TOTUS TUUS, MARIA !

BASISVISIOEN VAN DE MEESTERES VAN ALLE ZIELEN

Openbaring met visioen door de Allerheiligste Maagd MARIA
op 19 april 2008 gegeven

aan Myriam van Nazareth

"Kijk in je hart naar het beeld dat Ik je zal tonen. Het is het beeld dat Mijn hoedanigheid als Meesteres van alle zielen ten volle tot uitdrukking brengt. Ik zal dit beeld voor eeuwig in je hart branden".

In opdracht van Maria beschrijf ik wat ik zie:

Onderaan het beeld zie ik de bovenste glooiing van een bol, die de wereldbol. voorstelt.

Op de bol staat een gouden troon. Bovenop de rugleuning van de troon zie ik een lelievormig schild met daarop in sierlijke letters MDA (= Maria Domina Animarum, Maria Meesteres van alle Zielen).

Op de troon zit Maria, in een wit kleed, daarover een mantel in een prachtig hemelsblauw zoals ik het op deze wereld nooit heb gezien. Over Haar hoofd hangt een schitterend goudkleurige gordel (een lint met een breedte van ongeveer 5 cm), die aan beide zijden van Haar hoofd naar beneden hangt zodat de beide uiteinden telkens buiten de armleuningen van de troon vallen en tot tegen de aardbol reiken.

Maria houdt in de rechterhand een gouden scepter bekleed met veelkleurige edelstenen. Haar linkerhand rust losjes op het voorste uiteinde van de linker armleuning. Acht van Haar vingers zijn getooid met edelstenen in verschillende kleuren (elke steen een andere kleur: de zeven kleuren van de regenboog, plus één waaruit intens goudkleurig licht straalt). De gekleurde stralen uit elk van de edelstenen verspreiden zich als lichtbundels naast Maria en vóór Haar voeten weg over de hele aardbol.

Op Maria’s hoofd, bovenop de goudkleurige gordel, staat een gouden kroon bekleed met veelkleurige edelstenen.

Bovenaan het beeld zie ik de Godheid in de vorm van een verblindend wit Licht, zoals een schitterende zon, met in het midden een kruis waaruit druppels bloed vallen. Vanuit deze 'zon' schiet een brede bundel schitterend wit licht omlaag, om halverwege tussen de 'zon' en het hoofd van Maria over te vloeien in de Heilige Geest in de gedaante van een witte Duif. Alsof deze Duif een prisma zou zijn, lijkt binnenin deze Duif het wit Licht opgesplitst te worden in de zeven kleuren van de regenboog, en vertrekt vanuit de onderzijde ervan een zevenkleurige stralenbundel omlaag, die breder wordt naarmate hij het hoofd van Maria nadert. Op het punt waarop deze bundel het hoofd van Maria raakt, heeft hij de breedte van Haar hoofd, zodat het lijkt alsof Haar hoofd omhuld wordt door een regenboog.

Maria’s Hart lijkt een zon van schitterend gouden licht.

Aan beide zijden van Maria zie ik massa’s engelen, die diep geknield liggen met het hoofd naar Maria toe. Het lijkt alsof al deze engelen 'zweven' (zij raken geen grond).

Maria’s rechtervoet rust op het gelaat van een duivel, die op het aardoppervlak ligt met de kop naar Maria toe maar het gelaat naar links gedraaid, zodat het lijkt alsof de tenen van Maria’s rechtervoet op zijn wang rusten. Maria’s linkervoet rust op de aardbol. Vóór deze voet liggen drie duivelse gestalten geknield, die met angstige blik naar deze voet kijken. Onder deze duivelen lijkt het aardoppervlak geopend en zie ik de vlammen van de hel.

Aan Maria’s rechterzijde, tussen de engelen en het aardoppervlak, zie ik een nevel waarin enkele gestalten eveneens geknield liggen. Deze nevel stelt het vagevuur voor. De nevel wordt bestraald door de goudkleurige straal uit één van Maria’s vingers.

TOELICHTING BIJ HET VISIOEN

Maria licht mij dit adembenemend beeld toe terwijl ik het zie. Ziehier de betekenis van de hele symboliek zoals de Meesteres van alle zielen deze openbaart:

  • De Godheid heeft geen gestalte, Zij is puur Licht. In het centrum van het Goddelijk Licht staat het Kruis van Gods Zoon, met het Bloed waarmee Hij alle Genaden heeft ontsloten.

  • De Goddelijke Mysteries werken zich uit via de Heilige Geest. De uitsplitsing van het Goddelijk Licht (drager van het Goddelijk Leven) in de Heilige Geest symboliseert het feit dat Gods Geest alle mogelijke Goddelijke Genaden 'in opneembare vorm' naar de zielen stuurt.

  • Het hoofd van Maria wordt als het ware omhuld door de regenboog der genaden. Dit symboliseert het uniek voorrecht van de volheid der Genade, die onder alle geschapen wezens slechts in Maria aanwezig is. Deze volheid van Genade verheft Maria tot de unieke positie waarin Zij de uitvoerende macht van God Zelf over alle wezens kan uitoefenen: Zij is omhuld door het Goddelijk Licht, wat betekent dat Zij de volheid van het Goddelijk Leven in Zich draagt, en dus ook totaal één is met Gods Wil. Hierdoor is Haar macht volkomen: Elke uiting van Haar Wil geldt voor God als een uiting van Zijn Wil, en moet door alle schepselen worden aanvaard en gehoorzaamd als een uiting van Gods Wil, omdat het daadwerkelijk Gods Wil IS.

  • Maria zit op een gouden troon. Deze symboliseert het feit dat Zij verheven is tot Koningin over alles wat onder God staat (goud is de Goddelijke kleur, de kleur van de onbegrensde heiligheid en de waardigheid). Bovendien is de Koningin des Hemels de Zetel van Wijsheid, als het ware de Troon van de Heilige Geest.

  • Maria draagt een gouden kroon bezet met veelkleurige edelstenen. De kroon is symbool voor het koningschap, de gouden kleur symboliseert het Goddelijke, de veelkleurige edelstenen symboliseren nogmaals de volheid der Genaden en het feit dat God al Zijn eigenschappen in Haar heeft laten overvloeien voor de uitoefening van Haar unieke roeping als Meesteres van alle zielen.

  • De top van de rugleuning van Maria’s troon is een lelievormig schild met de initialen MDA (Maria Domina Animarum, d.w.z. Maria Meesteres van alle zielen), om aan te duiden dat Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen Haar is geschonken op grond van Haar onbevlekte zuiverheid en heiligheid (gesymboliseerd door de lelie). Volmaakte zuiverheid is de eigenschap waardoor een ziel Gods Licht TOTAAL in zich kan opnemen en verder uitstralen. Dit geldt voor geen enkele ziel buiten Maria, zodat van Haar kan worden gezegd dat Zij de Spiegel van God is.

  • Maria draagt een wit kleed (symbool voor Haar onbevlekte zuiverheid), een hemelsblauwe mantel (symbool voor het feit dat Haar ziel de absoluut volmaakte innerlijke Vrede in zich draagt, zoals deze anders slechts in het Hart van God Zelf te vinden is; het lichtblauw van een wolkenloze hemel symboliseert de diepe Vrede van hart) en over Haar hoofd heen een goudkleurig lint (symbool voor het feit dat Haar hele Wezen omhuld is in Goddelijke eigenschappen en uitwerkingen van de Goddelijke genade). Dit lint raakt aan beide zijden van de troon de aardbol, tot symbool voor het feit dat Maria Haar heerlijkheid over de zielen wil uitspreiden, teneinde hen daaruit voordeel te helpen halen voor hun eigen innerlijke bloei.

  • Maria’s Hart is een zon van schitterend gouden licht: symbool voor de absolute vlekkeloosheid van Maria’s innerlijke gesteldheden, het feit dat Zij totaal vervuld is van heiligheid en Goddelijk Leven, en het feit dat Haar macht zich uitwerkt door Haar onvergelijkbare Liefde, waardoor Zij zelfs een onbeperkte macht ontplooit op het Hart van God Zelf (om deze reden is Haar Hart als een gouden zon: God wil hierdoor aanduiden dat Maria bij Goddelijk Besluit als het ware Goddelijke macht uitoefent, en dat Zij dit doet door de volheid van de Liefde, die letterlijk de drijvende kracht van de hele Schepping is).

  • Maria’s rechterhand draagt een gouden scepter (symbool voor Haar macht over alles) met veelkleurige edelstenen (symbool voor het feit dat deze macht ontspringt uit de volheid van de Goddelijke Genade). Haar linkerhand rust losjes op de linker armleuning, als symbool voor de ongedwongenheid waarmee Zij Haar Glorie draagt en Haar macht over de Schepping aanwendt.

  • Acht van Haar vingers zijn getooid met edelstenen. Deze symboliseren Maria’s rol als Middelares en Uitdeelster van alle Goddelijke genaden: Zij laat deze als stralen van gekleurd Licht (elementen van Goddelijk Leven) over alle zielen uitstralen. De edelstenen verspreiden de zeven kleuren van de regenboog die samen alle Goddelijke genaden symboliseren, en bovendien de gouden kleur tot voltooiing van de heiliging. Om deze reden bestraalt de gouden lichtbaan het vagevuur: symbool voor de loutering van de zielen die daar verblijven, en symbool voor het feit dat deze zielen hun de voltooiing van hun loutering kunnen bespoedigen met de ondersteuning van de genaden die door Maria over hen worden uitgestort.

  • Maria’s troon staat op de aardbol, als symbool voor het feit dat Haar de macht over al het geschapene is gegeven. Ook Haar linkervoet rust op de aardbol, tot teken voor Haar onbegrensde macht over alles op de wereld.

  • Maria’s rechtervoet rust op een duivel. Dit staat symbool voor het feit dat Maria voor alle eeuwigheid de duivel in Haar macht heeft. Zij is hem gedurende Haar hele aardse leven de baas geweest (het volstaat dat één voet op hem rust om hem machteloos te maken), en zal in de volheid van de Tijd aan de hele Schepping verschijnen met de satan onder Haar voet tot verkondiging van Haar meesterschap over alle zielen en van Haar definitieve overwinning over alle duisternis en alle werken der duisternis. De houding van deze verslagen duivel draagt op zich nog verdere symbolen in zich: Hij ligt op de aardbol (hij streeft ernaar, de hele wereld in te palmen), met de kop naar Maria toe gericht (omdat hij Haar en Haar getrouwen belaagt als zijn ultieme vijanden en hinderpalen), maar ligt met de kop schuin gedraaid onder Maria’s voet (Zij heeft zijn kop – symbool voor zijn hoogmoed – onder Haar voet tegen de aarde gedrukt. Het feit dat Maria’s tenen niet op de schedel maar op de wang rusten, symboliseert de allerdiepste vernedering, doordat de duivelse gestalte zich zo niet meer kan verroeren maar wel de voet kan zien die hem vernedert).

  • Vóór Maria’s linkervoet liggen duivelen geknield, met onder hen de vlammen van de hel. Maria toont hierdoor Haar onbegrensde macht over alle duivelen, alle krachten der duisternis. De angstige blik in de ogen van de duivelse gestalten die naar Haar voet kijken, symboliseert het besef van hun machteloosheid jegens Haar. Dit beeld drukt eveneens het feit uit, dat het de satan bekend is, dat op zekere dag zijn kop door de voeten van de Meesteres van alle zielen zal worden verpletterd.

  • Aan beide zijden van Maria’s troon liggen zeeën van engelen geknield met het hoofd naar Haar toegewend, als symbool voor Maria’s meesterschap over alle engelen. Zoals de Meesteres van alle zielen ooit tot Myriam zei, aanbidden de engelen niet Haar als dusdanig, doch het meest verheven Werk van God dat in Haar wordt belichaamd, en zijn zij door God Zelf onderworpen aan de volheid van Haar macht in Haar hoedanigheid als de Leidster van de legerscharen der engelen die onder Haar bevel alle duisternis zullen overwinnen. Daarom belichaamt Maria de uitvoerende macht binnen Gods Heilsplan.

Het totaalbeeld is dat van de Koningin en Meesteres over ALLES, door volheid van Goddelijke Genade.

De Hemelse Koningin laat op dit punt tevens verwijzen naar Haar
Openbaring met visioen van 8 september 2022:
De machtige voet van de Vrouw