TOTUS TUUS, MARIA !

ONBEVLEKTE ONTVANGENIS EN ONBEVLEKT HART VAN MARIA

Speciale Openbaring vanwege de Heilige Maagd Maria
over het verschil tussen deze begrippen

aan Myriam van Nazareth gegeven in juni 2017

"Zielen verwarren vaak de begrippen 'Onbevlekte Ontvangenis' en 'Onbevlekt Hart'.

Mijn Onbevlekte Ontvangenis was het voorrecht, door God slechts één maal geschonken, waardoor Mijn ziel, in tegenstelling tot alle andere geschapen mensenzielen, bij haar ontvangenis niet werd gemerkt met het teken van de erfzonde. Hierdoor was Mijn ziel vrij van de smet die door de erfzonde op elke mensenziel rust op het ogenblik waarop zij wordt ontvangen. Het merkteken in elke ziel getuigt van de eerste maal dat de menselijke natuur de voor haar bedoelde heiligheid verloochende door de Goddelijke Wet te overtreden en daardoor niet Gods verlangen te volgen doch gevolg te geven aan een inspiratie van de duisternis. Door de erfzonde toonde de mensenziel voor het eerst aan dat zij in staat is om, ondanks Gods onverholen tekenen van Liefde voor haar, niet automatisch voor God te kiezen. Hierdoor werd als het ware een voor – een greppel – getrokken in de bodem van de ziel, waardoor het door God aan de ziel geschonken water van Goddelijk Leven voortaan gemakkelijk doorheen deze voor zou worden afgeleid in plaats van de hele ziel te bevruchten. De ziel kan de effecten van deze 'voor' tegengaan door met volharding en Liefde haar vrije wil in alles in te zetten voor Gods Plannen en Werken, waardoor het Goddelijk Leven waarlijk de ziel kan bevruchten.
Het ontbreken van dit merkteken, deze 'voor' in Mijn ziel, betekent niet dat Ik immuun was voor bekoring. Ook Ik bleef meesteres over Mijn eigen vrije Wil, en kon zondigen indien Ik dit had gewild. De Onbevlekte Ontvangenis was daarom geen automatische vrijgeleide naar volmaakte heiligheid, Ik moest dit voorrecht bekrachtigen door Mijn vrijwillige wijze van omgaan met alle situaties van het dagelijks leven. Dit brengt Mij tot het tweede begrip:

Er is sprake van Mijn Onbevlekt Hart omdat Ik Mijn gevoelsleven volkomen vrij van elke invloed vanwege de duisternis heb bewaard. Je kunt het zo beschouwen, dat Mijn Onbevlekt Hart de bekrachtiging vormde van Mijn Onbevlekte Ontvangenis. De Onbevlekte Ontvangenis is Mij door God geschonken omdat Ik een vlekkeloos Tabernakel moest zijn, dat de God-Mens in de wereld moest kunnen dragen. Indien Ik had willen zondigen, dit wil zeggen: Indien Ik Gods Wet van de Ware Liefde had willen overtreden door enige besmetting van Mijn diepste gesteldheden door toe te geven aan duistere gevoelens zoals wrok, jaloersheid, onvrede over de loop van Mijn leven met zijn tegenslagen, pijnen en zorgen, of enige andere negatieve neiging, dan had Ik daardoor het gouden kleed van Mijn Onbevlekte Ontvangenis uit eigen vrije wil gescheurd, en had Ik de unieke effecten van dit voorrecht Zelf teniet gedaan. Ik zou daardoor ondanks Mijn Onbevlekte Ontvangenis ongeschikt zijn geworden om de Moeder van de Goddelijke Messias te zijn. Moeder van de Zoon Gods kon Ik slechts zijn door Mijn Hart, Mijn diepste gevoelsleven, volkomen vrij te houden van elke smet.

Concreet gesproken, was Mijn Onbevlekte Ontvangenis de eerste en absolute voorwaarde die moest worden vervuld opdat Ik de Moeder van de Messias zou kunnen worden, doch het was God Zelf die deze voorwaarde vervulde. Beslissend echter, was Mijn Onbevlekt Hart, want Mijn Hart bleef zonder smet doordat Ikzelf totaal, onvoorwaardelijk en in alle mogelijke omstandigheden van het leven een vlekkeloze eenheid tussen Mijn eigen vrije Wil en de Wil van God in stand hield. Dit was de tweede voorwaarde, die Ikzelf door eigen ononderbroken oriëntatie op het Hart van God en Zijn verlangens moest vervullen, en heb vervuld. De vervulling van deze beide voorwaarden was als de bezegeling van een bruiloft tussen de Godheid en de menselijke natuur. Je zou het zo kunnen beschouwen, dat God in Mijn Onbevlekte Ontvangenis het Aards Paradijs, dat door de erfzonde teloor was gegaan, in Mijn ziel herschiep, doch dat Ikzelf dit Paradijs in stand moest houden door Mijn innerlijke gesteldheden volmaakt één te houden met de Goddelijke Wet. Deze eenheid wordt belichaamd door Mijn Onbevlekt Hart.

Onbevlekte Ontvangenis + Onbevlekt Hart =
Maria als wedergeboren Aards Paradijs,
Teken van het voltooid vermogen van de mensenziel
om de volmaakte heiligheid terug te winnen".

Op 8 december 2017 sprak de Koningin des Hemels als volgt over Haar Onbevlekte Ontvangenis:

"Toen Mijn ziel onbevlekt werd ontvangen, straalde een immens Licht doorheen de hele Schepping en vanaf de Hemel tot aan de poorten der hel, als Teken dat uit Mij het Licht der wereld geboren zou worden en dat Mijn ziel door de Eeuwige Vader was voorbestemd om volmaakt Tabernakel voor Zijn Zoon en een levenslang gouden Bruidsbed voor de Heilige Geest te zijn. Dit Licht was niets anders dan een explosie van Goddelijke Liefde. De Ware Liefde is een Licht dat alle duisternis verdrijft. Zij is daardoor de kracht die de ziel maakt tot beeld en gelijkenis van God Zelf.

Het schitterend Licht van Mijn Onbevlekte Ontvangenis zou in Mij nooit meer in intensiteit verminderen, doordat Ik de Goddelijke Liefde levenslang in absoluut volmaakte mate in stand heb gehouden door elke bekoring tot zelfs de geringste overtreding tegen Gods Wet en tot zelfs de geringste onvolkomenheid in de toepassing van deze Wet, bewust en gewild onder Mijn voeten te verpletteren.

Deze vlekkeloze eenmaking van Mijn vrije wil met de Wil van God, Die Bron is van alle schepping, Verlossing, heiliging en genezing, heeft Mij tot eeuwige Spiegel van Gods Hart gemaakt, een unieke weerspiegeling van Zijn Licht, en daardoor Belichaming van de grootste vernedering die de duisternis ooit vanwege de wil van een geschapen ziel heeft ondergaan.

Begrijp dit wel: Mijn Onbevlekte Ontvangenis was een eenmalig Voorrecht, doch het Licht ervan kon slechts levenslang onverminderd blijven stralen omdat Ik Mijn vrije Wil uitsluitend heb aangewend voor de voltooiing van het Plan dat God met elke ziel heeft, en waarvoor Hij Mijn Wezen heeft willen gebruiken als Zaaibed: het onvolprezen Heilsplan, dat door de Christus zou worden ontsloten en dat door elke mensenziel in zichzelf moet worden voltooid. Het gebruik van Mijn vrije Wil in volmaakte harmonie met Gods Wil heeft aangetoond dat de mensenziel het vermogen bezit om uitsluitend en alleen te kiezen voor God, voor de Ware Liefde, voor het Licht zonder schaduwen".