TOTUS TUUS, MARIA !

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
226-300

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net


Brief 226

Het leven dat met wereldse belangen en activiteiten is gevuld, is niet bezield – Wat kan men doen wanneer men tijdens de zwangerschap aan depressies heeft geleden? – Wat kan men doen wanneer men na het opstaan onmiddellijk liever weer naar bed zou gaan?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer een ziel ooit tot in de tempel van de diepere waarheden heeft mogen doordringen en daar bepaalde onvermoede schoonheden uit Gods Hart te zien krijgt, lijkt het haar alsof de wereld buiten deze tempel een leegte is, een land zonder ziel. Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken: Laten wij aannemen dat een ziel in augustus dwars door velden gaat wandelen. De zon schijnt, duizenden kleurrijke en geurende bloemen bloeien langsheen de weg. De vlinders begeleiden de trekkende ziel met schoonheid en elegantie, en de vogeltjes zingen hun lied dat recht uit Gods Hart lijkt te komen. In de ziel wordt een Vrede geboren die zij buiten deze 'mensenloze natuur' niet kan vinden. Deze Vrede is de vrucht van de aanraking met God: De natuur in haar zomerse pracht en stilte maakt alle Liefde vrij die in haar ligt opgeborgen en die God reeds in het zaad van de vele bloemen en bomen en in de dieren heeft laten kiemen. Het zijn deze immense effecten van de Goddelijke Liefde, die de ziel deze verrukkelijke gevoelens verlenen.

Welnu, nemen wij aan dat deze ziel ’s avonds na deze wandeling naar bed gaat met het hart vol van al deze Goddelijke geschenken. Midden in de nacht wordt zij uit bed gehaald en zonder haar medeweten in een grote stad aan de andere zijde van de wereld gebracht waar het winter is. Zij bevriest bijna van de kou en vindt overal om zich heen niets dan huizen en ontzield verkeer. Vindt U dit vergezocht? Oppervlakkig beschouwd, misschien, maar precies dat is het verschil tussen de innerlijke gewaarwordingswereld van een ziel die vast in het Geloof is geworteld, die de Goddelijke Mysteries en de innerlijke aanraking door de Meesteres van alle zielen leert kennen, en anderzijds een ziel die zich diep in de wereldse dingen en activiteiten heeft ingegraven. Deze laatste wordt getekend door een betreurenswaardige gevoelsarmoede.

Wanneer de ziel die in de Tempel van de Waarheid tracht te verblijven, om zich heen kijkt en al deze zinloze activiteiten van vele zielen beschouwt die zich aan wereldse verslavingen hebben weggegeven, kan zij door een diepe droefenis worden overvallen. Ik geloof dat U dat tegenwoordig doormaakt. Het is de droefenis bij de vaststelling dat het de Zon van het Eeuwig Licht zo moeilijk wordt gemaakt om in vele zielen binnen te stralen.

Welke rijke schat hebt U in de bodem van Uw hart ontdekt toen U hebt mogen vaststellen welke Vrede en welke vreugde in U werden geboren toen U op zekere dag Vrede hebt gevonden in het feit dat God met Uw zoon een ander Plan had dan U had gedacht. U hebt de rijke fruitboom van het geduld in Uw zielentuin gevonden en U hebt mogen beleven dat de aanvaarding van Gods Tijd en Gods beschikking voor een bepaalde ontwikkeling werkt als een ventiel door hetwelk de ziel van haar spanningen wordt verlost. De beslissing om niet langer zelf de ontwikkelingen te moeten regelen en het resultaat te moeten beïnvloeden, maar alles in de handen van de onfeilbare Wijsheid te geven, werkt voor vele zielen als de ontgrendeling van hun kerker. God heeft met ons leven een welbepaald Plan dat Hij tracht te voltooien, en Hij verheugt Zich reeds jaren bij voorbaat op de golf van Geluk die wij zullen beleven zodra Zijn Plan is verwezenlijkt. Hij zou ons toch zo graag zo veel vreugde bereiden, maar wij schenken Hem zelden de vreugde, Hem Zijn Plan te laten uitvoeren.

Beschouwt U eens het aangezicht van een werkelijk goed geslaagd beeld van de Moeder Gods? Wat bemerkt U waarschijnlijk als eerste eigenschap? De Vrede van de gelaatsuitdrukking. Deze Vrede is in het aangezicht van Maria in werkelijkheid duizend maal indrukwekkender dan op een beeld. Uit dit gelaat stralen werkelijk de onuitgesproken woorden: "God heeft alles onder controle". Waarschijnlijk is het precies dat wat tijdens een contact met de Meesteres van alle zielen deze onbeschrijflijke atmosfeer van geborgenheid oproept. Er zouden in de wereld heel wat minder onzekerheidsgevoelens zijn indien alle zielen zich ervan bewust zouden worden dat zij door alles zelf te willen regelen, hun eigen grootste vijand zijn: De ziel die zich niet aan God overgeeft, doodt in zichzelf de kiem van de Vrede die God haar heeft geschonken ("Mijn Vrede schenk Ik u" – woorden van Christus).

Het leven dat met wereldse belangen en activiteiten is gevuld, is dood en leeg omdat het niet bezield is: Het wordt niet door de Liefde aangedreven, deze prachtige kracht van God die alle vreugde en het Licht in de ziel binnendraagt. Wanneer de Liefde uit de ziel, haar activiteiten, belangstellingen en doelstellingen wordt verbannen, beweegt de ziel weliswaar, maar zij leeft niet meer. Dit verschil zou ik door het volgende beeld kunnen aantonen: Een mens en een auto kunnen zich beide bewegen. De auto beweegt zich slechts doordat hij mechanisch aangedreven kan worden. De ziel die zich naar het niveau van de wereldse belangen laat afzinken, wordt in zekere zin gelijk aan een mechanisch aangedreven voorwerp, dat niet langer door de Goddelijke brandstof handelt, maar zoals ijzer wordt aangetrokken door de reuzemagneet, die de duivel in ontelbare massa’s in de wereld heeft opgehangen en gedeeltelijk heeft verborgen.

Kunnen deze zielen worden geholpen? Absoluut. Zelf kunnen zij zich nauwelijks bevrijden. De auto kan tenslotte niet uit zichzelf starten, een mens moet de motor doen aanslaan. Het mechanische moet van buitenaf worden bediend, het kan zich niet op eigen kracht uit zijn stilstand 'bevrijden'. Wijdt U de harten van Uw echtgenoot en Uw kinderen toe aan Maria, met de vurige vraag dat zij zouden mogen verlangen naar de augustuswandeling in Gods landschap van Liefde in plaats van te willlen wonen in de winterse stad, omdat zij zich hebben afgesloten voor de gewaarwording van de zon in hun hart. Het is eveneens zeer belangrijk dat U zelf een kleine spiegel van dit 'augustuslandschap' tracht te zijn, opdat zij zelf iets van deze onvermoede Vrede mogen gewaarworden, enkele van de bloempjes mogen ruiken en enkele van de vogeltjes mogen horen. De bemiddelende macht van Maria zal Uw oprechte liefdevolle inspanningen aanvullen.

Verslavingen (radio, televisie, computerspelen, enzovoort) zijn in principe pogingen van de ziel om zich uit de leegte te bevrijden, terwijl zij zich echter naar steeds nieuwe elementen van deze leegte richt. Het gevolg daarvan is een wegzinken dat de ziel ten prooi laat vallen aan een groeiende ontevredenheid. Het tragische is dat vele zielen God de schuld geven voor deze leegte aan dewelke zij zich uit vrije wil hebben overgegeven, omdat zij Gods Liefde, indien zij daarvan al horen, met wereldse gelukzaligheid verwisselen en de beproevingen van het dagelijks leven hen daardoor gemakkelijk met afkeer, en soms zelfs sarcasme, tegenover God vervullen.

Hoe kan men verklaren dat iemand graag de Bijbel leest en niettemin niet graag de Heilige Mis bijwoont?

Ik heb zielen gekend die in de Bijbel lazen afsof het om een spannende roman ging. God heeft zo Zijn eigen wijze van doen... Vraagt U de Moeder Gods dat, op Haar voorspraak, Gods Geest met elk woord dat wordt gelezen, het verlangen zou zaaien om Jezus in de Heilige Mis te bezoeken.

Wanneer een ziel een boek leest, zal zij doorgaans geneigd zijn om zich de in het verhaal genoemde personen, levendig voor te stellen en zich, indien mogelijk, met één (soms met meer) van deze personen te identificeren. Daardoor wordt het verhaal tot leven gewekt en in zekere zin eveneens op het eigen leven geprojecteerd. Theoretisch zou men dit proces ook bij het lezen van de Bijbel kunnen toepassen. Bij het lezen bepaalt de lezer zelf eigenlijk gedeeltelijk het tempo van de gebeurtenissen en enigszins ook de opdeling ervan in onderdelen. Bij de Heilige Mis echter, bestaat de mogelijkheid dat de ziel niet het gevoel heeft, aan het gebeuren deel te hebben. Indien zij dan onvoldoende gewaarwordt wat daar werkelijk gebeurt, zal de Aanwezigheid van God haar waarschijnlijk ontgaan. Wij mogen bovendien niet vergeten dat ook de wijze waarop de Heilige Mis wordt opgedragen, zielen kan aantrekken of juist niet. Veel hangt hierbij af van de spirituele gesteldheid in het algemeen en zelfs van de ingesteldheid van het ogenblik.

Wat kan men doen wanneer men tijdens de zwangerschap onder druk stond en aan depressies heeft geleden?

Het is U intussen waarschijnlijk bekend dat de Meesteres van alle zielen in diverse opzichten de Koningin van de Ware Hoop is en dat Zij elke ziel tracht in te prenten dat aan alles in het leven een diepe zin kan worden gegeven, zelfs wanneer het reeds lang geleden gebeurd is. Zo is het met die stukken van onze levensweg over dewelke wij naderand gemengde (vaak betekent dit eigenlijk, eerder negatieve) gevoelens hebben. Ik herinner U daarbij aan de beschrijving die Maria ooit aan de zielen heeft geschonken, waarbij Zij het zo uitdrukt, dat de ziel haar hele levensweg aan de voeten van de Meesteres kan leggen en Haar erom kan vragen, die plaatsen uit haar verleden, die er als moeras, of als een woestijn of als rotsgrond uitzien, nu nog in Haar Hart op te nemen en hen door Haar te laten bevruchten, zodat ook op deze onvruchtbare stukken op onze weg nu nog bloemen kunen bloeien. Maria zei desbetreffend dat elke levensweg die volledig aan Haar wordt geschonken, nu nog met Haar handtekening wordt voorzien en daardoor nog een opwaardering kan krijgen. De voorwaarden daartoe zijn:

  • dat de ziel uit vrije wil en vol vertrouwen naar de tussenkomst vanwege de Koningin des Hemels ten gunste van haar verleden, verlangt,
  • dat de ziel zich hiervoor volledig, onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan Maria overgeeft, ook voor de toekomst. De Meesteres ontplooit Haar herscheppende macht in de eerste plaats ten gunste van een ziel die zich verder door Haar laat inzetten in het kader van Gods Werken. Van Maria een herschepping van de effecen van het eigen verleden afsmeken, is in Gods ogen zinloos wanneer de ziel zich daarbij niet actief aan Maria weggeeft. Vraagt U de Meesteres dat Zij nu nog de bloemen van de ware vreugde en de Hoop in Uw ziel zou zaaien én in de kinderen die na een zwangerschap in depressieve gesteldheid zijn geboren, een uitzuivering van alle mogelijke effecten zou doorvoeren.

Onderschat U nooit het verschil dat de Voorspraak van de Koningin des Hemels maakt na de oprechte smeking vanwege een ziel. In de Eeuwigheid zal dit verschil U worden getoond.

Wat kan men doen wanneer men na het opstaan onmiddelijk liever weer naar bed zou gaan?

Het lichaam is een onderdeel van ons wezen waar wij soms nog het liefst vanaf zouden geraken. Nochtans kan het voor ons ook van dienst zijn als een locomotief naar het Heil. Er zijn dagen dat men vlak na het opstaan inderdaad onmiddellijk weer naar bed zou gaan. Daartegen bestaat echter een geneesmiddel dat vrij verkrijgbaar is, geen bijwerkingen heeft en niet overgedoseerd kan worden, terwijl het de ziel zuivert zoals niets anders: de Liefde. Probeert U eens in een dergelijke fase tot Maria te zeggen: "Voor U, mijn Hemelse Moeder, stap ik de dag in, want U wacht op mij om bloemen in zielen te zaaien". Kijkt U dan maar eens hoe dit werkt. Deze woorden wekken de zon op in het hart en jagen de nevels weg. De trouwe zaaister heeft immers de Eeuwigheid om uit te rusten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 227

Wat kan men doen om een gebroken huwelijk te herstellen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het spijt mij oprecht, over Uw ongelukkige situatie te vernemen. Het verheugt mij ondanks alles, dat U diep in het hart hebt begrepen dat de heiligheid van het huwelijk boven alles staat. U hebt in de loop van Uw huwelijksleven rechten verworven. Nu echter, terwijl Uw man zijn deel van het echtelijk verbond niet langer eert, aarzelt U, deze te laten gelden. Dat is in elk geval lofwaardig.

Lieve zus, de wereld heeft zijn eigen kanalen om de gerechtigheid te zoeken. Deze zijn lang niet altijd diegene die, overeenkomstig de Goddelijke Wet, de meeste verdiensten opleveren. Er zijn diverse redenen om deze kanalen – indien ook maar enigszins mogelijk – te vermijden. De belangrijkste redenen zijn de volgende:

  1. Voor God geldt dat de ziel die ongerechtigheid in haar aardse leven via wereldse kanalen tracht te compenseren, in het geval van succes via gerechtelijke weg "haar loon reeds heeft ontvangen". Het wereldse loon maakt de ziel armer in het Eeuwig leven, dat als enige doel van onze handelingen moet gelden;
  2. Het is eigen aan gerechtelijke stappen dat zij de werken van de duivel ronduit uitdagen. Wie het zwaard trekt, moet niet verwachten, een blijvende Vrede te oogsten of een conflict werkelijk (dit wil zeggen: in de harten) goed te maken;
  3. Het Sacrament van het huwelijk is heilig. Voor deze heiligheid moet men niet met de verontreinigde middelen van deze wereld strijden, doch slechts met Liefde. Wanneer de brug tussen de beide harten tijdelijk onderbroken lijkt, kan het ene hart het andere steeds nog 'via de radio' bereiken. Dit beeld betekent: Wanneer het nauwelijks mogelijk lijkt, de Liefde zichtbaar over te brengen, kan men haar nog steeds door gebed en toewijding (om zo te zeggen, in het verborgene, zoals een radiogolf) naar het andere hart sturen. Gelooft U mij, dat functioneert veel beter dan de meeste zielen aannemen. De enige voorwaarde is een rotsvast geloof in de macht van het Sacrament.

De Liefde heeft een onvoorstelbaar bevrijdende macht. Ook wanneer zij in het verborgene wordt geschonken, kan zij op relaties genezend inwerken. Koestert men daarentegen wrok of haat, dan versterkt men daardoor de effecten van de schade die reeds door de duivel werd aangericht.

Geeft U Uw man niet op. Verzoent U zich indien enigszins mogelijk met hem in het hart, en bidt U voor de bevrijding van de andere vrouw, want ook zij is het slachtoffer van verblinding. Wanneer een gehuwde partner de andere verlaat omwille van een andere persoon, gaat het meestal in de eerste plaats om een bekoring, waarbij het wereldse en het lichamelijke plots een nieuwe en meer vervullende wijze van leven lijkt te beloven. Omdat het hier om een bekoring gaat, moet deze ook als zodanig worden behandeld: Tracht U Uw man en de betreffende vrouw met een zuiver hart in oprechte bevrijdingsgebeden op te nemen, en vraagt U de Koningin des Hemels dat deze beide personen mogen leren aanvoelen dat zij inbreuk plegen op een heilige Wet.

Wanneer U nalaat, wereldse stappen tegen Uw man te ondernemen, zult U diverse genaden oogsten. De strijd voor het behoud van een Sacrament is een strijd ten bate van een Werk van God. Rekening houdend met de omstandigheden waaronder het Sacrament van het huwelijk gewoonlijk wordt bedreigd, komt deze strijd doorgaans neer op een heldendom van Liefde. God tekent dit op in het levensboek van de ziel die een dergelijke Liefde opbrengt.

Het is eveneens belangrijk dat U ervoor bidt dat de beide betrokken personen de Wijsheid en het inzicht ontvangen om hun vrije wil voor het goede en het juiste in te zetten. Wijdt U de vrije wil van deze zielen daarom dagelijks toe aan Maria opdat Zij nog meer in deze zielen moge kunnen werken.

Aangezien het hier gaat om een strijd om de Liefde, is het van wezenlijk belang dat U zelf voortdurend met Hemelse Liefde wordt gevoed. Laat U niet achterwege, de Moeder Gods vurig om een groei van de Liefde in Uzelf te vragen. In de mate waarin U in staat bent, lief te hebben, en de Liefde vanwege de Koningin des Hemels in Uzelf te kunnen voelen, zult U Liefde kunnen schenken aan zielen die momenteel tegenover U niet rechtvaardig handelen.

De enige ingesteldheid door dewelke een gebroken huwelijk kan worden hersteld, is deze waarbij de verlaten partner de deur van het hart volledig geopend laat en in de gedachten en de herinnering de paden tussen de beide huwelijkspartners onberoerd laat. Geen enkele brug mag worden opgeblazen, geen weg mag worden opgebroken, noch door woorden, noch in gedachen, noch in het hart. Slechts dan blijven zij onveranderd heilige bruggen en wegen langsheen dewelke God Zelf Zich beweegt. Houdt U dit beeld vast, want het is gebaseerd op een bovennatuurlijke werkelijkheid.

Het komt er nu op aan, datgene te herkennen wat de Goddelijke Voorzienigheid U laat toekomen, alsook datgene wat de wereld U zou willen voorhouden maar dat een verborgen bekoring is. Vanzelfsprekend voer ik deze gebedsstrijd graag samen met U. De strijd om het Sacrament van het huwelijk is vergelijkbaar met onderhoudswerken in een heiligdom: Wanneer men een heiligdom poetst, poetst men in werkelijkheid Gods Hart. U zult derhalve de kracht krijgen om deze beproeving te doorstaan. Maria zal U in het hart genezen en U niet in de steek laten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 228

Over het vinden van een goede geestelijke leider – Het beeld van de ziel als ruïne, die met de hulp van de Meesteres van alle zielen opnieuw tot een tempel moet worden opgebouwd – Een geschikte omgang met beproevingen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Het is voor mij altijd een vreugde, harten te ontmoeten waarin het Goddelijk Licht als het grootste geschenk bij uitstek wordt verwelkomd. Dergelijke ontmoetingen regelt de Goddelijke Voorzienigheid steeds opnieuw om te bevestigen dat de Eeuwige Liefde met ons bezig is, en dat het immense breiwerk van de Moeder Gods geleidelijk de bedoelde vorm aanneemt. Zij brengt ons immers allen bij elkaar en stelt onze harten zo in, dat wij geleidelijk aan dezelfde verlangens gaan koesteren: Deze welke God in ons wil zien opbloeien omdat precies deze ons in staat stellen, samen aan Zijn Rijk te bouwen.

Op deze wijze leven wij van het Licht van de Ware Hoop, van de regen der genade en van de geur van de Ware Liefde, die ons vanuit Gods Hart toestroomt. Het leven op aarde is één enkele beproeving, en nochtans weet het hart zich, in de dienst van de Koningin des Hemels, daarover gelukkig te schatten, want wij gaan daardoor enkele stappen samen met Jezus op de bloeiende paden van de Verlossing voor velen. Hoe bemoedigend: Regen wordt in een regenboog omgevormd, dorheid in vruchtbaarheid en lijden in de bloemen die God voor de voortuin van onze Eeuwige Gelukzaligheid heeft bedacht.

Een waarlijk heilige geestelijke leider die zo rijk is aan inzicht dat hij een Licht kan zijn op de dagen waarop in het hart mistvorming ontstaat, is een godsgeschenk. In Pater Pio heeft God een rijkdom aan buitengewone genaden verzameld. Hij herkende de vermogens en de zwakheden van de zielen die hem om raad vroegen, en wist daardoor zeer velen voor onheil te behoeden. Bepaalde zielen worden niet graag aan hun zwakheden herinnerd. Nochtans is het genadevol wanneer een ziel door haar geestelijke leider precies alert worden gemaakt op de plassen op haar levensweg die eenvoudigweg niet willen drogen omdat de ziel zelf haar zielenbodem onvoldoende opent om de regen van de genade in zich op te nemen en zich tot ware vruchtbaarheid te laten brengen. Een geestelijke leider vinden die, in de werkelijke zin van het woord,de ziel kan leiden, dit wil zeggen: die om zo te zeggen scherper ziet dan de ziel die hij begeleidt, is eenvoudigweg een kwestie van Goddelijke leiding.

In principe moet de geestelijke leider een herder zijn, die de lammeren langsheen de meest vruchtbare paden naar de stal weet te leiden, die er weet op te wijzen dat net op de hobbeligste paden de grootste verdiensten op hen wachten, en die deze verborgen geschenken zelf juist kan herkennen. Een lam dat steeds louter doorheen groene weiden naar de stal wordt geleid, ontwikkelt doorgaans niet de beste afweerkrachten. Zo is het ook voor een ziel: Wanneer een ziel niet leert, aan de beproevingen het hoofd te bieden, zal zij des te gemakkelijker door hen uit haar evenwicht worden gebracht en zwicht zij al gauw voor de geringste bekoring.

Indien een ziel de precies voor haar bestemde geestelijke leider moet krijgen, moet deze haar van Boven worden geschonken. De relatie tot een geestelijke leider die men zelf actief heeft gezocht, is een menselijk bouwwerk en zal derhalve waarschijnlijk niet de vruchten opleveren die God voor deze relatie als juist oordeelt, want de ziel kan eenvoudigweg niet aan elk detail van haar dagelijks leven de juiste waarde toekennen. Daartoe ontbreekt haar elk overzicht en elk mogelijk volledig inzicht. Moet men eenvoudigweg wachten en toezien? Neen, maar er is een gulden middenweg: zich openstellen voor de ingevingen en tekenen van de Heilige Geest. Niemand kan de ziel daartoe méér Licht, kracht en bereidheid bekomen dan Maria, de Meesteres van alle zielen. Zij heeft van God een totnogtoe onvermoede macht tot het omvormen van zielen ontvangen, en kan een ruïne tot een echte tempel opbouwen.

In zekere zin is elke ziel een armzalige ruïne, een puinhoop. God stuurt ons allen in de wereld als bouwwerken die alles in zich dragen om het dagelijks leven in dit land van oorlog tussen het Licht en de duisternis te overleven. De bekoringen razen als stormwinden om ons bouwwerk heen, de tegenslagen hameren als stortregen op het dak. Er is op aarde eenvoudigweg geen zielentempel die niet op één of andere wijze zou zijn beschadigd. Bij velen ontbreekt ten minste het dak. Het dak is het Ware Geloof. Wanneer dit ontbreekt, staat de ziel volledig onbeschermd in de stormen van de dagelijkse beproevingen. Het resultaat kunnen wij vaststellen: Ontelbaren worden ziek, zij worden tot speelbal van de meest uiteenlopende negatieve invloeden: de bekoringen, zonden en ondeugden.

De Moeder Gods kan dit allemaal veranderen. Zij bouwt elke ruïne zo snel op als de ziel het Haar mogelijk maakt. Zij legt een nieuw dak op de nieuwe muren en voltooit dan stap voor stap de details. De ziel hoeft Haar slechts toestemming te geven, maar zij mag er zeker van zijn dat haar tijdens de bouwwerken nu en dan een steen op de hand of de voet of op het hart valt. Met andere woorden: De ziel mag zich niet gewonnen geven wanneer zij zich niet al te goed voelt, want slechts door deze werken nadert de tempel zijn voltooiing.

Lieve broeder, diegenen die hopen, hebben veel vaker gelijk dan diegenen die twijfelen. Precies de vele beproevingen op onze levensweg bewijzen hoe goed het met ons gaat, op voorwaarde dat wij met deze beproevingen op de gepaste manier omgaan:

  • met Liefde, die tot uitdrukking komt in de bereidheid om te lijden;
  • met Hoop, die tot uitdrukking komt in de blijmoedigheid van de ziel die weet dat het nog nooit is gezien dat een nacht niet werd opgevolgd door een nieuwe dag;
  • met Geloof, dat tot uitdrukking komt in het vertrouwen dat God er voortdurend mee bezig is, onze tempel en zijn toegangswegen te verbeteren, ongeacht wat wij op dat moment ook mogen voelen en in de onwankelbare overtuiging dat de uiterlijke schijn bedriegt.

Geeft U zich vol vertrouwen over aan de Meesteres van alle zielen. Zij zal elke ware behoefte uit Uw hart aflezen. Uit ervaring kan ik getuigen dat de Meesteres des te sneller en doelmatiger bouwt wanneer de ziel zich totaal en onvoorwaardelijk aan Haar overgeeft, en dat Zij de tempel méér Hemels kan inrichten naarmate de ziel de vrije keuze over de gewenste bouwstijl aan Haar overlaat. Wat weten wij nu over de Hemelse bouwkunst, de kunst om een ziel zo herop te bouwen dat zij klaar is voor een leven in de Eeuwige Gelukzaligheid, die – indien het van de Koningin des Hemels zou afhangen – in elk geval reeds op aarde begint. Maria echter bezit de kennis, de Liefde en de macht. Stelt U zich zonder remmingen open voor de Hemelse geuren uit het Onbevlekt Hart, en U zult in alles worden geleid. Wanneer de ziel zich helemaal aan Maria overgeeft, beschouwt de Moeder Gods haar als Haar bezit en richt Zij de ziel in zoals het Haar bevalt: Op een zodanige wijze dat Zij Zich in deze ziel thuis kan voelen.

In de mate waarin U de Meesteres laat begaan, zal zij voor U een nieuwe tempel bouwen, die tegen de beproevingen van het aardse leven opgewassen is. Zij zal hem drie bijzondere krachten geven:

  • de Ware Liefde, die als onwankelbare fundering de tempel tegen de aardbevingen van de beproevingen zal beschermen;
  • de Ware Hoop, die als stevige muren Uw ziel bij elke storm geborgenheid zal verlenen, zodat de ziel zich ook tijdens de 'onvriendelijke' uren in Gods Hart opgenomen voelt;
  • het Ware Geloof, dat als dak de bescherming zal verlenen die de ziel de zekerheid kan geven dat God haar nooit verlaat.

Het cement voor de bouwwerken moet U de Meesteres ter beschikking stellen door alles wat in U omgaat en alles wat van U uitgaat: handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens, lijden, pijn... De stenen en dakpannen worden door God Zelf geleverd. De ziel zou deze helemaal niet zelf kunnen leveren, want deze zijn samengesteld uit genaden.

Naarmate de verbouwing vordert, zal Maria U de antwoorden geven op Uw levensvragen, de ene na de andere. Dat doet Zij opdat U doelmatiger met Haar aan Uw zielentempel zou kunnen bouwen. Dit alles zal voor U zijn als een ontdekkingsreis met de Koningin des Hemels doorheen het grotendeels onbekende landschap van Uw ziel. Deze reis kan tot één van de grootste vreugden van Uw leven worden, op voorwaarde dat U Maria de vrijheid laat, U bij elk kruispunt te adviseren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 229

Wat betekent totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen? – Waarin ligt het verschil of een ziel zich aan Jezus of aan Maria toewijdt?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen in verband met de toewijding aan Maria. In opdracht van de Hemelse Koningin zal ik deze letterlijk citeren, opdat de antwoorden, zoals steeds gebaseerd op inspiraties uit het Hart van Maria, meteen binnen het juiste kader van de vraag kunnen worden geformuleerd.

Ik zou graag de totale toewijding aan de Moeder Gods verrichten, maar ik moet zeggen dat ik reeds aan onze Heiland Jezus Christus in de Heilige Eucharistie en aan de Moeder Gods in Fatima ben toegewijd. Kan ik desondanks ook de volledige toewijding aan de Heerseres over alle zielen verrichten?

De totale toewijding aan Maria in Haar hoedanigheid van Meesteres van alle zielen is een heilig verbond met de Moeder Gods in de hoedanigheid die door God Zelf als de hoogste uitdrukking van de volmaaktheid en verhevenheid van de Koningin des Hemels is verkondigd. Met betrekking daartoe verwijs ik graag naar de teksten die naar aanleiding van het grote feest van 22 augustus op de Myriam-site in herinnering worden gebracht. Uw toewijding aan Jezus Christus en aan de Moeder Gods van Fatima staan een toewijding aan Maria als Meesteres van alle zielen in geen geval in de weg. Laten wij even van nabij de beide door U voltrokken toewijdingen beschouwen:

  • De ziel die zich aan Jezus Christus toewijdt, is daardoor eveneens aan Maria toegewijd, en omgekeerd. Het is hoofdzakelijk een kwestie van 'oriëntering': In het eerste geval richt de ziel haar inspanningen in de eerste plaats op Jezus, en spreekt hoofdzakelijk tot Hem. In het tweede geval richt de ziel zich in de eerste plaats op Maria, en spreekt hoofdzakelijk tot Haar. Op kracht van een Goddelijke Beschikking zijn het Hart van Jezus en het Hart van Maria in de hoogst mogelijke graad mystiek met elkaar versmolten. Jezus en Maria streven voor honderd procent en zonder uitzondering dezelfde doelstellingen na. Het is dus bijvoorbeeld volkomen onzinnig om, zoals sommige zielen doen, zich aan Jezus toe te wijden en intussen Maria te verloochenen. Dit gebeurt geregeld, en ik getuig bij deze dat een dergelijke instelling niet slechts voor Jezus en Maria bijzonder pijnlijk is, maar bovendien dat dit de voltrokken toewijding volledig onvruchtbaar maakt. Hoe kan men in ernst een deel van een hart beminnen en het andere deel afwijzen? In Gods ogen zijn alleen handelingen vruchtbaar en bruikbaar die niet voor de helft, maar volledig worden volbracht. Dit brengt ons meteen bij het volgende punt:
  • De ziel die zich aan Jezus toewijdt, is eveneens bereid om Maria volkomen te dienen. Deze dienstbaarheid kan helemaal niet worden gescheiden, omdat de Werken van Jezus eveneens de Werken van Maria zijn, en de bedoelingen van Jezus eveneens de bedoelingen van Maria zijn. De Wil van God en de Wil van Maria zijn volmaakt en volledig één;
  • De ziel wijdt zich ofwel helemaal en onbeperkt toe, ofwel helemaal niet. Voor de Hemel is een toewijding 'van 9.00 tot 17.00 u.' ongeldig, evenals de toewijding van een gedeelte van ons wezen en ons leven, en niet van een ander gedeelte. De werkelijk beleefde toewijding is een voltijdse taak, die een constante inzet van 24 uur per dag en 7 dagen per week vereist. De Koningin des Hemels heeft mij dit aangetoond door mij gedurende een bepaalde periode van mijn opleiding tot 'apostel van de Meesteres van alle zielen', voortdurend te onderwerpen aan nachtelijke opdrachten. Hiertoe wekte Zij mij midden in de nacht en gebood Zij mij geregeld om vaak meer dan een uur lang vóór Haar geknield te liggen en intussen lofprijzingen of aanroepingen naar Haar toe te sturen in een rechtstreekse aanval tegen de duisternis.

Waar ligt dan het verschil of de ziel zich aan Jezus, dan wel aan Maria toewijdt?

Uit de Onderrichtingen en Openbaringen van de Meesteres van alle zielen blijkt, dat God Zelf er de voorkeur aan geeft, dat de ziel alles via Maria doet, en dat het daarbij veruit het vruchtbaarst is, tot Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen te gaan. Deze hoedanigheid heeft God Haar voor eeuwig als de absolute bekroning van de volmaaktheid, de heiligheid en de macht geschonken. God heeft Maria tot Koningin en Meesteres van alle zielen gekroond, en Haar in onze dagen in deze hoedanigheid laten verkondigen, omdat Hij Haar voor deze Laatste Tijden de macht heeft geschonken, de Verlossingswerken van Christus in elke individuele ziel te voltooien. Zichzelf volledig, onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan de Meesteres van alle zielen toewijden, is derhalve de meest beloftevolle beslissing die een christen ooit kan nemen, omdat deze beslissing voor de volle honderd procent overeenstemt met Gods verlangen. Vele zielen begrijpen dit nog niet. Deze waarheid te verkondigen, en haar vanuit elk denkbaar perspectief te verduidelijken, hoort daarom tot de belangrijkste doelstellingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat. Zo wil het de Moeder Gods, omdat het in de Goddelijke Wet besloten ligt.

Hoe verricht ik deze toewijding?

Over dit thema zou ik U boeken kunnen schrijven, omdat de Meesteres mij dit doorheen de jaren niet slechts in theorie grondig heeft verduidelijkt, doch Zij mij eveneens in de praktijk van het dagelijks leven tot in de kleinste details in de toepassing van de totale toewijding aan Haar oefent. Precies om vragen als het 'hoe, waarom, wanneer, enz.' van de toewijding aan Maria te beantwoorden, heeft Maria mij het manifest De Tempel van Maria laten schrijven. Ik verwijs U graag naar dit geschrift. Doorslaggevend als uitgangspunt zijn in elk geval:

  • Uw inwendige gesteldheid. Een leven als aan Maria toegewijde ziel kan slechts vruchtbaar worden wanneer U heel open en flexibel bent. De Meesteres van alle zielen leidt Haar dienaren langsheen de wegen van de Waarheid, en beproeft hen constant op hun bereidheid om de eigen belangen en noden volledig terzijde te schuiven wanneer het erom gaat, Gods Plannen daarmee te dienen. Concreet loopt dit onder andere uit op bereidheid tot grenzeloze zelfverloochening en tot bevrijding van zoveel mogelijk wereldse gehechtheden.
    De flexibiliteit komt vooral hierin tot uitdrukking, dat de Meesteres van Haar dienaren verwacht, dat zij van het ene ogenblik op het andere hun intenties en plannen veranderen wanneer zij daardoor God, Maria of een medeschepsel kunnen dienen. Het is zelfs nog beter, helemaal geen plannen meer te maken, doch elke dag te beginnen met datgene te doen, wat op onze weg komt, in de bereidheid, onmiddellijk op iets anders over te schakelen wanneer één of ander teken vanwege de Goddelijke Voorzienigheid er blijk van geeft dat dit van ons wordt verwacht. De Meesteres Zelf leert Haar dienaren, stap voor stap Haar verlangens te herkennen en daaraan blind gevolg te geven.
  • De bedoeling die U met deze toewijding nastreeft. De toewijding aan de Meesteres van alle zielen is een verbond van volledige overgave in beide richtingen: De Meesteres zet alles op alles om de ziel die zich aan Haar 'weggeeft', naar de heiligheid te voeren. Dit betekent dat Zij haar op de wegen naar de hoogste graad van de Eeuwige Gelukzaligheid wil brengen, en haar langsheen deze hele weg wil begeleiden. De ziel van haar kant, aanvaardt tot dit doel in elk opzicht, de dienares van Maria te zijn, in alle omstandigheden van het leven en met haar hele wezen.

Dit betekent automatisch een leven in de school van de Liefde, de gehoorzaamheid en de opofferingen. Beoogt de ziel met de toewijding een bescherming vanwege de Meesteres, die ertoe leidt dat zij van alles wat voor haar onaangenaam kan zijn, wordt bevrijd, of dat zij haar wereldse verlangens sneller of in hogere mate zal kunnen bevredigen, dan zal zij zeker en vast worden teleurgesteld. De volledige toewijding is tenslotte een spiritueel contract, waarbij het strikt gaat om de voltooiing van het Goddelijk Leven in de ziel.

Beoogt de ziel daarentegen een leven in dienstbaarheid aan Maria, een leven als ononderbroken bijdrage tot de Heilswerken van God, dan verkeert zij in de gesteldheid die haar de vervulling van de Goddelijke Beloften kan garanderen. Vele zielen verwachten van Maria dat Zij steeds voor hen klaar staat wanneer het hen past, maar zij vergeten daarbij dat God van hen verwacht dat in de eerste plaats zij het zijn, die gevolg moeten geven aan het geringste teken van hun Meesteres naar hen toe. De ziel moet bereid zijn om in alles voor Maria te leven. Slechts dan leeft zij ook werkelijk voor God. Daartoe is zij als schepsel immers geroepen.

Lieve zus, de beslissing om U totaal aan de Meesteres van alle zielen toe te wijden, kan op zekere dag de belangrijkste beslissing van Uw leven blijken te zijn, omdat zij letterlijk tot in de eeuwigheid een stempel zal drukken op de ontplooiing van Uw spirituele leven. Wanneer de Hemelse Meesteres de tempel van Uw ziel betreedt, zal Zij aanvankelijk bij de deur blijven staan om daar de meest schadelijke vijanden van Uw ziel aan Haar voeten te gebieden. De tweede fase zal deze zijn, waarbij Zij deze vijanden van de ziel geleidelijk onder Haar voeten verlamt. De derde fase wordt Haar triomftocht doorheen de ziel. Ik verduidelijk dit beeld met de woorden van de Meesteres Zelf:

  1. De Meesteres van alle zielen betreedt de tempel van een ziel en gebiedt aan de ingangsdeur de meest schadelijke vijanden van deze ziel aan Haar voeten: Zij tracht de ziel bewust te maken van haar zwakheden en verleidbaarheden, en haar tezelfdertijd te overtuigen van Haar macht (met andere woorden, van de macht van de Meesteres van de ziel). De ziel voelt dit doordat zij nu en dan momenten van een ongewone inwendige strijd moet doorstaan.
  2. De Meesteres verlamt deze vijanden van de ziel geleidelijk onder Haar voeten: In de ziel groeit het bewustzijn dat Diegene aan Wie zij zich heeft overgegeven en nog dagelijks overgeeft, er inderdaad mee bezig is, haar leven om te vormen, en zij begrijpt stap voor stap preciezer wat van haar wordt verwacht. Bemerkt U trouwens dat het beeld dat in dit tweede punt wordt toegepast, herinnert aan de Vrouw met Haar voet op de slang: Maria als Heerseres over de duisternis.
  3. De Meesteres begint Haar triomftocht doorheen de ziel: De inwendige strijd houdt nooit op, maar de tekenen van de macht van het Goddelijk Licht maken zich in de ziel steeds méér bemerkbaar: Ware Liefde, zin voor zelfverloochening, Ware Hoop, een vaster Geloof, blinde overgave, vertrouwen, blijmoedigheid, mildheid. In deze fase is, zoals de Meesteres het vaak uitdrukt, de dienaar tot 'slaaf' geworden, die letterlijk voor de Meesteres leeft en Haar met vreugde en onbeperkte overgave elke seconde van de dag en de nacht schenkt.

Het is niet zo dat de ziel vanaf de derde fase geen terugval meer zou kunnen ervaren. Zij moet ertoe bereid zijn, haar wil dagelijks onder de heerschappij van de Meesteres te stellen. Doet zij dit niet, dan kunnen de wereldse aspecten van het leven haar nog steeds zo verregaand overweldigen dat de Meesteres Zich ertoe gedwongen ziet, Zich bij de ingangsdeur terug te trekken en opnieuw van voren af aan te herbeginnen. Zij kan Haar triomftocht doorheen de ziel niet met een volkomen demonstratie van Haar macht bekronen, en de troon in de kern van de ziel (de kiem van heiligheid) niet bestijgen, zolang de vijanden van de ziel de Werken van Maria nog onwerkzaam kunnen maken doordat de ziel de 'rovers en moordenaars van het Heil' niet vrijwillig onbeperkt de rug toekeert.

Totale toewijding aan Maria is inderdaad een ononderbroken strijd, die erop moet uitlopen, dat de ziel haar vrije wil aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerlegt, teneinde Haar bezit en eigendom te worden. Er bestaat voor de mensenziel geen moeilijker opdracht dan deze.

Ik bied U van harte aan de Meesteres aan, en bid voor U om de kracht en de volharding om het harde, maar voor de kern van de ziel wondermooie leven van toegewijde van de Meesteres te kunnen leiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 230

Over het verloop van de toewijding

TOTUS TUUS, MARIA !

(Opmerking in opdracht van de Meesteres van alle zielen: Deze antwoordbrief is geschreven in een tijd toen de Meesteres Myriam nog toestond om op bepaalde grote feesten van de Moeder Gods zielen aan Haar toe te wijden. Deze toewijdingen werden toen op de website aangekondigd. Sedert de hervorming van dit Werk onder de strikte leiding van de Meesteres in de periode 2011-2012 werden op Haar bevel deze toewijdingen niet meer op grote schaal verricht, met uitzondering van toewijding van individuele zielen die de Meesteres hierom smeekten, en strikt mits toelating vanwege de Koningin des Hemels. Dergelijke toewijdingen worden sedertdien ook niet meer op de website aangekondigd).

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Wat de toewijding van overmorgen betreft: Ik heb geen gegevens nodig, louter en alleen Uw ondersteunend gebed en Uw vaste beslissing om Maria in Haar hoogste hoedanigheid van Meesteres van alle zielen te willen toebehoren, dit wil zeggen: in Haar dienst een leven van strijd voor het Ware Licht te voeren.

Het gebeuren verloopt, zoals de Meesteres Zelf het mij heeft voorgesteld, als volgt: Ik zal mij op het door Maria aangeduide tijdstip in de volledige stilte van mijn gebedsplaats terugtrekken, mij geknield één laten worden met Maria in mijn hart en in beschouwend gebed zijn, terwijl ik rustig afwacht wat Zij wil laten gebeuren, en mij eenvoudig laten leiden. Zij bepaalt letterlijk alles: wat, wanneer, hoe, hoelang... De eigenlijke toewijding verloopt op de wijze die Maria Zelf mij verscheidene jaren geleden heeft geleerd. Vóór het innerlijk oog van de ziel wordt mij gewoonlijk in abstracte beelden getoond wat zich op het spirituele niveau afspeelt. De abstracte toewijding is een gebeuren waarbij zeer vaak visioenbeelden 'in woorden worden vertaald', waarbij het gaat om beelden die Maria Zelf mij toont 'gedurende een spirituele reis in Haar Hart'. Deze beelden drukken doorgaans onvermoed veel uit, zowel op het niveau van bepaalde Mysteries alsook met betrekking tot zielen (alle mensenzielen als geheel, of specifieke zielen). Soms worden van mij bovendien bijkomende 'oefeningen' verwacht. Dat is begrijpelijk, omdat mijn levensopdacht hieruit bestaat, de vruchtbaarheid van de Werken die de Meesteres via mij wil uitwerken, te helpen ontsluiten. Dit kan op de meest uiteenlopende wijzen verlopen, afhankelijk van wat de Koningin nodig acht of van wat Zij verlangt.

Van de ziel die aan het toewijdingsgebeuren wil deelnemen, wordt gedurende de aangeduide tijd gebed tot Maria en een zo groot mogelijke openheid van hart verwacht. De Meesteres weet wie deelneemt, kent de gezindheid van hart en de spirituele gesteldheid, en past datgene wat Zij van mij verlangt aan bij deze gesteldheden. Soms spreekt Zij gedurende de toewijding, soms niet. Wanneer Zij spreekt, kan dit zijn onder de vorm van een boodschap of een openbaring voor alle zielen, (over het verschil tussen een openbaring en een boodschap: zie de belangrijke opmerking in de inleiding van het menupunt Openbaringen), soms louter privaat tot mijzelf. Een dergelijke toewijding is tenslotte voor mij noch een losstaande handeling, noch een losstaand uur op zich, doch een element in het kader van mijn alomvattende apostolaatsopdracht. Verder laat Maria vragen dat de zielen mij in gebed ondersteuenen, omdat rond een 'openbare' toewijding aan de Meesteres van alle zielen en elk innig contact met de Meesteres bij uitstek doorgaans zeer veel gebeurt wat weliswaar aan de kennis van de zielen wordt onttrokken, maar verband houdt met de woede van de satan.

Ik hoop, U hiermee één en ander te hebben verduidelijkt, en wens U rijke stromen van Genade toe. Deze zijn met elke toewijding verbonden. De graad ervan wordt volledig bepaald door de wijze waarop de individuele ziel haar toewijding, dit wil zeggen, haar toewijding als dienares van Maria in het dagelijks leven, concreet beleeft, en door de graad van haar bereidheid tot ware overgave aan de Koningin des Hemels in elk detail van haar leven. Moge Maria Zich in U uitstorten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

P.S.: De Meesteres van alle zielen bepaalt als begintijd voor de publieke toewijding steeds 12 u. middag. De betekenis van dit uur is symbolisch voor het 'uur van het Licht', het uur gedurende hetwelk de zon zich naar haar hoogste punt aan de hemel beweegt. De zon wordt in spirituele zin beschouwd als symbool voor Jezus Christus, de Verlosser uit de duisternis. Op deze wijze beschouwt Maria de toewijding aan Haar als een middagszon, die in de ziel binnenstraalt om in haar de duisternis te bestrijden.
De uuraanduiding 12 u. is in principe de Belgische tijd (dit is de Midden-Europese tijd) aangezien Myriam de toewijding in haar thuisland verricht. In de meeste delen van Europa geldt dezelfde tijd. Indien een ziel uit een andere tijdszone zich met deze toewijding wil verenigen, kan zij dit doen:

  • ofwel op het tijdstip van de Midden-Europese tijd, ongeacht hoe laat het in de betreffende woonplaats is,
  • ofwel op het tijdstip waarop het in het betreffende land 12 uur middag is. De Meesteres aanvaardt deze inspanning als volwaardig. In het verleden heeft Zij Myriam toegestaan om de toewijding op een ander Belgisch tijdstip te herhalen omdat zielen uit een ander deel van de wereld daarom hadden gevraagd.


www.maria-domina-animarum.net


Brief 231

God beslist niet in onze plaats

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Het spijt mij, U te moeten zeggen, dat vragen met betrekking tot beslissingen op medisch gebied door de Hemel nooit met 'ja' of 'neen' worden beantwoord. Laat U zich niet van het tegendeel overtuigen, want zielen die beweren dat de Hemel daarop zonder meer zou antwoorden, worden niet door de Hemel geïnspireerd. God schrijft een ziel nooit voor, welke beslissingen zij met betrekking tot medische ingrepen zou moeten nemen, want Hij zou daardoor Zijn eigen Heilsplan tegenwerken. De reden is, dat elke moeilijke situatie op onze levensweg is als een kruispunt op hetwelk de ziel moet beslissen of zij naar rechts of naar links moet afslaan.

Bij dergelijke kruispunten kijkt God naar het hart van de reizende ziel:

  • welke beslissing zij neemt;
  • vooral, in welke hartsgesteldheid zij verkeert bij het nemen van deze beslissing;
  • wat zij beoogt en wat zij met deze beslissing wil bereiken: Laat zij zich ook door haar spirituele of overwegend door haar materiële toekomst leiden? Wil zij door haar beslissing God dienen, of denkt zij overwegend in de wereldse zin?

Aangezien de verdiensten en de vruchtbaarheid van het aardse leven worden bepaald door de wijze waarop de ziel haar vrije wil gebruikt, wil God – tenzij in zeer zeldzame uitzonderingen – de beslissing niet in plaats van de ziel nemen. Mocht Maria U nu, bijvoorbeeld, aanraden, de operatie te laten uitvoeren of juist in geen geval te laten uitvoeren, zou zij U daardoor de grote verdienste ontnemen die U in dit uur zou kunnen verwerven.

Wat adviseert de Moeder Gods U concreet?

De vruchtbaarste weg is deze, dat U zich met heel Uw wezen en in vertrouwensvolle overgave in de handen van Maria legt, en dat U de Koningin des Hemels erom vraagt:

  • dat Zij in U de hartsgesteldheid moge bewerken, die U in staat stelt, precies datgene te doen wat voor Uw spiritueel leven en Heil het vruchtbaarst is, en
  • dat Zij moge bewerken dat Uw beslissing, hoe die er ook moge uitzien, het Plan dat God met Uw leven heeft, het beste kan dienen en wel daardoor dat U met de gevolgen van Uw beslising op een zeer deugdzame wijze moge kunnen omgaan.

Hopen op de genade van genezing, is zeer lovenswaardig. Mocht deze genezing echter om één of andere reden niet binnen Gods Plan passen, dan zou de verdere ontwikkeling een ontgoocheling kunnen worden, die U in een geloofscrisis zou kunnen brengen. Om deze reden raad ik U absoluut en met klem aan, op genezing te hopen, maar op voorwaarde dat U bidt om de kracht en de Liefde in het hart voor het geval dat de verhoopte genezing niet kan (niet mag) intreden.

Lieve broeder, U bevindt zich nu in één van de moeilijkste situaties van Uw leven. Nu kunt U de 'waarde' van Uw ziel voor de Eeuwigheid nog aanzienlijk verhogen. Tracht U, indien dit ook maar enigszins mogelijk is, op de tekenen te letten die de Goddelijke Voorzienigheid U in de volgende dagen zal stellen, want God wil Uw spiritueel leven nu in dit opzicht rijker maken. U wordt nu op alle deugden getest (Hoop, Geloof, vergeestelijking, vertrouwen, innerlijke rust, overgave, toewijding...) Ik bid vurig opdat U weldra de juiste, vruchtbaarste weg moge worden getoond, en dat U deze met innerlijke Vrede moge kunnen gaan. Het kan de weg van de ware ontmoeting met Diegene zijn, Die voor U een spirituele wedergeboorte kan bewerken: de Moeder Gods. Ik wens U zeer veel moed en volharding toe.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 232

Angst, getoond als een met ijzel bedekte brug over de stortbeek der wereldse invloeden – De strategie van de duivel – Wat gebeurt wanneer de ziel naar het goede streeft – de menselijke geest als vijand van de ziel – Maria als Bron van innerlijke Vrede

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met vreugde heb ik Uw brief in mijn hart gesloten, waar de Moeder Gods niet alleen de door U geschreven zinnen, maar Uw ziel en Uw hart met alle daarin levende gevoelens leest en aanraakt.

Uw hartsgesteldheid maakt zich kenbaar als deze van een ziel die in een wondermooi winters landschap wandelt, met overal bergen en sneeuw. Zij nadert een kleine brug die met ijzel is bedekt. Hoewel het landschap aan de andere kant zo veelbelovend lijkt, en nog veel vreedzamer en stiller dan aan deze zijde van de kleine brug, durft de ziel het brugje niet oversteken. Onder de brug stroomt het ijskoude water van een kleine stortbeek. De ziel meent dat zij toch al te zwaar is voor de kleine houten brug en zij is ervan overtuigd dat zij op de ijzel zou uitglijden en dus nooit de overzijde zou bereiken, doch in het ijskoude water zou glijden, indien de brug het niet reeds vóór die tijd begeeft.

Lieve zus, in dit beeld, zoals Maria het mij voor U heeft geschonken, zijn alle elementen van Uw hartsgesteldheid vervat, en eigenlijk ook reeds de oplossingen voor datgene wat U beklemt. Laten wij eens de symboliek bekijken:

  • U trekt doorheen een sneeuwlandschap: U verlangt naar de stilte, naar innerlijke Vrede. U herkent de schoonheid van de dingen om U heen (Gods Tegenwoordigheid en Zijn Werken!) ook al zijn deze door koude omgeven, wat op zich een heilvolle ingesteldheid is. Zoals U in de Openbaring van 9 augustus 2010 hebt kunnen lezen, staat sneeuw symbool voor het bedekken van het oude en de omvorming tot een volkomen nieuw beeld.
  • De bergen zijn als tekenen van Gods kunde, door U bewonderd maar schijnbaar onbereikbaar. U koestert een bijzondere vorm van respect vor Gods Werken in alles, maar vreest soms dat U Zijn aandacht niet waardig bent, wat U soms in droefenis brengt en U over Uw eigen spirituele gesteldheid onzeker maakt.
  • U gaat naar een kleine brug toe, die de beide oevers van een ijskoude stortbeek met elkaar verbindt. Aan de overkant van de brug lijkt alles nog aantrekkelijker, mooier, vreedzamer en stiller te zijn. Hoewel U zich in Uw huidige leven goed voelt, verlangt U onbewust naar een andere wijze van leven. Het gaat daarbij niet in de eerste plaats om een andere invulling van Uw leven wat Uw beroepswerkzaamheden betreft, maar veel meer om de mogelijkheid om Uw contact met de 'Goddelijke' Werkelijkheid op één of andere wijze anders vorm te kunnen geven, vandaar de aantrekkingskracht van de stilte, de innerlijke Vrede.
  • De brug staat symbool voor Uw verlangen om dit 'andere' leven te bereiken, maar de ijskoude stortbeek, symbool voor de koude van de wereldse aspecten van het leven met zijn woeligheid, zijn rusteloosheid, zijn meesleurende elementen tegen dewelke de ziel zo vaak onbewust protesteert, en het risico om daarin eenvoudigweg te verdrinken, is er ook nog...
  • De ijzel op de brug staat symbool voor de angsten die op U drukken en die U gevoelens van een allesoverheersende onzekerheid geven. Uw vrees dat de brug onder U zou instorten, drukt tevens uit dat U zich zwaar beladen voelt en dat U bang bent dat Uw stille droom niet zal standhouden tegen de werkelijkheid.

Zeer veel in Uw leven wordt inderdaad door de satan op gang gebracht. In de enge zin van het woord is het niet zo, zoals U het uitdrukt, dat 'de andere macht achter U aan zit'. Ik tracht, zo precies mogelijk datgene tot uitdrukking te brengen wat ik in uw ziel en in Uw omgeving te zien krijg omdat de Meesteres van alle zielen ons de genade bewerkt, deze beelden als bronnen van nieuw Licht te zien en deze derhalve als 'brug' naar een innerlijke genezing, naar een 'wedergeboorte aan de andere zijde van de stortbeek' te gebruiken:

De satan zit ons allen achterna. Hij zou graag letterlijk elke ziel bezitten. Hij haat God, haat de mensenzielen (de mensenziel is de kroon op de Schepping en een Werk van God) en hij haat Maria, die door God tot de Uitvoerster van ZijnWerken van Heil in deze Laatste Tijden is gemaakt. De bestrevingen van de satan om een ziel ten val te brengen, worden des te hardnekkiger in de mate waarin deze ziel tracht, aan zijn bekoringen weerstand te bieden, in de mate waarin zij God en Maria wil dienen, en in de mate waarin zij in haar doen en laten en verlangen alleen op het goede, het heilige en het deugdzame is gericht. De satan beschouwt de ziel van goede wil als een hindernis op de weg van zijn manipulaties. Hij zal trachten, haar in alles te ontmoedigen, en dat doet hij vooral graag via zielen die haar werkelijk zeer na staan. Het spreekt daardoor vanzelf dat uitgerekend dergelijke zielen ons het leven moeilijk maken en ons ten diepste kunnen kwetsen.

In de mate waarin de ziel het goede nastreeft, wordt in haar de kiem van heiligheid in een echte bloem van deugdzaamheid omgevormd. De ziel wordt geleidelijk stap voor stap omgevormd in datgene wat zij nastreeft. Verlangt de ziel ernaar, te worden zoals Maria, dan kan zij stap voor stap de gesteldheden van Maria overnemen. Zo heeft God het beschikt omdat Hij de ziel de kans wil geven om zoveel mogelijk Licht in zich op te nemen. Omdat de heiliging een moeilijk en langdurig proces is, zoals het bestijgen van een trap met zeer veel treden, krijgt de duivel ontelbare kansen om de ziel van haar voornemen weg te leiden of haar eenvoudigweg van deze trap naar beneden te duwen. Zo kan de ziel op bepaalde dagen de indruk krijgen dat werkelijk alles verkeerd loopt. Dit kan matheid en zware spirituele ontmoediging met zich meebrengen, evenals angst, gevoelens van onzekerheid (wat, indien ik niet de kracht daarvoor heb, wat indien het weer niet lukt...?) De ziel laat zich vaak door de omstandigheden en haar vele herinneringen intimideren en verlammen, en indien zij niet voldoende relativeert, komt zij op zekere dag tot niets meer.

De menselijke geest is een wonderbaar systeem, dat echter vaak tot grootste vijand van de ziel wordt. In een mensenleven kan het honderden malen gebeuren dat iets niet lukt, terwijl geen enkele fout of geen enkel onvermogen van de ziel daaraan schuld heeft. Ons geheugen slaat deze momenten op en verbindt hen met datgene wat, naar onze mening, verkeerd was of wat wij verkeerd zouden kunnen hebben gedaan. Vele van deze 'verbindingen' zijn gebaseerd op foutieve voorstellingen, maar zij kunnen op termijn zeer remmend werken. De belangrijkste bijdrage die de duivel daar levert, is dat hij de vermeende fouten in ons geheugen opblaast. Daarkoor krijgen sommige zielen een zeer negatief zelfbeeld. Zichzelf klein en onbekwaam vinden, is spiritueel gezond, zolang het datgene wat God van de ziel verwacht, niet in de weg staat.

Het zo-even beschreven systeem in combinatie met een chronische vermoeidheid ligt aan de basis van Uw onzekerheid op verscheidene vlakken. De ijzel op de kleine brug is uit deze componenten samengesteld. De Meesteres van alle zielen zou willen dat U de beklemmende herinneringen, de relatieve minderwaardigheidsgevoelens en de beklemming, evenals de stille hartenwensen vurig aan Haar toewijdt, en dat U op Haar vertrouwt. Zij is de vlam die de ijzel op de brug laat wegsmelten wanneer U, samen met Haar, naar de verlangde oever zou willen gaan. Maria is het geneesmiddel tegen elke angst en onzekerheid. Met Haar in Uw hart kunt U de andere oever bereiken en in het land binnengaan, waar het nog vreedzamer, stiller en mooier is: Met Maria in het hart kan de ziel de ware innerlijke Vrede verwerven die het hele leven een nieuwe vorm kan geven.

Uw ware roeping zal Maria U Zelf openbaren, diep in het hart. Daartoe moet U echter eerst en vooral met Uzelf in het reine komen, dit wil zeggen dat in de mate waarin U een diepere Vrede in Uzelf vindt, U Uw hart meer voor Maria’s Aanwezigheid en Werken in de kern van Uw ziel zult openen en een klaardere kijk op Uw levensweg krijgt. U zult een meer ongedwongen zelfbeeld krijgen, dit wil zeggen dat U zult leren, elke dag opnieuw te beginnen ronder remmingen uit het verleden, alsof U geen herinneringen zou hebben. Datgene wat U tot nu toe onzeker heeft gemaakt, zal voor U steeds onbelangrijker worden, en Uw ziel zal openbloeien als een lentebloem. De innerlijke lente zal eveneens het met Uw ziel gepaard gaande beeld omvormen. Het landschap zal van mooi maar koud naar mooi en warm veranderen. Bruggen zullen zich lichtvoetiger laten oversteken omdat U zich lichter voelt en er geen ijzel meer wordt gevormd. Door de nieuw gewonnen rust zult U Uw talenten vinden en precies voelen waarheen Uw Liefde moet gaan om de hoogste vruchtbaarheid en een volledig nieuw Geluk te ervaren.

Eén van de meest verrassende ervaringen zal deze zijn, dat de ziel zelfs in dezelfde omgeving een wedergeboorte kan beleven. Niet de omgeving verandert, maar wel het hart dat deze omgeving beschouwt. Er wordt vaak gezegd dat alles er anders uitziet zodra de zon schijnt. Dit geldt des te meer wanneer de ware zon in het hart opgaat. De ziel beschouwt dan haar omgeving vanuit de gesteldheid die als het ware in lentegeuren is gehuld. De ziel kan opnieuw echt hopen, geloven en waarachtig beminnen, en zij bevrijdt zichzelf op grond van een werkelijk Goddelijke kracht, die in Haar het Ware Leven laat bloeien.

Lieve zus, ik help U van harte op de weg over de brug verder, wanneer dit mij ook maar enigszins mogelijk is. Moge deze kleine straal van Liefde die Maria U heeft willen schenken, tot lichtstraal van de Ware Hoop dienen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 233

Over scrupules die de duivel veroorzaakt door ons leugens in te fluisteren

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U met vreugde voor Uw brief, want deze maakt het de Goddelijke Voorzienigheid mogelijk, Uw vriendin door de Koningin des Hemels een zonnestraal van Ware Hoop te laten toekomen.

De Moeder Gods laat erop wijzen dat het hier een kwestie is van morele verantwoordelijkheid, en dat X. (Uw vriendin) vrij van schuld is. Ik geef U de toelichting van Maria weer:

X. heeft als helpster in een apotheek voorgeschreven medicijnen afgeleverd. Pas later vernam zij dat het ging om medicijnen die abortus opwekken. Hoe moet dit proces spiritueel worden ingeschat?

  • Zij moest, op medische voorschriften, medicijnen afleveren omdat dit tot haar beroepswerkzaamheden behoorde, en van haar werd verwacht dat zij haar werk goed zou doen. Zij kon niet zelf bepalen, noch bij voorbaat weten, welke voorschriften zij in handen zou krijgen;
  • Als helpster in de apotheek was het niet X.'s taak, het gebruik van de voorgeschreven medicijnen die zij heeft afgeleverd, na te trekken. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de arts, die de voorschriften had uitgeschreven, in het volle bewustzijn van het doel waarvoor deze medicijnen kunnen worden gebruikt, en hen met dat gebruik voor ogen aan de bewuste patiënten heeft voorgeschreven;
  • X. was zich op het moment waarop zij de betreffende voorschriften in handen kreeg, niet eens bewust waarvoor deze medicijnen worden gebruikt;
  • Toen zij echter hierover werd geïnformeerd, gaf zij haar beroep op.

Wat kan, met betrekking tot de schuldvraag, uit dit proces worden afgeleid? X. heeft helemaal geen zonde bedreven. Zij heeft bij de uitoefening van haar beroep handelingen verricht waarvan zij de gevolgen niet kende, en in haar positie was het zelfs niet eens haar plicht, deze gevolgen te controleren. Bovendien heeft zij tegenover God bewezen, niet te hebben willen zondigen, doordat zij vanaf het ogenblik waarop zij zich van de gevolgen bewust werd, onmiddellijk haar beroep heeft opgegeven. Zij heeft dit vermeende misdrijf niettemin meermaals gebiecht. De Koningin des Hemels geeft volgende adviezen:

  1. X. hoeft niet meer bang te zijn om de Heilige Communie te ontvangen, want voor die vrees bestaat niet de geringste reden: Zij heeft zich aan geen enkele zware zonde schuldig gemaakt. Zij mag zichzelf ten volle als lid van de gemeenschap van belijdende en praktiserende christenen beschouwen;
  2. Maria vraagt X., haar hele verleden, in het bijzonder de voorbije dertig jaar, toe te wijden aan de Koningin van de Hemel, en alle hartenpijn over de vermeende en meermaals bedreven doodzonde aan Haar voeten neer te leggen, met de volgende vurige smeekbede: (hier ontstaat gebed 1182)
    De Meesteres van alle zielen vraagt G., de toewijding aan Haar dagelijks werkelijk te beleven, opdat zij niet meer ten prooi zou vallen aan de leugens die de duivel haar influistert.
  3. Maria wijst erop dat de bovengenoemde toewijding, gepaard met de offerbereidheid die X. dagelijks voor haar oude moeder opbrengt, de sleutels tot haar volledige spirituele reiniging in zich sluiten. De Meesteres nodigt haar daarom ook uit om de verzorging van haar oude moeder aan Haar toe te wijden, opdat deze dagelijkse akten van naastenliefde werkelijk vruchtbaar zouden zijn.

X. heeft haar hart door de duivel laten verduisteren, en daardoor neigt zij ertoe, vele dingen zwarter te zien dan zij in werkelijkheid zijn. Deze ontmoedigingsstrategie wordt door de duivel heel graag en heel vaak toegepast, omdat deze de ziel volledig verlamt en haar tenslotte zo ver kan brengen dat zij uiteindelijk niet meer durft te geloven in het Ware Licht in haar leven, en ook niet in een toekomst in het Eeuwig Leven. Maria zal haar bevrijden, en zij zal opnieuw de zon vinden, want zij zal inzien dat datgene wat zij voor haar eigen duisternis hield, in werkelijkheid niets anders was dan de schaduw van de duivel die zich tussen het Ware Licht en haar ziel had geplaatst.

Wat het bijwonen van de Heilige Mis op de feestdagen van de Heilige Jozef en de apostelen Petrus en Paulus betreft, kan ik U geruststellen: Deze feesten horen niet tot de verplichte feestdagen.

Ik hoop van harte dat X. deze straal van Licht uit het Hart van de Meesteres van alle zielen met vreugde in zich mag kunnen opnemen. Een mensenziel is er door God toe geschapen om Zijn Licht en Zijn warmte in zich te voelen en vast te houden. Slechts de zonde verduistert de ziel en laat haar ijskoud worden. Wanneer er geen sprake was van zonde, blijft de ziel in staat om dit Licht en deze warmte door zich heen te laten stromen en de bloemen van de Ware Hoop en van het ware vertrouwen in zich tot bloei te laten komen. Moge de lente zich nu spoedig in deze ziel laten voelen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 234

Hoe de zielen met natuurrampen moeten omgaan opdat deze gebruikt zouden worden om nieuw Licht, nieuw Leven in de Schepping te brengen – de oneindige compenserende macht van toewijding

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Allereerst zou ik graag, ondanks alle tegenslagen, Uw dochter van harte gelukwensen met haar verjaardag. Ik bedoel dit in de diepste spirituele zin van het woord: Moge God, die het in Zijn Wijsheid zo heeft beschikt dat 38 jaar geleden het aardse leven van deze ziel zou beginnen, Zich in Zijn oneindige Liefde in haar hart instorten. Opnieuw is een jaar, dat haar door de Goddelijke Voorzienigheid werd geschonken, achter de rug.

Een jaar zou eigenlijk als een volledige cyclus van het leven kunnen worden beschouwd: De natuur maakt als het ware jaar na jaar haar groeiplan rond, doorloopt alle seizoenen, begint opnieuw. In zekere zin zou de mensenziel dit eveneens moeten doen, want tenslotte staat zij niet buiten de Goddelijke natuurwetten, integendeel: Zij zou in haar hele gedrag en al haar gewaarwordingen de toepassing van de Goddelijke Wet bekronen. In die zin wens ik Uw dochter in het bijzonder de genade van een spirituele wedergeboorte. Alstublieft, wijdt U het verleden en het hart van Uw dochter zo mogelijk nog vandaag toe aan Maria, en smeekt U de Moeder Gods dat Zij voor Uw dochter de genade zou bekomen, op deze verjaardag het zaad van deze wedergeboorte in haar ziel te mogen ontvangen.

Over de verschrikkelijke weersomstandigheden in Duitsland hebben ook wij in ons land reeds één en ander vernomen. Alstublieft, maakt U nu gebruik van de woorden van de Openbaring van 9 augustus 2010, opdat dit noodweer spirituele vruchten moge opleveren. Smeekt U daarbij gerust om de spirituele wedergeboorte van Uw land of Uw dorp. Alles zal niet voor niets zijn gebeurd, indien U dit nu nog doet. Vergeet U daarbij niet, dat zelfs indien U de enige ziel zou zijn die dit vandaag doet, in naam van het hele dorp, dit voor God zou gelden alsof alle zielen van Uw dorp deze smeekbede tot Hem richten. Wijdt U aan Maria elke druppel water toe als ware het een glas doopwater voor een wedergeboorte, om de zielen te reinigen en hen nieuw Leven in te blazen. Wijdt U Haar elke ontwortelde boom toe, als ware deze een ontworteld werk de duivel. Wijdt U Haar elke afgewaaide dakpan toe, als ware deze een dak dat een ziel beschermt tegen de verwoestende sporen van de stormen der bekoringen.

Een natuurramp is slechts zinloos wanneer de mens haar geen zin geeft. Wij mogen nooit vergeten dat God ons heeft geschapen om Zijn beeld en gelijkenis te zijn. Wij zijn bedoeld als de kroon op de Schepping, en moeten God tegenover de hele Schepping vertegenwoordigen. Dit betekent concreet, dat wij in ons het vermogen dragen om negatief in positief, duisternis in Licht, verwoesting in nieuw Leven, ongeluk in Hoop om te vormen. De enige voorwaarde is, dat de mensenziel zich met God verbindt om alle ongeluk, al het negatieve, door steeds nieuwe voltrekkingen van het 'huwelijk' (de versmelting) met haar Schepper in een nieuwe vrucht om te zetten.

Gods kracht en Liefde + de liefdevolle toewijding door zielen =
genezing, herschepping, wedergeboorte

Lieve zus, elke natuurramp is een schreeuw vanwege de Schepping. Door deze schreeuw stelt God aan Zijn vertegenwoordigster, de mensenziel, een teken voor het feit dat de zondigheid van de zielen buiten haar oevers is getreden, en dat de Schepping een nieuw evenwicht zoekt. God geeft de zielen door elke ramp de kans om de negatieve effecten van de zondigheid met een spirituele compensatie te beantwoorden. Mochten de mensenzielen tegenover elke ramp een intense en vurige toewijding aan Maria verrichten, waardoor deze ramp op spirituele wijze precies in het tegenovergestelde wordt veranderd, dan zou de hele mensheid al gauw naar een hoger niveau van het Goddelijk Leven worden verheven, en de staat van genade van de mensheid worden vergroot. Dit alles betekent absoluut niet dat God deze rampen veroorzaakt: De zonde is de bron van alle ellende, alle verwoesting, alle dood.

Beschouwen wij eens wat God zou kunnen doen:

  • Ofwel laat Hij de ramp niet toe. Het gevolg zou zijn, dat het snel groeiende onevenwicht in de uitwerking van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid ongemerkt de grens van het toelaatbare zou naderen, zodat tenslotte een ramp over de mensheid zou neerkomen, die nog veel erger en onomkeerbaar zou zijn. De reden hiervoor is, dat God vanaf het eerste uur van de Schepping al het geschapene door onveranderlijke Wetten heeft geregeld en verder heeft georganiseerd en begeleid. Opdat de Schepping steeds opnieuw een evenwicht zou vinden (alles is tenslotte in beweging, en dag en nacht gaan ontelbare spirituele stromingen doorheen de Schepping) kan God deze wet nooit ongedaan maken, zelfs niet voor de duur van één seconde. Daarom is de hele Schepping voortdurend onderworpen aan de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid;
  • Ofwel laat Hij de ramp wel toe, maar verbergt daarin de sleutel om haar spiritueel te compenseren. Dat is precies wat God doet: Hij laat rampen toe, en leert de zielen (zoals Hij dit nu door de Meesteres van alle zielen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven laat doen) de wijze waarop zij alle daaruit ontstane ellende in Licht kunnen omzetten. Daarom leert de Meesteres van alle zielen ons nu hoe de zielen met natuurrampen moeten omgaan, opdat deze zouden worden gebruikt om nieuw Licht, nieuw Leven, in de Schepping te brengen.

De duivel kan inderdaad de gevolgen van rampen erger maken, en wel door in vele getroffen zielen het zaad van onvrede, opstandigheid, wrok, vertwijfeling enzovoort, zeer snel als onkruid te laten opschieten, wat de ellende nog verveelvoudigt doordat daarbij nog vloedgolven van zwarte gedachten en gevoelens komen. Het gevolg daarvan is, dat de staat van ongenade van de hele mensheid nog verder vergroot. Wanneer echter hier of daar een ziel de inspiratie, de moed en de Liefde bezit om deze ellende aan Maria toe te wijden, met de smeekbede dat het daarin aanwezige Licht moge worden ontsloten, dan ziet de toestand er in spiritueel opzicht al gauw helemaal anders uit.

Lieve zus, wij kunnen soms zo weinig tastbaars doen wanneer onze medemensen door ellende worden getroffen, vooral wanneer het gaat om ellende op grote afstand, bijvoorbeeld in het buitenland. Nochtans bezit elke ziel een enorm vermogen om een tegengewicht te vormen: Ik kan Uw ellende toewijden aan Maria, terwijl U in het buitenland woont. U kunt de ellende van de zielen in Pakistan aan Maria toewijden terwijl deze zielen duizenden kilometer ver van U verwijderd wonen, enzovoort. Spirituele hulp is onzichtbaar, doch zij is bijzonder krachtig. Haar werking blijft eeuwig bestaan (inderdaad!), en zij heeft haar secundaire nevenwerking op de mensheid als geheel, want elke toewijding ontplooit een verheffende werking op de stand van genade van alle zielen, en versnelt de voltooiing van Gods Heilsplan.

De dingen zijn slechts zelden zoals zij er uiterlijk uitzien. Onze God van de volmaakte Liefde heeft overal Zijn zaad uitgestrooid, en zelfs in de tekenen die bewijzen dat de mensheid zich van haar God heeft verwijderd en zich naar de zonde (men leze: het gebrek aan Liefde tot God) heeft toegewend, ligt dit zaad van de wedergeboorte en de heiliging door de Goddelijke Liefde verborgen. Er komt geen ellende over de mensheid, of deze bevat haar eigen geneesmiddel. Net zoals in de geneeskunde sprake is van breedspectrum antibiotica, die tegen zeer vele veroorzakers van infectieziekten kunnen worden ingezet, zo heeft de Wetenschap van het Goddelijk Leven de toewijding aan Maria als geneesmiddel, niet tegen zeer vele, maar tegen alle uitingen en uitwerkingen van de duisternis. Maria, de Bloem van het Paradijs als geneeskrachtige plant. Zij zal eveneens tegen de kwetsuren van Uw dochter werken. Wijdt U Uw dochter toe aan Maria en smeekt U Haar, dat Uw dochter zich voor deze Hemelse therapie moge openen. Smeekt U nu nog Maria, dat Zij Uw dochter het water van de overstroming van twaalf jaar geleden op het spirituele niveau in de ziel moge laten stromen, opdat zij nieuw Leven en nieuwe Hoop moge ontvangen. Alles heeft tenslotte een diepe zin.

Geeft U Uw dochter vanwege de Moeder Gods een zoen, en verliest U nooit de Hoop en de moed. God is met U allen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 235

Waarom maakt de Goddelijke Voorzienigheid onze beproevingen soms zwaarder? – Over plantaardige geneesmiddelen – Ook goede priesters hebben ons gebed nodig – Vergeving als de hoogste uiting van Liefde

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij ten zeerste dat U het ook lichamelijk hebt aangekund om nogmaals te schrijven. Ik zal Uw vragen graag chronologisch vanuit het Hart van de Moeder Gods beantwoorden:

1. De lasten en het lijden die de zware behandeling U bezorgen, worden U niet vergund om U nog méér te doen lijden. Het is echter wel zo dat de Goddelijke Voorzienigheid op bepaalde tijdstippen onze beproevingen kan verzwaren om ons spiritueel op een hoger niveau van gewaarwording te kunnen brengen, en opdat wij steeds meer op niet-stoffelijke wijze met lichamelijk lijden zouden leren omgaan. Elke dergelijke 'verheffing' is bijzonder rijk aan genade, en gaat op een niet voelbaar niveau gepaard met een instorting van nieuwe krachten. Deze instorting voelt de ziel gewoonlijk niet onmiddellijk, omdat deze zich niet in de eerste plaats door een toename van lichamelijke kracht manifesteert. De lijdende ziel voelt zich lichamelijk nog steeds niet goed. De Goddelijke Voorzienigheid beoogt daarmee dat de ziel zich van haar lichamelijke toestand bewust zou blijven tot zij zich spiritueel bij het nieuwe niveau van gewaarworden heeft kunnen aanpassen. Zij is zich tijdens deze fase heel diep van haar lichamelijk lijden bewust, maar leert dit stap voor stap op een hoger niveau te brengen. Dit proces is zeer genaderijk en is behulpzaam bij het verleggen van het zwaartepunt van de gewaarwording, en wel van het lichamelijke steeds meer naar het spirituele toe. Zo heeft ook Maria Zelf geleefd.

2. Een maretakpreparaat is op zich iets goeds. Het is algemeen bekend dat maretak tumorremmend werkt, en – wanneer de Goddelijke Voorzienigheid het tegen de achtergrond van Gods Plan met de betrokken ziel toestaat – zelfs tumorvernietigend is, vooral wanneer het dicht bij de tumor wordt ingespoten. Ik spreek hier over maretak als fytotherapeutisch middel, dit betekent: als louter plantenextract. De fytotherapie, tot dewelke immers eveneens de behandeling met eenvoudige kruidentheesoorten en moedertincturen behoren, is voor honderd procent in orde en wordt door de Hemel volledig goedgekeurd, ja vormt zelfs in zeer veel gevallen een voorkeurstherapie. Ik wil hierbij aantekenen dat ik hier de woorden van de Koningin des Hemels vertegenwoordig!

De antroposofie gebruikt eveneens plantaardige geneesmiddelen, maar deze strekking is van een gedachtegoed doordrongen dat zich niet met zuiver christendom laat verenigen. Om deze reden raadt de Hemel geneesmethoden af die met niet-christelijke gedachten zijn verbonden, omdat de gebruiker ervan zich gemakkelijk door het daarmee verbonden denken kan laten infecteren. Volgens de Moeder Gods zijn zulke geneesmiddelen op zich niet slecht, maar is de 'filosofische atmosfeer' rondom deze middelen verontreinigd, en zou de ziel er om deze redenen goed aan doen, deze te vermijden. Indien U een dergelijk middel is toegediend, bent U volledig vrij van schuld, omdat U er niet van op de hoogte was, en omdat U er niet uit eigen vrije wil om hebt gevraagd, specifiek met dit middel te worden behandeld. De patiënt treft geen schuld wanneer deze zich door beslissingen van de arts laat leiden en zich op grond van die beslissingen laat behandelen. Is de patiënt echter volledig op de hoogte, zijn de spirituele consequenties ervan hem bekend, en verandert of bekrachtigt hij zelf de medische beslissing in verband met de behandeling, dan is hij in Gods ogen zelf spiritueel aansprakelijk, en wel in de mate van zijn eigen aandeel in de beslissing over de therapie.

Hetzelfde geldt voor bepaalde andere geneesmethoden. Velen zijn niet op zich slecht, maar zijn met niet-christelijk gedachtegoed verbonden. Niet elke ziel gaat daar op de juiste wijze mee om, dit wil zeggen: Niet elke ziel kan weerstand bieden aan de bekoring om bij een gunstige ontwikkeling op het gezondheidsvlak te menen dat de achterliggende filosofie haar heeft genezen, en zich op grond hiervan naar het achterliggende gedachtegoed toe te wenden.

Wat de Bachbloesemtherapie betreft, kan ik U meer dan geruststellen. Deze wordt door de Hemel volledig goedgekeurd. Dit geneesprincipe werd trouwens door een streng christelijke arts ontwikkeld, die bij zijn werken 'door Boven uit' werd geleid. Ik vertegenwoordig hier opnieuw de stelling van de Koningin des Hemels. Deze geneesmethode aan te vallen alsof zij godsvijandig zou zijn, is even leugenachtig als de hele hetze tegen de homeopathie. De voornaamste reden waarom de Bachbloesemtherapie door zovelen met wantrouwen wordt benaderd, ligt hierin dat deze waardevolle middelen jammer genoeg zo vaak in new-age winkels worden verkocht. Dat heeft hen in de ogen van sommigen een slechte reputatie bezorgd. Dat is zeer betreurenswaardig, want daardoor moeten vele zielen van een waardevolle therapeutische ondersteuning afstand doen, die desgevallend zelfs hun spirituele ontwikkeling zou kunnen bevorderen.

3. Maakt U zich geen zorgen omwille van het gebeuren met de priester. Alles wat een priester tot een ziel zegt, en elke 'gebedshandeling' die hij verricht, ligt in zijn ambt geborgen. De Koningin des Hemels bedoelt daarmee dat de ziel geen schuld treft wanneer daarbij iets niet volledig volgens de regels van Rome verloopt. Ik kan mij echter heel goed in Uw gevoelens verplaatsen, maar blijf er vredig onder omdat aan Uw ziel daardoor geen schade is aangericht. God rekent diegenen, die zelf buiten hun wil om slachtoffer zijn, niets aan.

Wat kunt U nu doen? Vraagt U aan alle zielen, waarvan U bekend is dat zij met de betreffende priester merkwaardige ervaringen hebben opgedaan, om samen voor deze priester te bidden. Hij is aan bekoringen ten prooi gevallen. Geen enkele ziel kan in alle ernst zeggen dat zij daar vrij van is. Elke negatieve gedachte over deze priester levert hem verder uit aan bekoringen, want elke gedachte die onvoldoende van zuivere Liefde vervuld is, vergroot de macht van de satan over de zielen. Bidt U daarom samen voor hem, en wijdt U de goede eigenschappen van deze priester en al datgene wat hij ongetwijfeld aan goeds doet, aan Maria toe, en hij zal worden bevrijd.

4. U moet trachten, Uw overleden schoonmoeder te vergeven. Vergeving is precies zo moeilijk omdat zij de hoogste uiting van Liefde is, en derhalve een bijzondere zelfoverwinning vergt, en tevens door de duivel zeer krachtdadig wordt tegengewerkt. Vergeven is iets heldhaftigs. Het kan de Eeuwige Gelukzaligheid van de ziel aan wie vergeving is geschonken, aanzienlijk dichterbij brengen, en haar eveneens op een hoger spiritueel niveau brengen. Vraagt U Maria desbetreffend om kracht. Vraagt U Maria dat Zij Haar eigen Hart van Calvarie in U zou laten kloppen, dit Hart dat vergeven heeft aan de verblinde zielen die Jezus tot de Kruisdood hebben veroordeeld. Vergeven, kan de ziel in de diepte genezen. De vergeving laat de ziel in verregaande mate met Jezus en Maria versmelten, omdat de vergeving vergelijkbaar is met een oven, waarin elk vasthouden aan duistere gevoelens wordt verbrand. In de vergevende ziel worden vele boeien verbroken, die de ziel aan werelds denken en voelen vastbinden. De ziel verwerft daardoor de vrijheid die zij nodig heeft om in Gods Hart te worden opgenomen.

Lieve zus, van harte wens ik U spiritueel kwaliteitsvolle ogenblikken toe. Elk ogenblik dat volledig bewust wordt ervaren, draagt een oceaan van Goddelijke Liefde in zich. Deze oceaan kan de ziel voor zichzelf ontsluiten indien zij deze niet aan zich voorbij laat gaan. Elke seconde is een geschenk van God, volgestouwd met kansen om de ziel te helpen heiligen. De ziel die dit heeft ervaren, begrijpt dat een heilig leven zich niet laat tellen of meten in jaren, maar in ogenblikken die in het Hart van God zijn beleefd. Moge de Koningin des Hemels elke meter van deze reis met Haar geur betoveren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 236

Over het tijdstip waarop de Meesteres brieven beantwoordt – de ziel die de Meesteres in Haar hoogste hoedanigheid als Meesteres van alle zielen wil volgen, wordt de 'uitverkoren vijand' van de duivel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met grote vreugde ga ik in op de uitnodiging van onze Meesteres om Uw brief onmiddellijk te beantwoorden. Waarom bepaalde brieven onmiddellijk moeten (of mogen) worden beantwoord, en andere pas na enige tijd, is een geheim dat de Moeder Gods vaak in Haar Hart bewaart. Dit houdt niet noodzakelijk verband met de graad van belangrijkheid van die brief, want uiteindelijk is elke brief belangrijk, zolang deze stroomt uit een hart dat oprecht naar Gods Licht zoekt. Het heeft in de eerste plaats te maken met het juiste tijdstip binnen Gods Plannen.

Eerst en vooral laat Maria mij U een klein voorstel doen, dat ertoe kan bijdragen, Uw dagelijks leven nog iets meer zin te geven: Wijdt U Uw suikerziekte dagelijks toe aan Maria, met de smeekbede dat Zij deze ziekte als 'bouwstof' voor het vrijmaken van genaden zou gebruiken ten gunste van zielen die in werelds opzicht slechts de zoetigheden (de bekoringen en de wereldse prikkels) zoeken.

Het verheugt mij ten zeerste dat U, ondanks de hevige tegenwind uit Uw omgeving, aan de Onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen vasthoudt. Dit zal U de verdienste van de volharding opleveren, die de ziel het voedsel verschaft om met Hemelse kracht de beproevingen te doorstaan. God laat de Zijnen niet in de steek. Ik kan U in verband hiermee met de woorden van de Koningin des Hemels Zelf verduidelijken waar deze tegenwind bij alle zielen die zich oprecht en vertrouwvol aan Maria overgeven, vandaan komt, en wel in het bijzonder wanneer deze overgave is gericht op Haar hoogste hoedanigheid, deze als de Meesteres van alle zielen:

Maria is door God tot Leidster in de strijd tegen de duisternis verheven. In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen wordt de Moeder Gods in onze tijd aan de zielen voorgesteld als Diegene, Die door de Haar door God verleende macht en volmaakte Liefde elke ziel inwendig zo grondig kan omvormen, dat deze de weg naar de heiligheid – dit wil zeggen: naar het uiteindelijke doel van elke mensenziel – op de meest vruchtbare wijze kan voltooien. De Meesteres van alle zielen heeft Zich tot doel gesteld, elke ziel die zich in haar dagelijks leven volledig en onvoorwaardelijk aan Haar toewijdt, van binnen uit door de Goddelijke macht van de volmaakte Liefde en de volmaakte Hoop tot de grootste ontplooiing te brengen, door de ziel haar eigen zwakheden en sterkten te leren kennen en doorgronden, en haar te leren, deze kennis in te zetten tegen elke kracht die haar op haar weg naar de voltooiing tracht te hinderen. Globaal genomen betekent dit uiteindelijk een volhardende strijd tegen elk spoor van wereldse gewaarwording, alle werelds denken, voelen en verlangen, en tegen elk spoor van gehechtheden tegenover wereldse bindingen.

Concreet betekent dit, dat de ziel die de Meesteres in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen wil volgen, de 'uitverkoren vijand' van de duivel wordt.

Beschouwt U even om welke reden dit zo is:

De Meesteres noemt Haar Maria Domina Animarum Werk het Apostolaat van de Ware Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid. De duivel fluistert de zielen precies de tegenovergestelde gesteldheden in: vertwijfeling, ontmoediging, haat, angst, leugen en verblinding. De Meesteres van alle zielen is precies Gods symbool voor de volheid van de Waarheid. God heeft in de Openbaring van Maria in die hoedanigheid, evenals in de door Maria in die hoedanigheid geschonken onderrichtingen, openbaringen en adviezen, het tot op heden bekende gedeelte van de Waarheid met betrekking tot de mysteries van de ziel en het Goddelijk Leven steeds meer uitgebreid, en dit proces loopt nog steeds verder.

De genade voor deze Goddelijke geschenken worden vrijgekocht door de met Liefde en vertrouwen aanvaarde en doorstane beproevingen van de aan de Meesteres toegewijde zielen.

De duivel verzet zich tegen de Openbaring van Maria als Meesteres van alle zielen, evenals tegen de bekend gemaakte kennis van de Wetenschap van het Goddelijk Leven als een razende furie, omdat hij daarin een enorm groot gevaar voor de instandhouding van zijn rijk van duisternis op aarde voelt. (toelichting vanwege de Meesteres Zelf!)

De moeilijkheden waarmee de meeste zielen die zich aan Maria als Meesteres van alle zielen overgeven, te maken krijgen, zijn toe te schrijven aan het feit dat deze zielen voor de gouden weg naar de heiliging hebben gekozen, de weg die hen op grond van een buitengewone instorting van de Goddelijke Barmhartigheid in deze moeilijke tijden door de Meesteres van alle zielen en de Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt getoond. Wanneer een ziel Maria belijdt als de Meesteres van alle zielen, belijdt zij de volheid van de Waarheid, de volheid van het Goddelijk Licht, en laat zij daardoor blijken dat zij open staat voor het feit dat God ook in onze dagen aanzienlijke wonderen bewerkt, ditmaal door nu Maria bekend te maken in de volheid van Haar verhevenheid. Hij doet dit precies omdat de zielen van de Laatste Tijden het het moeilijkst hebben: Precies in deze tijd brult de duivel luider dan ooit en lijkt zijn zaad vruchtbaarder dan ooit. Is het dan niet vanzelfsprekend dat de dienaar van Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, het symbool bij uitstek voor de overwinning op de helse slang, door elke werelds gezinde ziel wordt aangevallen alsof hij een ketter zou zijn?

De Meesteres beklemtoont telkens weer: De weerstand tegen Haar hoogste hoedanigheid, tegen elementen van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, tegen bepaalde elementen van de verkondiging van spirituele en Goddelijke Mysteries, is in geen geval gebaseerd op enige onjuistheid van deze verkondigingen, doch uitsluitend het werk van de duivel, die alles op alles zet om zoveel mogelijk zielen tegen deze verkondigingen op te hitsen, precies omdat zij een Waarheid verkondigen die de duisternis niet kan verdragen.

Jammer genoeg vindt de duivel steeds opnieuw zielen die om de meest uiteenlopende redenen hun wereldse ontevredenheid bij voorkeur op de dienaren van Maria uitwerken. Gelooft U mij, over de tegenwinden van de duivel en de onvoorstelbare wijzen waarop hij aanvalt, zou ik zelf boeken kunnen schrijven. Vaak valt hij de aan Maria toegewijde ziel bij voorkeur aan via de personen van wie de ziel dit niet zou hebben verwacht, en via dewelke hij deze ziel het hardst kan treffen. Dit alles past in het kader van de werken der duisternis (ontmoediging en leugen!).

Wat het voorstel van Uw biechtvader met betrekking tot Uw huwelijk betreft: Ik kan U begrijpen. Maria verdedigt de heiligheid van het Sacrament van het huwelijk in alle gevallen en onder alle omstandigheden. Zij handhaaft echter eveneens in alle gevallen steeds opnieuw deze tweede regel: Volg te allen tijde de adviezen van de biechtvader. Zelfs in de gevallen wanneer men er terecht kan van uitgaan dat de priester dwaalt, ondervindt de ziel die naar deze priester heeft geluisterd, geen schade door eigen schuld. In Gods ogen is slechts de priester zelf voor zijn beslissing verantwoordelijk, niet de ziel die hem heeft gevolgd met de intentie, gehoorzaam te zijn aan de Kerk.

In bepaalde gevallen staat de Kerk inderdaad de scheiding toe, maar mag men niet opnieuw huwen alvorens de huwelijkspartner is overleden. De Meesteres van alle zielen zal een ziel in dit verband nooit de beslissing uit handen nemen, maar de ziel ertoe uitnodigen, Haar alle leed op te offeren, zelf de Liefde – waar ook maar mogelijk – te laten stromen, en indien nodig bij de biechtvader te rade te gaan. Bij dit alles is het zeer belangrijk dat de ziel alles aan Maria toewijdt, en het eigen hart zo zuiver mogelijk weet te houden: dit betekent: dat zij zelf ook doorheen de moeilijkheden van het dagelijks leven al het mogelijke doet om de Ware Liefde te laten stromen en alle deugden in de dagelijkse praktijk te beleven. God houdt bij elke menselijke beslissing rekening met de hartsgesteldheid die aanleiding was voor het nemen van de beslissing, evenals met de mate waarin een langdurige toestand de ziel in haar spirituele ontwikkeling kan schaden.

Wat de gebeurtenissen van afgelopen toewijdingszondag (22 augustus) in Uw omgeving betreft, vooral deze rond het middaguur, verwijs ik graag naar mijn betoog in de eerste paragrafen van deze brief: Deze toewijding wordt zeer sterk door de duivel tegengewerkt, precies omdat dit hem één en ander kost. Ik kan U verzekeren dat op speciale dagen, zoals bijvoorbeeld 22 augustus, om mij heen steeds opnieuw een regelrechte oorlog woedt. Dat bevestigt de waarde van datgene waarvoor wij strijden, en zou daarom alleen al door ons eigenlijk met vreugde moeten worden begroet.

Ik wens U van harte zeer veel kracht. Voelt U zich in de strijd niet alleen. Elke dag tracht ik de Meesteres precies datgene te bieden wat Zij van mij vraagt ter ondersteuning van de zielen die Haar volgen. Het is mij bekend dat velen als één muur achter onze werken staan. De door Maria in het leven geroepen Ketting van Licht werkt inderdaad: Iedereen is er voor iedereen, en wij allen helpen elkaars kruisen dragen. Wat een vreugde voor de Koningin des Hemels en voor God, in ons een teken van de wedergeboorte van de gesteldheden van de jonge Kerk na de Hemelvaart van Christus terug te vinden. Ja, het Rijk Gods is in opbouw. Twijfelt U daar nooit aan. Laten wij samen elke pijn en elke tegenwind op onze weg opofferen als een steen voor de grondvesting van dit Rijk, dat ons de Ware Vrede en het Ware Geluk zal brengen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 237

Het nemen van een belangrijke beslissing in overgave aan de Meesteres van alle zielen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik heb de Moeder Gods onmiddellijk om een antwoord of een advies voor U gevraagd, omdat U omwille van de omstandigheden in verband met Uw beroep binnen een zeer korte tijdsspanne een beslissing moet nemen. Helaas moet ik in het overgrote deel van de gevallen steeds weer vaststellen dat de Hemel de ziel beslissingen op het medische vlak niet uit handen neemt. Dit komt voort uit het feit dat het lichamelijke lijden in al zijn uitingen, instrument van Heil is, en God ons niet wil beïnvloeden in de wijze waarop wij deze werktuigen gebruiken. Met het oog op ons Eeuwig Heil is dit vanzelfsprekend een geschenk van Liefde. Wanneer wij beroepsmatig door iets worden gehinderd, treft dit ons in elk geval soms zwaar.

Ik mag in Uw geval niet in naam van de Moeder Gods antwoorden met 'ja' of 'neen', maar ik weet intussen uit ervaring dat Maria er vaak op wijst dat een ziekte op een 'belangrijk' moment in vele gevallen te verstaan is als een teken voor het feit dat de Goddelijke Voorzienigheid iets anders voorheeft met de ziel. Doorgaans begrijpt de ziel niet onmiddellijk de zin van een dergelijke 'stoorfactor' op haar levensweg, maar later worden deze gebeurtenissen vaak duidelijk. Wanneer deze 'stoofactoren' dan aan de Moeder Gods worden toegewijd, 'verdient' de ziel daardoor soms de genade dat haar de verdere weg duidelijk voor ogen wordt gesteld. Dat is dan juist het mooie, om zo te zeggen 'de zonnestraal achter de wolk': Door de toewijding zegt de ziel eigenlijk tot Maria: "Hier sta ik. Vóór mij ligt een kruispunt. Ik ben echter niet in staat om te zien wat elk van deze wegen mij kan brengen. Ik ben blind en wil mij door U laten leiden. Ik vertrouw erop dat U mij daarheen leidt, waar ik moet zijn". Gelooft U, het werkt. Ik heb het zelf meermaals mogen ervaren. Het hangt dan af van de maat van het Geloof in Uw hart op het ogenblik waarop U deze woorden aan de voeten van de Meesteres neerlegt.

Ik kan overigens getuigen dat, wanneer een ziel zich vol vertrouwen aan de Werken van de Moeder Gods overgeeft, Zij Zich aan de werken van de ziel overgeeft, wat wil zeggen, dat Zij ervoor zorgt dat de ziel niet in de steek wordt gelaten wanneer het erop aankomt, de aardse problemen te verwerken. Dit kan op duizenden verschillende wijzen tot uiting komen, afhankelijk van de levensomstandigheden van het ogenblik.

Het spreekt vanzelf dat mijn hart klopt met het Uwe, want er is mij alles aan gelegen dat het elk schepsel uit Gods hand goed gaat. Ik hoop met U op genezing. De Hoop mogen wij eenvoudigweg niet opgeven, want zij opent het venster van de ziel, zodat deze onder alle omstandigheden kan ademen en er tijdig wordt aan herinnerd, dat buiten (dit wil zeggen: vanuit het Hart van de Eeuwige Liefde) de zon schijnt, die Leven brengt. Een toewijding van Uw probleem 'op de juiste wijze' kan Uw ziel de ware lente brengen, omdat de ziel daardoor niet zelden een groot gedeelte van de spanning gewoon kan loslaten. Een relatieve ontspanning in het hart opent de ziel veel verder. Net zoals een verkrampte spier die zich plots ontspant, het bloed opnieuw vrij laat stromen, stroomt ook de genade vrijer in een ziel die vertrouwvol en derhalve 'ontspannen' is. Ik wil U van harte graag helpen om dit te mogen beleven, door vandaag nog de Koningin des Hemels Uw benarde situatie toe te vertrouwen. Wanneer U mij hierbij de hand reikt, zal Jezus Christus in ons midden zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 238

Over de oorzaken van ontevredenheid en over wegen naar tevredenheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het valt vele zielen op deze wereld niet gemakkelijk om vast te houden aan gevoelens die met de onzichtbare werkelijkheid in verband staan. De wereld heeft zo zijn manieren om zielen aan zich te binden en om hen ervan te overtuigen dat er niets is behalve datgene, wat zij met de eigen ogen kunnen zien. De wereldse dingen kunnen uiteindelijk niets anders dan de ziel ontgoochelen.

Ten eerste heeft de wereld, die immers van duisternis is doordrongen, niets lichtvols te bieden (Ware Liefde, Ware Hoop, moed).

Ten tweede bezit elke ziel:

  • de kiem van de heiligheid, dit zaad dat het Goddelijk Groeiplan in zich draagt, en
  • het geweten, dit inwendige alarmsysteem dat de ziel waarschuwt zodra zij met iets in aanraking komt dat niet in overeenstemming is met de Goddelijke Wet.

Het zijn deze elementen die in ontelbare zielen gevoelens van ontevredenheid oproepen. Laten wij toch eens om ons heen kijken. Waar en wanneer zien wij nog mensen oprecht glimlachen? Ik bedoel: een glimlach waarvan men voelt dat hij de uitdrukking is van een stil innerlijk Geluk, een ware diepgewortelde tevredenheid en een Ware Liefde. Eigenlijk zou men datgene wat in de mensen zichtbaar, hoorbaar en voelbaar is, hoofdzakelijk in twee categorieën kunnen onderverdelen:

  • Er zijn de vele mensen van wie een uitgesproken ontevredenheid uitgaat. Deze gezindheid blijkt uit duistere, bedrukte gezichten, uit negatieve woorden, gebaren en uiterlijke tekenen die ontevredenheid verraden, en in gedrag dat in overtreding is tegen alle Liefde en deugd;
  • Er zijn anderzijds diegenen die luid lachen en zich uitbundig gedragen, doch daardoor een innerlijke leegte of bepaalde innerlijke conflicten verbergen. Deze zielen lijken niets ernstig te nemen.

De ziel die het Ware Licht in zich koestert en die erin geslaagd is, dit Licht te laten bloeien, zal in haar zielentuin ook de bloemen van een stille en ingetogen tevredenheid en Ware Hoop zien bloeien.

Uw dochter is in haar nog jonge jaren ontgoocheld geweest. Bepaalde verwachtingen zijn door het wereldse dagelijks leven niet ingelost. Onbewust heeft zij God hiervan de schuld gegeven en neigt zij er nu nog toe, het 'bovennatuurlijke' voelen, ervaren en denken als tijdverspilling af te wijzen, omdat het haar niets tastbaars heeft opgeleverd. Deze huidige instelling is niet rechtstreeks haar schuld, zij is het slachtoffer geworden van een overbelasting, die met haar dagelijkse wereldse omgeving te maken heeft. Zij zou moeten trachten, wanneer dit ook maar mogelijk is, in de vrije natuur in haar hart het contact met 'Boven' te herstellen, de eenvoudige maar wonderbare elementen van de 'mensenloze' Schepping opnieuw naar waarde te leren schatten, en deze als Werken van Gods Liefde te leren beschouwen.

Wanneer wij ons de strategieën van de satan voor ogen houden, hoeft het ons helemaal niet te verwonderen dat Uw dochter zich ook tegenover U negatief gedraagt, omdat U voor haar immers symbool staat voor die 'andere' wereld waarvan zij zich emotioneel zo vastberaden heeft afgescheiden.

Via Uw kleindochter tracht de Hemel momenteel de moeder, dus Uw dochter, opnieuw in de sfeer van het spirituele leven binnen te leiden. Het kind is zich hiervan niet bewust, zij leeft precies volgens haar innerlijke gewaarwordingen, omdat zij zich daar door het Licht laat leiden, dat haar innerlijke leven vorm en richting geeft. Dit is een zeer groot geschenk. Het is heel belangrijk, dat U samen met Uw kleindochter voor mama zou bidden opdat zij 'Jezus en Maria moge voelen en gelukkig moge worden'. (Zo ongeveer zou het aan Uw kleindochter kunnen worden voorgesteld).

De tegenslagen bij de partnerkeuze van Uw dochter hebben te maken met de bekoringen van de satan om X. in de duisternis van zijn verblindingswerken vast te houden. Zelf ziet zij dat (nog) niet, en omdat zij momenteel zozeer tegen alle Licht in haar omgeving protesteert, zal zij dit ook niet als de waarheid willen zien. U hebt het bij het rechte eind wanneer U meent dat X. het Geloof terug zou kunnen vinden indien zij 'de juiste' zou mogen ontmoeten. Een ziel die haar in het leven oprechte Liefde schenkt, zal voor haar als een voorbeeld zijn, dat haar uit haar boeien bevrijdt. Deze ziel moet een partner voor het leven zijn, of desnoods iemand anders, in wie zij rotsvast kan vertrouwen en die voor haar iets wezenlijks betekent. Van U, haar moeder, zal zij diezelfde van Licht vervulde ingesteldheid niet aanvaarden.

Zeer vaak zullen zielen die zich voor God en voor zichzelf in een kerker van duisternis hebben verstopt, zich nauwelijks ontsluiten voor een bloedverwant. Dit heeft voor een groot gedeelte te maken met het zelfbeeld: De ziel die op een dwaalweg is geraakt, geeft zich meestal niet gemakkelijk bloot aan een ziel die haar nabij is, en zeker niet wanneer zij in principe opnieuw wil worden zoals zij eens was. Om deze reden blijven zoveel zielen in dwaling, omdat de trots hen verhindert, openlijk opnieuw naar het Licht te gaan. De belangrijkste ingesteldheid Uwerzijds, is deze van de Liefde, het geduld, de vergeving, en de bereidheid om op Gods tijd meteen opnieuw daar te beginnen, waar Uw wegen zich, om zo te zeggen, ooit hebben gescheiden.

De gezondheidstoestand van X. heeft zeer veel te maken met haar innerlijke ontevredenheid. Wijdt U ook deze toestand in haar plaats toe opdat zij, indien nodig, via de wegen van lichamelijke beproevingen, de genade van een wedergeboorte in de ziel moge kunnen ontvangen.

Ik weet dat U lijdt. U kunt Uw hartenpijn aan de Moeder Gods aanbieden als losgeld voor X. God is niet blind of doof voor oprecht toegewijd en liefdevol gedragen leed. Ook in Uw gezin zal de zon opnieuw opgaan. De zonsopgang komt in de herfst alleen wat later dan in de zomer. In het gemoed van X. is het echter herfst: de periode in dewelke de bomen hun bladeren afschudden opdat nieuw leven in hen zou kunnen groeien. Er is nog nooit een herfst geweest, die niet uiteindelijk door een lente is gevolgd, en ook al wordt het eerst nog winter, toch kan men dit positief beschouwen als een gelegenheid via dewelke de ziel de rust vindt alvorens zij de nieuwe vruchtbaarheid in zich tot stand brengt. Ik smeek dat voor U allen de zon moge schijnen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 239

Elk werk dat aan Jezus geen plaats biedt, is geen drager van Leven – inspanningen om alle lijden af te werpen, zijn niet door God geïnspireerd

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Dat bewijst de Moeder Gods mij door mij op te dragen, Uw brief per kerende te beantwoorden, wat eerder zelden het geval is. In de diepe vreugde van de gehoorzaamheid tegenover de Gouden Stem uit het Paradijs, geeft U ik nu graag de adviezen die de Koningin des Hemels U wil mededelen.

Eerst en vooral wil ik U van harte danken voor Uw inzet voor het Apostolaat. Omdat dit het Apostolaat van de Koningin des Hemels is, dank ik U eigenlijk in de eerste plaats uit Haar heilige Naam. U vraagt zich af hoe U het Apostolaat verder nog behulpzaam kunt zijn. Vooral door Uw toewijding aan Maria zo goed en zo liefdevol mogelijk te beleven, en door alle woorden die van de Meesteres van alle zielen doorheen dit Werk naar de zielen stromen, verder door te geven, aangezien elk van deze woorden Gods Waarheid vertegenwoordigt en slechts beoogt om zoveel mogelijk zielen nog op aarde deel te laten hebben aan het geluk, het te mogen kennen en daardoor opnieuw te mogen hopen.

Met betrekking tot Uw vraag over de genoemde vriendenkring, laat de Moeder Gods klaar en duidelijk het volgende uiteenzetten:

Het feit dat in het kader van een organisatie met goed resultaat genezingen worden bewerkt, is niet op zich goed of slecht. Alles hangt ervan af wat met deze genezingen wordt beoogd, en vooral vanuit welke spirituele sfeer deze genezingen worden begeleid. Indien, zoals in de door U vermelde vriendenkring het geval is, de stelling in de praktijk wordt gehanteerd dat Jezus uit alle boeken moet verdwijnen, waarschuwt de Moeder Gods met klem dat hier een inspiratie van de satan aan het werk is. Elk werk dat ogenschijnlijk nog zo veel goede dingen tot stand brengt maar voor Jezus Christus geen plaats heeft, neemt daardoor openlijk afstand van Gods Licht en Zijn enige Waarheid, verloochent de Bron van de Verlossing, en snijdt de zielen van hun wortels af. Dit alles maakt een dergelijk werk tot een werk zonder leven, en zelfs al worden in een dergelijk kader genezingen bewerkt, dan leiden deze niet naar nieuw Leven, doch naar de dood van de ziel. In dat geval is het niet meer God die geneest, want Hij mag aan het hele proces niet deelnemen.

Lieve zus, dit is een mooi voorbeeld voor het grote gevaar dat bestaat wanneer de ziel het lichamelijke, bijvoorbeeld de genezing van een ziekte of een lichamelijke storing, boven alles stelt: De satan weet dat zeer veel mensen bereid zijn om alles, zelf hun Zielenheil, op het spel te zetten voor een lichamelijke verbetering. Daarom tracht hij voortdurend elke organisatie die met lichamelijk welbevinden te maken heeft, van elke oprechte traditionele christelijke geest te 'zuiveren'. Zielen, blijf waakzaam.

U kunt gerust elke uitspraak dat "alle leed van de duivel komt en dus moet worden weggegeven", beschouwen als de onmiskenbare handtekening van de satan zelf. Ieder die beweert dat lijden niet mag worden aanvaard, bevindt zich in staat van ongehoorzaamheid tegenover de Goddelijke Beschikkingen, die trachten, het lijden tot nut te maken voor de verheffing van onze eigen ziel en van de hele Schepping. Ik moet er de aandacht op vestigen dat het precies de ongehoorzaamheid tegenover de Goddelijke Beschikkingen was, die van de engel Lucifer de eerste duivel heeft gemaakt en dat deze de eerste mensenzielen tot de erfzonde heeft geïnspireerd, die eveneens de zonde van de ongehoorzaamheid was. Alle lijden is sleutel tot Verlossing en tot heiliging, en derhalve tot voltooiing van het Goddelijk Heilsplan voor alle zielen. Ieder die dit lijden en de waarde ervan miskent of zelfs verloochent, wordt niet door de Hemel geïnspireerd.

Er wordt soms gezegd dat de christelijke leer een leer van het lijden is. Wat de kern van deze uitspraak betreft, is dit weliswaar juist, maar er ontbreken enkele sleutelwoorden: "uit Liefde en voor de Liefde". Indien de lijdende mens dit wenst, voegt God bij al het lijden zo veel Liefde dat dit lijden eenvoudig in zuivere Liefde verandert. De mens die zijn lijden aan God opdraagt, voegt er zelf reeds Liefde aan toe. Wanneer deze Liefde van de ziel de Liefde uit Gods Hart ontmoet, volgt een explosie van nieuw Leven. In het toegewijde lijden voltrekt de ziel immers haar eenwording met God om nieuw Leven te verwekken.

Ik wil graag zeer klaar en duidelijk en in niet mis te verstane woorden stellen, dat de satan inderdaad lijden kan veroorzaken of erger laten worden. Maar ... God maakt van alle leed een bom van verlossend Licht, op voorwaarde dat de lijdende mens Hem dit lijden toewijdt. De meest volmaakte wijze om dit te doen, is deze via Maria, de Meesteres van alle zielen, zoals God het de zielen in deze Laatste Tijden leert. Voor de mensenziel ligt in de mate waarin zij het lijden aanvaardt en het aan Maria toewijdt, een graadmeter voor de ontwikkeling van haar Liefde verborgen. Neemt de ziel al het lijden aan zonder weerstand, en wijdt zij het in Liefde toe aan de Koningin des Hemels met de intentie dat de staat van genade van de zielen door deze bijdrage wat moge worden verhoogd, dan stelt zij tegenover God het grootst mogelijke teken van Ware Liefde en van ware navolging van Christus. Laat U zich van deze idee niet afleiden, want wie dit beoogt, spant voor U een val van de satan.

De meest gezonde instelling is in elk geval deze: Het komt ons niet toe, de stichter van deze vriendenkring te oordelen. Bovendien is deze man intussen niet langer in leven, en is zijn leven derhalve reeds onderworpen geweest aan het Goddelijk Gerecht. Het is absoluut mogelijk dat nu in naam van deze persoon door zijn volgelingen dingen worden gedaan of woorden worden gesproken die niet langer het oorspronkelijke gedachtengoed vertegenwoordigen. Hoe het ook zij, om te weten of het eten van de vruchten van een appelboom ons niet zou schaden, hoeven wij niet de wortels van de boom uit te graven, maar louter één van de appelen te onderzoeken. Wanneer een ziel de naam van Gods Zoon verwerpt en woorden spreekt die dwaalwegen openen, dan is het Uw christelijke plicht van Liefde om op de dwaling te wijzen, en wanneer dit zonder resultaat blijft, verder contact te mijden en aan andere zielen, indien nodig, de redenen voor Uw beslissing voor te leggen.

Lieve zus, U hebt er goed aan gedaan, deze vriendenkring aan de Moeder van God toe te wijden. Dit Apostolaat is het Apostolaat van de volheid van de Waarheid. Ons christendom wordt door de satan via duizenden wegen bedreigd. De meeste van deze wegen zijn met zoveel verleidelijke bloemen bezaaid... doch wanneer men goed kijkt, blijkt reeds spoedig dat het gaat om kunstbloemen, die derhalve dood zijn, niet de grote wonderen van God in zich dragen en niet de geuren verspreiden die bij echte bloemen bewijzen dat zij uit Gods Hart komen. De sleutels om deze verborgen 'bloemen' te ontmaskeren, vindt U overal in de Wetenschap van het Goddelijk Leven die door de Meesteres van alle zielen aan de zielen wordt onderwezen. Het verheugt mij bijzonder, U daarop te mogen wijzen.

Gaat U met een gerust hart met elke lijden naar de voeten van de Koningin des Hemels, en Zij zal daaruit een oceaan van spirituele verrrukking bereiden. Ik kan U dit vanuit een klein hartje bevestigen, dat dit heeft mogen zien en ervaren voelen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 240

God zet de dieren vaak in als geneesmiddel voor de ziel – Maria Magdalena en de Apostel Johannes als 'begeleidende heiligen' voor Myriam – de voornaamste opdracht van de heiligen jegens de zielen – alles wat gebeurt, past binnen Gods Plannen – spirituele betekenis van het gekozen beroep voor de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Heel graag beantwoord ik reeds enkele van Uw vragen. Moge het Licht van de Liefde, dat Maria U via Haar antwoorden wil laten toestromen, U helpen om nieuwe moed op Uw levensweg te vinden.

Uw beschrijving over Uw ontmoeting met de U onbekende poes heeft mij getroffen. Inderdaad, U hebt het juist aangevoeld: "Dieren zijn vaak veel ontvankelijker voor gevoelens en onzichtbare krachten dan wij, mensen". Diverse niet met het verstand te verklaren ervaringen hebben mij in mijn eigen leven bewezen dat de Goddelijke Voorzienigheid steeds weer op het juiste tijdstip een dier op de weg van een mensenziel brengt om deze ziel te helpen, gevoelsblokkades te doorbreken en om in de ziel ervaringen van Liefde te wekken met een diepgang die zij nauwelijks ooit heeft mogen voelen.

In het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven kan dit fenomeen worden verklaard.

Wanneer wij de Meesteres van alle zielen de vraag stellen, met welk doel God de dieren dan wel heeft geschapen, geeft Zij ons het volgende antwoord:
  1. Omdat het God welgevallig was, een grote verscheidenheid aan levensvormen te scheppen;
  2. Omdat God de mensenziel zozeer liefheeft, dat Hij haar de ontmoeting met wezens van de meest uiteenlopende soort wilde laten ervaren. Hij heeft elk levend wezen als onderdeeltje van een reusachtige ketting van leven voorzien, en heeft elk wezen voorzien van de meest uiteenlopende vermogens om Liefde in zich op te nemen en deze door te geven. God heeft de dieren voor de mensenziel als geschenken van Liefde geschapen, als wezens die in staat zijn om Liefde te ervaren – al naargelang de soort is dit vermogen sterker of minder nadrukkelijk aanwezig, respectievelijk sterker of minder nadrukkelijk werkzaam – en Gods Liefde te laten doorstromen.

Daartoe heeft God het ook zo beschikt dat er diersoorten zouden zijn die buitengewoon geschikt zijn voor een samenleven met de mensenzielen. Deze diersoorten heeft Hij van gedragspatronen voorzien, door dewelke zij kunnen bijdragen tot de ontplooiing van de deugdzaamheid van de mensenziel. Van de mensenziel verlangt God dan weer dat zij Zijn Liefde en Tegenwoordigheid jegens de dieren vertegenwoordigt. Dit betekent dat de ziel met de dieren zo moet omgaan, dat het dier in de nabijheid van een mensenziel het gevoel heeft alsof God Zelf tegenwoordig zou zijn (Liefde, geborgenheid, zorgzaamheid, Vrede, tederheid, respect voor de waardigheid van elk levend wezen, hulpvaardigheid). God verlangt van de mensenziel dat zij de dieren beschouwt als dragers van gevoelens, als bezit en eigendom van God en als volwaardige kanalen via dewelke God aan de vormgeving van de ziel werkt. Om deze redenen is het in Gods ogen een zware zonde wanneer een mensenziel met een dier niet omgaat zoals Hij Zelf het zou doen, wanneer zij een dier van zijn waardigheid berooft, het niet onvoorwaardelijk liefdevol behandelt, en het niet als datgene eert, wat het in werkelijkheid is: een geschenk en een werktuig van God.

God zet vaak dieren in als geneesmiddel. Hebt U al eens opgemerkt hoe dieren soms een mens bekijken, die weent? Zij zijn bijzonder gevoelig voor gevoelens, stemmingswisselingen, en voor de mate aan Liefde of aan negatieve gesteldheid die van een mens uitgaat. Door hun onschuld en de spontane aard van hun liefde kunnen zij daadwerkelijk in de ziel een geblokkeerde Liefdesstroom opnieuw in beweging brengen, en daardoor de last van vele beklemmende emoties wegspoelen. In het niet in woorden verpakte 'begrip' vanwege een dier kan de mensenziel zich plots opnieuw in de stroom van de Goddelijke Liefde opgenomen voelen.

Het feit dat een dier niet met woorden kan spreken, maakt het niet noodzakelijk ongeschikt als 'partner' voor de uitwisseling van emoties of als middel tot bespoediging van spirituele genezingsprocessen. Immers, doordat een dier niet spreekt, kunnen zijn emoties, die net zoals bij de mens uit het hart stromen, niet door woorden worden bevlekt. De ware, niet verontreinigde Liefde stroomt rechtstreeks tussen harten. Zo is het tussen God en de mensenziel. Zo is het tussen de engelen, en zo zou het eigenlijk in toenemende mate tussen de mensenzielen het geval moeten zijn. De ziel kan dit, bijvoorbeeld, soms ervaren wanneer zij God of Maria iets liefdevols wil zeggen, en daarbij voelt hoe van haar een stroom van Liefde naar God of Maria toe vloeit, terwijl zij er nauwelijks in slaagt, haar gevoelens onder woorden te brengen. Zodra zij hier toch in slaagt, klinkt het dan soms zo vervormd of vertekend, dat het nauwelijks nog waardevol lijkt.

Een dier kan door een blik of een beweging vaak méér zeggen dan een mensenziel door honderd woorden, maar het hart van de mens moet werkelijk geopend zijn om het dier echt goed en ten volle te begrijpen. Zeer gelijkaardig werkt ook de mystiek: Wanneer Maria in een ziel spreekt, kan Zij dit doen door woorden. Zij kan het echter eveneens in enkele beelden of zelfs in één enkel beeld doen. Gods vermogen om zonder woorden eenvoudig van hart tot hart een mensenziel te onderrichten, is mij reeds meermaals bewezen doordat Maria mij gedurende enkele seconden Zichzelf toont, mij diep in de ogen kijkt zonder daarbij ook maar één enkel woord te spreken, en ik naderhand vaststel dat Zij enorme massa’s aan mystieke kennis in mij heeft uitgestort. Dit proces voelt aan alsof het hart zich van het ene ogenblik op het andere zo ver opent, dat met de overweldigende stroom van Maria’s Liefde al datgene wordt overgedragen en in het hart wordt 'opgeslagen', waarvan Maria wil dat ik er vanaf dat ogenblik over zou beschikken, om op het tijdstip van Haar opdrachten het zaad voor de zielen te laten bloeien.

Daaruit blijkt dat de ziel eigenlijk het vermogen bezit om met een ander wezen te communiceren, respectievelijk informatie vanwege een ander wezen te 'lezen' en in zich op te nemen. De ziel kan zonder uitwisseling van woorden kennis uit het Hart van Maria in zich opnemen, en kan iets dergelijks ook in contact met dieren ervaren. Wanneer wij nu rekening houden met het feit dat God dieren kan gebruiken om een beklemde mensenziel opnieuw te ontsluiten, moeten wij er rekening mee houden dat een dier een bijzonder waardevolle brug van Gods Werken ten gunste van onze ziel kan zijn. Derhalve is het tevens een zeer onverstandige opvatting, en zelfs een belediging aan God, over een dier te spreken als "het is toch maar een stom dier". God verwacht van iedere ziel respect voor Zijn werktuigen, in welke vorm Hij deze ook wil inzetten.

U voelt zich tot de Heilige Maria Magdalena aangetrokken, en vraagt of het goed is, tot Maria Magdalena te bidden om een bekering, dan wel of het niet beter zou zijn, tot de Meesteres te bidden?

Deze vraag verheugt mij om twee redenen: In de eerste plaats omdat Maria Magdalena, evenals de Heilige Apostel Johannes, mij door de Meesteres van alle zielen als 'begeleidende heilige' is toegewezen, en ik met Maria Magdalena enkele wondermooie ervaringen heb beleefd. Deze heilige is een prachtig voorbeeld voor de totale omvorming van de ziel uit de losbandigheid naar de grootste heiligheid toe. Ik hou ook bijzonder van Maria Magdalena op grond van de natuur van mijn roeping: In de eerste jaren van mijn roeping, toen deze beide begeleidende heiligen mij werden toegewezen, stond mijn opdracht in de eerste plaats in verband met de dienst aan Maria als de Moeder van Smarten. De Passie speelde in die jaren de hoofdrol bij mijn mystieke vorming. Maria’s werking in mij was grotendeels rond de ervaring van de Passie opgebouwd. Maria Magdalena en de Apostel Johannes zijn bij uitstek de 'heiligen van de Passie'. Zij hebben mij in die beginjaren krachtdadig ondersteund. Ik kan U verzekeren: Maria Magdalena is een machtige voorspreekster. Zowel Jezus als de Heilige Maagd hielden bijzonder van haar, vanwege haar bewonderenswaardige spirituele inspanningen. Zij is inderdaad een echt voorbeeld voor de bekering van een ziel, en zij kan haar verdiensten op dit domein delen met elke ziel die haar hier vurig om vraagt.

De tweede reden waarom Uw vraag mij verheugt, is deze: Inderdaad, men mag een heilige altijd om iets vragen. De Goddelijke Barmhartigheid heeft het zo beschikt, dat de ziel deel kan hebben aan de verdiensten die de betreffende heilige tijdens zijn of haar leven op aarde heeft verworven. Ik moet hier echter onmiddellijk aan toevoegen dat de Meesteres mij persoonlijk zo heeft gevormd, dat ik uitsluitend tot Haar Zelf ga, hoe de intentie van mijn vraag er ook moge uitzien. Dit heeft niet slechts te maken met het feit dat ik nu eenmaal de 'apostel van de Meesteres van alle zielen' ben, doch ook met het feit dat Maria de Brug aller bruggen is. Zij is de Koningin der heiligen. De heiligen van hun kant, als voorsprekers, brengen hun smeekbeden zelf vóór de Meesteres en Koningin. De meest verdienstelijke gebeden zijn deze tot de Koningin des Hemels, omdat een oprecht en zo onzelfzuchtig mogelijk gebed tot Maria steeds een verheerlijking aan de verhevenheid van Diegene in zich draagt, Die door God boven alles uitverkoren is.

Betekent dit dat God niet zo graag heeft dat de ziel tot een bepaalde heilige bidt? Dat betekent het absoluut niet, wel integendeel, maar opdat een dergelijk gebed ten volle vruchtbaar zou zijn, moet eigenlijk met de volgende voorwaarde rekening worden gehouden: Vele zielen bidden tot een specifieke heilige met de intentie, door zijn of haar voorspraak iets heel specifieks op het vlak van hun wereldse, materiële noden te verkrijgen. Dit uitgangspunt leidt niet tot de volle vruchtbaarheid. Tot een specifieke heilige zou men in de eerste plaats moeten bidden met het doel, dat men hem of haar om voorspraak, ondersteuning, concrete begeleiding en bescherming op de levensweg vraagt, in zoverre de door hem of haar op aarde verworven verdiensten de biddende ziel kunnen helpen om haar eigen heiliging te voltooien. De heiligen zijn er in de eerste plaats om de zielen op aarde te helpen, tot de heiligheid te komen, en wel door deelname aan hun verdiensten. Hieruit blijkt dus dat de door U voorgestelde gebedsintentie tot de Heilige Maria Magdalena voldoet aan deze voorwaarde. Stelt U de betreffende zielen echter vooral onder de hoede van de Meesteres van alle zielen.

Terloops, in antwoord op Uw vraag in verband met het uiterlijk van Maria Magdalena: Ik heb de haren van Maria Magdalena steeds gezien als mooi, lang en kastanjebruin.

U vraagt: "Aangezien ik mij nu steeds méér aan Maria overgeef, kan ik er toch gerust van uitgaan dat alles wat gebeurt, tot Gods Plannen behoort?"

Inderdaad, alles wat nu in Uw leven gebeurt, behoort tot Gods Plannen, evenals alles wat met de zielen in Uw omgeving gebeurt. Alles wat op aarde gebeurt, maakt deel uit van een omvattend Plan, en zelfs de dingen die niet rechtstreeks van God uitgaan, worden door Hem ooit en op één of andere wijze in het kader van Zijn Heilsplan gebruikt. Echter, het gedrag van de zielen uit Uw omgeving wordt, wanneer deze (in tegenstelling tot U) niet aan Maria zijn toegewijd, niet in dezelfde mate door Maria geleid als Maria Uw gedrag zal leiden. In elk geval zal Maria U voor de ontwikkelingen in Uw omgeving 'uitrusten'. Dat behoort tot Haar taak als de Behoedster van Uw ziel.

Tot slot met betrekking tot Uw vraag: "Beslist Maria ook over mijn beroep en mijn roeping, of moet ik deze nu eenmaal zelf kiezen? Is mijn beroep voor Haar niet belangrijk, doch alleen mijn ziel?"

Maria neemt over Uw beroep of Uw roeping geen beslissing, omdat deze beslissingen op de vrije keuze van de zielen gebaseerd moeten zijn (de Wet van de vrijheid van de wil van de ziel!). Het is echter absoluut mogelijk dat Maria de ziel in een bepaalde richting leidt, rekening houdend met het Plan dat God met deze ziel heeft, en met de vermogens van de ziel. Een klein voorbeeld uit mij eigen ervaring: in het voorjaar van 1997 heeft Maria mij uitgenodigd, Haar apostel te zijn. Ik had deze uitnodiging kunnen afwijzen, maar heb het van harte niet gedaan. Enkele jaren later vernam ik van de Meesteres dat Zij persoonlijk mij reeds vele jaren eerder voor dit leven heeft gekozen. Het ging hier dus om een voorbestemming. U moet dus ook altijd rekening houden met de mogelijkheid dat Maria U op iets kan voorbereiden. De beslissing zal echter steeds bij Uzelf liggen.

Of Uw beroep voor Maria belangrijk is, of slechts Uw ziel telt voor Maria? Het beroep van een mens in de strikte zin, is inderdaad onbelangrijk, in die zin dat God met een beroep niet het geringste waardeoordeel verbindt. Voor Hem is het ene beroep niet belangrijker of onbelangrijker dan het andere. Voor God, en dus ook voor Maria, is slechts één ding belangrijk: Wat maakt de ziel van haar beroep? Hoe oefent zij het uit? Hoe past zij de deugden in de uitoefening van haar beroep toe? Benut zij de kansen die zij door haar beroep krijgt om God naar de zielen en de zielen naar God te leiden, respectievelijk om Gods Werken en Zijn Liefde te vertegenwoordigen?

Onze maatschappij is samengesteld uit X miljoen mensen, die beroep A of beroep B of beroep C enzovoort, uitoefenen. De wisselwerkingen tussen al deze mensen en al deze beroepen bepalen de wijze waarop de economie zich ontwikkelt, maar zij bepalen eveneens de stroming van Gods Liefde en de wijze waarop Zijn Heilsplan zich kan voltooien. Elk beroep is niet slechts een schakel in een economische ketting, het is eveneens een schakel in een spirituele ketting! Een mens is niet 'slechts' een arbeider, bediende, ambtenaar, enzovoort, maar is tegelijkertijd ook steeds een ziel, met heel specifieke spirituele opdrachten, en draagster van een bepaalde opdracht in het kader van het tijdloze Goddelijk Heilsplan.

Dus, ja, op zich is voor Maria slechts de ziel belangrijk, niet het beroep als dusdanig. De beroepsactiviteit maakt echter automatisch deel uit van de handelingen van een ziel, door dewelke zij haar opdracht in het kader van Gods Heilsplan moet vervullen.

Lieve zus, ik hoop U met deze brief enigszins van dienst te zijn geweest. Moge in de eerste plaats de Liefde van de Meesteres zich doorheen deze regels in U verder uitzaaien. Heel graag kom ik nog op Uw verdere vragen terug.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 241

Maria is de Volle Maan in de nacht van de ziel – de Ware Hoop ligt in elke ziel begraven als een (vaak onzichtbare) schatkist – een innerlijk beeld tegen depressieve neigingen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Als Gods grootste getuige van de Ware Liefde wil de Moeder Gods Zich nu aan Uw hart tonen. Beschrouwt U het volgende beeld en U zult begrijpen wat ik met deze inleiding bedoel:

Maria is de Volle Maan in de nacht van de ziel: Wanneer het in een hart donker is geworden, staat Zij daar, de geruisloze Middelares van het Licht, die er ten volle aan herinnert dat er een liefhebbende God is. Kijkt U toch eens:

De volle maan brengt licht in de donkere nacht, zodat men ondanks de duisternis alles om zich heen kan herkennen. Zij is vol omdat niets van de aarde tussen haar en de zon staat. Welk prachtig beeld! Maria is de Volle Maan in het spirituele leven. Zij leidt het licht van de zon (= het Licht van God, Gods Waarheid en Gods Liefde) naar de ziel, in zijn volheid (de volle maan), doch zonder te verblinden, zoals de zon dit in rechtstreeks oogcontact doet. Zij past Gods Licht zodanig aan de ogen van de ziel aan, dat de ziel Gods Licht (het inzicht in Gods Leer en de Goddelijke Geheimen) zonder enige schade in zich kan opnemen als een 'lust voor het oog'. Wanneer Zij heerst, staat tussen Gods Licht en de ziel niets werelds in de weg. Intussen verlicht Maria de ziel, vooral dan wanneer het hart is versluierd zoals in het duister van de nacht. Zij herinnert de ziel eraan dat het Licht in waarheid altijd schijnt, doch zich slechts tijdelijk voor de ogen verbergt.

Lieve zus, Maria is Uw ware Moeder, de Moeder van Uw ziel, U door Jezus Zelf geschonken. Nooit laat Zij na, de ziel met een volmaakt Hemelse Liefde te omringen. Wanneer Zij aan het deurtje van het hart klopt, voelt de ziel dit niet door hoorbare geluiden, maar doordat geleidelijk een warm poeder in het hart binnendwarrelt. Men zou dit gevoel ook kunnen vergelijken met datgene wat een vlinder laat voelen wanneer men deze enkele seconden lang in de hand houdt. Gelijkaardig als bij de vlinder doet Maria’s intrede in het hart zomerse gevoelens opwellen. Meestal ziet men de vlinder terwijl men ook bloemengeuren waarneemt en strelende zonnestralen voelt. Dit alles wordt precies op dit ogenblik in U gewekt omdat de Moeder Gods Zelf in deze beelden Haar handen omheen Uw hart legt.

Het menselijk hart wordt in deze wereld zeer gemakkelijk in nachtelijk duister gehuld. De ziel wordt recht uit de Bron van het Goddelijk Leven in de wereld gestuurd terwijl in haar nog de geur van Gods hand, de geborgenheid van Zijn Hart en de warmte van Zijn Wet van de volmaakte Liefde heersen. Zij groeit op en levert strijd tegen massa’s invloeden, die deze innerlijke gesteldheid (door God Zelf in haar gezaaid!) trachten te vernietigen. Op zekere dag wordt zij echter in een zo verregaande mate aan de duisternis van deze onophoudelijke invloeden herinnerd, dat het voor haar lijkt alsof de zon er niet meer is, en dus geen licht, geen warmte meer bestaat. Het huisje van de ziel staat daar dan als op een met sneeuw bedekte berg. (U begrijpt zonder enige twijfel waarom de Moeder Gods mij dit beeld van de met sneeuw bedekte berg speciaal voor U laat schilderen). Diep innerlijk echter heeft de ziel de herinnering aan haar oorsprong in de Bron van de Zaligheid nooit losgelaten, omdat de volmaakte Liefde haar Begin en haar Eindbestemming is. Precies deze (intussen door de sneeuw van de wereld bedekte) herinnering ontsteekt in de ziel de strijd die haar in een spirituele crisis binnenleidt.

Lieve zus, de fase die U nu doormaakt, draagt zelf reeds het geneesmiddel in zich. Zij bewijst dat Uw ziel tegen de vallende nacht wil strijden. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou er in U geen strijd meer zijn, maar een onverschillig 'wegvegeteren', een leven zonder gevoelens. De satan tracht U aan te praten, dat deze toestand reeds bestaat. Precies daarom betwijfelt U of U nog wel een hart hebt. Schenkt U geen aandacht aan deze onbeschaamde leugen, want een kind van Maria sterft in de kern van zijn/haar ziel niet. De satan fluistert U dit in opdat U de strijd tegen de door hem om U heen getrokken nevelsluiers zou opgeven. Gelooft U mij: In U is teveel Licht, teveel warmte, teveel Liefde aanwezig om deze sluiers niet te laten oplossen. Het feit dat U dit Licht, deze warmte en deze Liefde momenteel niet voelt, betekent niet dat deze er niet meer zijn. Het komt er nu op aan, de ogen van Uw ziel opnieuw in staat te stellen, hen te zien en in te zien dat zij geen elementen uit een vreemde wereld zijn, doch delen van Uw eigen wortels.

U moet zich eens het volgende voorstellen: Twee mensen trekken bij -20° urenlang dwars doorheen met sneeuw bedekte velden. De ene mens is ondervoed, de andere is goed gevoed. In het lichaam van de eerstgenoemde is de verbranding ver onder de middelmaat. In het lichaam van de laatstgenoemde is de verbranding volledig in orde. Ze zijn allebei aan dezelfde temperatuur blootgesteld en leveren dezelfde inspanning. De laatstgenoemde zal zodanig van binnenuit worden verwarmd, dat de koude hem nauwelijks kan deren. De eerstgenoemde echter, zal spoedig onderkoeld en na korte tijd uitgeput zijn. U voelt zich momenteel zoals de eerstgenoemde, maar U kunt zijn zoals de laatstgenoemde omdat U Maria in Uzelf draagt, de Dageraad van de nieuwe wereld, de Draagster van de Middagzon Jezus Christus. U hebt maar één ding nodig opdat deze zon zou opgaan en U haar warmte zou laten voelen, iets wat U in staat zal stellen om het sneeuwlandschap om U heen in een lentelandschap om te vormen: de Ware Hoop.

De Ware Hoop ligt in elke ziel als een (vaak onzichtbare) schatkist begraven. In principe bestaat de inhoud van deze schatkist uit drie bronnen van spirituele rijkdom:

  1. Uit het goud van de beleving van de Ware Liefde. Het goud staat symbool voor de heiligheid. De Ware Liefde is immers bij uitstek het bestanddeel van de heiligheid;
  2. Uit de diamanten van het Geloof. Het onverschrokken Geloof is hard als een diamant en zo helder dat men er dwars doorheen in zijn kern het licht van de zon (de volheid van Gods Waarheid) kan zien;
  3. Uit de saffier van het besef en inzicht. Saffieren zijn blauw als de oceaan van het Goddelijk Leven en als de stralende Hemel. De Meesteres van alle zielen toonde mij bovendien ooit de saffier als symbool voor de restloze overgave en toewijding aan Haar. Totale toewijding aan Maria betekent overvloeien in Gods Hart.

De Hoop als goud, diamanten en saffieren, of als beleving van de Ware Liefde, het Geloof en het besef en inzicht. Inderdaad, de ziel draagt in zich de beleving van de Ware Liefde die zij van God ontvangt en die Liefde die op de mooiste dagen van haar eigen verleden diep in haar hart heeft gebloeid zoals de zomerbloemen. Wanneer U deze ervaring, de stille herinnering aan deze prachtige gewaarwording verbindt met het geloof in Gods Liefde en Zijn Werken ten gunste van Uw Eeuwig Heil, en daarmee de genade van inzicht in bepaalde geheimen (bijvoorbeeld deze van de verlossende beproevingen) verbindt, kan zich in de ziel deze stille zekerheid ontsluiten dat de huidige nevelsluiers er slechts toe dienen om de velden van morgen vruchtbaar te maken. Dan ziet zij innerlijk de belofte van de oogst en ontwaakt geleidelijk het hart van het kind van toen, dat nooit is gestorven, maar niet meer de kans heeft gekregen om zich te tonen.

Mijn lieve zus, tracht U elke ziel om U heen als een begeleidster te zien die God U op de weg naar de top van het nieuwe leven laat toekomen. Of een ziel U deze dagen iets meer of iets minder vreugde bezorgt, is eigenlijk onbelangrijk. U zult de top bereiken, en het landschap aan de andere zijde van de berg is zo sprookjesachtig mooi dat U ooit al datgene wat U nu nog als grauwe stenen op Uw levensweg ziet, bij het achteromkijken zult beschouwen als bloempjes, want dan zult U inzien dat alles een diepe betekenis heeft gehad. De Ware Hoop verandert het hart dermate dat het nu reeds kan achteromkijken alsof het reeds aan het einde van de stenige weg zou zijn en alles als totaal onbelangrijk kan beschouwen. Zegt niet de sportman na de moeilije, maar gewonnen strijd: "Het was zo mooi!"?

De Ware Hoop is als een avondzon die in het gezicht straalt, zacht strelend. Zoals bekend, staat de zon ontelbare kilometers verder, boven het punt waarheen Uw levensreis leidt. Nochtans kunt U haar warmte hier en nu voelen: De belofte van de toekomst ontmoet de onzekerheid van het heden, en uit deze ontmoeting worden geborgenheid en zingeving geboren. Precies deze overtuiging is het die de Moeder Gods U tracht in te storten, omdat deze de uitdrukking van Gods Werkelijkheid is. Nu nog verborgen, maar zo echt... net zoals alle Goddelijke Mysteries, zoals bijna al Zijn Werken voor de zielen.

Wijdt U zich vandaag nog vol vertrouwen met Uw hele hartsgesteldheid nogmaals toe aan Maria, nu vanuit dit nieuwe perspectief en legt U Haar eveneens alle zielen uit Uw omgeving vóór de voeten. Zij zal naar U luisteren en U met genaden besprenkelen omdat U een bloem bent, waarvan Zij Zich de aanblik niet wil laten ontroven. Zij heeft het mij zo beloofd omdat Zij U buitengewoon bemint.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 242

Wat kunnen grootouders doen wanneer men hen het contact met hun kleinkinderen bemoeilijkt of zelfs onmogelijk maakt?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er is zeer veel leed op deze wereld. Een groot gedeelte van dit leed doen zielen elkaar aan. Eigenlijk zou dit helemaal niet het geval mogen zijn, aangezien de mensenzielen toch de kroon op Gods Schepping zijn en allemaal, zonder uitzondering, de kiem van heiligheid in zich dragen. Bovendien rust op elke ziel de heilige plicht, er in haar hele doen en laten voor te zorgen dat het haar medeschepsel zo goed mogelijk vergaat, dit wil zeggen, ertoe bij te dragen dat elk medeschepsel zijn eigen levensopdracht onder de best mogelijke omstandigheden kan vervullen. Hoe hemels is het wanneer zielen elkaar wederzijds zodanig dragen dat ook in de beproevingen Gods Tegenwoordigheid merkbaar is. Elke ziel moet voor de andere een spiegel van God zijn. Indien zij dit daadwerkelijk is, wordt zij tot een 'derde hand van God', die overal zegen en geluk brengt.

Lieve zus, wanneer zielen tegenover hun medeschepselen onverstandig of zelfs harteloos optreden, is in de eerstgenoemden diep innerlijk steeds sprake van onvrede of ontgoocheling. Onvrede op zich is al een bewijs voor het feit dat de ziel de verbinding met God heeft verloren. Ontgoocheling op haar beurt, is de uitdrukking van een gebrekkige omgang met de beproevingen van het dagelijkse leven en/of van een gebrekkige verwerking van bepaalde herinneringen (soms zelfs van het hele verleden). De ziel die een andere ziel leed berokkent, is zelf reeds het eerste slachtoffer van haar eigen hartsgesteldheid. Zij is niet gelukkig, omdat zij tegenover elke zonnestraal die zich in haar hart een weg baant, een zwart gordijn optrekt. Wie geen licht meer in zich toelaat, kan al gauw geen licht meer verdragen.

De kinderen van vandaag zijn de volwassenen van morgen. De harten van de kinderen en datgene waarmee deze vandaag worden gevuld, zijn de stenen van het fundament van de maatschappij van morgen. God vertrouwt op onze kinderen voor de vestiging van Zijn Rijk, en met het oog op het feit dat Hij de mensheid een Rijk van volmaakte Vrede en volmaakte Liefde wil schenken, zijn wij het Hem verschuldigd, ervoor te zorgen dat wij het zaad van de Ware Vrede en de Ware Liefde vandaag in de jonge harten zaaien door onze woorden, indien mogelijk, maar meer nog door datgene wat wij zijn. Een zuivere spiegel straalt ook het felste licht verder, zonder een woord te spreken.

Vaak verlangt het hart ernaar, zoals een landbouwer doorheen de akkers van de zielen te lopen, te ploegen, te zuiveren, onkruid te wieden, te zaaien en te begieten. Op vele akkers staat echter een verbodsteken. Tussen U en Uw kleinkinderen hebt U nu een dergelijk teken gevonden. Er is echter Iemand, die Zich onzichtbaar kan maken en in het verborgene alles wil doen, wat aan U verboden is: Maria. De Moeder Gods vraagt U, Uw kleinkinderen aan Haar toe te wijden, en wel via gebed nr. 1015 (Toewijding van mijn kind aan het Kind Maria). Zij verduidelijkt U graag de reden daarvoor:

Vele dingen die, op zich, Licht in zielen kunnen brengen, worden op deze wereld bijna onmogelijk gemaakt omdat de menselijke wil zo vaak tussen Gods Licht en het welzijn van de ziel gaat staan. Nauwelijks contact met de kleinkinderen mogen hebben, terwijl men toch slechts door Liefde wordt gedreven, is één van deze dingen. God tracht echter op duizenden verschillende wijzen het onevenwicht in de Schepping, dat door een onoverzienbaar gebrek aan Liefde is ontstaan, in een nieuw evenwicht te veranderen. Daartoe moet veel gebeuren dat niet in zichtbare vorm kan worden gedaan, vanwege onenigheden, onvrede, onverschilligheid en vele andere negatieve stemmingen tussen zielen. God zou niet de Bron van al het goede zijn, mocht Hij de verwezenlijking van al Zijn opvattingen laten afhangen van de ontelbare duistere gesteldheden van de mensenharten. Dus opent Hij voor de welwillende zielen wegen om datgene te doen, wat vele ogen liever niet zien: Hij schenkt ons onder andere, en in de eerste plaats, het Mysterie van de toewijding aan Maria, de Meesteres van alle zielen.

Door deze toewijding biedt de ziel zich helemaal aan Maria, en de Koningin des Hemels zet onzichtbare radertjes in beweging. Wanneer U nu Uw kleinkinderen aan het Kind Maria toewijdt, zaait de Moeder Gods Haar oneindige verdiensten en Haar vlekkeloos heilige gesteldheden, via dewelke Zij Zich reeds als Kind en als jong Meisje zo duidelijk onderscheidde, in de kinderzielen die aan Haar worden toevertrouwd. Deze kinderzielen worden dan door deze onzichtbare hand geleid, die voor hen tezelfdertijd tot een volmaakte Hemelse Moeder en tot een 'Vriendin van dezelfde leeftijd' wordt.

Het Kind Maria zal er in het verborgene voor zorgen dat de ramen van de kleine tempel van deze kinderzielen op onzichtbare wijze voor het Licht worden geopend. Omdat de kinderen vele dingen niet zullen mogen of kunnen tonen, zult U niet noodzakelijk onmiddellijk merken dat het werkt. Ik kan U echter verzekeren dat de doelmatigheid van een totale toewijding op het spirituele niveau grenzeloos is. Het resultaat is echter niet steeds onmiddellijk zichtbaar. Jammer genoeg kunnen deze kinderen de toewijding aan Maria nog niet persoonlijk voltrekken, niet alleen vanwege de andere gezindheid van de ouders, maar ook vanwege hun nog zo jonge leeftijd. Het gebed van de grootouders kan altijd zeer krachtig worden, vooral wanneer U Maria eveneens alle pijn en vernederingen in dit kader aanbiedt als 'losgeld', waarmee U de opening van deze kleine zielenakkers wilt betalen. Een gebed wordt steeds vele malen versterkt wanneer de biddende met het gebed nog de toewijding van beproevingen en lijden verbindt.

De ouders tot een ommekeer te brengen, zou moeilijk kunnen zijn omdat hun gedrag en hun hele gezindheid ontspruiten uit ervaringen uit het dagelijks leven, die de wijze beïnvloeden, waarop zij de wereld en het leven beschouwen. Vele zielen worden in deze tijd zozeer onder wereldse invloeden en indrukken bedolven, dat het in hen donker is geworden. De wereldse invloeden en indrukken zijn als aarde, die kluit na kluit met een spade op de kiem van heiligheid wordt geworpen, zodat deze steeds méér van het licht wordt afgesneden.

Een bijkomend probleem ontstaat ook vaker nadat een verduisterde ziel tot het juiste inzicht is gekomen omdat dan nog de drempel van de trots moet worden overschreden: Het is niet gemakkelijk, aan een andere ziel toe te geven dat men zich heeft vergist. Nochtans moet U vertrouwvol zijn en de ouders in Maria’s handen leggen met de smeking dat Zij hen voor het Licht en de Ware Liefde moge ontsluiten. Intussen is het noodzakelijk dat Uzelf deze zielen met Liefde en geduld tegemoet treedt, want anders kan de onzichtbare muur tussen U en deze zielen niet worden afgebroken. Rekening houdend met de hartsgesteldheid van de ouders, en de oorsprong van deze gesteldheid, zou het zeer gunstig zijn, eveneens de levenswegen en de (U grotendeels onbekende) ontgoochelingen van deze beide zielen in Maria’s Hart te begraven, opdat dit alles moge worden geheiligd en voor de bereiding van genaden moge worden gebruikt.

Ik hoop met heel mijn hart dat het Licht dat U door een volhardende toewijding van de kleinkinderen en hun ouders, samen met Uw eigen hartenpijn voor de betrokken zielen zult afsmeken, kan worden aanvaard. U mag er in elk geval gerust van uitgaan dat de Goddelijke Voorzienigheid een oprechte toewijding met de daarbij horende offers zal begeleiden, door wegen te zoeken om via de dagelijkse situaties de betrokken harten te openen. Een volledig vertrouwen in Gods en Maria’s Werken is hier dus noodzakelijk. Mogen ook mijn eigen gebeden voor U en voor deze zielen als een kleine bries in de juiste richting zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 243

Bronnen van werelds denken, zoals nieuwsberichten in de media, brengen onrust, onvrede, koorts van de geest, verontreiniging van de ziel en vele ondeugden met zich mee – oorzaak van het conflict tussen zielen die de wereld aanhangen en zielen die leven aan de voeten van de Meesteres van alle zielen en van God

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Veel zielen vallen nu en dan ten prooi aan de bekoringen om al het wereldse, alle berichten die zij via de media ontvangen, tot in detail in zich op te nemen. De Meesteres van alle zielen heeft mij jaren geleden reeds de gouden regel opgelegd, afstand te nemen van de media en nieuwsberichten. Het is mij eigenlijk niet toegestaan, nieuwsberichten te bekijken of hen te beluisteren. Wanneer mij op één of andere wijze toch nieuws ter ore komt, dat ik dus niet zelf actief heb nagejaagd, dan moet ik dit aanvaarden, maar het onmiddellijk vóór de voeten van de Meesteres leggen, en wel om twee redenen:

  1. Ik moet het beschouwen alsof de Goddelijke Voorzienigheid heeft toegelaten dat dit nieuws mij bereikte;
  2. De Meesteres verwacht van mij, dat ik wat ik heb vernomen, toewijdt.

De Meesteres van alle zielen, en zelfs God Zelf, pleegt nooit inbreuk op de vrije wil. Precies daarom worden ook zoveel fouten gemaakt, ook door de aan Maria toegewijde zielen. Zij heeft mij echter bijzonder gevoelig gemaakt voor wat Haar bevalt omdat het voor de ziel vruchtbaar en heilvol is, evenals voor wat Haar niet bevalt omdat het voor de ziel niet of te weinig vruchtbaar en heilvol is. In deze zin zou dus kunnen worden gezegd dat Zij het mij 'moreel verboden' heeft om aandacht te schenken aan alles wat van media uitgaat, en eveneens aan alles met een louter wereldse inhoud. Maria zei mij daarover in niet mis te verstane termen dat de nieuwsberichten de geest in onrust, in onvrede en in een kunstmatige koorts brengen, die de ziel hinderen om haar werken vanuit een vruchtbare gesteldheid te verrichten en aldus het hart verontreinigen. Indien ik mij voor de nieuwsberichten zou interesseren, zou ik aan mijn roeping totaal geen gevolg kunnen geven.

Om iets wat U diep treft, aan Maria toe te wijden, is het helemaal niet nodig, alle details van de beschikbare informatie te kennen. Een goede toewijding kan zelfs zonder woorden recht uit het hart aan de voeten van de Meesteres worden neergelegd. Vaak nodigt Maria mij ertoe uit, bij iets wat ik zie, lees of hoor dat mij emotioneel bijzonder raakt, diep aan Haar voeten neer te knielen (waarbij het voorhoofd de grond raakt), de ogen te sluiten en eenvoudig 'mijn hart te ontledigen', dit betekent: alle beelden en alle emoties die in mij opkomen, als het ware uit mij te laten wegvloeien naar Haar voeten toe, zonder daarbij ook maar één enkel woord te spreken. Maria heeft ooit gezegd dat woorden de ware kern, de ware essentie van wat de ziel Haar graag zou zeggen, vertekenen. Wanneer de ziel geen woorden gebruikt, stromen uit het hart gewaarwordingen die Zij (Maria) zeer precies kan interpreteren en beoordelen.

Het spreekt vanzelf dat de ziel die om medische redenen niet kan knielen, deze handeling ook zittend of zelfs liggend kan verrichten.

Het is absoluut mogelijk dat de ziel en niet onmiddellijk in slaagt om deze vorm van toewijding te verrichten, omdat zij zich niet voldoende kan concentreren wanneer zij in stilte geknield louter haar hart laat spreken. De bedoeling van deze oefening is echter, dat de ziel zich noch door zintuigelijke indrukken, noch door bronnen van werelds denken mag laten overweldigen. Deze brengen onrust, onvrede, koorts in de geest, verontreiniging van de ziel en veel ondeugden met zich mee.

Wanneer de ziel zich totaal aan de Meesteres van alle zielen toewijdt, zal Maria het hart van deze ziel stap voor stap in de hoogst mogelijke mate openen en haar geest voor wereldse indrukken afschermen. Dit laatste doet Zij door in deze ziel geleidelijk bepaalde elementen van voorkeur en afkeur in te storten. De voorkeurselementen hebben steeds méér betrekking op de dingen die Gods Werken bevorderen, terwijl de gevoelens van afkeur steeds meer gericht zijn tegen de dingen die verhinderen dat deze Goddelijke Werken tot volle vruchtbaarheid komen en die voor het Eeuwig Heil van de ziel niet bevorderlijk zijn. In principe gaat het telkens om de punten van voorkeur of afkeur van de Meesteres Zelf. In de mate waarin dit proces vordert, zal de ziel kunnen vaststellen dat al het wereldse haar steeds méér 'hondsmoe' maakt. Lieve broeder, wanneer U werkelijk geluk hebt, zult U op zekere dag kunnen vaststellen dat U bij het horen of zien van nieuwsberichten echt 'niet goed wordt'. Ik wens het U van harte toe (U begrijpt beslist wat ik bedoel...).

Het hoeft U helemaal niet te verwonderen dat U met de door U vermelde ziel steeds opnieuw in conflict komt: Deze laatste is aan de wereld verknocht, terwijl U zichzelf als slaaf van de Hemelse Meesteres beschouwt. U moet dit uitgangspunt voor het beschouwen van de wereld, of om met de wereld om te gaan, goed begrijpen: Een ziel die aan de wereld verknocht is, leeft in een volledig andere wereld dan de ziel die aan de voeten van de Meestees van alle zielen – en daardoor ook aan Gods voeten – leeft. De echte effecten van de totale toewijding aan de Meesteres liggen precies op dat gebied: Maria verandert in de ziel die Haar toebehoort, zodra Zij daartoe de kans krijgt, al haar interessen, haar hele wijze van beschouwen, denken, voelen en verlangen. In één enkel woord: Maria leidt de ziel naar een wedergeboorte. De aan Maria toegewijde ziel wordt door de werelds denkende ziel net zo 'merkwaardig' bevonden als Maria Zelf tijdens Haar leven 'merkwaardig' werd bevonden. Een verheugend teken.

Vanzelfsprekend verbind ik mijn gebed met het Uwe, opdat U de kracht moge krijgen om aan deze emotionele strijd het hoofd te bieden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 244

Via de brieven onderstreept de Koningin des Hemels de waarheid van alle stellingen in de geschriften van de Wetenschap van het Goddelijk Leven die Zij in de harten zaait van allen die zich daarvoor openen – De 'geboorte' van het nieuwe gebed 1185 (toewijding aan Maria, Meesteres van alle zielen)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is typisch voor onze Hemelse Moeder en Meesteres dat Zij de antwoorden op vragen van zielen zo inspireert, dat deze antwoorden zoveel mogelijk zielen kunnen dienen. Zij heeft in deze Laatste Tijden de opdracht ontvangen om de zielen te onderrichten in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, en de zielen die zich uit vrije wil totaal aan Haar overgeven, innerlijk te leiden en naar hun heiliging te begeleiden. Via de brieven, die in de diepste eenheid met het Hart van Maria als antwoord aan zielen worden geschreven, bevestigt Maria alle stellingen die Zij in de andere geschriften laat aanbieden en die samen de Wetenschap van het Goddelijk Leven vormen. Precies omdat de Meesteres de antwoorden aan alle zielen richt, herkennen steeds weer zeer veel zielen zichzelf en elementen van hun eigen leven in elke brief. Via deze weg onderstreept de Koningin des Hemels de waarheid van alle stellingen die Zij via Haar kleine werktuig in de harten zaait.

Aangezien de Meesteres van alle zielen via dit Apostolaat het onderricht in de Wetenschap van het Goddelijk Leven in de eerste plaats op een fundament van Liefde, Hoop en bemoediging tracht op te bouwen, verspreidt Zij niet alleen deze prachtige aanvullingen bij de huidige kennis over Gods Waarheid, maar straalt Zij eveneens voortdurend het Licht en de warmte van de Liefde, Hoop en bemoediging in de harten binnen. Het zijn die stralen, die de mensenzielen in staat stellen om de Waarheid in zich op te nemen, en vooral om deze volledig te benutten.

Hoe verrukt is de Koningin des Hemels, te mogen vernemen dat er priesters zijn die over Haar als Meesteres van alle zielen prediken. Zalig zijn deze zonen van Christus, want zij eren de Moeder van de eeuwige Hogepriester in Haar hoogste hoedanigheid, die Zij van God heeft ontvangen als toppunt van Zijn Goddelijke Liefde. Met betrekking tot Uw intentie om op een speciale wijze een totale onbeperkte toewijding met afstand van de vrije wil aan de Meesteres van alle zielen te verrichten, heb ik Uw verzoek om een echt toewijdingsgebed aan Haar in de hoogste van Haar hoedanigheden te willen inspireren, aan de voeten van de Meesteres neergelegd. Inderdaad, ondanks de waterval aan onderrichtingen en toewijdingsgebeden heeft Zij totnogtoe geen gericht specifiek gebed van toewijding aan Haar als de Meesteres van alle zielen gegeven.

De meeste nieuwe inspiraties worden op het Hemelse initiatief van de Meesteres Zelf geboren. Vaak schijnt Zij er echter bijzonder over verheugd wanneer Haar Myriam zelf het initiatief neemt om Haar ofwel een eigen verzoek of een verzoek vanwege een ziel voor te leggen. Ik heb Haar dus Uw verzoek voorgelegd, en wij mogen ons daadwerkelijk verheugen over de geboorte van een toewijdingsgebed, dat U in bijlage zult aantreffen.

(hier ontstaat gebed 1185)

Ik wens U met heel mijn hart een bloemenrijke weg die binnenleidt in het Hart van onze Hemelse Meesteres, want overal waar Zij het Hemelse zaad uitstrooit, bloeit reeds een voortuin van het Paradijs.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 245

Over het wezen van dromen en de omgang met dromen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor de beschrijving van Uw droom en de vraag over de betekenis van dromen in het kader van de heiliging.

Eerst en vooral moet ik vermelden dat de verduidelijking vanwege de Meesteres van alle zielen hier slechts betrekking heeft op dromen in de eigenlijke zin van het woord, dit betekent: op het ons allen bekende fenomeen dat zich tijdens de slaaptoestand kan voordoen. Ik schrijf dit met klem omdat het woord 'droom' soms ook met een visioen wordt verbonden. Een visioen als mystiek fenomeen is van een totaal andere natuur, is afkomstig uit totaal andere bronnen en heeft een totaal andere bedoeling dan een droom in de enge zin van het woord.

Als uitgangspunt wijst de Koningin des Hemels erop, dat al datgene wat in de menselijke natuur zichtbaar wordt, in het kader van Gods Schepping ergens één of andere rol speelt. Dit betekent dat God Zijn Scheppingswerken zo heeft ingericht dat elk schepsel datgene moet krijgen wat het nodig heeft om het Plan dat God met hem heeft, te kunnen volbrengen. Zo komen bijvoorbeeld bij een aantal levende wezens – Maria maakt niet kenbaar bij hoeveel vormen van leven, maar het gaat zeker niet alleen om de mensenziel – dromen voor.

God heeft het fenomeen van de droom om diverse redenen voorzien. Eén van deze redenen is deze, dat de geest zich in droomtoestand tracht te zuiveren, en diverse ervaringen tracht te ordenen en te verwerken. Dat kan in droomtoestand soms gemakkelijker dan in waaktoestand, omdat de geest zich in droomtoestand als het ware in een vernauwde context beweegt:

  • Ten eerste zijn de fysieke zintuigen tijdens het dromen zo goed als volledig uitgeschakeld, zodat het hele gebied van de zintuiglijke waarneming met alle daaruit voortvloeiende geestelijke processen wegvalt;
  • Ten tweede beweegt de slapende geest zich in een omgeving die aan minder controlemechanismen en grenzen onderworpen is. Ik zou het ongeveer zo kunnen uitdrukken: Zoals men in de geest soms kan zweven zonder dat de voeten de aarde aanraken, en men zelfs – indien nodig – doorheen een muur kan gaan, 'zweeft' eigenlijk ook de dromende geest zelf. Eén van de controlemechanismen van de ziel, dat in droomtoestand niet precies volgens dezelfde regels werkt als in waaktoestand, is het geweten;
  • Ten derde wordt in de slaaptoestand nog een volgend systeem uitgeschakeld, dat bij het bewuste denken een aanzienlijke rol speelt, maar wel soms het verwerken van probleemsituaties in het gedrang brengt en afremt: de logica.

De geest maakt gebruik van deze grotere 'vrijheid', deze bijna onbeperkte bewegingsruimte, om bepaalde dingen beter te kunnen verwerken. Veel van wat in het dagelijks leven van de ziel nauwelijks denkbaar is, wordt in de droomtoestand vaak ingebouwd volgens regels die wel gedeeltelijk binnen de normen van de maatschappij vallen, maar voor het overige door de dromende geest zelf worden samengesteld op basis van zijn niet-bevredigde verlangens.

Nochtans kiest de geest zijn dromen niet. Soms lijkt de droom op bewuste gedachten of indrukken verder te bouwen, vaak echter heeft de mens geen idee waar zijn dromen vandaan komen, wat zij precies betekenen, en waarom dit of dat beeld precies in deze of in een andere nacht in een droom tot uitdrukking komt. De droom is dus niet slechts een zelfgekozen systeem voor het bevredigen van behoeften uit het bewuste leven, dat de ziel tijdens de dag leidt.

Soms gebruikt God dit kanaal. In zeldzame gevallen geeft Hij via dromen profetische boodschappen. In bepaalde gevallen laat hij een ziel tijdens een droom haar roeping voelen. Iets vaker gebeurt het dat de inhoud van een droom de ziel over zichzelf, over bepaalde situaties of over haar hele leven laat nadenken. Omdat de ziel zich tijdens een droom in een 'vrije' omgeving beweegt, kunnen haar gedrag tijdens de droom, of de wijze waarop zij in haar droom problemen tracht op te lossen, haar er bij het ontwaken toe aanzetten, zich over zichzelf vragen te stellen. De inhoud van een droom kan ons namelijk soms dermate realistisch lijken, dat wij de indruk krijgen, dat wij in het kader van het droomverhaal daadwerkelijk dit of dat hebben gedaan, en wij derhalve verbaasd zijn over onszelf, omdat wij aannemen dat er misschien iets in ons zit waarvan wij ons tot nu tot niet bewust waren.

Op deze wijze werken dromen af en toe als aanzet tot vernieuwing van onszelf. De Goddelijke Voorzienigheid kan dit kanaal gebruiken om de ziel beter te 'bereiken'. Houden wij ons het feit voor ogen, dat de geest zich in droomtoestand in een 'vrijere' omgeving beweegt, dan is het vanzelfsprekend dat hij ook in zekere zin ontvankelijker kan zijn voor datgene waartegen hij zich in de bewuste waaktoestand zou verzetten. De Hemelse Meesteres laat opmerken dat zielen door dromen tot bekering kunnen worden gebracht. Zijzelf (Maria) vertoont Zich soms tijdens de droom aan een ziel die in waaktoestand helemaal niet voor Haar ontsloten is. Deze ziel kan de onovertroffen schoonheid van de Meesteres van alle zielen, die zij tijdens haar droom plots 'onversluierd' waarneemt, als dermate indrukwekkend ervaren, dat zij bij het ontwaken het besluit neemt, zich onmiddellijk aan de Koningin des Hemels toe te wijden.

In gevallen zoals laatstgenoemde is sprake van een bijzondere genade: De ziel krijgt de nieuwe wijze van beschouwen letterlijk van de ene op de andere dag ten geschenke. Eveneens genaderijk zijn dromen via dewelke de ziel tot bepaalde inzichten in verband met spirituele thema’s komt.

Vele dromen hebben zeer weinig, indien dan al iets, te betekenen. Qua inhoud zijn dromen niet zo vaak letterlijk te begrijpen, temeer daar hun inhoud door vele onbewuste geestelijke processen kan worden vertekend. Nochtans kunnen zij de ziel ertoe aanzetten, over zichzelf na te denken. In deze zin kunnen dromen soms het heiligingsproces van de ziel bevorderen.

Het is niet eenvoudig, de waarde van een droom voor de ontwikkeling, respectievelijk voor de groei van het spirituele leven, vast te stellen. Om hierover enige duidelijkheid te verkrijgen, moet de ziel ertoe in staat zijn, uit de inhoud van de droom af te leiden, in hoeverre de droom op de basis van haar onbewuste denken of verlangen is opgebouwd, of op tekenen uit het geweten verder bouwt, of uit beelden van vroegere zintuiglijke indrukken of herinneringen is samengesteld of, wat soms ook het geval is, een spirituele oorsprong heeft.

God kan via een droom spreken. Ofwel geeft Hij de ziel dan rechtstreeks één of ander teken, of Hij laat als het ware in de droom zaad openbloeien, dat Hij soms langere tijd voordien in de ziel heeft achtergelaten. In het laatste geval gaat het om informatie die de ziel voor haar ontwikkeling nodig heeft, maar die zij pas in de vrijere omgeving van de droomtoestand enigszins in zich toelaat.

De satan gebruikt eveneens dromen, om de ziel te misleiden, haar bang te maken, haar door elkaar te schudden. Ieder van ons heeft het reeds meegemaakt: Men droomt iets uitgesproken negatiefs, en de hele daarop volgende dag lijkt men zichzelf niet terug te vinden en ervaart men alles als onwerkelijk, als onwezenlijk.

Rekening houdend met de grote mogelijke diversiteit van de oorsprong van een droom is het moeilijk, uit te maken wat men van een droom moet denken, en of men er iets concreets kan of moet mee aanvangen. De Meesteres van alle zielen geeft derhalve deze adviezen:

  • Een droom mag de ziel nooit onrustig maken, aangezien hij in elk geval door God is toegelaten. Heeft de droom niettemin een verontrustend effect, dan moet de ziel hem bij het ontwaken onmiddellijk vóór de voeten van Maria neerleggen, met de smeking dat Zij hem van alle duisternis zou zuiveren en de ziel van elk negatief effect zou bevrijden;
  • Indien de inhoud van een droom in de ziel vragen doet rijzen, doet de ziel er goed aan, er niet te lang bij stil te staan, maar Maria te vragen dat Zij datgene zou ontsluiten wat de ziel uit de droom moet begrijpen en onthouden, en dat Zij voor het overige de inhoud ervan in Haar Onbevlekt Hart zou bewaren;
  • Wanneer dromen een ziel geregeld bang maken, dan doet de ziel er goed aan, Maria ’s avonds te vragen dat Zij in Haar hoedanigheid als Koningin van de nacht, als de Meesteres van alle zielen over haar geest en haar hart zou heersen, zodat geen enkele duistere bron één of andere droominhoud kan beïnvloeden, of dat de ziel geen schade oploopt uit haar dromen;
  • De ziel moet er Maria in elk geval om vragen dat Zij haar tot een juist inzicht zou leiden in verband met datgene wat God haar eventueel via haar dromen wil zeggen, en haar voor het overige moge zuiveren van elke spoor van verwarring, opdat ook elke nacht de ziel vruchten zou kunnen opleveren en haar eerder zou stimuleren dan afremmen;
  • De ziel zou er als gouden regel goed aan doen, ernaar te streven dat zij zich door haar dromen niet laat overweldigen, of dat zij deze dromen niet zou toelaten, haar in de geest en het hart te beklemmen. Elke droom wordt door God in de ziel toegelaten, ofwel om haar geestelijk te reinigen ofwel om haar spiritueel te stimuleren. Wanneer de ziel zich door een droom beklemd voelt, doet zij er goed aan, deze gewaarwording als stimulans te beschouwen om ook haar nachtelijke gewaarwordingen zeer innig met de Meesteres van alle zielen te delen en Maria te vragen dat Zij op grond van dit lijden elke duisternis uit de ziel zou wegwassen. Inderdaad, ook de droomwereld kan spiritueel lijden met zich meebrengen, dat bevorderlijk kan worden voor de Verlossing van de ziel, op voorwaarde dat zij dit aan de Koningin des Hemels toewijdt en haar geest en haar hart onder de hoede van Maria stelt.

Lieve broeder, de nacht is om diverse redenen een mysterieus onderdeel van ons leven. Zij is dit ook in het spirituele leven. Aangezien elke ziel een niet onaanzienlijk gedeelte van haar leven in slaaptoestand doorbrengt, en een belangrijk gedeelte van elke nacht in droomtoestand wordt doorgebracht, spreekt het vanzelf dat onze dromen eveneens een spirituele betekenis moeten hebben. Gods Werken zouden niet doelgericht zijn, indien dit niet het geval was. Maria wijst erop dat de ziel zich nochtans beter niet te lang met de inhoud van haar dromen bezig houdt, doch deze eerder in Maria’s handen zou leggen met de intentie, samen met Haar (= toewijding) datgene uit de dromen te halen, wat voor de spirituele ontwikkeling bevorderlijk kan zijn. Op deze wijze kan de Meesteres ook op dit mysterieuze vlak van ons leven Haar heiligende werk voltrekken, dat telkens weer uit deze drie elementen is samengesteld: zuivering + bewustmaking + wederopbouw. Wanneer een droom iets bevat dat belangrijk is voor de ziel, zal de Meesteres haar het nodige inzicht verschaffen. Dit kan Zij alleen in een vreedzaam hart tot stand brengen.

De Hemelse Meesteres bevestigt trouwens de inhoud van Uw droom, en laat mij hier het volgende aan toevoegen: U hebt in de maan niet alleen de Eucharistische Jezus gezien, maar Zijn mystieke versmelting met de Koningin des Hemels, de 'Maan in de nacht'. Zij hebben gewild dat U Hen zou volgen en U zich vóór Hen ter aarde zou werpen, als teken voor het feit dat dan de duisternis (het hele fysieke wezen zoals dit in het lichaam tegenwoordig is gesteld) zich voor het Licht van de Verlosser en de Meesteres zou moeten vernederen. Slechts in de zelfvernedering wordt datgene wat voor invloeden van de duisternis gevoelig is, door Licht vervuld en geheiligd. Moge de Meesteres Uw verdere weg ook tijdens de nacht verlichten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 246

Waarom de toekomst in verregaande mate in een nevel ligt – Hoe werkt men het best aan de eigen heiliging? – God maakt ook van de moderne middelen het beste – Wat bepaalt de vruchtbaarheid van onze beslissingen en het ontdekken van de eigen roeping? – Elke toestand van elke individuele ziel heeft steeds een weerslag op de hele mensheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De nevel waarover U schrijft, is wel een prachtig beeld om het leven op aarde te beschrijven. Vele dingen op onze levensweg zijn versluierd. Zo heeft God het in de volmaaktheid van Zijn Liefde gewild, omdat wij in het andere geval geen verdiensten zouden kunnen verwerven. De verdiensten van een ziel op aarde worden bepaald door de wijze waarop zij haar vrije wil benut wanneer zij met de ontelbare situaties en alledaagse gebeurtenissen van haar leven omgaat. Indien op elk willekeurig punt van onze levensweg de volgende meters steeds in het zonlicht zouden baden en ons daardoor scherp voor ogen zouden staan, dit wil zeggen: Indien wij de begeleidende details en de voorbereidingswerken van de Goddelijke Voorzienigheid voor onze volgende dagen juist zouden kunnen inschatten, zouden wij bij het nemen van beslissingen ertoe geneigd zijn, niet in de eerste plaats in ons hart en in de kern van onze ziel te rade te gaan, maar ons naar de onmiskenbare tekenen te richten. Bovendien heeft de mensheid door de erfzonde en de massa zonden doorheen de eeuwen, de genade verloren om Gods tekenen altijd te zien en Zijn Mysteries vlugger te begrijpen.

Lieve broeder, welke kracht lost nevel op? De zon. God laat de zon van Zijn Liefde en Wijsheid voortdurend op ons neerstralen. Ook daaraan heeft de ziel echter nauwelijks verdiensten. Daarom behaagt het God het meeste wanneer de ziel in haar wezenskern, in haar kiem van heiligheid, een soort zon ontwikkelt, via dewelke zij de nevel op de levensweg geleidelijk van binnen uit kan helpen oplossen. Op deze wijze slaat de ziel met haar kleine warmtebron een brug naar de Bron van alle Leven, naar God, de Zon van de volmaakte Liefde, en kan de nevel vanuit twee richtingen gelijktijdig worden opgelost. Nogmaals toont God hier Zijn onveranderlijke voorkeur: dat de ziel en God een verbond aangaan, om samen de problemen van het leven in vruchten van Goddelijk Leven om te zetten.

De innerlijke wezenskern van de ziel is uit diverse materialen samengesteld:

  1. uit het vermogen van de ziel om lief te hebben. God stort dit vermogen in elke ziel bij haar schepping;
  2. uit de genaden die de Heilige Geest voortdurend naar de ziel laat toevloeien, en wel in de mate waarin deze genaden worden aangenomen en benut;
  3. uit de inspanningen via dewelke de ziel innerlijk tot God nadert: Uit gebeden, offers, de zonder protest doorstane en toegewijde beproevingen en elementen van lijden, boete, liefdevol bijgewoonde Heilige Missen, op eerbiedige wijze ontvangen Sacramenten, in deugdzaamheid gestelde handelingen (naastenliefde enzovoort);
  4. indien de ziel zich aan Maria toewijdt: Uit al datgene waaraan de Koningin des Hemels de ziel laat deelhebben, in de eerste plaats Haar eigen Liefde, Haar machtige tussenkomsten en Haar leiding.

Men zou er kunnen van uitgaan dat ook dit alles geschenken zijn die de ziel uiteindelijk worden ingestort. Inderdaad, maar het verschil ligt hierin, dat niet elke ziel dit alles in dezelfde mate voor zichzelf tot nut maakt. De vrije wil wordt op de meest uiteenlopende wijzen ingezet, en uiteindelijk zijn het de eigen inspanningen en bestrevingen van de betreffende ziel om met dit alles dichter tot God te komen, die bepalen in hoeverre het aan haar inzet toe te schrijven is dat bepaalde nevels om haar heen zich oplossen. Ik zou het ook als volgt kunnen uitdrukken: De schoonheid en de geur van een bloementuin worden niet bepaald door de hoeveelheid zaad die in de bodem wordt uitgestrooid, maar door de mate waarin dit zaad ontkiemt en opbloeit. Daar is niet slechts het zaad (Gods geschenken) aan het werk, maar ook de bodem (de gesteldheid van de ziel en de wijze waarop zij haar vrije wil gebruikt.

Hoe werkt men het best aan de eigen heiliging?

Ten volle via de kleine dingen van het dagelijks leven. Wij mogen nooit vergeten: Indien wij erop wachten, een spiritueel heldendom te beleven door iets buitengewoon opvallends te kunnen doen, is de waarschijnlijkheid groot dat wij er nooit toe komen. God schenkt niet aan elke ziel de mogelijkheid van een opvallend martelaarschap. Volgens de opvatting van de Meesteres echter, is het een bewijs van menselijk denken, slechts het opvallende als waardevol te beschouwen. Maria stelt met klem dat er zielen zijn over wie nauwelijks een medemens weet wat zij doen, of over wie slechts een fractie van hun verwezenlijkingen bekend wordt, doch die op een hoog niveau van heiligheid leven.

De ware heiligheid is als een tempel die steen vóór steen moet worden gebouwd, en wel met de stenen van onze omgang met elk detail van het dagelijks leven. Elke dag is samengesteld uit duizenden situaties en gebeurtenissen en zelfs 'lege' ogenblikken, terwijl ons hart voortdurend gevoelens koestert, onze geest ononderbroken aan het denken is, onze ziel constant aan het verwerken is en op het onzichtbare niveau één en ander voortbrengt. Dit alles samen is als een logboek, dat dag na dag de details van ons innerlijk leven optekent en naar God toe meldt hoe wij met alles omgaan, wat Hij op onze weg laat komen of voor ons leven toelaat. Dit logboek is meteen ons schoolrapport dat onze persoonlijke staat van genade als het ware in cijfers uitdrukt.

De ziel die elk ogenblik van haar leven zo bewust mogelijk tracht te beleven – het is U bekend dat de Meesteres steeds weer adviseert, alles zeer bewust te beleven omdat slechts in dat geval niets van Gods zaad verloren gaat – neemt al datgene in zich op waarin God ook Zijn Wijsheid en al datgene verbergt, wat de ziel voor haar ontsluiting nodig heeft. In die zin zou kunnen worden gezegd dat God dan inderdaad méér antwoorden geeft: Wanneer de ziel tracht, zeer bewust met elk ogenblik van haar leven om te gaan, wordt elk zaadje (elke kleine situatie) ontsloten. Indien de ziel vele dingen onachtzaam aan zich voorbij laat gaan, gaat veel Goddelijk zaad verloren. Bedenkt U echter dat elk zaadje iets van Gods Hart in zich draagt, dat waardevol kan zijn om ons de weg te tonen.

Zo zou kunnen worden gezegd dat God méér antwoorden geeft – of beter gezegd: dat de ziel méér antwoorden verneemt – wanneer de ziel betracht om zich via de kleine alledaagse dingen te heiligen. God kijkt naar de reactie van de ziel in elke situatie. Wanneer de ziel de helft van deze situaties niet bewust beleeft, kan zij ook in deze helft van haar leven geen verdiensten door deugdzaam handelen verwerven. Elk ogenblik komt slechts één maal bij ons langs. Indien wij het als een vrucht beschouwen die wij tot ons nemen, zal onze ziel niet verhongeren. Indien de ziel veel ogenblikken nauwelijks of helemaal niet benut, voedt zij zich niet op de juiste wijze met Gods vruchten. (De meest waardevolle vruchten zijn overigens deze van de beproevingen!). Een spiritueel ondervoede ziel kan zich niet heiligen.

De heiliging voltrekt zich trouwens door onze actieve innerlijke processen en handelingen en woorden die naar buiten toe blijken. Dit wil zeggen dat wij geen tijd zouden mogen verliezen. Tijdverlies zouden wij kunnen definiëren als elk ogenblik waarin de ziel relatief onwerkzaam is voor Gods Rijk. Onwerkzaam wordt de ziel ofwel doordat zij iets goeds achterwege laat, of doordat zij iets slechts doet. Houdt U zich daarbij voor ogen dat er in het leven eigenlijk slechts zeer weinig volkomen 'lege' ogenblikken zijn. Een leeg ogenblik zou een ogenblik zijn tijdens hetwelk wij niet alleen niets doen en niets zeggen of schrijven, doch eveneens een stilstand in ons innerlijk spiritueel leven ervaren. In principe doet dit zich slechts zelden voor.

Laten wij als voorbeeld het door U geschetste beeld beschouwen: Vóór U vliegt een vlieg op de tafel. Zij reinigt haar vleugels en U vraagt zich af wanneer zij eindelijk zal wegvliegen. Is dit een 'leeg' ogenblik? Waarschijnlijk niet. U zit weliswaar stil en kijkt slechts toe, maar zou er werkelijk geen enkele gedachte of geen enkel gevoel jegens dit dier in U opkomen? Of duiken eventueel herinneringen aan gelijkaardige situaties op? Of gaat er in U misschien nog iets anders om, aangezien U toch met niets anders bezig was? Inderdaad, ook in dergelijke ogenblikken waarin weinig gebeurt, kan de ziel deugden in de praktijk omzetten, of omgekeerd, ondeugden begaan.

Uw volgende vraag wil ik graag letterlijk aanhalen, opdat in het antwoord niets verloren zou gaan: Is de ecologisch weg ook een wegwijzer op grond van de wijze waarop informatie de mens bereikt? Is een persoonlijk contact (eerder toevallig) beter dan informatie die ik op een minder natuurvriendelijke wijze (bijvoorbeeld aankoop van een boek, of via het internet) verwerf?

Laten wij het wezen van het begrip 'ecologie' beschouwen. In wezen gaat het op dit vlak om de relaties tussen een organisme en haar omgeving.

Vragen wij de Meesteres van alle zielen om advies in verband met de definitie van het begrip 'ecologie' in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, dan vernemen wij dat het heiligingsproces van de ziel in principe een kwestie van 'spirituele ecologie' is: Het gaat in het leven van de ziel steeds om haar omgang met alles wat zij op haar weg aantreft, dus om haar relaties tot haar omgeving, de prikkels die zij uit haar omgeving opvangt, en de wijze waarop zij daarmee omgaat en daarop reageert. Elke ziel wordt door haar omgeving beïnvloed en beïnvloedt op haar beurt haar omgeving. Ons gedrag wordt door uitwendige prikkels (situaties, gedragspatronen en woorden van zielen) mede bepaald, en wij worden op onze beurt voorbeelden voor andere zielen en hebben invloed op situaties.

Wat is in dat verband het belangrijkste?

Het persoonlijk contact tussen zielen hoeft niet informatiever, waardevoller of beter te zijn dan de invloeden die de ziel via boeken of het internet toekomen. De Goddelijke Voorzienigheid tracht via al deze kanalen aan de ziel te werken. Het hangt van veel factoren af, via welk kanaal Zij uiteindelijk de ziel op de meest doeltreffende wijze 'bereikt'. Soms leest de ziel één enkel boek, en dit tekent haar hele levensweg en een groot gedeelte van haar verdere gedragpatronen. Soms ook hoort een ziel (in een persoonlijk contact) één enkele zin uitspreken, en deze ene zin verandert totaal de richting van haar levensreis. Alles hangt af van de gesteldheid en de instelling van de ziel op het tijdstip waarop zij iets leest, ziet, hoort of verneemt: Zij zal morgen niet noodzakelijk even gevoelig zijn voor prikkel A, B of C dan vandaag of gisteren. Een ziel is een wezen in beweging, en zij beweegt zich uiterlijk en innerlijk in een omgeving die ook zelf in beweging is. De Goddelijke Voorzienigheid brengt veel op onze weg op die tijdstippen waarop wij voor de Goddelijke wenken het meest ontvankelijk zijn.

God is er onophoudelijk mee bezig, uit alle gebeurtenissen en mogelijkheden in onze omgeving het beste voor ons uit te zoeken en alle elementen op de meest doeltreffende wijze op elkaar af te stemmen, opdat zoveel mogelijk levens spiritueel vruchtbaarder zouden worden. Tenslotte is God slechts in twee dingen geïnteresseerd:

  1. in het eeuwig Heil van elke ziel;
  2. in de voltooiing van Zijn Heilsplan, dat doorheen alle eeuwen door alle zielen en hun relaties samen met hun relaties tot hun individuele omgeving (eveneens allemaal een zaak van 'spirituele ecologie') zijn concrete vorm krijgt.

Daaruit volgt onmiddellijk het goede nieuws: God maakt – gelukkig voor ons – ook van de moderne middelen het beste. Een klein voorbeeld: Het internet wordt op vele wijzen door de satan misbruikt. God van Zijn kant, zorgt ervoor dat de Wetenschap van het Goddelijk Leven zich, onder andere via het internet, snel internationaal kan verspreiden. Op deze wijze maakt Hij van het internet een Hemels werktuig. Op zich is niets goed of slecht. Goed of slechts wordt het door de wijze waarop de mensenziel ermee omgaat. Vele moderne maatschappelijke ontwikkelingen werken vooral nefast omdat zij met ondeugdzame doelstellingen worden uitgevonden en gebruikt. Dit betekent dus dat eigenlijk het gedrag en de bestrevingen van de zielen verantwoordelijk zijn voor het goede en het slechte in de maatschappij.

Is het beter, zo weinig mogelijk informatie in te winnen en dus meer te wachten op de tekenen die komen, meer te luisteren, meer naar het eigen innerlijk te luisteren dan de voelhorens naar buiten toe uit te strekken?

Actief informatie inwinnen en naar de tekenen luisteren, zijn beide even belangrijk. De Meesteres van alle zielen werkt bijvoorbeeld in het innerlijke van de ziel, zuivert en bouwt opnieuw op, voorziet koerswijzigingen in het innerlijk spiritueel leven, en op deze nieuwe 'bodemgesteldheid' begint Zij Haar Wetenschap van het Goddelijk Leven te zaaien. God schenkt, de ziel maakt zich ontvankelijk, God stort informatie in, de ziel wil zich verrijken, steeds weer is daar die prachtige samenwerking God + ziel = verwezenlijking of voltooiing. Wanneer de ziel uitsluitend naar de innerlijke tekenen luistert, doch deze wegens gebrekkige kennis niet hun juiste plaats kan geven, leveren deze tekenen haar niets op. Wanneer zij louter informatie inwint zonder naar de tekenen te luisteren, kan haar kennis dode ballast worden. Slechts een verloving tussen deze beiden kan het kind met de naam 'heiliging' verwekken.

Moet ik, ondanks de nevel, één van de wegen inslaan die mij zinvol lijken, of moet ik wachten op de innerlijke duidelijkheid van de roeping waarover vaak wordt gesproken?

De ziel moet dagelijks beslissingen nemen over haar reisweg. Dat kan niet worden vermeden, anders zou haar ontwikkeling tot stilstand komen. Alle leven houdt verband met beweging, hetzij uitwendig hetzij inwendig. (Een gedachte, een gevoel en een verlangen zijn 'spirituele bewegingen'). De tekenen worden niet steeds duidelijk, dit wil zeggen: op ondubbelzinnige wijze, gegeven, anders zouden wij geen eigen verdiensten verwerven. Om echter terug te komen op het beeld van de nevel: De ziel die in zich de Ware Liefde tot bloei kan brengen, draagt in zich spoedig een zon die bepaalde nevels kan helpen oplossen. In klare taal uitgedrukt, betekent dit dat de ziel die haar beslissingen op de kruispunten van haar leven met oprechte Liefde tegemoet gaat, beter in staat zal zijn om de juiste beslissingen te nemen, en indien niettemin mocht blijken dat zij toch ergens enigszins verdwaald is geraakt, zal zij op grond van haar Liefde, die voor haar een nauwere band met God in stand houdt, een bijzonder Licht ontvangen.

Zowel de vruchtbaarheid van onze beslissingen alsook het ontdekken van onze roeping worden voor een groot gedeelte bepaald door de mate van onze oprechte Liefde. Dat komt door het feit dat de Liefde als een magneet op Gods Hart werkt en Hij intensiever in ons kan werken wanneer Hij in ons een echt Liefdesvuur aantreft. Om deze reden behoort de ontwikkeling in de Ware Liefde tot de eerste processen die de Meesteres in de aan Haar toegewijde zielen op gang brengt. Voor het overige geldt dat het tijdstip waarop een ziel definitief haar levensroeping ontdekt, eveneens van de Goddellijke Voorzienigheid afhangt, in die zin dat God het zaad uitstrooit op het ogenblik waarop de bodem er het meest ontvankelijk voor is.

Is het mogelijk dat mijn nevelige toestand ook anderen raakt (bijvoorbeeld doordat zij in het proces van het zoeken worden ingeschakeld)?

Elke toestand van elke ziel dient steeds de hele mensheid. Geen enkele ziel leeft voor zichzelf alleen. Ieder van ons is een schakeltje in een reusachtige ketting. Zijn wij door een fel licht omgeven, dan stralen wij dit op anderen af. Tasten wij om ons heen in de nevel, dan hebben anderen daarvan ook iets te leren. Onze benarde situaties kunnen andere zielen verder helpen. Heeft niet onze zo beminde Meesteres precies tot dat doel, in het kader van dit Apostolaat, het schrijven en beantwoorden van brieven op gang gebracht en het resultaat van deze wisselwerking de Toegepaste Wetenschap van het Goddelijke Leven genoemd? Wij leren allemaal van elkaar. Is er eigenlijk iets mooiers dan deze vormgeving van christelijke solidariteit? Is dit niet precies de Ketting van Licht waartoe de Meesteres sinds enkele jaren via dit Apostolaat oproept? Via dit voorbeeld voor het feit dat de Goddelijke Voorzienigheid werkelijk mogelijkheden schept om ons naar de eindstreep te brengen, laat de Meesteres mij deze brief beëindigen in de stralengloed van de Ware Hoop. Zeer graag vraag ik de Koningin des Hemels om antwoorden op Uw verdere vragen in een volgende brief.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 247

De twee componenten van een vrucht dragende opvoeding van onze kinderen – De spirituele gezondheid hangt in de eerste plaats af van het vermogen van de jonge zielen om oprecht lief te hebben – Wat men als buitenstaander bij de opvoeding kan doen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het leven in deze wereld is een chaos. Veel zielen verkeren immers ook zelf in een toestand van chaos. Men zou daarvoor veel redenen kunnen ontdekken, maar uiteindelijk is de chaos in de wereld en in de zielen aan één enkele oorzaak toe te schrijven: Gods Licht is uit de wereld en uit de meeste zielen verbannen. Hoe kan men ooit verwachten, in een donker onbekend huis te kunnen bewegen zonder zich ergens aan te stoten en/of zich te verwonden, en uiteindelijk het vertrouwen in zichzelf te verliezen? Precies dat is het, wat met een ziel gebeurt die Gods Licht uit haar leven heeft verbannen, en die doet alsof God niet het geringste met de wereld te maken heeft: Zij tast in het donker op haar levensweg om zich heen, stoot tegen ontelbare stenen van dwaling en bekoring omdat zij deze niet kan herkennen, verwondt zich vanwege de snel opeenvolgende zonden, en verliest alle vertrouwen omdat een duistere wereld geen vertrouwen kan schenken.

Zo wordt het mogelijk dat voortdurend allerlei dingen gebeuren, die wij onmogelijk kunnen bevatten. God ziet echter alles, en kent van alles ook de oorsprong. Wij zien hoe een ziel zich gedraagt, maar kennen niet al haar motieven, kennen evenmin haar doelstellingen, en weten al helemaal niet welke ervaring uit haar verleden haar nu tot dit of dat zou kunnen aanzetten. God weet dat alles. Hij 'was erbij toen de eerste gedachte werd geboren', die ten grondslag ligt aan het huidige gedrag van een ziel, en kent precies haar hartsgesteldheid. Hij is derhalve de enige die het gedrag heel precies kan evalueren. Buiten Hem kan ook Maria elk gedrag evalueren en doorschouwen, omdat Zij daartoe van God het volmaakte vermogen heeft gekregen. Voor de zielen op aarde wordt dit echter niet mogelijk gemaakt. Indien wij over dit vermogen zouden beschikken, zou dit ons het verlies van al onze verdiensten opleveren, want wij zouden soms ten prooi vallen aan de bekoring om onze broeders en zussen te oordelen..., wat dan weer een bewijs voor onze gebrekkige Liefde zou zijn.

Wanneer een moeder haar zoon volledig verwaarloost en God vaststelt dat:

  • de gebrekkige emotionele en eventueel seksuele ontwikkeling van de zoon aan verwaarlozing toe te schrijven is, en
  • de moeder daadwerkelijk uit onverschilligheid of uit gebrek aan Liefde heeft gehandeld,

dan heeft de moeder de plicht, die krachtens de Goddelijke Wet op haar rust, verzuimd. Een moeder moet haar kinderen zodanig opvoeden dat deze:

  • tegen het leven in de wereld opgewassen zijn, dit wil zeggen dat zij de kinderen door haar voorbeeld moet helpen om geestelijk, emotioneel en lichamelijk het leven aan te kunnen;
  • in hun ziel op een voortdurende ontmoeting met God zijn voorbereid. Dit wil zeggen dat zij haar kinderen in woord en daad, in onderricht en door voorbeeld de waarden van het ware, traditionele christendom moet doorgeven, opdat hun zielen volkomen in staat zouden zijn om Gods stromen van Liefde in zich op te nemen en deze in zich volledig te laten bloeien, opdat zij ongehinderd aan hun eigen Verlossing en heiliging zouden kunnen meewerken. Concreet betekent dit dat de moeder moet helpen, haar kinderen zo te vormen dat zij Jezus en Maria en de belangrijkste Goddelijke Werken leren kennen en er vast in kunnen geloven.
De traditionele waarden van de christelijke Leer zijn de enige ware bronnen van Gods Waarheid. Zij zijn het, die de Meesteres van alle zielen verkondigt, verdiept, voor de zielen eenvoudiger toegankelijk maakt, en in de zielen tot ware bloei tracht te brengen.

Wanneer een moeder een kind heeft dat zondigt, bijvoorbeeld, zoals U schrijft: vloekt, steelt, liegt, enzovoort, wat gebeurt dan vóór God? Elke ziel is verantwoordelijk voor de eigen zonden, maar... er zijn veel mogelijke gevallen waarbij God de verantwoordelijkheid voor een zonde opdeelt. Eén van deze gevallen is deze waarin een moeder haar kind niet goed heeft opgevoed, het niet heeft geleerd, de christelijke waarden te beminnen, bijvoorbeeld "Gij zult niet liegen, omdat..." ja ook "omdat je God daardoor verdriet doet, terwijl Hij zo vurig van jou houdt!" Een moeder kan gedeeltelijk medeverantwoordelijk zijn voor de zonden van haar nakomelingen, hun vader vanzelfsprekend eveneens. Voor God hangt alles af van datgene, wat in elk hart omgaat. Liegt en steelt een kind omdat het hem niet interesseert dat dit een zondig gedrag vormt? Indien ja, hoe is het mogelijk dat dit hem niet interesseert? Wat gaat er in het jonge hart om? Is niet ten minste gedeeltelijk de moeder, of de vader, of beiden, of zijn zelfs niet nog andere personen mede schuldig? Wordt de neiging om te stelen door de levensweg van het kind mede bepaald? Heeft het deze neiging, om zo te zeggen, van bepaalde voorouders geërfd?

Het kan nooit te sterk beklemtoond worden: De spirituele gezondheid van de jeugd hangt in de eerste plaats af van het vermogen van de jonge zielen om te beminnen, oprecht lief te hebben. Wie? De medemensen, de Schepping (de dieren en de natuur), God en... zichzelf in de hoedanigheid als schepsel uit Gods hand. Groeit en bloeit de Liefde, dan kan de jonge ziel een beschermingsmuur optrekken tegen de bekoringen en de liefdeloosheid van de wereld. De kern van de verantwoordelijkheid van de moeder, van de vader en van elke op één of andere wijze bij de opvoeding betrokken persoon ligt hierin, dat zij dit groeien en bloeien mogelijk moeten maken. Het is precies op dit punt dat het oordeel van God is gericht: In welke mate heeft de moeder, de vader enzovoort, de groei en het bloeien van de Liefde in het kind bevorderd of afgeremd, of zelfs onmogelijk gemaakt? De jonge ziel moet uit het voorbeeld van haar ouders reeds kunnen afleiden wat het betekent, oprecht en onzelfzuchtig lief te hebben. Het vermogen om lief te hebben, heeft daarbij twee componenten:

  1. De ziel moet Liefde kunnen geven, en wel ongeremd en onvoorwaardelijk;
  2. De ziel moet Liefde kunnen aannemen. Vele zielen zijn daartoe niet in staat! In hen schijnt het vermogen om Liefde door zich heen te laten stromen, eenvoudig geblokkeerd te zijn. Zij kunnen de stroming van het Ware Leven als het ware niet tijdig verwerken, en schuwen deze zoals een mens die lange tijd in een donkere kelder heeft gezeten, het zonlicht schuwt.

Deze beide componenten moeten de ouders hun kinderen in het hart inprenten, via zoveel mogelijk voorbeelden. Het kind moet leren, in de Liefde te geloven. Het moet diep in het hart gewaar worden dat de Liefde ten eerste een levensnoodzakelijke emotie, en ten tweede een krachtbron is, die onophoudelijk in alle richtingen moet stromen om in de ziel de Ware Vrede tot stand te kunnen brengen. De ouders moeten hun kinderen zo vroeg mogelijk leren dat de Liefde geen spel is, maar het voedsel bij uitstek voor alles in de Schepping, en dat zij zichzelf letterlijk ontwortelen wanneer zij geen moeite doen om oprecht lief te hebben. De Liefde is Gods handtekening in de ziel. Indien de ziel daar niet met een oprecht hart mee omgaat, maakt zij zich schuldig aan vervalsing van deze handtekening.

Lieve zus, wat doet men met een zo grote angst en bekommernis om Gods oordeel? Voor U als buitenstaander staan hier twee wegen open:

  1. Wijdt U, indien mogelijk, dagelijks de betrokken zielen toe aan Maria en offert U voor hen gebeden en beproevingen op;
  2. Vertrouwt U volledig en blind dat elk offer aan Maria een beetje gewicht in de schaal legt. Deze offers rechtvaardigen, om zo te zeggen, de Voorspraak en de bemiddeling van Maria vóór de Goddelijke Gerechtigheid. De Meesteres van alle zielen voegt aan deze offers Haar eigen Liefde toe. Het is de versmelting tussen Uw Liefde en de Liefde van de Koningin des Hemels die uiteindelijk de Verlossing bewerkt.

Lieve zus, elke uiting van angst zouden wij kunnen vergelijken met een kleine baby die rilt van de kou. Opdat deze baby beter tegen de koude van de wereld beschermd zou zijn, zou ik hem nu ook een kleedje willen aantrekken, door hem in bijkomende gebeden te hullen. Elke angst sterft wanneer de ziel vol vertrouwen tot Maria gaat, net zoals het rillen zal ophouden wanneer bijkomende kledij wordt aangetrokken. Maria, de Moeder der moeders, zal Uw zorgen van U wegnemen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 248

De bron van alle ellende is niet God, maar wel de mensenziel die haar vrije wil gebruikt om de satan te volgen – Vijf redenen waarom een ziel zich slecht kan voelen – Totale toewijding aan Maria is de springplank naar een spirituele wedergeboorte – een 'geestelijk liefdesspel' met de Koningin des Hemels

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Allereerst graag een kleine bemoediging, in die zin dat het lijden soms wat minder zwaar wordt nadat men het heeft kunnen identificeren. Laat U zich niet bang maken door de bezetenheid toe te schrijven aan een welbepaalde duivel. Deze neiging is absoluut te begrijpen, doch niettemin raadt de Moeder Gods U dit af, omdat de ziel die haar zwakheden met de naam van een bepaalde duivel verbindt, zich dan in het hart letterlijk met deze duivel geconfronteerd voelt, wat haar gewoonlijk de indruk geeft dat zij door een zeer specifieke kracht, die God vijandig gezind is en die niet met het Ware Leven verenigbaar is, in boeien is geslagen, en dat zij definitief aan deze kracht is uitgeleverd. Dit laatste is nooit het geval voor een ziel die zich totaal aan de heerschappij van de Koningin des Hemels heeft overgegeven.

In antwoordbrief 83 wordt erop gewezen dat in de breedste zin van het woord elke ziel 'bezeten' is, omdat ieder van ons dit of dat in zich heeft dat niet met louter Licht is gevuld, en ononderbroken tegen de dreiging van de duisternis in haar duizenden vormen moeten strijden. Onze wereld heeft het in zich om jaar na jaar dagelijks heel veel duisternis in het hart te storten onder de vorm van de meest uiteenlopende ontmoedigingen, verontreinigende beelden en informatie, en wereldse gedachten (dit wil zeggen: gedachten die op geen enkele wijze in verband staan met Gods Heilswerken, wel integendeel). Uw ziel voelt zich beklemd, echter niet omdat een specifieke duivel U tot gevangene maakt, maar omdat U de ontelbare ontmoedigende en kwetsende situaties in Uw leven nooit hebt verwerkt, en Uw ziel daardoor in een innerlijk conflict is geraakt. Het schijnt U toe alsof God Zich van U heeft verwijderd, omdat het vele onverwerkte U de indruk geeft dat Uw ziel een onontwarbaar kluwen zou zijn, een verontreiniging die onvermijdelijk God zou moeten afschrikken.

Lieve broeder, de Allerheiligste Maagd Maria vraagt U met klem, dat U zich totaal en onvoorwaardelijk aan Haar zou toewijden, vol vertrouwen, met Uw hele verleden, Uw hele levensweg, al Uw ontmoedigende herinneringen, alle angsten, alle kwetsuren, alle ontgoochelingen (ook deze over Uzelf!) evenals Uw toekomst. Vraagt U de Koningin des Hemels dat Zij het Licht van een volledig nieuwe Hoop in Uw hart zou storten door U in staat te stellen om U in Haar geborgen te voelen. Zij heeft de macht om in U elk plaatsje dat sedert jaren niet meer door de zon van de ware Vrede en de ware Vreugde is beschenen, opnieuw in het Licht van de moed en de zelfaanvaarding te laten baden. U zult mogen beleven hoe Maria U in Zich opneemt en U in staat stelt om opnieuw vrijer te denken, losgemaakt van elk gevoel van beklemming.

Omdat het leven in deze wereld in zeer vele opzichten zo vijandig werkt in de kern van de ziel, krijgt de ziel heel gemakkelijk de indruk dat God, die tenslotte de Bron is van al het geschapene, eveneens de oorzaak, de 'Maker' van alle ellende is. "Wanneer Hij al deze duistere werken toelaat, moet Hij wel zeer onverschillig staan tegenover het menselijk lot, anders zou Hij de mens niet zijn weg laten zoeken in een dergelijke liefdeloze atmosfeer...".

Wij mogen nooit uit het oog verliezen dat de enige bron van alle ellende niet God is, maar de mensenziel die haar vrije wil sedert eeuwen overwegend gebruikt om de satan en zijn duistere en vernietigende inspiraties te volgen. God is het slachtoffer van Zijn eigen volmaakte Liefde geworden. Hij moet met een vreselijk gepijnigd Hart toezien hoe de mensenziel zichzelf in de boeien slaat door haar wereldse bindingen, gehechtheden, geldzucht en genotzucht. Oorspronkelijk heeft de mensenziel een vrije wil ontvangen opdat de ziel, de kroon op de Schepping, over alle geschenken van de Schepping vrij zou kunnen beschikken. De zielen hebben hun vrije wil echter gebruikt om de wereldse behoeften zo ongeremd mogelijk na te jagen. Precies deze zijn het echter, die de ziel in het verderf storten.

Het is zeer belangrijk dat U zich voor ogen houdt, zoals de Meesteres van alle zielen onderricht, dat een ziel zich in principe om de vijf volgende redenen slecht kan voelen, terwijl doorgaans de laatste van deze redenen (punt 5) grotendeels over het hoofd wordt gezien of tenminste wordt onderschat:

  1. doordat zij gezondigd heeft. Zelfs wanneer de ziel dit tegenover zichzelf niet toegeeft, of wanneer zij, bewust redenerend, onverschillig staat tegenover de zonde, herinnert haar geweten haar aan de zonde en aan het feit dat zij zich daardoor van God heeft verwijderd;
  2. doordat zij er niet in slaagt, bepaalde zwakheden en verleidbaarheden in zich te beheersen;
  3. doordat het leven haar heeft ontgoocheld of nog steeds ontgoochelt. Dit hangt in hoge mate samen met de verwachtingen die zij in verband met haar leven koestert;
  4. doordat zij niet goed overweg kan met bepaalde zielen die in haar dagelijks leven een niet onbelangrijke rol spelen, zodat deze zielen ertoe bijdragen dat zij haar verwachtingen niet kan verwezenlijken, of dat zij zich niet echt kan ontplooien, bijvoorbeeld op het spirituele gebied. Onder dit punt vallen eveneens alle negatieve of ondeugdzame gezindheden die in haar onmiddellijke omgeving heersen en die het eigen hart beklemmen;
  5. doordat de algemene atmosfeer van de maatschappij of de wereld met een zeer beklemmende duisternis is beladen.

Elk van deze vijf punten, lieve broeder, drukt op U. Punt 5 echter, speelt daarbij een rol die het leven veel méér tekent dan U vermoedt. Dit geldt voor elke ziel die tracht te groeien in het christelijke voelen. De Moeder Gods juicht het ten zeerste toe dat de zielen zich van hun zwakheden bewust worden, en tot iedere prijs aan zichzelf trachten te werken, maar Zij wil er eveneens, als het ware ter bemoediging, op wijzen dat de zielen er bij de evaluatie van hun emotionele gesteldheid rekening moeten mee houden dat over de wereld een buitengewoon dikke laag duisternis uitgespreid ligt, die de harten in uiteenlopende mate beklemt. Door deze uitspraak beoogt Maria helemaal niet dat de zielen op grote schaal alle factoren buiten zichzelf als schuldigen mogen aanwijzen om zo de eigen schuld te vergeten, maar wel dat de zielen in hun volhardende strijd om de eigen groei, zich niet door een vernietigend zelfbeeld zouden laten ontmoedigen. Dit is eveneens belangrijk. Beschouwt U het zo: Een gewonde soldaat (= een ziel die heeft gezondigd) kan nog altijd voor de strijd worden ingezet, maar een verlamde soldaat (= een ziel die op grond van haar zonden niet meer in zichzelf gelooft of bijna niet meer durft te leven) is niet langer geschikt voor frontdienst.

Wanneer de ziel in de christelijke geest is opgevoed, en daarna in de veelzijdige duisternis van het wereldse leven wordt ondergedompeld, kan zij inderdaad het gevoel krijgen dat Jezus haar in de Liefde heeft ontgoocheld. Het is goed, zich ervan bewust te zijn dat het niet Jezus is, die de ziel ontgoochelt, maar dat Hij het eerste slachtoffer is van de ontwikkeling die de wereld heeft gemaakt tot wat deze is: een oord van diepe duisternis waarin de Liefde via ontelbare zwarte gaten verdwijnt.

U hoeft niet te denken dat Uw zonden U van de Allerheiligste Maagd hebben verwijderd. Mocht dit werkelijk zo zijn, dan zou geen enkele ziel Maria ooit nog kunnen bereiken. De Moeder Gods trekt immers de zielen die hun eigen zondigheid inzien, nog krachtiger naar Zich toe. Wij mogen nooit vergeten welke zachte Moeder Zij was voor Maria Magdalena, zodra deze zichzelf tegenover Jezus als zondares beschuldigde. De Allerheiligste Maagd, deze Lelie van Hemelse zuiverheid, sloot Magdalena in Haar armen, schonk haar de meest barmhartige Liefde, en waakte verder over haar als over een dochter. Tussen hen bestond vanaf dat ogenblik een relatie waarin zij op drie verschillende wijzen met elkaar omgingen: Moeder-dochter, Zus-zus, Lerares-leerlinge. Tegenover ons gedraagt Maria Zich niet anders.

Het meest doeltreffende geneesmiddel tegen 'bezetenheid' (ik schrijf dit woord bewust tussen aanhalingstekens, omdat ik hiermee de toestand in de breedste zin van het woord bedoel) is de intens beleefde toewijding aan Maria. Maria ('de Vrouw') is de tegenpool van de satan (de helse slang onder de voet van de Vrouw). In de ziel die zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria overgeeft, voert de Koningin des Hemels een dieptereiniging uit, opdat de ziel in staat zou worden gesteld om onder Maria’s leiding aan de heiligingswerken in zichzelf mee te werken. De totale toewijding aan Maria is een heilig verbond dat beoogt dat de ziel in de diepte en onder haar voortdurende (vrijwillige) medewerking uit haar eigen vrije wil wordt geheiligd, en daardoor daadwerkelijk volledig kan worden ingezet in de strijd van 'de Vrouw' tegen 'de slang' – van het Licht tegen de duisternis, van de Liefde tegen de verleiding tot zondigheid. De totale toewijding aan Maria laat in de ziel een volledig nieuwe Liefde geboren worden, laat in haar de zon van het Ware Geloof opgaan, en laat de strelende stralen van de Ware Hoop in het hart naar binnen schijnen. De ziel begint daardoor haar leven en zichzelf geleidelijk anders te zien, ontdekt als het ware Maria (en daardoor ook God Zelf) opnieuw, en in haar verdwijnt geleidelijk (als nevel onder de kracht van de zon) de overtuiging dat de satan en zijn werken in haar volkomen onoverwinnelijk zouden zijn. (Let U goed op dit beeld: De nevel is de blindheid, die ontstaat uit de bekoring en de werken van de satan bij uitstek. De zon is het effect van de Liefde, zoals Maria deze in de ziel brengt).

Om tot Uw huwelijk de zuiverheid te bewaren (en eveneens nadien, dat spreekt vanzelf), kan ik U een geestelijk 'liefdesspel' met de Koningin des Hemels aanbevelen: U stelt zich in de geest voor, en spreekt dit voornemen ook tegenover Maria Zelf uit, opdat U de Hemelse Moeder en Meesteres daarin ten volle deel laat hebben, dat U bij elke bekoring vóór een roos staat. Overwint U de bekoring, dan kunt U deze wondermooie bloem aan de voeten leggen van Haar, die Uw Hemelse Geliefde is. Bezwijkt U echter voor de bekoring, dan geeft U haar eigenlijk de doornen. Deze oefening is een training in de Liefde en een graadmeter voor Uw Liefde tot Maria en tot God. Deze training zal U erbij behulpzaam zijn om de neiging tot onzuiverheid in Uzelf uit te hongeren. Vergeet U nooit: De ziel die de Hemelse Meesteres tot in het heldendom eert door Haar om niets ter wereld ontrouw te worden, wordt door Haar rijker beloond en begenadigd dan zij zich ooit zou kunnen voorstellen.

Lieve broeder, de toewijding aan Maria is een door God gebouwde brug, over dewelke de ziel gaat indien zij tot de laatste vezel van haar wezen God wil toebehoren en naar Hem toe een zo verregaande Liefde wil tonen, dat haar hartsgesteldheid de effecten van de erfzonde in de ziel kan verlammen.

Ooit bestempelde de Meesteres de totale toewijding aan Haar als het nieuw verworven vermogen van de ziel om zo te leven als ware zij niet aan de vernietigende effecten van de erfzonde blootgesteld. Maria beschouwt de totale toewijding van de ziel aan Haar precies als datgene wat Jezus bedoelde toen Hij zei dat de mens een tweede maal geboren moet worden, en wel uit de Geest: Totale toewijding is de springplank naar deze spirituele wedergeboorte.

De kracht met dewelke de ziel van deze springplank opspringt, wordt bepaald door de mate waarin zij zich in zelfverloochening aan Maria overgeeft. Maria werkt ernaar toe dat de ziel volledig in de zee van Haar volmaakte Liefde wordt opgelost, zodat zij 'tot een nieuwe Maria wordt'.

Wat zou, letterlijk genomen, 'een nieuwe Maria' in de eerste plaats kenmerken? De volmaakte heiligheid, het leven zonder het lek van de erfzonde in de ziel. Wij kunnen niet zonder de erfzonde opnieuw worden geboren, maar wel uit en in Maria een nieuw spiritueel leven leiden, dat zodanig wordt gevormd dat de stromen van het Goddelijk Leven niet langer door deze wonde van de erfzonde in de grond (= het aardse, het wereldse) verdwijnen.

Deze wedergeboorte wens ik U nu van harte. Ik ben er zeker van dat U daarin kunt en zult slagen. Vertrouwt U op de Meesteres van alle zielen, de Moeder van Christus, die Haar Goddelijk Kind opnieuw geboren laat worden in elke ziel die zich voor dit geschenk ontvankelijk maakt. Moge de nieuwe Hoop in Uw hart de kamer inrichten waarin de geboorte van de ware, bevrijdende Liefde zal plaatshebben.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 249

Slechts een gedrag dat in totale harmonie met de Goddelijke Wet verkeert, brengt vruchten voort voor Gods Heilsplan – Ons lijden is de sleutel op de poort van de ware Verlossing

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik kan Uw pijn begrijpen. Eenzaamheid is in het hart als een lege kamer in een huis waar vroeger leven en beweging was. Tot mijn grote spijt moet ik echter naar voor brengen dat het een christen, na een echtscheiding, niet toestaan is, een tweede huwelijk aan te gaan. Jammer genoeg kan ik ook op dit punt, zoals altijd, slechts de stelling van de Moeder Gods overbrengen, die immers de spreekbuis van de ene Waarheid van God is. Slechts een gedrag dat in totale harmonie met de Goddelijke Wet is, brengt vruchten voort voor Gods Heilsplan, en de verwezenlijking van dit Heilsplan is de enige reden voor ons bestaan op aarde. Precies daarom geldt de regel dat onze ervaringen op deze wereld op zichzelf in het kader van Gods Heilsplan van geen betekenis zijn. Hetzelfde geldt voor onze emoties, zoals eenzaamheid en vele andere: Zij zijn vergankelijk, wij verduren hen enkele jaren of decennia, en aansluitend gaan wij de onvergankelijke Eeuwigheid binnen, die miljarden malen ontelbare miljarden jaren lang duurt, letterlijk zonder ooit te eindigen. Onze eenzaamheid is dus in principe slechts een fractie van één enkele druppel in een oceaan.

God heeft ook onze meest pijnlijke emoties toegelaten omdat deze beproevingen vruchtbaar zijn voor de Verlossing van zielen en voor de verwezenlijking van het Plan via hetwelk God de Ware Vrede op aarde wil grondvesten. De wereld moet weer tot een aards Paradijs worden, dat heeft de Goddelijke Wet voorzien. Dit kan slechts gebeuren door het lijden van de zielen die zich in het Lijden van Christus laten opnemen.

Het kan een ziel soms onrechtvaardig lijken dat zij een fout, die zij vele jaren geleden uit onwetendheid heeft begaan, nu moet uitboeten. Nochtans is precies deze compenserende Gerechtigheid een doorgaans totaal miskende bron van volmaakte Liefde. Hoe buitengewoon is het toch: Onze fouten zijn reeds dragers van de sleutels tot onze Verlossing. Gods Liefde gaat dus zo ver, dat Hij in een fout, bedreven door een daad van gebrek aan Liefde tot Hem (want elke overtreding van de Goddelijke Wet is uiteindelijk het kind van een gebrekkige Liefde tot God – ieder van ons baart dagelijks dergelijke 'kinderen'), meteen het zaad van ons Geluk heeft verborgen. Slechts één ding vraagt Hij van ons: dat wij in ons hart één zouden worden met Zijn Zoon, dat wij Zijn Kruis een beetje helpen dragen, opdat wij erbij zouden zijn wanneer Hij het verzoek om de bekroning van onze Verlossing vóór de Troon van de Goddelijke Barmhartigheid indient.

Wanneer wij het zo beschouwen, lieve zus, biedt dit leven ons niets anders dan louter geschenken van Goddelijke Liefde.

Fouten maakt elke ziel. Wanneer zij zich ervan bewust is dat de fout een overtreding tegen de Goddelijke Wet is, en zij begaat deze fout toch, dan begaat zij een zonde. Is de ziel zich er niet van bewust, dan begaat zij een vergissing. God zal met deze onwetendheid rekening houden. Nochtans is ook in dit laatste geval, door de fout, het evenwicht in Gods Schepping in het gedrang gebracht. Elke verstoring van het evenwicht moet worden gecompenseerd, en deze compensatie gebeurt door gebeden, boete, offers, Heilige Missen, beproevingen en lijden. De compensatie kan eveneens gebeuren via Gods genadewerking en door de bemiddeling van Maria, maar hoe groter de mate aan Hemelse tussenkomst, des te minder heiligt de mensheid zich door eigen verdiensten. Het uiteindelijk gevolg is een achteruitgang van de staat van genade, wat in een verder verminderen van de Vrede en de Liefde op aarde en in een nog grotere vatbaarheid voor de bekoring en de zonde tot uitdrukking wordt gebracht.

Op deze wijze, lieve zus, heeft elke ziel het lot van de hele mensheid mede in de hand. Ons lijden is de sleutel op de deur van de ware Verlossing. Wanneer wij deze sleutel niet gebruiken, maar er eigenlijk liever zouden om vragen dat God Zelf de deur voor ons opent, dan boeken wij in onze spirituele ontwikkeling geen vooruitgang. Wij mogen nooit vergeten dat wij slechts dit ene leven hebben. Het is ons als weg naar de Gelukzaligheid geschonken. De enige regel voor onderweg is dat wij de weg zo moeten nemen, zoals hij zich aan ons aanbiedt. Wij gaan hem nooit voor ons alleen, wij gaan hem ten bate van de hele mensheid opdat deze als geheel moge worden geheiligd, en voor God opdat Zijn Heilsplan moge worden verwezenlijkt.

Er bestaat derhalve geen grotere uiting van Liefde als deze, dat wij onze beproevingen in Liefde aanvaarden. De mate van onze Liefde is beslissend voor de quotering die wij in het uur van ons oordeel krijgen. In het uur van ons levensoordeel zullen wij de oneindige waarde van deze liefdevolle aanvaarding van onze beproevingen in haar volheid herkennen. Precies daarom wensen ontelbaren in dat uur vurig dat zij op aarde met meer Liefde en aanvaarding hun beproevingen zouden hebben doorstaan. De uren van de beproevingen op aarde lijken ons lang. Veel langer nog is elke seconde van beproeving in het oord van loutering, waar de ziel haar gebrek aan aanvaarding vanuit een volledig nieuw perspectief kan en moet beschouwen, namelijk op grond van het inzicht in Gods volheid van de Waarheid over haar voorbije leven en alle elementen van dit leven. Ik sluit mij graag aan bij Uw gebeden en bid vooral voor U om steun in elk moeilijk uur, opdat U zou mogen kunnen volharden. Het zal meer dan de moeite waard zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 250

God stelt wel eens tekenen voor het feit dat een ziel of een gezin beter van richting zou veranderen – een liefdevol gedrag en een vreedzame uitstraling zijn zoals een Hemels virus: hun effect is besmettelijk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De Moeder Gods wil U graag tot rust brengen en bemoedigen. U bent geen drager van een ziekte die nog niet bekend zou zijn. U bent nu eenmaal zoals U bent, omdat dit in Gods Plan met Uw levensweg in de huidige fase van Uw leven past. Vele dingen die door werelds denken niet worden begrepen, krijgen de naam van één of andere ziekte. Laat U Uw ziel niet in een dergelijk kastje opsluiten, want zij is, zoals zij momenteel moet zijn om het plan te voltooien dat God met haar heeft.

Vele zielen denken dat met hen iets ernstigs aan de hand is dat misschien wel op geestesziekte wijst, terwijl de Goddelijke Voorzienigheid hen eenvoudigweg in een bepaalde richting leidt. Dit kan diverse redenen hebben. In Uw geval heeft het er veel mee te maken dat voor U de tijd is gekomen om meer rust in Uw leven te brengen en om de zielen in Uw omgeving te leren, zich tegenover U te oefenen in geduld, Liefde en begrip. Deze zielen zijn op grond van hun wereldse bezigheden vergeten, dat zij in U met een ziel te maken hebben, dit wil zeggen met een wezen dat zich spiritueel moet kunnen ontplooien. Wijdt U de boeien waarin deze zielen gevangen zitten, toe aan Maria opdat zij zouden kunnen worden bevrijd. Uw lijden zal er intussen toe bijdragen dat deze bevrijding mag worden bespoedigd.

God kan inderdaad tekenen stellen voor het feit dat een ziel of een gezin beter van richting zou veranderen. In vele gevallen is het zo dat een ziel die spiritueel werkelijk wil groeien, geleidelijk uit haar wereldse bindingen wordt bevrijd. Om spiritueel te kunnen groeien, moet een ziel zich 'vrijer kunnen bewegen', wat wil zeggen dat haar boeien moeten worden verbroken. De wereldse, financiële en materiële belangen bouwen een bunker omheen de ziel, die haar weldra met duisternis en kilte omhullen en haar in gevangenschap zetten. Soms wordt een ziel er door een ziekte toe aangezet, van richting te veranderen. Soms laat de Goddelijke Voorzienigheid de ziel eenvoudigweg zo weinig werk toekomen, dat zij ertoe wordt aangezet om zich nog méér op de niet-stoffelijke belangen te richten. Dat gebeurt zeer vaak bij de zielen die God zoekt voor een bijzondere opdracht. In deze tijd waarin de wereldse bestrevingen zozeer overheersen, heeft de Hemel steeds méér nood aan zielen die zich uit vrije wil in verregaande mate van al het wereldse losmaken.

Uw hart, lieve zus, is reeds een hele tijd op zoek naar het hogere. U hebt daarom begrepen dat er zeer veel méér is waarvoor men zou moeten leven dan het werelds werk. Ik kan U verzekeren: U zult altijd over voldoende geld beschikken indien U maar vast in Maria’s leiding en in Gods Liefde gelooft. Ik kan U absoluut geen rijkdom beloven, want deze laat zich zeer moeilijk verenigen met spirituele groei. De Hemel weet dit en vormt daarom de levensweg van de ziel, die zich totaal voor Gods Werken wil geven, dienovereenkomstig.

Het zal niet gemakkelijk zijn, argumenten te vinden opdat Uw man hiermee Vrede zou hebben zolang hij louter materiële doelstellingen nastreef. U kunt hem zijn opvattingen nauwelijks uit het hoofd praten omdat men met spirituele argumenten zeer weinig vermag tegen een werelds denkende geest. De denkende, redenerende geest kan de argumenten voor een spiritueel gericht leven eenvoudigweg niet begrijpen. Hier gaat het om twee werelden die zeer ver uit elkaar liggen. Het Hemelse voelt vooral, terwijl het wereldse vooral denkt, rekent, vergelijkt, piekert, achteruit kijkt. Het hart moet worden geopend. Dit kan nauwelijks door woorden tot stand worden gebracht, maar vooral door gebeden en door het offeren van Uw lijden, Uw huidige vernedering en Uw Liefde tot God, tot Maria en tot diegenen die U momenteel nog niet kunnen begrijpen.

Wat betreft Uw moeder, zou gebed 908 zeer geschikt zijn. U kunt het zodanig verrichten als zou het door Uw moeder zelf worden gebeden. Een ziel kan pas uit haar beklemming worden bevrijd, wanneer zij haar verleden met God heeft verzoend. Dit kan op geen enkele wijze beter worden gedaan dan door Biecht en toewijding.

De gevoelsschommelingen waarover U schrijft en die zijn beginnen optreden na de totale toewijding aan Maria, zijn niets ongewoons. Dit 'opspringen van vreugde en tot de dood bedroefd' doet zich vaker voor omdat de ziel zich, in de eerste fase na de totale toewijding, in een situatie bevindt die hoofdzakelijk door twee componenten wordt getekend:

  1. door een diepgaande innerlijke zuivering. De bouwwerf moet grondig worden geveegd alvorens het nieuwe gebouw kan worden opgericht.
  2. door onbestemde verwachtingen naar de toekomst toe.

Wanneer daar nog situaties van gebrek aan liefdevolle communicatie bijkomen, kan het hart het in een dergelijke periode zwaar te verduren hebben, omdat het hart van de toegewijde ziel zich voor de Ware Liefde tracht te ontsluiten. Het wordt daardoor veel gevoeliger. Deze communicatiestoornis is toe te schrijven aan een overgewicht aan wereldse dingen in het gezin: Ware Liefde wordt in rust, Vrede en stille, ingetogen vreugde uitgewisseld. Waar de jacht van de wereld overheerst, kan de Liefde niet vlot stromen. Daar heerst eigenlijk slechts de koorts van dit denken en van de niet ingeloste verwachtingen.

Laat U zich niet op de dwaalweg leiden, te menen dat U geen vooruitgang boekt. De grootste vooruitgang maakt de ziel vaak op die dagen waarop zij onder het kruis bezwijkt. Aangezien de ziel zichzelf tijdens de diepste uitzuivering nauwelijks herkent – men denke hier aan het uitzicht van een bouwwerf met alle chaos die men daar aantreft – heeft zij de indruk dat zij werkelijk zeer snel achteruit gaat. Eigenlijk zou men tijdens de renovatiewerken de werf beter helemaal niet betreden, wat wil zeggen dat de ziel tijdens een spirituele reinigingsfase niet te kritisch mag zijn over zichzelf en zichzelf al zeker niet mag beoordelen. Niemand evalueert een huis tijdens de renovatiewerken, noch zal iemand een dergelijk huis bewonen. Slechts de toestand daarna is van belang: Hoe gaat de ziel om met zichzelf? Kan zij zich in haar vernieuwde toestand moedig op weg begeven? Kan zij na de crisis opnieuw met zichzelf leven? Dat kan zij slechts wanneer zij kan inzien wat in haar is veranderd en waar het verschil met vroeger ligt.

U kunt de situatie in Uw gezin niet in een handomdraai veranderen omdat, uiteindelijk, elk gezinslid aan zichzelf moet werken en het eigen gedrag opnieuw met Liefde moet opvullen. Van U wordt de eerste stap verwacht, dat U zelf eenvoudigweg een voorbeeld van Liefde en Vrede zou worden. Een liefdevolle houding en een vreedzame uitstraling zijn zoals een Hemels virus: zij werken besmettelijk, en in principe heeft geen enkele ziel daartegen een onfeilbare weerstand. In de diepte verlangt elke ziel naar Ware Liefde en Ware Vrede. Wanneer men deze eigenschappen in een ziel aantreft, zal in het eigen hart steeds iets worden geraakt. Wanneer deze toestand in deze ziel blijft aanhouden, zal het eigen hart uiteindelijk aan de neiging toegeven om deze atmosfeer ook in zichzelf toe te laten. Probeert U het eens. Het werkt.

Of over Uw gezin een vloek is uitgesproken? Er zijn vloeken die louter hieruit bestaan dat de ziel zich door de wereld en zijn nefaste betoveringen laat vangen. De macht van Maria breekt elke vloek, zowel die van binnenuit als die van buitenaf. De wijding van een huis is waardevol omdat deze Gods Licht over het huis en zijn bewoners afsmeekt. Nochtans kan dit Licht slechts zijn werking in stand houden wanneer het van binnenuit wordt gevoed. U die in het Ware Licht gelooft, kunt het als eerste voeden met het Licht van de innerlijke Vrede en de Ware Hoop, die Maria U wil schenken.

Gelooft U in de Koningin des Hemels, Zij is als een lichtvolle bloem. Waar Zij Zich vestigt, ontvouwen Haar blaadjes zich laag voor laag en ontwikkelen daarbij een zodanig Licht dat de schaduwen in Uw omgeving wijken. Op deze wijze kan de ziel ook zelf zegen om zich heen verspreiden. Ik moet het steeds opnieuw schrijven: God wil Zijn Werken volbrengen in eenheid met de mensenziel. Gods zegen wacht op de geschikte gesteldheid in de zielen via dewelke ook U van Uw kant zegen kunt brengen. U zult de kracht ontvangen om het eerste lichtpunt in Uw huis te worden. Probeert U het, Maria zal in U zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 251

De Hemel geeft zo goed als nooit een publiek oordeel over een ziel – de hier op aarde verworven verdiensten worden ons niet verklapt

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw intenties ten gunste van Uw dochter heb ik met heel mijn hart aan de Meesteres van alle zielen aangeboden. Maria geeft geen antwoord op de vraag waar de ziel van de overleden zoon zich nu bevindt. Vragen over de verblijfplaats van overledenen beantwoordt de Hemel in principe uiterst zelden. In vroegere brieven heb ik mogen uiteenzetten om welke redenen dit niet vaak gebeurt. De Moeder Gods beantwoordt echter wel de vraag of de overleden zoon alles heeft wat hij nodig heeft. Het antwoord is: "Ja, God is Liefde. Na de dood heeft de ziel niets anders nodig dan Liefde". Ik moet bovendien vanwege de Meesteres met bijzondere nadruk mededelen dat Uw dochter aan datgene wat de 'ziener' met betrekking tot de zoon heeft gezegd (en ik citeer de woorden van de Meesteres letterlijk) "geen aandacht mag schenken. Dit bericht komt niet uit het Hart van God".

Met betrekking tot Uw tweede dochter: Deze ziel draagt een last uit het verleden, die zij niet heeft verwerkt. Hoewel zij in de Kerk troost zoekt, is zij niet werkelijk geneigd om de Latijnse Heilige Mis bij te wonen, niet omdat zij niet bereid is om het te doen, maar omdat zij vreest, in de Latijnse Mis, waarvan zij de taal niet verstaat, deze troost niet te vinden. Neemt U haar dit niet kwalijk, zij kan er niets aan doen, want dit voltrekt zich geheel onbewust in haar. God heeft daar begrip voor. Het zou echter goed zijn, haar gekwetst hart aan Maria toe te wijden opdat de wonden zouden kunnen worden genezen. Deze ziel heeft nood aan nieuw vertrouwen in God, want in principe wordt zij innerlijk door gevoelens heen en weer geslingerd: Zij zoekt houvast bij God maar is tegelijkertijd bang voor Hem. Dat is zeer jammer. God bemint haar zo zeer.

Met betrekking tot het beeld waarmee Uw dochter door de 'ziener' werd vergeleken, laat Maria met veel klem zeggen dat de ziel zeer voorzichtig moet omgaan met beelden die haar vaak op georganiseerde wijze worden voorgehouden, omdat de Hemel zo goed als nooit een ziel openlijk evalueert, noch via rechtstreekse beschrijvingen, noch via beelden die mensen kunnen aanzetten tot een waardeoordeel. Ik zou deze woorden van Maria als volgt kunnen verduidelijken: Het leven is een school. Pas na het einde van het schooljaar worden de quoteringen over het afgelopen jaar vrijgegeven. God laat het schoolrapport nooit openlijk zien alvorens de schoolperiode afgesloten is. De zielen moeten er steeds rekening mee houden dat de natuur van hun wezen vaak op grond van uiterlijke kenmerken met bepaalde beelden wordt vergeleken. Diegene die het beeld interpreteert, laat zich daarbij gemakkelijk misleiden door datgene waaraan de mens die hij vóór zich heeft, hem herinnert.

Uw dochter zal in haar eigen hart de signalen ontvangen die Gods Geest haar via haar eigen geweten doorstuurt om haar tot steeds méér groei aan te sporen. Hoeveel bloemen nu reeds in onze tuin in het hienamaals bloeien, en welke soorten er bloeien, wordt ons niet verklapt zolang wij met het uitzaaien bezig zijn. Zo is het beter, want anders zouden wij geen verdiensten kunnen voorleggen wanneer wij vóór God verschijnen. God is de kampioen van de verheugende verrassingen. Wanneer God ons nu reeds zou verraden hoe onze tuin Hierboven eruit ziet, zou voor ons een deel van de vreugde weg zijn wanneer wij de tuin voor goed betreden, en zou Hij zich niet meer zo zeer over onze verbazing kunnen verheugen.

Ik sluit U allen diep in mijn hart. De Moeder Gods houdt van U allen, meer dan woorden kunnen uitdrukken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 252

Over de komst van de antichrist – over de voorspellingen over de eindtijd – over de eindtijdkoorts

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Er wordt de jongste jaren ongelooflijk veel over de komst van de antichrist gesproken. Het meest opvallende bij alle 'boodschappen' in dit verband zijn de vele tegenstrijdigheden. Nog bij het begin van mijn roeping heb ik de Moeder Gods om klaarheid gesmeekt, opdat ik mij in geen enkel opzicht in deze materie zou vergissen, die toch belangrijk is, aangezien zij zovele zielen zo intensief bezighoudt. Ik deel U met bijzondere vreugde de visies van de Meesteres van alle zielen mede, en wijs U bij deze meteen op de beslistheid en de beklemtoning van de woorden via dewelke Zij mij in dit verband heeft onderricht.

Opdat de context van de onderrichting van Maria heel duidelijk zou zijn gesteld, citeer ik in de eerste plaats de woorden door dewelke U de opvatting en de gesteldheid van de persoon beschrijft, die U over de komst van de antichrist spreekt. Deze gaat ervan uit dat de antichrist komt in 2012, zij doet opzoekingen over de identiteit van de antichrist, en meent nood te hebben aan tent en slaapzak om te kunnen vluchten wanneer de tijd is gekomen. Wat zegt de Koningin des Hemels over dit alles?

Ten eerste moeten wij de vraag stellen, of de antichrist komt

Maria zegt hierover: De antichrist is de satan. Hij is er altijd al geweest. Hij heeft de eerste mensenzielen tot de erfzonde verleid, en is reeds doorheen de hele heilsgeschiedenis aan het werk. Het is de mensenziel die bepaalt, in welke mate hij zijn vernietigingswerken in de wereld en in de individuele zielen kan doorvoeren en tot volle 'vruchtbaarheid' kan brengen, met andere woorden: in welke mate hij de zielen voor zijn eigen doelstellingen, plannen en werken kan inzetten, opdat zij hem erbij behulpzaam zouden zijn om Gods Werken te ondermijnen, de vruchtbaarheid van deze Werken af te remmen en het tijdstip van hun voltooiing uit te stellen.

Wanneer komt de antichrist?

Deze vraag is op zich eigenlijk reeds gebaseerd op een verkeerd uitgangspunt, zoals hierboven verduidelijkt. Maria voegt aan deze bovenstaande stelling met een bijzondere beklemtoning toe:

dat geen tijd mag worden verspild met speculeren over jaartallen en tijdstippen. Rekening houdend met de genadestaat van de wereld, die nooit beklagenswaardiger is geweest dan in deze tijd, is het nu de hoogste tijd dat zoveel mogelijk zielen zich totaal aan Haar (de Hemelse Meesteres) zouden toewijden, aangezien Zij door God tot Leidster in de strijd tegen de antichrist is aangesteld en de macht heeft gekregen om hem de kop te verpletteren. Zij, de Moeder van Christus en de meest verhevene en heiligste van alle zielen wier voeten ooit de aarde hebben aangeraakt, heeft de macht ontvangen om de Werken van Licht van Christus in de individuele zielen te voltooien, respectievelijk te ontsluiten. Aan deze opdracht wijdt Zij Zich in deze tijd in de volheid van Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, door de verkondiging van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, en door de heiligingswerken die Zij in de totaal aan Haar toegewijde zielen, met hun vrijwillige medewerking, tracht te volbrengen. Het komt er nu meer dan ooit op aan, dat de zielen met volharding en vastberadenheid aan zichzelf werken, naar het voorbeeld van Christus en volgens de onderrichtingen van het Evangelie en van de Meesteres van alle zielen.

Hoe moet men volgens de Koningin des Hemels omgaan met de zogenaamde eindtijdkoorts?

De Meesteres onderricht: God heeft de duivel toestemming gegeven om de mensenzielen te beproeven. Deze toestemming past binnen het kader van de volkomen onschendbaarheid van de vrije wil van de ziel. De ziel moet uit vrije wil voor het goede of het kwade kiezen, voor het Licht of de duisternis, voor God of de duivel. De details van de plannen van de duivel zijn voor de ziel echter even onbekend als de details van Gods Plannen. Dit geldt zowel voor hun inhoud als voor het tijdstip waarop deze details zullen worden doorgevoerd. Deze geheimhouding is een noodzaak, die is gebaseerd op de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid. Geen enkele ziel mag zich tot in de details kunnen voorbereiden op de volgende stappen die de satan zal zetten, evenmin als op de stappen die God wil zetten. Mocht de ziel dit wel kunnen, dan zou zij in haar handelen en denken worden beïnvloed, wat haar verdiensten op de weg naar de heiliging in het gedrang zou brengen.

God verlangt ernaar, dat de ziel de hoogst mogelijke vruchtbaarheid op haar levensweg bereikt. Daarom zal Hij nooit toelaten dat een ziel zou kunnen voorspellen wat in deze strijd tussen het Licht en de duisternis zal gebeuren, in welk jaar en op welke dag. Aan geen enkele ziel zal Hij ooit verraden hoe de duivel zijn strategieën precies zou willen uitwerken, in welke volgorde en op welk tijdstip, en evenmin zal Hij ooit aan een ziel de details en tijdstippen verraden van datgene, wat Hij Zelf binnen het kader van Zijn Heilsplan wil doen. De Meesteres zegt met de grootste klemtoon: Elke ziel die in het kader van de strijd tussen het Licht en de duisternis gebeurtenissen en tijdstippen voorspelt, haalt deze kennis noch uit de Bron van de Eeuwige Wijsheid, noch uit het Hart van Gods Vertegenwoordigster.

Wat zegt Maria over de uitspraak dat de antichrist zal komen in 2012?

Indien de ziel zich deze gebeurtenis als een zintuiglijk waarneembaar fenomeen voorstelt, waarvoor zij moet vluchten of waarvoor zij zich, door te vluchten, in veiligheid kan brengen, denkt zij materieel menselijk in plaats van spiritueel.

Eerst en vooral het volgende: De antichrist heerst sedert zeer lange tijd over zeer veel zielen, en wel via de meest uiteenlopende middelen en op de meest uiteenlopende wijzen. De Meesteres van alle zielen heeft Zich daarover reeds herhaaldelijk in onderrichtingen geuit. Wanneer deze vernietigingswerken hun toppunt zullen bereiken, kan niet in tijd worden uitgedrukt. Elke ziel beschikt over een vrije wil door dewelke zij vrij kan bepalen in hoeverre zij de duisternis zal toestaan om in haar wortel te schieten. Zolang ook maar één enkele ziel zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria en aan het ware traditionele christelijke Geloof overgeeft, is de heerschappij van de duivel slechts een fase, die God zal toelaten als teken voor het feit dat de vervulling van Zijn Belofte over de definitieve overwinning van het Licht op de duisternis, door het verkeerd gebruik van de vrije wil van de mens op de lange baan wordt geschoven.

De ellende, de liefdeloosheid, en in één woord de gevoelloosheid van deze wereld, zijn waarschuwingstekenen voor het feit dat de zielen zich dringend naar het Licht moeten toewenden en hun ogen moeten openen voor het feit dat zij door hun afhankelijkheid van alle wereldse waarden en behoeften hun eigen Geluk in de weg staan en derhalve bezig zijn, de kar van de duivel trekken, die hun beproevingen onophoudelijk zwaarder en zwaarder maakt.

De 'komst van de antichrist in 2012' (of trouwens in om het even welk ander jaar...) is op zich een onzinnige uitdrukking. Wordt daarmee bedoeld dat in dat jaar de heerschappij van de satan in de wereld volkomen zal zijn, dan belijdt men daardoor, geneigd te zijn te geloven dat God door de satan volledig buiten spel kan worden gezet, en dat bovendien de Werken van de Meesteres van alle zielen volkomen zinloos zouden zijn. Door een dergelijke opvatting zou de ziel de deugden van Hoop en vertrouwen op God volledig uit de wereld verbannen, en tegenover God getuigenis afleggen voor het feit dat zij helemaal niet in Zijn Liefde gelooft, door dewelke Hij toch de zielen heeft geschapen en verlost. Daardoor zou ook het Lijden van Christus zinloos worden. Het eindresultaat zou inderdaad zijn, dat Gods Rijk zonder slag of stoot aan de duisternis zou worden uitgeleverd. Welke ziel durft door haar gebrek aan Hoop, aan Geloof en aan Liefde aan de groei van een dergelijke situatie meewerken, en zich niettemin nog christen noemen? Waar blijft dan de heiligheid van de kroon op Gods Schepping, wanneer zij de macht van de antichrist voor werkelijkheid houdt, doch Gods macht beschouwt als een illusie?

Kan diegene komen, die er reeds van bij het begin was, en die de levenswegen van de zielen op de meest uiteenlopende mate heeft beïnvloed? Kan hij ook in die zin komen, dat hij plots God van al Zijn macht berooft? God, de Bron van de enige Waarheid, heeft de overwinning van het Licht op de duisternis voorspeld, en deze in een Goddelijk Decreet vastgelegd. De Meesteres van alle zielen wijst erop, dat elk Goddelijk Decreet, elke Goddelijke Beschikking, in vervulling zal gaan, omdat deze in vervulling moeten gaan: Gods Decreten en Beschikkingen zijn uitingen van de Goddelijke Wil, en elke dergelijke uiting werkt zich uit tot zij volkomen vervuld is. In deze definitieve vervulling ligt de sleutel tot het evenwicht binnen de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid:

Zolang een Goddelijk Decreet zich uitwerkt, streeft de Wet van Zijn Gerechtigheid naar een nieuw evenwicht op een steeds hoger niveau van heiligheid voor de zielen. Om deze reden moet elk Decreet uiteindelijk worden vervuld. De conclusie luidt dus:

De Goddelijke Belofte krachtens dewelke de zielen van alle duisternis bevrijd zullen worden, en de duivel, de bron van alle ellende, onder de macht van het Kruis van Christus en de voet van de Onbevlekte Ontvangenis definitief onwerkzaam zal worden gemaakt, moet en zal in vervulling gaan. Deze overwinning van het Licht staat onwankelbaar vast. Het tijdstip ligt voor een groot gedeelte geborgen in de mate waarin zoveel mogelijk zielen hun vrije wil inzetten om de voltooiing van Gods Plannen en Werken te verwezenlijken en te helpen bevorderen. – Woorden van de Hemelse Meesteres.

Wat met de opvatting dat de ziel zich op een vlucht moet voorbereiden?

Ten eerste moet erop worden gewezen, dat men voor de antichrist helemaal niet kan vluchten. Het gaat hier niet om een monster in een stoffelijk lichaam, maar om de belichaming van de godvijandige kracht, die onstoffelijk is en die het hele spirituele leven doordringt in de mate waarin de ziel het Licht niet voldoende liefheeft. De waarlijk christelijke ziel vlucht bovendien niet voor de duivel. Zij zoekt haar bodem te zuiveren, opdat hij zijn onkruid niet in haar zou kunnen laten groeien. Voor de antichrist letterlijk vluchten, zou betekenen dat men ervan uitgaat, dat er op aarde plaatsen zijn waar de duisternis niet aanwezig is, of waar zij niet kan komen.

De zielen moeten zich ervan bewust zijn dat de duivel, de duisternis, niet aan geografische voorwaarden is gebonden. Hij is geen leger dat kilometer na kilometer doorstoot of wordt teruggedrongen. De duivel is een kracht die in geest, hart en ziel doordringt en daar wortel schiet, opdat hij in de ziel en via haar zijn nefaste werken zou kunnen voortzetten. Tegen de duivel heeft de ziel geen tent en rugzak nodig, zij heiligt zich met de ogen gevestigd op de gekruisigde Christus en onder leiding van de Koningin des Hemels, Wier voet de helse slang zal bedwingen, definitief zal vernederen en onwerkzaam zal maken. Maria zal dit kunnen doen, en Zij zal dit op kracht van de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid mogen doen naarmate elke ziel eerst haar eigen slangen (= haar eigen duistere elementen), met andere woorden deze, welke zij op haar eigen grond moet vangen, aan de Meesteres van alle zielen uitlevert.

Staat er niet in de Goddelijke Belofte dat het gevolg van 'de Vrouw' (Maria), dus diegenen die hun leven totaal in Haar dienst leiden, en zich met hun hele wezen en al hun beproevingen liefdevol aan Haar overgeven, de slang zal bedreigen? De Bijbel spreekt daar over deze tijd: Wij zijn het, die de Goddelijke Belofte in werkelijkheid moeten omzetten, door noch voor te slang te vluchten, noch op de kalender te zitten kijken wanneer zij zou kunnen komen, maar door in onze eigen ziel alert te zijn voor haar aanwezigheid (= wij moeten ons van onze eigen fouten bewust worden) en haar aan de voeten van onze Meesteres uit te leveren (dit wil zeggen: onze fouten met volharding te bestrijden onder leiding van de Meesteres van alle zielen).

Er is verkondigd dat de Koningin des Hemels de Hemelse legerscharen in de strijd tegen de duisternis zal leiden. In deze hoedanigheid als Leidster in de strijd zal Zij alle godvijandige krachten onder Haar voet onwerkzaam maken, hun werken afbreken en hen door tempels van Goddelijke Liefde vervangen (de aan Haar toegewijde zielen, die ook daadwerkelijk in Haar dienst leven, op elk ogenblik en in elke situatie van het dagelijks leven).

Maria vraagt daarom met vuur aan de zielen:

dat zij zich uit hun verblinding laten bevrijden, en de onderrichtingen van de Hemelse Koningin tot hun eigen vlees en bloed laten worden, opdat zij kunnen inzien dat de vele intimiderende profetieën over de komst van de antichrist in het kamp van de vijand worden gemaakt, en niet in het Hart van God. Zij wijst erop, dat de duivel zielen ertoe brengt, verontrustende woorden in omloop te brengen, waaruit de ziel de conclusie moet trekken dat God haar heeft verlaten. De duivel heeft met dergelijke boodschappen de bedoeling, zoveel mogelijk zielen te ontmoedigen, en hen zo totaal bezig te houden met lege speculaties, dat zij vergeten, datgene te doen waartoe zij werkelijk zijn geroepen: aan hun eigen heiliging en aan de verwezenlijking van Gods Heilsplan te werken, waarvan de voltooiing precies de verlamming van de antichrist beoogt.

Lieve broeder, de eindtijdkoorts draagt precies dezelfde handtekening van oppervlakkigheid als onze hele wereld in deze tijd. Dit komt voort uit het feit dat deze koorts uit identiek dezelfde bron voortkomt als de mentaliteit van de moderne wereld: deze van de duivel zelf. Er bestaat slechts één geneesmiddel tegen al deze werken van de satan: de oprechte, alles aanvaardende en opofferende Liefde. Elke individuele ziel moet de bloem van de Ware Liefde in haar eigen zielentuin tot bloei brengen. Het geheel van deze bloeiende tuinen zal precies Gods Rijk op aarde zijn. De Meesteres verraadt ons in elk geval het volgende: De antichrist heeft een bloemenallergie. Hoe meer Liefdesbloemen wij zaaien en begieten, des te zwakker wordt hij en des te zekerder kunnen wij ervan zijn, dat hij helemaal niet meer kan 'komen', dit wil zeggen: dat hij helemaal geen zonden meer zal zaaien, noch zal kunnen zaaien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 253

God verbergt Zijn geneesmiddelen in de beproevingen – Waarom komt datgene waarnaar wij verlangen, vaak niet onmiddellijk?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij, te vernemen dat precies de moeilijkheden die U de jongste jaren hebt ervaren, U dichter bij God hebben gebracht. Steeds weer stellen wij vast, zoals de Meesteres van alle zielen blijft herhalen, dat God inderdaad in de beproevingen reeds Zijn geneesmiddelen verbergt. Dat is heel verheugend, en rechtvaardigt alle Hoop.

Aangezien U de totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen hebt verricht, respectievelijk hebt vernieuwd, mag U er met zekerheid van uitgaan dat Maria over Uw toekomst waakt. Beslissingen moet de ziel zelf nemen, omdat precies deze beslissingen uit eigen vrije wil haar, overeenkomstig Gods Liefdeswet, Heil opleveren. Wat Maria Zich echter tot doel stelt, is de bewaking van onze levensweg. In de mate waarin wijzelf ertoe bereid zijn, Haar tot Heerseres over onze innerlijke gesteldheden te maken, vormt Zij ons hart helemaal om. Zij vervult het met het Goddelijk Licht, dat de ware innerlijke Vrede en veel duidelijker inzichten brengt. Daaruit ontstaat voor de ziel een groeiend vermogen om de juiste beslissingen te nemen, dit wil zeggen: Beslissingen die heilig zijn, dus die Gods Werken bevorderen en de eigen heiliging en het beleven van het eigen Geluk vervroegen of laten toenemen.

De ziel komt er, op grond van deze omvorming van hartsgesteldheid, ook steeds gemakkelijker toe, zich neer te leggen bij eventuele situaties met dewelke zij vroeger niet of nauwelijks overweg kon. Dat is een groot geschenk, want er zijn zielen die precies door dit vermogen het Ware Geluk hier op aarde vinden. De ziel bereidt als het ware uit elke duisternis die op haar afkomt, inwendig Licht. Met Maria in het hart draagt de ziel de opgaande lentezon in zich, die zoals bekend de vruchtbaarheid van de velden aanwakkert en de belofte van de zomeroogst brengt. In de ziel zou dit concreet betekenen: Maria bewerkt de ziel inwendig zodanig dat deze steeds dichter bij de vruchtbaarheid van de ware heiligheid kan komen.

De levensfase die U nu doormaakt, is een beproeving op diverse gebieden. God heeft Uw bedoelingen en Uw vaste wil om U echt voor Uw spirituele ontwikkeling in te zetten, natuurlijk gezien, en zal nu zonder twijfel trachten, daar datgene van te maken wat voor Uw Eeuwig Geluk evenals voor Zijn Heilsplan het beste is. Zoals elke ziel, speelt ook U een welomschreven rol binnen het Goddelijk Heilsplan. Niet elk detail van deze rol kunt U nu reeds herkennen. Dat hoeft U ook niet te kunnen. Het leven van een ziel is niet helemaal te vergelijken met een rol in een toneelstuk, in hetwelk elke speler elk woord en elk gebaar moet voorbereiden. Het spirituele leven kenmerkt zich precies door volledige spontaneïteit en de noodzaak van een uiterste flexibiliteit.

Heel vaak krijgen wij niet onmiddellijk datgene waarnaar wij verlangen, omdat de Goddelijke Voorzienigheid weet, dat onze spirituele ontwikkeling nog geen voldoende vaste bodem heeft om het spirituele leven te dragen, dat op een ander levensniveau vereist kan zijn. Eén voorbeeld: Een vrouw heeft een beroepsloopbaan, maar zij zou deze graag opgeven om een gezin te stichten. Hoewel zij vast van plan is om als echtgenote, en indien mogelijk als moeder, een echt christelijk leven te leiden, met meer afstand van de wereld dan haar nu in haar beroep mogelijk is, schijnt zij er niet in te slagen, de juiste huwelijkspartner te vinden. Waarom niet? Een christelijk huwelijk zou God toch minstens even goed passen als een beroepsloopbaan? Absoluut, in de meeste gevallen zelfs veel beter, maar het is mogelijk dat deze vrouw in de ziel (in de ontwikkeling van haar innerlijke gesteldheden enzovoort) niet voldoende op een leven als echtgenote en moeder is voorbereid, of dat haar spirituele basis voorlopig uit die nieuwe rol niet de hoogste vruchtbaarheid zou halen. De Goddelijke Voorzienigheid zal het in dat geval zo trachten te sturen, dat niets overhaast kan worden. Doet deze vrouw nu al het mogelijke om tot elke prijs een man te vinden, om dan zo spoedig mogelijk met hem te huwen, dan is het absoluut mogelijk dat zij een spiritueel onvruchtbaar leven begint, omdat zij op Gods Tijd vooruit is gelopen.

De wachttijd die de ziel moet doorlopen alvorens zij welbepaalde beslissingen in werkelijkheid kan omzetten, kan zeer vruchtbaar worden gemaakt door dit wachten toe te wijden aan de Koningin des Hemels. In vele gevallen is daartoe ook een bepaalde koerswijziging in het hart noodzakelijk. Dat het voor de Hemel heel belangrijk is dat wij onze eigen verlangens volkomen aan Gods verlangens ondergeschikt zouden maken, heeft de Meesteres mij reeds ontelbare malen bewezen. Mij oefent Zij er reeds jarenlang in, beproevingen zo lang te doorstaan, tot ik er vreugde in vind. Zij doet dit in grote en in kleine dingen. Zij legt mij vaak beproevingen op in de dagelijkse dingen, opdat ik mij er steeds bewust zou van zijn, dat mijn leven tot in de details in Haar macht is. Zo heeft Zij het mij ruim vijf jaar geleden letterlijk gezegd, en Zij heeft sindsdien woord gehouden.

Ik heb heel vaak beleefd dat een tegenslag, bijvoorbeeld een hardnekkige storing in de computer, op geen enkele wijze kon worden verholpen, tot ik, vóór de Meesteres knielend, Haar vurig smeekte dat Zijzelf mij te hulp zou komen. Heel spoedig daarop verdween de storing steeds als vanzelf. Ooit 'dreef Zij het zo ver' dat Zij mij vier maal vóór Haar voeten liet neerknielen, waarna het probleem meteen opgelost werd, doch zich heel spoedig (reeds na enkele minuten) opnieuw herhaalde. Toen ik bij de vijfde maal, vóór de Meesteres knielend, Haar vurig smeekte, mij te willen verduidelijken wat ik eigenlijk verkeerd deed, zei Zij eenvoudig: "Ik heb gewild dat jij tot in de diepste vezels van je wezen voelt hoe volledig jij in Mijn macht bent. Ga en probeer het nogmaals, je gehoorzaamheid is vruchtbaar". Inderdaad, de storing was plots als volledig en definitief weggeblazen. Dit gebeurde in de beginperiode van de Openbaringen van de Meesteres van alle zielen (2005). Maria onderwerpt mij sedertdien voortdurend en dagelijks aan de meest uiteenlopende, zeer strikte gehoorzaamheidstests.

Later ging Zij op een dag zo mogelijk zelfs nog verder, in die zin, dat Zij schijnbaar aan mijn smeken geen gehoor gaf, tot ik Haar verzekerde dat ik mij voor honderd procent in Haar macht voelde en dat ik wist dat slechts Zij alleen mij kon helpen. Zij antwoordde hierop in woord en daad: Zij beëindigde de beproeving in één klap en zei: "Ik kan je verlangen pas vervullen wanneer jij heel diep en in volmaakte inwendige Vrede, er werkelijk vreugde aan beleeft, Mijn tijd af te wachten, om geen enkele andere reden dan deze, dat Ik, je Meesteres, het wil". Zo kneedt de Meesteres Haar dienaren. Menselijk gesproken, begrijpt een ziel de zin van een dergelijke oefening niet onmiddellijk, maar na de noodzakelijke omvorming van de inwendige gesteldheden erkent de ziel deze wel degelijk: Gehoorzaamheid tegenover God (en Zijn Hemelse Brug, Maria) brengt nieuw Leven, omdat zij aan Gods Wet de mogelijkheid biedt om Zich volledig uit te werken.

Zo, lieve zus, zal het in Uw leven zijn. Voor de vervulling van het verlangen dat U in deze dagen koestert, worden in deze fase van Uw leven de grondstoffen verzameld. Uw spirituele leven wordt nu zodanig omgevormd dat Uw persoonlijke waarden, datgene wat U van het leven verwacht en nog heel wat anders, stap voor stap anders worden georiënteerd. Een ziekteperiode dient vaak tot een dergelijke inwendige omvorming, en is derhalve heel vaak een springplank naar een hoger niveau van spiritueel welbevinden. Over de materiële consequenties, alsook over de gezondheidsaspecten, hoeft U zich geen zorgen te maken: De Goddelijke Voorzienigheid stuurt een ziel niet naar nieuwe wegen toe zonder haar ook 'van een andere wagen te voorzien'.

Omdat Zij van Uw nieuwe leven iets beters verwacht, zal de Goddelijke Voorzienigheid ervoor zorgen, dat U steeds wordt gedragen. Hoe alles zich concreet zal ontwikkelen, kan geen ziel U zeggen, maar het vaste Geloof van de ziel is het potlood waarmee God de nieuwe wegen voor haar tekent. Oefent U zich nu reeds in alle kleine dingen van het dagelijks leven om alles samen met Maria tegemoet te treden, en U zult kunnen vaststellen dat Zij niet slechts deze kleine dingen oplost, of U de inspiratie verleent om ze op te lossen, maar dat Zij bovendien in U aan nieuwe fundamenten werkt, op dewelke U een heel ander leven kunt bouwen: nieuwe opvattingen, nieuwe wijzen van beschouwen, nieuwe Hoop, een veel groter vermogen om te relativeren, kortom: blind vertrouwen.

Ik smeek de Hemelse Meesteres heel graag dat Zij de weg tussen U en de voor U geschikte ziel zou plaveien, en U de passende rugzak voor een nieuw leven zou klaarmaken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 254

De ziel tussen twee werelden – Hoe maakt de ziel het beste van een loopbaan?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De beslissing die U diep in Uw hart hebt getroffen, verheugt mij omdat het Hart van onze Hemelse Meesteres deze verwelkomt. U zou graag Uw beroepsloopbaan beëindigen om Uw oude moeder te helpen. U kiest daardoor voor de naastenliefde en zorgzaamheid, en tegen het wereldse.

Soms verraadt ons hart ons op één of andere wijze welk effect iets op onze ziel heeft. Wanneer een ziel met een toestand niet goed overweg kan, zendt zij soms signalen naar het hart in de vorm van een afgemene ontevredenheid, een bepaalde afkeur voor datgene wat wij doen en dergelijke. Wanneer de beroepsactiviteit te werelds is, wordt het hart binnengeslingerd in een wereld waarvan zij in principe liever afstand neemt. Dat kan een innerlijke strijd doen ontstaan, namelijk deze van het conflict tussen twee wereldbeschouwingen of levensbeschouwingen.

In Uw geval is geenszins sprake van een vlucht voor iets onaangenaams, maar van een keuze ten gunste van een leven dat U volledig zal laten openbloeien, in de mate waarin U onze Meesteres in U zult laten begaan. Voor U is de tijd gekomen om U minder 'versnipperd' aan datgene te geven waartoe de Koningin des Hemels U sedert enige tijd innerlijk roept: het toepassen van Haar onderrichtingen in Uw dagelijks leven, dat U in deze nieuwe fase volledig anders, vooral op een fundament van een nieuwe innerlijke Vrede, vorm kunt geven.

De ziel kan van haar beroep het beste maken door de vele wereldse omstandigheden steeds opnieuw als gelegenheid te benutten om over haar eigen schaduw te springen en zich in diverse deugden te oefenen (geduld, tolerantie, volharding, begrip voor andere opvattingen...). Zij kan (voor zichzelf) daardoor de verdiensten verwerven, steeds weer iets onaangenaams niet uit de weg te zijn gegaan en het inwendig in Licht te hebben omgevormd. Op zekere dag echter kan de roep van de Heilige Geest Zich onmiskenbaar manifesteren, zoals bij U het geval is. Dan is de tijd gekomen om het verleden met al Uw beproevingen aan de Meesteres toe te wijden opdat Zij alle lasten van het verleden in genaden moge kunnen omvormen. Deze toewijding zou, om zo te zeggen, de 'spirituele afsluiting' van deze fase uit Uw leven zijn. In aansluiting daarop kunt U de nieuwe fase vanuit een 'gezuiverde basis' beginnen.

Uw ziel verlangt momenteel naar rust en Vrede, niet opdat U niets meer te doen zou hebben, doch opdat U iets volledig anders zou kunnen doen. U bent noch lichamelijk, noch emotioneel, noch spiritueel in staat om in Uw huidige dagprogramma verder te blijven volharden. Nu is een tijd van ingetogenheid en beschouwing aangebroken, waarin de ziel zichzelf in alle rust kan leren doorgronden. Het leven dat U totnogtoe hebt geleid, verliest voor U geleidelijk aan zijn vruchtbaarheid. Uw spirituele bloem zal voortaan op een totaal ander veld bloeien, namelijk dat van de diepere zelfontdekking en de verdieping in de lessen die de Meesteres ons voor de bloei van de zielenbloem geeft. Ik wens Uw zielenbodem zon en regen in aangepaste dosissen toe, opdat weldra de lente zichbaar moge worden, die de belofte van een zomerse oogst in zich draagt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 255

Leven als de 'lelies op het veld' – bezit blokkeert de ziel – Maria kan de ziel slechts heiligen wanneer deze niet aan haar verleden vasthoudt – over de omgang met bezit vóór de intrede in een klooster – is psychotherapie behulpzaam bij het zoeken naar de juiste roeping, of is gebed voldoende?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Tegen de achtergrond van Uw voornemen om in een priesterseminarie of een kloosterorde in te treden, zijn er vragen opgetreden over hoe tot dan met bezittingen moet worden omgegaan. Deze vragen zijn belangrijk omdat zij niet alleen te maken hebben met de organisatie van het beëindigen van een levensfase, maar eveneens met de instelling van de ziel tegenover het materiële in het algemeen.

Zoals U terecht opmerkt, kan men inderdaad leven 'zoals de lelies op het veld'. Niet alleen 'kan' men dit doen, in feite moet men dit ideaal zo dicht mogelijk trachten te benaderen. Het zou goed zijn, daarbij eens te overwegen, wat de mensenziel in dit verband van de lelie doet verschillen. In principe vooral dit: De mens denkt, analyseert, heeft verwachtingen naar de toekomst toe, interpreteert gebeurtenissen tegen de achtergrond van zijn verleden en de kennis die hij over vele dingen heeft opgedaan. De lelie daarentegen groeit volgens het groeiplan dat zich in de bodem en in de bloem zelf, in overeenstemming met de Goddelijke Intelligentie, ontvouwt.

Waar ligt dus het wezenlijk verschil?

  • De mensenziel schept een geestelijke wereld en tracht er innerlijk vat op te krijgen, wat eigenlijk wil zeggen dat de ziel deze volgens haar eigen wetten, voorstellingen en verwachtingen tracht te regelen of deze wereld, indien nodig, zo tracht om te vormen dat hij ooit aan de behoeften van de ziel tegemoet kan komen.
  • De lelie volgt eenvoudigweg zonder meer de Goddelijke Wetten.

Hoewel de lelie voor zichzelf geen systeem uitdoktert, geen voorzorgsmaatregelen treft en niet tracht, opkomende twijfels te verstikken door haar toekomst zo ver mogelijk bij voorbaat te plannen, ziet, kent en beantwoordt God al haar behoeften. Hij doet dit omdat elke individuele lelie, precies zoals elke individuele andere bloem, elk ander dier enzovoort, belangrijk is voor Hem, want elk individueel schepsel speelt een welomlijnde rol binnen Zijn alomvattend Heilsplan. Waarom zou Hij Zich dan niet tot in de details om elke individuele mensenziel bekommeren? Elke mensenziel is een actieve actrice op het toneel van Zijn Heilsplan, terwijl de andere schepselen passieve acteurs (dieren) of decorelementen zijn (planten, bomen, bloemen).

Het behoort tot de belangrijkste opdrachten van de mensenziel, haar geestelijke processen (verstand, denken, geheugen, het analyseren, het argumenteren, enzovoort) degelijk onder controle te houden, wat wil zeggen deze op de bevordering van Gods Werken te richten. In de mate waarin de geestelijke processen worden beheerst, opent het hart zich. Het hart is de deur via dewelke de communicatie tussen de ziel en God zich in beide richtingen voltrekt. Een werkelijk geopend hart voelt Gods Tegenwoordigheid en de realiteit van Zijn Werken, en brengt de ziel ertoe, zich veel gemakkelijker aan God over te geven. De overgave wordt volmaakt in de mate waarin de ziel de ervaring van Gods Tegenwoordigheid weet om te zetten in blind vertrouwen. Blind vertrouwen is nu eenmaal het kenmerkend element van de 'lelie op het veld'. Dat is het wat de Meesteres van alle zielen van Haar toegewijden wil maken: lelies in twee opzichten, namelijk modelvoorbeelden van zuiverheid (= het vlekkeloze vermogen om spiegels van Gods eigenschappen te zijn en Zijn Licht verder door te stralen), en modelvoorbeelden van overgave (= het vermogen om onbeperkt op de beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid en op Zijn leiding te vertrouwen). Dit laatste kan de ziel worden in de mate waarin zij erin slaagt om te leven alsof zij geen denkende geest zou hebben doch niets anders dan een hart, een centrum van gewaarwordingen.

God heeft de zielen het vermogen geschonken om te kunnen denken. Jammer genoeg wordt dit vermogen op duizend wijzen verkeerd ingezet, zodat deze prachtige gave van God slechts dan niet tot een kerker voor de ziel wordt, wanneer de ziel haar geestelijke vermogens met succes onder de heerschappij van Diegene weet te stellen, in Wier dienst zij krachtens de toewijding leeft.

Welke waarheid schuilt toch in Jezus’ woorden: "De ziel die niet alles aan de armen nalaat, kan Mijn volgeling niet zijn". Het is U opgevallen dat bezit de ziel blokkeert. Dat is niet moeilijk te begrijpen. Bezittingen worden gevormd door tastbare goederen en alles waarmee men tastbare goederen kan aanschaffen. Alleen reeds om deze reden ketent bezit de ziel aan de zintuiglijke waarneming en eveneens aan werelds denken vast. Een echt spiritueel leven vereist een zo groot mogelijke vrijheid van de geest. De geest zou beter niet voortdurend met wereldse beelden worden gevuld. Bezit houdt de ziel vast in wereldse gedachten, zorgen en overwegingen. In de mate waarin de ziel zich van bezit kan bevrijden, zal zij de neiging hebben om zich aan niet-materiële doelstellingen over te geven en deze in het middelpunt van haar bestrevingen te stellen. Apostelen van de Hemel te zijn, betekent de blik naar boven toe te richten, niet naar beneden. De blik naar boven toe richten, betekent de dingen die verband houden met het spirituele leven (die niet-stoffelijk zijn) op het voorplan te stellen. De ziel kijkt dan omhoog naar de Hemel. De blik naar beneden richten, betekent de dingen die verband houden met de wereld (die stoffelijk zijn) op het voorplan te stellen. De ziel kijkt dan als het ware naar de aardbodem met al zijn zintuiglijk waarneembare elementen.

Gods Geest betreedt gemakkelijker een ziel die niet volgestouwd is met materiële gedachten, overwegingen en bestrevingen, omdat deze zeer gemakkelijk dragers zijn van het zaad van de satan en overigens tegenover God de indruk wekken dat de ziel haar geborgenheid zoekt in het materiële in plaats van bij Hem. Ik herinner hier aan de woorden van de Meesteres wanneer Zij zegt dat de juiste toewijding eruit bestaat dat, zodra Maria als Meesteres aan de deur van de ziel klopt, deze laatste opzij stapt en dicht tegen de muur gaat staan opdat de volledige ruimte van de ziel ter beschikking van de Meesteres zou worden gesteld. Wanneer een ziel zich veel met materiële dingen en belangen bezighoudt, is zij als het ware volgepropt en vindt de Meesteres in haar nauwelijks de plaats om Haar Troon op te richten, van waarop Zij de Wet kan verkondigen die de ziel naar het Ware Leven en derhalve naar het Ware Geluk wil leiden.

Zou het goed zijn, alles weg te geven? Wat met dingen die niemand anders wil hebben (oude notities, knutselmaterialen, enzovoort)? Sorteert men nog de oude dingen of werpt men eenvoudig alles bij het vuilnis?

Het is goed, van zoveel mogelijk dingen afstand te doen. De Meesteres heeft mij er ooit op gewezen dat de Liefde van een aan Haar toegewijde ziel tot uitdrukking kan komen in de mate waarin zij ertoe bereid is, afstand te doen van voorwerpen. Hoe minder de ziel vasthoudt aan voorwerpen, des te meer kan zij zich aan de Meesteres overgeven. Afstand doen van oude voorwerpen, vooral wanneer het gaat om voorwerpen die in het verleden op één of andere wijze een verheugende rol hebben gespeeld of die aangename herinneringen laten opwellen, komt overeen met een overwinning over zichzelf en de eigen gehechtheden. Bij elke dergelijke binding die de ziel lossnijdt, slaat de Hemel een nieuwe brug naar de ziel. Hoe meer dergelijke bruggen de ziel verzamelt, des te intensiever wordt om zo te zeggen het transport van Hemelse gewaarwordingen en genaden in de ziel. Wanneer men afstand doet van iets uit het verleden waarvan men heeft gehouden, en daarbij deze episode uit het eigen verleden louter uit Liefde tot Maria aan Haar overdraagt, kan men een bijzonder warm gevoel in het hart ervaren. Dat is geen illusie, doch de gewaarwording van het bestaan van een dergelijke brug die uit Goddelijke Liefde is samengesteld.

Bepaalde dingen geeft men beter niet door aan andere zielen. De Meesteres gaf mij ooit het advies, boeken die niet over spirituele thema’s handelen of die niet werkelijk 'opvoeden' in de door Haar goedgekeurde traditionele christelijke spiritualiteit, en die de ziel niet werkelijk vormen, niet in omloop te brengen, maar hen liever in het circuit van herbruikbaar papier te laten recycleren.

Moet men dingen die nog nuttig kunnen zijn, zoals boeken, bewaren?

Wanneer de roeping het noodzakelijk maakt om van vele zaken afstand te doen, moet men het zo beschouwen, dat de kennis die men zich werkelijk eigen heeft willen maken, toch in het hart wordt bewaard, dat God de ziel in staat stelt om voortdurend over deze kennis te beschikken en dat men zich ook aan God overgeeft op grond van de voorwaarde dat men vooral wil vertrouwen op de inspiraties en leidingen die dag na dag naar de ziel toe zullen vloeien. Dit geldt jegens God als een daad van vertrouwen, die pas goed het venster naar de Heilige Geest opent.

Maria zegt, geef jullie verleden aan Mij af. Zijn hiermee ook de bezittingen bedoeld, wanneer men zijn leven principieel verandert?

Maria is door God bedoeld als het werktuig bij uitstek voor de wedergeboorte van de mensenziel. Een baby ontwikkelt zich in de moederschoot zonder bagage, behalve de genen als stoffelijke dragers van de kenmerken van deze baby. Bij de wedergeboorte is geen sprake meer van stoffelijkheid, wat wil zeggen dat deze voortaan een ondergeschikte rol zal spelen, met uitzondering van die elementen die men actief voor Gods Werken kan inzetten. De stoffelijkheid wordt volledig onder de heerschappij van de Meesteres geplaatst en derhalve aan Haar afgestaan. De wedergeboorte uit Maria is als de geboorte uit de Geest, waarover Jezus sprak. Maria wil de aan Haar toegewijde ziel tot de hogere niveaus van de vergeestelijking leiden. Dit betekent derhalve dat de ziel elke dag zo moet trachten te leven alsof zij geen verleden zou hebben, alsof zij pas op die dag op de wereld zou zijn gekomen. Het verleden legt op vele verschillende wijzen ketenen rond de ziel en beïnvloedt al haar denken en verwachten. Maria heeft dit niet graag. Zij wil dat de ziel zich onvoorwaardelijk, zelfs gedachteloos aan Haar overgeeft. De mate van overgave aan Maria bepaalt de mate waarin Maria de ziel kan omvormen. Zij wil de ziel heiligen. Zij kan dit slechts doen wanneer de ziel niet aan haar verleden vasthoudt en zij zich in gedachten, gevoelens en verlangens niet door haar verleden laat beïnvloeden. Zo te leven alsof men helemaal geen verleden zou hebben, kan een zeer bijzondere rust en een buitengewone Vrede in het hart brengen omdat de ziel niet de zware rugzak van de jaren met zich meesleept.

De toegewijde ziel staat haar bezit aan Maria af in die zin dat zij zo handelt alsof Maria als fysieke persoon over dit bezit heerst of dit beheert. De ziel is dan niet langer eigenares van het bezit, maar om zo te zeggen huurster. Aan mij heeft de Meesteres geleerd, met alles in mijn leven zo om te gaan als zou ik helemaal niets bezitten. Om deze reden vraagt ik Haar in alles om Haar toestemming. Datgene wat men bezit, om het even of het gaat om veel of weinig, stelt men onder de hoede van Maria en vraagt Haar vurig dat Zij de ziel voortdurend zou inspireren hoe daarmee moet worden omgegaan. Daarbij laat men zich door de onderrichtingen van de Meesteres en door alle deugden leiden.

Jammer genoeg komen wij er in onze maatschappij niet zonder geld. Het is echter absoluut belangrijk, te trachten, zo weinig mogelijk met geld om te gaan, geldverrichtingen tot een absoluut minimum te beperken en zich niet in te laten met financieel denken en gepieker. Kan men niet om dergelijke handelingen heen, dan kan men daarvan vanzelfsprekend iets lichtvols maken door deze aan Maria toe te wijden en Haar te vragen dat Zij deze handelingen zou beschouwen als zou men in werkelijkheid bezig zijn, kapitaal van Eeuwig Heil in zielen te betalen.

Ik ben ertoe geneigd, mijzelf een jaar tijd te geven om toch een aantal kloosters en gelijkaardige gemeenschappen te leren kennen, om dan een beslissing te nemen. Of zou het beter zijn, gewoon op een plaats te beginnen die enigszins past?

Bij elke roeping, van om het even welke aard, is doorslaggevend, de plaats te vinden waar het hart zich het gemakkelijkst opent. Indien men kan kiezen op welke plaats of in welk klooster men zich vestigt, is het raadzaam, de plaats of het klooster te bezoeken en alles (het leven aldaar, de omgeving, de activiteiten, enzovoort) louter vanuit het hart te beschouwen of te ervaren. Dat is niet alleen zeer belangrijk omdat men moet zien te weten te komen of men zich daar goed voelt, maar ook omdat men slechts met het hart kan voelen wat God de ziel op de respectieve plaatsen te zeggen heeft. Is men ergens werkelijk 'thuis' (in spiritueel opzicht, dus met het oog op wat God van de ziel verwacht) dan zal God dit laten voelen. Een roeping is de door God voor de ziel uitgekozen levensopdracht. Alles wat met deze levensopdracht verband houdt, moet 'juist, respectievelijk passend' aanvoelen, anders bereikt de ziel er niet de gewenste vruchtbaarheid. Dit betekent niet dat de ziel elke hindernis moet beschouwen als een onmiskenbaar teken voor het feit dat zij zich niet op de juiste weg bevindt, maar dat zij het gevoel moet hebben dat zij – ook dankzij de invloeden vanuit de omgeving en vanuit de atmosfeer op het hart – eveneens overweg zal kunnen met de moeilijkere elementen en aspecten. Een kleine uitdaging kan de ziel tot verdere groei aanzetten, dat is eveneens een wezenlijk punt van het heilig verbond van de totale toewijding aan Maria, maar wanneer in het hart niet meer de juiste 'klik' wordt gevoeld, is het mogelijk dat de ziel grond heeft betreden waar niet het zaad wordt verwacht dat zij in Gods velden moet zaaien.

Er werd mij voor deze zoektijd psychotherapie aanbevolen. Zou het in principe ook zonder – namelijk louter met gebed – gaan?

Hierop kan ik U het zeer klare antwoord van de Meesteres geven: "Ja, en zelfs beter". Ik verwijs graag naar een vroegere antwoordbrief in dewelke ik de Hemelse stellingen over psychotherapie heb moeten verkondigen. De psychologie is absoluut niet waardeloos, maar zij is en blijft een werk van mensen. De Koningin des Hemels is de volmaakte psychotherapeute omdat Zij de ziel die zich totaal en onvoorwaardelijk aan Haar overgeeft, zo intensief zuivert en de wijze waarop deze ziel de wreld en het leven beschouwt, zo omvormt en met het Licht van de Ware Vrede en de Ware Hoop vult, dat de ziel na de toewijding – op voorwaarde dat zij deze werkelijk in alle details van haar dagelijks leven beleeft – volledig anders denkt, voelt en verlangt dan ooit voordien. Maria geneest de geest en het hart met het Vuur van de Hemelse Liefde, met het Licht van de Ware Hoop en bemoediging, met het water van Goddelijk Leven en met de zeep van de volheid van de Waarheid. Ik ken geen psychotherapeuten die deze methoden ooit zouden hebben toegepast, en er zal er ook nooit één zijn.

Ik wens U het Licht op Uw zoektocht. De zoekende ziel is een ziel op ontdekkingsreis door het onbekende land van Gods wonderen. Wie deze reis begint, zal weldra ontdekken dat God Zich graag laat vinden, en dat Hij de reisweg zelfs eigenhandig voorziet van wegwijzers.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 256

Over de zogenaamde antichrist

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het spijt mij, dat U aan de waarheid van de uitspraken van de Meesteres van alle zielen over de antichrist twijfelt. Daarom wil ik één en ander duidelijk stellen.

Eerst en vooral moet ik erop wijzen, dat in de Apocalyps niet staat, zoals U aanneemt, dat de antichrist een mens zou zijn, en evenmin dat hij niet de duivel zou zijn maar iemand anders.

Maria drukt Zich zeer beslist uit: De antichrist is de satan, en deze is reeds vele eeuwen volop aan het werk. Men moet zich onder dit begrip geen 'persoon' voorstellen, doch de belichaming bij uitstek van de duivel, van de duisternis, het geheel van gesteldheden die als de absolute tegenpool van Christus gelden. De antichrist is zowel de gevallen engel, die vóór zijn val Lucifer heette (dus een 'persoon', of nog preciezer: een ziel), alsook de belichaming van alle godsvijandige gesteldheden en gezindheden, de geest die Gods Waarheid als leugen en illusie tracht af te schilderen en die de zielen vergiftigt en hen het Goddelijk Leven ontneemt.

Ik verwijs hier overigens naar de eerste brief van de Heilige Apostel Johannes: "Wie is de leugenaar? Wie anders dan hij die ontkent dat Jezus de Verlosser is? Dàt is de 'antichrist': de loochenaar van de Vader en van de Zoon". Op een andere plaats in die brief staat geschreven: "Maar iedere geest die Jezus neerhaalt, is niet van God, en dat is de eigenlijke 'antichrist'. Men heeft u gezegd dat hij komen zal, maar hij is reeds in de wereld, nu al". In de Apocalyps wordt het begrip 'antichrist' overigens niet eens vermeld.

Lieve zus, de ongebreidelde speculaties over 'de komst van de antichrist' en zijn identiteit, doen de Moeder Gods verdriet. Laten wij deze dus achterwege, uit Liefde tot Haar, die immers één is met het Hart van Christus, en opdat wij niet datgene zouden nalaten, waartoe wij werkelijk zijn geroepen: een leven te leiden, dat ons dagelijks de gelegenheden biedt om door liefdevolle aanvaarding en toewijding van de meest uiteenlopende beproevingen de geest van de antichrist uit de zielen te verdrijven. In waarheid zeg ik U, omdat de Moeder Gods mij dit heeft toevertrouwd:

De duivel verheugt zich erover, dat ontelbare mensenzielen zich, op grond van hun onrust en vaak door een gebrek aan werkelijk Geloof in de Liefde en de Werken van God, van hun ware levensroeping (de eigen heiliging en hun persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan) laten afleiden. Dat dient zijn plannen en vernietigingswerken in een onvermoed hoge mate.

Datgene, waarvoor zo vele zielen bang zijn, helpen zij voluit bevorderen door hun tijd te verspillen aan deze speculaties.

Zal de antichrist zich in één specifieke mens manifesteren? Daarop zegt Maria slechts dit: Hij manifesteert zich in zeer veel miljoenen mensen, die hij tot zijn werktuigen maakt. In principe zou hem ook niets in de weg staan om zich in één welbepaalde ziel in zo hoge mate te manifesteren, dat deze ziel hem in de volheid van zijn slechtheid zichtbaar op aarde zou kunnen vertegenwoordigen. In elk geval voeg ik bij deze gedachte onmiddellijk de volgende opmerking van de Koningin des Hemels, die alle zielen er vurig toe uitnodigt, deze in hun hart te vergrendelen:

  1. De concrete desbetreffende plannen van de satan zullen nooit voor de zielen worden ontsluierd, en evenmin zal dit ooit gebeuren met de concrete Plannen van God, omdat dit alles in de diepste geheimen van het Heilsplan en van de strijd tussen het Licht en de duisternis ligt geborgen.
  2. De zielen mogen zich in hun strijd voor hun heiliging, voor Gods Werken en tegen de antichrist, in geen geval op één of ander fysiek persoon of één of andere individuele mensenziel fixeren:

De Meesteres verklaart waarom:

  • Ten eerste is de identificatie van een specifieke mensenziel als zijnde 'DE antichrist' op een speculatie gebaseerd, want noch God noch de satan zullen deze ziel ooit in die identiteit presenteren.
  • Ten tweede is deze identificatie een overtreding op de regel dat geen enkele ziel een andere ziel mag oordelen of een etiket mag opkleven.
  • Ten derde, en vooropgesteld dat de satan werkelijk op zekere dag al zijn slechtheid in één enkele mensenziel zou verzamelen, ligt het werkelijke gevaar niet bij die specifieke mensenziel, maar in de geest van de satan, die reeds in deze tijd zeer vele miljoenen zielen heeft aangetast, en wel in de meest uiteenlopende mate. Maria zegt met klem: Niet een individuele ziel moet worden bestreden, zelfs niet indien zij met absolute zekerheid als de antichrist zou kunnen worden geïdentificeerd.
Wat werkelijk moet worden bestreden, en daartoe roept de Hemelse Meesteres ons hierbij uitdrukkelijk op, is elk spoor van duisternis in de eigen ziel, in het eigen hart, in de eigen geest, en elk teken van onwil in zichzelf om Jezus Christus en Maria onvoorwaardelijk en volledig na te volgen.

U schrijft dat de Moeder Gods in La Salette zou hebben gezegd dat de antichrist een mens zou zijn. De Hemelse Meesteres heeft mij vele jaren geleden alle lectuur verboden, behalve de weinige teksten die Zij mij persoonlijk oplegt, te lezen. Over de inhoud van de boodschappen in La Salette is mij derhalve niets bekend. Ik kan op Uw opmerking dus slechts de volgende woorden aan U doorgeven, die Maria in dit verband rechtstreeks in mij heeft gesproken. Op mijn vraag over deze boodschappen antwoordde Zij: "Voor jou is slechts belangrijk wat Ik persoonlijk tot jou persoonlijk zeg". Ik gehoorzaam dus, vraag niet verder, en doe ook geen poging om deze woorden te interpreteren, aangezien immers alleen datgene telt, wat Maria nu aan mij toevertrouwt.

Wij moeten dus het begrip 'de antichrist' begrijpen zoals de Meesteres het ons verduidelijkt: de satan evenals de belichaming van het geheel van zijn slechtheid in alle mensenzielen samen. Elke mensenziel staat dagelijks onder de invloed van de satan, en is derhalve steeds een akker waarin het zaad van de geest van de antichrist wordt gezaaid. Het komt er echter op aan, hoeveel van dit zaad in werkelijkheid wordt toegelaten en ongemoeid mag of kan opbloeien.

De ware vijand is de geest van de antichrist, het geheel van de manifestaties van de zonde, van gebrek aan Liefde, van protest tegen de beproevingen, die er slechts toe dienen, de duisternis uit het komende Rijk Gods op aarde te verbannen.

God heeft ons in de Apocalyps voor de opmars van de duivel gewaarschuwd in beelden. De identiteit en de gedaante onder dewelke de duivel zich in de Laatste Tijden zal manifesteren, heeft Hij op geen enkele wijze bekendgemaakt. Aan een zo grote heilige als de Apostel Johannes heeft Hij het niet geopenbaard. Hoe kunnen wij dan menen, deze identiteit en vorm met zekerheid te kunnen bewijzen, of hoe kunnen wij menen, het recht te hebben om dit te doen? Had God gewild dat wij dit alles met absolute zekerheid weten, dan had Hij de Apocalyps niet in beelden laten schrijven, waarover trouwens ontelbare geesten zich reeds het hoofd hebben gebroken. Wat de Meesteres van alle zielen hierover zegt, heb ik in gehoorzaamheid nu bekend gemaakt. Ik neem mij voor, elk toekomstig stilzwijgen van de Koningin des Hemels over dit thema aan te nemen als een teken voor het feit dat wij (nog) niet het recht hebben, dit geheim te kennen. Op ons rust slechts de heilige plicht, Gods Werken te volbrengen, en al het kwaad door ons met Liefde aanvaarde lijden goed te maken. Ik hoop, U met deze verduidelijkingen te hebben geholpen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 257

Wat is kijken in de zielen? – sommige zielen zijn van bij de geboorte voor bijzondere opdrachten bestemd – uitverkiezing en ongeloof sluiten elkaar uit – waarom krijgt de ene bijzondere genaden en de ander niet?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen, die velen zullen interesseren. Ik zal hen woordelijk citeren opdat de relatie tussen het antwoord en de individuele vragen duidelijk moge zijn.

Wat is 'kijken in de zielen'? Wat kan de ziel in kwestie zien?

Naar mijn persoonlijke ervaring laat kijken in de zielen zich het best verklaren als het vermogen van een ziel om een andere ziel te doorgronden, zich in haar echte gesteldheden te kunnen inleven, en daarin datgene te 'lezen' wat de spirituele ontplooiing van die andere ziel kan verhinderen of bemoeilijken. De 'kijkende' ziel ziet dit, alsook datgene wat God wil of toelaat dat zij ziet. Ikzelf heb deze genade bij mijn roeping door Maria ontvangen, en Zij is het die bepaalt, wat gezien wordt, hoe, met welk doel, en wat ik met de via deze weg verworven kennis moet doen, dit wil zeggen: hoe ik deze in het kader van Gods Heilsplan tot nut kan brengen.

Wie heeft er baat bij wanneer iemand in de zielen kan kijken. Betekent dit dat deze 'ziende' ziel in de Hemel een voorkeursbehandeling krijgt, ik bedoel dat deze een hogere plaats krijgt?

Het kijken in de zielen is geen graadmeter voor de spirituele ontwikkeling van een ziel, en evenmin voor de mate waarin een ziel Gods voorkeur zou genieten. Het gaat hier om het vermogen dat God een ziel kan verlenen met de bedoeling dat die ziel dit vermogen benut voor de bevordering van Zijn Werken. Wie heeft baat bij deze gave? Zij dient de verwezenlijking van Gods Heilsplan doordat zij moet worden aangewend om de ziel in wie wordt gekeken, naar een groter bewustzijn van haar eigen spirituele gesteldheden te helpen komen, zodat de ziel kan leren, doelmatiger aan de strijd tegen haar eigen zwakheden en de verheffing van haar eigen gesteldheden mee te werken.

Hoe kan men onderscheiden of deze gave van God of van duistere krachten afkomstig is?

Inderdaad, ook de duivel kan zijn menselijke 'werktuigen' aan dit vermogen helpen, opdat zij zijn verwoestende activiteiten zouden kunnen uitvoeren. De bron herkent men het best aan de doelstelling voor dewelke dit vermogen wordt aangewend. Heeft de schouwende ziel deze gave van God of Maria ontvangen, dan mag zij deze uitsluitend voor de bevordering van het Heil van de zielen gebruiken, en zal zij deze ook uitsluitend daarvoor gebruiken, zolang zij in de meest strikte gehoorzaamheid handelt. Wanneer bij het inzetten van deze gave negatieve, ontmoedigende, zielsverlammende of vernietigende effecten merkbaar worden, dan beoefent de schouwende ziel haar gave niet in opdracht van Maria of God, of bezit zij deze gave niet maar laat zij de zielen geloven dat zij haar heeft ontvangen, wat jammer genoeg vaker voorkomt en, onbeschaamd genoeg, zelfs vaak onder het mom van een religieuze opdracht, die zij naar verluidt van de Hemel zou hebben ontvangen.

Zielen die deze gave of deze zogezegde gave ten dienste van de duivel gebruiken, zullen over de 'geschouwde' zielen negatieve woorden spreken, hen ontmoedigen, bekladden en hen hun Hoop ontnemen, en zij zullen ertoe neigen, zielen naar wereldse belangstellingen en werelds denken toe te trekken.

Een ziel die een gave van God of via Maria ontvangt, zal gewoonlijk een leven lang over deze gave beschikken, soms echter slechts gedurende een door God bepaalde periode. Opdat U het diepe wezen van Hemelse gaven beter zou kunnen begrijpen, zou ik U het volgende kunnen mededelen: De Meesteres zei vele jaren geleden, toen bleek dat Zij mij een aantal mystieke gaven had toebedeeld, tot mij het volgende:

"Je kunt vrij over deze gaven beschikken. Echter, de mate waarin jij hen in Mijn dienst en in vlekkeloze gehoorzaamheid jegens Mij zult toepassen, zal één van de graadmeters voor jouw Liefde tot Mij en tot Gods Schepping zijn".

Dit betekent meteen dat een authentieke mystieke gave, zoals bijvoorbeeld het kijken in de zielen, wanneer deze van God uitgaat, door het werktuig van Maria uitsluitend ten dienste van haar Meesteres wordt ingezet. De begenadigde ziel voelt heel precies aan wanneer zij deze gave moet inzetten en wanneer zij dit beter niet doet. Wanneer het bovendien gaat om mystieke vereniging, voelt zij zelfs de visies van Maria in dit verband diep in haar eigen hart. Nooit zal zij overwegen om deze gave voor haar eigen belangen in te zetten, want zij weet dat zij daardoor het ongenoegen van haar Meesteres zou opwekken.

De schouwende ziel zelf kan zeer precies leren aanvoelen welke 'bron' haar ertoe aanzet, in een andere ziel te kijken. Een opdracht uit het Hart van Maria voelt aan als een verrukking, die warmte en Ware Vrede achterlaat. Wanneer de duivel de schouwende ziel in het hart tracht te fluisteren, ervaart zij dit als een koorts die onrustig maakt. Op de schouwende ziel rust dan de heilige plicht, deze ervaring onmiddellijk aan de voeten van haar Hemelse Meesteres neer te leggen en Haar te smeken, de bron van deze influistering te willen onthullen. Na deze smeekbede doet Zij dit onmiddellijk, maar de ziel moet er Haar om vragen, vanwege de ontschendbaarheid van de vrijheid van de menselijke wil om aan een inspiratie gevolg te geven of niet.

Ziet men dan niet bij elke ziel iets?

De schouwende ziel ziet in principe datgene, wat – ik schrijf vanuit mijn persoonlijke ervaringen met Maria – haar Opdrachtgeefster (Maria) wil dat zij ziet. Men zou zich kunnen afvragen wat de bedoeling en de zin hiervan is. Staat U mij toe, U ook de achtergrond te verklaren. Maria kiest een ziel uit, die Zij opleidt met de specifieke bedoeling, en aan wie zij de dienovereenkomstige genaden en gaven verleent, om met Haar samen een verbond uit te werken. Dit verbond moet ertoe dienen om de verwezenlijking van het doel, waartoe Maria Zelf door God is geroepen, met name de voltooiing van het Goddelijk Heilsplan en de Verlossing en heiliging in de zielen die zich totaal aan Haar overgeven, te bevorderen. Maria doorgrondt elke ziel tot in de kleinste details. Telkens wanneer Zij het wil en daartoe de samenwerking met de door Haar geroepen ziel wil gebruiken, vergunt Zij deze laatste eveneens dit inzicht, dit 'kijken in'. Zij doet dit opdat elk onderdeeltje van Haar opdracht samen met de door Haar uitgekozen ziel zou kunnen worden uitgevoerd, want God wil altijd een mensenziel bij Zijn Werken betrekken.

Maria laat dus de ziel schouwen en bedient Zich dan van de gewaarwordingen van deze ziel en het lijden, de opofferingen, de gebeden en smeekbeden enzovoort, die uit deze gewaarwordingen voortvloeien, om Haar heiligend werk in de andere ziel te voltrekken. Op grond van het feit dat de schouwende ziel via bovennatuurlijke wegen elementen uit het spirituele leven van de andere ziel heeft mogen schouwen, kan de schouwende ziel haar mystieke taak vervullen, die onder andere bestaat uit:

  • het aanbieden van offers en eventueel uitboetend lijden. Dit is vooral ook dan het geval wanneer het aan de schouwende ziel wordt toegestaan, spiritueel en/of lichamelijk lijden van de andere ziel in de eigen ziel of het eigen lichaam te trekken om dit te helpen uitboeten.
  • het adviseren naar de andere ziel toe. Slechts op grond van de mystieke waarneming wordt het de schouwende ziel mogelijk gemaakt om de spirituele toestand en de ontplooiing van de andere ziel te doorgronden, deze in te zien en er de andere ziel van bewust maken. Precies dit element van de opdracht is het, dat U in de vele brieven die door het Maria Domina Animarum Werk worden gepubliceerd, zichtbaar ziet worden.

Wanneer de schouwende ziel iets heeft gezien, moet zij dit dan ook melden?

Dit hangt uitsluitend af van de Wil van de bron: Wanneer Maria mij toestaat, dingen via de mystieke weg te zien, rust op mij de plicht, Haar als mijn Meesteres te vragen, hoe Zij precies verlangt dat ik met de verworven inzichten en de verworven kennis omga. Sommige dingen moet ik zeggen, andere mag ik nog niet zeggen, en nog andere zal ik nooit mogen prijsgeven. In de mate waarin ik dit advies stipt opvolg, zal het Apostolaat bloeien. Zo eenvoudig is de regel. Maria weet en kan alles, ik ben de zwakke schakel die de kracht van de mystieke ketting bepaalt.

Er wordt vaak gezegd dat er uitverkorenen zijn van bij de geboorte. Hoe moet men dit begrijpen?

Het woord 'uitverkoren' bevalt mij niet bijster, omdat het bijna klinkt alsof de mystiek begaafde ziel verheven zou zijn boven 'andere' zielen. U bedoelt dus de ziel die zich, ten bate van Gods doelstellingen, over een bijzondere begenadiging mag verheugen. Ja, er zijn zielen die van bij hun geboorte voor een 'ongewone' opdracht zijn voorbestemd. In het levensboek waarin de levensopdracht, de ware roeping, van een ziel wordt opgetekend, schrijft God bij een dergelijke ziel, dat zij Hem moet dienen door het uitvoeren van opdrachten waartoe zij zich van de wegen van de mystiek zal mogen of moeten bedienen. De 'begenadiging' treedt niet altijd onmiddellijk aan het licht, maar wanneer de mystiek begenadigde ziel achteraf op haar leven terugblikt, kan zij op haar levensweg onmiskenbare tekenen voor haar nog te openbaren opdracht ontdekken.

De Hemelse Meesteres heeft mij onmiddellijk na mijn roeping in 1997 toevertrouwd dat God mij vanaf mijn geboorte 'aan Haar heeft geschonken', wat betekent: Hij heeft mij tot de uitsluitende dienst aan de Koningin des Hemels bestemd. Dit toont op ondubbelzinnige wijze aan dat de begenadiging bij voorbaat door God wordt gepland, en dat zij dus enkel en alleen Zijn doelstellingen mag dienen. Indien de ziel haar begenadiging tracht te gebruiken voor doelstellingen die niet binnen Gods Plannen passen, is zij op een dwaalweg, en zal haar dit ooit zwaar worden aangerekend.

Hebben bepaalde zielen het voorrecht, te geloven en te begrijpen, in tegenstelling tot de ongelovigen? In dat geval zou het niet hun schuld zijn dat zij geen Geloof hebben. Of zijn de uitverkorenen ertoe geroepen, door gebeden de ongelovigen tot het Geloof te brengen?

Het Geloof is een genade. Dit betekent niet dat God bepaalde zielen het vermogen verleent, te geloven, en dat anderen dit vermogen niet ontvangen. Van elke ziel die geografisch op een plaats leeft of op een plaats wordt geboren, waar het christelijk Geloof heerst of ten minste enigszins bekend is, verwacht God dat zij zich naar het Licht van de ene Waarheid van God toewendt. Gods Geest inspireert in het verborgene elke ziel die, ook al is het nog zo weinig, met het christelijk Geloof in aanraking kan komen, tot het verlangen naar Gods ene Waarheid. In principe kan God derhalve een ziel die, wat betreft de aanraking met de ene Waarheid en met het christelijk denken, onder 'gunstige' omstandigheden leeft doch niet van harte het christen-zijn belijdt en de christelijke onderrichtingen niet naleeft, beoordelen als een ziel die heeft nagelaten, aan de inspiraties van de Heilige Geest gevolg te geven. Of Hij dit daadwerkelijk ook doet, hangt van vele factoren af.

Werkelijk geloven en begrijpen, is in zoverre een voorrecht dat het de ziel richt naar het ene vruchtbare denken, voelen en bestreven. De ziel die alles blind moet aannemen, kan het daar moeilijk mee hebben. De mystiek begaafde ziel zal bepaalde dingen vlugger kunnen begrijpen omdat zij de elementen van de Waarheid in het eigen hart leert aanvoelen. Ik zou het als volgt kunnen uitdrukken: De doorsnee-ziel beleeft het niet-zintuiglijk waarneembare gedeelte van Gods Werkelijkheid op een zodanige wijze alsof zij het in een film zou zien, of asof zij het script van een film of zelfs louter een bespreking van een film zou lezen. De mystiek begenadigde ziel daarentegen, wordt tot acteur opgeleid en in de hele atmosfeer van deze film ondergedompeld. Dat heeft natuurlijk zijn voordelen, maar deze ziel moet met die voordelen ook één en ander doen. De acteur kan niet opzij kijken wanneer het zijn beurt is. Hij moet presteren, spreken, handelen, zich met heel zijn hart geven, zijn eigen rol diep aanvoelen en de rollen van zijn medespelers kunnen doorgronden.

In de film die God draait, zit iets bijzonders: De kijkers, diegenen die slechts het script lezen, en zelfs diegenen die slechts de bespreking van de film in een krant bekijken, en zelfs diegenen die nog nooit over deze film hebben gehoord, kunnen van de ene minuut op de andere naar de plaats van de opnamen worden geroepen om mee te spelen (dit wil zeggen: echt gelovig te worden, indien mogelijk zelfs de ene of andere genade te laten renderen!).

De begenadigde ziel wordt 'begenadigd' opdat zij met de haar verleende genaden iets concreets zou doen. Men krijgt een genade nooit voor zichzelf, zij wordt slechts verleend ten bate van God en de Schepping. Zelf heeft de begenadigde ziel nauwelijks de vreugde, maar wel grotendeels de plicht die met de haar verleende gaven verband houdt. Deze plicht is vooral, zoals U het schrijft, deze: De ongelovige naar het Ware Geloof te helpen. Ooit heeft de Hemelse Meesteres Zich jegens Haar Myriam als volgt over dit thema geuit:

"Ik ben de Koningin en Meesteres. Ik wil zielen tot Mij trekken opdat Ik hen in het Ware Licht kan onderdompelen. Ik roep deze zielen tot Mij over een rode loper, die tot vóór Mijn voeten reikt. Deze loper bij jij: De zielen zullen over jou tot Mij komen. De loper is rood om het lijden aan te duiden dat dit voorrecht je zal kosten".

Wanneer een ziel uitverkozen wordt en niettemin niet gelooft, wat gebeurt er dan met die persoon?

Deze beide eigenschappen zijn niet met elkaar verenigbaar. Een roeping (of 'uitverkiezing') gaat onvermijdelijk gepaard met een instorting van genaden. God, of de Koningin des Hemels, zouden met een uitverkoren ziel niets kunnen aanvangen zolang deze niet gelooft. De voornaamste zin van een uitverkiezing ligt hierin, dat de begenadigde ziel wordt geroepen tot frontdienst in de strijd tegen alle duisternis, onwaarheid, illusie, onwetendheid, verblinding en dwaling. Opdat deze ziel die strijd ook maar enigszins zou kunnen voeren, moet zij in de eerste plaats de Waarheid hebben gezien en herkend op een niveau dat hoger ligt dan het gemiddelde, anders kan zij geen nuttig werktuig zijn voor de Meesteres. Gebrek aan Geloof bij een 'uitverkoren' ziel, wijst erop dat zij ofwel helemaal niet werd uitverkozen, ofwel niet door God of Maria werd uitverkozen.

Hoe kan God de Vader reeds vooraf iemand uitkiezen? Waar komt het voorrecht vandaan?

Het is een Goddelijk Mysterie waarom ziel A een bijzondere gave ontvangt en ziel B niet. God heeft met elke ziel een welomlijnd plan. De ene ziel kan Zijn Heilsplan beter in deze positie dienen, de ander ziel kan het beter in die positie doen. Eén ding staat vast: God verleent bijzondere gaven altijd met deze ene doelstelling: De ziel die de begenadiging ontvangt, moet en kan deze uitsluitend voor de bevordering van Gods Werken inzetten. De ziel die deze gave ontvangt, wordt precies vanwege deze begaafdheid bovendien zeer zwaar beproefd (vanwege God of vanwege Maria Zelf, én vanuit de wereld) en aangevallen (door de duivel en door wereldse kanalen die door de duivel worden beheerst, zoals bijvoorbeeld via vervolgingen die zich in ontelbare vormen aandienen). God test een mystiek begenadigde ziel lang en intensief om te kunnen vaststellen of zij emotioneel, geestelijk en spiritueel over voldoende weerstand en volharding beschikt om haar opdracht en alle met de begaafdheid samengaande plichten te vervullen.

De zielen zien van een begaafdheid slechts het uiterlijke, niet al datgene wat op de achtergrond met deze begaafdheid verbonden is. Slechts zeer weinig zielen houden rekening met het feit dat niet elke ziel een leven met een mystieke begaafdheid volhoudt en daarin kan volharden. De belangrijkste reden hiervoor is eenvoudigweg deze: Niet elke ziel is ertoe bereid, volledig, onvoorwaardelijk en een leven lang zichzelf over te geven, van het 'normale' leven afstand te doen om zich dag en nacht in te zetten voor de dienst aan God, en slechts te leven om zich in zelfverloochenende Liefde te vervolmaken opdat haar vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan ononderbroken moge worden vergroot. Het is een leven van ononderbroken zelfoverwinning. Het is ook een leven waarbij de ziel constant wordt blootgesteld aan kritiek vanwege andere zielen, die datgene wat wordt verkondigd nog niet kunnen begrijpen. Om deze reden is het voor bepaalde zielen een zegen, niet 'begenadigd' te worden. God heeft, wanneer Hij Zijn Genaden verleent of integendeel (nog) niet verleent, steeds uitsluitend het welzijn van Zijn Heilsplan én het welzijn van de betrokken ziel op het oog.

Lieve zus, ik hoop U hiermee een beetje van dienst te zijn geweest. Ik sta heel graag verder te Uwer beschikking. Tenslotte zijn wij er allen slechts voor elkaar.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 258

Over de juiste omgang met dieren, ook met 'lastige' insecten

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Terwijl ik de brieven lees, die zielen mij schrijven, denk ik soms aan de uitspraak die men wel eens uit de mond van reizigers kan horen: Het mooiste van de reis is niet noodzakelijk de aankomst, de bestemming, maar veeleer de reis daarheen: Men is voortdurend verbaasd over dit en dat, stelt zich veel vragen, ontdekt dingen. Welnu, elke levensweg is een reis. Het land van bestemming is als een onbekend tropisch eiland waarover men al één en ander heeft gehoord of gelezen, waarvan men droomt en waarover men zo zijn eigen voorstelling heeft, zonder met zekerheid te weten hoe alles er daar in werkelijkheid uitziet en hoe het werkelijk aanvoelt, daar te zijn. Elke brief die ik mag lezen, vertoont overeenkomsten met een dergelijke reis: De ziel is over veel dingen van haar leven verbaasd, zij stelt zich veel vragen, en in mij wordt het verlangen geboren, de betreffende reis zelf te herhalen. Dan wend ik mij tot de Hemelse Reisleidster, laat mij door Haar verrassen en geniet het voorrecht, de reizende ziel het resultaat te mogen meedelen. Zo mag ik mij vandaag verheugen over een vraag die op Uw reis in U is gewekt. Ik zal deze woordelijk aanhalen:

Hoe moeten de mensen met muggen en dergelijke dieren omgaan? Het lijkt mij geen goed idee, hen tegen de muur te slaan...

De mensenziel gaat met veel levende wezens om zoals zij het nu eenmaal doet, omdat zij het Plan dat God met Zijn Schepping heeft, niet kan begrijpen en evenmin kan doorgronden.

De omgang met de dieren behoort tot dat enorm grote domein van onwetendheid, op hetwelk de mensenziel sedert de erfzonde tastend haar weg zoekt. Om deze reden is deze omgang in vele opzichten in een zodanige mate door de duisternis getekend, dat deze veel meer tot alle ellende in de wereld heeft bijgedragen dan de meeste zielen zouden geloven.

God heeft Zijn Schepping voorzien als een systeem in hetwelk de diverse soorten van levende wezens in volkomen harmonie met elkaar zouden leven, en zo volledig op elkaar gericht zouden zijn, dat alle relaties tussen de soorten door een vlekkeloze Liefde zouden zijn getekend. Elke uitwisseling, elk contact, elke vorm van communicatie tussen de soorten en tussen de individuele levende wezens moest in volmaakte Liefde worden voltrokken, en alles was drager van de onfeilbare Goddelijke Intelligentie als stuurmechanisme.

God heeft ontelbare diersoorten geschapen. De mens kent zelfs nu nog niet elke soort. Alles wat door God is geschapen, heeft een welomlijnde rol binnen het geheel te vervullen. Om deze reden moest de mensenziel, die – dat mogen wij nooit vergeten – door God is bedoeld om Zijn vertegenwoordigster naar de Schepping toe te zijn, zich in de omgang met de dieren naar twee grondregels richten. Ik verwoord nu, zoals steeds, de stelling en de opvatting van de Moeder Gods:

  1. Elke mensenziel geldt tegenover de dieren als vertegenwoordigster van God. Dit betekent dat zij in haar omgang met elk dier Gods eigenschappen tot uitdrukking moet brengen: volmaakte en onvoorwaardelijke Liefde, mildheid, tolerantie, geduld, zachtmoedigheid, zorgzaamheid, en in principe alle deugden.
  2. God blijft de Meester van Zijn Schepping. De mensenziel is beheerder. In principe bezit zij de dieren niet, zij mag over hen beschikken, en wel uitsluitend op de wijze zoals God het wil, dit wil zeggen, met het oog op de verwezenlijking van Zijn Heilsplan. Dit betekent concreet, dat de mensenziel niet over het leven van een levend wezen mag beschikken, en het geen leed of schade onder om het even welke vorm mag toebrengen. In elk geval waarin een mensenziel een dier doodt, is God alleen Rechter over de hartsgesteldheid vanuit dewelke deze handeling is gesteld. In elk geval waarin een mensenziel een dier leed berokkent, wordt zij eveneens door God geoordeeld, die de bijdrage van elke ziel aan Zijn Werken afmeet volgens de mate van Liefde die deze ziel bij elke handeling, in elk woord, in elk gevoel en in elke gedachte heeft opgebracht of heeft nagelaten, of zelfs heeft verloochend.

Toen de zonde in de Schepping kwam – waarvoor overigens de mensenziel verantwoordelijk is, niet de dieren of de planten – werden de relaties tussen de diverse levensvormen volledig verwrongen, omdat de zonde de tegenpool is van de Liefde, en de Liefde de brandstof van alle leven. Door elke zonde die de mensenzielen bedrijven, wordt als het ware een lek geslagen in het systeem van de Schepping, door hetwelk een bepaalde hoeveelheid Liefde wegvloeit. Dit eeuwenlange en massale verlies aan Liefde is ervoor verantwoordelijk dat de wederzijdse relaties tussen de levende wezens en tussen de soorten volledig verwrongen is geraakt. Precies daaruit zijn de toestanden tussen de wilde dieren, tussen de soorten onderling, en de schuwheid van de dieren naar de mens toe, evenals de roofzucht in de natuur, enzovoort, ontstaan: God heeft die toestanden niet geschapen, de zonde heeft hen opgewekt!

Zo is de toestand ontstaan, dat de mens bepaalde diersoorten als 'lastig' ervaart. Dit is het geval met de mug. Deze is bijvoorbeeld niet door God geschapen om de mens 'op de zenuwen te werken'. Wat een bioloog of om het even welke wetenschapper ook moge zeggen (misschien vanuit het wereldse perspectief of om redenen van logica 'terecht'), wij mogen nooit uit het oog verliezen dat bij elke diersoort het gedragspatroon dat God haar had 'ingeplant', in de loop van de tijd vaak in een aanzienlijke mate is veranderd. Deze veranderingen kunnen helemaal niet geverifieerd worden, omdat er geen mogelijkheid bestaat om de gedragspatronen van elke diersoort in de eerste dagen na de schepping van de aarde te observeren. Een dergelijke kennis kan slechts via de mystieke weg naar de zielen komen, zoals het hier gebeurt.

Welnu, hoe moet men met 'lastige' muggen omgaan? De Koningin des Hemels toont ons twee wijzen, die samen mogen worden toegepast:

  1. De zielen kunnen zich door gebed tegen de ongunstige effecten van het contact met bepaalde dieren beschermen. Maria wijst erop, dat zielen zich tegen plagen van ongedierte kunnen beschermen door vurig om compensatie te bidden. Dit betekent: Elke plaag ontstaat uiteindelijk door een onevenwicht in de Schepping, dat op zich het gevolg is van de zonden van alle eeuwen. Aangezien de zonde de tegenpool is van de Liefde, is er nood aan de offerande van oprechte Liefde (zoals door diepgaande gebeden) om de effecten van de zonden te compenseren. Het is belangrijk dat deze gebeden op een onbaatzuchtige wijze worden aangeboden.
    Dit wil zeggen, dat de ziel beter niet vraagt: "Bevrijd mij van deze mug", doch met haar gebed veeleer zou moeten beogen, ertoe bij te dragen dat de op grond van de zonden van de mensheid verwrongen gedragspatronen van de muggen, opnieuw teruggebracht kunnen worden tot een patroon dat overeenstemt met datgene, wat God oorspronkelijk met de muggen had bedoeld. Ook hier toont de Meesteres Zich dus als Diegene die door beïnvloeding van de mensenzielen de Schepping tot haar toestand van vóór de erfzonde wil terugbrengen;
  2. Het is toegestaan, natuurlijke, milieuvriendelijke middelen te gebruiken, die muggen verhinderen (als het ware: ontmoedigen, de lust ontnemen) om de mensenziel bijvoorbeeld ’s nachts van de slaap te beroven. Bepaalde natuurlijke geuren of planten kunnen dit bewerken. Middelen die de muggen doden, behagen God in principe niet. Veel van wat in wetenschappelijke kringen als 'natuurlijke selectie en 'het overleven van de sterkste' wordt aangeduid, komt in geen geval overeen met de opvattingen van de Hemel.

Ik mag U de inspiratie overbrengen, die de Moeder Gods mij vele jaren geleden reeds met betrekking tot de omgang met bepaalde diersoorten heeft geschonken. Moge het U illustreren, hoe ver de Liefde van de Hemel voor elk dier gaat. Maria fluisterde mij in het hart:

"Wanneer dit huis (dat tenslotte in de buurt van bomen staat) door een mug, een spin, een kikker, een muis, een bij, enzovoort, wordt bezocht, tracht dit dier in een bokaal of iets dergelijks te vangen, ga met de bokaal naar buiten, en schenk het dier de vrijheid, terwijl jij intussen tot Mij woorden van de volgende strekking richt:

"Mijn Hemelse Meesteres, verwaardig U, dit dier te beschermen, opdat het in staat moge worden gesteld, zijn (of haar) leven verder zo te leiden, zoals God het heeft bestemd. Moge het zijn (of haar) rol binnen Gods Schepping onder Uw bescherming verder kunnen vervullen".

Elk middel dat het dier leed berokkend of waardoor het wordt gedood, wijst de Koningin des Hemels met klem af, en wel steeds om dezelfde louter spirituele reden: Vanwege het feit dat het dier een rol moet vervullen, enkel en alleen God over de duur van deze rol beslist, en de mensenziel aan het dier onvoorwaardelijke Liefde en respect is verschuldigd.

In dezelfde zin heeft de Meesteres mij reeds diverse gedragspatronen in de omgang met dieren geleerd, en één van de gevolgen van deze 'opleiding' was deze, dat ik een steeds toenemende gevoeligheid en medevoelen tegenover het diepere wezen van vele dieren als kanalen van Gods Liefdesstroom mocht ontwikkelen. Op grond van deze ontwikkeling verkreeg ik het voorrecht, onder vele omstandigheden het hart van een dier in mijn nabijheid haarfijn aan te voelen. Een dergelijke gewaarwording vermeerdert de Liefde tot God in het eigen hart in een onbeschrijflijke mate: Een waarlijk overweldigende ervaring, die de ziel tot het bewustzijn brengt, dat de dieren een geweldig onderschat geschenk van God aan de mensenzielen zijn.

Wij mogen nooit uit het oog verliezen dat elk individueel dier door God is geschapen omdat het een zeer specifieke rol moet vervullen. Het komt de mensenziel niet toe, erover te beslissen, wanneer voor een specifiek dier het leven moet eindigen. De Meesteres van alle zielen verzekerde mij privaat reeds herhaaldelijk:

Mochten veel meer zielen een veel groter respect voor de dieren opbrengen, dan zou reeds alleen daardoor de berg van ellende op de wereld in aanzienlijk mate verminderen.

Dat is ook logisch: De omgang met de dieren is door zoveel gebrek aan Liefde getekend, dat op dit domein alleen reeds kan worden gesproken over ontelbare zwarte gaten in de Liefdesstroom. Elke dag voltrekken zich op deze wereld miljarden contacten tussen mensen en dieren. In een overgroot gedeelte daarvan heerst in uiteenlopende mate een gebrek aan Liefde.

Lieve broeder, het resultaat van deze brief is voor U wellicht een even grote verrassing als voor mij. U stelt een vraag over de mug, en de Meesteres laat mij met betrekking tot de dierenwereld als geheel antwoorden. Zo bedient de Hemel Zich van datgene wat in de harten leeft om de zielen over vele dingen te onderrichten, waarvoor de tijd van bewustwording is gekomen. Mogen wij allen uit de omgang met 'lastige' insecten voortdurend één van de belangrijkste lessen leren, die de Schepper ons ook daardoor wil inprenten: dat de dieren er ook zijn, om de mensenziel tot vervolmaking in de deugd van het geduld te leiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 259

Moeten wij onder mensen die ver van het Geloof zijn verwijderd, bijvoorbeeld het tafelgebed 'zichtbaar' verrichten? – Maria noemt (ook religieuze) discussies 'het laboratorium van de duivel' – Over het wezen van de kloosterroeping – Hoe moeten wij met verkeerde gewoonten op seksueel vlak omgaan? – Doen wij er goed aan, met iedereen over de 'Meesteres van alle zielen' te spreken?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoewel de zielen zich reeds over veel inspiraties vanwege de Heilige Geest hebben mogen verheugen, blijft heel veel over de praktische, concrete beleving van ons Geloof vaak versluierd. Dat maakt het er niet gemakkelijker op, met een gerust geweten doorheen de dagen te gaan. God heeft echter zelfs met deze sluier een bedoeling. Indien de christelijke ziel haar weg naar de heiliging werkelijk ter harte neemt, is de onverschilligheid al gauw het eerste offer, de eerste struikelblok, die zij van haar weg verwijdert. De Liefde groeit, en de ware Liefde tot God en Zijn Werken sluit onverschilligheid uit: Voor de liefhebbende ziel is het belangrijk, datgene te doen, wat God het meest behaagt. In deze gesteldheid overstijgt zij het niveau van het strikt noodzakelijke, en precies deze bijkomende inspanning is de mate waarmee God de ware Liefde van de ziel tot Hem meet. Uw vragen ontspruiten uit de bekommernis om het goede te doen. Laten wij dus op deze vragen ingaan, vanuit het Hart van de Meesteres van alle zielen, die de intentie heeft, de volheid van de Waarheid te verkondigen: de opvattingen van de levende God. Ik citeer Uw vragen chronologisch, en antwoord vanuit het Hart van de Koningin des Hemels.

Wanneer wij te gast zijn bij mensen die ver van het Geloof verwijderd zijn, of wanneer dergelijke mensen deel uitmaken van ons gezin: Moeten wij het tafelgebed 'zichtbaar' verrichten, of zonder te laten blijken dat wij bidden (tijdens een wandeling, onder mensen, in de trein, enzovoort, bijvoorbeeld met het Kruisteken e.d.)?

Reeds vele jaren geleden heb ikzelf aan de Moeder Gods gelijkaardige vragen voorgelegd, omdat ik Haar tijdens gebeden, en in het algemeen in het leven in Haar uitsluitende dienst, niets anders dan de meest frisse bloemen wilde aanbieden. Voor de ziel lijkt het vanzelfsprekend dat zij Jezus en Maria haar Liefde en eerbied toont. Nochtans zei Maria daarop het volgende:

Het zichtbaar verrichten van de communicatie met God kan onder bepaalde omstandigheden een negatieve invloed hebben op andere zielen, in die zin, dat een ziel die vijandig staat tegenover de spirituele component van de werkelijkheid, door openlijke tekenen van communicatie met God tot onzuivere gedachten en gevoelens kan worden aangespoord. Aangezien deze ziel daardoor in de ondeugd wordt getrokken, mishaagt het God niet noodzakelijk wanneer een ziel de zichtbare uitingen van de communicatie met haar Schepper achterwege laat, op voorwaarde dat de ziel God of de Moeder Gods ongeremd groet in het verborgene van een zuiver hart.

De eenvoudige tekenen van het christelijke leven, zoals bijvoorbeeld het Kruisteken of een kniebuiging vóór een Kruisbeeld of een Mariabeeld, laat de ziel beter niet achterwege. Voor het overige geldt de regel (aldus de Heilige Maagd), dat de waarde van het gebed niet wordt bepaald door het hoorbaar of zichtbaar uitspreken van woorden of stellen van gebaren, maar door de gesteldheid van hart. De ziel kan derhalve zeker ook in aanwezigheid van ongelovigen constant in gebed zijn door haar hart onverstoorbaar op God of Maria te richten, en ononderbroken stromen van Liefde en lofprijzing uit het hart naar de Hemel te laten vloeien, of zich voortdurend voor de inspiraties van de Heilige Geest open te stellen.

Het niet zichtbaar verrichten van gebeden uit het hart in plaats van met de mond of onder begeleiding van zichtbare tekenen, hoeft niet te worden geïnterpreteerd alsof de ziel zich zou schamen voor het betuigen van haar Geloof. Volgens de Moeder Gods is dit onder bepaalde omstandigheden de zekere en absoluut waardevolle en doeltreffende wijze van vruchtbare communicatie met God, die niet door het opwekken van ondeugden in de omgeving van de biddende ziel van een gedeelte van haar effecten wordt beroofd. De Moeder Gods herinnerde mij in dit verband aan de omstandigheden onder dewelke priesters zoals de Heilige Pater Kolbe, in de godvijandige atmosfeer van een concentratiekamp de Heilige Mis opdroegen, waarbij deze uitoefening van de dienst aan God voor een gedeelte van de zielen in de nabijheid (namelijk voor de bewakers) in het verborgene plaatsvond. Nochtans werden deze Heilige Missen, hoe primitief zij ook werden gevierd, in de Hemel als uiterst waardevol onthaald – Woorden van de Meesteres.

Het feit dat de christelijke ziel de tekenen van haar Liefde tot God onder bepaalde omstandigheden beter verbergt, kan haar als geestelijk martelaarschap worden aangerekend, indien God, die het hart leest als een open boek, in de ziel een dergelijke pijn aantreft.

Hoe moeten wij ons gedragen tegenover geloofscritici die onze Kerk aanvallen en met zoveel tegenargumenten aankomen dat men onmogelijk op alles een antwoord kan hebben?

Maria heeft mij jaren geleden reeds zeer beslist afgeraden, in te gaan op religieuze twistgesprekken. Met betrekking tot spirituele thema’s zijn zeer veel zielen bekrompen en eerder gesloten. Zeer velen die menen, echte christenen te zijn, vormen hun eigen opvattingen op dit gebied, en laten slechts een geringe speelruimte toe. Zeer veel van wat boven de gemiddelde kennis van de christelijke Leer uitstijgt, wordt door deze zielen niet in hun hart toegelaten. Opvattingen zoals bijvoorbeeld deze, welke in onze tijd door Maria als Meesteres van alle zielen door dit Apostolaat worden verkondigd, en als het toch zo prachtige, sluitende en kristalheldere systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven aan de zielen wordt aangeboden voor de groei van hun Waar Geluk, worden door deze zielen doorgaans zonder meer afgewezen, en soms ronduit verketterd. Met discussies bereikt men bij dergelijke zielen nauwelijks iets. Precies om deze reden adviseerde de Meesteres mij vanaf het begin van deze prachtige verkondigingen dat ik mij bij aanvallen of ongeloof slechts bij uitzondering zelf mocht verdedigen, Zij Zelf zou steeds getuigenis afleggen van de echtheid van de verkondigde stellingen en onderrichtingen, en over de echtheid van Haar Myriam.

Maria bestempelt religieuze discussies als 'het laboratorium van de duivel'. Volgens de door Haar aan mij opgelegde regel is alles wat Zij door mij verkondigt, zaad uit Haar vlekkeloos Hart, en heeft elke ziel de keuze om dit zaad ofwel aan te nemen, ofwel niet. Zielen die trachten, mij bij één of andere discussie over deze Hemelse stellingen te betrekken, zijn (aldus de Moeder Gods) zielen die het Hemels zaad niet in een zuiver hart hebben opgenomen om het daar te laten rijpen, maar die hebben getracht, dit zaad met hun beperkt menselijk hart te analyseren. Maria stelt met klem dat de christelijke Waarheden niet volledig kunnen worden geanalyseerd, omdat zij steeds elementen van Goddelijke Mysteries in zich dragen. Het geloof in datgene dat men (nog) niet met de geest kan begrijpen, is een kwestie van Liefde. Gaat men ervan uit dat de bron waaruit de kennis komt, niet echt is, dit wil zeggen: niet van Gods handtekening voorzien, dat zij niet door Maria is geleid, enzovoort, dan staat het hart de aanvaarding reeds in de weg. Er zijn zielen die zelfs het Evangelie in vraag stellen, omdat zij het met de geest beschouwen, de onderlinge verbanden niet helemaal kunnen aanvoelen, en daarom beginnen twijfelen. Dit is nog meer het geval ten aanzien van de toelichtingen bij ons christelijk Geloof zoals deze later, in de tijd na Christus, in mystieke openbaringen aan de zielen zijn geschonken en zelfs op dit ogenblik worden geschonken.

Hoe treffend zei reeds vroeger de Meesteres: "Voor hen die niet willen geloven, is geen verklaring mogelijk. Voor hen die wel geloven, is geen verklaring nodig". God spreekt in het hart, niet in de geest. Wanneer het om het Geloof gaat, in het bijzonder waar het de mooiste aspecten van het Geloof betreft, zoals bijvoorbeeld het Verlossingsmysterie en de vele (doorgaans mystieke) verklaringen en toelichtingen van de Meesteres van alle zielen over de geheimen van het Goddelijk Leven, levert discussiëren en argumenteren heel weinig op, want die kogels zullen nooit door het pantser van een onvoldoende geopend hart heen dringen. Slechts één enkele kogel dringt in bepaalde omstandigheden tot de diepte van het hart door: de Ware Liefde. Het voorbeeld van een christelijk leven of van de vaste overtuiging die datgene tot uitdrukking brengt wat de ziel belijdt, kan een weerspannige ziel overtuigen van de waarheid van datgene wat men vruchteloos met woorden tracht uit te leggen. Het weigerachtige hart moet eerst en vooral de indruk krijgen dat het zelf, uit eigen initiatief, tot het inzicht is gekomen dat de gelovige ziel gelijk heeft. Pas dan zal het ertoe bereid zijn, van mening te veranderen.

Wat precies is het wezen van een kloosterroeping, waaruit bestaat haar 'zin'? Ik heb vroeger steeds gedacht dat slechts 'heilige' en 'vergevorderde' mensen geroepen werden, maar in de werkelijkheid is het bij de geroepenen net als bij alle andere zielen: zonde en zwakheid alom. Wat maakt dan deze weg anders dan elke andere? Waarom roept God dergelijke mensen? Wat is Gods Plan met dergelijke geroepenen?

God roept niet noodzakelijk 'heiligen', maar zielen met wie Hij een welomlijnd Plan heeft, en die ofwel van bij de geboorte door Hem met bijzondere gaven of talenten zijn uitgerust, of op het geschikte moment door Hem met bijzondere gaven of talenten worden uitgerust. Wanneer wij derhalve een kloosterorde beschouwen, zien wij niet noodzakelijk heilige zielen, maar zielen die, net zoals U en ik, ermee bezig zijn, hun weg vorm te geven, en die daarbij, ook net zoals U en ik, bepaalde invloeden moeten overwinnen.

Zoals elke gemeenschap van zielen, is ook een kloosterorde samengesteld uit datgene wat elk van de leden in het geheel binnen brengt, met daarbij al datgene wat, om zo te zeggen, 'boven de hoofden' de algemene atmosfeer vormt. Indien er een kloosterorde zou bestaan van drie zielen, dan zou de orde niet worden gevormd door A + B + C bij elkaar op te tellen, maar door de som van A + B + C + een bepaalde meerwaarde uit alle individuele relaties en communicaties tussen de drie in alle richtingen + de overkoepelende atmosfeer die al het voorgaande samen met invloeden van buiten de gemeenschap omvat.

Elke ziel in deze gemeenschap wordt derhalve aan een veelvoud van effecten en invloeden blootgesteld, en moet deze voortdurend verwerken. Zij gaan alle op uiteenlopende wijzen om met hun eigen heiliging, en gaan gedeeltelijk heel verschillende wegen om God in hun dagelijks leven te zoeken en Zijn Inspiraties in zich op te nemen.

Het is Gods Plan, in een kloostergemeenschap een akker klaar te maken die gunstig is voor de opname van Zijn zaad. Aangezien het in een kloostergemeenschap normaal gesproken gaat om een samenleving van zielen die zich de heiliging en de dienst aan God tot levensdoel hebben gesteld, zou het scheppen van een atmosfeer van bezinning, inkeer en vergeestelijking in deze context niet moeilijk mogen zijn. Alles hangt er hier, zoals trouwens altijd, van af, wat de individuele leden van hun roeping willen maken, en in welke mate zij zich kunnen of willen verzetten tegen de vele nefaste invloeden van buitenaf, die de noodzakelijke hartsgesteldheden voor de heiliging en de uitsluitende dienst aan God bedreigen. Of de kloosterorde werkelijk in de lijn ligt van Gods Plan, hangt uiteindelijk af van de mate waarin de leden geneigd en in staat zijn om zich van de wereldse gezindheden te distantiëren.

Wij leven in een maatschappij waarin de seksualiteit overbeklemtoond wordt, en velen onder ons zijn opgegroeid met zaken die zij, nu zij christenen zijn, achterwege willen laten. Hoe moeten wij met slechte gewoonten op het seksuele vlak omgaan?

Elke ziel heeft haar moeilijkheden, net zoals elke ziel haar eigen zwakheden heeft. Het komt er op aan, deze zo spoedig mogelijk in zichzelf te herkennen, en de muren van de zielenburcht dagelijks op bressen, gaten en barsten te controleren om er voortdurend op bedacht te zijn, hoe en waar men door de duivel aangevallen en in zijn heiliging bedreigd kan worden. De ziel moet dagelijks niet alleen met de spirituele, maar eveneens met de lagere niveaus van haar bestaan omgaan. Zo moet zij ook haar lichamelijke behoeften verwerken. De beheersing van de seksualiteit is belangrijk voor de spirituele groei, wegens het feit dat de mate waarin een ziel haar lichamelijke behoeften beheerst, doorslaggevend is voor de bloei van haar hogere spirituele vermogens. In zijn eentje slaagt de mens niet zonder meer in de strijd tegen de lichamelijke componenten van zijn wezen. Hij heeft daarbij Hemelse bijstand nodig. De lichamelijke behoeften zijn namelijk niet iets stabiels: Zij veranderen voortdurend, en worden regelmatig vanuit vele mogelijke bronnen van bekoring onder onze aandacht gebracht.

De overwinning op de eigen seksualiteit begint bij de wil om de kern van het spirituele leven naar steeds hogere niveaus te verheffen. Reeds dit gaat niet zonder een voortdurend groeiende Liefde tot de hogere dingen, tot Gods Werken en Plannen, tot de Koningin des Hemels, tot het heiligingsmysterie en tot de waarde van de ziel als werktuig van God. Zodra de ziel er zich door en door van bewust is dat zij er in wezen slechts is voor haar eigen heiliging en voor de verwezenlijking van het Goddelijk Heilsplan, en zij deze kennis met een ware, groeiende, niet door wereldse doelstellingen bevlekte Liefde weet te verbinden, is zij op weg naar de bevrijding uit de tirannie van de lichamelijke component van haar wezen.

De ziel die zich helemaal onder de heerschappij van de Meesteres van alle zielen stelt, kan haar hele wezen met al zijn behoeften in zo verregaande mate onder de hoede van Maria stellen, dat de ziel zich ervan bewust wordt, dat niet zijzelf meesteres over de bevrediging van haar behoeften is, maar de Koningin des Hemels, aan wie zij zich heeft weggegeven. De ziel laat dan Maria heersen over haar behoeften en over de wijze waarop de ziel met deze behoeften omgaat, geheel volgens Haar Wil en volgens Gods Plannen. In die toestand wordt in de ziel het ideaal van het Ware Geloof verwezenlijkt. In die toestand staat de ziel op de drempel van de heiligheid. Zij mag zich nochtans nooit van de heerschappij van de Meesteres losmaken, want in één enkel ogenblik kunnen de effecten van deze heerschappij haar worden ontnomen (door de duisternis). Het sleutelwoord is 'toewijding': overgave van het eigen verleden, het hele wezen, alle behoeften, de vrije wil. Voor het overige komt het erop aan, de Meesteres er dagelijks om te smeken dat Zij voor het hart de genade zou bewerken, op dit heiligmakende ideaal gericht te blijven.

Is het raadzaam dat wij met andere mensen over de 'Meesteres van alle zielen' praten? Af en toe hebben mensen mij reeds gevraagd of ik mariaal ben, en indien ja, waarom. Sommigen van hen begrijpen nog niet eens mijn 'normale' verering van Maria (...) Wat mogen wij antwoorden wanneer mensen ons vragen: "Hoe kom je erbij dat Maria werkelijk deze positie bekleedt? Waar heb jij dat vandaan, dat vinden wij nergens..."?

Er is nog een aanzienlijke kloof tussen een mariale ingesteldheid enerzijds, en de overgave aan Maria in Haar hoogste hoedanigheid als Meesteres van alle zielen anderzijds. De redenen waarom Maria pas in deze tijd als de Meesteres van alle zielen wordt geopenbaard, worden verduidelijkt doorheen alle geschriften die de Koningin des Hemels aan Haar Myriam inspireert. De waarheid van deze verkondiging wordt eveneens doorheen alle geschriften aangetoond. Het spreekt vanzelf dat de zielen dit nog nergens op schrift vinden, want wij bevinden ons nog in de verkondigingsfase van deze Waarheid.

Deze verkondigingen gaan veel verder dan om het even welke mariale verkondiging in de heilsgeschiedenis, omdat het kwaad nooit voorheen zo vindingrijk en zo listig was in de verspreiding van de onwaarheid, de ellende en de misleiding. De verkondigingen van de Meesteres van alle zielen zijn, zoals vroeger reeds werd vermeld, Gods antwoord op deze arglistigheden en manipulaties van het kwaad. Om deze reden zijn de openbaringen en onderrichtingen in het kader van de Wetenschap van het Goddelijk Leven zo rijk aan details, zo diepgaand en zo opzienbarend: Zij luiden het tijdperk van de ontsluiering in, de tijd in dewelke de zielen de vele door de duivel opgewekte nevelen kunnen leren doorzien en de volheid van de bedoelingen van het Goddelijk Heilsplan moeten leren herkennen.

Het is het lot van elke verkondiging die via de mystieke weg naar de zielen komt, dat deze in de beginjaren onvermijdelijk op kritiek stuit. Dat is normaal, omdat de verkondiging via de mystieke weg automatisch volledig nieuwe opvattingen of volledig nieuwe wijzen van beschouwen bevat, die nog nergens opgetekend staan. De tegenwerkingen behoren trouwens tot de beproevingen die noodzakelijk zijn opdat deze aanvullingen van de spirituele kennis zouden worden aangenomen en werkzaam zouden kunnen worden. Wij mogen nooit vergeten: In deze nieuwe verkondigingen (van de Wetenschap van het Goddelijk Leven en de Meesteres van alle zielen) gaat het om kennis die regelrecht de duisternis bestrijdt, en die precies daarom zo hevig wordt aangevallen door het kwaad, dat alles op alles zet om de zielen tegen deze verkondigingen op te hitsen. De Meesteres heeft mij hiervoor reeds jaren geleden gewaarschuwd. Zij schonk mij echter gelijktijdig deze grote belofte: De volheid van de Waarheid zal overwinnen.

Het typeert elke verkondiging via de mystieke weg, dat zij moeilijk aan te tonen is. Dit wil zeggen dat men tegenover andere zielen moeilijk bewijzen kan voorleggen. De Bron van deze kennis is tenslotte de Hemel met Zijn vele Geheimen, die slechts aan de zielen ter beschikking worden gesteld op het tijdstip dat God in Zijn onfeilbare Wijsheid als passend beschouwt. Om deze reden kan nu, bijna tweeduizend jaar na het Evangelie, nog steeds worden gesproken van een 'nieuwe' verkondiging, respectievelijk van een nieuwe beschouwing en toelichting van een kennis die in Gods Hart reeds altijd heeft bestaan. De verheffing van Maria tot Meesteres van alle zielen en de verkondiging van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, leefden reeds vele eeuwen geleden in Gods Hart. God is echter geduldig, en Hij heeft Zich dit geweldige wapen tegen de duisternis voor onze tijd voorbehouden.

Het feit dat deze nieuwe verkondiging nog niet kerkelijk kon worden erkend, zegt helemaal niets over het waarheidsgehalte van deze verkondiging, doch slechts dat het tijdstip van haar officiële erkenning door God voor een later tijdstip is vastgelegd. Voorlopig kan de Waarheid van het hele systeem slechts door de geschriften zelf in de harten van goede wil worden geschreven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 260

De satan bedient zich van het modernisme om de mens steeds méér in het middelpunt te stellen en God en Zijn Werken naar de achtergrond te verbannen – over de absolute noodzaak van het celibaat voor de Kerk – de celibataire trouw = 'huwelijkstrouw' van de priester jegens Jezus Christus bepaalt de heiligheid van de rooms-katholieke Kerk en haar vermogen om de unieke schat van de Goddelijke Waarheid te behoeden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Sedert Jezus de Kerk heeft gegrondvest, is de duivel bezig, deze op elke denkbare wijze aan te vallen. De reden ligt voor de hand. Het traditionele Geloof, zoals Jezus dit oorspronkelijk vorm gegeven heeft, is drager van de volheid van de Waarheid over het Goddelijk Leven. Niet alle elementen van deze Waarheid zijn ineens verkondigd geworden, vele werden en worden pas in de loop van de tijd na Christus bekend gemaakt, al naargelang de ontwikkeling van Gods Heilsplan. Het traditionele christelijke Geloof moet derhalve worden beschouwd als de schatkamer van de kennis die uit de bron der Goddelijke Wijsheid voortkomt en aan dewelke de zielen zich moeten voeden om het Goddelijk Leven in zich tot bloei te brengen.

De rooms-katholieke Kerk van Christus is derhalve de schietschijf van talloze aanvallen vanwege de duisternis, omdat zij de zichtbare burcht vormt, in dewelke de schatten uit de bron van de Waarheid worden bewaard en gevierd, en in dewelke de verspreiding ervan veilig moet worden gesteld. Sluipend zoals een slang tracht de duivel steeds weer in deze burcht binnen te dringen.

Sedert eeuwen reeds tracht hij via allerlei vormen van afvalligheid en allerlei uitingen van modernisme deze Waarheid om te vormen volgens zijn eigen visies. Door het modernisme wordt de mens steeds méér in het middelpunt gesteld en God en Zijn Werken naar de achtergrond verbannen. Gods belangen worden ondergeschikt gemaakt aan de belangen der mensen. Daardoor is de grendel weggeschoven van een deurtje tot een kamer waarvan de inhoud geen plaats zou mogen krijgen in de Kerk van Christus: de kamer van de wereldse en menselijke behoeften. De Kerk blijft niet langer de hoedster van Gods belangen, doch wordt stap voor stap aangepast bij de maatschappij en al haar wereldse visies en belangen. Heel geleidelijk aan moest de ware Geest van Christus plaats ruimen voor de geest der wereld.

Naarmate in de Kerk de ultratraditionele waarden worden verlaten, zal ook het schild van de herders scheuren beginnen vertonen, omdat de atmosfeer van heiligheid in de uitoefening van Gods Werken steeds minder waarneembaar wordt. De tijdsgeest verdraagt niet langer de eeuwig geldende Goddelijke Wijsheid, omdat elke ontwikkeling in de samenleving als een menselijke prestatie wordt beschouwd en zelfs wordt verafgood wanneer zij talloze zielen van de Ware Liefde en van de verwezenlijking van Gods Heilsplan en van het ware welzijn van de zielen verwijdert. De zin van de woorden, handelingen en verlangens van Gods Zoon wordt steeds minder aangevoeld. Zo komt het tot veel veranderingen in de opvatting over datgene wat binnen de Kerk 'mogelijk zou moeten zijn', respectievelijk 'wenselijk zou zijn', omdat 'de zin van dergelijke veranderingen in de praktijk is aangetoond'. Doorheen deze korte argumentatie brengt de Meesteres van alle zielen mij naar Uw vraag:

Om welke reden mogen priesters niet huwen? Waarom is het celibaat ingevoerd? Wat kan men het beste zeggen tot tegenstanders van het priesterlijk celibaat, die betogen dat sommige apostelen ook gehuwd waren?

Het behoort niet tot mijn opdracht, punten uit de kerkgeschiedenis aan te halen, maar wel, de visies en onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen bekend te maken. Over het hier aangehaalde thema zegt Zij het volgende:

De voornaamste reden waarom het celibaat onder de herders van de rooms-katholieke Kerk absoluut noodzakelijk is, ligt hierin, dat de priester een exclusief huwelijk met Christus moet sluiten en dat van zijn trouw binnen dit huwelijk de heiligheid en de staat van genade van zijn werken als vertegenwoordiger van Christus jegens de zielen afhangt. Uit het verbond tussen Jezus Christus en de priester wil God de vruchten der heiliging baren. De 'huwelijkstrouw' van de priester jegens Jezus Christus bepaalt de heiligheid van de rooms-katholieke Kerk en haar vermogen om de unieke schat van de Goddelijke Waarheid te behoeden. De ziel van de priester is vergelijkbaar met het huwelijksbed in de bruidskamer, in hetwelk de Goddelijke vruchten moeten worden verwekt. Indien dit huwelijksbed verontreinigd raakt, wordt de heiligheid van de vruchten geschonden.

In zeker opzicht zou deze vereiste enigszins kunnen worden vergeleken met deze van de Onbevlekte Ontvangenis: De ziel van de Moeder Gods moest vlekkeloos zijn, zoals een volmaakt heilig tabernakel, opdat Zij een waardige Draagster van Gods Zoon zou kunnen zijn. Welnu, de ziel van de priester moet eveneens als een heilig, vergeestelijkt tabernakel zijn, opdat zij een volkomen waardige draagster zou kunnen zijn van al datgene wat God voor het Heil van de zielen in haar zou willen laten rijpen. Zoals Maria de Christus in Zich mocht dragen voor het Heil van de zielen, mag de priesterziel de Werken van Christus in zich dragen voor het Heil van de zielen. God herhaalt daarbij ononderbroken het door Hem zozeer geliefde proces: de versmelting God + mensenziel = opwekking van Heil.

Indien nu de priester een werelds huwelijk aangaat, of buiten de huwelijksband met een vrouw gaat samenleven, komt dit neer op een breuk van de eed van trouw jegens Christus. Elk werk van deze priester zou zonder het zegel van de Goddelijke Bruidegom worden volbracht, en de heiligheid van de enige Kerk van Christus zou aan haar funderingen worden aangevreten. Met het verlies van de heiligheid zou een aanzienlijk verlies aan toegekende genaden gepaard gaan, en derhalve zouden zowel de Kerk alsook de samenleving die van de door de Kerk bekomen genaden moet leven, aan de duivel worden uitgeleverd.

De allerheiligste Moeder van Christus waarschuwt voor dit gevaar, dat in deze tijd zeer concreet is geworden, want elke priester die zich schuldig maakt aan een breuk van zijn huwelijk met Jezus Christus, ontheiligt niet slechts zijn eigen ziel en zijn eigen kerkelijke werken, doch tevens de hele Kerk, en maakt deze laatste ongeloofwaardig als hoedster van Gods Werken.

Inderdaad, sommige van de apostelen van Jezus waren gehuwd. Zij hebben echter na hun roeping het huwelijksleven opgegeven en hebben zich helemaal aan Jezus, Zijn Werken en Zijn Nalatenschap weggegeven. Volledigheidshalve zou in dit verband nog het volgende moeten worden opgemerkt. Jezus heeft deze apostelen niet uit hun huwelijksleven weggetrokken, Hij heeft hen de vrije keuze gelaten. Daar zij zich tot iets hogers dan het huwelijksleven geroepen wisten, volgden zij voortaan de Messias om vruchten voort te brengen voor het Rijk Gods. Gods Voorzienigheid heeft de betrokken vrouwen op Gods Tijd voorzien van de genaden om dit te begrijpen.

Waarom is in het kader van 'ontrouw jegens Christus' sprake van een 'verontreiniging van het huwelijksbed'? Elke band die een ziel aan de wereld en haar belangen bindt, haalt het niveau van gewaarwording binnen het spirituele leven naar omlaag. Indien een priester zich dagelijks aan een leven met een vrouw zou geven, hetzij in het kader van een huwelijk hetzij erbuiten, zou dit betekenen, dat hij zich niet langer uitsluitend aan vergeestelijking kan geven, die voor de vruchtbaarheid van een roeping in dienst aan God absoluut noodzakelijk is. Wanneer in een ziel de lichamelijke component geregeld wordt gevoed in een mate die boven het levensnoodzakelijke uitstijgt, wordt de spirituele component, het niveau van het wezen op hetwelk de contacten en de 'verloving' met God zich voltrekken en op hetwelk de ziel haar vruchten van heiligheid moet voortbrengen en het ware Goddelijk Leven zich moet ontwikkelen, ondervoed. Zij wordt als het ware toegedekt met een sluier die bestaat uit het geheel van de wereldse invloeden, en zij stikt bij gebrek aan de zuurstof uit de Goddelijke bezieling.

Wat moet worden verstaan uit deze woorden: 'Wanneer in een ziel de lichamelijke component geregeld wordt gevoed in een mate die boven het levensnoodzakelijke uitstijgt'? De ziel krijgt haar levenskracht van God. Deze kracht wordt verdeeld over de verschillende componenten (of niveaus) van het menselijk wezen, in het bijzonder de hogere niveaus van het zielenleven, het geestelijke (het verstand en de geestelijke vermogens), het emotionele (het gevoelsleven) en het lichamelijke. De lichamelijke component is het gedeelte van het leven of van het gewaarworden dat betrekking heeft op de lichamelijke behoeften: in het bijzonder voeding, kleding, huisvesting, verzorging, seksualiteit. De ziel verdeelt de van God gekregen levenskracht vrijwillig over de diverse niveaus van haar wezen. Wanneer de ziel kiest voor een 'lichamelijk' leven door voeding, seksualiteit enzovoort, in het middelpunt van haar gewaarwordingen en beleving te stellen, worden de hogere niveaus van haar wezen, vooral deze het spirituele, steeds minder gevoed en wordt zij volkomen ongeschikt voor een leven van vergeestelijking. Dit is één van de basiswetten van het Goddelijk Leven.

Hieruit blijkt hoe fundamenteel het voor een priester van Christus is, dat hij de van God gekregen levenskracht in de hoogst mogelijke mate naar het hogere spirituele niveau toe leidt. Wanneer de priester het celibaat opgeeft, berooft hij dat niveau van de levenskracht ten bate van het lichamelijke niveau van zijn gewaarwordingen en beleving. In die omstandigheden kan de ziel niet de kracht in stand houden, die zij nodig heeft om de heiligheid in zich te handhaven. Deze situatie kan enigszins worden vergeleken met elektromagnetisme: Wanneer de elektrische stroom (hier: de Goddelijke Levenskracht) uitvalt, verdwijnt het magnetisch krachtveld (hier: de heiligheid die door Gods kracht wordt opgewekt).

Waarlijk bedenkelijk wordt het, wanneer als het opgeven van het priestercelibaat wordt 'gerechtvaardigd' door te stellen dat de realiteit zou hebben aangetoond dat sommige priesters niet kunnen leven zonder een vrouw. De heiligheid van het priesterschap en van de werken die de priester in het kader van zijn roeping moet uitvoeren, veronderstelt een dagelijkse strijd voor de vergeestelijking. Precies deze strijd maakt de werken van de Kerk vruchtbaarder dan andere prestaties, van om het even welke aard, dit zouden kunnen, omdat deze strijd de overwinning over de macht van de lichamelijke component van het bestaan tot voorwerp heeft. Laten wij nooit vergeten dat deze lichamelijke component één van de grootste schietschijven van de satan is, één van de deuren die het gemakkelijkst open te breken is wanneer het erom gaat, de burcht van de Kerk te overvallen en de Nalatenschap van de Christus te ontwijden of deze volledig weg te roven.

Het celibaat stelt de priester vóór een enorme opdracht: deze van de zelfverloochenende Liefde tot Jezus Christus. Nochtans vraagt God van Zijn priester vóór het aangaan van het huwelijk met de Christus in dit verband een ondubbelzinnige beslissing. De ziel zou dit huwelijk pas mogen aangaan zodra zij zeker is dat haar Liefde tot God groter is dan deze tot een vrouw, en dat haar behoefte tot het bevredigen van Gods belangen groter is dan deze tot het bevredigen van haar eigen (lichamelijke) belangen. Zoals de ziel in het kader van de totale toewijding aan Maria al haar behoeften onder de heerschappij van Maria stelt, behoort de toekomstige priester al zijn behoeften aan de hoede van de Bruidegom (de Christus) toe te vertrouwen. Daar het in dit huwelijk tussen God en de priester uiteindelijk ten volle om Gods belangen gaat, zal God de priesterziel graag sterken tegen al datgene, wat haar tot ontrouw zou kunnen verleiden.

Uiteindelijk zijn het de Liefde en de wil van de priester evenals de kracht van zijn band met Christus en met de Moeder Gods in zijn hart, die hem zullen verdedigen in zijn dagelijkse strijd, want het hangt van de kracht van de band tussen de priester en God af, in hoeverre de priester Gods belangen nog kan aanvoelen en nog kan merken dat deze op de eerste plaats staan.

Het afschaffen van het celibaat voor priesters zou neerkomen op het uitleveren van de Kerk aan de duivel, en zou het begin betekenen van het gedroomde uur voor elke duistere macht die sedert jaar en dag tracht aan te tonen dat noch de Kerk van Christus noch de mensenziel op zich werkelijk heilig kan zijn, en dat derhalve de macht van de satan over de zielen groter zou zijn dan de macht van God over de zielen. Dit zou tevens de definitieve overwinning van het modernisme betekenen, dat sedert eeuwen van de heilige Kerk een menselijke, dit wil zeggen een wereldse kerk tracht te maken. Laten wij samen onze priesters toewijden aan Maria, de Hemelse Lelie, opdat Haar sluier de zuiverheid van onze priesters moge kunnen beschermen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 261

Wat wordt bedoeld met 'het Rijk Gods'?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Graag gaat de Meesteres dieper op Uw vraag in, omdat haar belang zo fundamenteel is.

Wat wordt bedoeld met 'het Rijk Gods'?

De Meesteres van alle zielen heeft het vaak over 'het Rijk Gods', omdat dit het doel belichaamt, om hetwelk het in de strijd tussen het Licht (God) en de duisternis (de satan) precies gaat, en Maria de leiding over de legers van het Licht in handen heeft gekregen. Deze legers bestaan uit deengelen en heiligen, die hiervoor de medewerking van de zielen op aarde nodig hebben. Als de Meesteres van alle zielen vormt Maria in deze tijd de zielen op aarde, die zich totaal aan Haar weggeven, voor deze samenwerking met de Hemelse legers. Deze vorming, deze 'opleiding', bestaat in principe hieruit, dat de zielen via de Wetenschap van het Goddelijk Leven naar de voltooiing, de ontsluiting, van de Verlossing en de heiliging worden gevoerd. 'Door kennis naar inzicht, en door inzicht naar strijdvaardigheid', zo ongeveer zou het parool kunnen luiden.

Onder 'Rijk Gods' moet de toestand worden verstaan, die op aarde pas kan worden bereikt wanneer voldoende aantallen zielen God volkomen toebehoren doordat zij de vruchten der Verlossing in zich laten rijpen en zich door de Heilige Geest en Maria laten heiligen. Volgens Gods Belofte zal het Rijk Gods op aarde worden ingeluid door de Triomf van het Onbevlekt Hart van de Moeder Gods. Zij is voorbestemd om de kop van de satan (de macht van de satan) te verpletteren.

Het Rijk Gods op aarde is de toestand van een wereld, in dewelke de zielen als drijvende kracht achter hun hele handelen, spreken, denken, voelen, nastreven en willen niets anders bezitten dan de gesteldheden en gezindheden die de heiliging volkomen ontsluiten, zodat de zielen daadwerkelijk God kunnen vertegenwoordigen jegens de Schepping en Gods Wetten hanteren als enige bron voor elke aanpassing.

Aldus luidt de begripsbepaling vanwege de Meesteres van alle zielen.

Deze toestand wordt door Maria aangeduid als 'het Rijk Gods op aarde', omdat deze toestand lijkt op een bloemenparadijs in hetwelk de veelzijdigheid van het zaad der heiligheid ten volle tot bloei is gebracht en het zaad van het onkruid (de ondeugden en zonden) geen gunstige grond meer vindt om te groeien. In eenzelfde beeld drukt Maria het zo uit, dat de zielen moeten bloeien voor Gods Rijk.

Jezus zei dat het Rijk Gods in ons is. Dat is juist: Elke ziel is door God voorzien van een kiem van heiligheid. In deze kiem zit de volheid van de heiligheid vervat, doch deze kiem moet worden ontsloten. Daartoe heeft de ziel nodig:

  • de zon van Gods Licht (de enige Eeuwige Waarheid en de Ware Liefde);
  • de regen der genade (die eveneens op onze weg komt in de vorm van de talloze beproevingen van het alledaagse leven, met dewelke wij op een zo heilig mogelijke wijze moeten omgaan) en
  • de zuurstof van de Heilige Geest (Wijsheid en inzicht, met inbegrip van de zelfkennis en het vermogen tot het doorgronden van de eigen zwakheden).

Wanneer de kiem der heiligheid in zoveel mogelijk zielen ontsloten is, bloeit inderdaad het Rijk Gods als zichtbare toestand in de vorm van een wereld van Liefde en Vrede, in dewelke Gods Wet de enige wegwijzer is.

Vóór Pilatus zei Jezus inderdaad dat Zijn Rijk niet van deze wereld was. Gods Rijk heeft niets werelds, en elke wereldse gesteldheid en elk werelds doel zijn vijanden van de grondvesting van dit Rijk. Zijn Bron is Hemels, en Zijn doelstelling is Hemels, omdat zij het leven in volmaakte heiligheid belichaamt.

In het Onzevader zeggen wij "Uw Rijk kome...": nogmaals dit Rijk Gods. Waar wij dus in werkelijkheid om smeken, is het openbloeien van onze heiligheid, want slechts daaruit komt uiteindelijk de grondvesting van Gods Rijk op aarde voort. Zoals U kunt merken, gaat het hier om een geestelijk Rijk in de zielen. Inderdaad, het gaat hier om de individuele bloei van steeds méér zielen. Precies daar ligt de immense opdracht van de Meesteres van alle zielen: God heeft de Heilige Maagd een onbeperkte macht gegeven om zielen zo te vormen (uiteraard met hun vrijwillige medewerking, zonder deze laatste gebeurt gewoon niets), dat deze hun aangeboren vermogen om zich volkomen te heiligen, ten volle kunnen ontplooien. Met dit doel voor ogen wil Maria in Haar hoogste hoedanigheid (als Meesteres van alle zielen) zoveel mogelijk zielen naar de volheid van hun ontplooiing voeren. In die toestand benut de ziel het geschenk van de Verlossing in zijn volheid, verenigt zij zich dus met Christus, en sterft in haar de ene zwakheid na de andere, de ene ondeugd na de andere, het ene element van duisternis na het andere. Wat overblijft, is heiligheid, zoals een spiegel van de aard van God Zelf: Gods Rijk komt aldus op aarde zoals in de toestand vóór de erfzonde, in het Aards Paradijs.

Uw opmerking dat het Rijk Gods reeds sedert de Menswording van God in de zielen gegrondvest is, draagt in zich een begin van waarheid, doch deze uitspraak heeft een toelichting nodig. Toen de Christus Mens werd, droeg Hij als het ware in Zich de volheid der Verlossing en derhalve de volheid van Gods Rijk. Op ons rust nu de heilige plicht om dit Goddelijk zaad niet ongebruikt te laten liggen, doch het door een heilig leven in bloemen te veranderen. De gouden weg is deze van de totale toewijding aan Maria, die dag na dag in alle situaties van het dagelijks leven werkelijk moet worden beleefd, dit wil zeggen: in de praktijk moet worden toegepast. Elke ziel draagt in zich het zaad met hetwelk het Rijk Gods op aarde moet worden gezaaid, doch in talloze zielen kiemt dit zaad nauwelijks of helemaal niet.

Het Rijk Gods is inderdaad gegrondvest, maar waarlijk tot stand komen, kan het slechts naarmate de zielen Christus daadwerkelijk navolgen en zich daartoe restloos aan de Meesteres van alle zielen weggeven. Elke ziel is zoals een klein reservoir voor een zaadje van Gods Rijk. Op dit reservoir past een sleutel, die door Jezus Christus in het Verlossingsmysterie is vrijgegeven. De Meesteres van alle zielen, de Medeverlosseres en Middelares van alle Genaden, heeft de macht om de sleutel om te draaien teneinde het zaadje vrij te maken, doch de ziel moet Haar hier om vragen en moet bovendien geloven dat er een sleutel bestaat. Met andere woorden: De ziel die in het Verlossingsmysterie gelooft en zich totaal aan Maria geeft om met Haar hulp en onder Haar leiding dit Mysterie in zich tot bloei te brengen en het in zich opnieuw te beleven (toewijding en liefdevolle overgave in de beproevingen!), zal haar zaad uitstrooien voor de ware grondvesting van Gods Rijk. Dit proces moet zich in zoveel mogelijk zielen voltrekken, nu, in onze tijd.

Laten wij deze genaden van een inzicht zoals dit nog nooit voorheen aan de mensheid is geschonken, benutten, want zolang het zaad niet kiemt, kan het zich niet laten veranderen in bloemen, en zolang de Hemelse bloemen niet weelderig in de zielentuinen bloeien, kunnen zij ook geen andere zielen aansporen om ernaar te verlangen dat zij ook in zichzelf de oneindige schoonheden uit Gods hand zouden mogen koesteren. Precies deze schoonheden, die niets anders zijn dan de vele uitingen van het Goddelijk Leven, zullen de zielen tonen dat Gods Rijk inderdaad is opgestaan. Dan zal de lucht slechts Liefde en Vrede ademen, en zal de bekoring elke aantrekkingskracht verliezen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 262

Wat is de visie van de Meesteres van alle zielen over pedofilie?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Elke ziel wordt tijdens haar leven dagelijks aan ontelbare invloeden blootgesteld, die zich in uiteenlopende mate op de verschillende niveaus van haar gewaarwording uitwerken. De mens tracht reeds sedert het begin de invloeden uit zijn leefwereld te interpreteren. Vanuit wetenschappelijk perspectief kunnen vele van deze invloeden echter niet worden verklaard. Het feit dat bepaalde dingen door wetenschappelijke verklaringen tastbaarder en begrijpelijker worden, betekent nog niet dat deze verklaringen met de volheid van Gods Waarheid en Zijn opvattingen overeenkomen. De Moeder Gods heeft mij jaren geleden geleerd, elk fenomeen vanuit het spirituele perspectief te beschouwen, en Zij beloofde mij in verband daarmee dat Zij, in het kader van een Hemelse Bruiloft, Haar Hart en Haar eigen wijze van beschouwen in mij zou laten bloeien. Om deze reden verheugt mij in het bijzonder de formulering van Uw vraag:

Mag ik U vragen wat de visie van Moeder, de Koningin des Hemels en Meesteres van alle zielen, over pedofilie is?

Eerst en vooral moet ik beklemtonen dat ik in wat volgt, afstand neem van elke psychologische of om het even welke andere wereldse stelling, en uitsluitend de stelling van de Koningin des Hemels formuleer, omdat de beschouwing van elk fenomeen de ziel pas dan vruchten kan opleveren, wanneer deze op Gods opvattingen is gebaseerd. Beslissend voor ons Eeuwig Heil zijn tenslotte onze gehoorzaamheid tegenover God en onze Liefde tot Zijn Werken en Plannen, en niet de kennis van om het even welke wetenschappelijke theorie, die slechts op zeer gebrekkige menselijke kennis is gebaseerd. Met de bedoeling, tot een correct begrip van de spirituele verklaring van het fenomeen pedofilie te komen, leidt Maria ons naar de beginfase van de Schepping terug. U zult de reden hiervoor zo meteen begrijpen.

God had de seksualiteit slechts voorzien als een component van het menselijk wezen en het menselijk gedrag die Hem moest dienen. De menselijke gewaarwording van de seksuele vereniging moest volledig ondergeschikt blijven aan Gods Plannen. Laten wij even het oorspronkelijke, door God bedoelde wezen van de seksualiteit beschouwen.

Het beleven van de seksualiteit komt in wezen neer op een lichamelijke gewaarwording. Nochtans was dit oorspronkelijk niet Gods bedoeling. De seksuele daad was door God bedoeld als een spirituele handeling in de innigste eenheid tussen een man en een vrouw, waarbij het hoogtepunt een vurige spirituele verrukking zou zijn, die opgewekt wordt door het bewustzijn dat de ziel een handeling ten dienste van God verricht, die als grondvesting van een fundament voor het ontvangen van een nieuwe ziel zou worden beschouwd. De Schepper had de eerste mensenzielen voorzien van de onbewuste kennis dat hun lichamelijke vereniging een Goddelijk Werk was en Zijn noden moest dienen. Precies dit bewustzijn zou de beide betrokkenen tijdens de liefdesdaad naar de top van de verrukking brengen, door dewelke het lichamelijk proces zich zou kunnen voltrekken om Gods bedoeling te verwezenlijken, dat God de ziel zou kunnen nestelen in de vlam van de volledige overgave van twee zielen aan Hem en aan elkaar.

Hoe moet worden begrepen dat deze daad van lichamelijke versmelting in het kader van een spirituele verrukking God zou dienen? Het Heilsplan in de zin van een plan tot Verlossing was destijds nog niet in uitvoering, aangezien de noodzaak van de Verlossing nog niet bestond: Vóór de erfzonde verkeerden de beide eerste mensenzielen in staat van volkomen heiligheid, omdat zij in volmaakte gehoorzaamheid aan Gods Wetten leefden. Elke ziel die in de wereld zou worden gestuurd om op aarde in een fysiek lichaam te leven, moest een levende verheerlijking aan de Schepper vormen. Dit bewustzijn leefde in de eerste zielen, en moest de grote opwekker van de seksuele verrukking zijn, die, zoals verduidelijkt, in principe een spirituele verrukking was.

Ik heb in antwoordbrief nr. 260 op de verdeling van de Goddelijke Levenskracht over de diverse niveaus van de menselijke gewaarwording moeten wijzen. Deze kennis hebben wij ook hier nodig voor een goed begrip. Doordat de mensenziel vanaf de erfzonde steeds méér levenskracht naar het lichamelijk gewaarwordingsniveau begon te leiden, is de seksuele daad tot een hoofdzakelijk lichamelijke gewaarwording ontaard, en werd de verrukking op het hoogtepunt van deze gewaarwording in plaats van een spirituele verrukking, een lichamelijke. Nu in verband met Uw vraag:

Pedofilie wordt door God beschouwd als een zware overtreding tegen Zijn Wet, omdat het gaat om een seksuele ingesteldheid die een kind tot onderwerp heeft, dit betekent: een ziel die in spiritueel opzicht in een staat van relatieve onschuld leeft, nog in verregaande mate zoals God haar heeft geschapen. Het kind wordt buiten zijn uitdrukkelijke wil om, heel plotseling, en niet zelden herhaaldelijk, in een ervaring getrokken, in dewelke uitsluitend de lichamelijke gewaarwording in het middelpunt staat.

De Meesteres van alle zielen spreekt met betrekking tot de pedofilie over een zondige ingesteldheid, of een zondige gewoonte, en verwijst naar de definitie die Zij in antwoordbrief nr. 83 over de zonde heeft laten overbrengen. Ik citeer graag nogmaals voor U:

"Een ziel begaat een zonde wanneer zij ingaat op een duistere influistering, op grond van dewelke zij tot een afwijking van Gods Wet wordt aangezet. Dit kan gebeuren door een handeling, door een woord, door een gevoel, door een gedachte, door een verlangen of door een nalatigheid. Het is daarbij belangrijk, er rekening mee te houden dat, om sprake te zijn van 'zonde', de ziel vrijwillig moet ingaan op de bekoring (= verkeerd gebruik van de vrije wil!) omdat in haar de hoop op bevrediging van een persoonlijke behoefte is gewekt, of deze influistering een dergelijke behoefte zo sterk laat voelen, dat deze plots een alles beheersende macht over de ziel krijgt, zodat de ziel geen rust meer vindt tot zij aan de bekoring heeft toegegeven".

Bij de pedofiele handeling gaat het, spiritueel gezien, om de bevrediging van een persoonlijke behoefte die niet met Gods behoeften overeenkomt, dit wil zeggen: dat deze Zijn Werken niet bevordert en Zijn Plannen niet dient, wel integendeel, en dit ten koste van de spirituele ontwikkeling van een medemens. De jonge medemens wordt ertoe gedwongen of ertoe verleid, zich op het laagste niveau van zijn wezen over te geven aan de bevrediging van een lichamelijke behoefte van de veroorzaker van de situatie, of deze bevrediging in de hand te werken door ertoe te worden gedwongen, zijn stoffelijk lichaam voor deze bevrediging ter beschikking te stellen. De jonge medemens moet dus de eigen vrije wil opzij laten zetten, om aandeel te hebben in een situatie of een handeling die hij of zij niet bewust heeft gewild of wil, die door God als zonde wordt geoordeeld, en die in deze jonge ziel de aangeboren behoefte om zich enkel en alleen aan God te geven, in de kiem smoort.

Dat is precies wat onder 'de kinderlijke onschuld' moet worden begrepen: de natuurlijke behoefte van het kind om met zijn hele wezen God toe te behoren en zich uitsluitend aan Hem en Zijn Plannen over te geven, en de neiging van de nog relatief ongeschonden ziel om in de deugd te leven. Pas door het herhaaldelijk contact met de wereld en zijn ontelbare duistere en ondeugdzame invloeden verliest de kinderziel stap voor stap deze onschuld. De pedofiele handeling, of de pedofiele ingesteldheid, waaraan de kinderziel wordt blootgesteld, hoort tot de meest zondige van deze invloeden, omdat deze van een ziel uitgaat, die het kind rechtstreeks en opzettelijk tot mikpunt van de zondige handeling of ingesteldheid maakt.

Zo wordt duidelijk waarom pedofilie als een listige strategie van de satan moet worden beschouwd, door dewelke hij de Schepping tracht te ontwrichten. Ten eerste ondermijnt hij de hele deugdzaamheid van de mensheid, zodat de maatschappij door normen wordt geregeerd die volledig van Gods bedoelingen en waarden afwijken. Ten tweede leidt hij zielen ertoe, in de kinderziel, die toch al aan deze ondeugdzame normen is blootgesteld, de gewaarwording van Gods zuiverheid rechtstreeks teniet te doen. De kinderziel staat nog relatief dicht bij God, omdat zij de duistere normen van de wereld nog niet lang en nog niet met volle bewustzijn in zich heeft moeten opnemen.

Maria drukt ons op het hart, de ziel die zich aan pedofiele handelingen overgeeft, niet te oordelen, noch te veroordelen, maar ervoor te bidden dat zij uit deze gevangenschap tegenover de satan wordt bevrijd. De satan is het, die de ziel ertoe prikkelt, met haar seksualiteit op een zodanige wijze om te gaan, dat zij Gods Plannen tegenwerkt, de staat van genade van de hele mensheid naar beneden haalt, en één of meer jonge zielen tegen hun wil tot voorwerp van de bevrediging van de eigen behoeften maakt. In de pedofiele ziel wordt overgave aan Gods verlangens tot overgave aan de eigen behoeften, terwijl men zielen meesleurt, die nog dichter bij de gewaarwordingswereld leven, die God voor de ongeschonden mensenziel had voorzien. Bij pedofilie gaat het daardoor om rechtstreekse ondermijning van Gods Werken. De spirituele onschuld in de jonge ziel gaat verloren, terwijl de ziel er vaak een leven lang de littekens van draagt, en daardoor vaak niet meer in Gods Liefde kan geloven.

De gevangenschap van de pedofiele ziel bestaat hieruit, dat zij niet alleen bezwijkt aan de bekoring tot een handeling die een onschuldige ziel verontreinigt, maar vooral dat zij in een belevingswereld wordt getrokken waarin zij op het spirituele niveau van haar wezen naar een toestand van volledige verstarring afzinkt. Ik verwijs hier naar de uiteenzetting over de ondervoeding van het spirituele gewaarwordingsniveau (antwoordbrief 260). Bij deze ziel ontwikkelen de lichamelijke gewaarwording en de lichamelijke behoeften zich zo sterk, dat het lichamelijk niveau een steeds groter gedeelte van de levenskracht, die God naar de ziel laat toevloeien, naar zich toe trekt. Hetzelfde geldt overigens voor elke seksuele gewaarwording, indien de ziel er niet in slaagt, deze te beheersen.

Hoe kunnen wij productief, dit wil zeggen, vruchtbaar met de zonde van pedofilie in de wereld omgaan? Ik verwijs in dit verband naar de uiteenzettingen, die de Meesteres van alle zielen vroeger over het thema 'seksualiteit' heeft geschonken. In een Openbaring van 9 juni 2006 beklemtoonde de Meesteres de noodzaak voor elke ziel om haar seksualiteit onder Maria’s macht te brengen. In de Openbaring van 18 december 2006 zegt Zij:

"In de ziel die waarlijk verlangt dat Ik Meesteres over haar lichaam zou zijn, liggen alle driften, alle behoeften, ook deze in het kader van de seksualiteit, aan Mijn voeten, en valt de ontlading of bevrediging ervan onder de wetten van Mijn macht".

Concreet betekent dit alles dat elke ziel ertoe uitgenodigd wordt, Maria tot Heerseres over haar lichamelijkheid en haar seksualiteit te maken. Een toewijding aan Maria, hetzij van Uw hele wezen hetzij van een specifieke component van Uw wezen, kan slechts succesrijk worden wanneer twee grote voorwaarden vervuld zijn:

  1. het oprechte verlangen om Maria toe te behoren en door Haar naar een volkomen deugdzame omgang met elke hindernis op de weg naar de vervolmaking te worden geleid; en
  2. een Liefde tot Maria en tot Gods Werken, die de liefde tot de bevrediging van de eigen behoeften ver overtreft.

Wij mogen nooit de fout begaan om de pedofiele ziel zelf voor de grote vijand te houden. Deze ziel is zelf de eerste gevangene van haar neigingen, en heeft behoefte aan bevrijding. Wij behoren haar niet te oordelen, de onfeilbare Eeuwige Rechter kan dit beter. Wij moeten haar evenmin laten begaan, doch onze strijd moet in de eerste plaats van spirituele aard zijn. De Meesteres roept precies te dien einde sedert verscheidene jaren op tot de vorming van een ketting van Licht, opdat wij ons door gebed en offers aan elkaar zouden sluiten om de ketenen van diegenen te verbreken, die niet de kracht hebben om zich uit hun duisternis te bevrijden.

Wanneer wij de pedofilie uit de wereld willen verbannen, laten wij er dan mee beginnen, samen de macht van diegene te breken, die Gods Werken onwerkzaam tracht te maken en via de pedofiele ziel in verscheidene opzichten zijn duisternis de wereld inblaast. De Hemelse Lelie is het Geneesmiddel: Zij is het, die als enige mensenziel een absolute macht over elke bekoring had en Haar seksualiteit volmaakt heeft beheerst, opdat Zij uitsluitend God en Zijn Werken zou toebehoren. Ons gebed hoort erop gericht te zijn, samen de Koningin des Hemels erom te smeken dat Zij onze offers en beproevingen moge gebruiken om over de zielen de genade af te roepen dat zij zich bewust mogen worden van de oorspronkelijke bedoelingen van God met de mensenziel, en zij de kracht mogen krijgen om ook hun lichamelijke behoeften in dienst van God te stellen, opdat deze niet tot een ketting zouden worden die de vlucht van de ziel naar de heiligheid onmogelijk maakt.

De strijd voor een betere wereld bestaat in principe uit ontelbare veldslagen, in dewelke het monster van de eigen zwakheden en ondeugdzame neigingen geboeid en aan de voeten van de Hemelse Koningin wordt neergelegd. Gods Rijk van het volmaakte Geluk op aarde moet uiteindelijk worden opgebouwd met de stenen van onze zelfbeheersing, zelfverloochening en vergeestelijking. Dit alles begint met een grondige zuivering van het hart, want een waarlijk zuiver hart verhindert dat de levenskracht uit Gods hand nog langer voor de bevrediging van behoeften zou worden ingezet, die de ziel van haar ware bestemming wegleiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 263

Toewijding aan de Meesteres van alle zielen op de drempel van de lichamelijke dood: een weg naar de Poort van het Paradijs

(antwoordbrief tot bemoediging vanwege de Meesteres van alle zielen aan een ziel die vermoedelijk niet lang meer te leven heeft)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De tranen komen mij in de ogen terwijl ik U via deze brief in mijn armen sluit, omdat ik het steeds weer ervaar als een verrukking wanneer de Koningin des Hemels Zich eerst en vooral met mijn nietigheid verenigt en daarna een lijdende ziel Haar vlekkeloze hand op het hart legt, zoals Zij het nu bij U doet.

De artsen hebben U opgegeven. God heeft U echter niet opgegeven, wel integendeel. Hij kan nauwelijks het uur afwachten waarin Hij U de volheid van Zijn Liefde kan schenken, in een land zonder lijden, zonder hartenpijn en zonder teleurstellingen. Ik zou U van harte graag vandaag nog met Uw hele verleden, Uw huidige gevoelens van onzekerheid en Uw vele vragen met betrekking tot de toekomst, aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerleggen, omdat daar Vrede en troost bloeien zoals lentebloemen: mooi in de belofte van de zomer, geurend door de Liefde waarmee God hen heeft gemaakt, en weelderig als de Hoop, die Hij instort in elke ziel die zich vertrouwvol aan Hem en Zijn uitverkoren Koningsdochter overgeeft.

Het zaad van Uw pijn en lijden, en de tranen van vertwijfeling en eenzaamheid zullen U daar, aan die voeten, de zekerheid van de vervulling van de grote Belofte laten ervaren. Daarom vraag ik U graag, met mij in het hart verbonden, de toewijding van Uw hele leven vóór Maria te brengen. Deze toewijding zal aan heel wat uren van innerlijke strijd die U doorheen de jaren hebt gestreden, een meerwaarde verlenen, en menig troosteloos stuk van Uw levensweg vandaag nog met bloemen bezaaien. Dat is het effect van de totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen. Legt U de Koningin des Hemels vol vertrouwen alles in handen wat U reeds van God hebt ontvangen en nog zult ontvangen, en Zij zal Hem deze geschenken teruggeven, bekleed met het fluweel van Haar volmaakte Liefde, de gouden sleutel waarmee Zij reeds voor ontelbaren de Schatkamers van de Eeuwigheid heeft geopend.

Lieve zus, geen woorden zullen ooit kunnen uitdrukken wat de Tegenwoordigheid van Maria in het hart volbrengt, wanneer Zij daar voor altijd mag wonen. Was dit niet het geval, dan zou ik U dit niet kunnen schrijven vanuit een Vuur dat mij bijna de adem ontneemt. De Koningin des Hemels bemint U zeer innig en laat U geen seconde los. Tracht U slechts, U in het hart met Haar te verenigen. Zij wacht op elk woord van U als Haar dochter, met een Vuur dat geen menselijke woorden ooit zouden kunnen beschrijven. Ooit komt voor ieder van ons het uur, waarin God Zijn Liefde niet langer kan bedwingen en Hij ons er zachtjes en stil op voorbereidt dat Hij niet langer alleen, maar met onze ziel in Zijn hand doorheen de verrukkelijke Tuinen van het Eeuwig Paradijs wil wandelen. Hoe onbelangrijk worden dan toch de woorden en opvattingen, de oordelen en dwaasheden van mensenzielen, ja hoe onbelangrijk zouden zij dan moeten worden. Vanaf dat uur telt nog slechts de stem die ons de volheid van de Waarheid wil verkondigen, die steeds de ware bevrijding brengt. Deze stem is tenslotte slechts de eerste zucht van verrukking, na dewelke ontelbare verrukkingen voor de Eeuwigheid volgen.

Lieve zus, met bijzondere Liefde sluit ik U in mijn hart, en deel daar alles met U wat de Koningin des Hemels voor U klaar houdt. Wat Zij ook van mij moge verlangen om U van hart tot hart vreugde te bereiden, zal ik U graag in het hart zaaien. Tenslotte zijn wij allen voor elkaar slechts kleine bruggetjes over dewelke de Hoop wordt uitgewisseld, en via dewelke de vreugde van de ene oever naar de andere mag reizen. Zo heeft de lieve God het gewild, en zo willen wij het voor elkaar doen.

Ik wens U de echte Vrede van Christus, de Vrede van de ziel die weet dat haar weg voortaan doorheen het Hart van de Moeder Gods naar het Ware Geluk loopt, omdat zij hem door haar vertrouwvolle overgave daarheen heeft geleid. Vanzelfsprekend houd ik mij graag voor U bereid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 264

Het bijwonen van de heilige Mis – Wat bepaalt de grootte van de genade? – De zuivering van de ziel en een zwart zelfbeeld – De verkondiging van Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen maakt de duivel 'waarlijk woest'

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve mij te verontschuldigen voor het wat verlate antwoord. Elk antwoord komt op het tijdstip dat wordt gekozen door de Koningin des Hemels. Het verheugt mij dat dit tijdstip vandaag voor U is aangebroken.

(...) De Meesteres van alle zielen zei mij reeds bij herhaling dat God nooit een negatief oordeel uitspreekt over een ziel die met een oprecht hart en met oprechte Liefde een handeling stelt, respectievelijk bij een handeling is betrokken of erbij aanwezig is. Wanneer dus bijvoorbeeld een priester de heilige Mis niet voor honderd procent opdraagt volgens de voorschriften van Rome of volgens de visies van de Hemel, heeft de gelovige daaraan geen schuld zolang hij, respectievelijk zij, deze Mis met een oprecht hart bijwoont. De gelovige krijgt dan de met de heilige Mis verbonden genade evenzeer alsof deze geheel volgens de regels zou zijn opgedragen.

Indien U tegenzin voelt om een dergelijke Mis bij te wonen, is het absoluut mogelijk dat de kern van Uw ziel zich tegen het verloop ervan verzet. Misschien zou U beter trachten, de heilige Mis elders bij te wonen, bij voorkeur een heilige Mis volgens de oude ritus (dit wil zeggen: niet modernistisch). Zo luidt telkens weer het advies van de Moeder Gods. Alles is een kwestie van genade: De grootte van de door God geschonken genade is afhankelijk van verscheidene factoren, waarvan de volgende de belangrijkste zijn:

  • van de mate waarin de handeling (in dit geval: de heilige Mis) in overeenstemming is met God voorschriften, de door God met de hoogste maat aan genade voorziene woorden strikt weergeeft, en de door Jezus ingestelde handelingen nauwkeurig volgt;
  • van de hartsgesteldheid in dewelke de ziel deze handeling bijwoont of eraan deelneemt.

De Moeder Gods heeft U zeker lief, ook al gaat U momenteel doorheen een donkere fase. Zij tracht zelfs méér dan ooit voorheen, Uw hart te raken. U bent niet verloren gegaan, de duivel wil U dit echter wel aanpraten. Hij is het, die U innerlijk zo in opschudding brengt en U onzeker maakt over Uzelf. Wanneer de ziel zich aan Maria toewijdt en Haar tracht te volgen, wordt zij met zekerheid beproefd, ook vanwege de duisternis, omdat Maria de door God uitverkoren Leidster in de strijd tegen de duisternis is (de Vrouw tegenover de slang). Dit is de voornaamste reden waarom zoveel zielen kort na de toewijding aan Maria hun toewijding opgeven of zelfs hun Geloof verliezen: Zij worden geconfronteerd met beproevingen, de wereldse zorgen worden niet van hen weggenomen zoals zij voordien meenden dat zou gebeuren, en zij zijn niet bereid om zich verder aan de Meesteres over te geven.

Het moet worden beklemtoond dat de verkondiging van Maria als Meesteres van alle zielen de duivel waarlijk woest maakt, want deze hoedanigheid geeft Maria de allerhoogste eer. Wanneer de ziel Haar dus in die hoedanigheid zeer strikt wil volgen, wordt zij gegarandeerd zwaar beproefd. De toewijding aan Maria in deze hoedanigheid is als een strijdverbond: In de mate waarin de ziel deze toewijding in het dagelijks leven concreet in de praktijk brengt, kan zij zeer veel Licht voor Gods Schepping helpen voortbrengen. Het is zeer belangrijk dat de ziel zich in de kern van haar hart met Maria verbonden weet en rotsvast gelooft in Haar macht, die oneindig veel groter is dan de macht van de duivel. Alleen moet de ziel zich door de Meesteres in hoge mate laten zuiveren. Precies tijdens dit proces, dat zich in vele opeenvolgende lagen voltrekt, zal zij het vaker moeilijk hebben. Het komt er dan op aan, rotsvast in Maria en... in zichzelf te geloven.

Gedurende de zuivering voelt de ziel zich in bepaalde opzichten als in stukken gesneden en afgebroken. Op de dagen waarop dit gevoel het meest uitgesproken is, zal de ziel er gemakkelijk toe worden verleid om te geloven dat zij volkomen vervuild en derhalve verdoemd zou zijn. Dit schetst precies het gevoel aan hetwelk U ten prooi bent gevallen. Vat U moed, want de Moeder Gods is U veel méér nabij dan U denkt.

Maria, de Meesteres en Koningin, zal U nooit verlaten. Dat zou Zij helemaal niet kunnen doen, want Zij laat Zich niet van een ziel beroven, die Zij in een bloem wil veranderen. De ziel die zich vol vertrouwen aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerlegt, wordt immers door Haar in een bloem veranderd. Het Hemelse zaad is er reeds, in de kiem van de heiligheid in de kern van Uw ziel. Maria laat U niet uit Haar handen komen alvorens Zij U als parfum aan de Troon van God heeft afgeleverd. Precies daar ligt één van Myriams opdrachten: dit hele omvormingsproces via de overgave van mijzelf aan de Meesteres te helpen begeleiden en dragen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 265

Wordt een ziel ooit door God tegengehouden om te groeien in Geloof? –Hoe lang blijft de toewijding aan Maria geldig? Moet men na een doodzonde de toewijding opnieuw helemaal overdoen? Wordt de Moeder Gods ooit door een mens teleurgesteld? – Moet men bang zijn voor de duivel? – Wanneer een beproeving niet goed wordt gedragen, moet men dan nogmaals doorheen dezelfde beproeving? – Stopt God ooit met het verlenen van genaden?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In de mate waarin een ziel groeit in Liefde tot God, tot Maria, tot de Hemelse Werken, zal de ziel ertoe neigen, zich meer vragen te stellen. Over datgene waarvan men werkelijk houdt, wil men toch zoveel mogelijk weten. De Moeder Gods verheugt Zich bijzonder over vragen die niet vanuit de geest, maar vanuit het hart worden gesteld. Inderdaad, niet het denken en analyseren brengt de ziel dichter bij God, maar de ervaringen in het hart, op voorwaarde dat deze goed met Hemels zaad worden bevrucht. De ziel die zich vanuit het verstand vragen stelt over de Hemelse dingen, wordt daarbij zeer gemakkelijk door de satan geleid, die het erom te doen is, Gods Waarheid in twijfel te trekken. Aangezien deze Waarheid zich in principe slechts via het kanaal van de mystiek laat doorgronden, wordt de denkende ziel door de satan gemakkelijk tegen de door de Hemel verkondigde kenniselementen opgezet. Over de vragen in Uw brief is de Meesteres van alle zielen zeer verheugd, omdat zij uit de bron van de Liefde voortkomen. Ik deel U daarom heel graag mee wat de Koningin des Hemels mij op deze vragen laat antwoorden.

Wordt een ziel door God tegengehouden om te groeien in Geloof wanneer dit voor haar niet weggelegd is? Grijpt de ziel dan niet te hoog?

God zal een ziel nooit verhinderen om te groeien in het Geloof, omdat groeien in Geloof elementair is voor de spirituele ontwikkeling en de heiliging. Niettemin zal de Goddelijke Voorzienigheid elke ziel steeds in de richting leiden die het beste past bij het plan dat de ziel op aarde te vervullen heeft, wat wil zeggen dat de ziel zo geleid zal worden dat zij, indien mogelijk, precies die situaties, gebeurtenissen, contacten enzovoort beleeft, die zij nodig heeft om een zo waardevol mogelijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Werken te leveren. Een ziel kan onder bepaalde omstandigheden te hoog mikken, wanneer zij absoluut een rol wil vervullen waartoe zij niet is geroepen, en waartegen zij dus ook niet opgewassen is. Zoals ik vroeger reeds heb moeten schrijven, gaat met elke rol die een ziel op aarde moet vervullen, een bepaald pakket aan genaden en een specifieke leiding 'van Boven' gepaard.

Wanneer een ziel dingen tracht te doen waartoe zij niet is geroepen, doet zij dit zonder de noodzakelijke begenadiging en leiding, en stelt zich daardoor bloot aan vele gevaren. De mystieke roepingen, bijvoorbeeld, kunnen ten eerste slechts onder bijzondere bescherming 'van Boven' worden vervuld, aangezien deze roepingen in buitengewone mate doelwitten van de satan zijn, en ten tweede kunnen zij nooit vruchtbaar worden zonder de noodzakelijke begenadiging. De ziel kan zichzelf zeer veel schade berokkenen. God kan deze ziel een zekere tijd laten begaan, omdat Hij geen afbreuk wil doen aan de vrije wil, maar het komt voor dat een ziel, zoals U het uitdrukt, in die zin wordt 'gestopt', dat zij via tussenkomsten van de Goddelijke Voorzienigheid tegen zichzelf wordt beschermd.

Wanneer men zich aan de Moeder Gods heeft toegewijd, hoe lang bewaart dit zijn kracht?

In principe is de toewijding aan Maria een daad uit vrije wil. De ziel geeft zich uit vrije wil over aan de Moeder Gods. Alvorens deze stap te zetten, zou de ziel zich moeten afvragen wat dit werkelijk inhoudt. De totale toewijding aan Maria is een heilig verbond via hetwelk de ziel zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria overgeeft, opdat Maria haar door innerlijke leiding en met medewerking van de ziel zelf tot de heiligheid kan brengen. De ziel moet er zich van bewust blijven dat de enige ware zin van de toewijding hieruit bestaat, dat zij als toegewijde aan Maria onvoorwaardelijk in de strijd voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde zal worden ingezet, zij daarom onvoorwaardelijk tot dienares van de Koningin des Hemels wordt, en zelf naar hogere niveaus van heiligheid wordt geleid, op voorwaarde dat zij de toewijding beschouwt als een onvoorwaardelijk en levenslang verbond. Wat heeft het voor nut, zich aan Maria toe te wijden wanneer men zich ooit weer terugtrekt? Ware Liefde geeft zich nooit gewonnen. Er moet daarbij worden overwogen dat de onvoorwaardelijke toewijding aan Maria geldt als toppunt van naastenliefde, want totale toewijding aan Maria vereist onvoorwaardelijke zelfverloochening. De ziel die een dergelijke gelegenheid om zich te heiligen, voorbij laat gaan, heeft de waarde van heiliging voor de eigen Eeuwige Gelukzaligheid en voor Gods Werken niet begrepen.

Maria Zelf beschouwt een toewijding als een eeuwigdurend verbond, omdat het Haar met elke ziel heel menens is. Indien de ziel echter ooit beslist, zich niet langer als toegewijde van Maria te beschouwen, of indien zij de toewijding eenvoudigweg niet echt beleeft (haar niet in de praktijk van het dagelijkse leven in toepassing brengt), hebben wij in werkelijkheid met een dood verbond te maken, dat totaal onvruchtbaar blijft, zowel voor de ziel zelf als voor de Hemel. Wanneer de ziel zich aan Maria toewijdt doch deze toewijding in de praktijk van het dagelijkse leven niet beleeft, draagt zij niets bij tot de bevordering van de grondvesting van Gods Rijk op aarde, dit Rijk dat de verwezenlijking van de volheid van de Liefde en de Vrede is. Lieve zus, ik kan U verzekeren dat de beproevingen van een leven in onvoorwaardelijke overgave aan de Meesteres van alle zielen nietig zijn in vergelijking met datgene wat de ziel daarvoor zal erven.

Moet men na een doodzonde de toewijding opnieuw helemaal overdoen?

Maria beschouwt de aan Haar toegewijde ziel ook na een doodzonde nog als aan Haar toegewijd, omdat het feit, aan Maria toegewijd te zijn, en de staat van zondigheid van de ziel op zich, twee totaal verschillende dingen zijn. Het is echter vanzelfsprekend dat:

  • de ziel in staat van doodzonde goedmaking moet leveren om opnieuw op de weg naar de heiliging vooruitgang te maken;
  • de Liefde en de eerbied voor de Hemelse Meesteres de ziel in dienst van Maria ertoe moet aanzetten om zich zo ver mogelijk van elke zonde weg te houden. De ziel die uit Ware Liefde op haar Meesteres wil gelijken, zal zeker elke doodzonde ver uit de weg gaan.

Wanneer een ziel die aan Maria is toegewijd, een doodzonde begaat, rust op haar eigenlijk de morele verplichting, zich meer dan ooit aan de Meesteres over te geven met de smeekbede dat Maria haar langsheen de paden van een totale zuivering door toegewijde beproevingen zou leiden. De totale toewijding aan Maria kan de vorm krijgen van een werkelijk boeteleven, en is in die vorm zelfs buitengewoon vruchtbaar en heiligend en roept de hoogste genaden van een diepe reiniging over de ziel af.

Wij moeten ons voor ogen houden dat wanneer een ziel de totale toewijding aan Maria aangaat, de Meesteres Zich tot doel stelt, deze ziel naar de heiligheid te leiden. Zij zal deze ziel daarom ook niet afstoten wanneer deze gezondigd heeft, want Maria’s voornemen is in Haar ogen onvoorwaardelijk. De ziel die zwaar heeft gezondigd, wil Zij juist nog vuriger behoeden.

Wordt de Moeder Gods door een mens teleurgesteld wanneer deze niet goed omgaat met enkele beproevingen, en vooral: aan wie het is gelegen dat de beproeving niet tot een goed einde werd gebracht?

Deze vraag verheugt mij ten zeerste, omdat zij mij de gelegenheid schenkt om onze Meesteres te prijzen doordat ik, na zoveel jaren in totale dienst aan Haar, kan zeggen dat Maria in principe door geen enkele ziel wordt 'teleurgesteld'. Zij kent de verleidbaarheid van de zielen, Zij kent elke zwakheid, elke tekortkoming, elke beperking, elke struikelsteen op de weg naar de heiliging. Maria beschouwt niet in de eerste plaats de negatieve dingen (datgene waartoe de ziel – voorlopig – niet in staat is), maar de positieve (de inspanningen van de ziel), en Zij zet alles in het werk om deze positieve dingen tot bloei te helpen brengen. Wanneer de aan Haar toegewijde ziel struikelt, is Maria niet in de eigenlijke zin van het woord 'teleurgesteld', Zij is dan veeleer bedroefd. Men is ontgoocheld wanneer een verwachting niet wordt ingelost. De Meesteres verwacht echter niet dat de ziel nooit zal struikelen, omdat Zij de menselijke natuur door en door kent. Een beproeving is een slijpsteen aan dewelke de ziel van steen tot diamant wordt geslepen. Om deze reden is elke beproeving een geschenk van God, een gelegenheid om een mooiere ('waardevollere') ziel te worden. Wanneer met een beproeving niet goed wordt omgegaan, kan dit:

  • aan de ziel zelf liggen. Dit zal het geval zijn wanneer zij ofwel de concrete situatie niet in innige verbondenheid met de Hemelse Meesteres tracht te volbrengen, of wanneer zij op één of andere wijze niet in deugdzaamheid heeft gehandeld. Elke deugd moet als een Goddelijke krachtbron worden beschouwd. Met een beproeving wordt vaak niet goed omgegaan omdat de ziel de als moeilijk bevonden situatie vanuit de eigen menselijke kracht tracht te benaderen, dit wil zeggen: zonder daarbij enige Hemelse leiding te vragen. De ziel tracht dan het probleem op te lossen vanuit een gesteldheid die onzuiver is, omdat al het louter menselijke automatisch sporen van onvolmaaktheid in zich draagt;
  • niet aan de ziel, maar aan de inmenging van andere zielen of aan bepaalde ongunstige omstandigheden liggen. In dat geval is de beproeving absoluut als een oefening in geduld, verdraagzaamheid en Liefde tot God en tot de naaste op te vatten.

Ik ben ongelooflijk bang wanneer ik alleen thuis ben. Ik weet dat God er is, maar toch ben ik bang voor de duivel. Veel heiligen hebben toch ook geschreven dat zij lichamelijk werden aangevallen. Wat doet men in een dergelijk geval?

De totale toewijding aan Maria is in dergelijke omstandigheden nog meer als een oefening in vertrouwen in de macht van de Koningin des Hemels te beschouwen. Lichamelijke aanvallen vanwege de satan zijn mogelijk, maar verhoudingsgewijs zijn zij eerder zeldzaam. Wanneer de Meesteres van alle zielen niet toestaat dat een ziel lichamelijk wordt aangevallen, zal dit ook niet gebeuren. Gebeurt het echter wel, dan alleen omdat het 'van Boven' wordt toegelaten. In dat geval wordt de aangevallen ziel ook beschermd. Het zal slechts gebeuren wanneer dit offer van de ziel wordt verlangd, dus slechts onder welbepaalde voorwaarden. Een dergelijke beproeving heeft slechts zin wanneer zij in de meest innige verbondenheid met Maria of met Jezus wordt doorstaan, in gebed om ondersteuning en in een gesteldheid van totale overgave, als middel om zielen uit de invloed van de duivel vrij te kopen. Weest U niet bang, God laat een dergelijke beproeving slechts toe bij zielen die in staat zijn, deze vruchtbaar te maken, en die voldoende gerijpt zijn om daardoor niet spiritueel onwerkzaam te worden.

Wanneer een beproeving niet goed wordt doorstaan, komt deze dan weer terug?

Niet noodzakelijk, omdat datgene wat de ziel door de beproeving moet leren, op zeer vele wijzen kan worden geleerd. De ziel kan aan ontelbare verschillende beproevingen worden blootgesteld. Uiteindelijk bepaalt het ontwikkelingsniveau dat de ziel heeft bereikt, welke zin een bepaalde beproeving heeft voor haar verdere ontwikkeling. Een ziel wordt evenwel niet slechts aan beproevingen blootgesteld opdat zij daaruit iets bepaalds zou leren: Vele beproevingen worden van de ziel gevraagd als weg naar opoffering van het lijden of van de inspanningen die met deze beproeving gepaard gaan. Een ziel kan een zeer hoog niveau van heiligheid bereiken en desondanks aan buitengewoon veel beproevingen worden blootgesteld, omdat God of de Meesteres van alle zielen de mening toegedaan zijn dat deze ziel, precies omwille van haar staat van spirituele ontwikkeling, bijzonder vruchtbare offers kan brengen. Deze leidt dan een zogenaamd boeteleven, vooral ten gunste van de verlossing van andere zielen. Om deze reden zijn er nauwelijks heiligen die geen zwaar leven hebben gehad.

Moet men de beproevingen menselijkerwijs doorstaan, of verlenen de heiligen of de Moeder Gods bijstand?

In principe verwacht God nooit dat een ziel een beproeving, om het even onder welke vorm, op haar eentje doorstaat. Zij moet weliswaar zelf de inspanning opbrengen om de beproeving in volmaakte Liefde en zonder protest te aanvaarden, en deze in volle deugdzaamheid vruchtbaar te maken, maar voor God is het belangrijk dat de ziel alles in eenheid met Maria volbrengt. Wanneer het gaat om rechtstreekse strijd tegen de duisternis, is het zelfs noodzakelijk dat de ziel de Koningin des Hemels erbij betrekt. Maria Zelf zei ooit tot mij:

"De rechtstreekse strijd tegen de satan, zij het in het dagelijks leven, zij het in het kader van een exorcisme, zou nooit mogen worden gevoerd zonder een beroep te doen op Mijn macht. Het Kruis van Christus en de macht van de Onbevlekte Koningin des Hemels, van de Meesteres van alle zielen en derhalve ook Meesteres over alle duivelen, zijn voor deze laatsten onoverwinnelijk".

Hebt U vertrouwen in deze woorden. Ik heb zelf reeds ontelbare malen mogen ervaren, en ben daarvan in vele visioenen getuige geweest, hoe oneindig ver de macht van de Meesteres over het hele gevolg van de satan zich uitstrekt.

Er worden steeds weer zoveel zonden bedreven. Verwerft men desondanks genaden, of pas na de Biecht? Of denkt de Hemel: Deze ziel wil groeien en zij komt ook regelmatig biechten, dus kan zij ook na het begaan van een zonde genaden verwerven?

Het verlenen van genaden staat niet rechtstreeks in verband met de bedreven zonden, met andere woorden: God schort het verlenen van genaden niet op tot de zonde is gebiecht. Mocht Hij dit doen, dan zou het moeilijk zijn, te herstellen van de sporen die elke zonde in de ziel achterlaat. In elk geval is de goede wil, de intentie om het beter te doen en zich te zuiveren, belangrijk opdat de ziel voor de instorting van nieuwe genaden zou zijn geopend. De wil om zich totaal aan het goede over te geven, opent het hart voor de intrede van God, herstelt daardoor het contact met de liefdesstroom uit Gods Hart, en vervult de ziel met nieuwe genaden.

Ik herinner aan de woorden waarmee Maria 'genade' definieert:

"Genade is alles wat God ons geeft opdat onze ziel zo dicht mogelijk Zijn ideaal zou benaderen, en
Genaden zijn de tussenkomsten van Gods Liefde, goedheid en vergevingsgezindheid. Genaden zijn in feite de druppels uit de Bron van alle Leven: zonder deze druppels zou de ziel verdorsten".

Daar hebben wij het weer: Genade vloeit ook voort uit Gods vergevingsgezindheid. Derhalve zal het geen enkele ziel aan genaden ontbreken, ook niet na het begaan van een zonde. De genade na de zonde is dan niet te begrijpen als teken voor het feit dat God de zonde zou hebben goedgekeurd, doch als bewijs voor het feit dat Zijn Liefde voor de ziel zo groot is dat Hij haar absoluut in staat wil stellen om opnieuw dichter bij Hem te kunnen komen.

Lieve zus, Uw Liefde tot Jezus en Maria heeft U tot deze vragen gedreven. De Liefde van de Meesteres voor U heeft U deze antwoorden opgeleverd. Ik hoop met heel mijn hart dat U deze woorden in Uw hart zult kunnen bewaren als datgene, wat zij werkelijk zijn: stralen van bemoediging. Vanzelfsprekend ben ik er steeds voor U om U te ondersteunen, wanneer U dit verlangt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 266

Onze wereld kan geen Waar Geluk bieden. De enige weg naar het Geluk is deze die de intrede in de verenigde Harten van Jezus en Maria verleent – de verantwoordelijkheid van een ziel wanneer zij een priester om raad heeft gevraagd – zalig de ziel die zich niet door negatieve opvattingen van mensen laat leiden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw verhaal is, in principe, een verhaal van Liefde tot Jezus. Aan de ziel die in alles door deze Liefde wordt aangedreven, zal God zeer veel vergeven. Precies daarom geeft de Koningin des Hemels mij de opdracht, U eens en voor altijd gerust te stellen via de woorden die Zij in deze brief tot U wil spreken.

Het prachtige aan Uw leven, moge het ook nog zo moeilijk zijn geweest en in Uw hart zo veel verwarring hebben achtergelaten, is de besliste overgang van het verlangen naar menselijke geborgenheid en liefde, omdat U deze van kindsbeen af hebt gemist, naar een verlangen naar de Goddelijke Liefde. De menselijke liefde heeft U teleurgesteld op grond van een aantal ervaringen die in U de overtuiging hebben doen opwellen dat geen enkele mensenziel ertoe in staat is, het hart werkelijk te bevredigen. Met Uw overgang uit de evangelische geloofsovertuiging naar het rooms-katholiek Geloof wil ik U van harte feliciteren, vooral omdat U het enige Geloof dat de volheid van de Goddelijke Waarheid hoedt, gewetensvoller beleeft dan vele geboren katholieken. Wat de laatstgenoemden in vele gevallen ontbreekt, is de Ware Liefde tot God, tot Jezus, tot Maria. Elke leemte in de ervaring van deze Liefde levert een gebrekkige opname van de genade van het Ware Leven op.

Lieve zus, de vele kwetsuren die Uw hart heeft geleden, zijn de uiterlijke tekenen van de wegen die de Goddelijke Voorzienigheid voor U heeft bestemd. Had U deze niet geleden, dan had U zich waarschijnlijk niet bekeerd en had U waarschijnlijk niet besloten, U zo gewetensvol aan de Liefde jegens God over te geven. Uw Liefde tot de Eucharistische Jezus en Uw Geloof in Zijn werkelijke Aanwezigheid in de Heilige Hostie zijn de sleutels tot de ontsluiting van vele kettingen waarin vele zielen zich hebben laten ketenen. Onze wereld kan geen Waar Geluk bieden, en geraakt in deze laatste tijden al helemaal niet meer uit de verwarring omdat de meester van de leugen zijn nevels van verblinding tot een deken van aan elkaar sluitende wolken heeft laten uitgroeien. De enige weg naar de vrijheid is deze naar boven, naar de poort die toegang verleent tot de Verenigde Harten van Jezus en Maria. U hebt ernaar verlangd, deze poort te vinden, en U hebt haar ook gevonden en de schoonheden vermoed die zich daarachter verbergen. U hebt ook onmiddellijk moeten ervaren hoe de verwarring U zelfs nog op deze weg naar de vrijheid achtervolgt.

De Moeder Gods adviseert U, de raadgevingen van Uw huidige biechtvader te volgen. Hij heeft door de inspiraties van de Heilige Geest Uw hart gelezen en Uw Liefde en Uw verlangen naar God begrepen. Wanneer U zijn raad opvolgt, hoeft U zich geen zorgen te maken. De Meesteres heeft mij steeds gezegd dat, wanneer een ziel een priester om raad vraagt, de priester ervoor verantwoordelijk is wanneer de ziel bij het strikt navolgen van die raad niet volledig in overeenstemming met de wensen van de Hemel zou handelen. Bovendien handelt U vanuit een gedrevenheid om Jezus een zo groot mogelijke Liefde te betonen. U mag zich dus op het gebied van het ontvangen van de Sacramenten als volledig vrij van schuld beschouwen. Jezus kwetsen, doet U helemaal niet. Indien diverse priesters U uiteenlopende adviezen verstrekken, en U geen deskundige op het gebied van kerkelijk recht bent, zal God U helemaal niets verwijten wanneer U het advies van Uw huidige biechtvader volgt. Wat bepaalde mensen ook mogen zeggen, U hoeft zich in geen enkel geval op om het even welke kritiek te oriënteren.

Zalig de ziel die zich niet door negatieve opvattingen van mensen laat leiden, maar door het verlangen naar God. Wanneer dit verlangen zich in een liefdevolle aanvaarding van alle beproevingen en een oprecht verlangen naar de toewijding van deze beproevingen aan de Meesteres van alle zielen laat omzetten, wordt zij pas goed vruchtbaar. Ik wens U toe dat het Vuur voor de verwezenlijking van het juiste in het spirituele leven nooit mag doven en dat U, op grond van deze omarming vanwege de Hemelse Meesteres, de innerlijke Vrede mag vinden. U zult deze ook aan Uw kinderen doorgeven wanneer U hen de redenen voor Uw handelen verklaart. Uw ware Vrede van hart zal hen innerlijke Vrede opleveren. Zij zullen zich inwendig voor U verheugen. Maria bemint U allen zeer!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 267

Is het mogelijk dat hoe méér men groeit in vergeestelijking en men nauwer in verbinding komt met onze Meesteres en aan de wereld afsterft, de stormen omheen de ziel des te méér toenemen en trachten, deze te verscheuren?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Bij deze laat ik U graag via deze brief aandeel hebben aan de vruchten van de Tegenwoordigheid van de Moeder Gods: Waar Zij werkt, wordt de ziel vervuld met Ware Hoop en komt zij tot rust in de ervaring van een zekerheid die de wereld haar voortdurend afneemt. Ik kan getuigen dat de Meesteres van alle zielen in het hart de wijze waarop men de wereldse dingen om zich heen beschouwt, grondig kan veranderen. De ontwikkelingen en situaties die de ziel in hun greep plegen te houden, lijken dan plotseling voor de ziel veel minder belangrijk te worden. Het lijkt mij dat U momenteel doorheen deze fase gaat. De Hemelse Meesteres heeft dit Vuur doen oplaaien, en alles in Uw omgeving wordt plots beschouwd zoals het werkelijk is: als bijzaak.

Via Uw vraag raakt U een in het oog springend fenomeen aan:

Is het mogelijk dat hoe méér men groeit in vergeestelijking en men nauwer in verbinding komt met onze Meesteres en aan de wereld afsterft, de stormen omheen de ziel des te méér toenemen en trachten, deze te verscheuren?

Het antwoord hierop is klaar en duidelijk 'ja'. Het nauwste contact met de Meesteres is een leven in vergeestelijking, in afsterven aan zichzelf. De ziel kan pas dichter tot de Meesteres komen wanneer zij in een zo hoog mogelijke mate is geworden 'zoals God haar heeft gemaakt', wat betekent dat haar bagage zo weinig mogelijk wereldse bijmenging mag hebben. Elke gehechtheid tegenover zichzelf, tegenover de wereldse componenten van het leven, menselijke relaties en het eigen verleden, laadt de ziel met méér bagage vol en verhindert haar om vrij de zuiverende adem van de Heilige Geest in te ademen.

Ooit toonde de Meesteres mij het volgende beeld: Wanneer een ziel zich totaal aan de Koningin des Hemels wil toewijden en volkomen in Haar dienst wil leven, is elke opdracht die de ziel van de Meesteres ontvangt, vergelijkbaar met een audiëntie vóór Haar troon. Wanneer dan de ziel bij haar Meesteres en Koningin wordt uitgenodigd, moet zij zich in de voorkamer van de troonzaal omkleden: Het wereldse kleed wordt afgelegd, het kleed van de dienares van Maria wordt aangetrokken en de ziel nadert tot haar Meesteres. Het kleed van de dienares staat symbool voor de vergeestelijking, het verzaken aan wereldse belangen. Zolang de ziel leeft als toegewijde van Maria, draagt zij het kleed van de dienares. Telkens weer zal zij dit kleed bevuilen. Dan moet het worden gewassen alvorens de ziel aan de voeten van de Meesteres nieuwe richtlijnen zal ontvangen. Concreet betekent dit ook dat de ziel pas klaar is voor verdere groei onder de leiding van de Meesteres nadat zij zich van haar verontreinigingen heeft gezuiverd.

Ik heb zo-even tevens de gehechtheid van de ziel tegenover zichzelf, de wereldse componenten van het leven, menselijke relaties en het verleden vermeld. Precies deze gehechtheden horen tot de sterkste kettingen van dewelke de satan zich bedient. Zij verhinderen de ziel om haar opwaartse vlucht naar de vergeestelijking te volbrengen. Om deze reden doet de satan zo graag op deze domeinen stormen ontstaan door de ziel in haar eigenliefde te vangen, haar tot gevangene van wereldse gebeurtenissen, ontwikkelingen en belangen te maken, haar tot gevangene van vaste menselijke contacten op geregelde tijdstippen te maken, en haar er steeds weer toe aan te zetten, achterom (naar het verleden) te kijken. Vandaar ook de stormen omheen de ziel die haar verscheuren: De ziel wil opwaarts vliegen maar de omgeving trekt haar steeds weer brutaal naar beneden.

Inderdaad, U kunt het zo beschouwen, zoals het overigens ook ooit door de Meesteres Zelf werd uitgedrukt: Hoe dichter de ziel tot de voeten van de Meesteres nadert, des te dichter komt zij bij de satan die immers onder deze heilige voeten ligt (dit wil zeggen: die totaal in Haar macht is). In een openbaring van 23 december 2006 heeft de Meesteres van alle zielen dit op de volgende wijze uitgedrukt:

"Hoe méér de helse slang onder Mijn voet kronkelt in het besef van haar verslagenheid en machteloosheid, en moet erkennen Wie haar ware Meesteres is, des te harder slaat zij haar staart naar de zielen die haar onder Mijn voet hebben gelegd, en spuwt zij haar gif in de richting van de zielen die deze vernedering mogelijk hebben gemaakt. Lijd dit alles voor Mij met vurige Liefde, want het Vuur van de Ware Liefde is het onuitroeibare tegengif voor het gif van de vijand der zielen".

Hoe gewetensvoller de ziel haar totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen beleeft, des te woester wordt de satan om haar heen. Dat is het wat U momenteel in alle hevigheid meemaakt. Elke ziel die gewetensvol haar toewijding beleeft, moet deze strijd strijden.

De waarlijk oprecht vurige dienaren van Maria staan bovenaan op de zwarte lijst van de satan. Precies dit bewijst de oneindige macht van de Meesteres over hem. God Zelf heeft immers beschikt dat hij onder Haar voeten de nederlaag van de absolute vernedering moet ondergaan. Er wacht ieder van ons dus een belangrijke beslissing: Laten wij ons intimideren door de draak die reeds vóór de voeten van de Hemelse Meesteres kruipt, of verenigen wij ons tot een ketting van Licht om hem onder deze voeten te leggen, waar zijn vernietingingswerken een roemloze dood zullen sterven? Ik wil U met alle kracht aanmoedigen om de tegenstand te trotseren. De overwinning is ons immers beloofd door God Zelf.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 268

Mogen de Myriam-gebeden worden veranderd? – In hoeverre moeten of mogen wij ingaan op uitnodigingen tot financiële steun aan liefdadigheidsorganisaties?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw vraag, of het is toegestaan om gebeden, zoals bijvoorbeeld de nummers 368 en 755, als 'groepsgebed' te gebruiken, verheugt mij, omdat zij erop wijst dat bijkomende informatie over de aard van de gebeden nuttig zou zijn.

Elk van de Myriam-gebeden biedt mogelijkheid tot aanpassing als volgt. Ik verduidelijk het even:

De gebeden zijn samengesteld uit door Maria geïnspireerde woorden, en ooit heeft Zij uitdrukkelijk Haar verlangen te kennen gegeven dat aan geen enkel gebed iets mocht worden veranderd omdat elke woord zijn betekenis en zijn zin heeft en omdat de kracht, die van het gebed als geheel uitgaat, in hoge mate wordt bepaald door de genade waarmee elk afzonderlijk woord en elke formulering is bekleed. Maria zei bovendien nog dat elk Myriam-gebed deel uitmaakt van een systeem (de Wetenschap van het Goddelijk Leven) en dat elke wijziging zou kunnen bewerken dat het gebed niet meer volledig in het door Haar uitgewerkte systeem past of aan zijn doel voorbijschiet. Om deze reden mag een gebed waarin de woorden zijn aangepast, ook niet als authentiek Myriam-gebed worden verspreid, want dan is het niet langer integraal onderdeel van het systeem. Elk individueel geschrift en elk individueel gebed dat in de schoot van dit apostolaat wordt geschreven en verspreid, is zeer eng met elk ander geschrift en elk ander gebed uit dezelfde Bron verbonden. Elke individuele schakel speelt een specifieke rol binnen de hele ketting, en van elke schakel kan worden uitgegaan om het geheel dieper te leren kennen en doorgronden.

Maria heeft deze voorschriften opgesteld om Haar Werken te beschermen omdat alle door dit Apostolaat beschikbaar gestelde publicaties, om het even of het gebeden, openbaringen of onderrichtingen of wat ook zijn, zijn samengesteld uit woorden van de Koningin des Hemels.

Nochtans heeft Zij één enkele uitzondering op deze regel toegestaan: de aanpassing van de persoon. Enkelvoud mag meervoud worden, de eerste persoon mag door de derde persoon worden vervangen, enzovoort. Dergelijke aanpassingen hebben in geen enkel geval een negatieve invloed op het wezen van het gebed, noch op de woordkeuze van de formuleringen, noch op de herkenbaarheid van de Bron. Eveneens mogen namen van zielen (voor dewelke men wil bidden) worden ingevuld. Zo kan elk gebed in alle omstandigheden worden aangepast.

Met Uw tweede probleem hebben zo goed als alle zielen te maken: de toenemende uitnodigingen van steeds meer liefdadigheidsorganisaties om hen financieel te ondersteunen. Als christen ervaart men het gemakkelijk als gebrek aan naastenliefde wanneer men niet op al deze uitnodigingen ingaat of kan ingaan. Om deze reden heb ik de Moeder Gods, reeds lange tijd geleden, gevraagd hoe men daarmee kan of moet omgaan. Het is uiteindelijk onmogelijk om iedereen tevreden te stellen. Derhalve de volgende adviezen:

Bij de beslissing over het wel of niet financieel ondersteunen van een organisatie moet de eerste vraag deze naar de motivatie en het doel van de betreffende organisatie zijn. De volgende vraag geldt de 'filosofische gezindheid' van de organisatie. Maria raadt af, organisaties financieel te ondersteunen wanneer deze gebaseerd zijn op een liberalistisch, zogenaamd 'humanistisch' fundament, en door hun hele filosofie een voorbeeld zijn van een wereldbeeld dat God en Zijn Werken niet erkent. Dit geldt, bijvoorbeeld, voor organisaties die door de vrijmetselarij worden ondersteund (en deze zijn zeer talrijk!), respectievelijk onder vrijzinnige invloed staan. De doelen waarvoor deze organisaties zich inzetten, kunnen er op zich lovenswaardig uitzien, maar desondanks wijst Maria erop dat het wereldbeeld dat zij vertegenwoordigen, een groot gedeelte van het Licht van hun handelingen dooft. De reden is dat deze handelingen niet worden gesteld met de intentie, Gods Rijk op aarde te helpen bevorderen door zielen te helpen om de levensweg waartoe zij door God zijn geroepen, met de grootste vruchtbaarheid te voltooien. Wanneer namelijk deze intentie niet uitdrukkelijk bestaat of leeft in het hart van de weldoener (hetzij individu hetzij organisatie), is in Gods ogen geen sprake van onbevlekte naastenliefde: Het feit dat mensen worden geholpen, betekent niet noodzakelijk dat Gods Plan wordt bevorderd.

Ik herinner aan de gevallen van lichamelijke genezing die worden uitgevoerd door zielen die God verloochenen of zich achter een Godsbeschouwing verbergen die Gods ene Waarheid niet onverdeeld in zich draagt. Dergelijke 'genezingen' gebeuren niet onder de mantel van Gods genade. Op gelijkaardige wijze beschouwt God de zogenaamde 'humanistische' organisaties die, via bijdragen, voor mensen 'nieuwe wegen' willen ontsluiten. Het is overigens typerend voor de humanistische zienswijze dat deze de mens centraal stelt en God buitensluit. Alle doen en laten wordt daardoor menselijk doen en laten, en niet Goddelijk handelen via mensenharten.

De Koningin des Hemels geeft de voorkeur aan ondersteuning van doelen die op rechtstreekse wijze Gods Werken dienen en Zijn Waarheid vertegenwoordigen. Vanzelfsprekend doet is het pijnlijk voor een christelijk hart vanwege de eenvoudige zielen die op deze wijze hulp zouden moeten ontberen. Daarom biedt de Moeder Gods een uitweg: Voor de organisaties die men om de hierboven aangeduide redenen niet meer wil ondesteunen of die men eenvoudigweg wegens gebrek aan financiële middelen helemaal niet kan ondersteunen, moet men bidden en offeren, en weliswaar zowel voor de organisatie zelf als voor de zielen die onderwerp zijn van de gevraagde hulp. Bijvoorbeeld: Men wordt opgevorderd om geld te storten ten gunste van de blinden. Men kan zich dergelijke stortingen niet veroorloven, of men weet dat de spirituele achtergrond niet volkomen zuiver is. Dus bidt en offert men opdat de omstandigheden zodanig door de Goddelijke Voorzienigheid mogen worden beïnvloed dat de blinden verlichting mogen ondervinden om hun levensweg en hun specifieke beproevingen vruchtbaarder te maken. Bepaalde zielen argumenteren desbetreffend dat gebed en offers geen geld opleveren waar het nodig is. Een geweldige dwaling. Wanneer zielen vurig en met onwankelbaar Geloof bidden en offeren, zal de Goddelijke Voorzienigheid wegen vinden opdat de betreffende zielen zouden worden geholpen, en wel vaker op volledig andere wijzen dan de mens kan voorzien of plannen.

Veel problemen in deze wereld zouden zeer eenvoudig door een andere geloofsbeleving veel beter en duurzamer kunnen worden opgelost dan door uitgekiende menselijke tussenkomst.

Moge deze verduidelijking U wat Licht hebben gebracht. Opnieuw wordt bewezen dat de menselijke beschouwing van dingen en problemen vaak niet in overeenstemming is met de wijze waarop God deze beschouwt. Ook dit bewijst dat God ononderbroken met ons bezig is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 269

De duisternis met haar ontelbare uitingen is in onze maatschappij de enige norm geworden en vergiftigt ontelbare zielen – Hoe kunnen wij helpen om een ziel van haar spirituele 'vergiftiging' te genezen?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Geen wonden zijn dieper dan deze van de gekwetste Liefde. Het is in deze tijd een echte opgave geworden, nog een ziel te vinden die niet ofwel in het hart is gekwetst of teleurgesteld, of niet verbitterd of ontevreden zou zijn. Deze hartsgesteldheden passen helemaal bij de tijdsgeest: Onze wereld is zo duister geworden, de dagen vaak zo uitzichtloos, omdat té veel zielen de weg niet vinden om zichzelf uit de kerker van werelds denken, voelen en verwachten te bevrijden. Dit trekt diepe sporen achter zich aan. Men zou het ook zo kunnen uitdrukken: De ontelbare zielen die de wereldse dingen als de enige elementen van het leven beschouwen, trekken diepe voren in de bodem van de zielen in hun omgeving. Zij dragen de duisternis van de wereld in zich mee.

Soms sluipen de wereldse gezindheden in de ziel binnen als een infectie die men niet onmiddellijk opmerkt. Men komt dagelijks met zeer veel elementen van duisternis in aanraking, en ongemerkt valt dit alles de eigen ziel aan. De duisternis met haar ontelbare uitingen is in onze maatschappij de enige norm geworden. Wij allen worden er vrijwel toe gedwongen, ons deze benaderingswijzen eigen te maken, of deze als model aan te nemen, en doorgaans verwacht de werelds gezinde ziel dat men deze 'norm' in het eigen leven aanwendt.

Uw dochter heeft deze 'norm', die is opgebouwd uit een veelvoud van regels die niet met een christelijk wereldbeeld kunnen worden verenigd, onder de druk van haar omgeving in zich opgenomen, en heeft zich daardoor spiritueel laten vergiftigen. Zij heeft zich (onbewust) losgemaakt van alles wat niet waarneembaar is. Concreet betekent dit dus: van het Geloof, van Gods Werken in het verborgene, en van de Hoop die automatisch voortvloeit uit de overgave in de beproevingen van zodra men zich voor Gods Liefde opent. Zij heeft zich in het bijzonder tegen U gekeerd, omdat U voor haar zo ongeveer symbool staat voor het wereldbeeld waar zij niet achter staat.

Om Uw dochter spiritueel te kunnen genezen, moet zij ertoe bereid zijn, haar huidige wereldbeeld, dat geen Hoop en geen Liefde kan geven en derhalve uitsluitend is gebaseerd op ontevredenheid en totale leegte, op te geven. Hoewel de traditionele, zuiver christelijke wereldbeschouwing de enige is, die het zaad in zich draagt waaruit zich bloemen van een duurzaam Geluk kunnen ontwikkelen, ziet de ziel die zich aan wereldse opvattingen heeft overgegeven (materialisme, zelfzucht, competitiegeest, genotzucht) dit niet onmiddellijk in, omdat haar waarneming, vooral wat betreft de 'hogere dingen', volledig verwrongen is. Men zou het zo kunnen uitdrukken: Omdat het Licht van het Leven, waarvan God daadwerkelijk begin en einde is, die ziel verblindt, kijkt zij er zelfs niet meer naar, en is voor haar een dergelijk leven een naïeve illusie. Met de geest kan men deze ziel de zinloosheid van haar hele gesteldheid zelden duidelijk maken. Slechts het voorbeeld van een diepgeworteld Geluk dat op een traditioneel beleefde christelijk-mariale levensbeschouwing is gebaseerd, kan tot het hart van de ongelukkige ziel doordringen.

De Moeder Gods nodigt U er eerst en vooral toe uit, de jaren tijdens dewelke de ommekeer in de gezindheid van Uw dochter heeft plaatsgevonden, en haar toenmalige hartsgesteldheid, haar toenmalige verleidbaarheid met betrekking tot 'nieuwe' ideeën en alle zielen en contacten die voor Uw dochter een rol hebben gespeeld, aan Haar (Maria) toe te wijden.

Ten tweede vraagt Maria U, dat U voor de opening van het hart van Uw dochter zou bidden, niet zoals U het tot nu toe hebt gedaan, maar met het aanbieden van alle beproevingen die U omwille van Uw dochter hebt doorgemaakt. Vraagt U Maria dat Zij de levensweg die Uw dochter sinds haar puberteit tot de dag van vandaag heeft afgelegd, Zelf op mystieke wijze zou betreden en deze met het zaad van spirituele bevrijding zou inzaaien. Dit zaad zult U de Moeder Gods ter beschikking moeten stellen, door alle pijn die U om Uw dochter hebt geleden, in Liefde en dankbaarheid aan Maria aan te bieden, en alle toekomstige beproevingen – elke dag heeft immers zijn eigen beproevingen – in Liefde aan te nemen en als losgeld voor de vrijkoop van Uw dochter te beschouwen.

Ten derde vraagt Maria U, Uw dochter met geduld en Liefde te benaderen. Dit zou wel eens de moeilijkste opgave kunnen zijn, omdat het op een heldendaad neerkomt, kilheid met Liefde te beantwoorden. Het zal U toeschijnen alsof U uit Uw eigen wereld in een totaal andere moet binnentreden, in dewelke U noch de weg noch de verkeersregels kent. Precies daarom zal de gehoorzaamheid op dit punt een genadeweg zijn.

Het resultaat van een dergelijke strijd van de Liefde tegen het 'onvermogen om lief te hebben' laat zich niet voorspellen, omdat er een volledig onbekende factor in het spel is, namelijk de wijze waarop Uw dochter haar vrije wil zal gebruiken. Het is belangrijk dat U de Meesteres smeekt dat Zij Haar macht zou aanwenden om elke duistere kracht te verlammen, die Uw dochter verhindert om zich voor Haar Liefde te ontsluiten.

Het spreekt vanzelf dat Maria Zich over Uw dochter zal ontfermen. Zij is nu reeds de weg aan het plaveien, over dewelke het Licht zal trachten, het hart van Uw dochter te bereiken. Het komt er nu op aan, het voor haar aantrekkelijk te maken om deze weg in zichzelf toe te laten. Opdat U Uw rol in het volbrengen van deze opdracht vruchtbaar zou kunnen vervullen, zult U er Maria dagelijks moeten om smeken dat Zij over Uw hart, Uw geest en Uw tijd zou heersen, opdat U op alles zou kunnen reageren vanuit het Hart van Maria: met Vrede in het hart en in rust. Zodra men zelf de wereldse gezindheden van de andere ziel in zich opneemt om vanuit dezelfde wereld de andere ziel te ontmoeten, kan men de andere ziel niet meer helpen bekeren, want dan benadert men de relatieve duisternis niet met Licht, maar met relatieve duisternis. Duisternis + duisternis kan nooit Licht opleveren. Daarom zou ik U graag voortaan ondersteunen om het Licht van de Hemelse Meesteres in U te laten heersen en dit om U heen te verspreiden. Ik wens U daarbij de ware Vrede van Christus.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 270

Vijf regels voor de dagelijkse levensweg – Vergelijking van de vruchtbare toewijding aan Maria met het rijden in een auto – Vele vragen over de eigen toekomst zijn in principe vragen over hoe beproevingen kunnen worden vermeden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U op het beroepsvlak wat hulp is vergund. De levensweg van elk mens is zodanig getekend dat er doorgaans geen mogelijkheid is om achter de volgende bocht te kijken. God heeft dit zo voorzien omdat wij anders geen enkele noemenswaardige inspanning zouden kunnen leveren: Bekende wegen hebben bekende hindernissen, en deze te kennen, betekent hen te kunnen vermijden, waardoor geen verdiensten meer worden verworven. Uit het menselijk oogpunt is dit echter heel vaak jammer. Het gebeurt zeer zelden dat de Moeder Gods verraadt hoe het verder zal verlopen, en nog zeldener hoe een ziel te werk moet gaan. Maria beschouwt het als toppunt van Geloof wanneer een ziel op haar levensweg voortdurend als volgt te werk gaat:

  1. elke dag en elk uur aannemen zoals deze komen;
  2. elke gebeurtenis, elke situatie, elk contact, elke te stellen handeling en elke te nemen beslissing aan Haar toewijden;
  3. vervolgens vertrouwvol de weg met Haar gaan, dit wil zeggen: als zou Zij tastbaar en aanspreekbaar naast de ziel meegaan;
  4. alles aanvaarden zoals het komt, in het bewustzijn en in het vaste geloof dat God Zelf het zo heeft voorzien als de weg met de hoogst mogelijke vruchtbaarheid voor de ziel;
  5. elk detail volbrengen met beleving van de deugden, omdat slechts de Liefde, het Geloof en alle overige deugden elke gebeurtenis, elke situatie, elk contact, elke handeling en elke beslissing tot een heilige bouwsteen voor de tempel van de ziel maakt.

In principe zijn dit de vijf regels waarmee de Meesteres van alle zielen Haar Myriam doorheen de dagen stuurt. Zij verlangt van mij dat ik volledig onbevangen de dagelijkse levensweg betreed, dat ik in mijn hart naar Haar stem luister en Haar de gelegenheid bied, in alles mijn wegwijzer te zijn. Zeer vaak geeft Zij mij heel plots en volledig onverwachts opdrachten die van mij een aanzienlijke innerlijke omschakeling vorderen. Zij noemt dit oefeningen in gehoorzaamheid. Van mij wordt slechts blind Geloof verwacht, zonder hetwelk ik het misschien niet eens zou aandurven, aan vele opdrachten zelfs maar te beginnen.

Het resultaat zou, in spiritueel opzicht, in zekere zin een avontuurlijk leven kunnen worden genoemd: Een leven tijdens hetwelk steeds weer zeer onverwachts deuren worden geopend, of een reis vol onverwachte wegen, die totaal onverwachte landschappen ontsluiten. Dat is doodeenvoudig het leven van de ziel die werkelijk de totale toewijding aan Maria beleeft. De Meesteres heeft ooit de volkomen geslaagde, volledig vruchtbare toewijding aan Haar vergeleken met het rijden in een auto: De ziel geeft alleen maar gas, maar achter het stuur zit Maria. Telkens weer zal de ziel de indruk krijgen dat Maria de wagen in een afgrond zou rijden, of een bocht zou missen. Laat de ziel dan het gaspedaal los en grijpt zij het stuur om zelf de koers bij te sturen, dan blijkt dat zij tekortschiet in Geloof en vertrouwen. Geeft zij echter verder gas en laat zij Maria verder aan het stuur, dan bewijst zij daarmee haar blinde overgave.

De les is deze: Maria kent de weg veel beter dan de ziel. De ziel op haar beurt mag geen enkel ogenblik nalaten, gas te geven, want dat zou betekenen dat zij de reis die God voor haar heeft voorzien, liever niet verder zou zetten, of dat zij eraan twijfelt dat deze weg voor haar de juiste is.

Gewoonlijk stelt de ziel zich dagelijks vragen over de toekomst. De Hemelse Meesteres zou eigenlijk graag zien dat wij deze vragen tot een minimum beperken, en hen zouden vervangen door een klein gebed:

"Maria, Meesteres van mijn ziel en mijn levensweg, schenk mij toch Uw blind vertrouwen en Uw blind Geloof in Gods Liefde voor mij, opdat ik mij dag en nacht in elke situatie aan de werken van Zijn Voorzienigheid en Uw volmaakte leiding zou kunnen uitleveren. Alles is goed, zolang U in mij leeft".

In de mate waarin de ziel zich aan Maria toevertrouwt en uitdrukkelijk onder Haar innerlijke leiding wil leven, zal zij 'een fijne neus' ontwikkelen voor de beslissingen die voor haar het meest vruchtbaar zijn. Zeer veel zielen zijn bang voor zeer veel dingen in het leven. Dat komt vaak doordat de ziel zich niet opgewassen voelt tegen de beproevingen die met haar levensweg gepaard gaan, of omdat zij eenvoudig elk lijden wil vermijden.

Verbazingwekkend veel zielen beschouwen zich als een goede christen, en schuwen niettemin elk lijden. Zij hebben niet begrepen dat het christendom de enige weg naar de volheid van Gods Waarheid, een Geloof van Verlossing door liefdevolle aanvaarding, verwerking en toewijding van beproevingen is, in ononderbroken gezindheid van verlangen naar eenheid met de lijdende Christus, om door de verwezenlijking van deze eenheid de heiliging te voltooien die God voor de ziel als enige levensdoel heeft aangeduid.

Inderdaad, zodra een ziel de beproevingen niet meer schuwt en het lijden niet bewust uit de weg tracht te gaan, stelt zij zich plots geen noemenswaardige vragen meer over haar toekomst. Veel vragen die zielen zich in verband met hun toekomst stellen, zijn in principe vragen over de vermijdbaarheid van lijden, vragen die een vaag gevoel van onzekerheid verraden. Nochtans zijn het precies de beproevingen en het lijden, en de onzekerheid over hun aard, hoeveelheid, duur, tijdstip enzovoort, die de levensverzekering voor het Eeuwig Leven vormen. Eigenlijk zou het derhalve zo kunnen worden beschouwd, als zou de ziel bang zijn voor haar Eeuwig Geluk.

Lieve zus, de Koningin des Hemels geeft graag advies over de deugdzaamheid van het gedrag, maar beantwoordt zelden vragen over wat op de levensweg zal komen of over welke beslissing het beste wordt genomen. Dat bewijst Haar Liefde, want Zij zou de ziel anders elke verdienste ontroven.

Ik wens U van harte een weg vol gelegenheden om steeds dichter bij God te komen. Weest U onbezorgd, want de Goddelijke Voorzienigheid bereidt voor U de beste (dit is de meest vruchtbare) weg, en de innerlijke stem zal U tijdig de richting tonen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 271

Wat wordt in de geloofsbelijdenis bedoeld met 'het dodenrijk'? Wat moet men denken over een Bruiloftsmis in de vrije natuur? Zou zonder de erfzonde, seksualiteit in het Paradijs nodig zijn geweest? Indien God reeds bij voorbaat weet had over de satan en het vele leed, waarom heeft Hij dan eigenlijk de mens geschapen? Is het een zonde, gerechtelijke stappen te ondernemen? Zijn schoonheidsoperaties een zonde? Is het een zonde wanneer een priester huwt? Wat met het geval waarin een mens zijn of haar gezin verlaat om heilig te worden? Doet men er beter aan, het contact met de familieleden te mijden wanneer deze ongelovig zijn? Welke plaats bekleedt het Maria Domina Animarum Werk in de heilsgeschiedenis?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Nogmaals mogen wij het wonder beleven, dat de Koningin des Hemels elke vraag op Haar Tijd beantwoordt. Zo is het ook nu het geval. Uw vraag, of het zo is dat Maria niet elke vraag beantwoordt, moet ik bevestigend beantwoorden: De Meesteres van alle zielen beantwoordt inderdaad niet elke vraag. Ik heb geleerd dat er diverse redenen kunnen zijn waarom een vraag onbeantwoord blijft. Soms zegt Maria mij de reden, in andere gevallen niet. Ik respecteer dit in gehoorzaamheid en in het besef van Haar Wijsheid, die Zij tenslotte van God heeft ontvangen. Wij mogen nooit vergeten dat Maria voor honderd procent Gods opvattingen vertegenwoordigt, en dat het voor een ziel soms beter is, het antwoord op een vraag niet te kennen, ook wanneer de mens vaak niet begrijpt waarom de Hemel hem een bepaalde kennis onthoudt.

In ongeveer dezelfde zin vraagt U of het gebeurt dat Maria mij iets over een ziel zegt, dat ik echter niet aan deze ziel zelf mag overbrengen. Ja, ook dat gebeurt. Maria doet ook dit om diverse redenen. Ten eerste wil Maria Haar kleine werktuig beschermen, en zal Zij het derhalve waarschuwen voor elke duistere bedoeling die soms in een ziel heerst wanneer deze een vraagt stelt (ja, ook dat gebeurt). Ten tweede bestaat mijn opdracht eruit, de zielen op grond van de mij door de Meesteres verleende gaven en inspiraties, op hun weg naar de heiliging te helpen, en wel via uiteenlopende wegen, waarvan de zielen zich niet steeds bewust zijn of die zij niet steeds kunnen kennen. Opdat deze weg en de spirituele begeleiding op deze weg volgens de bedoelingen van de Koningin des Hemels zouden kunnen verlopen, is het soms beter dat de ziel op een gegeven tijdstip nog niet over een welbepaalde kennis beschikt. Het is de Meesteres Zelf die dit bepaalt, niet ik. U weet intussen welke strikte gehoorzaamheid Maria van mij verwacht. Ik deel U heel graag mede wat Maria over Uw verdere vragen laat schrijven:

Wanneer wij tijdens de geloofsbelijdenis bidden "... de derde dag verrezen uit het dodenrijk..." (zo luidt het in de Duitse versie van de geloofsbelijdenis), wat wordt dan bedoeld met dodenrijk? Is het zo dat vele zielen vóór Jezus’ Verlossingsdood helemaal niet konden worden gered en dat diegenen die Jezus als de Messias, de Verlosser, herkenden toen Hij Zich in het dodenrijk aan hen heeft vertoond, dan met Hem naar het Paradijs mochten gaan?

Jezus daalde neder naar de plaats waar alle zielen die tot dan toe waren overleden, zich bevonden. Dit was een oord waar men Gods Aanschijn niet kon zien. God wilde dit zo omdat Hij elke ziel de gelegenheid wilde schenken, getuige te zijn van het feit dat Zijn Zoon het Verlossingsmysterie als God-Mens had voltrokken.

Vóór de Verlossingsdood van Jezus was de Hemel voor elke ziel gesloten. Precies daar lag de zin van de Menswording en van het Verlossende Lijden van Christus: Het belangrijkste effect van de erfzonde, dat het voor de zielen niet mogelijk was, de Eeuwige Gelukzaligheid binnen te treden, moest daardoor teniet worden gedaan. Dit Goddelijk tegengewicht kon zich echter slechts verwezenlijken voor de zielen die geloofden dat Jezus de Verlosser was, en die Hem in hun leven zouden volgen. Vóór Christus kon geen enkele ziel 'Christus volgen', maar er zijn zielen geweest die hun leven hebben geleid zoals God het altijd heeft verlangd, bijvoorbeeld de heilige profeten en andere voor ons onbekende zielen. Door de Verlossingsdood van Christus ontvingen zij het loon dat sedert hun aardse dood voor hen was voorzien. Deze heilige zielen leefden tot dat ogenblik dus niet in staat van verdoeming, doch in staat van ballingschap. Hun enige (weliswaar grote) pijn was deze van een tijdelijke scheiding van de volheid van Gods Tegenwoordigheid.

Is een huwelijk dat niet in een kerk maar, bijvoorbeeld, aan zee door een degelijk gewijde priester wordt voltrokken, in Gods ogen geldig, of is dit slechts voor een huwelijk in een kerkgebouw zelf het geval? Hoewel het voor velen romantisch is, aan het strand of in open lucht, enzovoort, te huwen, lijkt het mij dat eigenlijk alleen de kerk de juiste plaats daarvoor is.

In dit verband is niet in de eerste plaats sprake van ongeldigheid (men kan dit beter aan de priester in kwestie vragen en op zijn oordeel vertrouwen), maar eerder van gesteldheid van hart. Een huwelijksvoltrekking op het strand, op een open plaats in een bos, enzovoort, doet romantisch aan, maar het verlangen ernaar gaat enigszins in de richting van een oppervlakkige beleving van de spiritualiteit: De aanstaande huwelijkspartners zoeken daarbij, om zo te zeggen, het Heil eerder in uiterlijke, zintuiglijk waarneembare indrukken (het landschap enzovoort) dan in de innerlijke gewaarwording van Gods Tegenwoordigheid. Bepaalde zielen zouden tegen deze stelling kunnen opperen dat God overal aanwezig is, eveneens (vooral) in de natuur. Ik stem hiermee in met heel mijn hart, maar de Moeder Gods vertegenwoordigt hier de Goddelijke Voorzienigheid, die de zielen (zowel deze van de huwenden als die van de aanwezigen) wil beschermen tegen de bekoring, zich door vele zintuiglijke indrukken te laten afleiden. Het huwelijk, en dit geldt in het algemeen voor het ontvangen van elk Sacrament, moet in de innigste eenheid met God worden voltrokken, het hart helemaal in God verzonken en de zintuigen zoveel mogelijk op het heilig ritueel gericht.

Indien Adam en Eva geen zonde hadden bedreven, zou de hele mensheid dan in het Paradijs zijn geboren uit vrouwen, of zou God elke mens individueel in het Paradijs hebben geschapen?

Ik verwijs hiervoor graag naar de woorden die de Meesteres mij in antwoordbrief nr. 262 met betrekking tot de spirituele aard van de seksualiteit en Gods opvattingen daarover heeft laten schrijven. Ik mag daar van Maria het volgende aan toevoegen: God was inderdaad van plan, elke mens in het Aards Paradijs uit een vrouw geboren te laten worden. Indien de erfzonde nooit was begaan, zou de liefdesdaad een volmaakt heilige handeling zijn gebleven, zodat de beide liefdespartners automatisch de heiligheid zelfs door hun lichamelijke vereniging hadden kunnen doorgeven.

Waarom heeft God de mens eigenlijk geschapen terwijl Hij bij voorbaat op de hoogte was over de satan en het vele leed? Deed Hij dit omdat de Liefde een kracht is, die steeds moet worden doorgegeven en niet op zich alleen kan bestaan? Heeft God de mens nodig om Zich in hem te kunnen spiegelen en de Liefde door te geven?

Ik zou het enigszins zo kunnen uitdrukken: De absoluut volmaakte Liefde maakt van God een idealist, die van Zijn Werken het allerbeste en het heiligste verwacht. God was natuurlijk op de hoogte van het bestaan van de satan, maar Hij wist ook dat Hij de mens een vrije wil had gegeven. Hij heeft steeds gehoopt dat de zielen hun vrije wil slechts zouden gebruiken om Zijn Werken en Plannen te dienen. Het feit dat de eerste mensenzielen hun vrije wil hebben gebruikt om in te gaan op de influistering van het kwaad, heeft God heel diep teleurgestald. Zijn Heilsplan was het antwoord van Zijn Liefde.

De Liefde is de essentiële Goddelijke kracht, die derhalve voortdurend in beweging is, stromend en op zoek naar mogelijkheden om haar zaad uit te strooien opdat alles door haar zou worden verzadigd. God heeft er inderdaad zeer innig naar verlangd dat de mensenziel heilig zou blijven, opdat zij Zijn Liefde ongeschonden doorheen de Schepping zou kunnen laten stromen. God is weliswaar de Bron van alle Liefde, maar Hij verlangt er vurig naar, dat de mensenzielen Hem ware, heilige Liefde laten toestromen, nadat zij deze doorheen hun medeschepselen (medezielen, dieren en de plantenwereld) hebben laten stromen.

Is het een zonde, gerechtelijke stappen te ondernemen, of moet men alles aan Maria toewijden en nooit naar de rechtbank gaan?

In veruit de meeste gevallen geeft de Koningin des Hemels er de voorkeur aan, dat men afziet van gerechtelijke procedures. Ooit heeft Zij mij hierover toevertrouwd, dat de zielen er zoveel mogelijk moeten van uitgaan dat het niet de wereldse gerechtigheid is die van belang is, maar de Eeuwige, die door God wordt beoefend en die elke ongerechtigheid op Gods Tijd compenseert. Deze regel navolgen, zal vooral moeilijk zijn wanneer het gaat om situaties die zeer kwetsend zijn, of om situaties van ongerechtigheid, die het voor een mens zeer moeilijk maken om hoe dan ook nog te overleven. Het is geen 'zonde', gerechtelijke stappen te ondernemen, want de Goddelijke Voorzienigheid heeft het wereldse gerecht als institutie toegelaten. God rekent de aanklager van een misstap de aanklacht dus nooit als 'schuld' aan. Maria nodigt de zielen er echter toe uit, niet te snel de gerechtelijke weg in te slaan. In Haar ogen is het eveneens een kwestie van vertrouwen op Gods Voorzienigheid, of de benadeelde ziel het er gewoon bij laat, dan wel of zij de wereldse gerechtigheid zoekt.

Hoe moet men dan tewerk gaan?

Ideaal zou zijn, zo zegt de Koningin des Hemels, dat de benadeelde ziel haar verlies én de schuldige aan Maria toewijdt, voor de schuldige bidt opdat deze tot inzicht zou komen en zijn fout (groot of klein) betreurt en zich met God verzoent, en dat zij vurig tracht, ten minste in het hart, de schuldige te vergeven. Hoe beter de benadeelde ziel erin slaagt, deze regels werkelijk toe te passen, des te meer zal zij de tussenkomst van de Goddelijke Voorzienigheid mogen ervaren. De Meesteres belooft geen snelle en ook niet noodzakelijk een wereldse oplossing, maar wel een volmaakte compensatie op Gods Tijd (afhankelijk van de noden op de levensweg van de betrokken ziel) en een eeuwig loon dat elke mogelijke wereldse compensatie ver overstijgt. Het is dus een kwestie van Geloof, vertrouwen en vanzelfsprekend van onvoorwaardelijke Liefde, of de benadeelde ziel de haar aangedane ongerechtigheid bij voorkeur op een spirituele wijze zal trachten op te lossen.

Het zal de Moeder Gods niet noodzakelijk mishagen wanneer een ziel een poging, of indien nodig enkele pogingen, onderneemt om de schuldige ertoe te brengen, zijn schuld goed te maken. Zij weet het echter te waarderen wanneer de ziel zich ervan kan weerhouden, gerechtelijk op te treden, omdat rechtszaken doorgaans met een ondeugdzaam gedrag gepaard gaan. Zij belooft de benadeelde ziel alvast met klem dat Zij haar niet in de steek zal laten. God laat Liefde tot Hem en tot de naaste niet verloren gaan.

Zijn schoonheidsoperaties, bijvoorbeeld na een zwaar ongeval of bij misvorming, of na een ziekte die misvorming heeft nagelaten, een zonde? Moet de mens zichzelf aanvaarden zoals God hem heeft geschapen?

In principe is het niet Gods bedoeling dat zielen schoonheidsoperaties laten uitvoeren, omdat God met alles een welbepaald doel nastreeft, en elke gebeurtenis in het leven grondstof is voor de spirituele ontwikkeling. Schoonheidsoperaties uit louter ijdelheid zijn een zonde. In elk ander geval kan enkel en alleen God over de toestand van de ziel oordelen en de handeling evalueren. In principe moet de mens zichzelf inderdaad aanvaarden zoals God hem heeft geschapen en zoals het verloop van het leven dit mogelijk beïnvloedt, omdat het uiterlijk van elke mens op elk moment van zijn leven een welbepaalde betekenis heeft en een welbepaalde rol in het kader van zijn spirituele vervolmaking te vervullen heeft.

Is het een zonde wanneer een priester huwt en daarna uittreedt, of kan men dan zeggen dat God met hem een andere bedoeling had?

Ja, in Gods ogen is dit zonder meer een zonde. God verwacht van Zijn priesters dat zij zichzelf vóór de priesterwijding aan een zeer diep zelfonderzoek onderwerpen om uitsluitsel te krijgen over de vraag, of zij ertoe bereid zijn, hun hele leven lang aan de uitsluitende dienst aan God op te offeren en daarbij in zo verregaand mogelijke mate aan elke wereldse invloed te verzaken. Dit wil zeggen dat de priester van Christus bij de priesterwijding de uitsluitende bruiloft met Christus aangaat en dat hij de heilige verplichting op zich neemt, uitsluitend Gods Werken te dienen. Ik verwijs hier naar antwoordbrief 260 voor de redenen hiervoor.

Is een priester die met een vrouw huwt, door de duivel verblind, of is de liefde tot een vrouw evenwaardig aan de Liefde tot God? Wat met het geval wanneer een mens zijn of haar gezin verlaat om heilig te worden? Is dit een zonde?

De priester die een vrouw huwt, is inderdaad door de duivel verblind, want hij is zijn heilige eed tegenover God uit het oog verloren en luistert niet langer naar de stem van de Heilige Geest, die bij de priesterwijding Gods Naam met heilig Vuur in de ziel van de priester heeft gebrand. De liefde tot een vrouw is van een totaal andere aard dan de Liefde tot God en mag nooit voorrang krijgen op deze tot God. De ziel mag God in geen enkel geval achter de mens stellen.

Wanneer een mens zijn of haar gezin verlaat om een heilig leven te leiden, handelt deze volledig juist wanneer het gaat om een roeping. Of en in hoeverre hij of zij daardoor zielen benadeelt, kan slechts door God worden beoordeeld, afhankelijk van de hartsgesteldheid van de mens in kwestie, en van het plan dat God met de betreffende zielen (echtgeno(o)t(e), kinderen) heeft.

Doet men er beter aan, het contact met de gezinsleden te mijden wanneer deze ongelovig zijn?

Het hangt ervan af of de betreffende zielen tegenover het Geloof en de uiterlijke tekenen van het Geloof vijandig gezind of 'neutraal' zijn. Is er sprake van vijandigheid, dan raadt de Meesteres aan, geen regelmatig contact te onderhouden, maar Zij staat erop dat men voor deze zielen bidt en opofferingen aanbiedt. Wanneer een persoonlijk contact tot een bron van ondeugd wordt, is het beter, dit te vermijden, opdat de ziel van de ongelovige tegen zichzelf zou worden beschermd. Dit geldt voor contacten met alle ongelovigen. Wanneer het echter om familieleden gaat, is men ook door de Goddelijke Voorzienigheid met hen verbonden op de wegen van Verlossing en heiliging. Geen enkele ziel mag echter een andere ziel de weg naar de eigen spirituele ontwikkeling versperren.

Ik heb mij reeds afgevraagd of U de laatste apostel op aarde zult zijn. U verkondigt tenslotte de 'openbaring der openbaringen', en dat klinkt alsof er na U niets groters meer te verkondigen zal zijn?

Dat ligt volledig in Gods Hart besloten. Niemand mag echter naar mij kijken. Niet het werktuig is belangrijk, maar de hand die het beweegt, en de Plannen die door deze hand worden verwezenlijkt. In het Maria Domina Animarum Werk gaat het volledig om Maria, in Haar hoogste hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen, en om de Werken die Zij in deze hoedanigheid tracht te volbrengen. Ja, inderdaad, 'tracht te volbrengen', want het resultaat hangt af van de medewerking van de zielen. Het unieke karakter van deze verkondiging wordt op vele plaatsen in de Myriam-geschriften aangetoond. Of er na mij niets groters meer te verkondigen zou zijn? In weinige woorden: Ik weet het niet. Ik heb mijn hele wezen en leven aan de Meesteres overgegeven. Ik doe en schrijf gewoon datgene dat Zij wil, geheel in overeenstemming met Haar opdracht binnen het Goddelijk Heilsplan. Zij weet het beste wat Zij met mij van plan is, waarvoor, waarom, hoe lang nog, en of er nog iets anders zal volgen.

Het Maria Domina Animarum Werk is door Maria in het leven geroepen, en het volbrengt nu de opdrachten die de Koningin des Hemels het heeft gegeven. Dit Apostolaat heeft zijn plaats in de huidige fase van de heilsgeschiedenis, omdat het daar nu door God is gewild. Aangezien God Zijn bedoelingen en strategieën niet tot in de details laat doorschouwen, kan geen enkele ziel zeggen of dit Apostolaat volgens Gods Plannen de voltooiing van de verkondiging moet brengen. Het enige dat van belang is, is dat wij de ons toevertrouwde opdracht precies volgens de dagelijkse voorschriften en verlangens van de Meesteres volbrengen, opdat al het ons toevertrouwde zaad moge worden uitgestrooid en deze fase in Gods Heilswerken tot de bedoelde bloei moge worden gebracht. Daarin ligt voor mij de hele zin van mijn zelfgave aan de Meesteres. Al het overige bepaalt Zij. De precieze plaats van deze levensopdracht binnen Gods Werken zal mij na dit leven worden geopenbaard, en dat volstaat voor mij.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 272

Zijn er uitgaansplaatsen (bioscoop, bar, enzovoort) die voor toegewijden van Maria gevaarlijk kunnen zijn? Behaagt het Maria wanneer men sport beoefent? Is het verkeerd, met vakantie te gaan, of is het beter naar een bedevaartsplaats te gaan? Is het raadzaam, als toegewijde van Maria nog de verjaardag te vieren?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Elke dag weer verbaas ik mij erover, welke wonderen wij in deze tijd mogen beleven, wij die vanwege Maria onderrichtingen mogen ontvangen in verband met dagelijkse gewoonten, gedragswijzen enzovoort. Ja, door de Meesteres van alle zielen schenkt God ons werkelijk een ware tijd van genade. Dit zijn unieke bewijzen voor Gods oneindige en onvoorwaardelijke Liefde. Uw volgende vragen zijn, om het zo uit te drukken, kinderen van het verlangen om zelfs in de banaalste dingen van het leven slechts datgene te doen, wat God behaagt en wat de vruchtbaarheid van onze dagen kan verhogen. Deze vragen wijzen op de bekommernis om de toewijding aan Maria helemaal tot het leidende principe van alle elementen van het leven te maken. Zo hoort het ook te zijn, want er bestaat niet zoiets als een 'gedeeltelijke toewijding': De toewijding aan Maria moet het hele leven met al zijn aspecten en elementen omvatten. Laten wij dus nu eens, aan de hand van Uw vragen, beschouwen hoe ver de echte toewijding aan Maria gaat.

Zijn er plaatsen die gevaarlijk kunnen zijn voor toegewijden van Maria. Hoe staat het bijvoorbeeld met een bezoek aan de bioscoop of aan een bar, of aan een pub of een fitnesscentrum, of wanneer men naar een bijeenkomst van een vereniging of een club gaat? Dit is toch allemaal op de wereld gericht?

Op zich is een plaats in spirituele zin eigenlijk slechts dan 'gevaarlijk' wanneer, en in de mate waarin, de ziel geen weerstand tegen de op die plaats heersende of bedreven ondeugden en zonden kan bieden. Niettemin raadt de Meesteres de zielen met klem af, naar een plaats te gaan waar vele laag-wereldse handelingen worden gesteld en laag-bij-de-grondse woorden worden gesproken, waar verontreinigende zintuiglijke indrukken op de zielen afkomen, waar gedragswijzen en normen heersen die de deugdzaamheid van de ziel bedreigen, of (en dit is misschien wel het meest opmerkelijke) waar de ziel zich onderdompelt in het wereldse en eigenlijk de tijd verspilt, die God haar heeft geschonken om haar eigen heiliging te bevorderen en het goede te doen voor haar medemensen.

De plaatsen die U in Uw vragen vermeldt, krijgen van de Koningin des Hemels niet allemaal hetzelfde waardecijfer. Alles hangt in wezen af van:

  1. de staat van spirituele zuiverheid of onzuiverheid die op de betreffende plaats heerst. Concreet betekent dit vanzelfsprekend: in welke mate daar zonden en ondeugden worden bedreven.
  2. in welke gesteldheid van hart de ziel erheen gaat en zij zich daar gedraagt, en met welke bedoeling zij daarheen gaat.

Wij moeten er ook steeds rekening mee houden, welke gevolgen op langere termijn een dergelijk bezoek voor de ziel kunnen hebben. Een klein voorbeeld: Gaat de ziel naar een disco waar men ongecontroleerd alcohol consumeert en waar drugs worden verhandeld, dan kan dit de ziel gemakkelijk blijvende schade toebrengen.

Een bezoek aan de bioscoop, bijvoorbeeld, zal eerder zelden aanleiding geven tot blijvende schade, behalve wanneer er een film wordt getoond die voor de ontwikkeling van de ziel allesbehalve bevorderlijk is. Op de ziel rust de plicht, zich hierover bij voorbaat degelijk te (laten) informeren en dan, tegen de achtergrond van Gods verlangens voor de zielen, te beslissen of zij erheen zal gaan of niet. Het geheel van de onderrichtingen en adviezen van de Meesteres van alle zielen kan in deze context heel goed tot leidraad dienen.

Maria verlangt echter vurig dat de ziel een vrijetijdsbesteding kiest die haar in staat stelt om zich voor Gods Werken nuttig te maken, en niet haar tijd te besteden aan bezigheden die spiritueel leeg zijn.

Behaagt het Maria dat men sport beoefent?

Maria heeft er niets op tegen dat de ziel veel in beweging is, op welke wijze dan ook. Er zijn echter twee beperkingen:

  • Maria raadt prestatiesport, vooral in het kader van wedstrijden, beslist af, en wel om diverse redenen. Deze activiteiten vinden plaats in een atmosfeer die vaak tamelijk sterk door economische en materiële invloeden getekend is, wat zeer veel ondeugden kan aantrekken.
  • Bij de activiteit moet de zuiverheid worden bewaard. Een voorbeeld: Zwemmen in open lucht zou onder bepaalde omstandigheden beter worden vermeden.

Zoals zo vaak, komt het er bij sportbeoefening vooral op aan, vanuit welke hartsgesteldheid en met welke bedoelingen deze plaatsvindt.

De meeste mensen gaan tegenwoordig jaarlijks op vakantie. Wat zegt Maria daarover? Is het voor Haar in orde, met vakantie te gaan, of is het beter naar een bedevaartsplaats te gaan? Of kan Zij een ziel slechts de beste bescherming bieden wanneer deze ziel zoveel mogelijk thuis blijft?

Maria kan de ziel overal en altijd volledig beschermen, met die beperking echter, dat dit slechts kan in de mate waarin de ziel Haar dit mogelijk maakt. Dit betekent dat Maria de ziel kan beschermen in de mate waarin de ziel zichzelf inspant om situaties en contacten te vermijden die haar aan ondeugden en zonden blootstellen. De ziel moet blijk geven van haar bereidwilligheid, door Maria te tonen dat zij haar vrije wil voor het goede wil inzetten en dat zij beschermd wil worden.

Op zichzelf is het niet verkeerd, op vakantie te gaan. Hier gelden globaal genomen echter dezelfde regels als deze voor uitstappen in het kader van het uitgaansleven.

Is het beter, naar een bedevaartsplaats te gaan?

In dit verband moet ik op het volgende wijzen:

De Moeder Gods wijst erop, dat de ziel haar leven als christen niet in momenten van spirituele beleving en momenten van niet spirituele beleving kan indelen. Het ware samenleven met God/Maria moet alles omvatten, om het even waar de ziel zich bevindt, omdat een leven van toewijding een vorm van leven is, waarbij elk ogenblik aan Maria toebehoort en voor God en ten gunste van Zijn Werken moet worden beleefd. Dit betekent ten eerste dat de ziel ervoor moet zorgen dat zij ook tijdens haar vakantie de heilige Mis kan bijwonen. Of het beter is, naar een bedevaartsplaats te gaan dan ergens anders op vakantie te gaan, hangt er helemaal van af, hoe de ziel haar tijd daar besteedt. Men kan in een bedevaartsoord met zeer wereldse gedachten en bedoelingen rondlopen, en omgekeerd zou eveneens denkbaar zijn, dat men op een niet-religieuze plaats in het hart zeer innig met God/Maria verbonden blijft. Het komt ook hier nogmaals aan op de gesteldheid van hart en het gedrag.

Of men op reis gaat of thuis blijft, voor Maria of voor God telt enkel en alleen wat men doet, met welke hartsgesteldheid en met welke bedoelingen, en hoe oprecht men het doet, en in welke mate men in het hart met God/Maria verbonden blijft. Niet de plaats die de ziel bezoekt, heiligt haar, maar datgene wat in haar hart omgaat. Men kan met zonden beladen of vervuld van wereldse gedachten vanuit Lourdes terug naar huis gaan, of men kan omgekeerd thuis in de eigen achtertuin aan zijn heiliging werken. Bovendien heeft het aantal bedevaarten dat men gedurende zijn leven onderneemt, op zich niet de geringste invloed op de staat van genade en heiligheid waarin de ziel zich bevindt. Slechts datgene wat de ziel op dergelijke reizen met haar tijd, met de situaties en de contacten doet, bepaalt de heiligende waarde van de bedevaart. Beschouwt de ziel haar bedevaart als een gelegenheid om met haar medemensen over dit en dat te praten, of om zich in om het even welke ander zin werelds te gedragen, dan is het zelfs niet uit te sluiten dat zij spiritueel verontreinigd van de bedevaart naar huis terugkeert.

Is het raadzaam, als toegewijde van Maria nog de verjaardag te vieren, of is de naamdag beter, of is het beter, mijn volgende verjaardag biddend door te brengen?

Verjaardag vieren, betekent in de spirituele zin, de dag gedenken op dewelke God de levensreis van de ziel op aarde heeft laten beginnen. God heeft in Zijn Schepping cycli voorzien. Dat de Schepping cycli doormaakt, heeft een diepe zin, omdat deze cycli de voortdurende ontwikkeling door groei, zuivering, afsterven en wedergeboorte enzovoort, dienen. Om deze reden heeft de Schepping ook nood aan de jaargetijden, het dagritme, het jaarritme. Op deze wijze kan de ziel elke verjaardag als de voltooiing van een jaarcyclus beschouwen. Maria houdt er erg veel van wanneer de ziel God op haar verjaardag dankt voor het voorbije jaar (en indien zij dit voor het eerst doet, voor haar hele verleden), dat zij het voorbije jaar of haar hele verleden aan Maria overdraagt, en dat zij bidt om genaden voor haar spirituele ontwikkeling in het komende levensjaar. De ziel doet er goed aan, op haar verjaardag te bidden voor haar wedergeboorte.

De verjaardag zou zoveel mogelijk een dag van bezinning en beschouwing moeten zijn. Een werelds verjaardagsfeest is doorgaans wel traditie, maar het levert de ziel niets op, onder andere omdat dit de ziel ronduit naar wereldse gedachten en overwegingen omlaag trekt, in plaats van haar de gelegenheid tot bezinning te bieden. Wereldse feesten zijn steeds dragers van het gevaar dat de ziel die hieraan deelneemt, dieper in het wereldse getrokken wordt.

Lieve zus, ik hoop dat de ontmoeting met het Hart van de Moeder Gods U net zo heeft verheugd als mijzelf. Hoe mooi is het toch, wanneer men Haar om Licht vraagt, en nooit vooraf weet welke kleuren de stralen van het Licht dat Zij ons zal toesturen, zullen hebben, waardoor wij steeds weer verrast worden. In deze zin laat ik deze woorden in de regenboog van de Ware Hoop overvloeien.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 273

Dieren geven vaak méér en oprechter Liefde dan de mensen kunnen opbrengen. Waar moet men, gezien het grote aanbod aan Myriam-geschriften, beginnen? De Goddelijke Liefde vloeit slechts gedeeltelijk rechtstreeks van God uit in de ziel, voor een groot gedeelte echter ook via de medemensen en de dieren. Door totale toewijding aan Maria wordt elk element van duisternis omgezet in Licht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik kan er niet omheen, de beantwoording van Uw droevige brief te beginnen bij het stuk waar U zo treffend schrijft over Uw grote jeugdliefde, Uw hond, in wiens vacht U vele tranen hebt geweend. Inderdaad, zeer veel zielen ervaren vroeg of laat dat één of meer dieren hen méér en oprechter Liefde geven dan de medemensen kunnen opbrengen. Deze vaststelling is absoluut geen compliment voor de mensenzielen, die God als de kroon op Zijn Schepping heeft voorzien. Onze wereld heeft een groot tekort aan Liefde, en in dit verband hoeven wij niet slechts naar de oorlogen of zware misdaden te kijken, maar naar de gewone relaties tussen mensen die wij kennen, en naar ons eigen hart. Waar leeft de ziel, die naar volle waarheid over zichzelf kan zeggen dat zij in alle situaties van haar leven zichzelf volledig voor haar medeschepselen heeft opgeofferd? Nochtans is er goed, verheugend nieuws: God maakt van alle duisternis Licht, van elke traan een diamant, van alle ellende nieuw Geluk. De wedergeboorte van onze Schepping moet ons eigen hart tot wieg hebben. Ieder van ons kan aan zichzelf wel iets vinden dat beter zou kunnen. U hebt dit grote gebrek aan Liefde niet voor niets geleden, want dit heeft Gods liefdevolle aandacht nog méér op U gevestigd.

Ik kan goed begrijpen dat U door het grote aanbod aan geschriften niet goed weet, waar te beginnen. Een goede werkwijze zou deze zijn: U kijkt naar het overzicht van de geschriften op de website, U laat zich in het hart leiden, klikt een titel aan, en laat zich aan de hand van de Moeder Gods leiden. Zij zal ervoor zorgen dat U datgene vindt waar U op dat ogenblik nood aan hebt. Wanneer U steeds opnieuw op deze wijze tewerk gaat, zult U merken dat U stap voor stap in die grote hoeveelheid doordringt, als bij een reis doorheen een onbekend land. Het ene zal naar het andere leiden, en U zult mogen ervaren dat Maria Zelf Uw Gids zal zijn doorheen een bovennatuurlijk landschap.

Misschien kent U de parabel van de ezel van Buridanus, de hongerige ezel die vóór twee even grote hooischelven stond, en toch verhongerde omdat hij niet kon beslissen van welke schelf hij zou eten. Op dezelfde wijze zijn er veel zielen die er nauwelijks toe komen om zich in de Myriam-geschriften te verdiepen omdat het aanbod zo groot is. Welnu, voor de Koningin des Hemels zijn al deze geschriften als spirituele voedselpakketten van dezelfde grootte. Om het even welk pakket de ziel uitkiest om te beginnen, het zal haar altijd ook naar andere leiden, want al deze pakketten zijn zeer eng met elkaar verbonden, maar op zekere dag moet men er één uitpikken om eveneens de andere te mogen (en te willen) leren kennen.

Uw levensgeschiedenis is deze van een allesoverheersende ontgoocheling: U bent in de Liefde als spiritueel fenomeen ontgoocheld. Uiteindelijk verlangt elke ziel naar niets méér dan naar Ware Liefde, de Liefde zoals zij in al haar warmte en haar Licht rechtstreeks vanuit het Hart van God in het eigen hart overvloeit, om daar in aanraking met de gewaarwording van onze eigen nietigheid en onwaardigheid een explosie van Hoop en levensvreugde op te wekken. Lijkt aan het binnenstromen van deze brandstof voor het Ware Leven iets te ontbreken, dat lijkt het voor de ziel alsof plots in haar het licht uitgaat. Aan Gods vrijgevigheid ontbreekt op dit punt helemaal niets, maar God wil overal en altijd de mensenziel aan Zijn Werken deel laten hebben, en de verspreiding van Zijn Liefde verloopt bij voorkeur door de hele Schepping in ontelbare richtingen, zodat de stroom van Gods Liefde slechts gedeeltelijk rechtstreeks van God in de ziel vloeit, maar voor een aanzienlijk gedeelte ook via medemensen en dieren (dus via 'omwegen') naar de ziel komt. Zo heeft God het beschikt, opdat de Liefde nog méér tot schakel tussen alle schepselen zou worden.

De blijde boodschap voor de zielen die in hun leven in hoge mate de Liefde hebben moeten missen (en deze zijn zeer talrijk) ligt hierin, dat de ziel door totale toewijding aan Maria de Ware Liefde kan leren kennen, en wel des te spoediger naarmate de ziel tot een wedergeboorte komt. Maria bewerkt in de oprecht aan Haar toegewijde ziel een volledige herschepping. Bij het reinigingsproces dat aan de basis van deze herschepping ligt (moet liggen), hoort de uitwisseling van vele opvattingen en wijzen van beschouwen. De genezing zal bij U beginnen door de toewijding van Uw verleden met alle daarin aanwezige teleurstellingen en kwetsuren en al Uw niet ingeloste verlangens naar Liefde. Het tijdstip nadert, waarop U er door een ongeremde overgave aan Maria zult in slagen, Uw verleden plots als een offer van Liefde tot God te beschouwen, precies omdat de doornen U niet gespaard zijn gebleven.

Hoe meer het hart heeft geleden, des te groter is de rijkdom van de ziel. Deze rijkdom zou U zich kunnen voorstellen als een met goud gevulde schatkist. Goud is geen gangbaar betaalmiddel, derhalve kunt U deze rijkdom pas te gelde maken wanneer het goud in geld is omgezet. Deze omzetting schuilt in de toewijding van Uw pijn en lijden aan Maria: Vanaf deze toewijding wordt het goud U muntstuk per muntstuk uitbetaald, en kunt U geleidelijk een steeds groeiende innerlijke Vrede verwerven. Wanneer U al dit lijden niet toewijdt, blijft U de eigenares van een goudschat, die U echter voor Uzelf niet tot nut kunt maken. Hier ziet U Maria als Diegene die bij de Hemelse bank het lijden omwisselt tegen de genade van een wedergeboorte, van een innerlijke herschepping.

De ziel beleeft een zodanige omvorming van hart door in de door duisternis beladen gebeurtenissen, situaties en herinneringen het Licht te leren herkennen, dat daarin daadwerkelijk verborgen is. God verbergt in elk lijden Zijn Licht. De ziel vindt dit Licht gewoonlijk niet. Na een bepaalde spirituele ontwikkeling echter, schijnt het hart tot een hogere waarneming te komen: De ziel kan geleidelijk gaan inzien hoe dit Licht zich uit de duisternis vrijmaakt. Het resultaat hiervan is een veranderende waarneming: De duisternis wordt in Licht omgevormd, en het goede dat de ziel heeft moeten ontberen, wordt een sleutel tot de ware Vrede van hart.

Uit een dergelijke ontplooiing van het innerlijke leven komt het inzicht voort, dat God de ziel nooit heeft verlaten, dat Zijn Liefde alleen nooit werkelijk werd herkend en derhalve ook nooit echt werd ervaren. Het is Uw diepste verlangen, aan God toe te behoren. U hebt nooit opgehouden, God toe te behoren, het enige dat U ontbreekt, is de werkelijk beleefde toewijding als brug naar Zijn Hart. Door de totale toewijding aan Maria klopt de ziel voelbaar aan Gods deur, en heeft pas dan werkelijk deel aan het Goddelijk Leven, aan het leven in eenheid met Gods Hart. In de mate waarin de ziel zich aan Maria overgeeft, leert zij haar leven en de wereld anders te beschouwen. Stap voor stap herkent zij de aanwezigheid van het Licht in alles, en leert zij eveneens dit Licht uit alles te laten stralen, want God verbergt overal Zijn zaad, dat door toewijding in bloemen wordt omgezet.

De definitieve overwinning van God over de duivel, van het Licht over de duisternis, is in die zin door God tot in de kleinste details voorbereid: Alles wat de duivel een ziel aandoet, kan door deze ziel door toewijding van de situatie en van de betrokken zielen aan Maria in Licht worden omgevormd. Zo kan elk element van duisternis in Licht worden veranderd.

God heeft de totale toewijding aan Maria voorzien als sleutel tot Zijn definitieve Overwinning, en heeft zo de ziel de macht verleend over de vrijmaking van Zijn Licht uit elk element van duisternis. De zielen zijn er zich nog niet van bewust, maar Gods overwinning, Gods Rijk op aarde, is er reeds. Zij wacht slechts op de juiste omgang van de mensenzielen met alle duisternis, en de toewijding van zoveel mogelijk situaties en zielen aan de Koningin des Hemels.

Vraagt U Maria dat Zij Uw hart zo volledig van al het wereldse zou wegleiden, dat de Liefde in U werkelijk kan bloeien. U zult merken dat met het groeien van het vermogen om lief te hebben en Liefde te ontvangen, de volharding in Uw inspanningen eveneens zal bloeien. Dit komt doordat de ziel door de bloei van de Liefde in zichzelf eveneens tot het inzicht komt, dat God in alles aanwezig is, en dat er derhalve altijd Hoop is. Dit inzicht bemoedigt de ziel, en overtuigt haar van de waarde van de strijd voor de dingen die Licht in zich dragen. Ik wil U heel graag hierbij helpen, en wel door via de Meesteres van alle zielen de opening van de brug tussen Uw hart en het Hart van God voor te bereiden, op voorwaarde dat U deze hulp aanneemt. Om deze reden ben ik er graag toe bereid, U te helpen begeleiden, hoe en wanneer de Koningin des Hemels mij dit ook moge toestaan.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 274

De liefdesslavernij jegens de Meesteres is een levensinstelling tot vervolmaking van de Liefde – Kan Myriam in de toekomst kijken? – Wil de Meesteres dat men vóór Haar neerkniel met het hoofd tegen de grond? – De wijze waarop Jezus en Maria in films worden voorgesteld

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Heel graag beantwoord ik onmiddellijk Uw vragen omdat het werk aan de ziel voor mij het belangrijkste is wat er bestaat.

Maria is intensief met U bezig. Dat is Zij vanzelfsprekend met elke ziel, maar het verschil ligt hierin, dat Uzelf ook intensief met Haar bezig bent. Het leger van de duisternis is inderdaad in opmars. Was dit niet het geval, dan zou dit Apostolaat overbodig zijn, want dit Apostolaat is er precies op gericht, dat leger door verkondiging van de volheid van de Waarheid, door begeleiding van de spirituele ontwikkeling vanwege de Meesteres Zelf, en door verspreiding van Liefde, Hoop en bemoediging zoveel mogelijk verliezen toe te brengen.

Wanneer de Meesteres iets zegt als "Ik zou graag hebben dat jouw hart voor Mij slaat", bedoelt Zij daarmee dat U alles wat U hebt, aan Haar zou moeten schenken, maar ook Uw lijden, alles waarvoor U bang bent, alles waarvan U houdt, eenvoudigweg alles. Gelooft U mij, U kunt het gevoel krijgen, dan zo arm als een kerkmuis te zullen zijn. Ik kan U echter verzekeren dat U pas daardoor de ware rijkdom zult vinden. In de mate waarin de overgave haar volmaaktheid nadert, kunt U innerlijk volledig worden omgevormd. Wat kunt U doen? Eigenlijk wordt van U slechts één ding verlangd: Dat U zich volledig en onbeperkt aan Maria overgeeft en U zich door Haar laat inspireren.

De liefdesslavernij jegens de Meesteres is een levensinstelling, in dewelke de ziel zo volledig in de ban van de volmaakte Liefde komt, dat zij stap voor stap zelf in Liefde wordt omgevormd en daardoor in staat wordt gesteld om de hartsgesteldheid van de Geliefde (Maria) zo zeker aan te voelen, dat zij eenvoudigweg als van nature slechts leeft voor datgene wat haar Geliefde (Maria) van haar verlangt. Er is daarbij dus sprake van ongeremde overgave uit louter zelfverloochenende Liefde.

Zonder dit laatste element zou deze relatie volledig onvruchtbaar blijven. Eigenlijk is deze toestand vergelijkbaar met een blok hout die in een bergbeek drijft. Hij denkt niet na, is niet bang, laat zich eenvoudig daarheen drijven waar het water hem brengt. Het water is zogezegd meester van de beek, niet het hout. Zo beheerst de Meesteres (het water) de levensweg (de beek) van de ziel (het hout). Denkt U niet te veel na, maar sta Uzelf toe, méér te voelen. U kunt Maria slechts liefhebben, dienen en aanvoelen met het hart, niet met de geest, en Zij zal U brengen waar U moet zijn, op voorwaarde dat U zich totaal aan Haar overgeeft en daardoor een gewillig werktuig wordt, binnen het kader van de uitvoering van het Goddelijk Heilsplan.

Zal Maria Zich aan U vertonen? Geen ziel zou deze vraag kunnen beantwoorden, omdat Maria met de verschillende zielen op een totaal verschillende wijze omgaat, en geen twee zielen dezelfde levensopdracht hebben. U kunt echter steeds onbezorgd blijven, want wat Maria ook met U wil doen, Zij zal U de kracht geven om ook datgene te kunnen dragen wat met een intensief contact met Haar gepaard gaat. Het leven met Maria is geen gewoon leven. De zielen hebben er doorgaans geen idee van, dat het intensief contact met de Koningin des Hemels het leven van de ziel volledig op zijn kop zet en deze ziel aan zeer veel blootstelt dat een ziel buiten deze levenssfeer volledig onbekend is.

Een dergelijk leven beproeft de ziel letterlijk elke minuut tot het uiterste, en de ziel voelt dit ook ononderbroken door het feit dat zij buitengewoon gevoelig wordt gemaakt. Deze gevoeligheid is noodzakelijk voor het contact met Maria, voor mystieke fenomenen zoals het kijken in de zielen, voor elk werk met zielen, en voor het ononderbroken 'in zichzelf kijken', indien ik dit zo mag noemen: De ziel in contact met Maria wordt ononderbroken gezuiverd, geslepen en aan de vereisten voor het werk als kanaal van Maria aangepast. Vooral het vermogen om lief te hebben, wordt in de ziel voortdurend gelouterd, omdat het werktuig van Maria ertoe in staat moet zijn, het Hemelse Vuur door te geven, het in zielen aan te wakkeren, en zelf in dit Vuur weg te smelten alsof het werktuig er helemaal niet meer zou zijn. Wat met U te gebeuren staat, kan ik niet zeggen. Voorlopig is dit een geheim.

U vraagt of ik in de toekomst kan kijken? Van de toekomst zie ik slechts datgene waarvan Maria wil, dat ik het zie. Het kijken in de toekomst heeft tenslotte slechts dit ene doel: de dienst aan Gods Heilsplan. Een mystieke roeping is een roeping tot een dienende rol, zowel jegens God als jegens de Schepping. Zoals U schrijft, zie ik inderdaad beelden met de ogen van de ziel, maar ik mag deze pas prijsgeven indien en wanneer Maria dit wil en Zij mij opdraagt, dit te doen. Ik beschik net als elke andere ziel over een vrije wil, maar deze heb ik sedert mijn roeping elke dag aan Maria overgedragen. Ik doe, zeg of schrijf niets wat niet door Haar wordt opgedragen of ten minste uitdrukkelijk wordt toegelaten.

U vraagt of de Meesteres graag heeft dat de zielen vóór Haar knielen, met het hoofd tegen de grond? Op deze vraag moet ik eigenlijk een tweeledig antwoord geven. U zult onmiddellijk merken om welke reden:

1. Van mij heeft de Meesteres van meet af aan verlangd dat ik Haar steeds diep knielend begroet. Ik heb reeds spoedig begrepen waarom. Toen Zij mij in 1997 voor het eerst riep, zat ik geknield vóór Haar. In die dagen verscheen Zij hoofdzakelijk als de Moeder van Smarten, enkele malen ook als Koningin. Zij verlangde meteen dat ik in mijn houding jegens Haar een volmaakt evenwicht zou zoeken: Ik moest Haar benaderen als een vrouw die voor mij gelijktijdig Moeder, Vriendin en Meesteres was. Dit verlangen te vervullen, leek mij eigenlijk meteen niet moeilijk, omdat Zij in mijn hart precies deze drie eigenschappen tezelfdertijd belichaamde. Ik sprak Haar onmiddellijk aan met zachte, tedere stem, heel ongedwongen maar vervuld van eerbied. Mijn hart was zo ontvlamd dat het vervullen van Haar verlangen mij derhalve helemaal niet moeilijk viel. Ik sprak altijd geknield tot Haar, mijn Liefde voor Haar dwong mij gewoonweg op de knieën. Waarschijnlijk moet men Maria van zeer dichtbij hebben gevoeld, gehoord of gezien om dit alles werkelijk te kunnen begrijpen.

Toen Zij Zich gedurende de herfst van 2005 voor het eerst in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen aan mij bekend maakte, riep Zij mij op een zeer ongewone wijze, niet zoals Zij dit tot dan toe gewoonlijk pleegde te doen (door een explosie van warmte in mijn hart), maar door de woorden "Kniel voor Mij". Ik was net in huis aan Haar beeltenis als Koningin des Hemels voorbijgegaan. Ik was in gedachten verzonken, want ik zocht iets. Bij deze beeltenis klonk Haar zo bekende stem, zacht en teder, op en top liefdevol en toch zo waardig: "Kniel voor Mij". Ik was daarover verrast, knielde echter onmiddellijk diep neer, en Maria verlangde dat ik geknield bleef liggen. Pas na enige tijd stond Zij mij toe, opnieuw op te staan. Dit herhaalde Zij in de loop van de volgende dagen enkele malen, tot Zij in mij de eerste Openbaring als Meesteres van alle zielen verkondigde.

Reeds heel spoedig maakte Maria mij duidelijk dat Zij mij aan een uiterste gehoorzaamheidsdiscipline zou onderwerpen, want van mijn gehoorzaamheid zou de vruchtbaarheid van de Werken afhangen, die Zij als de Meesteres van alle zielen aan Mij zou toevertrouwen. Zij heeft mij vervolgens een aantal regels opgelegd, waaronder Haar regel over de begroeting. Een begroeting van mij uit jegens Haar verloopt diep geknield, met het hoofd tegen de grond, meermaals per dag, bij de beginperiode van de Openbaringen gebeurde dit zelfs ook midden in de nacht, wanneer Maria het maar wilde. Zij heeft mij geleerd, Liefde, gehoorzaamheid en lijden in de nauwste onderlinge verbondenheid te ervaren. Geen van deze drie komt ooit zonder de beide andere. Het gaat hier tenslotte om de zogenaamde driehoek van de spirituele vruchtbaarheid.

2. Bij elke andere ziel vindt Maria een buitengewoon welbehagen wanneer deze vóór Haar neerknielt, omdat Zij jegens de zielen Gods Werken vertegenwoordigt. Zij verlangt niets, Zij nodigt uit. Desbetreffend verlangt de Meesteres van alle zielen slechts dat de zielen in het hart diep vóór Haar neerknielen, niet om Harentwil, maar ter verheerlijking van Gods Werken.

Voor X. kunt U weinig extra doen opdat hij de weg naar Maria zou vinden. Het Hart van Maria in de ware zin van het woord aanraken, kan de ziel slechts vanuit het eigen hart, op eigen initiatief en gebaseerd op een waarachtige, oprechte, in het eigen wezen aangevoelde Liefde. Bekijkt U het eens zo: U kunt een ziel een landkaart van een bepaalde streek voorleggen en op haar inpraten over hoe mooi het daar wel is, en U kunt zelfs een voorschot op haar reiskosten betalen, maar de reis beginnen, moet zij wel zelf doen. Offers kunt U vanzelfsprekend voor hem aanbieden. Een offer gaat nooit verloren, maar het hangt gedeeltelijk ook af van de wijze waarop X. zijn vrije wil gebruikt, of hij de genaden uit Uw offers zal gebruiken om zich te geven aan Diegene Die zijn staat van Heil en ook zijn ware levensgeluk volledig kan veranderen.

U merkt op: "Bij vele films over Jezus en Maria heb ik mij vaak afgevraagd wat precies in Hen is omgegaan. Hun gedachtegang en gevoelens hebben mij vaak meer geïnteresseerd..."

Daarin kan ik mij volkomen inleven. Ik wil hierbij graag opmerken dat de bezetting van de rol van Maria in films over Jezus en Maria mij slechts heel uitzonderlijk enigszins bevallen is. Daaruit blijkt heel duidelijk welke grote onbekende de Moeder Gods is. Maria wordt gewoonlijk zeer menselijk gebracht, en wel in een dergelijke mate dat het mijn ziel ronduit droevig stemt. Wat volgens mij aan de bezetting van de rol van Maria altijd sterk ontbreekt, is "het van alle werelds denken en voelen losgemaakt zijn". U hoeft slechts drie scènes te bekijken: Deze waarin Jezus uit Maria geboren wordt, deze van Maria op Golgotha bij het Kruis, en deze wanneer het dode lichaam van Jezus op Haar schoot wordt gelegd, en U zult begrijpen wat ik bedoel. Precies bij de geboorte en in de omgang met de pijn en het verdriet was Maria nog het meest volkomen vrij van al het wereldse. De al té menselijke voorstelling van die fasen over het gevoelsleven van Maria zijn werkelijk pijnlijk. Dit bewijst ook hoe moeilijk het voor de mens is, zich in de ware heiligheid in te leven.

Lieve zus, het verheugt mij ten zeerste, U een beetje te mogen helpen, want daarin wordt het verlangen van de Koningin des Hemels verwezenlijkt, Die mijn hart voor Haar Werken tracht in te zetten. Wanneer U zich volmaakt aan Maria overgeeft, zal Uw hele leven in een ononderbroken opoffering van Liefde worden omgevormd. U zult daardoor voor al Uw dierbaren genaden helpen vrijmaken. Ik beweer daarmee overigens niet dat mijn ondersteuning iets bijzonders zou zijn, alleen dat ik U deze van harte wil schenken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 275

De diepe betekenis van het begrip 'slaaf van Maria' – God beschouwt Zijn Werken pas als voltooid wanneer zij door de vrijwillige bijdrage en de vrijwillige navolging vanwege de mensenziel worden aangevuld

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Verontschuldigt U de bij dit antwoord opgetreden vertraging. Elke opdracht wordt echter precies op het tijdstip uitgevoerd, dat door de Moeder Gods wordt bepaald. Zij alleen regeert Haar Werk. Ik wil niet nalaten, U gerust te stellen.

Maria stelt Zich via dit Apostolaat voor in Haar hoogste hoedanigheid als Meesteres van alle zielen. Wanneer Zij over 'slavernij' tegenover Haar spreekt, bedoelt Zij daarmee in geen geval dat de ziel haar vrije wil zou moeten opgeven. Maria respecteert de vrije wil van elke individuele ziel volkomen als het meest waardevolle dat God haar heeft geschonken, namelijk als sleutel tot haar heiliging. Wanneer de ziel die zich totaal en onvoorwaardelijk aan Maria overgeeft, zich 'liefdesslaaf' noemt, geeft zij daarmee eenvoudig een naam aan de rol waartoe zij vanaf deze totale en onvoorwaardelijke toewijding is geroepen: De rol van dienares van Maria in elk mogelijk opzicht.

De ziel die met Maria het heilig verbond van de totale toewijding aangaat, aanvaardt daardoor uitdrukkelijk dat Maria, Die tenslotte door God Zelf is aangesteld tot Leidster in de strijd tegen de duisternis en tot ontsluiting van de Verlossingswerken van Christus, de macht bezit om de ziel naar het Heil te leiden en al haar beproevingen, lijden in lichaam, hart en ziel, en haar hele levensweg samen met al haar inspanningen op de weg naar de heiliging, om te vormen in Heil voor de hele Schepping. Maria is de Transformator die dit alles in grondstof voor de verdeling van genaden omzet.

Door de totale en onvoorwaardelijke toewijding wordt de ziel met heel haar wezen dienares van Diegene, die de Leidster in de strijd tegen de werken der duisternis is. Daardoor wordt alles wat de aan Maria toegewijde ziel aan de Meesteres van de Hemelse legerscharen aanbiedt, omgesmeed tot wapens voor de ondermijning van de werken van de duisternis. De ziel is dus dienares van Maria, maar wordt tot 'slavin/slaaf' door de volmaakte Hemelse Liefde: Maria stelt Zich tot doel, de aan Haar toegewijde ziel om te vormen. Zij maakt deze ziel tot een werktuig van de Ware Liefde, want slechts in de mate waarin de ziel zichzelf geleidelijk in Liefde laat omvormen, worden al haar werken, haar beproevingen, lijden, ziekten, lasten, hartenpijnen enzovoort, tot werken van Licht, die de werkzaamheid van de werken der duisternis stap voor stap verminderen. Hier ligt dus de diepe betekenis van het begrip “slaaf van Maria': De ziel is 'dienares' omdat zij zichzelf en al haar handelingen, ervaringen en gewaarwordingen ten dienste van Maria (en door Haar ten dienste van God) stelt, maar wordt tot slavin/slaaf door de innerlijke omvorming tot een hartsgesteldheid die haar op de ware heiligheid voorbereidt: deze van de gewaarwording van steeds hoger niveaus van de Ware Liefde, die haar in staat stellen, zich volledig onzelfzuchtig aan Gods verlangens en aan de noden van Zijn Heilsplan over te geven. De ziel biedt zich daarbij geleidelijk zo spontaan aan Maria aan, dat sprake is van een liefdesslavernij tegenover Maria.

De overgave van het ik, de onzelfzuchtige opoffering van alle details van het dagelijks leven, wordt bewerkt doordat de ziel tot het innerlijke inzicht is gekomen, dat zij daardoor de gouden weg naar het Heil heeft gevonden, en zij door de Ware Liefde wordt aangedreven om deze weg uit louter overtuiging te volgen. De ziel wordt in die zin tot 'slaaf van Maria' doordat zij zich, in het licht van dit inzicht en in de gewaarwording van deze Liefde, als vanzelf onvoorwaardelijk aan Maria overlevert.

De 'slaaf van Maria' is eigendom van God, doordat deze vrijwillig al zijn werken, innerlijke instellingen en gesteldheden en alle details van zijn levensweg in grondstof voor de Werken van het Licht laat omvormen. Zolang de ziel de zonde en de hele gedragsatmosfeer die tot zonde aanleiding geeft, méér bemint dan zij Gods Werken en Plannen bemint, geeft zij zich in principe weg aan de duivel. Aangezien Maria in dit hele proces van de uitvoering van Gods Werken en de voorbereiding ervan in de zielen, de Gevolmachtigde is van God, beschikt Zij onbeperkt over de aan Haar toegewijde ziel, leidt en begeleidt Zij deze op haar weg naar de heiliging, en voltrekt Zij, op voorwaarde dat de ziel zelf hieraan uit vrije wil meewerkt, de omvorming van deze laatste tot een werktuig van het Licht. De aan Maria toegewijde ziel is helemaal via Maria eigendom van God. Maria is een schepsel, maar Zij is er door God Zelf toe bestemd om Spiegel van Zijn Werken en Brug tot Zijn Hart te zijn.

De belangrijkste reden waarom God er de voorkeur aan geeft dat de ziel door Maria tot Hem gaat en Maria tot voorbeeld neemt, ligt in het feit dat God Zijn Werken pas als voltooid beschouwt, wanneer zij door de vrijwillige bijdrage en de vrijwillige navolging vanwege de mensenziel worden aangevuld. Hierbij wordt, om zo te zeggen, een verbond tussen God en de vrije wil van de ziel voltrokken. In Maria zijn Gods Werken in de meest absolute volmaaktheid aangevuld, en hebben zij in absolute volmaaktheid gebloeid. Wanneer de ziel zich derhalve met heel haar wezen onbeperkt en onvoorwaardelijk aan Maria overgeeft, geeft zij zich over aan het Meesterwerk van God, volgt zij het Meesterwerk van God, en vereert dit Werk als de Spiegel van de volmaaktheid in dewelke God de absolute heiligheid aan de zielen wil demonstreren.

God is het Licht, Maria is de Spiegel van dit Licht, die zodanig is gevormd dat hij het Goddelijk Licht op een zodanige wijze in elke ziel kan binnenstralen, dat het precies aan de individuele geaardheid van de ziel is aangepast. Deze spiegel is zo oneindig beweeglijk en verandert zo onfeilbaar van effect, dat hij als het ware precies die kleur en lichtsterkte doorgeeft, die de ziel op elk tijdstip precies nodig heeft met het oog op haar spirituele ontwikkeling. Van de ontelbare redenen waarom Maria het Meesterwerk van God moet worden genoemd, is deze hoedanigheid als Spiegel van God wellicht nog de grootste.

In Maria worden Gods Werken in de hoogste vorm geprezen. Daarom schuilt in de totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen niet het geringste spoor van afgodendienst, maar voltrekt zich daarin de hoogst mogelijke verheerlijking van God en van Zijn Werken van Licht. Zo heeft de Eeuwige Vader het in de Onbevlekte Ontvangenis van Maria voorbereid en bij de Kroning van Maria in de Hemel bevestigd, en zo heeft de Zoon Jezus het gewild toen Hij vanop het Kruis de zielen aan Zijn Moeder toevertrouwde, omdat Zij de weg van de heiliging door en door kende, en de macht bezat om deze heiliging in aangepaste doseringen in elke ziel binnen te druppelen.

Lieve zus, weest U onbezorgd. Uw voorzichtigheid is niet ongegrond, en is lovenswaardig. Echter, slechts de totale overgave vanuit het hart, en niet de werking van het verstand, zal U het licht van inzicht over de echtheid van dit fenomeen bekomen, want Gods Geest fluistert Zijn Wijsheid in de golven van de Liefde. Zodra de ziel ertoe kan komen, Gods Heilswerken en de bedoelingen en wegen van Zijn Heilsplan werkelijk lief te hebben boven alles wat de wereld of het menselijk verstand haar te bieden hebben, zal haar het juiste inzicht over de waarheid en de onovertroffen waarde van de totale toewijding aan Maria, evenals deze over de waarheid van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, door de Heilige Geest als vanzelf worden geschonken. In de mate waarin in de ziel niet langer aan de logica van het verstand de heerschappij wordt verleend, bloeit de Hemelse logica in de ziel op uit de kiem van heiligheid, die God aan de ziel bij haar schepping heeft geschonken.

Lieve zus, het fenomeen van de slavernij van de ziel jegens Maria werd reeds voorgesteld door de Heilige Grignion de Montfort, wiens stellingen kerkelijk erkend zijn. In deze tijd verdiept de Koningin des Hemels in hoge mate deze inzichten, breidt ze uit en verbindt ze met diepgaande onderrichtingen in verband met het Goddelijk Leven, opdat vele elementen van het Goddelijk Heilsplan voor de zielen begrijpelijker zouden worden. Het gaat bij dit begrip en dit inzicht echter niet om louter kennen en argumenteren met het verstand, doch om een steeds voortschrijdende ontplooiing van het vermogen van het hart om zich in Gods bedoelingen en verlangens in te leven. Via deze onderrichtingen over het Wezen van Maria, het wezen en de ware behoeften van de ziel en het wezen van het Goddelijk Heilsplan, heeft God slechts deze ene bedoeling: De zielen op de voltooiing van hun heiliging en de grondvesting van Gods Rijk op aarde voor te bereiden. Het is meer dan de moeite waard, naar deze inzichten te verlangen en deze weg te volgen, die rechtstreeks naar Gods Hart leidt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 276

Genezing van ziekten is een kwestie van Gods Plan met de ziel, doch kan door gebed en offers worden beïnvloed

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Op genezing van ziekte mag, respectievelijk moet, men eigenlijk hopen. Er kan echter helaas heel weinig over het vooruitzicht van ziekteprocessen en hun genezing worden gezegd, omdat alles afhangt van het Plan dat God met de betreffende ziel koestert. In bepaalde gevallen is genezing gunstig voor de spirituele ontwikkeling, in andere gevallen wordt de ziel door genezing van haar ziekte in spiritueel opzicht eerder benadeeld omdat zij dit lijden juist nodig had voor haar spirituele ontwikkeling, of omdat dit lijden gedurende een bepaalde tijd van haar wordt verlangd als boetelijden. In de meeste gevallen doet Maria geen uitspraken over de afloop van een ziekteproces of over de genezing.

Psychosen kunnen absoluut worden genezen. Eigenlijk zou de lijdende ziel slechts één enkel verlangen moeten koesteren: dat haar toestand, lichamelijk zowel als geestelijk, haar de hoogst mogelijke ontwikkeling zou mogen opleveren, en zij het Plan dat God met haar beoogt, zo vruchtbaar mogelijk zou mogen voltooien. De Goddelijke Voorzienigheid kiest dan de weg die voor de heiliging van de ziel het meest bevorderlijk is en die haar bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan het sterkst kan laten groeien. De door God gekozen weg kan deze van genezing zijn, of (nog) niet.

Door gebed, offers en alle inspanningen om een heilig leven te leiden, kan een door Gods Voorzienigheid voor de ziel genomen beslissing worden veranderd. Om deze reden is het niet zinloos, voor een bepaalde ontwikkeling te bidden en offers aan te bieden. Gebeden en offers zijn betaalmiddelen die de vrijmaking van genaden op gang brengen.

De meest zinvolle weg is in elk geval deze, dat U Uw levensweg (verleden, heden en toekomst) en Uw gezondheidstoestand volledig onbevangen in de handen van Maria legt. Zij zal ervoor zorgen dat U onder de beste omstandigheden zult kunnen bloeien.

Ik wens U heel veel geluk en innerlijke Vrede. U kunt vanzelfsprekend verzekerd zijn van mijn gebed voor U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 277

Wat is de visie van de Meesteres van alle zielen over het leven in een kloostergemeenschap? – De ware volmaaktheid of heiligheid van de ziel wordt in het verborgene van het hart bereikt

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In naam van de Koningin des Hemels groet ik van harte U en Uw vriendin, wier spirituele nood U ertoe heeft gebracht, een brief aan de Meesteres van alle zielen te schrijven. Weinige onderdelen van mijn opdracht in de dienst aan Maria zijn zo vaak met tranen beladen als deze waarbij ik gewonde harten vóór de Meesteres breng. Precies daarom echter, vervult dit onderdeel mij ook zozeer met vreugde, omdat er nauwelijks iets mooiers bestaat, dan met de stralen van Hemelse Hoop en Liefde verrijkt, naar een dergelijk hart terug te keren. Dit voorrecht valt mij ook nu ten deel. Ik kan mij in de zielenpijn en het onuitgesproken lijden van Uw vriendin inleven. Opdat niets verloren zou gaan, zal ik het probleem en de vraag woordelijk aanhalen:

"Ik heb een vriendin, die in een kloostergemeenschap leeft. Zij heeft tijdens haar biecht te horen gekregen dat zij té perfectionistisch is en daardoor te veel beslag legt op de gemeenschap. Sedertdien tracht zij zichzelf volledig te vergeten, maar zij heeft het soms moeilijk om die kwetsuur te verwerken, en kent dan een hevige strijd. Wat is de visie van de Meesteres van alle zielen over het leven in een kloostergemeenschap?"

Wat raadt onze Hemelse Koningin en Meesteres van alle zielen haar aan?

De kloostergemeenschap is door God als een vorm van samenleven gedacht, die ertoe moet dienen, de verwezenlijking van Zijn Heilsplan te helpen bevorderen door de leden van deze gemeenschap in een atmosfeer onder te dompelen, die bevorderlijk is voor de spirituele vervolmaking, de voltooiing van de spirituele ontplooiing. Om deze reden is de kloostergemeenschap die met Gods ideaal overeenkomt en Hem derhalve het meest bevalt, en Zijn Heilsplan het beste kan dienen, een gemeenschap waarvan elk individueel lid met alle mogelijke middelen het eigen heiligingsproces in het middelpunt van al zijn handelingen, woorden, gevoelens, gedachten, verlangens en bestrevingen stelt, en tracht, het heiligingsproces van elk ander lid volledig en ongeremd te bevorderen. De kloostergemeenschap heeft tenslotte in het kader van Gods Heilsplan opdrachten te vervullen, die op heilige gebeden en heilig dienstwerk aan God en de Schepping zijn gebaseerd.

Lieve zus, het kernwoord voor elk lid van een kloostergemeenschap heet 'heiliging'. Dat geldt voor elke ziel, doch wordt voor de ziel in een kloostergemeenschap tot een principe, dat is gebaseerd op een roeping door de Heilige Geest, wat de heiliging voor het lid van een kloostergemeenschap tot de wezenskern van een verbond met God Zelf maakt.

Ik herinner hier aan de begripsbepaling met betrekking tot de heiliging, die de Koningin des Hemels onder andere in de Stormschriften heeft doorgegeven:

De heiliging is het proces door hetwelk de ziel in haar gewaarwording, in haar voelen en denken, in overeenstemming wordt gebracht met Gods verwachtingen en met de kern van Zijn wezen, dit wil zeggen: door hetwelk de ziel tot beeld en gelijkenis van God evolueert. Het gaat hierbij om een weg van ononderbroken overwinnen van de effecten van de erfzonde in de ziel, een weg van het overwinnen van de zwakheden die door de erfzonde in de ziel werkzaam zijn. Heiliging is verregaande ontplooiing van de ziel met de bedoeling, haar in staat te stellen, Heil te verwekken in alles wat in haar omgaat en in alles wat van haar uitgaat. 'Heil' is hier te verstaan als de toestand in dewelke de ziel de volheid van de spirituele gezondheid, de volheid van de werkzaamheid van haar spirituele vermogens, zo dicht mogelijk benadert. 'Heil' over zichzelf en anderen kunnen brengen, is het doel van de heiliging. Heiliging is derhalve eveneens het proces door hetwelk de ziel haar bijdrage tot Gods Heilsplan voortdurend vergroot.

Ik herinner hier eveneens aan de beide doelstellingen van het aardse leven, die Maria bij herhaling heeft laten uiteenzetten: De eigen heiliging van de individuele ziel en het leveren van een zo groot mogelijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan.

Wanneer wij rekening houden met het geheel van deze Hemelse informatie, kunnen wij de conclusie trekken dat in een kloostergemeenschap elk lid aan zijn roeping slechts gevolg geeft in de mate waarin het de ingesteldheden en de hartsgesteldheden koestert, die voor de eigen heiliging en deze van alle andere leden bevorderlijk zijn. Concreet betekent dit, dat op elk lid van een kloostergemeenschap de heilige plicht rust, in zichzelf de vervolmaking na te streven en het voor elk ander lid mogelijk te maken of te vergemakkelijken, op zijn beurt de eigen volmaaktheid te verwezenlijken. 'Perfectionisme' is de ingesteldheid door dewelke een ziel de volmaaktheid nastreeft, binnen de haar door haar menselijke natuur gestelde grenzen. Uit de hier door de Meesteres geschonken onderrichting blijkt ondubbelzinnig, dat geen enkele ziel (zowel buiten als binnen een kloostergemeenschap) ooit 'té perfectionistisch' kan zijn.

Zielen in een gemeenschap kunnen de levenshouding van een lid van de gemeenschap om diverse redenen 'té perfectionistisch' noemen. In principe echter, is elke dergelijke reden van menselijke aard, nooit van spirituele aard. Er kan geen spirituele reden bestaan om een medeziel het etiket 'té perfectionistisch' op te plakken. Een kloostergemeenschap kan door de perfectionistische instelling van één van haar leden slechts 'belast' worden wanneer de andere leden de heiliging, de spirituele vervolmaking, niet of niet voldoende in het middelpunt van hun belangen stellen. De bestreving om steeds dichter bij God te komen (spiritueel perfectionisme) is zuivere dienst aan God, en verheerlijking aan God. Een belasting kan dit slechts zijn voor de wereldse componenten van het leven, en dit zelfs slechts wanneer de als last ervaren toestand niet als een beproeving van Liefde wordt aanvaard en als protestloos offer van Liefde aan God wordt aangeboden.

Lieve zus, deze verduidelijkingen van de Hemelse Meesteres wijzen erop dat de ingesteldheid van Uw vriendin in Gods ogen lovenswaardig is. Wat kan zij nu doen om ook deze situatie volmaakte vruchtbaarheid te laten opleveren? Hierna de aanwijzingen of, zo U het wil, de uitnodigingen vanwege de Moeder Gods:

  1. De woorden aan Uw vriendin, die lid is van een kloostergemeenschap, dat zij “té perfectionistisch zou zijn”, zijn door een priester in het kader van de Biecht uitgesproken. Uw vriendin doet er goed aan, om deze reden hoe dan ook deze woorden als deel van haar spirituele vorming aan te nemen. Vraagt U haar dat zij tegenover Maria de aanvaarding ervan uitspreekt, en de Koningin des Hemels erom vraagt dat Zij haar erbij zou helpen, de kwetsuur in haar hart tot genezing te brengen door deze voortaan elke dag aan Maria aan te bieden met de intentie, zielen die onverschillig staan tegenover vervolmaking, of voor wie dit bijzaak is, uit hun verblinding te helpen bevrijden;
  2. De priester heeft deze woorden niet uit zichzelf gesproken. Moge Uw vriendin derhalve, als een akte van volmaakte Liefde, elke dag tegenover Maria elke ziel van harte vergeven en om Licht, Liefde en Wijsheid voor de hele gemeenschap bidden;
  3. Moge Uw vriendin alle dagen sedert de kwetsuur, evenals haar voortdurend lijdende hart, nu nog in het Hart van Maria begraven, met de smeekbede dat de Koningin des Hemels haar hart volledig zou genezen en haar erbij zou helpen, door voortdurende groei van haar vermogen om onvoorwaardelijk te beminnen, het litteken van deze kwetsuur volledig te laten genezen;
  4. Uw vriendin zou er goed aan doen, met de bedoeling, de uitboeting te vervolmaken, te trachten elk verlangen om de voltooiing van haar zielsontwikkeling te kunnen bereiken, volledig in het verborgene vorm te geven. De heiliging bereikt haar volmaaktheid waar de ziel de ontplooiing van haar hogere vermogens in de diepste en meest geheime kamers van de ziel tracht te voltrekken, en de tekenen van deze ontplooiing als geheime geschenken aan God te behandelen, dit wil zeggen: deze tekenen slechts voor de ogen van de Allerhoogste te ontsluieren. Elk geschenk van Liefde dat pas vóór Gods Troon wordt uitgepakt, wordt alleen door Hem en door de Koningin des Hemels gezien, en het wordt daardoor beschermd tegen om het even welke ontwijding. Een dergelijk geschenk vloeit in de maagdelijke toestand van een gewijde offerande over in Gods Hart: Als opoffering in de sfeer van heiligheid, vlekkeloos en zuiver, omdat het niet door enige wereldse bijmenging is verontreinigd.
  5. Uw vriendin zal de bekroning van haar bevrijding beleven doordat Maria haar erbij zal helpen, elke remming in de spirituele ontplooiing te dragen in een gesteldheid van gehoorzaamheid, die zij op uiterst vruchtbare wijze kan verenigen met het Hart van Jezus, die de gehoorzaamheid als fundament van het Verlossende Lijden heeft gekoesterd. De gehoorzaamheid is het absolute tegendeel van de erfzonde, en ondermijnt daardoor vele werken van de duisternis. Door de gehoorzaamheid van Jezus is de Verlossing van de zielen begonnen. Door de gehoorzaamheid van de mensenziel zal deze Verlossing worden aangevuld en voltooid, eerst in de eigen ziel en aansluitend in andere zielen. Door de volmaakte gehoorzaamheid kan Uw vriendin de bevrijding van bepaalde zielen van haar gemeenschap afkopen. In haar geval betekent 'volmaakte gehoorzaamheid': het etiket 'té perfectionistisch' zonder protest aan te nemen. Dit 'etiket' komt weliswaar niet overeen met Gods opvatting, maar het heeft zijn plaats in Zijn Plan, dat onder andere door het lijden van Uw vriendin de bevrijding van sommige leden van de gemeenschap beoogt. De kwetsende gebeurtenis is derhalve tot een motor van Heil geworden, die door Uw vriendin kan worden bediend: Zij kan hem uitschakelen, of zij kan hem op een hoger toerental brengen.

De ware volmaaktheid of heiligheid van de ziel is een toestand die in het verborgene van het hart wordt bereikt. Mensenogen kunnen deze toestand alleen maar verontreinigen. De Meesteres van alle zielen zal de ware genezing aan Uw vriendin voltrekken, en wel omdat zij een zuiver hart heeft, en oprecht naar de heiliging verlangt. De zelfverloochening waarin Uw vriendin zich sedert zo lang oefent, zal de zalf zijn met dewelke de Meesteres het litteken in haar hart tot een vezel van volmaakte Liefde zal omvormen. De volgehouden toewijding van de pijnlijke herinnering, en de wil tot definitieve vergeving, zullen de pijn veranderen in de vreugde die de ziel gewaarwordt doordat zij ertoe is geroepen, het Kruis van de verkeerd begrepen Messias te helpen dragen. Het Lijden van Christus is, zoals U weet, de sleutel tot de ontsluiting van vele zielen voor de Ware Liefde geworden.

De mensentong is vaak scherper dan het zwaard, en kan diepe voren trekken in de ziel. Nochtans worden in de akkers voren getrokken om de vruchtbaarheid van de bodem te ontsluiten. Ik wens Uw vriendin van harte de genezende ontmoeting met de Hemelse Bloem toe, die reeds ontelbare voren in zielenbodems heeft gedicht zonder ooit na te laten, Haar zaad uit Gods Hart in deze bodems te zaaien. Doorgaans gebruikt Zij daarbij de tranen van de ziel als water om het zaad te laten ontkiemen. Heel graag zal ik de bloei door een zonnestraal van naastenliefde helpen bespoedigen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 278

Hoe kan men de innerlijke Vrede terugvinden? – Niet God verdoemt de ziel, de ziel verdoemt zichzelf – Kan men van God iets nemen en ontvangen waarop men geen recht heeft? – Hoe verder de ziel zich van het moeras van haar verleden verwijdert, des te méér verwaaien de afstotelijke geuren – Kunnen geneesmiddelen en geneesmethoden duivels zijn? – Wat moet men in boodschappen zoeken? – Het ware wezen van de Biecht – Over het vagevuur – Verdoemt een ziel zichzelf wanneer zij niet wil biechten?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met een van vreugde vervuld hart kan ik met een zonnestraal tot Uw hart komen, dat zo lang door de duisternis werd beklemd. Het is opmerkelijk dat Uw levensloop bewijst dat God ervan houdt, Zijn Licht in de duisternis te laten schijnen. Vele zielen vertoeven langere tijd op de wegen der duisternis om vervolgens het Ware Licht in al Zijn heerlijkheid te ontmoeten. Deze verduistering van de levensweg is niet slechts aan de talrijke beproevingen toe te schrijven, maar tevens aan het feit dat de ziel in het moeras van de ellende gemakkeljk de dwaallichten volgt die zich voeden met het gas dat in het moeras wordt gevormd. Dit gas is daarbij te verstaan als een produkt van de gisting die voortkomt uit alle onwaarheid, leugens en verblinding. Deze dwaallichten op onze wegen blootleggen, is vroeg of laat ons aller opdracht.

Welke stemmen toen tot U hebben gesproken en waar de dromen vandaan kwamen, wordt door de Koningin des Hemels niet gezegd. Dit kan drie mogelijke redenen hebben:

  • Dit alles was, of is, deel van een geheim dat zijn plaats heeft in het kader van het Plan dat God ten aanzien van Uw ziel koestert. Met het oog op de verdiensten die de ziel gedurende haar aardse leven moet verwerven, is het vaak beter dat zij voor bepaalde ontwikkelingen of gebeurtenissen (gedurende een bepaalde tijd) geen verklaring krijgt.
  • Het is voor Uw spirituele ontwikkeling niet absoluut noodzakelijk om deze kennis te verwerven.
  • Gods Geest zal U Zelf nog op Zijn Tijd een verklaring geven.

Hoe kunt U de innerlijke Vrede terugvinden? Door U totaal en onvoorwaardelijk aan Maria als Meesteres van alle zielen toe te wijden. Maria zuivert de ziel die zich aan Haar toewijdt, grondig, en voert haar op de wegen van de Goddelijke Voorzienigheid die haar automatisch de ene gelegenheid na de andere laat toekomen via dewelke zij haar specifieke fouten tegenover de Goddelijke Gerechtigheid weer kan goedmaken. Maria vervult precies daardoor Haar opdracht tegenover de ziel. Zij wil de ziel tenslotte naar de top van de heiligheid leiden. Dit verklaart de moeilijke weg, die de aan Maria toegewijde ziel soms moet gaan: Zij kan slechts door grondige zuivering en goedmakingen tot vergeestelijking en heiliging worden gebracht. Hoe mooi zijn toch al deze doornen wanneer men hen met de ogen van de mystieke waarneming beschouwt en dan mag vaststellen hoe zij het innerlijke van de ziel doorstralen als glinsterend goud omdat zij daadwerkelijk in de liefhebbende ziel in goud veranderen.

Uw moeilijk verleden is voor U derhalve in diverse opzichten een zegen geweest, mede doordat U via de wegen van de esoterie, het spiritisme en het occultisme enkele van de strategieën van de duivel hebt mogen leren kennen. Het kan nooit kwaad, de vijand te kennen. Soms kan men dit slechts bereiken door zich gedurende een bepaalde tijd in zijn kamp op te houden. Wanneer men de duistere wegen van zijn handelingen en de sporen van vernieling ziet, die hij achter zich aan trekt, kan dit slechts de strijdlust tegen hem opwekken. U hebt in elk geval gelijk over het feit dat God in U heeft gewerkt opdat U deze weg zou verlaten. Hij heeft in U de honger naar Hem gewekt. Dit was een eerste bewijs van Zijn oneindige Liefde tot U. U kon dit bewijs toen nog niet op de juiste wijze interpreteren omdat Uw ogen zich nog niet van het slijk van het moeras hadden gezuiverd. Het is zeker een werking van de Heilige Geest geweest, dat U tijdig hebt ingezien, dat in de vermelde richtingen de Ware Liefde ontbreekt. Hoe zou deze daar aanwezig kunnen zijn wanneer deze richtingen bloeien op het zaad van de tegenstander van alle Liefde?

U vraagt zich telkens weer af of God U nog wil hebben, of U misschien voor eeuwig en altijd verloren bent?

Het antwoord van de Moeder Gods in verband met de vraag of U voor eeuwig verloren bent, is een zeer beslist 'neen'. Dit geldt voor elke ziel die zich om welke reden dan ook bevuild voelt. Slechts de ziel die de boosaardigheid als levensinstelling koestert, die houdt van de werken van de duisternis en deze in haar eigen gedrag en in haar innerlijke gesteldheden wil volgen, gaat verloren, op voorwaarde dat zij daaraan vasthoudt. Zodra een ziel, welk verleden zij ook mag hebben gehad, de Liefde tot de Werken van het Licht in zich toelaat, begint in haar een verrijzenisproces. Wij mogen nooit vergeten dat niet God de ziel verdoemt, maar dat de ziel zichzelf verdoemt wanneer zij de Liefde niet wil beminnen. Elke dag is voor God een totaal nieuw begin. Kijkt U toch eens naar de symboliek: De dag volgt op de nacht. De ziel gaat doorheen duisternis, maar moet zeker zijn van de zonsopgang en deze in zich laten voltrekken. Nooit, in geen enkel geval, gebeurt het dat God een ziel niet meer wil hebben. Elke dag is een nieuw begin, elke morgen is voor elke ziel op aarde de wieg van een wedergeboorte. Wanneer de ziel werkelijk beslist om uit het graf van haar verleden op te staan, herinnert God Zich niet eens meer de tijd, tijdens dewelke zij dood of ten minste zwaar ziek was. In dit opzicht zou kunnen worden gezegd, dat God ondanks Zijn onfeilbaarheid zeer vergeetachtig kan zijn. Hij offert alles, met inbegrip van Zijn volmaakt geheugen, graag op aan de Liefde.

U vraagt zich af of men van God iets kan nemen waarop men geen recht heeft?

Weet U, lieve zus, dat kan men helemaal niet doen, want God schenkt aan elke ziel precies datgene wat Hij haar wil schenken. Men kan van God niets nemen. U hebt in staat van zonde Sacramenten ontvangen, inderdaad, maar U hebt geen enkel ogenblik de intentie gekoesterd om God te onteren. Laat U het mij uitdrukken als volgt:

Wanneer de ziel tot God wil naderen, doet zij er goed aan, zich op deze hoogheilige ontmoeting voor te bereiden. Wanneer zij het Goddelijk paleis wil betreden, moet zij zich aan enkele rituelen onderwerpen. Zij krijgt een nieuw kleed aangetrokken en zij moet de hofetikette leren kennen en deze toepassen. Concreet betekent dit dat zij zich moet zuiveren (het nieuwe kleed aantrekken) en een deugdzaam leven nastreven (hofetikette). Wil de ziel geheel bevuild (= onzuiver), met gescheurde kledij en geheel zonder rekening te houden met de hofetikette (= een gesteldheid van gebrekkige deugdzaamheid) tot de Troon van God doordringen, dan kan God haar terugwijzen, maar... God beoordeelt Zijn bezoekers niet slechts op grond van hun kledij en hun respect voor de hofetikette, Hij laat Zijn waarneming in hoge mate leiden door datgene wat deel uitmaakt van Zijn eigen Wezen: van de Liefde. Wanneer God in een ziel de Liefde als drijfveer van alle gedragingen kan aantreffen, vergeeft Hij haar alle misstappen. Hij stelt echter wel één voorwaarde: Dat zij jegens Hem haar overtreding tegenover de hofetikette toegeeft (biecht) en zich voor de toekomst voorneemt, alles in overeenstemming met Zijn verordeningen te zullen doen.

U kunt zich door de Koningin des Hemels laten leiden, want Zij kent de hofetikette en Zij weet precies hoe de ziel zich volledig met God kan verzoenen. Laat U toch Maria de Meesteres van de Goddelijke Voorzienigheid in Uw leven zijn, en U zult voelen hoezeer God naar U verlangt.

Uw voortdurende concentratiestoornissen en gebrek aan lust zijn aan de ballast van het verleden toe te schrijven, dat nog steeds op U drukt als een verharde slijklaag. Ik herinner hierbij aan het beeld van Uw jaren 'in het moeras'. In de mate waarin U zich door de Hemelse Meesteres laat zuiveren, en U de mogelijkheden tot goedmaking als gelegenheden tot een nieuwe vreugde hebt leren kennen, zullen al deze storingen, gebreken en tekortkomingen geleidelijk verdwijnen. Zolang men de sporen van slijk op zich voelt, lijkt de eigen ziel voor de mens min of meer walgelijk. Het lijkt alsof elke stap de ziel eraan herinnert, hoe vuil zij is. Gedurende de zuivering verandert dit gevoel echter geleidelijk, en in de mate waarin men wordt gezuiverd, krijgt men moed om verder te gaan. Na het moeras is de nieuwe weg als een spiritueel avontuur, en hoe verder de ziel zich van het moeras van haar verleden verwijdert, des te meer verwaaien de afstotelijke geuren.

De geneesmiddelen die U vermeldt, zijn niet duivels. Duivels zijn geneesmiddelen en geneesmethoden slechts in de mate waarin zij:

  • de ziel in een onchristelijke levensstijl trekken,
  • met de uitdrukkelijke intentie worden gebruikt om Gods Werken in de ziel te schaden of deze te verwerpen,
  • gebruikt worden in een gesteldheid van opstandigheid tegen het lijden, dat aan de ziel wordt vergund om in zich de Verlossingswerken van Christus aan te vullen door de vrijwillige en liefdevolle aanvaarding van het eigen kruis.

U weet tenslotte dat de Verlossing in elke individuele ziel enkel kan worden voltooid door in vast Geloof en met Liefde de Verlossingswerken van Christus aan te nemen, en deze in het eigen wezen te laten huwen met de eigen liefdevol aanvaarde beproevingen. Het Verlossingsmysterie zaait zich tenslotte in elke ziel uit, maar bloeit slechts in een bodem die de gezindheden, gesteldheden en eigenschappen van Gods Zoon Zelf volledig en onbeperkt heeft overgenomen. Slechts in een dergelijke bodem klopt het Hart van de Verlosser en circuleert Zijn Bloed als het Water van Leven.

Met betrekking tot Uw vraag: Ik test vaak mijn voedsel en medicijnen (homeopathie) met de biotensor. Is de biotensor duivels?

Ik herinner aan wat de Koningin des Hemels mij in antwoordbrief nr. 74 heeft laten schrijven: De biotensor is niet duivels, omdat hij niet zonder meer met een pendel mag worden vergeleken. Nochtans zou ik U iets beters kunnen aanbevelen: Smeekt U Maria vurig dat Zij voor al Uw voedingsmiddelen en medicijnen de kracht van het Ware Leven moge bekomen. U mag dan rotsvast geloven dat deze middelen U precies datgene zullen laten toekomen wat U op de respectieve tijdstippen voor het welzijn van Uw hele wezen nodig hebt.

Mag men de actuele boodschappen van Maria te Garabandal, Medjugorje en Manduria, die met de erkende boodschappen van Lourdes, Fatima en La Salette overeenkomen, in zich opnemen?

Maria zegt desbetreffend dat de ziel in elke boodschap, officieel erkend of niet, in de eerste plaats naar datgene moet zoeken wat haar spiritueel kan laten groeien, en niet naar om het even welke andere informatie zoals, bijvoorbeeld, profetische elementen. Vindt de ziel in een boodschap van de door U vermelde plaatsen elementen die haar dichter bij het Licht brengen of die haar Lliefde tot het Licht vergroten, dan zou zij deze elementen moeten vasthouden.

Wat betreft Uw vraag: Wanneer ik na de biecht betwijfel dat God mij heeft vergeven, omdat ik een grote zondares ben, bega ik dan een godslastering?

Om het zeer precies uit te drukken: Daardoor stelt U God teleur, omdat Hij dan het gevoel krijgt dat U niet van Zijn Liefde overtuigd bent. De vergeving in het Sacrament van de Biecht is als een zeep voor dieptereiniging. Indien U nadien betwijfelt dat God U heeft vergeven, betekent dit eigenlijk dat U niet werkelijk kunt geloven dat God een wezen, voor hetwelk Zijn Zoon Zich vrijwillig uit Liefde heeft laten folteren, niet eens zou wassen nadat het Hem, omwille van haar bevuildheid, uit vrije wil hierom heeft gevraagd. Dat is precies de Biecht: een bezoek bij God met de bede: "Wast U mij alstublieft, want ik verlang zo naar U doch kan niet tot U komen omwille van mijn geaardheid, en tegen datgene wat mij heeft bevuild, is er, buiten U, geen zeep". In het Sacrament van de Biecht staat God Zelf vóór U met zeep in de hand. Hij wacht erop, vast te kunnen stellen dat Uw hart weent, en met dat water (van oprecht berouw) en Zijn zeep wast Hij Uw ziel, telkens weer, onvermoeibaar.

U vraagt zich af waarom steeds weer perverse gedachten en beelden in U opkomen, en of U daaraan schuld hebt?

Uw Hemelse Moeder en Meesteres wil erop wijzen dat dit tot de voorkeursstrategieën van de duivel voor deze Laatste Tijden behoort. Hij tracht ontelbare zielen ten val te brengen door hen in hun gedachten en gewaarwordingen zodanig te beïnvloeden, dat het hen zeer moeilijk valt, hun innerlijk leven te vergeestelijken. Schuldig is de ziel zelf slechts in de mate waarin zij dergelijke gedachten en gewaarwordingen niet betreurt of de duistere effecten daarvan niet wil erkennen. Er zijn zielen in wie voortdurend vloeken naar boven komen. Voor deze zielen geldt dezelfde regel. Vloeken, evenals gedachten met seksuele inhoud en beelden die spontaan in de ziel opkomen, zijn krulletjes van de handtekening van de duivel.

Is er na de dood nog een kans voor een ziel die meer dan 60 jaar niet meer heeft gebiecht en die er niet van wil horen wanneer haar over de noodzakelijkheid van een biecht wordt gesproken?

Ja, deze kans krijgt zij, in het vagevuur. Ik moet er echter op wijzen dat de ziel ten minste om beide volgende redenen niet op de kans moet wachten om zich pas na de aardse dood met God te verzoenen:

  1. Wanneer een ziel zich in dit leven niet overeenkomstig de Goddelijke Wet gedraagt, schaadt zij de kern van heiligheid die God in haar heeft verborgen en die met een zeer kleine afdruk van de Goddelijke natuur zou kunnen worden vergeleken. Het is deze kern van heiligheid die het de ziel mogelijk maakt om dichter tot God te komen en de voltooiing als schepsel van God te bereiken. Wanneer de ziel nalaat, zich volgens de Goddelijke Wetten te gedragen, begaat zij een overtreding tegen Gods Liefde en Zijn Werken. Wij mogen nooit vergeten dat de Liefde de brandstof van het Ware Leven is, de essentie van de Goddelijke natuur, de sleutel tot de Verlossing en de heiliging, de handtekening van God. God verleent elke ziel elke nieuwe minuut slechts om in deze minuut een zaadje van Zijn Liefde uit te strooien. Zij kan dit op ontelbare wijzen doen, zelfs in een eenvoudige positieve gedachte over een medeschepsel. Elk verzuim om dit te doen, is voor God een teken voor het feit dat de ziel in deze minuut God niet in het middelpunt van haar belangstelling heeft gesteld,
  2. In het vagevuur moet de ziel elk gebrek aan Liefde in zich 'inhalen' of leren zich de Ware Liefde eigen te maken, opdat al datgene wat zij tijdens haar aardse leven niet in Licht heeft helpen omzetten, daar nog in het Vuur van de Liefde in Licht wordt omgevormd. De zielen mogen nooit uit het oog verliezen, dat het lijden in het vagevuur veel erger is dan datgene wat zij op aarde moet dulden. Dit komt voort uit het feit dat de ziel in het vagevuur de volheid van de waarheid met betrekking tot de voltooiing van het Goddelijk Leven kent, en zij elke seconde gedurende dewelke zij aan deze loutering wordt onderworpen, moet doorstaan in de gewaarwording van datgene wat zij op aarde op het vlak van de Liefde tot God en Zijn Plannen en Werken heeft nagelaten. Deze gewaarwording is verzengend. De beproevingen op aarde zijn een geschenk, want de ziel die deze beproevingen in Liefde volbrengt, vergrendelt voor zichzelf het vagevuur.

Wat kunt U doen om een dergelijke ziel nog op aarde te helpen?

Een ziel kan helpen verhinderen dat een ziel die niet wil biechten, zich verdoemt, door zichzelf totaal en onvoorwaardelijk aan Maria toe te wijden en het eigen leven met alle beproevingen in het hart eveneens voor de betreffende ziel op te offeren. Maria leidt de aan Haar toegewijde ziel naar een leven van goedmaking en boetelijden, waarvan eveneens de dichtste familieleden nut kunnen hebben. De ziel zelf, die boete doet, ervaart deze verrichtingen als daden van Liefde, en bewerkt precies daardoor nieuw leven, dat onder andere naar de betreffende familieleden vloeit. Er is echter één enkele voorwaarde: De ziel die boete doet, moet werkelijk verlangen naar de redding van haar familieleden, want ook op dat punt respecteert God de vrije wil.

De zwakheid, graag kledij te kopen, zou U zeer zeker kunnen laten genezen door ook deze aan Maria toe te wijden en er de Meesteres om te vragen dat Zij U zou helpen om aan deze neiging, uit Liefde tot Haar, niet meer toe te geven, en dat Zij voor U moge bekomen dat Uw ziel, telkens wanneer U kunt nalaten, nieuwe kledij aan te schaffen, van een andere steen van de ballast van Uw verleden wordt bevrijd. Maria zal U oefenen in de navolging van Haar eigen levenswijze opdat voor U op zekere dag nog slechts de nieuwe bekleding van de ziel belangrijk zou mogen zijn.

Lieve zus, de reis door het moeras kan lonend zijn, net zoals alles lonend kan zijn wanneer men het ooit uit Liefde aan God aanbiedt. God heeft ook met U een Plan. Laat U zich dus niet door de bekoring verlammen, dat God U misschien niet meer wil hebben. De ziel heeft op aarde een reis te volbrengen, die haar moet terugbrengen naar de plaats van dewelke zij ooit is uitgegaan, naar de Bronnen die in het Hart van God ontspringen. Om een reis te voltooien, moet men op weg gaan. Dit betekent dat men niet aan de rand van de weg mag blijven zitten omdat men niet meer in de zin van de reis gelooft. Voor de kinderen van God heeft alles een zin. Elke roos die U aan de rand van de weg vindt, wordt op de plaats van bestemming verhonderdvoudigd. Het komt er slechts op aan, de rozen te vinden. Zij zijn buitengewoon talrijk en kunnen dagelijks in grote hoeveelheden worden gevonden. Zij zijn echter doorgaans in het lover van de vele onzekerheden van het dagelijks leven verborgen. Geeft U nooit op, hen te zoeken, want in elk van hen klopt het Hart van de Schepper.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 279

Over zelfmoord

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Enkele van de grootste geheimen van het leven hebben betrekking op het einde van de aardse levensweg. God heeft het zo beschikt, dat veel in dit verband geheim moet blijven, tot de ziel zelf tot de overgang naar het hiernamaals wordt geroepen. Hij heeft dit zo beschikt, opdat de ziel het Geloof zo ver mogelijk zou kunnen ontplooien. Weten betekent zekerheid. Geloven betekent het overwinnen van elke onzekerheid. Wat het Geloof in God en Zijn Werken betreft, gaat het erom, dat de ziel ervan overtuigd is dat God over de macht en de Liefde beschikt om aan de ziel datgene te voltrekken, dat zij graag zou bereiken, en dat de enige zin van het leven eruit bestaat dat de ziel, haar ontplooiing en haar levensweg deel van Gods Werken zijn, en dat derhalve haar bestemming slechts in de voltooiing van de gewaarwording van de Liefde kan liggen.

Precies in verband met alles wat met de dood te maken heeft, moet de ziel haar Geloof ontwikkelen, omdat onmiddellijk daarna het lot voor het Eeuwig Leven op haar wacht. Geen enkele ziel zou bang mogen zijn voor de dood, omdat deze niet het begin van een grote leegte is, maar ertoe is voorbestemd, het begin van de gewaarwording van de volheid van Gods Liefde te zijn. De eerste voorwaarde opdat dit zich zou kunnen verwezenlijken, is precies een leven in gelovige verbinding met het Hart van God. Ik zal trachten, U één en ander van datgene over te brengen, dat de Moeder Gods op Uw vragen heeft geantwoord.

Waarom pleegt een mens zelfmoord? Waar komt dit vandaan? Heeft trots en vertwijfeling er iets mee te maken? Hoe staat men naderhand vóór Gods Troon? Hoe kunnen wij deze zielen helpen?

De belangrijkste reden waarom een mens voor zelfmoord kiest, ligt daarin dat hij, naar eigen maatstaven, met het verloop van zijn levensweg niet meer kan omgaan. Normaal gesproken is het God, Die het begin en het einde van de aardse levensreis van de ziel bepaalt. De ziel zelf zou daar beter niet tussenkomen, omdat een dergelijke tussenkomst overeenkomt met een niet-aanvaarding van de levensweg die God voor haar heeft ontworpen.

God tekent het ontwerp van elk mensenleven volledig verschillend. Hij doet dit, rekening houdend met vele factoren, onder andere het specifieke bedrag dat Hij van de ziel verwacht, of waarop Hij hoopt, en de talenten en begaafdheden waarmee Hij haar heeft uitgerust opdat zij zoveel mogelijk verdiensten zou kunnen verwerven. Talent hebben voor iets of niet, kan de ziel als het ware in een bepaalde richting uitnodigen, en de richting van haar handelen of haar neigingen kan op haar beurt bijzondere inspanningen in bepaalde deugden noodzakelijk, enzovoort. God ontwerpt een individuele levensweg nu eenmaal zo en niet anders, omdat Hij weet dat precies dat tracé, wanneer het in volle deugdzaamheid wordt afgelegd, de ziel de hoogste vruchtbaarheid kan opleveren omdat zij daardoor de grootst mogelijke bijdrage tot Gods Werken kan leveren. Wat onder een vruchtbaar leven begrepen moet worden, is van ziel tot ziel zeer verschillend, al naargelang wat zij in Gods ogen eigenlijk als 'topprestatie' kan verwezenlijken. Precies omdat God Zelf dit levensontwerp voor de ziel tekent en Zich daarbij uitsluitend laat leiden door Zijn vurig verlangen om de ziel het hoogste loon te mogen kunnen schenken, is zelfmoord in Gods ogen iets zeer betreurenswaardigs, als een teken voor het feit dat de ziel dit geschenk van Liefde niet waardeert.

Wanneer een ziel veel tegenslagen, beproevingen en ervaringen te verwerken krijgt die, menselijk gesproken, als niet verheugend gelden, kan haar hart daardoor zozeer worden verduisterd dat zij door louter ontgoocheling niet meer in Gods Liefde kan geloven. De meest uiteenlopende redenen kunnen worden geopperd, maar één ding hebben zij alle gemeen: Kort vóór de zelfmoord is de ziel volldig verduisterd en als in een koorts. Zij wordt dan zeer hevig door de satan aangevallen opdat zij het Geloof in Gods Liefde en het Eeuwig Leven volledig zou opgeven, zodat het volkomen zinloos lijkt om haar leven verder te leiden, dat immers schijnbaar niets dan ellende brengt, en elk teken van een Goddelijke Aanwezigheid lijkt te ontberen. In die laatste ogenblikken komt de inspiratie van de satan tamelijk dicht bij diegene die hij de eerste mensenzielen in het Aards Paradijs influisterde:

  • In het Aards Paradijs beloofde de duivel de eerste vrouw dat, wanneer zij zijn raad zou volgen, zij macht zou verwerven en zij aan God gelijk zou zijn. Hij voegde daar nog aan toe dat God haar had belogen wanneer Hij haar en Adam de toegang tot de boom in het midden van het Paradijs verbood, want dat er niets aan gelegen was of men aan Gods Wet zou gehoorzamen of niet. Omdat de mens toch al zo goed op God gelijkt, moet hij zich toch niet door God laten onderdrukken (aldus de influistering).
  • Aan een ziel die overweegt, zelfmoord te plegen, fluistert de duivel in dat zij zich tijdens haar leven veel heeft moeten laten welgevallen, met inbegrip van de leugen van God dat Hij haar zou liefhebben. Door echter voor zelfmoord te kiezen, zou de ziel ten minste macht hebben over het tijdstip waarop deze hele leugen wordt beëindigd (zo luidt dan de inspiratie van de duivel, aldus de Meesteres van alle zielen).

Er moet op gewezen worden, dat een ziel slechts tot zelfmoord overgaat wanneer zij het Geloof in God, in Zijn Werken en in de Belofte van Christus over de Eeuwige Gelukzaligheid heeft verloren. Slechts de ziel die God heeft verbannen, en werelds denken, voelen en bestreven in het middelpunt van haar leven stelt, kan tot zelfmoord overgaan. Zodra zelfs maar een vonkje van het besef over een Hemelse werkelijkheid en het Geloofsmysterie in de ziel oplicht, kan zij niet tot zelfmoord overgaan, want dan houdt zij meteen rekening met de waarheid en de zin van de Goddelijke Wetten, van de beproevingen en van de Belofte over wat met de ziel gebeurt over de grenzen van de dood heen. In het Geloof klopt steeds Gods Hart. In de schaduw van Gods Hart kan geen gedachte aan een zelfgekozen dood in leven blijven.

Hoe staat men naderhand vóór God? In principe maakt de ziel die voor zelfmoord kiest, zich in de eerste plaats schuldig aan protest tegen Gods Plan in verband met het verloop van haar leven en aan een gebrekkig Geloof in Gods Liefde en in de Belofte van Christus. In Gods ogen is deze zelfgekozen weg een zware zonde.

Maria wijst erop dat niettemin geen enkele ziel met zekerheid mag zeggen dat de ziel die zelfmoord begaat, 'automatisch verdoemd is'. Wanneer de Goddelijke Barmhartigheid een ziel oordeelt, houdt Zij rekening met vele factoren, ook dergelijke die andere zielen niet bekend zijn. Buitengewoon belangrijk zijn trouwens de Voorspraak van Maria (maar om te kunnen voorspreken, heeft Zij 'materiaal' nodig: bewijzen voor het feit dat voor deze ziel ook eigen verdiensten spreken en dat zij door gebeden, uitboetingen, opofferingen en heilige Missen wordt ondersteund, enzovoort) en dergelijke bijdragen vanwege andere zielen. De ziel die ondanks haar zelfmoord nog een kans krijgt, zal in het vagevuur datgene moeten aanvullen wat zij in haar aardse leven heeft nagelaten doordat zij haar levensweg voortijdig heeft afgebroken. Een voorbeeld: Wanneer God de werken, woorden, gedachten, gevoelens en beproevingen van een ziel gedurende 70 jaar nodig heeft, maar de ziel is na 50 jaar niet langer bereid om de lasten van het leven verder te dragen, dan ontrooft zij in principe God de intresten van 20 jaar 'spiritueel levenskapitaal'.

Men moet zich daarbij nog voor ogen houden, dat de zo-even vermelde aanvulling in het vagevuur vele malen zwaarder is dan de beproevingen die de ziel op aarde nog had moeten doorstaan. Ik heb elders (zie onder andere de antwoordbrieven 162 en 278) reeds de reden daarvoor uitgelegd: In het vagevuur leidt de ziel zeer onder het bewustzijn van haar nalatigheden en haar gebreken jegens de Ware Liefde.

De ziel die zelfmoord heeft gepleegd, kan men nog helpen. Wanneer men ervan uitgaat dat zij automatisch verdoemd is, dan doet men geen moeite meer om God nog de Liefde van gebeden, offers en boete-akten aan te bieden. Wanneer men daarentegen vurig tot Maria bidt en via Haar aan God gebeden, heilige Missen, toegewijde beproevingen en boete-akten aanbiedt, geeft men de betrokken ziel in het kleed van de naastenliefde over aan de effecten van de Goddelijke Barmhartigheid, nadat men de Meesteres van de ongelukkige ziel de kans heeft gegeven, Haar onmetelijke Macht en heiligste Liefde over deze ziel uit te storten. Een ziel die met de effecten van de macht van Maria wordt bekleed, verschijnt vóór God als in een kleed van Licht gehuld. Wij mogen daarbij niet vergeten dat:

  • de macht van Maria onbeperkt is, maar
  • de effecten van de macht van Maria door bepaalde voorwaarden wordt beïnvloed, namelijk door gebeden, boete-akten, toegewijde beproevingen, daden van Liefde en naastenliefde die Haar door zielen worden aangeboden.

Ik verwijs nadrukkelijk naar een advies dat de Hemelse Meesteres mij desbetreffend heeft gegeven: Wanneer een ziel zich totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Maria toewijdt, en deze toewijding in alle details van het dagelijks leven bewust, protestloos en liefdevol beleeft, kan zij de Meesteres er met effect om smeken dat geen enkele ziel uit haar dichte familie ooit door de duivel tot zelfmoord zou worden gedreven.

Waar de individuele ziel, die zelfmoord heeft gepleegd, zich bevindt, zegt de Meesteres mij normaal gesproken niet. Zij doet dit niet omdat het voor God zeer belangrijk is dat de nabestaanden zich door daden van naastenliefde voor de overledenen inzetten.

Lieve zus, de Meesteres inspireert slechts Hoop en vertrouwen. God is Liefde. Er gaan inderdaad weliswaar veel zielen verloren, maar er worden aan de zielen ook middelen en wegen getoond om zich tegen de verwoestende macht van de bekoringen te wapenen en andere zielen door de inzet van eigen beproevingen, lijden, boete-akten en akten van eerherstel nog Licht laten toevloeien. God oordeelt volgens maatstaven die niet de onze zijn. God betreurt het wanneer een ziel een andere ziel wegens begane zonden voor spiritueel dood verklaart en ervan uitgaat dat zij zonder meer verloren is. Een ziel mag een medeziel niet oordelen, en moet van Gods oordeel over een andere ziel slechts het beste verwachten, want anders wordt die andere ziel inderdaad met de nevel van twijfel omhuld. Telkens wanneer een ziel van Gods oordeel het beste verwacht, verheerlijkt zij Zijn Liefde en macht en helpt zij, nieuw Licht voor de mensheid te ontsluiten. Offert U Uw tranen op voor Uw geliefde zielen en gelooft U in de werking van de Eeuwige Liefde.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 280

In steeds méér harten wordt het geld tot god verheven – Over goddeloosheid, niet-confessioneel onderwijs en de opvoeding tot ware christen – De giften van de armen bestaan uit gebed, offers en boete – Wat kan men doen tegen luizenplagen? – Wat kan panniekaanvallen veroorzaken?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In de ontwikkeling van de menselijke samenleving is veel niet pluis. Dat zegt ons één en ander over de instelling van de mensenziel zodra deze haar oorspronkelijke verbinding met God begint te verloochenen. Laten wij even in het kort beschouwen hoe alles op de wereld sinds het begin van de mensheid is verlopen. Van bij het begin verdeelden de zielen de taken van het dagelijks leven en hielden daarbij rekening met de individuele talenten, vermogens, enzovoort. Door de erfzonde was een diepe voor in de zielen getrokken, via dewelke elke ziel als het ware water van Goddelijk Leven verloor. Deze voor, dit lek in de ziel maakt elke ziel vatbaar voor de veel bekoringen. Aangezien de mens in een fysiek lichaam leeft en via de zintuigen ontelbare indrukken en informatie uit een stoffelijke omgeving opvangt, worden zijn denken, voelen en verlangen sterk door al het stoffelijke getekend. Het stoffelijke beheerst zo nadrukkelijk de menselijke gewaarwording, dat de ziel gemakkelijk vergeet dat de werkelijkheid oneindig veel méér omvat dan slechts het louter stoffelijke.

In het stoffelijke zit elke mogelijke bron van zonde verborgen. Lichtjes overdreven zou men kunnen zeggen: Een slang kan zich niet in de lucht verbergen, maar wel achter een hoop aarde. De lucht zou hier symbool staan voor het bovenaardse of de spirituele werkelijkheid, de aarde zou symbool staan voor het aardse, het wereldse.

Waar de mensen aanvankelijk hun werk en diensten uitwisselden, werd op een dag het ene werk tegen het andere, de ene dienst tegen de andere afgewogen, en geëvalueerd door het gebruik van een maatstaaf, die men 'geld' noemde. De dag waarop het geld werd uitgevonden, is echter de wereld vergaan. Het geld stond onmiddellijk symbool voor bezit, voor al datgene wat men zich, ook over de grenzen van het noodzakelijke heen, kan aanschaffen. Het geld werd tot koning, in steeds méér harten echter spoedig tot god verheven.

Deze 'god' heeft de Wetten van het Leven volledig ondersteboven gehaald. De Wet van de ware God werd als onruststoker naar de woestijn verbannen. Deze woestijn vormt heden het landschap in ontelbare zielen die de Goddelijke erfenis in zich reeds lang niet meer begieten opdat deze zou verdorren, en de Hemelse bloemen van de ware heiligheid niet langer door hun bovennatuurlijke geuren de geesten en harten in verwarring zouden kunnen brengen.

Ontelbare zielen zijn heden de gevangenen van de tirannie van het wereldse, het stoffelijke met al hun filosofieën en beschouwingen die één factor gemeen hebben, namelijk dat alles wat aan God en Zijn Werken herinnert, helemaal niet kan of mag bestaan, want dat alles wekt het zondenbewustzijn uit zijn winterslaap. Men kan nauwelijks houden van een land wanneer men daar nooit is geweest of het nooit op foto’s heeft gezien. Evenmin kan men Gods Waarheid en de prachtige uitdrukkingen van Zijn Licht en Zijn Liefde beminnen wanneer men het innerlijke leven volledig door de duisternis laat overheersen en men een tiran tot zijn god heeft verkozen. Het wereldse leven bevredigt geen enkele ziel. Het verstand kan in bepaalde omstandigheden het wereldse leven beminnen, de kern van de ziel echter voelt zich door de nevelslierten van dit leven beklemd. Waarheen moet men echter vluchten wanneer men het land van de ware vrijheid niet eens kent of het bestaan ervan voor onmogelijk heeft verklaard?

In de heersende wereldbeschouwingen van onze maatschappij is de Goddelijke Wijsheid volkomen uitgehongerd. Dat blijkt ook uit het onderwijs in onze scholen. De satan heeft het zeer precies uitgedokterd: De jeugd moet worden opgeleid in een atmosfeer die het Goddelijke, het Licht, de Liefde en de Wijsheid onmiddellijk verbant. Aan de kinderziel wordt al het Licht ontroofd door alle geloof in de Ware Liefde te doden. Het kind wordt opgeleid in de overtuiging dat allles om hem of haar heen de vijand is die moet worden overwonnen. Ieder moet zich laten gelden. Hardheid, kilte en zelfzucht zijn de namen van het onkruid dat op deze bodem groeit. De jonge mens moet verder met 'objectieve' kennis worden 'gevoed', dit wil zeggen met kennis die in geen enkel geval door de 'eenzijdige' opvattingen van Gods enige Waarheid mag worden 'ingeperkt'. Zo heeft dit nieuwe wonderkind van de pedagogie het daglicht gezien, en het werd met de aantrekkelijke naam 'niet-confessioneel onderwijs' gedoopt.

De Moeder Gods staat erachter, dat U Uw zoon uit de 'niet-confessionele' godsdienstles hebt weggehaald. Welk nut heeft voor de ziel de kennis over alle denkbare godsdiensten wanneer zij niet leert, de enige Waarheid, deze van het rooms-katholieke christendom, als dusdanig te herkennen en haar leven naar deze ene Waarheid in te richten? Onze jeugd heeft geen nood aan een overvoede en daardoor benevelde geest, maar aan een zuiver hart dat Gods Licht herkent, en leert voelen hoe het dit Licht in zich steeds krachtiger kan laten stralen opdat het de duisternis in zich, en in de wereld heel precies moge herkennen. Zonder een zuiver hart kan de ziel nooit de belofte vinden die God reeds laat schitteren in elke ziel die zich volledig aan Zijn Waarheid overgeeft. Het inzicht in Gods werkingen in de ziel en op de levensweg is de sleutel tot de Bron van het licht van de Hoop. Zonder de kennis van de Goddelijke Werken in het eigen leven sterft onherroepelijk de moed, en na de dood van de moed wordt de eigen toekomst tot een spook: leeg, huiveringwekkend en vreesaanjagend, kortom het volledig tegenovergestelde van datgene wat de Meesteres ons tracht te brengen (namelijk de volheid van het Goddelijk Leven en Gods Tegenwoordigheid, de volkomen Hoop en de volmaakte innerlijke Vrede).

Wat staat er te doen? Wanneer de godsdienstles geen verplicht vak is, geeft de Hemel er de voorkeur aan dat de moeder gewetensvol zelf de kinderen de echte principes van het christendom en het 'leven als christen' aanleert. Opvoeding moet, in Gods ogen, immers in de eerste plaats een opvoeding tot ware christen zijn. Schoolkennis over hindoeïsme, islam enzovoort, openen voor de ziel niet de poort van de Hemel, maar de solide kennis van het christen-zijn en een gewetensvol gebruik van deze kennis in het dagelijks leven doen dit wel, omdat slechts deze de ziel voeden. U, lieve zus, beschikt over zeer genadenrijke bronnen van datgene wat God aangenaam is en wat Hij in elke ziel zou willen zien bloeien, omdat het de ziel tot het toppunt van vruchtbaarheid kan leiden. Wanneer iemand U daarbij kan helpen, en het bovendien gaat om een ziel die deze kennis zeer ernstig neemt en haar op een goede wijze weet te gebruiken, kan deze ziel een geschenk van God zijn.

Hoe staat het met het geven van tienden wanneer men veel schulden moet afbetalen en men nauwelijks zelf genoeg geld heeft en de echtgenoot het bovendien niet begrijpt?

De Moeder Gods heeft in het verleden reeds laten schrijven dat men op de meest uiteenlopende wijzen aan naastenliefde kan doen. Zelfs de armste ziel kan een kampioen in de naastenliefde zijn wanneer zij zich overgeeft aan gebed, boete en offers, dit alles aan de voeten van de Allerheiligste Maagd Maria legt, en Haar erom smeekt, dit 'spirituele goud', verrijkt met Haar volmaakte Liefde, vóór Gods troon te willen brengen. Zoveel hulporganisaties zouden nog beter geholpen zijn door gebed, offers en boete dan door financiële steun. Deze onzichtbare stralen van Liefde kan Uw echtgenoot niet uit Uw hart omhoog zien stralen en deze maken hem ook niet armer, maar U zullen zij de vreugde brengen van het bewustzijn dat U God in de naaste iets van Uzelf hebt gegeven: Liefde, de brandstof die aan velen nieuw Leven kan schenken.

Wat kan men doen wanneer er op school luizen zijn die nauwelijks uitroeibaar lijken? Ik heb de school, de leraren, scholieren en hun ouders aan de Moeder Gods toegewijd.

U hebt de basisregel nummer één vervuld. De tweede stap zou zijn, er Maria vurig om te smeken dat Zij moge bekomen dat datgene wat de luizenplaag veroorzaakt, 'gecompenseerd' moge worden. Ik gebruik dit werkwoord omdat wij nooit mogen vergeten dat situaties en ontwikkelingen in de wereld niet altijd uitsluitend fysieke oorzaken hebben: Als allerdiepste fundament gelden hier spirituele ontsporingen. Aangezien het in deze situatie gaat om iets 'onzuivers', zou het passend zijn, zich door Gods Geest tot één of andere inspanning te laten leiden die met spirituele zuivering te maken heeft. U zou, bijvoorbeeld, Maria kunnen beloven, iets dat U aan Uzelf voor onvoldoende zuiver houdt, vuriger te bestrijden. Met Maria’s steun kunt U daardoor iets volbrengen dat God om ten minste twee redenen zal verheugen:

  1. U zou daardoor aan Uw eigen vervolmaking werken.
  2. U zou God een compensatie aanbieden onder een vorm waarin Hij er niet elke dag één mag ontvangen.

Wat kan er de oorzaak van zijn dat mijn zoon af en toe door paniekaanvallen wordt overvallen?

Paniekaanvallen ontstaan door een innerlijke onrust, waaraan de ziel ten prooi is wanneer zij één of ander houvast verliest. Zeer vaak komt dit doordat de ziel het zelfvertrouwen en/of de hoop op een gunstig resultaat voor een voor haar belangrijke situatie, heeft verloren. Soms zijn dergelijke aanvallen signalen die uit de ziel opwellen wanneer deze een nakende situatie als een afwijking van de ware roeping en de voorbestemde weg ervaart.

In andere gevallen treden paniekaanvallen op wanneer de ziel zich tegen een situatie niet opgewassen voelt of zichzelf te onwaardig vindt om een ophanden zijnde situatie vruchtbaar te laten worden.

In nog andere gevallen is de ziel eigenlijk alleen maar bang dat zij iets zal moeten loslaten wat zij niet kan loslaten. Dat kan, bijvoorbeeld, het geval zijn bij toekomstige huwelijkskandidaten die bang zijn voor de overgang naar het onbekende land van het huwelijk en zich bovendien ten dele minderwaardig voelen tegenover hun partner, of zich zelfs onwaardig voelen om deze nieuwe verantwoordelijkheid aan te gaan. Wanneer U Uw zoon nauwlettend beschouwt en, indien mogelijk, een meer diepgaand gesprek met hem zou hebben, zal de Moeder Gods voor U en voor Uw zoon zelf de oorzaken ontsluieren.

Lieve zus, het leven is voor elke ziel telkens weer verwarrend. Het verstand kan vele dingen niet meer begrijpen omdat de satan ontelbare elkaar tegensprekende stromingen en ontwikkelingen in het leven heeft geroepen. Via de nevel van de chaos tracht hij de wereld te beheersen, die rechtmatig uitsluitend God toebehoort. Wij kunnen veel doen om het optrekken van deze nevel te helpen bespoedigen. Welke krachten zijn het die de nevel laten verdwijnen? De zon en de wind, dit wil zeggen de Liefde (Gods zon) en de Wijsheid (de stem van de Heilige Geest die als een Hemelse bries in de harten binnenwaait en volledig nieuwe lucht over het land brengt). Wij hoeven slechts tot de Hemelse Meesteres te gaan, deze Brug die ons veilig en droog naar God toe leidt. Zij ontvouwt in ons de volheid van de Liefde en de Waarheid, die Vrede, rust, Hoop en levensmoed met zich meebrengen. Door dit alles wordt ons kruis veranderd in goud. Wie zou niet over zijn eigen schaduw kunnen springen wanneer hij met goud op de rug naar de uiteindelijke bestemming toe trekt?

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 281

Over spinnenfobie – over het belang van ons gedrag tegenover de dieren

(Opmerking vooraf: Het in deze antwoordbrief behandelde thema komt eveneens aan bod in het boek De Beekjes van het Heil, dat in 2012, twee jaar na het schrijven van deze brief, werd voltooid)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U antwoordbrief 258 hebt benut om de Meesteres van alle zielen om hulp en ondersteuning te vragen met betrekking tot Uw spinnenfobie. God heeft een enorme hoeveelheid diersoorten in het leven geroepen. In principe zou elk van deze soorten de mensenziel moeten verheugen. In elk geval is deze diversiteit aan soorten een uitdrukking van Gods macht en heerlijkheid. Ontelbare levensvormen, elk met hun eigen kenmerken, innerlijke processen, 'karaktertrekken' enzovoort, heeft Hij de zielen geschonken als gezellen op aarde, met de bedoeling dat zij met de mensenzielen de Liefde, de ware levenskracht, zouden uitwisselen. Ooit heb ik Maria gevraagd waarom er eigenlijk diersoorten zijn waarvan de meeste mensen een afkeer hebben, terwijl uiteindelijk toch alle dieren door God als geschenk van Zijn Liefde waren bedoeld. Haar antwoord was ronduit fascinerend. Omdat de Meesteres vooral in de context van private onderrichtingen aan Haar Myriam heel vaak gedeeltelijk in woorden en gedeeltelijk in beelden spreekt, kan ik het niet woordelijk weergeven. Staat U mij dus toe, de betekenis van de onderrichting over te brengen:

Het maakt deel uit van de heiliging van de mensenziel, dat zij boven de schijn van de dingen, boven alle oppervlakkige kenmerken moet leren uitstijgen. De ziel nadert pas de ware vergeestelijking door zich steeds minder door haar zintuiglijke indrukken te laten beïnvloeden. Wanneer dus een mensenziel een dier ontmoet, waarvan zij op één of andere wijze een afkeer heeft, moet zij erom vragen dat Zij met Gods Hulp niet zou worden geleid door afschuw, maar door het bewustzijn dat ook dit dier binnen Gods Plan een rol te vervullen heeft, en dat het ook uit Gods Liefde is ontstaan. Wanneer men een dier verafschuwt, of er een hekel aan heeft, wordt in het eigen hart gemakkelijk de liefdesstroom geblokkeerd en door angst of afkeer vervangen. Angst en afkeer zetten een ziel ertoe aan, datgene waartegenover zij dergelijke gevoelens koestert, als vijandig te beschouwen en het te bestrijden, hetzij lichamelijk, hetzij in het hart. Tussen de ziel en het dier wordt daardoor de liefdesstroom, die zich als een lichtstraal manifesteert, vervangen door een leegte, door duisternis. Op dat moment vervult de mensenziel niet langer de door God van haar verlangde opdracht om Hem eveneens tegenover de dieren te vertegenwoordigen. Het dier voelt in deze ziel niet Gods Tegenwoordigheid, maar veeleer een bedreiging.

Het is vanzelfsprekend veel gemakkelijker, een poes, een hond, een eekhoorntje of een mooie vogel, enzovoort, lief te hebben, dan een dier tegenover hetwelk iemand, door het uiterlijk op zich reeds, met afschuw wordt vervuld. Om deze reden ligt hier voor de meeste zielen een opdracht. Het vergt een zelfoverwinning, het minder aantrekkelijke lief te hebben, het te vertrouwen, het met respect te behandelen en het als een schepsel van God te beschouwen, enzovoort. De Meesteres heeft mij er vroeger reeds laten op wijzen dat elk dier weliswaar geen rechtstreekse rol speelt in Gods Heilsplan, maar wel steeds een onrechtstreekse. Het contact met elk dier in het leven van een mensenziel dient immers de vorming van de ziel in alle deugden. In de mate waarin de ziel op de weg van de vergeestelijking en de heiliging vordert, zal zij er beter in slagen, in contact met (bijvoorbeeld) een spin, niet in de eerste plaats door een afschuw en angst te worden overvallen, doch zich ervan bewust te worden, dat dit wezen een schepsel van God is. Het heeft zichzelf niet geschapen. Het heeft dus ook niet de kans gekregen, zijn eigen uiterlijk te kiezen.

Is dit niet een probleem dat bijna ieder mens eveneens ervaart? Hoe velen onder ons zijn volledig tevreden met hun eigen uiterlijk? Wanneer anderen ons niet ten volle aanvaarden omdat wij er zus of zo uitzien, doet dit dan niet vooral pijn omdat 'wij niet onszelf hebben gemaakt'? Mocht de spin over een logisch denkend verstand beschikken, dan zou zij waarschijnlijk ook in die zin argumenteren: "Kan ik er dan wat aan doen, dat ik er zo lelijk uitzie?" Lelijk is overigens een zeer relatief begrip. Zelfs een spin is een kunststuk, een klein meesterwerk van God, en dan moeten wij er nog rekening mee houden dat wij slechts een minimaal klein deeltje waarnemen en bevatten van de prestatie die God bij de schepping van de spin heeft geleverd.

Lieve zus, ieder van ons moet bij bepaalde contacten met dieren zichzelf overwinnen. Aangezien de Liefde de Koningin van de deugden is, of, zoals ik vroeger reeds heb moeten schrijven, de stam van de boom van de deugden, waaraan alle twijgen en takken van elke deugd groeien, is een zelfoverwinning uiteindelijk steeds als het beklimmen van een ladder: Bij elke nieuwe zelfoverwinning bereikt de ziel een hogere sport op de ladder naar de heiligheid. In de mate waarin de ziel zichzelf overwint, dit wil zeggen een zwakheid of ondeugd in zichzelf overwint, groeit zij in één of meer deugden, en aldus uiteindelijk in de Liefde, dus ook in heiligheid. Vraagt U de Meesteres dat Zijzelf bij U zou zijn wanneer U de volgende spin ontmoet, en tracht U die ontmoeting te beschouwen als een gelegenheid om te groeien in Ware Liefde. U zult merken hoe warm het om Uw hart wordt wanneer U deze spin niet doodt, doch haar in de vrije natuur de vrijheid terugschenkt. Wijdt U overigens deze daad toe aan Maria met de woorden:

"Lieve Hemelse Moeder, deze spin is verdwaald, en is in mijn kamer aanbeland. Door de Hemelse Liefde wil ik haar de vrijheid schenken in de omgeving die beter voor haar geschikt is. Ik vraag U in ruil daarvoor, dat ergens een dwalende ziel de ware vrijheid van de heiliging moge vinden".

Dankt U daarbij ook God voor die ontmoeting, omdat Hij U een kans heeft gegeven om U te vervolmaken. U zult merken dat U innerlijk steeds rustiger wordt, en dat alles in het kader van deze ontmoeting veel relatiever, dit wil zeggen ook veel minder beklemmend, zal werken. Doordat U zichzelf zult hebben overwonnen, kan God ergens een dwalende ziel het spirituele Leven terugschenken, in een leefomgeving die voor het spirituele leven meer bevorderlijk is. De kamer zou hier als de inperking van het spirituele leven moeten worden begrepen, de vrijlating in de open lucht zou de genade van een nieuw leven in Gods Tegenwoordigheid zijn.

Onderschat U nooit het belang van Uw gedrag tegenover de dieren, want God evalueert dit als één van de maatstaven die Hem de mate toont waarin Uw ziel op de weg naar de heiligheid is gevorderd.

De Meesteres wijst erop, dat het onder de zielen totnogtoe nauwelijks bekend was, dat zij zich in hoge mate kunnen heiligen precies door de wijze waarop zij met de dieren op hun levensweg omgaan, ook met de schijnbaar meest onbenullige onder hen.

Maria zal U de Liefde schenken die U nodig hebt om elk dier waarvoor U totnogtoe bang was, voortaan met Liefde en respect te beschouwen. Angst is de tegenpool van de Liefde. Waar angst heerst, wordt de Liefde in boeien geslagen. Waar Liefde heerst, wordt de angst geboeid. In de angst sterft het hart een beetje en wordt datgene wat niet sterft, verlamd. In de Liefde echter, ervaart de ziel haar wedergeboorte. Wanneer U de volgende keer een spin opmerkt, zult U niet alleen zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 282

De innerlijke zuivering – De absolute zuiverheid – Overgave aan Jezus en Maria betekent bindingen opgeven – Bidt men beter thuis of op bedevaart? – Hoe herkent men de roep van God? – Waaraan herkent men dat de satan binnendringt? – Wanneer God één van de ouders uit een gezin tot Zijn dienst roept – Het komt er steeds op aan, wat uit het hart komt – Over geestelijke lectuur – Wanneer is een geestelijke leider een goede geestelijke leider?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer men vanop een berg in een dal naar beneden kijkt, heeft men een overzicht van datgene wat zich in dit dal bevindt. Het panorama kan weliswaar zeer mooi zijn, maar zeer veel details kunnen wij daarbij helemaal niet in ons opnemen. Pas wanneer men de berg afdaalt, ziet men de overweldigende massa aan afzonderlijke indrukken vóór zich. Op een gelijkaardige wijze vergaat het de ziel die nader ingaat op de enorme hoeveelheid informatie die de Meesteres van alle zielen ons laat toevloeien: Men blijft niet staan bij het overzicht van de hele schatkist, maar men ziet de individuele edelstenen en stelt zich vragen over de ene na de andere. Vandaar nu Uw vele vragen. Laten wij samen iets van de inhoud van de Hemelse schatkist beschouwen. Ik citeer Uw individuele vragen en zal hen beantwoorden door de genade die de Hemelse Meesteres vrijmaakt en via Haar Hart over ons uitstort.

U schrijft over een innerlijke zuivering. Moeten daardoor onze zonden worden goedgemaakt of moet men daardoor tot een andere visie komen?

De zuiverheid van de ziel is de mate waarin de ziel wordt tot spiegel van Gods Licht. Innerlijke zuivering is een proces dat zich ononderbroken in elke ziel voltrekt met de intentie, haar steeds dichter bij God te brengen opdat zij Zijn Licht ten volle in zich zou kunnen opnemen en het zo getrouw mogelijk moge kunnen doorsturen. De Moeder Gods brengt de ziel tot innerlijke zuivering door haar er op de meest uiteenlopende wegen toe te brengen, haar zwakheden en verleidbaarheden te overwinnen en hen door meer deugdzame neigingen te vervangen. De ziel poetst daardoor de modderspatten van haar innerlijke spiegel weg. Ook de belijdenis en de uitboeting van zonden is een weg van zuivering.

Zuivering brengt de ziel inderdaad ook tot ander visies, omdat een zuivere ziel gelijkvormiger is met Gods visies dan een ziel die door zonde is verontreinigd. De verontreinigde ziel is een ziel die zich meermaals van Gods Wetten heeft afgescheiden en zichzelf daardoor geleidelijk aan verkeerd heeft georiënteerd. Haar levensweg heeft bochten gevormd die de ziel een beetje (of in aanzienlijke mate) van het einddoel (Gods Hart) heeft laten afwijken. Door de innerlijke zuivering wordt zij zich van haar afwijkingen (haar nutteloze bochten) bewust en zij verandert haar inzichten zodanig dat zij opnieuw denkt, voelt en verlangt zoals Gods Hart het haar ingeeft.

Kan een mens op aarde door de zuivering met een schone lei komen te staan?

Zolang de mensenziel op aarde leeft, is zuiverheid relatief. De absolute zuiverheid is slechts eigenschap van één enkele ziel geweest: Maria. Nochtans beschouwt God een ziel als (relatief) zuiver wanneer zij met het oog op haar beperktheden als mens en rekening houdend met de beperktheden op grond van haar gebrek aan specifieke talenten en begaafdheden, Zijn volmaaktheid zo dicht mogelijk benadert. De absolute zuiverheid kan de mens uiteindelijk slechts bereiken door zich de volheid van de Ware Liefde 'eigen te maken', omdat slechts een ononderbroken vervolmaking in de Ware Liefde de ziel tot beeld en gelijkenis van God leidt, aangezien God immers zuivere Liefde is. De Ware Liefde, dit is de Liefde die niet door zelfzucht of door wereldse invloeden of wereldse verlangens of wereldse hartstochten is bevlekt, bereikt de ziel door een proces van zuivering dat haar naar het toppunt van zelfverloochening, van zelfovergave, van totale toewijding en van opgeofferd en waarlijk van harte aanvaard leed leidt.

Wanneer men zich met heel zijn hart aan Jezus en Maria overgeeft, waarom moet men dan zo vaak de plaats verlaten waar men woont?

Dat hoeft niet het geval te zijn. Of dit zo is, wordt bepaald door de roeping die God voor de ziel voorziet en door het Plan dat God met de ziel heeft. De enige 'plaats' die men bij de totale toewijding aan Jezus en Maria moet verlaten, is de standplaats waaraan de ziel zich heeft laten binden zolang zij zich door werelds denken, voelen en verlangen heeft laten leiden. De zelfovergave aan Jezus en Maria wordt pas vruchtbaar in de mate waarin de ziel deze plaats verlaat en naar de Harten van Jezus en Maria toegaat door te trachten, over haar eigen schaduw te springen en werkelijk moeite te doen om Gods Wetten in het eigen leven na te leven. De logica van Gods Wetten wordt, bijvoorbeeld, in de Wetenschap van het Goddelijk Leven begrijpelijker gemaakt.

Volstaat het dan niet wanneer men (thuis) bidt en offert?

Bidden en offeren kan men letterlijk overal met hetzelfde effect en dezelfde vruchtbaarheid. Maria beklemtoont steeds weer dat vele zielen thuis vruchtbaarder zouden kunnen zijn dan op een bedevaart omdat zij tijdens de bedevaart meer over wereldse aangelegenheden en levenservaringen praten dan dat hun hart werkelijk bij Haar (Maria) zou zijn.

Welk verschil is er tussen de heiligen en ons, gelovigen?

Een heilige ziel is een ziel die in alles en door alles wat zij doet, zegt, denkt, voelt en verlangt, Heil over de Schepping afroept. Hoezo kan een ziel door alles wat zij doet, zegt, denkt, voelt en verlangt, Heil brengen? Door haar eigen vrije wil volmaakt één te maken met de Wil van God. Zo heeft de allergrootste der heiligen uit de heilsgeschiedenis het gedaan: Maria. De eigen wil één maken met de Wil van God, doet men concreet door alle geboden en richtlijnen van God, met inbegrip van deze, welke Hij via Maria tot de zielen laat komen, zo strikt mogelijk na te volgen. Aangezien het aardse leven van elke ziel een rol speelt binnen het kader van Gods Heilsplan, zal de voorwaarde hiertoe automatisch zijn dat de ziel zich tot het uiterste toelegt op de vervolmaking in de zelfverloochening, zelfgave, Ware Liefde, totale toewijding en volkomen aanvaard lijden. Op deze wijze wordt de ziel tot beeld en gelijkenis van Christus. Dit alles maakt de weg naar de heiliging tot een weg van beproevingen en van een steeds groeiende zelfoverwinning.

De 'gelovige' mens is niet noodzakelijk een heilige. Soms ligt tussen deze beiden nog een zeer lange weg. Een gelovige is een ziel die in God en Zijn Werken gelooft. Vaak leveren zijn of haar werken slechts een geringe vruchtbaarheid op. Een heilige echter, weet het Geloof in zo verregaande mate in het eigen leven toe te passen, en wel door het Geloof helemaal met het Vuur van de Ware Liefde te laten ontvlammen, dat hij de Hemelse zaadjes in zijn ziel en de zaadjes die hij in andere zielen uitstrooit, het ene na het andere tot bloei brengt.

Laten wij aannemen dat Jezus een mens oproept om in Zijn dienst te treden. Op welke wijze herkent de mens deze oproep, en wat gebeurt er indien hij dan niet luistert naar Jezus?

De oproep om bij Jezus of Maria in dienst te treden, wordt aan elke individuele ziel op een verschillende wijze bekend gemaakt. Wanneer de roep werkelijk van 'Boven' komt, voelt de ziel dit onmiskenbaar, omdat zij dan door een innerlijk Licht over haar roeping wordt verlicht. Wat de zielen die deze roep in zich voelen, met elkaar gemeen hebben, is het verlangen om alles, elk detail van hun leven, handelen enzovoort, uitsluitend ten dienste van Jezus en Maria te stellen, en de neiging om de eigen verlangens steeds minder belangrijk te vinden. Ik herinner U aan het betoof van daarnet: De ziel laat dan de eigen wil in Gods Wil overvloeien.

Wij mogen nooit vergeten dat, in principe, ieder van ons door Jezus en Maria wordt geroepen, want geen enkele ziel staat buiten het Goddelijk Heilsplan.

Wanneer men dan niet doet wat Jezus of Maria zeggen, dan blijft de roeping onvruchtbaar en laat de ziel een prachtig Godddelijk geschenk onbenut. Een roeping van 'Boven' is een signaal tot een zeer zwaar leven, maar ook tot een leven dat voor God zeer vruchtbaar kan worden. Er niet op ingaan, is een beslissing die slechts uit een gebrek aan Liefde kan ontstaan, en dit levert de Schepping niets op, wel integendeel. Wij mogen nooit vergeten dat wij niet voor onszelf hier op aarde zijn, doch voor God, en dat elke meter die wij hier zeer bewust voor Hem afleggen, ons honderd meter dichter bij Zijn Hart brengt. Anders uitgedrukt: Elke roos van beproeving waarvan wij hier op aarde de doornen verwelkomen, levert ons in het Eeuwig Leven honderd rozen zonder doornen op.

Hoe moet men weten dat het Jezus is en niet de satan die weer binnendringt?

De satan kan dan al heel listig zijn en zich als slang zodanig vermommen dat hij, bijvoorbeeld, zingt als een nachtegaal, één ding kan hij echter niet: de Liefde nabootsen. Zelfs wanneer zijn nabootsing een waar kunstwerk lijkt, valt de satan vroeg of laat op doordat het hart van diegene die hij had geroepen, in deze roep geen Liefde voelt. Wanneer Maria of Jezus in de ziel spreken, voelt het hart warmte en Liefde. Wanneer de satan spreekt, krijgt men een heel ander gevoel.

Daarbij komt nog dat de inspiraties van de satan nooit iets beogen dat Gods Werken en Plannen kan dienen. Enkele kleine voorbeelden: De satan zal U nooit influisteren om voor Maria neer te knielen, de Rozenkrans te bidden, zichzelf voor de medemens of voor een dier op te offeren enzovoort. De satan inspireert niet tot handelingen, gedachten of gevoelens die God, Maria, Gods Werken of een medeschepsel dienen of Heil over de Schepping brengen.

Wanneer men een gezin heeft gesticht en de kinderen hun beide ouders nog nodig hebben, zal Jezus toch niet één van hen uit het gezin halen om Hem te volgen? Hoe moet men leren leven met het verwijt, het gezin in de steek te hebben gelaten?

God inspireert soms tot handelingen die niet voorspelbaar zijn. Soms lijkt het voor de ziel dat datgene wat van haar wordt verwacht, met het oog op haar levensweg geen steek houdt. Nochtans heeft God met alles een Plan. Wanneer de roep van 'Boven' komt, zal geen van de betrokken zielen erdoor worden geschaad. Het komt er echter op aan, zich ervan bewust te zijn dat datgene wat volgens de ziel gunstig of ongunstig is, voor God niet noodzakelijk gunstig of ongunstig is, omdat de ziel vaak tot werelds denken wordt verleid.

Wanneer een ziel wordt weggenomen, om het even onder welke omstandigheden, dan zal de Goddelijke Voorzienigheid er steeds voor zorgen dat de andere gezinsleden er niet door worden geschaad, op voorwaarde dat die gezinsleden er alles aan doen om een deugdzaam leven te leiden en van het gebeurde het beste voor God maken. Of een verandering in het leven vruchtbaar wordt voor de ziel en voor God en Zijn Werken, hangt helemaal af van de gesteldheid waarin de betreffende ziel met deze verandering omgaat. Vruchtbaar wordt een verandering slechts wanneer de betrokken zielen de aanvaarding en de naastenliefde nastreven.

Ik kan helemaal niet zingen, maar zou ook graag in de kerk meezingen tijdens de heilige Mis. Wat heeft het voor zin, een mens die graag God zou prijzen, de stem weg te nemen?

Vanuit het menselijk oogpunt is dit iets onbegrijpelijks, dat zelfs frustrerend kan werken. Voor God is echter niet belangrijk wat zintuiglijk waarneembaar van ons uitgaat (zichtbaar of hoorbaar), maar datgene wat helemaal ongemerkt uit het hart vertrekt. Zelfs een ziel die helemaal niet kan spreken, kan lofprijzingen zingen zoals een nachtegaal of een merel, wanneer zij in het hart zeer sterk op God is gericht. Het is niet belangrijk dat de mens naast ons in de kerk ons hoort, maar dat God ons hoort én dat Hem bevalt, wat Hij hoort. Talenten zijn zeer verschillend, maar één talent heeft elke ziel ontvangen: datgene wat haar in staat stelt om het haar mogelijk maakt om bij het denken aan God of Jezus of Maria het hart vlugger te laten slaan. Het komt er slechts op aan, dit talent te besproeien en het in het dagelijks leven in de praktijk om te zetten.

Laat U zich in geen enkel geval beïnvloeden door datgene wat anderen mogelijk over U zouden kunnen denken. Voor God heeft dit niet de geringste betekenis, hetzij dan een negatieve voor de ziel die negatief over U zou denken.

Wanneer men een stuk uit de Bijbel leest of een openbaring, hoort men altijd wat men wil horen. Wat echter wanneer een ander iets anders meent te horen? Wie heeft dan gelijk?

Elke ziel neigt ertoe om in alles in de eerste plaats datgene te zien of te horen wat haar persoonlijk interesseert. Het is echter belangrijk, herhaaldelijk in het eigen hart 'het oor te luisteren te leggen' om te vernemen of Gods Geest niet iets bijkomends inspireert. Ik ervaar zelf steeds opnieuw hoeveel 'lagen' zich in een gebed of een openbaring kunnen ontvouwen wanneer men leest en herleest en nogmaals leest, enzovoort. De mening of interpretatie van een andere ziel kan ook andere perspectieven openen, op voorwaarde dat deze ziel zich door Gods Geest laat inspireren. Typisch voor Hemelse teksten is dat zij vaak in weinige zinnen buitengewoon veel informatie kunnen overdragen. Is een ziel eerder oppervlakkig in haar spirituele ontwikkeling, dan zal zij daarmee niet veel kunnen aanvangen. In de mate waarin de ziel op het spirituele vlak ontplooit, zal voor haar een Hemelse openbaring werken als een roos, die zich bijna eindeloos verder ontplooit, laag na laag, blad na blad.

Mag men zijn geestelijke leider goede raad geven?

Absoluut. Wanneer de geestelijke leider door de Hemel aan een ziel wordt toegewezen, dit wil zeggen dat de ziel niet zelf met het verstand naar hem heeft gezocht, dan zal de geestelijke leider voor de ziel iets te betekenen hebben, maar ook omgekeerd, want God brengt niet alleen de geestelijke leider naar de ziel, maar ook de ziel naar een geestelijke leider, opdat de beide partijen spiritueel rijker zouden worden. Wanneer de geestelijke leider zich geen goede raad laat geven, betekent dit dat hij zich afsluit voor de mogelijkheid om een lichstraal via een ander venster in zijn zielentempel binnen te laten dan door datgene via hetwelk hij gewoonlijk het Licht naar binnen laat. Dat is niet de meest verstandige strategie wanneer men er rekening mee houdt dat God overal tegenwoordig is en Zijn Licht derhalve in alle richtingen kan doen stralen. God heeft elke zielentempel zodanig gebouwd dat deze in al zijn muren vensters heeft. Sluit men één of meer van deze vensters af, dan zal men nooit de hoeveelheid licht in zich kunnen opnemen, die God de ziel elke dag wil laten opdrinken.

Wanneer weet men of de geestelijke leider niet echt de gepaste is?

De geestelijke leider is voor de ziel zeer zeker gepast wanneer de ziel door haar geestelijke leider wordt gevoed en hij van zijn kant bereid is om:

  1. de zwakheden van de ziel op een deugdzame, begripvolle wijze te corrigeren en haar door een open Liefde en een onuitputtelijke bereidheid tot bemoediging aan te vullen;
  2. de sterke kanten van de ziel te bevorderen en deze ook in zijn eigen leven in te bouwen, opdat de relatie met de door hem behoede ziel op een vruchtbare uitwisseling gebaseerd moge zijn.

Is deze uitwisseling onmogelijk, verloopt deze niet spontaan en verrijkt zij de ziel niet, met andere woorden: brengt deze relatie tot de geestelijke leider de ziel niet dichter bij God en het Goddelijk Leven, dan kan men ervan uitgaan dat in de relatie iets ontbreekt.

De ziel wordt slechts door de geestelijke leider gevoed wanneer deze haar van al het wereldse wegleidt, haar stimuleert tot traditioneel denken en vooral tot voelen, en ertoe in staat is om datgene wat van de Hemel komt, duidelijk te herkennen. Het is in onze tijd een genade, een geestelijke leider te vinden die aan deze voorwaarden voldoet.

Lieve zus, de waarlijk Hemelse edelstenen zijn burchten vol geheimen. God verbergt de mooiste elementen van de Wetenschap van het Goddelijk Leven zodanig dat de ziel hen slechts kan ontsluiten naarmate zij in Zijn Hart doordringt. Hoe verder men daarin doordringt, des te mooier wordt de aanblik. Precies daarom is de Eeuwige Gelukzaligheid de zijnsvorm van de onuitputtelijke verrukkingen. Via elke antwoordbrief mag ik telkens weer andere elementen uit deze onuitputtelijke rijkdom in de zielen brengen. Om deze reden dankt de Meesteres U voor deze nieuwe gelegenheid om Haar Hart vol Liefde over U uit te storten, en met U over vele anderen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 283

De totale toewijding aan Maria is het 'punt van Archimedes', van waaruit de ziel de geheimen van het zielenleven in hun geheel kan beginnen vatten

(Opmerking vooraf: het punt van Archimedes = een objectief punt vanuit hetwelk men vat zou kunnen krijgen op het geheel van een theorie, een onderwerp, een probleem enzovoort, dus als het ware het beste punt vanuit hetwelk iets kan worden benaderd)

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De korte beschrijving van Uw levensweg heeft mij ergens verheugd. Uw weg toont mij namelijk wat mij reeds de wegen van vele zielen hebben bevestigd, namelijk dat onze Hemelse Moeder een onovertroffen breitalent bezit. Zij neemt de bol breiwol, die ons leven is, in Haar handen, breit en breit en maakt daaruit het kleed dat bij onze ziel past. Het leven van een ziel mag nog zo chaotisch zijn, zodra de ziel kiest voor Maria’s leiding, wordt veel anders, maar daartoe moet de ziel de overgave aan Maria met hart en ziel, vol vertrouwen en uit vrije wil beleven. Zeer interessant is Uw opmerking dat U het punt van Archimedes wil vinden, het aangrijpingspunt van waaruit U alles kunt aanpakken. De Meesteres laat mij van deze opmerking uitgaan voor de volgende uiteenzetting:

Geen enkel mensenleven is een weg zonder stenen, puin of doornen. Mocht er een dergelijke weg zijn, dan zou deze niet van God uitgaan. Aangezien er buiten God helemaal geen scheppende kracht bestaat, kan er ook geen levensweg zonder beproevingen bestaan. De zin en het doel van een mensenleven op aarde is slechts de eigen heiliging en de voltooiing van het Goddelijk Heilsplan voor de hele Schepping. Vanwege de erfzonde kunnen deze beide doelstellingen niet zonder beproevingen worden verwezenlijkt. Derhalve zou een levensweg zonder moeilijkheden voor God én voor de ziel zinloos en onvruchtbaar zijn.

De levensweg kan men zich voorstellen als een ononderbroken contact tussen de invloeden uit de omgeving van de ziel met datgene wat deze ziel in zich heeft (haar natuurlijke aard, haar talenten, haar begaafdheden, haar zwakheden, haar herinneringen, haar innerlijke processen in hart en geest, haar lichamelijke gesteldheid, enzovoort...). Deze ontelbare invloeden vergen steeds weer aanpassingen. Precies deze vele punten van aanpassingen zijn de schakelpunten waarop de ontwikkeling van de ziel, de ontplooiing van de spirituele vermogens zich voltrekken. Door elk van deze aanpassingen groeit de ziel, of gaat haar groei iets achteruit. Dit onophoudelijk 'over en weer' ervaart de ziel vaak als verwarring, als chaos, als bron van onzekerheid die ontmoedigt, uitput, en lusteloos kan maken.

De mens heeft de aangeboren neiging om in deze wirwar een aangrijpingspunt te zoeken opdat hij zijn leven in de greep zou kunnen krijgen en zich eventueel nog van bepaalde beproevingen zou kunnen ontdoen. Dit laatste komt voort uit werelds zaad, maar het eerste kan uit Hemels zaad voortkomen, indien de ziel zich ervan bewust is met welk doel zij eigenlijk op aarde is. Wanneer de ziel uitsluitend, of hoofdzakelijk, werelds zaad in zich tot bloei brengt, zal zij met zekerheid ooit bitterheid, ontgoocheling en ontevredenheid oogsten. Koestert zij echter het Hemels zaad van het geloof in Gods Werken in alles, dan zal zij Licht oogsten en daardoor de wegwijzers vinden die God op haar weg brengt.

De Goddelijke Voorzienigheid bedient Zich van oneindig veel wegwijzers. Zeer vele daarvan tonen de ziel het stuk van de weg dat God haar de eerstkomende tijd zou willen zien gaan. God heeft Zijn Heilsplan echter zo bedacht dat Hij zoveel mogelijk zielen tracht te leiden op wegen die hen in het Hart van Maria kunnen binnenleiden, omdat de ziel precies in het Hart van Maria:

  • het grondplan van de volledige Verlossing en heiliging kan bestuderen;
  • het einddoel van de spirituele reis en de vruchtbaarste wegen erheen met het Vuur van de volmaakte Liefde in zich kan laten uittekenen;
  • de geschikte brandstof en de beste leiding voor de levensreis kan vinden en in zich kan opnemen.

Lieve broeder, het Hart van Maria, dit verzamelbekken van Goddelijke Genaden, Goddelijke kracht en Goddelijke Mysteries, is het punt van Archimedes, het punt vanuit hetwelk de ziel de levensreis, de wereld, de beproevingen van het leven aankan en de voltooiing van de Verlossing en de heiliging kan verwezenlijken, en vanuit hetwelk zij het Goddelijk Leven, het absolute einddoel van de spirituele ontplooiing, kan doorgronden en diep in zich kan leren opnemen. God Zelf heeft Maria een sleutelrol in de voorbereiding van de verwezenlijking van Zijn grootste verlangen toebedeeld. God heeft al Zijn Werken op dit ene doel gericht: op de grondvesting van Zijn Rijk van volmaakte Vrede en volmaakte Liefde en heiligheid op aarde. Precies voor de voorbereiding van deze verwezenlijking heeft Hij Maria geroepen tot ideale Gids van de zielen in al hun noden, hun verwarring, hun beproevingen, hun ononderbroken strijd tegen de eindeloze bekoringen en hun onwetendheid met betrekking tot de Wetten en Mysteries van het Goddelijk Leven, omdat elke ziel deze leiding nodig heeft met het oog op de verwezenlijking van haar beide levensdoelen (haar eigen heiliging en haar persoonlijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan).

Op deze wijze toont God ons Zelf het punt van Archimedes in het spirituele leven: het heet "totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding aan Maria, de Meesteres van alle zielen door Goddelijke voorbestemming".

De leidraad voor de verwezenlijking van deze levensopdracht (de totale toewijding aan Maria) biedt de Meesteres Zelf U in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, die in het geheel van de geschriften op deze website wordt geleerd. De ziel maakt gebruik van dit punt van Archimedes door haar geloof in de macht en de rol van Maria als Meesteres van alle zielen. Wanneer U zich in zoveel mogelijk teksten, onderrichtingen, boeken en openbaringen op de Maria Domina Animarum website verdiept, zult U kunnen vaststellen dat hier een volmaakt sluitend systeem wordt aangeboden, dat Gods Wijsheid voor deze tijd heeft bewaard omdat precies nu de duisternis listiger tewerk gaat dan ooit voordien en de zielen zonder deze begeleiding de weg naar het Goddelijk Rijk niet eens meer zouden vinden. Die duisternis heeft een flinke hoeveelheid verkeerde richtingaanwijzers aan de rand van de levenswegen opgesteld, namelijk de esoterie: door menselijke dwaasheid uitgeknobbelde filosofieën, enzovoort. Deze laatste geeft de zielen het gevoel dat zij uit de schaduw van hun beproevingen worden gehaald en eindelijk de echte zon zullen voelen. In werkelijkheid is het zo dat deze stromingen de schaduwen van de beproevingen vervangen door zwarte gaten waarin, zoals bekend, alles restloos verdwijnt: de Ware Liefde, de Ware Hoop en het Ware Geloof in Gods bestaan en derhalve in Zijn onuitsprekelijke werkingen.

De Heilige Grignion de Montfort had het reeds over de liefdesslavernij jegens Maria. In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen toont de Allerheiligste Maagd aan, hoe oneindig rijk aan betekenis dit begrip is. Slaaf van Maria te zijn, betekent zich zo restloos aan de Liefde en de leiding van de Bruid van de Heilige Geest over te geven dat de ziel zelf in Liefde en Licht wordt omgevormd, en wat is dit anders dan de voltooiing van de heiliging en de hoogst mogelijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan?

De concrete dagelijkse beleving van de hoedanigheid van slaaf van Maria is een kwestie van de juiste toepassing van datgene wat in de Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt geleerd. Uiteindelijk wordt het welslagen van deze praktische toepassing bepaald door de mate waarin men groeit in Ware Liefde en zelfverloochening. Het komt erop aan, zich van veel oude patronen te willen losmaken, en het 'zelf' te beschouwen als iets dat niet voor het verleden, maar voor het heden en de toekomst werd geschapen. Een wijze formule voor bemoediging zou kunnen zijn: "Ik heb nog nooit geleefd, ik ben pas nu geboren en ik groei naar de volheid van het Goddelijk Leven toe".

De ziel moet haar verleden en alle afremmende herinneringen voortdurend in het Hart van de Meesteres begraven en naderhand de bodem van deze hoogheilige grond niet meer omwoelen, maar de plaats waar Uw verleden werd begraven, door Maria laten begieten opdat Uw verleden in het Vuur van Haar Liefde eeuwige bloemen moge opleveren.

Wanneer de ziel dit oude zaad blijft aanraken door eraan te denken of te piekeren, wordt haar verleden onvruchtbaar.

De spirituele blokkade tussen Uzelf en Uw dichte omgeving is gebaseerd op:

  1. het feit dat U zich op Uw huidige levensweg hoofdzakelijk door de geest hebt laten leiden. Onlangs hebt U een keerpunt bereikt op hetwelk Uw hart de troon heeft bestegen, hoewel het nog aan het werk is om een nieuwe grondwet voor Uw spirituele leven op te stellen. Zolang de geest de ware heerser is, zoekt de ziel oplossingen in hoeken die slechts door dwaallichten worden 'verlicht', die derhalve in werkelijkheid slechts uit schaduwen bestaan. Zodra het hart het vaandel overneemt, zoekt de ziel de oplossingen in het volle Licht van God, dat uit alle richtingen straalt (omdat God overal tegenwoordig is) en derhalve helemaal geen schaduwen werpt.
  2. het onvermogen van Uw medemens om de eigen levenschaos in de greep te krijgen, omdat niet het Ware Licht als wegwijzer wordt gebruikt.

U hebt thans de Heerlijkheid van de Moeder Gods ontdekt, niet dank zij de geest maar ondanks de geest, omdat de Meesteres Zelf U op Haar wegen heeft geroepen. Innerlijk draagt U nog zeer veel uitgerafelde draadjes. Wanneer U deze in totale toewijding aan de Meesteres aanbiedt, kan Zij Haar breiwerk tot een goed einde brengen, en zult U de diepe zin inzien van alles wat U in Uw leven hebt meegemaakt en nog meemaakt. Een dergelijke toewijding is een toewijding van alles wat door de ziel nog gedeeltelijk of volledig onverwerkt wordt meegesleept. Zolang de ziel dit alles niet of niet voldoende aan de Meesteres afstaat (en deze toewijding in de dagelijkse praktijk beleeft), kan de Meesteres het kleed van de ziel niet voltooien. Ik ben er echter van overtuigd dat U op de goede weg bent om de liefdesslavernij jegens Maria in het hart te begrijpen. U zult een diepe innerlijke Vrede oogsten en het nieuwe Licht dat van U zal afstralen, zal eveneens Uw omgeving beïnvloeden. Volgt U de stem van de Ware Hoop.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 284

Hoe kan een moeder helpen, de deur naar het Paradijs voor haar kinderen open te houden? Hoe kunnen wij helpen verhinderen dat voor een door ons beminde ziel de deur naar het Paradijs dichtgaat?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eindelijk mag ik mij thans tot Uw hart wenden, dat zo zeer lijdt omwille van Uw zoon. Een moeder wordt door God op een unieke wijze met haar kinderen verbonden. Deze verbondenheid gaat ver boven het wereldse uit, zij heeft zelfs in de eerste plaats te maken met de spirituele begeleiding van de kinderen. Dit laat ons inzien dat men niet slechts moeder is voor het aardse leven, maar, om zo te zeggen, voor de eeuwigheid. Dit brengt met zich mee dat God van de moeder verwacht dat zij zich eveneens over het spirituele lot en de spirituele toekomst van haar kinderen ontfermt.

Wij horen vaak dat moeder en vader de kinderen op zekere dag moeten loslaten. Vanzelfsprekend is dit juist, maar wel met deze ene beperking: Op de beide ouders rust nog steeds de plicht, de zielen van hun kinderen verder op hun spirituele weg te begeleiden. Uw bezorgdheid over Uw zoon is toe te schrijven aan het feit dat Uw ziel innerlijk Gods verlangen heeft gelezen.

Uw zoon die kerkelijk gehuwd was, heeft zich na zijn scheiding tot een eveneens na kerkelijk huwelijk gescheiden vrouw gewend, en beiden storten zich in een gezamenlijk leven zonder de zegen van de Kerk. Het is U bekend dat God veel toelaat, niet alleen omdat Hij Zich door de vrije wil van de mensenzielen heeft laten 'binden', doch eveneens omdat Hij de zielen via elke situatie en situatieverandering tot een aanpassing wil uitnodigen, van dewelke Hij hoopt dat deze de ziel verder zal heiligen. Voor Uw zoon en deze vrouw heeft zich een nieuw hoofdstuk geopend, dat vele lessen bevat. U als moeder wacht een nieuwe opdracht, die is opgebouwd uit de volgende componenten:

  1. Wijdt U dit nieuwe huwelijk toe aan Maria, opdat het ondanks alles spirituele vruchten zou mogen opleveren. Hoewel het om een buitenkerkelijk huwelijk gaat, schept de Goddelijke Voorzienigheid dagelijks situaties, ontwikkelingen, wegwijzers, signalen, gebeurtenissen die het geweten wakker maken, enzovoort, waardoor die beide zielen één en ander moeten leren. Het komt er nu op aan, door vurige toewijding en offers te bewerken dat beide zielen tot inzicht komen over hun dwaling. Een kort gebed dat U zou kunnen helpen om U in dit verband tot Maria te wenden:
    (hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1195) zouden worden gepubliceerd
  2. Ondersteunt U de werking van de Moeder Gods door Maria om kracht te vragen om dag na dag jegens deze zielen niets anders dan positieve gedachten te koesteren, en onwankelbaar te geloven dat de Goddelijke Voorzienigheid via Maria met hen beiden, hun levenswegen en alle situaties in hun leven bezig is en niet zal rusten alvorens zij beiden het Ware Licht hebben herkend. Hoe onwankelbaarder Uw Hoop en Uw vertrouwen, lieve zus, des te krachtiger zal de genadestroom naar hun beide harten toestromen.

Tracht U daarom, U niet helemaal te laten leiden door de angst dat beiden reeds verloren zouden zijn. De Goddelijke Barmhartigheid werkt precies daar het sterkste, waar zij zich met zuivere en hoopvolle naastenliefde kan vermengen. Uw inzet mag niet stranden door de beproevingen en ontmoedigingen die U vanzelfsprekend op de weg van deze spirituele strijd zult ontmoeten. Uw voedsel en Uw krachtbron mogen niets anders zijn dan de hoop op, en het geloof in, de macht van de Hemelse Meesteres. In de mate waarin U zich daaraan vasthoudt, zullen deze beide zielen dichter tot een keerpunt naderen. Een ziel gaat niet vόόr het uur van haar levensoordeel verloren: Tot in dat uur krijgt de ziel de kans om voor het Ware Licht te kiezen. Wij mogen nooit uit het oog verliezen dat veel van onze gebeden, toegewijde beproevingen en offers hun krachtigste effect krijgen in het uur van het levensoordeel van de ziel voor dewelke wij deze soms jarenlang aanbieden.

Ik weet dat deze kennis soms nauwelijks troost biedt, maar toch moeten wij ons ervan bewust blijven dat de ziel er niet is voor het aardse leven, maar voor het Eeuwig Leven. Wanneer wij leren daarvan uit te gaan, begrijpen wij dat wij niet zo gemakkelijk zouden mogen menen dat gebeden en offers 'vergeefs' worden aangeboden. Voor God is in principe slechts van belang (telt in principe enkel) dat de ziel 'ergens' tijdens haar 'voorbereiding op het Eeuwig Leven', tussen haar geboorte in het vlees en haar levensoordeel na de aardse dood van het lichaam, het inzicht van het Ware Licht en de waarheid over haar eigen fouten aanvaardt en beleeft. Gods Tijd is niet de onze. Hij heeft veel méér geduld dan wij gewoonlijk hebben, omdat voor Hem alles in orde is wanneer de ziel ten laatste bij haar levensoordeel haar persoonlijke bijdrage ter verwezenlijking van Zijn Heilsplan levert of belooft, deze te leveren (in het laatste geval: in het vagevuur).

Lieve zus, de deur van het Paradijs wordt niet gesloten voor de zielen die ooit de Ware Liefde als de centrale kracht van al het levende aanvaarden en beleven. U kunt helpen verhinderen dat deze deur voor de zoon en de echgenote ooit wordt gesloten. In de mate waarin U de totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen in de praktijk beleeft, zult U de lamp die het Ware Licht in hun zielen laat schijnen, van olie voorzien. Laat U Maria over Uw hart heersen, Zij kan de olie vermenigvuldigen. Vanzelfsprekend vraag ik de Meesteres, ook zelf een toevoerbuisje voor deze olie te mogen zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 285

De ziel die al het Goddelijke ernstig neemt, is in deze tijd als een zwarte zwaan – de ziel moet zich niet richten naar uitspraken, meningen, blikken en kritiek van medemensen – gevoelens van verlatenheid, onbegrip tegenover ons, hartenpijn enzovoort, maken ons één met de Harten van Jezus en Maria – over de gesel van de moderne Misviering

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Telkens weer stroomt vreugde door mij heen wanneer ik mag vaststellen dat een ziel zich werkelijk voor honderd procent overgeeft aan het doel waartoe God ons in de wereld stuurt. Hoe uitputtend, maar tevens ook hoe vervullend, is een dergelijk leven. Zij die voor Maria strijden, worden méér dan ooit uitgeperst als citroenen. Het is echter uiteindelijk door ons sap dat God deze wereld wil redden. Put U een beetje kracht, mijn zus, uit het feit dat wij op het punt staan, deze strijd te winnen. Precies daarom krijgen wij de indruk dat de wereld één grote onontwarbare chaos is. De nacht is nooit zo donker als kort vóór de ochtendschemering, onder andere doordat de ziel die de nacht in zijn volle lengte heeft beleefd, precies door de lengte ervan zo moe is geworden. Diegene die doorheen de duisternis van de nacht is gegaan, zal het meest het licht van de morgen waarderen.

God heeft de zielen zodanig geschapen dat in hen steeds een Vlam zou flakkeren, die aan het Vuur van Zijn volmaakte, absolute heiligheid zou zijn aangestoken. In de zielen is het echter zo duister geworden, dat zij boze blikken en blikken vol onbegrip werpen op de ziel die eenvoudig en spontaan datgene doet wat God van ieder verwacht, zoals bijvoorbeeld bij het toepassen van de geknielde Tongcommunie. Inderdaad, de ziel kan wel onbehagen voelen wanneer zij gewaar wordt wat in vele harten jegens haar omgaat, omdat de ziel die de zuiverheid nastreeft, zich door elk spoor van duisternis gewurgd kan voelen. Dat is de tol die wij op aarde voor een heilig (dit wil zeggen: zoals door God verlangd en Hem dienend) gedrag betalen, omdat dergelijke handelingen en plannen de duisternis tegenwerken en de satan eraan herinneren dat hij nog niet alle zielen klein heeft kunnen krijgen.

Lieve zus, mocht U onder de druk van mensenogen ooit in bekoring worden gebracht om inzake gedrag in de Kerk 'te doen zoals de meerderheid', herinnert U zich dan de volgende woorden:

Al deze zielen, die U er door hun onbegrip willen van afbrengen om het enige te doen dat voor God het juiste is, en daarin te volharden, kunnen en zullen U niet te hulp komen wanneer God U in het uur van Uw oordeel om rekenschap vraagt voor het feit dat U aan hen (deze zielen) hebt toegegeven om datgene na te laten wat HIJ voor het enige juiste en het enige genadevolle houdt.

Wanneer God ons leven met alle daarin door ons genomen beslissingen oordeelt, staan wij vóór Hem, met de Koningin des Hemels en onze engelbewaarder als enige getuigen, zonder om het even welke menselijke aanwezigheid. Ik vertrouw U de woorden toe die Maria desbetreffend ooit tot mij sprak:

"Ontelbare zielen hebben zich in het uur van hun levensoordeel vóór God de diepste verwijten gemaakt over het feit dat zij zich op aarde in hun handelen al te vaak hebben laten beïnvloeden door uitspraken, meningen, blikken en kritiek van medemensen, en derhalve in dat uur Gods droefheid moesten voelen over het feit dat zij Hem, Zijn Liefde en Zijn verlangens hebben verloochend ten gunste van mensen die God, Zijn Liefde en Zijn verlangens nooit hebben begrepen of er nooit rekening mee hebben gehouden".

Niet begrepen te worden, schijnt inderdaad het lot te zijn van diegenen die moeite doen om het Licht van God tot leidende ster van hun leven te maken. De volheid van de Waarheid wordt op deze wereld hevig bestreden, en de tegenwind die wij oogsten, lijkt zich bijna als een soort wiskundige formule te gedragen: De tegenwind is evenredig met het belang van datgene wat wij voor God en Zijn Heilsplan doen. Hoe meer Licht een handeling over de Schepping kan brengen, des te heviger zal de satan andere zielen ophitsen tegen diegenen die de handeling uitvoeren. Omdat bovendien het hele klimaat van denken en voelen van de mensheid zozeer in duisternis is ondergedompeld, hoeft het ons helemaal niet te verwonderen dat wij heel vaak niet worden begrepen wanneer wij slechts de eeuwige dingen in het middelpunt van ons leven en onze voorkeuren stellen. De ziel voor dewelke al het Goddelijke een ernstige aangelegenheid is, is in deze tijd zoals een zwarte zwaan: Zij valt op en wordt als afwijkend, als abnormaal beschouwd.

Daarbij komen nog Uw verdere gevoelens: U bent vertwijfeld, radeloos, en voelt zich verlaten wegens het onbegrip en de druk vanwege Uw geliefden. Herkent U dit laatste gevoel: dat van verlatenheid? Het is precies datgene wat Jezus Zijn hele leven lang heeft ervaren. U weet dat de Verlossing van de individuele ziel pas volledig wordt doordat de ziel haar lijden met het Lijden van Christus laat versmelten. Het gevoel van verlatenheid, onbegrip naar ons toe, de hartenpijn enzovoort, maken ons één met de Harten van Jezus en Maria. Zij zijn derhalve zeer genadevol. Zolang de ziel in de massa opgaat, dit wil zeggen: zolang zij doorgaans de gedachten, opvattingen, gevoelens, bestrevingen en belangen van de meerderheid tot de hare maakt, kan zij de vlucht naar boven niet eens beginnen. De boom die zozeer naar het licht van de zon verlangt dat hij boven het bos uitgroeit, onderscheidt zich van de andere, komt niet meer overeen met de norm en vangt heel wat meer wind dan de andere.

Er is echter geen andere weg om naar de Hemel toe te groeien dan de reis doorheen het eenzame landschap. U zou God geen grotere vreugde kunnen bereiden dan door Uw leven verder zo te leiden zoals U het uitdrukt: dat U zich in de ogen van Uw medemensen afzondert, alle vormen van media vermijdt, niet uitgaat, enzovoort. Uw leven verloopt eigenlijk precies volgens het kloostermotto 'ora et labora' (bidden en werken). De enige zin en bedoeling van Uw aardse leven ligt nu eenmaal op het domein van de spiritualiteit waarvoor U precies leeft.

Een bijzonder lijden is voor U, net zoals voor elke ziel die oprecht rekening houdt met Gods verlangens en noden, de gesel van de moderne Misvieringen. Heel veel Licht en heel veel genaden worden door de moderne Misviering verspild of onbenut gelaten, zoals Maria in de loop der jaren door Haar Maria Domina Animarum Werk heeft aangetoond. Tegen deze golf van verblinding kunnen wij niet rechtstreeks iets doen. Het belangrijkste wapen kan echter ieder van ons ertegen inzetten: Zijn kogels heten 'gebed + toewijding + aanvaarding'. Aanvaarding is daarbij allesbehalve als 'goedkeuring' te begrijpen: Aanvaarding betekent, deze betreurenswaardige toestand te beschouwen als een ontwikkeling die God toelaat omdat deze Zijn Plannen heel onrechtstreeks dient doordat zij krachten mobiliseert door dewelke een grondige zuivering op gang wordt gebracht. Een zwaar ziek lichaam kan onder bepaalde omstandigheden zodanige krachten in zich verzamelen dat het zich niet alleen geneest, doch boven de genezing uit, nog bijkomende zuivering en versterking van de levenskracht bewerkt. Het lichaam kan dit slechts wanneer de volgende krachten zich in hem verenigen:

  • een intens vertrouwen,
  • een vurige wil om te genezen,
  • een vast geloof in het feit dat er een uitwendige kracht is die boven het lichaam en zijn processen staat.

Welnu, de Kerk kan slechts van de kanker van het modernisme worden genezen wanneer de zielen die de genaden hebben benut om in te zien dat het modernisme alles behalve Gods Plannen dient, de volgende drie factoren van Heil in de praktijk brengen:

  • een intens vertrouwen dat uiteindelijk het Licht zal overwinnen;
  • een vurige wil om deze ontwikkeling in de Kerk te helpen omkeren tot zij opnieuw in overeenstemming is met wat Jezus van Haar had verwacht, dit wil zeggen: een Kerk die rond God is gebouwd, in plaats van rond de mensen, de menselijke belangen en de maatschappij;
  • een vast geloof in de logica van Gods Plannen en Werken en de macht van Gods zuiverend ingrijpen door de genadewerking die nu merkbaar wordt in die zielen, die de onzinnigheid van het modernisme en het daaruit volgende verlies aan genaden hebben ingezien.

Windt U zich over de moderne Misvieringen niet op, want deze vormen slechts een onderdeel van een fase in de heilsgeschiedenis. God heeft altijd het laatste woord. Het tijdstip nadert, waarop de zielen opnieuw zullen verlangen naar de Misviering die de ware Heerlijkheid van God uitdrukt. Een maatschappij die de ziel, het Goddelijk Leven en alle Goddelijke Werken voortdurend tracht te ontwaardigen, kan niet in leven blijven, omdat zijzelf helemaal geen leven meer in zich draagt. Zij leeft in deze tijden nog slechts op de prikkels van het gif waarvan zij is verzadigd.

U droomt ervan, U op een plaats te kunnen vestigen waar U de zuiver spirituele aspecten van het leven in hun volheid zou kunnen beleven. Nochtans is dit inderdaad nu nog niet Gods Wil.

De zich opstapelende smarten die U lijdt in het hart, zijn nu nog noodzakelijk, omdat zij deel uitmaken van een Goddelijk Plan en van Uw persoonlijke levensweg. God laat de moeilijkheden nu nog toe, omdat zij U kunnen helpen om Uw leven met Maria nog verder te verdiepen, want slechts diep in Uzelf kunt U de Ware Vrede vinden. U hoeft er niet verbaasd over te zijn wanneer U op zekere dag door een gelijkvoelende ziel wordt aangesproken, die U voorstelt om samen gebedsbijeenkomsten rondom de Koningin des Hemels te organiseren. Wanneer dit uur komt, zal het door Maria Zelf zijn ingeluid. Dwingt U niets af. Laat U Maria in het verborgene begaan. Ik bid intussen met heel mijn hart, opdat U in Uw hart mag volhouden, want onze wereld heeft nood aan zielen die, net als U, op basis van hun wil tot heiliging en op basis van hun Liefde tot God en tot Maria hun lijden tot nut maken voor de grondvesting van Gods Rijk.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 286

God vraagt als het ware via elke vorm van lijden om een specifieke bijdrage vanwege een mensenziel – Over de ware waarde van vergeving

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij bijzonder dat De Oogst van de Eeuwige Liefde U zo goed bevalt. Het is opmerkelijk dat U in Uw leven momenteel met zoveel lijdende mensen te maken hebt. Ziet U de werking van de Goddelijke Voorzienigheid? U vraagt wat U concreet kunt doen. God heeft U Zelf reeds het antwoord gegeven. Let U eens op de lijdende zielen in Uw omgeving, en tracht U te ontdekken wat God via het lijden deze zielen – en in het algemeen ons allemaal – tracht te zeggen. Via De Oogst van de Eeuwige Liefde kunnen wij leren hoezeer God 'nood heeft' aan toegewijde beproevingen en toegewijd lijden om Zijn Heilsplan te voltooien, want via elke vorm van lijden vraagt Hij als het ware om een specifieke bijdrage vanwege de mensenziel. Elke lijdende mens kan U dus een signaal geven voor datgene waar God om vraagt. Zo zou U in naam van al deze lijdenden telkens elk lijden met het desbetreffende Lijden van Christus kunnen verbinden. De Oogst van de Eeuwige Liefde biedt U de leidraad om deze lichtvolle oefening in de praktijk om te zetten.

Met betrekking tot Uw andere vraag kan ik U eveneens via een klein Werk vanwege de Goddelijke Voorzienigheid verheugen: Welk gebed kunt U aanbieden omwille van de zo grote nood aan vergeving in Uw omgeving? Op het komende feest van Allerheiligen begint opnieuw de maand november, en worden wij er door Maria Zelf toe opgeroepen om opnieuw het Novembergebedsplan onder het zegel van de Meesteres van alle zielen vóór Gods Barmhartigheid te brengen.

Indien de mensheid toch de ware waarde van de vergeving mocht kennen! Vergeving, met geheel het hart geschonken, neemt de duivel de wind uit de zeilen. Zij verlamt eenvoudig al zijn werken en ontneemt hen alle effect. Een gezin binnen hetwelk de leden elkaar van harte vergeven en oprecht pogingen doen om het verleden niet meer om te woelen, wordt tot een burcht van Licht en Vrede. Oprecht vergeven, vereist eigenlijk dat wij, wanneer wij het in de diepte beschouwen, er leren van uitgaan:

  • dat elke ziel fouten kan maken, ook wij zelf;
  • dat echter een ziel die fout niet begaat omdat zij op zich slecht zou zijn, maar omdat zij om één of andere reden (vaak onbewust) heeft besloten, aan een ingeving van de duivel gevolg te geven;
  • dat ook een fout die door onze medemens werd gemaakt, een rol speelt in Gods Plan, in die zin dat God ook van deze fout gebruik maakt om zielen ('dader' zowel als 'slachtoffer') in vele deugden te vormen.

De macht van de duivel wordt overal aan banden gelegd, waar van harte wordt vergeven en waar de zin van die vergeving werkelijk wordt begrepen. Door vergeving wast een ziel haar medeziel als het ware vrijwillig rein van elke ware of vermeende schuld. Wanneer een ziel een medeziel van hart tot hart als zuiver beschouwt, accepteert de eerste ziel de laatste, om zo te zeggen, volledig als een ziel die van God uitgaat. De duivel kan in een dergelijke relatie niet overleven, omdat hij daar wordt verblind door het Licht dat van Christus uitgaat: Christus is tenslotte overal in Zijn Goddelijke volheid aanwezig, waar het Licht van de Liefde boven alles wordt bemind. Moge het Novemberplan in velen de kiem der heiligheid laten rijpen. Ik neem U op in mijn hart en in mijn gebeden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 287

Er bestaat geen geschreven leidraad voor elke van onze handelingen – Het verlangen naar leiding door Maria – Mogen wij anderen terechtwijzen? – Over gebeden met beloften – Kan men zijn engelbewaarder een gebed laten voltooien? – Wat dan, wanneer men minder kan bidden dan men graag zou doen? – Waardoor wordt lijden tot uitboeting?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoe vaak toch bedenkt een mens in het dagelijks leven, hoe mooi het zou zijn om over een gedragscode, een geschreven leidraad te kunnen beschikken, die ons op een zodanige wijze doorheen het labyrint van de dag kan leiden dat wij elke ondeugd, elke zonde, elke fout, elke dwaling kunnen vermijden. Jammer genoeg kan een dergelijke gids helemaal niet worden geschreven, omdat er ontelbare combinaties van omstandigheden, factoren en invloeden kunnen zijn die aan een situatie vorm geven. Miljoenen en miljoenen situaties zijn denkbaar.

Hoe kan de ziel de dag eigenlijk veilig beginnen?

Inderdaad, er zijn, zoals U schrijft, vaak situaties in dewelke men niet weet hoe men juist handelt. Gelukkig heeft de Schepper elke ziel voorzien van een compas, dat haar innerlijk op God en Zijn Inspiraties richt. In het Aards Paradijs waren de beide eerste zielen vóór het bedrijven van de eerste zonde zo volmaakt één met God, dat zij Hem voortdurend innerlijk zagen en hoorden. Door de erfzonde is dit vermogen in verregaande mate verlamd. Bij de Moeder Gods echter functioneerde dit systeem feilloos, omdat Zij vrij was van de effecten van de erfzonde. Daardoor was Maria de volmaakte mystieke ziel: Haar verbinding met God was volmaakt. Maar God heeft het wel zo beschikt dat ook Zij in de dagelijkse levenssituaties Zelf beslissingen moest nemen. God had aan Maria een zo grote macht en een zodanig buitengewone Wijsheid geschonken dat Zij in principe in alles volmaakt door Hem kon worden geleid. Nochtans was er de beperking over de beslissingen om twee redenen:

  1. Maria Zelf wilde absoluut een zo groot mogelijke bijdrage tot het Goddelijk Heilsplan leveren en smeekte God erom, Haar te vergunnen om met de beproevingen van het dagelijks leven zoveel mogelijk te mogen omgaan zoals de andere zielen dit moesten doen.
  2. God had Maria als de Medeverlosseres voorzien. Daartoe moest Zij Haar beproevingen in hun volheid kunnen gewaarworden. Bijgevolg moest Maria, net als elke andere ziel, diep in zichzelf kijken en luisteren om steeds opnieuw een zuivere verbinding met God te maken. Zij deed dit met een zo volmaakte Liefde dat deze verbinding Haar altijd bij bleef, maar Zij kreeg deze evenmin ten geschenke als U en ik.

Dit brengt ons meteen naar het antwoord op Uw vraag: Hoe moet men in het dagelijks leven tewerk gaan?

Laten wij Maria volgen. Wij kunnen van Haar leren dat Gods Geest de ziel zeer veel wegen en richtingen influistert wanneer de ziel:

  • voortdurend bidt om te groeien in Liefde tot God, tot Zijn Werken en tot al Zijn schepselen,
  • voortdurend in zich op zoek gaat naar Gods nabijheid,
  • in al haar innerlijke processen en in haar hele gedrag ernaar streeft om uitsluitend volgens de Goddelijke Wet te handelen.

U zult merken dat de juiste beslissingen in het dagelijks leven weliswaar zelden vanzelfsprekend zijn, maar in hoge mate groeien op de basis van een innerlijke Vrede. De innerlijke Vrede is een kind van de zoektocht naar God in zichzelf en van het geloof in Gods leiding. De innerlijke Vrede lijkt op één of andere wijze het hart te leiden naar datgene wat de ziel in staat stelt om zich op de best mogelijke wijze één te maken met Gods Wil. Er is slechts één voorwaarde: Men moet de deugd tot basiswet van zijn hele handelen hebben gemaakt, zodat de ziel automatisch elke handelwijze uitsluit die niet heilig is, die andere schepselen of die de eigen ziel kan schaden. Een heilvolle gewoonte zou zijn, dat U in elk geval van twijfel vurig tot Maria bidt opdat Zij U de weg moge tonen die U dient te volgen om Haar op de best mogelijke wijze te dienen. U zult kunnen vaststellen dat dit misschien niet meteen de eerste keer goed gaat, maar zeker steeds beter naarmate U verlangt naar de leiding door Maria en de eenheid met Maria.

Wanneer ik mensen terechtwijs, heb ik dagenlang een slecht geweten.

Het komt erop aan, een gulden middenweg te vinden. Het is goed, nu en dan andere zielen te laten begaan en zelf eventueel lijden te dragen dat daaruit voortvloeit. Niettemin zal Maria het niet noodzakelijk afkeuren dat U iemand terechtwijst. Elk contact tussen zielen heeft een betekenis en geen enkel contact is louter toeval. Op één of andere wijze is Gods hand altijd in het spel. Er zullen ook zielen op Uw weg komen die verkeerde gewoonten koesteren en die volgens God van U iets te leren hebben. Zegt U met een gerust hart tot de Meesteres van Uw ziel dat het niet Uw bedoeling is, deze zielen te oordelen, maar wel hen dichter bij het Licht te brengen. Maria zal Zich daarover verheugen.

Met betrekking tot gebeden met dewelke beloften zijn verbonden:

Vanzelfsprekend mag U deze gebeden dagelijks verrichten. Jezus of Maria kunnen met bepaalde gebeden beloften verbinden. Indien deze gebeden inderdaad van de Hemel naar de zielen komen, zullen deze beloften echt zijn. De zielen moeten zich echter het volgende voor ogen houden: Het feit dat aan een gebed beloften zijn verbonden, betekent niet dat dit gebed daarom noodzakelijk voor Gods Plannen een hogere waarde zou hebben dan gebeden met betrekking tot dewelke geen uitdrukkelijke beloften zijn verleend. God beoogt met deze beloften dat de zielen ertoe zouden worden aangemoedigd om de Liefde tot het gebed in zich te laten ontwikkelen.

De met een gebed verbonden beloften worden door God slechts in werkelijkheid omgezet indien de ziel dit gebed aandachtig en met Liefde aanbiedt, niet wanneer de ziel dit gebed opdreunt, dit wil zeggen: met weinig of geen inleving of gevoel woordelijk opzegt.

Het is buitengewoon belangrijk, hiermee rekening te houden.

De beloften bij een gebed zouden nooit een streefdoel op zich mogen vormen, zij mogen slechts dienen als motivatie, als aansporing, opdat de ziel haar Liefde aan God zou geven. Een gebed dat wordt verricht met de bedoeling, de ermee verbonden beloften te verkrijgen, zonder 'deelname' en dus eigenlijk 'mechanisch', ontplooit geen enkele genadenwerking. U doet er inderdaad goed aan, het gebed steeds aan Maria over te dragen. De Liefde van de Koningin des Hemels is zo volmaakt dat Zij elk gebed dat aan Haar wordt overgedragen, als een opflakkerend Vuur voor God kan brengen.

Wanneer zielen een gebed gedurende een langere tijd verrichten, maar het dan door omstandigheden moeten opgeven, in die zin dat zij het niet meer dagelijks kunnen verrichten, vragen zij zich wel eens af of het gebed ook wordt aangenomen wanneer zij hun engelbewaarder erom vragen, het in hun plaats verder te bidden, en of de eventueel ermee verbonden beloften dan nog geldig zijn?

Het gebed wordt in elk geval nog aangenomen, maar er is voor God een verschil of een gebed vanwege een engel of vanwege een mensenziel op aarde tot Hem komt:

  • Een engel biedt God zuivere gebeden aan, in een bries van volmaakte Liefde en heiligheid.
  • Een mensenziel daarentegen, brengt God het gebed doorgaans in een zekere graad van onzuiverheid (omdat het gebed dan komt uit een mensenhart dat onder wereldse invloeden staat en geregeld nog sporen van onzuivere gevoelens in zich draagt, zoals bijvoorbeeld wrok, nijd, jaloersheid, onverzoenlijkheid, enzovoort) en met een Liefde die nooit volmaakt kan zijn. Desondanks geeft God de voorkeur aan het gebed van een mensenziel omdat de mensenziel actief in het Verlossingsplan is ingeschakeld. Bovendien bidden engelen toch al onophoudelijk, en kost dit hen geen moeite, in tegenstelling tot de mensenziel die tenslotte ook door de lasten van het aardse leven en het lichamelijk lijden wordt gehinderd. Om deze reden kan God de beloften ten minste niet in dezelfde mate verwezenlijken wanneer de gebeden Hem door de engelbewaarder worden aangeboden.

Wat dan, wanneer men minder kan bidden dan men graag zou doen omdat het gezin veel tijd in beslag neemt?

Men kan elk element van het dagelijks leven in een gebed omvormen doordat men zijn leven leidt in totale toewijding aan Maria. Wanneer – en alleen dan – men al zijn handelingen, al zijn woorden en zijn hele innerlijke leven met Maria verbindt, schietgebeden en lofprijzingen aanbiedt en het hart onwankelbaar op Maria of God richt, kan de ziel 'het met minder gebeden stellen'. Gebed is niet steeds het uitspreken van een welbepaalde heilige tekst, maar eveneens – ja voor het grootste gedeelte – de innerlijke verbinding met God, met Maria, met engelen en heiligen. De ziel moet in de eerste plaats deze inwendige verbinding op de juiste wijze invulling leren geven. God vergeeft het wanneer Hem weliswaar minder gebeden worden aangeboden maar de ziel wel ononderbroken in een gesteldheid van lofprijzing, van onvoorwaardelijk beleefde toewijding en van strikte praktische toepassing van alle deugden (naastenliefde, vergevingsgezindheid, enzovoort) leeft.

Is lichamelijk lijden dat ondanks medicijnen niet verbetert, boetelijden?

De ziel kan van elk lijden boetelijden maken, door het als dusdanig aan Maria toe te wijden. Veel lijden gaat eenvoudig voor Gods Heilsplan verloren omdat het niet op de juiste wijze wordt aanvaard en niet wordt toegewijd. Over dit thema heb ik reeds vaker mogen schrijven.

Uw omgeving zou U graag medicijnen voor de geest zien nemen. U zou dit echter liever niet doen. Hoe dient U zich te gedragen?

In onze zo werelds denkende maatschappij die God tot een soort sprookjesfiguur degradeert en in dewelke de wetenschap tot een godin is verheven, wordt een ziel die boven alles naar God en een spiritueel leven verlangt, wel eens voor geestelijk abnormaal gehouden. Dat lijkt de gesteldheid te zijn die men tegenover U heeft ingenomen. Laat U zich niet ontmoedigen, en twijfelt U ook niet aan Uzelf. De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft, is niet meer volledig van deze wereld, en U weet wat Jezus heeft gezegd: "De wereld bemint datgene wat van de wereld is". Alles wat op het punt staat, of enaar verlangt, om uit de Geest nieuw geboren te worden, kan niet door de wereld worden bemind en wordt gemakkelijk als geestesziek beschouwd.

Medicijnen voor de geest hebben nog nooit een ziel dichter bij God gebracht. Zij zullen er haar eerder toe brengen, zich van het eigen spirituele leven te vervreemden. De enige bron van geestelijke genezing, indien deze nodig is, is God als Bron van de Liefde. De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft en zich werkelijk door Haar laat beheersen, wordt door Haar in een gezond geestelijk leven gehouden. Indien mensen zich om deze reden van U losmaken, mag U dit zo beschouwen dat God het verder contact met deze mensen voor onnodig houdt. Draagt U deze zielen over aan het Licht van de Heilige Geest. Een ziel die U niet aanvaardt zoals U bent, heeft Gods Wil niet begrepen.

Ik help U graag op Uw levensweg dragen. De tijd is gekomen om elkaar doorheen het labyrint van het leven te helpen leiden, want tenslotte zijn wij allemaal passagiers op hetzelfde schip op een stormachtige zee: Ofwel zijn wij er helemaal voor elkaar, ofwel gaan wij allen tenonder. Tot dit laatste heeft God ons niet geschapen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 288

Hoe moet men zich meteen na de Heilige Mis gedragen? – De Offerkelk mag tijdens de Heilige Mis slechts door de priester als plaatsvervanger van Christus worden aangeraakt – Het altaar en de zone in de onmiddellijke omgeving ervan zou alleen door de priester mogen worden betreden, niet door leken – Over de nefaste invloed van het modernisme op de rooms-katholieke Kerk en op de Misviering – Het begrip 'roeping' – Hoe fungeert Myriam als brug tussen Maria en de zielen (in openbaringen, brieven, gebeden, onderrichtingen)? – De seksuele aantrekking als bindmiddel en als brug naar vergeestelijking

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor de vele vragen die U vóór de voeten van Maria hebt gebracht. Jammer genoeg heb ik vanwege de Moeder Gods tot op heden nog niet op alle vragen een antwoord gekregen. Zoals U intussen bekend is, worden bepaalde vragen niet, of niet onmiddellijk, beantwoord, omdat bepaalde kenniselementen op een bepaald tijdstip nog niet bekend mogen worden gemaakt (zo is het beschikt door de Goddelijke Wijsheid). Hierna dus de antwoorden die ik U mag overbrengen.

Is het werkelijk Jezus’ verlangen dat wij na de Heilige Mis nog een tijdje bij Hem blijven en niet meteen, zoals de meesten, ons naar buiten haasten?

Klaar en duidelijk: ja. Het is ook te begrijpen waarom. De heilige Mis is de gedachtenis aan de Kruisdood van Jezus. Hoe kan een christen het dan opbrengen, onmiddellijk na het getuigenis van de voltrekking van zijn Verlossing naar de wereld terug te keren? Wanneer men er om één of andere reden toe genoodzaakt is, onmiddellijk na het einde van de heilige Mis de Kerk te verlaten, zou men toch ten minste in het hart de genade van het ontvangen Sacrament diep in zich moeten laten inwerken door als eerbetoon aan deze prachtige Nalatenschap te trachten, de Vrede van Christus uit te stralen. De zielen mogen nooit vergeten dat zij na het ontvangen van de heilige Communie Christus in zich dragen, die ernaar verlangt, in de stilte van het hart in de ziel één en ander in orde te brengen. Daar kan Hij niet toe komen wanneer de ziel reeds met haar hart in de wereld is teruggekeerd.

Waarom nuttigen wij slechts de heilige Hostie en niet de wijn? Is dit omdat alleen de priester het recht heeft om de Kelk aan te raken?

Zo is het inderdaad. Maria laat hierbij nog het volgende zeggen. De Kelk staat symbool voor de beproevingen. De priester is tijdens de heilige Mis de plaatsvervanger van Christus, en ledigt de Kelk zoals Jezus het daadwerkelijk (tijdens het laatste Avondmaal) én figuurlijk (in de Hof van Gethsemani) heeft gedaan, en... wordt eraan herinnerd dat hij Jezus volmaakt moet navolgen. Jezus liet de apostelen uit de Kelk drinken, maar hen wijdde Hij dan ook tot Zijn eerste priesters. Behalve Jezus en de apostelen heeft niemand de Kelk aangeraakt. Zelfs Maria, de Hoogheilige en Vlekkeloze, heeft nooit een Kelk aangeraakt. Toen Zij met de apostel Johannes in Efese leefde, werd in Haar huisje een Kelk bewaard, die alleen door Johannes werd aangeraakt, nooit door Maria.

Van elke christen verwacht God dat hij de kelk, de kelk van het Heil, aanneemt, namelijk de beproevingen die hem de Verlossing moeten opleveren. De Kelk in de Kerk echter, zou de niet tot priester gewijde ziel beter niet aanraken, tenzij zij omwille van één of andere uitzonderingstoestand, voor een specifieke gelegenheid daartoe gevolmachtigd is.

Maria gaf mij nog een andere reden waarom alleen de priester de Kelk mag aanraken. De Kelk in de Kerk is de houder van het Kostbaar Bloed van Christus. Ook Maria Zelf wordt in mystieke zin als Kelk van het Kostbaar Bloed beschouwd, omdat Jezus negen maanden lang in Haar moederschoot leefde, en verder voor eeuwig met Haar één zou blijven. De Kelk in de Kerk moet om deze reden ook als Maria Zelf worden beschouwd. Het Hart van Maria offerde op Golgotha als het ware zoals in een Kelk het Bloed van de Verlosser aan de Eeuwige Vader op. Maria, de Vlekkeloze en Allerzuiverste, mag slechts door Jezus Zelf worden aangeraakt. In Gods ogen is het privilege om Maria aan te raken, slechts aan de priester als plaatsvervanger van Christus voorbehouden.

De Kelk is dus om diverse redenen een heilig voorwerp, en mag slechts met de grootste eerbied worden behandeld.

Mogen misdienaars (vooral vrouwelijke), niet-gewijden die uit de Schrift voorlezen, en deze die de Kelk en de Monstrans uit het Tabernakel halen en op het altaar plaatsen, eigenlijk bij het altaar komen? Is dit allemaal modernisme?

Zo is het. Maria zegt met klem dat het altaar en de omgeving eromheen, alleen door de priester mag worden betreden. Het altaar en de omgeving eromheen staan symbool voor de directe omgeving van het Kruis op Golgotha, en dit wijst erop, dat Gods Plan het zo had beschikt, dat slechts weinige uitverkorenen zeer dicht bij het Kruis mochten staan. Uitzonderingen op deze regel waren de Romeinse soldaten en de beulen, die door God slechts bij het Kruis werden toegelaten omdat zij een welomlijnde rol bij de voltrekking van het Verlossingsmysterie te vervullen hadden. Bij het Kruis stonden weliswaar eveneens enkele vrouwen, maar deze waren door de genadewerking door Jezus voor dat ogenblik geheiligd (en wel op grond van hun volkomen gezuiverde Liefde), en stonden symbool voor het feit dat de eerste christengemeenschap in aanzienlijke mate door vrouwen zou worden ondersteund.

Moet de priester eigenlijk alles zelf doen?

Sommige zielen zullen het antwoord van de Moeder Gods niet graag horen, maar zo is het: Eigenlijk zou de priester in principe alles zelf moeten doen. De Kerk heeft in de ogen van de zielen een deel van de glans van haar heiligheid verloren doordat vele handelingen in de Kerk, en de wijze waarop met sacrale voorwerpen en met de heilige Hostie wordt omgegaan, de heilige Misviering hebben weggetrokken uit de sfeer van heiligheid waarin Jezus haar had gehuld. De heilige Misviering is door God bedoeld als een waterval van genaden, maar zij kan slechts een waterval zijn in de mate waarin zij deze atmosfeer in stand houdt.

Wat is modernisme? Het is de neiging, de Kerk in alles aan de maatschappij, de wereld en haar gewoonten aan te passen. De maatschappij, de wereld en haar gewoonten zijn echter van eeuw tot eeuw, van jaar tot jaar dieper door de duisternis van menselijk denken doordrongen geraakt. De mens, zijn behoeften, zijn denken en zijn bestrevingen staan in het middelpunt. Het is betreurenswaardig dat dit ook in de Kerk van jaar tot jaar duidelijker merkbaar wordt. Al het Goddelijke verliest zijn glans, omdat het steeds minder als Goddelijk wordt behandeld.

Voorbeelden hiervoor zijn bij de vleet te vinden. Op sommige heb ik ook vroeger reeds op verordening van Maria moeten wijzen. De Kerk is de plaats waar God nog meer dan elders aan de zielen Zijn opvattingen zou willen leren kennen, niet slechts in woorden, maar evenzeer in het voorbeeld van de handelingen en de gedragingen. Er is een tijd geweest waarin tijdens de preek aan de zielen de woorden van de Bijbel werden verduidelijkt, waardoor zij als het ware leerden denken, voelen en verlangen zoals God Zelf denkt, voelt en verlangt. In deze tijd worden in de meeste preken wereldse gebeurtenissen naar voor gebracht, en daarenboven nog vanuit humanistisch oogpunt (dus niet spiritueel) benaderd. De zielen vinden derhalve in de Kerk niet meer God, maar zichzelf en de atmosfeer van de duisternis van de wereld met zijn leegte, zijn dwalingen en zijn dwaasheid. Zij leren niet langer Gods Leer, maar worden in elk opzicht gesterkt in het Geloof dat het in de wereld om de mens op zich gaat, niet om datgene wat de mens voor God kan en moet doen.

Wanneer daarenboven ook nog zielen die geen priester zijn, vrij en ongeremd de sacrale voorwerpen aanraken, de heilige Communie bedelen, rond het altaar doende zijn, enzovoort, zullen steeds méér zielen geleidelijk vergeten dat het in de Kerk om God en om de dienst aan God gaat, dat God daar werkelijk tegenwoordig is, dat de sacrale voorwerpen werkelijk met God in aanraking komen, enzovoort. Wie zijn wij, dat wij zonder bedenkingen datgene doen waartoe de onbevlekte Moeder Gods Zich niet eens waardig voelde?

De Meesteres van alle zielen laat met klem zeggen: Willen jullie een wereld van Liefde, van Vrede en zonder ellende, dan moeten jullie God opnieuw in het middelpunt van alle domeinen van jullie leven stellen, en al het heilige opnieuw behandelen als heilig, dit wil zeggen als Heil en zegen brengend en met God verenigd: met de allergrootste eerbied en de vurigste Liefde.

Hoe moet men zich een roeping voorstellen? Kan leraar zijn, ook een roeping worden, of een zanger die over Maria en God zingt?

Ik herinner aan de definitie die Maria in de Onderrichting De Spiegel van Gods Hart heeft laten schrijven: De ware roeping van een ziel is de taak waartoe God haar heeft geroepen als haar persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan, die zij moet volbrengen binnen de tijd die haar op aarde toegemeten is.

Letterlijk alles kan een roeping zijn. Elke ziel moet tijdens haar leven een reeks handelingen stellen via dewelke zij haar bijdrage tot Gods Werken moet volbrengen. Onder het begrip 'roeping' in de brede zin van het woord moet men zich dus niet noodzakelijk iets spiritueels voorstellen. Het komt erop aan dat elke ziel, wat zij ook in het leven doet, zichzelf volledig moet inzetten om door elke handeling en elk woord zichzelf en haar medezielen dichter bij God en dichter bij haar eigen heiliging te brengen.

Wanneer Maria onze vragen beantwoordt, staat Zij dan altijd naast U? Of is het zo dat Zij U lichamelijk en spiritueel vervult, of hoort U bij elke antwoord Haar stem? Voor ons, mensen, zou het toch niet draaglijk zijn, Maria permanent te zien, omdat wij ons in een zondig lichaam bevinden? Is deze aanraking slechts voor korte tijd mogelijk?

Maria is niet ononderbroken zichtbaar of hoorbaar. Haar Tegenwoordigheid is in het leven van Haar kleine werktuig steeds voelbaar en werkzaam, maar een mystiek leven voltrekt zich in golven. Mocht de mystieke aanraking zich voortdurend op het hoogtepunt van het ermee gepaard gaande Vuur voltrekken, dan zou de mystieke ziel niet 'branden' maar 'verbranden'. De mystieke eenheid met Maria is weliswaar verheffend, maar tegelijkertijd eveneens een aanzienlijke lichamelijke 'belasting', omdat de mystieke ziel tijdens de mystieke aanrakingen en gewaarwordingen met lichaam en ziel functioneert op een niveau dat ver boven het gemiddelde ligt. Tijdens de mystieke aanrakingen wordt het hele wezen met bovennatuurlijke krachten doorstroomd, die het hele levenssysteem (lichaam, hart, ziel) buitengewoon aanzwengelt. Alleen de geest (het verstand, het bewuste denken) wordt 'op een heel veel lager pitje gesteld'.

Terwijl ik een onderrichting of een gebed schrijf, ben ik volledig op Maria ingesteld. Het hart wordt buitengewoon ver geopend, het verstand zo goed als uitgeschakeld. De leiding van het proces ligt in de handen van de Meesteres. Zij werkt Zich in mij uit, laat mij voelen, zien, horen, waarnemen, gewaarworden met Haar Hart en laat mij ofwel onmiddellijk schrijven, of brandt de mystieke kennis als met vuur zo diep in mijn geheugen dat ik naderhand alles zoals via automatisch schrift op papier kan brengen.

Wanneer ik Openbaringen neerschrijf, spreekt Maria daadwerkelijk, ofwel innerlijk hoorbaar of visueel in visioenen, die Zij als het ware simultaan 'van tekst voorziet', en ik schrijf alles onmiddellijk en woordelijk op.

Wanneer een brief binnenkomt, lees ik deze niet met het verstand maar met het hart. Maria spreekt niet door het verstand, alleen via het hart. Slechts dan is het mystieke kanaal ver geopend. Ik lees de inhoud die door Maria met beelden in mijn ziel wordt overgedragen, en intussen projecteert Zij deze als het ware op datgene wat Zij daarover wil zeggen. Zij laat mij de ziel, die de brief heeft geschreven, van binnen uit aanvoelen, opdat ik deze zou kunnen helpen, want wat om de brief heen hangt 'als een wolk', zegt vaak veel méér dan de geschreven woorden. Maria staat dan niet naast mij, maar Zij voelt, wordt gewaar en onderwijst in mij, in de diepste vereniging.

Dit alles behoort tot de verklaringen waarom elke brief slechts op Maria’s tijd wordt beantwoord: De Meesteres moet Haar kleine werktuig ook op de precies geschikte ontvankelijkheid voorbereiden. Wanneer ik een brief lees, laat Maria mij Haar verlangens voelen. Indien Zij de brief onmiddellijk beantwoord wil zien, voltrekt de noodzakelijke innerlijke omschakeling zich bliksemsnel. Wil Maria de brief echter (nog) niet per kerende laten beantwoorden, dan leidt Zij mij eenvoudig naar een andere brief, die wel aan de beurt is.

Ooit heb ik in de Bijbel gelezen dat tot een echtpaar werd gezegd: "Weigert elkaar de gemeenschap niet... anders zou de satan U kunnen verleiden". Maria zegt echter dat net integendeel de satan méér macht over ons heeft wanneer wij ons in het huwelijk te vaak aan het geslachtsverkeer overgeven. Bedoelde men het in de Bijbel zo, dat wanneer één van de partners via een derde door de satan wordt bekoord om de huwelijkstrouw te breken, de partners zich dan beter aan elkaar zouden geven?

Dat is correct. De seksuele aantrekking vormt een machtig middel om de huwelijkspartners samen te brengen en de eenheid tussen hen te behouden. Wanneer één van de partners wordt blootgesteld aan het gevaar om zich tot een andere partner te wenden, kan het geslachtsverkeer met de eigen huwelijkspartner dit gevaar eventueel volledig uit de weg ruimen. Voor de ziel ligt echter de uitdaging in het feit dat de affectie op een nog hoger niveau dient te worden gericht, namelijk op de geslachtsloze Liefde tot Maria, tot Jezus, tot God. Omdat de seksualiteit een bijzonder machtige behoefte vormt, geniet het geslachtsverkeer met de eigen huwelijkspartner vanzelfsprekend de voorkeur boven dat met een andere partner. In het ideale geval zou echter zelfs het geslachtsverkeer binnen het huwelijk bij voorkeur slechts mogen worden benut als overbrugging terwijl de ziel zich intussen ontplooit in de vergeestelijking. Het is allemaal een kwestie van Liefde, van willen en van het correct gebruik van de genade.

Lieve zus, Gods Werken zijn er steeds op gericht, de zielen opnieuw tot de staat van heiligheid te verheffen. De genaden komen naar ons toegestroomd. Het komt er voor ons op aan, er op de juiste wijze mee om te gaan. Daarom ben ik verheugd over elke vraag waarvan de beantwoording de zielen op de moeilijke weg naar God kan ondersteunen. Het geeft mij telkens weer de kans om de desbetreffende onderrichtingen van de Meesteres in mij te laten ontluiken en werkelijk een brug te zijn tussen Haar en de zielen, wat ook voor mijzelf een voortdurende uitdaging is. Daartoe ben ik immers geroepen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 289

Wij worden tegen vele mogelijke dwaIingen behoed wanneer wij met een gelovig hart zeer sterk met God of Maria verbonden leven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Al Uw intenties zijn aan de Moeder Gods overgedragen. Zodra daarover iets concreet mag worden vrijgegeven, zal ik van Haar de opdracht ontvangen om U in dat verband te schrijven.

(...)

Mijn hart is verenigd met het Uwe en met datgene wat U bedrukt. Ik wens U bijzonder veel moed want ik besef dat U het zeer moeilijk hebt. Vergeet U echter nooit: Maria is U nabij, temeer daar Zij Zich er zeer over verheugt, dat U zo vol Geloof aan Haar vasthoudt. Daardoor maakt U het Haar mogelijk, U te ondersteunen. Denkt U toch nooit dat Maria U ooit in de steek zou laten. Op de dagen waarop U misschien het gevoel hebt dat Maria niet langer naast U op de weg gaat omdat U Haar Tegenwoordigheid niet meer voelt, is Zij juist in U iets aan het uitwerken, dat U sterker kan maken en Uw spirituele leven een stap verder kan brengen. Begrijpt U het beeld? Men kan iemand naast zich zien gaan, maar men kan hem/haar niet langer zien wanneer hij/zij inwendig in hem werkt.

Ik kan het ook zo uitdrukken: Wanneer de aan Maria toegewijde ziel zich er ’s avonds over beklaagt dat zij tegen tien stenen heeft gestoten (met andere woorden, dat zij dus in de loop van de dag tien maal 'gevallen' is), zou God steeds terecht tot deze ziel kunnen zeggen: "Was Ik er niet geweest, dan zou je vandaag honderd maal tegen een steen gestoten zijn". Zo is het altijd: Bij elke ontmoeting met een medemens, bij elke handeling of elk werk, door elk gesproken woord, door elke gedachte, door elk gevoel, door elk verlangen kan de mens zondigen of ten minste een beetje van de volmaakte zuiverheid en Liefde afwijken. Het is derhalve helemaal niet zo moeilijk, zich honderd maal per dag te vergissen of honderd maal van de heiligheid af te wijken. In vele van deze gevallen echter zal God ons (zolang wij in het hart op Hem gericht blijven) er geruisloos en in het verborgene voor behoeden, iets nog ergers te doen, te zeggen, te denken, te voelen enzovoort, en Hij zal ons voor veel mogelijke dwalingen helemaal behoeden via signalen in ons eigen geweten, via een gebeurtenis in onze omgeving die ons ervoor behoed, een beoogde handeling te beeindigen, een woord uit te spreken, enzovoort. Een klein voorbeeld: Laten wij aannemen dat U van plan bent, een medemens een flinke bolwassing te geven op een wijze die niet vrij is van ondeugden. Net vόόr deze ziel bij U in de kamer binnen komt, kijkt U uit het raam en ziet U daar hoe twee prachtige vogeltjes op een boomtak elkaar een stukje brood doorgeven. God zal alle mogelijke moeite doen opdat dit schouwspel Uw hart zou verzachten en U door gevoelens van Liefde zou worden gegrepen. Dan komt Uw medemens binnen, en plots kunt U het niet meer over het hart krijgen, iets negatiefs te zeggen. De Goddelijke Voorzienigheid heeft U dus voor één of meer ondeugd behoed.

Lieve zus, God of Maria kunnen slechts op een dergelijke wijze in U werken wanneer U in het hart met een zeer vast Geloof met Hem of Haar verbonden leeft. U verlangt er oprecht naar, dit te doen, dat spreekt overduidelijk uit Uw brieven. Precies daarom kan ik met zekerheid zeggen dat U ononderbroken 'van Boven' wordt ondersteund en U telkens weer voor bepaalde fouten wordt behoed. Later zal God U tonen, hoe genaderijk Uw leven in werkelijkheid is geweest, door de vele beproevingen en door de vele kansen waarbij U diep in het hart gehoor hebt gegeven aan de Voorzienigheid en daardoor vele mogelijke zonden niet hebt begaan. Dit alles hoort tot de ononderbroken strijd van het christelijk leven, de strijd naar onze vervolmaking toe, de strijd voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Tracht U een beetje nieuwe kracht te putten, door in elke situatie die met negatieve gevoelens is geladen, tot Maria te zeggen (innerlijk, niet hoorbaar):
"Maria, mijn Moeder en Meesteres van mijn leven, hul mij in het Licht en de warmte van Uw Liefde, wil mij beschermen en verlichten".
Zo zal Uw hele leven zich geleidelijk met Licht vullen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 290

De 'vrijheid' in de zin van het liberalisme drijft de ziel in de armen der duisternis – Wat is bij het zoeken naar een aardse partner van tel? – Hebben sommige bekenden uit de film- en muzieksector zich terwille van de roem aan de duivel weggegeven?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Er wordt soms gezegd dat het te danken is aan de nieuwsgierigheid dat wetenschap en technologie vooruitgaan en dat vele dingen in de wereld zich hebben kunnen ontwikkelen. De wetenschap en technologie mikken er echter vooral op, de mens te helpen om zijn leven in de stoffelijke wereld op een 'betere' wijze te kunnen leiden. 'Beter' moet hier worden begrepen als 'gemakkelijker, met minder beproevingen, minder inspanningen, meer uitzicht op materiële rijkdom'. Uiteindelijk wordt daarbij steeds in de eerste plaats de afgod van het materialisme gediend. Wij kunnen en moeten het hele systeem echter ook laten werken voor het welzijn van het spirituele leven, de bevordering van Gods Werken en de bevrediging van Gods belangen:

Op een gezonde nieuwsgierigheid naar de Mysteries van het Goddelijk Leven is eveneens de ontwikkeling van de Wetenschap van dit Goddelijk Leven gebaseerd, die niet het materialisme doch het Ware Geluk van de mensheid dient. De Moeder Gods onderricht de zielen in deze Laatste Tijden deze Wetenschap, doch verheugt Zich daarbij heel bijzonder over elke medewerking vanwege de zielen: Zij verwelkomt vragen die de ontwikkeling van het spirituele welzijn dienen en de zielen dichter bij een begrip van datgene kunnen brengen, wat God van hen verlangt omdat het hen heiliger maakt en hen derhalve met Hem in harmonie brengt.

Met vreugde heb ik Uw vragen vóór Maria gebracht. Zij heeft deze vragen aangegrepen als gelegenheden om de zielen één en ander in verband met de Goddelijke Wet te leren. Heel verheugend is voor mij het vurig verlangen dat uit Uw vragen blijkt: dat U als studente in de rechten eigenlijk vooral het Goddelijk Wetboek zou willen bestuderen en als advocate de erin vervatte Wetten zou willen verdedigen.

Om welke reden de beide door U vermelde mannen aan psychosen lijden, wordt door Maria niet in alle details verklapt, omdat God de levenswegen van deze beide zielen met een bepaalde bedoeling 'doorheen precies dat landschap laat lopen' en Hij daarmee beoogt dat dit aanleiding moge geven tot vruchtbare beslissingen terwijl de precieze oorzaak (nog) niet bekend is. Eén ding echter, zegt de Moeder Gods in dit verband op onmiskenbare wijze: In de zielen van de beide mannen hebben sommige wegen langsheen dewelke zij denken, voelen en ervaren, als reactie op een reeks diepe kwetsuren een andere richting gekregen:

De vader heeft zich in principe als door God in de steek gelaten gevoeld. Na het ongeval heeft hij toegegeven aan de bekoring dat God hem niet echt kan beminnen, want dat hij anders zijn werk had kunnen voortzetten. Hij heeft gereageerd vanuit een teleurstelling, en deze reactie is een leven op zich beginnen leiden. De broer op zijn beurt, is eveneens gekwetst in de liefde, zij het op een ander niveau: In zijn ziel heeft de gewaarwording wortel geschoten dat hij in veel medemensen Gods Tegenwoordigheid niet kan terugvinden. U weet dat de Meesteres van alle zielen erop wijst dat één van de voornaamste opdrachten van de ziel hieruit bestaat, dat zij jegens medeschepselen Gods Tegenwoordigheid zou vertegenwoordigen, opdat de Ware Liefde vlot en ongehinderd moge kunnen stromen. De broer heeft dit in zijn leefomgeving telkens weer gemist en heeft daardoor zijn gevoel van eigenwaarde verloren. Wat de vroegere vriendin betreft, heeft hij het gevoel dat hij in de ogen van een vrouw gefaald heeft, wat hem ertoe heeft aangezet om zich in zekere zin 'in zichzelf terug te trekken'.

Smeekt U de Hemelse Koningin vooral dat Zij in deze beide zielen de Ware Liefde moge wekken, alsook het gevoel, waarlijk te worden bemind. Tracht U, U erin te oefenen om zoveel mogelijk zachte Liefde naar deze beide zielen toe uit te stralen, opdat zij opnieuw mogen leren geloven in de Liefde, die God zowel rechtstreeks als via mensen laat stromen. Bidt U bovendien voor de bekering van diegenen die ten prooi zijn gevallen aan de bekoring, hun broer van zijn eigenwaarde te beroven.

Over een vloek of een schuld die op het gezin zou rusten, spreekt de Meesteres Zich niet uit. Indien deze als oorzaken van de psychosen in aanmerking zouden komen, zou de Meesteres naar mijn gevoel ten minste een toespeling in die richting hebben gemaakt. Wat ik U in ieder geval adviseer, is dat U een toewijding van Uw woning en van Uw gezin aan de Meesteres van alle zielen zou verrichten. De gebeden met nummers 475 en 886 zouden daarvoor geschikt zijn.

Wat Uw zus betreft, verheugt het mij zeer dat zij sedert enige tijd niet meer zo verbeten tracht vast te houden aan het verlangen om iemand te ontmoeten die van haar houdt, en dat zij gewoon bidt om Gods Wil te mogen vervullen. Gods Voorzienigheid zal Uw zus Zelf antwoorden, en wel via het verloop van haar levensweg. Uzelf kunt Maria erom smeken dat Zij Uw zus innerlijk zou willen leiden en haar de kracht zou willen geven om alles te aanvaarden wat zij op haar weg aantreft. De regel is in principe eenvoudig: Wanneer de ziel zich volkomen aan Maria weggeeft, wordt de Moeder Gods in de diepste zin van het woord de Meesteres van haar levensweg. Telkens dan iets gebeurt of juist niet gebeurt, moet de ziel het zo zien, dat de Meesteres het zo heeft gewild. Protestloze gehoorzaamheid vanwege de ziel levert deze ziel wondermooie bloemen op, die in eeuwigheid niet verwelken.

U betwijfelt of U als opgeleid juriste God en Zijn Heilsplan kunt dienen, omdat U, wanneer U optreedt ten gunste van het Duits recht, tegen God kunt handelen. Inderdaad, het recht (en ik verzeker U: niet slechts het Duitse!) spreekt vaak Gods Wetten tegen. U verwijst terecht naar huwelijken tussen homoseksuelen. Ik voeg daaraan meteen de legalisering van euthanasie en abortus toe, die in vele staten van kracht is geworden. Lieve zus, onze wereld is vreselijk liberaal geworden. De duivel heeft in de loop van de geschiedenis reeds een immense hoeveelheid dwaalwegen doorheen de zielen getrokken. Het liberalisme bepleit de hoogst mogelijke vrijheid van elke ziel. Dat klinkt mooi, maar er zit een essentiële dwaling in verscholen: De vrijheid die door het liberalisme wordt bepleit, vormt voor het zielenleven, het Goddelijk Leven, een vuistdikke ketting in een onderaardse kerker.

Een vrijheid die moet worden begrepen als een 'verregaande beperking van elke mogelijke beknotting in het materiële, aardse leven', kan om te beginnen reeds helemaal niet worden verenigd met een leven volgens Gods Wetten. Deze vrijheid is in overtreding met de hele zin van het Goddelijk Heilsplan, krachtens hetwelk de ziel volkomen onzelfzuchtig elke beproeving moet verwelkomen en opofferen opdat zij zich moge kunnen bevrijden: Gods Heilsplan heeft te maken met een strijd om de enige ware vrijheid: deze van de ziel. De ware vrijheid is de heiligheid, de toestand in dewelke de ziel zich uit de boeien der duisternis losmaakt. De 'vrijheid' in de zin van het liberalisme daarentegen, drijft de ziel in de armen der duisternis: De ziel wordt ertoe aangespoord om zich ongeremd over te geven aan werelds denken en materiële verrijking en zich te verzetten tegen elke autoriteit 'van Boven'.

Volgens het liberale denken heeft God in de wereld niets te zoeken, omdat Hij in principe slechts een fantasiefiguur is, die de zielen verhindert om zich in de wereld te ontplooien. Alle beproevingen zouden slechts dienen als gebeurtenissen en situaties die zo snel mogelijk uit de weg moeten worden geruimd, want zij zouden de mens verhinderen om uit de wereld alles te halen, dat erin zit. De mens wordt zijn eigen God en maakt zijn ziel voor eeuwig tot slavin. Zo strijdt het liberalisme voor de 'goede dingen'(?) in een leven dat 60, 70, 80... jaar duurt via een koers naar de eeuwige verdoeming. Deze eeuwige verdoeming wordt gecamoufleerd doordat het bestaan van God, van de satan, van de zonde en van het Eeuwig Leven eenvoudigweg opzij wordt geschoven. Indien men deze dingen zou toelaten tot zijn wereldbeeld, zou er geen mogelijkheid meer zijn om aan ieder zijn eigen hoogste mate aan 'vrijheid' te beloven.

Ik kan U heel goed verstaan wanneer U in verband met Uw studie twijfels koestert, aangezien het recht immers uiteindelijk steeds een spiegel van het denken van een samenleving is, respectievelijk een dergelijk denken in regels tracht te vatten en zich daarbij eigenlijk volkomen laat leiden door werelds denken. Enkele liberale wetten zijn erin geslaagd om onze wereld te veranderen in een cultuur van de dood en de mensheid rechtstreeks of onrechtstreeks in dienst van de duisternis te stellen. Euthanasie, abortus, huwelijk tussen homoseksuelen, enzovoort: Het gaat telkens weer om wettelijk erkende doding van zielen (in elke betekenis van het woord), respectievelijk om beëindiging van levenswegen door menselijke tussenkomst.

Wanneer een ziel zich iets voorneemt, zoals U bijvoorbeeld rechten wil studeren, en op zekere dag geleidelijk twijfels beginnen te rijzen, wijst dit er doorgaans op, dat in het geweten iets aan de gang is. De ziel zoekt deze innerlijke strijd niet, deze wordt vaak door Gods werking in de ziel veroorzaakt. Indien U een mogelijkheid mocht zien om U als juriste op onbuigzame wijze in te zetten voor de Waarheid, niet de 'waarheid' van een betalende cliënt doch de Goddelijke Waarheid, een optreden in volle eerlijkheid en met respect voor alle regels uit het Wetboek van de Goddelijke Rechter, zou U vanzelfsprekend zeer veel goeds kunnen doen. De wereld heeft in ieder geval nood aan juristen en advocaten die volgens de Wetten van God handelen, anders kan nooit iets veranderen. Indien dit echter voor U persoonlijk moeilijk in de praktijk kan worden gebracht, bijvoorbeeld omdat U zich geen leven kunt voorstellen in hetwelk U het grootste gedeelte van de tijd tegen de stroom zou moeten oproeien en dat U veel hartenpijn en strijd in het geweten zou kosten, zou misschien het volgende kunnen worden overwogen:

Zou U een welbepaalde studie kunnen aanvatten, in dewelke U niet helemaal zou moeten herbeginnen doch waarbij Uw huidige studie in de rechten U in staat zou stellen om meteen op een hoger niveau te beginnen? Indien U de studie in de rechten voltooit, doet U er goed aan, de reeds afgewerkte semesters aan Maria toe te wijden. 'Verloren' is die tijd nooit, want God heeft U die tijd gegeven opdat U ervaring zou kunnen opdoen, met dewelke Uw ziel één en ander kan doen. U hebt de gelegenheid gekregen om wetten te leren kennen die goddeloos zijn, en kunt deze nu aan de Koningin des Hemels toewijden, opdat Zij deze toewijding moge kunnen omzetten in een bijdrage tot een spoedige vervanging van dergelijke wetten door de Goddelijke Wet.

Met betrekking tot Uw vriend: Hoe kan men weten of een vriend de persoon is, met wie men volgens Gods Wil de rest van zijn leven moet doorbrengen? God zou willen dat de ziel haar aardse partner vooral zoekt volgens de volgende maatstaf: Kan ik met deze ziel een leven leiden dat kan bijdragen tot de vervulling van Gods Plan? Een spiritueel vruchtbaar leven zal de ziel slechts met een andere ziel kunnen leiden wanneer de beide zielen de naleving van Gods Wetten tot middelpunt van hun doelstellingen maken. Een Ware Liefde tot alle deugden en gezonde traditioneel christelijke visies vormen daarvoor de voornaamste bouwstenen. Indien de vriend noch de zin van de toewijding en van de overgave aan Jezus en Maria begrijpt, noch de Liefde tot de vergeestelijking, wordt het moeilijk om met elkaar gelukkig en spiritueel vruchtbaar te blijven. Daarom is het ook zeer lovenswaardig dat U zich vragen hebt gesteld over de seksuele component van Uw relatie.

Vanzelfsprekend is een gezonde tederheid toegestaan. Of U 'te ver gaat', zult U merken aan het feit dat het lichamelijke aspect van de relatie voor U het belangrijkste wordt, dit aspect U in gedachten veelvuldig bezig houdt, U in een innerlijk conflict of in een innerlijke koorts brengt, U verhindert om Uw hart vrij en onbelemmerd bij God en bij de dienst aan Zijn Werken te laten verwijlen, U steeds weer begint af te leiden van het nastreven van een vergeestelijkt leven, enzovoort. Tracht U daarbij niet te gespannen te worden, doch bidt U veel om innerlijke rust, innerlijke Vrede en bescherming. Tracht U zich de lichamelijke component van Uw leven voor te stellen als een mooie bloementuin, die U afsluit en waarvan U de sleutel overdraagt aan de Moeder Gods, en smeekt U dan Maria dat Zij Haar eigendom persoonlijk moge bewaken.

Over de persoon die U vijf jaar geleden hebt ontmoet, laat Maria mij geen uitspraken doen. Weest U voorzichtig, koestert U echter geen negatieve gedachten of gevoelens jegens deze persoon, doch draagt U deze over aan de Koningin des Hemels. Het contact is zinvol geweest, zoals elk contact op één of andere wijze zinvol is, omdat Gods Voorzienigheid het boek van onze ontmoetingen beheert.

In verband met Uw vraag of bepaalde personen (zangeressen, acteurs) zich terwille van de roem hebben weggegeven aan de duivel en hun muziek, films enzovoort, gebruiken om mensen te manipuleren en de boodschap van de satan te verspreiden, moet ik helaas zeggen dat dit wel degelijk het geval is. Normaal gesproken oefenen mensen een beroep uit opdat dit hen in staat moge stellen om in hun levensonderhoud te voorzien. Beroepen door dewelke de ziel op grote schaal in de openbaarheid treedt, zoals bijvoorbeeld het geval is in de wereld van film, muziek, sport, enzovoort, worden vaak financieel met grote bedragen ondersteund, omdat in deze beroepen reusachtige wereldwijde reclamemogelijkheden schuilgaan. De jacht op financiële winsten schuift vaak in verregaande mate alle deugdzaamheid terzijde. Dit alleen reeds wordt door de duivel uitgebuit en kan zich zeer nefast op de betrokken zielen uitwerken. In sommige gevallen worden beroemde zielen bovendien gebruikt om wereldbeschouwingen of spirituele boodschappen te promoten, die regelrecht tegen Gods Werken ingaan. Zo zijn er wereldberoemde acteurs en zangers geweest die het niet onder stoelen of banken staken dat zij lid van de satanskerk waren. Op gelijkaardige wijze zijn er zangers en bands die onverholen boodschappen van de duisternis brengen. Verder zijn er ook, die wereldbeschouwingen aanhangen, die gemakkelijk als goddeloos herkenbaar zijn.

Welke gevolgen heeft dit alles?

Voor de betreffende zielen geldt dat zij zich inderdaad aan de duivel hebben weggegeven. Hun verantwoordelijkheid jegens God is reuzegroot. Overweegt U even: Ziel X is beroemd en belijdt op één of andere wijze een duister gedachtegoed of laat zich gemakkelijk met een dergelijk gedachtegoed identificeren. Laten wij aannemen dat vele duizenden zielen zeer sterk door ziel X, haar prestaties, haar succes, haar verschijning enzovoort, alsook door alles waarvoor ziel X symbool staat, worden aangetrokken en alles eraan doen om de levensstijl van X na te bootsen. Voor God is ziel X dan moreel verantwoordelijk voor het mogelijk verval van duizenden zielen. Hoe staat deze ziel ervoor wanneer wij de beide levensdoelen bekijken, voor dewelke elke ziel in de wereld wordt gezonden?

  1. de eigen heiliging: Ziel X heeft zich weggegeven aan de duisternis, en heeft derhalve zelfmoord op de eigen ziel gepleegd.
  2. de persoonlijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan: Ziel X heeft de werken van de duivel vooruit geholpen, daardoor de heiliging van duizenden gehinderd, afgeremd of helemaal onmogelijk gemaakt, en heeft bijgedragen tot een atmosfeer van duisternis in de wereld.

De balans van een dergelijk leven is voor God zeer betreurenswaardig.

Lieve zus, in dit leven is slechts één ding van tel: De Ware Liefde, deze brandstof van het Goddelijk Leven, moet stromen, en elke ziel leeft slechts om deze stroming in stand te houden en zichzelf aan diezelfde stroming te voeden opdat de ziel heilig zou worden. Overal waar, en telkens wanneer, een ziel deze stroming van de Ware Liefde niet in stand houdt, ontwikkelt zich een duistere wolk of een duistere nevel. Een dikke donkere wolkenlaag dekt momenteel onze wereld af. Slechts de zon van de Ware Liefde kan dit wolkendek doorbreken, haar oplossen en de zonnestralen uit het Hart van God opnieuw tot de aarde, tot de bodems van de zielen, laten doordringen, waar zij een bloementapijt tot bloei kunnen helpen brengen. Het ligt aan ieder van ons of en wanneer dit kan gebeuren. De totale toewijding aan Maria is de gouden weg, omdat God Zelf het zo heeft beschikt dat alle aan Maria toegewijde werken en levens door Haar met een veelvoud worden verrijkt en daarna aan Zijn Werken worden toegevoegd, opdat genadestromen op de zielen mogen kunnen neerregenen. Precies deze regens van genaden zijn de Hemelse zonnestralen.

Ik ondersteun U heel graag in het gebed, opdat Uw wegen steeds door deze zonnestralen mogen worden verlicht en U ertoe moge kunnen bijdragen om nieuwe zonnestralen vrij te kopen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 291

De Koningin des Hemels heeft dit Apostolaat in het leven geroepen als het 'apostolaat van de Ware Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid' – Over de dienst van een misdienaar bij het altaar (zie brief 288) – In hoeverre is de medewerking in een apostolaat in dienst van Maria in overeenstemming met Gods Wil?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw vraag verheugt mij, omdat zij mij de gelegenheid biedt om iets eens en voor altijd in het juiste licht te plaatsen. Uw bezorgdheid geldt het feit dat U in Uw hoedanigheid als misdienaar niet strikt gevolg kunt geven aan de woorden van de Moeder Gods om niet in de omgeving van het altaar te komen, aangezien deze ruimte voor de priester is voorbehouden.

Lieve broeder, de Koningin des Hemels heeft dit Apostolaat in het leven geroepen als het Apostolaat van de Ware Hoop, de bemoediging, de Ware Liefde en de volheid van de Waarheid. Zij heeft van God de opdracht ontvangen om Zich in deze Laatste Tijden in de hoogste van Haar hoedanigheden te verkondigen: deze als Meesteres van alle zielen. God heeft Maria deze hoedanigheid weliswaar vanaf het ontwerp van Haar onbevlekte ziel toebedeeld, en heeft deze bij Haar Kroning in de Hemel na Haar aardse leven formeel ten aanzien van het Hemels Hof bevestigd, maar laat dit pas nu bekend maken omdat de Goddelijke Wijsheid en de Voorzienigheid het zo hebben beschikt dat nu, met het oog op de voltooiing van de heilsgeschiedenis, het geschikte tijdstip daarvoor is aangebroken.

De verkondiging van Maria als Meesteres van alle zielen gaat gepaard met de verkondiging van de volheid van de Waarheid, die nu aan de zielen moet worden geleerd, vanzelfsprekend met inachtneming van de grenzen die de Goddelijke Gerechtigheid stelt: De kennis van de Wetenschap van het Goddelijk Leven mag niet meteen in haar volle omvang aan de zielen worden medegedeeld, omdat bepaalde kenniselementen in de sfeer van de Goddelijke Mysteries gehuld moeten blijven. De Wetenschap van het Goddelijk Leven moeten de zielen zich voorstellen als een Hemelse roos, die (net zoals al het Goddelijke) oneindig en onvergankelijk is. Dit betekent:

  • onvergankelijk: De verkondigingen blijven voor eeuwig geldig;
  • oneindig: Deze kennis wordt blaadje na blaadje vrijgegeven, waarbij men zich een roos moet voorstellen waarvan de blaadjes zich in eindeloos op elkaar volgende lagen ontvouwen, laag na laag, zodanig dat de ontvouwing tot in het oneindige verder kan gaan. Zolang wij op aarde leven, blijft een groot gedeelte van deze kennis voor ons verborgen. Precies uit de wijze van de verkondiging waartoe Maria Haar Myriam opdracht geeft, blijkt dat nu en dan kennis wordt vrijgegeven, die ofwel volledig onbekend is, ofwel niet langer bekend is of waarmee geen rekening wordt gehouden, ofwel die zelfs niet in overeenstemming is met bepaalde huidige gebruiken in de Kerk.

In de loop van de tijd is in de Kerk op vele vlakken van Gods ideaal afgeweken. Er is een zeer groot verschil tussen de ideale voorstelling die God over het verloop van de dingen koestert, en de wijze waarop alles op aarde daadwerkelijk vorm krijgt. Om deze reden staat Myriam door de via Maria opgelegde opdrachten automatisch voortdurend bloot aan kritiek of onbegrip, aangezien de verkondigingen soms zelfs van de kerkrechtelijke of liturgische richtlijnen afwijken. De zielen mogen nooit uit het oog verliezen dat zij bij de verkondigingen die binnen dit Apostolaat aan hen worden doorgegeven, te maken hebben met mystieke kennis, dit wil zeggen met kenniselementen die rechtstreeks van God via het Hart van de Meesteres van alle zielen naar de zielen vloeien. Daarom geeft de Moeder Gods U de volgende adviezen:

U hoeft er zich geen zorgen over te maken dat U 'fouten' zou kunnen hebben begaan. Het optreden van de misdienaars wijkt in meer dan één opzicht af van het ideaal dat God koestert. Dit optreden wordt U echter door de Kerk of door de betrokken priesters voorgeschreven. U draagt daarom in Gods ogen geen schuld, temeer daar U niet de intentie had, of hebt, om tegen Gods Wet te handelen. Ook de betrokken priesters zelf zijn niet noodzakelijk verantwoordelijk, aangezien zij meestal slechts trachten, de voorschriften na te volgen. God, Die in de harten leest, weet of er sprake is van een echte fout (in de betekenis van een opzettelijke of bewuste overtreding tegen de Goddelijke Wet). U treft niet de geringste schuld wanneer U tijdens de heilige Mis handelingen moet verrichten die God in principe niet zozeer bevallen. Eigenlijk bent U, net als vele zielen, een slachtoffer van vele ontwikkelingen in deze wereld.

Daarom zegt Maria ook in dit verband met klem dat Zij de zielen op geen enkele wijze verwijten wil maken, doch slechts Haar opdracht wil uitvoeren, die eruit bestaat, de zielen over de ware Wil van God en Zijn ideaalbeelden over het Goddelijk Leven te informeren. De zielen kunnen tenslotte nooit naar de vervolmaking toe werken wanneer deze kenniselementen hen worden onthouden.

Ik kom zo meteen nog terug op datgene, wat U concreet kunt doen.

Daarnaast moeten wij nog met iets anders rekening houden: De Meesteres van alle zielen zou graag verduidelijken dat Haar uitspraak (zie antwoordbrief 288), dat behalve de priester geen zielen de omgeving rond het altaar zouden mogen betreden, vooral betrekking heeft op de tijdsduur van de heilige Mis. Buiten de Misviering is deze omgeving weliswaar eveneens een sacrale plaats, maar dan is deze omgeving 'niet het toneel van de eredienst aan God, waarbij het volledige Hemelse Hof aanwezig is' (aldus de verduidelijking vanwege de Moeder Gods). Tijdens de heilige Mis is de omgeving rond het altaar = Golgotha.

Of het de Wil van God is, dat U misdienaar bent? Absoluut. U kunt deze taak in elk geval voor Uzelf en voor Gods Heilsplan laten werken, ook wanneer U in bepaalde opzichten niet kunt vermijden, bepaalde handelingen te verrichten die de Moeder Gods U afraadt omdat zij de volmaaktheid van de dienst aan God niet dienen. Maria nodigt U ertoe uit, zich vóór elke Heilige Mis met Haar (Maria) te verbinden en Haar al datgene in handen te geven wat U in het kader van de ophanden zijnde heilige Mis zult moeten doen. Zo kunt U zich als het ware met de mantel van de Moeder Gods laten bekleden en het zo beschouwen, alsof het Maria Zelf is, Die door U heen alle handelingen uitvoert. Zij zal dit verzoek aannemen en Uw plaats innemen, zodat het in Gods ogen zal zijn alsof alles in de omgeving van het altaar door de Koningin des Hemels Zelf werd gedaan. Dit zou de volgende voordelen opleveren:

  1. De waarde van het heilig Misoffer en de mate van de daardoor vrijgemaakte genaden zou daardoor worden verhoogd;
  2. U persoonlijk zou in Gods ogen geen fouten begaan, doch integendeel de verdienste van een optreden in gewilde, bedoelde vereniging met de Koningin des Hemels in de ziel ingestort krijgen.

Hetzelfde kunt U voor Uw hele verleden als misdienaar verrichten, in een soort toewijding van deze hele periode aan Maria. Wanneer een dergelijke toewijding vanuit een oprecht hart aan de voeten van Maria wordt gelegd, bewerkt deze voor de ziel een heiligende genade. Maria schenkt U voor dit alles de volgende woorden, die Zij met de belofte van Haar Voorspraak verbindt:

(hier ontstaat gebed 1198)

U bent behulpzaam in een Maria-apostolaat en vraagt of dit Gods Wil is?

Het is Gods Wil dat de ziel zich heiligt, en haar bijdrage tot de bevordering van Gods Werken levert. Daartoe moet zij echt spiritueel voedsel in zich opnemen. Wanneer het gaat om een apostolaat dat daadwerkelijk de ziel voedt en haar helpt vormen opdat zij beter voor de vervulling van haar levensopdracht gewapend zou zijn, en de ziel wegen leert kennen om dichter bij God te komen, zal deze activiteit in harmonie zijn met de Goddelijke Wil. Slaagt U erin, of staat deze activiteit U toe, zich werkelijk voor Maria, God en Gods Werken, onder andere voor de vorming van zielen volgens Gods verlangens, in te zetten, en wereldse invloeden daarbij zo minimaal mogelijk te houden, dan zal Uw inzet God zeker welgevallig zijn.

Lieve broeder, het is lovenswaardig dat U zich vragen stelt over de zuiverheid van Uw activiteiten. Het doel van ieders leven op aarde is tenslotte het nastreven van de vervolmaking. God verwacht van ons niet dat wij de volmaaktheid bereiken in drie dagen, wij hebben een leven lang gekregen om tot Zijn spiegelbeeld uit te groeien. Het is de taak van de Meesteres van alle zielen om als onze Gids op te treden, ons steeds opnieuw de juiste richting te tonen en ons voor de reis te voeden. Haar onderrichtingen zijn nooit verwijten, maar geschenken, soms niets anders dan vergrotingen van de landkaart die wij in onze ziel dragen, opdat wij de details beter zouden zien en Zij deze kan verduidelijken.

Op deze wijze komt het ware innerlijke leven overeen met een satellietbeeld dat steeds groter wordt gemaakt, tot het een zo grote en gedetailleerde foto is, dat wij zelfs de kleinste boom, de kleinste bloem en de kleinste steen kunnen zien. Maria zal ons zelfs dan nog verder onderrichten, tot wij van elke boom in onze leefomgeving elk blaadje zien en kennen: een nooit eindigende ontdekkingsreis. Hoe mooi is het toch, dat telkens wij ons aan een steen hebben gestoten, de Hemelse Moeder het geschikte geneesmiddel op onze wonde aanbrengt, en ons meteen leert wat wij kunnen doen opdat het er voor God weer zo mag uitzien, alsof wij nooit zouden zijn gestruikeld. De Meesteres van alle zielen is tenslotte het Grote Teken van de Hoop die zich verwezenlijkt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 292

Is het mogelijk om pijnen van anderen te voelen, of bij voorbaat te weten dat iemand zal sterven? – Is het mogelijk dat overledenen in dromen om hulp vragen? – Onze dierbare overledenen moeten wij na de rouw loslaten en aan God of Maria overdragen – Onze doornen (alle lijden) leveren onze kinderen vruchten op

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ongetwijfeld is U de oude uitspraak bekend: "Er is méér tussen Hemel en aarde dan onze wijsheid ons laat dromen". Zoveel dingen lijken niet tot een 'normaal' leven te horen, doch komen steeds weer voor. Vanzelfsprekend heeft dit veel te maken met het feit dat Gods werkelijkheid veel en veel groter is dan datgene wat onze zintuigen waarnemen. Precies op dit 'ongewone' gedeelte van de werkelijkheid hebben Uw vragen betrekking:

Is het mogelijk om pijnen van anderen te voelen en tevens bij voorbaat te weten wanneer iemand sterft?

Het is absoluut mogelijk om pijnen en lijden van andere mensen te voelen. Dit vermogen maakt bijvoorbeeld wezenlijk deel uit van sommige mystieke begaafdheden. Jezus Zelf voelde elk lijden van mensen, zowel op het lichamelijke als op het geestelijke vlak, in Zijn eigen Wezen. Wanneer het aan een ziel wordt vergund om andere zielen waarlijk te doorgronden, betekent dit een leven vol lijden, precies omdat de aanvoelende ziel dan innerlijke gewaarwordingen van andere zielen kan, respectievelijk moet, voelen in de mate waarin de Hemel dit voor noodzakelijk houdt. God kan dit toelaten opdat lijden gedeeld zouden worden en zielen door relatieve verlichting van hun lichamelijke, emotionele en/of geestelijke lasten in staat zouden worden gesteld om het kruis van hun leven beter te dragen en daardoor spiritueel vruchtbaarder te worden. Voor sommige zielen betekent 'navolging van Christus' derhalve: het kruis van anderen helpen dragen. Terwijl dit verschijnsel in de mystieke roeping vaak een essentieel onderdeel van de eigen levensopdracht vormt, komt het ook nu en dan voor bij zielen die niet op de mystieke weg zijn geroepen. Het zal voorkomen wanneer God dit voor wenselijk houdt. Van de ziel die de pijn of het lijden van een medemens voelt, wordt immers verwacht dat zij hiermee iets doet dat Gods Werken van dienst kan zijn.

Zo komt het ook wel eens voor, dat een ziel bij voorbaat weet dat een andere ziel op het punt staat om deze wereld te verlaten. Ook deze kennis wordt slechts aan een ziel vergund opdat deze daar iets mee zou doen. Doorgaans wordt deze kennis een ziel ingestort opdat zij behulpzaam zou zijn bij de voorbereiding van de 'overgang' van de betreffende ziel; Met voorgevoelens, in het bijzonder met betrekking tot de dood, moet men voorzichtig omgaan, maar men mag deze ook niet helemaal negeren. De Meesteres van alle zielen nodigt ertoe uit om dergelijke voorgevoelens aan Haar toe te wijden en Haar te smeken dat Zij Zich op een bijzondere wijze zou ontfermen over de ziel waarop het voorgevoel betrekking heeft.

Mensen die overleden zijn en die in een droom om hulp smeken, waar komt dat vandaan?

De oorsprong van dit verschijnsel is zeer vaak onduidelijk en wordt door Maria vaak niet verklaard. Ik heb het zo begrepen, dat de Koningin des Hemels de zielen liever niet beïnvloedt in hun beslissingen om al dan niet voor de betreffende zielen te bidden. Maria verklaart immers dat dergelijke dromen uit de eigen geest kunnen komen doordat de ziel onbewust met het eeuwig lot van de andere ziel bezig is. In de droomtoestand tracht dit inwendig proces zich dan als het ware te voltooien en definitief af te ronden. In de gevallen waarin dit zo is, zal Maria hierover doorgaans niets zeggen, omdat Zij weet hoe vruchtbaar het voor de dromende ziel én eventueel ook voor de 'verschijnende ziel' is, wanneer de dromende ziel daarna intensiever begint te bidden.

Maria sluit ook niet uitdrukkelijk uit dat de droom daadwerkelijk een 'oproep' uit het hiernamaals kan zijn. Zij raadt in elk geval met klem af om dergelijke verschijnselen ooit als 'paranormale' fenomenen te bestempelen, omdat het terrein van de zogenaamde 'paranormale' verschijnselen 'in hoge mate wordt beïnvloed door de duivel', die via deze weg reeds talloze zielen heeft misleid, tot bedrog heeft aangespoord en/of inwendig zeer onrustig en zeer vaak aanhoudend angstig en onzeker heeft gemaakt, en dit blijft doen.

De aanbeveling vanwege de Koningin des Hemels aan de ziel die een dergelijke ervaring opdoet, luidt: Zij moet haar eigen innerlijk leven volkomen onder de hoede van de Meesteres stellen en de ziel(en) op wie de ervaring betrekking heeft, over de grenzen van de dood heen aan Maria toewijden, opdat Zij het hele gebeuren onbeperkt zou kunnen beheersen, Zij – voor het geval waar sprake zou zijn van een manipulatie vanwege de duivel – de dromende ziel volkomen uit de relatie met de verschijnende ziel zou kunnen losmaken en/of Zij Zich over deze ziel zou kunnen ontfermen. Maria doet dit laatstegnoemde toch al, maar op grond van een Goddelijke Beschikking worden veel processen zelfs in het hiernamaals nog door de naastenliefde van zielen op aarde versterkt.

Twee van mijn familieleden zijn reeds lang geleden overleden. Wanneer ik eraan denk, heb ik zoveel hartenpijn en ween ik nog vaak. Is dat verkeerd? Betekent dit dat ik hun overlijden niet aanvaardt? Is dat een belediging aan God?

Uw reactie is volkomen normaal. Elke ziel verwerkt het verlies van geliefde zielen op haar eigen manier. Verkeerd is het slechts wanneer men na lange tijd overledenen nog beweent vanuit een werelds perspectief, ik bedoel: wanneer men er niet kan (of wil) toe overgaan om zich de betreffende zielen voor te stellen op een 'volgend bestaansniveau', op hetwelk zij door God Zelf precies volgens Zijn onfeilbare Wetten worden behoed en waar men hen ooit, nadat Gods volmaakte Wijsheid ook voor ons zelf het tijdstip van overgang heeft vastgesteld, opnieuw zal ontmoeten.

Lieve zus, het is heel belangrijk, zich voor ogen te houden dat de relatie tot een geliefde ziel in de Eeuwigheid oneindig veel mooier is dan deze relatie hier op aarde ooit kan zijn. Onze relatie tot een geliefde ziel op aarde mag nog zo paradijselijk mooi zijn, op dat bestaansniveau in de Eeuwigheid is zij duizend maal paradijselijker. Dit komt doordat de 'ontmoeting' en de 'omgang' met een andere ziel in de Hemel absoluut volmaakt is, volkomen zuiver, volkomen vrij van elke mogelijke verontreinigende of belastende invloed: geen lichamelijke noch morele pijnen, geen lijden, geen storende wereldse herinneringen, geen zorgen, geen angsten, niets anders dan absoluut volmaakte Liefde en de volkomen voltooide Hoop. Onder 'volkomen voltooide Hoop' versta ik de toestand in dewelke datgene waarnaar de ziel in werkelijkheid verlangt, namelijk de ontmoeting met al het Goddelijke en de daaruit voortvloeiende vlekkeloze en grenzeloze Gelukzaligheid, werkelijkheid is geworden.

Wanneer U zichzelf tracht te doorgronden, zult U vaststellen dat niet een niet-aanvaarding van het overlijden van deze zielen de oorzaak van Uw aanhoudende tranen is, doch het onbegrip ten aanzien van de vraag waarom deze beide levensdraden zo plots afgeknapt zijn, en de angst in verband met de vraag wat met deze beide zielen is gebeurd. Ik leid U ook in dat verband opnieuw naar het grote geneesmiddel toe: Maria, Die U innerlijk een nieuwe zekerheid en een nieuwe Vrede wil brengen, omdat Zij weet dat het voor Uw eigen ziel onvruchtbaar is wanneer U zich zorgen maakt. Door zich zorgen te maken over een overleden geliefde houdt een ziel als het ware de wereldse verbinding met die ziel in stand. Deze verbinding moet echter worden losgelaten, opdat de Koningin des Hemels deze ziel volledig moge kunnen omhullen. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Zolang de ziel met wereldse gewaarwordingen om een overleden ziel treurt, eigent zij zich als het ware op een zekere wijze deze ziel toe. Het komt er dan op aan, op zekere dag de overleden ziel op te dragen aan Maria met de woorden: "O Meesteres van alle zielen, machtige Voorspreekster en Koningin van het Hemelrijk, wees toch vanaf nu zijn/haar Moeder en Behoedster, waak over hem/haar, opdat ik hem/haar ooit in Uw schaduw terug moge zien".

God kan zowel ons eigen leven alsook het Eeuwig Leven van onze geliefde overledenen pas waarlijk vruchtbaar maken wanneer wij onze overledenen werkelijk loslaten, in het bewustzijn dat wij hen helemaal niet verliezen doch dat wij hen na een korte aardse tijd volgen naar de plaats waarheen wij dan worden geroepen. Wij staan om zo te zeggen hun tegenwoordigheid bij ons aan God af, opdat zij dichter tot hun bestemming bij Hem kunnen naderen. In ruil voor ons loslaten van deze korte aardse tijd krijgen wij dan de Eeuwigheid samen met hen in onvermoed veel betere omstandigheden dan wij hier op aarde ooit zouden kunnen krijgen.

Ook de toewijding is steeds een zaak van afstand doen, nu eens dit, dan eens dat, en zo steeds verder, tot wij niets meer voor onszelf houden behalve onze ziel. Wij worden daardoor niet armer, doch lichter, zodat wij dan veel sneller de vlucht naar Gods Hart kunnen voltooien. Al datgene waarvan wij afstand doen, krijgen wij duizendvoudig terug, en nog wel extra verrijkt en veredeld. Zo krijgen wij ook onze geliefde overledenen terug, duizendvoudig verrijkt en veredeld, want zij zijn dan bekleed met de eeuwige Glorie. Werkelijk hierin te geloven, is het eindexamen van ons christen-zijn in deze aardse school van onwetendheden en onzekerheden. Dit Geloof maakt het Gods Barmhartigheid mogelijk om het lot van onze overledenen een zodanige vorm te geven, dat wij hen daadwerkelijk terugzien.

Geen enkele ziel gaat verloren, voor wie een totaal aan Maria toegewijde ziel, die haar toewijding dagelijks in alle details echt in de praktijk beleeft en toepast, zich met hart en ziel opoffert door gebeden, totale zelfgave aan Maria ten bate van Gods Rijk en Heilsplan en door vol vertrouwen los te laten, in een blind geloof in Gods Liefde.

Dit loslaten moet U zich zo voorstellen: Zolang U aan iets vasthoudt, houdt U een aardse roos in de hand. Vandaag is deze mooi en geurig, morgen reeds wat minder, en in korte tijd verwelkt zij blaadje na blaadje, tot slechts de stengel en uiteindelijk slechts de herinnering overblijft. God van Zijn kant, houdt U een Hemelse roos voor ogen, die hieruit bestaat, dat U Uw roos duizend maal mooier en onverwelkbaar terugkrijgen, op voorwaarde dat U Uw roos aan Hem afstaan. Waarvoor kiest U dus? De verwelkbare roos in de hand, of de duizend maal mooiere en onverwelkbare roos uit Gods hand, die U krijgt wanneer U de Uwe loslaat en bereid bent om gedurende een korte tijd zonder deze roos verder te leven?

Volgt U met vertrouwen deze raad op, de toekomst zal U bewijzen dat U daardoor het juiste hebt gedaan.

Is het mogelijk dat de kinderen lijden wanneer de moeder de wegen van God gaat?

Ja, absoluut, maar het zal een zalig lijden zijn, want de wegen van de moeder planten en verzorgen op de wegen van de kinderen reeds de bomen van dewelke de kinderen de vruchten zullen oogsten, indien zij slechts de moed hebben om de genade te beantwoorden en zij de Liefde ontwikkelen die noodzakelijk is om de bloesems te laten bestralen met het Licht en de warmte van God.

Lieve zus, geen ziel wenst haar geliefden het leed van deze wereld toe. Nochtans heeft elke weg zijn eigen stenen, en wanneer wij onze geliefden een weg vol rozen toewensen, zullen zij zich zonder enige twijfel aan de doornen verwonden. In de Hemel wordt echter telkens feest gevierd wanneer op aarde een ziel zich aan een doorn op haar levensweg verwondt en daarbij haar bloed in de kelk van het Heil laat druppelen. Daarom bestaat wellicht geen edelere uitdrukking van Ware Liefde dan deze, onze geliefden niet een levensreis zonder doornen toe te wensen, doch te bidden en te offeren opdat zij de Liefde mogen ontwikkelen om de beproevingen niet te beschouwen als eindeloze wolkenmassa’s, doch als gecamoufleerde Goddelijke zonnestralen in het hart. God is de zon bij uitstek, die op alles neerstraalt, doch haar stralen slechts in vruchtbaarheid omgevormd ziet worden in datgene, wat zich ontvankelijk maakt voor de Ware Liefde. Bidt U om Liefde, oneindige Liefde in alle zielen die op Uw levensweg komen, opdat het Licht van deze Liefde in hen de vruchten mogen kunnen laten rijpen. Vertrouwt U er bovendien op, dat de Bron van alle Liefde zich over elke ziel moge ontfermen, voor dewelke zich op aarde een ziel totaal aan de Koningin des Hemels weggeeft. U zult merken dat zelfs de wolken op Uw weg dan van dag tot dag mooier worden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 293

Een uitnodiging 'van Boven' is zoals een bloem: Laat men haar binnen, dan opent zij zich in de warmte van het hart en laat zij haar Hemels parfum vrij

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoe luidt het toch zo mooi: "Gods wegen zijn ondoorgrondelijk"? Een ziel leeft niets vermoedend van dag tot dag, soms zelfs zonder enig welomlijnd doel, en plots gebeurt het: Een teken, een gebeurtenis, en het leven verandert helemaal. De ziel ziet plots een doel in haar leven, haar hele innerlijke gesteldheid wordt herschapen, zij ziet opnieuw de zon omdat haar leven een zin heeft gekregen. Het is interessant om te overwegen dat 'de zon in het leven' God Zelf is, Die door Maria ooit is vergeleken met 'de zon achter de wolken': Zolang de ziel zich hoofdzakelijk op wereldse dingen richt, loopt zij rond zoals onder een wolkendek: Het ontbreekt haar aan innerlijke warmte, haar weg wordt niet voldoende belicht en haar bodem komt niet tot volle vruchtbaarheid. Wanneer God dan een teken stelt, komt het de ziel voor als waren de wolken uit elkaar geschoven en de zon zichtbaar geworden. De levensweg wordt zonovergoten, de ziel krijgt een warm gevoel om het hart, zij ziet vele dingen in een ander (niet werelds) licht, en het leven wordt geleidelijk aan vruchtbaarder.

Ook U hebt duidelijk deze ervaring gehad. Opmerkelijk is echter de vorm in dewelke deze bij U is opgetreden, daar het lijkt alsof de Hemel telkens weer priesters op Uw weg brengt die het gevoel hebben alsof U voor hen een soort geestelijke moeder wordt. Wat heeft dit te betekenen? In de eerste plaats mag U ervan uitgaan dat God U uitnodigt om dieper door te dringen in een vergeestelijkte Liefde. De Ware Liefde is de essentie van het zielenleven en tevens het element dat het minste wordt begrepen en tegen hetwelk zielen het meest zondigen. God kan de ziel op uiteenlopende wijzen de gelegenheid geven om zich in de Ware Liefde te oefenen en het diepere wezen ervan te leren kennen.

Voor U, aldus de Moeder Gods, ligt in deze ervaringen ten dele een gelegenheid tot goedmaking van vroegere tekortkomingen in de Liefde in sommige handelingen, woorden en gedachten: Doordat U nu een 'ondersteunende band' met deze 'zonen van Christus' hebt, helpt U als het ware bij de ondersteuning van de Kerk als geheel. Elke priester die zich kan verheugen over een morele ondersteuning zal daaruit immers telkens weer wat nieuwe kracht putten om zijn opdrachten te vervullen. Uw opdracht gelijkt derhalve in zekere zin op de rol van Simon van Cyrene. Wat wij ooit enigszins hebben verwaarloosd, kunnen wij op zekere dag weer goedmaken. Vaak ziet een ziel niet meteen het verband tussen een vroegere nalatigheid en een nieuwe kans in het leven. God echter, tracht op dergelijke wegen in Zijn boeken de balans in evenwicht te brengen. Zalig de ziel die zich van dergelijke gelegenheden bedient, want zij doet letterlijk een Werk van God.

Via deze ongewone opdracht wordt U niet slechts een kans tot goedmaking geboden, er schuilt ook eenvoudig een innerlijke onderrichting in. Elke ervaring die de ziel in de praktijk van het leven met betrekking tot de Ware Liefde mag opdoen, vormt haar, ontplooit haar innerlijk potentiaal en maakt haar daardoor effectiever als werktuig binnen Gods Werken. Elk contact met een medeschepsel bevat een les in het spirituele leven. Precies om deze reden beklemtoont Maria telkens weer dat de ziel er goed aan doet, elk ogenblik van haar dagelijks leven aandachtig en bewust te beleven. God stelt veel méér tekenen dan de weinige die ons meteen opvallen. Wanneer wij nu gezegend zijn met contacten met zielen die ons werkelijk één en ander te zeggen en te leren hebben dat als het ware is zoals zaad dat in onze zielenbodem wordt uitgestrooid, hebben wij te maken met ware godsgeschenken. In elk schepsel leeft een vonk van het Goddelijk Vuur. In sommige schepselen wordt deze vonk zo zuiver gehouden en zo zorgvuldig gevoed dat deze schepselen in contact met onze ziel deze laatste werkelijk verheffen en ons met Licht en warmte kunnen vervullen.

God wil ieder van ons nodig hebben. Hij zou Zijn Werken gerust in Zijn eentje kunnen voltooien. Hij heeft het echter zo beschikt dat Hij elk Werk pas wil beschouwen als werkelijk vruchtbaar voor de mensheid wanneer zielen er iets van zichzelf aan toevoegen en het derhalve als het ware ondertekenen met hun eigen vrije wil. Met ieder van ons heeft Hij bepaalde Plannen. Een deel van het Plan dat Hij met U heeft, bestaat hierin, dat U dagelijks de priesters aan de Meesteres van alle zielen zou toewijden, opdat zij het door Jezus aangestoken Vuur volkomen onveranderd in stand mogen houden, het onveranderd mogen doorgeven en velen aan dit Vuur mogen aansteken, opdat alle duisternis op deze wereld kan worden verbrand. De wereld heeft priesters nodig die op de Werken van God gericht zijn, niet op de belangen van het wereldse leven. Ik wens U daarbij veel kracht en de ervaring van de ware vreugde die met de beantwoording aan de roeping gepaard gaat. Tenslotte is een uitnodiging 'van Boven' als een bloem: Wanneer men haar binnenlaat, opent zij zich in de warmte van het hart en laat zij haar Hemels parfum vrij.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 294

God als Bron van alle levenskracht van de ziel – Maria heeft Haar eigen tedere wijze om een diep innerlijk lijdende ziel te herscheppen – Met elke ziel die zich aan Maria weggeeft, kan de Meesteres Haar macht over de slang in de praktijk ontplooien

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het leven heeft zo zijn speciale manier om ons op bepaalde dingen te wijzen. Hoe groter onze verwarring is geworden, des te dringender hebben wij antwoorden en een klare kijk op onze toekomst nodig. Zolang onze geest echter blijft wervelen en ons hart in opschudding blijft, zijn wij niet in staat om helder te denken. Zo ziet de wereld het, maar eigenlijk gaat het zeer veel verder. De innerlijke chaos belemmert niet alleen het verstand om helder te denken, zij verhindert eveneens dat de ziel zich volkomen kan openstellen voor de juiste inspiraties. In de mate waarin een ziel het zich veroorlooft om af te wijken van datgene wat onberispelijk zuiver is en zich nu en dan een klein compromis begint te veroorloven, kan zij geleidelijk aan veranderen in een systeem dat nood heeft aan zuivering.

De ziel is het levensprincipe van de mens. Zij is geschapen door de verheven Intelligentie en Wijsheid die God is, en is uitgerust met het vermogen om haar hele aardse leven lang op Gods Wetten georiënteerd te blijven. Zij moet de ononderbroken stromen van genaden die God aanhoudend naar haar toe laat vloeien, ontvangen en in zich opnemen. Deze genaden versterken en verlichten haar en bieden haar daarbij een duidelijk begrip van veel levenssituaties of ten minste een nauwkeuriger gewaarwording, een duidelijker aanvoelen, van de beslissingen die God van haar kan verwachten. Elk element door hetwelk ons gedrag, de door ons gesproken woorden, onze gedachten, gevoelens, verlangens of innerlijke gesteldheden afwijken van datgene wat God van ons verwacht, verstopt op één of andere wijze de kanalen via dewelke wij Zijn inspiraties ontvangen. Dientengevolge kan de ziel steeds méér aan levenskracht inboeten en haar vermogen verliezen om daadwerkelijk te beleven en in de praktijk te brengen wat de Meesteres van alle zielen bestempelt als 'het Goddelijk Leven'.

Lieve zus, ik weet dat Uw hart bedrukt is wegens de ervaringen waar U tijdens de jongste drie jaar doorheen bent gegaan. U hebt derhalve zo spoedig mogelijk een volledig nieuwe Vrede van hart nodig. De Koningin des Hemels nodigt U uit om U totaal aan Haar weg te geven als dienares van Maria. U hoeft helemaal niet bang te zijn om U vanaf heden aan de Allerheiligste Maagd Maria toe te wijden, daar de beslissing om dit te doen de ontplooiing van Uw innerlijk leven in elk geval een grote stap vooruit zal helpen. Maria heeft zo Haar tedere maar absoluut volmaakte manier om een ziel die inwendig lijdt, te herscheppen. Welke fouten een ziel ook moge hebben begaan, en hoe bevuild en bevlekt zij zich ook moge voelen, de Hemelse Meesteres zou eenvoudig een toewijding zoals de volgende willen horen, die U aan Haar voeten geknield met heel Uw hart uitspreekt en vanaf dat ogenblik ook daadwerkelijk in de praktijk brengt:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1197 zouden worden gepubliceerd)

Ik kan verstaan dat U zich momenteel niet bepaald totaal aan Maria durft weg te geven, omdat U het gevoel hebt dat U een onontwarbare chaos in Uw leven hebt toegelaten. Nochtans zijn het uitgerekend de zielen die emotioneel totaal in de knoop zitten, op wie Zij wacht. U bemint de Koningin des Hemels, maar voelt zich niet waardig. Dat geldt voor ieder van ons. Laat U zich tegenhouden om U aan Haar te geven, want Zij heeft de macht om van U een totaal nieuw mens te maken en Uw innerlijke Vrede opnieuw te herstellen. Zij zal geleidelijk aan de wijze veranderen, waarop U Uw leven en alles om U heen beschouwt. Wat U het meeste nodig hebt, is een periode van herbronning, meditatie, rust en stilte om U heen, een tijd van stil gebed, een tijd in dewelke U Uw hart met Maria verenigt en U openstelt voor de mooie dingen die Maria zo vurig in U zou willen volbrengen. De Meesteres zou willen dat U het volgende zou doen:

  1. Wijdt U zich aan Haar toe via het bovenstaande gebed. Door deze akte van toewijding biedt U Haar daadwerkelijk de gelegenheid om Haar immense macht te gebruiken om U totaal te hervormen.
  2. Stelt U alles in het werk om de kans te krijgen om van een rooms-katholiek priester het Sacrament van de Biecht te ontvangen. In deze Biecht spreekt U alles uit, dat U op het hart ligt, alsook de fouten die U volgens U hebt begaan.
  3. Zoekt U naar een gelegenheid om enkele dagen of een week lang (of voor de duur die U voor nuttig houdt) terug te trekken met de bedoeling, de innerlijke Vrede terug te vinden. Gedurende die periode spreekt U alles uit wat U bezig houdt, en wel niet tegenover een mens doch tegenover Maria, in de stilte van Uw hart (dit wil zeggen: niet noodzakelijk hoorbaar).
  4. Het zou onze Hemelse Meesteres zeer aangenaam zijn indien U zou trachten, elke lichamelijke relatie stop te zetten. Op Haar Tijd zal Zij U de richting influisteren, in dewelke Zij U wil leiden. Deze maatregel is absoluut noodzakelijk, opdat U Uw innerlijke gesteldheden zou kunnen zuiveren. Zodra U het gevoel hebt dat U de innerlijke Vrede en de zuiverheid terug hebt gevonden en U in de geest opnieuw meer klaarheid hebt gekregen, zult U opnieuw vertrouwen in de toekomst voelen, wat belangrijk is om als dienares van onze Hemelse Meesteres vruchtbaar te worden.

U zult vaststellen dat de Meesteres van alle zielen de grootste verrijking van Uw nieuwe leven wordt. U zult spoedig ontdekken dat het leven van een ziel op aarde in Gods ogen werkelijk vruchtbaar is wanneer zij zich totaal aan Maria weggeeft. De Koningin des Hemels vermenigvuldigt dan alles met Haar eigen volmaakte Liefde wat de ziel Haar in de loop van haar leven als dienares van Maria aanbiedt. Vervolgens biedt Zij deze offers aan God aan, opdat deze met Gods Werken zouden worden verenigd. Zo helpt de dienares Gods Werken en Plannen op aarde verwezenlijken en heiligt zij daarbij zichzelf.

Met elke ziel die zich aan Maria weggeeft, kan de Meesteres Haar macht uitdrukkelijker demonstreren. Door dit proces wordt Haar de gelegenheid geboden om de kop van de slang onder Haar voet tegen de grond te drukken. Zij zal dit blijven doen, tot het aantal van de Haar door Haar dienaressen geboden offers het rechtvaardigt dat Zij de volheid van Haar macht ontplooit en de slang daadwerkelijk vertrapt. Het beeld van Maria, in hetwelk Zij de kop van de slang vertrapt, brengt Haar absolute macht over al het kwaad en alle duisternis tot uitdrukking en toont de waarheid van de roeping aan, die God Haar voor deze Laatste Tijden heeft gegeven. Zij staat inderdaad op het punt om deze laatste en grootste machtsontplooiing voor te bereiden door Zich thans te openbaren als de Meesteres van alle zielen. Maria wordt nu geopenbaard als Meesteres over alle duisternis die van de satan en zijn gevolg uitgaat en die zich via mensenzielen en in mensenzielen kenbaar maakt. Derhalve wil Zij niet slechts Haar onbegrensde macht over het kwaad buiten onszelf ontplooien, doch in het bijzonder Haar macht over het kwaad dat ons van binnen uit tracht te beheersen. Wanneer Zij door een ziel wordt erkend als haar Meesteres, is het alsof Zij in deze ziel de troon bestijgt en alle sporen van het kwaad die in die ziel zijn achtergebleven, tot Haar slaven maakt.

Lieve zus, het hierboven geschetste beeld zou U tot aansporing kunnen dienen. Het kan een bijzondere Hoop en veel moed geven wanneer de ziel zich in moeilijke ogenblikken het feit voor ogen tracht te houden dat de Meesteres er daadwerkelijk mee bezig is, de slang in haar (de ziel) zelf aan Haar voeten te gebieden met de bedoeling, deze aan Haar macht te onderwerpen. De slang staat hier symbool voor het geheel van alle bekoringen, fouten, verkeerde oordelen, negatieve of zondige innerlijke gesteldheden, boosaardige neigingen en kwellende herinneringen, terwijl de voet van Maria symbool staat voor Haar macht over de ziel en over alle pogingen om de ziel naar het kwaad toe te drijven of haar de Hoop en het vertrouwen te doen verliezen. Welnu, telkens U zich slecht, gedeprimeerd, verloren, vertwijfeld of over Uzelf ontevreden voelt, stelt U zich levendig voor dat Maria op het punt staat om met Haar voet op de slang (de duivel) te drukken, die U van Gods Licht en Liefde tracht te verwijderen. Uw vurig verlangen dat Maria dit daadwerkelijk diep in Uw binnenste zou doen, zal de ontplooiing van Haar macht over U vergroten en U geestelijk verheffen. Geleidelijk aan zult U in staat zijn om te voelen hoe deze invloeden zich uitwerken, want zo voltrekken deze zich dan ook werkelijk.

Ik heb het grootste vertrouwen dat Uw leven spoedig de weg zal vinden, op dewelke U vanaf dat ogenblik vooruit zult komen. Maria Zelf heeft U uitgenodigd om Uw brief te schrijven, want Zij heeft in U Haar wonderen willen voltrekken, doch kon Uw hart niet echt bereiken. Knielt U aan Haar voeten neer, en geeft U Uzelf aan Haar weg. U zult merken dat Uw echte leven, waarvan God heeft gehoopt dat U het zou leiden, begint. Een leven aan Maria’s voeten is een leven in de schaduw van ware heiligheid, Liefde, Licht en Ware Hoop. Het zal mij een grote vreugde zijn, Uw toewijding aan de Meesteres van alle zielen in mijn eigen gebeden voor te bereiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 295

De innerlijke Vrede en de innerlijke ontevredenheid – Het Sacrament van de Biecht kan een rode loper naar de ware innerlijke Vrede worden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Ik help heel graag Uw vader naar de Moeder Gods toe te brengen. Ik beschouw dit des te méér als een dankbare opdracht omdat ik merk dat de betreffende ziel ook zelf naar de aanraking door de Moeder Gods verlangt. Uw vader is zich daar niet ten volle van bewust, zijn ziel echter heeft Maria nooit losgelaten. Het verheugt mij eveneens dat U vraagt dat Uw vader de innerlijke Vrede zou mogen vinden en dat hij een rouwmoedige Biecht zou kunnen spreken. De ziel wordt pas vruchtbaar in haar werken voor God wanneer zij de innerlijke Vrede in stand weet te houden of deze weet terug te vinden.

De innerlijke Vrede is eigenlijk zoals een relatieve windstilte in de ziel, in die zin, dat de ziel zich in deze gesteldheid niet laat intimideren door om het even welke invloed, en zich derhalve ook niet gemakkelijk laat verlammen in datgene wat zij voor God kan doen, en bovendien ook ontvankelijker is voor al het goede dat God haar laat toekomen. Innerlijke onvrede komt gewoonlijk voort uit onverwerkte herinneringen en ervaringen, uit een verzet van de ziel tegen haar eigen innerlijke gesteldheid en uit ontevredenheid met de loop van haar eigen leven, met haar eigen lot. Innerlijke onvrede wijst er steeds op, dat één en ander niet loopt zoals de ziel had gedacht of gehoopt. Wanneer daarentegen de ware innerlijke Vrede in de ziel wortel schiet, wijst dit erop, dat de ziel om zo te zeggen vrede heeft gesloten met de wijze waarop Gods Voorzienigheid haar levensweg stuurt. Ik zou het zo kunnen uitdrukken, dat de innerlijke Vrede wordt gesloten op het ogenblik waarop de ziel inwendig heel oprecht, zonder protest en van harte tot God, respectievelijk tot Maria, zegt: "Goed dan, ik leg mij nu neer bij Uw beschikkingen en Uw leiding, en stel mij voortaan innerlijk in op trouwe navolging van deze beschikkingen en deze leiding, want ik heb (eindelijk) begrepen dat U het slechts goed met mij meent".

Vragen om innerlijke Vrede, hetzij voor zichzelf hetzij voor een geliefde ziel, betekent in principe vragen om een ondubbelzinnige ervaring van het Ware Geluk, want de innerlijke Vrede is de gesteldheid in dewelke het hart elke gespannenheid loslaat, helemaal herademt en elke weerstand tegen haar lot laat varen. De ziel in deze gesteldheid beschouwt haar wereld en haar leven heel anders, namelijk alsof er nog slechts zonneschijn ware. Terwijl de ontevreden ziel zelfs bij zonneschijn nog naar de kleinste wolk lijkt te zoeken, vindt de tevreden ziel zelfs op een regenachtige dag nog de zon... in haar eigen hart. Hoe komt dit? Omdat deze ziel eindelijk Gods Tegenwoordigheid in zichzelf heeft ontdekt.

Hoe zou het mij dan niet verheugen wanneer een ziel Maria om dit geschenk smeekt?

De smeekbede om de gelegenheid om een rouwmoedige Biecht te spreken, is in principe zeer nauw vervlochten met de eerste smeking: Het Sacrament van de Biecht kan tot rode loper naar de ware innerlijke Vrede worden. Het verband tussen die beide laat ons inzien dat de innerlijke Vrede eigenlijk een kwestie van ervaring van innerlijke zuiverheid is. Men zou zich het beeld voor ogen kunnen houden van een mens die in een modderige gracht valt. Wanneer hij opstaat, walgt hij meteen van zichzelf. Welke invloed heeft deze toestand op zijn gemoed? Doorgaans zal deze mens onrustig worden, ontevreden, zonder lust om wat dan ook te doen tot hij zich heeft kunnen reinigen. Zo voelt de ziel het aan, die het slijk van bepaalde onzuiverheden in zich voelt. Niet slechts de eigenlijke zonde kan de ziel innerlijk onrustig maken: Ook het gevoel dat zij niet helemaal heeft beantwoord aan de verwachtingen van anderen en/of aan haar eigen verwachtingen, kan verlammend werken.

De Meesteres van alle zielen nodigt ons (U en mij) ertoe uit, Haar te smeken dat Uw vader met een voldoende helder geheugen en een helder verstand diep in zichzelf moge kunnen kijken, teneinde in de Biecht één en ander uit te spreken dat hem (vooral volgens zijn eigen aanvoelen) in de ziel kan hebben ontregeld en hem innerlijk door elkaar kan hebben geschud, opdat hij zich achteraf opnieuw bewust moge worden van het verlangen naar aanraking door de Moeder Gods, respectievelijk door God. Vaak beletten de sporen van oude fouten dat de ziel zich bewust zou worden van haar verlangen om God in haar innerlijk leven te voelen.

Eigenlijk kunt U Maria reeds iets waardevols 'in ruil' aanbieden: Uw vader bidt immers nog zelf dagelijks de Rozenkrans. Mooi. U kunt nu dagelijks vóór het Rozenkransgebed tot Maria zeggen:

"Mijn Hemelse Moeder en Meesteres, ik wijd U het Rozenkransgebed toe, dat mijn vader U zo dadelijk zal geven. Wil het aannemen als een roos. Moge de geur van deze roos hem de genade bekomen, de rozentuil van het Sacrament der verzoening te erven, dat hem zal bevrijden. Wil zijn hart naar deze tuil laten verlangen en zijn ziel ontsluiten voor de volle benutting van deze tuil".

Door de toewijding van die inspanning, die Uw vader immers ondanks ziekte nog opbrengt, kan deze dagelijkse prestatie zijn ziel nog rijke genaden opleveren. Dit is een voorbeeld voor het feit dat Gods Voorzienigheid vaak situaties schept die als 'aanbetaling' voor een spirituele bevrijding kunnen worden gebruikt.

Het zo-even vermelde voorstel is niet in strijd met de vroeger geopperde stelling dat de Moeder Gods niet zo graag heeft dat zielen met het Rozenkransgebed een eigen intentie verbinden. Maria vraagt steeds opnieuw dat Zij vrij over onze gebeden zou kunnen beschikken, omdat Zij het beste weet wat de zielen nodig hebben. Niettemin is de situatie waarvan sprake is in deze brief, iets anders: U verbindt het Rozenkransgebed van Uw vader niet met een eigen intentie doch biedt het aan als geschenk omdat Gods Voorzienigheid heeft beschikt dat Uw zieke vader nog zelf de Rozenkrans bidt, en U smeekt dat dit gebed hem zou mogen openstellen voor een Sacrament dat hem de innerlijke Vrede en innerlijke zuivering kan brengen. Derhalve betreft het hier niet langer een gebedsintentie, doch een echte toewijding.

Lieve zus, ook in onze tijd gebeuren nog wonderen, zelfs heel mooie. De meeste wonderen gebeuren waar de Hoop en het vertrouwen volkomen zijn. Dit is heel begrijpelijk: Waar de Hoop volkomen is, leeft de ziel op een zodanige wijze alsof zij datgene waarnaar zij verlangt, reeds zou hebben gekregen. Waar het vertrouwen volkomen is, merkt God de overgave en het vaste geloof in de zo diep bevredigende effecten van Zijn Tegenwoordigheid. Hij zaait het liefst in de tuinen die Hij voor Zijn zaad ontsloten vindt. Geeft U Uzelf en Uw vader vol vertrouwen aan Maria. U zult merken hoe Zij tewerk gaat.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 296

'geestelijk gestoord zijn' is vaak het uiterlijk zichtbare symptoom van een spirituele storing die aanvallen van de duivel naar zich toetrekt

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus, lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw intentie heb ik diep in mijn hart gesloten. Inderdaad, vaak beginnen geestesstoringen met kwetsuren. Daarbij moeten wij opmerken dat datgene wat de mens gewoonlijk herkent als 'geestelijk gestoord zijn', in wezen vaak de uiting, het uiterlijk zichtbare symptoom van een spirituele storing is. Wanneer de mens in de loop van zijn leven het slachtoffer wordt van een diep ingrijpende kwetsuur, dit wil zeggen van een invloed die zijn wereldbeeld, zijn waarneming van het leven, zijn verwachtingen ten aanzien van het leven en/of zijn visie in verband met het bestaan en het werken van God verandert, wordt hij zeer gevoelig voor aanvallen van de duivel, omdat de ziel om zo te zeggen haar houvast, haar spirituele stabiliteit verliest. Het verzet tegen influisteringen vanwege de duivel wordt dan steeds kleiner en de duivel bezet de innerlijke gesteldheden en laat deze voortaan 'voor hem werken'.

De nieuwe toestand kan zich onder andere vertonen in de vorm van schizofrenie. Er moet worden opgemerkt dat geestesstoornissen zeer vaak gebaseerd zijn op een samengaan van twee componenten: De mens is plots niet langer in staat om zich op een passende wijze aan te passen aan nieuwe omstandigheden, schakelt daarom geleidelijk (soms echter ook tamelijk plotseling) over op gedrags- en reactiepatronen die wij herkennen als 'abnormaal', en als tweede component komt de beïnvloeding vanwege de duivel, die zich van de aanpassingsstoornis van de ziel bedient om deze laatstgenoemde onder zijn toenemende invloed te brengen. De geestesstoornis verergert dan gewoonlijk naarmate de heerschappij van de duivel in de ziel groter wordt. De geestesstoornis kan daarom nooit op een duurzame wijze worden genezen indien geen rekening wordt gehouden met de spirituele component (de heerschappij van de duivel in de ziel), vooral niet indien de behandeling in hoge mate is gebaseerd op de toepassing van medicijnen, die bovendien eveneens het lichaam belasten omdat dergelijke medicijnen doorgaans zoals gift op de stofwisseling inwerken. Lichamelijke 'vergiftiging' werkt zich vaak uit in bijkomende negatieve stemmingen, en belet het hele wezen om nog normaal te functioneren. Dit betekent tevens dat de mens de hem door God toebedeelde opdrachten in het leven niet meer kan uitvoeren. Dit speelt de duivel in de kaart.

Uw vriendin zou uiteindelijk een diepe Biecht moeten kunnen spreken, doch zij zal de spirituele vruchten daarvan pas oogsten nadat zij de kwetsende invloeden heeft herkend, evenals de rol die zij zelf in die context heeft gespeeld. Wij moeten namelijk duidelijk beseffen dat de duivel niet slechts op het toppunt van de gewaarwording na een diep ingrijpende kwetsuur binnensluipt, doch dat hij ook in de ziel bepaalde deuren en vensters sluit en deze tracht te vergrendelen. In klare taal: Hij stelt alles in het werk opdat de ziel zich zo weinig mogelijk zou herinneren van de kwetsende omstandigheden en haar eigen rol in de gebeurtenissen, respectievelijk opdat haar geheugen in dat verband in hoge mate zou worden verwrongen. Hij doet dit opdat de ziel niet meer haar eigen schuld, zonde, ondeugd, haar eigen fouten enzovoort zou herkennen en inzien, deze derhalve niet zou kunnen berouwen en hen niet zou kunnen belijden, hen niet zou kunnen biechten, niet meer geneigd zou zijn om anderen te vergeven, enzovoort. Zo houdt hij zijn gevangenen in zijn klauwen en zorgt hij ervoor dat zij zijn plannen niet tegenwerken.

Het zal niet gemakkelijk zijn om Uw vriendin ertoe te leiden dat zij haar geest ontsluit. Wat psychoanalyse betreft: Hiertegen neemt de Moeder Gods zeer beslist stelling in, omdat het niet volgens Gods Plan is om het verleden op te graven. Het verleden behoort veeleer aan Maria te worden toegewijd. Het verleden, het hart, de geest, elke kwetsuur, elk innerlijk lijden (vooral de elementen van onbewust en verborgen leed) en elke zwakheid in de spirituele weerstand van Uw vriendin moet vurig aan Maria worden toegewijd, en er moet met Vuur tot de Koningin des Hemels worden gesmeekt dat Zij stevig bezit zou nemen van het hele leven en het hele wezen van Uw vriendin, opdat elk spoor van duistere invloeden door Maria zou worden overwonnen en weggewassen. In een ziel in dewelke de Meesteres van alle zielen heerst, kan de duivel uiteraard nog zijn aanvallen op touw zetten, maar hij zal deze ziel niet meer constant kunnen beheersen, tenzij de ziel bereidwillig toegeeft aan zijn influisteringen en zich niet aan Maria vasthoudt.

Smeekt U de Koningin des Hemels om ontsluiting en zuivering, om Licht en Liefde voor Uw vriendin, opdat deze alle gespannenheid moge kunnen loslaten en zich naar de wedergeboorte van het Licht in zichzelf zou kunnen toekeren. De Meesteres vraagt U beiden om dagelijks gebed 1196 aan Haar voeten neer te leggen. U bidt daarbij de tekst zoals deze is, doch biedt hem aan Maria aan alsof hij door Uw vriendin aan Haar worden aangeboden. Daarbij smeekt U Haar om bevrijding. Ik voeg deze gebeden zeer graag toe aan alles waartoe de Meesteres mij zal uitnodigen om te doen. Vertrouwt U ten volle op de macht van de Koningin des Hemels, die door Haar volmaakte Liefde deze ziel naar Zich toe zou willen trekken en in haar de dageraad na de duistere nacht wil afkondigen. Geeft U deze strijd niet op, biedt U integendeel al het goede dat Uw vriendin in haar leven reeds heeft gedaan, aan Maria aan als offergave tot haar bevrijding. Zo werkt de Meesteres van alle zielen: Vindt Zij in de tuin van onze ziel ook maar één enkele bloem, en maken wij Haar duidelijk dat wij zouden willen dat deze Haar toebehoort, dan verandert Zij de hele tuin in een paradijs. Ik geef Maria mijn hart, opdat de omvorming in Uw vriendin moge lukken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 297

De belijdende christenen in deze tijd vergaat het zoals de eerste christenen die in de arena werden geworpen – Mensen die zich aan een werelds leven overgeven, kunnen wij nauwelijks door redeneren bereiken – Laten wij onze angsten om het dagelijkse leven aan de Meesteres van alle zielen overgeven, en wij zullen het noodzakelijke niet ontberen – Maria beschouwt elke oprechte poging tot vereniging met Haar als een bedevaart, die meestal zegenrijker is dan een 'werkelijke' bedevaart

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het is een merkwaardige vaststelling dat de geschiedenis zich in een bepaald opzicht inderdaad herhaalt. In de begintijd van het christendom moesten diegenen die hun geloof in Jezus beleden, vaak onderduiken omdat een leven in de openbaarheid voor hen niet zonder gevaar was. In Rome werden zij in bepaalde perioden zelfs in de arena geworpen om door de leeuwen verslonden te worden, terwijl de keizer en het Romeinse volk zich daaraan verlustigden. Laten wij eens poolshoogte nemen hoe het ons, belijdende christenen, in deze tijd vergaat. Ook wij worden gemeden, veracht en in de arena geworpen, om daar door de leeuwen van het ongeloof en het onbegrip om ons heen te worden verslonden, terwijl de duivel en zijn gevolg zich eraan verlustigen, te zien hoevelen onder ons door ontmoediging de strijd opgeven en zelfs het Geloof verliezen.

Laat ons echter ook eens denken aan de andere kant van de medaille: De christelijke martelaren in de arena bezongen hun Geloof en hun vertrouwen in God. Zij werden weliswaar niet allemaal tegen de leeuwen beschermd, maar zij geloofden rotsvast dat het hen in het 'volgende' leven oneindig veel beter zou vergaan, en dat het aardse leven op zich geen andere waarde heeft dan deze: de ziel op het Ware Leven in Gods Tegenwoordigheid voor te bereiden, door zich in haar gedragingen, in haar innerlijke gesteldheden en in haar verwachtingen voor het Eeuwig Leven (Geloof, Hoop!) reeds precies met Gods verlangens in overeenstemming te brengen.

Lieve zus, diegenen onder ons die door onze omgeving niet worden begrepen, omdat zij aan de richtlijnen, adviezen en uitnodigingen vanwege Jezus en Maria zo precies mogelijk gevolg willen geven en op het spirituele vlak dag en nacht aan zichzelf werken, zijn bevoorrecht. Zij worden niet ernstig genomen, worden beschouwd als lichtgelovigen indien al niet als schijnheiligen, en nog veel erger. Zij worden dus in één woord 'door de leeuwen verscheurd' terwijl de duivel zich verlustigt aan de aanblik van deze zielen die door de meerderheid (het 'Romeinse volk', dus de massa’s ongelovige zielen) vijandig worden behandeld, en vaak bespot.

Wij, die de unieke genade hebben verkregen om door de Koningin des Hemels Zelf te worden onderricht, en er dagelijks bewijzen voor krijgen dat de Hemel ten zeerste met ons bezig is, zouden net als de eerste christenen ons leven en elke kritiek in die zin moeten verachten, dat wij rotsvast in de Waarheid van de Eeuwige Gelukzaligheid geloven.

Wat kan de brullende leeuw (= de negatief gezinde medemens) ons eigenlijk aandoen, wanneer wij weten dat er een Eeuwig Leven is, dat er inderdaad een God is die niet dood is, maar integendeel de enige Bron van het Ware Leven?

Wij krijgen geen beproevingen te doorstaan omdat er geen of desnoods slechts een onverschillige God bestaat, maar omdat al deze beproevingen, indien deze worden toegewijd, aan het Heilsplan voor de hele mensheid een concrete, verlossende kracht toevoegen, en derhalve de spaden zijn met dewelke wij het graf van de duivel op aarde mogen graven. De aanvaarding en toewijding van onze beproevingen, bij voorkeur aan Maria, is eigenlijk niets anders dan het zingen van de christelijke martelaren in de arena. Als overtuigde christenen voeren wij in principe een oorlog van Liefde, en het uniform dat wij dragen, is dat van de Waarheid ten teken van het feit dat wij de Nalatenschap van onze God niet verloochenen.

Lieve zus, Uw dochter kan nauwelijks worden geholpen met argumenten. Zij heeft zich aan een werelds leven overgegeven en ziet met het verstand geen redenen om zich over te geven aan een leven dat haar vele wereldse dingen afneemt.

Wie is God? Waar leeft Hij? Hoe ziet Hij eruit? Waar is Hij wanneer de dagelijkse problemen mij in het nauw drijven? Door dergelijke vragen tracht de ziel, die daarbij heel vlijtig door de duivel wordt ondersteund, haar wereld op concrete tastbare wijze in de greep te krijgen, en datgene uit haar wereld te bannen, dat zij zintuiglijk niet kan waarnemen. Het Geloof trekt zo gemakkelijk aan het kortste eind wanneer het de strijd moet aanbinden met de waarneembare wereld. Nochtans heeft de wereld nog nooit een ziel echt gelukkig gemaakt, tenzij de ziel zich dit in haar totale blindheid inbeeldt omdat zij de Waarheid (de veel bredere Goddelijke realiteit) niet wil zien.

Wijdt U Uw dochter en Uw kleinzoon vol vertrouwen toe aan Maria, opdat deze zielen zich geleidelijk voor het ene ware zouden ontsluiten. Onze grootste strijd, lieve zus, zal altijd deze zijn, dat het moeilijk is om een ziel die het Geloof de rug heeft toegekeerd, ervan te overtuigen dat niet het aardse goed, het schijngeluk, het doel van het leven is, maar dat onzichtbare, waarin zij niet meer gelooft. Hoe overtuigt men een ongelovige ziel ervan dat pas na dit leven alles begint? Wij weten dat het zo is, en Maria komt het ons bevestigen in elke onderrichting, in elke openbaring, in elke antwoordbrief... welk onschatbaar geschenk, dat voor ons is als een zenuwpil wanneer wij de arena betreden.

U hoeft ook niet langer in angst te leven dat U financieel niet zou rondkomen. God laat de Zijnen niet in de steek, en hoe meer U in Gods oneindige Liefde gelooft, die Hij door Zijn Voorzienigheid zo graag weelderig laat bloeien, des te méér zullen de poorten van de schatkamer der genaden zich voor U openen. Geeft U ook Uw angst om het dagelijkse leven over aan de Meesteres van alle zielen, en ik kan U beloven dat het U aan niets zal ontbreken, wat U werkelijk nodig hebt en op het moment waarop U het nodig hebt. U kunt Maria een heel groot geschenk aanbieden: Tracht U zich, vanaf vandaag, bij al Uw gebeden met Uw hele wezen in het Hart van Maria te werpen. Laat U zich niet door om het even welke wereldse zorgen afleiden, en zegt U eenvoudig tot Maria:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1199 zouden worden gepubliceerd)

Lieve zus, het bovenstaande korte gebed zou als een kleine akte van vertrouwen kunnen gelden. Het zal U de kracht verlenen om U onbeperkt aan de Liefde van Maria over te geven, in het bewustzijn dat Zij alles in Uw leven zo zal leiden, zoals het moet zijn. Bovendien zou ik U er graag toe bemoedigen, telkens U zich in gebed terugtrekt, deze kleine reis naar de kern van Uw hart als een bedevaart te beschouwen, die U helemaal niets kost en die in Maria’s ogen zelfs een veel grotere waarde kan hebben dan een eigenlijke bedevaart. Maria beschouwt elke oprechte poging tot vereniging met Haar als een bedevaart, want een dergelijke poging brengt de ziel daadwerkelijk dichter bij haar heiliging.

Het feit dat U zich nauwelijks kunt veroorloven om werkelijk op bedevaart te gaan, geeft Maria de gelegenheid, U dit prachtige 'alternatief' voor een bedevaart voor te stellen, die in elk geval Uw ziel zal verheffen. Ik zou de innerlijke reis naar het hart, op zoek naar Maria in zichzelf, bij deze graag 'de bedevaart van de armen' noemen. Zij is in werkelijkheid, in Gods ogen, de bedevaart van de ziel die er nu reeds mee is begonnen, de toekomstige rijkdommen te ontdekken. U kunt vast op mijn gebed rekenen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 298

Zin en doel van het Novembergebedsplan – Hoe omgaan met angst? – over de engelbewaarders – Het brievenapostolaat via Myriam – Maria is voor het verkeer tussen de zielen en God tezelfdertijd poort, sleutel, rode loper en wasinstallatie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw interessante vragen, die elke ziel kunnen dienen als aansporing tot beschouwing. Eigenlijk zou men het zo kunnen zien, dat elke vraag die betrekking heeft op een essentieel punt van het Goddelijk Leven, onze Hemelse Meesteres ertoe uitnodigt om weer een nieuwe plaatsnaam in te vullen op een blinde kaart. Het zielenleven zit vol geheimen en is in de reisbagage van een ziel zoals een kaart op dewelke zij allerlei dingen bij elkaar kan vinden (bossen, tuinen, velden, rotsen, waterlopen, watervallen, bergen, woestijnen, moerassen, wegen, enzovoort). De ziel vindt er echter relatief weinig plaatsnamen, zodat zij zich niet altijd goed kan oriënteren. De Meesteres van alle zielen is echter de reisleidster, de gids die het zielenleven en de Mysteries van het Goddelijk Leven kent zoals geen ander. Haar opdracht is het, in het bijzonder in deze Laatste Tijden de blinde kaart te voorzien van plaatsnamen en de wegen te identificeren. Zij doet dit in alle openbaringen, onderrichtingen, gebeden, teksten, antwoordbrieven.

Wanneer nu een ziel een oprechte vraag aan Haar voeten neerlegt, geeft de Meesteres Haar toelichtingen uit de schatkamer der Eeuwige Wijsheid, en op de kaart van de Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt ergens een plekje ingevuld. Maria’s doelstelling bestaat hierin, zoveel mogelijk van de talloze punten op deze kaart te voorzien van een plaatsnaam, opdat de zielen zich steeds beter in deze Mysteries zouden kunnen oriënteren. Hoe beter een ziel dit landschap van het Goddelijk Leven met al zijn prachtige verbanden leert kennen, des te beter begrijpt zij zichzelf, Gods Wetten en de wegen naar Gods Hart.

Daarom is het voor mij een vreugde om ook in deze antwoordbrief de pen te mogen zijn in de vlekkeloze hand met dewelke de Meesteres enkele namen zou willen invullen. Ik citeer nu Uw vragen:

Hoe moet het Novemberplan worden verstaan? Wanneer ik bijvoorbeeld voor mijn schoonouders bid, moet ik het dan zo verstaan, dat in hen dan de Goddelijke kiem opnieuw wordt gewekt, of dat ik mijn persoonlijk leed opdraag opdat hen dan de schuld niet zo zwaar wordt aangerekend?

Het Novemberplan is iets heel groots, omdat het in elke ziel die het Plan in haar hart gebruikt, het allerbeste naar boven haalt. De zin en doelstelling van het Plan liggen hierin, de ziel ertoe aan te sporen om bepaalde stenen en glasscherven uit haar verleden uit haar zielenbodem op te graven en deze aan de Meesteres te overhandigen, opdat Zij deze onder Haar machtige voeten zou verpletteren en vergruizen. Doordat het Novemberplan een ononderbroken aansporing vormt tot een heldhaftige vergeving aan alle medemensen de de ziel ooit kunnen hebben geschaad, biedt dit Plan de zielen de grootste gelegenheid van hun leven om de door de duivel in hen opgetrokken bouwwerken onder de heerschappij van de Meesteres van alle zielen te brengen, opdat Zij waarlijk 'de Vrouw met de voet op de slang' moge kunnen zijn.

Wanneer U in het kader van het Novemberplan voor Uw schoonouders bidt en U deze zielen oprecht en onherroepelijk vergeeft, wordt Uw eigen ziel gereinigd van de sporen van eventuele wrok, eventuele haat en eventuele slechte gevoelens, wat U de kans geeft om U te bevrijden van een aanzienlijke ballast die U totnogtoe kan hebben belet om naar God toe op te stijgen. Uw persoonlijk leed mag U absoluut aan het gebed toevoegen: Dit verheugt de Moeder Gods buitengewoon, vooral wanneer U bijvoorbeeld op de aan de schoonouders gewijde dag tot Maria zegt:
"Hemelse Moeder en Meesteres, vandaag geef ik U alles dat ik op mijn weg van het dagelijks leven moge aantreffen, opdat mijn schoonouders spiritueel mogen bloeien".

Vanwege het feit dat U hen van harte vergeeft en bereid bent om voor hen leed op te dragen, wordt de relatie tussen U en Uw schoonouders op het spirituele vlak met Licht gevuld. U kunt nu nog niet zien welke waarde dit in Gods ogen heeft, maar ik verzeker U dat geen ziel zich dit kan voorstellen.

Wanneer ik voortdurend zo bang ben voor de duisternis (de duivel), wordt dit mij dan ook reeds als boetedoening, als zuivering aangerekend?

Alles waarvoor de ziel bang is, vraagt van haar een voortdurende innerlijke aanpassing: Angst leidt tot innerlijke gespannenheid. Door dit gevoel te worden verdrukt en zich daartegen te moeten verzetten, vormt een lijden op zich. Wanneer U deze gevoelens aan Maria toewijdt en ook naar deze toewijding leeft, wordt dit lijden U als boetedoening aangerekend. Het einddoel daarbij is echter, deze angst te leren overwinnen door in de diepte van Uw hart te zeggen: 'Maria heerst over mij, wie of wat zou dan ook maar iets tegen mij kunnen doen?' Deze formule kan trouwens ook met succes worden gebruikt wanneer een ziel bang is voor de eigenlijke duisternis (in de betekenis van het donker van de nacht, bijvoorbeeld wanneer men alleen thuis of buiten is). De kracht van een dergelijke formule ligt hierin, dat deze woorden de buitengewone macht van de Koningin des Hemels wekken.

Maria legde mij ooit, enkele jaren geleden, een oefening op, door dewelke Zij mij een onvergetelijke les wilde geven. Zij gebood mij om enige tijd lang diep geknield aan Haar voeten te gaan liggen. Tezelfdertijd toonde Zij mij in een visioen duivels. Daarna, terwijl Zij dit visioen in mij liep lopen, gebood Zij mij om zonder enige onderbreking lofprijzingen tot Haar uit te spreken. Intussen werd het liggen in een diep knielende houding lichamelijk geleidelijk aan pijnlijker en pijnlijker. Doch naarmate ik de lofprijzing vuriger naar Haar toestuurde, toonde Zij mij hoe Zij de vernedering verscherpte, aan dewelke Zij de duivels onderwierp. De les lag hierin: Maria’s macht is onbegrensd, maar de uitwerkingen van die macht worden des te méér gewekt (dit wil zeggen: concreet uitgeoefend) naarmate de ziel zich aan Haar weggeeft (gehoorzaamheid jegens de uitnodiging om lofprijzing aan te bieden), alle erbij horende lijden voor Maria van harte te aanvaarden, en lofprijzing schenkt aan God, respectievelijk Diegene Die Hem jegens de toegewijde ziel vertegenwoordigt (Maria). Hier hebben wij dus nogmaals de reeds eerder vermelde driehoek van de spirituele vruchtbaarheid: Liefde + gehoorzaamheid-overgave-toewijding + lijden.

Kan ik echt ook tot de Heer bidden en vragen dat Hij bijvoorbeeld mijn angst zou wegnemen en een andere vorm van lijden in de plaats moge geven?

Dat zou U kunnen doen, maar dat zou de vruchtbaarheid en de verdienste van het lijden enigszins verminderen. De volmaaktheid in de overgave bereikt de ziel wanneer zij tot God/Jezus/ Maria zegt:

"Ik aanvaard alles zoals het uit Uw hand komt, want U weet precies waarom U mij precies dit en niet iets anders geeft".

Wanneer het om een andere ziel gaat, ligt de zaak anders: Wanneer een medeschepsel lijdt, kunt U er in ieder geval met behoud van volle vruchtbaarheid om smeken dat niet dit schepsel zou mogen lijden, doch Uzelf. De waarde van het lijden is dan zelfs nog groter, want dan wordt er nog een akt van zelfverloochenende naastenliefde aan toegevoegd.

De persoonlijke engelbewaarders helpen toch automatisch, of moet men hen dagelijks aanroepen?

Ja, het is hun opdracht om automatisch bescherming te verlenen, maar ook in dit opzicht werkt zich opnieuw de regel van de onschendbare vrije wil van de mensenziel uit: Wanneer U Uw engelbewaarder niet om bijstand vraagt, zal hij niet boven een bepaalde mate aan bescherming uitgaan, omdat hij weet dat hij U geen hulp mag 'opdringen'. Dit mag vreemd klinken, maar het bewijst precies hoe ver Gods respect voor Zijn schepselen gaat.

Kan ik de engelbewaarder van andere zielen ook opdracht geven om de aan hen toevertrouwde zielen te helpen? Ik bedoel, wanneer ik zeg 'engelbewaarder, help mijn buurman', doet hij dit dan ook?

Zeker, en wel omdat dan opnieuw de naastenliefde een rol speelt. De enige hindernis kan in bepaalde omstandigheden deze zijn, dat de buurman misschien helemaal niet wil geloven in zijn engelbewaarder, en de engel dan niet de volheid van zijn Liefde en hulp mag geven. Wanneer echter God met die buurman een speciaal plan heeft, is het absoluut mogelijk dat Hij de engel de volheid van zijn beschermende kracht laat ontplooien, temeer daar nog een smeking vanwege een medeziel deze genade mee heeft afbetaald door haar Liefde en zorgzaamheid.

Tussen een ziel en haar persoonlijke engelbewaarder bestaat een heel bijzondere band. U kunt echter ook de engelbewaarder van om het even welke andere ziel ergens om vragen. Trouwens, een bijkomende mogelijkheid ligt hierin, dat U Maria smeekt om in Haar hoedanigheid als Koningin en Meesteres van de engelen de betreffende engelbewaarder op te dragen om iets bepaalds te doen. Wanneer Uw vraag in de lijn van Gods bedoelingen ligt, zal Zij deze engel het passende bevel geven.

Wanneer ik via U antwoorden krijg, krijg ik dan minder genaden?

Neen, omdat ik bij de beantwoording van Uw vragen nu een fractie vervul van mijn levensopdracht die mij door de Meesteres van alle zielen is toebedeeld. Zij (de Meesteres) is het, Die ertoe uitnodigt om Haar vragen te stellen, en Uw brieven worden door de mystieke werking van de Koningin des Hemels in Haar Myriam beantwoordt. Ik handel in gehoorzaamheid jegens de Meesteres, en de antwoorden vloeien uit het Hart van de Meesteres als genadestromen die beogen, Uw spirituele leven opnieuw een stap vooruit te helpen.

Kortom: U verliest geen genaden doordat ik Uw vragen beantwoord, want Maria Zelf spoort U ertoe aan om Haar vragen te stellen, en laat mij die vragen via influistering vanuit Haar Hart beantwoorden. Maria stimuleert dit systeem in elke oprecht gezinde ziel, omdat Zij precies via dit kanaal veel genaden naar de zielen toe kan laten stromen. Dat is precies de diepe betekenis van het begrip Ketting van Licht: De Meesteres ontsluit in de ziel het vermogen, de belangstelling en de lust om vragen te stellen, Zij nodigt Haar Myriam uit tot intensieve vereniging met Haar, bewerkt via Myriam de beantwoording en laat de antwoorden ook publiceren, opdat de vraag vanwege een ziel aanleiding moge geven tot lering aan zeer velen.

Er wordt steeds gezegd dat men een bepaalde heilige kan aanroepen. Het moet er steeds één zijn, met wie men zich zeer verbonden voelt. Ik zou ook graag een heilige hebben tot wie ik privaat kan spreken. Omdat ik er echter zo veel heb, valt het mij zo moeilijk om mij slechts tot één te wenden. Kan men God de Vader erom vragen dat ook een heilige voor mij zichtbaar moge worden?

Elke heilige kan U door zijn of haar voorspraak helpen. Gemakkelijker voor U, en ook absoluut krachtiger, zou zijn dat U de heiligste der heiligen zou aanroepen, Die ons nu voor deze Laatste Tijden méér dan ooit als machtige Gids en Leidster is gegeven: Maria, de Koningin des Hemels en Koningin der heiligen. Zij heeft mij getoond hoe elke heilige tot Haar komt om de smekingen van de zielen aan Haar voeten neer te leggen. Het is Maria Die uiteindelijk de genaden verdeelt, in Haar hoedanigheid als de Meesteres van alle zielen en Middelares van alle Genaden.

De ziel kan zich tot God wenden, tot Jezus, tot de Heilige Geest, tot de Eeuwige Vader. Wat de drie Goddelijke Personen echter veruit het beste bevalt, is het gebed tot Maria, omdat een Goddelijke Beschikking het zo heeft voorzien dat gebeden, smekingen, offergaven, het aanbieden van boetelijden enzovoort, bij voorkeur vanwege de zielen via Maria naar God toe worden gebracht, en de genaden door God via Maria naar de zielen toe.

Maria is door God tot de Gouden Poort gemaakt, via dewelke het hele mystieke verkeer zich het meest doelmatig voltrekt. Veel christenen hebben dit helaas nog niet voldoende beseft, maar Maria is voor het verkeer tussen de zielen en God tezelfdertijd poort, sleutel, rode loper en wasinstallatie. Doordat God Maria tot een sleutelfiguur in het heilsverkeer heeft willen maken, bewijst Hij de mensenziel de hoogste eer. Nergens bewijst God Zijn Liefde tot de mensenzielen zo onmiskenbaar als in de Menswording en het verlossend Lijden van Zijn Zoon en in de Wonderwerken die Hij in en door Maria heeft volbracht en verder voor eeuwig zal blijven volbrengen.

Lieve zus, Gods Schepping zit vol schoonheden. De meeste mogen wij nu nog niet zien. Van diegene die wij wél reeds mogen zien, zien wij niettemin bepaalde niet, omdat onze ogen zich te veel hebben gewend aan al het wereldse en het Ware Licht (de Werken van God) achter vele dingen niet merken. De ziel die vastberaden vele schoonheden verlangt te vinden, zal door de Meesteres van alle zielen geleid worden om te leren, die 'andere' ogen te gebruiken: de ogen van de ziel. Wanneer men op een regenachtige dag door een mooi landschap wandelt, heeft men vaak de indruk alsof alle bloemen, bomen en struiken met een grijze nevel zijn verweven, zodat de kleuren en vormen niet allemaal ten volle tot hun recht komen. Op een zonnige dag daarentegen stralen alle kleuren de ziel schitterend tegemoet. Dit verschil zou in zeker opzicht ook van toepassing zijn op het verschil tussen het kijken met de 'ogen van het lichaam' en het kijken met de 'ogen van de ziel'. In deze zin wens ik U louter zonnige dagen en mooie bloementuinen op Uw levensweg toe.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 299

Het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen als kanaal van de verkondiging van de hoogste hoedanigheid van de Koningin des Hemels – De weerstand van sommige zielen tegen deze verkondiging is afkomstig van de duivel – Elke ziel kan haar leefwereld met het zaad van het Licht bevruchten – De ziel kan zich onmogelijk aan Jezus weggeven en tezelfdertijd Maria de rug toekeren – Over de volkomen vruchtbare toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij zeer dat U hebt volgehouden, hoewel Uw eerste contact met ons Maria-apostolaat U aanvankelijk deed aarzelen. Het feit dat U dit vermeldt, evenals Uw melding dat U dit Apostolaat nu zozeer in Uw hart hebt gesloten, herinnert mij aan de woorden die de Koningin des Hemels ooit tot mij sprak, toen Haar Maria Domina Animarum Werk nog niet internationaal was geworden:

"Aanvankelijk zullen bepaalde zielen door de onderrichtingen die Ik hen via jou wil laat toekomen, worden afgeschrikt. Vanuit de gebruikelijke kennis en inzicht in Gods Waarheid zal de te overschrijden drempel hen soms zeer hoog lijken".

Zij heeft gelijk gekregen. Het is gebleken dat er zielen zijn die niet kunnen of durven loskomen van hun sedert jaren bestaande opvattingen over Gods Heilswerken en over vele zaken met betrekking tot de Heilsmysteries, onder andere (zelfs in het bijzonder) deze over Maria. Het valt zielen soms moeilijk, bij het beklimmen van deze lange trap naar de volheid van de Waarheid hoger te klimmen dan bepaalde treden. De heilsgeschiedenis heeft aangetoond hoe lang het vaak duurt alvorens kennis die de zielen van Boven via de mystieke weg wordt geschonken, algemeen wordt aangenomen. Het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen is het kanaal van de verkondiging van de hoogste hoedanigheid van de Koningin des Hemels, een hoedanigheid die nu pas, twintig eeuwen na Christus, door God wordt bekendgemaakt.

De weerstand van sommige zielen tegen de inhoud van deze verkondiging is uit een combinatie van factoren ontstaan:

  1. Uit het feit dat deze kennis pas nu, na zo lange tijd van christelijke evangelisering, wordt verkondigd. Sommige zielen betwijfelen daarom of deze verkondiging eigenlijk wel van God kan komen. Waarom zou God deze kennis zo lang van de zielen hebben weggehouden wanneer deze de Waarheid is? Het antwoord ligt geborgen in het geheel van de teksten die op ondubbelzinnige wijze de Hemelse logica aantonen, die achter Maria’s hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en achter het hele systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven schuilgaat.
  2. Uit het feit dat Maria via dit kanaal het beeld dat de zielen tot nu over Haar persoon en Haar rol binnen de heilsgeschiedenis en de Heilsmysteries hadden, vanuit een volledig nieuwe hoek belicht. Deze 'nieuwe' kennis is niet 'nieuw', maar wordt nu pas in de volheid van haar componenten voor de zielen ontsluierd, omdat deze ontsluiering nu, in onze tijd, Gods Plannen en Werken volop dient en zeer dringend noodzakelijk is geworden. De uitdrukking 'in de volheid van haar componenten' is daarbij bovendien als een 'werk in opbouw' te beschouwen: Het gaat hier om een zich geleidelijk ontsluitende roos met heel veel bloemblaadjes.

Het is in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen (dus eveneens Meesteres over de satan en zijn gevolg) dat Maria de kop van de slang zal verpletteren, dit betekent dat Zij de werken van de duisternis definitief onwerkzaam zal maken en de meester van de leugen, van de duisternis en van de ellende aan Haar voeten zal vernederen. Deze daad moet de bekroning van de Verlossingswerken van Christus worden. Zij moet echter worden voorbereid door, eerst en vooral, Maria aan de mensenzielen te leren kennen zoals Zij werkelijk is, in de volheid van Haar Wezen, Haar hoedanigheden en Haar Werken in het kader van het Heilsplan. God schept alles, maar Hij wil Zijn Werken steeds weer door de vrijwillige inzet van mensenzielen 'aangevuld' zien worden. Om deze reden moet elke ziel de Verlossingswerken van Christus in zich voltooien. Om dezelfde reden moest Maria de Moeder Gods en Medeverlosseres worden. Om dezelfde reden moeten ook de zielen Maria nu zo leren kennen en aanvaarden, zoals Zij in de volheid van Haar heerlijkheid en macht is, omdat:

  • Gods Heilsplan nu de laatste fase van Zijn ontplooiing heeft bereikt;
  • Maria als Meesteres van alle zielen nu de volheid van Haar macht moet uitoefenen omdat Zij Leidster in de strijd tegen de duisternis is;
  • de zielen in deze strijd ten volle moeten meewerken, doch daartoe meer diepgaande kennis over het Goddelijk Leven en over de Waarheid en het immens belang van de hoedanigheid van Maria als Meesteres van alle zielen nodig hebben.

Nu komt de Meesteres van alle zielen ons dit alles leren, omdat God Haar tot ons zendt en de zielen zonder deze bijkomende kennis helemaal niet opgewassen zijn tegen de laatste veldslagen met de steeds listiger wordende duisternis. Omdat de hevige weerstand van bepaalde zielen tegen deze verkondigingen (ondanks het feit dat het hier om een volmaakt sluitend systeem gaat) mij aanvankelijk innerlijk in strijd bracht, sprak ik hierover met de Meesteres. Zij antwoordde:

"Deze zielen zijn noch door hun geweten, noch door de Heilige Geest gewaarschuwd, dat het in deze verkondiging om één of andere onwaarheid zou gaan, doch zijn door de duivel tot dit verzet verleid, omdat de verkondiging van de Meesteres van alle zielen en de Wetenschap van het Goddelijk Leven de satan zeer veel zal kosten, daar het hier gaat om de laatste voorbereidingen voor de definitieve overwinning van de Vrouw over de slang".

Hoe wil God de definitieve overwinning van Zijn Licht, Zijn Goddelijk Leven, door de Meesteres verwezenlijken? Doordat steeds méér zielen met een oprecht hart beslissen, zich totaal aan Maria, en via Haar aan de Werken van het Licht over te geven: totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding. Dit brengt mij bij Uw ervaring met Jezus, die U op het hart heeft gedrukt dat Hij niet Uw offers, maar Uw hart wilde. U hebt destijds zeer juist vastgesteld dat de mensenziel er vaker al te gemakkelijk van uitgaat dat zij haar hart aan Jezus heeft geschonken. De Liefde van de mensenziel is sinds de erfzonde aanzienlijk verzwakt. De Liefde is de benzine van het Goddelijk Leven. De benzinetank van elke ziel vertoont echter lekken, zodat wij het ware Goddelijk Leven slechts met de grootste moeite in onze ziel tot stand kunnen brengen. De afdichtingswerken houden ons tenslotte een leven lang bezig, en hebben slechts succes in de mate waarin wij onze wil aan God afstaan, bij voorkeur via Maria (totale toewijding!), wat voor een wezen dat de Waarheid en de daarmee gepaard gaande Hoop vaak niet kan zien, geen vanzelfsprekendheid is.

Inderdaad, zodra de ziel de mening is toegedaan dat zij haar hart totaal aan Jezus of Maria heeft overgegeven, ontdekt zij in het eigen hart nieuwe kamertjes. Dit is gemakkelijker te begrijpen wanneer men rekening houdt met het feit dat het hart, de centrale door dewelke Goddelijke Liefde, Genaden en Goddelijk Leven stromen en de ziel voeden, een bouwwerk van God en daardoor eigenlijk oneindig en onbegrensd is. Het eigen hart is daarom één van de laatste dingen die door de ziel ooit echt ontsloten en doorgrond worden. Net om die reden is het zeer goed te begrijpen dat Jezus erom vraagt, Hem liever het hart dan offers aan te bieden. Offers kan de ziel ook 'met een half hart' aanbieden. Er zijn zielen die jarenlang hun kruisen met zich meeslepen en daarbij geen Hemels zaad achterlaten, doch slechts de voren van het slepende kruis van het dagelijks leven. Zaad valt slechts uit de kruisen van het dagelijks leven wanneer ons hart in deze kruisen klopt en bij elke klop iets uitstoot van datgene wat het van God ingestrooid krijgt. Elke ziel kan haar leefwereld met het zaad van het Licht bevruchten wanneer zij slechts dag na dag de beproevingen laat huwen met de Ware Liefde.

Daarom is Uw opmerking ook helemaal niet vergezocht, wanneer U schrijft dat Uw toewijding aan Maria misschien ook niet helemaal vruchtbaar kan zijn wanneer U Uw hart niet in voldoende mate aan Jezus hebt gegeven. De Harten van Jezus en Maria zijn door een Goddelijk Mysterie één. Zij zijn in hun mystieke werkingen verenigd. De ziel kan zich onmogelijk onvolledig aan Jezus en tegelijk volledig aan Maria wegschenken en omgekeerd. Er zijn zoveel zielen die denken dat zij Jezus zozeer beminnen, maar tezelfdertijd Maria de rug toekeren. Deze zielen verblinden zichzelf. Precies om deze reden, lieve zus, is het zo betreurenswaardig en zo pijnlijk dat onze zussen en broeders van de evangelische geloofsovertuiging zichzelf ervan overtuigen, ware christenen te zijn, terwijl zij Maria verketteren. Hoe kan men de ene zijde van een druppel parfum beminnen en de andere zijde haten of verloochenen?

Een volledig vruchtbare toewijding aan Maria vereist een restloze overgave van het hart. Juist in het hart wordt immers de Liefde ontvangen, verwerkt, in het hele wezen opgenomen, en voorbereid om doorgegeven te worden. Wanneer de ziel Jezus of Maria niet de volheid van haar Liefde schenkt, houdt zij daardoor automatisch gedeelten van haar belangrijkste innerlijke processen achter, en kan zij ook nooit het heiligingsproces voltooien. Men kan God en de Meesteres van de eigen ziel eenvoudigweg niet de toegang weigeren tot de tempel waarin de kiem van de heiligheid wordt bewaard.

Lieve zus, de toewijding, evenals de heiliging, is een kwestie van ononderbroken zelfoverwinning. Het ik wordt ontledigd, de inhoud ervan wordt aan de Hemelse kracht afgestaan, en in ruil daarvoor met heiligende, nieuwe levensinhoud gevuld: Er voltrekt zich een volledige innerlijke ommekeer van opvattingen, van gedrags- en reactiepatronen, van verwachtingen en bestrevingen, van voorkeur en afkeur, van wereld- en levensbeschouwing, van gewaarwording van de eigen behoeften, en zeer veel méér. Dit alles voltrekt zich door de wijze waarop de Liefde in het hart wordt verwerkt. Hoe rijker aan nieuwe inhoud de ziel zich voelt, des te meer zal zij zich willen ontledigen, want in haar wordt nu het ware Goddelijke Leven werkzaam, dat zich, zoals alles uit Gods Hand, eindeloos deelt en vermenigvuldigt.

Zo moet worden begrepen dat de zich heiligende ziel onophoudelijk kan overstromen en haar leefwereld met Liefde kan overspoelen, en desondanks niet armer, doch steeds rijker wordt. Om de voltrekking van dit proces heeft Jezus U gevraagd. Maria vraagt aan ieder van ons precies hetzelfde. Om dit proces in de zielen te vervolmaken en te voltooien, is Zij aan ons als de Meesteres van alle zielen bekend gemaakt, en onderwijst Zij nu elke ziel van goede wil, die Haar wil aannemen voor wat Zij werkelijk is. Ik verheug mij ten zeerste met U, dat U dit na een zo zwaar leven hebt mogen ervaren. Zo zult U, en velen met U, nooit vergeten hoe geduldig de genade is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net


Brief 300

God kijkt niet in de eerste plaats naar wat de ziel zichtbaar tot stand brengt – Hoe kan men lichamelijke ziekten voor Gods Heilsplan tot nut maken? – beproevingen en het Plan dat God met onze levensweg voorheeft

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw woorden, die het Hart van de Koningin des Hemels hebben geraakt, omdat U, ondanks Uw beproevingen zozeer aan Haar vasthoudt. Zij is daardoor ook veel dichter bij U dan U kunt vermoeden. U hebt zelf reeds mogen beleven dat de Moeder Gods voor elke stap die een ziel zet of tracht te zetten, van Haar kant negen stappen zet, terwijl Zij de ziel draagt. De ziel is zwak en in vele opzichten onwetend. God weet dat beter dan wij zelf. Daarom kijkt Hij niet in de eerste plaats naar wat de ziel doet, presteert, zichtbaar tot stand brengt, maar naar datgene wat zij vanuit een oprecht hart van plan is en werkelijk wil doen. Wordt zij er echter door ziekte of bijzondere tegenwind (tegenwerking) uit haar leefomgeving van weerhouden om één en ander in praktijk om te zetten, dan betaalt God haar toch het volle loon uit, want in haar hart heeft zij dit en dat volbracht en heeft zij haar vrije wil ingezet om zich aan Zijn Werken over te geven.

Vaak wordt een ziel verhinderd om datgene wat zij aan goeds wil doen, te voltooien. God leest echter in het hart en weet zeer goed wat zich onder bepaalde omstandigheden laat verwezenlijken en wat niet. U mag ervan verzekerd zijn dat Uw lichamelijk lijden en de andere beproevingen Uw geldige, om zo te zeggen 'legitieme' munteenheid vormen, met dewelke U Uw persoonlijke bijdrage aan Gods Werken levert in de mate waarin U dit lijden en deze beproevingen aan Maria toewijdt en hen met Haar doorstaat. U mag dit alles als rozen beschouwen, die U aan Maria schenkt, dag na dag, de ene na de andere. Nu voelt U nog maar weinig méér dan de doornen, doch de bloemblaadjes worden in het Hart van Maria geborgen en daar tot een eeuwig werkzaam parfum verwerkt. Het is de kracht van het Geloof, door dewelke U staande houdt. Het is het Ware Geloof dat de ziel in staat stelt, vrede te nemen met het vooruitzicht op een later loon, in plaats van het belangrijk te vinden dat zij nu het mooie zou zien en gewaar zou worden. Dat loon is, zoals bekend, oneindig veel groter en bovendien onvergankelijk.

Een genade die een ziel op aarde verwerft en die betrekking heeft op haar werelds welbevinden (lichamelijke genezing, geluk in het werk), is een bloem die de ziel dagelijks zelf moet begieten opdat zij zo lang mogelijk zou bloeien. Dit 'begieten' kan zij slechts doen met het water van haar tranen. Dat betekent niet noodzakelijk dat de ziel droevig moet zijn, wel integendeel, het betekent echter wel dat zij haar aardse geluk vaak met veel beproevingen zal moeten afbetalen. Aangezien het menselijk wezen zwak is, zal het water waarmee zij deze bloem begiet, niet steeds zuiver zijn en zal het haar vaak zeer veel kosten. Een genade daarentegen, die de ziel op aarde wordt onthouden opdat deze haar pas in het Eeuwig Leven zou toevloeien, is een bloem die onverwelkbaar is, die zich in de onbeperkt vruchtbare omgeving van de Hemel als vanzelf vermeerdert en die niet door de ziel zelf moet worden begoten. Zalig is om deze reden de ziel die zich troost met de belofte van Jezus, dat haar loon later groter zal zijn.

Lieve broeder, ik zou U het volgende beeld voor ogen kunnen houden: Wereldse genaden zijn als munten. God schenkt deze aan de ziel en deze kan vrij beslissen hoe zij met deze munten omgaat:

  • Zij kan deze in dit leven te gelde maken, dit wil zeggen: hen zo gebruiken dat zij één of ander voordeel voor de verwezenlijking van haar werelds leven opleveren, of
  • Zij kan deze opsparen. De spaarformule met de hoogste intresten is de toewijding aan Maria. In onderhavig geval betekent dit dat de ziel de onmiddellijke opbrengst van haar verworven genaden aan Maria afstaat en Haar erom vraagt, deze genaden voor de ziel te bewaren en de ziel de opbrengst te schenken indien en wanneer Zij het wil, zelfs pas in het Eeuwig Leven. Door te beslissen, de verworven genaden met Maria te delen, kiest de ziel er in principe voor, hier op aarde vrede te hebben met de doornen, en de rozenblaadjes pas later te oogsten, nadat zij in het Hart van Maria in Hemels parfum zijn omgevormd. In Gods ogen is dit iets groots, want dit is de zuivere navolging van de Mens geworden Christus en de Allerheiligste Maagd als Moeder van Smarten.

Lieve broeder, Uw grote kracht ligt uiteindelijk in de overgave jegens de Meesteres van alle zielen. Zij leert de zielen hoe zij hun lichamelijke ziekten voor Gods Plan tot nut kunnen maken. Het is opmerkelijk dat U de gelegenheid hebt gekregen om drie van de belangrijkste en tevens meest nefaste spirituele ontsporingen van de mensheid door Uw lichamelijk lijden te helpen uitboeten:

  • Uw oogklachten kunt U aan Maria toewijden en met Haar dragen opdat Zij genaden moge vrijmaken voor de spirituele blindheid van velen voor de ware, traditionele Waarheid van God.
  • Uw ademhalingsklachten kunt U aan Maria toewijden en met Haar dragen opdat Zij genaden moge vrijmaken voor de teugelloze zondigheid van de mensheid, waardoor deze onder het zwarte deken van de rook van de zonden verstikt omdat de zondigheid de zuurstof van de Heilige Geest uit de wereld bant.
  • Uw diabetes kunt U aan Maria toewijden en met Haar dragen opdat Zij genaden moge vrijmaken voor de ontvankelijkheid van de zielen voor de zoetheid van de bekoringen, een 'spiritueel suiker' dat de ziel helemaal niet verdraagt en waardoor zij zich vergiftigt.

Lieve broeder, of U al dan niet lichamelijke genezing zult verkrijgen, kan en mag ik niet zeggen. De Hemelse Meesteres heeft in elk geval de macht om dit voor U te bewerken. Een genezing die U zonder enige twijfel en in de mate waarin U zich aan Maria zult overgeven, kunt verwerven, is de volledige spirituele zuivering. Deze genezing is de enige die eeuwig effect heeft en die U, evenals God, ware vruchten oplevert. Intussen geeft de Meesteres van alle zielen U kracht door volledig nieuwe Hoop. Deze Hoop laat Zij in de ziel ontsluiten als lentebloemen, doordat Zij de ziel met het genezende Licht van inzicht bestraalt, dat voor U volledig nieuw is of in U tot nieuw leven wordt gewekt nadat het achter de meest uiteenlopende invloeden verborgen was. Deze inzichten zijn het die alles een volledig nieuwe zin geven. Dit hele proces komt overeen met een bestraling van de ziel met zonlicht. De zingeving is het, die in de ziel nieuw leven opwekt en haar in staat stelt, in de strijd tot het einde te volharden.

In zekere zin moeten wij het zo zien: Hoe moeilijker de beproevingen, des te groter is het Plan dat God met U, in principe met de betreffende levensweg, beoogt. De God van Liefde en de Meesteres van de Hemelse schoonheid wachten erop dat U Uw leven nu onbeperkt in Hun handen overgeeft, opdat Zij (God en Maria) het zouden mogen kunnen aanwenden om de wereld uit alle ellende te helpen bevrijden. Geeft U zich over aan dit Teken van oneindige Liefde. Ik bid vurig dat ik voor U moge zijn als een verborgen sterretje dat Uw nacht wat minder duister maakt door getuigenis af te leggen voor het bestaan van het Ware Licht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam