TOTUS TUUS, MARIA !

HET MISKENDE LICHT

Antwoorden vanwege de Meesteres van alle zielen
op cruciale vragen over Haar hoedanigheden

Myriam van Nazareth

De wereld is thans getuige van de waarheid van Gods voorspelling dat in de Laatste Tijden de duisternis tot het uiterste zou gaan om de zielen te verderven en te misleiden, opdat de vervulling van de Belofte van de grondvesting van Gods Rijk van Ware Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid in en tussen alle schepselen op aarde zo lang mogelijk zou worden uitgesteld en deze wereld niet zou worden tot een spiegelbeeld van het Rijk der Hemelen doch integendeel tot een spiegelbeeld van het rijk van de satan.

De satan werkt met buitengewoon drieste middelen aan de grondvesting van zijn rijk: een rijk van de diepste ellende, onuitsprekelijk leed en de diepste onvrede in en tussen alle schepselen, een wereld vol verwoesting, chaos, haat, onveiligheid, dreiging, ontevredenheid en fysieke en emotionele kwelling. Zeer terecht en treffend sprak de Moeder Gods in vroegere Openbaringen reeds over een dikke vacht van duisternis die als een zware zwarte rookwolk op de Schepping drukt, een groot gedeelte van het Goddelijk Licht belet om de zielen en harten te bereiken, en de hele wereld verstikt.

God heeft Zijn Zoon Jezus Christus als Verlosser in de wereld gezonden om voor de zielen de weg te openen om zich te bevrijden uit de gevolgen van de erfzonde, die de toegang tot de Eeuwige Gelukzaligheid onmogelijk had gemaakt. Het verlossend Lijden van de God-Mens, evenals de vrijwillige navolging van Zijn Leer van Liefde, zou voor zielen de toegang tot het Eeuwig Leven opnieuw openen. God heeft voor de zielen een gouden weg voorzien om onder volmaakte Hemelse begeleiding deze weg naar het Heil te voltooien: de totale toewijding aan de Heilige Maagd Maria. In Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen wees Maria er reeds bij herhaling op, dat deze gouden weg drager is van een buitengewoon Licht dat door zeer velen volkomen wordt miskend, over het hoofd wordt gezien of ronduit wordt versmaad, vaak wegens gebrek aan Geloof, in vele gevallen ook door onwetendheid of door gebrek aan een juist begrip.

In de loop der jaren sedert de Koningin des Hemels in 1997 Myriam tot een levenslange totale dienst aan Haar riep, wees Zij geregeld op aspecten van Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen die door de meeste zielen volkomen worden versmaad hoewel precies deze aspecten een buitengewone macht over de werken en plannen van de duisternis kunnen ontwikkelen. Myriam stelde Haar daarover in de loop der jaren meermaals vragen, en bij diverse gelegenheden beantwoordde de Hemelse Meesteres deze vragen privaat, zonder uitdrukkelijk opdracht te geven om deze antwoorden openbaar te maken. Aangezien elke eventuele publicatie vanwege het Maria Domina Animarum Werk, alsook het tijdstip ervan, totaal is onderworpen aan ofwel een uitdrukkelijke toelating ofwel een uitdrukkelijke opdracht daartoe vanwege de enige Meesteres van het Werk, konden de betreffende antwoorden niet worden gepubliceerd toen zij werden gegeven. Nu geeft Zij hiertoe uitdrukkelijk opdracht. Deze tekst mag daarom gelden als een stap van de Hemel Zelf om de zielen te wijzen op machtige doch veel te zelden benutte wapens in de strijd tot ondermijning van de werken en plannen der duisternis in deze wereld.

1. De Heilige Maagd Maria is door God aangesteld tot Meesteres van ALLE zielen. Myriam vroeg Haar ooit om toelichting in verband met het feit dat dit betekent dat Zij ook Meesteres over de duivelen is.

Context: Uit de Openbaring die de Heilige Maagd Maria op 22 augustus 2006 aan Myriam gaf, blijken onder meer de volgende woorden gesproken door de Allerheiligste Drievuldigheid bij Haar Kroning in de Hemel:

"Het is Onze Wil dat Zij door alle zielen voor alle eeuwen zal worden gediend, gehoorzaamd en verheerlijkt. Zij zal alle macht hebben om te bevelen aan, en totale onderwerping en gehoorzaamheid te genieten vanwege alle engelen, alle verheerlijkte zielen, alle zielen op aarde en alle verdoemde zielen" (zie De Allerheiligste Drievuldigheid over Maria).

De onbegrensde macht van de Hemelse Meesteres over de duivelen blijkt tevens uit het reeds jaren geleden door Haar voor publicatie vrijgegeven visioen van 15 maart 2007: Belijdenis van een duivel op bevel van de Heilige Maagd Maria, in hetwelk de betreffende duivel, diep aan Haar voeten geknield, onder meer zegt:

"Ik beken en belijd: de Vrouw is de onbegrensde Meesteres over alles wat leeft. Zij heeft alle macht, ook over ons, duivelen. In het uur waarin de mensenzielen dit erkennen en ernaar leven, zal de hele Schepping op haar fundamenten schudden en beven, en is ons rijk voorbij".

Toelichting: De Hemelse Meesteres licht via Myriam als volgt toe:

"Ik heb je bij herhaling getoond dat de Wil van de Allerhoogste, dat de engelen Mij voor alle eeuwigheid zouden beschouwen, dienen en gehoorzamen als hun onbetwiste Koningin en Meesteres, in de regionen der Eeuwige Gelukzaligheid onophoudelijk wordt vervuld. (★) Voor hen ben Ik, in uitvoering van de Wil van de Drieëne God, het hoogst verheven, alomvattend Wonderwerk en de absoluut vlekkeloze Spiegel van God. Hetzelfde geldt voor de gelukzaligen die van nature mensenzielen zijn. Om deze reden heb Ik je getoond hoe alle geschapen hemelbewoners, zonder één enkele uitzondering, zich bij Mijn intrede in de Hemel na Mijn overgang uit het aardse leven ogenblikkelijk voor Mij op de knieën wierpen tot bezegeling van hun aanvaarding van Gods Beschikking dat Ik voor eeuwig boven hen verheven was, ben en zal zijn.

(★) In 2007 vergunde de Hemelse Meesteres Myriam inderdaad verscheidene visioenen in dewelke werd getoond hoe talloze engelen aan Haar voeten geknield lagen, terwijl Zij in de Hemel op een troon gezeten was. Hierbij lichtte Zij toe, dat God heeft beschikt dat in alle eeuwigheid deze 'ketting van verheerlijking aan de Koningin en Meesteres van de engelen' geen ogenblik lang zal worden onderbroken, wat betekent dat op elk gegeven ogenblik grote aantallen engelen aan de voeten van de Meesteres van alle zielen geknield liggen.

Meesteres van alle zielen in het vagevuur ben Ik in die zin, dat God alle mensenzielen automatisch aan Mij heeft onderworpen, ongeacht in welke zijnstoestand zij zich ook bevinden.

Ik ben Meesteres van alle zielen op aarde, ook al beschikken alle zielen op aarde over de volle vrijheid van wil. Ongeacht of mensenzielen op aarde bereid zijn om Mij te volgen of niet, ben Ik hen bij Goddelijke Beschikking gegeven als innerlijke Leidster en Gids, en verwacht God van alle zielen eerbetoon jegens Mij. Voor diegenen die zich totaal, onvoorwaardelijk en levenslang aan Mij toewijden en die deze toewijding daadwerkelijk in de praktijk brengen in alle details, situaties en omstandigheden van hun leven en in al hun innerlijke gesteldheden in hart en geest, kan Ik deze hoedanigheid ten volle tot uitwerking brengen, zodat de zielen die waarlijk leven als aan Mij toegewijde zielen, alle voorrechten van Mijn innerlijke begeleiding zullen ervaren.

Velen begrijpen echter niet wat het betekent dat Ik ook Meesteres over de duivelen ben. Meesteres over de duivelen ben Ik in die zin, dat geen enkele verdoemde ziel, hetzij gevallen engel hetzij verdoemde mensenziel, ook maar het geringste tegen Mij vermag. Geen enkel plan dat door verdoemde zielen wordt gekoesterd en geen enkel werk dat door verdoemde zielen wordt uitgevoerd, kan stand houden wanneer Ik in de gelegenheid word gesteld om Mijn macht over dit plan ten volle te laten gelden, want Ik put Mijn macht uit de volmaakte eenheid van Mijn Wil met de Wil van God.

Meesteres over de duivelen ben Ik derhalve niet in de zin van 'Diegene die de duivelen in hun plannen en werken leidt', doch in de zin van Diegene die een macht bezit aan dewelke de duivelen totaal kunnen worden onderworpen. Omdat alle mensenzielen op aarde in al hun doen en laten en in al hun innerlijke gesteldheden door God worden beoordeeld volgens de wijze waarop zij hun vrije wil gebruiken en aldus volgens de mate waarin zij ofwel het Licht ofwel de duisternis dienen, mag Ik op grond van de Goddelijke Wet Mijn onbegrensde macht over de duivelen slechts gebruiken volgens de mate waarin mensenzielen dit van Mij afsmeken én waarin Mijn tussenkomst binnen Gods Plan verantwoord is.

Deze laatstgenoemde maat wordt onder meer beïnvloed door datgene wat mensenzielen bereid zijn om vrijwillig hiervoor in ruil te geven, in het bijzonder de beproevingen die zij in volle aanvaarding en met onvoorwaardelijke Liefde – dit wil dus zeggen: volkomen in de geest van Jezus Christus – dragen, én de mate waarin mensenzielen jegens God bewijzen dat zij bereid zijn om zich grenzeloos en onvoorwaardelijk aan Mij, Mijn status en Mijn innerlijke leiding te onderwerpen, alsook aan de leerstellingen die God Mij toestaat, mede te delen. Precies op deze vlakken schieten talloze mensenzielen tekort. Deze tekortkoming vormt één van de grootste redenen waarom Mijn explosieve macht over de duisternis zich veel zeldener manifesteert dan God verlangt, en waarom derhalve de zichtbare definitieve overwinning van 'de Vrouw' over de satan en zijn werken zo lang is uitgesteld.

Om deze reden zei Ik reeds op 3 november 2009:

"Geloof in Mij, want Ik ben de Meesteres van alle zielen. Ook de satan en zijn gevolg zijn zielen, en bijgevolg onderworpen aan Mijn macht. Ik kan over al hun werken heersen, doch op grond van de Wet van Gods Gerechtigheid kan Ik dit slechts doen in de mate waarin ieder van jullie zijn eigen tempel reinigt van de sporen van de slang".

De Heilige Maagd Maria als Meesteres over de duivelen is dus Diegene, Die van God de macht heeft ontvangen om alle werktuigen van de duisternis in hun werking te verlammen en al hun werken en plannen aan banden te leggen en de effecten ervan ongedaan te maken. Dit is in het bijzonder Haar roeping voor de Allerlaatste Tijden, in dewelke Zij, krachtens een Goddelijk Besluit, als 'de Vrouw' de satan en al zijn werken en de effecten ervan onder Haar voeten zal verpletteren. De satan is 'de Vrouw' onder de voeten gelegd vanaf het ogenblik waarop Zij in Gods Hart werd ontworpen. Zij werd toen reeds aan alle engelen – Satan, toen nog Lucifer geheten, die toen nog een engel was, inbegrepen – voorgesteld als hun eeuwigdurende Meesteres.

Hoe deze kennis concreet benutten? De Hemelse Meesteres laat als volgt toelichten:

Het feit dat de Koningin des Hemels bij Goddelijke Beschikking Meesteres van alle zielen is, stelt Haar eveneens boven de verdoemde zielen, de gevallen engelen (dus de duivels) en al hun werktuigen in dienst van de grondvesting van het rijk der duisternis, het rijk van het kwaad op aarde als absolute tegenpool van het Rijk dat God op aarde wil grondvesten als spiegelbeeld en volmaakte uitdrukking van Zijn Liefde in de stoffelijke wereld. Dit betekent concreet dat Zij alle macht heeft over alle werktuigen van de duisternis en over de verwezenlijking van al hun werken en plannen. Met andere woorden: Zij bezit de macht om de uitwerking van alle intenties van deze werktuigen der duisternis te verhinderen of deze onwerkzaam te maken. Om dit te doen, heeft Zij op grond van Gods Wet echter de volle medewerking van mensenzielen op aarde nodig, via hun gebeden, hun in Liefde opgedragen beproevingen en een zo volkomen mogelijke navolging van de Christus. Dit betekent concreet dat hoe méér zielen een zuiverder en liefdevoller leven leiden en hun hele innerlijke leven en al hun beproevingen uitdrukkelijk aan God opdragen, bij voorkeur via toewijding ervan aan de Heilige Maagd, in een oprecht verlangen naar bespoediging van de grondvesting van Gods Rijk op aarde, des te méér de Hemelse Koningin Haar onvoorstelbaar grote macht over alle duisternis kan doen gelden.

De Heilige Maagd Maria kan alle duisternis volkomen verlammen, alle kwaad totaal onwerkzaam maken, elke dreiging vanwege de duisternis op deze wereld restloos verlammen, mits mensenzielen hieraan spontaan en van harte meewerken, volkomen in de geest van Jezus Christus.

Bij herhaling drukte de Meesteres van alle zielen reeds op de noodzaak dat mensenzielen zich ten volle bewust zouden worden en blijven van Haar onvergelijkbaar grote macht over de duisternis, en wees Zij in het kader hiervan op een verschijnsel waarmee zeer weinig rekening wordt gehouden: de immense macht van verheerlijking, lofprijzing, zelfvernedering en praktische totale onderwerping jegens God en de door Hem uitverkoren en verheven Vrouw van de Laatste Tijden, Die Hij niet zonder reden heeft aangesteld tot Leidster van de strijdkrachten van het Licht (die bestaan uit de engelen, de gelukzaligen in de Hemel en alle mensenzielen op aarde die hun leven en hun hele wezen totaal inzetten voor de definitieve verwezenlijking van Gods Heilsplan met de redding van zoveel mogelijk zielen en de grondvesting van Gods Rijk op aarde). Deze grondvesting zal zich voltrekken met de restloze en definitieve verlamming van alle werken en plannen der duisternis op deze wereld. Zij zal de definitieve bezegeling vormen van de uitwerkingen van de Verlossingswerken van Jezus Christus.

De Hemelse Meesteres verzekerde Myriam reeds veelvuldig dat een welgemeende, van harte uitgesproken aanroeping een ongekende praktische uitwerking kan krijgen. Zo gaf Zij Myriam in de loop der jaren verscheidene aanroepingen, van dewelke Zij verzekerde dat deze werkelijkheid worden wanneer een mensenziel deze uitspreekt in een diep bewustzijn, een vast Geloof, een diep vertrouwen, een oprechte zelfverloochenende Liefde en een oprecht verlangen dat de woorden van de aanroeping zich waarlijk mogen verwezenlijken. Mogen de volgende voorbeelden in dit verband dienen tot aansporing, want zij zijn ons door de Meesteres van alle zielen Zelf gegeven:

Op 11 december 2005 sprak Zij:

"Zeg aan de zielen dat, telkens zij Mij met Liefde en de diepste verering aanroepen als 'machtige Meesteres van alle zielen', Ik de duivel gebied om aan Mijn voeten neer te knielen. Zo dwing Ik de prins van de hoogmoed om zich totaal te vernederen voor Haar die hij zozeer haat".

In gebedsbloem nr. 998 (Stormgebed tot Maria, Meesteres over alle duisternis) en de erbij horende verklaringen beklemtoonde de Hemelse Meesteres hoezeer deze belofte geen ijle woorden vormt, doch een levende werkelijkheid kan worden. Dit gebed en de bijhorende verklaringen zijn opgenomen in Maria’s Bloementuin 751-1000.

Op 5 februari 2008 zei Zij:

"Zeg aan de zielen dat, telkens een ziel op aarde Mij in oprechte Liefde en onderwerping aanspreekt als 'Meesteres', in de Hemel engelen zich vóór Mijn voeten neerwerpen in de vurigste lofprijzingen. Op deze wijze verhoogt elke akte van zelfvernedering jegens Mij op aarde, ook in de Hemel de zichtbare uitstraling van Mijn macht, en daardoor de kwellingen van de duivelen in de hel. Hoe groter de concrete uitstraling van Mijn macht, des te méér wordt de macht van de satan en zijn gevolg verlamd".

In deze context benadrukte de Hemelse Meesteres ooit dat niets of niemand ooit maar het geringste aan Haar macht kan toevoegen noch er iets kan van wegnemen, daar God Haar heeft gemaakt tot Zijn absoluut grootste Wonderwerk, en niemand aan een zo volmaakt Goddelijk Werk iets kan veranderen, DOCH dat de uitwerkingen van deze macht wel degelijk kunnen worden vergroot volgens de wijze waarop mensenzielen deze macht benaderen, dus volgens de mate waarin mensenzielen er actief aan meewerken dat deze macht zich kan uitwerken. Daarom ligt het volledig aan de mensenzielen hoe vroeg of hoe laat de onovertroffen macht van de Hemelse Koningin over de duisternis zich ten volle kan uitwerken.

Op 11 november 2012 gaf de Hemelse Koningin een Latijnse aanroeping, die ik hier in het Nederlands zal weergeven: De duivel ligt geknield aan de voeten van Maria, de allermachtigste Meesteres en Heerseres over alle duivels. Zij verzekerde hierbij: "Je zult Mijn macht ervaren. Bovendien zal Ik gedurende al deze akten van verheerlijking duivels aan Mijn voeten ontbieden".

Bij een gelijkaardige gelegenheid droeg Zij mij de uitvoering van een nachtelijke oefening op, die onder meer bestond uit een reeks aanroepingen tot verheerlijking van Haar onbegrensde macht over de duivelen. Deze aanroepingen moesten diep geknield aan Haar worden aangeboden. Zij lichtte toe: "Gedurende de hele tijd van je oefening van verheerlijking zullen duivels aan Mijn voeten geknield liggen en door Mij worden gedwongen om hardop Mijn onbegrensde macht over hen te prijzen". Tegen het einde van de oefening toonde Zij mij dit inderdaad in een indrukwekkend visioen, en sprak Zij nog:

"Indien zielen konden zien wat hun diepste gedachten, gevoelens, verlangens en woorden opwekken in de bovenaardse werkelijkheid die zij met hun zintuigen niet kunnen waarnemen!... Ja, je kunt door verheerlijking van Mijn onbegrensde macht over de duisternis bekomen dat Mijn macht inderdaad zozeer wordt ontbonden dat Ik daadwerkelijk duivels aan Mijn voeten kan dwingen om deze macht over hen te belijden. Voor hen is dit een immense vernedering. Besef wel, dat indien dit dagelijks wereldwijd op grote schaal zou gebeuren, talloze duivels volkomen verlamd zouden worden en de wereld van veel duisternis bevrijd zou worden. Prijs Mijn macht over de duivels, en je zult ertoe bijdragen dat deze macht waarlijk werken van duisternis verlamt".

De regel luidt dus als volgt: Een aanroeping zoals "de duivel ligt geknield aan de voeten van Maria" is niet zoals een eenvoudige uitspraak van iemand die iets waarneemt en aan een medemens over deze waarneming bericht. Wanneer een ziel deze aanroeping diep vanuit het hart uitspreekt (hardop of stil in zichzelf), zich die toestand levendig voorstelt, en aan de Hemelse Meesteres met een oprecht verlangen vraagt dat dit zo moge zijn, dan zorgt Zij ervoor dat deze aanroeping daadwerkelijk wordt omgezet tot een realiteit. Zij gebiedt een duivel voor Haar op de knieën, waardoor deze wordt verlamd voor de verwezenlijking van zijn duistere plannen en werken in de wereld gedurende de tijd binnen dewelke Zij hem aan Haar voeten houdt.

De Hemelse Meesteres krijgt dus vanwege de mensenziel die deze aanroeping oprecht en verlangend aan Haar geeft, de kans om Haar macht over een duivel ten volle uit te werken. Indien vele zielen dit dagelijks zouden doen, zouden vele plannen van de duisternis zich op deze wereld niet (meer) kunnen uitwerken, zou veel duisternis worden vervangen door de schittering van een zeer actief wordend Licht van de Hemelse Koningin – een Licht dat ten volle uitdrukking geeft aan een immense Goddelijke Genade – en zou veel ellende en leed op deze wereld worden vervangen door Liefde, Vrede en Geluk".

 
2. Het is een bekende stelling dat de ziel slechts voor God alleen mag knielen. Myriam vroeg daarom ooit aan de Hemelse Meesteres toelichting over het knielen voor Maria.

Context: De Koningin van Hemel en aarde riep Myriam in de lente van 1997 tot levenslange uitsluitende dienst aan Haar. In november 2005 begon Zij Haar 'Publieke Openbaringen van de Meesteres van alle zielen' met de woorden, op strikte toon duidelijk hoorbaar gesproken tot Myriam, die zich rechtop bij een afbeelding van de gekroonde Hemelse Koningin bevond: "Kniel voor Mij!", en spoedig daarop: "Ik wil dat je voortaan meermaals per dag voor Mij knielt". Nochtans is aan de gelovigen de stelling bekend dat men slechts voor God Zelf behoort te knielen. De Hemelse Meesteres beantwoordde later een vraag vanwege Myriam hierover als volgt:

Toelichting vanwege de Hemelse Meesteres:

"God verlangt dat alle zielen voor Mij neerknielen. Ik heb je dit onder meer laten horen in Mijn Openbaring in mei 2007, in dewelke God aan alle hemelbewoners Mijn pas geschapen ziel toonde en sprak: "Kniel nu voor jullie Meesteres, zoals alle zielen dit zullen doen in tijd en eeuwigheid". (zie De Allerheiligste Drievuldigheid over Maria.)

Dit is geenszins in strijd met de stelling die zegt dat de ziel uitsluitend en alleen voor God mag en moet knielen, omdat Ik het wezen van Gods grootste Wonderwerken in Mij verenig en Ik om deze reden de volmaaktheid en de almacht van God tegenwoordig stel.

Je zou dit kunnen vergelijken met het feit dat in het wereldse leven de ambassadeur van een land wordt beschouwd als vertegenwoordiger van zijn land zelf en van het staatshoofd van dit land. Op gelijkaardige wijze zou men Mij kunnen beschouwen als Ambassadrice van het Rijk der Hemelen en van het Staatshoofd van dat Rijk: God Zelf. In de wereld wordt elke belediging aan de ambassadeur van een land beschouwd als een belediging aan zijn land zelf en aan het staatshoofd ervan, en wordt elk geschenk en elk eerbetoon aan de ambassadeur beschouwd als een geschenk of een eerbetoon aan zijn land en aan het staatshoofd ervan. Het eerbetoon of de belediging betreffen dus als het ware niet de persoon van de ambassadeur, doch zijn land en zijn staatshoofd. Zo ook betreft het hoogste eerbetoon dat Mij kan worden gegeven – het knielen van een ziel voor Mij – in de diepte God Zelf, en is elke belediging aan Mij in de diepte een belediging aan God en aan Zijn Rijk, Zijn Wet en Zijn hoedanigheden. Daarom is het geen heiligschennis wanneer een ziel voor Mij knielt, doch is het integendeel een belediging aan God indien een ziel niet wil knielen voor Mij.

Wanneer een ziel voor Mij neerknielt, geldt dit als een knieling voor God en voor alles wat God vertegenwoordigt, namelijk al Zijn Wonderwerken, Zijn eigenschappen, Zijn volmaaktheid, Zijn almacht en Zijn Wet. Weigering om voor Mij neer te knielen, geldt voor God als een weigering om te knielen voor Zijn Wonderwerken, eigenschappen, volmaaktheid, almacht en Wet.

Ik herhaalde reeds jaren geleden telkens opnieuw, dat Ik geen doel op zich ben, doch een middel om God te bereiken, en wel het middel dat de grote voorkeur van God geniet. Om deze reden zeg Ik dat God de totale toewijding aan Mij 'de gouden weg naar vervolmaking, en naar de Godheid' noemt.

Totale toewijding aan Maria = totale toewijding aan God Zelf (Eeuwige Vader, Jezus Christus, en Heilige Geest). Er zijn zielen die weigeren, zich aan Maria toe te wijden, en die deze toewijding 'heiligschennend, occult, esoterisch, afgoderij, sektarisch, afwijkend van waar christendom' enz. noemen. Deze zielen verkeren in dwaling, zij hebben de ware rol, functie, positie én Goddelijke uitverkiezing van Maria als gouden sleutel tot het Hart van de Drieëne God niet begrepen, en hun ingesteldheid dient de werken en plannen der duisternis, stelt de grondvesting van Gods Rijk op aarde uit, en vergroot de mogelijkheden van de satan om zijn rijk van ellende, leed, chaos, onvrede en ongeluk in de wereld steeds diepere wortels te bereiden.

Uit de Openbaringen over de woorden van de Heilige Drievuldigheid over Mij blijkt dat Mij een onbegrensde verering toekomt, als Vertegenwoordigster en Belichaming van de absolute volmaaktheid, die berust op Werken die uitsluitend God kan volbrengen én die Hij in Mij daadwerkelijk heeft volbracht. Hierdoor deel Ik in eigenschappen die in wezen Goddelijk zijn. God heeft Mij voor de tijd – namelijk gedurende Mijn hele leven op aarde – en de eeuwigheid in de orde der Genade in deze eigenschappen laten delen met de bedoeling dat Ik ervan gebruik zou kunnen maken telkens dit de effecten van Zijn Groot Heilsplan kan helpen ontsluiten.

Doordat Ik gedurende Mijn hele leven op aarde in geen enkel detail van mijn hele doen en laten, al Mijn woorden, gedachten, gevoelens, verlangens en bestrevingen op geen enkele wijze ook slechts één enkele maal de Wet van de Ware Liefde heb overtreden, is Mijn hele leven volledig vrij van zonde geweest. Om deze reden ben Ik voor God de volmaakte Belichaming van de 'ideale mensenziel', de ziel zoals Hij deze van meet af aan had bedoeld, namelijk als spiegel van Zijn eigen gesteldheden van Hart. Precies daarom ben Ik door Hem verheven tot Meesteres en Koningin van al het geschapene en Gouden Brug tussen elke mensenziel en de Drieëne God – Vader, Zoon en Heilige Geest.

Ik wees je reeds veelvuldig op het feit dat elk woord, elke handeling, elke gedachte en elk verlangen van verheerlijking aan Mijn macht over de duivelen en hun werken een zeer concrete uitwerking heeft. Niet zonder reden heb Ik je meermaals getoond hoe Ik duivels voor Mij op de knieën dwing en hen via deze weg ten diepste verneder. Door hen voor Mij op de knieën te dwingen en hen een tijdlang aan Mijn voeten geknield te houden, breng Ik het grootst mogelijke eerbetoon aan de grootheid en de almacht van onze God. Ik doe dit dus niet om Mijnentwil, doch in vertegenwoordiging van God, opdat zelfs duivels, die de belichaming vormen van de grootste afvalligheid jegens God en van de grootste verloochening van Zijn Wet en Zijn Liefde, gedwongen worden om Hem de grootste verheerlijking te brengen en aldus hun eigen nietigheid jegens God te belijden.

Vergeet nooit, dat Ik ertoe geroepen ben om op Gods Tijd de satan en al zijn werken en plannen onder Mijn voeten te verpletteren als het grote teken van God voor het feit dat de geschapen ziel die de hoogst verheven belichaming vormt van de absoluut volmaakt beleefde Goddelijke Wet van de Ware Liefde – bewezen door Mijn eeuwigdurende totale zondeloosheid – zodanig één wordt met de Schepper, de Verlosser en de Heiligmaker, dat Zij de macht heeft om alle duisternis en de bron ervan restloos te vernietigen. In dat Uur zal de grootheid van God en van Zijn Wet definitief de grootste uitdrukking verkrijgen, daar in dat Uur tevens de restloze ontsluiting van de effecten van de Verlossingswerken van Jezus Christus in de hele Schepping voltooid zal zijn.

De regel luidt dus als volgt: Door duivels voor Mij op de knieën te dwingen, breng Ik eerherstel aan de zwaar beledigde God. De satan en zijn gevolg weigerden vanaf de opstand van Lucifer om te knielen, zowel voor God als voor Diegene Die door God was aangeduid als eeuwigdurende Meesteres en Koningin over al het geschapene, dus over al het levende onder God, henzelf (de duivels) inbegrepen. Elke mensenziel die in een gesteldheid van oprechte overgave aan Mijn innerlijke leiding, oprechte erkenning van Mijn unieke rol en positie binnen de verwezenlijking van Gods Heilsplan, en oprechte erkenning van Mijn hoedanigheid als vlekkeloze spiegel van Gods Hart en als belichaming van de volmaakte vervulling van de Goddelijke Wet voor Mij neerknielt, hetzij in de geest hetzij lichamelijk voor een beeld dat, of een afbeelding die, Mij vertegenwoordigt, helpt de ontsluiting van de volheid van Mijn verpletterende macht over alle duisternis activeren en bespoedigen.

De totale macht die Ik geniet over elke duivel en alle werken en plannen van het kwaad, is Mij in de volheid door God gegeven en maakt deel uit van de volheid der Genade die in Mij is. Deze macht moet echter haar uitwerking krijgen door actieve bijdragen vanwege mensenzielen, door diepe verering jegens Mij en smekingen dat Ik haar ten volle moge gebruiken. In de mate waarin grotere aantallen mensenzielen dit doen, wordt de mensheid meer één met de engelen en kan Ik een concretere invulling geven aan Mijn unieke roeping, die erin bestaat, de duisternis zichtbaar te vernederen en al haar werken en plannen zichtbaar te verlammen, tot verheerlijking van de God van Liefde en Zijn volmaakte Wet, en tot algehele zuivering van de wereld van alle ellende, leed, chaos, onvrede, ongerechtigheid en ongeluk.

Houd jullie zeer bewust voor ogen dat elke knieling voor Mij de hel doet schudden en beven.

 
3. Alleen God is almachtig. Niettemin sprak de Meesteres van alle zielen meermaals over Haar almacht in de orde der Genade. Hoe moeten de zielen dit verstaan?

Context: Op 8 juni 2006 sprak de Hemelse Meesteres als volgt:

"God is almachtig van nature. Ik ben almachtig in de orde der Genade, omdat Mijn volmaakte eenheid met de Goddelijke Wil Mij de macht heeft geschonken dat geen enkel van Mijn woorden zonder uitwerking blijft. Ik heb deze macht van God ontvangen voor de eeuwigheid".

Op 11 augustus 2006 zei Zij:

"Elke ziel bezit het vermogen om macht te verwerven op Gods Hart. Deze macht is groter naarmate de ziel méér in overeenstemming verkeert met Gods Plannen en met Zijn Wil. Deze overeenstemming was in Mij vanaf Mijn Ontvangenis volmaakt en absoluut. Om deze reden kan terecht worden gesteld dat Ik almachtig ben in de orde der Genade".

Toelichting: De Heilige Maagd verklaarde de zinvolheid en juistheid van deze stelling bij diverse gelegenheden, evenals de immense kracht die over de duisternis kan worden ontwikkeld wanneer mensenzielen deze stelling aanvaarden als Gods Waarheid. De Hemelse Meesteres verklaarde als uitgangspunt ooit het verschil tussen 'van nature' enerzijds, en 'in de orde der Genade' anderzijds:

'Van nature' verwijst naar het vermogen of de hoedanigheid die een wezen uit zichzelf bezit. 'In de orde der Genade' daarentegen, verwijst naar het vermogen of de hoedanigheid die een wezen bezit omdat het dit vermogen of deze hoedanigheid van God heeft gekregen, dus als genadegeschenk. Een groot voorbeeld dat door de Hemelse Koningin reeds jaren geleden werd gegeven:

Jezus Christus is van nature Goddelijk, doch werd in een menselijke gedaante in de wereld gezonden omdat Hij als mens in een stoffelijk lichaam een welbepaalde opdracht te vervullen had. Men zou hier dus kunnen zeggen dat Hij 'Mens was in de orde der Genade', niet van nature, daar Hij de Goddelijke natuur bezat en voor eeuwig bezit.

De Heilige Maagd Maria echter, was van nature een geschapen mens, doch werd als het ware 'vergoddelijkt in de orde der Genade'. Dit wil zeggen dat Zij, Die 'vol is van Genade' het absolute maximum aan Genaden in Zich heeft ontvangen dat een geschapen mensenziel ooit in zich kan dragen. Precies deze volheid van Genaden kan worden beschouwd als een 'vergoddelijking', daar de ziel 'vol van Genade' is wanneer zij tot het uiterste vervuld is van eigenschappen en vermogens die de menselijke natuur zo dicht naar de Godheid toe verheffen als de menselijke natuur dit mogelijk maakt. De Heilige Maagd is de enige mensenziel die ooit dit voorrecht heeft genoten.

Dit betekent dus dat Maria niet van nature Goddelijk is, doch in de orde der Genade een onmetelijke schat aan eigenschappen en vermogens bezit die Haar hele Wezen zeer ver boven de menselijke natuur verheffen. Zij bewaart voor eeuwig Haar menselijke natuur, doch is draagster van vermogens en eigenschappen die Haar zo getrouw op God doen lijken als voor een geschapen ziel ooit mogelijk kan zijn.

Maria’s ziel is 'in de orde der Genade vergoddelijkt' omdat God de natuur van Haar ziel zo volmaakt heeft geschapen, en op kracht van het unieke voorrecht van de Onbevlekte Ontvangenis zo volkomen en zo onbegrensd werkzaam en vruchtbaar voor Gods Werken heeft gemaakt, dat Haar natuur binnen Gods Heilsplan en in Haar relatie tot de elementen der Schepping overkomt en zich uitwerkt als een (zij het weliswaar geschapen) spiegelbeeld van de wezenstrekken van God.

Eén van de grote uitingen van deze unieke toestand in dewelke het Wezen van de Heilige Maagd zich voor eeuwig bevindt, is wat Zij noemt Haar 'almacht in de orde der Genade'. Wat is eigenlijk almacht? De Hemelse Meesteres definieert:

"Almacht is de unieke hoedanigheid die kenmerkend is voor het ene ware 'Opperwezen', de Godheid, door dewelke God het vermogen bezit om elk element van Zijn Schepping, hetzij levend hetzij niet levend, en elke ontwikkeling en elke verandering binnen elk element van de Schepping en binnen de Schepping als geheel in een volkomen onbegrensde mate te beïnvloeden, te vernietigen, te herscheppen, te herstellen, volkomen nieuwe elementen uit het niets tot stand te brengen op grond van een eenvoudige akt van Zijn Wil, niet levende elementen met Leven te bezielen, en elk individueel element alsook de onderlinge bewegingen tussen de diverse elementen van Zijn Schepping onfeilbaar te besturen, te beheersen, richting te geven en de tijdstippen van begin en einde van hun bestaan te bepalen. Dit vermogen bezit de ene ware God uitsluitend uit Zichzelf, op grond van de absolute volmaaktheid en onbegrensdheid van Zijn Wil. Hij ontleent dit vermogen aan geen enkele andere kracht, daar uitsluitend Hijzelf de Bron en Bestemming is van alles, wat is, en uitsluitend Hijzelf de kracht is die alles schept en bestuurt".

De Hemelse Meesteres wees er in de loop der jaren meermaals op, dat God Haar in een vrijwel onbeperkte mate deel heeft gegeven aan de praktische uitvoering van Zijn eigen macht, omdat Haar uiteindelijke roeping dit als het ware noodzakelijk maakt: Elke mensenziel heeft deel aan de macht van God, in die zin dat elke mensenziel God ertoe kan bewegen om bepaalde dingen te doen, in ontwikkelingen in te grijpen, ontspoorde situaties te herstellen, uitingen van het kwaad aan banden te leggen enzovoort. De Koningin van Hemel en aarde verklaarde bij herhaling dat deze 'macht' van een mensenziel groter of kleiner is volgens de maat waarin deze ziel haar eigen wil al dan niet van harte, spontaan, actief en volhardend één maakt met de Wil van God. Daartoe moet de ziel de Wet van de Liefde vervullen in een zo hoog mogelijke mate. De Wet van de Liefde vervullen, betekent in wezen niets anders dan elke zonde en ondeugd vermijden. Hier ligt precies het grote verschil:

Geen enkele mensenziel uit de hele geschiedenis van de mensheid heeft ooit haar eigen vrije wil zo totaal één gemaakt met de Wil van God als de Heilige Maagd Maria. Zij alleen heeft de verdienste verworven, Haar hele leven lang in elke situatie, in elk contact met medeschepselen, in elk element van Haar innerlijk leven, Haar Wil honderd procent één te maken met de Wil van God. Om deze reden heeft God Haar een macht gegeven die in feite op geen enkel punt afwijkt van Zijn eigen macht: Alles, werkelijk alles, wat de Hemelse Meesteres ooit wilde, was exact hetzelfde als wat God wilde, zodat Hij als vanzelfsprekend elk detail van Haar verlangens inwilligt. Om deze reden is elke beschikking die Zij treft, als het ware automatisch bekleed met het Goddelijk Zegel. Daarom ook, zei de Heilige Aartsengel Michaël op 27 april 2008 tot Myriam:

"Maria is de Meesteres van alle zielen, want Zij heeft onbegrensde macht ontvangen over alles wat geschapen is. Zodra de mensenzielen deze Waarheid van God willen aanvaarden,(★) zijn zij klaar om met ons, engelen, Gods volmaakte Plan van Heil voor de Schepping te verwezenlijken".

(★) (wegens veelvuldig verkeerd begrip van het woord 'aanvaarden', liet de Hemelse Meesteres later toelichten dat de zielen 'aanvaarden' moeten verstaan als 'aannemen als vaste Waarheid én er van harte met volle inzet naar leven', met andere woorden: 'aanvaarden' mag niet worden beschouwd als een soort passief ondergaan, doch als een gesteldheid die leidt tot een actieve inzet vanwege de ziel).

Op 29 september 2006 had de Aartsengel reeds gezegd:

"Mensenzielen, open jullie ogen voor de verheven grootheid, de onuitsprekelijke majesteit en de onovertrefbare macht van Maria, Meesteres van al het geschapene".

Op 14 december 2006 zei hij nog:

"Haar macht is miljoenen malen groter dan deze van alle andere zielen samen".

Precies omdat de Hemelse Meesteres van God de opdracht heeft ontvangen om in de Allerlaatste Tijden de satan restloos te vernederen, moest Zij in der orde der Genade worden bekleed met oneindige elementen van de Goddelijke macht, want geen enkele geschapen ziel is van nature in staat om de satan restloos te verslaan. Geen mensenziel kan bijvoorbeeld de satan voor zich doen knielen en hem op de knieën houden voor een duur die zijzelf eigenwillig bepaalt, tenzij deze ziel in een zeer hoge mate met Gods Hart versmolten is.

De satan, aanvankelijk Lucifer geheten en toen – vóór zijn opstand tegen God – de hoogste in rang onder de engelen, is nog vóór zijn val en verstoting uit de Hemel door God uitdrukkelijk onder de Heilige Maagd Maria gesteld (Wier ziel toen slechts een ontwerp in Gods Hart was), als Haar dienaar voor eeuwig, net als alle andere geschapen zielen. Dit betekent dat Haar macht deze van de satan oneindig ver overtreft, want God heeft Haar gemaakt tot Volmachtdraagster van Zijn Zegel, dus van de uitvoering en vervulling van Zijn Wet in de Allerlaatste Tijden, een opdracht die Zij vervult op grond van Haar relatie met de Christus en op kracht van de almacht van Zijn Verlossingswerken. Daarom zal Zij de satan, zijn gevolg en al zijn werken en plannen én de effecten ervan definitief onder Haar voeten verpletteren in Haar hoedanigheid als Volmachtdraagster en Vertegenwoordigster van de Goddelijke almacht en de volmaakte Belichaming van Zijn Wet van de Ware Liefde, de absolute zondeloosheid, die op zich een Goddelijke eigenschap is. Zij, de Vrouw, is de Belichaming van de absolute volheid der Genade en daardoor de Uitvoerster van de Goddelijke almacht jegens de grote vijand van God en Zijn Werken en Heilsplan.

God heeft de Heilige Maagd uitverkoren om in de Laatste Tijden sleutelfiguur te zijn bij de definitieve uitvoering van Zijn Heilsplan. Jezus Christus heeft de voltooiing ervan ontsloten, en gaf, stervend aan het Kruis, via Zijn apostel Johannes Zijn Moeder Maria aan de mensenkinderen, en de mensenkinderen aan Zijn Moeder, opdat Zij de Werken van de Christus in elke individuele mensenziel van goede wil tot volledige bloei zou kunnen brengen. Om deze rol te kunnen vervullen, heeft Zij een onmetelijk grote beschikking gekregen over alles wat tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan kan leiden: het onbetwistbaar bevel over Gods engelen, de sleutel tot de Schatkamers der Goddelijke Genaden, het wapen van een almachtige Voorspraak, een absoluut onbegrensde macht over de duivelen, de instrumenten tot heiliging van mensenzielen, en de macht om door een Goddelijk Mysterie alle lijden, beproevingen, offers, boetedoening, verstervingen, inspanningen, uitingen van deugd en overwinningen op bekoringen om te vormen tot genaden van Verlossing, genezing en Heil. In het bijzonder dit laatstgenoemde voorrecht maakt Maria tot Sleutel tot de totale bevrijding van de wereld uit de greep van het kwaad, wat Haar hoedanigheid als 'Almachtige in de orde der Genade' sterk onderstreept.

Vanaf de eerste dagen van Myriams roeping beklemtoonde de Hemelse Meesteres de immense macht van totale toewijding aan Haar, niet louter in de vorm van een uitgesproken toewijdingsgebed doch in de vorm van waarlijk in elke situatie van het dagelijks leven toegepaste toewijding (in het hele doen en laten, de hele denk- en gevoelswereld en de oprechte overtuiging van de ziel). Reeds in die dagen leerde de Meesteres aan Myriam een aanroeping, of uitspraak, van absoluut onbegrensde toewijding en lichtte deze als volgt toe:

"Ik geef je de levenslange opdracht om je hart zodanig te programmeren dat je in elke situatie van het leven, in het bijzonder bij beproevingen, van harte en oprecht kunt zeggen Mijn Hemelse Meesteres heeft het zo gewild. Weet dat Ik nooit 'wil' dat je leed of beproevingen zou ervaren, doch geen mensenziel kan bevatten hoe machtig deze uitspraak is wanneer zij in volle oprechtheid aan Mij wordt aangeboden. Deze uitspraak is de ultieme belijdenis van totale, onbegrensde en onvoorwaardelijke overgave en onderwerping aan Mij.

Door deze uitspraak ga je ervan uit, dat alles wat jou overkomt, door Mij wordt bestuurd, en belijd je dat je de betreffende situatie aanvaardt als zijnde door je Hemelse Meesteres gewild, en dat je haar met een van Licht vervuld hart wil doorstaan om je Meesteres, en via Haar God Zelf, onvoorwaardelijk tot het uiterste te dienen. De immense macht van die woorden berust op het feit dat zij uitdrukking geven aan een hartsgesteldheid die precies tegengesteld is aan de gesteldheid van de gevallen engelen, de satan en zijn gevolg, die voor alle eeuwigheid weigeren om Mij als Meesteres van alle zielen te erkennen en dus eveneens weigeren om te erkennen dat God Zelf heeft gewild dat Ik voor alle eeuwigheid boven hen verheven ben.

Door de belijdenis Mijn Hemelse Meesteres heeft het zo gewild geeft de ziel uitdrukking aan Haar aanvaarding van Mijn verheffing boven haar, belijdt zij haar vrijwillige totale onderwerping aan Mijn leiding op haar levensweg, en geeft zij een buitengewone extra dimensie aan de waarde van haar beproevingen: Beproevingen die van harte worden gedragen 'omdat' zij door de Meesteres van de ziel zijn toegestaan, ontwikkelen een immense waarde van Verlossing omdat zij hierdoor worden gedragen in dezelfde gesteldheid als deze van de Christus, Die Zijn Lijden droeg in volle overgave aan het Goddelijk Heilsplan en vanuit het standpunt dat het door de Eeuwige Vader zo was gewild. Deze gesteldheid geeft uitdrukking aan de hoogste vorm van zelfverloochenende Liefde tot verheerlijking van Gods volmaakte bedoelingen. In combinatie met de gesteldheid van totale aanvaarding, overgave en onderwerping aan Haar Die op kracht van een Goddelijke Beschikking de innerlijke Gids van de ziel is tot ontsluiting van de Verlossingswerken van de Christus in deze ziel en tot begeleiding van het innerlijke leven van de ziel op haar weg naar de volmaakte navolging van de Christus, oefent deze gesteldheid op de krachten der duisternis een vernietigende macht uit. Deze belijdenis geeft bovendien uitdrukking aan een rotsvast geloof in de onovertroffen macht van de innerlijke leiding van de Meesteres van de ziel op haar levensweg, wat eveneens werkt als een machtig wapen tegen de duisternis.

Voor de satan komt de belijdenis Mijn Hemelse Meesteres heeft het zo gewild hierop neer, dat de ziel die haar van harte en in volle oprechtheid uitspreekt, zich voor haar Hemelse Meesteres op de knieën werpt. Ik heb je reeds gezegd dat elke oprechte knieval vanwege een ziel voor Mij de hel doet schudden en beven. Daarom wil Ik dat je deze belijdenis niet alleen geregeld in je hart uitspreekt, doch dat je haar in de eerste plaats beleeft als een ware levenshouding die de duisternis zal bestralen met een verblindend Licht en haar werken en plannen in de wereld zal helpen verlammen, omdat voor de krachten der duisternis je hele leven dan zal zijn zoals een ononderbroken reeks knievallen vanwege een mensenziel aan de voeten van de Meesteres van alle zielen".

De regel luidt dus als volgt: Reeds in 2008 liet de Hemelse Meesteres Myriam schrijven: "Naarmate méér zielen de volheid van Maria’s macht erkennen, aanvaarden en belijden, kunnen de concrete uitwerkingen van Haar macht over de zielen toenemen, en wordt de macht van de duisternis aan banden gelegd".

Aan de Koningin van Hemel en aarde is alle macht gegeven om, op grond van de Verlossingswerken van Jezus Christus, Gods Wet in elke ziel tot voltooiing te brengen. Op de duivelen heeft deze hoedanigheid de uitwerking van Goddelijke almacht die al hun werken en plannen dwarsboomt.

Hoe méér zielen deze almacht in de orde der Genade erkennen en er ten volle gebruik van maken door de Heilige Maagd daadwerkelijk te erkennen als hun Hemelse Meesteres en rotsvast te geloven in het feit dat God Zelf Haar de beschikking over Zijn macht heeft gegeven om de Werken van de Christus definitief te bekronen, des te spoediger zal Zij de kans krijgen om deze almacht om te zetten in een waarneembare eindoverwinning van de Goddelijke almacht, die in Haar de Bruiloft heeft gesloten met een menselijke natuur die absoluut smetteloos is en daardoor God kan en zal tegenwoordig stellen.

De Hemelse Meesteres inspireerde bij deze onderrichting het volgende gebed. Na het gebed volgen nog drie uittreksels uit een vroegere onderrichting, ter illustratie.

1692. STORMGEBED VOOR DE ONTSLUITING
VAN MARIA’S WARE MACHT OVER DE DUISTERNIS

(Myriam van Nazareth)

Mijn almachtige Drieëne God,
U hebt de Onbevlekte Maagd Maria uitverkoren om de Moeder van Uw Zoon, onze Goddelijke Verlosser Jezus Christus te zijn, en in Hem de Moeder van alle mensenzielen.
Zij heeft het unieke voorrecht van Haar Onbevlekte Ontvangenis bekrachtigd en bezegeld door een leven in absolute zondeloosheid en daardoor in absoluut volmaakte vervulling van Uw Wil en dus van de Grondwet van het Goddelijk Leven, de Wet van de Ware Liefde.
Daarom hebt U Haar na de voltooiing van Haar levensopdracht in deze wereld in de Hemel opgenomen met Lichaam en Ziel, en Haar verheven tot Koningin van Hemel en aarde.
Ik belijd mijn geloof in het feit dat Maria op grond van Haar volmaakte versmelting met Uw Wil voor eeuwig deelt in een alles doordringende macht, die Zij onbegrensd kan uitoefenen over al het levende en al het niet-levende onder U.
Ik belijd mijn geloof in het feit dat Zij door U is geroepen om, in uitoefening van Haar onbegrensde macht, de Vrouw te zijn, Die in de Laatste Tijden in uitvoering van Uw Wilsbesluit de satan, al zijn werktuigen en al hun werken en plannen restloos zal vernederen en onwerkzaam zal maken, en dat Zij aldus is bekleed met de macht om de effecten van de eeuwig geldende Verlossingswerken van de Christus te helpen ontsluiten in elke mensenziel die bereid is om, in navolging van de Christus en van Maria, haar wil totaal te laten versmelten met Uw Wil, opdat Uw Rijk op aarde definitief gegrondvest moge worden.
Ik belijd mijn geloof in het feit dat Zij deze opdracht zal voltooien in uitoefening van een unieke, absoluut onbegrensde macht over elke duistere kracht, en dat Zij deze macht nu reeds ten volle kan uitoefenen in de mate waarin mensenzielen Haar daarom in Uw allerheiligste Naam smeken en Haar daartoe de gelegenheid geven door van harte te verlangen naar de eindoverwinning van Uw Godheid en van Uw Wet van de Ware Liefde in deze wereld en in hun eigen leven.
Daarom geef ik mijn hele wezen en mijn hele levensweg restloos aan Haar Die krachtens Uw Wil mijn onbetwiste Meesteres en Koningin is, en smeek ik om de definitieve en totale ontsluiting van Haar onbegrensde macht over elk element van duisternis in deze wereld alsook in mijn eigen leven, over elk duister plan dat door de satan en zijn werktuigen wordt beraamd met de intentie, Uw Schepping te verwoesten en de Goddelijke Wet buiten werking te stellen teneinde de wereld te laten ondergaan in een moeras van leed, ellende, chaos, dreiging, beklemming, haat, ontwaardiging, ongeluk en dood.
Moge de Onbevlekt Heilige Maagd, de Koningin van alles onder U, Zich van nu af waarlijk en onbegrensd laten gelden als de Meesteres over alle duivelen, en al hun werken en plannen in deze wereld én in mijn eigen leven totaal onderwerpen aan Haar Wil, die absoluut één is met Uw Goddelijke Wil, opdat de wereld én de duisternis mogen zien dat slechts de volmaakte vervulling van Uw Wet van de Ware Liefde de macht heeft om deze wereld en elke individuele ziel te bevrijden uit de verwoestende uitwerkingen van de werken en plannen van hem, die U en Uw volmaakte Liefde haat.
Geprezen zij daarom de Heilige Maagd Maria als de onbegrensd machtige Koningin en Meesteres over alles onder U en als vlekkeloze Spiegel van de Bron van de volmaakte Liefde, en geprezen zij Haar definitieve overwinning over alle duisternis in de wereld en in mij, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (maak het kruisteken).

Ter illustratie bij
Het miskende Licht

De Hemelse Meesteres toonde Myriam in de loop der jaren bij herhaling op overtuigende wijze de onbegrensde macht die Zij reeds tijdens Haar leven op aarde uitoefende over de duivels. Zij deed dit in visioenen, in Openbaringen, en op een speciale wijze in Haar buitengewone manifest Wedergeboorte van het Aards Paradijs. De drie volgende uittreksels uit dit manifest leveren hiervoor uitgelezen voorbeelden.

Geval 1 – Uit Wedergeboorte van het Aards Paradijs, 28e wandeling

(...) De zwaarste vernedering zal Maria de duivel toebrengen wanneer Zij, jaren na de Hemelvaart van Jezus, met de apostel Johannes te Efese verblijft. Zij moet ongeveer vijfenvijftig jaar oud zijn. Op zekere middag, terwijl Johannes in de stad evangeliseert, zie ik Maria op een zanderige weg nabij Haar huisje kruiden verzamelen. De zon staat hoog en lijkt wat versluierd, zoals op een eerder drukkende zomerdag. Met de ogen van Haar geest ziet Zij een groepje duivels in Haar nabijheid opduiken, en ik word getuige gemaakt van de volgende scène:

Maria (spreekt plechtig, waardig): "Wat doen jullie hier, op Gods wegen?"

Woordvoerder van de duivels (geschrokken – wellicht omdat hij niet had verwacht dat een mensenziel hen kon zien – hij aarzelt, doch lijkt zich gedwongen te voelen om te antwoorden): "Wij worden in Efese verwacht".

Maria: "Voor welk werk?"

duivel: "Wij hebben de opdracht, de werken van de priester van de Liefde te ondermijnen".

Maria (richt Zich op en wijst met Haar rechterhand in hun richting): "Ik beveel jullie, in de Naam van Jezus Christus, kniel!"

(De duivel, intens geschrokken, lijkt samen met zijn gezellen te willen vluchten, en kan geen woord uitbrengen).

Maria: "Ik zeg: kniel! Jullie zullen niet eerder opstaan dan op het ogenblik waarop Ik het wil".

De duivelen knielen neer. Ik zie hoe Maria gedurende lange tijd over en weer blijft kuieren en doorgaat met Haar werk. Af en toe werpt Zij een blik op het groepje neergeknielde duivels. Ik zie hen steeds nerveuzer en onrustiger worden, doch zij lijken zich slechts minimaal te kunnen verroeren. Wanneer de zon reeds een heel stuk dieper staat, zie ik het vervolg:

duivel: "Vrouw, wij vragen U om de toelating om op te staan en heen te gaan".

Maria: "Het behaagt Mij nog niet".

Nog een stuk later (de zon gaat bijna onder): Ik zie Maria nauwelijks een meter van de duivels vandaan staan. Ik zie dat deze met het voorhoofd tegen de grond gaan liggen, in de richting van Haar voeten. Hun woordvoerder spreekt opnieuw, op klaaglijk smekende toon(★):

duivel: "Vrouw, U hebt ons overwonnen. Wij belijden dat wij totaal in Uw macht zijn. Wij geloven dat U de Vrouw bent, Zij voor Wie wij moeten knielen. Wij smeken U dat het U moge behagen om ons uit Uw macht te bevrijden en van U heen te gaan".

Maria: "Jullie zullen gaan, doch Ik wil jullie niet in Efese, noch in de omgeving ervan, Ik wil jullie in de hel. Lof zij Jezus Christus".

(★) In een ander visioen onthulde de Hemelse Meesteres ooit dat Zij de unieke macht bezit – en ook reeds bezat toen Zij nog op aarde leefde – om te bekomen dat duivels, die immers van nature onstoffelijke geesten zijn, indien Zij dit uitdrukkelijk wil, voor Haar moeten neerknielen nadat zij tijdelijk een fysiek lichaam hebben aangenomen. Zij verklaarde mij de zin hiervan als volgt: "Hierdoor worden zij gedwongen om deze vernedering nog intenser te ervaren, daar zij in een stoffelijk lichaam ook geleidelijk meer en meer de ongemakken en pijnen van langdurig knielen beginnen te voelen, wat na langere tijd de ervaring, gevangene te zijn van een macht tegen dewelke zij niets vermogen, zeer intens maakt. Dit is één van de redenen waarom je in diverse visioenen telkens weer hebt gehoord hoe intens zij Mij na enige tijd smeken om bevrijding. Wees je ervan bewust dat deze ervaring in hen het vooruitzicht wekt van de vervulling van de Goddelijke Belofte – die voor hen DE grote bedreiging vormt – dat zij op Gods Tijd voor altijd zullen worden verpletterd onder de macht van de Vrouw".

De bovenstaande scène uit het leven van Maria illustreert de diepgang van Haar daadwerkelijke macht over de satan en zijn hele gevolg. Niet alleen zal Zij een leven leiden in volmaakte afwezigheid van zonde, bovendien zal Zij tijdens Haar aardse leven verscheidene malen de duivelen bevelen geven die deze tot in elk detail moeten gehoorzamen.(...)

Geval 2 – Uit Wedergeboorte van het Aards Paradijs, 16e wandeling

(...) Wat de satan echter het meest in de war brengt, is de ervaring van zijn onmacht jegens Haar: Het komt voor dat dit meisje zijn aanwezigheid daadwerkelijk ziet, dat Zij tot hem zegt dat Zij merkt dat hij niet de Liefde bezit die God in alle goede schepselen heeft gelegd, en dat hij dus niet van Gods wege naar Haar toe is gekomen, en dat Zij hem dan beveelt om zich van Haar te verwijderen. De bekoorder ziet vóór zich een meisje dat niet aangetast wil worden, dat geen werken wil doen die niet Gods Licht in zich dragen, en dat op hem overkomt als een burcht van Geloof in God en vertrouwen op God. Het verwart hem dat hij in Haar nabijheid geen enkele kracht meer lijkt te bezitten.

Weinige jaren later, als tempelmaagd van ongeveer twaalf jaar oud, zal Maria tijdens de nacht, terwijl Zij boete verricht voor de bespoediging van de bevrijding van het volk van Israël door de Messias, in Haar kamer een duivel op bezoek krijgen die Haar poogt te ontmoedigen en uit te putten, en zal Zij hem bevelen om ter ere Gods op zijn knieën te gaan zitten tot Zij hem de toelating geeft om op te staan. Ondanks al zijn pogingen heeft hij niet de kracht om zich te verzetten, knielt hij neer, en wanneer Zij een uur later Haar hand in zijn richting uitstrekt en hem beveelt om te gaan in de Naam van de God van Israël, vlucht hij ijlings weg. Haar macht over hem was zo totaal omdat Zij rotsvast geloofde dat God in Haar was op elk ogenblik waarop Zij Zijn Werken deed, en Zij beschouwde het verlammen van een ziel die volkomen dood is voor de Liefde, als Gods Werk.

Opmerkelijk is hierbij deze aanblik die mij wordt vergund van de twaalfjarige Maria: Ik zie Haar bidden en boete doen in een gloed van vurige Liefde, zo totaal opgaand in God dat Zij geen seconde aandacht lijkt te schenken aan de duistere gestalte die een paar meter van Haar voeten vandaan geknield zit. Dan zie ik hoe Zij Zich naar deze gestalte toewendt en hoe als het ware vuur uit Haar ogen schiet terwijl Zij hem vastberaden toespreekt. Een duivel aan de voeten van een twaalfjarig meisje, Haar woorden gehoorzamend in elk detail...

De Hemelse Meesteres toont mij verscheidene pogingen van een duivel om Haar tijdens Haar jaren als tempelmaagd te verleiden tot hoogmoed door Haar in te fluisteren hoe machtig Zij toch is, dat Zij de duivel naar willekeur kan bevelen. Zover gaat hij zelfs om haar ziel te bevlekken, dat hijzelf zijn eigen onmacht jegens Haar voor Haar belijdt. (...)

Van een dergelijk voorval maakte de Hemelse Meesteres mij getuige in een visioen op 22 april 2008, een jaar na de inspiratie van het boek Wedergeboorte van het Aards Paradijs. In mei 2023 geeft Zij toelating om uit de toenmalige aantekeningen de volgende woorden in deze onderrichting op te nemen. Het visioen toont een scène uit Maria’s dagen als tempelmaagd, in een ontmoeting met drie duivels. De Hemelse Koningin sprak bij het visioen:

"God openbaart de volheid van de Waarheid slechts aan zielen die klaar zijn om deze in zich op te nemen, want kennis van de Waarheid schept verplichtingen. Mede om deze reden is zoveel kennis over Mij nooit geopenbaard geweest: Slechts weinig zielen zijn klaar om de volle Waarheid over Mijn Wezen en hoedanigheden in zich op te nemen. De satan zelf poogt vele dingen die tóch op zeker ogenblik over Mijn grootheid geopenbaard worden, de kop in te drukken, omdat de verspreiding van deze kennis voor hem gevaarlijk is. (...)

Je hebt Mij gevraagd of Ik Mij ervan bewust was dat Ik zoveel macht had. Ik heb Mij daarover nooit vragen gesteld. Reeds als klein meisje was Mij in visioenen alsook door engelen medegedeeld dat Mij vele engelen waren toebedeeld als een soort persoonlijke lijfwacht. Omdat deze engelen zich reeds in Mijn prille kinderjaren voor Mij op de knieën wierpen toen zij zich aan Mij vertoonden en tot Mij spraken, en al Mijn woorden als een bliksemflits gehoorzaamden, was Ik Mij er niet echt van bewust dat dit betekende dat Ik machtig was. (...)

De scène die Ik je daarnet heb getoond, speelde zich af toen Ik bijna veertien jaar oud was. Het is de satan zelf die toen Mijn macht in Mijn bewustzijn bracht. Ik werd bezocht door een duivel die poogde, Mij van Mijn werkzaamheden af te leiden en tot een zonde van ijdelheid te verleiden. Toen Ik met een vinger de grond vóór Mij aanwees en sprak 'Hier aan Mijn voeten, op je knieën, tot Ik je toesta om overeind te komen!', gehoorzaamde hij ogenblikkelijk. Ik ging door met Mijn werkzaamheden – Ik las teksten uit de Schriftrollen – en vergat zijn aanwezigheid. Na enige tijd, toen Ik Mij naar het andere eind van Mijn kamer verplaatste, bleek hoe letterlijk hij Mijn bevel gehoorzaamde: Ik merkte hoe hij bij elk van Mijn bewegingen op de knieën achter Mij aankroop, om letterlijk te bevredigen wat Ik van hem had verlangd: dat hij aan Mijn voeten op de knieën zou blijven zolang Ik het wilde.

Terwijl Ik op de gedaante aan Mijn voeten neerkeek, kwamen twee andere duivelen op bezoek, die Mij op hun beurt poogden te verleiden tot ijdelheid en hoogmoed:

De eerste zei: 'Maria, zie toch hoe machtig je bent: Gods engelen liggen aan je voeten, en een duivel kruipt voor jou'.

De tweede zei: 'Maria, alleen jij kunt ons zien, de andere tempelmaagden zien ons niet. Wij kunnen zorgen dat ook hun ogen ons zien als jij ons in aanwezigheid van al de maagden beveelt om vóór jouw voeten neer te knielen. Ze zouden je aanbidden als een godin!'. Dit was het absolute tegendeel van wat Ik wilde (Maria bedoelt: wat Zij wél wilde, was onopvallend te blijven).

Wel liet Ik toen Mijn macht gelden, in het verborgene, door tot deze drie bekoorders te zeggen: 'Als straf zullen jullie voor Mij vierentwintig uren lang op de knieën blijven, één meter van Mijn voeten vandaan, waar Ik ook ga of sta, in het verborgene!' Ik werd toen getuige van hun geknielde aanwezigheid op één meter van Mijn voeten vandaan. Vierentwintig uur lang kropen zij op de knieën achter Mij aan, telkens op een afstand van één meter, en telkens Ik stilstond, namen zij op de knieën plaats vóór Mijn voeten. Ja, Ik voelde Mij toen heel machtig, bij de vaststelling dat Mijn wil zo stipt werd bevredigd en dat Ik de macht bezat om het gedrag van duivelen totaal te beheersen volgens elke letter van Mijn woorden, doch de vernietigende slag jegens de bekoorders bestond hieruit, dat Ik van deze macht genoot omdat Ik haar van God had gekregen om Zijn Werken tot voleinding te brengen". (...)

Opmerking van Myriam: Uit bovenstaande scène moge blijken hoeveel er de satan aan gelegen is geweest om Maria, de totaal zondeloze, te verleiden tot een zonde: Hij bleek er zelfs toe bereid, drie duivelen desnoods totaal door Maria te laten vernederen om Haar, de Onbevlekte, tot een zonde te verleiden. Wij mogen niet vergeten dat indien Maria zelfs maar één maal zou hebben gezondigd, Zij niet de Moeder van de Messias kon worden.

(...) "Ik heb je getuige gemaakt van demonstraties van Mijn macht die de hel hebben doen schudden en beven van angst. De satan weet dat het lot van zijn gevolg en van zijn werken onder Mijn voet ligt: Op elk ogenblik volgens Mijn willekeur zou Ik ze kunnen verbrijzelen. Opdat dit ook binnen de Wet van Gods Gerechtigheid zou passen, heb Ik daartoe nodig: talrijke akten van zelfgave van Mijn getrouwen aan Mij. Elke akt van overgave, zelfverloochening en zelfvernedering jegens Mij verzwaart de druk van Mijn voet. Om deze reden vreest de satan elke diep doorleefde toewijding van zielen aan Mij".

Geval 3 – Uit Wedergeboorte van het Aards Paradijs, 30e wandeling

(...) Talloze malen zal Maria tijdens Haar leven rechtstreekse aanvallen van de duivel te verduren krijgen. Niet alleen stoot hij bij Haar steeds op een muur van onverleidbaarheid, bovendien vernedert Zij hem bij diverse gelegenheden diep, zoals reeds eerder aangehaald.

Op zekere dag zal Zij door een inwendige verlichting kennis ontvangen van het feit dat binnen een groepering van goddelozen in de streek van Efese een plan bestaat om Johannes uit de weg te ruimen. Maria zegt niets aan Johannes wanneer deze in de heel vroege ochtend het huisje verlaat waarin hij en Maria wonen, doch Zij roept de satan tot Zich. Deze verschijnt Haar, en zegt Haar dat hij er niet aan denkt om zijn plan zonder uitvoering te laten. Maria zegt niets anders dan "Ga!". Zij heeft de inspiratie dat Gods Licht nog méér zal schitteren wanneer Zij een bijkomende beproeving doorstaat en de duivel van Haar heengaat in een vals gevoel van veiligheid.

Zij is dus op Haar hoede voor een verdere gebeurtenis later op de dag. Zo zal het inderdaad geschieden: Omstreeks het middaguur krijgt Maria bezoek van een vrouw, van wie Zij onmiddellijk weet dat deze een belichaming is van de duivel. Maria weet dat deze vrouw de intentie heeft om Haar te vergiftigen. Wanneer de vrouw Haar te drinken vraagt, trekt Maria Zich terug om schijnbaar water te halen, doch intussen beveelt Zij de satan, zich aan Haar te manifesteren. Maria keert terug naar de plaats waar Haar bezoekster zich bevond, en vindt deze geknield. Maria blijft op een paar meter afstand van de vrouw vandaan staan. Deze kruipt op haar knieën naar Maria’s voeten toe, werpt zich voorover en huilt onbedaarlijk.

Ik zie en hoor wat volgt:

Maria (kijkt waardig neer op de gedaante aan Haar voeten, en spreekt): "Vrouw, spreek, wie ben je, en wat is het ware doel van je bezoek?"

Vrouw: "Heb genade, Vrouw, ik was gekomen om U kwaad te doen".

Maria (spreekt zacht doch vastberaden, er gaat een enorme kracht van Haar uit, en het lijkt alsof Zij Licht uitstraalt): "Ik wil zien wie in jou heeft gehandeld en gesproken".

(de vrouw staat op en loopt wenend en wankelend naar buiten; op de plaats waar zij geknield zat, staat nu de duivel, rechtop).

Maria (strekt Haar rechterhand uit, en spreekt streng): "Op je knieën! Ik wil horen welke je plannen zijn".

duivel (knielt vóór Haar voeten neer, en spreekt met een stem vervuld van haat): "Indien U bent Wie ik vermoed Die U bent, weet U dat. Ik zeg niets".

Maria: "Ik beveel je, spreek!"

duivel (knielt dieper en spreekt): "Op dit ogenblik staan vier mannen de priester naar het leven. Maar U kunt daar niets aan veranderen".

Maria (kijkt nog steeds neer op de gedaante aan Haar voeten, en spreekt): "Ga terug naar het oord van eeuwige verbanning, Ik wil jou weg van hier, en Ik wil dat je nu getuige wordt van Gods macht".

(ik zie hoe Maria een aantal engelen beveelt om zich naar de plaats te begeven waar Johannes aan het prediken is, en ik zie hoe de vier mannen waarover de duivel het had, zich op onverklaarbare wijze uit de menigte terugtrekken en zich uit Efese verwijderen. Onder de menigte rond Johannes lijkt plots een grote Vrede en vreugde te heersen. Er wordt mij ook getoond hoe Johannes laat in de avond thuis komt, aan Maria vertelt dat hij vreemde gewaarwordingen heeft gehad, doch op zeker ogenblik 'merkwaardig genoeg heel wat zielen zich tot de Heer hebben bekeerd'. Maria glimlacht, dankt God, maar zwijgt over alles wat die dag gebeurd is). (...)

Tot slot: Uittreksel uit een visioen vrijgegeven voor publicatie in maart 2023

Ooit begunstigde de Meesteres van alle zielen Haar Myriam met een visioen, uit hetwelk Zij later het volgende uittreksel vrij gaf voor publicatie. Het hele visioen vormt een indrukwekkend vertoon van Haar onaantastbare en volkomen grenzeloze macht over de krachten van het kwaad. Op verordening van de Hemelse Koningin lig ikzelf gedurende het hele visioen vóór Haar geknield.

"(...) Nu toont mijn Hemelse Meesteres mij een duivel in een fysieke gedaante, die op Haar bevel vóór Haar voeten geknield ligt. Het voorhoofd raakt de grond ongeveer dertig centimeter van Haar tenen verwijderd. Ik zie de Hemelse Meesteres Haar rechter voet langzaam, beheerst en heel rustig op de kop van het duistere gedrocht plaatsen, en Zij vergunt mij, getuige te worden van de volgende gebeurtenis tot getuigenis voor het feit dat de duivel jegens Haar volslagen machteloos is:

Maria (kijkt waardig neer op de gedaante onder Haar voet, en spreekt):
"Je zult drieëndertig dagen lang de heilige Naam en de almacht van onze God verheerlijken. Indien je deze straf niet naar Mijn welbehagen blijkt te volbrengen, zul je deze verheerlijking nogmaals gedurende drieëndertig dagen voortzetten. De hele duur van je straf lang zul je Mijn voet op jou voelen drukken als een ongeëvenaarde macht die je hoogmoed verplettert".

duivel (begint krampachtig te kronkelen en te smeken om kwijtschelding van de straf. Behalve zijn smekingen jegens de Hemelse Meesteres blijkt hij geen woord van verheerlijking aan God te kunnen uitbrengen):

Maria: "Ik beschouw je aarzeling als ongehoorzaamheid. Daarom zul je de straf gedurende zesenzestig dagen uitvoeren. Elke verdere aarzeling zal Mij ertoe aanzetten om de duur van je straf verder te verdubbelen".

(Tot mijn uiterste verbazing zie ik nu het volgende: De Hemelse Koningin heeft Haar voet van de kop van de duivelse gestalte teruggetrokken, en deze laatste, als waanzinnig van angst en machteloosheid, lijkt zich tot het uiterste in te spannen om naar Haar voeten toe te kruipen als in een ultieme poging om Haar erbarmen op te wekken, doch hij blijkt geen centimeter dichter tot Haar te kunnen naderen. De Hemelse Meesteres vergunt mij deze verklaring):

Maria tot Myriam: "Deze gestalte is totaal onder Mijn macht, en voelt de verpletterende druk van Mijn voet ook zonder dat deze op hem rust. Ik heb je tot getuige gemaakt van zijn poging om uiterste zelfvernedering voor te wenden door naar Mijn voeten toe te kruipen om deze te kussen opdat Ik hem van de opgelegde straf zou ontbinden. De Wil van de almachtige God, Die door Mij tot de duivelse gestalte heeft gesproken, moet echter worden vervuld. Daarom zal deze gestalte gedurende zesenzestig dagen God verheerlijken terwijl hij de verpletterende macht van Mijn voet op zich zal blijven voelen en hij geknield zal blijven liggen met de ogen op Mijn voeten gevestigd. Kijk en luister nu naar zijn reactie, en ga daarna in Vrede".

duivel (lijkt te stikken onder de verpletterende macht die uitgaat van de Hemelse Koningin, Die hem een verheerlijking jegens God heeft bevolen, die hij echter uit zichzelf niet kan opbrengen. Niettemin hoor ik hem nu in reactie op de verdubbeling van strafduur die Zij hem heeft opgelegd, bliksemsnel als volgt beginnen spreken):
"Groot en almachtig is Hij Die deze Vrouw boven ons heeft gesteld en tegen Wie ik niets vermag. Zij is waarlijk ook onze Meesteres. Zij is oneindig veel machtiger dan mijn heer en meester, de satan. Ooit zal de hele Schepping zien dat mijn heer en meester, die de wereld lijkt te beheersen, slechts Haar slaaf is, want God is in Haar, werkt door Haar en ontplooit Zijn macht door Haar. Ik ben totaal in Haar macht. Hoe lang reeds wilde ik Haar vernederen, doch hier lig ik, als een worm aan Haar voeten, want in Haar heb ik Gods almacht ervaren (...)".

(Op dit punt vervagen alle beelden).

Vrijwel onmiddellijk daarop spreekt de Meesteres van alle zielen nog de volgende woorden tot mij:

Maria tot Myriam: "Ik wil dat je nog het volgende optekent: Net zoals Ik deze duivel heb bevolen om de heilige Naam en de almacht van God te verheerlijken, is het belangrijk, te benadrukken dat elke handeling en elk woord van zelfvernedering die je in deze visioenen (★) van duivels jegens Mij ziet en hoort uitgaan, door Mij aan God worden overgedragen.
Mede om deze reden verlang Ik steeds dat je gedurende deze ervaringen ook zelf diep voor Mij geknield blijft liggen: Niet alleen omdat Ik je Meesteres ben, doch ook omdat Ik je tot getuige maak van een zeer heilige overdracht van Mij uit naar onze God toe. (...)"

(★) de Meesteres verwijst naar de visioenen in verband met duivels, die Zij Myriam vooral in de periode tussen 2006 en 2009 vrij intensief vergunde.

Myriam – Door de Meesteres van alle zielen geïnspireerd en voor publicatie vrijgegeven in november 2022

 

Eveneens nuttig als wapens ter ontsluiting van de concrete onbeperkte macht van de Hemelse Meesteres over alle werken en plannen der duisternis liggen besloten in de zogenaamde Twaalf krachtige aanroepingen tot Maria in de strijd tegen de duisternis, die zijn opgenomen aan het slot van de Speciale Openbaring Belijdenis van een duivel op Maria’s bevel.

In het kader van deze onderrichting laat de Hemelse Meesteres nog verwijzen naar Haar Openbaring De machtige voet van de Vrouw.