TOTUS TUUS, MARIA !

TOEPASSING VAN DE WETENSCHAP VAN HET GODDELIJK LEVEN

Brieven van de Koningin des Hemels aan individuele zielen
376-450

Op verzoek van de Moeder Gods is de index met de thema’s die in elke brief worden behandeld, verwijderd. De Koningin des Hemels heeft hierom verzocht om de volgende reden:

Elke brief behandelt van nature verschillende thema’s. Daarom is het meestal moeilijk om alle behandelde thema’s binnen een titel te vatten. Om deze reden legt een titel als het ware beperkingen op. Wij hebben er op andere plaatsen op deze website reeds moeten op wijzen, dat het deel uitmaakt van de wijze waarop de Moeder Gods Haar kinderen wil onderrichten, dat Zij beklemtoont hoe belangrijk het is dat zielen zelf spontaan, uit vrije wil en vanuit een eigen inzet en belangstelling de teksten ter hand nemen. Met Haar eigen woorden uitgedrukt:

"Via Mijn Maria Domina Animarum Werk worden de zielen in de Hemelse Tuin binnengeleid, doch zij moeten door eigen vrije wil hun weg tussen de bloemen vinden. God vormt slechts zielen, en bereidt slechts genaden voor zielen, volgens de mate waarin zij actief aan hun vorming en bloei meewerken".

Bij de brieven zelf zijn in de titels nog steeds bepaalde thema’s aangeduid. Deze aanduidingen vormen in geen geval een beperking voor de volledige inhoud van de brief. Bij de lectuur van de meeste brieven zal blijken dat hun inhoud verder reikt dan de in hun titel aangeduide thema’s.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 376
Gods Wetten zijn tijdloos. De toepassing ervan door de mensen zou derhalve eveneens tijdloos moeten zijn, maar alles wordt bepaald door de vrije wil van de mens

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Niet zonder verbazing heb ik Uw mail gelezen. Het is mij niet toegestaan, enige polemiek te voeren, temeer daar het in ELKE verkondiging in dit Apostolaat enkel en alleen om opvattingen van de Moeder Gods gaat. Toch moet ik U absoluut iets op het hart drukken:

Er bestaat helemaal niet zoiets als een 'moderne christen'. Voor God zijn er slechts 'christenen' en 'niet-christenen'. Gods Wetten zijn tijdloos. De toepassing ervan door de mensen zou derhalve eveneens tijdloos moeten zijn. Zodra de mens rituelen, consecratiewoorden enzovoort, begint te veranderen, matigt hij zich aan dat hij de vruchten van Gods Wijsheid moet en KAN 'aanpassen'. Wanneer MARIA onderricht dat de modernistische heilige Mis het evenwicht in de Schepping ontwricht omdat deze Mis het vrijmaken van 'compenserende genaden' noodzakelijk maakt, wie zijn wij dan dat wij Haar niet geloven, en niet in nederigheid kunnen aannemen dat wij met deze aanpassingen op een dwaalweg zijn?

Lieve broeder, gelooft U mij, ik roep helemaal geen ketterijen in het leven. Myriam is dienares van de Moeder Gods, en via Haar, dienares van Gods Werken. Mij doet slechts het volgende echt pijn: Dat zielen deze buitengewone geschenken uit Gods hand niet aannemen, gedeeltelijk omdat zij dit (nog) niet kunnen, omdat zij zich nog niet uit de duistere sporen van gewoonten en uit de dwalingen in de spirituele vorming hebben bevrijd, en gedeeltelijk omdat zij dit niet willen. Precies daar ligt één van de prachtige taken die Maria Zich krachtens Haar unieke roeping van Gods wege in deze tijd heeft voorgenomen: Zij wil Gods Liefde op vruchtbare wijze in de zielen tot bloei brengen door alle dwalingen van de mensheid doorheen de geschiedenis, en in het bijzonder in de Laatste Tijden, systematisch aan de kaak te laten stellen, opdat de zielen zich zouden kunnen bevrijden uit een denken dat hun doen en laten minder genaderijk en (relatief) onvruchtbaar maakt.

Het is niet de bedoeling van de Moeder Gods om door Haar stellingen met betrekking tot de moderne respectievelijk de traditionele Ritus de zielen 'terug naar de middeleeuwen te sturen'. Haar enige bedoeling is, de zielen opnieuw naar het Ware Licht van God te sturen, uit hetwelk zij door het menselijk denken meter voor meter zijn weggetrokken en steeds verder worden weggetrokken. Zalig diegenen die in nederigheid aannemen wat God hen uit zuivere Liefde en uit bezorgdheid om hun Eeuwig Geluk laat toevloeien. God kan geen vrede hebben met toestanden die de zielen van genaden beroven. Hij tolereert deze toestanden, omdat de vrije wil van de ziel voor Hem heilig is, maar Hij kent geen rust vooraleer Hij tot het uiterste is gegaan om de zielen op dwalingen te wijzen, die hen de hoogste graad aan Geluk kunnen ontroven. De mensenziel neemt wel vrede met oplossingen die haar, om welk reden dan ook, in het kader van haar wereldse leven beter uitkomen, maar die niet de belangen van haar ware diepste wezen dienen, maar God doet dit nooit, omdat Hij de oneindige Liefde en Wijsheid is.

Lieve broeder, voor alles ligt de beslissing bij de individuele ziel. Kiest zij voor Gods verlangens, dan zal zij haar beide levensopdrachten (de eigen heiliging en de individuele maximale bijdrage tot de voltooiing van Gods Werken) precies zo vervullen zoals God het van haar verwacht. Kiest zij voor menselijke oplossingen, dan zal zij haar beide levensopdrachten nu eenmaal 'anders' vervullen dan God dit had verlangd. De vrije wil van de ziel is voor God heilig. De heiligheid van de ziel wordt echter bepaald door de wijze waarop zij haar vrije wil inzet.

Ik wens U voor Lichtmis een 'lichtvolle' ontmoeting met God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 377
Over de macht van het gebed om het verloop van de geschiedenis mede te bepalen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw vragen zijn voor de Werken van de Moeder Gods van het grootste belang. Het is heel goed dat zielen zich dergelijke vragen stellen, omdat het van groot belang is voor de ontwikkeling van de heilsgeschiedenis dat wij ons ervan bewust zijn en blijven, dat de geschiedenis van de mensheid allesbehalve van louter politieke beslissingen afhankelijk is. Menselijke stappen worden vaker door de Hemel geleid dan men zou denken... op voorwaarde dat daar op grote schaal wordt om gevraagd.

U vraagt of het juist is dat Zwitserland, op grond van intensief gebed tot het Onbevlekt Hart van Maria en de voorspraak van de Heilige Klaus von Flüe, werd behoed voor de inval van het leger van Hitler en daardoor voor de effecten van de Tweede Wereldoorlog?

De Koningin des Hemels wijst in Haar antwoord niet specifiek op de rol die de voorspraak van de Heilige Klaus von Flüe in dit geval eventueel heeft gespeeld. Zij laat echter met ware verrukking berichten dat zeer veel in de wereldgeschiedenis anders is verlopen dan aanvankelijk, op grond van de wereldse ontwikkelingen, kon worden vermoed, omdat veel zielen om Haar tussenkomst hebben gebeden. Zij stelt overigens met klem, hoe belangrijk het is dat ook in deze hoogmoderne tijden gezamenlijk tot Haar zou worden gebeden wanneer het erop aankomt, dergelijke slagen van het noodlot af te wenden opdat bedreigende koersontwikkelingen zouden kunnen worden veranderd, enzovoort.

Wanneer wij de geschiedenis en de maatschappelijke ontwikkelingen van de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw bekijken, kan het ons inderdaad verbazen dat Hitler nooit een inval in Zwitserland heeft ondernomen. De politieke neutraliteit van dit land kan het nauwelijks hebben beschermd tegen een inval, want in de jaren die aan de Tweede Wereldoorlog voorafgingen, was duidelijk geworden dat Hitler niet aarzelde om zich aan overeenkomsten te onttrekken, of deze niet na te leven. Maria bevestigt ons dat Zij er inderdaad voor verantwoordelijk is dat bepaalde dingen toen niet zijn verlopen zoals de logica van de tijd had laten vermoeden. Zij heeft Zwitserland tegen het oorlogsgeweld beschermd en heeft zowel in grote als in kleine dingen veel ontwikkelingen anders laten lopen dan te verwachten was. De geschiedenisboeken maken gewag van ontelbare vreemde gebeurtenissen en verrassingen, doch niet van de macht van de Koningin des Hemels en de betekenis van Haar 'onzichtbare' interventies.

Hoe is het dan mogelijk dat de meeste gruwelen van de wereldoorlog niet door de Hemel zijn verhinderd? Omdat de mensheid doorheen deze fase moest gaan. Totalitaire regimes, zoals dat van het nationaalsocialistische Duitsland, de communistische Sovjet-Unie enzovoort, appelleren aan de vele wereldse behoeften van veel zielen en verschaffen hen ook als het ware de spirituele basis om de bevrediging van deze behoeften veilig te stellen: Het geweten, het zondebewustzijn en God Zelf worden systematisch buiten spel gezet, zodat alle handelingen van de zielen ten dienste van het door het regime heilig verklaarde ideaal worden gesteld en vele handelingen, woorden, gedachten, bestrevingen en verlangens worden vrijgesproken van zonden. Op deze wijze worden alle staatsburgers ertoe aangemoedigd, de satan in zijn zo rijk gevarieerde ingevingen ongeremd te volgen en zich volledig in wereldse belangen te begraven.

Op deze wijze gebruikt de Hemel reeds de gebeurtenissen onder een totalitair regime als een oproep aan de zielen opdat deze door de vaststelling van de ellende om zich heen zouden ontwaken en de Hemel erom zouden vragen, tussen te komen.

Hoezo kan de Hemel toelaten dat een totalitair regime wordt geboren?

  • Ten eerste zal de Hemel dit vanzelfsprekend niet verhinderen wanneer daar niet op grote schaal om wordt gevraagd, want voor de Hemel lijkt het er dan op, alsof de meerderheid van de zielen haar vrije wil inzet om dat regime te helpen grondvesten of het in leven te houden;
  • Ten tweede moeten de zielen zich voor ogen houden welke spirituele atmosfeer aan de oprichting van een dergelijk regime voorafgaat: materialisme, haat tegen bepaalde mensengroepen, rassen, nationaliteiten of wereldbeelden, en doorgaans de meest diverse uitingen van openlijk geweld en duisternis in het algemeen. Indien de zielen niet de weg vinden naar gebed, offers en boete, verwacht de Hemel van een dergelijk regime een groots opgevatte spirituele zuivering. In de mate waarin de duisternis haar absolute dieptepunt nadert, vergroot de kans dat méér zielen inzien dat het zo niet verder kan, en zij naar méér Licht verlangen. In de diepte van de duisternis verzamelen zich in de zielen die nog resten van Licht in zich dragen, gemakkelijker de krachten van de strijdlust ten gunste van het Licht, wat tot een ommekeer in de gezindheid van hele naties kan leiden. God is geen voorstander van totalitaire regimes, wel integendeel, Hij maakt er slechts gebruik van als middel voor een omvorming.

Op deze basis verzamelt de Koningin des Hemels alle gebeden, boetedoening, offers, heilige Missen, aanbidding, daden van naastenliefde, woorden van Liefde en Hoop of bemoediging, zelfs van elke kniebuiging voor God of voor Haar, om deze ommekeer, deze omvorming op gang te brengen. De Hemelse Meesteres wijst erop dat de door God meest beminde vorm van weerstand tegen een totalitair regime, deze via het wapen van de ziel is, waarbij zoveel mogelijk zielen de Hemel met gebeden en boete bestormen, daarbij de aanhangers van het regime geen kwaad, maar integendeel bekering toewensen, en de duisternis met zoveel mogelijk Licht tegemoet treden in daden (boete, uitboeting, offers), in woorden (gebeden), in gedachten en gevoelens (vaste hoop op de uiteindelijke overwinning van Gods Licht) en door toewijding aan Maria. Maria verzekert desbetreffend dat Zij de macht heeft om regimes te breken, indien Haar maar deze wapens van de ziel in voldoende mate worden aangeboden, en de met dit regime gepaard gaande ellende door zoveel mogelijk zielen aan Haar wordt toegewijd.

Zij heeft dus de inval van Hitler in Zwitserland verhinderd op grond van veel gebeden en offers.

U vraagt of niet daarom het oprichten van gebedsgroepen en de wederopleving van het gebed in de gezinnen van groot belang is, en eveneens 'de opoffering van de Eerste Zaterdag-Missen en biechten van negen opeenvolgende maanden, zoals door Jezus werd geopenbaard?'

Inderdaad, bepaalde zielen kunnen zich weinig concreets voorstellen bij de betekenis en de zin van het gebed in het gezin. De betekenis en de zin van het gebed in het gezin ligt hierin:

  • dat het gezin daardoor tegenover God een teken stelt dat het aan God wil toebehoren en door God wil worden geleid. Het gebed in het gezin schakelt het gezin op doelmatige wijze in Gods Heilsplan in, wat de spirituele vruchtbaarheid van het leven van alle gezinsleden kan bevorderen;
  • dat het gemeenschappelijk gebed veel Licht verspreidt.

Een land waarin op grote schaal samen wordt gebeden, wordt door God buitengewoon gezegend. Dit hoeft niet noodzakelijk door materiële tekenen zichtbaar te worden, maar zal door spirituele begenadigingen en bijzondere bescherming bij bedreiging van de zielen (oorlogsdreiging enzovoort!) blijken.

Gebed in het gezin en het oprichten van gebedsgroepen in dewelke een daadwerkelijke gerichtheid op God en Maria wordt nagestreefd – dus met uitsluiting van wereldse elementen, die jammer genoeg in veel gebedsgroepen domineren – behoren tot de belangrijkste bouwstenen voor de wederopbouw van de Kerk van Christus in deze moderne, in verregaande mate goddeloze tijd.

Lieve zus, mochten méér zielen rekening houden met het verband tussen wereldse gebeurtenissen en de Werken van de Hemel, dan zouden vele dingen volledig anders worden beschouwd en zouden vele dingen ook totaal anders worden benaderd. De zielen zouden dan ook God intensiever aan de concrete gebeurtenissen in hun omgeving deel laten hebben, wat de levensweg van zeer velen een stuk vruchtbaarder zou maken.

Laten wij de Meesteres van alle zielen prijzen voor de onoverzienbare begunstigingen die Zij doorheen de eeuwen reeds aan ontelbaren heeft laten toekomen, en laten wij ons er door dit inzicht toe bemoedigen om Haar daadwerkelijk elk detail van ons leven aan te bieden. Er wordt vaak beweerd dat er in deze tijd geen wonderen meer gebeuren. Ziet de waarheid er niet eerder zo uit, dat in deze tijd aan de Hemel veel te weinig grondstoffen worden aangeboden waaruit de wonderen worden gemaakt?

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 378
De ziel moet zich ver van wereldse invloeden weghouden omdat deze haar de innerlijke vrijheid kunnen ontnemen, die zij absoluut nodig heeft voor het enge contact met de Hemel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. U hoeft niet te vrezen, een muurbloempje te zijn. In een wereld waarin zoveel duisternis wordt verspreid, is het in vele situaties bijna een deugd op zich, een muurbloempje te zijn. Uw ontmoediging komt voort uit het feit dat vele zielen uit Uw omgeving op U het effect hebben van een zware wolk, die U helemaal omhult zodat U spiritueel nauwelijks nog kunt ademen.

Voor de ziel is het uiterst belangrijk dat zij de vrijheid kan krijgen om in alle rust naar haar binnenste te luisteren. Een ziel die altijd in lawaai, drukte, gesprekken om zich heen en contacten met medemensen is ondergedompeld, leert zichzelf zelden in de diepte kennen zoals zij werkelijk is, met al haar zwakheden, gedrags- en reactiepatronen. Slechts indien de ziel de kans krijgt, en zij deze ook werkelijk benut, om zich geregeld uit dergelijke drukte terug te trekken, zal zij voor zichzelf werkzame kanalen kunnen ontwikkelen via dewelke zij God in zich zal vinden. Zielen die zelden 'met zichzelf alleen zijn', vinden vaak niet hun ware levensroeping, en neigen ertoe, geen innerlijke rust te vinden. Het is alsof zij niet leven, maar geleefd worden.

De Hemelse Meesteres toont mij U als een ziel die in principe nood heeft aan meer innerlijke rust, maar bij wie zich sommige zielen tegen haar wil opdringen. U bent daardoor spiritueel uitgeput en vindt voor bepaalde zaken geen kracht meer. Krachteloosheid en ontmoedigingen zijn de kanalen via dewelke Uw ziel U ervan in kennis stelt dat zij een grote nood voelt om zichzelf nu eens goed te ontdekken en zich zo te ontplooien, zoals God het had voorzien.

U zou het als volgt kunnen beschouwen:

Stelt U zich Uzelf voor als een roos (Ik verwijs naar de prachtige woorden uit de Openbaring van de Meesteres van alle zielen van 20 mei 2008: "Elke ziel is een roos uit Gods hand..."). Deze ziel heeft ademruimte nodig. Aanvankelijk is zij een bloemknop, gesloten. Naarmate zij het voedsel uit de bodem, de zonnestralen, de regen en de lucht in zich heeft opgenomen, begint zij zich in overeenstemming met de Goddelijke Wet van de groei te ontsluiten, laag na laag, blaadje voor blaadje. Mocht deze roos nu heel nauw ommuurd worden, dan zou zij zich nauwelijks kunnen ontvouwen. U zou zich Uw medemensen als muren kunnen voorstellen, die zich te dicht tegen Uw ziel aan drukken. Om deze reden heeft een ziel nood aan medeschepselen die haar, in spiritueel opzicht, 'levensruimte gunnen'. Zij zal deze levensruimte in principe slechts krijgen van medemensen met een ingetogen gesteldheid. Dit is één van de redenen waarom Maria een ziel die Zij voor bijzondere opdrachten uitkiest, meestal heel spoedig van de meeste contacten met medemensen wegleidt, en Zij deze ziel heel gauw naar volledig nieuwe sociale gewoonten leidt (nauwelijks nog vooraf vastgelegde ontmoetingen, geen vaste patronen meer, in het algemeen zo weinig mogelijk contacten). De Hemelse logica die daarachter schuil gaat, is dat de ziel in dienst van de Hemel zo ver mogelijk van wereldse invloeden weg moet blijven, omdat deze haar van de innerlijke vrijheid kunnen beroven, die zij voor het enge contact met de Hemel absoluut nodig heeft.

Lieve zus, de mensenziel is weliswaar niet noodzakelijk gemaakt om alleen te leven, maar wel om zich regelmatig in zichzelf terug te trekken opdat zij naar de diepste mechanismen in zichzelf zou kunnen luisteren, naar het geweten en de innerlijke stem, die weliswaar meestal niet wordt 'gehoord', doch zich door gevoelens en andere vormen van innerlijke leiding op één of andere wijze onophoudelijk bemerkbaar tracht te maken – op voorwaarde dat zij daartoe de gelegenheid krijgt. God spreekt in elke ziel, alleen 'horen' veruit de meeste zielen dit nooit, omdat hun spirituele vermogens door de vele menselijke contacten ondervoed blijven.

Contacten met een medemens kunnen zuiver voedsel zijn, indien deze medemens spiritueel van Goddelijk Licht is vervuld. Zij kunnen echter ook uitputtend werken, wanneer de medemens zelf spiritueel ondervoed is of veel duisternis met zich meedraagt. Precies daarom is het zo belangrijk dat alle zielen zich het juiste spirituele voedsel verschaffen. Dit vinden zij niet in de dingen van de wereld, maar slechts 'Boven'. De Hemel fluistert nooit in het tumult en het lawaai van druk menselijk verkeer, maar slechts via spiritueel ontwikkelde zielen en diep innerlijk, wanneer de ziel naar innerlijke rust verlangt en zij ernaar streeft om Gods Wetten en deze van het spirituele leven te leren kennen, en de ware wijze te ontdekken om dienovereenkomstig te leven.

Lieve zus, bidt U tot de Meesteres van alle zielen dat zij Uw sociale omgeving moge 'zuiveren'. Zij heeft daartoe de macht, want Zij is de Koningin van de Goddelijke Voorzienigheid en Zij kan al Uw relaties en omstandigheden in andere banen leiden, wanneer U dit echt zelf wil. De mens kan zijn menselijke contacten gedeeltelijk zelf uitzoeken, voor een zeker gedeelte echter niet. In elk geval kan en moet elke ziel er de Koningin des Hemels om smeken om over al haar menselijke verhoudingen, relaties en contacten te heersen en deze volgens Haar opvattingen te zuiveren, te regelen, te beperken, enzovoort. Wanneer de ziel een dergelijke toewijding verricht vanuit een hart dat er oprecht naar verlangt, zijn leven niet voor de wereld maar voor God en de dingen van de Hemel te leiden, zal de Moeder Gods onder bepaalde omstandigheden het hele leven van deze ziel 'op zijn kop zetten' en de wegen van de Goddelijke Voorzienigheid zodanig leiden, dat de ziel daadwerkelijk de kans krijgt om zich steeds méér aan de vergeestelijking over te geven.

Lieve zus, Uw hart heeft de roepstem tot een hogere graad van vergeestelijking reeds lang gevoeld, maar heeft het niet aangedurfd, zich aan deze roepstem over te geven. Ik verwijs U graag naar het manifest De Tempel van Maria, waaruit U kunt leren hoe de ziel de totale toewijding aan Maria doelmatig vorm kan geven. U vindt deze tekst op de website in het menupunt Onderrichtingen > Boeken. Het prachtige is, dat Maria, indien men zich volledig aan Haar overgeeft, in het leven weliswaar zeer veel dingen kan veranderen, maar de ziel daarbij niet het gevoel krijgt, met lege handen achter te blijven, wel integendeel, zij wordt als het ware rijker telkens zij van iets afstand doet. U zult de diepe toewijding aan Maria leren kennen als de Hemelse kunst om in de ziel een waarachtig rijk leven te leiden, in ware innerlijke Vrede. U zult vooral ervaren hoe Maria het hart zodanig omvormt dat de ziel de beproevingen van het leven volledig anders kan bekijken, er volledig anders mee omgaat en daardoor een veel vruchtbaarder leven leidt. De gewaarwording van deze grotere vruchtbaarheid draagt bij tot het gevoel van een diepere innerlijke Vrede.

Tracht U niet onnodig Uw omgeving, met inbegrip van de gedragingen van Uw medemensen, te begrijpen. Veel zaken kunnen slechts met het hart worden begrepen. Dat geldt in het bijzonder voor de diepere dingen van het leven, die dingen via dewelke God de ziel in haar ontwikkeling tracht te stimuleren, bijvoorbeeld de menselijke contacten. De ware communicatie onder zielen wordt niet in de eerste plaats door het rationele 'begrijpen' van de ander bepaald, maar door de gewaarwordingen in het hart bij elk contact. U bent een gevoelsmens. Tracht U niet, dit te veranderen, want God Zelf heeft U zo gemaakt omdat Hij daarmee een Plan heeft.

Ik neem U graag op in mijn hart, opdat U werkelijk zou kunnen openbloeien en U Uw hart steeds verder voor de innerlijke leiding door Maria zou kunnen ontsluiten, want Zij leidt het zonlicht uit de Bron van de Eeuwige Liefde binnen in de harten, die volledig voor een leven met Haar hebben gekozen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 379
Over het mechanisme van depressies en hoe men depressies met de hulp van de Meesteres van alle zielen tegemoet kan treden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Met een vreugdevol hart mag ik vandaag naar U toe komen met adviezen in verband met Uw vraag hoe Uw neef kan worden geholpen, die onder depressies lijdt. Depressie is een gesteldheid van de ziel in dewelke de stroming van de levenskracht, die immers Gods Hart als Bron heeft, zozeer vertraagt dat in de ziel alles geleidelijk aan, en vaak blijvend, verduistert. Men zou zich dit in zekere zin zo kunnen voorstellen, dat bij een 'normale' stroming van de levenskracht de lamp van de ziel een helder licht verspreidt, dat bij depressie de stroming echter zozeer aan kracht inboet, dat de lamp nauwelijks nog licht kan geven. Het wordt dan in de ziel schemerig. Aangezien God nooit Zelf deze kracht inperkt – Hij zou daardoor de spirituele vruchtbaarheid van de ziel voor Zijn Werken afremmen, wat Hij nooit zou willen doen – treedt deze vertraging in de ziel vanzelf op. Ik heb in antwoordbrief nr. 358 dit mechanisme reeds mogen aanstippen. In het geval van Uw neef laat de Hemelse Koningin mij vier punten te berde brengen, die tot een beter begrip van de staat van zijn ziel kunnen leiden, doch volgens de Meesteres een beter begrip van het mechanisme van depressie in het algemeen mogelijk maken.

In welke zin kan de ziel zich innerlijk zo 'herorganiseren' dat zij zichzelf met de hulp van de Moeder Gods kan helpen genezen?

  1. Er moet worden gestreefd naar een leven van totale toewijding aan Maria. In een leven van totale toewijding aan Maria worden elk ogenblik van de dag alle ervaringen, gevoelens, handelingen, indrukken, elementen van leed, vreugden, gewaarwordingen, zorgen, angsten, pijnen in lichaam en ziel, gewoonweg alles wat het dagelijks leven invult, met Maria gedeeld. De ziel spreekt innerlijk tot Maria, ontsluit zich voortdurend voor Haar inspiraties, biedt Haar alles aan, opdat Zij het in de eeuwige verdiensten van het Lijden van Christus, de Smarten van Maria en de verdiensten van alle toegewijde beproevingen, offers, lijden, heilige Missen en gebeden van de mensheid van alle tijden moge kunnen laten overvloeien.
    Deze levensinstelling vereist wat oefening, maar wordt spoedig tot een soort automatische reflex, waarvan de ziel zich echter bewust moet blijven: Wanneer handelingen niet voldoende bewust worden volbracht, kunnen zij in bepaalde omstandigheden een gedeelte van hun waarde voor God verliezen omdat de hartsgesteldheid met dewelke een handeling wordt volbracht, haar waarde voor Gods Werken en Plannen bepaalt.
    Het wonderbare van totale toewijding, vooral aan Maria, ligt hierin, dat aan alles een zeer veel diepere zin wordt verleend. Precies deze zingeving werkt voor de depressieve ziel zo heilzaam omdat deze ziel heel vaak precies niet goed functioneert omdat zij nauwelijks nog van iets de ware zin inziet, en daardoor de indruk heeft dat in haar leven alles leeg en betekenisloos is. De ziel die alles aan Maria toewijdt, weet voortaan:
  • dat alle details van haar dagelijkse ervaringen nu op een actieve wijze deel van het grote Heilsplan worden,
  • dat deze details hierdoor ook haarzelf méér genaden opleveren, en
  • dat zij door deze actieve en vrijwillige inschakeling in de bereiding van genaden voor de hele Schepping ook zelf ondersteuning zal ondervinden, en wel des te méér naarmate zij in haar hart daadwerkelijk met Maria verenigd leeft. Deze bevrijding maakt vele lasten lichter, om de eenvoudige reden dat de ziel zich in haar duistere uren niet meer zo gemakkelijk alleen en niet meer door God verlaten voelt.
  1. Er moeten uitsluitend positieve gedachten en gevoelens worden gekoesterd, zowel jegens alle medeschepselen als jegens zichzelf. Wanneer een ziel bijvoorbeeld op straat iemand ontmoet met wie zij ooit een enigszins onaangename ervaring heeft opgedaan, zal zij er gemakkelijk toe neigen om bij zichzelf te denken: "daar hebben we die alweer...", waarbij allerlei dingen in haar bewustzijn naar boven komen dat misschien ten dele op waarheid berusten, doch meestal ook ten dele ten onrechte door de duivel in haar herinnering zijn gelegd, met andere woorden: dingen die niet meer helemaal met de waarheid in overeenstemming zijn, doch wel de zaak heel wat erger kunnen laten lijken dan zij ooit is geweest. De ziel is dan eigenlijk bezig, deze medemens onder te brengen in een categorie van dewelke de eigenschappen en kenmerken haar helemaal niet bevallen. Zij is dus voluit bezig, in haar hart te zondigen. Niet deugdzame gedachten, gevoelens van wrok, van bitterheid, van weigering om te vergeven, van jaloersheid en dergelijke, brengen nieuwe duisternis over de ziel. Precies dit alles kan zij niet gebruiken, want duisternis remt de stroming van de Liefde en derhalve van de levenskracht, die juist in zo hoge mate ontbreekt bij depressie.
    Wanneer de ziel zich er nu in oefent om ten aanzien van al haar medeschepselen slechts positieve gedachten en gevoelens te koesteren, zal zij zich daardoor ontsluiten voor een vermeerdering van de stroming van de Liefde in haar. De Ware Liefde is het geneesmiddel bij uitstek, omdat zij de adem van God in de zielen brengt en zij deze adem in de ziel tot bron van een nieuwe bloei, een eeuwigdurende lente kan maken.
    Ook jegens zichzelf behoort de ziel slechts positieve gedachten en gevoelens te koesteren, niet in de zin van een zelfverheerlijking of van een over het hoofd zien van eigen fouten en zwakheden, doch in de zin van het besef dat in de eigen ziel God steeds Zijn Werken tracht te volbrengen, ook wanneer de ziel tijdelijk Zijn werking niet tot nut weet te brengen. In de eigen ziel, alsook in de zielen van de medemensen, ligt steeds de handtekening van God geborgen. De ziel mag dit nooit vergeten. Wanneer men slechts slechte dingen over de medemens voelt of denkt, doet men God pijn. Men mag niet blind zijn voor fouten, doch mag deze niet tot een voorwendsel voor duistere gedachten en gevoelens laten worden. Dat is niet steeds gemakkelijk, vooral omdat wij in onze door zoveel duisternis getekende samenleving in zekere mate worden opgevoed om elke ziel gemakkelijk in een bepaalde categorie onder te brengen en daar een waardecijfer aan te hechten, met andere woorden: deze categorie te oordelen, respectievelijk te veroordelen. Precies deze 'activiteit' lokt spanningen in de ziel uit, en hindert de vrije stroming van het Licht.
    Jegens zichzelf moet de ziel eveneens trachten, positief gezind te blijven. Een negatief zelfbeeld remt in aanzienlijke mate elke groei in de deugd en ontmoedigt de ziel, daar deze immers voortdurend over zichzelf denkt dat zij tot niets in staat is, nergens voor deugt, en Gods Liefde helemaal niet waardig is. Geen ziel is volmaakt. Nochtans weet God elke inspanning die een ziel opbrengt, naar waarde te schatten. Wanneer iets weinig succesrijk afloopt, doch de ziel zich in oprechte Liefde en met liefdevolle bedoelingen inspant, geldt voor God een inspanning als succes en krijgt de ziel een goed punt op haar rapport bijgeschreven. Het is absoluut noodzakelijk dat de depressieve ziel het volgende voor ogen houdt: In Gods ogen is een ziel nooit een mislukkeling, ongeacht hoeveel tegenslagen en mislukkingen zij in het dagelijks leven heeft gehad en nog steeds heeft, mits zij een oprechte Liefde koestert in alles dat zij nastreeft. Heeft de depressieve ziel het gevoel dat zij op het gebied van de Liefde heeft gefaald, dan hoeft zij slechts dit te doen: Zij moet haar hart voor Maria ontledigen en Haar om hulp smeken om voortaan méér Liefde in zich tot ontplooiing te kunnen brengen. Haar berouw zal haar deze genade opleveren.
  2. Het eigen verleden moet helemaal anders worden bekeken dan de ziel totnogtoe heeft gedaan. De depressieve ziel is een tempel in dewelke in de meeste (vaak in alle) kamertjes het licht gedempt of helemaal gedoofd is. Het verleden moet men zich voorstellen als de archiefruimte van de zielentempel. In de depressieve ziel is deze ruimte doorgaans verduisterd. In een donkere kamer is alles van zijn aantrekkelijkheid beroofd. De depressieve ziel heeft heel vaak ervaringen opgedaan die haar zwaar hebben teleurgesteld, respectievelijk haar heel onzeker hebben gemaakt of hebben verontrust. De gevoelens die zij ten aanzien van zichzelf koestert, strekken zich gemakkelijk uit naar andere ervaringen toe, omdat deze ziel alles als zinloos, respectievelijk als bedrieglijke schijn beschouwt.

Wat kan worden gedaan?

De ziel moet goed beseffen dat elk pijnlijk uur uit haar verleden voor God nuttig is geweest in de mate waarin dit uur Hem – bij voorkeur via toewijding aan Maria – is toegewijd. Wanneer men dit toen heeft verzuimd, kan dit nu nog goedgemaakt worden. Zodra men de onaangename herinneringen aan Maria heeft toegewijd, moet men het zo beschouwen, alsof men deze in de grond van het allerzuiverste Hart van Maria zou hebben begraven. Wat in die bodem begraven ligt, wordt geheiligd en behoort nooit meer te worden opgegraven. Dit zou bijna neerkomen op diefstal ten nadele van de Koningin des Hemels.
Omdat het toegewijde door Maria wordt geheiligd – dit wil zeggen: tot grondstof voor nieuw Heil ten bate van de zielen wordt, want daaruit worden genaden bereid – mag de ziel er geen duistere gedachten meer over koesteren. Wanneer zij naar een dergelijke herinnering terugkijkt, moet zij zich aanwennen om daarbij te denken: "Ik kijk nu naar de prachtige tuin van Maria". Het verleden is definitief voorbij, het komt niet meer terug, het is slechts een vluchtig spook. In het Hart van Maria wordt het tot bouwmateriaal voor ons Eeuwig Geluk omgevormd. De ziel moet met volharding tot Maria bidden dat Zij haar hart zodanig moge omvormen dat zij het geleidelijk aan zou kunnen opbrengen om dit zo te bekijken, want zo is het ook in werkelijkheid. Deze ingesteldheid zal de ziel trouwens helpen om geen wrok meer te koesteren tegenover datgene wat ooit is geweest. Wat toen is gebeurd, had toen in het kader van Gods Heilsplan een bepaalde betekenis. Het hoeft zich helemaal niet te herhalen, want de omstandigheden van de betreffende zielen zijn veranderd – geen ziel blijft jaar na jaar zoals zij is, er gebeuren onophoudelijk vele dingen in elke ziel – en Gods Heilsplan zelf ontwikkelt zich eveneens voortdurend. Ook om deze reden zou een ziel zich vandaag niet meer mogen laten deprimeren wegens iets dat in haar verleden is gebeurd.

  1. Menselijke contacten en wereldse invloeden moeten worden beperkt. Veel medemensen zijn helaas verspreiders van duisternis. Deze zielen hebben daaraan niet altijd zelf schuld, ten minste niet zij alleen. Schuldig is in hoge mate de hele atmosfeer in onze moderne goddeloze samenleving, die duizenden vormen van duisternis verspreidt en talloze zielen met deze duisternis besmet. De duisternis van het denken en voelen in onze wereld van materialisme, winstbejag, liefdeloosheid, concurrentie en vrijzinnigheid, wat samen neerkomt op 'verbanning van de christelijke moraal', zorgt ervoor dat de meeste zielen er nauwelijks nog toe in staat zijn om Ware Liefde en Licht om zich heen te verspreiden. Om deze reden bevorderen veel contacten met medemensen in de ziel de groei van de duisternis en derhalve de neiging tot depressie. De huidige wereld biedt geen houvast meer, geen Hoop, nauwelijks nog iets anders dan chaos, verwarring, volkomen verwrongen denken, uitzichtloosheid en zinloosheid. Precies dit is de reden waarom de duivel zo luid tegen elk woord over de totale toewijding aan Maria tekeer gaat: Deze brengt aan de ziel Liefde, absolute zingeving, Hoop, moed, Licht en verheldering over, en ontmaskert systematisch elk denken dat verantwoordelijk is voor de spirituele verblinding in deze wereld.

De duisternis der wereld wordt niet alleen overgebracht in persoonlijke contacten tussen mensen, doch ook, en wel bijzonder nadrukkelijk, via de media en de reclame. Overal wordt het menselijke centraal gesteld en het verhevene, Goddelijke, Hemelse verbannen en belasterd. Zo vermoordt de samenleving haar ware God en het Ware Geluk. Slechts de terugkeer naar de traditionele beschouwing van het leven met God als Bron en Bestemming – wat Hij ook daadwerkelijk is, doch nu niet meer mag zijn – kan dit spook van zijn afgodstroon stoten. Maria wordt precies door God naar ons toe gestuurd als Meesteres van alle zielen om dit aan de zielen te leren.

De natuur en de dieren werken genezend omdat zij hun oorspronkelijke functie als verbindingspunten bij de verspreiding van de Ware Liefde in een nog veel hogere mate uitoefenen als de meeste mensenzielen dit doen. Om deze reden kan de depressieve ziel in de vrije natuur en in contact met dieren de geneeskracht van Gods Liefde in zich opnemen. Het lawaai en de ontzielde natuur van elke mensenmassa en van de meeste contacten met de media verstikt de bloei van de Ware Liefde en verduistert de ziel. Slechts de natuur en het contact met zielen die God waarlijk als middelpunt van hun bestaan in stand hebben gehouden, biedt de ziel de middelen om de weg naar God opnieuw te ontsluiten.

Lieve broeder, Uw neef moet zich nu voor ogen houden dat God hem liefheeft zoals hij is, ondanks al zijn tegenslagen. Zijn leven totnogtoe was alles behalve zinloos. Het ontbreekt hem voorlopig aan moed om naar omhoog te kijken en samen met de Hemelse Moeder de duisternis uit zijn hart te verjagen. Tracht U hem de in deze antwoordbrief voorgestelde punten op het hart te drukken, want deze zijn de omarmingen van een liefhebbende Moeder. Ik vertrouw deze zielentempel toe aan Maria, opdat Zij het Licht opnieuw moge aansteken en Uw neef een volkomen nieuw leven moge bereiden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 380
Hoe laat toewijding aan de Meesteres van alle zielen zich met wereldse dingen (bijvoorbeeld bezit, financiële tegemoetkomingen) verenigen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De door U voorgelegde vraag is zeer interessant omdat zij verwijst naar een conflict waarmee elke ziel dagelijks te maken kan krijgen. Men zou haar namelijk ongeveer als volgt formuleren: Wanneer kiest men door een bepaald gedrag voor God en wanneer voor de mammon, voor de wereld? U citeert het zo mooie Bijbelextract uit Mattheus 6:25 e.v.:
"... Maakt U dus geen zorgen over de vraag: wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken, of wat zullen wij aantrekken? Want dat alles jagen de heidenen na. Uw hemelse Vader weet wel dat gij al deze dingen nodig hebt. Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid, dan zal dat alles U erbij gegeven worden. Maakt U dus niet bezorgd voor de dag van morgen, want de dag van morgen, zorg voor zichzelf (...)."

U vermeldt dat men bij de staat om een toelage kan vragen ter ondersteuning bij hoge huurkosten en meent dat men deze mogelijkheid als een geschenk van God kan beschouwen. Dat is inderdaad zo. U merkt echter op dat de toewijding aan Maria vereist, dat men op Maria vertrouwt en men tracht van het wereldse los te komen. Hoe laat de vermelde mogelijkheid zich dan met de toewijding aan de Meesteres van alle zielen verenigen? Hoe kan de leiding van de Meesteres voelbaar worden ervaren? (Het gaat hier immers om wereldse dingen)

Het is inderdaad met totale toewijding aan Maria te verenigen dat men deze toelage aanvraagt, maar daarbij komt nog het volgende:

Wanneer U ervan overtuigd bent of vreest dat U zonder deze toelage in financiële nood zou komen, is Uw toewijding aan Maria niet 'waterdicht': U zoekt dan bewust een achterpoortje, een vorm van vluchtweg 'voor het geval dat...'. Dit betekent dat U in dit geval rekening houdt met de mogelijkheid dat de Goddelijke Voorzienigheid U in de steek zou kunnen laten. Dus treft U zelf voorzieningen en vraagt een werelds hulpmiddel 'voor het geval dat...' God U zou vergeten.

Weest U in het hart nooit bang dat God U in de steek zou laten, maar beschouwt U deze toelage als een zuiver geschenk vanwege de Goddelijke Voorzienigheid, en dan is met Uw toewijding aan Maria alles in orde. In Uw hart leeft dan de overtuiging:
"Mijn Hemelse Meesteres, ik heb mij aan U gegeven. God heeft deze toelagemogelijkheid voor mij voorzien. Ik wijdt U het feit toe dat ik er derhalve gebruik van zal maken omdat U mij dit klaarblijkelijk toestaat als een mogelijkheid om het desbetreffende bedag voor iets anders in het leven te gebruiken. Gewaardig U, mij wegen te tonen via dewelke dit bedag U het beste kan dienen".

Is dit zelfbedrog? In geen geval, want U moet zich voor ogen houden dat, zodra men zich totaal aan Maria heeft overgegeven en men deze toewijding werkelijk in de praktijk wil beleven, de regel van dit Verbond zegt dat men alles wat men op de levensweg aantreft, als geschenk van de Hemel mag of moet beschouwen. U moet het dan zo zien dat Maria deze mogelijkheid voorziet, opdat U, indien U er gebruik van maakt, iets minder gespannen doorheen de dagen kunt gaan. Ooit, toen ik de Meesteres toevertrouwde dat ik mij, omwille van een onverwachte tussenkomst vanwege de Goddelijke Voorzienigheid, toch wat schaamde, antwoordde Zij mij: "Waarom zou jij je over Mijn Liefde schamen?" Dit ontwapenend eenvoudig antwoord bevat een grote les in de diepe werkelijkheid van de totale toewijding aan Maria.

Hier is dus nog maar eens een voorbeeld voor het feit dat de gesteldheid van hart alles bepaalt. De toewijding aan Maria wordt juist beleefd zolang de ziel oprecht gelooft en vertrouwt dat de Koningin des Hemels over haar levensweg heerst. Wanneer de ziel van een haar geboden mogelijkheid gebruik maakt, niet omdat zij toch wat bang is en graag op wereldse middelen en oplossingen steunt, maar omdat zij deze mogelijkheid beschouwt als een ondersteuning vanwege de Goddelijke Voorzienigheid, bouwt zij in werkelijkheid nog steeds op God en niet op de wereldse oplossing. Wanneer geen angst heerst, betekent dit dat de ziel heeft begepen dat, in werkelijkheid, niet de wereldse overheid haar deze toelage laat toekomen, maar God Zelf. Dient de ziel dan een aanvraag in bij de bevoegde overheid, dan beschouwt zij het in werkelijkheid zo alsof zij God om deze hulp zou vragen, omdat Hij haar deze in het vooruitzicht heeft gesteld.

Lieve broeder, in het leven van een aan Maria toegewijde ziel worden de wereldse aspecten van het leven en de toewijding aan Maria er vaak, om zo te zeggen, toe gedwongen, een huwelijk aan te gaan. Vanzelfsprekend kan de ziel dan de indruk krijgen dat zij voortdurend compromissen moet sluiten. Maria onderricht echter dat het absoluut mogelijk is, bepaalde wereldse aspecten (bijvoorbeeld toelagen) in het leven in te bouwen zonder de toewijding aan Maria te verloochenen. Alles hangt af van de gesteldheid van hart. God weet zeer precies wat in het hart omgaat en in welke gesteldheid en met welke intentie een ziel van iets werelds gebruik maakt. Men dient de mammon wanneer men niet werkelijk aan de heerschappij van Maria of deze van de Goddelijke Voorzienigheid in zijn leven gelooft. Men dient hem niet door weliswaar toelagen aan te nemen doch het gebruik ervan echter onmiddellijk aan Maria toe te wijden en Haar erom te vragen, er in elk geval over te heersen.

Men is aan Maria toegewijd in het hart, in alle gewaarwordingen en in de wijze waarop men elk detail van het leven benadert en ermee omgaat. Via deze adviezen onderricht de Meesteres dat het absoluut mogelijk is om het louter wereldse eveneens te vergeestelijken. Zij onderricht de zielen hoe, in het kader van de toewijding aan Maria, dit prachtige uittreksel uit het Evangelie van Mattheus ook toegepast kan worden wanneer de ziel soms wereldse dingen in haar leven inbouwt, 'omdat dit zich nu eenmaal voordoet' of omdat het zonder schade voor de ziel bruikbaar lijkt. Ik hoop dat deze woorden Uw spiritueel probleem mogen hebben opgelost en U zullen helpen, Uw toewijding aan de Meesteres met nog meer vertrouwen vorm te geven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 381
In de strijd tegen aanvallen van de satan is het belangrijk dat de ziel zich eerst en vooral omhult met een beschermende mantel – gebed tegen elke invloed die het Doopsel van een ziel wil verhinderen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte dat U Uw toevlucht tot de Meesteres van alle zielen hebt genomen. Zij heeft inderdaad de macht om duivelse invloeden uit Uw leven te verbannen. Zij heeft daartoe nood aan een kleine tegenprestatie van U in die zin, dat U de ervaringen aan Haar toewijdt, die U tot nu toe in Uw huis en in Uw omgeving, ook in de kern van Uw ziel, hebt opgedaan, samen met alle pijn, alle angsten, alle vertwijfeling, Uw hele spirituele nood. Bidt U bovendien dagelijks de Toewijding aan de Meesteres van alle zielen (gebed 1185) en de gebeden 1196 en 1006 (Noodexorcisme). U zult merken dat U in geen geval weerloos aan de aanvallen van de satan bent overgeleverd.

Ik kan getuigen dat U onvoorstelbare dingen kunt beleven, wanneer U zich in de strijd tegen bedreigingen vanwege de duisternis aan de voeten van de Hemelse Meesteres neerwerpt en Haar vol vertrouwen smeekt om U van de aanvallen van de satan te bevrijden. Wendt U zich zo tot Maria alsof Zij werkelijk de enige zou zijn Die U kan redden. Verheerlijkt U Haar macht over alle kwaad, en Zij zal deze macht inderdaad voor U inzetten. Heel vaak bewerkt Zij oplossingen die de ziel zich niet eens kan voorstellen.

In de strijd tegen aanvallen van de satan is het belangrijk dat de ziel zich eerst en vooral omhult met een beschermende mantel. U kunt dit reeds werkzaam laten worden door dagelijks meermaals keren tot Maria te zeggen:
Maria, mijn machtige Hemelse Moeder en Meesteres, gewaardig U, mij met Uzelf te bekleden, want U bent de volmaakt ondoordringbare beschermmuur uit Goddelijk Licht.

Aanvallen van de satan hoeven U niet bang te maken. In de mate waarin Uw vertrouwen in Maria tot een werkelijkheid wordt, die absoluut alles in Uw dagelijks leven opvult, zult U merken dat in U een innerlijke Vrede opbloeit, die U nieuwe kracht zal geven. Deze kracht maakt U tot een schakelaar van een Licht dat U niet kunt zien, maar de satan zeer zeker wél ziet. Hij kent de Bron van dit Licht. Hij weet dat het van God afkomstig is en dat de Koningin des Hemels het in U aanwakkert, zodat het in werkelijkheid de macht van de Meesteres van alle zielen, dus ook de Meesteres over alle duivelen, is, via Wie hij moet doorstoten indien hij U wil treffen. Het is de Aanwezigheid van Maria in U die U dit gevoel van innerlijke Vrede en innerlijke kracht verleent. In de mate waarin U gelooft dat de Moeder Gods daadwerkelijk de macht bezit om U op die wijze te beschermen, zult U Maria werkelijk in U meedragen. Dit beschermend Licht zal Uw ziel, Uw huis en Uw leefomgeving doordringen.

De Koningin des Hemels laat U eveneens vragen, Uw kleinkind reeds aan Haar toe te wijden. U kunt dit bijvoorbeeld doen aan de hand van volgende woorden:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1211 zouden worden gepubliceerd)

Lieve zus, ik sluit U en X. in mijn hart. In elk leven zijn zowel vreugdevolle als duistere dagen. Indien de ziel zich echter aan de Meesteres van alle zielen geeft, zal zij ervaren dat zij in haar hart de Dageraad draagt, die haar er ook op dagen van leed aan herinnert dat er geen hopeloosheid bestaat voor de ziel die het heilig Verbond met de Koningin van de nacht, de Overwinnares van alle duisternis, heeft gesloten. Het behoort tot de ware zin van het leven dat wij elkaar eraan herinneren dat het Licht steeds het laatste woord heeft.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 382
Over de tekenen 'van Boven' en de interpretatie ervan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het door U beschreven teken van de ongeboren baby op de bevroren vensterruit heeft mij zeer verheugd. Ja, de Hemel stelt tekenen. Verheugend is voor mij aan dergelijke tekenen vooral steeds de vaststelling dat de Hemel werkelijk alles met ons beleeft, en geregeld tekenen geeft via dewelke God ons als het ware wil zeggen: "Ja, Ik heb het gezien, en het bevalt Mij", of "Ja, Ik voel wel wat in jou omgaat" en dergelijke. De mens moet wel zijn leven met onfeilbare bovenaardse vrienden leiden, die bijna een leven lang onzichtbaar en onhoorbaar zijn, maar zij zijn ons inderdaad zeer nabij, en het laat hen absoluut niet onverschillig wat wij doen en zeggen.

Soms rijst in mij de gedachte op, dat ons leven veel gelijkenis vertoont met een wandeling op een eenzame weg onder een dicht en donker wolkendek. Iemand heeft ons gezegd dat er een zon is, en dat wij dit moeten geloven, maar in de moeilijkste uren komt dan die kwellende gedachte op: "Wat is dan toch die zon, waar is zij dan wel, hoe ziet zij eruit?" Dan, wanneer wij dit het minst verwachten, schiet ons een zonnestraal tegemoet. Het licht is te fel om het rechtstreeks te bekijken, maar wij zien plots de bewijzen voor het bestaan van de zon om ons heen: Onze weg en het eerder kleurloze landschap aan beide zijden van de weg zien er plots heel anders uit, en bovendien voelen wij op onze huid nog iets dat ons voordien nauwelijks bekend was en dat 'warmte' wordt genoemd.

Zo, lieve zus, wordt Geloof tot werkelijkheid, vragen worden zekerheden, innerlijke pijn wordt innerlijke Vrede. Dit beeld geeft uitdrukking aan onze levensweg in relatie tot ons Geloof:

Steeds weer stelt God tekenen voor het feit dat Hij niet alleen bestaat, doch dat Hij ook voortdurend met ons bezig is, maar wel voor negenennegentig procent in het verborgene, in de stilte, achter de wolken van de beproevingen en de innerlijke nevelen van onze twijfels en onopgeloste vragen. Hij toont Zich dan via de tekenen van Zijn Licht, de zonnestraal, symbool voor Gods Werken en Zijn Eeuwige Waarheid, en Zijn warmte, de Liefde, die ons de ware levenskracht geeft en ons in staat stelt om op onze beurt de wegen van onze medeschepselen wat te verlichten (dit wil zeggen: naar deze wegen wat Licht door te stralen).

Weet U wat aan dit door U ontvangen teken verder nog zo bijzonder is? De ongeboren baby wordt U getoond op een bevroren vensterruit. Ziet U het wonderbare symbool?

  • De vensterruit is hier het symbool voor iets dat licht weerspiegelt. God verwacht van elke ziel dat zij Zijn Licht (de volheid van de Waarheid) weerspiegelt en het helpt verspreiden.
  • De baby staat symbool voor het leven alsook voor de scheppende macht van God.
  • Het ijs symboliseert de werken der duisternis, die onophoudelijk trachten, de ziel koud en liefdeloos te maken. Liefde en zonde gedragen zich immers als elkaars absolute tegenpolen.

Het beeld als geheel drukt hier uit, dat het Ware Leven (het Goddelijk Leven) de duisternis te allen tijde kan overwinnen, namelijk dat God Zich zelfs kan bedienen van de werken der duisternis om Zijn macht te doen stralen. Hij projecteert hier Zijn ware Goddelijke Leven (de baby) op de ziel (de vensterruit). De ziel is bedekt met ijs (door duisternis beklemd), maar God gebruikt dit ijs (werk van de duisternis) voor Zijn doeleinden en schept daaruit nieuw Leven. Is dit niet precies wat de Meesteres van alle zielen voortdurend onderricht? Ook Zij zegt steeds weer dat Zij de macht heeft gekregen om uit de duisternis van de ziel door herschepping (omvorming) een wedergeboorte te bereiden, op voorwaarde dat de ziel Haar op kracht van een totale toewijding deze werking mogelijk maakt.

Lieve zus, de zielen mogen niet de fout begaan om in elk teken (aan de hemel, in de wolken, in de natuur, enzovoort...) een 'teken van Boven' te willen zien en het zelf een bovennatuurlijke betekenis toe te dichten. Dergelijke activiteiten worden heel vaak door de duivel gemanipuleerd, zowel in de 'tekenen' zelf als in de geesten en zintuigen die deze tekenen interpreteren. Zo worden zeer veel zielen ermee bezig gehouden om aan dergelijke 'tekenen' méér aandacht te schenken dan aan hun spirituele groei, hun groei in de heiligheid. Dit is gevaarlijk en onvruchtbaar. In bepaalde gevallen echter ligt in een teken inderdaad een onderrichting of een bemoediging van Boven.

Het is U bekend waarom dit teken U gegeven is, en de Meesteres geeft U bij deze de bijhorende toelichting, opdat U zou weten wat God U heeft willen zeggen. Hij heeft U willen bemoedigen, en belooft U een wedergeboorte ondanks alles wat ooit in Uw ziel aan de hand is geweest. Precies Uw spirituele lasten en lijden zullen U de wedergeboorte uit Maria opleveren – Maria is als Moeder der moeders het symbool voor wedergeboorte van zielen –, omdat U Uzelf helemaal aan Haar hebt weggegeven en momenteel een oefening volbrengt die alle ijs zal laten ontdooien. Beschouwt U eens alles wat ooit is geweest, en alles waarmee U momenteel bezig bent, en U zult dit beeld ten volle begrijpen. Dit beeld en de interpretatie ervan betreft U persoonlijk. Ik verheug mij werkelijk voor U. Laten wij samen verder het ijs in de zielen bestrijden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 383
Over het 'Onze Vader', het 'Weesgegroet' en 'Ere zij de Vader...' – over de vruchten van het modernisme met betrekking tot de gebeden van de Kerk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw brief met betrekking tot de woorden uit de drie gebeden die wellicht in het christendom de meest gebruikelijke zijn. Heel graag breng ik U bij deze de volgende inspiratie vanwege onze Hemelse Meesteres over:

  1. De door Uw oma geuite opvatting met betrekking tot de formulering van het Onze Vader is helemaal juist, in die zin dat men het in het hart eigenlijk precies zo kan bekijken: Het komt er inderdaad op aan, de Eeuwige Vader te vragen dat Hij ons in de bekoring niet zou verlaten. De bekoring is een poging vanwege de duivel om de ziel naar de zonde toe te drijven. Wanneer de ziel aan deze inspiratie toegeeft, verlaat zij (soms kortstondig, soms voor langere tijd) God. Wanneer zij in het Onze Vader in haar hart de Eeuwige Vader erom vraagt dat Hij haar in de bekoring niet moge verlaten, betekent dit, dat de ziel kiest voor Zijn permanente Tegenwoordigheid en bewaking. Zo moet het ook zijn. De zuiverste oplossing is eigenlijk deze, door dewelke de ziel de woorden van het gebed niet verandert, doch zich in haar hart vast datgene voor ogen houdt wat werkelijk telt.
  2. In het Weesgegroet mag men gerust "(...) Moeder Gods en onze Moeder" uitspreken. De woorden 'Moeder Gods' bevatten in wezen reeds de woorden 'en onze Moeder', omdat Maria als Moeder van de God-Mens Jezus reeds Moeder van alle mensen was. Jezus is als God-Mens in spiritueel opzicht immers onze broeder. Jezus heeft het moederschap van Maria over alle mensen vanop het Kruis bevestigd: "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder". Daarom worden de door U toegevoegde woorden eigenlijk reeds stilzwijgend onder de officiële formulering mee verstaan. Er is aan Uw formulering echter niets dat de Moeder Gods niet zou bevallen. Zij houdt ervan wanneer wij af en toe iets persoonlijks aan een gebed toevoegen (vanzelfsprekend vooropgesteld dat het de Waarheid is). Ik herinner mij hoe ikzelf als klein kind steeds bad "Heilige Maagd Maria, Moeder Gods, bid voor ons...", terwijl ik niet eens wist wat een Maagd eigenlijk was. Ik had gewoon het gevoel dat het zo hoorde. Heel veel later, nadat de Meesteres mij in Haar dienst had geroepen, is gebleken dat dit de Koningin des Hemels zeer goed was bevallen.
  3. Ook in het 'Ere zij de Vader' is aan Uw kleine wijziging niets verkeerds. U betuigt slechts het eerbetoon jegens elk van de drie Goddelijke Personen individueel. Dat is zelfs mooi.

Vanzelfsprekend is het zeer waardevol, de gebeden in het Latijn uit te spreken. Wanneer U deze echter in Uw moedertaal uitspreekt, waarbij U zich heel vast datgene voor ogen houdt wat U aan lofprijzing, verheerlijking en Liefde zou willen overbrengen, is dit volledig in orde.

Lieve zus, Uw oma heeft eigenlijk helemaal gelijk. Veel teksten zijn na het door U vermelde concilie gewijzigd. Dat is één van de betreurenswaardige vruchten van het modernisme: Wat God ooit beoogde, wordt door de mens in waarde naar beneden gehaald. Sedert de intrede van het modernisme wordt de Liefde systematisch gedood. Wanneer de Liefde ziek wordt, wordt God vergeten en wordt de mens zijn eigen god. Teksten worden dan niet meer begrepen zoals zij bedoeld waren, omdat slechts het hart (centrum van de gewaarwording van de Liefde) de diepte van een spirituele tekst werkelijk kan begrijpen zoals deze werd bedoeld. Het verstand is daartoe nooit in staat. Helaas wordt in het modernistisch denken het hart verlamd en regeert slechts het verstand, de menselijke behoefte.

Ik wens U veel vredevolle gebedsuren en een voelbare Tegenwoordigheid van God en van de Meesteres. Ik breng U allen liefdevol in gebed naar Haar toe.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 384
Onvoorwaardelijke toewijding aan Maria en de beslissingen op de levensweg – De zuiverste naastenliefde is deze aan dewelke men geen grenzen stelt – Bij beslissingen is van belang wat Gods Plannen het beste dient

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De adviezen die U X. hebt gegeven op basis van de lectuur van de Myriamgeschriften, dekken zo ongeveer haar hele probleem. Wat zij zich steeds voor ogen moet houden, is het volgende: Wanneer de ziel elke morgen tot Maria zegt dat zij zich volledig aan Haar overgeeft als Meesteres van haar ziel, haar hart, haar lichaam, haar wil, al haar spirituele processen, met al haar lijden, alle beproevingen enzovoort, opdat Maria als een soevereine Meesteres over de dagelijkse levensweg zou kunnen heersen, mag de ziel het zonder meer zo beschouwen, dat alles wat zij op haar levensweg aantreft, door Maria zal worden geleid.

Het principe van de totale en onvoorwaardelijke toewijding aan Maria is precies gebaseerd op het feit dat de ziel zich onvoorwaardelijk in de handen van Maria als Meesteres legt, en daarbij haar wil zo totaal aan Maria afstaat dat zij, om zo te zeggen, alles wat zij globaal genomen doet, spreekt, denkt, voelt en verlangt, onder Maria’s macht en leiding brengt. De ziel maakt daardoor alles vruchtbaar wat in haar omgaat en wat van haar uitgaat, want dat alles wordt dan door de volmaakte Liefde van de Koningin des Hemels aangevuld. Wanneer de aan Maria toegewijde ziel precies naar haar hart luistert, terwijl zij bewust en uit vrije wil aan al het wereldse en aan alle persoonlijke verlangens verzaakt, mag zij ervan uitgaan dat Maria haar in het hart de weg zal tonen die zij moet gaan. De mate waarin de ziel op Maria’s Hart is gericht, is daarbij van essentieel belang.

Is de ziel desondanks niet echt zeker of zij wel bezig is, haar dagelijkse leven invulling te geven in overeenstemming met wat haar Meesteres wil, dan kan zij 'zeker spelen' en al haar handelingen en voornemens gericht aan Maria toewijden. In het geval van onze lieve zus in Jezus en Maria zou dit betekenen dat zij de verzorging van X. dag na dag aan Maria toewijdt en er de Meesteres om smeekt dat Zij deze daad van naastenliefde ook zou gebruiken om voor haarzelf de genade van een betrouwbare innerlijke leiding te bewerken. Zij mag er met een gerust hart op vertrouwen dat God aan de naastenliefde ten gunste van een hulpeloze ziel de voorkeur geeft boven het bijwonen van de gebedsgroep. De verzorging van de oudere zus is haar door de Goddelijke Voorzienigheid toevertrouwd. Wanneer zij deze taak aan Maria toewijdt, wordt deze tot een heilige handeling die voor het geheel van het Goddelijk Heilsplan nut oplevert.

De zuiverste naastenliefde is deze waaraan men geen grenzen stelt. Wanneer X. zich onzelfzuchtig aan de vermelde verzorging overgeeft, zal zij daardoor veel genaden verwerven. Denkt zij daarbij echter aan datgene wat zij daardoor niet kan doen, bijvoorbeeld de mogelijkheid om samen met haar echtgenoot iets te doen, dan verliest deze daad van naastenliefde wat van haar glans. De effecten van de naastenliefde op Gods Heilsplan zijn eeuwigdurend. Datgene wat men graag zou doen doch omwille van de naastenliefde niet kan doen, is doorgaans vergankelijk. Deze overweging zou de beslissing kunnen vergemakkelijken.

De mens kan geen twee dingen gelijktijdig doen, hoewel het leven soms wel gemakkelijker zou zijn indien men het mocht kunnen. Om deze reden moet men voortdurend voor het ene kiezen en het andere nalaten. De moeilijkheid ligt steeds hierin, in te zien welke beslissing de meeste genaden oplevert, respectievelijk welke beslissing Gods Werken het meeste bevordert. Het menselijk oog ziet dit niet altijd heel scherp. Daarom is het belangrijk dat de aan Maria toegewijde ziel ’s morgens tijdens haar toewijdingsgebed aan Maria vraagt dat de Moeder Gods alles wat in de loop van de dag op haar zal afkomen, door Haar Hart naar de ziel zou willen leiden en de ziel tegelijkertijd in staat zou stellen, dit alles vanuit het Hart van Maria te benaderen. Deze vraag heeft tot doel dat de ziel alle beslissingen van de dag op een zo zuiver mogelijke wijze zou treffen, en in alle invloeden die op haar toekomen, het Licht van de duisternis zou kunnen onderscheiden. Wanneer de ziel dit steeds opnieuw vraagt, kan haar inderdaad de genade toevloeien om gemakkelijker en met een gerust hart voor dit of dat te kiezen, in de overtuiging dat dit precies zal zijn wat God van haar voor die dag verwacht.

Het is belangrijk dat de ziel er boven alles naar streeft, Gods Werken en Plannen te dienen. Door innerlijke leiding, en niet zelden eveneens door uiterlijke tekenen, zal haar dan in steeds méér situaties van het dagelijkse leven worden getoond, welke richting zij moet gaan. De levensweg is immers niet iets rechtlijnigs, doch wordt door ontelbare wegen gekruist. Elk kruispunt is de ontmoeting met een nieuwe situatie of met een medeschepsel. De ziel moet dus over een groot aanpassingsvermogen beschikken, en het spreekt meteen vanzelf dat het nauwelijks mogelijk is dat de ziel zich, op grond van al deze miljoenen kruispunten in een mensenleven, niet ten minste enkele honderden of duizenden malen zal vergissen.

U begrijpt wel wat ik bedoel: Het is normaal dat elke ziel vroeg of laat eens om zich heen kijkt en zich afvraagt: "Waar ben ik eigenlijk? Ben ik nog op de plaats waar ik moet zijn? Wat indien ik mij hier of daar van richting heb vergist?" Deze momenten ervaart de ziel soms als een leegte, een vorm van stilstand in het leven. Op dergelijke ogenblikken is het mogelijk dat de ziel er vast van overtuigd is dat zij haar leven volledig heeft verspild, dat zij veel positieve kansen heeft laten liggen, of dat zij de verkeerde weg volgt. Nochtans is nooit alles verloren.

Wat kan men dan doen?

Maria adviseert dat de ziel zich in dergelijke ogenblikken tot Haar zou wenden en om inzicht zou bidden. Op voorwaarde dat zij vast in Gods werking in alle nood gelooft, zal de ziel vaststellen dat haar levenssituatie zich heel plots kan veranderen. Ik zou het min of meer met het volgende beeld kunnen uitdrukken: Wanneer een ziel in deze zo-even vermelde leegte aanbelandt, en zij kan het vaste Geloof en de oprechte Hoop aan de dag leggen, met zekerheid aan te nemen dat de Meesteres van alle zielen haar leven kan omvormen, zal zij als met een helikopter van de weg die zij gaat, worden omhoog geheven en op een andere weg worden neergezet, waar zij op vruchtbare wijze haar leven kan voortzetten. Uit Zichzelf voert Maria dergelijke interventies niet uit, maar wanneer een ziel werkelijk naar een koersverandering verlangt, kan zij een dergelijke interventie als instorting van genade ontvangen.

Het probleem waarvoor X. zich eigenlijk geplaatst ziet, is dat men niet van twee fruitbomen gelijktijdig vruchten kan plukken. In een dergelijk geval is het gepast dat de ziel datgene doet waartoe zij zich werkelijk geroepen weet, en dat zij datgene wat zij ook graag zou doen, maar niet gelijktijdig kan doen, in het hart aan Maria overdraagt. Zo zal zij ook daar bepaalde genaden verwerven omdat deze overdracht kan worden begrepen als een vorm van belijdenis voor datgene, wat de ziel zo graag voor God, Maria en de betrokken schepselen zou hebben gedaan.

Lieve broeder, alles is vergankelijk, slechts de Ware Liefde zal blijven, en deze verspreidt zich nog zeer lang na de handeling, na het woord, na de gedachte of het gevoel vol Liefde, zoals bevruchtend stuifmeel over de Schepping. Vaak ontspringen uit het stuifmeel van een handeling van Ware Liefde nog jaren later bloemen in harten, die daar in de vorm van nieuwe Hoop bloeien. Dit zijn de tekenen van Gods Tegenwoordigheid en de beloften van Zijn uiteindelijke overwinning.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 385
Over zegening of wijding door een priester via de telefoon, radio of televisie

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met betrekking tot Uw vraag over het zegenen of wijden van wijwater, rozenkransen en devotionalia door een priester via televisie of telefoon, heb ik de Moeder Gods om raad gevraagd. Het antwoord luidt dat een zegening via dergelijke wegen beter niet tot gewoontehandeling wordt, dat deze onder omstandigheden echter wel geldig is, in het bijzonder wanneer de zegenende priester en de ziel, wier voorwerp wordt gezegend, elkaar persoonlijk kennen, en de priester van de goede wil en de spirituele integriteit van deze ziel overtuigd is.

Wat werkelijke wijdingen betreft: De Hemel keurt deze handeling via die weg af. Echte wijdingen (van water of andere voorwerpen) vereisen het gebruik van gewijd water of gewijd zout ter plaatse.

De Hemel geeft in elk geval de voorkeur aan handelingen die ter plaatse worden verricht, omdat, aldus de Moeder Gods, het belangrijk is dat de priester de te zegenen voorwerpen kan zien, opdat hij het verlangen vanuit het hart met de bedoelde voorwerpen zou kunnen verbinden. Ik heb geen idee hoe het kerkelijk recht hierover luidt, ik geeft U dus uitsluitend, zoals steeds, de desbetreffende voorkeur van Maria.

Personen kunnen werkelijk op afstand worden gezegend. Dit is echter iets anders omwille van de reden dat de zegen wordt gegeven aan een ziel, die, tenslotte, volledig niet-stoffelijk is. Het zegenen van voorwerpen via de televisie wordt door de Hemel niet goedgekeurd omdat de zegenende priester niet kan weten wat hij precies zegent.

De zegen "Urbi et Orbi" die de Heilige Vader met Kerstmis en Pasen verleent, en die via televisie wordt overgedragen, heeft zijn volle uitwerking op de ziel die ernaar kijkt of luistert. Maria vraagt dat, om deze reden, ook bij het verkrijgen van de Pauselijke zegen via televisie of radio, de ziel, indien enigszins mogelijk, geknield zou luisteren en zich in het hart diep van de ware betekenis van de gebeurtenis bewust zou zijn: Het gaat daar om een zegen die plaatsvervangend door Jezus Christus Zelf wordt uitgesproken en met de ziel wordt verbonden. Wanneer deze zegen in zuiver Liefde tot God, in diep geloof in Zijn Werken en in oprechte hoop in de Verlossing en Heiliging van de ziel wordt aangenomen, kan deze in de ziel een zeer heilvolle werking ontvouwen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 386
De mentaliteit van veel zogenaamde christenen van vandaag – Wat is een ware christen? – Tot een vereniging (bijvoorbeeld een liturgiekring) die niet de volheid van het Ware Licht in zich toelaat, kan men beter niet behoren – Wat is volgens Maria een goede voorbereiding voor de Eerste Communie? – Vele 'christenen' zijn niet geïnteresseerd in de volheid van Gods Waarheid en snijden zichzelf af van de onvermoede Bron van Hoop, bemoediging, Liefde en vervulling

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

De door U geschetste problemen leggen klaarblijkelijk iets bloot dat alles met de mentaliteit van de huidige gemiddelde christen te maken heeft. Inderdaad, bij de voorbereiding voor de Eerste Communie verlopen vele dingen niet zoals God het verlangt. Wanneer U Uw opvatting over een echte christelijke voorbereiding van de kinderen voorstelt, wordt U verweten dat U 'elitechristenen' wil. Doordat deze zielen dit woord gebruiken, raken zij onmiddellijk de tere plek aan: Onder de huidige christenen heerst op het vlak van spiritualiteit en het nastreven van een echte spirituele ontwikkeling, een beangstigende mentaliteit, die in principe door twee, vaker zelfs drie, kenmerken wordt getekend: oppervlakkigheid, onverschilligheid, en als derde jammer genoeg ook nog gemakzucht.

Samen vormen deze drie kenmerken de droevige erfenis van de ontwikkeling die in de jongste decennia in de maatschappij en in de Kerk steeds duidelijker zichtbaar wordt. Al het sacrale gaat verloren. God en Zijn Werken leven niet meer werkelijk in de harten (zelfs niet meer in deze van veel 'christenen'!), de menselijke behoeften en het wereldse staan in het middelpunt, en worden – dat moeten wij eenvoudigweg vaststellen – tot afgod verheven. De interesse voor het Goddelijke, het sacrale en het spirituele leeft nog slechts enigszins in het verstand, maar verkeert in de harten in elk geval reeds lang in doodstrijd. Datgene wat God werkelijk van de zielen verwacht, wordt als belemmering van de persoonlijke vrijheid ervaren.

Dit probleem is ons zeer goed bekend. Het is precies deze mentaliteit die het op grote schaal verhindert dat de echte opvattingen van de Hemel bij veel christenen ingang vinden. Ieder die aan ons Apostolaat deel heeft, ervaart hetzelfde: Veel 'christenen' willen over de echte opvattingen, de echte verwachtingen van God of Maria, niets weten, en zij hanteren daarvoor als reden dat deze 'te strikt', 'te streng', 'overdreven' zouden zijn. Ja, zover is het onder vele lammetjes van Christus gekomen: Zij bepalen zelf wat God maar moet bevallen. De zonde en ondeugd worden volledig nieuw gedefinieerd, en de heiliging als door God Zelf gesteld levensdoel, wordt afgedaan als ouderwets. Al het menselijke wordt in het middelpunt gesteld. De noden van Gods Heilsplan en de noodzaak van elke persoonlijke bijdrage tot de voltooiing ervan worden volledig buiten spel gezet, in de overtuiging dat, wanneer men er geen rekening meer mee houdt, deze niet meer bestaan.

Een 'elitechristen' bestaat niet. Er zijn alleen 'christenen', en de Moeder Gods definieert de ware christen als:

"Een ziel die er uit vrije wil voor heeft gekozen, Jezus Christus, Zijn Leer en het voorbeeld van Zijn Leven na te volgen, en daarbij nastreeft, de wegen naar de heiligheid, zoals God deze aan de zielen toont, zo precies mogelijk te volgen, in liefdevolle aanvaarding van alle details van het levensplan dat de Goddelijke Voorzienigheid voor de ziel heeft bepaald. De ware christen verlangt ernaar, elke genadegave in zich tot volle bloei en vruchtbaarheid te leiden, en de ziel voortdurend met elk authentiek woord uit Hemelse Bron te voeden, om op grond van dit Hemels voedsel tot beeld en gelijkenis van God uit te groeien, de door Jezus Christus voor haar ontsloten Verlossing in zich te voltooien, en daardoor tegenover de Schepping een levende spiegel van Christus te zijn".

Wanneer men deze begripsbepaling vanwege de Koningin des Hemels precies beschouwt, beseft men onmiddellijk het volgende: De opvatting dat een ziel die moeite doet om de volheid van Gods Waarheid, zoals deze bijvoorbeeld nu in de Wetenschap van het Goddelijk Leven stap voor stap wordt ontsloten en onderricht, in de praktijk om te zetten en dit inzicht te verspreiden en het onder haar medezielen te doen leven, 'te streng', 'te strikt', of zelfs 'een spelbederver' zou zijn, is volledig misplaatst en getuigt van een gebrek aan eerbied voor Gods verlangens, die tenslotte toch op een onfeilbare Wijsheid en een volmaakte Liefde tot de zielen en hun Eeuwige Gelukzaligheid zijn gebaseerd. Jezus was voor de farizeeën een spelbederver en een rebel tegenover datgene wat onder hun invloed 'algemeen gangbaar' was, omdat Hij datgene kwam onderrichten wat God wilde. Beleven wij niet precies hetzelfde? Wie in deze tijd datgene in praktijk brengt wat in de Hemel als de volmaakte norm geldt, is eveneens in veler ogen een spelbederver en een rebel. Wij beogen niet de opstanding van 'elitechristenen', maar van 'christenen' in de ware Hemelse zin van het woord. Laat U zich door dit verwijt van de dames in het comité dus niet intimideren. Het is niet belangrijk wat deze dames denken, maar wel wat God denkt.

De ware christen is bijgevolg deze, die de ware vergeestelijking nastreeft. Dat is helemaal niet meer verenigbaar met de moderne opvattingen volgens dewelke alles naar menselijke maat verloopt en met het menselijke meer rekening wordt gehouden dan met Gods belangen. Een waarachtig beleefd christen-zijn richt zich volledig op de spirituele ontwikkeling. In het moderne christendom wordt een vergeestelijkt leven op zich reeds als iets abnormaals en ouderwets beschouwd, dat reeds als vanzelf vele vijandige reacties uitlokt.

Ik feliciteer U formeel met Uw plan om een kindergebedsgroep te vormen en 'er het maximum uit te halen, zonder iets achterwege te laten en zonder compromissen'.

Compromissen in geloofszaken gaan in deze moderne wereld steeds weer ten koste van God en Zijn verlangens. De Hemelse waarden worden heel gemakkelijk achteruitgeschoven voor de menselijke 'behoeften'. Precies dat is het wat de Liefde, de warmte en het Licht in deze wereld doodt en alle ellende niet alleen maar in stand houdt, doch het mogelijk maakt dat deze zich vermenigvuldigt als onkruid.

Wanneer wij rekening houden met het feit dat de jeugd van vandaag de wereld van morgen uitmaakt, dan kunnen wij er, indien wij ware christenen willen zijn, niet omheen, ervoor te zorgen dat onze kinderen precies volgens Gods opvattingen worden opgevoed, niet volgens deze van de wereld, van de moderne wetenschap en om het even welke menselijke opvattingen. De Hemelse opvattingen kunt U reeds zelf uit eigen lectuur aan de jeugd in de kindergebedsgroep doorgeven. In de kinderliturgiekring daarentegen, wordt naar U niet geluisterd omdat de deelnemers daar zonder meer niet bereid blijken, de eigen gewoonten en opvattingen tegen deze van het ware christendom in te ruilen. In deze gemeenschap opgenomen worden, zou U daarom weinig anders opleveren dan ontgoochelingen. U kunt de kinderliturgiekring wel aan Maria toewijden via gebed nr. 355 (Toewijding van een organisatie aan Maria) en er Haar vurig om vragen dat Zij Zich zo over de kinderen én de volwassenen van die groep zou ontfermen, dat zij in een burcht van jong christendom kunnen worden omgevormd. Zich daar inzetten waar men met heel zijn hart waarachtig katholiek kan zijn, is inderdaad de beste oplossing. Een organisatie die niet de volheid van het Ware Licht in zich toelaat, kan men doelmatiger van buitenaf met Licht omhullen, dan dat men als deelnemer ervan wordt verstikt.

U hebt absoluut gelijk wanneer U zegt dat 'echte gezinsmissen' en allerlei wildgroei in de liturgie niet in overeenstemming kunnen worden gebracht met het geweten. Dit alles is immers modernisme en vormt een overtreding tegen elk verlangen van God.

De Eucharistieviering is niet bedoeld als een sociale ontmoeting, doch als eerbetoon aan God en als Bron van Genade. Zolang het geweten, het stuurmechanisme dat God in elke ziel heeft voorzien, volledig op Gods belangen is gericht, ervaart de ziel maar al te goed dat dit alles niet in overeenstemming is met God.

Wat is volgens Maria een goede voorbereiding voor de Eerste Communie?

In de eerste plaats wenst de Koningin des Hemels dat de ouders hun kinderen het voorbeeld van het ware christen-zijn voorleven, in alle details van het dagelijkse leven, in daden, woorden, bestrevingen en verlangens. De kinderen moeten worden onderricht in:

  • De praktische beleving van alle deugden (zie de geschriften Lentebloesems aan de Levensboom en De onverwelkbare Bloem van Galilea en andere);
  • Een bepaald dagelijks gebedsschema dat beter niet te strikt is, maar dat het kind vooral het geloof in de waarde van een voortdurende communicatie met God aanleert. Het is zeer belangrijk dat het kind zich daarbij volledig door de ouders gedragen weet. Dit kan slechts het geval zijn wanneer de ouders samen met het kind bidden, het tot het gebed aanmoedigen en nooit het gevoel geven dat een gebed zinloos zou zijn. Het is evenzeer van belang, het kind bij te brengen dat gebed en een zekere offerbereidheid als tweelingbroers en -zussen zijn.
  • De eerste stappen in de praktische beleving van de totale toewijding aan Maria. De onovertroffen voordelen ervan voor de doorstroming van de genaden in het zielenleven heeft Maria in de Myriam-geschriften reeds in de hoogste mate laten aantonen.
  • Het 'juiste' aanvoelen van al het sacrale. Het kind moet zich voortdurend ervan bewust kunnen zijn, dat het leven zich slechts dank zij Gods Tegenwoordigheid en Gods werking voltrekt, dat eerbetoon tegenover God en alle schepselen (mensen, dieren en de plantenwereld) een absolute noodzaak is, en dat de kerk een heilige plaats is, waarin men zich van Gods Tegenwoordigheid bewust moet zijn en men moet trachten, God, Jezus en Maria door stilte en eerbied, vreugde te bereiden.
  • Voldoende kennis over Jezus en Maria en over de enorme waarde van een levenslange verbinding met Hen in het hart. Daarom is het van belang, reeds langere tijd vóór de Eerste Communie regelmatig met het kind over religieuze thema’s te spreken, in die zin dat de ouders zo vaak mogelijk de situaties van het dagelijkse leven in verbinding brengen met religieuze lessen. Op deze wijze leert het kind reeds vroeg in het leven dat dagelijks leven en spiritualiteit niet van elkaar kunnen en mogen worden gescheiden, omdat God aan alle details van het leven moet kunnen deelnemen, daar Hij immers alles ziet, hoort en in het Hart voelt. Dit alles bevordert bij het kind overigens de ontwikkeling van het geweten.
  • Stap voor stap, een geleidelijke kennis van de Sacramenten als heilige uitnodigingen van Gods wege om met Hem in contact te zijn. Het is zeer belangrijk dat het kind op de Eerste Communie wordt voorbereid als op het eerste formele bezoek van Jezus in zijn hartje.

Wanneer dan de laatste voorbereidingen komen op school en in de kerk, kan er niet veel anders meer worden gedaan dan bidden, en aan Maria toewijden dat het kind niet wegens allerlei conflicten met moderne opvattingen in verwarring wordt gebracht. Alleen de Moeder Gods kan het kinderhart zo begeleiden dat het, ondanks alles, het juiste in zich zal bewaren.

Ik voel met U mee wanneer U opmerkt dat U 'met niemand van gedachten kunt wisselen over de innerlijke dingen alsook over het voor U zo kostbare Maria Domina Animarum Apostolaat'. Ik verwijs naar de drie kenmerken van de huidige mentaliteit waarop ik aanvankelijk in deze brief ben ingegaan. Ontzettend veel 'christenen' zijn niet meer geïnteresseerd in de volheid van Gods Waarheid of, wat nog erger is, zij verketteren deze omdat zij niet in hun leven en hun wereldbeeld past. De tragedie die daarachter schuilgaat, is dat daardoor zeer velen zich van een onvermoede bron van Hoop en bemoediging, van Liefde en van vervulling afsnijden. Wat hen in werkelijkheid hindert, zijn de inspiraties van de duivel die, zoals zo vaak reeds werd aangetoond, verschrikkelijk bang is dat zielen de weg zouden vinden naar het ware wezen van Maria en naar al datgene wat Zij de zielen aan Geluk, zingeving in nood en beproeving, en aan innerlijke vervulling te bieden heeft. Ofwel denken deze zielen dat dit 'nieuwe' helemaal niet juist kan zijn, of zij denken dat zij reeds aan Maria zijn toegewijd 'en waarin ligt dan het verschil...'

Lieve zus, er staat ons (dit wil zeggen: God, Maria en al diegenen die dit Goddelijk geschenk hebben aangenomen) een zeer lange strijd voor de boeg, alvorens de meerderheid van de zielen het inzicht in de unieke aard van de Wetenschap van het Goddelijk leven in zich zal toelaten. U bent er soms over bezorgd dat de Kerk eventueel de Wetenschap van het Goddelijk Leven zou kunnen afwijzen. Maakt U zich daarover geen zorgen. De Koningin des Hemels heeft de uiteindelijke erkenning ervan beloofd, maar wij weten dat het zeer lang kan duren alvorens de Kerk mystieke fenomenen officieel erkent. Gewoonlijk volgt een officiële erkenning van een mystiek werk niet gedurende het leven van de ziel die dit werk onder de zielen heeft gebracht.

Dit mag ons er geenszins van weerhouden, datgene te doen wat wij als het juiste hebben leren kennen.

Zoals Jezus Zelf en zeer velen onder de eerste christenen zwaar hebben geleden voor de verspreiding van het christendom, kan het in deze Laatste Tijden door Maria naar de zielen gebrachte godsgeschenk slechts door ons (grotendeels morele of spirituele) lijden naar de top van zijn genadewerking worden geleid. Er zijn nauwelijks genaderijkere daden van naastenliefde en van Liefde tot God dan deze, dat wij ons met inzet van al onze levenskrachten voor dit kanaal van het Licht van de Ware Hoop, bemoediging, Liefde en Waarheid inzetten. Zij die het doen, hebben de waarheid van de belofte van de Meesteres, dat Zij is gekomen om zielen volledig om te vormen, aan zichzelf mogen vaststellen.

Ik draag U allen graag verder in Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 387
Wij christenen, die aan de Waarheid willen vasthouden, moeten in deze moeilijke tijden elkaar steunen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw brief. Verliest U nooit de moed. Wij beleven moeilijke tijden, en het Ware Licht wordt nu overal waar het zich uitwerkt, genadeloos vervolgd. De woorden van Maria die U hebt gehoord: "O mensheid, wat hebben jullie Mijn Zoon aangedaan", heb ook ikzelf woordelijk tien jaar geleden gehoord gedurende een heilige Mis tijdens de Goede Week. Zij werden in mij gesproken door de Moeder van Smarten in een visioen, tijdens hetwelk ik mij op Golgotha bevond. Ook ik heb toen zeer lang onophoudelijk geweend, tot lang na de heilige Mis, omdat het Hart van de Moeder Gods mij zo totaal beheerste dat ik ervan overtuigd was, van hartenpijn te zullen sterven. De tragedie is, dat Jezus nog steeds iets gelijkaardigs wordt aangedaan, en wel in toenemende mate vanuit de kringen der christenen zelf. Gods goedheid en Liefde worden door zeer velen niet aanvaard, en het zondebesef wordt systematisch gedood. De mensenzielen schrijven nu een eigen wetboek van 'christelijke' moraal in de harten, en definiëren zelf wat zogenaamd God bevalt of niet. Het draait erop uit dat God als 'spelbederver' van het toneel van het leven wordt verjaagd.

Lieve zus, wij weten waarvoor wij strijden. Het komt erop aan, elkaar te steunen. Het kruis van de wereld moet verder worden gedragen, tot het als een kruis van Licht op de berg van alle zonden alle effecten van de duisternis definitief overwint. Wij zijn nu de Calvarieberg van de heilsgeschiedenis aan het bestijgen. Laten wij bedenken: Elke gram van het kruis die niet door één van ons wordt gedragen, moet door Jezus en Maria worden gedragen, want Zij blijven Verlosser en Medeverlosseres tot aan het einde der tijden. Wie ooit Jezus en Maria heeft gezien, lijdend of wenend, kan het niet meer over het hart krijgen, zelf de rozen aan te nemen en Hen de doornen te geven. De meeste zielen kunnen dit niet meer begrijpen.

De wetenschap en de techniek doen reeds zoveel eeuwen alles om de afgod van de menselijke gemakzucht te dienen en de kruisen van het leven als een schande af te schilderen, als niet bij de menselijke waardigheid passend, en daarbij God als de 'Veroorzaker van deze schande' helemaal uit het beeld te wissen. Laten wij hen vergeven, want zij weten werkelijk nog steeds niet wat zij doen en beweren.

Zo bevinden wij ons dus in dezelfde strijd. Wij zijn elkaar wederzijds ter bemoediging geschonken. Zalig de ziel die zich tot geschikte bodem maakt, waarin het zaad van het Licht kan gedijen. Zo verschaft God Zichzelf via de Meesteres van alle zielen verstrooid liggende tuintjes, in dewelke de volheid van Zijn Waarheid, alle vruchten van Zijn geschenken mogen bloeien. Aangezien deze tuintjes nog zeer verspreid liggen, zijn zij gemakkelijk ten prooi aan stormwinden, maar wanneer zij aan de in hen verwortelde schatten vasthouden, sterven zij niet, noch zullen zij verwelken, maar zij worden steeds sterker.

Ik omhels U stevig, en wens U heel veel kracht in de strijd voor de overwinning van het ware besef van Gods Waarheid.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 388
Over onophoudelijk gebed – enkele aspecten van de Myriam-geschriften – niet steeds onze woorden veranderen onze medemens positief, doch veeleer onze uitstraling – wat kan met zeggen om kinderen te troosten over iemands overlijden?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor de vragen die U voor Maria hebt laten neerleggen. Veel zielen vrezen de reacties van één of meer zielen in hun onmiddellijke omgeving wanneer zij de nabijheid van God of van Maria zoeken. Velen nemen aanstoot aan de tekenen van het Geloof in hun leven, in het bijzonder wanneer deze tekenen door deze zielen worden ervaren als zijnde niet te verenigen met hun eigen levensbeschouwing. De Koningin des Hemels toont de angstige ziel hier een prachtige oplossing:

Gebed is communicatie met God. Het hoeft echter niet noodzakelijk het (eventueel voor anderen zichtbare en/of hoorbare) uitspreken van vastgelegde teksten te zijn. De ziel kan namelijk ook de hele dag tot één ononderbroken gebed maken door bij het opstaan tot Maria te zeggen:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1213 zouden worden gepubliceerd)

Wanneer U daarna op een zodanige wijze doorheen de dag gaat dat Uw hart volkomen op Maria gericht blijft en U in gedachten en gevoelens voortdurend bij Haar bent, zal het voor God zo zijn, alsof U de hele dag lang in gebed blijft. In de ogenblikken waarin U toch alleen bent, kunt U natuurlijk de gebruikelijke genaderijke gebeden verrichten.

Diepere inzichten in het wezen van het gebed worden de zielen onder andere aangeboden in de onderrichting Testament van het Verbond, en wel in hoofdstuk 2, punt 2.

Wanneer de ziel haar hele leven via een dergelijke hartsgesteldheid, door het nastreven van een permanente eenheid met God of met Maria in het hart, tot één doorlopend gebed maakt, zal zij geleidelijk de Aanwezigheid, de nabijheid, van Maria beter aanvoelen en zal zij ook in de kleine zaken van het leven leren voelen dat God haar liefheeft ondanks haar fouten, zonden, zwakheden enzovoort.

Met betrekking tot Uw vraag hoe U tot een goede Liefde en Hoop en tot een goed Geloof en vertrouwen kunt komen, verwijs ik graag naar de onderrichting van de Meesteres van alle zielen die U kunt vinden onder De Hemelse Bronnen.

De ware betekenis van zelfverloochening onderricht de Meesteres in de tekst met de titel De Spiegel van Gods Hart.

U vraagt, met het oog op de veelheid aan teksten, waar U het beste kunt beginnen.
Om het hele systeem van de Wetenschap van het Goddelijk Leven vanuit zoveel mogelijk verschillende hoeken te kunnen beschouwen, zijn de onderrichtingen het best geschikt. Om de zin en doelstelling van de totale toewijding aan Maria meer gericht te leren begrijpen, zijn teksten zoals Mariatoewijding – het Ware Geluk voor U en voor de wereld en De Tempel van Maria zeer waardevol.

Wat de opvoeding, de vorming, van de kinderen betreft, kunt U de Wedergeboorte van het Aards Paradijs ter hand nemen. Daar krijgt U reeds een idee over de wijze waarop Maria met kinderen omging. Ondanks een buitengewone zachtheid kreeg Zij kinderen meteen zover, dat deze Haar zonder enige remming gehoorzaamden. Een kind moet op één of andere wijze de indruk krijgen dat het nergens toe 'gedwongen' wordt, doch uit eigen beweging eigen beslissingen neemt. Zo kan het kind ertoe komen om behulpzaam en volgzaam te zijn. De voorwaarde is, dat het kind zich goed voelt, waarbij voor het kind de moeder zowel een gezagsfiguur is die onvoorwaardelijk wordt gehoorzaamd, alsook desondanks een vriendin bij wie men graag is.

Hoe moet U het volhouden, elke dag weer de berispingen en negatieve opmerkingen te horen wanneer Uw echtgenoot weer thuis is?

Negatieve opmerkingen ontspruiten aan een ontevreden hart. Slechts wanneer U deze ingesteldheid met spontane Liefde tegemoet tracht te treden, zult U een gemeenschappelijke grond kunnen vinden, op dewelke het leven leefbaar is. Daarbij mag de echtgenoot niet de indruk krijgen dat U zo handelt vanuit één of andere bijgedachte, Uw gedrag moet spontaan overkomen. Belangrijk is, dat U dagelijks zijn thuiskomst toewijdt aan Maria, opdat Zij elk contact moge begeleiden en beheersen. Niet altijd verandert een medemens door datgene, wat wij zeggen, vaker verandert hij door wat wij zijn, door onze uitstraling, door het Licht dat wij spontaan mogen verspreiden. Licht om zich heen verspreiden, kan de ziel slechts wanneer zij vanuit een oprecht Geloof leeft – slechts dan is zij waarlijk met God, respectievelijk met Maria verbonden – en haar Liefde sterk genoeg is om haar medeschepselen ongedwongen met warmte te omhullen. Om vermeerdering en verdieping van de Liefde moet elke ziel dagelijks bidden, omdat de stroming van de Liefde in de ziel hoe dan ook de ontwikkeling van de hogere zielsvermogens bepaalt.

Wat kan men in verband met iemands dood aan kinderen zeggen, dat genezend kan werken?
Het is helemaal niet gemakkelijk, een kind de dood en de zin van de dood te verklaren. Zelfs volwassenen zien heel vaak niet de zin van de dood, en verklaren dit fenomeen voor zichzelf vanuit één of andere menselijk-wereldse gezichtshoek. De dood maakt deel uit van het leven, omdat hij een overgangsfase is, een brug tussen het aardse leven en het Eeuwig Leven. Zonder de dood gaat geen mens over naar het Eeuwig Leven. Op het ogenblik van de dood wordt de ziel losgemaakt van het fysieke lichaam, om in een niet-stoffelijke vorm verder te leven.

De Moeder Gods adviseert, een kind na de dood van een persoon die het heeft gekend, te zeggen dat deze persoon nu uitgenodigd is om bij Jezus en Maria in de Hemel te leven, omdat Jezus en Maria nu met deze persoon iets samen willen afwerken dat heel belangrijk is en dat veel mensen gelukkig zal maken, en dat deze persoon om die reden voor altijd in de Hemel moet wonen. Verder moet het kind de verzekering krijgen, dat deze persoon daar heel gelukkig is en dat het deze persoon later in de Hemel terug zal zien om voor altijd bij hem/haar te zijn, samen met Jezus en Maria.

Ik wens U zeer veel Licht in het hart, opdat de leiding vanwege de Meesteres van alle zielen ook in U van dag tot dag duidelijk méér voelbaar moge kunnen worden. Wij zijn door Gods Voorzienigheid aan elkaar gegeven. Laten wij voor elkaar levende tekenen van Hoop blijven, want in de mate waarin de ziel met Maria wil versmelten, leeft zij inwendig reeds in de voortuin van het Paradijs: De Ware Hoop weet dat elke beproeving in principe reeds is overwonnen omdat het hart bezig is, te werken aan de voltooiing van datgene, wat via de beproeving moet worden afgekocht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 389
Mag een kind wiens ouders niet gehuwd zijn, gedoopt worden?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Mijn excuses voor het feit dat het even heeft geduurd alvorens ik Uw brief kon beantwoorden. Er is een regelrechte stortvloed van brieven op het Apostolaat, maar op Gods Tijd komt toch alles aan de beurt, waarop de Meesteres een antwoord toestaat en inspireert.

Ik heb geen idee wat de Kerk zegt, respectievelijk toelaat, in verband met het doopsel van een kind van ouders die samenwonen doch niet gehuwd zijn. Maria echter zegt het volgende:

Een kind mag onder alle omstandigheden worden gedoopt. Weigert een priester een doopsel, dan zou zelfs een nooddoop vanwege een leek, bij voorkeur gepaard met een toewijding van het kind aan Maria, voor God als noodoplossing worden aanvaard, waarbij de verantwoordelijke volwassenen (in principe de ouders, soms ook anderen) de intentie moeten koesteren, te blijven hopen op de mogelijkheid van een sacramenteel Doopsel in de toekomst. Die blijvende Hoop geldt dan voor God als 'verontschuldiging' voor het geval het nooit zou lukken om het kind te laten dopen. Er zou dan als het ware sprake zijn van overmacht, die niet door de betrokkenen gewenst was, dus geldt dan voor God alsof het Doopsel toch zou hebben plaatsgevonden.

Het is jammer dat de betrokken zielen niet willen huwen, en Maria vraagt wel dat gebeden zou worden opdat dezen dit vooralsnog zouden overwegen te doen.

Het verheugt mij echter, met zekerheid te kunnen stellen dat het kind in Gods ogen zonder meer gedoopt mag worden. Het heeft immers geen schuld aan de spirituele keuze en de keuze van levensvorm die zijn/haar ouders hebben gemaakt.

Ik bid vanzelfsprekend mee, dat dit wondertje van Gods Genade zich moge voltrekken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 390
Mag men een ongelovige meenemen naar de Heilige Mis – Is men schuldig aan het heiligschennende gedrag van een andere ziel wanneer dit zich vroeger heeft voorgedaan? – Wat moet ik aan mijn niet langer gelovende kinderen zeggen wanneer zij met mij naar de Kerk gaan? – Is het een gebrek aan naastenliefde wanneer men niet deelneemt aan een koffietafel (in het kader van een begrafenis)? – De heilige Begrafenismis is vanwege de strijdende Kerk een plechtige begeleiding van de ziel van de overledene naar het Eeuwig Leven – God bemint op een bijzondere wijze diegenen die, met betrekking tot de staat van hun ziel, iets 'te' kritisch zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw vragen. Zoals steeds, en dit wil ik beklemtonen, vertegenwoordig ik in mijn antwoorden niet het Kerkelijk Recht, maar de opvattingen van de Moeder Gods, opdat U zou weten hoe God Zelf het verlangt. De navolging van de Goddelijke Wil is immers, zoals U weet, de ware bron van onze Gelukzaligheid en van de ware Vrede van hart. Ik citeer Uw vragen:

Mag ik mij door een ongelovige laten begeleiden naar de heilige Mis, bijvoorbeeld naar aanleiding van een begrafenis, een huwelijk, een Eerste Communie of een Vormsel?

Dat mag U vanzelfsprekend doen, maar deze ziel behoort principieel de heilige Communie niet te ontvangen. Hoe moet dit worden begrepen?

Elke ziel mag de heilige Mis bijwonen omdat, zo zegt Maria met klem, een heilige Mis een machtig kanaal van overdracht van genaden is. Het mag nooit worden uitgesloten dat zelfs de ongelovige door Gods Tegenwoordigheid en werking in het hart wordt geraakt. Hoe deze zich jegens datgene wat om hem heen gebeurt, in het hart gedraagt, moet hij zelf tegenover God verantwoorden. U treft in geen geval ook maar enige schuld wanneer U hem meeneemt.

De heilige Communie mag hij echter slechts nuttigen, indien hij vooraf een grondige Biecht heeft gesproken. Het doet God zeer veel pijn wanneer zielen slechts 'gelegenheidsmissen' bijwonen, niet of uiterst zelden biechten, en in het kader van een bijgewoonde heilige Mis, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een begrafenis of Eerste Communie of met Kerstmis of Pasen, de heilige Communie ontvangen, omdat een dergelijke Communie-ontvangst – zo noemt Maria het – een belediging aan Jezus vormt. In een ziel die sedert lang – vaak gaat het om vele jaren – niet heeft gebiecht, hebben zich noodgedwongen honderden of duizenden ondeugdzame handelingen, woorden, gevoelens of verlangens opgehoopt. Elk daarvan is als een modderspat op de grond en de vensters van de betreffende zielentempel. Het is beter, de Eucharistische Koning van de Schepping niet in een tempel vol slijk te ontvangen. Dat alles is een kwestie van Liefde en eerbied voor de Schepper, Verlosser en Heiligmaker.

Is men schuldig aan het heiligschennende gedrag van een andere ziel wanneer dit zich vroeger reeds heeft voorgedaan?

Neen, omdat:

  1. U vroeger niet wist dat het ging om een niet wenselijk gedrag;
  2. Niet U, maar de ziel zelf schuld heeft aan haar gedrag.

Bovendien moet ook nog het volgende duidelijk worden gemaakt:

  • Hebt U de ziel vroeger niet op haar heiligschennend gedrag gewezen omdat U niet wist dat dit heiligschennis was, dan treft U ook geen schuld.
  • Hebt U de ziel vroeger wel op haar heiligschennend gedrag gewezen, maar heeft zij niet naar U geluisterd, dan treft U evenmin schuld.

Mogen mijn kinderen, die het Geloof de rug hebben toegekeerd, naar de kerk meegaan? Is er iets dat ik hen moet zeggen in verband met wat zij moeten doen of laten?

De kinderen mogen U begeleiden, maar moeten zich aan de voorheen beschreven Communievoorschriften houden. Als moeder rust op U de plicht, de ongelovige kinderen er vóór het bijwonen van de heilige Mis met ernst op te wijzen:

  • dat het gaat om een bezoek van Jezus, Gods Zoon;
  • dat hun nakende bezoek aan de kerk voor God én voor de hele mensheid een positieve waarde heeft indien zij zich tijdens de heilige Mis volgens de regels gedragen (Biecht vooraf, tijdens de heilige Mis respect, vurige devotie, Liefde), maar daarentegen een negatieve waarde indien zij niet voldoen aan Gods voorwaarden;
  • dat elke ziel individueel voor haar eigen gedrag verantwoordelijk is, niet tegenover de mensen, maar tegenover God Zelf.

Is het een gebrek aan naastenliefde wanneer men na de begrafenis, zelfs van een familielid, niet deelneemt aan de koffietafel?

Neen, zielen die werelds denken en voelen, zullen er waarschijnlijk aanstoot aan nemen wanneer U niet deelneemt aan de koffietafel bij het overlijden van een familielid, maar in Gods ogen telt slechts de heilige Begrafenismis. Aan de koffietafel kan men nauwelijks iets bijdragen tot het Eeuwig Heil van de overledene, vaak integendeel. De gesprekken zijn doorgaans zeer werelds georiënteerd, en leiden de ziel gemakkelijk weg van datgene wat op die dag werkelijk van belang is: het feit dat de ziel van de overledene naar de Eeuwigheid is overgegaan en dat zij naar aanleiding van haar levensoordeel God van aangezicht tot Aangezicht heeft gezien. Door wereldse samenkomsten wordt de ziel op haar Reis naar de Eeuwigheid niet geholpen. Het gebruik van een koffietafel is weliswaar ontstaan uit naastenliefde, maar desondanks mag men het een ziel niet kwalijk nemen wanneer zij aan deze ontmoeting of deze gezamenlijke maaltijd niet deelneemt.

Ik heb vernomen dat soms op de dag van een begrafenis een viering plaatsheeft, die zelfs geen heilige Mis is, en dat pas later een heilige Mis wordt opgedragen. Is de Hemel het daarmee wel eens? Is het een goed idee, een dergelijke viering bij te wonen?

Naar het schijnt zijn er bisschoppen die verbieden dat bij een begrafenis een heilige Mis wordt opgedragen. Soms geeft men als reden dat men heiligschennissen wil voorkomen. In Gods ogen zijn er echter meer genaderijke wegen om dit te doen. Ik geef U de stelling van de Koningin des Hemels in dit verband: Heiligschennissen met betrekking tot het ontvangen van de heilige Communie moeten worden voorkomen door:

  • de zielenherders aan de zielen te laten leren of verduidelijken wat de heilige Communie in werkelijkheid is, namelijk een rechtstreekse ontmoeting tussen God en de ziel, een ontmoeting die de ziel kan voeden en haar voor een heilig leven en een dienovereenkomstige Eeuwige Gelukzaligheid kan helpen uitrusten, maar die voor haar daarentegen eveneens tot veroordeling kan worden. Hoe veelzeggend is toch de desbetreffende passage in de Heilige Mis: Perceptio Corporis tui, Domine Jesu Christe, quod ego indignus sumere praesumo, non mihi proveniat in judicium et condemnationem, sed pro Tua pietate prosit mihi ad tutamentum mentis et corporis... (Ik beschouw Uw Lichaam, Heer Jezus Christus, dat ik, onwaardige, op het punt sta te nuttigen. Moge het voor mij niet tot vonnis en veroordeling strekken, doch mij door Uw goedheid tot algehele bescherming van ziel en lichaam en tot geneesmiddel strekken).
  • geen heilige Communies meer in de hand te bedelen. De Handcommunie rolt immers de rode loper uit voor elk mogelijk misbruik van het Lichaam van Christus. De zielenherder heeft onvoldoende gelegenheid om na te gaan wat werkelijk met het allerheiligste Lichaam van Christus gebeurt. Zoals U intussen waarschijnlijk uit vroegere onderrichtingen van de Meesteres van alle zielen weet, is dit niet eens de enige reden waarom de Handcommunie niet naar Gods wens is.

Men dient goed te beseffen dat de heilige Begrafenismis vanwege de strijdende Kerk een plechtige begeleiding van de ziel van de overledene naar het Eeuwig Leven is. Een gebedsdienst door leken, of om het even wat geen Consecratie bevat, vervangt in geen enkel geval de heilige Mis bij een begrafenis, want in Gods ogen is dit niet langer een officiële kerkelijke begeleiding van het afscheid van een ziel die naar het Eeuwig Leven is overgegaan. Wanneer een ziel naar God terugkeert terwijl de Schepper van deze ziel niet met een heilige Mis wordt gediend, zal dit proces door God niet met vreugde worden begroet.

Indien ik niet de kans krijg om vóór de Begrafenismis te biechten, mag ik dan in het hart de geestelijke Communie ontvangen, of wenst de Moeder Gods dat ik getuigenis afleg door geknielde Tongcommunie na gebed nr. 1154 (Noodgebed vóór de Heilige Mis)?

Het hangt ervan af wat Uw hart U zegt wanneer U heel eerlijk Uw eigen doen en laten en Uw dieperliggende gedachten en gevoelens sedert Uw laatste Biecht beschouwt. Het Noodgebed en, aansluitend, de heilige Communie, is een oplossing vanwege de Goddelijke Barmhartigheid voor die gevallen waarin de ziel weliswaar niet 'volledig in overeenstemming met alle deugden' heeft geleefd (wie kan dit dan al met zekerheid zeggen?) maar ook niet, in de ware zin van het woord, heeft gezondigd. Is er in Uw hart ook maar enige gegronde twijfel, aarzelt U dan niet en verricht U geestelijke Communie.

Ik vind het, eerlijk gezegd, zeer moeilijk, Jezus nog zonder Biecht vooraf te ontvangen. In dit overdreven?

Neen, dat is het in geen geval. God houdt op een bijzondere wijze van diegenen die, met betrekking tot de staat van hun ziel, iets 'te' kritisch zijn (in principe is dit in contact met God niet eens mogelijk). Diegenen die het niet zijn, hebben doorgaans de diepere betekenis van het spirituele leven en de dingen van het Heil niet goed begrepen. God moet men in alle omstandigheden zo zuiver mogelijk ontvangen. Wanneer de koning op bezoek zou komen, zou men zich waarschijnlijk toch de moeite getroosten om het huis zo netjes mogelijk te maken. Welnu, bij ontvangst van de heilige Communie is er méér dan de koning...

Lieve zus, ik wens U bergen van kracht, Licht, warmte en moed.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 391
Hoe veranderen structuren in de Kerk? – Wat betekent 'op de Hemel vertrouwen'? – de meeste zielen zijn blind voor de tekenen van Gods zorgzaamheid jegens hen – Mag men anderen zijn mening zeggen', en hoe? – God kan Zich niet doelmatiger om een ziel bekommeren dan via beproevingen – Het is belangrijk, zich bij alle beslissingen steeds de deugden voor ogen te houden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Vervuld van Liefde zou ik U graag bij de hand nemen, opdat wij samen, enkele ogenblikken lang, door de ogen van de Moeder Gods de problemen zouden kunnen beschouwen, die U bezig houden.

Hoe kunnen priesters bij de voorbereiding van de Eerste Communie en het Vormsel zo lauw zijn? Moet men zelf de zaken in de hand nemen?

Lieve zus, met betrekking tot bepaalde onbegrijpelijke toestanden troost de Koningin mij met het oog op latere tijden. Alles wat wij nu moeten doorstaan, ook datgene wat duidelijk niet in overeenstemming is met Gods wensen, past desondanks in Gods Plannen, niet omdat Hij het goedkeurt, maar omdat de zielen ook doorheen zeer veel duisternis moeten gaan. Maria beloofde onlangs nog dat veel betreurenswaardige ontwikkelingen louter een fase zijn, geen eindpunt. Moet men dan tussenbeide komen? Het is vruchtbaarder, dit niet te doen, maar de eigen pijn en de harten van diegenen die aan de 'betreurenswaardige toestand' meewerken, aan Maria toe te wijden, opdat dit alles rechtstreeks in het Goddelijk Heilsplan zou worden opgenomen. Wanneer duisternis en alle daarmee gepaard gaand leed vertrouwvol wordt toegewijd, met de smeekbede dat het rijke vruchten mogen voortbrengen voor Gods Heilsplan, zal de 'opstanding' van het Licht veel meer worden bevorderd dan wanneer men dat alles benaderd door menselijk ingrijpen. Structuren laten zich niet gemakkelijk door woorden veranderen.

Er wordt altijd gezegd dat men op de Hemel moet vertrouwen. Hoe moet deze zin worden begrepen? Wat moeten wij dan eigenlijk nog doen? Wanneer mag men dan als mens nog ingrijpen?

Het kenmerk bij uitstek van de totale toewijding is dat men zelf zo weinig mogelijk tussenkomt. Op de Hemel vertrouwen, betekent in de waarste zin van het woord, er rotsvast van overtuigd zijn:
  • dat alles wat in ons leven gebeurt, door God wordt toegelaten omdat het Zijn Plannen dient én omdat het de ontwikkeling van de eigen ziel op haar weg naar de heiliging het beste bevordert;
  • dat alles wat in ons leven gebeurt, ooit zijn volle vruchtbaarheid zal bereiken, precies omdat het door God zo wordt toegelaten zoals het nu eenmaal is;
  • dat de Goddelijke Voorzienigheid alle gebeurtenissen op onze weg, evenals de begeleidende omstandigheden, leidt, en wel in die mate waarin wij Haar dit mogelijk maken, namelijk in de mate waarin wijzelf niet tussenbeide komen.

De Meesteres van alle zielen zei reeds lange tijd geleden, dat men zich de toewijding van een gebeurtenis, een ontwikkeling, een toestand enzovoort, moet voorstellen alsof men Maria een voorwerp overhandigt. Men doet volledig afstand van dit voorwerp en Zij begraaft het in de bodem van Haar hoogheilig Hart. Zodra men het voorwerp aan de handen van Maria heeft toevertrouwd, behoort het nog slechts Haar alleen toe. Wil men desondanks toch nog zelf tussenkomen, dan is het alsof men zelf in deze heilige bodem van het Onbevlekt Hart begint te woelen. Het is geen enkele ziel toestaan, dit te doen. Doet men het desondanks, dan onttrekt men het 'voorwerp' aan de machtige bescherming van de Koningin des Hemels en werkt men daardoor Gods Plannen tegen.

Wanneer U vraagt: "Hoe kan de tegenpartij leren of weten of iets wel of niet juist is wanneer wij het niet mogen zeggen?", antwoordt de Moeder Gods dat Zij de kans moet krijgen om Haar omvormende ('herscheppende') macht in alle zielen ten volle te kunnen inzetten en Zij dit pas kan doen wanneer alles volledig aan Haar wordt toegewijd, en de met de situatie gepaard gaande beproevingen liefdevol worden gedragen in de vaste hoop en overtuiging dat dit alles de opstanding van het Ware Licht dient. Mag men dan nooit iets zeggen wanneer iets in onze omgeving drager is van duisternis? Toch wel, dat mag men in elk geval, maar men moet steeds als volgt tewerk gaan. Men mag iemand die dwaalt of iets verkeerd doet, de mening zeggen:

  • met Liefde, niet in een gesteldheid van woede;
  • op een zodanige wijze dat men deze medemens niet van zijn waardigheid berooft;
  • op een opbouwende wijze, niet in de vorm van kritiek. Berispen of bekritiseren is als het afbreken van een muur. Wanneer men een muur afbreekt omdat met haar voor niet deugdelijk houdt, mag men geen puinhoop achterlaten, maar moet meteen een nieuwe, betere muur optrekken. Slechts dan bevordert men de ontwikkeling van de andere ziel. In alle andere gevallen levert men haar uit aan de stormen die haar eventueel helemaal onbruikbaar maken voor Gods Werken.

Zeer vaak bestaat de beste methode hierin, dat men liefdevol met de tegenpartij spreekt en vooral dat men deze een goed voorbeeld voorleeft. Indien men niets bereikt, is het beter, alles aan de Koningin des Hemels over te laten. In dat geval moet men ook bereid zijn om Haar eveneens de beproevingen aan te bieden. Men moet er zich in elk geval voor hoeden, slechts op zichzelf te vertrouwen en negatieve gevoelens te laten heersen. In dat geval levert men de hele situatie over in de handen van de satan en wordt zij volkomen onvruchtbaar. Men kan daardoor eveneens elke relatie tot deze medemens voor de toekomst onmogelijk maken en derhalve een twijg van Licht uit het net van de Goddelijke Liefdesstroom wegsnijden.

U vraagt zich af wat het betekent wanneer wordt gezegd dat God de Vader voor Zijn kinderen zorgt. Betekent dit dat wij door de beproevingen de genaden zullen verwerven die anders verloren gaan?

Het zou God het meest bevallen wanneer Hij ons alles zonder meer zou kunnen schenken. Dit was aanvankelijk Zijn bedoeling, en in het Aards Paradijs was dit principieel het geval. De zondeval heeft de zielen van dit 'verworven recht' beroofd. Niettemin zorgt God daadwerkelijk voor de zielen, en Hij zal dit doen zolang de wereld blijft bestaan. De meeste zielen zijn echter blind voor de tekenen van Gods zorgzaamheid jegens hen. Voor God is niet ons werelds welzijn belangrijk, maar ons Eeuwig Heil, omdat Hij ons in het hiernamaals duizenden en duizenden malen méér kan en wil schenken dan in dit leven. Om deze reden zijn Zijn geschenken ook zeer vaak door een verpakking 'vermomd', waardoor zij er niet meer als geschenk uitzien maar als een last. God zou de ziel echte vakantiedagen kunnen toestaan (en nu en dan zal Hij dat ook wel doen) en deze zullen de ziel ook goed doen. Geeft Hij deze ziel echter telkens weer de gelegenheid, aan een beproeving het hoofd te bieden, dan verleent Hij de ziel niet een vergankelijke gunst maar de kans om bepaalde dingen uit te boeten en zich in vele deugden te oefenen. Het resultaat kan dan zijn (op voorwaarde dat de ziel de uitdaging aanvaardt in Liefde), dat de ziel daardoor een grote stap vooruit komt op de weg van de heiliging. God kan niet doelmatiger voor deze ziel zorgen dan door geregeld beproevingen op haar weg toe te laten, omdat de ziel daardoor dichter tot Hem kan naderen.

Wanneer de dienst Spoorwegen een bepaalde oppervlakte van een grondstuk opeist, maar geen vergoeding betaalt, is dit volgens menselijke maatstaven toch een onrecht?

Wat kan worden ondernomen? Het is U toegestaan, klacht in te dienen, aanvankelijk onder de vorm van een beleefde brief aan de spoorwegautoriteiten. Wordt hiermee geen rekening gehouden, dan zal de Hemel het U niet kwalijk nemen indien U er hen voor een tweede maal aan herinnert dat er misschien iets over het hoofd werd gezien. Blijkt echter dat bij deze autoriteit onwil heerst, dan staan voor U twee mogelijkheden open:

  • Ofwel dient U klacht in bij de rechtbank. Juridisch gezien is het mogelijk dat U een vergoeding krijgt. Hoeveel leed, tijd, moeite en geld U dit zal kosten, kan geen mens U bij voorbaat zeggen. De Hemel zal U deze beslissing niet noodzakelijk kwalijk nemen, maar het is belangrijk dat U gedurende deze hele periode een zuiver hart bewaart. Dit betekent dat U op geen enkele wijze negatieve, onzuivere, kwade gedachten mag koesteren jegens om het even welke bij het proces betrokken persoon. Dat is reeds een hele opgave, tegen dewelke velen niet opgewassen zouden zijn. Indien U er niet in slaagt, de hele tijd lang volledig zuiver van hart te blijven, zal dit proces voor U een bron van spirituele verontreiniging worden;
  • Ofwel doet U afstand van elke mogelijke vergoeding, en U brengt de zaak niet voor de rechtbank. In dat geval is er geen financiële compensatie voor Uw verlies, maar U kunt in de ziel een enorme winst verwerven, omdat U daar het voordeel van een geestelijk martelaarschap kunt oogsten. Bepaalde zielen zouden zich ertoe kunnen laten veleiden, te denken dat in dat geval de ongerechtigheid van een organisatie wordt gestimuleerd. Oppervlakkig beschouwd is dat zo. Nochtans hoeft dit geen bijkomende duisternis over de wereld te brengen. Alles hangt af van Uw handelswijze: Indien U het kunt opbrengen, Uw persoonlijk leed (de vele moeilijkheden en zorgen), Uw materieel verlies (het stuk grond) en het wangedrag van de spoorwegautoriteiten tegenover U aan de Koningin des Hemels toe te wijden en gelijktijdig de spoorwegautoriteiten ten aanzien van God vergiffenis te schenken (in het kader van de toewijding van de hele zaak aan Maria), dan zult U in Gods ogen een heldendaad hebben gesteld, die U weliswaar het materieel verlies niet compenseert, maar U veel spirituele verdiensten oplevert.

Lieve zus, onze beslissingen in het dagelijks leven zijn zelden gemakkelijk, vooral omdat wij meestal niet onmiddellijk de gevolgen ervan voor onze ziel mogen zien. Om deze reden is het zo belangrijk dat wij ons steeds de deugden voor ogen houden en bijzondere moeite doen om bij alles wat in ons omgaat en wat van ons uitgaat, de Liefde te laten heersen. Wanneer wij op onze medemensen een prikkelende invloed hebben, zijn wij niet langer een spiegel van de Moeder Gods, dit Paradijs van innerlijke Vrede.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 392
De zonde remt de doorstroming van de Goddelijke Liefde – Hoe helpt men een kind aan een mooie jeugd? – Totale toewijding aan Maria en wedergeboorte in het hart – de 'wereld van het berekenend verstand' tegenover de 'wereld van het voelen vanuit het hart' – het belang van seksualiteit binnen een huwelijk is vooral een kwestie van de wil tot vergeestelijking – gebed om elke als bedreigend ervaren kracht onvruchtbaar te maken

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Onlangs moest U ervaren hoe moe U werd na het bezoek aan een dame die intens met esoterie bezig is. Dat hoeft U niet te verwonderen. In het algemeen kan men zeggen dat een ziel die niet op de Waarheid van de ene Ware God is gericht, respectievelijk die haar leven niet tracht in te richten volgens de Wetten en principes van het waarlijk christelijke denken, de stroom van het Goddelijk Leven niet op de geschikte wijze door zich heen laat stromen. Hoe méér een ziel zich op Gods Hart oriënteert, des te ontvankelijker wordt zij voor de stromen van de Goddelijke Liefde, die dragers zijn van het Ware Leven. Wanneer een ziel vaak en zwaar zondigt, wordt de stroom van het Ware Leven, die steeds volop naar haar toe vloeit, in haar niet meer juist verwerkt en derhalve ook slechts heel verzwakt via haar naar haar omgeving verder geleid. Om deze reden kunnen wij zielen met dewelke wij in aanraking komen, soms ervaren als stoorzenders: Het middelpunt van onze ziel kan in bepaalde omstandigheden heel onbewust voelen dat een dergelijke ziel zich niet door de kracht van het Ware Leven laat bezielen, en dat zij derhalve het Licht van God, de signalen uit Zijn Hart, niet onvervormd en niet zuiver overdraagt.

Iets gelijkaardigs geldt voor zielen die zich in hun hart niet door de christelijke moraal laten aandrijven: Zij schijnen de stromen van het Ware Leven niet zonder bijmengingen te kunnen overdragen. Het moet zijn, dat dit zich in Uw lichaam heeft laten merken. De Benedictusmedaille die U nu draagt, vormt een betrouwbare bescherming in de mate waarin U ook daadwerkelijk om de bescherming van de Heilige Benedictus bidt. Telkens het moeilijk kan worden vermeden om met de vermelde dame in aanraking te komen, zou U er goed aan doen om U door de Heilige Maagd Maria te laten bekleden. Zij heeft de macht om de bovenvermelde 'bijmengingen' onwerkzaam te maken en te verhinderen dat Uw hart zou worden verontreinigd door stromingen, die niet van God uitgaan. Zelfs in dergelijke situaties kan de macht van de Hemelse Meesteres zich in het dagelijks leven laten voelen.

Het is treffend hoe U Uw jeugdherinneringen beschrijft. Ja, het kind in U tracht zich in wezen een leven lang door te zetten, als het ware opnieuw op te staan. Dat is iets dat de wereld niet steeds begrijpt – vele zielen laten dit proces ook helemaal niet toe – doch dat in het licht van het Goddelijk Leven absoluut begrijpelijk is. De kinderziel komt om zo te zeggen vers uit Gods hand. Zij beschouwt het leven, de wereld, de eigen leefwereld en zoveel méér op een wijze zoals God Zelf dit alles zou beschouwen. Een kind kan daardoor heel gevoelig zijn. De waarneming van een kind is trouwens ook nog niet door allerlei wereldse invloeden verwrongen, zoals dit bij volwassenen het geval is. Zowel de droevige als de verheugende ogenblikken uit onze verre jeugdjaren bepalen in hoge mate de wijze waarop wij later met koude en zonneschijn in onze omgeving omgaan.

Hoe vaak kan worden vastgesteld dat een ziel die een moeilijke jeugd heeft gehad, ook later de neiging vertoont om depressief te worden, en dat een ziel die op heel mooie jeugdherinneringen kan terugblikken, gemakkelijker het mooie in alles vindt. Ligt in deze vaststelling niet een schat verborgen, in die zin, dat wij ons behoren in te zetten om onze kinderen een mooie jeugd te bereiden, opdat zij het Licht en de Liefde in zich mogen verder dragen en ertoe mogen kunnen bijdragen dat dit Licht en deze Liefde onder de zielen in stand zouden worden gehouden?

Wat is dit dan: een kind een mooie jeugd bereiden? In wezen betekent dit in het bijzonder, het helemaal te ontsluiten voor het Licht, de Ware Liefde, door onze eigen wijze van optreden en door zelf een spiegel van Gods Licht te zijn, en wel door blijmoedigheid, een rotsvaste Hoop, zachtmoedigheid, zorgzaamheid, mildheid en een voelbaar respect voor alles. Als vader of moeder moet men voor het kind zijn zoals een boom aan dewelke het zich bij moeilijkheden kan vastklampen en aan dewelke het om zo te zeggen in elk seizoen bloesems en vruchten vindt, nooit dorheid en onvruchtbaarheid. Dit kan men slechts verwezenlijken wanneer men zelf heel diep in God geworteld leeft.

Overigens moet het kind de kans krijgen om heel veel met de natuur in aanraking te komen. Bomen, bloemen, planten en dieren in de vrije natuur zijn krachtige kanalen van Gods Liefde, vooral – wat de dieren betreft – wanneer men hen vanuit een respectvol en liefhebbend hart benadert. Een kind dat vrij in de natuur kan spelen, zoals U het tussen de bloemen hebt kunnen doen, ademt Gods 'boodschap van Liefde' rechtstreeks in de ziel in, en ontwikkelt doorgaans een bijzondere verbinding met Gods Hart, een verbinding die het kind vaak een leven lang tot bron van Hoop en bemoediging kan dienen. U hebt heimwee naar die dagen van weleer, precies omdat zich zo spoedig erna een heel andere wereld aan U heeft vertoond. Smeekt U Maria heel rustig dat Zij Uw hart uit die dagen opnieuw tot leven zou mogen wekken. Hoogstwaarschijnlijk zult U dan wenen. Des te beter, de tranen zullen wat van het stof wegspoelen dat de wereldse gebeurtenissen sedertdien op Uw ziel hebben achtergelaten..

Opmerkelijk is, en ik geloof dat U deze ervaring in deze tijd aan het opdoen bent, dat 'het kind' dat bij zovelen ergens onderweg verloren is gelopen, bij vurige totale toewijding aan Maria geleidelijk aan, soms echter bijna in een enkele flits, in het hart opnieuw geboren wordt. Op zielen die het wonder van de totale toewijding niet hebben ervaren, heeft deze 'wedergeboorte' meestal een bevreemdende uitwerking. Vindt U deze parallel niet betoverend: Maria bewerkt een 'wedergeboorte' van de ziel, de ziel moet uit Maria 'opnieuw geboren worden', en... deze 'wedergeboorte' wordt zelfs merkbaar doordat de ziel het kind van toen in zich herontdekt en het tot nieuw Leven gewekt weet... Dit alles verklaart meteen vele van de moeilijkheden die U in de relatie tot Uw man ervaart: Hij leeft gewoon in een heel andere wereld en kan het niet met het verstand vatten dat Uw ziel niet langs een weg reist, die ten minste op zijn weg gelijkt. Hij reist als het ware steeds dieper in een 'verstandsleven' binnen, terwijl U naar het 'gevoelsleven' terugkeert, nadat de wereld van het denken zich ook aan U heeft trachten op te dringen.

De wereld van Uw echtgenoot is een wereld van begrijpen, denken, analyseren, berekenen. U bent heel anders ingesteld, en hebt precies Uw wortels teruggevonden. Uit dit verschil vloeien in principe alle problemen in de relatie tussen Uw echtgenoot en U voort. Hij zal dit slechts kunnen ervaren volgens de mate waarin zijn hart zich openstelt. Met woorden zult U dit nauwelijks kunnen bekomen, door het voorbeeld van een innerlijke Vrede zult U het absoluut wél kunnen. Precies deze verwezenlijking is immers Uw doelstelling. Dat is de zin van de spirituele oefeningen die U in deze dagen volbrengt. Vertrouwt U op de Meesteres, Zij zal U ook door deze fase heen navigeren, mits U slechts volhoudt, vooral in de moeilijke uren.

De omgang met de seksuele component van de huwelijksrelatie is heel verschillend naargelang de huwelijkspartner gelovig is of niet. Het is hoofdzakelijk een kwestie van de wil tot vergeestelijking. Blijft de ziel toegeven aan de aardse, stoffelijke behoeften, dan zal zij niet gemakkelijk inzien dat de seksuele behoefte de ziel in haar vlucht naar boven afremt. Vaak zijn de visies van de beide huwelijkspartners op dit gebied onverenigbaar, omdat de zielen van de beiden niet dezelfde ontwikkeling hebben doorgemaakt. Principieel kan slechts de Moeder Gods op dit gebied met succes tussenbeide komen. Hoe méér het hart zich op de ware interesses van de ziel en op de behoefte aan vergeestelijking richt, des te méér zullen de kansen toenemen, dat de overgang naar een volkomen 'anders' huwelijksleven zich zonder wrijvingen kan voltrekken. Het is een kwestie van willen en van volhardende spirituele ontwikkeling, en... van verlangen naar eenheid met de gesteldheden van de Koningin des Hemels Zelf.

Wat Uw vraag betreft met betrekking tot de stem die U nu en dan hoort, respectievelijk deze 'aanwezigheid' die U voelt, laat de Moeder Gods mij aan U overbrengen dat U niet bang hoeft te zijn. Wijdt U ook dit vol vertrouwen aan Maria toe, en smeekt U Haar dat Zij deze 'aanwezigheid' moge besturen, en U indien nodig zou beschermen. Om het even of het volgens Uw gewaarwording een negatieve invloed betreft of niet, U kunt gerust tot Maria een gebed uitspreken in de volgende zin:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1214 zouden worden gepubliceerd)

Een aanroeping zoals deze kan elke boze kracht onwerkzaam maken en elke kracht voor dewelke men niet bang hoeft te zijn, zo sturen dat deze ertoe kan bijdragen, Gods Plan tot vervulling te brengen.

Lieveen ziel is iets buitengewoon complex. Bovendien zijn geen twee zielen identiek. Dit alles verleent de macht van God een buitengewone glans. Het is een levenslange opdracht, onszelf zo diep mogelijk te doorgronden. Onze ziel is als een grondstuk. De bodem is met Goddelijke vruchtbaarheid gevuld en wordt voorzien van zon, lucht en regen. Welk zaad wij hebben gekregen, is ons zelf niet in alle details bekend. Daarenboven kunnen wij in de loop van ons leven steeds bijkomend zaad ingestort krijgen. Onze taak bestaat hierin, ons grondstuk om te vormen tot een bloeiende tuin. Wij hebben daartoe Maria nodig, de volmaakte Tuinierster aan Wie alle geheimen van het zielenleven bekend zijn. Het komt erop aan, onze tuin volkomen aan Maria uit te leveren. Ik help U graag, daartoe de meest doeltreffende weg te vinden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 393
Over de Goddelijke Waarheid en de menselijke waarheid en over het gebod van de Liefde, via dit Apostolaat slechts de Goddelijke Waarheid te verkondigen – Totale toewijding aan Maria vereist niet, zonder zwakheden te zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Ik dank U van harte voor Uw brief en ik heb ten volle begrip voor Uw standpunt. Om deze reden vraag ik U dan ook, mij niet kwalijk te nemen dat ik frontaal tegen Uw stellingname van enige tijd geleden ben ingegaan, toen U schreef 'een moderne christen' te zijn en zich daar goed bij te voelen. Ik moest eenvoudigweg zo reageren omdat aan mij de éne Hemelse Waarheid over vele dingen werd en nog steeds wordt getoond. (men leert steeds nieuwe dingen, vooral niet in de mystiek...)

Eens men de echte aanraking met de Koningin des Hemels heeft mogen ervaren, en Haar woorden heeft vernomen of verneemt, ziet men pas goed wat Goddelijke Waarheid en wat menselijke 'waarheid' is. De menselijke waarheid, zoals deze ons via ontelbare wereldse kanalen als de enige juiste waarheid wordt opgedrongen, stelt werkelijk niets anders voor dan dwaasheid en duisternis. Wanneer men dan de genade heeft ontvangen, de gevolgen van elke dwaling (dit wil zeggen: afwijking van de Goddelijke Waarheid) te zien en in te zien, is de pijn die men over het ermee gepaard gaand verlies voor ontelbare zielen gewaar wordt, onbeschrijflijk. Daarvoor bestaan eenvoudigweg geen woorden.

Ik ben mij ervan bewust dat sommige zielen mij zien als een fanatieke ziel. Dat ben ik echter in geen geval, want dan zou ik voor de mystieke werken van Maria volledig onbruikbaar zijn en zou de Koningin des Hemels mij geen dag langer voor dit werk inzetten. Ik ben in tegendeel realistisch, in die zin:

  • dat ik elke dwaling, onwetendheid, verblinding, enzovoort, interpreteer tegen de achtergond van Gods Werkelijkheid, die immers veel omvattender is dan de menselijke (ik zou niets anders kunnen, gezien de vorming die Maria mij al deze jaren heeft vergund en nog steeds vergunt),
  • en dat ik er onzegbaar onder lijd wanneer ik dan vaststel wat al die zielen die aan alle modernisme vasthouden, zichzelf in werkelijkheid aandoen. Schuldig zijn niet noodzakelijk deze zielen zelf – ik begrijp Uw standpunt, bijvoorbeeld, zeer goed – maar de tijdsgeest, die vooral in de jongste decennia zwaar is vergiftigd. Wanneer dan binnen de geestelijkheid geen eenstemmigheid meer is over de immense waarde van de christelijke traditie, hoeft het eigenlijk niemand meer te verwonderen dat de lammeren niet langer het verschil tussen het rijpe en het jonge gras herkennen. Wist U overigens dat een lam dat té jong gras eet, daarvan ziek kan worden?

Ik besef absoluut dat dit zonder de genade van het mystieke zien misschien moeilijk te bevatten is, maar het is voor mij precies daarom een behoefte van Liefde om mede te delen, wat mij aan inzichten, over de grenzen van het gewone heen, reeds werd en nog wordt vergund. Myriam van Nazareth is er niet toe geroepen om zielen onzeker te maken en opvattingen in een slecht daglicht te stellen, maar om de zielen de wegen naar het Ware Geluk te tonen en inzichten over te brengen over de redenen waarom bepaalde opvattingen niet overeenstemmen met die van God. U kunt van mij aannemen dat dit geen gemakkelijke opgave is, want elk inzicht dat iemand via de mystieke weg wordt verleend, kost veel hartenpijn en bevat voor de mystieke ziel een rechtstreekse uitnodiging tot het volbrengen van opdrachten die aan de zielen niet bekend (mogen) worden gemaakt.

Voor mij hebben de via dit Apostolaat verkondigde stellingen derhalve veel méér en gedeeltelijk volledig andere gevolgen dan de meeste zielen (zouden) geloven. Mocht ik niet voor honderd procent zeker zijn van de Waarheid van alles wat ik (moet) verkondig(en), dan zou ik waarschijnlijk niet reeds veertien jaar lang de kracht, de moed en de ovetuiging hebben gehad om elke dag opnieuw 'ja' te zeggen tegen de Koningin des Hemels, aangezien Zij mij toch dagelijks vraagt of ik nog bereid ben, volledig in Haar dienst te blijven, ongeacht wat Zij ook van mij moge verlangen en om het even wat voor negatieviteit elke verkondiging mij ook zal opleveren omdat dit Apostolaat nu eenmaal zo uniek is en de verkondigingen om die reden vaak de platgetreden (dit wil zeggen: door zeer velen begane) paden moeten verlaten.

Uiteindelijk is elke openbaring via dit Apostolaat een vrucht van Liefde: Liefde tot God, tot Maria, tot de hele Schepping en alle Werken en Plannnen van God, en in het bijzonder van het vurige verlangen om zielen via inzichten over de Goddelijke Waarheid in haar zo verregaande onbekende en onvermoede aspecten naar het Ware Geluk te helpen, alles door de Goddelijke Genade. Net dat is het wat de critici van dit Apostolaat als eerste over het hoofd zien: Dat het hier gaat om een Werk van Liefde en opbouw, niet om afbraakwerken. Slechts wie het verlangen naar het Ware Geluk voor alle zielen kan aanvoelen, zal ooit de ware beweegredenen van dit Apostolaat kunnen begrijpen.

Zei Jezus niet reeds dat Hij niet gekomen was om de Wet op te heffen, maar om haar tot voltooiing te brengen? Precies dit beoogt de Hemel met dit Apostolaat: Niet afbreken, maar, waar nodig, wijzen op de menselijke fouten in het bouwwerk, en wegen tonen naar een heropbouw, rechtstreeks uit de mond met de gouden stem uit het Paradijs (Maria). Behalve in de gevallen waar God door rechtstreeks ingrijpen een wonder volbrengt, werkt Hij altijd via mensenzielen. God is de auteur van de adviezen, richtlijnen en voorschriften voor de Werken die zielen voor Zijn Heilsplan uitvoeren. Wanneer nu de zielen hun eigen adviezen, richtlijnen en voorschriften in toepassing brengen ?%8? en dat is precies wat modernisme is –, dan hoeft niemand er zich over te verbazen dat het bouwwerk gebrek aan stabiliteit begint te vertonen. Kent de muur de natuurwetten beter dan de architect? God is een architect met een omvattende blik over tijd en eeuwigheid.

Weest U echter niet bang. Voor mij is het zeer duidelijk dat in Uw geval geen onwil aan de basis ligt, maar een mengsel van niet-kunnen (het geografisch onmogelijk zijn om traditionele heilige Missen bij te wonen) en vrees over persoonlijke tekortkomingen wat betreft de toewijding aan Maria. Maria Zelf zegt steeds "Mocht Ik slechts zielen tot Mij roepen, die volmaakt zijn, dan zou Ik nooit een leger van Licht kunnen vormen". Met andere woorden: Denkt U toch niet dat het aangaan van het Verbond van de totale toewijding aan Maria pas mogelijk is wanneer U geen zwakheden meer hebt, want al deze te overwinnen, is niet te vergelijken met het wekelijks proces van afval verzamelen en deze uit het huis verwijderen. De ziel heeft een leven lang nodig, want ook de 'overwonnen' zwakheden lachen een mens nog uit, indien U begrijpt wat ik bedoel. Geen enkele dag lang mag men de oplettendheid laten verzwakken.

Dienaar van Maria te zijn, is overigens helemaal niet onverenigbaar met democratie (omdat U dit begrip vermeldt): Nooit dwingt de Hemel de ziel tot iets, Hij toont echter ononderbroken wegen via dewelke het volgens de onfeilbare logica van de Goddelijke Wet nog altijd beter kan, hoe het steeds verder opwaarts gaat op de ladder naar de volmaaktheid, de Eeuwige Gelukzaligheid. De ziel heeft derhalve altijd de vrije keuze, maar soms hebben de zielen gebrek aan Wijsheid om de vrije wil zo te gebruiken dat zij er werkelijk beter van worden ('beter' in de betekenis van het onvergankelijk spiritueel welzijn).

Lieve broeder, het verheugt mij werkelijk ten zeerste dat de diepgaande studie van de onderrichtingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven, die U in de eerste plaats onder het menupunt Onderrichtingen op onze website kunt vinden, U een groter begrip heeft verleend over wat Myriam van Nazareth in deze verkondigingen drijft en met welke logica de Wetenschap van het Goddelijk Leven is bezield. Deze onderrichtingen zijn immers woord voor woord druppels uit het parfum van Gods Waarheid. Ik wens U van harte veel succes op deze prachtige ontdekkingsreis. Op Uw andere vraag of opmerking in verband met de verhevenheid van Maria als vrouw, mag ik door de Koningin des Hemels pas later gedetailleerd antwoorden omdat deze vraag buitengewoon belangrijk is. Ik reik U via deze weg in elk geval graag de hand van bemoediging. Moge Gods Geest U op al Uw wegen beschermen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 394
Over het huwelijksverbond – voortdurende gedachten over de pijn van het verleden schaden de ziel – beproevingen worden door 'liefdevolle toewijding + vergeving + protestloze aanvaarding' op volkomen vruchtbare wijze in Gods Heilsplan ingebouwd

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

God zet Zijn Heilsplan voor de hele mensheid verder. Elke individuele ziel heeft binnen dit Plan een aantal opdrachten te vervullen. Deze zijn het die Maria bedoelt wanneer Zij spreekt over de persoonlijke bijdrage van de ziel tot het Goddelijk Heilsplan als één van de beide hoofddoelen van het leven van de ziel op aarde. De ziel vervult haar opdrachten gedeeltelijk in het verborgene (door gebeden, boete, offers, toegewijd lijden en beproevingen), maar ook rechtstreeks via haar hele doen en laten jegens haar medeschepselen. Om deze reden maken alle relaties, omstandigheden en contacten die een ziel gedurende haar leven jegens medemensen én jegens dieren koestert, deel uit van deze grote omvattende levensopdracht. Het huwelijk is, samen met de relatie tussen een kind en diens ouders, toch de meest ingrijpende relatie tussen zielen. Welke is eigenlijk de spirituele betekenis van het huwelijk?

Het huwelijk is eerst en vooral het enige verbond binnen hetwelk twee zielen, waarvan één in een mannelijk en één in een vrouwelijk lichaam, de levensweg moeten voltooien en samen kinderen mogen verwekken en opvoeden. Dit betekent meteen dat God voor het huwelijk een zeer belangrijke rol in de overdracht van de christelijke waarden heeft voorbehouden.

Het huwelijk is tevens het verbond binnen hetwelk twee zielen het meest omvattende laboratorium tot zelfonderzoek kunnen aantreffen. Het feit dat de relatie tussen twee huwelijkspartners zo omvattend en zo ingrijpend is, of zou moeten zijn, maakt het huwelijk tot een experimenteerterrein voor de eigen reacties, de eigen gedragspatronen, de eigen deugdzaamheid (Liefde, geduld, zorgzaamheid, vergevingsgezindheid, begrip, tolerantie, respect, enzovoort). Dit alles maakt het huwelijk tot één van de grootste geschenken van God: In het kader van dit verbond ontvangen de beide zielen een volledig programma voor spirituele zelfontplooiing en tot vervolmaking in de naastenliefde. Wanneer wij deze laatste zin van dichtbij beschouwen, dan ontdekken wij daarin de beide ware levensdoelen:

  1. de eigen heiliging: Deze is immers ten volle een kwestie van zelfontplooiing. Zelfontplooiing is toch:
  • de evolutie van alle deugden van zaad via bloesem tot en met vrucht,
  • de groei naar een volledige vergeestelijking en een verschuiving van de wortels van de ziel, waarbij de ziel zich uit al het wereldse losscheurt om in Gods voedingsbodem wortel te schieten.
  1. de bijdrage van de ziel, via haar doen en laten, tot de voltooiing van Gods Heilsplan: In principe laat deze component van ons levensdoel zich slechts door de Liefde tot alle medeschepselen verwezenlijken.

Op deze wijze beschouwd, laat zich begrijpen waarom het huwelijk voor de ziel een volledige wereld op zich vormt. De Goddelijke Voorzienigheid zal steeds trachten om zielen die ekaar kunnen aanvullen, tot elkaar te brengen, op voorwaarde dat zij moeite doen om de zelfontplooiing, in het kader van de zich aandienende situaties, werkelijk na te streven en bij de partner (of de 'andere partij'), in elke situatie het beste naar boven te brengen.

De omgang met een medemens is een bijzondere opdracht, welke de ziel tot een steeds diepere zelfkennis kan brengen. Dit gaat des te méér op naarmate het niet gaat om vluchtige contacten, maar om een duurzame relatie. Jarenlang het beste van zichzelf geven, zonder de heiligheid van haar daden en woorden door de 'gewoonte' te laten beïnvloeden, kan de ziel slechts:
  1. wanneer zij elke dag als de enige dag beschouwt, die zij met de andere ziel kan doorbrengen,
  2. wanneer zij elke dag, om het even wat gebeurt of hoe de andere ziel zich ook gedraagt, deze laatste tracht te beschouwen als draagster van een kiem van Christus.

Een leven heeft veel dagen, en elke dag heeft veel invloeden, omstandigheden, situaties, gebeurtenissen, gedachten, gevoelens... Dit alles zit in alle mogelijke richtingen in elkaar vervlochten, en de beide partners veranderen voortdurend. Geen enkele ziel is op twee verschillende dagen voor honderd procent dezelfde. Dat maakt het samenleven met een medemens tot een situatie die wordt getekend door de behoefte van onophoudelijke aanpassing. Aanpassing betekent flexibiliteit. Flexibiliteit is de voorwaarde voor onze heiliging, want wanneer de ziel zich in alle situaties volledig in overeenstemming met de deugden aanpast, betekent dit dat zij in staat is om volledig volgens de wind van de Heilige Geest en de Goddelijke Voorzienigheid te sturen. Dit vermogen brengt een ziel tot haar maximum aan vruchtbaarheid voor Gods Werken.

Aangezien het leven ons overweldigt met indrukken waarvan wij vele zelfs niet begrijpen, en wij ook absoluut niet altijd de reden voor onze eigen daden, gedachten, reacties enzovoort inzien, is het onvermijdelijk dat wij af en toe onzeker worden gemaakt over de gesteldheid van onze eigen ziel. Van daar komen de meeste twijfels en de vele uren van krachteloosheid. Terwijl tijdens de jeugd zo veel dingen klaar en duidelijk lijken, begint de ziel later twijfels over zichzelf te koesteren, zich vragen te stellen over dit en dat wat zij ooit heeft gedaan, gezegd of gewild.Tegen de achtergrond van haar spirituele ontwikkeling begint zij bovendien de dingen van vroeger met heel andere ogen te zien.

Wanneer U nu de jaren beschouwt die U samen met Uw man hebt doorgebracht, en de begintijd nadien, zult U waarscijnlijk merken dat U bepaalde dingen verkeerd kunt hebben gedaan. Dat betekent nog steeds niet dat U schuldig bent aan de scheiding. Zich vragen stellen over het verleden, is uiteindelijk ook weinig productief, omdat de antwoorden die dan opkomen, door veel factoren worden vertekend. Een evaluatie van ons verleden kan nooit foutloos verlopen. U mag ook niet vergeten dat de satan de pijnlijke herinneringen zeer vaak met zijn gif tracht te infecteren opdat de ziel over zichzelf zou worden ontmoedigd. De ziel heeft dan de neiging om zowel haar eigen aandeel alsook het aandeel van de medemens aan het negatieve, op te blazen, zodat de herinnering al snel niet meer eenvoudig 'negatief', maar 'catastrofaal' wordt. Zo ondermijnt de satan het zelfbeeld en blaast steeds méér duisternis over de nevelige stukken van ons verleden.

Omdat het niet productief is, voortdurend stil te staan bij de pijn van het verleden – wel integendeel –, is het veruit het beste, alle herinneringen aan de Koningin des Hemels toe te wijden met de smeekbede dat zij dit alles in Haar Onbevlekt Hart zou begraven en al Uw pijn over het verleden en de gevolgen ervan voor Uw huidig leven zou benutten om Uw hart, Uw geest en Uw ziel te zuiveren en te bevrijden, opdat U opnieuw waarachtig zou kunnen leven. Op deze wijze kan men zichzelf door toewijding van de eigen pijn uit de kerker van de ontmoediging en de zwarte gedachten vrijkopen.

De pijn van het leven kan in die zin in een echt vagevuur worden omgevormd: Beproevingen worden door 'liefdevolle toewijding + vergeving + protestloze aanvaarding' op volkomen vruchtbare wijze in Gods Heilsplan ingebouwd. Door deze beproevingen kan de ziel zich vrijkopen en worden gereinigd. Al het leed ter wereld levert de ziel geen vrijkoop uit de gevangenschap tegenover de eigen verduisterde gesteldheden, en geen reiniging, zolang deze toverformule 'liefdevolle toewijding + vergeving + protestloze aanvaarding' niet wordt toegepast. Wanneer men haar echter in de praktijk omzet, wordt al het leed geheiligd, wordt het volkomen vruchtbaar voor Gods Heilsplan en ontspringt voor de ziel een bron van bevrijding.

Zullen wij samen deze toewijding en deze smeekbeden vóór de Moeder Gods brengen? Zij is niet voor niets de Brug tussen Hemel en aarde en de Koningin van de Ware Hoop: Zij is de Belofte van de nieuwe Lente voor elke ziel die van Haar een wedergeboorte verwacht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 395
Voorwaarden voor de totale overgave van de vrije wil aan God of aan de Meesteres van alle zielen – de totale overgave van de vrije wil als vorm van waar christelijk martelaarschap

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De overgave van de vrije wil aan God zou gemakkelijk als de Koningin onder de heldendaden kunnen worden bestempeld. Het wordt gemakkelijk gezegd dat men bereid is om het gebruik van de vrije wil af te staan, maar de praktijk van het dagelijks leven bewijst dat de vrije wil in werkelijkheid het allerlaatste is wat de mens zich laat afnemen. Hoe graag toch houdt de ziel de controle over haar eigen lot in haar eigen handen. Uiteindelijk is de overgave van de vrije wil aan de Koningin des Hemels een kwestie van blind vertrouwen op Haar. Wanneer de ziel werkelijk gelooft dat God Liefde is, kan zij zich nauwelijks voorstellen dat God haar iets negatiefs zou laten overkomen.

In het leven krijgen wij allemaal te maken met negatieve dingen, maar het gaat over de vergankelijke situaties van de aardse levensweg. Datgene wat overblijft nadat de situaties zijn overgewaaid, is het resultaat ervan voor de ziel. Wij zouden het zo kunnen beschouwen, dat de situaties van het dagelijks leven zijn als zaadjes die in onze zielenbodem worden gestrooid. Deze zaadjes kunnen eenvoudig blijven liggen, zij kunnen worden weggeblazen, of zij kunnen in de ziel veel tot stand brengen. De wijze waarop wij met alle situaties omgaan, bepaalt datgene wat met de zaadjes gebeurt. Dit 'omgaan met' is een kwestie van het gebruik van de vrije wil.

Hoe gaan wij tewerk?

Ofwel laten wij ons de spade en de hark voor geen geld ter wereld uit handen nemen en plannen dit en dat te doen met de zaadjes, of wij laten onze hand, ons hart en onze geest leiden door een macht die het oneidig veel beter kan en weet en die voor alles (ter wereld) de eeuwige gevolgen van de verwerking van de zaadjes kan leiden en overzien.

De totale overgave van de vrije wil aan Maria of God vereist vooral:

  • Liefde: De ziel moet de genoemde hogere Macht (God en Maria) voldoende liefhebben. De Ware Liefde laat zich nu eenmaal afmeten aan de mate van de bereidheid tot blinde overgave. Volmaakte Liefde betekent totale afwezigheid van elke angst jegens het geliefde Wezen en derhalve ook van enige twijfel bij de vraag of wel het beste voor ons wordt bereid.
  • Vertrouwen: Het vertrouwen wordt volmaakt waar de ziel ervan uitgaat dat zij aan de hogere Macht onbeperkt 'groen licht kan geven' omdat deze toch al alles beter kan volbrengen.
  • Hoop: De Ware Hoop is het vermogen om in elke moeilijke situatie zodanig te handelen en te denken alsof de situatie reeds zou zijn opgelost, en wel ten beste.

Deze drie voorwaarden samen zetten de ziel ertoe aan, uiteindelijk zelfs de vrije wil vastberaden en zonder aarzelen aan de voeten van Maria neer te leggen. Deze instelling ruimt meteen een beslissende hindernis uit de weg, die vele zielen verhindert om één te worden met God. 'Eén worden met God' moet men zo begrijpen, dat de eigen wil volledig oplost in de Goddelijke Wil.

Lieve broeder, bepaalde zielen zijn op zoek naar christelijk heldendom, of christelijk martelaarschap. Nochtans is de volkomen overgave van de vrije wil een vorm van echt christelijk martelaarschap die voor elke ziel bereikbaar is: Niet in de eerste plaats de eigen wil te volgen, maar in elke situatie van het dagelijks leven Gods Wil te zoeken, en telkens wanneer de eigen wil zich duidelijk niet volledig met de Goddelijke Wil laat verenigen, de eigen verlangens ondergeschikt te maken, komt overeen met martelaarschap in het hart.

Behulpzaam om de vrije wil niet langer te gebruiken, zouden de gebeden 910, 985 en 1160 zijn. Vertrouwt U op Diegenen Die Uw leven willen omvormen tot een weg die met fruitbomen is afgezoomd. De rijpheid van de vruchten wordt bepaald door de kwaliteit van de zon die hen beschijnt. Hoe vastberadener de ziel haar vrije wil aan de Eeuwige Liefde afstaat, des te krachtiger kan deze zich over de vruchten uitstorten. Gods zon verliest weliswaar nooit haar kracht, maar de ontvankelijkheid van de ziel voor haar stralen bepaalt de mate van de warmte die zij in zich opneemt en derhalve de graad van rijpheid, die de spirituele vruchten kunnen bereiken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 396
Over de juiste wijze van vasten – De Hemel wil niet dat leken de heilige Communie bedelen – Over de goede voorbereiding op de heilige Mis – De kracht van een gebed wordt vermenigvuldigd door toewijding van eigen lijden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen, waarvan de eerste op het juiste ogenblik komt, aangezien de Vasten voor de deur staat. Ik citeer:

Hoe vast men het beste, hoe lang, en welke gebeden zijn gunstig in verband met de Vastentijd?

In de eerste plaats laat de Moeder Gods mij erop wijzen dat 'vasten' niet noodzakelijk betekent dat men niets mag eten. De Vastentijd heeft tot doel, de ziel naar hogere graden van onthechting te leiden. Omdat voor de mensen de behoeften van het stoffelijk lichaam doorgaans zeer belangrijk zijn, en de behoefte aan voeding en bevrediging van de smaakzin onder de stoffelijke noden tot diegenen gerekend worden, die het gedrag en het innerlijk leven van de mens het sterkst beïnvloeden, is de Vastentijd als periode van onthechting zeer geschikt om de ziel van veel ballast te bevrijden. De Vastentijd moet een tijd zijn die ertoe aanzet, anders te gaan denken en te onthechten. De onthechting moet de ziel niet alleen bestreven in de voeding, maar eveneens op alle niveaus van het leven, en het is nu eenmaal zo dat het domein van de voeding en de smaakzin, samen met het domein van de seksualiteit, gewoonlijk de grootste invloed uitoefenen op alle gezindheden, instellingen en gedragspatronen van de ziel.

Door op een goede wijze te vasten, kan de ziel zich erin oefenen, zich op alle niveaus van het leven naar de vergeestelijking toe te wenden. De ziel bevrijdt zich uit de gevangenschap van bepaalde stoffelijke behoeften en kan zich 'ontwennen' van de neiging om steeds onmiddellijk in te gaan op de roep van het lichaam. God heeft het zo voorzien dat de ziel die bereid is, zich te onttrekken aan de heerschappij van de stoffelijke bindingen, spiritueel op steeds hogere niveaus leert leven en ervaren.

Hier voltrekt zich geen verlies aan genot, doch integendeel een verschuiving, een accentverlegging in de beleving van het genot: De ziel ontsluit voordien onbekende niveaus van het spirituele beleven, die totaal nieuwe bevredigingen schenken omdat zij met de ware zingeving van het leven in verband staan. Wij mogen nooit vergeten dat het toppunt van het genot dat de ziel in de Eeuwige Gelukzaligheid bereikt, absoluut niet met lichamelijke gewaarwordingen, maar uitsluitend met de eeuwig voortschrijdende ontsluiting van steeds hogere, louter spirituele ervaringen in verband staat. God toont daarin de zielen dat zij dichter bij Hem komen naarmate zij zich van de lichamelijke gewaarwordingen losmaken en trachten, zich naar de totale ontsluiting van de spirituele gewaarwordingen te wenden.

Hoe maakt de ziel het Vasten, deze bijzondere uitnodiging van God, vruchtbaar? De Meesteres van alle zielen geeft U graag de navolgende tips:

  1. Stort U zich niet plots in een strenge ontzegging van voedsel.
    Wanneer het lichaam de ziel jarenlang zijn wil heeft opgedrongen, kan een te radicale ommekeer alle functies van het lichaam én het spirituele leven ontwrichten. Daarbij bestaat het gevaar dat de ziel ten prooi valt aan ondeugden die zij noch kan controleren, noch kan overwinnen. Het gevolg op termijn voor de ziel kan een verlies aan houvast zijn;
  2. Bouwt U eerst en vooral stap voor stap behoeften af die niet rechtstreeks met de levensnoodzakelijke voedingsmiddelen in verband staan:
    Tracht U zich in de eerste plaats te onthechten van gewoonten zoals het snoepen van zoetigheden. In de mate waarin U deze overwint, zult U merken dat op het spirituele niveau krachten vrijkomen die leiden tot een groei van Uw vertrouwen, Uw Geloof en Uw Hoop met betrekking tot de bevrijding uit al datgene wat Uw gedrag en Uw innerlijke ingesteldheid misschien sedert zeer lange tijd in onvruchtbare richtingen leidt en U van de ene ondeugd naar de andere placht te verleiden;
  3. Tracht U zich van meet af aan te oefenen in de matiging van de voedselopname, maar doet U ook dit stapsgewijs. Vraagt U de Koningin des Hemels om hulp en beschouwt U elke kleine vooruitgang gerust als een kleine overwinning, die U samen met Maria op Uzelf hebt behaald. Beschouwt U ronduit elke vooruitgang in het vasten en eveneens in Uw innerlijke gesteldheden als een overwinning tegenover de valstrikken van het wereldse leven;
  4. Houdt U bij elke vastenmaatregel rekening met Uw lichamelijke gesteldheid.
    Eén voorbeeld: Weest U voorzichtig bij suikerziekte;
  5. De duurtijd van het vasten hangt in de eerste plaats af van wat U lichamelijk kunt verdragen, in de tweede plaats van wat U wilt bereiken, en in de derde plaats van Uw gemotiveerdheid. U zult kunnen vaststellen dat het vasten gemakkelijker wordt naarmate in het hart de Liefde tot God, tot Maria en tot de schepselen brandt. Om deze reden noemde Maria ooit het vasten een geschikte oefening om de gewaarwording van de Liefde in het hart aan te scherpen. U zult echt vaststellen, dat dit laatste in hoge mate door lichamelijke vermoeidheid in het gedrang kan worden gebracht. Laat U zich derhalve niet te vlug ontmoedigen;
  6. Welke gebeden zijn geschikt?
    In de reeks van de Myriam-gebeden, die U in de gebedenverzameling Maria’s Bloementuin kunt vinden, vindt U gebeden ter begeleiding van de Vasten.
  7. Bij het vasten komt het er eigenlijk niet in de eerste plaats op aan, zo weinig mogelijk te eten, maar veeleer:
  • datgene te vermijden dat U werkelijk graag eet, opdat het waarlijk om een onthechting zou gaan;
  • zo weinig mogelijk afwisseling na te streven. Eentonigheid biedt een goede oefening in de onthechting. Lichamelijk genot is in hoge mate gebaseerd op rijke variatie aan zintuiglijke indrukken, prikkels en belevingen. Hoe meer men deze beperkt, des te minder bindt het lichaam zich daaraan en des te minder wordt het spirituele leven naar de lichamelijke gewaarwording afgeleid.
  1. Begint U de Vastentijd, zelfs één enkele vastendag, niet zonder deze aan Maria toe te wijden en Haar te vragen, deze oefening intensief met U te beleven. De Koningin des Hemels heeft de macht om het spirituele leven te leiden en te richten, opdat elke stap voor Gods Heilsplan vruchtbaar zou zijn. De begeleiding door Maria is essentieel, omdat het bij het vasten gaat om een oefening die de ziel tot hogere niveaus van beleving kan leiden, zodat zij spiritueel kan rijpen. Dit procedé is derhalve niet zonder invloed op de ontwikkeling van de heiliging van de ziel. Om deze reden moet de ziel de leiding en de bescherming van de Meesteres van alle zielen afsmeken.

De grote zin van de oefening bestaat hieruit, dat de ziel zich uit de heerschappij – of tirannie – van de lichamelijke behoeften zou bevrijden. Slechts naarmate dit zich voltrekt, kan de ziel werkelijk openbloeien. Spirituele groei en lichamelijke gehechtheden zijn onverenigbaar. Maria heeft het vasten overigens steeds al "een bom op de vestingen van de satan" genoemd. Dat is begrijpelijk wanneer men bedenkt dat elke onthechting de ziel lostrekt uit een ketting, met dewelke de satan haar tracht te ketenen.

Met betrekking tot Uw vraag: Tijdens de woorddienst, die in onze kerk zo vaak in plaats van een Eucharistie wordt gevierd, ontvang ik de heilige Communie niet. Is dat verkeerd? Wat moet ik doen?

De Moeder Gods stelt steeds met klem dat de zielen in geen enkel geval de heilige Communie uit de handen van een leek mogen ontvangen. Om het even wat velen desbetreffend beweren en met welke argumenten velen ook voor de dag komen, De Hemel betreurt het feit dat vele woorddiensten worden gehouden 'ter vervanging' van de heilige Mis, maar toch, wanneer deze door een priester wordt geleid en de priester zelf (hij alleen!) bedeelt de heilige Communie, mag de ziel deze heilige Communie met een gerust geweten ontvangen. Wordt deze dienst door één of meer leken geleid, en de heilige Communie wordt door hen bedeeld, dan moet de ziel vastberaden van de ontvangst van de heilige Communie afzien, en er Jezus, via de Voorspraak van Maria, om vragen, Zich op geestelijke wijze met de ziel te willen verenigen, aldus zegt Maria uitdrukkelijk.

U vraagt hoe men zich op de juiste wijze op de heilige Mis voorbereidt?

Heel nuttig zijn hier de gebeden met nummers 172, 654, 794, 804 en 1001. Wanneer U de heilige Communie ontvangt terwijl U vóór de heilige Mis niet hebt kunnen biechten, beveelt de Meesteres van alle zielen het gebed 1154 aan.

Bij de voorbereiding op de heilige Mis moet de ziel zich in de eerste plaats voor ogen houden, waar het bij de heilige Mis om gaat.

De heilige Mis is een rechtstreekse ontmoeting met Jezus Christus, via dewelke Hij Zijn Belofte inlost, bij de zielen te zijn tot het einde der tijden, en de ziel haar liefdesverplichting vervult, namelijk in het hart deel te hebben aan het Verlossingsmysterie. Tijdens de heilige Mis woont de ziel als het ware de voltrekking van het Verlossingsmysterie bij. Zij betuigt jegens God haar wil om door haar liefdevolle aanwezigheid tijdens de onbloedige vernieuwing van de verlossende Kruisdood lofprijzing en dankzegging aan te bieden door te tonen dat zij tegenover dit Offer van de Verlosser niet onverschillig staat.

Rekening houdend met dit doel van de heilige Mis, doet de ziel er goed aan, zich ten minste gedurende de dertig minuten of het uur voorafgaande aan de heilige Mis, in ingetogenheid in zichzelf terug te trekken om diep in het hart de verbinding met God tot stand te brengen en zich van de indrukken van de wereld los te maken. Weet U dat de Moeder Gods Zelf, na de Hemelvaart van Jezus, toen Zij deelnam aan de heilige Mis die de apostelen opdroegen, Zich reeds de hele nacht die aan de H. Mis voorafging, op het ontvangen van Haar Zoon in de heilige Communie voorbereidde? Zij trok Zich urenlang in de eenzaamheid terug, bad ingetogen en vurig en begaf Zich dan, zonder een woord te spreken en zonder op wereldse dingen te letten, naar de heilige Mis. Haar Hart was uitsluitend bij God, Haar geest op de hogere niveaus van de aanraking met de Eeuwige Waarheid. Voor Haar bestond in die uren niets buiten God.

Derhalve, in navolging van de Moeder Gods:

  • beleeft U de voorbereiding op de heilige Mis in stille ingetogenheid.
  • laat U zich zo weinig mogelijk door wereldse indrukken, gesprekken enzovoort, afleiden.
  • vraagt U Maria dat Zij Uw hart en Uw ziel moge reinigen met de bezem van Haar Hemels Liefdesvuur, opdat U voor de intrede van Jezus klaar zou mogen zijn.
  • verlangt U eenvoudig diep in Uw hart naar een waardige ontvangst van dit Goddelijk geschenk, dat U een stap dichter bij de Eeuwige Gelukzaligheid kan brengen.
  • indien mogelijk: Vraagt U de priester, U de Biecht te willen afnemen. De Sacramentele Biecht is als het schoonmaken van Uw huis, waarin U weldra Gods Zoon te gast zult krijgen.

Met betrekking tot de gebeden die U kunt verrichten voor de bekering van Uw zoon, kan ik U van harte de nummers 316, 489 en 870 aanbevelen. U zult zien dat U door deze gebeden telkens eigen lijden aan de Moeder Gods offert. Voor de Hemel is dit zeer belangrijk. Een ziel kan een gebed aanbieden, en wanneer het gebed door Ware Liefde en oprecht verlangen naar de bevordering van Gods Heilsplan wordt gedragen, is het mogelijk dat er verhoring volgt. Indien echter deze ziel samen met dit gebed eigen lijden offert, betaalt zij daadwerkelijk van haar eigen lijden losgeld om haar intenties op werkzame wijze in Gods Heilsplan te laten opnemen. De kracht van een gebed verveelvoudigt zich door de toewijding van eigen leed, omdat een dergelijke toewijding het leven van de biddende ziel, respectievelijk van bepaalde elementen van dit leven, heel actief in Gods Heilsplan laat inschakelen.

Lieve zus, er stroomt een bijzondere vreugde door mij heen wanneer de Meesteres van alle zielen mij toestaat, met Uw ziel in verbinding te komen. Ik kan U ook precies verraden waarom dit zo is: In U leeft een Vuur dat onze Koningin des Hemels een buitengewone vreugde bereidt, namelijk het Vuur van het verlangen naar de vervolmaking in het offer van Uzelf in de hartenpijn. Uw hart lijdt onder het vele dat Jezus en Maria wordt onthouden, en U vindt geen rust alvorens U dit leed, dit branden in de borst omwille van alles wat Jezus en Maria vanwege de zielen niet ontvangen, tot nut hebt kunnen maken. Om deze reden leven in U duizend vragen.

Het lijkt alsof U vóór een bloemenwinkel zou staan en U zou kwellen met de vraag, welke bloemen uit deze massa precies bij Jezus en Maria zouden passen, omdat U Hen niet om het even welke bloem zou willen aanbieden, maar die bloem, die precies datgene uitdrukt wat U Hen wil zeggen. God zal het U lonen, want Hij vindt niet veel zielen die zich eerder bekommeren om wat zij Hem kunnen schenken dan om datgene wat zij van Hem willen krijgen. Dat is vruchtbaar christen-zijn. Laat U zich deze innerlijke gesteldheid door niets of niemand ontnemen. Mijn kleinheid zal U heel graag ten volle met gebed ondersteunen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 397
Wanneer men het hart uit de Kerk verbant en het vervangt door nuchter menselijk verstand, verbant men in werkelijkheid Christus, de Eeuwige Liefde, uit Zijn eigen paleis – het hart verlangt naar de Goddelijke Waarheid – een gewetensconflict kan de ziel tot een beslissing in overeenstemming met Gods Wil aanzetten

TOTUS TUUS, MARIA !

Eerwaarde, lieve broeder in Jezus en Maria,

Het verheugt mij bijzonder, eens van een priester te mogen vernemen, wat in deze tijd in de Kerk aan de hand is. Inderdaad, precies naar de door U geschetste problemen met de overdreven rol van de lekencomité’s verwijst Maria sedert langere tijd als één van de meest ingrijpende nefaste ontwikkelingen in de Kerk. Ik kan Uw pijn en Uw verdriet over dat alles derhalve goed aanvoelen, want in principe deelt U deze met de Smartvolle Moeder van de Eucharistie hoogstpersoonlijk. Terecht betreurt U het feit dat in de moderne kerk de vroomheid niet alleen tot bijzaak, maar steeds méér tot aanstoot is geworden, en administratieve zaken (door niet-gewijden!) nu de hoogste prioriteit krijgen. Beangstigend daarbij is de gedachte dat de Moeder Gods steeds herhaalt dat de werken van de geest zo weinig Heil en zegen opleveren en dat het Licht slechts uit het hart kan vloeien.

Het menselijk verstand is zo vaak hoeder van wereldse dwaasheid, het hart daarentegen, op voorwaarde dat het zich onverstoorbaar richt naar Gods Wil, kan als het ware een buitenverblijf van Wijsheid zijn. Wanneer men het hart uit de Kerk verbant en het vervangt door het nuchter menselijk verstand, dan verbant men in werkelijkheid Christus, de Eeuwige Liefde, uit Zijn eigen paleis.

Veel priesters hebben in de jongste decennia gedacht, zichzelf en de Kerk een dienst te kunnen bewijzen door een vorm van gulden middenweg tussen traditionaliseme en modernisme te zoeken. Jammer genoeg is het effect van deze beslissing doorgaans dezelfde als deze wanneer men water bij wijn voegt: Indien men niet voorzichtig (genoeg) is, smaakt het resultaat niet naar wijn maar ook niet naar water, zodat men moeite moet doen om het nog door te slikken. Naar een dergelijk mengsel verlangt de ziel niet meer. Zij zal onverschillig of afkerig zijn tegenover dat mengsel. Precies dit zijn de gewaarwordingen in de kern van de ziel tegenover alle modernisme, maar de ziel wordt zich in vele gevallen niet daarvan bewust. De satan weet dit ook, en benut deze kennis gretig om de Kerk en haar heiligheid te ondermijnen.

Lieve broeder, U hoeft zich niet schuldig te voelen. U hebt in Uw hart de Liefde tot de Ware God bewaard en U lijdt al die jaren reeds – misschien niet helemaal bewust – met de Moeder Gods omwille van deze omstandigheden, waarvan U het slachtoffer bent geworden. Houdt U moed. De ware Kerk zal opnieuw opstaan. De satan, hoe listig hij ook via mensen werkt, zal de Eeuwige Wijsheid nooit definitief tot zwijgen brengen. Maria, de Moeder van de Kerk, is U dankbaar voor Uw offers. Houdt U zich aan Haar vast.

U schrijft dat U in een gewetensconflict bent terechtgekomen omdat U na het lezen van de geschriften van de Meesteres van alle zielen veel duidelijker ziet dat er zoveel verkeerd loopt en dat U veel fouten zou hebben gemaakt. Een gewetensconflict is doorgaans een machtige aanzet tot bevrijding uit een innerlijke spanning doordat de ziel een waarheid heeft ingezien, die haar naar een beslissing kan leiden. Deze beslissing kan hieruit bestaan dat de ziel voortaan een andere koers kan volgen of dat zij datgene wat zij niet kan veranderen, met een bijzondere vurigheid toewijdt en, indien mogelijk, uitboet, of nog meer gericht voor een oplossing bidt die méér in overeenstemming is met Gods Wil.

Wat U op Uw 'vrije' dagen doet tijdens de Heilige Missen die U alleen thuis celebreert, hoewel dit iets persoonlijks is, is in Maria’s ogen prachtig. Vele zielen verkrijgen daardoor secundaire genaden. Alleen reeds door deze handelingen biedt U goedmaking voor veel wat in de parochie verkeerd loopt. Bijzonder gunstig en doeltreffend zou het zijn, elke heilige Mis die U viert samen met al Uw lijden en teleurstellingen van de jongste jaren over de misstanden in de parochie, vurig toe te wijden aan de Koningin des Hemels tot goedmaking voor alle ontsporingen. Een dergelijke toewijding zou aan dit alles een zeer veel diepere zin verlenen, want, zoals ik reeds heb mogen schrijven, wordt alles wat met Vuur en Liefde wordt toegewijd, pas ten volle in Gods Heilsplan ingeschakeld.

Eerwaardige broeder, zoals U weet, is het niet zo belangrijk dat wij tijdens ons aardse leven datgene kunnen verwezenlijken wat wij als de waarheid hebben ingezien. Vaak ligt de verwezenlijking van dit goede niet in onze macht. Belangrijk is de werking die de wil van ons hart tot stand brengt. God doorgrondt de diepten van Uw hart en is van Uw goede voornemens overtuigd. De tegenwinden zullen op Gods Tijd gaan liggen. In het hart dat datgene wil wat God Zelf wil, veranderen deze winden in de bries van Gods Geest, die de ware Vrede van Christus brengt. Ik wil U zeer in het bijzonder bemoedigen en ik wens U een zeer diep voelbare verbinding met Jezus en Maria in het hart.

Tot slot vraag ik U in alle nederigheid om Uw priesterlijke zegen over dit Apostolaat en mijn arme ziel.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 398
Over paranormale en andere buitengewone begaafdheden en fenomenen, hun oorsprong en hun effecten op Gods Heilsplan

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vragen waarmee U enkele mysterieuze thema’s aanraakt. De Moeder Gods helpt U hiermee graag verder. Laten wij Uw vragen even woordelijk citeren:

Er zijn zogenaamde helderzienden, die beweren dat zij vanaf hun kinderjaren met mysterieuze vermogens zijn begiftigd om méér waar te nemen dan andere mensen kunnen. Enkelen beweren dat zij gedreven zijn om deze kennis voor het welzijn van hun naasten te gebruiken. Zijn deze personen van kindsbeen af beïnvloed door de duisternis?

Over het vermogen van helderziendheid heb ik onder andere in antwoordbrief nr. 217 moeten schrijven. Aangezien het niet Gods Plannen met de zielen dient dat mensen op grote schaal de toekomst kunnen zien, kan men zich ten zeerste de vraag stellen of God wel een dergelijk vermogen zou verlenen aan zielen, behalve in de context van een bijzondere roeping bij zielen die zich heel precies in Zijn Plannen laten inschakelen, bijvoorbeeld in het kader van de mystiek. Wanneer de gave van helderziendheid niet heel precies ten dienste van Gods Plannen wordt gesteld, kan deze Zijn Plannen en Werken aanzienlijk schaden:

Hoe minder informatie een ziel via bovenzintuiglijke weg ontvangt, des te méér moet zij bij de vormgeving van haar leven op het zuivere Geloof steunen, en juist dit Geloof is het, dat de Verlossing kan voltooien en de heiliging kan voltrekken. Indien de ziel de toekomst met zekerheid kon voorzien, zou zij haar hele leven daarnaar richten en zou zij geen verdiensten meer hebben, want de heiliging voltrekt zich nu eenmaal in het kader van de hele ketting van ononderbroken aanpassingen van de ziel aan ontelbare gebeurtenissen en toestanden in haar leven op dewelke zij op een deugdzame wijze moet reageren. Indien men die ontwikkelingen bij voorbaat zou kennen, zou het leven ons, om zo te zeggen, bijna geen inspanningen meer kosten en daardoor zonder verdiensten blijven.

Inderdaad, ook de Hemel schenkt buitengewone gaven. Kenmerkend voor deze gaven is echter dat de ziel deze nauwelijks voor zichzelf kan of mag gebruiken. Doet zij dit toch, dan zal haar dit één en ander kosten, want de verantwoordelijkheid voor de juiste omgang met een mystieke gave is zeer veel groter dan de zielen gewoonlijk denken. Een bijzondere genade moet volledig ten dienste van God en van de schepselen worden gesteld. Wordt deze gave niet in de diepste eenheid met – bijvoorbeeld – de Moeder Gods benut, dan kan zij Gods Heilsplan zware schade toebrengen. Het kijken in de toekomst, het kijken in de zielen en dergelijke, moeten met gezond overleg en vooral met zelfverloochenende Liefde worden gebruikt, en wel uitsluitend op aansporing van de Heilige Geest, of na uitdrukkelijke toestemming van Maria.

Over het algemeen adviseert de Moeder Gods, zich niet tot zielen te wenden met de intentie, uit hun zogezegde gave van helderziendheid nut te halen. Doet men dit toch met deze intentie, dan werkt men Gods Heilsplan tegen. Dit is de reden, aldus Maria, waarom het gebruik van zogenaamde paranormale begaafdheden door God niet wordt toegestaan. Bovendien worden deze gaven zeer vaak voorgewend, en wel vaak met het oog op materiële winsten.

Wanneer materiële winst meespeelt, speelt de satan automatisch mee, en wordt Gods Plan in geen enkel geval gediend. De satan kan overigens een ziel onrechtstreeks met 'gaven' uitrusten, opdat zij deze voor zijn plannen en werken zou inzetten. Of een begaafdheid van Boven of van beneden komt, zal gewoonlijk heel spoedig blijken uit het feit dat de bron van de inspiratie van een gave de persoonlijkheid en alle gesteldheden van de begiftigde ziel tekent. Bijvoorbeeld: Komt een begaafdheid van de Hemel, dan zal de begenadigde ziel nooit geld vragen, zichzelf nooit in het middelpunt stellen en zich nooit boven de te adviseren of de te helpen ziel willen verheffen. Komt een 'begaafdheid' van de satan, dan zal de begiftigde ziel deze niet onbaatzuchtig gebruiken en geen deugdzaam leven leiden.

Vaak treedt het verschil tussen genaden van Hemelse oorsprong en 'gaven' van duivelse oorsprong pas goed aan de dag wanneer de begaafde ziel met beproevingen wordt geconfronteerd. De begaafdheden uit Hemelse Bron gaan altijd met zware beproevingen gepaard, die vaak als stenen op de ziel drukken. Nochtans geeft de ziel ook dan niet op, omdat zij weet dat precies deze beproevingen het zaad van de begaafdheid in bloemen omvormen. Een ziel die haar 'begaafdheid' uit duivelse bron heeft ontvangen, ontwikkelt niet de Liefde om de beproevingen steeds weer op zich te nemen, precies omdat zij zichzelf zoekt en God en de schepselen niet oprecht bemint.

Ik heb eveneens gehoord over hoogbegaafde kinderen, die een gecompliceerde rekenopgave in de kortste tijd kunnen oplossen en aldus elke computer te vlug af zijn. Waar komt deze invloed vandaan?

De Moeder Gods wijst erop, dat er op alle denkbare gebieden uitgesproken ontwikkelde vermogens kunnen bestaan, die niet noodzakelijk aan duivelse invloeden toe te schrijven zijn. Zij wijst er echter ook op, dat de oorsprong van het vermogen hier doorgaans blijkt uit datgene, wat de betrokken ziel ermee doet. Stelt zij zich op grond van haar vermogen gericht in het middelpunt van de aandacht, bijvoorbeeld door ertoe bereid te zijn, voor de televisie op te treden, of gaat zijn met deze begaafdheid niet in nederigheid en in een gesteldheid van dienstbaarheid om, dan ontbreekt het haar aan Hemelse leiding of zoekt zij deze leiding niet actief. Wij mogen bovendien niet vergeten dat buitengewone begaafdheden absoluut van God kunnen uitgaan, als middelen voor de betreffende ziel om zichzelf te testen. God controleert dan hoe deze ziel deze begaafdheid in toepassing brengt. God kan deze geven opdat de ziel zich voortdurend in diverse deugden zou oefenen. Grote begaafdheden zadelen de ziel met een enorme verantwoordelijkheid op, zowel voor de eigen heiliging alsook voor de dienst aan de naaste.

Ik ken een man die alleen reeds bij het aankijken van een andere persoon precies kan zeggen, wat bij deze op het vlak van de gezondheid fout loopt. Is het bij reeds voorbaat verdacht wanneer iemand beweert, over een zesde zintuig te beschikken? Hoe staat het met telepathie, gedachtenoverdracht? Is het paranormale reeds bij voorbaat gevaarlijk?

Het hangt ervan af wat men onder 'paranormaal' verstaat. Zeer vaak wordt dit begrip terecht met esoterische dwaling en misleiding verbonden. Het inzicht in gezondheidsproblemen door het aankijken van een persoon – of zelfs een dier – behoort absoluut ook tot de Hemelse begaafdheden. In dat geval echter, wordt de omgang met deze begaafdheid door een voorschrift tot de meest strikte gehoorzaamheid tegenover God of Maria in de juiste banen gehouden. Deze voorschriften moeten uiterst gewetensvol worden nageleefd, omdat diagnose en genezing van een ziekte zeer gericht in Gods Heilsplan kunnen ingrijpen.

Wat is gedachtenoverdracht? De satan kan zijn 'werktuigen' zodanig inspireren dat zij de geest van een medemens in zeker opzicht als een open boek kunnen lezen. Deze zielen benutten deze begaafdheid dan om zich macht of materieel voordeel te verschaffen. Van de Hemel komt een dergelijke begaafdheid gewoonlijk in een andere vorm, in die zin dat mystiek begenadigde zielen soms het voorrecht genieten:

  1. Omvangrijke kennis via mystieke weg ingestort te krijgen. Onder bepaalde omstandigheden stort de Koningin des Hemels de ziel bijvoorbeeld reeds aanzienlijke massa’s kennis in, enkel en alleen door, bijvoorbeeld, de ziel enkele seconden lang in de ogen te kijken. Na deze machtvolle ontmoeting blijkt dan – indien de Hemelse Meesteres het wil en indien het in Gods Heilsplan past – dat de ziel zeer veel dingen weet waarover zij onmiddellijk voordien geen idee had. Is dit gedachtenoverdracht? Eigenlijk zou het in dit geval preciezer zijn, over 'uitstortingen van Liefde' te spreken, aangezien de Hemelse Liefde immers draagster van het Ware Leven is en derhalve – indien men het zo wil uitdrukken – in zekere zin eveneens Gods 'bewustzijn' of elementen van Zijn kennis en Zijn 'bovennatuurlijke' inzichten in zich draagt.
  2. In een maat die ver boven het gemiddelde ligt, de liefdesstromen in de Schepping gewaar te worden, en vanzelfsprekend eveneens de walmen der duisternis. De mystiek begenadigde ziel kan, onder bepaalde omstandigheden, een vogeltje in de ogen kijken en de liefde of de angst van dit diertje zo precies aanvoelen alsof het diertje zelf zou hebben gesproken.

Op deze wijze kan de ziel ook een medemens (en zelfs een dier) aankijken, en met zekerheid aanvoelen dat iets niet in orde is – hetzij lichamelijk, hetzij in de ziel – alsook wat dit 'iets' precies is. De mystiek begaafde ziel kan – indien Maria of God dit wil, en dit tot haar roeping behoort – zelfs een brief lezen, en precies in wat er niet staat, de spirituele toestand van de schrijver ervan 'lezen', omdat Maria of God wil dat de begenadigde ziel daar iets concreets mee doet, dat zij een spirituele last helpt dragen. Komt deze gave van Boven, dan zal de begenadigde ziel deze last met Liefde aanvaarden, omdat zij immers met zekerheid voelt, dat Gods Heilsplan dit van haar verlangt. Komt deze 'gave' daarentegen van beneden, dan zal zij deze bereidwilligheid tot liefdevolle uitboeting in geen geval volhouden.

Er zijn ook personen die met dieren praten, en precies kunnen zeggen wat het betreffende dier op dat moment verlangt.

Is dit gedachtenoverdracht? Het gaat veeleer om een overdracht van Ware Liefde, die van God uit via het dier naar de waarnemende ziel vloeit. De Ware Liefde kan enorme massa’s aan informatie overbrengen. Deze te 'decoderen' – haar te ontsleutelen – is wel vaker onderdeel van een mystieke begaafdheid.

Deze begaafdheid bestaat dus wel degelijk, zoals daarnet reeds aangeduid. Er bestaat evenwel een concreet risico dat zielen de zuivere gewaarwording, om de meest diverse redenen, in wisselende mate met fantasie vermengen. Men moet zich daarbij steeds de vraag voor ogen houden: 'Levert dit nut op voor Gods Werken?' Kan deze vraag met 'ja' worden beantwoord, dan kan het in bepaalde omstandigheden zijn, dat God dit procedé toestaat, of dat Hij de ziel ertoe aanzet om 'zich tot dit procedé te lenen'. Indien de vraag echter met 'neen' wordt beantwoord, dan is het onwaarschijnlijk dat God de inspiratiebron achter dit procedé is.

Een voorbeeld: Beweert een man, die een optreden op televisie beoogt, dat hij precies weet wat een paard hem te zeggen heeft, dan mag men gerust aannemen dat het om 'entertainment' gaat en niet om een moment van mystieke doorstroming waarmee God Zijn Heilsplan tracht te dienen.

Anderzijds zijn er ook dieren die een bijzondere fijngevoeligheid hebben en, bijvoorbeeld, precies weten wanneer hun baasje zich op weg begeeft om naar huis te gaan, hoewel zij ver van elkaar verwijderd zijn. Waar komen deze fenomenen vandaan?

Dat bestaat. Wij moeten in nederigheid aannemen dat God het toelaat dat de dieren ons in bepaalde opzichten overtreffen. Waarom zou God een dier voortrekken op de 'kroon' van Zijn schepping? Omdat de dieren vaak Gods Liefde zuiverder overbrengen dan veel mensenzielen het doen. Dieren zijn vaker in de geest – of veeleer in het hart – verbazingwekkend precies verbonden met de medeschepselen waarmee zij een bijzonder contact hebben. Dit komt doordat de dieren de doorstroming van de liefdesstromen nauwelijks in de weg staan. Dit feit bevat een opmerkelijke les: Een schepsel dat met een volkomen geopend hart leeft – zoals bijvoorbeeld bij huisdieren doorgaans het geval is – kan Gods Liefde veel doelmatiger doorgeven dan een schepsel dat eerder vanuit het verstand leeft en het hart grotendeels sluit. Zoals ik reeds schreef: De Ware Liefde, zoals zij uit Gods Hart stroomt, is draagster van zeer omvangrijke informatie, maar het geschapene kan deze informatie slechts 'decoderen' in de mate waarin het hart ontsloten is en dit – wat de mens betreft – onderdeel van een mystieke roeping is.

Een goede priester heeft eens gezegd dat men deze personen om advies kan vragen indien zij daarvoor geen geld vragen. Kan het verkeerd zijn wanneer deze begaafde mensen zich schijnbaar onzelfzuchtig ten dienste van hun medemensen stellen? Zitten daarachter gedeeltelijk natuurlijke krachten verborgen, die eenvoudigweg nog niet onderzocht zijn?

Wij moeten inderdaad rekening houden met het feit dat wij slechts een nietig deeltje van de geestelijke vermogens van de mensen of de dieren met zekerheid kennen. God zal nooit al Zijn geheimen prijsgeven, omdat deze ook hun rol in de spirituele ontwikkeling van de mens te vervullen hebben. Mocht de ziel alle geheimen van Gods Schepping kennen, dan zou alweer de rol van het Geloof worden verkleind, en daardoor ook de mogelijkheid om verdiensten te verwerven. Dit inzicht zou de zielen ervan moeten overtuigen, welke genaden God hen nu laat toestromen door de Meesteres van alle zielen de Wetenschap van het Goddelijk Leven te laten onderrichten. Deze Wetenschap maakt het immers voor de zielen mogelijk, geleidelijk dieper in de geheimen van het Ware Leven door te dringen en daardoor doelmatig uit te groeien tot Gods beeld en gelijkenis.

De priester had in die zin gelijk, dat een persoon die tracht, met haar begaafdheid geld te verwerven, in geen geval om advies mag worden gevraagd. Zet een begaafde persoon zich onzelfzuchtig in ten dienste van de medemens, dan vergroot de kans dat hij zijn gave niet van de satan heeft ontvangen. Men moet zich echter, alvorens een dergelijke persoon om advies te vragen, ook afvragen of men daardoor ook zelf nog Gods Plan kan bevorderen of het kan tegenwerken. Een klein voorbeeld:

Wanneer men een persoon opzoekt die op het eerste gezicht ziekten herkent en deze kan helpen genezen, dan moet men zich in elk geval afvragen: 'Kies ik nu niet voor de gemakkelijke weg om mij van mijn kruis te bevrijden en daardoor Jezus als het ware te dwingen, Zijn Kruis (dat van de hele wereld) alleen verder te dragen, zonder mijn kleine bijdrage? Of dwingt de Liefde er mij toch niet toe, voor Jezus een Simon van Cyrene te zijn?' Uiteindelijk is alles een kwestie van Liefde, omdat de Liefde nu eenmaal de stam van de boom van alle deugden is.

Lieve zus, Gods geheimen verminderen niet in aantal. Net zoals alles wat uit Gods hand komt, vermenigvuldigen zij zich, want al het Goddelijke ontvouwt zich onophoudelijk, zoals een alomvattende roos. Dat is een geschenk van de volmaakte Goddelijke Liefde, aangezien God daardoor toch eindeloze mogelijkheden schept om ons Geloof steeds verder en dieper te ontvouwen. Laten wij dit eens overwegen, want ons wordt daarin een verrukkelijk bewijs van Gods Liefde geboden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 399
De Meesteres van alle zielen adviseert met aandrang tegen een huwelijk tussen een katholieke en een islamitische ziel, vooral wanneer de islamitische ziel een man is

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Eerst en vooral wens ik mijn zus X. in Jezus en Maria een genaderijke verjaardag. Moge de boom van haar leven vandaag niet slechts worden verrijkt met een nieuwe twijg, doch ook heel bijzonder rijkelijk worden gezegend door de Eeuwige Liefde, want Gods genadegeschenk aan elke ziel die zich op die bijzondere dag (haar verjaardag) met Vuur en verlangen tot Hem richt, is een nieuwe straal van Zijn Wijsheid en derhalve een nieuwe paragraaf in de handleiding voor een vruchtbare reis naar Zijn Hart, de Bron van alle Geluk.

Een vriendschap tussen een katholieke jongen of meisje en een islamitische jongen of meisje wordt door de Moeder Gods op zich niet noodzakelijk afgeraden. Een huwelijk in die context daarentegen, wordt door Haar steeds afgeraden, omdat een huwelijksverbond tussen een katholieke ziel en een islamitische ziel doorgaans resulteert in een poging vanwege de islamitische ziel om de katholieke ziel van haar Geloof af te snijden, vooral wanneer de islamitische ziel een man is. De christen mag zich nooit aan een dergelijk risico blootstellen, omdat elke christen van God de opdracht krijgt om de enige Waarheid van God te hoeden en deze Waarheid door het praktische voorbeeld van een leven in navolging van Jezus en Maria te laten stralen als datgene wat zij daadwerkelijk is: de schatkamer van de Liefde, de Vrede en het Goddelijk Leven.

Uw dochter mag absoluut deze islamitische jongeman eenvoudig als vriend hebben, doch zou beter niet de bedoeling koesteren om het 'ernstig te laten worden'. Dit betekent: Een vriendschap zoals deze tussen broer en zus is onbeperkt toegestaan, zonder voorbehoud qua geloof dat wordt beleden. Een liefdesrelatie in de zin van verloofden achter, wordt door de Hemel niet aangemoedigd wanneer het een relatie betreft tussen een christen en een ziel met een geloof dat vijandig gezind is jegens het christendom. Daar de christen deze speciale opdracht jegens God heeft, namelijk de enige Waarheid van God te hoeden, en hij deze Waarheid niet mag verloochenen, zou Uw dochter wellicht een last worden opgelegd, tegen dewelke zij op langere termijn niet opgewassen zou zijn.

Wanneer Uw dochter het kan opbrengen om haar toestand en haar hartsgesteldheid aan de voeten van de Koningin des Hemels, de Moeder van de enige Kerk van Christus, neer te leggen en vurig om Haar leiding te smeken, zal zij door Maria op wegen worden gevoerd, die haar zullen tonen dat God het juiste voorziet voor een ziel die zich daadwerkelijk onvoorwaardelijk door Hem, respectievelijk door Maria, de Spiegel van de Eeuwige Liefde en Wijsheid, laat leiden. Indien zij niet bereid is om haar christelijke erfenis, deze onovertrefbare eeuwige schat, prijs te geven, zal Maria haar de weg tonen die werkelijk bij haar levensroeping past.

Lieve zus, ik bid met U dat X. de kracht en leiding moge ontvangen om zich door Maria te laten leiden, opdat zij zich bij elke beslissing in de eerste plaats moge richten op de belangen van haar ziel. Soms is dit pijnlijk, omdat de oriëntering op het niet-wereldse steeds weer onthechting vereist. De ziel die daartoe bereid is, wordt echter begenadigd met het buitengewone Geluk, haar leven te leren bekijken doorheen de ogen van de ziel. Daar ligt het Ware Geluk: Men vindt het vaker in de wijze waarop men de dingen bekijkt, dan in de dingen zelf.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 400
Voor de ziel is slechts belangrijk wat zij met de gebeurtenissen doet – analyse van ons verleden is onproductief – komt in de ziel slechts binnen wat zij heeft beleefd? – Is het lichaam een vijand van de ziel? – mag men gebruik maken van oosterse geneeswijzen? – wat betekenen de stigmata van heiligen voor ons?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik begrijp Uw innerlijke strijd zeer goed. Het verleden kan als een steen op het hart drukken, en desondanks raadt Maria met klem af om ons verleden te analyseren. Zij doet dit vanuit de Goddelijke logica dat het verleden voor God geen absolute waarde heeft, doch louter een relatieve. Dit betekent: Dag na dag, jaar na jaar leidt de ziel haar aardse leven, deze aaneenschakeling van duizenden en nog eens duizenden gebeurtenissen, die niets anders zijn dan evenveel aansporingen tot het volbrengen van haar levensopdracht, die in wezen niets anders is dan haar heiliging.

Elke gebeurtenis in ons leven heeft derhalve slechts deze ene zin: dat zij zou bijdragen tot de verwezenlijking van dit einddoel, via de wijze waarop wij ermee omgaan. Verder niets. Voor God heeft deze aaneenschakeling van gebeurtenissen ook geen enkele andere betekenis: Hij laat de gebeurtenissen om zo te zeggen aan de zielen voorbijtrekken en kijkt hoe zij ermee omgaan. Hij gebruikt deze gebeurtenissen voor de voltooiing van Zijn groot, alomvattend Heilsplan en tracht deze op één of andere wijze via de onophoudelijke tussenkomsten van Zijn onfeilbare Voorzienigheid te sturen. 'Tracht', inderdaad, want uiteindelijk bepaalt de vrije menselijke wil welke uitwerking, welk effect, de Goddelijke Voorzienigheid werkelijk krijgt.

Wij zouden ons de vraag kunnen stellen:

Hoe ontstaan eigenlijk de gebeurtenissen van ons leven? Elke gebeurtenis is hoofdzakelijk de vrucht van één of meer van de volgende factoren:
  1. de Wil van God: God heeft Zich met Zijn Schepping een aantal doeleinden gesteld en tracht voortdurend, deze tot stand te brengen. De verwezenlijking van deze doelstellingen hangt grotendeels af van de mate waarin zielen hun vrije wil één maken met de Wil van God. De volkomen in de praktijk gebrachte toewijding aan Maria beoogt juist de instelling van een volkomen overeenstemming tussen de menselijke en de Goddelijke Wil.
  2. de vrije wil van één of meer zielen – vaak van zeer veel zielen, van wie elke individuele wil elke andere in alle richtingen beïnvloedt: Het zijn vooral al deze wisselwerkingen die datgene vormen, wat wij 'de geschiedenis' noemen. De vrije wil van mens ligt ten grondslag aan het gedrag van elke ziel, en vormt derhalve uiteindelijk de staat van genade van de hele mensheid, die op zijn beurt in hoge mate het verloop van de levensatmosfeer op aarde bepaalt. Deze atmosfeer beïnvloedt dan op zijn beurt het denken, voelen en handelen van alle zielen.
  3. allerlei ontwikkelingen in de natuur en in de weersomstandigheden, die op hun beurt overigens onder andere door de staat van genade en de zondigheid van de mensenzielen worden beïnvloed.

Dit alles, lieve zus, bepaalt de loop van de geschiedenis. Voor God zijn niet van belang, de vele miljarden gebeurtenissen op zich, die Hij dag na dag op aarde kan waarnemen, doch wel de reacties van de mensenzielen op dit alles: de heilige daden, woorden, gedachten en gevoelens, en de zondige daden, woorden, gedachten en gevoelens, hun inwerking op de individuele zielen en op Zijn hele Heilsplan.

Uit dit alles laat de Meesteres van alle zielen de les trekken, dat wij ons verleden niet als een aaneenschakeling van duizenden en nog eens duizenden gebeurtenissen, gevoelens en gedachten zouden mogen vasthouden, doch ons slechts de vraag zouden mogen stellen: "Wat voor een mens ben ik in de loop van mijn levensdagen sedert mijn geboorte in het vlees geworden?" Merkt U het verschil? Men stelt zich niet de vraag: "Wat heb ik eigenlijk allemaal beleefd...?", doch "Wat heb ik met dat alles gedaan, respectievelijk welke vruchten heeft dit alles mij op het spirituele vlak opgeleverd?" Zo kijkt God Zelf naar onze levensweg, en zo behoren ook wijzelf het derhalve te doen. Deze les toont op ondubbelzinnige wijze dat de analyse van ons verleden onproductief is.

Het probleem uit Uw kinderjaren heeft de Meesteres mij getoond. Ik zal het hier niet citeren, doch de Meesteres om genezende stralen voor Uw hart smeken, want zo wil Zij dat ik het nu doe. Vergeeft U de persoon die U leed heeft berokkend. Deze persoon heeft het daar zelf reeds moeilijk mee gehad, omdat hij er diep in zijn hart door Gods Geest aan herinnerd is. De genezing zal zich in U en in die persoon voltrekken via de volkomen vergeving van U uit. De Koningin des Hemels is onvermoed machtig. Vertrouwt U Uw verleden toe aan Haar Hart, Zij zal het in die heilige grond begraven.

Nu wat Uw vraag betreft: "Kan een ziel zich ook vergissen, of komt in een ziel slechts datgene naar binnen, wat zij heeft beleefd?"

De ziel neemt alles wat op haar levensweg gebeurt, in zich op, en verwerkt dit alles. Zeer veel dingen hebben een invloed op de mate in dewelke het de ziel ook daadwerkelijk beïnvloedt: Hoe belangrijk is een gebeurtenis voor de ziel? Hoe belangrijk vindt de ziel zelf de gebeurtenis? Hoe brengt zij het met al haar herinneringen in verband? Heel belangrijk is ook: In welke mate vertekent de ziel zelf haar eigen herinneringen doordat zij bepaalde dingen niet als werkelijkheid wil zien, respectievelijk deze niet kan verwerken of zij zich deze niet wil herinneren zoals zij werkelijk zijn gebeurd?

Er wordt wel eens gezegd dat de ziel zich met betrekking tot haar verleden in het bijzonder het extreme herinnert: Ofwel herbouwt zij haar verleden tot iets sprookjesachtigs of heeft zij de indruk alsof zij niets dan kommer en verdriet zou hebben beleefd. De waarheid ligt doorgaans ergens in het midden: Ook 'in die tijd van toen, toen alles nog zoveel mooier was', hadden wij elke dag onze vreugden én onze smarten en pijnen, en zelfs als 'zorgeloos kind' hadden wij allemaal ook onze stille kleine zorgen en onze momenten van vrees. Kan de ziel zich vergissen? Ja, dat gebeurt, omdat de ziel vaak volkomen onbewust zichzelf tracht te beschermen en daarom bepaalde dingen vergeet, bepaalde dingen vervormt en aan haar herinnering één en ander toevoegt dat niet is gebeurd, respectievelijk dat in een andere vorm is gebeurd dan zij zich graag herinnert. Dit is één van de redenen waarom wij steeds tot een volkomen vergeving bereid zouden moeten zijn: Ten eerste herinneren wij ons bepaalde dingen niet voor honderd procent zoals deze werkelijk zijn gebeurd, en ten tweede ziet de mens zelden een medemens precies zoals God deze mens ziet en zoals de gesteldheid van de ziel en het hart van deze medemens werkelijk zijn en zoals wij deze zouden zien indien wij hen in alle details zouden kunnen doorzien.

Dus: De vraag "Komt in een ziel slechts datgene naar binnen, wat zij heeft beleefd?", kan eigenlijk noch bevestigend noch ontkennend worden beantwoord. Wat in de ziel naar binnen komt, wordt in wisselende mate opgenomen, wordt zeer verschillend door ons bewustzijn en vervolgens nogmaals door ons onderbewustzijn geëvalueerd, frequent op grond van vele persoonlijke motieven wat 'aangepast', enzovoort. Nu en dan komen in de ziel echter ook dingen naar binnen, die de ziel niet heeft 'beleefd', namelijk de invloeden vanuit de wereld als geheel. Laten wij namelijk nooit vergeten, dat elke ziel een knooppunt in het hele netwerk van de Schepping is en derhalve onbewust door de hele Schepping kan worden beïnvloed, en dat bepaalde zielen ook via de mystieke weg vele dingen opvangt, die zij niet in de ware zin van het woord zelf heeft beleefd.

De vaststelling hoeveel factoren elkaar in alle richtingen beïnvloeden, zou elke ziel zichzelf ervan moeten overtuigen dat het wijs is, niet lichtvaardig over dit en dat te oordelen, want zeer veel dingen kan de mensenziel eenvoudig niet volkomen correct inschatten.

Uw opmerking: 'Ik heb begrepen dat het lichaam eigenlijk slechts een vijand van de ziel is', is in principe correct, maar ik moet, respectievelijk mag, vanwege de Meesteres in die context iets nader toelichten:

Het lichaam is in die zin vijand van de ziel, dat het lichaam de ziel voortdurend kan hinderen in haar groei naar vergeestelijking. De behoeften van het lichaam trekken ons hele wezen nu eenmaal telkens weer naar omlaag, terwijl de ziel eigenlijk steeds hoger zou willen vliegen. Niettemin heeft God precies in ons lichaam ook enkele van de belangrijkste sleutels begraven, met dewelke wij de schatkisten van het zielenleven kunnen openen. Het leven in het vlees spoort ons er steeds weer toe aan om onze aan de materie gebonden neigingen te overwinnen, en vormt derhalve in wezen ook de motor van onze heiliging, mits wij bij het aanspringen van deze motor zelf de beslissing nemen om in de juiste richting vooruit te rijden (= het juiste gebruik van de vrije wil!). Wanneer in ons wezen de ziel de meesteres is, en het lichaam de dienaar, worden in ons een leven lang de funderingen van het Hemelrijk gebouwd. Wanneer daarentegen het lichaam de meester is, en de ziel de dienares, dan vervallen wij in slavernij jegens de duisternis. De beslissing ligt bij ieder van ons individueel.

Met betrekking tot Uw vraag: "Mag men volgens ons Geloof ook gebruik maken van Chinese acupunctuur?"

De Meesteres van alle zielen verklaarde reeds vroeger – en ik mag op deze plaats wat nader op Haar stelling ingaan – dat ons Geloof niet noodzakelijk wordt bedreigd wanneer een christen gebruik maakt van een oosterse geneeswijze, mits (en dit is heel belangrijk):

  • dat de christen deze methode strikt als een door Gods Voorzienigheid geboden mogelijke hulp beschouwt, niet als een weg naar een andere levens- en wereldbeschouwing die afwijkt van Gods enige Waarheid;
  • dat hij deze methode niet gericht zoekt omdat hij absoluut zijn kruis kwijt wil;
  • dat hij de gelegenheid om gebruik te maken van deze methode, uitdrukkelijk aan de Koningin des Hemels toewijdt en jegens Haar uitdrukkelijk stelt dat hij deze gelegenheid beschouwt als een geschenk vanwege de ene Ware God via Christus de Verlosser, waarvoor hij dankbaar is; en
  • dat hij het christelijk Geloof niet in het minste wil laten beïnvloeden door bepaalde gedachten die met deze geneeswijze in verband zouden kunnen staan. Maria verwacht dat de christen die gebruik maakt van een oosterse geneeswijze, zijn lichaam, zijn hart, zijn geest en zijn ziel formeel in Haar handen legt, Haar om Haar machtige bescherming over zijn wezen en zijn Geloof zou smeken, en de intentie oppert om voor eeuwig dienaar van Christus en Maria te blijven en de enige Waarheid van God nooit te verloochenen.

Deze beschermingsmaatregelen, respectievelijk deze beloften, zijn voor de Koningin des Hemels belangrijk, doch zullen zich in de ziel uitwerken in de mate waarin de ziel in de Liefde tot de ware Leer van God en tot de Wetenschap van het Goddelijk Leven geworteld is.

Tot slot vraagt U: "Waartoe dienen de stigmata van heiligen, bijvoorbeeld van Pater Pio? Wat wil men ons daarmee zeggen?"

God geeft via de stigmata van sommige zielen een teken voor het feit dat elke mensenziel het feit zou moeten gedenken, dat zij moet deelnemen aan de eeuwigdurende Verlossingswerken van de Christus. Jezus Christus heeft ons verlost, maar ieder van ons moet in zijn/haar eigen leven de eigen Verlossing voltooien. Dit is een Goddelijke Wet, en het ware fundament van Gods Heilsplan.

Precies daar ligt de diepe zin van de hele Missie van Maria als de Meesteres van alle zielen: Zij is door God in die meest verhevene van alle hoedanigheden naar de zielen toe gestuurd om ons de Wetenschap van het Goddelijk Leven te onderrichten, opdat wij onder Haar machtige leiding de Verlossingswerken van de Christus in onszelf mogen kunnen voltooien.

Jezus heeft de sleutel in het sleutelgat op de deur naar onze Verlossing gestoken en heeft de sleutel omgedraaid. Ieder van ons moet individueel voor zichzelf, door zijn eigen leven en door alles wat zich in zijn leven voordoet, de ontgrendelde deur daadwerkelijk openen. Zolang de ziel dit niet door de liefdevolle aanvaarding en toewijding van haar dagelijkse beproevingen en haar hele doen en laten doet, is de deur naar haar Verlossing weliswaar ontgrendeld, doch nog steeds niet geopend. Om de deur te openen, hebben wij ons hele leven lang de tijd, maar niemand weet hoe lang dit precies zal zijn. Daarom zegt de Meesteres dat wij elke dag zo zouden moeten leven, alsof die dag onze enige kans ware om tot de heiliging en tot de Eeuwige Gelukzaligheid te komen.

In de stigmata van bepaalde zielen herinnert God ons aan het verbond van gemeenschappelijke Verlossing met Christus. De betreffende zielen bekrachtigen met God dit verbond in naam van alle zielen, en verklaren zich ertoe bereid om het Kruis van Christus voor de wereld in een bijzondere mate te helpen dragen. Deze zielen herinneren de mensheid aan de werkelijkheid van het mystieke plaatsvervangende lijden voor andere zielen, opdat voor deze laatstgenoemden de genadestromen intensief in stand kunnen worden gehouden. Men zou het zo kunnen beschouwen, dat zich in de gestigmatiseerde ziel het eeuwigdurende Golgotha op zichtbare en/of voelbare wijze herhaalt, als maning tegen de duisternis en als gedenkteken voor de Liefde van God.

Ik wens U een grondige bevrijding aan de voeten van onze Hemelse Meesteres, en stel U van harte mijn kleinheid ter beschikking als kleine straal van Hoop.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 401
Een ziel kan zich slechts verdoemen wanneer zij zich aan Liefde laat leegbloeden, de Hoop verliest en het Geloof opgeeft – De Liefde is als het ware het bloed van de ziel, de Hoop de adem van de ziel en het Geloof het oriënteringsorgaan van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Laat U zich door de satan niet onmoedigen of intimideren. Hij spant voortdurend voor elke ziel valstrikken. De ziel kan deze omzeilen, zij kan struikelen, maar zij kan ook werkelijk in de val trappen. Dit betekent nog altijd niet dat de ziel verdoemd is. Zodra de val dichtklapt, begint de ziel te bloeden. De ziel kan zich echter slechts verdoemen wanneer zij zich aan Liefde laat leegbloeden, de Hoop verliest en het Geloof opgeeft. Laten wij het beeld beschouwen dat de Meesteres van alle zielen mij nu laat optekenen. Het bevat de volgende les:

  • De Liefde zou men kunnen beschouwen als het bloed van de ziel. Bloed heeft in een stoffelijk lichaam de functie van drager van leven, die voedsel en zuurstof doorheen het lichaam verspreidt en al het onbruikbare verwijdert. In de ziel doet de Liefde in principe precies hetzelfde. Zij is draagster van het Ware Leven in de hele Schepping en in het bijzonder in de mensenzielen. Indien de ziel vaak en zwaar zondigt, 'bloedt zij dood'. De zonde is eigenlijk het tegengestelde van de Liefde: Een zonde wordt bedreven wanneer de ziel toegeeft aan een bekoring. Iets dergelijks gebeurt op momenten waarop de Liefde tot God of tot de Schepping verzwakt. Een vurige Liefde is als een beschermende muur tegen de bekoring. De Liefde is eveneens het machtigste tegengif voor een gekwetste ziel;
  • De Hoop zou men als de adem van de ziel kunnen beschouwen. Gods Geest blaast de Hoop de adem van de geestdrift, de 'bezieling', het duidelijk inzicht in de zin van alle componenten van het dagelijks leven en van Gods Plan met het eigen leven in de ziel, zodat de ziel gemakkelijker doorheen de beproevingen kan gaan en zij met zekerheid weet dat alles in orde zal komen en de tegenslagen van het dagelijks leven slechts fasen zijn die de voltooiing van een groter Heilsplan dienen. Men zou het zo kunnen zien dat wanneer de ziel in een gesteldheid van terneergeslagenheid een diepe zucht slaakt en de armen laat hangen, zij als het ware de adem van het leven uitstoot: Zij verliest de Hoop en daardoor meteen de ware bezieling voor de toekomst. De ziel wordt onproductief en onvruchtbaar, omdat zij gebrek heeft aan ware levenskracht;
  • Het Geloof is, om zo te zeggen, het oriënteringsorgaan van de ziel. Valt het Geloof weg, dan vindt de ziel haar standplaats binnen Gods Heilsplan niet meer en verliest zij elke blik op het doel en de zin van haar leven, of zij schat deze volledig verkeerd in, met andere woorden zij stelt zich alleen nog wereldse doelstellingen. In spirituele zin is een ziel die het Geloof verliest eigenlijk meer dood dan levend. Zij is stuurloos en derhalve voor Gods Heilspan te weinig bruikbaar, omdat men op haar te weinig kan rekenen voor Gods Werken.

Wanneer U dit beeld voor ogen houdt, zult U begrijpen waarom de hoofddeugden Liefde, Hoop en Geloof voor een ziel als de eigenlijke tekenen van leven gelden. Indien de ziel toelaat dat deze drie verzwakken, valt zij gemakkelijk ten prooi aan een proces van spiritueel verval.

Wat is nu het verband met de verdoeming?

De ziel verdoemt zich wanneer zij zich de Liefde, de Hoop en het Geloof duurzaam laat ontroven. Dat doet zij wanneer zij de ware tekenen van het Goddelijk Leven verliest en geen moeite meer doet om deze weer op te bouwen. Op deze wijze kan elke ziel tijdelijk 'in een leegte vallen'. Op zich is daardoor niet noodzakelijk iets ergs gebeurd, op voorwaarde dat de ziel niet duurzaam de wil verliest om voor haar wederopstanding te strijden.

U weet dat, onder het Nieuw Verbond, God ons Zijn Barmhartigheid verleent. Wat veel zielen over het hoofd zien, is het feit dat de Goddelijke Barmhartigheid niet automatisch in werking treedt. Zij werkt zich uit in de ziel die moeite doet om zich uit haar zondigheid te bevrijden of om de effecten van haar schuld goed te maken. Wij zouden deze stelling volgens het bovenstaande beeld kunnen herformuleren:

God betoont Zijn Barmhartigheid jegens elke ziel die moeite doet om de Liefde, het Geloof en de Hoop in zich opnieuw vruchtbaar te maken. Precies door een volop functionerende Liefde, Hoop en Geloof komt de ziel dichter bij God en laat zij zich naar Zijn beeld en gelijkenis omvormen. Hoe hoger de mate aan Liefde, Hoop en Geloof in de ziel, des te vollediger beleeft de ziel het Goddelijk Leven, dit wil zeggen: des te méér brengt zij het Goddelijk Leven in de praktijk.

Lieve zus, de Hemelse Meesteres wil met deze beschrijving aantonen dat U aan de influisteringen van de satan dat U omwille van de onlangs bedreven zonde vervloekt zou zijn, niet zo gemakkelijk geloof mag hechten. Een (zelfs zware) zonde leidt niet automatisch naar de verdoeming. Net zoals de ziel zich kan heiligen door uit vrije wil de deugdzaamheid na te streven, zo kan de ziel zich verdoemen door uit vrije wil niet meer voor het goede, de wederopstanding uit de zonde, te strijden. Niet (meer) voor het goede strijden, wordt door God begrepen als onwil om nader tot Hem te komen. Op deze wijze snijdt de ziel zich geleidelijk uit vrije wil af van de Liefde, en daardoor van de genadestroom die het Ware Leven in de ziel instort.

Aangezien bij U geen spoor van onwil aanwezig is om U verder in de dienst aan God te stellen, hoeft U niet te vrezen dat U verdoemd zou zijn. De Meesteres van alle zielen vraagt U echter één ding: Legt U de hele context van de bedreven zonde aan Haar voeten neer in een toewijding via dewelke U Maria om bevrijding uit Uw tijdelijke emotionele verduistering smeekt, evenals om de kracht om U vanaf vandaag volledig in Haar dienst te stellen. Zij zal U wegen tot goedmaking tonen en in U de Ware Liefde, de Ware Hoop en het Ware Geloof opnieuw doen oplaaien. Ik help U graag in gebed tot de Koningin des Hemels vandaag nog de weg naar Haar te plaveien, opdat Maria weldra de tekenen van Gods Liefde voor U voelbaar kan maken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 402
De ziel die zich overgeeft aan totale toewijding aan Maria, wordt door de wereld gemakkelijk uitgesloten – Ware Liefde kan een aanstoot zijn voor werelds denkenden – 'Liefdesslavernij' en 'heerschappij van Maria' vanuit het Hemels gezichtspunt – De Meesteres inspireert een doopspreuk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Hoezeer is het toch een teken des tijds dat dezer dagen een ziel zo gemakkelijk het etiket 'overdreven vroom' opgekleefd krijgt. In Gods ogen bestaat zoiets helemaal niet. De ziel moet in alles, in elk detail van haar dagelijks leven, zodanig met Gods Werken en Plannen bezig zijn, dat zij helemaal van nature voor alles slechts deugdzame oplossingen nastreeft en zich helemaal toespitst op het verspreiden van zuivere Liefde om zich heen. Wanneer nu de ziel de waarden, de normen en doelstellingen van de wereld tot de belangrijkste – in de praktijk zelfs tot de enige – beweegredenen van haar handelen en denken maakt, wordt het Goddelijke spoedig naar de achtergrond verwezen, en dan... vervalt de ziel al gauw in de neiging om de beide ervaringsgebieden (al het Goddelijke en al het wereldse) een bepaald waardecijfer toe te kennen. Terwijl de normale toestand hierin bestaat dat de ziel alle tien van de tien punten die zij kan toekennen, aan het Goddelijke geeft, verdeelt zij deze tien nu over de beide gebieden. Geeft zij de wereld 'slechts' vier punten, en Gods belangen de resterende zes, dan wordt zij reeds bestempeld als 'overdreven vroom', omdat aan al het Goddelijke in deze wereld nog nauwelijks twee op tien punten 'zouden mogen' worden toegekend. Men ziet het Goddelijke immers niet eens, waarom zou men dan een 'illusie' achterna hollen en aan deze vermeende illusie de beste tijd van zijn leven spenderen?

Precies om deze reden wordt de ziel die zich overgeeft aan de totale toewijding aan Maria, in deze wereld heel gemakkelijk uitgesloten en als marginaal beschouwd. Laten wij ons heel vast voor ogen houden, dat dit slechts op menselijk denken is gebaseerd; God ziet alles heel anders, en Zijn visie bepaalt onze Eeuwige Gelukzaligheid.

U hebt het juiste gedaan door erop aan te dringen dat dit kind gedoopt zou worden. Alleen de stem der wereld bestempelt dit als 'inmenging'. Vanuit het gezichtspunt van het wereldse denken voelt een ziel, die op christelijke plichten wordt gewezen, zich 'in haar vrijheid beperkt'. In waarheid echter, is elke aanwijzing door dewelke men een ziel op een spirituele verplichting attent maakt, zoals een sleutel die deze ziel kan bevrijden uit haar gevangenis, want wie Gods belangen uit zijn leven verbant, verklaart zich bereid om verder gevangene van de wereld te blijven. De christelijke 'verplichtingen' zijn immers in wezen bevrijdende akten van Liefde: Zij bereiden ons de bloemen die ooit onze Hemelse tuin zullen vormen.

U mag vanzelfsprekend dit kind aan de Moeder Gods toevertrouwen. Wanneer de ouders nalaten om hun kind dichter bij God te brengen, neemt Maria heel graag de moederlijke hoede over, en zal Zij deze rol steeds voelbaar maken wanneer de kleine ziel op haar levensweg op een punt komt, waar de spirituele ontwikkeling in het gedrang komt of een bijzondere genadewerking noodzakelijk blijkt. Vertrouwt U heel vast op de Hemelse Moeder.

Inderdaad, er zijn zielen die stellen dat iedereen zich van hen heeft teruggetrokken. Dat hoeft U niet te verwonderen. Terecht merkt U op dat toch juist van een aan Maria toegewijde ziel door de stroming van de Goddelijke Liefde in haar hart zoveel goedheid, Liefde en begrip zouden moeten uitgaan, dat deze ziel – doordat zij steeds méér gaat lijken op Jezus en Maria – des te aantrekkelijker, ja zelfs onweerstaanbaarder zou moeten worden. Zo is het inderdaad, maar daar hebben wij alweer die reusachtige kloof tussen het wereldse en het bovenwereldse gewaarworden: Wanneer een ziel slechts vanuit wereldse beweegredenen en met wereldse doelstellingen voor ogen leeft, zal zij doorgaans afkerig staan tegenover het bovenwereldse. Duisternis houdt niet van de nabijheid van het Licht.

Ervaren wij niet hetzelfde in de verkondiging van de Meesteres van alle zielen? God schenkt ons Maria in Haar allerhoogste van alle hoedanigheden, en in deze hoedanigheid verspreidt Zij niets anders dan Licht, Liefde en Hoop. Desondanks oogsten wij zelfs – ja, vooral – vanuit kringen van zogenaamde 'christenen' telkens weer onbegrip en vijandigheden van uiteenlopende soort. Waarom? Omdat op deze wereld niets zoveel vijanden vindt als de Liefde en het Licht. Zeer veel zielen schijnen het Ware Geluk niet te willen. Krijgen zij het zomaar 'gratis' in de schoot gelegd, dan slingeren zij het God gewoon in het Gelaat terug en willen helemaal niet voor waarheid aannemen dat het van God afkomstig is. Tegen de achtergrond van de oppervlakkigheid van de huidige beleving van het christen-zijn is elke verdieping van de onderrichtingen in Gods Waarheid als een aanstoot, een rustverstoorder. Was het bij Jezus soms anders? Hem hebben zij uiteindelijk op grond van onoverzienbare weldaden gedood met de motivering dat Hij een werktuig van de satan was. Klaarblijkelijk is de wereld sedertdien nauwelijks veranderd. De Liefde is bij zeer velen veel minder welkom dan men ooit zou geloven.

U maakt de interessante opmerking: "Is het niet onze plicht, stap voor stap in steeds grotere eenheid met onze Hemelse Moeder in onze onmiddellijke omgeving in Vrede, Liefde en vreugde te werken aan de verwezenlijking van Gods Rijk, in plaats van naar de 'heilige isolering' uit te wijken"?

Alles hangt af van de individuele roeping van elke ziel. De ene ziel is ertoe geroepen om in het openbaar een spiegel van het Licht te zijn, de andere moet in teruggetrokkenheid door een leven van bezinning en beschouwing hetzelfde nastreven. Hoe de ziel ook tewerk moet gaan, één ding zou zij in elk geval niet mogen nalaten: Met Maria samen, en in totale overgave aan Haar, jegens elk schepsel op haar levensweg een spiegel van het Onbevlekt Hart van Maria te zijn. Daar ligt de kiem van de ware vruchtbaarheid van een leven voor Gods Heilsplan.

In verband met Uw volgende opmerking zou ik boeken kunnen schrijven (eigenlijk heb ik precies dat reeds gedaan): "De Meesteres van alle zielen verlangt van de aan Haar toegewijde zielen dat zij dagelijks Haar voeten zouden kussen. Behoort dit verlangen niet uit te gaan van de toegewijden zelf, behoren zij niet in volle vrijheid zelf te kiezen voor een verering van de Moeder Gods op elke denkbare wijze? Vooral omdat de begrippen heerschappij, machtuitoefening, enzovoort, toch een negatieve bijklank hebben en in mijn hart geen Liefde opwekken..."

Lieve zus, op dit gebied moeten wij op een wat andere wijze leren denken. De 'liefdesslavernij' jegens Maria en de 'heerschappij' of 'machtuitoefening' van Maria mogen in de ziel geen gedachten opwekken die aan een totalitair regime herinneren. In de ogen der wereld zijn deze begrippen heel vaak een aanstoot. Niettemin vormen deze integendeel de absolute verheerlijking van het hoogtepunt van de Liefde. Laten wij dit even nader bekijken:

God respecteert onbegrensd de vrije menselijke wil. Hij dwingt geen enkele ziel tot om het even wat. De Wil van Maria is voor honderd procent volkomen identiek met de Wil van God, derhalve dwingt ook Zij niemand tot om het even wat. Elke ziel kan zich te allen tijde vrijwillig uit de bijzondere liefdesrelatie met de Meesteres van alle zielen terugtrekken. Maria roept, vraagt, nodigt uit en betoogt vanuit de Eeuwige Goddelijke Waarheid over de redenen waarom Zij de ziel roept, haar om iets verzoekt en haar uitnodigt. Haar beweegreden is slechts deze: Zij wil elke ziel naar Zich toe trekken omdat alles wat in het Hart van Maria wordt 'bewerkt' en rechtstreeks vanuit Haar Hart aan God wordt overgedragen, volkomen geheiligd en derhalve een volmaakt liefdesgeschenk aan God is, en bijgevolg in de ogen van de Allerhoogste het toppunt van vruchtbaarheid binnen de verwezenlijking van Zijn grote Heilsplan heeft bereikt.

Zo vraagt Maria – in het belang van de ziel zelf, die daardoor de gelegenheid krijgt om zich de hoogste Gelukzaligheid te verwerven – aan de ziel om Haar een leven lang te volgen, opdat Zij de levensweg van deze ziel moge kunnen heiligen en de ziel zodanig van binnenuit moge kunnen omvormen dat deze opnieuw de staat van de oorspronkelijk voor haar voorziene heiligheid moge kunnen bereiken. Maria dwingt deze ziel nergens toe, de ziel beslist geheel autonoom. Gaat zij op de roep van de Koningin des Hemels in, dan opent zij voor zichzelf de deur naar een leven in de onmiddellijke Tegenwoordigheid en onder de leiding, begeleiding en onderrichting van de allermooiste van alle ooit geschapen zielen, Die door God Zelf tot de absolute top van de volmaaktheid werd uitgekozen.

Het verlangen gaat dus van God en Maria uit omdat de ziel op grond van de erfzonde nauwelijks nog in staat is om vanuit zichzelf alleen maar naar de wegen der heiligheid te verlangen. Maria zaait derhalve dit verlangen als een Hemels zaad in de ziel uit. De ziel heeft zelf de keuze: Zij kan dit zaad in de rook van haar werelds denken, voelen en bestreven laten stikken. In dat geval gebeurt ook verder niets meer. Indien zij daarentegen het zaad laat openbloeien, gebeurt het wonder der wonderen: De ziel verlangt vanuit zichzelf steeds vuriger naar de Tegenwoordigheid van God en de voortdurende leiding van Maria, en het verbond van de wonderbaarlijkste ruil begint zich uit te werken: Toewijding oogst genaden van heiliging, aangeboden en liefdevol opgeofferde punten van leed en beproevingen oogsten de wedergeboorte van een ziel, die geleidelijk aan helemaal anders begint te denken, voelen, verlangen, handelen, spreken en beschouwen. De ziel ziet haar wereld in een geheel nieuw licht, zij ziet dit alles door de ogen van Maria, vervuld van Liefde en in harmonie met de Goddelijke Wetten.

De ziel neemt op dat ogenblik de erfenis van het Goddelijk Leven aan, 'Euro na Euro'. Dit, lieve zus, is de 'heerschappij' van Maria: Zij maakt de ziel steeds méér deelachtig aan Haar eigen volmaakte hoedanigheden en ingesteldheden, opdat deze ziel steeds dichter tot de staat van leven zou kunnen naderen, die de ziel vóór de erfzonde bezat. Maria beheerst de ziel, is Meesteres van deze ziel, omdat deze laatstgenoemde vrijwillig verliefd is geworden op de Hemelse Liefde, en zij om deze reden de heerschappij van Maria in haar zielenleven helemaal niet meer WIL weerstaan. Het begrip 'heerschappij' heeft in de wereldse context inderdaad een negatieve bijklank, omdat het daar niets te maken heeft met Liefde. In de Hemelse context daarentegen, houdt de heerschappij ten volle verband met de geslaagde bruiloft tussen de menselijke wil en de Goddelijke Wil, wat niets anders is dan de verwezenlijking van de uiteindelijke zin van elk mensenleven.

De lichamelijke gewaarwordingen die U de jongste tijd hebt gehad, hebben inderdaad een spirituele component. Het lichaam reageert vaker op spirituele invloeden dan veel mensen denken. Om deze reden zal God deze processen pas beëindigen wanneer ook het spirituele proces zich zodanig heeft ontwikkeld dat dit Zijn Plannen in de hoogste mogelijke mate kan dienen. Brengt U deze processen tot hun grootst mogelijke vruchtbaarheid door deze waarlijk samen met Maria te dragen. Draagt U deze aan Haar op, spreekt U er rustig met Haar over, Zij zal U kracht en inzichten geven die het U gemakkelijker zullen maken om alles te dragen.

U zoekt naar een doopspreuk die een gedoopte levenslang bij zich zou kunnen dragen. Wat vindt U van de volgende woordjes?

"Mijn God, in het doopwater hebt U mijn ziel gewassen. Mijn hele leven lang zal ik dorsten naar het water dat U voor mij zult putten uit de bronnen van het Paradijs". (inspiratie van de Meesteres van alle zielen).

Lieve zus, de Hemel heeft ons oneindig veel te zeggen. Gods geliefkoosde communicatie met de zielen is deze, via dewelke Hij hen leert hoe zij concreet behoren om te gaan met de vele levensvragen om het heiligingsproces in zich te voltooien. Andere communicatie houdt God voor relatief weinig nuttig, omdat het er voor Hem op aankomt, de mensenziel te vormen, opdat deze zou kunnen groeien naar Zijn beeld en gelijkenis. Slechts met dat doel voor ogen stuurt Hij de Meesteres van alle zielen naar ons toe, predikt de Meesteres ons de Wetenschap van het Goddelijk Leven, en geeft Zij dag na dag vorm aan Haar ketting van Licht via al datgene wat Zij ons met elkaar laat delen. Zo vormt zich het fundament van Gods Rijk op aarde, steen voor steen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 403
Inzichten in Gods Heilsplan – over de volmaaktheid van Gods Liefde – hoe kunnen verdiensten worden verworven? – waarom sommige gebeden niet verhoord worden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wanneer men reeds zijn eigen weg doorheen het leven heeft gevonden, stelt men zich graag voor, hoe een architect achter zijn tekentafel de ideale levensweg voor de jeugd tracht te ontwerpen. Doorgaans betreft het daarbij een ontwerp dat, indien alles volledig volgens plan zou verlopen, zou voorprogrammeren tot een droomleven. Vooral wanneer dit 'ontwerp' betrekking heeft op een geestelijk (religieus) leven, is onze inspanning om dit ontwerp te maken op zich lovenswaardig, maar God, de Grote Architect, ziet sommige dingen met heel andere ogen.

Het is niet zo gemakkelijk te verstaan waarom de smeking die wij voor God brengen en die volgens onze logica op Hem zou moeten werken als engelenmuziek, door Hem niet steeds onmiddellijk wordt verhoord. Wanneer wij God erom smeken dat onze kinderen zouden mogen opgroeien tot geestelijken, en niet alleen verwezenlijkt deze smeking zich niet, doch integendeel leiden de betreffende zielen dan een leven in complete chaos, is dit voor ons niet meer te begrijpen.

Het leven van een ziel op aarde wordt eerst en vooral bepaald door Gods behoeften. De Almachtige bezit weliswaar alles in overvloed, maar heeft een reuzegrote behoefte, die Hij zonder de mensenzielen niet kan verwezenlijken: de voltooiing van Zijn Heilsplan voor de hele Schepping. Het Goddelijk Heilsplan bestaat hierin, dat alle zielen de gelegenheid zouden moeten krijgen om zich te heiligen en zich daardoor – ondanks de erfzonde – de Eeuwige Gelukzaligheid te verwerven en ieder voor zich ertoe bij te dragen dat de hele mensheid naar een steeds hoger niveau van Heil wordt verheven. Om dit Plan te voltooien heeft God de vrijwillige medewerking van zoveel mogelijk zielen nodig.

Hoe bestuurt God Zijn Heilsplan?
  1. Hij rust elke ziel voor haar leven op aarde uit met talenten, gaven en vermogens, en vult dit alles aan met genaden, die Hij de ziel een leven lang dagelijks laat toestromen. Op grond van deze hele 'reisbagage' moet de ziel de opdrachten van het leven aanpakken.
  2. Hij voorziet voor elke ziel een individuele roeping, die haar ware levensopdracht uitmaakt. Aan deze roeping moet de ziel beantwoorden, want deze roeping wijst op datgene, wat de ziel op aarde moet volbrengen. De roeping verwijst naar de bijdrage die elke ziel individueel moet bijdragen tot de voltooiing van Gods Heilsplan.
  3. Via de effecten van de Goddelijke Voorzienigheid en via individuele inspiraties tracht God de handelingen en bestrevingen van elke individuele ziel zodanig te sturen dat het geheel van alle handelingen en alle wisselwerkingen tussen alle zielen op aarde – dit wil dus zeggen: talloze miljarden bewegingen en veranderingen per dag over de hele aarde – ontwikkelingen met zich meebrengen, die de voltooiing van het Grote Heilsplan kunnen bevorderen. Het einddoel van het Heilsplan is de heiliging van zoveel mogelijk zielen en de grondvesting van Gods Rijk op aarde.

Wij kunnen ons nu de vraag stellen: Zou God het Zich dan niet gemakkelijker maken door eenvoudig elke ziel zoveel mogelijk genaden, gaven, talenten en vermogens mee te geven, aangezien Hij toch Heer van de Schepping is en alles zou kunnen doen wat Hem bevalt? In principe zou God dit als almachtige Heerser van de Schepping inderdaad kunnen doen. Maar...

De volmaaktheid van Gods Liefde wordt hierdoor bewezen:
  1. dat Hij de zielen in zeer veel dingen een aandeel wil laten hebben. In wezen zou men kunnen zeggen dat de mensenziel in alles een aandeel kan of moet hebben, behalve in handelingen die op grond van fundamentele Goddelijke Mysteries slechts aan God Zelf voorbehouden zijn, zoals bijvoorbeeld in verband met de Schepping zelf, en de Mysteries die verband houden met de componenten van de unieke verhevenheid van de Moeder Gods (de Onbevlekte Ontvangenis, de opname van Maria in de Hemel en Haar kroning in de Hemel, de verheffing van Maria tot Meesteres van alle zielen..). Aangezien de vrije menselijke wil Hem heilig is en God nooit een verbond overtreedt dat Hij met zielen sluit, dringt Hij zelfs geen enkele ziel ongevraagd Zijn geschenken op.
  2. dat Hij elke individuele ziel de hoogst mogelijke Eeuwige Gelukzaligheid wil bereiden. God heeft ooit een Decreet uitgevaardigd, krachtens hetwelk de mensenzielen vrijwillig aan hun Verlossing moeten meewerken. Indien God nu elke ziel de volheid van Zijn gaven zou schenken, zou Hij alle zielen een slechte dienst bewijzen, want krachtens Zijn eigen Wetten zouden de zielen dan geen verdiensten meer kunnen verwerven, daar verdiensten slechts kunnen worden verworven doordat, en wanneer, de ziel:
  • zich voortdurend inspant om heilig, dit wil zeggen deugdzaam, te leven;
  • voortdurend haar eigen zwakheden, tekortkomingen en fouten tracht te overwinnen.

Dus, doordat God geen enkele ziel – met uitzondering van Maria – als een volmaakt wezen heeft geschapen, spoort Hij elke ziel ertoe aan om voortdurend haar eigen grenzen te verleggen, voortdurend boven zichzelf uit te stijgen en... precies daardoor heilig te worden, met andere woorden: door eigen bijdragen én geheel vrijwillig haar Eeuwige Gelukzaligheid te verdienen, in plaats van deze ten geschenke te krijgen. Welke vreugde zou God er nog aan beleven, elke individuele ziel bij Zich in de Hemel te hebben, wanneer Hij zou weten dat Hij miljarden zielen eigenlijk een (veel) te hoog rapportcijfer zou hebben gegeven? Zelfs de wereld, met al zijn dwaasheid, laat geen enkele student geneeskunde als arts op de mensheid los nadat deze voor vijf, zes, zeven examens niet is geslaagd...

God voorziet dus voor elke ziel een specifieke levensopdracht, en rust haar daartoe uit met bepaalde 'werktuigen' om deze opdracht te vervullen. Daarbij hoopt Hij op een topprestatie vanwege elke individuele ziel, opdat Zijn Heilsplan dichter bij zijn voltooiing moge kunnen komen en Hij elke ziel het mooiste geschenk – de Eeuwige Gelukzaligheid – moge kunnen bereiden.

Wanneer U nu bijvoorbeeld jarenlang bidt opdat Uw zoon priester moge worden, doch God voor deze ziel een heel andere opdracht heeft voorzien en hem ook niet heeft voorzien van de kwaliteiten die noodzakelijk zijn om geschikt te zijn voor een priesterleven, zal het voor Uw zoon heel moeilijk, en misschien zelfs helemaal onmogelijk of onvruchtbaar zijn om zijn leven in die richting te sturen of te laten sturen. God neemt U dit vanzelfsprekend niet kwalijk, alleen is het goed mogelijk dat Uw intentie niet helemaal in Zijn Plan past.

Het feit dat Uw kinderen niet alleen geen leven als geestelijken leiden, doch zelfs in diverse opzichten verslaafd lijken te zijn, is vanzelfsprekend toe te schrijven aan het sarcasme van de duivel, die via de kinderen vooral U tracht te raken, opdat U het Geloof zou opgeven. Doet U dit nooit. Precies daarom laat Maria mij dit inzicht in Gods Heilsplan schrijven, opdat U via een beter begrip met zekerheid zou mogen weten dat noch U noch de kinderen zelf schuldig zijn aan deze toestand. God heeft het anders beschikt, bedoelt er niets persoonlijks mee, en het overige heeft de duivel voor elkaar gebracht, aan wiens listen de kinderen ten prooi zijn gevallen.

In de kinderen hebben zich bepaalde zwakheden via de invloeden uit de wereld nadrukkelijk ontwikkeld. De oorlog is nog niet verloren: De Commandante van de Hemelse Legers heeft nog niet al Haar kaarten uitgespeeld. Zij wacht op Uw blind vertrouwen. De goede aard van Uw kinderen is zoals het verse groen dat tegen het einde van de winter klaar is om de bovenlaag van de bodem te doorbreken en de lentezon te begroeten. Met Uw toestemming leg ik Uw hart, Uw hartewensen en de zwakheden van Uw kinderen aan de voeten van de Hemelse Meesteres neer, opdat deze Vastentijd voor U allen een tijd van zuivering en wedergeboorte moge lunnen worden.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 404
Wat kenmerkt echte mystiek? Hoe waarachtiger en authentieker mystieke geschriften zijn, des te groter is het verzet ertegen

(De Koningin des Hemels nodigt met klem uit, in verband met de inhoud van deze antwoordbrief eveneens de tekst De Poort van Gods Rijk te lezen, die in 2021 werd vrijgegeven als een alomvattende repliek aan de critici van dit Werk dat door Haar is gegrondvest en uitsluitend door Haar wordt geïnspireerd en bestuurd.
Ook antwoordbrief 369 ligt in de lijn van deze brief).

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank ik U voor Uw brief.

Ik kan de priester verzekeren dat de Myriam-geschriften theologisch geverifieerd zijn. Mijn geestelijke leider is een priester met een dogmatische vorming, en bestempelt alle Myriam-geschriften als katholieke mystiek.

De reden waarom leden van de geestelijkheid zich soms zo negatief over deze geschriften uiten, ligt hierin, dat Myriam door de Heilige Maagd wordt geïnspireerd in de oude traditionele waarden van het christendom, alsook in de verdieping van Gods Waarheid in vele elementen die nog niet in de theologische werken als vaststaande waarden zijn opgetekend. Het kenmerkt mystieke teksten dat deze op bepaalde punten niet voor honderd procent in overeenstemming zijn met de zogenaamde 'gangbare' visies van de Kerk in verband met bepaalde onderwerpen. Later wordt de kerkelijke visie dan vaak 'bijgestuurd'. Daarom wordt gezegd dat de Kerk telkens weer door de echte mystiek wordt vernieuwd.

Echte mystiek beklemtoont steeds de traditionele waarden, omdat mystiek betekent 'in rechtstreeks contact met de Hemel', respectievelijk 'rechtstreeks uit Hemelse Bron', en God slechts Zijn traditionele Waarheid verkondigt, die in alle tijden dezelfde waarde en hetzelfde waarheidsgehalte bezit en derhalve nooit achterhaald kan zijn.

 
God verkondigt nooit modernistische waarden, omdat deze niet van Hem afkomstig zijn, maar van mensen. Om deze reden moet Myriam in opdracht van de Heilige Maagd steeds weer alle modernisme als menselijk, dus als niet van de Hemel afkomstig aan de kaak stellen. Aangezien grote gedeelten van onze Kerk in de jongste tijden echter zeer modernistisch zijn geworden, schijnt het een 'logisch' gevolg van deze ontwikkeling te zijn dat bepaalde zielen, onder andere uit de kringen van de geestelijkheid, de Myriam-geschriften als 'gevaarlijk' of 'onjuist' beoordelen. God ziet dit niet zo, de modernistische elementen binnen ons Geloof echter, willen het zo zien.

Steeds weer blijkt dat zielen die deze geschriften als onjuist beoordelen, deze helemaal niet of slechts in zeer geringe mate hebben gelezen. Zij veroordelen hen, of wijzen hen af op grond van verkeerd begrepen of uit hun context gerukte passages die hen tegen de achtergrond van hun eigen levens- of wereldbeeld tegen de borst stoten. Deze zielen dwalen, weten dit echter niet of willen niet erkennen dat zij dwalen. Zij herkennen in deze geschriften niet de stem van de Heilige Maagd, omdat hun wereldbeeld te menselijk, te werelds is geworden en het waarlijk Hemelse op hen beklemmend werkt, omdat het voor hen bepaalde verplichtingen met zich meebrengt indien zij het ooit als Waarheid zouden aanvaarden. Om hun visie te 'rechtvaardigen', trachten zij derhalve, zichzelf en anderen ervan te overtuigen dat deze geschriften ongeloofwaardig en zelfs 'ketters' zouden zijn, of – als toppunt van fantasie – zelfs 'esoterisch'. Dat de Meesteres van alle zielen Zelf elke ketterij, alle strategieën van de satan en alles wat esoterisch is, ontmaskert en scherp veroordeelt, willen deze zielen dan niet als waarheid erkennen..., omdat zij de Myriam-geschriften helemaal niet kennen noch hen begrijpen zoals zij werkelijk zijn bedoeld.

Laten wij geduld oefenen; de echtheid van deze geschriften zal worden herkend en erkend, de Heilige Maagd Zelf heeft dit beloofd. Maar, zoals het geval is met alles dat uit een Hemelse Bron voortkomt, zal aan deze herkenning en dit inzicht een zware strijd voorafgaan.

U kunt inderdaad trachten, deze geschriften bekend te maken bij katholieke bladen, maar niemand kan U garanderen dat de teksten onmiddellijk zonder meer zullen worden aangenomen. Om de hierboven aangehaalde redenen zou eerder het tegendeel te verwachten zijn. Alles zal afhangen van de mate waarin bij een dergelijk blad een waarachtig traditioneel christelijke geest heerst, alsook een ware openheid voor de unieke verkondiging over het ware wezen van de Heilige Maagd en een oprechte openheid voor de mystiek, die zoals vermeld, op het ogenblik waarop deze zich uitwerkt, vaak niet op de platgetreden paden blijft. Dit is precies de reden waarom God zielen via de mystieke weg aanspreekt: Via de mystieke weg breidt Hij stap voor stap Zijn Werken uit, en laat Hij Zijn Waarheid bladzijde na bladzijde verkondigen, in voorbereiding van de zielen op de grondvesting van Zijn Rijk op aarde. De Meesteres van alle zielen wordt nu naar ons toe gestuurd om deze voorbereiding te voltooien.

Dit is de paradox, de schijnbare tegenstrijdigheid, met spirituele teksten in deze huidige tijd: Hoe echter een tekst is, des te groter is het verzet ertegen. Moge God U rijkelijk voor Uw inspanningen en bedoelingen zegenen, die U zonder twijfel door Gods Geest zijn geïnspireerd. Mijn hart dankt U en neemt U graag mee naar het Hart van de Koningin des Hemels.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 405
Over het wonder van de kiem van de heiligheid in onze ziel – De Meesteres van alle zielen vertegenwoordigt de Ware Hoop, de Ware Liefde en het Ware Geloof

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank dat U zich in Uw zorgen tot Maria wendt. Houdt U zich steeds voor ogen: Zij is de enige Die U werkelijk in de diepte, om zo te zeggen in de wortels van Uw ziel, kan genezen. Geen enkele menselijke therapie, noch psychologisch noch medisch, peilt de diepten van de ziel met haar soms mysterieuze processen en ontwikkelingen. Hoe zou een menselijke therapie dit kunnen doen, daar de ziel een bouwwerk van God is en derhalve draagster van een kiem die recht uit Zijn Hart komt en die alles bevat dat de ziel in staat kan stellen om tot de ware heiligheid te komen.

Gods Werken zijn wonderbaar. God is Leven, de volheid van het onsterfelijke Leven, en Hij heeft het Mysterie van het Leven in vele elementen van Zijn Schepping verborgen, in de meest uiteenlopende vormen en niettemin op precies hetzelfde principe baserend. Bekijkt U even een zaadje. Er zijn in de Schepping indrukwekkend veel levensvormen, en van de ronduit ontelbare plantensoorten groeien vele uit één enkel zaadje. Het zaadje laat niet zomaar zien wat allemaal precies in hem zit. Doorgaans is een zaadje heel klein, en schijnt het uit weinig opmerkelijke componenten te bestaan. Desondanks zit in elk zaadje een hele wereld aan informatie opgeslagen.

Gods Intelligentie en de Wet van het Leven zijn als het ware in het zaadje in niet-stoffelijke vorm tegenwoordig. Het zaadje komt in aanraking met de aarde, en onder invloed van het zonlicht, de zuurstof, het regenwater en de bestanddelen van de bodem worden in het zaadje alle krachten vrijgemaakt, uit dewelke het zich moet ontwikkelen. Op Gods Tijd, geheel bestuurd door de in het zaadje opgeslagen Goddelijke Wet, groeit uit het zaadje precies de plant waarvan het zaadje de soortspecifieke kenmerken in zich draagt.

Stelt U zich nu de diepste kern van Uw ziel voor als een dergelijk zaadje, vol levenskracht en met in zich het 'programma' van alle denkbare vermogens opgeslagen: een onoverzienbare volheid aan informatie, geheel bezield door Gods volmaakte Intelligentie en WIjsheid, en die zich alle samen zodanig kunnen uitwerken dat de ziel tot de hoogste graden van heiligheid kan openbloeien. Wanneer wij ons dit alles eenvoudig eens trachten voor te stellen en merken welke oneindige wereld zich daar voor ons ontvouwt en dat dit alles de kern van ons eigen wezen voorstelt, kunnen wij nauwelijks anders dan door de volheid aan tekenen van Gods Liefde voor ons overweldigd en verrukt te worden.

Het wonder in verband met de kiem van de heiligheid in de kern van onze ziel is nog oneindig veel groter dan dat met een plantaardig zaadje. De kiem van de heiligheid is het zaadje dat ons in staat stelt om zo te groeien, dat wij steeds méér tot beeld en gelijkenis van onze Schepper worden. De ziel is hoe dan ook het levensprincipe van de mens, de centrale in dewelke God een reusachtig volume aan informatie opslaat:

  • de levenskenmerken en de levenswetten met betrekking tot het menselijk wezen;
  • de kenniselementen met betrekking tot het doel, de zin en de bestemming van het leven. Deze kenniselementen zijn in wisselende mate ofwel verborgen ofwel bewust in de ziel tegenwoordig.
  • de wil om in Gods Plannen en Werken ingeschakeld te worden en te blijven, derhalve haar leven in dienst van God te leiden en naar Hem terug te keren;
  • een controle- en regelmechanisme met betrekking tot het gedrag, het denken, de gevoelens en bestrevingen. Door dit mechanisme, dat ons bekend is als 'het geweten', bezit de ziel het vermogen om te allen tijde voor de spiegel te gaan staan en zelf gewaar te worden in welke mate zij op God gelijkt en zoals Hij denkt, handelt, spreekt, wil en voelt.
  • uiteenlopende vermogens, onder andere het vermogen om Gods Genaden, de Werken van Zijn Voorzienigheid en Zijn Inspiraties in zich op te nemen en deze inwendig zodanig te benutten dat de ziel zich steeds verder ontplooit, zoals een roos die blaadje na blaadje opent en daarbij steeds mooier, steeds geuriger, steeds weelderiger wordt. Deze ontplooiing kennen wij als 'heiliging', en voltrekt zich al naargelang de wijze waarop de ziel met alle gebeurtenissen, invloeden, ontwikkelingen, prikkels en omstandigheden uit haar omgeving en uit haar eigen binnenste omgaat, hoe zij deze verwerkt en hoe zij erop reageert.
Dit alles maakt de kiem van de heiligheid tot een werkelijk uniek zaad. De kiem van elke individuele mensenziel is verschillend. Er hebben nooit twee volkomen identieke mensenzielen bestaan, en er zal ook nooit een ziel bestaan die precies met een andere ziel uit de geschiedenis van de mensheid identiek is. Dit bewijst hoe buitengewoon belangrijk elke individuele mensenziel voor God is en hoezeer Hij elke ziel liefheeft. Indien dit niet het geval zou zijn, zou Hij niet deze talloze verschillen tussen zielen hebben geschapen, zodat van de vele miljarden zielen die totnogtoe ooit de aarde hebben bevolkt, geen twee volkomen dezelfde kenmerken en vermogens hebben bezeten. Hij wil eenvoudig elk individueel Scheppingswerk een unieke vorm geven, zodat elk van die Werken zonder uitzondering belangrijk en als het ware onvervangbaar voor Hem is. Begrijpt U zo om welke reden Hij ieder van ons voor eeuwig bij Zich zou willen hebben? Een ziel die niet naar Hem terugkeert, respectievelijk niet voor altijd bij Hem wil leven, is voor Hem zoals een leemte die zich nooit laat opvullen. Hij is daarover uiterst bedroefd.

Lieve zus, geeft U zich vol vertrouwen over aan de Meesteres van alle zielen en smeekt U deze allermooiste van alle schepselen van alle tijden, deze ziel van Wie de kiem zich in een unieke mate naar Gods beeld en gelijkenis heeft ontwikkeld, dat Zij de smarten, pijnen en kwetsuren van Uw verleden en de verduisterde verwachtingen van Uw toekomst in de bodem van Uw Hart moge begraven, waar alles geheiligd wordt en waar het zaad, dat onder de invloeden van de wereld en de eigen inwendige remmingen zijn vruchtbaarheid heeft verloren, met nieuwe levenskrachten wordt geladen. Volgens de mate waarin U gelooft in de Goddelijke macht, die de Allerhoogste zo graag via Zijn Koningsdochter uitwerkt, zult U de ingrijpende genezing van Uw innerlijke gesteldheden voelen, de nevelen boven Uw verleden zullen zich oplossen, en de wolken vóór de zon boven Uw toekomst zullen door Gods Liefde met de regen van Uw tranen bruiloft sluiten en regenbogen van nieuwe Hoop als vrucht van dit verbond doen ontstaan.

De Meesteres van alle zielen vertegenwoordigt:

  • de Ware Hoop in de stralen van de ochtendzon, die de duisternis van de nacht in het hart op de knieën dwingt;
  • de Ware Liefde in de stralen van de middagzon, die alle zielenzaad in de mantel van een warmte hult, in dewelke al deze Goddelijke geschenken zich kunnen ontplooien, met dewelke God de ziel op reis naar Hem heeft gestuurd, opdat zij ooit de volheid van Zijn Liefde moge ontdekken;
  • het Ware Geloof in de stralen van de avondzon, die de ziel in de loop van haar levensreis laat inzien, waartoe zij al die jaren werkelijk heeft geleefd en welk onbeschrijflijk Paradijs aan de horizont op haar wacht.

Lieve zus, dit alles en oneindig veel méér wacht op U evenzeer als het op elke heilige in de heilsgeschiedenis heeft gewacht. Maria wacht vol brandende hartstocht op het ogenblik waarop U zich restloos overgeeft aan Haar verrukkelijke omarming. Depressie is de toestand van een ziel die de verrukkelijke beloften van het Goddelijk Leven tijdelijk niet meer in zichzelf kan voelen. Laat U mij helpen, met Maria het heilig verbond van de totale toewijding te sluiten, opdat U met Haar hand in hand een levensweg moge kunnen ontdekken, die U in elke bloem maar ook in elke doorn Gods liefdesverklaringen in Uw ziel laat voelen.

De alzuivere hand van de Meesteres zal Uw ziel zalven, Zij zal Uw geest genezen, Zij zal Uw hart het Ware Leven injecteren en Zij zal met U de zonsopgang na de nacht prijzen. Het zal voor U een wedergeboorte voor een leven zijn, dat de werkelijkheid van Gods Liefde om zich heen zal laten stralen. Van U wordt nu één ding verlangd: Vraagt U Maria dagelijks dat Zij in U het zaad van het Ware Leven tot bloei moge brengen. Naarmate U ernaar verlangt, zal alles voor U een totaal nieuwe zin krijgen, want U zult waarlijk begrijpen waartoe U werkelijk leeft, en dat U God heel dierbaar bent. Ik omhels U stevig.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 406
Over het ware wezen van de beproevingen en kruisen – 'volmaakt' is iets relatiefs – Elke mensenziel wordt geboren voor de heiligheid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wat een mooie en gezegende dag om U een kleine bemoediging te laten toekomen! Bij het lezen van Uw brief heb ik deze meteen aan de hoede van de Heilige Jozef toevertrouwd, de patroonheilige van de gezinnen. Hebt U gerust vertrouwen, er gebeuren ook nu nog wonderen, en wel nog grotere dan in de tijden van weleer. Alleen worden deze wonderen steeds minder als zodanig herkend. Wellicht heeft dit iets te maken met het feit dat God er in onze duistere tijd de voorkeur aan lijkt te geven, wonderen in het verborgene te voltrekken, dit wil zeggen in de diepte van de ziel. Precies daar gebeuren de ware wonderen, deze welke Gods Liefde en macht nog het meest onderstrepen.

Hoe kunt U werkelijk Uw kinderen opvoeden in de deugden en in de richting van dienst aan God, wanneer – zoals U het uitdrukt – Uzelf tekort schiet in alle deugden?

Lieve zus, sommige zielen vrezen dat zijzelf zo dor en koud zijn als de toendra in Rusland, omdat zij van zichzelf weten dat hun groei in elke deugd door vele omstandigheden wordt verhinderd en dat zij spoedig leeglopen aan kracht wanneer het erop aankomt, zich naar een hogere trap van het spirituele leven te verheffen. Nochtans is een vruchtbare groei in de ziel vaak vooral een kwestie van anders gaan denken en van het verschuiven van datgene wat men in het leven belangrijk vindt. Zodra de ziel er zich volhardend in oefent om haar innerlijke blik naar de Hemel en naar de behoeften van haar Eeuwig Leven te richten, leert zij heel veel dingen met andere ogen zien, begrijpt zij geleidelijk aan beter de ware zin van alles wat haar overkomt, en vindt zij een steeds grotere Vrede in haar hart: de Vrede van Christus, het geschenk dat onze Verlosser ons heeft nagelaten opdat wij de beproevingen en kruisen van het leven in ons voordeel kunnen laten werken in plaats van hun gevangene te zijn.

De Ware Hoop is een vermogen dat de ziel in steeds hogere mate kan verwerven, en wel des te méér naarmate de ziel het als haar voornaamste verlangen en doel koestert, te groeien in de Liefde. Liefde ontsluit de ziel voor alle andere deugden, omdat zij de koningin van de deugden is, de stam van de levensboom in de ziel. Ware Hoop is het vermogen om doorheen de vermeende toendra van de eigen ziel te lopen en zeker te zijn dat er weliswaar geen bomen te zien zijn, maar dat de bodem desondanks wemelt van leven. U hoeft zelfs niet naar Rusland te gaan om deze werkelijkheid te ervaren. Kijkt U eens, hoe in onze streken momenteel de krokussen bloeien waar nog zo recent sneeuw en kale velden waren.

Alles heeft zijn tijd, zowel in de natuur als in het zielenleven. De lente komt altijd, hij zou slechts niet komen indien hij zich zou verzetten tegen Gods Wet en/of niet zou geloven in de onfeilbaarheid van deze Wet. Gods Wet werkt zich ten volle uit in de natuur, in de seizoenen, in de groei van alle levende wezens, en eveneens in de ziel. Niettemin botst deze Wet uitgerekend in de mensenziel, in deze 'kroon' op Gods Werken, tegen het vaak zo nefaste veto van de vrije menselijke wil en de neiging van de mensenziel om zich door haar eigen logica in dwaling te laten brengen. Het menselijk denken is onuitsprekelijk vaak de steen op Gods wegen die het zelfs aandurft om God te belemmeren om Zijn Liefdesplannen vlot en 'volgens plan' naar hun voltooiing te voeren.

Ja, er is overal leven, ook in de bodem wanneer deze ogenschijnlijk dood is. Zo zijn ook in U de deugden niet dood, zij zijn louter onder de invloed van Uw omgeving onder een laag aarde verdwenen, zoals alle leven in de toendra. Beschouwt U het beeld: onder een laag aarde, dit wil zeggen onder wereldse invloeden. Hier dient zich voor U een opdracht aan:

  1. Eerst moet in U het geloof in Uw eigen innerlijke schoonheid opnieuw gewekt worden. Deze schoonheid is er absoluut, zij is niet dood, zij slaapt slechts. Dat zei Jezus ook over het dochtertje van Jaïrus. Wat deed Hij? Hij sprak deze heerlijke woorden "Talita kumi", liet het meisje opstaan, en gebood haar behoeders om het kind te eten te geven opdat het opnieuw op krachten zou komen. Waar Jezus leeft, kan de dood niet bestaan. Jezus leeft in U, en wat U als dood of als onbestaande beschouwt, wacht slechts op Uw geloof in het Ware Leven en op het ogenblik waarop het op Jezus’ woord te eten krijgt. Het eten wordt voor U bereid door de Meesteres van alle zielen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven en in de onovertroffen uitwerkingen van de Hemelse Liefde, via dewelke Maria U uit Zich opnieuw geboren wil laten worden: Zij heeft daartoe de macht.
  2. Wanneer het Geloof gewekt is, moet U met de hulp van de Meesteres geleidelijk aan steeds hogere trappen van deugdzaamheid nastreven, opdat U in een steeds hogere mate een voorbeeld zou kunnen worden. Voorbeelden hebben meer effect dan woorden alleen. Kinderen zijn zeer gevoelig voor wat hun ouders uitstralen, niet alleen voor wat hun ouders zeggen. Kinderen zoeken graag een patroon dat zij tot elke prijs volgen en dat zij willen nabootsen. U zoekt dit patroon helaas vaker in de televisie, in de wereld van de muziek en van de sport, dan thuis. Niettemin, wanneer de vader, respectievelijk de moeder, de fantasie voldoende weet aan te sporen door datgene wat hij/zij is, zal het kind absoluut willen zijn zoals papa of mama is. Welke mooie droom is het voor de Schepper wanneer Hij mag zien dat de moeder zich de moeite getroost om met vertrouwen spiritueel te groeien, opdat de kinderen op vruchtbare wijze voor deze spiegel kunnen gaan staan.

Geen enkele vader, geen enkele moeder is volmaakt, volmaakt was slechts de Allerheiligste Maagd Maria, maar zoals de Meesteres van alle zielen reeds onderrichtte, is in Gods ogen de volmaaktheid iets relatiefs: Volmaakt is in Gods ogen de ziel wanneer zij datgene, wat zij ondanks haar beperkingen en tekortkomingen kan volbrengen, ook daadwerkelijk tracht te volbrengen, dit wil zeggen: wanneer zij zich met volharding inspant om de hoogste mate aan vruchtbaarheid volgens haar individuele kunnen te verwezenlijken. God weet immers Zelf hoe Hij U heeft gemaakt. De gebruiksaanwijzing kent Hij beter dan U haar kent. Alleen ligt de waarde van ons leven hierin, dat wij niet te snel tevreden zijn met onze zwakheden. Wanneer het kruis zwaar wordt, bestaat de beste strategie hieruit, dat men om vermeerdering van draagkracht bidt, dit wil zeggen om vermeerdering van de Liefde in het eigen hart.

Het kruis wordt door God voor de ziel bereid zoals het is, omdat het in die vorm het beste bij de ziel past. Elke ziel heeft haar eigen kruis, en dat is maatwerk, heel precies zo en niet anders gemaakt, omdat precies dit kruis, en geen ander, de ziel naar haar volmaaktheid kan leiden. God weet heel precies op welke wegen Hij elke ziel zou willen sturen, en Hij weet eveneens heel precies welke kruisen kunnen bijdragen tot de vervolmaking van elke individuele ziel. Laten wij het even zo uitdrukken: Elke onvolmaaktheid, elke tekortkoming, elke zwakheid, elke fout, elke ondeugdzame handeling, elk ondeugdzaam woord, elke ondeugdzame gedachte, elk ondeugdzaam gevoel of verlangen, en elke zonde, zijn telkens zoals gaten, en op elk gat past een sleutel. De sleutel is een beproeving, een kruis, een smart, een element van leed, een ziekte, een verdriet, een vermoeidheid, een negatieve ervaring enzovoort. In dit beeld zou op een heel eenvoudige wijze het Geheim van Gods Liefde en van onze Verlossing kunnen worden samengevat.

Wanneer Uw echtgenoot beweert dat U niet alleen voor de heiligheid bent geboren, weet U heel zeker dat niet hij deze woorden spreekt, doch iemand anders (de duivel) door hem. Elke ziel is alleen voor de heiligheid geboren. De heiligheid is het einddoel van elk mensenleven, zij is de ware zin van het leven, omdat zij de thuiskomst van de ziel bij haar Schepper in zich draagt, de intrede in de zo diep verlangde erfenis in het Paradijs der heerlijkheden die op ieder van ons wachten, omdat zij de belichaming van Gods volmaakte Liefde zijn. Uw echtgenoot daagt U met zijn woorden uit omdat de duivel weet hoe U gewoonlijk reageert. Eigenlijk zou U zich tot doel moeten stellen, de duivel te slim af te zijn door te trachten, geleidelijk aan anders, respectievelijk helemaal niet meer, te reageren. Weet U hoe Maria als mens op aarde reageerde toen men Haar een verwijt maakte? Zij glimlachte liefdevol. Deze glimlach was voor de duivel zoals een pijnlijke marteling, omdat uit Haar Hart de Ware Liefde stroomde, deze stroom van Goddelijke kracht.

De duivel hitst zielen er graag toe op om hun medezielen uit te dagen tot reacties via dewelke zij in de val der ondeugd trappen. God laat dergelijke dingen toe opdat wij onszelf zouden leren kennen. De ziel leert zichzelf het best kennen in crisissituaties. De soldaat krijgt zijn ware opleiding immers ook pas aan het front, in situaties in dewelke van hem extreme dingen worden verwacht en hij geregeld de dood in de ogen moet zien. Welnu, de strijder voor het Rijk Gods is een soldaat in het leger van de Meesteres van alle zielen. De overwinning is ons bij Goddelijk Decreet beloofd. God heeft U lief, en werkt er heel gericht aan, dat U het einddoel zou kunnen bereiken. Biedt U de Hemelse Meesteres Uw gewond hart aan, Zij zal het genezen, en het injecteren met parfum dat bestaat uit de bloemen van alle deugden. Eén ding moet Zij echter wel van U krijgen: de zekerheid dat Zij Meesteres van Uw hele wezen kan zijn en dat U bereid bent om elke minuut met Haar mee te werken. Smeekt U Maria met volharding om een heldhaftige Liefde die U in staat kan stellen om Uw zielentuin uit te breiden, opdat U tot een gevoel van innerlijke vrijheid zou kunnen komen. Ik smeek voor U om deze gunst. U zult erin slagen, verlangt U naar de nieuwe lente. Wij strijden immers allen samen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 407
God bewijst Zijn Liefde vooral door de pogingen van Zijn Voorzienigheid om de ziel doorheen haar leven op aarde te geleiden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve mij te verontschuldigen omdat ik Uw brief niet eerder heb kunnen beantwoorden. De toegestuurde brieven zijn zeer talrijk, en zoals vroeger reeds aangekondigd, ligt de beslissing over de beantwoording ervan alsook over het tijdstip van deze beantwoording in de handen van de Meesteres.

Ja, aan beproevingen heeft in onze tijd geen ziel tekort. Dit komt doordat de toestand van de wereld en van de Kerk onuitsprekelijk veel lijden noodzakelijk maakt. U weet immers dat de zuivering en bevrijding van zielen uitsluitend worden vrijgekocht door dit machtige driespan lijden-Liefde-overgave/gehoorzaamheid. Wanneer wij ons als ware toegewijden van Maria aan Haar willen overgeven, dragen wij automatisch het Kruis samen met de Zoon Gods, en wel ten dele voor de tallozen die het kruis dagelijks van zich afwerpen – ook in de kringen van zogenaamde 'christenen'!

U oppert een interessante vaststelling: Men zou inderdaad kunnen menen dat de 'goede zielen' allerlei wederwaardigheden overkomen en dat het overwegend die zielen zijn, die vroeg overlijden. Het stervensuur, respectievelijk de leeftijd op dewelke een ziel tot haar Schepper wordt teruggeroepen, hangt helemaal af van Gods Wijsheid, die dit beschikt in het belang van de verwezenlijking van Zijn Heilsplan. U zegt het, diegenen die minder in God geloven, bereiken vaak nog de hoogste leeftijd. De reden hiervoor wordt ons meestal niet onthuld. Ik weet slechts met zekerheid (omdat de Koningin des Hemels mij dit ooit heeft toevrtrouwd): Diegenen die God terzijde schuiven, krijgen vanwege de Goddelijke Barmhartigheid vaak een zekere 'genadetijd', in dewelke God hen bijkomende gelegenheden bereidt om zich te bekeren en de ware zin van het aardse bestaan alsnog te vatten en volgens dat inzicht nog van richting te veranderen wat hun spirituele leven betreft. God wil niet dat de zondaar sterft, Hij wil dat hij zich bekeert en naar het Ware Licht toe reist.

Laat U zich door geen macht ter wereld ervan overtuigen dat Uw tegenslagen, Uw kruisen en Uw verdriet niets uithalen, noch dat deze God onverschillig zouden laten. Slechts de duivel tracht U dit aan te praten, omdat hij een ziel het gemakkelijkst voor zijn plannen en werken wint wanneer hij deze volledig kan ontmoedigen. Weest U zich ervan bewust dat er steeds hulp komt, alleen is onze waarneming doorgaans veel te menselijk om dit te merken. Ons leed wordt door God gebruikt om onze ziel, onze ware levenskern, een injectie met Goddelijk Leven toe te dienen. Niet het wegnemen van onze kruisen helpt ons dichter bij God te komen, doch de versterking van ons zielenleven, en om deze reden bewijst de Moeder Gods ons geen dienst door ons vrij te maken van zorgen. Dit is de paradox van de Goddelijke Liefde: Godbewijst Zijn Liefde vooral door te trachten, via Zijn Voorzienigheid de ziel op kruiswegen doorheen het aardse leven te geleiden. Het hangt van de ziel zelf af wat zij met deze geschenken doet. Geschenken zijn het in elk geval, alleen lukt het de ziel vaak niet om hen als dusdanig te beschouwen, omdat de mens zich sedert de erfzonde het 'Hemelse' denken, voelen en ervaren, dat hem nochtans was gegeven, opnieuw moet aanwennen.

Waarom grijpt God niet in om Zijn dienaren te beschermen? Dit doet Hij wel degelijk, elk ogenblik van elke dag en nacht, doch wij laten ons er graag door de duivel toe verleiden om te menen dat onze God er nooit is wanneer wij Hem nodig hebben. Ik zou het misschien als volgt aanschouwelijk kunnen voorstellen: Wanneer wij een kruis van 50 kg dragen, laten wij er dan gerust van overtuigd zijn dat in werkelijkheid 500 kg op onze schouders ligt, maar dat Jezus de overige 450 kg aan het dragen is. Wanneer wij dus bij Hem klagen, hoe zou het er dan uitzien indien Hij zou voorstellen om de last te ruilen? Lieve zus:

Indien wij toch maar méér zouden kijken en gewaarworden in de lijn van God Zelf, hoe anders zouden de wereld en ons leven er dan uitzien. Precies dit 'anders denken en gewaarworden' is het, wat Maria ons als Meesteres van alle zielen wil leren.

Precies daarom is Maria de Koningin van de Ware Hoop: Zij brengt ons in aanraking met het Hart van God en Zijn wijze om de dingen te beschouwen. God ziet immers alles tegen de achtergrond van Zijn alomvatend Heilsplan en van datgene wat Hij met dit Plan beoogt voor het Eeuwig Geluk van de zielen. Gelooft U mij, God beschermt ons zonder ophouden. Indien Hij dit niet zou doen, zouden wij volkomen ongewapend uitgeleverd zijn aan de grillen van de duivel. Wij zouden dan niet eens kunnen blijven leven, want de ziel leeft uitsluitend van Gods Genade. In wezen zijn de ervaringen van ons leven allemaal oefeningen in de deugd: geduld, vertrouwen, verdraagzaamheid, Geloof, enzovoort.

Het feit dat men zware kruisen draagt, betekent niet noodzakelijk dat men veel dingen verkeerd doet. Jezus was het onschuldig Lam, en kreeg niettemin het Kruis van de hele wereld van alle tijden te dragen. Wij zouden in de spirituele zin kunnen zeggen dat Hij de wereldbol zelf draagt – inderdaad, 'draagt', niet 'heeft gedragen': Hij draagt alle lasten der wereld tot aan het einde der tijden. Wij zijn ertoe uitgenodigd om Simon van Cyrene te zijn. Dichter bij de Verlosser kunnen wij helemaal niet komen, tot wij de top van Golgotha bereiken: Daar ondertekenen wij de akte die ons zal toestaan om Hem ten volle te omhelzen.

Ik weet heel goed, lieve zus, hoe U zich voelt. U voelt zich zoals iemand die honger heeft, doch slechts kan kijken naar voedsel op een afbeelding. Van deze afbeelding kan men niet eten, zij wakkert integendeel de eetlust nog verder aan, en spoedig wordt de aanblik een kwelling. Verliest U nooit de moed, God bemint Uw offers en leed, en vergeet deze niet. Ziet U, zo onuitsprekelijk groot is Gods Liefde: Hij weet alles, kent alle elementen van ons lijden, en somt deze in het uur van het oordeel over ons leven graag voor ons op, opdat Hij ons de waarde ervan moge kunnen aantonen. Onze fouten daarentegen, vergeet Hij graag wanneer wij slechts oprecht willen liefhebben en Hem met een oprecht hart tonen hoeveel het ons waard is, Zijn Zoon te volgen op de weg naar Golgotha.

Vanzelfsprekend bid ik voor U, met dat doel zijn wij immers aan elkaar gegeven. Elk element van Uw lijden is een bloempje. Nu ziet U de tuin nog niet, later zult U hem zien en zich erover verheugen dat de bloemen zo talrijk waren. Er komt er nu op aan, het geloof in de realiteit van deze bloemen steeds sterker te laten worden. Maria laat niemand in de steek, die waarlijk liefheeft, gelooft en hoopt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 408
Hoe zet de ziel de totale toewijding aan Maria concreet om? – over de ware innerlijke Vrede – Wij komen des te dichter bij Maria naarmate ons vermogen om Liefde te geven en aan te nemen groeit

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Zoveel in het zielenleven komt op ons wat mysterieus over. Dit komt doordat de ziel het heeft verleerd om te kijken 'met de ogen van de ziel'. Voor de meeste zielen begint en eindigt de waarneming met datgene wat de lichamelijke zintuigen in zich kunnen opnemen. Zo hebben zielen het wel eens moeilijk om zich een voorstelling te maken van wat het betekent, 'naar Maria te luisteren'. Zij horen de stem van de Koningin des Hemels niet met de oren van hun lichaam en zijn wat in de war over de vraag, hoe zij Haar moeten gehoorzamen zonder Haar woorden waar te nemen. Niettemin tracht de Koningin des Hemels voortdurend, met elke ziel te communiceren.

Naar ingevingen luisteren, lukt ook velen niet omdat zij dit trachten te doen door te denken en zich te concentreren zoals zij het zouden doen wanneer zij zintuiglijke waarnemingen 'hun plaats trachten te geven'. Dan gebeurt echter helemaal niets. Wanneer men begint te denken, sluit het kanaal naar de Heilige Geest zich helemaal af. Het denken en de zintuiglijke waarneming moeten integendeel helemaal worden uitgeschakeld. Slechts het hart, het vermogen tot hogere ervaring en gewaarwording, moet helemaal ontsloten zijn. God communiceert nog het minste via het verstand, doch bijna uitsluitend via het hart, de gewaarwording, het aanvoelen.

Hoe zet de ziel de totale toewijding aan Maria concreet om? Vele aanwijzingen in dit verband kunnen worden gevonden in De Tempel van Maria. Met woorden kan men inderdaad alle denkbare dingen aan de voeten van de Hemelse Meesteres neerleggen. Uiterst belangrijk is echter de hartsgesteldheid. Alles loopt via de gesteldheid van hart. Het is de hartsgesteldheid die de deur bedient, via dewelke God en Maria ons hun 'mededelingen' en inspiraties overbrengen.

Weest U nooit bang, Maria zou van U nooit iets verlangen dat U moeilijk valt. In de context van de mystieke vorming bijvoorbeeld, komt het weliswaar nu en dan voor dat de Meesteres zware beproevingen oplegt. Zij doet dit dan uiteindelijk met de bedoeling dat de ziel die Zij wil vormen, tot het uiterste zou worden gestimuleerd in de blinde gehoorzaamheid en de ontwikkeling van de zelfverloochenende Liefde.

Sommige zielen kunnen zich er niet gemakkelijk toe bewegen om werkelijk aan te nemen dat men nooit boven zijn krachten wordt beproefd. Nochtans is deze uitspraak helemaal waar. De mens beschouwt de beproeving heel gemakkelijk als 'zwaarder dan een mens kan dragen'. De mens heeft immers de neiging om het 'onaangename' te vermijden. Als onaangenaam ervaart hij dan doorgaans datgene wat hem belemmert om zich op de lagere niveaus van zijn wezen helemaal goed te voelen. Concreet betekent dit vaak: Hij neigt ertoe, datgene als onaangenaam te ervaren, dat tussen zijn wereldse behoeften en hun bevrediging komt te staan. Niettemin heeft God de mensenziel uitgerust met het vermogen om zich vooral zo te oriënteren dat datgene wordt vermeden wat de ziel, de hogere niveaus van zijn wezen, onaangenaam is. Daarom is het juist zo belangrijk dat de diepere gewaarwordingen zo zuiver mogelijk worden gehouden, opdat men tijdig moge kunnen voelen wanneer men de 'schemerzone' nadert, in dewelke de vele vormen van onzuiverheid van hart groeien.

Precies in de beproeving wordt de ziel voortdurend met nieuwe Hemelse kracht gevoed, alleen hangt het van de kwaliteit van haar Geloof af, in welke mate deze nieuwe kracht zich kan uitwerken. De Bron van deze kracht is de Liefde. Gods Liefde stroomt zonder ophouden. Wanneer wij ons inspannen opdat ons vermogen om ook zelf restloos lief te hebben, voortdurend zou groeien, zal ons vermogen om de Ware Liefde in ons op te nemen, zich zo krachtig ontwikkelen dat ons hele wezen spoedig openbloeit. Volgens de mate waarin de Liefde in ons wordt gevoed, ontwikkelen wij in ons zielenleven een grotere weerstand. Ook het kompas van de ziel, het vermogen om zich naar Gods Wil te oriënteren, werkt nauwkeuriger naarmate de Liefde in de ziel bloeit. Zo worden ook de inspiraties over datgene wat de ziel te allen tijde moet doen, steeds juister herkend.

De gewaarwording van de ziel in een gesteldheid van traagheid, respectievelijk van luiheid of onverschilligheid, mag niet worden verwisseld met innerlijke Vrede. De ware innerlijke Vrede is een gesteldheid in dewelke de ziel vrij is van innerlijke strijd en geen weerstand biedt tegen de ontwikkelingen van haar leven, omdat zij inziet dat ook datgene wat als onaangenaam wordt ervaren, door God wordt toegelaten omdat Hij het voor Zijn doelstellingen kan gebruiken.

In de gesteldheid van traagheid, luiheid of onverschilligheid is geen sprake van innerlijke Vrede. De ziel reageert dan weliswaar nauwelijks op wat zij waarneemt of wat op haar toekomt, maar diep vanbinnen is zij niet echt in Vrede. In de toestand van ware innerlijke Vrede evalueert het geweten de eigen zijnstoestand en de eigen spirituele ontwikkeling als 'in orde', omdat de ziel dan als het ware innerlijk zeker is dat zij met God op dezelfde golflengte zit en dat derhalve alles wat in haar omgaat, en alles wat van haar uitgaat, in wezen Gods Werken dient. Deze gewaarwording zou zo kunnen worden uitgedrukt: De ziel heeft als het ware het gevoel dat zij 'thuis is gekomen', respectievelijk 'duidelijk en onmiskenbaar op de juiste weg is'.

De onverschillige ziel staat niet stil bij haar spirituele ontwikkeling, respectievelijk verdringt dergelijke gedachten, opdat de ziel niet uit de kleine wereld van haar eigen gedachten en gewaarwordingen zou worden weggerukt.

De trage ziel op haar beurt, ontbeert aandrift, omdat de uiteindelijke doelstellingen van het aardse leven op het spirituele niveau voor haar nauwelijks enige aantrekkingskracht bezitten. Ook dit gebrek aan aandrift staat op geen enkele wijze gelijk met innerlijke Vrede.

Moet Uw broer zich laten inenten, of eenvoudig alles in de handen van Maria leggen? Daar deze inenting klaarblijkelijk in zijn geval op grond van de komende activiteiten officieel is voorgeschreven, moet hij het allebei doen, want ook dat is totale toewijding aan Maria.

Uw kus zal ik vanzelfsprekend aan de Koningin des Hemels geven. Omdat U vraagt of dit op de wang of op de handen gebeurt, moet ik zeggen: Elke kus aan Maria wordt gegeven op het Hart, via de mystieke weg. Enkele malen is het voorgekomen, dat ik de Hemelse Meesteres de voeten mocht kussen. In de 'werkelijke' zin is dit geen alledaagse genade. In de mystieke zin is de voetkus voor mij echter een dagelijks voorschrift, en wel meermaals per dag en soms tijdens de nacht (meermaals reeds beval de Meesteres mij midden in de nacht om op te staan, voor Haar op de knieën te gaan liggen, na enige tijd Haar voeten te kussen, en daarna opnieuw naar bed te gaan, dit alles bij wijze van oefening in gehoorzaamheid, overgave en zelfvernedering).

Nadere details mag ik vanwege de Meesteres op dit ogenblik en in deze context niet schrijven. Slechts dit kan en mag ik zeggen: Dit voorschrift maakt deel uit van de veelzijdige opdrachten die Maria mij dagelijks geeft. De werkelijke kus, wanneer deze wordt toegestaan, wordt dus op de voeten van de Meesteres geplaatst, als teken van overgave en van onderwerping en als genade ter versterking van de ziel. De mystieke kus gebeurt van hart tot Hart, van ziel tot Ziel. Houdt U zich daarbij voor ogen dat het bij elke mystieke overdracht gaat om een stroom van gevoelens en een overgave van de eigen wil, eerder dan om een handeling in de menselijke zin van het woord.

U vraagt of ik de Meesteres van alle zielen mag aanraken? Ik moet U in dit verband zeggen dat de Meesteres Zich aan mij doorgaans toont in een verheerlijkte gedaante. Zij toont mij dan Haar wezenstrekken in de gedaante van een absoluut volmaakt en verblindend mooi vrouwelijk wezen dat zelfs wanneer het zo dichtbij staat dat men het zou kunnen aanraken, ondanks de manifestatie van vele details, niettemin niet werkelijk fysiek verschijnt, doch bijna eerder als ondubbelzinnig vrouwelijk persoon die de indruk geeft, als het ware doorschijnend te zijn. Er bestaan gewoon geen woorden om dit uit te drukken.

Aanrakingen in de ware zin van het woord zijn er tussen Haar en Haar dienares in de loop der voorbije veertien jaren sedert mijn roeping enkele malen geweest. Van mij uit, op uitdrukkelijke toelating vanwege de Koningin des Hemels, zijn er de reeds vermelde voetkussen geweest. Van Maria Zelf uit waren er enkele aanrakingen door Haar handen of vingertoppen met mijn schouders, mijn voorhoofd, mijn lippen, mijn hart en mijn handen, dit alles in het kader van het opleggen van bepaalde opdrachten en de overdracht van bijzondere zegeningen. Ooit, in de beginperiode van mijn mystieke vorming, was er één maal een contactervaring in dewelke de Meesteres met een vinger een kruisteken over mijn ogen maakte en sprak "Je zult zien" (wat Zij later verklaarde als het vermogen om Haar ware natuur en bepaalde Mysteries "laag na laag steeds dieper en dieper te doorgronden") en met Haar speeksel mijn tong aanraakte en sprak: "Je zult Mijn woorden spreken".

Dergelijke ervaringen hebben altijd slechts één enkele bedoeling: Zij worden niet – zoals de zielen vaak menen – geschonken om de betreffende ziel een genoegen te doen, doch zijn steeds de voorbode van een opdracht die volgt en die meestal gepaard gaat met bijzondere belastingen. Dergelijke genaden hebben derhalve steeds te maken met versterking, nieuwe kracht die spoedig zeer noodzakelijk blijkt. Wanneer God, respectievelijk Maria, naar een ziel toe iets buitengewoons doet, volgen zonder uitzondering opdrachten die meestal niet publiek bekend worden gemaakt en die de mystieke ziel helemaal niet zou volhouden zonder dergelijke buitengewone ervaringen.

Lieve zus, wanneer U Maria in alles heel dicht wil benaderen, vraagt U Haar dan dagelijks in de eerste plaats om een groeiend vermogen om Liefde te geven en ook om Liefde aan te nemen. Dat is ware levenskunst. Omdat het hier om iets waarlijk Hemels gaat, hebt U de hulp van de Meesteres van alle zielen nodig: Zij is de Gevolmachtigde van God, Die ertoe geroepen is om de heiligheid in de ziel te helpen ontsluiten, opdat de ziel de ware navolging van Christus met de voltooiing van haar Verlossing zou kunnen aanvatten. Maria is de Gouden Weg naar vervolmaking. Schenkt U nooit geloof aan stemmen die trachten, U van het tegendeel te overtuigen. Aan dergelijke stemmen is er in deze tijd een overvloed, precies omdat het geloof in de ware verhevenheid van de Moeder Gods de plannen en werken van de duivel zo machtig doorkruist en onze wereld en talloze zielen in vele opzichten de volheid van Gods Licht niet meer kunnen, respectievelijk niet willen verdragen. Verloochent U nooit het buitengewone geschenk dat God de zielen via de Meesteres van alle zielen geeft. De tijd zal uitwijzen dat diegenen, die het aangedurfd hebben om in deze Waarheid te geloven, het beste deel hebben gekozen. Ik sluit U graag in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 409
Zin en zegen van de Vastentijd – Christus kan niet in de ziel binnentreden zonder Zijn beste vriend mee te brengen: het Kruis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ja, de Vastentijd is weer aangebroken. De tijd van het loskomen van alles wat de ziel aan wereldse ballast in zich kan dragen, tijd om het hart te zuiveren van alles wat het beklemt.... De tijd van de Hoop in de aanblik van het verlossende Kruis. In principe is de Vastentijd een prachtige tijd. Niet alleen valt hij samen met de ontluikende lente, ook in de spirituele zin is de Vastentijd een periode die, indien men deze in de diepte van de ziel juist en ontsloten in zich opneemt, de ziel volledig met het wezen van de lijdende Eeuwige Liefde kan laten versmelten. Welk onovertroffen gevoel bloeit op in het hart wanneer het in deze gesteldheid de Goede Week begroet.

De Vastentijd moet de ziel dichter tot God en tot haar eigen wezenskern brengen. U weet hoe Jezus de zielen eraan herinnert dat de ingang tot het Paradijs een zeer kleine deur is. Men kan er niet doorheen zolang men reist met veel bagage. Men moet de volle rugzak afleggen om door de kleine deuropening te gaan. Welnu, deze bagage bestaat uit alle wereldse gehechtheden, gewoonten, gepieker, herinneringen, zintuiglijke indrukken, zorgen en angsten en wereldse belangen. De Vastentijd is een uitnodiging om zich van alles te bevrijden door te trachten, slechts datgene te behouden wat de ziel innerlijk versterkt, voedt en haar met het Goddelijke in verbinding kan brengen.

Het Goddelijke bevindt zich niet slechts buiten, ergens onbestemd, maar eveneens diep in de ziel. De ziel moet daarom steeds weer met zichzelf, met haar eigenlijke wezenskern – de kiem van de heiligheid – in verbinding trachten te treden. De Vastentijd nodigt de ziel daartoe uit. Verzaking moet niet worden beschouwd als iets dat de ziel armer maakt, wel integendeel, want in een tuin bloeien de bloemen vaak veel weelderiger nadat het onkruid is verwijderd. Aanvankelijk ziet de tuin er hierdoor 'leger' uit, maar al snel volgt de wedergeboorte. Zo is het ook in de ziel, op voorwaarde dat de ziel het onkruid als dusdanig herkent en zij ertoe bereid is, zich ervan te ontledigen, het om zo te zeggen in Gods schoot terug te leggen. Dit laatste doet de ziel door, bijvoorbeeld, de ballast van datgene wat uit haar verleden steeds weer haar gedachten beheerst, aan Maria toe te wijden. De ziel kan alle beklemmende elementen van haar verleden als onkruid aan de brandende liefdesoven van het Hart van de Hemelse Meesteres toevertrouwen en Maria erom smeken dat Zij het hart en de geest van dit alles door het Vuur van de Liefde zou louteren. Waar de Liefde de voltooiing nadert, wordt al het wereldse, met inbegrip van het eigen verleden en alle zorgen, volledig onbelangrijk, want de Ware Liefde is een oven die het wereldse verbrandt en het Hemelse voortbrengt.

Het lijden hoort er nu eenmaal bij. In de mate waarin men de beproevingen beschouwt door ogen die de Ware Hoop en de Ware Liefde koesteren, kan de ziel leren, het leven met andere ogen te beschouwen en ook in de donkere uren te weten dat de zon niet dood is. Zoals elke ziel op deze wereld elke dag verscheidene uren doorheen de duisternis van de nacht moet gaan en met zekerheid kan weten dat de morgen volgt, zo moet elke ziel ook in het spirituele leven altijd weten dat de emotionele duisternis slechts zo lang zal duren als door de Goddelijke Voorzienigheid voor haar spiritueel welzijn nuttig of noodzakelijk wordt beschikt. Nadien volgt met zekerheid de zonsopgang van de lentedag. Komt deze zonsopgang in dit leven, of pas nadien wanneer wij in de toestand van het niet-stoffelijke opnieuw zijn geboren? Niemand kan dit zeggen, maar hoe het ook zij, de ziel kan zich geen grotere verdiensten verwerven dan door te geloven dat het verloop van haar leven, hoe dit er ook mag uitzien, precies in overeenstemming is met Gods Plan, dat slechts het allerhoogste, Eeuwige Geluk voor de ziel beoogt.

De Vastentijd gaat met de meest diverse vormen van lijden gepaard, maar zo moet het ook zijn. Waarlijk christen-zijn betekent het koesteren van een diepgeworteld verlangen naar eenheid met Christus. Christus kan in de ziel niet binnentreden zonder zijn beste virend mee te brengen: het Kruis. Houdt de ziel van deze vriend, dan houdt zij ook van Christus Zelf en houdt Christus van haar. Houdt de ziel niet van deze vriend, dan bezorgt zij Christus leed. Wij mogen nooit vergeten dat Jezus net zo innig met het Kruis is vergroeid als Zijn Goddelijke natuur met Zijn hoedanigheid als mens is vergroeid. Geen enkele macht kan hen scheiden. Zo zou het ook in elke ziel moeten zijn, die zich christen noemt: Ieder van ons zou geen grotere Liefde mogen koesteren dan deze tot het Kruis. Achter het Kruis ligt de verheerlijking in de Verrijzenis. De grond waarop de schaduw van het Kruis valt, wordt geheiligd. Draagt de ziel haar kruis met Liefde, dan leidt zij haar leven in de schaduw van het Kruis en ondertekent zij met haar bloed en haar tranen het contract van de Eeuwige Gelukzaligheid. Jezus is tot geen ander doel gestorven dan dat wij zouden leven.

De Vastentijd moet elke ziel eraan herinneren dat zij de kiem van het Ware Leven in zich draagt, maar dat deze kiem lucht nodig heeft om te ademen opdat hij zou kunnen groeien en bloeien, terwijl de lucht hem wordt ontnomen door al onze gehechtheden. De ziel moet tijdens deze tijd van het jaar in zichzelf ruimte maken opdat God plaats zou vinden om Zijn geschenken van het Ware Leven te zaaien. Tussen de distels zal Hij het zaad van Goddelijk Leven niet zaaien, omdat Hij weet hoe snel de distels zich voeden met elke bekoring, elke ondeugd en elke zonde. God zoekt uitnodigende plaatsjes in de ziel waar hij de bloesems van Zijn bloemen kan voorbereiden. De Koningsdochter Maria, de Meesteres van alle zielen, heeft Hij als Tuinierster aangesteld.

Zoals de tuinier elke vierkante centimeter van de bodem onder zijn hoedz kent, kent de Meesteres elke ziel en alle componenten waaruit de ziel is samengesteld. Levert U zich aan Haar over en vraagt U Haar dat Zij in U de juiste gesteldheid moge ontsluiten om van deze Vastentijd een tijd te maken van echte ontmoetingen met het Goddelijke in U. Schenkt U Uw hart aan Maria. Zij zal het in Zich onderdompelen en het genezen van vele dingen die U nu nog belasten. Zodra dit hart dat Maria in Haar handen heeft gehouden, in U klopt, zullen de kruisen voor U tot een uitnodiging worden om restloos in Gods Hart op te gaan.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 410
Is God soms ontevreden met een ziel?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Uw brief heb ik zo-even pas kunnen lezen. Met toelating van de Hemelse Meesteres wil ik U onverwijld antwoorden, want ik zou het niet over mijn hart krijgen om U in deze hartenpijn te laten.

Aan de woorden die U 'van Boven' zijn verkondigd, mag U in geen geval geloof schenken, want zij zijn niet in overeenstemming met Gods Waarheid en zijn niet tot U gekomen uit de Bron van Gods Geest.

De Moeder Gods zou hebben gezegd dat Zij over U heel bedroefd is, en dat U zelf zou weten waarom...

De Moeder Gods en Jezus zijn wel degelijk met U tevreden. Hebt U gezondigd? Wie kan zeggen dat hij/zij dit niet heeft gedaan? Wat U echter eveneens hebt gedaan: U hebt zich helemaal aan de Hemel weggegeven. Ik verzeker U, en dit is de volle waarheid zoals deze mij door onze Meesteres en Koningin wordt toevertrouwd, dat God Uw hart oordeelt volgens datgene wat U voor Hem wil doen, dag na dag. U gaat naar Hem toe, de weg is met stenen bezaaid en steil, en geregeld struikelt U. Oordeelt Hij U op grond van het aantal seconden gedurende dewelke U op de grond ligt? Neen, Hij oordeelt U op grond van de gevallen in dewelke U zich opnieuw opricht en Uw weg naar Hem verderzet. Voor elke meter die U op de weg naar Hem aflegt, komt Hij U tien meter tegemoet, omdat het Hem pijn doet dat U zich met elke val bezeert.

God is Liefde, en Hij oordeelt volgens de Liefde die de ziel opbrengt: Liefde tot Hem, Liefde tot al haar medeschepselen, Liefde tot de Werken en Plannen van God. Ongeacht het aantal malen dat een ziel op haar levensweg ten val komt, zolang zij volkomen op God geöriënteerd blijft en al haar wederwaardigheden voor Hem lijdt en deze in het bewustzijn en het besef van haar zwakheid telkens weer aan Hem toewijdt, leeft de ziel in de Ware Liefde en worden haar valpartijen haar vergeven. De hoofdzaak is, dat de ziel vast besloten blijft om tegen elke bekoring te strijden en elke zonde te herkennen als een overtreding tegen de Liefde.

Kan God met een ziel ontevreden zijn? Dat kan Hij zeker, wanneer deze ziel zich van Zijn Wet van de Liefde afkeert. Elke inspanning die een ziel opbrengt met de bedoeling, God te dienen, en die zij opbrengt terwijl zij rekening houdt met de kennis die haar door de Koningin des Hemels is overgebracht, wordt de ziel door God als heilzaam aangerekend. God veroordeelt geen ziel op grond van heilzame daden, want precies deze brengen de verwezenlijking van Zijn Heilsplan stap voor stap dichterbij.

Zalig de zielen die ondanks de felste tegenwind onverschrokken de Waarheid blijven verkondigen, ook al struikelen zij nu en dan. Een ziel zou slechts nooit kunnen struikelen indien God haar op elke meter op haar levensweg zo totaal zou dragen, dat haar voeten nooit de grond raken. Daar echter een levensweg die niet met de eigen benen wordt afgelegd, geen verdiensten opbrengt, zou de ziel dan met lege handen blijven staan. God heeft de ziel te zeer lief om dit toe te laten. Derhalve laat Hij ons onze weg afleggen met onze eigen benen; bij voorkeur aan de hand van de Koningin des Hemels, maar de voeten bewegen, moeten wij in elk geval zelf doen. Struikelen zullen wij dus vanzelfsprekend nu en dan. Men kan echter ook struikelen en vallen zonder de Liefde uit het hart te laten wegvluchten, en precies op grond van die Liefde oordeelt de Grote Rechter ons.

Bezoekt U overigens in elk geval verder de heilige Mis. Of de priester helemaal met God in het reine is of niet, is zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. U kunt desnoods dit alles aan de Moeder van de heilige Eucharistie aanbieden als offers, dergelijke toewijdingen zijn voor de zuivering van onze Kerk zeer belangrijk.

Lieve broeder, er wordt tegenwoordig ongelooflijk veel geschreven en verkondigd dat NIET in overeenstemming is met Gods Waarheid. De duivel heeft zich de eed gezworen, zodanig veel verwarring en misleiding te zaaien dat nauwelijks nog Waar Geloof onder de zielen over zou blijven. In deze fase bevinden wij ons momenteel. De echte Waarheid willen velen niet meer als Waarheid erkennen, omdat inspanningen en beproevingen nodig zijn om de Waarheid te volgen en in het eigen leven toe te passen. De kortste weg is voor velen derhalve deze van de verkettering tegen datgene wat werkelijk van Boven komt. Zolang wij dat kruis aannemen, bereiden wij daardoor de kruisiging van de duivel en al zijn werken voor. Hij mag dan in deze tijd nog velen vinden die zich door zijn waanzin laten misleiden, maar de dag komt, waarop velen zullen moeten inzien dat de Waarheid die zij om uiteenlopende redenen niet willen aanvaarden, daadwerkelijk de Waarheid is.

Tegen deze achtergrond, lieve broeder, wil ik U er graag op ondubbelzinnige wijze toe aanmoedigen om U niet uit het veld te laten slaan. Gelooft U in het Vuur dat in Uw hart brandt, niet in de rook die de duivel als een gordijn omheen de zielen tracht te vormen. Hij heeft U willen wegleiden van Uw voornemen om de Meesteres nog vuriger te dienen. Dat tracht hij voortdurend te doen met ieder die vast besloten is om onwankelbaar te kiezen voor de Waarheid en tegen de valse beloften van alle misleiding. Dat is ons lot, maar ook onze grootste schat na deze strijd, zolang wij handelen naar de Waarheid die ons in de Wetenschap van het Goddelijk Leven in de ziel wordt gebrand.

Ik wens U een nieuwe zonsopgang in het hart, waarin U de schoonheid van Gods Liefde en de kleurenpracht van de Ware Hoop zult herkennen.

In de verrukkelijke Liefde van de Meesteres van alle zielen, en tot Haar dienst,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 411
Omgang met pijn en ziekten in de spirituele zin – Het vermogen om te lijden is één van de grootste geschenken die God voor de mensen heeft bereid

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw vragen met betrekking tot pijn en ziekten in de spirituele zin leven waarschijnlijk in de geest van veel zielen. Welke visie koestert nu de Hemel in verband met de omgang met lichamelijk lijden?

Het hele Verlossingsmysterie is gebaseerd op het lichamelijk lijden. De engelen lijden niet, zij leven in een verheerlijkte toestand. Het lijden was oorspronkelijk ook voor de mensen niet voorzien. Het lijden is pas door de erfzonde in de wereld gekomen. Hoe vreemd het ook moge klinken, het vermogen om te lijden is eigenlijk het eerste grote geschenk dat God voor de zielen heeft bereid. God schenkt de ziel het vermogen om te lijden (lichamelijk, emotioneel, geestelijk) als middel om de genade van de genezing van het litteken van de erfzonde vrij te kopen en zowel de eigen ziel alsook de mensheid als geheel tot de staat van heiligheid terug te leiden. Het behoorde tot de algemene onderrichting van God jegens de mensheid, dit proces te kunnen voltooien door Zijn Zoon als God-Mens naar ons toe te sturen om het voorbeeld voor te leven. De Hemel vindt het lijden dus absoluut noodzakelijk.

Niet lijden op zich werkt verlossend, doch uitsluitend toegewijd lijden. Toegewijd lijden is lijden dat protestloos wordt aanvaard, liefdevol wordt gedragen en in totale overgave wordt opgeofferd. Het is U intussen bekend dat de weg die Gods voorkeur geniet, deze is die via Maria loopt. De ziel die al haar lijden protestloos aanvaardt, liefdevol beleeft en in diepe overgave aan de voeten van Maria neerlegt (toewijding), draagt een verlossende vrucht in zich. Niet-toegewijd lijden is als leeg zaad dat slechts bestaat uit het omhulsel zonder de kiem, waardoor het geen vruchten kan opleveren.

Betekent dit dat het God onverschillig laat dat wij lijden? Niet in het minst. Geen enkel lijden dat wordt aanvaard, liefdevol gedragen en toegewijd, wordt zonder ondersteunende genaden gedragen. Deze ondersteuning wordt niet noodzakelijk op het lichamelijke vlak zichtbaar. Zeer vaak voltrekt het zich op het niveau van het spirituele leven, grotendeels in het verborgene, maar absoluut werkzaam op de hoogste niveaus van ons wezen. Wanneer het moeilijk wordt, is het niet gemakkelijk, te geloven dat men desondanks ondersteund wordt. Nochtans is dit altijd het geval. God weet hoe noodzakelijk het leed is om Zijn Heilsplan te kunnen voltooien, want zeer veel zaad uit toegewijd lijden wordt door bedreven zonden en begane ondeugden weggeroofd, zodat zeer veel leed noodzakelijk blijft.

Zoals de staat van genade van de mensheid er nu uitziet, kan het leed van de wereld – behalve door een machtige tussenkomst vanwege de Goddelijke Barmhartigheid – slechts een einde kennen wanneer steeds méér zielen heiliger en heiliger worden.

Precies dat is het hoofddoel van Maria’s roeping als Meesteres van alle zielen: De zielen op grond van totale toewijding aan Haar naar de voltooiing van hun heiliging te leiden, zodat de zielen zouden kunnen terugkeren tot de staat van heiligheid die vóór de erfzonde voor de mensheid was bereid.

Moet men bij lichamelijk lijden zo vlug mogelijk een dokter consulteren? Absoluut niet. Op de mens rust evenwel de plicht, zijn lichaam te verzorgen en erover te waken, maar er moet eveneens een gezond evenwicht met het lijden worden gevonden. Het is spiritueel onvruchtbaar wanneer de mens bij elke gewaarwording van pijn onmiddellijk een arts consulteert. Het is evenmin noodzakelijk, zoals U het formuleert, 'te weten wat precies in het lichaam gebeurt'. De mens is ertoe geneigd, steeds precies te willen weten welke naam zijn lichamelijke gesteldheid heeft gekregen: 'Wat scheelt mij eigenlijk?' Nochtans is dit volledig onbelangrijk. Werkelijk beleefde totale toewijding betekent volledige aanvaarding. Wanneer het lichaam lijdt, moet de ziel het zich tot gewoonte maken, het lijden aan Maria toe te wijden en te trachten, het beste ervan te maken. Wanneer de lichamelijke gesteldheid haar te zeer verhindert om haar verplichtingen te kunnen nakomen (vooral ook de spirituele verplichtingen), dan mag zij wel degelijk haar toevlucht nemen tot een ondersteuning, maar in dat geval geeft de Hemel zonder meer de voorkeur aan natuurlijke hulpmiddelen. Het is vanzelfsprekend, ook van de Hemel uit, niet verboden om doktershulp in te roepen, maar het komt erop aan, eveneens de eigen bereidheid om te lijden geleidelijk te oefenen, omdat dit zeer vruchtbaar kan worden voor de spirituele ontwikkeling, en het in de ziel het vermogen om onvoorwaardelijk en onzelfzuchtig lief te hebben, in zeer hoge mate tot ontwikkeling kan brengen.

Een diagnose is eigenlijk niet belangrijk. Sedert jaren zegt de Moeder Gods tot mij dat ik niet moet nadenken over wat in mijn lichaam omgaat, bij om het even wat ik voel. Zij zegt heel eenvoudig: "Beschouw elk ogenblik met alles wat het je kan brengen, als de vervulling van mijn Wil. Draag alles voor Mij, in overgave en zonder je vragen te stellen. Alles heeft een diepe zin". Er moet overigens worden gezegd dat mystiek lijden zich zelfs aan elke diagnose onttrekt: Het is onberekenbaar, zo onvoorspelbaar en zo onbestendig dat geen dokter er wijs zou uit worden. Mocht men zich in die context (bij lijden van spirituele aard) daarover vragen stellen, dan zou men constant met het lichaam bezig zijn en zou men onuitsprekelijk veel tijd verspillen met piekeren. De Meesteres heeft mij door dit voorschrift, nu bijna veertien jaar geleden, reeds een grote les geleerd. Ik deel deze graag aan U mede opdat zij ook Uw leven zou mogen veranderen.

De Hemel verlangt ononderbroken vurig naar elk offer, elk toegewijd lijden, om het even hoe groot of hoe klein. Zou het geen goed voornemen zijn om ons allen samen, in deze Vastentijd, erin te oefenen om zelfs het geringste ongemak (een beetje honger, een beetje dorst, vermoeidheid, slapeloosheid, om het even wat ons lichamelijk welbevinden negatief beïnvloedt) aan de voeten van de Meesteres neer te leggen met de woorden: "Aan U schenk ik dit ongemak, uit Liefde tot God en tot Zijn Heilsplan. Moge het mij reinigen en mijn leven vruchtbaar maken voor het geluk van alle schepselen".

Lijden is een zegen. Wij moeten het doorstaan, enkele uren, dagen, weken, soms verscheidene jaren lang. Tezelfdertijd echter zaait het lijden zaad voor de Eeuwige Gelukzaligheid, waarvan de duur zich zelfs niet in miljarden eeuwen laat becijferen. Laten wij ons erin oefenen, elk ongemak te beschouwen als het levensprincipe van een roos, en ons deze roos voor te stellen als de vertegenwoordigster van een oneindige tijd van Gelukzaligheid, want 'eeuwig' betekent oneindig, en in de oneindigheid zou, om zo te zeggen, elke minuut eindeloos zijn. Onuitsprekelijk mysterie, even onbegrijpelijk als het wezen van de Gelukzaligheid zelf, omdat alles van Goddelijke oorsprong is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 412
Over het wezen van Maria’s Ketting van Licht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zussen en broeders in Jezus en Maria,

Ik verheug mij zeer over de vraag naar het wezen van Maria’s Ketting van Licht, omdat deze vraag de kern raakt van datgene wat God met de verkondiging van de Moeder Gods als Meesteres van alle zielen beoogt.

Wat bedoelt Maria met de 'Ketting van Licht'? De Koningin des Hemels liet dit prachtige begrip in mijn hart geboren worden in de lente van het jaar 2002, doch begon pas na de aanvang van Haar Openbaringen in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen tegen het einde van 2005 dit begrip op een meer systematische wijze te gebruiken. Niettemin maakte Zij mij reeds in 2003 op ondubbelzinnige wijze deelachtig aan Haar verlangen in dit verband:

Onze wereld heeft zich met het aanzwellen van de zondigheid der zielen en de ophoping der zonden, van dewelke bovendien zeer vele nooit worden gebiecht, in een oord van duisternis veranderd. Elke oprecht biddende en liefhebbende ziel is als een lichtpunt in deze duisternis. Naarmate het aantal oprecht biddende en liefhebbende zielen toeneemt, en steeds méér zielen zich heiligen, worden – figuurlijk gesproken – op steeds méér plaatsen op deze wereld lichtpunten aangestoken, die men van de Hemel uit als het ware zou kunnen waarnemen als een aaneenschakeling van lichtjes, alsof doorheen de duisternis een Ketting van Licht zou lopen.

Het Licht dat van een biddende en liefhebbende ziel uitgaat, is niet zichtbaar voor de ogen van het lichaam, doch wel voor de ogen van de ziel. De ziel is door God zo geschapen en uitgerust dat zij gevoelig is voor de tekenen van Gods Tegenwoordigheid in een medeschepsel. Wanneer iemand ons liefdevol toelacht, brengt dit in ons een innerlijke Vrede tot stand, een gevoel dat kracht geeft, dat ons enkele ogenblikken lang de duisternis van het leven helpt vergeten. Dit komt doordat onze ziel dan enkele ogenblikken lang een vrucht van Gods werking heeft gevoeld.

De ziel verlangt naar de tekenen van Gods nabijheid, omdat de Schepper in het centrum van de ziel, in de zogenaamde 'kiem van de heiligheid' (zoals de Meesteres van alle zielen de diepe kern van de ziel noemt), iets heeft ingebouwd dat vergelijkbaar zou zijn met een ijzeren balletje. Dit balletje voelt zich aangetrokken tot die oppermachtige magneet die God is. Elke ziel in dewelke de Ware Liefde zich ontwikkelt, wordt door deze reuzemagneet geladen, en wel met een steeds sterker wordende stroom, zodat zij de 'magnetische werking' van God in toenemende mate in zich draagt. Haar medezielen voelen dit, en wel des te sterker naarmate zij spiritueel gevoeliger zijn, respectievelijk naarmate zij ook zelf actief Gods Tegenwoordigheid in hun leven zoeken. Er wordt dan gezegd dat een dergelijke ziel 'een bijzondere uitstraling' bezit.

Hoe wordt een ziel door dit Goddelijk magnetisme opgeladen? In principe kan men stellen: door elke akt van haar wil, door dewelke zij Gods werking in zich vruchtbaar laat worden. Een dergelijke akt van de wil is het vrijwillig gebed. Door oprecht, vurig, liefdevol gebed opent de ziel zich voor haar Schepper, respectievelijk voor de Brug tussen haar Schepper en elke ziel: Maria. De ziel ontsluit haar hart en verlangt ernaar dat God, respectievelijk Jezus, of Maria, in haar hart zou binnentreden, het hart met de ware Hemelse Liefde zou vervullen, en aan de ziel de ware innerlijke Vrede zou overbrengen, die de nabijheid en het werken van God verraadt.

Wanneer God daadwerkelijk Zijn zaad in een ziel kan uitstrooien omdat de ziel oprecht naar het werken van God in haar heeft verlangd, wordt de ziel innerlijk gezuiverd en gesterkt, van veel duistere ballast bevrijd en met totaal nieuwe inzichten verrijkt. Zij ziet de wereld geleidelijk aan met nieuwe ogen, herkent de ware aard van haar eigen wezen, herkent eveneens de diepe zin van veel dingen en gebeurtenissen, en weet geleidelijk aan enigszins 'te denken en te voelen zoals God Zelf'. Al deze ervaringen kunnen worden bestempeld als 'de ervaring van het Licht'.

Naarmate de ziel het Ware Licht méér in zich laat stralen, herkent zij zichzelf tegen de achtergrond van het grote geheel dat 'de Schepping' is: Zij herkent haar eigen wezen, haar zwakheden, haar kleinheid, haar ware behoeften, haar innerlijk verlangen naar de enige ware Bestemming bij God, zij herkent de deugden en de heiligheid als de enige bronnen van het Ware Geluk in het leven, kortom: Zij herkent haar rol binnen Gods Heilsplan en de diepere zin van alle dingen, en als eindresultaat herkent zij doorheen dit alles de betoverende schoonheid van God en van Zijn Plannen en Werken als enige Bronnen van het Ware Leven (het Goddelijk Leven). Dit alles is de ervaring van het Licht, of de ervaring van Gods Tegenwoordigheid en werking als Bron van het Licht.

De ziel kan het Licht in zich slechts aansteken door naar de enige Lichtbron (God) te verlangen en deze in zich te koesteren als de enige Bron van de ware rijkdom. Naarmate zij deze rijkdom zoekt te vermeerderen, zal zij zich méér zodanig gedragen dat God haar Zijn nabijheid en Zijn werking daadwerkelijk duidelijk laat merken. De ziel staat dan op het punt om zich te heiligen.

'Zich heiligen' betekent: zich zo gedragen dat men door zijn bijdrage aan Liefde, door zijn hele doen en laten en door de innerlijke gesteldheden van het hart 'Heil' voortbrengt: De ziel brengt Heil voort wanneer zij door alles wat in haar omgaat en door alles wat van haar uitgaat, Gods Werken kan bevorderen. Zij is dan bezig, zich te 'heiligen' Hoe heiliger de ziel, des te méér Heil stroomt uit haar wezen en haar werken, en des te groter wordt haar vermogen om haar medeschepselen in het hart en in hun diepere wezen te genezen. Via de heilige ziel werkt God onbelemmerd. Hoe heiliger de ziel, des te vlotter, dit wil zeggen met des te minder hindernissen, stromen Gods werkingen en de tekenen van Zijn Tegenwoordigheid uit haar.

Laten wij nu de mensheid als geheel beschouwen. Elke ziel is een knooppunt binnen het reusachtige netwerk van de Schepping. Hoe méér zielen het Ware Licht in zich laten groeien en daardoor derhalve stralen in Gods Tegenwoordigheid en 'in Zijn vertegenwoordiging', des te méér knooppunten lichten in dit netwerk op. Wanneer deze lichtpunten zich nu aan elkaar sluiten, reiken zij als het ware elkaar de hand, respectievelijk het hart. Er ontstaat een Ketting van Licht. Hoe kunnen zielen zich aaneensluiten tot een Ketting van Licht?

Een ziel die het Ware Licht heeft herkend, het Licht dat God is en dat als door een vlekkeloze spiegel door de onbevlekte Meesteres van alle zielen naar de zielen toe gereflecteerd wordt, zal steeds (soms onbewust) verlangen naar aanrakingspunten, naar gelijkgestemde zielen die eveneens de onovertroffen waarde van het Licht als Bron van het Ware Geluk hebben ontdekt. In het hart zal een dergelijke ziel daardoor reeds 'aansluiting vinden'. Figuurlijk uitgedrukt, zullen de lichtstralen van hun heilzaam verlangen door de satelliet die 'Maria, de Koningin des Hemels en Brug tussen God en de zielen' heet, aan gelijkgezinde zielen verder geleid worden. Zo kunnen biddende, deugdzame, oprecht liefhebbende zielen in het onzichtbare elkaar op een zuiver spiritueel niveau op een zodanige wijze aanraken, dat zij een Ketting van Licht vormen.

Een biddende ziel kan echter ook naar een voelbaar contact met gelijkgezinde zielen verlangen. Zo kunnen zich gebedsgroepen vormen. Een gebedsgroep die bestaat uit oprecht liefhebbende, vurige zielen die het Hemelse daadwerkelijk tot middelpunt van al hun ervaringen en gewaarwordingen maken, waarin de leden elkaar onderling bemoedigen en al het wereldse aan Maria toewijden en het vervolgens trachten los te laten, wordt aldus tot een ware Ketting van Licht. Wanneer deze zielen elkaar ontmoeten, lossen de wolken van de duisternis van hun respectieve ervaringen en persoonlijke zwakheden op in het gezamenlijk voortgebrachte Licht. De Ketting straalt, en de Meesteres van alle zielen kan Zich van deze Ketting bedienen om de duivel te ketenen.

Een dergelijke Ketting van Licht maakt het Maria mogelijk om Haar van God gekregen opdracht te vervullen, die er, zoals bekend, uit bestaat dat Zij in de individuele zielen de voltooiing (dit wil zeggen: de ontsluiting) van de Verlossingswerken van Christus moet brengen. De Hemelse Meesteres heeft beloofd, de duivel en zijn gevolg voor Haar op de knieën te dwingen in het uur waarin de volheid van de Tijd is gekomen om de grondvesting van Gods Rijk op aarde te voltooien. Zij wil deze overwinning door het benutten van een Ketting van Licht waarborgen, die samengesteld moet zijn uit zich oprecht heiligende zielen. Zo heeft God het beschikt, daartoe heeft Hij Haar de macht gegeven, en daartoe heeft Jezus op het Kruis de dood van alle vruchten der duisternis ingeleid. De Meesteres van alle zielen heeft de macht gekregen om deze dood van de duisternis in de individuele zielen te bezegelen. Dit bezegelingsproces is in wezen niets anders dan de opstanding van het Licht in de ziel, uit het door de Eeuwige Vader in de ziel uitgestrooide en door Christus in haar ontsloten zaad.

Daarom roept de Meesteres van alle zielen op tot de grondvesting van een Ketting van Licht, en in deze zin heeft dit Apostolaat een rol als spreekbuis van deze Hemelse verlangens te vervullen. Laten wij even beschouwen hoezeer de oproep tot vorming van een Ketting van Licht samenvalt met de vier kenmerken van het Maria Domina Animarum Werk: De Meesteres van alle zielen bestempelt dit Werk als "Mijn Apostolaat van de Laatste Tijden, het Apostolaat van de Ware Liefde, de Ware Hoop, de bemoediging en de volheid van de Waarheid".

Een ziel wordt tot een stralend Licht door:

  • de Ware Liefde in zich tot bloei te brengen en deze Liefde om zich heen te verspreiden, vooral door alle deugden met volharding in de praktijk te brengen. De Liefde is – zoals de Meesteres het uitdrukt – de stam van de boom des Levens aan dewelke alle deugden groeien als takken, die allemaal door de stam worden gevoed, en als dragers van:
    • bloesems: tekenen van de lente in het zielenleven, beloften van een rijpende heiligheid;
    • vruchten: tekenen van de zomer in het zielenleven, door dewelke de medeschepselen die met deze ziel in contact komen, worden gevoed;
    • bladeren: tekenen van geborgenheid, Vrede en bescherming, die van deze ziel uitgaan naar haar medeschepselen.
  • de Ware Hoop te koesteren en om zich heen te verspreiden. De Ware Hoop is de gesteldheid door dewelke de ziel alles in het leven zo weet te beschouwen, als zou het reeds door God ten beste zijn benut. De waarachtig hopende ziel begrijpt in voldoende mate de diepe zin van de duisternis als component van Gods Heilsplan en kan vanuit dit besef zo leven, als zouden de beproevingen van het leven reeds overwonnen zijn. Deze ziel kijkt steeds in de richting van de zon, zodat de schaduwen steeds achter haar liggen – zij vindt deze dus nooit vóór zich.
  • een vruchtbaar kanaal van bemoediging te worden. Het leven in de wereld is vol duisternis. Elke ziel ervaart daardoor een reuzegrote behoefte aan lichtpunten. Eén van de vruchtbaarste lichtpunten is een ziel die moed geeft: Zij is een ladder via dewelke de bedroefde of futloze ziel uit een donkere put kruipt om opnieuw de zon te begroeten. De ziel die haar lijdende medeziel bemoedigt, is een hand die een uitgevallen motor opnieuw aanzwengelt, hem als het ware 'opnieuw bezielt', hem opnieuw in staat stelt om binnen Gods Plan datgene te doen waartoe hij geroepen is. De bemoedigde ziel is in de ware zin van het woord een werktuig van God dat Zijn Heilsplan dichter bij zijn vervulling brengt doordat het andere zielen in staat stelt om hun levensopdracht met volharding te volbrengen in plaats van deze voortijdig op te geven.
  • de volheid van de Waarheid in zich in te bouwen en deze te verspreiden. Het is in principe elke ziel gegeven om de Waarheid te leren kennen. Uiteindelijk is het de vrije wil die de maat bepaalt waarin de ziel voor Gods Waarheid ontsloten wordt. Door innig beleefde totale toewijding aan Maria kan de ziel voor zichzelf de onuitputtelijke schatten van Gods Waarheid ontsluiten. Deze ziel die Gods Waarheid tracht te verspreiden, draagt daardoor bij tot de ontsluiting van andere zielen voor het Ware Licht.

De ziel die de vier elementen van dit Apostolaat in zich tot rijping brengt, wordt een stralend Licht. Waar dergelijke zielen zich aan elkaar sluiten, wordt een Ketting van Licht gevormd. Het grote verlangen van de Meesteres van alle zielen bestaat hieruit, dat deze Ketting van Licht zo intens mogelijk zou worden versterkt en verlengd, zo onbreekbaar wordt als roestvrij staal, en aldus dienstbaar zou worden voor de vervulling van de laatste opdracht van Maria: Via een Ketting van Licht die de hele wereld omspant, wil de Meesteres van alle zielen de duivel en zijn gevolg laten boeien. Het Verlossingsmysterie zal in de zielen voltooid zijn wanneer de heiligheid van zeer veel zielen in een gemeenschappelijke inspanning, toewijding en overgave werkt als een Ketting van Licht die de duisternis boeit en haar uitlevert aan de voeten van de Koningin des Hemels, opdat Zij als Meesteres en Vertegenwoordigster van alle zielen:

  • aan de duisternis moge kunnen tonen dat zij niet slechts door God doch – in overeenstemming met Gods Wil – door de bruiloft tussen de zielen en God definitief is overwonnen. Laten wij daarbij overwegen:
    • De Ketting van Licht zal als het ware de ring van deze Hemelse bruiloft zijn;
    • De bruiloft zal gesloten zijn door het Lijden en de Kruisdood van Christus, en
    • De bruiloft zal voltrokken zijn door de totale toewijding van zielen aan de Koningin des Hemels en de daaruit voortkomende werken.
  • aan God moge kunnen tonen dat de zielen zich hebben laten omvormen naar de staat van heiligheid toe doordat zij Zijn Wil hebben erkend en aangenomen als hun eigen wil. De erkenning en aanvaarding van de Goddelijke Wil door de mensheid is het ultieme teken dat de duisternis wordt overwonnen en dat de mensenziel zich uit de invloeden van de duivel losmaakt.
  • aan de zielen moge kunnen tonen dat God Zijn Belofte van de overwinning van het Licht is nagekomen. Een Goddelijke Belofte is in wezen een Goddelijk Decreet dat met zekerheid wordt vervuld, op Gods Tijd. Gods Tijd kan door de zielen worden beïnvloed, daar God niets opdringt, doch verlangt naar de vervulling van Zijn Wetten in samenwerking met de zielen.

Maria’s Ketting van Licht kan een gouden sleutel tot het ontsluiten van de oneindige schatkamer van de Goddelijke Genaden worden. Tot dit doel is zij immers in het leven geroepen. Daarom wil ik U van harte aanmoedigen om Uw gebedsbijeenkomsten nooit op te geven en deze in het hart voor te bereiden door het Licht van de Hemelse Meesteres in Uw hart af te smeken.

Wanneer Christus de zon is, stelt Maria de stralen voor, via dewelke het zonlicht alles aanraakt. Het is HAAR hand die alle zielen wil zalven, hen de Ware Liefde, de Ware Hoop, de onwankelbare bemoediging en de volheid van de Waarheid wil bereiden.

Volgt U Haar, en wordt U allen spiegels van Maria, want Zij, Die door God is gemaakt tot Schatkamer der Belofte, kan de Christus in U allen laten verrijzen. Vergeet U nooit: Een leven in de schaduw van het Kruis is een leven in de volheid van het Licht. Wanneer deze lichten zich aan elkaar schakelen, wordt de schaduw van het Kruis breder. Onder die schaduw kan een werk van de satan niet meer gedijen.

Houd U zich deze gedachte voor ogen telkens U samenkomt. Uw bijeenkomsten brengen een Licht voort dat door geen oog wordt gezien, doch dat door de Meesteres van alle zielen in Haar reuzenketting wordt ingebouwd.

Hebt U elkaar onderling onvoorwaardelijk lief, want de Liefde bepaalt de stroomsterkte die de gebedslichten moet voeden. Geen grotere vreugde kunt U Maria bereiden dan deze, de jonge Kerk van Christus, tot dewelke Zij als mens op aarde ooit behoorde, nieuw leven in te blazen, in de gebedsgroep. De Ketting van Licht moet groeien, zij moet steeds langer worden en zij moet in elke schakel alsook in alle contactpunten tussen de schakels sterker en sterker worden. Zo heeft de Eeuwige Liefde het beschikt, en daartoe is ieder van U geroepen.

Ik ben in mijn hart bij U bij elke bijeenkomst, want waar de Meesteres Haar vreugde vindt, wil ook de dienares zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 413
Over beproevingen op de weg van de geestelijke roeping – Maria als Reisleidster van de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank dat U Uw ervaring vóór Maria neerlegt en Haar om advies vraagt, want een situatie zoals deze, welke U hebt beleefd, komt heel vaak voor. Hoewel U in een relatie van heel bijzondere Liefde leeft, in dewelke U zich totaal aan de Hemel zou willen weggeven, heeft het oogcontact met een jonge dame U helemaal uit het veld geslagen en Uw gedachten dagenlang bezig gehouden. Waarom laat God zoiets toe?

God heeft zo Zijn manier om ons aan te sporen om boven onszelf uit te groeien. De volmaaktheid van de ziel wordt immers slechts bereikt doordat de ziel haar eigen 'knooppunten' leert herkennen en deze vervolgens leert overwinnen. Daarom de beproevingen, de confrontaties met situaties die ons vóór de spiegel van onze zwakheden plaatsen. Oefening baart kunst, soldaat wordt men pas aan het front, een wedstrijd wint men pas na veel oefening en zelfvervolmaking, enzovoort... In dergelijke situaties wordt de ziel dan voor de keuze gesteld: Kiest zij voor de 'dingen van Boven' of voor de 'dingen van hier beneden'?

In Gods ogen is het eigenlijk heldhaftig wanneer een mens voor de eeuwige dingen kiest, omdat het sedert de erfzonde nu eenmaal in de menselijke natuur ligt, eerst de wereldse zaken, de bevrediging van de lichamelijke en materiële behoeften na te streven, en deze laatstgenoemde behoeften als hoogste goed te evalueren. Hoe intenser en veelvuldiger de beproevingen, des te verder kan de ziel boven zichzelf uit groeien. Precies om deze reden zou geen enkele ziel er ooit zwaar mogen aan tillen wanneer zij veel stenen op haar weg aantreft, wel integendeel. Zoals ik altijd reeds heb moeten schrijven: Elke beproeving is een teken van Gods Liefde. De kunst bestaat voor de ziel slechts hierin, dat zij zich niet door de stenen op de weg zou laten beheersen, respectievelijk dat zij zich niet door deze stenen zou laten terneer slaan of ontmoedigen.

Als 'beproeving' gelden niet slechts de ervaringen die iemand meteen beklemmen of bedreigen, doch in het algemeen deze, welke iemand uit haar evenwicht brengt, want concreet betekent deze ervaring eigenlijk dat de ziel in de kern van haar wezen wordt geraakt, dat zij wordt opgevorderd tot een bepaalde aanpassing, hetzij inwendig hetzij in haar gedrag naar buiten toe. Om de zaak nog wat aanschouwelijker te maken, zou ik erop kunnen wijzen dat de beproevingen op het niveau van het zielenleven vergelijkbaar zijn met datgene, wat op het niveau van het geestelijke, lichamelijke of emotionele leven wordt aangeduid als 'stress'. Stress is immers alles wat van een organisme een bepaalde aanpassing vraagt. Welnu, beproevingen doen precies hetzelfde op het niveau van het zielenleven. Zei de Meesteres van alle zielen niet reeds dat de ziel precies de grootste verdiensten verwerft waar zij zich moet aanpassen aan de snel wisselende situaties en zij deze aanpassingen volbrengt in volle deugdzaamheid?

Dit moge aantonen waarom precies de beproevingen geschenken van God zijn. Nu en dan bevindt de ziel zich in een situatie in dewelke zij zichzelf niet meer herkent, respectievelijk in dewelke zij wordt geconfronteerd met een component van haar innerlijk leven, die haar helemaal niet bekend was of van dewelke zij dacht dat zij er reeds lange tijd van verlost was. Zij is op deze plotse situatie niet voorbereid, en reageert derhalve vanuit de diepten van haar wezen op basis van datgene wat in haar omgaat en op het fundament aan spirituele ontwikkeling dat zij tot op dat ogenblik heeft opgebouwd. Overigens zal zij in een gelijkaardige situatie een jaar, een week of zelfs één enkele dag later niet noodzakelijk meer reageren zoals zij dit de eerste maal heeft gedaan, precies omdat de ziel zich onophoudelijk verder ontwikkelt.

Dergelijke gebeurtenissen, situaties en ontmoetingen voorziet God met de bedoeling dat de ziel zich zou oefenen in de deugdzaamheid en haar eigen zwakheden zou leren herkennen.

In die woelige dagen bad U dat, indien het Gods Wil was dat U de betreffende dame zou weerzien, Hij dit zo zou mogen organiseren. Het gebeurde ook daadwerkelijk, doch de aantrekkingskracht leek weg te zijn. Welke zin heeft dit alles?

Dit is heel opmerkelijk en veelzeggend: Het is gebeurd, dus moet God het ergens hebben gewild. Bijgevolg beoogt Hij daar iets mee. Laten wij ons nu voor ogen houden dat God in principe alles op dit ene doel richt: de groei van de ziel, haar heiliging, derhalve het overwinnen van bepaalde hindernissen op haar weg naar vervolmaking. Bij alles wat op onze levensweg gebeurt, moeten wij ons, met het oog op de vruchtbaarheid van onze reactie, meteen de vraag stellen, wat reactie A, respectievelijk reactie B of reactie C, enzovoort, de zielen die op welke wijze dan ook aan het gebeuren deel hebben, zou opleveren. Reeds de strategie die ik zou kunnen bestempelen als strategie van het heilzame handelen, kan gelden als reisgids op onze levensweg. Deze strategie kan verhinderen dat de ziel prikkels zou najagen die in wezen leeg zijn, die dus noch het Heil van haar eigen zielenleven noch het Heil van andere bij het gebeuren betrokken zielen kunnen bevorderen.

Ziet U de bijzondere zin van dit geval? God heeft een bijzondere bedoeling met U, doch laat toe dat er als het ware plots een heel andere zender tussenkomt, zodat Gods radiosignalen tijdelijk onduidelijk ontvangen worden en bijna automatisch naar de achtergrond worden verwezen, juist omdat dit 'andere gebeuren' zich zoals een wolk vóór het Goddelijk Licht weet te schuiven, zodat de ziel eerder de wolk dan de zon ziet.

Wanneer de ziel op een bijzondere wijze met Gods Werken te maken krijgt, zal zij vaak precies in die zin worden beproefd, dat zij in een conflict tussen de niet met de zintuigen waarneembare innerlijke stem en de zintuiglijke prikkels verzeild raakt. Deze laatstgenoemden prikkels spelen dan om zo te zeggen een machtsspel met de ziel. De duivel versterkt de ervaring van een dergelijke situatie vaak veelvuldig omdat hij weet dat de ziel vaak gemakkelijk kiest voor de wereldse, materiële, lichamelijke prikkels. In wezen betreft het hier dus een strijd tussen spirituele roeping en vergankelijke behoeften, tussen Licht en duisternis. Voor de ziel zijn dergelijke situaties ook zoals een oefenterrein op hetwelk zij haar ware innerlijke gesteldheid kan leren inschatten. Deze situaties zijn als het ware de proefwerken aan de hand van dewelke de ziel haar rijpheid op het gebied van de Wetenschap van het Goddelijk Leven kan uittesten.

Zou U zelf nog contact met de betreffende dame opnemen?

Dit zou neerkomen op handelen op eigen initiatief, dus niet meer op 'zich door Gods leiding laten besturen'. Hier ligt een belangrijke sleutel tot vervolmaking: de beheersing van de neiging om dingen op eigen initiatief aan te pakken zonder dat het hart absoluut zeker is dat het in overeenstemming zou zijn met het Plan van God om zelf het initiatief te nemen. Soms is de verleiding groot om zich uit de onwetendheid over het belang van een situatie te bevrijden door zelf de spontane ontwikkelingen een stap vóór te willen zijn. Het is voor de ziel nuttig om zich de vraag te stellen of de ziel hier niet in werkelijkheid wordt geleid door een bekoring, omdat 'iets diep in haar' in het verborgene naar iets verlangt dat nochtans niets positiefs aan de ziel kan beloven.

De ziel komt noch met een reisgids noch met een gebruiksaanwijzing op de wereld, die haar telkens weer de enige mogelijke richting zouden tonen. Zij beschikt echter over een innerlijk kompas dat haar gevoelig maakt voor de inspiraties van de Heilige Geest. Dit innerlijk kompas zit in veel zielen onder het stof vanwege de ontelbare invloeden van de wereld. De weg voor een tijdige en grondige reiniging van het innerlijk kompas is U intussen bekend: het heet toewijding aan Maria.

De Moeder Gods is wel degelijk de Reisgids, de levende 'gebruiksaanwijzing' op de levensweg van de ziel. De ziel krijgt Haar niet vanaf haar geboorte 'ingebouwd', zij moet als het ware smeken om Haar te mogen bekomen, uit vrije wil en uit vrije keuze. Dit betekent: Maria is absoluut voor elke ziel ten volle aanwezig, doch dringt Zich niet op, de ziel moet zich aan Haar overgeven, weggeven, om Haar machtige ondersteuning ook daadwerkelijk in zich te kunnen voelen. Zij is de Spiegel van het Licht, in dewelke de ziel zowel zichzelf als de situaties van het leven kan leren herkennen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 414
Over de illusie van het wereldse geluk

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik heb Uw intentie aan de voeten van Maria neergelegd. Ik begrijp U trouwens zeer goed. Wij allen die slechts voor de Hemelse dingen willen leven, zitten in hetzelfde schuitje. Ja, diegenen die zich niet om God bekommeren, lijken het beter te hebben dan wij. Zij lijken zich al het denkbare te kunnen veroorloven, maar weet U, de schijn bedriegt. Het hangt er immers helemaal vanaf, wat de ziel van het leven verwacht, respectievelijk eruit wil halen. Zij die het qua wereldse zaken goed hebben, hebben immers hun loon reeds ontvangen, en U weet: Werelds loon eindigt precies op het ogenblik waarop het aardse leven eindigt.

Deze zielen staan dan met lege handen, om zo te zeggen 'naakt', voor hun Goddelijke Rechter, want in de voorkamer van het Goddelijk Gerecht wordt elke ziel 'ontkleed' van wereldse dingen, en staat dan vóór God met één enkel kleed aan: dat van de verdiensten die zij in haar aardse leven heeft verzameld. Wij zouden het ons derhalve zo kunnen voorstellen, dat wij door elke deugdzame handeling, elke deugdzame gedachte, elk deugdzaam gevoel, elk deugdzaam verlangen, elke onthechting van bevrediging van een wereldse behoefte en elke succesrijke akt van verzet tegen een bekoring het kleed weven, dat wij vóór de Goddelijke Rechter zullen dragen. De zielen die zich in hun aardse leven slechts, of hoofdzakelijk, weggeven aan de dingen der wereld, staan als het ware ongekleed vóór hun Schepper. Zij gaan totaal verarmd het Eeuwige Leven binnen. Laten wij deze zielen dus in geen geval benijden, laten wij veeleer bidden opdat zij tijdig het Ware Licht mogen vinden en mogen beseffen dat de bevrediging van wereldse behoeften hen geen Eeuwig Geluk zal opleveren.

Wanneer de ziel van haar aardse leven slechts wereldse dingen verwacht, zal zij al haar inspanningen richten op de verwerving van wereldse goederen en zal zij haar hele bevrediging en haar hele geluk slechts afmeten aan datgene, wat zij uit het wereldse weet te halen. Hier kan de waarlijk concreet beleefde – dit wil zeggen: waarlijk in de praktijk gebrachte – totale toewijding aan Maria een definitieve ommekeer brengen: Zodra de ziel uit de fontein van de Liefde in het Hart van de Koningin des Hemels heeft gedronken, ziet zij de wereld en de waarden van het aardse leven door heel andere ogen. Zij is dan als het ware aangestoken door de wijze waarop Maria Zelf de wereld en het leven beschouwde, en hecht nauwelijks nog waarde aan de bevrediging van wereldse behoeften boven de mate van het werkelijk noodzakelijke.

Lieve zus, staart U zich toch niet blind op de levenswijze en het uiterlijk schijnbaar zichtbare geluk van mensen in Uw omgeving. Alleen God weet wat deze mensen mogelijk in hun ziel met zich meedragen. Gaat U er gerust met zekerheid vanuit dat veel mensen die ogenschijnlijk geheel onbezorgd door het leven gaan, in Waarheid méér te vrezen hebben dan U, die niet weet waar morgen het dagelijks brood vandaan moet komen. Wie waarlijk rotsvast op Gods werking vertrouwt, wordt niet in de steek gelaten, want zei niet Jezus reeds dat wie zich bekommert om het Rijk Gods, al het andere erbij krijgt? Alleen: De beproevingen horen erbij, omdat zij de ziel haar verdiensten moeten opleveren en de ziel slechts in de beproevingen kan tonen hoe oprecht haar relatie tot God werkelijk is. Slechts de kruisdragende ziel kan bewijzen dat zij ertoe bereid is om de berg Golgotha tot op de top te beklimmen, niet alleen omdat zij nu eenmaal niet anders kan, doch uit Liefde tot God en tot de hele Schepping. Slechts in de beproevingen kan de ziel groeien in de Liefde, in de Hoop en in het Geloof, en uiteindelijk zijn het vooral deze deugden die de ziel de heiliging brengen.

De ziel laat zich gemakkelijk door uiterlijke schijn misleiden. Dit komt doordat de mens vaak blind blijft voor de waarnemingen die zich aan de zintuigen onttrekken. Naarmate de ziel zich spiritueel ontwikkelt, wordt zij ook gevoeliger voor datgene wat niet waarneembaar is via de 'normale' weg. Op het niveau van het zielenleven herkent de ziel de leegte van het stoffelijke, de oneindige nietigheid van het stoffelijke in vergelijking met de dingen van de eeuwigheid, en vindt zij gemakkelijker de kracht van de zekerheid dat zij ook in het stoffelijke zonder meer de ondersteuning van Gods Voorzienigheid zal ervaren. Precies doordat de ziel in die gesteldheid zich veel méér openstelt voor de werking van Gods Genade, stromen ook deze Genaden daadwerkelijk in haar leven binnen.

Lieve zus, U zult er komen, en alles waarnaar U verlangt, zult U krijgen volgens de mate waarin Gods Wijsheid dit voor U als nuttig beschouwt. Wanneer iets niet komt, weest U er zich dan van bewust dat God niets van U heeft weggenomen, doch U integendeel een veel groter geschenk voor de Eeuwigheid heeft bereid, waar alles duizend maal waardevoller, mooier en verrukkelijker is dan hier in ons tranendal. Onzichtbare handen zullen U doorheen de dagen dragen. Wat de eenzaamheid betreft: Ooit vroeg een ziel mij of ik 'ook soms eenzaam ben'. In Waarheid zeg ik U: Waarlijk eenzaam kan geen enkele ziel zijn, die zich helemaal aan Maria heeft weggegeven, want zij draagt de Moeder Gods in zich. Wanneer de ziel zich eenzaam voelt, is dit een uitnodiging vanwege de Hemel aan de ziel om zich nog dieper in God te begraven. Eenzaamheid is vaak in principe een 'van wereldse contacten gescheiden zijn', respectievelijk de gewaarwording van een dergelijke scheiding. Volgens de mate waarin de ziel werkelijk gelooft en werkelijk liefheeft, worden haar gevoelens niet meer door wereldse contacten bepaald en gericht, doch door de ervaring van Gods nabijheid in haar leven.

Laten wij samen, U en ik, bidden tot Maria om de genaden van deze nieuwe gewaarwordingen in Uw leven. U zult een Geluk vinden dat zich op een oneindig veel hoger niveau beweegt dan datgene wat U nu nog meent te ontberen. Kijkt U eens naar de lentebloesems: Waar deze er vandaag nog niet zijn, zullen zij er morgen reeds zijn. Vandaag mist U hen, morgen verrukken zij U. Deze bloesems zelf liggen slechts in Gods hand, en zij volgen blind Zijn Wet. U bent waar U moet zijn. Volbrengt U de opdracht die God U heeft toevertrouwd, en raakt U dan andere levende wezens in het hart aan. Dit tracht Maria, de onverwelkbare Hemelse Bloesem, in elke ziel te doen. Hebt U vertrouwen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 415
De antwoordbrieven als woorden van Maria aan alle zielen – de Meesteres van alle zielen als Spiegel van de volmaakte Liefde – over de zelfkennis en de nevel van het kwaad

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U ondanks alles wat U hebt beleefd en ervaren, nog aan Myriam vasthoudt, want in werkelijkheid vertrouwen zielen niet op mij maar op de Koningin des Hemels Zelf, of juist niet. Helaas verzet de wereld zich soms zeer hevig tegen alles wat de Hemel de mensheid uit zuivere Liefde wil geven. Hoeft het ons te verwonderen dat de wereld zucht en beeft van ellende, wanneer de zielen Gods Liefde – de essentie van het Ware Leven – en Zijn eeuwig onveranderlijke Waarheid niet meer aanvaarden?

Uw probleem, pas vast te kunnen geloven in wat U in brieven leest wanneer deze woorden aan U persoonlijk zijn geschreven, heeft te maken met het feit dat iets in U niet durft aannemen dat de Meesteres tot U persoonlijk zou spreken. Weet U, precies dit is het wonderbare in de antwoordbrieven: Een brief wordt door een individuele ziel vóór de Hemelse Meesteres en Moeder gebracht, en Zij laat mij antwoorden ten gunste van alle zielen. Indien dit niet het geval ware, zouden deze brieven geen prachtig kanaal van verkondiging en onderrichting zijn. Moge elke ziel zich toch zonder meer voorstellen dat in deze antwoordbrieven de Koningin des Hemels spreekt tot ieder individu dat bereid is om in een gesteldheid van goede wil deze woorden in zich op te nemen. Maria is voor alle zielen tezelfdertijd Meesteres, Gids en Moeder:

  • als Meesteres wil Zij in de ziel elke component van duisternis beheersen en alle doen en laten ten volle op Gods Wetten, Werken en Plannen richten;
  • als Gids wil Zij de ziel naar het Ware Licht navigeren en haar doorheen de stormen der beproevingen sturen; en
  • als Moeder wil Zij de ziel (in de deugdzaamheid en de heiliging) opvoeden en haar in alle wederwaardigheden van het leven behoeden.

De Meesteres van alle zielen is als Kroon van de Schepping 'alles in één'. Men moet zich Haar niet voorstellen als een genadeloze Heerseres op een troon, doch als de Spiegel van de absoluut volmaakte Liefde, die slechts vreesaanjagend is voor de elementen der duisternis, en steeds klaar is om elke ziel zonder uitzondering onder te dompelen in de zee der Genade. De Meesteres laat mij de antwoordbrieven zo schrijven, dat deze tezelfdertijd gericht zijn op de auteur van de oorspronkelijk brief én op alle zielen in het algemeen. Daar ligt precies het wonder. Precies om deze reden is elke gepubliceerde antwoordbrief zoals een bron van vertroosting en bemoediging voor elke ziel en zoals een Wegwijzer op elke levensweg.

Met betrekking tot lectuur geldt voor mij nog steeds de regel, dat ik slechts datgene mag lezen waartoe de Meesteres van alle zielen mij persoonlijk Haar toelating geeft. De reden is U reeds van vroeger bekend: Zij wil mij onttrekken aan elke mogelijke beïnvloeding. Wat zielen mij nu en dan willen laten bezorgen, mag soms nog zo juist en goed zijn, de Koningin des Hemels, en Zij alleen, beslist erover, of het ook past binnen mijn leven en binnen datgene wat Zij aan mij wil voltrekken. Ook om deze reden mag ik mij niet verzetten tegen deze Hemelse beslissing. Weet U, de weg van de mystiek is een weg van onophoudelijke vorming en verdieping. Om deze reden moet het werktuig zich levenslang aan bepaalde regels onderwerpen, opdat het niet op zekere dag onwerkzaam zou worden voor de Werken die de Hemel via het werktuig wil volbrengen.

Vertrouwt U rotsvast: Onze wereld moge nog zo chaotisch zijn, onze omgeving nog zo vol duisternis en verblinding, de Geest Gods houdt nooit op, in de harten te fluisteren. Wanneer de ziel telkens weer tot inkeer komt en tracht, zich zo vaak mogelijk aan de drukte van de wereld en diens eindeloze, ontzielde, volkomen lege invloeden te onttrekken, zal zij steeds minder door die drukte en steeds méér door Gods gefluister beïnvloed en gevormd worden. Wij lijden allen onder de talloze uitingen van de duisternis in onze omgeving. Met het verstand kunnen wij daar nauwelijks iets tegen doen, want het is uiterst moeilijk om een ziel die geen zelfkennis bezit en voor zichzelf verblind is, te laten inzien dat zij niet op de juiste weg aan het reizen is. Hier helpen slechts bidden en hopen dat de ziel zelf tot inzicht moge komen in wat met haar aan de hand is.

Weet U, dat maakt de duivel zo sterk: Hij ontwikkelt rondom de ziel een nevel, die hij via elke bekoring aan dewelke de ziel toegeeft, dikker en dikker kan laten worden. Daardoor loopt de ziel die onvoldoende waakzaam is en die aan de influisteringen van de duivel gevolg geeft, spoedig rond in een zodanig dichte nevel dat zij de zon (Gods Licht) niet meer ziet en de warmte van deze zon (elke uiting van Ware Liefde) niet meer voelt. Deze nevel lost dan slechts op in de mate waarin de ziel van binnenuit naar het Licht en de Ware Liefde verlangt. Dan ontwikkelt zij om zo te zeggen een innerlijke zon, die door de alomvattende zon uit Gods Hart wordt gevoed en dan de nevel begint op te lossen, zodat de ziel geleidelijk aan zichzelf herkent zoals zij werkelijk is, omdat zij alles stap voor stap in het juiste Licht begint te zien.

Geen groter geschenk kan men zijn medemens én zichzelf bereiden dan dit, dat men dagelijks bidt om het Licht van de zelfkennis, zowel voor zichzelf als voor alle medemensen. Gebrek aan zelfkennis heeft reeds veel ellende en talloze leugens in de wereld gebracht, omdat de ziel die gebrek heeft aan zelfkennis zichzelf, haar handelen en haar relaties tot haar medemensen niet meer ziet zoals deze werkelijk zijn. Deze ziel is niet meer in staat om de dingen in hun juiste perspectief te zien, en verspreidt dan gemakkelijk onvervroren leugens. Zo schieten gemakkelijk verkeerde visies over de medemens wortel, zodat soms veel zielen de medemens voortaan heel anders (gewoonlijk negatiever) beschouwen. De duivel bedient zich buitengewoon graag van dit wapen.

Lieve zus, ik wens U heel veel moed. Ademt U met elke ademtocht de Vrede van Christus in, en stoot U bij het uitademen rustig elke verontrustende gedachte uit. In werkelijkheid zult U daarbij Gods Liefde in zich opnemen. Vergelijkt U zich rustig met een bloem die het zonlicht opdrinkt en zich in de avonddeemstering voor de naderende duisternis sluit. Moge mijn gebed voor U als een straaltje van de lentezon zijn, die een zo rustig en vredig gevoel kan geven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 416
Een model voor diep beleefde totale toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief, die door een samenloop van ongewone omstandigheden enige tijd lang onbeantwoord is gebleven. Welnu, onze Meesteres moet gewild hebben dat hij op de golven van Gods Voorzienigheid opnieuw onder mijn aandacht is gekomen, omdat Zij nu, op dit ogenblik, in dit verband iets wil zeggen. Dat verheugt mij.

Het is waarlijk wonderbaar hoe een werkzaamheid een heel bijzondere zin krijgt wanneer men deze benadert tegen de achtergrond van welbepaalde voorstellingen. U kunt zich nauwelijks voorstellen hoezeer de Hemelse Meesteres zich verheugt over het perspectief vanuit hetwelk U het werk in de tuin bekijkt. Tuinwerk kan tot fundament voor een prachtige toewijding worden wanneer de ziel dit werk beschouwt als:

  • een veredeling van de planten (= deugden) in zielentuinen;
  • een verwijderen van het onkruid van ondeugden uit zielentuinen;
  • een zuivering van het terrein in voorbereiding op het bezoek vanwege de Koningin des Hemels.

Daarbij worden alle handelingen voortdurend aan Maria toegewijd ("ik doe dit slechts voor U, mijn Meesteres"). Hebt U gemerkt hoe de lasten van het werk daarbij lichter worden, hoeveel sneller de tijd voorbij gaat, en welke bijkomende stoot in de rug U daarbij ervaart? Prachtig, het is hierbij daadwerkelijk alsof men alles in de voelbare Tegenwoordigheid van de Koningin des Hemels volbrengt, alsof Zij Zich werkelijk ergens op het terrein bevindt en Zij op elk gegeven ogenblik het werk zou kunnen 'inspecteren' en daarbij de werkbodem en de bodem van het hart van de tuinarbeider met Haar Hemelse aanraking zou kunnen heiligen. Precies een dergelijke ingesteldheid, lieve broeder, heeft de Koningin des Hemels tot uitdrukking laten brengen in het prachtige toewijdingsmanifest De Tempel van Maria.

Het verrukkelijke van Uw uiteenzetting komt helemaal tot zijn recht in Uw uitspraak, dat voor U de enige motivatie voor het tuinwerk in de volgende verzuchting ligt: "Aan de voeten van Maria te mogen liggen, Haar in alle eeuwigheid de voeten te mogen kussen", en dat U niet wordt gemotiveerd door de verwachting van enig werelds loon. Over deze visie is de Meesteres van alle zielen precies zo verrukt omdat zij het absolute middelpunt van elke totale toewijding aan Maria tot uiting brengt.

De toewijding aan Maria wordt volmaakt wanneer de toegewijde niets meer van de wereld verwacht (omdat hij zich ten volle bewust is van de relativiteit en de vergankelijkheid van al het wereldse), doch uitsluitend voor Maria leeft, in al zijn handelingen, in al zijn denken, voelen en verlangen. God Zelf heeft immers in deze Laatste Tijden uiterst belangrijke functies voorzien voor de Moeder Gods, en voor de mensenziel is het zich restloos aan Haar weggeven een uitmuntende weg die haar doorheen een gouden poort naar de bekroning van haar Verlossing (namelijk de volledige ontsluiting ervan) en de voltooiing van haar heiliging kan voeren. De mate waarin dit daadwerkelijk gebeurt, wordt bepaald door de mate waarin de ziel haar vrije wil aan de voeten van de Koningin des Hemels neerlegt, opdat Zij over deze wil moge beschikken. Daar zien wij dus dit afstand-doen-van werelds loon en het zich-richten-op de Hemelse dingen.

Maria is Diegene, via Wie zich volgens een Goddelijk Plan de voltooiing van veel Goddelijke Werken zal voltrekken. De ziel die zich volkomen aan Haar overgeeft, wordt daardoor opgenomen in het middelpunt van de voltrekking van die Werken. In duidelijke bewoordingen gesteld:

De ziel wijdt zich totaal aan Maria toe, dit wil zeggen: Zij belooft Maria dat al haar handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, verlangens, bestrevingen, alledaagse belevenissen, pijnen, leed, gewaarwordingen, ervaringen, lasten, vermoeidheden, ziekten, onrust, onzekerheden, zorgen, angsten, vreugden, herinneringen, enzovoort enzovoort, door Maria actief in Gods Heilsplan worden ingebouwd. Doordat de ziel alles vrijwillig in de handen van Maria legt, krijgt alles zijn volle waarde in vereniging met het Lijden en de beproevingen van de Christus. Het hele Verlossingsmysterie is ten slotte gebaseerd op de protestloos en liefdevol aanvaarde en bewust en vrijwillig toegewijde beproevingen en elementen van leed van zielen, waarbij deze toegewijde beproevingen en elementen van leed om zo te zeggen aan het verlossende Lijden van de God-Mens worden toegevoegd. Wanneer dit gebeurt door de handen van Maria, worden deze beproevingen en offers van de toegewijde zielen bijkomend bekleed met de absoluut volmaakte Liefde van de Koningin des Hemels, waardoor zij veredeld worden.

Elke ziel is uitsluitend op de wereld om haar eigen heiliging na te streven en om haar persoonlijke bijdrage tot de voltooiing (ontsluiting) van Gods Werken op aarde te leveren. Het tweede gedeelte van deze levensopdracht veronderstelt derhalve dat de ziel elk detail van haar werking als mens zinvol moet maken. Niet zinvol is elke handeling, elk lijden, enzovoort, die/dat door de ziel niet wordt toegewijd, niet zonder protest wordt aanvaard en niet met Liefde wordt volbracht of gedragen. Zinvol wordt alles door protestloze aanvaarding, liefdevol volbrengen en vrijwillige toewijding, bij voorkeur aan Maria, omdat Zij door God aan de zielen is gegeven als Middelares. Zij wordt bovendien in deze tijd aan de zielen gegeven als Meesteres, Lerares, Leidster en Gids naar de heiligheid. Tot dat doel heeft Zij de volheid van de Wijsheid en een onbeperkte omvormende macht gekregen: Zij onderricht zielen, leidt hen, en Zij kan hen van binnenuit volledig omvormen (als het ware 'herscheppen'). Het resultaat is: Wanneer de ziel elk detail van haar leven aan de voeten van Maria neerlegt, wordt haar hele leven op de zinvolst mogelijke wijze in Gods Werken opgenomen en levert de ziel derhalve de voor haar persoonlijk grootst mogelijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Werken.

De Meesteres kent de ziel door en door. Dit betekent dat Zij uit de ziel het allerbeste naar boven kan halen, dat deze ook maar kan opbrengen. Elke zwakheid in de ziel zal Zij trachten te verbeteren, elk sterk punt zal Zij trachten te zuiveren en nog verder te versterken. Toewijding aan Maria, indien deze helemaal juist en voluit wordt beleefd, verandert in de ziel eenvoudig alles in zuiver goud. Kleine opmerking terloops: Goud geldt als kleur van de heiligheid. Totale toewijding aan Maria kan de ziel veranderen in een heilige ziel.

Wanneer U nu schrijft dat U slechts vanuit dit motief (toewijding van alle lasten – werklasten en alle andere – aan Maria) Uw hele levenssituatie kunt dragen en verdragen in Liefde, drukt U precies datgene uit, dat de ziel voelbaar aan de toewijding aan Maria heeft. In het verborgene heeft de ziel er onbeschrijflijk veel aan, want de gewetensvol beleefde toewijding aan Maria verheft de ziel op elk niveau van haar wezen. Voelbaar wordt de toewijding vooral in dit opzicht, dat indien de ziel een waarlijk vast Geloof opbrengt, zij haar omgeving, haar leven en zichzelf volkomen anders leert beschouwen en er een snel groeiende innerlijke Vrede uit kan putten.

Zolang de ziel alles in haar leven op de wereldse wijze beschouwt, zij van het leven slechts wereldse dingen verwacht, en slechts ontvankelijk of gevoelig is voor de invloeden vanuit de wereld, zal zij nauwelijks de Ware Vrede vinden. Een geslaagde, diep beleefde toewijding aan Maria brengt in de ziel een wedergeboorte tot stand. Veel spanningen worden losgelaten, vertrouwen en Geloof nemen toe, en de ziel krijgt een veel betere greep op veel dingen, precies omdat alles nu een diepe zin krijgt. De eerste vereiste om dit wonder te kunnen beleven, is het vermogen van de ziel om de barrière te overwinnen die het zichtbare van het niet-zichtbare scheidt. Het is niet vanzelfsprekend om zich over te geven aan een Wezen dat men (gewoonlijk) noch kan zien noch kan horen, en bovendien nog te geloven (ja, intuïtief te weten) dat dit Wezen inderdaad het hele leven kan en zal veranderen.

Tweede vereiste is het vermogen om te verzaken aan zichzelf, aan de eigen behoeften en aan de eigen wil. Elk mensenleven IS uiteindelijk een leven in dienst aan Gods Werken en Plannen. Eerst moet de ziel dit kunnen en willen geloven, ten tweede moet zij dit Geloof in de praktijk van het dagelijks leven omzetten. Voor de moderne mens in een leefomgeving die luid schreeuwt dat de mens en zijn kennis alles beheersen en dat God een dwaallicht is, een spookbeeld uit lang vervlogen tijden, is het iets buitengewoon groots om de toewijding aan Maria zo intensief in het dagelijks leven te kunnen beleven als U het doet. U maakt de Koningin des Hemels daarmee zeer gelukkig.

Lieve broeder, de totale, in het dagelijks leven zeer diep beleefde toewijding aan Maria is zoals een verborgen schat die letterlijk het hele leven kan veranderen. Deze schatkist is in principe voor elke ziel toegankelijk. Zolang de ziel zich overwegend richt op wereldse verlangens, op werelds denken en leven, zal deze schatkist zich onder een laag aarde verbergen. De aardkluiten zijn daarbij symbolisch voor al het wereldse. De vrijwillige omschakeling van een ziel in de richting van vergeestelijking, dit wil dus zeggen in de richting van een verzaking aan wereldse gewoonten en invloeden, kan worden vergeleken met het wegscheppen van deze aardkluiten, zodat de schatkist méér en méér bloot en grijpbaar komt te liggen. Zodra de ziel zich in verregaande mate heeft bevrijd van deze aardkuiten, wordt zij gevoelig en ontvankelijk voor de ware toewijding aan Maria.

De ware toewijding aan Maria, dit wil zeggen deze welke niet eindigt met het louter uitspreken van een toewijdingsgebed doch een dergelijk gebed slechts als beginpunt heeft en daarna in de praktijk van het dagelijks leven steeds breder en dieper wordt uitgebouwd, kan slechts worden volgehouden, op haar juiste waarde worden geschat en naar behoren worden toegepast door de ziel die niet veel belang meer hecht aan het wereldse niveau van het leven. Laten wij naar Jezus kijken: Hij had niet veel op met de wereldse dingen van het leven. Maria Zelf leefde zoals een abdij: Contacten met de zielen kregen hun vorm helemaal volgens een bovenwerelds model opdat zij volkomen Gods Werken zouden kunnen dienen, al het andere werd als onvruchtbaar beschouwd en daarom door Haar zo omgebogen dat het hoe dan ook werd doordrongen van een adem van spiritueel denken. Het resultaat: De vruchtbaarheid van het aardse leven van Jezus en Maria voor Gods Heilsplan en Gods Werken was absoluut volmaakt. Laten wij ons dit voor ogen houden in het bewustzijn dat de waarde van het aardse leven in Gods ogen afhangt van de vruchtbaarheid ervan voor Zijn Heilsplan en Zijn Werken.

Lieve broeder, bedenkt U bij het tuinwerk voortdurend: Onze ziel is een tuin. Het paradijs dat Gods Rijk op aarde zal zijn, zal uiteindelijk bestaan uit veel zielentuinen. De ontplooiing van de schoonheid en vruchtbaarheid van elke zielentuin bepaalt het tijdstip waarop dit paradijs voltooid zal zijn. Welnu, biedt U het hele werk aan de Meesteres aan als 'werk in de zielentuinen'. Verwijdert U uit de bodem stenen, beschouwt U dit dan gerust als de gehechtheden ten aanzien van het verleden, die zielen zo vaak in hun ban houden. Wiedt U onkruid, beschouwt U dit gerust als het verwijderen van ondeugden en werken van de duisternis uit zielen, enzovoort. Weest U ervan overtuigd dat de Meesteres met deze toewijding daadwerkelijk het Hare in zielen doet, omdat U deze toewijding niet als inhoudsloze woorden uitspreekt, doch als liefdevolle geschenken die ontspringen uit een diep verlangen naar het bevorderen van Gods Werken: vanuit een levensinstelling, want echte toewijding aan Maria is een levensinstelling.

Toewijding aan Maria, wanneer deze diep wordt beleefd en toegepast, vervult de ziel tot in haar verste uithoeken en haar diepste kamertjes. Deze levensinstelling maakt het de ziel mogelijk om in een ware overvloeiing van gedachten, gevoelens en zielsgesteldheden met de Koningin des Hemels te leven. In de ware toewijding aan Maria voelt de ziel om zo te zeggen het Hart van de Meesteres in zich kloppen, en kan zij deze nabijheid zo onmiskenbaar voelen, dat zij zich nooit meer werkelijk eenzaam voelt. De ziel, wanneer zij alleen is, denkt dan niet meer, zij spreekt in al haar gedachten met Maria.

Wordt de ziel bovendien gedreven door het enige verlangen – zoals Uzelf schrijft – 'aan de voeten van Maria te mogen liggen en voor de eeuwigheid Haar voeten te mogen kussen', dan verheerlijkt zij in alles voortdurend God in Zijn Meesterwerk, de absolute bekroning van Zijn Werken, Zijn Koningsdochter.

Slechts de ziel die ooit werkelijk heeft verlangd naar de Tegenwoordigheid van Maria, kan deze verrukking begrijpen en beseffen dat in dit geschenk van de totale toewijding aan de Meesteres van alle zielen God de volheid van Zijn Liefde en van Zijn heerlijkheden heeft verborgen, opdat deze mogen worden gevonden door diegenen die hebben begrepen dat het genot van de rijpe vrucht niet hierin ligt, dat men de vrucht bekijkt, doch hierin, dat men de vrucht in zich opneemt.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 417
Heeft een embryo pijn bij zwangerschapsonderbreking?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw heel bijzondere vraag. Heeft een embryo pijn bij zwangerschapsonderbreking (abortus)? De Moeder Gods wil de zielen met betrekking tot dit thema op het volgende wijzen:

Op grond van biologische en medische kennis wordt gemakkelijk aangenomen dat in een organisme waarin het zenuwstelsel niet volledig volgroeid is, geen pijn optreedt of kan optreden. Er moet echter met klem worden op gewezen dat het erop aankomt, vanuit welke kijk op de werkelijkheid men deze vraag benadert. Beschouwt men het leven als een louter biologisch proces en als een wisselwerking tussen biologische structuren en deelsystemen, dan zal men beslissingen nemen die bij een louter materieel levensbeeld zinvol zijn. Maar... wij mogen nooit vergeten dat het leven veel meer is dan een aaneenschakeling van biologische structuren, weefsels, cellen en stofwisselingsprocessen.

Alle leven is in essentie een kwestie van bezieling: Al het stoffelijke leeft pas en slechts wanneer het met leven is bezield, en deze kracht, die wij 'bezieling' noemen, maakt geen deel uit van de stoffelijke natuur, en staat boven al het stoffelijke. Zij is niet meetbaar, niet met de zintuigen waarneembaar, laat zich niet wetenschappelijk analyseren. Noch haar natuur, noch haar oorsprong, noch haar verloop kunnen worden aangetoond. De bezieling is nu eenmaal een kracht die God voor Zich heeft voorbehouden.

Wij mensenzielen zijn trouwens niet waardig om de natuur van de bezieling volledig te doorgronden. Wie dit niet aanvaardt, stelt zich automatisch bloot aan dwaaldenken, want noch door het analyserend verstand, noch door de zintuiglijke waarneming kan het overgrote gedeelte van de werkelijkheid worden verklaard, waartoe al het Goddelijke behoort. Ik herinner eraan dat de Koningin des Hemels reeds vaker heeft benadrukt dat de werkelijkheid zoals wij mensen deze vanuit onze zintuiglijke waarneming kennen, nog geen tien procent van de hele werkelijkheid omvat. De analyserende en rationele geest kan daar nog één en ander extra bij denken, waardoor het waarneembare nog onderling kan worden gecombineerd, en op grond waarvan nog nieuwe inzichten kunnen worden ontsloten. Nochtans blijft het zintuiglijk waarneembare deel van de hele werkelijkheid zeer beperkt. Dit weerhoudt er de wetenschap nochtans niet van, uit de waarnemingen conclusies te trekken, waarvan zij meent dat deze waterdicht zijn.

De Moeder Gods heeft op dit alles de aandacht willen vestigen, opdat het volgende precies tegen de juiste achtergrond moge kunnen worden begrepen:

Het embryo lijdt daadwerkelijk bij abortus, en in deze context laat de Moeder Gods op drie punten wijzen:

  1. De ziel die in het embryo is ingestort, ervaart bij abortus het Lijden van God Zelf vanwege het feit dat het menselijk wezen, dat volgens de Goddelijke Wetten van het groeiproces, en precies geleid volgens deze volmaakte Goddelijke Intelligentie, uit dit embryo zou moeten voortkomen, het door God voorziene leven niet mag beginnen.

    Wanneer men het Plan dat God met de mensheid heeft, beschouwt als een levensboom, moet men zich abortus voorstellen als het verhinderen van de bloei van een twijg aan Gods levensboom. Deze twijg wordt door menselijk ingrijpen verhinderd om een Goddelijke Beschikking te voltrekken. Hij levert voor Gods Heilsplan geen vruchten meer op. De levensboom bloeit minder weelderig, levert minder vruchten op, en alle ellende in de wereld wordt langer in stand gehouden. Wij mogen namelijk nooit vergeten dat elk element van Gods Heilsplan enkel en alleen tot doel heeft, de vestiging van Gods Rijk op aarde te bevorderen, en dat telkens wanneer God (de Eeuwige Wijsheid) wordt verhinderd om een element van Zijn Plan met de mensheid te volbrengen, de voltooiing van dit Plan wordt opgeschort. Welnu, elke ziel wordt in de wereld gezonden met de bedoeling, haar bijdrage tot de bespoediging van deze voltooiing te leveren.

    Laten wij dus even de consequenties voor Gods Werken op aarde bedenken wanneer jaarlijks wereldwijd tientallen miljoenen abortussen worden uitgevoerd. Wanneer een menselijk embryo wordt afgedreven, ervaart de met het embryo verbonden ziel de spirituele pijn van het 'van-de-levensboom-losgesneden-worden'. De mensenzielen zouden er goed aan doen, de invloed van dit gebeuren op het geheel van Gods Plannen en op de toestand en de levensvoorwaarden van de mensheid niet te onderschatten, want dit alles is zeer veel groter dan men denkt.

  2. In de mystiek is het fenomeen, waarbij een organisme lichamelijke ongemakken ervaart, die echter in het lichamelijk organisme zelf geen enkele bestaansreden lijken te hebben, welbekend. Dit fenomeen kan optreden bij zielen die ertoe geroepen zijn, het lichamelijk lijden van andere zielen te helpen dragen of deze te kunnen aanvoelen, opdat zij door toewijding en/of uitboeting op een vruchtbare wijze in Gods Heilsplan kunnen worden ingebouwd. In het lichaam van deze ziel met een mystieke roeping is op het moment van dit lijden niets aan de hand wat dit lijden zou kunnen verklaren. Voor haar is het echter alsof zij het lijden – dat dus buiten haar lichaam zijn oorsprong vindt – heel precies aanvoelt, zij het wel 'op het niet-stoffelijke niveau van haar wezen'. Deze verschijnselen kunnen vanalles en nog wat omvatten, onder andere gevoelens van hevige koorts terwijl de lichaamstemperatuur volledig normaal is. Pijnen kunnen zeer plots optreden en verdwijnen, alsof een onzichtbare hand hen laat verschijnen en opnieuw laat verdwijnen.

    Volgens hetzelfde principe kan een embryo waarin 'logischerwijze' geen lichamelijke pijnervaringen kunnen optreden, daadwerkelijk op het niet-stoffelijke niveau van het wezen, dit wil zeggen in de ermee verbonden ziel, tijdens het voltrekken van de abortus leed ervaren. De ziel heeft deel aan de pijn van deze ingreep, kan deze echter vanzelfsprekend niet op waarneembare wijze tot uitdrukking brengen.

  3. Het menselijk embryo wordt onmiddellijk bij de ontvangenis in het hele net van de Schepping ingebouwd. Concreet betekent dit dat het in staat is, in de ziel alles aan te voelen wat op hem afkomt. Laten wij bovendien bedenken dat het embryo een zeer innige emotionele band met de moeder heeft en alles meekrijgt, wat in de moeder omgaat. Elke gedachte, elk gevoel, elke bestreving van de moeder wordt door het embryo gevoeld. Dit betekent onder andere dat ook de emotionele, spirituele en geestelijke pijn van de moeder in het embryo overvloeien.

Om al deze redenen voelt het embryo tijdens de abortus paniek. Het verzet zich tegen de bedoeling en de daad op zich, omdat het op grond van zijn vermogen tot zuivere, nog niet door de wereld beïnvloede waarneming de gevolgen van de abortus vermoedt. Het gaat hier niet om denken, doch om aanvoelen.

Lieve zus, de Koningin des Hemels smeekt er de zielen heel vurig om, anders te leren denken en zich te ontsluiten voor een beschouwingswijze die zich niet laat leiden door de wankele denkprincipes van de wetenschap, die vandaag aantrekkelijk lijken en morgen blijken achterhaald te zijn. De zielen moeten zich voor ogen houden dat God hen nooit de absolute volheid van de kennis zal verlenen, omdat de mensenziel deze vanwege de erfzonde en de gehele zondelast niet waardig is. De kenniselementen die de Koningin des Hemels hier verleent, zijn geschenken van God die niet door het verstand kunnen worden doorgrond, doch slechts met een zuiver Geloof kunnen worden aangenomen, omdat zij op de Waarheid zijn gebaseerd. Geen wetenschappelijke methode en geen onderzoeksinstrument zullen deze kennis ooit aantoonbaar kunnen vaststellen, maar voor de ziel die vast in Gods almacht gelooft en zich ontsluit voor Gods Plannen ten gunste van de zielen, is zij de sleutel voor het openen van de deur tot het Ware Geluk, want de ziel die zich gedraagt in overeenstemming met de via mystieke weg verleende kennis, wordt in staat gesteld, beslissingen te nemen die precies met Gods Plannen in overeenstemming zijn.

Zalig de zielen die in nederigheid bereid zijn, aan te nemen dat abortus een overtreding is op de Goddelijke Wet, om het even of menselijke wetten abortus toelaatbaar verklaren of niet. Ik verwijs in dit verband graag nog naar de antwoordbrieven 214 en 306. Het is tragisch dat zoveel zielen zich in slaap laten sussen door de dwaalgedachte dat de wettelijke toelating van een goddeloos gedrag de ziel vrijspreekt. De wereldse toelating van een goddeloos gedrag kan de mens als bewoner van een land wel voor dit vergankelijke leven vrijspreken, doch niet de ziel voor Gods Wetten, die eeuwigdurende werking hebben.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle Zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 418
Over de verlegenheid – de media als kettingen voor de ziel – de ware gelovige wordt gemakkelijk verweten, fanatiek te zijn – angst als wapen van de satan – het Vuur van de Liefde in de naaste helpen ontsteken

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Tot mijn grote vreugde is het uur gekomen, waarin ik enkele antwoorden mag overbrengen in verband met datgene, wat U onlangs vóór de Meesteres van alle zielen hebt laten neerleggen.

De verlegenheid van Uw zoon heeft een reden die door velen waarschijnlijk niet wordt vermoed, en die zelfs bij tamelijk veel zielen aan de basis ligt van een schuchtere aard. Hij ervaart de wereld als beklemmend. Wanneer de ziel voldoende gevoelig is om in de wereld om zich heen de liefdeloosheid te voelen, en zij de ontvankelijkheid voor de innerlijke leiding nog niet helemaal heeft verloochend of 'uitgeschakeld' (vaak gebeurt dit alles onbewust), zal zij zich geregeld in zichzelf terugtrekken en veel contacten met de buitenwereld uit de weg gaan. Zij tracht zich daardoor te beschermen tegen datgene, wat zij aanvoelt als vijandig voor de ontplooiing op zielsniveau en voor de zuivere aanraking met Gods Tegenwoordigheid. Het merkwaardige hierbij is, dat bepaalde zielen dit gedragspatroon precies om deze reden koesteren, terwijl zij niet eens uitgesproken spiritueel leven of denken. Wij zouden het zo kunnen beschouwen, als zou Gods Geest via dit onbewuste mechanisme de ziel trachten te beschermen tegen verdere schade. Deze verlegenheid hoeft helemaal niet te worden beschouwd als een zwakheid, maar zij kan er wel voor zorgen dat de ziel binnen het wereldse dagelijks leven minder doeltreffend functioneert. Het geneesmiddel ligt hierin, dat men deze ziel omringt met begrip en Liefde, en haar op een gezonde wijze zelfvertrouwen inspireert.

Zelfvertrouwen kan men zichzelf niet aanpraten, men kan het slechts in zichzelf tot ontplooiing laten komen. De beste weg is deze van het Ware Geloof: Een ziel die werkelijk gelooft dat Jezus, respectievelijk Maria, in haar aanwezig en werkzaam is, ontwikkelt als het ware noodgedwongen een groter zelfvertrouwen. De verlegenheid is weliswaar ook gebaseerd op het besef van eigen zwakheden en tekortkomingen, maar een vast Geloof kan ervoor zorgen dat deze zich in de ziel niet meer uitwerken via onzekerheid over zichzelf. Men kan een ziel in die gesteldheid het beste helpen door haar erop te wijzen dat zij haar sterke punten heeft, en dat de reacties van de wereld in wezen heel onbelangrijk zijn zolang de ziel wordt bezield door oprecht goede bedoelingen en zij haar 'wezen als ziel' niet verloochent, dit wil zeggen: zolang zij zich, precies zoals zij is, in Gods dienst stelt. De totaal aan Maria toegewijde ziel leert normaal gesproken stap voor stap om zich deze ingesteldheid eigen te maken.

Het feit dat U steeds minder belangstelling hebt voor de media, heeft inderdaad te maken met vergeestelijking. De media zijn immers vuistdikke kettingen die de ziel in de kerker van het wereldse denken, voelen en van wereldse interesses vastketenen. Precies daarom brengen de media zoveel onrust, onvrede, angst en onzekerheid in de harten. De belangstelling voor de media versterkt in de ziel de gehechtheid tegenover de wereldse dingen, ontwikkelingen en de hele algemene atmosfeer van het leven in de wereld. De Meesteres beklemtoont sedert verscheidene jaren hoe belangrijk en noodzakelijk het is, zo weinig mogelijk aandacht aan de media te schenken zodra men zich in totale toewijding aan Haar heeft overgegeven. Belangrijk is voor de ziel niet, alles over de wereldse gebeurtenissen en ontwikkelingen te weten, doch slechts de opdrachten te vervullen naar dewelke Gods Voorzienigheid de ziel via de leiding door de Meesteres leidt.

Hoe moet een ziel reageren wanneer een medemens haar bestempelt als fanatiek, en van oordeel is dat zij beter eens een goede psycholoog zou opzoeken?

Fanatisme is een kind van de verstarring. Een onwankelbaar toepassen van de ware christelijke moraal is alles behalve fanatisme, het is ware vrijheid van de ziel. Het feit dat de ware navolging van Jezus en Maria de spontane neiging in zich draagt om elke ondeugd, elke zonde en elke gehechtheid ten aanzien van de gewoonten en invloeden uit de wereld de rug toe te keren, is geen fanatisme doch volkomen christelijke logica. Waarom zou de ziel zichzelf bewust verdoemen of zelfs louter gewoonten koesteren die een heel gebrekkige Liefde tot God tot uitdrukking brengen? Elke ondeugd, elke gehechtheid ten aanzien van de wereld wijst op een gebrek aan Liefde tot Gods Werken en tot Zijn enige Waarheid.

Dit alles is precies de ware zin van de Wetenschap van het Goddelijk Leven, die de Meesteres van alle zielen ons onderricht met als enige bedoeling, zoveel mogelijk zielen de gouden weg naar het Paradijs te tonen. De moraal van de moderne wereld is het liberalistisch denken, de vrijzinnigheid, nauw vervlochten met 'humanisme' en materialisme. Dit alles zijn gecamoufleerde monsters, slangen die trachten te zingen zoals nachtegalen. Wie hun gezang volgt, wordt gegarandeerd gebeten en door het sluipende gif van de duisternis naar zijn doodsstrijd gedreven. Wanneer het volgen van de christelijke moraal als waanzin moet worden bespot, van welk etiket moeten wij dan een levensinstelling voorzien, door dewelke men de eigen ziel uitlevert aan zinloosheid en verderf? Het moderne denken wordt gedreven door een verblinding die de ziel zich op de hals haalt door te lang naar het schijngoud van de wereld te zitten staren.

Met betrekking tot de media merkt U op, dat de meldingen over allerlei catastrofen angsten en zorgen in de harten en gezinnen opwekken, en dat U van mening bent dat de Heer steeds voor ons zal zorgen en wij geen angst hoeven te hebben. U hebt ten volle gelijk.

God zorgt voor diegenen die vast geloven dat Hij voor hen kan zorgen (Geloof), wil zorgen (Liefde), en zal zorgen (Hoop). Wie God werkelijk liefheeft, beseft dat Zijn Liefde voor ons nog oneindig veel groter is en dat het Hem oneindig veel verdriet berokkent wanneer een ziel zich in onrust laat brengen door rampenberichten. Ik verwijs op deze plaats graag nogmaals naar de stelling van de Hemelse Meesteres over de dreig- en waarschuwingsboodschappen. Echte toewijding aan Maria, en zelfs louter echt christen-zijn, betekent niet, zich angst en onzekerheid te laten aanpraten door rampentheorieën en berichten over onaangename gebeurtenissen, doch integendeel tot elke prijs geloven in Gods Liefde, die alles geneest en verheft, wat zich met Geloof in Zijn dienst stelt. Een spiritueel leven dat in Gods ogen vruchtbaar is, is een leven van inspanningen en inzet om te groeien in de heiligheid. Zich door rampenmeldingen angst laten aanjagen, respectievelijk dergelijke meldingen najagen, is geen vruchtbaar gedrag. De ziel bewijst daardoor noch God noch zichzelf een dienst. De enige voor wie de ziel daardoor vruchtbaar is, is de satan. Via de angst van zielen regeert hij de wereld, want waar angst heerst, kan de Ware Liefde geen wortel schieten.

Vergeestelijking is het ontwikkelingsproces door hetwelk de ziel zich steeds méér boven de wereldse bindingen uit verheft, zich van deze bindingen losmaakt, en om zo te zeggen steeds méér geest en steeds minder vlees wordt, dit wil zeggen zich steeds minder door de behoeften van het vlees en steeds méér door deze van de ziel laat leiden en beheersen. In deze toestand verenigt de ziel zich als het ware met de Heilige Geest en lukt het haar in steeds hogere mate om de gaven van Gods Geest in haar zielenleven in te bouwen. De beste weg om deze toestand tot basisinstelling van de ziel te kunnen maken, is de diep beleefde toewijding aan Maria, Meesteres van alle zielen en Bruid van de Heilige Geest. Ik zou het zo kunnen uitdrukken: Aangezien Maria Zich om zo te zeggen totaal in de Heilige Geest heeft laten overvloeien, zal de ziel ook méér in de Heilige Geest overvloeien naarmate zij zichzelf in Maria tracht te laten overvloeien.

Hoe kan men het Vuur van de Liefde in de naaste helpen ontsteken teneinde de grondvesting van Gods Rijk op aarde te bespoedigen?

Of het iemand lukt om het Vuur in de naaste te ontsteken, hangt er ook vanaf, of de naaste zich laat ontsteken. Een ziel die inzake Geloof enigszins onwillig is, is vergelijkbaar met een blok hout dat met water begoten is: Zij laat zich niet ontsteken, ongeacht hoe heet het Vuur is en hoe hoog het opflakkert. Wanneer het Vuur in haar nabijheid echter aanhoudend brandt en zich niet laat verzwakken noch blussen, zal het natte houtblok geleidelijk aan zijn waterdruppels vrijgeven als waterdamp, en drogen, zodat het uiteindelijk zal ontvlammen, ook al gebeurt dit misschien pas na langere tijd. Daar de onvoorwaardelijke Ware Liefde, dit wil zeggen de Liefde die onzelfzuchtig is en zich ten volle op de eeuwige dingen richt (in plaats van op de wereldse dingen), de essentie van het Goddelijk Leven is, kan slechts de Ware Liefde een ziel laten ontvlammen. De Ware Liefde is immers draagster van Gods macht. Elke ziel heeft Liefde nodig. Op zekere dag moet zij zich voor de Liefde openstellen, of zij verhongert helemaal.

Lieve broeder, zo is het zielenleven vervuld van geheimen, die de Meesteres van alle zielen geleidelijk aan voor ons ontsleutelt, opdat wij daaruit Hoop en moed zouden putten, want de Hoop en de moed zouden kunnen worden beschouwd als de benen van de ziel, die de ziel voortstuwen wanneer de wederwaardigheden van het leven haar verlammen. Elk woord dat de Koningin des Hemels laat verkondigen, is zoals een bloem uit dewelke de Hoop vrijkomt zoals een parfum. Laten wij het benutten om onze ziel voor te bereiden op de ontmoeting met God.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 419
Hoe tewerk gaan wanneer men een spiritueel gesprek voert met een skeptische ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Niets is ontmoedigender dan pogingen te doen om zielen de Waarheid te laten zien via redeneringen en argumenten. Voor veel zielen geldt dat zij slechts dingen appreciëren, waarvan zij menen dat zij deze door eigen denken hebben uitgeknobbeld. Zij geloven dan dat het om een eigen ontdekking gaat, en gaan dan enigszins prat op hun bevinding. Tracht men hen echter te overtuigen van iets waarvan men zelfs met zekerheid weet dat het de Waarheid is, dan voelen zij zich reeds gauw in hun trots gekrenkt, want hun gesprekspartner geeft hen de indruk dat hij slimmer is dan zij.

Laten wij nu eens de Koningin des Hemels tijdens Haar leven op aarde beschouwen: Wanneer Zij tot een ziel sprak, en deze Haar woorden niet bleek aan te nemen, dan glimlachte Zij deze ziel betoverend toe en zweeg, of Zij uitte één van Haar ontwapenende, bloemrijke woorden die op grond van Haar eenheid met het Hart van God steeds meteen op Haar lippen lagen, en wist daardoor in het hart van Haar gesprekspartner een sleutel in het sleutelgat om te draaien om deze ziel te ontsluiten voor het Ware Licht.

Een hart ontsluiten voor de Waarheid, kan men zelden doen via het verstand. De deur naar de Waarheid bevindt zich in het hart, niet in het verstand. Om deze reden kan een redenering nooit duurzaam succes hebben wanneer zij menselijkerwijze wordt gevoerd, want een redenering die niet wordt gedragen door de macht van de Ware Liefde, is zoals een lege briefomslag: veelbelovend doch inhoudsloos, en derhalve vaak zonder blijvend effect. Informatie wordt schijnbaar door het verstand overgedragen op het verstand van de gesprekspartner. De ware boodschap echter, datgene wat de ziel werkelijk zou willen zeggen, wordt gedragen op golven van hart tot hart. Om deze reden is een oprechte glimlach zonder een woord te spreken, vaak veelzeggender en doeltreffender dan een zondvloed van woorden.

Het is verleidelijk om onze medemens te willen helpen wanneer deze een waarheid niet kent, vooral wanneer men zelf het verrijkende effect van de betreffende kennis in het eigen hart of zelfs in het eigen leven zelf onmiskenbaar heeft mogen voelen. Ons worden in deze tijd inzichten geschonken, schatten van Hoop en Liefde, bemoedigingen tegenover het dreigende gebrul van het monster uit de kloven der duisternis. De ware dienaar van de Meesteres van alle zielen beschouwt het als een Wet van Liefde, deze rijkdom te delen met zielen die deze nog niet hebben mogen vinden. Helaas schreeuwt de duisternis doorgaans vele malen luider dan het gefluister van Gods Geest. De ziel die wortel schiet in de bodem der wereldse dingen of in de bodem van één van de vele dwaalleringen (ja, die zijn er ook onder de mantel van zogenaamd christendom in overvloed!) luistert echter niet gemakkelijk naar dit gefluister, omdat in haar wereld niet de Ware Wijsheid op de golven der Liefde deint.

Elke ziel verlangt uiteindelijk naar ware zelfverloochenende Liefde en naar de tekenen van Gods schoonheid, volmaaktheid en macht, want:

  • Zijn schoonheid verrukt de harten en ontsluit hen voor de Liefde;
  • Zijn volmaaktheid wekt in de zielen de Hoop;
  • Zijn macht inspireert de zielen tot het Geloof.

Desondanks willen de zielen merkwaardig genoeg niet steeds dat men hen naar dat Hemels Paradijs leidt, vaak willen zij het zelf ontdekken. Toont in een gesprek een ziel zich echter open voor de Hemelse schoonheden, dan mag men deze vaststelling beschouwen als een beschikking van Gods Voorzienigheid om deze ziel deel te laten hebben aan deze geschenken van Gods Liefde. Dan kan een gesprek over spirituele onderwerpen waarlijk vruchtbaar worden, en wel des te méér naarmate het gesprek wordt gedragen op het Vuur van een oprechte Liefde. Het is daarbij niet de geest van de toehoorder die men overtuigt, doch zijn hart: Wanneer de toehoorder oprechte Liefde voelt, wordt zijn hart als het ware 'nieuwsgierig' naar de bron waaruit dit gevoel komt, want Ware Liefde brengt het gevoel van Gods Tegenwoordigheid over, en diep in het middelpunt van elke ziel leeft een diep verlangen naar God, hoewel dit verlangen in vele gevallen wegens de gehechtheid jegens de wereld niet meer werkzaam is. Wanneer iemand erin slaagt om dit verlangen in zijn gesprekspartner te wekken, heeft hij deze ziel reeds voor de helft ontsloten. Het nog resterende moet de ziel zelf doen, van binnenuit.

Vaak verbergt een ziel zich achter spot of sarcasme wanneer zij wordt aangesproken over spirituele onderwerpen. In vele gevallen komt dit doordat zielen niet gemakkelijk aannemen dat een onzichtbare God, die bovendien nog Werken volbrengt die meestal niet wetenschappelijk kunnen worden aangetoond, hun levensproblemen gunstig zou kunnen beïnvloeden en dat het ware doel van hun bestaan voorbij de horizont van dit leven ligt. Zij willen dit wel geloven, doch vrezen dat een duidelijk teken van hun aanvaarding van de hen voorgehouden waarheden hen 'niet rationeel' zou laten lijken.

Veel zielen hebben nog steeds niet ingezien dat de ware spiritualiteit niets te maken heeft met sentimentaliteit doch met een zoektocht naar, en een volhardend volgen van, de wegen der vervolmaking van het zielenleven, met als doel de verwezenlijking van Gods Heilsplan en de vervolmaking van de eigen innerlijke groei, die immers met de heiligheid wordt bekroond.

Het is vaak een zware strijd om zielen zo ver te brengen dat zij dit alles dan al in hun eigen wezen willen aanvoelen of ervaren. Het is de opdracht van de aan Maria toegewijde ziel om zich daarbij precies door de Koningin des Hemels te laten leiden, voorzichtig tewerk te gaan, en het innerlijke Vuur niet meteen te laten doven, want aan elke hoek heeft de satan zijn gezanten, zijn werktuigen staan, die erop wachten om ijsblokjes in het inwendige Vuur te gooien. Dit alles maakt deel uit van de permanente strijd tussen het Licht en de duisternis. De vruchtbaarheid van de toegewijde ziel wordt bepaald door de maat van haar Liefde, haar overgave en haar volharding in de werken ten dienste van het Licht, ongeacht hoe zwaar de beschietingen vanwege de andere zijde ook mogen worden.

Smeekt U de Meesteres van alle zielen dat Zij door U heen moge spreken, handelen, denken, voelen. Dan zal datgene wat mag zijn, pas echt gebeuren. Weest U er overigens van overtuigd dat de mate van Uw oprechtheid in het handelen en het nastreven zal bepalen hoeveel kracht U voor dat werk zult krijgen. Leeft U voor en door de Meesteres, en met Haar, en het zal de Liefde van de Hemelse Roos zijn Die de bodem van de zielen zo zal ontsluiten, dat U het zaad van de spirituele groei in deze bodem kunt uitstrooien. Uiteindelijk zijn wij er allen toe geroepen om ambassadeurs van de Eeuwige Lente te zijn, aangezien de Meesteres van alle zielen Zelf de Belofte van deze Eeuwige Lente is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 420
Over handoplegging – Hoe kan men Gods stem horen? – Wanneer kan ik zeggen 'Christus leeft in mij'? – het versterven aan gewoonten – hoe herkent men ingevingen vanwege de satan? – Over de Vrede van hart – Hoe volgt men Gods Wil?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag zou onze Hemelse Moeder wat Licht laten stralen in Uw vragend hart. Een vraag vanuit een oprecht hart is eigenlijk altijd vergelijkbaar met het harken van een bodem om deze voor te bereiden op een juiste opname van het zaad. Laten wij Uw vragen de ene na de andere beschouwen.

Mag men andere zielen, die ziek zijn in de ziel, de geest en/of het lichaam, in de Naam van Jezus de handen opleggen en Jezus vragen, hen aan te raken en te genezen?

In principe mag elke ziel dit doen, omdat elke ziel over een kracht beschikt om andere zielen te helpen genezen. In wezen is het echter de Liefde die geneest, niet de handen. Onze handen zijn ons door onze Schepper gegeven om er goede dingen mee te doen, dus om er zegening mee te geven. Een klein voorbeeld: Strekt men een hand uit naar een dier met de bedoeling, dit dier te slaan, dan zal dit dier ofwel met angst ofwel met agressie reageren. Strekt men daarentegen de hand naar een dier uit met de bedoeling, het te strelen, dan is het absoluut mogelijk (mits het geen al te angstige aard heeft of vanwege een mens nog geen trauma heeft opgedaan), dat het dier zijn kop tegen deze hand aanvlijt. Onze hand is dus vaak een ambassadeur of een overbrenger van een hartsgesteldheid. Heel vaak zal men een medemens niet de handen kunnen opleggen, of zal het niet passend zijn, dit te doen. Derhalve moet elke ziel zich aanwennen om haar medemensen ononderbroken in het hart in Gods Naam de handen op te leggen, terwijl zij deze medemensen zegeningen, positieve wensen en stromen van Liefde laat toestromen. Men kan ook Jezus of Maria smeken dat Zij dit bij een medemens zouden doen. Het is zeker heilzaam om elke medemens die men ontmoet, zelfs al wordt geen woord gewisseld, de Vrede van Christus toe te wensen en hem of haar diep in het hart aan Maria toe te wijden.

Ik heb gehoord dat de Heer steeds in ons spreekt. Hoe kan ik deze stem horen of leren horen?

God, respectievelijk Maria, spreekt in elk hart. In de meeste gevallen betreft het daarbij geen hoorbare woorden doch gewaarwordingen van Liefde, om aansporingen tot zelfverloochening, tot onzelfzuchtige naastenliefde, tot onthechting van werelds denken en verlangen, tot navolging van Christus. De innerlijke stem (of, zoals deze zich het liefst bemerkbaar maakt), de diepe liefdevolle gewaarwording, wekt gewoonlijk in het hart een diep verlangen naar alle Hemelse dingen, naar God, naar Maria, een diep verlangen om in alles God te zoeken en te vinden. In wezen kan men zeggen dat de weg naar die gewaarwording, naar het waarnemen van deze innerlijke stem, wordt onderricht door de hele Wetenschap van het Goddelijk Leven, want elk woord wordt door de Meesteres van alle zielen aan de zielen onderricht als weg naar Gods Hart. De Wetenschap van het Goddelijk Leven is in deze zin ook een wegwijzer naar de verheffing van het innerlijke leven en naar een doeltreffender contact met God in het hart.

Wanneer kan ik zeggen dat niet ik leef, doch Christus in mij?

De toestand, of de gesteldheid, in dewelke 'Christus in mij leeft', is geen absolute toestand, doch een ontwikkeling. Honderd procent met Christus verenigd, kan geen enkele ziel op aarde zijn. Het is de opdracht van de ziel om met volharding naar deze eenheid toe te werken. Precies daar ligt één van de immense sterke punten van de totale toewijding aan Maria.

In de mate waarin in de ziel de waarden van Christus en de door Hem onderrichte ingesteldheden spontaan in de praktijk worden gebracht in alle doen en laten, in alle denken, voelen en willen, leeft Christus in de ziel en leeft de ziel zodanig dat het is alsof zijzelf niet eens meer zou bestaan. De eerste vereiste is de nederigheid, die eigenlijk neerkomt op een versterving aan het 'zichzelf-belangrijk-vinden'. Hetzelfde procedé voltrekt zich bij de totale toewijding aan Maria: De ziel kan in geen geval echt aan Maria toegewijd zijn zolang zij zichzelf nog belangrijk vindt. Wanneer de ziel zichzelf volkomen vernedert door haar leven uitsluitend ten dienste van de Hemelse Meesteres en van haar medeschepselen te stellen, leeft zij in de ware zin van het woord slechts voor Gods Werken en voor de verwezenlijking van haar persoonlijke bijdrage tot de vervulling van Gods Heilsplan.

De nederigheid, zo zei de Meesteres van alle zielen mij ooit, is de gesteldheid die de ziel bij haar toewijding aan Maria in staat stelt om de deur van de ziel wijd te openen voor haar Meesteres, zelf opzij te stappen en zich strak tegen de muur aan te drukken, zodat de Koningin des Hemels alle ruimte krijgt om Haar Werken te volbrengen. De aan Maria toegewijde ziel kan pas zeggen dat niet zijzelf doch Maria in haar leeft wanneer haar hele gedrag en al haar innerlijke gesteldheden en gezindheden aantonen dat in haar niet meer haar eigen hart doch het Hart van de Moeder Gods klopt. Deze ziel wordt dan als het ware méér veranderd in een spiegel van de Koningin des Hemels. In dezelfde mate waarin Maria in de ziel leeft, leeft Jezus in haar, want Maria en Jezus kunnen in geen enkel geval van elkaar worden gescheiden. Precies om deze reden is het trouwens volkomen onzinnig wanneer zielen beweren dat in de totale toewijding aan Maria en verering van Maria, Jezus zou worden verwaarloosd.

Hoe kan men 'slechte neigingen' en 'gewoontezonden' helemaal in zich laten afsterven en zich helemaal losmaken van de door het vlees bepaalde mens?

Er is een gebed dat de Koningin des Hemels tot dit doel heeft geïnspireerd en dat reeds tot opzienbarende resultaten heeft geleid: het Myriam-kroontje nr. 16. Slechte neigingen of gewoonten zijn gedragspatronen die in de ziel een eigen leven lijken te leiden. In die zin worden zij tirannen, omdat zij het hele gedrag maar ook het hele innerlijke leven kunnen beheersen en de ziel gemakkelijk beletten om helemaal opnieuw geboren te worden. De ziel grijpt voortdurend naar deze gedragingen terug, en zo vertonen deze zich als zuilen waarop de persoonlijkheid van de ziel rust. Telkens wanneer de ziel aan hen toegeeft, worden zij gevoed en worden zij daardoor steeds sterker en dikker. In duidelijke bewoordingen: Zij zetten zich steeds nadrukkelijker door en nemen steeds grotere gedeelten van het innerlijke leven in beslag.

Het geneesmiddel ligt derhalve hierin, dat de ziel deze tirannen ertoe brengt om 'af te slanken' of zelfs helemaal te verhongeren. Om dit met succes te doen, is een grote en volhardende Liefde tot God en Zijn Werken vereist. Dit kan niet lukken zonder een zelfverloochenend verlangen in de ziel naar haar eigen wedergeboorte voor Gods Rijk. De ziel moet daartoe de als slecht of onvruchtbaar herkende en besefte gewoonten en neigingen aan de voeten van Maria neerleggen en Haar met volharding smeken dat Zij de genade van een grote kracht en een volhardende wil zou bekomen, opdat de ziel helemaal opnieuw geboren zou kunnen worden. De ziel kan nooit boven zichzelf uitstijgen wanneer zij niet eerst en vooral de vaste wil bezit om een totaal nieuw mens te worden. Om de eigen wil helemaal in dienst van God te stellen, is een grote Liefde tot God, tot Gods Werken en Plannen en tot alle medeschepselen noodzakelijk. Voor de ontwikkeling van deze Liefde diep in het hart moet met volharding worden gebeden.

Hoe weet men of ingevingen in het hart binnen stromen vanwege Gods Geest, of integendeel de satan daar aan het werk is, want de satan kan zich voordoen als een engel van het Licht en de ziel in dwaling brengen?

Voorzichtigheid is steeds geboden. Een essentieel criterium om het verschil te merken, is de gewaarwording van Liefde. De satan kan geen Liefde overbrengen, dit is principieel in strijd met zijn natuur. Hij was een engel van het Licht, doch bezit op grond van zijn zonde van ongehoorzaamheid jegens God een volkomen ontaarde natuur. De zonde misvormt de ziel. Dit geldt zowel voor de mensenzielen als voor de engelen die zich door Lucifer in de opstand tegen God hebben laten meesleuren. De satan heeft elk vermogen tot liefhebben verloren. Derhalve kan hij zich weliswaar nog trachten voor te doen als een engel, maar een mensenhart dat nog voldoende voor de bewegingen en prikkels van de Ware Liefde ontvankelijk is, voelt spoedig dat de ingevingen vanwege de satan geen Liefde in zich dragen. Zij vervullen het hart met koude en verlammen elke stroming van het Goddelijk Leven.

De jarenlange mystieke ervaringen hebben mij in dit verband heel belangrijke verschillen geleerd. Af en toe tracht de satan zich zodanig te camoufleren dat hij een engel lijkt te zijn, enkele malen camoufleerde hij zich zelfs als de Heilige Maagd Zelf. Niettemin werd ik heel spoedig voor de misleiding gewaarschuwd. Wanneer de satan zich in het hart manifesteert, vervult het hart zich spoedig, soms zelfs onmiddellijk, met koude, krachteloosheid, gevoelens van walging, ontmoediging, zelfs met gevoelens alsof de ziel plots niet meer zichzelf zou zijn. Helemaal anders is het effect van het optreden van de Koningin des Hemels in het hart: Plots wordt men met Liefde vervuld, krijgt men nieuwe moed, kracht, energie, en wordt men aangedreven door het enige verlangen om goede dingen te doen, Liefde te geven, medeschepselen in elk opzicht te verheffen... Men voelt eenvoudig een Hemelse Tegenwoordigheid. In de mystiek kan deze gewaarwording onvermoede toppen bereiken. Maar ook buiten de mystiek kan de ziel leren voelen of Gods Geest in een innerlijke prikkel aanwezig is, of niet.

Men moet zeker om de gave der onderscheiding smeken, maar men moet bovendien te allen tijde sterk geopend blijven voor elke beweging in het hart. Wanneer de ziel rechtlijnig en ondubbelzinnig voor Jezus en Maria kiest en zij de Moeder Gods oprecht om innerlijke leiding vraagt, zal Maria de alarminstallatie van de ziel werkzaam houden. Tenslotte kan Zij weinig aanvangen met een soldaat die niet eens het uniform van de vijand herkent.

Moet men ondanks alle nevel en aanvallen trachten om de Vrede van hart te bewaren, want de wereld tracht voortdurend, de zielen van deze Vrede te beroven en laat hen precies dan al gauw wegzinken in een moeras van teveel gedachten, vragen en dwalingen?

De Vrede van hart bewaren, behoort tot de allereerste opdrachten van elke ziel. Is het niet opmerkelijk hoe vaak Jezus zei: "Vrede zij met u"?

Dit is heel gemakkelijk te begrijpen wanneer men zich de leerstellingen van de Wetenschap van het Goddelijk Leven voor ogen houdt. Elk verlies aan innerlijke Vrede maakt de ziel onzeker, levert haar meteen uit aan verwarring, en ondermijnt meteen de standvastigheid in het Geloof, in de Hoop en in de Liefde.

De Vrede van hart is een open deur naar een deugdzaam gedrag. De Vrede van hart wekt in de ziel een gevoel van 'opnieuw thuis komen', alsof zij eindelijk is waar zij thuishoort: in het Hart van God. De Vrede van hart is immers in wezen een ervaring van eenheid met God. De ziel die erin slaagt om de Vrede van hart in stand te houden, is een ziel wier innerlijke gesteldheden en gedrag ten volle gebaseerd zijn op een diep gewortelde zekerheid en vertrouwen, doordat de ziel ervan uitgaat dat alles precies zo is, zoals het moet zijn. Deze ziel laat elke innerlijke gespannenheid los door tot zichzelf te zeggen: "Ik ben volkomen in Gods hand, wat er ook moge komen". Zij is in wezen met alles tevreden. Niet dat zij niet één en ander zou betreuren, maar zij aanvaardt ook het negatieve spoedig zonder protest en met Liefde, omdat zij absoluut heeft begrepen dat alles volkomen binnen Gods Plan past.

De satan is er alles aan gelegen dat de ziel haar innerlijke Vrede zou verliezen. Over een ziel die in onvrede verkeert, oefent hij macht uit; een ziel in een staat van innerlijke Vrede onttrekt zich veel gemakkelijker aan zijn macht, omdat deze ziel zich helemaal aan de macht van God, respectievelijk van de Meesteres van alle zielen heeft overgegeven. Indien de meerderheid van de zielen een onwankelbare Vrede van hart zou bezitten, zou Gods Rijk oneindig veel sneller op aarde komen. Een waarlijk diep beleefde toewijding aan Maria, in dewelke de ziel rotsvast gelooft in de macht en de Liefde van de Koningin des Hemels, kan de ware Vrede van hart zeer veel tastbaarder maken. Naarmate de ziel de eenheid met Maria werkelijk in zich tot leven weet te wekken, wordt de Vrede van hart tot heersende gesteldheid.

Men moet zich er steeds van bewust zijn dat de grootste vijand van de Vrede van hart de koorts in de geest is. Wanneer de satan erin slaagt, de ziel ertoe aan te zetten om voortdurend in gedachten, in gepieker en in analyserend redeneren te verzinken, houdt hij deze ziel zwak en vatbaar voor zijn beschietingen. De denkende, piekerende en analyserende ziel leeft zoals in een draaikolk. Zij kan zich slechts moeilijk oriënteren, is zich niet echt van haar opdracht en positie binnen Gods Plan bewust, en laat zich steeds opnieuw infecteren door de onophoudelijke onzekerheden van het wereldse leven. Onzekerheid spoort er de ziel spoedig toe aan om zich aan iets, wat dan ook, vast te klampen. Daar de invloeden van de wereld veel méér waarneembaar zijn dan deze 'van Boven', kiest de ziel doorgaans veel gemakkelijker voor het verkeerde, datgene wat uiteindelijk drager van duisternis blijkt te zijn.

Hoe kan de ziel helemaal versterven aan haar eigen wil en nog slechts de Wil van God volgen, en hoe weet men dat men helemaal in Gods Wil leeft?

De eigen wil uitschakelen, kan men niet doen door een druk op een knop. Niettemin is de uitwisseling van de eigen wil tegen de Wil van God als sturend principe in het leven absoluut noodzakelijk indien de ziel haar eerste levensopdracht (haar eigen heiliging) wil voltooien. Het versterven aan de eigen wil ten gunste van de Goddelijke Wil kan slechts lukken in de mate waarin in de ziel de Liefde tot God, tot Zijn Werken en Plannen groeit. Men kan zich slechts voor honderd procent weggeven aan iemand wanneer men die 'iemand' boven alles liefheeft, tenzij de 'overgave' gebeurt uit dwang: In dat geval is geen sprake van Liefde doch van zelfbehoud. Dit kan in het wereldse leven in bepaalde omstandigheden gebeuren, doch nooit jegens God. Het grote voorbeeld: de totale toewijding aan Maria.

In totale toewijding aan Maria geeft de ziel zich volkomen aan Maria weg, opdat zij met al haar wederwaardigheden, beproevingen, en haar hele doen en laten, op de vruchtbaarst mogelijke wijze restloos in Gods Heilsplan moge kunnen worden ingeschakeld. De toewijding kan alleen niet aan haar doel voorbij schieten wanneer de ziel haar uit oprechte Liefde tot Maria, tot God en tot Gods Heilsplan aangaat. Bij de toewijding echter, legt de ziel zonder aarzeling haar eigen wil aan de voeten van Maria neer, want de eigen menselijke wil is noodgedwongen bevlekt en met wereldse verlangens en bestrevingen geïnfecteerd, die de ziel eerder van haar ware levensdoel verwijderen dan haar dichter bij haar doel te brengen.

Men weet dat men ten minste dichter bij de vervulling van Gods Wil komt wanneer het niet meer moeilijk valt om eigen verlangens op te geven, voorrang te geven aan Gods belangen en de verlangens van medeschepselen, zich te onthechten van steeds méér elementen van wereldse verlangens, hardnekkige gewoonten op te geven zodra men verneemt hoe contraproductief deze op de weg naar de heiligheid werken, en men in wezen nog slechts naar één ding verlangt: de grondvesting van Gods Rijk op aarde, en naar een toestand in dewelke alle zielen in de ware zin van het woord Jezus en Maria toebehoren en de bekoringen van de wereld de rug toekeren.

Oude gewoonten geven zich niet zonder meer gewonnen. Doorgaans zijn uitgerekend deze oude gewoonten de machtigste vijanden van de ontwikkeling op zielsniveau. Wij kunnen ze ons voorstellen als grote loden ballen die men aan het been meesleept. Zolang men zich door hen laat beheersen, komt men op de weg nog nauwelijks vooruit. Wanneer men deze ballen werkelijk wil kwijtraken, zoekt men een vijl, een tang, een zaag, een laser-snijapparaat, om het even wat, om hen van het been los te maken en eindelijk eens flink vooruit te komen. De werktuigen met dewelke men de loden ballen van de oude gewoonten van het been wil loskrijgen, zijn de vaste wil om God alleen te dienen, de Ware Liefde tot God, de vaste wil tot heiliging, en het vurig gebed om tot zelfoverwinning te komen. Via de oude gewoonten houdt de satan talloze zielen vast, opdat zij niet zouden groeien en zich niet uit de macht van wereldse dingen en gehechtheden zouden kunnen losmaken. Daarom is zelfoverwinning in een hoge mate een kwestie van bestrijding van de duisternis in zichzelf. Zonder volhardend gebed, geduld en vertrouwen op God en op Maria kan de ziel op dat gebied geen duurzame omvorming verwachten. Elke twijfel en elke onthechting van God en Maria in het dagelijks leven is zoals een sleutel die het slot op de loden ballen opnieuw vergrendelt.

Lieve broeder, volhardt U in het vaste geloof in het feit dat in het leven al het waarlijk waardevolle slechts van God kan komen. De wereld is een fabriek van illusies, een fabriek in hetwelk eindeloze reeksen dwalingen worden geproduceerd. Hoe zou het ook anders kunnen, daar al het wereldse toch door de satan wordt geïnspireerd. Geeft U zich onbeperkt aan Maria over. Zij is ons door de Wijsheid en Liefde van God gegeven als onoverwinnelijk wapen tegen alle dwaling, misleiding en duisternis.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 421
Over de innerlijke Vrede – Gebed en offers voor de medemens moeten op de eeuwigheid gericht zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Eerst en vooral dank ik U voor Uw brief. Vragen met betrekking tot de persoonlijke levensroeping van een individuele ziel beantwoordt de Moeder Gods niet altijd. In de meeste gevallen heeft Zij liever dat zielen hun levensopdracht diep in hun eigen hart ontdekken, waar Gods Geest dag na dag de inspiraties voor de korte termijn in verband met de eigen levensweg fluistert. Heel vaak krijgt de ziel de antwoorden op haar vragen niet op een verbale wijze (dit wil zeggen: Zij hoort de antwoorden niet steeds woordelijk). Dit maakt deel uit van Gods verlangen, want Hij zou willen dat elke ziel zich vergeestelijkt. Een deel van de vergeestelijking is het rijpen van het vermogen om Gods verzuchtingen te leren voelen, zonder enige menselijke tussenstap. Vergeestelijking betekent onthechting ten aanzien van de wereld, maar ook ontplooiing van de rechtstreekse communicatie van de ziel tot God, in de beide richtingen.

Ik bid met U om antwoorden. Lijden moet elke ziel. Dit kan niet anders, omdat elke ziel deel uitmaakt van Gods Heilsplan en het Heil van de zielen slechts kan worden voltooid door verlossend lijden. Om deze reden is het eerder inhoudsloos wanneer aan een ziel wordt voorspeld dat zij zal lijden. Alleen maakt het deel uit van de levensopdracht van elke ziel dat zij met alle lijden op de enige vruchtbare wijze zou omgaan: in liefdevolle aanvaarding en toewijding, opdat alle elementen van leed ten volle in het Verlossingsmysterie zouden kunnen worden opgenomen. Precies daar verbergt zich een boodschap van grote Hoop voor de zielen: Het onaangename wordt tot bron van Eeuwig Heil.

Wat kan worden gedaan opdat onze dierbaren tijdig het Ware Licht zouden herkennen? Ik begrijp Uw bezorgdheid. Ware Liefde betekent immers niet alleen, onze medemens goede dingen in het wereldse leven toe te wensen en er alles aan te doen opdat hij in dit leven gelukkig moge worden. Ware Liefde betekent nog veeleer, onze dierbaren mee te voeren op de weg naar de ware innerlijke Vrede.

Een medemens de ware innerlijke Vrede bereiden, is het waardevolste geschenk, want de innerlijke Vrede is zoals het fundament op hetwelk de ziel haar tempel voor de Eeuwigheid kan bouwen. De innerlijke Vrede is het, die de ziel in staat stelt om waarlijk vruchtbaar te worden in alles wat zij doet, zegt en denkt en in al haar verlangens. De innerlijke Vrede is immers de voorwaarde voor liefdevol handelen, want onvrede in het hart belet de ziel om ontspannen en vol vertrouwen in haar leven Gods Werken te doen. De Vrede van hart is zoals een gouden deur naar Gods Hart, een brug over dewelke de ziel naar de veilige oever kan kuieren wanneer om haar heen de stormen van het leven razen en onder haar het water der zorgen opgezweept wordt.

Hoe bekomt men voor een medemens de innerlijke Vrede? Eerst en vooral moet men bedenken dat niet elke ziel zich op de juiste wijze voor de innerlijke Vrede ontsluit. Velen zoeken deze in de ontwikkelingen van het leven, heel vaak vergeefs, omdat de wereld de Ware Vrede niet kan geven: De Ware Vrede is de handtekening van God in het hart. Wanneer de ziel de tekenen van Gods Tegenwoordigheid niet aanneemt, zal zij zich niet boven deze barrière uit kunnen verheffen en zal zij de brug over het bruisende water niet als dusdanig herkennen. U hebt de juiste stap gezet: U hebt getracht om God naar de zielen toe te brengen, over wie U zich zorgen maakt. Deze zielen hebben dit nog niet aangenomen. Niettemin betekent dit niet dat deze toestand zo zal blijven:

Toewijding en offers kunnen veel dingen zeer snel veranderen. Wijdt U daarom nog vandaag al Uw pijnen wegens de niet-aanvaarding en wegens het feit dat deze zielen de Liefde nog niet hebben aanvaard, toe aan Maria, opdat Zij op de achtergrond aan deze zielentempels moge kunnen bouwen en renoveren, en hoopt U vurig. De Ware Hoop werkt in zielen zoals een toverspreuk die de zielen voorbereidt op de omvorming die God in het verborgene reeds doorvoert. Ware Hoop baart rotsvast Geloof. Waar het Geloof leeft, staat God zonder enige remming op. Dit is nu eenmaal het geheim van Zijn onbegrensde Liefde.

Ik leg het hart van Uw zoon meteen aan de voeten van Maria neer. Deze ziel is bitter en verblind, doch bezit absoluut een zaad dat nog ontvankelijk is voor de zon. Vergeeft U deze ziel van harte, opdat zij zich helemaal voor U moge openstellen. Bedenkt U dat de Schepping een reusachtig netwerk is, in hetwelk alle schepselen met elkaar verbonden zijn. Elke gedachte die, en elk gevoel dat, wij jegens een medeschepsel koesteren, kan door dit medeschepsel onbewust worden 'opgevangen'. Wanneer wij ten aanzien van een ziel slechts positieve gedachten koesteren, ondanks haar gebreken en misstappen, dan kan deze ziel zich gemakkelijker openstellen voor datgene, dat wij haar zouden willen laten toekomen (Liefde enzovoort).

Neemt U Uw zoon op het spirituele niveau heel diep in Uw hart op, en bekleedt U deze ziel uitsluitend met heilzame gevoelens, dan zal de Moeder Gods al het overige doen. Aarzelt en twijfelt U niet te gemakkelijk indien niet spoedig waarneembare tekenen van enige verandering verschijnen: In de achtergrond blijft de Moeder Gods actief. Bedenkt U eens: Na het uitzaaien van het zaad ziet men niet meteen tekenen van de latere vruchten. In het verborgene echter, werkt Gods Plan zich in het zaad uit, en op zekere dag worden wij begroet door het jonge groen. Beschouwt U Uw zoon als een akker in dewelke nieuw zaad wordt uitgestrooid (toewijding en gebed). De lente in hem kan weliswaar op zich laten wachten doordat allerlei wereldse invloeden zich in hem tegen de groei van het zaad kunnen verzetten, maar Gods Wijsheid, die de groei regelt, voltooit steeds datgene wat zij begint.

Helaas kan ik U geen datum geven in verband met de vraag wanneer het verlangde zal gebeuren. Zelfs God schakelt de vrije wil van de ziel nooit uit, zodat de ziel zelf haar ontwikkeling en de genadewerking op haar levensweg in verregaande mate kan bepalen. Precies deze vrije wil is het, die ook het rijpen van het goede zaad kan afremmen. De macht van de Moeder Gods werkt zich vooral hierin uit, dat Maria door het Vuur van Haar Liefde bepaalde weerstanden in het middelpunt van een hart weker maakt. Het valt ons soms zwaar, niet spoedig de vruchten van onze goede voornemens in een medemens te zien rijpen.

Niettemin telt in Gods ogen eigenlijk slechts dit: dat een ziel op zeker punt in haar leven, zelfs in de allerlaatste seconde, het Licht aanvaardt en daardoor verhindert dat zij nooit het geschenk van de Eeuwige Gelukzaligheid zou kunnen genieten. Niet zelden brengen zielen decennia lang offers voor een medeziel, zien zij niet de geringste vrucht van deze inspanningen, doch bekeert de betreffende medeziel zich alsnog in het uur van haar aardse dood. Wanneer de ziel dan zelf voor God moet verschijnen, wanneer zij zelf naar Hem terug wordt geroepen, wordt haar getoond welke schatten zij al die jaren lang heeft verzameld. Voor de biddende en offerende ziel ligt hier de onovertroffen verdienste van de volharding in het gebed voor de medemens: Deze ziel betuigt door haar jarenlange volhardende inspanning bovendien dat zij vast in Gods Liefde gelooft en dat zij het vermogen bezit om de naastenliefde op te brengen om zonder zichtbaar resultaat voor een medeziel Gods geschenken voor de Eeuwigheid te helpen bereiden. Dat alles is zeer belangrijk en maakt een geweldige verlossende macht vrij.

Om deze redenen wil ik U er met kracht toe aanmoedigen om niet op te geven, en beloof ik U graag mijn ondersteuning in het gebed voor Uw dierbaren. Het Licht heeft steeds het laatste woord

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 422
Maria’s werking in de ziel – de gelijkenis van het grondgebied en de kaart – de zin van het leven – de absolute en relatieve waarde van de ziel – de waarde van de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

U gelieve de vertraging in de beantwoording van Uw brieven te verontschuldigen. In ieder geval heb ik Uw beide brieven meteen bij de ontvangst ervan aan de voeten van de Koningin des Hemels neergelegd. Concreet betekent dit dat voor U is gebeden en dat Uw intenties door de Moeder Gods gezegend zijn.

Maria heeft U lief. Precies daarom tracht Zij U nader naar Zich toe te trekken. Hoe inniger de Moeder Gods diep in Uw hart kan werken, des te beter zult U in staat zijn om U voor de dingen van het Geloof open te stellen. Het geheim van het innige leven met de Heilige Maagd ligt in de ervaring van de zich verdiepende innerlijke Vrede in het hart. Zodra de ziel zich helemaal aan de Koningin des Hemels heeft overgegeven en alles in haar leven met Haar is beginnen te delen, verandert geleidelijk aan (soms zelfs heel vlug) veel in haar innerlijke gesteldheden en gezindheden. Zij begint haar leven, de wereld en haar leefomgeving helemaal anders te bekijken, alsof zij plots alles met heel andere ogen zou zien. Het is alsof de onrust in de wereld haar steeds minder kan beklemmen. Dit komt doordat de Heilige Maagd Zelf Haar Hemelse Liefde in de ziel tot ontplooiing brengt en zo de ziel innerlijk laat bloeien. De ziel wordt om zo te zeggen langzaam "op dezelfde golflengte gebracht' als Maria.

Hoe méér de ziel zich opent voor de Liefde van Maria en zij klaar en bereid is om de dingen van het Geloof in zich op te nemen, des te méér zal zij haar leven laten bloeien, in de ware zin van het woord: Het Ware Leven speelt zich niet af in de alledaagse dingen, doch in de wijze waarop de ziel zich inzet om zich te ontwikkelen op het spirituele niveau. Zodra de ziel zich oprecht voor de diepere betekenissen van de ware christelijke waarden interesseert, begint het zaad van het inzicht, dat God in haar heeft gedeponeerd, te bloeien. Zij beseft dan ook de ware zin van het gebed. Terwijl zij vroeger voor wereldse dingen, relaties, ontwikkelingen in het dagelijks leven, enzovoort, bad, begint nu in haar geleidelijk aan het besef te rijpen, dat elke ziel in wezen in de eerste plaats op de wereld is met twee doelstellingen: om zichzelf te heiligen, en om haar persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan voor alle zielen te leveren. Hoe weelderiger de ziel bloeit, des te méér zal zij de verwezenlijking brengen van het besef dat wereldse dingen bijzaak zijn: Deze zijn om zo te zeggen slechts de invulling van de blinde kaart van het leven.

Om even nader op dit beeld van de blinde kaart in te gaan:

Laten wij aannemen dat het leven is zoals een grondgebied dat de ziel van God krijgt. Belangrijk voor God is, wat de ziel met dit grondgebied doet, hoe zij het bewerkt. Bijzaak is echter, welke naam zij aan de diverse punten in dat land geeft. Deze punten zijn alle gebeurtenissen, relaties en contacten op de levensweg van de ziel. Zij zijn echter niets méér dan de wereldse invulling van de kaart die over haar leven zou kunnen worden getekend. De kaart is slechts de uiterlijke presentatie van het grondgebied, het land zelf bestaat uit alles wat zich tijdens deze gebeurtenissen, relaties en contacten binnenin de ziel voltrekt: haar innerlijke gesteldheden, gedachten, gevoelens, verlangens, hartsgesteldheid, de wijze waarop zij met alles omgaat (reageert zij door deugd of door zonde?). Wanneer de ziel na haar leven voor God verschijnt, beschouwt God niet de kaart van haar leven, doch de toestand van het grondgebied van de ziel (de diepere inhouden van het voorbije leven, de gesteldheid van de ziel, haar waarde voor Gods Werken: Hoe heeft zij op het niveau van de ziel, dus op het spirituele niveau geleefd?).

Wat kunnen wij uit dit beeld leren? Bijvoorbeeld wat gebeden betreft: God ziet oneindig veel liever dat een ziel bidt om innerlijke spirituele groei dan bijvoorbeeld om iets specifieks te bekomen dat niet in verband staat met de ontwikkeling van haar zielenleven (specifieke wereldse belangen kunnen bijvoorbeeld zijn: een relatie, succes op school, tewerkstelling, genezing van een ziekte...). De reden is begrijpelijk: De dingen uit het alledaagse leven zijn vergankelijk, de wijze waarop de ziel met deze dingen omgaat echter, draagt zij in zich verder, omdat haar doen en laten en haar innerlijke gesteldheden de toestand van de ziel en haar waarde voor de verwezenlijking van Gods Werken bepalen.

Zo kunt U ook beter het antwoord op Uw volgende vraag begrijpen: Wie bepaalt eigenlijk welke partner een mens voor het leven krijgt? In principe bepaalt Gods Voorzienigheid dit. God tracht voortdurend zielen naar elkaar toe te leiden die elkaar in een zodanige mate aanvullen dat zij samen voor Zijn Werken iets tot stand kunnen brengen. Elke ziel heeft haar eigen gaven, talenten, zwakke punten, enzovoort... God heeft echter in die zin een essentiële behoefte, dat Hij absoluut Zijn Schepping naar het toppunt van Heil wil voeren. Daarom tracht Zijn Voorzienigheid voortdurend zielen op grond van hun specifieke eigenschappen naar elkaar toe te voeren, omdat Hij weet dat bepaalde combinaties van eigenschappen zielen op een meer doeltreffende wijze tot de verwezenlijking van hun beide ware levensdoelen kunnen brengen: hun eigen heiliging, en de bevordering van de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken ten bate van de hele Schepping. Zo komt het, dat zielen hun ware levensopdracht beter met de ene levenspartner kunnen bereiken dan met een andere. Belangrijk is daarbij, hoe doeltreffend hun leven voor de verwezenlijking van de beide zo-even vermelde doelstellingen is.

Of een ziel de juiste levenspartner is, kan men niet beantwoorden vanuit een wereldse beschouwing, men kan dit slechts met zekerheid leren voelen in innig contact met God in het hart. Deze vaststelling moet namelijk los staan van wereldse, menselijke overwegingen. Bijvoorbeeld: Seksuele aantrekking kan een zeer grote rol spelen, doch mag nooit als doorslaggevende motivering voor de partnerkeuze in overweging worden genomen, omdat seksuele aantrekking gemakkelijk afleidt van de ware zin en het ware doel van het leven en in vele gevallen de ziel belemmert om zich boven het lichamelijk niveau van het leven uit te tillen. Doorslaggevend moet de innerlijke zekerheid zijn, dat de partners elkaar wederzijds kunnen aanvullen, en wel met het oog op de spirituele ontwikkeling van de beide zielen. Al het andere is relatief minder belangrijk, en vaak zelfs een hindernis. Alles wat de ziel vasthoudt in louter werelds, stoffelijk denken, voelen en verlangen, remt haar spirituele ontplooiing, en uiteindelijk bepaalt slechts de spirituele ontplooiing het waardecijfer (of nog beter gezegd: het nutscijfer) dat God aan de ziel zal toekennen.

De waarde van een ziel mag daarbij niet worden verstaan in de absolute, doch in een relatieve zin: Elke ziel heeft voor God een oneindige waarde. Precies daarom zei Jezus ooit, dat Hij bereid was om voor de Verlossing van elke afzonderlijke ziel Zijn hele Passie te herhalen. De relatieve waarde van een ziel echter, kan zeer verschillend zijn: Zij wordt bepaald door de mate waarin de ziel Gods Werken helpt bevorderen en de verwezenlijking van Zijn Plannen helpt vervroegen. De relatieve waarde die een ziel in Gods ogen bezit, bepaalt in een essentiële mate wat na haar aardse dood van haar zal geworden.

Lieve zus, ons Geloof is een schat waarvan wij de grenzen op aarde zelfs niet kunnen vinden. Dat is zo omdat God uit Liefde bestaat en derhalve niets anders dan zuivere Liefde kan voortbrengen. Precies om deze reden vormen de onderrichtingen die Maria, de Meesteres van alle zielen, ons van Gods wege overbrengt, een goudmijn zonder einde. In deze schatkist van Goddelijke geschenken aan de zielen ligt een met edelstenen bezette gouden kroon, die tot de waardevolste van Gods Mysteries behoort: zij heet 'totale toewijding aan Maria'. De waarde van de totale toewijding van Uw leven, Uw hele wezen en al Uw handelingen, woorden, verlangens, gedachten, gevoelens, bestrevingen, van Uw hele doen en laten aan Maria, de Moeder Gods, Koningin des Hemels en Meesteres van alle zielen, is voor de verwezenlijking van de hoogst mogelijke relatieve waarde van de ziel onovertrefbaar. Ik adviseer U van harte de opmerkelijke lectuur van het manifest De Tempel van Maria. Dit boek kan Uw hele leven veranderen.

Vandaag is het zaterdag. Elke zaterdag is op een bijzondere wijze aan de Moeder Gods gewijd. Daarom geldt deze dag ook voor mij als gezegende dag om U in deze antwoordbrief de zonnestralen van de Ware Hoop te laten toekomen. Ik sluit U innig in mijn hart en bid voor U en Uw intenties. Moge de Heilige Maagd waarlijk Uw hart bezitten. Zij kan U naar het Ware Geluk voeren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 423
De Meesteres over kernenergie en technologie in het algemeen – over de herkomst van rampen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag breng ik U hierbij de antwoorden van de Hemelse Meesteres over:

Hoe staat het met nucleaire straling. Spreekt Maria Zich voor of tegen kernenergie uit?

Op zich is nucleaire straling een natuurlijk verschijnsel, zolang zij voortkomt uit zuiver natuurlijke processen. Op de hele wereld is er straling. Wanneer echter menselijke tussenkomst de natuurlijke processen op enige wijze manipuleren, zoals dit bijvoorbeeld het geval is in een kerncentrale, hebben wij niet langer te maken met Gods Intelligentie en het effect van een Goddelijke Wet, doch met de vrucht van menselijk denken. Het kenmerkt alle technologieën dat zij de natuurwetten als uitgangspunt (moeten) hebben, doch dat deze wetten zodanig worden toegepast, dat zij als het ware 'voor de mens en de bevrediging van zijn materiële behoeften werken'. In de technologie wordt derhalve uiteindelijk het economisch denken en handelen gediend.

De Hemel is geen voorstander van kernenergie. Kernenergie draagt gevaren in zich, is louter de vrucht van economisch denken, dient uitsluitend economische doelstellingen, en is niet in staat om de Goddelijke Nalatenschap op aarde in stand te houden. De natuurlijke straling, zoals deze overal ter wereld voorkomt, respectievelijk kan voorkomen, gedraagt zich in overeenstemming met de Goddelijke Wetten en Zijn Intelligentie. Nucleaire straling zoals in een kerncentrale daarentegen, is niet in deze sterkte en vorm door God voor de leefomgeving van de mens en andere schepselen voorzien. Precies daarom stelt zij mensen bloot aan gevaren die niet jegens Gods Wetten kunnen worden gerechtvaardigd. Geen geschapen weefsel, noch van het menselijk lichaam noch van het lichaam of organisme van diersoorten of van planten, bomen of bloemen, is door God zo ontworpen, dat het nucleaire straling kan ervaren, opnemen en verwerken als een lichaamseigen of natuureigen verschijnsel.

De zielen moeten zeer goed voor ogen houden en onthouden dat alles wat niet heel precies in overeenstemming is met de Wetten die God in de natuur zonder menselijke beïnvloeding heeft voorzien, geldt als tegennatuurlijk en derhalve als niet door God gewild. God is geen voorstander van de ontwikkeling van technologieën die op menselijke manipulaties van Zijn natuurwetten zijn gebaseerd, die zo worden toegepast dat zij doelbewust en opzettelijk zijn gericht op economische winst en/of op beheersing en vernietiging of beschadiging van de Schepping of van gedeelten van de Schepping of van schepselen. God heeft de mensenzielen Zijn Schepping toevertrouwd, opdat zij deze precies volgens Zijn visies en Wetten en met inachtneming van Zijn Plannen met de mensheid zouden beheren. Wanneer de mensheid met Gods Schepping een eigen koers volgt, die andere doelstellingen nastreeft en andere wetten in toepassing brengt, kan God op dit proces niet Zijn zegen laten rusten.

Is vanuit het perspectief van Maria, de Meesteres van alle zielen, een nieuwe technologie in het vooruitzicht gesteld?

God geeft Zijn Geheimen niet prijs. Hij heeft aan het menselijk verstand ook grenzen gesteld en zal nooit toelaten dat de mens alle natuurwetten en natuurverschijnselen volledig zou kunnen doorgronden, omdat Hij weet dat de mensheid ten prooi is gevallen aan de zonde, en een volmaakte kennis van alle natuurverschijnselen en alle kenmerken en eigenschappen van de dingen en de natuurlijke processen en toestanden de wereldheerschappij op een gouden dienblad zou uitleveren aan de satan, die zoals bekend via mensenzielen werkt . De satan is momenteel reeds zeer dicht tot de beheersing van de wereld genaderd. God houdt Zijn Schepping echter via enkele draden van gouden Licht in de hand, omdat de Werken van Zijn handen Hem heilig zijn en deze nooit onbeperkt door het monster der duisternis mogen worden beheerst.

De satan stelt alles in het werk om de mensenzielen technologieën te inspireren die zij tegen Gods Wetten kunnen inzetten en die hen sterken in de hoogmoed dat de mens de hele Schepping zou beheersen. Daarbij is dit alles slechts de schijn van een vergankelijke werkelijkheid die zich voltrekt in de schaduw van Gods alomtegenwoordigheid, die vanwege de donkere rook van de duivel en de immense verblinding en goddeloosheid van talloze mensengeesten niet meer wordt gemerkt, respectievelijk helemaal weg geredeneerd wordt.

U weet dat de satan het zich reeds vóór zijn inspiratie tot de erfzonde tot doel heeft gesteld, Gods Schepping restloos te verwoesten, en dat hij dit in zijn onbegrensde boosheid bij voorkeur doet via de mens, omdat God de mens heeft bedoeld als kroon van Zijn Schepping. Zo tracht de satan God het diepst te treffen. Hij inspireert tot de zonde. Zonde is elke afwijking van Gods Wet van de Liefde, die op welke wijze dan ook tot uiting komt in de beschadiging van een ziel. De zondelast hoopt zich in de hoogste mate op waar technologieën worden toegepast, die zielen en gedeelten van de Schepping kunnen beschadigen of verwoesten en economische doelstellingen voorstellen als 'één en alles', want economische doelstellingen verheffen het materialisme tot de god van de moderne wereld, een god met menselijke trekken, doelstellingen en wetten, een god die de ene Ware God uit Zijn Werk en uit de zielen verbant.

Zal ooit een nieuwe technologie bestaan, van dewelke de uitsluitend Hemelse oorsprong duidelijk zichtbaar zal zijn, en welke vorm zou een dergelijke technologie aannemen?

De Meesteres van alle zielen beklemtoonde altijd reeds dat God de zielen nooit toelaat om de toekomst te voorspellen, respectievelijk deze zeer precies en met zekerheid te zien. Dit dient eenvoudigweg niet Zijn Plannen, en berooft de zielen van elke verdienste. De Meesteres heeft dit principe reeds ten overvloede toegelicht. De ziel moet de toekomst heel gewoon vol Hoop tegemoet treden, want de oprechte Hoop is zoals een akt van vertrouwen tot Gods Liefde, en roept derhalve Gods bescherming en Zijn herscheppend werken over de ziel en de Schepping als geheel af.

Hoe is het mogelijk dat in Medjugorje positieve atomaire straling wordt vastgesteld, die gunstig is voor de mens en de Schepping?

De Koningin des Hemels verklaart dit verschijnsel als volgt: Elke ziel heeft een bepaalde uitstraling. In een ziel die leeft in verbinding met God, respectievelijk met Maria, wordt deze uitstraling in golven – soms bijna ononderbroken – met een veelvoud versterkt. Zielen die een specifieke begaafdheid in die richting bezitten, kunnen de uitstraling van hun medemensen voelen in een mate die boven het gemiddelde ligt. Deze uitstraling kan zich gedurende lange tijd, zelfs zo goed als ononderbroken, op een hoog niveau in stand houden in een ziel met een heel speciale roeping, en wel des te méér naarmate in deze ziel het Vuur van de Ware Liefde brandt. In andere gevallen bereikt deze uitstraling haar toppunt precies in de uren waarin de ziel een bijzonder contact met de Hemel onderhoudt (tijdens een vurig gebed, tijdens een aanbidding, tijdens een toewijding, tijdens een heilige Mis, tijdens een mystieke ervaring, enzovoort).

In de ware zin van het woord heeft deze 'positieve atomaire straling' niets te maken met 'atomaire straling' in de betekenis van nucleaire straling. Deze laatste gaat uit van stoffelijke materie. De straling die van een ziel uitgaat, heeft een niet-stoffelijke oorsprong en is derhalve niet via instrumenten of toestellen vaststelbaar. Volgens de Moeder Gods zijn de metingen in Medjugorje mogelijk geweest doordat God een teken heeft willen stellen voor het feit dat de ziel in innig contact met Hem of met Zijn Hemelse Gezante (Maria) naar een hoger niveau van Goddelijk Leven wordt opgetild. 'Normaal gesproken' zouden dergelijke metingen niet eens mogelijk zijn. De Meesteres voegt hier nog aan toe, dat dit verschijnsel niet specifiek en niet uitsluitend verbonden is met de plaats (Medjugorje), doch dat het overal kan voorkomen, waar zielen zich zo innig naar een hoger niveau van het Leven laten verheffen dat in hen en door hen het ware Goddelijk Leven stroomt en daardoor het onzichtbare Vuur van zielen in eenheid van hart met God of met Maria oplaait. Zelfs één enkele ziel kan in een intens mystiek contact met de Koningin des Hemels of met Jezus, enzovoort, de atmosfeer om zich heen in een aanzienlijke mate 'opladen'.

Lieve broeder, tussen Hemel en aarde bestaan vele dingen die onze ogen niet zien, onze oren niet horen en ons verstand niet kent en noch kan noch mag doorgronden. U vermeldt de nucleaire ramp in Japan. Dergelijke rampen tonen aan hoe groot de gevaren zijn wanneer de mensheid zich systematisch openstelt voor de inspiraties van de satan en zich aan hem overlevert. Een technologie wordt ontwikkeld met het oog op economische belangen, wijkt dus vanuit haar basis van Gods Wetten en Plannen af, en maakt de Schepping, met inbegrip van de mensenzielen, zeer kwetsbaar.

Ik moet op deze plaats trouwens nogmaals met nadruk wijzen op het feit dat dergelijke rampen niet, zoals tegenwoordig graag wordt gesteld en geredeneerd, door God worden veroorzaakt bij wijze van waarschuwing, doch dat zij voortkomen uit een nog moeilijk te herstellen onevenwicht in de Schepping, dat is ontstaan uit de vreselijke zondelast van de mensheid, respectievelijk als uitingen van de rechtstreekse manipulaties vanwege de satan. God is niet de Bron van deze rampen, maar Hij hoopt wel dat de zielen aan de hand van die rampen mogen beseffen dat zij in de technologie, de wetenschap en het materialisme in wezen een afgod aanbidden, die hen zowel op het stoffelijke als het niet-stoffelijke niveau in het verderf zal storten. Het besef alleen volstaat echter niet, zolang het niet wordt omgezet tot een oprecht anders gaan denken, weg uit het materialisme.

Lieve broeder, ik hoop, wat klaarheid te hebben gebracht in verband met Uw vragen. Onthoudt U vooral dit: Maria, de Meesteres van alle zielen, is de belichaamde Hoop en bemoediging. Zolang wij ons volkomen aan Haar weggeven en bereid zijn om Haar onderrichtingen om te zetten in de praktijk van het dagelijks leven, hoeven wij niets te vrezen. God houdt niet zonder reden Zijn Schepping in de hand via deze draden van gouden Licht, die Hij nooit zal loslaten. Door deze draden stroomt immers het Goddelijk Leven onophoudelijk verder naar de zielen die dit Licht in zich willen opnemen met de bedoeling, hun heiliging te verwezenlijken.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 424
Zin en logica van de toewijding aan Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Graag ondersteun ik U in deze strijd. Ook ikzelf word fel aangevallen. Weest U zich ervan bewust dat de satan een ziel heviger aanvalt naarmate zij voor hem gevaarlijk is en hem bij de verwezenlijking van zijn duistere plannen dwarsboomt. Vooral alles wat met totale overgave aan Maria in verband staat, wekt de boosheden van het monster, omdat dit laatste weet wie door God is uitverkoren om Haar voet op hem te laten rusten en zijn werken onwerkzaam te maken.

De Meesteres van alle zielen benadrukt het zonder ophouden: Indien de zielen bevrijd willen worden uit de ellende van deze wereld vol duisternis, verblinding en verwarring, moeten méér zielen zich onbeperkt aan HAAR weggeven. Zo wil God het. Dit concept wordt in deze wereld heftig bestreden door het modernisme, omdat het de gouden weg naar de overwinning over de duisternis biedt, en de ontwikkelingen in deze wereld precies in een zo hoge mate door de satan worden gemanipuleerd. De weerstand tegen de gewetensvol en met volharding beleefde toewijding aan Maria heeft niets te maken met het feit dat het concept van deze toewijding op één of andere wijze niet correct zou zijn, wel integendeel: Deze weerstand wijst precies op de onovertrefbare waarde van de toewijding voor de bevordering van de voltooiing en ontsluiting van Gods Heilsplan en de eigen heiliging van de individuele ziel die haar leven leidt in totale toewijding aan Maria.

Het beeld van de Koningin des Hemels, de onbevlekte, zondeloze Maagd met de slang onder Haar voeten, is geen fantasie en geen lege folkloristische symboliek, doch de uitdrukking van een buitengewoon verheven Mysterie via hetwelk onze God van Liefde sedert zo lange tijd de zielen de weg toont naar de voltooiing van hun Verlossing en heiliging en naar de zuivering van de wereld: Maria heeft de onbeperkte macht over de duisternis ontvangen, zowel in de wereld als geheel als in elke individuele ziel. De voorwaarde opdat Zij deze macht (die uniek is onder de geschapen zielen) moge kunnen toepassen, is de totale overgave van de ziel aan Maria, niet louter door het uitspreken van een toewijdingsgebed doch via een volledige levensstijl van systematische navolging van het voorbeeld dat de Moeder Gods ons stelt.

Jezus heeft de grendel weggeschoven, door dewelke de kerker van de ziel geopend wordt en de ziel naar de ware vrijheid kan overgaan, die zij zich via de overwinning over haar eigen zwakheden en verleidbaarheden kan veroveren. De deur van de kerker openen, moet de ziel wel zelf doen. Tussen de ontgrendeling en het daadwerkelijk openen van de kerkerdeur ligt de innerlijke strijd van de zelfoverwinning, en in deze strijd heeft de ziel een totale Hemelse ondersteuning nodig. Precies deze ondersteuning wil God de zielen geven via de Koningin des Hemels, in deze Laatste Tijden méér dan ooit voordien.

Maria bereidt ons deze ondersteuning via Haar onderrichtingen en via Haar innerlijke herscheppende werking in de kern van de ziel. Zo kan Zij in elke ziel het wonderbare Mysterie bekronen, dat Christus aan de ziel heeft voltrokken maar dat in de praktijk moet worden omgezet. Deze omzetting van de Verlossingswerken in de praktijk kan de ziel door niets op een méér doeltreffende wijze doen dan door de liefdevolle, oprechte toewijding van haar hele leven en haar hele wezen in alle details aan Maria. Hierin ligt precies het buitengewone bewijs voor Gods Liefde: Hij heeft een geschapen mensenziel (Maria) uitverkoren om de weg van Christus, de God-Mens, op aarde mogelijk te maken, opdat Hij in een menselijk lichaam de Verlossingsakt zou kunnen volbrengen, en Hij geeft deze Vrouw Die de Zoon van God zou baren, de macht om deze Verlossingswerken in de zielen te 'voltooien', respectievelijk elke ziel zo om te vormen en innerlijk te begeleiden dat deze de Verlossing in zich ten volle kan ontsluiten. Maria mag dit niet ongevraagd doen, de ziel moet zichzelf in Haar handen leggen, respectievelijk zich aan Haar voeten neerleggen. Welk onovertroffen doch nog zo slecht begrepen en zo zelden aanvaard geschenk!

Verricht U met vertrouwen gebed nr. 1196, en bij voorkeur eveneens nrs. 998 en 1047, en gelooft U rotsvast in de Waarheid en werkelijkheid achter het Mysterie van de totale toewijding aan Maria, en U zult getuige worden van de macht van de Koningin des Hemels in Uw leven.

U kunt verzekerd zijn van mijn ondersteuning, want de vruchten van de Werken van de Meesteres van alle zielen in de ziel die rotsvast in Haar gelooft, kan de ziel slechts in zich opnemen wanneer zij Maria, de Belofte van de Eeuwige Lente, deelachtig maakt aan alles in haar leven.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 425
Strijd tegen de satan, de vijand van de gezinnen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Uw ziel weent, Uw hart bloedt, en meteen weent eveneens het Hart van de Moeder Gods.

Uw ziel wordt bovendien voortdurend bevuild met woorden die door de slang uit de afgrond worden gesproken. Ik begrijp maar al te best hoe U zich voelt. Twijfelt U er vooral niet aan, dat ik deze strijd met overgave samen met U voer. Wij hebben immers dezelfde vijand, en Maria heeft Haar Maria Domina Animarum Werk precies opgebouwd als een dam van Licht tegen de duisternis.

Ik vind het zo jammer voor Uw kleindochter, omdat zij nu van U en van de christelijke opvoeding kan worden weggetrokken. Weet U, het offer en gebed van een kind zijn voor God zo waardevol. Dit kind heeft de rijpheid om haar hartje aan de voeten van de Allerheiligste Maagd en Hemelse Meesteres uit te storten, en Maria zal haar beschermen tegen schadelijke invloeden, temeer daar U persoonlijk eveneens voor dit kind bidt. Hoe mooi drukt U het uit, dat U voor dit kind zou willen sterven: In zekere zin bent U reeds voor haar gestorven, want diep beleefde toewijding aan Maria is een vorm van sterven aan veel wereldse dingen en aan zichzelf.

Wijdt U Uw tranen toe aan Maria, ik heb dit zo-even ook zelf gedaan. Dan wordt Uw hartenpijn tot een wapen tegen de duisternis. De toewijding van pijnen zorgt ervoor dat dit mes dat ons hart doorklieft, door de Moeder Gods in de werken van de satan kan worden gedreven opdat deze zouden leegbloeden. En... waar twee of méér zielen samen zijn, is ook Christus. Welnu, in het hart bent U nauw met Uw kleindochter vervlochten, derhalve is Jezus voortdurend tegenwoordig wanneer U en het meisje Uw harten voor Hem en voor Maria uitstorting. Gebruikt U dit wapen tegen diegene, die U via mensenmonden tracht te kwetsen.

Neemt U vol vertrouwen Uw toevlucht tot de prachtige en machtige wapens die de Koningin des Hemels ons heeft gegeven, speciaal voor situaties zoals deze: in het bijzonder de gebeden 998, 1006, 1047 en 1196.

U hebt trouwens precies het juiste gedaan: U hebt helemaal niets van God afgedwongen, U hebt Hem juist de gelegenheid geboden om Zijn Voorzienigheid ten volle te laten uitwerken, en blijkbaar heeft Hij precies dat gedaan. Ik ben daarom zeker dat precies datgene is gebeurd, dat voor Uw dochter het juiste was, aangezien haar vriend duidelijk op termijn niet het Heil van Uw dochter kon bevorderen. Ik vind dit ook jammer omdat deze man, zoals ik enige tijd geleden zijn ziel heb mogen zien, een zaad bezit dat ook in het Geloof vruchtbaar zou kunnen worden. Iets moet dit zaad hebben toegedekt met slijk. Ook de satan weet dat deze man niet de juiste is voor Uw dochter, en dat de scheiding daarom voor haar tot een spirituele zegen kan worden. Daarom tracht de duivel zich nu te wreken door Uw dochter te inspireren in een richting die haar ertoe aanzet om zich op haar beurt tegen U en Uw Geloof te keren. Zo zien de werken van de meester van alle leugen, laster, ontmoediging, verblinding en haat eruit.

Ik smeek onze Hemelse Meesteres met nadruk dat Zij Haar hand op U, op Uw kleindochter, op Uw dochter en op ieder moge leggen, die aan deze situatie deel heeft of die erdoor te lijden heeft. Gelooft U rotsvast in HAAR werking, want Zij heeft de macht en de Liefde om harten met Ware Vrede te vervullen.

Houdt U moed, lieve zus, U bent niet alleen in de strijd.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 426
De ervaring van de wedergeboorte: Pasen in de ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank voor dit verheugend bericht, dat uitstekend bij het Paasmysterie past. Mijn paaswensen mogen derhalve tevens gelden als gelukwensen voor een wedergeboorte, die U immers geleidelijk aan is vergund, dat blijkt nu wel. Hoe verheugend.

Is het niet prachtig hoe aan U iets is voltrokken, dat uiteindelijk kan gelden als de absolute vervulling van elk mensenleven? Wanneer de ziel tot inzicht in haar diepere gesteldheden komt, is het alsof de Heilige Geest Zelf een lichtbaan trekt tot in de kern van het zielenleven, zodat aan de ziel meteen de wegen naar de heiliging en de strategie van de zelfvervolmaking worden getoond. Er is wel nauwelijks een grotere genade. Bovendien nog uitgerekend op Pasen! Het Licht der Verrijzenis is als het ware in het graf van Uw oude 'ik' naar binnen gestraald. Dat alles is U geschonken omdat U nooit de strijd hebt opgegeven en U Uw verleden aan de voeten van de Hemelse Meesteres hebt neergelegd.

Het wonderbare, ja het Goddelijke, aan de drie hoofddeugden (Liefde, Geloof, Hoop) is wel het feit dat deze drie als het ware steeds opnieuw elkaar voortbrengen: De ziel gelooft, en krijgt daardoor het bewijs hoe gerechtvaardigd haar Hoop wel was, zodat haar Liefde tot de Allerhoogste nieuw Leven krijgt. Of: De ziel verlangt naar niets vuriger dan naar een verregaande ontplooiing van haar Liefde; met de groeiende Liefde ontwikkelt zich in haar de Hoop tot een ongekend toppunt, want de Ware Liefde neemt elke mogelijke twijfel van de ziel weg. Een waarlijk hopende ziel op haar beurt, leeft in een Geloof dat tot zekerheid is geworden. Enzovoort...

Van de ijsberg die U beschrijft, blijft in korte tijd niets meer over. Wanneer de ziel van binnenuit de Liefde in verregaande mate weet te ontplooien, smelt het ijs snel weg, want de Ware Liefde is zoals een zon. Deze zon heeft in haar wortel geschoten door de toewijding, die U zo volhardend in de praktijk hebt toegepast. Ik kan U slechts feliciteren en de Meesteres danken. Zodra de ziel zich vurig toewijdt en zich totaal overgeeft, worden wielen in beweging gebracht. Het kan een poosje duren eer de ziel het merkt, maar 'boven de wolken' gebeurt ook in het verborgene reeds zeer veel. Bedenkt U even hoe lang het kan duren eer een zaad tot bloem wordt. De hele tijd kan de waarnemer menen dat niets gebeurt. Intussen echter, werkt Gods Intelligentie zich in het zaad uit en ontwikkelt zich het leven. Herinnert U zich: Meer dan negentig procent van de werkelijkheid onttrekt zich aan onze waarneming.

Hoe mooi dat U deze bemoediging hebt gekregen. In deze zin wens ik U met heel mijn hart dat het Paaslicht Uw hart voortdurend moge bestralen. De Koningin des Hemels verheugt Zich met U.

Ik zeg U graag dank voor de inspanningen die U voor de Moeder Gods opbrengt. Zij zal U nooit vergeten.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 427
Nogmaals over de vijandigheid jegens de verering van Maria

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor de lieve regels die U hebt geschreven. Uw opmerking in verband met de verering van Maria raakt iets dat werkelijk fundamenteel is voor alle katholieken die niet helemaal hun wortels willen verloochenen, en pas helemaal voor mijzelf, die mijn leven aan de voeten van de Heilige Maagd heb neergelegd om Haar Werken te doen in het kader van een levensroeping die nu reeds jarenlang (sedert 1997) uitsluitend op de weg van de Mariale verenigingsmystiek wordt opgebouwd, onder de uitsluitende leiding van de Koningin des Hemels. Ik verzeker U graag dat ik niet word geleid en bezield door een dogma, doch door een Hemelse, voor mij absoluut voelbare realiteit.

Heel graag verwijs ik U naar de Maria Domina Animarum website, waar U in het menupunt Maria Domina Animarum een uitvoerige verzameling van teksten kunt aantreffen, in dewelke de Koningin des Hemels de realiteit van Haar unieke rol binnen de heilsgeschiedenis en het Goddelijk Heilsplan, en de door God verkondigde absolute noodzaak van de verering van Maria en de totale toewijding aan Maria laat uiteenzetten. Inderdaad, Zij laat het uiteenzetten: Niet ik, arme onwaardige, verkondig Gods Waarheid, doch Zij, Die de door God uitverkoren Zetel van Zijn Wijsheid is.

Lieve zus, denkt U dat het Jezus verheugt wanneer Hij aanbeden en Zijn Moeder intussen verloochend wordt? Is de God-Mens niet pas een werkelijkheid geworden door de uitverkiezing van Maria als Zijn Moeder – uitverkiezing van Gods wege? Is God ermee gediend wanneer het door Hem uitverkoren scharnier op de deur naar de Verlossing niet wordt erkend? Hoe kan men de Zoon waarlijk vereren en intussen zo doen alsof Zijn Moeder niet eens bestaat? Of hoe kan men ervan uitgaan dat God Jezus als God-Mens, Messias, Verlosser, zou hebben laten dragen in een lichaam, en hebben laten baren uit een lichaam, dat niet voordien restloos was geheiligd? Maria werd daardoor onbereikbaar boven al het menselijke verheven. Dit alles te verloochenen, vormt de zwaarste belediging die een 'christelijke' ziel God hoe dan ook ooit zou kunnen aandoen.
Verbum sapienti satis est... (= voor de wijze volstaat een woord)

Lieve zus, oneindig veel méér zou ik kunnen aanhalen. De Bron uit dewelke ik dit alles mag putten, is immers onuitputtelijk. Méér nog dan het verstand echter, moet hier het hart zich openstellen, want het Licht van de Wijsheid wil binnenkomen waar God Zijn verblijf in de ziel inricht.

Ik wens U de aanraking van de Ware Vrede, die zoals bekend uit het Hart van Christus stroomt. Hij zal wenen, en Zijn Hart zal bloeden, zolang Zijn Moeder niet wordt erkend als Diegene en Datgene waartoe God Haar heeft geschapen.

Ik omhels U innig in de Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 428
Hoe omgaan met slakken- en insectenplagen wanneer men alle dieren moet respecteren?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Het verheugt mij dat U deze vraag stelt: Wanneer de mensenziel de dieren met eerbied moet behandelen, hoe moet men dan omgaan met slakkenplagen, mierenplagen, mottenplagen, enzovoort?

Het komt ons soms wat vreemd voor om met alle diersoorten zo om te gaan dat ons gedrag blijk geeft van het besef dat wij met schepselen van God te doen hebben. Slakken en insecten behoren tot de diersoorten die het meeste worden verafschuwd en die de meeste mensen gewoonlijk het liefst van al kwijt zijn. Precies daarom smeekte ik ooit de Moeder Gods om een antwoord op de vraag hoe dan moet worden omgegaan met dieren die het de mens soms moeilijk of lastig maken (mollen in de tuin, muizen, ratten, slakken...). Haar antwoord was verbluffend simpel: "bidden!".

Ziehier de visie van de Heilige Maagd: Een plaag is één van de vele uitingen van een verstoord evenwicht in de natuur, dat steeds uiteindelijk toe te schrijven is aan de afwijkingen vanwege mensenzielen ten aanzien van Gods Wetten. Concreet betekent dit: Dit onevenwicht moet worden omgevormd tot een nieuw evenwicht, en dit kan slechts gebeuren doordat zielen een soort van goedmaking leveren.

Ik vernam reeds jaren geleden hoe bij een mij bekende ziel een rattenplaag op slag werd beëindigd doordat een goede traditionele priester een exorcisme over haar huis verrichtte en het hele terrein om het huis heen besprenkelde met wijwater. Hoe komt dit? Klaarblijkelijk was hierdoor iets vrijgekocht. Het gebeuren wees niet noodzakelijk op het feit dat de betreffende dame veel zou hebben gezondigd, maar dit offer werd wel van haar verlangd. Alleen God weet waarom precies zij dit moest volbrengen, en waarom het offer uitgerekend de vorm van een rattenplaag aannam.

De Meesteres van alle zielen beklemtoont echter dat insecten (of slakken) niet door gif moeten worden verjaagd of dat men hen niet opzettelijk moet doden, doch dat men voortdurend in Waar Geloof tot Haar moet bidden, opdat Zij de genade moge kunnen bekomen dat deze gebeden een nieuw evenwicht in de natuur mogen helpen bewerken. U kunt een dergelijk gebed trouwens nog waardevoller maken door bovendien de aanwezigheid van deze grote hoeveelheid 'lastige' dieren aan Maria toe te wijden met de smeking dat Zij de 'vreedzame verwijdering' van deze wezens zou willen beschouwen als de verwijdering van de duivel uit zielen die dit dringend nodig hebben. Precies zo adviseert de Koningin des Hemels dat de zielen tewerk zouden gaan in verband met 'onaangename' dingen in de natuur: 'ongedierte', onkruid... Men wijdt in die gevallen het onevenwicht aan Maria toe met de smeking dat Zij op grond van dit door Haar gevraagde offer de zuivering zou bekomen van zielen, die als het ware overvol zijn van het onkruid van de ondeugd en het ongedierte van de bekoringen. Zo geeft Zij zelfs zin aan deze beproeving.

Soms valt het de mens niet gemakkelijk om met situaties om te gaan, voor dewelke men een afschuw voelt of die eenvoudigweg als een last worden beschouwd. In wezen kan in de omgang met dergelijke situaties deze hindernis slechts worden overwonnen door de Liefde. Het is de Liefde, die inspireert tot eerbied voor dieren jegens dewelke men 'menselijkerwijs' onverschillig pleegt te zijn. Het is ook de Liefde die iemand ertoe in staat stelt om in te zien dat elk levend wezen uiteindelijk een bouwwerk is, waarvan het ontwerp in Gods Hart is ontstaan.

Alles heeft een diepe zin, ook wanneer de zielen dit niet steeds meteen kunnen of mogen inzien. Deze zin berust nu eenmaal op het feit dat niets gebeurt dat niet op één of andere wijze binnen Gods Plan past. De mensenziel vergeet dit gemakkelijk, omdat zij eerder haar eigen behoeften ziet dan die van God (namelijk de verwezenlijking van Zijn grote Heilsplan, binnen hetwelk elk dier een specifieke rol te vervullen heeft).

Ik smeek nu nog tot de Meesteres dat Zij de oneindige macht van Haar Hemelse Liefde moge aanwenden tot bekleding van onze gebeden en toewijdingen, want ik wijd dit probleem zeer graag samen met U aan Maria toe.

Ik wens U veel geluk. Moge U spoedig getuige zijn van de immense waarde die God hecht aan de onderlinge Liefde en eerbied tussen Zijn schepselen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 429
Nogmaals de Meesteres in verband met de waarschuwingsboodschappen en met misverstanden met betrekking tot Haar leerstellingen in dit verband – waarschuwing voor misleidende interpretaties die volkomen tegen het christen-zijn indruisen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Dank voor Uw antwoord. Duidelijkheidshalve wil ik erop wijzen dat er een reden is waarom Maria niet achter de door U aangehaalde boodschappen staat:

De Openbaring van de Heilige Johannes is natuurlijk juist. De Moeder Gods beweert ook niet dat God werkeloos toeziet hoe de wereld zich ontwikkelt. Waar Zij echter met de grootste nadruk steeds opnieuw op wijst, is het feit dat de waarschuwingsboodschappen door de duivel worden misbruikt. In die boodschappen bespeelt de satan de aangeboren behoefte van veel mensen om van elk kruis van het dagelijks leven te worden bevrijd. Deze boodschappen hebben derhalve tot gevolg dat de zielen niet meer aan zichzelf werken, doch er slechts op wachten dat Jezus terugkomt om hen uit hun ellende te bevrijden. De mens wil dus niet langer God dienen, maar verwacht dat God hem dient. De zielen worden er weliswaar toe opgeroepen, te bidden, maar dit gebed is dan gericht op de wederkomst van Jezus en niet op de eigen heiliging, waarbij naar deze wederkomst vooral wordt verlangd omdat daardoor eindelijk aan al het lijden van het leven een einde komt.

Precies daarvoor waarschuwt de Moeder Gods: Het overgrote gedeelte van de zielen die naar de vervulling van deze boodschappen verlangen, doen dit vanuit een volledig verwrongen hartsgesteldheid, doordat zij niet de Liefde opbrengen om door liefdevol opgeofferd lijden Gods Werken te helpen bevorderen, zoals Jezus zozeer heeft gewenst en zoals de Heilige Apostel Paulus het heeft verkondigd als de ware christelijke ingesteldheid: 'om door het eigen lijden datgene aan te vullen wat nog aan het Lijden van Jezus ontbreekt' (wat aan het op zich volmaakte Lijden van Christus 'ontbreekt', is een door elke ziel bewust en uit louter Liefde verlangde eenheid van het eigen dagelijks lijden met het Kruis van Christus). Alleen God weet wat in het hart van elke individuele ziel omgaat, maar de Moeder Gods spoort elke ziel ertoe aan, het eigen hart te onderzoeken en er in de eerste plaats vurig voor te bidden dat haar Liefde voortdurend moge groeien, omdat in Gods ogen slechts een leven van ononderbroken en uit Liefde tot God en tot Zijn Werken toegewijde beproevingen, een vruchtbaar leven is.

Uiteindelijk zal elke ziel volgens de mate van haar Liefde geoordeeld worden. De zielen behoren er onder geen beding voor te bidden of erop te wachten dat God hen van hun kruisen zou bevrijden, want het zijn precies de kruisen van het leven die de voltooiing van de Verlossing en de heiliging brengen. Jezus heeft toch gezegd dat wie Hem volgt, zijn kruis moet opnemen. Hij heeft niet gezegd dat Zijn volgelingen er moeten op wachten tot God komt om hen van hun kruisen te bevrijden, of dat zij moeten bidden om door God van hun beproevingen bevrijd te worden. Hij heeft Zich precies om die reden aan de hele Passie onderworpen, opdat de zielen dit Goddelijk voorbeeld zouden volgen. Het met Liefde geofferd en toegewijd lijden, en uitsluitend dit, wordt aan het Lijden van Christus toegevoegd om als akt van medeverlossing het Goddelijk Heilsplan te voltooien en Gods Rijk op aarde te vestigen.

Daar zit het juist: De zielen moeten niet afwachten tot Jezus persoonlijk komt om het Rijk Gods vóór hun ogen te grondvesten, om de 'zondaars' van de aardbodem weg te vegen en de overigen zonder meer uit alle ellende te bevrijden, zij zouden beter bidden en offeren opdat zij de genade waardiger zouden worden om zich aan de hand van Gods richtlijnen voor de heiliging in die mate te kunnen zuiveren dat het Rijk Gods in hen zou kunnen worden gegrondvest. Hoe groter het getal der zielen wordt, dat zich er door liefdevolle inspanningen op voorbereidt dat in hen het Rijk Gods kan worden gegrondvest, des te sneller zal de mensheid als geheel de eenheid met Gods Wetten benaderen. De eenheid van de mensheid met Gods Wetten zou elke ramp in de Schepping automatisch uitsluiten, want deze eenheid zou betekenen dat het evenwicht in de Schepping hersteld is, en daardoor Gods Rijk op aarde zou zijn gevestigd. God wil helemaal niet 'waarschuwen'. Hij tracht te onderrichten, en in onze tijd doet Hij dit via de Wetenschap van het Goddelijk Leven.

God zal de zielen vanzelfsprekend waarschuwen, echter niet zoals sommigen ons willen laten geloven, maar diep in het individuele geweten. Juist daarom betreft het hier in de ware zin geen waarschuwingen, maar onderrichtingen en innerlijke omvorming. De natuurrampen zijn niet aan Gods hand toe te schrijven, doch aan het door de verschrikkelijke zondelast veroorzaakte onevenwicht in de Schepping, zoals de Meesteres van alle zielen het nu reeds jaren laat verkondigen en aantonen. God wil niet de dood van de zondaar, maar wel zijn bekering, en Hij wil met dat doel voor ogen het geweten van elke ziel wekken, en wel op een zodanige wijze dat de zielen erdoor in staat worden gesteld om uit hun eigen vrije wil elke afwijking tegenover de Goddelijke Wet in te zien, en niet uit angst voor één of andere bedreiging. Een gebed dat uit angst voor dreiging en straf wordt aangeboden, is voor God zo goed als waardeloos, want het ontspringt niet uit Liefde en uit vrije wil. De Koningin des Hemels laat nogmaals herhalen, opdat niemand hierover onwetendheid zou kunnen voorwenden:

  • wat heiliging is,
  • hoe de heiliging verwezenlijkt moet worden, en
  • hoe de Schepping, die nu eenmaal zo is geprogrammeerd dat zij steeds tracht, Gods Wet, Intelligentie en Wijsheid voor honderd procent te volgen, in onevenwicht is gekomen, en daar derhalve ook op reageert.

Het staat elke ziel vrij, de haar door God geschonken levensuren te gebruiken om af te wachten tot God haar uit al haar ellende komt bevrijden. In Gods ogen komt dit echter neer op een verspilling van de door Hem geschonken levenstijd evenals op een gebrek aan ware christelijke inzet. Dit is immers niet het doel waartoe elke ziel van God een leven op aarde heeft gekregen. De enige twee doelstellingen van het leven van elke ziel op aarde zijn: haar eigen heiliging, en het leveren van haar persoonlijke bijdrage tot de voltooiing van Gods Heilsplan. Geen van deze beide doelstellingen wordt verwezenlijkt door een ziel die wacht op de komst van Jezus om van haar beproevingen te worden bevrijd, noch doordat zij daar gericht voor bidt, wel integendeel.

Zoals ik bovendien reeds bij herhaling heb moeten schrijven, zou God nooit één of andere aanwijzing geven over het tijdstip waarop een gebeurtenis zal plaatsvinden ('in dat jaar', 'op die dag', 'binnen ... maanden of weken'...) omdat een dergelijke aanwijzing de voltooiing van Zijn Plannen volledig zou tegenwerken.

Dit moest ik U absoluut mededelen. Doordat ik mij, zoals in het verleden, op verordening vanwege de Hemelse Meesteres nog steeds formeel van deze boodschappen distantieer, kom ik mijn gelofte van gehoorzaamheid jegens de Koningin des Hemels na. Elke ziel die beslist om haar leven te richten naar die boodschappen, doet dit op haar eigen verantwoordelijkheid, vooral wanneer het gaat om een ziel die het onmetelijke geschenk heeft ontvangen, door de Meesteres van alle zielen de waarheid over het onevenwicht in de Schepping ten gevolge van de zonden en het mechanisme van de voltooiing van haar Verlossing te mogen leren kennen. Ik voor mijn part weet dat ik nooit een woord heb verkondigd zonder dat dit mij door de Koningin des Hemels Zelf werd opgedragen.

Derhalve getuig ik met klem dat ik steeds slechts de Waarheid heb verkondigd zoals de Moeder Gods mij deze sedert jaren voor het Heil der zielen onderricht, en dat zal ik blijven doen, zolang de Moeder Gods mij dit opdraagt. Maria heeft mij opgedragen, respectievelijk toegestaan, U ook deze woorden over te brengen als woorden van genade, opdat U Waarheid en misleiding duidelijk moge kunnen onderscheiden.

Het zal van de beslissing van de zielen zelf afhangen in hoeverre God de geschenken die hij voor de zielen wil bereiden, daadwerkelijk kan bereiden. Ik althans, hoop met heel mijn hart dat ook nu, via de Meesteres van alle zielen, niet nog eens moet blijken dat God de zielen het zaad van inzicht vruchteloos heeft geschonken. Vruchteloos zal het opnieuw zijn wanneer de zielen niet de Liefde kunnen opbrengen om de kruisen, waarin immers de wortels van de Wederkomst van Jezus in de eigen ziel en de grondvesting van Gods Rijk op aarde verborgen liggen, vastberaden aan te nemen, deze door vurige toewijding aan de Koningin des Hemels met het Kruis van Christus te laten versmelten, en zichzelf daarbij door de handen van de Meesteres in een spiegel van Christus te laten omvormen.

Ik wens U de ware Vrede van Christus in de Liefde van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

P.S.: Uit brieven met betrekking tot dit thema blijkt steeds opnieuw dat de meeste zielen die dreigboodschappen najagen of er zich intensief mee bezighouden, doorgaans misnoegd zijn en ontevreden over hun leven. Het meest betreurenswaardige daarbij is echter de vaststelling dat deze zielen in de ware zin van het woord doorgaans nauwelijks nog als gelovigen kunnen worden beschouwd, want een werkelijk gelovige ziel hangt niet vast aan verwachtingen ten aanzien van dit stoffelijk leven, maar leeft voor het Eeuwig Leven, voor haar eigen heiliging, en om binnen Gods Heilsplan vruchtbaar te zijn. Uit het oogpunt van de christen die strijdt voor de vestiging van Gods Rijk op aarde, is dit een tragische vaststelling, want de ingesteldheid vanuit dewelke men een God verwacht die verwoest en die 'diegenen die het waardiger zijn' of de 'minder grote zondaars' uit hun beproevingen komt bevrijden, druist in tegen de hele gezindheid van Christus Zelf.

Bepaalde zielen zijn van mening dat zij reeds genoeg hebben geleden, en dat nu wel eens anderen aan de beurt mogen komen, en om deze reden verlangen zij naar de komst van een 'zuiverende' Christus. Deze zielen verwachten echter geen God die innerlijk zuivert, dit wil zeggen, die zielen op de wegen naar hun heiliging leidt, doch een God die uiterlijk zuivert, dit wil zeggen, die de 'onwaardige zondaars' van de aarde laat verdwijnen, en wel door rampen die Hij Zelf doet ontstaan of ten uitvoer brengt, opdat zielen massaal zouden bidden dat Hij ermee moge ophouden, deze rampen over de wereld te sturen, en dat Hij moge komen om diegenen te bevrijden die zichzelf voor goede christenen houden. Deze ingesteldheid bergt zeer grote gevaren in zich, en getuigt evenmin van een Waar Geloof in Gods Liefde.

Bepaalde zielen stellen dat de Moeder Gods toch Zelf rampen, en in aansluiting daarop de Wederkomst van Christus heeft voorspeld. Inderdaad, dat heeft Zij. De Meesteres van alle zielen spreekt dit ook in geen geval tegen. Nooit heeft Zij Haar Myriam het tegendeel laten schrijven. Maar ... Maria heeft nooit beweerd dat God hoogstpersoonlijk aan de basis van deze rampen en verwoestingen zal liggen. In de Wetenschap van het Goddelijk Leven onderricht Zij nu hoe de schokkende gebeurtenissen in de natuur te wijten zijn aan de spirituele gesteldheden en de zondelast van de mensheid, en niet aan één of andere wraakzucht van Gods wege of enige interventie van God op deze planeet.

Lieve zielen, laten wij aandachtig en waakzaam blijven, en constant bij ons geweten te rade gaan of wij ons nog in alle ernst christenen kunnen noemen wanneer wij niet langer onze eigen heiliging en de verwezenlijking van Gods Heilsplan als levensdoelstellingen nastreven, doch slechts naar de bevrijding uit onze beproevingen verlangen. Wij moeten absoluut verlangen naar de Komst van Christus, want de ziel die niet verlangt naar de Eeuwige Liefde, is geen drager van het Goddelijk Leven. Wij moeten echter vanuit een spiritueel gezonde gesteldheid en tegen de achtergrond van gezonde verwachtingen naar Hem verlangen, dit wil zeggen dat het verlangen naar de Komst van Christus moet worden aangedreven door de wil om deze Komst volledig in harmonie met de Goddelijke Wet door eigen inzet in de navolging van Christus (dit wil zeggen: door het kruis en de beleving van de Ware Liefde in alle details van ons dagelijks leven) mogelijk te helpen maken. De ware Wederkomst van Christus is Zijn Komst, men kan tevens zeggen: Zijn Verrijzenis, IN HET EIGEN HART van elke ziel, namelijk in haar diepste gesteldheden. Het gaat daarbij om de Komst en grondvesting van de Ware Liefde in de harten.

De ziel die ermee begonnen is, de nalatenschap van Christus werkelijk te herkennen, weet dat het van haar actieve inzet in haar eigen leven afhangt, in welke mate Christus in haar kan binnenkomen.

Actieve inzet in de navolging van de Wetenschap van het Goddelijk Leven betekent:

  1. de ontsluiting van de eigen heiligheid en het bevorderen van de voltooiing van Gods Heilsplan;
  2. daardoor automatisch, krachtens de Goddelijke Wet, een vermindering van de rampen, aangezien deze ontstaan door het onevenwicht in de Schepping door de zondelast;
  3. eveneens daardoor de geschikte voorbereiding op de Komst van Christus in de eigen ziel.

Naarmate deze Wederkomst zich in méér zielen voltrekt, wordt Gods Rijk op aarde gegrondvest. De Meesteres van alle zielen laat sedert verscheidene jaren verkondigen dat de totale toewijding aan Haar en de gewetensvolle en liefdevolle toepassing van Haar leerstellingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven de gouden weg naar dit doel zijn.

Zij onderwijst ons nu eenmaal in het ware christen-zijn, in de wegen naar de hoogste vruchtbaarheid.

Welke ziel zou derhalve in Gods ogen de meest vruchtbare zijn:

  1. diegene die al haar denken, handelen en verwachten richt op berichten en voorspellingen met betrekking tot rampen en speculaties met betrekking tot de Komst van Christus,
    of
  2. diegene die onvoorwaardelijk haar hele wezen en haar hele leven in het teken van haar spirituele ontwikkeling en van haar bijdrage tot de voltooiing van Gods Werken stelt?

Gods Wijsheid zal het elke ziel in het hart fluisteren. De ziel zal het horen zodra zij het razen van de onheilsprofeten niet langer boven het zachte gefluister van de Koningin des Hemels verheft.


www.maria-domina-animarum.net

Brief 430
De overleden ziel als avondzon uit het Paradijs

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik kan Uw droefheid over het afscheid van Uw moeder begrijpen. Plots wordt in een leven een hoofdstuk afgesloten, en een tijd lang hebben de achtergeblevenen de indruk alsof er slechts een leegte blijft, alsof alles stil blijft staan, alsof veel dingen hun zin hebben verloren.

De dood is echter niet zoals een gordijn dat valt. Wij moeten hem ons eerder voorstellen als een avondzon, die ons uit het Paradijs toestraalt. Preciezer uitgedrukt: Wanneer een ziel die – zoals Uw dierbare moeder – haar leven heeft geleid in dienst van God, deze wereld verlaat, straalt de 'nawerking' van de tegenwoordigheid van deze ziel op aarde verder vanuit het Hemels Paradijs in de harten van de achtergebleven dierbaren naar binnen. Wij herinneren ons deze ziel, en ervaren hoe zij iets in ons hart heeft gedrukt dat blijvend is. Hoewel zij er lichamelijk niet meer is, is het alsof zij nog steeds samen met ons op weg is, niet naast ons maar IN ons. Het einde van de lichamelijke tegenwoordigheid is als het ware eerder een brug naar een tegenwoordigheid die nog dieper is: deze in de kern van het hart, waaruit de ziel volgens de wenken van de Goddelijke Voorzienigheid nieuwe kracht kan putten.

In dat opzicht beschouwd, zijn onze overledenen ons nu nog méér nabij dan zij het op aarde konden zijn. Ja, ik weet hoezeer men nu en dan verlangt naar die stem die ooit hoorbaar was, naar die glimlach die ooit ons hart verheugde, naar de kracht die van die tegenwoordigheid uitging. En toch... is dat alles niet voorbij: Het leeft IN ons hart verder, en wanneer ook wij op Gods Tijd naar God teruggeroepen worden, is het weerzien met onze geliefden volmaakt: De verrukking van dat weerzien is volmaakt, niet meer vertroebeld door aardse bijmengingen. In vergelijking met het lichtvolle weerzien in de Hemel is een ontmoeting op aarde slechts een schaduw. Ginds in het hiernamaals zien wij onze overledenen onbelemmerd van ziel tot ziel, in een atmosfeer van Gelukzaligheid, niet overschaduwd door zorgen en pijnen, zoals in een Licht van volmaakte verrukking, omdat de ziel daar van niets anders is doordrongen dan van Gods Liefde, en bevrijd is van elk leed en van elke duisternis.

Om deze reden kan ik U troosten met het vooruitzicht van een voortzetting van de gelukkige tijd die U met Uw moeder had, en wel in een onvermoede mate. Wanneer U diep in Uw hart kijkt, kunt U nu reeds voelen dat Uw moeder in feite niet weg is. Het zaad van de ontmoetingen, de Liefde en het gezamenlijk leed bloeit in U verder en zal in de moeilijkste uren reeds de geur van de Hoop op het eeuwige weerzien in Uw ziel verspreiden. Biedt U al Uw herinneringen en het hele leven van Uw moeder vandaag nog aan de Koningin des Hemels aan, en smeekt U Maria dat Zij nu voor Uw lieve moeder wil zorgen. De Koningin der Hemelse verrukkingen zal Uw moeder persoonlijk naar U toe brengen wanneer Gods Tijd voor Uw eigen intrede in Zijn Eeuwig Rijk eveneens gekomen zal zijn.

Ik voltrek deze toewijding heel graag samen met U, want ook mij bereidt de verwachting van de eeuwige ontmoeting tussen twee zielen een bijzondere vreugde. Tot dit doel neem ik U nu mee naar de troon van de Koningin des Hemels.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 431
De val van de esoterie – het onbegrip voor de christelijke moraal – ook de dood van een mens is nooit zinloos

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank ik U voor Uw brief, die nogmaals aantoont aan welke grote chaos deze wereld ten prooi is gevallen. Gelukkig heeft God de zielen uitgerust met het vermogen om de 'verkeerscode' te lezen, die de Heilige Geest in de kern van de ziel kan openbaren, en kan de ziel zich bedienen van de innerlijke leiding vanwege de hoofd-politieagente die 'Maria' heet.

Ach, de aantrekkingskracht van de esoterie... U kunt vaststellen hoe deze zich in Uw omgeving bemerkbaar maakt. Waar komt het vandaan, dat zoveel zielen die in wezen christelijke wortels hebben, zo gemakkelijk in het web van de esoterie gevangen raken? Dit valt gemakkelijk te verklaren. Onze moderne wereld biedt de zielen een akelig grote hoeveelheid aan prikkels. De esoterie in haar vreselijk grote verscheidenheid is een machtige val die wordt gespannen door de satan, via dewelke de laatstgenoemde de zielen alle mogelijke dingen belooft, met inbegrip van hun Eeuwig Heil. De satan weet hoe groot en onverzadigbaar de honger van de ziel naar zintuiglijke prikkels en naar punten van houvast is, doordat het leven in deze wereld inhoudsloos is geworden en er niets meer lijkt te zijn dat als een vastliggend referentiepunt kan worden beschouwd, tenzij... de ziel haar leven vastberaden oriënteert volgens de oeroude traditionele christelijke waarden. Deze waarden heeft de satan echter in de loop der eeuwen systematisch afgebroken en 'ongeloofwaardig' gemaakt, en wel via de talloze goddeloze stromingen en ontwikkelingen in de filosofie, de wetenschap, de technologie en de moraal in het algemeen.

De zielen zijn voortdurend op zoek naar nieuwe prikkels omdat zij de ware enige schat niet meer kennen, die in hen zelf verborgen ligt: deze van de Nalatenschap van Christus (U hoeft zich slechts te verdiepen in het manifest Testament van het Verbond om de wortels van ons prachtige Geloof in het hart te herontdekken). Wanneer de ziel de christelijke wortels in zichzelf niet voedt en zij het wereldse denken en bestreven in staat stelt om deze wortels te bedekken met het slijk van de wereldse illusies en het onchristelijke denken en gewaarworden, zal zijzelf onvermijdelijk wegkwijnen: Het zielenleven wordt verzwakt, de ziel herkent de ware zin en het ware doel van het leven niet meer, herkent ook niet meer haar eigen rol binnen Gods Heilsplan, en herkent niet meer de waarde van de deugd en het gevaar van de zonde. Spoedig zal deze ziel zich in een net van verwarringen verstrikt weten en zal zij trachten, zich daaruit te bevrijden, maar zij zal daartoe wegen inslaan, van dewelke zij op het wereldse niveau één en ander verwacht. De Hemelse, eeuwige waarden herkent zij immers niet meer, evenmin als de immense, onovertroffen waarde van een leven in uitsluitende dienst aan Gods Werken en Plannen.

Omdat de esoterie de bevrediging van vele behoeften belooft en de ziel volkomen nieuwe punten van houvast en een volkomen nieuwe zin in haar leven in het vooruitzicht stelt, worden haar wegen door zeer velen met enthousiasme en vol verwachting gevolgd. De val opent zich wijd, want alles is volledig ontledigd van God, van Zijn Waarheid en Zijn Leer, en leidt de ziel meteen weg van de wegen op dewelke Gods Voorzienigheid haar roept met de bedoeling, zich te heiligen. Laten wij deze wegen nooit betreden, want het wegdek bestaat uit verlokkelijke bloemen die echter niet rusten op een vaste fundering, doch die als een dunne hangmat onzichtbaar over een diepe ravijn zijn uitgespreid.

U wordt door velen in Uw omgeving niet begrepen. Uw woordkeuze is een schot in de roos: Niet slechts over U wordt gedacht en gezegd dat U 'vreemd' bent. Tegenwoordig wordt dit gedacht en gezegd over ieder van ons die het ware christelijke Geloof in zijn dagelijks leven de eerste plaats geeft (precies zo hoort het immers te zijn). Ook de eerste christenen in Rome werden als iets eigenaardigs beschouwd. Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat de kring zich in deze tijden heel vlug sluit. Voor de kinderen doet het ons hart nog het meest pijn: Zij worden uitgesloten en uitgestoten omdat zij niet dezelfde belangen, niet dezelfde denkwijze en niet dezelfde moraal koesteren als diegenen die de wegen der wereld gaan.

De satan heeft de christelijke moraal ontwricht. Hij heeft deze stap voor stap vervangen door vrijzinnig denken, volgens hetwelk elke mens de hoogste mate aan vrijheid moet genieten. Deze hoogste mate reikt zo onbelemmerd ver, dat de ziel zich zelfs niet meer door Gods Wet laat inperken. De christelijke moraal wordt afgeschilderd als een kerker in dewelke de ziel gevangen zit en zich niet meer vrij kan ontplooien. Met welke sleutel wil het vrijzinnige denken de ziel uit deze zogenaamde kerker bevrijden? Met de sleutel van de onbeteugelde zonde: De zonde en de satan worden afgeschilderd als onbestaande. Elke remming vanwege het christelijk denken (zelfverloochening, naastenliefde, onthechting, afstand doen van materiële dingen, enzovoort) geldt dan als mensonterend. Het enige waarlijk mensonterende echter, is juist de zonde.

De kinderen die de christelijke moraal ingeprent krijgen en deze ook spontaan trachten te volgen, verliezen in deze tijd vaak spoedig hun vrienden. Men kan zich echter de vraag stellen of het dan werkelijk 'vrienden' zijn. Echte vrienden kunnen geen zielen zijn die in een andere ziel niet de waarden en het gedrag respecteren, die voor de ware spirituele ontplooiing noodzakelijk zijn.

Uw zoon heeft geen psycholoog nodig, de jongen heeft louter nood aan een atmosfeer van Liefde en verdraagzaamheid in zijn klas. De ziel heeft geen nood aan een analyse van haar geestelijke fundamenten, waarbij deze tegen de achtergrond van een door de wetenschap als 'normaal' of 'gemiddeld' geëvalueerd gedrag worden bekeken. De ziel heeft nood aan voeding, en deze bestaat uiteindelijk uit Liefde. Uw zoon lijdt vooral onder het besef dat hij als het ware in twee werelden tegelijk leeft: deze van de christelijke waarden (die de enige juiste, door God verlangde wereld is), en deze van het vrijzinnige denken dat zonder God terecht wil komen. De ziel van de jongen lijdt onder het feit dat hij voor de Ware Liefde een zo hoge tol te betalen heeft. In de kinderziel heerst een uitgesproken gevoeligheid voor elke afwijking ten aanzien van Gods Wetten in zielen, in haar leefomgeving, in de wereld in het algemeen.

U hebt gelijk, vanzelfsprekend bestaat niet het geringste verband tussen het Heilig Doopsel van het meisje en het feit dat zij leukemie heeft gekregen en hieraan gestorven is. De reden voor de dood van deze lieve kleine ziel was uitsluitend en alleen deze:

God heeft met elke ziel een heel specifiek plan. Dit plan is voor geen twee zielen hetzelfde. Met elke ziel die reeds op een zeer lage leeftijd overlijdt, heeft God eveneens een plan, dat voor de mensen grotendeels een geheim blijft. Elke ziel heeft op aarde een veelvoud aan rollen te vervullen. Om deze reden is het bijvoorbeeld nooit gerechtvaardigd om te menendat een leven zinloos zou zijn geweest omdat het slechts weinig jaren, maanden of zelfs dagen heeft geduurd.

Een kleine aanzet tot overweging:

  • nog in de moederschoot beïnvloedt elk kind ten minste het leven, de gedachten en gevoelens van zijn ouders, en vaak ook deze van nog andere zielen;
  • in de relatief weinige dagen die het kind op aarde doorbrengt, beïnvloedt het waarschijnlijk nog méér zielen.

Deze beïnvloeding kan zeer ver gaan: De zielen die met het kind in aanraking komen, respectievelijk wier leven door dit kind in welke mate dan ook wordt beïnvloed, worden in die aanraking op veel deugden beproefd. Om het even of het een zeer braaf of een stout kind betreft, elke aanraking tussen zielen wordt door Gods Voorzienigheid gebruikt om de beide partijen op bepaalde deugden te beproeven en de ontwikkeling, het rijpen, het bloeien van de betrokken zielen in deze deugden te bevorderen.

Gods Voorzienigheid is zoals een onvoorstelbaar reusachtig schakelbord aan hetwelk door Gods Intelligentie en Wijsheid talloze verbindingen tot stand worden gebracht, die ofwel worden benut ofwel niet, al naargelang de betrokken zielen hun vrije wil in dienst van God stellen of niet. Elke ziel is een verbindingspunt in het reusachtig netwerk dat door deze talloze verbindingen wordt geweven. Bepaalde punten worden door God langere tijd actief gehouden, andere hebben op de plaats waarop zij in het netwerk zijn ingeschakeld hun hele levensopdracht als het ware na weinig tijd reeds volbracht. Bovendien kan zelfs de dood van een mens tot een machtige katalysator voor bepaalde zielen in haar leefomgeving worden: De omgang met de rouw, de vereiste aanpassingen van het leven, van de relaties en van de verhoudingen en omstandigheden nadat een mens, zelfs een klein kind, overleden is, dat alles kan een ziel helpen vormen.

Lieve zus, in dit leven is niets zinloos. De gebeurtenissen van het leven verliezen hun zin pas wanneer de ziel deze met volharding vanuit het wereldse perspectief blijft beschouwen. Wanneer zij in een onwankelbaar Geloof worden beschouwd tegen de achtergrond van Gods Waarheid (zoals deze bijvoorbeeld in de hele Wetenschap van het Goddelijk Leven wordt toegelicht), worden zij absoluut zinvol. Dit is precies de reden waarom het Apostolaat van de Meesteres van alle zielen het Apostolaat van de Ware Hoop is: De Hemelse Meesteres is de Koningin van de Ware Hoop. Wij zouden Haar eveneens de Koningin van de zingeving kunnen noemen, want Zij heeft Zich klaarblijkelijk tot doel gesteld om via Haar Maria Domina Animarum Werk de zielen op de zin van talloze dingen te wijzen, opdat zij mogen kunnen inzien hoe oneindig waardevol het leven wel is.

Ik omhels U stevig in het Hart van de Koningin des Hemels.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 432
Gods Barmhartigheid – een weg naar compensatie voor verloren tijd – de schuldvraag bij verkeerde beslissingen – over het wezen van de seksualiteit – over homoseksuele aanleg

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Er wordt oneindig veel gedweept in verband met Gods Barmhartigheid. Gods Barmhartigheid is één van de uitdrukkingsvormen van Gods volmaakte Liefde. Helaas wordt dit begrip niet steeds correct begrepen, zodat sommige zielen ervan uitgaan, dat elke overtreding tegen Gods Wet als het ware 'automatisch' wordt vergeven. De ziel beweegt zich daarbij op het terrein van het vermetel vertrouwen. Gods Barmhartigheid krijgen wij ten geschenke, maar toch moet deze worden verdiend doordat de zielen samen de 'grondstoffen' moeten leveren, uit dewelke God de genaden bereidt. God kan alles zonder menselijke medewerking doen, doch Hij wil de mensen 'nodig hebben'. Het is de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, die grenzen kan stellen aan de genadegeschenken.

De Wet der Goddelijke Barmhartigheid werkt zich zonder meer uit in de gevallen waarin een ziel weliswaar fouten maakt, doch deze met volharding tracht recht te zetten met vurige Liefde en oprechte Hoop. De goede wil in het hart om nader tot God te komen, is de eerste klop op de poort van Gods Barmhartigheid. In U is de goede wil opgebloeid zoals een lentebloesem, die zoals bekend een voorbode van de zomervrucht is.

Laten wij even de drie punten beschouwen, die U het meest kwellen:

1. Uw voorbije jaren als arts hebben U spiritueel als uitgeblust achtergelaten. U hebt zich lang niet kunnen overgeven aan spirituele ontwikkeling en aan verering van Maria in de mate waarin U dit steeds al had willen doen. Bovendien betreurt U het feit dat U in de uitoefening van Uw beroep niet de middelen hebt gebruikt die uit Gods Intelligentie en Wijsheid voortkomen en met deze Intelligentie en Wijsheid meewerken. Deze tijd is niettemin niet verloren. Veel tijd hebt U met Uw gezin niet kunnen doorbrengen, veel tijd hebt U met God niet kunnen doorbrengen, en veel tijd hebt U met Uw ziel niet kunnen doorbrengen. U kunt die tijd nu nog aan Maria toewijden met de smeking dat Zij Haar hartenpijn moge omzetten in bouwstof voor genade ten bate van de velen, die zich vrijwillig nooit de tijd nemen om God te zoeken. Dit gebrek houdt immers de uitwerkingen van Gods Barmhartigheid voor de hele mensheid tegen.

In een mensenleven worden veel verkeerde beslissingen genomen. Wanneer daarbij onwil in het spel is, draagt de ziel een schuld. Onder 'onwil' moet de zielsgesteldheid worden verstaan, in dewelke de ziel niet de neiging heeft om zich bij Gods Wil aan te passen, respectievelijk om deze wil in haar eigen leven ten uitvoer te brengen. Wanneer 'slechts' onwetendheid meespeelt, is sprake van gemiste kansen, doch verloren is alles pas wanneer de ziel, nadat zij tot betere inzichten is gebracht, nog steeds geen stappen in de andere richting zet. Soms begaat een ziel jarenlang fouten van dewelke zij zich bewust is doch tegen dewelke zij zich niet kan verzetten, om diverse redenen. In dat geval oordeelt God de ziel volgens haar desbetreffende hartsgesteldheid. Wanneer ondanks elke mislukking goede wil en oprechte Liefde bestaan, kan Gods oordeel zelfs heel mild uitvallen. Alleen rust op de ziel in een dergelijk geval een heilige verplichting om zich te vervolmaken in de Liefde door zich met volharding in te spannen om niettemin haar eigen zwakheden te overwinnen. Lieve broeder, dit brengt ons ook reeds bij Uw tweede punt van kwelling:

2. U bent op de wereld gekomen met een aanleg tot homoseksualiteit, hebt steeds weer toegegeven aan deze aanleg, was U daarvan bewust, doch kon U niettemin niet tegen deze neiging verzetten. Daarom eerst en vooral in verband met Uw desbetreffende vraag, die U, en dit moet ik beklemtonen, uit een rouwmoedig hart en in de diepste zielenpijn opwerpt, bezield door de wil om deze aanleg te overwinnen:

Kan het mogelijk zijn dat God toelaat dat iemand homoseksueel wordt, en wat zegt Maria over homoseksualiteit?

Ik citeer U graag de volgende stelling die de Koningin des Hemels in verband met homoseksualiteit in mijn hart heeft ingestort.

God had de mensenziel volkomen heilig geschapen. Dit betekent dat de ziel in staat was om met al haar handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en bestrevingen de hele Schepping in stand te helpen houden, want dat al haar innerlijke gesteldheden en gezindheden en alles wat van de ziel uitging, volkomen in overeenstemming was met Gods Wil. De seksualiteit had God voor de mens voorzien met één enkel doel: dat van de voortplanting. God had de menselijke natuur zo geschapen dat man en vrouw elkaar wederzijds aantrekken, niet alleen op grond van de ervaring van bepaalde prikkels bij de beschouwing van bepaalde lichamelijke kenmerken in het andere geslacht, doch ook (aanvankelijk zelfs hoofdzakelijk) op grond van het feit dat de 'mannelijke ziel' en de 'vrouwelijke ziel' bepaalde uitstralingen hadden kregen, die geslachtsgebonden zijn en via dewelke de man in de ban kan komen van een vrouwelijke tegenwoordigheid, en omgekeerd.

De geslachten waren zo geschapen dat wanneer man en vrouw bij elkaar komen, zij daarbij in de eerste plaats niet alleen moeten worden gedreven door het verlangen naar lichamelijk genot doch door het verlangen naar een nageslacht, waarbij dit verlangen slechts was gericht op een verzekering van de voortzetting van het tegenwoordig stellen van God op aarde. De mensenziel wist immers dat God in de eerste plaats van haar verwachtte (en dat doet Hij in onze dagen nog steeds onverminderd!), dat zij Hem jegens de hele Schepping zou vertegenwoordigen en door de vlekkeloze en onbegrensde instandhouding van Zijn Liefdesstroom het Goddelijk Leven op aarde ongeschonden actief moest houden. Het is heel belangrijk dat wij dit echt inzien.

God heeft het zo voorzien dat wanneer dan man en vrouw zich lichamelijk verenigen, zij zouden worden ondergedompeld in een genotservaring die slechts man en vrouw elkaar wederzijds kunnen schenken – dus noch man met man noch vrouw met vrouw – en die voortvloeit uit het feit dat de man zich als het ware overgeeft aan zijn spirituele aanvulling, die hij aantreft in de vrouw, en de vrouw zich overgeeft aan haar spirituele aanvulling, die zij aantreft in de man. Deze wederzijdse overvloeiing zou het toppunt van de verrukking opwekken, die echter vooral op het niveau van het zielenleven zou moeten worden ervaren. Zo heeft God het voorzien: De geslachten behoren elkaar wederzijds aan te vullen en behoren elkaar wederzijds nodig te hebben. Slechts wanneer man en vrouw in lichaam en ziel met elkaar versmelten, zou de kiem van een nieuwe vertegenwoordiger van Gods Tegenwoordigheid in de Schepping bevrucht kunnen worden.

God heeft met deze kenmerken beoogd dat de man en de vrouw elkaar wederzijds zouden ervaren als hun respectieve aanvulling of vervollediging, en dat de man de vrouw zoekt, en de vrouw de man zoekt, om als het ware 'het complex te vervolledigen'. Wanneer man en vrouw elkaar ontmoeten, kan de aandrift tot 'aanvulling' zich beginnen uitwerken. Op dit mechanisme is de voortplanting gebaseerd: De aantrekking tussen de geslachten moet man en vrouw bij elkaar brengen en zo de voortplanting mogelijk maken. God had het zo voorzien dat in de man en in de vrouw het verlangen zou leven om de aanvulling van hun respectieve wezens via een akt van totale overgave aan de partner te bekronen, met de voortplanting van het menselijk wezen als gevolg. Zo zou de seksualiteit er in Gods voorstelling en bedoeling hebben uitgezien.

De seksualiteit zoals deze zich na de erfzonde spoedig begon te ontwikkelen, was, respectievelijk is, niet meer in de eerste plaats gericht op dit doel, doch op de lichamelijke genotservaring. Dit komt doordat de aantrekking, die uit de tegenwoordigheid van een lid van het andere geslacht voortvloeit, zich heeft verschoven: Aanvankelijk, volgens Gods visie en bedoeling, was deze aantrekking bijvoorbeeld voor de man zo goed als helemaal verbonden met de geslachtsgebonden spirituele uitstraling van het vrouwelijke wezen. Sedert de erfzonde houdt deze aantrekking voor de man in toenemende mate verband met de lichamelijke kenmerken van de vrouw, die bovendien nog vrijwillig, opzettelijk en bewust door de vrouw zelf kunnen worden beklemtoond met de bedoeling, de gewaarwording van aantrekking in de man te versterken en in hem het intense verlangen naar haar om zo te zeggen volgens haar willekeur hoger en hoger te doen oplaaien.

In het ene geval ervaart de ziel de eerder vermelde aandrift eerder gematigd, in een ander geval nauwelijks of helemaal niet, in nog een ander geval zo sterk dat niet slechts de ziel in de ban van de 'tegenwoordigheid van het andere geslacht' wordt getrokken, doch eveneens het lichaam. Precies in dit laatste geval is sprake van seksuele aantrekking, zoals eerder vermeld. Deze seksuele aantrekking kan zich in uiteenlopende graden vertonen. In de gevallen in dewelke de seksuele prikkel zeer sterk is, kan de vrouw een aanzienlijke macht over de man uitoefenen, of omgekeerd, omdat de mens die deze prikkel in de andere mens vermag op te wekken, daardoor de macht krijgt om in die andere mens één van de machtigste behoeften van de menselijke natuur ofwel te bevredigen, of juist niet te bevredigen, respectievelijk om deze behoefte in de medemens willekeurig te prikkelen en steeds verder te doen toenemen. Uit dit complex komt de hele erotiek voort, in dewelke de lichamelijke kenmerken vrijwillig, opzettelijk en bewust worden benadrukt, en wel in het bijzonder kenmerken van dewelke men bewust weet dat de medemens van het andere geslacht hierdoor lichamelijk en emotioneel wordt geprikkeld. In de erotiek gaat het uiteindelijk om de verheerlijking van de macht van de lichamelijke seksuele prikkel.

Door de erfzonde is zeer veel veranderd. In alle mechanismen van de natuur en van de menselijke natuur zijn talloze verschuivingen en afwijkingen opgetreden. Hoe moeten wij deze verstaan? Zolang het geschapene het Goddelijk Leven in zich draagt, werkt zich in het wezen een Goddelijk regelmechanisme uit. Dit mechanisme wordt echter méér buiten spel gezet naarmate de zondelast van de mensheid groter wordt. Inderdaad, op de mensenziel rust de aansprakelijkheid voor het Heil van de hele Schepping en de verplichting om deze in stand te houden. God heeft de hele Schepping onder de hoede van de mensenzielen gesteld. Dieren, bloemen, planten en bomen zondigen niet, de mensenziel wél, en derhalve is zij het, die het geheel door haar zuiverheid, respectievelijk onzuiverheid, hetzij nader tot God brengt hetzij van God wegtrekt. Ik herinner eraan, dat de Meesteres van alle zielen zuiverheid definieert als de mate in dewelke de ziel spiegel kan zijn van Gods Wil, en wel zowel in haar handelen als in haar spreken, denken, voelen en verlangen.

Eén van de afwijkingen die door de erfzonde in de menselijke natuur zijn binnengeslopen, is de homoseksualiteit. In de homoseksualiteit wordt een verschuiving in de vermelde gevoeligheid voor de geslachtsgebonden kenmerken van de medemens tot uiting gebracht: De man ervaart hier in de vrouw nauwelijks, of helemaal niet, de prikkel in haar hoedanigheid als 'draagster van het aanvullingsprincipe'.

Laten wij het geheel van deze informatie correct begrijpen: De man ervaart de vermelde prikkeling niet in elke vrouw in eenzelfde mate. Dit heeft op zich niets te maken met een aanleg tot homoseksualiteit, doch met de wijze waarop Gods Voorzienigheid de prikkel heeft gemaakt. De 'smaak', ook op het seksuele of erotische vlak, wordt ten dele bepaald door levenservaringen, ten dele echter ook door het fundament dat het individu van God heeft meegekregen met de bedoeling, daar iets mee te doen (dit wil zeggen: als deel van de vele kenmerken die de ziel ofwel voor haar spirituele groei moet inzetten ofwel die zij als springplanken naar zelfoverwinning naar de vervolmaking in bepaalde deugden toe moet inzetten). Om deze reden wordt bijvoorbeeld niet elke man door dezelfde lichamelijke kenmerken of trekken van een vrouw seksueel geprikkeld, en oefent een bepaalde vrouw op een bepaalde man helemaal geen aantrekkingskracht uit, terwijl een andere man als het ware meteen aan haar voeten ligt. Het lichaam en de spirituele uitstraling bestaan allebei uit veel verschillende componenten, die op de medemens een heel verschillend effect kunnen hebben. Zolang het prikkelingsmechanisme echter normaal, dit wil zeggen in overeenstemming met Gods Intelligentie werkt, wekt de man geen seksuele prikkels op in een andere man, en de vrouw geen seksuele prikkels in een andere vrouw.

Het Goddelijk regelmechanisme dat met de stroming van het Goddelijk Leven verbonden is, is in elke ziel op bepaalde punten niet helemaal werkzaam. Wanneer de ontsporing, de ontregeling, zich op het vlak van de seksualiteit uitwerkt, kunnen de meest uiteenlopende storingen in de seksuele gewaarwording en in het seksueel gedrag optreden, die op korte of lange termijn, niet zelden echter levenslang, de ziel in een bepaalde mate kunnen beheersen. De homoseksualiteit is één van deze ontregelingen.

Welke storing in welke ziel tot bloei kan komen, hangt af van veel factoren, van dewelke de ziel ook vele niet zal herkennen of beseffen. De talloze mogelijke afwijkingen in de menselijke gesteldheden zijn alle zonder uitzondering te beschouwen als uitdagingen die Gods Voorzienigheid op de weg van zielen brengt. Laten wij ook dit juist verstaan: God wekt deze niet op, respectievelijk Hij ligt niet aan de basis ervan. Daar elke 'storing' wordt opgewekt door de zondigheid van de mensheid, moet elke ziel trachten, haar eigen afwijkingen jegens Gods Wet te herstellen en de gevolgen ervan goed te maken, door 'koerswijzigingen' (bestrijding van oude gewoonten, pogingen om de eigen belangen te verschuiven en het eigen verleden vurig aan Maria toe te wijden), gebed, boetedoening, zelfverloochenende naastenliefde, enzovoort. Zo draagt zij er dan toe bij dat de mensheid naar de staat van heiligheid kan terugkeren, in dewelke de beide eerste mensenzielen vóór de erfzonde leefden. Het is de essentiële levensopdracht van elke ziel, zich te heiligen en door haar eigen spirituele verheffing de verheffing van de mensheid als geheel te bevorderen. Zo draagt zij ertoe bij, Gods Heilsplan naar zijn voltooiing te voeren.

Het is de opdracht van de ziel, de strijd tegen de storingen (afwijkingen) in haar eigen leven, in haar eigen aard, aan te gaan. Op eigen kracht is dit moeilijk, om het even onder welke afwijking ten aanzien van Gods bedoelingen de ziel lijdt. Belangrijk is, dat de ziel haar gesteldheid (in het geval waarover wij het nu hebben, is dit de homoseksualiteit), als dusdanig herkent en beseft, en dat zij alles in het werk stelt om dit 'afwijkend zaad' in zich onvruchtbaar te maken, en wel met Gods hulp. Precies daartoe heeft de Meesteres van alle zielen de 'herscheppende' macht ontvangen, de macht om genezing te brengen op alle niveaus van ons wezen. Hoe groter de overgave en toewijding van de ziel aan Haar, des te dieper kan de Hemelse Meesteres de bodem van de ziel onderwerpen aan Haar Plannen en Werken tot sanering, tot gezondmaking.

Noodzakelijk is, dat U er oprecht naar verlangt om greep te krijgen op Uw homoseksuele aanleg en deze als het ware uit Uw ervaringswereld te kunnen laten wegvloeien. Deze beproeving zal niet gemakkelijk zijn, maar God beoogt met haar dat U sterke vooruitgang in de heiliging zou boeken (door volhardende zelfoverwinning, diep verlangen naar overeenstemming met Gods Wetten, permanent groeiende Liefde – want slechts een Liefde die zich voortdurend verder ontwikkelt, kan de ziel in staat stellen om een voornemen naar zijn verwezenlijking te voeren). Bepaalde situaties, bepaalde ontmoetingen, bepaalde gebeurtenissen zullen de neiging opnieuw trachten te wekken. Dergelijke 'crises' kunnen slechts worden overwonnen in eenheid met de Koningin des Hemels. Met elke overwinning op zichzelf maakt de ziel echter weer een volgende vezel van haar wezen los van datgene, wat haar zo lang tot slavin van haar neigingen heeft gemaakt. Met elke overwinning op zichzelf voedt de ziel de hogere niveaus van haar wezen en hongert zij de lagere neigingen verder uit. In elk moeilijk uur zou U, die Maria zozeer hebt vereerd, van harte bijvoorbeeld het volgende tot Haar kunnen zeggen:
"Mijn Meesteres, Om Uwentwil wil ik niet toegeven, want slechts in de overwinning over deze bekoring kan ik U totaal toebehoren. Wil mij de kracht bekomen om vol te houden, opdat ik U moge kunnen verheerlijken".

Precies in de strijd tegen de seksuele neigingen (niet alleen de homoseksuele) kan de ziel de grootste vooruitgang op de weg naar de heiliging boeken. Dit komt doordat de seksualiteit, samen met de behoefte aan voeding, de machtigste behoefte in het menselijk wezen is. Wat de behoefte aan voeding betreft, kunnen de grenzen geleidelijk aan door liefdevol vasten worden verlegd. Wat de behoefte aan seksuele ontlading betreft, kunnen de grenzen eveneens worden vergoed door 'oefeningen die gelijkaardig zijn aan vasten', namelijk door beoefening van kuisheid (die men als een 'vasten van ontladingen' zou kunnen bestempelen) en door onthechting van zintuiglijke indrukken (doordat men de visuele indrukken vermijdt, van dewelke men weet dat zij de behoefte kunnen prikkelen). Dit alles lukt slechts in een gesteldheid van gebed, van verbondenheid met God, respectievelijk met Maria, van permanent groeiende Liefde en van volhardende wil tot vergeestelijking.

3. Uw derde kwelling heeft betrekking op het feit dat U geen gevolg hebt gegeven aan een roeping tot het priesterschap, en dat U hebt vernomen dat op iemand die geen gevolg geeft aan een roeping tot het priesterschap, een lange straf wacht, omdat dit God beledigt. In dit verband wijs ik U erop, dat niet Uzelf, doch Uw ouders aan de basis lagen van de beslissing om af te zien van het priesterschap, wegens Uw seksuele aanleg. Derhalve hebben andere zielen voor U deze weg in principe verzwaard, en U hebt dit ook uit goede wil gedaan. Bedenkt U, dat God veel zwaarder zou zijn beledigd indien U als priester schuldig zou zijn geworden aan een seksueel delict. Geen ziel kan met zekerheid beweren dat haar dit absoluut nooit zou zijn overkomen. De duivel is buitengewoon listig, en rust niet eer hij een ziel in het verderf heeft kunnen storten. Met een priesterziel tracht hij dit met des te méér verbetenheid. U zult nooit met zekerheid weten of het feit dat het priesterschap U geweigerd is, niet Uw grootste zegen is geworden.

Lieve broeder, U bevindt zich in een zware levenscrisis, in dewelke de satan U voorhoudt dat U alles totaal verkeerd zou hebben gedaan en dat U alle genaden zou hebben verloren. Ik mag U met vreugde in mijn hart het Licht van de Ware Hoop brengen. Wijdt U alles waar U aan denkt, alle hartenpijn, alle twijfels, alle angsten en elk element van vrees, alle teleurstellingen over Uzelf, elk gevoel van walging over Uzelf, zonder enige uitzondering aan Maria toe, en smeekt U met Vuur en Liefde tot deze oppermachtige Voorspreekster dat Zij Uw levensweg zou willen bestrooien met het zaad van Gods vergeving en U naar wegen en middelen tot compensatie op de diverse gebieden van Uw zielenleed moge voeren. Gelooft U mij, Zij zal deze smeking aannemen en alles in het werk stellen om dit zaad aan Uw levensweg toe te vertrouwen en uit dit zaad de bloemen der Genade te laten opbloeien.

Graag bid ik tot de Koningin der Hemelse volmaaktheid en de Meesteres van alle deugden dat Zij U vast aan Haar hand moge begeleiden op Uw verdere weg, en U naar een volkomen toewijding van Uw hele leven en van het fundament van Uw hele wezen moge voeren. Een onwankelbare Hoop is steeds gerechtvaardigd voor de ziel die zich met goede wil restloos aan de Meesteres van alle zielen overgeeft en haar zwakheden en verkeerde beslissingen toevertrouwt aan het Vuur van het Onbevlekt Hart. De ware innerlijke Vrede zal U ten deel vallen, omdat U nooit hebt opgehouden, het Licht te beminnen boven alle duisternis.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 433
Toewijding aan Maria als een verbond zonder grenzen

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Veel dank voor Uw vraag. De Moeder Gods heeft inderdaad nooit gezondigd. Daarom hebt U het er moeilijk mee om irritatie, woede, ongeduld, enzovoort, aan Maria toe te wijden, omdat 'de Moeder Gods toch niet akkoord kan gaan met de zondigheid, lauwheid, enzovoort, van een ziel'?

Het geheim van de bijzondere waarde van de toewijding ligt onder meer hierin, dat datgene wat wij op onvolmaakte wijze doen, bij vurige toewijding aan Maria 'gezuiverd' wordt. Concreet betekent dit dat Maria deze handeling, dit woord, dit 'verkeerde' verlangen, enzovoort, in Haar Hart 'begraaft': Zij bekleedt het met de onbegrensde macht van Haar volmaakte Liefde, en nodigt de ziel ertoe uit om het aan Haar toegewijde daar (in Haar Hart) te laten rusten. Het Hart van de Koningin des Hemels is hoogheilige grond, en mag niet ongevraagd worden betreden. Deze grond betreden, zou in dit geval betekenen: na de toewijding van een element van de eigen persoonlijkheid of het eigen leven steeds opnieuw naar deze elementen terug te grijpen.

Tijdens het leven van een ziel gebruikt Maria de door deze ziel aan Haar toegewijde handelingen, woorden, enzovoort, als basis om in deze ziel te werken. Zij ziet wat verkeerd is of schade kan brengen, maar wegens het feit dat de ziel uit eigen vrije wil dit 'verkeerde' of 'schade brengende' met Haar heeft willen delen (en derhalve eigenlijk om Haar hulp heeft gesmeekt), kan Maria Haar eigen volmaaktheid gebruiken om in de ziel precies deze zwakke punten 'te corrigeren of te herstellen'.

Na de aardse dood van de ziel treedt Maria nogmaals op de voorgrond: Al datgene wat Zij van de ziel in het kader van toewijding heeft gekregen, brengt Zij nu in Haar hoedanigheid als Voorspreekster vóór God, en legt getuigenis af van het feit dat de ziel heeft geloofd in de hoedanigheden en eigenschappen die Maria van God heeft gekregen, en in de macht van de toewijding aan Maria, en dat de ziel deze macht vrijwillig heeft aangesproken. In Gods ogen geldt dit als een verheerlijking aan Zijn Meesterwerk (Maria) en als een handeling van Geloof, aangezien God tenslotte Maria heeft geschapen als de Belichaming van de volmaakte mensenziel.

De Moeder Gods heeft geleefd op de allerhoogste trede van de trap der heiligheid. Niettemin kan geen enkele ziel Haar verontreinigen door haar onvolmaaktheden, onzuiverheden, zwakheden en zondigheid aan Maria toe te vertrouwen. Maria zou kunnen worden vergeleken met een vijver die zo zuurstofrijk en zozeer vervuld is van zuiverende waterplanten; dat elke onzuiverheid die men in het water uitstort, meteen volkomen gezuiverd wordt. Wegens het weergaloos hoge gehalte aan zuurstof is in die vijver elk mogelijk gistingsproces totaal uitgesloten. Maria’s macht is zo onbegrensd dat elk element van duisternis zonder enig uitstel ondergaat in deze volheid van het Licht dat Zij onophoudelijk uit het Hart van God in Zich opneemt.

Lieve zus, de ziel behoort niet slechts het verheugende en het heilige toe te wijden. De Moeder Gods verheugt Zich heel bijzonder over de toewijding van onze zwakheden en misstappen, want daardoor wordt Zij in staat gesteld om de ziel vanuit haar fundamenten te renoveren, en wel des te grondiger naarmate de ziel méér aan Maria toewijdt. De totale toewijding aan Maria is een verbond van innigste samenleving met de Koningin des Hemels. Opdat dit verbond waarlijk werkzaam zou worden, moet de ziel hem de kans geven om zijn effecten te produceren. Maria dringt ons niets op, Zij wacht vol Hoop tot wij naar Haar toe gaan. Wanneer wij jegens Haar onze zwakheid belijden, toont Zij ons pas echt hoe sterk Zij is.

Daarom: Maken de kinderen het U moeilijk en verliest U daardoor Uw geduld, of bent U erover geprikkeld, gaat U dan zonder vrees naar Maria. Smeekt U de Koningin des Hemels dat Zij Zich in U moge uitstorten en Uw leemten met Zichzelf moge opvullen. Op zekere dag zult U merken hoe Zij in het verborgene met U bezig is. Het uitgestrooide zaad vertoont zich niet meteen op de eerste dag als groen gras. Op zekere dag echter, verandert geleidelijk de aanblik van de bodem... Dan ziet de zaaier dat God in het verborgene reeds een tijd lang bezig is geweest, onder de oppervlakte Zijn Werken te volbrengen. Zo gaat het evenzeer met elke toewijding aan Maria.

Ik sluit U in mijn hart!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 434
De omgang met schuldgevoelens – de Christus in de strijd met de wereld, bijvoorbeeld in het huwelijk – een beeld over boete en goedmaking – over de Liefde tot het eenvoudige

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Laudate Mariam! Met een vreugdevol hart kan ik U dus nu in het hart omhelzen met wat zon uit de ogen van onze Hemelse Meesteres.

Het leven is een strijd zonder einde. Indien dit niet zo ware, zouden wij pas goed als bedelaars vóór de Eeuwige Liefde staan wanneer deze ons tot Zich terugroept, want strijd levert verdiensten op voor diegene die de strijd uit Liefde tot God en Zijn Werken niet opgeeft, in de overtuiging dat God slechts naar het absolute Geluk voor elke ziel verlangt. Het kruis komt derhalve in talloze vormen, formaten, kleuren en gewichten. De hoofdzaak is, dat de ziel bereid is om het te dragen, in de zekere wetenschap dat zij daardoor Simon van Cyrene voor Jezus is, want de Verlosser sleept Zijn Kruis – dat in wezen het kruis der wereld is – tot aan het einde der tijden. De huwelijkspartner kan het iemand moeilijk maken, of een kind, of een buurman of buurvrouw, of de werkgever, enzovoort, maar het gaat er steeds om, dat niet God dit leed wil, doch dat het ons wordt aangedaan door mensen die ten prooi zijn gevallen aan een bekoring: Zij zijn niet in de deugd gebleven. God doet Zijnerzijds met alles het Zijne, steeds met het oog op het Eeuwig Geluk van Zijn lammetjes... in de mate waarin deze Zijn geschenk aannemen. Wat inspanning kost het wel, vanzelfsprekend. Niet zelden heeft iemand het gevoel alsof hij net zo goed zou kunnen – en zelfs zou willen – sterven, doch precies dan is de Verlosser het meest nabij: De betreffende ziel hangt dan als het ware samen met Hem aan het Kruis.

De medemens kan ons wel degelijk beladen met schuldgevoelens. Wij hebben lang niet altijd werkelijk schuld aan een situatie. Heel vruchtbaar is in dat geval, de situatie en de hartenpijn aan Maria toe te wijden en zich voor ogen te houden dat het in principe niet heel belangrijk is wat mensen ons verwijten: Uiteindelijk is God de enige Rechter. Jezus was de Belichaming van de onschuld, en werd desondanks ter dood veroordeeld: Hij was de 'groten' een aanstoot. Zelfs in de gevallen waarin wij er rotsvast van overtuigd zijn dat wij onschuldig zijn, is het zeer heilzaam om ons eigen hart rouwmoedig aan de voeten van Maria neer te leggen en Haar te smeken dat Zij voor ons vergeving moge bekomen indien God ondanks alles nog een (misschien slechts geringe) schuld in het aandeel van onze ziel in de situatie zou vinden.

Veel beproevingen van de ziel die haar christen-zijn daadwerkelijk in de praktijk wil beleven, hebben te maken met de eeuwige strijd tussen de wereld en het Hemelse, tussen het stoffelijke en de vergeestelijking. Een leven dat intensief op het lichamelijke is georiënteerd, bijvoorbeeld in het kader van het huwelijk, bergt in zich het risico dat de waarlijk spirituele behoeften te weinig aan bod komen. Wanneer aan de lichamelijke behoeften zeer vaak wordt toegegeven, wordt het leven op het stoffelijk niveau voortdurend gevoed. Het is dan voor de ziel op termijn heel moeilijk om zich nog boven de boeien van het lichamelijke leven uit te verheffen.

Wanneer men zich het menselijk wezen zou voorstellen als een figuur die is opgebouwd uit lagen, de ene boven de andere, dan zou het lichamelijke de onderste laag vormen. Derhalve kan men zich voorstellen dat telkens wanneer aan een lichamelijke behoefte wordt toegegeven, vooral wanneer deze behoefte boven het levensnoodzakelijke uitstijgt, het zwaartepunt van de hele figuur zich verder naar omlaag verplaatst en de figuur zwaarder en logger wordt. Hoe dikker zij wordt, des te trager wordt zij, en des te onwaarschijnlijker wordt het dat zij nog van de grond zal loskomen om de vlucht naar omhoog te beginnen. U begrijpt het beeld ongetwijfeld wel. Wanneer men vooral de hoogste niveaus van zijn wezen voedt, deze op dewelke het ware Goddelijke Leven zich ontwikkelt, verplaatst het zwaartepunt van de ziel zich naar omhoog, wat de ziel helpt om zich van de lagere behoeften en belangen los te maken.

De moeilijkheid ligt hierin, onze medemens ervan te overtuigen dat hij de eerste levensopdracht van elke ziel (haar eigen heiliging) niet kan voltooien zolang hij hoofdzakelijk de onderste niveaus van zijn wezen voedt. Wanneer hij dit niet begrijpt, respectievelijk niet in staat is om deze wetenschap in de praktijk van zijn dagelijks leven om te zetten, kan men (voorlopig) niets anders doen dan bidden en toewijden. Men kan bijvoorbeeld de huwelijkspartner aan Maria overdragen en Haar erom smeken dat Zij over zijn lichamelijke behoeften zou willen heersen. In veel huwelijken worden behoeften ongelijk ervaren en geëvalueerd. Vaak is het niet gemakkelijk om met de verschillen om te gaan, omdat niet elke ziel deze kloof tussen datgene wat voelbaar of waarneembaar is en datgene wat niet voelbaar of waarneembaar is, kan overwinnen. Naarmate de ziel dieper in de Wetenschap van het Goddelijk Leven verzinkt, leert zij datgene wat voor het Eeuwig Heil belangrijk is, beter herkennen. Wanneer de ziel nauwelijks van het wereldse loskomt, komt het er voor haar doorgaans slechts op aan, zoveel mogelijk te halen uit datgene dat haar lichamelijk genot kan bereiden. In dat geval kan men slechts een tegengewicht leveren door gebed en offers, en vertrouwen op de macht van de Koningin des Hemels, want deze macht kan de ziel de genade van nieuwe inzichten bekomen. Intussen heeft de beproeving een waarde als oefening in geduld, verdraagzaamheid, begrip en zuiverheid van hart (door te vermijden, de andere ziel te oordelen).

Inderdaad, het bevalt God wanneer de vrouw bepaalde dingen opgeeft wanneer dit haar man niet behaagt, zelfs wanneer de vrouw slechts iets van plan is dat in feite elke christen zou moeten doen. De Meesteres van alle zielen benadrukt in veel gevallen dat de vrouw er alles behoort aan te doen om te trachten, de Vrede in het gezin in stand te houden. Ik kan U in dit verband dus in deze zin geruststellen, dat wanneer Uw man U bijvoorbeeld zou verbieden om op zondag de Mis bij te wonen, U werkelijk alles in het werk hebt gesteld om hem ervan te overtuigen dat U als christen de heilige Mis behoort bij te wonen, maar dat Uw man niettemin niet bereid is om toe te geven, U in elk geval voor God de verdienste verkrijgt alsof U de Mis zou hebben bijgewoond. God oordeelt niet over de handeling op zich, Hij oordeelt over de hartsgesteldheid. Uw hart wil immers aanwezig zijn in de heilige Mis, doch dit wordt U, tegen Uw wil in, niet toegestaan.

Een voorbeeld dat in dit verband één en ander zou kunnen verduidelijken: Ooit zei de Koningin des Hemels mij dat er tijdens de oorlog veel christelijke zielen waren die enkele jaren lang in een concentratiekamp of in een krijgsgevangenenkamp hebben doorgebracht, die naar een heilige Mis verlangden, doch die deze hele tijd lang hiervan moesten afzien. Maria beklemtoonde dat deze zielen op grond van hun verlangen naar de Sacramenten door God in hun hart de verdienste ingestort kregen, alsof zij elke week de heilige Mis zouden hebben bijgewoond. Het was immers niet hun schuld geweest dat de duisternis hen van alle Licht had afgesneden.

Moet men de echtgenoot vergezellen naar een concert hoewel men liever geen wereldse atmosfeer om zich heen heeft? Ter wille van de Vrede kunt U dit nu en dan trachten te doen. God verlangt allerminst dat U voortdurend aan de wereldse 'eisen' zou toegeven. Af en toe zult U er goed aan doen, niettemin Uw echtgenoot deze 'vreugde' te bereiden. U kunt dergelijke gelegenheden ondanks alles ook spiritueel vruchtbaar maken, door:

  1. gedurende de tijd waarin U hem vergezelt, Uw hart en Uw hele innerlijke gesteldheid op God, respectievelijk op Maria gericht te houden;
  2. Uw pijn (het betreft hier voor U tenslotte een beproeving) aan Maria toe te wijden met de bedoeling dat Zij voor Uw echtgenoot de genade moge bekomen dat hij op zekere dag ook uit zichzelf van dit alles moge kunnen afzien.

Hetzelfde geldt voor de seksuele betrekkingen in het kader van het huwelijk. Voor het geval waarin de vrouw dit niet wil, doch de man er liever geen afstand van doet, adviseert de Moeder Gods de vrouw dat zij weliswaar in haar hart het 'maagdelijk' leven zou koesteren en beleven, doch niettemin nu en dan aan de man zou toegeven wanneer een strikte en totale weigering vanwege de vrouw de man naar de zonde zou kunnen drijven (de Moeder Gods bedoelt in de eerste plaats echtbreuk) en/of de Vrede in het gezin helemaal dreigt te verwoesten. Er bestaat in dit verband geen vaste richtlijn, maar wel geldt met zekerheid dat de vrouw hier uitsluitend wordt geoordeeld volgens haar hartsgesteldheid. Zoals steeds luidt de regel klaarblijkelijk ook in dit verband: Datgene wat in het hart omgaat en wat door God kan worden herkend als waar verlangen, respectievelijk als oprechte afkeer, is belangrijker dan datgene wat naar buiten toe waarneembaar gebeurt.

Er zijn veel dagen waarop het U gewoonweg ontbreekt aan kracht en energie. De reden hiervoor is eigenlijk heel begrijpelijk: Uw ziel besteedt veel kracht aan de innerlijke strijd tussen de beide werelden in dewelke U moet leven: de ervaringswereld van Uw echtgenoot, en de Uwe. Dit kost de ziel heel wat. Zeer veel zielen lijden onder dergelijke uitputtende omstandigheden. Indien alle zielen in deze omstandigheden deze beproevingen, deze strijd, aan Maria zouden toewijden en zouden trachten, het geheel van deze omstandigheden liefdevol te aanvaarden, zou van dit alles niets verloren gaan, doch zou dit alles zich ophopen tot een prachtige voedingsbodem voor nieuwe genaden.

Het feit dat de ziel voortdurend moet opboksen tegen vele dingen die haar moeilijk vallen, maakt haar niet tot een zorgenkind in de ogen van Maria. Deze beproevingen maken rechtstreeks deel uit van het leven, dat immers automatisch een oorlogsgebied is, in hetwelk Licht en duisternis elkaar ononderbroken bestrijden. De satan heeft God de oorlog verklaard. De inzet van deze oorlog is het geheel van de mensenzielen. Gods generaal is de Meesteres van alle zielen. Gehoorzaamt U Haar, dan zult U getuige worden van de eindoverwinning van het juiste kamp. Een deel van de strategie van de satan is de ontmoediging en de verwoesting van het zelfbeeld van de ziel: Wanneer hij een ziel ertoe kan brengen dat zij aan zichzelf twijfelt en haar ervan kan overtuigen dat zij haar ongelovige partner onrecht aandoet, krijgt hij macht over haar, want een twijfelende ziel is een onvruchtbare ziel, die er uiteindelijk kan toe neigen om aan de duisternis toe te geven en haar inspanningen op de weg naar de heiliging op te geven. Twijfelt U niet aan Uzelf, U doet precies het juiste. Geen macht der wereld mag Uw innerlijke instelling wegleiden van de dienst aan de Meesteres: De Meesteres van alle zielen is de enige Die macht over U mag hebben, want Zij vertegenwoordigt God, het Eeuwige Licht en Zijn Werken, en is de Leidster, de Aanvoerster in de strijd tegen de duisternis.

Het feit dat Maria volmaakt was, de absoluut volmaakte, belichaamde deugd, mag ons niet verlammen, integendeel. Wanneer U de Lentebloesems aan de Levensboom bestudeert, dit prachtige boek dat de Meesteres ons heeft geschonken als een soort encyclopedie van de deugden, drukt U als het ware in Uw ziel een fotokopie van datgene dat door God wordt beschouwd als de volmaakte navolging van Zijn Wet. Maria heeft dit boek bedoeld als een liefdevolle aansporing, en verwacht van geen enkele ziel dat zij van de ene dag op de andere een kampioene in alle deugden zou worden. De weg is ons getoond geworden en wordt ons nog steeds elke dag verder getoond, onder andere via deze antwoordbrieven. Van ons wordt slechts verwacht dat wij deze weg inslaan met de bedoeling, niets achterwege te laten om zo goed mogelijk vooruit te komen.

Wat is boete, en wat is goedmaking? In de boeken Kruistocht naar de ziel en Wedergeboorte van het Aards Paradijs worden deze begrippen dieper verduidelijkt. In wezen echter, zou ik de beide begrippen enigszins vereenvoudigd in één enkel beeld kunnen toelichten. Stelt U zich even voor, dat God de mensheid zou hebben geschapen zoals een reusachtig paleis. Elke ziel is een kamertje in dit paleis. Telkens wanneer een ziel zondigt, besmeurt zij de vloer, of bespat zij een vensterruit met slijk of iets dergelijks. Beschouwen wij nu dit paleis van bovenaf op een zodanige wijze dat wij doorheen het dak kijken en gelijktijdig in alle kamertjes naar binnen kunnen kijken. Voor onze ogen ontvouwt zich nu het beeld van een vreselijk bevuild gebouw, uit hetwelk walgelijke geuren opstijgen. Bedenken wij hierbij, dat dit gebouw, dit paleis, eigendom is van God, de Grote Koning, en dat Hij over dit paleis de Koningin des Hemels heeft aangesteld tot Meesteres, en dat God en de Meesteres niets intenser verlangen dan in dit paleis te wonen, als hoge gasten van hun geliefde onderdanen. Wat is nu boete? Wat is goedmaking?

Boete en goedmaking, beschouwd in het kader van bovenstaand beeld, is elke handeling en elke gesteldheid via dewelke een ziel zich aan het poetsen van één of meer van deze bevuilde vloeren of vensterruiten zet. De boete bestaat hieruit, dat de ziel zich speciale moeite getroost om deze reiniging te volbrengen (dus de inspanningen op zich), de goedmaking bestaat hierin, dat de hartsgesteldheid die aanleiding geeft tot het volbrengen van deze inspanningen, de gesteldheid is in dewelke de ziel pijn ervaart over het feit dat de Schepper van het paleis Zijn eigendom, en de Meesteres van het paleis het door Haar beheerde goed in een dergelijke onwaardige toestand aantreffen, terwijl Zij het met volmaakte Liefde hebben gemaakt, respectievelijk beheren en besturen.

Dit paleis helpen poetsen, kunt U door elke handeling, elk woord, elke gedachte, elk gebed of offer via dewelke U zuiverheid brengt waar onzuiverheid heerste, en de stank helpt vervangen door de geur van de Liefde. Werkelijk alles wat U een bijzondere inspanning kost, kunt U als goedmaking en boete aan de voeten van de Meesteres neerleggen. Zij schrijft dit alles in het boek der administratie van het paleis, en geeft dit aan de Eigenaar, nadat Zij elke bladzijde van Haar machtige handtekening heeft voorzien. Daar de Meesteres volmacht bezit over het paleis en al zijn bewoners, laat de Eigenaar Zich bij Zijn evaluatie door Haar woorden leiden.

Houdt U zich dit hele beeld zeer goed voor ogen, het zal U veel leren over de immense reikwijdte van de macht van de Meesteres van alle zielen, en over waarom het paleis ondanks de onwaardige behandeling vanwege de bewoners reeds eeuwenlang in stand wordt gehouden. Het is belangrijk, te begrijpen dat alle zielen vooral in deze Laatste Tijden een bijzondere opdracht te vervullen hebben, die zij in de meest strikte overgave aan, en samen met, de Koningin des Hemels moeten volbrengen. De macht van de Meesteres is onbeperkt, de zielen van hun kant moeten echter de uitoefening van deze macht door hun vrijwillige bijdragen rechtvaardigen.

Het beeld leert ook één en ander over de ware aard en de ware zin van de totale toewijding aan Maria: In principe is de totaal aan Maria toegewijde ziel een dienares van de Meesteres, die haar hele leven besteedt aan het poetsen van elke plaats op dewelke de voeten van de Meesteres de vloer willen aanraken. Door deze dienstbaarheid draagt de aan Maria toegewijde ziel er essentieel toe bij om de genadestroom uit de Bron van alle Leven in stand te houden.

Zoals U terecht opmerkt, bemint Maria het eenvoudige. U vraagt zich in dit verband af of het dan verkeerd is om vrolijke kleuren te dragen. Helemaal niet. De Meesteres houdt er zeer van wanneer zielen vrolijke, lichte en zachte kleuren dragen. Het eenvoudige in de kleding betekent helemaal niet noodzakelijk donkere kleuren. De kleuren van de kleding kunnen absoluut de gesteldheid van de betreffende ziel uitdrukken. Valt U niet op, hoe talloze zielen in deze tijd donkere kleding dragen, vooral zwarte? Dit lijkt waarlijk een weerspiegeling van de atmosfeer van de huidige wereld te zijn, die immers het stempel van de duisternis draagt. Lichte kleuren in de kleding wekken het hart op, donkere kleuren werken gemakkelijk deprimerend en lijken alle levenskracht in zich op te zuigen. Het eenvoudige, in de kleding evenals, bijvoorbeeld, in de inrichting van een woning, ligt hierin, dat het in elk geval aantrekkelijk mag zijn, doch op het praktisch nut gericht. Luxe begint waar een voorwerp eigenlijk best kan worden ontbeerd. Maria’s huisje was klein en eenvoudig ingericht, doch heel aantrekkelijk, omdat de Moeder Gods een talent bezat om het heel eenvoudige zozeer te omhullen met Liefde dat het leven in Haar huisje een heel bijzondere aantrekkingskracht bewaarde.

Of een ingeving in overeenstemming is met de Wil van God, kan soms niet gemakkelijk worden gezegd, omdat Gods Plannen vertakkingen hebben, die wij nog niet mogen kennen. De Wil van God kan met beter leren kennen naarmate men de Wetenschap van het Goddelijk Leven in zich opneemt. Precies daarom is het zo belangrijk dat de zielen zich in alle geschriften van de Meesteres van alle zielen verdiepen. Omdat U zich zo enthousiast aan de Meesteres hebt gegeven, ben ik vol vertrouwen dat U de vlekkeloze leiding van de Hemelse Lelie van dag tot dag duidelijker zult voelen.

Ik omhels U stevig!

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 435
Hoe staat de Hemel tegenover het doden van dieren?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw vraag. De Koningin des Hemels heeft reeds veel medegedeeld over de rol van dieren en over het gebod, de dieren waarlijk lief te hebben. Momenteel is Zij mij aan het voorbereiden om in de zeer nabije toekomst een nieuw geschrift te schrijven, dat specifiek zal gaan over de rol van de dieren in de heilsgeschiedenis. Aangezien alles in ons uniek Maria-Apostolaat op het door de Moeder Gods, de Meesteres van het Werk, bepaalde tijdstip moet gebeuren, kan het nog een poosje duren alvorens dit geschrift werkelijk is geschreven. Alles hangt ervan af, welk Plan Maria precies koestert, en aan dat Plan wordt van dag tot dag vorm gegeven.
Ook ikzelf kijk hoopvol uit naar de totstandkoming van dit geschrift, want ik hou heel veel van de dieren. God Zelf heeft hen immers uit Liefde onder onze hoede gesteld.
[Het bedoelde geschrift is later tot stand gekomen als De Beekjes van het Heil, en is in 2011 gepubliceerd].

Ik kan in elk geval nu reeds naar voor brengen dat de mens inderdaad ook de dieren niet behoort te doden. Deze stelling wordt heel gemakkelijk en vaak hard aangevallen, omdat het in de vleeshandel en andere op dieren georiënteerde nijverheidstakken om een enorme industrie gaat. Ik heb echter vanwege de Koningin des Hemels de opdracht ontvangen, steeds onwankelbaar uitsluitend de Hemelse Waarheid te verkondigen, om het even welke reacties ik daardoor ook moge oogsten. Het is immers niet mijn levenstaak, voor de visies van de wereld op te komen, doch Gods Plannen en Werken te dienen.

Heeft Jezus ooit vlees gegeten? Maria heeft mij ooit gezegd dat Jezus een paar maal vlees heeft gegeten, maar dit niet heeft gedaan omdat Hij hieraan in het publiek de voorkeur zou geven of dit zou goedkeuren, en evenmin om dit gebruik als 'door God toegestaan' voor te stellen, doch slechts omdat Hij bij deze (zeer zeldzame) gelegenheden heeft willen vermijden om bij de andere aanwezigen 'op te vallen'. Hij deed dit niet uit menselijk opzicht, maar om te vermijden dat Zijn gezelschap het onaangename gevoel zou hebben dat Hij het Hem aangeboden vlees niet zou eten. Jezus verkondigde immers ook tegenover Zijn apostelen: "Eet wat men U voorzet". Wanneer een medemens aanstoot neemt aan ons gedrag, kan hij hierdoor ten prooi vallen aan een ondeugd, en kan zijn spirituele ontwikkeling hierdoor eventueel worden geremd. Weliswaar rust op elke mens de plicht, zelf te beslissen of hij aan zijn medemens aanstoot neemt, maar in bepaalde gevallen is het goed, een ziel in onze omgeving te helpen, het juiste te doen door ons te gedragen zoals zijzelf dit doen. Deze regel is weliswaar niet altijd juist, maar Jezus bezat het vermogen om onfeilbare beslissingen te nemen, volledig naargelang de situatie. Uiteindelijk wordt het gedrag van de ziel door God beoordeeld in functie van de hartsgesteldheid. Slechts daardoor kan worden verklaard waarom een gedrag dat in Gods ogen niet ideaal is, in bepaalde gevallen niettemin niet helemaal door Hem wordt afgekeurd.

In waarheid lijdt de Hemel eronder wanneer dieren worden geslacht voor consumptie. Voorlopig kunnen wij slechts bidden opdat méér zielen zouden inzien hoe zij daadwerkelijk met dieren moeten omgaan. Gods Wet verwacht van de mensenzielen dat zij tegenover de dieren God vertegenwoordigen, door hen Liefde en geborgenheid te schenken, hen bescherming te verlenen en hen met consideratie en respect te behandelen. Doordat ontelbaren de dieren niet zo behandelen, wordt de stroming van de Ware Liefde doorheen de Schepping ook hierdoor in hoge mate afgeremd en wordt veel extra duisternis op de aarde vastgehouden.

De mens behoort de dieren niet te doden. Hoewel God de dieren aan de mensen heeft toevertrouwd, hoort de mens niet te vergeten dat hij niet in de absolute zin heer over de Schepping en de dieren is, maar in werkelijkheid 'huurder' of 'beheerder' van de Schepping, terwijl God Zelf Eigenaar blijft. God heeft weliswaar tot de mens gezegd dat hij 'over de Schepping zou heersen' maar Hij heeft met deze uitspraak nooit bedoeld dat de mens vrij en tegen de Goddelijke Wetten zo over leven en dood van de dieren kan en behoort te beschikken dat de Schepping daardoor volledig in onevenwicht komt. Wij mogen nooit vergeten dat God de mensenziel de scepter over de Schepping in de hand heeft gegeven... vóór de erfzonde.

Vóór de erfzonde was de mensenziel volkomen heilig, wat betekent dat zij zich precies in overeenstemming met de Goddelijke Wet gedroeg. Vanaf de erfzonde was de mensenziel zeer kwetsbaar en verleidbaar, zodat zij gemakkelijk van Gods Wetten afwijkt. In een dergelijke toestand is het niet meer passend dat de mensenziel in dergelijke mate meesteres over de Schepping zou zijn dat zij vrij over leven en dood van medeschepselen kan beschikken, want zij kan dit eenvoudig niet meer doen met de garantie dat zij precies in overeenstemming is met Gods Wil, en zij derhalve Zijn Werken helpt bevorderen. God heeft immers met elk afzonderlijk dier een plan, en de mensenziel heeft met de erfzonde het vermogen verloren om Gods Plannen feilloos in haar hart aan te voelen en te herkennen.

Om deze reden kan de mens door de beschikking over leven en dood van dieren in bepaalde gevallen Gods Werken tegenwerken. Wij moeten ons steeds voor ogen houden dat elke ziel slechts op aarde is om zich te heiligen (wat wil zeggen dat zij haar werken tot de hoogst mogelijke vruchtbaarheid voor Gods Werken moet leiden) en Gods Heilsplan te helpen verwezenlijken. Dit alles kan zij slechts doen in de mate waarin zij zich boven de zondigheid weet te verheffen, met andere woorden: in de mate waarin zij zich weet één te maken met Gods Wil.

De overgave aan God is pas volkomen wanneer de mensenziel de dood van elk dier volledig aan God overlaat. De Moeder Gods geeft er ondubbelzinnig de voorkeur aan dat de mensenzielen vurig bidden alvorens zij over leven en dood (ook van een dier!) beslissingen nemen. De mens vergeet al te gemakkelijk, of houdt er meestal nauwelijks rekening mee, dat elk dier binnen Gods Plan een rol te vervullen heeft.

Wanneer dieren voor de mens een gevaar vormen (bijvoorbeeld bij plagen), zou de mens desondanks bij voorkeur in eerste instantie deze bedreigende of schadeverwekkende toestand aan de Moeder Gods moeten toewijden, bidden voor het herstel van het onevenwicht, en eventueel trachten, met behulp van natuurlijke middelen de dieren van zijn leefruimte weg te leiden, in plaats van onmiddellijk te kiezen voor het doden van de betreffende dieren.

De mens kan door het kweken het aantal dieren in positieve zin helpen bepalen. In negatieve zin kan de mens hun aantal helpen bepalen door stropen, jacht en economische handelingen (ontbossing enzovoort). Handelingen van de eerste categorie kunnen in bepaalde gevallen door God worden toegelaten. Ik heb het hier niet over de motieven voor het kweken, want wanneer deze louter economisch zijn, is het mogelijk dat God deze niet toejuicht, omdat zij aanleiding kunnen geven tot ondeugden. De handelingen van de tweede categorie kunnen in vele gevallen als ondeugdzaam worden geklasseerd (dit wordt mede bepaald door de hartsgesteldheid die heerst tijdens de handeling). Eens een dier bestaat, bouwt God dit zodanig in Zijn Plan in, dat het een punt (hoe klein het soms ook is) in Zijn net van Liefde wordt. Om deze reden zal de mens die dit punt op eigen initiatief uit dit Goddelijk net van Liefde verwijdert, steeds zijn handeling tegenover God moeten verantwoorden. Zeer weinig mensenzielen geven zich hiervan rekenschap, omdat zij de dieren niet beschouwen als wat zij in werkelijkheid zijn: stuk voor stuk bouwwerken van God, met ieder van dewelke God een vaste bedoeling heeft.

De ziel die er rekening mee houdt:
  • dat God de dieren voor bepaalde doeleinden heeft geschapen en dat het leven van elk dier afzonderlijk binnen Gods Plannen en Werken een zin heeft;
  • dat de dieren, evenals de mensenzielen punten in het net van de Goddelijke Liefdesstroom zijn en dat de mate waarin dit net intact wordt gehouden, voor een groot gedeelte de mate van Licht en Liefde bepaalt die op de wereld voelbaar wordt, en derhalve eveneens de mate van Geluk en Vrede en – in omgekeerde zin – ook de ellende onder de mensenzielen;
  • dat God van de mensenziel verlangt dat zij liefdevol met de dieren omgaat aangezien deze een onderdeel van de ontwikkeling van de ziel vormen;
  • dat niet de mens maar God in de absolute zin Heer van de Schepping blijft,

zal inzien dat, en waarom, het uit eigen beweging doden van dieren door mensenhand absoluut niet in alle gevallen wordt goedgekeurd. De door God verlangde omgang met dieren is in Zijn Wet van Liefde ingebed, en is eveneens getekend door de inachtneming van Gods Wil. De ziel kan Gods Wil slechts diep in het hart aflezen in de mate waarin zij zich zuiver houdt, dit wil zeggen, in de mate waarin zij zo gewetensvol op God gericht leeft, dat haar hart als een spiegel Gods Licht opvangt.

Wij weten intussen uit de Openbaringen van de Meesteres van alle zielen dat elke ziel uiteindelijk wordt geoordeeld naar de mate waarin zij in haar dagelijkse leven seconde na seconde de Liefde heeft beleefd. U mag nooit vergeten dat de onvoorwaardelijke Liefde tot de dieren door God zo mogelijk als nog groter wordt beschouwd dan de Liefde tot een medemens, in die zin dat de Liefde tot een medemens gemakkelijker door menselijk opzicht of eigenbelang kan zijn gekleurd dan de Liefde tot een dier. De onvoorwaardelijke Liefde tot een medemens is iets prachtigs, maar in de Liefde tot de dieren moet de mens soms een nog bredere kloof overwinnen. God doorgrondt het hart, en weet altijd wat precies in de liefhebbende ziel omgaat.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam

P.S.:

(1): Er werd mij reeds bij herhaling gevraagd, wat de Hemel zegt over het nuttigen van vis. Na de Openbaring van 17 februari 2008 legde ik deze vraag voor aan de Meesteres van alle zielen, doch destijds werd zij nog niet beantwoord. Veel later echter verduidelijkte de Koningin des Hemels dat Jezus bij bepaalde gelegenheden vis heeft gegeten:
"omdat Hij daardoor het volgende teken wilde stellen: De vis stond voor Jezus symbool voor de vrije wil van de mensenziel. Vissen vangen, stond voor Jezus symbool voor het feit dat de mensenzielen volledig voor de eenwording met de Goddelijke Wil gewonnen zouden worden. Wanneer Hij vis at, wilde Hij daardoor een teken stellen dat Hij gekomen was om de menselijke wil opnieuw één te maken met de Wil van God: De God-Mens eet als het ware de menselijke wil, om deze volledig in Zich op te nemen. De terugkeer van de menselijke wil in de Wil van God betekent namelijk de terugkeer van de mensenziel in de staat van genade van vóór de erfzonde".

Dit heeft de Meesteres van alle zielen mij verduidelijkt in een private onderrichting in juni 2011, waarvan ik de essentie hier heb mogen weergeven. Toen Jezus Zich bij Zijn apostelen aansloot bij de visvangst, lag deze handeling aan de basis van bovenstaande symboliek, zij verwees niet naar het feit dat God het absoluut zou goedkeuren dat de visvangst als massa-industrie wordt gestimuleerd. De christen moet een visser van mensenzielen zijn, dat is zijn roeping.

(2): Moet de ziel die om één of andere reden het eten van vlees of vis (nog) niet helemaal kan laten, zich dan na het lezen van de openbaring van 17 februari 2008 schuldig voelen? De Meesteres heeft er, wat dit betreft, later op gewezen, dat alleen God de harten volledig kan doorgronden en moet beoordelen, en dat elke ziel slechts jegens Hem verantwoording schuldig is betreffende de motieven waarom zij vlees en/of vis eet. De Koningin des Hemels vindt het in elk geval (ik citeer):
"passend dat elk ziel, met het oog op haar heilige plicht, zich onbeperkt inzet voor haar terugkeer naar de staat van genade van vóór de erfzonde, en er met een oprecht hart voor bidt om het nuttigen van vlees en vis tot een minimum te kunnen beperken".
(uit een private onderrichting van de Meesteres van alle zielen aan Myriam, waarvan Zij de publicatie op deze plaats toestaat).

Tegen de achtergrond van het besef dat deze brief een thema behandelt dat de meeste zielen aanbelangt, en derhalve ook velen in uiteenlopende mate kan raken, en dat deze brief door bepaalde zielen niet of moeilijk zal worden aanvaard, getuig ik bij deze dat ik, zoals steeds, uitsluitend de stelling van de Meesteres van alle zielen naar voor heb gebracht.

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 436
Wat betekent 'heilig'? – over de betekenis van bepaalde tekenen – over de Komst van Jezus en de voorbereiding ervan – over het betalen van heilige Missen – is elk lijden een geschenk van God? – over aanbidding – waarom spreekt God in een geheimtaal?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Tot mijn grote vreugde is nu eindelijk de tijd gekomen om enkele vragen te beantwoorden, waarop het antwoord reeds langere tijd op zich heeft laten wachten. Het belangrijkste is echter, dat ik U vandaag met de antwoorden wellicht wat vreugde kan bereiden.

U hebt een klein probleem met het woord 'heilig'.

Ik kan dit begrijpen, want zeer veel zielen weten niet zo heel precies wat dit eigenlijk betekent: 'heilig zijn'. De Moeder Gods heeft in de loop van de tijd reeds veel over dit thema laten schrijven. Laten wij niettemin even samenvatten:

'Heilig', betekent eigenlijk 'in staat om Heil voort te brengen'. Een heilige ziel is een ziel die met alles wat zij zegt, doet, nalaat, denkt, wil en nastreeft, Heil in de wereld brengt. Dit betekent: Haar hele zijn, doen en laten, haar hele uitstraling en al haar gesteldheden en gezindheden zijn in staat om de verwezenlijking van Gods Werken en Plannen te bevorderen en te bespoedigen.

Heiligheid is geen absolute toestand, doch een relatieve toestand, dit betekent: Een ziel is niet in de absolute zin heilig of helemaal niet heilig. Heiligheid is een zielstoestand die zich voortdurend verder moet ontvouwen, zoals een reuzengrote roos die zeer veel lagen blaadjes opent, de ene laag na de andere. De ziel die spiritueel groeit, die zich dus steeds méér in overeenstemming met Gods Wil gedraagt, wordt dus 'heiliger'. Wanneer sprake is van 'een heilige', zou men zich in principe daaronder een ziel moeten voorstellen die (en dit zou eigenlijk preciezer uitgedrukt zijn) "op het gebied van spirituele ontplooiing zozeer gevorderd is, dat zij Gods Werken en Plannen sterk vermag te bevorderen, in alles wat in haar omgaat en alles wat van haar uitgaat".

Inderdaad, ook in alles 'wat in haar omgaat', want zelfs via de stille, verborgen gezindheden en gesteldheden kan de ziel Gods Werken bevorderen of deze juist tegenwerken. Een voorbeeld: Een ziel kan schijnbaar 'een vreedzaam leventje leiden', in werkelijkheid echter innerlijk worden verteerd door een onzuiver hart dat vervuld is van haat, bitterheid en onvrede. Deze ziel straalt dan deze inwendige stormen zoals donkere wolken in Gods Schepping naar binnen. Laten wij nooit vergeten dat elke ziel met al haar innerlijke gesteldheden met Gods Hart én met elk medeschepsel verbonden is. Alle schepselen vormen een netwerk waarvan veruit de meeste verbindingen weliswaar onzichtbaar doch zeer reëel zijn. Om deze reden kan een ziel veel onheil aanrichten door zelfs in het verborgene duistere gesteldheden te koesteren. Zij is dan op dat punt het tegendeel van heilig, want zij brengt dan onheil voort.

Zoals U terecht opmerkt, wordt God 'de Heilige' genoemd. Men wil daardoor benadukken dat Hij de Belichaming van de absolute heiligheid is. Let U op de formulering: 'van de absolute heiligheid'. Geen mensenziel op aarde kan absoluut heilig zijn, doch slechts relatief heilig; 'relatief' in de betekenis (sterk vereenvoudigd uitgedrukt): "In vergelijking met God (100 %) is ziel A bijvoorbeeld 20, of 10, of 5 % heilig". God belichaamt ALLE heilige eigenschappen en hoedanigheden in hun absolute volmaaktheid. Daarom noemen wij Hem 'de Heilige'. Om dezelfde redenen kan sprake zijn van 'Heiligste' of 'Allerheiligste'. Voor de Moeder Gods wordt het begrip 'Allerheiligste Maagd' gebruikt, omdat Zij in relatief opzicht als mens op aarde het absolute toppunt van de voor een mensenziel bereikbare heiligheid heeft bereikt. Al haar handelingen, woorden, gedachten, gevoelens, bestrevingen en innerlijke gesteldheden waren in Gods ogen absoluut volmaakt, omdat zij in volkomen overeenstemming met Gods Wil waren en derhalve het toppunt van het Heil voor de Schepping vrijmaakten. Maria was om zo te zeggen Gods verzamelbekken van alle heilige eigenschappen.

Hebben een uurtijd en een datum eigenlijk een specifieke betekenis, wanneer bijvoorbeeld iemand op de feestdag van Christus Koning overlijdt of geboren wordt, of om 15 uur?

Deze vraag verheugt mij, omdat zij mij de gelegenheid biedt om er via het antwoord vanwege de Meesteres van alle zielen op te wijzen dat veel mensen de neiging hebben om teveel te speculeren of in situaties dingen te zien die zij erin willen zien. Het antwoord van de Moeder Gods is ontwapenend eenvoudig:
"Soms heeft dit weliswaar een betekenis, in andere gevallen echter niet. Meestal is dit gebaseerd op een Goddelijk Geheim dat aan de zielen niet wordt onthuld zolang zij op aarde leven".
Laten wij dus voorzichtig zijn met het interpreteren van gebeurtenissen. Wanneer zij werkelijk iets te betekenen hebben, zullen de tekenen ondubbelzinnig zijn. Niettemin is steeds voorzichtigheid geboden. Veel zielen bewijzen de satan een grote dienst door voortdurend over allerlei vermeende 'tekenen' te speculeren en intussen hun ware levensopdracht te vergeten of te verwaarlozen. Iets gelijkaardigs geldt voor namen. Het feit dat een ziel de naam 'Jezus' of 'Maria' draagt, maakt deze ziel niet automatisch tot een heilige die niet kan zondigen.

Daar ik zelden belangstelling heb voor de media, zeg maar radio, TV enzovoort, weet ik eigenlijk helemaal niet hoe deze tijd er echt uitziet. Er wordt immers gezegd dat wij aan de 'tekenen' zullen merken dat de Komst van Jezus nabij is. Hoe zit het dan wanneer ik uit geloofsovertuiging afstand doe van de media?

Ik feliciteer U van harte met Uw instelling ten aanzien van de media. Om in het kader van de eerste vraag van deze brief te spreken: Het is niet gemakkelijk om veel met de media bezig te zijn en desondanks heilig te worden, daar de media de geest en het hart massaal met duisternis vervullen. Weest U gerust:

Jezus zal Zijn Komst niet in de krant of op de televisie laten aankondigen (weest U integendeel uiterst voorzichtig wanneer zou 'blijken' dat Hij dit niettemin schijnbaar wél zou doen), doch in de kern van de ziel. De Meesteres van alle zielen bereidt de zielen voor op de ware heiligheid, opdat zij de ontmoeting met Jezus in hun hart 'waardiger zouden worden'. Gelooft U mij, U zult de ware tekenen niet in de eerste plaats buiten Uzelf vinden, en deze niet in de eerste plaats met Uw zintuigen waarnemen, doch diep in Uzelf. God leeft en spreekt bij voorkeur in de kern van de ziel, waar Hij de kiem der heiligheid heeft neergelegd.

Hoe bereidt de ziel zich het beste op de Komst van Jezus voor?

Het beste gebeurt dit door het grote geschenk tot nut te maken, dat God in deze tijd voor de zielen bereidt: de stellingen van de Meesteres van alle zielen, die slechts één ding beogen, namelijk de meest doelmatige heiliging van de zielen.

De Komst van Jezus is een gebeurtenis die zich zal voltrekken in de ziel. Jezus kan in de ziel pas leven wanneer zij zich met goede wil inzet om de wegen der heiliging te volgen. Laat U zich niet in dwaling brengen door de satan, die veel zielen de Komst van Jezus voorspiegelt als een gebeurtenis die zich buiten haarzelf zal afspelen. Wie dit gelooft, werkt niet meer aan de eigen heiliging... Ziedaar één van de meest succesrijke leugens van de satan in deze tijd.

Ik heb nog nergens de mening van de Moeder Gods gevonden over het volgende: Hoe staat Zij tegenover het betalen van heilige Missen. Steeds weer hoor ik beweren dat dit niets anders is dan de Kerk die zaakjes doet.

Over het betalen van heilige Missen heb ik in antwoordbrief nr. 110 moeten schrijven. De aanduiding 'zaakjes' in deze context kan slechts voortkomen uit een materialistische geest. Het betreft hier integendeel een offer dat enige gelijkaardigheid vertoont met de penning van de arme weduwe: De ziel ziet af van het gebruik van iets van haar middelen ten bate van de bevrediging van een eigen behoefte, en geeft deze in de plaats hiervan aan de Kerk, met andere woorden: Zij schenkt deze in de ware zin van het woord aan God tot verwezenlijking van Zijn Werken ten gunste van alle zielen. Deze gedachte is oorspronkelijk aan de Kerk ingegeven door de Heilige Geest. Het is ondeugdzaam, deze gedachte te ontwijden door het zo voor te stellen alsof de Kerk erop belust zou zijn, de zielen in dwaling te brengen om zich op deze dwaling materieel te verrijken.

Is een ingebeeld lijden of zelfs een lijden dat de ziel zichzelf aandoet, ook een geschenk van God?

Ingebeeld lijden kan geen geschenk van God zijn, omdat hier helemaal geen sprake is van lijden: De ziel beeldt zich dit lijden in. voor deze ziel is dit lijden weliswaar een realiteit, doch God schenkt het niet (Hij schenkt zielen geen voorstellingen die niet reëel zijn), evenmin als Hij lijden schenkt dat de ziel zichzelf aandoet. De ziel trekt deze beide vormen zelf naar zich toe. Lijden dat de ziel zichzelf aandoet, is wel degelijk een bestaand lijden, maar God heeft dit niet voor de ziel voorzien, of heeft het niet precies op het betreffende ogenblik voor de ziel voorzien. Laten wij het zo uitdrukken: God voorziet voor een ziel bepaalde beproevingen op bepaalde tijdstippen, respectievelijk Hij laat deze dan toe. Wanneer het echter niet in Zijn Plan past dat een bepaalde ziel een bepaald lijden op een bepaald tijdstip moet doorstaan, is het noch voor deze ziel noch voor de Schepping als geheel vruchtbaar wanneer de ziel dit specifiek lijden uit eigen vrije wil naar zich toe trekt.

Ik zou een voorbeeld kunnen geven dat voor velen een begrip zal zijn: Nu en dan bereiken ons berichten of beelden van mensen op de Filippijnen, die zichzelf kruisigen. Waarschijnlijk worden bepaalde van deze mensen gedreven door het verlangen om op Jezus te gelijken, maar desondanks is hun lijden slechts vruchtbaar wanneer God heeft bepaald (of beter uitgedrukt: toegelaten) dat zij gekruisigd moeten worden, en dan nog precies in het betreffende uur. God alleen kan oordelen in hoeverre dit het geval is.

Zo kan een ziel haar eigen lichaam allerlei schade berokkenen: verwondingen, ziekten, soms uit gebrek aan voorzichtigheid, soms volledig vrijwillig en opzettelijk. Het betreft hier geen heilzaam, verdienstelijk lijden, doch een gebrek aan deugdzaam gedrag (voorzichtigheid is één van de deugden) of een ware ondeugd (wanneer men zijn lichaamskapitaal, het gezondheidskapitaal, niet correct beheert).

Er wordt steeds gezegd dat in de eucharistische aanbidding 'Jezus aanwezig is'. Ik denk dan bij mijzelf dat Jezus toch altijd aanwezig is, waarin ligt dan het verschil?

Jezus is inderdaad altijd en overal aanwezig. In de aanbidding is Hij 'objectief' niet 'méér aanwezig dan anders', maar wel 'subjectief', mits de ziel iets doet met de kennis dat Jezus op een bijzondere wijze aanwezig is: In de aanbidding kan de ziel Jezus 'beter in zich opnemen', doordat zij haar hart zo op Hem en Zijn Tegenwoordigheid richt, dat het zich beter kan openstellen. Men kan dit inzicht zelfs uitbreiden en erop wijzen dat men te allen tijde God kan aanbidden, niet slechts tijdens een eucharistische aanbidding, maar ook, bijvoorbeeld, tijdens een wandeling in de vrije natuur. Hebt U al eens getracht, tijdens een wandeling in een groene omgeving op een mooie zomerdag, meer in detail en van meer nabij te kijken naar de bloemen, de vlinders, de bomen, enzovoort, en U te verwonderen over de onvermoede details ervan? Wanneer U dan kunt voelen hoe Uw hart zich daarbij opent en in U verzuchtingen opwellen in de zin van: 'O mijn God, hoe mooi is dit alles!', dan bent U in werkelijkheid bezig, God te aanbidden. Hoe méér U zich in die situatie bewust bent van het feit dat dit alles inderdaad Gods Werk is, dat Hij dit alles ook voor U heeft gemaakt , en dat Zijn Voorzienigheid ervoor heeft gezorgd dat U precies op die wondermooie zomerdag precies daar langs komt en dat alles kunt zien, horen, ruiken en voelen, des te waardevoller is dat betreffende tijdstip als aanbidding.

Jezus is altijd en overal aanwezig, echter vooral waar het hart zich van Zijn Tegenwoordigheid bewust wil zijn, want precies daar kan Hij Zijn Werken volbrengen.

Wanneer God de Vader weet dat wij zielen niet zo geestelijk gerijpt of verstandig zijn, waarom spreekt Hij dan in geheimtaal?

God stimuleert graag elke ziel om voortdurend te vorderen op de weg naar Hem toe. Zolang wij ons (op een gezonde wijze, niet in de zin van kritiekzucht) vragen stellen, kan onze horizont zich verbreden. Een deel van de motivatie op de weg naar de heiligheid bestaat immers hierin, dat de ziel zich ten volle bewust is van het feit dat talloze heerlijkheden op haar wachten en dat de verrukkingen van de ziel ook hieruit bestaan, dat zij steeds weer elementen ontdekt die God voor hen heeft verborgen. Men zou deze toestand wat aanschouwelijker kunnen voorstellen door te denken aan een kind dat paaseieren zoekt, die op de meest uiteenlopende plaatsen van een grote tuin verborgen liggen. Het kind is verrukt over de voorstelling dat al dat onvermoede – het weet nooit precies wat, waar, hoeveel... – daar is verborgen opdat het dit alles zou vinden en voor zich zou houden.

Zeer bemoedigend is overigens het besef dat de mens zeer veel dingen begrijpt... met het hart, veel méér dan met het verstand. De ziel kan ook slechts via de gesteldheden van haar hart vooruitkomen, veel meer dan via haar verstand. Indien dit niet het geval zou zijn, zou de ziel alle hoop op heiliging kunnen vergeten wanneer zij geen doctoraat zou bezitten. Hoe leert de ziel de Wetenschap van het Goddelijk Leven? Niet door zolang te studeren tot zij de door de Meesteres van alle zielen geïnspireerde geschriften uit het hoofd kent, doch door de geschriften met Liefde aandachtig in zich op te nemen en de inhoud ervan onmiddellijk uit haar verstand in haar hart te laten overvloeien, om deze daar wortel te laten schieten, in de bodem van de ware Liefde, en niet op het rotsgesteente van de koude verstandelijke analyse.

Het hart van elke ziel bezit het vermogen om Gods Wijsheid op één of andere wijze te doorgronden, om zo te zeggen zuiver intuïtief (lees: op de golven van Gods Geest). Er zijn zielen geweest, die niet eens de lagere school volledig konden doorlopen en niettemin Gods Werken en Plannen zonder enige theorie hebben herkend en zich in zeer verregaande mate hebben hunnen ontplooien. Ik hoef U slechts te herinneren aan de H. Bernadette Soubirous, onder velen. Eigenlijk zou elke ziel reeds tot buitengewone inzichten in de Goddelijke Mysteries kunnen komen door louter dag na dag bij herhaling over de volgende woorden te mediteren:

"God is Liefde – God bemint elk schepsel –
God bemint mij"

Probeert U het eens, en weest U zich bewust van het feit dat deze meditatieformule afkomstig is van de Zetel van Wijsheid, de Meesteres van alle zielen, de Bruid van de Heilige Geest.

Tegen de achtergrond van deze mysterieuze woorden omhels ik U van harte,

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 437
Over het horen van stemmen – de blinde kaart van het leven – Satanische symbolen en de macht van het Licht – over de mystieke ziel

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

Van harte dank ik U, dat U Uw vragen aan de voeten van de Meesteres van alle zielen hebt laten neerleggen. Het neerleggen van vragen vóór de Koningin des Hemels is steeds opnieuw zoals het ontsluiten van een gouden poort naar bevrijding. Genezing in de ziel is een procedé dat volkomen wordt bepaald door de Plannen die God met de betreffende ziel koestert, doch dat in een verbazingwekkend hoge mate kan worden beïnvloed door de werkingen van de Moeder Gods, zo ervaar ik het tot mijn bijzondere vreugde reeds sedert vele jaren. De vragen die U naar Maria toe hebt laten brengen, heeft Zij niet zoals 'aan een lijntje, de ene na de andere' beantwoord. De wijze waarop Zij gewoonlijk bij de beantwoording van brieven tewerk gaat, bestaat hierin, dat Zij de zielsgesteldheid van de schrijver van de brief voor mij in beelden ontvouwt, tegen de achtergrond van zijn/haar vragen, opdat ik de antwoorden van de Hemelse Moeder volledig correct zou kunnen verstaan en overbrengen. Om deze reden gaat de Hemelse Meesteres niet noodzakelijk tewerk zoals wij dit menselijkerwijs zouden verwachten. Dat is geen nadeel, wel integendeel, doorgaans worden zo volkomen onvermoede elementen van het zielenleven ontsloten en onvermoede perspectieven op een wedergeboorte op de wegen der heiliging geopend.

Met betrekking tot de stemmen die sedert zo lange tijd in U hoorbaar zijn, laat Maria U op de volgende regel wijzen:

Aan stemmen die geen gewaarwordingen van Liefde overbrengen, geeft de ziel beter geen aandacht, om de eenvoudige reden dat deze duidelijk niet hun oorsprong vinden in de Bronnen der Eeuwige Liefde. Stemmen die zich in hun vorm en in de inhoud van het gesprokene en in de gewaarwording die door de woorden worden gewekt, niet in overeenstemming laten brengen met God of met Maria, dit wil zeggen dus niet in overeenstemming kunnen worden gebracht met de Werken van de Eeuwige Liefde, komen niet voort uit Gods Waarheid, doch hetzij uit het eigen onderbewuste hetzij uit de duisternis:
  • De duisternis is de bron van alle leugen en misleiding. Zij kan geen Liefde overbrengen, omdat zij het Goddelijk Leven niet in zich draagt;
  • Het eigen onderbewuste zijnerzijds, heeft de neiging om zich aan de ziel aan te bieden als een smeltkroes, in dewelke dragers van Licht en van duisternis zich met elkaar versmelten, zodat men datgene wat naar boven komt, niet noodzakelijk kan vertrouwen.

Om deze redenen adviseert de Koningin des Hemels, de stemmen vol vertrouwen en overgave door toewijding te begraven in Haar Hart, en de uitwerkingen van dergelijke stemmen in Uw zielenleven uit te leveren aan de macht en Liefde van de Hemelse Meesteres, opdat Zij deze moge kunnen beheersen en Zij het zaad van de Ware Vrede in U moge kunnen uitzaaien.

De stemmen die zich uitgeven voor Jezus, respectievelijk voor Maria, zijn niet afkomstig van de Verlosser noch van de Koningin des Hemels. Om deze reden laten zij in Uw hart geen duurzame gewaarwording van Liefde en Vrede achter, doch storten zij U in twijfels en onzekerheid. God is Waarheid, Liefde, Licht en Vrede. Alles wat van deze vier elementen afwijkt, behoort onverwijld onder de macht van de Meesteres van alle zielen te worden gesteld. De vrijwillige en volhardende overgave van deze ervaringen aan de Koningin van de volmaakte Liefde, de Schrik der duivelen, zal U bevrijden. U getuigt zelf: De stemmen brengen verwarring, soms ontmoediging. Hieruit blijkt, wiens handtekening eronder staat:

Wanneer Maria spreekt, zelfs wanneer Zij bedroefd is of iets betreurenswaardigs zegt, laait in het hart een Vuur op, dat men onmogelijk kan beschrijven. Het is alsof uit Haar uitsluitend en alleen, en in alle omstandigheden, Vlammen in Uw eigen hart overvloeien. Ik heb vroeger reeds geschreven: Wanneer de Meesteres spreekt, gaat men gewoonweg door de knieën, of men dit wil of niet, omdat het eigen hart eenvoudig wordt gehuld in een wolk van Hemels parfum en zich op slag 'bovenaards goed' voelt. Deze Tegenwoordigheid laat geen spoor van verwarring en ontmoediging achter, integendeel, zij lijkt geest, hart en ziel te zuiveren als door een bliksem (hoe zou de Koningin des Hemels Haar woorden van volmaakte Waarheid en Goddelijk Leven in een onzuiver hart kunnen uitademen?) en zelfs het lichaam te bezielen met nieuwe kracht.

Weliswaar geldt dat de Tegenwoordigheid van de Koningin des Hemels in het hart ook steeds weer het optreden van de satan uitlokt, die de ziel tracht te beroven van haar innerlijke Vrede en haar op elke denkbare wijze het leven moeilijk tracht te maken, maar toch vervalt de ziel in de voelbare Tegenwoordigheid van Maria niet in deprimerende gesteldheden, dit zou totaal onmogelijk zijn.

De Meesteres van alle zielen heeft mij reeds jaren geleden methodes geleerd om inmengingen vanwege duistere krachten te helpen uitsluiten. Ik mag U in dit verband iets mededelen dat U ook kunt gebruiken wanneer U stemmen hoort. Opdat elke godvijandige oorsprong van een hoorbare innerlijke stem zou worden uitgesloten, nodigt U de stem ertoe uit, dat zij hardop de volgende woorden zou herhalen:
"God is Heer van de Schepping. Ik prijs God boven alles. De Allerheiligste Maagd Maria is de Koningin en Meesteres van alle zielen. Ik prijs de macht van Maria over de satan en elke kracht die hem dient".

Wanneer de kracht die bij U tracht naar binnen te sluipen, niet met God verenigbaar is, zal zij deze woorden niet willen en niet kunnen herhalen. Ik wijs in dit verband op iets merkwaardigs, waarvan ik in visioenen getuige heb mogen zijn en dat mij toentertijd (het is ongeveer vier jaar geleden) verblufte:

Duivels vrezen de Koningin des Hemels zo mogelijk nog méér dan zij God vrezen. Dit te zeggen, is geen ketterij, het is de Waarheid. Door een Goddelijk Mysterie sidderen en beven de duivels – en worden zij volkomen verlamd – wanneer zij slechts de stem van de Meesteres horen of Haar te zien krijgen. De Koningin des Hemels toonde mij dit reeds meermaals. Zelfs een herhaald uitspreken van de naam 'Maria' kan duivels op de vlucht drijven. Bedient U zich gerust van deze kennis, zij wordt ons niet gegeven om nooit te worden gebruikt... en houdt U zich voortdurend voor ogen: God heeft Maria ertoe voorbestemd om de slang te vertrappen. Voor de satan is dit een nog veel grotere vernedering dan deze, door God te worden overwonnen, omdat Maria een geschapen ziel is, en de satan er steeds van overtuigd was dat hij elke ziel aan zich zou kunnen onderwerpen. In de definitieve overwinning van Maria over de satan en zijn hele gevolg overwint als het ware de geschapen ziel diegene die zich groter waande dan God Zelf... De voet van de Meesteres van alle zielen is voor de duisternis bij uitstek het symbool van het einde van een illusie.

Heel bijzondere voorzichtigheid is geboden wanneer innerlijke stemmen U zeggen wat U op het wereldse vlak behoort te doen. Houdt U zich goed voor ogen dat Jezus en Maria een ziel niet opdragen of en waar zij in de wereldse context moet werken of geld moet verdienen. Jezus en Maria interesseren er Zich in de allereerste plaats voor, wat U op het niveau van Uw zielenleven doet, en hoe: Hoe U omgaat met alles wat U op Uw weg aantreft, en hoe U alle gebeurtenissen en situaties van het dagelijks leven in Gods Werken tracht in te bouwen, of juist niet. Of U werkt of niet, is niet de grootste zorg voor Jezus, maar wel hoe U elke situatie van het leven vorm geeft vanuit Uw zielsgesteldheid: Hoe gaat U met medeschepselen om, wat gaat in Uw hart om, welke doelstellingen koestert U in het leven en bij elke afzonderlijke situatie, in welke mate zet U zich in om van alles het beste te maken voor Gods Plannen en Werken, enzovoort.

Niet wat de ziel beroepsmatig doet, interesseert God, doch slechts de wijze waarop zij alles doet (tegen de achtergrond van de deugd, respectievelijk de ondeugd), en vanuit welke hartsgesteldheid. Ik heb het vroeger reeds mogen schrijven: Alles wat in ons leven gebeurt, zonder enige uitzondering, en alles wat deel uitmaakt van ons leven, is zoals een blinde kaart die God voor ons heeft getekend. Het land dat op die kaart wordt uitgebeeld, heet 'leven A' of 'leven B' of 'leven X', enzovoort..., al naargelang de kaart betrekking heeft op Uw leven, of op het mijne, of op dat van mijn buurvrouw, enzovoort... De ware invulling van deze kaart is datgene wat de ziel met al deze situaties, gebeurtenissen en elementen doet. Welnu, God oordeelt Uw leven niet volgens de blinde kaart (Hij heeft deze immers Zelf ontworpen), doch volgens de dorpen, huizen, enzovoort, die Uzelf op de kaart hebt ingevuld, want dat is Uw leven, en deze invulling geeft vorm aan het land van Uw leven en bepaalt de waarde van Uw leven voor God. De kaarten van de levens van alle mensenzielen vormen samen de ontwikkeling van Gods Heilsplan. Laat U persoonlijk Uw kaart blind, of geeft U deze een invulling die weinig bruikbaar is, dan bevordert U Gods Heilsplan niet. Uw beroepsactiviteit wordt in een hoge mate bepaald door de werkingen van Gods Voorzienigheid. Derhalve: Niet Uw beroep interesseert God, maar wel de wijze waarop U met alles omgaat, met inbegrip van Uw activiteiten.

Het is niet erg wanneer iemand U zegt dat U over religieuze onderwerpen vragen stelt zoals een kind. Religieuze zaken moet men trachten te beschouwen vanuit een eenvoudig, volledig ongecompliceerd hart. Een volwassene heeft soms de neiging om bij het formuleren van vragen verloren te lopen in een oerwoud van kennis die hij reeds bezit en die meestal vol tegenstrijdigheden zit. Een kind daarentegen, vraagt om zo te zeggen vanuit een leegte, en stelt zijn of haar vragen daardoor meestal zeer rechtstreeks. Dit is de weg die tot een zuivere opbouw van kennis kan leiden. Bij een kind spelen zelden bijgedachten en louter verstand een rol bij het vragenstellen, bij volwassenen spelen deze beide vaak juist de hoofdrollen. God echter, antwoordt uiterst zelden via het verstand of de zintuigen, Hij spreekt het liefste in het hart. Precies het hart is bij het kind meestal ver geopend. Zalig diegenen die trachten te zijn zoals de kinderen.

Bepaalde stemmen zeggen U dat U in ongeloof ontvangen bent en U daarom sedert Uw ontvangenis of sedert Uw geboorte niet gelooft in de vergeving der zonden. U vraagt of zoiets bestaat?

Neen, om de eenvoudige reden dat God elke ziel een kans geeft. Hij heeft elke ziel onvoorwaardelijk lief. Indien Hij zou toelaten dat een ziel 'ipso facto' (automatisch) niet gelooft in de vergeving der zonden omdat haar ouders in een gesteldheid van ongeloof samengekomen zijn, zou dit betekenen dat God automatisch zeer veel zielen zou uitsluiten van de Verlossing. Elk ongeloof met betrekking tot Gods onvoorwaardelijke Liefde voor de zielen remt immers de verwezenlijking van Gods Heilsplan en verhindert de heiliging van de ziel zelf. Indien elk kind uit een verbinding in een gesteldheid van ongeloof automatisch niet zou geloven in de vergeving der zonden, zou de Waarheid van de Verlossing en de Goddelijke Barmhartigheid een leugen zijn: De ziel die het ongeluk heeft, uit een dergelijke verbinding voort te komen, zou dan als het ware zelfs niet door vrijwillige inzet kunnen groeien in het Geloof. Deze gedachte is in strijd met Gods Liefde.

Of U geestesziek, respectievelijk schizofreen bent?

De Meesteres van alle zielen kleeft geen enkele ziel een etiket op. Slechts de wereld, respectievelijk de wetenschap, pleegt dit te doen. De Moeder Gods beschouwt U louter als een ziel aan wie Zij de volheid van Haar Liefde wil geven. Wat in U omgaat, is een opdracht die aan U is toevertrouwd omdat deze de weg is, via dewelke U moet trachten, zich te heiligen. De geestesgesteldheid van een ziel hoeft bovendien niet noodzakelijk een levenslang aanhoudende toestand te zijn. Het leven is onophoudelijk in beweging, steeds veranderend naargelang Gods Plan met U en naargelang Uw eigen medewerking met de spirituele ontplooiing waarop God bij U hoopt.

Of U bezeten bent?

Graag verwijs ik U naar antwoordbrief nr. 83, in dewelke het verschijnsel van de bezetenheid nader wordt toegelicht. Wanneer U die antwoordbrief leest, zult U begrijpen waarom de Koningin des Hemels met betrekking tot deze vraag naar die brief laat verwijzen.

Of U van de stemmen genezen kunt worden?

Elke ziel kan worden genezen van alles wat niet met God verenigbaar is, want de duisternis heeft nooit het laatste woord. De voorwaarde is, dat de ziel genezen wil worden, en dat zij zich vol vertrouwen in de handen van de Koningin des Hemels legt (toewijding van het hele wezen – ziel, geest, hart, lichaam en wil). De ziel die zich totaal aan Maria overgeeft en met en in Haar wil leven, kan op Gods Tijd van alles genezen worden.

Bent U vervloekt omdat U meermaals vóór Uw bekering anderen en ook Uzelf hebt vervloekt?

Neen: God trekt geen definitieve strepen waar geen enkele ziel nog ooit overheen zou kunnen stappen, ongeacht wat zij ook moge doen. Wanneer U deze vervloekingen met een oprecht en rouwmoedig hart hebt gebiecht en goedmaking levert door de betreffende zielen met Vuur goede dingen toe te wensen, is niets verloren.

Een ziel vervloeken, betekent in wezen: in het eigen hart deze andere ziel van Gods Liefde beroven, respectievelijk hartsgrondig wensen dat deze ziel van Gods Liefde zou worden afgesneden. Elke goedmaking moet derhalve precies het omgekeerde beogen.

Vervloekt zou U slechts zijn indien U zou volharden in liefdeloos denken en voelen.

Met betrekking tot het vermoeden dat, toen U nog een klein kind was, een man een satanskruis zou hebben getekend in Uw linkerhand:

Beschouwt U dit in geen geval als een verdoeming. Deze tekenen, vooropgesteld dat deze inderdaad op U zouden zijn aangebracht, kunnen hun nefaste kracht slechts ontplooien indien de ziel uit eigen vrije wil niet voor de 'tegenpartij' (God, Maria) kiest. Een satanssymbool kan geen duurzame macht over een ziel krijgen wanneer deze ziel zich uit vrije wil totaal overgeeft aan de handen van de Koningin des Hemels. Ik heb dit reeds eerder geschreven, en moet het telkens opnieuw beklemtonen: De satan en zijn werken vermogen niets tegen de Koningin des Hemels.

De macht van de satan staat in een rechtstreeks verband met de zwakheid van de ziel. Dit betekent: Wanneer de ziel zich vrijwillig tegen de duisternis verzet, en zij volhardend bidt om de kracht om slechts het Licht te volgen en te dienen, vermag de satan niets. Het satanskruis kan vreselijk onheil met zich meebrengen, maar het Kruis van Christus en de voet van de Koningin des Hemels zijn oneindig veel machtiger. De Koningin des Hemels is Meesteres van alle zielen, dus ook over de duivels. Drie dingen heeft Zij echter van de ziel nodig om Haar macht ten volle te kunnen uitwerken:

  • een volhardende, oprechte, Ware LIEFDE tot God, Zijn Werken en Zijn Heilsplan;
  • een rotsvast GELOOF in Gods Liefde en in de definitieve overwinning van God over de duisternis, via Maria, nadat de gekruisigde God-Mens Jezus Christus bijna tweeduizend jaar geleden de Verlossing van zielen uit de macht van de satan heeft ontgrendeld;
  • een standvastige HOOP op de ontplooiing van Gods Liefde, een Hoop die zo volkomen moet worden dat de ziel met zekerheid weet dat de duisternis ondanks alle schijn nu reeds in de boeien is geslagen en dat de toegewijde alledaagse beproevingen van elke ziel voorbestemd zijn om bij te dragen tot de definitieve vernedering van de satan.

Wat betekenen de van pijn vertrokken droeve gelaatstrekken aan het kruisbeeld in de slaapkamer van Uw moeder?

U ziet hoe deze trekken telkens weer 'veranderen'. De Moeder Gods wijst erop dat niet deze gelaatstrekken op zich veranderen, doch de wijze waarop het hart van de waarnemer deze op uiteenlopende tijdstippen ervaart. Dat is volkomen normaal. Troost U de Gekruisigde bij elke blik op Hem met de woorden:
"Jezus, ik bemin U, neem mijn lijden in U op als mijn geschenk van Liefde, dat ik U aanbied door de handen van Uw en mijn Hemelse Moeder Maria".
De toewijding van onze beproevingen betekent voor de Verlosser alles, want deze geven blijk van waardering en erkenning van Zijn Offer en voeren het Verlossingsmysterie naar zijn voltooiing.

Laat U zich nooit, door niemand, aanpraten dat Jezus U niet meer liefheeft. God kan niet ophouden, een ziel lief te hebben, om het even wat zij doet of juist niet doet, omdat Hij Liefde IS. De Liefde kan zichzelf niet verloochenen, nog minder dan de zon ook maar één seconde lang kan ophouden, haar warmte en licht in het heelal te stralen zolang God niet Zelf de zon uitdooft.

Of U een mystieke ziel bent?

Ik moet U ook op deze vraag precies datgene antwoorden, wat de Meesteres van alle zielen mij laat antwoorden:

Een mystieke ziel is een ziel wier roeping of levensopdracht hierin bestaat, dat zij via rechtstreekse contacten met één of meer Hemelse Wezens (Maria, Jezus, engelen...) de verwezenlijking van de Werken van God op een bijzondere wijze moet helpen bevorderen. Een dergelijke ziel wordt uitgerust met genaden, gaven en gewaarwordingen die zij nodig heeft om zielen dichter bij God te brengen door deze zielen te onderrichten uit de Bron van Gods Eeuwige Waarheid, in hen spirituele vermogens te helpen ontsluiten, bij gelegenheid bepaalde vormen van mystiek lijden op zich te nemen, en haar leven onbeperkt in dienst van God en van haar medeschepselen te stellen. De mystieke ziel wordt op deze levensopdracht van de innigste eenheid met Maria, Jezus enzovoort voorbereid door zich te onderwerpen aan strenge leefregels, zich voortdurend te laten beproeven op haar eigen innerlijke gesteldheden, en door heel bijzonder te worden onderworpen aan een dagelijkse discipline om in alle omstandigheden haar innerlijk evenwicht, innerlijke Vrede, een zelfverloochenende Liefde en een volkomen zuiverheid van hart te bewaren en zichzelf voortdurend te observeren in verband met het besef van haar ware positie en rol als dienares van God, van Maria en van al haar medeschepselen.

God, respectievelijk Maria, verlangt van Zijn, respectievelijk Haar, mystieke dienaren een absoluut onbeperkte bereidheid tot zelfgave en een buitengewone oplettendheid ten aanzien van de valstrikken van de duisternis, die deze laatste vooral zeer graag tegen deze dienaren tracht te spannen. Wat veel zielen niet weten, is dat het leven van een mystieke ziel geen spel is, doch een dagelijkse harde strijd tegen de duisternis, tegen onbegrip, en geregeld tegen zichzelf. De 'vorming' in de toepassing van mystieke begaafdheden brengt onvermoede verrukkingen met zich mee, maar deze begaafdheden kunnen de mystieke ziel ook tot verdoeming strekken wanneer zij deze begaafdheden niet op de juiste wijze inzet, dit wil zeggen: niet precies in overeenstemming met de Wil van God, respectievelijk van Maria. Zij kan dit slechts doen volgens de mate waarin zij bereid is om haar eigen persoon tot het uiterste te vernederen en zcih bij haar medeschepselen achterop te stellen. Toen de Moeder Gods de woorden sprak: "Mij geschiede naar Uw woord", heeft Zij precies dit alles beseft, en Zij heeft de consequenties van deze woorden een leven lang heldhaftig gedragen.

Wanneer het een ziel ook maar in het geringste moeilijk valt om haar leven voor honderd procent in dienst te stellen van God, van Gods Werken, van Maria en van haar medeschepselen en haar eigen behoeften systematisch 'uit te schakelen', is het voor haar een zegen, niet als mystieke ziel te worden geroepen. Kan zij dit alles wél doen; dan wacht op haar een leven in hetwelk zij weliswaar vreugden kan krijgen, doch deze niet mag verwachten. Zij leeft dan helemaal vanuit de troostende gedachte dat de Eeuwigheid haar volgens de maat van Gods behagen datgene zal brengen, wat het leven in de tijd (dit wil zeggen: op aarde) haar niet heeft kunnen of mogen brengen, omdat haar opdracht hier op aarde volbracht moest worden.

Wanneer U dit alles beschouwt en beseft tegen de achtergrond van Uw leven en Uw persoonlijke levensopdracht, zult U het antwoord op Uw vraag met betrekking tot een mystieke roeping in Uw eigen hart kunnen lezen.

Lieve broeder, wat U ook moge lijden, wat Uw medemensen ook over U mogen denken en zeggen, vergeet U geen ogenblik lang deze Waarheid: dat God U liefheeft als een parel, want Uw ziel is, net zoals elke andere ziel, een kelk in dewelke de kiem der heiligheid tracht te groeien. In deze kelk trachten het Bloed van de Eeuwige Liefde en de Tranen van de Moeder Gods zich met Uw toegewijde beproevingen te vermengen. Het geheel kan slechts de kracht van het Goddelijk Leven ontplooien in de mate waarin de ziel de kelk vult met onzelfzuchtige, oprechte Liefde. Smeekt U de Meesteres van alle zielen dat Zij U de weg moge tonen om dit te doen. Wat God ook nog van U moge verlangen, wanneer U bereid bent om deze weg met Maria te gaan, zal God Uw levensweg als succesrijk beoordelen. Ik sluit U in mijn hart.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 438
Zingeving bij burnout

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik kan U werkelijk slechts feliciteren. Onder diegenen die van kinds af aan katholiek zijn, ken ik niet zovelen die zo vast op de Moeder Gods zijn gericht als U. Gelooft U mij, U zult de vruchten van deze ingesteldheid en van Uw inzet en inspanningen op zekere dag oogsten.

Maakt U zich geen al te grote zorgen om Uw kinderen. God oordeelt niet volgens het resultaat, doch volgens het hart. Van U wordt in principe slechts dit verwacht: dat U voor Uw kinderen (en Uw echtgenoot) een voorbeeld zou zijn via Uw wijze van leven. Indien de gelegenheid zou komen om over Maria te spreken, is dat prachtig. Indien niet, dan is het nog belangrijker om zelf een spiegel van Maria te zijn.

De oververmoeidheid kan eveneens bijzondere vruchten opleveren. Ziet U het symbool: Jezus was voortdurend uitgeput op grond van de onwil van veel zielen om de enige Waarheid van God te volgen. Op gelijkaardige wijze draagt U in zekere zin het kruis van de onwil van Uw leefomgeving. Dat is ZEER genadevol. De Meesteres van alle zielen toont mij heel vaak in beelden de zeer grote waarde van de diverse vormen van lijden in verband met levenssituaties. Deze talloze parallellen hebben mij geleerd dat er absoluut geen enkel lijden bestaat dat zinloos zou zijn, mits de ziel er iets mee doet.

De onvermoede macht van de Koningin des Hemels ligt precies hierin, dat Zij de Brug is, over dewelke deze elementen van leed op een volkomen vruchtbare wijze in het Hart van God worden binnengedragen. Wanneer men de beproevingen aan Haar toewijdt, veredelt Zij deze met Haar volmaakte Liefde en met de nog zo weinig bekende macht, met dewelke God Haar heeft bekleed, en uit de beproevingen worden genaden voor de wereld bereid.

In Uw oververmoeidheid beschikt U derhalve over een schat aan zaad uit hetwelk de Meesteres de oogst voor zielen bereidt. Wanneer deze beproeving met het Lijden van Jezus wordt verenigd, wordt zij pas echt vruchtbaar.

Ook in het huishouden komt U wel met alles klaar, stap voor stap, en U kunt op elk vlak wat bijkomende motivatie putten uit de zoektocht naar bepaalde parallellen:

  • vensterruiten schoonmaken = zielen poetsen;
  • de vaat doen = elke onzuiverheid helpen wegwassen uit Uzelf en uit Uw gezinsleden;
  • maaltijden bereiden = voedsel van Goddelijk Leven bereiden voor de zielen in Uw gezin;
  • elke akt van hulp en ondersteuning aan Uw echtgenoot en kinderen = zijn zoals Jezus, Die weldoende rondtrekt,

en dergelijke.

Zo zult U in het huishouden als het ware Gods Werken in Uw eigen leven in de praktijk brengen. Niets is dan nog een louter wereldse activiteit, alles wordt naar een spiritueel niveau opgetrokken. Het resultaat is dan in wezen dit, dat U van dag tot dag méér leeft zoals Maria Zelf heeft geleefd: Bij Haar werd alles gesublimeerd, alles kreeg een bovenaardse zin, alles werd geheiligd. Om precies deze reden had God Maria bovenmate lief.

Datgene wat U verliest aan lichamelijk vuur, zult U aan spiritueel Vuur winnen. Ik zou zelfs in verband met burnout een bijzondere toewijding voor U willen uitspreken en U vragen, zich zo mogelijk bij mij aan te sluiten. Wat zou U ervan denken om samen met mij tot Maria te zeggen:

(hier volgen gebedswoorden, die later als gebed nr. 1224 zouden worden gepubliceerd).

In deze woorden, lieve zus, heb ik U zo-even vol vertrouwen in het Hart van de Koningin des Hemels naar binnen gedragen. Op het ogenblik waarop U deze woorden herhaalt, zal de Meesteres U de hand opleggen en zal een nieuw Licht U doorstromen. Ik verheug mij zeer voor U.

Ik omhels U in de Liefde van de Koningin van de Ware Hoop.

Steeds graag bereid, ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 439
Over de beslissing om een medemens in leven te houden – de bekroning van de vruchtbaarheid van een mensenleven

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik kan mij Uw situatie levendig voorstellen. Eén ding moet ik U meteen met klem toevertrouwen: Een ziel die voor het leven kiest en dit doet in Liefde, zal in Gods ogen automatisch de vruchtbaarste handeling stellen. De door U genomen beslissing om Uw vader in leven te houden, maakt het God mogelijk om het Plan dat Hij ten aanzien van Uw vader koestert, helemaal te volbrengen. Derhalve zal Hij hem ook beschermen, wat er ook moge gebeuren, want op grond van de Liefde die U in Uw beslissing hebt opgebracht, hebt U dit lijden reeds zinvol gemaakt. Wanneer U dit lijden samen met de beslissing bovendien aan Maria toewijdt, zullen de waarde en de vruchtbaarheid van Uw beslissing in Gods ogen nog groter worden. Indien U deze fase tot een volmaakte vrucht voor Gods Heilsplan wil maken, gaat U het best als volgt tewerk:

  • U wijdt dit lijden en Uw beslissing toe aan Maria, Meesteres van alle zielen;
  • U wijdt vervolgens het hele leven van Uw vader tot en met het huidige uur toe aan Maria en smeekt Haar dat Zij dit moge beschouwen als de restloze overgave van deze ziel met al haar wederwaardigheden aan Haar, en dat Zij het geheel van deze offerande in Haar Hart moge begraven. In het Hart van de Koningin des Hemels worden dergelijke toewijdingsoffers veranderd in een rijpe vrucht voor Gods Heilsplan, want de vrucht van de toewijding wordt zo intensief met de Liefde van de Meesteres bekleed, dat zij onder de warmte van deze volkomen heilige atmosfeer helemaal uitrijpt;
  • U verbindt bovendien deze toewijding met de toewijding van Uw eigen beproevingen met betrekking tot deze toestand, opdat er ook nog de bloemen van de naastenliefde aan toegevoegd zouden worden;

Ik kan U nog nader verduidelijken hoe juist en belangrijk Uw beslissing is geweest, door U op het volgende te wijzen:

De specifeke ziekte van Uw vader (levercirrose) kunt U met een welbepaalde, bijzondere bestemming aan Maria aanbieden en deze daardoor tot volle vruchtbaarheid voor Gods Heilsplan helpen brengen:

De lever is het orgaan dat in het lichaam een groot gedeelte van de stofwisselingsprocessen regelt. Zonder de lever gebeurt nauwelijks zuivering van stofwisselingsgiften en kunnen veel lichaamsweefsels niet eens opgebouwd worden. Wanneer nu op grote schaal cellen in dit orgaan worden vernietigd, komen de zuivering en de opbouw van het hele lichaam zwaar in het gedrang. Bekijkt U nu even, hoe U deze kennis in de praktijk kunt brengen op het niveau van het zielenleven: Het met levercirrose gepaard gaande lijden kan op een heel waardevolle wijze aan Maria worden toegewijd ten bate van zielen die zich niet van de giften van de zonde en van de wereldse invloeden kunnen zuiveren en die de van God gekregen genaden en gaven verkwisten of miskennen, zodat deze niet voor de opbouw van hun zielenleven worden benut.

Ik herinner eraan, dat de Meesteres van alle zielen mij in antwoordbrief nr. 42 heeft laten uiteenzetten dat het geweten zou kunnen worden beschouwd als 'de lever van de ziel': Het geweten is de component van het zielenleven die de ziel 'zuiver moet houden'. Inderdaad, de zielen die zich in verregaande mate laten verontreinigen en die de gaven en genaden van God niet benutten voor de opbouw van het Goddelijk Leven van de ziel, zijn doorgaans zielen in dewelke het geweten zo goed als volledig verlamd of onwerkzaam is. Het geweten is de spirituele barrière tegen alle bekoring, tegen alle verleidbaarheid. Wanneer deze barrière wordt afgebroken, wordt de ziel overspoeld met gif.

Om deze reden heeft God gewild dat U de beslissing zou nemen door dewelke Uw vader in leven wordt gehouden, want God heeft dit offer nodig tot dit in overeenstemming met Zijn Wetten volbracht is.

Geen leven is waardevoller dan dit, dat zijn avond doorbrengt in een atmosfeer van totale toewijding aan de Koningin des Hemels, in liefdevolle protestloze aanvaarding en overgave, waarbij het lijden bewust in het Hart van de Meesteres van alle zielen wordt neergelegd, zodat het volkomen kan worden gebruikt voor de bevordering van de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Een ziel die via dergelijke offeranden en toewijdingen haar lichaam in de handen van Maria legt, zal ervan getuigen, hoe de Koningin des Hemels het hele wezen doorheen de gouden poort in het Hart van God naar binnen draagt. Dan is alles zinvol, en niet vergeefs geweest. De winter van het aardse leven kan wel degelijk in de eeuwige lente van Gods Tegenwoordigheid overvloeien. Zo heeft de God van Liefde het gewild.

Graag zou ik deze toewijding samen met U vóór Maria neerleggen. Deze toewijding zal het levensboek van Uw vader met een wondermooi hoofdstuk aanvullen.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 440
De omgang met een moeilijke levensfase

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Heel graag verbind ik in dit 'uur van de Waarheid' mijn hart met het hart van Uw vriendin.

Ik kan het dilemma van onze zus heel goed begrijpen, met het oog op het feit dat een ziel enerzijds alles wat Gods Voorzienigheid op haar weg brengt, moet trachten te aanvaarden en tot de hoogst mogelijke vruchtbaarheid moet trachten te brengen, maar anderzijds zware omstandigheden ervoor kunnen zorgen dat de ziel in haar situatie helemaal niet meer vooruit komt. Er zijn nu eenmaal situaties in dewelke in het binnenste van de ziel alles zich zozeer tegen de omstandigheden van het leven lijkt te verzetten, dat de ziel als verlamd is en helemaal niet meer vruchtbaar wordt, noch voor haar eigen heiliging noch in het kader van haar rol binnen Gods Heilsplan.

Lichtzinnig mag de ziel zich nooit uit een voor haar moeilijke situatie trachten te bevrijden, omdat de beproevingen – en soms moeten deze eenvoudigweg hard zijn – absoluut noodzakelijk zijn opdat de ziel zich naar een hogere trap van de heiliging zou kunnen verheffen en op kracht van het doorstane lijden genaden voor de verdere verwezenlijking van Gods Heilsplan moge helpen vrijmaken. Wanneer de ziel echter:

  • alles heeft gedaan om een dergelijke moeilijke situatie gedurende langere tijd te doorstaan, en wel niet uit eigen kracht doch in volhardend gebed en in de innigste verbondenheid met de Moeder Gods en met de Goddelijke Verlosser;
  • alle met deze inspanning gepaard gaand lijden in hart en ziel (eventueel ook in het lichaam) vol vertrouwen, Liefde en zonder verzet tegen Gods Beschikking die deze situatie op de weg van de ziel heeft gebracht, aan Maria heeft toegewijd;
  • zichzelf gedurende deze beproeving gewetensvol heeft onderzocht en zich in voldoende mate bewust is geworden van elk tevoorschijn tredend gebrek aan Liefde, gebrek aan vergevingsgezindheid en verzet tegen het lot, en zij de bewustwording van deze 'tekortkomingen', respectievelijk van deze zwakheden waarlijk als geschenken heeft herkend, die Gods Voorzienigheid haar geeft opdat zij spiritueel moge kunnen rijpen, en
  • de hele ervaring daadwerkelijk benut als een springplank naar verheffing van zichzelf naar een hoger niveau van zielenleven – in innigste verbondenheid met Jezus en Maria in gebed,

dan hoeft de ziel het niet noodzakelijk te beschouwen als een afwerpen van haar kruis wanneer zij om een rustpauze vraagt. Zij heeft dan tenslotte getracht om in spiritueel opzicht het beste van haar situatie te maken. God maakt geen enkel verwijt aan een ziel die niets aan het toeval heeft overgelaten en die alle moeilijkheden heeft benut om een vruchtbare ziel te worden. God verwacht van de ziel geen volmaakt, volstrekt foutloos leven in de absolute zin, Hij verwacht slechts een 'volmaakt' leven in de relatieve zin, dit wil zeggen 'volmaakt tegen de achtergrond van de individuele mogelijkheden van de ziel en haar innerlijke natuur en vermogens'.

In de relatieve zin 'volmaakt' is de ziel die alles wat op haar weg wordt gebracht, tot het grootst mogelijke resultaat tracht te voeren, dat zij hoe dan ook kan verwezenlijken, rekening houdend met haar beperkingen als mens. Vanuit dit perspectief beschouwd, is het beter te begrijpen dat God een ziel niet noodzakelijk negatief beoordeelt omdat het haar niet is gelukt om met een moeilijke situatie vlekkeloos en onberispelijk terecht te komen. Alles hangt ervan af, wat in het hart van deze ziel omgaat en welke oprechte moeite zij zich heeft getroost om alles onder controle te krijgen en daarbij niet ten prooi te vallen aan ondeugden. Precies in die gevallen treedt Gods Barmhartigheid in werking.

Uw vriendin heeft zich absoluut voldoende aan de omstandigheden aangepast, alleen heeft haar ziel in deze omstandigheden één en ander herkend dat in haar een innerlijke strijd heeft gewekt. Dat is niet haar schuld, het ligt veeleer aan enkele elementen in de omstandigheden, die de ziel heeft herkend als betreurenswaardig.

Om al deze redenen stemt de Koningin des Hemels in met het voornemen van Uw vriendin om te vragen om een rustpauze. Zoals steeds blijft de regel van de gehoorzaamheid van kracht: Ongeacht of deze pauze haar wordt vergund of niet, de beslissing van haar superieur moet zij beschouwen en aanvaarden als een Beschikking van Gods Voorzienigheid. Volgens de mate waarin zij zich in de handen van Maria overgeeft, zal zij door Haar worden geleid.

Mogen Gods zegen en de Liefde van de Meesteres van alle zielen U beiden altijd en overal begeleiden. Op mijn gebed kunt U vast rekenen.

Ik omhels U in de Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 441
De 'aangevulde' werkelijkheid – toewijding aan Maria en onthechting – de hoop om geprezen en bevestigd te worden – hoe lof vruchtbaar maken? – toewijding aan Maria als vervolmaking van de zingeving aan het mens-zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Van harte dank voor Uw brief. Het is een mooi geschenk wanneer de ziel erin slaagt om lege momenten telkens op te vullen met een maaltijd voor de ziel. U had daar urenlang gewoon kunnen zitten, doch hebt de tijd doorgebracht met de lectuur van woorden vanwege onze Hemelse Meesteres. Prachtig. De tijd, elke seconde, wordt ons van Boven gegeven. Wanneer wij elke seconde de opdracht vervullen die ons voor elke seconde van ons leven wordt toevertrouwd, vervullen wij onze plicht. Er bestaat echter een 'aangevulde werkelijkheid', die begint zodra de plicht vervuld is. Deze 'aangevulde werkelijkheid' kan slechts kan worden ontsloten wanneer, en in de mate waarin, de ziel de sleutel tot haar bedient: de Liefde. Naarmate de ziel méér uit de haar door God geschonken tijd wil halen, ontvouwt zich deze 'aangevulde werkelijkheid', in dewelke de ziel het contact met de Heilige Geest en de stroom van de Ware Liefde mogelijk maakt.

Voor deze 'aangevulde werkelijkheid' zou men veel voorbeelden kunnen opsommen. Men wacht op een treinperron, bij een bushalte, aan een kassa in de winkel, in de wachtkamer van een arts, terwijl de computer alweer eens doldraait en onbestuurbaar lijkt... Wat doet men tijdens die 'pauzes'?:

  • Wacht men alleen maar? Eigenlijk jammer voor de verloren tijd;
  • Wacht men, en ergert men zich bovendien ook nog? Een mooie overwinning voor de satan;
  • Bidt men, wijdt men datgene wat men ziet, hoort, in het hart voelt, toe, en zegent men inwendig elk schepsel, of verheugt men zich intussen over de danskunsten van een vlinder of over het gezang van een merel... en prijst men Gods Voorzienigheid wegens het feit dat men dit alles zopas heeft mogen beleven? Nu gaat de 'aangevulde werkelijkheid' open.

Beschouwt U het verschil:

Eerste situatie: De ziel moet ergens op wachten, en doet weinig méér dan dit. Zij beleeft slechts de werkelijkheid die zich als het ware buiten de ziel afspeelt, en aan dewelke zij nauwelijks een aandeel heeft. Een wachtende ziel kan om zo te zeggen bijna als dood zijn (zij zit slechts wat voor zich uit te dromen, of staat of zit bijna te slapen), of zij zit allerlei gedachten aan elkaar te breien, die in werkelijkheid niets opleveren.

Tweede situatie: De ziel moet ergens op wachten, doch beleeft deze minuten of uren in verbinding met God, met Maria, met haar engelbewaarder, enzovoort. In haar ontsluit zich een werkelijkheid die veel breder is dan diegene om haar heen: Er voltrekt zich een druk innerlijk leven vol communicatie tussen de ziel en God. Het komt de ziel voor, alsof een bijkomende werkelijkheid is opengegaan. Wanneer wij nu inzien dat voor God belangrijk is wat zich in het hart afspeelt, is het gemakkelijk te begrijpen dat slechts in deze tweede situatie geen sprake is van tijdverlies. Laat het steeds duidelijk zijn dat Gods Voorzienigheid alles, ook de vele wachttijden in de loop van ons leven, zo tracht in te bouwen dat deze de ziel dichter bij God kunnen brengen. Ook elke wachttijd speelt in het kader van ons leven een specifieke rol. Niets, absoluut niets, is volledig zinloos. Een seconde die in de innigste verbinding met God wordt beleefd, bijvoorbeeld door gebed in het hart, door toewijding, door dankzegging, door lofprijzing, door aanbidding in de vorm van een innerlijke vreugde over datgene wat de natuur ons biedt, en ons besef van het feit dat dit alles Gods Werk en Zijn beschikking voor de betreffende seconde van ons leven is, is een seconde van 'aangevulde werkelijkheid' en verheft onze ziel naar een trap die dichter bij God staat.

Nu met betrekking tot het volgende punt in Uw brief: U hebt het gevoel dat U zich eerst van de wereldse dingen en gewoonten moet losmaken, en pas dan duurzaam en met volle consequenties naar Maria toe kunt gaan. Ik feliciteer U met Uw inzicht dat een ziel nooit echt Maria kan toebehoren zolang zij zich aan allerlei wereldse dingen blijft weggeven, maar moet niettemin zeggen dat Maria nicht verlangt dat de ziel zich eerst van alles zou losmaken en pas dan voorgoed naar Haar toe zou gaan. Tracht de ziel zich op eigen kracht van het wereldse los te maken en zich pas daarna aan Maria toe te wijden, dan bestaat een zeer concreet gevaar dat zij deze stap nooit volbrengt:

  • Ten eerste zal de duivel er zeker voor zorgen dat de ziel nooit naar de andere kant overloopt: Zolang de ziel wereldse gehechtheden dient, beweegt zij zich overwegend in het machtsgebied van de duivel; in de mate echter, waarin zij zich aan vergeestelijking geeft en al het wereldse als stof van haar voeten afschudt, betreedt zij vrijwillig het machtsgebied van de Meesteres van alle zielen.
  • Ten tweede is de aantrekkingskracht van het wereldse (gehechtheden, gewoonten, herinneringen aan het eigen verleden...) zo machtig dat de ziel nood heeft aan een kracht die ver boven haar eigen kracht uitgaat: God, respectievelijk Maria (de Hemelse Brug tussen God en de zielen). De vaste wil van de ziel om Maria toe te behoren, werkt eigenlijk zoals een toets door dewelke de ziel de machtige Goddelijke magneet in werking kan zetten, die de ziel helemaal naar zich toe wil en kan trekken.

Daarom is het zo belangrijk dat de ziel aan de voeten van de Koningin des Hemels neerknielt en Haar met Vuur smeekt dat Zij haar erbij moge helpen om van wereldse dingen los te komen. Pas dan zal Maria geleidelijk aan de ziel van haar wereldse kleding ontdoen, de ziel innerlijk wassen, en haar helemaal opnieuw kleden. Zij kan dit alles slechts doen in de mate waarin de ziel er volledig op gericht is om dienares van Maria te zijn.

'Dienares van Maria' zijn, betekent: er vurig naar verlangen om zich met het hele wezen en het hele leven in dienst van Gods Heilsplan te stellen en daarbij afstand te doen van eigen verlangens en van de bevrediging van eigen wereldse (schijn)behoeften.

Derhalve: Wijdt U zich in elk geval aan de Koningin des Hemels toe, en smeekt U Haar om de volheid van de vruchtbaarheid voor al Uw innerlijke gesteldheden, gezindheden, en Uw hele doen en laten.

Wat het aanbod betreft, dat U aan de Meesteres van alle zielen hebt gedaan: Voert U in elk geval datgene door, wat U met betrekking tot Uw tien vriendinnen van plan bent. Laat het U duidelijk zijn dat de satan U wegens Uw plan niet bepaald zal beminnen... des te beter, God moge ons ervoor behoeden dat de duivel ons zou beminnen (indien hij daar dan al toe in staat zou zijn...). U begrijpt wel wat ik bedoel: Uw plan kan tien zielen geleidelijk uit zijn machtsgebied wegrukken. Wijdt U deze zielen in elk geval toe aan de Meesteres van alle zielen (toewijdingsgebed nr. 1185 zou in deze zin een goed begin zijn). Elke vrijdag voor hen vasten, zoals U zelf van plan bent, is zonder twijfel het machtigste wapen. Vasten, op een fundament van oprechte Liefde en van het verlangen om zielen daadwerkelijk in het Hart van de Koningin des Hemels naar binnen te navigeren, is zoals een bom op het kamp van de satan.

Het is heel belangrijk en verheugend dat U van Uzelf beseft dat in U nog de hoop leeft om geprezen en bevestigd te worden. Dit inzicht is heel verheugend omdat precies dit inzicht zeer veel zielen belet om boven de onderste trede van de trap van de toewijding uit te stijgen. Elke groei in de toewijding (en in de heiliging in het algemeen) wordt onvermijdelijk stopgezet wanneer de ziel zich niet kan losmaken van de behoefte om zich bevestigd en bejubeld te weten. Deze behoefte zou men kunnen vergelijken met lijm op de treden van de trap naar de Ware Liefde. Bedenkt U:

  1. Lof en bevestiging vanwege een mensenziel kan de ziel slechts vooruit brengen wanneer de 'lovende' of 'bevestigende' ziel een ziel is, wier inzichten en spirituele vordering boven alle twijfel verheven zijn. Anders moet de ziel er zich steeds van bewust zijn dat menselijke opvattingen in zeer hoge mate door de menselijke, respectievelijk wereldse, dwaasheid bevlekt kunnen zijn. Slechts lof die is opgebouwd op Ware Wijsheid, kan voor een ziel van enig nut zijn;
  2. Lof en bevestiging uit mensenmonden kunnen in bepaalde omstandigheden eerder afremmen dan vooruit brengen. Alleen moet hier worden gezocht naar een zeker evenwicht, want een minimum aan lof kan ook wonderen doen. Laten wij ons de stelling voor ogen houden: Lof vormt de mens, berisping kan hem misvormen. Lof kan echter ook, indien hij boven een bepaalde drempel uitstijgt, de ziel misvormen.

Zalig de ziel die zich ook bij lof heel klein kan weten. U kunt lof vruchtbaar maken door, wanneer U geprezen of bevestigd wordt, onmiddellijk inwendig tot Maria te zeggen:
"Mijn Hemelse Meesteres, deze woorden leg ik aan Uw voeten neer, en ik getuig voor God dat ik alle vruchten van mijn woorden en werken uitsluitend te danken heb aan de genade van Uw Tegenwoordigheid en werking in mij".

Weet U, lieve zus, wat ik mij in dit leven tot hoogste doel heb gesteld? Zo te leven, dat ik in alle details van mijn doen en laten, van mijn gesproken en geschreven woorden, mijn gedachten, gevoelens, verlangens en bestrevingen de hoogst mogelijke mate aan bloemen moge kunnen verzamelen, die ik in het uur van mijn heengaan uit deze wereld vóór God kan neerleggen, en dat ik Hem daarbij kan zeggen:
"Dit alles, mijn God, heb ik uitsluitend dank zij Maria, mijn Hemelse Meesteres, in de tuin van mijn ziel kunnen laten groeien. Ik geef het U als verheerlijking aan Maria, want op elk van deze bloemen staat Haar Naam geschreven".
Daarbij is de doelstelling, zoveel mogelijk van dergelijke bloemen te kunnen verzamelen vóór de Schepper mij tot Zich terugroept. Het hoogst mogelijke aantal kan slechts door totale, onvoorwaardelijke toewijding van elke seconde van het aardse leven worden verworven.

Lieve zus, er is geen groter geschenk dan de toewijding van de eigen ziel aan Maria, en de medewerking bij de toewijding van andere zielen aan Maria. In de diep beleefde toewijding aan Maria ligt de voltooiing, de vervolmaking, van de zin van het mens-zijn, omdat de diep beleefde toewijding aan Maria de ontsluiting van het Verlossingsmysterie in de ziel voltooit, en de ziel zonder het Verlossingsmysterie niet het Ware Leven in zich kan dragen. Geen grotere Liefde kan een ziel hebben dan deze, dat zij haar leven geeft voor haar vrienden. De essentie van de diep beleefde totale toewijding aan Maria ligt precies hierin, dat de ziel haar leven geeft voor Gods Heilsplan: Al het wereldse legt de ziel stap voor stap aan de voeten van Maria neer, opdat de Meesteres van alle zielen over dit alles moge beschikken om de vrijmaking van genaden voor de zielen te bekomen. De ziel doet om deze reden en met dit doel afstand van haar eigen behoeften, opdat zij geleidelijk aan in de Wil van God moge kunnen overvloeien... een heerlijke gedachte.

Heel graag verbind ik mijn hart met U.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 442
Is het verkeerd om een muur om zich heen op te trekken?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Wil mij verontschuldigen voor de vertraging in het antwoord op Uw brief. Er is nu eenmaal heel wat te doen in het Werk van onze Meesteres. De mooie zijde is steeds dat alles, wanneer het komt, precies op Gods Tijd komt. Intussen heb ik U vanzelfsprekend met een vreugdevol hart aan onze Hemelse Moeder toevertrouwd.

Lieve zus, het is helemaal niet ongewoon dat zielen (meestal onbewust) een 'muur' om zich heen optrekken. In deze moderne wereld is de christen blootgesteld aan zoveel dingen die de ziel kunnen schaden, dat de bestreving van de zuiverheid het bijna noodzakelijk maakt dat men zich beschermt. Ik kan er dus zeer goed inkomen dat U niet alles de kans geeft om U te raken. Met 'niet willen' heeft dit niets te maken. Naar mijn aanvoelen geeft U hier eenvoudig gevolg aan een inspiratie die ertoe dient, Uw ziel te beschermen tegen de koude van de wereld. Dat is niet alleen Uw goed recht, het is zelfs Uw heilige plicht jegens God. God ziet veel liever dat een ziel wat voorzichtiger tegenover de wereld staat dan dat zij zich met alles zou inlaten. De wereld is immers, zoals bekend, vervuld van duistere invloeden.

Dus, wat wil U niet? Duidelijk dit: U laten verontreinigen. In bepaalde gevallen, die door Gods Voorzienigheid moeten worden geregeld, kan de ziel voor haar ontplooiing iets leren uit bepaalde informatie of invloeden vanwege haar medemensen. Dit betekent echter niet dat de ziel elke invloed uit haar omgeving in zich moet opnemen, wel integendeel. De ziel heeft zeer veel betere kansen om haar innerlijke leven helemaal volgens Gods visies te ontplooien door een leven, in hetwelk zij innerlijk op God en op Maria gericht blijft dan door een leven, in hetwelk zij alles meteen met haar medemensen deelt. Veel mensen begrijpen dit niet. Om deze reden stelt men zich gemakkelijk bloot aan de kritiek vanwege medemensen wanneer men eerder 'naar binnen toe' gericht leeft. In waarheid herhaal ik U de woorden van de Meesteres van alle zielen: "De ziel moet God niet buiten zichzelf zoeken, doch binnenin zichzelf, want God spreekt het liefst diep in het hart".

Tracht U zich zo weinig mogelijk aan te trekken van wat mensen over U zeggen of denken. Oneindig veel belangrijker is, wat God over U denkt. Niet de visies van mensen kunnen U de Eeuwige Gelukzaligheid bereiden, Gods visies wél, want Hij zal Uw leven volgens de volmaakte Wijsheid van Zijn Wetten evalueren. Weet U, visies en woorden van mensen zijn nooit vlekkeloos. Een ziel die werkelijk zuiver is, zal niets kwaadaardigs of negatiefs over haar medemens denken of zeggen; diegenen die dit wél doen, zijn (ten minste terwijl zij negatieve woorden spreken of negatieve gedachten koesteren) niet zuiver. Terwijl het hart niet zuiver is, kan de ziel in haar woorden niet de Heilige Geest vertegenwoordigen.

Uw lieve zoon bevindt zich innerlijk voortdurend in een toestand van onrust, die men slechts door een instelling van zeer vreedzame Liefde langzaam in de warmte en Liefde van de Koningin des Hemels kan laten hullen. Ik bid met U voor hem tot de Koningin van de volmaakte Liefde en de Ware Vrede, opdat Zij Haar genezende hand op de ziel van Uw zoon zou leggen. Zij heeft immers de macht om elke zielenstorm te gebieden om te gaan liggen. Vertrouwt U Haar, ik sluit mij vol vertrouwen bij U aan.

Ik wens vurig dat de milde zon van de Ware Hoop uit het Hart van de Koningin des Hemels Uw hart en de ziel van Uw lieve zoon moge strelen. Ik voor mijn part omhels U beiden heel innig,

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 443
De Meesteres van alle zielen betrekken bij de strijd tegen zwarte magie en andere werken van de duisternis

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ik dank U voor Uw brief, in dewelke U veel duisternis aan de machtige voeten van de Meesteres van alle zielen neerlegt. Verliest U de moed niet. De Koningin des Hemels laat mij U verscheidene stappen adviseren:

1. Verenigt U zich met mij bij de toewijding van Uw brief, dit wil zeggen: van de in Uw brief vervatte elementen van duisternis, die U beschrijft, aan Maria, de Meesteres van alle zielen. In deze hoedanigheid herinnert God de zielen eraan, dat de Koningin des Hemels de onbeperkte macht over alle zielen in handen heeft gekregen: macht over de engelen, over de mensenzielen, én over de duivelen. Ik adviseer U in dit verband met nadruk de lectuur van het zeer veelzeggend getuigenis Belijdenis van een duivel op Maria’s bevel. Laat U de schildering van dit visioen diep op U inwerken, opdat U de machteloosheid van de duistere krachten aan de voeten van de Meesteres van alle zielen zou aanvoelen. Smeekt U derhalve met Vuur tot de Meesteres dat Zij alles wat in Uw brief is vervat, onder Haar voeten in vlammen moge laten opgaan. Onder de voeten van de Meesteres van alle zielen verbrandt gewoonweg alles, wat geen Liefde in zich draagt. Men zou kunnen zeggen dat deze voeten de door God voorziene marteltuigen voor de helse slang en haar gevolg zijn. Meermaals reeds toonde de Koningin des Hemels mij, welke vrees zich van de duivelen meester maakt wanneer zij Haar voeten zien.

2. Maakt U gebruik van de met zoveel macht geladen gebeden die de Meesteres van alle zielen U in de strijd tegen de duisternis aanbiedt, in het bijzonder [deze in de rubriek Noodgebeden in de strijd tegen het kwaad, die intussen door de Meesteres van alle zielen is vrijgegeven]. Bedenkt U dat uiteindelijk geen enkele duistere kracht opgewassen is tegen de macht van de Meesteres van alle zielen. Om de effecten van deze macht in ons eigen leven en in onze dierbaren te ontsluiten, is eenvoudig liefdevolle, vertrouwensvolle en en rotsvast gelovige toewijding aan de Meesteres van alle zielen nodig. U kunt deze beginnen door toewijdingsgebed nr. 1185 voor Maria neer te leggen, dit gebed een tijdlang te verrichten, en de principes van de toewijding in de praktijk te brengen, zoals U deze kunt aantreffen in het manifest De Tempel van Maria.

Neemt U in de gebeden en in de toewijding alle zielen op, die door de door U beschreven duistere kracht reeds zijn of nog worden getroffen. Neemt U echter eveneens de zielen op, van wie U bekend is, dat zij zich aan de dienst aan de duisternis hebben weggegeven. Deze zielen zijn slaven in een donkere kerker, uit dewelke zij zich in geen geval kunnen bevrijden indien zij niet van buitenaf door de macht van de Liefde worden geholpen. Mij is duidelijk dat het iemand heel zwaar valt om zielen door gebed en eventueel door boetedoening, vasten en door gelijkaardige inspanningen te helpen nadat deze zielen hem/haar het leven tot een hel hebben gemaakt. Niettemin bestaat in Gods ogen geen grotere verdienste dan deze, zich precies voor de bevrijding van dergelijke zielen in te zetten. Voor God is de ziel oneindig waardevol. Ook voor een ziel die zwarte magie bedrijft, medemensen vervloekt en de duivel op talloze wijzen dient, heeft Jezus Zijn vreselijk Lijden op Zich genomen. Een dergelijke ziel draagt in zich nog steeds een kiem van heiligheid, de Goddelijke Vonk, maar heeft deze buiten werking gesteld, respectievelijk heeft deze laten doven. Zolang U deze zielen niet kunt vergeven, U hen eventueel slecht gezind bent of jegens hen andere dan lichtvolle gedachten en gevoelens koestert, dient U ook zelf de duivel, en houdt deze laatstgenoemde de U vijandig gezinde zielen heel vast in zijn klauwen, zodat zij hun dienst aan de duivel kunnen verderzetten.

Ik beklemtoon de stelling die de Meesteres van alle zielen in de loop van de jongste jaren bij herhaling in mijn hart heeft geprent: Opdat inspanningen tot bevrijding uit de greep van de duisternis succes zouden hebben, moeten zij de Meesteres van alle zielen, de Schrik der duivelen, erbij betrekken. Vergeet U nooit, onder geen enkele omstandigheid, hoe machtig Zij tegen de duisternis is, en dat God Haar aan ons heeft beloofd als het Instrument van Zijn definitieve overwinning over de helse slang. Deze verschrikkelijke macht is Zij nu in deze tijd, in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen, beginnen toepassen in elke individuele ziel die bereid is om zich ten volle aan Haar weg te geven.

In een eerste fase vertrapt de Hemelse Meesteres de slangen van de ondeugden en bekoringen in de individuele zielen, later zal Zij het toppunt van Haar macht bekronen door de satan en zijn gevolg voor de hele Schepping zichtbaar onder Haar voeten te leggen. Dit is wat moet worden begrepen onder het Rijk van Maria, dat uiteindelijk het Rijk van Christus, respectievelijk Gods Rijk is, daar de Koningin des Hemels in de orde der Genade de volmaakte mystieke eenheid met Christus bezit. Houdt U zich dit vast voor ogen wanneer U aan de voeten van de Meesteres van alle zielen neerknielt en Haar smeekt om de ontplooiing van Haar macht, opdat Zij Uw dierbaren alsook de arme 'dienaren van de duisternis' moge bevrijden. De Koningin des Hemels belichaamt de macht van de volmaakte Liefde, de volmaakte Hoop, en de macht van het Licht van het Goddelijk Leven.

3. Leest U eens antwoordbrief nr. 116, in dewelke U aanbevelingen vanwege de Meesteres van alle zielen tot bescherming tegen verwensingen en tegen rituelen van zwarte magie zult aantreffen.

De strijd tegen duistere krachten in welke vorm dan ook, zoals in de vorm van zwarte magie, verwensingen, vervloekingen, enzovoort, is nooit uitzichtloos voor de ziel die zich aan de Koningin des Hemels weggeeft. Gelooft U in Maria, en Zij zal de schaduw van het Kruis van Verlossing over deze duistere werken werpen, die in Uw omgeving reeds zoveel hebben verwoest.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 444
Over de spirituele zegening van het moederschap – wij mogen (nog) niet alles weten – over de dwalingen van de moderne wetenschap

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Een hartelijk dankuwel voor de afbeelding van een boreling. Hoe lieflijk. Het is mooi om bedenken dat een ziel het onbewust weet wanneer zij haar leven aan de Moeder Gods te danken heeft. Het is slechts jammer dat een ziel zich daar niet automatisch van bewust wordt, want dat zou haar een aanzienlijke Vrede geven. Laten wij dit nieuwe leven vast in ons hart sluiten en het daar aan de Koningin des Hemels overdragen. Elk nieuw leven betekent voor God een nieuwe kans, een nieuw knooppunt in zijn netwerk, via hetwelk Hij de Goddelijke Liefde en het Goddelijk Leven doorheen de Schepping wil laten stromen. Precies om deze reden is de geboorte van een ziel zoiets groots, ook voor God, en draagt de moeder precies door haar beslissing om:

  1. de vrucht geboren te laten worden, en
  2. het geboren kind in overeenstemming met de Goddelijke Wetten en met volle inachtneming van Zijn enige Waarheid op te voeden en het door haar eigen voorbeeld een deugdzaam christelijk leven voor te leven,

bij tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Van deze consequenties zijn de zielen zich gewoonlijk niet bewust.

U kunt de voorbije negen maanden nu ook in de spirituele zin voltooien door alle lasten, de onvermijdelijke vermoeidheid en de onvermijdelijke zorgen van de zwangerschap nu als het ware in de heiligste Schoot van de Moeder Gods te leggen alsof het negen rozen waren, één voor elke maand. Maria zal uit elk van deze rozen de genade van een gewenste en succesrijke zwangerschap bereiden, ergens ter wereld. Indien elke vrouw bij de geboorte van haar kind deze toewijding mocht verrichten, waarachtig en oprecht liefdevol en in een gesteldheid van ware overgave, zou spoedig elke zwangerschap op deze aarde een gebeurtenis zijn, die zich ten volle zou afspelen in Gods voortuin (U begrijpt wel wat ik bedoel: Geen macht der duisternis zou deze gebeurtenis nog kunnen verontreinigen noch de voltooiing ervan kunnen verhinderen).

Een zwangerschap, in de juiste gesteldheid van ziel beleefd, is een Werk van God in opbouw: Zij bereidt een nieuw kanaaltje in dit reusachtige netwerk van de Liefde voor, via hetwelk de genade onophoudelijk naar en tussen de schepselen moet stromen. Geniet U van het geschenk van Uw boreling, want de hemelbewoners verheugen er zich over. Deze zien immers de effecten ervan boven het zichtbare uit.

Uw vraag raakt inderdaad ieder van ons: Adam en Eva hadden twee zonen. Desondanks vond Kain na zijn vertrek een vrouw, die van hem zwanger werd. Heeft God dan nog andere mensen in andere delen van de aarde geschapen? Of stammen deze mensen af van de oermens, zoals de huidige wetenschappers dit onderrichten?

Deze vraag moet ik in twee delen beantwoorden, allebei kort en ondubbelzinnig:

1. Deze vraag werd mij reeds meermaals gesteld. Ik heb mij deze zelf ook reeds gesteld. Niettemin heeft de Moeder Gods mij hierop nooit geantwoord. Ooit zei Maria mij, al was het in een totaal andere context, dat de belangrijkste reden waarom een vraag niet wordt beantwoord, deze is, dat het antwoord ofwel voor de spirituele ontwikkeling van de vraagstellende ziel, respectievelijk voor de zielen in het algemeen, van weinig nut zou zijn, ofwel dat de beantwoording ervan de verwezenlijking van Gods Plannen niet zou bevorderen. Ik moet U, respectievelijk ons allen, derhalve troosten met het vooruitzicht dat de beantwoording van deze vraag moet wachten tot in het Eeuwig Leven.

2. Aan de stellingen van de moderne wetenschap mag in veel gevallen geen grote waarde worden gehecht, want zeer veel van deze stellingen dragen het stempel van de geest van een denken dat niet in het juiste Licht geboren is. De bovenvermelde leer is in elk geval een dwaalleer, want zij verkettert verscheidene elementen van Gods Waarheid. Elke stelling die niet met één of meer elementen van Gods Waarheid met betrekking tot de Schepping, de Verlossingswerken of enig ander Goddelijk Mysterie verenigbaar is, mag niet worden gevolgd, omdat het geloof in een dergelijke stelling neerkomt op een niet-erkenning van een akt van Gods Liefde, en Gods Liefde de essentie is, die het Goddelijk Leven in de Schepping brengt en alle Leven mogelijk maakt. Zonder Gods Liefde, het Goddelijk Leven en de effecten ervan bestaat helemaal niets behalve leegte, duisternis en dood.

Het geloof in wetenschappelijke, respectievelijk filosofische stellingen die niet verenigbaar zijn met de volheid van de enige Waarheid van God, moet daarom eindigen in nihilisme en derhalve in volkomen zinloosheid. Precies dit is in strijd met alles wat Goddelijk is, want het Goddelijke is volkomen zingeving. Dit kan worden erkend door elke ziel die met de stellingen van de Meesteres van alle zielen in aanraking komt: Alles heeft een diepe zin, het 'niets' bestaat helemaal niet, tenzij de ziel het voor zichzelf schept doordat zij de Ware Hoop heeft verloren.

In deze zin, lieve zus, sluit ik U vol vreugde in mijn hart en neem ik U en X. mee op reis naar het Hart van de Koningin des Hemels, de Vuuroven van Hoop in dewelke alle zinloosheid van de turbulenties van het wereldse leven wordt verbrand. In de gloed van deze oven weerspiegelt zich het Licht van de Waarheid en wordt de zon van Christus elk ogenblik opnieuw geboren om onze duisternis te doorstralen. Dit Licht en deze zon zijn het, die de ziel in staat stellen om op elk ogenblik van het leven een nieuw begin, een nieuwe zonsopgang te zien, nooit een einde, een vallen van de nacht.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 445
Over beproevingen, de schaduwen van het verleden en de Ketting van Licht

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Met grote vreugde heb ik kennis genomen van Uw zo troostende woorden en hen in mijn hart gesloten, waar zij mij steeds weer zullen verkwikken als druppels uit de Bron, uit dewelke de Meesteres van alle zielen mij in de duistere uren telkens weer laat drinken. Uw woorden bevestigen mij in de overtuiging dat de ware christenen niet van aangezicht tot aangezicht tot elkaar hoeven te spreken om elkaar te begrijpen: Zij hebben zich zo totaal aan de stroming van de Eeuwige Liefde overgegeven, dat het hen op één of andere wijze wordt gegeven om 'wederzijds in elkaar hart te lezen'.

Ja, er zijn ook veel wolken geweest, vaak gecamoufleerd, maar zij waren er, slechts merkbaar met de ogen van de Liefde.

Laten wij niet meer achterom kijken zodra de lessen uit het verleden zijn geleerd, want wie de zon vóór zich heeft (en wat is de Meesteres soms anders dan de Belichaming van de stralen uit de zon, die 'Jezus Christus' heet?), ziet de schaduwen slechts achter zich. Gods Liefde heeft het echter zo geregeld dat diegene die naar de zon toe gaat, bij het achterom kijken niet veel meer kan onderscheiden wanneer hij naar de grond kijkt, die door de schaduw wordt gestreeld. Na enige tijd echter, keert het vermogen tot onderscheiden geleidelijk terug. Welke les verbergt zich in deze vaststelling? Wanneer de ziel dan al eens achterom kijkt, mag zij dit slechts heel korte tijd doen, en het geschenk weten te appreciëren, dankzij hetwelk God de details van datgene wat daar achter haar ligt, aan haar waarneming onttrekt. Kijkt zij langere tijd achter zich, dan worden de spoken achter haar het ene na het andere weer tot leven gewekt, omdat zijzelf deze spoken nieuw leven injecteert door hen haar tijd te geven... tijd die in wezen God toebehoort, niet de spoken van het verleden.

Op ons straalt thans het Licht uit het Hart van de Koningin van de Ware Hoop, de volmaakte Vertegenwoordigster van de volheid van de Waarheid. Welke verrukkingen stromen uit die vlekkeloze Bron toe naar het hart dat waarachtig gelooft! Kijken wij slechts naar de kinderen, over wie in Uw brief sprake is. Voor hen was de toewijding aan de Hemelse Meesteres een feest, want hun hartjes hebben het begrepen: De overgave aan de Meesteres van alle zielen is een kus op de drempel naar de troonzaal van God. Wanneer de ziel gewetensvol volgens deze gelofte leeft, wordt haar leven tot een liefdesrelatie met de Koningin van de Liefde, die over de macht beschikt om zielen één te maken met het Vuur van de Eeuwige Liefde, in hetwelk alle duisternis wordt veranderd in Gelukzaligheid.

Het verheugt mij dat de Myriam-geschriften U zoveel vreugde en troost hebben geboden. Het is mijn nietigheid vergund om met en in mijn zussen en broeders te leven door de woorden die ik voor hen uit de Vuuroven van het Onbevlekt Hart van de Koningin des Hemels mag putten. In hen wordt het gebod van Christus belichaamd, dat alle zielen één moeten zijn: een gebod dat in de totale toewijding aan Maria tot belofte wordt, want uit deze eenheid in het hart smeedt de Meesteres van alle zielen de ketting, aan dewelke de werken van de satan moeten worden opgehangen. Heel graag leef ik dag na dag een beetje in elke ziel die zich aan dit Werk heeft weggegeven, want gelukkig breng ik in werkelijkheid de Hemelse Meesteres in de zielentempel van ieder van hen naar binnen. Het is Haar Hart dat in mij klopt en door hetwelk ik een straal van Liefde, Hoop, moed en Waarheid in deze zielen mag achterlaten.

In deze zin nemen wij U vol vreugde op in de tempel die de Meesteres heeft opgebouwd opdat in deze tempel velen beschutting mogen kunnen vinden tegen het onweer van het wereldse leven en denken, aan de voeten onder dewelke de slang het einde van haar rijk zal moeten erkennen, ja dit reeds heeft erkend, doch het niet wil aannemen als de waarheid.

Er is mij veel aan gelegen dat het U allen goed moge gaan, dit wil zeggen: dat het Ware Licht zolang in Uw aller harten moge stralen tot U het dag na dag om U heen verspreidt, zelfs, ja vooral, wanneer ginds buiten de wolken van de beproevingen, de misleiding en de bedreiging uit gecamoufleerde bronnen der duisternis zich samenpakken. Ja, wij allen zijn ertoe geroepen om schakels in de Ketting van Licht van de Meesteres van alle zielen te zijn. Tenslotte heeft de Koningin des Hemels deze Ketting Zelf gemaakt, en worden deze schakels aan elkaar gesmeed door het eeuwige Lijden van de Christus, die door onze liefdevol aanvaarde en toegewijde beproevingen moeten worden bevestigd. Daarop wacht onze God, want Hij heeft niet te overziene schatten aan genaden klaar, die Hij slechts voor de zielen kan bereiden in de mate waarin deze zich met het Lijden van Christus en de Smarten van Maria willen laten versmelten. Ik kan het helemaal niet te sterk beklemtonen: Onze beproevingen zijn puur goud. Zalig de ziel die dit heeft begrepen.

Ik omhels U stevig, in Liefde en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 446
Wat beoogt Maria in de eerste plaats met een antwoordbrief?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

(...) Ik vind het zeer jammer dat Uw omstandigheden nauwelijks veranderd zijn. Helaas garandeert de Moeder Gods nooit dat onze beproevingen zullen worden weggenomen. Zij mag dit trouwens niet doen, omdat dit in strijd zou zijn met Gods Wet en, vanuit het perspectief van de verdienste voor het Eeuwig Leven, hierdoor geen dienst zou worden bewezen aan de zielen.

Wat de Meesteres van alle zielen in de eerste plaats met elke antwoordbrief beoogt, is aan de ziel aan te tonen:

  1. dat er altijd Hoop is in de mate waarin zij zich aan Maria weggeeft en Haar erom smeekt dat haar gevoelens en de wijze waarop zij de wereld en het leven beschouwt, door HAAR (Maria) mogen worden beheerst en, desgewenst, mogen worden omgevormd;
  2. dat de levenssituatie in dewelke zij zich juist bevindt, haar plaats heeft binnen het Grote Heilsplan van God, en dat zij derhalve in ieder geval zinvol is in het kader van het hele heilsgebeuren evenals in het kader van de persoonlijke heiliging van de ziel, ook al krijgt ieder van ons uiterst pijnlijke beproevingen te verteren;
  3. dat er voor elke ziel op elk gebied van haar leven en in elke situatie van haar dagelijks leven wegen bestaan om deze situaties spiritueel werkelijk vruchtbaar te maken.
Spirituele vruchtbaarheid is een kwestie van omgang, vanwege een ziel, met alles wat op haar weg komt. Maria leert de zielen, welke vormen van omgang, welke innerlijke gesteldheden en instellingen, de ziel kunnen laten versmelten met de allervruchtbaarste hartsgesteldheden van Christus en Maria. Precies door deze versmelting wordt het Licht der Genade voor deze zielen bereid en moet de duisternis van haar macht worden beroofd. Dit alles is een moeizame weg voor elke ziel, maar draad na draad breit de Koningin des Hemels een nieuwe mantel onder dewelke de Schepping moet en zal worden bevrijd van alles wat haar doorheen de eeuwen tot slachtoffer van de satan heeft gemaakt. Onze pijnen op elk gebied (in gevoelens, gedachten, lichamelijk lijden, door medemensen teweeggebrachte kwellingen, enzovoort) zijn precies de grondstoffen die aan Maria de breiwol moeten leveren. Haar breinaalden zijn het Kruis van Jezus en het zwaard van Haar eigen Smarten, zodat elke ziel telkens weer met deze beide naalden in aanraking wordt gebracht. Er is geen andere weg die waarlijk door God gezegend kan zijn: Het Heilsplan moet immers worden voltooid.

Lieve zus, mij blijft op dit ogenblik niets anders over dan om kracht voor U te bidden en U op mijn beurt om gebed voor het Apostolaat te vragen, want gelooft U mij, de duivel spaart niemand van ons, en slechts samen kunnen wij het doel bereiken zonder onderweg de bagage van onze zegeningen te verliezen.

Vat U moed, U bent niet alleen, ook niet (vooral niet) tijdens de uren in dewelke de duisternis het meest beklemmend is.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 447
De hoofddeugden en het vermogen om in elke duisternis het Licht te vinden

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Ja, inderdaad, zoals U het formuleert: Hoe hebben de Vader en het Onbevlekt Hart van Maria de Passie van Christus kunnen doorstaan... Slechts door de volmaakte Liefde, die zoals bekend de essentiële kracht van God is. Voor ons een aanzienlijke opdracht voor ons hele leven.

Het leven op aarde is eigenlijk zoals een trektocht door eindeloos lange boomgaarden. De ziel loopt tussen de fruitbomen door, met een reuzegrote korf aan haar arm, en weet dat zij deze korf moet vullen met vruchten... Een vrucht plukken, mag zij doen wanneer zij zich heeft ingezet om de Ware Liefde door zich heen en uit zich naar buiten te laten stromen. In het uur in hetwelk de ziel naar God terug wordt geroepen, moet de korf zo vol mogelijk zijn. Begrijpt U het beeld? De korf wordt slechts bij benadering vol wanneer de ziel zich ten volle inzet om een liefdevol leven te leiden. Aangezien de Liefde de Koningin en de stam van alle deugden is, betekent dit dat de korf slechts enigszins vol raakt wanneer de ziel echt in heiligheid groeit.

De Koningin van de Liefde, Die Meesteres van onze ziel wil zijn en behoort te zijn, kan ons de techniek leren die wij moeten toepassen om doeltreffende vruchtenplukkers te worden. Houdt U dit beeld voor ogen, eigenlijk drukt het tevens de ware toewijding aan Maria uit: een leven in navolging van Maria en derhalve ook in navolging van Jezus, want Maria en Jezus zijn in de hoogste mate met elkaar versmolten. Daar ligt trouwens ook het essentiële geheim van het vermogen van Maria om de Passie van Haar Zoon te verdragen: Zij begreep Hem om zo te zeggen 'van binnenuit', daar Zij ten volle aandeel had aan Zijn hartsgesteldheden, en bovendien was in Haar de Goddelijke Liefde in een volmaakte mate ontplooid. Slechts de Ware Liefde programmeert in een ziel het precies juiste perspectief om alles om zich heen op dezelfde wijze te bekijken als God Zelf het ziet en gewaar wordt. Een waarneming die de Liefde in zich opzuigt zoals een spons water opzuigt, ervaart ook het leed en de duisternis niet als eindpunten doch als springplanken naar het Licht van de volmaakte Vrede.

De ogen van de Liefde zijn zoals lichten van een zodanige intensiteit dat zij doorheen de dikste mist heen stralen: Zij doorstralen alle duisternis zo diep dat zij ook het lichtvolle erin terugvinden, want God verbergt in alle duisternis ook iets dat Licht bevat. Het voorbeeld bij uitstek was de Passie van Christus: Oppervlakkig beschouwd was de Passie één en al ellende, en toch was zij als een vat dat in zich een unieke bom van Licht droeg. Zo is het ook in elke bedroevende situatie in ons dagelijks leven, maar het valt de ziel niet gemakkelijk om dit steeds meteen in te zien.

Precies om deze reden moet de ziel er voortdurend voor bidden om te groeien in Liefde, Hoop en Geloof, want deze drie hoofddeugden zijn de grote zaden van Goddelijk Licht. Hoe sterker deze zaden in de ziel groeien, des te méér Licht stroomt uit haar en vervult in de eerste plaats de ziel zelf, zodat deze haar omgeving met andere ogen leert bekijken. Men zou het zo kunnen uitdrukken dat het beeld dat de ziel van haar omgeving heeft, verandert volgens de inhoud van de ziel zelf: Wanneer in haar de Liefde, de Hoop en het Geloof tot dominerende drijvende krachten worden, wordt de waarneming van de ziel zo 'bijgestuurd', dat de ziel in staat wordt gesteld om doorheen de duisternis te kijken en het Licht te vinden dat in deze duisternis verborgen zit. Zo is het te begrijpen dat de waarlijk liefhebbende, hopende en gelovende ziel niet meer zo gemakkelijk door de beproevingen van het dagelijks leven wordt misleid. Zelfs veel christenen beklagen zich voortdurend over de kruisen die zij te dragen krijgen. In werkelijkheid is hun grootste beproeving echter deze, dat zij niet het Licht in hun leven kunnen herkennen, omdat het hen ontbreekt aan Ware Liefde, Ware Hoop en Waar Geloof, en de Tegenwoordigheid en de werking van God in hun leven voor hen eigenlijk geen realiteit zijn.

U hebt zelf de jongste tijd ervaren hoe anders het leven er plots kan uitzien en hoe anders het plots kan worden ervaren wanneer de beschouwingswijze van de ziel verandert, zelfs indien aan haar concrete levenssituatie eigenlijk niets veranderd is. Dit is het 'natuurlijke' gevolg van een groeiende toewijding, want alle groei in de toewijding is uiteindelijk gebaseerd op de ontwikkeling van de Liefde, de Hoop en het Geloof. Dat alles mag nooit oppervlakkig blijven, het moet zich verdiepen, onophoudelijk, want God verbergt Zijn ware schatten nooit meteen onder de bovenlaag. Dit komt doordat de ware overwinning van het Licht over de duisternis hierin moet bestaan, dat het de duisternis doorstraalt tot in de diepten van de afgrond, en ook de ziel zelf haar eigen afgronden moet leren 'doorgronden', en zij de in haar begraven schatten ook pas kan vinden en ontsluiten wanneer zij haar eigen zwakheden en schaduwen heeft leren kennen en zij hen de oorlog heeft verklaard.

Ik verheug mij voor U, omdat U met zoveel moed de wederwaardigheden van het dagelijks leven tegemoet treedt, en U blijkbaar hebt begrepen waar het in het leven met Maria werkelijk om gaat. U zult daarom de Ware Vrede vinden, ongeacht hoe ijzig de winden hen ook tegemoet mogen waaien. Het groeien van de Liefde, van de Hoop en van het Geloof in de ziel is zoals de opstanding van een land uit de winter: De vruchtbaarheid, de schoonheid, de verrukkelijke geuren van de lente lijken zich uit de bodem vrij te maken, alsof het ene zaadje na het andere ontluikt en verandert in een bloem die haar binnenste over haar hele omgeving uitademt. Zo begrijpt U wel waarom de Meesteres van alle zielen geregeld over de 'Eeuwige Lente' spreekt. In de zich ontsluitende ziel neemt als het ware telkens weer de Verrijzenis van Jezus Zelf vorm aan: de overwinning over de duisternis van het lijden en de beproevingen, en de verheerlijking van de ziel die het verstaat, de macht van het aardse over haar te breken. Ik begeleid U in het hart graag op de heuvelachtige weg doorheen de boomgaarden. In het hart ben ik ook morgen graag bij U. Weest U onbezorgd.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 448
God als bedrijfsrevisor

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

Door de beproevingen merken wij pas goed dat wij leven, maar wij moeten wel over de bergen heen komen. Pijnlijk is voor mij wanneer ik telkens weer echt hartenpijn aanvoel dat zich uitgerekend in een uur heeft aangediend, in hetwelk ik er niet voor de betreffende zus of broeder kon zijn. Daarom omhels ik U nu met enige vertraging dubbel zo innig, want ik weet dat sommige elementen van leed de neiging hebben om met het verloop van tijd groter te worden.

Mij doet het veel pijn, te merken hoe U vanuit een spontane Liefde in principe steeds klaar hebt willen staan voor de medemens en diens welbevinden, om zo te zeggen om ook op Uw eigen manier en volgens de zich aanbiedende mogelijkheden iets te kunnen bijdragen tot de verzachting van de pijnen van anderen. Anderen hebben hun dagelijks leven te danken aan Uw inzet. Opeens lijkt deze vreugde dan buiten Uw wil om niet meer 'leverbaar' te zijn. Niets bedrukt de ziel zo zwaar als het onvermogen om de Liefde die men zou willen geven, nog verder te kunnen geven omdat de omstandigheden gewoon niet meer meewerken.

God doorgrondt elk hart. Hij weet dat Uw bedrijf slachtoffer is geworden van de omstandigheden. Bij mij komt een beeld naar boven via hetwelk ik wellicht kan uitdrukken wat ik eigenlijk zou willen zeggen, respectievelijk wat ik vanwege de Koningin des Hemels moet zeggen:

God is de boekhouder, of misschien nog beter uitgedrukt de 'bedrijfsrevisor' van ons levensboek. Hij maakt balansen op, Hij evalueert de wijze waarop onze ziel haar 'facturen vereffent'. Failliet is de ziel in zijn ogen slechts wanneer zij haar 'zaken' niet wil doen volgens Zijn regels van Liefde, niet wanneer de levensomstandigheden haar insolvent hebben gemaakt. Ik bedoel: Een ziel vol Liefde, die deze Liefde niet meer KAN geven, wordt door God NIET geoordeeld volgens datgene wat zij niet heeft kunnen doen, doch volgens datgene wat zij niet heeft willen doen.

Ik begrijp hoe U zich voelt. Hoe moet U Uw werknemers betalen? Niettemin hebt U hen reeds één en ander meegegeven voor hun leven in de ziel, en ik ben ervan overtuigd dat U dit ook voortaan nog verder zult doen, want U zult deze mensen weliswaar geen aards geld meer kunnen uitbetalen, doch U zult hen de Liefde van het gebed als intrest nastorten. Wanneer U beslist om het bedrijf stop te zetten, zult U ervan overtuigd kunnen zijn dat U het verdere bestaan van Uw werknemers verder in het verborgene via Uw gebed zult kunnen ondersteunen en dit ook daadwerkelijk zult doen, want door Uw gebed en Uw oprecht verlangen dat het deze zielen verder goed moge gaan, helpt U de Goddelijke Voorzienigheid erbij om voor deze zielen nieuwe wegen vrij te maken. Het is niet steeds gemakkelijk om zo te denken, omdat de ziel in deze samenleving niet wordt opgevoed om zo te denken, maar zo is het: Elke ziel helpt de effecten van Gods Voorzienigheid mee vorm geven.

Valt U in geen geval ten prooi aan de bekoring, te menen dat Uw leven een mislukking zou zijn. De vormgeving, de opbouw en het leiden van de onderneming was een opgavenpakket dat Gods Voorzienigheid voor U voor een gedeelte van Uw leven had voorzien. U hebt op elke denkbare wijze in het hart getracht om er het beste van te maken. Het leven is voor God geen contract door hetwelk de ziel successen of resultaten belooft, doch een contract door hetwelk zij inspanningen in de deugd belooft, en dit laatste bovendien steeds door Gods Genade. Duizenden wereldse gebeurtenissen en ontwikkelingen zullen de vormgeving van de door Gods Voorzienigheid gestelde opgaven mee bepalen en er richting aan geven, maar slechts één ding is voor God belangrijk: niet datgene wat gebeurt, doch datgene wat de ziel ermee doet, hoe zij ermee omgaat, hoe haar hart zich onder alles gedraagt. Elke ziel kan een lichtpunt in het leven van haar medeschepselen blijven, zelfs in de diepste duisternis.

Ik zou U graag helpen om uit alles wat U in de loop der jaren pijnen en zorgen heeft bereid, ook het Licht te putten, dat erin schuil gaat: Biedt U nu nog alles wat voor U pijnlijk is geweest, aan de Moeder Gods aan, en zegt U Haar rustig (om in het bovenstaande beeld te spreken):

Mijn Hemelse Moeder, ik geef U al mijn jaren als ondernemer, alle zaken die ik heb gedaan, alle successen en tegenslagen, alle winsten en verliezen, alle leed en alle harten van diegenen die God op mijn weg heeft gestuurd.
Wil U nu, op grond van mijn Liefde en mijn pijnen, elke balans die eventueel voor God nog niet in evenwicht zou zijn, in evenwicht brengen. Wil elke schuld jegens Gods Voorzienigheid vereffenen met de munt van Uw Voorspraak en mijn eigen goede wil.
Ik laat aan U de hele afwikkeling over van alles wat ikzelf niet heb kunnen voltooien, maar betaal U mijn eigen aandeel erin door mijn eigen intens verlangen naar het Geluk van de medemensen die God tijdelijk onder mijn hoede heeft gesteld.
Wees toch de machtige Begeleidster van deze zielen op hun verdere levensweg, opdat zij de hen door God gestelde taak in hun leven mogen kunnen voltooien.

Het succes van Uw onderneming wordt in de ogen van de Eeuwige Liefde heel anders geëvalueerd dan in de ogen der wereld. God heeft de oprichting van Uw bedrijf indertijd niet mogelijk gemaakt opdat het noodzakelijk 'onsterfelijk' zou zijn, doch met de bedoeling dat het gedurende X jaren Zijn Plannen zou helpen dienen. In hoeverre het dit heeft gedaan, hangt af van de mate waarin de erbij betrokken mensen de Liefde hebben verspreid en hun werk op een deugdzame wijze hebben volbracht. Elk gebrek of elke tekortkoming waaraan U zich kunt herinneren, kunt U nu nog door innige toewijding aan de Moeder Gods rechtzetten, zodat deze fase van Uw leven nog datgene moge brengen, waartoe zij in het leven is geroepen.

Lieve zus, tracht U de voorbije jaren met 'niet-wereldse' ogen te bekijken, en U zult een totaal ander landschap te zien krijgen. De boeken zullen heel andere posten laten zien, en U zult merken dat bepaalde vermeend rode cijfers in werkelijkheid zwart zijn. God ziet nu eenmaal met heel andere ogen dan de wereld. Zijn werkelijkheid is immers zeer veel omvangrijker dan deze, welke wij voor ogen hebben en die door onze verwrongen denkwijze zo gemakkelijk wordt misvormd. Vat U moed, want niets is zinloos geweest. Gelooft U ook niet dat U om het even wie in de steek zou laten, want in Uw hart zult U allen voor altijd met U mee blijven dragen. God weet dit, en heeft dit reeds in Zijn verslag opgetekend. Ik omhels U stevig.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 449
Gods Voorzienigheid bestuurt via ontwikkelingen op onze levensweg, en via gevoelens – Veranderingen op onze levensweg moeten op spirituele vruchtbaarheid gericht zijn

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve broeder in Jezus en Maria,

De duivel kan veel dingen afremmen, maar hen helemaal onmogelijk maken, zal hem slechts lukken wanneer de aangevallen ziel de strijd opgeeft.

Het is een normale reactie, aan te nemen dat langdurige, respectievelijk zich steeds weer herhalende tegenslagen erop wijzen dat men iets verkeerd doet. Nochtans is dit niet steeds het geval. Zeer vaak wordt de ziel beproefd op haar volharding. In veel gevallen maakt een dergelijke fase 'eenvoudig' deel uit van de 'spirituele vorming', aan dewelke Gods Voorzienigheid een ziel onderwerpt. Dit komt doordat niets de ziel zo intensief vormt in de praktische toepassing van de deugden als een levensfase in dewelke zij nauwelijks vooruit lijkt te komen.

Het komt echter voor, dat de Hemel er een ziel tracht op te wijzen dat zij niet de weg volgt die de meeste vruchten kan opleveren voor haarzelf en voor Gods Heilsplan. Dit betekent meestal niet dat de ziel bewust fouten maakt. Het betekent vaak zelfs niet eens dat de ziel wel degelijk iets 'verkeerds' heeft gedaan. Vaak is de ziel zich er niet van bewust dat zij beter een andere weg zou inslaan, precies omdat zij niet steeds kan verstaan wat Gods Wijsheid precies met haar voorheeft.

De levensweg is niet rechtlijnig, gewoonlijk moet de ziel geregeld een bocht nemen. Bovendien is de levensweg gewoonlijk opgebouwd uit diverse tracés, weggedeelten die inhoudelijk totaal verschillend zijn. Dit is gemakkelijk te begrijpen, wanneer men rekening houdt met het feit dat het leven van de ziel op aarde een ontwikkelingsweg is, die zij zonder uitzondering uiteindelijk moet afleggen voor haar spirituele voltooiing. Daarom is het heel goed mogelijk dat na een zekere tijd een 'koerscorrectie' passend is. De ziel beleeft bijvoorbeeld gedurende enkele jaren bepaalde situaties, en gaat daar zus of zo mee om. Deze gedrags- en reactiewijzen worden op één of andere wijze in haar opgeslagen, en de ziel kan zich later in situaties die haar als gelijkaardig voorkomen, van deze opgeslagen patronen bedienen. Deze patronen kunnen voor haar heiliging en voor de voltooiing van Gods Heilsplan vruchtbaar of onvruchtbaar zijn, in de meest uiteenlopende graden.

Wanneer God nu een dergelijke fase van X jaar beschouwt als 'voor de groei van de ziel, respectievelijk voor de bevordering van de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken niet langer vruchtbaar, respectievelijk te weinig vruchtbaar', dan kan Hij absoluut trachten, de ziel attent te maken op de mogelijkheid van een koerswijziging. De staat van de spirituele ontwikkeling kan het namelijk nuttig maken dat de ziel heel andere ervaringen zou opdoen, op dewelke zij weer moet reageren en daarbij misschien zwakheden, tekortkomingen én talenten in zich ontdekt, die haar tot dan toe nauwelijks bekend waren. God tracht de aandacht van de ziel daarop te vestigen door om zo te zeggen de gelegenheden te vermeerderen om bepaalde ervaringen op te doen, die haarzelf op bepaalde gedachten laten komen, of in de ziel rijpt eenvoudig een zeker inzicht op grond van hetwelk zij merkt dat haar ontwikkeling op een relatief onvruchtbaar spoor is aanbeland.

In principe kan men nooit zeggen dat de Hemel zijn zegen achterhoudt, doch slechts dat de Hemel zijn zegen niet steeds op het wereldse vlak van het leven merkbaar laat zijn, en geregeld uitnodigt tot een koerscorrectie, opdat de ziel de hoogst mogelijke vruchtbaarheid moge kunnen verwezenlijken.

Hoe kunt U vaststellen hoe God U zou willen inzetten voor evangelisatie, en wat Uw ware roeping is? Zoals ik reeds vroeger heb mogen schrijven, stelt Gods Voorzienigheid voor elke ziel de tekenen in verband met haar ware roeping geregeld op de levensweg van de ziel zelf. God laat zielen eerder zelden via andere zielen adviseren in verband met haar ware roeping, maar laat wel absoluut Zijn eigen zachte wenken overbrengen via de mond van zielen die hierbij dan als richtingaanwijzers werken. De ziel die in alle situaties van het dagelijks leven nauwkeurig naar haar eigen hart luistert, kan diep in haar eigen binnenste aan de hand van haar eigen gesteldheden, voorkeuren of gevoelens van tegenzin of afkeer, reactiepatronen en de ontwikkelingen van haar leven en van haar spirituele ontplooiing leren voelen, waarop zij zich kan richten om zo vruchtbaar mogelijk te worden, respectievelijk om haar spirituele ontwikkeling voortdurend te vergroten. Zodra zij één en ander begint in te zien, komt het erop aan, zich los te maken van dingen die haar belemmeren om haar vaststellingen concreet in de praktijk te brengen.

Bij dit alles moet de ziel zich in zeer innige toewijding door de Koningin des Hemels laten leiden. Derhalve voltrekt dit hele proces zich het best in een aanhoudende gesteldheid van gebed en totale toewijding. Een ziel kan slechts haar hoogst mogelijke mate aan vruchtbaarheid bereiken wanneer zij zo innig mogelijk met God, respectievelijk met de Moeder Gods leeft, denkt, voelt, spreekt, handelt... Wanneer zij haar weg gaat zonder oprecht te verlangen naar Hemelse begeleiding en zich door een voortdurende zuivering van haar inwendige gesteldheden actief voor deze begeleiding open te stellen, zal de bodem van de ziel geleidelijk aan verdorren.

U zou graag van hart tot Hart met Jezus kunnen spreken en stelt zich de vraag of Jezus U deze genade zou vergunnen, respectievelijk wat U daarvoor kunt doen. Van hart tot Hart met Jezus spreken, kan elke ziel doen, wanneer zij er zich heel eenvoudig aan went om niet meer voor zichzelf te handelen, spreken, denken en voelen, doch Jezus bij alles te betrekken. Zo heeft de Koningin des Hemels mij geleerd, nooit meer 'gewoon te denken', doch 'inwendig tot Haar te spreken'. Concreet gebeurt dit bijvoorbeeld als volgt:

Laten wij aannemen dat er tijdens het werk aan de computer een probleem opduikt. 'Normaal gesproken' zou men dan inwendig denken of overwegen wat men kan doen, dit betekent: een aaneenschakeling van gedachten volgen. In de plaats hiervan kan men echter ook inwendig zeggen: "Mijn lieve Meesteres, hoe ga ik nu tewerk, mogen wij dit alstublieft samen aanpakken. Ik smeek U, mij inwendig te leiden", en zo stap voor stap niet slechts handelen, doch werkelijk Maria 'inlichten' over wat men zou willen doen, en daarbij het hart helemaal openstellen, net zoals men de oren zou openen wanneer men met iemand in gesprek is. Ik garandeer U dat men zich in dit laatste geval daadwerkelijk begeleid voelt en de ondubbelzinnige indruk krijgt dat men niet bezig is met een monoloog, doch met een dialoog. Het verschil ligt hierin, dat men bij het denken en uitvoeren van eigen gedachten in principe de oplossingen in zichzelf zoekt, terwijl men in het geval van een dialoog met Maria daadwerkelijk de Moeder Gods bij het eigen probleem en de oplossing ervan betrekt. Gelooft U mij, Zij heeft daar oren naar!

Dat is de eerste stap naar een leven dat zich ontwikkelt in de richting van een concreet 'met-Jezus-leven', respectievelijk 'met-Maria-leven'. Naarmate de ziel ALLES met Jezus, respectievelijk met Maria doet, 'samen met Hem/Haar denkt, handelt, voelt...', zal zij een leven leiden dat haar naar een groeiende versmelting met Jezus en Maria voert. Zelf kan de ziel weinig anders doen om deze eenheid te bekomen, omdat het effect van deze situatie in principe een genadewerking is, maar God komt de ziel in dit verlangen tegemoet, mits dit verlangen oprecht is.

Vóór de erfzonde bezat de ziel het vermogen om van hart tot hart en van ziel tot ziel te communiceren met alle wezens, alsook met God Zelf. Sedert de erfzonde is de mens zo geprogrammeerd dat hij gelooft dat hij slechts kan spreken en een hoorbaar antwoord krijgen. Wanneer het oor geen klanken opvangt, gelooft de mens dat er slechts stilte is, dus 'leegheid'. Dat is een vergissing. De Hemel spreekt tot ieder van ons, diep in de ziel. In uitzonderingsgevallen wordt het de ziel mogelijk gemaakt om dit spreken inderdaad te horen. Niettemin betreft het hier relatief zelden klanken die op het zintuiglijk vlak worden opgevangen, doch veel vaker woorden, respectievelijk 'hele tekstgedeelten' die 'in het hart weerklinken' (door het gebruik van aanhalingstekens wil ik erop wijzen dat het hier processen betreft, die nauwelijks in menselijke woorden kunnen worden gehuld, omdat zij ver boven onze 'normale' waarneming verheven zijn).

De ziel kan op een punt aanbelanden, waar zij diep in de kern van haar wezen Jezus, respectievelijk de Koningin des Hemels zo hoort spreken, zoals zij ook elke medemens kan horen spreken. Sedert de erfzonde heeft de ziel echter een haar door God vergunde mystieke vorming nodig om door de genadewerking dit kanaal in zo verregaande mate te zuiveren en te vormen, dat dit daadwerkelijk functioneert. De ziel kan deze begaafdheid niet voor haar eigen noden, behoeften of doelstellingen inzetten, doch slechts wanneer de Hemel zich van dit kanaal wil bedienen, en steeds ten behoeve van de bevordering van de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Elke 'mystiek' die hieruit bestaat dat een ziel naar haar eigen goeddunken en behagen, respectievelijk ten dienste van één of andere wereldse doelstelling 'contact maakt met Boven', is pseudomystiek en derhalve een valstrik van de satan: God, of enig wezen dat Hem vertegenwoordigt, is er niet bij betrokken. Om deze reden zijn juist zoveel dwalingen en misleidingen in omloop, en slaagt de duivel er zo gemakkelijk in om verwarring te stichten en ervoor te zorgen dat het valse en verkeerde vaak veel sneller wordt aangenomen dan het juiste.

Lieve broeder, Uw hart zal U zeggen in welke richting U behoort te gaan. Wanneer Uw huidige leven U dag na dag geen vreugde meer bereidt, is het absoluut mogelijk dat Uw ziel merkt dat aan haar ontplooiing te veel grenzen worden gesteld. U kunt zelfs dan nog Uw spirituele vruchtbaarheid trachten te vergroten door een grondige toewijding te verrichten van Uw verleden, Uw beroepsleven en Uw dagelijks leven, en er innig voor te bidden dat U Licht zou worden vergund, om zo te zeggen een ster van Bethlehem die U inwendig toont waar Uw bestemming ligt. De ziel kan er inderdaad onder lijden wanneer de wereldse componenten van het leven zich te sterk weten door te zetten: Deze werken dan zoals het onkruid dat de tarwe verstikt. Vaak ligt daar de essentiële reden voor de ontevredenheid van een ziel of voor het gevoel dat haar 'iets ontbreekt'. Eerst moet de ziel dit beseffen, vervolgens moet zij ertoe bereid zijn om één en ander in haar leven zo te veranderen dat de spirituele ontwikkeling nieuwe wegen kan vinden, en dan moet zij ook waarlijk bidden om de genade om de gelegenheid te krijgen om zich van bepaalde structuren in haar leven los te maken. Wanneer U dit in de innigste verbinding met de Meesteres van alle zielen doet, zult U ervaren waarom Zij de Middelares van alle Genaden wordt genoemd.

Vanzelfsprekend bid ik voor U, opdat U een duidelijke lichtstraal moge toevloeien. Het inzicht in de ware zin van datgene wat in Uw leven gebeurt, zal U erbij helpen om de juiste beslissingen te nemen, dit wil zeggen: de beslissingen die Uw spirituele ontplooiing zullen laten opbloeien. Een nieuwe Vrede zal Uw eerste erfdeel zijn.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam


www.maria-domina-animarum.net

Brief 450
Het leven is zoals een vaas – Wat te doen wanneer contacten steeds eindigen in ruzie?

TOTUS TUUS, MARIA !

Lieve zus in Jezus en Maria,

In zeker opzicht zou men het leven eigenlijk kunnen vergelijken met een vaas die in het water van een bochtige stortbeek naar haar bestemming toe moet reizen: Het is bijna ondenkbaar dat er een vaas zou bestaan die op deze reis niet ten minste barstjes en scheurtjes zou oplopen. Vele worden in hogere mate beschadigd of breken gewoon. Niettemin beschouwt God de vaas van een leven bij haar aankomst op het einde van de stortbeek niet met menselijke ogen. De mens houdt een gebroken vaas, en zelfs een vaas die barstjes en scheurtjes vertoont, voor onbruikbaar of ten minste 'onesthetisch'. God echter, Die getuige is geweest van de gebeurtenissen tijdens dewelke de vaas iets van haar oorspronkelijke vorm en schoonheid heeft verloren, is het niet om het uitzicht te doen. Hoewel God een God van volmaakte Liefde en van volmaakte Vrede is, veroordeelt Hij niet de vaas, die zich aan de scherpe rotsen van een gebrek aan Liefde heeft gestoten. Bepaalde barstjes, scheurtjes en breuken lijdt de vaas van een leven door omstandigheden die zich buiten de wil van de vaas zelf hebben ontwikkeld.

God kijkt naar datgene, wat de vaas vanbinnen heeft bewaard. Nadat de vaas zich aan een scherp rotsblok heeft gestoten, kan het in bepaalde gevallen zijn dat zij ook zelf scherpe hoekjes en kantjes krijgt. Wanneer zij nu deze scherpe hoekjes op een zodanige wijze naar buiten toe keert dat zij daarmee andere vazen schendt, is zij niet langer zonder schuld. Keert zij deze scherpe hoekjes naar binnen toe, met andere woorden: lijdt haar hart onder het gebrek aan Liefde dat haar de breuken en scheurtjes heeft toegebracht, dan is zij niet schuldig aan enig doorgeven van een gebrek aan Liefde. Draagt de ziel haar hartenpijn bovendien in Liefde, dit wil zeggen zonder bitterheid en zonder wraakgevoelens, dan worden haar scherpe hoekjes geleidelijk afgerond en kwetst de ziel op zekere dag noch anderen noch zichzelf. Wanneer zij daarenboven ook nog haar verwondingen en beschadigingen toewijdt aan Maria, dan wordt zij in Gods ogen weer helemaal hersteld.

De vaas is datgene wat men van het leven, zijn effecten en gevolgen kan zien. God echter, ziet zeer veel dingen die niet naar de vorm waarneembaar zijn. Een ziel die haar verwondingen en haar 'gebroken omgeving' zonder bitterheid, zonder wraakzucht en zoveel mogelijk zonder negatieve gedachten of gevoelens ten minste inwendig langzaam tracht te herstellen, is voor God zoals een gebroken of beschadigde vaas, die vanbinnen nog steeds restanten heeft bewaard van de geuren van bloemen die zij ooit in zich heeft gedragen: Zij heeft zich door de stormachtige gebeurtenissen en ontwikkelingen, door de bruisende stortbeek van de ondeugden in haar omgeving, niet zelf tot ondeugd laten verleiden.

Zo kan ook een beschadigde vaas nog steeds God in verrukking brengen, want Hem interesseert niet in de eerste plaats de uiterlijke vorm van ons leven, doch de inhoud ervan: In onze vaas leest Hij onze ware levensgeschiedenis, deze welke in ons hart geschreven staat en die is opgebouwd uit onze gevoelens en gedragswijzen.

Uw moeder en Uw zussen en broers hebben U veel leed bezorgd. Nu vreest U onaangename dingen wanneer U Uw moeder in het ouderlingentehuis bezoekt en vraagt U, of de Meesteres van alle zielen zou toestaan dat U zich ertoe zou beperken, goede gedachten ten aanzien van Uw moeder te koesteren, haar inwendig te vergeven en voor haar te bidden? Het antwoord luidt: Ja. De Meesteres heeft het reeds enkele malen gezegd: Wanneer een ontmoeting, zelfs met een familielid, steeds weer dreigt uit te lopen op een ruzie, gaat de ziel het best als volgt tewerk:

  • Zij oefent zich erin, over de andere persoon geen negatieve gedachten en gevoelens te koesteren en geen negatieve woorden over hem/haar te spreken;
  • Zij bidt en brengt offers voor deze persoon;
  • Zij bidt ervoor dat van hart tot hart en van ziel tot ziel elke duisternis tussen de beide partijen zich moge oplossen in het Licht van een waar begrip, en dat de beide partijen elkaar wederzijds (zelfs in het verborgene) van schuld mogen kunnen vrijspreken;
  • Zij wijdt alles wat tot meningsverschillen, respectievelijk tot ruzie, onenigheden en tot een negatieve leefomgeving heeft geleid of tot de ontwikkeling ervan heeft bijgedragen, toe aan Maria, opdat de Koningin des Hemels al deze duisternis in het Vuur van Haar volmaakte Liefde in Licht moge kunnen veranderen. Dit Vuur moet worden aangewakkerd door de oprechte bereidheid tot vergeving. Wanneer blijkt dat de andere partij niet open staat voor een wederzijdse vergeving, kan de volhardende bereidheid van de eerste ziel tot vergeving er niettemin toe bijdragen dat de andere ziel ten laatste in het uur van haar dood bereid is om zich open te stellen.

Wanneer U een dergelijke ingesteldheid met een oprecht hart nastreeft, zult U merken dat Maria U het tijdstip zal laten voelen, waarop U van aangezicht tot aangezicht met Uw moeder kunt spreken met een kans op volkomen verzoening. Belangrijk is, dat U tot een volkomen verzoening en vergeving bereid bent. Houdt U zich daarbij het uiterst belangrijke principe voor ogen, dat niet Uw moeder U heeft willen kwetsen, doch dat de duivel haar ertoe heeft aangezet om tegen U te zondigen. Uw moeder is zijn eerste slachtoffer geweest, U zou zijn tweede slachtoffer zijn, indien U wrokkig zou blijven.

Hetzelfde geldt voor Uw zussen en broers: Wanneer elk contact uitloopt op een ruzie, is het met het oog op de ontwikkeling van Gods Heilsplan beter, nieuwe zonden te voorkomen en elkaar slechts in het hart te ontmoeten, dit betekent: liever voor Uw zussen en broers te bidden en hen veel genaden en Licht toe te wensen dan elkaar steeds weer fysiek te ontmoeten 'omdat zij nu eenmaal mijn zussen en broers zijn'.

Lieve zus, uiteindelijk komt het er in relaties op aan dat deze voor alle betrokkenen spirituele vruchtbaarheid zouden opleveren. Of het in een relatie om familieleden gaat of niet, is daarbij minder van belang, het voornaamste is, dat alle relaties zich ten volle in een atmosfeer van deugdzaamheid voltrekken. Wijdt U Uw pijn over het verleden toe aan de Meesteres van alle zielen, en smeekt U de Meesteres dat Zij alles wat aan niet-verheugende dingen is gebeurd, nu nog moge zuiveren en alle duisternis eruit moge verwijderen. Dat kan inderdaad nu nog gebeuren, wanneer een ziel vurig naar deze zuivering verlangt. Ik bid graag met U voor een vreedzame afloop, alsook dat de Moeder Gods U naar het juiste tijdstip moge leiden om in Uw moeder en in Uw zussen en broers open harten aan te treffen, opdat een echte verzoening tot stand moge komen. Geeft U niet op, zolang de vaas niet het einde van de stortbeek heeft bereikt, is niets verloren.

In Liefde, en ten dienste van de Meesteres van alle zielen,

Myriam