TOTUS TUUS, MARIA !

OPROEP VANWEGE DE MEESTERES VAN ALLE ZIELEN

via Myriam van Nazareth

tot het
GEDENKEN VAN HAAR HOEDANIGHEID
ALS KONINGIN-MOEDER VAN GODS RIJK OP AARDE

op de zaterdag na het feest van Christus Koning

"Het zou de Allerhoogste behagen indien Mijn hoedanigheid als de Hemelse Koningin-Moeder speciaal zou worden herdacht.

Het is Mijn verlangen dat je dit zou doen op de zaterdag volgend op het feest van Christus Koning, derhalve op de dag vóór het begin van de Advent, de periode die Ik heb aangeduid als de reis naar de Geboorte van het Licht der wereld.

Koningin-Moeder ben Ik automatisch omdat Ik de Moeder Gods ben, de Moeder van de God-Mens, de Zoon van God Die van nature Koning van de Schepping is en Die door de Eeuwige Vader in de wereld werd gezonden om via Mij in het Vlees te worden geboren.

Desondanks werd totnogtoe geen dag speciaal aan deze hoedanigheid gewijd. Dit voortaan van harte wel te doen, vormt een eerbetoon aan de Koning en een geeft aan de duisternis een signaal dat de ziel kiest voor het Ware Licht.

Maak dit kenbaar, samen met de korte onderrichting die Ik je hierbij wil inspireren". (Maria, de Meesteres van alle zielen en Koningin-Moeder, tot Myriam op 22 november 2021).

Zoals de Koningin van Hemel en aarde Zelf aanduidt, is Haar titel als Koningin-Moeder in wezen niets nieuws: Maria’s hoedanigheid als de Moeder Gods, de Moeder van de Mens geworden Christus, maakt Haar automatisch tot de Koningin-Moeder. Deze titel is een groot eerbetoon aan de Moeder Gods, en de openlijke erkenning ervan door mensenzielen vormt daardoor een kaakslag aan de satan. Behalve Maria was er doorheen de hele heilsgeschiedenis nooit één enkele mensenziel die op elk ogenblik van haar leven op aarde de satan wilde overwinnen én dit ook telkens opnieuw deed, bij zijn talloze pogingen om haar ten val te brengen.

Onder de geschapen zielen is de Heilige Maagd Maria de enige die de hoogst mogelijke staat van beeld en gelijkenis van God heeft verwezenlijkt. Door het feit dat Zij de hoogst mogelijke versmelting met de gesteldheden van God Zelf heeft verwezenlijkt, was het voor de Heilige Maagd mogelijk om Diegene te dragen Die van nature Koning van de Schepping is. Dit 'dragen' heeft Zij gedaan in een Moederschoot die zo volmaakt was dat hij een vlekkeloos heilig Tabernakel was, klaar om de Godheid te bevatten. De Eeuwige Vader heeft Haar zelfs in het lichaam daartoe bereid, en de overschaduwing door de Heilige Geest heeft als het ware dit voorbestemd Tabernakel bekleed met het goud dat Haar tevens maakte tot een Kelk die klaar zou zijn om drager te zijn van het Bloed van de God-Mens.

Bij herhaling wees de Meesteres van alle zielen er reeds op, dat elke lofprijzing aan Haar of Haar hoedanigheden een immense macht tegen de duisternis ontwikkelt. Dit is zo omdat Zij het grootste en volmaakte Wonderwerk van God is. Verheerlijking en lofprijzing aan Maria, Haar eigenschappen, Haar volmaaktheden, Haar heiligheid en Haar unieke macht, alsook de belijdenis van Haar unieke relatie tot, en mystieke vereniging met, de Christus, levert unieke elementen van aanbidding van God Zelf: De volmaaktheden van de Maker worden het meest verheerlijkt in de volmaaktheden die Hij in Zijn grootste Wonderwerk heeft verwezenlijkt.

In Maria heeft God een Wezen geschapen dat niet alleen volmaakt was, doch bovendien volmaakt is gebleven, dit wil zeggen: dat Zij Haar volmaaktheden nooit zelfs maar in het geringste en zelfs maar voor één enkel ogenblik heeft laten schenden, zodat in Maria het spiegelbeeld van de volmaakte schoonheden van God volmaakt intact is gebleven, ondanks de talloze en buitengewoon zware aanvallen die de satan Haar hele leven lang tegen de volmaakt heilige aspecten van Haar Wezen heeft ontketend.

Maria’s hoedanigheid als de Koningin-Moeder drukt veel van Haar unieke status binnen het Rijk Gods uit:

In de wereldgeschiedenis was de koningin-moeder in een koninkrijk de vrouw die de koning ter wereld bracht, en die gewoonlijk reeds vóór de geboorte van de koning een unieke rol speelde in het koninkrijk. Op gelijkaardige wijze was de Heilige Maagd Maria in elk opzicht de voorloopster van de Koning Die als God-Mens de wedergeboorte van Gods Rijk op aarde kwam voorbereiden. Als Moeder van de Goddelijke Koning was Maria Diegene Die de Koning in staat heeft gesteld om alle aspecten van Zijn Goddelijke Missie ten bate van de hele mensheid ten uitvoer te leggen:

  • Zonder de Moeder Gods kon Hij niet de Leraar van Gods Wet zijn.
  • Zonder Haar kon Hij niet Gods weldaden en Liefde zichtbaar tot uitdrukking brengen in de vorm van mirakelen.
  • Zonder Haar kon Hij niet voor alle tijden de Ware Kerk en de Sacramenten als raakpunten tussen God en de zielen instellen.
  • Bovenal: Zonder Haar kon Hij de Verlossing niet voltrekken, zodat Zij terecht reeds vanaf Haar ja-woord tot het Moederschap over de Christus de Medeverlosseres van de mensenzielen was, een functie die Zij op talloze wijzen in de loop van Haar leven zou bevestigen. Maria’s aandeel in de Verlossing der zielen is geworteld in Haar mystieke eenheid met het Hart van de Christus, een eenheid die God in Zijn onfeilbare Wijsheid had voorzien doch die Zijzelf actief moest ontsluiten door Haar vlekkeloze volharding in de vervulling van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde en Haar absoluut volmaakte overwinning op elke bekoring tot overtreding tegen deze Wet.

Zo zien wij hier de Hemelse Koningin-Moeder in een ononderbroken wisselwerking met de Goddelijke Koning: Goddelijke en menselijke natuur in een constante vlekkeloze allerzuiverste overvloeiing, waardoor de grote voorwaarde werd vervuld die God stelt opdat een Goddelijk Werk op aarde ontsloten en vruchtbaar zou worden: de voorwaarde van een totale, onbelemmerde samenwerking tussen de Wil van God en de wil van een mensenziel, een volmaakt gelijke gerichtheid van hart tussen God en een mensenziel.

Als de Koningin-Moeder werd Maria door God ingericht als een koninklijk tabernakel voor de geboorte van de Goddelijke Koning: Zij ontving het unieke voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis, en stond vanaf dat ogenblik voor de immense uitdaging om dat tabernakel absoluut volmaakt zuiver te houden, dit wil zeggen in een gesteldheid die onbegrensd geschikt zou zijn en blijven om de Goddelijke Koning te dragen.

Net zoals de Koning Jezus Christus belichaamt de Hemelse Koningin-Moeder op vlekkeloze wijze de volheid van de Goddelijke Wet. In geen enkel opzicht kon Zij Zich ooit veroorloven om ook maar in het geringste af te wijken van deze Wet, evenmin als van de gesteldheden van de Christus. Doch zoals elke mensenziel bezat ook de Moeder Gods een onschendbare vrije wil. Haar unieke verdienste bestaat dus hierin, dat Zij geen enkele overtreding tegen de Goddelijke Wet, geen enkele afwijking van de gesteldheden van de Goddelijke Koning in Zich en in alle details van Haar leven wilde toelaten. Zij wilde volmaakt één blijven met Gods Wet, Gods Hart, Gods bedoelingen, omdat Haar Liefde tot God, tot Zijn Werken en Plannen en tot Zijn Rijk absoluut volmaakt was en voor de eeuwigheid zou blijven. Haar Hart was zo totaal gericht op de voltooiing van Gods Heilsplan en op de grondvesting van Gods Rijk op aarde dat Zij letterlijk Haar hele Wezen en Haar hele leven opofferde om Gods droom te helpen waarmaken.

Zo werd Maria de Moeder Gods. Zij bracht de Goddelijke Koning ter wereld en begon met Hem een leven met één enkel doel en één enkele zin: de voltrekking van de Verlossingswerken opdat het Rijk Gods wortel moge kunnen schieten in vele mensenzielen. Zij leidde Haar hele leven in gesteldheden die Zij nauwgezet tot de vruchtbaarst mogelijke omlijsting voor de begeleiding van de Verlossingswerken van de Goddelijke Koning wist te maken. Op een door Haarzelf uitdrukkelijk verlangde verborgen wijze werd de Koningin-Moeder tot een stille steun voor de Koning, Die in Haar als enige Ziel een spiegel bleef vinden van het Rijk vanuit hetwelk Hij in de wereld was gezonden. De Koningin-Moeder zou een macht verwerven die Zij op geen enkel ogenblik voor Zichzelf zou gebruiken, doch uitsluitend voor de voltrekking van de Missie waartoe Zij Haar hele Wezen en Haar hele leven aan God had weggegeven.

In vele oude koninkrijken werd de koning of de keizer beschouwd als een vertegenwoordiger van het Goddelijk gezag en zelfs als een gezant van God. De koningin-moeder genoot daardoor eveneens een gezag dat in de ogen van de onderdanen zijn wortels in God Zelf had. Haar woorden werden daarom door de onderdanen gewoonlijk zonder meer beschouwd als bekleed met hetzelfde gezag als deze van de koning, want zij zagen tussen haar wil en de wil van de koning geen verschil, en geen enkele onderdaan zou hebben durven betwijfelen dat de woorden, adviezen en aanbevelingen van de koningin-moeder voor honderd procent uitdrukking gaven aan de visie van de koning zelf. Niettemin zou de koningin-moeder niet uit eigen beweging de regering over het koninkrijk in handen nemen, tenzij zij door de omstandigheden daartoe genoodzaakt was.

Op gelijke wijze maakte ook de Hemelse Koningin-Moeder nooit enige aanspraak op de regering in het Rijk Gods. Zij blijft beklemtonen dat niet Zij mag worden aanbeden, doch God en Zijn volmaakte Werken in Haar, en dat Zij niet om Harentwil wordt gediend, doch dat diegenen die zich aan Haar weggeven, dit doen opdat Zij Haar Missie ten bate van het Rijk Gods ten volle moge kunnen volbrengen. Niettemin is Haar macht absoluut onbegrensd, want de Koning weigert Haar niets, net zoals in de oude koninkrijken de koning het vanzelfsprekend vond dat geen enkel verlangen van zijn moeder werd geweigerd. Zo ook zijn de rollen van de Moeder Gods als Voorspreekster en als Middelares nauw verbonden met Haar rol als Koningin-Moeder die brug is tussen de onderdanen van het Rijk en hun Koning.

Een koninkrijk is er niet voor zichzelf, het is er uiteindelijk voor het welzijn van zijn onderdanen. Zo is het ook met het Rijk Gods. Tegen deze achtergrond moeten de positie en de rol van de Hemelse Koningin-Moeder worden begrepen. In wereldse koninkrijken zetelde de koningin-moeder tot uitdrukking van haar bijzondere rol in het rijk bij audiënties en bij de afkondiging van speciale besluiten vaak op een troon naast de koning, zodat voor iedereen zichtbaar werd dat zij invloed kon uitoefenen op de handelingen en het hele beleid van de koning. De koning stond haar deze zichtbare ereplaats toe omdat hij wist dat de zichtbare hoge status van zijn moeder het koninkrijk een bijzondere glans kon verlenen en het vertrouwen en aanzien vanwege de onderdanen voor de dynastie en het rijk kon bevorderen.

In aardse koninkrijken had de koningin-moeder gewoonlijk ook automatisch de hoede over de concrete opvoeding van de kinderen van de koning, waardoor zij een grote invloed bezat op de gesteldheden vanuit dewelke het rijk ook in verdere generaties zou ontwikkelen. Op gelijkaardige wijze heeft Maria, de Hemelse Koningin-Moeder, de hoede gekregen over de innerlijke begeleiding van Gods kinderen. De Goddelijke Koning heeft Haar deze functie toevertrouwd via een plechtig decreet dat Hij verkondigde vanop de Troon der Verlossing – het Kruis van Golgotha – terwijl deze troon hoog boven het Rijk was verheven, als uitdrukking voor de band tussen deze Troon, de Koning en de Hemelse wortels van het Rijk. Deze functie van de Hemelse Koningin-Moeder geeft overigens volmaakt uitdrukking aan Haar alomvattende hoedanigheid als Meesteres van alle zielen.

In de koninkrijken in de wereldgeschiedenis gingen onderdanen vaak in hun moeilijkheden eerder naar de koningin-moeder dan rechtstreeks naar de koning, omdat zij wisten dat zij via de tussenkomst van de koningin-moeder veel eerder iets konden bereiken: De koning kwam dan niet slechts zijn onderdanen tegemoet, doch handelde tevens op grond van zijn respect voor de positie van zijn moeder in het rijk en als diegene die zijn regering mogelijk had gemaakt. Daarom genoot de koningin-moeder bij de onderdanen meestal een reputatie van grenzeloze macht en aanzien.

Beschouwen wij even welke unieke wortels de rol van Maria in het Rijk Gods heeft: Zij is zowel de Moeder van de God-Mens als de Bruid van de Heilige Geest, Die de Derde Persoon van de Godheid is. De Heilige Geest zouden wij in dit beeld kunnen beschouwen als de Belichaming van de Goddelijke Wet en van de hartsgesteldheden, de Wijsheid en de Intelligentie van de Godheid. Haar koninklijke status zou pas bij Haar Opneming ten Hemel tot afsluiting van Haar leven op aarde worden bezegeld toen de Allerheiligste Drieëne God Haar in de Hemel kroonde tot Koningin en Meesteres over alles dat onder God staat.

Reeds in de aardse koninkrijken lagen de enige zin en bedoeling van de positie, hoedanigheid en rol van de koningin-moeder in het leveren van bijstand aan de onderdanen opdat deze steeds vaster in de wet van het rijk zouden kunnen leven. Daardoor speelde zij een grotendeels verborgen sleutelrol bij de versteviging en instandhouding van het koninkrijk en van de dynastie. Op gelijke wijze staat de Hemelse Koningin-Moeder honderd procent in dienst van de vervulling van Gods Heilsplan. Zij beschouwt Zich niet als het middelpunt van het Rijk doch als de dienares ervan, Diegene Die als eeuwigdurende Missie heeft: de volledige ontsluiting van de ware bestemming van het Rijk, namelijk dat de Schepping in de diepste zin van het woord spiegel van het Rijk der Hemelen zou worden, als het ware de uitbreiding van het Hemels Rijk in de stoffelijke Schepping. De onderdanen van het Rijk worden geacht, Haar te beschouwen als de volmaakte hulp die zij zeer nodig hebben om zodanig te worden gevormd dat zij optimale dienst aan het Rijk zouden kunnen leveren. De Koning heeft het zelfs zo ingericht dat de onderdanen Hem, de Goddelijke Wet en het Rijk Gods op geen enkele wijze beter en vruchtbaarder kunnen dienen dan via een alomvattende, onvoorwaardelijke actieve dienst aan de Koningin-Moeder.

Zelfs in de oude koninkrijken der aarde zou geen koning het licht hebben vergeven indien adviezen en woorden van de koningin-moeder door een onderdaan niet werden opgevolgd, want hij zou dit hebben beschouwd als een persoonlijke belediging aan hem en aan het koninkrijk. Zo ook grieft het de Goddelijke Koning zwaar wanneer mensenzielen de rol, positie en tussenkomsten van de Hemelse Koningin-Moeder niet ernstig nemen. Een dergelijke houding beledigt niet slechts God in Zijn meest verheven Wonderwerk, doch speelt tevens de werken der duisternis in de kaart, want de Moeder Gods is door God aangesteld tot Leidster van de Legers van het Licht, zodat Zij voor de satan geldt als zijn rechtstreekse tegenstandster in vertegenwoordiging van God.

Een koningin-moeder moet in het bijzonder voldoen aan de volgende drie voorwaarden:

  • Zij moet een waardigheid en een oprechte uitstraling bezitten die het de onderdanen van het koninkrijk mogelijk maken om haar waarlijk te kunnen beschouwen als een boegbeeld in het rijk, als iemand die zij ernstig kunnen nemen als een sleutelfiguur in de dagelijkse ontwikkelingen binnen het rijk. De Hemelse Koningin-Moeder voldoet ten volle aan deze voorwaarde. Haar waardigheid berust op een unieke graad van heiligheid, die Haar een nooit eerder gezien aandeel heeft gegeven aan de gesteldheden van God Zelf;
  • Zij moet in haar persoonlijkheid als het ware de Wet en de waarden van het koninkrijk belichamen. De Hemelse Koning-Moeder deed dit vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis en gedurende Haar hele leven op aarde door niet de geringste afwijking van de Goddelijke Wet in Haar doen en laten en in haar hele innerlijke leven toe te staan. Haar Wil was zo volmaakt één met de Wil van God, dat Zij ten volle kan gelden als een levende belichaming van de Wet van het Rijk Gods en van alle waarden waarop dit Rijk in de Hemel is gebouwd en waarop het moet worden gebouwd wanneer het ook op aarde zal worden gegrondvest;
  • Zij moet zodanig leven en inwendig gericht zijn dat zij met volharding positieve bijdragen kan leveren tot de ontwikkeling en bloei van het koninkrijk en het welzijn van zijn onderdanen. De Hemelse Koningin-Moeder doet dit sedert Haar leven op aarde ononderbroken via Haar unieke rol en unieke macht binnen de ontwikkelingen van Gods Heilsplan en de relaties met de zielen van de strijdende Kerk die God van meet af aan voor Haar had voorzien.
    Dit komt ten volle tot uitdrukking in Haar alomvattende, alles overkoepelende hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, via dewelke Zij een onbegrensde macht kan uitoefenen in het innerlijk leven van elke ziel die van harte bereid is om zich zonder enige beperking en totaal onvoorwaardelijk met haar hele wezen en elk detail van haar levensweg aan Haar over te geven. Zij heeft bovendien de macht ontvangen om deze werkzaamheid ten bate van de zielen verder te zetten in het uur van het levensoordeel dat God over elke ziel uitspreekt nadat haar aardse leven is geëindigd: Op grond van de volmaakte eenheid tussen de Wil van Maria en deze van God, en van Haar volmaakte gerichtheid op de vervulling van de Goddelijke Wet, heeft de Koningin-Moeder in dat uur reeds een groot verschil gemaakt voor de eeuwige bestemming van ontelbare zielen, voor zover, en op voorwaarde dat, dit tegen de achtergrond van de ware gesteldheden van de betreffende zielen mogelijk is gebleken.

De Heilige Maagd vraagt een gedachtenis aan Haar hoedanigheid als de Hemelse Koningin-Moeder niet voor Zichzelf, Zij vraagt deze uit Liefde voor Hem Die Haar bij Haar ja-woord voor de Menswording van de Goddelijke Koning uit Haar heeft bekleed met deze unieke hoedanigheid, die Haar in staat zou stellen om Zichzelf restloos weg te geven aan een alomvattende medewerking aan de Verlossing van zielen die bereid zouden zijn om op hun beurt hun leven weg te geven voor de voltooiing van Gods Plannen en Werken van Liefde, waarvan de vruchten nooit beperkt blijven tot het leven in de stoffelijke wereld. In deze Hemelse uitnodiging ligt het zoveelste wapen dat aan de zielen wordt aangereikt om zich te helpen bevrijden uit de tirannie van de duisternis, die de wereld belet om te verrijzen als voortzetting van het Rijk der Hemelen.

Myriam, november 2021