TOTUS TUUS, MARIA !

DE OOGST VAN HET LEVEN

Onderrichting geïnspireerd door de Heilige Maagd Maria

aan Myriam van Nazareth

Bij herhaling reeds wees de Meesteres van alle zielen erop, dat de individuele mensenziel op zichzelf niets te betekenen heeft. De betekenis van elke ziel ligt uitsluitend in de rol die zij te spelen heeft als element van het netwerk van de hele Schepping. Deze rol is de vervulling van de opdracht die God elke ziel voor haar leven op aarde meegeeft op het ogenblik waarop Hij haar schept.

Elk schepsel (elke mensenziel, elk dier, zelfs elk element van het natuurlijk leefmilieu) is op aarde met een levensopdracht die is gericht op de vervulling van de Plannen en Werken die God in Zijn Schepping wil volbrengen. In de eerste plaats op elke mensenziel rust de verplichting om zodanig te leven dat God haar ten volle kan inzetten als werktuig voor de vervulling van Zijn Plannen en Werken.

De ware betekenis van elke mensenziel en haar leven op aarde ligt derhalve hierin, dat haar handen, haar mond, haar hart, haar geest en haar vrije wil op elk ogenblik bruikbaar moeten zijn als instrumenten via dewelke God in Zijn Schepping werkzaam is.

De ziel kan haar levensopdracht slechts met vrucht vervullen – dit wil zeggen: met haar leven een oogst verzamelen die daadwerkelijk in staat is om Gods Werken te voeden – in de mate waarin zij elk element van haar leven spontaan volbrengt in vervulling van Gods Grondwet van de Ware Liefde. De Hemelse Koningin wil in deze onderrichting aantonen wat dit concreet betekent.

Elk mensenleven is in wezen opgebouwd uit vier soorten elementen:

1. Het leven is een opeenvolging van gebeurtenissen en situaties.
In een leven dat enkele tientallen jaren duurt, voltrekken zich miljoenen gebeurtenissen en situaties, die weliswaar de meest uiteenlopende oorzaken hebben, doch uiteindelijk alle door Gods Voorzienigheid worden toegelaten als voedsel voor de groei van het zielenleven.

Geen enkele gebeurtenis of situatie in een mensenleven heeft enige betekenis op zich. De betekenis van elke gebeurtenis of situatie ligt uitsluitend in datgene, wat een mensenziel ermee doet. Hoe gaat de ziel ermee om?

Elke gebeurtenis of situatie in een mensenleven kan hetzij vrucht opbrengen voor de verwezenlijking van Plannen en Werken die God in Zijn Schepping zoekt te volbrengen, hetzij bepaalde van deze Plannen en Werken tegenwerken, hetzij volkomen zonder enig nut blijven. De gebeurtenis of situatie doet dit echter niet uit zichzelf, doch via de mensenziel die deze gebeurtenis of situatie ervaart. Ware vruchtbaarheid kan elke gebeurtenis of situatie krijgen (ook indien zij op zich een eerder negatieve inhoud lijkt te hebben) in de mate waarin de ziel met deze gebeurtenis of situatie omgaat – dit wil zeggen: erop reageert – in volle beleving van Gods Wet van de Ware Liefde.

Op een gebeurtenis of situatie reageren, gebeurt niet slechts via het stellen van bepaalde handelingen of het spreken van bepaalde woorden, doch ook via gedachten, gevoelens of verlangens die de ziel koestert zodra zich op haar levensweg een bepaalde gebeurtenis voltrekt of een bepaalde situatie zich voordoet. De Wet van de Ware Liefde kan met evenveel kracht worden beleefd in het verborgene van het innerlijk leven van een ziel als in haar reacties die door medeschepselen kunnen worden gezien en gehoord. Doordat slechts weinig zielen zich daarvan ten volle bewust zijn, wordt in de wereld veelvuldig gezondigd via gedachten, gevoelens en verlangens die dragers zijn van duisternis ten nadele van medeschepselen, terwijl de 'schuldigen' zich van geen kwaad bewust zijn en derhalve ook nooit hun duistere gedachten, gevoelens of verlangens biechten.

Het is van belang, erop te wijzen dat ook de ontelbare handelingen die een mensenziel in de loop van haar leven stelt, en de ontelbare beslissingen die zij op alle gebieden van het leven neemt, in deze categorie thuishoren: Elke handeling en beslissing van een mensenziel is een reactie op een situatie of gebeurtenis. Daarom zou elke ziel zich moeten aanwennen om elke handeling die zij stelt, hoe banaal deze soms ook moge lijken, uitdrukkelijk te stellen in Liefde en in verbinding met het Hart van de Heilige Maagd in het besef en het verlangen dat deze handeling hierdoor wordt geheiligd en daardoor ook een meer actieve waarde krijgt als bijdrage tot de vervulling van Gods Werken en Plannen op aarde. De reden ligt in het feit dat dergelijke handelingen en beslissingen zich uitdrukkelijk voltrekken in de betrachting van eenheid met Gods Hart en van deelneming aan Zijn Werken.

2. Het leven is een opeenvolging van ontmoetingen en contacten met diverse medeschepselen.
Dag na dag, uur na uur, ogenblik na ogenblik kan een mensenziel medeschepselen (medemensen of dieren) ontmoeten. Bepaalde van deze contacten zijn van zeer korte duur, andere duren langer, sommige geven aanleiding tot jarenlange of zelfs levenslange relaties. Bovendien, zoals de Koningin des Hemels uitdrukkelijk leert, is een contact of ontmoeting met een medeschepsel in de spirituele zin niet beperkt tot lichamelijke nabijheid, eventueel met uitwisseling van blikken, woorden of aanrakingen, doch kan eveneens als contact of ontmoeting met een medeschepsel worden beschouwd: elke gelegenheid waarbij de ziel aan een medeschepsel denkt of jegens een medeschepsel een bepaald gevoel of een bepaald verlangen koestert. Bij dergelijke 'inwendige' contacten 'ontmoet' de ziel als het ware dit medeschepsel in de sfeer van het ontastbare, het onzichtbare en het onhoorbare.

De ziel moet elk contact en elke ontmoeting met om het even welk medeschepsel tot bloei en tot vrucht brengen door strikt en van harte jegens dit medeschepsel zelfverloochenende Liefde te koesteren. Om deze reden, aldus de Heilige Maagd, worden dagelijks zeer veel zonden begaan die niet als zonde worden herkend, namelijk telkens een ziel jegens een medeschepsel een negatieve of duistere gedachte, een negatief of duister gevoel of verlangen koestert, of in het verborgene van het eigen hart jegens een medeschepsel een verwensing laat opkomen en deze in haar innerlijk leven voedsel geeft.

Omgekeerd kan een ziel om deze zelfde reden in het verborgene vruchten voor de verwezenlijking van Werken en Plannen van God voortbrengen door met betrekking tot een medeschepsel (medemens of dier) positieve gedachten, gevoelens en/of verlangens te koesteren. De Meesteres van alle zielen wijst erop dat slechts weinig mensenzielen zich rekenschap geven van de immense kracht van Licht die zij kunnen opwekken door intense en waarlijk oprechte gedachten, gevoelens en verlangens van Liefde jegens medeschepselen te koesteren en deze zeer gericht aan Haar op te dragen met het uitdrukkelijk verlangen dat het deze medeschepselen waarlijk goed moge gaan, dat deze een Hemelse bescherming en begeleiding en Gods zegen mogen ontvangen enzovoort.

Zoals de Hemelse Koningin in punt 1 hierboven liet vermelden, kan de Wet van de Ware Liefde met evenveel kracht worden beleefd in het verborgene van het innerlijk leven van een ziel als in haar reacties die door medeschepselen kunnen worden gezien en gehoord. Daarom wordt de Goddelijke Wet op deze wereld dagelijks ontelbare malen geschonden in de diepste en meest verborgen gedachten, gevoelens en verlangens van mensenzielen ten aanzien van bepaalde medeschepselen. Zeer veel duisternis wordt over de wereld gebracht, en blijft als een zwaar donker deken over de Schepping hangen, door aanslepende, soms diepe haat of negatieve wensen vanwege mensenzielen tegen medeschepselen. Schijnbaar gebeurt niets concreets, vaak ontmoeten de betrokken partijen elkaar zelfs lange tijd helemaal niet, doch in het verborgene wisselen zij duistere gedachten, gevoelens en verlangens uit of vertrekken dergelijke gedachten, gevoelens of verlangens uit het hart van één partij naar de andere toe.

De Hemelse Meesteres onderrichtte ooit privaat hoe waardevol het voor God is wanneer een mensenziel, bijvoorbeeld, op strenge winterdagen intens, van harte en waarlijk oprecht aan Haar het verlangen opdraagt dat al haar medeschepselen mogen worden gehuld in het warme deken van Gods Liefde en dat Gods Voorzienigheid ervoor moge zorgen dat deze medeschepselen het voedsel mogen krijgen dat hun lichamen én hun harten nodig hebben om te overleven en om Gods Tegenwoordigheid in hun leven te voelen. Een dergelijk opdragen van positieve gedachten, gevoelens en verlangens ten bate van medeschepselen is een voorbeeld van contact of ontmoeting met deze schepselen in het verborgene en vaak zonder lichamelijke nabijheid tussen de betrokkenen.

3. Het leven is een opeenvolging van zintuiglijke indrukken.
Elke ziel krijgt van God zintuigen via dewelke zij haar leefwereld kan leren kennen en zij kan worden geïnformeerd over alles wat in haar omgeving gebeurt: Zij ziet, hoort, ruikt, smaakt en voelt (met de huid, bijvoorbeeld de vingertoppen) om zich heen onophoudelijk allerlei dingen. De geest registreert hierdoor veel van wat om haar heen gebeurt, en zowel de geest (het denkende verstand) als het hart (in de zin van: het gevoelscentrum) reageren op dit alles.

Elk van deze indrukken (beelden, kleuren, lichtindrukken, geluiden, geuren, smaken, enzovoort) kunnen de ziel aanzetten tot reacties. Vaak gebeurt dit onbewust. In dergelijke gevallen hebben de indrukken weinig of geen invloed op de ontwikkelingen in het zielenleven. In andere gevallen echter, reageert de ziel op indrukken, en deze reactie kan ofwel positief of negatief zijn. Onder een 'positieve' reactie moet worden verstaan: een reactie die diep in de ziel in harmonie is met de Wet van de Liefde. Een 'negatieve' reactie daarentegen kan in de ziel aanleiding geven tot overtreding van de Goddelijke Wet.

De ziel kan ook negatief reageren in de zin van een neutrale afkeur ten aanzien van een zintuiglijke indruk. Een voorbeeld: De mens neemt plots een walgelijke geur waar, en reageert hierop met afwijzing, eventueel met een afkeurende opmerking. Dit is in Gods ogen niet noodzakelijk een uiting van ondeugd. Dit is wél het geval wanneer de ziel met deze voor haar afstotelijke waarneming een negatief waardeoordeel verbindt door de oorzaak van de walgelijke geur in haar hart te veroordelen of zelfs te verwensen.

Iets gelijkaardigs kan het geval zijn bij de waarneming van een beeld of een geluid dat hetzij aangename hetzij onaangename gevoelens kan opwekken, eventueel gepaard met veroordeling of met een kwetsende, pijnlijke of anderszins duistere reactie. Dergelijke indrukken kunnen veelvuldig voorkomen en hebben niet steeds een grote spirituele betekenis, doch de Heilige Maagd geeft in dit verband ook een voorbeeld met een grote spirituele betekenis: Een mens die, in een omgeving in dewelke hij dit niet verwacht, plots een medemens van een andere huidskleur dan de zijne vóór zich ziet, kan in het hart hierop reageren met negatieve gevoelens, die in Gods ogen de dimensie van racisme en daardoor van ware zonde kunnen aannemen.

Omgekeerd kan een mensenziel die op een dergelijke situatie heel spontaan volledig positief reageert, in Gods ogen bezig zijn, een lichtstraal in de Schepping te sturen. Gods Voorzienigheid laat in elk mensenleven een aantal totaal onverwachte indrukken ontstaan en observeert dan, hoe deze ziel in de kern van haar hart met deze voor haar onverwachte indruk omgaat. De reactie kan aanleiding geven tot zonde, tot ondeugd, of omgekeerd tot de productie van een lichtstraal. In dit laatste geval is de indruk vruchtbaar, niet alleen voor de betreffende mensenziel doch voor de hele Schepping, omdat elke ziel een element is van het hele netwerk van de Schepping en binnen dit netwerk verbonden is met alle andere elementen (al haar medeschepselen).

4. Het leven is een opeenvolging van beproevingen (kruisen).
Elk leven telt een aantal ziekten, teleurstellingen, tegenslagen, lichamelijke en emotionele pijnen, lichamelijke ongemakken, momenten van vermoeidheid of uitputting, ongelukken, droefheden, momenten van honger en dorst, enzovoort.

De kruisen zijn in het leven op aarde gekomen door de erfzonde. Het leven verloor zijn volmaaktheid doordat de mensenziel in haar gevoelens, verwachtingen, verlangens en bestrevingen niet langer leefde in volkomen, grenzeloze en onvoorwaardelijke harmonie met Gods bedoelingen. De ziel, die was bestemd om onvoorwaardelijk voor eeuwig te leven in Gods Aanschijn, kon plots 'sterven', dit wil zeggen het Eeuwig Leven in Gods Tegenwoordigheid verliezen. Het hele wezen, met inbegrip van het stoffelijk lichaam, werd vatbaar voor lijden. Alle lijden zou echter een schatkamer worden die, in de mate waarin de ziel haar spontaan, vrijwillig, onvoorwaardelijk en met levenslange volharding zou bekleden met de heilige mantel van een vlekkeloze beleving van de Wet van de Ware Liefde (de Wet die door de erfzonde was geschonden), kan worden tot een immens betaalmiddel om de ziel met God te verzoenen.

Wat betekent dit? Het betekent dat de mensenziel een onbetaalbaar Goddelijk geschenk heeft ontvangen om zich te verlossen uit de kerker van eeuwige gevangenschap jegens de duisternis, die zij door de erfzonde voor zichzelf heeft gebouwd en die zij door elke overtreding tegen de Wet van de Ware Liefde verder versterkt en vergrendelt. Dit geschenk is aan de mensenzielen beschikbaar gesteld door het alomvattend Lijden van Jezus Christus als God-Mens op aarde, een Lijden aan hetwelk Hij Zichzelf vrijwillig met Zijn hele Wezen heeft onderworpen. Dit geschenk kan elke individuele mensenziel tot nut maken (= ontsluiten) door de Christus volkomen na te volgen in de beproevingen en kruisen van haar eigen leven op aarde, door dit alles, precies zoals de Christus, zonder protest te aanvaarden, in zelfverloochenende Liefde te dragen, en aan God op te offeren met het uitdrukkelijke verlangen dat het moge kunnen worden ingezet voor de volledige ontsluiting van de Verlossingswerken van Christus ten bate van de definitieve eeuwigdurende bevrijding van de hele Schepping uit de invloeden van de duisternis.

De beproevingen en kruisen van het leven vormen (in aanvulling op de oprechte sacramentele Biecht) een uitstekend betaalmiddel om God te vergoeden voor de overtredingen die de ziel gedurende haar leven tegen de Wet van de Ware Liefde begaat, doch hiervoor moet een voorwaarde worden vervuld, die zo-even reeds werd vermeld:

Om in aanvulling op de verlossende werking van de Passie van Jezus zonden, fouten en tekortkomingen van het eigen leven te helpen goedmaken, moeten de beproevingen van het leven worden gedragen in oprechte aanvaarding, oprechte zelfverloochenende Liefde en in het verlangen dat de beproevingen daadwerkelijk mogen bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken in de Schepping.

Onnoemelijk talrijk zijn de beproevingen die op deze wereld dag na dag door mensenzielen worden beleefd zonder dat de lijdende zielen aan deze voorwaarde voldoen, zodat deze beproevingen geen enkele waarde krijgen om in eenheid met het Verlossend Lijden van de Christus de bevrijding van de mensheid uit de greep van de duisternis te helpen ontsluiten. Integendeel, zeer veel lijden wordt voluit tot voedsel voor de duisternis, doordat het in talloze zielen aanleiding geeft tot protest, ontevredenheid, zelfs tot vervloeking jegens God (wanneer een lijdende ziel God voor haar lijden verantwoordelijk stelt of meent dat haar lijden een bewijs vormt voor het feit dat God Zijn schepselen in de steek laat).

Hierdoor worden de beproevingen en kruisen die door de mensenzielen worden ervaren, tot voorwerpen van rechtstreekse strijd tussen het Licht en de duisternis, tussen God en de satan, tussen de Eeuwige Liefde en alles wat jegens de Liefde vijandig is of haar onwerkzaam tracht te maken. Het feit dat zeer veel zielen hun dagelijkse beproevingen niet tegen de duisternis keren doordat zij deze beproevingen niet herkennen als door God toegelaten mogelijkheden om actief deel te nemen aan de strijd die door Jezus Christus is geheiligd tot een vernietigingsoorlog tegen de werken en plannen van de duisternis in de wereld, vormt één van de grote bronnen van leed en ellende in de wereld: De duisternis misbruikt deze onwetendheid om talloze zielen op te hitsen tegen God en Zijn Werken van Liefde. Wanneer een ziel haar beproevingen niet herkent als een machtig wapen van Liefde dat zij kan aanwenden tot verlamming van vele werken en plannen van duisternis in de wereld, levert zij in werkelijkheid dit wapen uit aan de satan, die het zeer dankbaar gebruikt om er de uitwerkingen van Gods Wet van Liefde mee te bekampen.

Wanneer een ziel de beproevingen en kruisen van haar leven in de juiste gesteldheid draagt (dit wil zeggen: in de geest van Christus – in oprechte aanvaarding, zelfverloochenende Liefde en volkomen gericht op de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken), en zij deze bovendien, bij voorkeur via de Heilige Maagd Maria, oprecht en van harte toewijdt opdat zij actief mogen worden ingeschakeld in de uitwerkingen van de Werken van Verlossing die Jezus Christus voor de mensheid heeft bereid doch die volgens een Goddelijke Wet door de mensenzielen in een actieve medewerking actief moeten worden ontsloten, kunnen deze beproevingen op twee vlakken een grote overwinning op de duisternis helpen opleveren:

1. De betreffende ziel begint hierdoor actief bij te dragen tot de grondvesting van Gods Rijk op aarde met definitieve verlamming van de werken en plannen der duisternis en al hun uitwerkingen in de wereld;

2. De betreffende ziel kan hierdoor eveneens de duisternis en de uitwerkingen ervan die zij door haar doen en laten en haar innerlijke gesteldheden in haar eigen leven heeft toegelaten en mogelijk heeft gemaakt, beginnen vergoeden.

Niet alleen verdient geen enkele mensenziel een leven zonder enige tegenwind, omdat – met uitzondering van de Heilige Maagd Maria – geen enkele ziel in elk opzicht en op elk ogenblik van haar leven in volkomen overeenstemming met de Wet van de Liefde heeft geleefd, doch bovendien zou een leven zonder tegenwind de ziel beroven van een immense mogelijkheid om uiterst waardevolle vruchten te verzamelen door dewelke zij jegens God een ultiem getuigenis kan afleggen voor haar keuze voor Hem en de Liefde en tegen de duisternis.

Geen enkele mensenziel kan leven in de absolute zekerheid dat zij in de loop van haar leven geen enkel medeschepsel (mens of dier) op één of andere wijze heeft benadeeld, gekweld, gekwetst, of lichamelijk of emotioneel leed of verdriet heeft bezorgd. Een oprechte aanvaarding van de beproevingen van haar leven, en een opdracht (toewijding) ervan in een gesteldheid van oprechte en ware, zelfverloochenende Liefde en met het uitdrukkelijk verlangen dat deze beproevingen vruchten van Liefde mogen opleveren die door Gods Voorzienigheid mogen worden uitgestrooid op de levenswegen van de medeschepselen jegens wie de ziel ooit heeft misdaan, vormt een uitstekend begin van goedmaking voor deze schendingen van de Goddelijke Grondwet. Deze Wet verlangt een liefdevolle, zelfverloochenende omgang met elk medeschepsel. Deze Wet wordt op deze wereld dagelijks vele miljoenen malen overtreden, wat sedert de erfzonde de Schepping heeft bedekt met een deken van duisternis dat dikker en dikker is geworden.

Laten wij dit beeld ononderbroken voor ogen houden, en hierdoor beseffen en begrijpen waaraan het ligt, dat onze harten in deze wereld zo weinig echt Licht en echte warmte waarnemen – de stralen van de Zon der Eeuwige Liefde moeten steeds méér afstand afleggen en kracht ontwikkelen om nog doorheen het deken van duisternis heen te dringen – en dat elke mensenziel terecht een levensweg van beproevingen moet afleggen.

God heeft de beproevingen en kruisen van het leven niet gemaakt, de mensenziel heeft dit zelf gedaan. God had voor al Zijn schepselen een leven in volmaakte harmonie in hun hele wezen en tussen alle schepselen onderling voorzien, zonder enig leed en zonder enige ziekte, in een levenssfeer die zich totaal zou laten besturen door de Goddelijke Grondwet van de Ware Liefde. De mensenzielen hebben echter deze Wet overtreden door de erfzonde, en hebben daarna de verdere overtredingen massaal op elkaar gestapeld. Op de mensenzielen rust daarom de heilige plicht om alle kruisen van het leven toe te vertrouwen aan het Vuur van een oprechte Liefde, opdat zij mogen worden verbrand met ware vrucht voor het Licht, namelijk tot vervulling van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde.

Buiten de mensenzielen verdient geen enkel schepsel een leven van beproeving. Onze niet-menselijke medeschepselen zijn de onschuldige slachtoffers van de overtredingen vanwege de mensenzielen tegen de Goddelijke Wet. De overwinning van de Eeuwige Liefde op de duisternis zal daarom pas definitief en volledig merkbaar worden zodra de mensenziel haar volle verantwoordelijkheid opneemt voor een herstel van de harmonie in elk leven op aarde. Precies voor de verwezenlijking van dit heilig doel inspireerde de Heilige Maagd deze onderrichting als een aansporing voor de mensenzielen om alle bouwstoffen van hun levensweg bewuster te benutten als bouwstenen voor het Rijk dat de God van Liefde in Zijn Schepping tracht op te bouwen.

De mensheid heeft een immens grote schuld te vergoeden jegens God en jegens alle schepselen, zowel de menselijke als de niet-menselijke. Zij kan dit slechts doen door een vlekkeloze beleving van de Wet van de Liefde, en deze beleving moet gebeuren via de concrete elementen van elk mensenleven, die hier door de Meesteres van alle zielen zijn voorgesteld in vier categorieën. De duisternis heeft in de loop der tijden zeer veel mogelijke vruchten voor de concrete verwezenlijking van Gods Werken in de wereld onwerkzaam kunnen maken of zelfs totaal kunnen verhinderen dat deze vruchten ooit tot rijping konden komen, doordat ontelbare mensenzielen zich weinig of niet bewust waren van de diepe spirituele betekenis van alle elementen van hun leven.

De voornaamste bedoeling van deze onderrichting ligt daarom hierin, de zielen ertoe te brengen dat zij de bouwstenen van hun leven niet langer zouden laten misbruiken door krachten die een volmaakte uitwerking van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde verhinderen, doch integendeel hun leven bewust in dienst zouden stellen van de Werken die God via de mensenzielen in de wereld tracht te voltooien, opdat de Schepping terug moge keren naar de staat van volmaakte harmonie in dewelke God haar had gemaakt.

Myriam, vanwege de Meesteres van alle zielen en in Haar dienst,
april 2023