tijd in nog verhoogde mate op de wereld zal toekomen. Nadat de Allerheiligste Maagd mij in het jaar 1997 tot Haar dienst had geroepen, stelde ik Haar meermaals vragen in dat verband. In de loop der jaren heeft Zij mij één en ander over dit thema gezegd. Sommige punten daarvan (onder andere met betrekking tot de natuurrampen) werden tot voorwerp van onderrichtingen, die onder meer in enkele van de Stormschriften ter sprake zijn gekomen. In algemene zin moet ik in opdracht van de Moeder Gods over dit thema het volgende getuigen:

De Schepping zinkt sedert lange tijd weg in een steeds dieper wordende afgrond, en wel op grond van de steeds groter wordende last van de zonden die door de mensheid worden begaan. Hierdoor is in de Schepping een onevenwicht gevormd, dat hierin bestaat, dat de vele componenten van de Schepping zich onderling niet meer gedragen zoals God het had voorzien. Elke zonde van een mensenziel verbreedt de kloof tussen de Goddelijke Wet enerzijds en de werkelijke toestand van de Schepping anderzijds.

De Hemel heeft inderdaad reeds meermaals gewaarschuwd voor deze noodsituatie, maar spoedig begon een echte lawine van boodschappen en waarschuwingen die (ik citeer Maria):

"voor ruim negentig procent zijn geïnspireerd door Mijn tegenstander, de duivel, en er slechts op gericht zijn, de zielen in een net van paniek en verwarring te vangen, hen van hun geloof te beroven en hen ervan te weerhouden om aan zichzelf te werken. De ziel die dergelijke boodschappen volgt of deze zelfs najaagt, wordt spoedig de gevangene van een zinloze speculatie en steelt Gods tijd. Zielen, verspil niet de tijd die God jullie geeft om jullie weg naar de heiligheid op een vruchtbare wijze vorm te geven. Jullie zijn op aarde om jullie persoonlijke weg te voltooien, niet om jullie over te geven aan speculaties. De toekomst ligt in Gods Hart besloten. Betreed geen bodem die jullie door Gods Wijsheid is ontzegd (Maria bedoelt hier de kennis over de toekomst). Op heel weinig uitzonderingen na, zijn deze boodschappen inspiraties vanwege de duisternis, die zeer veel zielen ervan wil overtuigen dat de duisternis het laatste woord zal hebben. Hecht geen geloof aan deze boodschappen. Zielen die bereid zijn om onder Mijn leiding liefdevol en vol vertrouwen aan zichzelf te werken, hoeven niets te vrezen".

Bij andere gelegenheden verzekerde Maria mij dat God Haar onder andere precies nu, in deze Laatste Tijden, als Meesteres van alle zielen laat verkondigen "opdat zoveel mogelijk zielen zich van de kanker van de dreigboodschappen zouden afkeren en zich ten volle op de eigen spirituele groei zouden richten", en dat de voornaamste reden waarom Zij uitgerekend nu in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht, hierin ligt, dat God in deze Laatste Tijden heilige zielen wil vormen, opdat de duisternis op het fundament van heilige zielen van de aarde zou kunnen worden verdreven. Het is het 'leger van de totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toegewijde zielen' dat de Schepping naar een nieuw evenwicht moet voeren. God wil niet dat zielen sterven (= verloren gaan), Hij wil dat zij zich bekeren. God heeft er geen enkel belang bij dat zielen door rampen van welke aard dan ook, lichamelijk worden gedood. Dit zou de Schepping niet zuiveren, want het zou niets veranderen aan het fundament van de ontsporing (namelijk het gemak waarmee de mensheid zondigt). Het enige waarmee God en Zijn Heilsplan gediend zijn, is de heiliging van de mensheid. Hoe zou de God van volmaakte Liefde dan talloze zielen met dood en ellende kunnen bedreigen?

Lieve ziel, ik heb U zopas de woorden van Maria overgebracht. Vreest U niet, doch maakt U het voornemen om onverwijld aan de heiliging van Uw eigen ziel te werken en anderen te helpen, dit eveneens te doen. De tijd is nu aangebroken om elkaar de hand te reiken, naar de ons door God gegeven volmaakte Meesteres te kijken, en met de blik vooruit naar Gods Licht toe te gaan. Zelfs de grootste storm kan ons niet deren zolang wij in Maria's macht geloven. Zij is ons precies gegeven om samen met Haar onszelf (onze zwakheden) te leren overwinnen en daardoor de dreiging vanwege de duisternis af te wenden.

Wat komt waarlijk op de mensheid af? Stormen, inderdaad, maar het betreft hier stormen van innerlijke omwenteling. De Meesteres van alle zielen onderricht de Wetenschap van het Goddelijk Leven als de ware levenskunst, de kennis over de processen van de ziel en de wijze waarop de ziel Gods Licht in zich kan opnemen en daardoor de heiligheid kan verwerven. Zo wil God via de verkondiging van Maria in de volheid van Haar macht en verhevenheid als Meesteres van alle zielen de mensheid doorheen de stormen leiden, die door de duisternis zijn veroorzaakt en in de loop van de jongste decennia (onder meer door de vele dreigboodschappen) immens zijn aangezwollen.

Neemt U daarom dit geschenk in dankbaarheid aan, volgt U de instructies van de Meesteres van alle zielen en wees ervan bewust dat dit de Gouden Weg naar de Hemelpoort is. Precies door onze gezamenlijke inzet in de navolging van de Meesteres van alle zielen kunnen wij de machteloosheid van de duisternis en de onwaarheid van haar manipulaties helpen aantonen. U vraagt hoe U kunt helpen om zoveel mogelijk zielen te redden. Er bestaat geen betere weg dan deze, met volharding en vertrouwen aan zichzelf te werken en een Licht en een zonnestraal te worden voor elk schepsel dat op onze levensweg komt. Deze zonnestraal getuigt van de heerschappij van Maria in de ziel, want evenals Maria brengt zij ook Jezus Christus naar haar omgeving toe.

God kijkt naar U, naar mij, naar alle zielen die door Maria tot deze laatste strijd worden geroepen. Van ons verwacht Hij de tekenen van onze bereidheid om te helpen, deze wereld te veranderen in de heilige bloementuin die Hij uit Liefde voor ons heeft voorzien. Maria heeft de macht om de omheining rond de tuin te openen. Het zijn onze inspanningen in de deugdzaamheid, de Ware Liefde, het Ware Geloof en de Ware Hoop, die de weg naar Maria's voeten toe moeten plaveien, opdat Zij naar de omheining toe zou kunnen stappen. Hebt U moed! Uw intenties tellen voor God als uitnodigingen om Uw ziel te betreden met de bevrijdende geschenken van Zijn Genade. (...)"

In antwoordbrief 165 inspireerde Maria mij tot de volgende toelichtingen:

(...)

"In de loop van de jongste decennia is heel veel verkondigd aan 'profetieën'. Men zou het zo kunnen uitdrukken, dat het op dat gebied gaat om een oerwoud, niet alleen omdat de lezer heel gemakkelijk zou verdwalen in de inhoud van de betreffende boodschappen, die elkaar veelvuldig tegenspreken, doch ook omdat de zogenaamde boodschappen respectievelijk voorspellingen opvallend vaak de stem van een alles behalve liefhebbende God vertolken. Toen mijn roeping vanwege de Hemelse Koningin nog in haar beginfase verkeerde, werd ik nu en dan met deze ervaring geconfronteerd. Heel spoedig stond Maria mij niet langer toe, nog om het even welke (werkelijke of zogenaamde) 'Hemelse' woorden 'in mij op te nemen met uitzondering van deze welke Zij persoonlijk in mij zou spreken, omdat Zij mij 'van alles vrij' wilde hebben. Sedertdien weet ik helemaal niet meer wat er allemaal circuleert. Eén ding echter, heb ikzelf reeds jarenlang mogen ervaren, en precies dat wil ik bij deze benadrukken:

Ik heb Jezus en Maria leren kennen als Wezens Wier Liefde de zielen zich absoluut niet kunnen voorstellen. Weliswaar heb ik:

  • uit deze hoogheilige monden veel woorden gehoord die blijk geven van een diep verdriet om het zondig en ondeugdzaam gedrag van talloze mensenzielen (uitdrukkingen van de zogenaamde 'eeuwig durende Smarten');
  • in Hun Harten een grote teleurstelling 'gelezen' om de vrijwel grenzeloze verleidbaarheid van de zielen;

maar...

ik heb noch vanwege Maria noch vanwege Jezus ooit dreigende woorden ten nadele van de mensheid gehoord. In meer dan negentig procent van de 'contacten' zijn de woorden, visioenen en andere elementen van mystieke overdracht die ik mag ontvangen, afkomstig van de Moeder Gods, in de andere gevallen komen zij overwegend, zij het niet uitsluitend, van Jezus. Welnu, in alle gevallen zijn aanwezig:

  • een onvoorstelbare, vurige Liefde;
  • in geval van gesproken woorden: een onovertrefbaar tedere, gelijkmoedige wijze van spreken, waarbij elk gevoel van onzekerheid of vrees onmiddellijk wordt uitgedoofd en wordt vervangen door een zeer diepe, volmaakte Vrede, zoals een mensenziel deze nooit zou kunnen overbrengen;
  • wat de inhoud betreft: overbrenging van een waarlijk bovenaardse Hoop, bemoediging, en een rotsvast vertrouwen naar de toekomst toe, in verband met de eindoverwinning van het Licht op de duisternis, in verband met de waarde van elk offer, en in verband met de volmaakte, grenzeloze Liefde van God, van Jezus en van Maria.

Bekijkt U de onderrichtingen, openbaringen, teksten, brieven, instructies enz., die Maria in Haar hoogst verheven hoedanigheid als Meesteres van alle zielen via ons Apostolaat aanbiedt, en oordeelt U zelf: Nergens in de totnogtoe circa zesduizend gepubliceerde bladzijden tekst zult U enige dreiging naar de mensheid toe aantreffen. Zoals zo-even aangestipt, betekent dit in geen geval dat de Hemel niet bitter betreurt wat op deze wereld omgaat. Mijn eigen ervaring in het contact met Maria en Jezus en de door Hen overgebrachte onderrichtingen heeft mij echter geleerd dat de Hemel niet dreigt wegens de zonde en de ondeugd, doch aanmoedigt tot deugd en heiligheid. Dat is een reuzegroot verschil! Bedreigingen verspreiden geen Hoop (= Licht), doch angst en onzekerheid (= duisternis). God en Maria verspreiden uitsluitend Licht, Zij kunnen helemaal geen duisternis verspreiden, omdat Hun Liefde volmaakt is en Zij volmaakt één zijn met Gods Waarheid.

Ik schrijf dit alles niet uit mijzelf, doch – zoals dit voor elke tekst geldt – in opdracht van de Koningin des Hemels. Ik heb het reeds enkele malen moeten schrijven: God wil de zielen niet bang maken, Hij wil hen opvoeden, in hen de Wetenschap van het Goddelijk Leven laten rijpen, opdat zij Zijn Liefde en de Wonderen van Zijn Werken zouden leren kennen. Hij verlangt er slechts naar dat de zielen het Goddelijk Leven in zich zouden verwezenlijken, en in onze dagen wordt Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen naar de zielen gezonden om hen de Wetenschap van het Goddelijk Leven te onderwijzen, in dewelke de zielen de weg naar de heiliging kunnen vinden. In de via dit Apostolaat verspreide teksten klopt het Hart van Maria, dat als het ware voortdurend het water van Goddelijk Leven naar de zielen laat stromen. Maria's Hart moet men zich daarbij voorstellen als een Hemelse Burcht van Liefde en Hoop. Slechts door in de zielen een volmaakte Hoop te wekken, kan in hen het zaad van de heiliging werkelijk tot bloei worden gebracht.

Dat is wat God in deze Laatste Tijden beoogt: Hij wil in de zielen het resterend deugdelijk zaad van de heiliging tot bloei brengen, opdat de Eeuwige Lente van Zijn Rijk op aarde kan komen. Dat kan Hij absoluut doen door in de zielen het geloof te wekken dat zijzelf nog volledig kunnen omkeren en de Schepping nog helemaal kunnen helpen omvormen. Hij kan dit echter niet doen door via bedreigingen in de zielen alle Hoop te verlammen en door ontmoediging de lust tot spirituele zelfontplooiing uit hen te verdrijven.

Lieve zus, ik oordeel niemand, en evenmin doet de Moeder Gods dit. In antwoord op Uw vraag schets ik U echter eenvoudig de ervaringen die ikzelf sedert jaren in mystiek contact met de Hemelse Koningin en met Jezus heb gehad. Deze Bronnen en Bruggen van volmaakte Liefde en Hoop brengen geen angst, geen gevoelens van onzekerheid en ontmoediging over, en ook geen gespannen gevoelens die in de zielen elke ontplooiing naar vervolmaking toe in de kiem zouden smoren. Ik weet en getuig met absolute zekerheid dat Jezus en Maria in alle zielen alles naar boven trachten te brengen, dat nog op één of andere wijze geheiligd kan worden, en dat Zij met dat doel alles doen om in elke ziel een zo diep mogelijke Vrede tot stand te brengen.

Dat is de weg die God met het oog op de verwezenlijking van Zijn Heilsplan wil bouwen: een weg die bestaat uit het geheel van de Hoop van alle zielen die met zekerheid inzien dat Hij niets dan goede intenties met hen heeft. De taak van ieder van ons bestaat er nu in, de in elke ziel aanwezige kiem van heiligheid ten volle tot bloei te brengen door de ons gegeven onderrichtingen in ons leven in de praktijk om te zetten. Hoe meer zielen dit doen in plaats van hun tijd te verspillen met de verspreiding en de lectuur van dreigboodschappen, des te sneller, vollediger en grondiger zal Gods Plan van volmaakte Liefde op aarde zich verwezenlijken. Wellicht kunnen deze woorden gelden als samenvatting van de hele zin en doelstelling van de Openbaring van de Meesteres van alle zielen. (...)"

Ook in antwoordbrief 252 reageerde Myriam op een vraag naar het standpunt van de Hemelse Koningin over de zogenaamde eindtijdkoorts. Maria liet antwoorden:

"De Meesteres onderricht: God heeft de satan toelating verleend om de mensenzielen te beproeven. Deze toelating past in het kader van de totale onschendbaarheid van de vrije wil van de ziel. De ziel moet vrijwillig voor het goede of voor het kwaad kiezen, voor het Licht of voor de duisternis, voor God of voor de satan. De details van de plannen van de satan zijn de ziel echter evenmin bekend als de details van Gods Plannen haar bekend zijn. Dit geldt zowel voor de inhoud ervan als voor het tijdstip waarop deze details zullen worden uitgevoerd. Deze geheimhouding is een noodzaak die is gebaseerd op de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Geen ziel mag zich tot in de details kunnen voorbereiden op de volgende stappen die de satan zal zetten, evenmin als op de volgende stappen die God zal zetten. Mocht de ziel dit wel kunnen, dan zou zij in haar doen en laten en in haar denken beïnvloed worden, wat haar verdiensten op de weg naar de heiliging zou verminderen.

God verlangt ernaar dat de ziel de hoogst mogelijke vruchtbaarheid op haar levensweg zou bereiken. Daarom zal Hij nooit toelaten dat een ziel zou kunnen voorspellen wat in de strijd tussen Licht en duisternis precies te gebeuren staat, in welk jaar en op welke dag. Hij zal nooit aan enige ziel verraden hoe de satan zijn strategieën precies vorm wil geven, in welke volgorde of op welk ogenblik, evenmin als Hij ooit aan enige ziel de details en tijdstippen zal verraden in verband met datgene wat Hijzelf in het kader van Zijn Heilsplan op het oog heeft. De Meesteres zegt met de grootste nadruk: Elke ziel die in het kader van de strijd tussen Licht en duisternis gebeurtenissen en tijdstippen voorspelt, haalt deze kennis noch uit de Bron der Eeuwige Wijsheid noch uit het Hart van Gods Vertegenwoordigster".

In antwoordbrief 429 werd nogmaals ingegaan op vragen in verband met de waarschuwingsboodschappen en misverstanden in verband ermee:

Duidelijkheidshalve wil ik erop wijzen dat er een reden is waarom Maria niet achter de door U aangehaalde boodschappen staat:

De Openbaring van de Heilige Johannes is natuurlijk juist. De Moeder Gods beweert ook niet dat God werkeloos toeziet hoe de wereld zich ontwikkelt. Waar Zij echter met de grootste nadruk steeds opnieuw op wijst, is het feit dat de waarschuwingsboodschappen door de duivel worden misbruikt. In die boodschappen bespeelt de satan de aangeboren behoefte van vele mensen om van elk kruis van het dagelijks leven te worden bevrijd. Deze boodschappen hebben derhalve tot gevolg dat de zielen niet meer aan zichzelf werken, doch er slechts op wachten dat Jezus terugkomt om hen uit hun ellende te bevrijden. De mens wil dus niet langer God dienen, maar verwacht dat God hem dient. De zielen worden er weliswaar toe opgeroepen, te bidden, maar dit gebed is dan gericht op de wederkomst van Jezus en niet op de eigen heiliging, waarbij naar deze wederkomst vooral wordt verlangd omdat daardoor eindelijk aan al het lijden van het leven een einde komt.

Precies daarvoor waarschuwt de Moeder Gods: Het overgroot gedeelte van de zielen die naar de vervulling van deze boodschappen verlangen, doen dit vanuit een volledig verwrongen hartsgesteldheid, doordat zij niet de Liefde opbrengen om door liefdevol opgeofferd lijden Gods Werken te helpen bevorderen, zoals Jezus zo zeer heeft gewenst en zoals de Heilige Apostel Paulus het heeft verkondigd als de ware christelijke ingesteldheid: 'om door het eigen lijden datgene aan te vullen wat nog aan het Lijden van Jezus ontbreekt' (wat aan het op zich volmaakte Lijden van Christus 'ontbreekt', is een door elke ziel bewust en uit louter Liefde verlangde eenheid van het eigen dagelijks lijden met het Kruis van Christus). Alleen God weet wat in het hart van elke individuele ziel omgaat, maar de Moeder Gods spoort elke ziel ertoe aan, het eigen hart te onderzoeken en er in de eerste plaats vurig voor te bidden dat haar Liefde voortdurend moge groeien, omdat in Gods ogen slechts een leven van ononderbroken en uit Liefde tot God en tot Zijn Werken toegewijde beproevingen, een vruchtbaar leven is.

Uiteindelijk zal elke ziel volgens de mate van haar Liefde geoordeeld worden. De zielen behoren er onder geen beding voor te bidden of erop te wachten dat God hen van hun kruisen zou bevrijden, want het zijn precies de kruisen van het leven die de voltooiing van de Verlossing en de heiliging brengen.

Jezus heeft toch gezegd dat wie Hem volgt, zijn kruis moet opnemen. Hij heeft niet gezegd dat Zijn volgelingen er moeten op wachten tot God komt om hen van hun kruisen te bevrijden, of dat zij moeten bidden om door God van hun beproevingen bevrijd te worden. Hij heeft Zich precies om die reden aan de hele Passie onderworpen, opdat de zielen dit Goddelijk voorbeeld zouden volgen. Het met Liefde geofferd en toegewijd lijden, en uitsluitend dit, wordt aan het Lijden van Christus toegevoegd om als act van medeverlossing het Goddelijk Heilsplan te voltooien en Gods Rijk op aarde te vestigen.

Daar zit het juist: De zielen moeten niet afwachten tot Jezus persoonlijk komt om het Rijk Gods vόόr hun ogen te grondvesten, om de 'zondaars' van de aardbodem weg te vegen en de overigen zonder meer uit alle ellende te bevrijden, zij zouden beter bidden en offeren opdat zij de genade waardiger zouden worden om zich aan de hand van Gods richtlijnen voor de heiliging in die mate te kunnen zuiveren dat het Rijk Gods in hen zou kunnen worden gegrondvest. Hoe groter het getal der zielen wordt, dat zich er door liefdevolle inspanningen op voorbereidt dat in hen het Rijk Gods kan worden gegrondvest, des te sneller zal de mensheid als geheel de eenheid met Gods Wetten benaderen. De eenheid van de mensheid met Gods Wetten zou elke ramp in de Schepping automatisch uitsluiten, want deze eenheid zou betekenen dat het evenwicht in de Schepping hersteld is, en daardoor Gods Rijk op aarde zou zijn gevestigd. God wil helemaal niet 'waarschuwen'. Hij tracht te onderrichten, en in onze tijd doet Hij dit via de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

God zal de zielen vanzelfsprekend waarschuwen, echter niet zoals sommigen ons willen laten geloven, maar diep in het individueel geweten. Juist daarom betreft het hier in de ware zin geen waarschuwingen, maar onderrichtingen en innerlijke omvorming. De natuurrampen zijn niet aan Gods hand toe te schrijven, doch aan het door de verschrikkelijke zondelast veroorzaakt onevenwicht in de Schepping, zoals de Meesteres van alle zielen het nu reeds jaren laat verkondigen en aantonen. God wil niet de dood van de zondaar, maar wel zijn bekering, en Hij wil met dat doel voor ogen het geweten van elke ziel wekken, en wel op een zodanige wijze dat de zielen erdoor in staat worden gesteld, uit vrije wil elke afwijking tegenover de Goddelijke Wet in te zien, en niet uit angst voor één of andere bedreiging. Een gebed dat uit angst voor dreiging en straf wordt aangeboden, is voor God zo goed als waardeloos, want het ontspringt niet uit Liefde en uit vrije wil. De Koningin des Hemels laat nogmaals herhalen, opdat niemand hierover onwetendheid zou kunnen voorwenden:

  • wat heiliging is,
  • hoe de heiliging verwezenlijkt moet worden, en
  • hoe de Schepping, die nu eenmaal zo is geprogrammeerd dat zij steeds tracht, Gods Wet, Intelligentie en Wijsheid voor honderd procent te volgen, in onevenwicht is gekomen, en daar derhalve ook op reageert.

Het staat elke ziel vrij, de haar door God geschonken levensuren te gebruiken om af te wachten tot God haar uit al haar ellende komt bevrijden. In Gods ogen komt dit echter neer op een verspilling van de door Hem geschonken levenstijd evenals op een gebrek aan ware christelijke inzet. Dit is immers niet het doel waartoe elke ziel van God een leven op aarde heeft gekregen. De enige twee doelstellingen van het leven zijn: de eigen heiliging, en de persoonlijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan. Geen van deze beide doelstellingen wordt verwezenlijkt doordat de ziel zou wachten op de komst van Jezus om van haar beproevingen te worden bevrijd, noch doordat zij daar gericht voor bidt, wel integendeel.

Zoals ik bovendien reeds bij herhaling heb moeten schrijven, zou God nooit één of andere aanwijzing geven over het tijdstip waarop een gebeurtenis zal plaatsvinden ('in dat jaar', 'op die dag', 'binnen ... maanden of weken'...) omdat een dergelijke aanwijzing de voltooiing van Zijn Plannen volledig zou tegenwerken.

Dit moest ik U absoluut mededelen. Doordat ik mij, zoals in het verleden, nog steeds formeel van deze boodschappen distantieer, kom ik mijn gelofte van gehoorzaamheid jegens de Koningin des Hemels na. Elke ziel die beslist, haar leven te richten naar die boodschappen, doet dit op haar eigen verantwoordelijkheid, vooral wanneer het gaat om een ziel die het onmetelijk geschenk heeft ontvangen, door de Meesteres van alle zielen de waarheid over het onevenwicht in de Schepping ten gevolge van de zonden en het mechanisme van de voltooiing van haar Verlossing te mogen leren kennen. Ik voor mijn part weet dat ik nooit een woord heb verkondigd zonder dat dit mij door de Koningin des Hemels Zelf werd opgedragen.

Derhalve getuig ik met klem dat ik steeds slechts de Waarheid heb verkondigd zoals de Moeder Gods mij deze sedert jaren voor het Heil der zielen onderricht, en dat zal ik blijven doen, zolang de Moeder Gods mij dit opdraagt. Maria heeft mij toegestaan, U ook deze woorden over te brengen als woorden van genade, opdat U Waarheid en misleiding duidelijk moge kunnen onderscheiden. Het zal van de beslissing van de zielen zelf afhangen in hoeverre God de geschenken die hij voor de zielen wil bereiden, daadwerkelijk kan bereiden.

Ik althans, hoop met heel mijn hart dat ook nu, via de Meesteres van alle zielen, niet nog eens moet blijken dat God de zielen het zaad van inzicht vruchteloos heeft geschonken. Vruchteloos zal het opnieuw zijn wanneer de zielen niet de Liefde kunnen opbrengen om de kruisen, waarin immers de wortels van de Wederkomst van Jezus in de eigen ziel en de grondvesting van Gods Rijk op aarde verborgen liggen, vastberaden aan te nemen, deze door vurige toewijding aan de Koningin des Hemels met het Kruis van Christus te laten versmelten, en zichzelf daarbij door de handen van de Meesteres in een spiegel van Christus te laten omvormen.
 

P.S.: Uit brieven met betrekking tot dit thema blijkt steeds opnieuw dat de meeste zielen die dreigboodschappen najagen of er zich intensief mee bezighouden, doorgaans misnoegd zijn en ontevreden over hun leven. Het meest betreurenswaardige daarbij is echter de vaststelling dat deze zielen in de ware zin van het woord doorgaans nauwelijks nog als gelovigen kunnen worden beschouwd, want een werkelijk gelovige ziel hangt niet vast aan verwachtingen ten aanzien van dit stoffelijk leven, maar leeft voor het Eeuwig Leven, voor haar eigen heiliging, en om binnen Gods Heilsplan vruchtbaar te zijn. Uit het oogpunt van de christen die strijdt voor de vestiging van Gods Rijk op aarde, is dit een tragische vaststelling, want de ingesteldheid vanuit dewelke men een God verwacht die verwoest en die 'diegenen die het waardiger zijn' of de 'minder grote zondaars' uit hun beproevingen komt bevrijden, druist in tegen de hele gezindheid van Christus Zelf.

Bepaalde zielen zijn van mening dat zij reeds genoeg geleden hebben, en dat nu wel eens anderen aan de beurt mogen komen, en om deze reden verlangen zij naar de komst van een 'zuiverende' Christus. Deze zielen verwachten echter geen God Die innerlijk zuivert, dit wil zeggen, Die zielen op de wegen naar hun heiliging leidt, doch een God Die uiterlijk zuivert, dit wil zeggen, Die de 'onwaardige zondaars' van de aarde laat verdwijnen, en wel door rampen die Hij Zelf doet ontstaan of ten uitvoer brengt, opdat zielen massaal zouden bidden dat Hij ermee moge ophouden, deze rampen over de wereld te sturen, en dat Hij moge komen om diegenen te bevrijden die zichzelf voor goede christenen houden. Deze ingesteldheid bergt zeer grote gevaren in zich, en getuigt evenmin van een Waar Geloof in Gods Liefde.

Bepaalde zielen stellen dat de Moeder Gods toch Zelf rampen, en in aansluiting daarop de Wederkomst van Christus heeft voorspeld. Inderdaad, dat heeft Zij. De Meesteres van alle zielen spreekt dit ook in geen geval tegen. Nooit heeft Zij Haar Myriam het tegendeel laten schrijven. Maar ... Maria heeft nooit beweerd dat God hoogstpersoonlijk aan de basis van deze rampen en verwoestingen zal liggen. In de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht Zij nu hoe de schokkende gebeurtenissen in de natuur te wijten zijn aan de spirituele gesteldheden en de zondelast van de mensheid, en niet aan één of andere wraakzucht van Gods wege of enige interventie van God op deze planeet.

Laten wij aandachtig en waakzaam blijven, en constant bij ons geweten te rade gaan of wij ons nog in alle ernst christenen kunnen noemen wanneer wij niet langer de eigen heiliging en de verwezenlijking van Gods Heilsplan als levensdoelstellingen nastreven, doch slechts naar de bevrijding uit onze beproevingen verlangen. Wij moeten absoluut verlangen naar de Komst van Christus, want de ziel die niet verlangt naar de Eeuwige Liefde, is geen drager van het Goddelijk Leven. Wij moeten echter vanuit een spiritueel gezonde gesteldheid en tegen de achtergrond van gezonde verwachtingen naar Hem verlangen, dit wil zeggen dat het verlangen naar de Komst van Christus moet worden aangedreven door de wil om deze Komst volledig in harmonie met de Goddelijke Wet door eigen inzet in de navolging van Christus (dit wil zeggen: door het kruis en de beleving van de Ware Liefde in alle details van ons dagelijks leven) mogelijk te helpen maken. De ware Wederkomst van Christus is Zijn Komst, men kan tevens zeggen: Zijn Verrijzenis, IN HET EIGEN HART van elke ziel, namelijk in haar diepste gesteldheden. Het gaat daarbij om de Komst en grondvesting van de Ware Liefde in de harten.

De ziel die ermee begonnen is, de Nalatenschap van Christus werkelijk te herkennen, weet dat het van haar actieve inzet in het eigen leven afhangt, in welke mate Christus in haar binnen kan komen.

Actieve inzet in de navolging van de Wetenschap van het Goddelijk Leven betekent:

  1. de ontsluiting van de eigen heiligheid en het bevorderen van de voltooiing van Gods Heilsplan;
  2. daardoor automatisch, krachtens de Goddelijke Wet, een vermindering van de rampen, aangezien deze ontstaan door het onevenwicht in de Schepping door de zondelast;
  3. eveneens daardoor de geschikte voorbereiding op de Komst van Christus in de eigen ziel.

In de mate waarin deze Wederkomst zich in een toenemend aantal zielen voltrekt, wordt Gods Rijk op aarde gegrondvest. De Meesteres van alle zielen laat sedert verscheidene jaren verkondigen dat de totale toewijding aan Haar en de gewetensvolle en liefdevolle toepassing van Haar leerstellingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven de gouden weg naar dit doel zijn.

Zij onderwijst ons nu eenmaal in het ware christen-zijn, in de wegen naar de hoogste vruchtbaarheid.

Welke ziel zou derhalve in Gods ogen de meest vruchtbare zijn:

  1. diegene die al haar denken, handelen en verwachten richt op berichten en voorspellingen met betrekking tot rampen en speculaties met betrekking tot de Komst van Christus,
    of
  2. diegene die onvoorwaardelijk haar hele wezen en haar hele leven in het teken van haar spirituele ontwikkeling en van haar bijdrage tot de voltooiing van Gods Werken stelt?

Gods Wijsheid zal het elke ziel in het hart fluisteren. De ziel zal het horen zodra zij het razen van de onheilsprofeten niet langer boven het zacht gefluister van de Koningin des Hemels verheft.

Ten dienste van de Meesteres van alle zielen,
Haar Maria Domina Animarum Werk


Belangrijk voor een juist perspectief op dit Werk

Het Maria Domina Animarum Werk vindt zijn wortels uitsluitend in Rooms-Katholieke mariale mystiek.
Via dit Werk beoogt de Heilige Maagd Maria de voltooiing van de door Jezus Christus afgekochte Verlossing in elke individuele ziel via de gouden weg van de totale toewijding van alle levenssituaties aan God via Haar en de voortdurende, spontane en vrijwillige beleving van deze toewijding in alle praktische situaties van het dagelijks leven.
Wij distantiëren ons met klem van alle esoterie. Dit Werk verspreidt geen 'kosmische boodschappen' doch onderrichtingen van de Heilige Maagd Maria.
Elke mogelijke schijnbare verlinking van ons Werk, deze website of de inhouden ervan met teksten en sites met een esoterische inhoud of opmaak, berust noch op waarheid noch op de Wil van de Heilige Maagd, noch zal een dergelijke verlinking ooit op verzoek of met goedkeuring vanwege het Maria Domina Animarum Werk tot stand komen.
Wij waarschuwen tevens met klem voor misbruik van de benaming van ons Werk in kringen die niets met dit Werk te maken hebben, en voor alle vervalsingen van onze teksten en afbeeldingen, die vanuit deze kringen worden verspreid. Deze kringen hebben niets te maken met het Maria Domina Animarum Werk, en zijn niets anders dan manipulaties van de duisternis tegen dit Werk van de Moeder Gods. De enige waarheid over Maria Domina Animarum en de onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen vindt U op deze website.

Er circuleren nog steeds teksten die zogenaamd van dit Werk uitgaan, zij het onder de vroegere benaming van dit Werk. Daarom wijzen wij erop, dat sedert 2015 de door de Meesteres van alle zielen sedert enige tijd verlangde naamswijziging van onze website technisch verwezenlijkt is:

Onze website heet sedertdien definitief

www.maria-domina-animarum.net

Door de vervanging van de oude benaming benadrukte de Koningin des Hemels dat de verkondiging vanuit Haar hoogste eigenschap, en niet Myriams naam, in dit Werk centraal staat, waardoor Haar aanvankelijke bedoeling uiteindelijk is voltooid: dat Myriam Haar levenslang zou dienen in het verborgene. Maria Domina Animarum is geen werk van mensen, doch louter een Werk van de Moeder Gods. Teksten die niet onder deze definitieve benaming worden verspreid, mogen niet als authentiek worden beschouwd. Wij staan derhalve in geen geval borg voor de inhoud ervan.

Wij moeten er absoluut voor waarschuwen dat van de geschriften en tekstuittreksels die de Moeder Gods door Myriam heeft laten schrijven, ook versies in omloop zijn, die niet van het enige ware Maria Domina Animarum Werk met standplaats in België uitgaan. Die versies bevatten niet de juiste inhouden en formuleringen die de Heilige Maagd aan Myriam in de oorspronkelijke Nederlandstalige geschriften heeft medegedeeld. De bedoelde vervormingen hebben in bepaalde kringen aanleiding gegeven tot volkomen absurde belasteringen aan het adres van Myriam en jegens de zuiverheid en echtheid van dit Hemels Werk.
Om deze reden dient er met klem op te worden gewezen dat uitsluitend de rechtstreeks via het Maria Domina Animarum Werk in België verspreide geschriften als authentiek en definitief mogen worden beschouwd.
Slechts de verspreiding van de onvervormde Waarheid uit deze unieke onderrichtingen en openbaringen kan de Plannen van de Moeder Gods dienen, Die in verband met de manipulaties vanwege de duisternis ten aanzien van Haar Werken het volgende zei:
"De tegenstander van Gods Waarheid zal zijn eigen ondergang bezegelen doordat hij door de mate en de onbeschaamdheid van zijn aanvallen en zijn misleidende ingrepen onmiskenbaar laat merken, welke Werken zijn plannen de grootste schade toebrengen".
Het Maria Domina Animarum Werk distantieert zich tevens uitdrukkelijk van elke verkoop van geschriften door andere bronnen dan het enige ware Maria Domina Animarum Werk met standplaats in België. De enige authentieke Myriam van Nazareth-geschriften zijn deze welke zijn voorzien van de vermelding "Dit is een uitgave van het Maria Domina Animarum Werk in België, www.maria-domina-animarum.net".