TOTUS TUUS, MARIA !

DE BESTEMMING VAN DE MENSENZIEL

Openbaring vanwege de Meesteres van alle zielen

aan Myriam van Nazareth

voor diepe beschouwing

Op Haar feestdag als Heil van de zieken, 26 augustus 2017,
gaf de Meesteres van alle zielen de volgende onderrichting,
waarvan Zij naderhand de publicatie heeft toegestaan.

"Ik wil je het Mysterie van de eindbestemming van de mensenziel duidelijk maken via twee beelden.

Eerste beeld:

Elke mensenziel wordt door God uitgerust met zaadjes van Ware Liefde. De bedoeling van elk mensenleven ligt hierin, dat de ziel moet betrachten, deze zaadjes tot bloei te brengen, dit wil zeggen: deze te doen veranderen in bloemen. De rijping van de zaadjes gebeurt door de zelfverloochenende, dienende Liefde die de ziel spontaan, onvoorwaardelijk en van harte opbrengt in de bestreving, het welzijn van al haar medeschepselen en de voltooiing van Gods Werken en Plannen in de Schepping te bevorderen, en Gods Tegenwoordigheid en de werkingen van Zijn Ware Liefde voelbaar te maken jegens al haar medeschepselen.

In de mate waarin de ziel aldus méér van haar zaadjes door actieve beleving van Ware Liefde en door het actief bestreven, in alle situaties van het leven beeld en gelijkenis van God te zijn, tot bloei weet te brengen, lijkt zij in het uur van haar levensoordeel méér op een bloeiende bloementuin. De mate van deze bloei bepaalt of de ziel klaar is voor het Eeuwig Leven in de Hemel.

In de mate waarin de ziel méér van haar zaadjes niet tot bloei heeft gebracht, dit wil zeggen: in de mate waarin zij op aarde heeft verzuimd om in de opeenvolgende situaties en gebeurtenissen van haar leven de Ware Liefde te beleven, het welzijn van al haar medeschepselen actief te helpen bevorderen, en waarlijk God en Zijn volkomen Liefde tegenwoordig te stellen, kan de ziel niet anders dan het nog niet uitgerijpt zaad tot rijping te brengen in het oord van loutering, het vagevuur.

De ziel kan tijdens haar leven op aarde zaadjes laten wegkwijnen door deze onvoldoende te voorzien van het voedsel van actief opgebrachte Liefde. Zij kan deze zaadjes nieuw Leven inblazen door oprechte goedmaking van tekortkomingen en begane fouten. De Leven brengende kracht van dergelijke akten van goedmaking wordt bepaald door de mate van oprechte Ware Liefde waarmee deze akten worden gesteld. Daarom is het mogelijk dat een ziel die gedurende haar leven op aarde vele fouten heeft begaan, en hierdoor de levenskracht van vele zaadjes heeft laten wegkwijnen, op zeker ogenblik de bloeikracht van een gedeelte van deze zaadjes nog weet te herstellen in de mate waarin de gesteldheid van Ware Liefde waarlijk in het hart begint te heersen en er in stand wordt gehouden.

In het vagevuur moet het niet tot rijping gekomen zaad tot bloei worden gebracht door het Vuur van het berouw. Dit berouw is de gesteldheid waarin de ziel brandt onder het bewustzijn van haar zonden, fouten, tekortkomingen en ondeugden, dus het besef van elk gebrek aan oprechte toepassing van de Ware Liefde gedurende haar voorbije leven op aarde. In de ziel die op aarde niet in staat is gebleken om in alle levenssituaties spontaan de Ware Liefde in toepassing te brengen, wordt dit onvolkomen vermogen in het uur van haar levensoordeel ontsloten door de ontmoeting met God, de Bron van de Eeuwige Liefde, van hart tot Hart. Ook deze ontsluiting gebeurt niet automatisch, zij voltrekt zich in de mate waarin de ziel zich vrijwillig voor de effecten van deze ontmoeting openstelt.

De oordelende God toont de ziel de film van haar leven, waarin zij in een flits een volkomen onbelemmerd inzicht krijgt in de spirituele betekenis van elk detail van haar voorbije leven en van haar hartsgesteldheid op elk ogenblik van haar leven. Dit betekent concreet dat de ziel gedurende deze flits dit alles precies zo ziet, zoals God Zelf het in Zijn volmaakte Wijsheid en Zijn volmaakt doorzicht heeft ervaren. De ziel beseft hierdoor exact in welke mate zij al dan niet vruchtbaar is geweest als werktuig voor de bevordering van Gods Plannen en Werken, en dus hoe waardevol haar leven voor God is geweest, anders uitgedrukt: in welke mate zij het Licht, respectievelijk de duisternis heeft gediend. Door dit uniek geschenk beoogt God voor de ziel de ultieme aansporing om zich voor de absolute volheid van de Liefde open te stellen. De ziel die deze ontsluiting volkomen onbelemmerd toelaat, wordt door het Vuur van de volmaakte Liefde genezen.

De uitboeting in het vagevuur geldt als voltooid zodra het Vuur van het berouw en van de alsnog opgebrachte Liefde tot God en Zijn Plannen en Werken het laatste ongerijpt zaad in bloemen heeft veranderd. De rijping van het zaad wordt derhalve voltooid door het Vuur van de Liefde die de ziel in deze toestand vrijwillig opbrengt en waardoor zij de haar door God in het uur van haar levensoordeel ingestorte Liefde, en de inzichten die Hij haar over haar eigen toestand heeft vergund, waarlijk tot nut maakt.

Een ziel die tijdens haar leven op aarde in veel situaties en gebeurtenissen geen Liefde, of slechts een zelfzuchtige schijnliefde, heeft opgebracht, de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken niet heeft helpen bevorderen, of deze zelfs door duistere gesteldheden heeft tegengewerkt, doodt zelf de levenskracht van de haar door God geschonken zaadjes. Wanneer dit proces zich intensief, veelvuldig en/of langdurig voltrekt, verliest steeds méér zaad zijn levenskracht, dit wil zeggen: gaat het vermogen van dit zaad om nog in bloemen te veranderen, definitief verloren. Deze ziel verschijnt op haar levensoordeel voor God in een gesteldheid waarin het Ware Leven, het Goddelijk Leven, niet meer kan worden opgewekt. Haar ongerijpt zaad kan ook in het vagevuur niet meer tot bloei komen, daar het zijn levenskracht heeft verloren. In een dergelijke toestand kan dus zelfs de loutering in het vagevuur niet meer vruchtbaar worden, met andere woorden: kan de ziel niet meer tot de Liefde komen waardoor zij alsnog de wonden had kunnen zalven die zij door haar gebrek aan Liefde aan de Eeuwige Liefde heeft toegebracht. De bestemming van een ziel die alle levenskracht heeft verloren, is wat bekend staat als verdoeming. God verdoemt geen zielen, zielen verdoemen steeds zichzelf, door de Ware Liefde, die draagster is van het Leven, het Goddelijk Leven, in zich te verwaarlozen en deze door ondervoeding te laten sterven. Verdoeming is een keuze die de ziel zelf tijdens haar leven op aarde maakt, door niet de Liefde te laten renderen die zij van God dag na dag krijgt om haar leven in stand te houden.

Daarom zei Ik je reeds lang geleden dat de uiteindelijke bestemming van een ziel na haar leven op aarde – met andere woorden: de zijnstoestanden van Hemel, vagevuur of hel – wordt bepaald door eigen keuze van de ziel door de wijze waarop zij met alle situaties van haar leven, met alle ontmoetingen met medeschepselen en met de Tegenwoordigheid van God in haar leven is omgegaan.

Tweede beeld:

De essentie en draagster van het Leven is de Ware Liefde, het Vuur van het Goddelijk Leven. God schenkt Leven, en houdt Leven in stand, door ononderbroken stromen van Liefde doorheen de Schepping te sturen. De levensopdracht van elke mensenziel bestaat hierin, dat zij de ontvangen Liefde moet laten renderen. Zij kan dit slechts doen in de mate waarin zij zelf actief, spontaan en onbelemmerd de Liefde laat stromen naar alle medeschepselen die haar levensweg kruisen, hetzij langdurig hetzij gedurende zelfs maar een ogenblik. De ziel die deze stroming onbelemmerd in stand weet te houden, is zelf een Vuur van Liefde, want zij is één van hart met de Bron van alle Liefde, God Zelf.

In de mate waarin de ziel de liefdesstroom niet onbelemmerd laat stromen, begint het Vuur van God in haar te doven. De ziel onderbreekt de liefdesstroom door elke gelegenheid waarin zij niet spontaan, vrijwillig en van harte Ware Liefde beoefent jegens een medeschepsel, jegens God en jegens Gods Werken en Plannen. Daartoe behoort eveneens elke gesteldheid van innerlijk verzet, onvrede, niet aanvaarding van een beproeving of van een levenssituatie, want ook dergelijke gesteldheden zijn uitingen van gebrek aan Liefde voor de Werken van Gods Voorzienigheid.

Zo kan een ziel na haar leven op aarde voor God verschijnen als een Vuur met zeer uiteenlopende intensiteit, zelfs als een volledig uitgeblust Vuur. De intensiteit van het Vuur in de ziel wijst op de mate waarin zij het Goddelijk Leven en dus de Ware Liefde in zich in stand heeft gehouden en heeft gevoed.

Een ziel die voor God verschijnt als een onbelemmerd brandend Vuur, is in staat om het Eeuwig Leven in de Hemel te beginnen. De Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel is een toestand van spiritueel Vuur, Vuur van absoluut volmaakte Liefde, volheid van Goddelijk Leven, de Eeuwige Zomer voor de ziel.

Een ziel die het Vuur in zich heeft laten verzwakken via toestanden, situaties, gebeurtenissen, ontmoetingen die zij niet heeft beleefd vanuit een gesteldheid van onvoorwaardelijke, onzelfzuchtige Liefde voor het welzijn van haar medeschepselen en voor Gods Plannen en Werken, is niet klaar voor de Hemel, niet omdat God haar de toegang tot de Hemel zou weigeren, doch omdat zij op grond van de inzichten en de gewaarwording van de Ware Liefde die God haar in het uur van haar levensoordeel heeft ingestort, zelf beseft dat zij de zijnstoestand in het onbelemmerd Vuur van het Goddelijk Leven in de Hemel (nog) niet aankan. De ziel kan de zijnstoestand van de Hemel slechts aan in de mate waarin zij zelf deze toestand reeds in haar hart draagt door spontane beleving van de Ware Liefde.

Om deze reden veroordeelt niet God een ziel tot de zijnstoestand van het vagevuur of van de hel, de ziel zelf beseft wanneer haar innerlijk Vuur (nog) niet de gesteldheid bezit om de zijnstoestand van het volkomen Goddelijk Leven aan te kunnen. De ziel die het Vuur van Liefde en Goddelijk Leven in het eigen hart onvoldoende heeft gevoed, bezit te weinig overeenstemming met de volheid van het Goddelijk Liefdesvuur in de Hemel, en zou door intrede in de Hemel in een dergelijke hartsgesteldheid, gewoon zichzelf verschroeien. In het uur van het levensoordeel komt de ziel zelf tot dit besef, want dan heeft zij haar eigen leven gezien door Gods ogen. Gods oordeel over een mensenleven is niets anders dan een absoluut volmaakte balans van de mate waarin een ziel Licht, respectievelijk duisternis heeft doen stromen over haar levensweg, naar de schepselen die haar levensweg hebben gekruist, en op secundaire wijze doorheen de Schepping als geheel, en daardoor een absoluut volmaakte balans van de mate waarin de ziel Gods Heilsplan heeft helpen bevorderen, respectievelijk de voltooiing van Gods Heilsplan heeft tegengewerkt of afgeremd. Hierin werkt zich niets anders uit dan de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, die tot doelstelling heeft, de volmaakte harmonie binnen de Schepping in stand te houden en waar nodig te helpen herstellen. Deze volmaakte harmonie is het, wat wordt verstaan onder 'Gods Rijk op aarde': de toestand van volmaakte stroming van de Ware Liefde, van het Goddelijk Leven, tussen alle schepselen.

In het oord van loutering, het vagevuur, krijgt de ziel de gelegenheid om elk gebrek in haar innerlijk Vuur te herstellen, en in de mate waarin zij de intensiteit van dit Vuur uit eigen beweging in die mate heeft hersteld dat de onvolkomenheden in haar hartsbewegingen en gesteldheden uit haar voorbije leven volledig zijn gecompenseerd, kan zij voldoende in overeenstemming komen met het Vuur van de volheid van het Goddelijk Leven om over te gaan naar de zijnstoestand van de Eeuwige Gelukzaligheid.

De bestemming van de ziel in haar leven na het leven op aarde wordt aldus bepaald door de mate waarin de ziel in haar diepste gesteldheden en op grond van de balans die zij via alle details van haar leven heeft geschapen tussen Licht en duisternis, tussen Liefde en gebrek aan Liefde, in harmonie is met Gods Wezen. De essentie van Gods Wezen is de absoluut volmaakte, onvoorwaardelijk en eeuwigdurend onbelemmerd stromende Ware Liefde. Elke mensenziel is geschapen om te leven volgens Gods beeld en gelijkenis. De mate waarin de gesteldheid van een ziel afwijkt van het beeld van God, is tevens de mate waarin de ziel de ware bedoeling van haar leven op aarde niet heeft vervuld. Deze leemte moet worden gecompenseerd door de ziel zelf, zo mogelijk op aarde, en in de mate van het mogelijke en het nodige in het oord van loutering. De afwijkingen die niet kunnen worden gecompenseerd doordat de ziel door een te hoge mate aan afwijking ten aanzien van Gods beeld en gelijkenis zelfs de mogelijkheid van vruchtbare compensatie heeft uitgeschakeld, wegen op de Schepping als een vacht van duisternis. De effecten van deze vacht kunnen uitsluitend nog worden ontkracht door een intensieve inzet van zielen op aarde om in alle situaties van het leven en in elke ontmoeting met medeschepselen op hun levensweg, de Ware Liefde te beleven en te laten stromen, en hierdoor de uiteindelijke doelstelling van het mensenleven als werktuig tot voltooiing van Gods Heilsplan ten volle en onbelemmerd na te streven. In de mate waarin dit daadwerkelijk het geval is, kan Gods Barmhartigheid de resterende leemte sluiten door een unieke uitstorting van genaden waardoor het Goddelijk Heilsplan alsnog voltooid kan worden. Daarom ook, is de grondvesting van Gods Rijk op aarde een grondvesting in de individuele harten, door een vervolmaking van de bloei van het zaad in de individuele ziel en een wedergeboorte van het door God in de ziel aangestoken Liefdesvuur".

(tot zover de uiteenzetting vanwege de Meesteres van alle zielen tijdens het Octaaf van Haar Kroning tot Koningin van Hemel en aarde).

Op 14 oktober 2017 sprak de Meesteres van alle zielen tot Myriam de volgende woorden, waarvan Zij de toevoeging aan bovenstaande tekst verordende:

"Vele zielen laten zich eindeloos de tijd alvorens te beginnen overwegen om niet langer hoofdzakelijk en in de eerste plaats de bevrediging na te streven van datgene wat zij als behoeften aanvoelen in plaats van zich in de eerste plaats ten volle in te zetten voor een actieve bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Werken. Onder deze zielen zijn er zelfs, die zich bewust beroepen op Gods Barmhartigheid die hen immers de kans zal geven om na hun leven op aarde voor elk verzuim goedmaking te leveren in het vagevuur.

Ik moet er echter met klem op wijzen dat er qua uitwerking van het menselijk handelen een zeer groot verschil bestaat of dit tijdens het leven op aarde tot stand komt, of in het vagevuur: Handelingen die worden gesteld, en gevoelens die worden gekoesterd, terwijl de ziel in een stoffelijk lichaam op aarde leeft, kunnen bijdragen tot de stroming van de Liefde binnen de Schepping en daardoor daadwerkelijk Gods Werken helpen voltooien; goedmaking die pas in het vagevuur wordt geleverd daarentegen, draagt niet meer rechtstreeks bij tot de stroming van de Liefde binnen het netwerk van de Schepping en helpt niet meer rechtstreeks Gods Werken voltooien, zij dient uitsluitend nog als bijdrage tot het herstel van de schending die aan het evenwicht binnen de Schepping is toegebracht, en aldus als eerherstel jegens de geschonden Goddelijke Wet van de Ware Liefde. Om deze reden:

  • is voor God goedmaking die door de mensenziel wordt gebracht tijdens haar leven op aarde oneindig veel waardevoller dan goedmaking die zij pas in het oord van loutering volbrengt nadat zij dit tijdens haar leven op aarde heeft nagelaten te doen;
  • levert slechts actief beleefde Ware Liefde tijdens het leven op aarde jegens God een bewijs voor het feit dat de ziel daadwerkelijk de wil heeft om zich in te zetten voor Gods Plannen en Werken en voor het feit dat zij God waarlijk liefheeft; goedmaking die pas in het vagevuur wordt geleverd omdat de ziel deze tijdens haar leven op aarde heeft verzuimd, is voor God geen bewijs van zelfverloochenende Liefde. De ziel die handelingen en gevoelens van Liefde heeft uitgesteld tot na het uur van haar levensoordeel, heeft door dit uitstel immers aangetoond dat zij hoofdzakelijk heeft geleefd voor het nastreven van de bevrediging van eigen behoeften in plaats van voor zelfverloochenende dienst aan God".

Zielen, gedenk dat God de dag en het uur waarin Hij jullie bij Zich terug zal roepen, voor jullie verborgen houdt. Hij doet dit vanuit Zijn volmaakte Liefde die jullie dag na dag, uur na uur, seconde na seconde de kans wil geven om Hem aan te tonen dat jullie uit vrije wil spontaan en van harte voor Hem en Zijn Werken kiezen, en jullie eigen behoeften en vermeende behoeften achter Zijn belangen stellen, zoals Jezus Christus het jullie heeft voorgeleefd. Jullie leven op aarde dient slechts om als werktuigen van Zijn Heilsplan de Ware Liefde te helpen doorstromen, want deze is het, die de grondvesting van Gods Rijk op aarde moet voltooien. De ziel die op aarde verzuimt om hiertoe bij te dragen, verwezenlijkt niet de vruchtbaarheid die God van haar verwacht".

Myriam, augustus 2017